Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

98
BELEIDS- JAARVERSLAG 2012

description

Dit is het Beleidsjaarverslag en de Jaarrekening 2012 van Waterschap Zuiderzeeland.

Transcript of Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

Page 1: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

beleids­jaarverslag 2012

Page 2: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012
Page 3: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

inhoudsopgave beleidsjaarverslag

InleIdIng 5

programmaverantwoordIng 9

1 programma veIlIgheId 10

2 programma voldoende water 16

3 programma schoon water 23

4 bedrIjfsvoerIng 29

5 verplIchte paragrafen 375.1 Algemeen 37 5.2 Ontwikkelingen sind het vorige begrotingsjaar 37 5.3 Incidentele baten en lasten 37 5.4 Ontrekkingen aan voorzieningen en bestemmingreserves 38 5.5 Waterschapbelastingen 38 5.6 Weerstandsvermogen 40 5.7 Financiering 42 5.8 Verbonden partijen 45 5.9 EMU-saldo 47 5.10 Topinkomens 48 6 analyse begrotIng en resultaat 516.1 Begroting en prognose financieel jaarresultaat 51 6.2 Analyse gerealiseerd resultaat 53 7 resultaatbestemmIng 56 jaarrekening 8 balans 618.1 Balans per 31 december 61 8.2 Toelichting op de balans 61 9 exploItatIerekenIng 749.1 Exploitatierekening naar kosten- en opbrengsoorten 74 9.2 Analyse gerealiseerd resultaat 74 9.3 Exploitatierekening naar programma’s 82 9.4 Exploitatierekening naar kostendrager 84 10 overIge gegevens 8610.1 Gebeurtenissen na balansdatum 86 10.2 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 86 11 fInancIële bIjlagen 89

Page 4: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012
Page 5: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 5

inleiding

Ieder jaar beginnen we de inleiding bijna met dezelfde tekst: het was een boeiend en enerverend jaar. Dat doen we niet uit gemakzucht, maar omdat het steeds het geval is. Ook 2012 was weer zo’n jaar. Vaak zijn het ontwikkelingen waar we zelf geen invloed op hebben, maar die wel consequenties voor ons hebben. In 2012 viel het kabinet Rutte 1. Een kabinet waarmee de waterschappen het bestuursakkoord water gesloten hadden. Een akkoord waar beide partijen mee vooruit kunnen. Maar zoals gezegd het kabinet viel. Dat betekende verkiezingen en een kabinet Rutte 2, zelfde naam echter wel heel andere samenstelling. In het regeerakkoord werd opgenomen dat de waterschappen uiterlijk in 2025 moeten opgaan in de landsdelen. Opnieuw wordt er dus gezaagd aan de wortels van de functionele democratie. De vraag die dan iedere keer opkomt is: Waarom iets veranderen dat zo goed gaat? De laatste Nederlandse ‘waterdode’ is gevallen in 1953. Dat kunnen de landen om ons heen niet zeggen. Omdat eens te laten zien, hebben we in 2012 het Waterdossier uitgebracht. Een overzicht van recente watersnoden in de landen om ons heen. Rampen met tientallen doden en miljarden euro’s schade. Het eerste exemplaar is aangeboden aan de Deltacommissaris. Misschien dat bij politici de ogen opengaan.

Regionaal viel het college van Gedeputeerde Staten. Aanleiding was het onderzoeksrapport naar de gang van zaken rond OostvaardersWold. Van de vier gedeputeerden keerden er uiteindelijk drie terug. Alleen de gedeputeerde met water in haar portefeuille keerde niet terug. Met haar, Anne Bliek, hebben we goed en constructief samengewerkt. De ervaring heeft inmiddels geleerd dat we ook met haar opvolger, Bert Gijsberts, goed kunnen samenwerken.

In het landelijk gebied lopen momenteel twee grote projecten. De versnelde aanleg van duurzame oevers en de herprofilering van de kavelsloten. Het eerste project is al volop in de uitvoering, terwijl in het verslagjaar voor de herprofilering de eerste stappen zijn gezet. Beide projecten vergen veel overleg en communicatie met aangelanden.

In totaal zijn er negen informatieavonden gehouden voor inwoners in de stedelijke gebieden die aan het water wonen. De eerste was in het verslagjaar en de laatste in 2013. Doordat Waterschap Zuiderzeeland het stedelijk water van de gemeenten heeft overgenomen, krijgen de bewoners met onze regels te maken. De opkomst op de negen avonden was erg groot. Ook de waardering voor onze openheid en transparantie was groot. In totaal zijn er vier avonden gehouden voor bewoners van buitendijkse gebieden. Tijdens deze avonden kregen de bewoners te horen wat onze rol in die gebieden zal zijn. Hoewel de boodschap niet in alle gevallen in goede aarde vier, kregen we wel waardering voor onze komst naar de bewoners toe. Opnieuw lof voor de openheid en transparantie.

Op het gebied van sanitatie zijn er ook volop ontwikkelingen. Hier wordt vooral gezocht naar nieuwe ontwikkelingen. Het moge duidelijk zijn dat in een ontwikkelgebied als Almere meer mogelijk is dan in bestaande gebieden. Urinescheiding is daar een mooi voorbeeld van. De zes Flevolandse gemeenten en Zuiderzeeland hebben een nieuwe bestuursovereenkomst ‘Samenwerking in de afvalwaterketen’ getekend. Hiermee geven partijen aan dat ze bereid zijn inhoud aan die samenwerking te gaan geven. De Algemene Vergadering is in het verslagjaar akkoord gegaan met de upgrade van de afvalwaterzuiveringsinstallatie Dronten. In 2013 wordt begonnen met de werkzaamheden.

Samen met vijf andere waterschappen is in het verslagjaar gekeken hoe samengewerkt kan worden. Dit samenwerkingsverband, Rijn oost, richt zich op een aantal thema’s, zoals inkoop en ICT. In 2013 moeten de plannen worden uitgewerkt in businessplannen, waaruit moet blijken wat de samenwerking daadwerkelijk kan opleveren.

Intern is hard gewerkt aan Water Werkt. Water Werkt betekent dat afscheid wordt genomen van het sectorenmodel en dat de werkorganisatie voortaan wordt geleid door een driehoofdige directie. Daarnaast verdwijnt een groot aantal afdelingen. Maar Water Werkt is meer dan alleen het tekenen

Page 6: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d6

van een nieuw organogram. Belangrijk onderdeel van Water Werkt is een cultuurtraject. Medio 2013 moet dat worden uitgerold.

Dit zijn zo maar een paar voorbeelden van de vele zaken die bij Waterschap Zuiderzeeland spelen. Ontwikkelingen die veel werk opleveren, maar die ook veel energie geven. Stilstand is nog steeds achteruitgang. Dit terwijl we vooruit willen en moeten. Daarom bewegen we mee met de ontwikkelingen om ons heen. Maatschappelijk verantwoord en tegen maatschappelijk verantwoorde kosten. Dat zijn nog steeds de uitgangspunten. Ook in 2013!

Het verslag voert u langs de programma’s Veiligheid, Voldoende water en Schoon water. Daarna worden de ontwikkelingen in de bedrijfsvoering en de overige verplichte paragrafen besproken. Na het beleidsgedeelte vindt u de financiële verantwoording.

Lelystad, 7 mei 2013

College van Dijkgraaf en Heemraden

Page 7: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 7

Page 8: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d8

programma verantwoording

Sinds 2009 heeft Waterschap Zuiderzeeland een programmabegroting en programma-verantwoording. Dit is een gevolg van de invoering van de gewijzigde Waterschapswet per 1 januari 2009. Een programmaverantwoording houdt in dat de verantwoording is opgebouwd uit programma’s. Elk programma is gericht op het realiseren van verbeteringen (maatschappelijke effecten) in het beheergebied.

De Algemene Vergadering heeft begin 2008 de indeling in de volgende programma’s vastgesteld:1. Veiligheid2. Voldoende water3. Schoon water

De inhoud van de programma’s is gebaseerd op het strategische beleid uit het waterbeheerplan en de diverse beleidsplannen die de Algemene Vergadering heeft vastgesteld. De programma’s geven daarmee een integraal overzicht van het actuele beleid. Op basis van dit overzicht heeft de Algemene Vergadering in de begroting prioriteiten aangegeven en op punten beleidsplannen bijgestuurd. De programmaverantwoording is de verantwoording op de uitvoering van de beleidsplannen van het afgelopen jaar.

Paragraaf BedrijfsvoeringIn het jaar 2007 heeft de Algemene Vergadering besloten om de bedrijfsvoeringsparagraaf in de begroting, tussentijdse rapportages en jaarrapportage te gebruiken om het totaaloverzicht van de bedrijfsvoeringaspecten van alle programma’s gezamenlijk te geven. Deze paragraaf is beleidsmatig kaderstellend voor de bedrijfsvoering. In de paragraaf zijn geen kosten opgenomen, de kosten van de activiteiten zijn over de programma’s verdeeld.

opzet programmaverantwoordIng

De programmaverantwoording heeft een vaste opzet. 1. Het eerste deel van de programmaverantwoording geeft aan wat het beoogd effect is van het

programma. 2. In het tweede onderdeel worden de programmadoelen beschreven. 3. Het derde deel geeft een opsomming van activiteiten die voor het realiseren van de doelstellingen

zijn uitgevoerd. Meestal gaat het over de uitvoering van nieuw beleid of beleidsintensiveringen.4. Het vierde deel geeft de netto lasten van het programma weer.

Page 9: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 9

Page 10: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d10

1 programma veiligheid

1.1 wat is het beoogd effect?

Hoog buitenwater is een reële bedreiging voor de veiligheid in Flevoland. De primaire waterkeringen beschermen Flevoland tegen deze bedreiging. Het waterschap wil de veiligheid ook in de toekomst blijven waarborgen. Door te werken aan veilige, robuuste en duurzame waterkeringen anticipeert het waterschap op sociale, ruimtelijke, economische en klimatologische ontwikkelingen. Regionale keringen kunnen zowel binnen- als buitendijks liggen. De veiligheid van Flevoland tegen overstromingen wordt binnendijks ondersteund door een compartimenteringsdijk (Knardijk). De buitendijkse gebieden worden door middel van regionale keringen beschermd tegen de dreiging van hoog water.

1.2. wat zijn de programmadoelen?

1. Alle primaire waterkeringen voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen.2. Alle binnendijkse regionale waterkeringen voldoen vanaf 1 januari 2015 aan de provinciale

veiligheidsnormen. 3. Alle buitendijkse regionale waterkeringen voldoen vanaf 1 januari 2015 aan de provinciale

veiligheidsnormen.

1.3. wat hebben wij in 2012 gedaan?

algemeen

DeltaprogrammaHet Deltaprogramma is een nationaal programma waarin overheden en maatschappelijke organisaties samenwerken aan de waterveiligheid en zoetwatervoorziening voor de toekomst. Het Deltaprogramma moet in 2014 uitmonden in vijf deltabeslissingen. De uitvoering van het Deltaprogramma vindt plaats in negen deelprogramma’s, waarvan drie een generiek thema behandelen en zes gebiedsgerichte thema’s.

Deltaprogramma IJsselmeergebiedVoor Waterschap Zuiderzeeland is logischerwijs vooral het Deltaprogramma IJsselmeergebied (DPIJ) relevant, aangevuld met de drie generieke programma’s Veiligheid (DPV), Zoetwater (DPZ), Nieuwbouw & Herstructurering (DPNH). Ieder deelprogramma heeft een programmabureau voor de dagelijkse uitvoering en aansturing. Waterschap Zuiderzeeland heeft twee medewerkers gedetacheerd bij het Deltaprogramma IJsselmeergebied. Daarnaast kent ieder deelprogramma een bestuurlijke begeleidingsgroep. Dijkgraaf Henk Tiesinga is medevoorzitter van de Bestuurlijke Kerngroep IJsselmeergebied (BKIJ).

Nadat 2011 vooral benut is om mogelijke strategieën voor de verschillende opgaven binnen het Deltaprogramma uit te werken, zijn in 2012 kansrijke strategieën verder aangescherpt. Deze voorlopige richtingen zijn eind 2012/begin 2013 voorgelegd aan de besturen van provincies, gemeenten en waterschappen.

Inhoudelijk is duidelijk dat de anderhalve meter peilstijging van het IJsselmeer van de baan is. Dit is teruggebracht naar een gelijkblijvend winterpeil en een beperkt flexibel zomerpeil. Deze richting biedt voor Flevoland nauwelijks knelpunten en biedt de regio meer beschikbaar zoetwater.

Page 11: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 11

IJsseldelta zuid (voorheen bypass Kampen)Dit jaar is een variant van de eerste fase van de bypass uitgewerkt. Deze variant voorziet in de mogelijkheid om reeds in fase 1 de bypass beperkt in te zetten voor hoogwaterafvoer. Deze maatregel is alleen in uiterste nood toe te passen en is van strikt tijdelijke aard. Deze waterafvoer wordt namelijk qua maximaal debiet begrensd doordat de (aanpassing van) de waterstaatswerken die nodig zijn voor de definitieve in werking stelling nog niet aangelegd zullen worden.

De inzet van Waterschap Zuiderzeeland in dit proces bestond in 2012 uit enerzijds het bieden van expertise bij het verkennen van de mogelijke varianten en anderzijds het benadrukken van de noodzaak tot borgen van de veiligheid in het Drontermeergebied. Ook de mogelijke kweleffecten in het beheergebied van Zuiderzeeland blijven om aandacht vragen. Zolang fase 2 niet zeker is, blijft het van belang te blijven inzetten op het beperken van de negatieve effecten en met name het borgen van de veiligheid rond het Drontermeer, zowel in ontwerp als in bedieningsprotocollen en natuurlijk de realisatie van de werken in fase 2 die nodig zijn voor het garanderen van deze veiligheid. Het risico is een falen van de Roggebotkering terwijl de Drontermeerdijk niet op hoogte is. Ander risico is dat bij het graven van de vaargeul van de bypass niet voldoende maatregelen worden toegepast om negatieve effecten te voorkomen, zodat meer kwel dan voorzien richting Flevoland komt.

Markermeer en IJmeerIn het vervolg op de RAAM-brief (Rijksbesluiten Amsterdam-Almere-Markermeer) en de concept structuurvisie Almere 2.0 zijn voor de uitvoering vier werkmaatschappijen opgericht. De werkmaatschappij Markermeer-IJmeer (WMIJ) is er daar één van. Deze werkmaatschappij richt zich op de realisatie van een Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem. De bestuurlijke adviesgroep adviseert aan het Opdrachtgeversoverleg Ecologie IJsselmeergebied (OEIJ). Het OEIJ stuurt de Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer aan. Waterschap Zuiderzeeland neemt deel aan het Samenwerkingsverband TMIJ vanwege de betrokkenheid van het waterschap bij de Bestuurlijke Kerngroep IJsselmeer (BKIJ), de groei van Almere, de relatie met het Nationaal Waterplan en het Deltaprogramma.

De WMIJ heeft in opdracht van het Rijk diverse onderzoeken verricht naar de (financiële) mogelijkheden en haalbaarheid van het Toekomst Bestendig Ecologisch Systeem. De opbrengst van WMIJ bestaat uit allerlei verschillende rapporten die input zijn voor de Rijksstructuurvisie. Hiermee is in september 2012 de opdracht van de WMIJ voltooid.

In augustus 2012 heeft het waterschap gereageerd op de Consultatienotitie RAAM. Hierbij is ook input geleverd voor het onderdeel Markermeer IJmeer. In deze reactie is met name gevraagd om vroegtijdige betrokkenheid van het waterschap, en gedegen onderzoek naar effecten en kosten van maatregelen zoals vooroevers.

Bij het Rijk is met het afronden van de onderzoeken en de consultatieronde voldoende informatie beschikbaar om tot besluitvorming over te gaan. Er is echter sprake van een forse bezuiniging. Dit leidt tot een brede heroverweging van projecten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. De minister verwacht in het voorjaar van 2013 de ontwerp Rijksstructuurvisie RAAM te kunnen aanbieden. In deze Rijksstructuurvisie zal door middel van een gefaseerde aanpak invulling worden gegeven aan de drievoudige ambitie verstedelijking, bereikbaarheid en natuur in het gebied Amsterdam-Almere ten behoeve van de internationale concurrentiepositie van de noordelijke Randstad.

Beleid waterkeringenHet ‘Beleid waterkeringen’ bestaat uit het huidige beleid voor de waterkeringen, te weten:• Beleid bouwen nabij primaire waterkeringen;• Beleid waterkeringen voor de onderdelen windmolens, kabels&leidingen en beplantingen;• Beleidsnotitie medegebruik primaire waterkeringen.

Page 12: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d12

In het kader van het beleid medegebruik primaire waterkeringen is in het verslagjaar een aantal projecten uitgewerkt, te weten:* Renovatie monument Zuidermeerdijk* Fietsknooppuntennetwerk, traject Lelystad – Ketelbrug* Informatiezuilen* Informatiepaneel Kadoelerdijk

In 2012 is gestart met de voorbereiding van een aantal projecten, die naar verwachting in 2013 worden uitgevoerd, te weten:* Renovatie Ramspoltoren* Herstel biotoop Bijenorchis IJsselmeerdijk* Hevelhuisje IJsselmeerdijk* Uitkijkpunt en informatiebord Rotterdamse Hoek

prImaIre waterkerIngen op orde

In het kader van het Deltaprogramma wordt nagegaan of de normen voor waterveiligheid geactualiseerd moeten worden. Bij deze actualisering spelen drie aspecten een belangrijke rol. Ten eerste is er de wens om de waterveiligheidsnormen aan te passen aan het huidige kennisniveau over de mechanismen die een rol spelen bij het falen van een waterkering. Naar verwachting zal dit leiden tot een overstap van een overschrijdingskans naar een overstromingskans. Ten tweede zal de nieuwe waterveiligheidsnormering worden gebaseerd op een risicobenadering. Dat wil zeggen dat rekening wordt gehouden met het risico op slachtoffers en met het risico op economische schade bij een dijkdoorbraak. En ten derde zal het begrip meerlaagsveiligheid worden geïntroduceerd. Dat wil zeggen dat er bij het oplossen van het veiligheidsvraagstuk naar drie lagen van veiligheid zal worden gekeken. De eerste laag van meerlaagsveiligheid is preventie (dijken, duinen, keringen en dammen). Dat is en blijft de basis voor onze hoogwaterveiligheid. Daarnaast kan ruimtelijke inrichting van het gebied achter de dijken bijdragen aan waterveiligheid, door de gevolgen van een overstroming te beperken. Dat is de tweede laag van meerlaagsveiligheid. De derde laag is rampenbestrijding.

In de Deltabeslissing 2013 heeft de Deltacommissaris de mogelijke strategieën benoemd voor een nieuwe veiligheidsnormering en geconcludeerd dat de waterveiligheidsnormen in grote delen van Nederland passend zijn, maar dat voor het rivierengebied, delen van de regio Rijnmond-Drechtsteden en Almere de veiligheid moet worden verhoogd. Verder heeft de Deltacommissaris aangegeven dat in heel Nederland een basisveiligheidsniveau zal gaan gelden en dat niemand er in (water)veiligheid op achteruit zal gaan. Waterschap Zuiderzeeland heeft begin 2013 in een bestuurlijke consultatie aangegeven dat deze uitgangspunten een goede basis bieden voor de verdere uitwerking van een normenset.

De verwachting is dat de Deltacommissaris in 2014 komt met een concreet voorstel voor norm-actualisatie. De Deltacommissaris voert over dit proces de regie, in samenwerking met de betrokken bestuurders in het Deltaprogramma. De komende twee jaar zullen de gebiedsgerichte deelprogram-ma’s binnen het Deltaprogramma kansrijke strategieën uitwerken voor waterveiligheid en hierover advies uitbrengen aan de Deltacommissaris. Het Deltadeelprogramma Waterveiligheid levert in 2014, in overleg met de partners in het Deltaprogramma, voorstellen op voor de deltabeslissingen.

VersterkingDe afgetoetste dijkvakken langs de Randmeren zijn opgevoerd als versterkingsproject binnen het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP). Of en wanneer de versterking wordt uitgevoerd, hangt af van de herbeoordeling van de toetsing en van de programmering van de versterkingsopgave binnen het nHWBP.

Voor de Drontermeerdijk wordt geen herbeoordeling van de toetsing uitgevoerd. Hiervoor geldt dat het tijdstip waarop deze kering wordt versterkt afhankelijk is van de programmering binnen het

Page 13: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 13

nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP) en van de mogelijkheden tot ontwikkelingen bij het Reevediep .

Beheer en onderhoudAls onderdeel van het jaarlijks onderhoud aan de primaire keringen wordt de stortberm aan de waterzijde van de keringen met breuksteen aangevuld daar waar dat op basis van inspecties noodzakelijk is. Bij de aanleg van de dijken is het onderwatertalud van de dijken met een kraagstuk met daarop breuksteen afgewerkt. Op de waterlijn steekt die breuksteen boven het water uit en wordt stortberm genoemd. Golven breken op die stortberm waardoor deze minder hoog de dijk oplopen. Onder invloed van zettingen en golfklappen verzakt de stortberm en wordt aanvulling noodzakelijk. In 2012 zijn de stortbermen langs delen van de IJsselmeerdijk en Westermeerdijk aangevuld. Ook heeft er aan deze dijken herzetwerk plaatsgevonden. Langs de Nijkerkerdijk is de drainage vernieuwd.

regIonale waterkerIngen op orde

De Knardijk is een voormalige primaire kering die rond 1950 is aangelegd bij de drooglegging van Flevoland. De Knardijk heeft tijdens de aanleg van de twee delen van de Flevopolder tussen 1957 tot 1968 het buitenwater gekeerd. Bij de inpoldering van Zuidelijk Flevoland heeft de Knardijk zijn functie als primaire kering verloren. Op dit moment is de Knardijk een regionale compartimenteringkering die ervoor moet zorgen dat bij een dijkdoorbraak van de primaire waterkering langs het IJsselmeer, Markermeer en de Randmeren, de overstroming beperkt blijft tot een deel van Flevoland. De Knardijk is in 2009 door de provincie Flevoland aangewezen en genormeerd als regionale kering en is in 2011 door het waterschap voor de eerste keer getoetst. Het toetsresultaat is in 2012 gerapporteerd aan de provincie Flevoland. Op dit moment wordt nagegaan of het zinvol is om de Knardijk te versterken voorafgaand aan een mogelijke toekomstige versterking van de primaire keringen in het kader van de Deltabeslissing Waterveiligheid 2015.

Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP)In het Bestuurakkoord Water (BAW) is de hoogwaterbescherming als een belangrijk onderdeel neergezet. De bescherming tegen overstroming van het buitenwater is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het Rijk en de waterschappen. Hierbij hoort ook een gezamenlijke financiering. Rijk en waterschappen hebben de afgelopen periode gezamenlijk een aantal van de afspraken uit het BAW over financiering, zeggenschap, doelmatigheid, programmering en toetsing verder uitgewerkt. Rijk en waterschappen gaan elk 50% bijdragen aan de financiering van de versterkingsopgave. De bijdragen van de waterschappen worden gestort op een gezamenlijke ‘dijkenrekening’. Deze rekening is onderdeel van het Deltafonds, maar apart geoormerkt voor de bekostiging van waterschapsprojecten voor de versterking van de primaire waterkeringen. Daarnaast wordt ook de 50% Rijksbijdrage wettelijk geregeld.

De 50% waterschapsbijdrage bestaat uit een solidariteitsdeel dat verevend wordt over alle waterschappen en een projectgebonden aandeel per waterschap aan de eigen projecten, de zogenaamde doelmatigheidsprikkel. Voor de uitgaven van de dijkenrekening wordt jaarlijks een voortschrijdend programma van maatregelen voor de hoogwaterbescherming opgesteld. De waterschappen krijgen een wettelijk vastgelegd adviesrecht bij het opstellen van dit programma. Hiermee is de (mede)zeggenschap verankerd. Wat betreft de wettelijk verplichte periodieke veiligheidstoetsing van de primaire waterkering wordt de toetsperiode verlengd van 6 naar 12 jaar.

LeggerVoor de primaire waterkeringen is een gebiedsdekkende vastgestelde legger. Voor de C-keringen in dijkring 8 is een wijziging in voorbereiding, de tekeningen zijn in concept gereed, met de gebiedspartners worden nog gesprekken over de consequenties gevoerd. In 2013 wordt de legger C-keringen aan het bestuur ter vaststelling voorgelegd.Het digitale beheerregister is in opbouw. Doelstelling van het waterschap is dat het beheerregister een actueel beeld geeft van de keringen. In 2012 is er een grote slag geslagen met het vullen van het

Page 14: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d14

beheerregister, in 2013 wordt dit voortgezet, dit vindt meer plaats op detailniveau. Tevens wordt er een inspanning geleverd voor het bijhouden van de wijzigingen, dit zal een doorlopend proces zijn.Na vaststelling van de leggers wordt het beheerregister gevuld. De informatie die tot op heden verzameld is, wordt reeds op een dusdanige wijze opgeslagen dat ze eenvoudig in het beheerregister kan worden opgenomen.

Zorgtaak buitendijksEen aantal gebieden van Flevoland wordt niet beschermd door de grote dijken van Flevoland, omdat ze buiten de dijken liggen; ‘buitendijks’ heet dat. Dat kan gaan om stranden, havens en woon- en werkgebieden. Toch wordt een aantal van deze gebieden wel degelijk beschermd door dijken en waterkeringen, alleen zijn die niet altijd even zichtbaar. De provincie Flevoland heeft een lijst opgesteld met buitendijkse gebieden waar speciale aandacht voor is en waar veiligheidsnormen gelden. In Flevoland zijn dat er momenteel 25. Waterschap Zuiderzeeland heeft de zorgplicht voor deze gebieden. Dit betekent dat het waterschap ervoor moet zorgen dat de dijken en keringen van deze buitendijkse gebieden in orde zijn en aan de veiligheidsnormen voldoen. In 2015 moeten deze gebieden voldoen aan de door de provincie vastgestelde veiligheidsnormen. In 2012 zijn in vier bewoonde gebieden informatieavonden gehouden om de bewoners op de hoogte te stellen van de veranderende regels.

Tevens is in 2012 een aanvullende toetsing uitgevoerd voor alle regionale buitendijkse gebieden. Begin 2013 wordt dit onderzoek opgeleverd. In 2013 wordt een eerste schouw uitgevoerd in de tien gebieden met bovenlokaal belang. Op basis van deze schouw en de definitieve toetsingsresultaten wordt in 2013 een verbeterplan opgesteld. De uitvoering staat voor 2014 gepland.

De conceptleggers van de tien prioritaire gebieden zijn gereed. In 2013 wordt de vaststellings-procedure opgestart. Het streven is om voor 2015 voor alle tien de gebieden een vastgestelde legger te hebben. Afhankelijk van de uitkomsten van de provinciale herijking worden de leggers van de overige gebieden voor 2018 vastgesteld.

1.4. wat heeft het gekost?

Overzicht programma Veiligheid (bedragen x €1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Algemeen 0,6 0,7 0,6 0,5

Primaire keringen 5,5 5,4 5,2 5,1

Regionale keringen 0,5 0,5 0,4 0,5

Doorbelastingen 0,9 0,9 1,0 0,9totaal programmalasten 7,5 7,5 7,2 7,0

De realisatie van de lasten van het programma Veiligheid wijkt € 0,3 miljoen af van de bijgesteld begrote cijfers. Procentueel is de afwijking klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 15: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 15

Page 16: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d16

2. programma voldoende water

2.1. wat is het beoogd effect?

