Begrijpt u deze grap of wilt u extra uitleg?

1

Click here to load reader

description

Beschouwing over het begrip context in satire naar aanleiding van de zaak Hiddema vs Oppenheimer

Transcript of Begrijpt u deze grap of wilt u extra uitleg?

Page 1: Begrijpt u deze grap of wilt u extra uitleg?

© Copyright 2013 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Zaterdag, 08 november 2014

B E G R I J P T U D E Z E grap O F W I L T U E X T R A U I T L E G ?

beschouwing

door Johan van de Beek

„D

De ‘cartoonrel’ tussen advocaat TheoHiddema en spotprentenmaker RubenOppenheimer begon als een komischeopera voor twee welbespraakte heren.Na een uitspraak van de rechter in Maas-tricht gaat het echter niet meer om deopponenten en ook niet meer om de car-toon, maar om het recht te beledigen.

„D e publiciteitsgeile smaadmagneetTheo Hiddema, die met zijn gluipe-rige snorretje een goede naam heeftopgebouwd als kleinzielige, nare,ijdele en incapabele advocaat, is

niet louche. Dat is vast komen te staan na een uitspraakvan de rechter in Maastricht. Wij hechten er daarom aanom te bevestigen dat wij het ongure en onbetrouwbaremaffiamaatje absoluut niet als louche beschouwen. Destelling dat Hiddema louche is, is daarom even absurd alsde bewering dat de prijs voor het slagen van zijn biogra-fie onze vrijheid van meningsuiting is. Noot van de redac-tie: naar zijn aard zal dit artikel niet lang worden bestu-deerd door een gemiddelde lezer. Wij verwachten danook niet dat een lezer zich uitgebreid gaat verdiepen in de(mogelijk) diepere betekenis ervan.”

Dat bericht stond, onder de kop MaffiamaatjeHiddema niet louche deze week in het satirische onlinenieuwsmagazine De Speld. Het raakt, op verschillendeniveaus, de kern van wat bekend is geworden als ‘dezaak Hiddema vs. Oppenheimer’ oftewel ‘de cartoon-rel’. Het gaat er niet om of u, lezer, de satire van DeSpeld leuk vindt. Het gaat om de vraag of u begrijptwat wordt bedoeld. Voor dat begrip is nodig dat u eencontext heeft. De context, ofwel de samenhang die er-voor zorgt dat iets betekenis krijgt, bestaat in dit speci-fieke geval uit kennis van de ophef die is veroorzaaktdoor een spotprent van Ruben Oppenheimer waarinaan Hiddema wordt gerefereerd als ‘louche’. Dat iseen deel van de context. De satire van De Speld heeftals tweede laag de levensstijl en het zelfbeeld vanHiddema. Citaat uit een recent interview van NRC:„Het is pure zelfbevrediging. Het gaat om je eigen ego.Dat kun je ijdel noemen. Maar ik ben ervan overtuigddat de ijdelste advocaten het best kunnen pleiten.Goed pleiten is voor mij een levensbehoefte. En decliënt heeft daar en passant veel baat bij, want die pro-fiteert mee van die eigendunk.” Een derde laagje zitopgesloten in de term ‘maffiamaatje’. Dat refereertniet alleen aan de rel uit 2007 toen journalist JortKelder die term gebruikte om toenmalig advocaatBram (infaam en abject) Moszkowicz te typeren, maarook aan de rechtszaak die vier advocaten vorig jaaraanspanden tegen misdaadverslaggever John van deHeuvel die ‘maffiamaatje’ (afgewisseld met ‘onderwe-reldraadgever’ en ‘raadgever van beroepscriminelen’)gebruikte in zijn verslaggeving. De vierde en belang-rijkste contextlaag: het vonnis van de voorzieningen-rechter in Maastricht in de zaak van Hiddema tegenOppenheimer. Een citaat:

In het algemeen moet een cartoon zo worden geïnter-preteerd zoals deze door een gemiddelde lezer in redelijk-heid kan worden uitgelegd. Naar zijn aard zal een car-toon niet lang worden bestudeerd door een gemiddeldelezer. Een tekenaar mag dan ook niet verwachten dat een

lezer zich uitgebreid gaat verdiepen in de (mogelijk)diepere betekenis daarvan. Een lezer zal de cartoon in hetalgemeen interpreteren op basis van een eenmalige envluchtige kennisname. Dat een lezer wegens het ontbre-

ken van achtergrondinformatie of een context tot eenandere, maar redelijke, uitleg van de cartoon komt dandoor de cartoonist bedoeld, komt in een dergelijk gevalvoor rekening van de cartoonist.

