Beroepsprofiel docent mbo

42
BEROEPSPROFIEL DOCENT MBO DE WEG NAAR EXCELLENTIE BEGINT BIJ EEN ADEQUAAT OPGELEIDE DOCENT

Transcript of Beroepsprofiel docent mbo

Page 1: Beroepsprofiel docent mbo

BEROEPSPROFIEL DOCENT MBODE WEG NAAR EXCELLENTIE BEGINT BIJ EEN ADEQUAAT OPGELEIDE DOCENT

ia_k

m_0

214_

tc

Colofon

Uitgave Hogeschool Utrecht, februari 2014

Vormgeving Troost communicatie, Utrecht

Drukwerk Grafisch Bedrijf Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam

Page 2: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 1

Inleiding 3

Hoofdstuk 1BEROEPSPROFIEL EN KWALIFICATIEDOSSIER 5Basistaken 6Voorbeelden van keuzetaken 6

Hoofdstuk 2ONTWERPEN VAN OPLEIDINGEN DOCENT MBO 9Van beroepsprofiel naar opleidingsscenario’s 9Drie scenario’s 92.1 Scenario 1 9 2.2 Scenario 2 112.3 Scenario 3 12

Hoofdstuk 3TOELATING21+ toets 15Associate Degree

Conclusie 16

Bijlage 1 Het beroepsprofiel/kwalificatiedossier docent mbo 19Bijlage 2 Kwalificatiedossier docent mbo 24Bijlage 3 Huidige opleidingsmogelijkheden 37

INHOUDSOPGAVE

Page 3: Beroepsprofiel docent mbo

2 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

Page 4: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 3

Op weg naar een lerarenopleiding die aansluit bij de onderwijspraktijk in het mbo

Tot 1996 vielen zowel het voortgezet onderwijs (vo) als het mbo onder één wet, de WVO (Wet op hetVoortgezet Onderwijs). Eén tweedegraads lerarenopleiding, voor zowel voortgezet onderwijs alsberoepsonderwijs, was daarbij logisch. Sinds 1996 valt het mbo echter onder een andere wet, de WEB(Wet Educatie en Beroepsonderwijs), terwijl het vo nog steeds onder de WVO valt. In de WEB heeft hetbedrijfsleven veel invloed gekregen op de inhoud van het mbo-onderwijs. Zo is het bedrijfsleven verant-woordelijk voor de beroepsprofielen waarvoor studenten in het mbo worden opgeleid. Bovendienwordt een belangrijk deel van het mbo-onderwijs in de bedrijven uitgevoerd. Gevolg van dit alles is datde onderwijsuitvoering een significant andere koers is gaan varen in het mbo dan in het vo.Lerarenopleidingen zijn daar echter niet op aangepast. Dit was reden om het project “Een adequaatopgeleide docent is het halve werk tot excellentie”1 te starten. Het doel van het project was de oplei-ding tot mbo-docent weer beter te laten aansluiten bij de mbo-onderwijspraktijk. Het project is uitge-voerd door ROC Midden Nederland en Instituut Archimedes (de tweedegraads lerarenopleiding vanHogeschool Utrecht) met medewerking van het Koning Willem I College.

Het project is in verschillende fasen uitgevoerd. In de eerste fase hebben we een beroepsprofiel docentmbo ontwikkeld (hoofdstuk 1) waarin de taken van een mbo-docent en de daarbij benodigde kennis enervaring zijn beschreven. Dit profiel (bijlage 1) dient als uitgangspunt voor het adequaat opleiden vandocenten mbo. Het profiel is verder uitgewerkt tot een kwalificatiedossier (bijlage 2).In de tweede fase hebben we in kaart gebracht op welke manieren je docent in het mbo kunt worden,en voor welke doelgroepen de verschillende trajecten bedoeld zijn. Bij die verschillende trajecten heb-ben we de voor- en nadelen beschreven, en gekeken of het hele veld van het mbo ermee bediendwordt. De resultaten hiervan zijn in bijlage 3 opgenomen. Ten slotte hebben we scenario’s - op hoofdlij-nen - voor het opleiden van mbo-docenten uitgewerkt. We hebben ons daarbij gericht op docentenUiterlijke Verzorging, voor wie nu geen enkel adequaat opleidingstraject bestaat (hoofdstuk 2).

Het project heeft geleid tot de volgende producten:1. Een beroepsprofiel én een kwalificatiedossier docent mbo, dat richtinggevend is voor het opleiden

en professionaliseren van mbo-docenten.2. Drie scenario’s - ontwikkeld in afstemming met de branches - om docent Uiterlijke Verzorging te

worden. Het beroepsprofiel / kwalificatiedossier docent mbo is daarbij richtinggevend.3. Een bij deze publicatie behorende bloemlezing met achtergrondliteratuur behorend bij de taken van

de mbo-docent (zie de websites).

Het profiel van de MBO docent en nuttige achtergrondinformatie is te raadplegen op de volgendewebsites:Onderwijsweb www.onderwijsweb.hu.nlMBO raad www.MBOraad.nlMarktplaats MBO www.marktplaatsmbo.nl Leroweb www.leroweb.nlDocenten MBO www.docentmboinbeeld.nl.Hier is tevens een digitale versie van deze publicatie te downloaden.

INLEIDING

1 Dit project is uitgevoerd van september 2010 tot en met juni 2013 in het kader van Krachtig Meesterschap.

Page 5: Beroepsprofiel docent mbo

4 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

“NIEMAND BETER DANEEN LERAAR WEET, DATDE BESTE MANIER OMIETS TE LEREN, HETONDERWIJZEN VAN DATIETS IS”.

JEAN PIAGET (1896 – 1980)

Page 6: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 5

InleidingHet beroepsprofiel2 omschrijft de kenmerken van het werk van een docent in het mbo, het kwalificatie-dossier geeft aan welke kennis en vaardigheden nodig zijn. In dit hoofdstuk geven we eerst eenbeschrijving van de context waarin de docent mbo werkt, de externe partners van de docent en zijn3

werkzaamheden. Het tweede deel van dit hoofdstuk biedt een overzicht van de docenttaken en de bij-behorende deeltaken.

De context van het beroepEen docent in het mbo leidt studenten op voor een bepaald beroep. De relatie tussen de school en hetberoepenveld is dan ook cruciaal. Dit komt onder andere tot uiting in het curriculum, waar beroepsprak-tijkvorming (BPV) een belangrijk onderdeel van vormt. Een groot deel van de opleiding van de studen-ten vindt plaats in de praktijk. De omvang van dit praktijkdeel is afhankelijk van het type opleiding datde student volgt: BOL (Beroepsopleidende Leerweg) of BBL (Beroepsbegeleidende Leerweg). In delaatste opleidingsvariant vindt de opleiding zelfs voor het grootste deel plaats op de werkvloer.De docenten ontwikkelen onderwijs op basis van kwalificatiedossiers, waarin is vastgelegd wat de stu-dent aan het eind van zijn opleiding moet kennen en kunnen. Iedere docent draagt iets bij vanuit zijneigen expertise. Goede samenwerking tussen docenten – en met instructeurs en andere ondersteuners -is dan ook noodzakelijk om tot een congruente, beroepsgerichte opleiding te komen. Alle docentenmoeten daarbij altijd de verbinding kunnen maken tussen hun (school)vak en het toekomstige beroepvan de leerling.

Externe partnersMbo-instellingen onderhouden contacten met onder andere de SBB (stichting SamenwerkingBeroepsonderwijs Bedrijfsleven), kenniscentra, bedrijfstakgroepen en met individuele bedrijven, die elkvanuit hun eigen opdracht voor de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt zorgen. De kenniscen-tra zijn tevens dienstverleners voor branchegerichte opleidingsprogramma’s, en voor de (bij)scholing vanmedewerkers in school, bedrijven en instellingen. Het werk van een docent mbo wordt uiteraard beïn-vloed door de activiteiten van deze externe partners.

Het beroepsprofiel docent mbo Een docent mbo ontwikkelt onderwijs (alleen of samen met collega’s), voert het uit, evalueert, stelt hetonderwijs bij en begeleidt de studenten bij leeractiviteiten en loopbaanstappen. In het beroepsprofielzijn deze werkzaamheden onderverdeeld in taken. Elke taak bestaat uit samenhangende deeltaken.In het basisdeel staan de taken waarmee alle docenten te maken krijgen.

Onder het keuzedeel vallen de taken voor specialisten, bijvoorbeeld curriculumontwikkeling, zorgleerlin-gen (preventie voortijdig schoolverlaten) en het opleiden van nieuwe collega’s. Over het algemeen heb-ben docenten hier extra scholing voor nodig.

Het beroepsprofiel / kwalificatiedossier in de praktijk Het beroepsprofiel / kwalificatiedossier beschrijft de taken van de docent mbo. Om een goede docentte zijn, moet men de ene keer rolmodel zijn voor studenten en een andere keer hun motivator. Dedocent moet ook meedenken met zijn collega’s in het team, afstemmen en afspraken maken. Op eenandere moment speelt hij een rol in de driehoek student, werk en mbo. De docent ontwikkelt onder-wijs, voert het uit en past het zo nodig aan; hij begeleidt, monitort, controleert en beoordeelt. In hetberoepsprofiel is dit alles in afzonderlijke taken beschreven, maar in de praktijk komen in één onderwijs-activiteit vaak verschillende taken en activiteiten naast elkaar voor: een docent is soms loopbaanbege-leider, werkplekbegeleider en nog veel meer tegelijk.

BEROEPSPROFIEL

1 Het beroepsprofiel dat (mede) in het kader van dit project is ontwikkeld, is in januari 2012 door de MBO Raad geaccordeerd. 2 Waar ‘hij’ of ‘zijn’ staat, kan ook ‘zij’ of ‘haar’ gelezen worden.

1

Page 7: Beroepsprofiel docent mbo

6 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

Lerarenopleidingen hebben zowel te maken met het beroepsprofiel / kwalificatiedossier als met deGenerieke Kennisbasis (een beschrijving van de kennis die iedere startbekwame leraar aan het einde vande opleiding dient te beheersen) en de vakgerichte Kennisbases (met de kennis die nodig is om eenspecifiek vak te kunnen onderwijzen). De uitdaging voor lerarenopleiders is om - rekening houdend methet beroepsprofiel / kwalificatiedossier - studenten die in het mbo willen werken, hun opleiding te lateninvullen met een adequate selectie uit die kennisbases.

