Beleid en regelingen klachtenbehandeling · Als in de voorfase het niet lukt het ongenoegen naar...
Transcript of Beleid en regelingen klachtenbehandeling · Als in de voorfase het niet lukt het ongenoegen naar...
BELEID EN REGELINGEN
KLACHTENBEHANDELING GRAAFSCHAP COLLEGE
1 JULI 2019
1
Inhoudsopgave
1. Inleiding .................................................................................................................. 2
1.1. Schematisch overzicht van de vigerende regelingen ................................................... 3
2. Omgaan met klachten ............................................................................................... 4
2.1. Achtergrond van het beleid ..................................................................................... 4
2.2. Beleid klachtenbehandeling .................................................................................... 4
3. Regelingen ............................................................................................................. 10
3.1. Algemene klachtenregeling ................................................................................... 10
3.2. Reglement Commissie van beroep voor de examens ................................................ 14
3.3. Regeling geschillencommissie ............................................................................... 18
3.4. Regeling vertrouwenspersonen.............................................................................. 20
3.5. Klokkenluidersregeling ......................................................................................... 24
4. Uitvoering van het beleid ......................................................................................... 27
4.1. Wat te doen bij een klacht, bezwaar, beroep of geschil? ........................................... 27
4.2. Indienen van klachten .......................................................................................... 28
4.3. Ondersteuning uitvoering beleid ............................................................................ 29
5. Bijlagen ................................................................................................................. 31
5.1. Schematisch overzicht afhandeling mogelijke klachten ............................................. 31
5.2. Contactgegevens ................................................................................................. 32
5.3. Namen en contactgegevens vertrouwenspersonen ................................................... 33
5.4. Leden klachtencommissie per juli 2019 .................................................................. 34
5.5. Gehanteerde begrippen ........................................................................................ 35
5.6. Lijst met afkortingen ............................................................................................ 41
5.7. Relevante instellingen en websites ......................................................................... 42
2
1. Inleiding
Het Graafschap College heeft beleid voor de afhandeling van klachten, bezwaren, beroepsprocedures
en/of geschillen van zowel studenten als medewerkers. Er is onderscheid tussen beleid, regelingen,
uitvoering en de communicatie omtrent bovenstaande naar de verschillende doelgroepen.
Het beleid gaat ervan uit dat betrokkenen eerst zelf het ongenoegen proberen op te lossen. Ook
wordt ervan uitgegaan dat de verantwoordelijk leidinggevende wordt betrokken. De
vertrouwenspersoon van de opleiding of sector kan helpen het ongenoegen tot een oplossing te
brengen. Indien dit alles niet tot het gewenste resultaat heeft geleid kan een formele klacht of
bezwaar, beroep of geschil schriftelijk worden ingediend. De regelingen zijn ervoor om de uiting van
een ontstaan ongenoegen in goede banen te leiden. Wanneer een klacht of bezwaar, beroep of
geschil niet tot tevredenheid wordt afgehandeld, kan deze bij de onafhankelijke klachtencommissie
van het Graafschap College worden behandeld. Ook zijn er mogelijkheden om een klacht extern
aanhangig te maken via de landelijke geschillencommissie.
De behandeling van een klacht of bezwaar, een beroep of geschil vormt een onderdeel van de dialoog
die het Graafschap College voert met haar belanghebbenden. Waar mensen samenwerken gaan bij
tijd en wijle zaken fout en ontstaat ongenoegen. Dat is jammer. Als na een ongenoegen een klacht
of bezwaar, beroep of geschil formeel wordt ingediend is dat reden om deze met zorg te behandelen
vanuit de visie dat een klacht een gratis advies is en reden om te reflecteren en de vraag te stellen
wat geleerd kan worden van de casus. Indien noodzakelijk zullen daarna verbeteringen doorgevoerd
worden.
De Governance Code BVE1 formuleert criteria voor regelingen met belanghebbenden. In het kort
komen die criteria erop neer dat een klacht of bezwaar, beroep of geschil effectief en eenvoudig
aanhangig gemaakt moet kunnen worden en dat de regelingen openbaar en toegankelijk dienen te
zijn. Er moet daarom in het voortraject aandacht zijn voor toegankelijkheid van de regeling en voor
openbaarheid. Na afloop van een procedure zijn er eisen met betrekking tot verantwoording en
toetsing.
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de inhoud en achtergronden van het beleid. In hoofdstuk 3 zijn
de verschillende regelingen opgenomen. De medezeggenschapsorganen hebben met de regelingen
ingestemd. In hoofdstuk 4 wordt de uitvoering van het beleid, de regelingen en de communicatie
naar de belanghebbenden uitgewerkt. De bijlagen in hoofdstuk 5 bevatten onder andere een lijst
van namen van vertrouwenspersoon, gehanteerde begrippen en een overzicht van relevante externe
adressen. Waar in de teksten de mannelijke vorm wordt gehanteerd, is bedoeld m/v.
1 Branchecode goed bestuur in het mbo. MBO Raad, 2014, herzien per 01-01-2019
3
1.1. Schematisch overzicht van de vigerende regelingen
Naam van de regeling Werkingsgebied Doelgroep Procedure
1 Algemene
klachtenregeling
Alle klachten,
bezwaren, beroepen,
geschillen of
misstanden die niet
onder een meer
specifieke regeling
van het Graafschap
college vallen.
Een ieder die
daarbij
rechtstreeks
belang heeft.
Via Topdesk (TIMO)2
2 Reglement commissie
van beroep voor de
examens
Een ieder die
meent dat hij
door een
beslissing van de
examencommissie
rechtstreeks in
zijn belang is
getroffen
Via Topdesk
3 Regeling interne
geschillencommissie
Medewerkers Via Topdesk
4 Regeling
vertrouwenspersonen
Studenten en
medewerkers
Via Topdesk
5 Klokkenluidersregeling Medewerkers Via Topdesk
2 TIMO (=onderdeel van Topdesk) is de digitale applicatie waarin klachten gemeld, geregistreerd en gevolgd
worden in het proces van afhandelen.
4
2. Omgaan met klachten
2.1. Achtergrond van het beleid
Vanaf 1 augustus 2017 is het klachtrecht voor het mbo van kracht.3 Het klachtrecht is wettelijk
verankerd in artikel 7.4.8a van de Wet educatie en beroepsonderwijs (Web). De bepalingen over de
klachtenbehandeling in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn leidend voor de
klachtenbehandeling in het mbo.4
Sinds 2014 is de Branchecode goed bestuur5 in het mbo van kracht. Deze is in januari 2019
vernieuwd. Hierin is ook de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur opgenomen om te
zorgen voor transparante klachtenregelingen, zowel voor ‘externe belanghebbenden’ (bedrijven of
instanties buiten de school), als voor ‘interne belanghebbenden’ (personeel, studenten/ouders).
Deze verantwoordelijkheid is één van de lidmaatschapseisen voor aansluiting van een mbo-school
bij de MBO Raad. Het is daarmee een verplichting waar de school aan moet voldoen.
2.2. Beleid klachtenbehandeling
2.2.1. Voorkomen van klachtenprocedures
Goed onderwijs voor onze studenten staat centraal. Een prettig werkklimaat voor alle betrokkenen
is daarvoor een belangrijke voorwaarde.
Het beleid van het Graafschap College ten aanzien van klachten is gericht op het voorkomen ervan.
Soms ontstaat er desondanks toch ongenoegen.
Elke concrete uiting van ongenoegen aangaande het Graafschap College kan resulteren in een
algemene klacht, een klacht over (seksuele) intimidatie, discriminatie, extremisme, agressie of
geweld, een incident, een geschil met de werkgever, het indienen van een beroep of een melding
van een misstand. Om dit in goede banen te leiden bestaan er verschillende regelingen.
Formele procedures zijn vaak onbevredigend en moeten daarom zoveel mogelijk worden
voorkomen. Dat kan door:
− het verzorgen van goed onderwijs;
− het creëren van een prettig werkklimaat voor studenten en medewerkers;
− het formuleren van integer gedrag en de controle op de uitvoering daarvan (integriteitscode);
− regelmatig contact tussen studenten en of ouders en docenten over schoolaangelegenheden;
− regelmatig contact van medewerkers met hun leidinggevende;
− regelmatig contact met externe belanghebbenden, zoals overheden, bedrijven en instellingen;
3 Service document mbo raad:
https://www.mboraad.nl/sites/default/files/publications/servicedocument_klachtenbehandeling_in_het_mbo.pdf 4 Art. 7.4.8a WEB 5 https://www.mboraad.nl/sites/default/files/documents/branchecode_goed_bestuur_mbo.pdf
5
− openheid en transparantie over alle zaken die voor een student of medewerker van belang zijn;
− een goede relatie op te bouwen met studenten en of ouders en medewerkers, want studenten
en medewerkers zijn naast belanghebbenden ook contractpartners. Dat leidt over en weer tot
rechten en plichten;
− het samen proberen oplossen van het ongenoegen of probleem;
− indien mogelijk bemiddelen voordat een formele procedure wordt gestart.
2.2.2. Uitgangspunten voor klachtenbehandeling
Eerst moeten betrokkenen zelf het probleem met elkaar proberen op te lossen of in samenspraak
met de verantwoordelijk leidinggevende en of een vertrouwenspersoon.
Als het ongenoegen door de betrokkenen niet naar tevredenheid is of kan worden opgelost bestaat
de mogelijkheid een formele klacht of bezwaar of een beroep in te dienen of een geschil aanhangig
te maken.
Een klacht of bezwaar, een geschil, een beroep of een melding van een misstand kan gericht zijn
tegen (het besluit van) een persoon die werkzaam is bij het Graafschap College. Een klacht kan een
(staf)dienst van het Graafschap College betreffen of het Graafschap College als rechtspersoon.
Een formele klacht of bezwaar, een beroep of een geschil kan digitaal gemeld worden via de website
van het Graafschap College of via het digitale meldpunt op de portalen van studenten en
medewerkers.
Belanghebbenden kunnen zich laten ondersteunen bij het proces van de klachtenbehandeling.
Studenten en of medewerkers die menen slachtoffer te zijn van (seksuele) intimidatie, discriminatie,
extremisme, agressie of geweld, kunnen hulp zoeken bij een vertrouwenspersoon van de opleiding
of sector. Indien gewenst of noodzakelijk kunnen vertrouwenspersonen ook behulpzaam zijn bij het
indienen van een klacht. Naast deze ondersteuningsmogelijkheid kan een leidinggevende en/of een
andere medewerker een klager ondersteunen.