Het waterschap wil een robuust watersysteem dat de effecten van toekomstige klimaatveranderingen en bodemdaling kan opvangen. Zo’n systeem kan het water, conform de daarvoor vastgestelde normen en zonder overlast te veroorzaken, verwerken tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

Tot nu toe ligt de focus bij klimaatveranderingen voornamelijk op het toenemen van extreme neerslag en het stijgen van de zeespiegel. De andere kant van de verwachte klimaatveranderingen is dat ook extreem droge periodes vaker zullen voorkomen. Het robuuste watersysteem dat het waterschap nastreeft zal dan ook in staat moeten zijn om te anticiperen op gevallen van extreme droogte. Het watersysteem zorgt in normale situaties voor een goede doorstroming en afwatering in het beheergebied en het realiseren van het (maatschappelijk) gewenste grond- en oppervlaktewaterwaterregime (GGOR). Doel is dat de feitelijke situatie van het watersysteem overeenkomt met de legger. Op die manier kan het waterschap weloverwogen anticiperen op en reageren in extreme situaties.

2.2. wat zijn de programmadoelen?

1. Het watersysteem, zowel in landelijk als in stedelijk gebied, is in 2015 op orde. Het hele beheergebied voldoet aan de vastgestelde normen.

2. Het waterschap voert de toetsing normering wateroverlast integraal uit voor zowel het landelijk als het stedelijk gebied.

3. In 2015 is klimaatbestendigheid geïmplementeerd in het beleid van Zuiderzeeland.4. In geval van droogte wordt de verdringingsreeks gehanteerd.5. De watergangen in het beheergebied (ook in het stedelijk gebied) voldoen vanuit

kwantiteitsoogpunt aan de vastgestelde normen en inrichtingseisen van het watersysteem.6. Het maaibeheer van de watergangen is zodanig dat voldoende doorstroming en afvoer behouden

blijft en wordt daarbij zo veel mogelijk afgestemd op de beoogde structuurdiversiteit.7. De bemaling van het beheergebied is robuust, betrouwbaar, duurzaam en afgestemd op de

klimatologische en economische ontwikkelingen, omgevings- en waterkwaliteitseisen.8. Peilbesluiten worden weloverwogen genomen, na de verschillende (maatschappelijke) belangen te

hebben afgewogen.

2.3. wat hebben wij in 2012 gedaan?

voorkomen wateroverlast

WateropgaveHet voorkomen van wateroverlast is voor het waterschap een belangrijke taak. Het waterschap houdt zich bezig met twee soorten wateroverlast. De eerste is wanneer water in extreem natte perioden vanuit de watergang het land op stroomt (inundatie). De tweede is dat door het jaar heen te vaak hoge peilen in de watergang optreden (onvoldoende drooglegging). De wateropgave voor 2015 en 2050 wordt aangepakt door middel van het NBW-uitvoeringsprogramma dat de Algemene Vergadering in maart 2009 heeft vastgesteld. Van de kortetermijnwateropgave (2015) is nu 50% opgelost. Nog eens 35% is begin 2012 opgelost met de afronding van de werkzaamheden aan het watersysteem van Tollebeek en doordat dynamisch peilbeheer is ingevoerd. De invoer van dynamisch peilbeheer ligt op schema en is in het voorjaar van 2012 afgerond.

In 2012 is het watersysteem van Zuiderzeeland getoetst aan de Flevolandse norm voor wateroverlast. Met deze toetsing is de wateropgave voor de komende periode berekend.

Page 17: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 17

Eind 2012 is gestart met de actualisatie van het beleid voor het voorkomen van wateroverlast. Deze actualisatie is nodig vanwege de ontwikkelingen in de afgelopen jaren, zoals de nieuwe toetsing, doelmatigheid en de koppeling van wateropgave aan de bodemdaling. De eerste bouwstenen voor het nieuwe beleid zijn hiervoor opgesteld. De komende maanden wordt dit uitgewerkt tot geactualiseerd beleid Wateroverlast.

Beleid toename verharding De aanleg van extra verharding, zoals bij een stedelijke uitbreiding of de aanleg van een glastuinbouwcomplex, heeft nadelige gevolgen op het watersysteem. Zuiderzeeland vraagt van ontwikkelaars om deze verslechtering van het watersysteem te compenseren. Dit is in lijn met het landelijk beleid. Daarom is de beleidsregel ‘Compensatie toename verharding en versnelde afvoer’ ontwikkeld. Deze beleidsregel geeft aan hoe extra verharding gecompenseerd moet worden. Eind 2012 heeft de ontwerpbeleidsregel ter inzage gelegen. Hierop zijn geen inspraakreacties ontvangen. De komende periode zal deze beleidsregel worden vastgesteld.

Medegebruik watersysteemZuiderzeeland wil graag meewerken aan het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving. Het watersysteem wordt ook gebruikt voor bijvoorbeeld recreatie. Zuiderzeeland wil een visie ontwikkelen op het medegebruik van het watersysteem. In 2012 is een overzicht opgesteld van de verschillende vormen van medegebruik van het watersysteem. In de afgelopen periode hebben op verschillende thema’s nadere uitwerkingen plaatsgevonden, zoals in het stedelijk water. De visie medegebruik watersysteem wordt medio 2013 afgerond.

TollebeekEen van de gebiedsgerichte projecten in Noordelijk Flevoland zijn de maatregelen rond Tollebeek. In nauwe samenwerking met het gebied is een plan uitgewerkt voor de onderbemaling. In 2012 zijn alle maatregelen definitief opgeleverd. Dat betekent dat vijzelgemaal IJsvogel aan de Tollebekerweg in gebruik is genomen, de gemalen Rietgors en De Fuut zijn gesloopt, de brug bij de Urkerweg de duiker vervangt en het peil in de Steenbanktocht over circa 100 meter tussen de huidige gemalen en het nieuwe gemaal ca. een halve meter is verlaagd.

Bodemdaling - klimaatverandering Begin 2012 hebben Waterschap Zuiderzeeland en de Provincie Flevoland het bodemdalingsonderzoek afgerond. Dit onderzoek heeft geleid tot nieuwe, betrouwbaarder bodemdalingsprognoses voor de komende jaren. De nieuwe klimaatscenario’s komen in de loop van 2013 pas beschikbaar. Dit is later dan verwacht. Daarom is er in Flevoland (Zuiderzeeland in overleg met de provincie) voor gekozen daar niet op te wachten en gebruik te maken van KNMI-06 klimaatscenario’s. Bodemdaling en klimaatverandering zijn in Flevoland de belangrijkste oorzaken van de wateropgave en zijn dan ook in de toetsing van het watersysteem meegenomen.

Herprofileren van kavelslotenHet watersysteem van Flevoland is robuust aangelegd (grote gemaalcapaciteit, grote droogleggingen). Robuust betekent dat de kans op wateroverlast bij extreme neerslag klein is. Anderzijds kent het beheergebied weinig open waterberging. De kavelsloten zijn de haarvaten van het watersysteem. Ze vormen een substantieel en onmisbaar deel van de totale openwaterberging. Door bodemdaling en klimaatverandering is de robuustheid van het systeem langzaam afgenomen. Ook door menselijk handelen zijn slootprofielen veranderd. Het is van belang de aanwezige berging in de 5500 km kavelsloten te behouden. Daarvoor heeft de Algemene Vergadering in 2009 het beleid ‘Herprofilering sloten’ vastgesteld. Met dat beleid als uitgangspunt is in 2010 en 2011 in enkele deelgebieden een pilot uitgevoerd om een beeld te krijgen van de mate van profielverandering in de loop der jaren. Het waterschap heeft in een aantal gebieden de kavelsloten opgemeten. Op basis van deze metingen is per polder bepaald welk percentage van de kavelsloten geherprofileerd moet worden en wat dat betekent voor de toename van het bergingsvolume. De percentages staan weergegeven in onderstaande tabel.

Page 18: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d18

noordoost­polder

oostelIjk flevoland

zuIdelIjk flevoland

Kavelsloten die moeten worden geherprofileerd 24% 11% 13%

Toename bergingsvolume kavelsloten 25% 8% 14%

In de Voorjaarsnota 2013-2016 van Waterschap Zuiderzeeland wordt de noodzaak van herprofilering onderstreept. In 2012 heeft de Algemene Vergadering besloten dat kavelsloten opnieuw moeten worden geprofileerd als de afmeting van de kavelsloten meer dan 1/3 afwijkt van het profiel volgens de legger.

Gezien het grote aantal sloten dat niet op profiel is, heeft herprofileren (verdiepen en verbreden) naar verwachting een significant effect op de ontwatering en afwatering in het landelijk gebied. Indien de kavelsloten op profiel zijn, bevindt 30 tot 50% van de totale berging zich in de kavelsloten. Deze berging levert een belangrijke bijdrage aan het voldoen van het systeem aan de inundatienormen. De voorziene looptijd van dit project is ongeveer 15 jaar.

Aangelanden zijn verantwoordelijk voor het op orde houden van de kavelsloten, het waterschap heeft de taak en verantwoordelijkheid hierop toe te zien. In 2013 wordt daarom met het project “Stimuleren herprofilering kavelsloten” gestart. Door demonstraties, voorlichting en publiciteit wordt dit project de komende jaren uitgevoerd. Daarnaast wordt aan de hand van twee metingen bekeken wat de kennis en draagvlak voor het project herprofilering is.

Een nog te beantwoorden vraag is aan welk profiel de kavelsloten moeten voldoen. Bij aanleg van de polder zijn standaard(legger)profielen gebruikt, hierna is de bodem gedaald. Als de oorspronkelijke profielen worden hersteld, komt de slootbodem dieper te liggen dan oorspronkelijk. Dit kan leiden tot extra bodemdaling en verdroging in de omgeving van natuurgebieden. Daarom wordt in de komende tijd gezocht naar het optimale slootprofiel.

antIcIperen op watertekort

WatertekortIn Flevoland zijn watertekorten niet of nauwelijks een probleem. In grote delen van het beheergebied kan water van buiten het peilgebied worden aangevoerd. Deze wateraanvoer is nodig voor peilhand-having, beregening of doorspoeling. De verdeling van water in situaties van watertekort (extreem droge periodes) wordt geregeld door de zogeheten verdringingreeks. De verdringingreeks bepaalt in welke volgorde functies niet meer voorzien worden van aanvoerwater, als te weinig aanvoer vanuit het IJsselmeer beschikbaar is. Deze verdringingreeks is op hoofdlijnen landelijk vastgesteld en is verankerd in de Waterwet. De aanpak van de droogteperiode in 2011 is dit jaar landelijk geëvalueerd. Binnen het deel-programma Zoetwater van het Deltaprogramma wordt toegewerkt naar een Deltabeslissing over hoe de zoetwatervoorziening duurzaam en economisch doelmatig wordt ingericht. In 2012 hebben Rijk en regio gewerkt aan het ontwikkelen van strategieën over hoe om te gaan met droogte en watertekort. Dit wordt in 2013 verder uitgewerkt. Verder heeft het waterschap samen met de zes andere waterschappen in het IJsselmeergebied mogelijkheden voor vermindering van de watervraag en/of watergebruik in het regionale watersysteem verkend.

WateraanvoerIn de beleidsregel Wateraanvoer is vastgelegd hoe Zuiderzeeland omgaat met wateraanvoer. Deze beleidsregel is inmiddels enkele jaren in gebruik. Daarom is in 2012 gestart met de evaluatie van de beleidsregel Wateraanvoer. Hierin wordt onderzocht welke onderdelen goed werken en waar mogelijk aanpassing nodig is. In het tweede kwartaal van 2013 worden de resultaten verwacht. De resultaten worden ook in de beleidsontwikkeling rondom het Deltaprogramma betrokken.

Page 19: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 19

Waterbank Samen met de Flevolandse gemeenten heeft het waterschap in 2012 een verkenning uitgevoerd naar de wenselijkheid en haalbaarheid van het werken met een waterbank. Een waterbank kan ervoor zorgen dat waterberging op de meest geschikte plek binnen het gebied wordt aangelegd. Waterschap en gemeenten zien voordelen bij het werken met een waterbank in een “lichte” vorm. Bij deze waterbank wordt in beeld gebracht hoeveel overcapaciteit in het systeem aanwezig is en hoeveel overcapaciteit er wordt aangelegd bij nieuwe ontwikkelingen. Deze overcapaciteit kan dan worden benut voor toekomstige ontwikkelingen. In 2013 zal het waterschap samen met de gemeenten de kaders voor het werken met de waterbank uitwerken.

goed functIonerend watersysteem

Stedelijk waterIn het eerste kwartaal van 2012 zijn de afspraken uit de maatwerkovereenkomsten stedelijk water Flevoland samen met de gemeenten geëvalueerd. Het algemene beeld uit de evaluatie is dat de verantwoordelijkheden en taakverdeling helder en werkbaar zijn. De afspraken in de maatwerk-overeenkomsten hebben betrekking op het water dat in eigendom van de gemeenten is. Om ook goed te kunnen anticiperen op vragen over watergangen in particulier eigendom is er in 2012 een beleidslijn ontwikkeld die bepaalt hoe het waterschap particulieren kan adviseren en ondersteunen bij het uitvoeren van hun onderhoud. Gezien de nieuwe rol van het waterschap in het stedelijk gebied is ook een voorstel tot uitbreiding van de Keur met een hoofdstuk stedelijk water en het instellen van twee algemene regels en een beleidsregel voor vergunningverlening opgesteld. Daarnaast is de legger voor het stedelijk water gevuld en gereed om in 2013 in procedure te worden gebracht.

Gemalen Het bestuur heeft in het voorjaar van 2010 besloten dat de renovatie van gemaal Vissering in de tijd wordt verschoven van 2011 naar 2018. Dit besluit volgde uit een afweging tussen investeringskosten en de kosten voor beheer en onderhoud. In 2012 is er geen aanleiding geweest wijzigingen door te voeren in dat wat in 2010 is besloten. In 2010 is bij de Blocq van Kuffeler dieselolie vervangen door elektriciteit, waardoor een CO2-reductie mogelijk is. Door de automatisering van de Blocq van Kuffeler is het bemalingsregime verder geoptimaliseerd. Ook het peilbeheer is verder geoptimaliseerd- en geautomatiseerd. Hierdoor kan het waterschap nauwkeuriger sturen op de streefpeilen. Het geautomatiseerde peilbeheersysteem houdt hierbij rekening met de verwachte weersomstandigheden en lokale hydrologische toestand van de bodem (nat, droog), waardoor beter geanticipeerd kan worden op piekbuien of langdurig natte perioden en droogte of extreme droogte.

Baggeren In 2012 is het laatste traject in de Zwolse Vaart gebaggerd: vanaf het Voorsterbos tot aan de gemaal Smeenge. Het waterschap ligt daarmee nog steeds op schema om in 2015 60% van het baggeronderhoud van de provinciale vaarten gereed te hebben. De planning is dat het waterschap in 2024 alle baggerachterstanden heeft weggewerkt. Dit is ruim voor de doelstelling dat waterbodems in 2027 geen kwantitatieve en/of kwalitatieve belemmering vormen voor het optimaal functioneren van de watersystemen. In 2012 is reeds 58% van het vaartensysteem op orde. Na 2024 gaat het waterschap over op de reguliere baggercyclus.

In het stedelijk gebied zijn in 2012 in Lelystad en Almere achterstallige baggerwerkzaamheden uitgevoerd. In de Noordoostpolder, Dronten en Urk zijn geen baggerachterstanden meer. In 2015 zullen alle baggerachterstanden in het stedelijk gebied zijn weggewerkt.

Ten behoeve van de baggerwerkzaamheden in het stedelijk gebied is op diverse manieren over de werkzaamheden gecommuniceerd richting de bewoners. Er zijn op strategische locaties bouwborden geplaatst, er zijn stukjes voor lokale kranten en de website van Zuiderzeeland geschreven.

Page 20: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d20

Aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oeversHet Algemeen Bestuur van Waterschap Zuiderzeeland heeft in september 2011 besloten tot een forse versnelling van de aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers. In de periode 2012 tot en met 2015 wordt 103 km extra aangelegd ten opzichte van het lopende meerjaren onderhoudsprogramma watergangen van ruim 81 km. In de periode 2012 tot en met 2015 wordt zo totaal 184,3 km gerealiseerd. Voor de aanleg krijgt het waterschap subsidies vanuit de KRW-synergiegelden en de POP. Deze versnelling draagt bij aan de doelstelling van 40% duurzame oevers in 2021.

In 2012 is de eerste 31,1 km duurzame en natuurvriendelijke oevers van de 184,3 km aangelegd. Helaas is één tocht (Espelertocht) nog niet volledig afgewerkt in verband met stagnatie in de uitvoering van de aanleg van de kabel voor het windmolenpark. In 2012 is er veel gecommuniceerd over de aanleg duurzame oevers. In diverse vakbladen en kranten is geschreven over de versnelling aanleg duurzame oevers 2012 waaronder H2O en Nieuwe Oogst. Ook Omroep Flevoland heeft in 2012 een uitzending van “Natuurlijk Flevoland” gewijd aan de aanleg duurzame oevers. Naast de uitvoering in 2012 is gelijktijdig gestart met de voorbereidingen 2013. Vanwege de vele onderzoeken (flora/fauna, archeologie) en de hoeveelheid kilometers is een lange voorbereidingstijd noodzakelijk.

Muskus- en beverrattenbestrijdingMuskusratten en beverratten veroorzaken door hun graafactiviteiten schade aan waterkeringen en oevers en vormen daarmee een bedreiging voor de beveiliging tegen overstromingen. Met de bestrijding van deze dieren wil het waterschap de graafactiviteiten tot een minimum beperken en daarmee de veiligheid handhaven. De effectiviteit van de bestrijding wordt in Nederland nu nog uitgedrukt in het aantal muskusratten dat per velduur wordt gevangen. Een geaccepteerde norm is 0,25 muskusrat per velduur. Maar gewerkt wordt aan een nieuwe normering van het aantal muskusratten per km watergang en daarvoor bestaat nog geen eenduidige norm. In 2012 zijn in totaal 2795 (in 2011: 2442) muskusratten gevangen.

Goed grondwaterbeheerDe evaluatie van het operationele grondwaterbeleid dat het waterschap eind 2009 van de provincie heeft overgenomen is begin 2012 afgerond. In de tweede helft van 2012 is het waterschap gestart met het uitvoeren van vervolgacties. Via de Unie van Waterschappen heeft het waterschap actief geparticipeerd in de discussie over de toekomst van het grondwaterbeheer, in casu de mogelijke verdere overdracht van taken in het grondwaterbeheer van de provincie richting het waterschap.

Maaien Het maaien van watergangen gebeurt nadat een inventarisatie van flora en fauna heeft plaatsgevonden. De uitvoering vindt plaats door aannemers die hebben ingeschreven op bestekken. Naast traditionele bestekken wordt ervaring opgedaan met beeldbestekken, waarin beschreven staat hoe de onderhoudstoestand van de watergangen gedurende het jaar moet zijn en de aannemer de inzet bepaalt. Door nauwkeurige peilmetingen lukt het om zo minimaal mogelijk te maaien en toch te zorgen voor een goede doorstroming.

Hydraulische knelpunten In het kader van dit project zijn de duikers in de Westermeertocht (Ankerpad en Steenbankpad) en de stuw in de Voorstertocht vervangen. Als laatste is in 2012 de verbreding van een deel van de Friese Hoek d-tocht aangepakt. De werkzaamheden aan de Friese Hoek d-tocht zijn begin 2013 afgerond.

Page 21: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 21

2.4. wat heeft het gekost?

Overzicht programma Voldoende water (bedragen x €1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Voorkomen wateroverlast 0,7 0,7 0,4 0,5

Anticiperen op watertekort 0,2 0,2 0,1 0,1

Goed functionerend watersysteem 21,6 18,8 19,0 21,5

Goed grondwaterbeheer 0,4 0,4 0,3 0,1

Doorbelastingen 3,6 3,7 3,9 3,7totaal programmalasten 26,5 23,8 23,7 25,9

De realisatie van de lasten van het programma Voldoende water wijkt € 0,1 miljoen af van de bijgesteld begrote cijfers. Procentueel is de afwijking zeer klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 22: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d22

Page 23: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 23

3. programma schoon water

3.1. wat is het beoogd effect?

Het waterschap streeft naar goede leef-, verblijf- en voortplantingsmogelijkheden voor de aquatische flora en fauna in het beheergebied. De chemische toestand van het grond- en oppervlaktewater en de waterbodems mag daarvoor geen beperkende factor zijn. Veel menselijke activiteiten verontreinigen het water en hebben daarmee een negatief effect op de kwaliteit van het water. Deze beïnvloeding kan ook indirect plaatsvinden, doordat stoffen in het milieu komen die uiteindelijk in het water belanden. Het waterschap zorgt met de behandeling van afvalwater dat zo veel mogelijk van deze effecten worden tenietgedaan.

3.2. wat zijn de programmadoelen?

1. Het waterschap bereikt uiterlijk in 2027 de regionaal vastgestelde doelen van de Kaderrichtlijn Water voor de ecologische waterkwaliteit van oppervlaktewaterlichamen. Het waterschap spant zich in om, indien de mogelijkheid zich voordoet, de maatregelen uiterlijk in 2021 uit te voeren. In 2015 is minimaal 1/3 deel van de noodzakelijke inrichtingsmaatregelen uitgevoerd.

2. Het waterschap gaat voor 2010 na of samen met de gebiedspartijen een doelstellingenkader ontwikkeld kan worden voor niet-KRW-waterlichamen.

3. De waterlichamen in het beheergebied voldoen uiterlijk in 2027 aan de fysisch-chemische waterkwaliteitsnormen van de Kaderrichtlijn Water voor prioritaire stoffen, overige verontreinigingen en algemeen fysisch-chemische stoffen door het nemen van haalbare en betaalbare emissiereducerende maatregelen in stedelijk en landelijk gebied.

4. Het waterschap implementeert de nieuwe Europese zwemwaterrichtlijn in het jaar van invoering van de Nederlandse wetswijziging in zijn beleid.

5. Waterbodems vormen in 2027 in zowel het stedelijk als het landelijk gebied geen kwantitatieve en/of kwalitatieve belemmering voor het optimaal functioneren van de watersystemen.

6. Het diepe grondwater voldoet aan de normen uit de Kaderrichtlijn Water.7. De emissies van de afvalwaterketen zijn zodanig dat aan relevante EU-normen, nationale en

regionale doelstellingen wordt voldaan.8. Een doelmatige scheiding en behandeling van stedelijk afvalwater is gerealiseerd.

3.3. wat hebben wij in 2012 gedaan?

goede structuurdIversIteIt

Duurzame en natuurvriendelijke oevers De aanleg van duurzame en natuurvriendelijke oevers, in het kader van de KRW-doelstellingen, is in 2012 nagenoeg conform planning verlopen. Er is vertraging opgetreden bij de Espelertocht, waar als gevolg van werkzaamheden TenneT de realisatie nog niet kan worden afgerond. In 2012 is 31,1 km duurzame en natuurvriendelijke oevers aangelegd. Hiermee lopen we op schema om de geplande 184,3 km duurzame en natuurvriendelijke oevers tussen 2012 en 2015 te realiseren. Dit betekent eveneens dat we op schema lopen om al voor 2021 de 40% duurzame en natuurvriendelijke oevers langs de tochten aan te leggen.

Vismigratie In 2008/2009 zijn knelpunten en mogelijke maatregelen voor vismigratie in beeld gebracht. Per locatie is nog niet verder uitgewerkt wat de beste maatregel is (bijv. inlaatvoorziening, vistrap, vishevel, etc.). Eind 2011 is het inlaatwerk bij gemaal Colijn geautomatiseerd om intrek van vis mogelijk te maken in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland. Dit inlaatwerk is vervolgens in het voorjaar van 2012 gemonitord. Voor 2015 wordt een voorstel gedaan voor maatregelen voor intrek in de

Page 24: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d24

Noordoostpolder. Op basis van het onderzoek van de Stowa (2011) naar vismigratie kan worden geconcludeerd dat het niet zinvol is om maatregelen voor de uittrek van vis te nemen bij de gemalen.

goede waterkwalIteIt

Akkerranden Flevoland (ARF)In 2009 is het vijfjarig project Akkerranden Flevoland (ARF) officieel van start gegaan. Akkerranden bieden een schuilplaats voor natuurlijke vijanden van plaaginsecten die in een akkerbouwgewas schade kunnen veroorzaken. De natuurlijke vijanden trekken vanuit de akkerrand het gewas in om de plaaginsecten te bestrijden. Hierdoor is het voor agrariërs mogelijk om minder gewasbescher-mingsmiddelen te gebruiken. Dit is niet alleen mogelijk positief voor hun portemonnee, maar draagt ook bij aan de kwaliteit van het oppervlaktewater. Daarnaast verbeteren akkerranden ook de land-schappelijke waarde; in het landschap ontstaat meer variatie en het gebied wordt aantrekkelijker voor toerisme.Het project Akkerranden Flevoland heeft in 2012 een flinke impuls gekregen. Naast het bestaande lopende project ARF (fase I) is in 2012 ook ARF fase II van start gegaan. Voor het totale project ARF betekent dit dat het aantal deelnemende agrariërs in 2012 is verdubbeld naar honderd. Het aantal clusters waarbinnen deze akkerranden zich bevinden is uitgebreid met twee nieuwe clusters en daarnaast zijn de bestaande clusters versterkt met nieuwe deelnemers. In totaal hebben in 2012 binnen de acht clusters honderd agrariërs, op diverse landbouwpercelen, 85 hectares aan akkerranden aangelegd en ingezaaid met een gras/bloemenmengsel. Naast het stimuleren van de omgevingfactoren voor de natuurlijke vijanden is ook één van de projectdoelstellingen om kennis over en met Functionele Agrodiversiteit (FAB) onder een zo groot en breed mogelijk aantal agrariërs binnen Flevoland te verspreiden. De uiteindelijke doelstelling van het project is om eind 2013 een aantal van 96 hectares aan randen te hebben gerealiseerd. Het komende jaar zal met de bestaande deelnemende agrariërs worden toegewerkt naar 96 hectares akkerrand en zal het doel van het laatste ARF-jaar van dit project liggen op het verzamelen en uitwisselen van kennis en ervaring.

ZwemwaterEr wordt gewerkt aan een nieuwe zwemwaterwet, de inwerkingtreding is evenwel niet voorzien voor 2015. Vooralsnog wordt er in de nieuwe zwemwaterwet geen herverdeling van taken voorgesteld. In 2012 is de waterkwaliteit op de zwemwaterlocaties in het beheergebied gemonitord. Uit de gegevens zijn geen nieuwe ontwikkelingen naar voren gekomen. Alle verplichtingen van de Europese zwem-waterrichtlijn zijn vertaald in de Nederlandse regelgeving. Zuiderzeeland heeft alle veranderingen geïmplementeerd. De gegevens worden in 2013 gebruikt bij de actualisatie van de zwemwaterprofielen.

goed omgaan met afvalwater

Maatschappelijke optimalisatie afvalwaterketen Het Afvalwatersysteem Flevoland omvat de verschillende zuiveringskringen. Met het afronden van de OAS Zeewolde zijn voor alle zuiveringskringen optimalisatiestudies uitgevoerd. Vanuit de huidige kennis is dan ook goed in beeld welke activiteiten (optimalisaties) opgepakt moeten worden. Deze variëren van het uitvoeren van afkoppelprojecten tot het monitoren van afstromend regenwater. Vanwege voortschrijdende inzichten en veranderingen (o.a. groei) is voorzien dat circa iedere zes jaar nieuwe OAS-studies worden uitgevoerd.