Het beroepsprofiel samengevat: Taken uit het basisdeel4

basistaak 1 De docent ontwikkelt een onderwijsprogrammabasistaak 2 De docent voert een onderwijsprogramma uitbasistaak 3 De docent volgt de student vanaf de intake en bij zijn verschillende leeractiviteiten

en hij begeleidt de leerling/student bij de te nemen vervolgstappen (loopbaanbe-geleiding)

basistaak 4 De docent bereidt het traject BPV5 (beroepspraktijkvorming) c.q. werkpleklerenvoor, begeleidt bij uitvoering en evalueert de BPV c.q. werkplekleren6

basistaak 5 De docent construeert, hanteert en evalueert (competentiegerichte) beoordelings-instrumenten

basistaak 6 De docent handelt vanuit (voortdurend doorontwikkeld) professioneel gedrag. Dedocent zorgt ervoor dat hij professional is en blijft

Voorbeelden van keuzetaken

keuzetaak De docent begeleidt nieuwe en aanstaande docentenkeuzetaak De docent ontwerpt het curriculum keuzetaak De docent bereidt het traject BPV (beroepspraktijkvorming) c.q. werkplekleren

voor, begeleidt bij uitvoering en evalueert de BPV c.q. werkpleklerenkeuzetaak De docent construeert examenskeuzetaak De docent zorgt voor een goede ondersteuning voor studenten met leer-,

gedrags- en psychosociale problemen

4 Voor een complete tekst van het beroepsprofiel docent mbo zie bijlage 15 Waar BPV staat kan in deeltaken ook werkplekleren in een bredere betekenis of in een hybride context binnen de school gelezen

worden6 Het kan instellingsbeleid zijn om (delen van) BPV-taken een specialisme, een keuzetaak te laten zijn

Page 8: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 7

Page 9: Beroepsprofiel docent mbo

8 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

“DOCENTEN KUNNENSTUDENTEN NIETMOTIVEREN, ZE KUNNENWEL PROBEREN UIT TEZOEKEN WAT HENMOTIVEERT”.

RUTH COHN (1912 - 2010)

Page 10: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 9

Er zijn veel mogelijkheden om benoemd te kunnen worden als docent mbo. Daarmee is echter nog nietgezegd dat men goed voorbereid is op wat er in de praktijk van een mbo-docent verwacht wordt. Zoalswe in de inleiding al aangaven, moet de opleiding tot docent mbo beter gaan aansluiten op de onder-wijspraktijk in het mbo. Wij zullen dit verduidelijken aan de hand van een concreet voorbeeld: de problematiek rond het oplei-den van docenten Uiterlijke Verzorging. Hiervoor hebben wij interviews afgenomen bij docenten enopleidingsmanagers van diverse ROC’s. Vervolgens hebben we in kaart gebracht welke opleidingsmoge-lijkheden er binnen het huidige bestel zijn en wat daarbij de bezwaren zijn (zie bijlage 3). De conclusiesdie we op basis hiervan en op basis van theoretische verkenningen trokken, hebben geleid tot voorstel-len voor een beter passende opleiding (zie hoofdstuk 3).

Drie scenario’s Lerarenopleidingen willen graag een brede lerarenopleiding bieden, gericht op zowel vo als mbo, enverkeren in de veronderstelling dat hun opleidingen beide schoolsoorten daadwerkelijk goed bedienen.Lerarenopleiders zijn over het algemeen echter slecht op de hoogte van de onderwijspraktijk in hetmbo. Het voortgezet onderwijs kennen zij veel beter. Een ander spanningsveld ligt tussen mbo en degeformuleerde kennisbases. In de kennisbasis van de lerarenopleiding GZW (gezondheidszorg en wel-zijn) bijvoorbeeld is de inhoud beschreven op het gebied van welzijn, verpleegkunde, facilitaire dienst-verlening en in mindere mate schoonheidsverzorging. Dit sluit goed aan bij de richting Zorg en Welzijnin het vmbo en bij het vak Verzorging in de basisvorming. Mbo-docenten worden met deze kennisbasisechter slecht ‘bediend’. Docenten ‘Zorg en Welzijn’ bestaan niet in het mbo, wel docenten Kappen,Facilitaire Dienstverlening, Verpleging, etc. Deze docenten hebben veel meer inhoudelijke kennis nodigvan het betreffende vakgebied dan door de kennisbasis wordt omschreven. Toch is die kennisbasis GZWook voor docenten die in het mbo gaan werken de verplichte kennisbasis.

De docent Uiterlijke Verzorging krijgt dus met verplichte onderdelen uit de kennisbasis te maken die ineen enkel geval een beetje, maar meestal helemaal niet aansluiten bij het beroepenveld van uiterlijkeverzorging. De kennisbasis voorziet niet in het opleiden met specifieke materiekennis die aansluit bij hetonderwijs in het mbo. En dan hebben we het nog niet eens over de gewenste uitsplitsing naar kappen,schoonheidsverzorging en voetverzorging - het werk van een kapper in de praktijk is nu eenmaal wezen-lijk anders dan dat van een schoonheidsspecialiste.

Als lerarenopleidingen GZW willen opleiden voor zowel vmbo als mbo vraagt dat een andere invullingvan de kennisbasis, andere kennistoetsen en een andere manier van organiseren van het onderwijs.Studenten moeten kunnen kiezen of zij brede, meer algemene kennis willen verwerven waar zij in hetvmbo goed mee aan de slag kunnen of meer gespecialiseerde kennis wensen die aansluit bij het mbo-onderwijs.

Het eerste scenario hieronder beschrijft hoe je docent Uiterlijke Verzorging in het mbo kunt worden inde huidige situatie. De andere twee scenario’s geven de gewenste situatie weer, in verschillende gradaties.

2.1 Scenario 1In de huidige situatie is de kennisbasis van Gezondheidszorg en Welzijn (GZW) van Instituut Archimedeshet uitgangspunt voor de opleiding tot docent Uiterlijke Verzorging. Een groot deel van de (brede) vak-kennis van de opleiding GZW wordt dus uitgevoerd, terwijl Uiterlijke Verzorging slechts een heel kleindeel uitmaakt van dit curriculum. In het onderdeel Vak in het schema hieronder worden cursussen gege-ven op basis van deze vakspecifieke kennisbasis. Naast de vakgerichte kennisbasis wordt een generieke kennisbasis gehanteerd, voor het aanleren vandocentvaardigheden en pedagogisch didactische vaardigheden in het beroepsonderwijs in brede zin(vmbo en mbo). In het onderdeel Beroep (zie schema) worden cursussen gegeven op basis van dezegenerieke kennisbasis. Beroepsproduct, Studie en Werk hebben zowel de vakgerichte als de generieke

ONTWERPEN VAN OPLEIDINGEN DOCENT MBO2

Page 11: Beroepsprofiel docent mbo

10 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

kennisbases als uitgangspunt. Beide curriculumonderdelen worden voor het grootste deel uitgevoerd inde school.

Jaar Onderdeel EC EC totaal1 Vak (gzw-breed) 35 60

Beroep 10Studie en Werk 10Assesment 5

2 Vak (gzw-breed) 35 60Beroep 10Studie en Werk 10Beroepsproduct 5

3 Vak (GZW-breed) 25 60Beroep 15Studie en Werk 15Beroepsproduct 5

4 Studie en Werk 15 60Beroepsproduct 10Profilering 30Assesment 5

Mbo-gerichte inkleuring

Aankomende docenten Uiterlijke Verzorging kunnen diverse onderdelen mbo-gericht inkleuren. Hetonderdeel Werkplekleren (Studie en Werk) kan volledig worden gericht op Uiterlijke Verzorging wanneerdat plaatsvindt op de afdeling Uiterlijke Verzorging van een ROC. Hetzelfde geldt voor het zogenaamdeBeroepsproduct, waarbij studenten onderzoeksmatig een product maken voor de school waar zij wer-ken en studeren. Zo’n beroepsproduct kan dan ontwikkeld worden voor de afdeling UiterlijkeVerzorging van het mbo. Ten slotte kan ook de profileringsruimte in het vierde jaar benut worden vooreen inkleuring richting Uiterlijke Verzorging.Vanwege de vrij gedetailleerde beschrijvingen in beide kennisbases (vakinhoudelijke en generiek), is hetslechts beperkt mogelijk om het curriculum met betrekking tot het beroep in te vullen. De student isverplicht onderdelen van de brede GZW kennisbasis te volgen die, zoals eerder gezegd, slechts zeerbeperkt over uiterlijke verzorging gaan. Tijdens de interviews bij roc’s kwam een aantal malen naarvoren dat mensen deze brede kennisbasis als belemmerend ervaren.

Conclusie scenario 1De conclusie is dat de opleiding weliswaar opleidt voor het beroepsonderwijs, maar beperkte mogelijk-heden biedt tot inkleuring richting Uiterlijke Verzorging in het mbo. En dat is juist voor een adequateopleiding tot docent mbo meer nodig. Het spanningsveld tussen de behoefte aan specifiek opleiden enhet gebrek aan mogelijkheden voor de lerarenopleidingen om dat te organiseren met de huidige ken-nisbasis GZW, is niet op te lossen met de beperkte mogelijkheden tot inkleuring.Nu kennistoetsen over de hele breedte van de kennisbasis GZW verplicht zijn, is de situatie voor lera-renopleidingen mbo alleen maar verslechterd: vakinhoudelijk maatwerk voor studenten die docentUiterlijke Verzorging willen worden, is niet meer mogelijk.

Page 12: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 11

2.2 Scenario 2In dit tweede scenario is de kennisbasis zó aangepast dat binnen de opleiding GZW twee uitstroomrich-tingen gekozen kunnen worden: vmbo en mbo. Aankomende mbo-docenten specialiseren zich, verdie-pen en verbreden hun vakkennis, aansluitend op hun mbo-4 opleiding en mogelijk ook op hun praktijk-ervaring. Docent Uiterlijke Verzorging in het mbo is dan één van de uitstroomrichtingen. In verkennendegesprekken met de NVAO en het ministerie is dit scenario als mogelijkheid ontworpen. Het is een sce-nario waarbij een (beperkte) aanpassing van de kennisbasis noodzakelijk is, maar dat prima past binnende huidige wet- en regelgeving. Het werkt binnen de bestaande structuur zoveel mogelijk naar speciali-satie toe maar biedt tegelijkertijd bewust de generieke aspecten aan. In dit scenario worden ook onderdelen uit de generieke kennisbasis (docentvaardigheden) ingekleurdrichting Uiterlijke Verzorging. Wat uiteindelijk op het diploma moet komen te staan (bevoegdheid),moet nog onderzocht worden. ‘Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn, uitstroomrichting mboUiterlijke Verzorging’ bijvoorbeeld? Dit lijkt op de systematiek van de PTH (Pedagogisch TechnischeHogeschool): Lerarenopleiding Technische Beroepen, uitstroomrichting Bouwtechniek. Hieronder staat een getekende weergave van de vakgerichte kennisbasis van dit scenario. Kandidatenvoor deze opleiding hebben in principe een mbo-4 opleiding. De eerste fase van de vierjarige leraren-opleiding is een Associate degree (Ad) met vakverdieping en vakverbreding en begeleidingsvaardighe-den in de praktijksituatie, aansluitend bij het beroepsprofiel voor de instructeur in opleiding. Deze Adzou ook (eventueel in gestapelde vorm) gevolgd kunnen worden door schoonheidsspecialistes, kappers,verpleegkundigen, etc. die in de praktijk als leermeester (willen) werken en/of het kennisniveau van hunberoep willen verhogen. Binnen Uiterlijke Verzorging blijkt die behoefte nadrukkelijk te bestaan. Na deAd kan men de bachelor, de tweedegraads lerarenopleiding, afmaken.

