Vertel eens iets over de historiek van dit bedrijfKathy: Mijn vader richtte WIMAG zo’n dertig jaar geleden op in Aalter. Hij was zelf elektri-cien en gefascineerd door koeltoonbanken. Hij startte met een kleinschalig project dat al vlug uitgroeide tot een succesrijk verhaal. In

1983 verhuisde het bedrijf naar Knesselare en ondertussen zitten we al weer drie jaar in deze nieuwbouw.

Zelf ben ik marketeer van opleiding maar ik ging na mijn studies aan de slag bij een slager om de noden van de sector goed te kun-

nen doorgronden. Je kan dus wel stellen dat wij zeer goed weten hoe er gewerkt wordt op de slagersvloer. Te meer daar mijn echtge-noot Jan zelf slager van opleiding is.

Jan: Mijn ouders waren veehandelaars en dat bestaan is natuurlijk nauw verbonden met de slagerswereld. Ik behaalde mijn slagersdi-ploma in Ter Groene Poorte, volgde er nog een 7de specialisatiejaar en vertrok na mijn schoolse opleiding richting Frankrijk om erva-ring op te doen in de stiel. Ik heb zeker geen spijt van mijn vroege-re studiekeuze, wel integendeel. Ik kan me net door die achter-grond perfect inleven in de wereld van de slagers.

WIMAG, KnesselareWinkelinrichter Wimag in het Oost-Vlaamse Knesselare is een familiebedrijf pur sang. Vader Johnny Carrebrouck, elektricien van opleiding, stampte meer dan dertig jaar geleden een eigen bedrijf uit de grond dat vooral gespeciali-seerd was in het vervaardigen van kwaliteitsvolle koeltoonbanken. Gaandeweg groeide het bedrijf mee met de noden van de voedingsspecialisten en specialiseerde WIMAG zich in het totaalconcept dat een winkelinrichter vandaag de dag aan zijn klanten moet aanbieden. Van koeltoonbank tot gevelre-novatie van wandkoeling tot muurdecoratie, alles wordt in dit huis van vertrouwen uitgewerkt en vervaardigd. De uitstekende service en het feit dat alle producten in het eigen atelier, zonder onderaannemers, vervaardigd wordt, bezorgden WIMAG in de voedingssector een zeer goede reputatie. Vandaag de dag is het familiebedrijf uitgegroeid tot twee entiteiten. WIMAG, een stevige KMO met een vijftigtal werknemers en RAMULUX, een bedrijf gespeciali-seerd in het vervaardigen van aluminium en pvc ramen, deuren en veranda’s zowel voor particulieren als voor pro-fessionals. WIMAG en zusterbedrijf RAMULUX worden geleid door dochters Patsy en Kathy en schoonzoon Jan.. Dat er nogal wat beweegt op vlak van winkelinrichting in onze sector, leest u hierna. Kathy en Jan waren mijn gesprekspartners gedurende het bedrijfsbezoek.

BEDRIJFSREPORTAGE | WIMAG, KNESSELARE36

BB-02-2013-NL-binnen.indd 36 12/02/13 14:52

Is er een duidelijke taakverdeling voor jullie binnen het bedrijf?Jan: Iedereen van de familie neemt een stukje verantwoordelijk-heid op zich. Ik ben de zaakvoerder van WIMAG en neem ook een stukje sales op mij. Patsy is verantwoordelijk voor het boekhoud-kundig departement van WIMAG. Kathy is de bedrijfsverantwoorde-lijke voor RAMALUX en staat mee in voor het marketing departe-ment van WIMAG. Al wat er in het bedrijf naar buiten gaat, komt door onze handen. Maar alleen kan je natuurlijk geen bedrijf run-nen dus wij zijn er best fier op dat dit familiebedrijf kan rekenen op een zeer bekwaam en gemotiveerd personeelsteam. Wij zijn ervan overtuigd dat het succes van dit bedrijf mee gedragen wordt door de inzet van zijn werknemers. Wij proberen het voor iedereen aan-genaam te maken binnen de grenzen van het mogelijke. De tevre-denheid van het team straalt immers af naar de buitenwereld en dat is niet alleen voor ons zo maar ook voor de slager.

