Bedrijfseconomie - studentinfo.avans.nl · Bedrijfseconomie Bedrijfseconomie Onderwijs- en...
Transcript of Bedrijfseconomie - studentinfo.avans.nl · Bedrijfseconomie Bedrijfseconomie Onderwijs- en...
Bedrijfseconomie
Bedrijfseconomie
Onderwijs- en examenregeling 2016 – 2017
Academie voor Algemeen en Financieel Management
Academie voor Financieel Management
Datum vaststelling academiedirectie 11-07-2016
Datum instemming academieraad AAFM 06-07-2016
Datum instemming academieraad AFM 05-07-2016
datum 04-07-2016
pagina 2 van 68
Bedrijfseconomie
Inhoudsopgave
1 Over de Onderwijs- en examenregeling 5 1.1 Voor wie is deze OER? 5 1.2 Hoe lees je de OER? 5 1.3 Aan welke regels moet de OER voldoen? 5 1.4 Hoe lang is de OER geldig? 6 1.5 Begrippen in de OER 6
2 Competenties van de opleiding en beroepseisen 7 2.1 Welke competenties beheers je aan het einde van de opleiding? 7
3 Toelating tot de opleiding 8 3.1 Welke vooropleiding moet je gedaan hebben? 8 3.2 Als je niet aan de eisen voldoet 8 3.2.1 Je hebt wel een havo-, vwo- of mbo 4-diploma, maar niet het juiste profiel 8 3.2.2 Je hebt geen havo-, vwo- of mbo 4-diploma 8 3.3 De taaleis 9 3.4 Extra eisen 9 3.5 Moet je verplicht werken naast je opleiding? 9
4 Studiebegeleiding 10 4.1 Begeleiden van studenten 10 4.2 Hoe begeleiden wij je? 10 4.2.1 De opleiding registreert de gesprekken 10
5 Toetsen, tentamens en examens 11 5.1 Wat is het examenprogramma? 11 5.2 Welke informatie krijg je bij de start van de onderwijseenheid? 11 5.3 Wat is een tentamen? 11 5.3.1 Mondelinge toetsen 11 5.3.2 Wanneer kun je een aangepaste toets aanvragen? 11 5.4 Moet je je inschrijven voor een toets? 12 5.4.1 Als je je te laat inschrijft? 12 5.5 Welke regels gelden er als je een toets maakt? 12 5.5.1 Neem je legitimatie mee 12 5.5.2 Als het alarm afgaat 12 5.5.3 Gelden er meer regels? 12 5.6 Wat gebeurt er als je je niet aan de regels houdt? 13 5.6.1 Welke maatregelen kan de examencommissie nemen? 13 5.6.2 Een gesprek met de examencommissie 13 5.7 Hoe controleren wij plagiaat? 13 5.8 Wie beoordeelt je toets? 13 5.9 Hoe beoordeelt de examinator je toets? 14 5.9.1 Welke beoordeling krijg je voor een toets? 14 5.9.2 Wanneer behaal je een tentamen? 14
datum 04-07-2016
pagina 3 van 68
Bedrijfseconomie
5.9.3 Hoe berekenen we je tentamencijfer? 14 5.9.4 Voorwaarden compensatie 15 5.10 Wanneer krijg je je beoordeling? 15 5.11 Als je je toets wilt inkijken 15 5.11.1 Inzage 15 5.11.2 Bereid je je voor op een toekomstige toets? 15 5.12 Hoe vaak mag je een toets doen? 15 5.13 Hoe lang bewaren we tentamens en beoordelingen? 16 5.14 Vrijstelling vragen voor een toets 16 5.14.1 Wat moet er in je verzoek staan? 16 5.14.2 Wanneer beslist de examencommissie? 16 5.14.3 Als je geen diploma, getuigschrift, akte of verklaring hebt 16 5.14.4 Wanneer kun je geen vrijstelling vragen? 16 5.14.5 Ben je het niet eens met de examencommissie? 16 5.15 Hoe lang is een beoordeling of vrijstelling geldig? 17 5.16 Wanneer krijg je een getuigschrift of verklaring? 17 5.16.1 Getuigschrift van de propedeuse 17 5.16.2 Getuigschrift van de bachelor 18 5.16.3 Als je stopt met de opleiding zonder getuigschrift 18 5.17 Welke titel krijg je na de opleiding? 18 5.18 Wanneer slaag je cum laude? 18
6 Verzoek aan de examencommissie of in beroep gaan 19 6.1 Heb je een verzoek of klacht aan de examencommissie? 19 6.1.1 Waar stuur je je verzoek naartoe? 19 6.2 Onvoorziene omstandigheden 19 6.3 Ben je het niet eens met een beslissing? 20
7 De voltijd bacheloropleiding 21 7.1 Opbouw van de opleiding 21 7.1.1 Welke minor kun je kiezen? 21 7.1.2 Wanneer heb je toestemming nodig voor een minor? 21 7.2 In welke taal is deze opleiding? 22 7.3 Met welke vooropleiding kun je vrijstelling krijgen? 22 7.3.1 Je hebt een mbo-diploma niveau 4 22 7.3.2 Je hebt een vwo-diploma 22 7.3.3 Je hebt een Associate degree 22 7.3.4 Je hebt een andere vooropleiding 22 7.4 Wanneer krijg je een voorlopig en een definitief advies over je opleiding? 22 7.5 Wanneer moet je stoppen met de opleiding? 23 7.6 Als de inhoud van jouw opleiding verandert 25 7.7 Kan de inhoud of de vorm van een toets veranderen? 25 7.8 De volgorde van je onderwijseenheden 26 7.8.1 Wanneer heb je recht op studievoortgangsgarantie? 26
8 Het maken en aanpassen van de OER 27 8.1 Hoe maken we de OER? 27 8.2 Ieder studiejaar krijg je een nieuwe OER 27 8.3 Soms moeten we de OER eerder aanpassen 27 8.4 Waar vind je de OER? 27
datum 04-07-2016
pagina 4 van 68
Bedrijfseconomie
Bijlage 1 Begrippenlijst 29
Bijlage 2 WHW-artikelen 37
Bijlage 3 Competenties 53
Bijlage 4 Examenprogramma 55
Bijlage 5 Maatregelen die de examencommissie kan nemen bij onregelmatigheden
waaronder fraude 78
Bijlage 6 Drempels 80
datum 04-07-2016
pagina 5 van 68
Bedrijfseconomie
1 Over de Onderwijs- en examenregeling
Dit is een Onderwijs- en examenregeling (OER). In een OER staat informatie over het
onderwijs en de examens. Je leest welke rechten en plichten er gelden binnen jouw opleiding.
Deze OER is onderdeel van het Studentenstatuut van Avans Hogeschool. In het
Studentenstatuut staan de rechten en plichten van ingeschreven studenten. Je vindt de
volledige tekst van het Studentenstatuut en alle bijbehorende regelingen op iAvans onder
Studentinfo.
1.1 Voor wie is deze OER?
Dit is de OER van de opleiding(en) van Avans Hogeschool (brinnummer 07GR) die hieronder
staan vermeld. Deze OER geldt voor het studiejaar 2016-2017.
Naam opleiding Academie(s) CROHO-
nummer
Titel na de opleiding1 Afkorting
van de
titel
Bedrijfseconomie AAFM 34401 Bachelor of Science BSc
AFM
De regels in de OER gelden voor:
Alle studenten die zijn ingeschreven voor het studiejaar 2016-2017 en studeren aan een
opleiding hierboven. Met studenten bedoelen we ook extranei. Dit zijn studenten die
alleen examens doen en geen onderwijs volgen.
Het College van Bestuur.
De academiedirectie(s).
De examencommissie.
De medewerkers van de opleiding(en).
1.2 Hoe lees je de OER?
Als we het hebben over ‘we’, dan bedoelen we Avans Hogeschool en de opleidingen die
staan bij 1.1.
Met ‘je’ bedoelen we jou, als student of extraneus van Avans Hogeschool.
En als we ‘hij’ schrijven, dan bedoelen we ook ‘zij’.
1.3 Aan welke regels moet de OER voldoen?
De OER moet voldoen aan de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek
(WHW) en het Kader stellend beleid voor het opleidingsspecifiek studentenstatuut van Avans
Hogeschool. Dit beleid bestaat uit de documenten hieronder. Je vindt ze op iAvans.
De Handreiking voor het opstellen van een Onderwijs- en examenregeling.
Het Format voor het opstellen van een Onderwijs- en examenregeling.
1 Zie https://www.nvao.net/recent/publicaties/nvao-hbo-clusterlijst
datum 04-07-2016
pagina 6 van 68
Bedrijfseconomie
Hoe we de OER maken, lees je in het laatste hoofdstuk van deze OER.
1.4 Hoe lang is de OER geldig?
De OER 2016-2017 is geldig tot 1 september 2017. Is de OER 2016-2017 op 1 september
2016 nog niet gereed? Dan geldt de OER 2015-2016 totdat de nieuwe OER gereed is.
1.5 Begrippen in de OER
Ieder begrip in deze OER proberen wij in de tekst uit te leggen. Als er toch begrippen in de
OER staan die je niet kent, dan kun je in de begrippenlijst kijken voor een uitleg. Je vindt de
begrippenlijst in bijlage 1.
datum 04-07-2016
pagina 7 van 68
Bedrijfseconomie
2 Competenties van de opleiding en beroepseisen
In dit hoofdstuk lees je welke competenties je beheerst aan het einde van de opleiding. Als er
voor jouw opleiding beroepseisen gelden, dan lees je die ook in dit hoofdstuk.
2.1 Welke competenties beheers je aan het einde van de opleiding?
Avans Hogeschool wil dat je over bepaalde competenties beschikt als je afstudeert. Hiermee
bedoelen we dat je over bepaalde kennis, vaardigheden en bepaald gedrag beschikt die je
kunt toepassen in het beroep waarvoor we je opleiden. Dit is vastgelegd in het
opleidingsprofiel van je opleiding. Deze competenties kunnen per locatie verschillen.
Daarnaast geldt voor elke bachelorstudent die vanaf september 2016 met de studie begint:
Iedere bachelorstudent die afstudeert bij Avans Hogeschool beheerst aantoonbaar het Engels
op niveau ERK B2 op de 4 verschillende vaardigheden (spreken en schrijven, lezen en
luisteren)2.
Welke competenties bij jouw opleiding horen, lees je in bijlage 3. We hebben de competenties
vergeleken met de Dublin Descriptoren. Hiermee zorgen we er onder meer voor dat onze
opleidingen op Associate degree- en bachelorniveau zijn. Daarmee zijn de getuigschriften
vergelijkbaar met getuigschriften van andere hogescholen.
2 Besluit CvB 2014-190.
datum 04-07-2016
pagina 8 van 68
Bedrijfseconomie
3 Toelating tot de opleiding
In dit hoofdstuk lees je aan welke eisen je moet voldoen als je een opleiding wilt doen die
hoort bij deze OER.
3.1 Welke vooropleiding moet je gedaan hebben?
Als je een opleiding wilt doen van Avans Hogeschool, dan moet je een havodiploma, vwo-
diploma of mbo 4-diploma hebben. Je moet ook het juiste profiel en de juiste vakken hebben
gedaan op de middelbare school. Wat dit precies betekent, lees je in de
inschrijvingsvoorwaarden van Avans Hogeschool. Deze vind je op iAvans bij Studentinfo.
Avans Hogeschool houdt zich aan de afspraken in de Lissabon conventie. Dit betekent dat wij
getuigschriften van andere hogescholen erkennen.
3.2 Als je niet aan de eisen voldoet
Wat je moet doen als je niet aan de eisen voldoet, hangt af van de diploma’s die je hebt.
3.2.1 Je hebt wel een havo-, vwo- of mbo 4-diploma, maar niet het juiste profiel
Je hebt een havodiploma, vwo-diploma of mbo 4-diploma, maar je hebt op de middelbare
school niet het juiste profiel gedaan of de juiste vakken gevolgd. Dan verzoek je de
academiedirectie of je deel kunt nemen aan het deficiëntieonderzoek. De academiedirectie zal
alleen aan je verzoek tegemoet komen, als er zwaarwegende redenen zijn waardoor je niet
kunt voldoen aan de juiste vooropleidingseisen van het voorgezet onderwijs. Met het
onderzoek moet je aan kunnen tonen dat je dezelfde kennis en vaardigheden hebt als
studenten die het profiel of de vakken op de middelbare school wél hebben gedaan. Je
voldoet dan toch aan de Regeling Aanmelding en Toelating in het Hoger Onderwijs (3 april
2014).
3.2.2 Je hebt geen havo-, vwo- of mbo 4-diploma
Als je geen havo-, vwo- of mbo 4-diploma hebt en je bent 21 jaar of ouder, dan kun je een
toelatingsonderzoek aanvragen. De academiedirectie doet het toelatingsonderzoek of laat het
doen.
Ze onderzoekt:
• of je de kennis en vaardigheden hebt die nodig zijn voor de opleiding.
• of je het Nederlands goed beheerst.
• of je analytisch denkvermogen en redeneervermogen bezit.
• je rekenvaardigheid.
• of je concentratie en werktempo hoog genoeg is.
Let op: Heb je een buitenlands diploma? En kun je met dit diploma in het land waar je het
hebt behaald naar een school voor hoger onderwijs? Dan kun je een toelatingsonderzoek
aanvragen. Je leeftijd maakt niet uit.
datum 04-07-2016
pagina 9 van 68
Bedrijfseconomie
3.3 De taaleis
Om een opleiding van Avans Hogeschool te kunnen volgen, moet je de Nederlandse taal
beheersen op niveau NT2. Dat kun je aantonen als je een diploma hebt zoals omschreven in
artikel 3.1. Anders moet je voldoen aan een van deze taaleisen: Je hebt het staatsexamen NT2 Programma II behaald. En je beheerst het Nederlands op
taalniveau B2 van het Europees Referentie Kader.
Je hebt het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT) ‘Educatief Start bekwaam’
of ‘Educatief Professioneel’ behaald.
Als je niet aan deze taaleisen voldoet, kan de academiedirectie nader onderzoek instellen om
te kunnen beslissen dat je het Nederlands goed genoeg beheerst.
3.4 Extra eisen
Voor jouw opleiding gelden geen extra eisen.
3.5 Moet je verplicht werken naast je opleiding?
Als je de voltijdopleiding volgt, dan hoef je niet te werken tijdens de opleiding.
datum 04-07-2016
pagina 10 van 68
Bedrijfseconomie
4 Studiebegeleiding
Iedere student van Avans Hogeschool krijgt begeleiding tijdens de opleiding. In dit hoofdstuk
lees je meer over deze begeleiding.
4.1 Begeleiden van studenten
Avans Hogeschool begeleidt iedere student tijdens de opleiding. We houden ons hierbij aan
de regels in het Kader voor matching van Avans Hogeschool. Je vindt dit document op
iAvans.
Je krijgt extra begeleiding als je:
naast je opleiding aan topsport doet. Deze regeling staat in het Studentenstatuut. Je
vindt dit statuut op iAvans onder Studentinfo.
een functiebeperking hebt. Deze regeling staat in het Studentenstatuut. Je vindt dit
statuut op iAvans onder Studentinfo.
hoort bij een etnische of culturele minderheid voor wie de omstandigheden minder
gemakkelijk zijn om een hbo-opleiding te volgen.