Verpleeg-kunde

35%

facilitairedienst-vrl.

35%

pedagogischwerk

35%

voeding endieetleer

35%

verzorging

35%

schoonheids-verzorging

35%

vmbo breed

35%

Figuur 1 Uitwerking van de vakgerichte en de generieke kennisbasis in het totaal van de opleiding, uit-stroomrichtingen mbo en vmbo

Conclusie scenario 2Dit scenario kan een goede oplossing zijn voor verschillende doelgroepen, maar is nog niet te realiserenomdat de kennisbasis zou moeten worden aangepast – een aanpassing die wel nauw bij de bestaandeopleiding aansluit.

15 % algemene beroepskennis gzw-breed

50 % generieke kennisbasis gericht op het beroepsonderwijs

Page 13: Beroepsprofiel docent mbo

12 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

2.3 Scenario 3Het derde scenario is het meest toekomstgerichte scenario. Het treedt buiten de bestaande kaders enis vooral een toekomstvisie. Er komt in feite een nieuwe opleiding met een nieuw croho-nummer, bij-voorbeeld één croho voor mbo Economie en Dienstverlening, één voor mbo Zorg & Welzijn en één voormbo Techniek (vergelijkbaar met de lerarenopleiding ‘Educatie en kennismanagement groene sector’/STOAS), of één croho voor het hele mbo. De bekwaamheidseisen zoals vastgelegd in de wet BIO gel-den ook voor deze leraren, maar er zal een nieuwe kennisbasis moeten worden ontwikkeld die meerrecht doet aan de specifieke kenmerken van het mbo.

Uitgangspunten zijn: • De opleiding is flexibel: op basis van EVC wordt een maatwerktraject opgesteld voor elke docent in

opleiding.• De opleiding is dubbel duaal: de docenten in opleiding werken in het onderwijs en in de beroeps-

praktijk (voor vakverdieping en vakverbreding). Het opleidingstraject is gericht op aanleren c.q. ver-beteren van docentvaardigheden en deze verbinden aan hun kennis van de beroepspraktijk.

• In de opleiding leert men methodieken aan waarmee de docenten in opleiding in de praktijk kenniskunnen verwerven, gericht op vakverdieping en vakverbreding.

• Binnen de opleiding neemt de ontwikkeling van meta-cognitieve vaardigheden en methodisch wer-ken een grote plaats in, om de ontwikkelingen in de beroepspraktijk te leren vertalen naar hetonderwijs.

• De opleiding leert studenten vakinhoudelijke kennis te koppelen aan pedagogisch / didactische ken-nis èn kennis van de branche (beroepsgerichte didactiek). Het leren vindt zowel plaats op de leraren-opleiding als op de werkplek (het mbo) en in het bedrijfsleven.

• Het mbo neemt een deel van de opleidingsfunctie voor haar rekening. Een schoolopleider werktnauw samen met een opleider van de lerarenopleiding. De eindverantwoordelijkheid voor het oplei-den ligt bij de lerarenopleiding (opleiden in de school: het netwerkmodel).

De belangrijkste taak van de docent mbo ligt in het verbinden van verschillende soorten kennis:beroepspraktijkkennis (technisch – instrumentele kennis, beroepshouding, beroepsethiek) aan conceptu-ele kennis (aan het beroep gerelateerde discipline kennis) en ‘algemene’ kennis (communicatie, burger-schap, mediawijsheid, samenwerken). Hierbij wordt de persoonlijke ontwikkeling van de mbo-studentnooit uit het oog verloren (wie ben ik, wat kan ik, wie wil ik zijn, wat is mijn toekomstperspectief).

Beroepsproducten zijnerop gericht, dat dedocent in opleiding kennisuit het ene vat in het vatbrengt waarin hij kanbewijzen startbekwaamdocent te zijn

Bekwaamheidseisen

Selectie van kennis uit degenerieke kennisbasis (+addendum mbo)

Kennis uit het beroepenveld

Eindopdracht / proevevan bekwaamheid /assessment

Page 14: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 13

De lerarenopleiding docent mbo moet zich richten op integratie van al deze aspecten. De opleiding totdocent vindt dan ook voor een belangrijk deel in de praktijk plaats. De leervragen van de docent inopleiding en de behoeften van de school vormen het uitgangspunt: vragen van de docent in opleidingworden vertaald naar een leerwerktraject, rekening houdend met de behoeften van de school.Uiteindelijk leidt zo’n traject tot een beroepsproduct, dat op zijn beurt aansluit op vragen c.q. behoef-ten van het mbo en dat bedoeld is om in het mbo te worden gebruikt. Docenten van de lerarenoplei-ding op het gebied van disciplinekennis, onderwijsontwerpmethoden en ontwikkeling van meta-cogni-tieve vaardigheden, ondersteunen de docenten in opleiding in hun onderzoeksvaardigheden. Ookbegeleiden zij bij de ontwikkeling van het beroepsproduct. De schoolopleider ondersteunt op hetgebied van didactische en pedagogische vaardigheden en bewaakt de aansluiting op behoeften vanuitde school. Beide typen opleiders werken volgens de methodes zoals die in het mbo gebruikelijk zijn:modelling, scaffolding, guiding, coaching en monitoring.

Conclusie scenario 3Om dit scenario te kunnen uitvoeren, is veel overleg nodig tussen mbo- en hbo-instellingen. Goedeschoolopleiders, bekwame lerarenopleiders met kennis van zaken met betrekking tot het mbo en eenflexibel programma zijn voorwaarden voor succes.

Page 15: Beroepsprofiel docent mbo

14 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

“THE AIM ISNOT TO SOLVEONE PARTICULARPROBLEM, BUTTO ASSIST THEINDIVIDUAL TOGROW.”

CARL RANSOM ROGERS (1902-1987)

Page 16: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 15

21+ toetsAls een docent in opleiding niet voldoet aan de toelatingseisen van het hbo, is het mogelijk een 21+toets af te leggen. Deze toetst de taal- en informatieverwerkingsvaardigheden. De toets moet tonen ofdeze vaardigheden zodanig op niveau zijn, dat de docent in opleiding de studie redelijkerwijs kan afma-ken.

De huidige 21+ toets is een afgeleide van een havo-examen Nederlands. Vaak wordt er ook nog eentoets algemene kennis afgenomen. Voor kandidaten die geen havo-achtergrond hebben, maar eenmbo- achtergrond met een aantal jaren in de beroepspraktijk, levert de 21+ toets vaak problemen opomdat deze niet aansluit bij hun manier van leren: ze zijn niet (meer) gewend om op deze manier naarteksten te kijken en de teksten staan vaak ver af van hun beroepspraktijk. Hun studievaardigheden slui-ten bovendien niet aan bij wat in havo of lerarenopleiding de gangbare praktijk is. De 21+ toets toetst(daardoor) niet wat die zou moeten toetsen bij kandidaten met een mbo-achtergrond.

Drie zaken zouden wat dit betreft kunnen helpen.1 Er komt een voorbereidingstraject gericht op:

• de studievaardigheden / informatieverwerkingsvaardigheden • de taalvaardigheden (lezen en schrijven)

2 Teksten van de 21+ toets worden beter afgestemd op de doelgroep; er worden dus meer beroeps-gerichte teksten gebruikt in de toets.

3 Lerarenopleidingen nemen bij de 21+ toets niet alleen de instroom van havo/vwo als uitgangspunt,maar houden ook rekening met de instroom vanuit het mbo en doen hiermee recht aan de toela-tingseisen in de wet (tenminste havo of mbo-4).

Het zou dus helpen om twee verschillende 21+ toetsen te kunnen aanbieden: één die aansluit bij hethavo-examen en één die aansluit bij het mbo. Bij intake en EVC (Erkennen van VerworvenCompetenties) wordt dan bepaald welke van de twee het beste past. De uitslag kan gepaard gaan meteen aansluitend studieadvies, om de succeskans te vergroten. Gerichte aandacht is nodig voor kandida-ten die een mbo-achtergrond hebben waar geen mbo-4 niveau bestaat, bijvoorbeeld een kappersoplei-ding. Met name voor deze kandidaten is een maatwerk voorbereidingstraject gewenst, gericht opniveauverhoging opdat zij met succes een 21+ toets kunnen doen.

Associate degree opleidingenAssociate degree (Ad)-trajecten zijn niet op alle hogescholen even populair. Wij denken echter dat hetvoor een op het mbo gerichte lerarenopleiding juist erg aantrekkelijk is te kunnen starten met een Ad-traject. (Dit geldt dus voor alle drie de scenario’s.) Veel kandidaten die een op het mbo gerichte leraren-opleiding volgen, hebben na hun mbo-opleiding eerst een aantal jaren gewerkt. Zij zijn niet meergewend aan de manier van studeren die in een lerarenopleiding van hen verwacht wordt. Bovendienzien zij vaak op tegen een langdurig traject (vier jaar). Door een tussenstap in te bouwen, krijgen ze dekeuze het traject in één keer of in twee stappen af te leggen, al dan niet met een onderbreking.Een Ad-traject kan ook interessant zijn voor praktijkopleiders c.q. werkmeesters of werkplek-begelei-ders, om het eigen niveau te verhogen en een betere stage- of werklekbegeleider te worden en vervol-gens eventueel door te stromen naar een lerarenopleiding mbo.

Het samen opleiden van aankomende docenten en praktijkopleiders in een Ad stimuleert docenten enpraktijkopleiders hun ervaringen uit te wisselen. Binnen de opleiding is dan bovendien altijd actuelepraktijkkennis aanwezig. Aanstaande docenten ontwikkelen zo een meer actuele en bredere kijk op hetvak, terwijl praktijkopleiders door die uitwisseling betere begeleiders kunnen worden.