Op elke formeel ingediende klacht of bezwaar, beroep of geschil volgt een ontvangstbevestiging en
een eerste reactie binnen vijf schooldagen. De eerste reactie op het ongenoegen bevat een indicatie
hoe de zaak behandeld zal worden, indien de klacht of bezwaar, beroep of geschil ontvankelijk is.
De klacht is ontvankelijk als het klachtenformulier volledig is ingevuld, de voorfase om met de direct
betrokkenen tot een oplossing te komen is doorlopen en de klager niet tevreden is over de uitkomst
ervan. De klager of melder dient een rechtstreeks belang te hebben bij het indienen van de klacht,
het beroep of het geschil. Klachten over de examinering worden in eerste instantie gericht aan de
examencommissies en behandeld door de examencommissies.
De behandeling van alle klachten of bezwaren, beroepen en geschillen wordt gedocumenteerd.
Hierbij worden de regels van de privacybescherming in acht genomen.
6
In het jaarverslag van het Graafschap College staat een overzicht van ingediende klachten,
bezwaren, beroepen en geschillen en de wijze waarop deze zijn afgehandeld. Daarnaast is er ten
behoeve van de Klachtencommissie van het Graafschap College een overzicht van geanonimiseerde
vertrouwensaangelegenheden.
Van de bij de examencommissies ingediende klachten of bezwaren en de afhandeling ervan wordt
tevens in het jaarlijkse examenverslag van de onderwijssectoren melding gemaakt.
Intern worden de behandelde zaken geëvalueerd en waar nodig worden consequenties getrokken of
verbeteringen doorgevoerd.
De wijze waarop procedures zijn afgehandeld wordt jaarlijks geëvalueerd door het college van
bestuur met de onafhankelijke klachtencommissie van het Graafschap College.
2.2.3. Fasen en termijnen
In het beleid wordt het onderscheid gemaakt in de voorfase voorafgaand aan de behandeling van
een formele klacht of bezwaar, beroep of geschil en de fase van de behandeling en afhandeling.
Voorfase
Voordat een formele klacht of bezwaar, beroep of geschil wordt ingediend, moet alles worden gedaan
om er samen uit te komen. Allereerst betreft het de klager en de beklaagde. Als zij er samen niet
uitkomen kan de studieloopbaanbegeleider en of opleidingsmanager of direct leidinggevende
proberen het ongenoegen op te lossen.
Fase van behandeling en afhandeling
Als in de voorfase het niet lukt het ongenoegen naar tevredenheid weg te nemen kan een formele
procedure worden gestart. Vertrouwenspersonen voor studenten en of medewerkers kunnen in deze
fase een belangrijke ondersteunende rol vervullen. In bijzondere gevallen is een externe
vertrouwenspersoon voor medewerkers beschikbaar.
Formeel ingediende klachten of bezwaren worden behandeld in de sector waar de klacht is ontstaan.
De betrokken directeur vervult in eerste instantie een bemiddelende rol6. Daartoe zal hij informatie
uit het dossier bestuderen en mogelijk adviezen inwinnen en aanvullende informatie vragen. In alle
gevallen wordt ervan uit gegaan dat een klacht door de directeur van de sector kan worden opgelost.
De procedure mag maximaal 30 schooldagen in beslag nemen, maar kan ook sneller worden
doorlopen (afbeelding 1). Het college van bestuur treedt op, indien van toepassing, als
sparringpartner van de sectordirecteur. De sectordirecteur informeert het college van bestuur over
zijn voorgenomen besluit ten aanzien van een klacht.
6 Indien de directeur zelf partij is bij de klacht of het bezwaar, neemt het college van bestuur het hele proces
rond de klacht of het bezwaar over. De klachtprocedure over leden van het college van bestuur staat toegelicht in het bestuursreglement van het Graafschap College.
7
In bijzondere gevallen kan de procedure worden verlengd. De klager en de aangeklaagde worden
hierover geïnformeerd. De sectordirecteur en college van bestuur kunnen in onderling overleg
bepalen of het gewenst is de interne klachtencommissie te benaderden voor een advies. De fase van
behandeling wordt afgesloten met de informatie aan de betrokkenen over het besluit. Conform de
Algemene Wet Bestuursrecht mag de verlengde procedure maximaal 10 weken (50 schooldagen)
duren. (afbeelding 2)7.
FASEN EN TERMIJNEN KLACHTENBEHANDELING
Voorfase Indienen en centrale
registratie en behandeling
klacht
Verlengde
procedure
Besluit Afhandeling
Ontv
angstb
evestigin
g
Pla
n v
an a
anpak,
info
rmatie o
ver
wijze v
an b
ehandele
n
Indie
n n
odig
conta
ct
dir
ecte
ur
en
college v
an b
estu
ur
voor
bem
iddeling
Verlenging
om formele
klacht op te
lossen, of
verlenging
voor advies
van de
klachten-
commissie
Besluit
door de
directeur
Informatie
sectordirecteur aan
het college van
bestuur over het
voorgenomen
besluit.
Informatie aan de
betrokkene(n) over
het besluit
Auto
matisch
gegenere
erd
Bin
nen 5
schoold
agen
Bin
nen 1
5
schoold
agen n
a
indie
nin
g
20 schooldagen 20 school-
dagen
5
schooldage
n
5 schooldagen
Afbeelding 1: Fasen en termijnen klachtenbehandeling
Formele klachten of bezwaren over examinering worden ingediend bij de examencommissie.
In geval betrokkene in beroep wil gaan tegen een beslissing van een examencommissie neemt de
commissie van beroep voor de examens de beslissing, binnen 20 schooldagen na indiening van het
beroep. Voor de interne geschillencommissie gelden afwijkende termijnen.
7 Art. 9:11 Awb
8
Beide procedures worden hieronder schematisch weergegeven in afbeelding 2.
FASEN INDIENING EN TERMIJNEN BEHANDELING BEROEP OF GESCHIL
Voorfase Indiening8 Behandeling
beroep of geschil
Besluit Afhandeling
Bero
ep
Geschil
Geschil
Verlenging om
formele klacht op
te lossen, of
Verlenging voor
advies van de
klachtencom-
missie
Besluit door
de het college
van bestuur
over het
advies van de
klachtencom-
missie
Informatie aan
de
betrokkenen
over het
besluit
Bin
nen 1
0 s
choold
agen n
a e
en
beslu
it v
an d
e
exam
encom
mis
sie
Bin
nen 1
0 s
choold
agen n
a e
en
beslu
it o
ver
toepassin
g v
an d
e
cao
Bin
nen 2
0 s
choold
agen n
a e
en
beslu
it o
ver
een p
ers
onele
aangele
genheid
zoals
functiew
aard
eri
ng
20 schooldagen 20 schooldagen 5 schooldagen 5 schooldagen
Afbeelding 2: Fasen indiening en termijnen behandeling beroep of geschil
2.2.4. Onafhankelijke klachtencommissie
Het college van bestuur benoemt de onafhankelijke klachtencommissie van het Graafschap College.
Afhankelijk van het onderwerp van het ongenoegen treden leden van de commissie op in
deelcommissies als:
− commissie voor algemene klachten en vertrouwensaangelegenheden;
− commissie van beroep voor de examens voor studenten;
− geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals
functiewaardering
− klokkenluiderscommissie
8 CAO mbo 2018 – 2020 art. 12.3 en 12.4
9
De commissies bestaan uit een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter, twee leden en twee
plaatsvervangende leden. (zie hoofdstuk 3.1, Algemene Klachtenregeling).
De commissies geven advies aan het college van bestuur bij algemene klachten, bij klachten
over(seksuele) intimidatie, discriminatie, extremisme, agressie of geweld, en bij geschillen over de
toepassing van de cao of de functiewaardering van medewerkers en in bijzondere gevallen een
advies aan het college van bestuur en of de raad van toezicht als klokkenluiderscommissie.
2.2.5. Bijzonderheden
Conform de cao mbo kunnen medewerkers de voorzitter van de klachtencommissie benaderen voor
geschillen over de toepassing van de cao en of andere personeelsaangelegenheden, zoals
functiewaardering. (zie hoofdstuk 3.3)9
In bijzondere gevallen kan de klachtencommissie in de functie van klokkenluiderscommissie
rechtstreeks benaderd worden. (zie hoofdstuk 3.5, Klokkenluidersregeling, artikel 4).
De procedures van algemene klachten, van een beroep of van een geschil verschillen. (zie bijlage
5.1) De procedures moeten aansluiten bij de termijnen van maximaal 10 (werk)weken uit de Wet
Algemeen Bestuursrecht. (zie afbeeldingen 1 en 2 Fasen en termijnen).
9 CAO mbo 2018 – 2020 art. 12.3 en 12.4
10
3. Regelingen
3.1. Algemene klachtenregeling
Artikel 1 Wie kan een klacht indienen?
Eenieder die daarbij rechtstreeks belang heeft, kan een formele klacht10 indienen bij het Graafschap
College. Dit kan bijvoorbeeld zijn een medewerker, een student of een wettelijk vertegenwoordiger
van een student, maar ook een externe belanghebbende zoals een bedrijf of maatschappelijke
organisatie, of een buurtgenoot.
Artikel 2 Aard van een algemene klacht
Onder de algemene klachten vallen die klachten, die niet op een andere wijze, volgens een andere
bij het Graafschap College geldende regeling11, beslecht kunnen worden. Bij klachten over (seksuele)
intimidatie, discriminatie, agressie of geweld kan de hulp van een vertrouwenspersoon worden
ingeroepen.
Artikel 3 Indiening van de klacht of bezwaar, beroep of geschil
Een formele klacht of bezwaar wordt digitaal gemeld via de knop/link op de website of de interne
portalen (zie ook hoofdstuk 4.2). De klacht moet zo concreet mogelijk geformuleerd zijn.
De klacht is ontvankelijk als de melding volledig is ingevuld en de voorfase om met de direct
betrokkenen tot een oplossing te komen is doorlopen.
