Beoordelingsrichtlijn · vermeld in het Staatsblad 107, jaargang 1994, nummer 107, artikel , sub...

22
Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa productcertificaat voor Opvangbakken: gesloten opvangbakken van versterkte thermoharde kunststof voor de opslag van tanks met een maximale inhoud van 20 m 3 K554/03 2008-01-15

Transcript of Beoordelingsrichtlijn · vermeld in het Staatsblad 107, jaargang 1994, nummer 107, artikel , sub...

Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa productcertificaat voor Opvangbakken: gesloten opvangbakken van versterkte thermoharde kunststof voor de opslag van tanks met een maximale inhoud van 20 m3

K554/03 2008-01-15

Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen Sir W. Churchill-laan 273 Postbus 70 2280 AB RIJSWIJK ZH Tel. (070) 414 44 00 Fax (070) 414 44 20 www.kiwa.nl

K554/03 2008-01-15

Beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa productcertificaat voor Opvangbakken: gesloten opvangbakken van versterkte thermoharde kunststof voor de opslag van tanks met een maximale inhoud van 20 m3

© 2008 Kiwa N.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Het gebruik van deze Beoordelingsrichtlijn door derden, voor welk doel dan ook, is uitsluitend toegestaan nadat een schriftelijke overeenkomst met Kiwa is gesloten waarin het gebruiksrecht is geregeld. Geldigheid Deze beoordelingsrichtlijn vervangt BRL nummer d.d. 27-06-2006. De kwaliteitsverklaringen die op basis van die beoordelingsrichtlijn zijn afgegeven verliezen hun geldigheid op 15-05-2008 Bindend verklaring Deze beoordelingsrichtlijn is door de directeur Certificatie en Keuringen van Kiwa bindend verklaard per 15-01-2008.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 1 - 15-01-2008

Voorwoord Deze Beoordelingsrichtlijn is opgesteld door het College van Deskundigen Tanks, tankinstallaties en appendages van Kiwa, waarin belanghebbende partijen op het gebied van Opvangbakken: gesloten opvangbakken van versterkte thermoharde kunststof voor de opslag van tanks met een maximale inhoud van 20 m3 zijn vertegenwoordigd. Dit college begeleidt ook de uitvoering van certificatie en stelt zonodig deze Beoordelingsrichtlijn bij. Waar in deze Beoordelingsrichtlijn sprake is van “College van Deskundigen” is daarmee bovengenoemd college bedoeld. Deze Beoordelingsrichtlijn zal door Kiwa worden gehanteerd in samenhang met het Kiwa-Reglement voor Productcertificatie, waarin de algemene spelregels van Kiwa bij certificatie zijn vastgelegd.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 2 - 15-01-2008

Inhoud

Inhoud 2

1 Inleiding 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Toepassingsgebied 4 1.3 Begrippen 4 1.4 Acceptatie van door de leverancier geleverde onderzoeksrapporten 4 1.5 Certificaat 4

2 Producteisen en bepalingsmethoden 5 2.1 Algemeen 5 2.2 Materialen 5 2.2.1 Kunsthars 5 2.2.2 Materialen voor de versterking 5 2.2.3 Hulpstoffen 5 2.2.4 Kernmateriaal voor sandwich panelen 5 2.3 Eisen en beproevingsmethoden 5 2.3.1 Materialen 5 2.3.1.1 Materiaaloppervlak 5 2.3.1.2 Gewichtsgehalte glasvezel 5 2.3.1.3 Buigsterkte en Elasticiteitsmoduul 5 2.3.1.4 Slagvastheid binnenzijde bodem 6 2.3.1.5 Slagvastheid buitenzijde verticale wanden 6 2.3.1.6 Chemisch resistentie 6 2.3.1.7 Weerstand tegen UV-veroudering 6 2.3.1.8 Weerstand tegen brand 8 2.3.2 Maatvoering 8 2.3.2.1 Wanddikte vol polyester wand 8 2.3.2.2 Wanddikte sandwich constructie 8 2.3.2.3 Dikte gelcoat 8 2.3.2.4 Dikte topcoat 9 2.3.3 Constructie 9 2.3.3.1 Opvangbak 9 2.3.3.2 Bodemplaat 9 2.3.3.3 Pultrusieprofielen 9 2.3.3.4 Sandwich panelen 10 2.3.3.5 Deksel 10 2.3.3.6 Tilvoorzieningen 10 2.3.3.7 Beslag 10 2.3.3.8 Doorvoeringen 10 2.3.3.9 Aftapmogelijkheden 10 2.3.3.10 Ventilatie 11 2.4 Certificatiemerk 12

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 3 - 15-01-2008

3 Eisen aan het kwaliteitssysteem 13 3.1 Algemeen 13 3.2 Beheerder van het kwaliteitssysteem 13 3.3 Interne kwaliteitsbewaking/kwaliteitsplan 13 3.4 Procedures en werkinstructies 13

4 Samenvatting onderzoek en controle 14 4.1 Onderzoeksmatrix 14

5 Afspraken over de uitvoering van certificatie 15 5.1 Algemeen 15 5.2 Certificatiepersoneel 15 5.2.1 Kwalificatie-eisen 15 5.3 Frequentie van externe controles 15 5.4 Specifieke door het College van Deskundigen vastgestelde regels 15