De inhoud van het Ad-traject zal in onze optiek vooral bestaan uit didactische- en begeleidingsvaardig-heden, kennis van de generieke kennisbasis (toegesneden op het mbo; zie addendum ecbo) en vaardig-heden om kennis te koppelen aan praktijksituaties (hoe pas je kennis en vaardigheden uit het bedrijfsle-

TOELATING3

Page 17: Beroepsprofiel docent mbo

16 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

ven toe in een onderwijssetting?). Ten slotte zullen deelnemers aan het Ad-traject methodieken lerenwaarmee ze al werkend hun kennis op een hoger niveau kunnen brengen.

ConclusieUit voorgaande wordt duidelijk dat het niet zo eenvoudig is een passende opleiding voor mbo-docen-ten te realiseren. Dit heeft enerzijds te maken met wet- en regelgeving, anderzijds met de relatieveonbekendheid van lerarenopleidingen om docenten op te leiden voor het mbo. De ingrediënten vooreen nieuwe opleiding zijn voor een groot deel aanwezig: er is een beroepsprofiel docent mbo en er iseen generieke kennisbasis met een addendum voor aanpassing aan het beroepsonderwijs. Er zijn vakin-houdelijke kennisbases, maar die sluiten veelal nog onvoldoende aan op het onderwijs in het mbo. Er iswel veel literatuur voorhanden voor de inhoudelijke vormgeving, die gebruikt is voor de ontwikkelingvan ‘bouwstenen voor een nieuw curriculum’ (zie bloemlezing). En last but not least: ook de wil en denoodzaak om een opleiding te ontwerpen, om docenten ook voor het mbo beter op te leiden, zijn aan-wezig. Er zal echter nog wel veel overleg met instellingen en overheid moeten plaatsvinden, om tot eenkwalitatief goede opleiding te komen.

We hopen dat deze notitie aanzet tot verder onderzoek naar mogelijkheden voor een goede opleidingwaarbij het ‘beroepsprofiel docent mbo’ gebruikt zal worden als leidraad bij zowel de uitvoering vanlerarenopleidingen als bij professionalisering van zittend personeel.

Utrecht, juni 2013Joke van der Meer [namens ROC Midden Nederland]Nies van Lindenberg [Hogeschool Utrecht; Instituut Archimedes]

Met medewerking van José Akkermans [Hogeschool Utrecht; Instituut Archimedes]Josée Bours [Koning Willem I College]Klaas Doorlag [Hogeschool Utrecht; Instituut Archimedes]Sabine Janzing [Hogeschool Utrecht; Instituut Archimedes]Mario de Jong [ROC Midden Nederland]

Page 18: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 17

Page 19: Beroepsprofiel docent mbo

18 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

“UITDAGENTOT LEREN ISUITDAGEN TOTLEVEN.”

HELEN PARKHURST (1887-1973)

Page 20: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 19

Basistaken

Basistaak 1

De docent ontwikkelt onderwijs

Docentactiviteit Deeltaak

Ontwikkelen Ontwikkelt leerarrangementen (samen of in overleg met collega’s) vanuithet beroepsprofiel van de toekomstige beroepsbeoefenaar in een daar-toe passende (krachtige, beroepscontextrijke) leeromgeving en gebruiktdaarbij actuele kennis en ervaring uit de hele breedte van het werkveld.

Ontwikkelen Ontwikkelt leeractiviteiten, lessen, trainingen, workshops passend bijhet kwalificatiedossier, waarbij de deelnemers: - theoretische concepten in concrete taken toepassen; - specifieke ervaringen koppelen aan theoretische concepten; - kennis, vaardigheden en attitudes aan - beroepstaken verbinden;- switchen tussen detail en groter geheel.

BIJLAGE 1HET BEROEPSPROFIEL / KWALIFICATIEDOSSIER DOCENT MBO

Basistaak 2

De docent voert onderwijs uit, toetst, evalueert en stelt bij

Docentactiviteit Deeltaak

Uitvoeren Voert leerarrangementen uit: een samenhangend geheel van theorieles-sen, trainingen, workshops, integrale opdrachten.

Uitvoeren Kiest werkvormen die passen bij doel, doelgroep, niveau, leerstijlen vanstudenten en context van de leeractiviteit. Zet, afhankelijk van de situa-tie, begeleidingsvormen in als modelling, guiding, scaffolding, coaching,monitoring.

Uitvoeren Benut de beroepspraktijkervaringen als leerervaringen en verbindt dezeaan kennis, vaardigheden en houdingen die in schoolse situaties wordengeleerd. Stimuleert dat de student de kennis, vaardigheden en houdin-gen geleerd in schoolse situaties toepast in de praktijk.

Uitvoeren Houdt bij de uitvoering van leeractiviteiten rekening met een sterk heterogene deelnemerspopulatie (maatwerk) en met verschillende leer-stijlen, achtergronden en leeftijden (BBL / BOL).

Uitvoeren Stimuleert de ontwikkeling van theoretische kennis, methodische kennisen praktijkkennis en de onderlinge verbanden.

Uitvoeren Besteedt aandacht aan de beroepshouding die vereist is (leert daartoevaardigheden aan en bespreekt ethische dilemma’s).

Uitvoeren [praktijklokaal] Richt het praktijklokaal in, onderhoudt het, zorgt voor veiligheid, besteltmateriaal enz.

Evalueren en bijstellen Evalueert leeractiviteiten: theorielessen, trainingen, workshops en integrale opdrachten en stelt bij.

Evalueren en bijstellen Evalueert het curriculum en rapporteert dit aan de onderwijsontwikkelaar. Evalueren (voortgang) Monitort de student op de studievoortgang en de ontwikkeling tot

professional.Evalueren (voortgang) Evalueert of het leerproces van de student tot de gewenste resultaten

leidt.

Page 21: Beroepsprofiel docent mbo

20 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

Basistaak 3

De docent begeleidt studenten

Docentactiviteit Deeltaak

Begeleiden leerproces[kwalificatie]Begeleiden leerproces[kwalificatie]

Begeleiden [socialisatie]

Begeleiden [socialisatie]

Begeleiden bij loopbaan[persoonsvorming]

Begeleiden bij loopbaan[persoonsvorming]Begeleiden bij loopbaan[persoonsvorming]Begeleiden bij loopbaan[persoonsvorming]

Stimuleert de ontwikkeling van theoretische kennis, methodische kennis enpraktijkkennis en legt de verbinding tussen deze drie vormen van kennis.Stemt handelen en interventies af op het leerproces (leren leren, lerenattribueren, leren reguleren, etc) en op de leerresultaten van de studenten.Bereidt studenten voor op deelname aan de maatschappij (kritische bur-ger / kritische consument / politiek burgerschap)Bereidt studenten voor op werknemerschap (opbouwen netwerken,beroepshouding, beroepsvaardigheden en beroepsethiek)Begeleidt student bij de ontwikkeling van loopbaancompetenties (wat wilik, wat kan ik, wat doe ik en wat maak ik waar?) zodat de student zichzelftijdens en na de opleiding kan sturen in zijn beroepsontwikkeling of ver-volgopleiding.Ondersteunt en stimuleert studenten bij het leerproces en bij beroeps- enloopbaanvaardigheden. Bouwt per student een (pedagogisch) dossier op en onderhoudt en ver-zorgt de administratieve handelingen.Signaleert verzuim en andere belemmerende factoren voor het leerprocesen studievoortgang en onderneemt actie. Hij signaleert reken– en taalde-ficiënties en verwijst eventueel door.

Basistaak 4

De docent bereidt het traject BPV / werkplekleren voor, begeleidt bij uitvoering en evalueert

Docentactiviteit Deeltaak

Voorbereiden op BPV

RelatiebeheerBegeleiden

Samenwerken met de praktijkopleider / werkbegeleiderWerkend leren

Bereidt met studenten het werkplekleren voor volgens het BPV-protocol(handboek) - inclusief administratieve handelingen, matchen, instructieles-sen, kennismaking met bedrijf en eventueel zoeken naar een alternatievewerkplek – tot de uitvoering van de BPV.8

Onderhoudt contacten met het netwerk.Begeleidt student bij opdracht(en) werkplekleren in en buiten school enlegt stagebezoeken af.Werkt samen en stemt af met de praktijkopleider, gericht op het verbindenvan leer- en deeltaak van de student.

Monitort, beoordeelt en evalueert de professionele ontwikkeling van destudent.

8 Waar BPV staat wordt ook bedoeld BPV in het buitenland

Page 22: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 21

Basistaak 5

De docent construeert, hanteert en evalueert (competentiegerichte) beoordelingsinstrumenten

Docentactiviteit Deeltaak

Toetsen

Toetsen

Maakt keuze voor passende ontwikkelingsgerichte toetsvormen, stemt afmet interne en externe medebeoordelaars en verantwoordt deze.Bereidt de student voor op een toets, informeert de student en zorgt voorjuiste afnamecondities. Neemt toetsen af volgens instructies en proces-stappen exameninstrumentarium en rapporteert het resultaat (protocol,handboek).

Basistaak 6

De docent handelt als professional en onderhoudt zijn bekwaamheid in afstemming met het team

Docentactiviteit Deeltaak

Ontwikkelen

Ontwikkelen

Ontwikkelen

Onderzoeken

Actualiseren praktijkkennis

Reflecteren

Ontwikkelt zijn professionele bekwaamheid in het licht van actuele maat-schappelijke en politieke ontwikkelingen en ontwikkelingen binnen hetwerkveld (onderwijs en branche).Onderzoekt zijn eigen waarden en normen, om ze voor te leven en teexpliciteren en daarmee een rolmodel te zijn voor studenten. Stemt zijn eigen ontwikkeling af op het beleid van het team en zijn schoolen benut de kansen die de school biedt om zich verder te ontwikkelen.Onderzoekt op systematische wijze zijn eigen handelen, om zijn onderwijs-praktijk te kunnen verbeteren en voert praktijkonderzoek uit ter verbete-ring van het onderwijs binnen het ROC implementeert.Gebruikt praktijkbezoeken om kennis van het beroepenveld te actualiseren.Zorgt voor een actueel bekwaamheidsdossier dat op basis van voortduren-de reflectie en ontwikkeling (van basistaak 1 t/m 5) wordt bijgesteld.

