Ben Even Weg

download Ben Even Weg

of 99

description

Ben Even Weg

Transcript of Ben Even Weg

  • Schrijfwedstrijd Boekenweek 2014de beste verhalen en gedichten

    Wanneer heb jij voor het laatst op een praalwagen gestaan? Of onder een podium in een Romeinse nederzetting gezeten?

    DDe personages in de 13 verhalen en 4 gedichten in Ben even weg zijn ondertussen ergens anders. Laat je meevoeren naar verrassende plekken door nieuwe, getalenteerde auteurs:

    Kyra Bax-de Kruif Tom SchoonbaertMiranda de Haan Henrieke KoelewijnSjoerd Bosgra Ronald de HooghHHan Knols Joris De BruckerJan Costers Steven van den HeuvelMarcel de Laat Desmond AloshaE. Driever Jan P. MeijersMGS Siemes Rob VerschurenHadeke

    978-90-820380-3-3

    309www.literairwerk.nl

    BENEVEN

    WEG

    Schrijfwedstrijd Boekenweek 2014de beste verhalen en gedichten

    Wanneer heb jij voor het laatst op een praalwagen gestaan? Of onder een podium in een Romeinse nederzetting gezeten?

    DDe personages in de 13 verhalen en 4 gedichten in Ben even weg zijn ondertussen ergens anders. Laat je meevoeren naar verrassende plekken door nieuwe, getalenteerde auteurs:

    Kyra Bax-de Kruif Tom SchoonbaertMiranda de Haan Henrieke KoelewijnSjoerd Bosgra Ronald de HooghHHan Knols Joris De BruckerJan Costers Steven van den HeuvelMarcel de Laat Desmond AloshaE. Driever Jan P. MeijersMGS Siemes Rob VerschurenHadeke

    978-90-820380-3-3

    309www.literairwerk.nl

    BENEVEN

    WEG

  • Ben even weg

  • De verhalen en gedichten in deze bundel zijn geschreven voor de schrijfwedstrijd Ben even weg, georganiseerd door Probook Media, Books & Bubbles en Literairwerk.nl.

  • Ben even weg

    2014 Stichting [werk], Amsterdam

  • Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag wor-den verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gege-vensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopien, op-namen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schrif-telijke toestemming van de uitgever.

    Copyright op de afzonderlijke verhalen en gedichten berust bij de afzonderlijke auteurs. samenstelling: Stichting [werk], AmsterdamOmslagontwerp: Stefan BijnenVormgeving: Pascal MaramisDruk: Probook Media

    ISBN 978-90-820380-3-3NUR 309

  • Inhoud

    Kyra Bax-de KruifTest een, twee, drie 9

    Miranda de HaanSixpack 14

    Sjoerd BosgraDe rencarnatie van een gelukzoeker 19

    Han KnolsTot straks 27

    Jan CostersEven weg 35

    Marcel de LaatIvan de Verschrikkelijke 37

    E. DrieverGesloten 46

    MGS SiemesZul je me missen? 48

    HadekeRimpelloos 52

    Tom SchoonbaertTrollenjong 55

  • Henrieke KoelewijnZwemmen in de Noordzee 60

    Ronald de HooghKort afwezig 62

    Joris De BruckerNanoku 69

    Steven van den HeuvelDe garage 75

    Desmond AloshaEgo 83

    Jan P. MeijersDe moeder van Kees 84

    Rob VerschurenIsis 90

    Nawoord: Wie weg is, wordt niet gezien 94

    Over de auteurs 96

  • Ben even weg 9

    Kyra Bax-de Kruif

    Test een, twee, drie

    In het licht van de ondergaande zon zag hij contouren van de winkels in de verte. Prefab gebouwen, opgezet om de schijn te creren van een dorp, een gemeenschap. Het was een laatste barrire, die ervoor moest zorgen dat het publiek zich nog n keer over zou geven aan de commercie. Een broodje d-ner, een kleurrijke ketting, een t-shirt met bandnamen om te bewijzen dat je er was geweest. Vanuit de coulissen leek het terrein op een oude Romeinse nederzetting. Hij sloot zijn ogen en zette de eerste stap op het podium. Gejuich steeg op vanuit de menigte voor hem. Meisjes gilden, cameras flitsten en toen hij zijn ogen opendeed, zag hij verschillende vlaggen met teksten die hij net niet kon lezen. Het laatste straaltje zonlicht flitste over de knoppen van zijn basgitaar. Hij zette een akkoord in. Speelde het loopje dat hij al zo vaak had ge-oefend. De menigte joelde, uitzinnig nu. Weer legde hij zijn wijsvinger over de snaren. H, Jos, schiet eens op! Die lampen moeten voor donker hangen! Hij opende zijn ogen. Met een zucht knikte hij naar zijn collega en klom de paal in, de schroeven in een zak op zijn buik. Vanuit de mast leek de Romeinse nederzetting nog kleiner en leger dan vanaf het podium.

  • Ben even weg 10

    Test een, twee, drie

    De volgende ochtend arriveerde hij als een van de eersten. Hij nam de artiesteningang aan de rand van het terrein. De wagens stonden al klaar en er waren lange kunststof loop-paden neergelegd. Ze veerden licht onder zijn tred. Een klei-ne enclave binnen het kunstmatige dorp. Hij probeerde de verschillende deuren, maar ze waren allemaal op slot. Alleen het honk van de media was al volledig ingericht. Hij zag een jonge journaliste achter haar computer zitten. Ze knikte hem vriendelijk toe en kwam achter haar beeldscherm vandaan. Zo, jij bent vroeg. Jullie maken het terrein in orde, toch? Hij knikte en vertelde over zijn werkzaamheden. Misschien is het leuk om een achtergrondreportage te maken. Vind je het goed als ik even met je meeloop? Ze liep naast hem over de verende planken. Hij keek even opzij. Haar borsten, die net iets groter waren dan je bij haar lichaamsbouw zou verwachten, veerden mee. Hij beet op zijn lip en zorgde dat hij iets achter haar ging lopen. Professioneel blijven nu. Bij het hoofdpodium liet hij haar de verlichting zien die hij de avond ervoor had opgehangen. John, zijn baas, kwam boos aanlopen. Jos, ze willen hier beneden beginnen met de laat-ste werkzaamheden. Schiet eens op, man. Toen hij omkeek, zag hij nog net hoe de jonge journaliste werd meegevoerd door John.

    Onder het podium waren zijn collegas al begonnen aan de laatste constructie. Hij voegde zich bij hen om de onderste buizen in elkaar te sleutelen. Er werd nauwelijks gesproken. Vanuit zijn positie zag hij alleen het ijzeren geraamte. Lang-zaamaan begon het drukker te worden. Hij merkte het aan het gedreun dat af en toe tot in de onderste buizen door-drong. Zijn collegas waren al vertrokken voor de lunch, maar

  • Ben even weg 11

    Test een, twee, drie

    de laatste moeren moesten nog even worden aangedraaid. Hij hield van de vreemde buizenwereld onder het podium. Ver-schillende artiesten waren al gedragen door deze constructie. Hopelijk zou de journaliste ook hier komen filmen. Hij zou het haar allemaal laten zien. Ook zij moest over de verschil-lende buizen klauteren, onder kruisconstructies door krui-pen, met haar knien in de modder, door de zwarte aarde in dat schattige lichtblauwe jurkje. Hij dacht aan haar kont die voor hem uit zou steken, aan de scheuren die in haar jurk zouden komen, aan de zware borsten die de zwarte aarde misschien net zouden raken. Hij sjorde zijn legerbroek om-laag en spoot zijn warme zaad recht onder het hoofdpodium. Daarna veegde hij de zwarte aarde erover en stak er een van zijn plectrums in.

    De lunch was net voorbij toen hij bij de kantine kwam. Er lag nog een klef wit bolletje kaas, dat Jos snel van de schaal nam. Over een uur zou het terrein opengaan en nog een uur later zou de eerste band gaan spelen. Misschien kon hij nog iets betekenen bij het hoofdpodium. Daar was het inmiddels een drukte van belang. Roadies sleepten af en aan met verschillende instrumenten, de orga-nisator overlegde met een van zijn medewerkers en diverse journalisten hadden hun plek in de coulissen ingenomen. Er klonk muziek. Aan het geroezemoes te horen waren de eer-ste festivalgangers gearriveerd. John had hem gespot en hem gewenkt: een van de lampen die hij de avond ervoor had op-gehangen, hing nog niet helemaal recht. Zodra hij gezekerd was, besteeg Jos de ijzeren mast. Het publiek juichte hem toe zodra het bemerkte dat er activiteit was op het podium. Vanuit zijn ooghoeken zag Jos de jonge journaliste staan. Hij haalde wat extra capriolen uit om de lamp recht te hangen.

  • Ben even weg 12

    Test een, twee, drie

    De menigte juichte nog harder. De journaliste keek omhoog en richtte haar camera op hem. Hij voelde zijn geslacht hard worden en liet zich met veel vaart naar beneden storten, wat hem een boze blik van John opleverde. Het kon hem niets schelen.

    Hij haalde twee flesjes cola en ging schijnbaar nonchalant naast de journaliste staan. En, wil het lukken met de repor-tage? Stond die actie met de lamp erop? Hij stak haar een van de flesjes toe, maar ze weigerde. O, dat gedoe net? Nee joh, ik stelde alleen mijn belichting even in. Ze giechelde even. Haar borsten wiebelden mee. Jos klokte zijn cola in een keer achterover en smeet het flesje achteloos in de hoek. Daarna ging hij nog een keer naar beneden om de buizen te contro-leren. Hij schopte er een paar keer tegen, tot het dreunde. Daarna haastte hij zich weer naar boven. Hij wilde het begin niet missen.

    Het was nu bijna zo ver. Jezus, Jos, waar zat je? Ik had bijna Chris het podium op gestuurd. Dit is de laatste keer dat jij dit doet, zei John nijdig. Achter hem stond de journaliste, die haar camera in gereedheid had gebracht en dit gesprek wel filmde. Iemand van de organisatie knikte hem toe. Jos haalde diep adem en stapte het podium op. De ondergaande zon, de juichende menigte. Vooraan in het publiek hingen jonge meisjes over de hekken. Hij keek een van hen diep in de ogen. De muziek verstomde, de menigte leek stiller te worden. Jos greep de microfoonstandaard beet. Zwoel keek hij het pu-bliek in. Iemand juichte. De menigte begon te klappen. Jos sloot zijn ogen. Haalde diep adem, drukte zijn lippen tegen de microfoon en zei: Test. Test een, twee, drie. Het gejuich zwol aan. Hij opende zijn ogen. Herhaalde zijn tekst. Test.

  • Ben even weg 13

    Test een, twee, drie

    Test een, twee, drie. Er flitste een camera. Hij keek even opzij naar de journaliste. Filmde ze hem wel? Hij zag John gebaren. Een hand over zijn nek. Van links naar rechts. Twee keer. Kappen. Jos herhaalde de tekst. Test. Hij hoorde iemand in het publiek lachen, de mensen begon-nen te juichen. Toen twee armen op zijn schouders. Jos, het is klaar. Test. Test een, twee, drie.

    Nog n keer beklom hij de mast. Hij wist dat hij snel moest zijn. Hij voelde of het zakje op zijn buik er nog zat. Zekeren was niet nodig. Hij wist wat hij deed. Hij hoorde het gejuich onder zich, de eerste tonen van de band die begon te spelen. Hij richtte zich op de blauwe lamp boven zijn hoofd. Halverwege zijn tocht voelde hij de blikken van het publiek op zich gericht. Geroezemoes. Een schreeuw. Dwars door de muziek heen hoorde hij John. De journaliste stond naast hem. De camera had ze op hem gericht, nu wel. Als een aap liet hij een hand los. De band verstomde, de meisjes in het publiek gilden. Hij grijnsde en greep de mast weer vast. Klom naar boven. Test. Test, een twee, drie. Hij richtte zijn blik op de journaliste. Sjorde de rits open. Greep met zijn hand naar beneden en stortte een handvol vaalwitte plectrums naar be-neden. Test. Test een, twee, drie.