6 Lijst van vermelde documenten 16 6.1 Publiekrechtelijke regelgeving 16 6.2 Normen / normatieve documenten: 16

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 4 - 15-01-2008

1 Inleiding

1.1 Algemeen De in deze beoordelingsrichtlijn opgenomen eisen worden door Kiwa gehanteerd bij de behandeling van een aanvraag, en de instandhouding van een productcertificaat voor : “Opvangbakken: gesloten opvangbakken van versterkte thermoharde kunststof voor de opslag van tanks met een maximale inhoud van 20 m3”. Deze beoordelingsrichtlijn vervangt BRL-K554 d.d. 2006-06-27. De kwaliteitsverklaringen die op basis van die beoordelingsrichtlijn zijn afgegeven verliezen in elk geval hun geldigheid op 15-05-2008. Bij de uitvoering van certificatiewerkzaamheden is Kiwa gebonden aan de eisen die in het hoofdstuk “Afspraken over de uitvoering van certificatie” zijn vastgelegd.

1.2 Toepassingsgebied De opvangbakken zijn bestemd om te worden toegepast voor de opslag van bovengrondse tanks met de volgende vloeistoffen:

• Vloeistoffen die voldoen aan DIN 70070 (ureum in wateroplossing) met een maximale inhoud van 20 m3.

• K4-vloeistoffen met een maximale inhoud van 5 m3. • K3-vloeistoffen met een maximale inhoud van 5 m3. • K2-vloeistoffen met een maximale inhoud van 3 m3 onder de voorwaarden zoals

vermeld in het Staatsblad 107, jaargang 1994, nummer 107, artikel , sub 19.

Opmerking: Voor de beschrijving van K2, K3 en K4-vloeistoffen zie (PGS) Publikatiereeks Gevaarlijke Stoffen 29 tabel 3.1 of NPR 7910-1, Gevarenzone-indeling met betrekking tot ontploffingsgevaar, gebaseerd op NEN-EN-IEC 60079-10, 2002. NPR 7910-1: 2001, Gevarenzone-indeling met betrekking tot gas ontploffingsgevaar (voorheen P 182 van het Ministerie van SZW).

1.3 Begrippen In deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder:

• College van Deskundigen: het College van Deskundigen “Tanks, tankinstallaties en appendages”;

• Leverancier: de partij die er voor verantwoordelijk is dat producten bij voortduring voldoen aan de eisen waarop de certificatie is gebaseerd;

• IKB-schema: een beschrijving van de door de leverancier uitgevoerde kwaliteitscontroles, als onderdeel van zijn kwaliteitssysteem.

1.4 Acceptatie van door de leverancier geleverde onderzoeksrapporten De acceptatie van door de leverancier aangeleverde onderzoeksrapporten is geregeld in het Kiwa-Reglement voor Productcertificatie.

1.5 Certificaat Het model van het op basis van deze beoordelingsrichtlijn af te geven certificaat is als bijlage bij deze BRL opgenomen.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 5 - 15-01-2008

2 Producteisen en bepalingsmethoden

2.1 Algemeen In dit hoofdstuk zijn de eisen opgenomen waaraan de producten moeten voldoen.

2.2 Materialen Voor de fabricage van de opvangbak met inbegrip van een deksel mogen uitsluitend materialen worden toegepast die in de hierna genoemde artikelen zijn vermeld.

2.2.1 Kunsthars a) Onverzadigde polyesterhars (UP) of b) Vinylesterhars of c) Epoxyhars.

2.2.2 Materialen voor de versterking C-glas, E-glas of E-type glas met voor de hars geschikte hechtmiddelen toegepast met gesneden roving, mat, weefsel of legsel.

2.2.3 Hulpstoffen Noodzakelijke additieven zoals initiatoren, versnellers, monomeren en thixotropie middelen. Kleurstoffen, vulstoffen en andere toeslagen voor het verkrijgen van de gewenste eigenschappen.

2.2.4 Kernmateriaal voor sandwich panelen Als kernmateriaal voor sandwichpanelen kan gebruik worden gemaakt uit de volgende materialen: a) Houten plaatmateriaal. b) Kunststof plaatmateriaal.

2.3 Eisen en beproevingsmethoden In de hierna volgende paragrafen zijn de eisen en beproevingsmethoden opgenomen. De opgenomen niet genormeerde proeven en testen zijn beschreven in de tekst.

2.3.1 Materialen

2.3.1.1 Materiaaloppervlak De afwerking van het glasvezelversterkte materiaaloppervlak dient vrij te zijn van glasvezels die door het oppervlak heen steken.

2.3.1.2 Gewichtsgehalte glasvezel Het gewichtsgehalte van de glasvezels dient opgegeven te worden door de fabrikant en minimaal 15% (massa/massa) te bedragen. Het dient bepaald te worden volgens NEN-EN-ISO 1172 waarbij de maximale afwijking ten opzichte van de door de fabrikant opgegeven waarde maximaal 10% in positieve richting bedraagt.