Lozingen afvalwaterMet de inwerkingtreding van het Besluit lozen buiten inrichtingen wordt vanaf 1 juli 2011 het merendeel van de afvalwaterlozingen geregeld met algemene regels, vertaald in drie integrale besluiten: het Activiteitenbesluit, het Besluit lozing afvalwater huishoudens en het Besluit lozen afvalwater buiten inrichtingen. De meest risicovolle lozingen blijven vergunningplichtig, waaronder in elk geval het lozen vanuit IPPC-inrichtingen.

Page 25: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 25

In de loop van 2012 zijn de nieuwe algemene regels voor lozingen ten gevolge van agrarische activiteiten in werking getreden. Deze vormen geen apart besluit, maar zijn rechtstreeks opgenomen in het Activiteitenbesluit. Het gaat dan om agrarische lozingen van afvalwater zowel binnen als buiten de inrichting.

Op verschillende terreinen is onderzoek uitgevoerd. Genoemd kunnen worden:• Riothermie, warmtewinning uit afvalwater (kansenkaart en eerste ideeën omtrent

realisatiemogelijkheden)• Organisch groeien en realisatie van sanitatievoorzieningen in het kader van Almere Oosterwold;• Inrichting van de zuiveringen Tollebeek en Dronten naar zogenaamde Energiefabrieken.• Onderzoek naar afstromend regenwater in Almere.• Onderzoek naar de wijze van afvalwaterverwerking bij evenementterreinen zoals Lowlands

en Walibi.

Advisering indirecte lozingenGemeenten en provincie kunnen daar waar nodig gebruikmaken van de bij het waterschap aanwezig specialistische kennis op het gebied van afvalwaterbehandeling bij de vergunningverlening voor lozingen in de riolering, ofwel de indirecte lozingen. Ook in 2011 heeft het waterschap diverse adviezen verstrekt aan de gemeenten en provincie. Deze adviezen zijn ongewijzigd overgenomen in de omgevingsvergunning.De advisering indirecte lozingen komt voort uit de Bestuursovereenkomst samenwerking Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), welke gesloten is tussen de zes Flevolandse gemeenten, provincie Flevoland en Waterschap Zuiderzeeland. De intentie van de bestuursovereenkomst is dat de betrokken partijen ter uitvoering van de Wabo op een effectieve en efficiënte wijze samenwerken. In de bestuursovereenkomst is opgenomen dat jaarlijks de overeenkomst wordt geëvalueerd.

Samenwerken in de afvalwaterketenLandelijk gezien staat met het ondertekenen van het Bestuursakkoord Water de nodige druk op de samenwerking in de afvalwaterketen. In Flevoland wordt verdergegaan op de ingeslagen weg. Er heeft een feitenonderzoek plaatsgevonden, op basis waarvan met de gemeenten afspraken zijn gemaakt om een samenwerkingscase uit te voeren. Hieruit moet blijken hoe de samenwerking concreet geoptimaliseerd kan worden.

Regionale samenwerking afvalwaterketenAls gevolg van de vorderingen die regionaal met de bestaande bestuursovereenkomst zijn gemaakt en de landelijke ontwikkelingen, de totstandkoming van een Nationaal Bestuursakkoord Water in 2011, was het gewenst de regionale overeenkomst te actualiseren. In 2012 hebben de zeven in Flevoland samenwerkende partijen (zes gemeenten en Zuiderzeeland) de regionale Bestuursovereenkomst Afvalwaterketen Flevoland uit 2008 geactualiseerd. Daarmee geven de partijen te kennen met de huidige samenwerking door te willen gaan. Naar aanleiding van het vaststellen van de regionale bestuursovereenkomst is in 2012 gestart met het opstellen van regionale doelen en een maatregelenpakket. Dat zal in voorjaar 2013 worden vastgesteld.

In het afgelopen jaar is onderzoek verricht naar mogelijke organisatorische samenwerkingsvormen die aansluiten op de regionale doelstellingen en te verrichten activiteiten in de komende jaren. Dat heeft geleid tot een advies waar in het voorjaar van 2013 door de samenwerkingspartners over wordt besloten.

Regenwater Waterschap Zuiderzeeland en gemeente Almere voeren gezamenlijk een meetcampagne aan het regenwaterstelsel uit. Na de aanbesteding eind 2011 is in 2012 begonnen met het onderzoek. Dit onderzoek loopt door in 2013, 2014 en 2015. In het 3e en 4e kwartaal van 2013 worden de eerste meetresultaten verwacht. Samen met de gemeente Zeewolde wordt onderzocht of het doelmatig is om een meetcampagne naar de effecten van het regenwaterveld bij de AWZI in Zeewolde op te starten.

Page 26: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d26

ZuiveringenWaterschap Zuiderzeeland beheert en onderhoudt vijf afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI’s) in Flevoland (Almere, Dronten, Zeewolde, Lelystad en Tollebeek). Al deze zuiveringen moeten natuurlijk worden onderhouden en soms worden uitgebreid en aangepast aan de modernste milieueisen (voornamelijk stikstof- en fosfaatuitstoot).

AWZI Dronten De Algemene Vergadering heeft in december 2012 besloten de AWZI Dronten in capaciteit aan te passen. De voorbereidingen hiervoor zijn gestart en in 2014 is de upgrade naar verwachting gereed. Tot die tijd is er voldoende capaciteit voor het uitvoeren van de zuiveringstaak. Ook de overige AWZI’s hebben voldoende capaciteit voor het uitvoeren van de zuiveringstaak.

AWZI AlmereVoor de AWZI in Almere, die voor 2017 op de planning staat voor een grootschalige uitbreiding en renovatie, heeft Zuiderzeeland zich aangesloten bij de Energiefabriek. Dit door de waterschappen ontwikkelde concept, beoogt het zuiveringsproces dat nu nog veel energie kost, energieneutraal of zelf energieleverend te maken.

Nieuwe sanitatie Nieuwe sanitatie is een verzamelnaam van nieuwe trends in het inzamelen en verwerken van afvalwater. Kern hiervan is dat deelstromen uniform en geconcentreerd worden behandeld. Het benutten van de in het water aanwezige waarden is een belangrijke factor hierbij. Deze ontwikkelingen worden vooral betrokken bij nieuwbouwplannen zoals in Almere. De afvalwaterketen kent op dit moment een ongekende dynamiek. In het gebied van Waterschap Zuiderzeeland wordt nu daadwerkelijk aan de slag gegaan met nieuwe, decentrale sanitatietechnieken.

Urinescheiding Almere HoutDe afvalwaterstroom urine bevat:• 85 % van de stikstof hoeveelheid van een huishoudelijke lozing• 50 % van de fosfaat hoeveelheid van een huishoudelijke lozing• 70 % van de medicijnresten

In opdracht van de gemeente Almere, Woningcorporatie Ymere en Waterschap Zuiderzeeland heeft het advies- en ingenieursbureau Grontmij een haalbaarheidsstudie c.q. technische uitwerking uitgevoerd naar urinescheiding voor Almere Hout Noord. Bij de technische uitwerking is o.a. gekeken naar: de effecten inpandig, marktconsultatie van leveranciers van toiletpotten, de effecten bij inzameling in de openbare ruimte, aandachtspunten opslagtanks; behandeling van de urine, locatie en bijbehorende effluenteisen, ambitieniveau te verwijderen stoffen, ambitieniveau terug te winnen stoffen, tijdlijn.

In het kader van het project Urinescheiding Almere Nobelhorst hebben de drie partijen een overeenkomst opgesteld. Om de overeenkomst definitief te maken is overeenstemming nodig. Begin 2013 is de eerste activiteit het definitief laten vaststellen van de opgestelde overeenkomst en conform verder invulling geven aan het realiseren van urinescheiding binnen Almere Nobelhorst.

Page 27: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 27

3.4. wat heeft het gekost? Overzicht programma Schoon water (bedragen x € 1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Goede structuurdiversiteit 0,3 0,4 0,4 0,3

Goede waterkwaliteit 4,3 4,3 4,5 5,3

Goed omgaan met afvalwater 23,2 23,5 22,8 24,0

Doorbelastingen 4,6 4,6 4,9 3,4totaal programmalasten 32,5 32,8 32,6 33,0

De realisatie van de lasten van het programma Schoon water wijkt € 0,2 miljoen af van de bijgesteld begrote cijfers. Procentueel is de afwijking zeer klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 28: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d28

Page 29: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 29

4. bedrijfsvoering

4.1. wat is het beoogd effect?

Waterschap Zuiderzeeland is een betrouwbare overheidsorganisatie die de belangen van het water behartigt en als regelgever en handhaver weloverwogen omgaat met maatschappelijke belangen en de belangen van derden. Het bestuur van het waterschap handelt transparant, consistent en integer.

Waterschap Zuiderzeeland is een flexibele organisatie, die anticipeert op de veranderende omgeving. Het waterschap biedt ruimte voor het genereren van ideeën en het stimuleert toepassingsgerichte innovatie die leidt tot meer efficiency, kwaliteit en duurzaamheid. Daarbij wordt Waterschap Zuiderzeeland gezien als een autoriteit op het gebied van water. De omgeving ziet het waterschap als een inspirerende partner, waar men graag mee wil samenwerken. Het waterschap heeft anderzijds oog voor de belangen van de omgeving en draagt bij aan de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving.

Waterschap Zuiderzeeland zorgt voor een optimale inzet van mensen en middelen om de gestelde doelen te realiseren. Daarbij voert het waterschap een transparant en maatschappelijk aanvaardbaar financieel beleid. Aan belastingbetalers biedt het waterschap een helder inzicht in ambities, geleverde prestaties en bijbehorende prijs.

4.2. wat zijn de bedrijfsvoeringsdoelen?

1. Het waterschap is een transparante en betrouwbare overheidsorganisatie.2. Het waterschap gaat als regelgever en handhaver weloverwogen om met maatschappelijke belangen.3. Het waterschap behartigt de waterbelangen in de plan- en besluitvorming van derden.4. Het waterschap anticipeert op de veranderende omgeving.5. Het waterschap is toepassingsgericht innovatief en staat open voor het mede-ontwikkelen van

innovaties.6. Partners zien het waterschap als een inspirerende partner die een meerwaarde biedt in de

samenwerking.7. Het waterschap streeft naar een maatschappelijk verantwoord evenwicht tussen ambitie en

lastenniveau.8. Het waterschap werkt doelmatig en doeltreffend.

4.3. wat hebben wij in 2012 gedaan?

functIonele overheId

Regelgeving, vergunningverlening en handhavingVergunningverlening is gericht op de regulering van de waterstaatswerken, lozingen van afvalwater en grondwater. In 2012 zijn, na uitspraak van de Raad van State, drie vergunningen voor het Windpark NOP onherroepelijk geworden. Aanleg van het Windpark past binnen het beleid van het waterschap. Om het Windpark op het energienetwerk aan te sluiten worden kabels in de grond aangelegd. Voor de aanleg van het kabeltracé, heeft het waterschap een vergunning verleend voor het onttrekken en lozen van grondwater. Omdat de grondwateronttrekking groter was dan gepland, is het werk stilgelegd en is opnieuw een vergunning aangevraagd. In een informatiebijeenkomst heeft het waterschap de situatie toegelicht aan omwonenden. In het najaar van 2012 zijn landelijke samenwerkingsafspraken op het vlak van vergunningverlening en handhaving tussen Rijkswaterstaat en de Unie van Waterschappen gemaakt. Hiermee wordt invulling gegeven aan het landelijk Bestuursakkoord Water, gericht op doelmatig waterbeheer. In navolging hiervan zijn aanvullende afspraken gemaakt tussen Zuiderzeeland en Rijkswaterstaat IJsselmeergebied om kennis- en expertise uit te wisselen.

Page 30: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d30

WatertoezichtSinds 2011 organiseert team Watertoezicht het toezicht onder andere via doelgroepprojecten. Daarvoor zijn een aantal doelgroepen gekozen (agrarische sector, overheden, particulieren, aannemers, projectontwikkelaars, jachthavens). Per doelgroep heeft team Watertoezicht een plan van aanpak gemaakt. In het plan van aanpak is beschreven op welke wijze de betreffende doelgroep wordt benaderd om naleving van regels te bereiken. Een voorbeeld hiervan is dat projectontwikkelaars en aannemers bij het waterschap zijn uitgenodigd om informatie te krijgen over regelgeving en daarover met het waterschap in gesprek te gaan. Een ander voorbeeld is dat de agrarische sector op veel verschillende manieren wordt benaderd, namelijk: communicatie, stimuleringsprojecten, inspecties (zowel binnen als buiten kantoortijden).

Toezicht en handhavingDe Algemene Vergadering heeft in 2011 de Nota Integraal watertoezicht 2011 - 2014 vastgesteld. In de nota zijn (naleef)doelen geformuleerd, op basis van de doelen voldoende, schoon en veilig uit het Waterbeheerplan. De inzet van het team Watertoezicht is gericht op het bereiken van de naleefdoelen. In 2011 en 2012 is de naleving ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van voorgaande jaren. Het streven is de naleving te verhogen door per doelgroep te onderzoeken welke benadering het best aansluit bij de betreffende doelgroep.

Naast toezichthouder is een aantal medewerkers van het waterschap buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). Dit betekent dat zij in het kader van strafrecht een proces-verbaal kunnen opmaken. In 2011 zijn zes processen-verbaal opgemaakt. Deze zijn afgehandeld door het Openbaar Ministerie. Ook zijn er tien boeterapporten opgemaakt voor overtredingen van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Deze zijn afgehandeld door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

WaterstaatswerkenIn de Keur van Waterschap Zuiderzeeland staat beschreven wat wel en wat niet mag bij waterkeringen en wateren, de zogeheten waterstaatswerken, door het stellen van gebods- en verbodsregels. Het doel van de Keur is om deze waterstaatswerken veilig te stellen. De Keur geldt voor het gehele beheergebied van het waterschap: het stedelijk gebied, het landelijk gebied, buitendijkse gebieden en de waterkeringen (inclusief strekdammen langs waterkeringen die onderdeel vormen van de totale waterkering). De regulering van de waterstaatswerken richt zich op het verlenen van ontheffingen met betrekking tot de gebods- en verbodsregels door middel van het afgegeven van een watervergunning.

Windpark NoordoostpolderAan de westkant van de Noordoostpolder zal een windpark worden aangelegd. De energie die daar wordt opgewekt wordt door middel van kabels getransporteerd naar het hoogspanningsstation bij Ens. Deze kabel wordt gelegd door TenneT. In 2012 zijn de werkzaamheden voor de aanleg van het windpark nog niet gestart. Wel heeft het waterschap voorbereidingen getroffen om het toezicht op de bouw van het windpark goed te organiseren. TenneT is al wel gestart met de aanleg van de kabel. Daarbij bleek de hoeveelheid grondwater die moest worden onttrokken groter te zijn dan TenneT had berekend. Daardoor moest het werk worden stilgelegd en een nieuwe vergunning worden aangevraagd.

Omgevingsloket onlineVanaf 1 april 2012 kan met het omgevingsloket online (OLO) online voor één project in één keer, zowel een aanvraag/melding Waterwet als een aanvraag omgevingsvergunning worden ingediend. Aanvragen/meldingen worden op zowel de verplichtingen die voortkomen uit de Wet algemene bepalingen omgevingswet (omgevingsvergunning) als op de verplichtingen vanuit de Waterwet (landelijke regels) en de Keur (lokale regels) gecheckt. Het omgevingsloket online leidt tot een betere dienstverlening en minder administratieve lasten voor bedrijven en burgers, kortere procedures en een betere afstemming van de voorschriften.

Page 31: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 31

SamenwerkingZuiderzeeland hecht erg aan de samenwerking met andere overheidspartners. Het waterschap wil samenwerken met de Omgevingsdienst Flevoland en Gooi- en Vechtstreek. In 2013 zullen daarover afspraken worden gemaakt. In 2012 zijn landelijk afspraken gemaakt tussen de waterschappen en RWS over samenwerking op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Met de Directie IJsselmeergebied zijn deze afspraken verder geconcretiseerd. Dit heeft geresulteerd in de wederzijdse ondertekening van een intentieverklaring en in concrete samenwerking bij het toezicht op bijvoorbeeld het windmolenpark en in het uitvoeren van gezamenlijke milieuvluchten.

Milieu-incidentenIn 2011 heeft het waterschap negentig milieu-incidenten afgehandeld. De inzet van het waterschap is gericht op het (laten) beëindigen van verontreiniging van het oppervlaktewater en op het laten opruimen van de verontreiniging.

IntegriteitIntegriteit is niet iets wat in een bepaald jaar veel aandacht krijgt en het jaar daarop niet. Integriteit moet doorlopend onder de aandacht blijven. Het moet vanzelfsprekend zijn dat eventuele integriteitszaken in alle openheid worden besproken. Dat is ook de belangrijkste doelstelling van de campagne die al een paar jaar loopt: maak integriteit bespreekbaar. In 2012 is een onderzoek gedaan naar de beleving van integriteit binnen Zuiderzeeland. De resultaten worden meegenomen in het cultuurtraject dat medio 2013 van start gaat.

CalamiteitenzorgHet doel van de calamiteitenzorg binnen het waterschap is dat het waterschap goed is voorbereid op en toegerust voor het bestrijden van calamiteiten die verband houden met de taakuitoefening, zoals dijkdoorbraak, wateroverlast, watertekort, niet werken afvalwaterzuiveringsinrichtingen en de verontreiniging van het oppervlaktewater. Zuiderzeeland werkt hierbij nauw samen in de Veiligheidsregio Flevoland.

In het verslagjaar zijn de zogeheten overstromingsscenario’s opgeleverd. Deze scenario’s laten zien hoe snel het water bij een dijkdoorbraak op een bepaalde plaats in de polder staat. In het verslagjaar zijn twee eigen oefeningen gehouden Daarnaast is meegewerkt aan oefeningen van de Veiligheidsregio. In 2012 is veel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden aan te sluiten bij het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS), het netcentrisch werken programma van de Veiligheidsregio. De verwachting is dat Waterschap Zuiderzeeland daar in 2013 bij aan kan sluiten. Ook is een noodstroomaggregaat geplaatst, zodat de organisatie in geval van uitval van elektriciteit kan doorwerken.

RechtmatigheidIn 2012 hebben op basis van het interne controleplan steekproefsgewijze controles plaatsgevonden op de gebieden inkoop en aanbestedingen, personele lasten, grondtransacties en treasury. Bij deze interne toetsing zijn geen materiële onrechtmatigheden geconstateerd. Bij de interimcontrole zijn de resultaten van de interne toetsing bij de accountant onder de aandacht gebracht.

RekenkamercommissieHet doel van de Rekenkamercommissie (RKC) is om door middel van onderzoeken inzicht te bieden in de prestaties van Waterschap Zuiderzeeland als geheel en waar mogelijk aanbevelingen te formuleren voor de toekomst.

De RKC heeft als functie bij te dragen aan de kwaliteit van het bestuur van Waterschap Zuiderzeeland. Zij doet daartoe aanbevelingen die zijn gebaseerd op onderzoek. Zij richt haar onderzoek op die beleidsterreinen en die aspecten van de bedrijfsvoering van het Waterschap waarop zij risico’s voor de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid ziet en waar de meerwaarde van RKC-onderzoek het grootst is.

Page 32: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d32

De RKC heeft in 2011 onderzoek gedaan naar het gebruik van subsidies door Waterschap Zuiderzeeland. De RKC heeft zich bij dit onderzoek laten bijstaan door een extern bureau, PNO Consultants. Gedurende het onderzoek heeft de RKC gemeend dit te moeten uitbreiden met een benchmark onder dertien andere waterschappen. Hoewel deze benchmark het onderzoek heeft verrijkt, is de doorlooptijd hierdoor aanzienlijk toegenomen. De aanbieding van het eindrapport aan de AV heeft daarom in het eerste kwartaal van 2012 plaatsgevonden.

Risico’s en weerstandsvermogenEind 2011 is de RKC gestart met een onderzoek naar Begroten en Werkelijkheid en in het verlengde daarvan naar weerstandsvermogen en weerstandscapaciteit in relatie tot risico’s. Naast een uitgebreide dossierstudie zijn een aantal interviews gehouden met bestuurlijk en ambtelijk verantwoordelijken. De aanbieding van het rapport Risico’s en Weerstandsvermogen aan de AV heeft plaatsgevonden in het tweede kwartaal van 2012.

onderzoeken In uItvoerIng (ultImo 31 december 2012)

Begroten en werkelijkheidUltimo 31 december 2012 was het onderzoek van de RKC naar Begroten en Werkelijkheid uitgevoerd en heeft het ambtelijk wederhoor plaatsgevonden. Het bestuurlijk wederhoor was eind 2012 nog niet afgerond. De aanbieding van het rapport Begroten en Werkelijkheid aan de AV is voorzien in het eerste kwartaal van 2013.

Doelmatigheid en doeltreffendheid ingenieursbureauIn 2012 heeft de RKC – op voorstel van de AV - een vooronderzoek gestart naar het Ingenieursbureau van Waterschap Zuiderzeeland. Naar aanleiding van het vooronderzoek heeft de RKC besloten een extern bureau (Berenschot) in te schakelen, dat het onderzoek samen met de secretaris/onderzoeker van de RKC uitvoert. Ultimo 31 december 2012 was het onderzoek nog niet afgerond.

organIsatIe en omgevIng

Innovatie en MVOMaatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) kan een belangrijk kader bieden om aan te geven hoe Waterschap Zuiderzeeland in de wereld wil staan. Het is ‘de bril’ waarmee naar activiteiten wordt gekeken en die mede bepaalt hoe het waterschap de kerntaken uitvoert. Zuiderzeeland ziet Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen als inspiratiebron voor strategische keuzes. Het gaat hierbij om de balans tussen people-profit-planet. Door op deze wijze te kijken naar procedures, bedrijfsprocessen en productontwikkeling blijkt in de praktijk dat er mogelijkheden ontstaan voor innovatie en duurzaamheid. In het verslagjaar is begonnen met het speerpunt energie. Dit heeft geresulteerd in de keus van de Algemene Vergadering voor een energiezuinige AWZI Dronten en voor onderzoek naar een aangepaste slibvergistingsmethode. Daarnaast is in het kader van de samenwerking met drie gemeenten) besloten tot het opstellen van een kansenkaart voor riothermie (warmtewinning uit afvalwater) In samenwerking met de Christelijke Agrarische Hogeschool in Dronten is een verkenning gemaakt naar bestemmingen van rietmaaisel langs tochten. De afdeling Facilitaire zaken heeft aangegeven onderzoek te willen doen verduurzaming van het kantoorgebouw en van de facilitaire diensten. De energiestrategie voor het waterschap is bekeken en zal binnenkort worden voorgelegd voor besluitvorming.

OrganisatieontwikkelingEen organisatie is continue in beweging en vormt zich op organische wijze, evenals haar omgeving. Voor elke organisatie geldt dat er momenten zijn van reflectie met de vraag of het huidige model en werkwijze nog passen bij de ambities en de veranderende omgeving. Dit geldt ook voor Waterschap Zuiderzeeland. Daarom is eind 2011 het initiatief genomen tot een onderzoek naar een passende sturingsfilosofie en een bijbehorend sturingsmodel voor de werkorganisatie van Waterschap

Page 33: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 33

Zuiderzeeland. Dit heeft geleid tot een nieuwe sturingsfilosofie die het college van DenH in mei 2012 heeft vastgesteld. Het doel van deze nieuwe sturingsfilosofie is om de structuur en werkwijze van het waterschap beter te laten convergeren met de huidige ambities en de toekomstige omgeving. Om invulling te geven aan deze nieuwe sturingsfilosofie is het traject ‘Water Werkt’ opgestart. ‘Water Werkt’ beoogt onder andere het vergroten van de slagvaardigheid, het stimuleren van samenwerking (zowel intern als extern), het verbeteren van de samenhang tussen processen, een betere aansluiting tussen college en ambtelijke organisatie, helderder opdrachtgever- / opdrachtnemerschap, een betere kwaliteitsborging en een grotere mate van flexibiliteit (intern) en aanpassingsvermogen (extern). Om dit te bereiken zijn vijf ontwikkelthema’s benoemd: 1. leiderschapsontwikkeling, 2. een nieuwe organisatiestructuur, 3. herziening van de bestuurs- en managementaanpak, 4. doorontwikkeling van de P&C-cyclus en 5. doorontwikkeling van de professionele cultuur en medewerkers. In het najaar van 2012 is door managementbijeenkomsten en workshops met medewerkers gestart met de ontwikkeling van de nieuwe organisatiestructuur. Vanaf begin 2013 worden ook de andere ontwikkelsporen ingezet, zodat er eind 2013 een vernieuwd waterschap staat dat klaar is voor de toekomst.

samenwerken met de omgevIng

Internationale samenwerkingHet Buitenlandbeleid kent drie pijlers: EU beleidsbeïnvloeding, subsidies en internationale samenwerkingsprojecten. Waterschap Zuiderzeeland is op al deze pijlers actief.

EU beleidsbeïnvloeding loopt via de Unie van Waterschappen/Bureau Brussel. Waterschap Zuiderzeeland levert daartoe informatie en advies aan bij de Unie van Waterschap. Internationale samenwerkingsprojecten worden zo veel mogelijk via subsidies uitgevoerd. In 2012 heeft Zuiderzeeland diverse internationale projecten in uitvoering; met name in Ethiopië, maar ook in Indonesië. De projecten betreffen het verbeteren van de ‘water governance’, sanitatie, waterkwaliteit, monitoring en GIS. Financiering van deze projecten vindt plaats uit Europese en nationale programma’s/fondsen. Waterschap Zuiderzeeland werkt binnen deze projecten samen met diverse andere waterschappen en andere organisaties binnen de watersector (drinkwaterbedrijven, consultants, RIVM, NGOs).

Via de uitvoering van deze pijlers geeft Zuiderzeeland invulling aan zijn Buitenlandbeleid, draagt het bij aan de Millennium Development Goals, waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd, en biedt het een interessante werk- en leeromgeving voor zijn personeel.

CommunicatieOok in het verslagjaar is actief het beleid van Waterschap Zuiderzeeland gecommuniceerd. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar de geprioriteerde doelgroepen. De Waterkrant is huis aan huis bezorgd, hierdoor worden alle inwoners van Flevoland tegelijk bereikt. Gelet op het aantal reacties na het verschijnen van de Waterkrant, kan geconcludeerd worden dat de Waterkrant goed gelezen wordt. Daarnaast worden de reacties steeds positiever. De dialoog wordt vooral inhoud gegeven door de drie panels en door de vele gebiedsavonden.

In het verslagjaar is de samenwerking met het middelbaar onderwijs weer geïntensiveerd. Samen met de middelbare scholen is een serie lesbrieven ontwikkeld die in 2013 feestelijk worden gepresenteerd. Daarbij wordt aangesloten bij bestaande vakken als aardrijkskunde, maatschappijleer, biologie, Nederlands, natuurkunde en geschiedenis. Bovendien wordt aangesloten bij ‘waterprojecten’ op de middelbare scholen. Het vierde Scholieren Waterdebat heeft een belangrijke impuls gegeven aan die samenwerking. In het verslagjaar is een imago-onderzoek gehouden onder functionele relaties en de inwoners. Bij beide groepen scoren we een ruime voldoende. De aanbevelingen worden betrokken bij een aanscherping van het communicatiebeleid.