Artikel 4 Bemiddeling
Formele klachten worden behandeld in de sector waar de klacht is ontstaan. Daartoe zal de
sectordirecteur informatie uit het dossier bestuderen en mogelijk adviezen inwinnen en aanvullende
informatie vragen. De directeur probeert te bemiddelen bij een klacht en hoort indien noodzakelijk
de betrokkenen. Indien noodzakelijk treedt het college van bestuur op. Binnen dertig schooldagen
wordt de appellant geïnformeerd over de uitspraak van de directeur. Indien een verlengde procedure
nodig geacht wordt, wordt de appellant hier z.s.m. van in kennis gesteld. De procedure kan met
maximaal 20 schooldagen verlengd worden. Het college van bestuur bepaalt of het gewenst is de
onafhankelijke klachtencommissie te benaderen voor advies dan wel om deze te vragen om de klacht
in behandeling te nemen. Dit neemt niet weg dat ook de klager initiatief kan nemen om de
onafhankelijke klachtencommissie zelf te benaderen.
10 Waar in de algemene klachtenregeling wordt gesproken over een klacht of bezwaar wordt bedoeld een
klacht, een beroep, een geschil of een misstand. 11 Zie hoofdstuk 3.2 Commissie van beroep voor de examens
Zie hoofdstuk 3.3 Regeling vertrouwenspersonen Zie hoofdstuk 3.4 Geschillen cao en functiewaardering Zie hoofdstuk 3.5 Klokkenluidersregeling
11
Artikel 5 De klachtencommissie
1. Het college van bestuur stelt een onafhankelijke klachtencommissie in.
2. De klachtencommissie bestaat uit tenminste zeven leden.
3. Drie leden zijn rechtstreeks benoemd door het college van bestuur.
4. Twee leden zijn benoemd door het college van bestuur op voordracht van de Ondernemingsraad.
5. Twee leden zijn benoemd door het college van bestuur in overleg met de Studentenraad.
6. Afhankelijk van de aard van de klacht treden leden van de klachtencommissie op in
deelcommissies.
7. De klachtencommissie kent vier deelcommissies:
a. de algemene klachtencommissie; voor algemene klachten en vertrouwenszaken
b. de commissie van beroep voor de examens;
c. de geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele
aangelegenheid zoals functiewaardering;
d. de klokkenluiderscommissie.
8. Iedere deelcommissie heeft een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter, twee leden en
twee plaatsvervangende leden.
9. De leden van de commissie doen gezamenlijk een voordracht aan het college van bestuur voor
een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter.
10. Het college van bestuur kan een ambtelijk secretaris benoemen ter ondersteuning van de
klachtencommissie.
Artikel 6 Zittingsduur van de leden
1. Het college van bestuur benoemt, schorst of ontslaat de leden van de klachtencommissie.
2. De leden van de klachtencommissie worden benoemd voor een periode van vier jaar. Deze
termijn kan tweemaal met vier jaar verlengd worden.
3. De klachtencommissie stelt een rooster van aftreden vast.
Artikel 7 Deskundigheid van leden van de klachtencommissie
1. Bij de benoeming van leden van de klachtencommissie wordt in het bijzonder gelet op de
specifieke deskundigheid van ieder lid, in relatie tot de aard van de klachten die behandeld
worden.
2. De leden van de klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding. Deze verplichting duurt
voort bij beëindiging van het lidmaatschap van de klachtencommissie.
12
Artikel 8 Taken en verantwoordelijkheden van de klachtencommissie
1. De klachtencommissie of deelcommissies van de klachtencommissie brengen een advies uit aan
het college van bestuur over aangelegenheden die zijn voorgelegd aan de klachtencommissie of
deelcommissies van de klachtencommissie. De commissie van beroep voor de examens neemt
een besluit over een beroepszaak.
2. De klachtencommissie brengt jaarlijks schriftelijk verslag van haar activiteiten uit aan het college
van bestuur, die daarover de raad van toezicht, de ondernemingsraad en de studentenraad
informeert.
Artikel 9 Werkwijze deelcommissies
1. De voorzitter van de klachtencommissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin een
klager en de aangeklaagde tijdens een niet-openbare bijeenkomst worden gehoord. De
hoorzitting vindt plaats in de verlengde procedure, die start twintig schooldagen na dagtekening
van de klacht.
2. De voorzitter draagt zorg dat een voltallige deelcommissie van drie leden, waaronder een
voorzitter, aanwezig is.
3. Bij behandeling van de klacht hebben zoveel mogelijk die leden zitting in de commissie, die
specifieke deskundigheid bezitten in relatie tot de te behandelen klacht.
4. Wanneer bij de voorzitter of een lid van de deelcommissie mogelijk sprake is van
belangenverstrengeling, ziet deze af van behandeling van een klacht en treedt een
plaatsvervanger op.
5. De aangeklaagde wordt voorafgaande aan een hoorzitting door het college van bestuur
schriftelijk op de hoogte gesteld van de inhoud van de klacht.
6. De klager en de aangeklaagde worden in principe in aanwezigheid van elkaar gehoord, tenzij de
deelcommissie, al dan niet op verzoek van de klager of de aangeklaagde, anders bepaalt.
7. De deelcommissie kan bepalen, al dan niet op verzoek van de klager of de aangeklaagde, dat
derden bij het verhoor aanwezig zijn.
8. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klager heeft verklaard geen gebruik
te willen maken van het recht te worden gehoord.
9. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag bevat:
a. de namen en de functie van de aanwezigen;
b. een zakelijke weergave van het besprokene.
10. Het verslag van de zitting wordt ondertekend door de voorzitter en de ambtelijk secretaris.
13
Artikel 10 Uitspraak deelcommissie
1. De deelcommissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het advies.
2. De deelcommissie rapporteert haar bevindingen schriftelijk aan het college van bestuur en indien
van toepassing aan de voorzitter van de examencommissie of de voorzitter van de raad van
toezicht nadat de hoorzitting heeft plaatsgevonden. De hoorzitting en de bevindingen van de
deelcommissie dienen te zijn afgerond binnen twintig schooldagen.
3. De deelcommissie geeft in haar advies of besluit een gemotiveerd oordeel over het al dan niet
gegrond zijn van de klacht en deelt dit oordeel schriftelijk mee aan de klager en de aangeklaagde
en het college van bestuur en indien van toepassing de examencommissie.
4. De deelcommissie kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de door het college van
bestuur te treffen maatregelen.
Artikel 11 Besluitvorming door college van bestuur
1. Binnen tien werkdagen na ontvangst van het advies van de deelcommissie deelt het college van
bestuur schriftelijk en gemotiveerd aan klager, aangeklaagde en de deelcommissie mee welke
beslissing genomen wordt.
2. Deze mededeling gaat vergezeld van het advies van de klachtencommissie.
Artikel 12 Rehabilitatie
Het college van bestuur kan passende maatregelen nemen om een medewerker van het Graafschap
College te rehabiliteren jegens wie door een klager valse beschuldigingen zijn geuit. Het
rehabilitatietraject wordt in overleg met de valselijk beschuldigde vastgesteld.
Artikel 13 Facilitering van de klachtencommissie
1. Het college van bestuur is verantwoordelijk voor de facilitering van de klachtencommissie met
betrekking tot vergaderstukken, vergaderruimte en secretariële ondersteuning.
2. De klachtencommissie heeft de beschikking over alle informatie uit het voortraject van een
klacht en kan desgewenst in overleg met het college van bestuur derden inschakelen.
3. Op de werkzaamheden van de leden van de klachtencommissie is een door het college van
bestuur vast te stellen onkostenvergoeding van toepassing.
4. De kosten van de klachtencommissie komen voor rekening van het college van bestuur.
Artikel 14 Externe klachtencommissie
Het Graafschap College is aangesloten bij de Stichting Onderwijsgeschillen in Utrecht. (de LKC) Deze
externe klachtencommissie biedt de mogelijkheid zich te wenden tot een extern orgaan. Als een
klacht wordt ingediend bij de LKC wordt in overleg met partijen eerst bekeken of de klacht ook op
school in behandeling kan worden genomen. Een formele klachtbehandeling via een procedure bij
de LKC kan zo voorkomen worden.
14
Artikel 15 Vaststelling en wijziging reglement
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 8 oktober 2013 en aan herziene
wet- en regelgeving aangepast per 15 juli 2019.
2. Het reglement is gepubliceerd op de website en de portalen van het Graafschap College.
3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen.
4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen.
3.2. Reglement Commissie van beroep voor de examens
Artikel 1 Wie kan een beroep indienen?
Diegene die van mening is dat hij door de beslissing van een examencommissie rechtstreeks in zijn
belang is getroffen, omdat:
1. de examinering niet conform de vooraf gestelde regels heeft plaatsgevonden, hieronder ten
minste te verstaan de regels van het deelnemers- studentenstatuut, de
Onderwijsovereenkomst, Praktijkovereenkomst, het Onderwijs- en Examenreglement;
2. de behandeling tijdens het examen onzorgvuldig of onredelijk te achten is;
3. het examen heeft plaatsgevonden onder omstandigheden die belemmerend te achten zijn.
Artikel 2 Indiening beroepsschrift, termijn en inhoud
1. Het beroep bij de commissie van beroep wordt door middel van een met redenen omkleed
beroepsschrift ingesteld binnen tien schooldagen, nadat de examencommissie/ directeur van de
onderwijssector zijn beslissing kenbaar heeft gemaakt aan de appellant. Dit beroepsschrift kan
worden ingediend via het studentenportaal van het Graafschap College.
2. De ambtelijk secretaris van de commissie van beroep stelt de appellant in kennis van eventueel
door hem gepleegde verzuimen bij het ingediende beroepsschrift en nodigt hem uit deze binnen
een door de voorzitter te stellen termijn te herstellen. Ingeval de appellant niet binnen de termijn
de door hem gepleegde verzuimen heeft hersteld, wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Artikel 3 Commissie van beroep voor de examens
1. Het college van bestuur stelt een Commissie van beroep voor de examens in voor alle
opleidingen van het Graafschap College.
2. De commissie van beroep voor de examens oordeelt over beslissingen van een
examencommissie jegens examenkandidaten.
3. De commissie van beroep voor de examens handelt volgens de richtlijnen van dit reglement en
de algemene klachtenregeling.
15
Artikel 4 Samenstelling van de commissie
1. De commissie van beroep is een deelcommissie van de klachtencommissie en bestaat uit twee
gewone leden en twee plaatsvervangende leden, een voorzitter en een plaatsvervangend
voorzitter.
2. De leden en de plaatsvervangende leden maken geen deel uit van het college van bestuur, van
de inspectie of van een examencommissie of examinatoren zoals bedoeld in artikel 1
Eindexamenbesluit VO.12
Artikel 5 Taken en verantwoordelijkheden
1. De commissie van beroep is verantwoordelijk voor het behandelen van het beroep dat door de
deelnemer wordt ingebracht.
2. De termijn voor het indienen van een beroepsschrift bedraagt tien schooldagen. De termijn start
de dag volgend op de dag waarop de maatregel of beslissing is bekend gemaakt.
3. Het nemen van een beslissing, uiterlijk twintig schooldagen na indiening van het beroep.
4. Het schriftelijk op de hoogte stellen van de deelnemer en het informeren van de betreffende
examencommissie en of docent, het college van bestuur en eventueel het bedrijf of de
organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt, en de Inspectie van het Onderwijs.
Artikel 6 Werkwijze commissie van beroep
1. De commissie van beroep oordeelt over beslissingen van de examencommissie jegens
examenkandidaten betreffende de examinering.
2. De commissie van beroep stelt een onderzoek in alvorens te beslissen.
3. Indien het de voorzitter is gebleken, dat het beroep niet is voorafgegaan door een in de
desbetreffende onderwijs- en examenregeling voorgeschreven bezwarenprocedure bij de
desbetreffende examencommissie, verklaart hij het beroep niet-ontvankelijk.
4. Met de in lid 1 bedoelde beslissingen wordt een weigering om te beslissen gelijkgesteld. Indien
een beslissing op een bezwaar niet binnen een termijn van ten hoogste: twintig schooldagen is
genomen, wordt dit gelijkgesteld met een weigering om te beslissen. In dit geval kan het beroep
wel ontvankelijk worden verklaard.
5. De commissie van beroep kan de examencommissie inlichtingen vragen die de commissie van
beroep voor de uitvoering van haar taak nodig acht. De examencommissie kan, binnen tien
schooldagen na ontvangst van het door de commissie van beroep toegezonden beroepsschrift
en de daarbij behorende afschriften, een verweerschrift aan de commissie doen toekomen.
6. Na ontvangst van het verweerschrift zendt de ambtelijk secretaris van de commissie van beroep
onverwijld een exemplaar daarvan, vergezeld met de daarbij behorende afschriften, aan de
appellant.
12 https://wetten.overheid.nl/BWBR0004593/2019-01-01#HoofdstukI_Artikel1
16
7. Indien de commissie van beroep zulks ter beslissing van de zaak nodig oordeelt, stelt zij de
betrokken examenkandidaat in de gelegenheid om te worden gehoord en hoort zij leden van de
betrokken examencommissie dan wel de betrokken examinatoren.
8. De commissie van beroep is gerechtigd om getuigen en deskundigen op te roepen en te horen.
9. De voorzitter bepaalt de plaats, de dag en het uur waarop de zaak zal worden behandeld en
roept beide partijen op om te zitting aanwezig te zijn, rekening houdend met de termijnen zoals
die zijn genoemd in artikel 8 van dit reglement.
10. Met instemming van de commissie van beroep en partijen kan de behandeling van het beroep
ook schriftelijk geschieden.
11. De appellant kan zich in overleg met de commissie van beroep laten bijstaan door een
raadsman/-vrouw.
Artikel 7 Voorlopige voorziening
1. Als het beroep is ingesteld kan de voorzitter op verzoek van appellant een voorlopige voorziening
treffen indien onverwijlde spoed is vereist, gelet op de betrokken belangen.
2. Na ontvangst van een verzoek, als bedoeld in het eerste lid, bepaalt de voorzitter zo spoedig
mogelijk de plaats en het tijdstip waarop de behandeling van het verzoek zal plaatsvinden. Aan
partijen wordt daarvan tijdig schriftelijk mededeling gedaan.
3. De voorzitter bepaalt wanneer de voorlopige voorziening vervalt. De voorlopige voorziening
vervalt in ieder geval zodra het beroep is ingetrokken of de commissie van beroep een uitspraak
heeft gedaan in de hoofdzaak, tenzij bij de uitspraak een later tijdstip is bepaald.
Artikel 8 Uitspraak van de commissie
1. Binnen uiterlijk twintig schooldagen na ontvangst van het beroepsschrift doet de commissie van
beroep uitspraak over het beroepsschrift.
2. Deze uitspraak wordt met redenen omkleed en door de voorzitter uiterlijk 10 schooldagen na de
uitspraak schriftelijk bekend gemaakt aan:
a. de student/appellant;
b. ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is;
c. de examencommissie/ directeur van de sector;
d. het college van bestuur;
e. indien van toepassing het bedrijf of de organisatie die de beroepspraktijkvorming
verzorgt;
f. de Inspectie van het Onderwijs.
17
3. Indien de commissie van beroep het ingestelde beroep gegrond acht vernietigt de commissie
het genomen besluit van de examencommissie. In dit geval kan de commissie van beroep
bepalen:
a. dat het examen, of enig onderdeel daarvan, opnieuw wordt afgenomen onder de door
de commissie van beroep te bepalen voorwaarden;
b. dat de examencommissie opnieuw een beslissing neemt;
c. dat de examencommissie alsnog een beslissing neemt.
4. De examencommissie, van wie de beslissing is vernietigd, voert het besluit van de commissie
van beroep uit.
5. De commissie van beroep kan daarvoor in haar uitspraak een termijn stellen.
Artikel 9 Herziening
1. Herziening van een uitspraak van de commissie van beroep kan op verzoek van elk van beide
partijen plaatsvinden op grond van nader gebleken feiten of omstandigheden, die indien deze
eerder bekend waren geweest en tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2. Ingeval van een verzoek tot herziening, als bedoeld in lid 1, is het in artikel 8 bepaalde van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 10 Vaststelling en wijziging reglement
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 8 oktober 2013 en aan herziene
wet- en regelgeving aangepast per juli 2019.
2. De regeling wordt gepubliceerd op de website en de portalen van het Graafschap College.
3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen.
4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen.
18
3.3. Regeling geschillencommissie
Artikel 1 Begripsbepaling
De geschillencommissie13 geeft advies aan het college van bestuur over een geschil tussen een
medewerker en het college van bestuur over de toepassing van de cao14 of een andere personele
aangelegenheid zoals bijvoorbeeld functiewaardering15. De commissie is een deelcommissie van de
onafhankelijke klachtencommissie van het Graafschap College.
Artikel 2 Wie kan een geschil indienen?
Een medewerker kan een geschil bij de geschillencommissie aanhangig maken door indiening van
een bezwaarschrift. Indienen van een bezwaarschrift kan via het medewerkersportaal.
Artikel 3 Indienen bezwaarschrift
1. Indien het geschil een schriftelijk aan de medewerker bekend gemaakt besluit van het college
van bestuur over toepassing van de cao betreft, maakt de medewerker het geschil aanhangig
binnen tien schooldagen nadat het besluit hem bekend is gemaakt.
2. Indien het geschil een schriftelijk aan de medewerker bekend gemaakt besluit van het college
van bestuur over een andere personele aangelegenheid betreft, maakt de medewerker het
geschil aanhangig binnen twintig schooldagen nadat het besluit hem bekend is gemaakt.
3. De interne geschillencommissie zendt een afschrift van het bezwaarschrift onverwijld naar het
college van bestuur.
4. De voorzitter van de interne geschillencommissie verklaart het bezwaarschrift niet ontvankelijk
als het niet is gemotiveerd, als niet alles is gedaan om tot een oplossing van het ongenoegen te
komen dan wel wanneer de bezwaartermijn niet in acht is genomen, of als het geschil niet
specifiek de medewerker betreft.
5. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen opschortende werking
Artikel 4 Instelling en samenstelling van de interne geschillencommissie
1. Het college van bestuur stelt een interne geschillencommissie voor toepassing van de cao of een
andere personele aangelegenheid zoals functiewaardering in.
2. De interne geschillencommissie is een deelcommissie van de klachtencommissie.
13 Het Graafschap College is ook aangesloten bij de Landelijke Bezwarencommissie functiewaardering PO, VO
en MBO en de Commissie van beroep mbo van de Stichting Onderwijsgeschillen in Utrecht. 14 Artikel 12.3 CAO mbo 2018-2020 15 Artikel 12.4 CAO mbo 2018-2020
19
Artikel 5 Taak en bevoegdheden van de interne geschillencommissie
1. De interne geschillencommissie neemt kennis van geschillen tussen een medewerker en het
college van bestuur over de toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid,
zoals functiewaardering.
2. De interne geschillencommissie toetst of het college van bestuur, bij afweging van de belangen
die in het geding zijn, in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen.
3. De interne geschillencommissie formuleert een advies voor het college van bestuur over het
geschil met de medewerker.
Artikel 6 Werkwijze van de geschillencommissie
1. De interne geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele
aangelegenheid zoals functiewaardering behandelt het geschil mondeling en hoort de
medewerker en het college van bestuur gezamenlijk.
2. De interne geschillencommissie brengt binnen twintig schooldagen een niet-bindend advies uit
aan het college van bestuur en zendt een afschrift daarvan aan de medewerker.
3. Het college van bestuur neemt binnen 10 schooldagen na ontvangst van het advies een nieuw
besluit en informeert betrokkenen.
Artikel 7 Vaststelling en wijziging reglement
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 8 oktober 2013 en aan herziene
wet- en regelgeving aangepast per juli 2019.
2. De regeling wordt gepubliceerd op website en portalen van het Graafschap College.
3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen.
4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen
20
3.4. Regeling vertrouwenspersonen
Artikel 1 Bijzondere bepalingen
1. Het Graafschap College wil een actieve bijdrage leveren aan de doelen op het gebied van sociale
veiligheid door zich met name te richten op preventie ‘aan de voorkant’, d.w.z. het uitdragen
van dit beleid in dagelijks gedrag en in het onderwijsproces.
2. De regeling vertrouwenspersonen bevat bijzondere bepalingen bij de behandeling van klachten
over (seksuele) intimidatie, discriminatie, extremisme, agressie of geweld.
Artikel 2 Aanstelling vertrouwenspersoon
1. Studenten of medewerkers die zich gekwetst voelen door agressie, ongewenste intimiteit of
seksuele intimidatie van medestudenten of medewerkers kunnen zich wenden tot één van de
vertrouwenspersonen. Door het Graafschap College wordt ten behoeve van de studenten
tenminste één vertrouwenspersoon per sector aangesteld, ten behoeve van medewerkers
worden tenminste twee onafhankelijke vertrouwenspersonen aangesteld.
2. Het college van bestuur benoemt, schorst en ontslaat de vertrouwenspersonen. De benoemingen
vinden plaats op voorstel van de sectordirecteuren.