2.3.1.3 Buigsterkte en Elasticiteitsmoduul De minimale buigsterkte en de minimale elasticiteitmodulus van het materiaal dienen opgegeven te worden door de fabrikant. Ze dienen bepaald te worden volgens ISO 178, waarbij de waarde minimaal gelijk dient te zijn aan de door de fabrikant opgegeven waarde.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 6 - 15-01-2008

2.3.1.4 Slagvastheid binnenzijde bodem Het doel van deze test is om na te gaan of de bodem voldoende weerstand biedt tegen een val van gereedschap in de opvangbak. De slagvastheid van de binnenzijde van de bodem dient bepaald te worden volgens de hierna beschreven proef. Er dienen geen defecten die afbreuk doen aan het functioneren van de opvangbak te ontstaan als gevolg van de proef. Proefstuk. Neem als proefstuk een deel uit de bodem van de opvangbak met een afmeting van tenminste Ø 300 mm, of gebruik een onder identieke productieomstandigheden geproduceerd proefstuk van gelijke afmetingen.

Opmerking: Om een proefstuk onder identieke productieomstandigheden te produceren moet het proefstuk tijdens of direct na het fabriceren van een opvangbak gemaakt worden uit dezelfde charge materialen en grondstoffen met een gelijke laminaatopbouw.

Werkwijze Klem het proefstuk in tussen twee ringen met een binnendiameter van Ø250 mm en laat vervolgens van 1 meter hoogte een massief stalen bol van 500 gram op het proefstuk vallen. Ga na of er defecten die afbreuk doen aan het functioneren van de opvangbak zijn opgetreden. Beoordeel beide zijden van het proefstuk.

2.3.1.5 Slagvastheid buitenzijde verticale wanden Het doel van deze test is om na te gaan of de verticale wanden voldoende weerstand bieden tegen een stootbelasting van buitenaf. De proef wordt op dezelfde manier uitgevoerd als beschreven is onder 2.3.1.4. Er dienen geen defecten die afbreuk doen aan het functioneren van de opvangbak te ontstaan als gevolg van de proef.

2.3.1.6 Chemisch resistentie Het materiaal dient voldoende bestand te zijn tegen het in de tank opgeslagen medium. Dit wordt vastgesteld door een literatuuronderzoek.

2.3.1.7 Weerstand tegen UV-veroudering Eis Voor de sterkte van opvangbak (§2.3.3.1) dient er rekening gehouden te worden met een materiaalafminderingsfactor ten gevolge van UV-veroudering. Volgens AD Merkblatt N1 moet rekening gehouden worden met een factor 1,2. Indien een producent een lagere factor wil hanteren zal dit aangetoond moeten worden middels het uitvoering van onderstaande test waarbij na een expositie met een duur van 4000 uur de gemiddelde buigsterkte van het laminaat niet minder mag bedragen dan 80% van de initiële buigsterkte volgens NEN-EN-ISO 179.

Opmerking: • Een expositieduur van 4000 uur wordt bij deze kunstmatige verwering equivalent geacht

aan het effect van een buitenexpositie gedurende 8 jaar onder Nederlandse klimatologische condities.

• Bij sandwichpanelen wordt alleen de beplating aan de buitenzijde van de behuizing beproefd.

Bepaling De UV-expositie vindt plaats conform de hieronder beschreven methode, met gebruikmaking van een Ci4000 Weather-Ometer. Plaats de proefstukken met de te belichten zijde naar de lichtbron gekeerd in de Ci4000 Weather-Ometer.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 7 - 15-01-2008

De hierna volgende voorwaarden zijn van toepassing: a. Als optisch filteringsysteem rond de Xenonlamp wordt voor zowel het binnenfilter als

het buitenfilter Type “S” High Borate Borosilicate toegepast. b. De tijdgemiddelde intensiteit tussen 280 en 400 nm dient (57 ± 0,5) W/m² te bedragen.

Deze intensiteit dient te worden gewaarborgd door continue meting van de intensiteit bij 340 nm gedurende de gehele expositieduur. Deze intensiteit bij 340 nm dient op 0,50 W/m² te worden geregeld door middel van de in het apparaat aanwezige automatische intensiteitsregeling van de Xenonlamp.

c. Xenonlamp en filtersysteem dienen periodiek te worden vervangen conform opgave van de fabrikant van de apparatuur.

d. De zwarte standaardtemperatuur dient aan het einde van het drooginterval van de beregeningscyclus (zie onder g.) (65 ± 0,3) °C te bedragen.

e. De ruimtetemperatuur dient te worden geregeld op (40 ± 0,5) °C. f. De relatieve luchtvochtigheid gedurende het drooginterval dient te worden geregeld

op (50 ± 5) %. g. De beregeningscyclus dient te zijn opgebouwd uit 18 minuten sproeien met

gedemineraliseerd water en een drooginterval van 102 minuten. De gebruikte Ci4000 Weather-Ometer apparatuur dient op alle bovengenoemde onderdelen van de voorwaarden te voldoen aan ISO 4892-1en ISO 4892-2 met name ten aanzien van de spectraalenergieverdeling van het Xenonlicht ten behoeve van kunstmatige verwering (Methode A van ISO 4892-2) en van de automatische intensiteitsregeling van het Xenonlicht, en ten aanzien van de gestelde eisen aan de temperatuursensoren. Op grond hiervan kan de apparatuur tevens worden geacht te voldoen aan de desbetreffende eisen in NEN-EN 513 en EOTA Technical Report TR 010. De expositieduur dient te worden bepaald met behulp van de volgende rekenregel: t = [H * f(uv) * f(T)] / [E(app) * 3600] waarin t = de expositieduur in uren,

