België koploper inzake bieronderzoek

44
foto : Productschap Vis - P3A9169 - Afz. - v.u.: Evolution Media Groep - Vlasstraat 17 - 8710 Wielsbeke I N D U S T R Y onafhankelijk magazine voor de voedingsmiddelenindustrie maandelijks (uitgezonderd - januari, april, juli, augustus, december) - afgiftekantoor 8500 Kortrijk 1 - 2° afd. april 2013 13 de jaargang nr. 3 Specials: Bier & frisdrank - HVAC België koploper inzake bieronderzoek

Transcript of België koploper inzake bieronderzoek

Page 1: België koploper inzake bieronderzoek

foto

: P

rod

uct

sch

ap V

is -

P3A

9169

- A

fz. -

v.u

.: E

volu

tio

n M

edia

Gro

ep -

Vla

sstr

aat

17 -

871

0 W

iels

bek

e

I N D U S T R Y

FOODI N D U S T R Y

onafhankelijk magazine voor de voedingsmiddelenindustrie

maandelijks (uitgezonderd - januari, april, juli, augustus, december) - afgiftekantoor 8500 Kortrijk 1 - 2° afd.april

201

313

de ja

arga

ng n

r. 3

Specials: Bier & frisdrank - HVAC

België koploper inzake bieronderzoek

FI_0413_N_01_cover.indd 1 24/04/13 11:17

Page 2: België koploper inzake bieronderzoek

INHOUD

Actua

04 Paardenvleessschandaal loopt ten einde

09 Kaas, groeten en fruit in België

14 Internationaal nieuws

Reeks export

06 Exportcertificaten zijn geen last

Reeks duurzaam ondernemen

10 Valoriseer uw reststromen

Special HVAC

16 Een nieuwe koelinstallatie nodig?

20 Koeling in opslagruimtes kost veel centen

Special dranken

26 Onderzoek bieren

30 Marketing bij PepsiCo Belux

34 SodaStream manifesteert zich in de Benelux

38 Een primeur bij Brouwerij Lefebvre

42 Nieuws uit de drankensector

april 2013

Your partnersfor the

food industry

De Henneken steaker gekend voor zijn solide en robuuste edelstaalconstructie. Hierdoor is hij uitermate geschikt voor het zwaarste werk.

De Voordelen:

-Verbeterde consistentie van het product

-Standaardisering van het product

-Reduceren van het kookverlies

-Betere binding van eiwitten

-Oppervlaktevergroting

-Kortere tumble-tijd

De Henneken pekelmixers zijn zogenaamde Venturimengers. De Henneken pekelmixers worden geproduceerd met een capaciteit van 400 tot 2000 l.

Industrietumbler met roterende, horizontale kuip,

De grote kuipopening vergemakkelijkt het vullen en ledigen, inhoud van 650 – 12000 L

Deze veelzijdige tumblers zijn geschikt voor de productie van hoogwaardige kook- en rauwe hammen, buiken, zalmen, als ook pizza- en toasthammen en allerlei marinadeproducten evenals gevogelteproducten met en zonder beenderen.

HENNEKEN machines

garanderen

productiviteit

en

kwaliteit

van uw producten

Meer info?

Bel ons: 011/ 456 210

FI_0413_N_02_voorwoord.indd 2 24/04/13 11:18

Page 3: België koploper inzake bieronderzoek

VOORWOORD

Food Industryis een realisatie van bvba Evolution Media GroupVlasstraat 17 - 8710 WielsbekeTel. 056-60 73 33 Fax 056-61 05 83

HoofdredactieEls Jonckheeretel. 0475-67 94 [email protected]

RedactieBert Claes Kurt DemanEls JonckheereStijn VanbiervlietLeslie VanheckeMieke Witdouck

Fotografie/coverMarc MasscheleinErwin Geens

ReclameregieAnnick Bauwens, tel. 0476-68 36 67François Drory, tel. 0477-51 71 01

Abonnementenservice Jaarabonnement: € 35 Buitenland: € 54Tel. 056-60 73 33De abonnementen kunnen maandelijks onderschreven worden ING 385-0451160-76

Verantwoordelijke uitgever Mieke WitdouckVlasstraat 17, 8710 [email protected]@evolution.be

Kunnen we aub de verpakkingstaks schrappen?Ook de markt van gebotteld water en frisdranken wordt geconfronteerd met sterk stijgende prij-zen van zowel de ingrediënten als de PET-flessen. Omdat het moeilijk is om dit in de consumen-tenprijs door te rekenen, komen de marges onder druk te staan. Hoewel de groeicijfers matig positief zijn, kampt de Belgische sector met een probleem dat enkel in ons land bestaat: de ‘verpakkingstaks’ (voordien ecotaks genoemd) van 9,68 euro per hectoliter. Dit komt bovenop de 6 % BTW en een accijns van 3,7184 euro per hectoliter. Hierdoor zijn de dranken in België 20 à 30 % duurder dan in pakweg Duitsland of Frankrijk. Dit resulteert erin dat 7 à 10 % van onze landgenoten hun voorraad water en frisdranken in het buitenland inslaan, wat toch een aanzienlijke economische impact op de Belgische sector heeft. Het mag duidelijk zijn dat een dergelijk oneerlijke heffing op de concurrentiekracht weegt. Sinds de invoering van de ‘verpak-kingstaks’ in 2004 kent de Belgische water- en frisdrankenindustrie afnemende groeicijfers. Het jammerlijke aan de zaak is dat alles erop wijst dat dergelijke discriminerende taksen niet tot de beoogde verbetering van de volksgezondheid leiden. Want frisdranken dragen slechts in beperkte mate bij tot de calorie-inname van de Belgen (3,8 % van de dagelijkse energie-inna-me). Verder is zwaarlijvigheid een probleem dat een multifactoriële aanpak vereist. Tenslotte hebben buitenlandse voorbeelden al geleerd dat dit niet de geschikte aanpak is: Denemarken heeft haar vettaks minder dan een jaar na de invoering weer afgevoerd wegens te complex en negatief voor de economie.

Ondanks deze moeilijke context blijft de sector volop investeren in producten. Er komen voortdurend nieuwigheden op de markt, waarvan verschillende inspelen op de evolutie van de wetenschappelijke kennis en de veranderende gewoonten van de consumenten. Daar-naast zien we ook nieuwe verpakkingen die op verschillende behoeften inspelen (van 25 cl tot 2 liter). Maar ook op het vlak van productie blijven de bedrijven innoveren. Zo wordt het watergebruik jaar na jaar efficiënter, worden de verpakkingen geoptimaliseerd om de transportkosten en het grondstofverbruik te verminderen,…

Het is belangrijk om deze dynamische, sterk lokaal verankerde bedrijven de kans te geven om te blijven groeien en innoveren. De bedrijven hebben als gevolg van de huidige econo-mische crisis al een deel van hun klanten zien verdwijnen. Bijkomende concurrentieversto-ring is dus niet gewenst. De fiscale druk mag zeker niet nog hoger worden. Integendeel,

een daling van de fiscaliteit zou ervoor kunnen zorgen dat de consumenten terug hun inkopen op de bin-nenlandse markt doen, wat zowel de sector als de overheid ten goede zou komen.

Jean EylenboschVoorzitter FIEB-VIWF

FI_0413_N_02_voorwoord.indd 3 24/04/13 11:18

Page 4: België koploper inzake bieronderzoek

4 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

ACTUA

Het paardenvleesschandaal loopt ten eindeWat zijn de gevolgen van deze crisis?

Hoe streng de reglementering en controles ook zijn: voedselschandalen vallen nooit te vermijden en

volledig waterdicht zal het systeem wellicht nooit worden. Dat moest de levensmiddelenindustrie met

de ‘paardenvleescrisis’ nog maar eens ervaren. Maar dit keer betrof het wel een problematiek die

enigszins anders was dan normaal: frauduleuze praktijken die geen gevaar voor de volksgezondheid

betekenen. Vandaar dat de hele zaak voornamelijk door FOD Economie wordt behandeld. Toch komen

er ook vanuit de voedingsindustrie initiatieven om dergelijke situaties in de toekomst te vermijden...

Begin januari sijpelden de eerste be-richten binnen over paardenvlees dat als rundvlees op het etiket was gedeclareerd. Aanvankelijk werd aangenomen dat het om ‘lokale’ fraude ging, want vrij snel werd een vleesverwerker in Ierland als schuldige aangeduid. Maar blijkbaar was er toch wat ongerustheid, want ver-werkers en retailers in andere landen begonnen hun producten te analyseren. Het resultaat was vergelijkbaar met een ontplofte bom: zowat overal in West-Eu-ropa werd dezelfde fraude gedetecteerd. Zowel grote merken (zoals Nestlé en Iglo) als retailers (in België vooral Car-refour en Makro) kwamen onder vuur te liggen, talrijke producten werden uit de rekken gehaald en de media had weken-

lang ‘materiaal’ om de nieuwsrubriek te voeden. Chris Moris, Directeur-Generaal van Fevia: “Dit had wel wat gevolgen voor de sector: sommige fabrieken heb-ben gedurende enkele weken op sterk verminderde capaciteit gedraaid. Vooral de producenten van verse bereide maal-tijden die exporteren, kregen een flinke klap. Want de gemiddelde Belg besefte wel dat de crisis geen bedreiging voor de volksgezondheid vormde. Bovendien is het eten van paardenvlees bij ons niet iets dat ‘not done’ is, integendeel. Hier-door heeft de consumptie in België wei-nig onder dit schandaal geleden. Maar in Engeland lag de situatie wel enigszins an-ders: paardenvlees eten, is daar uit den boze. Vandaar dat de bestellingen voor alle categorieën van producten die een risico op contaminatie liepen, gedurende verschillende weken gewoonweg werden geschrapt. Ook Duitsland en Zwitserland hebben veel orders geannuleerd. Want daar is de consument veel kritischer als het over voeding gaat, met als gevolg dat ze massaal geen producten meer aan-kochten die onder vuur lagen.”

Beperkte schadeNiet alleen de afname van de verkoop zorgde voor rake klappen. Ook was er het probleem van schade aan het imago van merken en bedrijven. Het bekendste voorbeeld in ons land is zonder twijfel de producent van diepvriesmaaltijden Frigi-

lunch, dat zowel in de media als bij de retailers publiekelijk aan de schandpaal werd genageld. Chris Moris: “Door heel snel actie te ondernemen, is de schade nog redelijk beperkt gebleven. Want Fri-gilunch kon al na 48 uur bewijzen dat er enkel in de chili con carne sporen van paardenvlees waren aangetroffen. En bleek nu net dat een geïmporteerd product uit Ierland te zijn... Iglo heeft zich dan ook binnen de drie dagen ge-excuseerd en de samenwerking verder gezet. Bij de andere getroffenen in Bel-gië bleef de schade eveneens binnen de perken: voornamelijk omdat het niet over een gezondheidsbedreigende crisis ging. Dus uiteindelijk valt het allemaal mee. Sommige vleesverwerkers en producen-ten van bereide maaltijden hebben in het eerste kwartaal van 2013 zelfs een groei kunnen verwezenlijken. Bovendien heeft Europa net de resultaten van een intensieve analyse van de fraude in alle lidstaten gepubliceerd. Hieruit blijkt dat het probleem op zich relatief beperkt is: gemiddeld zou het om slechts 5 % van het gedeclareerde rundsvlees gaan. De Europese Commissie heeft dan ook beslist om het testprogramma niet te ver-lengen. Daarnaast is intussen bewezen dat er in België geen fraude is gebeurd. Alle gedetecteerde problemen omvat-ten producten die zijn geïmporteerd. Maar dat betekent geenszins dat we het ‘paardenvleesschandaal’ zomaar zullen laten overwaaien. Integendeel: zowel de

Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Archief

Chris Moris

FI_0413_N_04_Paardenvlees.indd 4 24/04/13 11:07

Page 5: België koploper inzake bieronderzoek

5 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

wetgever als de sector is bezig met na te gaan hoe we dergelijke crisissen in de toekomst kunnen vermijden.”

Heel wat verwarringOver de manier waarop dergelijke fraudu-leuze praktijken moeten worden aange-pakt, is er intussen al flink wat discussie geweest. Chris Moris: “Dit had vooral te maken met het feit dat verschillende par-tijen bepaalde zaken door elkaar begon-nen te halen. Zo is er in het zog van het paardenvleesschandaal bekend geraakt dat er werd geknoeid met de paspoorten van renpaarden die zodoende (gelukkig in heel beperkte mate) toch in het circuit van menselijke voeding terechtkwamen. Ook werden de termen tracering en oor-sprongsdeclaratie door elkaar gehaald. In deze context werd bijvoorbeeld gepleit voor een nog uitgebreidere oorsprongseti-kettering. Daarmee hou je fraudeurs ech-ter niet tegen, maar zal je wel bepaalde nationalistische reacties versterken ten koste van landen met een open econo-mie, zoals België. En dat zou ons zuur kunnen opbreken, rekening houdend met het feit dat ons land de helft van haar voedingsproductie exporteert en de helft van haar consumptie importeert. Boven-dien zal de aanduiding van de herkomst van verwerkte producten in extra en on-evenredige kosten resulteren, alsook de flexibiliteit beperken van de levering van grondstoffen aan operatoren. Daarnaast werd er bij de paardenvleesfraude met de aard van de producten zelf geknoeid. Een versterkte oorsprongsetikettering kan dit probleem niet voorkomen of oplossen. Dit is alleen mogelijk met een strikte en doeltreffende controle. Tenslotte ziet het ernaar uit dat de fraude niet vanuit de producerende bedrijven werd opgezet. Want alhoewel er nog geen echte duide-lijkheid over de daders bestaat, blijken de onderzoekspistes telkens weer naar han-delaars te leiden. Zij hebben gewoonweg de etiketten veranderd! Dus heeft een uitgebreidere oorsprongsdeclaratie totaal geen zin. Een derde punt van verwarring was dat de frauduleuze praktijken met het fenomeen van ‘versleping’ werd geassoci-eerd: de overdracht van sporen wanneer verschillende vleessoorten op eenzelfde lijn worden verwerkt. Het risico is dat dit laatste nu door de afnemers wordt verbo-

den. Maar in de praktijk is dat onhaalbaar, want dan moet er met ‘dedicated plants’ worden gewerkt. Met andere woorden: één soort vlees per fabriek of ten minste per productielijn. Enkel de hele grote spelers kunnen dit realiseren, en dan nog zou het economisch niet rendabel zijn. Vandaar dat we met alle betrokkenen hebben afgesproken om rond de tafel te zitten om het probleem te bestuderen, in kaart te brengen en haalbare richtlijnen af te spreken. Het gaat over FEVIA, de slachthuizen en uitsnijderijen via FEBEV, de charcuterieproducenten via Fenavian, de producenten van bereide maaltijden via BREMA en de sectororganisatie van handel en diensten via COMEOS.”

Extra controles nodigDaarnaast zal de sector een strikter toezicht op de aangekochte vleescompo-nenten implementeren. Want de fraude met paardenvlees was mogelijk omdat er tot nu toe geen controle op de effectieve samenstelling van dergelijke producten was. Chris Moris: “Er bestaan geen lijs-ten over welke componenten dit type van grondstoffen niet mag bevatten, gewoon-weg omdat deze oneindig zouden zijn. Vandaar dat bij de receptie alleen wordt nagegaan of de geleverde goederen vol-doen op het vlak van versheid, kwaliteit, voedselveiligheid en hygiëne. Niemand heeft er eigenlijk bij stilgestaan dat een dergelijke fraude zou kunnen gebeuren. En nu hebben we onze les geleerd: de meeste bedrijven zullen in de toekomst testen uitvoeren om na te gaan of de geleverde grondstoffen wel degelijk be-staan uit de gedeclareerde componenten. Dat zal zich trouwens niet enkel tot vlees beperken, want het kan evengoed voor-vallen met bijvoorbeeld olijfolie, fruitsap of verschillende soorten koffie. Trouwens,

het is goed mogelijk dat de retail ex-tra controleverplichtingen oplegt. En het wordt afwachten of ook Europa nieuwe regels zal uitvaardigen in het zog van deze crisis. Wij pleiten in elk geval voor een, op Europees niveau, georganiseerde database waarin iedereen wordt opgeno-men die met levensmiddelen in contact komt: producenten, verwerkers, invoer-ders, distributeurs, retailers, ... Iedere partij zou moeten worden geregistreerd op voorwaarde dat hij volgens de wet-telijke regels werkt. Anomalieën zouden meteen moeten worden gemeld via dit systeem en samengaan met de eventu-ele intrekking van de registratie. Op die manier zou de informatiedoorstroming tussen de lidstaten veel sneller en uitge-breider worden. Want precies op dit vlak zijn er nog al te veel hiaten die dergelijke fraude in de hand werken.”

De belangrijkste gedetecteerde pistes van fraudeIntussen zijn er twee spelers uit Ierland geïdentificeerd die met de fraude te maken hadden. Zij leverden hun klanten paardenvlees met een vervalst etiket van rundsvlees. In Frankrijk zijn de speurders op het spoor gekomen van een Neder-landse handelaar die eveneens in Cyprus een vestiging had en paardenvlees uit Roemenië als rundvlees verhandelde. Tenslotte is recentelijk bij een andere Ne-derlandse handelaar een grootschalige fraude blootgelegd: op drie jaar tijd heeft die niet minder dan 50.000 ton paardenvlees als rundvlees op de markt gebracht.

Het waren vooral de bereide gerechten met rundvlees die onder het schandaal hebben geleden.

Sommige fabrieken hebben gedurende enkele weken op sterk verminderde capaciteit gedraaid.

FI_0413_N_04_Paardenvlees.indd 5 24/04/13 11:07

Page 6: België koploper inzake bieronderzoek

6 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

REEKS EXPORT

Exportcertificaten zijn geen lastWel sleutel tot concurrentieel exportvoordeel

Dankzij het grote aantal handelsakkoorden kan exporteren naar bepaalde contreien erg interessant

zijn, en dit zowel voor de uitvoerder als de klant. Helaas kennen veel (voedings)bedrijven deze

voordelen niet. Of ze denken dat de materie zo complex is dat er teveel tijd en geld zal inkruipen

om alles uit te vissen. Toegegeven: eenvoudig is het niet. Maar het loont echt wel de moeite om na

te gaan welke handelsakkoorden er voor jouw afzetgebieden gelden. En vice versa, want ook op het

vlak van import zijn er in dit verband mogelijkheden die financieel interessant zijn...

Voor we de materie in het kort schetsen, moeten we stipuleren dat we het in dit ar-tikel enkel en alleen over de extracommu-nautaire handel hebben, dus tussen een E.U.-lidstaat en een niet-E.U.-lidstaat. In die context speelt de ‘oorsprong’ van een product een belangrijke rol. Valère Van-geel, Adviseur-Generaal bij de Algemene Directie Economisch Potentieel van FOD Economie: “De oorsprong van een goed zegt iets over het land waar het is voort-gebracht of gemaakt. Oorsprong is als het ware gelijk aan de nationaliteit van een product. Je mag dit echter niet met de af- of herkomst verwarren, want dat is het land waar het product het laatst heeft vertoefd vóór de import ervan in de E.U. Bij de extracommunautaire han-del bestaan er tarifaire en niet-tarifaire maatregelen en die baseren zich (onder meer) respectievelijk op de preferentiële en niet-preferentiële oorsprong van een product.”