Page 23: Beroepsprofiel docent mbo

22 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

Voorbeelden van keuzetaken, schoolspecifiek in te vullen

Keuzetaak, schoolspecifiek ingevuld

De docent construeert en evalueert (competentiegerichte) beoordelingsvormen

Docentactiviteit Deeltaak

Ontwerpen

Adviseren

Ontwerpt een deugdelijk instrumentarium dat aansluit bij de onderwijsvisieen onderwijsuitvoering van de instelling en dat voldoet aan de normen, opbasis van samenwerking met inhoudelijk deskundigen uit het beroepenveld.Beoordeelt en becommentarieert het ontwerp examenplan, de exame -ninstrumenten en bijbehorende producten en adviseert de examen -commissie omtrent vaststelling.

Keuzetaak schoolspecifiek ingevuld

De docent begeleidt collega’s

Docentactiviteit Deeltaak

Begeleiden

BegeleidenVerantwoordenVerantwoorden

Begeleidt leraren in opleiding, rekening houdend met het team-activitei-tenplan en het curriculum van de lerarenopleiding. Begeleidt nieuwe collega’s tijdens de introductiefase.Verantwoordt het opleidingsconcept in een schoolopleidingsplanOnderhoudt de relatie met de lerarenopleiding en is verantwoordelijk voorhet Keurmerk Opleidingsschool.

Keuzetaak schoolspecifiek ingevuld

De docent ontwerpt het leerplan

Docentactiviteit Deeltaak

Ontwerpt

Bijstellen

Samenwerken met de praktijkopleider / werkbegeleider

Ontwerpt het curriculum aan de hand van het Kwalificatie Dossier (KD), deteamafspraken en nieuwe onderwijskundige inzichten.Stelt het curriculum bij op basis van aanpassingen in het KD, innovaties,loopbaan en burgerschap en op aanwijzing van de collega’s.Werkt samen en stemt af met de praktijkopleider, gericht op het ontwer-pen van opdrachten, op basis van actuele kennis van het beroepenveld.

Page 24: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 23

Keuzetaak schoolspecifiek ingevuld

De docent draagt zorg voor een goede ondersteuning voor studenten met leer-, gedrags- enpsychosociale problemen

Docentactiviteit Deeltaak

Analyseren

AdviserenBegeleiden

DoorverwijzenOverleggen

Voert een analysegesprek met een student die speciale zorg nodig heeftom te bepalen welke hulp noodzakelijk is.Adviseert collega’s over een bepaalde aanpak.Begeleidt studenten met een specifiek vraag (indicatie) extra bij het zoe-ken van een geschikte werkplek.Verwijst een student zo nodig door naar specialistische hulp.Bespreekt cases in het Zorg Advies Team.

Page 25: Beroepsprofiel docent mbo

24 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

1. De docent ontwikkelt een onderwijsprogramma

BIJLAGE 2:KWALIFICATIEDOSSIER DOCENT MBO

Vakkennis

• Kent het instellingsbeleid, de teamafsprakenen de wettelijke kaders waarbinnen moet wor-den gewerkt.

• Beheerst de gevraagde leerstof (kennis envaardigheden) en kent de theoretische enpraktische achtergronden daarvan, met namegericht op de doelsituatie.

• Heeft een actuele kennis van de beroepen inde branche(s) waarvoor wordt opgeleid en legtverband tussen leerstof en kwalificatiedossiersvan die branche(s).

• Overziet de opbouw van het curriculum en dedoorlopende leerlijnen, en de samenhang metandere programmaonderdelen en met watelders en anders geleerd wordt.

• Kan specifieke taal- en rekenaspecten binnenzijn eigen vakgebied identificeren.

• Weet dat zijn of haar studenten9 de leerstof opverschillende manieren kunnen opvatten, inter-preteren en leren en kan zijn onderwijs daaropafstemmen.

• Kent op hoofdlijnen de leerinhoud van anderevakken van docenten met wie hij binnen deopleiding samenwerkt, inclusief taal en reke-nen.

• Kan zijn deelnemers duidelijk maken wat derelevantie is van en samenhang met zijn leer-stof voor de beroepspraktijk.

• Is vertrouwd met de verschillende onderwijs-en leertheorieën en weet wat deze voor zijn ofhaar praktijk kunnen betekenen.

• Kent de relevante literatuur m.b.t. loopbaan-begeleiding en past de methodieken systema-tisch toe, aansluitend bij de visie van zijn instel-ling.

• Kent de theorie rond begeleidingsvormen alsmodelling, guiding, scaffolding, coaching enmonitoring.

• Heeft kennis van digitale leermaterialen en -middelen. Hij kent de technische en pedago-gisch-didactische mogelijkheden en beperkin-gen daarvan.

Vaardigheden

Kernmethodieken generieke kennisbasis (2.4.2),specifiek te maken voor het mbo:• Ontwerpen van leermiddelen.• Plannen van inzet van leermiddelen.• Afstemmen van leermiddelen op het gekozen

model didactische analyse.• Afstemmen van leermiddelen op het beoogde

taal- en rekenniveau.• Afstemmen op de doelgroep, inclusief diffe-

rentiatie van onderwijsactiviteiten binnen enbuiten groepsverband; binnen en buiten deschool, theorie en werkplekleren.

• Vak- en beroepsgericht taal- en rekenonderwijs.

Daarnaast:• Kan – samen met collega’s - de wettelijke

kaders t.a.v. het beroepsgerichte deel (kwalifi-catiedossiers) en de referentiekaders Meijerinktaal en rekenen vertalen naar een onderwijs-programma, rekening houdend met het instel-lingsbeleid en de teamafspraken.

• Kan met collega’s in het team samenwerkenopdat voor studenten een samenhangend cur-riculum ontstaat.

• Kan in overleg met Taal- en Rekencollega’s dedidactiek voor beroepsgerelateerde taal- enrekenaspecten afstemmen op de doelgroep.

• Kan maatwerk leveren op studentniveau tenaanzien van inhoud en begeleidingsvorm.

• Kan in specifieke situaties doorverwijzen naarcollega’s Taal en Rekenen.

9 Waar studenten staat kan ook leerlingen of deelnemers worden gelezen. Waar hij of zijn staat kan ook zij of haar gelezen worden.

Page 26: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 25

Deeltaken bij taak 1

1.1 De docent ontwikkelt (een onderdeel van) hetonderwijsprogramma op basis van de wettelijkekaders (kd’s, Meijerink), in samenspraak en afstem-ming met het onderwijsteam en binnen debeleidskaders van de instelling.

1.2 ontwerpt vanuit zijn individuele opdracht, inafstemming c.q. samenwerking met het team,leerarrangementen vanuit het beroepsprofiel vande toekomstige beroepsbeoefenaar in een daar-toe passende (krachtige, beroepscontextrijke)leeromgeving en gebruikt daarbij actuele kennisen ervaring uit de hele breedte van het werkvelden beschrijft de daarbij benodigde algemene ken-nis.

1.3 De docent stelt het ontwikkelde programma conti-nu bij op basis van ervaringen en resultaten.

Resultaten

• Een vanuit de wettelijke kaders (kwalificatie-dossier en referentiekaders Meijerink) vormge-geven onderwijsprogramma met leerinhouden,gerelateerd aan de eindkwalificaties.

• Een onderwijsprogramma waarin de onderwijs-visie van de instelling herkenbaar is uitgewerkt.

• Een door het team gedragen onderwijspro-gramma, waarin zichtbaar is wie wat doet, wiewaarvoor verantwoordelijk is, hoe onderlingeafstemming plaatsvindt.

• Een programma met structurele aandacht voortaal- en rekengericht vakonderwijs, vakgerichttaal- en rekenonderwijs en remediërend taal-en rekenonderwijs,10 afgestemd op de studen-ten en gekoppeld aan de ontwikkeling vanberoeps-, loopbaan- en burgerschapscompe-tenties.

• Een programma waarin vakonderwijs, vakge-richt taal- en rekenonderwijs, en modernevreemde talen in het programma op zo’nmanier verwerkt zijn, dat er een natuurlijkeeenheid ontstaat in het beroepsgericht oplei-den.

• Leerarrangementen in het perspectief van hetberoepsprofiel van de toekomstige beroepsbe-oefenaar.

• Leerarrangementen waarin samenhang met enafstemming tussen theorie en praktijk en tus-sen het theoretische leren en werkplekleren.

• Leeractiviteiten (lessen, trainingen, workshops)waarbij de deelnemers:

- theoretische concepten in concrete taken toe-passen;

- specifieke ervaringen koppelen aan theoretischconcepten;

- kennis, vaardigheden en attitudes aan beroeps-taken verbinden;

- een relatie leren zien tussen detail en grotergeheel.

• Een onderwijsprogramma dat structureel isingebed in een pdca-cyclus om de effectiviteitvan het onderwijs in kaart te brengen en omdesgewenst (didactische) keuzes te heroverwe-gen ter verbetering van de leeropbrengst vande studenten.

10 De docent werkt vanuit de generieke taal- en rekeneisen conform de referentieniveaus en vanuit de beroepsgeoperationaliseerdetaal- en rekeneisen uit de kwalificatiedossiers

Page 27: Beroepsprofiel docent mbo

26 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

2. De docent voert een onderwijsprogramma uit

Vakkennis

• Weet een samenhangend geheel te maken vantheorielessen, trainingen, workshops en inte-grale opdrachten vanuit de beroepscontext,rekening houdend met verschillen tussen leer-lingen en met taal- en rekenaspecten in decontext van het beroep.

• Weet voldoende van het programma van zijnteamgenoten om voor de leerlingen eensamenhangend geheel te maken.

• Beheerst de gevraagde leerstof (kennis envaardigheden) en kent de theoretische enpraktische achtergronden daarvan, met namegericht op de doelsituatie.

• Heeft een actuele kennis van de beroepen inde branche(s) waarvoor wordt opgeleid.

• Kan zijn deelnemers duidelijk maken wat derelevantie is van en samenhang met zijn leer-stof voor de beroepspraktijk.

• Weet dat zijn studenten de leerstof op ver-schillende manieren kunnen opvatten, interpre-teren en leren en kan zijn onderwijs daaropafstemmen.

• Kent de relevante literatuur m.b.t. de didactiekvan het beroepsonderwijs en past die metho-dieken systematisch toe, aansluitend bij devisie van zijn instelling.

• Kent de theorie rond begeleidingsvormen alsmodelling, guiding, scaffolding, coaching,monitoring.11

Vaardigheden

Kernmethodieken Generieke Kennisbasis), spe-cifiek te maken voor het mbo:• Beheerst manieren om verschillende soorten

leren tot stand te brengen, zowel in eenschoolse als in een niet-schoolse setting (werk-plekleren) (1.1.2).

• Kan aspecten van taal- en rekengericht vakon-derwijs, beroepsgericht taal- en rekenonder-wijs identificeren en toepassen.

