Beleidsnota Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2013 -...
Transcript of Beleidsnota Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2013 -...
Beleidsnota Wet Maatschappelijke Ondersteuning
2013 - 2016
Pagina 2/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Inhoud
Voorwoord 3
Samenvatting 4
1.Inleiding 6
1.1 Input nieuwe nota 7
2. Ontwikkelingen en trends 8
3. Visie Enkhuizen 12
4. Thema 14
4.1 Thema 1: Opgroeien in Enkhuizen 14
4.2 Thema 2: Thuis in Enkhuizen 16
4.3 Thema 3: Drempels weg in Enkhuizen 18
5. Middelen, monitoring / evaluatie 22
5.1 Middelen 22
5.2 Monitoring / Evaluatie 23
6. Van beleid naar uitvoering 2013-2016
24
Bijlagen 33
Bijlage1 Resultaten, conclusie en
aanbevelingen Wmo beleid 2008-2012
33
Bijlage 2 Afkortingen 35
Bijlage 3 Verklarende woordenlijst 36
Bijlage 4 Bronnen 37
Advies Wmo-raad Enkhuizen 19 augustus 2013 38
Zienswijze Omring 22 november 2013 43
Zienswijze NWN 12 december 2013 44
Zienswijze GGD Hollands Noorden 47
Pagina 3/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Voorwoord
Voor u ligt de tweede nota Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) beleid 2013 – 2016 van de
gemeente Enkhuizen.
Er is sinds de invoering van de Wmo 2007 veel veranderd. Naast het feit dat er meer taken naar de
gemeente zijn gekomen heeft er ook in het denken over de Wmo een omslag plaatsgevonden. Het
gaat, niet meer zoals in de beginjaren, om het bieden van voorzieningen aan de burger, maar om het
gewenste resultaat. Hoe en waarmee kan de burger door de gemeente worden ondersteund als het
gaat om zijn of haar beperking te compenseren zodat hij of zij kan meedoen in de samenleving van
Enkhuizen. De invoering van deze nieuwe manier van denken wordt ‘kantelen” genoemd. In dit proces
wordt ook een andere rol van de burger verwacht. De burger wordt gevraagd naar eigen inbreng, er zal
een beroep worden gedaan op zijn of haar eigen verantwoordelijkheid. Wat kunnen mensen nog wél
zelf, de individuele kracht is het uitgangspunt. Deze kantelingsgedachte is ook uitgewerkt in de nieuwe
modelverordening Wmo van de gemeente Enkhuizen.
In de komende beleidsperiode worden de plannen uitgewerkt voor meerdere decentralisaties naar de
gemeenten. Het gaat dan om de overgang van taken van het Rijk naar de gemeenten, zoals de
begeleiding uit de AWBZ, transitie jeugdzorg en de participatiewet.
Deze ontwikkelingen zijn ook meegenomen in de nota.
In de nota geeft de gemeente haar visie weer hoe en op welke wijze zij de komende jaren invulling
geeft te geven aan de uitvoering van de Wmo.
In deze nota is ook een uitvoeringsagenda 2013- 2016 opgenomen. Daarin worden activiteiten
opgenomen die we de komende jaren gaan uitvoeren. Dit wordt in een uitvoeringsplan uitgewerkt en
zal periodiek besproken en waar nodig, worden bijgesteld.
Enkhuizen, oktober 2013
Pagina 4/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Samenvatting
Aanleiding
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht gemeenten om elke vier jaar een beleidsplan
op te stellen. Dat plan is kaderstellend voor het te voeren beleid over maatschappelijke ondersteuning.
Het eerste Wmo beleidsplan verscheen in 2008. Dit is het tweede beleidsplan voor 2013-2016.
De Wet maatschappelijke ondersteuning heeft als doel: het bevorderen van de zelfredzaamheid en
deelname aan de samenleving. De Wmo geeft de gemeente de verantwoordelijkheid om mensen met
beperkingen te ondersteunen zodat zij:
1. een huishouden kunnen voeren;
2. zich in en rond hun woning kunnen verplaatsen;
3. zich lokaal en regionaal kunnen verplaatsen;
4. deel kunnen nemen aan het sociale verkeer;
Visie
Met dit beleidsplan presenteert de gemeente Enkhuizen haar visie op maatschappelijk ondersteunen,
gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
1. De inwoners van Enkhuizen zijn zelf verantwoordelijk
2. De inwoners van Enkhuizen helpen elkaar
3. Kwetsbare burgers en groepen krijgen voorrang
4. Betaalbaarheid is belangrijk
5. Samen staan we sterker in Enkhuizen
Ontwikkelingen en trends
1.De Kanteling: invoering van een nieuwe manier van werken, in plaats van denken in voorzieningen
gaat het om denken in het gewenste resultaat ( compensatieplicht);
2. Welzijn Nieuwe Stijl: Welzijn Nieuwe Stijl helpt gemeenten en welzijnsinstellingen. Hoe kunnen we de
werkwijze en houding van burgers, professionals en instellingen optimaliseren om de gewenste
verhoudingen tussen die partijen te veranderen?
3. De transities ABWZ, Jeugdzorg, Participatiewet, Passend onderwijs en Cliëntondersteuning worden
zoveel mogelijk integraal aangepakt en in waar mogelijk in samenhang ontwikkeld. Vanaf 2012 vinden
voorbereidingen plaats om deze decentralisaties te effectueren. In 2013 heeft dit geresulteerd in twee
regionale nota’s transitie Jeugd en transitie AWBZ. In 2014 wordt een lokale vertaalslag gemaakt.
4. Invoering Wet passend onderwijs: Passend onderwijs richt zich op de invoering van maatwerk in het
onderwijs: voor iedere kind of jongere onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden.
5.Scheiding van wonen en zorg: Het kabinet wil in de AWBZ 'scheiden van wonen en zorg' invoeren.
Cliënten zijn zelf verantwoordelijk voor hun huurgedeelte en een aantal zorgentaken worden
overgeheveld van de AWBZ naar de Wmo.
6. Vergrijzing: het aantal ouderen in Enkhuizen zal in de komende jaren gaan toenemen. Dit heeft
zeker gevolgen voor de vraag naar begeleiding en ondersteuning.
7. Regionale Samenwerking: Daar waar mogelijk, zoals op het terrein van de decentralisaties wordt in
West-Friesland regionaal samengewerkt.
8. Samenhangend beleid: In 2011 is de notitie seniorenbeleid vastgesteld. In 2013 komt er eveneens
een nieuwe nota lokaal gezondheidsbeleid en de doorontwikkelingsnotitie Integrale Veiligheid.
Thema’s
Als gemeente Enkhuizen hebben we er voor gekozen om het beleid van de maatschappelijke
ondersteuning in te delen in drie thema’s die gezamenlijk het brede terrein van de Wmo beslaan.
Pagina 5/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Thema 1. Opgroeien in Enkhuizen:
Bij opgroeien gaat het erom dat kinderen, vanaf het moment dat ze geboren zijn, op een gezonde en
veilige manier kunnen opgroeien tot volwassenheid. In verreweg de meeste gevallen (80% tot 85%)
verloopt dit zonder noemenswaardige problemen. Extra inzet is noodzakelijk in die gevallen waar
jongeren en hun opvoeders het niet alleen redden en ondersteuning nodig hebben om verdere
problemen te voorkomen.
Thema 2. Thuis in Enkhuizen;
Leefbaarheid en sociale samenhang zijn twee belangrijke sleutelwoorden voor de gemeente
Enkhuizen. De gemeente streeft er naar een aantrekkelijke gemeente te zijn met veilige en
schone buurten en wijken waar het voor alle inwoners prettig wonen en verblijven is.
Thema 3. Drempels weg in Enkhuizen;
In dit thema richten we ons vooral op de inwoners die (nog) niet in staat zijn om op eigen kracht deel
te nemen aan de samenleving in Enkhuizen.
Pagina 6/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
1. Inleiding
De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht gemeenten om elke vier jaar een beleidsplan
op te stellen. Dat plan is kaderstellend voor het te voeren beleid over maatschappelijke ondersteuning.
Het eerste Wmo beleidsplan verscheen in 2008. Dit is het tweede beleidsplan, en heeft betrekking op
de periode 2013-2016.
De Wet maatschappelijke ondersteuning heeft als doel: het bevorderen van de zelfredzaamheid en
deelname aan de samenleving. De Wmo geeft de gemeente de verantwoordelijkheid om mensen met
beperkingen te ondersteunen zodat zij:
1. een huishouden kunnen voeren;
2. zich in en rond hun woning kunnen verplaatsen;
3. zich lokaal en regionaal kunnen verplaatsen;
4. deel kunnen nemen aan het sociale verkeer;
De Wmo noemt in artikel 1 de 9 prestatievelden waarop gemeenten beleid moeten voeren :
1. het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten;
2. op preventie gerichte ondersteuning bieden aan jongeren met problemen met opgroeien en
van ouders met problemen met opvoeden;
3. het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning;
4. het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;
5. het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig
functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van
mensen met een psychosociaal probleem;
6. het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch
probleem en van mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van
hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;
7. maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en huiselijk geweld;
8 het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden
van psychosociale hulp bij rampen;
9. het bevorderen van verslavingsbeleid.
Als gemeente Enkhuizen hebben we er voor gekozen om het beleid van de maatschappelijke
ondersteuning in te delen in drie thema’s. Gezamenlijk beslaan deze thema’s het brede terrein van de
Wmo. Inhoudelijk zijn ze te herleiden naar de negen prestatievelden van de Wmo. We gaan er vanuit
dat, door het werken in thema’s, het beter mogelijk wordt om de verbinding en de overlap te zien
tussen deze negen prestatievelden en daarmee ook activiteiten integraal te kunnen oppakken.
Figuur1:
Thema Prestatieveld Wmo
Opgroeien in Enkhuizen 1,2,3
Thuis in Enkhuizen 1,2,3,4
Drempels weg in Enkhuizen 1,3,5,6,7,8,9
Pagina 7/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
1.1 Input nieuwe nota
1. Evaluatie 2007-2011
Het Wmo beleidsplan is in 2012 geëvalueerd. De resultaten hiervan zijn ter kennisname aan de raad en
de Wmo raad aangeboden. De conclusies en aanbevelingen zijn verwerkt in dit nieuwe beleidsplan.
2. Strategische keuze
De Wet maatschappelijke ondersteuning heeft als doel: het bevorderen van de zelfredzaamheid en de
deelname aan de samenleving. Sinds de invoering van de Wmo in 2007 zijn er nieuwe taken naar de
gemeente gekomen. Zo zijn er in 2009 en 2011 enkele wijzigingen in de AWBZ doorgevoerd waardoor
mensen werden doorverwezen naar de gemeente voor ondersteuning.
Daarnaast is er sprake van een nieuwe ontwikkeling in het denken over de rol van de burgers en
gemeenten als het gaat om de invulling van de compensatieplicht uit de Wmo. Het gaat niet meer om
het alleen bieden van voorzieningen, maar meer over het resultaat: de zelfredzaamheid en participatie
van burgers met een beperking. Gemeente en burgers, moeten kantelen, anders gaan denken.
Ook in de komende periode staan ons als gemeente Enkhuizen nog meer veranderingen te wachten,
zoals de transitie AWBZ en Jeugdzorg. Het gaat om meer taken voor de gemeentelijke organisatie die
voor veel minder geld moeten worden uitgevoerd. Om deze taken zo goed en financieel verantwoord
mogelijk uit te voeren is integraal beleid dwars door alle prestatievelden noodzakelijk. Er zijn nu nog te
veel schotten tussen de verschillende Wmo-voorzieningen. Dit dwingt de gemeente in een onnodig
keurslijf en zorgt voor veel overbodig papierwerk en tijd. De voorzieningen van de Wmo moeten veel
meer in hun samenhang worden gezien en uitgevoerd..
3. Welzijn Nieuwe Stijl
Voor veel gemeenten en welzijnsorganisaties is nu het moment gekomen om de Wmo in de volle
breedte neer te zetten en om de mogelijkheden beter te gaan benutten met maatwerk, verbinden en
integraal werken. Het programma Welzijn Nieuwe Stijl is gestart om deze invulling verder vorm te gaan
geven. Welzijn Nieuwe Stijl richt zich vooral op het gezamenlijk optrekken, vanuit een
gemeenschappelijke visie, van gemeenten en welzijnsinstellingen. Het is meer gericht op resultaten en
maatschappelijke effecten in plaats van producten. Verder focust Welzijn Nieuwe Stijl zich meer op
efficiënt samenwerken en het ontwikkelen van collectieve arrangementen.
In Enkhuizen zijn over dit onderwerp in november en december van 2012 twee werkconferenties
georganiseerd, met deelnemers uit de welzijnsorganisatie, het maatschappelijke werk, de thuiszorg,
het onderwijs, de GGD Hollands Noorden en de gemeente. De input van deze bijeenkomsten zijn
verwerkt in deze nota.
4. Wmo raad Enkhuizen
De Wmo raad Enkhuizen is belangrijk als het gaat om het Wmo beleid voor de komende periode. De
Wmo-raad wordt uitgenodigd om ook hun visie te geven op de inhoud van deze nota. Hun input zal
worden verwerkt in de versie die ter vaststelling zal worden aangeboden aan de gemeenteraad van
Enkhuizen. De definitieve vaststelling van het Wmo-beleidsplan is gepland in de tweede helft van 2013.
.
Pagina 8/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
2. Ontwikkelingen en trends
Er zijn een aantal belangrijke ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de Wmo en de uitvoering
hiervan in Enkhuizen. We noemen hieronder de belangrijkste.
1. De Kanteling
Gemeenten stimuleren om de compensatieplicht op een nieuwe wijze vorm te geven, zodat mensen
met een beperking betere kansen hebben om volwaardig mee te doen aan de samenleving. Dat is het
doel van project De Kanteling. Een gekantelde manier van werken vergt van gemeenten én burgers een
nieuwe benadering:
1. Gemeenten zullen meer tijd nemen in het eerste gesprek met de klant. Het gesprek wordt
meer vraag verhelderend, minder beoordelend.
