Beknopte handleiding bronvermelding - NHL...

14
Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016 Beknopte handleiding bronvermelding APA-richtlijnen (6 e editie) Mediatheek NHL Hogeschool versie juli 2016

Transcript of Beknopte handleiding bronvermelding - NHL...

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

Beknopte handleiding

bronvermelding

APA-richtlijnen (6e editie)

Mediatheek NHL Hogeschool versie juli 2016

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

Bronvermelding volgens APA-richtlijnen (6e editie), beknopte handleiding

Inhoudsopgave

1. Inleiding ......................................................................................................... 2

2. Leeswijzer ...................................................................................................... 3

3. Boeken .......................................................................................................... 4

4. Hoofdstuk uit een boek .................................................................................... 6

5. E-Book ........................................................................................................... 6

6. Artikel uit een online encyclopedie ..................................................................... 7

7. Tijdschriftartikelen ........................................................................................... 7

8. Krantenartikelen ............................................................................................. 8

9. Wetten, besluiten en regelingen ........................................................................ 9

10. Audiovisueel ................................................................................................ 9

11. Afbeeldingen ...............................................................................................10

12. Website ......................................................................................................11

13. Intranet/elo ................................................................................................11

14. Blog ...........................................................................................................12

15. Scripties uit de HBO-Kennisbank ...................................................................12

16. Jaarverslag uit een database ........................................................................12

17. Persoonlijke communicatie ...........................................................................12

18. Opmaak van de literatuurlijst ........................................................................12

Wijzigingen APA-handleiding, versie juli 2016

Vooruitlopend op de in 2017 te verschijnen landelijke HBO-richtlijnen

voor bronvermelding volgens APA , zijn in deze handleiding alvast een

paar punten aangepast:

1. Titels van webpagina’s, blogs, youtube, etc. cursief zetten

2. z.j. (zonder jaar) wordt z.d. (zonder datum)

3. Datum raadpleging websites altijd vermelden, dus ook bij pdf’s

2

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

Inleiding 1.Bij het schrijven van werkstuk/scriptie/onderzoeksrapport maak je gebruik van inzichten

en onderzoeksresultaten uit de vakliteratuur. Je doet dit door teksten of ideeën van

anderen in je eigen woorden weer te geven (parafraseren en samenvatten) of door korte

tekstfragmenten letterlijk over te nemen (citeren). In beide gevallen moet je precies

aangeven welke bronnen je gebruikt hebt. Vermeld je je bronnen niet, of doe je dit niet

zorgvuldig, dan maak je je schuldig aan plagiaat.

Als je verwijst naar algemeen bekende zaken of historisch feiten, dan hoef je niet aan

bronvermelding te doen.

1.1 Wanneer citeren en wanneer parafraseren? Citeer alleen als je het zelf niet beter kunt zeggen dan degene die je citeert. Het citaat

moet accuraat zijn: de bewoording, spelling en punctuatie moet letterlijk worden

overgenomen uit de originele bron, ook al is die incorrect. Het is niet bevorderlijk voor de

leesbaarheid om heel veel citaten te gebruiken. Doe het daarom niet te vaak en probeer

zo veel mogelijk in je eigen woorden te zeggen.

1.1.1 Citeren Er zijn twee manieren van citeren: een kort citaat heeft minder dan 40 woorden en wordt

in de tekst tussen dubbele aanhalingstekens geplaatst. Daarna geeft je de verwijzing

tussen haakjes (auteur, jaartal, p.). Je moet paginanummer vermelden om zo specifiek

mogelijk aan te geven waar het citaat terug te vinden is.

Bij een lang citaat (meer dan 40 woorden) voeg je een witregel in en spring je in. Het

citaat hoeft niet tussen aanhalingstekens. Je mag een blokcitaat in een afwijkend

lettertype doen, maar dit is niet verplicht.