Page 34: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d34

DienstverleningDe dienstverlening via de digitale media wordt steeds verder uitgebreid. Alle regelgeving is inmiddels te vinden via internet. Ook het waterschapsloket, het aanbieden van een groot aantal producten, is inmiddels beschikbaar. Punt van zorg blijft de backoffice. Digitale dienstverlening kan alleen slagen als de backoffice op orde is.

mIddelen

InformatiebeleidIn het streven naar (verdere) digitalisering van de werkomgeving is in 2012 het bestuurlijk besluitvormingsproces gedigitaliseerd en binnen ons zaken- en documentensysteem (DMS) geïmplementeerd. Tegelijkertijd is een nieuwe versie van het DMS geïnstalleerd, waardoor het gebruikersgemak is toegenomen. Voor het college van Dijkgraaf en Heemraden is een digitaal vergaderproces ingevoerd waarbij met tablets wordt gewerkt. Verder is het Digispectie-proces uitgerold in 2012. Hiermee worden inspecties in het werkgebied van keringen en watergangen digitaal ondersteund met Geo-informatie met behulp van robuuste laptops.

In het kader van de samenwerkingsstrategie is samenwerking met de Rijn-Oost waterschappen op ICT-gebied verkend. Dit heeft geresulteerd in de Business Case Shared Services ICT.

FlexibiliseringIn het verslagjaar is begonnen met het uitwerken van een beleid ten aanzien van de flexibilisering. Het wordt ook wel het Nieuwe Werken genoemd, maar Waterschap Zuiderzeeland heeft het flexibilisering genoemd, omdat het alle aspecten van flexibel werken bevat. Door Water Werkt is de flexibilisering wat op de achtergrond geraakt. In 2013 wordt het ambitieniveau bepaald. De resultaten hiervan worden meegenomen in de uitrol van Water Werkt.

ProgrammasturingHet plan van aanpak ‘nieuwe Waterschapswet’ waarin de implementatie voor programmatisch sturen (2008-2012) een onderdeel was, is uitgevoerd en met een evaluatie door de Stuurgroep Waterschapswet in 2012 afgesloten. De begroting en rapportages van het waterschap zijn sinds 2009 op basis van programma’s ingericht. Het besluitvormingsproces is gedurende de afgelopen jaren verbeterd. Laat onverlet dat blijvend aandacht wordt besteed aan continue verbetering.

Control scherp begrotenOp 14 juni heeft het college het fiscaal controlplan vastgesteld. Het doel van dit plan is het borgen dat het waterschap fiscaal ‘in control is’. In het fiscaal controlplan staat de voornaamste fiscale wetgeving beschreven, alsmede de voornaamste risico’s en consequenties voor het waterschap. Het streven is om over twee jaar een handhavingsconvenant met de Belastingdienst in het kader van horizontaal toezicht te kunnen ondertekenen. Bij de vaststelling van de meerjarenbegroting voor 2012 heeft het bestuur ‘scherp begroten’ als uitgangspunt gekozen.

Almere 2.0Het waterschap neemt deel aan het Regionaal Ambtelijk en Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (Almere). Dit bewaakt de samenhang tussen de ontwikkelingen rond het Rijk- en Regioprogramma Amsterdam-Almere-Markermeer (RRAAM) en bereidt de agenda van de landelijke stuurgroep RRAAM voor. Daarnaast heeft het waterschap bestuurlijk en ambtelijk zitting gehad in de Werkmaatschappij Almere-Oosterwold, die tot opdracht had een organisch ontwikkelconcept op te stellen voor dit gebied aan de oostzijde van Almere. In mei 2012 zijn Rijk en de gemeenten Almere en Zeewolde gestart met het opstellen van een intergemeentelijke structuurvisie. Het waterschap heeft zitting in de stuur- en begeleidingsgroep Oosterwold. Het waterschap borgt de waterbelangen in dit overleg.

Page 35: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 35

Op 18 september heeft het waterschap het afsprakenkader Duurzaam Almere 2.0 ondertekend, een uitwerking van het thema duurzaamheid. De belangrijkste afspraken voor het waterschap richten zich op het verder uitwerken van het organisch ontwikkelconcept in Oosterwold.

Verbonden partijen – Het WaterschapshuisHet Waterschapshuis is de regie- en uitvoeringsorganisatie voor de 25 waterschappen op het gebied van ICT. In 2012 is het weinig succesvolle project TAX-i definitief afgesloten en heeft afrekening met de waterschappen plaatsgevonden. De evaluatie van het project geeft aanleiding tot een heroverweging van ambitie, taken en rollen van Het Waterschapshuis. De stichting Het Waterschapshuis is per ultimo 2012 overgegaan naar een gemeenschappelijke regeling. In 2013 zal het bestuur als eerste de herdefiniëring van Het Waterschapshuis als landelijke ICT-samenwerkingsorganisatie ter hand nemen.

PersoneelsplanIn 2012 is het derde personeelsplan aan de Algemene Vergadering aangeboden. Het personeelsplan geeft de AV inzicht in de ontwikkeling van de lasten in relatie tot de personele capaciteit. Het personeelsplan is voor de organisatie een hulpmiddel voor strategische personeelsplanning. Het doel van strategische personeelsplanning is om planmatig te werken aan de toekomstige formatieve en kwalitatieve personeelsinzet. Het personeelsplan is een groeidocument dat zich moet ontwikkelen tot een stuurinstrument. De afgelopen periode heeft de focus gelegen op inzicht krijgen in en sturing krijgen op het formatiebeheer en –budget. Het accent verschuift de komende periode naar de kwalitatieve aspecten, bezien vanuit personeel- & organisatiecomponenten. Binnen het project ‘Water Werkt’ zal hier invulling aan en verantwoording over worden gegeven, aangezien alle afdelingen een ontwikkeltaak hebben gekregen. Het doel van deze taak is onder meer het realiseren van een kwaliteitsslag, waarbij in relatie tot het personeelsplan inzichtelijk moet worden welke kennis, vaardigheden en competenties nodig zijn voor de realisering van de organisatiedoelen.

GezondheidsmanagementBij gezondheidsmanagement ligt de focus op de gezondheid, inzetbaarheid en vitaliteit van de medewerker. Deze focus sluit aan bij nieuwe afgesloten CAO 2012-2013, waarin deze thema’s tevens centraal staan. Door de activiteiten die de afgelopen jaren op het gebied van gezondheidsmanagement zijn uitgevoerd, is een belangrijke stap gezet voor de invoering van gezondheidsmanagement. In 2012 is de aandacht vooral uitgegaan naar de te nemen acties naar aanleiding van de resultaten van de periodieke medische onderzoeken (pmo’s) die eind 2011/begin 2012 zijn gehouden. Tevens heeft 2012 in het teken gestaan van de aanbesteding voor een nieuwe arbodienstverlener, welke uiterlijk per 1 juli 2013 is afgerond. Met de nieuwe arbodienst wordt het ingevoerde gezondheids management verder bestendigd en ontwikkeld.

Page 36: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d36

Page 37: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 37

5. verplichte paragrafen

5.1. algemeen

Het Waterschapsbesluit bepaalt dat in het jaarverslag en de jaarrekening paragrafen worden opgenomen, waarin op de beleidslijnen wordt verantwoord zoals vastgelegd in de programma-begroting. Tevens worden de opbrengsten van de waterschapsbelastingen verantwoord. Doel van de paragrafen is dat onderwerpen die versnipperd in het jaarverslag en jaarrekening staan worden gebundeld in een kort overzicht, waardoor de Algemene Vergadering voldoende inzicht krijgt.

De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van het jaarverslag en de jaarrekening. Met de genoemde onderwerpen is vrijwel altijd een groot financieel belang gediend. De paragrafen geven daardoor extra informatie voor de beoordeling van de financiële positie op de korte en langere termijn.

Het Waterschapsbesluit schrijft de volgende paragrafen voor:• Bedrijfsvoering• Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar• Incidentele baten en lasten • Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen• Waterschapsbelastingen• Weerstandsvermogen• Financiering• Verbonden partijen• EMU-saldo• Topinkomens

In het verleden heeft de Algemene Vergadering besloten om de paragraaf Bedrijfsvoering in de begroting, tussentijdse rapportages en jaarrapportage te gebruiken om het overzicht van alle thema’s gezamenlijk te geven van de bedrijfsvoeringaspecten. Deze paragraaf is daarom opgenomen in hoofdstuk 4.

5.2. ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar

In de paragraaf betreffende de ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar kan worden ingegaan op externe en interne ontwikkelingen die zich sinds het vaststellen van de vorige begroting en de behandeling van de meerjarenraming hebben voorgedaan. Bovendien kunnen afwijkingen van de uitgangspunten en grondslagen, zoals deze voor de vorige begroting en de meerjarenraming zijn gehanteerd, en belangrijke afwijkingen in de cijfers van de meerjarenraming in deze paragraaf nader worden toegelicht.

Bij Waterschap Zuiderzeeland is ervoor gekozen om de algemene ontwikkelingen van het afgelopen jaar in de inleiding van het jaarverslag op te nemen en de programmaspecifieke ontwikkelingen mee te nemen in de programmaverantwoording.

5.3. incidentele baten en lasten

De paragraaf betreffende de incidentele baten en lasten bevat een overzicht van de baten en lasten die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. De jaarrekening 2012 bevat baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen en derhalve als incidenteel kunnen worden bestempeld. De volgende baten bedragen meer dan een procent van het begrotingstotaal en kunnen derhalve relevant zijn voor het beoordelen van de financiële positie:

Page 38: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d38

• Grond Almere: in het jaar 2012 is er grond verkocht aan de Gemeente Almere voor een totaalbedrag van € 3,7 miljoen. Dit is verwerkt in de exploitatierekening onder de post goederen en diensten aan derden onder het programma Voldoende water.

• Synergiegelden: over het jaar 2012 ontvangt het waterschap € 0,5 miljoen subsidie voor de aanleg van duurzame oevers. Dit is verwerkt in de exploitatierekening onder de post bijdragen van derden onder het programma Voldoende water.

• POP2-gelden: over het jaar 2012 ontvangt het waterschap € 0,6 miljoen subsidie voor de aanleg van duurzame oevers. Dit is verwerkt in de exploitatierekening onder de post bijdragen van derden onder het programma Voldoende water.

5.4. onttrekkingen aan voorzieningen en bestemmingsreserves

In de paragraaf betreffende de onttrekkingen aan voorzieningen en bestemmingsreserves wordt ingegaan op de bedragen die rechtstreeks uit voorzieningen worden onttrokken, alsmede op het beroep dat op de bestemmingsreserves is gedaan.

Conform het vastgestelde beleid zullen, voordat gelden kunnen worden onttrokken uit bestemmings-reserves, voorstellen daartoe worden gedaan aan de Algemene Vergadering. Pas na vaststelling van deze voorstellen kunnen gelden uit de bestemmingsreserves worden onttrokken.

Een overzicht met de onttrekkingen uit voorzieningen en bestemmingsreserves is opgenomen in de toelichting op de balans en in de bijlagen. Om doublures te voorkomen wordt daarom verwezen naar paragraaf 8.2.3.

5.5. waterschapbelastingen

Anders dan gemeenten en provincies ontvangen waterschappen geen bijdrage van het Rijk voor de bekostiging van hun taken. Waterschappen bekostigen hun taken door het heffen van belastingen, de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing.

In de onderstaande tabellen worden de geprognosticeerde en gerealiseerde belastingopbrengsten weergegeven. Omdat de begroting wat betreft de belastingopbrengsten niet is gewijzigd in het jaar 2012, wordt er slechts één kolom begroting weergegeven.

De aanslagoplegging en invordering van de waterschapsbelastingen geschiedt door het Gemeen-schappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT). De gerealiseerde belastingopbrengsten zijn ontleend aan het jaaroverzicht belastingopbrengsten 2012, die is opgesteld door GBLT. De controle op de volledigheid van de belastingopbrengsten maakt onderdeel uit van het controleprogramma van de accountant van GBLT.

Overzicht belastingen, per kostendrager (bedragen x € 1.000.000)

omschrIjvIng begrotIng 2012 realIsatIe 2012 realIsatIe 2011

Watersysteemtaak 39,6 39,2 43,0Zuiveringstaak 27,0 27,0 28,3totaal 66,6 66,2 71,3

Page 39: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 39

Overzicht belastingen, onderdeel watersysteemheffing (bedragen x € 1.000.000)

omschrIjvIng begrotIng 2012 realIsatIe 2012 realIsatIe 2011

watersysteemheffingWatersysteemheffing ingezetenen 10,3 10,3 11,2Watersysteemheffing gebouwd 20,2 20,5 22,6Watersysteemheffing ongebouwd 8,1 7,7 8,7Watersysteemheffing natuur 0,9 0,8 0,2Verontreinigingsheffing 0,7 0,9 0,8Watersysteemheffing voorgaande jaren - - 0,4 0,2subtotaal watersysteemheffing 40,2 39,7 43,7

De watersysteemheffing gebouwd is € 0,3 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Door turbulente marktontwikkelingen is de inschatting van de WOZ-waarde in het beheergebied, de grondslag van de aanslagoplegging watersysteemheffing gebouwd, lastig in te schatten.

De watersysteemheffing ongebouwd blijft € 0,4 miljoen achter bij de begroting. De oorzaak is nog niet geheel duidelijk. Op dit moment wordt dit onderzocht door GBLT.

Bij de verontreinigingsheffing is sprake van een beperkte meeropbrengst van € 0,2 miljoen. Deze meeropbrengst staat in verband met de minderopbrengst bij de zuiveringsheffing.

Bij de watersysteemheffing voorgaande jaren is sprake van een negatieve realisatie van € 0,4 miljoen over de jaren 2009 tot en met 2011 op basis van toegekende bezwaarschriften met betrekking tot buitendijks gelegen land.

In zijn totaliteit blijft de watersysteemheffing € 0,5 miljoen achter op de begroting.

Overzicht belastingen, onderdeel zuiveringsheffing (bedragen x € 1.000.000)

omschrIjvIng begrotIng 2012 realIsatIe 2012 realIsatIe 2011

zuiveringsheffingZuiveringsheffing huishoudens 21,3 21,1 22,3Zuiveringsheffing bedrijven 6,8 6,5 7,1Zuiveringsheffing voorgaande jaren - 0,5 -subtotaal zuiveringsheffing 28,1 28,1 29,4

Bij de zuiveringsheffing huishoudens is sprake van een licht negatieve realisatie van € 0,2 miljoen. Deze minderopbrengst staat in verband met de meeropbrengst bij de verontreinigingsheffing.

De zuiveringsheffing bedrijven blijft € 0,3 miljoen achter bij de begroting. De oorzaak is nog niet geheel duidelijk. Op dit moment wordt dit onderzocht door GBLT. De zuiveringsheffing voorgaande jaren laat daarentegen een meeropbrengst zien van € 0,5 miljoen.

Overzicht belastingen, onderdeel overig (bedragen x € 1.000.000)

omschrIjvIng begrotIng 2012 realIsatIe 2012 realIsatIe 2011

overigKwijtschelding watersysteemheffing - 0,5 - 0,6 - 0,6Kwijtschelding zuiveringsheffing - 1,2 - 1,1 - 1,2subtotaal overig ­ 1,7 ­ 1,6 ­ 1,8

De gerealiseerde kwijtschelding wijkt slechts € 0,1 miljoen positief af van de begrote kwijtschelding.

Page 40: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d40

Overzicht belastingen, totalen (bedragen x € 1.000.000)

omschrIjvIng begrotIng 2012 realIsatIe 2012 realIsatIe 2011

Watersysteemheffing 40,2 39,7 43,7Zuiveringsheffing 28,1 28,1 29,4Overig - 1,7 - 1,6 - 1,8totaal belastingen 66,6 66,2 71,3

In de onderstaande tabellen worden de begrote en gerealiseerde belastingeenheden weergegeven, exclusief de in het jaar 2012 gerealiseerde eenheden over voorgaande jaren.

Eenheden watersysteemheffing (x 1.000)

omschrIjvIng begrotIng 2012 realIsatIe 2012 realIsatIe 2011

Watersysteemheffing ingezetenen 153 152 152Watersysteemheffing gebouwd 39.500 40.121 40.683Watersysteemheffing ongebouwd 110 103 106Watersysteemheffing natuur 119 117 27Verontreinigingsheffing 13 16 14

Eenheden zuiveringsheffing (x 1.000)

omschrIjvIng begrotIng 2012 realIsatIe 2012 realIsatIe 2011

Zuiveringsheffing huishoudens 372 369 369

Zuiveringsheffing bedrijven 119 114 117totaal 491 483 486

5.6. weerstandsvermogen

InleIdIng

Het weerstandsvermogen zegt iets over de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt om bedrijfsrisico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen op te kunnen vangen.

Het weerstandsvermogen is als volgt te berekenen:

weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit

benodigde weerstandscapaciteit

Door lokale overheden wordt veelal beleid ontwikkeld over de hoogte van het weerstandsvermogen. Hierbij wordt veelal aangegeven dat een weerstandvermogen van lager dan één onvoldoende is, tussen één en twee voldoende en boven de twee als uitstekend kan worden gekwalificeerd. Het merendeel van de lokale overheden kiest daarbij voor een gewenst weerstandsvermogen dat ligt tussen 1,0 en 1,4.Waterschap Zuiderzeeland vindt dat niet alleen moet worden gekeken naar de onverzekerde bedrijfsrisico’s die het waterschap loopt, maar vooral ook naar de schuldenpositie. Doordat de beleidskeuzes rondom de schuldenpositie een omvangrijkere reserve vereisen dan de eisen vanuit het weerstandsvermogen, zijn deze laatste eisen minder bepalend geworden. Het waterschap heeft daarom geen specifiek beleid voor de hoogte van het weerstandsvermogen.

Benodigde weerstandscapaciteitDe benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald op basis van een risicoanalyse. Bij de laatste risicoanalyse bedroegen de bedrijfsrisico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen in totaal € 9,9 miljoen.

Page 41: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 41

Beschikbare weerstandscapaciteitDe beschikbare weerstandscapaciteit kan worden onderverdeeld in structurele weerstandscapaciteit en incidentele weerstandscapaciteit.

De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit structurele middelen in de begroting waarmee optredende risico’s kunnen worden opgevangen. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit vrij besteedbare middelen die eenmalig kunnen worden aangewend.

De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit:• onbenutte belastingcapaciteit;• geraamde begrotingsoverschotten;• de ‘post’ onvoorzien.

De incidentele weerstandscapaciteit van het waterschap is opgebouwd uit de volgende componenten:• algemeen vrij aanwendbare reserves;• dotaties en onttrekkingen aan algemene reserves in het begrotingsjaar;• stille en aanwendbare reserves in vaste activa.

In het vastgestelde Reservebeleid is aangegeven dat het waterschap geen onbenutte belastingcapaciteit heeft. Ook beschikt het waterschap niet over stille aanwendbare reserves. Daarnaast is bepaald dat bestemmingsreserves niet tot de beschikbare weerstandscapaciteit moeten worden gerekend.

Berekening beschikbare weerstandscapaciteitDe weerstandscapaciteit van het waterschap is opgebouwd uit de volgende componenten:• de ‘post’ onvoorzien;• de risicoreserves per taak;• de algemene reserve per taak;• de voorgestelde dotaties en onttrekkingen aan de algemene reserve per taak.

Weerstandscapaciteit ultimo 2012 voor resultaatbestemming (bedragen x € 1.000.000)

Risico reserves 9,9Algemene reserve 5,3weerstandscapaciteit 15,2

Risico’sOp 25 september 2012 zijn in de Algemene Vergadering de uitkomsten van de in 2012 uitgevoerde risicoanalyse besproken. Op basis van de uitgevoerde risicoanalyse bedraagt de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) € 9,9 miljoen met een zekerheid van 99%.

In de paragraaf weerstandsvermogen in de begroting, de jaarrekening en de Bestuursrapportage wordt gerapporteerd over significante wijzigingen die zich hebben voorgedaan sinds de meest recente organisatiebrede risicoanalyse. Hierbij wordt gerapporteerd over bestuurlijk relevante risico’s, welke het beleid van het waterschap kunnen raken.

In de Bestuursrapportage zijn drie actuele en voor de Algemene Vergadering relevante risico’s benoemd:• Externe bedreiging: complexe gebiedsprocessen vragen meer en andere capaciteit van het

waterschap dan waarover het waterschap beschikt. In 2013 zal gezocht worden naar een meer structurele oplossing.

• Externe bedreiging: de omvang van het financiële risico van de schadedossiers bedraagt € 1,3 miljoen. Tussen het opstellen van de Bestuursrapportage en de begroting 2013 zijn hierin geen wijzigingen opgetreden.

Page 42: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d42

• Externe bedreiging: de vernattingsmaatregelen die door terreinbeheerders in het kader van de aanpak van verdroging Flevoland worden getroffen, moeten in 2013 afgerond zijn. De huidige inzet van het waterschap zal in 2013 worden gecontinueerd.

2013 is het tweede jaar van de versnelling duurzame oevers. Interne bedreiging is dat de hoeveelheid geplande oevers substantieel groter is dan in de voorgaande jaren en dat moet worden gewaakt dat de planning ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. De provincie heeft positief beschikt over de aanvullende aanvraag POP-subsidie. Externe bedreiging is dat daarmee de materiële betekenis van de subsidie en het volledig voldoen aan de subsidievoorwaarden is toegenomen.

5.7. financiering

InleIdIng

Waterschap Zuiderzeeland verkeert, net als de meeste andere lagere overheden, in een situatie van financieringsbehoefte. Dit houdt verband met het stelsel van baten en lasten. Hierbij worden investeringsuitgaven geactiveerd en worden de kapitaallasten gespreid over de levensduur van de investering ten laste gebracht van de exploitatie. Investeringen moeten voorgefinancierd worden omdat de inkomsten en uitgaven niet synchroon lopen. Voor het financieren van de uitgaven heeft het waterschap interne en externe financieringsmiddelen ter beschikking. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de reserves. Onder de externe financiering vallen de kortlopende en langlopende leningen. Door de omvangrijke investeringen moet relatief veel worden geleend. Treasury heeft hierbij als doel om een optimaal resultaat te bereiken tussen rentelasten en risico. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo). Deze wetgeving regelt dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen het waterschap uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Prudent beheer is hierbij de basisregel. Voor de uitvoering van de treasuryfunctie binnen het waterschap heeft het bestuur het financieringsstatuut vastgesteld.

rentevIsIe

De rentevisie is altijd gebaseerd op de dan geldende marktgegevens. Hoe de ontwikkeling van de rente van nieuw af te sluiten langlopende geldleningen zou zijn, kan moeilijk worden ingeschat. Het rentepercentage van een langlopende geldlening gedurende tien jaar met jaarlijkse gelijke aflossingen was begroot op gemiddeld 4% over het jaar 2011. In de realisatie bleek de rente iets onder dit percentage te liggen, waardoor een beperkt rentevoordeel kon worden behaald. Het rentepercentage voor rekening-courant was een groot deel van het jaar 0,25%. Omdat in de begroting rekening was gehouden met een percentage van 2,5% is hierop wel een fors rentevoordeel gehaald.

rIsIcobeheer

Het beleid omtrent het risicobeheer van het waterschap is deels vastgelegd in de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Zuiderzeeland en deels vastgelegd in de nota Risicobeleid. Bij het risicobeheer gelden de hieronder genoemde uitgangspunten:

AlgemeenIn de beleidsuitgangspunten is aansluiting gezocht bij de richtlijnen van de Unie van Waterschappen en de Waterschapsbank. Het waterschap zal geen beleggingsfunctie gaan invullen.

Page 43: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 43

BeleggingenHet waterschap zal overtollige gelden alleen uitzetten voor de uitoefening van de publieke taken. Uitzettingen in de vorm van private aandelen (ondernemingen) zullen niet plaatsvinden, gezien het grote risico dat hiermee wordt gelopen, hoewel de Wet Fido en de Ruddo het beleggen in aandelen van ondernemingen in de publieke sfeer toestaat. Uitzondering hierop is dat op dit moment het waterschap beschikt over een pakket aandelen in de Nederlandse Waterschapsbank voor een bedrag van € 9.870.

LiquiditeitenEventuele tijdelijke liquiditeitsoverschotten zullen tegen rente worden uitgezet bij een voldoende kredietwaardige instelling. De tegenpartij (financiële instelling) moet gevestigd zijn in een lidstaat die ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus. In de praktijk komen tijdelijke liquiditeitsoverschotten niet voor.

kasgeldlImIet

De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal houdt in het totaal van de brutolasten (de som van de kostensoorten) volgens de begroting per 1 januari van het desbetreffende jaar. Over de renterisico’s van de vlottende schulden is in de Wet Fido bepaald dat in een kwartaal de gemiddelde netto vlottende schuld per kwartaal van een waterschap de kasgeldlimiet niet mag overschrijden. Het percentage van de kasgeldlimiet is in de Wet Fido voor de waterschappen vastgesteld op 23% van het begrotingstotaal. Bij een bruto begrotingstotaal van ruim € 70 miljoen bedraagt de kasgeldlimiet ruim € 16 miljoen. In de volgende tabel wordt de ontwikkeling van de kasgeldlimiet over het jaar 2012 weergegeven. Uit de tabel kan worden afgelezen dat in geen van de kwartalen de kasgeldlimiet is overschreden. De rente voor kortlopende leningen heeft zich in 2012 op een laag niveau gemanifesteerd, hetgeen ook van invloed is op de rente die Waterschap Zuiderzeeland ontvangt c.q. moet betalen op de rekening-courant bij de NWB. De ruimte in de kasgeldlimiet bedroeg op 31 december 2012 € 8,4 miljoen.

Kasgeldlimiet 2012 (bedragen x € 1.000.000)

omschrIjvIng 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal

4 Vlottende schuld minus vlottende middelen

9,1 8,5 - 0,1 7,8

5 Kasgeldlimiet 16,2 16,2 16,2 16,26 Ruimte onder de kasgeldlimiet 7,1 7,7 16,3 8,4

berekening kasgeldlimiet7 Begrotingstotaal 70,5 70,5 70,5 70,58 Percentage regeling 23% 23% 23% 23% 9 Kasgeldlimiet (7 x 8) 16,2 16,2 16,2 16,2

Uit bovenstaande tabel blijkt dat in het verslagjaar is voldaan aan de kasgeldlimiet.

renterIsIconorm

In de vaste financiering stelt de Wet Fido een norm waaraan het renterisico van de portefeuille van geldleningen als geheel moet voldoen. Deze norm wordt aangeduid als de renterisiconorm en bedraagt 30% van de omvang van het begrotingstotaal.