  • Ben even weg 14

    Miranda de Haan

    Sixpack

    De vuilnisbak zat vol, zag de vrouw. Hoewel aangedrukt, zat het deksel net niet helemaal dicht en ze zag vliegjes dansen langs blikkerend groen.Hij zag haar kijken. Ik verschoon de zak straks wel, ik ben er nog niet aan toegekomen.Ze trok haar jas uit, schopte haar schoenen in een hoek en zette de boodschappen weg. Toen ze de koelkast opende, zag ze wat ze al wist: het onderste rek was, op een half sixpack na, leeg. Dat was vanmorgen nog niet zo geweest.De man in haar leven droeg dezelfde joggingbroek als giste-ren en opende de koelkast terwijl zij de afwas van vanmorgen afspoelde en opzij zette.Moontje, waar is dat sixpack gebleven?Heb ik al een tijd niet meer bij je gezien, inderdaad. Ze keek hem niet aan en pakte de aardappels.Als dat een grapje is, kan ik er niet om lachen. Je weet dat ik niet kan sporten vanwege mijn hamstringblessure.Joh. Ik dacht dat je zon last van je sixpack had. Haar duwtje tegen zijn buik terwijl ze langs hem naar de koelkast liep, deed hem een stapje opzij zetten. Zeschoof de net gekochte doos eieren en een rookworst op het rek opzij. Hier, dit is

  • Ben even weg 15

    Sixpack

    was een van de twee sixpacks die ik gisteren heb gehaald. Er zijn nu nog maar drie blikjes over. Of kun je ook niet meer tellen vanwege je hamstring?Ik bedoelde een nieuwe. Je hebt net toch ook boodschap-pen gehaald? En wat heeft mijn hamstring nou weer met een sixpack te maken?We eten zuurkool met worst, over hamstrings gesproken. De rookworst was in de aanbieding vandaag.Ik heb geen honger.Nee, alleen dorst. Ze liep terug naar het aanrecht en ging verder met het schillen van de aardappels.Hij trok een blikje open en dronk, boerde ingehouden. ... Sorry. Was het druk bij de supermarkt? Je hebt maar wei-nig boodschappen gehaald, eigenlijk.Alleen wat we nodig hadden. En je zegt het verkeerd, bood-schappen worden gedn, niet gehaald. Ze schilde de aardap-pels sneller. Heb je ten minste een was gedraaid vandaag? De wasmand zit vol en ik heb geen behoorlijk werkbloesje meer. Tenminste, niet een die mij nog past.Je had toch wel een paar blikjes mee kunnen nemen? In je fietstas, bedoel ik.Ze zette het vergiet met een smak onder de kraan. De spet-ters vlogen in haar gezicht en ruw veegde ze met haar pols het water van haar wang. Had gekund, ja. Maar dat heb ik niet gedaan. Want gisteren stonden er nog twee sixpacks in de koelkast. Dus nee, ik heb geen bier gehaald.Je hoeft toch niet ltijd kattig te doen? Last van je hor Moontjes? Het bleef even stil. Sorry schat, dat was flauw.Ze beetop haar lip, sneed de geschilde aardappels in stukken en gooide die bij de zuurkool in de pan. Hij leunde tegen de koelkast en stond even dicht tegen haar aan toen zij de rook-worst pakte. Ze draaide zich van hem weg. Hij zei er niets

  • Ben even weg 16

    Sixpack

    van. Zijn hand, die vluchtig langs haar zij streek, heel even afdwaalde naar haar buik, negeerde ze.Die had niet in de koelkast gehoeven, hoor, die rookworst is vacum verpakt. Hij lachte naar haar. Zon warhoofdje ben je, niet normaal.Ik ben geen warhoofd. Ik ben moe en ik kook! En ik probeer dit huishouden in mijn eentNou ja, zeg. Ik zei toch dat ik niets hoefde. Ik heb een pest-hekel aan zuurkool, dat weet je. Langs haar reikend pakte hij een blikje uit de koelkast. Ze duwde de deur dicht met zijn hand er praktisch tussen. Het blikje tikte tegen een fles Roos-vicee in het flessenvak. Het klonk als de bel voor de volgende ronde in een bokswedstrijd.O jee, een spuitertje. Het schuim droop van zijn vingers. Hij veegde zijn handen af aan zijn broek. En als je geen zin hebt om te koken, wil ik heus wel even op de fiets chinees halen. Wij jongens houden niet van zuurkool, mamma.Ze gooide het deksel op de pan. Dan hebben de jongens pech.Nou nou, het hoeft niet kapot.Zuurkool is goedkoop. We moeten zuinig aan doen, weet je nog? En ik moet gezond eten, geen chinees of patat. Trou-wens, jij eet toch niet als je drinkt. Als jij per se wilt eten wat jij lekker vindt, zou jij misschien eens boodschappen kunnen doen. Of koken.Ik hou niet van koken. En jij weet beter wat we nodig heb-ben.Ze rolde met haar ogen. Zeur dan niet. Heb je nog wat ge-hoord van die sollicitatie?Hij zuchtte. Moeten we het daar echt nu over hebben? Je bent net thuis. Nee. Nog niets.Heb je ze vandaag weer niet gebeld? Als ze je afwijzen weet je

  • Ben even weg 17

    Sixpack

    tenminste waar je aan toe bent enMoon. Het voelt al rot genoeg zonder dat ik jou ook nog op mijn nek heb.Ja, dit schiet toch niet op zo! Je zit al twee maanden thuis. Ze sloot haar ogen. Achter haar werd de koelkast geopend. Ze kromp ineen bij het sissen van het blikje.Ik weet gewoon niet... of ik dit allemaal wel kan. Ik heb even tijd nodig, weet je. Kun je me niet een beetje met rust laten? Me zien als even weg, maar komt zo terug? Kun je dat proberenHaar haren zwiepten, zo snel draaide ze zich om. Het aard-appelmesje in haar hand, lang zo scherp niet als haar stem, priemde in zijn richting. De paar meters die hen scheidden, hadden er ook duizend kunnen zijn. Jij weet niet of je dit allemaal wel kan? We kunnen niet meer terug. Ze slikte. Ik kan niet meer terug. Wil je bij me weg?Hij schudde zijn hoofd, zette het blikje op het aanrecht en wreef over zijn voorhoofd. Nee, natuurlijk niet, Moon, ikOm ergens weg te gaan, moet je er eerst zijn, hoor. Maar het is goed. Ga dan g dan! Ze sloeg het blikje van het aanrecht, het raakte zijn been en bier liep bruisend over op de vloer.Hij pakte het blikje op, gooide het in de vuilnisbak en drukte het deksel weer aan.Vliegjes dansten even op, om weer op het deksel te landen dat langzaam omhoog kroop tot de eerdere, halfopen stand. Ze stonden er allebei naar te kijken. Hij met zijn armen slap langs zijn lichaam, zij met ogen die tranen binnenhielden.Ik ga douchen. Giet de aardappels af als de kookwekker gaat, wil je. Ze wachtte zijn antwoord niet af. Eenmaal boven leunde ze tegen de muur. Op de overloop lag een plastic dek-sel op een met verf besmeurde krant. Ze schopte ertegen en

  • Ben even weg 18

    Sixpack

    het zwierde, met de eraan vastgeplakte krant er nog aan, door de gang als een aangeschoten frisbee, terwijl zij een tweede trap gaf tegen een emmer halfvol met lichtblauwe latex. Er zat een vel op en er lekte geen verf uit de emmer toen hij omviel. Nog een schop en het verfvel brak. En liepen tranen over haar gezicht.De emmer rolde over het laminaat, een openstaande deur door en een deels lichtblauw geverfde kamer in en kwam met een bonk tot stilstand tegen een opengescheurde Ikeadoos. Er stond een half in elkaar gezet ledikantje naast. De voor-deur viel achter hem dicht terwijl zij boven de badkamerdeur opende.Ze hield haar ogen dicht en liet het water over haar hoofd stromen. Ze stond heel stil. Pas na een paar minuten waste ze zich snel, droogde zich af, trok haar badjas aan en lag toen even op bed met haar handen op haar buik, totdat ook haar ogen droog waren. Toen stond ze op, stopte een was in de machine, stapte over het sliertige verfspoor op de overloop heen en liep naar de keuken.De vuilnisbak stond open, zag ze. De volle zak was weg en de rol vuilniszakken lag op het aanrecht. De aardappels waren afgegoten. Er lagen twee placemats op de keukentafel met op elk ervan een bord.Er lag ook een briefje.

    Ben even weg, zodat ik voorgoed naar je terug kan komen. Ik gooi gelijk de vuilniszak weg.

  • Ben even weg 19

    Sjoerd Bosgra

    De rencarnatie van een gelukzoeker

    Ruiters die van hun paard vallen, zegt Santos tegen Kip, moeten er daarna direct weer op gaan zitten, anders worden ze bang voor paarden. Hij wacht even. Jij, gaat hij wijzend naar Kip verder, moet zo snel mogelijk weer op een vrouw kruipen, anders word je nog bang voor ze. Uit de koelkast onder zijn bureau haalt hij nog twee pijpjes. Met de achter-kant van een eetlepel waar opgedroogde yoghurtresten aan kleven, knalt hij ze open. Kip kan zich niet herinneren dat hij Santos om raad heeft gevraagd, maar met de situatie waarin hij verkeert kan hij zijn adviezen goed gebruiken. Wat Kip overigens ook goed kan gebruiken is de ongedwongen chaos van Santos vrijgezellen-appartement, waar hij tijdelijk verblijft.Er is de afgelopen jaren veel veranderd, Kippie, zegt Santos op de toon van een vader die zijn zoon adviezen meegeeft voordat hij hem op ontgroening stuurt. De magie is eraf. Vroeger hoor mij, vroeger! vroeger betekende het nog iets als je een date had: je wilde allebei, je moest alleen eerst nog even uit eten met elkaar. Jij betaalde de rekening, zij ging

  • Ben even weg 20

    De rencarnatie van een gelukzoeker

    uit de kleren. Tegenwoordig stelt het volgens Santos allemaal niets meer voor. Wat had hij immers hoeven doen om van-avond een date voor Kip te regelen? Een verzonnen profiel aanmaken op een gratis website Santos vond het daarbij wel grappig om zijn vriend de naam Johannes mee te geven en drie dagen later was de borrelafspraak met Nadien geregeld.Daten, zo hoort Kip zijn vriend beweren, is tegenwoordig hard werken zonder dat de uitkomst vaststaat. Je wordt aan een uitgebreide keuring onderworpen, een tocht langs de vijf zintuigen die altijd in dezelfde volgorde plaatsvindt.Eerst het oog: ze kijken eerst naar je. Naar je houding, je kle-ding, je schouders, je kop, je kont, je schoenen, maar vooral naar je gedrag. Als je voor de eerste test geslaagd bent, komt het gehoor. Ben je echt die populaire boy of ben je gewoon een sukkel die er toevallig goed uitziet? De reuktest staat daarna op het programma, als alle seinen althans nog steeds op groen staan. Je komt wat dichter bij haar staan. Of zij bij jou. Ze ruikt je en keurt. Om door te gaan naar de volgende ronde kun je je ook hier geen misstappen veroorloven. Een shirt dat iets te lang in de wasmachine is blijven liggen is doorgaans al een dealbreaker.Nu begint het grotemensenwerk. Amateurs die denken dat ze er met de smaaktest al zijn, vallen zonder uitzondering genadeloos door de mand. Ga maar na: waar sta je meestal te tongen? In de kroeg of bij haar fiets. Waarom? Omdat ze je eerst wil proeven voordat ze voor je uit de kleren gaat. En geef haar eens ongelijk! Professionals hebben dan al een Smint ge-nomen. In plaats van met kruidenboter hebben ze hun stok-broodje eerder die avond met roomboter besmeerd.Het laatste zintuig is het voelen. Het allerdiepste, allerintiem-ste voelen. Het voelen onttrekt zich aan elk advies, het ont-stijgt elke gedragscode. Het bereiken van het intiemste van

  • Ben even weg 21

    De rencarnatie van een gelukzoeker

    de vrouw is als de hemel voor gelovigen: er zijn strikte regels waar je je aan moet houden om er te komen, maar niemand vertelt je ooit wat je moet doen als je er eenmaal bent.Met zijn jas al aan zet Kip zijn bijna lege biertje op het aan-recht, haalt een hand door zijn haar. Ben even weg, perst hij eruit en hij geeft Santos een knipoog.Je kunt het nog wel, tijger! Santos maakt een paar quasi-professionele boksbewegingen naar Kip. Ik wil je hier voor morgenochtend niet meer zien, roept hij Kip na.Om niet te wanhopig over te komen komt Kip tien minuten na de afgesproken tijd de schaars verlichte bar van het vol-ledig tot uitgaansgelegenheid omgebouwde kerkje binnen. Ergens halverwege, alleen aan een tweepersoonstafel tegen de muur, zit een meid die van alle vrouwen hier het meest op de profielfoto van Nadien lijkt. Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig, denkt Kip. Er zijn dus mensen, mensen zoals Santos, die dit elk weekend doen, die hun grapjes voorbereiden, oe-fenen voor de spiegel en elke week op een ander uitproberen. Gelukzoekers die zich telkens weer beter, mooier, interessan-ter voordoen dan ze zijn.Lachend stelt Nadien zich aan hem voor. En jij moet Johan-nes zijn.Dat is verdomme waar ook! denkt Kip. Vanavond ben ik Jo-hannes. Johnnes! Als hij het goed kan inschatten is Nadien een jaar of vijf jonger en een kilo of dertig lichter dan hij. Ze lacht veel, ze zuipt veel en ze praat veel. Licht voorovergebo-gen, met grote bruine en een tikkeltje waterige ogen, kijkt Nadien hem indringend aan en zegt allemaal dingen. Over haar studie en de tramrit naar deze bar, waar ze overigens nog nooit was geweest. Wel veel over gehoord. Ze heeft een strakke pony tot halverwege haar wenkbrauwen die de aan-dacht goed afleidt van de oneffen huid op haar verder mooie