Bespreek het met je decaan als je behoefte hebt aan extra begeleiding en denkt dat je bij één
van deze doelgroepen hoort.
4.2 Hoe begeleiden wij je?
Als student heb je een studieloopbaanbegeleider die met jou een aantal gesprekken plant
over je studieresultaten. Hieronder lees je hoeveel gesprekken dat zijn.
Als je een voltijdopleiding volgt, heb je tijdens de propedeutische fase minstens 1 keer per
onderwijsperiode een gesprek. De studieloopbaanbegeleider nodigt je daarvoor uit. Tijdens de
postpropedeutische fase word je minstens 1 keer per studiejaar voor een gesprek
uitgenodigd.
4.2.1 De opleiding registreert de gesprekken
De opleiding registreert wat er met je is besproken. We houden ons hierbij aan de regels van
de Regeling Bescherming persoonsgegevens studenten. Deze regeling staat in het
Studentenstatuut. Je vindt dit statuut op iAvans onder ‘Studentinfo’.
datum 04-07-2016
pagina 11 van 68
Bedrijfseconomie
5 Toetsen, tentamens en examens
Om je getuigschrift te behalen, moet je aan alle eisen van het examenprogramma voldoen. In
dit hoofdstuk lees je meer over hoe dit is opgebouwd.
5.1 Wat is het examenprogramma?
Je bachelor of Associate degree bestaat uit twee examens: het propedeutisch examen en het
afsluitend examen. Je behaalt een examen als je alle onderwijseenheden hebt afgerond. Dit
samenhangend geheel van onderwijseenheden noemen we het examenprogramma. Welke
onderwijseenheden er zijn, vind je in het examenprogramma in bijlage 4. Je sluit een
onderwijseenheid af met een tentamen. Tentamens bestaan uit een of meer toetsen. Zie voor
een schematisch overzicht de begrippenlijst in bijlage 1.
5.2 Welke informatie krijg je bij de start van de onderwijseenheid?
Als een onderwijseenheid begint, stellen we de volgende informatie beschikbaar: Waar de onderwijseenheid over gaat.
Welke vakken, stages en practica je moet volgen en wat deze onderdelen inhouden.
Hoeveel studiepunten je kunt behalen voor de onderwijseenheid.
Welke toetsvorm we gebruiken.
Welke beoordelingscriteria en -normen we gebruiken.
Of het tentamen uit meerdere toetsen bestaat. We laten je in dat geval weten wat voor
soort toetsen het zijn en in welke volgorde je ze moet doen.
Het moment waarop je toetsen moet maken of opdrachten moet inleveren.
Welke deelnameverplichting er is voor onderdelen van het onderwijs.
Welke hulpmiddelen je mag gebruiken.
5.3 Wat is een tentamen?
Iedere onderwijseenheid sluit je af met een tentamen. Dit tentamen kan uit een of meer
toetsen bestaan. Een examinator of meer examinatoren toetsen en beoordelen jouw kennis,
inzicht en/of vaardigheden. Dit zijn meestal de docenten van je opleiding.
Je levert je papers, werkstukken, verslagen en eindscripties digitaal in. Of dit ook van
toepassing is bij jouw onderwijseenheden is afhankelijk van de aard van het werkstuk.
Informatie hierover krijg je bij de start van de onderwijseenheid.
Avans Hogeschool gebruikt verschillende toetsvormen. In bijlage 4 zie je welke toetsvormen
voor jouw opleiding van toepassing zijn.
5.3.1 Mondelinge toetsen Een mondelinge toets doe je alleen, tenzij de examencommissie anders beslist.
Een mondelinge toets is openbaar. De examencommissie mag in bijzondere situaties beslissen dat een mondelinge toets niet openbaar is.
5.3.2 Wanneer kun je een aangepaste toets aanvragen?
Je kunt in de volgende gevallen vragen of je toetsen mag doen op een manier die voor jou
het meest passend is: je hebt een functiebeperking
datum 04-07-2016
pagina 12 van 68
Bedrijfseconomie
je bent een topsporter
Je legt je vraag voor aan de decaan. De decaan adviseert de examencommissie. De
examencommissie neemt de beslissing.
Als er een andere bijzondere situatie is waardoor je een toets op een andere manier wilt
doen, moet je de examencommissie hiervoor toestemming vragen. Hoe je dit doet, staat in
hoofdstuk 6 van deze OER.
5.4 Moet je je inschrijven voor een toets?
Je moet je op tijd inschrijven voor een toets. Via het jaarrooster laten we je weten vanaf en
tot wanneer je je kunt inschrijven. Meer informatie vind je in de Toetsregeling op iAvans.
5.4.1 Als je je te laat inschrijft? Ben je te laat met inschrijven en wil je toch meedoen? Dan gelden tot een week
voorafgaande aan de toets deze regels:
Als het gaat om een schriftelijke of digitale toets, betaal je € 20 administratiekosten als je
je inschrijft.
Als je je in één keer voor meerdere toetsen inschrijft, betaal je € 20 administratiekosten
voor dit cluster van toetsen.
5.5 Welke regels gelden er als je een toets maakt?
Hieronder lees je aan welke regels je je moet houden als je een toets maakt.
De directie van je opleiding is verantwoordelijk voor het examenprogramma en voor de
organisatie van de toetsen. Vanaf het moment dat een toets volgens de planning zou starten
is de examencommissie bevoegd om beslissingen te nemen als er onregelmatigheden zijn.
5.5.1 Neem je legitimatie mee
Als je een toets maakt, moet je je legitimeren. De regels die hiervoor gelden, vind je in de
Toetsregeling van Avans Hogeschool. Deze regeling vind je op iAvans. Zonder legitimatie mag
je niet meedoen aan de toets.
5.5.2 Als het alarm afgaat
Als het alarm afgaat tijdens een toets moet je zo snel mogelijk naar buiten. De examencommissie besluit of je toets wel of niet wordt nagekeken en of die wel of niet
meetelt. Dit geldt ook als je je werk al hebt ingeleverd.
Als de examencommissie heeft besloten dat jouw toets niet wordt nagekeken of niet
meetelt, mag je de toets zo snel mogelijk opnieuw maken. Binnen 24 uur na de
noodsituatie lees je op Blackboard waar, wanneer en hoe laat de nieuwe toets is.
5.5.3 Gelden er meer regels?
Op iAvans vind je de Toetsregeling van Avans Hogeschool. Hierin lees je welke regels nog
meer gelden.
datum 04-07-2016
pagina 13 van 68
Bedrijfseconomie
5.6 Wat gebeurt er als je je niet aan de regels houdt?
Houd je je niet aan de regels die gelden voor het maken van toetsen, of pleeg je fraude of
plagiaat? Dan heeft dat de volgende consequenties: Als een examinator of surveillant voor of tijdens een tentamen vaststelt dat je je niet aan
de regels houdt, dan kan hij beslissen dat je niet mee mag doen aan het tentamen of dat
je het tentamen niet mag afmaken. De examencommissie beslist later welke maatregelen
zij neemt.
De examinator kan ook ná de toets vaststellen dat je je niet aan de regels hebt
gehouden. Hij moet dit melden aan de examencommissie. Die beslist later welke
maatregelen zij neemt.
5.6.1 Welke maatregelen kan de examencommissie nemen?
De examencommissie heeft de volgende regeling in de OER laten opnemen.
Op basis van de WHW is de examencommissie bevoegd maatregelen te nemen in geval van
geconstateerde fraude. Bij een vermoeden van onregelmatigheden, waaronder fraude, stelt
de examencommissie een onderzoek in. Bij het bepalen van de op te leggen maatregel
onderscheidt de examencommissie vijf categorieën. Een overzicht hiervan is opgenomen in
bijlage 5.
Los van de in bijlage 5 genoemde maatregelen kan de examencommissie aan het College van
Bestuur vragen om te beslissen dat je moet stoppen met de opleiding.
5.6.2 Een gesprek met de examencommissie
Voordat de examencommissie een maatregel neemt, wil ze eerst met jou praten. Dit noemen
we het hoorrecht. Na het gesprek neemt de examencommissie een beslissing en krijg je
hierover een brief of mail. De examencommissie informeert ook de academiedirectie. In
hoofdstuk 6 lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met de beslissing van de
examencommissie.
5.7 Hoe controleren wij plagiaat?
Het werk dat je maakt tijdens je opleiding is oorspronkelijk en authentiek. Wij gaan ervan uit
dat je dat werk helemaal zelf hebt gemaakt. Om dat goed te kunnen beoordelen, vergelijken
we alle werkstukken met elkaar en controleren ze op plagiaat.
De werkstukken die je inlevert, moet je uploaden op Blackboard. Door het inleveren van het
werkstuk geef je toestemming om het werk te controleren op plagiaat. Je mag je werkstuk er
niet tegen beveiligen.
De examinator of surveillant legt een vermoeden van fraude of plagiaat altijd voor aan de
examencommissie. De examencommissie stelt dan een onderzoek in.
5.8 Wie beoordeelt je toets?
Alleen een examinator mag jouw toets beoordelen.
De examencommissie wijst elke examinator aan. Meestal is dat een docent van je opleiding.
Een deskundige die niet bij Avans Hogeschool werkt, kan de examinator adviseren over jouw
beoordeling. Deze deskundige kan jou alleen beoordelen als de examencommissie hem als
examinator heeft aangewezen.
datum 04-07-2016
pagina 14 van 68
Bedrijfseconomie
5.9 Hoe beoordeelt de examinator je toets?
De examinator beoordeelt je toets als volgt:
Hij beoordeelt of je de leerdoelen hebt behaald die bij de onderwijseenheid horen.
Hiervoor gebruikt hij beoordelingscriteria en een beoordelingsnorm. Deze zijn vooraf
vastgesteld. De beoordelingscriteria geven aan waarop je wordt beoordeeld. De
beoordelingsnorm geeft aan hoe de beoordeling van de toets moet worden berekend.
Heeft de examinator een toets nagekeken? Dan analyseert hij de toets. Concludeert
hij achteraf dat de beoordelingsnorm niet klopt? Dan vraagt hij de examencommissie
toestemming om de beoordelingsnorm te veranderen. De nieuwe beoordelingsnorm
mag niet nadeliger voor je zijn dan de eerste beoordelingsnorm.
5.9.1 Welke beoordeling krijg je voor een toets?
Je examinator kan jouw toets als volgt beoordelen: Met een cijferbeoordeling van 1 tot en met 10.
o We ronden cijfers voor toetsen af met 1 cijfer achter de komma.
o Een 5,5 is een voldoende. Een 5,4 is een onvoldoende.
Met een woordbeoordeling uitstekend, zeer goed, goed, ruim voldoende, voldoende, bijna
voldoende, onvoldoende, zeer onvoldoende, slecht of zeer slecht.
Met een voldaan of niet voldaan.
Hieronder zie je hoe de beoordelingen zich tot elkaar verhouden.
5.9.2 Wanneer behaal je een tentamen?
Je kunt een tentamen behalen op de manieren hieronder. De academiedirectie beslist per
onderwijseenheid welke manier geldt. Je hebt voor alle toetsen een 5,5 of hoger behaald.
Je hebt een voldoende of hoger behaald.
Je hebt de beoordeling ‘voldaan’ gekregen.
Het gewogen gemiddelde van alle toetsen die worden beoordeeld met een cijfer, is een 5,5 of
hoger. Geen enkele toets is lager dan een 4. Wanneer er sprake is van een woordbeoordeling
moet deze minstens voldoende of voldaan zijn.
5.9.3 Hoe berekenen we je tentamencijfer?
Voor tentamens die uit meer dan één toets bestaan, berekenen we het gemiddelde. Hierbij
tellen woordbeoordelingen niet mee. Als niet alle toetsen even zwaar meetellen, berekenen
we het gewogen gemiddelde. In het examenprogramma in bijlage 4 zie je in de kolom
‘Weging’ hoe zwaar jouw toetsen meetellen.
10 Uitstekend
Voldaan
9 Zeer goed
8 Goed
7 Ruim voldoende
6 Voldoende
5 Bijna voldoende
Niet voldaan
4 Onvoldoende
3 Zeer onvoldoende
2 Slecht
1 Zeer slecht
datum 04-07-2016
pagina 15 van 68
Bedrijfseconomie
5.9.4 Voorwaarden compensatie
Compensatie van toetsen vindt alleen plaats in de propedeutische fase. Hieraan zijn geen
voorwaarden verbonden.
5.10 Wanneer krijg je je beoordeling?
Je krijgt je beoordeling binnen drie weken nadat je de toets hebt gedaan. De opleiding zet
jouw beoordeling en studiepunten in Osiris. Wij houden ons hierbij aan de regels van de
Regeling Bescherming persoonsgegevens studenten. Deze regeling is een onderdeel van het
Studentenstatuut. Je vindt dit statuut op iAvans.
Je kunt een overzicht van je beoordelingen opvragen bij je opleiding.
5.11 Als je je toets wilt inkijken
5.11.1 Inzage
Vanaf de dag dat je je beoordeling krijgt, heb je vier weken de tijd om de beoordeling van de
toets in te kijken. Hiervoor gelden de volgende regels: Na iedere toetsperiode wordt een inzage georganiseerd. Deze wordt in het rooster
opgenomen.
De inzage is onderdeel van de toets. Daarom gelden hier de regels van de Toetsregeling
van Avans Hogeschool en de bepalingen van artikel 5.6 van de OER.
Als de inzage wordt geroosterd, is inzage alleen op het ingeroosterde moment mogelijk.
5.11.2 Bereid je je voor op een toekomstige toets?
Dan mag je de vragen en opdrachten van eerdere toetsen inkijken. En je mag de
beoordelingsnorm zien waarmee de examinator de cijfers heeft bepaald. Hiervoor gelden de
volgende regels: Je kunt een toets en de beoordelingsnorm uitsluitend inzien op verzoek en in overleg met
de betreffende coördinator van de onderwijseenheid.
5.12 Hoe vaak mag je een toets doen?
Per studiejaar heb je 2 mogelijkheden om een toets te behalen. De eerste mogelijkheid is in
de onderwijsperiode waarin we de onderwijseenheid aanbieden. De tweede mogelijkheid
noemen we de herkansing.
Je mag altijd een herkansing doen. Het maakt niet uit of je een voldoende of een
onvoldoende hebt behaald voor de eerste toets.
Als je niet meedoet met de eerste kans, dan mag je wel meedoen met de tweede kans.
Je hebt dan geen recht op een extra kans. In bijzondere situaties kan de
examencommissie je hier toch toestemming voor geven. Hoe je toestemming vraagt, lees
je in hoofdstuk 6.
Als je een toets meer dan één keer maakt, geldt je hoogste beoordeling.
Alle laatste herkansingen van de propedeutische fase vinden voor de zomervakantie
plaats, uiterlijk in week 11 van periode 4.
datum 04-07-2016
pagina 16 van 68
Bedrijfseconomie
5.13 Hoe lang bewaren we tentamens en beoordelingen?
Toetsopgaven met bijbehorende beoordelingscriteria en normering (antwoordmodellen)
bewaren we vier jaar.