H = de globaalstralingsdosis, gemeten tijdens een buitenexpositie, uitgevoerd onder een hoek van 45 ° met het horizontale vlak en gericht op het zuiden, onder Nederlandse klimatologische condities,

f(uv) = het intensiteitsaandeel UV-licht (280 – 400 nm) in het zonlicht,

f(T) = een factor, nodig om te compenseren voor de verschillen in oppervlakte-temperatuur tijdens de buitenexpositie enerzijds en de versnelde UV-veroudering anderzijds, en

E(app) = de tijdgemiddelde UV-intensiteit (280 – 400 nm) tijdens de versnelde UV-veroudering.

Het effect van de kunstmatige verwering dient equivalent te zijn aan het effect van een buitenexpositie, zoals hiervoor beschreven, gedurende vijf jaar. De hiermee corresponderende gemiddelde waarde voor de dosis H bedraagt 21 GJ/m². De factor f(uv) wordt op 0,06 gesteld. De factor f(T) wordt, in afwijking van het gestelde in Annex C van NEN-EN 12608, op 0,41 gesteld (de conditie geldend voor Nederland, zie: Opmerking 1). Overeenkomstig bovenstaande rekenregel volstaat een expositieduur t bij deze kunstmatige verwering van 2500 uur. Metingen door TNO van de voor Nederland geldende waarden (de corresponderende gemiddelde waarde voor de dosis H van 21 GJ/m², en de factor f(T) = 0,41) heeft gebruik van deze waarden mogelijk gemaakt.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 8 - 15-01-2008

Zouden deze ten aanzien van f(T) hebben ontbroken, dan had de geschatte waarde f(T) = 0.67 volgens EOTA-voorschrift in de rekenregel moeten worden toegepast, waarbij geldt: Globaalstralingsdosis H de (Nederlandse) 4,2 GJ/m², als f(uv) een waarde 0.06, als f(T) de Europese (geschatte) waarde 0.67 voor elders in Europa heersende zwaardere klimatologische condities en als E(app) de waarde 57 W/m². Daaruit volgt een berekende expositieduur t equivalent aan één jaar buitenexpositie van 822 uur. Voor de Europees vereiste 5-jaarequivalentie onder elders in Europa heersende zwaardere klimatologische condities volgt dan een expositieduur t van circa 4000 uur. Gelet op het bovenstaande, is besloten om de expositieduur t bij de beschreven kunstmatige verwering 4000 uur te laten bedragen.

Opmerking 1: Bovenstaande rekenregel is in overeenstemming met de benaderende berekeningswijze in Annex C van EOTA TR 010. Voor H en f(T) dienen in principe afwijkende waarden te worden gebruikt, afgestemd op de voor Nederland geldende gematigde Europese klimatologische condities. Als argumenten voor het toepassen van de afwijkende waarden geldt het volgende. Door middel van een vergelijkend onderzoek op basis van een genormaliseerde buitenexpositie enerzijds en versnelde UV-veroudering in de Weather-Ometer Ci4000 anderzijds is een proefondervindelijk bepaald jaarequivalent voor de versnelde UV-veroudering vastgesteld. Daarom is de gebruikte waarde voor H afgeleid van de gemiddelde jaarlijkse globaalstralingsdosis, zoals deze onder de genoemde buitenexpositie-condities met een solarimeter werd vastgesteld en welke 4,2 GJ/m² bedraagt. Verder moet ook de (geschatte) waarde voor f(T) in NEN-EN 12608, t.w. 0,67 , worden verlaagd tot 0,41 , waardoor de berekende expositieduur in overeenstemming wordt gebracht met de expositieduur welke uit het proefondervindelijk bepaalde jaarequivalent volgt.

Opmerking 2: Indien de producent de deugdelijkheid van zijn product op een andere wijze (lees: met gebruik van een andere apparatuur) zou willen aantonen omdat Europese normen dit toelaten, dan bestaat nog steeds de mogelijkheid dat het certificeringsinstituut bij nadere evaluatie van deze resultaten de deugdelijkheid van het product alsnog erkent. Als regel dient echter de bovengenoemde Ci4000 Weather-Ometer als preferente apparatuur te worden gebruikt.

2.3.1.8 Weerstand tegen brand De complete constructie zal geclassificeerd moeten worden conform EN 13501-1. Opvangbakken voor vloeistoffen die voldoen aan DIN 70070, hoeven niet getest te worden en worden ingedeeld in brandklasse F

2.3.2 Maatvoering De producent zal middels technische tekeningen (inclusief toleranties) en eventuele berekeningen het ontwerp vastleggen. In een stuklijst zullen alle gebruikte onderdelen opgesomd worden met hun specifieke materiaalkenmerk. De certificatie-instelling controleert deze documenten en voorziet deze na goedkeuring van een markering.