  • Ben even weg 22

    De rencarnatie van een gelukzoeker

    gezicht. Een model zal ze nooit worden, maar lelijk is ze zeker niet. Verzorgd, vindt Kip.Eigenlijk moet ik even naar het toilet, zegt Nadien. Glim-lachend laat ze een korte pauze vallen, alsof ze op zijn toe-stemming wacht.Dan ga ik je eigenlijk niet tegenhouden, antwoordt Kip, en bestel ik nog een pinot grigio. Zullen we gelijk maar een flesje doen?Inschikkelijk knikkend glijdt Nadien van haar stoel en draait zich om naar de toiletten. Haar lange benen houden haar kont trots omhoog, zoals een zegevierend sportman zijn bo-kaal aan een juichende menigte toont. Kip maakt van de ge-legenheid gebruik om Santos een bericht te sturen:Van die zintuigentest komt tot nu toe weinig terecht, maarals ik naar haar billen kijk ben ik al in de hemel. Thx voorhet regelen. Kippie.Ben je met je vriendinnetje aan het chatten? Lachend gaat Nadien weer zitten.Zoiets, ja, antwoordt Kip. Hij drukt op versturen, laat zijn telefoon weer in zijn broekzak glijden. Dat ik met iemand aan het borrelen ben die me vierkant onder de tafel drinkt.Nadien lacht, ze heft haar door de koude beslagen glas. Je bent echt grappig, grinnikt ze kinderlijk. Zonder haar ogen van hem af te wenden veegt ze met haar tong haar linker mondhoek schoon. Die mondhoek was niet vies.Nu moet ik even, zegt Kip een paar gesprekken over niets later. Excuseer.Ik keek net even achterom toen je naar het toilet liep, zegt Nadien als hij weer terug is, en je hebt echt een lekker kontje, weet je dat?Ze kan geen idee hebben waarom Kip zo hard moet lachen. Toch lacht ze onderzoekend mee.

  • Ben even weg 23

    De rencarnatie van een gelukzoeker

    Zit je naar me te gluren? vraagt Kip nog steeds lachend. Ouwe gluurbuur!Ouwe gluurbuur? fronst ze.Jezus, de gluurbuur! roept Kip verontwaardigd. Ken je de gluurbuur niet? Rembo en Rembo? Villa Achterwerk? Nee? Van welke generatie ben jij? En zonder het antwoord af te wachten gaat Kip verder: De gluurbuur begluurde zijn buren met een telescoop en werd boos als ze bij het zonnen hun bikini aanhielden. Hilarisch! Hij valt even stil, inspecterend hoe het licht in de witte wijn verandert als hij zijn glas met een paar vingers om de steel ronddraait. De gluurbuur, mij-mert hij verder, je weet niet wat je mist.Toch lacht ze. Dat moet ik zien! zegt ze uitdagend. Zullen we zo de gluurbuur kijken op mijn iPad?

    Goedemorgen schoonheid, zegt ze als Kip het eerste spleetje licht in zijn ogen toelaat. Nadien zit aangekleed op het voe-teneind, god weet hoe lang ze daar al zat. Ik heb een ontbijtje voor je klaarstaan, ik ben net al even voor je naar de Appie geweest.Voor mij? Het kost Kip even moeite om zich te realiseren dat hij op het kleine zolderappartement van Nadien ligt. Neem je zelf niks?Ik heb al gegeten. Maar jij hebt zo hard gewerkt vannacht, je hebt wel een stevig ontbijt verdiend.Niet alleen heeft ze al gegeten, ze heeft ook al gedoucht. Wie weet heeft ze er ook al een halve marathon op zitten, ze moet toch iets doen om dat lichaam in zon goddelijke vorm te houden. Uit zijn broekzak naast het bed grist Kip zijn tele-foon. 11:34. Dan zijn er inderdaad mensen die er al een halve dag op hebben zitten, denkt hij. De geur van gebakken spek wakkert zijn honger aan, hij gaat rechtop zitten, schraapt zijn

  • Ben even weg 24

    De rencarnatie van een gelukzoeker

    keel en wrijft in zijn ogen.Wat zit je te kijken, gluurbuur? murmelt hij.Je bent zo mooi, zegt Nadien. En grappig. Ik ben zo blij dat je er bent.Het klinkt alsof ze elk moment in huilen uit kan barsten, denkt Kip. Fronsend zwaait hij zijn benen uit het bed; een geur van rubber en opgedroogd zaad komt hem tegemoet. Hij inspecteert zijn schaamhaar. En hij negeert Nadien. Sma-kelijk genietend van zijn roerei met spek, beschuit met aard-beien en verse jus laat Kip even later de hemelse beelden van vannacht de revue passeren.Met haar ellebogen op tafel leunend, ongeveer ter hoogte van waar ze een paar uur geleden haar borsten nog op het koude hout drukte, staart Nadien naar het ontbijten van haar date. Normaal gesproken wordt er aan deze tafel dus ontbeten, denkt Kip glimlachend.Ik weet wat je denkt, zegt Nadien met haar hoofd tussen haar handen geklemd, en ik denk hetzelfde. Wat een eerste date, h?Kip weet oprecht niet wat hij daarop moet antwoorden, dus hij concentreert zich maar weer op zijn ontbijt.Zeg eens iets, gaat Nadien even later glimlachend verder. Je hebt zon sexy stem.Heb je koffie? Verder is er weinig aan te merken op dit ont-bijtje, vindt Kip, maar een fatsoenlijke bak koffie behoort toch tot de standaard.Ja, natuurlijk! Ze springt op en huppelt naar het aanrecht. Sorry.Je hoeft geen srry te zeggen! Met een arm op tafel en met de andere nog steeds druk scheppend in zijn roerei hangt Kip fronsend boven zijn bord.Ik wil gewoon dat je het naar je zin hebt, zegt ze pruilend,

  • Ben even weg 25

    De rencarnatie van een gelukzoeker

    ik ben zo blij dat je er bent.Dat hebben we gemerkt vannacht, denkt Kip. Met zijn wijs-vinger schuift hij de laatste stukken spek op zijn vork. Het avontuur is voorbij, denkt hij, de calorien zijn weer binnen, tijd om de zon op te zoeken.Hier is je koffie, lieverd. Nadien gaat weer zitten en kijkt toe hoe Kip zijn eerste slok naar binnen slurpt.Weet je wat het is? vraagt ze. Kip heeft geen idee wat het is en maakt dat duidelijk door zich op zijn koffie te concentre-ren alsof hem niets gevraagd werd. Dit klinkt misschien heel raar, gaat Nadien evengoed verder, maar ik ben mijn hele leven al precies naar jou op zoek.De helft van de koffie spuugt Kip terug in de mok, de andere helft gaat onbedoeld over de ontbijttafel. Verwijtend kijkt hij haar aan.Nee, luister! Voordat ik je eindelijk heb gevonden heb ik al vaak van je gedroomd, gaat ze een octaaf hoger verder. Dan zag je er precies zo uit en praatte je precies zoals je praat.Dat is heel lief van je, zegt Kip, terwijl hij zijn telefoon van tafel grist en opstaat, maar ik moet er echt vandoor. Ik heb zo afgesproken met een vriend, ik ben eigenlijk al te laat.Blijf nou zitten! mekkert Nadien. Ik had het niet moeten zeggen. Sorry, ik ben gewoon onwijs verliefd op je! Dan zeg ik rare dingen. Sorry!Ongemakkelijk lachend loopt Kip naar de deur om zijn jas te pakken.Johannes! gilt ze als hij de deur opent. Wat is je achter-naam? Dan zoek ik je wel op.Van de Pavert, liegt Kip, en in de deuropening nog een keer: Johannes van de Pavert.Apathisch blijft Nadien achter aan de tafel.Wat een freak! mompelt hij in het trappenhuis. Bij het los-

  • Ben even weg 26

    De rencarnatie van een gelukzoeker

    maken van zijn fietsketting hoort hij boven zich een raam opengaan.Hoe spel je Van de Pavert? roept ze met haar iPad in haar hand. Ik kan je niet vinden!Vanuit looppas springt hij op zijn zadel; zonder nog omhoog te kijken zwaait hij naar het open raam. Als hij de straat uit is vermindert hij vaart, blaast zijn longen leeg alsof hij net aan de dood is ontsnapt en vist zijn telefoon uit zijn zak.Met Santos, klinkt het aan de andere kant.Ik heb het antwoord voor je, hijgt Kip.Kippie! zegt Santos alsof ze elkaar een maand niet gesproken hebben.Ik heb je gemist vannacht. En daarna verward: Welk ant-woord?Het is rencarnatie, zegt Kip. Je zei gisteren toch dat seks als de hemel is en dat niemand je kan vertellen wat je moet doen als je die bereikt hebt?Zoiets ja zegt Santos verwachtingsvol.Het antwoord is dus rencarnatie, zegt Kip gedecideerd. Als je de hemel eenmaal bereikt hebt, moet je er zo snel mogelijk weer opdonderen.

  • Ben even weg 27

    Han Knols

    Tot straks

    Tot straks!Het was alsof de echo van zijn woorden na al die jaren nog te horen was in het smalle doodlopende steegje. Alsof zijn stem, toen waarschijnlijk een sopraan, weer langs de treden omhoog rende naar tweehoog in de hoop dat de opwinding niet zou worden opgemerkt. Denk erom, geen ruzie maken met Henkie en om vijf uur thuis! Het antwoord had altijd schril geklonken. Een stem vol onvermogen en frustratie, die door alles heen leek te snij-den. Hij baste haar woorden nu binnensmonds door de motregen. Toch klonken ze zo luid dat hij de aandrang voelde schichtig om zich heen te kijken, even uit balans, met een kinderlijke angst om alsnog betrapt te worden. Om wraak te nemen voor dat gevoel schreeuwde hij de woorden nu uit, ook om zich ervan te overtuigen dat hij alles overwonnen had. De gebalde vuisten die tegen de naden van zijn jaszakken drukten, vertel-den een ander verhaal. De ramen van enkel glas aan weerszijden weerspiegelden zijn geschiedenis. Omhoog kijkend meende hij de nieuwsgierige ogen te kunnen zien waarvan hij nu wist dat ze toen op hem

  • Ben even weg 28

    Tot straks

    gericht waren. Hij meende de hoofden te zien draaien, de woorden te horen die toen binnenshuis bleven; smalend of vervuld van medelijden, veroordelend of met mededogen. Maar het zou oneerlijk zijn om na al die jaren een betekenis toe te kennen aan iets waarvan hij zich destijds niet bewust was geweest.

    Met opgetrokken schouders sloeg hij de hoek om. Voor het huis waar Henkie had gewoond, bleef hij even staan om te zwaaien naar een van de kleine vensters. Het leek een zinloos gebaar, deze groet aan het verleden, maar het was een passend teken van dankbaarheid dat met terugwerkende kracht werd gegeven aan iemand die een jaar lang zijn geheim had gedeeld en met hem had samengespannen. Dat hij ook nu weer een drafje inzette, zonder de aanmoediging van een terugzwaai-ende hand, dat kon hij zo snel niet verklaren. Net zomin als het groeiende nerveuze gevoel in zijn buik, dat echt was en niet slechts een herinnering. Hij registreerde de wantrouwende blikken van de tegemoet-komende voetgangers. Zij zagen geen opgewonden jochie op weg naar zijn oma, maar een volwassen man die zonder aan-wijsbare reden rende. Ze hielden hun pas in, stapten opzij, vertrouwden er niet op dat hij om hen heen zou slalommen.Als hij nu in de goot zou gaan staan, vier meter van het put-deksel af, zouden zij dan ook blijven staan kijken? Een enke-ling misschien. Maar die zou niet begrijpen waarom hij met uiterste concentratie een steentje met zijn rechtervoet de put in schoot. Die zou het niet snappen als hij nu triomfantelijk zijn vuist zou ballen om daarna juichend een sprintje in te zetten. Zoiets was immers voorbehouden aan een jongetje dat aan dat soort rituelen nog voorspellende en bovennatuurlijke krachten toekende en geloofde het lot te kunnen bezweren.