• Kan bijdragen aan taal- en rekenontwikkelingen aan de verwerving van taal- en rekenvaar-digheid in beroepsgerichte situaties (2.3).

• Kan bijdragen aan de inrichting van een com-petentiegerichte leeromgeving (1.2.2).

• Kunnen omgaan met heterogene groepen,rekening houdend met verschillen in niveau,zelfbeeld, cultuur, belangstelling, leerstijl envoorkennis (1.4.2).

• Kan het leren in en van de authentiekeberoepspraktijk concreet vormgeven (2.1.2).

• Kan studenten ondersteunen bij het integrerenvan kennis, vaardigheden en attitudes in hetberoepsgericht handelen (2.3).

• Kan uitvoering geven aan proces- en taakge-richte begeleiding in verschillende leercontex-ten (2.5.2)

• Kan een verscheidenheid aan vraag-, coach-ings- en gesprekstechnieken hanteren, bijv.responsief reageren, vragend helpen (2.5.2).

• Kan samenwerken vanuit meer dan één basis-rol (6.3.2).

• Kan samenwerken met betrokkenen uit ver-schillende settings (6.3.2).

• Kan planmatig werken (product- en procesge-richt (6.3.2).

• Kan bijdragen aan kwaliteitszorg en innovatie(6.3.2).

Daarnaast:• Kan werken vanuit een holistische benadering,

vanuit de beroepspraktijk.• Kan verschillende rollen in een team vervullen

en is zich ervan bewust.• Kan in authentieke (beroeps-)situaties functio-

neel gebruik van taal en rekenen herkennen enbevorderen.

11 Modelling: de docent denkt en doet voor en de deelnemer zit daar dicht op om „de kunst af te kijken‟. Guiding: piketten slaan waar naar toegewerkt kan worden, overzicht aanbrengen, structureren. Scaffolding: eerst een taak uitvoeren met veel hulp en begeleiding en daarna een soortgelijke taak met minder begeleiding. Coaching: de deelnemer volgen en door middel van vragen zelf tot oplossingen laten komen.

Page 28: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 27

Deeltaken bij taak 2

2.1De docent biedt het onderwijsprogramma aan viabijeenkomsten van verschillende aard.

2.2 De docent kiest werkvormen die passen bij doel,doelgroep, leerstijlen van studenten en contextvan de leeractiviteit. 2. 3 De docent herkent de taal- en rekenaspecten inzijn onderwijs en kan deficiënties bij zijn studentensignaleren en remediëren, dan wel adresserennaar een expert collega taal of rekenen.2.4 De docent benut de beroepspraktijkervaringen alsleerervaringen en verbindt deze aan kennis, vaar-digheden en houdingen die in schoolse situatiesworden geleerd en stimuleert dat de student dekennis, vaardigheden en houdingen geleerd inschoolse situaties toepast in de praktijk.

2.5De docent begeleidt en monitort de studenten bijhet uitvoeren van de leeractiviteiten.

Resultaten

• Een uitvoeringspraktijk met mogelijkhedenvoor flexibilisering en maatwerk naar doel,doelgroep, leerstijlen en context.

• Een uitvoeringspraktijk waarin – afhankelijk vandoel en doelgroep – een balans gevonden isvoor theoretisch, methodisch en praktischleren, waarbij de benodigde kennis expliciet isgemaakt.

• Een evenwichtig aanbod van verschillendeleeractiviteiten, zoals theorielessen, trainingenen workshops, met theoretische, praktische enintegrale opdrachten.

• Samenwerking en afstemming in die zin dat dedocent weet wat zijn collega taal of rekenenkan bijdragen. De docent maakt daar efficiëntgebruik van.

• Een integrale onderwijspraktijk waarbij de vak-ken dienend zijn aan het beroep waarvoorwordt opgeleid. Waarbij studenten voortdu-rend worden uitgenodigd hun actueleberoepservaringen te verbinden met het lerenin school en het in school geleerde met depraktijk te verbinden.

• Een onderwijspraktijk, waarbij een integralemanier van begeleiding wordt gepraktiseerd:Begeleiding naar een beroepsidentiteit, dieparallel loopt met een persoonlijke begelei-ding en begeleiding bij de (studie)loopbaan-stappen.

• Een onlosmakelijk met de onderwijsuitvoeringverbonden set van begeleidingshandelingenbestaande uit:- Observeren van studenten tijdens hun leer-

activiteiten.- Handelen en interventies afstemmen op

het leerproces (leren leren, leren attribue-ren, leren reguleren) en leerresultaten vande studenten.

- Met de student registreren van de voort-gang.

- Met collega’s de voortgang en gewensteinterventies en communicatie bespreken.

vervolg z.o.z.)

Page 29: Beroepsprofiel docent mbo

28 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

vervolg deeltaken bij taak 2

Deeltaken bij taak 2

2.6De docent evalueert de uitvoering van het pro-gramma en de effectiviteit van de ingezette activi-teiten en begeleidingsvormen met de directbetrokkenen (in afstemming tot en samenwerkingmet het team) en trekt daaruit lessen voor verbe-tering van de leeropbrengst van studenten.

Resultaten

• Het leerproces evalueren om vast te stellen ofhet tot de gewenste resultaten leidt.

• Een jaarcyclus pdca waarin evaluatie van leer-activiteiten – ondersteund door evaluatie-instrumenten met inzet van de studenten -worden geëvalueerd, in het team besprokenen bijgesteld. Richtinggevend bij de evaluatiezijn:- leerbaarheid;- verbetering van de leerresultaten van stu-

denten;- relevantie voor de beroepspraktijk;- performance docenten.

• Een jaarlijkse evaluatie in relatie tot instrumen-tarium voor kwaliteitszorg en rendements -gegevens.

Page 30: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 29

3. De docent volgt de lerende vanaf de intake en bij zijn verschillende leeractiviteiten en begeleidtbij de te nemen vervolgstappen (loopbaanbegeleiding).

Vakkennis

• Weet voldoende van het programma van zijnteamgenoten om zijn studenten te ondersteu-nen in het zien van de samenhang in het pro-gramma.

• Heeft actuele kennis van de beroepen in debranche(s) waarvoor wordt opgeleid.

• Weet dat zijn deelnemers de leerstof op ver-schillende manieren kunnen opvatten, interpre-teren en leren en kan zijn onderwijs daaropafstemmen.

• Kent de relevante literatuur m.b.t. loopbaan-begeleiding en past de methodieken systema-tisch toe, aansluitend bij de visie van zijn instel-ling.

• Kent de theorie rond begeleidingsvormen alsmodelling, guiding, scaffolding, coaching enmonitoring.

Vaardigheden

Kernmethodieken (Generieke kennisbasis), spe-cifiek te maken voor het mbo:• Kan deelnemers leren reflecteren gericht op

het opbouwen van zelf-regulatievaardighedenvoor verder leren in opleiding of beroep.

• Kan uitvoering geven aan proces- en taakge-richte begeleiding in verschillende leercontex-ten(2.5.2).

• Beheerst verschillende coachings- en gespreks-technieken (2.5.2).

• Kan actief luisteren (3.2.2..)• Kan samenvatten / parafraseren (3.2.2.).• Kan open en gesloten vragen stellen (3.2.2.).• Kan feedback geven en ontvangen (3.2.2.).• Kan confronteren e.a. eenvoudige gespreksin-

terventies(3.2.2.).• Kan uitleggen, adviseren, informeren (3.2.2.).

Mening geven, oordelen, opleggen (3.2.2.).• Portfolio-ontwikkeling inclusief beoordelings-

criteria (2.6.2).Daarenboven:• Kan samenwerken en afstemmen in een hete-

rogeen team.• Kan verschillende rollen in een team vervullen

en is zich ervan bewust wanneer hij welke rolvervult.

• Kan zijn studenten leren in te zien wat de rele-vantie is van de leerstof voor de beroepsprak-tijk en de samenhang van de leerstof met deberoepspraktijk.

Page 31: Beroepsprofiel docent mbo

30 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

Deeltaken bij taak 3

3.1 De docent begeleidt de student in de ontwikke-ling van loopbaancompetenties: wat wil ik, watkan ik, wat doe ik en wat maak ik waar, zodat destudent zichzelf vanaf het intakeproces, tijdens enna de opleiding leert sturen in zijn beroepsontwik-keling of vervolgopleiding.3.2De docent ondersteunt en stimuleert studenten bijhet reflecteren op studievoortgang, beroeps- enloopbaanvaardigheden, en beroepsidentiteit (bijmiddenkader niveau 4 opleidingen op leidingge-vende vaardigheden).

3.3 De docent begeleidt student in keuzes wat waar(school of praktijk) wanneer geleerd wordt (inafnemende sturing).3.4 De docent brengt met de deelnemer gedurendehet leerproces op passende wijze zijn/haar voort-gang in beeld, als input voor de loopbaanbegelei-der en ondersteunt de student in het zelf opbou-wen van zijn dossier voor het leergebied vanbetreffende docent.3.5 De docent signaleert verzuim en andere belem-merende factoren voor het leerproces en studie-voortgang en onderneemt actie.

3.6 De docent onderhoudt contacten met alle functio-narissen (binnen en buiten de school) die rond hetleerproces van de student een rol spelen.

Resultaten

• Een met het team afgestemd doorlopend ensamenhangend begeleidingsproces, waarin destudent stap voor stap leert in het perspectiefvan zijn beroepsprofiel, de doorstroom en zijnpersoonlijke ontwikkeling, steeds een logischevolgende stap in zijn leerproces te zetten.

• Een met het team afgestemd begeleidingspro-ces met vaste gespreksmomenten, waarbij destudent zichzelf leert beoordelen in het per-spectief van zijn beroepsprofiel.

• De student heeft geleerd – voortbouwend opde intakegegevens - te formuleren wat hij of zijwil leren en hoe hij of zij kan laten zien of zijhet geformuleerde heeft bereikt.

• Een met het team afgestemd begeleidingspro-ces waarin de student stap voor stap desamenhang leert zien tussen wat waar geleerdwordt en kan worden.

• Een met het team afgestemde systematiekvoor het vastleggen van de voortgang datgebruikt kan worden voor reflectie en keuzesdoor de student, begeleidingsactiviteit, doorde loopbaanbegeleider en uiteindelijkvoor(portfolio)beoordeling door examinato-ren/assessoren.

• Systematisch noteren in een met het teamafgestemd (digitaal) systeem om elkaar teinformeren over belemmerende factoren voorhet leerproces en studievoortgang en omacties daarop te communiceren. Voor de ver-zuimregistratie dient het afgesproken systeemook in het kader van de verantwoording.