2.3.2.1 Wanddikte vol polyester wand De wanddikte wordt door de fabrikant opgegeven en mag ten opzichte van die waarde maximaal 1 mm afwijken in positieve richting. De wanddikte van de opvangbak dient te allen tijde minimaal 4 mm en van de deksel minimaal 3 mm te bedragen. De wanddikte dient bepaald te worden met een schuifmaat.

2.3.2.2 Wanddikte sandwich constructie De wanddikte van zowel de GVK binnen- als buitenbeplating als ook van het kernmateriaal wordt door de fabrikant opgegeven. De tolerantie op de GVK binnen- en buitenbeplating is maximaal -0,2 /+0,5 mm. De tolerantie op het kernmateriaal is maximaal -1,0/+1,0 mm. De wanddikte dient bepaald te worden met een schuifmaat.

2.3.2.3 Dikte gelcoat De dikte van de gelcoat dient per laag te liggen tussen 0,2 en 0,5 mm en dient met behulp van een micrometer vastgesteld te worden.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 9 - 15-01-2008

2.3.2.4 Dikte topcoat De dikte van de topcoat dient per laag te liggen tussen 0,2 en 0,5 mm en dient met behulp van een micrometer vastgesteld te worden.

2.3.3 Constructie Bij het construeren van de opvangbak moeten de weersinvloeden meegenomen worden. Dit betekent dat naden en kieren waarin zich (regen)water kan ophopen vermeden moet worden in verband met bevriezing. Dat kernmaterialen van sandwichconstructies na toepassing in de constructie ten minste spatwaterdicht moeten zijn om rotting te voorkomen. Beoordeling hiervan vindt visueel plaats.

2.3.3.1 Opvangbak De constructie en de wanddikte van de opvangbak moeten zodanig zijn uitgevoerd dat er in volledig met water gevulde toestand geen lekkage optreedt.

Opmerking: In het ontwerp moeten scherpe hoeken voorkomen worden.

De constructie dient beproefd te worden door de opvangbak, geplaatst op een eventuele bodemplaat, geheel te vullen met water (temperatuur 16±6°C) waarna na 1 uur bekeken dient te worden of de opvangbak lekdicht is en voldoende vormvast. De deksel moet zowel handmatig kunnen worden geopend als opnieuw worden gesloten. Gedurende de periode van 1 uur dat de opvangbak gevuld is met water kan de slagvastheidstest uit paragraaf 2.3.1.5 uitgevoerd worden. Daarna zal de opvangbak binnen 4 uur tot 90% gevuld worden met een medium met een soortelijke massa van 2000±100 kg/m3. Na 72 uur dient bekeken te worden of de opvangbak lekdicht is.

Noot: Bovengenoemde soortelijk massa van 2000±100 kg/m3 is verkregen door de soortelijke massa van medium in de opslagtank gelijk te stellen aan 1000 kg/m3 vermenigvuldigd met (SxA). Volgens het AD Merkblatt N1 geldt:

S = veiligheidsfactor. Voor drukvaten bedraagt deze 2. In het geval van een drukloze opvangbak is gekozen voor een waarde van: 1.0

A = totale materiaalafminderingsfactor welke opgebouwd is uit: A =A1x A2x A3x A4 A1 = factor voor langeduurbelasting. In geval van een levensduur van 10 jaar is gekozen voor een waarde van: 1.0 (opvangbak is in principe onbelast) A2 = factor voor de inlvoed van veroudering (UV-licht). Gekozen is voor een waarde van 1.2 zie §2.3.1.7 A3 = factor voor invloed van bedrijfstemperatuur. Volgens norm valt toepassingsgebied opvangbak binnen -30°C<t<50°C waardoor gekozen is voor een waarde van 1.4 A4 = factor voor spreiding in materiaaleigenschappen. Volgens norm wordt gekozen voor 1.2 A = A1 x A2 x A3 x A4 = 1.0 x 1.2 x 1.4 x 1.2 = 2.0

2.3.3.2 Bodemplaat De bodemplaat dient zodanig te zijn verstijfd dat het volledige gewicht van de tank in gevulde toestand gedragen kan worden.

2.3.3.3 Pultrusieprofielen Pultrusieprofielen moeten voldoen aan de EN 13706-3 voor wat betreft:

• buigsterkte minimaal 170 MPa • Elasticiteitsmodulus minimaal 17 GPa

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 10 - 15-01-2008

2.3.3.4 Sandwich panelen Sandwich panelen zijn opgebouwd uit 2 glasvezelversterkte plaatmaterialen waartussen een kunststof en/of houten plaatmateriaal is aangebracht. De producent declareert de buigsterkte en buigstijfheid van deze panelen welke getest worden conform ASTM C393-00. Deze gedeclareerde waarden worden gebruikt om de langeduur belasting uit te rekenen volgens AD-Merkblatt N1. Kernmateriaal van kunststof plaatmateriaal. De leverancier declareert minimaal:

• Type plaatmateriaal • Soortelijke massa (dichtheid) • Druksterkte

Kernmateriaal van houten plaatmateriaal. Houten plaatmateriaal moet voldoen aan een van de volgende normen: NEN-EN 13986. De leverancier declareert minimaal de technische klasse. Lijm De producent declareert het gebruikte type lijm waarbij de continue temperatuursbestendigheid van de lijm boven de 70 Celsius ligt.

