Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

22
BELEIDSPLAN UNIVERSITAIRE STUDENTENRAAD 2012 - 2013

description

Met dit beleidsplan uiten we onze visie op de toekomst van de VU door onze mening te geven over actuele beleidsthema’s. We proberen ons zoveel mogelijk te richten op het beleid dat in ditacademische jaar ingezet of gevoerd wordt. Wij zijn immers verkozen voor een termijn van één jaar en het is belangrijk om in deze korte tijdspanne een waardevolle bijdrage te kunnen leveren. Daarom kiezen wij voor de thema’s die wij nu het belangrijkst en urgent vinden.

Transcript of Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

Page 1: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

BELEIDSPLAN

UNIVERSITAIRESTUDENTENRAAD2012 - 2013

Page 2: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

1

Voorwoord

Geachte lezer,

Het vertrekpunt van het huidige academische jaar is een roerige periode met landelijke

bezuinigingen op onderwijs, een flink toegenomen studentenpopulatie en een reorganisatie op de

VU. Voor ons biedt dit zowel uitdagingen als mogelijkheden. Waar enerzijds de omstandigheden

lastige voorwaarden bieden om de positie van studenten te verbeteren, zijn er anderzijds cruciale

ontwikkelingen gaande die om actieve inbreng van de studentenraad vragen. Dit schetst een

vooruitzicht waarin scherpe en grondige discussies met diverse geledingen binnen de VU zullen

worden gevoerd, maar ook een vooruitzicht waarin wij met diezelfde geledingen zullen

samenwerken om van de VU een betere universiteit te maken.

Met dit beleidsplan uiten we onze visie op de toekomst van de VU door onze mening te geven over

actuele beleidsthema’s. We proberen ons zoveel mogelijk te richten op het beleid dat in dit

academische jaar ingezet of gevoerd wordt. Wij zijn immers verkozen voor een termijn van één jaar

en het is belangrijk om in deze korte tijdspanne een waardevolle bijdrage te kunnen leveren.

Daarom kiezen wij voor de thema’s die wij nu het belangrijkst en urgent vinden.

Wij hopen u hiermee te inspireren en uw bevlogenheid aan te wakkeren. Veel leesplezier.

Met vriendelijke groet,

Universitaire Studentenraad 2012 – 2013

Joeri van Raalte (voorzitter) Harmen van der Steenhoven (vice-voorzitter) Eveline Baas Vincent Benjamin Sybren van Dokkum Roel van Hulten Fiaz Malik Karim Tabaouni Femke Wijman

Page 3: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

2

Inhoudsopgave

Voorwoord ........................................................................................................................................ 1

Onze visie .......................................................................................................................................... 3

Onderscheidend Onderwijs ............................................................................................................... 5

Internationale Interactie .................................................................................................................... 9

Vraaggestuurde Voorzieningen ........................................................................................................ 12

Bewogen en Betrokken.................................................................................................................... 16

Portefeuilleverdeling ....................................................................................................................... 18

Contact ........................................................................................................................................... 19

Referenties ...................................................................................................................................... 20

Page 4: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

3

Onze visie

“De Vrije Universiteit Amsterdam is geen openbare, maar een bijzondere universiteit en heeft

ook een bijzondere geschiedenis.”1

Met de laatste zinsnede kan bijna niemand het oneens zijn; de geschiedenis van de Vrije Universiteit

is inderdaad uniek. Echter, het onderscheidende karakter op het gebied van onderwijs dat jarenlang

hand in hand ging met de bijzondere geschiedenis van de VU, is ondergesneeuwd en daardoor nog

weinig herkenbaar. Wij pleiten daarom voor het opnieuw handen en voeten geven aan het

onderscheidende karakter van de universiteit. De Vrije Universiteit moet verder kijken dan ze nu

doet. De Vrije Universiteit moet weer onderscheidend durven zijn.

Dit betekent allereerst Onderscheidend Onderwijs. Enerzijds moet het afstudeerniveau over de hele

breedte omhoog en anderzijds is profilering in specifieke onderzoeksvelden gewenst. Het eerste kan

worden bereikt door weer leidend te worden in onderwijs met persoonlijke aandacht van de docent,

kleinschalig werkgroeponderwijs en het overlappen van onderzoek en onderwijs. Dit zullen altijd de

uitgangspunten moeten zijn. Hierdoor onttrekt de VU zich van het imago ‘universiteit voor de grijze

massa’ en groeit ze uit tot een broedplaats voor talent en een thuisbasis voor het verleggen van

academische grenzen.

In een wereld met schuivende economische machtsverhoudingen waarin mensen steeds mobieler

worden, is Internationale Interactie onontkoombaar. De VU moet de uitdagingen van de 21ste eeuw

daarom het hoofd bieden door in te zetten op een internationaal karakter van de universiteit.