2. Gemeenten én burgers stappen af van de standaard voorzieningenlijst en gaan alle
mogelijkheden verkennen om een hulpvraag op te lossen. Hierbij staat behoud van regie over
het eigen leven en zelfredzaamheid voorop.
3. Samen met de burger wordt vastgesteld wat het resultaat van de ondersteuning is en welke
oplossingen daaraan bijdragen. Het gaat dan lang niet altijd om individuele voorzieningen.
Ook met het eigen netwerk en het algemeen aanbod kan het resultaat bereikt worden.
2. Welzijn Nieuwe Stijl
Met de invoering van de Wmo hebben gemeenten er nieuwe taken en verantwoordelijkheden bij
gekregen. De Wmo heeft als doelstelling dat iedereen kan meedoen aan de samenleving: alle burgers,
ook mensen met een beperking. Investeren in welzijn is één van de belangrijke instrumenten om dit te
bereiken. Welzijn wordt steeds belangrijker als het gaat om meedoen. Welzijn kan bijdragen om te
voorkomen dat problemen verergeren waardoor in later stadium zwaardere middelen moeten worden
ingezet. Dat kan door problemen vroegtijdig te signaleren en mensen te helpen om zelf of met behulp
van anderen een oplossing voor hun probleem te vinden.
Welzijn Nieuwe Stijl helpt gemeenten en welzijnsinstellingen. Hoe kunnen we de werkwijze en houding
van burgers, professionals en instellingen optimaliseren om de gewenste verhoudingen tussen die
partijen te veranderen?
De verandering waar Welzijn Nieuwe Stijl zich op richt, uit zich in acht zogenaamde bakens:
1. Gericht op de vraag achter de vraag;
2. Eigen kracht van de burgers;
3. Direct erop af;
4. Formeel en informeel in verhouding;
5. Balans van collectief en individueel;
6. Integraal werken;
7. Resultaatgericht;
8. Ruimte voor de professional.
3. De transities AWBZ, Jeugdzorg en Participatie
a. Veranderingen in de AWBZ
De veranderingen binnen het stelsel van de AWBZ hebben gevolgen voor de Wmo. De AWBZ zal, zoals
zich nu laat uitzien, alleen nog bedoeld zijn voor de ‘zwaardere’ vormen van (gezondheids-)zorg. Er
wordt veel meer van de inwoners en hun netwerk verwacht. De Wmo zal steeds meer worden ingezet
op die versterking van de zelfredzaamheid van mensen.
Pagina 9/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
De extramurale AWBZ-functie ‘Begeleiding’ wordt vanaf 2014 gedecentraliseerd naar gemeenten. Het
doel van de ‘begeleiding’ is het bevorderen, het behoud of het compenseren van zelfredzaamheid van
burgers met een beperking. Dit is inclusief het vervoer dat aan de begeleidingsactiviteiten is
verbonden. Gemeenten worden ook verantwoordelijk voor het kortdurend verblijf (bijvoorbeeld
logeervoorzieningen voor kinderen met een verstandelijke beperking).
Onder de functie ‘begeleiding’ gaat een veelvoud aan activiteit schuil. Binnen begeleiding wordt
onderscheid gemaakt tussen ‘begeleiding individueel’ ( bijvoorbeeld woon- of thuisbegeleiding) en
‘begeleiding groep’ (dagbesteding). De doelgroep is uiteenlopend, van jongeren met een (psychische of
psychiatrische) beperking tot en met ouderen met psycho-geriatrische problematiek.
b. Jeugdzorg naar gemeente
Het tweede prestatieveld van de Wmo heeft betrekking op de preventieve ondersteuning jeugd: steun
voor jongeren die meer risico lopen op een ontwikkelingsachterstand of uitval. Enkhuizen bereidt
zich voor op overheveling van de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg naar de gemeenten. Dit moet
met ingang van 1 januari 2015 geregeld zijn. Hierdoor komt de financiering van drie onderdelen bij de
gemeenten te liggen: de jeugdgezondheidszorg, de opvoed- en opgroeiondersteuning in het Centrum
Jeugd en Gezin en de begeleiding en ondersteuning uit de Wmo.
De gemeente Enkhuizen zet in op:
• Het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van de jongeren en hun opvoeders.
• Het versterken van het pedagogische klimaat en het normaliseren van alledaagse opvoedvragen.
• Zoveel mogelijk samenhangende en effectieve zorg in de eigen lokale omgeving.
Door het kind en zijn opvoeders centraal te stellen, kan sneller worden ingegrepen zodat passende
zorg kan worden geboden in de directe leefomgeving van het kind. Zo wordt voorkomen dat er
onnodig een beroep wordt gedaan op zware en dure zorg.
c. Participatiewet
Het vorige kabinet was voornemens de Wet werken naar vermogen (Wwnv) in te voeren. Deze wet zou
de Wet Werk en Bijstand (WWB), de Wet Sociale werkvoorziening (WSw) en de Wet
arbeidsongeschiktheid voor jonggehandicapten (Wajong) moeten vervangen.
De voorbereidingen voor de invoering van deze wet is in de regio West-Friesland gezamenlijk
opgepakt. Door de val van het kabinet in 2012 is de Wwnv niet ingevoerd. Het kabinet Rutte II heeft de
uitgangspunten van de Wwnv inmiddels opgenomen in de Participatiewet, in te voeren op 1 januari
2014. Het betreft een integrale regeling voor de gehele onderkant van de arbeidsmarkt, waarin
meedoen naar vermogen het uitgangspunt blijft. De Participatiewet moet het voor werkgevers
aantrekkelijker maken om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen, waarmee voor hen de
kans op werk groter moet worden.
De West-Friese gemeenten zijn bezig met de voorbereidingen om te komen tot een regionale
werkorganisatie op het gebied van werk en inkomen. Deze werkorganisatie gaat de taken die
voortvloeien uit de Participatiewet uitvoeren.
4. Invoering Wet Passend Onderwijs
Kinderen met een handicap of gedragsproblemen hebben recht op een passende onderwijsplek. Dat
kan in het speciaal onderwijs. Of met extra begeleiding op een gewone school. Vanaf 2014 komt er een
nieuw stelsel voor passend onderwijs. Dit verplicht scholen een passende onderwijsplek te bieden aan
leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.
Er zijn speciale voorzieningen om hen onderwijs te laten volgen binnen reguliere scholen. Het gaat
dan om ondersteuning door samenwerkingsverbanden, rugzakfinanciering met ambulante begeleiding
Pagina 10/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
en leerwegondersteunend onderwijs. Een deel van de leerlingen heeft binnen en buiten het onderwijs
behoefte aan extra zorg vanuit jeugdzorg of AWBZ-zorg.
5.Scheiding van wonen en zorg
Het kabinet wil in de AWBZ 'scheiden van wonen en zorg' invoeren. Dit houdt in dat cliënten zelf de
betaling van hun woonlasten (huur) regelen. De overgang naar scheiden van wonen en zorg wordt
gefaseerd ingevoerd. In 2013 wordt een begin gemaakt met de scheiding van wonen en zorg. Nieuwe
cliënten die in 2012 nog in aanmerking zouden komen voor een licht zorgzwaartepakket (ZZP 1-2) en
een indicatie voor zorg in een instelling (intramuraal), krijgen in 2013 een indicatie voor zorg thuis
(extramuraal). Op deze manier kunnen zij langer, via de Wmo, in hun eigen woonomgeving hulp
krijgen.
6. Vergrijzing
Het aantal 65-plussers in Enkhuizen stijgt de komende jaren met gemiddeld 180 mensen per jaar. Dit
zijn voor een belangrijk deel alleenstaanden. Zij wonen zelfstandig in Enkhuizen en de verwachting is
dat zij dit blijven doen tot op hoge leeftijd. Veel oudere inwoners zijn dagelijks afhankelijk van
mantelzorg, vrijwilligers en zorg- of welzijnsvoorzieningen. Bovenstaande demografische
ontwikkelingen hebben gevolgen voor de vraag naar zorg en ondersteuning. Die vraag zal op korte
termijn veranderen. De ouderen van nu zijn immers niet de ouderen van de toekomst. Opgegroeid in
een andere tijd en onder andere omstandigheden kennen de toekomstige ouderen een andere leefstijl
dan de huidige generatie ouderen.
7. Regionale samenwerking
In 2007 hebben de gemeenten in West-Friesland een aantal prestatievelden aangewezen om regionaal
op samen te werken. Deze samenwerking had vooral betrekking op onderdelen van prestatievelden vier
(mantelzorg en vrijwilligersbeleid) en zes (Wmo voorzieningen). Er werd en wordt ook in de komende
periode zoveel mogelijk op deze onderwerpen samengewerkt en regionaal beleid ontwikkeld.
Daarnaast is de gemeente Hoorn centrumgemeente voor de prestatievelden zeven (maatschappelijke
opvang/ ggz), acht (huiselijk geweld) en negen (verslavingszorg). De gemeente Hoorn ontvangt
hiervoor rechtstreeks gelden van het Rijk. Binnen de regio vindt overleg plaats over een goede
afstemming van regionaal beleid ten aanzien van de maatschappelijke opvang.
De transities stellen de gemeenten in West-Friesland voor de complexe opgave de brug te slaan tussen
de behoefte van inwoners op alle leefgebieden en de financiële (on)mogelijkheden. Dit vraagt om een
andere organisatie van voorzieningen en ondersteuning. De opgave is dus een betaalbare sociale
infrastructuur te realiseren, waarin de inwoners van West-Friesland de beschikking hebben over
adequate maatschappelijke ondersteuning en zorg afgestemd op de behoefte, mogelijkheden en
omgeving. Er zal een ingrijpende wijziging plaatsvinden in de wijze waarop de regelingen straks
worden uitgevoerd. Daarom spreken we van een transformatieproces waarbij gezocht wordt naar de
dwarsverbanden tussen de transities en daarmee verbonden synergievoordelen.
De verantwoordelijke portefeuillehouders in de regio hebben opdracht gegeven om te komen tot één
regionaal transformatieplan. Dit plan moet de regionale kaders aangeven waarbinnen de transformatie
en de transities moeten plaatsvinden. Voor de uitvoering hiervan is inmiddels een programmamanager
aangesteld. Dit is een ingrijpende operatie in een kort tijdsbestek (voor 2015). Het gaat over de
kwetsbare groepen in de samenleving, waar veel geld mee gemoeid is. De zeven West-Friese
gemeenten willen op één lijn komen ten aanzien van de ingrijpende keuzes die gemaakt moeten
worden.
Pagina 11/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
8. Samenhangend beleid
In 2011 is de notitie Seniorenbeleid verschenen. Deze nota geeft de verschillende raakvlakken weer die
er zijn met de Wmo, zoals op het gebied van levensbestendig wonen. In 2013 komt er eveneens een
nieuwe nota lokaal gezondheidsbeleid. Deze nota laat zien welke extra inspanningen de gemeente
levert om bij te dragen aan een goede volksgezondheid. Je gezond voelen, bewegen en participeren
gaan hand in hand. De uitgangspunten van het sport-, gezondheids- en Wmo beleid komen dan ook
voor een belangrijk deel overheen.
Sport is een goede manier om mee te doen en vergroot de gezondheid. Het is daarom van belang dat
algemene sportvoorzieningen zich meer richten op mensen met beperkingen en ouderen. Dat betekent
dat ook deze voorzieningen in fysiek en sociaal opzicht toegankelijk zijn voor deze doelgroep. Door in
de uitvoering van de Wmo, bijvoorbeeld bij dagactiviteiten, te sturen op activiteiten die bijdragen aan
een gezonde leefstijl, wordt een grote bijdrage geleverd aan het tegengaan van overgewicht en
obesitas, juist bij kwetsbare groepen. Ouderen die actief zijn, bijvoorbeeld door middel van vrijwillige
inzet blijven langer gezond. Dit zijn slechts enkele voorbeelden die duidelijk maken hoezeer de inzet
vanuit de Wmo, en het gezondheidsbeleid elkaar versterkt.
De notitie Integrale Veiligheid 2013-2016 gemeente Enkhuizen gaat onder andere in op veilig-en
leefbaarheid van wijken en buurten (prestatieveld 1 van de Wmo).
Pagina 12/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
3. De visie van Enkhuizen
Met dit beleidsplan presenteert de gemeente Enkhuizen haar visie op maatschappelijk ondersteunen.
Namelijk dat de inwoner van Enkhuizen zelf regie voert over zijn/haar leven met een gemeente die dat
stimuleert en daar waar nodig ondersteunt. Niet zorgen voor, maar zorgen dat. En compensatie in
plaats van recht op een voorziening. Deze visie vraagt om een omslag in denken en doen. Een
Kanteling in het denken over de Wmo waarbij de eigen kracht het nieuwe vertrekpunt is en waarbij een
voorziening geen doel op zich is, maar een middel om het afgesproken resultaat te bereiken.
Dit is niet nieuw, ook in de vorige nota is gesproken over preventie, eigen verantwoordelijkheid versus
overheidsverantwoordelijkheid en dergelijk. We gaan nu weer een stap verder. In dit hoofdstuk worden
de uitgangspunten nog eens aangescherpt die de komende vier jaren richtinggevend zijn voor de
uitvoering van het beleid.
1. De inwoners van Enkhuizen zijn zelf verantwoordelijk
De Enkhuizers zijn zelf verantwoordelijk voor hun leven en zorgen voor zichzelf en voor elkaar, zo
nodig met behulp van zorg of ondersteuning. De meeste mensen redden zich prima. Wie kan en hulp
nodig heeft, organiseert dit in principe zelf. Eigen verantwoordelijkheid betekent ook: zo lang mogelijk
voorkomen dat hij of zij hulp nodig heeft. Een gezonde leefstijl, betekent een kleiner risico op
overgewicht, ziekte en op latere leeftijd minder snel een beroep doen op voorzieningen zoals een
scootmobiel. Actief meedoen aan het leven werkt ook preventief en voorkomt dan mensen geïsoleerd
raken. Het zelf verantwoordelijk zijn betekent ook rekening houden met het ouder worden en tijdig
maatregelen in en rond het huis nemen.
2. De inwoners van Enkhuizen helpen elkaar
De Wmo kan worden bekeken vanuit twee invalshoeken, te weten:
1. ‘ondersteuning bieden en participatie’,
2. ‘het bevorderen van onderlinge hulp en leefbaarheid’
Naast het ontvangen van hulp, kan juist het helpen van iemand anders voldoening en energie geven.
Als gemeente doen we dan ook een beroep op iedereen in Enkhuizen om zich in te zetten voor
anderen. Dat kan via het vrijwilligerswerk. De gemeente stimuleert het vrijwilligerswerk. Het doen van
vrijwilligerswerk kan mensen helpen voor wie het belangrijk is om sociaal actief te zijn of te worden,
zoals mensen die moeilijk aan betaald werk kunnen komen of inburgeraars. Daarnaast willen we 65-
plussers en mensen die zelf in een kwetsbare situatie hebben gezeten stimuleren om vrijwilligerswerk
te gaan doen. Een mantelzorger helpt ook een andere, een naaste die zorg of ondersteuning nodig
heeft. De gemeente wil er voor zorgen dat mantelzorgers hun taak goed en zo lang mogelijk kunnen
uitvoeren.
3. Kwetsbare burgers krijgen voorrang.
Vanuit de Wmo wordt ingestoken op een algemene aanpak en principieel afgestapt van een
doelgroepenbeleid. Het doelgroepenbeleid verandert naar een inclusief beleid (meedoen, diversiteit en
participatie) voor alle burgers. De gemeente zal meer vraaggericht, op maat en gebonden aan een in
tijd gelimiteerde interventie gaan werken.
De mate waarin iemand zelf verantwoordelijk kan zijn voor zijn eigen leven, is voor iedereen
verschillend. Inwoners die voor een korte periode zorg nodig hebben kunnen een beroep doen op een
Wmo voorziening, maar ook inwoners die langdurige zorg of een voorziening nodig hebben kunnen bij
de gemeente terecht.
Pagina 13/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
De ervaring leert dat het vaak gaat het om inwoners die (soms) tijdelijk de regie over hun eigen leven
kwijt zijn, al of niet in combinatie met andere problemen, zoals lichamelijke en/of psychische
problemen, schulden, en/of een verstandelijke beperking.
4. Betaalbaarheid is belangrijk
De vraag naar Wmo-voorzieningen zal, gezien de toenemende vergrijzing van Enkhuizen, de komende
jaren groter worden. Met de verwachte decentralisaties komen er nieuwe taken en nieuwe
cliëntgroepen bij. Het budget wordt kleiner, het lijkt onontkoombaar dat er de komende jaren
ingrijpende bezuinigingen nodig zullen zijn. Dit maakt het noodzakelijk om keuzes te maken, maar
ook te vernieuwen en efficiënter te werken.
5. Samen staan we sterker
De gemeente Enkhuizen is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo, maar is zich ervan bewust
dat andere organisaties, zoals het welzijnswerk, thuiszorg, jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke
werk, hierin ook een belangrijke bijdrage leveren. De gemeente ziet hen dan ook als belangrijke
partners en wil investeren in een intensievere samenwerking. De gemeente wil daarom op lokaal niveau
een nieuw samenwerkingsverband ontwikkelen waarin lokaal de toegang naar voorzieningen via “de
Enkhuizen aanpak” gerealiseerd wordt. Het doel is:
- De cliënt beter en sneller te helpen;
- Een geïntegreerde benadering van de problemen;
- Een betere afstemming van hulpaanbod op hulpvraag;
- Maximaliseren van hulpbronnen;
- Elkaar aanvullende deskundigheden;
- Leren van elkaars werkwijze en discipline;
- Betere signaleringsmogelijkheden;
- Lagere kosten.
Dit wordt in het Uitvoeringsprogramma Wmo verder uitgewerkt.
Voor de inwoners van Enkhuizen is het van belang dat gemeente en zorgverzekeraars met elkaar goed
afstemmen op het gebied van gezondheid, zorg en ondersteuning. De gemeente wil dan ook meer
samenwerken met zorgverzekeraars en het contact verstevigen.
De Wmo beperkt zich niet alleen tot zorg en welzijn. Het uitgangspunt om te willen bevorderen dat
mensen met en zonder beperkingen zelfstandig moeten kunnen meedoen aan de samenleving stelt
ook eisen aan de fysieke inrichting van Enkhuizen en aan de toegankelijkheid van gebouwen en
vervoersvoorzieningen.
Pagina 14/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
4. Thema’s
Het Wmo-beleidsplan 2013- 2016 laat zien wat Enkhuizen op het brede terrein van maatschappelijke
ondersteuning biedt en wat we de komende vier jaar gaan doen.
De maatschappelijke ondersteuning is verdeeld over de volgende drie thema’s:
1. Opgroeien in Enkhuizen
2. Thuis in Enkhuizen
3. Drempels weg in Enkhuizen
4.1. Thema 1: Opgroeien in Enkhuizen
Waarom dit thema?
Bij opgroeien gaat het erom dat kinderen, vanaf het moment dat ze geboren zijn, op een gezonde en
veilige manier kunnen opgroeien tot volwassenheid. In verreweg de meeste gevallen (80% tot 85%)
verloopt dit zonder noemenswaardige problemen en zal ondersteuning zich beperken tot het
verstrekken van informatie en advies en het volgen van de ontwikkeling, via consultatiebureau,
schoolarts en huisarts.
Daarnaast zijn er ondersteunende voorzieningen en activiteiten zoals peuterspeelzaalwerk, jeugd- en
jongerenwerk en speel- en sportmogelijkheden. Natuurlijk heeft het onderwijs ook hierin een
belangrijke taak. Algemeen wordt aangenomen dat tijdige inzet van preventieve acties helpt bij het
voorkomen van ernstiger problemen op latere leeftijd. Het beleid en de voorzieningen zijn niet alleen
gericht op de jongeren, maar ook op ouders en verzorgers, bijvoorbeeld praktische ondersteuning bij
het opvoeden en opgroeien.
Helaas komt het voor dat soms extra ondersteuning en begeleiding nodig is. Het kan gaan om tijdelijke
maar ook om meer langdurige vormen van ondersteuning/zorg. Ook kinderen met een fysieke en/of
een verstandelijke beperking hebben meer aandacht nodig. Soms ontsporen kinderen en jongeren
tijdens het opgroeien of dreigt dit te gebeuren, met als gevolg spijbelen en crimineel gedrag. De
ondersteuning moet er dan gericht zijn op om deze kinderen weer op het ‘juiste spoor’ te krijgen.
Wat willen we?
Jeugdzorg
Met ingang van 2015 krijgen gemeenten de verantwoordelijkheid voor alle zorg rondom
kinderen/ouders (preventieve zorg, jeugdzorg- ook justitieel, jeugd GGZ én jeugd LVG). Gemeenten
hebben in het kader van de Wmo sinds 2007 al een preventieve taak in de jeugdzorg (de vijf
preventieve functies informatie & advies, signalering, toeleiding naar hulp, licht pedagogische hulp en
coördinatie van zorg). Daar komt vanaf 2015 dus de ambulante en residentiële zorg bij. Deze vallen nu
onder het Rijk, de provincies, AWBZ en zorgverzekeringswet.
Het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) wordt de lokale toegangspoort van de jeugdzorg voor de leeftijd
-9 maanden tot 23 jaar. Het CJG bevordert de samenwerking in de keten jeugdwelzijn, onderwijs en
zorg voor jeugd. Dat biedt kansen om preventie en zorg beter op elkaar aan te sluiten en om bij
risico’s in de opvoeding en opgroeien preventief ingrijpen om op deze manier te voorkómen van zware
zorg. Door middel van vroegsignalering kunnen problemen in gezinnen worden opgepakt.
Uithuisplaatsing, inzet van GGZ, pleeggezinnen buiten de regio en andere kostbare hulp dient zoveel
mogelijk verminderd te worden, niet alleen vanwege de kosten maar juist omdat het beter kan zijn
voor kinderen.
Pagina 15/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
De gemeente Enkhuizen gaat hierbij uit van de volgende uitgangspunten:
1 Het vergroten van de eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht van jongeren en de
gezinnen;
2 Het versterken van het pedagogisch klimaat en het normaliseren van alledaagse opvoedvragen;
3 Samenhangende en effectiever zorg in eigen omgeving.
4 Eén kind één plan en waar nodig één gezin en één plan
Door kind en gezin centraal te stellen kan sneller worden ingegrepen en passende zorg worden ingezet
in de directe leefomgeving van het kind. Hierdoor wordt voorkomen dat er een beroep moet worden
gedaan op zwaardere en duurdere zorg.
Voor- en vroegschoolse educatie
De voor- en vroegschoolse educatie is gericht op het stimuleren van de cognitieve, motorische en
sociaal emotionele ontwikkeling van het kind. De voorschoolse educatie is gericht op kinderen van
twee tot vier jaar. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze taakstelling. De
vroegschoolse educatie is gericht op de groepen één en twee van het reguliere basisonderwijs, hiervoor
zijn de schoolbesturen verantwoordelijk.
Peuterspeelzaalwerk
Het peuterspeelzaalwerk is een belangrijke schakel in het jeugdbeleid. Peuters van 2 tot en met 4 jaar
worden daar goed voorbereid op de gang naar school (doorgaande leerlijn). Ze leren spelend van elkaar
en hoe ze moeten functioneren binnen een groep. Leidsters signaleren gedrags- en taalachterstanden,
houden contact met ouder(s) / verzorger(s) en bieden of verwijzen naar opvoedondersteuning.
Leerlingenvervoer
Het leerlingenvervoer heeft betrekking op leerlingen van basisscholen (bo), van speciale scholen voor
basisonderwijs (sbo) en op leerlingen van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so.
Vergoeding vindt plaats op basis van de kosten van het vervoer naar de dichtstbijzijnde toegankelijke
school van de soort waarop een leerling is aangewezen ( op grond van zijn lichamelijke of geestelijke
toestand) en van de verlangde godsdienstige richting of levensbeschouwing (een zogeheten bijzondere
school), dan wel de openbare school.
Pagina 16/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
4.2. Thema 2: Thuis in Enkhuizen
Waarom dit thema?
Leefbaarheid en sociale samenhang zijn twee belangrijke sleutelwoorden voor de gemeente
Enkhuizen. De gemeente streeft er naar een aantrekkelijke gemeente te zijn met veilige en
schone buurten en wijken waar het voor alle inwoners prettig wonen en verblijven is. De leef-
baarheid en sociale samenhang van Enkhuizen worden door de initiatieven op het gebied van
wijkbeheer én het verenigingsleven in stand gehouden en waar mogelijk versterkt.
De Enkhuizers zijn zelf verantwoordelijk voor hun leven en zorgen voor zichzelf en voor elkaar. De
meeste mensen redden zich prima. Wie kan en hulp nodig heeft, organiseert dit in principe zelf. De
gemeente Enkhuizen stimuleert haar inwoners in het nemen van hun eigen verantwoordelijkheid, maar
ook voor elkaar. We willen terug naar een nieuwe invulling van het ‘noaberschap’. Niet alleen omdat
anderen ermee geholpen worden, maar ook omdat helpen voldoening geeft. En zoals verschillende
onderzoeken laten zien, dat een actief mens langer gezond en fit blijft.
Het verenigingsleven in Enkhuizen, georganiseerd door vrijwilligers, geeft een stevige impuls
aan de sociale samenhang in stad en buurt. Enkhuizen heeft verenigingen op het gebied
van amateuristische kunst, cultuur, sport en bewegen, educatie, maatschappelijke zorg, ouderen en
jeugd. Veel van deze instellingen en organisaties worden door middel van een subsidie door de
gemeente Enkhuizen ondersteund.
Wat willen we?
Vrijwilligerswerk
De gemeente Enkhuizen wil extra inzetten op het stimuleren van het vrijwilligerswerk.
Al heel veel mensen in Enkhuizen doen vrijwilligerswerk. De gemeente Enkhuizen is van mening dat
nog meer mensen wel de handen uit de mouwen willen steken als ze hiervoor gevraagd worden.
Het kan ook zijn dat niet iedere inwoner van Enkhuizen op de hoogte is van de verschillende vormen
en mogelijkheden van vrijwilligerswerk. Of dit zo is zal onderzoek moeten uitwijzen.
Meer aandacht zal er zijn voor de inzet van ‘jonge’ ouderen die juist met hun kennis en ervaring veel
kunnen betekenen. Bovendien is het belangrijk om ook op oudere leeftijd blijvend actief te zijn en
daarmee isolement te voorkomen.
Veel vrijwilligers willen zich inzetten voor korte klussen en willen met het doen van dit werk iets terug
krijgen, zoals meer contacten, kennis, ontspanning, enzovoort. We willen organisaties ondersteunen
om hierop in te spelen, verder willen we een mogelijkheid creëren waar vrijwilligers hun aanbod
kunnen doen.
Inwoners met afstand tot de arbeidsmarkt
In het algemeen geldt dat werken de beste manier is om sociale uitsluiting te voorkomen. Mensen die
niet kunnen werken krijgen andere mogelijkheden aangeboden om sociaal actief te zijn in de
samenleving. Als gemeente willen we dat zoveel mogelijk inwoners duurzaam en economisch
zelfredzaam zijn door middel van reguliere betaalde arbeid. Inwoners die nog niet in staat zijn om te
werken bieden we die ondersteuning die nodig is om ze toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Diegenen
voor wie regulier werk niet haalbaar is worden in staat gesteld volwaardig te participeren in de
samenleving.
Pagina 17/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Sport en bewegen
De gemeente Enkhuizen wil haar inwoners blijven stimuleren om een leven lang te (blijven) sporten en
bewegen door een samenhangend sportaanbod te ontwikkelen, gericht op de verschillende
leeftijdsfases en fysieke mogelijkheden. Sport en bewegen zijn in de visie van de gemeente Enkhuizen
essentiële onderdelen voor een fysiek en sociale omgeving. Daarnaast kunnen sport en bewegen een
grote positieve bijdrage leveren aan verschillende maatschappelijke vraagstukken.
Sport wordt niet alleen gezien als een doel op zich, maar ook als middel voor de bevordering van
gezondheid, integratie en participatie. Meedoen staat hierbij centraal. In het bijzonder die mensen die
een stukje extra ondersteuning nodig hebben, wil de gemeente faciliteren zodat sport en bewegen
voor hen ook bereikbaar wordt.
Daarnaast bevordert sport de sociale vaardigheden. Na het gezin en de school behoort sport tot het
derde opvoedingsmilieu. Ook voor het tot stand brengen en houden van sociale netwerken heeft sport
een belangrijke taak. Niet alleen verbroedert de sport (verschillende culturen) maar sport blijft ook een
van de belangrijkste invullingen van de vrije tijd. Niet alleen actieve deelname op prestatieniveau is
daarbij belangrijk maar ook vrijwilligerstaken, de toeschouwers en het recreatief beoefenen van sport
en/of beweegactiviteiten zijn van groot belang.
Wijkgericht werken
Een veilige en toegankelijke wijk met goede voorzieningen is belangrijk voor de sociale samenhang,
zorgt voor meer tevredenheid en minder criminaliteit. Als gemeente willen we onze inwoners blijven
ondersteunen. Eigen initiatieven en verantwoordelijkheden zijn daarbij de nieuwe sleutelwoorden,
waarbij verschillende inwoners met verschillende achtergronden samenwerken zodat ook de minder
zelfredzame groepen bewoners worden betrokken bij hun buurt. Vrijwilligersorganisaties maar ook het
welzijnswerk in Enkhuizen kunnen hierin een belangrijke rol spelen.
Veel bewoners nemen, al of niet ondersteund door het welzijnswerk, reeds initiatieven om de
leefbaarheid in hun buurt te verbeteren en daar wil de gemeente graag op inspelen. We stimuleren
bewoners om zelf in actie te komen om hun buurt beter, schoner en veiliger te maken en willen de
eigen kracht van bewoners ondersteunen.
Eigen verantwoordelijkheid betekent ook dat bewoners zelf netwerken bouwen, verschillen tussen
bevolkingsgroepen overbruggen en minder zelfredzame groepen bewoners bij hun buurt weten
te betrekken. Vrijwilligersorganisaties in de informele zorg hebben veel kennis op dit terrein. In
veel andere steden zijn goede ervaringen opgedaan en nieuwe werkwijzen ontwikkeld bij het
ondersteunen van bewonersinitiatieven.
Welzijnswerk
Bij de uitvoering van de dienstverlening aan vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties, bewonersinitiatieven
en mantelzorgers speelt het welzijnswerk een belangrijke rol. Naast de bekende algemene
welzijnsactiviteiten gaat we onderzoeken in hoeverre het welzijnswerk zich moeten gaan richten op
activerende ondersteuning van vrijwilligerswerk, het helpen van elkaar en het ondersteunen van
mantelzorgers. Daarbij zal samenwerking worden gezocht met vrijwilligersorganisaties met vaak veel
kennis en ervaring op dit gebied.
Pagina 18/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
4.3. Thema 3: Drempels weg in Enkhuizen
Waarom dit thema?
In dit thema richten we ons vooral op de inwoners die (nog) niet in staat zijn om op eigen kracht deel
te nemen aan de samenleving in Enkhuizen. Dit geldt bijvoorbeeld voor mensen die ouder worden en
verzorging nodig hebben vanwege (beginnende) dementie, voor mensen met een (verstandelijke)
handicap of met een psychiatrische aandoeningen. Een deel van hen woont nog zelfstandig kan zich
redden dankzij
mantelzorg, vrijwilligers en/of zorg- of welzijnsvoorzieningen. Voor hen is dagbesteding bijvoorbeeld
de mogelijkheid om anderen te ontmoeten en een netwerk op te bouwen waarop een beroep kan
worden gedaan.
Anderen hebben blijvend extra steun en zorg nodig omdat ze bijvoorbeeld slachtoffer zijn van huiselijk
geweld, of omdat ze ernstig verslaafd zijn aan drank of drugs of geen dak boven hun hoofd hebben.
Hoewel heel veel activiteiten voor deze groep regionaal worden uitgevoerd via de centrumgemeente
Hoorn ( maatschappelijke crisisopvang volwassen en jongeren) opvang, Advies - en Steunpunt Huiselijk
Geweld, verslavingszorg) willen we daar waar mogelijk ook in Enkhuizen zelf actief ondersteuning
bieden aan mensen die dit nodig hebben.
Er zal de komende jaren meer zorg, hulp en ondersteuning worden geboden door vrijwilligers
(mantelzorgers). Dit vergt ook een andere opstelling van professionals. Zij moeten meer ondersteunen
en begeleiden zonder deze zorg over te nemen of te sturen. De professionele zorg zal een verbinding
moeten aangaan met informele zorg.
Wat willen we ?
Bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid (btb)
Een voorwaarde voor het kunnen meedoen is dat voorzieningen letterlijk en figuurlijk bereikbaar,
toegankelijk en bruikbaar zijn, dus ook voor mensen met een fysieke beperking. Het spreekt nog lang
niet altijd voor zich dat gebouwen volledig zijn aangepast en ingericht voor mensen die bijvoorbeeld
gebruik moeten maken van een rolstoel.
Ontwikkeling naar een breed zorgloket
In de vorige beleidsperiode zijn de eerste stappen gezet om het zorgloket te ontwikkelen tot een breed
loket waar inwoners met een zorgvraag terecht kunnen. We willen het zorgloket nog verder laten
doorgroeien naar een breed sociaal loket voor zorg en welzijn, waarin integraal gewerkt wordt. In dit
loket vindt vraagverheldering plaats en wordt informatie gegeven over diverse leefgebieden: meedoen
in Enkhuizen, een actieve en gezonde leefstijl, opvoedondersteuning, schuldhulpverlening, zorg en
welzijnsvoorzieningen en dergelijke. Overigens moet hierbij niet alleen gedacht worden aan het
traditionele, fysieke loket zoals nu gevestigd in de Vijzelstraat. Voor mensen die juist geïsoleerd leven
of voor wie het zelf niet mogelijk is om zelf naar het loket te komen is outreachend werken van belang.
Dat betekent dat de medewerkers naar die locaties gaan waar inwoners van Enkhuizen wonen en/of
samenkomen zoals bijvoorbeeld het verzorgingshuis, de Baanbreker of een locatie zoals de Bonte Veer.
De gemeente Enkhuizen wil naast bovenstaande individuele voorzieningen ook investeren in bredere
vormen van ondersteuning. Naast de bestaande vormen van cliëntondersteuning (ondersteuning van
mensen met meerdere complexe problemen, schuldhulpverlening), wil de gemeente Enkhuizen verder
investeren in een meer outreachende en wijkgerichte vorm van ondersteuning. Uit het onderzoek van
Pagina 19/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
I&O research naar de kwetsbare burgers (februari 2012) blijkt dat een beter bereik van kwetsbare
burgers noodzakelijk is om problemen eerder te signaleren. Door meer samen te werken en een betere
afstemming tussen gemeente, woningcorporatie, welzijns- en zorginstellingen valt hier nog veel winst
te behalen. De gemeente Enkhuizen gaat in samenwerking met bovengenoemde ketenpartners werken
aan een vraag gestuurde en integrale aanpak, waarbij ook de eigen kracht van de inwoners zal worden
meegenomen.
Hulpverleners maar ook inwoners trekken gezamenlijk op als het gaat om het signaleren van armoede,
psychosociale problematiek, opvoedproblematiek e.d. Als mensen uit beeld zijn komen ze in beeld van
het lokale netwerk rond zorg en welzijn. Als aanvullende ondersteuning nodig is kan dit via dit netwerk
van hulpverleners geregeld worden.
Daarnaast zal ook de nodige aandacht moeten worden besteed aan de digitale informatievoorziening,
essentieel voor het merendeel van de inwoners van Enkhuizen die wel in staat is om op eigen kracht de
benodigde ondersteuning te vinden.
Individuele voorzieningen
De Wmo voorziet in voorzieningen zoals hulp bij het huishouden, vervoersvoorzieningen, rolstoelen en
woonvoorzieningen. Ook bij de toekenning hiervan wordt allereerst gekeken naar eigen
verantwoordelijkheden en mogelijkheden.
Samengevat geldt dat bij het bieden van ondersteuning gewerkt wordt volgens het volgend model:
Eigen verantwoordelijkheid betekent ook tijdig inspelen op het ouder worden. De aanschaf van
voorzieningen die algemeen gebruikelijk zijn en passen bij de normale levensloop worden niet meer
vergoed. Algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn voorzieningen die niet alleen door mensen met
een beperking worden aangeschaft maar door een veel grotere groep gebruikt worden. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan een fiets met trapondersteuning of kleine woonvoorzieningen zoals beugels in huis of
mengkranen.
individuele voorzieningen
collectieve voorzieningen
algemeen gebruikelijke voorzieningen
inzet van eigen kracht en sociale omgeving
Pagina 20/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
De veranderingen in de voorzieningen zijn vastgelegd in de nieuwe Wmo verordening. De oude Wmo
verordening was vooral aanbodgericht gericht. Bij de nieuwe Wmo verordening werken we veel
meer dan voorheen volgens de principes van ‘de kanteling’: Vraag- en resultaatgericht werken in plaats
van claim- en aanbodgericht. De Wmo gaat uit van het compensatiebeginsel. Dat betekent dat de
gemeente de vrijheid heeft om zelf keuzes te maken over de manier waarop zij individuele burgers
ondersteunt bij het deelnemen aan de samenleving. In de wet staat dus niet hoe de ondersteuning eruit
moet zien. Wat telt is het resultaat.
De gemeente stimuleert bijvoorbeeld haar burgers om via sport en bewegen (weer) mee te doen in de
samenleving! Het aanmoedigen van een gezonde en sportieve leefstijl kan bijdragen aan de beperking
van het gebruik van individuele voorzieningen.
Begeleiding
Ook hier wordt gekeken naar eigen kracht, netwerk en het versterken ervan. Daar waar mogelijk zal
een verbinding worden gelegd met het bestaande aanbod van welzijn, sport en met mantelzorg en
vrijwilligerswerk.
Dagbesteding
Naast het stimuleren van de bovenstaande activiteiten willen we als gemeente inzetten op een passend
aanbod van dagbesteding. Ook dit behoort tot de Wmo. Een goede dagbesteding is in het bijzonder
bedoeld voor die inwoners die niet in staat zijn om op eigen kracht of met behulp van een eigen
netwerk een dagbesteding te vinden. Zij worden daarbij begeleid door medewerkers van het Zorgloket.
We gaan er vanuit dat vrijwel iedereen op haar/zijn niveau zekere ontplooiingsmogelijkheden heeft en
dat ook hier voor geldt dat mensen sterker en weerbaarder worden als ze een zinvolle dagbesteding
hebben. Sport en bewegen kan hiervoor een bijdrage leveren
Mantelzorg: ondersteuning aan mantelzorgers om te voorkomen dat ze overbelast worden
Niet iedereen kan op eigen kracht meedoen. Hierbij kan worden gedacht aan verschillende groepen:
ouderen, mensen met een verstandelijke en/of fysieke beperking, psychiatrische patiënten en mensen
met dementie. In veel gevallen krijgen ze jarenlang ondersteuning van familieleden of vrienden ofwel
mantelzorg. Mantelzorg geven overkomt je, je wordt er niet voor gevraagd. Er is sprake van een
emotionele, persoonlijke band met degene die de zorg nodig heeft. Mantelzorg kan zwaar zijn, je kunt
de zorg niet zomaar beëindigen. In Enkhuizen verleent ruim twintig procent van de inwoners
mantelzorg.
De gemeente Enkhuizen vindt mantelzorg van onschatbare waarde. We vinden het belangrijk om te
voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken. Er is in de afgelopen jaren al inzet gepleegd als het
gaat om de ondersteuning aan mantelzorgers. Dit wordt onder andere vanuit het Zorgloket geboden
door middel van informatie en advies, ondersteuning en het aanbieden van respijtzorg. Respijtzorg is
zorg aan een zorgbehoevende, met als doel om diens mantelzorger(s) te ontlasten en vrijaf te geven.
De komende jaren zet Enkhuizen zich naast het op peil houden van de bestaande voorzieningen extra
in voor:
- Mantelzorgers in complexe situaties, waarbij sprake is van regieverlies (bijvoorbeeld bij
dementerenden);
- Respijtzorg, betere afstemming van aanbod op vraag;
- Het zicht hebben op de mogelijkheden voor aanpasbaar bouwen en woningaanpassing;
- Het Stimuleren van activiteiten voor een betere afstemming tussen mantelzorg en
professionele zorg.
Pagina 21/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Laaggeletterdheid
Een goede beheersing van de Nederlandse taal is een voorwaarde om te kunnen participeren in de
maatschappij. Uit onderzoek van onder andere de Organisatie voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO) is gebleken dat laaggeletterde volwassenen relatief lage inkomens en minder kans
op werk hebben (onder deze groep heerst hoge werkeloosheid en een hoog aantal uitkeringen).
Werkende laaggeletterden hebben minder kans op een opleiding of training verzorgd door de
werkgever. Het meedoen aan het maatschappelijke leven wordt hierdoor beperkt. Laaggeletterden
mengen zich niet of beperkt in de eigen samenleving. Ze nemen nauwelijks deel aan
gemeenschappelijke activiteiten in buurten, scholen en verenigingen. De bestrijding van
laaggeletterdheid is er mede opgericht om de maatschappelijke participatie te bevorderen, wat aansluit
bij het Wmo-beleid. Alle gemeentes binnen de regio West-Friesland hebben daartoe in september
2012 de intentieverklaring “West-Friese Bondgenootschap tegen laaggeletterdheid” ondertekend,
waarin wordt aangegeven dat zij samen met de lokale werkgevers de laaggeletterdheid willen
bestrijden. Er is sindsdien een ambtelijke werkgroep actief waarin ook verschillende organisaties bij
betrokken zijn. De werkgroep wordt ondersteund door de Stichting Lezen & Schrijven.
Pagina 22/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
5. Middelen, evaluatie
5.1. Middelen
In het najaar van 2013 zal het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een nieuw
wetsvoorstel Wmo naar de 2e kamer sturen. Het voorstel is om de Wmo per 2015 te wijzigen inzake de
uitbreiding van de taken en de aanpassing van de compensatieplicht. Zodra hier meer over bekend is,
zullen we u hierover informeren. Ondertussen geven we uitvoering aan de eerder genomen
maatregelen.
Financiële paragraaf beleidsplan Wmo
In het regeerakkoord Rutte II wordt aangegeven dat de transitie AWBZ naar de Wmo door gaat, maar
dat er op de rijksbudgetten AWBZ nu een totale efficiëntie korting wordt toegepast van 25% i.p.v. de
oorspronkelijke 5-10%. Daarnaast is er in het zorgakkoord een korting van 40% op de integratie
uitkering Wmo opgenomen. Er is ook bepaald dat de zorgzwaartepakketten 1 t/m 2 uit de AWBZ
worden gehaald en onder de Wmo gaan vallen. Het is echter onbekend of de hierbij behoren budgetten
mee overgaan.
In de brief van staatssecretaris M.J. van Rijn d.d. 25 april 2013 zijn een aantal aanvullende maatregelen
opgenomen zoals:
Langer thuis wonen is niet voor iedereen met een zorgzwaartepakket 3 en 4 mogelijk. Meer
mensen kunnen vanaf 2015 in een instelling verblijven;
In 2014 blijft de extramurale dagbesteding beschikbaar. Ook op de extramurale persoonlijke
verzorging kan in 2014 volledig beroep worden gedaan;
In de Zvw wordt een nieuwe aanspraak opgenomen: thuisverpleging;
De wijkverpleegkundige draagt zorg voor de verbinding tussen het sociale en medische
domein;
Gemeenten worden gestimuleerd om sociale wijkteams op te richten;
Het begeleid wonen dat gericht is op participatie vindt het kabinet passen binnen het
gemeentelijke domein. Dit wordt nog verder uitgewerkt;
Nieuwe cliënten kunnen in 2014 een beroep doen op huishoudelijke hulp;
Er wordt onder de Wmo een maatwerkvoorziening geïntroduceerd ter vervanging van de
compensatie eigen risico, de aftrek specifieke zorgkosten en de Wet tegemoetkoming
chronische zieken en gehandicapten;
Er wordt een recht gecreëerd op het PGB onder stringente voorwaarden in de nieuwe Wmo en
de kern-AWBZ.
De komende maanden zal het bovenstaande verder worden uitgewerkt door de vakministeries en
worden de exacte gevolgen voor de gemeenten waarschijnlijk inzichtelijk. Dan wordt pas duidelijk wat
dit gaat betekenen voor de begroting van de gemeente Enkhuizen.
Gezien het bovenstaande is het nu niet mogelijk om een echte financiële paragraaf op te stellen bij dit
beleidsplan en zal deze worden bijgevoegd zodra dit kan.
Wat wel duidelijk is dat de vraag naar Wmo-voorzieningen, gezien de toenemende vergrijzing van
Enkhuizen, de komende jaren groter worden. Met de verwachte decentralisaties komen er nieuwe taken
en nieuwe cliëntgroepen bij. Het budget wordt kleiner, het is onontkoombaar dat er de komende jaren
ingrijpende bezuinigingen nodig zijn. Dit maakt het noodzakelijk om keuzes te maken, maar ook te
vernieuwen en efficiënter te werken.
Pagina 23/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
5.2 Monitoring / Evaluatie
Enkhuizen wil weten welke resultaten er geboekt worden op de diverse prestatievelden (zie overzicht).
Hiertoe gaat de gemeente gebruik maken van verschillende monitorinstrumenten:
- GGD-gezondheidsmonitor, deze wordt al gebruikt. Als extra element is nu bij zowel de
jeugdmonitor als de ouderenmonitor het item mantelzorg toegevoegd;
- De Basisbenchmark van het SGBO. Hierin worden de prestaties op alle prestatievelden
gemonitord en vergeleken met andere gemeenten.
- De resultaten van de tevredenheidsonderzoeken van de zorgaanbieders en aanbieders van
voorzieningen
- Het jaarlijks klanttevredenheidsonderzoek Wmo
Er vindt een jaarlijks evaluatie plaats van de activiteiten opgenomen in de activiteitenagenda. De
resultaten van deze evaluatie worden aangeboden bij de jaarrekening. Op basis van deze resultaten
kan bijstelling van de agenda plaatsvinden. Ook kan de kadernota worden gebruikt voor
beleidsontwikkelingen.
Pagina 24/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Hoofdstuk 6. Van beleid naar uitvoering 2013 – 2016
Hieronder schematisch per thema de speerpunten en maatregelen die de gemeente Enkhuizen de
komende jaren gaat uitvoeren.
Thema 1: Opgroeien in Enkhuizen
Ambities
1. Kinderen in Enkhuizen kunnen veilig en gezond opgroeien en er worden voldoende
ontplooiingsmogelijkheden, passend bij zijn/haar mogelijkheden geboden;
2. Ouders worden (of zijn!) zich (nog meer) bewust van hun voorbeeldfunctie in het gedrag en
leefstijl van hun kind;
3. Versterken van de zorgstructuur, zodat alle kinderen in beeld zijn, goede zorgbegeleiding in
doorlopende (leer-)lijn.
Uitgangspunten
1. Het CJG Enkhuizen is de spil als het gaat hulp en ondersteuning van ouders en professionals
bij het opgroeien en opvoeden van jongeren en hun opvoeders/ gezin;
2. Er zijn voldoende voorzieningen op het gebied van jeugd- en jongerenwerk, kinderopvang,
onderwijs, en sport- en speelvoorzieningen.
Activiteiten
1. CJG
- Doorontwikkeling Centrum Jeugd en Gezin;
- Aanbieden van laagdrempelige voorzieningen als opvoed- en gezinsondersteuning vanuit het
Centrum Jeugd en Gezin;
- Er wordt gewerkt volgens de methode één gezin, één plan en daar waar mogelijk met één
budget;
- Het Centrum voor jeugd en gezin werkt met een klankbordgroep van ouders.
Activiteit Prestatie Wanneer
CJG Enkhuizen is het voorportaal
voor de uitvoering voor zorg aan
jeugd in het kader van de transitie
jeugdzorg
Alle functies binnen zorg rondom
jeugd zijn aangesloten bij het CJG
2015
Aanbieden van cursussen,
trainingen en lezingen gericht op
opvoedondersteuning
Deelnemers waarderen de cursussen,
trainingen en lezingen met
gemiddeld een 7
Jaarlijks
Inloopspreekuur op vindplaatsen
kinderen (zoals scholen, peuter -
speelzaal en kinderdagverblijven)
Op elke locatie vindt minstens één
keer per maand een inloopspreekuur
CJG plaats
2014
Verbetering informatievoorziening
jongeren/ouder(s) en professionals
Het percentage van jeugdigen,
ouders en professionals dat bekent is
met het CJG en het aanbod is ≥ 50 %
Jaarlijks onderzoek
stadspanel
Binnen het CJG wordt gewerkt met
één gezin en één plan
Er zijn minimaal 10 gezinsplannen,
op basis van één gezin en één plan,
uitgevoerd.
Jaarlijks
Pagina 25/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Instellen klankbord groep ouders
t.b.v. van het CJG
Klankbord groep is actief 2013
2. Voorzieningen op het gebied van jeugd- en jongerenwerk, kinderopvang, onderwijs, en sport-
en speelvoorzieningen
- Investeren in voorzieningen, speel- en sportvoorzieningen, jeugd- en jongerenwerk,
kinderopvang en onderwijs
- Voorkomen van overlast, door het organiseren van sport- en beweegprojecten in de buurt,
afgestemd op de vraag van jeugd en jongeren;
- Vrijwilligers en professionals die zich richten op jeugd en jongeren scholen in het vroegtijdig
signaleren van problemen en daar adequaat op kunnen reageren;
- Aanpak van taalachterstanden bij jongere kinderen in het kader van de voor- en vroegschoolse
educatie;
- Aanbieden van regulier peuterspeelzaalwerk aan kinderen van 2 t/m 4 jaar;
- Aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie aan kinderen van 2 t/m 4 jaar binnen de VVE
kaders;
- Taalontwikkeling bij jonge kinderen te versterken.
Activiteit Prestatie Wanneer
Er zijn voldoende
sportvoorzieningen
Nul-meeting bezettingsgraad
sportvoorzieningen
2013
Er is inzicht in de behoefte van
jeugd- en jongerenwerk
Tevredenheid aanbod jeugd- en
jongerenwerk
Onderzoek stadspanel
Aanbod sport- en
beweegprojecten in de buurt
Er is een wijkgerichte aanpak
geïmplementeerd op het gebied
van straatmeubilair,
groenvoorzieningen en
speeltuinen
2015
Scholingstrajecten vrijwilligers
en professionals
Het percentage vrijwilligers en
professionals dat bekend is met
“leren signaleren” ≥ 50 %
2014
Er is beleid aanwezig voor- en
vroegschoolse educatie
Nota voor- en vroegschoolse
educatie
2013
Er zijn voldoende voorzieningen
in het kader van de voor- en
vroegschoolse educatie
Er zijn geen wachtlijsten Doorlopend
Scholingstrajecten
pedagogische medewerkers
peuterspeelzalen en
kinderdagverblijven
Alle pedagogische medewerkers
zijn bekend met de methodiek
VVE Startblokken
2014
Er zijn voldoende kindplaatsen
binnen het reguliere
peuterspeelzaalwerk
Nul-meeting wachtlijsten
regulier peuterspeelzaalwerk
2014
Ouders bewust maken van het
belang van voorlezen in het
kader van taalontwikkeling
Er doen jaarlijks minimaal 6
gezinnen mee aan de
Voorleesexpress
Jaarlijks
Pagina 26/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Thema 2: Thuis in Enkhuizen
Ambities
1. Inwoners voelen zich thuis in Enkhuizen en willen zich inzetten voor elkaar en daarmee de
leefbaarheid en de veiligheid van de stad te vergroten;
2. Maak vrijwilligerswerk in Enkhuizen vanzelfsprekend door de (potentiele) vrijwilligers te
stimuleren en te faciliteren;
3. De gemeente wil door het inzetten van opbouwwerk de samenhang en diversiteit zonder
uitsluiting van groepen of personen bevorderen;
4. Sport en bewegen worden breed ingezet als middel ter bevordering van sociale samenhang, en
ter bevordering van een gezonde leefstijl en participatie van burgers.
Uitgangspunt
1. De beleving, behoefte, belangen en de vraag van de bewoners staan centraal;
2. De gemeente speelt een stimulerende rol bij het vrijwilligerswerk;
3. Het opbouwwerk versterkt de sociale zelfredzaamheid van mensen, in het bijzonder van
mensen in achterstandssituaties;
4. Sport en bewegen worden breed ingezet als middel ter bevordering van sociale samenhang, en
ter bevordering van een gezonde leefstijl en participatie van burgers.
Activiteiten
1. Leefbaarheid
- Ontmoeting tussen verschillende doelgroepen wordt gestimuleerd waarbij veel ruimte is
voor initiatieven van de bewoners;
- Instellingen op het gebied van welzijn en vrijwilligersorganisaties werken samen en zijn
actief betrokken in de wijk bij de organisatie en uitvoering van activiteiten;
- Natuur- en milieueducatie levert een grote bijdrage als het gaat om de bewustwording en
de betrokkenheid van de eigen leefomgeving.
Activiteit Prestatie Wanneer
De sociale samenhang in de
wijken wordt verstevigd door
sociale activiteiten voor en door
de wijk te stimuleren
Minimaal vijf activiteiten worden
uitgevoerd in het kader van
‘Goed Idee!’
Doorlopend
Inwoners van plan Noord voelen
zich in toenemende mate
betrokken bij hun woon-
omgeving en problemen in Plan
Noord zijn waar mogelijk in
beeld
De pilot Plan Noord-Enkhuizen
wordt samen uitgevoerd met
Welwonen, wijkverpleegkundige,
algemeen maatschappelijk werk,
consulenten MEE, consulenten
Wmo en inwoners
2013
Bewoners worden gestimuleerd
langer thuis te blijven wonen
Het project Lekker blijven
wonen wordt uitgevoerd
conform planning
Ontmoetingen tussen
verschillende bevolkings-
groepen worden gestimuleerd
Minimaal 5 maal per jaar
worden er multiculturele
activiteiten georganiseerd
2013
Pagina 27/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Er is inzicht in de tevredenheid
van wijkbewoners als het gaat
om veiligheid en leefbaarheid in
de wijk
Het percentage tevreden
inwoners is ≥ 60 %
Een keer per twee jaar
Er is voldoende aanbod natuur-
en milieueducatie voor alle
inwoners
Er is een ondersteunend aanbod
voor scholen, kinderopvang en
peuterspeelzaalwerk
beschikbaar
Jaarlijks
2. Vrijwilligerswerk
- Het huidig aanbod ter ondersteuning van het vrijwilligerswerk wordt uitgebreid; Inwoners
van Enkhuizen kunnen mogelijkheden vinden om vrijwilligerswerk te doen wat bij hen
past;
- Inwoners die, om wat voor reden dan ook, niet kunnen participeren op de reguliere
arbeidsmarkt worden gestimuleerd om vrijwilligerswerk te doen.
Activiteit Prestatie Wanneer
Er is inzicht in het aanbod en
de vraag naar vrijwilligerswerk
Nul-meeting 2014
Er is een plan van aanpak
opgesteld om vrijwilligers te
werven onder de doelgroepen
‘nieuwe vrijwilligers’, ‘zilveren
kracht vrijwilligers’, ’verplichte
vrijwilligers’
Plan van aanpak 2015
Samenbrengen van
maatschappelijke organisatie en
het bedrijfsleven
Twee maal per jaar activiteiten
(laten) organiseren namelijk NL
Doet en Beursvloer
Jaarlijks
Vrijwilligers kunnen diverse
cursussen en trainingen volgen
Vrijwilligers en
vrijwilligersorganisaties worden
actief geïnformeerd over het
gemeentelijke vrijwilligersbeleid
Vier maal per jaar wordt een
nieuwsbrief verspreidt.
Jaarlijks
Vrijwilligerswerk wordt
zichtbaar gewaardeerd
Een maal per jaar wordt er een
vrijwilligersfeest georganiseerd
Jaarlijks
Vrijwilligers in Enkhuizen
voldoen aan de vereisten in het
kader van de Verklaring omtrent
goed gedrag.
Alle vrijwilligersorganisaties die
subsidie ontvangen hebben een
intentieverklaring in “veilige
handen” ondertekend
2014
Vanuit de Wet Werk en Bijstand
wordt vrijwilligerswerk
gestimuleerd.
Het aantal cliënten die
vrijwilligerswerk vanuit de Wet
Werk en Bijstand stijgt of blijft
gelijk
Doorlopend
3. Opbouwwerk
- De gemeente werkt samen met ketenpartners zoals woningcorporatie en welzijn- en
zorginstelling en zorgen voor een goede informatie- uitwisseling om de ondersteunings-
Pagina 28/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
behoefte van burgers in beeld krijgen om beter te kunnen aansluiten op diens behoefte/
vraag.
Activiteit Prestatie Wanneer
Welzijnswerk Enkhuizen
hanteert de acht
uitgangspunten “Welzijn Nieuwe
Stijl”
Opstellen prestatieafspraken
conform uitgangspunten
“Welzijn Nieuwe Stijl”
2015
De ondersteuningsbehoefte van
burgers is in beeld
Nul-meeting
ondersteuningsbehoefte
2014
4. Sport en bewegen
- Er worden extra bewegings- en sportactiviteiten ontwikkeld voor inwoners waarbij sprake
is van een zekere afstand tot bewegen en sport;
- Sport voor ouderen en jeugd zal gefaciliteerd en gestimuleerd worden.
Activiteit Prestatie Wanneer
Inzicht in de behoefte van de
buurtbewoners m.b.t.
sportaanbod in de buurt.
Uitvoeren van een buurtscan die
cijfers over de sportdeelname
en gezondheid in Enkhuizen
weergeeft.
2013
Een toename van het aantal
inwoners die voldoet aan de
Nationale Norm Gezond
Bewegen (NNGB).
Het percentage van het aantal
inwoners die voldoen aan de
NNGB is ≥ 65 %.
1x in de 4 jaar (GGD)
In stand houden van een
kennismakingsprogramma voor
de jeugd m.b.t. sport en
bewegen.
Er wordt uitvoering gegeven aan
het project ‘Jeugdsportpas’ voor
de groepen 5,6,7, en 8 van het
basisonderwijs.
Jaarlijks
Sportaanbod en –deelname
vergroten van groepen waar de
uitval groot is (leeftijdsgroep 12
– 16 jaar en 55+).
Uitbreiding van
stimuleringsactiviteiten.
2015
Sportaanbod en –deelname
vergroten van groepen met een
achterstand (ouderen, mensen
met een functiebeperking en
minima).
Regionaal wordt een
programma aangepast sport
uitgevoerd.
Jaarlijks
Verzorgen van het beweeg-
management op de
basisscholen door middel van
een combinatiefunctionaris.
De combinatiefunctionaris
wordt tevens ingezet voor
buitenschoolse activiteiten.
75% van de basisscholen doen
mee aan het
beweegmanagement.
Jaarlijks
Uitbreiding van 1fte naar 3,65
fte m.b.t. de
combinatiefunctionaris / sport-
buurtcoach.
Notitie m.b.t. inzet
combinatiefunctionaris / sport-
buurtcoach in Enkhuizen.
2014
Pagina 29/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Verenigingsadvisering Eerstelijns
verenigingsadvisering op
behoefte van sportverenigingen
Doorlopend
Vergroten van schools- en
naschoolse aanbod, sport in de
wijk
Schoolsportkalender en
aanbieden van sport – en
spelmaterialen in de buurt
Jaarlijks
Pagina 30/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Thema 3: Drempels weg in Enkhuizen
Ambities
1. Verbetering van de integrale toegankelijkheid in het kader van volwaardige maatschappelijke
participatie en levensloopbestendig bouwen;
2. Samen sterk voor kwetsbare burgers;
3. De gemeente draagt bij aan het vergroten van draagkracht bij mantelzorgers en het verlichten
van de draaglast van mantelzorgers.
Uitgangspunt
1. Enkhuizen is toegankelijk voor mensen met een beperking;
2. Kwetsbare inwoners mogen rekenen op bescherming en een adequate hulpverlening;
3. Voor mantelzorgers wordt een laagdrempelig ondersteuningsaanbod geboden.
Activiteiten
1. Toegankelijkheid
- De gemeente Enkhuizen investeert in scholing van de werkgroep toegankelijkheid;
- De werkgroep Enkhuizen adviseert de gemeente Enkhuizen over de bereikbaarheid,
toegankelijkheid en bruikbaarheid (btb) van openbare gebouwen, van culturele- en
sportvoorzieningen in de gemeente Enkhuizen en de verschillende vormen van vervoer.
- Er is (digitale) informatie beschikbaar over de bereikbaarheid, toegankelijkheid en
bruikbaarheid (btb) van openbare gebouwen, van culturele- en sportvoorzieningen in de
gemeente Enkhuizen en de verschillende vormen van vervoer.
Activiteit Prestatie Wanneer
Leden van de werkgroep
toegankelijkheid zijn op de
hoogte van de actuele
ontwikkelingen rondom het
thema “toegankelijkheid”.
Scholingstraject voor alle
werkgroep leden
toegankelijkheid
2013
De werkgroep adviseert
gevraagd of ongevraagd als het
gaat om de toegankelijkheid van
de stad.
Er worden jaarlijks minimaal 3
adviezen gegeven
Doorlopend
Aanbod informatievoorziening
toegankelijkheid Enkhuizen
De mogelijkheden om te komen
tot digitale ontsluiting van deze
informatie wordt onderzocht
2014
Openbare gebouwen zijn
bereikbaar, toegankelijke en
bruikbaar (btb)
Nul-meeting inventariseren btb
openbare gebouwen
2016
Pagina 31/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
2. Kwetsbare inwoners
- Inwoners van Enkhuizen kunnen bij het Zorgloket terecht voor vragen, informatie en advies op
het gebied van wonen, zorg en welzijn;
- Er wordt verder ingezet op de doorontwikkeling van het huidige Zorgloket. Samenwerking
binnen de eerste lijn en met welzijnsprofessionals en de 'nulde lijn' (zorg door mantelzorgers
en vrijwilligers) is van essentieel belang om deze effectief aan te pakken. De specifieke
ondersteuning en hulpverlening in de domeinen zorg, jeugd, armoede en participatie sluiten
aan op deze generieke werkwijzen zodat er dwarsverbanden ontstaan;
- Eind 2013 zijn de voormalige AWBZ-functies individuele begeleiding en groepsbegeleiding in
het kader van de Wmo ingevuld en toegankelijk gemaakt voor inwoners van Enkhuizen;
- Voor de kwetsbare inwoners van Enkhuizen is voldoende, gezonde, activerende dagbesteding;
- De gemeente Enkhuizen neemt deel aan relevante overlegvormen met de centrumgemeente
over de oggz, maatschappelijke opvang, huiselijk geweld en verslavingszorg;
- Er zijn voldoende (regionaal) adequate (crisis-) opvangmogelijkheden voor zwerfjongeren en
slachtoffers van huiselijk geweld.
Activiteit Prestatie Wanneer
Het zorgloket is de toegangspoort
voor voorzieningen op het gebied van
zelfredzaamheid en deelname aan het
maatschappelijk verkeer
De (digitale) dienstverlening van
het Zorgloket Enkhuizen wordt
gewaardeerd met tenminste een
7
Nul-meeting 2014
We formuleren samen met aanbieders
van zorg en ondersteuning één
samenwerkingsconcept voor aanpak
van huishoudens (één gezin, één plan)
met een complexe problematiek via
een zorgcertificaat. Daarbij werken we
volgens deze zeven
inrichtingsprincipes van de Kanteling
en Welzijn nieuwe Stijl.:
1.Vraaggericht in plaats van
aanbodgericht. (“De Kanteling”)
2.Eigen verantwoordelijkheid.
3. Eén huishouden (of cliëntsysteem),
één plan, één case manager
4.Case manager met mandaat en
budgetverantwoordelijkheid.
5. Inzet van generalisten, indien de
aard van de problematiek dit vereist.
6.Multidisciplinaire inzet in teams.
7.Kwaliteitseisen zoals leverplicht,
doorlooptijden,
evaluatie/effectmeting, businesscases.
Met vrijwilligersorganisatie en
het welzijnswerk worden
(prestatie)afspraken gemaakt
over voldoende aanbod,
afgestemd op de vraag;
Bij 100% van de nieuwe
aanvragen vindt een
keukentafelgesprek plaats;
In 80% van de gevallen vindt het
keukentafelgesprek plaats
binnen 5 dagen en is het verslag
binnen 5 dagen na het gesprek
gereed;
Enkhuizen hanteert vanaf 2014
één samenwerkingsconcept voor
de integrale aanpak van
kwetsbare huishoudens met een
complexe problematiek,
inclusief signalering en een
monitoringstructuur waarbij
invulling wordt gegeven aan het
principe één gezin, één plan en
één regisseur.
Vanaf 2014
Pagina 32/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Inzicht in aantallen en kwaliteit in
regionale aanbod maatschappelijk
opvang
Evaluatie en aanbeveling
regionaalbeleid prestatieveld 7,8
en 9.
2014
Er is inzicht in het aantal
laaggeletterden binnen Enkhuizen
Nul-meeting 2013
Er is specifiek beleid voor de aanpak
van laaggeletterdheid
Deelname aan het
bondgenootschap
laaggeletterdheid West-
Friesland;
Er wordt een nota opgesteld om
het percentage laaggeletterden
terug te dringen.
2013
3. Mantelzorgers
- Er is in de gemeente Enkhuizen voldoende en een sluitend aanbod voor ondersteuning voor de
mantelzorgers van Enkhuizen in de vorm van signalering, informatie, advies, training, opvang
en toeleiding naar de juiste mantelzorgondersteuning en respijtzorg;
- De gemeente heeft zicht op de mogelijkheden voor aanpasbaar bouwen en woningaanpassing
voor mantelzorgers;
- Er is per jaar extra aandacht voor een specifieke groep mantelzorgers, zoals jonge
mantelzorgers, werkende mantelzorgers, mantelzorgers die zorgen voor iemand met
psychiatrische problematiek;
Activiteit Prestatie Wanneer
Inzicht in vraag en behoefte van
mantelzorgers in Enkhuizen op diverse
terreinen zoals bijv. wonen.
Bij 100% van de gehouden
keukentafelgesprekken wordt
specifiek gevraagd naar de
aanwezigheid, mogelijkheden en
behoefte aan ondersteuning van
van de mantelzorger;
Vanaf 2014
Er is ondersteuning van mantelzorgers
in de vorm van informatie en advies,
emotionele en educatieve
ondersteuning en (toeleiden naar)
informele respijtzorg.
Mantelzorgers waarderen de
ondersteuning vanuit de
gemeente Enkhuizen gemiddeld
een 7.
Vanaf 2014
Er is aandacht voor mantelzorgers in
complexe situaties (bijvoorbeeld
dementeren).
Er wordt een plan van aanpak
ontwikkeld om mantelzorgers in
complexe situaties naar
behoefte te ondersteunen.
Vanaf 2014
Er is aandacht voor de verschillende
groepen van mantelzorgers.
Elk jaar wordt tenminste één
activiteit georganiseerd ten
behoeve van een bepaalde groep
van mantelzorgers.
Doorlopend
De gemeente stimuleert activiteiten
voor een beter afstemming van
mantelzorg en professionele zorg.
Er is een betere afstemming. Vanaf 2015
Pagina 33/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Bijlagen
Bijlage 1 Resultaten, conclusies en aanbevelingen Wmo beleid 2008-2012
Resultaten van de verantwoording van de negen prestatievelden Wmo:
Prestatieveld 1: het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en
buurten
Het organiseren van aanbod gerichte wijkbijeenkomsten blijken in Enkhuizen niet te werken.
De lage opkomst kan onder andere komen omdat er nog maar weinig buurtorganisaties actief
zijn. Als er met bewoners wordt gepraat over hun eigen straat en /of buurt is de betrokkenheid
er wel. Dit heeft “college de wijk in” wel bewezen.
Inwoners van Enkhuizen waarderen hun leefomgeving met het cijfer 7,5. Dat is een ruime
voldoende.
Sport heeft een maatschappelijke betekenis gekregen en is alom erkend als bindmiddel tussen
de verschillen groepen en lagen van de samenleving van Enkhuizen, maar ook als middel om te
integreren.
Prestatieveld 2: op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en
van ouders met problemen met opvoeden
Het prestatieveld 2 heeft vooral betrekking op jeugd die extra zorg behoeft. Er is veel bereikt.
Het CJG is gerealiseerd, de afgelopen periode heeft het CJG zich vooral gericht op de jeugd tot
12, de komende jaren zal de jeugd van 12+ meer aan bod moeten komen. Er wordt verder
gewerkt aan de doorontwikkeling van het CJG. Met de komende overheveling van de jeugdzorg
naar de gemeenten komt de gemeente in de positie om de gehele zorg en ondersteuning rond
jeugdigen en hun opvoeders opnieuw in te richten. Gezien de rol van en de ervaringen met het
CJG in Enkhuizen in de afgelopen periode ligt er een goed fundament om de zorg voor de
jeugd daarop verder te bouwen.
Ten aanzien van de Vroeg- en Voorschoolse Educatie en leerplicht zijn positieve resultaten
bereikt.
Er is nog geen definitief besluit bekend over voortzetting van of gedeelten van het project
West-Frisse Jeugd. Naar verwachting zal een deel van de activiteiten worden geïntegreerd in
het reguliere gemeentelijk beleid.
Prestatieveld 3: het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning
Het Zorgloket wordt door de cliënten positief beoordeeld, als het gaat om verstrekking van
Wmo-voorzieningen.
Naast het verstrekken van individuele voorzieningen hebben ook andere voorzieningen zoals
het vrijwilligerswerk, de mantelzorgondersteuning en de Sociaal raadslieden een plek binnen
het loket gekregen
Prestatieveld 4: het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
Inwoners van Enkhuizen kunnen terecht bij het Zorgloket als het gaat om mantelzorg.
Daarnaast is er een pakket maatregelen en diensten voor mantelzorgers ontwikkeld met als
doel van mantelzorgers te ondersteunen.
Naast activiteiten specifiek gericht op ondersteuning is er ook, samen met het onderwijs, hard
gewerkt aan de promotie van het vrijwilligerswerk onder jongeren.
Pagina 34/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Het is ook gelukt om de 10% norm moeilijk bemiddelbare uitkeringsgerechtigden, als
vrijwilliger in te zetten, te halen.
Prestatieveld 5: het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het
zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychische probleem en van
mensen met een psychosociaal probleem
Enkhuizen heeft een eigen werkgroep Toegankelijkheid Enkhuizen. Daarmee is een eerste stap
gezet om Enkhuizen meer toegankelijker te maken voor mensen met een (fysieke) beperking.
In Enkhuizen is het passend vervoer goed geregeld, er zijn voldoende voorzieningen en de
doelgroep maakt daar veel gebruik van.
Er is goed aangepast vervoer in Enkhuizen, hier wordt veel gebruik van gemaakt.
Prestatieveld 6: het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch
psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van
hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer
Veel van de doelen zijn gerealiseerd. De inwoners van Enkhuizen die gebruik maken van het
Zorgloket zijn tevreden. Onderzoek wijst uit de dat de klanten van het Zorgloket de
dienstverlening in de afgelopen jaren met een 7,2 waarderen.
In 2011 is een begin gemaakt met de invoering van de Kanteling, in 2012 zal verder moeten
worden gewerkt aan deze invoering
Prestatievelden 7, 8 en 9: Maatschappelijke opvang en de aanpak van huiselijk geweld, openbare
geestelijke gezondheidszorg, verslavingsbeleid
De prestatievelden 7,8 en 9 worden vooral regionaal worden opgepakt.
In de praktijk blijkt dat er onvoldoende informatie is als het gaat over de groep ‘kwetsbare
burgers’ zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit geldt zowel voor Enkhuizen als voor de regio
West-Friesland. Organisaties registreren nog niet of op eigen wijze en hanteren elk hun eigen
systeem en daarnaast zijn een deel van deze groep, bijvoorbeeld zorgmijders, moeilijk te
traceren
Slotconclusie
In de afgelopen vier jaar is in de gemeente Enkhuizen veel gerealiseerd van het voorgenomen beleid op
de negen verschillende prestatievelden.
De burgers beoordelen hun leefomgeving met het cijfer 7.5 (prestatieveld 1) blijkt uit de
Veiligheidsmonitor. Verder is er op de prestatievelden 2, 7 en 8, (jeugd, maatschappelijke opvang en
de OGGZ) veel regionaal ontwikkeld en samengewerkt. Dit alles vanuit het uitgangspunt: “we doen
lokaal wat moet en regionaal wat kan”.
De burgers van de gemeente Enkhuizen die gebruik maken van de WMO-voorzieningen geven de
gemeente een ruim voldoende voor de prestatievelden 3,4 en 6 ( geven van informatie en advies,
ondersteunen mantelzorgers en vrijwilligers en verlenen van voorzieningen aan mensen met een
beperking). Dit blijkt uit de jaarlijkse Wmo benchmark en klanttevredenheidsonderzoeken.
Het prestatieveld 5, het bevorderen van meedoen, ook voor mensen met een chronische beperking, is
vooral aan de slag geweest met vervoer en toegankelijkheid. Dit prestatieveld kan breder worden
uitgewerkt.
Pagina 35/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Bijlage 2 Afkortingen
AWBZ Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BO Basis Onderwijs
Btb Bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid
CJG Centrum voor Jeugd en Gezin
GGD Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
GGZ Geestelijke Gezondheid Zorg
LVG Licht Verstandelijk Gehandicapte
MVO Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
NASB Nationale Actie Sport en Bewegen
NNGB Nationale Norm Gezond Bewegen
OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
OGGZ Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
SBO Speciaal Basis Onderwijs
VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs
VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wajong Wet arbeidsongeschiktheid voor jonggehandicapt
Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning
Wsw Wet Sociale werkvoorziening
Wwnv Wet werken naar vermogen
WWB Wet Werk en Bijstand
Zvw Zorgverzekeringswet
ZZP Zorg Zwaarte Pakket
Pagina 36/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Bijlage 3 Verklarende woordenlijst
Ambulante begeleiding De zorgverstrekker bezoekt de cliënt (voor de begeleiding) in
diens eigen omgeving.
Compensatiebeginsel plicht die gemeenten hebben in het kader van de Wmo om
. beperkingen in zelfredzaamheid weg te nemen of te
compenseren en deelname aan het maatschappelijke verkeer
mogelijk te maken.
Kantelen De verandering in de werkwijze van aanbod- naar
vraaggericht werken.
Levensbestendig wonen Het zelfstandig wonen en nodige zorg zelfstandig tot zich
nemen.
Noaberschap Een heel ruime en intensieve vorm van burenhulp.
Nuldelijnzorg Nuldelijnszorg is de zorg die gegeven wordt door
mantelzorgers, vrijwilligers en familie.
Eerstelijnszorg is alle zorg die direct toegankelijk is voor de
patiënt. Denk aan huisartsen, maatschappelijk werk en
spoedeisende hulp in ziekenhuizen.
Tweedelijnszorg is de zorg waar een verwijzing voor nodig is.
De hulp is meestal ambulant.
Outreachend Het hanteren van een werkmethode waarbij actief ingezet
wordt op het leggen van contact met de doelgroep, het
onderzoeken van de vragen en het motiveren en verwijzen van
de doelgroep naar vormen van hulpverlening.
Residentiële zorg Zorg binnen een inrichting.
Respijtzorg Het tijdelijk overnemen van de totale zorg ter ontlasting van
de mantelzorger.
Rugzakfinanciering Ondersteuning krijgen in de vorm van individuele
subsidierechten.
Synergievoordelen De samenwerking is effectiever dan dat iedereen voor zich zou
werken.
Pagina 37/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Bijlage 4 Bronnen
Gemeente Enkhuizen Conceptnota Lokaal gezondheidsbeleid 2013 - 2016
Gemeente Enkhuizen Informerende raadsbrief Ontwikkelingen Wet maatschappelijke
ondersteuning februari 2012
Gemeente Enkhuizen Informerende raadsbrief Participatieplatform oktober 2012
Gemeente Enkhuizen Informerende raadsbrief Besluit en beleidsregels de Kanteling
januari 2013
Gemeente Enkhuizen Informerende raadsbrief Kantelen in de Wmo februari 2013
Gemeente Enkhuizen Notitie Seniorenbeleid 2011 – 2015
Gemeente Enkhuizen Stadsvisie Enkhuizen 2030
Gemeente Enkhuizen Verantwoording Wmo beleidsplan 2008 – 2012, “Enkhuizen op
koers”
Gemeente Enkhuizen Verordening Maatschappelijke ondersteuning 2013
Gemeente Enkhuizen Wmo beleidsplan 2008 – 2012
Ministerie van VWS Brief “Hervorming Langdurige zorg: naar een waardevolle
toekomst”
Rekenkamercommissie SED Onderzoeksrapport Doeltreffendheid en doelmatigheid van
Wmo-beleid en- uitvoering, november 2012
Pagina 38/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Advies Wmo-raad Enkhuizen 19 augustus 2013
Advies Wmo-raad Reactie Actie
Opmerking 1 Stellen het op prijs als de input van de Wmo-raad wordt verwerkt in de definitieve versie.
In de nota wordt een overzicht gegeven van uw advies. Deze wordt beantwoord. Ook betrokken organisaties krijgen de gelegenheid om een zienswijze in te dienen. Het college besluit of zij deze verschillende zienswijzen over nemen. Na vaststelling van de nota door de raad. Indien noodzakelijk zal de nota aangepast worden.
Indien nodig wordt de definitieve nota aangepast.
Opmerking 2 We vinden de omslag van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ een goed uitgangspunt.
Wij delen deze mening. N.v.t.
Opmerking 3 Het bevorderen van een integrale aanpak door in Enkhuizen te kiezen voor het werken met thema’s achten wij positief en veelbelovend.
Ook deze mening delen we. N.v.t.
Opmerking 4 Als we het goed begrijpen is de kern van de veranderingen in het beleid op een drietal pijlers gebaseerd: -meer dan ooit legt de gemeente het accent op vroeg signalering van mogelijke problemen -Bewegen vindt u belangrijk en dit wordt vertaalt in het stimuleren van sport (3e opvoedingsmilieu) -vrijwillig andere mensen helpen geeft u voldoening en geeft aan de sociale samenhang in wijken en buurten een positieve impuls.
Er zijn meer pijlers opgenomen bijvoorbeeld, de kanteling. Eerst zelf kijken wat mogelijk is voordat de gemeentelijke voorzieningen aangesproken worden.
N.v.t.
Opmerking 5 Bewegen lijkt ons belangrijker dan sport. Speeltuinen, dansen, schaatsen hebben een meer sociale component dan sporten waar het op
Iedere vorm van bewegen is belangrijk. De ene burger zal gestimuleerd worden door activiteiten waar het sociale component de boventoon voert en een andere burger
Ter kennisgeving.
Pagina 39/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
individueel presteren aankomt voelt zich prettig in een omgeving waar het aankomt op individueel bewegen. Kortom, het bewegen moet voor iedere burger mogelijk zijn en zoveel mogelijk aansluiten bij zijn / haar wens.
Opmerking 6 Dit beleidsplan geeft geen enkele financiële onderbouwing aan het te voeren beleid, we adviseren om een Enkhuizer budgetverdeling uit het recente verleden als uitgangspunt te nemen
Op dit moment is het niet mogelijk om een concrete financiële onderbouwing te bieden. Er zijn nog teveel onzekerheden vanuit de rijksoverheid mbt doelgroepen, voorzieningen, en de uitkering .
Zodra er duidelijkheid is zal een financiële onderbouwing uitgewerkt worden.
Opmerking 7 Wij adviseren om de plannen met meer concrete cijfers en bronverwijzing te onderbouwen.
Dit is zoveel mogelijk gedaan. Ter kennisgeving.
Opmerking 8 De uitspraak dat 20% van de Enkhuizers mantelzorg verleent waar is die op gebaseerd? In de gezondheidsnota staat van 11 % van de Enkhuizers ouder dan 65 jaar mantelzorg ontvangt. Krijgen naar verhouding veel jongeren of familie buiten de stad mantelzorg van de Enkhuizers?
De uitspraak dat 20 % van de Enkhuizers mantelzorg verleend is gebaseerd op landelijke cijfers. Soms hebben mensen meerdere mantelzorgers tegelijk. De cijfers in de gezondheidsnota gaat over mantelzorgontvanger van 65 jaar en ouder. Daarnaast verlenen veel jongeren mantelzorg maar ook ouders aan jongere kinderen.
N.v.t.
Opmerking 9 Op pagina 7 wordt melding gemaakt van twee werkconferenties met het ‘veld’, graag de bronverwijzing.
Er zijn geen verslagen gemaakt van de twee werkconferenties olv Movisie, wel is een terugkoppeling gegeven van elke bijeenkomst. Dit was bedoeld voor intern gebruik tbv de conferentie. De organisatie die aanwezig waren : Omring, Welwonen, maatschappelijke werk, GGD, GGZ, gemeente. De samenstelling had een wisselend karakter ivm ieders beschikbaarheid op deze dagen.
N.v.t.
Opmerking 10 We maken gebruik van in het Dit wordt verder uitgewerkt in
Pagina 40/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
We vragen ons af hoe u uw regierol precies ziet: of u werkelijk op lokaal niveau een nieuw samenwerkingsverband wil ontwikkelen (pag. 13), of dat u wilt stimuleren dat het veld een nieuw samenwerkingsverband ontwikkelt, waarbij de professionele zorg een verbinding zal moeten aangaan met informele zorg (pagina 18) en nader formuleert mbt kwetsbare burgers(pag. 31).
veld beschikbare expertise, dit onder de regie van de gemeente.
het uitvoeringsprogramma.
Opmerking 11 De gemeente Enkhuizen wil (pag. 18) een meer outreachende en wijkgerichte vorm van ondersteuning verder stimuleren. Als dat, anders dan een regierol, door de gemeente extra aan te trekken nieuwe personeelsleden betreft, gaat dat veel geld kosten.
Dit valt binnen het over te dragen budget.
Dit wordt verder uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma.
Opmerking 12 De invulling van de combinatiefunctionaris / sportbuurtoach, die van 1 naar 3,65 fte gaat, is begrotelijk. Is dat elders al eerder besloten of moeten we dat zien als een concrete uitwerking van het beleid?
Dit Is een concrete uitwerking van het bestaande beleid. Door de combinatie-regeling worden de sport- en beweegactiviteiten opgezet vanuit het project Enkhuizen Actief geborgd en zelfs uitgebreid.
N.v.t.
Opmerking 13 Blz 12 punt 3: de vraag is of u t.a.v. ‘kwetsbare burgers’ niet al te veel het accent legt op in tijd gelimiteerde interventies en inwoners die tijdelijk de regie over hun eigen leven kwijt zijn. Er is niets tijdelijks aan als iemand gehandicapt raakt of zo wordt geboren.
Bij de kwetsbare burgers wordt samen met de betrokkene naar oplossingen gezocht of dit een tijdelijkheid betreft of langdurige zorg of een voorziening.
Ter kennisgeving.
Opmerking 14 Blz. 14: Daar worden schoolpleinen niet genoemd. Deze zijn natuurlijk ook prima in te richten voor de jeugd (maar dan wel vandalismeproof). Hoe meer
Schoolpleinen zijn inderdaad prima locatie m.b.t. bewegen. Schoolpleinen zijn in 2013 in Enkhuizen openbaar beschikbaar gesteld voor de jeugd in Enkhuizen. In de beleidsnota
Ter kennisgeving.
Pagina 41/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
speelmogelijkheden, hoe beter voor het bewegen en verbinden van de jeugd.
speelruimte, vastgesteld door de Raad eind 2012, is dit opgenomen. Met de schoolbesturen is een convenant afgesloten m.b.t. beschikbaarheid openbaarheid schoolpleinen. In deze convenant is o.a. het volgende opgenomen: -De scholen stellen de schoolpleinen en de daarop gesitueerde speeltoestellen beschikbaar; -De scholen zijn eigenaar van de schoolpleinen en blijven verantwoordelijk voor het onderhoud; -De gemeente draagt zorg voor de veiligheidskeuringen van de speeltoestellen; -De gemeente stelt per school, waarvoor is overeengekomen dat het schoolplein wordt opengesteld, per jaar een bijdrage ad € 1000,- beschikbaar ter compensatie van het onderhoud en afschrijving van de speeltoestellen.
Opmerking 15 Blz 17: Daar missen we de huidige buurtverenigingen (Plan Zuid, Boschplein, Oosterdijks belang) Die doen essentieel werk voor kinderen, ouderen etc. op het gebied van recreatie, creativiteit etc.
Deze vrijwilligersorganisaties zijn zeker belangrijk voor de sociale cohesie in de wijk. Deze verenigingen worden niet specifiek genoemd maar worden aangemerkt als vrijwilligersorganisaties.
Ter kennisgeving.
Opmerking 16 Blz 28: Sport en bewegen. Er zal veel worden geïnvesteerd in bewegingsprogramma’s. Het aanleren van zwemmen is voor heel veel gezinnen niet meer te betalen. Naast de veiligheid in ons waterrijk gebied is het bewegen voor de kinderen in het water erg belangrijk, daar men in het water met minder
Gemeente Enkhuizen is van mening dat het aanleren van zwemmen een verantwoordelijkheid is van de ouders. Het schoolzwemmen kan inderdaad ook worden gezien als een “natte gymles” en is dus een extra beweeg- en sportactiviteit voor de kinderen.
Ter kennisgeving.
Pagina 42/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
kracht veel meer kan bewegen. Ook hier is vroeg beginnen belangrijk, dus adviseren wij het schoolzwemmen te bevorderen.
De raad heeft echter op 13 november 2012 de begroting 2013 vastgesteld en een amendement aangenomen met bezuinigingsvoorstellen om te komen tot een sluitende begroting. In het amendement is een bezuinigingstaakstelling van € 40.000 opgenomen m.b.t. schoolzwemmen. Vanuit de combinatieregeling wordt daarom 1 fte beschikbaar gesteld voor het zwembad ten behoeve van het schoolzwemmen en het organiseren van naschoolse sport- en bewegingsactiviteiten in het zwembad.
Opmerking 17 Blz. 30: De nulmeting btb openbare gebouwen is wel erg ver in de toekomst gepland namelijk in 2016, wij zouden pleiten voor 2014 – 2015.
De reden is dat er eerst veel voorwerk moet worden verricht zoals het ontwikkelen van een handboek.
Niet overnemen.
Opmerking 18 Blz. 3: zit een storende fout, de nota Wet maatschappelijke ontwikkeling, dit moet zijn Wet maatschappelijke ondersteuning.
Helemaal mee eens. Dit is meteen verbeterd!
Pagina 43/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Zienswijze van de Omring 21 november 2013
Pagina 44/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Zienswijze van MEE Noordwest-Holland 12 december 2013
Advies MEE NWN Reactie Actie
Opmerking 19 Een helder plan, goed leesbaar en de uitgangspunten zijn herkenbaar en concreet. Soms mis ik de koppeling met de andere transities.
Dank voor het compliment. De koppeling met andere transities zal indien mogelijk vertaald worden in het uitvoeringsprogramma.
Zoveel mogelijk worden de transities meegenomen in het uitvoeringsprogramma. Dit is afhankelijk van de besluiten en informatiestroom van het Rijk.
Opmerking 20 Blz. 4: Ontwikkelingen en trends: punt 2. Het centrale doel is om de zelf- en samen redzaamheid van burger te vergroten. Graag een zin opnemen waarin duidelijk wordt dat een ander beroep op de burger wordt gedaan
Op pagina 12 wordt bij’1. De inwoners van Enkhuizen zijn zelf verantwoordelijk’ en bij ‘2. De inwoners van Enkhuizen helpen elkaar dit verder uitgewerkt’.
Niet overnemen.
Opmerking 21 Pagina 4: Ontwikkelingen en trends. Punt 3 De transities. Graag de transities meer integraal aanvliegen: burgers die onder de doelgroep van de participatiewet vallen, zijn veelal mensen die ook voor andere vormen van ondersteuning bij de gemeente komen, bijvoorbeeld de Wmo. Er is samenhang, vooral vanuit de optiek van de burger, tussen Wmo / Awbz, Jeugdzorg, participatiewet, passend onderwijs en cliëntondersteuning.
De transities worden al integraal aangevlogen. Dit is zowel ambtelijk als bestuurlijk de insteek.
De zin ’3. De transities AWBZ, Jeugdzorg en de Participatiewet…..’ wordt in de nota aangevuld: De transities ABWZ, Jeugdzorg, Participatiewet, Passend onderwijs en Cliëntondersteuning worden zoveel mogelijk integraal aangepakt en in waar mogelijk in samenhang ontwikkeld: Vanaf 2012 vinden voorbereidingen plaats om deze decentralisaties te effectueren. In 2013 heeft dit geresulteerd in twee regionale nota’s transitie Jeugd en transitie AWBZ. In 2014 wordt een lokale vertaalslag gemaakt.
Opmerking 22 Blz. 8 de Kanteling punt 2: Als er afgestapt wordt van een voorzieningenlijst (overigens geheel in lijn met de visie), is het van belang om vanuit juridische oogpunt wel een kader te hebben van waaruit gewerkt wordt. Wat is het minimale waar een burger recht op heeft om een waardig bestaan te hebben.
De voorzieningenlijst was een verstrekkingenboek. We compenseren dat burgers kunnen deelnemen aan de maatschappij. Dus voorzieningen op maat. Kan voor de ene inwoner iets anders inhouden dan de andere.
Zie de Verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Enkhuizen 2013 en de Beleidsregels Maatschappelijke ondersteuning gemeente Enkhuizen 2013.
Opmerking 23 Blz. 9 b. Jeugdzorg naar
Hier wordt met jongeren ook kinderen bedoeld.
Ter kennisname.
Pagina 45/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
gemeente. Jongeren die meer risico lopen op een ontwikkelingsachterstand of uitval. Een ontwikkelingsachterstand kan verschillende oorzaken hebben (aangeboren, gebrek aan voorzieningen/ middelen/ kansen die je krijgt). Het gaat dus niet enkel om jongeren, maar ook om kinderen. Vanuit Integrale Vroeghulp wordt bijvoorbeeld al heel vroeg ingespeeld op (vermoedens van) ontwikkelingsachterstanden die ontstaan zijn in de kinderjaren of al in aanleg. Ik zou daarom niet enkel op jongeren focussen, maar ook op prenatale ondersteuning, vroege signalering en vroegtijdige interventies voor kinderen.
Opmerking 24 Blz. 9. Participatiewet. Het is voor de inwoners van Enkhuizen van belang dat vanuit de werkorganisatie sprake is van samenhang en samenwerking in de aanpak voor individuele situaties met bijv. Wmo en jeugdzorg.
Daar zijn er het mee eens. Ter kennisname.
Opmerking 25 Blz. 11 De notitie Integrale Veligheid 2013 – 2106 moet 2016 zijn.
Dat klopt. Het jaartal is aangepast.
Opmerking 26 Blz. 11 Samenhangend beleid: Ziektekostenverzekeraars bieden in hun pakket vaak bewegingsprogramma’s aan of de mogelijkheid om hier aan deel te nemen. Wellicht waardevol om hierin samen op te trekken. Verderop in het stuk benoemen jullie overigens de behoefte om samen te werken, dus het is meer ter attendering.
Bedankt voor de attendering. In het uitvoeringsprogramma zal dit meegenomen worden.
Opmerking 27 De zin ‘Daarnaast zijn er
Pagina 46/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Blz. 14 4.1 Thema 1 opgroeien in Enkhuizen Graag ook kinderopvangorganisaties/ gastouderbureaus betrekken, daar worden kinderen al van heel jongs af aan gezien. KDV hebben een signalerende functie en kunnen veel informatie verschaffen over een kind (wanneer er onderbuikgevoelens zijn) aan de school waar het naartoe gaat. Of aan instanties die om welke reden dan ook betrokken raken. Samen met ouders kunnen zij een beeld schetsen van de situatie.
ondersteunende voorzieningen en activiteiten……’ wordt aangevuld tot: Daarnaast zijn er ondersteunende voorzieningen en activiteiten zoals peuterspeelzaalwerk/ kinderdagverblijf, jeugd- en jongerenwerk en speel- en sportmogelijkheden,.
Opmerking 28 Blz. 14 Jeugdzorg Er staat 9 maanden tot 23 jaar. Wordt hier – 9 maanden bedoeld?
Dat klopt! De tekst is aangepast.
Opmerking 29 Blz. 25 , punt 2 De voorzieningen voor kinderen van 0 tot 2 jaar wordt gemist. Ook in die leeftijd wordt veel gesignaleerd. O.a. bij het consultatiebureau en op kinderdagverblijven. Die leeftijdsgroep graag expliciet noemen: de vraag is of de lezer deze categorie onder de groep jeugd schaart.
Voor die leeftijdsgroep zijn de acties op ouders gericht.
Niet overnemen.
Opmerking 30 Blz. 26, thema 2 Eenzaamheidsaanpak nog expliciet noemen? Bijv. scholing van vrijwilligers en professionals in het signalen van eenzaamheid en daarna te handelen. Of verwijzen naar ‘aanpak eenzaamheid’.
Wordt in het Uitvoeringsprogramma verder uitgewerkt.
Opmerking 31 Blz. 26 Plan Noord Wmo consulenten en consulenten MEE staan niet in het rijtje van betrokkenen.
Dit wordt toegevoegd.
Opmerking 32 Dit wordt veder uitgewerkt in
Pagina 47/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Blz. 31, 2. Kwetsbare burger Graag de samenwerking met professionals in de eerste lijn hier te noemen ten behoeve van afstemming en integrale aanpak.
het Uitvoeringsprogramma.
Opmerking 33 Blz. 32, 3. Mantelzorgers Graag het project ‘kanteling van mantelzorgondersteuning West-Friesland’ en de daar vanuit geïnitieerde activiteiten expliciet noemen. Deze initiatieven zijn namelijk heel ondersteunend aan de punten die jullie in het plan beschrijven.
Dit wordt verder uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma.
Zienswijze GGD- Hollands Noorden 2 december 2013
Advies GGD-Hollands Noorden Reactie Actie
Opmerking 34 Originele benaming voor de thema’s, goed die te koppelen aan (leeftijds)doelgroepen. Mooi dat de kapstok Sport en bewegen in de nota terugkomt.
Bedankt voor de reactie. Ter kennisname.
Opmerking 35 Blz. 28 Onjuistheid: Momenteel worden de GGD-monitors in een frequentie van 1 x per 4 jaar uitgevoerd. In het overzicht staat dat het aantal inwoners dat aan de NNGB 1 x per 2 jaar door de GGD wordt onderzocht.
De zin is aangepast.
Opmerking 36 Blz. 17 Sport en bewegen ook aandacht besteden aan de jonge leeftijdsgroep 0-4 jaar.
In de nota staat dat Enkhuizen haar inwoners wil blijven stimuleren om een leven lang te (blijven) sporten en bewegen door een samenhangend sportaanbod te ontwikkelen, gericht op de verschillende leeftijdsfases en fysieke mogelijkheden
Niet overnemen.
Pagina 48/48 Paraaf griffier:
Wmo-beleidsplan 2013-2016
Opmerking 37 Blz. 24 Activiteiten CJG Benoemen dat er vaste contactpersonen vanuit CJG zijn voor scholen, peuterspeelzalen en kind.
De zin wordt gedeeltelijk overgenomen.
Blz 24 Activiteiten 2 aandachtsstreepje. De zin wordt: Aanbieden van laagdrempelige voorzieningen als opvoed- en gezinsondersteuning vanuit het Centrum Jeugd en Gezin door vaste concatpersonen.
Opmerking 38 Blz. 25 Bij de wijkgerichte aanpak en de inrichting van straatmeubilair rekening houden met de oudere doelgroep. Bijvoorbeeld bankjes om te zitten, goede straatverlichting, beweegtoestellen voor volwassenen. Hierbij is een goede combinatie te maken tussen de verschillende doelgroepen.
Dit wordt opgepakt met de werkgroep Toegankelijkheid Enkhuizen.
Opmerking 39 Blz. 27 Inzet vrijwilligerswerk: Aandacht voor goede afstemming en integratie met de reeds bestaande vrijwilligersorganisaties, zoals Homestart.
. Dit wordt verder uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma.
Opmerking 40 Blz. 31 Doelgroep kwetsbare bewoners: 5. Generalisten Hier wordt gesproken over de inzet van een generalist. Hier toevoegen dat er een specialist wordt ingezet indien de aard van de problematiek dit vereist.
Zin aanpassen: 5.Inzet van generalisten De zin wordt: Inzet van generalisten indien de aard van de problematiek dit vereist wordt er een specialist ingezet.