2.3.3.5 Deksel De deksel moet voldoende afdichting bieden aan regeninslag en moet zodanig weggeklapt kunnen worden dat de tank bereikbaar is voor functioneel gebruik. Indien een deksel uit meerdere delen bestaat mag gebruik gemaakt worden van een gefixeerd deel en beweegbaar deel. De deksel moet in de geopende positie vastgezet kunnen worden.

2.3.3.6 Tilvoorzieningen De opvangbak moet voldoende sterk zijn om opgetild te kunnen worden middels een heftruck. Voor een constructie die opgetild dient te worden moet het onderframe voldoende sterk zijn om 1,5 x eigengewicht van de constructie te kunnen weerstaan. Na 10 minuten getild te zijn mogen geen zichtbare verschijnselen aanwezig zijn van blijvende deformatie of scheurvorming. Hierbij is “ het eigen gewicht van de constructie”opgebouwd uit:

• het gewicht van de opvangbak; • het lege gewicht van de tank; • eventuele randapparatuur welke aan de opvangbak gemonteerd is.

Opmerking: De factor 1,5 is bepaald uit ENV1991-1 (variabele belastingen)

2.3.3.7 Beslag Het beslag dient geschikt te zijn voor het beoogde gebruik. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de corrosiebestendigheid gedurende de levensduur van de opvangbak.

2.3.3.8 Doorvoeringen De opvangbak dient zodanig geconstrueerd te zijn dat leidingwerk aangesloten kan worden in overeenstemming met de betreffende voorschriften in BRL-K903. Doorvoeringen door de opvangbak dienen aangebracht te worden boven het te verwachten vloeistofniveau bij lekkage van het opgegeven maximale tankvolume.

2.3.3.9 Aftapmogelijkheden De opvangbak mag geen aftapmogelijkheid bezitten.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 11 - 15-01-2008

2.3.3.10 Ventilatie De opvangbak dient zodanig geconstrueerd te zijn dat de opbouw van schadelijke stoffen wordt voorkomen. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van natuurlijke ventilatie. Opvangbakken voor vloeistoffen die voldoen aan DIN 70070 hoeven niet geventileerd te worden. Waarbij echter in de gebruikershandleiding opgenomen moet worden dat pas na 5 minuten na het openen van de deksel werkzaamheden boven de geopende opvangbak mogen plaatsvinden.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 12 - 15-01-2008

2.4 Certificatiemerk De uitvoering van het op gecertificeerde producten aan te brengen onuitwisbare certificatiemerk is als volgt: Voorbeeld: Fabrieksnaam Tankbouw BV Certificatiemerk K12345 Serienummer 12345 Productiedatum jaar-maand-dag Kiwa certificatiemerk KIWA Maximaal toelaatbaar tankvolume 1234 liter Brandklasse F Deze opvangbak is alleen geschikt voor DIN 70070 Indien het een opvangbak betreft voor DIN 70070 vloeistoffen moet tevens de volgende tekst bij het merken opgenomen zijn:

“Niet geschikt voor de opslag van vloeibare aardolieproducten” “Unsuitable for the storage of liquid oil products”

Deze tekst dient daarnaast in de taal van het land waar de opvangbak geplaatst wordt bij het merken opgenomen te zijn.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 13 - 15-01-2008

3 Eisen aan het kwaliteitssysteem

3.1 Algemeen In dit hoofdstuk zijn de eisen opgenomen waaraan het kwaliteitssysteem van de leverancier moet voldoen.

3.2 Beheerder van het kwaliteitssysteem Binnen de organisatiestructuur moet een functionaris zijn aangewezen die belast is met het beheer van het kwaliteitssysteem.

3.3 Interne kwaliteitsbewaking/kwaliteitsplan De leverancier moet beschikken over een door hem toegepast schema van interne kwaliteitsbewaking (IKB-schema). In dit IKB-schema moet aantoonbaar zijn vastgelegd:

• welke aspecten door de producent worden gecontroleerd; • volgens welke methoden die controles plaatsvinden; • hoe vaak deze controles worden uitgevoerd; • hoe de controleresultaten worden geregistreerd en bewaard.

Dit IKB-schema moet een afgeleide zijn van het in de bijlage vermelde model IKB-schema, en zodanig zijn uitgewerkt dat het Kiwa voldoende vertrouwen geeft dat bij voortduring aan de in deze Beoordelingsrichtlijn gestelde eisen wordt voldaan. Dit IKB-schema moet overeenkomen met het in de bijlage opgenomen raam-IKB-schema. Ten tijde van het toelatingsonderzoek moet dit schema ten minste 1 maand functioneren.