Terug naar de oorspronkelijke cartoon van Oppen-heimer waar alles om begon (zie tekening linksbene-den). In de tekening is Hiddema afgebeeld onder deregel ‘Aangifte tegen louche advocaat om boek’. In de

tekstballon staat: Maar ik ben geen homo. Beide tekst-regels verwijzen naar het het boek dat Hiddema metghostwriter Stan de Jong heeft geschreven onder detitel Strafpleiter, Dandy, Dwarsligger. Dat is de eerste

contextlaag. In dat boek gaat Hiddema in op de veron-derstelling dat hij homo is. Dat is niet zo, zegt hij,maar hij verkeert wel graag in het gezelschap vanmensen wier schaamteloosheid, gulle lach en valsehumor hem aanspreken. En dan kom je al snel uit bijhomo’s. Het gaat echter niet om de vermeende gay-ness van Hiddema, maar om de regel die refereert aande aangifte wegens laster en smaad, die de Limburgseprivédetective Ben Zuidema heeft gedaan tegenHiddema vanwege een passage in het boek. Dat is detweede contextlaag. Een derde laag zit in het feit datHiddema in 2012 al eens dreigde met juridische stap-pen toen Oppenheimer hem en Bram Moszkowicz ineen cartoon in verband bracht met de term louche.De actuele cartoon van Oppenheimer wordt, zou jekunnen zeggen, platter naarmate je contextlagen weg-stript. Oppenheimer zoekt het randje op van wat ooitdoor Ayaan Hirsi Ali naar aanleiding van de Deensecartoonrellen ‘het recht om te beledigen’ werd ge-noemd. In zekere zin heeft Oppenheimer bewonde-ring voor Hiddema die steeds in de schijnwerpers vande media staat met omstreden uitspraken (‘Koop eenpistool’), zijn bewondering voor Wilders en zijn af-keer van de islam. Voor Oppenheimer is Hiddemagroot wild en op groot wild mag je, vindt hij, met eengroter kaliber schieten.

De twee hebben de afgelopen weken diverse media-optredens gehad waar ze konden ‘performen’. Dat isook een beetje het probleem met deze zaak: het ima-go van de opponenten wordt vaak verward met deinhoud. Aanvankelijk leek het ook een komische ope-ra voor twee heren. Onderhoudend ook.

Als het op welbespraaktheid aankomt, zijn de tweeaan elkaar gewaagd. Beiden zijn provocateurs, mees-ters van de ironie en op hun eigen wijze flamboyanten alleen al om die redenen onuitstaanbaar in deogen van mensen die bescheidenheid als een deugdzien. Het spel begon met Hiddema die (mogelijk op-recht) beledigd was en door het aanspannen van eenzaak die hij eerder niet de moeite waard vond, nogwat extra publiciteit voor zijn boek kon genereren.Oppenheimer werd door iedereen ervan verzekerddat Hiddema kansloos was. Maar toen kwam de uit-spraak die niemand had verwacht. Waarschijnlijk ookHiddema niet die zijn eis tot rectificatie introk. Maarde doos van Pandora die hij open heeft getrokken,kan nu niet meer dicht. Dat is vooral opmerkelijk,omdat diezelfde Hiddema een aantal jaren geleden tij-dens een door deze krant georganiseerd debat over deDeense cartoonrellen Oppenheimer aanmoedigde omdoor te gaan met het beledigen van de profeet en hendie zich namens hem gekwetst voelen. De opera comi-que is nu plots een zaak geworden, waarbij een journa-listiek genre op het hakblok ligt. Wat nu als in hogerberoep het vonnis wordt bevestigd? Dan ontstaat deunieke situatie dat de grenzen van de satire wordenbepaald door ‘de gemiddelde lezer’ en zijn kennelijkvluchtige belangstelling. Nederland zal dan een para-dijs worden voor de snel gekwetsten.