Page 44: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d44

Renterisiconorm 2012 (bedragen x € 1.000.000)

1 Renteherzieningen -2 Aflossingen 9,23 Renterisico (1 + 2) 9,24 Renterisiconorm 21,25 Ruimte onder renterisiconorm 12,0

berekening renterisiconorm

4a Bruto begrotingstotaal 70,54b Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 30%4 Renterisiconorm (4a x 4b) 21,2

In de voorgaande tabel wordt een overzicht gegeven van de renterisiconorm 2012. Het renterisico bij aanvang van het jaar 2013, alsmede het renterisico op de vaste schuld voor de jaren 2013 tot en met 2016 is overeenkomstig hetgeen is opgenomen in de Meerjarenbegroting 2013-2016.

fInancIerIngsbehoefte

In het afgelopen jaar is één nieuwe lening aangetrokken. Zoals ook blijkt uit de staat van vaste schulden, opgenomen in de bijlagen, is op 26 januari 2012 een lening met een hoofdsom van € 7,0 miljoen afgesloten met een looptijd van 15 jaar, zonder jaarlijkse periodieke aflossingen en een rentepercentage van 3,77%. In de begroting was uitgegaan van een totaalbedrag aan nieuwe geldleningen van ruim € 16 miljoen. Door het inzetten van de positieve resultaten van de afgelopen jaren als financieringsinstrument en het naar voren schuiven in de tijd van enkele grote investeringen vallen de daadwerkelijk aangetrokken leningen lager uit.

kasbeheer

De inkomende en de uitgaande geldstroom van het waterschap lopen niet synchroon. De uitgaven zijn min of meer gelijkelijk over het jaar verdeeld, terwijl de opbrengsten meer in piekvorm worden ontvangen. Het treasurybeleid, vastgelegd in de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie en het financieringstatuut, is erop gericht om een zo gunstig mogelijk renteresultaat te behalen. Aan de hand van de actuele en de verwachte liquiditeitspositie wordt bepaald of geld voor de korte termijn (korter dan één jaar) moet worden aangetrokken.

InformatIevoorzIenIng

In het jaar 2009 is wetgeving van kracht geworden waarin staat dat de informatie over de kasgeldlimiet en de renterisiconorm uitsluitend zal worden opgenomen in de financieringsparagraaf van de jaarrekening en niet meer periodiek aan de toezichthouder zal worden verstrekt. In de reguliere situatie is dit dan de enige informatie die de toezichthouder nog krijgt. Vooral voor de kasgeldlimiet betekent dit een beduidende afname van de informatiestroom. De toezichthouder kijkt nog wel afzonderlijk of de normen zijn nageleefd en behoudt het recht om zo nodig een aanwijzing te geven, of bij hardnekkige overtreding een toestemmingsvereiste voor het aangaan van nieuwe leningen op te leggen.

Voor de kasgeldlimiet heeft het waterschap een meldplicht. Indien het waterschap voor het derde kwartaal achtereen de kasgeldlimiet gaat overschrijden, dient het waterschap dit zelf aan de toezichthouder te melden. Daarnaast wordt eveneens per kwartaal aan het Centraal Bureau voor de Statistiek een rapportage gedaan over het EMU-saldo.

Page 45: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 45

5.8. verbonden partijen

De paragraaf verbonden partijen geeft inzicht in de door Waterschap Zuiderzeeland aangegane bestuurlijke participaties. Verbonden partijen zijn een manier om beleidsvoornemens uit de programma’s uit te voeren. Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het waterschap een bestuurlijk en financieel belang heeft.

Een bestuurlijk belang heeft een waterschap wanneer het een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon of als het stemrecht heeft. Hieronder wordt verstaan dat namens het waterschap de dijkgraaf, heemraad, algemeen bestuurslid of ambtenaar de volgende functie(s) vervult bij een derde rechtspersoon: lid van het algemeen of dagelijks bestuur, voorzitter, secretaris of penningmeester.

Een financieel belang heeft een waterschap indien de middelen die deze ter beschikking stelt verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op het waterschap.

Waterschap Zuiderzeeland heeft bestuurlijke en financiële belangen in verschillende verbonden partijen waaronder gemeenschappelijke regelingen en deelnemingen.

De verbonden partij voert beleid voor het waterschap uit dat het waterschap ook zelf zou kunnen uitvoeren. Om deze reden is het van belang de ontwikkelingen weer te geven in deze paragraaf verbonden partijen. Uiteraard blijft Waterschap Zuiderzeeland beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheden houden ten aanzien van deze partijen. De paragraaf richt zich op belangrijkste wijzigingen die zich hebben voorgedaan in het jaar 2012.

beleId ten aanzIen van de verbonden partIjen

De bestaande participaties van Waterschap Zuiderzeeland zijn zowel van publiekrechtelijke als van privaatrechtelijke aard. Deze participaties zijn de afgelopen decennia aangegaan. In verschillende beleidssectoren van het waterschap, met verschillende motieven, komend vanuit verschillende uitgangsposities, werd de afweging voor het aangaan van een bestuurlijke participatie gemaakt en werd gekozen voor de ene of de andere constructie.

Per participatie wordt hieronder aangegeven:• welk beleid de verbonden partij uitvoert • wat de uitvoering van het beleid door de verbonden partij oplevert • wat de belangrijke ontwikkelingen in 2012 bij de verbonden partij zijn geweest

Nederlandse Waterschapsbank (NWB)Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de NWB bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De NWB heeft besloten om vanaf het jaar 2011 geen dividend meer uit te keren als gevolg van de toekomstige strengere Basel III-richtlijnen, maar alle winsten te reserveren. Eind 2012 heeft kredietbeoordelaar Standard & Poor’s de AAA-rating van de NWB bevestigd. Kijkend naar de toekomst is het denkbaar dat de huidige economische situatie en striktere regelgeving voor de bancaire sector invloed heeft op de ontwikkelingen bij de Waterschapsbank, maar hier zijn thans geen concrete aanwijzingen voor.

Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT)De heffing en inning van de waterschapsbelastingen liggen in handen van GBLT. Door op het gebied van de inning van belastingen samen te werken met anderen, worden de maatschappelijke kosten zo laag mogelijk gehouden. In 2009 en 2010 zijn mogelijkheden onderzocht voor een vergaande samenwerking met Lococensus.

Page 46: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d46

Dit heeft geresulteerd in de oprichting van de GBLT per 1 januari 2011. Alle activiteiten van Lococensus en Tricijn belastingen zijn in deze nieuwe samenwerkingsvorm voortgezet. Met ingang van 2013 zijn drie gemeenten toegetreden tot de gemeenschappelijke regeling (gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden). Heemraad C.A.A.A. Maenhout is namens het waterschap lid van het algemeen bestuur van GBLT.

Samenwerking bij laboratoriumonderzoek (kosten voor gemene rekening)Het laboratorium van Waterschap Groot Salland verricht o.a. laboratoriumonderzoek voor Waterschap Zuiderzeeland en draagt zo indirect bij aan de verwezenlijking van het programma Schoon water van Waterschap Zuiderzeeland. Door chemisch, bacteriologisch en biologisch onderzoek te verrichten is controle op naleving van vergunningen mogelijk, het beheersen en het beoordelen van de kwaliteit van het oppervlaktewater en de controle op het zuiveren van afvalwater. De gezamenlijke uitvoering bevordert efficiënt en doelmatig laboratoriumwerk. De huidige samenwerking rond Waterschap Groot Salland borgt kwaliteit en continuïteit in het laboratoriumonderzoek.

In 2012 is een verkenning afgerond naar de samenwerking (of mogelijke fusie) tussen waterschapslaboratoria van verschillende waterschappen. Op basis de beperkte te realiseren kostenbesparing is besloten niet verder te gaan met de samenwerking/fusie.

De verschillende laboratoria gaan nu onafhankelijk van elkaar alternatieven verkennen. De directie van Waterschap Groot Salland en Waterschap Regge en Dinkel hebben besloten een onderzoek te starten naar de fusie van hun laboratoria. Besluitvorming hierover moet in 2013 plaatsvinden omdat waterschappen Regge en Dinkel en Velt en Vecht per 1 januari 2014 zullen fuseren. Voor deze datum moet er duidelijkheid te zijn over de positie van het laboratorium in dit fusieproces en de continuering van de samenwerking op het laboratoriumonderzoek.

Regeling Nieuwland ErfgoedcentrumEen gedeelte van het archief is ondergebracht bij Erfgoedcentrum Nieuw Land. Het Erfgoedcentrum beheert archieven van verschillende gemeenten, de provincie Flevoland, twee stichtingen en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Hierdoor wordt zowel een kosten- als ruimtebesparing gerealiseerd. Het waterschap voldoet met deze samenwerking aan de archiefverplichting voor overheidsorganisaties. Door nadruk te leggen op de drie-eenheid museum/archief/studiecentrum probeert Nieuw Land een brede doelgroep actief en attractief te informeren over het cultureel erfgoed van Flevoland en het Zuiderzeeproject. Heemraad C.A.A.A. Maenhout is namens het waterschap en de deelnemende gemeenten bestuurslid in het bestuur van Nieuw Land.

Stichting GBKN FlevolandStichting GBKN Flevoland heeft als doel het in stand houden, bijhouden en exploiteren van de Grootschalige Basiskaart Nederland voor Flevoland, het bevorderen van overleg tussen de samenwerkende partners en het voeren van overleg met publiek- en privaatrechtelijke instellingen ter uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst. De GBKN is voor Waterschap Zuiderzeeland van groot belang bij de uitoefening van zijn taken. Samenwerking in Stichting GBKN Flevoland waarborgt dat de GBKN Flevoland wordt bijgehouden en de basiskaart op een juiste en verantwoorde wijze wordt geëxploiteerd. Een meerjarige ontwikkeling binnen de Stichting GBKN Flevoland is het meewerken om de opvolger van de GBKN, de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie), toe te voegen aan het stelsel van basisregistraties. Hiermee wordt deze BGT de standaard en basis voor topografische bestanden in Nederland. Voor de BGT is al een nieuwe samenwerkingsvorm opgericht. Zolang er geen BGT van een gebied bestaat blijft de GBKN daar bijgehouden worden. De planning van algehele afronding en opheffing van de GBKN ligt rond december 2015.

Het WaterschapshuisHet Waterschapshuis is de regie- en uitvoeringsorganisatie voor de 25 waterschappen op het gebied van ICT. In 2012 is het weinig succesvolle project TAX-i definitief afgesloten en heeft afrekening met de waterschappen plaatsgevonden. De evaluatie van het project geeft aanleiding

Page 47: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 47

tot een heroverweging van ambitie, taken en rollen van Het Waterschapshuis. De stichting Het Waterschapshuis is per ultimo 2012 overgegaan naar een gemeenschappelijke regeling. In 2013 zal het GR-bestuur als eerste een herdefiniëring van Het Waterschapshuis als landelijke ICT-samenwerkingsorganisatie ter hand nemen.

Stichting Toegepast Onderzoek WaterbeheerDe Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) is het kenniscentrum van regionale waterbeheerders in Nederland. De kennis kan liggen op toegepast technisch, natuurwetenschappelijk, bestuurlijk-juridisch en sociaal-wetenschappelijk gebied. Het STOWA draagt bij aan kennisvergroting van het waterschap over het waterbeheer. Daarnaast ondersteunt STOWA in een aantal gevallen intern onderzoek door ons waterschap. Heemraad A.J.M. Schelwald - Van der Kley is bestuurslid in het bestuur van de stichting.

Shared Services Waterschappen Rijn-OostIn 2012 zijn de mogelijkheden voor samenwerking met zes waterschappen in het Rijn-Oost gebied onderzocht. Door samen te werken op diverse gebieden wordt beoogd maatschappelijke kosten zo laag mogelijk te houden, de kwaliteit te verbeteren en de kwetsbaarheid te verminderen. De stand van zaken op moment van uitbrengen van dit jaarverslag is dat de businesscases zijn uitgewerkt en dat de mogelijkheden voor de juridische vorm van samenwerking worden onderzocht. Doel is om samen te werken zonder dat dit leidt tot extra bestuurlijke drukte. Dit kan bijvoorbeeld door telkens één waterschap als opdrachtnemer te laten functioneren.

5.9. emu­saldo

InleIdIng

Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. Hierbij zitten ook inkomsten en uitgaven met een kapitaalkarakter, zoals aan- en verkopen grond, investeringen en investeringsbijdragen. Financiële transacties als de verkoop van deelnemingen worden niet als inkomsten of uitgaven gezien.

De landen die meedoen aan de Economische en Monetaire Unie (EMU), hebben de euro als officiële munt. Zij hebben in het stabiliteits- en groeipact afspraken gemaakt over het op orde houden van de overheidsfinanciën. Een van deze afspraken heeft betrekking op het begrotingstekort van landen, oftewel het EMU-tekort. Als het EMU-tekort van een van de lidstaten boven de 3% BBP uitkomt, krijgt het land een officiële waarschuwing. In het uiterste geval kan de Europese Raad van Ministers ook boetes opleggen.

Het EMU-saldo betreft de totale overheid en dus ook waterschappen beïnvloeden of Nederland zich aan de Europese afspraken houdt. Om het EMU-saldo te kunnen beheersen maakten het kabinet en de decentrale overheden in oktober 2004 afspraken. Voor de waterschappen komen deze afspraken er onder andere op neer dat, als hun totale bijdrage aan het EMU-tekort meer bedraagt dan 0,05% van het bruto Binnenlands Product (in het jaar 2012 is het BBP geraamd op € 620 miljard), zij meer dan evenredig aan het Nederlandse EMU-tekort bijdragen.

Het eerder in deze rapportage genoemde wetsvoorstel HOF zal naar alle waarschijnlijkheid leiden tot veranderingen in bovengenoemd beleid.

Begin januari 2013 is er een onderhandelingsakkoord bereikt over de Wet Hof, het schatkistbankieren en het BTW-compensatiefonds. Voor de waterschappen is erg belangrijk dat het kabinet in het akkoord erkent dat het noodzakelijk is dat de waterschappen de komende jaren voldoende ruimte in het EMU-saldo hebben om de investeringen te doen die nodig zijn om hun taken goed uit te blijven voeren. Het akkoord geeft de waterschappen enerzijds in de jaren 2014 en 2015 perspectief om een groot deel van hun voorgenomen investeringen uit te voeren, maar anderzijds

Page 48: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d48

ook onzekerheid voor de periode na 2015. Deze onzekerheid baart de waterschappen wel de nodige zorgen, maar omdat er in het akkoord is opgenomen dat er in 2015 nog een evaluatie plaatsvindt, was dit voor het Uniebestuur onvoldoende reden om niet met het akkoord in te stemmen.

berekenIng

Hieronder treft u de tabel aan waarin de berekening van het EMU-saldo voor Waterschap Zuiderzeeland is weergegeven.

EMU saldo (bedragen x € 1.000.000)

0 te verdelen resultaat + 2,7

– betalingen uit reserves – 1,2

1 emu exploitatiesaldo + 1,5

2 Invloed investeringen

– netto investeringsuitgaven – 7,0+ afschrijvingen en desinvesteringen + 9,4

3 Invloed voorzieningen

+ toevoeging aan voorziening t.l.v. exploitatie + 3,0– betalingen rechtstreeks uit voorzieningen – 2,5

emu saldo + 4,4

5.10. topinkomens

Op 9 februari 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) ingevoerd. Op grond van deze wet moet het waterschap jaarlijks het belastbaar loon, de voorzieningen ten behoeve van beloningen en de functie rapporteren van ieder van wie de som van het loon en de voorzieningen hoger is dan het gemiddelde loon van de ministers. Het gemiddeld belastbaar loon van ministers -in de wandelgangen aangeduid als de Balkenendenorm- bedraagt over het jaar 2012 € 194.000.

Waterschap Zuiderzeeland heeft geen bestuurders of werknemers in dienst met een beloning boven deze norm.

Het kabinet wil de salarissen van topfunctionarissen in de (semi)publieke sector normeren. Dit betekent dat deze salarissen (ook wel bezoldiging genoemd) aan bepaalde normen moeten voldoen. Zo wil het kabinet bijvoorbeeld dat salarissen van topbestuurders in de (semi)publieke sector maximaal 130% van het (schaal)salaris van een minister kunnen bedragen. Dit staat in het wetsvoorstel Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Deze wet kent drie regimes, aflopend in zwaarte. Elke (semi)publieke sector is geplaatst in een regime. De huidige WOPT zal als zelfstandige wet komen te vervallen en in de WNT worden opgenomen.

De belangrijkste regels in de nieuwe wet zijn:

• Bestuurders en hoogste leidinggevenden in publieke en semipublieke instellingen als het onderwijs, de publieke omroep, drinkwaterbedrijven, zorginstellingen en woningbouwcorporaties mogen niet meer verdienen dan 130% van het bruto salaris van een minister. Deze instellingen vallen onder regime 1.

• Bestuurders en hoogste leidinggevenden in de zorgsector mogen niet meer verdienen dan de voor die sector geldende norm. De betrokken minister stelt deze norm vast.

Page 49: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 49

• Voor bestuurders en hoogste leidinggevenden van zorgverzekeraars gelden geen normen voor het salaris. Deze instellingen vallen onder regime 3.

• Alle (semi)publieke organisaties moeten hun gegevens openbaar maken over salarissen van topbestuurders die eindverantwoordelijk zijn.

• Bij ontslag mag in de regimes 1 en 2 een ontslaguitkering van maximaal € 75.000 worden betaald. Dat is ook vastgelegd in het regeerakkoord.

• Als organisaties zich niet houden aan de maximale salarissen, kan de overheid het teveel betaalde salaris terugvorderen.

Het wetsvoorstel WNT is op 6 december 2011 vastgesteld door de Tweede Kamer en op 13 november 2012 door de Eerste Kamer. Met ingang van het jaar 2013 zal de WNT worden ingevoerd, waarbij de WOPT zal worden ingetrokken.

Page 50: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d50

Page 51: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 51

6. analyse begroting en resultaat

6.1. begroting en prognose financieel jaarresultaat

De presentatie van de begroting en de verantwoording hierover vindt volgens de Waterschapswet plaats op basis van de primitieve begroting, inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen en prognoses. In het onderstaande overzicht wordt zichtbaar gemaakt hoe de primitieve begroting, inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzigingen en prognoses tot stand is gekomen.

bestuursrapportage en begrotIngswIjzIgIngen

In het midden van het verantwoordingsjaar wordt aan de Algemene Vergadering verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de daarvoor ingezette middelen. De Algemene Vergadering heeft de in de Bestuursrapportage opgenomen voorgestelde begrotingswijzigingen integraal overgenomen.

In de op 25 september 2012 vastgestelde Bestuursrapportage is een totaalbedrag van positief € 2,8 miljoen aan begrotingswijzigingen vastgesteld. Deze begrotingswijzigingen bestaan met name uit de incidentele baten van € 3,6 miljoen als gevolg van de grondverkoop Almere Poort. Daarnaast is per saldo een bijraming van € 0,8 miljoen vastgesteld.

Op 30 oktober 2012 een begrotingswijziging vastgesteld voor het saneren van verontreinigde baggerspecie in de Vliegveldtocht / Meerkoetentocht en op 27 november 2012 voor baggerwerkzaamheden in de provinciale vaarten en in het stedelijk gebied.De begrotingswijzigingen waren:

Begrotingswijzigingen 2012 (bedragen x € 1.000.000)

Strategische visie voor samenwerking - 0,1Implementatie sturingsfilosofie - 0,2Saneren baggerspecie Vliegveldtocht / Meerkoetentocht - 0,2Waterbeleid algemeen - 0,1Inkoopcoördinatie - 0,1Omzetbelasting oude jaren - 0,1Ziektevervanging en piekbestrijding - 0,2Lagere bijdrage aan GBLT 0,1Lagere POP subsidie - 0,1Hogere baten waterbeleid algemeen 0,2Grondverkoop Almere Poort 3,6

totaal begrotingswijzigingen in de bestuursrapportage 2,8

Saneren baggerspecie Vliegveldtocht / Meerkoetentocht - 0,1Baggerwerkzaamheden provinciale vaarten / stedelijk gebied - 0,2

totaal begrotingswijzigingen 2012 2,5

Page 52: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d52

prognose fInancIeel jaarresultaat

In het jaar 2010 heeft een bestuurlijke stuurgroep een voorstel gedaan hoe om te gaan met begrotingswijzingen en prognoses van het jaarresultaat in de tussentijdse rapportages. Het voorstel van deze stuurgroep is vastgesteld in de Algemene Vergadering van 23 september 2010. Het voorstel houdt in dat in de Bestuursrapportage een onderscheid wordt gemaakt tussen meldingen en begrotingswijzigingen. De begrotingswijzingen zijn af- en bijramingen waarvan zekerheid is omtrent de budgetten en waarop de Algemene Vergadering ook invloed kan uitoefenen. Meldingen geven onzekerheden weer en verwachtingen rondom budgetten waarop de Algemene Vergadering geen invloed heeft (bijvoorbeeld de belastingopbrengsten). In de Bestuursrapportage wordt op basis van de begrotingswijzigingen en de meldingen een verwachting van het jaarresultaat gegeven zodat de Algemene Vergadering daarvan kennis kan nemen, de voortgang kan monitoren en de consequenties daarvan in het begrotingsproces voor het komende jaar mee kan nemen. Daarnaast kunnen aframingen uit de Bestuursrapportage gebruikt worden voor het herbestemmen van middelen.

In 2012 is driemaal een prognose gegeven van het verwachte jaarresultaat. Hierbij zijn de baten en lasten verdeeld in de categorieën afdelingsbudgetten, centrale budgetten, kapitaallasten en belastingen.

In het onderstaande schema zijn de prognoses weergegeven. De primitieve begroting gaat uit van een totaalresultaat van nihil. In april 2012 ligt de prognose van het financieel jaarresultaat tussen de € 1,8 tot € 5,7 miljoen positief, bij de vaststelling van de Bestuursrapportage ligt dit bedrag tussen de € 2,5 tot € 5,1 miljoen positief en de behandeling van de MJB 2013-2016 tussen de € 1,5 tot 3,6 miljoen positief.

Prognose jaarresultaat 2012 (bedragen x € 1.000.000)

prognose jaarresultaat 2012In beeld

In aprIl 2012

In beeld bIj bestuurs

rapportage 2012In beeld bIj

mjb 2013­2016

lastenAfdelingsbudgetten - 2,1 tot 0,4 - 1,3 tot 0,0 - 3,1 tot - 1,9Centrale budgetten - 0,2 tot 0,3 - 0,2 tot 0,1 0,4Kapitaallasten 0,4 tot 0,8 0,6 tot 0,8 0,8 tot 1,0subtotaal lasten ­ 1,8 tot 2,1 ­ 0,9 tot 0,9 ­ 1,9 tot 0,5

Belastingen - - 0,2 tot 0,6 - 0,2 tot 0,6prognose normaal jaarresultaat ­ 1,8 tot 2,1 ­ 1,1 tot 1,5 ­ 2,1 tot ­ 1,1

Incidentele baten 3,6 3,6 3,6prognose jaarresultaat 1,8 tot 5,7 2,5 tot 5,1 1,5 tot 3,6

Page 53: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 53

6.2. analyse gerealiseerd resultaat In hoofdstuk 9 van de jaarrekening van deze verantwoordingsrapportage is een aantal dwarsdoor-sneden te vinden van het gerealiseerde resultaat ten opzichte van het begrote resultaat. Iedere dwarsdoorsnede geeft inzicht in de gerealiseerde afwijkingen. In de onderstaande tabel wordt een opstelling gegeven van de afwijkingen van het jaarresultaat ten opzichte van de primitieve begroting. De insteek hierbij is de oorzaken van het gerealiseerde resultaat zo goed mogelijk weer te geven, waarbij het beste inzicht van alle dwarsdoorsneden samen gebruikt wordt.

Gerealiseerd resultaat (op afwijkingen, bedragen x € 1.000.000)

onderbestedIngen In beeld bIj mjb 2013­2016 jaarresultaat 2012

lastenAfdelingsbudgetten - 3,1 tot - 1,9 - 2,0Centrale budgetten 0,4 0,2Kapitaallasten 0,8 tot 1,0 0,8subtotaal lasten ­ 1,9 tot 0,5 ­ 1,0

Belastingen - 0,2 tot 0,6 - 0,0normaal jaarresultaat ­ 2,1 tot ­ 1,1 ­ 1,0

Incidentele baten 3,6 3,7jaarresultaat inclusief incidentele baten en lasten

1,5 tot 3,6 2,7

Lasten gedekt uit bestemmingsreserves - 1,2exploitatieresultaat 1,5Inzet bestemmingsreserves 1,2te verdelen resultaat 2,7

AlgemeenHet positieve jaarresultaat 2012 is vooral het gevolg van de niet begrote meevaller grondverkoop Almere Poort. Alleen hierdoor kunnen wij het jaar 2012 positief afsluiten. Wanneer deze meevaller er niet was geweest, dan was het financieel jaarresultaat negatief uitgekomen. Gesteld kan worden dat er een toenemende druk is op de afdelingen om uit te komen met de beschikbare budgetten. Bij het overgrote deel van de afdelingen is alle rek uit de afdelingsbudgetten verdwenen.

De Algemene Vergadering is in 2012 een aantal malen geïnformeerd over de verwachting van het normale exploitatieresultaat inclusief incidentele baten, maar exclusief en (het resultaat van) bestemmingsreserves. In de laatste verwachting is een bandbreedte aangegeven van het verwachte financieel jaarresultaat van € 1,5 tot € 3,6 miljoen. Geconstateerd kan worden dat de afgegeven prognose realistisch was.

AfdelingsbudgettenHet resultaat op de afdelingsbudgetten is € 2,0 miljoen negatief. Hiermee zit het gerealiseerde resultaat binnen de bandbreedte van het geprognosticeerde resultaat. Het negatieve resultaat ken een aantal oorzaken.

In de Bestuursrapportage zijn een aantal verwachte budgetoverschrijdingen gemeld en is de begroting hierop aangepast. Afdeling Emissiebeleid, Watersysteeminformatie en Keur (EWK) en Facilitaire zaken hebben extra kosten (beide v 0,2 miljoen) gemaakt voor ziektevervanging en piekbestrijding. Het project inkoopcoördinatie is opgestart met een extra last van € 0,1 miljoen. Centraal is er een overschrijding van kosten voor advies en onderzoek van € 0,3 miljoen.De lasten van baggeren vielen mede als gevolg van het saneringsbaggeren in de Vliegveldtocht / Meerkoetentocht € 0,5 miljoen hoger uit dan oorspronkelijk begroot. In het jaar 2012 zijn hiervoor begrotingswijzigingen vastgesteld. De netto lasten van de aanleg van duurzame oevers vielen hoger

Page 54: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d54

uit door een andere verdeling van de POP-2 subsidiegelden over de jaren (zie Bestuursrapportage) en door hogere dan verwachte bruto lasten. In totaal was de afwijking ten opzichte van de primitieve begroting € 0,4 miljoen. In 2012 heeft het Bestuur na een intensief traject een strategische visie op samenwerking vastgesteld. Dit heeft mede geleid tot een samenwerking met 6 andere waterschappen onder de naam Shared Services Waterschappen Rijn-Oost. Daarnaast is er intern aan een nieuwe sturingsfilosofie en sturingsmodel gewerkt onder de naam Water Werkt. De totale lasten van beide trajecten bedroegen voor het jaar 2012 € 0,3 miljoen en waren niet in de primitieve begroting opgenomen. In de Bestuursrapportage zijn de budgetten voor deze trajecten vastgesteld.

In het jaar 2012 is een drietal personele voorzieningen getroffen, waarvan de totale kosten van € 0,6 miljoen voor werkloosheidsregelingen op het jaar 2012 drukken.

Naast de bovengenoemde extra niet begrote lasten zijn er ook financiële meevallers te melden. Een vertraging in het project meetplan Almere leidde bij Bureau Waterketen tot een onderbesteding van € 0,2 miljoen. Ook de afdelingen Strategie & Ontwikkeling, Ingenieursbureau en ICT (in verband met het nog niet bekend zijn van het huisvestingsconcept) meldden aan het eind van het jaar een onderbesteding van elk € 0,1 miljoen en meldde de afdeling Planvorming Waterbeheer een onderbesteding van € 0,2 miljoen.