Handel met bevriende statenLaten we starten met de preferentiële oorsprong te duiden. Deze is van belang in het kader van de vrijhandelsakkoor-den: overeenkomsten die zijn afgesloten tussen de E.U. en andere landen om de onderlinge handel te vergemakkelijken. Valère Vangeel: “Om de term ‘preferenti-ele oorsprong’ en de link met de vrijhan-delsakkoorden uit te leggen, kunnen we kriekbier als illustratie nemen. De regel is dat de krieken van oorsprong moeten zijn van het land waar het bier wordt ge-

produceerd. Is dat het geval, dan zullen de invoerrechten wegvallen of aanzienlijk worden gereduceerd. Dit kan een groot concurrentieel voordeel opleveren ten op-zichte van aanbieders uit andere landen. Want die invoerrechten kunnen, zeker voor voedingsmiddelen, flink oplopen: vaak moet de klant 50 à 100 % (en zelfs meer) bovenop de aankoopprijs betalen. De materie gaat echter nog verder. Het wegvallen of de reductie van invoertaksen kan ook van toepassing zijn als alle of een gedeelte van de ingrediënten uit een ander land komen. In geval van kriekbier mogen de krieken bijvoorbeeld ook van oorsprong zijn uit bepaalde landen waar-mee een vrijhandelsakkoord is afgesloten, zoals Zuid-Korea. Het kan dus erg inte-ressant zijn om je ingrediënten in functie

van deze voordelen te kiezen. Want in ons voorbeeld zorgen de krieken uit Zuid-Korea er niet alleen voor dat je aan de voorwaarden van preferentiële oorsprong voldoet, waardoor de klanten minder of geen invoertaksen zullen betalen. Ook geldt de bilaterale handelsovereenkomst voor de invoer naar ons land. Met andere woorden: krieken uit Zuid-Korea zullen een pak goedkoper zijn dan exemplaren uit pakweg de Verenigde Staten, Canada, India, China, Australië, ..., waarmee de E.U. nog geen overeenkomst heeft ge-sloten. In tijden waar kostenreductie een absolute noodzaak is, kan de kennis van deze materie dus aanzienlijke voordelen

Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Archief

Bij kriekbier mogen de krieken bijvoorbeeld ook van oorsprong zijn uit bepaalde landen waarmee een vrijhandelsakkoord is gesloten.

Valère Vangeel

FI_0413_N_06_Exportcertificaten.indd 2 29/04/13 15:44

Page 7: België koploper inzake bieronderzoek

7 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

opleveren. In dit kader wil ik trouwens nog wijzen op het bestaan van het Alge-meen Preferentiesysteem. Dit heeft tot doel de import uit ontwikkelingslanden naar Europa te stimuleren. Voor bepaalde ingrediënten die uit deze contreien wor-den ingevoerd, kan je hierdoor eveneens genieten van een aanzienlijke reductie op of vrijstelling van invoerrechten.”

Wie zoekt, die vindtBelangrijk om weten, is dat de mate van reductie op invoertaksen afhankelijk is van het invoerende land en type pro-duct. Hetzelfde geldt voor de definitie van ‘preferentiële oorsprong’. Vandaar dat het wat opzoekwerk zal vragen om na te gaan of je effectief voordeel uit deze vrijhandelsovereenkomsten kan ha-len. Valère Vangeel: “Natuurlijk kan je er een consultant op zetten, maar die zal je heel wat kosten. Een andere optie is naar het lokale douanekantoor te trekken, hoewel de kans groot is dat ze daar enkel specifieke vragen zullen beantwoorden. Een expeditiebedrijf of transporteur in-schakelen, zal in deze materie weinig soelaas brengen. Want zij winnen er niks bij als jouw klant minder invoertaksen moet betalen, dus is de kans vrij klein dat ze zich met deze voordelen zullen bezig-houden. Je kan ook met FOD Economie contact opnemen (http://economie.fgov.be/nl/ondernemingen/politique_commer-ciale). De specialisten daar zullen gratis antwoorden op je vragen, maar kunnen natuurlijk ook niet alles gaan uitpluizen. Het beste is om even op de tanden te bijten en je zelf doorheen de materie te worstelen. Want intussen is het relatief gemakkelijk geworden om alle informatie op een eenvoudige en relatief snelle ma-nier te verzamelen.”

Hoe pak je het aan?Om al de informatie bijeen te harken, volstaat het om logisch na te denken. Best kan je volgende drie stappen volgen:Welke producten voer ik uit en wat is de douanecode (GN-code)? Deze informatie kan je gemakkelijk terugvinden bij TARIC, de site van de Europese Douane (http://ec.europa.eu/taxation_customs/dds2/ta-ric/taric_consultation.jsp?Lang=nl). Heb je twijfels over de juiste productcode,

vraag dan de plaatselijke douane om een bindende tariefinlichting (BIT). Zij zullen op basis van de samenstelling van je product de juiste classificatie geven. Je moet er wel rekening mee houden dat de douane van het land van invoer eventueel een andere classificatie kan toekennen. Daarom is het misschien handig dat jouw klant eveneens bij zijn bevoegde douane-autoriteit een BIT vraagt.

Naar welke landen wens ik mijn product uit te voeren? Als je eenmaal de doel-landen hebt afgebakend, kan je naar ec.europa.eu/trade/ surfen om na te gaan of de E.U. met deze landen een vrijhan-delsovereenkomst heeft afgesloten. In de databank markttoegang (http://madb.euro-pa.eu/madb/indexPubli.htm) kan je de ta-rieven vinden die voor jouw producten van toepassing zijn in het land van bestem-ming. Daarnaast kan je in deze databank eveneens alle invoerformaliteiten vinden (bv: welke certificaten zijn er nodig?).Tenslotte moet je bij de landen waar jouw producten een vrijstelling of vermindering van rechten genieten, de oorsprongsre-gels opzoeken. Deze vind je terug in het ‘Protocol betreffende de definitie van Producten van Oorsprong en methoden van administratieve samenwerking’ op de

site ec.europa.eu/trade (bevat de teksten van alle vrijhandelsakkoorden).

Oorsprongscertificaat als bewijsOpdat je klanten van het wegvallen of de reductie van de invoertaksen zouden kun-nen genieten, moeten ze aan de douane van het importerende land bewijzen dat jouw producten aan de voorwaarden inza-ke ‘preferentiële oorsprong’ voldoen. Va-lère Vangeel: “Dit bewijs zal jij, als expor-teur, dus moeten leveren. Dit doe je aan de hand van een EUR-1 certificaat (het zogenaamde ‘preferentieel’ oorsprongs-certificaat) dat je bij de plaatselijke dou-ane in België moet aanvragen.” Exporteer je regelmatig, dan is het echter handiger om een aanvraag voor ‘factuurverklaring’ te doen (let wel: dit moet je aanvragen per type product en per exportland!). Het gaat om het systeem van ‘toegelaten exporteur’. In dat geval zal de douane een audit komen doen om na te gaan of je aan de gestelde voorwaarden voldoet. Is dat het geval, dan krijg je een vergunning voor een ‘factuurverklaring’. Valère Van-geel: “Je kan dan gewoon het toegekende nummer op je factuur vermelden en de tekst gebruiken die in het protocol van oorsprong is vermeld. In principe zal dat

Dankzij het Algemeen Preferentiesysteem krijg je voor import uit ontwikkelingslanden soms een reductie op of vrijstelling van importtaksen.”

“Invoerrechten kunnen, zeker voor voedingsmiddelen, flink oplopen: vaak moet de klant 50 à 100 % (en zelfs meer)

bovenop de aankoopprijs betalen.”

FI_0413_N_06_Exportcertificaten.indd 3 29/04/13 15:44

Page 8: België koploper inzake bieronderzoek

8 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

REEKS EXPORT

voor de douane van het invoerende land voldoende zijn om je klant een geredu-ceerde importtaks toe te kennen. Gaat het om zendingen van minder dan 6.000 euro, dan mag je normaalgezien gewoon op de factuur vermelden dat de verzonden goederen van oorsprong uit de E.U. zijn. Een EUR-1-certificaat is zelfs niet nodig.”

Wikken en wegenValère Vangeel wijst nog op één grote val-kuil. “Voor veel producten geldt de regel dat ze in Europa een toegevoegde waarde van 60 % moeten realiseren om aan het nulrecht of verminderd tarief te kunnen worden geëxporteerd. Het gaat om ingre-diënten, arbeidskosten, overhead, winst... Wanneer je qua invoerrechten het onder-ste uit de kan wilt halen, zou je wel eens op zoek kunnen gaan naar leveranciers in landen waar bilaterale handelsakkoorden of het algemeen preferentiekader geldt. Want zo kan je natuurlijk je ingrediënten veel goedkoper krijgen. Als je product daardoor echter niet meer aan de 60 %-regel voldoet, kan dit grote gevolgen voor je afnemers hebben, aangezien zij dan niet meer van de voordelen van de preferentiële oorsprong kunnen genieten. Hierdoor loop je het risico het order kwijt te raken, omdat je klant dan liever een soortgelijk product koopt van een afne-mer die wel aan de voorwaarden voor de tariefreductie voldoet. Het is dus wikken en wegen wat voor jou aan het einde van de rit de meest voordelige formule is. En daarvoor is het nodig je goed in deze materie te verdiepen. Meer nog: in feite zou een voedingsbedrijf zijn buitenlandse afzetmarkten (onder meer) in functie van

deze voordelen moeten kiezen. Want het is een (administratieve) aangelegenheid die enorme commerciële troeven biedt...”

Niet-preferentiële oorsprong Nu moeten we het nog over de ‘niet-pre-ferentiële oorsprong’ hebben. Zoals eer-der aangegeven, is deze definitie gelinkt aan de niet-tarifaire maatregelen: quota en regels om anti-dumping praktijken te-gen te gaan, om de markten te vrijwaren, ... Valère Vangeel: “In landen waarmee de E.U. geen bilaterale handelsakkoorden heeft gesloten, is het mogelijk om de troef van niet-preferentiële oorsprong uit te spelen. Met andere woorden: je kan de handel beïnvloeden door bijvoorbeeld gebruik te maken van een oorsprong-saanduiding, zoals ‘Made in Belgium’. Ons land is immers wereldwijd gekend om de hoge kwaliteit, lekkere smaak en originaliteit van haar voedingsmiddelen. Je kan natuurlijk wel op het etiket of de verpakking melden dat het product in België is gemaakt, maar dat volstaat niet altijd voor de douane van het importe-rende land. Je zal dan met een certificaat van niet-preferentiële oorsprong moeten bewijzen dat je niet liegt. Dit moet je aanvragen bij de Kamer van Koophandel. Het volstaat om door middel van verkla-

ringen, facturen, …, aan te tonen dat je aan de niet-preferentiële oorsprongsre-gels voldoet. De Kamer van Koophandel past de Europese regels terzake toe, en die worden door praktisch elk land ter wereld erkend. Met andere woorden: je hoeft niet voor elke afzetmarkt andere regels toe te passen, zoals bij de pre-ferentiële certificaten. Om te weten aan welke vereisten je product moet voldoen, kan je terecht bij DG Taxud op ec.europa.eu/taxation_customs. Indien je daar je weg niet vindt, kan je altijd assistentie vragen aan FOD Economie of de Kamer van Koophandel zelf. Het certificaat van oorsprong moet bij elke exportactiviteit worden gevoegd. Trouwens, ik wil nog op-merken dat het eveneens is vereist door de banken indien je met documentair krediet exporteert”.

Het loont de moeiteHet mag duidelijk zijn: de materie van oorsprongscertificaten en handelsakkoor-den is niet eenvoudig. En het zou alle-maal veel gemakkelijker zijn mochten de regels overal gelijk worden gesteld. Dit zal misschien ooit wel gebeuren, maar tot dan zal het voor alle bedrijven enige moeite en tijd vergen om uit te vissen hoe ze het onderste uit de kan kunnen halen. Valère Vangeel: “Nog al te vaak beschou-wen (vooral) KMO’s dit luik van export als te gecompliceerd en te belastend om er effectief gebruik van te maken. Maar dat is een verkeerde redenering. Want het commerciële voordeel dat ze eruit kunnen halen, weegt vast en zeker op tegen de inspanning die je ervoor moet leveren!”

‘Made in Belgium’ kan je bewijzen aan de hand van een certificaat van oorsprong.

“Het is wikken en wegen wat voor jou aan het einde van de rit de

voordeligste formule is. En daarvoor is het nodig je goed in deze

materie te verdiepen.”

Experts FOD Economie:Algemeen, douaneregelingen, schorsingen van invoerrechten:> Jef De Proft - tel: 02/ 277 72 62 - [email protected]

Oorsprong:> Nausikaä Lagrou (NL) - T 02/ 277 61 18 - [email protected]

> Marc Wegnez (FR) - T 02/ 277 84 67 - [email protected]

Antidumping en markttoegangsproblemen:> Isabelle Ehrenfreund - T 02/ 277 92 36 - [email protected]

FI_0413_N_06_Exportcertificaten.indd 4 29/04/13 15:44

Page 9: België koploper inzake bieronderzoek

9 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

TELEX~ In maart lanceerde Lay’s Oven de

‘Crunchy Biscuits’ en stapt daarmee

in de categorie van zoute koekjes ~

Paardekooper Group neemt Van der

Windt over ~ Pur Natur introduceert

zijn eigen roomijs en plattekaas; daar-

naast brengt het ook de ‘Maya’ op de

markt: een yoghurt zonder stukjes voor

kinderen ~ Marine Harvest lanceert

het merk Olav’s: drie verschillende

voorverpakte porties zalm met een

afzonderlijke portie marinade ~

Kaas, groentenen fruit inBelgiëDe afgelopen decennia is het voedings-patroon van de Belgische consument gewijzigd, onder meer onder invloed van de gezondheidstrend en andere voedings-behoeften. Uit een onderzoek van GfK PanelServices Benelux en InSites Con-sulting in opdracht van VLAM blijkt dat groenten nog meer van het veranderende dieet profi teren dan fruit. Verder blijkt uit de resultaten dat beide levensmiddelen voornamelijk thuis worden gegeten: dat is voor 70 % van de groenten en 62 % van het fruit het geval. Ruim driekwart van de groenten en fruit voor thuisverbruik worden vers aangekocht. De verwerkte producten winnen lichtjes aan belang. Vooral de smoothies en de verse ‘na-tuurlijke’ sappen zijn populair geworden. Diepvriesgroenten en groenteconserven zijn stabiele segmenten. Fruitconserven verminderen daarentegen qua belang.

Vorig jaar kocht de Belg gemiddeld ruim 40 kg verse groenten en 50 kg vers fruit, alsook 31 kg verwerkte groenten en fruit.

Stijgers en dalersIn de groenten noteren we als belang-rijkste stijgers de lange romatomaten, kerstomaten, ijsbergsla, Chinese kool en asperges. Ook de verkoop van trostoma-ten nam fors toe: ze namen de plaats van de gewone losse tomaten in. De categorie ‘andere uitheemse groentesoorten’ zag zijn aankoopvolume quasi verdubbelen, maar ook de hier geteelde vruchtgroen-ten, zoals aubergine, courgette en papri-ka, deden het zeer goed. De klassiekers zoals prei, ajuinen en wortelen, surften mee op de kookhype en groeiden ste-vig door. Koolsoorten, zoals bloemkool, witte, rode en groene kool, deden het minder goed: zij zagen hun volume ge-halveerd. Ook kropsla en selderij kenden een daling. Met 6,3 kg per capita waren wortelen in 2012 de populairste groente. Tomaten stonden op de tweede plaats met 6,1 kg, gevolgd door ajuin (4,5 kg), witloof (3,5 kg) en sla (2,6 kg).

Binnen het fruitassortiment was er de voorbije tien jaar een enorme groei voor de kleinere segmenten van braambessen, frambozen en blauwe bosbessen. In het middelgrote segment steeg vooral ananas (+245 %). Binnen de top tien werd de grootste groei bij bananen (+26 %), aard-beien (+26 %), kiwi’s (+17 %) en man-darijnen (+17 %) genoteerd. De grootste dalers waren pompelmoezen, rabarber en perziken. Ook de toppers appel en sinaasappel daalden sterker dan gemid-deld. Niettemin blijven ze respectievelijk de eerste en tweede plaats behouden (10 en 9 kg per capita). Daarna volgden de bananen (8 kg), mandarijnen/aanverwan-ten (4 kg) en peren (3 kg).

Meest gekocht in DIS1Het belangrijkste aankoopkanaal voor fruit en groenten is de DIS 1 met bijna 50 %. De hard discount is echter aan een inhaalmanoeuvre bezig en zag zijn marktaandeel van 16 % in 2005 tot bijna 22 % in 2012 stijgen.

Belg eet ook meer kaasVLAM liet eveneens een onderzoek over het Belgische kaasverbruik uitvoeren. Daaruit blijkt dat de Belg vorig jaar gemiddeld ruim 12 kg van dit product (uitgezonderd plattekaas) kocht en daar zo’n 112 euro aan besteedde. Meer dan de helft van het volume werd door de harde kazen ingenomen. Maar het waren vooral de verse en halfharde kazen (type abdijkaas) die terrein wonnen. Ook het kleinere segment van de geiten- en scha-penkaas groeide in 2012 verder door.

Belgisch product doet het goedDe Belgische kazen volgden vorig jaar de stijgende markttrend, waardoor het volu-meaandeel op 18,2 % stabiliseerde. De Waal kocht meer kaas dan de Vlaming, maar in het Noorden blijken de consu-menten een grotere liefhebber van Belgi-sche kazen te zijn. Het marktaandeel van de nationale producten is het grootst bin-nen de halfharde types: bijna 60 % van de aankopen zijn kazen van bij ons. Bij zachte kazen gaat het slechts om 5 %.

Hard discount wint aan belangDe crisis heeft de consument naar de hard discount gedreven, ook voor zijn kaasaankopen. Dit kanaal steeg tot boven de 30 % marktaandeel. Maar de klas-sieke supermarkt blijft marktleider met 46,7 %.

Wortelen wonnen vorig jaar aan populariteit en stootten de tomaat van de eerste plaats.

Binnen het fruitassortiment was er de voorbije tien jaar een enorme groei voor de kleinere segmenten van braambessen, frambozen en blauwe bosbessen.

De Belg kocht vorig jaar gemiddeld ruim 12 kg kaas (uitgezonderd plattekaas).

ACTUA

In maart lanceerde Lay’s Oven de

‘Crunchy Biscuits’ en stapt daarmee

in de categorie van zoute koekjes ~

Paardekooper Group neemt Van der

Pur Natur introduceert

zijn eigen roomijs en plattekaas; daar-

Meest gekocht in DIS1Het belangrijkste aankoopkanaal voor fruit en groenten is de DIS 1 met bijna 50 %. De hard discount is echter aan een inhaalmanoeuvre bezig en zag zijn Wortelen wonnen vorig

jaar aan populariteit en stootten de tomaat van de eerste plaats.

FI_0413_N_09_actua.indd 9 24/04/13 14:56

Page 10: België koploper inzake bieronderzoek

10 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

REEKS DUURZAAM ONDERNEMEN

Valoriseer uw reststromenRendabel én duurzaam...

Het besef groeit dat organische reststromen, zoals snijafval, sojaschroot, zetmeelbrij,..., een

sterk onderschat potentieel hebben. Vandaar dat steeds meer voedingsbedrijven nagaan welke

hoogwaardige componenten ze uit dit ‘afval’ kunnen winnen vooraleer het in diervoeder wordt

verwerkt of in biogas omgezet. Logisch, want deze manier van werken is niet alleen rendabeler,

maar ook duurzamer. Bovendien profiteert de hele sector ervan. Want valorisatie van nevenstromen

leidde al tot tal van innovaties die nieuwe deuren openen voor de New Product Development van

levensmiddelen. En op dat vlak is het einde nog lang niet in zicht!

De voedingsindustrie genereert heel wat organisch ‘afval’: aardappelschillen, broc-colistelen, zetmeelbrij, sojaschroot,... Een groot deel van deze reststromen eindigt als veevoer of wordt vergist. Dat is uiter-aard al heel wat beter dan het gewoon weg te gooien. Maar er kan veel meer mee worden gedaan. Neem de schil van groenten en fruit: die bevat enorm veel vitamines en andere waardevolle componenten. Haal die stoffen eruit en u hebt een zogenaamd ‘hoogwaardige’ toepassing die kadert in de toenemende aandacht voor duurzaam ondernemen. En nog belangrijker: vaak is het resultaat

rendabeler dan het afval in dierenvoe-der te verwerken of te vergisten (meer laagwaardige valorisaties): omdat het voedingsbedrijf in kwestie zelf minder grondstoffen moet aankopen of omdat de gegenereerde stoffen aan een goede prijs kunnen worden verkocht.

Opwaarderen van reststromenEen hoogwaardige valorisatie van orga-nische reststromen is het ‘ginnen’ van componenten die vervolgens als voe-dingsproduct of in levensmiddelen voor menselijke consumptie worden aange-

wend. Nog een niveau hoger is de toe-passing van de stoffen in de chemische, farmaceutische, ..., sector. Vaak zijn dan wel chemische en fysische ingrepen no-dig om tot het gewenste eindproduct te komen. Voorbeelden zijn de productie van suikers (zoals glucose, fructose, xy-lose, arabinose, ...) op basis van cellulose (aanwezig in nagenoeg alle planten) of zetmeel, waaruit vervolgens bouwstenen, zoals fumaarzuur, succinaat, 1,4-butaan-diol, melkzuur,... worden vervaardigd. Van deze stoffen kunnen secundaire chemi-caliën en intermediaire stoffen worden gemaakt, zoals solventen, polyacryla-mides, ftalaatpolyesters,.... En daaruit ontstaan uiteindelijk de eindproducten, zoals (biologisch afbreekbaar) plastic uit polymelkzuur.

Alternatief voor aardappelschillenQuasi dagelijks duiken voorbeelden op van nieuwe toepassingen voor reststro-men. Een compleet overzicht geven, is dan ook onmogelijk. Maar we zetten enkele opmerkelijke valorisatiemogelijk-heden op een rijtje. We beginnen met aardappelschillen. Deze bevatten het zogenaamde ‘aardappelkurk’: een sterk en slijtvast product. Een Nederlandse aardappelverwerker kwam op het idee daarmee een afdeklaag te creëren die mos- en onkruidgroei voorkomt. Intussen is dit product zelfs door de biologische tuinbouwsector aanvaard. Het voedings-

Tekst: Bert Claes - Foto’s: Archief

Aardappelschillen bevatten ‘aardappelkurk’: een sterk en slijtvast product.

FI_0413_N_10_Nevenstromen.indd 10 24/04/13 13:05

Page 11: België koploper inzake bieronderzoek

11 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

bedrijf heeft trouwens nog meer ideeën. De kurkstof blijkt namelijk ook als iso-latie- of bouwmateriaal, en als vulsel voor vezelplaten geschikt. En omdat de stof niet kan branden, is ze bruikbaar in brandwerende deuren. Volgens het Wa-geningen University & Research Centre is aardappelkurk tevens inzetbaar voor biologische ziektebestrijding. De Neder-landse aardappelverwerker valoriseert trouwens ook het zetmeel dat vrijkomt bij de verwerking van aardappelen tot frieten en chips, na drogen, zuiveren en eventuele chemische modificaties. Zo is het te verkopen als bindmiddel in soepen, sauzen, pudding, confiserie,… en het derivaat glucosestroop is bruikbaar in li-monades, snoep, ijs… De amylo-pectinefractie uit het zetmeel kan dan weer petro-chemische stof-fen, zoals polyvinylalcohol, vervangen. Zo wordt het bruikbaar in de non-food indus-trie, bijvoorbeeld als kleefstof in lijmen (behanglijm, verlijmen van golfkarton), als bindmiddel voor de cellulosevezelsuspen-sie in de papierbereiding, en als papier-hulpstof voor de oppervlaktebehandeling (sterken, coaten) van papier.

NOWaste en preipoederSinds oktober 2012 loopt in ons land het onderzoeksproject NOWaste (‘New Opportunities for Waste’). VITO, ILVO en KULeuven werken hierbij samen met groente- en fruitverwerkers, technolo-gieleveranciers, diervoederfabrikanten en eindgebruikers uit de voedingsindustrie. Ze onderzoeken reststromen, zoals snij-resten van boontjes, prei, voetselder, fruit (bijvoorbeeld appelen) en schillen van knolselder, wortel,... Er wordt onderzocht hoeveel vitamines, mineralen, antioxidan-ten en vezels zich erin bevinden, maar de focus ligt vooral op pectines. Dat zijn voedingsvezels die allerlei toepassingen vinden in de voedingsindustrie, bijvoor-beeld als verdikkingsmiddel in snoepjes of confituur. Wellicht zullen uit dit on-derzoekproject talrijke nieuwe valorisa-tiemogelijkheden resulteren. Een ander onderzoek in dit kader wordt uitgevoerd door ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek) en het expertisecen-trum voeding van KATHO (Katholieke

Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen). Zij zoeken naar hoogwaardige toepassingen voor de groene delen van prei die boor-devol vitamines en antioxidanten zitten. Intussen ontdekten ze dat ze een prei-poeder konden maken waarmee gezonde preibroodjes kunnen worden gebakken.

Valorisatie als core businessIntussen ontstaan ook bedrijven die zich in de valorisatie van reststromen specia-liseren. Zo is er het Nederlandse Provalor dat groenten en fruit dat werd afgekeurd omwille van vorm- en kleurafwijkingen, grootte, dikte, ..., opkoopt en verwerkt tot groente-/fruitsappen en natuurlijke kleur-

stoffen. De pulp die na het ver-werkingsproces overblijft, wordt als grondstof ge-bruikt door een

sauzenproducent. Een ander voorbeeld is de Limburgse paddenstoelverwerker Scelta. Vroeger gooide die de voetjes (onderkant van de steel) van de cham-pignons op de composthoop. Maar tien jaar geleden richtte de onderneming een apart bedrijf op om deze voetjes te koken, te persen en te verwerken tot champig-nonconcentraten. Deze hebben onder meer als positieve eigenschap dat ze niet als E-nummer hoeven te worden geëtiket-teerd. Inmiddels praat de Scelta-dochter ook met aspergetelers om hun reststro-men in concentraten te verwerken.

Flesjes uit afvalwaterNatuurlijk is niet alleen het afval van fruit en groenten valoriseerbaar. Zelfs met afvalwater valt iets te doen! Zo kwam het Brusselse waterzuiveringsbedrijf Aquiris eind 2011 in het nieuws met biologisch afbreekbaar plastic dat uit afvalwater wordt gewonnen: een wereldprimeur. Het lijkt er evenwel op dat het voorbeeld snel navolging zal krijgen, namelijk door de fruitverwerkende sector. Die genereert per jaar zo’n 155,48 miljard liter afvalwa-ter wereldwijd, schat de European Fruit Juice Association. Uit dat water kun-nen organische residuen, zoals suikers, worden geëxtraheerd. Een internationale coalitie van deskundigen wil daarmee een bioplastic ontwikkelen dat grotendeels uit het biodegradeerbare polymeer PHB (Po-

De Business-IT-oplossingvoor uw complete bedrijf

Succesvolle bedrijven in de voedings-middelenbranche vertrouwen wereldwijdop het CSB-systeem. Verhoog ookuw concurrentievermogen met onzeIT-oplossingen.

Uw voordelen: Optimaal vooraf geconfi gureerde

processen Dekking van alle branche-eisen Snelle ROI door korte

implementatietijden

QR-Code scannen ennader informeren!

SnellerBetrouwbaarderProductiever

Succes is een kwestievan het juiste systeem

CSB-System InternationalBusiness Park E19

Battelsesteenweg 455 A2800 Mechelen, BelgiëTel.: +32 15 281-707Fax: +32 15 271-705

[email protected]

Bezoek ons!Hal 11.1Stand B-81Van 4 tot 9 mei 2013 in Frankfurt

CSB_System_FoodIndustry_04_2013_NL.indd 2 08.04.2013 11:30:55

“Niet alleen het afval van fruit en groenten is valoriseerbaar. Zelfs met afvalwater valt iets te doen!”

FI_0413_N_10_Nevenstromen.indd 11 24/04/13 13:05

Page 12: België koploper inzake bieronderzoek

12 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

lyHydroxyButyraat) bestaat. Het project werd ‘PHBottle’ gedoopt, wordt door het Spaanse Ainia Technology Centre gecoör-dineerd en kan rekenen op een totaalbud-get van 3 miljoen euro. De verpakking zou in eerste plaats voor de fruitsapindustrie zelf zijn bestemd, maar daarnaast kan ze ook in andere sectoren worden ingezet. Met afvalwater zijn er trouwens nog an-dere valorisatiemogelijkheden. Een iets laagwaardiger, maar toch interessante, toepassing is het winnen van struviet uit afvalwaters die rijk zijn aan ammonium en fosfaat. Het belang van dat product als meststof zal toenemen, met name omdat fosfaat een heel belangrijk maar eindig en steeds duurder wordend nutri-ent voor landbouwgewassen is.

En nog veel meer...De mogelijkheden om organisch afval tot verpakkingsmateriaal te valoriseren, blijken erg uitgebreid te zijn. Zo loopt in de Verenigde Staten een onderzoek naar de verwerking van gelatine, afkomstig van

vissenhuid: daarmee zijn verpakkingsfilms met interessante barrière-eigenschappen (onder meer tegen de nadelige effecten van vocht en zuurstof) te maken. In een ander Amerikaans research-project worden de mogelijkheden bestudeerd om wei-eiwitten, afkomstig van de zuivel-industrie, tot biodegradeerbare verpak-kingen te verwerken. Vergelijkbaar is het Europese project ‘EcoBioCAP’ waarbij uit nevenstromen van de olijf-, zuivel- en bierindustrie componenten worden geëx-traheerd die tot PHA (polyhydroxyalkano-aten - PHB behoort daartoe) worden om-gezet. Met deze grondstof valt een divers gamma van biogebaseerde verpakkings-materialen te ontwikkelen, gaande van flexibele respirerende materialen (hoge gas- en waterdoorlaatbaarheid) tot flexi-bele en rigide barrièrematerialen (lage gas- en waterdoorlaatbaarheid).

Nood aan clusteringBij veel reststromen geldt de regel dat valorisatie een snelle verwerking vereist. Want anders degradeert het product: het begint te rotten, er komen insecten op af,... Onder meer in dit kader is het nuttig te streven naar een ruimtelijke clustering van bedrijven, zodat aanbieder en verwerker van de reststroom zich dicht bij elkaar situeren. Een voorbeeld hiervan is terug te vinden bij het eerder vermelde Provalor dat groentesappen en natuurlijke kleurstoffen maakt. Die firma zit namelijk op hetzelfde bedrijventerrein

REEKS DUURZAAM ONDERNEMEN

Dansensor. Gasverpakken onder controle. Gasanalyse en lekdetectie.

074 265 77 88NL 053 80 97 54BE

allesondercontrole.com

1699AdvFoodInd_CheMLeakp_NL.indd 1 10-04-13 16:29

Waarom aspergevoeten weggooien? Ze zijn immers hoogwaardig te valoriseren!

als enkele grote groenteverwerkers. En de tomatensapinstallatie (die draait op afgekeurde volvlees- in plaats van sapto-maten) is bewust geplaatst op een locatie waar zich veel tomatenteelt en afgeleide verwerkers bevinden. Een andere optie is een stabiliserende voorbehandeling, zoals drogen. Nadeel is wel dat de bestaande droogprocessen waardevolle moleculen afbreken. Meer geavanceerde technieken, zoals vriesdrogen, scoren beter, maar verbruiken dan weer veel energie. Onder meer VITO werkt aan innovatieve droog-technieken die geen van beide tekorten hebben.

Niet eenvoudig...Een hoogwaardige valorisatie van de rest-stromen is niet altijd van de ene op de an-der dag realiseerbaar. Voedingsbedrijven moeten op zoek naar de mogelijkheden en hebben daartoe vaak nood aan extra expertise van consultants en kennisinstel-lingen. Bovendien is de kans groot dat er in speciale apparatuur moet worden geïn-vesteerd: een goede kosten/batenanalyse is dan ook onontbeerlijk. En tenslotte is het aangeraden om er niet aan te begin-nen vooraleer u effectief afnemers hebt gevonden die een aanvaardbare prijs voor de grondstoffen betalen. Het is dus een intensief traject waarvoor u de nodige tijd en mankracht moet uittrekken. Maar weet dat dergelijke projecten heel erg vaak de moeite lonen...

FI_0413_N_10_Nevenstromen.indd 12 24/04/13 13:05

Page 13: België koploper inzake bieronderzoek

beschikbare modellen:30-70-130-180-310l

CUCIMIX 70 PRODUCTEN

tel. 09/385 83 [email protected]

FIREX: MACHINES VOORTRAITEURBEREIDINGEN

> soepen - bouillons> béchamel - bolognese - archiduc ...> aanstoven groenten ...> oosterse gerechten> stoofvlees> aardappelpuree> hutsepot - vol-au-vent> gehakt aanbraden> risotto & pasta’s> confituren> rijstpudding

Stephan BVBA Sluis 119810 Nazareth

KOKEN BRADEN STOVEN WOKKEN MENGEN

De nieuwe standaard in garantieAls toonaangevend leverancier van producthandling en palletiseeroplossingen heeft CSi een ongeëvenaard niveau van systeem-beschikbaarheid bereikt. Dit heeft niet alleen geresulteerd in zeer lage onderhoudskosten gedurende de totale levenscyclusvan onze machines en systemen.Het heeft tevens een revolutionairebonus tot gevolg gehad: eenstandaard garantie van driejaar met een ongelimiteerdaantal draaiuren.

postbus 70 • 4940 AB Raamsdonksveer • Nederland • telefoon +31 (0) 162 575 000 • csiportal.com • e-mail [email protected]

van onze machines en systemen.Het heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaireHet heeft tevens een revolutionaire

Peace of mind

FI_0413_N_13_pubs.indd 27 24/04/13 11:09

Page 14: België koploper inzake bieronderzoek

14

INTERNATIONAAL NIEUWS

F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

Pure chocolade minder bitter met kof�ebonenBarry-Callebaut heeft een nieuwe receptuur uitgedacht die pure chocolade minder bitter, goedkoper en rijker aan antioxidanten maakt. Essentie is dat de firma gemalen koffiebonen als bulkstof gebruikt. Ze zou dat nieuwe ingre-diënt vooral gebruiken voor chocoladetypes met meer dan 40 % cacao. Zowel gemalen als ongeroosterde (groene) of licht geroosterde koffiebonen kunnen worden toegepast.

De groene, gemalen kof-fiebonen worden onder de apart geroosterde ca-caobonen gemengd; de licht geroosterde worden echter eerst geweekt of hittebehandeld. Een kof-fiearoma is er niet, want dat ontstaat pas vanaf 200°C; om cacao te ma-ken, gaat het over tem-peraturen van rond de 120°C. Intussen over-weegt het bedrijf ook va-rianten van de chocolade op de markt te brengen met zoetstoffen uit ste-via in plaats van suiker.

Mengen van groene koffie met ca-caobonen leidt tot een minder bittere smaak in pure chocolade.

Kikkererwtenbloem doet het goed in glutenvrij brood.

Glimlachen met dank aan groenten en fruitAmerikaans onderzoek laat vermoeden dat groenten en fruit jonge mensen kalmer, gelukkiger en energetischer maken, en dit onafhankelijk van hun BMI (Body Mass In-dex). Dat bleek toen 281 jongvolwassenen met een gemid-delde leeftijd van twintig jaar gedurende 21 dagen werden gevolgd. In die periode moesten ze, via een website, elke avond een aantal vragen beantwoorden: deze moesten duidelijk maken hoe ze zich voelden. En wat ze hadden gegeten: het aantal porties groenten (exclusief groente-sappen), fruit (exclusief sappen en gedroogde vruchten) en hoeveel ongezonde levensmiddelen (zoals koekjes, chips, cakes,…). Toen de vorsers de resultaten bekeken, bemerkten ze dat er een sterke correlatie bestond tussen een positieve stemming en een hogere consumptie van

groenten en fruit. Ze zagen ook dat het eten van derge-lijke voedingsmiddelen min of meer voorspelde hoe iemand zich de dag daarna zou voe-len.Het gunstige effect trad wel pas op vanaf zeven à acht porties groenten en fruit per dag. (University of Otago-USA).

Er bestaat een duidelijk ver-band tussen een positieve stemming en het eten van meer van groenten en fruit.

Geluid heeft invloed op smaakEen team wetenschap-pers liet vrijwilligers stukjes identieke tof-fee eten in een donkere ruimte, terwijl ze via een koptelefoon naar muziek luisterden. Het bleek dat muziek met hogere toonhoogte ertoe leidde dat de toffees zoeter werden bevonden dan wanneer de toonhoogte laag was. In het verlengde van dit onderzoek deden de vorsers nog een andere test. Ze maakten daarbij gebruik van chips in zwarte zakjes waarop een bijhorend muziekinstrument stond. Personen die vaak dat merk chips aten, associ-eerden automatisch het geluid van het instrument op de verpakking met de smaak van de chips erin. Maar er was een uitzondering. De chips met kippensmaak zaten in een zakje met een illustratie van trompetten. Toch bleken de proefpersonen het geluid van dat instrument niet te asso-ciëren met die smaak chips. Toen de fabrikant dit hoorde, verwijderde hij prompt de trompetten van de verpakking. (University of Oxford - VK)

Kikkererwtenmeel voor soja- en glutenvrij brood

Veel glutenvrije bro-den bevatten soja-proteïnes omdat deze voor betere bak- en sensoriële eigen-schappen zorgen. Probleem is dat be-hoorlijk wat mensen er allergisch aan zijn. Daarom wordt onder-zoek gedaan naar het

maken van glutenvrije broden zonder deze soja-eiwitten. Zo deed een Spaans onderzoeksteam experimenten met kikkererwten- en erwtenbloem en johannesbroodpitmeel. Het bleek dat alle drie goede fysico-chemische eigen-schappen hadden, alsook een degelijk sensorieel profiel. Toch waren er enkele verschillen. Zo bleek het brooddeeg gemaakt met johannesbroodpitmeel de dikste structuur van de vier te hebben. De vloei-eigenschappen waren goed, maar het uiteindelijk brood was niet erg kwalitatief. Uiteindelijk haalden kikkererwten- en erwtenbloembroden de beste gemiddelde score voor het gros van alle relevante eigenschappen. Het brood met kikkererwtenbloem had bovendien de beste korst.<< Universitat Autònoma de Barcelona - Spanje)

Muziek met hogere toonhoogte heeft tot gevolg dat consumenten toffees als zoeter ervaren.

FI_0413_N_14_intnews.indd 14 24/04/13 11:10

Page 15: België koploper inzake bieronderzoek

15 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

Kaliumzout in opmarsZoals bekend staat de voedingsindustrie onder druk om de hoeveelheid zout (natriumchloride) in haar producten te vermin-deren. Zo’n 75 % van de dagelijkse zoutinname zou namelijk af-komstig zijn van levensmiddelen, met als typische voorbeelden brood en kaas. Recent onderzoek doet daar nog een schepje bovenop. Niet alleen zou het goed zijn om de hoeveelheid van dergelijk zout te verminderen. Ook is het aangeraden ervoor te zorgen dat het geproduceerde voedsel meer kalium bevat. Een overzichtsstudie waarbij het effect van deze stof op meer dan 128.000 proefpersonen werd bekeken, toont namelijk aan dat zij die het meeste kalium innamen 24 % minder risico op hartfalen hebben. Tevens bleek kalium de bloeddruk bij mensen met hypertensieproblemen te laten dalen: net het omgekeerde effect van natrium dus. Bovendien blijkt de stof geen negatief effect op mensen met een normale bloeddruk en gezonde nieren te hebben. De voedingsbedrijven kunnen ervoor zorgen dat hun producten meer kalium bevatten door er meer fruit en groenten in te verwerken of kaliumzout (kaliumchloride) aan toe te voe-gen. (Wolfson Institute-Verenigd Koninkrijk)

Voedingsproducenten zouden hetzoutgehalte moeten verminderen en het kaliumaandeel vergroten.

Kleur heeft invloed op smaak‘Een Britse professor merk-te dat Colombianen in En-geland in de war raakten bij de aankoop van chips. In hun land hebben deze producten in een groene verpakking immers li-moensmaak, terwijl dat in het Verenigd Koninkrijk meestal kaas- en uismaak is. Uitgaande van deze vast-stelling voerde de acade-micus enkele testen uit. Daarbij maakte hij onder meer gebruik van het merk

‘Walkers’ dat een groene verpakking voor zout en azijn heeft, en blauwe voor kaas en ui: net het omgekeerde van de kleur die de andere belangrijke, Britse chipsmerken gebruiken. Eerst liet hij een groep Britse en Colombiaanse proefpersonen chips in verschillende verpakkingen proeven. Hij stelde vast dat de meesten zich voor het kwalificeren van de smaak van de chips op de kleur van de verpakking baseerden, en daarbij dachten aan de kleur die door hun favoriete merk wordt gehanteerd. Met andere woorden: de Britse proefpersonen die doorgaans het merk Walkers kiezen, smaakten kaas en ui wanneer ze chips uit een blauwe verpakking aten, zelfs als het om een zout- en azijnsmaak ging! De onderzoeker ging ook na welke kleur de proefpersonen met een bepaalde nieuwe smaak associeerden. Ook daar bleken er verschillen te zijn naargelang de groep per-sonen en hun respectievelijke gewoontes. Britten vonden dat paars goed bij chips met foie gras- en vijgensmaak past, terwijl de Colombianen een totaal andere mening hadden. (University of

Oxford – U.K.)

Sneller verzadigd dankzij olijfoliearomaConsumenten voelen zich langer verza-digd na het eten van voedingswaren met olijfolie(aroma’s) dan producten met an-dere oliën of vetten, of hun aroma’s. Dat besloot een team onderzoekers na testen waarbij ze proefpersonen 500 gram vet-arme yoghurt, verrijkt met reuzel, melkvet, koolzaadolie of olijfolie, per dag hadden gegeven. De betrokken consumenten nut-tigden dit levensmiddel gedurende drie maanden, als supplement bij een normaal dieet. Het bleek dat zij die yoghurt verrijkt met olijfolie hadden gegeten, een grotere hoeveelheid serotonine (een hormoon dat de verzadiging aangeeft) in het bloed had-den. Bovendien was het ook die groep die meldde zich het meest verzadigd te voe-len. Er was wel niemand die in die periode

gewicht verloor. Maar het verbaasde de vorsers wel dat olijf- en koolzaadolie, die eigenlijk zeer vergelijkbare vetzuren bevat-ten, toch een opmerkelijk verschillend ef-fect op het verzadigingsgevoel hadden. Ze vonden de verklaring toen ze de ene groep proefpersonen vetarme yoghurt met enkel de aroma’s uit olijfolie gaf, en de andere groep yoghurt zonder. De eerste bleek zich het meest verzadigd te voelen. Ook consumeerden ze bij die test 176 kiloca-lorieën minder per dag. Deze ontdekking kan leiden tot de ontwikkeling van vetarme producten die sneller een verzadigd gevoel geven, en zo effectiever in de strijd tegen obesitas zijn.(Technische Universität München - Duitsland; Universität

Wien - Oostenrijk) >>

Testen met chips moeten bijdragen tot meer wetenschappelijke keuzes voor de kleur van verpakkingen.

Olijfoliearoma in yoghurt? 176 kilocalorieën minder per dag!

FI_0413_N_14_intnews.indd 15 24/04/13 11:10

Page 16: België koploper inzake bieronderzoek

16 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

DOSSIER HVAC

Een nieuwe koelinstallatie nodig?Investeer dan in één met natuurlijke koudemiddelen!

Voedingsproducenten met een koelinstallatie die aan vernieuwing toe is, kiezen best voor een

systeem dat met natuurlijke koudemiddelen werkt. Want de Europese regelgeving wordt alsmaar

strenger en er bestaat zelfs een kans dat ze tegen 2020 de toepassing van deze koelmiddelen

verplicht. Niks nieuws onder de zon, horen we u al denken. Maar weet u ook dat er sinds kort een

installatie bestaat die zo’n 30 % energie-efficiënter is dan een traditioneel koelsysteem? Hierdoor

bedraagt de terugverdientijd gemiddeld amper drie jaar...

Tijdens de laatste milieuconferentie werd afgesproken dat vanaf 2020 bestaande koelapparatuur met een hoeveelheid kou-demiddelvulling van meer dan vijf ton CO2-equivalent niet meer met HFK’s (gehalogeneerde fluorkoolwaterstoffen) met een zeer hoog Global Warming Po-tential (>2.500) mogen worden hervuld. Marc Schreurs, Speerpuntcoördinator i-NET (Intelligente Nieuwe Energietech-nologieën), departement IWT van de Ka-tholieke Hogeschool Limburg: “Elk jaar worden de reglementeringen strenger. En algemeen wordt er vanuit gegaan dat ze

nog zullen veranderen. Volgens mij is de kans zelfs reëel dat er in 2020 nog enkel natuurlijke koudemiddelen zullen mogen worden gebruikt. Bedrijven die nu in een koelinstallatie moeten investeren, nemen dan ook beter geen risico. Er is trouwens geen enkele reden om geen natuurlijke koudemiddelen te gebruiken. Want een systeem op basis van CO2, ammoniak of een combinatie van beide, is energie-efficiënter en heeft een veel lagere CO2 -uitstoot dan de gangbare installaties. Met andere woorden: er is zowel winst voor de portemonnee als voor het milieu.

Natuurlijk heeft de oplossing ook een keerzijde. Bij het gebruik van ammoniak moeten er extra veiligheidsmaatregelen worden genomen omdat het een giftige stof is. Denk maar aan automatische lek-detectie, mechanische ventilatie, gebruik van mobiele detectie en persoonlijke beschermingsmiddelen, ... Maar mits deze regels in acht worden genomen, is het absoluut niet gevaarlijk om met ammoniak te werken. Bovendien heeft deze stof het grote voordeel dat je lekken meteen ruikt. Als je weet dat elk sys-teem gemiddeld 15 % koudemiddel door lekken verliest, begrijp je meteen het pluspunt. Want hoe sneller je lekken de-tecteert, hoe sneller je ze kan dichten en hoe kleiner het verlies is... Helaas blijven al te veel mensen schrik van ammoniak hebben. CO2 is totaal geen gevaarlijke stof, maar vereist dan weer hoge druk-ken omdat het tripelpunt bij 31,2°C op 71 bar ligt en condensoren een hogere temperatuur vereisen. Ook dat is echter geen onoverkomelijke barrière, want die hoge drukken kunnen gemakkelijk onder controle worden gehouden door een juist ontwerp en een goede opbouw van de installatie.”

Onafhankelijk van de buitentempera-tuur Om te bewijzen dat koelsystemen met natuurlijke koudemiddelen effectief energie-efficiënter zijn, neemt Marc

Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Archief

FI_0413_N_16_CO2.indd 16 24/04/13 11:11

Page 17: België koploper inzake bieronderzoek

17 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

Schreurs er een studie van Danfoss bij. Deze firma vergeleek het energieverbruik van negen types koelinstallaties (HT 500 kW en LT 100 kW). Hieruit blijkt dat de transkritische CO2 boosterinstal-latie en het cascadesysteem van CO2 en ammoniak ge-middeld 15 % beter scoren. Marc Schreurs: “Het probleem is echter dat de rendabiliteit van de buitentemperatuur af-hankelijk is. Als deze 10°C bedraagt, verbruiken de oplos-singen 15 % minder. Maar naarmate de buitentempera-tuur lager of hoger is, stijgt of daalt de energiewinst. Vandaar dat er nogal wat discussie is of zo’n systemen wel inte-ressant zijn in België. Maar deze vraag is sinds vorig jaar irrelevant geworden. Prof. Tassou van de London University ontwikkelde immers een oplossing die met dit probleem komaf maakt.”

Waarover gaat het?Het innovatieve van de nieuwe oplos-sing is dat ze trigeneratie toepast: een transkritisch koelsysteem wordt gekop-peld aan een warmtekrachtkoppeling met gasturbine. De elektriciteit die met de WKK wordt geproduceerd, wordt aangewend om de koelinstallatie aan te drijven, terwijl de warmte een absorp-tiekoelmachine voedt. Marc Schreurs: “Deze laatste zorgt ervoor dat de con-

densortemperatuur zich het hele jaar door rond het vriespunt situeert. Op die manier laat je de koelinstallatie als het ware geloven dat de buitentemperatuur constant 0°C is, waardoor de oplos-

sing altijd de hoogste energie-efficiëntie haalt!” In concreto zou het systeem dankzij de trigeneratie 30 à 40 % min-der energie verbruiken. Met de gangbare tarieven voor elektriciteit zou dit ervoor zorgen dat een installatie van gemid-delde grootte binnen een termijn van 3,2 jaar is terugbetaald. Maar daarnaast is er ook een gigantische besparing van CO2. Uit een andere studie die Marc Schreurs er tijdens ons gesprek bijneemt, blijkt dat het traject van diepgevroren vlees van productie tot bij de retailer een CO2-uitstoot van 477 gram per kilogram product heeft. Bij diepgevroren erwten spreken we zelfs over 1.000 g CO2/kg. Marc Schreurs: “De helft van de CO2-voetafdruk komt uit indirecte emis-sies, namelijk van de energie die door de koelinstallatie wordt gebruikt. Als je zelf elektriciteit en warmte opwekt – wat bij de transkritische oplossing het geval is –, vervalt deze uitstoot dus al. Een andere 15 % komt door lekkages van koudemiddelen. Maar aangezien ammo-niak en CO2 onschadelijk zijn, behoort ook dit percentage tot het verleden. Met andere woorden: het systeem van Prof. Tassou leidt tot een afname in CO2-uitstoot van minstens 65 %!”

Nog maar het beginIntussen zijn er al verschillende koelin-stallaties die volgens het concept van Prof. Tassou zijn gebouwd. Maar een grote doorbraak laat vooralsnog op zich wachten. Volgens Marc Schreurs heeft dit vooral te maken met het gebrek aan kennis over natuurlijke koudemiddelen bij de verkopers van koelsystemen en de techniekers. “Het is hoog tijd dat de Marc Schreurs

ebro. Voedselveiligheid.Loggers en voedsel-thermometers.

074 265 77 88NL 053 80 97 54BE

allesondercontrole.com

1699AdvFoodInd_EBITLC_NL.indd 1 11-04-13 08:57

aanbieders zich laten bijscholen, want natuurlijke koudemiddelen zijn echt wel dé toekomst,” vertelt hij. “Vandaar dat wij in ons labo natuurlijke koudemid-delen in Houthalen, geregeld trainingen

organiseren. Helaas is er nog heel wat werk aan de winkel, vooral dan in België. Toch wil-len we de voedingsproducen-ten die in een nieuwe koelin-stallatie willen investeren, ten stelligste aanraden om voor een systeem met natuurlijke koudemiddelen te kiezen. Het vraagt zeker wat zoekwerk om

gecertificeerde installateurs te vinden die zo’n project aankunnen, maar ze bestaan wel degelijk. En laat ook de ex-tra investering je niet afschrikken. Want hoe je het draait of keert: een dergelijke installatie is rendabeler op lange termijn en zal zonder twijfel ook de enige mo-gelijke oplossing zijn om binnen enkele jaren aan de wetgeving te voldoen.”

“Het innovatieve van de nieuwe oplossing is dat ze trigeneratie toepast: een transkritisch

koelsysteem wordt gekoppeld aan een warmtekrachtkoppeling met gasturbine.”

FI_0413_N_16_CO2.indd 17 24/04/13 11:11

Page 18: België koploper inzake bieronderzoek

Gezond water in een gezonde installatie! Verbeterde systeemprestaties door beheersing van corrosie, afzettingen en biologie in al uw waterstromen.

Waterkwaliteit is onze specialiteit!

verwijderen van bacteriën, virussen en parasieten.

verwijderen van biofilm.

voorkomen van algen.

geen resistentieopbouw mogelijk.

ChloorDioxide zonder generator!

We make the Difference.

veilig aanmaken en eenvoudig doseren van zuiver (99,9%) chloordioxide zonder

generator.

Vraag vrijblijvend informatie of advies: Spirotech België bvba, Essenschotstraat 1, 3980 Tessenderlo Tel 0800 78 888 Fax 0800 99 988 [email protected]

Page 19: België koploper inzake bieronderzoek

HeatMaster® 35 TC – 45 TC – 70 TC – 85 TC – 120 TC

Superieur rendement in warm water en verwarming

Gasketel met dubbele functie

Totale Condensatie zowel opverwarming als op sanitair warm water

Superieur rendement

Tank-in-Tank: korte opwarmtijdenen minimum aan energieverlies dankzij warmtewisselaar met groot oppervlak

Grote primaire waterinhoud:ideaal voor bestaande installaties

Nuttig vermogen van34.1 kW tot 111.5 kW

Cascade-opstelling:onbeperkt in aantal

Ideaal voor toepassingen met grote behoefte aan sanitair warm water zoals hotels, sportcentra, rusthuizen, industrie,…

[email protected] www.acv.com

mad

e in

Bel

gium

FI-okt08-K

Zekerheid in kwaliteit

ISS Industrial CleaningAthena Business CenterSteenstraat 20/11800 Vilvoorde-Koningslo

tel 02 263 68 85fax 02 263 69 39

[email protected]@be.issworld.com

FI-maa09-A

ISS_FI_maa09_NL_A_ISS_FI_0309_NL_A 31/01/11 10:55 Pagina 1

FI_0413_N_19_pubs.indd 27 24/04/13 11:11

Page 20: België koploper inzake bieronderzoek

20 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

SPECIAL HVAC

Koeling in opslagruimtes kost veel centenIntroduceer energiezuinige oplossingen!

In veel voedingsbedrijven is koeling één van de grootste kostenposten. Er bestaan echter talrijke

mogelijkheden om de uitgaven op dit vlak te reduceren. Vooral zuinig omspringen met energie in

opslagruimtes, kan heel wat opbrengen. Niettemin blijken maar bitter weinig levensmiddelenproducenten

hierbij verder te gaan dan goed te isoleren. Dat is een goed begin. Maar om echt te besparen, zijn ook

andere ingrepen noodzakelijk. Aan de KU Leuven loopt al langer onderzoek rond deze thematiek. Maar

binnenkort worden heel wat oplossingen ook in de praktijk uitgetest...

Kleine ingrepen, veel opbrengst‘Vele kleintjes maken één groot’ is een uitdrukking die je voor ogen moet hou-den bij het energie-efficiënt maken van opslagruimtes. Want vaak kan er met een mix van kleine ingrepen al een grote besparing worden gerealiseerd. We denken hierbij in de eerste plaats aan het sluiten van de deuren, het plaatsen van koudegordijnen in ruimtes met veel heftruckbeweging, het dichtmaken van overbodige toegangen, het plaatsen van lichtdetectoren (verlichting verbruikt niet alleen energie, maar is ook een warmte-bron!), ... Dr. Pieter Verboven, Research Manager bij de afdeling MeBioS van het departement Biosystemen, KU Leuven: “Een aandachtspunt zijn de ontdooicy-clussen. In elke koelcel is er vochtopho-

ping op de koudste plaats van de koelcel, namelijk de koelbatterij. Omdat dit water gaat aanvriezen, daalt de efficiëntie van de koeling en moet er dus regelmatig wor-den ontdooid. Slim ontdooien kan enkele procenten energiewinst opleveren!”

Compressoren en ventilatorenDe twee belangrijkste energieverslinders van een koelsysteem zijn de compresso-ren en de ventilatoren in de koelruimte. In het eerste geval zijn er momenteel weinig andere mogelijkheden dan in nieuwe, energie-efficiëntere types te investeren. En dan komt het er natuurlijk op aan een kosten/batenanalyse te maken. Dr. Pieter Verboven: “Voor de ventilatoren geldt hetzelfde verhaal. Zorg dat ze op de noden zijn afgestemd en hou hierbij rekening met zowel de vereiste luchtsnel-heid als een goede luchtcirculatie overal in de ruimte. Maar daarenboven is het interessant om na te gaan of een con-tinue luchtcirculatie wel nodig is. Want luchtcirculatie met intervallen volstaat wel vaker om overal een homogene tem-peratuur te bereiken. In dit geval kan je de investering beperken tot regelappara-tuur die ervoor zorgt dat het luchtcircu-latiesysteem automatisch op de vereiste tijdstippen in werking wordt gesteld. Alles hangt hier af van wat het doel van de koeling is: enkel opslag of ook inkoelen. En ook het type product speelt een rol. Zo produceren groenten en fruit warmte en verliezen ze vocht. Maar bij ingevroren

en verpakte producten zijn deze aspecten van geen belang.” MeBioS ontwikkelde software die bedrijven en installateurs helpt om koelruimtes optimaal te ontwer-pen. Het pakket berekent de luchtcircu-latie en de temperatuur/vochtverdeling in de ruimte. Via simulaties kunnen verschil-lende koelcelontwerpen met elkaar wor-den vergeleken. Dr. Pieter Verboven: “Zo kan je bijvoorbeeld nagaan wat de beste stapelwijze van de producten is, of waar de koelgroep het best wordt geplaatst.“

Vergeet de invloed van verpakking nietWanneer het over de bulkopslag van groenten en fruit gaat, blijkt ook de ver-pakking een cruciale rol te spelen. Dr. Pieter Verboven: “Vaak wordt vergeten dat het verpakkingsmateriaal niet alleen een esthetisch of logistiek doel heeft, maar ook een belangrijke invloed op het koelgedrag van het verpakte product heeft. Met andere woorden: de verpak-king kan verhinderen dat in de koelcel de warmte voldoende efficiënt uit het product wordt gehaald. We hebben al uitgebreid onderzoek gedaan naar het aerodynamische gedrag van verschillende verpakkingen die in de sector worden toegepast. Om de kwaliteit van verse producten te behouden, is het essentieel dat deze na de pluk zo snel mogelijk naar de geschikte bewaartemperatuur worden afgekoeld. Soms duurt het echter dagen vooraleer ze van de gemiddeld 30°C op

Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Archief/KU Leuven

Dr. Pieter Verboven, Research Manager bij de afdeling MeBioS van het departe-ment Biosystemen, KU Leuven

FI_0413_N_20_Koeling.indd 20 24/04/13 11:12

Page 21: België koploper inzake bieronderzoek

21 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

0°C kunnen worden gebracht. Groenten en fruit die voor export zijn bestemd, worden in kartonnen dozen verpakt. Die zijn immers gemakkelijk stapelbaar en bieden ook enige sterkte. Maar in een gesloten verpakking koelen de levens-middelen veel trager af. Met strategisch geplaatste ventilatiegaatjes kan de koel-tijd echter met verschillende uren wor-den ingekort. Trouwens: deze manier van werken levert ook op het vlak van energie-efficiëntie een groot voordeel op. De ventilatoren geven immers bij een lage luchtweerstand (van een goed geventi-leerde verpakking) een hoger debiet dan bij een slechte verpakking. We winnen hier dus twee keer: de ventilatoren wor-den beter gebruikt en de koeling is snel-ler. Let wel: het is niet alleen met karton dat dit fenomeen zich manifesteert. In principe is het een problematiek die aan alle verpakkingsmaterialen inherent is. Het kan ook worden doorgetrokken naar alle verse voedingsproducten die in bulk worden opgeslagen.” Toch blijkt het niet te volstaan om de verpakking zomaar van enkele gaatjes te voorzien. Er moet im-mers rekening worden gehouden met de circulatiestromen van de koude lucht, het type product, de manier van stapelen, de hoeveelheid levensmiddelen, ... Daarom gebruikt BIOSYST-MeBioS een software om de verpakkingen te optimaliseren. “Op die manier kunnen we stromingsbe-rekeningen maken die ons toelaten een aerodynamisch design te ontwikkelen, en dit voor elk type verpakking en toepas-sing,” verduidelijkt Dr. Pieter Verboven.

En in de toekomst...Volgens Dr. Pieter Verboven zouden er in de toekomst nog wel eens verschillende andere manieren kunnen ontstaan om energiezuinigere koelruimtes te bouwen. Hij verwijst in dit kader naar onderzoek over materialen die voor meer koeleffici-entie zorgen, zoals vacuüm geïsoleerde panelen (VIP) die een hogere thermische isolatie bieden. Daarnaast zijn er nog de koudemiddelen met nano-partikels die mogelijkheden bieden om koelmid-delen meer efficiënt te maken. Dr. Pieter Verboven is eveneens heel erg te spre-ken over CO2 als koudemiddel (zie ook artikel CO2 koeling). “Tevens wordt aan de ontwikkeling van enkele nieuwe tech-

nieken gewerkt,” vertelt hij. “Denk maar aan magnetische koeling waarbij van het zogenaamde magnetocalorisch effect gebruik wordt gemaakt. Er worden geen koudemiddelen of compressorsystemen toegepast, maar simpelweg de eigen-schappen van welbepaalde legeringen die in een variërend magnetisch veld netto energie aan hun omgeving onttrekken. Dergelijke systemen komen nu in de kijker voor laag-energie koelsystemen, zo-als koeltogen, gekoelde displaykabinetten of frisdrankautomaten. Producenten van deze innovatieve techniek claimen dat er 50 % minder energie wordt gebruikt dan met traditionele koeltechnieken.”

Slim en dynamischMaar dé oplossing van de toekomst ligt zonder twijfel in zogenaamde ‘slimme’

systemen die rekening houden met de kostprijs van de energie en de kwali-teit van het specifieke product. Onder invloed van de toenemende input van hernieuwbare systemen (die heel variabel is en moeilijk te voorspellen valt) neemt het aantal pieken en dalen in het elek-triciteitsaanbod toe. Dit vertaalt zich in tarieven die doorheen de dag constant variëren, soms zelfs in heel grote mate. Dr. Pieter Verboven: “In de toekomst zal een toenemend aantal apparaten in func-tie van de beschikbaarheid van energie functioneren. Met andere woorden: ze zullen vooral in werking treden wanneer er een groot aanbod is en de prijzen dus heel laag liggen. Ook vries- en koelcellen behoren tot de categorie van users die in dit systeem kunnen stappen. In con-creto zal er iets dieper worden gekoeld bij veel beschikbaarheid, om de koeling dan

Twee types kartonnen verpakking met verschillend ventilatieontwerp: links een conventionele doos met verluchting langs de zijvlakken van de doos; rechts een innovatieve verpakking met verluchting langs de ribben van de doos. Het resultaat op koeling is spectaculair: onderaan wordt het tempe-ratuurprofiel tijdens inkoelen doorheen de dozen op een standaardpallet weergegeven; het nieuwe design koelt aanzienlijk sneller en homogener.

FI_0413_N_20_Koeling.indd 21 24/04/13 11:12

Page 22: België koploper inzake bieronderzoek

22 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

enige tijd uit te schakelen als er weinig energie is en deze dus duur is. Natuurlijk moeten we wel nagaan of dit mogelijk is zonder dat de kwaliteit van de producten en de voedselveiligheid in het gedrang komt. Maar in theorie zien we toch veel mogelijkheden. In diepvries kan bijvoorbeeld bij een groot aanbod aan energie een temperatuur van -24°C in plaats van -22°C worden nagestreefd. Wanneer de installatie dan wordt stilge-legd, zal het enige tijd duren vooraleer pakweg -18°C wordt gehaald. En dat is een temperatuur die nog perfect aan alle vereisten voldoet. Voor gekoelde producten is het verhaal iets complexer. Want er moet rekening worden gehouden met het feit dat de productkwaliteit sterk van de temperatuur afhankelijk is. Tot nu toe werd er altijd van uitgegaan dat een constant temperatuurregime de beste oplossing voor optimale gekoelde bewaring is. Wanneer ‘slimme’ systemen worden geïmplementeerd, is de vraag na-tuurlijk hoe de (weliswaar kleine) schom-melingen in temperatuur het levensmid-del zullen beïnvloeden. De sector heeft toch wel wat schrik dat de kwaliteit zal worden aangetast. Vandaar dat er verder onderzoek nodig is en eventueel wordt nagegaan of de combinatie met andere bewaartechnieken, zoals ‘dynamisch gecontroleerde atmosfeer’ (DCA) geen beter alternatief is. Hierbij worden de be-waarcondities aangepast op basis van de biologische respons van het product. Dit laat toe om voor elke partij of koelruimte

SPECIAL HVAC

de optimale condities te zoeken. Op die manier zou de koeling enkel worden in-geschakeld wanneer dit echt nodig is. In combinatie met systemen die rekening

houden met de energieprijzen, is het evi-dent dat dit tot een grote besparing zou kunnen leiden. In dit kader is de kans zelfs reëel dat er in de toekomst alsmaar vaker sensoren zullen worden toege-past die de kwaliteit van het product continu meten, al zijn daar kosten mee gepaard. KU Leuven ontwikkelde samen met het Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten (VCBT) echter een DCA-techniek die zonder bijkomende sensoren kan worden toegepast en niet-temin goede resultaten geeft.”

Simuleren en testenZomaar eender welke oplossing imple-menteren, is in deze tijden niet verant-woord. Natuurlijk is elke ingreep om de ecologische voetafdruk te minimaliseren, belangrijk. Maar met de stijgende druk op de marges komt het er vandaag in de eer-ste plaats op aan effectief kosten te be-sparen. Elke investering moet dus worden gewikt en gewogen. Om bedrijven daarbij te helpen, is het Departement Biosyste-men van de KU Leuven bezig met de ont-

wikkeling van rekenmodellen die toelaten om van elke maatregel de impact op de kwaliteit van de producten en op de ener-giekost te berekenen, en dit doorheen de hele koudeketen (van productie tot bij de consument). Dr. Pieter Verboven: “Het is voor de voedingsproducent heel belang-rijk te weten of het uiteindelijke resultaat nog binnen de aanvaardbare limieten valt. Het heeft bijvoorbeeld geen zin dat de bewaartijd door de implementatie van een energie-efficiënte oplossing korter wordt dan contractueel met de koper is vastgelegd. Maar in de praktijk is dat vaak een heel complexe materie. Dankzij deze rekenkundige modellen kunnen de levensmiddelenproducenten op een een-voudige manier het effect van verschil-lende mogelijkheden simuleren, zodat ze de juiste keuzes kunnen maken en geen nutteloze investeringen doen.” Momen-teel is er al een prototype beschikbaar dat uitgebreid door deskundigen wordt

getest. Het pakket wordt ontwik-keld in een Europees samenwer-kingsverband van onderzoekers in het domein van koeltechniek voor voedingsmiddelen (zie www.frisbee-project.eu - je vindt er ook allerlei tips en uitleg over

de verschillende koeltechnieken). Tegen eind 2014 zou een eerste versie van het rekenmodel klaar moeten zijn. Bedrijven die geïnteresseerd zijn om de testversie uit te proberen, kunnen contact opnemen met Dr. Pieter Verboven op [email protected]. Daarnaast start het VCBT in het najaar ook een IWT-project over Energiezuinig koelen van groenten en fruit. Hierbij zullen de bovengenoem-de energiebesparende maatregelen in de Vlaamse groenten- en fruitsector worden uitgetest. Ook de KU Leuven is in dit project betrokken. Dr. Pieter Verboven: “Bedoeling is na te gaan welke ingrepen het meest opbrengen. Tevens zullen de participerende bedrijven die succesvolle resultaten kunnen voorleggen, ook als demonstratiepunt voor concullega’s fun-geren. Het wordt een vrij uitgebreid pro-ject, want de looptijd bedraagt vier jaar. Maar het is een noodzakelijkheid, want energie-efficiënter koelen kan de groen-ten- en fruitsector – en bij uitbreiding heel veel levensmiddelenbedrijven – echt wel veel centen opbrengen.”

Computational Fluid Dynamics laat toe de luchtstroming, temperatuur, gas- en vochtverdeling in koelcellen te berekenen op basis van CAD modellen.

“Luchtcirculatie met intervallen volstaat wel vaker om overal een homogene

temperatuur te bereiken.”

FI_0413_N_20_Koeling.indd 22 24/04/13 11:12

Page 23: België koploper inzake bieronderzoek

23 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

De nieuwkomer in de FCA-klasse. FCA 80

innovatief · betrouwbaar · toonaangevend

Informatie: www.polyclip.com/[email protected]

Kaliberbereik van 38 tot 160 mm

Tot 125 slagen per minuut

Door de overspreiding ideaal voor gevormde producten

Eenvoudige bediening

Bezoek ons !

Hal 8 · stand B 92

NIEUW !

FCA 80_186 x130_nl_Food Industry_2302_IFFA 2013.indd 1 12.04.2013 17:28:13

Testo Saveris:

monitoring vantemperatuur in het transportvan voeding.

www.testo.bewww.testo.be

SaverisFood_Opmaak 1 13/02/2013 15:21 Pagina 1

Mitsubishi Electric lanceert ‘Mr. Slim+’Airco en sanitair warm water met warmteterugwinningMr. Slim+ is een warmtepomp/aircondi-tioningsysteem met een volledig nieuwe buitenunit, een binnenunit voor koeling of verwarming en een ‘Ecodan Hydrobox’ voor ofwel verwarming via warm water, ofwel de productie van sanitair warm water. De buitenunit is in staat om de, bij

de koeling gegenereerde warmte-energie, afhankelijk van de omstandigheden en behoeften aan de omgeving af te geven of via de Hydrobox naar het warmtecircuit te transporteren. Zo bereikt het hele sys-teem een COP van meer dan 5.

FI_0413_N_20_Koeling.indd 23 24/04/13 11:12

Page 24: België koploper inzake bieronderzoek

NERGECOSoepele rol- en vouwpoorten

COOL ITIsotherme bedrijfs-, koel-, vries-, draai- en schuifdeuren.

[email protected] • www.door-assist.be

Uw contact: [email protected] , fax 056/33.49.31www.door-assist.be

Onderhoud en service op alle merken van deuren en poorten.

Door-Assist_FI_0413_NL.indd 1 15/04/13 11:17

Page 25: België koploper inzake bieronderzoek

108698

Zitrec koudedragers nemen het op tegen corrosie!

Onze selectieve organische inhibitoren beschermen alle metalen in

uw installatie tegen agressieve corrosie, en vermijden hun onge-

wenste bijwerkingen zoals verminderde warme-overdracht, lekken,

drukval of pompdefecten. Deze unieke levenslange bescherming,

met nauwelijks inhibitor-verbruik, verzekert u van een duurzaam en

betrouwbaar systeem.

We bieden een volledig gamma aan : zowel een inhibitorenpakket voor

gebruik in water (Zitrec I) als volledig geformuleerde koudedragers

op basis van ethyleenglycol (Zitrec M) en propyleenglycol (Zitrec L).

Ook een voedselveilige Zitrec F met FDA goedgekeurde additieven

en NSF registratie is beschikbaar. En voor lage temperatuurtoepas-

sing tot -50°C is ook een energiebesparende koudedrager Zitrec S

beschikbaar.

Bescherming daar waar het nodig is!

Bart Vandendriessche Product Manager Maintenance & Lubricants [email protected] GSM : + 32 475 81 01 66 www.brenntag.be

Zitrec, de niet-agressieve koudedragers

www.zitrec.com

Zitrec is een geregistreerde merknaam van Arteco NV.

Distributeur in de Benelux:

Bescherming!

108698-90x265_NL.indd 1 17/04/13 09:09

Gassen, service

en knowhow

Bescherming van goede smaak met Protadur®.

Smaak hebben en behouden: gassen uit de Protadur®-reeks beschermen levensmiddelen tegen bederf en smaakverlies. Met de uit-gebalanceerde Protadur®-gassen kunt u koelen, invriezen, carboni- seren, inertiseren, dehydrateren en opschuimen. Protadur® zorgt ervoor dat uw product en ver- pakking smaakvol beschermd worden; en dat alles volgens de richtlijn 178/2002/EG. Resultaat: volledige rechtszekerheid voor u en een optimale smaakzekerheid voor uw producten.

Wilt u een smaakvol aanbod? Neem dan gerust contact met ons op!

Westfalen BVBA Jaargetijdenlaan 100/102 1050 Brussel Tel. 053-64.10.70 Fax 053-67.39.07 [email protected] www.westfalen.be

Een kwestie van smaak.

TG34_4_Een_kwestie_van_smaak_90x265.indd 1 17.01.12 16:25

FI_0413_N_25_pubs.indd 27 24/04/13 11:13

Page 26: België koploper inzake bieronderzoek

26 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

SPECIAL DRANKEN

België koploper inzake bieronderzoekAroma en houdbaarheid: twee grote aandachtspunten

In weinig andere landen huist zoveel wetenschappelijke kennis over het brouwproces als in België.

En onze kennisinstellingen blijven hun reputatie alle eer aandoen. Zo bouwde de onderzoekseenheid

EFBT (Laboratory for Enzyme, Fermentation and Brewing Technology) van KAHO Sint-Lieven (KU

Leuven) in Gent recent een volledig nieuwe brouwzaal met bijhorend analysecentrum (Flavour+)

waarin het met de allernieuwste en meest innovatieve technieken en systemen kan experimenteren.

Daarnaast lopen er verschillende onderzoeksprojecten, onder meer over de houdbaarheid van bier en

het brouwen van bier met een uitgesproken (hoppig) aroma.

Eerst en vooral willen we meegeven dat de onderzoekseenheid EFBT met zijn brouwerijcentrum en analysecentrum Flavour+, samen met de academische opleidingen van KAHO Sint-Lieven, bin-nenkort volledig in KU Leuven integreert, en dit binnen de Cluster Bioengineering Technology (CBeT) van de nieuwe Facul-teit Industriële Ingenieurswetenschappen (FIIW), het Departement Microbiële en Moleculaire Systemen (M2S) en het plat-form LFoRCe, het Leuven Food Science

and Nutrition Research Centre van KU Leuven Research & Development (LRD). Daarnaast maakt EFBT deel uit van het Leuven Institute for Beer Research (LIBR) dat enkele gespecialiseerde la-boratoria verenigt die expertise hebben in het onderzoek en de ontwikkeling van praktische toepassingen in de bier- en drankenindustrie. Momenteel werken binnen EFBT zeventien onderzoekers en doctoraatsmedewerkers aan verschillen-de projecten. Eén van de belangrijkste aandachtsvelden is de smaakstabiliteit van bier. Want ondanks uiterst gericht wetenschappelijk onderzoek, en dit al gedurende decennia, werd nog steeds niet helemaal achterhaald waarom pre-cies de verse ‘bierflavour’ er zo snel op achteruit gaat. “We zijn al jaren bezig met onderzoek op dat vlak, gesteund door het agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT), via bilaterale contacten met de industrie en doctoraatsstudies van Dr. ir. Jessika De Clippeleer en Ing. Gert De Rouck. En sinds kort zitten we blijkbaar op het juiste spoor,” aldus Prof. dr. Guido Aerts, Hoofd van EFBT en van de Cluster Bioenginee-ring Technology van de Faculteit IIW van KU Leuven. “Volgens ons ligt mout mee aan de basis van het flavourinstabiliteits-probleem van bier. Want via de mout kunnen allerlei ‘off-flavours’ en typische verouderingsgeuren (aldehyden) in het bier terechtkomen. Deze aldehyden ma-nifesteren zich al na drie maanden, zelfs

als het product gekoeld wordt bewaard. Vooral pils is er gevoelig voor, aangezien dit bier weinig maskerende smaken be-vat. Lang werd gedacht dat hergisting op fles de remedie was. Maar nadat de CO

2 is gevormd, zakt de gist naar beneden en bindt het zich met het glas. Op dat moment heeft het zijn werk gedaan en zal de gist het bier dus niet meer tegen de aanwezigheid van verouderingscompo-nenten en zuurstofingressie beschermen, met alle gevolgen van dien. Vandaar dat ook bieren van hoge gisting met het feno-meen hebben af te rekenen.”

Twee mogelijke pistesUit hun experimenten ontdekte de onder-zoekseenheid EFBT dat er wellicht twee mogelijke manieren zijn om het fenomeen van bierveroudering aan te pakken. Kern van het antwoord is de reductie van de hittebelasting doorheen het volledige proces, van gerst tot bier. R&D-R&D-medewerkster, Dr. ir. Jessika De Clip-peleer: “Eerst en vooral is het belangrijk om de duur van het kookproces tijdens het brouwen te minimaliseren. Want hit-tebelasting kan in de vorming van spe-cifieke aldehyden resulteren.” Prof. dr. Guido Aerts: “Een andere piste om hit-tebelasting te reduceren, bestaat uit de toepassing van ongeëeste mout voor de bierproductie. Want het is precies om het kiemproces in groenmout te stoppen, dat het vocht uit de mout moet worden ver-

Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: EFBT

Een andere piste om hittebelasting te reduceren, bestaat uit de toepassing van ongeëeste mout voor de bierproductie.

FI_0413_N_26_OnderzoekBieren.indd 26 24/04/13 15:21

Page 27: België koploper inzake bieronderzoek

27 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

wijderd. En dat gebeurt klassiek door op hoge temperaturen te eesten. Maar deze hittebelasting is eveneens een potentiële bron van aldehyden in het uiteindelijke product. Vandaar dat we nu willen expe-rimenteren met het achterwege laten van het klassieke eesten van de moutkorrels op hoge temperatuur en het kiemproces via alternatieve methoden willen stop-pen. In concreto willen we de groenmout ‘verstikken’ in de eest, zodat het dode korreltjes worden. We gaan ervan uit dat deze ingreep heel eenvoudig kan: door een bache op de gekiemde korrels te leggen, zodat er geen zuurstofopname meer kan gebeuren. Maar ook spelen met pH-waarden in de opslagruimte behoort tot de mogelijkheden. De dode moutkor-reltjes kunnen vervolgens op lagere tem-peraturen worden gedroogd.”

Uitgebreid onderzoekDe materie zal door EFBT worden on-derzocht in een VIS-project dat sinds februari 2013 loopt en in totaal zes jaar in beslag zal nemen. Het is de bedoeling om de mout gedetail-leerd te analyseren en de invloed van het aldehydengehalte op de smaakstabiliteit van het finale bier te evalueren. Als tweede luik in dit VIS-project zal ook het brouwpro-ces worden geoptimaliseerd, en dit op maat van elke deelnemende brouwerij. Dr. Barbara Jaskula-Goiris: “Hierbij is het de bedoeling om met verschillende kook-tijden en temperaturen te experimente-ren, dit om de vorming van aldehyden tijdens het wortkoken te minimaliseren.” Prof. dr. Guido Aerts: “Tevens willen we nagaan in hoeverre onze nieuwe piloot-brouwerij een rol in deze problematiek kan spelen. Want wij werken in een zuurstofloze omgeving. De mout bevindt zich boven de schijfmolen en wordt eerst met CO2 behandeld om er alle lucht uit te halen. Vervolgens wordt ze gemengd met brouwwater en vermalen, om tenslotte in de maischketel terecht te komen, waar het versuikeringsproces begint. Ons ex-tractieproces start nooit onder de 63°C (in plaats van de gangbare 45°C). En de pH schommelt in ons proces rond de 5,2 in plaats van 5,6 à 5,8. Dit heeft op zich al een positief effect doordat vorming van aldehyden wordt onderdrukt en oxidatieve

omzettingen worden afgeremd.” Dr. ir. Jessika De Clippeleer vervolgt: “Verder worden de contacttijden met hitte ge-minimaliseerd door het werken met de dunbedfilter en het in-line koken tijdens de filtratie, waardoor we minstens 50% sneller kunnen brouwen. We gaan ervan uit dat deze manier van werken tot een lager aldehydengehalte in het uiteinde-lijke bier zal leiden. In combinatie met in-novatief geproduceerde mout, zouden we dus wel eens dé sleutel tot een jarenlang vraagstuk in handen kunnen hebben en eindelijk een praktische oplossing kun-nen formuleren om de ‘verse bierflavour’ tijdens binnenlandse opslag en distributie te behouden. Vooral voor bedrijven die naar verre landen exporteren, zou dat een grote stap vooruit zijn.”

Aroma: een ander aandachtspuntEen ander domein waarin de onderzoeks-eenheid EFBT actief is, is het ‘aroma’ van bier. “De laatste tijd is er een grote vraag naar bieren met een specifieke geur,”

vertelt Dr. ing. Filip Van Opstaele. “En er bestaan nogal wat mogelijkheden om tot heel innovatieve producten te komen. Eén ervan is het gebruik van hop. Deze grondstof is niet alleen essentieel voor de unieke en karakteristieke bitterheid van bier. Het speelt ook een cruciale rol in de uiteindelijke geur en het aromatisch karakter ervan. Onder impuls van Prof. dr. Luc De Cooman hebben we via een aantal hopgerelateerde wetenschappe-lijke projecten (gesteund door IWT en bilaterale contacten met de industrie) de ‘flavour’-karakteristieken van tientallen hopvariëteiten in kaart gebracht. Tevens heb ik het onderwerp ook in mijn docto-raatsstudie uitgespit. Meer in het bijzon-der heb ik de rol van de essentiële oliën in hop inzake het uiteindelijke aroma en de smaak van bier onderzocht. Op dit mo-ment kent dit onderzoek een vervolg door de doctoraatsstudie van Tatiana Praet en hebben we ook tot 2014 een groot project lopen in samenwerking met de

“Via de mout kunnen allerlei ‘off-flavours’ en typische verouderingsgeuren

(aldehyden) in het bier terechtkomen.”

‘proef’brouwerij van Lochristi, waarbij we het effect van diverse hoppingtechnieken en verschillende hopvariëteiten op het aroma en de smaak van het finale bier bestuderen. Want naast het traditionele ‘kettle hopping’ (een proces waarbij hop

in het begin van het kookproces wordt toegevoegd en in hoofdzaak op het creëren van bitterheid is gericht), bestaan twee processen waarmee een uitgesproken hoppig aroma kan worden verwezenlijkt. Enerzijds is er de ‘late kettle hop-

ping’ waarbij een extra hoeveelheid hop met sterke geurkarakteristieken tien mi-nuten voor het einde van het kookproces wordt toegevoegd. Omdat de hop maar tien minuten wordt gekookt, ontstaat er geen extra bitterheid, maar worden de vluchtige componenten uit de essentiële olie in het bier gebracht. Anderzijds is er ‘dry hopping’. Daar wordt pas op het einde van het brouwproces, meestal na de fermentatie, hop toegevoegd. Bedoe-ling is om de geurkarakteristieken van de ‘rauwe’ hop – de geur van op het veld dus – aan het bier te geven. Het mengsel blijft enkele weken ‘rijpen’ wat ertoe leidt dat de essentiële oliën uit de hop worden geëxtraheerd. Het resultaat: een bier met een erg uitgesproken geur: citrus, fruitig, bloemig, pompelmoes, mango,.... Met ons huidig project testen we de geurkarakteristieken van een twintigtal hoppen in bestaande basisbieren. Daar-naast kijken we ook naar de stabiliteit van het eindproduct. Want de geurkarak-

Hop speelt ook een cruciale rol in de uiteinde-lijke geur en het aromatisch karakter van bier.

FI_0413_N_26_OnderzoekBieren.indd 27 24/04/13 15:21

Page 28: België koploper inzake bieronderzoek

28 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

teristieken van die aromahoppen in bier verdwijnen heel snel. En momenteel weet niemand waarom dat zo is. Een deel van ons onderzoek richt zich dan ook op het detecteren van de oorzaak daarvan en het vinden van maatregelen om de snelle achteruitgang van de verse hopflavour in bier tegen te gaan.”

Ook voor andere drankenNatuurlijk zijn er nog tal van andere on-derzoeksprojecten waarmee EFBT bezig is. Vaak gaat het om analyses in op-dracht van brouwers en mouters. Want het analysecentrum ‘Flavour+’ bezit alle apparatuur die nodig is om bier in al zijn facetten analytisch te ontleden: bitter-heid, aroma’s, aldehyden, schuimstabi-liteit, kleur, alcoholgehalte, aminozuren, polyfenolgehalte, suikergehalte,.... Dr. ir. Jessika De Clippeleer: “Voor de spelers in de markt is dit een enorm voordeel, aangezien de investeringen in bepaalde

analyseapparatuur té groot zijn om zelf te dragen. Zo hebben wij de benodigde in-frastructuur en methoden om ook grond-stoffen, zoals mout, hop, kruiden,... te karakteriseren en op kwaliteit te testen. En we kunnen het brouwproces evalueren en nagaan welk effect technische aan-passingen op het eindproduct hebben. Sinds kort beschikken we zelfs over een SIFT-MS, waarvan er slechts zes in heel België en Noord-Frankrijk zijn. Het gaat om een toestel waarmee op enkele minu-

Sinds kort beschikt ‘Flavour+’ zelfs over een SIFT-MS, waarvan er slechts zes in heel België en Noord-Frankrijk zijn.

Enkele van de onderzoekers: Barbara Jaskula-Goiris, Jessika De Clippeleer en Filip Van Opstaele

Het analysecentrum Flavour+ en de Pilootbrouwerij van EFBT

Het analysecentrum ‘Flavour+’ is uit-gerust met de meest geavanceerde en gespecialiseerde apparatuur voor het meten van zowel vluchtige als niet-vluchtige stoffen in bier en grondstof-fen voor de bierbereiding. Met betrek-king tot het analyseren van aroma’s van bier en grondstoffen (zoals esters, al-dehyden, terpenen, zwavels, fenolische verbindingen,…) beschikt ‘Flavour+’ over GC-MS systemen (quadrupool en ion trap MS) en gaschromatografen met selectieve detectoren (bijvoorbeeld spe-cifieke zwaveldetector, electron capture detector). Deze systemen zijn allemaal

met robots voor automatische extractie uitgerust. Heel recent werd ook een nieuwe massaspectrometrisch geba-seerde unit (SIFT-MS) geïnstalleerd. De verwachtingen omtrent dit toestel zijn erg hoog en het potentieel ervan wordt momenteel uitgetest. Tevens worden analytische protocols ontwikkeld voor een zeer snelle en accurate meting van targetmoleculen. Verder heeft ‘Fla-vour+’ de mogelijkheid om de aroma’s sensorisch te beoordelen, en dit via een GC-MS systeem dat met een ol-factometrische unit is uitgerust. Via dit toestel wordt de menselijke neus gebruikt als detector, wat het analyse-centrum in staat stelt de belangrijkste geurcomponenten in bier, mout, hop en kruiden te determineren. Voor de analyse van niet-vluchtige componen-ten (bitterstoffen, aminozuren, polyfe-nolen, suikers, hopzuren,…) beschikt ‘Flavour+’ over verschillende hoge druk vloeistofchromatografen (HPLC) en een Ultra Performance vloeistofchromato-graaf (UPLC). Deze instrumenten zijn met een autosampler en diverse detec-toren (diode array, UV, refractie-index, fluorescentie) uitgerust.

ten tijd kan worden gedetecteerd welke componenten er in welke concentraties aanwezig zijn in grondstoffen, bier of intermediaire producten van het brouw-proces. Deze snelle analyse biedt de mogelijkheid om heel vlug in te grijpen in het productie/fermentatieproces mocht blijken dat er iets fout loopt. Bovendien hebben wij doorheen de jaren natuurlijk een gigantische kennis opgebouwd inzake alle facetten van de bierproductie. Zelfs producenten van andere dranken kun-nen bij ons terecht, want onze appara-tuur is natuurlijk niet uitsluitend op bier geörienteerd. We zijn zelfs vragende par-tij: door met andere dranken bezig te zijn, komen we immers wel eens op ideeën om problemen met bier op te lossen, en vice versa. Het is dan ook onze bedoeling om het analysecentrum ‘Flavour+’ te laten uitgroeien tot hét analyseplatform voor de hele drankenindustrie.”

En de brouwerij...De brouwerij van EFBT heeft verschillen-de lijnen voor het produceren van wort: enerzijds is er een klassieke brouwlijn voor het grofmalen van mout en klassieke filterkuip (capaciteit 0,5 hl en 2 hl) en anderzijds een moderne brouwlijn voor het fijnmalen van mout onder antioxida-tieve omstandigheden in combinatie met dunbedfilter (capaciteit van 5 hl). Deze laatste zorgt ervoor dat zowel de pro-ductietijd als het water/energieverbruik sterk kan worden gereduceerd. Voorts beschikt EFBT over diverse gisttanks van 50 tot 500 liter voor bierproductie en een centrifuge voor het klaren van bier. Het product wordt afgevuld door middel van een roterende zeskops tegendrukvuller met dubbele zuurstofevacuatie, dit om het zuurstofgehalte in het finale bier tot een minimum te beperken.

De nieuwe brouwerij omvat een moderne lijn voor het fijnmalen van mout onder antioxi-datieve omstandigheden in combinatie met dunbedfilter.

SPECIAL DRANKEN

FI_0413_N_26_OnderzoekBieren.indd 28 24/04/13 15:21

Page 29: België koploper inzake bieronderzoek

Stationsstraat 164 - 3110 Rotselaar - Belgiumtel. +32 (0)16 61 72 50 - fax + 32 (0)16 61 72 [email protected] - www.enprotech.be

Turnkey solutions for anaerobic treatment of waste water and

solid waste for the food industry

Operation & Services

Know-how & Experience

Global approach

Intelligent sustainable technology

Water Reuse

Green Energy

&WastewaterSolutions

Water

Fritolay-Pepsico (Potato processing)Membrane Bio-Actor Water Reuse

Dejaeghere (Frozen vegetables)Anaerobic-Aerobic Bio-ActorGreen Energy

Veurne Snack Foods – Pepsico(Potato processing)Anaerobic BioGestor with cogeneration Green Energy

Attero (NL) (Anaerobic composting)Anaerobic Bio-ActorGreen Energy – Water Reuse

San Miguel (Fruit processing)Anaerobic Bio-ActorCarbon Credits

A4.indd 1 3/04/2013 15:26:14

Page 30: België koploper inzake bieronderzoek

30 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

SPECIAL DRANKEN

Marketing bij PepsiCo BeluxEen verhaal van keuzes maken...

Als tiener vond hij de marketing ‘battle’ tussen Coca-Cola en Pepsi fascinerend en droomde hij er stilletjes

van om ooit zelf de strijdbijl ter hand te kunnen nemen. Maar het lot bracht Jan Verlinden naar een totaal

andere sector: de tabaksindustrie. Twintig jaar laten bleken de goden hem echter goedgezind te zijn.

Want sinds 2012 staat Jan Verlinden aan het hoofd van de Marketingafdeling van PepsiCo Belux. Het

marktaandeel van Pepsi vergroten, is één van de prioriteiten waaraan hij dan ook met grote passie werkt.

Maar gezien het grote assortiment van de firma blijven de efforts natuurlijk niet tot dat ene merk beperkt...

is, en wat de specifieke barrières zijn om je gamma aan de man te brengen,” legt hij uit. Uiteindelijk gaf Mars Jan Verlinden de kans om zijn ambities waar te maken. Maar al na vijf maanden maakte hij de overstap naar British American Tobacco

(BAT) dat op dat moment een interessant programma had om jonge universitairen de knepen van het vak marketing bij te brengen. “Dit was een kans die ik niet kon laten schieten,” vertelt hij. “Want het was de ideale manier om mijn car-rière uit te bouwen zoals ik die voor ogen had: in een multinational, met veel mogelijkheden om in het buitenland te werken, grote budgetten en campagnes die echt wel innovatief waren. In die tijd was de tabaksector immers één van de allerbelangrijkste marketeers ter wereld: ze spendeerde monsterbudgetten en ge-bruikte elk mogelijk kanaal en opportuni-teit om het verschil met de concurrentie te maken.”

Van BAT naar PepsiCoBij BAT doorliep Jan Verlinden een heel traject: hij begon er als vertegenwoordi-ger, waarna hij een tijdje op de marke-tingafdeling meedraaide. In 1996 startte

zijn internationale carrière: hij lanceerde Lucky Strike in Portugal, werkte mee aan de lancering van Pall Mall in Rusland en vervoegde daarna de gelederen van het internationale Lucky Strike team in Londen. In 2001 werd hij verantwoorde-

lijk voor de herlancering van Lucky Strike in Amerika en het opzetten van het Amerikaanse horecakanaal en drie jaar later trok hij naar Zuid-Korea (één van de grootste tabaksmarkten ter wereld) om er de functie van Marketingdirecteur

op zich te nemen. In 2006 vond Jan Verlinden dat het welletjes was geweest. Niet alleen zag hij nog weinig perspectie-ven om bij te leren inzake marketing van tabakswaren. Ook waren de restricties op het promoten van deze producten in veel landen zo groot geworden dat het nog weinig motiverend was om in dit domein actief te zijn. Vandaar dat hij besloot om het als externe marketing consultant te proberen. “Maar in 2008 vroeg BAT me om een groot innovatietraject te leiden, waardoor ik terug naar mijn roots ging,” vervolgt Jan Verlinden. “Toen dat in 2010 succesvol was afgerond, heb ik toch beslist om deze keer de deur definitief achter mij dicht te trekken en een totaal andere sector op te zoeken. Het toeval wou dat er net op dat moment bij Pep-siCo een functie van Marketing Director Belux vrijkwam. Natuurlijk heb ik geen moment geaarzeld om me kandidaat te stellen: het was mijn jeugddroom. Toen ik vernam dat het management mij voor de

Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: PepsiCo

“Ik was ervan overtuigd dat je eerst een tijd in de sales moet zitten vooraleer je tot het departement marketing kunt overstappen.”

Marketing heeft altijd een grote aantrek-kingskracht op Jan Verlinden (45) gehad. Als kind vond hij de reclamefilmpjes op tv al heel interessant. En in tijdschriften bleef hij altijd hangen bij de advertenties van sprekende merken. Omdat hij een fervent Pepsi-drinker was, volgde hij vooral de strijd tussen ‘zijn’ merk en Coca-Cola op de voet, stilletjes dromend dat hij ooit een rol in één van beide multinationals zou kun-nen spelen. Vandaar dat hij na zijn humaniora voor de opleiding han-delsingenieur koos, om daarna ook nog eens een jaar aan de Vlerick Business School in Gent te studeren. Eenmaal beide diploma’s op zak, zocht Jan Ver-linden gericht naar een job in de verkoop bij een grote multinational. “Ik was er immers van overtuigd dat je eerst een tijd in de sales moet zitten vooraleer je tot het departement marketing kunt over-stappen. Want enkel op die manier leer je wat de consumentenbehoeften zijn, hoe de retail functioneert, wat in de praktijk de functie van marketing & communicatie

FI_0413_N_30_PepsiCo.indd 24 24/04/13 11:13

Page 31: België koploper inzake bieronderzoek

31 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

job had gekozen, voelde ik me dan ook de koning te rijk. Eindelijk kon ik doen waar ik altijd stilletjes op had gehoopt: een cruciale rol spelen in de ‘battle’ tussen Pepsi en Coca-Cola...”

Pepsi en Tropicana in de spotlightsDat het accent van de marketing bij PepsiCo Belux, sinds het aantreden van Jan Verlinden, op het verwerven van een groter marktaandeel voor Pepsi ligt, zal wellicht niemand verbazen. Maar dat betekent geenszins dat de andere merken uit de portfolio daarvoor moeten boeten. “Hoewel we over een team van zeventien mensen en een (naar Belux normen) mooi budget beschikken, blijft het een kwestie van keuzes maken,” legt de Marketing Director uit. “Want PepsiCo heeft zoveel verschillende producten in assortiment dat het onmogelijk is om voor allemaal continu een efficiënte marketingcampag-ne op te zetten. Vandaar dat we er bewust voor hebben gekozen om ons in de Belux nu voornamelijk op Pepsi en Tropicana te concentreren. Momenteel is het markt-aandeel van Pepsi immers nog heel klein, terwijl we in heel wat andere landen even goed of zelfs beter dan Coca-Cola scoren. Uit blinde proefproeven blijkt bovendien dat de consument steevast onze frisdrank

als allerbeste eruit pikt. Met andere woorden: het is absoluut mogelijk om in de Belux een veel groter marktaandeel te behalen. Vandaar dat we nu voor het eerst sinds jaren weer met een promotie-clip op tv en in de bioscopen komen, een grote verkoopscampagne hebben gelan-ceerd waarbij we ons sterke merk Lay’s aan Pepsi koppelen en online de Pepsi Music Auction hebben gelanceerd. Ook voor Tropicana kwam er onlangs een clip op tv. Deze heeft een duidelijke bood-schap: het verschil tussen puur geperst en fruitsap op basis van concentraten uitleggen. Want de Belgische consument beseft gewoonweg niet dat de smaak gi-gantisch anders is. Bovendien is er alom verwarring met de labelling: de mensen denken dat een vermelding als ‘100 % fruit’ gelijk staat aan geperst fruitsap. Daarnaast bemerken we dat andere mer-ken onze verpakking kopiëren, wat nog tot de verwarring bijdraagt. Het resultaat is dan ook dat de verkoop van Tropicana sinds een tijdje stabiliseert. Vandaar dat we nu een extra inspanning leveren om dat merk terug onder de aandacht te brengen, en dit met de bedoeling de con-sument ertoe aan te zetten ons fruitsap te proeven. Want eenmaal je Tropicana hebt gedronken, dan begrijp je echt het verschil en wil je eigenlijk niks anders meer...”

In de challengerpositieMaar wat zijn nu de grote marketinguitda-gingen in het segment van de frisdranken en fruitsappen? Jan Verlinden: “Hoe je het ook bekijkt, iedereen is een challen-ger van Coca-Cola. Ons aandeel in zowel de belgische frisdranken- en fruitsap-penmark is eerder bescheiden. Maar daar ligt ook een fantastische opportuniteit. We weten dat onze merken en producten in blinde smaaktesten beter scoren dan deze van de grote concurrenten. Dit is een prachtig vertrekpunt, vooral omdat zowel smaak van frisdranken en fruitsap-pen het belangrijkste keuzecriterium voor de consument is.” Volgens Jan Verlinden is het vooral de veranderende manier om aan marketing te doen, die een grote uit-daging is. We spreken hier vooral over de opkomst van de sociale media, waardoor er veel meer interactiemogelijkheden met de consument zijn ontstaan. “Deze kana-

len niet inschakelen, is vandaag uit den boze,” vertelt hij. “Het volstaat zelfs niet meer om pakweg een Facebook pagina aan te maken: je moet de sociale media ook op een intelligente manier gebruiken. Vandaar dat we in ons team één persoon hebben die zich uitsluitend op dit kanaal toelegt. Hij zorgt onder meer voor topics die op onze sociale media verschijnen en is verantwoordelijk voor de dagelijkse interactie met consumenten (vragen, op-merkingen, foto’s,…). Een mooi voor-beeld van hoe we facebook gebruiken is onze Tropicana approach. In het verleden hadden we een website waarop consu-menten regelmatig feedback over onze producten gaven. Dit was mooi, maar het bleef toch een beetje ‘verborgen’ op de Tropicana website. Door de consumenten nu uit te nodigen dezelfde feedback via facebook te geven, krijgen we een mooie ‘mond-aan-mond’ reclame.”

Nut van nationale marketingteamsDe vraag is natuurlijk in hoeverre een Belux afdeling een toegevoegde waarde aan de marketing van een multinational kan bieden. Volgens Jan Verlinden zijn binnen PepsiCo de mogelijkheden daar-toe vrij groot. “Natuurlijk kunnen we putten uit het publicitair materiaal dat op de hoofdzetel wordt gemaakt. Dat biedt mogelijkheden dat een klein team als het onze anders nooit zou krijgen. Denk maar aan de huidige actie waarbij Beyoncé be-trokken is. Of de campagne van vorig jaar met stervoetballer Messi. En het zorgt ervoor dat je zeer sterke campagnes veel

De Lay’s Crunchy Biscuits zijn één van de pro-ducten die op de Belgische markt zijn gekomen op vraag van de marketingafdeling.

Jan Verlinden

FI_0413_N_30_PepsiCo.indd 25 24/04/13 11:13

Page 32: België koploper inzake bieronderzoek

32 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

sneller in de markt kan zetten dan wan-neer alle materiaal lokaal moet worden ontwikkeld. Toch legt de hoofdzetel ons geen verplichtingen op: wat daar wordt ontwikkeld, hoeven we niet te gebruiken. Vandaar dat elk land zijn eigen strategie uitstippelt en pas dan kijkt of hetgeen dat in de hoofdzetel beschikbaar is, ook daadwerkelijk past om de beoogde doel-stellingen te halen. Is dat niet het geval, dan wordt het materiaal aangepast of zelf ontwikkeld. Een goed voorbeeld van dat laatste is de recente reclameclip voor Tropicana. Deze manier van werken zorgt ervoor dat we er met een relatief klein budget toch in slagen impressionante campagnes in de markt te zetten. Daar-naast kan elk afzonderlijk marketingteam aanbrengen welke innovatie van PepsiCo het wil lanceren. Ook op dat vlak is het een enorme luxe dat we onderdeel van een multinational uitmaken. Want onze firma heeft een uitgebreide en internatio-nale portfolio van producten. Het is zelfs onmogelijk om alles in de kijker te zetten. We hebben letterlijk maar te kiezen... Een voorbeeld hiervan zijn de nieuwe Lay’s zoute koekjes die we onlangs hebben ge-lanceerd: Lay’s Crunchy Biscuits. Ik had dat product ontdekt op een internationale meeting en was zo onder de indruk dat ik meteen heb gevraagd om het ook in België te commercialiseren. Tenslotte wil ik nog opmerken dat het voor een multi-national uiterst belangrijk is om per land een apart marketingteam te hebben. Want smaken verschillen van regio tot regio. Hetzelfde geldt voor de behoeften, aankoop-beslissingen, koopkracht, manieren waarop de con-sument tot aankoop kan worden beïnvloed, ... En-kel met een team dat zich in de afzet-markt beweegt, kan je op marketingvlak tot goede resultaten komen. Vandaar dat ik ervan overtuigd ben dat ook onze Belux afdeling wel degelijk een toegevoegde waarde voor PepsiCo betekent.”

Als een visje in het water...Het straalt er vanaf dat Jan Verlin-den zich erg goed voelt in de functie van Marketing Director PepsiCo Belux. En de reden is niet enkel dat hij zijn jeugddroom heeft kunnen waarmaken. “De sector van voeding en dranken is

SPECIAL DRANKEN

gewoonweg ontzettend interessant. Het is een enorm competitieve markt, met zeer sterke internationale spelers en een grote dynamiek. Daarenboven bevat de portfolio van PepsiCo typische producten die het van een sterke ‘branding’ moeten hebben. Met andere woorden: de verkoop

valt of staat met de marketing. Vooral de markt van frisdranken is gedreven door image building en awareness. En dat zorgt ervoor dat we altijd innovatief uit de hoek moeten komen, wat onze job bijzonder uitdagend maakt.”Maar kan hij in zijn huidige functie wel zijn ervaring uit het verleden kwijt? “Marketing voor tabak en voor dranken/voedingsmiddelen is na-tuurlijk appelen met peren vergelijken. Niettemin blijft de basis hetzelfde: de beste communicatiemanier vinden om de consument ervan te overtuigen je product eens te proberen. Vandaar dat ik mijn marketingervaring uit het verleden bij

PepsiCo kan valideren. Daarnaast kan ik mijn kennis die ik in het buitenland heb opgedaan, in deze mondiale international eveneens goed toepassen. Want tijdens mijn opdrachten in andere contreien heb ik natuurlijk gezien hoe retailers en bedrijven hun marketing doen, hoe con-

sumenten erop reageren, wat er werkt en niet werkt, ... Ge-regeld ging het om concepten die hier nog niet worden toe-gepast, waardoor ik een grote ideeënbundel heb waaruit ik kan putten. Bovendien heb ik tijdens mijn carrière ont-dekt dat er tussen culturen

veel verschillen bestaan, maar eigenlijk evenveel gelijkenissen. Dat helpt me dan weer om het publicitair materiaal van de hoofdzetel goed te kunnen inschatten naar toepasbaarheid in de Belux. Met an-dere woorden: ik durf vanuit mijn ervaring het team wel eens uit te dagen iets te gebruiken of te proberen dat mijn mede-werkers niet meteen als geschikt voor de Belgische markt achten.” Het ziet er dan ook naar uit dat we met Jan Verlinden aan het hoofd van de marketingafdeling van PepsiCo Belux wel eens verrassende marketingcampagnes op ons bord zouden kunnen krijgen. We zijn benieuwd...

De Tropicana campagne heeft een duidelijke boodschap.

“Onze producten scoren in blinde smaaktesten beter dan deze van de grote concurrenten.

Dit is een prachtig vertrekpunt want smaak is het belangrijkste keuzecriterium van de consument.”

FI_0413_N_30_PepsiCo.indd 26 24/04/13 11:13

Page 33: België koploper inzake bieronderzoek

Voedingssystemen voor mengers :AZO • betrouwbaar

• nauwkeurig

• economischBedrijfszekere en economische oplossingen voor deautomatisering van uw grondstoffen en processen.

Automatischefficiënt

Optimaal voeden vanmengers enprocessen

www.azo.be

AZO N.V. Katwilgweg 15B-2050 AntwerpenTel.: +32-3-250 16 00Fax : +32-3-252 90 02

FI_0413_N_33_pubs.indd 27 24/04/13 11:14

Page 34: België koploper inzake bieronderzoek

34 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

SPECIAL DRANKEN

SodaStream manifesteert zich in de BeneluxAanval op de frisdrankenindustrie of niet?

In de Verenigde Staten en de U.K. zorgde een reclameclip van SodaStream voor heel wat controverse

in de frisdrankenindustrie. Toen we een uitnodiging voor hun persconferentie in de bus kregen,

hielden we even ons hart vast. Want de slogan ‘Grootschalige aanval op Belgische markt van

frisdranken en spuitwaters met duurzaam alternatief’ waarmee de firma uitpakte, beloofde niet veel

goeds. Maar uiteindelijk bleek het allemaal wel goed mee te vallen. We vonden dat de firma zich

eerder als ‘apparatenaanbieder’ profileerde. Meer nog: tussen de regels door gaf ze te kennen dat

ze openstond voor samenwerkingsverbanden met de frisdrankenindustrie.

SodaStream is verre van een nieuwe naam in het landschap van de waters en frisdranken. Want haar wortels liggen bij de Engelse ginproducent W & A Gilbey Ltd., die als deelactiviteit een apparaat op de markt bracht waarmee de rijke klasse thuis koolzuurhoudend water kon maken. In de jaren vijftig lanceerde de firma een toestel voor het modale gezin om frisdrank te maken. Deze innova-tie ging gepaard met de lancering van veertien smaken van siropen. Hoewel het concept op heel wat aandacht kon rekenen, bleek de echte doorbraak uit te blijven. Toch zagen verschillende be-drijven het potentieel van de oplossing.

Vandaar dat het bedrijf diverse keren werd overgenomen: door een groep on-dernemers (waaronder East Anglia TV), Cadbury Schweppes en het Israëlische Soda Club. Pas toen deze laatste in 2007 een kapitaalsinjectie van het Fortissimo Capital Fund kreeg, begonnen de zaken echt goed te lopen. Vooral de laatste vier jaar is SodaStream wereldwijd een echt ‘begrip’ geworden. General Mana-ger SodaStream International B.V., Dirk Uyttenhove: “Dankzij het grotere budget dat beschikbaar kwam, konden de zaken echt professioneel worden aangepakt. Er werden competente medewerkers uit de frisdrankenindustrie aangetrokken en we investeerden aanzienlijk in de ontwikke-ling van nieuwe machines en siropen. Tevens werd een marketingstrategie op punt gezet die de essentiële bestaansre-den van SodaStream benadrukt.”

Milieuvriendelijkheid staat centraalIn de marketingstrategie draait alles rond ecologie. Marketing Manager Bart Hul-lebroeck: “Dankzij ons systeem kan je spuitwater en frisdrank drinken zonder dat er flessen aan te pas komen. De fles die bij het toestel wordt geleverd, heeft een levensduur van drie jaar. Gebaseerd op het consumptiepatroon in België zou

ze in die periode ongeveer 1.200 fles-sen en blikjes vervangen. Aangezien is ons land PET-flessen en blikjes in hoge mate worden gerecycleerd, kunnen we deze troef hier minder goed uitspelen. Maar in andere landen met een minder goede selectieve ophaling, maakt dit op milieuvlak toch een enorm verschil. Want wereldwijd wordt gemiddeld maar 30 % van de water- en frisdrankverpakkingen gerecycleerd. Daarbovenop moeten al die flessen niet worden geproduceerd en afgevuld, wat een gigantische reductie van CO2 en energieverbruik impliceert. Daarnaast valt natuurlijk ook het trans-port weg: van fabriek naar verkooppunt, van winkel naar consument, maar ook van de afvalophaling en naar de recyclage- of verbrandingsunit. In België is het vooral dat ecologische voordeel dat we willen benadrukken. Vandaar dat we vanaf april een reclameclip lanceren waarin we dit punt accentueren.”

Geen aanvalBlijkbaar gaat het om een ietwat ‘bijge-werkte’ versie van de originele clip die in de Verenigde Staten voor grote commotie zorgde. Daar werd de clip immers door de tussenkomst van enkele frisdrankgigan-ten gewoonweg van het scherm geban-

Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: SodaStream

De nieuwe ‘caps’ bevatten de exacte dosis om de perfect smakende frisdrank te maken.

FI_0413_N_34_Sodastream.indd 34 24/04/13 11:14

Page 35: België koploper inzake bieronderzoek

35 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

ThermoMitter en TempWeb. Draadloze temperatuurbewaking en -registratie via internet.

074 265 77 88NL 053 80 97 54BE

allesondercontrole.com

1699AdvFoodInd_TMTW_NL.indd 1 10-04-13 16:28

nen. Maar SodaStream ging dan ook in een rechtstreekse aanval: de Coca-Cola flessen werden er opgeblazen. Uiteinde-lijk bond SodaStream in en maakte het merk van de flessen neutraal. Toch was dit niet genoeg, want de clip bleef van het Amerikaanse tv-scherm en ook in het Verenigd Koninkrijk kreeg ze het deksel op de neus. Het blijft afwachten wat er in de Benelux-markt zal gebeuren... Misschien heeft SodaStream inmiddels ingezien dat het een strijd van David tegen Goliath is, want we vonden de toon tijdens de persconferentie erg gematigd. “We hebben geen intentie om tijdens onze reclamecampagne het accent te leg-gen op het feit dat drankjes die met een SodaStream worden gemaakt, meer dan 30 % goedkoper zijn dan de merkenpro-ducten. En het feit dat er met kraantjes-water wordt gewerkt, zetten we eveneens niet in de kijker.” (met andere woorden: een aanval tegen de waterproducenten staat niet op het programma). Meer nog: tussen de regels door liet de firma verstaan dat ze actief op zoek is naar sa-menwerkingsverbanden met de grote na-men uit de frisdrankenindustrie. Hierbij zou haar laatste innovatie, de ‘caps’, een belangrijke rol kunnen spelen. Want deze bevatten de exacte dosis om de perfect smakende frisdrank te kunnen maken: een open deur dus naar de sector om een ‘SodaStream’-capsule te commercialise-ren zonder dat ze hun receptuur moeten prijsgeven. In de Verenigde Staten blijkt SodaStream al een partnership met Kraft Foods, Breville en Campbell’s te hebben gesloten. Dit resulteerde in SodaStream flessen met de echte recepturen en onder de merknaam van Cool-Aid, Crystal Light, Country Time en V8.

Tot 80 % minder milieu-impactWaar SodaStream in België ook mee wil uitpakken, is het gezonde karakter van haar siropen. Deze zouden gemid-deld 50 % minder suiker bevatten en bijna uitsluitend met gezonde ingredi-enten worden gemaakt (alhoewel we de indruk kregen dat de sprekers toch niet echt goed wisten wat er precies in de siropen zat). Daarnaast wil SodaStream accentueren dat haar ecologische gedachtegoed verder gaat dan enkel maar een ‘flessenloze’ oplossing. Dirk Uyttenhove: “Bijna alle ingrediënten van onze siropen die in de Benelux worden gecommercialiseerd, worden bij producenten uit deze regio aange-kocht. Tevens gebeurt de productie van de siropen (het mengen van ingrediën-ten dan, want SodaStream verwerkt zelf geen fruit - nvdr) eveneens in het afzetgebied: eerst via uitbesteding, en bij voldoende volume door middel van een eigen verwerkingsunit. Hetzelfde geldt voor het hervullen van de gasfles-sen en de assemblage van de appara-ten. Zo opende SodaStream in 2010, in het Nederlandse Rijen bij Breda een productiefaciliteit voor het hervullen van de CO2-flessen en de assemblage van de toestellen voor de Benelux-markt.” “Deze aanpak kadert wederom in de reductie van de ecologische voetafdruk door een beperking van het transport,” vervolgt Bart Hullebroeck. “We hebben trouwens een extern controleorganisme dit laten meten. En het blijkt dat de milieu-impact van de SodaStream tot 80 % lager ligt dan bij andere koolzuurhoudende frisdranken.

Het gamma telt meer dan 150 recepturen, waarvan

er een dertigtal in ons land verkrijgbaar zijn.

Maximaal groenTenslotte is SodaStream eveneens bezig met het toestel te vergroenen. De bijge-leverde flessen om de soda in te maken, zijn van PET en hebben een levensduur van drie jaar. Wanneer de consument ze binnenbrengt op een verzamelpunt, wor-den ze volledig gerecycleerd. Daarnaast is er ook een glazen variant beschikbaar.

FI_0413_N_34_Sodastream.indd 35 24/04/13 11:14

Page 36: België koploper inzake bieronderzoek

36 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

De CO2-patronen zijn van aluminium en worden om de tien jaar uit roulatie geno-men en gerecycleerd. De consument kan de lege exemplaren op een verkooppunt inruilen voor een vol patroon (en betaalt hiervoor enkel de kost van de CO2). Deze worden per karton van achttien naar de dichtstbijgelegen fabriek gebracht waar ze opnieuw worden gevuld. Intussen werd ook geëxperimenteerd met een toestel dat volledig uit hernieuwbare materialen is gefabriceerd. Maar volgens de gespreks-partners is het aanbod aan dergelijke materialen momenteel te klein om alle apparaten volgens dit concept te maken.

Explosieve groeiIn elk geval heeft de vernieuw(en)de aan-pak van SodaStream de firma geen wind-eieren gelegd. Vandaag is de firma in 45 landen actief en beschikt ze over twintig productiefaciliteiten. Het meest succes-vol is ze in de Verenigde Staten, waar haar producten in 13.000 retailpunten aanwezig zijn (op een totaal van 60.000). SodaStream stelt 2.300 personen tewerk en haalde vorig jaar een omzet van om en bij de 400 miljoen euro. Wereldwijd zouden er al zeven miljoen gezinnen zijn die het systeem gebruiken; in België zijn er dat 350.000 (wat neerkomt op een

“De siropen zouden gemiddeld 50 % minder suiker bevatten en bijna uitsluitend

met gezonde ingrediënten worden gemaakt.”

SPECIAL DRANKEN

marktpenetratie van 12 %). In ons land wordt op korte termijn het aantal verdeel-punten van 1.700 naar 2.000 uitgebreid. Het gamma telt meer dan 150 receptu-ren, waarvan er een dertigtal in ons land verkrijgbaar zijn. Het assortiment omvat onder meer volledig suikervrije siropen (meestal op basis van stevia) en een reeks met uitsluitend natuurlijke ingre-diënten. Qua toestellen zijn er drie types in België beschikbaar: de Revolution (die gedeeltelijk met elektriciteit werkt), de

SodaStream opende in 2010 in het Nederlandse Rijen een productiefaciliteit voor het hervullen van de CO2-flessen en de assemblage van de toestellen voor de Benelux-markt.

Dirk Uyttenhove

Source (werkt volledig autonoom) en de AquaBar (voor kantoren). Van sommige versies bestaat er zowel een metalen als plastic uitvoering. Naar de toekomst toe wil SodaStream in NPD, extra produc-tiefaciliteiten en het aanboren van nieuwe markten blijven investeren. Bij dit laatste spreken we niet enkel over een verdere geografische spreiding, maar ook over andere ‘kanalen’. Zo is de firma bezig met de ontwikkeling van een systeem voor de horeca.

En wat zegt de sector?We vroegen de Belgische federatie van frisdranken en waters wat de sector van de campagne van SodaStream denkt. Omwille van de ‘aanval’ op de PET-verpak-kingen, lieten ze Fost Plus in haar naam reageren. We ontvingen volgende reactie.“In België zijn one-way drankverpakkingen geen afval meer, maar wel waardevolle grondstoffen voor de recyclagemarkt. Momenteel worden zeven op de tien fles-sen collectief ingezameld en effectief gerecycleerd tot nieuwe verpakkingen voor voedingsmiddelen (‘food contact approved’), flessen of vellen, fleece en strapping (riemen). Meer dan 90 % van de Belgen gebruikt het beschikbare systeem voor de collectieve inzameling van PMD (Plastic flessen en flacons, Metalen verpakkingen en Drankkartons). Met 700.000 ton huishoudelijk verpakkingsafval dat jaarlijks wordt gerecycleerd, behaalt België een uitstekende score en is het zowel binnen als buiten Europa één van de koplopers op dat vlak. Dit uitstekende resultaat moet waarschijnlijk nog naar boven worden bijgesteld door de geleidelijke invoering van het buitenshuis sorteren. Want hoewel sorteren binnen hun woning voor de meeste huishoudens een reflex is geworden, zal de uitdaging van de komende jaren erin bestaan om ook buiten de huismuren dergelijke reflex te creëren.”

FI_0413_N_34_Sodastream.indd 36 24/04/13 11:15

Page 37: België koploper inzake bieronderzoek

MEER INFO? BEL ONS! 011 / 456 210

VOOR MEER INFO: CONTACTEER ONZE VERTEGENWOORDIGERS 011 / 456 210

www.claes-machines.be

Claes

➜ Compacte doorloopbakken wasinstallatie➜ Geïntegreerde waszone en naspoelzone➜ Geschikt voor E-normbakken➜ Max. doorvoerhoogte 400mm➜ 380/220 V-50Hz + N➜ Doorvoercapaciteit 100/200 E-normbakken per hr.➜ Spanning 380/220 V-50Hz + N

Clean-line 100/200-S

TL 300halfautomatische tray sealmachineDe compacte fl exibele oplossing voor het verpakken van schalen onder vacuüm of begassing

➜ Capaciteit: ong. 2�7 cycli/min➜ Afmetingen (B x D x H): 995 x 795 x 1600 mm

ClaesMachines_FI_0413_NL.indd 1 23/04/13 08:35

Page 38: België koploper inzake bieronderzoek

38 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

SPECIAL DRANKEN

Een ‘primeur’ bij Brouwerij LefebvreNieuw seizoensbier op basis van ‘dry hopping’

Vandaag zijn er al zoveel speciale bieren op de markt dat de brouwers heel creatief moeten zijn

om nog innovatief uit de hoek te komen. Inzetten op aroma’s is één van de pistes waarop bepaalde

producenten inzetten. Ook Brouwerij Lefebvre kiest dat pad, maar gaat hierbij nog een stapje verder

dan de concurrentie. Want met haar ‘Hopus Primeur’ heeft ze een nieuw bier gecreëerd dat elk jaar

anders zal smaken: door andere procestechnieken toe te passen en/of andere hoppen toe te voegen.

Een gewaagd initiatief, aangezien de brouwerij breekt met de traditie dat bieren altijd hetzelfde

moeten smaken...

Net zoals de meeste brouwerijen heeft ook Brouwerij Lefebvre een lange ge-schiedenis. Het begon allemaal in 1876 met Jules Lefebvre die besloot om bier te brouwen voor het personeel van de steengroeve van Quenast. Bestuurder Paul Lefebvre: “De meeste brouwerijen verkochten in die tijd aan één of enkele van de vele dorpscafeetjes. Maar Jules was een echte zakenman: hij baseerde

zijn business meteen op een veel grotere afzetmarkt. Want in haar hoogdagen had de steengroeve meer dan vierduizend medewerkers in dienst. Vandaar ook dat Lefebvre één van de weinige brouwerijen uit de streek is die het heeft overleefd.” In die tijd was er nog geen sprake van speciale bieren: het ging om een tafelbier van hoge gisting met een laag alcohol-percentage dat uitsluitend in vaten van honderd liter werd aangeboden. Zijn zoon Auguste bewandelde hetzelfde pad, maar zag zich in 1916 genoodzaakt om de brouwerij te sluiten aangezien de Duitsers de ketels confisqueerden voor de produc-tie van obussen. In 1921 startte hij de firma terug op, maar vanop een nieuwe locatie: de Chemin du Croly, waar de brouwerij vandaag nog altijd is gevestigd. Enkele jaren later stierf Auguste en nam zijn zoon Gaston het roer van Brouwerij Lefebvre over. Hij was diegene die voor de grote ommekeer zorgde, want dank-zij zijn professionele brouwersopleiding startte hij met een echt professionele aanpak van de productie. Zo introdu-ceerde hij al begin jaren dertig cilinderco-nische tanks en een bottellijn, waarmee de brouwerij haar tijd ver vooruit was. Na de Tweede Wereldoorlog kwam de firma in handen van zijn zoon Pierre die even-

eens een sterke stempel op de evolutie van Brouwerij Lefebvre drukte. Want hij kwam met het idee om speciale bieren te brouwen. Paul Lefebvre: “Het ging om de Supra Houblo, een bittere Scotch met een alcoholpercentage van bijna 6 %, en de Porph-Ale, een blond amber bier van 5 %. Mijn vader Philippe, die in 1975 in de brouwerij kwam, heeft dat concept verder uitgebouwd en beslist om het ac-cent op export te leggen. In plaats van zelf in de ontwikkeling van bieren te in-vesteren, probeerde hij echter de brouwli-centies van gekende merken in handen te krijgen. En daar slaagde hij wonderwel in, want vanaf begin jaren tachtig zijn we ge-start met de productie en verkoop van de bieren van de Abdij Bonne Espèrance en vier soorten ‘Floreffe’ van de gelijknamige abdij. De twee bieren die zijn vader had ontwikkeld, werden vervangen door een seizoensbier dat nu nog altijd bestaat: de ‘Saison 1900’. En daarnaast brouwde hij ook nog een pils en twee tafelbieren.”

Dan toch productinnovatieOm de export verder te kunnen uitbou-wen, besloot Philippe Lefebvre in 1989 om zich toch op de ontwikkeling van eigen nieuwe bieren toe te leggen. Hij

Tekst: Els Jonckheere - Foto’s: Brouwerij Lefebvre

Paul Lefebvre

FI_0413_N_38_lefebvre.indd 38 24/04/13 11:15

Page 39: België koploper inzake bieronderzoek

Tel: +32 (0)14 51 54 85Fax: +32 (0)14 51 83 43

[email protected]: +32 (0)493 21 31 22

• hygiënisch• chemisch resistent• hittebestendig• 100% vloeistofdicht• zeer duurzaam• glad of antislip• zwaar belastbaar• voldoet aan de haccp-norm!

www.devafloor.com

Devafloor_FI_0212_NL.indd 1 25/01/12 15:18

Opgelet het nieuwe zomer-seizoen komt er snel aan.

Vlaanderen: ADS MAT 012-23 67 32 • GSM 0476-53 44 95Wallonië: T 085-31 55 86 • F 085-31 47 77 • E [email protected]

Brochettemachines

Machine MDL 1500 Spekreepjessnijder Blokjessnijder grote volumes

ADS MAT 012-23 67 32 • GSM 0476-53 44 95T 085-31 55 86 • F 085-31 47 77 • E [email protected]

Machine MDL 1500Spekreepjessnijder

FI_0413_N_39_pubs.indd 27 24/04/13 11:16

Page 40: België koploper inzake bieronderzoek

40 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

lanceerde de ‘Blanche de Bruxelles’, zes jaar later volgde het sterke blonde honingbier ‘Barbãr’, in 1997 werd het winterbier ‘Barbãr Winter Bok’ op de markt gebracht (nu de Barbãr Bok en het hele jaar door beschikbaar) en het jaar erop werd ‘Newton’ boven de doopvont gehouden: een witbier met toevoeging van appelsap. “Hoewel we ons in de Zen-nevallei bevinden en dus Lambiek mogen brouwen, hebben we er bewust voor gekozen een ander type fruitbieren te lan-ceren,” vertelt Paul Lefebvre. “Dit komt omdat we in het brouwen van bieren van hoge gisting zijn gespecialiseerd en het is niet evident om in dezelfde brouwerij dit proces te combineren met de productie van bieren met spontane gisting.”

Zoon zet traditie verderIn 2002 vervoegde ook Paul Lefebvre de gelederen. En met hem heeft de New Product Development een extra stimu-lans gekregen. Want in de eerste twee jaar dat hij in de brouwerij actief was,

ontwikkelde hij maar liefst drie fruitbie-ren: Belgian Kriek, Belgian Pêches en Belgian Framboises: allemaal gebaseerd op de ‘Blanche de Bruxelles’. Sinds 2008 is daar de ‘Hopus’ bijgekomen: een bier waar een vreemd verhaal aanhangt. Want Paul Lefebvre ontwikkelde het als trouw-cadeau voor zijn vrouw waarmee hij in dat jaar in het huwelijksbootje stapte. De re-acties op het bier tijdens het feest waren echter zo overweldigend, dat hij samen met zijn vader besloot om de ‘Hopus’ te commercialiseren. Het gaat om een blond bier met een alcoholpercentage van 8,3 % dat tot één van de bitterste van België behoort.

Een echte ‘primeur’Dit jaar in maart werd er nog een ander bier boven de doopvont gehouden: de ‘Hopus Primeur’. Het gaat om de gewone ‘Hopus’, maar dan met een extra hop die er via dry hopping aan werd toegevoegd. Resultaat? Een extra bitter seizoensbier met een uitgesproken citrus-passievrucht

aroma dat enkel tussen april en juni ver-krijgbaar is. Paul Lefebvre: “We hebben dit bier ontwikkeld omdat de liefhebbers van speciale bieren graag nieuwe dingen ontdekken. Vandaar dat we het idee hebben opgevat om van de ‘Hopus Pri-meur’ geen ‘vaste waarde’ te maken. Met andere woorden: de volgende jaren zal het bier tijdens dit seizoen op de markt worden gebracht, maar het zal telkens een andere smaak en aroma hebben. We willen immers dat de ‘Primeur’ een wa-re ontdekkingstocht voor de consument wordt: door er andere hoppen aan toe te voegen, door andere brouwtechnieken toe te passen en door te spelen met de specifieke smaken van de seizoensoogst. Met andere woorden: aan elke lancering zal een vrij lang en intensief R&D-proces voorafgaan.”

Nieuwe hop, nieuwe techniekDe ‘Hopus Primeur’ van 2013 bevat een flavour hop die tijdens de herfst in de Verenigde Staten werd geoogst, daar

Pest Management Solutions NV www.pestcontrol.be - [email protected] 96 900

Service 24/7Discreet

Gratis BestekSnelle service!

ISS PMS bestrijdt doeltreffend en biedt een permanente preventieve bescherming.Veilig, milieuvriendelijk en met 100% waarborg.

Je kan ons vinden in Roeselare, Lokeren, Antwerpen, Heusden-Zolder, Anderlecht, Floreffe en Rocourt.

Insecten - knaagdieren (tox/non-tox) - houtworm - vogelwering - ruimtebehandeling - ISPM15Conform ISO 9001-VCA, HACCP, BRC, IFS, AIB,...

ISS Groep, expert in bedrijfshygiëne met gespecialiseerde divisies in sanitaire hygiëne, keuken- en dampkapreiniging, luchtbehandeling, …

ISSPMS_FI_apr12_NL.indd 1 24/04/12 15:24

Enkele van de bieren uit het productportfolio van Brouwerij Lefebvre.

SPECIAL DRANKEN

FI_0413_N_38_lefebvre.indd 40 24/04/13 11:15

Page 41: België koploper inzake bieronderzoek

41 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

vacuüm werd verpakt en vervolgens meteen naar de brouwerij werd gestuurd. Om het aroma ten volle te kunnen benutten, gebruikt Lefebvre de hop zo snel mogelijk: tot mei wordt ongeveer de helft van de productie van de ‘Hopus’ door de ‘Primeur’ vervangen. Het R&D-proces duurde ongeveer vier maanden. Paul Lefebvre: “In samenspraak met onze leveran-ciers selecteerden we acht variëteiten van flavour hop. Dat is een nieuwe generatie hop die sinds een jaar of tien op de markt is. Deze types zijn gemiddeld sterk in alfazuren, bevat-ten een vrij hoog percentage essentiële oliën en hebben erg specifieke aroma’s. Hoewel ze veel deuren voor creativiteit openen, gaan ze wel niet altijd even goed samen met de an-dere hopsoorten. De zoektocht naar variëteiten die met de vijf hoppen van de ‘Hopus’ konden worden gebruikt, was dan ook niet zo evident. Eenmaal we acht soorten hadden gevonden, experimenteerden we met ‘dry hopping’. Want dit leek ons de beste methode om onze doelstelling te verwezenlijken: een extra bitter bier met een sterk aroma. Alleen hadden we deze techniek nog nooit toegepast. Het komt erop neer dat je na de hoge gisting de aromatische hop aan het mengsel toevoegt. Gedurende een drietal weken dringen de aroma’s geleidelijk aan in het koude bier. Trouw blijvend aan ons brouwproces, maken we ook hier geen gebruik van filtering, maar van centrifugatie. Het proces eindigt met het toevoegen van de juiste dosis suikers en gist (voor de nagisting op fles) net voor de afvulling. Eerst hebben we dit proces op heel kleine schaal uitgevoerd, waarna we twee variëteiten van hop heb-ben weerhouden. Deze hebben we gebruikt om twee batches van 1.800 flessen te produceren, die we dan op Horeca Expo hebben laten proeven. Het bier dat daar het best scoorde, hebben we uiteindelijk op grote schaal als de ‘Hopus Primeur’ gecommercialiseerd.”

Een echt exportbedrijfIn totaal zal Brouwerij Lefebvre tien procent van haar normale ‘Hopus’ door de ‘Primeur’ vervangen. Over hoeveel hectoliter het precies gaat, wou onze gesprekspartner niet kwijt. Hij wilde ons wel meegeven dat er vorig jaar 102.000 hectoliter werd gebrouwen. Het belangrijkste product is de ‘Blanche de Bruxelles’ (zowel op vat als fles). De ‘Hopus’ is nummer twee in de flessen (dit bier wordt quasi uitsluitend op die manier aangeboden – enkel van 15 februari tot 15 maart is het in vaten verkrijgbaar, dit om in te spelen op ‘bier van de maand’ acties in de horeca). De firma stelt vandaag 34 mensen te-werk en haalde in 2012 een omzet van 11,6 miljoen euro. Tachtig procent van het zakencijfer wordt in het buitenland gerealiseerd: voornamelijk in Rusland, maar ook in Frankrijk, Nederland, Italië, de Verenigde Staten en Japan. Dit jaar wil de onderneming eveneens in Oekraïne, Kazachstan, Azië en Zuid-Amerika vaste voet aan de grond krijgen. De ‘Hopus’ en de ‘Primeur’ worden hoofdzakelijk in België verkocht, en dit omwille van de speciale fles met flip-flop-dopsel (me-chanische sluiting) die redelijk duur is (met als gevolg een kleine winstmarge). Maar omdat er wel vraag naar is in het buitenland, vult Brouwerij Lefebvre het bier nu ook op gewone flessen van 75 centiliter af.

www.turbel.be Rue du Bassin Collecteur 11 Spaarbekkenstraat

1130 Bruxelles-Brussel Tel: +32/2/240.94.00 -Fax: +32/2/241.88.81

[email protected]

Printers - Ribbons - Software

«Your partner in food labels»«Your partner in ffood

FI_0413_N_38_lefebvre.indd 41 24/04/13 11:15

Page 42: België koploper inzake bieronderzoek

42 F O O D I N D U S T R Y - A P R I L 2 0 1 3

Limelco en FrieslandCampina werken samenIn maart sloten Limelco en FrieslandCam-pina een overeenkomst af om de afname van Belgische melk beter op de huidige behoefte van beide ondernemingen af te stemmen. In concreto zal Limelco de afname en verwerking van de melk van de leveranciers in Limburg, Antwerpen, Vlaams- en Waals-Brabant, Luik, Namen en Henegouwen overnemen en naar de toekomst garanderen. Het betreft circa 20 % van de FrieslandCampina leveran-ciers. Deze laatste blijft de melk van alle leveranciers in Oost- en West-Vlaanderen, alsook deze van Campina melk en haar leden-melkveehouders in België ophalen en verwerken.

Activia Breakfast ter ere van 25 jaar ActiviaTer gelegenheid van de 25ste verjaardag van haar yoghurt lanceert Danone een nieuwe ‘Activia Breakfast’. Het gaat om een lopende yoghurt die met verschil-lende soorten granen, muesli’s of vers fruit kan worden gegeten of gedronken.

‘Spring Gin’Bartender Manuel Wouters van SIPS bar bracht onlangs een eerste, zelf gedistil-leerde gin op de markt. De ‘Spring Gin’ bevat twaalf ‘botanicals’ (planten en krui-den) waarvan er twee nog nooit eerder in gin werden gebruikt: rabarberwortel en dennenknopjes. Het gaat om een typische droge gin die zowel puur, in een mixed drink, of met een fijne botanische tonic kan worden gedronken.

O-I investeert 21 miljoen euroin glasfabriek LeerdamDe investering omvat een nieuwe oven, productiemachines en apparatuur voor productie- en kwaliteitscontrole. Bedoe-ling is de efficiëntie en kwaliteit van het productieproces te verhogen en de bierin-dustrie in de Benelux beter te ondersteu-nen. Daarnaast verwacht de onderneming dankzij deze investeringen haar CO2 uit-stoot met 15 % te verminderen.

JAVA presenteert nieuw systeem met Fairtrade capsulesHet gaat om twee toestellen: de ‘HOME’ voor thuisgebruik en de ‘PRO’ voor de werkvloer. De systemen werken met cap-sules waarvan er momenteel vijf beschik-baar zijn: koffie, deca, cappuccino, latte en chocolademelk. Alle capsules zijn Max Havelaar Fairtrade gecertificeerd.

Bolbu: innovatie in chocolademelk F&F introduceert ‘Bolbu’: vier innovatieve smaken die telkens in verpakkingen van 30 cl en 1 liter worden aangeboden. Er is ‘Bolbu Natuur’, een biologische haver-drank natuur. Tweede in de rij is ‘Bolbu Chocolade’: een biologische haverdrank met chocolade. Een derde drankje is ‘Bolbu Chocolademelk’ en tenslotte is er nog ‘Bolbu Bio Chocolademelk’. Deze vier plantaardige dranken zijn cholesterolvrij, zeer arm aan verzadigde vetten, rijk aan vezels, vitaminen, mineralen en fyto-voedingstoffen. Tevens zijn ze over het algemeen heel goed verteerbaar.

Een blik op de globale frisdrankenmarktVolgens Canadean volgde de verkoop van frisdranken in 2012 hetzelfde patroon als het jaar ervoor. Stijgende grondstoffen-prijzen zetten verder druk op de marges, terwijl verhoogde taksen en BTW in veel markten de verkoopprijzen lieten stijgen.

Alle regio’s noteerden echter groeicijfers, met uitzondering van West-Europa. Azië was koploper met een toename van 30 % in consumptie. En ook dit jaar zal meer dan 50 % van de globale groei in dit werelddeel (en dan met name in China, India, Indonesië, Pakistan en Thailand) worden verwezenlijkt. Daarnaast wor-den de Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Saoedi-Arabië als grote groeimarkten beschouwd. Canadean voorspelt dat Azië tegen 2018 zo’n 40 % van de globale consumptie van frisdranken en bijna 80 % van sterke dranken op haar naam zal schrijven.

Europa recycleert goedMeer dan 70 % van de glasverpakkingen in Europa worden opgehaald en gere-cycleerd. België is koploper met 99 %, Luxemburg haalt de zilveren medaille met 92 % en Nederland is de derde op het podium met 83 %.

Light wordt ZeroSchweppes kondigde onlangs aan dat het heel zijn ‘Light’ gamma door ‘Zero’ zal vervan-gen: alle producten worden dus volledig sui-ker- en aspartaamvrij. Hiermee wil het lekkere dranken aanbieden met 100 % smaak en 0 % schuldgevoel. In con-creto gaat het om de Agrum, Indian Tonic en Lemon.

ACTUA DRANKEN

NIEUWS UIT DE DRANKENSECTOR

FI_0413_N_42_actuaDranken.indd 42 24/04/13 11:16

Page 43: België koploper inzake bieronderzoek

Geen perslucht nodig - Minder energieverbruik met meer efficiëntie - Geluidsarm

Volledig Elektrische Schalensluitmachines

Verkoop en verhuur mogelijk

Ideaal voor in slagerijen en middelgrote producties.

Toekomstlaan 14, 2200 Herentals - T +32 14 28 65 00 - F +32 14 28 65 01 [email protected] - www.deca.be

Reetray 20 semi-automatische machine

Geschikt voor MAP Packaging

Reeseal 32 semi-automatische machine

Enkel dichtsealen

Reeseal 25 semi-automatische machine

Enkel dichtsealen

Reebasic automatische machine

Geschikt voor MAP Packaging

Advertentie Elektrische schalensluitmachines-NDL.indd 1 16/04/13 16:23

Page 44: België koploper inzake bieronderzoek

De totale FOOD workflow beheerd door één volledig geïntegreerd modulair softwarepakket

Uw klanten brengen

on-line orders in

uw webapplicatie

B E D R I J V E N D I E VO O R L I S A KO Z E N

LISA, de optimale software voor uw ERP-oplossing

... standaard en toch op uw maat !

De specifieke kenmerken van Lisa-FOOD:

Lot & traceerbaarheid

Dubbele eenheden

Link met grootdistributie

Koppeling met weeg-, etiketten- en verpakkingsmachines

Kwaliteitsopvolging (HACCP)

Lange Ambachtstraat 18, 9860 Oosterzele• •

Productie

Technische dienst

Aankoop

Verkoop

Financieel

Voorraad