  • Ben even weg 29

    Tot straks

    Een jongetje zoals hij ooit was geweest; dat het goede nieuws zo snel mogelijk wilde delen met zijn oma. Een jongetje dat opgewonden de brievenbus liet klepperen, te klein om bij de deurbel te kunnen, te klein voor alles, behalve voor hoop.

    Alles is goed, oma. Papa is nog steeds veilig, hijgde hij al terwijl de deur nog maar half geopend was. Heb je raak geschoten? Ze vulde nu de deuropening zoals alleen zij, de moeder van zijn vader, dat kon. Toch wel in n keer?Hij reageerde op de vraag en de onderzoekende uitdrukking op haar gezicht, waarvan hij toen niet wist dat die gespeeld was, door zijn handen in zijn zij te plaatsen en zijn kin naar voren te steken. Tuurlijk, vals spelen helpt niet!Dat was niet lief van me. Kom, we gaan. Haar hand streek liefdevol en verontschuldigend door zijn haren om daarna even op zijn schouder te blijven rusten. De deur viel in het slot.Hij glimlachte. Ze was trots op hem, omdat hij het iedere week aandurfde het noodlot uit te dagen met een steentje, vier meter en een put, omdat hij iedere week vals durfde te spelen tegen zijn moeder en een geheim kon bewaren. Opge-wekt huppelde hij naast haar, naar de bushalte.

    Toen de bus optrok en hij in de eerste bocht vertrouwd tegen haar werd aangedrukt, was het nare gevoel in zijn buik hele-maal verdwenen. Alles was goed, niets kon meer misgaan. Hij had wel eens autos met pech langs de weg zien staan, mannen naast hun fiets met een platte voor- of achterband zien lopen, gehoord over schepen die gezonken waren, maar deze bus be-reikte altijd zijn eindhalte aan de rand van de stad. Iets lan-ger dan de bocht duurde, liet hij zijn lichaam tegen het hare

  • Ben even weg 30

    Tot straks

    leunen en sloot voor een kort moment zijn ogen. Hij voelde haar tevreden ademhaling die hem vertelde dat zij er ook deze zaterdagmiddag voor zou zorgen dat er niets mis kon gaan.

    Tijdens die ritten zei hij weinig, net als zij. Hij genoot van de bochten, vooral als die de bus naar links lieten hellen zodat hij haar kon laten merken hoe veilig hij zich voelde. Soms leek ze iets te willen zeggen. Dan werden haar ogen voch-tig, terwijl haar tanden in haar bovenlip drukten. Dan sloop dat nare gevoel vanuit het niets weer naar zijn buik, naar het onderste deel daarvan. Maar voordat hij de woorden had ge-vonden voor een vraag die zij al in zijn ogen had gelezen, glimlachte ze.Nog eventjes, dan zijn we er.Ja. Volgens mij nog twee bochten en n stoplicht, oma.

    Stoplichten, daar had hij een hekel aan. Mama is soms ook een stoplicht, zei hij zacht. Als ik wil pra-ten over papa of jou, springt ze meteen op rood. En als ik stil ben, zegt ze dat ik op jou en papa lijk. Dan zegt ze weer dat ik meer moet praten, dat ik een binnenvettertje ben.Ze bedoelt het goed, dat weet je toch?Waarom moet ik dan altijd stiekem naar jou en papa? Waar-om mag jij nooit meer koffie komen drinken? Waarom gaat zj nooit met me mee op zaterdag? Waarom mag ik van jou dan nooit vertellen dat wij zaterdag samen de bus pakken, maar moet ik zeggen dat ik bij Henkie ga spelen? Voor papa is het toch ook niet leuk dat hij altijd beschermd moet worden, dat hij daarom niet thuis kan zijn?Sst! Niet zo hard, Johan.Hij keek om zich heen, de ogen naast hem volgend die de an-dere passagiers snel iets leken te willen vertellen. Sommigen

  • Ben even weg 31

    Tot straks

    glimlachten flauw terug, bijna lief. Anderen, vooral die met kinderen naast zich, keken een beetje droevig. Vooral naar hem.

    Nadat hij de handrem had aangetrokken, liet hij zijn armen even op het stuur rusten, wachtend op de bus die hij enkele minuten eerder had ingehaald. Nog steeds lijn 68, dezelfde bochten volgend die hij nu sneller had genomen, in de stoel gedrukt, zonder warme steun. Het oranje van de stoplichten had hem uitgedaagd, had hem twee keer door rood gejaagd en n flits opgeleverd. Die foto zou hij opvragen vr hij de boete zou betalen; om in te lijsten als surrogaat voor momen-ten die nooit waren vastgelegd. De andere autos op de bezoekersparkeerplaats vormden een dwarsdoorsnede van het hedendaagse wagenpark die je ook voor de Gamma of de Albert Heijn aantrof. Niets aparts. Ook aan de mensen die net waren uitgestapt en vanaf de halte naar het geopende toegangshek liepen, kon hij geen bijzondere kenmerken ontdekken. Het waren meer vrouwen dan mannen, dat was alles. Meer Albert Heijn dan Gamma dus. Een jongetje probeerde een vrouw aan haar hand trek-kend tot meer snelheid te manen. Zij verhoogde het tempo iets, maar zelfs vanaf deze afstand kon hij haar aarzeling zien. Alsof iedere stap een nieuwe keuze vergde. Dit was geen oma die met haar kleinkind op weg was naar haar zoon, maar een moeder die haar zoon naar zijn vader vergezelde.

    Zoals altijd haalden ze de mensen in die voor hen de bus had-den verlaten.We zijn weer het eerst, hoor! Hij keek lachend achterom en hield even in om haar de gelegenheid te geven de deur voor hem open te houden. Binnen groette hij opgewekt de man

  • Ben even weg 32

    Tot straks

    die in een soort politiehemd achter een dikke glazen wand in een loket zat. Hij vond het hier een beetje op een station lijken. De man knipoogde vriendelijk naar hem terwijl hij het paspoort dat oma onder het glas had geschoven opensloeg, vluchtig bekeek en daarna in een bakje schuin achter zich legde.Nu was het zijn beurt. Het zakmesje dat hij vorig jaar op de kermis had gewonnen omhooghoudend, stapte hij naar voren, wachtend op haar handen die hem op zouden tillen zodat hij het in de draaibare bak kon leggen die in het loket ingebouwd zat. Oma hield hem altijd zo lang omhoog dat hij de man aan de rode bolle knop kon zien trekken en de bak kon zien wegdraaien. Zijn gezicht bevond zich op gelijke hoogte met dat van de man achter het glas, die het mesje met een glimlach bekeek. Hij glimlachte terug en nam zich weer voor niet te vergeten om later, als hij net zo groot was als de man, samen met zijn vader langs te komen om hem en alle andere mannen hier te bedanken.

    Zo, nu kunnen we naar de deur zonder deur, zei hij nadat ook omas portemonnee in de bak was verdwenen. Hij wilde stoer klinken, groter dan hij was. Weet je nog, de eerste keer? wilde hij vragen. Hij keek naar het zwaailicht dat er samen met een toeterend geluid voor kon zorgen dat ze niet verder zouden kunnen. Hij wist wel dat hij het steentje in n keer in de put had gemikt en dat hij geen mes en andere dingen van ijzer in zijn zakken had, maar hij vroeg zich toch weer af of die rare deur niet eigenlijk een stoplicht was dat zomaar op rood kon springen.Haar hand wreef over zijn schouder. Hij begreep dat hij wel bang mocht zijn, maar zich niet moest laten tegenhouden door iets wat je niet kon zien. Daarom liet ze hem er als eerste

  • Ben even weg 33

    Tot straks

    doorheen lopen. Even stond hij stil, de handen, die hij net nog had gebruikt om zijn broekzakken te controleren, in zijn zij. Hij maakte een grote stap door de opening, door de on-zichtbare deur die hij altijd leek te kunnen voelen. De toeter bleef stil en het zwaailicht kwam niet in beweging. Met een plezierig gekriebel in zijn buik holde hij door de gang naar de lift. Het knopje met de pijl omhoog gaf al licht. Dankbaar keek hij naar de man die ernaast stond. Die wachtte tot ook oma in de lift stapte, voordat hij een van zijn sleutels in een soort slot stak en op een van de andere knoppen drukte.

    Hij draaide de contactsleutel om, zette de ruitenwissers aan en reed langzaam naar de uitgang van de parkeerplaats. De achter-uitkijkspiegel ving het beeld van de vrouw en haar zoontje die naar buiten kwamen. Het hoofd van het jongetje was licht gebogen en de korte beentjes leken moeite te hebben de vast-beraden stappen naar de bushalte te kunnen volgen. Hij gaf gas, richting snelweg.

    De verhuiswagen die hij inhaalde, wierp hem nog n keer terug in het verleden, naar de avond dat hij alles of niets had moeten spelen. Er was geen steentje, geen put, maar enkel hij en zijn moeder. Zijn moeder die hem vertelde over Victor, hr zaterdagmiddaggeheim. Misschien had haar stem daar-om altijd schril geklonken, vol frustratie. Misschien was het haar angstige wellust geweest of haar verlangen naar gebor-genheid en liefde. Ruzie met Henkie zou betekend hebben dat hij eerder thuis zou zijn gekomen, dat hij misschien te vroeg zou worden meegewogen in Victors keuze. Oom Vic-tor, zoals hij hem moest gaan noemen, die in een andere stad woonde. Ver weg. Het stoplicht was op rood gesprongen, de deur werd dichtgeslagen toen hij vertelde, probeerde te ver-

  • Ben even weg 34

    Tot straks

    tellen, waarom hij niet weg wilde, niet weg kon. Ze stortte een waarheid over hem uit die iedereen kende, maar die hij niet wilde horen.Twee dagen later zat hij naast de chauffeur van de vrachtwa-gen, stil voor zich uit starend.Tot straks, oma. Tot later, fluisterde hij, toen ze langs de put reden.

  • Ben even weg 35

    Jan Costers

    Even weg

    Ik ga even wandelen, zei je,net voor je de deur uit ging,ik ben even weg.

    Je brief vond ik pasnadat ik alleen gegeten haden de zon haar onderganghad aangevat.

    Ik versnelde mijn pasnaarmate ik het pad afliepdat jouw voeten onbezorgdbewandeld hadden.

    Het kan niet zijn, dacht ik,ze is nog te jongom nu al te gaan.

    Maar toen ik aankwamvertelden hun ogenwat hun lippen niet konden

  • Ben even weg 36

    Even weg

    De trein was op tijden ik veel te laat.

  • Ben even weg 37

    Marcel de Laat

    Ivan de Verschrikkelijke

    Ivans moeder moest ooit een aantrekkelijke vrouw zijn ge-weest. Vandaag oogde ze vermoeid en uitgeblust. Misschien had ze enkele maanden geleden, toen haar zoon zijn vreselijke aandoening nog niet onder de leden had, nog rechtop gelo-pen. Nu waren de kraaienpoten duidelijk zichtbaar rond haar ooghoeken; onder haar ogen hingen wallen als slingers op een kinderfeest. Haar haar was vuil en ongekamd. Ze zag eruit alsof ze al weken onder een brug sliep.Van Wyck voelde met haar mee. Zelfs na bijna vijftig van deze huisbezoekenging het leeuwendeel van zijn medelijden uit naar de ouders. Het kind voelde er weinig van. Het kind hoefde zelfs als het mis ging niet te lijden. Het waren de ou-ders die de volledige terugslag te verwerken kregen.Dokter Van Wyck? Ze stond in de deuropening van een on-opvallende twee-onder-eenkapwoning in een Utrechtse Vinex-wijk. Achter haar, in het huis, was het zo donker dat Van Wyck slechts een glimp van een kapstok opving. Vanaf de straat had hij al gezien dat de gordijnen gesloten waren. Alles om kleine Ivan voor de buitenwereld te verbergen. Druilerige regen en een grijze lucht completeerden het plaatje.Dat klopt, zei Van Wyck. En u moet Ivans moeder zijn.

