Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

41
Inhoud Content 1. Voorwoord Preface 2. 7 scholen/landen 7 schools/countries 3. Verhaal 1/story 1: Zoete Hydromel/Sweet Honeybee België – Belgium 4. Verhaal 2/story 2: Vrouw Holle/Frau Holle Oostenrijk – Austria 5. Verhaal 3/story 3: Finn Mc Cool an Irish giant Noord-Ierland – Northern Ireland 6. Verhaal 4/story 4: Jack Frost Estland – Estonia 7. Verhaal 5/story 5: De kleine haan en de diamanten ring/Rooster and the diamond ring Hongarije – Hungary 8. Verhaal 5/story 5: Doornroosje/Dornröschen Oostenrijk – Austria 9. Verhaal 6/story 6: Eefje Donkerblauw/Eve Dark Blue België – Belgium 10.Verhaal 7/story 7: Het huis van de stier/Winterhouse for animals Estland – Estonia 11.Kinderen in Tsjechië en Hongarije verwerken verhalen / Children in Czech republic and Hungary process stories 12.Ontmoetingsactiviteiten in de partnerlanden/ meeting activities in the partner countries

description

 

Transcript of Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Page 1: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Inhoud Content

1. Voorwoord Preface

2. 7 scholen/landen 7 schools/countries

3. Verhaal 1/story 1: Zoete Hydromel/Sweet Honeybee België – Belgium

4. Verhaal 2/story 2: Vrouw Holle/Frau Holle Oostenrijk – Austria

5. Verhaal 3/story 3: Finn Mc Cool an Irish giant Noord-Ierland – Northern Ireland

6. Verhaal 4/story 4: Jack Frost Estland – Estonia

7. Verhaal 5/story 5: De kleine haan en de diamanten ring/Rooster and the diamond ring

Hongarije – Hungary

8. Verhaal 5/story 5: Doornroosje/Dornröschen Oostenrijk – Austria

9. Verhaal 6/story 6: Eefje Donkerblauw/Eve Dark Blue België – Belgium

10.Verhaal 7/story 7: Het huis van de stier/Winterhouse for

animals Estland – Estonia

11.Kinderen in Tsjechië en Hongarije verwerken verhalen / Children in Czech republic and Hungary process stories

12.Ontmoetingsactiviteiten in de partnerlanden/ meeting activities in the partner countries

Page 2: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

1. Voorwoord Preface

Kinderen luisteren graag naar verhalen. Dit is het uitgangspunt van ons Comeniusproject: Once upon a time … stories: a way to develop, explore and learn, ….

Zoals de titel suggereert leren kinderen door naar verhalen te luisteren. In de eerste plaats wordt hun taalontwikkeling gestimuleerd, maar ook hun verbeeldingskracht, hun voorstellingsvermogen en hun kennis van de wereld worden enorm aangesproken en uitgebreid.

Daarnaast bieden verhalen enorm veel kansen om expressiviteit en creativiteit aan te moedigen, te doen groeien, in beweging te zetten en uit te breiden.

In het project gaan we met zeven scholen uit zeven Europese landen met dit gegeven op weg. We wisselen verhalen uit, vertellen deze verhalen aan onze leerlingen en kleuters. Daarna exploreren en verwerken we deze verhalen met diverse expressieve werkvormen. Onze ervaringen en resultaten spelen we weer door aan elkaar. De onderliggende gedachte of een basisuitgangspunt hierbij is dat we aan elkaar en aan de leerlingen kennis, weetjes, bijzonderheden van elkaar doorgeven om een brede Europese gedachte van samenwerking, respect en waardering voor elkaar aan te moedigen.

Children like to listen to stories. This is the starting point of our Comeniusproject: Once upon a time … stories: a way to develop,

explore and learn, ….

While listening to stories children learn a lot. In the first place they develop their language skills, but also their imagination, their

imaginative faculty and their knowledge of the world are extended in a large degree.

Moreover tales offer enormously chances to encourage expression

and creativeness

This project has been invented and organised by seven schools of

seven European countries. We exchange stories, tell these stories

to our pupils and toddlers. Afterwards we process these stories in several expressive arts. Our experiences and results we pass on to

each other. The basic idea is that we want to encourage the European vision of cooperation with, respect and appreciation for

each other.

Page 3: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

2. Zeven landen, zeven scholen! Wie zijn ze? Seven countries, seven schools! Who are they?

Estland Estonia

Talinn Nurmenuki Kindergarten

Õismäe tee 26

Talinn

Litouwen Lithuania

Šilutĕs raj. Saugus vaikus darželis

Saugų km. Šilutĕs raj.

Šilutĕ

Page 4: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Tsjechië Czech Republic

Základni Škola a Mateřská

Škola Husinec Řež

Husinec 17

Řež

Hongarije Hungary

Központi Óvoda

Klauzál utca 5-7

Szentes Dél-Alföld

Hungary

Page 5: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Oostenrijk Austria

Volksschule/Sonderschule mit angeschlossenen Sonderschulklassen

Stegersbacher Strasse 7

Grosspetersburg Burgerland Österreich

Noord-Ierland Northern-Ireland

Mount St. Catherine’s Primary School

Windmill Hill Armagh

Northern Ireland

Page 6: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

België Belgium

Vrije Basisschool De Horizon

Alfred Habetslaan 17

3581 Beverlo

Page 7: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

3. Verhaal 1 / story 1

Urbanus vertelt : Zoete HydromelUrbanus vertelt : Zoete HydromelUrbanus vertelt : Zoete HydromelUrbanus vertelt : Zoete Hydromel een sprookje uit België

Wanneer Vader Fleuris zijn laatste boerenkool afsnijdt, vindt hij een baby. Omdat het gezin reeds bestaat uit 24 kinderen zijn ze niet in staat om voor het meisje te zorgen. Met pijn in het hart leggen ze de baby te vondeling in een bedje van vergeet –me – nietjes.

Na een tijdje wordt het meisje opgemerkt door een paar bijtjes die zich aangetrokken voelen door de geurige vergeet - me – nietjes.

Page 8: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

De bijtjes begrijpen onmiddellijk dat het hier gaat om een verlaten mensenkind en haasten zich naar het nest , waar ze alles aan hun koningin vertellen. De koningin die al duizend keer moeder is geweest , is onmiddellijk bereid om voor het meisje te zorgen.

De bijtjes werken dubbel zo hard om het meisje te voeden. Als ze één jaar wordt , schenkt de koningin haar de naam ‘Hydromel’.

Page 9: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Hydromel groeit op bij de bijtjes en wanneer ze achttien jaar is, ontmoet ze een prins. De prins is op slag verliefd op haar en wil meteen met haar trouwen maar wanneer hij haar kust , worden zijn tanden rot. Hij vraagt zijn tovenaar om hem een nieuw gebit te toveren. Met zijn nieuwe gebit kan hij zijn geliefde weer kussen. Maar van al dat zoete gekus, verlangt de prins na een tijdje naar iets bitters, iets pikant en knabbelt een hele mand knoflook op. Zijn adem stinkt zo hard dat Hydromel de prins niet meer wil kussen. Opnieuw vraagt hij zijn tovenaar om hulp. De tovenaar maakt een drankje waarvan de prins maar een héél klein beetje mag drinken. De prins luistert niet naar zijn tovenaar en drinkt het hele flesje leeg. Wanneer hij het goedje binnen heeft, begint hij te gloeien , het zweet spuit als fonteintjes uit zijn voorhoofd, zijn oren fluiten stoom en zijn gebit klettert als een tapdanser. Hij omhelst Hydromel zo wild dat ze begint te smelten als sneeuw voor de zon.