• Een met het team afgestemd communicatie-systeem omtrent de contacten met anderen:wie communiceert waarover met wie over hetleerproces van studenten en hoe wordt erteruggekoppeld?

Page 32: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 31

Vakkennis

• Heeft een actuele kennis van de (ontwikkelin-gen in) beroepen in de branche(s) waarvoorwordt opgeleid.

• Kent de relevante literatuur (o.a. van deKenniscentra) m.b.t. werkplekleren en past demethodieken systematisch toe, aansluitend bijde visie van zijn instelling.

• Kent de theorie rond de begeleidingsvormenmodelling, guiding, scaffolding, coaching,monitoring.

Vaardigheden

Kernmethodieken (Generieke kennisbasis), specifiek te maken voor het mbo:• Kan deelnemers leren reflecteren gericht op

het opbouwen van zelf regulatievaardighedenvoor verder leren in opleiding of beroep.

• Kan uitvoering geven aan proces- en taakge-richte begeleiding in verschillende leercontex-ten (2.5.2).

• Beheerst verschillende coachings- en gespreks-technieken (2.5.2).

• Kan actief luisteren (3.2.2.).• Kan samenvatten / parafraseren (3.2.2.).• Kan open en gesloten vragen stellen (3.2.2.).• Kan feedback geven en ontvangen (3.2.2.).• Kan confronteren e.a. eenvoudige gespreksin-

terventies (3.2.2.).• Kan uitleggen, adviseren, informeren (3.2.2.).Daarnaast:• Kan bijdragen aan een werkbaar evenwicht

tussen de belangen van de student, de schoolen het bedrijf.

• Kan samenwerken in een heterogeen team, inen buiten school.

• Kan verschillende rollen in het team vervullenen is zich ervan bewust.

• Kan zijn deelnemers leren in te zien wat derelevantie is van de leerstof voor de beroeps-praktijk en de samenhang van de leerstof metde beroepspraktijk.

4 De docent bereidt het traject BPV12 c.q. werkplekleren voor, begeleidt bij uitvoering enevalueert de BPV c.q. werkplekleren

12 Waar BPV staat kan in deeltaken ook werkplekleren in een bredere betekenis of in een hybride context binnen de school gelezenworden

Page 33: Beroepsprofiel docent mbo

32 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

Deeltaken bij taak 4

4.1 De docent bereidt met studenten het werkplekle-ren voor op basis van het handboek werkplekleren(protocol).

4.2 De docent begeleidt student bij opdracht(en) werkplekleren in en buiten school.

4.3 De docent gebruikt praktijkbezoeken om kennisvan het beroepenveld te actualiseren.

Resultaten

• Een met het team afgestemd geheel vaninstructielessen voor ‘solliciteren’, kennismakenmet en gedragsregels in het leerbedrijf.

• Studenten zijn in grote lijnen op de hoogte vanwat in het leerbedrijf geleerd kan worden, wathij van zijn begeleider kan verwachten en hoehij in het bedrijf zijn leerresultaten kan bijhouden.

• Een bijdrage aan de praktijk van werkpleklerenwaarin helder is wat in en buiten schoolgeleerd kan worden en hoe dit met team enpraktijkopleider is afgestemd.

• Een bijdrage aan de praktijk van werkpleklerenmet opdrachten, die op basis van actuele ken-nis van het beroepenveld ontworpen zijn. Deopdrachten zijn afgestemd met team en/ofmet praktijkopleider. Hierbinnen kan specifiekeaandacht zijn voor functioneel gebruik van taalen rekenen in de context van het beroep.

• Een met de praktijkopleider afgestemde bege-leiding (binnen team- c.q. afdelingsafspraken).

• Een manier van werken waarbij een basishou-ding is om te vragen en te kijken naar ontwik-kelingen, veranderingen in het beroep of opde werkplek en resultaten daarvan – waar aande orde - te delen in het team.

Page 34: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 33

Deeltaken bij taak 5

5.1 De docent bereidt de student voor en informeertde student

5.2 . De docent zorgt voor een passende organisatievan de toetsing

Resultaten

• De student weet goed op welke manier hijbeoordeeld zal worden en hoe hij zich daaropmoet voorbereiden. Het onderwijs en het exa-men sluiten goed op elkaar aan.

• De student weet goed welke beoordelingenontwikkelend en welke kwalificerend zijn.

• De student voert de toets uit onder de juisteafnamecondities.

• De student weet wat hij kan verwachten.• De beoordeling is correct en leidt tot verdere

ontwikkeling.

Vakkennis

• Heeft een actuele basiskennis van de wet- enregelgeving rond examinering in het mbo.

• Heeft een basiskennis van ontwikkelingsgerich-te toetsvormen.

• Kent de relevante literatuur m.b.t. examinerenen beoordelen en weet welke methodieken inzijn instelling worden toegepast.

Vaardigheden

Kernmethodieken (Generieke kennisbasis), specifiek te maken voor het mbo:• Kan deelnemers leren reflecteren gericht op

het opbouwen van zelf regulatievaardighedenvoor verder leren in opleiding of beroep.

• Portfolio-ontwikkeling inclusief beoordelings-criteria (2.6.2).

Daarenboven:• De docent moet diverse ontwikkelingsgerichte

toetsen kunnen construeren en evalueren,zoals kennistoetsen en praktijktoetsen.

5. De docent construeert, hanteert en evalueert competentiegerichte beoordelingsinstrumenten13

13 Een basisdocent toetst ontwikkelingsgericht. Het examineren is een rol voor een gespecialiseerde docent

Page 35: Beroepsprofiel docent mbo

34 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

Deeltaken bij taak 5

5.1 De docent bereidt de student voor en informeertde student

5.2 . De docent zorgt voor een passende organisatievan de toetsing

Resultaten

• De student weet goed op welke manier hijbeoordeeld zal worden en hoe hij zich daaropmoet voorbereiden. Het onderwijs en het exa-men sluiten goed op elkaar aan.

• De student weet goed welke beoordelingenontwikkelend en welke kwalificerend zijn.

• De student voert de toets uit onder de juisteafnamecondities.

• De student weet wat hij kan verwachten.• De beoordeling is correct en leidt tot verdere

ontwikkeling.

Vakkennis

• Kent de beroepsidentiteit van de docent mboen weet op welke punten hij zich verder wilprofessionaliseren, kan zijn eigen leervragenformuleren en zijn leerresultaat aantonen.

• Houdt de ontwikkelingen in het onderwijs enin het werkveld van de deelnemers bij en zijneigen vak- c.q. beroepsinhoudelijke ontwikke-ling.

• Kent vormen van formeel en informeel leren,vormen van theoretisch leren en leren vanuitde praktijk en kent zijn voorkeuren daarin.

• Beheerst methodieken om met en van colle-ga’s te leren binnen en buiten het ROC.

• Beheerst methodieken om nieuwe collega’s encollega’s in opleiding te begeleiden tot nieuwec.q. beginnende beroepsbeoefenaren.

Vaardigheden

Kernmethodieken (Generieke kennisbasis), specifiek te maken voor het mbo:• Vormen van (co)coaching, super- en intervisie

(6.1.2).• Doelstellings-, contracterings-, functionerings- ,

pop- en beoordelingsgesprekken kunnen voe-ren om de inhoud van eigen taakuitvoering ende professionele ontwikkeling mee te bepalen(6.1.2).

• Feedback geven en ontvangen ten behoevevan de eigen professionele ontwikkeling en dievan anderen (6.1.2).

• Reflecteren.• Werken met digitaal portfolio-ontwikkeling

inclusief beoordelingscriteria (2.6.2).• Kan methodieken hanteren om te leren van zijn

eigen ervaringen vanuit een onderzoekendehouding.(6.1.2).

Daarnaast:• Kan een relevant netwerk in het beroepenveld

opbouwen en onderhouden voor het onder-houden van zijn beroepskennis.

• Kan een bijdrage leveren aan de teamontwik-keling.

• Kan vernieuwingen in zijn onderwijs initiëren.

6. De docent handelt vanuit (voortdurend doorontwikkeld) professioneel gedrag. De docent draagt er zorg voor dat hij professional is en blijft.

Page 36: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 35

Deeltaken bij taak 6

6.1 De docent draagt bij aan de schoolontwikkelingvanuit een onderzoekende houding.

6.2. De docent werkt planmatig aan zijn eigen (vakin-houdelijke) ontwikkeling in relatie tot het beroe-penveld en in afstemming tot het team.

6.3 De docent houdt de ontwikkelingen rondom taal-en rekenen bij in de context van het beroep.6.4 De docent begeleidt nieuwe leraren en leraren inopleiding voor het mbo.

6.5 De docent begeleidt onderwijsondersteuners (bijv.instructeurs, onderwijsassistenten) en neemt daareindverantwoordelijkheid voor.

Resultaten

• Denkt als teamlid mee hoe instellingsbeleid,wettelijke kaders en actuele vak- en beroepsin-houdelijke ontwikkelingen door te vertalennaar de dagelijkse uitvoering van het onderwijsin de context van het team (= professioneleruimte van de docent).

• Maakt jaarlijks concrete afspraken met zijn lei-dinggevende over zijn persoonlijke ontwikke-ling, waar aan de orde in afstemming tot hetteamontwikkelingsplan, voert die afspraken uit,checkt en stelt bij (pdca).

• Maakt keuzes op basis van reflectie op en (sys-tematisch) onderzoek naar eigen handelen enin afstemming in het team.

• Staat open voor andere ideeën en werkwijzenen probeert die ook daadwerkelijk uit.

• Houdt de ontwikkeling, leerrendement, bij inzijn/haar bekwaamheidsdossier.

• Leerresultaten zijn van die aard dat registratiein het register actueel is en blijft.

• Houdt de eigen taal- en rekenvaardigheid oppeil en kan deze aanpassen bij nieuwe ontwik-kelingen in de (technologische) maatschappij.

• Draagt op teamniveau bij aan het op instel-lingsniveau afgesproken begeleidingssysteemvan opleiden en inwerken.

• Begeleidt leraren in opleiding, rekening hou-dend met teamactiviteitenplan en curriculumlerarenopleiding.

• Is (mee)verantwoordelijk voor een duidelijketaaktoedeling aan instructeur of andere onder-steuner en is eindverantwoordelijk.

• Begeleidt onderwijsondersteuners vanuit kwali-teitscriteria en wettelijke kaders.