Verbinding met de nieuwe wereldeconomieën en sterkere samenwerking met internationale

partners zijn hiervoor van het grootste belang. Hiermee zal de VU een prominente positie op de

academische wereldkaart verkrijgen.

Een moderne universiteit kan alleen uitblinken als de faciliteiten meebewegen met de behoeften

van de studenten. Vraaggestuurde Voorzieningen vormen de voedingsbodem waar (internationaal)

talent kan floreren. Dit impliceert dat de VU onderscheid maakt in haar voorzieningenbeleid tussen

verschillende segmenten van studenten. Denk daarbij aan uitersten als de forens versus de

(toekomstige) campusbewoner, de ‘zesjesjager’ versus de ras theoreticus, of de

derdegeneratiestudent versus de niet-westerse uitwisselingsstudent. Verschillende soorten

studenten hebben verschillende behoeften op het gebied van faciliteiten en informatievoorziening.

Studenten zullen zich steeds meer kenmerken als Bewogen en Betrokken. Toch is het noodzakelijk

om de studenten actiever mee te nemen in het streven naar onderscheidende excellentie en het

Page 5: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

4

openlijk tonen van ambitie. Hierdoor wordt de identiteit van de VU tastbaarder en zullen de

studenten zich meer verbonden voelen met de VU. Dit benadrukt des te meer het belang van

participatie van studie- en studentenverenigingen in het creëren van een levendige en inspirerende

campus.

Het onderscheidende karakter van de VU moet dus weer nader tot uitdrukking worden gebracht.

Door een stip op de horizon te zetten, willen wij een optimistisch en uitdagend beeld voor de

toekomst schetsen. Het zijn niet slechts de problemen van vandaag die tellen, maar zeker ook de

kansen van morgen. Met de vier pijlers Onderscheidend Onderwijs, Internationale Interactie,

Vraaggestuurde Voorzieningen en Bewogen en Betrokken proberen wij de universiteit voor de

komende jaren op koers te houden. Door nu te kiezen, durven te vernieuwen en te hervormen, kan

het volgende ook over 25 jaar nog steeds actueel zijn:

“De Vrije Universiteit Amsterdam is geen openbare, maar een bijzondere universiteit en heeft

ook een bijzondere geschiedenis.”

Page 6: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

5

Onderscheidend Onderwijs

Wat speelt er?

Op basis van de voortgang van de instellingsaudit en de uitkomsten van de Nationale Studenten

Enquête kan worden vastgesteld dat de VU op een aantal punten nog een verbeterslag heeft te

maken. De instellingsaudit toont aan dat de onderwijskwaliteitszorg nog niet geheel geregeld is.

Voorts worden er universiteitsbrede richtlijnen ingevoerd die direct ingrijpen op de inhoud van het

onderwijs en zijn er bezuinigingen die effect hebben op de onderwijsondersteuning. De VU bevindt

zich dus in een transitiefase.

Wat moet er gebeuren?

Het is noodzakelijk dat een duurzame onderwijsvisie wordt ontwikkeld. Deze visie vertaalt zich in

een beleid dat consistent en integraal is, maar ook breed gedragen wordt door de faculteiten. Het

streven is een hoger afstudeerniveau over de gehele breedte. Dit beleid zal, samen met een

verregaandere profilering van bestaande VU-thema’s2, er voor zorgen dat de VU weer aan de top

komt qua onderwijs.

Synergie tussen onderwijs en onderzoek

Al sinds de oprichting van de Vrije Universiteit zijn twee hoofdprocessen dominant: onderwijs en

onderzoek. Het is echter jammer dat sinds de enorme toename van studentenaantallen en de

scheiding van bachelor en de master dit bijna twee losse kerntaken lijken. Een meer coherent beleid

tussen deze twee kerntaken is vereist, zodat de studenten beter aangesloten zijn bij de academische

samenleving op de campus.

Een duurzaam tutoraat

Om meer academische focus in het onderwijs aan te brengen, is het verstandig een

universiteitsbreed tutoraat in te voeren. De ideale tutor is een beginnende onderzoeker. Door deze

tutor te koppelen aan een eerstejaarsgroep die begint aan de bachelor, kunnen de onderzoekers

kennismaken met het geven van onderwijs. Tevens kunnen ze hun eigen ervaring over het

onderzoek delen met de studenten. Deze tutoren blijven voor langere tijd verbonden aan de

universiteit, en blijven daardoor langer betrokken bij de eerstejaars studenten.

Praktijkgerichte werkgroepvormen

Niet alle academische opleidingen leiden op tot onderzoeker. Er zijn zelfs veel opleidingen die

opleiden tot een specifiek beroep. Deze opleidingen, gecombineerd met een numerus fixus, kennen

over het algemeen een hoog studierendement. Dit komt omdat studenten een directe koppeling

Page 7: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

6

ervaren met het beroep dat ze later gaan uitvoeren. Niet alleen vanwege voorlichting en

praktijkvoorbeelden, maar vooral ook vanwege het doen van praktijkopdrachten. Een

onderwijsvorm die aan de VU nog niet maximaal benut wordt. Faculteiten moeten gericht gestuurd

worden in het ontplooien van maatschappelijk nuttige initiatieven die studenten de kans geven om

de opgedane kennis in de praktijk toe te passen.