Page 10: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Opnieuw vraagt hij zijn tovenaar om raad. De tovenaar vertelt de prins dat er maar één manier is om Hydromel terug te krijgen. De prins krijgt de opdracht om zeven kinderen te zoeken die in zeven verschillende talen de woorden ‘ ik hou van jou’ , kunnen zeggen. Na een lange, vermoeiende zoektocht vindt de prins zeven kinderen en brengt ze bij de tovenaar. Het eerste kind zegt de woorden in het Duits : “ Ich liebe dich !” Het tweede kind zegt de woorden in het Engels : “ I love you !” Het derde kind zegt de woorden in het Hongaars : “ Tzeretlek !” Het vierde kind zegt de woorden in het Ests : “ Ma armastan sind !” Het vijfde kind zegt de woorden in het Litouws : “ As myliu tave !” Het zesde kind zegt de woorden in het Tsjechisch; ”Já te také miluji ! “ Het laatste kind zegt de woorden in het Nederlands : “ Ik hou van jou !” Bij de laatste woorden van het zevende kind komt Hydromel weer tot leven. Iedereen is blij !

Page 11: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

De prins nodigt iedereen uit voor een groot feest op zijn kasteel.

EindeEindeEindeEinde

Page 12: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

The story of Sweet HoneybeeThe story of Sweet HoneybeeThe story of Sweet HoneybeeThe story of Sweet Honeybee a fairytale from Belgium

Once upon a time there was a family who already had 24 children. The mother and father did their very best to feed their children everyday. Life was hard. One day father Floris was working in his garden . Suddenly he shouted: “ Ooooh nooo !”. Everyone had heard the cry and hurried to the garden. Father was standing in the middle of the garden with a cabbage in his hands. In the cabbage was a little girl. “ Another one “ ,said the mother and the other 24 children stared with open mouth at their new little sister. “ God forgive me “ ,cried father, “ we can ‘t keep this girl !” We have barely enough food for our 24 children. So….they went all together to the forest and laid the baby abandoned on a bed of flowers. With a guilt and an empty stomach they went home. The little girl had no idea what happened and laughed at the white clouds in the sky. She fumbled with her little hands to the green stalks and petals tickled her nose. She lay there for hours and nobody came over. A small bee, who smelled the delicious fragrance of the flowers , startled when she saw the little girl. She immediately understood that it was an abandoned human child and she hurried back to her nest. “ I must speak the Queen at once “ ,she gasped and she was brought immediately to the throne. With a complicated ‘ bee dance’ she explained to the Queen what she had found and how they could fly to the baby. The Queen, who had been a mother a thousand times, was immediately prepared to take care of the poor child. “Take half of our honey to the little baby “ ,she said , “ it’s our duty to take care of her !” From that moment the bees worked twice as hard. The Queen laid twice as much eggs than she used to do. The colony had to became bigger so they could feed the growing child. On the first birthday of the child the Queen herself came to congratulate her and gave her a special present. She gave the child ‘a name’. From that moment everybody called her ‘ SWEET HONEYBEE ‘ All the bees cheered : “ Long live Sweet Honeybee !!” After a few years Sweet Honeybee turned into a beautiful lady. And when she was 18 the time had come she could take care of herself. One day, when she took a nap in the shade of a tree, a prince came along. He was accompanied by his old sorcerer. They jumped off their horses and knelt down at the girl. “ This is what I’m looking for !” ,the prince said, “ the most beautiful woman in the world and now I found her!” He kissed her softly on the lips and she awoke. “ Who are you ? “ ,she asked anxiously. “ I’m the prince and I want to marry you because you are so beautiful and so sweet as a cherry”, the prince said . Sweet Honeybee, who never in her life had seen a boy, felt something she had never felt before. The prince smiled and kissed her again and Sweet Honeybee loved it. The sorcerer understood that he was not wanted and he left the prince and Sweet Honeybee alone. He went somewhere else to practice his magic. Sweet Honeybee and the prince kept on kissing. When they stopped kissing, Sweet Honeybee looked at her prince and she yelled : “ Prince, what happened with your mouth ?!” The prince looked in the mirror and saw that all his teeth were rotten . He shouted : “ Oh no , all your kisses are so sweet that all my teeth start to rot !” The prince called his sorcerer and said : “ Give me back my teeth and make them as white as snow !” The prince got his new teeth and with a sparkling smile he stepped back to his beloved. He kissed her

Page 13: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

again but much longer than before. From all this kissing the prince became very ‘sweet’ and he desired for something bitter or spicy. So he nibbled on garlic all day. Now his breath smelled so terrible Sweet Honeybee turned her back on him. For the second time the prince called his sorcerer. “ What can I do for you ? “ ,asked the sorcerer. “ The prince said : “ Make me a magic potion so I can love my girl without kissing her !” The sorcerer made a potion and poured it into a bottle. “ Take only one spoon of this potion “ ,the sorcerer said. But the prince did not listen and he drank the whole bottle. He began to glow, sweat dripped from his forehead , steam whistled from his ears and his theet rattled. “ Oh beautiful woman, I yearn for you ” ,he said and he embraced her. The sorcerer understood that he was not wanted and he left the prince and Sweet Honeybee alone. But Sweet Honeybee was so sweet that she began to melt like snow in the arms of her lover. When the sorcerer returned, he saw the prince as a crying baby on his knees with only a little of syrop on his hands. Everyone was sad. He asked the prince : “ What is going one here ? “ The prince told him what happened and asked his sorcerer for help. The sorcerer told the prince he could make her back alive on one condition. The prince had to find 7 children . Those 7 children had to express the words ‘ I love you ‘ in 7 different languages. So the prince began his major quest. After a long search, he found 7 children who could help him and brought them to the sorcerer. The First child said the words in German : “ Ich liebe dich !” The second child said the words in English : “ I love you ! “ The third child said the words in Hungarian : “ Tzeretlek ! “ The fourth child said the words in Estonian : “ Ma armastan sind !” The fifth child said the words in Lithuanian : “ As myliu tave ! “ The sixth child said the words in Czech : “ Já te také miluji !” The last child said the words in Dutch : “ Ik hou van jou !” After the last words from the seventh child ,Sweet Honeybee came back to live ! Everyone was very happy ! The prince invited everyone to his castle to celebrate this memorable event !

The EndThe EndThe EndThe End

Page 14: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Heel wat kinderen knutselden mee aan het decor !

Page 15: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

ZoetZoetZoetZoeteeee HydromelHydromelHydromelHydromel gespeeld door kinderen uit Litouwen

Page 16: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

4. Verhaal 2 / story 2

Vrouw HolleVrouw HolleVrouw HolleVrouw Holle een sprookje uit Oostenrijk

Een weduwe heeft twee dochters, één is mooi en ijverig en de ander lui en lelijk. Ze houdt meer van de lelijke en laat de andere dochter al het werk doen. Het meisje zit elke dag bij een put te spinnen. Door het harde werken komt er bloed van haar handen aan de spoel. Als ze deze wil schoonmaken, omdat zij bang is dat ze zal worden bestraft, valt de spoel in de put. Ze duikt de spoel achterna en komt zo in een wonderland terecht. Er bloeien duizenden bloemen en er staat een oven vol met brood, dat roept om eruit gehaald te worden.

Page 17: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Het meisje haalt alle broden uit de oven en komt dan bij een boom vol appels. Ze haalt de appels van de boom door deze te schudden.

Even later komt ze bij een koe en melkt haar zo dat ze geen last meer heeft van haar uier.

Page 18: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Dan komt ze bij een klein huisje, waar een oude vrouw naar buiten kijkt. Het meisje wordt bang van haarvrouw roept haar en zegt dat ze het goed zal hebben als ze bij haar blijft. Ze moet wel het bed van de oude vrouw netjes opmaken en flink uitschudden, zodat het op aarde sneeuwt.

Het meisje komt in dienst ezij een goed leven. Maar na een tijdje krijgt ze vraagt of ze weer naar huis

Dan komt ze bij een klein huisje, waar een oude vrouw naar buiten kt. Het meisje wordt bang van haar grote tanden, maar de oude

vrouw roept haar en zegt dat ze het goed zal hebben als ze bij haar blijft. Ze moet wel het bed van de oude vrouw netjes opmaken en flink uitschudden, zodat het op aarde sneeuwt.

Het meisje komt in dienst en doet tevreden haar werk, in ruil heeft een goed leven. Maar na een tijdje krijgt ze heimwee

vraagt of ze weer naar huis mag.

Dan komt ze bij een klein huisje, waar een oude vrouw naar buiten grote tanden, maar de oude

vrouw roept haar en zegt dat ze het goed zal hebben als ze bij haar blijft. Ze moet wel het bed van de oude vrouw netjes opmaken en

haar werk, in ruil heeft en ze

Page 19: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

De poort wordt voor haar geopend en als ze er onderdoor loopt, valt er een gouden regen omlaag. Vrouw Holle geeft haar nog de spoel terug en het meisje gaat naar huis. Haar moeder, vader en zuster ontvangen haar hartelijk.

Als de moeder hoort hoe haar dochter aan deze rijkdom is gekomen, wil ze dat haar andere dochter dit ook overkomt. Het meisje gaat bij de put spinnen en prikt zichzelf aan een doornhaag om bloed tevoorschijn te halen. Zij komt in de wonderwereld voor dezelfde beproevingen te staan, maar wil ze niet uitvoeren. Ze wordt niet bang van de grote tanden van Vrouw Holle, omdat ze hier al over heeft gehoord. Als hulpje van Vrouw Holle voert ze alleen de eerste dag iets uit omdat ze nog aan de beloning denkt, maar daar blijft het bij. Ze wordt na een tijdje ontslagen en gaat met Vrouw Holle naar de poort en daar wordt ze bedolven onder de stekels. Wanneer ze terugkeert naar huis probeert haar moeder haar van deze stekels te verlossen, maar tevergeefs. De ijverige dochter krijgt medelijden en neemt haar zus terug mee naar Vrouw Holle. Ze leert haar zus alle karweitjes opknappen zonder morren en wanneer ze terugkeren naar huis worden ze beiden beloond met een regen van goud. Vanaf nu knappen ze alle karweitjes samen op…..

EindeEindeEindeEinde

Page 20: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Frau HolleFrau HolleFrau HolleFrau Holle ein Märchen der Gebrüder Grimm

Eine Witwe hatte zwei Töchter, davon war die eine schön und fleißig, die andere häßlich und faul. Sie hatte aber die häßliche und faule, weil sie ihre rechte Tochter war, viel lieber, und die andere mußte alle Arbeit tun und der Aschenputtel im Hause sein. Das arme Mädchen mußte sich täglich auf die große Straße bei einem Brunnen setzen und mußte so viel spinnen, daß ihm das Blut aus den Fingern sprang. Nun trug es sich zu, daß die Spule einmal ganz blutig war, da bückte es sich damit in den Brunnen und wollte sie abwaschen; sie sprang ihm aber aus der Hand und fiel hinab. Es weinte, lief zur Stiefmutter und erzählte ihr das Unglück. Sie schalt es aber so heftig und war so unbarmherzig, daß sie sprach: “Hast du die Spule hinunterfallen lassen, so hol sie auch wieder herauf.” Da ging das Mädchen zu dem Brunnen zurück und wußte nicht, was es anfangen sollte; und in seiner Herzensangst sprang es in den Brunnen hinein, um die Spule zu holen. Es verlor die Besinnung, und als es erwachte und wieder zu sich selber kam, war es auf einer schönen Wiese, wo die Sonne schien und vieltausend Blumen standen. Auf dieser Wiese ging es fort und kam zu einem Backofen, der war voller Brot; das Brot aber rief: “Ach, zieh mich raus, zieh mich raus, sonst verbrenn ich: ich bin schon längst ausgebacken.” Da trat es herzu und holte mit dem Brotschieber alles nacheinander heraus. Danach ging es weiter und kam zu einem Baum, der hing voll Äpfel, und rief ihm zu: “Ach, schüttel mich, schüttel mich, wir Äpfel sind alle miteinander reif.” Da schüttelte es den Baum, daß die Äpfel fielen, als regneten sie, und schüttelte, bis keiner mehr oben war; und als es alle in einen Haufen zusammengelegt hatte, ging es wieder weiter. Endlich kam es zu einem kleinen Haus, daraus guckte eine alte Frau, weil sie aber so große Zähne hatte, ward ihm angst, und es wollte fortlaufen. Die alte Frau aber rief ihm nach: “Was fürchtest du dich, liebes Kind? Bleib bei mir, wenn du alle Arbeit im Hause ordentlich tun willst, so soll dir’s gut gehn. Du mußt nur achtgeben, daß du mein Bett gut machst und es fleißig aufschüttelst, daß die Federn fliegen, dann schneit es in der Welt; ich bin die Frau Holle.” Weil die Alte ihm so gut zusprach, so faßte sich das Mädchen ein Herz, willigte ein und begab sich in ihren Dienst. Es besorgte auch alles nach ihrer Zufriedenheit und schüttelte ihr das Bett immer gewaltig, auf daß die Federn wie Schneeflocken umherflogen; dafür hatte es auch ein gut Leben bei ihr, kein böses Wort und alle Tage Gesottenes und Gebratenes. Nun war es eine Zeitlang bei der Frau Holle, da ward es traurig und wußte anfangs selbst nicht, was ihm fehlte, endlich merkte es, daß es Heimweh war; ob es ihm hier gleich vieltausendmal besser ging als zu Haus, so hatte es doch ein Verlangen dahin. Endlich sagte es zu ihr: “Ich habe den Jammer nach Haus gekriegt, und wenn es mir auch noch so gut hier unten geht, so kann ich doch nicht länger bleiben, ich muß wieder hinauf zu den Meinigen.” Die Frau Holle sagte: “Es gefällt mir, daß du wieder nach Haus verlangst, und weil du mir so treu gedient hast, so will ich dich selbst wieder hinaufbringen.” Sie nahm es darauf bei der Hand und führte es vor ein großes Tor. Das Tor ward aufgetan, und wie das Mädchen gerade darunter stand, fiel ein gewaltiger Goldregen, und alles Gold blieb an ihm hängen, so daß es über und über davon bedeckt war. “Das sollst du haben, weil du so fleißig gewesen bist,” sprach die Frau Holle und gab ihm auch die Spule wieder, die ihm in den Brunnen gefallen war. Darauf ward das Tor verschlossen, und das Mädchen befand sich oben auf der Welt, nicht weit von seiner Mutter Haus; und als es in den Hof kam, saß der Hahn auf dem Brunnen und rief:

“Kikeriki, Unsere goldene Jungfrau ist wieder hie.”

Da ging es hinein zu seiner Mutter, und weil es so mit Gold bedeckt ankam, ward es von ihr und der Schwester gut aufgenommen. Das Mädchen erzählte alles, was ihm begegnet war, und als die Mutter hörte, wie es zu dem großen Reichtum gekommen war, wollte sie der andern, häßlichen und faulen Tochter gerne dasselbe Glück verschaffen. Sie mußte sich an den Brunnen setzen und spinnen; und damit ihre Spule blutig ward, stach sie sich in die Finger und stieß sich die Hand in die Dornhecke. Dann warf sie die Spule in den Brunnen und sprang selber hinein. Sie kam, wie die andere, auf die schöne Wiese und ging auf demselben Pfade weiter.

Als sie zu dem Backofen gelangte, schrie das Brot wieder: “Ach, zieh mich

raus, zieh mich raus, sonst verbrenn ich, ich bin schon längst ausgebacken.” Die Faule aber antwortete: “Da hätt ich Lust, mich schmutzig zu machen,” und ging fort. Bald kam sie zu dem Apfelbaum, der rief: “Ach, schüttel mich, schüttel mich, wir Äpfel sind alle miteinander reif.” Sie antwortete aber: “Du kommst mir recht, es könnte mir einer auf den Kopf fallen,” und ging damit weiter. Als sie vor der Frau Holle Haus kam, fürchtete sie sich nicht, weil sie von ihren großen Zähnen schon gehört hatte, und verdingte sich gleich zu ihr. Am ersten Tag tat sie sich Gewalt an, war fleißig und folgte der Frau Holle, wenn sie ihr etwas sagte, denn sie dachte an das viele Gold, das sie ihr schenken würde; am zweiten Tag aber fing sie schon an zu faulenzen, am dritten noch mehr, da wollte sie morgens gar nicht aufstehen. Sie machte auch der Frau Holle das Bett nicht, wie sich’s

Page 21: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

gebührte, und schüttelte es nicht, daß die Federn aufflogen. Das ward die Frau Holle bald müde und sagte ihr den Dienst auf. Die Faule war das wohl zufrieden und meinte, nun würde der Goldregen

kommen; die Frau Holle führte sie auch zu dem Tor, als sie aber darunterstand, ward statt des Goldes ein großer Kessel voll Pech ausgeschüttet. “Das ist zur Belohnung deiner Dienste,” sagte die Frau Holle und schloß das Tor zu. Da kam die Faule heim, aber sie war ganz mit Pech bedeckt, und der Hahn auf dem Brunnen, als er sie sah, rief:

“Kikeriki,Unsere schmutzige Jungfrau ist wieder hie.”

Das Pech aber blieb fest an ihr hängen und wollte, solange sie lebte, nicht abgehen.

EndeEndeEndeEnde

Tekeningen van kinderen uit Tsjechië.

Page 22: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Vrouw Vrouw Vrouw Vrouw HolleHolleHolleHolle gespeeld door kinderen van de Horizon

Page 23: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Het decor werd geknutseld door

kinderen van het 4de , 5de en 6de leerjaar.

Page 24: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

5.Verhaal 3 / story 3

Finn McFinn McFinn McFinn Mceen sprookje uit Noord

Finn McCool was een beroemde krijger die bezig was met zijn dagelijks karwei aan de noordkust van Ierland, toen één van zijn vijanden, de Schotse reus Benandonner, hem begon uit te dagen.

Dit maakte Finn zo woedend dat hij een stuk aarde losrukte en richting Schotland goodeed ook de Schotse reus. Deze laatste riep dat Finn geluk had dathij de korte afstand over het kanders zou hij de Ierse reus een lesje leren.

Finn werd hierdoor zo boos dat hij een wvan de kliffen aftrok manier ontstond een weg van Ierland naar Schotland. Hierna daagde hij Benandonner uit. Die had nukanaal niet over te steken.

Verhaal 3 / story 3

Finn McFinn McFinn McFinn Mc....Cool,Cool,Cool,Cool,,,,, een Ierse reuseen Ierse reuseen Ierse reuseen Ierse reuseen sprookje uit Noord - Ierland

een beroemde krijger die bezig was met zijn dagelijks karwei aan de noordkust van Ierland, toen één van zijn vijanden, de Schotse reus Benandonner, hem begon uit te dagen.

Dit maakte Finn zo woedend dat hij een stuk aarde losrukte en richting Schotland gooide om zijn vijand uit te dagen. Hetzelfde deed ook de Schotse reus. Deze laatste riep dat Finn geluk had dathij de korte afstand over het kanaal niet over kon zwemmen, anders zou hij de Ierse reus een lesje leren.

Finn werd hierdoor zo boos dat hij een week lang grote stukken rots van de kliffen aftrok en in de bodem van de zee duwde. Omanier ontstond een weg van Ierland naar Schotland. Hierna daagde hij Benandonner uit. Die had nu geen excuses meer om het anaal niet over te steken.

een Ierse reuseen Ierse reuseen Ierse reuseen Ierse reus een beroemde krijger die bezig was met zijn

dagelijks karwei aan de noordkust van Ierland, toen één van zijn vijanden, de Schotse reus Benandonner, hem begon uit te dagen.

Dit maakte Finn zo woedend dat hij een stuk aarde losrukte en ide om zijn vijand uit te dagen. Hetzelfde

deed ook de Schotse reus. Deze laatste riep dat Finn geluk had dat anaal niet over kon zwemmen,

eek lang grote stukken rots en in de bodem van de zee duwde. Op deze

manier ontstond een weg van Ierland naar Schotland. Hierna geen excuses meer om het

Page 25: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Om geen gezichtsverlies te lijden, had de Schotse reus geen andere keus dan het pad over te steken.

Finn was moe van al dat werken en zag een gevecht niet echt zitten. Na lang nadenken besloot hij om zich als baby te verkleden en legde zich in een reuzenwieg… en wachtte.

Toen Benandonner aan het huis van de Ierse reus kwam, zei Finns vrouw dat Finn er niet was en nodigde hem uit om thee te drinken. Samen met de thee gaf de vrouw ook koekjes waarin ze stukjes steen had gedaan. De Schotse reus beet erin en brak een tand. Hij dacht bij zichzelf, die Finn moet nogal een stoere man zijn om zulke koekjes te eten. Om zich niet te laten kennen, at hij alle koekjes op waarbij hij nog enkele tanden brak. Toen zag hij de wieg en de baby erin. Hij trok zijn ogen verwonderd open en dacht, mijn god als deze baby al zo groot is, hoe groot is dan zijn vader wel niet. Hij stak zijn hand uit naar de baby om hem te aaien en uit nieuwsgierigheid, toen Finn plots het topje van zijn vinger afbeet. Benandonner was verrast en dacht, als de baby dit al kan, wat moet de vader dan wel niet kunnen.

Deze gedachte maakte hem zo bang dat hij halsoverkop wegliep. Hij rende zoals hij nog nooit gerend had, terug naar Schotland, het pad achter hem vernielend.

EindeEindeEindeEinde

Page 26: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Finn McCool Finn McCool Finn McCool Finn McCool –––– An An An An Irish GiantIrish GiantIrish GiantIrish Giant a story of Northern Ireland

Finn McCool was a famous warrior who was going about his daily duties on the north coast of Ireland when one of his adversaries, a Scottish giant called Benandonner started shouting and ridiculing Finn's fighting prowess.

This angered Finn, who lifted a lump of earth and pelted it to Scotland as a challenge to this giant. The Scottish giant retaliated with a rock back to Finn shouting that if he could get his hand on him, he would make sure that Finn would never fight again adding that unfortunately he could not swim the short distance across the Channel, so Finn would be spared that fate.

Finn got enraged by this and tore large pieces from the cliffs, he worked for over a week pushing these into the ocean bed and made a sturdy causeway to Scotland, when he had finished he shouted 'Now you'll have no excuse so come over and do your best’.

Fearing to lose his own reputation and pride, the Scottish giant had no alternative but come over the causeway. Finn was tired, having not slept for the week he worked on the causeway and did not feel ready for fighting. He thought about how he could buy some time and recuperate to face the Scottish giant and came up with an ingenious plan. Quickly he made a large cot and disguised himself as a baby ...... and waited.

The Scottish giant arrived at Finn's house shouting, 'Where is that coward MacCool', Finn's wife said that ‘he was away but sure sit down and have a cup of tea, he'll not be long’. The tea arrived with a cake in which Finn's wife had placed some stones. Benandonner took a bite and broke one of his teeth, and thought to himself, this Finn must be a tough man to eat cakes like this, so not to be outdone; he finished off the cake and tea, breaking two more teeth in the process. He noticed the baby cot and the baby inside it and his eyes widened in fear, he thought to himself, my goodness if this is the size of the baby? What size is the Father? He reached his hand in to touch the sleeping baby, half out of curiosity and half as a sign of affection, Finn bit the tip of his finger off. Benandonner was shocked by this and thought to himself, if this is what the baby is capable of, what must the father be capable of and what could he not do!

This thought terrified him, the fear got the better of him and took to his heels and ran like he had never ran before, back across the causeway to Scotland destroying it as he went.

The EndThe EndThe EndThe End

Page 27: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

5. Verhaal 4 / story 4

[xà ~ÉÇ|}Ç xÇ wx iÜ|xáÅtÇA[xà ~ÉÇ|}Ç xÇ wx iÜ|xáÅtÇA[xà ~ÉÇ|}Ç xÇ wx iÜ|xáÅtÇA[xà ~ÉÇ|}Ç xÇ wx iÜ|xáÅtÇA een verhaal uit Estland

Kleine en grote bosdieren bibberden van de kou. Ze dachten dat ze weldra zouden omkomen in deze vrieskou. Ze waren hevig aan het praten en nadenken over hoe de wereld er zonder hen zou uitzien. Tot één van hen zei dat ze naar de Bosvader moesten gaan om hem een betere vacht te vragen.

Ze gingen onmiddellijk op pad. Eénmaal aan het huisje van de Bosvader aangekomen, klopten ze aan. Het duurde even voor er iemand verscheen. De dieren stonden daar in de sneeuw en wachtten. Even later werd de deur geopend. Alle dieren bogen voor hun Bosvader. De dieren vertelden dat ze gekomen waren om een nieuwe, betere vacht te vragen. Hun oude vachten waren niet goed. De wind blies er doorheen en ze waren heel dun geworden. Dus begon de Bosvader met het uitdelen van nieuwe vachten.

De beer had eerst een lichtgele vacht, nu kreeg hij een bruine die hem niet alleen beschermde tegen de kou maar ook minder zichtbaar maakte voor de jagers.

Page 28: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

De vos had een gestreepte vachtDe wolf was tot nu toe de leukste van de bosdieren, hij had een bolletjes vacht. Nu kreeg hij een sterke vacht die niet zou verslijten. Toen vroeg de Bosvader aan het laatste dier , een kleine konijntje, wat hij graag zou willen. Het konijntje vertelde dat hij niets nodig had, hij zou zich dik eten met gras dan kon demaken. De Bosvader vond dit heel bewonderenswaardig

Iets verder, schuilend achter de takken van een struik,Vriesman alles gade te slaan. Hwoorden van het konijn maakten hem nog bozer. Hij besloot om het diertje een lesje te leren. Hij volgde het konijn en blies zo hard dat zelfs de takken van de bomen bevroren en kraaktenliep om het warm te krijgen. Hij schuilde achter een boom maar dat hielp niet veel. Toen ging hij liggen in een hooimijthet steeds kouder, hij dacht dat zijn einde nabij was. Plots stond de Vriesman naast hem in je vacht zit hé?”

Het konijn antwoorddik het zo warm heb.”sprong over de hooimijt

De Vriesman schrok en verslaan” ,zei hij. Hij stopte met blazen en liep beschaamd weg.

De vos had een gestreepte vacht, nu had hij een rode dure vacht. De wolf was tot nu toe de leukste van de bosdieren, hij had een bolletjes vacht. Nu kreeg hij een sterke vacht die niet zou verslijten. Toen vroeg de Bosvader aan het laatste dier , een kleine konijntje,

illen. Het konijntje vertelde dat hij niets nodig had, hij zou zich dik eten met gras dan kon de vrieskou hem niets maken. De Bosvader vond dit heel bewonderenswaardig

Iets verder, schuilend achter de takken van een struik, stond Vriesman alles gade te slaan. Hij was in een slechte bui. De woorden van het konijn maakten hem nog bozer. Hij besloot om het diertje een lesje te leren. Hij volgde het konijn en blies zo hard dat zelfs de takken van de bomen bevroren en kraakten. Konijn liep en liep om het warm te krijgen. Hij schuilde achter een boom maar dat

n ging hij liggen in een hooimijt maar hij kreeg het steeds kouder, hij dacht dat zijn einde nabij was. Plots stond de Vriesman naast hem en spotte: “Ik denk dat er geen warmte meer

oordde: “ Hoezo niet, ik kan zelfs niet lopik het zo warm heb.” Met zijn laatste krachten stond hij op en sprong over de hooimijt.

De Vriesman schrok en knikte verwonderd. “Jou kan ik precies niet zei hij. Hij stopte met blazen en liep beschaamd weg.

nu had hij een rode dure vacht. De wolf was tot nu toe de leukste van de bosdieren, hij had een bolletjes vacht. Nu kreeg hij een sterke vacht die niet zou verslijten. Toen vroeg de Bosvader aan het laatste dier , een kleine konijntje,

illen. Het konijntje vertelde dat hij niets nodig vrieskou hem niets

maken. De Bosvader vond dit heel bewonderenswaardig

stond de ij was in een slechte bui. De

woorden van het konijn maakten hem nog bozer. Hij besloot om het diertje een lesje te leren. Hij volgde het konijn en blies zo hard dat

. Konijn liep en liep om het warm te krijgen. Hij schuilde achter een boom maar dat

maar hij kreeg het steeds kouder, hij dacht dat zijn einde nabij was. Plots stond de

denk dat er geen warmte meer

ik kan zelfs niet lopen omdat ij op en

kan ik precies niet zei hij. Hij stopte met blazen en liep beschaamd weg.

Page 29: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Het konijn viel vermoeid in slaap en werd nooit meer door de Vriesman lastig gevallen.

Het kleine diertje behield zijn oude vacht en heeft die nu nog steeds.

EindeEindeEindeEinde

Page 30: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

A rabbit A rabbit A rabbit A rabbit and Jack Frost.and Jack Frost.and Jack Frost.and Jack Frost.

an Estonian story Small and large forest animals were squat under a high fir and shivering because of the cold weather.

A bear says: „Oh-oh, death is coming, death is coming“A wolf had a sigh: “Yeah, it cannot be very far,

the wind is blowing through flesh and bones.” “What will the world do without us – without me and

without you, without other relatives ” ,said a fox and could not keep his teeth together because of the

cold. It was discussed and discussed, contemned and contemned until bobcat eventually figured:

“Dear neighbors, there is nothing else to do then go to Forest-father and ask for better fur (coat).”A

bear approved: “That’s a word of a man!” . The fox and the wolf nod: “That’s right, let’s go.” It was

done right away. They formed an array and went to Forest-fathers farm. They went to Forest-fathers

farm and knocked hard on doors and windows. After that they sat in the snow and waited. Forest-

father put on his footwear and came to door. Animals bowed to him politely and shouted: “Hello,

hello, Forest-father.” “Hello to you too” ,answered Forest-father, “ in what case did you come? ”“The

case is that we wanted to ask you for better fur ” , fox answered and stepped forward and raised his

tail. “Oh-oh, aren’t the old ones good enough anymore? ” ,asked the Forest-father. “Wind is blowing

through the old ones ” ,said the fox. “We have wear them thin already, wear them thin ” , shouted

wolf and bear. “Then there is nothing to do- if they are holey, then they are certainly not good ” ,said