Hoe evolueert de markt van de winkelinrichting?Kathy: Door de jaren heen is de markt sterk geëvolueerd. 30 jaar geleden had de klant enkel oog voor de koeltoonbank, de rest was bijzaak. Tegenwoordig is dat niet meer het geval. De hele inrichting moet als het ware een geheel vormen. Men heeft meer oog voor details en afwerking. Kleuren en materialen zijn heel belangrijk geworden. Een winkel is een interieur dat de klant moet behagen. Velen kiezen voor strakke lijnen al komt er de laatste tijd toch weer meer warmte aan de interieurs te pas. Het koude strakke interieur wordt stilaan weer vervangen door een warm interieur met strakke lijnen. Staal en inox als hoofdtoets hebben een beetje afgedaan. Als winkelinrichter moet je inspelen op de laatste nieuwe trends en de markt goed aanvoelen. Maar je moet ook goed voor ogen houden wat het doel van de winkelinrichting is en de klant soms mee stu-ren. Het is nooit onze bedoeling om de klanten iets op te dringen maar wel om hen goede raad te geven. Om op de hoogte te blij-ven van de nieuwste trends gaan wij naar verschillende buitenland-se beurzen waar we heel wat verfrissende ideeën opdoen. Ook onze buitenlandse zoektochten naar nieuwe materialen reiken ons creatieve toetsen aan waarmee we dan hier op de binnenlandse markt aan de slag kunnen gaan. Doordat wij leveren over de ganse BENELUX en Frankrijk weten we uit ervaring dat men in Nederland

en Frankrijk een voedingswinkel anders bekijkt dan in Vlaanderen of Luxemburg. Iedere streek heeft zijn eigen trekjes, dat maakt onze job zo leuk en afwisselend.

Jan: De winkel is als het ware etalage geworden. Als winkelinrichter moet je in de eerste plaats goed luisteren naar wat de klant wil en op basis daarvan ga je aan de slag en maak je een plan. Je moet zelf oog hebben voor heel wat zaken waar de klant niet direct op let. Ik geef een voorbeeld: een winkel die de ganse dag de zon pal op de winkelruiten staan heeft, is wellicht gediend met een blinde gevel. Iemand die met zijn winkel aan een drukke straat gelegen is, plaatst de etalage liefst zo dicht mogelijk bij de straat opdat voor-bijgangers zien wat je te bieden hebt. De lengte en breedte van de ruimte nopen soms tot compromissen maar doorgaans is het best als klanten vlot kunnen doorlopen en kiezen.

Kathy: Het is bewezen dat het merendeel van de consumenten pas in de winkel beslist wat hij/zij gaat kopen, het is dus best je produc-ten zo goed mogelijk uit te stallen en onder prima condities in de koeltoonbank aan te prijzen. Triggers en eyecatchers aan het einde van de looplijn maken dat de klant nog vlug iets meeneemt …Onze klanten weten uiteraard dat onze koeltoonbanken onze core-business zijn en gaan ervan uit dat die goed zijn. Net zoals men er bij de slager vanuit gaat dat het vlees in de koeltoonbank vers is. Voor hen is de invulling van de winkel en van het ganse verhaal misschien wel belangrijker geworden dan de basis, de koeltoonbank. Wij waken er over dat de basis van de winkel, zijnde de koeltoonbank, niet in de verdrukking geraakt.

Jan: Daarnaast is het onze taak als winkelinrichter om te zorgen dat alle plaatsen in de winkel optimaal benut worden en dat de verkoop na de winkelvernieuwing piekt en ook blijft aanhouden. Een nieuwe winkel is voor iedereen een uitdaging. Er gaat een hele studie vooraf aan elk plan. Vandaag de dag is een goede planning een absolute noodzaak zowel voor de klant als voor ons. De opdrachtgever sluit ofwel zijn winkel voor de verbouwing ofwel start men in een nood-winkel. Beide oplossingen kosten veel geld en dus moeten wij maken dat alles op een zo kort mogelijke tijd perfect gerealiseerd wordt.

Tekst: Carine Vos - Foto’s: WIMAG 37

BB-02-2013-NL-binnen.indd 37 12/02/13 14:52

Hoe kan je die oplevertijd garanderen?Kathy: Doordat wij het enige Belgische familiebedrijf in de sector zijn dat alles in eigen beheer uitvoert, zonder tussenkomst van onderaannemers, kunnen wij op korte tijd heel veel realiseren. Al hebben we wel graag dat de klant even op voorhand ook zijn plan-ning maakt. Hier wordt alles in de eigen ateliers gemaakt en getest alvorens het geplaatst wordt. Wij hebben van alle materialen, van graniet tot raamprofielen een stock in onze magazijnen en daar-door kunnen we als er toch iets fout loopt direct ingrijpen. Op die manier kunnen wij onze klanten een perfecte timing en een tijdige oplevering garanderen.