Curriculum advies door de veldadviesraad

De veldadviesraad is een grotere rol gaan spelen in de academische wereld sinds de NVAO haar

criteria heeft bijgesteld3. Dit duidt erop dat het afnemend veld belangrijker wordt en dat er meer zal

moeten samengewerkt met de toekomstige arbeidsmarkt. Een aantal faculteiten kent al een

zogeheten civiel effect, waarin het afnemend veld eisen stelt aan het afstudeerniveau en het soort

vakken dat gevolgd zou moeten worden. Er zijn echter ook nog faculteiten die nog niet zoveel

contact hebben met een veldadviesraad. Het is belangrijk dat alle faculteiten om de vier jaar advies

vragen vanuit hun veldadviesraad op hun curriculum.

Toegankelijk onderwijs

De Vrije Universiteit wil toegankelijk zijn voor HBO-studenten met ambitie en motivatie4. Het is

belangrijk dat deze studenten de mogelijkheid krijgen bij de Vrije Universiteit te studeren. Dit

betekent onderwijs tegen een schappelijk tarief. Door bezuinigingen vanuit de overheid is de vraag

echter of de kwaliteit van premasters nog gewaarborgd kan worden. De schakelprogramma’s zijn al

uitgedund en vakken zijn geschrapt. Dit is zorgelijk aangezien premasterstudenten voldoende

moeten worden voorbereid op het hogere niveau van een master. Het is derhalve van belang dat het

instapniveau hoog genoeg is, er moet dus wel kritisch gekeken worden naar de selectiecriteria.

De docent doceren

Elke student wil de beste docent. Er wordt hard gewerkt om nieuwe docenten zoveel mogelijk op

cursus te sturen, zodat zij hun enthousiasme over het vakgebied het beste kunnen overbrengen. Dit

beleid leidt tot het praktische probleem dat er ervaren docenten zijn die over de vaardigheden

beschikken, maar nog geen diploma hebben. Voor deze docenten moet er een universiteitsbreed

competentie beoordelingsprogramma worden opgezet dat het huidige niveau van de docent

kwalificeert en omzet in een diploma. Dit is een van de best practices genoemd in het facultaire

auditrapport onderwijskwaliteitszorg.5 Alle medewerkers met een onderwijsaanstelling, hoe klein

ook, moeten de mogelijkheid krijgen om een Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) opleiding te volgen.

Juist medewerkers met een kleine onderwijsaanstelling moeten in een kortere tijd en met minder

onderwijservaring een grotere en meer specialistische hoeveelheid kennis overbrengen.

Page 8: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

7

Meenemen van onderwijs in de jaargesprekken

Personeelsbeleid met betrekking tot docenten is van invloed op het onderwijs. Bijvoorbeeld door

eisen die op het gebied van onderwijsvaardigheden gesteld worden bij een bevordering. Nog altijd

komt het onderwijs in het jaargesprek van een medewerker niet primair aan de orde; er wordt

alleen over gepraat op het moment dat het slecht gaat. Goede vakevaluaties worden nog te weinig

teruggekoppeld aan de docent en gewaardeerd door een leidinggevende. Dit punt moet worden

meegenomen in het onderwijskwaliteitszorgplan.

Terugkoppelen Onderwijsevaluaties

De resultaten van vakevaluaties worden niet in alle gevallen teruggekoppeld naar de studenten. Dit

moet veranderen om een open dialoog over onderwijs mogelijk te maken. Het openbaar maken van

onderwijsevaluaties komt de respons ten goede en geeft aan dat de mening van de student over de

kwaliteit van het onderwijs serieus genomen wordt. Uiteraard moet docenten wel de ruimte

geboden worden hier via hetzelfde medium op te reageren, zodat ook zij aan de studenten kunnen

laten zien op welke manier het invullen van een onderwijsevaluatie heeft bijgedragen aan het

verbeteren van het onderwijs.

Onderwijskwaliteitszorg

Het College van Bestuur moet duidelijk maken op welke punten de onderwijskwaliteitszorg

structureel zal worden aangepakt. De best practices uit het rapport ‘Onderwijskwaliteit: onze zorg’

zullen in ieder geval zo snel en breed mogelijk moeten worden gerealiseerd. Hiermee kunnen

faculteiten meer kennis en ervaring uitwisselen. Door een interfacultaire onderwijsdialoog kunnen

faculteitsbestuurders werken aan het ontwikkelen van een interfacultair gedragen strategie en visie.

Voor het eind van het jaar moet er in ieder geval een cyclisch en breed gedragen

onderwijskwaliteitzorgplan voor de lange termijn liggen.