Forest-father and started to give out some new winter equipment. Now the bear, wolf and fox got a

new fur. A bear used to have a proud light yellow fur, now he was given a modest brown one. But it

was not only covering him from freeze, also it made him difficult to see for a hunter. The fox used to

have a striped coat and striped trousers, but now he got both of them same color and with more

expensive fur. The wolf was until now the nicest one of the forest animals – he had a dotted from

ears to tail. But now he got a strong and hard-wearing working suit, which will not wear off or spoil

even with worst weathers. Forest-father spotted behind the other forest animals at last a small rabbit,

called him out and asked friendly: “How is it with you?” “No, I don’t need anything. I eat filling quack

grass and bite a little bit of tasteful aspen park, what can a frost do to me ” , answered the rabbit with

a laughingly. “Good for you, that kind of resistance is praiseworthy ” ,said the Forest-father. A little bit

further was crouching the frost behind the bush, peeked through bare branches and he was in a really

bad mood. The words rabbit said made him even more angry. Is that so – is it really so that this

animal doesn’t count his power and mightiness for nothing! Therefore he decided to face up the rabbit

and show him what frost can do. After rabbit run away from Forest-fathers farm, frost started to

follow him. Frost left him no distance blew him a lot of freeze so that even threes were

cracking.Rabbit was running and running to get him warm – but nothing helped. He crouched in the

shadow of a broad pine and cowered – but it didn’t made it better. Then he lay down next to haycock

and cuddled up, he got more and more stiff. He thought that it is his end. He heard how frost stepped

next to him and asked: “I think you have no heat left under your coat?” “Why not – look I can’t even

walk because of the heat!” , answered the rabbit, took his last strength and jumped over the haycock.

Frost was frightened, shaked his head and wondered: “Oh, it seems that I can’t beat against

you.”“That’s right, you can’t beat me ” ,shouted the rabbit.

Page 31: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Frost left his blowing and walked away ashamed. The rabbit slept his tiredness off and he was not

disturbed by the wind or snowstorm.

He is living in his old coat until now.

The EndThe EndThe EndThe End

Page 32: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

6. Verhaal 5 story 5

De kleine haan en de diamanten ringDe kleine haan en de diamanten ringDe kleine haan en de diamanten ringDe kleine haan en de diamanten ring een verhaal uit Hongarije

Er was eens een arme, oude vrouw. Het enige wat ze bezat was een klein haantje. De vrouw was zo arm dat ze zelfs geen eten voor het dier kon kopen.

Op een dag vond de kleine haan een diamanten ring op de composthoop. Hij besloot om hem aan de oude vrouw te geven maar net op dat moment liep de gemene, oude koning voorbij. Hij nam onmiddellijk de diamanten ring af en nam deze mee naar zijn kasteel waar hij het juweel in een schatkist bewaarde. De kleine haan volgde hen en vloog op naar het venster van de koninklijke kamer. Hij begon zo luid mogelijk te kraaien. De koning vond dit zo vervelend dat hij zijn dienaar beval het haantje in de gracht te gooien opdat hij zou verdrinken. Maar de kleine haan zoog al het water in zijn krop en vloog terug naar het raam van de koning. Waar hij opnieuw begon te kraaien. De koning was verwonderd dat het haantje nog leefde en beval om hem in het vuur te gooien, maar de kleine haan was slim en doofde het vuur met het opgezogen water.

Page 33: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Opnieuw vloog hij naar het raam van de koning en begon luid te kraaien. De koning kon zijn ogen en oren niet geloven. Het kleine haantje leefde nog steeds. Nu moest de dienaar hem in de bijenkorf steken. Maar het haantje was hen weer te slim af, hij zoog alle bijen op in zijn krop.

Vervolgens verscheen de kleine haan weer aan het raam en ging weer luid kraaien. Nu werd de koning werkelijk boos. Hij beval om het haantje bij hem te brengen. Hij stak hem in zijn losse broek opdat het haantje niet meer zou kunnen ademen. Maar het kleine haantje had weer een slim idee. Hij liet alle bijen vrij uit zijn krop. De bijtjes begonnen daarna in de billen van de koning te prikken. Die schreeuwde het uit van de pijn. Hij was de streken van het kleine haantje zo beu dat hij de diamanten ring teruggaf om van het haantje verlost te zijn.

Het kleine haantje gaf de diamanten ring aan de oude vrouw, deze verkocht hem voor veel geld zodat ze nooit meer honger moesten lijden. Ze leefden nog lang en gelukkig.

EindeEindeEindeEinde

Page 34: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

The Little Rooster’s Diamond RingThe Little Rooster’s Diamond RingThe Little Rooster’s Diamond RingThe Little Rooster’s Diamond Ring a story of Hungary

Once upon a time, there was a poor old woman. She had nothing but a little rooster. She was so poor, she couldn’t even buy any food for her little rooster. One day the little rooster was a searching for some food on a garbage heap when suddenly he found something shimy. It was a diamond ring. He was very happy. He said to himself: “I will take this ring home, give it to the poor old woman so she won’t be poor anymore.” Right when he said it the mean old king was walking by with his servant and noticed the diamond ring. I want that ring! Go my servant, take away that diamond ring from that little rooster. It will look so pretty in my treasure chest. So the servant walked up to the little rooster grabbed him and took away the diamond ring. They went back to the palace, put the ring into the king’s treasure chest. The little rooster followed them and flew up to the king’s window and started to shout as loud as he could

Cock – a –doodle – doo you king, give me back my diamond ring! The king ordered his servant: “Go get that little rooster and throw him to our royal well. He won’t scream anymore if he drowns in the water. “

The servant grabbed the little rooster and threw him into the well. But the little rooster was very clever and started to say: “My little craw: suck up all the water!” And his craw sucked up all the water. The little rooster flew up to the king’s window and started to scream as loud as he could : “ Cock – a –doodle – doo you king, give me back my diamond ring! “ The king got upset: “What? That little rooster is still alive? Go my servant and throw him to the royal fireplace. He won’t scream anymore if he burns in the fire. “

The servant grabbed the little rooster and threw him into the fireplace. But the little rooster was very clever and started to say:“My little craw: let out all the water to put down the fire.” And his craw let out all the water and extinguished the fire. The little rooster flew up to the king’s window and started to scream as loud as he could: “Cock – a –doodle – doo you king, give me back my diamond ring!”

I can’t belive it. That little rooster is still alive? Didn’t drawn in water, didn’t burn in fire. “Go my servant, get that little rooster and throw him to the royal beehive”,said the king. The servant grabbed the little rooster and trew him into the beehive. But the little rooster was very clever and started to say: “ My little craw, suck up all the bees!” And his craw sucked up all the bees. The little rooster flew up to the king’s window and started to scream as loud as he could: “Cock – a –doodle – doo you king, give me back my diamond ring!” The king got really upset this time. “What???? That little rooster is still alive? Didn’t drown in water, didn’t burn in fire and the bees didn’t sting him to death? Go my servant, get that little rooster and bring him to me . I will put him to my baggy pants and he won’t able to breathe anymore”, he said. The servant grabbed the little rooster and gave him to the mean old king. He put him into his baggy pants. But the little rooster was very clewer and started to say: “ My little craw: let out all the bees, so they can sting the mean old king’s bottom.” And his craw let out all the bees. They started ho sting the old king’s bottom. “ OH, NO, OH, NO! Take the little rooster and give back his diamond ring my servant. He won’t be bothering us anymore if we do that”, screamed the king.

The servant took the little rooster to the treasure chest. The little rooster found his diamond ring, took it home and gave it to the poor old woman. She sold the ring, got a lot of money for it and they never ever were hungry again. They lived happily ever after.