Voor leerkrachten die de taalbeschouwing van kinderen willen bevorderen, zouden de

hiervoor besproken vormen van metacommunicatie een aanknopingspunt kunnen zijn,

zowel om met de kinderen bijvoorbeeld na te denken over hoe iets gezegd is en wat het in die vorm ‘betekent’, of om met kinderen te bespreken wat voor

consequenties het ‘napraten’ of ‘benoemen’ van wat de ander zegt, heeft. (Berenst, 2011,

p. 19)

Soms komt het voor dat je uit een bron een stuk tekst citeert (of parafraseert), waarin

een andere bron wordt aangehaald. Deze secundaire bron vermeld je wel in de tekst,

maar neem je niet op in je literatuurlijst.

Voorbeeld in de lopende tekst:

Bij onderzoek naar ‘motivatie’ worden vaak Likertschalen gebruikt; zo ook door Lindeman

(1996) in haar onderzoek naar motivatie om vrijwilligerswerk te doen (Verhoeven, 2011,

p.174).

In de literatuurlijst:

Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? Praktijkboek methoden en technieken voor het

hoger onderwijs. Den Haag: Boom Lemma.

1.1.2 Parafraseren Je parafraseert door in je eigen woorden een stuk tekst van een ander weer te geven.

De verwijzing naar de tekst zet je direct achter de parafrase (auteur, jaartal, bij voorkeur

ook p.). Gebruik je meerdere bronnen om hetzelfde te beweren, dan scheid je de

3

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

bronnen met een puntkomma (auteur, jaartal; auteur, jaartal). Je kunt ook de auteur in

de lopende tekst opnemen, bijv. Miller (2010, p. 10) beweert……

1.2 Literatuurlijst en tekstverwijzing In de hieronder genoemde voorbeelden staat eerst beschreven hoe de bron moet worden

opgenomen in de literatuurlijst en daarna hoe je er in de tekst naar moet verwijzen.

De citatiestijl die meestal binnen NHL Hogeschool gehanteerd wordt, is die van de

American Psychological Association (APA). Bronvermelding in APA-stijl houdt in dat in de

lopende tekst naar een bron wordt verwezen met vermelding van auteur en jaar. Aan het

eind van de tekst wordt een literatuurlijst met gedetailleerde beschrijvingen (referenties)

van alle in de tekst genoemde bronnen opgenomen.

Je kunt voor het aanbrengen van verwijzingen in je tekst en het samenstellen van een

literatuurlijst in (o.a.) APA-stijl gebruik maken van bibliografische software. De

mediatheek van NHL Hogeschool heeft voor de studenten en medewerkers een licentie

op het programma RefWorks afgesloten. RefWorks is beschikbaar op alle

(studenten)werkplekken en is ook thuis te gebruiken. Meer informatie over RefWorks is

te vinden op intranet.

1.2.1 Literatuurlijst De basisvorm is als volgt:

Achternaam auteur, initialen. voorvoegsel (Jaar van uitgave). Titel van het boek: met

ondertitel (evt. druk). Plaats van uitgave: Uitgever.

NB: in Nederlandse literatuurlijsten hoort het eerste woord van de ondertitel met kleine

letter, in Engelse met een hoofdletter!

1.2.2 Tekstverwijzing Basisvorm is dat je verwijst naar auteur (zonder initialen) en jaartal (Janssens, 2011)

Bijv. Het zal nooit weer hetzelfde zijn (Janssens, 2011).

Wordt de auteur in de lopende tekst genoemd, dan staat alleen het jaartal tussen

haken, bijvoorbeeld: Janssens (2011) zegt dat….

Leeswijzer 2.Met behulp van onderstaande leeswijzer kun je snel zien, onder welk kopje in de

handleiding de informatie die je zoekt, te vinden is. De meest voorkomende soorten

bronnen worden genoemd en zijn in de handleiding uitgewerkt. Het kan voorkomen dat

je een bron gebruikt die hier niet tussen staat. Kies in dat geval de bron die hier het

meest op lijkt.

4

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

Boeken 3.

3.1 Boek van 1 auteur (of redacteur) Janssens, L. (2011). Spelen vanuit verbeelding: handboek voor dramaonderwijs.

Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Rotshuizen, L. (red.). (1991). Meesters van het Noorden: Jeroen Determan, Peter Dijk,

Siemon Dijkstra, Daan Hemminga, Rienk Kruiderink, Jos de Loos, Wicher Naberman,

Henk Pietersma, Bart Pots, Joost Schmidt, Hendrik Tillema. Leeuwarden: Stichting

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.