De resultaten van beoordeling bewaren we minimaal zeven jaar.
Jouw beoordeelde toetsen en de beoordelingen die daarbij horen, bewaren we twee jaar.
Als je een vraag of een klacht hebt gestuurd over de toets, dan bewaren we je toets zo
lang je vraag of klacht wordt behandeld.
Eindwerkstukken die een voldoende hebben gekregen, bewaren we zeven jaar.
Getuigschriften en cijferlijsten bewaren we 50 jaar.
5.14 Vrijstelling vragen voor een toets
Je kunt vrijstelling vragen voor een toets. Je stuurt hiervoor een verzoek naar de
examencommissie. Hoe je het verzoek moet insturen, lees je in hoofdstuk 6.
5.14.1 Wat moet er in je verzoek staan?
Schrijf in je verzoek waarom je vrijstelling wilt krijgen en stuur de volgende bewijsstukken
mee: Kopie van een diploma, getuigschrift, akte of verklaring waarmee je aantoont dat je aan
de eisen van de toets voldoet.
Kopie van de lijst met kwalificaties die hoort bij dat diploma, getuigschrift, die akte of
verklaring.
Kopie van een lijst met documenten die je hebt bestudeerd. Bijvoorbeeld studieboeken,
readers of collegeteksten.
Andere bewijsstukken waaruit blijkt dat je vrijstelling zou moeten krijgen.
5.14.2 Wanneer beslist de examencommissie? De examencommissie beslist binnen vier weken nadat ze je verzoek heeft gekregen, of je
vrijstelling krijgt. Je krijgt hierover een brief of mail. De examencommissie bewaart een kopie
van de beslissing in je dossier. Krijg je de vrijstelling? Dan staat in Osiris dat je vrijstelling
hebt voor de toets.
5.14.3 Als je geen diploma, getuigschrift, akte of verklaring hebt Als je geen diploma, getuigschrift, akte of verklaring hebt waarmee je aantoont dat je
vrijstelling kunt krijgen, dan kan je de examencommissie vragen of je een vervangende
opdracht mag maken. Je krijgt vrijstelling als je een voldoende behaalt voor deze toets. Je
krijgt hierover een brief of mail. En in Osiris staat dat je vrijstelling hebt voor de toets.
5.14.4 Wanneer kun je geen vrijstelling vragen?
Je kunt geen vrijstelling vragen voor een afstudeeropdracht.
Je kunt geen vrijstelling vragen voor een toets die je al een keer hebt gemaakt.
5.14.5 Ben je het niet eens met de examencommissie?
In hoofdstuk 6 lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met de beslissing van de
examencommissie.
datum 04-07-2016
pagina 17 van 68
Bedrijfseconomie
5.15 Hoe lang is een beoordeling of vrijstelling geldig?
Let op: hieronder hebben we het over beoordelingen. Precies hetzelfde geldt voor
vrijstellingen.
5.15.1 Geldigheidsduur van beoordelingen die je behaalt tijdens je opleiding
Beoordelingen voor toetsen die je behaalt tijdens je opleiding zijn zes jaar geldig. We
berekenen dit vanaf de datum dat je de beoordeling van de laatste toets van de
onderwijseenheid hebt gekregen.
Heb je nog niet alle toetsen van een tentamen behaald? Dan zijn de toetsen die je wel hebt
behaald zes jaar geldig. We berekenen in dat geval deze zes jaar voor iedere toets apart.
Haal je de beoordeling in de periode september tot en met januari? Dan is de beoordeling
zes jaar geldig vanaf 1 februari.
Haal je de beoordeling in de periode februari tot en met augustus? Dan is de beoordeling
zes jaar geldig vanaf 1 september.
De beoordelingen die ouder zijn dan zes jaar, kunnen dus op twee momenten in het jaar
vervallen.
De geldigheidsduur van zes jaar geldt totdat je je propedeuse-, Ad- of bachelorgetuigschrift
hebt behaald. Daarna kunnen de beoordelingen bij een getuigschrift niet meer vervallen.
Behaalde beoordelingen die gaan vervallen in het studiejaar 2016-2017 blijven geldig totdat
bekend is wat de inwerkingtreding van de Wet Versterking Bestuurskracht betekent voor de
geldigheidsduur van deze beoordelingen.
Beoordelingen die je behaalt tijdens de opleiding blijven alleen geldig zolang je als student
bent ingeschreven bij Avans Hogeschool. Let op: stop je een tijdje met de opleiding vanwege
persoonlijke omstandigheden zoals omschreven in 7.5.3? Dan kan de examencommissie
beslissen dat jouw beoordelingen weer geldig zijn als je verder gaat met je opleiding. Neem
hiervoor contact op met de examencommissie. Hoe je dit doet, lees je in hoofdstuk 5.
5.15.2 Wil je dat je beoordeling langer geldig is?
Als je wilt dat je beoordeling langer geldig is, dan stuur je een verzoek naar de
examencommissie. Hoe je dit doet, lees je in hoofdstuk 6. De beoordeling moet wel
voldoende zijn.
5.16 Wanneer krijg je een getuigschrift of verklaring?
Hieronder lees je wanneer je een getuigschrift of verklaring krijgt.
5.16.1 Getuigschrift van de propedeuse Je krijgt het getuigschrift van de propedeuse als de examencommissie vaststelt dat je alle
tentamens van de propedeutische fase hebt behaald.
Je moet ingeschreven zijn bij je opleiding op het moment dat de examencommissie in
haar vergadering vaststelt dat je bent geslaagd. De vergaderdata van de
examencommissie waarin de examencommissie vaststelt dat studenten geslaagd zijn,
worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd.
Bij het getuigschrift krijg je ook de cijferlijst die daarbij hoort. De cijfers op je cijferlijst
zijn afgerond op 1 decimaal nauwkeurig.
datum 04-07-2016
pagina 18 van 68
Bedrijfseconomie
5.16.2 Getuigschrift van de bachelor Je krijgt het getuigschrift van de bachelor als de examencommissie vaststelt dat je alle
tentamens van de postpropedeutische fase hebt behaald.
Je moet ingeschreven zijn bij je opleiding op het moment dat de examencommissie in
haar vergadering vaststelt dat je bent geslaagd. De vergaderdata van de
examencommissie waarin de examencommissie vaststelt dat studenten geslaagd zijn,
worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd.
Bij het getuigschrift krijg je ook de cijferlijst die daarbij hoort. De cijfers op je cijferlijst
zijn afgerond op 1 decimaal nauwkeurig.
Bij het getuigschrift krijg je een supplement. Een supplement is een bijlage waarin
informatie staat over de opleiding die je hebt gedaan.
Je krijgt ook een Engelstalig supplement dat voldoet aan de regels van Unesco/Cepes en
de Vereniging Hogescholen.
5.16.3 Als je stopt met de opleiding zonder getuigschrift
Stop je voortijdig met de opleiding en heb je geen recht op een getuigschrift? Dan kun je de
examencommissie vragen om een verklaring waarin staat welke tentamens je hebt behaald.
Hoe je dit doet, lees je in hoofdstuk 6.
5.17 Welke titel krijg je na de opleiding?
Welke titel je behaalt voor de opleiding lees je in hoofdstuk 1.
5.18 Wanneer slaag je cum laude?
Om cum laude af te studeren voor je propedeuse moet je aan de eisen hieronder voldoen.
Let op: met cijferlijst bedoelen we de cijferlijst die je krijgt bij je getuigschrift. Het gewogen gemiddelde van alle cijfers op je cijferlijst is een 8,0 of hoger. Als er op je
cijferlijst een vrijstelling of een woordbeoordeling zoals ‘voldaan’ staat, beslist de
examencommissie hoe deze meetelt voor je gemiddelde.
Er staat geen cijfer lager dan een 7,0 op je cijferlijst.
Je hebt nooit fraude gepleegd tijdens de opleiding.
Wil je cum laude afstuderen voor je bacheloropleiding? Dan moet je aan de eisen hieronder
voldoen. Let op: met cijferlijst bedoelen we de cijferlijst die je krijgt bij je getuigschrift. Het gewogen gemiddelde van alle cijfers op je cijferlijst is een 8,0 of hoger. Als er op je
cijferlijst een vrijstelling of een woordbeoordeling zoals ‘voldaan’ staat, beslist de
examencommissie hoe deze meetelt voor je gemiddelde.
Er staat geen cijfer lager dan een 7,0 op je cijferlijst.
Je hebt minstens een 8,0 behaald voor je afstudeeropdracht.
Je hebt nooit fraude gepleegd tijdens de opleiding.
datum 04-07-2016
pagina 19 van 68
Bedrijfseconomie
6 Verzoek aan de examencommissie of in beroep gaan
In dit hoofdstuk lees je wat je moet doen als je een verzoek hebt voor de examencommissie.
Ook lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met een beslissing van de
examencommissie of een examinator.
6.1 Heb je een verzoek of klacht aan de examencommissie?
In de andere hoofdstukken van deze OER lees je wanneer je een verzoek naar de
examencommissie kunt sturen. Je mag bijvoorbeeld een verzoek sturen over de volgende
onderwerpen: Je wilt dat jouw toets of tentamen opnieuw wordt beoordeeld.
Je bent niet aangemeld voor een toets. Toch wil je meedoen.
Je wilt een vrijstelling.
Je meldt je te laat aan voor een toets. Toch vind je dat je geen boete hoeft te betalen,
omdat je er niets aan kon doen.
Je wilt een toets op een andere manier doen.
Je wilt een extra kans voor een toets.
Je hebt een functiebeperking en je wil de toets op een voor jou passende manier doen.
De regeling hiervoor staat in het Studentenstatuut. Je vindt dit statuut op iAvans onder
Studentinfo.
Je doet aan topsport. Daarom wil je de toets op een voor jou passende manier of een
ander moment doen. De regeling hiervoor staat in het Studentenstatuut. Je vindt dit
statuut op iAvans onder Studentinfo.
Je hebt een klacht over de manier waarop je een toets moest doen, of over de
examinator. Zit deze examinator ook in de examencommissie? Dan mag hij over deze
situatie niet meebeslissen.
Je hebt toestemming nodig om een minor te volgen die je zelf samenstelt, die niet in de
Avans minorcatalogus staat of die niet in het aanbod van ‘Kies op Maat’ staat.
Let op: je moet binnen zes weken na de gedraging of het voorval je verzoek of klacht aan de
examencommissie hebben gedaan.
6.1.1 Waar stuur je je verzoek naartoe?
Een verzoek aan de examencommissie stuur je naar [email protected].
Binnen vier weken nadat de examencommissie je verzoek heeft ontvangen, krijg je een brief
of e-mail met de beslissing van de examencommissie. Hierna mag je niet nog eens een
verzoek sturen over hetzelfde onderwerp.
6.2 Onvoorziene omstandigheden
Als zich onvoorziene omstandigheden voordoen, die niet in de OER vastgelegd zijn, dan
beslist de examencommissie daarover. Zij overlegt dit zoveel mogelijk met de
academiedirectie(s). De examencommissie legt verantwoording af over haar beslissing aan de
academiedirectie(s). Je krijgt een brief of e-mail waarin staat wat de examencommissie heeft
beslist en waarom. Er staat ook in wat je kunt doen als je het niet eens bent met deze
beslissing. En voor wanneer je dit moet doen.
datum 04-07-2016
pagina 20 van 68
Bedrijfseconomie
6.3 Ben je het niet eens met een beslissing?
Als je het niet eens bent met een beslissing van de examencommissie of een examinator, dan
kun je in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens. Je moet dit doen binnen
zes weken na de datum die op de brief of e-mail van de beslissing staat.
Hoe je in beroep gaat en hoe het College van Beroep voor de Examens jouw beroep
behandelt, lees je in het Reglement van orde van het College van Beroep voor de Examens.
Je vindt dit document op iAvans bij Studentinfo.
datum 04-07-2016
pagina 21 van 68
Bedrijfseconomie
7 De voltijd bacheloropleiding
Dit hoofdstuk gaat over jouw bacheloropleiding. Je doet de volgende voltijdopleiding:
Naam opleiding Academie Major
Bedrijfseconomie AAFM, AFM Bedrijfseconomie
7.1 Opbouw van de opleiding
Voor deze opleiding moet je 240 studiepunten behalen. Dit kan in vier jaar.
Eén studiepunt staat voor 28 studiebelastingsuren.
Eén studiejaar is 42 weken.
In één studiejaar kun je 60 studiepunten behalen. Dit zijn 1.680 studiebelastingsuren.
Eén studiejaar bestaat uit vier onderwijsperiodes. Periode 1 start in september. Je kunt
15 studiepunten per onderwijsperiode behalen. Dit zijn 420 studiebelastingsuren.
In bijlage 4 vind je het examenprogramma van jouw opleiding.
Je opleiding is als volgt opgebouwd: Je volgt verplichte onderwijseenheden die bij de competenties van je opleiding horen. Dit
noemen we de major. Je behaalt hiervoor 210 studiepunten.
Je kiest zelf onderwijseenheden. Deze onderwijseenheden hoeven niet bij je opleiding te
horen. Je behaalt hiervoor 30 studiepunten. Deze onderwijseenheden noemen we een
minor.3
7.1.1 Welke minor kun je kiezen?
Je kunt een minor kiezen uit
• de Avans-minorcatalogus
• het aanbod van ‘Kies op Maat’.
Of je stelt zelf een minor samen.
Bij het kiezen en bij het zelf samenstellen van een minor ben je er verantwoordelijk voor dat
de minor niet overlapt met een of meer onderwijseenheden uit het majorprogramma.
Bij het zelf samenstellen van een minor moet je er ook voor zorgen dat de minor van
voldoende niveau is.
7.1.2 Wanneer heb je toestemming nodig voor een minor?
Je hebt toestemming nodig van de examencommissie als: de minor niet in de Avans-minorcatalogus staat
de minor niet in het aanbod van ‘Kies op Maat’ staat
je zelf een minor wilt samenstellen
De examencommissie controleert of de minor niet overlapt met een of meer
onderwijseenheden uit het majorprogramma en of de minor van voldoende niveau is.
3 Voor de opleiding Accountancy en de opleiding IBL geldt dat de minor ingevuld wordt met een verplicht
programma.
datum 04-07-2016
pagina 22 van 68
Bedrijfseconomie
7.2 In welke taal is deze opleiding?
De voertaal van jouw opleiding is Nederlands. Onderdelen van het onderwijs kunnen in een andere taal worden verzorgd, zoals het Engels. Dit doen we omdat we het belangrijk vinden dat je de beroepsvaardigheden verwerft in een andere taal of dat je je een andere taal eigen maakt door die taal te spreken, te lezen en te
schrijven.
In bijlage 4 lees je in welke taal jouw onderwijseenheden worden uitgevoerd en getoetst.
7.3 Met welke vooropleiding kun je vrijstelling krijgen?
Hieronder lees je met welke vooropleiding je vrijstelling kunt krijgen en waarvoor.
De examencommissie moet in alle gevallen per student toestemming geven. In hoofdstuk 6
lees je hoe dit werkt.
7.3.1 Je hebt een mbo-diploma niveau 4
Je krijgt geen automatische vrijstelling als je een mbo-diploma niveau 4 hebt.
7.3.2 Je hebt een vwo-diploma
Indien je in aanmerking denkt te komen voor vrijstellingen, kun je een verzoek bij de
examencommissie indienen.
De examencommissie moet per student toestemming geven. In hoofdstuk 6 lees je hoe dit
werkt.
7.3.3 Je hebt een Associate degree
Je hebt een Associate degree van een andere opleiding of van een ander instituut dan Avans
Hogeschool. Je hebt dan geen recht op standaard vrijstellingen. De examencommissie besluit
dan voor welke vrijstellingen je eventueel in aanmerking komt. Deze vrijstellingen vraag je
aan bij de examencommissie. In hoofdstuk 6 lees je hoe dit werkt.
7.3.4 Je hebt een andere vooropleiding
Deze paragraaf geldt niet voor jouw opleiding.
7.4 Wanneer krijg je een voorlopig en een definitief advies over je opleiding?
In de propedeutische fase krijg je een jaar nadat je bent gestart een studieadvies over je
opleiding. De examencommissie bekijkt hiervoor de resultaten van je toetsen. De
examencommissie gebruikt het studieadvies om te beslissen of je wel of niet mag doorgaan
met de opleiding. Als de examencommissie beslist dat je niet door mag gaan met de
opleiding, ontvang je een bindende afwijzing. Hoe dat werkt, lees je in de volgende
paragraaf.
Ben je in periode 1 gestart met de opleiding? Dan krijg je voor 1 september van het volgende
kalenderjaar een studieadvies.
datum 04-07-2016
pagina 23 van 68
Bedrijfseconomie
Ben je in periode 3 gestart met de opleiding? Dan krijg je voor 1 februari van het volgende
kalenderjaar een studieadvies.
7.5 Wanneer moet je stoppen met de opleiding?
De examencommissie mag je een bindende afwijzing geven als ze vindt dat je niet geschikt
bent voor de opleiding. Een bindende afwijzing betekent dat je moet stoppen met de
opleiding. Het aantal studiepunten dat je hebt behaald, is bepalend. Wij moeten je voldoende
studiebegeleiding hebben gegeven. In hoofdstuk 4 en in het Kader voor matching lees je wat
we hiermee bedoelen. Ook moeten we je op tijd gewaarschuwd hebben voordat je de
bindende afwijzing ontvangt.
7.5.1 Wanneer ontvang je een bindende afwijzing?
De examencommissie beslist dat je moet stoppen met je opleiding als je aan het einde van je
eerste studiejaar te weinig studiepunten hebt behaald. Heb je minder dan 52 studiepunten
behaald? Dan heb je er te weinig. Bij de berekening van het aantal studiepunten tellen de
studiepunten van alle behaalde toetsen mee. Als je vrijstellingen hebt, tellen we de
studiepunten daarvan mee. We houden bij het uitbrengen van de bindende afwijzing rekening
met je persoonlijke omstandigheden.
Ben je voor 1 februari ingeschreven voor de opleiding? Dan neemt de examencommissie haar
beslissing op basis van het aantal studiepunten dat op 31 augustus in Osiris staat.
Ben je op of na 1 februari ingeschreven voor de opleiding? Dan neemt de examencommissie
haar beslissing op basis van het aantal studiepunten dat op 31 januari in Osiris staat.
Als je voor 30 studiepunten of meer vrijstelling hebt gekregen in de propedeutische fase, dan
moet je de overige onderwijseenheden van de propedeuse binnen 1 jaar behalen. Je krijgt in
dat geval voor elke onderwijseenheid 3 kansen per toets om je tentamen te behalen. Als je
genoeg toetskansen hebt gehad en je hebt toch niet alle onderwijseenheden behaald, dan
heb je te weinig studiepunten behaald en moet je stoppen met je opleiding.
7.5.1 Een gesprek met de examencommissie
Als de examencommissie van plan is te beslissen dat je moet stoppen met de opleiding, laat
ze dat aan je weten in een brief of mail. De examencommissie nodigt je uit voor een gesprek.
Dit noemen we het hoorrecht. In het gesprek krijg je de kans om uit te leggen waarom je te
weinig studiepunten hebt behaald. Daarna neemt de examencommissie een definitieve
beslissing.
7.5.2 Behaal je te weinig studiepunten door persoonlijke omstandigheden?
Als je te weinig studiepunten behaalt, kan dat komen door persoonlijke omstandigheden. De
examencommissie kan in dat geval beslissen dat zij het uitbrengen van het studieadvies
twaalf maanden uitstelt. Zij brengt het studieadvies dan uit aan het einde van je tweede
studiejaar. Op dat moment moet je aan de norm van 52 studiepunten uit de propedeutische
fase voldoen. Bij het uitbrengen van het studieadvies beslist de examencommissie of je door
mag gaan met de opleiding of dat je een bindende afwijzing krijgt.
datum 04-07-2016
pagina 24 van 68
Bedrijfseconomie
Als er kans is dat je door persoonlijke omstandigheden te weinig studiepunten behaalt, moet
je dit zo snel mogelijk vertellen aan de decaan van je opleiding. Hij gaat vertrouwelijk met
jouw verhaal om. De decaan adviseert de examencommissie.
Met welke persoonlijke omstandigheden houden we rekening?
Ziekte.
Functiebeperking.
Zwangerschap.
Bijzondere omstandigheden in je familie.
Lidmaatschap van de opleidingscommissie, de Medezeggenschapsraad of de
Academieraad.
Bestuurlijk werk voor Avans Hogeschool.
Lidmaatschap van het bestuur van een actieve studentenorganisatie of een actieve
maatschappelijke organisatie. Deze organisatie heeft volledige rechtsbevoegdheid.
In de Faciliteitenregeling bestuurlijk actieve studenten staat aan welke voorwaarden het
lidmaatschap of bestuurlijk werk moet voldoen. Je vindt de regeling op iAvans.
7.5.3 Wat gebeurt er als je moet stoppen met de opleiding?
Als de examencommissie beslist dat je moet stoppen met de opleiding, dan schrijven we je
uit bij de opleiding en ben je vanaf het begin van de maand na de beslissing geen student
meer van deze opleiding. We geven je zoveel mogelijk een passend opleidingsadvies mee. Als
je uitgeschreven bent, gelden de volgende regels voor jou:
Je kunt je in ieder geval het volgende studiejaar niet meer als student of als extraneus
inschrijven voor deze opleiding bij Avans Hogeschool.
Je kunt je niet meer inschrijven voor een andere variant van dezelfde opleiding. Met
varianten bedoelen we de deeltijdvariant, de duale variant of de Associate degree.
Je kunt je niet meer inschrijven voor de opleidingen hieronder.
Naam opleiding
Bedrijfseconomie
Na een jaar kun je je wel weer opnieuw inschrijven bij de opleiding waarmee je moest
stoppen. Dat kan alleen als de academiedirectie het aannemelijk vindt dat je bij een nieuwe
start wel genoeg studiepunten kunt behalen voor deze opleiding. Je moet daarvoor goede
argumenten hebben. Je hebt bijvoorbeeld intussen ergens anders gestudeerd, of je hebt
werkervaring opgedaan. Als de academiedirecteur je toestemming geeft om je weer in te
schrijven, dan gelden bij je nieuwe inschrijving weer alle regels over stoppen met de
opleiding. Als je wéér moet stoppen, dan kun je niet nog eens na een jaar toelating vragen.
Let op: dit geldt niet voor numerus fixus opleidingen!
7.5.4 Ben je het niet eens met een beslissing?
In hoofdstuk 6 lees je wat je moet doen als je het niet eens bent met de beslissing van de
examencommissie.
7.5.5 Bijzondere situaties
Als je je voor 1 februari (als je bent gestart in periode 1) of 1 september (als je bent
gestart in periode 3) uitschrijft voor je opleiding, dan krijg je geen studieadvies en ook
geen bindende afwijzing.
datum 04-07-2016
pagina 25 van 68
Bedrijfseconomie
Ben je gestart in periode 1 bij de voltijdvariant van de opleiding en stap je voor 1
februari over naar de deeltijdvariant of de duale variant? Dan passen we de regels voor
deeltijdstudenten of duale studenten toe op jouw situatie. Als je in periode 3 bent gestart
en je stapt voor 1 september over, dan passen we ook de regels voor deeltijdstudenten of
duale studenten toe.
Ben je gestart in periode 1 bij de voltijdvariant van de opleiding en stap je na 1 februari
over naar de deeltijdvariant of duale variant? Dan passen we de regels voor
voltijdstudenten toe op jouw situatie. Als je in periode 3 bent gestart, dan geldt hetzelfde
als je overstapt na 1 september.
7.6 Als de inhoud van jouw opleiding verandert
Wij vernieuwen regelmatig onze opleidingen. Dit betekent dat wij de inhoud van
onderwijseenheden veranderen en dat wij onderwijseenheden vervangen. Wat betekent dit
voor jou?
Je volgde een onderwijseenheid die nu vernieuwd is of die niet meer in de opleiding wordt
aangeboden en je hebt een toets nog niet gehaald. Dan krijg je 2 kansen om deze toch te
behalen als het een schriftelijke of digitale toets betreft. We bieden hiervoor geen onderwijs
aan. Haal je de toets of toetsen van de oude onderwijseenheid niet of betreft het geen
schriftelijke of digitale toets? Dan moet je meedoen met de toets van de vernieuwde of
nieuwe onderwijseenheid.
7.7 Kan de inhoud of de vorm van een toets veranderen?
De stof waarop de eerste toets of tentamen is gebaseerd, vormt de basis voor de inhoud van
de tweede of volgende toets of tentamen.
Als je een toets moet herkansen, dan moet deze herkansing dezelfde vorm hebben als de
eerste toets. Dit geldt alleen als de herkansing in hetzelfde studiejaar is. De toetsvorm kan
alleen in hetzelfde studiejaar veranderen als de examencommissie en de student hiermee
akkoord zijn.
datum 04-07-2016
pagina 26 van 68
Bedrijfseconomie
7.8 De volgorde van je onderwijseenheden
In de propedeutische fase geldt geen verplichte volgorde voor deelname aan de
onderwijseenheden.
In de postpropedeutische fase kun je aan de onderwijseenheden Stage en Afstuderen
deelnemen, als je bepaalde toetsen met goed gevolg hebt afgelegd. Deze vind je in bijlage 6.
7.8.1 Wanneer heb je recht op studievoortgangsgarantie?
Studievoortgangsgarantie betekent dat als je niet kunt deelnemen aan onderwijseenheden in
de verplichte volgorde, dat wij je in dat studiejaar onderwijseenheden aanbieden waarmee je
minimaal 30 studiepunten kunt behalen. Voorwaarde hiervoor is dat je hebt deelgenomen aan
de onderwijseenheid die je niet hebt behaald of dat je afwezig was met een goede reden. Als
je nog minder dan 30 studiepunten moet behalen voor je opleiding dan krijg je een
programma aangeboden voor het aantal studiepunten dat je nog moet behalen.
datum 04-07-2016
pagina 27 van 68
Bedrijfseconomie
8 Het maken en aanpassen van de OER
In dit hoofdstuk lees je hoe we de OER maken. Je leest ook hoe we ervoor zorgen dat de OER
altijd overeenkomt met de afspraken over je opleiding.
8.1 Hoe maken we de OER?
De academiedirectie maakt de OER op basis van het Kaderstellend beleid voor het
opleidingsspecifieke studentenstatuut. Dit beleid bestaat uit twee delen:
Het Format voor het opstellen van een Onderwijs- en examenregeling. Met dit document
maakt de academiedirectie deze OER.
De Handreiking voor het opstellen van een Onderwijs- en examenregeling. In dit
document staat wat de academiedirectie met het Format moeten doen.
8.2 Ieder studiejaar krijg je een nieuwe OER
Ieder studiejaar maken wij een nieuwe OER. Deze OER vind je bij Studentinfo op iAvans. We
maken de OER op de volgende manier: Ieder jaar evalueert de academiedirectie de OER.
Ook de opleidingscommissie doet dit. Haar resultaten stuurt ze naar de academiedirectie.
Als het nodig is, past de academiedirectie de OER aan. Ze gebruikt hierbij de adviezen
van de opleidingscommissie en de examencommissie.
Het nieuwe concept stuurt de academiedirectie naar de opleidingscommissie. De
opleidingscommissie geeft een advies over het concept. De academiedirectie beslist wat
zij met dit advies doet.
Hierna kijkt het Leer- en Innovatiecentrum of het concept klopt met het Kaderstellend
beleid voor het opleidingsspecifieke studentenstatuut.
De academiedirectie stelt de definitieve OER vast. De academieraad moet hiermee
instemmen. Dit doet zij zoals staat in het Medezeggenschapsreglement Academieraden
Avans Hogeschool.
De academiedirectie zorgt ervoor dat de studenten en medewerkers voor 1 september
weten dat er een nieuwe OER is.
8.3 Soms moeten we de OER eerder aanpassen
Soms moeten we de OER tijdens een studiejaar aanpassen. We mogen dit alleen doen als dit
niet nadelig is voor onze studenten. We passen de OER op de volgende manier aan: De academiedirectie past de OER aan.
Zij bespreekt de aanpassing met de opleidingscommissie.
Hierna kijkt het Leer- en Innovatiecentrum of de aanpassing klopt met het Kaderstellend
beleid voor het opleidingsspecifieke studentenstatuut.
De academiedirectie stelt de definitieve OER vast. De academieraad moet hiermee
instemmen. Dit doet zij zoals staat in het Medezeggenschapsreglement Academieraden
Avans Hogeschool.
De studenten en medewerkers van de opleiding krijgen een overzicht waarop staat wat
we hebben aangepast.
8.4 Waar vind je de OER?
Je vindt de OER bij Studentinfo op iAvans en op Blackboard van je opleiding.
datum 04-07-2016
pagina 28 van 68
Bedrijfseconomie
Deze OER is een onderdeel van het Studentenstatuut van Avans Hogeschool. In dit
statuut staan de belangrijkste rechten en plichten van onze studenten.
datum 04-07-2016
pagina 29 van 68
Bedrijfseconomie
Bijlage 1 Begrippenlijst
Academie Organisatorische eenheid binnen de hogeschool waarin
het onderwijs voor een of meer opleidingen wordt
verzorgd.
Academiedirectie Het orgaan binnen de organisatie van de hogeschool
dat is belast met de leiding van een academie, voor
zover daartoe bevoegdheden door het College van
Bestuur zijn gemandateerd.
Academieraad De medezeggenschapsraad van de academie. Deze
deelraad bestaat uit medewerkers en studenten van de
academie. De Academieraad oefent tegenover de
Academiedirectie het instemmingsrecht en het
adviesrecht uit, voor zover het aangelegenheden
betreft die de academie aangaan (WHW artikel 10.25).
Afstudeerrichting Een deel van de bacheloropleiding dat zich richt op een
specifiek onderdeel van het beroep of de
beroepsuitoefening. Niet van toepassing bij
major/minorstructuur.
Associate degree Een tweejarige programma binnen een erkende
Bachelor-opleiding van ten minste 120 studiepunten
(EC) dat wordt afgesloten met de wettelijke graad
Associate degree (WHW artikel 7.8a).