3.4 Procedures en werkinstructies De leverancier moet kunnen overleggen:

• procedures voor: o de behandeling van producten met afwijkingen; o corrigerende maatregelen bij geconstateerde tekortkomingen; o de behandeling van klachten over geleverde producten en/of diensten;

• de gehanteerde werkinstructies en controleformulieren.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 14 - 15-01-2008

4 Samenvatting onderzoek en controle

In dit hoofdstuk is de samenvatting gegeven van het bij certificatie uit te voeren: • Toelatingsonderzoek: het onderzoek om vast te stellen dat aan alle in de BRL

gestelde eisen wordt voldaan, • Controleonderzoek: het onderzoek dat na certificaatverlening wordt uitgevoerd om

vast te stellen dat de gecertificeerde producten bij voortduring aan de in de BRL gestelde eisen voldoen, daarbij is tevens aangegeven met welke frequentie controleonderzoek door Kiwa zal worden uitgevoerd.

• Controle op het kwaliteitssysteem: controle op de naleving van het IKB-schema en de procedures.

4.1 Onderzoeksmatrix

Onderzoek in kader van Toezicht door Kiwa na certificaatverlening

Omschrijving eis Artikel BRL Toelatings

onderzoek Controle Frequentie

Materialen 2.2 X X 1x/audit Kunsthars 2.2.1 X* X 1x/audit Materialen voor versterking 2.2.2 X* X 1x/audit Hulpstoffen 2.2.3 X* X 1x/audit Kernmateriaal voor sandwich panelen 2.2.4 X X 1x/audit Materiaaloppervlak 2.3.1.1 X X 1x/audit Gewichtsgehalte glasvezel 2.3.1.2 X X 1x/jaar Buigsterkte en elasticiteitsmoduul 2.3.1.3 X X 1x/jaar Slagvastheid binnenzijde bodem 2.3.1.4 X X 1x/5aar Slagvastheid buitenzijde verticale wanden 2.3.1.5 X X 1x/5jaar Chemische resistentie 2.3.1.6 X X 1x/5jaar Weerstand tegen UV-veroudering 2.3.1.7 X Weerstand tegen brand 2.3.1.8 X Wanddikte vol polyester wand 2.3.2.1 X X 1x/audit Wanddikte sandwich constructie 2.3.2.2 X X 1x/audit Dikte gelcoat 2.3.2.3 X X 1x/1jaar Dikte topcoat 2.3.2.4 X X 1x/1jaar Constructie 2.3.3 X X 1x/audit Opvangbak (lekdichtheidstest) 2.3.3.1 X X 1x/5jaar Bodemplaat 2.3.3.2 X Pultrusieprofielen 2.3.3.3 X X 1x/jaar Sandwich panelen 2.3.3.4 X X 1x/jaar Deksel 2.3.3.5 X Tilvoorzieningen 2.3.3.6 X X 1x/5jaar Beslag 2.3.3.7 X Doorvoeringen 2.3.3.8 X Aftapmogelijkheden 2.3.3.9 X Ventilatie 2.3.3.10 X X* = middels conformiteitsverklaring leverancier.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 15 - 15-01-2008

5 Afspraken over de uitvoering van certificatie

5.1 Algemeen In dit hoofdstuk zijn de in het College van Deskundigen gemaakte afspraken over de uitvoering van certificatie door Kiwa vastgelegd.

5.2 Certificatiepersoneel Het bij certificatie betrokken personeel is te onderscheiden naar:

• Certificatiedeskundigen: belast met het uitvoeren van het toelatingsonderzoek en de beoordeling van de rapporten van inspecteurs;

• Inspecteurs: belast met de uitvoering van de externe controle bij de leverancier; • Beslissers: belast met het nemen van beslissingen naar aanleiding van uitgevoerde

toelatingsonderzoeken, voortzetting van certificatie naar aanleiding van uitgevoerde controles en beslissingen over de noodzaak tot het treffen van corrigerende maatregelen.

5.2.1 Kwalificatie-eisen Door het College van Deskundigen zijn de volgende kwalificatie-eisen vastgesteld voor het onderwerp van deze BRL:

Certificatiepersoneel Opleiding Ervaring Certificatiedeskundige Technisch HBO-niveau in een van de volgende

disciplines: - (Werktuig)bouwkunde - Civiele techniek

2 jaar

Inspecteur Technisch MBO-niveau in een van de volgende disciplines: - (Werktuig)bouwkunde - Civiele techniek

1 jaar

Beslisser Technisch HBO-niveau in een van de volgende disciplines: - (Werktuig)bouwkunde - Civiele techniek

2 jaar Managementervaring waarvan tenminste 1 jaar m.b.t. productcertificatie

Opleiding en ervaring van het betrokken certificatiepersoneel moet aantoonbaar zijn vastgelegd.

5.3 Frequentie van externe controles Bij de inwerkingtreding van deze beoordelingsrichtlijn is de frequentie vastgesteld op twee controlebezoeken per jaar.