In de tekst verwijs je naar auteur en jaartal (Janssens, 2011) of (Rotshuizen (red.),

1991)

Wordt de auteur in de lopende tekst genoemd, dan staat alleen jaartal tussen haken,

bijvoorbeeld: Janssens (2011) zegt dat... Dit geldt ook voor alle volgende voorbeelden.

3.2 Boek van 2 auteurs (of redacteuren) Geerts, W. & Kralingen, R. van (2011). Handboek voor leraren. Bussum: Coutinho.

NB: in Engelstalige literatuurlijsten zet je een komma voor het &-teken (Geerts, W., &

Kralingen, R. van). Als je verslag in het Nederlands is geschreven, doe je dat niet.

In de tekst verwijs je naar (Geerts & Van Kralingen, 2011). Worden de auteurs in de

lopende tekst genoemd dan gebruik je “en”: Geerts en Van Kralingen (2011) beweren…

Aantal auteurs/redacteuren 1 23 t/m

56 t/m

78 of m

eeranoniem

organisatienicknam

eonbekend

Boek 3.1 3.2 3.3 3.4 3.4 3.5 3.6

Hoofdstuk uit een boek 4

E-book 5.1 5.2

Artikel online encyclopedie 6

Tijdschriftartikel met DOI 7.1

Tijdschriftartikel zonder DOI 7.3

Krantenartikel 8.1 8.2

Wetten 9

Audiovisueel 10.1 10.4 10.4

Afbeelding 11.1 11.1

Website 12 12

Intranet/Elo 13

Blog 14 14

Scriptie 15

Jaarverslag 16

5

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

3.3 Boek van 3 t/m 5 auteurs (of redacteuren) Gerritsma, A., Haan, H. de, Hollander, I. den, Mitzschke, M. & Veen, Y. van der (2010).

Onderzoekvaardig in onderwijs. Assen: Van Gorcum.

Bij 3 t/m 5 auteurs worden bij de eerste verwijzing in de tekst alle auteurs genoemd, alle

volgende keren wordt alleen de eerste auteur genoemd gevolgd door et al.

Dus de eerste keer wordt dit (Gerritsma, De Haan, Den Hollander, Mitzschke & Van der

Veen, 2010). Alle volgende keren wordt dit: (Gerritsma et al., 2010)

In de lopende tekst bij de eerste keer: Gerritsma, De Haan, Den Hollander, Mitzschke

en Van der Veen (2010) zeggen dat….

Bij de volgende keer: Gerritsma et al. (2010) zeggen dat…

3.4 Boek van 6 of meer auteurs (of redacteuren) Harshagen, L., Hollander, M. den, Krijgsman, A., Meijerink, G., Mitzschke, M., Schyns, Y.

& Vinzelberg, A. (2009). Trabitour: Du: Havo/vwo F: Arbeitsbuch. Houten: EPN.

Zeijl, A. M. M. M. van, Keizer, J., Masseling, J. H. M. J., Burger, J. M. K., Caspel, R. D. J.

van, Ruiter, A. M. de, … Lemans, J. A. M. (Red.). (2009). Wetteksten Hoger Economisch

Onderwijs: editie 2010/2011 (26e ed.). Groningen: Noordhoff.

Alle auteurs, tot een maximum van 7, worden genoemd in literatuurlijst, waarbij voor de

laatste auteur een & staat.

Bij acht of meer auteurs worden alleen de eerste zes auteurs genoemd. De namen van

de volgende auteur(s) worden vervangen door een weglatingsteken (drie punten,

gescheiden door een spatie). Voor en na het weglatingsteken komt een spatie. Daarna

volgt de naam van de laatste auteur, zonder ampersand (&).

Vanaf de eerste verwijzing in de tekst wordt alleen de eerste auteur genoemd, gevolgd

door et al. (Harshagen et al., 2009)

In de lopende tekst krijg je dan: Harshagen et al. (2009) beweren dat….