Uiteraard dienen alle werken te voldoen aan de eisen van het FAVV? Zijn jullie daarvan op de hoogte?Jan: Uiteraard. Wij zijn op de hoogte van alle nieuwe reglemente-ringen en nemen daarvoor ook regelmatig deel aan infoavonden. De meeste plannen worden trouwens eerst door de slager voorge-legd aan de plaatselijke controlediensten. Zo kan er altijd nog bij-gestuurd worden. Vooral bij een totale vernieuwing van zowel win-kel als ateliers is dat natuurlijk erg belangrijk. Het is de bedoeling dat het ganse concept voldoet aan de huidige wetgeving zodat onze klanten vele jaren probleemloos in orde zijn met de geldende wetgeving.

Is er veel vraag naar energie- of milieuvriendelijke oplossin-gen bij een verbouwing of winkelvernieuwing?Jan: Op vlak van verlichting is er nog heel wat werk aan de winkel. Ik ben er zeker van dat er binnen afzienbare tijd een degelijke led-verlichting voor koeltoonbanken komt. De kleur van het vlees is bepalend in het koopgedrag van de klant. En daar wringt het schoentje nog altijd een beetje. Op vlak van koeling is er het ver-haal van de centrale koelgroep. Ik hoor graag vertellen dat je aan warmterecuperatie moet doen maar als je die warmte in de eerste plaats niet produceert moet je ze ook niet recupereren. Ook hier is een degelijke voorstudie van het grootste belang. Niemand heeft baat met een centrale koelgroep als die niets opbrengt en in tegendeel geld kost want laten we wel wezen wat moet een slager

met een hoog aantal kilowatt als hij op zaterdag en zondag, avond en nacht, als de koeltoonbank leeg is, geen extra energie verbruikt? Uiteraard leggen wij geval per geval de voor- en nadelen aan de klant uit zodat die zelf de beslissing kan nemen. Zelfde verhaal met airco. Bij sommige winkels kom je binnen en wil je haast meteen weer weg omdat het er ijskoud is. De temperatuur van de airco zou maarmax. 7°C koudermogen staandandebuitentemperatuur!Een goed gebruik van dergelijke toestellen is een besparing op zich. Anderzijds spelen wij vanaf de bouw van een winkel of atelier al safe voor de toekomst. Van elke klant zijn investering wordt er een gedetailleerd plan bijgehouden. Als er later in de winkel iets zou gebeuren bijvoorbeeld een gebroken toonbankruit, kunnen wij zonder voorafgaande interventie ter plaatse het werk uitvoeren. Hierdoor spaart onze klant maar ook wijzelf niet alleen kostbare tijd maar ook nutteloze verplaatsingskosten. Het zit in onze bedrijfsfilo-sofie gebakken om op alles voorbereid te zijn en steeds ten dienste te staan van de klanten. Onze klanten kunnen ons dag en nacht bellen als er problemen zijn, wij zullen altijd trachten om de beste oplossing te vinden.

Bij het bedrijfsbezoek kon ik zelf vaststellen dat jullie, naast de toonzaal, over heel wat gespecialiseerde ateliers beschik-ken in dit bedrijf. Hoe zorgen jullie binnen het bedrijf voor een “groene” aanpak?Jan: Wij hebben inderdaad heel wat gespecialiseerde afdelingen en gespecialiseerde medewerkers in dienst. Vanaf de planning tot het koelmeubel buitengaat, blijft het in onze ateliers waar het met de hand gemaakt en afgewerkt wordt. Zoals je zelf kon zien wor-den eerst de plannen uitgetekend door het architectenteam. Vandaar gaan de plannen naar de meubelmakerij waar we – als enige in ons land – de constructie op een ijzeren onderstel opbou-wen. Van de meubelmaker reist de koeltoonbank door gans het bedrijf. De koeltechniekers plaatsen de koelelementen en leidin-gen. Ondertussen zijn de granietbewerkers bezig met de tabletten klaar te maken en de glasbewerker is bezig met de glaspartijen van de koeltoonbank. Voor alles gemonteerd wordt gaat de koeltoon-bank nog naar de lakkerij en worden bijvoorbeeld smeedijzeren