Artikel 3 Taak en bevoegdheden vertrouwenspersoon
1. De vertrouwenspersoon draagt er zorg voor dat het voor ieder kenbaar is hoe en wanneer hij
bereikbaar is. Hij draagt zorg voor deze bekendheid en zichtbaarheid onder
eindverantwoordelijkheid van de sectordirecteur.
2. De vertrouwenspersoon houdt zich op de hoogte van (landelijke) ontwikkelingen op het gebied
van (seksuele) intimidatie, discriminatie, extremisme, agressie of geweld.
3. De vertrouwenspersoon houdt gestructureerd de meldingen bij, onderzoekt bij iedere melding
of deze naar behoren is opgelost.
4. De vertrouwenspersoon rapporteert jaarlijks aan het college van bestuur over zijn
werkzaamheden. Hij meldt hoeveel en zich hebben voorgedaan en van welke aard deze waren,
zodat zij maatregelen kunnen nemen om klachten bij de bron aan te pakken. Het college van
bestuur doet verslag van de werkzaamheden van de vertrouwenspersonen in het geïntegreerd
jaardocument (jaarverslag).
5. De vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het college van bestuur te
nemen besluiten.
21
Artikel 4 Behandeling van vertrouwensaangelegenheden door de
vertrouwenspersoon
1. Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen formele klachten bereiken, kan
hij deze ter kennis brengen van de sectordirecteur.
2. Om tot een oplossing van de gesignaleerde problemen te komen ondersteunt en begeleidt de
vertrouwenspersoon de (potentiële) klager bij het verwerven van inzicht in de ontstane situatie,
in de eigen situatie, bij het hanteren van de ontstane situatie en bij bemiddeling, die afhankelijk
is van de ernst van de (potentiële) klacht.
3. Voordat de klager (digitaal) een klacht volgens de klachtenprocedure indient, zorgt de
vertrouwenspersoon ervoor dat de klager de consequentie hiervan kent en verzekert hij zich
ervan dat de klager van de klachtenprocedure op de hoogte is.
4. De vertrouwenspersoon kan na overleg met de klager een andere vertrouwenspersoon of
deskundige consulteren met inachtneming van geheimhouding van persoonlijke gegevens.
5. In het geval dat bemiddeling tussen klager en aangeklaagde niet slaagt, begeleidt en
ondersteunt de vertrouwenspersoon de klager desgewenst bij het indienen van een klacht of
bezwaar.
6. Indien nodig verwijst de vertrouwenspersoon de klager naar hulpverlening buiten de school en
wijst de vertrouwenspersoon de klager op het bestaan van het ‘Meldpunt
Vertrouwensinspecteurs’ en de interne en externe klachtenprocedure van het Graafschap
College.
7. De vertrouwenspersoon maakt van elk gesprek en het indienen van een klacht een aantekening.
Van behandelde klachten houdt de vertrouwenspersoon een klachtendossier bij dat alleen voor
hem toegankelijk is. Het dossier met klachten dat afgehandeld is, wordt vernietigd indien dat
naar redelijkheid verantwoord is.
8. Bij redelijk vermoeden van een strafbaar feit conform het Wetboek van Strafrecht wijst de
vertrouwenspersoon de klager op de mogelijkheid van strafrechtelijke stappen en begeleidt deze
de klager desgewenst in geval van het doen van aangifte. De vertrouwenspersoon meldt het
vermoeden onverwijld aan de sectordirecteur en het college van bestuur.
Artikel 5 Meldplicht en aangifteplicht
1. Indien de sectordirecteur en of het college van bestuur informatie verkrijgen over een
(zeden)delict dat door een medewerker of een student van het Graafschap College is gepleegd,
wordt dit in onderling overleg gemeld aan de vertrouwensinspecteur van de Onderwijsinspectie.
2. Voor strafbare vormen van seksuele intimidatie en seksueel misbruik geldt voor de medewerkers
een meldplicht bij de sectordirecteur of het college van bestuur. Voor het college van bestuur
geldt een wettelijke aangifteplicht indien de deelnemer beneden de achttien jaar is. Waarnemen
van strafbare vormen van seksuele intimidatie en seksueel misbruik en niet ingrijpen kunnen
als plichtsverzuim worden beschouwd zoals vermeld in artikel 2.8 van de CAO mbo 2018-2020.
22
Op grond van plichtsverzuim kunnen disciplinaire maatregelen worden genomen en kan zelfs
ontslag worden aangezegd16.
3. Indien de sectordirecteur en of het college van bestuur in onderling overleg aangifte doen bij
politie of justitie, worden beschuldigden en (wettelijke vertegenwoordigers van) het slachtoffer
hiervan vooraf op de hoogte gesteld.
Artikel 6 Geheimhouding
1. De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in
acht.
2. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in zijn hoedanigheid
als vertrouwenspersoon verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als
vertrouwenspersoon heeft beëindigd.
3. De plicht van de vertrouwenspersoon tot geheimhouding geldt niet met betrekking tot relevante
informatie ten opzichte van de klachtencommissie, het college van bestuur, de klager en
aangeklaagde en eventueel artsen, politie en justitie, indien een klacht formeel is ingediend
volgens de klachtenprocedure.
4. Een ieder, betrokken bij het Graafschap College, die ingevolge de Regeling Vertrouwenspersonen
op de hoogte is gebracht van feiten dan wel in het bezit is gekomen van schriftelijke stukken
met betrekking tot een klacht is verplicht tot geheimhouding van deze feiten en stukken
tegenover derden, behoudens het bepaalde in artikel 4.4 van deze regeling.
5. Het schenden van de geheimhoudingsplicht17 wordt voor een medewerker aangemerkt als
plichtsverzuim in de zin van artikel 2.8 van de CAO mbo 2018-2020.
6. Het schenden van de geheimhoudingsplicht wordt voor een student aangemerkt als een
overtreding van de orde- en gedragsregels zoals opgenomen in het studentenstatuut18.
Artikel 7 Voorlichting
1. Het Graafschap College wil door middel van gerichte voorlichting duidelijk maken dat (seksuele)
intimidatie, discriminatie, pesten, extremisme, agressie of geweld, binnen de instelling niet
worden geaccepteerd, mondeling, noch schriftelijk, noch via email- of internetfaciliteiten. Daar
waar nodig, zal training worden gegeven aan medewerkers en aandacht worden geschonken
aan de betreffende onderwerpen tijdens de lessen aan studenten.
2. In het ICT-reglement voor studenten en medewerkers wordt expliciet aandacht geschonken aan
het tegengaan van (seksuele) intimidatie, discriminatie, pesten, extremisme, agressie of geweld
middels sociale media.
16 Artikel 2.8 CAO mbo 2018-2020 17 Artikel 10.4 CAO mbo 2018-2020 18 Studiegids bijlage 1: Studentenstatuut artikel 16 orde- en gedragsregels
23
Artikel 8 Facilitering van de vertrouwenspersoon
1. De functie vertrouwenspersoon wordt gezien als een specifieke taak. De belasting wordt
geregeld in het formatiebeleid, waarin is opgenomen dat per vertrouwenspersoon (studenten en
medewerkers) minimaal 40 klokuren per jaar worden toegekend.
2. De sectordirecteur geeft bekendheid aan het bestaan van de vertrouwenspersonen binnen het
Graafschap College, zodat bij iedere student en medewerker bekend is wie de
vertrouwenspersoon is voor de sector dan wel het Graafschap College en welke procedures
gelden.
3. De vertrouwenspersonen worden voor hun taak voldoende opgeleid en volgen tenminste
eenmaal per twee jaar een bij- nascholing op dit gebied.
4. De preventiemedewerker van het Graafschap College draagt zorg voor de continuïteit van de
uitvoering van de taken van de vertrouwenspersoon, zoals onder meer het (laten) organiseren
van na- of bijscholing en de jaarlijkse rapportage over vertrouwensaangelegenheden.
Artikel 9 Vaststelling en wijziging reglement
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 8 oktober 2013 en aan herziene
wet- en regelgeving aangepast per juli 2019.
2. De regeling wordt gepubliceerd op de website en de portalen van het Graafschap College.
3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen.
4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen.
3.4.1. Addendum Regeling vertrouwenspersonen
Taak en rol externe vertrouwenspersoon
De externe vertrouwenspersoon fungeert als coach / sparringpartner voor de interne
vertrouwenspersoon en coacht hen in complexe vraagstukken van medewerkers.
De externe vertrouwenspersoon verleent op doorverwijzing van de interne vertrouwenspersoon
opvang, begeleiding en zo nodig coaching van medewerkers met een klacht over ongewenste
omgangsvormen en bij integriteitkwesties. Hij analyseert de situatie in samenspraak met betrokken
medewerker en bepaalt welke stappen genomen worden. Hij verwijst zo nodig door naar personen
of instellingen binnen of buiten de eigen organisatie; werksituatie en omstandigheden. Hij geeft
signalen door aan de verantwoordelijke leidinggevenden met waarborg van de anonimiteit en de
integriteit van de betrokkene. Hij adviseert en doet voorstellen ter verbetering van de werksituatie.
De externe vertrouwenspersoon bevordert zo nodig in samenwerking met de interne
vertrouwenspersonen, het team Personeelsdienstverlening en de bedrijfsarts onderzoek naar
oorzaken en achtergrond van de problematiek.
De externe vertrouwenspersoon rapporteert jaarlijks aan het college van bestuur en de OR.
24
3.5. Klokkenluidersregeling
Artikel 1 Doel van de regeling
Het Graafschap College hanteert een klokkenluidersregeling, omdat het een transparante organisatie
wil zijn, waarin zorgvuldig wordt gehandeld.
Klokkenluiden kan voor een werknemer grote gevolgen hebben; het zet de relatie met de werkgever
ernstig onder druk. Dit brengt het risico met zich mee van benadeling en in het ergste geval ontslag.
Daarom heeft de werknemer in zijn rol als klokkenluider bijzondere bescherming nodig.
Artikel 2 Begripsbepaling
In deze regeling wordt verstaan onder:
• klokkenluiden: het door een werknemer bekend maken van een vermoeden van een misstand
die plaats vindt onder verantwoordelijkheid van het Graafschap College en waarbij een
maatschappelijk belang in het geding is;
• voorzitter raad van toezicht: persoon die op grond van deze regeling, naast de direct
leidinggevende, is aangewezen om melding door een klokkenluider vast te kunnen leggen en de
procedure in gang te kunnen zetten.