3.5 Auteur anoniem of onbekend Soms komt het voor dat de auteur zich niet bekend wil maken en kiest voor vermelding

als “Anoniem” of “Anonymous”. Alleen dàn kun je deze term opnemen als was het een

auteursnaam.

Als de auteur gewoon niet bekend is, komt de titel op de plaats van de auteur in de

literatuurlijst.

Bij de verwijzing in de tekst wordt de (verkorte) titel (of de hele titel als deze kort is)

tussen aanhalingstekens geplaatst of cursief gezet.

6

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

3.6 Organisatie als auteur Centraal Planbureau. (2009). Centraal economisch plan 2009: de kredietcrisis: oorzaken

en gevolgen. Den Haag: SDU.

Bij de verwijzing in de tekst wordt vermeld (Centraal Planbureau, 2009).

In de lopende tekst: het Centraal Planbureau (2009) geeft aan…

Als de organisatie ook de uitgever is van de publicatie, dan geef je als uitgever ”Auteur”

op om te voorkomen dat de naam dubbel in de beschrijving komt te staan.

Bijvoorbeeld: American Psychological Association. (2010). Publication manual of the

American Psychological Association (6th ed.). Washington, DC: Auteur.

Is een organisatie de auteur, dan wordt in de literatuurlijst altijd de volledige naam

vermeld, tenzij die afkorting tot eigennaam is geworden (HEMA, ANWB) of de instantie

bekend is geworden onder de afkorting (VPRO, TNO). Laat lidwoorden ook buiten

beschouwing.

Ook in de tekst doe je dit, maar bij bekende organisaties mag de veelgebruikte afkorting

worden gebruikt (bijv. CBS). De afkorting moet dan geïntroduceerd worden bij de eerste

verwijzing (bijvoorbeeld Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)).

Hoofdstuk uit een boek 4.Stol, W., Leukfeldt, R. & Kerstens, J. (2011). Cybersafety. In W. Stol, C. Tielenbrug, W.

Rodenhuis, S. Pleysier & J. Timmer (red.), Basisboek integrale veiligheid (pp. 295-308).

Den Haag: Boom Lemma.

Bij de vermelding van de namen van de redactieleden/auteurs van het boek als geheel

komt eerst de voorletter (en evt. tussenvoegsel) en dan pas achternaam. Dit in

tegenstelling tot de auteurs van het hoofdstuk. Daarnaast wordt bij “In W. Stol” geen

dubbele punt (:) gebruikt.

Bij de verwijzing in de tekst wordt vermeld (Stol, Leukfeldt & Kerstens, 2011), bij een

tweede verwijzing wordt met (Stol et al., 2011) verwezen.

In de lopende tekst wordt dat bij de eerste keer: Stol, Leukfeldt en Kerstens (2011) zijn

van mening.. Bij alle volgende keren: Stol et al.(2011) zijn van mening..

E-Book 5.

5.1 Met DOI (Digital Object Identifier) Een DOI wordt toegekend met als doel materiaal te identificeren en een permanente link

te geven voor de locatie ervan op internet. In de literatuurlijst functioneert de DOI als

link naar het materiaal waarnaar je verwijst. Als een DOI is toegekend aan een werk, dan

neem je deze altijd op in de literatuurlijst. Als er geen DOI is toegekend aan het werk,

vervang de DOI dan door “Geraadpleegd via URL”.

Schiraldi, G.R. (2001). The post-traumatic stress disorder sourcebook: A guide to

healing, recovery and growth. doi:10.1036/0071393722

NB: nooit een punt achter een DOI-numer

In de tekst schrijf je (Schiraldi, 2001) of volgens Schiraldi (2001) ….

7

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

5.2 Zonder DOI Imlach, P. & Young, S. (1986). Heaven and hell in the NHL. Geraadpleegd via

http://books.google.nl/books

In de tekst schrijf je (Imlach & Young, 1986) of Imlach en Young (1986) beweren dat ….