The endThe endThe endThe end

Page 35: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

7. Verhaal 6 / story 6

DoornroosjeDoornroosjeDoornroosjeDoornroosje een sprookje uit Oostenrijk

Heel lang geleden, woonde er een koning en een koningin die heel graag een kindje wilden hebben. Toen zij de hoop al bijna opgegeven hadden, kregen ze eindelijk een dochter. De koning en de koningin noemde haar DOORNROOSJE naar de vele rozenstruiken die in het hele land groeiden. De koning was zo blij , dat hij een groot feest organiseerde. “Laat de mooiste liedjes zingen, laat het hele land dansen, laat het lekkerste eten klaar- maken en de lekkerste dranken drinken” , zei de koning. Iedereen werd uitgenodigd, ook de dertien feeën. Maar toen de lakeien de borden moesten tellen, waren er maar twaalf gouden borden voor de feeën, nergens was er een dertiende te vinden. Wel ,dacht de lakei, dan nodig ik er maar twaalf uit, de dertiende zal het niet erg vinden.

Op de dag van het feest was het paleis schitterend versierd. Overal stonden grote tafels en die stonden vol met eten en drinken. Door het hele paleis was muziek te horen en iedereen zong een vrolijk liedje. In de troonzaal stond en grote tafel met twaalf gouden borden en het beste eten, speciaal voor de feeën. Aan het eind van de tafel stond het wiegje van Doornroosje. De twaalf feeën kwamen binnen en begroetten de Koning en de Koningin. Als dank voor hun uitnodiging spraken ze ieder een spreuk uit die het prinsesje geluk zou brengen.

Toen de elfde fee klaar was vloog de deur met een luide knal open en kwam de dertiende fee binnen. “Wat is dit?” ,vroeg de koning. “Doe maar niet alsof je van niets weet !” riep de dertiende fee,

Page 36: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

“je hebt mij niet uitgenodigd en daar zal je voor boeten !” Nog voordat iemand wat kon zeggen sprak de fee een toverspreuk uit over Doornroosje: “Gniffel, gnafffel, gnarden! Doornroosje zal niet ouder dan vijftien worden. Knip knap kniel, zij zal zich prikken aan een spinnenwiel. Gniffel, gnaffel, gnorden, en nooit meer wakker worden!” Met een harde donderslag verdween de dertiende fee. Iedereen keek geschrokken naar de koning en naar Doornroosje. De twaalfde fee had nog geen spreuk uitgesproken. “ Ik kan de spreuk niet ongedaan maken, maar ik kan hem wel veranderen”, zei de twaalfde fee, “ na honderd jaar zal een prins komen, die met een kus Doornroosje weer wakker zal maken” . De koning dankte de twaalfde fee, maar voor alle veiligheid liet hij alle spinnenwielen uit het koninkrijk verbannen.

Doornroosje groeide op tot een mooie prinses en al snel kwam haar vijftiende verjaardag eraan. Iedere dag zei de koning tegen zijn dochter: “ Doornroosje kijk uit voor de spinnenwielen en kom er niet te dicht bij.” “ Jaja vader ”, zei Doornroosje iedere keer. Maar zij wist niet waar haar vader het over had. Wat was dat toch, een spinnenwiel ? Alle spinnenwielen waren in het hele land verbannen.

De dertiende fee was nog steeds boos en daarom verzon zij een plan. Op de vijftiende verjaardag van Doornroosje was er weer een heel groot feest. Iedereen danste en zong, waardoor Doornroosje al snel moe werd. Ze ging vroeg naar haar kamer en wilde net de deur open doen, toen zij een geluid hoorde in één van de torens. Nieuwsgierig ging ze via de trap naar boven in de toren.

Toen zij de deur opendeed van de torenkamer zag zij een oud vrouwtje zitten die met wol bezig was aan een spinnenwiel. “Dag mevrouw, want bent u aan het doen?”, vroeg Doornroosje. “ Ik kan je niet goed verstaan mijn lief kind, kom wat dichterbij” ,zei de stoute fee. Doornroosje kwam dichterbij en de fee zei: “Wil je eens leren spinnen?” “Ja graag ” ,zei Doornroosje en ze begon te

Page 37: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

spinnen. Opeens prikte Doornroosje zich aan de naald van het spinnenwiel. “Au!” ,riep Doornroosje nog net voor ze in slaap viel. Maar niet alleen Doornroosje viel in slaap. Iedereen die in het kasteel woonde,viel in slaap.

Rond het kasteel stonden rozenstruiken. Ze bleven maar groeien en groeien totdat je het kasteel niet meer zag staan. Iedereen in het land kende het verhaal van Doornroosje. Velen probeerden om door de doornstruiken tot bij Doornroosje te komen, maar de struiken waren te dik.

Tot op een dag, precies honderd jaar nadat Doornroosje in slaap was gevallen, er een prins van een naburig koninkrijk bij het kasteel kwam. De prins had gehoord dat Doornroosje zo mooi en lief was en werd zo verliefd op haar en zei : “Ik ga Doornroosje redden en dan trouw ik met haar!”

De prins begon te zwoegen en te zweten. De hele dag sloeg hij met wel tien zwaarden de doornstruiken in duizenden stukjes. Zijn liefde was zo groot dat hij door bleef gaan. Uiteindelijk bereikte hij de torenkamer waar Doornroosje nog steeds naast het spinnenwiel lag. Zachtjes pakte hij haar op en legde haar op haar bed. Toen gaf hij haar een zoen op haar voorhoofd. Langzaam opende Doornroosje haar ogen en alle doornstruiken verdwenen. Alle mensen in het kasteel werden wakker.

De prins vroeg Doornroosje ten huwelijk en zij stemde toe. Er werd een heel groot feest georganiseerd en deze keer zorgde de koning ervoor dat iedereen uitgenodigd werd .

Page 38: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

Het werd een prachtig feest en Doornroosje en haar prins leefden nog lang en gelukkig!

EindeEindeEindeEinde

Page 39: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

DornröschenDornröschenDornröschenDornröschen ein Märchen aus Östenreich

Vor Zeiten war ein König und eine Königin, die sprachen jeden Tag: "Ach, wenn wir doch ein Kind hätten!" und kriegten immer keins. Da trug sich zu, als die Königin einmal im Bade saß, dass ein

Frosch aus dem wasser an Land kroch und zu ihr sprach: "Dein Wunsch wird erfüllt werden; ehe ein Jahr vergeht, wirst du eine Tochter zur Welt bringen." Was der Frosch gesagt hatte, das geschah, und die Königin gebar ein Mädchen, das war so schön, dass der König vor Freude sich nicht lassen wusste und ein großes Fest anstellte. Er ladete nicht bloß seine Verwandte, Freunde und Bekannte, sondern

auch die weisen Frauen dazu ein, damit sie dem Kind hold und gewogen wären. Es waren ihrer dreizehn in seinem Reiche; weil er aber nur zwölf goldene Teller hatte, von welchen sie essen sollten, so musste eine von ihnen daheim bleiben. Das Fest ward mit aller Pracht gefeiert, und als es zu Ende

war, beschenkten die weisen Frauen das Kind mit ihren Wundergaben: die eine mit Tugend, die andere mit Schönheit, die dritte mit Reichtum, und so mit allen#m, was auf der Welt zu wünschen ist.

Als elfe ihre Sprüche eben getan hatten, trat plötzlich die dreizehnte herein. Sie wollte sich dafür rächen, dass sie nicht eingeladen war, und ohne jemand zu grüßen oder nur anzusehen, rief sie mit

lauter Stimme: "Die Königstochter soll sich in ihrem fünfzehnten Jahr an einer Spindel stechen und tot hinfallen." Und ohne ein Wort weiter zu sprechen, kehrte sie sich um und verließ den Saal. Alle waren erschrocken, da trat dei zwölfte hervor, die ihren Wunsch noch übrig hatte, und weil sie den bösen Spruch nicht aufheben, sondern ihn nur mildern konnte, so sagte sie: "Es soll kein Tod sein, sondern

ein hundertjähriger tiefer Schlaf, in welchen die Königstochter fällt."