• klokkenluidercommissie: de onafhankelijke commissie die door het college van bestuur van het
Graafschap College is ingesteld om een melding te onderzoeken. De klokkenluidercommissie is
samengesteld uit personen die geen belang hebben bij het Graafschap College of bij aan het
Graafschap College gelieerde rechtspersonen of natuurlijke personen en wordt gevormd door
leden van de klachtencommissie van het Graafschap College, zoals vastgelegd in artikel 5, lid 4
van de algemene klachtenregeling van het Graafschap College;
• klokkenluider: de werknemer die zich met een vermoeden van een misstand richt tot
leidinggevende, voorzitter raad van toezicht of klokkenluidercommissie;
• klokkenluidersregeling: regeling omtrent het omgaan met het vermoeden van een misstand;
• vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd vermoeden met betrekking
tot het Graafschap College omtrent:
o een (dreigend) strafbaar feit
o een (dreigende) schending van wet- en/of regelgeving
o een (dreiging van) bewust onjuist informeren van een publiek orgaan
o (dreiging van) het bewust achterhouden, vernietigen of manipuleren van informatie
omtrent deze feiten
o een gevaar voor volksgezondheid, veiligheid of het milieu.
25
Artikel 3 Standaardprocedure interne melding
1. Tenzij er sprake is van een uitzonderingstoestand zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 van deze
regeling, meldt de werknemer een vermoeden van een misstand bij zijn direct leidinggevende,
of, indien hij melding bij zijn direct leidinggevende niet wenselijk acht, bij diens leidinggevende
of bij de voorzitter raad van toezicht19.
2. De leidinggevende of de voorzitter raad van toezicht legt de melding schriftelijk vast met
vermelding van de datum waarop de melding gedaan is en laat de vastlegging voor akkoord
tekenen door de klokkenluider, die een afschrift van de melding ontvangt.
3. De leidinggevende of de voorzitter raad van toezicht stelt na de melding van een vermoeden
van een misstand onverwijld de voorzitter van het college van bestuur op de hoogte.
4. De klokkenluider kan verzoeken zijn identiteit niet bekend te maken. De leidinggevende of
voorzitter raad van toezicht moet dit verzoek inwilligen.
5. De klokkenluider en degene aan wie gemeld is, behandelen de melding vertrouwelijk. Zonder
toestemming van de voorzitter van het college van bestuur wordt geen informatie verschaft aan
derden. Bij verschaffen van informatie wordt de anonimiteit van de werknemer gewaarborgd.
6. Na de melding van een vermoeden van een misstand wordt onder verantwoordelijkheid van het
college van bestuur een onderzoek ingesteld.
7. Binnen een periode van zes weken wordt aan de klokkenluider of, indien deze anoniem wenst te
blijven, aan de leidinggevende of de voorzitter raad van toezicht, schriftelijk het standpunt van
het college van bestuur meegedeeld omtrent het gemeld vermoeden van een misstand.
8. Indien dit standpunt niet binnen zes weken kan worden gegeven, wordt de klokkenluider hiervan
– eventueel via de leidinggevende of de voorzitter raad van toezicht – in kennis gesteld en wordt
aangegeven binnen welke termijn de klokkenluider een standpunt tegemoet kan zien.
Artikel 4 Bijzondere procedure melding bij klokkenluidercommissie
1. De klokkenluider kan het vermoeden van een misstand – via de secretaris raad van toezicht -
melden bij de klokkenluidercommissie in de volgende situaties:
• als hij het niet eens is met het standpunt van het college van bestuur, zoals vermeld in
artikel 3 lid 7;
• als hij binnen de gestelde termijn, bedoeld in artikel 3 lid 7 dan wel artikel 3 lid 8 geen
standpunt heeft ontvangen;
• als het vermoeden van een misstand een lid van het college van bestuur betreft.
2. De voorzitter van de klokkenluidercommissie legt de melding schriftelijk vast met vermelding
van de datum waarop de melding is gedaan en laat de vastlegging voor akkoord tekenen door
de klokkenluider, die daarvan een afschrift ontvangt.
19 De contactgegevens van de voorzitter raad van toezicht kunnen worden opgevraagd bij de secretaris raad van
toezicht, zie onder contactgegevens.
26
3. De klokkenluidercommissie verricht het onderzoek onafhankelijk. Klokkenluider en
klokkenluidercommissie behandelen de melding vertrouwelijk en de anonimiteit van de
klokkenluider wordt gegarandeerd.
4. Binnen een periode van vier weken brengt de klokkenluidercommissie advies uit aan het college
van bestuur. Als het vermoeden van een misstand een lid van het college van bestuur betreft,
brengt de klokkenluidercommissie advies uit aan de raad van toezicht.
5. Indien het niet mogelijk is om binnen vier weken advies uit te brengen, meldt de voorzitter van
de klokkenluidercommissie dit bij het college van bestuur, dan wel – in geval van art. 3 lid 5 -
de voorzitter raad van toezicht, onder opgave van redenen. De voorzitter van de
klokkenluidercommissie geeft daarbij tevens aan op welke termijn het advies verwacht kan
worden.
6. Binnen tien werkdagen nadat het advies is ontvangen door het college van bestuur, dan wel de
voorzitter raad van toezicht, wordt de klokkenluider door het college van bestuur, dan wel de
voorzitter raad van toezicht, op de hoogte gebracht van het standpunt van de
klokkenluidercommissie. Daarbij wordt aangegeven tot welke stappen het advies van de
klokkenluidercommissie heeft geleid dan wel zal leiden.
Artikel 5 Rapportage
In het jaarverslag van het Graafschap College wordt gerapporteerd over de zaken waarbij een beroep
is gedaan op de klokkenluidersregeling. De anonimiteit van de klokkenluider wordt in de rapportage
gewaarborgd.
Artikel 6 Slotbepaling
1. Dit reglement is vastgesteld door het college van bestuur op 9 juni 2009 en aangepast per juli
2019
2. De regeling wordt gepubliceerd op de website en de portalen van het Graafschap College.
3. Het college van bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen.
4. Na een wijziging wordt het reglement weer voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen.
De klokkenluidersregeling werkt aanvullend op overige, reeds bestaande, codes en
klachtenregelingen van het Graafschap College.
27
4. Uitvoering van het beleid
4.1. Wat te doen bij een klacht, bezwaar, beroep of geschil?
1. Probeer eerst zelf voor een oplossing te zorgen, door bijvoorbeeld te praten met de mensen
waardoor jouw klacht is ontstaan.
2. Lukt dit niet, bespreek dan de klacht met de opleidingsmanager of leidinggevende van de
opleiding of afdeling.
3. De opleidingsmanager/leidinggevende of de vertrouwenspersoon kan je helpen de klacht
schriftelijk of mondeling neer te leggen bij de juiste persoon.
4. Wanneer je niet tevreden bent met de oplossing die wordt aangedragen, kan de klacht als een
officiële klacht digitaal worden ingediend. In eerste instantie komt de klacht dan bij de
directeur van de sector.
De opleidingsmanager / leidinggevende en of de vertrouwenspersoon kan je hierbij helpen.
Wanneer het om een officieel bezwaar gaat, zijn de volgende stappen van belang:
a) Vul de digitale melding volledig in.
b) Zorg dat jezelf alle stappen hebt doorlopen alvorens een klacht of bezwaar in te dienen.
c) Verwoord de klacht, beroep of geschil zo duidelijk mogelijk.
d) Van de klacht, beroep of geschil krijg je binnen vijf school(werk)dagen een
ontvangstbevestiging met een bericht van ontvankelijkheid en een indicatie hoe de zaak
behandeld zal worden.
e) Een klacht, beroep of geschil is ontvankelijk als de stappen 1 en 2 zijn doorlopen en dit
niet heeft geleid tot een oplossing van het ongenoegen of klacht.
f) Wanneer een student zich niet kan vinden in de uitspraak van de examencommissie na
een officiële klacht over een examen, kan de student in beroep gaan bij de commissie
van beroep voor de examens.
g) De termijn voor het indienen van een beroepsschrift bedraagt tien schooldagen. De
termijn start met ingang van de dag na de dag waarop de maatregel of beslissing is
bekend gemaakt.
h) Geschillen omtrent interpretatie van de cao moeten binnen 10 dagen nadat het besluit
is genomen aanhangig worden gemaakt.
i) Geschillen omtrent andere personele zaken, zoals functiewaardering, moeten binnen 20
dagen na bekendmaking van het besluit aanhangig worden gemaakt.
j) Medewerkers kunnen conform de CAO mbo 2018-2020 de interne geschillencommissie
voor toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals
functiewaardering ook rechtstreeks benaderen.
Wil je over bovenstaande procedure verdere informatie, dan kun je je per email richten tot de
klachtenfunctionaris van het Graafschap College via [email protected].
28
Bij klachten met betrekking tot seksuele intimidatie, ongewenste intimiteiten, discriminatie,
extremisme, agressie en geweld kun je je wenden tot de vertrouwenspersoon van jouw opleiding of
sector. De vertrouwenspersoon kan je bijstaan bij het indienen van een dergelijke klacht bij de
klachtencommissie van het Graafschap College of de landelijke commissie onderwijsgeschillen of de
vertrouwensinspecteur.
4.2. Indienen van klachten
Studenten en medewerkers kunnen een klacht indienen via de website. Daar vinden ze ook de
regelingen rond het afhandelen van klachten.
https://graafschapcollege.nl/over-graafschap-college/over-de-organisatie/rechten-en-
plichten/klachten_en_bezwaren/
Dit kan ook via een knop op het medewerkersportaal of het studentenportaal.
29
4.3. Ondersteuning uitvoering beleid
4.3.1. Coördinatie en verslaglegging
De bestuurssecretaris van het Graafschap College is verantwoordelijk voor de coördinatie van de
ingediende beroepen en geschillen bij de klachtencommissie. De uitvoering daarvan is
gemandateerd naar de klachtenfunctionaris c.q. secretaris van de klachtencommissie. Deze legt een
dossier aan en stemt de werkwijze af met de voorzitter van de klachtencommissie.
Ten behoeve van de klachtencommissie wordt één keer per jaar een overzicht gemaakt van de aard
en hoeveelheid van de formeel ingediende klachten bij de sectordirecteur en de afhandeling ervan.
De gegevens worden gepubliceerd in het jaarverslag van het Graafschap College.
Jaarlijks in april controleert de bestuurssecretaris of de afstemming met andere documenten nog
klopt en of overzichten in bijlagen nog actueel zijn. De noodzakelijke actualisering van het document
wordt gepubliceerd op de website en de interne portalen.