Page 37: Beroepsprofiel docent mbo

36 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

Keuzetaken voor de specialist Opleiden in deSchool (OidS), schoolopleider (rol)

K OidS 1. De schoolopleider is de spil in het plaat-singsproces van leraren in opleiding en in desamenwerking met de lerarenopleiding(Keurmerk).

K OidS 2. De schoolopleider Is de spil in het pro-ces van uitvoering van opleiden in de school.

K OidS 3. De schoolopleider draagt bij aan destrategische personeelsplanning van de instelling.

K OidS 4. De schoolopleider bewaakt de kosten.

K PidS 5. De schoolopleider evalueert en stelt bij.

Resultaat

• Heeft een beschreven relatie met het manage-ment van de school gericht op strategischepersoneelsplanning (hoeveel studenten vanwelk jaar en welke richting per afdeling) eninbedding van het opleiden van leraren in dekwaliteitscyclus van hrm.

• Is gecertificeerd in het samenwerkingsverbandmet de lerarenopleiding.

• Zorgt ervoor dat elke zij-instromer en leraar inopleiding een gekwalificeerde werkplekbege-leider krijgt toegewezen.

• Coacht WB in begeleidings- en beoordelings-taken.

• Organiseert scholing voor werkplekbegelei-ders.

• Is aanspreekpersoon voor leidinggevenden vande leraren in opleiding en voor de lerarenop-leiding.

• Legt voortgangsdossiers aan van studenten inopleiding en houdt deze actueel.

• Houdt contact met P&O, afdelingen of grotereorganisatie-eenheden, over te werven studen-ten voor de lerarenopleiding (aantal studenten,leerjaar, vak).

• Draagt na examinering van studenten gege-vens over aan P&O en/of lijnmanagers in hetkader van strategische personeelsplanning.

• Maakt een begroting.• Zorgt ervoor dat leidinggevenden de subsidie

voor zij-instromers aanvragen.• Houdt evaluatiegesprekken met werkplek -

begeleiders. • Evalueert met instituutsbegeleider van de lera-

renopleiding de werkzaamheden van de werk-plekbegeleider.

• Is betrokken of organiseert tevredenheids -onderzoeken onder zij-instromers en leraren inopleiding over begeleiding vanuit school envanuit de lerarenopleiding.

• Stelt bij op basis van de evaluatiegegevens.

Voorbeeld van een uitgewerkte keuzetaak voor de specialist Opleiden in de School,Schoolopleider

Page 38: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 37

Getuigschrift Tweedegraads Lerarenopleidingen Je hebt minimaal een havo-, vwo- of mbo-diploma (niveau 4) nodig, om toegelaten te worden tot eentweedegraads lerarenopleiding. Er zijn voltijd- en deeltijdlerarenopleidingen. Wie niet beschikt over eendergelijk diploma en ouder is dan 21 jaar, kan toegelaten worden na het maken van een toelatingstoets(21+ toets). De toelatingstoets is afgeleid van het havo eindexamenprogramma Nederlands en sluit nietgoed aan bij de manier van leren van veel studenten die uit het mbo komen, en geen mbo-4 diplomahebben. Voor een aantal opleidingen, bijvoorbeeld de kappersopleiding, bestaat geen mbo-4 oplei-ding. Een ervaren kapper die de ambitie heeft leraar te worden moet daarom een 21+ toets doen omtoegelaten te worden tot een lerarenopleiding. Na het behalen van een hbo- of wo-bachelor die niet is gericht op het onderwijs, is het ook mogelijkom een Getuigschrift Tweedegraads Lerarenopleiding te halen. Dit kan via de ‘kopopleiding’, een prak-tijkgerichte eenjarige voltijd opleiding, waarbij vrijstelling gegeven wordt voor het vakinhoudelijkgedeelte van de lerarenopleiding. Bachelors die toegang geven tot een kopopleiding moeten verwant-schap hebben met een schoolvak voortgezet onderwijs. Bachelors die verwantschap hebben tot mbo-onderwijs geven over het algemeen geen toegang tot een kopopleiding. Voor aspirant leraren UiterlijkeVerzorging biedt dit geen oplossing omdat er geen bachelor uiterlijke verzorging bestaat.Concluderend: aspirant-leraren Uiterlijke Verzorging zijn meestal te laag opgeleid om toegelaten te wor-den tot een lerarenopleiding. Hebben ze wel voldoende opleidingsniveau, dan is de lerarenopleidinggeen geschikte route om docent Uiterlijke Verzorging te worden want een adequate lerarenopleidingom docent Uiterlijke Verzorging te worden ontbreekt. Toegang tot een kopopleiding van een lerarenop-leiding is ook onmogelijk omdat er geen verwante bachelor of master bestaat.

Pedagogisch didactisch getuigschriftDe meeste mbo-docenten komen uit de beroepspraktijk. De mbo-instelling bepaalt bij de aanstelling degeschiktheid voor het beroep. Onderdeel daarvan is dat de leraar minimaal hbo werk- en denkniveaumoet hebben. De zij-instromer kan dit o.a. aantonen met een hbo getuigschrift. Als de zij-instromer nietbeschikt over een getuigschrift op het niveau van hoger onderwijs, moet worden vastgesteld of hijbeschikt over minimaal hbo werk- en denkniveau en drie jaar werkervaring. De zij-instromer kan dan aanhet werk als docent onder de voorwaarde dat hij binnen twee jaar een bevoegdheid haalt, bijvoorbeeldeen pedagogisch didactisch getuigschrift. Voor de aspirant leraren uiterlijke verzorging biedt dit geenoplossing, omdat zij over het algemeen een te laag niveau hebben om een pedagogisch didactisch tra-ject te mogen volgen.

Docent mbo uiterlijke verzorging De meeste docenten binnen het domein Uiterlijke Verzorging zijn als zij-instromer uit de beroepspraktijkovergestapt naar het beroepsonderwijs. Voor het behalen van een tweedegraads bevoegdheid kunnenonbevoegde docenten Uiterlijke Verzorging kiezen voor de vierjarige deeltijd lerarenopleidingGezondheidszorg en Welzijn (GZW). Met deze bevoegdheid kunnen zij les geven in het vak Verzorgingin de onderbouw van het voortgezet onderwijs, het vak Gezondheidszorg en Welzijn binnen deberoepsgerichte leerwegen van de bovenbouw van het vmbo en kunnen zij worden aangesteld alsdocent mbo in opleidingen als Verzorging, Helpende Welzijn, Kinderopvang, Voedingsassistent,Verpleegkunde, Facilitaire Dienstverlening, en Uiterlijke Verzorging De vakinhoudelijke eisen waaraan de afgestudeerde GZW-docenten moeten voldoen, zijn vastgesteld inde Kennisbasis Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn. Deze kennisbasis is gebaseerd op allewerkvelden binnen zorg en welzijn. Slechts een zeer klein deel van deze kennisbasis komt overeen metde vooropleiding en werkervaring van de docenten Uiterlijke Verzorging en met wat in de praktijk vanhet mbo van een docent Uiterlijke Verzorging gevraagd wordt.

De lerarenopleiding Gezondheidszorg van Instituut Archimedes kende vóór de implementatie van dekennisbasis verschillende opleidingsvarianten. Hierdoor was het mogelijk om het opleidingstraject flexibel aan te bieden, en zo in te spelen op de individuele leerontwikkeling van de professionalUiterlijke Verzorging. Bij de opleidingsvariant Samen op Scholen, werd de transfer van de theorie naar

BIJLAGE 3HUIDIGE OPLEIDINGSMOGELIJKHEDEN DOCENT UITERLIJKE VERZORGING

Page 39: Beroepsprofiel docent mbo

38 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

de beroepspraktijk van de docent Uiterlijke Verzorging gerealiseerd door het maken van zogenaamdeberoepsproducten. Voorbeelden hiervan zijn het maken van een facilitair plan voor een WellnessCentrum voor het thema facilitaire dienstverlening, of een lessenserie ‘huid en haar’ voor de kappers -opleiding bij het thema Anatomie. Onder druk van de maatschappelijke onrust over de kwaliteit van de lerarenopleidingen besloot deHBO-raad om met ingang van 2013 landelijk een kennisbasistoets in te voeren. Studenten moeten metingang van 2013 de landelijke kennisbasistoets met een voldoende afronden. Gevolg hiervan is dat pro-fessionals Uiterlijke Verzorging zich tijdens de lerarenopleiding moeten verdiepen in alle thema’s van dekennisbasis GZW, ook als deze niet relevant zijn voor het functioneren als docent Uiterlijke Verzorging inhet mbo. De mogelijkheden van de lerarenopleiding GZW om maatwerk te leveren aan haar studentenis hiermee sterk aan banden gelegd. Het behalen van een bevoegdheid langs deze weg is hierdoor min-der aantrekkelijk geworden. Er is binnen het aanbod van bestaande lerarenopleidingen geen passendalternatief voor deze doelgroepen.

Hoewel er dus verschillende opleidingsroutes zijn om als docent Uiterlijke Verzorging in het mbo opge-leid te worden, is de conclusie dat geen enkele bestaande opleiding een passende route biedt en dat inde afgelopen jaren, de mogelijkheid van lerarenopleidingen om flexibel in te spelen op specifiekebehoeftes zelfs is afgenomen. Veel kandidaten uit de wereld van de uiterlijke verzorging zijn niet toe-laatbaar tot welk traject dan ook. De vormgeving van de 21+ toets (afgeleid van het havo-eindexamen)sluit niet goed aan bij de manier van leren van mbo-ers, waardoor de toelaatbaarheid tot welke leraren-opleiding dan ook moeilijk is. De inhoud van de lerarenopleiding GZW sluit niet (meer) aan bij uiterlijkeverzorging en voor het pedagogisch didactisch traject is hbo-niveau vereist.

Page 40: Beroepsprofiel docent mbo

Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent 39

“ER ZIJN VEEL(OM)WEGEN OMBEVOEGD DOCENT MBOTE WORDEN, ECHTERGEEN ENKELE LEIDT OPTOT BEKWAAM DOCENTMBO BEROEPSGERICHTEVAKKEN”

(UIT DE INTERVIEW DESKUNDIGEN)

Page 41: Beroepsprofiel docent mbo

40 Beroepsprofiel docent mbo De weg naar excellentie begint bij een adequaat opgeleide docent

Page 42: Beroepsprofiel docent mbo

BEROEPSPROFIEL DOCENT MBODE WEG NAAR EXCELLENTIE BEGINT BIJ EEN ADEQUAAT OPGELEIDE DOCENT

ia_k

m_0

214_

tc

Colofon

Uitgave Hogeschool Utrecht, februari 2014

Vormgeving Troost communicatie, Utrecht

Drukwerk Grafisch Bedrijf Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam