Beleidsorganen van Fedustria 4 Promotie 7 Conjunctuur ... · 5 Samenstelling van het Bureau (op...

2 0 0 92 0 1 0

J a a r v e r s l a g2 0 0 92 0 1 0

Hof-ter-Vleestdreef, 5/1

1070 Brussel

Tel.: +32 2 528 58 11

Fax: +32 2 528 58 09

www.fedustria.be

Inhoudstafel

Voorzitter

Laat ons ondernemen 2

Beleidsorganen van Fedustria 4

Promotie 7

Conjunctuur

De Belgische textielindustrie in 2009 10

De Belgische houten meubelindustrie in 2009 13

Europa 16

Economie 19

Sociaal 23

Milieu en techniek 27

Productgroepen

Inleiding 30

Interieurtextiel 32

Technisch textiel 34

Kledingtextiel 36

Veredeling 38

Spinnerij en voorbereiding 39

Meubel 40

Houten plaatmateriaal 44

Houten constructie-elementen 45

Houten verpakkingen 46

Andere producten van hout 47

Diensten en contactpersonen Fedustria

2 0 0 92 0 1 02 0 0 92 0 1 0

J a a r v e r s l a g

Voorzitter

Laat ons ondernemen!

gische innovatie zoals design en modellen, uitstel van betaling van onroerende voorheffi ng, verlenging van de overbruggings-premies tot 18 maanden…

Dankzij deze resem van anti-crisismaatregelen, en dankzij de snelle en alerte ingrepen van onze bedrijfsleiders, hebben de meeste van onze industriële bedrijven deze zware economische storm toch doorstaan, zij het niet altijd zonder kleerscheuren. Als bedrijfsleiders beschikken wij over het inzicht, de koelbloedigheid en de besluitvaardigheid om gepast te reageren.

Ook in 2010 zullen we alle hens aan dek moeten blijven roepen. Het is daarbij absoluut noodzakelijk dat we alle krachten bun-delen. Want de crisis is nog niet voorbij en wellicht zou het reeds

Jaarverslag Fedustria 2009 - 2010

2

2009 zal voor altijd in ons geheugen gegrift blijven als het jaar waarin we de onaangename ervaring hebben opgedaan dat de hemel ons op het dak viel. De fi nanciële en economische crisis bracht, voor vele industriële bedrijven, de activiteit in het begin van dat jaar haast tot stilstand. Niemand die dit ooit had ver-wacht, niemand die dit ooit had meegemaakt. En niemand die kan zeggen dat het onze fout was. Want bij onze bedrijven was er niets veranderd in het bedrijfsbeleid. Het was daarentegen de context waarin onze bedrijven moesten opereren die plots volle-dig veranderd was.

Vertrouwen was het sleutelwoord of, beter, het gebrek eraan. Sinds het faillissement van Lehman Brothers in de VS, half sep-tember 2008, is niets meer wat het ooit geweest is. Plots was alle vertrouwen uit het fi nanciële systeem verdwenen. Het gevolg was dat het hele economische raderwerk stokte. Maar, zelfs al treft ons geen schuld, toch is het onvermijdelijk dat wij, bedrijfsleiders, voor de oplossingen moeten zorgen. Iedereen moet in zijn bedrijf zijn “huiswerk” hermaken en zorgen voor gepaste maatregelen die de onderneming zonder al te grote kleerscheuren door deze Grote Recessie kunnen loodsen.

Maar het is natuurlijk ook zaak dat de bedrijfsomgeving ons hier-bij zoveel mogelijk helpt. Als individuele bedrijven hebben wij wei-nig of geen invloed op die bedrijfsomgeving. Maar, als wij onze krachten bundelen en ons samen met onze beroepsorganisatie, andere ondernemersorganisaties en met de syndicale partners inzetten voor betere omgevingsfactoren, dan kunnen we wel iets bereiken. In deze uitzonderlijke crisis moet ook de overheid haar verantwoordelijkheid nemen. Fedustria liet niet na deze bood-schap te herhalen.

We hebben in 2009 dan ook een hele reeks anti-crisismaatrege-len verkregen die – sommige al meer dan andere – enig soelaas hebben geboden. Enkele voorbeelden: tijdelijke werkloosheid voor bedienden, soepelere regelingen voor tijdelijke werk-loosheid voor arbeiders, bijkomende lastenverlagingen voor nacht- en ploegenarbeid, uitbreiding van de interprofessionele loonkostcorrectie tot 1 %, goedkopere overuren, invoering van de Belgacap als overheidscomplement voor de falende privé-kredietverzekeraars, hogere steun voor exportbevordering via FIT, invoering van de kmo-portefeuille, steun voor niet-technolo-

© Balta


3

mooi zijn mochten wij het jaar 2010 beter kunnen afsluiten dan we het begonnen. We mogen daarbij toch de hoop koesteren dat het in de loop van dit jaar eff ectief beter wordt. In elk geval zijn onze bedrijven klaar voor de heropleving. De inspanningen inza-ke innovatie, zowel procesvernieuwing als productontwikkeling, werden niet stilgelegd maar in vele gevallen zelfs opgedreven. Ook de interne bedrijfsorganisatie, de logistiek, de marktprospec-tie… werden verder geoptimaliseerd en geïntensifi eerd.

Maar men moet ons ook de ruimte geven om te ondernemen. Daarom hebben wij ons ook met volle overtuiging aangesloten bij de oproep van VBO-voorzitter Thomas Leysen, daarin ge-steund door alle werkgevers- en ondernemersorganisaties in dit land. Laat ons ondernemen! Geef ons concurrentiekracht! Zorg

© Decruy

voor diepgaande structurele hervormingen. Stimuleer innovatie en het vergroenen van de economie.

“Opgeven” staat niet in ons woordenboek. Wij blijven vechten voor een industriële toekomst. Want, het moge voor elkeen nu duidelijk zijn, er is geen welvaart zonder industrie.

Michèle Sioen, voorzitster

Philippe Corthouts, vicevoorzitter

Beleidsorganen

Inleiding

Alle belangrijke standpunten en beslissingen van de federatie worden genomen door de Raad van Bestuur van Fedustria vzw. De Raad van Bestuur is zeer ruim samengesteld om een zo breed mogelijk beslissingsdraagvlak te hebben. Beide grote sectoren duiden elk twintig vertegenwoordigers aan: twintig bedrijfslei-ders van de textielsector en twintig bedrijfsleiders van de houten meubelsector. Om het bestuur van de federatie soepel te houden, is deze Raad van Bestuur ook opsplitsbaar, hetzij sectoraal in resp. een deelraad textiel en een deelraad hout en meubel, het-zij regionaal waarbij alle Vlaamse leden apart kunnen beslissen over Vlaamse aangelegenheden en alle Waalse leden apart kun-nen beslissen over Waalse aangelegenheden. Deze gewestelijke deelraden zijn dus m.a.w. Fedustria Vlaanderen en Fedustria Wal-lonië.

Daarnaast zijn er ook nog twee belangrijke adviescolleges: een adviescollege voor sociale zaken en een adviescollege voor eco-nomische zaken. Zij geven advies aan de Raad van Bestuur, die de fi nale beslissingen neemt. Voor productspecifi eke zaken kunnen ook de (product-)groepen worden samengeroepen (bv. houten plaatmateriaal, interieurtextiel, houten constructie-elementen, textielveredeling…). Zij kunnen ook beslissingen nemen, maar louter en alleen voor productspecifi eke zaken. Binnen Fedustria bestaan er een 20-tal grote en kleine productgroepen.


4Fedustria is een vereniging zonder winstoogmerk (vzw) en heeft dus de klassieke beslissingsorganen: Algemene Vergadering, Raad van Bestuur, Bureau (dagelijks bestuur). Zij wordt geleid door een voorzitter en een vicevoorzitter.

De Algemene Vergadering bestaat uit alle bedrijven die lid zijn van Fedustria vzw. Alle ondernemingen die actief zijn in de pro-ductie van textiel of van houten producten of meubelen in ons land, kunnen eff ectief lid worden van Fedustria vzw en hebben elk één stem in de Algemene Vergadering. Fedustria vzw is op 1 januari 2007 van start gegaan als fusiefederatie van de voorma-lige Febeltex vzw en Febelhout vzw.

De termijn voor het voorzitterschap is drie jaar en de voorzitter zal beurtelings een vertegenwoordiger van de textielsector en een vertegenwoordiger van de houten meubelsector zijn. Sinds 29 april 2010 neemt de heer Philippe Corthouts het voorzitterschap van Fedustria waar en dit voor een periode van drie jaar. Hij wordt bijgestaan door de heer Jean-François Gribomont (vicevoorzitter). Vanaf die dag is mevrouw Michèle Sioen uittredend voorzitster.

Het dagelijks bestuur is in handen van een Bureau dat bestaat uit tien industriële leden, met name vijf bedrijfsleiders uit de tex-tielsector en vijf bedrijfsleiders uit de houten meubelsector. De directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal en de secreta-ris-generaal wonen de vergaderingen van het Bureau bij zonder stemrecht. Het Bureau neemt het dagelijks bestuur waar en zorgt ervoor dat de genomen beslissingen worden uitgevoerd.

© Domo(r) Oudenaarde

5

Samenstelling van het Bureau (op 29/04/2010)

Namens de houten meubelindustrie

• Philippe Corthouts, voorzitter Recor

• Peter De Meyer LS Bedding

• Jan Ide Spano

• Vincent Jonckheere Jonckheere.Wood

• Raymond Meers Mecam

Namens de textielindustrie

• Michèle Sioen, uittredend voorzitster Sioen Industries

• Jean-François Gribomont, vicevoorzitter Utexbel

• Rudy De Lathauwer Denderland-Martin

• Dominique Godin Traitex

• Pierre Hanet Microfi bres Europe

Maken ook deel uit van het Bureau zonder stemrecht

• Fa Quix, directeur-generaal Fedustria

• Guy Van Steertegem, adjunct-directeur-generaal Fedustria

• André Cochaux, secretaris-generaal Fedustria


© Jori


6

Samenstelling van de Raad van Bestuur (op 29/04/2009)

• Associated Weavers Europe Erik Deporte

• Balta Industries Jules Noten *

• Beaulieu International Group Dirk Dees

• Bekaert Textiles Paul De Meulemeester *

• Bonar Technical Fabrics Orwig Speltdoorn

• Concordia Textiles Manu Tuytens

• Coverfi l Michel Verhelst

• De Witte Lietaer Antoon Vandeginste *

• Denderland-Martin Rudy De Lathauwer

• DesleeClama Jos Deslee

• Desso Pierre Van Trimpont *

• Escolys Textiles Jean-Paul Depraetere

• Groep Masureel Veredeling Francis Verstraete

• IVC Herman Paridaens

• Iwan Simonis Marc Simonis

• Lano Pierre Lano

• Libeco-Lagae Raymond Libeert

• Maes Mattress Ticking Jef Maes

• Microfi bres Europe Pierre Hanet

• Osta Carpets Johan Dejager *

• Santens Jean-Baptiste Santens

• Seyntex Arthy Seynaeve *

• Sioen Industries Michèle Sioen

• Traitex Dominique Godin

• Utexbel Jean-François Gribomont

• Vanmarcke Textielveredeling Koen Buyse

• Verstraete & Verbauwede Stefaan Verstraete *

• Vetex Patrick Rogolle *

• Vlerick Group Past-voorzitter Febeltex Philippe Vlerick *

• Past-voorzitter Febeltex Filiep Libeert *

* plaatsvervangende leden

• Bevepal Jos Dewael *

• Boone Jan Van Hecke

• Brabo Parket Etienne Roels

• Brunet Emile Brunet *

• Coblo Erik Vandenbosch

• De Coene Products Pascal Vanderhaeghen *

• De Zetel Geert Behaegel *

• Decof Dirk Decoopman *

• Deknudt Frames Bruno Deknudt

• Demaco Bart Decuypere *

• Dewolf Edwin Dewolf

• Durcolo Frédéric De Vel

• Dux International Paul De Poot

• Engels Christophe Engels *

• Eurolijsten Jean Pierre Cours *

• Habo Jozef Luyckx *

• Jonckheere.Wood Vincent Jonckheere

• Keuleers Dirk Keuleers *

• Labonorm Carl Van Marcke

• Lefevere Industries Luc Billiet *

• Linopan Stephan Van Damme

• LS Bedding Peter De Meyer *

• Mecam Raymond Meers

• Neo-Style Etienne Vanderpoorten

• Neyt Past-voorzitter Febelhout Gustaaf Neyt

• Norbord Irvin Coussens *

• Pasec Ferdinand Verveckken

• Perfecta Anthony Vanderschelden

• Recor Philippe Corthouts

• Recticel Bedding Jean-Pierre De Kesel

• Sicame Jean-Pierre De Dobbeleer *

• Sofabed Marnix Magdelijns *

• SpanoGroup Jan Ide

• SpanoGroup Wim Seynaeve *

• Theuns Theo Theuns

• Unic Design Theo Peers *

• Unilin Bernard Thiers

• Van Houdt Bart Vansichen *

* plaatsvervangende leden

Vertegenwoordigers van de textielindustrie

Vertegenwoordigers van de houten meubelindustrie

Beleidsorganen

7

Promotie

© Deltracon

Hout Vasthouden: een succes!

Om de leerkrachten en leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar basisonderwijs wegwijs te maken in de houten meubelsector, werd in 2009 het educatief pakket “Hout Vasthouden” gelanceerd bij de scholen. Dit bestond onder meer uit een lespakket met in-formatie voor de leerkrachten, doebladen voor de leerlingen, een klasposter, een educatieve fi lm, een nieuwe website www.hout-vasthouden.be en een scholenwedstrijd. Het project kende een groot succes. In juni 2009 werden over gans Vlaanderen 3.500 infopakketten verstuurd, gevolgd door 2.000 in Wallonië (septem-ber 2009). Uiteindelijk werden meer dan 12.000 doebladen voor de leerlingen besteld, meer dan 700 lespakketten voor de leraars, meer dan 1.000 klasposters en om en bij de 600 DVD’s (educatieve fi lm). In het kader van de scholenstrijd-wedstrijd werden 16 pro-jecten ingediend en bijna 13.000 stemmen uitgebracht (cijfers op datum van 19 januari 2010)! In februari 2010 volgde de jure-ring van de scholenwedstrijd. De uiteindelijke prijsuitreiking zal plaatsvinden tegen het einde van het schooljaar.

TEXstream.be

De centrale doelstelling van TEXstream.be om meer leerlingen en studenten aan te moedigen textielonderwijs te volgen, blijft onveranderd. Al moeten we toegeven: het jaar 2009 was een heel moeilijk jaar om deze boodschap over te brengen. Bij de start van het school- en academiejaar 2009-2010 is pijnlijk gebleken dat textielopleidingen weinig succes kennen. Via www.TEXstream.be wordt blijvend geprobeerd de kansen en troeven van de textielin-dustrie beter kenbaar te maken bij jongeren en het brede publiek. Op 21 april 2009 hebben textielstudenten en -docenten van de Hogeschool Gent een actie ondernomen in het station Gent-Sint-Pieters om de aandacht van de treinreizigers te vestigen op de fascinerende en hoogtechnologische wereld van textiel. Die-zelfde dag was er een geslaagd textielevent voor leerlingen van het eerste jaar secundair onderwijs in Kinepolis Kortrijk.

TEXstream.be verleent ook dit schooljaar medewerking aan de actie “I love IT” en komt daarbij in beeld met de wedstrijd Smart Textiles. Leerlingen van het secundair onderwijs krijgen als uit-daging: steek technologie in je kledij en ontwerp een intelligent kledingstuk of gadget!


© Xact Photography - Mobitec

In samenwerking met een grafi sch bureau is gewerkt aan een mo-derne en frisse brochure over textiel. Bedoeling van deze bro-chure is om potentieel geïnteresseerde jongeren warm te maken voor textiel. Begin 2010 was de brochure klaar en werd begonnen met deze gericht te verspreiden onder potentieel geïnteresseerde jongeren. Intussen werden ook twee nieuwsbrieven verspreid in textielbedrijven om de acties van TEXstream.be kenbaar te ma-ken bij de textielwerknemers zelf.


8

© Ethnicraft

Wie wordt textielexpert?

De Vlaamse overheid heeft de realisatie van een textielgame mogelijk gemaakt. Er werden twee spelformules uitgewerkt: een educatief game voor in de klas waarbij de klemtoon ligt op spe-lenderwijze leren en een casual game voor in de thuisomgeving, waarbij de klemtoon ligt op ontspanning. Met dit eigentijds game is het de bedoeling om het onderwerp “textiel” vlotter ingang te doen vinden in de klaslokalen en bij de jongeren thuis.

Timmer aan minder klimaatverandering: gebruik hout!

Fedustria publiceerde, in samenwerking met de Europese fede-raties van de houtindustrie, een groenboek over alle milieu-voordelen van de grondstof hout. In deze publicatie wordt aangetoond dat een groeiend gebruik van houten producten bijdraagt tot het afremmen van de klimaatverandering. De pu-blicatie wordt actief ingezet als lobbyen promotiemiddel (onder andere tijdens de Klimaattop in Kopenhagen in december 2009) voor meer hout (onder andere in de bouw). Het is verkrijgbaar op eenvoudige aanvraag via [email protected].

Med@tex: voor promotie van herbruikbaar medisch tex-tiel in het O.K.

Med@tex heeft als doel om herbruikbaar textiel voor het opera-tiekwartier te promoten. Om te weten te komen hoe de gebruiker t.o.v. herbruikbaar textiel staat, werd de opdracht gegeven aan studenten van de Lessius hogeschool, o.l.v. professor Nauwe-laerts, om een studie uit te voeren.

Op basis van het resultaat van deze studie werd besloten om een witboek te ontwerpen. Dit witboek moet de sterke punten van medisch textiel in de verf zetten naar de (potentiële) klanten en moet dienen als ondersteuning van lobbying-activiteiten van de federaties.Med@tex is en blijft een uniek samenwerkingsproject tussen be-drijven in de hele ketting in de medische textielsector, gaande van weefselfabrikanten over kledingfabrikanten tot linnenverhuur-ders en leveranciers van detergenten.

Belgian Linen

Voortgaande op het elan van 2008 blijven de 6 Belgische linnen-wevers de talrijke troeven van hun exclusief product (duurzaam-

heid, ecologie, klasse, luxe, authenticiteit, eerlijkheid...) zowel binnen de wereld van de decoratie, het huishoudlinnen, de pas-sementerie, de zetelstoff en, de kleding als het technisch textiel in de verf zetten: “Belgian Linen” is loyaal partner van “Masters of Linen” en in die geest kwam er een alom geprezen imagostand van Masters of Linen op MoOD 2009 in Brussel. Toch blijven de Belgische linnenwevers tegelijk ook hun eigen “Belgian Linen” logo voeren, omdat de Belgische origine all over the world erkend wordt als synoniem van perfecte kwaliteit en prima service.

Carpetteam©

Carpetteam©, een bundeling van de promotionele krachten van 6 belangrijke Belgische tapijtconcerns, bleef ook in het econo-misch moeilijk jaar 2009 inzetten op de organisatie van profes-sionele verkoopstrainingen voor de verkopers uit de Belgische tapijtdistributie. Immers, zij zijn het die de eindconsument in contact brengen met de vele voordelen van kamerbreed tapijt en

Promotie

9

© Omexco


tapijttegels: tapijt is anti-stresserend, tapijt is veilig en zacht, tapijt is natuurvriendelijk, tapijt is onderhoudsvriendelijk, tapijt isoleert het lawaai en helpt om de verwarmingskosten te reduceren; tapijt is supergezond zelfs voor allergiepatiënten, tapijt biedt oneindige creatieve mogelijkheden…

Cocoon Brussel: “Made in Belgium: label voor kwaliteit en duurzaamheid”

Onder de slogan “With love from Belgium” werden er aan de be-zoeker van de consumentenbeurs Cocoon in Brussel 10 redenen aangereikt om Belgische meubels te kopen:

• Je koopt een meubel dat perfect bij jou (en je interieur) past.• Je interieur wordt er alleen maar knapper door.• Je bent mee met de laatste trends.• Je creëert jobs in België.• Je zorgt voor het milieu.• Je bent zeker van de kwaliteit.

• Je betaalt een correcte prijs.• Je mag rekenen op een onberispelijke service .• Je vindt de meubels in een winkel dicht bij jou.• Je hebt een uitgebreide keuze.

Deze stuk voor stuk doorslaggevende argumenten, die evenzeer opgaan voor Belgische textielproducten, kregen een grote weer-klank in de nationale lifestyle pers.

De Slaapraad: voor een gezonde nachtrust

De Slaapraad – opgericht in 1996 naar analogie met de Sleep Council (VK) – verenigt fabrikanten en winkels uit de slaapcom-fortsector. De Slaapraad wil een gezamenlijke boodschap van de “bedding sector” naar de Belgische consument brengen en benadrukt voortdurend dat een slaapsysteem niet onbeperkt houdbaar is. Een goede nachtrust is de kern van een gezond leven en voldoende slaapcomfort is de basis voor een goede nachtrust. De boodschap “Vervang uw matras en bedbodem zeker om de 10 jaar” werd de voorbije jaren via diverse media naar de consument gebracht. Zo verbetert de mens zijn slaapkwaliteit en gezondheid. Marktonderzoek toont aan dat deze boodschap de consument bereikt en dat een groot deel van hen de vervangingsboodschap heeft begrepen. De link tussen een nieuw bedsysteem en een be-tere gezondheid moet nog sterker benadrukt worden. Vandaag weet circa 63 % van de Belgen dat matras en bedbodem na 10 jaar aan vervanging toe zijn.

Uitgebreide artikels/interviews met Johan Oyen, voorzitter van De Slaapraad, verschenen in katernen van respectievelijk Le Soir en De Standaard.

In 2009 alsook in 2010 kiest De Slaapraad resoluut voor radio om de consument aan te zetten om zeker na 10 jaar zijn matras en bedbodem te vervangen. De radiospots laten een oude matras aan het woord; “deze persoon” is echt moe en wil rust en vraagt om vervangen te worden… In de voice-off hoort de luisteraar dat je één uur per nachtrust wint als je na 10 jaar je matras en bed-bodem vervangt. “Investeren in slaapcomfort is uiterst belangrijk voor jezelf en je eigen welzijn en gezondheid. Dit rendeert op lan-ge termijn, want je brengt ten slotte één derde van je leven door in bed.“ Meer info op www.deslaapraad.be.

Productievolume kromp tot historisch laag niveau

De in 2008 ingezette daling van het textielproductievolume (-11,3 % t.o.v. 2007), zette zich in 2009 verscherpt verder. Tij-dens het eerste semester van 2009 werd, met een daling van -23,4 % t.o.v. dezelfde periode van 2008, een absoluut dieptepunt bereikt. In het derde kwartaal ging het productievolume minder snel achteruit, maar lag toch nog ca. 14 % lager dan een jaar eer-der. In het vierde kwartaal vertraagde het dalingspercentage tot ca. 4 %.

Uit de conjunctuuronderzoekingen van de Nationale Bank blijkt dat het vertrouwen van de textielondernemers, dat in 2008 sterk terugviel, zich in 2009 enigszins herstelde. Het vertrouwen blijft evenwel broos en onder het niveau van vóór de crisis. Het pes-simisme in de textielindustrie is ook groter dan gemiddeld in de totale verwerkende industrie.

Conjunctuur

De Belgische textielindustrie in 2009

Dalende vraag en afbouw voorraden

De sterke terugval van het productievolume was zowel een ge-volg van de gedaalde vraag als van de afbouw van de textielvoor-raden. De drastische voorraadafbouw was o.m. noodzakelijk om de liquiditeitspositie te verbeteren ten gevolge van de strengere eisen van de banken bij de kredietverlening.

De terugval van de vraag leidde in 2009 tot een quasi stabilisatie (+0,3 %) van de afzetprijzen bij een scherpe daling van de omzet met 23,9 % t.o.v. 2008. Zowel de binnenlandse textielomzet als de omzet in het buitenland ging fors achteruit. Aangezien ook de productiekosten gemiddeld lager waren als gevolg van de lagere energie- en grondstofprijzen in het begin van het jaar 2009, viel de toegevoegde waarde over dezelfde periode maar half zoveel terug als de omzet.

10


© Helioscreen

Synthetische conjunctuurcurve in de textielnijverheid(excl. confectienijverheid)

Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks

Seizoengezuiverde brutoreeks Bron: NBB

20102005 2006 2007 2008 2009

20

10

0

-10

-20

-30

-40

-50

-60

Textieluitvoer kreeg klappen door de wereldwijde econo-mische crisis

Zowat 78 % van de Belgische textielproductie wordt uitgevoerd. In twee van de drie toepassingssegmenten kende de uitvoer een forse terugval tijdens de eerste negen maanden van 2009. Inte-rieurtextiel (21 % van de totale textieluitvoer) verkocht 20 % min-der in het buitenland en de uitvoer van kledingweefsels (aandeel van 5 %) daalde met ca. 30 %. De uitvoer van technisch textiel (aandeel van 31 %) werd met een daling van 3,8 % minder zwaar getroff en.

Op de EU-markt, die goed is voor ca. 88 % van de totale Belgische textieluitvoer (zonder confectiekleding), daalden onze leveringen met 10,2 % in waarde. In geen enkele EU-lidstaat konden de Belgi-sche textielleveringen tijdens de eerste negen maanden van 2009 worden opgedreven. Frankrijk is de belangrijkste exportmarkt 11

voor Belgisch textiel. De Belgische textielleveringen gingen er met 9,2 % achteruit. De textieluitvoer naar Duitsland, onze tweede be-langrijkste exportmarkt, daalde met 3 %. Het Verenigd Koninkrijk, de derde belangrijkste exportmarkt vooral voor interieurtextiel zoals tapijt, nam 15,2 % minder Belgisch textiel af.

Ook de export naar de meeste regio’s buiten de EU kende een forse achteruitgang. Opmerkelijk is dat de leveringen op de Noord-Amerikaanse markt stabiel bleven, dankzij de stijging van onze textieluitvoer naar de USA met 3,3 %. Het Nabije- en Mid-den-Oosten was tijdens de eerste negen maanden van 2009 de enige echte groeiregio met een toename van de Belgische textiel-leveringen met 10,2 %. Belangrijkste klanten zijn er Saoedi-Arabië (+18,1 %), de Verenigde Arabische Emiraten (+1,5 %) en Israël (+0,4 %).

Door zwakke economische activiteit daalde ook textielin-voer fors

De textielinvoer (zonder confectiekleding) in België ging tijdens de eerste negen maanden van 2009 met 9,3 % in waarde achter-uit. Niet alleen de invoer van vezels, garens en weefsels daalde, maar ook de invoer van interieurtextiel nam af. De invoer van technisch textiel bleef op het niveau van de eerste negen maan-den van 2008.

Niettegenstaande de Chinese textielinvoer (zonder confectiekle-ding) op de Belgische markt met 5,8 % daalde, blijft China met een aandeel van 13,8 % de op één na belangrijkste leverancier van textiel op onze markt. Duitsland behoudt met een aandeel van 13,9 % slechts een nipte voorsprong.

Lage bezettingsgraad zet niet aan tot investeren

De bezettingsgraad van het productievermogen in de textielin-dustrie zakte van gemiddeld 73,7 % in 2008 naar slechts 64,3 % in 2009. In januari 2009 bevond de bezettingsgraad zich op een nooit gezien niveau van slechts 58,7 %. Daarna steeg de bezet-tingsgraad geleidelijk om in januari 2010 opnieuw 68,4 % te be-reiken. Bij zulke lage bezettingsgraad van het machinepark mag het dan ook niet verwonderen dat de investeringen in 2009 met 40,4 % daalden tot een historisch dieptepunt.


80,0

70,0

60,0

50,0

40,0

30,0

20,0

10,0

0,0

64,3

2009

73,7

2008

78,4

2007

78,0

2006

74,3

2005

76,6

2004

77,0

2003

79,3

2002Bron: NBB

Bezettingsgraad van de productiecapaciteitin de textielindustrie (in %)

12Hevigheid crisis leidt tot groot werkgelegenheidsverlies en hoge tijdelijke werkloosheid

In 2008 gingen naar schatting 2.500 jobs verloren in de textielin-dustrie en nog eens 1.500 banen tijdens het eerste semester van 2009. Daardoor kwam de totale tewerkstelling uit op ca. 27.000 directe jobs eind juni 2009. Dit is een daling met ruim 5 % t.o.v. 2008.

De tijdelijke werkloosheid lag eind 2008 – begin 2009 ongeveer de helft hoger dan één jaar voordien. Tijdens het tweede en derde kwartaal van 2009 daalde de tijdelijke werkloosheid. Een deel van de tijdelijke werkloosheid werd evenwel omgezet in volledige werkloosheid. Maar een ander deel ging terug aan de slag omdat in de loop van het tweede semester van 2009 de activiteit geleide-lijk aan hernam, zij het nog aarzelend.

Brengt 2010 het einde van de economische crisis?

Afgaande op de verbeterde conjunctuur in onze textielindustrie vanaf de zomer 2009 zou men kunnen verwachten dat 2010 uit-eindelijk een manifest beter economisch jaar zou worden. Ook de belangrijke internationale vakbeurzen in januari 2010 wezen op een verder herstel van het vertrouwen en van de economische activiteit.

Evenwel, het blijft toch koffi edik kijken voor de nabije toekomst. Immers, februari 2010 bracht geen verdere bevestiging van de verbetering van de economische activiteit, met bovendien ook nog een vermindering van het consumenten- en producentenver-trouwen als gevolg van een aantal economische tegenvallers. Het lijkt erop dat het herstel zich in een soort van zaagtandpatroon zal verderzetten, dus weinig robuust maar eerder aarzelend. De bedrijven blijven bijgevolg geconfronteerd met een geringe visibi-liteit op de economische ontwikkeling in 2010.

Uiteraard zijn de textielbedrijven niet bij de pakken blijven zitten. Ze hebben goed begrepen dat innovatie, zowel creatieve als tech-nologische, de enige uitweg is naar toekomstig succes.

En zoals iedereen weet, speelt ook de muntpariteit een belang-rijke rol: daar waar de dure euro in 2009 onze bedrijven nog een concurrentiehandicap bezorgde, bleek begin 2010 de minder sterke euro onze concurrentiepositie eerder te verbeteren. De voorwaarde is wel dat dit niet wordt gecompenseerd door een hogere infl atie met alle gevolgen van dien.

Jaarverslag Fedustria 2009 - 2010 Conjunctuur textiel

© Santens

13

© Royal Botania

De Belgische houten meubel-industrie in 2009


Sector ontsnapt niet aan gevolgen fi nancieel-economi-sche crisis

De omzet van de houten meubelindustrie daalde in 2009 met 14,6 %. De achteruitgang was het grootst in het eerste semester met een omzetdaling van 19,4 % t.o.v. dezelfde periode van 2008. In het tweede semester nam het dalingspercentage af tot -9,1 %. Er wordt hier evenwel vergeleken met een reeds zwakke activiteit in het tweede semester van 2008. De omzet op de Belgische markt daalde minder sterk (-11,9 %) dan de omzet op de buitenlandse markt (-19,4 %). Aangezien de afzetprijzen in de houten meubel-industrie met gemiddeld 4,1 % daalden, kan de terugval van het productievolume op 10,4 % worden geraamd.

Volgens de conjunctuuronderzoekingen van de Nationale Bank is het ondernemersvertrouwen in de Belgische houten meubelin-dustrie sinds midden 2009 duidelijk verbeterd. Het aantal bedrijfs-leiders dat pessimistisch is over de te verwachten economische activiteit ligt evenwel nog ruim boven het aantal optimistische. Ook blijft het ondernemersvertrouwen nog ver onder het topni-veau van midden 2007.

Evolutie van de omzet per productgroep

In miljoen euro 2008 2009 09/08

Stoelen en zitmeubelen 834,0 686,8 -17,6 %

Kantoor- en winkelmeubelen 613,6 457,7 -25,4 %

Keukenmeubelen 326,1 324,1 -0,6 %

Eetkamer-, zitkamer-, slaapkamer-, tuin- en terrasmeubelen 937,6 868,9 -7,3 %

Matrassen en bodems 259,6 241,1 -7,1 %

Subtotaal meubelindustrie (*) 2.970,9 2.578,6 -13,2 %

Plaatmaterialen 1.280,7 1.032,4 -19,4 %

Bouwelementen 1.053,4 933,3 -11,4 %

Verpakkingen 348,1 257,3 -26,1 %

Overige houtverwerking 242,5 230,8 -4,8 %

Subtotaal houtindustrie 2.924,7 2.453,8 -16,1 %

Totaal houten meubelindustrie 5.895,5 5.032,3 -14,6 %

(*) inclusief meubelen van metaal en kunststof – Bron: NIS

Jaarverslag Fedustria 2009 - 2010 Conjunctuur houten meubel

14

Investeringen, bezettingsgraad van de productiecapaci-teit en tewerkstelling

In 2008 stegen de investeringen van de houten meubelindustrie nog met 18,5 %. Gezien de moeilijke economische conjunctuur is het niet verwonderlijk dat de investeringen in 2009 terugge-schroefd werden met 20,1 % tot een bedrag van 206,1 miljoen euro. Sinds het tweede kwartaal van 2008 is de bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de houten meubelindustrie ge-daald tot onder de drempel van 80 %. In 2009 nam de bezettings-graad kwartaal na kwartaal af, om in het vierde kwartaal nog slechts 74,6 % te bereiken. Gemiddeld over het jaar 2009 bedroeg de bezettingsgraad 76,1 % t.o.v. 79,1 % in 2008.In 2008 stelde de Belgische houten meubelindustrie 22.930 personen tewerk in 1.588 ondernemingen. Deze tewerkstelling daalde in 2009 met 3,8 %.

Verbetering consumentenvertrouwen noodzakelijk voor herstel

Het consumentenvertrouwen is een belangrijke graadmeter voor de koopintenties van de consumenten en dus ook van de poten-tiële vraag naar meubelen en andere duurzame interieurproduc-ten. Het indexcijfer van het consumentenvertrouwen in België vertoonde sinds het najaar van 2007 een licht dalende tendens. Het uitbreken van de fi nanciële crisis heeft gezorgd voor een ver-scherpte daling van het consumentenvertrouwen vanaf oktober 2008. Deze indicator bereikte een dieptepunt in februari 2009 (-27) en is sindsdien bezig aan een duidelijke herstelbeweging. In november 2009 bedroeg het consumentenvertrouwen -10; dit is ongeveer hetzelfde niveau als vóór het uitbreken van de fi nan-ciële crisis. In december 2009 verslechterde het consumenten-vertrouwen echter opnieuw tot -15. In januari en februari 2010 bleef het consumentenvertrouwen op dit peil. Hiermee ligt het consumentenvertrouwen in België momenteel op het Europees gemiddelde. In Nederland is het consumentenvertrouwen in maart 2009 uitgebodemd op -28, maar recupereerde intussen tot -2 in februari 2010. In Frankrijk en Duitsland verloopt het herstel langzamer. De indicator van het consumentenvertrouwen kwam in februari 2010 in beide landen op -17 uit. De enige Europese landen met een duidelijk positief consumentenvertrouwen zijn de Scandinavische landen, met name Zweden (+22), Finland (+17) en Denemarken (+11).

De omzet van de meubelhandel in België kende in 2009 een vrij grillig verloop. Na een uitstekend jaarbegin met positieve cijfers in januari en februari wisselden zwakke en goede maanden elkaar af. Over het hele jaar 2009 bleef de verkoop in de meubelhandel nagenoeg stabiel (+0,3 %, bron: BTW). Zowat de helft van de Bel-gische meubelproductie wordt in eigen land verkocht.

Wereldwijde economische crisis doet uitvoer fors dalen

Tijdens de eerste negen maanden van 2009 voerde België voor 2,3 miljard euro aan houtproducten en meubelen uit (inclusief door-voer). Dit is een daling met 19,1 % t.o.v. de eerste negen maan-den van 2008. De uitvoer naar de EU-27, met een aandeel van ca. 93 % de belangrijkste exportzone, daalde met 17,9 %. Frankrijk (36,5 % van de totale export) blijft de belangrijkste exportmarkt. Onze uitvoer van houtproducten en meubelen daalde er evenwel met 14,5 %. De leveringen op de Nederlandse markt, onze tweede belangrijkste exportmarkt met een aandeel van 28,8 %, kenden een achteruitgang met 17,5 %. De uitvoer naar Duitsland, onze derde belangrijkste klant (aandeel van 10,5 %), daalde met 7 %.

Bron: NBB

Bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de houten meubelindustrie (in %)

73,0

74,0

75,0

76,0

77,0

78,0

79,0

80,0

81,0

82,0

83,0

2002

80,0

2003

78,7

2004

81,1

2005

81,0

2006

82,7

2007

82,8

2008

79,1

2009

76,1


15© Ecolam

Als gevolg van de verzwakking van het pond boette het Verenigd Koninkrijk, vierde belangrijkste exportmarkt, fors aan belang in met een daling van 37,2 %. Ook in Zuid-Europa en Oost-Europa is de economische crisis zeer duidelijk voelbaar in onze export-prestaties. Buiten de EU-27 zijn Rusland en de Verenigde Staten de belangrijkste exportmarkten. De uitvoer naar Rusland kende na twee jaren van forse groei een daling met 44,8 % tijdens de eerste negen maanden van 2009. Door de sterke euro ging de houten meubeluitvoer naar de Verenigde Staten opnieuw ach-teruit (-40,1 %).

China blijft tweede belangrijkste leverancier

De invoer van houtproducten en meubelen daalde tijdens de eer-ste negen maanden van 2009 met 15,7 %. De sectorale handels-balans blijft evenwel negatief. De export/import ratio bedroeg vorig jaar 83,7 %. De invoer uit de EU-27 (importaandeel van 70,6 %) daalde met -15,5 % en de Oost-Europese invoer (aandeel van 0,5 %) ging met -11,3 % achteruit. Uit de andere regio’s in de wereld werd 16,2 % minder ingevoerd. Ook de invoer van houten

meubelproducten uit China, die de voorbije jaren sterk in de lift zat, is tijdens de eerste negen maanden van 2009 gedaald met 10,7 %. China blijft evenwel met een importaandeel van 17,4 % de tweede belangrijkste buitenlandse leverancier van meubelen en houtproducten op de Belgische markt, na Duitsland (aandeel van 18,8 %; evolutie -13,3 %).

Hoop op consumptiegedreven relance om activiteit op te krikken

In 2010 zou de economische groei in België ondersteund worden door de binnenlandse vraag, met name de particuliere consump-tie en de investeringen van ondernemingen en overheid. Het huidige niveau van het consumentenvertrouwen is hoopgevend, maar leidt nog niet direct tot een toename van de particuliere consumptie omwille van het toegenomen spaargedrag van de gezinnen. De spaarquote zou in 2010 geleidelijk aan dalen waar-door de particuliere consumptie licht zou kunnen toenemen.

20

10

0

-10

-20

-30

-40

-50

-60

Synthetische conjunctuurcurve in de houten meubelindustrie

Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks

Seizoengezuiverde brutoreeks Bron: NBB

20102005 2006 2007 2008 2009

Meer vrijhandel: Doha Round trappelt ter plaatse

De wereldwijde onderhandelingsronde over de vrijmaking van het internationale handelsverkeer, de Doha Round, zit nog steeds in het slop. De technische besprekingen lopen weliswaar door, doch er wordt geen enkele politieke stap vooruit gerealiseerd. Vooral de USA blijven zich op de vlakte houden. Het interne dossier ge-zondheidszorg geniet duidelijk een veel hogere prioriteit. Wellicht wordt de onderhandelingsronde niet afgesloten vóór 2011.

Op het vlak van de Doha Round vraagt Fedustria een minimale wederkerigheid in hoofde van de opkomende economieën en meer bepaald dat:• India al zijn niet-geconsolideerde invoerrechten bindt;• Brazilië en India hun toegepaste invoerrechten voor minstens

50 % van hun tariefl ijnen laten dalen; daarenboven mogen hun tarieven (all-in) maximaal 15 % bedragen;

• de fl exibiliteiten die India, China en Brazilië toelaten een aan-tal producten tarifair af te schermen, over een periode van 5 jaar moeten worden uitgefaseerd;

• exportrestricties en -heffi ngen onder welke vorm ook expli-ciet verboden worden.

Bilaterale vrijhandelsgesprekken: bijsturing gewenst

Fedustria volgt de bilaterale handelsbesprekingen tussen de EU en een aantal derde landen op de voet.

Op 15 oktober 2009 werd een vrijhandelsakkoord afgesloten met Zuid-Korea. Voor de eff ectieve inwerkingtreding is het nog even wachten op de voltooiing van de ratifi catieprocedures, wellicht midden 2010. Op dat ogenblik zullen voor zowat alle textielpro-ducten (met uitzondering van een aantal gekamde wolgarens en -weefsels) de wederzijdse invoerrechten met onmiddellijke ingang tot nul herleid worden. Hetzelfde geldt voor meubelen, terwijl voor hout en houtproducten de ontmanteling van de invoerrechten in Zuid-Korea in de regel nog een aantal jaren in beslag zal nemen. Fedustria betreurt tevens dat de voorziene af-wijkingen op de oorsprongsregels in eerste instantie China zullen ten goede komen.

Inzake het toekomstige vrijhandelsakkoord met India stuurt Fedustria in eerste instantie aan op een symmetrische tariefaf-

Europa

bouw op basis van de toegepaste rechten. De uitzonderingen op deze regel moeten zich beperken tot een langere duur in de tarief-afbouwperiode. M.a.w. alle goederen moeten in de deal opge-nomen zijn, dit in tegenstelling tot het momenteel voorliggende Indiase tariefoff er waarbij tal van textielproducten van tariefl ibe-ralisering richting Indiase markt worden uitgesloten. Andere pri-oriteiten zijn de toegang tot de Indiase markt voor overheidsaan-bestedingen, de daadwerkelijke openstelling van de retailmarkt en een verbod op exporttaksen.

Ook met Canada werden in 2009 vrijhandelsgesprekken op-gestart. Hoewel de Canadese invoerheffi ngen op industriële goederen globaal laag uitvallen, zijn zij voor bepaalde sectoren zoals textiel vrij hoog: nog steeds 14 % voor interieurtextiel, met tariefpieken tot 18 % voor breigoed. Ook hier zijn de openbare aanbestedingen een pijnpunt. Naast de toegang tot de Canadese afzetmarkt staat voor Fedustria de toegang tot Canadese grond-stoff en, in casu hout, centraal. Op die manier kan mee tegemoet gekomen worden aan de sterk stijgende vraag naar o.a. hout-brandstof vanuit de energiesector.

16


© Parket Brabo

Moderne oorsprongsregels cruciaal voor de concurrentie-kracht van onze textielindustrie

De Belgische en Europese textielindustrie zijn vragende partij voor modernere oorsprongsregels, die haar moeten toelaten om meer toegevoegde waarde te halen uit de Paneuromed-zone. Het uitgangspunt daarbij is en blijft de noodzaak van de dub-bele industriële bewerking, doch met inachtname van een aantal fundamentele bewerkingen zoals verven, die momenteel buiten beschouwing worden gelaten. Recent werd dit punt onder druk van Fedustria en Euratex hoog op de handelspolitieke agenda ge-plaatst. De discussies ter zake met de mediterrane landen starten in april 2010.

Samenwerking met de douane werpt vruchten af

Zoals bekend heeft Fedustria een paar jaar geleden een samen-werkingsverband opgezet met de Belgische douane teneinde paal en perk te stellen aan de onderfacturatie bij de import van textielproducten uit China. De laatste maanden is deze samen-werking verder geïntensifi eerd met als resultaat dat de BTW en invoerrechten in de regel op een veel realistischere heffi ngsbasis worden berekend dan voorheen.

17

Ontmoetingen met onze Europarlementsleden meer dan ooit aan de orde

Regelmatig ontmoet Fedustria een aantal Belgische Europar-lementsleden, zoals in april met CEI-Bois in Straatsburg. Opzet: onderstrepen van de noodzaak van mechanische valorisatie van hout en de CO2-troeven van hout in het klimaatdebat. In deze context kadert tevens de reactie van Fedustria op het “biomassa-actieplan” van de EU, zodat het gebruik van hout als grondstof niet onmogelijk wordt gemaakt door de subsidiëring ervan als “groene brandstof”. De “koolstofopslag”-capaciteit van hout en houten producten kwam ook ruim aan bod in de voorbereidende vergaderingen naar de Klimaattop COP15 in Kopenhagen.Begin oktober vond dan in het Europees Parlement de jaarlijkse ontmoeting plaats tussen het VBO en de Belgische Europarle-mentsleden. Fedustria neemt traditioneel aan deze ontmoeting deel. Met het nieuwe Lissabon-verdrag dat het Europees Parle-ment meer medezeggenschap toekent, zijn deze Europese con-tacten meer dan ooit aan de orde.

Vrijstelling van aankoop emissierechten voor onze sectoren

Fedustria is er samen met de betrokken Europese federaties in geslaagd om alle betrokken (sub)sectoren uit de textiel- en hout-industrie te laten beschouwen als “blootgesteld aan een signifi -cant CO2-weglekrisico”. Dit betekent dat alle energie-intensieve sectoren van onze industrie vanaf 2013 ten belope van de nog uit te werken “benchmark” vrijgesteld worden van de aankoop van emissierechten. Daarmee is in elk geval een belangrijke potentiële kostprijsverhogende factor afgewend.

Lacey Act: houtuitvoer naar USA

Door de wijziging van de Lacey Act in 2008 kan de Amerikaanse justitie optreden tegen handel in producten vervaardigd uit il-legaal hout (of andere materialen van plantaardige oorsprong). Bedrijven die houten producten uitvoeren naar de USA moeten zich dan ook vergewissen van de legale oorsprong van het hout. Tevens moeten bepaalde houten producten bij de invoer in de USA speciaal worden aangegeven. Zo worden in de loop van 2009 en 2010 diverse houten producten in fasen onderhevig aan dergelijke aangifteverplichting. Voorzichtigheid is de boodschap. Positief is dan weer dat de meeste halfafgewerkte en afgewerkte


© Libeco Home

18

Jaarverslag Fedustria 2009 - 2010 Europa

producten uit de doelstellingen van de Act zijn geschrapt.

Andere specifi eke houtdossiers

2009 was een druk Europees jaar. Getuige hiervan volgende spe-cifi eke acties:• de opvolging van de herziening van de IPPC-richtlijn (Integra-

ted Pollution Prevention and Control) waar nu ook de (gro-tere) installaties voor houten plaatmateriaal en de grotere houtverduurzamingsbedrijven onder vallen;

• de verdediging van de sector “plaatmateriaal” tegen een onre-delijke antidumpingklacht over de import van spaanplaten in India, waarbij het dossier op onze vraag zonder gevolg werd geklasseerd;

• de oprichting naar textielmodel van een “Forest Technology Platform” teneinde O&O-middelen naar de houten meubel-sector te leiden;

• de geslaagde lobbying tegen Russische exporttaksen op hout als grondstof, die niet verder werden opgetrokken;

• de discussies over eco-labels, met enig resultaat voor matras-sen, doch een dovemansgesprek voor meubelen.

Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering: steun aan getroff en textielarbeiders

De sociale partners van de textielsector hebben samen met de Vlaamse overheid een dossier opgemaakt voor een tussenkomst vanuit het Europees Globalisatiefonds. Dit Fonds is opgericht om steun te bieden aan werknemers in regio’s en sectoren die lijden onder de gevolgen van de geglobaliseerde economie. De aan-vraag werd door de Europese Commissie en het Europees Parle-ment goedgekeurd. Daardoor worden Europese middelen vrijge-maakt voor acties die ontslagen textielwerknemers helpen bij het vinden van een nieuwe tewerkstelling. Zo is voorzien in fi nanciële incentives voor ontslagen textielwerknemers die deelnemen aan een traject, opleidingen volgen en een nieuwe tewerkstelling vinden. Bedrijven die ontslagen textielwerknemers aanwerven, komen in aanmerking voor een opleidingspremie, die maximum 936 euro bedraagt. Door de strikte Europese regels is het maatre-gelenpakket enkel van toepassing op die textielwerknemers die ontslagen zijn in de periode van 31 mei 2008 tot 28 februari 2009 en tewerkgesteld waren in textielbedrijven die opgesomd zijn in het aanvraagdossier. Credit © Europese Unie, 2010

Toekomstige competenties voor de Europese meubel-industrie

Fedustria werkte mee aan het eindrapport dat door de Europese sociale partners van de meubelsector aan de Europese Commis-sie werd voorgesteld m.b.t. “Jobs and Competences in the Furni-ture Sector in the EU: Future scenarios and Implications”. In dit rapport wordt een analyse gemaakt van mogelijke evoluties in de meubelindustrie en de competenties die nodig zullen zijn om op die evoluties in te haken.

Europese aandacht voor de veiligheid in houtbedrijven

In de strijd tegen arbeidsongevallen leverde Fedustria een bij-drage aan de brochure “Best practices to reduce workrelated ac-cidents”. Doel van de brochure is om houtbedrijven in de nieuwe lidstaten “goede praktijken” te tonen die kunnen helpen om de veiligheid op de werkvloer te bevorderen. In dit kader lopen er ook twee projecten van “sociale dialoog”, met medewerking van Fedustria, rond formaldehyde en houtstof.

19

Economie

Kredietverzekering: Belgacap-systeem

De kredietverzekeraars hebben als gevolg van de crisis hun ver-zekeringsdekking vaak op een brutale wijze verminderd. Om een al te negatieve invloed op de internationale handel te vermijden, heeft de Belgische staat via het Belgacap-systeem een fonds van 300 miljoen euro opgericht. Vanaf 15 augustus 2009, bij de start van de maatregel, werd slechts een klein deel van het fonds ge-bruikt omdat het Belgacap-systeem tot het Belgisch grondgebied beperkt bleef. Op 6 november 2009 heeft de Europese Commissie haar goedkeuring gegeven, zodat het systeem ook van toepas-sing werd in de Europese economische ruimte. Naar de wens van het bedrijfsleven werd het Belgacap-systeem tot 31 december 2010 verlengd. Verbeteringen aan het Belgacap-systeem zijn nog steeds mogelijk, want er zijn nog altijd onderhandelingen – waar-aan Fedustria actief deelneemt – aan de gang met de op de Belgi-sche markt actieve kredietverzekeraars.

Wet op de continuïteit van de ondernemingen

De wet d.d. 31 januari 2009 op de continuïteit van de onderne-mingen heeft het vroeger gerechtelijk akkoord vervangen. Dit laatste was niet populair, want werd beschouwd als het “voorge-borchte” van het faillissement. De wet werd op 1 april 2009 van kracht en voorziet in oplossingen die beter afgestemd zijn op het bedrijfsleven. Op 18 november 2009 organiseerde Fedustria over deze nieuwe wet een infosessie waaraan een 30-tal lid-bedrijven deelnamen.


Vlaamse rondetafelconferentie voor de textiel-, houten meubelindustrie

Op vrijdag 20 februari 2009 heeft, onder voorzitterschap van Vlaams minister-president Kris Peeters, de rondetafelconferentie voor de textiel-, houten meubelindustrie plaatsgevonden. Daar-bij waren ook de toenmalige Vlaamse ministers Patricia Ceysens (Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenland-se Handel), Hilde Crevits (Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur) en Frank Vandenbroucke (Werk, Onderwijs en Vor-ming) aanwezig, naast een delegatie van Fedustria, waaronder een aantal prominente bedrijfsleiders (Michèle Sioen, Philippe Corthouts, Jan Ide, Peter De Meyer, Francis Verstraete), en afge-vaardigden van de sociale partners.Op deze vergadering werd een actieplan goedgekeurd, waarbij de Vlaamse regering en de sector zich gezamenlijk hebben ge-engageerd tot de realisatie ervan. Deze maatregelen hebben betrekking op het versterken van de concurrentiepositie van de textiel-, houten meubelindustrie en dit in de belangrijke do-meinen waar de Vlaamse regering voor verantwoordelijk is, met name ondernemen, innovatie, internationaliseren, opleiding en vorming, milieu en energie…Sinds 20 februari 2009 werden reeds een aantal actiepunten ge-realiseerd. Andere acties werden inmiddels opgestart, maar zul-len in de loop van de komende maanden of zelfs jaren nog verder moeten worden uitgewerkt. Nog andere actiepunten vergen een beleidsinitiatief van de nieuwe Vlaamse regering.

© Decospan

Jaarverslag Fedustria 2009 - 2010 Economie

20

© Carpet by AW

Positief is dat de voortzetting van de Vlaamse rondetafelconfe-rentie voor de textiel-, houten meubelindustrie expliciet is op-genomen in het regeerakkoord van de nieuwe Vlaamse regering, als onderdeel van het “vernieuwend sectorbeleid”.

Op 13 november 2009 vond een eerste bijeenkomst plaats van de “task force” die de uitvoering van de rondetafelconferentie moet opvolgen. Hierbij werden volgende nieuwe accenten gelegd:• niet besparen op de steun aan bedrijven en bedrijfsgroepe-

ringen voor export en innovatie;• ecologiepremie: budgettaire problemen oplossen. Desnoods

steun voor zonne-energie tijdelijk opschorten of verlagen teneinde de reguliere ecologie-investeringen niet in het ge-drang te brengen;

• verdere afbouw van de lokale belastingen in 2010;• verlenging van de crisis-tijdelijke werkloosheid voor be-

dienden, minstens tot 30 juni 2010 en liefst tot 31 december 2010;

• kredietverzekering en -verlening: verlenging en verdere aan-passing van Belgacap tot 31 december 2010;

• fi scale ondersteuning van niet-technologische innovatie in "creatieve" sectoren, via een nieuwe maatregel analoog aan het Franse "crédit d'impôt collection".

Contacten met het beleid

Fedustria organiseerde in 2009 contacten tussen bedrijfsleiders en volgende politieke partijen: CD&V, SP.a, lijst De Decker, Groen!, Open VLD en N-VA. Tijdens bestuursvergaderingen van Fedustria namen tal van “opinion and decision makers” het woord, zoals Peter Claes (Febeliec), Carl Decaluwé (CD&V), Thomas Leysen (VBO), politicoloog Carl Devos, de directie van Euler Hermes, vi-cepremier Steven Vanackere (CD&V), Europarlementslid Frieda

Brepoels (N-VA)…In de aanloop naar de regionale en Europese verkiezingen van juni 2009 publiceerde Fedustria een memorandum aan de poli-tieke partijen.

Subsidie-audit van Fedustria met succes gelanceerd

Op 3 maart 2009 organiseerde Fedustria Vlaanderen een semina-rie over de meest recente wijzigingen in het Vlaamse ondersteu-ningsbeleid, met name de invoering van de kmo-portefeuille, de bijsturing van de ecologiepremie en het vernieuwde kmo-inno-vatieprogramma van IWT, dat nu ook steunmogelijkheden biedt voor niet-technologische innovatie. Toenmalig Vlaams minister van Economie Patricia Ceysens (Open VLD) hield er de openings-toespraak.Tijdens dit seminarie werd ook de subsidie-audit van Fedustria gelanceerd. Met dit eenvoudige en overzichtelijke instrument kunnen wij onze lid-bedrijven snel wegwijs maken in de steun-mogelijkheden waarop zij recht hebben. In 2009 hebben reeds 48 bedrijven dankbaar gebruikt gemaakt van deze nieuwe dienst-verlening.

Innovatie

In 2009 verruimde Optimo, de innovatiecel van Fedustria, haar werkgebied tot volgende drie speerpunten: productinnovatie, procesinnovatie en nieuwe materialen. De eerste innovatiedag, op 26 maart 2009, stond dan ook geheel in het teken van deze 3 pijlers. Deze nieuwe formule, met een geva-rieerd aanbod van thema’s en sprekers en meer diepgang via een interactief workshopgedeelte, viel in de smaak van de meer dan 90 deelnemers. Prof. dr. ir. Rik Vanlandeghem van de UGent had het over procesinnovatie als sleutel tot overleven op zowel korte


21

als lange termijn. Serena Borghero van Steelcase Benelux bracht een praktijkgetuigenis over de toepassing van cradle-to-cradle in de meubelsector. Chris Lefteri, internationale autoriteit op gebied van materialen, illustreerde de mogelijkheden van nieuwe mate-rialen als motor van innovatie. Ook de parallelle workshopsessies in de namiddag waren opgebouwd rond deze 3 thema’s. Het spreekt vanzelf dat voor innovatie de collectieve onderzoeks-centra van onze sectoren een essentiële rol spelen: het textieltech-nologiecentrum Centexbel en het Technisch Centrum voor de Houtnijverheid (TCHN).

Setcomfort voor objectiveren van sensorische eigen-schappen

Het vraaggedreven onderzoeksprogramma van Flanders In-Shape biedt de mogelijkheid diepgaand onderzoek voor een groep van onze bedrijven uit te voeren. In 2009 was Optimo, samen met Sirris (technologie-industrie), Centexbel en TCHN, in-diener en uitvoerder van een vraaggedreven onderzoeksproject. Setcomfort is een onderzoek naar de gezamenlijke nood die leeft bij bedrijven uit de hout-, meubelen textielindustrie naar het ob-jectiveren en communiceren van de sensorische eigenschappen van materialen. In een eerste fase werd het onderzoek toegespitst op het aspect “glans”. Via deskresearch werd een “state of the art” opgemaakt over alle sensorische materiaaleigenschappen. De resultaten van het volledige onderzoek werden verzameld in een uitgebreide interactieve tool die via een CD beschikbaar wordt gesteld aan de geïnteresseerde bedrijven.

Flemish Masters gaat voor symbiose

De vakbeurs MoOD, de innovatiecel Optimo en Fedustria hebben een uniek project tussen bedrijven uit de meubelen textielsector uitgewerkt: de Flemish Masters. De 13 deelnemende bedrijven ontwikkelden in partnership, gelijktijdig en in perfecte symbiose 7 unieke projecten. Er werden 5 koppels gevormd bestaande uit een textielbedrijf en een meubelproducent. Alle teams werkten steeds samen met een designer uit de Flemish Masters denktank onder het voorzitterschap van Axel Enthoven. Na 2 jaar voorbereiding werden de resultaten voorgesteld op MoOD 2009, en vervolgens op de Meubelbeurs Brussel. Gelet op het enthousiasme van alle betrokkenen, zullen MoOD, Optimo en Fedustria in 2010 een nieuwe editie van Flemish Masters lanceren.

Het jaarlijkse trendseminarie van Optimo vond plaats op 9 juni 2009. Optimo bracht er verslag uit over de belangrijkste meubelen interieurbeurzen, gevolgd door een voordracht van de Neder-landse trendwatcher Erwin van Lun.

Op 27 november werd Portfolio 09, de tentoonstelling van eindwerken van de Vlaamse ontwerphogescholen, geopend in de splinternieuwe gebouwen van de Media en Design Academie op de C-mine site in Genk. Voor deze opening waren ruim 250 belangstellenden komen opdagen. Dezelfde avond werden ook de Portfolio awards uitgereikt, geschonken door Bekaert Texti-les, Design Vlaanderen, Lava, Flanders InShape en Optimo zelf. Portfolio kadert binnen een brugproject economie-onderwijs, dat wordt gesteund door de Vlaamse overheid. In het kader van dit project werd tevens een eindwerkendatabank gelanceerd.

© Unic Design

22

Jaarverslag Fedustria 2009 - 2010 Economie

MateriO Belgium, een bibliotheek van innovatieve ma-terialen

In 2009 organiseerde MateriO Belgium 5 interactieve workshops, waarin telkens een materiaal of verwerkingstechniek werd toe-gelicht aan geïnteresseerden: van aluminiumschuim en andere lichtgewicht metalen over multicolor fl ocken, biogebaseerde vezels en vilten, biopolymeren in textiel en in composieten tot en met speciale kleurpigmenten. MateriO was aanwezig op beurzen zoals Material Vision in Frankfurt, MoOD en Design@Work.

Textivision in 2009

Binnen de groep “Tapijt & Interieurtextiel”, waarvoor innovatie en creativiteit uiterst belangrijk zijn, werd in 1992 de vzw Textivision opgericht. In 2009 werden er 7 activiteiten opgezet, waar telkens tussen 120 en 260 deelnemers op afkwamen:• de Lifestyleprikkels I (26 februari) en II (22 oktober), opge-

maakt door het eigen trendwatchteam o.l.v. Marc Geysen;• de presentatie op 24 maart door Vincent Grégoire van het

“Cahier Maison 2010” van Nelly Rodi;• de presentatie op 30 april door Niek De Prest van “Inspira-

tions 2010-2011”, de nieuwe tendensen die uitgewerkt wer-den voor de vakbeurs MoOD;

• het geleid bezoek op 11 juni aan het museum La Piscine in Roubaix met de gelegenheidstentoonstelling van Agatha de La Prada;

• de presentatie op 26 november van “Green Marketing Stra-tegies in Home Textiles” door Jennifer Castoldi van Trend-ease International US met tegelijk ook de voorstelling van de werken van de internationale studenten van Summerschool (@Home-Vision);

• last but not least: de actieve deelname met 22 kunstenaars op de beurs ClassicA in Kortrijk (6-11 november): “Dit is geen textiel”.

Innofl ow: innovatieve goederendoorstroming garandeert betere prestaties

Optimo, de innovatiecel van Fedustria en tevens erkend Vlaams kenniscentrum, heeft een actie opgestart voor doorbraak in pro-cesinnovatie. De uitvoering gebeurt in samenwerking met de vak-groep Industrieel Beheer van de UGent. Met het project “innova-tieve goederenfl ow”, afgekort Innofl ow, worden de deelnemende

bedrijven geadviseerd en begeleid tot een uitstekende beheersing van hun goederenstroom. Interactieve workshops met “doe-ka-rakter” vormen de rode draad doorheen het programma. Een team van innovatieadviseurs staat ter beschikking voor advies op maat van het bedrijf en individuele begeleiding bij de uitvoering. Reële verbeterpunten worden gedetecteerd, praktische remedies worden aangereikt en concrete realisaties worden waargemaakt. Met resultaten die er niet om liegen: kostenreductie, voorraadver-mindering, doorlooptijdverkorting en fl exibeler klantenservice. Vele bedrijven hebben dit initiatief dan ook aangegrepen om te starten met een piloottoepassing die snel vruchten afwerpt.

Erkenning in het kader van de kmo-portefeuille

Zowel Fedustria als haar innovatiecel Optimo bekwamen in 2009 een offi ciële erkenning in het kader van de kmo-portefeuille, meer bepaald voor de dienstverlening inzake milieu, energie en innova-tie. Dit betekent niet alleen een kwaliteitsgarantie voor de dienst-verlening in kwestie, maar ook dat u als onderneming 50 % (ad-vies) of 75 % (technologieverkenning) steun kan genieten van de Vlaamse overheid, wanneer u van deze diensten gebruik maakt!

© De Witte Lietaer International Textiles

Sociaal

Arbeiders-bedienden

De eenmaking van de statuten van arbeiders en bedienden is een sinds vele jaren aanslepend dossier. Tal van pogingen om de bei-de statuten te harmoniseren tot één werknemersstatuut liepen op de klippen. Desalniettemin kwam het dossier in het najaar 2009 opnieuw volop in de actualiteit en werd onder sociale partners opnieuw gepoogd om tot een oplossing te komen. Ondanks alle geleverde inspanningen werd in dit moeilijke en delicate dossier evenwel geen enkele concrete vooruitgang geboekt.

Anti-crisismaatregelen

Het jaar 2009 zal ongetwijfeld de geschiedenis ingaan als het jaar waarin voor het eerst voor de bedienden tijdelijke werkloosheid werd ingevoerd. Ook al betreft het een tijdelijke anti-crisismaat-regel, het is toch een mijlpaal in het Belgisch arbeidsrecht. De wet van 19 juni 2009 voerde niet alleen crisis-tijdelijke werkloosheid voor bedienden in, maar ook crisis-tijdskrediet en collectieve cri-sis-arbeidsduurvermindering. De invoering van deze maatrege-len heeft spijtig genoeg zeer lang op zich laten wachten, waar-door ze eigenlijk slechts een goeie zes maanden operationeel geweest zijn. Gelukkig werden deze anti-crisismaatregelen door de wet van 30 december 2009 nog met 6 maanden verlengd tot en met 30 juni 2010.

Vlaamse overbruggingspremies

Begin 2009 boog de Vlaamse regering haar aanmoedigingspre-mies voor arbeidsduurvermindering om naar overbruggingspre-mies voor ondernemingen in moeilijkheden. Deze maatregel laat

23

toe om de arbeidsduur te verminderen met minstens 10 % (maar nog steeds minstens 50 %). Het loonverlies wordt grotendeels gecompenseerd door de Vlaamse overbruggingspremie. Elke be-trokken werknemer kan deze overbruggingspremie aanvragen voor 6 maanden en nadien nog eens verlengen voor 6 maanden. Het Vlaamse Werkgelegenheids- en investeringsplan van 18 de-cember 2009 zorgde voor een versoepeling van de toegangsvoor-waarden en de mogelijkheid om de overbruggingspremie een tweede maal met 6 maanden te verlengen (tot einde 2010).

Vereenvoudiging van de banenplannen

Op basis van de afspraken gemaakt in het uitzonderlijk inter-professioneel akkoord van 22 december 2008 zouden in 2009 belangrijke stappen gezet worden in de vereenvoudiging van de banenplannen. Verschillende doelgroepverminderingen zou-den stapsgewijs afgeschaft worden en de vrijgekomen middelen aangewend om de structurele bijdragevermindering te verhogen. Door een belangenconfl ict met de Vlaamse regering liep dit dos-sier belangrijke vertraging op.

Nieuwe sectorale cao bedienden textielsector

Begin 2009 werden voor de arbeiders van de textielsector geen onderhandelingen gevoerd, vermits er in het najaar 2006 voor hen een overeenkomst gesloten werd die de periode 2007-2010 overspant. Voor de bedienden van de textielsector daarentegen werd op 24 april 2009 een nieuwe sectorale cao gesloten voor 2009-2010. In essentie hield deze cao de verlenging van de be-staande engagementen in. Daarnaast werd op dezelfde datum ook een cao gesloten tot invoering van een nieuwe weddeschaal


© Durlet

Jaarverslag Fedustria 2009 - 2010 Sociaal

24

© Nike Bourgeois - Helioscreen

voor de baremiseerbare bedienden. De bestaande weddeschaal op basis van leeftijd werd vanaf 1 oktober 2009 vervangen door een nieuwe weddeschaal op basis van beroepservaring. Deze operatie verliep kostenneutraal voor de ondernemingen.

Nieuwe sectorale cao arbeiders houten meubelsector

Op 10 juni 2009 werd in het paritair comité 126 het protocol van akkoord ondertekend voor de jaren 2009-2010. Dit akkoord is er gekomen nadat een eerste voorstel door de syndicale achterban als onvoldoende werd beschouwd. Na een verzoeningsverga-dering werd aan het oorspronkelijke voorstel één aspect toege-voegd, namelijk dat van een nettokoopkrachtaanpassing einde 2010 via ecocheques. Aangezien deze koopkrachtaanpassing niet ten laste van de bedrijven wordt gelegd, kon de patronale achterban akkoord gaan met deze aanpassing.

Het indexmechanisme werd voor 2 jaren herbevestigd, en einde 2010 zal het Fonds voor Bestaanszekerheid aan elke arbeider die recht heeft op een getrouwheidspremie, ook een pakketje eco-cheques ter waarde van 100 euro bezorgen. Ook het sectoraal brugpensioen op 58 jaar werd voor 2 jaren verlengd. Het paritair comité gaf ook een positief advies voor de verlenging van de startbaanvrijstelling (2010-2011) en voor een regeling waarbij elke onderneming gedurende 8 weken een volledige schorsing wegens tijdelijke werkloosheid kan inroepen. Tenslotte werden fi -nanciële stimulansen voorzien voor werkgevers die in de periode van 1 april 2009 tot 30 juni 2010 aanwervingen doen of werkne-mers aan opleidingen laten deelnemen tijdens de arbeidstijd.

Nieuwe sectorale cao bedienden houten meubelsector

De bedienden van de houten meubelsector ressorteren onder het aanvullend nationaal paritair comité voor bedienden (PC nr. 218). In 2009 werd ook in dit paritair comité een nieuwe cao ge-sloten voor de periode 2009-2010. Op vlak van koopkracht werd voorzien in de toekenning van ecocheques voor een bedrag van 125 euro in 2009 voor een voltijdse bediende. Vanaf 2010 en voor het eerst in juni 2010, wordt dit bedrag vastgesteld op 250 euro. Nochtans hadden de ondernemingen de mogelijkheid om ten laatste op 30 oktober 2009 te voorzien in een ander evenwaardig voordeel. Vanaf 1 oktober 2009 werd het bestaande loonbarema, gebaseerd op leeftijd, vervangen door een nieuw loonbarema,

gebaseerd op ervaring. De negatieve infl atie gedurende een be-langrijk deel van 2009 zorgde op 1 januari 2010 voor een nega-tieve indexaanpassing ten belope van 0,43 %.

Tweede pensioenpijler in de houten meubelsector van start

Na lang aanslepende onderhandelingen kon in het voorjaar 2009 eindelijk een volledig akkoord gevonden worden omtrent de in-voering van een sectoraal aanvullend pensioen voor de arbeiders van de houten meubelsector, Wood-Life genaamd. In december 2009 werd dan ook voor 18.044 arbeiders de eerste jaarpremie gestort. Het gaat om een premie van 0,6 % of 1 % van het loon dat de arbeider verdient in de referteperiode juli 2008-juni 2009, verhoogd met eventuele solidariteitsstortingen omwille van tij-delijke werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. De premie wordt, middels herschikking van de middelen, betaald door het Fonds voor Bestaanszekerheid, zonder dat de werkgeversbijdragen wer-den verhoogd. Om de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel mogelijk te maken werd ook voorzien in een overgangsre-geling. Meer info is te vinden op www.wood-life126.be.


25

ven de draaischijf in het opzetten en uitvoeren van deze acties.

In het kader van het impulsplan “herstel het vertrouwen” hebben de Fedustria-sectoren bovenop het lopende convenant een ad-dendum afgesloten om in een periode van economische crisis te blijven inzetten op vorming en opleiding. In de houten meubel-sector loopt een actieplan om de tewerkstelling en het levenslang leren te bevorderen. Opleidingspremies voor bedrijven en het uitbreiden van het opleidingsaanbod staan daarin centraal. In de textielsector is er het AVANTI-plan dat onder meer voorziet in verhoogde steun aan bedrijven voor opleidingsprojecten en een uitbreiding van het opleidingsaanbod.

Samenwerking met de VDAB en le Forem

Ook met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Be-roepsopleiding wordt de sectorale samenwerking voortgezet en vernieuwd. Naast de gebruikelijke opleidingen op diverse data, werden er voor hout en meubelbedrijven ook korte opleidingen voorzien op vaste weekdagen in de vier VDAB-competentiecentra. Voor textielbedrijven wordt een systeem uitgewerkt om knelpunt-vacatures in te vullen door het opzetten van opleidingstrajecten. In 2010 wordt ook de samenwerking met le Forem voortgezet en vernieuwd.

Inzetten op competentiebeleid

Ondanks de stijging van de werkloosheid, moeten onze bedrijven nu en in de toekomst kunnen beschikken over voldoende (gekwa-lifi ceerde) arbeidskrachten. De gevolgen van de vergrijzing zullen zich de komende jaren laten voelen. De sectoren nemen daarom initiatieven om bedrijven bij te staan in het voeren of opzetten van een competentiebeleid. Voor de houten meubelbedrijven is een praktische competentiegids “CO-OP Hout” beschikbaar. In de textielsector is in samenwerking met textielbedrijven een compe-tentietool in ontwikkeling.

Ervaringsfonds: steun bij investeringen

De Fedustria-sectoren hebben de samenwerking met het federale Ervaringsfonds met een jaar kunnen verlengen. Daardoor zullen de sectorale opleidingscentra assistentie blijven verlenen aan be-drijven om projecten voor 45-plussers in te dienen. 116 houten meubelbedrijven en 32 textielbedrijven hebben reeds een dos-

Grensarbeiders: nieuw avenant eindelijk in werking

Op 17 december 2009 kwam er een einde aan de saga rond de herziening van het Belgisch-Franse dubbelbelastingverdrag. Op deze datum trad immers het nieuwe avenant in werking. Belang-rijk voor onze ondernemingen in de grensstreek is dat de grensar-beiderregeling voor Franse grensarbeiders die hun beroepsactivi-teit in de Belgische grensstreek uitoefenen gedurende de periode 2009-2011 verder van toepassing blijft. Vanaf 1 januari 2012 tot 31 december 2033 blijft het grensarbeidersstatuut verder van toe-passing voor de Franse grensarbeiders die op 31 december 2011 het voordeel van deze regeling zullen genieten. Op 31 december 2033 valt het grensarbeidersstatuut dan defi nitief weg.

Vernieuwde samenwerking met de Vlaamse overheid

De Vlaamse regering heeft een nieuw inhoudelijk kader uitge-werkt voor de samenwerking met sectoren. De textielsector en de houten meubelsector zullen in een nieuw af te sluiten convenant voor de jaren 2010 en 2011 afspraken maken over de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, competentiebeleid en evenredige ar-beidsdeelname en diversiteit. De sectorale opleidingscentra blij-

© Recticel

26

sier ingediend. De concrete acties hebben meestal betrekking op ergonomie of het doorvoeren van functiewijzigingen. Door een eenvoudige projectaanvraag bij het Ervaringsfonds kunnen die kosten sterk verminderd worden.

Samenwerking met onderwijs

Omdat het onderwijs de belangrijkste bron is van instroom van jongeren in textiel-, houten meubelbedrijven, wordt op verschil-lende niveaus contact onderhouden met de onderwijswereld. Het project “hout vasthouden” dat aan de basisscholen lessenpak-ketten aanbiedt en het daarbij behorende werkmateriaal, kende een groot succes. 705 leraars vroegen een lessenpakket aan voor meer dan 12.000 leerlingen. 1.176 posters, 600 DVD’s en 10.700 strips gingen de deur uit. De scholenwedstrijd leverde 16 concrete projecten op.

Fedustria volgt de ontwikkelingen binnen het regulier onderwijs van dichtbij op en is vragende partij voor opleidingsprogramma’s

die aansluiten op de realiteit van het bedrijfsleven. Invoeren van nieuwe of bijsturen van bestaande opleidingen in het regulier onderwijs blijft echter een werk van lange adem. Specifi ek voor textiel loopt daarom een extern onderzoek dat de textielcompe-tenties van vandaag en voor de toekomst in kaart brengt.

Kadervorming

HR-verantwoordelijken en preventieadviseurs werden in 2009 in de gelegenheid gesteld enkele thema’s i.v.m. preventie aan de praktijk te toetsen. Good practices i.v.m. alcohol- en drugsbeleid in de onderneming, i.v.m. ervaringsfondsinitiatieven en work-shops brandbeveiliging stonden op het programma.

In de sociale actualiteit kregen de bedrijven informatie over de nieuwe sectorale cao’s, de oprichting van het sectoraal aanvul-lend pensioen voor de arbeiders van de houten meubelsector en over het nieuwe loonbarema van het Anpcb (Aanvullend paritair comité voor de bedienden).

Jaarverslag Fedustria 2009 - 2010 Sociaal

Hout en meubelarbeiders

Hout en meubelbedienden

Textiel arbeiders

Textiel bedienden

Tewerkstelling in de textiel-, houten meubelindustrie

Bron: RSZ* schatting

20.473 19.844 19.344 18.228

4.861 4.939 4.967

28.596 26.695 25.137

6.1235.970

5.833

69.898

60.05357.448

55.281

4.702

23.108

5.362

51.400

17.533

4.521

21.910

5.090

49.054

2000 2005 2006 2007 2008 2009*

10.000

20.000

30.000

40.000

50.000

60.000

70.000

0

Aant

al w

erkn

emer

s

20.877

4.043

37.655

7.323

Milieubijstand en milieuvergunningen

De dienst milieu en techniek van Fedustria begeleidt de bedrijven uit de hout-, meubelen textielsector onder meer bij het imple-menteren van de milieuwetgeving. Tevens worden de bedrijven gestimuleerd tot rationeel energiegebruik en geïnformeerd over preventiemogelijkheden, bijvoorbeeld inzake afval of solventge-bruik. In dit kader konden onze bedrijven ook in 2009 rekenen op een uitgebreid dienstverleningspakket: 16 bedrijven kregen milieubijstand op maat. Verder hielpen we bedrijven met het op-stellen en indienen van een milieuvergunningsaanvraagdossier. Ook nadat het dossier is ingediend, blijven de Fedustria-adviseurs steeds beschikbaar om eventuele knelpunten samen aan te pak-ken, waarbij onze sectorspecifi eke kennis al meerdere malen haar nut heeft bewezen.

Opleiding en vorming

Teneinde op regelmatige basis een contactmoment te voorzien voor de milieuverantwoordelijken uit de sector, wisselden de “vorming milieu en energie” en de werkgroep milieucoördinato-ren elkaar maandelijks af. Tevens werd er in het najaar van 2009 een vierdelige basisopleiding “wegwijs in milieu” georganiseerd. Daarnaast worden de milieu- en energiecontactpersonen via verschillende kanalen op de hoogte gehouden van o.a. nieuwe wetgeving en andere relevante milieu-informatie.

Opvolging wijzigende milieuwetgeving

Hoewel ons land op milieuvlak één van de voortrekkers is van Europa, blijft de overheid initiatieven nemen voor een meer uit-gebreide regelgeving. Zo werkt OVAM momenteel aan een herzie-ning van het afvalbeleid, dat men bovendien wenst uit te breiden tot een heus materialenbeleid waarin het levenscyclus-denken centraal staat. Fedustria volgt deze evoluties nauwlettend op en waakt erover dat de afvalverwerkingshiërarchie, met preventie en hergebruik bovenaan de ladder, te allen tijde gerespecteerd blijft.

Op Europees vlak is er heel wat in beweging omtrent de IPPC-richtlijn. Op dit ogenblik is er een aparte richtlijn voor “large com-bustion plants”, voor afvalverbranding, voor solventen en voor de productie van titaniumdioxide. Deze verschillende richtlijnen wenst Europa te harmoniseren en tevens uit te breiden met twee sectoren van de houtverwerkende nijverheid, namelijk de produc-

Milieu en techniek

tie van plaatmateriaal en het verduurzamen van hout. Samen met het opstellen van deze nieuwe IPPC-richlijn worden dan ook nieuwe BREF-documenten opgesteld. Ook op dit vlak werkt Fedu-stria proactief mee aan de totstandkoming van een voor iedereen aanvaardbare regelgeving.

Meerkosten op milieu en energie onhoudbaar voor de tex-tiel-, houten meubelbedrijven

In een periode van economische crisis is het ongehoord dat de meerkosten op energie steeds blijven toenemen. Niet alleen steeg de federale bijdrage op elektriciteit met 55 %, ook werd nog eens een bijkomende bijdrage geïntroduceerd ter fi nanciering van de off -shore windenergie. Indien er binnenkort bijkomende windmo-lenparken op zee in gebruik worden genomen, dreigt die meer-kost voor de bedrijven “moordende” proporties aan te nemen.Meerkosten beperken zich echter niet tot energie. Ook de ge-meentelijke saneringsbijdrage ter fi nanciering van de afvoer van afvalwater via de gemeentelijke riolering, doet de waterkost voor bedrijven ongehoord stijgen. Daarbij komt ook nog dat deze bij-

27


© Santens

© Bara

Jaarverslag Fedustria 2009 - 2010 Milieu en techniek

28

drage leidt tot concurrentieverstoring tussen de bedrijven, vermits de bijdrage gemeentespecifi ek is. Fedustria pleit dan ook voor een uniforme berekening van deze bijdrage volgens een sterk degres-sief systeem.

Fedustria blijft zich samen met o.a. Voka, VBO, Febeliec… verzet-ten tegen allerlei vormen van meerkosten die op de één of andere manier verhaald worden op de bedrijven.

Hiernaast sloot Fedustria ook voor 2009 een overeenkomst met Luminus. Dankzij deze afspraak konden onze leden ook dit jaar nog van aantrekkelijke voorwaarden en kortingen op hun elektri-citeitsfactuur genieten.

Hout als grondstof

De houtsector ervaart een steeds groter wordende druk op haar grondstof hout vanuit de energiesector. Naast de steunmaatrege-len die reeds bestaan voor het opwekken van elektriciteit uit bio-massa, werkt de overheid nu ook aan een subsidiesysteem voor “groene warmte” of het opwekken van warmte uit hernieuwbare energiebronnen zoals hout. Deze plannen worden nauwlettend opgevolgd door Fedustria, waarbij er verschillende contacten waren met de betrokken administraties en kabinetten. Wij drin-gen erop aan dat de principes van de Ladder van Lansink steeds toegepast worden en dat er geen subsidies mogen worden toege-kend voor hout dat geschikt is als industriële grondstof.

Naar aanleiding van de Klimaattop in Kopenhagen werden de positieve eigenschappen van het gebruik van hout, zoals de op-slag van koolstof gedurende de volledige levenscyclus van het hout, nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van de Vlaamse, federale en Europese overheden. Op die manier blijven we, ook in de toekomst, ijveren voor het gebruik van hout als grondstof.

Economische functie bos en samenwerking met Unie Vlaamse Bosbouw

In 2009 besloten Fedustria en de Unie Vlaamse Bosbouw (UVB) structureel te gaan samenwerken, met als doel via gemeenschap-pelijke lobbyactiviteiten de economische functie van de Vlaamse bossen te verdedigen bij de overheid. Er wordt onder meer een dringende en regelmatige bosinventarisatie gevraagd, alsmede

het herbekijken van het “exoot” karakter van economisch renda-bele houtsoorten en naar een reële boscompensatie. Ook vragen we dat er dringend werk gemaakt wordt van een gelijkwaardige behandeling van de certifi catiesystemen PEFC en FSC.

Verhandelbare emissierechten: textiel- en houtsectoren blootgesteld aan “carbon leakage”

Het klimaatactieplan “20-20-20” van de Europese Commissie stelt o.a. dat tegen 2020 de broeikasgasemissies met minstens 20 % gedaald moeten zijn ten opzichte van de situatie in 1990. Een be-langrijk instrument om deze doelstelling te realiseren, is de richt-lijn verhandelbare emissierechten (VER). Deze richtlijn werd gron-dig gewijzigd. Zo moet veiling van emissierechten (i.p.v. gratis toewijzing) vanaf 2013 geleidelijk aan de algemene regel worden. In 2013 zullen nog 80 % van de emissierechten gratis toegewezen worden en vanaf 2027 worden alle emissierechten geveild.

Sectoren die echter geconfronteerd worden met hevige concur-rentie uit landen waar er geen gelijk(w)aardige CO2-doelstellin-gen gelden, (cf. “carbon leakage” of CO2-weglekeff ect) kunnen

© Lano


29

echter tot 2020 en onder bepaalde voorwaarden tot 100 % van de rechten gratis krijgen.

Fedustria is er samen met de betrokken Europese federaties, Eu-ratex en EPF, in geslaagd om alle betrokken (sub)sectoren uit de textiel- en houtindustrie terecht te laten beschouwen als “bloot-gesteld aan een signifi cant CO2-weglekrisico”. Dit betekent dat de VER-plichtige bedrijven uit deze sectoren vanaf 2013 blijvend aanspraak kunnen maken op 100 % gratis allocatie van emissie-rechten en dit tot op het niveau van de (nog op te stellen) bench-mark.

VLARIPtextiel

Met het project VLARIPtextiel (Vlaanderens REACH Implementa-tie Project voor de textielindustrie) ondersteunt Fedustria samen met Centexbel en essenscia Vlaanderen de textielbedrijven bij de implementatie van hun REACH-verplichtingen. Via maandelijkse vergaderingen (alternerend werkgroep “communicatie” en werk-groep “strategie”) worden actuele aandachtspunten besproken en bediscussieerd. Deze initiatieven hebben o.a. geleid tot de

opmaak van een textielspecifi eke REACH-handleiding, stan-daardbrieven, een User Descriptor, een focuslijst met chemische stoff en…

De ruime belangstelling voor de vergaderingen toont duidelijk aan dat het project tegemoet komt aan een reële behoefte van de textielbedrijven voor begeleiding bij de implementatie van deze omvangrijke Europese regelgeving i.v.m. chemische stoff en.

Het project VLARIPtextiel, dat loopt tot oktober 2010, geniet de steun van het Agentschap Ondernemen alsook van de Euro-pese Unie via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

Opmaak aanvullende BBT voor de textielindustrie

De BBT (Best Beschikbare Technieken) voor de textielveredeling van 1998 wordt aangevuld met een BBT-studie ter beperking van een aantal micropolluenten via het afvalwater. Deze BBT-studie richt zich specifi ek naar broomhoudende vlamvertragers, antimoontrioxide, perfl uortensiden, nonylfenolen, nonylfeno-lethoxylaten en polycyclische aromatische koolwaterstoff en in het textielafvalwater. Fedustria en Centexbel maken deel uit van het begeleidingscomité dat deze studie opvolgt. Algemeen wordt verwacht dat deze aanvullende BBT-studie in de eerste helft van 2010 zal worden gefi naliseerd.

Begeleiding BBT voor houtsector

Een nieuwe studie voor de houtverwerkende nijverheid omtrent de BBT werd opgestart door het BBT-Kenniscentrum van Vito. Deze studie omvat een herwerking en samenbundeling van drie vroegere BBT’s, nl. die van de houtverduurzaming, de productie van spaanplaten en die van de houtverwerkende nijverheid.

In deze studie wordt o.a. bekeken in hoeverre de beschikbare milieuvriendelijke technieken die destijds als Beste Beschikbare Techniek geselecteerd werden inmiddels geïmplementeerd zijn en of er intussen nieuwe milieuvriendelijke technieken beschikbaar zijn. Op basis hiervan worden de conclusies aangaande BBT, die een leidraad vormen voor het vergunningenbeleid, aangepast. Fedustria is lid van het comité dat de opmaak van deze studie begeleidt.© Revor

Onze welvaart kunnen we ons voorstellen als een mooi groot huis, waarvan het fundament bestaat uit sterke industriële pijlers. Hoe forser en beter gespreid die industriële pijlers, des te groter en sterker het huis kan worden. Dit is dan de basis waarop onze welvaart wordt gebouwd. Het is immers een illusie te denken dat men welvaart kan opbouwen zonder industriële bedrijven. Zon-der industrie, geen welvaart! En zonder sterke en gediversifi eerde industrie, geen duurzame welvaart.

Het voordeel van onze Belgische industrie is dat zij bestaat uit vele industriële sectoren. Tussen deze sectoren bestaat een grote diver-siteit aan producten en activiteiten. Binnen elk van de industriële sectoren vinden we opnieuw een veelheid aan bedrijven, actief in talloze niches. In al deze productgroepen hebben wij vele sterke

Inleiding productgroepen

bedrijven die op duurzame wijze toegevoegde waarde creëren. Onze industrie is als een schitterend mozaïek, waarvan elk bedrijf een stukje is dat haar plaats in de markt heeft gevonden.

Het is uiteraard geen sinecure om dit plaatsje in de markt te vin-den én te behouden. Hiervoor moet immers een bedrijfsstrategie worden gevonden, die vier strategische elementen op originele wijze combineert: een juiste productkeuze, een effi ciënte produc-tie (via o.m. geautomatiseerde processen), een uitgekiende logis-tiek, distributie en klantenservice en tenslotte ook een continue innovatie om toegevoegde waarde te kunnen blijven creëren.

In de textielindustrie onderscheiden we drie grote toepassings-gebieden: textiel bestemd voor kleding waar de mode een zeer

30


Onze industrie kiest voor verdedigbare producten

© O.J. Van Maele

Interieurtextiel (42,0 %)

Technisch textiel (36,0 %)

Kledingtextiel (15,0 %)

Veredeling (5,0 %)

Spinnerij (2,0 %)

Bron: aandelen geschat door Fedustriaop basis van de toegevoegde waarde

15,0 %

5,0 %

2,0 %

36,0 %

42,0 %

Relatief belang van de productgroepenvan de textielindustrie

(totale omzet 2009 = 5,5 miljard euro)

belangrijke rol speelt, textiel voor de woningdecoratie (zoals ta-pijten, meubelstoff en, gordijnstoff en, huishoudtextiel, maar ook matrastijk, wanddecoratie…) waar design en productontwikke-ling essentieel zijn, en technisch textiel, dat eigenlijk een oplos-sing biedt voor de grote technische uitdagingen als veiligheid (beschermtextiel zoals brandweerpakken), natuurbescherming (geotextiel voor versterking van wegen en dijken), een betere ge-zondheid (medisch textiel gebruikt in het ziekenhuis)… Functio-naliteit op maat van de klant is hier de stelregel.

Diezelfde diversiteit vinden we in de houten meubelindustrie. Ook hier is een belangrijke groep van bedrijven actief in het inte-rieurgebeuren: meubelen en zitmeubelen, slaapcomfort, maar ook andere interieurproducten zoals laminaatvloeren, parket,

31

binnendeuren… Verder is er de productie en veredeling van hou-ten platen, die producten toelevert zowel aan de meubelindustrie als aan de bouw. Voor heel wat houtproducten is de bouwsector immers de belangrijkste afzetmarkt, denk maar aan deuren, ra-men, parket, geprefabriceerde spanten… En dan zijn er diverse producten zoals de houten verpakkingen (kisten, laadborden, houten verpakkingen op maat…), kaders en lijsten, borstels en penselen, houten speeltuigen, muziekinstrumenten…

Die grote specialisatie heeft er immers voor gezorgd dat al de pro-ductiebedrijven uit de textiel-, houten meubelindustrie uniek zijn en hun plaats hebben gevonden in het mozaïek der producten en markten.


© Deknudt

Relatief belang van de productgroepenvan de houten meubelindustrie


Meubelindustrie (51,2 %)

Plaatmaterialen (20,5 %)

Overigehoutverwerking (4,6 %)

Verpakkingen (5,1 %)

Bouwelementen (18,6 %)

Bron: BTW-aangiften, NIS

18,6 %

5,1 %

4,6 %

20,5 %

51,2 %

32


Interieurtextiel

Het jaar 2009 was voor de meeste leden binnen de groep “Tapijt en Interieurtextiel” zonder meer een “annus horribilis” met een productiedaling van zowat 22 %. De negatieve conjunctuur liet zich al gevoelen vanaf oktober 2008. In het eerste semester van 2009 was de toestand echter zeer moeilijk geworden. Weliswaar waren er nuances: de verkopen in Duitsland, Nederland, Frankrijk en ook in België deden het merkelijk beter dan de afzetmarkten in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Zuid-Europa, Rus-land en Japan. Het vierde kwartaal 2009 gaf aan dat het diepte-punt van de crisis voorbij was, maar van een echt en consistent herstel was er echter nog geen sprake. De sfeer op de grote inter-nationale vakbeurzen van begin 2010 zoals Heimtextil (Frankfurt, 13-16/1/2010), Domotex (Hannover, 16-19/1/2010), Möbelmesse (Köln, 19-24/1/2010), Maison & Objet (Parijs, 22-26/1/2010) was “voorzichtig optimistisch” en dit bevestigt de bestaande hoop en het vertrouwen. In elk geval was er bij de klanten terug meer be-reidheid om in nieuwe producten te investeren.

De Belgische textielondernemers geven dus niet op. In het licht van de diepe economische crisis hadden ze reeds in 2008 hun be-drijfsstrategie scherp gesteld. Ze blijven inzetten op voornamelijk productvernieuwing en op een perfecte klantenrelatie. Omdat de grote volumes (en zeker de massa volumereeksen) niet meer aan de orde zijn, is de strategie (ook van de meeste grote fabri-kanten) steeds nadrukkelijker gericht op marktsegmentering, productontwikkeling en klantenservice. Dit omschakelingspro-ces stelt twee grote uitdagingen aan de bedrijven: enerzijds het nog verder opdrijven van de inspanningen in creatie, design en innovatie (ondanks het permanent risico op inbreuken op de IPR), en anderzijds het beheersen van een proces van downsizing om met minder volume toch extra meerwaarde te kunnen creëren. Het is duidelijk dat deze keuze voor creatieve en innovatieve pro-ducten met meer toegevoegde waarde op maat van de klant een toekomstgerichte strategie is. Vandaar dat we ook volop blijven inzetten op de professionele werking van onze zusterorganisatie Textivision vzw, die met en voor een 50-tal lidbedrijven relevante informatie over trends, nieuwe materialen, sociologische evolu-ties aanreikt. Er was ook de opgemerkte aanwezigheid op Clas-sicA in Kortrijk.

Hoopgevend is ook de grotere samenwerking tussen de bedrijven.

Vandaar dat Fedustria de traditie in ere houdt om éénmaal per jaar alle bedrijven uit de groep “Tapijt en Interieurtextiel” samen te brengen: in 2009 was dat op 8 oktober in het Domein Maelste-de, waar naast minister Vincent Van Quickenborne VBO-topman Rudi Thomaes en een 240-tal leden werden verwelkomd.

Sputterende consumptiemotor rem op onze levensnood-zakelijke export!

Interieurtextiel is van oudsher sterk exportgericht, weliswaar met een niet te onderschatten belang van de direct omringende buur-landen zoals Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk. De negatieve valutaverhouding van de dollar en van het Britse pond t.o.v. de euro wogen zwaar door, maar de stabiele (relatief lage) grondstofprijzen gaven daarentegen wat ademruimte. In deze context verliepen de voorjaarsbeurzen van 2009, nl. Heimtextil in Frankfurt en Domotex in Hannover, in een zeer afwachtende sfeer. Grote onzekerheid en sterke prijsdruk ook al omdat buiten-landse concurrenten (zoals Italië en Turkije) het zo mogelijk nog moeilijker hadden en producten tegen regelrechte paniekprijzen op de markt gooiden. De vakbeurs Intirio (1-4/2/2009) in Gent bleek een positieve uitzondering.

© Twenthe Group

De productgroep ”Interieurtextiel“ omvat tapijt (geweven, tuft, naaldvilt, badsets…), meubelstof-fen (plat, fl uweel, uni, jacquard, bedrukt…), de-coratiestoff en (overgordijnen, wandbekleding…), huishoudlinnen (keuken-, tafel-, bed- en badlin-nen), matrasbekledingsstoff en, passementerie…

© Lampe Bioticking

33


Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde Fedustria op zowel Heim-textil (Frankfurt, 14-17/1/2009) als Domotex (Hannover, 17-20/1/2009) opnieuw een aantal groepsstanden. In totaal namen hieraan 17 lidbedrijven deel.

De achtste editie van London Fabric (London, 26-28/2/2008) liet veronderstellen dat dit een nieuwe start voor de London Fabric beurs (zitmeubelstoff en) zou betekenen. Omwille van de desas-treuze terugval van de Britse economie en van de locale con-sumptie haakten tal van vroegere internationale exposanten af, waardoor de Britse Meubelfederatie – organisator van London Fabric – besliste om deze beurs niet verder te organiseren. Dit was buiten de Belgische exposanten gerekend die allen overtuigd wa-ren dat wegblijven van deze zeer belangrijke afzetmarkt niet de juiste oplossing kon zijn. Samen met onze bevoorrechte partner Flanders Investment and Trade (FIT) en samen met Britse partners organiseerden we zelf op 9 en 10 maart 2009 in de prestigieuze Anglo-Belgian Club in London een tweedaags trefmoment. Dit event werd een regelrecht succes en wordt in 2010 herhaald.

In nauwe samenwerking met FIT was Fedustria opnieuw me-deorganisator van de collectieve standen op Domotex asia/Chinafl oor (Shanghai, 24-26/3/2009) en Domotex Middle East (Dubai, 17-19/5/2009). Het Belgisch paviljoen in Shanghai dat reeds aan zijn tiende uitgave toe was, telde 13 exposanten op een netto oppervlakte van 322 m2 (19 deelnemers op 569 m2 in 2008). Deze terugval was volledig toe te schrijven aan de desastreuze

economische toestand en de crisis in de tapijtbranche.

Domotex in Dubai was aan zijn vierde editie toe en zo mogelijk nog kalmer. Deze beurs is er tot op heden nog steeds niet echt in geslaagd om een duidelijk internationaal profi el uit te bouwen. Deze manifestatie wordt algemeen als te kalm bestempeld, het-geen deels te verklaren is door de snel duurder wordende levens-omstandigheden en vertragende consumptie in de Golf-regio. Met een dure euro is tevens de concurrentie met de Turkse en Ara-bische aanbieders haast onmogelijk geworden.

De eerste editie van MoOD 2009 (Brussels Expo, 8-11/9/2009) was een meer dan waardige opvolger voor Decosit Brussels. Na 30 jaar werd beslist om de beurs Decosit van naam te wijzigen in MoOD: Meet only Original Designs. Daarmee wordt nogmaals benadrukt dat deze topbeurs voor zetel-, raam- en wandbekle-ding enkel exposanten aanvaardt die zelf 100 % eigenaar zijn van de tentoongestelde collecties. Alhoewel de moeilijke economische context ook hier niet te ontkennen viel (een kleine 100 minder ex-posanten en ook duidelijk minder bezoekers) was de editie 2009 beslist verre van slecht. Ook een speciaal woord van lof voor het project “Flemish Masters” o.l.v. de heer Axel Enthoven en met medewerking van de bedrijven Beaulieu Fabrics, Recor, Jaga, Ne-len & Delbeke, Veldeman Bedding, ITM International, De Sadeleer & Van Wilder, Deknudt Decora, Microfi bres Europe, Deltracon en Weverij Van Neder.

Aantal bedrijven of bedrijfsafdelingen 180

Aantal werknemers 12.500

Omzet (in miljoen euro) 2.150

Exportquote 94 %

Evolutie van de activiteit in 2009 (in volume) -20 %

Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector 42 %

34


Technisch textiel

Wat is technisch textiel?

Vaak wordt de vraag gesteld: wat is technisch textiel nu eigenlijk? Er zijn verschillende defi nities gangbaar. Een eerste werkt met “uit-sluiting”: al wat niet voor de mode bestemd is (kleding) of voor de interieurdecoratie (interieurtextiel) is technisch textiel. Maar dat zegt nog niets over wat het eigenlijk wél is. Een gangbare defi ni-tie is dat het gaat om textielproducten met minstens één of liefst meerdere technische specifi caties of functionaliteiten. M.a.w. het technisch textiel moet een aantal technische performanties kun-nen waarmaken. Dat is natuurlijk wel juist, maar is eigenlijk mis-schien een toch wat te technische benadering. Een andere, allicht meer gepaste defi nitie van technisch textiel is dat het textielpro-ducten zijn die een oplossing bieden voor een technische uitda-ging. En die uitdaging vinden we veelvuldig in de samenleving: betere bescherming, meer gezondheid, een grotere veiligheid… Vandaar dat we vele technische textielproducten vinden in heel wat uiteenlopende toepassingssegmenten zoals de bescherming van landbouwgewassen, geotextiel voor onder de autosnelwe-gen, versterking van dijken, afdeklagen voor afvalstorten… ook beschermkledij voor personen die in specifi eke omstandigheden moeten werken, airbags en veiligheidsgordels voor de veiligheid van chauff eurs en passagiers, medisch textiel voor de gezondheid van patiënten en bescherming van medisch personeel, sport-textiel zoals kunstgras voor voetbalvelden om sportprestaties te kunnen verhogen…

Omdat er steeds nieuwe toepassingen kunnen worden gevonden is de lijst van technische textielproducten nog niet “af”. Samen met Messe Frankfurt, die om de twee jaar de wereldbeurs Tech-textil organiseert, werden grote productgroepen voor technisch textiel gemaakt waarvan u de indeling hierboven kan lezen.

Agrotech*Textiel voor landbouw, tuinbouw en visvangst o.a. grondbedekkingsdoek, beschermdoek voor serres, visserijgarens…

Buildtech*Textiel voor de bouw en lichte constructies o.a. isolatiematerialen, zonnewering, roofi ngtextiel…

Geotech*Geotextiel o.a. doek voor water-, wegen- en bodemwerken, afdichtingsdoek, waterfi lterdoek…

Indutech*Textiel voor industriële toepassingen o.a. transportbanden, afdichtingskoorden voor tunnelovenwagens (steenbakkerijen), wolvilt voor bv. drukpersen…

Medtech*Medisch textiel o.a. hydrofi el verbandgaas, steunverbanden, hospitaallinnen, luiers (baby’s, incontinentie), therapeutische elastische kousen…

Technisch textiel blijft een groeisegment

Precies omdat zoveel nieuwe toepassingen mogelijk zijn is tech-nisch textiel een groeisegment binnen de textielindustrie. De trendmatige groei ligt in de buurt van de +3 % per jaar. 2009 was evenwel een crisisjaar, ook voor het technisch textiel. Zonder dat we reeds defi nitieve cijfers hebben, zal de sector hooguit een sta-tus quo hebben kunnen bereiken. Een aantal technische textiel-producten zijn toelevering aan sectoren die zwaar te lijden heb-ben onder de huidige economische crisis, zoals de auto- en trans-portsector, de bouwsector en andere industriële toepassingen.

Clustervorming als strategie

Wie zegt “technische specifi caties” zegt ook onderzoek en inno-vatie. Dit zijn zeker sleutelbegrippen in elk bedrijf dat zich specia-liseert in technisch textiel. Maar de meeste bedrijven zijn hetzij te klein, hetzij beperkt in kennis en uitrusting om alle O&O en inno-vatie alleen te doen. Vandaar dat op het vlak van innovatie wordt samengewerkt met universiteiten en hogescholen, collectieve onderzoekscentra zoals Centexbel, toeleveranciers… Samenwer-king of clustervorming is bijgevolg ook een fundamentele pijler voor het succes van bedrijven die actief zijn in het technisch tex-tiel.

Om tot nieuwe samenwerkingsverbanden en/of ontwikkelin-gen te komen met andere bedrijven is het noodzakelijk dat de bedrijven elkaar beter leren kennen op vlak van hun activiteiten en indien gewenst technologieën. Daarom organiseert Fedustria een tweemaandelijkse meeting onder haar leden van technisch textiel om ze zo de kans te geven aan networking te doen. Voor het eerst sinds jaren hebben verschillende bedrijven hun deuren opengezet voor collega’s door deze meetings te laten doorgaan

1.

2.

4.

5.

3.

© Bonar Technical Fabrics

35


in hun bedrijf. Zo krijgt eenieder een beter zicht op de productie-technieken, productiecapaciteiten en bestaande technologieën. Deze bedrijfsbezoeken leiden ertoe dat er tussen de verschillende bedrijven nieuwe synergieën ontstaan. Samenwerking stimuleert immers innovatie en innovatie leidt naar nieuwe producten en/of markten.

Exportpromotie via beurzen

Colloquium IFAI, 2-3 april 2009, Brussel, België

IFAI (International Fabrics Association International, USA) orga-niseerde i.s.m. Fedustria het symposium “Advanced Textiles 2009”. Verscheidene Belgische bedrijven namen hieraan deel om zo op

zoek te gaan naar nieuwe uitdagingen in alle toepassingsgebie-den van technisch textiel.

Techtextil Frankfurt, 16-18 juni 2009, Frankfurt, Duitsland

Zoals de traditie het wil, werd op de belangrijkste beurs voor technisch textiel, met name Techtextil Frankfurt, een Belgisch pa-viljoen ingericht. Een tiental bedrijven hebben hieraan deelgeno-men en talrijke individuele deelnames, los van het paviljoen. Deze beurs is voor de bedrijven dé beste beurs in de reeks. Mede dankzij de steun van Flanders Investment and Trade (FIT) werd er voor de eerste keer, met groot succes, een networking event in de lounge van de groepsstand georganiseerd.

Mobiltech*Textiel voor voertuigen o.a. autogordels, weefsels voor airbags, binnenbekleding van auto’s, weefsels voor autobanden, tapijt voor autobussen, vliegtuigen en schepen…

Packtech*Textiel voor transport en verpakking o.a. canvas/dekzeil (bache), postzakken/zakken voor linnengoed/geldzakken, cargo- en contai-nernetten…

Protech*Textiel voor bescherming en veiligheid o.a. brandwerende materialen, waterdichte weefsels, NBC-beschermend textiel…

Sporttech*Textiel voor sporttoepassingen o.a. kunstgras, doek voor parachutes en/of luchtballons, weefsels voor sporttassen, rugzakken…

Aantal bedrijven of bedrijfsafdelingen 130

Aantal werknemers 8.250


Exportquote 70 %

Evolutie van de activiteit in 2009 (in volume) -3 %

Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector 36 %

6.

7.

8.

9.

1. - 2. © Beaulieu Technical Fabrics3. © De Saedeleir4. © Keramab

5. © Stock.xchng6. - 7. - 8. © Sioen Industries9. © Desso Sports Systems*copyright Messe Frankfurt

36


Kledingtextiel

2009: annus horribilis, doch tekenen van hoop

De beschikbare cijfers over de breigoedsector wijzen op een productiedaling van zowat 20 %, doch een meer uitgesproken terugval van circa één derde in de leveringen. Door stijgende grondstoff enprijzen en een doorgedreven trend naar meer toe-gevoegde waarde, valt de omzetdaling in waarde enigszins lager uit. Ondanks de gevoelige verbetering in het vierde kwartaal 2009 valt de bedrijvigheid nog altijd fors lager uit dan in 2007.

In de kledingweverij stellen wij een productiedaling vast van afgerond 30 %, met een terugval onder het gemiddelde voor de katoenweverij en erboven voor de fi lamentweverij (synthetische stoff en). Belangrijk is evenwel dat de krimp in de leveringen min-der uitgesproken is, nl. -23 %. Dit impliceert dat de weefselvoor-raden fors werden afgebouwd, vooral bij de synthetische stoff en. Eenzelfde uitgesproken dalende voorraadtrend stellen wij overi-gens ook vast in de Europese kwaliteitsdenimsector: -30 %. Ook in de weverij werden in het vierde kwartaal 2009 hier en daar de eerste tekenen van beterschap van het orderboek vastgesteld.Opvallend is de relatief betere prestatie van de vlasweverij, waar de productie met zo’n 10 % kromp en de leveringen met een kleine 20 %. Dit houdt ongetwijfeld verband met de groeiende diversifi -catie naar andere afzetsegmenten dan kledingtextiel.

Algemeen was er het voorbije jaar een lichte prijsdruk à rato van 2 %, terwijl tegelijk een aantal grondstoff enprijzen zoals polyester en katoen opnieuw sterk in de lift zaten.

De Europese branches

In 2008 werd Aiuff ass, de Europese fi lamentorganisatie met secretariaat bij Fedustria, geconfronteerd met een verzoek tot vrijstelling van de lopende antidumpingrechten op afgewerkt polyesterdoek uit China. Dit leidde tot een tegendossier en een EU-onderzoek, dat evenwel zonder gevolgen werd afgesloten. Dit betekent dat de lopende rechten nog minstens tot midden sep-tember 2010 onverminderd van kracht blijven.Aiuff ass sprong verder o.a. kordaat in de bres om het vrijhandels-akkoord met Zuid-Korea bij te sturen. Na hard lobbywerk konden

de voorziene invoerquota, die van afwijkende (lees: soepelere) oorsprongsregels kunnen genieten, drastisch worden geredu-ceerd.

CELC, de Europese vlasfederatie, zet alles op alles om het imago van vlas te herstellen en terug omhoog te klimmen in de con-sumptiepiramide. De vlassector heeft er alle belang bij dat de spin- en weefactiviteit in Europa behouden blijft omwille van de aansturing op het vlak van creativiteit en innovatie.Er wordt tevens gerekend op een hefboomeff ect, waarbij de pro-motie van de nieuwe technische toepassingen afstraalt op de meer traditionele textieltoepassingen zoals kleding.

De focus van Eurocoton, de Europese katoenbranche, lag in 2009 traditiegetrouw op het handelspolitieke vlak, meer bepaald: de uitbouw en onderbouw van de Paneuromed-zone, de oor-sprongsregels waaronder het oneigenlijke gebruik van bedruk-king in de zelfkant, het Chinese subsidiedossier bij de WTO, de verdediging van de handelsdefensieve instrumenten zoals anti-dumping, en de actie tegen potentiële en eff ectieve handelsbe-lemmeringen binnen de douane-unie EU-Turkije.

MoTIV

Het Mode Technologisch Innovatieplatform Vlaanderen (MoTIV) bundelt de expertise van alle partners uit de kledingtextielkolom (Creamoda, Fedustria, Centexbel, Federatie van de Belgische Tex-tielverzorging, Hogeschool Gent, SYNTRA, EROV, IVOC, Devan Chemicals) ten gunste van de industrie. Dankzij de actieve inzet van al deze schakels ontstaat er een uitwisseling van knowhow, een kruisbestuiving. Ieder jaar wordt een event georganiseerd

© Sawy

De productgroep “Kledingtextiel” omvat weefsels en gebreide stoff en voor sportkleding, vrijetijdskle-ding, regenkleding, nachtkleding, werkkledij, on-dergoed, fashion wear, voeringen en afgewerkte breigoedproducten zoals baby- en kinderkleding, joggings, pulls en andere bovenkleding, beenbe-kleding en T-shirts.

© Cette

© Libeco Home

37


rond een bepaald thema. In 2009 kreeg het initiatief de titel mee “Een zonnige blik op innovatie”. Diverse bedrijven uit de textiel-keten getuigden hoe zij succesvol omgaan met het thema inno-vatie.

Horizonverkenning Kledingtextiel i.s.m. Centexbel

Tijdens de Horizonverkenning Kledingtextiel wordt er telkens in-gegaan op een aantal actuele thema’s. Zo worden bv. product-innovatie, nieuwe toepassingen, onderzoeksthema’s, technolo-gische ontwikkelingen, normen… in detail besproken. Fedustria zorgt telkens voor een kritische blik op actuele evoluties. Begin 2009 werd toegelicht wat de invloed van de fi nancieel/economi-sche crisis kon zijn op de maatschappij en haar koopgedrag, o.a. van kledij.

Overheidsopdrachten: duurzaamheidscriteria

In 2009 hebben zowel de federale als de regionale overheden resoluut besloten om op relatief korte termijn hun aankopen te verduurzamen. Daartoe worden gunnings- en/of selectiecriteria uitgewerkt om het duurzame karakter van producten te defi nië-ren. Fedustria heeft zich geëngageerd om actief mee te werken aan het stakeholdersoverleg ter voorbereiding van die verduurza-

ming. Wij willen onze sectorkennis inzetten om op een realistische manier de 3 elementen uit de defi nitie van duurzaamheid (eco-nomie – ecologie – sociaal) te integreren in overheidsopdrachten. Zo kan de overheid komen tot duurzame producten, waarbij niet alleen de prijs een doorslaggevende rol speelt, maar ook diverse, welomlijnde duurzaamheidscriteria die een voldoende breed draagvlak hebben en aldus een gelijk speelveld voor iedere deel-nemer garanderen.

Comfortex

Niches zoals werkkledij, beschermkledij en sportkledij zijn groei-ende markten, hetgeen o.a. het gevolg is van diverse sociaal-economische, wettelijke en technische vereisten. Bij het ontwik-kelingsproces van kleding moet veel aandacht besteed worden aan de materialen. Maar ook confectietechnische componenten zoals model, pasvorm, maatvoering en assemblagetechniek zijn essentieel voor het comfortgedrag en de ergonomie van het eind-product. Bovendien is ook het onderhoud van het kledingstuk belangrijk. Het project “Comfortex” (Hogeschool Gent i.s.m. Cen-texbel), zal het begrip comfort voor het eerst op een wetenschap-pelijke manier in kaart brengen. Fedustria maakt deel uit van de stuurgroep.

Weverij BreierijAantal bedrijven 14 47Aantal werknemers 1.800 900Productie (in ton) 14.200 5.400Omzet (in miljoen euro) 250 145Exportquote 90 % 40 %Evolutie van de activiteit in 2009 (in volume) -30 % -20 %Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector voor weverij + breierij

15 %

38


Veredeling

Zonder textielveredeling, geen kleur en comfort in het le-ven!

De (loon)veredelingsbedrijven hebben een enigszins unieke positie in de textielsector. In tegenstelling tot weverijen, spinne-rijen… hebben deze bedrijven geen eigen textielproductie maar vervullen ze een onmisbare dienstverlenende functie voor de tex-tielbedrijven. Via allerhande veredelingsprocessen geven ze een belangrijke meerwaarde aan de textielproducten zoals water- en vuilafstotende eigenschappen, modieuze kleuren en eigentijdse dessins, functionele coatings…Textielveredeling is dan ook een onontbeerlijke schakel in het textielproces. De aanwezigheid van veredelingsbedrijven in de onmiddellijke omgeving van de textielbedrijven is een belangrijke troef voor de Belgische textielindustrie. Hierdoor kunnen deze tex-tielbedrijven heel snel inspelen op de nieuwe ontwikkelingen en tendensen in de markt.

De veredelingssector had sterk te leiden onder de econo-mische crisis

Het unieke karakter van de loonveredelingsbedrijven maakt hen ook extra kwetsbaar in moeilijke marktomstandigheden. Loon-veredelingsbedrijven zijn namelijk quasi volledig afhankelijk van de activiteitsgraad van andere textielproductiebedrijven. Vermits de economische crisis de meeste textielbedrijven zwaar getroff en heeft, werden de loonveredelingsbedrijven dan ook geconfron-

teerd met een ongeziene terugval in hun productievolume.

Veredelingsbedrijven gaan gebukt onder milieu- en ener-giekosten

Textielveredelingsbedrijven zijn uit hun aard energie- en waterin-tensief. Diverse initiatieven om allerhande meerkosten te verreke-nen via de energie- en waterprijs treff en de veredelingsbedrijven dan ook bijzonder hard.De sterke stijging van de federale bijdrage op elektriciteit in 2010 alsook de extra bijdrage voor de fi nanciering van de windmolen-parken leiden dan ook tot een niet onbelangrijke verhoging van de energiekost voor de veredelingsbedrijven. Als binnenkort bij-komende windmolenparken op zee in gebruik worden genomen, dreigen de meerkosten op de elektriciteitsprijs daarenboven te exploderen.Ook de gemeentelijke saneringsbijdrage in Vlaanderen voor het afvoeren van afvalwater via de gemeentelijke riolering is voor de veredelingsbedrijven een loodzware kost geworden. In de meeste gevallen wordt deze gemeentelijke saneringsbijdrage bepaald in functie van het volume afvalwater dat wordt geloosd (en in be-paalde gevallen op de waterinput!). Voor de veredelingsbedrijven betekent dit dan ook een substantiële meerkost. Deze meerkosten hypothekeren in deze economisch moeilijke tij-den in belangrijke mate de rentabiliteit van de veredelingsbedrij-ven met alle gevolgen van dien…

© Sawy

De productgroep ”Veredeling“• wast, bleekt, verft, bedrukt en coat diverse tex-

tielartikels (garens, weefsels, tapijt, breigoed, non-wovens, geconfectioneerde artikelen…);

• maakt ze vuilafstotend, krimpvrij, brandver-tragend… en brengt ”coatings“ aan;

• omvat zowel loonveredeling (dienstverlening aan derden) als geïntegreerde veredeling (die werkt voor de eigen textielactiviteiten van de onderneming).

Aantal bedrijven (*) 61 (22 loon en 39 geïntegreerd)Aantal werknemers 2.950 (1.750 loon en 1.200 geïntegreerd)Productie (veredeld volume in ton-loonveredeling) 65.000Omzet (in miljoen euro) 106Exportquote 25 %Evolutie van de activiteit in 2009 (in volume) -25 %Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector

5 %

(*) alleen bedrijven met 10 of meer werknemers

© Gamma Holding

© Sioen Industries

39


Katoentype spinnerij: activiteit implodeert verder

Eind 2008 – begin 2009 sloten 2 geïntegreerde katoentype spin-nerijen defi nitief de deuren. Dit verklaart grotendeels de aanhou-dend hoge productiekrimp van ruim 30 % in 2009. De overblij-vende spinners moesten zowat 20 % inleveren.De totale Belgische garenproductie werd aldus op twee jaar tijd ruim gehalveerd van nog 32.000 ton in 2007 naar zowat 15.500 ton in 2009. De slinkende Europese textielmarkt, waar de Belgi-sche katoenspinnerij haar garens slijt, is de belangrijkste verkla-rende factor. Begin 2010 volgde een verdere afslanking.Katoen bleef ook in 2009 de belangrijkste vezel. Dat katoen komt vooral uit de voormalige Sovjetlanden, Afrika (o.a. Fair Trade ka-toen), de USA en Syrië. Dit laatste land is na India en Turkije de be-langrijkste producent van biologisch katoen, hetgeen zijn opmars verklaart. De bruto katoenprijs steeg het voorbije jaar met bijna 40 % in USD en 25 % in euro. In lijn met de slabakkende textiel-bedrijvigheid liep de EU-invoer van katoentype garens met ruim 20 % terug.

Vlasspinnerij: innovatie en duurzame ontwikkeling cen-traal

2009 was ook voor de Belgische vlasspinnerij een uiterst moeilijk jaar met een terugval in productie van bijna 20 %, doch slechts -14 % qua uitleveringen.Desondanks blijft de sector hoopvol. Vlas beantwoordt immers uitstekend aan de duurzaamheidsverwachtingen van de markt, met de nadruk op ecologie, hernieuwbaarheid, biodegradeer-baarheid en recycleerbaarheid. Vlas in composieten is een sec-

tor met toekomst. Door de Europese spinners werden nieuwe productieprocédés ontwikkeld, waardoor zij aan de modebran-che ultrafi jne producten kunnen aanbieden voor breigoed, een marktsegment in volle ontwikkeling. Feit is dat de Belgische pro-ductie en leveringen sinds september 2009 jaar-op-jaar opnieuw aan het stijgen zijn en heel fors zelfs! De prijs voor dauwroot ge-zwingeld vlas staat op een historisch minimum van 1 euro per kg, lager dan bruto katoen.

Wolspinnerij: interieurtextiel weegt op de sector

De krimpende woningmarkt in de Angelsaksische landen, met im-pact op het Belgische interieurtextiel in het algemeen en de tapijt-sector in het bijzonder, in combinatie met het zwakke Britse pond, veroorzaakten een forse aderlating in de Belgische wolspinnerij. De bedrijvigheid liep in 2009 met zowat 30 % terug. Vooral de sub-sector van de kaardwolgarens incasseerde rake klappen: -40 %.Tegenover een mindere vraag en dus een zekere prijsdruk stond tegelijk een prijsexplosie van de bruto wolprijs. Deze steeg het voorbije jaar met ruim 50 % in USD en 40 % in euro, als gevolg van het krappe wolaanbod. In crisistijden zijn dergelijke prijsver-hogingen evenwel niet door te rekenen aan de klanten.Desondanks blijft ook hier de sector niet bij de pakken zitten, ge-tuige de relance van het Woolmark, het internationaal jaar van de natuurlijke vezels in 2009 en het verder inspelen op de “ver-groening” van onze samenleving.

De productgroep ”Spinnerij en Voorbereiding“ om-vat de voorbereiding en de productie van fi lament (uit polyester PES en polyamide PA), vezels van polyamide PA, polyester PES, polypropyleen PP…, garens (zuiver en gemengd) van katoen, wol, vlas enz.

Spinnerij en voorbereiding

© Denderland Martin

© Decca

Katoentype Vlastype Woltype

Aantal bedrijven 3 3 7Aantal werknemers 400 80 600Productie (in ton) 15.500 1.810 10.150Omzet (in miljoen euro) 30 8,9 70 (*)Exportquote 40 % 74 % 65 %Evolutie van de activiteit in 2009 (in volume) -31 % -19 % -30 %Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector

1 % … 1 %

(*) uitsluitend levering aan derden

40

Meubel

Naar aanleiding van de Meubelbeurs Brussel, die plaatsvond van 1 tot en met 4 november 2009, maakte Fedustria de balans op van de economische toestand in de Belgische meubelindustrie onder de noemer “ Belgische meubelindustrie hoopt op consumptiege-dreven relance”.

Vorig jaar behaalde de Belgische meubelindustrie een omzet van bijna 2,6 miljard euro. Sinds het najaar van 2008 ontsnapt de sector niet aan de gevolgen van de wereldwijde fi nancieel-eco-nomische crisis. Vorig jaar lag de omzet 13,2 % onder het niveau van 2008. De omzet op de Belgische markt daalde hierbij minder sterk (-11,2 %) dan de omzet op de buitenlandse markt (-17,4 %). Deze offi ciële cijfers zijn bovendien in negatieve zin vertekend door de toelevering van autozetels aan de automobielnijverheid. Wanneer we hiervan abstractie maken, houden we nog een om-zetdaling over van ca. 10 %, die beter aansluit bij het gevoel dat in de sector leeft.

Gelet op de moeilijke economische conjunctuur is het niet verwon-derlijk dat de investeringen enigszins werden teruggeschroefd. Vorig jaar investeerde de Belgische meubelindustrie 3,4 % minder dan in 2008. Het is evenwel opmerkelijk dat de investeringen be-duidend minder sterk dalen dan de omzet.

Het uitbreken van de fi nanciële crisis heeft gezorgd voor een scherpe daling van het Belgische consumentenvertrouwen vanaf oktober 2008. Deze indicator bereikte een dieptepunt in fe-bruari 2009 (-27) en is sindsdien bezig aan een duidelijke herstel-beweging. In september 2009 bedroeg het consumentenvertrou-wen -10, dit is ongeveer hetzelfde niveau als voor het uitbreken van de fi nanciële crisis. Dit consumentenvertrouwen is essentieel voor de consumptie zelf.

De meubelsector blijft vooralsnog gespaard van grote bedrijfs-sluitingen of herstructureringen. De Belgische meubelindustrie heeft een aantal economisch betere jaren (2004-2007) achter de rug. Hierdoor zijn heel wat bedrijven bij het uitbreken van de crisis vertrokken vanuit een versterkte positie. Bovendien beschik-ken Belgische bedrijven over het instrument van de economische werkloosheid om tijdelijke problemen te overbruggen. Indien de economische heropleving er relatief snel zou komen, kan de

Belgische meubelindustrie deze crisis hopelijk zonder al te grote gevolgen doorstaan.

Volgens het Planbureau zou de Belgische economie vorig jaar met 3 % gekrompen zijn. In 2010 zou de economische groei on-dersteund worden door de binnenlandse vraag, met name de particuliere consumptie en de investeringen van ondernemingen en overheid. Dit zou resulteren in een groei van 1,4 % in 2010 en 1,7 % in 2011.

De Belgische meubelindustrie hoopt dat de verwachte vraag-gedreven relance er zo snel mogelijk komt. De sector vraagt dan ook aan de regering om een beleid te voeren dat gericht is op het herstel van het consumentenvertrouwen enerzijds en de vrijwa-ring van de concurrentiekracht van de Belgische ondernemingen anderzijds.

De werking van de groep “Meubel & zitmeubel”

In 2009 kwam het Gemeenschappelijk Uitvoerend Bureau (GUB), dat binnen Fedustria de belangen van de Belgische producenten van meubelen, zitmeubelen en slaapcomfort vertegenwoordigt,


De “Meubelindustrie” omvat naast de meubelen (eetkamers, slaapkamers, keukens, bureaumeube-len…) en zitmeubelen (salons, zetels, stoelen…) ook de matrassen en bedbodems.

© Indera

41


vier keer samen onder het voorzitterschap van Peter De Meyer (LS Bedding). Tijdens deze bijeenkomsten werd o.m. de collectieve werking van Fedustria inzake innovatie (Optimo, zie hoofdstuk economie), export (BelgoFurn, zie verder) en e-business bespro-ken. Daarnaast stonden volgende thema’s op de agenda:

• de economische toestand in de Belgische meubelindustrie;

• de wijzigingen in het economisch ondersteuningsbeleid in Vlaanderen;

• productinformatie: voorstel tot creatie van een verplicht Euro-pees systeem van etikettering voor meubelen;

• de krediettoeslag van Euretco;

• de voorbereiding van het overleg met Navem over moge-lijke sectorspecifi eke relancemaatregelen voor de meubel-branche;

• de actie in samenwerking met Cocoon ter promotie van het Belgisch meubel;

• duurzame overheidsaankopen;

• Belgacap;

• de sectorale cao-onderhandelingen voor het paritair comité hout & meubel;

• de tweede pensioenpijler voor de arbeiders van de houten meubelindustrie;

• economische werkloosheid voor bedienden;

• evolutie van de automatische loonindexering;

• de Vlaamse rondetafelconferentie voor de textiel-, houten meubelindustrie;

• gemeenschappelijke garantiebepalingen;

• Reach;

• het prioriteitenprogramma van Fedustria voor 2010;

• …

BelgoFurn, een kwaliteitslabel bij de buitenlandse meu-beldistributie

BelgoFurn (Belgian Furniture Export Association, zie ook www.belgofurn.com) is de exportpromotiecel voor de groepen meubel, zitmeubel en matrassen. De doelgroep die wordt bewerkt, is de buitenlandse meubeldistributie. Dit zijn zowel individuele meu-

© Emilie Bonjé - Sicame Offi ce

MeubelJaarverslag Fedustria 2009 - 2010

42

beldetaillisten, aankoopgroeperingen, fi liaalbedrijven als mega-stores, kortom de klanten van onze leden-fabrikanten. BelgoFurn stelt daartoe jaarlijks een actieprogramma op om de exportpo-sitie in onze buurlanden te bestendigen en om een sectorale ex-portstrategie voor verre en nieuwe afzetmarkten uit te stippelen. De acties van BelgoFurn staan open voor alle bedrijven die, via een afzonderlijke ledenbijdrage, lid zijn van deze dynamische ex-portclub. Met een tiental acties was het moeilijke jaar 2009 toch een intensief jaar wat de exportpromotie betreft.

De buitenlandse meubelhandel werd via publicaties en export-brochures op de hoogte gebracht van de nieuwste tendensen in ons exportaanbod. Er werd een representatief, 64 pagina’s tel-lend, exportrepertorium samengesteld, waarin quasi het vol-ledige exportaanbod van de Belgische meubelindustrie op een attractieve wijze werd gepresenteerd. Dit document werd voor-eerst als bijzondere inlassing in het Vakblad Meubel opgenomen en verspreid naar de distributie in Nederland. Daarnaast werd ten behoeve van de internationale promotie van hetzelfde document een Engelstalige versie gepubliceerd.

Aangezien de collecties die in Duitsland worden verkocht vaak verschillen van de overige markten werd er i.s.m. het Duitse Vak-blad Möbelmarkt eveneens een specifi ek exportrepertorium sa-mengesteld voor Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland.

Ook buitenlandse prospectiereizen staan jaarlijks op het actie-programma van BelgoFurn. Om de kennis van de distributie in Frankrijk nog te verfi jnen en om er de exportkansen te vergro-ten, namen een vijftiental leden deel aan de prospectiereis naar de Franse aankoopgroeperingen.

Ook markten waar we vroeger zeer actief waren werden via een nieuwe studiereis opnieuw onder ogen genomen, nl. Rusland. In november vond in Moskou de beurs Mebel plaats. Dit is de belangrijkste beurs in de Russische Federatie. Een reden voor BelgoFurn om met enkele leden naar Moskou te trekken. Naast de beurs werden tijdens deze korte reis eveneens een aantal meu-belwinkels bezocht. Hoofddoel hierbij was bepalen of het zinvol is om onze exportinspanningen op de Russische markt nieuw le-ven in te blazen. Want handel drijven met Rusland is niet zo voor de hand liggend, zeker nu niet in deze zware crisisperiode. Na

grondig overleg werd voorgesteld dat BelgoFurn een diepgaande prospectiereis zou organiseren in 2010. Wordt dus vervolgd.

In maart 2009 werd voor de negende maal een oriëntatiereis naar Azië georganiseerd. Het werd een zeer druk programma met be-zoek aan de meubelbeurzen van Singapore, Jakarta, Bangkok, Houjie, Ghuangzhou en Shenzhen. Tevens werden productie-een-heden van BelgoFurn-leden bezocht in Indonesië (teakverwer-king) en in Dongguan (zitmeubelen).

In Frankrijk werd er, telkens in samenwerking met FIT, collectief deelgenomen aan de meubelbeurzen van Parijs en Reims. Telkens namen er ongeveer een tiental leden deel. In 2009 vond de beurs van Parijs voor de tweede en laatste maal plaats in Le Bourget. Via de groepsdeelname in Reims beoogde BelgoFurn de lacune aan hedendaagse meubelen in het Franse aanbod in te vullen om aldus het enorme potentieel dat ons land biedt in het moderne marktsegment een grotere ingang te doen vinden bij de Franse meubeldistributie.

Via een gemeenschappelijke actie BelgoFurn – Meubelbeurs

© Ilwa


43

Brussel werden in november 2009 een zevenhonderdtal belang-rijke buitenlandse inkopers naar de Heizelpaleizen gebracht. Bij deze actie werd vooral aandacht geschonken aan het kwalita-tieve aspect van de genodigden: er werd in de eerste plaats naar gestreefd om de omzetdragers van onze industrie naar Brussel uit te nodigen. Er viel vooral een stijgende aanwezigheid op van de handel uit Frankrijk. Naast inkopers uit de omliggende markten werden ook belangrijke klanten uit verdere landen uitgenodigd, zoals Zwitserland en Noorwegen.

Aantal ondernemingen (*) 1.080

Aantal werknemers (*) 13.834


Exportaandeel 57,2 %

Evolutie omzet -13,2 %

Aandeel in de totale omzet van de Belgische houten meubelsector 51,2% (*) 2008

Tenslotte besteedt BelgoFurn er veel energie aan om de collecties van onze industrie via talrijke bijdragen in de buitenlandse vak-pers onder de aandacht te brengen van de buitenlandse distri-butie. Zo verschenen er regelmatig artikelreeksen in het Vakblad Meubel in Nederland, le Courrier du Meuble et de l’Habitat in Frankrijk en in Möbelmarkt in Duitsland.

© Evan

© Axel Enthoven - Dedecker

44


Houten plaatmateriaal

Ook de sector van het houten plaatmateriaal ontsnapte niet aan de gevolgen van de economische crisis. Op jaarbasis was er een terugval van -19,4 % in omzet. In het begin van 2009 bleek im-mers dat de toelevering naar andere bedrijfssectoren, zoals bouw en meubel, volledig stokte. Daarbovenop daalde ook de eigen verwerking van platen, aangezien de consumptie van eindpro-ducten, zoals bv. laminaatvloeren, eveneens afnam. De “verdere” export had dan weer te lijden onder de ongunstige koersontwik-kelingen van de USD. Gelukkig werd tegen het einde van het jaar een fi kse verbetering vastgesteld.

Hout is onze grondstof

De terugval van de “reële” economie had dan weer weinig eff ect op de bedrijfsomstandigheden, wel integendeel. Het lijkt alsof, wellicht door toevalligheden, een heleboel bijkomende proble-men opdaagden voor de producenten. In eerste instantie gaat het hier om de snel toenemende concurrentie met de energiesec-tor voor de houtaankoop. Naast de groei van de productie van “groene” elektriciteit, moet nu ook rekening worden gehouden met nieuwe overheidsinitiatieven om de productie van “groene” warmte te stimuleren.

Fedustria stelde dan ook alles in het werk om te vermijden dat de oneerlijke concurrentie tussen “gesubsidieerde” energiepro-ductie op basis van biomassa/hout en de productie van houten producten de facto zou leiden tot het wegvallen van het gebruik van hout als grondstof. Hiervoor werd op alle niveaus tussenge-komen, zowel bij de betrokken administraties, zoals de verschil-lende energieregulatoren en -agentschappen, als bij de politieke

overheden. Aangezien deze discussie “globaal” is geworden, omdat alle landen en regio’s zich op de piste van de “hernieuw-bare” energie storten, betekende dit dat Fedustria ook Europees en internationaal moest lobbyen. Stilaan groeit echter op alle ni-veaus consensus rond de “cascade use” van hout, dit is eerst hout inzetten als grondstof, verder recyclage tot nieuwe producten en pas op het einde van de levenscyclus energetische valorisatie als “groene” brandstof.

Best Beschikbare Technieken

Daarnaast is Fedustria ook actief betrokken bij het herwerken van de Europese normen voor houten plaatmateriaal, het uitwerken van nieuwe studies over de “Best Beschikbare Technieken” voor de productie van houten producten (op regionaal vlak) en over het Europese “BAT” equivalent ervan. Ook worden alle discussies opgevolgd op het vlak van de gebruiksveiligheid van lijmen die worden ingezet bij de plaatproductie. Verder wordt bij alle gele-genheden gewezen op het belang van de lage CO2 -impact van houten plaatmateriaal. De CO2 -cyclus, die nu in de praktijk bijna 100 % gesloten is binnen de betrokken bedrijven, maakt van hou-ten plaatmateriaal een “duurzaam” product en Kyoto-materiaal bij uitstek.

© Sawy

De productgroep ”Houten plaatmateriaal“ omvat de fabrikanten van spaanplaten, MDF, OSB, multi-plex en fi neer. Deze platen worden ook bekleed, bv. met fi neer, melamine, laminaten…

© B&M

© Stock.xchng

Aantal ondernemingen (*) 40





Aandeel in de totale omzet van de Belgische houten meubelsector 20,5 % (*) 2008

45


Houtskeletbouw

Ecologie, energiezuinigheid, de toenemende vraag naar snel en schoon bouwen, het zijn allemaal tendensen die in de kaart spe-len van houtskeletbouw. Ook producenten van concurrerende materialen hebben dit begrepen en deinzen er niet voor terug foute informatie te verspreiden in een poging marktaandeel te-rug te winnen. Fedustria zorgt ervoor dat overheden en consu-menten correcte informatie krijgen over objectieve voordelen van houtbouw, en werkt actief aan het wegwerken van administra-tieve barrières.

Handelsbarrières

Dankzij de Europese bouwproductenrichtlijn groeit er langzaam maar zeker een eengemaakte Europese markt voor bouwproduc-ten. Jammer genoeg ondermijnen sommige Europese lidstaten dit proces door het uitvaardigen van nieuwe specifi eke nationale eisen. Meestal gebeurt dit onder het mom van bezorgdheid om het milieu of de volksgezondheid. Ook België bezondigt zich aan dergelijke ongewenste praktijken, o.m. door het propageren van nationale of zelfs regionale “duurzaamheidscriteria”, “duurzaam-heidscertifi cering” en “duurzaamheidslabels”.

Brandwerende binnendeuren

Brandwerende deuren zijn erg belangrijk voor de veiligheid van gebouwen. Omdat overheden en bouwheren op dit vlak geen risico’s willen lopen, is externe certifi cering van veiligheidspro-ducten een absolute noodzaak. Omdat de Belgische markt van de fabrikanten een grote fl exibiliteit verlangt op het gebied van afmetingen en uitvoeringen van deuren, berust die certifi cering

Houten constructie-elementen

niet alleen op testresultaten, maar ook op een groot aantal extra-polatieregels. Om de Belgische expertise op dit vlak niet verloren te laten gaan wanneer binnen enkele jaren de eengemaakte Eu-ropese markt voor brandwerende binnendeuren een feit zal zijn, zetten de Belgische fabrikanten samen met het TCHN een uitge-breid collectief onderzoeksprogramma op het getouw.

Schrijnwerk

De stijgende energieprijzen en de toenemende bezorgdheid om het klimaat zijn een uitgelezen kans voor producenten van hou-ten schrijnwerk, dat zeer gunstige isolatiewaarden kan voorleg-gen. Tegelijk worden echter zowel het product als de reglemen-teringen ingewikkelder. Om duidelijkheid te scheppen over de recente ontwikkelingen, organiseerde Fedustria samen met het TCHN en Bouwunie de “Tweede Vlaamse Ramen- en Deurendag”.

Pro-parket

In 2010 wordt de CE-markering voor houten vloeren van kracht. Een aantal in België gangbare parkettypes moeten in dat kader dure brandproeven ondergaan om een interessante markt te blij-ven behouden. Door deze tests gezamenlijk uit te voeren, met de hulp van het TCHN en Centexbel, drukken de parketfabrikanten deze kosten. De banden met de Nederlandse zusterorganisatie Parketalliance werden aangehaald.

De productgroep ”Houten constructie-elementen“ bestaat uit bedrijven die actief zijn op het vlak van de industriële fabricage van deuren, ramen, par-ket, gelijmd gelamelleerde spanten, houtverduur-zaming, dakspanten met knoopplaten en houten woningen.

© Dewaele Bouwbedrijven

© Jonckheere.Wood



Omzet (in miljoen euro) 933




46


Houten verpakkingen

Verpakkingen voor de export

Sommige exportbestemmingen vereisen dat houten verpakkin-gen voor het vertrek een speciale hittebehandeling krijgen om het risico op de verspreiding van schadelijke uitheemse organis-men uit te schakelen. Het secretariaat van de groep “Kisten en laadborden” bij Fedustria heeft een grote kennis opgebouwd over de specifi eke eisen die elke exportbestemming oplegt. Naast ver-pakkingsbedrijven maken ook heel wat exporterende textiel- en houtbedrijven dankbaar gebruik van deze gegevens. Binnen de Europese verpakkingsorganisatie Fefpeb nam Fedustria erg ac-tief deel aan de geanimeerde debatten over de interpretatie en de wenselijkheid van deze “fytosanitaire maatregelen”.

Promotie van houten verpakkingen

Via de Europese federatie Fefpeb, werkten de Belgische verpak-kingsfabrikanten ook mee aan het luik “Verpakking en transport” van het Europese actieprogramma Roadmap 2010, dat gestuurd wordt door diverse Europese houtfederaties. Dit leverde een pro-motiefi lm voor houten verpakkingen en een pan-Europese studie over de sector op.

Daarnaast maakte de Europese federatie samen met haar Ameri-kaanse tegenhanger duidelijk dat houten verpakkingen een hoge brandveiligheid hebben. Zij onderstreepte ook het ecologische karakter van houten verpakkingen.

Ook op Belgisch vlak werd adequaat gereageerd op misleidende informatie verspreid door producenten van verpakkingen in an-dere materialen.

EUR®-paletten

Veel bedrijven gebruiken uitwisselbare multirotatiepaletten, zoals de EUR®-paletten. Het grote succes van dit type paletten brengt malafi de bedrijven er echter toe deze paletten na te maken. Bel-epal vzw, de vereniging van Belgische fabrikanten en reparateurs van EUR®-paletten, diende verschillende klachten in bij de econo-mische inspectie, die allemaal geleid hebben tot inbeslagname van de valse paletten en stopzetting van de frauduleuze activi-teiten. Bovendien werd een fraudeur veroordeeld tot een schade-vergoeding van tienduizenden euro’s en hoge dwangsommen bij herhaling van de feiten.

De productgroep ”Houten verpakkingen“ produ-ceert kisten, paletten, laadkisten en -plateaus, kabelhaspels, vaten en tonnen. Naast verpakkin-gen met gestandaardiseerde afmetingen, zoals de EUR®-paletten, wordt in deze sector ook veel maatwerk gedaan. Ook zijn er bedrijven die grote machines veilig verpakken, stuwen en verzenden. Omdat hout het herbruikbaar materiaal bij uitstek is, zitten in deze deelsector ook heel wat herstellers van tweedehandse verpakkingen.

© CBV

© CBV







47


Speeltoestellen

De Belgische leveranciers van speeltoestellen en uitrusting voor de publieke ruimte zijn verenigd in de vzw Recreabel. In Vlaanderen organiseert Recreabel sinds geruime tijd vormingen voor uitbaters van speeltuinen, in samenwerking met de vzw Speelom. Recreabel onderhoudt ook nauwe contacten met de Nationale vereniging van controleorganismen van speelterreinen en speeltoestellen (NVCS), waarvan Fedustria ook het secretariaat voert. In opdracht van de FOD Economie paste Recreabel in 2009 het handboek “Veiligheid van speelterreinen” aan, dat verouderd was door recente wijzigingen van de toepasselijke normen.De “papy-boom” creëert ook op het gebied van uitrusting voor de publieke ruimte nieuwe markten, zoals deze van de fi tnesstoestellen voor parken. De eerste gedachtenwisselingen over de vraagstukken die samenhangen met dit nieuw type van producten grepen plaats.

Borstels en penselen

De groep Borstels en penselen zette zijn inspanningen verder om te komen tot nuttige handels- en productiestatistieken van

Andere producten van hout

grondstoff en, halff abrikaten en afgewerkte producten, zowel op Belgisch als op Europees vlak. Ook de promotie van het charter voor hygiënisch borstelwerk (www.hygienebrush.eu) en de ondersteuning van het Izegemse Borstelmuseum liepen door.

Hout voor buiten

Diverse nationale initiatieven, o.a. in Nederland, dreigen de Europese aanpak van milieuvraagstukken te ondermijnen en op die manier de export van Belgische producten uit verduurzaamd hout te bemoeilijken. Samen met de Europese houtfederaties en zusterorganisaties in andere Europese landen, trok Fedustria in deze dossiers resoluut de Europese kaart.

Kaders en staafl ijsten

Wanddecoratie sluit steeds dichter aan op interieurinrichting in het algemeen. Het wekt dan ook geen verwondering dat een aantal leden van de groep Kaders en staafl ijsten aansluiten bij de acties van Fedustria op het vlak van interieurproducten, zoals de trendseminaries van de innovatiecel Optimo.

De veelzijdige productgroep ”Andere producten van hout“ omvat zowel het houtdraaiwerk (kleine houten voorwerpen) als de fabricage van speel-toestellen, kaders en lijsten, borstels en penselen, muziekinstrumenten, doodskisten enz.

© Deknudt

© Kompan







Coördinatie

Roseline Dehaen

Vertaling

Catherine Gonze

Tekstrevisie

Roseline DehaenMonique Mahieu

Katja De Vos

Grafi sch ontwerp

Nathalie Lopez

Verantwoordelijke uitgever

Fa QuixHof-ter-Vleestdreef, 5/1

1070 Brussel

Drukwerk

Drukkerij J. F. De Jonghe1080 Brussel

Kerncijferstextiel-, houten meubelindustrie2009(*)

Totaal Textiel Hout en meubel

Omzet (in miljard euro) 10,5 5,5 5

Exportaandeel (in %) 71 78 62

Handelssaldo (in miljard euro) +1,8 +2,4 -0,6

Investeringen (in miljoen euro) 314,8 108,7 206,1

Toegevoegde waarde (werkelijke prijzen, in miljard euro) 2,6 1,2 1,4

Ondernemingen (aantal bedrijfsvestigingen) 2.430 850 1.580

Tewerkstelling (aantal werknemers) 49.054 27.000 22.054

Kleine ondernemingen (< 50 werknemers) (in %) 91,0 84,9 94,5

Netto-rentabiliteit van het eigen vermogen (in %) (mediaan, gegevens 2007) n.b. 5,1 8,7

(*) schatting op jaarbasis

Tewerkstellingin de textiel-, houten meubelindustrie

* 2009 = schatting

Aant

al w

erkn

emer

s

Hout- en meubelindustrieTextielindustrie

0

5.000

10.000

15.000

20.000

25.000

30.000

35.000

40.000

45.000

50.000

2000 2005 2006 2007 2008 2009

24.920 25.334 24.783 24.31122.930

22.054

44.978

34.719

32.665

30.970

28.47027.000*

Bron: RSZ

Investeringenin de textiel-, houten meubelindustrie

2000 2005 2006 2007 2008 2009


180,2

209,8

193,3

217,7

257,9

206,1

418,6

200,0

228,5

200,8

182,3

108,7

0

50

100

150

200

250

300

350

400

450

In m

iljoe

n €

Textielindustrie Hout- en meubelindustrie

14,2 %

10,1 %

5,2 %

1,9 %1,9 %1,1 %1,0 %0,5 %0,5 %

17,3 %

28,1 %

13,9 %

Frankrijk (28,1 %)Overige EU-27 (17,3 %)Nederland (14,2 %)Duitsland (13,9 %)

Verenigd Koninkrijk (10,1 %)Italië (5,2 %)West-Europa niet EU (2,3 %)Verre-Oosten (1,9 %)

Afrika (1,9 %)Noord-Amerika (1,9 %)Nabije- en Midden-Oosten (1,1 %)Oost-Europa (1,0 %)

Latijns-Amerika (0,5 %)Oceanië (0,5 %)

Bron: INR

Bestemming van de textiel-,houten meubeluitvoer

1,9 %2,3 %

Relatief belang van de productgroepenvan de houten meubelindustrie


Meubelindustrie (51,2 %)

Plaatmaterialen (20,5 %)

Overigehoutverwerking (4,6 %)

Verpakkingen (5,1 %)

Bouwelementen (18,6 %)


18,6 %

5,1 %

4,6 %

20,5 %

51,2 %

Interieurtextiel (42,0 %)

Technisch textiel (36,0 %)

Kledingtextiel (15,0 %)

Veredeling (5,0 %)

Spinnerij (2,0 %)

Bron: aandelen geschat door Fedustriaop basis van de toegevoegde waarde

15,0 %

5,0 %

2,0 %

36,0 %

42,0 %

Relatief belang van de productgroepenvan de textielindustrie


In- en uitvoer en handelssaldovan de textiel-, houten meubelindustrie

1980 1985 1990 1995 2000 2005 2008

Uitvoer HandelssaldoInvoer Bron: INR

In m

iljar

d €

0

2

4

6

8

10

12

14

16

2009

3,23,7

0,5

5,9

7,4

1,5

6,6

9,2

2,6

9,6

13

3,4

10,7

2,5 2,2

11

1,8

4,7

6,1

1,4

13,212,4

14,6

12,8

2000 2005 2006 2007 2008 2009

Hout- en meubelindustrieTextielindustrie

5.506,35.716,8

5.925,76.332,4

5.895,6

5.032,4

8.405,3

7.241,67.537,2 7.708

7.180,9

5.464,3

Omzet in de textiel-,houten meubelindustrie

In m

iljoe

n €

0

1.000

2.000

3.000

4.000

5.000

6.000

8.000

9.000

7.000

Bruto toegevoegde waarde tegen werkelijke prijzenin de textiel-, houten meubelindustrie

Bron: INRHout- en meubelindustrieTextielindustrie

In m

iljoe

n €

0

200

400

600

800

1000

1.200

1.800

2.000

1.400

1.6001.455,5

1.583,8 1.612,7

1.733,4

1.560,1

1.450,9

1.802,5

1.487,4 1.485,4 1.478,5

1.330,7

1.171,1

2000 2005 2006 2007 2008* 2009*

Bron: BTW-aangiften, NIS * 2008 en 2009 = schatting

Diensten en contactpersonen

FedustriaFedustria helpt de ondernemingen uit de textiel-, houten meubelindustrie bij het oplossen van

alle problemen die ze bij hun ontwikkeling ondervinden. De dienstverlening van Fedustria gebeurt op maat, afhankelijk van de specifi eke situaties waarin bedrijven zich bevinden. Dit kan gaan van algemene tot gepersonaliseerde bijstand. De dienstverlening bestrijkt zeer uiteenlopende domeinen: sociaal, juri-

disch, economisch, technisch, export, innovatie, milieu, energie en communicatie. Voor meer informatie over de diensten van Fedustria, verwijzen wij u graag door naar onze adviseurs (zie organogram hierna). Daarnaast kan u ook terecht op www.fedustria.be.

Hoe een interne medewerker te bereiken?Hierna vindt u de dienstenstructuur van Fedustria, waarbij de medewerkers/sters per afdeling vermeld staan. Om de me-dewerkers/sters per e-mail te bereiken, gelieve volgende formule te gebruiken: [email protected].

Waar is Fedustria gevestigd?

Fedustria Brussel-Anderlecht (=B)Hof-ter-Vleestdreef 5/11070 BrusselTel. +32 (2) 528 58 11

Fedustria Gent (=G)Poortakkerstraat 96-989051 Gent (Sint-Denijs-Westrem)Tel.: +32 (9) 242 98 10 (soc.) +32 (9) 242 98 20 (econ.)

Voor een wegbeschrijving kan u terecht op www.fedustria.be.

Dienstenstructuur van Fedustria Algemene directie Fa Quix (B) Directeur-generaal Guy Van Steertegem (B) Adjunct-directeur-generaal Roseline Dehaen (B) Directieassistente van Fa Quix Katia Thiebaut (B) Directieassistente van Guy Van Steertegem

Afdeling Communicatie Katja De Vos (B) Communicatieprojecten Catherine Gonze (B) Vertalingen Nathalie Lopez (B) Assistente communicatie Monique Mahieu (B) Secretariaat

Afdeling Milieu, Energie en Techniek Bruno Eggermont (G) Adviseur milieu en energie (en textielveredeling) Piet Vanthournout (B) Adviseur milieu en energie Ingrid Hontis (B) Adviseur milieu en energie Jan Dietvorst (B) Adviseur technische groepen hout Guy De Muelenaere (B) Adviseur techniek en milieu (Wallonië) Daniëlle Havaux (B) Secretariaat

Afdeling Beheer André Cochaux (B) Secretaris-generaal + Wallonië Dirk Arnoes (B) Boekhouder Arlette Rollé (B) Boekhoudster Bruno Debeuf (B) Informaticus Magda Brabant (B) Receptie en verzending Eddy De Bremaecker (B) Onderhoudstechnieker Carine Lootens (G) Logistiek Poortakker Eliane Gubbels (B) Assistente Marianne Haustraete (B) Assistente

Afdeling Economie Chris De Roock (B) Directeur

Europees & Internationaal Economisch Beleid Pierre Van Mol (G) Directeur

Federaal Sylvie Groeninck (B) Economisch adviseur Didier Mommaerts (B) Juridisch en fi scaal adviseur

Regionaal Kris Van Peteghem (G) Economisch adviseur (Vlaanderen en kledingtextiel) Philippe Six (B) Economisch adviseur (Wallonië )

Innovatie Karen Sprengers (B) Innovatieadviseur (nieuwe materialen en trends) Dorothy Mingneau (B) Innovatieadviseur (productontwikkeling) Luk Lafosse (B) Innovatieadviseur (productontwikkeling) Marnix Voet (B) Innovatieadviseur (procesinnovatie) Jason Ashton (B) Innovatieadviseur (procesinnovatie)

Martine Van Volsom (B) Secretariaat Marian Pauwels (B) Secrétariat Ginette Coopman (G) Secretariaat Marleen Lenaerts (G) Secretariaat

Afdeling Export en promotie Mark Vervaeke (G) Directeur (interieurtextiel en technisch textiel) Caroline Sonneville (G) Adviseur promotie (en technisch textiel) Bernard Deheegher (B) Adviseur meubelexport (BelgoFurn) Betty Van Der Linden (B) Secretariaat (BelgoFurn)

Afdeling Sociaal Marc Blomme (G) Directeur

Begeleiding ondernemingen Jan De Meyer (G) Senior advisor Ronny Arryn (G) Sociaal adviseur (Oost- en West-Vlaanderen) Maryline Albers (G) Sociaal adviseur (Oost- en West-Vlaanderen) Sabine Nimmegeers (G) Sociaal adviseur (Oost- en West-Vlaanderen) Griet Bonami (G) Sociaal adviseur (Oost- en West-Vlaanderen) Pascal Dewandeleer (B) Sociaal adviseur (Antwerpen, Vlaams-Brabant, Limburg en Wallonië) Véronique Vandecasteele (G) Secretariaat

Sociaal-Juridisch Yves Cammaert (B) Sociaal adviseur Griet Vandewalle (G) Sociaal adviseur Alexia Achtergael (G) Sociaal adviseur Pascale Zintz (B) Assistente

Opleiding Ria Bekker (B) Senior advisor Wim Van Goethem (B) Sociaal adviseur Jackie Bombaerts (B) Secretariaat

Beleidsorganen van Fedustria 4 Promotie 7 Conjunctuur ... · 5 Samenstelling van het Bureau (op...

Documents

Transcript of Beleidsorganen van Fedustria 4 Promotie 7 Conjunctuur ... · 5 Samenstelling van het Bureau (op...