VILLERS LA VILLE

38 BEDRIJFSREPORTAGE | WIMAG, KNESSELARE

BB-02-2013-NL-binnen.indd 38 12/02/13 14:52

onderdelen van een bijpassend kleurtje voorzien. Dan wordt alles getest en als er een OK gegeven wordt, kan de koeltoonbank bij de klant geïnstalleerd worden. Van meubelmakers tot koeltechniekers over granietbewerkers, … wij hebben alles in eigen beheer. We proberen op alle vlakken ergonomisch, ecologisch en milieuvrien-delijk te werken. Onze werknemers werken aan de modernste machines die precies afgestemd zijn op hun taak. Een degelijk beleid op dit vlak is een kwestie van gezond boerenverstand want het fair omspringen met ergonomie, energie en milieu rendeert ook voor je bedrijf. Al het houtafval van de schrijnwerkerij wordt opgevangen en vermalen en dient voor de verwarming van de fabriek. Tijdens het verwerken en polieren van de graniet komt er nogal wat slip vrij, dat wordt opgevangen en gezuiverd alvorens het water in de riolering verdwijnt. We besteden dus echt wel aan-dacht aan het milieu en de goede werkomstandigheden van onze medewerkers.

Op welke termijn schrijft men een winkel best af?Jan: De vorige generaties bakkers en slagers werkten in hun winkel tot die versleten was. Tegenwoordig wordt er meer aandacht aan het concept besteed en wil men geen gedateerde winkel meer. Ook de consument wordt veeleisender en wenst te winkelen in een aangename omgeving. De meeste boekhouders geven aan wanneer het tijd is voor een nieuw investeringsverhaal. Naar mijn mening kan je toch wel 10 jaar verder met een nieuwe winkel. Meestal wordt het interieur ook al eens opgefrist met nieuwe kleu-ren en aangepaste details.

Kathy: Wij bouwen tientallen winkels per jaar vooral voor slagers en bakkers. Wij merken een zeer grote klantentevredenheid ver-mits onze klanten vaak terugkomen als ze aan een nieuw verhaal toe zijn. Er zijn slagers en bakkers waar WIMAG kan gezien worden als huisleverancier omdat wij reeds voor een tweede generatie sla-gers of bakkers een nieuwe winkel creëerden. Het is leuk als de klant appreciatie heeft voor het werk dat wij leveren. Daarom let-ten wij ook zo op de details bij de afwerking van het geheel.

Hoe zien jullie de toekomst van jullie bedrijf?Jan: Ik maak me geen al te grote zorgen over het voortbestaan van onze firma’s. Als wij, net als ons cliënteel, ons vakmanschap trouw blijven en kwaliteit leveren voor een degelijke prijs, zullen we nog lang winkels blijven bouwen. Het is zeker een trend dat er minder maar grotere slagerijen en bakkerijen komen. Anderzijds is het aan-tal winkelinrichters ook sterk verminderd in ons land. De zon kan gerust schijnen voor iedereen. Elke winkelinrichter legt zijn eigen accenten en bij ons zijn die vooral toegespitst op ambachtelijke kwaliteit en het feit dat alles in eigen huis gemaakt wordt.

In tijden van crisis moet de ondernemer zich in vraag durven stel-len en zich afvragen wat hij nog beter kan doen. Dat is zo voor de slager maar ook voor ons. Het blijft, volgens mij, voor onze klanten zeker en vast de moeite waard om te investeren in een nieuwe winkel om zo de ambachtelijke producten die de vakman maakt ten volle aan te kunnen prijzen. Er komen steeds nieuwigheden op de markt en we moeten daar ten volle op inzetten. Ook trends die consumenten aangeven moeten we durven exploiteren. Heel wat slagers investeren tegenwoordig in een stop en go lijn waarbij de klant de huisgemaakte ambachtelijke producten uit de meeneem-koeling vers verpakt kan meenemen en niet hoeft aan te schuiven. Daar is zeker een publiek voor maar de ambachtsman mag nooit uit het oog verliezen dat hij, in deze geglobaliseerde wereld, zeker en vast oog moet hebben voor de klanten en naar hen moet luiste-ren. De klant komt bij de ambachtelijke slager over de vloer omdat de slager zich nog altijd kan onderscheiden van de supermarkt door zijn assortiment en de klantvriendelijkheid. Dat verschil wordt vaak nog niet genoeg gemaakt. De troeven van vakmensen moeten, zowel bij ons als bij de ambachtelijke voedingsberoepen, nog beter uitgespeeld worden naar de consumenten toe. En dan komen we weer bij het begin van ons verhaal: details zijn belangrijk maar de basis mag nooit uit het oog verloren worden.

LANGEMARK MEULEBEKE

39BEDRIJFSREPORTAGE | WIMAG, KNESSELARE

BB-02-2013-NL-binnen.indd 39 12/02/13 14:52