Format OER

Opleidingen zijn zeer divers en kunnen daarom niet altijd in een uniform beleid zonder

uitzonderingen gevangen worden. Faculteiten zelf zijn vaak het beste in staat zijn om hun behoeftes

en focusgebieden op het gebied van de Onderwijs Examen Regeling (OER) in te schatten.

Onderwijsinhoudelijke aspecten in de OER zouden dan ook op facultair niveau ingevuld moeten

worden, zonder hierin beperkt te worden door bindende regelingen op centraal niveau.

Alumnibeleid

Alumni vormen een waardevolle aanvulling in het onderwijs die niet altijd even goed ingezet wordt.

Dit komt mede door het weer teruggaan naar decentraal bijhouden van alumni. Inmiddels zijn alle

Page 9: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

8

faculteiten wel bezig met alumni, maar wisselen ze geen informatie uit hoe alumni het best

benaderd en ingezet kunnen worden. Het is sterk aan te bevelen dit jaar een centraal beleid met een

decentrale aanpak te formuleren, met duidelijke voorbeelden hoe het alumnibeleid kan bijdragen

aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit.

Page 10: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

9

Internationale Interactie

Wat speelt er?

In een zich ontwikkelende wereld met een globaliserende kennismaatschappij en mobiliteit van

arbeid, kapitaal en kennis is het de vraag welke ambities de VU nastreeft.

In het Instellingsplan staat dat de VU zich wil profileren als een internationale universiteit met een

vitale ‘community of learners’. Dit vertaalt zich in de volgende doelstelling:

• De VU wil een forse stap maken om haar onderwijs te internationaliseren en actiever te worden in internationale onderzoek consortia.6

Dit moet bereikt worden door;

• VU‐studenten (zowel Nederlandse als internationale studenten die aan de VU studeren) een

academische houding te laten verkrijgen door hen op te leiden in een internationale,

interculturele omgeving.7

• De onderwijskwaliteit te verhogen door participatie van internationale docenten, onderzoekers en studenten.8

Echter zijn er, ondanks de hierboven genoemde voornemens, nog genoeg kansen die aangewend

moeten worden om de concurrentiepositie van de VU in de academische wereld te verbeteren en

haar doelstellingen op het gebied van internationalisering te bereiken.

Wat moet er gebeuren?

Tweetalige campus

De internationale studenten worden het niet gemakkelijk gemaakt hun weg te vinden op de campus

van de VU. Veel informatie wordt nog enkel in het Nederlands gecommuniceerd. Voorbeelden

hiervan zijn de Wegwijzer in de centrale hal, de informatieborden en de posters. Hiermee worden

onnodige hordes opgeworpen voor de integratie van de internationale student op de VU. Zoals in

het Handboek Onderwijskwaliteit gesteld wordt, moet de VU bij aanvang van het volgende

collegejaar aan de volgende punten voldoen9:

• De VU communiceert tweetalig (Ned./Eng.).

• Informatievoorziening over diensten en services van de VU is tweetalig.

• Nieuwsberichten over de VU op de facultaire en VU-site zijn tweetalig.

• Bewegwijzering is tweetalig.

Page 11: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

10

De VU heeft als doel heeft gesteld om in 2015 geheel tweetalig te zijn.10 Dit is echter sneller te

realiseren door gebruik van eigen potentieel. De VU-student kan een rol spelen in het

vertalingproces van bovengenoemde informatievoorzieningen. Vooral ouderejaars Engels studenten

en studenten van de lerarenopleiding Engels zouden hieraan een constructieve bijdrage kunnen

leveren.

Academic English in het curriculum van de bachelor

De toegangseisen van de master worden niet meer opgesteld op basis van de eindtermen van de

bachelor, maar de master wordt een zelfstandige opleiding met haar eigen eindtermen o.a.

afgestemd op basis van de huidige internationale arbeidsmarkt.11 De Stuurgroep Taalbeleid verwijst

naar het Instellingsplan waarin staat dat de bacheloropleiding studenten voorbereidt op een zich

internationaliserende masterfase en op een arbeidsmarkt die internationale en multiculturele

competenties vraagt.12 De VU heeft dus de doelstelling om de bachelor te internationaliseren.13

In concreto betekent dit dat voor aanvang van de (Engelstalige) master van de student wordt

gevraagd een gecertificeerde taaltoets Engels af te leggen (IELTS of TOEFL).14 Hier moet al vroeg in

de bachelor op worden ingespeeld. De doelstelling van een hoger studierendement is moeilijker te

halen als de aangetoonde belemmering (onvoldoende beheersing van het academisch Engels) niet

wordt weggenomen. Het is dus van wezenlijk belang dat in de bachelor de nadruk wordt gelegd op

het verwerven van competenties aangaande het Academisch Engels. De student wordt op deze

manier toegerust om aan het eind van zijn/haar bacheloropleiding aan de ingangseisen (IELTS of

TOEFL) van de master te voldoen.

Docenten die vloeiend Engels spreken

Om het Engelstalig onderwijs te verbeteren, is in 2008 voor september 2011 een deadline gesteld

dat alle docenten aan de C1-kwalificatie Engels moeten voldoen.15 Tot op heden is dit echter nog

niet het geval.16 Het kan niet zo zijn dat de docent in de collegezaal aan het hakkelen is of hulp nodig

heeft bij het zoeken naar de juiste woorden. Alle docenten die in het Engels doceren dienen dus te

beschikken over een C1-kwalificatie, dit in overeenstemming met de normen van het Handboek

Onderwijskwaliteit en de resultaten van de Voorlopige Eindevaluatie Project Taalbeleid.17 18

Communicatie van internationaal karakter

Het is evident dat de VU naar haar toekomstige studenten moet communiceren dat de VU zich

profileert als een universiteit die veel energie steekt in het opleiden van academici die klaar zijn voor

de internationale markt. De VU zal hierin haar onderscheidend karakter duidelijk moeten uitdragen.

Daartoe moet er een centrale website komen waar alle aspecten van internationalisering bij elkaar

Page 12: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

11

komen en waar zowel uitgaande studenten als inkomende studenten terecht kunnen voor al hun

vragen. De toekomstige studenten moeten weten dat er veel van hen verwacht wordt, maar dat de

diegenen die gemotiveerd zijn en zich inzetten, ook de vruchten zullen plukken van een sterk

academisch programma binnen een internationale leeromgeving.

Page 13: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

12

Vraaggestuurde Voorzieningen

Wat speelt er?

De komende jaren zal de VU-campus grootse veranderingen ondergaan met achtereenvolgens de

voltooiing van het [0|2]-gebouw in 2015 en de bouw van het Nieuwe Universiteitsgebouw VU, beter

bekend als NU.VU. De ontwikkelingen zijn cruciaal, de huidige campus is gebouwd op 15.000

studenten, terwijl de VU is gegroeid naar 25.000 studenten.19 Echter, de komst van nieuwbouw

betekent niet dat de campus tot die tijd in haar ontwikkeling stil kan staan.

Voorts scoort de VU al jaren laag op het gebied van informatievoorziening vergeleken met andere

Nederlandse universiteiten.20 De communicatie naar studenten toe is onoverzichtelijk. Er zijn diverse

digitale kanalen zoals de algemene VU-site, VUnet en Blackboard waarlangs informatie verstrekt

wordt. Gevolg is een overload aan informatie, waardoor er nagenoeg geen onderscheid tussen

relevante en irrelevante informatie te maken is. Daarnaast concurreert de informatiestroom over

universiteitsbrede aangelegenheden met de informatiestroom die vanaf faculteiten naar studenten

verzonden wordt.

Voor studentgerichte ondersteuning zal het aantal studieadviseurs meer dan gehalveerd worden en

dienen studenten de vragen of problemen waarmee zij zitten grotendeels zelf op te lossen door

online naar antwoorden te zoeken.21 Daarnaast wordt het aantal studentpsychologen verminderd

van 2,35 naar 1,0 fte op een studentenpopulatie van 25.000.22 In tijden van toenemende studiedruk

door onder meer het bindend studieadvies en de langstudeerboete is dit een zorgelijke

ontwikkeling.

Wat moet er gebeuren?

Flexibel gebruik van studieruimtes

De VU staat bekend als een universiteit met een combinatie van studenten die in de omgeving van

de campus wonen, zoals Uilenstede, en studenten die elke dag lang reizen om colleges volgen of

tentamens te maken. De ligging van de universiteit aan de Zuidas en bijkomstig Station Zuid, dat

goed bereikbaar is vanuit het hele land, speelt hierbij een belangrijke rol. Studenten die van ver

komen, zullen tussen colleges door niet naar huis gaan om daar te werken of te studeren. Voor die

studenten is een rustige plek om te studeren op de campus noodzakelijk. Echter zijn er niet genoeg

studieruimtes om aan deze vraag te voldoen.

Page 14: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

13

De oplossing van bovenstaand probleem ligt in het multifunctioneel gebruiken van verschillende

onderwijsruimten. Werkgroeplokalen die niet gebruikt worden zijn goede plekken die als

stilteruimte kunnen dienen. De ontwikkeling van het systeem IVO+, dat aangeeft wanneer

onderwijsruimten niet in gebruik zijn voor onderwijs en dus gebruikt kunnen worden als stilteruimte,

verdient dan ook prioriteit. 67% van de studenten zou meer gebruik maken van leegstaande

onderwijsruimte als een systeem inzage gaf in beschikbaarheid van deze ruimtes.23 Door dit systeem

verder te ontwikkelen, creëert de universiteit – zonder nieuwbouw of andere grote investeringen –

nieuwe studieplekken en maakt het voor studenten inzichtelijk welke onderwijsruimten ze op welke

momenten kunnen gebruiken als studieruimte. Verder zou hetzelfde systeem gebruikt kunnen

worden om het aantal vrije computers in de computerzalen weer te geven.