Centrale budgettenHet resultaat op de centrale budgetten is € 0,2 miljoen positief, terwijl het geprognosticeerde resultaat op de centrale budgetten € 0,4 miljoen bedroeg. Dit komt voor het grootste deel, omdat er slechts beperkt aanspraak is gemaakt op de centraal opgenomen inflatieruimte van € 0,5 miljoen. Ook de centrale post onvoorzien van € 0,1 miljoen is deels benut. Daar tegenover staan extra, niet begrote lasten voor de pensioenvoorziening voor bestuurders (extra lasten van € 0,1 miljoen), een lager dan begroot bedrag aan te activeren personeelslasten (minder ‘opbrengsten’ van € 0,1 miljoen) en de betaling van de omzetbelastingbelasting van leveringen vanuit het buitenland aan de fiscus (extra last van € 0,1 miljoen).

KapitaallastenHet resultaat op de kapitaallasten is € 0,8 miljoen positief. Hiermee zit het gerealiseerde resultaat binnen de bandbreedte van het geprognosticeerde resultaat. De lage rente als gevolg van de kredietcrisis en de inzet van het resultaten uit voorgaande jaren als financieringsmiddel levert een rentevoordeel op van bijna € 0,7 miljoen. Lagere aanbestedingen van investeringsprojecten en het naar voren schuiven in de tijd van investeringen leveren een beperkt voordeel op in de afschrijvingslasten van € 0,1 miljoen.

BelastingenDe aanslagoplegging en invordering van de waterschapsbelastingen geschiedt door het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT). De gerealiseerde belastingopbrengsten zijn ontleend aan het jaaroverzicht belastingopbrengsten 2012, die is opgesteld door GBLT. De controle op de volledigheid van de belastingopbrengsten maakt onderdeel uit van het controleprogramma van de accountant van GBLT.

De watersysteemheffing gebouwd is € 0,3 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Door turbulente marktontwikkelingen is de inschatting van de WOZ waarde in het beheergebied, de grondslag van de aanslagoplegging watersysteemheffing gebouwd, lastig in te schatten. De watersysteemheffing ongebouwd blijft € 0,4 miljoen achter bij de begroting. De oorzaak is nog niet geheel duidelijk. Op dit moment wordt dit onderzocht door GBLT. Bij de verontreinigingsheffing is sprake van een beperkte meeropbrengst van € 0,2 miljoen. Deze meeropbrengst staat in verband met de minderopbrengst bij de zuiveringsheffing. Bij de watersysteemheffing voorgaande jaren is sprake van een negatieve realisatie van € 0,4 miljoen over de jaren 2009 tot en met 2011 op basis van toegekende bezwaarschriften met betrekking tot buitendijks gelegen land. In zijn totaliteit blijft de

Page 55: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 55

watersysteemheffing € 0,5 miljoen achter op de begroting.Bij de zuiveringsheffing huishoudens is sprake van een licht negatieve realisatie van € 0,2 miljoen. Deze minderopbrengst staat in verband met de meeropbrengst bij de verontreinigingsheffing. De zuiveringsheffing bedrijven blijft € 0,3 miljoen achter bij de begroting. De oorzaak is nog niet geheel duidelijk. Op dit moment wordt dit onderzocht door GBLT. De zuiveringsheffing voorgaande jaren laat daarentegen een meeropbrengst zien van € 0,5 miljoen.

De gerealiseerde kwijtschelding wijkt slechts € 0,1 miljoen positief af van de begrote kwijtschelding. De uiteindelijke bijdrage aan GBLT over het jaar 2012 is € 0,3 miljoen lager dan begroot.

Hierdoor sluit het onderdeel belastingen (dus de som van de belastingopbrengsten, de kwijtschelding en de bijdrage aan GBLT) in zijn totaliteit conform de begroting.

Lasten te dekken uit bestemmingsreservesDe Algemene Vergadering heeft besloten om een aantal bijzondere lasten te dekken uit de bestemmingsreserves. Zij heeft de onttrekking van een drietal bestemmingsreserves voor een vooraf vastgesteld doel en voor een vooraf maximum bedrag goedgekeurd.

Op 27 oktober 2009 is besloten om het achterstallig baggeronderhoud van de gemeente Almere over te nemen. Hiervoor is destijds een afkoopsom van de gemeente Almere ontvangen. Besloten is om dit bedrag op te nemen in een bestemmingreserve baggeren Almere. In 2012 is aan deze reserve een bedrag van € 446.176 onttrokken. De Algemene Vergadering heeft hierover in haar vergaderingen van 8 juli 2010 en 7 juli 2011 toe besloten.

Het waterschap heeft in het verleden een bestemmingsreserve stedelijk water gevormd ter bekostiging van de uitvoering van stedelijk water (zoals besloten in de Algemene Vergadering van 26 mei 2009). Deze bestemmingsreserve is gevormd uit de niet bestede budgetten stedelijk water in het verleden en bedroeg begin 2012 bijna € 2,8 miljoen. In het jaar 2012 is er voor € 497.978 aan deze reserve onttrokken.. Dit betreft de lasten van de voorbereiding en aanleg van natuurvriendelijke oevers in Almere Buiten. Conform het besluit van de Algemene vergadering van 27 oktober 2009 worden deze maatregelen bekostigd uit deze bestemmingsreserve.

Het waterschap heeft in het verleden een bestemmingsreserve belastingsamenwerking gevormd. Deze bestemmingreserve is gevormd ter dekking van kosten die zich mogelijk zullen voordoen bij de fusie van de belastingorganisaties Tricijn en Lococensus. Op 25 september 2012 heeft de Algemene Vergadering besloten om de gehele bestemmingsreserve Belastingsamenwerking van € 248.308 te benutten voor de bijdrage aan Het Waterschapshuis voor de afronding van het project Tax-I.

Inzet bestemmingsreservesDe inzet van de bestemmingsreserves is gelijk aan de hiervoor genoemde lasten te dekken uit bestemmingsreserves en bedraagt derhalve € 1.192.462.

Page 56: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d56

7. resultaatbestemming

Aan de Algemene Vergadering wordt voorgesteld het jaarresultaat 2012 te bestemmen conform de onderstaande tabel.

Resultaatbestemming (bedragen x € 1.000.000)

water­systeemtaak zuIverIngstaak totaal

voorgenomen besluitenBestemmingsreserve buitendijks 0,5 - 0,5Bestemmingsreserve windpark NOP 0,2 - 0,2

nog te besluitenBestemmingsreserve huisvesting, ICT en mobiele communicatie

0,5 0,3 0,8

algemene reserve 1,1 0,1 1,2totaal verdeeld resultaat 2,3 0,4 2,7

Op 25 september 2012 heeft de Algemene vergadering het voornemen uitgesproken om bij een positief jaarresultaat 2012 op de watersysteemtaak een bestemmingsreserve buitendijks van € 500.000 te vormen om de benodigde maatregelen voor het op orde brengen van de buitendijkse gebieden uit te kunnen voeren.

Op 30 oktober 2012 heeft de Algemene vergadering het voornemen uitgesproken om bij een positief jaarresultaat 2012 op de watersysteemtaak een bestemmingsreserve in te stellen van € 150.000 ten behoeve van het toezicht op de realisatie van het windpark Noordoostpolder.

Op 28 mei 2013 wordt in de Algemene Vergadering het collegevoorstel besproken om vanuit het positieve jaarresultaat 2012 een bestemmingsreserve in te stellen van € 850.000 ten behoeve van maatregelen in huisvesting, ICT en mobiele communicatie. De verhouding tussen de watersysteemtaak en de zuiveringstaak is hierbij 6:4.

Het resterende deel van het resultaat zal worden toegevoegd aan de algemene reserve.

Page 57: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 57

reserves na bestemmIng jaarresultaat

De reserves van Waterschap Zuiderzeeland zien er na de bestemming van het jaarresultaat 2012 als volgt uit:

Reserves na bestemming jaarresultaat (bedragen x € 1.000.000)

risico reserve per taakWatersysteemtaak 5,9Zuiveringstaak 4,0totaal risico reserve per taak 9,9

algemene reserveWatersysteemtaak 3,1Zuiveringstaak 3,4totaal algemene reserve per taak 6,5

tariefegalisatie reserveWatersysteemtaak 9,5Zuiveringstaak 1,0totaal tariefegalisatie reserve per taak 10,5

bestemmingsreservesBestemmingsreserve baggeren Almere 0,8Bestemmingsreserve stedelijk water 2,3Bestemmingsreserve duurzame oevers 1,0Bestemmingsreserve vervanging pompen 0,1Bestemmingsreserve buitendijks 0,5Bestemmingsreserve windpark NOP 0,2Bestemmingsreserve huisvesting, ICT en mobiele communicatie

0,8

totaal bestemmingsreserves 5,7

totaal reserves 32,6

In de meerjarenbegroting 2013-2016 wordt rekening gehouden met een afbouw van de tarief-egalisatie reserve van in totaal € 7,6 miljoen.

Page 58: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012
Page 59: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

jaarrekening 2012

Page 60: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d60

Page 61: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 61

8 balans

8.1 balans per 31 december

(Bedragen x e 1.000)

debetultImo

2012ultImo

2011 credItultImo

2012ultImo

2012

vaste activa vaste passivaImmateriële vaste activa 525 827 Eigen vermogen, bestaande uit

Materiële vaste activa 124.579 126.614 - Reserves 29.964 25.791

Financiële vaste activa 10 10 - Te verdelen resultaat 2.697 5.365

125.114 127.451 Eigen vermogen 32.661 31.156Voorzieningen 3.649 3.176Langlopende schulden 76.951 79.136

113.261 113.468

vlottende activa vlottende passivaVoorraden 53 151 Netto vlottendeKortlopende vorderingen 4.495 4.984 schulden 15.906 18.036Overlopende activa 4.152 2.414 Overlopende passiva 4.648 3.497Liquide middelen 1 2 20.554 21.533

8.701 7.550

balanstotaal 133.815 135.001 133.815 135.001

8.2 toelichting op de balans

8.2.1 waarderIngsgrondslagen

valuta en notatIe

Alle bedragen worden weergegeven in duizenden euro’s. In de toelichtende teksten worden de bedragen weergegeven in hele euro’s.

vaste actIva

De immateriële en materiële vaste activa zijn gewaardeerd op basis van de historische kostprijs minus de lineaire afschrijvingen op basis van de verwachte levensduur.

De overige activa zijn opgenomen tegen nominale waarde.

De afschrijving wordt zo berekend dat bij ingebruikname van het kapitaalwerk:• vóór 1 juli een volledig jaar afschrijving plaats vindt;• ná 1 juli geen afschrijving plaats vindt.

Page 62: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d62

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.

(Im)materIële vaste actIva

algemeenGrond geen afschrijvingBedrijfsmiddelen 5 - 10 jaarHardware / software 3 - 5 jaarKantoren en centrale werkplaatsen civiel 40 jaar

mechanisch/elektrisch 15 jaarinrichting 10 jaar

waterkeringenWaterkeringen 30 jaar

gemalen, kunstwerken en watergangenWatergangen 30 jaarGemalen civiel 40 jaar

mechanisch/elektrisch 20 jaarOverige kunstwerken 20 - 40 jaar

zuiveringstechnische werkenAfvalwaterzuiveringsinstallaties civiel 30 jaar

mechanisch/elektrisch 15 jaarRioolgemalen civiel 30 jaar

mechanisch/elektrisch 15 jaarPersleidingen 30 jaarVerbeteringswerken 30 jaar

voorraden

De voorraad gasolie wordt gewaardeerd op grond van de historische kostprijs.

bestemmIngsreserves

Deze reserves worden tegen de nominale waarde opgenomen. De dotaties aan de bestemmings-reserve vinden plaats bij de bepaling van het jaarresultaat. De onttrekkingen gebeuren, conform de besluitvorming van het bestuur, ten gunste van het resultaat.

personele voorzIenIngen

De personele voorzieningen, onderdeel pensioen- en wachtgeldverplichtingen, worden gewaardeerd op basis van de contante waarde. De overige personele voorzieningen worden gewaardeerd op nominale waarde.

voorzIenIng groot onderhoud voormalIge objecten van de waterlandstIchtIng

De voorziening groot onderhoud van voormalige objecten van de Waterlandstichting wordt gewaardeerd tegen het bedrag waarop deze voorziening van de Waterlandstichting is overgenomen minus de daarop in mindering gebrachte nota´s ten behoeve van groot onderhoud.

Page 63: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 63

overIge voorzIenIngen

De overige voorzieningen worden gewaardeerd op basis van de nominale waarde.

overIge actIva en passIva

De overige activa en passiva zijn, voor zover niet anders vermeld, opgenomen tegen de nominale waarde.

8.2.2 toelIchtIng op de actIva

vaste actIva

Voor de uitgebreide overzichten van de vaste activa verwijzen wij u naar de bijlage.

ImmaterIële vaste actIva

Software is opgenomen onder de overige immateriële vaste activa en niet meer, zoals in voorgaande jaren het geval was, onder de materiële vaste activa. Deze formele stelselwijziging heeft geen effect op het vermogen en resultaat. De vergelijkende cijfers zijn ook aangepast. Het verloop van de immateriële vaste activa kan als volgt worden weergegeven:

boekwaarde begin boekjaar 827In gebruik genomen investeringen 51subtotaal 878

Af: afschrijvingen -353boekwaarde ultimo boekjaar 525

materIële vaste actIva

Het verloop van de materiële vaste activa kan als volgt worden weergegeven:

Openingsbalans begin boekjaar 126.614Af: onderhanden werken - 3.155boekwaarde begin boekjaar 123.459

In gebruik genomen investeringen 8.347subtotaal 131.806

Af: waardeverminderingen - 246Af: afschrijvingen - 8.748boekwaarde ultimo boekjaar 122.812

Bij: onderhanden werken 1.767totaal activa ultimo boekjaar 124.579

Page 64: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d64

In gebruIk genomen InvesterIngen

Waterkeringen 249Gemalen 547Onderbemaling 4.719Kunstwerken 454Watergangen 71Afvalwaterzuiveringsinstallaties 623Slibontwateringsinstallaties 106Rioolgemalen 1.298Kantoren en centrale werkplaatsen 185Hardware 95In gebruik genomen investeringen 8.347

De investeringskredieten worden in de separate investeringsrapportage nader geëvalueerd. De grootste in gebruik genomen investering is gemaal IJsvogel in Tollebeek (onderbemaling).

nadere specIfIcatIe In gebruIk zIjnde materIële vaste actIva

omschrIjvIngboekwaarde

begIn boekjaarIn gebruIk

genomen

afschrIjvIngen1

boekwaarde eInde boekjaar

Waterkeringen 4.316 249 195 4.370Gemalen, kunstwerken en watergangen 27.122 5.791 2.079 30.834Zuiveringstechnische werken 84.551 2.027 6.017 80.561Bedrijfsgebouwen 6.589 185 423 6.351Overige bedrijfsmiddelen 881 95 280 696totaal materiële vaste activa 123.459 8.347 8.994 122.812

In bovenstaande nadere specificatie is voor € 4.212.899 aan grond opgenomen als onderdeel van de specificatie. Hierover wordt niet afgeschreven.

Omdat een specificatie van de materiële vaste activa in de voorgeschreven categorieën, conform artikel 4.42 lid 2 van het Waterschapsbesluit, niet eenduidig valt te maken, is gekozen voor bovenstaande specificatie. De in het Waterschapsbesluit opgenomen categorieën machines, apparaten, werktuigen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken zijn opgenomen in de categorieën waterkeringen, gemalen, kunstwerken en watergangen en zuiveringstechnische werken.

Voor de uitgebreide overzichten van de materiële vaste activa verwijzen wij u naar bijlage 4.3.

onderhanden werken ultImo 2012

Gemalen - 309Kunstwerken 172Wateraanvoer 6Waterlopen 475Afvalwaterzuiveringsinstallaties 369Rioolgemalen 572Kantoren en centrale werkplaatsen 3Hardware 70Software 409saldo onderhanden werken 1.767

Page 65: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 65

Het negatieve saldo bij de gemalen komt door een vooruit ontvangen bijdrage voor het saneren van de olietanks bij gemaal Wortman. Een nadere specificatie van de onderhanden werken ultimo 2012 is te vinden in paragraaf 8.2.5.

fInancIële vaste actIva

De opgenomen financiële vaste activa vallen in de categorie kapitaalverstrekking aan bedrijven. Het betreft de aanschafwaarde van 42 aandelen A en 26 aandelen B van de NV Nederlandse Waterschapsbank te ’s-Gravenhage (€ 9.870). De geschatte netto vermogenswaarde per 31 december 2012 bedraagt € 1.403.000.

voorraden

De opgenomen voorraden vallen onder de categorie grond- en hulpstoffen voor eigen gebruik. Het betreft in totaal 79.274 liter dieselolie, welke gebruikt wordt in de gemalen, met een voorraadwaarde van € 52.751 (gewogen gemiddelde inkoopprijs).

kortlopende vorderIngen

Belastingdebiteuren GBLT 4.824

Af: voorziening dubieuze debiteuren - 1.164

subtotaal belastingdebiteuren 3.660

Overige vorderingen 839

Af: voorziening overige vorderingen - 4

subtotaal overige vorderingen 835

kortlopende vorderingen ultimo boekjaar 4.495

De voorziening dubieuze (handels)debiteuren betreft een inschatting van de verwachte oninbaarheid van de vorderingen.

De voorziening dubieuze belastingdebiteuren bedroeg begin 2012 € 765.000. Op deze post is in het jaar 2012 voor € 35.973 aan dubieuze debiteuren onttrokken. Aan de hand van een inschatting van de openstaande posten ultimo 2012 is de voorziening dubieuze belastingdebiteuren bepaald op € 1.163.710. De benodigde dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren bedraagt € 434.683 en is iets lager dan de primitief begrote dotatie van € 500.000. De dotatie is verantwoord onder de kostensoort toevoegingen aan voorzieningen. Medio 2012 is de belastingorganisatie Lococensus Tricijn overgegaan naar een nieuw softwarepakket. De implementatie heeft veel meer tijd gevergd dan vooraf was voorzien. Er is hierdoor minder prioriteit gegeven aan het definitief oninbaar verklaren van dubieuze openstaande posten.

Page 66: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d66

overlopende actIva

Onder deze post worden de nog te ontvangen bedragen en nog te verrekenen bedragen opgenomen. Het saldo ultimo 2012 bedraagt € 4.152.000. De samenstelling is als volgt:

nog te ontvangen subsIdIes eu, rIjk en/of provIncIe

stand prImo

te ontvangen subsIdIes

ontvangen subsIdIes

stand ultImo

Duurzame oevers (synergie) 500 500 - 500 500Duurzame oevers (POP2) - 515 - 515Akkerranden beheer - 312 - 312saldo nog te ontvangen subsidies 500 1.327 ­ 500 1.327

Het saldo subsidie duurzame oevers (synergie) bedroeg aan het begin van het jaar € 0,5 miljoen. In het jaar 2012 is er het bedrag van € 0,5 miljoen aan subsidie duurzame oevers (synergie) over het jaar 2011 ontvangen. De over het jaar 2012 te ontvangen subsidie van € 0,5 miljoen is nog niet ontvangen. De subsidie duurzame oevers (POP2) en akkerranden beheer zijn voor het eerst in het jaar 2012 actueel geworden. Er was ultimo 2011 dus geen overloop subsidie duurzame oevers (pop) en akkerranden beheer in de jaarrekening 2011 opgenomen. De verwachting is dat het deel dat betrekking heeft op het jaar 2012 van deze subsidies in 2013 zal worden ontvangen.

overIge nog te ontvangen bedragen

Nog op te leggen belastingaanslagen 956Aandeel positief resultaat GBLT 282Subsidie Hanzestrook 145Grondverkoop Almere Noorderplassen 509Overig 218 Vooruitbetalingen 710Personeelsregelingen 5saldo overlopende activa 2.825

lIquIde mIddelen

Het saldo van deze post bestaat uit:

Kas 1saldo liquide middelen 1

Het kassaldo ultimo 2012 bedraagt € 880.

Waterschap Zuiderzeeland heeft ultimo 2012 een negatieve rekeningcourant verhouding met de Nederlandse Waterschapsbank. Dit bedrag is opgenomen onder de kortlopende schulden.

8.2.3 toelIchtIng op de passIva

Voor de overzichten van de reserves en voorzieningen verwijzen wij u naar de bijlagen.

eIgen vermogen

Het eigen vermogen is in de loop van de jaren opgebouwd via de bestemming van (een deel van) het positieve resultaat. Zij dient als reserve voor het opvangen van onvoorziene kosten en als financieringsmiddel.

Page 67: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 67

Op 26 februari 2013 heeft de Algemene Vergadering besloten om de het eigen vermogen op een ander manier te presenteren. De transitie van het eigen vermogen wordt in onderstaande tabel gepresenteerd.

De samenstelling van het eigen vermogen voor resultaatverdeling is hierdoor als volgt:

omschrIjvIng oude IndelIng mutatIe nIeuwe IndelIng

Risico reserve 7.148 2.752 9.900Algemene reserve 18.577 - 13.252 5.325Tariefegalisatie reserve - 10.500 10.500Bestemmingsreserves (overige) 4.239 - 4.239totaal reserves 29.964 ­ 29.964Nog te bestemmen resultaat 2.697totaal eigen vermogen 32.661

rIsIco reserve per taak

omschrIjvIng oude IndelIng mutatIe nIeuwe IndelIng

Risico reserve watersysteemtaak 4.848 1.092 5.940Risico reserve zuiveringstaak 2.300 1.660 3.960totaal risico reserves per taak 7.148 2.752 9.900

De risico reserves per taak dienen ter dekking van mogelijke risico’s die zich voordoen bij de taakuitoefening. Door de Algemene Vergadering is het beleid geformuleerd dat deze risicoreserve bedoeld is als buffer om onverwachte tegenvallers op te kunnen vangen. De hoogte van de risicoreserve is gebaseerd op de periodieke risicoanalyse, waarbij rekening wordt gehouden met het risicoprofiel van het waterschap. De laatst gehouden risicoanalyse gaf een totaal bedrag aan van € 9,9 miljoen. De verdeling over de taken geschiedt op basis van de taakomvang, zoals opgenomen in de laatst vastgestelde Meerjarenbegroting. Hierbij was de verhouding tussen de watersysteemtaak en de zuiveringstaak 60 / 40.

algemene reserve

Deze reserve dient er voor om te zorgen dat het totaal van de reserves van een minimale omvang is. Een aanzienlijk deel van de algemene reserve is in het kader van het herziene reservebeleid toegewezen aan de risicoreserve en de tariefegalisatie reserve. De herkomst van de reserves, zijnde het resultaat van de watersysteemtaak dan wel de zuiveringstaak, blijft hierbij administratief volgbaar. Er vinden hierbij geen verschuivingen plaats tussen reserves die zijn opgebouwd door de watersysteemtaak en reserves die zijn opgebouwd door de zuiveringstaak. De samenstelling van de algemene reserve is als volgt:

omschrIjvIng oude IndelIng mutatIe nIeuwe IndelIng

Algemene reserve watersysteemtaak 12.566 - 10.592 1.974Algemene reserve zuiveringstaak 6.011 - 2.660 3.351totaal algemene reserves per taak 18.577 ­ 13.252 5.325

tarIefegalIsatIe reserve

De Algemene Vergadering heeft beleid geformuleerd voor de tariefegalisatie reserve. De omvang van deze reserve is ultimo 2012 bepaald op € 10,5 miljoen. Hiervan is € 2,5 miljoen bepaald als basis deel en € 8,0 miljoen als flexibel deel. Het basis deel is bedoeld voor het opvangen van pieken in de lastenontwikkeling, het flexibel deel voor het teruggeven aan de belastingbetaler van dat deel van de

Page 68: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d68

reserve, wat op basis van het reservebeleid niet noodzakelijk is.De Algemene Vergadering heeft besloten om in de periode 2013 – 2016 een bedrag van € 7,64 miljoen te onttrekken aan deze reserve in de omvang van € 7,50 miljoen ten behoeve van de watersysteemtaak en € 0,14 miljoen aan de zuiveringstaak.

Er wordt voorgesteld om de omvang de tariefegalisatie reserve voor wat het basis deel te verdelen naar de taken op basis van de verhouding 60/40, conform de verdeling van de risicoreserve. Voorts wordt voorgesteld om de tariefegalisatie flexibel deel, op basis van de geplande onttrekkingen in de Meerjarenbegroting 2013 - 2016 volledig toe te kennen aan de watersysteemtaak. De samenstelling van de tariefegalisatie reserve is hierdoor als volgt:

omschrIjvIng oude IndelIng mutatIe nIeuwe IndelIng

tariefegalisatie reserve basis deelTariefegalisatie reserve watersysteemtaak - 1.500 1.500Tariefegalisatie reserve zuiveringstaak - 1.000 1.000

tariefegalisatie reserve flexibel deelTariefegalisatie reserve watersysteemtaak - 8.000 8.000Tariefegalisatie reserve zuiveringstaak - - -totaal tariefegalisatie reserves per taak ­ 10.500 10.500

bestemmIngsreserves

omschrIjvIng stand prImo mutatIes stand ultImo

Bestemmingsreserve baggeren Almere 1.262 - 447 815Bestemmingsreserve stedelijk water 2.762 - 498 2.264Bestemmingsreserve duurzame oevers 1.021 - 1.021Bestemmingsreserve belastingsamenwerking 248 - 248 -Bestemmingsreserve vervanging pompen 139 - 139totaal bestemmingsreserves 5.432 1.193 4.239

In bijlage 4.4 is de staat van reserves opgenomen. In deze staat worden de stand aan het begin van het jaar 2012, de onttrekkingen aan de bestemmingreserves in het jaar 2012 en de stand ultimo 2012 overzichtelijk weergegeven. De bestemmingsreserves zijn bestemd voor de volgende zaken:

Bestemmingsreserve baggeren AlmereOp 27 oktober 2009 is besloten om het achterstallig baggeronderhoud van de gemeente Almere over te nemen. Hiervoor is een bedrag van € 2,65 miljoen van de gemeente Almere ontvangen. Besloten is om dit bedrag op te nemen in een bestemmingreserve baggeren Almere. In 2010 is aan deze reserve een bedrag van € 302.603 onttrokken,in het jaar 2011 een bedrag van € 1.085.948 en in het jaar 2012 een bedrag van € 446.176. De Algemene Vergadering heeft hierover in haar vergaderingen van 8 juli 2010 en 7 juli 2011 toe besloten. Door de onttrekking in het jaar 2012 resteert nog een bestemmingsreserve baggeren Almere van € 0,8 miljoen.

Bestemmingsreserve stedelijk waterDeze bestemmingreserve is gevormd ter bekostiging van de uitvoering van stedelijk water (zoals besloten in de Algemene Vergadering van 26 mei 2009). Deze bestemmingsreserve is gevormd door de niet bestede budgetten stedelijk water in het verleden en bedroeg begin 2011 bijna € 3,2 miljoen. In 2011 is voor € 424.800 aan deze bestemmingsreserve onttrokken en in het jaar 2012 € 497.978. Dit betreft de lasten van de voorbereiding en aanleg van natuurvriendelijke oevers in Almere Buiten. Conform het besluit van de Algemene vergadering van 27 oktober 2009 worden deze maatregelen bekostigd uit deze bestemmingsreserve. Door de onttrekking in het jaar 2012 resteert nog een bestemmingsreserve stedelijk water van € 2,3 miljoen.