In principe is de beschrijving hetzelfde als bij een papieren versie van een boek. Wat

verschilt is het “waar”. Dus, in plaats van de gegevens van de uitgever (plaats en naam

uitgever), vermeld je waar op internet je het boek hebt geraadpleegd.

Artikel uit een online encyclopedie 6.NHL Hogeschool. (z.d.). In Wikipedia. Geraadpleegd op 14 augustus 2012, op

http://nl.wikipedia.org/wiki/NHL_Hogeschool

Omdat Wikipedia een veranderlijke bron is, wordt hier wel de datum van raadpleging

vermeld. En omdat het gezien wordt als een anonieme bron, verwijs je er in de tekst als

volgt naar: (“NHL Hogeschool”, z.d.) of “NHL Hogeschool” (z.d.)

Tijdschriftartikelen 7.Basisvorm

Auteur, A. A., Auteur, B. B. & Auteur, C. C. (Jaar). Titel van het artikel. Titel van het

Tijdschrift, jaargangnummer(=volume)(eventueel afleveringnummer= issue),

beginpagina-eindpagina.

In het algemeen verwijs je bij een tijdschrift in een tekst op dezelfde manier als bij

boeken, dus afhankelijk van het aantal auteurs.

Afleveringsnummers worden in principe niet vermeld. Alléén als iedere aflevering van een

tijdschrift opnieuw begint met pagina 1 (het tijdschrift nummert dan niet door), wordt

het afleveringsnummer vermeld. Dit is bij populair-wetenschappelijke tijdschriften

meestal het geval.

7.1 Tijdschriftartikel met DOI Het DOI nummer moet altijd vermeld worden als dit is toegekend. Altijd zonder punt aan

het eind. Als een artikel een DOI heeft, hoeft het webadres niet vermeld te worden.

Kuijpers, J. M., Houtveen, A. A. M. & Wubbels, T. (2010). An integrated professional

development model for effective teaching. Teaching and Teacher Education, 26, 1687-

1694. doi:10.1016/j.tate.2010.06.021

In de tekst schrijf je de eerste keer (Kuipers, Houtveen & Wubbels, 2010) en alle

volgende keren (Kuipers et al., 2010) of de eerste keer Kuipers, Houtveen en Wubbels

(2010) beweren dat …. Alle volgende keren: Kuipers et al. (2010) beweren dat ….

8

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

7.2 Tijdschriftartikelen zonder DOI, elektronisch Peppelenbos, C. (2003). De canon is voor luie docenten: de canon bezien. Tsjip/Letteren, 13(1), 17-20. Geraadpleegd via

http://www.dbnl.org/tekst/_tsj001200301_01/_tsj001200301_01_0006.php Het webadres wordt nu wel vermeld.

In de tekst schrijf je (Peppelenbos, 2003) of Peppelenbos (2003) zegt….

7.3 Tijdschriftartikelen zonder DOI, papier Heijde, H. van der (2012). Wilhelmus van Arabië: topsport en nationalisme. Maatschappij

& Politiek, 43(6), 4-5.

In de verwijzing in de tekst vermeld je (Van der Heijde, 2012) of Van der Heijde (2012)

beweert…

Bij maandelijks verschijnende afleveringen zet je ook de maand bij het jaartal.

Bij een weekblad en een dagelijks verschijnend blad, zoals een krant, vermeld je de

volledige verschijningsdatum achter de auteursnaam.

Krantenartikelen 8.

8.1 Krantenartikel papier Hulsing, J. (2012, 30 januari). Wereldwijd games maken in 48 uur. Leeuwarder Courant,

p. 11.

Bij kranten zet je wel een p. voor het paginanummer en pp. als het op meerdere

bladzijden staat.

In de tekst schrijf je: Hulsing (2012) is van mening dat… of (Hulsing, 2012)

8.2 Krantenartikel online Michaels, S. (2012, 16 augustus). YouTube is teens' first choice for music. The Guardian.

Geraadpleegd via http://www.guardian.co.uk

- Gebruik hier de verkorte url van de krant, omdat de hele url na verloop van tijd

vaak niet meer werkt/aanwezig is.

NHL: samenwerking met Chinese universiteiten. (2011, 8 oktober). Leeuwarder Courant.

Geraadpleegd via http://academic.lexisnexis.nl/

In de tekst vermeld je dat op dezelfde manier als bij de papieren versie, dus Michaels

(2012) is van mening dat etc. of (Michaels, 2012)

9

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

Wetten, besluiten en regelingen 9.Meestal vind je aan het eind van een wet of regeling een zgn. “citeertitel”. Die gebruik je

dan bij verwijzing in de tekst. Een jaartal hoef je dan niet vermelden.

In de literatuurlijst:

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Geraadpleegd via

http://wetten.overheid.nl/BWBR0005682/geldigheidsdatum_10-07-2014

In de tekst wordt dat bijvoorbeeld: een instelling voor hoger onderwijs kan een

instellingstoets kwaliteitszorg aanvragen (Wet op hoger onderwijs en het

wetenschappelijk onderzoek) of de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk

onderzoek, stelt dat…

Audiovisueel 10.

10.1 Film op dvd De belangrijkste makers komen op de plek van de auteur (functie tussen haakjes

erachter). Het land van oorsprong en de studio komen op de plek waar anders de plaats

van uitgave en naam uitgever staan.

Becker, W. (regie) & Arndt, S. (productie). (2002). Good bye Lenin! [DVD]. Duitsland: X

Filme.

In de tekst schrijf je (Becker & Arndt, 2002) of Becker en Arndt (2002) laten zien dat…

10.2 Tv-serie Voor een aflevering van een tv-serie gebruik je de vorm van een hoofdstuk uit een boek,

waarbij de scenarioschrijver en regisseur op de plaats komen van de auteur en de

producent op de plaats van de redacteur.

Egan, D. (scenarioschrijver) & Alexander, J. (regisseur). (2005). Failure to communicate

[aflevering van televisieserie]. In D. Shore (producent), House. New York, NY: Fox

Broadcasting.

In de tekst schrijf je (Egan & Alexander, 2005) of Egan en Alexander (2005) laten zien

dat…

10.3 Tv-uitzending via Academia Cohen, P. & Haalen, M. van (regisseurs). (2013, 26 februari). Bloot [tv-uitzending]. In

IDTV Docs (producent), Het uur van de wolf. Geraadpleegd via http://www.academia.nl/

In de lopende tekst schrijf je (Cohen & Haalen, 2013) of volgens Cohen en Haalen

(2013)…

10

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

10.4 Youtube, Vimeo of andere sites met beeldmateriaal NHL Hogeschool. (2010, 18 november). NHL Hogeschool Lipdub: Scouting for girl:

Famous [videobestand]. Geraadpleegd via

http://www.youtube.com/watch?v=kX1Mc0e2fBA

Als een nickname wordt gebruikt, dan mag je deze vermelden. Geef de exacte datum van

upload. Na de titel volgt: [Videobestand].

In de tekst: (NHL Hogeschool, 2010) of NHL Hogeschool (2010) heeft laten zien dat…

Wanneer de maker onbekend is, komt de titel van het werk op de plaats van de maker

(dit geldt voor alle typen bronnen). In de lopende tekst wordt dan de (verkorte) titel en

het jaar genoemd.

Afbeeldingen 11.

Afbeeldingen zoals foto’s, plattegronden, grafieken worden aangeduid als figuur. Tabellen

worden aangeduid als tabel. Nummer de figuren in volgorde van voorkomen. Doe

hetzelfde met de tabellen. Zet het nummer en de naam onder een figuur en boven een

tabel. Neem je een tabel of figuur over uit een andere bron, geef dan de gebruikelijke

auteur-jaar-verwijzing plus (indien mogelijk) specifieke informatie over het figuur: (Fu et

al., 2010, figuur 1). NB: de bronvermelding (auteur, jaar) komt altijd onder het figuur /

de tabel. In de literatuurlijst komt deze terug.

11.1 Afbeelding van website Maker, jaar, titel zijn bekend

Figuur 1. Christina’s world (Wyeth, 1948).