Laptopgebruik op de campus

Onderzoek in november 201124 toonde aan dat de meeste laptopbezitters op de VU-campus vinden

dat de eigen laptop beter functioneert dan de pc’s van de universiteit. Het is dus hoogst opmerkelijk

te noemen dat in hetzelfde onderzoek naar voren komt dat maar 25% van alle laptopbezitters de

laptop (bijna) elke dag meeneemt naar de campus en dat 54% de laptop (bijna) altijd thuis laat. De

redenen voor het niet meenemen zijn, naast onhandig om er mee rond te lopen, o.a.: geen toegang

tot printers (22%), geen toegang tot Wi-Fi (15%) en onvoldoende voorzieningen voor

laptopgebruikers (11%). Voorzieningen die volgens de studenten verbeterd moeten worden zijn

onder andere:

• stabielere Wi-Fi verbinding (37%);

• stopcontacten (36%);

• sneller draadloos internet (23%);

• bureaus speciaal ingericht voor laptopgebruik (21%).

Door de digitalisering van het onderwijs is de computer een essentieel onderdeel van de studie.

Allereerst zal de capaciteit van het draadloos netwerk omhoog moeten, omdat de verbinding vaak

niet stabiel genoeg is. Door middel van een Black Spot Analysis kan gekeken worden waar de

capaciteit niet voldoende is, vervolgens kan men op die punten extra Access Points aanbrengen. Ten

tweede zal in de werkgroepzalen, collegezalen en op de studentwerkplekken het aantal

stopcontacten moeten toenemen om het laptopgebruik optimaal te faciliteren. Ten slotte zal het

studenten mogelijk moeten worden gemaakt om met de eigen laptop gebruik te maken van het

draadloze printsysteem.

Page 15: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

14

Digitale hoorcolleges voor alle studenten

Digitale videocolleges dienen niet ter vervanging van persoonlijke interactie tussen student en

docent. Ze dienen juist ter aanvulling om de student te stimuleren om efficiënter en effectiever te

studeren. Het is daarom goed om het aanbod van videocolleges te vergroten. Technische

mogelijkheden om colleges op te nemen zonder de directe aanwezigheid van ondersteunend

personeel dienen te worden onderzocht. Hierbij kan gedacht worden aan audioapparatuur (t.o.v.

videoapparatuur) die gesynchroniseerd is met de diavoorstelling, zodat op een goedkopere wijze

hetzelfde doel bereikt kan worden. Ook zouden permanent geïnstalleerde camera’s of webcams in

verschillende collegezalen een groot verschil kunnen betekenen voor het in toom houden van de

kosten.

Catering

De campus van de Vrije Universiteit heeft één cateraar, die door Europese aanbesteding zijn

contract aan de VU heeft weten te bemachtigen. Het toelaten van meerdere cateraars op de campus

is niet haalbaar, aangezien het zal leiden tot een concurrentieslag, waardoor de cateraars niet meer

in staat zijn om de huur te betalen. Echter, de kwaliteit van het aanbod mag niet lijden onder de

monopolie die de aanbieder heeft. De komst van detailhandel en nieuwe horeca naar de campus is

dan ook een goede ontwikkeling.

VUnet als centraal communicatieplatform

Om de stroom aan informatie voor studenten overzichtelijk te maken, dient de

informatievoorziening op één centraal platform plaats te vinden. VUnet is hiervoor een aangewezen

mogelijkheid. Als studentenportal zou VUnet het vertrekpunt van iedere student met vragen moeten

zijn. Dit betekent dat via VUnet vragen over onder meer studiebegeleiding, keuzevakken en

uitwisseling beantwoord kunnen worden. Anderzijds zou het via VUnet mogelijk moeten zijn om

gemakkelijk storingen door te geven en bijvoorbeeld om te stemmen voor de

studentenraadsverkiezingen.

Doordat studenten hier met een persoonlijk ID inloggen, is het mogelijk selectieve informatie aan te

bieden. Zo wordt de communicatie vanuit de VU naar studenten toe overzichtelijk en persoonlijk.

Door op het nieuwe centrale digitale platform een filter toe te passen, kunnen studenten zelf

selecteren wat voor hen relevante informatie is. Dit filter kan worden ingevoerd op studiejaar,

faculteit of op interesses.