Page 69: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 69

Bestemmingsreserve duurzame oeversDeze bestemmingreserve is gevormd ter bekostiging van de aanleg van duurzame oevers (zoals besloten in de Algemene Vergadering van 25 november 2003 en 26 mei 2009). In 2012 zijn geen gelden aan deze bestemmingsreserve onttrokken.

Bestemmingsreserve belastingsamenwerkingDeze bestemmingreserve is gevormd ter dekking van kosten die zich mogelijk zullen voordoen bij de fusie van de belastingorganisaties Tricijn en Lococensus. Op 25 september 2012 heeft de Algemene Vergadering besloten om de gehele bestemmingsreserve Belastingsamenwerking te benutten voor de bijdrage aan Het Waterschapshuis voor de afronding van het project Tax-I.

Bestemmingsreserve vervanging pompenDeze bestemmingsreserve wordt aangehouden voor de vervanging van de wateraanvoerpompen in de fruitteeltgebieden nabij Kraggenburg en Marknesse. In 2012 zijn geen gelden aan deze bestemmingsreserve onttrokken.

voorzIenIngen

arbeidsgerelateerde verplichtingen

Pensioenen voormalige bestuurders 1.415Wachtgelden voormalige bestuurders 53Personele reorganisatie 1.218

baggeren en saneren van waterlopen

Baggeren 870

overige onderhoudswerkzaamheden

Groot onderhoud 93

totaal voorzieningen 3.649

In bijlage 4.5 is de staat van voorzieningen opgenomen. In deze staat worden de stand aan het begin van het jaar 2012, de onttrekkingen aan de voorzieningen in het jaar 2012 en de stand ultimo 2012 overzichtelijk weergegeven. De voorzieningen zijn bestemd voor de volgende zaken:

Pensioenen voormalige bestuurdersDeze voorziening heeft tot doel de pensioenverplichtingen van het waterschap naar bestuurders zichtbaar te maken. Aan het begin van 2012 was deze voorziening ruim € 1,3 miljoen groot. In 2012 is aan deze voorziening voor € 56.080 onttrokken ten behoeve van pensioenbetalingen. Op basis van een actuariële berekening van de toekomstige pensioen opgaven van de huidige en voormalig bestuurders is er in 2012 € 151.300 toegevoegd aan de voorziening, waardoor de voorziening ultimo boekjaar ruim € 1,4 miljoen bedraagt.

Wachtgelden voormalige bestuurdersDeze voorziening heeft tot doel de wachtgeldverplichtingen van het waterschap naar bestuurders zichtbaar te maken. Aan het begin van 2012 was deze voorziening ruim € 0,1 miljoen groot. In 2012 is aan deze voorziening voor € 46.329 onttrokken ten behoeve van wachtgeldbetalingen, is er € 16.962 vrijgevallen en is een bedrag van € 1.145 aan rekenrente toegevoegd, waardoor de voorziening ultimo boekjaar minder dan € 0,1 miljoen bedraagt.

Personele reorganisatieDeze voorziening heeft tot doel de verplichtingen van het waterschap naar voormalig personeel zichtbaar te maken. Aan het begin van 2012 was deze voorziening ruim € 0,7 miljoen groot. In 2012

Page 70: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d70

is aan deze voorziening voor € 148.916 onttrokken ten behoeve van betalingen van de uitkeringen. In 2012 is € 596.206 aan de voorziening toegevoegd in de vorm van dotaties en voor € 33.193 in de vorm van rente, waardoor de voorziening ultimo boekjaar nu ruim € 1,2 miljoen bedraagt.

BaggerenEr is een integrale gebiedsdekkende baggervisie opgesteld op basis waarvan de keuze is gemaakt om voor de komende jaren tot een effectief uitvoeringsprogramma te komen en daarna de achterstand in een periode van 10 jaar weg te werken. Het plan is in de Algemene vergadering van 10 oktober 2006 vastgesteld en in 2011 en 2012 geactualiseerd. Er wordt grote waarde gehecht aan de uitvoering van het totale plan van stedelijk water en baggeren. Daarom worden schommelingen in de uitvoering opgevangen door een uit de totaal beschikbare middelen te creëren voorziening. De voorziening was aan het begin van 2012 bijna € 0,5 miljoen groot. In het jaar 2012 is er een bedrag van € 2.206.475 aan deze voorziening gedoteerd en is er € 1.808.942 onttrokken aan de voorziening baggeren, waardoor de voorziening ultimo boekjaar nog bijna € 0,9 miljoen bedraagt.

Groot onderhoudIn de afgelopen jaren zijn een viertal objecten na de verplichte huurperiode van negen kalenderja-ren en een dag overgenomen van de Waterlandstichting. Naast de overname van de desbetreffende objecten en bijbehorende financiering wordt ook de opgebouwde onderhoudsvoorziening van de Waterlandstichting overgenomen. Uit de voorziening wordt het groot onderhoud van zuiveringstech-nische werken gefinancierd. In 2010 is het laatste object van de waterlandstichting overgenomen. Aan het begin van 2012 was deze voorziening ruim € 0,4 miljoen groot. In 2012 is aan deze voorziening voor € 323.751 onttrokken voor onderhoud aan de overgenomen objecten, waardoor de voorziening ultimo boekjaar minder dan € 0,1 miljoen bedraagt.

vaste schulden

De opgenomen vaste schulden vallen in de categorie onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen. Het zijn langlopende geldleningen met een looptijd langer dan één jaar ter financiering van de investeringen. Het verloopoverzicht is als volgt:

stand begin boekjaar 79.136Nieuw aangegane geldleningen 7.000Af: aflossingen - 9.185saldo langlopende geldleningen 76.951

De aflossingsverplichting van de aangegane geldleningen voor het boekjaar 2013 is € 8.957.915. Voor een uitgebreid overzicht van de langlopende geldleningen verwijzen wij u naar bijlage 4.6.

netto vlottende schulden

Rekening-courant NWB 1.663Kasgeldlening NWB (1 maands) 8.000Schulden aan leveranciers 4.344Reservering vakantietoeslag 18Reservering verlofrechten 753Loonheffing en sociale lasten 1.096Omzetbelasting 32saldo netto vlottende schulden 15.906

De netto vlottende schulden van het waterschap zijn op basis van nominale waarde gewaardeerd. Door de invoering van het IKB (Individueel Keuze Budget) voor werknemers valland onder de SAW Waterschap-

Page 71: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 71

pen, wordt er vanaf het jaar 2012 alleen nog vakantiegeld gereserveerd voor de leden van het college van Dijkgraaf en Heemraden. Zij vallen namelijk niet onder de SAW Waterschappen, maar onder de sector Rijk.

overlopende passIva

Rente langlopende schulden 1.928Bijdragen aan derden 855Energie 603Afvalinzameling en slibafvoer 400Onderhoud 269Advies en onderzoek 191Grond 125Overige nog te betalen bedragen 277saldo overlopende passiva 4.648

Volgens het Waterschapsbesluit worden onder de overlopende passiva de nog te betalen lasten opgenomen, waarvan in het jaar 2012 geen factuur van is ontvangen, maar wel conform het stelsel van baten en lasten ten laste van het jaar 2012 moeten worden gebracht. Ook de vooruit ontvangen opbrengsten worden in deze post opgenomen.

8.2.4 nIet uIt de balans blIjkende verplIchtIngen

wkk­InstallatIe gemaal vIsserIng Eén van onze rechtsvoorgangers, het voormalig Waterschap Noordoostpolder is eind jaren ’90 een sale en lease-back overeenkomst aangegaan met Mees & Pierson ten behoeve van de WKK-installatie van Gemaal Vissering. Het betreft een financiallease met een looptijd van 18 jaar. De leaseverplichting is bij vooruitbetaling gedaan en staat in een depot bij ABN AMRO Equipment Leasing xvi b.v. bank.

leaseverplIchtIng wagenpark

Het wagenpark van het waterschap wordt geleased. Het totaal aan verplichtingen ingevolge de totale looptijd van de overeenkomsten met de leasemaatschappijen bedraagt op de balansdatum € 3.065.518. Voor het jaar 2013 bedraagt de verplichting € 673.076.

In 2012 zijn er nieuwe verplichtingen aangegaan voor in totaal 56 leaseauto’s. De totale verplichting hiervan bedraagt € 2.809.760 en is opgenomen in het hierboven genoemde bedrag.

leaseverplIchtIng prInt­ en kopIeermachInes

De print- en kopieermachines van het waterschap worden geleased. Het totaal aan verplichtingen ingevolge de looptijd van de overeenkomst met de leasemaatschappij bedraagt op de balansdatum € 778.282. Voor het jaar 2013 bedraagt de verplichting € 239.471.

jurIdIsche claIms

Het Waterschap wordt met enige regelmaat geconfronteerd met juridische claims betreffende schade als gevolg van wateroverlast bij extreme weersomstandigheden. Het standpunt van het Waterschap hierin is dat zij hiervoor niet aansprakelijk is, tenzij de schade is ontstaan door nalatigheid van het Waterschap.

Page 72: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d72

8.2.5 specIfIcatIe onderhanden werken ultImo 2012

Artikel 4.42 lid 6 van het Waterschapsbesluit schrijft voor dat in de toelichting op de balans een totaaloverzicht wordt gegeven van alle onderhanden werken, waarbij de verwachtingen worden gegeven over het vervolg van deze werken.

prjoectgevoteerd

kredIetuItgaven

ultImo 2012 verwachtIng

720201 Aanpak verdroging Flevoland 248 26 Conform planning721071 Friese hoektocht 654 438 Totale uitgaven

€ 50.000 lager721116 Aankoop duurzame oevers 2013 285 10 Conform planning721127 Vervangen wegduikers 2012 154 34 Conform planning721129 Vervangen hevels 2012 280 93 Conform planning721306 Wateraanvoer Westelijk NOP 50 6 Conform planning

721640 Renovatie hevel Urk 162 44 Totale uitgaven€ 20.000 hoger

721902 Verbreding Kavelsloten 127 1 Project staat ‘on hold’724070 Bodemsanering grond Wortman - - 309 Conform planning,

negatief bedrag komt door bijdrage

735006 Renovatie rioolgemalen 720 (X 40) 267 23 Conform planning735007 Renovatie rioolgemalen 710 (Z 74) 267 24 Conform planning735010 Renovatie RG 179 golfbaan Zeewolde 175 65 Conform planning735082 RG Almere-Poort 1.043 454 Conform planning736031 Renovatie upgrade AWZI Dronten 500 367 Conform planning736062 Revisie beluchting en besturingsysteem

AWZI Almere110 8 Conform planning

736069 Aanpassen compressoren AWZI Almere 175 0 Conform planning740502 Schadeherstel Regio Noord 50 3 Project staat ‘on hold’750123 Vervanging hardware 2012 191 70 Conform planning750210 Digitalisering 2010 95 27 Conform planning750232 Vervanging software 2011 806 154 Conform planning750420 Verbeteren beheerorganisatie 145 59 Conform planning750531 Deelproject e-HRM 240 170 Conform planningsaldo onderhanden werken 6.024 1.767

In de separate investeringsrapportage wordt nader ingegaan op de verwachtingen.

Page 73: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 73

Page 74: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d74

9 exploitatierekeningHet waterschapsbesluit schrijft voor dat de exploitatierekening in drie verschillende indelingen wordt gepresenteerd in de jaarrekening, te weten naar kosten- en opbrengstsoorten, naar programma’s en naar kostendragers.

9.1 exploitatierekening naar kosten­ en opbrengsoorten

(Bedragen x e 1.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

lasten4.1 Rente en afschrijvingen 14.733 14.733 13.927 13.1934.2 Personeelslasten 18.616 18.925 19.554 18.6034.3 Goederen en diensten van derden 36.527 37.540 36.951 39.4854.4 Toevoegingen voorzieningen /

onvoorzien630 601 3.423 773

subtotaal lasten 70.506 71.799 73.855 72.054

baten8.1 Financiële baten 1.000 1.000 1.000 2598.2 Personeelsbaten - - 61 518.3 Goederen en diensten aan derden 856 4.463 4.788 9978.4 Bijdragen van derden 1.390 1.588 2.713 1.9528.5 Waterschapsbelastingen 66.623 66.623 66.219 71.2938.6 Interne verrekeningen 637 637 579 616

subtotaal baten 70.506 74.311 75.360 75.168

exploitatieresultaat ­ 2.512 1.505 3.114

9.1 Inzet bestemmingsreserves - - 1.192 2.251te verdelen resultaat ­ 2.512 2.697 5.365

De omschrijvingen in bovenstaande tabel zijn in vergelijking met voorgaande jaren licht gewijzigd als gevolg van wijzigingen in de Waterschapswet.

9.2 toelichting op de exploitatierekening

In de nu volgende paragraaf wordt een toelichting gegeven op de exploitatierekening. Om niet teveel in herhaling te vervallen zal in de exploitatierekening naar programma’s en naar kostendragers veelal worden verwezen naar eerder gegeven toelichtingen.

9.2.1 waarderIngsgrondslagen

algemeenBelangrijke verschillen tussen de begroting en realisatie zijn nader toegelicht. De hierbij gepresenteerde begroting is, conform het Waterschapsbesluit, de primitieve begroting inclusief alle daarop betrekking hebbende begrotingswijzingen. Een analyse van de afwijkingen tussen de primitieve begroting én de primitieve begroting inclusief alle begrotingswijzingen is te vinden in hoofdstuk 1: Analyse begroting en resultaat.

Page 75: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 75

valuta en notatIe

Alle bedragen worden weergegeven in duizenden euro’s. In de toelichtende teksten worden de bedragen weergegeven in hele euro’s.

baten en lasten

Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden genomen zodra deze gerealiseerd. Verliezen worden verwerkt als de verliezen zich aftekenen.

9.2.2 toelIchtIng op de lasten

rente en afschrIjvIngen

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Rente 5.175 5.175 4.508 3.349

Afschrijvingen en duurzamewaardeverminderingen

9.558 9.558 9.419 9.844

totaal 14.733 14.733 13.927 13.193

De lasten van rente en afschrijvingen vallen lager uit door een lage korte en lange rente als gevolg van de kredietcrisis. Wat betreft de korte rente was rekening gehouden met een percentage van 2,5%, de realisatie was slechts 0,25% op jaarbasis. Omdat met name de korte rente extreem laag is, wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van het maximum van de kasgeldlimiet. Deze ligt op ruim € 16 miljoen.

Ten opzichte van het jaar 2011 zijn de lasten ruim € 1 miljoen hoger. Dit komt door de stichtings-kosten van de begin 2011 gereed gekomen AWZI Tollebeek van ruim € 25 miljoen.

Het vastgestelde activabeleid geeft aan dat wanneer er sprake is van een duurzame waarde-vermindering, waarbij de actuele waarde van een activum langdurig lager is dan de boekwaarde, deze lagere actuele waarde moet worden gehanteerd. Het verschil tussen de boekwaarde en lagere actuele waarde wordt door middel van een waardevermindering tot uitdrukking gebracht. Er is een duurzame waardevermindering van € 245.895 toegepast op de nog niet geheel afgeschreven eerdere renovaties van ondergemalen waar de IJsvogel te Tollebeek voor in de plaats is gekomen. Ook is op basis van het vastgestelde activabeleid 50% van de aanschafprijs van duurzame oevers als waardevermindering in de exploitatie meegenomen. In de begroting was rekening gehouden met deze duurzame waardeverminderingen.

personeelslasten

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Salarissen personeel en bestuur 14.410 14.291 13.198 12.845Sociale premies 3.253 3.092 3.139 2.964Overige personeelslasten 953 1.251 1.311 1.393Personeel van derden -- 291 1.905 1.401totaal 18.616 18.925 19.554 18.603

Page 76: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d76

Voor een detailoverzicht van de personeelskosten verwijzen wij u naar de bijlage. De post personeel van derden wordt gebruikt in die gevallen dat een reguliere formatieplaats tijdelijk niet wordt ingevuld met eigen personeel, maar met tijdelijke krachten. Door de vacaturestop in het kader van het reorganisatieproces Water Werkt, zijn een aantal formatieplaatsen tijdelijk ingevuld met externen. De dekking van deze tijdelijke krachten vindt plaats uit het totaal van de personeelslasten en de overige aan de afdelingen toegewezen budgetten.

goederen en dIensten van derden

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Duurzame gebruiksgoederen 1.044 965 1.106 1.079Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen

1.776 1.954 1.869 1.699

Energie en water 4.845 4.645 4.632 4.620Huren, pachten en rechten 1.204 1.244 1.196 1.326Verzekeringen 127 127 88 91Belastingen 48 48 45 45Onderhoud 2.621 2.601 3.058 3.068Overige diensten derden 24.862 25.956 24.957 27.557totaal 36.527 37.540 36.951 39.485

Duurzame gebruiksgoederenDe kostensoort gebruiksgoederen omvat alle kosten die samenhangen met de aankoop van goederen die bestemd zijn voor meermalig gebruik. Op de kostensoort gebruiksgoederen is € 141.000 meer uitgegeven dan was begroot. De hierbij belangrijkste posten zijn meubilair en inventaris (€ 39.000 meer dan begroot), gereedschappen (€ 57.000 meer dan begroot), druk- en bindwerk € 13.000 meer dan begroot) computerbenodigdheden (€ 123.000 meer dan begroot), voorlichtingsmaterialen (€ 86.000 minder dan begroot), bibliotheekvoorzieningen (€ 14.000 minder dan begroot) en dienstkleding (€ 7.000 meer dan begroot).

Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen De kostensoort verbruiksgoederen betreft materialen die in het productieproces opgaan en geen brandstoffen of water zijn. Op de kostensoort verbruiksgoederen is € 85.000 minder uitgegeven dan was begroot. De hierbij belangrijkste posten zijn catering (€ 30.000 meer dan begroot), representatiekosten (€ 22.000 meer dan begroot), reiniging- en smeermiddelen (€ 4.000 minder dan begroot), chemicaliën (€ 28.000 meer dan begroot), materiaal voor kopieerwerk (€ 2.000 minder dan begroot) en overige gebruiksgoederen (€ 159.000 minder dan begroot).

Energie en waterOp de kostensoort energie en water is € 13.000 minder uitgegeven dan begroot. Dit jaar is de inschatting van de neerslag en de benodigde bemaling nagenoeg juist geweest.

Huren, pachten en rechtenOp de kostensoort huren, pachten en rechten is € 48.000 minder uitgegeven dan was begroot. De lasten worden hoofdzakelijk onderschreden door lagere lasten van lease van het wagenpark.

VerzekeringenOp de kostensoort verzekeringen is € 39.000 minder uitgegeven dan was begroot.

BelastingenDe kostensoort belastingen bestaat uit de door de gemeenten opgelegde onroerende zaak belasting van de diverse objecten, die in het bezit zijn van het waterschap. Op de kostensoort belastingen is € 3.000 minder uitgegeven dan was begroot.

Page 77: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 77

OnderhoudOp de kostensoort onderhoud is € 457.000 meer uitgegeven dan was begroot. De hierbij belangrijkste posten zijn onderhoud gebouwen (€ 25.000 meer dan begroot), onderhoud terreinen (€ 62.000 meer dan begroot), onderhoud installaties (€ 364.000 meer dan begroot), onderhoud computers (€ 4.000 minder dan begroot) en overig onderhoud (€ 9.000 meer dan begroot).

Overige diensten derdenDe in de jaarrekening en begroting opgenomen kostensoorten zijn wettelijk vastgelegd in de Waterschapswet. De kostenpost overige diensten derden is de grootste kostenpost bij waterschap Zuiderzeeland. In deze kostencategorie worden alle kosten verantwoord, die nog niet in een andere categorie zijn verantwoord.

In deze kostenpost zijn onder andere de kosten opgenomen van het onderhoud van de waterkerin-gen, het maaionderhoud, de aanlegkosten van duurzame oevers, het baggeren van watergangen, de kosten van wateraanvoer, de kosten van stedelijk water, de kosten van slibverwerking en –transport, de kosten van vuilafvoer en –verwerking, laboratoriumkosten, de kosten van GBLT, de kosten van planvorming, communicatie- en advertentiekosten, advieskosten, de bijdragen aan o.a. de STOWA en UvW, accountantskosten, bankkosten, porti, telefoonkosten, kosten salarisverwerking en de kosten van het bestuur en de rekenkamercommissie.

Op de kostensoort overige diensten en bijdragen derden is € 890.000 minder uitgegeven dan was begroot. Echter, de baggeruitgaven van € 2.206.000 waren op deze kostensoort begroot en zijn op aanwijzing van de accountant verantwoord onder de post toevoegingen aan voorzieningen (zie de volgende kostensoort). Wanneer we dit corrigeren, dan is er € 1.316.000 teveel op deze kostensoort gerealiseerd. Het overgrote deel van deze meeruitgaven komt door zaken waar de Algemene Vergadering toestemming voor heeft gegeven en waar een ‘opbrengst’ door middel van een onttrekking aan een bestemmingsreserve tegenover staat.

De hierbij belangrijkste posten zijn advies- en onderzoekskosten (€ 58.000 minder dan begroot), bijdragen en contributies derden (€ 35.000 meer dan begroot), controlekosten (€ 3.000 meer dan begroot), bankkosten (€ 14.000 minder dan begroot), advertentiekosten (€ 4.000 meer dan begroot), porti- en vrachtkosten (€ 27.000 minder dan begroot), telefoonkosten (v 11.000 minder dan begroot), salarisverwerkingskosten (€ 2.000 minder dan begroot), bewakingskosten (€ 7.000 meer dan begroot), schadeloosstellingen (€ 17.000 meer dan begroot), verwerking zuiveringsslib (€ 9.000 meer dan begroot), laboratoriumkosten (€ 164.000 minder dan begroot), diensten derden (€ 724.000 minder dan begroot), bijdrage exploitatie waterschappen (€ 58.000 meer dan begroot) en vuilafvoer en –verwerking (€ 23.000 minder dan begroot).

toevoegIngen aan voorzIenIngen / onvoorzIen

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Voormalig bestuur en personeel - - 782 222Kwaliteitsslag personeelsbeheer - - - 115Dubieuze belastingdebiteuren 500 500 435 432Dubieuze debiteuren - - - 4Baggeren - - 2.206 -Onvoorzien 130 101 - -totaal 630 601 3.423 773

Tot de kostensoort toevoegingen aan voorzieningen behoren bedragen die in het jaar aan de voorzieningen zijn toegevoegd. De toevoeging aan de voorziening voormalig bestuur en personeel komt voort uit nieuwe actuariële berekeningen van pensioenen en personeelsregelingen.

Page 78: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d78

Het genoemde bedrag van € 2,2 miljoen is de jaarlijkse dotatie aan deze voorziening. De jaarlijkse uitgaven van baggerprojecten worden ten laste van deze voorziening gebracht (zie ook paragraaf 8.2.3 onderdeel voorzieningen). De voorziening dubieuze belastingdebiteuren was primitief begroot op € 500.000. De uiteindelijke dotatie bedraagt € 434.683. Een dotatie aan de voorziening dubieuze (handels)debiteuren wordt niet noodzakelijk geacht.

onvoorzIen

In de primitieve begroting is voor onvoorziene uitgaven een bedrag van € 130.000 opgenomen. De post onvoorzien is in 2012 voor € 29.000 benut. Hiervan is € 15.000 besteed aan de digitalisering van de stukkenstroom van het college van Dijkgraaf en Heemraden en € 14.000 voor een plan van aanpak voor de waterschapsverkiezingen.

9.2.3 toelIchtIng op de baten

fInancIële baten

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Interne rentebaten 1.000 1.000 1.000 221

Rente rekening-courant - - - 10

Overige rentebaten - - - 1

Dividend - - - 27totaal 1.000 1.000 1.000 259

De interne rentebaten hebben betrekking op de bespaarde rente over het eigen vermogen. Deze rente wordt zowel onder de baten als de lasten opgenomen.Het waterschap heeft aandelen van de NV Nederlandse Waterschapsbank, waarop jaarlijks dividend wordt ontvangen. In 2011 is voor het laatst dividend ontvangen. Voor de komende jaren is de verwachting dat er geen dividend zal worden ontvangen.

personeelsbaten

Tot deze opbrengst behoren de baten van de overige loonkostenvergoedingen die ontvangen zijn van derden, zoals de uitkering van het UWV voor zwangerschaps- en bevallingsverlof.

goederen en dIensten aan derden

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Retributies 117 117 164 148Inkomsten bestuursdwang - - 2 12Bijdrage exploitatie overheden 183 183 246 208Opbrengst materialen en diensten 24 24 69 43Levering elektriciteit 125 125 131 146Levering warmte 13 13 14 15Grondverkoop Almere Poort - 3.607 3.742 -Opbrengst uit eigendommen 394 394 420 425totaal 856 4.463 4.788 997

Page 79: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 79

Op de opbrengstsoort goederen en diensten aan derden is volgens bovenstaande specificatie € 325.000 meer ontvangen dan was begroott.

De opgelegde retributies leverden € 47.000 meer op dan begroot en de niet begrote inkomsten uit bestuursdwang € 2.000.

De bijdrage van gemeenten voor de exploitatie van hoofdrioolgemalen is € 63.000 meer dan begroot. De lasten van de hoofdrioolgemalen worden via een verdeelsleutel verdeeld over het waterschap en de gemeenten.

De gerealiseerde meeropbrengst op materialen en diensten komt voor een belangrijk deel door de doorbelasting van gemaakte kosten voor de warmteleiding van de Nuon t.b.v. de stadsverwarming Almere.

De grondprijs van Almere Poort is vermeerderd met een index van 4% lopend vanaf 1 januari 2011. Hierdoor is de opbrengst € 135.000 hoger.

Op de opbrengstsoort opbrengst uit eigendommen is € 31.000 meer ontvangen dan was begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat hogere pachtopbrengsten.

bIjdragen van derden

De bijdragen van derden omvatten vooral bijdragen van derden aan het waterschap waarbij geen rechtstreeks verband is tussen de bijdrage en de door het waterschap ver-richte dienst of uitgevoerd werk. Ook de ‘opbrengsten’ kostendeling wordt op deze post verantwoord. Het totaal aan niet begrote opbrengsten bedroeg € 1.125.000. Dit bedrag lijkt veel. In het overgrote deel van de gevallen gaat het echter om een ‘opbrengst’ in de kostendeling.

Er is € 56.000 ontvangen aan verzekeringsuitkeringen. De doorbelasting van de uren van het project Almere Poort leverde € 49.000 op. Er is een minderopbrengst van € 20.000 aan subsidies voor duurzame oevers. De kostendeling van de baggerprojecten met de Gemeenten en Provincie laten een niet begrote opbrengst zien van € 236.000, terwijl de deling van de lasten van het stedelijk water € 40.000 minder opleverde dan was geprognosticeerd.

De kostendeling van o.a. het meetplan Almere levert een niet geprognosticeerde opbrengst op van € 285.000, de subsidie voor de aanleg van de Hanzestrook een bedrag van € 70.000 en het akkerranden beheer project een niet geprognosticeerde opbrengst op van € 320.000. De uitleen van personeelsleden levert een meeropbrengst op van € 96.000 en diversen een bedrag van € 73.000.