4.3.2. Rol secretariaten bij de klachtenbehandeling
In samenspraak met het college van bestuur, de klachtenfunctionaris, de sectordirecteuren en de
medewerkers van de verschillende secretariaten wordt het beheer van de formeel ingediende
klachten, beroepen of geschillen afgestemd.
Een secretariaat legt een dossier aan van de formeel ingediende klacht. Het dossier kan worden
gebruikt door de opleidingsmanager, de sectordirecteur en het secretariaat.
4.3.3. De rol vertrouwenspersonen
Vertrouwenspersonen kunnen een rol vervullen bij de ondersteuning van een klacht, een beroep of
een geschil. De vertrouwenspersonen hebben ook een zelfstandige rol die is vastgelegd in het
regeling vertrouwenspersonen. (zie hoofdstuk 3.4). In samenspraak met de vertrouwenspersonen
zal de registratie en dossiervorming van de vertrouwenspersonen worden besproken met de
preventiemedewerker van het team personeelsondersteuning die de afstemming van de
werkzaamheden van de vertrouwenspersonen van het Graafschap College coördineert. De
werkzaamheden en registratie zullen zoveel mogelijk worden afgestemd op de uitvoering van het
klachtenbeleid.
30
4.3.4. Ondersteuning vanuit de sector bedrijfsvoering
Het team Informatiemanagement en ICT ondersteunt de secretariaten van de onderwijssectoren en
het bestuurssecretariaat met de technische infrastructuur om digitale melding van een klacht,
beroep, geschil of misstand eenvoudig mogelijk te maken.
De inrichting van een centraal ingericht digitaal dossier voor klachten, beroepen en geschillen wordt
afgestemd met de gebruikers. In samenspraak met het de sectordirectie wordt over het gebruik en
de inzage van de klachtendossiers door het college van bestuur besloten. Het privacybeleid van het
Graafschap College is daarbij richtinggevend.
Het team Marketing en Communicatie ondersteunt bij de vormgeving en de inhoud van teksten voor
de website, de portalen en de teksten van het beleid en het klachtenformulier.
31
5. Bijlagen
5.1. Schematisch overzicht afhandeling mogelijke klachten
Grondslag Wie kan
klagen
Aard van de
klacht
Indienen
via
Termijn
voor
indiening
Procedure Aard van
de
uitspraak
Bijzonderheden Meer
informatie
Algemene
klachtenregeling
Direct
betrokkene
Divers, niet
vallend
onder
andere
regelingen
TIMO Binnen een
jaar na
gedraging
of
beslissing
Binnen 30
schooldagen
met evt. 20
schooldagen
verlenging
Advies aan
cvb
Advies landelijke
klachtencommis-
sie
Hfd.
Algemene
klachtenreg
eling
Regeling
vertrouwensperson
en
Student en
medewerker
(seksuele)
intimidatie,
discriminatie
, racisme
TIMO Binnen een
jaar na
gedraging
of
beslissing
Binnen 30
schooldagen
met evt. 20
schooldagen
verlenging
Advies aan
cvb
Ook meldpunt
inspectie,
strafrechtelijke
gevolgen
mogelijk
Hfd. 3.4
regeling
vertrouwens
personen
Regeling commissie
van beroep voor de
examens
Student of
wettelijke
vertegenwo
ordiger
Besluit van
examencom
missie
TIMO Binnen 10
schooldage
n na het
besluit van
de
examenco
mmissie
Binnen 30
schooldagen
Dwingend
besluit
Hfd. 3.2
regeling
commissie
van beroep
voor de
examens
CAO hfd. 12,
beroepsrecht en
geschillenregeling
Medewerker Toepassing
CAO
TIMO Binnen 10
schooldage
n na het
schriftelijk
besluit
Binnen 20
schooldagen
Advies aan
cvb
Landelijke
commissie van
beroep
Hfd. 3.3
Hfd. 12 CAO
mbo
Functiewaardering Medewerker Functiewaar
dering of
functiebesch
rijving
TIMO Binnen 30
schooldage
n na het
schriftelijk
besluit
Binnen 20
schooldagen
Landelijke
commissie van
beroep
Hfd. 12 CAO
mbo
Klokkenluidersregel
ing
Medewerker Vermoeden
van een
misstand
TIMO Redelijke
termijn
Binnen 30
schooldagen
met evt. 20
schooldagen
verlenging
Advies aan
cvb, evt.
raad van
toezicht
Hfd. 3.5
klokkenluide
rsregeling
32
5.2. Contactgegevens
In alle gevallen wordt een klacht, beroep of geschil bij voorkeur ingediend via het daarvoor
ingerichte meldpunt in Topdesk (TIMO). Deze is te vinden op het medewerkersportaal en het
studentenportaal. Op de website is het mogelijk om via het klachtenformulier een klacht, geschil of
beroep in te dienen voor wie geen toegang heeft tot het medewerkers- of studentenportaal.
Voor andere vragen en meldingen m.b.t. het beleid en de regelingen gelden onderstaande
contactgegevens.
• De commissie van beroep voor de examens
p/a J.F. Kennedylaan 49
7001 EA Doetinchem
via email: [email protected]
t.a.v. commissie van beroep voor examens
• Interne geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere personele
aangelegenheid zoals functie waardering
p/a J.F. Kennedylaan 49
7001 EA Doetinchem
via email: [email protected]
t.a.v. interne geschillencommissie
• Klokkenluiderscommissie
Deze valt onder directe verantwoordelijkheid van de raad van toezicht en is (onder
gegarandeerde geheimhouding) bereikbaar via de secretaris van de raad van toezicht:
• (onafhankelijke) Klachtencommissie Graafschap College
p/a J.F. Kennedylaan 49
7001 EA Doetinchem
via email: [email protected]
t.a.v. secretaris klachtencommissie
Alle andere vragen over Beleid en de regelingen klachtenafhandeling kunnen worden gericht
aan de bestuurssecretaris, via email: [email protected] t.a.v. de
bestuurssecretaris.
33
5.3. Namen en contactgegevens vertrouwenspersonen
Sector ZW&S Groenlo Jinnie Bodt 088–324 1060 [email protected]
Sector ZW&S J.F. Kennedylaan Marijke Kroesen 088–324 2190 [email protected]
Sector ZW&S J.F. Kennedylaan Corrie Pijnenburg 088–324 1593 [email protected]
Sector ZW&S Sportweg Annette Rietman 088–324 2672 [email protected]
Sector E&P Julianaplein Wilma Arends 088–324 2288 [email protected]
Sector E&D Maria Montessoristraat Marcelle de Zoete 088–324 2635 [email protected]
Sector E&D J.F. Kennedylaan Paul Kuypers 088–324 2206 [email protected]
Sector E&D Ruimzichtlaan Dianca Hoitink 088–324 1432 [email protected]
Sector T&I J.F. Kennedylaan Nicole slot 088–324 2823 [email protected]
Interne vertrouwenspersonen voor medewerkers:
Sector ZW&S J.F. Kennedylaan Corrie Pijnenburg 088–324 1593 [email protected]
Sector E&D Maria Montessoristraat Marcelle de Zoete 088–324 2635 [email protected]
Sector E&D J.F. Kennedylaan Paul Kuypers 088–324 2206 [email protected]
Externe vertrouwenspersoon voor medewerkers:
Riet Jansen
Context Coaching
Koopmanslaan 12
7005 BK Doetinchem
T: 0314-332 640
34
5.4. Leden klachtencommissie per juli 2019
Naam Voordracht Deelcommissies
De heer Pinkster OR Algemene klachten personeel / vertrouwenszaken
en klokkenluiderscommissie
De heer Schuurman OR Cao en andere personele aangelegenheden,
plaatsvervangend voorzitter
Mevrouw J.A.M. Derksen CvB Cao en andere personele aangelegenheden,
voorzitter
Mevrouw M. Janssen CvB Algemene klachten studenten / vertrouwenszaken
De heer J.C.B. Bongers OR Cao en andere personele aangelegenheden
De heer P.W van Dijken SR Commissie van beroep voor de Examens
Mevrouw H. Maatman CvB Algemene klachten personeel / vertrouwenszaken
en klokkenluiderscommissie
De heer N. Zamani SR Algemene klachten studenten / vertrouwenszaken
Commissie van beroep voor de Examens
Commissielid met juridische achtergrond
Commissielid met bedrijfskundige of organisatorische achtergrond
Commissielid met HRM-achtergrond
Commissielid met onderwijskundige achtergrond
Commissielid met kennis maatschappelijke vraagstukken en vertrouwensaangelegenheden
35
5.5. Gehanteerde begrippen
In alle regelingen wordt de mannelijke vorm van een woord gebruikt. (bijvoorbeeld ‘hij’ ‘klager’)
Daarvoor is kortheidshalve gekozen. Overal waar dit gebeurt, is ook de vrouwelijke vorm bedoeld
(bijvoorbeeld ‘zij’, of ‘klaagster’).
A
Aangeklaagde Degene tegen wie een concreet geformuleerde klacht is ingediend.
AWB Algemene Wet Bestuursrecht
B Belanghebbenden
Studenten, ouders, medewerkers, bedrijven en instellingen, personen uit
de omgeving van de school, bevoegd gezag, toezichthouders en wetgever.
Beroep
Tegen de beslissing van een examencommissie wordt beroep aangetekend
door degene die van mening is dat hij door rechtstreeks in zijn belang is
getroffen door de beslissing van een examencommissie.
Betrokkenen
Betrokkenen bij de uitvoering van de klachtenregelingen, zoals
sectordirecteuren, opleidingsmanagers, vertrouwenspersonen,
secretariaten van de onderwijssectoren, het bestuurssecretariaat,
examencommissies, klachtencommissie, externe landelijke Commissie
Onderwijsgeschillen.
Bezwaar
Wat in het dagelijks taalgebruik een klacht wordt genoemd wordt in het
kader van de verschillende regelingen een bezwaar, een formele klacht,
beroep, geschil of melding van een misstand genoemd.
BVE Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie.
C
CAO De tussen partijen in de afsluitingsverklaring geldig verklaarde Collectieve
Arbeidsovereenkomst voor Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie.