  • Ben even weg 38

    Ivan de Verschrikkelijke

    Ze knikte. Zeg maar Mary-Anne. Komt u verder.Van Wyck volgde haar naar binnen, de donkere gang door, een niet minder duistere huiskamer in. Ook hier waren de gordijnen gesloten. De dokter struikelde bijna over een em-mer die in de deuropening stond. Hij staarde even naar de emmer, in een vruchteloze poging de inhoud thuis te bren-gen. De textuur ervan was te dik om water te zijn.Mijn excuses, zei Ivans moeder, terwijl ze de emmer optilde en meedroeg naar de keuken, waar Van Wyck een vol aan-recht zag. We krijgen niet veel gasten sinds Snds. Gaat u zitten.Hij zakte neer op de bank, drukte een zakdoek tegen zijn neus. De agressieve zwavelachtige geur die hier in huis hing, bracht zijn neus aan het lopen. Is Ivans vader ook in de buurt?Hij hij is weggegaan, zei Ivans moeder vanuit de keuken. Hij zei dat hij het niet langer aankon. Ik hoop dat hij snel terugkomt. Ik ik mis hem.Dat spijt me voor je. Het kwam niet zelden voor dat situ-aties als deze gezinnen uit elkaar dreven. Vaders en moeders die elkaar de schuld gaven. Het ligt aan jouw kant, jouw genen. Toen het zijn eigen gezin overkwam had Van Wyck de scheu-ren in zijn huwelijk zien ontstaan. Gelukkig had hij het tij tijdig kunnen doen keren. De huiskamer gaf Van Wyck een goed beeld van het stadium waarin de jongen moest verkeren. Dit was duidelijk een Code-5. Er was op de muren geklad met zwarte stift. On-leesbare hirogliefen. Nauwelijks meer dan grottekeningen. Hier en daar was het behang losgetrokken. Van een oude kast waren de ruitjes ingeslagen. De jongen was ver teruggevallen, misschien mr jaren dan de beschaving telde.Ga alsjeblieft zitten, zei Van Wyck. De ervaring had hem ge-

  • Ben even weg 39

    Ivan de Verschrikkelijke

    leerd dat de meeste ouders nieuws als dit niet licht opnamen. Tot ze ging zitten nam hij de tijd om zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Ik wil dat je allereerst begrijpt dat de jongen die boven in Ivans slaapkamer zit, niet je zoon is. Ja, hij draagt zijn lichaam, en dat lichaam zullen we moeten preserveren willen we Ivan onbeschadigd terugkrijgen, maar de persoon die het lichaam nu draagt, is niet Ivan. Ik hoop dat je dat beseft.Ze knikte. Ik heb de folder gelezen die u me stuurde. Alle symptomen die worden beschreven komen overeen. Het klinkt allemaal zo onwerkelijk.Van Wyck knikte. Hij was aangenaam verrast. De meeste ou-ders gooiden zijn folders en handboeken naast zich neer, vol-hardden in het ontkennen van de aandoening van hun kind. Dat begrijp ik. Zo nodig kan ik het een en ander toelichten. Je zoon is wat wij psalologen een palimpsest noemen. Weet je wat een palimpsest is?Dat stond in de folder. Een blad waarvan de tekst is uitge-gumd en dat opnieuw is beschreven.Dat klopt ongeveer. Alleen is je zoon zoals je weet geen blad. Ik vind zelf een floppydisk altijd een goede vergelijking. Om-dat je die opnieuw kunt beschrijven, weet je wel? Helaas heeft de tijd me op dit punt ingehaald. Niemand gebruikt nog dis-kettes. En een usb-stick spreekt een stuk minder tot de ver-beelding, begrijp je? Hij grijnsde. Een klein grapje om zijn clinten op hun gemak te stellen. Aan deze vrouw was het niet besteed; haar verdriet had haar vermogen om te lachen weggeteerd. Zie Ivan maar als een blad, als je wilt. Een blad dat je door hem goed op te voeden heel mooi hebt beschre-ven. Maar nu: tabula rasa. Je tekst is gewist; zij is om een of andere reden niet goed opgeslagen en thans verloren gegaan. Recentelijk is een andere tekst, een oerversie, naar boven

  • Ben even weg 40

    Ivan de Verschrikkelijke

    gekomen. Volg je me nog?Ze knikte langzaam. Ivan heeft de verkeerde tekst.Op zijn zachtst gezegd. Ivan is weg, hopelijk maar voor even, en een andere, onmetelijk veel oudere persoon loopt nu in Ivans lichaam rond. Hij draagt Ivan als een als een js. Op de een of andere manier is Ivan overgeschreven geraakt, waar-schijnlijk door een van zijn voorouders. Die liften soms mee in het genetisch materiaal, worden van generatie op genera-tie overgedragen. Ze kunnen lange tijd in het onderbewuste sluimeren, om dan ineens te ontwaken en... In mijn boek heb ik er een hoofdstuk aan gewijd. Heb je het gelezen? Ze schudde van nee. Ik heb toevallig een exemplaar bij me. Het kost slechts 49 euro. Je ziet: ik ben de definitieve autoriteit op het gebied van palimpsesten. Dat zegt de sticker op de voorkant ook.Hij zweeg toen er een woeste kreet klonk, ergens boven hem. Een doffe klap volgde, alsof er iets omver werd geworpen.Het lijkt erop dat hij wakker is, zei Mary-Anne. Ze boog zich naar hem toe en dempte haar stem. Dokter, wees eerlijk. Hoe ernstig is het?Van Wyck zweeg, dacht terug aan de vele soortgelijke casus-sen die hij in zijn lange, roemrijke carrire had behandeld. Zijn eigen zoon was de eerste zaak die hij op zich had geno-men, bijna dertig jaar geleden alweer. De arme jongen was van de ene op de andere dag onhandelbaar geworden, bezeten door een ongetemde, animale geest, een oervader die hem deed bijten en krabben naar een ieder die te dichtbij kwam. De woorden die uit zijn mond stroomden, klonken vaag Per-zisch, Assyrisch wellicht. De behandelende artsen hadden hem opgegeven en een enkeltje inrichting aanbevolen, maar hier had Van Wyck, die in die tijd nog docent maatschap-pijleer was, niets van willen weten. Het joch, zijn enige kind,

  • Ben even weg 41

    Ivan de Verschrikkelijke

    was pas tien. Hij kon dit niet laten gebeuren. Urenlang had hij aan het bed gezeten, koppig met zijn kind gepraat, zoals iedere ouder zou doen, ook al was het kind in kwestie aan banden gelegd omdat het anders zijn vader zou aanvliegen. Zijn vrouw dacht dat hij gek was. Aanvankelijk had het erop geleken dat de heren doctoren gelijk hadden, dat het niets zou uithalen, dat hij zijn tijd verdeed door dag na dag op hem in te praten, totdat hij, schijnbaar vanuit het niets, vooruit-gang boekte. Een doorbraak! Het kind, dat tot dat moment had liggen slapen, had zijn ogen geopend en zijn vader weer herkend.Pap klonk het zachtjes, zwakjes. Waarom was het licht uit?Kalm maar, had Van Wyck geantwoord. Je was even weg. Dat is alles.Voor zijn zoon was het alsof hij maanden in een coma had ge-legen. Van zijn regressie noch van de aanleiding daartoe kon hij zich iets herinneren. Het bevestigde Van Wycks vermoe-den dat er in de tussentijd iemand anders achter het stuur had gezeten. De jongen was snel hersteld, zijn oude zelf ge-worden. In plaats van op zijn lauweren te rusten en te genieten van de dankbaarheid die zijn vrouw hem toen nog betoonde, had Van Wyck geprobeerd de factoren terug te halen die de door-braak hadden geforceerd. Had hij iets bijzonders gezegd, een magisch woord dat de spreuk had verbroken? Integendeel. Na een tijdje had hij de taal laten vallen en het gewoon bij geluiden en aanrakingen gehouden. Misschien was dat het, misschien moest je tegen de voorouders praten in een taal die ze verstonden. Een oertaal desnoods. Hen op hun gemak stellen tot ze uit zichzelf weer vertrokken.Hij had besloten dat hij deze doorbraak, deze ontdekking,

  • Ben even weg 42

    Ivan de Verschrikkelijke

    met anderen diende te delen, anderen wier kinderen door een boosaardige voorvader werden gegijzeld. En dat waren er nogal wat, als je ogen en oren openhield. Overal ouders die zich erover beklaagden dat hun voorheen zo voorbeeldige kinderen onhandelbaar waren geworden.

    Zoals Ivan. Er klonk nog een kreet vanaf de eerste verdieping, het geluid van een worsteling.Ja, hij is duidelijk ontwaakt, zei Mary-Anne. De deur van zijn kamer zit op slot en dat bevalt hem niet. Hij wil naar buiten. Hij begrijpt niet dat hij huisarrest heeft. Wilt u hem zien?Ja. Het lijkt me tijd. Hij pakte een kleine geluidsrecorder uit zijn jaszak. Ik zal opnamen maken.Ze ging hem voor, een houten wenteltrap op. Lege bekers en glazen stonden op de treden. Hij slikt zijn pillen niet meer, zei de moeder. We moeten ze met geweld toedienen.Van Wyck knikte. Daar komt het uiteindelijk vaak op neer.Als zijn oom er niet was om hem in bedwang te houden, zou ik denk ik ook zijn weggelopen, mijn man achterna. Hij is sterk, mijn Ivan, voor zijn leeftijd. Hebt u daar nooit last van, dokter, dat ze u aanvliegen?Vaak genoeg, Mary-Anne, maar ik ben sterker dan ik eruit-zie.Het pareren van de aanvallen hoorde bij zijn werk. Het voor-deel was dat zijn dagen nooit saai waren. Er waren enkele ge-vallen die hij nooit zou vergeten. Een marathongesprek met een dertienjarige jongen (Code-4) die hem in perfect Frans had onderhouden over de gruwelen die zijn ouders waren aangedaan gedurende de Franse Revolutie. Een jong meisje (Code-3) dat zich in een kast had opgesloten, uit angst dat

  • Ben even weg 43

    Ivan de Verschrikkelijke

    soldaten haar zouden komen halen.Ze waren niet altijd boosaardig, mind you. Hij had genoeg gevallen meegemaakt waarin kinderen simpelweg angstig of volkomen futloos werden, nietlanger begrepen hoe de wereld in elkaar stak. Er waren vast ook gevallen waarin een kind er als persoon juist op vooruitging, maar die gevallen kwamen niet bij Van Wyck terecht.Hij wist niet waarom het alleen kinderen overkwam. Was het zo dat een palimpsest zich al gedurende de jeugd liet zien of anders helemaal niet? Waren er wellicht ook ouderen die plots door een andere, dominantere persoonlijkheid opzij werden gezet, maar niet onder zijn aandacht kwamen om-dat ze onmiddellijk in gekkenhuizen werden weggestopt? Het was een verontrustende gedachte dat er wellicht nog honder-den, dzenden mensen waren die hij zou kunnen genezen als hij maar van hun bestaan wist.Van Wyck was de autoriteit op zijn gebied. Er waren inmid-dels andere psalologen, maar die beschouwden hem als de grondlegger van hun vakgebied. Zijn boek was het handboek bij uitstek, een eerste hulp bij palimpsesten. Zijn therapie was in meer dan de helft van de gevallen succesvol. Meestal had hij zijn instrumenten niet eens nodig, de dwangmidde-len die hij inzette wanneer een palimpsest zich niet langs de verbale weg liet schoonpoetsen. Van Wyck hield er niet van om drastische maatregelen te moeten nemen, maar ze waren hem altijd goed van pas gekomen als de andere, meer humane opties waren uitgeput. Op deze resultaten kon hij trots zijn. In veel gevallen ging het om kinderen die al volledig waren opgegeven door hun ouders, die zonder zijn ingrijpen hun hele leven in inrichtin-gen zouden hebben gesleten. Hopelijk kon hij Ivan spoedig bij de succesvolle gevallen rekenen. Hij had behoefte aan een

  • Ben even weg 44

    Ivan de Verschrikkelijke

    meevaller. Niet dat hij zijn laatste opdrachten had verprutst, integendeel, hij had uitmuntend werk geleverd. Maar de lof die hij verdiende, was uitgebleven. Zijn vrouw was bijzonder afstandelijk de laatste weken. En keer had ze hem gezegd dat hij het contact met de werkelijkheid was verloren. Hij had niet begrepen wat ze daarmee bedoelde. Haar woorden zaten hem dwars op de momenten waarop hij juist geen stoorzen-ders kon gebruiken.