Page 16: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

15

Studiebegeleiding toegankelijk voor iedere student

Studieadviseurs zijn voor studenten het eerste aanspreekpunt indien er problemen tijdens de studie

ontstaan. Studenten horen op een universiteit als de VU optimaal gefaciliteerd en ondersteund te

worden zodat de studie optimaal wordt doorlopen. De invoering van het click‐call‐face systeem25 is

in dit licht een zorgelijke ontwikkeling, aangezien de invulling van een dergelijk systeem nog

onbekend is. Daardoor zijn de resultaten zeer ongewis. Zonder dat er zekerheid is over de invulling

en het succes van het click‐call‐face systeem, zouden er dus geen studieadviseurs mogen verdwijnen

op de VU.

Page 17: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

16

Bewogen en Betrokken

Wat speelt er?

De drie kernwaarden van de Vrije Universiteit zijn Verantwoordelijk, Open en Persoonlijk.26 Dit moet

onder meer als volgt tot uiting komen27;

De VU is een inspirerende ontmoetingsplaats waar met onderling respect wordt gewerkt aan

verbinding tussen disciplines, culturen, religies, maatschappelijke opvattingen en vragen uit de

samenleving.

Elk lid van de universitaire gemeenschap is uniek en waardevol en komt binnen de

universiteit tot volle ontplooiing.

Een belangrijke voorwaarde om dit te bereiken, is betrokkenheid van studenten bij de universiteit.

Verschillende factoren duiden erop dat de betrokkenheid van de VU-studenten minder is dan

gewenst. Met een opkomst van nog geen 11 procent bereikte de verkiezingen voor de Universitaire

Studentenraad van 2012 een dieptepunt. De respons op de NSE van 2012 was 29,2% lager dan in

2011 (respons 2011: 37%)28 en toont weinig betrokkenheid bij de meeste studenten.

De studentenverenigingen en de medezeggenschapsorganen hebben elk jaar meer moeite met het

werven van sollicitanten. Dit jaar hadden vier van de elf faculteiten (Rechtsgeleerdheid,

Wijsbegeerte, Godgeleerdheid, Exacte Wetenschappen) geen verkiezingen wegens te weinig of

precies genoeg kandidaten. Door de invoering van de langstudeerboete wordt er bovendien een

groter beroep gedaan op het FOS-potje waaruit de bestuursvergoeding gefinancierd wordt.

Wat moet er gebeuren?

Met het doorvoeren van de plannen in de drie voorafgaande pijlers, verwachten wij aan belangrijke

voorwaarden voor een bewogen en betrokken studentenpopulatie te voldoen. Naast deze pijlers

verdienen studie-, studentenverenigingen en het medezeggenschapsorgaan speciale aandacht met

betrekking tot bewogen en betrokken studenten.

Studie- en studentenverenigingen dragen bij aan een levendige campus

Studie- en studentenverenigingen spelen een interessante rol in het verhogen van de kwaliteit van

het onderwijs en het in stand houden van een levendige campus. Op de eerste plaats verkleinen

deze verenigingen de afstand tussen studenten en de universiteit of faculteit, terwijl zij ook

studenten helpen om met elkaar in contact te komen en input te leveren richting het onderwijs.

Page 18: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

17

Verder zijn zij een belangrijke ontmoetingsplaats tussen bedrijfsleven en studenten. Tot slot kunnen

studieverenigingen met hun studiegerelateerde activiteiten helpen om de theoretische studie deels

in praktijk te brengen.

Om de afnemende participatie in studie- en studentenverenigingen en studentenraden een abrupte

halt toe te roepen, is het belangrijk dat er maatregelen worden genomen die het aantrekkelijk

maken voor studenten om een bestuursfunctie te bekleden. Hierbij is het uitermate van belang dat

de financiële ondersteuning die bestuurders ontvangen, niet verder zal worden beperkt.

Constructieve samenwerking medezeggenschapsorganen op alle niveaus

Studentenraden en opleidingscommissies (OLC’s) vormen de brug tussen de studenten en de

organisatie van de VU. De stap naar de medezeggenschap moet verkleind worden via het ‘bottum-

up’ principe. Het is dus belangrijk dat zowel studentenraden als OLC’s zichtbaar en toegankelijk zijn

voor de studenten. Zo wordt voorkomen dat sommige zorgen of sprankelende initiatieven verstopt

blijven in de gedachten van de studenten. Bijkomend gevolg is dat studenten sneller geneigd zullen

zijn om te stemmen voor de studentenraadsverkiezingen, omdat duidelijker is hoe er voor hun

belangen wordt opgekomen en hoe zij daar zelf actief aan kunnen bijdragen.

De OLC’s zijn het dichtstbijzijnde medezeggenschapsorgaan voor studenten, aangezien deze

betrekking hebben op de eigen opleiding. Indien er structurele problemen spelen, fungeren de OLC’s

als doorgeefluik voor de meer gecentraliseerde medezeggenschap in de vorm van de FSR en USR. De

FSR’en zouden het contact met de OLC’s van de verschillende opleidingen binnen de eigen faculteit

moeten vergroten en de individuele tips en initiatieven van de OLC serieus moeten nemen. De

facultaire studentenraad kan dan een duidelijk onderscheid maken tussen faculteitsgerichte

problemen en universiteitsbrede problematiek. Middels intensief contact tussen de FSR’en met de

USR kan een snellere verbinding tussen de alledaagse student en de centrale medezeggenschap

(USR) worden bereikt. Concreet vertaalt zich dit in het streven tot het organiseren van meer

(in)formele bijeenkomsten tussen FSR’en, opleidingcommissies en de USR.