Page 80: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d80

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Watersysteemtaak 39.657 39.657 39.170 43.034Zuiveringstaak 26.966 26.966 27.049 28.259totaal 66.623 66.623 66.219 71.293

watersysteemheffingWatersysteemheffing ingezetenen 10.266 10.266 10.256 11.150Watersysteemheffing gebouwd 20.196 20.196 20.502 22.620Watersysteemheffing ongebouwd 8.133 8.133 7.668 8.675Watersysteemheffing natuur 856 856 841 208Verontreinigingsheffing 744 744 891 840Watersysteemheffing voorgaande jaren - - - 418 163subtotaal watersysteemheffing 40.196 40.196 39.740 43.657

zuiveringsheffingZuiveringsheffing huishoudens 21.298 21.298 21.114 22.338Zuiveringsheffing bedrijven 6.813 6.813 6.547 7.075Zuiveringsheffing voorgaande jaren - - 444 - 21subtotaal zuiveringsheffing 28.111 28.111 28.105 29.391

overigKwijtschelding watersysteemheffing - 539 - 539 - 570 - 622Kwijtschelding zuiveringsheffing - 1.145 - 1.145 - 1.056 - 1.133subtotaal overig ­ 1.684 ­ 1.684 ­ 1.626 ­ 1.755

totaal 66.623 66.623 66.219 71.293

De aanslagoplegging en invordering van de waterschapsbelastingen geschiedt door het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus Tricijn (GBLT). De gerealiseerde belasting-opbrengsten zijn ontleend aan het jaaroverzicht belastingopbrengsten 2012, die is opgesteld door GBLT. De controle op de volledigheid van de belastingopbrengsten maakt onderdeel uit van het controleprogramma van de accountant van GBLT.

De watersysteemheffing gebouwd is € 0,3 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Door turbulente marktontwikkelingen is de inschatting van de WOZ waarde in het beheergebied, de grondslag van de aanslagoplegging watersysteemheffing gebouwd, lastig in te schatten. De watersysteemheffing ongebouwd blijft € 0,4 miljoen achter bij de begroting. De oorzaak is nog niet geheel duidelijk. Op dit moment wordt dit onderzocht door GBLT. Bij de verontreinigingsheffing is sprake van een beperkte meeropbrengst van € 0,2 mil-joen. Deze meeropbrengst staat in verband met de minderopbrengst bij de zuiveringsheffing. Bij de watersysteemheffing voorgaande jaren is sprake van een negatieve realisatie van € 0,4 miljoen over de jaren 2009 tot en met 2011 op basis van toegekende bezwaarschriften met betrekking tot buitendijks gelegen land. In zijn totaliteit blijft de watersysteemheffing € 0,5 miljoen achter op de begroting.

Bij de zuiveringsheffing huishoudens is sprake van een licht negatieve realisatie van € 0,2 miljoen. Deze minderopbrengst staat in verband met de meeropbrengst bij de verontreinigingsheffing. De zuiveringsheffing bedrijven blijft € 0,3 miljoen achter bij de begroting. De oorzaak is nog niet geheel duidelijk. Op dit moment wordt dit onderzocht door GBLT. De zuiveringsheffing voorgaande jaren laat daarentegen een meeropbrengst zien van € 0,5 miljoen.

De gerealiseerde kwijtschelding wijkt slechts € 0,1 miljoen positief af van de begrote kwijtschelding.

In de onderstaande tabellen worden de begrote en gerealiseerde belastingeenheden weergegeven, exclusief de in het jaar 2012 gerealiseerde eenheden over voorgaande jaren.

Page 81: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 81

eenheden watersysteemheffIng (x 1.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Watersysteemheffing ingezetenen 153 153 152 152Watersysteemheffing gebouwd 39.500 39.500 40.121 40.683Watersysteemheffing ongebouwd 110 110 103 106Watersysteemheffing natuur 119 119 117 27Verontreinigingsheffing 13 13 16 14

eenheden zuIverIngsheffIng (x 1.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Zuiveringsheffing huishoudens 372 372 369 369Zuiveringsheffing bedrijven 119 119 114 117totaal 491 491 483 486

Interne verrekenIngen

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Onttrekkingen aan voorzieningen - - 40 -Geactiveerde lasten 637 637 539 616totaal 637 637 579 616

De eigen bijdrage aan investeringen, zoals het inzetten van eigen personeel, wordt conform het activabeleid geactiveerd en opgenomen in de post geactiveerde lasten.

onttrekkIng aan bestemmIngsreserves

De inzet van de bestemmingsreserves is gelijk aan de door de Algemene Vergadering vastgestelde lasten te dekken uit bestemmingsreserves.

De werkelijke lasten zijn opgenomen in de exploitatierekening. De lasten zijn niet begroot, omdat vaak niet duidelijk is in welk jaar een bepaalde activiteit wordt uitgevoerd, waarvan de lasten worden gedekt door een onttrekking van eenzelfde bedrag aan de daarvoor ingerichte bestemmingsreserve.

Page 82: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d82

9.3 exploitatierekening naar programma’s

algemeen

In deze paragraaf is de realisatie van de begroting naar programma’s opgenomen. De gerealiseerde bedragen worden per programma in beeld gebracht conform de door de Algemene Vergadering vastgestelde programma-indeling. In het jaarverslag zal op de realisatie van de beoogde resultaten en de realisatie van de geplande activiteiten worden ingegaan. Voor een goede vergelijkbaarheid van de cijfers zijn zowel de baten als de lasten van de zaken die via de bestemmingreserves lopen in de overzichten opgenomen.

systematIek van kostentoerekenIng

Bij Waterschap Zuiderzeeland wordt het principe van integrale kostentoerekening toegepast. Dit betekent dat zowel directe als indirecte kosten, zoveel mogelijk aan een product worden toegerekend ten behoeve van de berekening van een kostprijs. Alle kosten, die een direct verband hebben met het product, worden toegerekend. Hieronder vallen materiële kosten, loonkosten en kapitaallasten.

Onder indirecte kosten wordt verstaan de kosten die niet rechtstreeks samenhangen met een product. Deze indirecte kosten worden vaak aangeduid als overheadkosten. Voorbeelden van overheadkosten zijn onder andere managementkosten, huisvestingskosten en automatiseringskosten. Deze kosten worden met een verdeelsleutel verdeeld over afdelingen of producten, waaraan zij een bijdrage leveren. De wijze waarop overhead wordt toegerekend is de kostenplaatsenmethode. Dit betekent dat de indirecte kosten eerst worden geadministreerd bij de afdeling waar ze worden gemaakt op een hulpkostenplaats. Vervolgens worden de indirecte kosten op basis van een verdeelsleutel doorbelast naar een andere afdeling (hoofdkostenplaats).

programma veIlIgheId

Om de polders te beschermen tegen het water uit het IJsselmeer, het Markermeer, het IJmeer en de randmeren, onderhoudt en beheert Waterschap Zuiderzeeland ruim tweehonderd kilometer waterkeringen.

Overzicht programma Veiligheid (bedragen x e 1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Algemeen 0,6 0,7 0,6 0,5

Primaire keringen 5,5 5,4 5,2 5,1

Regionale keringen 0,5 0,5 0,4 0,5

Doorbelastingen 0,9 0,9 1,0 0,9totaal programmalasten 7,5 7,5 7,2 7,0

De realisatie van de lasten van het programma Veiligheid wijkt € 0,3 miljoen af van de bijgesteld begrote cijfers. Procentueel is de afwijking klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 83: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 83

programma voldoende water

In het programma Voldoende water gaat het om het voorkomen van wateroverlast. Water komt door regenbuien de polder in, maar ook doordat kwelwater vanuit de ondergrond omhoog komt en door dijken heen sijpelt. Als er in een korte tijd heel veel neerslag valt, is de kans groot dat delen van de polders onder water komen te staan. Het wateroverschot wordt met behulp van zeven hoofdgemalen van het waterschap uit de polders gepompt. Aan de andere kant kan het, als er lange tijd geen neerslag valt, soms ook te droog worden in de polder. Zorgen voor voldoende water betekent de ene keer water wegpompen en de andere keer juist binnenlaten.

Overzicht programma Voldoende water (bedragen x e 1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Voorkomen wateroverlast 0,7 0,7 0,4 0,5

Anticiperen op watertekort 0,2 0,2 0,1 0,1

Goed functionerend watersysteem 21,6 18,8 19,0 21,5

Goed grondwaterbeheer 0,4 0,4 0,3 0,1

Doorbelastingen 3,6 3,7 3,9 3,7totaal programmalasten 26,5 23,8 23,7 25,9

De realisatie van de lasten van het programma Voldoende water wijkt € 0,1 miljoen af van de bijgesteld begrote cijfers. Procentueel is de afwijking zeer klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

programma schoon water

Waterschap Zuiderzeeland werkt aan schoon water in het gehele beheergebied. Schoon water betekent een goed watersysteem. Het watersysteem wordt als goed beoordeeld als het goed is vanuit zowel chemisch oogpunt (niet vervuild), vanuit biologisch oogpunt (goede leefomgeving) en vanuit het oogpunt van de gebruikers (belevingswaarde). De belevingswaarde is met name relevant voor het stedelijk waterbeheer.

Daarnaast zuivert Waterschap Zuiderzeeland het afvalwater uit de provincie in vijf afvalwater-zuiveringsinstallaties (AWZI´s). Dit afvalwater wordt merendeels aangevoerd via de gemeentelijke riolering. Na zuivering in de AWZI´s wordt het teruggebracht naar het oppervlaktewater. Waterschap Zuiderzeeland stelt strenge vergunningseisen aan bedrijven die afvalwater willen lozen. Ook worden er maatregelen genomen ten behoeve van het verbeteren van de kwaliteit van het oppervlaktewater.

Overzicht programma Schoon water (bedragen x e 1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Goede structuurdiversiteit 0,3 0,4 0,4 0,3

Goede waterkwaliteit 4,3 4,3 4,5 5,3

Goed omgaan met afvalwater 23,2 23,5 22,8 24,0

Doorbelastingen 4,6 4,6 4,9 3,4totaal programmalasten 32,5 32,8 32,6 33,0

De realisatie van de lasten van het programma Schoon water wijkt € 0,2 miljoen af van de bijgesteld begrote cijfers. Procentueel is de afwijking zeer klein.

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 84: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d84

algemene dekkIngsmIddelen

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft de omslagen en de zuiveringsheffing. De omslagen zijn ter financiering van de watersysteemtaak, de zuiverings-heffing ter financiering van de zuiveringstaak.

Overzicht algemene dekkingsmiddelen (bedragen x e 1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Programma Veiligheid 7,5 7,5 7,2 7,0Programma Voldoende water 26,6 23,8 23,7 25,9Programma Schoon water 32,5 32,8 32,6 33,0totaal programmalasten 66,6 64,1 63,5 65,9

Belastingopbrengsten 66,6 66,6 66,2 71,3te verdelen resultaat ­ 2,5 2,7 5,4

Het totaal van de programmalasten wijkt slechts € 0,6 miljoen af van de bijgesteld begrote lasten. Deze afwijking is procentueel slechts één procent.

De gerealiseerde belastingopbrengst is € 0,5 miljoen lager dan de bijgestelde begrote belasting-opbrengst. In paragraaf 9.2.3 onderdeel Waterschapsbelastingen wordt uitgebreid ingegaan op de belangrijkste oorzaak van dit verschil.

9.4 exploitatierekening naar kostendrager

algemeen

In deze paragraaf is de realisatie van de begroting naar de wettelijke kostendragers opgenomen. Voor een analyse van het resultaat wordt verwezen naar de voorgaande paragrafen. Voor wat betreft de systematiek van kostentoerekening wordt verwezen naar de vorige paragraaf.

watersysteemtaak

De watersysteemtaak omvat de taken van het waterschap op het gebied van het waterkeringsbeheer, het waterkwantiteitsbeheer en het kwaliteitsbeheer van oppervlaktewateren, voor zover die activiteiten niet vallen onder het transporteren en/of behandelen van afvalwater.

Overzicht kostendrager watersysteem (bedragen x e 1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Netto lasten 39,6 36,9 38,0 41,2

Belastingopbrengsten 39,6 39,6 39,2 43,0exploitatieresultaat ­ 2,7 1,2 1,8

Onttrekking aan bestemmingsreserves - - 1,1 1,5te verdelen resultaat ­ 2,7 2,3 3,3

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 85: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 85

zuIverIngstaak

De zuiveringstaak omvat het transporteren en/of behandelen van afvalwater.

Overzicht kostendrager zuiveren (bedragen x e 1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Netto lasten 27,0 27,2 26,7 26,9Belastingopbrengsten 27,0 27,0 27,0 28,3exploitatieresultaat ­ ­ 0,2 0,3 1,4

Onttrekking aan bestemmingsreserves - - 0,1 0,7te verdelen resultaat ­ ­ 0,2 0,4 2,1

Een uitgebreide analyse van het resultaat wordt gegeven in paragraaf 9.2.

Page 86: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d86

10 overige gegevens

10.1. gebeurtenissen na balansdatum

Er zijn geen belangrijke gebeurtenissen te melden na balansdatum die van invloed kunnen zijn op het vermogen van het Waterschap dan wel het resultaat over het boekjaar.

10.2. controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Aan de Algemene Vergadering van Waterschap Zuiderzeeland te Lelystad

verklarIng betreffende de jaarrekenIng

Wij hebben de in de jaarstukken in hoofdstuk 8, 9 en 11 opgenomen jaarrekening 2012 van Waterschap Zuiderzeeland te Lelystad gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de exploitatierekeningen naar kosten- en opbrengstsoorten, naar programma’s en naar kostendragers over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.

verantwoordelIjkheId van het college van dIjkgraaf en heemraden

Het college van Dijkgraaf en Heemraden van Waterschap Zuiderzeeland is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het in Nederland geldende Waterschapsbesluit. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving waaronder verordeningen van het waterschap zelf.Het college van Dijkgraaf en Heemraden is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.

verantwoordelIjkheId van de accountant

Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en het door het waterschap opgestelde controleprotocol. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijking van materieel belang bevat.Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.

Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld

Page 87: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 87

daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het waterschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het college van Dijkgraaf en Heemraden van het waterschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Deze financiële rechtmatigheidscriteria zijn vastgesteld met het normenkader door de algemene vergadering in november 2010.De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 5.2, lid 7 Waterschapsbesluit is deze goedkeuringstolerantie op 25 september 2012 door de Algemene Vergadering vastgesteld.Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.

oordeel betreffende de jaarrekenIng

Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Waterschap Zuiderzeeland een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit.Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met relevante wet- en regelgeving waaronder de verordeningen van het waterschap zelf.

verklarIng betreffende overIge bIj of krachtens de wet gestelde eIsen

Ingevolge artikel 109, lid 3 onder d Waterschapswet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.

Arnhem, 7 mei 2013Deloitte Accountants B.V.

Was getekend: M.C.J.M. Bekker RA

Page 88: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d88

Page 89: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 89

11 financiële bijlagenIn dit hoofdstuk zijn de bijlagen bij de financiële jaarverantwoording opgenomen. Achtereenvolgens vindt u de volgende bijlagen:

• Exploitatierekening naar BBP beleidsveld• Staat van immateriële vaste activa• Staat van materiële vaste activa• Staat van reserves• Staat van voorzieningen• Staat van vaste schulden• Staat van personeelslasten

11.1 exploitatierekening naar beleidsveld

algemeen

In deze paragraaf is de realisatie van de begroting naar beleidsvelden opgenomen. De gerealiseerde bedragen worden per beleidsproduct in beeld gebracht conform de door de Unie van Waterschappen opgestelde BBP-structuur. Voor een analyse van het resultaat wordt verwezen naar paragraaf 9.2.

Overzicht exploitatie naar beleidsveld (bedragen x e 1.000.000)

omschrIjvIng

prImItIeve begrotIng

2012

bIjgestelde begrotIng

2012realIsatIe

2012realIsatIe

2011

Planvorming 3,9 4,1 4,4 3,4Aanleg en onderhoud waterkeringen 5,8 5,7 6,0 5,9Inrichting en onderhoud watersystemen 24,2 21,3 21,4 23,8Bouw en exploitatie zuiveringstechnische werken

22,0 22,1 21,7 22,6

Vergunningverlening en handhaving keur

0,2 0,2 0,2 0,7

Beheersing van lozingen 2,6 2,7 2,5 3,3Grondwaterbeheer 0,2 0,2 0,1 -Heffing en invordering 3,9 3,9 3,4 3,3Bestuur en communicatie 3,8 3,8 3,8 2,9netto lasten 66,6 64,1 63,5 65,9Belastingopbrengsten 66,6 66,6 66,2 71,3te verdelen resultaat ­ 2,5 2,7 5,4

11.2 staat van immateriële vaste activa

(Bedragen x e 1.000)

wer

ken

In

ex

plo

Ita

tIe

aa

nsc

ha

fwa

ar

de

tota

al

afs

ch

rIj

vIn

g

bo

ekw

aa

rd

e p

er 0

1­0

1

ov

erb

oek

Ing

on

der

ha

den

wer

k

wa

ar

dev

erm

Ind

erIn

gen

afs

ch

rIj

vIn

gen

per

b

oek

jaa

r

aa

nsc

ha

fpr

Ijs

tota

al

afs

ch

rIj

vIn

g

bo

ekw

aa

rd

e p

er 3

1­1

2

toeg

erek

end

e r

ente

tota

al

ka

pIt

aa

lla

ste

n

Software 2.514 1.687 827 51 - 354 2.565 2.041 525 30 384

Page 90: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d90

11.3 staat van materiële vaste activa

(Bedragen x e 1.000)

w

erk

en I

n e

xp

loIt

atI

e

aa

nsc

ha

fwa

ar

de

tota

al

afs

ch

rIj

vIn

g

bo

ekw

aa

rd

e p

er 0

1­0

1

ov

erb

oek

Ing

on

der

ha

den

wer

k

wa

ar

dev

erm

Ind

erIn

gen

afs

ch

rIj

vIn

gen

per

b

oek

jaa

r

aa

nsc

ha

fpr

Ijs

tota

al

afs

ch

rIj

vIn

g

bo

ekw

aa

rd

e p

er 3

1­1

2

toeg

erek

end

e r

ente

tota

al

ka

pIt

aa

lla

ste

n

algemeenKantoren en centrale werkplaatsen 10.690 4.101 6.589 185 422 10.874 4.523 6.351 239 661

Bedrijfs middelen 518 386 132 56 518 442 76 5 61

Hardware 937 188 749 96 225 1.032 413 620 239 252

water keringen

Water keringen 5.326 1.011 4.316 249 194 5.575 1.205 4.370 157 351

gemalen, kunstwerken en water gangen

Gemalen 24.700 6.954 17.746 547 1.236 25.247 8.190 17.057 644 1.880

Onder bemaling 568 202 366 4.719 - 246 192 4.969 322 4.647 13 205

Kunstwerken 7.636 1.602 6.034 454 308 8.090 1.910 6.180 219 527

Waterlopen 4.032 1.056 2.976 71 98 4.103 1.154 2.949 108 206

zuiverings­technische werken

AWZI 98.922 40.252 58.669 680 3.975 99.602 44.227 55.375 2.128 6.103

Slibontwatering-installaties 10.184 8.721 1.463 106 394 10.290 9.115 1.174 53 447

Rioolgemalen 13.882 4.980 8.902 1.298 731 15.180 5.712 9.469 323 1.054

Persleidingen 18.697 13.683 5.015 480 18.697 14.163 4.534 182 662

IBA 6.931 724 6.207 - 58 229 6.874 953 5.921 225 454

Verbeteringswerken 356 77 279 19 356 96 260 10 29

Sanering waterbodems 1.285 228 1.057 64 1.285 292 993 38 103

Wateraanvoer 3.850 891 2.959 124 3.850 1.014 2.836 107 231

totaal (exclusief onder­handen werk)

208.515 85.056 123.459 8.347 ­246 8.748 216.544 93.732 122.812 4.478 13.226

Page 91: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 91

11.4 staat van reserves

(Bedragen x e 1.000)o

msc

hr

Ijv

Ing

sta

nd

p

er 0

1­0

1

Inte

rn

e r

ente

ov

erIg

e

ver

mee

rd

erIn

­g

en

tra

nsIt

Ie

res

erv

es

Inte

rn

e v

erm

Ind

erIn

g

exte

rn

e v

erm

Ind

erIn

g

sta

nd

p

er 3

1­1

2

risico reserve per taak

Watersysteemtaak 4.848 - - 1.092 - - 5.940

Zuiveringstaak 2.300 - - 1.680 - - 3.960

algemene reserve

Watersysteemtaak 12.566 - - - 10.592 - - 1.974

Zuiveringstaak 6.011 - - - 2.660 - - 3.351

tariefegalisatie reserve

Watersysteemtaak (basis deel) - - - 1.500 - - 1.500

Zuiveringstaak (basis deel) - - - 1.000 - - 1.000

Watersysteemtaak (flexibel deel) - - - 8.000 - - 8.000

Zuiveringstaak (flexibel deel) - - - - - - ­

bestemmingsreserves

Baggeren Almere 1.262 - - - 447 - 815

Stedelijk water 2.762 - - - 498 - 2.264

Duurzame oevers 1.021 - - - - - 1.021

Belastingsamenwerking 248 - - - 248 - ­

Vervanging pompen 139 - - - - - 139

nog te bestemmen resultaat 2012 - - 2.697 - - - 2.697

totaal 31.157 ­ 2.697 ­ 1.193 ­ 32.661

In het bovenstaande overzicht is de voorgestelde resultaatbestemming van het jaar 2012 nog niet verwerkt.

Page 92: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d92

11.5 staat van voorzieningen

Bedragen x e 1.000)o

msc

hr

Ijv

Ing

sta

nd

p

er 0

1­0

1

Inte

rn

e r

ente

ov

erIg

e

ver

mee

rd

erIn

­g

en

Inte

rn

e v

erm

Ind

erIn

g

exte

rn

e v

erm

Ind

erIn

g

sta

nd

p

er 3

1­1

2

arbeidsgerelateerde verplichtingen

Pensioenen (voormalige) bestuurders 1.320 38 113 - 56 1.415

Wachtgeld voormalige bestuurders 115 1 - 17 46 53

Personele reorganisatie 737 33 597 - 149 1.218

Kwaliteitsslag personeelsbeheer 115 - - 23 92 ­

baggeren en saneren van waterlopen

Baggeren 473 - 2.206 - 1.809 870

overige onderhoudswerk zaamheden

Groot onderhoud 416 - - - 323 93

totaal 3.176 72 2.916 40 2.475 3.649

De voorziening dubieuze debiteuren is opgenomen als minpost onder de rubriek debiteuren en maakt geen onderdeel uit van deze staat.

Page 93: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 93

11.6 staat van vaste schulden

(Bedragen x e 1.000)g

eld

gev

er

ren

tep

erc

enta

ge

Ing

an

gsd

atu

m

res

ter

end

e lo

op

tIjd

In

ja

ren

sc

hu

ld p

er

01

­01

ver

mee

rd

erIn

gen

ver

mIn

der

Ing

en

sc

hu

ld p

er3

1­1

2

afl

ossIn

gs­

ver

plI

ch

tIn

g

vo

lgen

d

bo

ekja

ar

ren

tela

ste

n

bo

ekja

ar

NWB 100.11938 8,480 18-02-1992 0 227 - 227 - - 3

NWB 100.12352 6,950 23-02-1993 1 408 - 204 204 204 16

NWB 100.12858 6,650 12-01-1994 7 1.210 - 151 1.059 151 71

NWB 100.12859 6,650 12-01-1994 7 1.210 - 151 1.059 151 71

NWB 100.13736 7,320 25-10-1995 8 1.089 - 121 968 121 78

NWB 100.13737 7,320 25-10-1995 8 953 - 106 847 106 68

NWB 100.14029 7,250 26-06-1996 9 2.420 - 242 2.178 242 166

NWB 100.14235 6,550 10-10-1996 9 2.420 - 242 2.178 242 155

NWB 100.14780 6,300 10-10-1997 10 832 - 76 756 76 51

NWB 100.14798 6,070 20-10-1997 10 1.997 - 182 1.815 182 119

NWB 100.15603 4,820 14-12-1998 11 6.534 - 545 5.990 545 314

NWB 100.15818 4,700 24-03-1999 12 2.360 - 182 2.178 182 104

NWB 100.20318 5,950 14-04-2000 8 5.718 - 635 5.082 635 313

NWB 100.21610 4,510 01-11-2001 4 1.513 - 303 1.210 303 66

NWB 100.23988 3,200 19–09-2005 8 3.000 - 333 2.667 333 93

NWB 100.24264 3,668 13-02-2006 9 3.333 - 333 3.000 333 111

NWB 100.24704 3,995 13-12-2006 9 4.000 - 400 3.600 400 159

NWB 100.24761 4,300 24-01-2007 15 4.000 - 250 3.750 250 162

NWB 100.25429 4,420 22-01-2008 16 5.100 - 300 4.800 300 213

NWB 100.26019 4,720 11-12-2008 6 7.000 - 1.000 6.000 1.000 328

NWB 100.26057 4,260 06-02-2009 7 8.000 - 1.000 7.000 1.000 302

NWB 100.26442 3,300 18-12-2009 7 8.000 - 1.000 7.000 1.000 263

NWB 100.27092 3,410 31-01-2011 8 5.000 - 500 4.500 500 155Waterschap Groot Salland 6,300 01-01-2000 3 2.811 - 703 2.108 703 133

ASN 123927 3,770 26-01-2012 14 - 7.000 - 7.000 - 246totaal vaste schulden 79.136 7.000 9.185 76.951 8.958 3.760

Page 94: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

wat e r s c h a p z u i d e r z e e l a n d94

11.7 staat van personeelslasten

(Aantallen in fte, bedragen x e 1.000.000)sec

tor

beg

ro

te

for

ma

tIe

20

12

ger

ealI

see

rd

e fo

rm

atI

e 2

01

2

ger

ealI

see

rd

e fo

rm

atI

e 2

01

1

beg

ro

tep

erso

nee

lsla

ste

n

20

12

ger

ealI

see

rd

e p

erso

nee

lsla

ste

n

20

12

ger

ealI

see

rd

e p

erso

nee

lsla

ste

n

20

11

Directie en stafafdelingen 30,9 28,7 25,9 2,4 2,5 2,4

Sector Watersystemen 93,5 86,3 89,3 6,2 6,5 6,4

Sector Waterketen 75,4 71,9 73,4 5,3 5,6 5,3

Sector Middelen & Organisatie 57,2 48,8 51,2 4,5 4,5 4,0

Bestuur Nvt Nvt Nvt 0,5 0,5 0,5

totaal 257,0 235,7 239,8 18,9 19,6 18,6

De bezettingsgraad (werkelijke bezetting ten opzichte van de begrote formatie) bedroeg in 2012 gemiddeld 92%. Op een groot deel van deze vacatureruimte wordt tijdelijk ingehuurd, mede door de vacaturestop als gevolg van de reorganisatie. In de gerealiseerde personeelslasten zijn de kosten van dit tijdelijk personeel meegenomen.

Page 95: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

j a a r v e r s l a g 2 0 1 2 95

Page 96: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

colofon

redactIe

Waterschap Zuiderzeeland

ontwerp en opmaak

Simons en Boom

fotografIe

Aatjan RendersWaterschap Zuiderzeeland

waterschap zuIderzeeland

Lindelaan 20Postbus 2298200 AE Lelystadtelefoon (0320) 274 [email protected]

Page 97: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012
Page 98: Beleidsjaarverslag en Jaarrekening 2012

Postbus 229 - 8200 AE LelystadLindelaan 20 - 8224 KT Lelystad

T (0320) 274 911 F (0320) 247 919

[email protected]