    Op de overloop was het pikdonker. De agressieve geur was hier nog nadrukkelijker aanwezig: zweet en urine die met de tevergeefse, maskerend bedoelde deodorant een onheilige al-liantie hadden gevormd. Hij merkte dat zijn neus weer liep, dat zijn ogen traanden. Hij stootte zijn voet tegen de onderste traptrede. Heb je misschien ook licht?Hij heeft de lampen stukgeslagen, fluisterde Ivans moeder, alsof ze bang was dat haar zoon haar zou horen. Hij zei dat het licht pijn deed aan zijn ogen. Alstublieft, dokter, brengt u mijn Ivan terug. Ze legde haar hand op de klink van een deur, gaf met haar andere hand een draai aan de sleutel. Bent u er klaar voor?Een momentje. Van Wyck greep zijn zakdoek en poetste zijn brillenglazen, snoot daarna zijn neus. Hij ademde diep in en weer uit, in en uit, in en uit, net zolang tot hij volkomen kalm was. Ga je gang.De deur van de slaapkamer zwaaide open. Mary-Anne deed een stapje opzij om de dokter voor te laten gaan. Deze trad voorzichtig binnen, sloeg zijn hand voor zijn gezicht om de stank te weerstaan. In het schemerdonker zag hij een adoles-cent op zijn bed zitten. Hij had oordopjes in en luisterde naar muziek die zelfs aan de andere kant van de kamer te horen was, een dreunend geluid dat leek te worden voortgebracht

  • Ben even weg 45

    Ivan de Verschrikkelijke

    door een reeks machines in een fabriekshal. Hij maakte geen aanstalten om overeind te komen, maar sloeg Van Wyck van veilige afstand gade, met zoveel woede als hij maar in een blik kon persen. De woede was slechts een faade, waarachter Van Wyck angst ontwaarde, angst en onzekerheid. Het zou een karwei worden om die faade te breken. Het was goed dat hij zijn instrumenten had meegebracht.Dag jongeman, zei Van Wyck. Hij stak een hand op, als een verzoenend gebaar.De jongeman zweeg.Versta je de woorden die ik spreek? vroeg Van Wyck hem. Knik als je me kunt verstaan.Flikker op, ouwe kut-opa, zei de jongeman. Die kutouders van me hebben je zeker gestuurd? Tyf maar weer op. Ik ga toch niks zeggen. Hij stak zijn middelvinger naar de dokter op. Van Wyck knikte en wendde zich tot Mary-Anne. Het is me duidelijk.Wat is het, dokter? vroeg ze. Wat denkt u ervan?Hij gromt. Hij bijt. Hij maakt gebruik van primitieve hand-gebaren om kwade geesten af te weren. Het is niets dan war-taal dat hij uitstoot. Van Wyck schonk Mary-Anne zijn meest indringende blik. Ik ga je niet met leugens geruststellen: dit is een ernstig geval. Een van de zwaarste die ik tot nu toe heb gezien. Maar niet getreurd: ik ben overal op voorbereid. Van Wyck stroopte zijn mouwen op en zocht in zijn tasje naar zijn boor en scalpel. Met zijn instrumenten in de aanslag betrad hij de kamer. Moge Gods liefde me steunen.

  • Ben even weg 46

    E. Driever

    Gesloten

    Ik heb vandaagmijn hoofd afgezetIk denk nietmeer aan jouHoe jij eruitzaggedeletetHoe je spraknu onhoorbaarHoe je lachteis mij vergaanHoe vuisten vlogenabdominaaldefinitiefuit die baan

    Hoe je lichaam(even weg voor anderen)de aarde voedtHoe een boomnog kan groeienOoit uit jou

  • Ben even weg 47

    Gesloten

    gevallen eikelDoe je, eindlijkdood, iets goed

    Ze hebben vandaagjouw dossiergesloten

    Ik heb vandaagt brood weer zelfgesneden

  • Ben even weg 48

    MGS Siemes

    Zul je me missen?

    Ze rijdt in een Koreaans autootje waar ze nauwelijks in past. Ze komt onze straat in gereden en parkeert dat malle ding achter de verhuiswagen. Vast niet van harte, want ze zet hem altijd het liefst op de stoep, precies naast de lantaarnpaal, en dat lukt nu niet. Mijn zoontje komt naast mij staan terwijl ze zich uit haar blikken dwangbuis probeert te wurmen. Nor-maal gesproken zou ze haar armen om de lantaarnpaal slaan en zich eruit trekken, maar nu is het een kwestie van afzetten, duwen en stukje bij beetje terrein winnen tot je plop hoort en ze met een smak op het trottoir belandt.Zover is het nog niet. Mijn zoontje en ik staan midden in de steeds leger wordende woonkamer en kijken door het gor-dijnloze raam naar het overbekende tafereel.Zul je haar missen? vraag ik.Nee, zegt hij. Hij kijkt me niet aan, maar ik ben blij dat hij mijn aanwezigheid erkent. Dat is meer dan zijn moeder mij gunt. Zo nu en dan beent ze de kamer binnen, verzet een verhuisdoos of neemt een plant mee naar buiten. Er staan hier geen kasten of zware meubels meer. De mannen van het verhuisbedrijf zijn boven het waterbed aan het demonteren. Het klinkt alsof ze om de haverklap struikelen.

  • Ben even weg 49

    Zul je me missen?

    Jullie hoeven niet weg. Mijn stem slaat over, mijn glimlach brandt in mijn gezicht.Ze zegt dat jij hier niet meer hoort en toch blijf je maar. Hij heeft een wijze stem, ik herken zijn moeder in zijn toch. Daarom gaat zij maar weg.En jij gaat met haar mee. Het klinkt als een verwijt en daar is hij op voorbereid.Jij bent eigenlijk bij ons weggegaan, weet je nog?Nee, dat weet ik niet en daar wil ik best iets boos over zeggen, maar ik twijfel en ik raak in de war en zijn moeder komt weer binnengestampt met een palmboompje. Ze ziet me niet en zwiept het plantje vervaarlijk in het rond; ik deins achteruit en de messcherpe bladeren snijden in mijn huid. Ik haal mijn hand langs mijn hals, maar ik zie en voel geen bloed. Ik voel helemaal niets.Ga je nog meehelpen of hoe zit het? vraagt ze, maar ze wacht niet op antwoord en is alweer de deur uit.Zo-ho! roepen mijn zoon en ik in koor.Hij kijkt me aan en ik zie eindelijk zijn overweldigende lach. Hij zucht zoals ik als vader zou moeten zuchten: Jij hoort hier niet te zijn, pap, ik hoop dat je het ooit zult begrijpen.Ik wil hem niet begrijpen.De dikke dame in de krappe Koreaan heeft een been naar buiten weten te werken. Het zal nu niet lang meer duren. Ik kijk achter mij de kamer in en ik zie dat hij al bijna leeg is. Alleen de palmboom en een kartonnen doosje staan er nog. Het gestommel van de verhuizers op de bovenverdieping is opgehouden. Het is tijd.Zal ik je missen? zeg ik maar, want ik ben gewoon niet ie-mand die kan vragen wat hij wil.Nee, dat zul je niet.Hoe kun je dat nou denken?

  • Ben even weg 50

    Zul je me missen?

    Omdat we dit gesprek nu iedere dag voeren, pap. Iedere dag. Miste jij mij vandaag?Natuurlijk niet, je bent er toch?Hij zucht weer zijn volwassen zucht: Laat maar, ik moet gaan.Blijf nog even.Hij heeft zijn jas al aan. Hij haalt een keer diep adem en kijkt me lang aan: Ik begrijp het nog steeds niet, pap, maar zo kan het niet langer.Hij lijkt zoveel ouder.Zijn moeder staat achter hem, ik heb haar niet eens binnen horen komen. Ze kijkt dwars door me heen. Kom Peter, we gaan. Ze klinkt opgelucht. Moet ik daar kwaad om zijn? Ik voel helemaal niets, alles is verlamd, zelfs de tijd.Peter loopt met zijn moeder de kamer uit. Hij draait zich nog even om en steekt zijn hand op.Moet jij dat laatste doosje niet meenemen?Dat is voor jou, lacht hij.Zijn moeder kijkt hem verschrikt aan, maar hij slaat zijn arm om haar heen en ze glimlacht tevreden. Ze lopen de kamer uit en ik kan niet met ze mee.Ik heb het doosje in mijn handen, het voelt leeg. Een paar krantenknipsels, een wazige foto en mijn telefoontje. Ik weeg het apparaatje in mijn hand en probeer de herinneringen die het oproept terug te duwen in de doos. Het lukt niet. Ik zie mijzelf weer zitten in mijn auto, telefoon in mijn ene hand, de radio zachter zettend met de andere. Ik geef een ruk aan het stuur, net voordat ik in de berm beland. Het telefoontje is niet veel groter dan een luciferdoosje en glipt uit mijn vingers. Het valt naast de passagiersstoel. Ik schreeuw in mijzelf dat ik het niet moet doen, maar ik doe het toch: ik koppel mijn gordel los en maak me zo lang mogelijk om het vervloekte

  • Ben even weg 51

    Zul je me missen?

    ding te pakken. Wanneer ik opkijk, zie ik de achterkant van de strooimachine, ik voel hoe de versnellingspook mijn buik binnendringt en hoe de pijn het leven uit mijn lijf verjaagt. Buiten mijzelf zie ik later hoe de brandweer mijn lichaam uit het verwrongen staal knipt.Jij bent eigenlijk bij ons weggegaan, weet je nog?Nee, lieve zoon, ik ben niet weggegaan, ik ben nooit meer thuis gekomen.Ze staan buiten. Hij is veel ouder, zie ik nu en hij is groter dan zijn moeder. Hij zet een tas in de auto en zwaait naar de chauffeur van de verhuiswagen. Plotseling, alsof hij zich iets herinnert, loopt hij langs de verhuiswagen naar het autootje dat daar nog steeds staat te schudden. Hij reikt met zijn ge-spierde arm naar binnen en zwaait met een sierlijke beweging de buurvrouw eruit. Ze landt als Mary Poppins met twee voetjes naast elkaar op het trottoir. Ze grijpt Peter vast en knuffelt hem, verpulvert hem bijna. Wanneer ze hem loslaat lijkt hij weer wat langer en dunner. Ik ga hem missen.

  • Ben even weg 52

    Hadeke

    Rimpelloos

    Hallo. Ik schiet meteen even de wc in, hoor. Ik kan het niet meer ophouden. Sorry.De man in het zwarte t-shirt stapt gehaast naar binnen en loopt meteen door naar de badkamer. Hij doet haar denken aan Jan.Ze vindt het wel fijn hier, alles heeft ze bij de hand in een beperkte ruimte. Een bed, een tafel met vier stoelen, een tele-visie waarop ze ook radio kan luisteren en een luie stoel voor het raam. Op de gang komt ze niet meer. Ze hoort de stem-men en het gelach, het geratel van karretjes, maar het voelt niet vertrouwd.Vanuit het raam ziet ze over de boomtoppen heen de toren. Daarachter ligt het park.

    Zal ik het kleed hier neerleggen?Ja, zei ze bijna geluidloos, maar haar knik bracht de bood-schap al duidelijk over.Ik hebhet brood al gesneden.Er is genoeg beleg. Hier, verse aardbeien, een stuk jong belegen kaas, chocoladehageltjes en kaantjes van mijn moeder.Verder heb ik een worstje en nog wat anderekaasjes meegenomen. En wijn natuurlijk. Twee flessen.

  • Ben even weg 53

    Rimpelloos

    Dat lijkt me meer dan genoeg!Ze voelde dat ze bloosde.Het is nog best warm, h? zei ze.Dat zal het nog wel even blijven. Zal ik vast een broodje voor je maken?Ja, graag. Niet te veel hoor, ik heb niet zon honger.Vandaag zou het gebeuren. Ze had zich erop gekleed. Emma had haar verteld dat het heerlijk was en dat het daarna alleen nog maar lekkerder zou worden. Van haar had ze ook wat tips gekregen, die ervoor zouden zorgen dat het voor hen allebei lekker zou voelen, zonder dat het gevolgen zou hebben.Lang genoeg erin, maar op tijd eruit. Je hoort het aan zijn adem.Ze boog voorover.O jee, laat ik de worst vallen.Hij probeerde zijn blik van haar blouse weg te houden. Emma had gelijk. Mannen kunnen dat niet.Al snel zaten ze aan de wijn.Zal ik nog wat bijschenken?Ja graag. Of wacht, jij doet al zoveel. Ik schenk wel in. Houd je glas maar bij.Pas op. Voorzichtig.Een golf wijn spoelde over zijn hand.Wacht maar.Langzaam kroop ze naar hem toe. Nam zijn glas over, pakte zijn hand en bracht deze naar haar mond. Zachtjes likte ze over de bovenkant, daarna langs de binnenkant en tot slot nam ze vanaf de duim elke vinger afzonderlijk tussen haar lippen. De zon had het einde van de dag al ingezet.Je moet het heft in eigen hand nemen, had Emma haar ver-teld. Ze hadden gelachen om dat heft in eigen hand.Mannen doen altijd zo stoer en hun broek staat bij een glim-

  • Ben even weg 54

    Rimpelloos

    lach al bol, maar de actie moet van jou komen.Ze had gelijk. Jan liet het lijdzaam over zich heen komen. Toch had hij deze plek zelf uitgekozen. Hier zouden ze niet snel betrapt worden.Ik hou van je, fluisterde hij.Ze bevrijdde zijn pink uit haar mond en leidde zijn vingers naar haar borst. Daarna greep ze naar beneden. Het ging snel. Achteraf te snel.Maar het wordt heus beter, zou Emma later nog een keer zeggen.Daarin had ze gelijk. Ze moesten trouwen, maar voor haar gevoel was er geen verschil tussen de verplichting en de keuze. Toen ze man en vrouw waren, konden ze meer tijd voor el-kaar nemen en dat kwam hun liefdesleven zeker ten goede.