College van Bestuur College van bestuur: college van bestuur van het Graafschap College als
bedoeld in artikel 9.1.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
Commissie van
Beroep voor de
Examens
De Commissie van Beroep voor de Examens als bedoeld in de artikelen
7.5.1 tot en met 7.5.4 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en artikel
5 lid 4 Eindexamenbesluit vwo – havo – mavo – vbo; De commissie is een
deelcommissie van de onafhankelijke klachtencommissie van het
Graafschap College.
36
D
Deelcommissie
Afhankelijk van de aard van het ongenoegen treden leden van de
Klachtencommissie van het Graafschap College op in deelcommissies: de
commissie voor algemene klachten en vertrouwensaangelegenheden; de
commissie van beroep voor de examens; de geschillencommissie voor
toepassing van de cao of een andere personele aangelegenheid zoals
functiewaardering; de klokkenluiderscommissie.
Dossier Van alle formeel ingediende klachten wordt een dossier aangelegd.
E
Examencommissie
Commissie die belast is met de vaststelling van de examinering en die de
taken omtrent het examenproces uitvoert.
Examenreglement In het Examenreglement staan de regels beschreven volgens welke de
afname van de examens wordt geregeld. Hierin staan de afspraken die
binnen het Graafschap College gelden met betrekking tot de examinering
en de rechten en plichten die het Graafschap College en de studenten
hieromtrent aangaan. Het wordt vastgesteld door het College van Bestuur.
G Geschil
Verschil van mening van een medewerker met de werkgever over het
besluit van het college van bestuur over toepassing van de cao of een
andere personele aangelegenheid, zoals functiewaardering.
Geschillencommissie
De (interne) geschillencommissie voor toepassing van de cao of een
andere personele aangelegenheid zoals functiewaardering geeft advies
aan het college van bestuur over een geschil tussen een medewerker en
het college van bestuur over de toepassing van de cao of een andere
personele aangelegenheid zoals bijvoorbeeld functiewaardering. De
commissie is een deelcommissie van de onafhankelijke klachtencommissie
van het Graafschap College.
Governance Code
BVE
Code ‘Goed bestuur in de bve-sector’ (2009). De code bevat afspraken en
handreikingen voor raden van toezicht, colleges van bestuur en de
horizontale dialoog.
37
Graafschap College
Rechtspersoon die vertegenwoordigd wordt door de Stichting BVE.
De Stichting BVE maakt als leidende rechtspersoon deel uit van een groep
van rechtspersonen. Het groepsverband wordt aangeduid met de naam
“Graafschap Groep”. De stichting treedt in het maatschappelijk verkeer op
onder de naam “Graafschap College”. Het Graafschap College maakt deel
uit van de Graafschap Groep.
I
ICT reglement Hierin staan de afspraken die binnen het Graafschap College gelden met
betrekking tot het gebruik van ICT en de rechten en plichten die het
Graafschap College en de studenten hieromtrent aangaan.
K
Kaderdocument
Onderwijs en
examinering
Het kaderdocument Onderwijs en Examinering is het kader voor onderwijs
en examinering waar opleidingen mee te maken hebben. Hiertoe is een
overzicht opgenomen van documenten en formats die binnen de sector
aanwezig moeten zijn en onderdeel vormen van de verantwoording van
het onderwijs en de examinering. Het kaderdocument wordt jaarlijks
vastgesteld.
Klacht
Een concreet en schriftelijk op een klachtenformulier geformuleerde uiting
van ongenoegen aangaande een handelen of nalaten van een persoon die
in relatie staat met het Graafschap College of aangaande het Graafschap
College zelf.
Klachtenformulier
Een klachtenformulier is het formulier waarop een formele klacht kan
worden ingediend. Het formulier is beschikbaar op de website en de
studenten- en medewerkersportaal van het Graafschap College.
Klachtencommissie
Onafhankelijke commissie, benoemd door het college van bestuur om
conform de algemene klachtenregeling een advies uit te brengen aan het
college van bestuur bij algemene klachten of klachten over (seksuele)
intimidatie, discriminatie, pesten, extremisme, agressie of geweld. De
commissie kan optreden als commissie van beroep voor de examens, als
interne geschillencommissie voor toepassing van de cao of een andere
personele aangelegenheid zoals functiewaardering en als
klokkenluiderscommissie.
Klachtenregeling
Algemeen
Onder de regeling algemene klachten vallen die klachten, die niet op een
andere wijze, volgens een andere bij het Graafschap College geldende
regeling, beslecht kunnen worden.
Klager Eenieder die een klacht indient en daarbij een rechtstreeks belang heeft.
38
Klokkenluiden
Het door een werknemer bekend maken van een vermoeden van een
misstand die plaatsvindt onder verantwoordelijkheid van het Graafschap
College en waarbij een maatschappelijk belang in het geding is.
Klokkenluiders-
commissie
De klokkenluidercommissie is samengesteld uit personen die geen eigen
belang hebben bij het Graafschap College of bij aan het Graafschap
College gelieerde rechtspersonen of natuurlijke personen en wordt
gevormd door leden van de klachtencommissie van het Graafschap
College, zoals vastgelegd in artikel 4 van de algemene klachtenregeling
van het Graafschap College.
Klokkenluiders-
regeling
De regeling omtrent het omgaan met het vermoeden van een misstand.
L
Landelijke
Commissie
Onderwijsgeschillen
Het Graafschap College is aangesloten bij Stichting Onderwijsgeschillen.
De Stichting fungeert als één loket voor onafhankelijke deskundige
geschilbehandeling voor het gehele onderwijs in Nederland.
M
Misstand
Vermoeden van een misstand: een op redelijke gronden gebaseerd
vermoeden met betrekking tot het Graafschap College omtrent: een
(dreigend) strafbaar feit; een (dreigende) schending van wet- en/of
regelgeving; een (dreiging van) bewust onjuist informeren van een
publiek orgaan; (dreiging van) het bewust achterhouden, vernietigen of
manipuleren van informatie omtrent deze feiten en gevaar voor
volksgezondheid, veiligheid of het milieu.
O Ondernemingsraad
(OR)
De ondernemingsraad van het Graafschap College.
Onderwijs-
overeenkomst
Het formele contract tussen onderwijsinstelling en student over
wederzijdse rechten en plichten met betrekking tot het
onderwijsprogramma.
Ongenoegen Geuite onvrede van belanghebbende over de gang van zaken binnen het
Graafschap College.
39
P
Praktijk-
overeenkomst
Het formele contract tussen onderwijsinstelling, leerbedrijf en student
over wederzijdse rechten en plichten met betrekking tot het
praktijkprogramma.
Preventie-
medewerker
Medewerker van de dienst Personeel en Organisatie van het Graafschap
College.
R
Raad van Toezicht
Raad van Toezicht van het Graafschap College als bedoeld in artikel
9.1.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
Reglement
Commissie van
Beroep voor de
Examens
Het reglement dat de werkwijze regelt van de commissie van beroep
voor de examens om een besluit te nemen aangaande een klacht
betreffende het examen. Dit reglement is van toepassing op alle
opleidingen van het Graafschap College.
Reglement
geschillen
medewerkers
Het reglement dat de werkwijze regelt van geschillen van medewerkers
met de werkgever.
S
Schooldag
Schooldag is een werkdag buiten de vakanties van studenten.
Secretariaat sector
of bestuur
Perso(o)n(en) aangesteld door het college van bestuur om onder
eindverantwoordelijkheid van de directie of college van bestuur tot
correcte afhandeling van klachten te komen. Eerste aanspreekpunt voor
formeel ingebrachte klachten en coördinatie van de afhandeling ervan.
Sectordirecteur
Directeur van de een van de vier onderwijssectoren van het Graafschap
College of van de sectoren Dienstverlening of Ontwikkeling
Stafdienst
Diverse teams binnen de sector Dienstverlening en de sector
Ontwikkeling (Onderwijs en Innovatie, Personeelsdienstverlening,
Personeelsorganisatie en -advies, Financiën en Control, Faciliteiten en
Huisvesting, Informatiemanagement en ICT, vormen stafdiensten in de
bedrijfsvoering rond het onderwijs. Medewerkers van deze teams
adviseren op hun expertisegebied.
40
Studentenraad (SR) De studentenraad van het Graafschap College. Dit is het
medezeggenschapsorgaan waarin studenten zitting hebben (op basis van
verkiezingen en naar rato van de omvang van de onderwijssector).
Studentenstatuut
Het studentenstatuut is het document waarin de rechten en plichten van
de studenten, voor zover niet in strijd met relevante wet en regelgeving
worden vermeld. Het is een middel om duidelijkheid te krijgen omtrent
de rechten en plichten van studenten. Je vindt het statuut als bijlage in
de studiegids.
V
Vertrouwenspersoon
Persoon, benoemd door college van bestuur om onderwijsdeelnemer of
medewerker te ondersteunen en te begeleiden bij een klacht over
(seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie, geweld of extremisme
Vertrouwens-
inspecteur
Bij de Inspectie van het Onderwijs werkt een klein team van
vertrouwensinspecteurs. Ouders, leerlingen, docenten, directies en
besturen kunnen de vertrouwensinspecteur raadplegen wanneer zich in of
rond de school problemen voordoen op het gebied van: seksuele
intimidatie en seksueel misbruik; lichamelijk geweld; grove pesterijen;
discriminatie en radicalisering.
W
Werkdag
Iedere dag, niet zijnde een zaterdag, een zondag, een erkende feestdag
of een daarmee gelijk gestelde dag en iedere dag die buiten de officiële
schoolvakanties valt.
41
5.6. Lijst met afkortingen
AWB Algemene Wet Bestuursrecht
BPV Beroepspraktijkvorming (stage)
BVE Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst
CvB College van Bestuur
E&D Sector Economie en Dienstverlening
E&P Sector Educatie en Participatie
HBO Hoger Beroepsonderwijs
HRM Humanresourcesmanagement
ICT Informatie en communicatietechnologie
JOB Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs
MBO Middelbaar Beroepsonderwijs
PO Primair Onderwijs
RJ Richtlijn Jaarverslag
RvT Raad van Toezicht
T&I Sector Techniek en Informatica
VO Voortgezet Onderwijs
WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs
ZW&S Sector Zorg, Welzijn en Sport
42
5.7. Relevante instellingen en websites
Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs
http://www.jobmbo.nl/
De JOB (Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs) komt op voor de belangen van alle MBO’ers in
Nederland. Je kunt bij JOB o.a. terecht voor vragen en klachten over het mbo-onderwijs.
Stichting Onderwijsgeschillen Utrecht
https://onderwijsgeschillen.nl/
Vertrouwensinspecteur
https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/vertrouwensinspecteurs