5.4 Specifieke door het College van Deskundigen vastgestelde regels Door het College van Deskundigen zijn geen specifieke regels vastgelegd, die bij uitvoering van certificatie door Kiwa moeten worden gevolgd.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 16 - 15-01-2008

6 Lijst van vermelde documenten

6.1 Publiekrechtelijke regelgeving

6.2 Normen / normatieve documenten: AD-Merkblatt N1 Druckbehälter aus glasfaserverstärktem

Kunststoffen

Juli 1987

ASTM C393-00 Standard Test Method for Flexural Properties of Sandwich Constructions

2000

DIN 70070; 2005 Dieselmotoren - NOx-Reduktionsmittel AUS 32 – Qualitätsanforderungen

Augustus 2005

NEN-EN 13341:2005 Thermoplastische niet-verplaatsbare tanks voor bovengrondse opslag van huishoudelijke stookolie, kerosine en dieselbrandstof - Van geblazen polyethyleen, door rotatie gevormde polyetheen en polyamide 6 anionische polymerisatie tanks - Eisen en beproevingsmethoden

April 2005

NEN-EN 13706-2:2002 Versterkte kunststofcomposieten - Specificaties voor getrokken profielen - Deel 2: Beproevingsmethoden en algemene eisen

November 2002

NEN-EN 13706-3:2002 Versterkte kunststofcomposieten - Specificaties voor getrokken profielen - Deel 2: Beproevingsmethoden en algemene eisen

November 2002

NEN-EN 13986:2004 Houtachtige plaatmaterialen voor gebruik in de bouw – Eigenschappen, conformiteitsbeoordeling en merken

November 2004

NEN-EN-ISO 1172:1998 Met glasvezels versterkte kunststoffen - Prepregs, gietverbindingen en laminaat - Bepaling van het gehalte aan glasvezels en minerale vuller - Methoden met verassing

September 1998

NEN-EN-ISO 14125:1998

Met vezel versterkte kunststofcomposieten - Bepaling van de buigeigenschappen

April 1998

ENV 1991-1:1998 Richtlijnen voor het gebruik van NVN-ENV 1991-1 Eurocode 1 - Ontwerp en berekening van bouwconstructies - Deel 1: Grondslagen

Oktober 1998

BRL-K903 Kiwa beoordelingsrichtlijn voor het Kiwa procescertificaat voor Regeling Erkenning Installateurs Tanks en leidingen voor drukloze opslag van vloeibare aardolieproducten (REIT)

November 1999

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 17 - 15-01-2008

Bijlage 1. Voorbeeld certificaat

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 18 - 15-01-2008

Cert

ifica

at

Nummer 12345 Vervangt Uitgegeven D.d.

Productcertificaat

K554/03 Op grond van onderzoek, alsmede regelmatig door Kiwa uitgevoerde controles, worden de door

Leverancier vervaardigde producten, die gespecificeerd zijn in dit certificaat, en die voorzien zijn van het onder “Merken” aangegeven certificatiemerk, bij aflevering geacht te voldoen aan Kiwa-beoordelingsrichtlijn BRL-K554/03 “Opvangbakken: gesloten opvangbakken van versterkte thermoharde kunststof voor de opslag van tanks met een maximale inhoud van 20 m3”. TOEPASSINGSGEBIED Kiwa N.V. ing. B. Meekma Directeur Certificatie en Keuringen

Dit certificaat is afgegeven conform het Kiwa-Reglement voor Productcertificatie en bestaat uit … pagina´s. Openbaarmaking van het certificaat is toegestaan.

Onderneming Kiwa N.V.

Certificatie en Keuringen

Sir W. Churchill-laan 273

Postbus 70

2280 AB Rijswijk

Telefoon 070 41 44 400

Fax 070 41 44 420

Internet www.kiwa.nl

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 19 - 15-01-2008

Titel

PRODUCTSPECIFICATIE

Tekst

TOEPASSING EN GEBRUIK

Tekst

MERKEN

De producten worden gemerkt met het NaamMerk Plaats van het merk: PlaatsMerk Verplichte aanduidingen: VerplichteAanduidingen De uitvoering van merken is als volgt: • onuitwisbaar; • UitvoeringMerk.

WENKEN VOOR DE AFNEMER

1. Inspecteer bij de aflevering: 1.1 geleverd is wat is overeengekomen; 1.2 het merk en wijze van merken juist zijn; 1.3 de producten geen zichtbare gebreken vertonen als gevolg van transport en dergelijke.

2. Indien u op grond van het hiervoor gestelde tot afkeuring overgaat,

neem dan contact op met: 2.1 <<Instelling>> <<Afdeling>> en zo nodig met: 2.2 Kiwa N.V.

3. Raadpleeg voor de juiste wijze van opslag en transport de verwerkingsrichtlijnen van de producent.

4. Controleer of dit certificaat nog geldig is, raadpleeg

hiertoe het overzicht gecertificeerde bedrijven op www.kiwa.nl.

Beoordelingsrichtlijn 554/03 © Kiwa N.V. - 20 - 15-01-2008

Bijlage 2. Model IKB-schema of raam-IKB-schema

Controleonderwerpen Controleaspecten

Controlemethode

Controlefrequentie

Controleregistratie

Grondstoffen c.q. toegeleverde materialen:

• Receptuur bladen • Ingangscontrole

grondstoffen

Productieproces, productieapparatuur, materieel:

• Procedures • Werkinstructies • Apparatuur • Materieel

Eindproducten

Meet- en beproevingsmiddelen

• Meetmiddelen • Kalibratie

Logistiek • Intern transport • Opslag • Verpakking • Conservering • Identificatie c.q.

merken van half- en eindproducten