    Jan is dood. Al een poosje.

    In de kamer klinkt gestommel. De badkamerdeur gaat open. Een man in een zwart t-shirt komt naar buiten. Ze vraagt zich af hoe hij binnengekomen is. Hij lijkt op Jan.Sorry moeder, het moest echt even.De man heeft een vriendelijke stem. Hij zal vast een kopje thee lusten. Ze reikt naar de theepot.Beter een vriendelijke vreemdeling dan een boze buur, was een van Jans zelfverzonnen wijsheden. Vandaag zal ze ernaar leven.Ze ziet wat haar handen moeten zijn. Haar trouwring herkent ze.Een vlinder fladdert in een korte vlucht door haar buik.Hallo Jan, zegt ze.

  • Ben even weg 55

    Tom Schoonbaert

    Trollenjong

    Kom mee, haast je.Jorn schudde zijn hoofd. Onder de lage tafel in de woonka-mer was altijd de beste schuilplaats tijdens de ruzies. Zo bleef hij uit het zicht, kon hij zijn ogen sluiten en doen alsof het onweerde. Kon hij hopen dat papa hem deze keer niet vond.Kom dan, Jorn. Alsjeblieft? De schrille stem smeekte hem nu. Een zacht handje streelde zijn wang.Nee, ik durf niet. Jorn sloeg zijn handen voor zijn gezicht toen hij het geluid van brekend glas hoorde. Donder, dacht hij, en papa zegt altijd dat ik niet bang mag zijn van donder. Toch bleef hij liggen.Arme Jorn. Wil je een spelletje spelen?Dat hoorde Jorn graag. Bere wist altijd leuke spelletjes te ver-zinnen: verstoppertje, tikkertje, wat dan ook. Ja, wat doen we?Een pluchen gezicht draaide zich naar hem toe en zei, met zijn eeuwige glimlach: Dat zeg ik je pas als je meekomt. Het is niet ver, tot achter de grijze wolk.Jorn keek om zich heen. Het onweer had zich verplaatst naar de keuken, dus was hij veilig, althans voor even. Hij kroop onder de tafel uit en volgde het beertje over het grasveld dat

  • Ben even weg 56

    Trollenjong

    zich over de volledige woonkamer uitstrekte. Toen hij de grij-ze wolk voorbij was, zag hij niets. Bere, waar ben je? fluis-terde hij. Hij ging op de grond liggen en keek onder de wolk. Een poot schoot vanuit de duisternis op hem af en tikte hem op zijn hoofd.Tikkie, jij bent het!Jorn giechelde een beetje en liep achter Bere aan. Net op het moment dat hij Bere wilde vangen, botste hij tegen iets aan en viel hij op de grond. Een grote schaduw verduisterde het gras. Voor hem stond de trol.Verdomme, pas toch eens op!De barse stem verbrak de betovering. Om Jorn heen veran-derde de wilde tuin weer in de alledaagse woonkamer. Sorry papa, zei hij.Wat spook je toch uit?Jorn stamelde iets en greep naar zijn teddybeer.Ik versta je niet, spreek duidelijker. De man pakte de beer op voor Jorn erbij kon. Wanneer stop jij eens met dat stomme ding te spelen?Je doet Bere pijn! Stop ermee, papa.Harry? Wat is er?Zes jaar en hij blijft maar met die stomme beer spelen, zei Harry.Jorn begon te huilen. Mama, Bere heeft pijn. Zeg tegen papa dat hij hem loslaat.Harry, wat doe je nu?Het wordt tijd dat hij een grote jongen wordt, Lise, echte vrienden maakt. Het is gewoon niet gezond dat hij hier altijd alleen is.Jorn bleef aan de beer trekken.Help me, Jorn. De stem van de beer klonk gedempt, angstig.Mama!

  • Ben even weg 57

    Trollenjong

    Dit is toch niet normaal meer, zeg nu zelf, riep Harry.De dokter zei dat Jorn gewoon heel veel fantasie heeft en zijn eigen wereld creert. Waarom zou hij ook niet? Even weg van hier, van...Wat? Zeg het dan, verdomme, van mij. Of niet soms?Mama, Bere heeft pijn. Papa moet hem loslaten.Hang het kind niet uit en laat die beer los, Harry!O ja? Ik ben hier het kleine kind? Heel goed. Kijk dan maar wat het kind doet. Harry negeerde het wanhopig gehuil van zijn zoon. Hij hield de beer voor zich, net boven de grijpende handen van Jorn, greep het hoofd van Bere, rukte het af en smeet de resten op de grond.Nee, papa, nee! Jorn nam de resten van zijn teddy in zijn armen en drukte ze huilend tegen zich aan.Smeerlap, waarom doe je dat? Lise liep naar haar zoon en probeerde hem te troosten. De jongen gaf beide stukken van zijn beer aan zijn moeder en keek haar smekend aan. Het is goed, jongen, zei ze. Ik zorg wel dat alles in orde komt met Bere.Die rommel moet in de vuilnisbak, zei Harry.Na die woorden stond Jorn op. Hij balde zijn vuisten en riep: Dat mag niet, stoute papa. Voor hem stond nu de trol, die even achteruitdeinsde. Toen kwam er een lelijke grijns op het gezicht van het wezen; uit zijn mond stroomde een duistere golf.Ik denk dat het tijd wordt om je te leren hoe je tegen je vader spreekt, zei Harry. Hij pakte Jorn bij de arm en kneep, hard.De jongen schreeuwde het uit van de pijn. De duisternis leek overal om hem heen te hangen, hem te verstikken.Waag het niet!Jorn viel op de grond. Hij wreef over zijn arm en keek ver-baasd toe hoe een wezen, sierlijk, stralend, het duister ver-

  • Ben even weg 58

    Trollenjong

    dreef. Een engel, dacht Jorn, dat moet wel. De engel ging voor de trol staan.Je blijft van mijn zoon af, begrepen? Ze hief haar armen op en nu leek de trol ineen te krimpen.Je bent al even geschift als die kleine.Na die woorden verdwenen het licht, de engel en de trol. Nu zag Jorn zijn vader staan, met gebalde vuisten die trillend naast zijn lichaam hingen.Wat interesseert het mij nog? Je doet maar, ik ben weg. Har-ry draaide zich om en verliet de woonkamer.Kort daarna hoorde Jorn de voordeur hard dichtslaan. Pas toen liep hij naar zijn moeder. Alles komt toch goed met Bere, mama?Natuurlijk jongen. Het is tijd om te gaan slapen, maar als je morgen wakker wordt, ligt hij weer bij je in bed.Beloofd?Ze nam hem in haar armen en gaf hem een kus. Beloofd!

    Jorn schrok wakker. Een geluid, ergens in zijn kamer, of was het op de gang? Hij duwde zich overeind in zijn bed. Het kussen voelde nog nat aan onder zijn hand. Hij kon zich niet meer herinneren wanneer hij precies gestopt was met huilen en in slaap gevallen was. Zonder Bere was de slaapkamer geen plaats meer waar alle knuffels feestvierden en verhaaltjes ver-telden. De anderen bleven stil, zelfs mijnheer Keun, die nor-maal niet wilde stoppen met kletsen totdat Bere zei dat het nu wel genoeg was. Maar niet vanavond. De kamer was kaal, leeg. Opnieuw hoorde hij iets, een gemompel op de gang.Doe het dan, maar maak hem niet wakker.Jorn ging weer liggen en deed of hij sliep toen hij de deur hoorde opengaan. Een stinkende wolk bedekte het bed en Jorn wist wie er de kamer binnengekomen was. Alleen de trol

  • Ben even weg 59

    Trollenjong

    had die geur, meestal laat op de avond, maar de laatste tijd steeds vroeger. Een ruwe hand streelde snel over zijn wang, deed hem rillen. Hij hoorde een grom en voelde de trol iets op zijn bed leggen.Geniet er maar van. De volgende keer smijt ik hem onmid-dellijk de vuilnisbak in.Jorn durfde zijn ogen niet open te doen en bleef stokstijf lig-gen, al kon hij niet wachten om te zien wat zijn vader op zijn bed gelegd had. De geur, die heel sterk werd toen de trol sprak, werd zwakker. Hij kromp ineen toen de slaapkamer-deur met een bons weer gesloten werd.

  • Ben even weg 60

    Henrieke Koelewijn

    Zwemmen in de Noordzee

    We zijn zestien en veertien.We lopen in bikini op het strand,lopen uit het zicht van onze ouders.

    We doen alsof we bij elkaar horen,maar eigenlijk ben je jaloers op mij,omdat ik mooier ben dan jij,omdat mijn cupmaat groter is dan die van jou.

    We gaan de zee in.Even later springen we achterwaarts op de golven.De golven tillen ons op, dragen ons en laten ons weer los.Alsof ze daarvoor zijn bedoeld.

    Dan komt er een golf die te hoog isen die ons overspoelt.Opeens ben ik onder water en alleen.Bevroren in de stroom.

    Als de kracht van de stroom afneemt kom ik boven.Opgelucht.

  • Ben even weg 61

    Zwemmen in de Noordzee

    Ik wil mijn opluchting delen met jou,maar ik zie je niet.Ik zie alleen de zee, de lucht, het strand.

    Ik moet je zoeken,mijn armen door het water laten gaan.Of hulp gaan halen,maar misschien duurt dat te lang.

    Net als ik begin te zoeken ben je daar weer.Je hoest het water op.

    Ik heb een seconde gedacht dat je dood was.Ik keek naar het strand en de luchten ik voelde de schuld die ik zou dragen.

  • Ben even weg 62

    Ronald de Hoogh

    Kort afwezig

    Ze is heel rustig. Ze klinkt bijna zakelijk, alsof ze het over een verre kennis heeft. Ik ben zo bij je, zeg ik tegen haar. Heb je Suus ook gebeld? Ik ben op mijn werk, ze heeft direct mijn 06-nummer gebeld. Ik loop langs personeelszaken en meld wat er aan de hand is. Ik vergeet niet eens om uit te klokken. Als ik naar mijn auto loop, denk ik aan de sleutel van de zolderkamer. Zou ze die gevonden hebben, droeg hij hem bij zich? Is ze al naar zolder gelopen, of denkt ze daar niet aan?

    Mijn vader zat meestal op zolder. Daar werkte hij aan zijn modelspoorbaan of bestudeerde de boeken waar de rest van het gezin niet in mocht lezen en vooral ook niet aan mocht komen. Stel dat er een afdruk van een vuile vinger op een bladzij komt, of een scheurtje in het papier, dan heeft het boek meteen geen waarde meer, legde hij ons uit. Tenmin-ste, niet voor mij! Hij glimlachte wel als hij dit zei, maar hij meende het heel ernstig.Beneden in de woonkamer stond ook een boekenkast, met daarin de boeken voor het hele gezin, zoals een dierenency-clopedie, waar ik als jongen vooral belangstelling voor had.