Der König, der sein liebes Kind vor dem Unglück gern bewahren wollte, ließ den Befehl ausgehen, dass alle Spindeln im ganzen Königreiche sollten verbrannt werden. An dem Mädchen aber wurden die Gaben der weisen Frauen sämtlich erfüllt, denn es war schön, sittsam, freundlich und verständig, dass

es jedermann, der es ansah, lieb haben musste. Es geschah, dass an dem Tage, wo es gerade fünfzehn Jahr alt ward, der König und die Königin nicht zu Haus waren und das Mädchen ganz allein im Schloss zurückblieb. Da ging es allerorten herum, besah Stuben und Kammern, wie es Lust hatte, und kam endlich auch an einen alten Turm. Es sieg die enge Wendeltreppe hinauf und gelangte zu

einer kleinen Türe. In dem Schloss steckte ein verrosteter Schlüssel, und als es umdrehte, sprang die Türe auf und saß da in einem kleinen Stübchen eine alte Frau mit einer Spindel und spann emsig ihren

Flachs.

"Guten Tag, du altes Mütterchen", sprach die Königstochter, "was machst du da?" - "Ich spinne", sagte die Alte und nickte mit dem Kopf. "Was ist das für ein Ding, das so lustig herumspringt?" sprach das Mädchen, nahm die Spindel und wollte auch spinnen. Kaum hatte sie aber die Spindel angerührt,

so ging der Zauberspruch in Erfüllung, und sie stach sich in den Finger.

In dem Augenblick aber, wo sie den Stich empfand, fiel sie auf das Bett nieder, das dastand, und lag in einem tiefen Schlaf. Und dieser Schlaf verbreitete sich über das ganze Schloss: der König und die Königin, die eben heim gekommen und in den Saal getreten waren, fingen an einzuschlafen und der ganze Hofstaat mit ihnen. Da schliefen auch die Pferde im Stall, die Hunde im Hofe, die Tauben auf

dem Dache, die Fliegen an der wand, ja, das Feuer, das auf dem Herde flackerte, ward still und schlief ein, und der Braten hörte auf zu brutzeln, und der Koch, der den Küchenjungen, weil er etwas

Page 40: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

versehen hatte, in den Haaren ziehen wollte, ließ ihn los und schlief. Und der wind legte sich, und auf den Bäumen vor dem Schloss regte sich kein Blättchen mehr.

Rings um das Schloss aber begann eine Dornenhecke zu wachsen, die jedes Jahr höher ward und endlich das ganze Schloss umzog und darüber hinaus wuchs, dass gar nichts mehr davon zu sehen war, selbst nicht die Fahne auf dem Dach. Es ging aber die Sage in dem Land von dem schönen schlafenden Dornröschen, denn so ward die Königstochter genannt, also dass von Zeit zu Zeit

Königssöhne kamen und durch die Hecke in das Schloss dringen wollten. Es war ihnen aber nicht möglich, denn die Dornen, als hätten sie Hände, hielten fest zusammen, und die Jünglinge blieben darin hängen, konnten sich nicht wieder losmachen und starben eines jämmerlichen Todes. Nach

langen langen Jahren kam wieder ein Königssohn in das Land und hörte, wie ein alter Mann von der Dornhecke erzählte, es sollte ein Schloss dahinter stehen, in welchem eine wunderschöne

Königstochter, Dornröschen genannt, schon seit hundert Jahren schliefe, und mit ihr schliefe der König und die Königin und der ganze Hofstaat. er wusste auch von seinem Großvater, dass schon viele Königssöhne versucht hätten, durch die Dornenhecke zu dringen, aber sie wären darin hängen geblieben und eines traurigen Todes gestorben. da sprach der Jüngling: "Ich fürchte mich nicht, ich will hinaus und das schöne Dornröschen sehen." der gute Alte mochte ihm abraten, wie er wollte, er

hörte nicht auf seine Worte.

Nun waren aber gerade hundert Jahre verflossen, und der Tag war gekommen, wo Dornröschen wieder erwachen sollte. Als der Königssohn sich der Dornenhecke näherte, waren es lauter gro0e schöne Blumen, die taten sich von selbst auseinander und ließen ihn unbeschädigt hindurch, und hinter ihm taten sie sich wieder als eine Hecke zusammen. Im Schlosshof sah er die Pferde und

scheckigen Jagdhunde liegen und schlafen, auf dem Dache saßen die Tauben und hatten das Köpfchen unter die Flügel gesteckt. Und als er ins Haus kam, schliefen die Fliegen an der Wand, der Koch in der Küche hielt noch die Hand, als wollte er den Jungen anpacken, und die Magd saß vor dem schwarzen Huhn, das sollte gerupft werden. da ging er weiter und sah im Saale den ganzen Hofstaat liegen und schlafen, und oben bei dem Throne lag der König und die Königin. Da ging er noch weiter, und alles war so still, dass er seinen Atem hören konnte, und endlich kam er zu dem Turm und öffnete die Türe

zu der kleinen Stube, in welcher Dornröschen schlief.

Da lag es und war so schön, dass er die Augen nicht abwenden konnte, und er bückte sich und gab ihm einen Kuss. Wie er es mit dem Kuss berührt hatte, schlug Dornröschen die Augen auf, erwachte und blickte ihn ganz freundlich an. Da gingen sie zusammen herab, und der König erwachte und die Königin und der ganze Hofstaat und sahen einander mit großen Augen an. Und die Pferde im Hof standen auf und rüttelten sich; die Jagdhunde sprangen und wedelten; die Tauben auf dem Dache

zogen das Köpfchen unterm Flügel hervor, sahen umher und flogen ins Feld; die Fliegen an der Wand krochen weiter; das Feuer in der Küche erhob sich, flackerte und kochte das Essen; der Braten fing an zu brutzeln; und der Koch gab dem Jungen eine Ohrfeige, dass er schrie; und die Magd rupfte das

Huhn fertig. Und da wurde die Hochzeit des Königssohns mit dem Dornröschen in aller Pracht gefeiert, und sie lebten vergnügt bis an ihr Ende.

Ein Märchen der Gebrüder Grimm

EndeEndeEndeEnde

Page 41: Belgian fairy tale book, Belgia muinasjuturaamat

8. Verhaal 7 / story 7

Eefje DonkerblauwEefje DonkerblauwEefje DonkerblauwEefje Donkerblauw een verhaal uit België

Eefje is een koningin, die heel veel houdt van donkerblauw. Waarom ze zo van blauw houdt, weet niemand. Het is gewoon zo.

Eefje is ook heel mooi en ze is een echte babbelkous. Ze verzamelt allerlei gekke dingen zoals: een baksteen die de hik heeft, een hoofd in de wolken, een goudvis die opera kan zingen, een stapel boeken zonder einde, … allemaal in het donkerblauw.

Op een dag komt ze koning Goudgeel tegen. Hij zegt alleen maar:“OOOOOOOh” en “AAAAAAAAAAAh.” Zo doet hij dat vier dagen lang.

De vijfde dag verstopt Eefje zich . De koning kijkt en kijkt wel honderd keer in het rond en keert dan terug naar zijn kasteel.

Eefje weet niet goed wat ze moet doen, is ze verliefd, zou ze met hem trouwen? Ja! Liefde is blauw, zoals de zee. Maar toch besluit ze om ook van geel te gaan houden. Ze begint overal geel te schilderen en vindt het ook wel mooi.

Eefje gaat terug naar het strand en ziet daar koning Goudgeel. Hij zegt: “OOOOOOOOOOOh AAAAAAAAAAAh, ik hou van jou!” Het wordt liefde op het tweede gezicht!

Eefje laat haar donkerblauwe schoenen met gele veters zien en de koning toont zijn gouden kroon met donkerblauwe stippen

Ze praatten en praatten wel vijf dagen lang en... trouwden. Ze gingen wonen in het goudgele paleis aan de donkerblauwe zee.