In de literatuurlijst:

Wyeth, A. (1948). Christina’s world [Schilderij]. Geraadpleegd op 18 juli 2016 via

http://www.moma.org/explore/collection/index

In de tekst vermeld je figuur 1 (Wyeth, 1948) toont…

Maker, jaar, titel zijn onbekend

Onder de afbeelding vermeld je:

Figuur 1. [NHL bij nacht] (z.d.).

In de literatuurlijst vermeld je:

[NHL bij nacht] [Foto]. [z.d.]. Geraadpleegd op 11 november 2014 via

http://www.nhl.nl/nhl/136/over-de-nhl/mediatheek.html

In de tekst vermeld je figuur 1 (NHL bij nacht, z.d.) toont…

11

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

11.2 Afbeelding uit boek Onder de afbeelding vermeld je:

Figuur 1. Spiraal van verandering (Blok, 2008).

In de literatuurverwijzing vermeld je:

Blok, W. (2008). Spiraal van verandering [Afbeelding]. In W. Blok. Inleiding social work:

vanuit internationaal perspectief (p.62). Baarn: HB uitgevers.

In de tekst verwijs je naar figuur 1 (Blok, 2008, p.62).

Website 12.

Als je specifieke informatie van een website of een webdocument (bijvoorbeeld een pdf

bestand) gebruikt, vermeld je dat in de literatuurlijst.

Basisvorm: Achternaam auteur, A. A. (datum website of update). Titel van het onderdeel

van de website. Geraadpleegd op datum via url …

Een website waarbij een organisatie de auteur is, wordt als volgt in de literatuurlijst

vermeld:

NHL Hogeschool. (z.d.). Excellentieprogramma. Geraadpleegd op 14 januari 2013 via

http://www.nhl.nl/nhl/5794/scholier-en-student/excellentieprogramma.html

In de tekst staat het zo:

NHL Hogeschool heeft een speciaal onderwijsprogramma voor excellente studenten (NHL

Hogeschool, z.d.).

of

NHL Hogeschool (z.d.) heeft een speciaal onderwijsprogramma voor excellente

studenten.

Ander voorbeeld:

Habraken, J. H. M. (2014). Bronvermelding volgens de richtlijnen van de APA:

handleiding: gebaseerd op de 6e ed. van de Publication Manual. Geraadpleegd op 18 juli

2016 via http://itswww.uvt.nl/lis/es/apa/apa-handleiding.pdf

In de tekst verwijs je ernaar als bij een boek (Habraken, 2014) of Habraken (2014)

meldt dat…

Bij een verwijzing in de tekst naar (praktische informatie van) een website, noem je de

URL alleen de lopende tekst. Een website als geheel wordt in het algemeen niet

opgenomen in de literatuurlijst.

Bijvoorbeeld: De APA website (http://www.apa.org/) geeft informatie over het maken

van literatuurlijsten.

Intranet/elo 13.Heb je informatie verkregen van een interne site of afgeschermde leeromgeving, dan

vermeld je de link in verkorte vorm.

Bijvoorbeeld:

NHL Hogeschool. (2016). Auteursrechten InformatiePunt. Geraadpleegd op 18 juli 2016

via https://www.mijnnhl.nl

12

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

In de tekst zeg je dat volgens NHL Hogeschool (2016) de APA –richtlijnen de meest

gehanteerde regels voor bronvermelding zijn.

Blog 14.Peppelenbos, C. (2010, 19 april). NHL: Maxima opent nieuwe NHL-gebouw [Web log

post]. Geraadpleegd op 18 juli 2016 via

http://coenpeppelenbos.blogspot.nl/2010/04/nhl-maxima-opent-nieuwe-nhl-

gebouw.html

In de tekst vermeld je (Peppelenbos, 2010). In de lopende tekst vermeld je Peppelenbos

(2010) zegt …

Als een nickname is gebruikt, dan noem je die. Vermeld de exacte datum. Bij een

commentaar/reactie staat vóór de titel van de post waarop gereageerd is: ‘Re:’. De titel

wordt niet gecursiveerd. Na de titel volgt: [Web log post] of [Web log comment]