  • Ben even weg 63

    Kort afwezig

    Voor mijn twee jaar oudere zus Susan was er een collectie mo-derne literatuur in paperbackvorm. Mijn moeder toonde niet veel belangstelling voor de boeken. Ze las dagelijks een krant en kocht graag tijdschriften, maar boeken interesseerden haar niet. Waarom zou ik moeten lezen wat iemand anders ver-zonnen heeft? zei ze daarover.Je kunt toch ook een geschiedenisboek lezen, bracht ik daar een keer tegenin. Dat is niet verzonnen.Wat ben jij bijdehand! was haar enige antwoord. En ze deed alsof ze verdiept was in een artikel op de voorpagina van de krant en in de sigaret die ze op dat moment rookte.De zolderkamer was alleen toegankelijk voor mijn vader. Hij bezat de enige sleutel die op de deur paste. Als hij niet thuis was probeerde ik wel eens of de deur openging, maar dat was nooit het geval. Er zat een ouderwets slot in de deur, met een sleutelgat waar je doorheen kon kijken, maar er viel niets door te zien. De zolder was verduisterd.Als mijn vader op zolder bezig was, deed hij de deur ook ach-ter zich op slot. Hij wilde niet onverwacht gestoord worden. Alsof het zo belangrijk is, waar hij mee bezig is. Mijn moeder kon het niet hebben als hij urenlang onbereikbaar was. Vaak hield ze het dan in huis niet uit. Terwijl mijn vader boven aan zijn spoorbaan knutselde trok zij een paar kaplaarzen aan voor een wandeling in het nabijgelegen bos. In de herfst kwam ze dan thuis met een paar blaadjes in haar haar. Ze had toen nog lang donker haar en de blaadjes staken er rood en geel tegen af. Ze hield er niet van om op de paden te blijven.Na zon wandeling was ze in een beter humeur. Energiek ging ze de trap op naar zolder en klopte aan. Ze riep zijn naam en vroeg of hij beneden kwam. Soms deed hij dat dan ook.

  • Ben even weg 64

    Kort afwezig

    Kijk, zei mijn vader. Nu wordt het nacht! De treinen re-den over het trac. Als ze elkaar kruisten wachtte de een op de ander. Bij een spoorwegovergang gingen automatisch de spoorbomen dicht. Mijn vader draaide aan de dimmer van het licht. Langzaam werd het donkerder op zolder. Toen ik bijna niets meer zag, gingen in de huisjes van het dorpje op de treinbaan ineens lichtjes aan. Ook in de molen die bij het dorpje stond en waarvan de wieken geluidloos ronddraaiden, ging een lichtje branden.Hier heb ik maanden aan gewerkt, zei mijn vader. Ik moest het je gewoon laten zien.Na een tijdje draaide mijn vader het licht weer op volle sterk-te. De lampjes in het dorp gingen uit.In de boekenkasten die twee muren van de ruimte bedekten, stonden de boeken netjes geordend. Grote kunstboeken bij elkaar, gebonden uitgaven bij elkaar, pocketboeken bij elkaar. Ik kon geen titels onderscheiden en durfde niet naar de kas-ten toe te lopen om ze te kunnen lezen.

    Ter begroeting geef ik mijn moeder een droge kus op beide wangen. Ze heeft niet gehuild, zie ik aan haar ogen, tenmin-ste niet het laatste uur. Wat fijn dat je meteen kon komen, zegt ze. Natuurlijk, zeg ik.

    De dokter is al geweest. Het lichaam is vrij snel opgehaald, het was zon naar gezicht. Spooky. Hij zat daar in de stoel. Hij kwam van boven, hij ging in de stoel zitten, het leek of hij in slaap gevallen was. Maar ik had er een raar gevoel over. Ik riep hem. Wim! Toen raakte ik zijn schouder aan en zakte hij voorover. Spooky. Nu glijdt er een traan uit haar oog. Het lijkt of ze hikt.

  • Ben even weg 65

    Kort afwezig

    Dan vermant ze zich.Wat zei Suus? vraag ik.Susan schrok natuurlijk. Ze zal zo ook wel komen. Met haar man, denk ik.Ja.

    Ik wist niet of ik wakker werd door een geluid of dat ik geluid hoorde nadat ik al wakker was geworden uit een nare droom. Ik luisterde. Beneden in de woonkamer hoorde ik voetstap-pen op de parketvloer. Toen ik gehoest hoorde verdween de angst voor een inbreker. Het was mijn vader. Ik herkende het geluid. Ik bleef liggen. Het lopen beneden hield op. Ik sliep in de kamer het dichtst bij de trap naar beneden, naar de woonkamer.Mijn ogen wenden snel aan het donker. Aan de muur een poster van Herman Brood. Street. Ik besloot even te gaan kij-ken wat mijn vader aan het doen was.Hij zat in zijn pyjama in zijn stoel, met een fles en een klein glaasje op het bijzettafeltje. Dag jongen, zei hij. Wat ben je vroeg op, of heb ik je wakker gemaakt? Hij schonk nog een glaasje in. De lucht van alcohol herkende ik wel, al dronk ik dat toen zelf nooit. Ik ging tegenover hem op de bank zitten.Zit je hier al lang? vroeg ik.Al een tijdje, al enige tijd... Misschien nog wel wat langer... Misschien niet zo lang meer, wie weet.Hoe bedoel je? vroeg ik. Ik was niet gewend hem zo te horen praten.Schrik maar niet. Maar weet je, misschien ga ik er wel een tijdje tussenuit. Heel even maar. Een paar dagen. Sst. Zeg het niet tegen je moeder!Zo praatte hij nog wat verder, met gedempte stem, steeds zachter, tot hij stilviel. Tot de fles leeg was. Hij viel in slaap in

  • Ben even weg 66

    Kort afwezig

    de stoel. Ik bleef nog even naar hem zitten kijken, denkend aan zijn woorden. Ik spoelde het glaasje om in de keuken en zette de fles bij de andere lege flessen. Daarna ging ik weer naar bed. Mijn vader liet ik in de stoel zitten.

    De volgende ochtend leek hij zich niets van die nacht te her-inneren. De drankfles stond niet langer bij de andere flessen, zag ik.Ik hield me aan zijn verzoek en zei niets tegen mijn moeder.Een maand later was mijn vader toch ineens verdwenen. Er kwam al snel een brief uit Drenthe. Daar had hij zich verstopt in een hotel, om tot bezinning te komen en uit zijn harnas te breken, zo schreef hij. Wat een onzin! riep mijn moeder, nadat ze de brief aan Susan en mij had voorgelezen. Wat een dramatiek! Nou, laat hij maar in Drenthe blijven, laat hem maar in de turf wegzakken, voor mijn part.Maar toen hij een week later weer voor de deur stond, liet ze hem gewoon binnen. Mijn vader leek daarna niets veranderd. Er werd verder niet meer over gepraat.

    Susan is er nog niet. Ik heb koffie gezet voor ons tween. Voor mijn moeder zet ik er een glas water bij. Een glas water drin-ken werkt kalmerend en al is ze niet overstuur, het kan geen kwaad. Ze drinkt er meteen van.Had hij eigenlijk de zoldersleutel nog bij zich? vraag ik aan haar.Hoezo? Niet dat ik weet. Hij had niets in zijn broekzakken, zeiden ze.Jij bent toch nooit op die kamer geweest? Ben je niet be-nieuwd?Jij bent er toch wel eens geweest, zegt ze. Wat is daar dan te zien?

  • Ben even weg 67

    Kort afwezig

    Dat is wel lang geleden. Hij heeft daar toch een extra compu-ter staan? Ik weet niet wat nog meer. Vast die treintjes nog, de boeken... Het intrigeert me. Ik heb die boeken bijvoorbeeld nooit goed kunnen bekijken.Je bent wel nieuwsgierig. Mij interesseert het niet zo. Maar als jij naar boven wilt lopen, ga je gang.Mijn wangen beginnen te gloeien. Dat zal een mooi gezicht zijn. Snel sta ik op en loop naar de keuken. Ik drink wat water om af te koelen.Ik ga toch even kijken, roep ik.

    De zolderdeur staat open. De sleutel steekt aan de binnenkant in het slot. De indeling van het vertrek is niet veel veranderd. Alleen is er een bureau bij gekomen met een beeldscherm en een toetsenbord erop. Op de grond staat een desktop. De treintafel is in de loop der jaren nog verfraaid. Mijn va-der heeft een berglandschap met bossen aangelegd. Door de berg loopt een treintunnel. In het dorpje staat een fonteintje. Vast en zeker met stromend water, als je op het juiste knopje drukt. De molen draait niet. Alles is in rust. De locomotieven en treinstellen staan op een rangeerterrein.Dan zie ik naast het toetsenbord op het bureau een openge-slagen boek liggen. En boven op het boek ligt een opengevou-wen brief. Het papier is vergeeld. Daar ligt nog de enveloppe. Ik bekijk de adressering. De naam van mijn vader. Dan een postbusnummer.Mijn mond voelt droog als ik de brief begin te lezen.

    Assen, 24 juni 1980Lieve Wim...

    Van de rest van de brief lees ik alleen een paar woorden.

  • Ben even weg 68

    Kort afwezig

    Onder aan de brief de naam van een vrouw, de naam van een onbekende.Ik stop de brief in de enveloppe en steek die in de binnenzak van mijn colbert. Sst...

    De brief verbranden zou onzin zijn, dramatiek. Die gaat thuis gewoon in de shredder.

  • Ben even weg 69

    Joris De Brucker

    Nanoku

    Kunt ge geloven dat het hier maar veertien graden is?Ze zei het alsof het een schande was, maar voor mij moest het niet veel warmer worden. Ze reikte me een koude, slappe hand. Hilde Deman. De deur ging op slot en haar gezicht in neutraal. Ik heb uw cv doorgenomen en vergeleken met de andere kandidaten.Het zal wel bij de job horen: geen emotie tonen. Haar blonde haren lagen flets op haar hoofd. Ze had twee grote groeven rond haar mond, als halvemanen. Ze vervaagden wanneer ze sprak. Na een grondige analyse heeft de directie besloten u een voorstel te doen. U krijgt enkele dagen de tijd om hier al dan niet op in te gaan. Ze schoof me wat papieren toe. Hebt u nog vragen?Ik had er duizenden. Maar voorlopig zweeg ik nog. Zei zij nog maar eens iets. Iets waarachtigs, iets wat niet klonk als een arbeidsreglement.In gedachten blies ik op haar haren, zoals ik graag spinnen op de loop blaas die levenloos aan hun web kleven.Ze wiegden.

  • Ben even weg 70

    Nanoku

    Ze perste haar lippen lichtjes op elkaar om een gevleide glim-lach te onderdrukken, maar het lukte niet goed.Dan kom ik graag volgende week woensdag terug om samen met u het voorstel ter tafel door te nemen. Opnieuw een koude, slappe hand.En toen was ze weg.

    * * *

    De dagen daarop speelde ik de weinige woorden die Hilde had gesproken steeds weer af in mijn hoofd. Ik nam ook de bedrijfsbrochure door die bij het contract zat en beeldde me haar stem in bij de bedrijfsprietpraat.Ovoid IndustriesVan een kleine ronde o zou haar mond scherp opentrekken naar de i van Industries. Dan zouden haar wangen haar mond omhelzen in een diep gerimpelde accolade.The worlds leading cosmetics manufacturer, renowned for its tradition in top quality skin and hair care products, recommen-ded by hygiene aficionados and porn professionals alike, opened an extra research faculty in Belgium earlier this year, under the auspices of Prince Vincent himself, who had previously promoted his country on a trade mission to the US, as a hotbed of vestigial pharmaceutical innovation and top-notch tax sophistication.Ik liet me door de ochtendverpleegster naar het computer-lokaal brengen en zocht wat nieuwsartikels op. Het bedrijf bestond al sinds 1983, en had in 98 een doorbraak met Na-noku, een bacterile crme die zachte haarkeratines aantast. Het ontharingsmiddel werd gepatenteerd in Japan, heeft na-genoeg geen nevenwerkingen en bezit een stevig monopolie in zijn niche. Ovoid noteerde sinds zijn beursnotering stabiel, maar nieuwe producten zaten er blijkbaar niet onmiddellijk

  • Ben even weg 71

    Nanoku

    aan te komen. Er was ook nergens te vinden waar het bedrijf zich de eerste vijftien jaar mee had beziggehouden.Toen mijn uurtje op de computer om was, werd ik terug naar mijn kamer gebracht. Ik ging op mijn bed zitten voor de me-ditatieoefening waar mijn therapie rond opgebouwd was. Het was alweer een hele poos geleden dat ik ze nodig had gehad, maar ik wist dat het zicht op een baan, op een leven buiten de instelling, als een trigger voor een terugval zou worden beschouwd. Ik deed er dus goed aan om me een modelpatint te tonen en alle stappen te volgen zoals het hoorde.Maanden had ik aan mijn ruimtekaart gewerkt. Op basis van een hogeresolutiefoto van de nachtelijke hemel had ik een zo getrouw mogelijke kopie nageschilderd op de muur tegen-over mijn bed. De foto was genomen op 22 oktober 1995, vanaf de cordinaten +50.93576 breedtegraad en +4.03402 lengtegraad. De datum en de plaats van mijn eerste ontmoe-ting met Eve. Alle zichtba