Avans
Medezeggenschapsraad
(AMR)
De medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 10.35
WHW. Deze raad bestaat uit medewerkers en
studenten en is bevoegd tot bespreking van alle
aangelegenheden die Avans Hogeschool betreffen.
Bachelor Een vierjarige opleiding met een afgebakend
programma van ten minste 240 studiepunten (EC). De
aanduiding Bachelor is een graad die aangeeft dat
iemand een complete beroepsgerichte opleiding heeft
afgerond aan een hogeschool of een basisopleiding
heeft voltooid aan een universiteit.
Cohort Een cohort bestaat uit de studenten die per 1 oktober
voor de eerste keer zijn ingeschreven in de
propedeutische fase van een opleiding.
College van Beroep voor het
Hoger Onderwijs
Een landelijk College van Beroep voor het Hoger
Onderwijs, gevestigd in 's-Gravenhage, zoals bedoeld in
artikel 7.64 WHW.
College van Beroep voor de
Examens (COBEX)
Een aan de hogeschool verbonden beroepscollege voor
studenten, aspirant-studenten, voormalige studenten
en extraneï, zoals bedoeld in artikel 7.60 WHW.
College van Bestuur (CvB) Bestuur van de Stichting Avans dat tevens het
instellingsbestuur is van Avans Hogeschool.
datum 04-07-2016
pagina 30 van 68
Bedrijfseconomie
CROHO Het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs is
een systematisch geordende verzameling van gegevens
met betrekking tot de opleidingen die door de
instellingen voor hoger onderwijs verzorgd worden.
Cum laude Met lof (Latijn).
Deeltijd Deeltijdonderwijs is hoger onderwijs
1. dat gedurende minder dan 7 maanden gegeven
wordt;
2. van 7 maanden of langer dat minder dan 16
klokuren of 19 lesuren per week wordt gegeven;
3. dat gegeven wordt aan studenten voor wie het
volgen van onderwijs niet de voornaamste bezigheid is.
Digitale toets Toets waarbij de pc een essentiële rol speelt bij het
ontwikkelen, beschikbaar stellen, afnemen en
verwerken van de toets.
Duaal Duaal onderwijs is een onderwijskundige term waarmee
we duidelijk maken dat een student leren en werken
combineert.
Dublin Descriptoren De Dublin Descriptoren beschrijven de eindtermen voor
de studies aan universiteiten en hogescholen in Europa.
EVC Erkenning van Verworven Competenties. EVC maakt je
werkervaring meetbaar. Kennis en vaardigheden
(competenties) die je hebt ontwikkeld tijdens je werk.
Een examencommissie kan op grond van elders
verworven competenties vrijstellingen toekennen.
Eindwerkstuk Met eindwerkstuk wordt ook bedoeld: een
afstudeerwerkstuk, een portfolio, een beroepsproduct,
een (reeks van) tentamen(s) ter afsluiting van een
competentie, artikel, een artistieke prestatie, of iets
dergelijks.
Examen Het geheel van tentamens van de propedeutische fase
of van de postpropedeutische fase.
Examencommissie De examencommissie wordt ingesteld door het College
van Bestuur. De examencommissies is het orgaan dat
op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een
student voldoet aan de voorwaarden die de Onderwijs-
en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht
en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van
een graad.
Examinator Een door de examencommissie aangewezen persoon
die belast is met de het maken, afnemen en beoordelen
van tentamens.
datum 04-07-2016
pagina 31 van 68
Bedrijfseconomie
Examenprogramma
Een opleiding is een samenhangend geheel van
onderwijseenheden.
Het examenprogramma bestaat uit een geheel van de
tentamens van de onderwijseenheden van een
opleiding.
Elke onderwijseenheid wordt afgesloten met een
tentamen.
Een tentamen kan uit één of meer toetsen bestaan.
Omdat de examencommissie beslissingen kan nemen
op het niveau van ‘toetsen’ zijn toetsen het
uitgangspunt bij het schrijven van de OER.
Extraneus Degene die conform artikel 7.32 e.v. WHW is
ingeschreven aan Avans Hogeschool. Deze inschrijving
als extraneus (examenstudent) geeft uitsluitend recht
op het afleggen van tentamens en examens.
Fraude Onder fraude wordt in ieder geval verstaan:
a. wanneer tijdens of na een tentamen
geconstateerd wordt dat de student gebruik
maakt, gebruik heeft gemaakt van
hulpmiddelen (andere dan door de
examencommissie toegestane rekenmachine,
mobiele telefoon, boeken, syllabi,
aantekeningen en dergelijke) waarvan de
raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan;
b. wanneer tijdens of na een tentamen
geconstateerd wordt dat de student kijkt of
gekeken heeft naar/op/in het werk van (een)
andere student(en);
c. wanneer tijdens of na een tentamen
geconstateerd wordt dat de student
aanleiding/mogelijkheden heeft gegeven aan
andere studenten zijn of haar werk in te zien;
d. wanneer tijdens of na een tentamen
geconstateerd wordt dat de student tijdens het
tentamen informatie geeft of heeft gegeven aan
andere studenten over de inhoud en uitwerking
van het tentamen;
e. wanneer tijdens of na een tentamen
geconstateerd wordt dat de student tijdens het
datum 04-07-2016
pagina 32 van 68
Bedrijfseconomie
tentamen onjuiste of valse informatie geeft of
heeft gegeven over zijn of haar identiteit;
f. wanneer tijdens of na een tentamen
geconstateerd wordt dat de student zich door
iemand anders heeft laten vertegenwoordigen;
g. het zich voor de datum of het tijdstip waarop
het tentamen zal plaatsvinden, in het bezit te
stellen van de vragen of opgaven van het
desbetreffende tentamen.
Graad De graad Associate degree wordt verleend als de
student is geslaagd voor een Associate degree
programma.
De graad Bachelor wordt verleend als de student is
geslaagd voor een bacheloropleiding met een omvang
van 240 studiepunten.
De graad Master wordt verleend als de student is
geslaagd voor een masteropleiding.
Hoger beroepsonderwijs Onderwijs dat gericht is op de overdracht van
theoretische kennis en op de ontwikkeling van
vaardigheden in nauwe aansluiting op de beroeps-
praktijk.
Hoger onderwijs Wetenschappelijk onderwijs en hoger
beroepsonderwijs.
Kandidaat De student of extraneus die deelneemt aan een
tentamen of examen.
Matching Het proces dat expliciet aandacht geeft aan de
bewustwording van de student in het eerste jaar.
Onderzocht wordt of er een “fit” is tussen de student en
de gekozen opleiding.
Het proces kent drie fasen;
match-0 (intake),
match-mid (halverwege leerjaar 1)
match-1 (aan het einde van leerjaar 1). In een
persoonlijk advies wordt aan de student geadviseerd of
er een match is tussen student en opleiding.
Major Een samenhangend geheel van onderwijseenheden van
de bacheloropleiding dat opleidt tot een geëxpliciteerd
beroepsprofiel, met een omvang van minimaal 180 en
maximaal 210 studiepunten. Binnen een major kunnen
keuzemogelijkheden worden aangeboden. Verschillende
majors van een opleiding kunnen gezamenlijke
onderwijseenheden bevatten.
datum 04-07-2016
pagina 33 van 68
Bedrijfseconomie
Minor Een samenhangend geheel van één of meer
onderwijseenheden van de bacheloropleiding met een
totale omvang van 30 studiepunten. Een minor kan
betrekking hebben op verbreding of verdieping van
competenties die in de major aan de orde zijn of op
nieuwe competenties waaronder doorstroom-
kwalificaties voor een masteropleiding.
Nominale (studie-)duur De duur van de opleiding zonder vrijstellingen en
zonder studievertraging.
EP-Nuffic Het EP-Nuffic is de Nederlandse organisatie voor
internationale samenwerking in het hoger onderwijs.
Onderwijseenheid (OE) Een samenhangend geheel van de leerstof dat zowel
presentatie, verwerking als toetsing omvat. Iedere
onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen
(WHW artikel 7.3).
Opleiding Een hbo-bacheloropleiding is volgens de WHW een
samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht
op de verwezenlijking van welomschreven
doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en
vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit
dient te beschikken (artikel 7.3. WHW) met een
nominale omvang van 240 studiepunten. Een
bacheloropleiding van Avans Hogeschool is een hbo-
opleiding in de zin van de WHW, die als zodanig door
het College van Bestuur is benoemd en die opleidt tot
het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in het
betreffende titeldomein. Een opleiding binnen Avans
Hogeschool kan op meerdere locaties worden
aangeboden.
Opleidingscommissie Het adviesorgaan van de opleiding, bestaande uit
vertegenwoordigers van studenten en docenten van de
opleiding conform artikel 10.3c. van de WHW, dat
advies uitbrengt aan de Academieraad en aan de
Academiedirectie over de inhoud en kwaliteit van (de
uitvoering van) de OER.
Periode Het schooljaar is opgedeeld in vier onderwijsperioden.
Een periode bestaat uit tien weken. Periode 1 start in
september. Periode 4 kan uit elf weken bestaan. De
periodes staan in het jaarrooster. Het jaarrooster kun
je vinden op iAvans.
datum 04-07-2016
pagina 34 van 68
Bedrijfseconomie
Plagiaat
Onder plagiaat wordt in ieder geval verstaan:
a. het gebruik maken dan wel overnemen van
andermans teksten, gegevens, ideeën,
beeldmateriaal, prototypen en dergelijke,
zonder volledige en correcte bronvermelding;
b. het presenteren als eigen werk of eigen
gedachten van de structuur dan wel het
centrale gedachtegoed uit bronnen van derden,
zelfs indien een verwijzing naar andere auteurs
is opgenomen;
c. het parafraseren van (passages uit) de inhoud
van andermans teksten zonder voldoende
bronverwijzingen;
d. het weergeven van cijfers, grafieken, tabellen
en illustraties zonder het vermelden van de
bron;
e. het indienen van een eerder ingediende of
daarmee vergelijkbare tekst voor opdrachten
van andere opleidingsonderdelen;
f. het overnemen van werk van medestudenten
en dit laten doorgaan voor eigen werk.
Postpropedeutische fase Het gedeelte van de opleiding dat volgt na de
propedeutische fase. In de voltijdse bacheloropleiding
heeft de postpropedeutische fase een nominale duur
van drie studiejaren en een omvang van 180
studiepunten. De nominale duur van de
postpropedeutische fase van een deeltijdse of duale
opleiding kan langer zijn dan drie jaar. De nominale
duur van de postpropedeutische fase van de Associate
degree is één jaar en deze fase heeft een studielast van
60 studiepunten. In sommige opleidingen wordt de
term hoofdfase gebruikt als synoniem voor
postpropedeutische fase.
Practica / praktische
oefening
Hieronder wordt verstaan: het maken van scripties en
werkstukken, het uitvoeren van onderzoeksopdrachten,
het deelnemen aan veldwerk en excursies, het
doorlopen van stages, het deelnemen aan andere
onderwijsleeractiviteiten die zijn gericht op het bereiken
van specifieke handelingsvaardigheden (WHW artikel
7.13d, toelichting).
Propedeutische fase Iedere opleiding kent een propedeutische fase. Deze
omvat het eerste gedeelte van de opleiding en heeft in
de voltijd- en duale opleiding een nominale duur van
één studiejaar en een omvang van 60 studiepunten. De
nominale duur van de propedeutische fase van een
datum 04-07-2016
pagina 35 van 68
Bedrijfseconomie
deeltijdopleiding kan langer zijn dan één studiejaar;
(WHW artikel 7.8).
Schriftelijke toets Toets waarbij studenten groepsgewijs op hetzelfde
moment binnen dezelfde tijd, dezelfde toetsvragen
schriftelijk moeten beantwoorden. De organisatie van
deze toetsen wordt veelal gefaciliteerd door RET.
Student Degene die conform artikel 7.32 e.v. WHW is
ingeschreven aan Avans Hogeschool. Overal waar
student staat kan ook studente gelezen worden.
Studiebegeleiding Systeem van begeleiding van de student gericht op het
voorkomen van studieproblemen en het tijdig
signaleren van studieproblemen en het ondersteunen
bij het oplossen hiervan. Ook is studiebegeleiding
gericht op het onderzoeken van de match tussen
studenten en opleiding en het ondersteunen bij de
gevolgtrekking hiervan. Hiertoe worden in ieder geval
individuele gesprekken gevoerd, eventueel aangevuld
met groepsles of andere activiteiten.
Studiejaar Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op
31 augustus van het daarop volgende jaar (WHW
artikel 1.1).
Studielast De studielast voor een studiejaar bedraagt 60
studiepunten voor voltijd- en duale opleidingen. 60
studiepunten zijn identiek aan 1.680 uren studie. De
studielast van iedere bacheloropleiding is 240
studiepunten, en van iedere Associate degree 120
studiepunten. Waar in het Kader wordt gesproken over
‘het behalen van x studiepunten’ wordt bedoeld het
verkrijgen van een voldoende beoordeling voor een
tentamen van een onderwijseenheid met een studielast
van x studiepunten.
Studiepunt De studielast van de opleiding en van elke
onderwijseenheid wordt uitgedrukt in studiepunten. Eén
studiepunt is gelijk aan 28 uren studie (WHW artikel
7.4, 7.4b). Het studiepunt voldoet aan de eisen van het
European Credit Transfer System (ECTS).
Tentamen Een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de
vaardigheden van de kandidaat met betrekking tot een
onderwijseenheid, alsmede de beoordeling van de
uitslag van dat onderzoek (WHW artikel 7.10). Een
tentamen kan uit een of meer toetsen bestaan.
datum 04-07-2016
pagina 36 van 68
Bedrijfseconomie
Toets Een toets is een onderzoek naar kennis en/of
vaardigheden en/of attitude. Een toets is een onderdeel
van een tentamen. Er is een veelheid aan toetsvormen.
Toetsvorm De manier waarop de beheersing van kennis en/of
vaardigheden en/of attitude wordt gemeten. Vanouds
bekend zijn het werkstuk, de schriftelijke en de
mondelinge toets. Voorbeelden van wat recentere
toetsvormen zijn de casustoets, het groepsassessment
en de portfoliobespreking.
Variant Een opleiding kan in drie varianten worden
aangeboden, te weten Voltijd, Duaal en Deeltijd.
Voltijd Voltijdonderwijs betekent onderwijs dat ten minste 16
klokuren of 19 lesuren per week en gedurende
minstens 7 maanden wordt gegeven aan studenten
voor wie het volgen van onderwijs de voornaamste
bezigheid is.
Vrijstelling Vrijstelling voor een of meer toetsen behorende bij een
onderwijseenheid. Student moet bewijsstukken
overleggen waaruit blijkt dat hij de betreffende
competenties reeds beheerst.
WEB Wet Educatie en Beroepsonderwijs; dit is de wetgeving
voor het beroepsonderwijs. Tot 1996 werd de
aanduiding middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
gebruikt voor deze categorie opleidingen.
Weken Met ‘weken’ worden ‘onderwijsweken’ bedoeld zoals
opgenomen in het Avans-jaarrooster (zie iAvans).
De weken die geen onderwijsweken zijn, tellen niet
mee voor de periode die in de OER is aangegeven.
De weken in de zomervakantie zijn hierop een
uitzondering als het gaat om de verzoeken aan de
examencommissie. Met de examencommissie heeft het
CvB afspraken gemaakt over bereikbaarheid.
Werkstuk (Schriftelijke) uitwerking van een opdracht die
beoordeeld wordt om te onderzoeken of de student de
competenties beheerst. Opdracht kan zijn: stage- of
afstudeeropdracht, project, reflectieopdracht, uitwerken
casus etc.
WHW Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk
onderzoek; Staatsblad 1992, 593 en alle bijbehorende
wijzigingen.
datum 04-07-2016
pagina 37 van 68
Bedrijfseconomie
Bijlage 2 WHW-artikelen
De wetsartikelen van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)
en het Avans beleid geven de basis voor deze OER. In deze tabel vind je terug welke artikelen uit de WHW van toepassing zijn bij welke artikelen in de OER, dan wel welke beleidsregels hebben geleid tot de betreffende bepaling in de OER.
Nr. Hoofdstuk Paragraaf Artikel in de WHW / Avans beleid
1 Over de Onderwijs- en examenregeling
art. 7.13 lid 1
2 Competenties van de opleiding en
beroepseisen
2.1 art.7.13 lid 2 c
3 Toelating tot de opleiding 3.1 art. 7.24, 7.25 en 7.28
3.2.1 art. 7.25
3.2.2 art. 7.29
3.3 art. 7.2, 7.28 en 7.29
3.3 Gedragscode internationale student
hoger onderwijs
3.4 art. 7.26a
3.5 art. 7.27
4 Studiebegeleiding art. 7.34 lid 1 e, art. 7.13 lid 2 u; Regeling m.b.t. topsporters is
gebaseerd op Avans beleid.
5 Toetsen, tentamens en examens
5.1 art. 7.3, 7.8 en 7.10
5.2 Art. 7.59 juncto art. 7.13 lid 2
5.3 art. 7.3, 7.10 lid 1
5.3.1 art. 7.13 lid 2 n
5.3.2 art. 7.13 lid 2 l en lid 2 m;
Regeling m.b.t. topsporters is
gebaseerd op Avans beleid.
5.4 Avansbeleid
5.5 Avansbeleid
datum 04-07-2016
pagina 38 van 68
Bedrijfseconomie
5.6 art. 7.12b
5.7 Avans beleid
5.8 art. 7.12c
5.9 Avans beleid
5.10 art. 7.13 lid 2 o
5.11 art. 7.13 lid 2 p en lid 2 q
5.12 art. 7.13 lid 2 h en lid 2 j
5.13 art. 7.3 lid 5
5.14 art. 7.12b lid 1 d en 7.13 lid 2 r
5.15 art. 7.13 lid 2 k
5.16 art. 7.11
5.17 art. 7.10a en 7.10.b en 7.19a
5.18 Avans beleid
6 Verzoek aan de
examencommissie of in beroep gaan
6.1 art. 7.11, lid 5; art. 7.12b, art.
7.13;
Regeling m.b.t. topsporters is gebaseerd op Avans beleid
6.2 Avans beleid
6.3 Art. 7.60 en 7.61
De opbouw van de hoofdstukken van alle opleidingsvarianten (voltijd, deeltijd, duaal en de Ad’s) zijn hetzelfde. Als voorbeeld is hoofdstuk zeven opgenomen.
7 Opleidingsgeboden hoofdstuk
art 7.13 lid 2 i
7.1 art. 7.4, 7.4b, 7.7, 7.8 en 7.13
7.2 art. 7.2
7.3 art. 7.9a; art. 7.13, lid 2 r;
7.4 art. 7.8b
7.5 art. 7.8b
7.6 Avans beleid
7.7 Avans beleid
datum 04-07-2016
pagina 39 van 68
Bedrijfseconomie
7.8 art. 7.13, lid 2 h
7.8.1 Avans beleid
15 Het maken en aanpassen
van de OER
art. 7.13, 7.14, 10.3c en 10.20
datum 04-07-2016
pagina 53 van 68
Bedrijfseconomie
Bijlage 3 Competenties
Werkgebied Eindkwalificaties
1. Inrichten en onderhouden van de
planning & control-cyclus gericht op de
beheersing van een organisatie.
Beoordelen van, en advies geven over en (her)inrichten van de planning & control-cyclus van een groter
MKB bedrijf dan wel het leveren van een bijdrage op bovenstaande gebieden voor afdelingen van
beursgenoteerde organisaties, OOB's en grote internationaal opererende organisaties.
2. Selecteren, definiëren, inrichten en
ontsluiten van (geautomatiseerde)
informatiesystemen (financieel en niet-
financieel) gericht op de sturing van de
primaire processen.
Beoordelen van, advies geven over en (her)inrichten van financiële en niet-financiële informatiesystemen;
afstemmen van informatiesystemen; optimaliseren van informatiestromen; optimaliseren van de
onderliggende bedrijfsprocessen (inrichten en vastleggen) mede gebaseerd op een uitgevoerde
risicoanalyse bij een groter MKB bedrijf dan wel het leveren van een bijdrage op bovenstaande gebieden
voor afdelingen van beursgenoteerde organisaties, OOB's en grote internationaal opererende organisaties.
3. Identificeren, beoordelen en beheersen
van organisatierisico's.
Beoordelen en adviseren over risicomanagement in meer complexe situaties op het terrein van externe en
interne risico's bij het groter MKB bedrijf dan wel het leveren van een bijdrage op bovenstaande gebieden
voor afdelingen van beursgenoteerde organisaties, OOB's en grote internationaal opererende organisaties.
4. Opstellen van financieel economisch
informatie voor besluitvorming en
verantwoording.
Informatie en advies geven bij complexe aangelegenheden binnen het groter MKB bedrijf dan wel het
leveren van een bijdrage op bovenstaande gebieden voor afdelingen van beursgenoteerde organisatie,
OOB's en grote internationaal opererende organisaties
Eindkwalificaties
Onderzoekend vermogen
Kritische houding tot uiting
komend in onderzoekend
vermogen
Beschikt, als startbekwame beroepsbeoefenaar, over een onderzoekend vermogen dat leidt tot reflectie, tot
evidence based practice (Rousseau, 2005), en tot innovatie. (HBO-Raad, 2009). Een student kan zelfstandig
een onderzoek uitvoeren, gericht op besluitvorming, conform de regels die gesteld worden aan het uitvoeren
van onderzoek.
Professioneel vakmanschap
Sociale en communicatieve vaardigheden:
mondelinge en schriftelijke vaardigheden
in het
Nederlands en Engels
resultaatgerichtheid
samenwerken
plannen en organiseren
adviesvaardigheden (luisteren en
overtuigen)
Samenwerken in een beroepsomgeving en meedenken over doelen en inrichting van de organisatie,
waaruit eisen voortvloeien die betrekking hebben op de volgende kenmerken: multidisciplinariteit en
interdisciplinariteit, klantgerichtheid, multicultureel, collegialiteit, leidinggeven.
Communiceren, mondeling en schriftelijk, intern op alle niveaus, effectief en in de gangbare
bedrijfstaal, veelal in het Nederlands en/of Engels.
(In termen van beroepstaken omvat dat onder meer opstellen en schrijven van plannen en notities,
informeren, overleg voeren, draagvlak creëren, stimuleren, motiveren, overtuigen, verwoorden van
besluiten).
Bedrijfseconomie
professioneel kunnen ontvangen van
feedback en het geven van feedback
(sparringpartner)
Verantwoord handelen
Zelfsturende vaardigheden, houding en gedrag:
carrière- en persoonlijke ontwikkeling
professionele beroepshouding,
vaktechnische integriteit ("de
rechte rug").
Sturen en reguleren van de eigen ontwikkeling ten aanzien van leren, resultaatgericht werken, initiatief
nemen en zelfstandig optreden; flexibiliteit, nadenken en reflecteren over en verantwoording nemen voor
eigen handelen wat wijst op betrokkenheid en kritische zelfbeoordeling; ontwikkelen van een
beroepshouding met initiatief of ruimte voor normatieve en culturele aspecten, respect voor anderen, een
beroepscode en ethische principes voor het professioneel handelen.
datum 04-07-2016
pagina 55 van 68
Bedrijfseconomie
Bijlage 4 Examenprogramma
In deze bijlage staan per opleiding de examenprogramma’s per periode van de propedeutische en postpropedeutische fase.
Academie: AAFM
Opleiding: Bedrijfseconomie Cohort 2016/2017
Examenprogramma: Propedeuse
Naam periode: Propedeuse
Code
OSIRIS
Onderwijs-
eenheid
Toets Studie-
belasting
Beoordeling
Naam
Naam
Taal
van de
onderw
ijs-
uitvoeri
ng
Toets-vorm
Taal
van de
toets
SP
OE
SP
Toets
Resul-
taat-
schaal
Weging Min. eis
toets NC/C
AFXX-P10-VIO-16
Verkenning naar de interne organisatie
3
TOETS01 (R) Bedrijfseconomie NL Schriftelijke
toets
NL 1 C 34 5,5 NC
TOETS02 (R) Management &
Organisatie
NL Schriftelijke
toets
NL 2 C 66 5,5 NC
datum 04-07-2016
pagina 56 van 68
Bedrijfseconomie
AFXX-P10-VEO-16
Verkenning naar de externe
organisatie
3
TOETS01 Recht NL Portfolio NL 2 C 66 5,5 NC
TOETS02 Marketing & Economie NL Porfolio NL 1 C 34 5,5 NC
AFXX-
P10-ODK-16
Onderzoek en
Duurzaamheid
3
TOETS01 Onderzoeksvaardigheden/
Duurzaamheid
NL Aanwezighei
d en
opdrachten
NL 2 C 66 5,5 NC
TOETS02 (R) Kwantitatieve
Technieken
NL Schriftelijke
toets
NL 1 C 34 5,5 NC
AFXX-P10-BV-16
De Efteling belicht
6
TOETS01 PPO NL Aanwezighei
d en
portfolio
NL 1 V/NV 0 5,5 NC
TOETS02 BCV NL Aanwezighei
d
NL 1 V/NV 0 5,5 NC
TOETS03 Beroepsvraagstuk NL Rapport en
verdediging
NL 4 C 1 5,5 NC
Totaal 15
AFFM-P20-TH-
16
De processen binnen een
organisatie (TH)
10
datum 04-07-2016
pagina 57 van 68
Bedrijfseconomie
TOETS01 (R) Financiële
administratie
NL Schriftelijke
toets
NL 2,5 C 1 5,5 NC
TOETS02 (R) Recht NL Schriftelijke
toets
NL 2,5 C 1 5,5 NC
TOETS03 (R) Bedrijfseconomie NL Schriftelijke
toets
NL 2,5 C 1 5,5 NC
TOETS04 (R) Algemeen
Management
NL Schriftelijke
toets
NL 2,5 C 1 5,5 NC
AFFM-
P20-BV-
16
De processen
binnen een
organisatie
(BV)
5
TOETS01 Beroepsvraagstuk NL Rapport en
verdediging
NL 2 C 1 5,5 NC
TOETS02 BCV NL Aanwezighei
d
NL 1 V/NV 0 5,5 NC
TOETS03 PPO NL Aanwezighei
d en
portfolio
NL 1 V/NV 0 5,5 NC
TOETS04 (R) Nederlands NL Schriftelijke
toets
NL 1 V/NV 0 5,5 NC
AFFM-
P30-TH-
16
Planning en
verantwoordi
ng (TH)
11
TOETS01 (R) Belastingrecht NL Schriftelijke
toets
NL 3 C 1 5,5 NC
TOETS02 (R) Bedrijfseconomie NL Schriftelijke
toets
NL 3 C 1 5,5 NC
TOETS03 (R) Financiële
administratie
NL Schriftelijke
toets
NL 3 C 1 5,5 NC
datum 04-07-2016
pagina 58 van 68
Bedrijfseconomie
TOETS04 (R) Economisch rekenen NL Schriftelijke
toets
NL 2 C 1 5,5 NC
AFFM-
P30-BV-
16
Planning en
verantwoordi
ng (BV)
4
TOETS01 Het masterbudget NL Rapport NL 1,5 C 1 5,5 NC
TOETS02 De schoenendoos NL Rapport NL 1,5 C 1 5,5 NC
TOETS03 PPO NL Rapport
en
verdedi
ging
NL 1 V/NV 0 5,5 NC
AFFM-
P40-TH-
16
Het
businessplan
(TH)
10
TOETS01 (R) Financiële
administratie
NL Schriftel
ijke
toets
NL 2 C 20 5,5 NC
TOETS02 (R) Belastingrecht NL Schriftel
ijke
toets
NL 3 C 30 5,5 NC
TOETS03 (R) Bedrijfseconomie NL Schriftel
ijke
toets
NL 3 C 30 5,5 NC
TOETS04 (R) Algemene economie NL Schriftel
ijke
toets
NL 2 C 20 5,5 NC
AFFM-
P40-BV-
16
Het
businessplan
(BV)
5
datum 04-07-2016
pagina 59 van 68
Bedrijfseconomie
TOETS01 Beroepsvraagstuk NL Rapport
en
verdedi
ging
NL 2 C 1 5,5 NC
TOETS02 Duurzaam denken NL Rapport NL 1,5 V/NV 0 5,5 NC
TOETS03 Assessment NL Assess
ment
NL 1 V/NV 0 5,5 NC
TOETS04 PPO NL Aanwezi
gheid
en
portfolio
NL 0,5 V/NV 0 5,5 NC
Totaal 45
datum 04-07-2016
pagina 60 van 68
Bedrijfseconomie
Academie: AAFM
Opleiding: Bedrijfseconomie Cohort 2016/2017
Examenprogramma: Postpropedeuse
Naam periode: Postpropedeuse
Code
OSIRIS
Onderwijs-
eenheid
Toets Studie-
belasting
Beoordeling
Naam
Naam
Taal
van de
onderw
ijs-
uitvoeri
ng
Toets-vorm Taal
van de
toets
SP
OE
SP
Toets
Resul-
taat-
schaal Weging
Min. eis
toets NC/C
AFFM-
V50-14
Beheersing
van een
handelsonderneming
13
TOETS01 (R) Administratieve organisatie
NL Schriftelijke
toets
NL 3 C 25 5,5 NC
TOETS02 (R) Bedrijfsadministratie NL Schriftelijke
toets
NL 2 C 15 5,5 NC
TOETS03 (R) Management
accounting NL Schriftelijke
toets
NL 2 C 20 5,5 NC
TOETS04 Excel / ERP NL Schriftelijke
toets
NL 1 C 0 5,5 NC
TOETS05 Quick scan en AO
beschrijving NL Schriftelijke
toets
NL 4 C 30 5,5 NC
TOETS06 Mondeling advies NL Mondeling NL 1 C 10 5,5 NC
datum 04-07-2016
pagina 61 van 68
Bedrijfseconomie
AFFM-V60-14
De onderneming en haar
verslaggeving
13
TOETS01 (R) Bedrijfsadministratie NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS02 (R) Belastingrecht
NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS03 (R) Controlebeginselen
NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS04 (R) Externe verslaggeving
NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS05 Workshop jaarrekening lezen
NL Aanwezighei
d
NL 0 0 V/NV 5,5 NC
TOETS06 Fin. administratie en jaarrekening
NL Rapport NL 3 25 C 5,5 NC
TOETS07 Mondeling advies NL Mondeling NL 2 15 C 5,5 NC
AFBE-V70-14
Financieren
productieond
erneming
13
TOETS01 (R) Algemene economie NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS02 (R) Financiële administratie
NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS03 (R) Financiering NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS04 (R) Management accounting
NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS05 BP Financieren NL Rapport NL 3 25 C 5,5 NC
TOETS06 BP Beheersen productieonderneming
NL Rapport NL 2 15 C 5,5 NC
datum 04-07-2016
pagina 62 van 68
Bedrijfseconomie
AFBE-V80-14
Groei en krimp dienstverlenende org.
13
TOETS01 (R) Administratieve organisatie
NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS02 (R) Belastingrecht NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS03 (R) Ex. verslaggeving & Bedrijfsadm.
NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS04 (R) Organisatiekunde NL Schriftelijke
toets
NL 2 15 C 5,5 NC
TOETS05 Beroepsproduct NL Rapport NL 5 40 C 5,5 NC
AFXX-ENG-B
Engels 2
TOETS01 English writing B2 EN Portfolio EN 1 W 50 5,5 NC
TOETS02 English speaking B2
EN Assessment EN 1 W 50 5,5 NC
AFBE-BCV-13
BCV 2
TOETS01 Rapportage- en schrijfvaardigheden
NL Verslag NL 1 V/NV 50 5,5 NC
TOETS02 Advies- en gespreksvaardigheden
NL Verslag NL 1 V/NV 50 5,5 NC
AFXX-
SLB-J2-14
SLB Jaar 2
4
TOETS01 Workshops stagevoorbereiding
NL Aanwezighei
d
NL 0 V/NV 0 5,5 NC
datum 04-07-2016
pagina 63 van 68
Bedrijfseconomie
TOETS02 Assessment NL Assessment NL 2 V/NV 100 5,5 NC
TOETS03 Portfoliogesprek NL Aanwezighei
d
NL 2 V/NV 100 5,5 NC
Totaal 2e jaar 60
AFBE-V90-09
Stage 30
TOETS01 Beoordeling stage NL Verslag NL 30
AFBE-
V110-12
Financial
Performance 13
TOETS01 (R) Financiering NL Schriftelijke
toets
NL 3 C 25 5,5 NC
TOETS02 (R) Algemene Economie NL Schriftelijke
toets
NL 3 C 25 5,5 NC
TOETS03 BP Treasury NL Rapport NL 3,5 C 25 5,5 NC
TOETS04 BP Waardering NL Rapport NL 3,5 C 25 5,5 NC
AFFM-
B12-A15-14
Organisaties
in control 13
TOETS01 (R)
Informatiemanagement NL Schriftelijke
toets
NL 2 C 15 5,5 NC
TOETS02 (R) Management control NL Schriftelijke
toets
NL 2 C 15 5,5 NC
TOETS03 (R) Organisatiekunde NL Schriftelijke
toets
NL 2 C 15 5,5 NC
TOETS04 Beroepsproduct NL Rapport NL 7 C 35 5,5 NC
AFXX-SLB-J3J4-16
SLB Jaar 3 en 4
4
datum 04-07-2016
pagina 64 van 68
Bedrijfseconomie
TOETS01 Profiel – Startworkshop NL Aanwezighei
d
NL 0 V/NV 0 5,5 NC
TOETS02 Keuzeworkshop 1 NL Aanwezighei
d
NL 0,5 V/NV 0 5,5 NC
TOETS03 Keuzeworkshop 2 NL Aanwezighei
d
NL 0,5 V/NV 0 5,5 NC
TOETS04 Intervisie 1 NL Aanwezighei
d
NL 0,5 V/NV 0 5,5 NC
TOETS05 Intervisie 2 NL Aanwezighei
d
NL 0,5 V/NV 0 5,5 NC
TOETS06 Witlox 1 NL Aanwezighei
d
NL 0 V/NV 0 5,5 NC
TOETS07 Witlox 2 NL Aanwezighei
d
NL 0 V/NV 0 5,5 NC
TOETS08 Witlox 3 NL Aanwezighei
d
NL 0 V/NV 0 5,5 NC
TOETS09 Intake - Eindbeoordeling
POP NL Aanwezighei
d
NL 2 V/NV 100 5,5 NC
Totaal 3e jaar 60
AFBE-V150-14
Afstudeerond
erzoek
30
TOETS01 Afstudeerscriptie NL Rapport NL 15 C 50 5,5 NC
TOETS02 Afstudeerverdediging NL Verdediging NL 15 C 50 5,5 NC
TOETS03 Ethiek en Integriteit workshop 1
NL Aanwezighei
d
NL 0 V/Nv 0 5,5 NC
TOETS04 Ethiek en Integriteit workshop 2
NL Aanwezighei
d
NL 0 V/NV 0 5,5 NC
Totaal 30
datum 04-07-2016
pagina 65 van 68
Bedrijfseconomie
Academie: AFM
Opleiding: Bedrijfseconomie Cohort 2016/2017 Voltijd (VT)
Examenprogramma: Propedeuse
Naam periode: P-fase VT
Code
OSIRIS
Onderwijs-
eenheid
Toets Studie-
belasting
Beoordeling
Naam
Naam
Taal
van de
onder
wijs-
uitvoeri
ng
Toets-
vorm*
(* zie
blokboek
voor
concrete
invulling)
Taal
van
de
toets
SP
OE
SP
Toets
Resul-
taat-
schaal
Weging Min. eis
toets NC/C
FMXXP1
JRR1
Jaarrekening1 11
P1PO1:Praktijkopdracht 1 NL Groeps-
product
NL 2 C 17 5,5 NC
P1PO2:Praktijkopdracht 2 NL Groeps-
product
NL 1 C 10 5,5 NC
P1PO3:Praktijkopdracht 3 NL Groeps-
product
NL 1 C 10 5,5 NC
P1STM:Strategische
Marketing
NL Schriftelijk NL 2 C 18 5,5 NC
P1JRR:Jaarrekening NL Schriftelijk NL 3 C 27 5,5 NC
P1RHT:Recht NL Schriftelijk NL 2 C 18 5,5 NC
FMXXP2
AD
Administratie 11
P2PO1: Praktijkopdracht 1 NL Groeps-
product
NL 2 C 20 5,5 NC
datum 04-07-2016
pagina 66 van 68
Bedrijfseconomie
P2PO2:Praktijkopdracht 2 NL Groeps-
product
NL 1 C 10 5,5 NC
P2PO3:Praktijkopdracht 3 NL Groeps-
product
NL 1 C 10 5,5 NC
P2V&I:Bedrijfsadministratie NL Schriftelijk NL 3 C 25 5,5 NC
P2O&I:Organiseren en
Informeren
NL Schriftelijk NL 3 C 25 5,5 NC
P2V&I:ERP NL Digitaal NL 1 V/NV 10 V NC
FMXXP3
KO
Kosten 11
P3PO1:Praktijkopdracht 1 NL Groeps-
Product
NL 2 C 18 5,5 NC
P3PO2:Praktijkopdracht 2 NL Individueel
Product
NL 2 C 18 5,5 NC
P3MMA:Manag.Accounting NL Schriftelijk NL 4 C 36 5,5 NC
P3M&O:Manag.&Organisatie NL Schriftelijk NL 3 C 28 5,5 NC
FMXXP4
RI
Risico 11
P4PO1:Praktijkopdracht 1 NL Groeps-
Product
NL 4 C 36 5,5 NC
P4FIN:Financiering NL Schriftelijk NL 4 C 36 5,5 NC
P4RHT:Recht NL Schriftelijk NL 2 C 18 5,5 NC
P4EOR:Econ. Organisatie NL Schriftelijk NL 1 C 10 5,5 NC
FMXXP
TOOLS
1.3
Algemene
Tools 3
3
P1ORW:Oriëntatieweek NL Aanwezigh
eid en
participatie
NL 0,5 V/NV 15 V NC
P1MSO:MS Office-Excel NL Digitaal NL 0,5 V/NV 15 V NC
P2OZV:Onderzoeksvaardigh.1 NL Schriftelijk NL 1 V/NV 35 V NC
datum 04-07-2016
pagina 67 van 68
Bedrijfseconomie
P3OZV:Onderzoeksvaardigh.2 NL Schriftelijk NL 1 V/NV 35 V NC
FMXXP
TOOLS
2.3
Communicatie
Tools 2
5
P1CSV1:Hogeschooltaaltoets NL Digitaal NL 0,5 V/NV 10 5,5 NC
P1CSV2:Rapporteren &
Vergaderen
NL Schriftelijk NL 0,5 V/NV 10 5,5 NC
P3CSV3:Communicatie NL Schriftelijk NL 0,5 V/NV 10 5,5 NC
P3CSV4:Presenteren NL Mondeling NL 0,5 V/NV 10 5,5 NC
P4CSV5:Argumenteren NL Schriftelijk NL 0,5 V/NV 10 5,5 NC
P2ENG:Engels 1 ENG Schriftelijk ENG 1 C 20 4,0 C
P4ENG:Engels 2 ENG Schriftelijk ENG 1,5 C 30 4,0 C
FMXXP
TOOLS3
Kwantitatieve
Tools
4
P1WIS:Wiskunde 1 NL Schriftelijk NL 1 C 25 4,0 C
P2WIS:Wiskunde 2 NL Schriftelijk NL 1 C 25 4,0 C
P3STA:Statistiek 1 NL Schriftelijk NL 1 C 25 4,0 C
P4STA:Statistiek 2 NL Schriftelijk NL 1 C 25 4,0 C
FMXXP
SLO
Reflectie 4
P1SLO:Studieloopbaanontw. NL Individueel
product
NL 1 V/NV 25 V NC
P2SLO:Studieloopbaanontw. NL Individueel
product
NL 1 V/NV 25 V NC
P3SLO:Studieloopbaanontw. NL Individueel
product
NL 1 V/NV 25 V NC
P4SLO:Studieloopbaanontw. NL Individueel
product
NL 1 V/NV 25 V NC
P-fase 60
datum 04-07-2016
pagina 68 van 68
Bedrijfseconomie
Academie: AFM
Opleiding: BE VT Cohort 2016-2017
Examenprogramma: postpropedeuse
Naam periode: K-fase VT
Code
OSIRIS
Onderwijs-
eenheid
Toets Studie-
belasting
Beoordeling
Naam
Naam
Taal
van
de
onde
r
wijs-
uitvo
erin
g
Toets-
vorm
Taal
van
de
toets
SP
OE
SP
Toets
Resul-
taat-
schaal
Weging Min. eis
toets NC/C
FMXXK1
RBC
Reporting &
Business
Control
12
K1PO1:Business Control NL Groeps-
Product
NL 2 C 17 5,5 NC
K1PO2:Jaarrekeninganalyse NL Groeps-
Product
NL 2 C 17 5,5 NC
K1MMA:Manag.accounting NL Schriftelijk NL 4 C 33 5,5 NC
K1JVG:Jaarverslaggeving NL Schriftelijk NL 4 C 33 5,5 NC
FMXXK2
ONDPL1
Ondernemings
plan 1
13
K2PO1:Bedrijfstakonderzoek NL Groeps- NL 2 C 15 5,5 NC
datum 04-07-2016
pagina 69 van 68
Bedrijfseconomie
Product
K2PO2:Ondernemingsplan NL Groeps-
Product
NL 4 C 25 5,5 NC
K2STM:Strategische Marketing NL Schriftelijk NL 1 C 10 5,5 NC
K2FIN:Financiering NL Schriftelijk NL 3 C 25 5,5 NC
K2RHT:Recht NL Schriftelijk NL 1 C 10 5,5 NC
K2BLR: Belastingrecht NL Schriftelijk NL 2 C 15 5,5 NC
FMXXK3
AI3
Administratie
&Informatie 3
15
K3PO1:Administratie NL Groeps-
Product
NL 2 C 15 5,5 NC
K3PO2:Administratieve
Organisatie
NL Groeps-
Product
NL 2 C 15 5,5 NC
K3PO3:Case NL Groeps-
Product
NL 1 C 10 5,5 NC
K3BMG:Business Management NL Schriftelijk NL 2 C 10 5,5 NC
K3BMG:Practicum BMG NL Digitaal NL 1 V/NV 5 5,5 NC
K3SZR:Soc.Zekerheidsrecht NL Schriftelijk NL 1 C 10 5,5 NC
K3PPP:People,Profit,Planet NL Schriftelijk NL 2 C 15 5,5 NC
K3V&I:Vastleggen&Informeren ENG Schriftelijk ENG 3 C 15 5,5 NC
K3VAO:Vastleggingstechnieken
AO
NL Schriftelijk NL 1 C 5 5,5 NC
FMXXK4
CR1
Controle &
Risico 1
14
K4PO:Praktijkopdracht NL Groeps-
Product
NL 5 C 35 5,5 NC
K4O&B:Org.&Beheersen NL Schriftelijk NL 4 C 30 5,5 NC
K4A&A:Auditing&Assurance NL Schriftelijk NL 3 C 20 5,5 NC
K4FJR:Fisc.&Jur.Risico’s NL Schriftelijk NL 2 C 15 5,5 NC
FMXXK
TOOLS1
K-Tools1 4
datum 04-07-2016
pagina 70 van 68
Bedrijfseconomie
K1KWT:Kwant.Technieken NL Schriftelijk NL 1 C 25 5,5 NC
K1XLS:Excel Expert NL Digitaal NL 1 C 25 5,5 NC
K1ENG:Engels ENG Schriftelijk ENG 1 C 25 5,5 NC
K2OZV:Onderzoeksvaardigheden NL Schriftelijk NL 1 V/NV 25 5,5 NC
FMXXK
SLO
Studieloopbaa
nontwikkeling
2
K2SLO:Studieloopbaanontw. NL Individueel
product
NL 1 V/NV 50 5,5 NC
K4SLO:Studieloopbaanontw NL Individueel
product
NL 1 V/NV 50 5,5 NC
K-fase VT 60
datum 04-07-2016
pagina 71 van 68
Bedrijfseconomie
Naam periode: E-fase VT
Code
OSIRIS
Onderwijs-
eenheid
Toets Studie-
belasting
Beoordeling
Naam
Naam
Taal
van
de
ond
er
wijs
-
uitv
oeri
ng
Toets-
vorm
Taal
van
de
toets
SP
OE
SP
Toets
Resul-
taat-
schaal
Weging Min. eis
toets NC/C
FMBE
STAGE
Stage 30
EBESTAGE: stagebeoordeling NL Indivi-
dueel
product
NL 30 C 100 5,5 NC
FMBEE12
PO1
Praktijk-
opdrachten
6
E12PO1:interne jaarrekening en
overname
NL Groeps-
product
NL 3 C 50 5,5 NC
E12PO2: gecons.jaarrekening en
aangifte
NL Groeps-
product
NL 3 C 50 5,5 NC
FMBEE12
ACI1
Accounting,
Control en
Informatie
21
E12JVG:Jaarverslaggeving NL Schriftelijk NL 2,5 C 12 5,5 NC
E12D&C:Deelnemingen&
Consolidatie
NL Schriftelijk NL 2,5 C 12 5,5 NC
E12MMA:Managementaccounting NL Schriftelijk NL 2 C 10 5,5 NC
datum 04-07-2016
pagina 72 van 68
Bedrijfseconomie
E12FIN:Financiering NL Schriftelijk
+
assessment
NL 2,5 C 12 5,5 NC
E12FMK:Financiële Markten NL Schriftelijk NL 2,5 C 12 5,5 NC
E12PRT:Privaatrecht NL Schriftelijk NL 1 C 4 5,5 NC
E12BRT:Belastingrecht NL Schriftelijk NL 2,5 C 12 5,5 NC
E12ERP:Enterprise Res.Planning NL Schriftelijk NL 2 C 10 5,5 NC
E12MVO:Maatschappelijk
Verantwoord Ondernemen
NL Schriftelijk NL 2 C 10 5,5 NC
E12O&B: Organiseren &
Beheersen
NL Schriftelijk NL 1,5 C 6 5,5 NC
FMBEE12
T&R1
Tools en
Reflectie
3
E12ENG:Engels ENG Schriftelijk ENG 1 C 33 5,5 NC
E12XLS:Excel NL Digitaal NL 1 C 33 5,5 NC
E12VMT:Managementvaardig-
heden
NL Schriftelijk NL 0,5 V/NV 17 V NC
E12SLO:Studieloopbaanontw NL Individueel
product
NL 0,5 V/NV 17 V NC
OMSBE Minor BE (30)
keuze Afh.
van
keus
Afh. van
keuze
Afh.
van
keus
30 C 100 5,5 NC
FMBE
AFST
Afstudeer-
opdracht
30
Afstudeeropdracht NL Schriftelijk
en
mondeling
NL 30 C 100 5,5 NC
E-fase VT 120
datum 04-07-2016
pagina 73 van 68
Bedrijfseconomie
Academie: AFM
Opleiding: BE DT Cohort 2016-2017
Examenprogramma: postpropedeuse
Naam periode: K-fase DT
Code
OSIRIS
Onderwijs-
eenheid
Toets Studie-
belasting
Beoordeling
Naam
Naam
Taal
van
de
ond
er
wijs
-
uitv
oeri
ng
Toets-
vorm
Taal
van
de
toet
s
SP
OE
SP
Toets
Resul-
taat-
schaal
Wegin
g
Min.
eis
toets
NC/C
FMXXDT
K12
ONDPL
Onderneming
splan K12
20
K12PO:Praktijkopdracht NL Groeps-
product
NL 8 C 40 5,5 NC
K12MMA:Managementacc. NL Schriftelijk NL 4 C 20 5,5 NC
K12FIN:Financiering NL Schriftelijk NL 4 C 20 5,5 NC
K1RHT:Recht NL Schriftelijk NL 2 C 10 5,5 NC
K2STM:Strategische Marketing NL Schriftelijk NL 2 C 10 5,5 NC
FMXXDT
K34A&I
Administratie
en Informatie
K34
25
datum 04-07-2016
pagina 74 van 68
Bedrijfseconomie
K34PO1:Praktijkopdracht 1 NL Groeps-
product
NL 4 C 15 5,5 NC
K34PO2:Praktijkopdracht 2 NL Groeps-
product
NL 4 C 15 5,5 NC
K34V&I:Vastleggen&Informere
n
NL Schriftelijk NL 4 C 15 5,5 NC
K34JVG:Jaarverslaggeving NL Schriftelijk NL 4 C 15 5,5 NC
K34BMG:Bus.Management NL Schriftelijk NL 4 C 15 5,5 NC
K34BMG:Practicum NL Schriftelijk NL 1 V/NV 5 5,5 NC
K34SZR:Soc.Zekerheidsrecht NL Schriftelijk NL 2 C 10 5,5 NC
K34PPP:People,Profit,Planet NL Schriftelijk NL 2 C 10 5,5 NC
FMXXDT
K56CR
Controle en
Risico K56
23
K56PO:Praktijkopdracht NL Groeps-
product
NL 8 C 25 5,5 NC
K56BR:Brancheonderzoek NL Schriftelijk NL 1 C 5 5,5 NC
K56O&B:Org.&Beheersen NL Schriftelijk NL 4 C 20 5,5 NC
K56A&A:Auditing&Assurance NL Schriftelijk NL 4 C 20 5,5 NC
K5AEC:Algemene Economie NL Schriftelijk NL 2 C 10 5,5 NC
K6BLR:Belastingrecht NL Schriftelijk NL 4 C 20 5,5 NC
FMXXDT
KTOOLS
1
Tools DT-K 7
K1XLS:Excel NL Digitaal NL 1 C 15 5,5 NC
K12STA:Statistiek NL Schriftelijk NL 4 C 55 5,5 NC
K1CSV:Comm.&Soc.Vaardigh. NL Mondeling NL 1 V/NV 15 5,5 NC
K5OZV:Onderzoeksvaardighede
n
NL Schriftelijk NL 1 V/NV 15 5,5 NC
FMXXDT
KREFL
Reflectie 2
datum 04-07-2016
pagina 75 van 68
Bedrijfseconomie
K12SLO:Studieloopbaanontw. NL Individuee
lproduct
NL 1 V/NV 50 5,5 NC
K34SLO:Studieloopbaanontw. NL Individuee
l
product
NL 1 V/NV 50 5,5 NC
FMXXDT
KBOR
Bedrijfs-
oriëntatie
13
K12BOR:Bedrijfsoriëntatie NL Individuee
l
product
NL 3 V/NV 20 5,5 NC
K34BOR:Bedrijfsoriëntatie NL Individuee
l
product
NL 4 V/NV 35 5,5 NC
K56BOR:Bedrijfsoriëntatie NL Individuee
l
product
NL 6 V/NV 45 5,5 NC
K-fase DT Totaal 90
datum 04-07-2016
pagina 76 van 68
Bedrijfseconomie
Naam periode: E-fase DT
Code
OSIRIS
Onderwijs-
eenheid
Toets Studie-
belasting
Beoordeling
Naam
Naam
Taal
van
de
ond
er
wijs
-
uitv
oeri
ng
Toets-
vorm
Taal
van
de
toet
s
SP
OE
SP
Toets
Resul-
taat-
schaal
Wegin
g
Min.
eis
toets
NC/C
FMBEDT
E12PO-
11
Praktijk-
opdracht
12
E12PO: Praktijkopdracht NL Groeps-
product
NL 12 C 100 5,5 NC
FMBEDT
E12ACI-
11
Accounting,
Control &
Informatie
16
E12JVG:Jaarverslaggeving NL Schriftelijk NL 3 C 19 5,5 NC
E12D&C:Deeln.&Consolidatie NL Schriftelijk NL 3 C 19 5,5 NC
E12FIN:Financiering NL Schriftelijk NL 3 C 19 5,5 NC
E12FMK:Financiële Markten NL Schriftelijk NL 3 C 19 5,5 NC
E12BLR:Belastingrecht NL Schriftelijk NL 3 C 19 5,5 NC
E12PRT:Privaatrecht NL Schriftelijk NL 1 C 5 5,5 NC
FMBEDT
E12T&R
Tools 2
E12XLS:Excel NL Digitaal NL 2 C 100 5,5 NC
datum 04-07-2016
pagina 77 van 68
Bedrijfseconomie
Keuze-
minor
30
keuze Afh.
van
keus
Afh. van
keuze
Afh.
van
keus
30 C 100 5,5 NC
FMBEDT
E34ACI-
11
Accounting,
Control &
Informatie
10
E34MMA:Manag.Accounting NL Schriftelijk NL 3 C 30 5,5 NC
E34MVO:Maats.Verantw.Ond. NL Schriftelijk NL 3 C 30 5,5 NC
E34ERP:EnterpriseRes.Plann. NL Schriftelijk NL 3 C 30 5,5 NC
E34VMT:Verandermanagement NL Schriftelijk NL 1 V/NV 10 5,5 NC
FMBEDT
E34AFS-
11
Afstuderen 20
E34AFS:Afstudeeropdracht NL Mondeling
en
schriftelijk
NL 20 C 100 5,5 NC
E-fase DT totaal 90
Bedrijfseconomie
Bijlage 5 Maatregelen die de examencommissie kan nemen bij onregelmatigheden waaronder fraude
Bij een vermoeden van onregelmatigheden, waaronder fraude, stelt de examencommissie
een onderzoek in. Bij het bepalen van de op te leggen maatregel onderscheidt de
examencommissie de onderstaande categorieën. Los van deze maatregelen kan de
examencommissie aan het College van Bestuur vragen om te beslissen dat je moet stoppen
met de opleiding.
Categorie Maatregel
Categorie 1: Het zich niet houden aan de regels
Hieronder verstaan we in ieder geval het
overtreden van regels in verband met
toetsing. Die vind je in de Toetsregeling. Ook
aanwijzingen op het voorblad van de toets en
aanwijzingen van surveillanten zijn regels
waar je je aan moet houden.
Minimaal: Een berisping.
Maximaal: Het ongeldig verklaren van je
toets.
Categorie 2: Plagiaat
Zie definitie begrippenlijst, bijlage 1. Minimaal: Het ongeldig verklaren van je
werk.
Maximaal: Het ongeldig verklaren van je
werk en het uitsluiten van deelname aan
toetsen gedurende 1 jaar.
Categorie 3: Fraude
Het verrichten van handelingen die bedoeld
zijn om op een oneerlijke manier voordeel te
behalen bij een toets. Hieronder vallen o.a.
afkijken, het lenen van het werk van je
buurman en het doorgeven van informatie.
Laat je een ander afkijken, dan ben je ook
schuldig aan fraude. Ook valt het
ongeoorloofd samenwerken bij opdrachten in
deze categorie. Zie definitie begrippenlijst,
bijlage 1.
Minimaal: Het ongeldig verklaren van je
toets.
Maximaal: Het ongeldig verklaren van je
toets en het uitsluiten van deelname aan de
eerstvolgende (zelfde) toets.
Categorie 4: Ernstige fraude
Deze vorm van fraude betekent dat je
bewust handelingen hebt verricht en/of
voorbereid die bedoeld zijn om op een
oneerlijke manier voordeel te behalen bij een
toets. Hieronder verstaan we onder andere
het in bezit hebben en/of gebruiken van
spiekmateriaal op papier en digitaal. En het
gebruik van communicatiemiddelen tijdens
de toets.
Minimaal: Het ongeldig verklaren van je
toets en het uitsluiten van deelname aan de
eerstvolgende (zelfde) toets.
Maximaal: Het ongeldig verklaren van je
toets en het uitsluiten van deelname aan alle
toetsen gedurende een half jaar.
datum 04-07-2016
pagina 79 van 68
Bedrijfseconomie
Categorie 5: Recidive
Recidive is het opnieuw plegen van een
onregelmatigheid, plagiaat of fraude in een
van de categorieën 1 tot en met 4. De
tweede overtreding hoeft niet in dezelfde
categorie te vallen om gezien te worden als
recidive.
Minimaal: Het ongeldig verklaren van je
toets.
Maximaal: Het ongeldig verklaren van je
toets en het uitsluiten van deelname aan alle
toetsen gedurende een periode van maximaal
1 jaar.
datum 04-07-2016
pagina 80 van 68
Bedrijfseconomie
Bijlage 6 Drempels
Drempels AAFM
Stagedrempel:
Een voltijdstudent die wil deelnemen aan de onderwijseenheid ‘Stage’ in jaar 3 moet:
* de propedeutische fase met goed gevolg hebben afgesloten, én
* alle onderwijseenheden van jaar 2 hebben doorlopen, én
* het onderdeel SLB jaar 2 verbredingsfase met een voldoende afgerond hebben, én
* van alle overige onderwijseenheden minimaal 75% van de studiepunten behaald hebben.
Dit betekent:
Onderwijseenheden Maximale EC Stagedrempel EC
Theoretische leerlijn*) 32 24
Beroepsproducten 20 15
Vaardigheden Engels en BCV 4 3
*)Hiermee wordt bedoeld alle onderdelen die d.m.v. een tentamen getoetst worden (in OSIRIS op het
studievoortgangsoverzicht aangeduid met (R)) EN het onderdeel Excel / ERP uit blok 5.
Start onderwijseenheden jaar 3/4:
Om toegang te mogen hebben tot de onderwijseenheden van jaar 3 en 4, gelden dezelfde
criteria als voor de stagedrempel, plus de stage moet behaald zijn.
Afstudeerdrempel: Een voltijdstudent die wil deelnemen aan de onderwijseenheid ‘Afstudeeronderzoek’ moet:
* alle onderwijseenheden van jaar 2 met goed gevolg hebben afgesloten, én
* de stage van jaar 3 met een voldoende hebben afgesloten, én
* de onderwijseenheden 11 en 12 gevolgd hebben waarbij er minimaal een aantal toetsen
moet zijn gehaald met een totale studielast van 65% van deze onderwijseenheden, én
* het onderdeel SLB jaar 3/4 met een voldoende afgerond hebben, én
* van onderwijseenheid blok 12 het beroepsproduct met een voldoende afgerond hebben, én
* de minor gevolgd hebben.
(NB. De resultaten van de minor maken geen onderdeel uit van de afstudeerdrempel)
datum 04-07-2016
pagina 81 van 68
Bedrijfseconomie
Drempels voor AFM
De stage drempel BE 1. De student heeft voor aanvang van de stage voldaan aan de volgende voorwaarden:
Stage najaarssemester (blok 1 en 2): - De praktijkopdrachten van de K1/K2-fase zijn behaald - 23 van de 30 EC van de K1/K2-fase zijn gerealiseerd (op toetsniveau)
Stage voorjaarssemester (blok 3 en 4): - De praktijkopdrachten van de K3/K4-fase zijn behaald - 23 van de 30 EC van de K3/4-fase zijn gerealiseerd (op toetsniveau)
2. Bij het niet behalen van de stagedrempel wordt de verdere studievolgorde van de
student individueel bepaald (in overleg met SLB-er)
3. De student moet aan de stagedrempel hebben voldaan, wil bemiddeling naar een stageplaats en begeleiding/beoordeling van de stage vanuit AFM mogelijk worden.
Drempel toegang tot E1E2-fase BE
De student heeft toegang tot de E1-E2-fase (i.e. de 2e helft van het derde studiejaar)
indien minimaal 20 van de 30 studiepunten van de studieonderdelen uit de K3 en K4-fase
zijn behaald (op toetsniveau). Voor studenten die deze drempel niet behaald hebben
wordt individueel een studieprogramma bepaald (in overleg met SLB-er)
Drempel afstuderen BE
De student krijgt toestemming met de voorbereiding op een afstudeeropdracht onder
begeleiding van AFM te starten, als hij/zij aan de volgende voorwaarden heeft voldaan: - De praktijkopdrachten van de K-fase én van de E-fase zijn behaald
- De studiepunten van de stagefase zijn behaald
- 83 van de gezamenlijke 90 EC van de studieonderdelen uit de K-fase én van de studieonderdelen uit de E-fase zijn gerealiseerd (op toetsniveau)