Scripties uit de HBO-Kennisbank 15.Staal, J. (2012). Het kapitaal van Súdwest Fryslân: scriptie over burgerparticipatie bij het

onderhoud van de kapitaalgoederen in de gemeente Súdwest Fryslân (Student thesis,

NHL Hogeschool, Leeuwarden). Geraadpleegd via http://www.hbo-

kennisbank.nl/nl/page/hborecord.view/?uploadId=nhl%3Aoai%3Arepository.samenmake

n.nl%3Asmpid%3A13534

In de tekst verwijs je naar auteur en jaartal: (Staal, 2012) of zeg je Staal (2012)

meldt….

Jaarverslag uit een database 16.Ahold. (2012). Jaaroverzicht 2011. Geraadpleegd via http://company.info

In de tekst verwijs je naar auteur en jaartal: (Ahold, 2012) of Ahold (2012) geeft aan …

Persoonlijke communicatie 17.Bronnen die tot persoonlijke communicatie horen (interviews, telefoontjes, mailtjes, e.d.)

neem je niet op in de literatuurlijst. Wel geef je een verwijzing in de tekst:

(R. van Vliet, persoonlijke communicatie, 1 mei 2010).

Opmaak van de literatuurlijst 18. In principe neem je alle bronnen waarnaar je in de tekst verwijst op in de

literatuurlijst. Uitzondering hierop vormen persoonlijke communicatie (zie

paragraaf 16), bepaalde informatie van websites (zie paragraaf 12) en secundaire

bronnen (zie paragraaf 1.1.1)

Boeken, artikelen en websites staan door elkaar heen.

De lijst begint op een nieuwe pagina, eventuele bijlagen komen nog daarna.

De referenties worden alfabetisch gerangschikt op achternaam van de (eerste)

auteur.

Er wordt letter voor letter gealfabetiseerd, waarbij geldt: ‘niets komt vóór iets’.

Dit betekent dat Brown, J. R. voorafgaat aan Browning, A. R.

Cijfers gaan voor letters (50 komt voor Aarts, J.)

Auteursnamen met vaste voorvoegsels zoals M’, Mc’ en Mac worden letterlijk

gealfabetiseerd. MacArthur gaat vooraf aan McAllister.

13

Mediatheek NHL Hogeschool juli 2016

Auteursnamen met losstaande voorvoegsels (zoals: van, de) worden

gealfabetiseerd zoals in het land van herkomst van de auteur gebruikelijk is.

(Vries, R.J. de)

Meerdere publicaties van dezelfde auteur worden geordend op publicatiejaar,

waarbij de oudste bovenaan komt.

Bij meerdere publicaties van dezelfde auteur in hetzelfde jaar zet je a, b etc.

achter het jaartal, zonder spatie.

Uitgebreidere informatie over APA-richtlijnen is te vinden in de hierna volgende bronnen:

American Psychological Association. (2010). Publication manual of the American Psychological Association (6th ed.). Washington, DC: Auteur. Habraken, J. H. M. (2014). Bronvermelding volgens de richtlijnen van de APA: handleiding: gebaseerd op de 6e ed. van de Publication Manual.

Geraadpleegd op 20 juli 2016 via http://itswww.uvt.nl/lis/es/apa/apa-handleiding.pdf

Poelmans, P. & Severijnen, O. (2013). De APA-richtlijnen: over literatuurverwijzingen en onderzoeksraportage. Bussum: Coutinho. Stefanie. (2011, 27 oktober). How to Create a Reference for a YouTube Video [Web log post].

Geraadpleegd op 20 juli 2016 via http://blog.apastyle.org/apastyle/2011/10/how-to-create-a-reference-for-a-youtube-video.html Stenden Hogeschool Bibliotheek. (2013). Bronvermelding volgens APA-richtlijnen. Geraadpleegd op 20 juli 2016 via http://oud.stenden.com/nl/mystenden/bibliotheek/Documents/APA%20handleiding%20Nederlands%20september%202013%20versie%201%204%20%282%29.pdf