Page 19: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

18

Portefeuilleverdeling

Joeri van Raalte

Voorzitter

- Programmacommissie Bedrijfsvoering - Programmacommissie Graduatie - Commissie Onderwijs & Onderzoek

Harmen van der Steenhoven

Vice-voorzitter

- Coördinator FSR’enoverleg - IT

Eveline Baas

Algemeen raadslid

- Commissie onderwijs & Onderzoek - Communicatie - IT - Public Relations - Bibliotheek

Vincent Benjamin

Algemeen raadslid

- Programmacommissie Undergraduate - Programmacommissie Internationalisering - Commissie Onderwijs & Onderzoek - Honours Programma & Excellentie - Amsterdam University College

Sybren van Dokkum

Algemeen raadslid

- Coördinator Commissie Onderwijs & Onderzoek - Juridische Zaken - BSA Stuurgroep - Instellingsaudit

Roel van Hulten

Algemeen raadslid

- Facilitaire Zaken - Huisvesting - Catering - Sport en Cultuur - Public Relations

Fiaz Malik

Algemeen raadslid

- Financieel Economische Zaken - Contact Studieverenigingen - SCHIB - Reglement FOS - Facultaire Commissie - Penningmeester - Fractievoorzitter VUSO

Karim Tabaouni

Algemeen raadslid

- Coördinator Public Relations - Diversiteit - Duurzaamheid

Femke Wijman

Algemeen raadslid

- Programmacommissie Internationalisering - Commissie Onderwijs & Onderzoek - Duurzaamheid - Interne Zaken - Fractievoorzitter SRVU

Page 20: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

19

Contact

Website Facebook Twitter

www.studentenraad.vu.nl facebook.com/StudentenraadVU twitter.com/StudentenraadVU

Bezoek- en postadres Telefoon E-mail

Kamer 0D-12, Hoofdgebouw 020 59 85074 [email protected] De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam

Ambtelijk secretaris

drs. A.M. (Alma) van Donk

Page 21: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013

20

Referenties

1 http://www.hdc.vu.nl/nl/erfgoedvu/geschiedenis/index.as 2 Instellingsplan 2011-2015, p. 15. 3 Beoordelingskaders accreditatiestelsel hoger onderwijs, 22 november 2011. 4 Instellingsplan 2011-2015, p. 36. 5 Onderwijskwaliteit: onze zorg. Rapportage auditcommissie facultaire onderwijskwaliteitszorg, juli 2012. 6 Instellingsplan 2011-2015, p. 14. 7 Handboek Onderwijskwaliteit, Hoofdstuk Internationalisering, p. 3. 8 Handboek Onderwijskwaliteit, Hoofdstuk Internationalisering, p. 3. 9 Handboek Onderwijskwaliteit, Hoofdstuk Internationalisering, p. 8. 10 Instellingsplan 2011-2015, p. 18, 43 & 54. 11 Instellingsplan 2011-2015, p. 36. 12 Voorlopige Eindevaluatie Project Taalbeleid, p. 6. 13 Instellingsplan 2011-2015, p. 30 & 31. 14 Handboek Onderwijskwaliteit, Hoofdstuk Internationalisering, p. 11. 15 Voorlopige Eindevaluatie Project Taalbeleid, p. 11. 16 Voorlopige Eindevaluatie Project Taalbeleid, p. 11. 17 Handboek Onderwijskwaliteit, Hoofdstuk Internationalisering, p. 9. 18 Voorlopige Eindevaluatie Project Taalbeleid, p. 10. 19 VU jaarverslag 2011, p. 41. 20 VU-brede Rapportage Nationale Studenten Enquête 2012, p. 18. 21 Nieuwe Bedrijfsvoering Vrije Universiteit, bijlage 8. 22 Nieuwe Bedrijfsvoering Vrije Universiteit, bijlage 8. 23 Studentenenquête ICT-voorzieningen, Martijn Kobus in opdracht van FEWEB, november 2011. 24 Studentenenquête ICT-voorzieningen, Martijn Kobus in opdracht van FEWEB, november 2011. 25 Nieuwe Bedrijfsvoering Vrije Universiteit, p. 11. 26 Instellingsplan 2011-2015, p. 9. 27 Instellingsplan 2011-2015, p. 9. 28 VU-brede Rapportage Nationale Studenten Enquête 2012, p. 1.

Page 22: Beleidsplan Universitaire Studentenraad 2012 - 2013