BDH Puls Sync 400/550 - CBL-welding Puls sync 400 - 550.pdf · 2012-09-21 · TIG lasontsteking De...

32
INLEIDING MIGATRONIC lasapparatuur heeft een uitstekende reputatie, en we weten hoe belangrijk het is om te voldoen aan de normen die we onszelf gesteld hebben. De lasmachine die u aangeschaft heeft is het resultaat van jarenlange ervaring die MIGATRONIC heeft in het produceren van lasmachines. Deze ervaring, gecombineerd met een juist gebruik en onderhoud van uw machine, is een garantie voor jarenlange perfecte lasprestaties. Onze dank voor het aanschaffen van een MIGATRONIC machine. MIGATRONIC A/S GEBRUIKERSHANDLEIDING BDH Puls Sync 400/550 50193012 VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING MIGATRONIC A/S Aggersundvej 33 9690 Fjerritslev Denmark verklaart dat onderstaande machine Type: BDH Puls Sync 400/550 vanaf: week 2 1998 voldoet aan richtlijn 73/23/EEG en 89/336/EEG. Europese Standaarden: EN60974-1 EN50199 Fjerritslev 9 Januari 1998. Peter Roed Managing director Geldig vanaf 0122

Transcript of BDH Puls Sync 400/550 - CBL-welding Puls sync 400 - 550.pdf · 2012-09-21 · TIG lasontsteking De...

INLEIDING

MIGATRONIC lasapparatuur heeft een uitstekende reputatie, en we weten hoe belangrijk het is om te voldoenaan de normen die we onszelf gesteld hebben.De lasmachine die u aangeschaft heeft is het resultaat van jarenlange ervaring die MIGATRONIC heeft in hetproduceren van lasmachines. Deze ervaring, gecombineerd met een juist gebruik en onderhoud van uwmachine, is een garantie voor jarenlange perfecte lasprestaties.

Onze dank voor het aanschaffen van een MIGATRONIC machine.

MIGATRONIC A/S

GEBRUIKERSHANDLEIDING

BDH Puls Sync 400/550

50193012

VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING

MIGATRONIC A/SAggersundvej 339690 FjerritslevDenmark

verklaart dat onderstaande machine

Type: BDH Puls Sync 400/550vanaf: week 2 1998

voldoet aan richtlijn 73/23/EEG en 89/336/EEG.

Europese Standaarden: EN60974-1EN50199

Fjerritslev 9 Januari 1998.

Peter RoedManaging director

Geldig vanaf 0122

.

3

INHOUDSOPGAVE

Waarschuwing / Electromagnetische emissie .........4

Product programma....................................................5

Aansluiting en bediening ............................................6

Bediening .....................................................................8

Foutmeldingen...........................................................17

Onderhoud..................................................................17

Technische gegevens ...............................................18

Schema’s

Onderdelenlijst

4

Electromagnetische straling en het uitzenden van electromagnetische storing

Deze lasmachine voor industrieel en professioneel gebruik, isin overeenstemming met de Europese norm EN 50199. Hetdoel van deze standaard is het voorkomen van situatieswaarbij de machine gestoord w ordt, of zelf een storingsbronis voor andere electrische apparatuur of toepassingen. Devlamboog zendt storing uit; daarom vereist een probleemlozeinzet zonder storing of onderbreking, het nemen vanbepaalde voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten en ge-bruiken van de lasapparatuur. De gebruiker moet zich ervanvergewissen dat het gebruik van deze machine geen storingveroorzaakt van bovenvermelde aard.

Met de volgende zaken moet in de nabijheid worden rekeninggehouden:1. Voedingskabels voor andere apparatuur, stuurleidingen,

telecommunicatiekabels in de nabijheid van de lasmachine.2. Radio- of televisiezenders en ontvangers.3. Computers en besturingsapparatuur van uiteenlopende

aard.4. Gevoelige beveiligingsapparatuur, bijvoorbeeld elektroni-

sche of elektrische beveiligingsapparatuur of beveiligingenrond productie-apparatuur.

5. De gezondheidstoestand van mensen in de omgeving, bij-voorbeeld het gebruik van pacemakers, en hoorapparatenenz.

6. Apparatuur voor meten en calibreren.7. De periode van de dag dat het lassen en de andere

activiteiten moeten worden uitgevoerd.

8. De structuur en het gebruik van het gebouw.

Deze machines worden meestal gebruikt in een industriëleomgeving. Indien deze apparatuur wordt gebruikt in eenwoonomgeving is er een vergroot gevaar op het veroorzakenvan storing van andere elektrische apparatuur en kan hetnodig zijn om aanvullende maatregelen te nemen omproblemen met storing te voorkomen. (bv. bekend making bijtijdelijk laswerk).

Methoden voor het verminderen van electromagnetischestoring.1. Vermijd het gebruik van storingsgevoelige apparatuur.2. Houd de laskabels zo kort mogelijk.3. De laskabels, zowel de positive als de negatieve kabels,

moeten zo dicht mogelijk naast elkaar gelegd worden.4. Leg de laskabels op of dicht bij de vloer.5. De voedingskabels en andere kabels van bv. telefoon,

computer en stuurkabels, moeten niet parallel wordengelegd en dicht bij elkaar, bv niet in dezelfde kabelgoot ofkabelkoker.

6. Het apart afschermen van kabels moet onder bepaaldeomstandigheden overwogen worden.

7. Galvanisch geïsoleerde voedingskabels voor gevoeligeelektronische appartuur, zoals bv computers.

8. Het afschermen van de gehele lasinstallatie moet over-wogen worden onder speciale omstandigheden en bijspeciale toepassingen.

WAARSCHUWINGBooglassen en snijden kan gevaar opleveren voor de lasser, voor mensen in de omgeving en voor degehele nabijheid, indien de apparatuur onjuist wordt gehanteerd of gebruikt. Daarom mag de apparatuurslechts gebruikt worden indien aan alle relevante veiligheidsvoorschriften wordt voldaan. Wij vestigen inhet bijzonder uw aandacht op het volgende:

Elektriciteit.- Lasapparatuur moet overeenkomstig de veiligheidsvoorschriften worden aangesloten door een goed opgeleid en ge-

diplomeerd elektricien- Vermijd aanraking van onderspanningstaande delen in de elektrische keten en van elektroden en draden indien de

handen onbedekt zijn. Gebruik altijd droge lashandschoenen zonder gaten.- Zorg voor een degelijke en veilige isolatie (bv. draag schoenen met rubber zolen).- Zorg voor een stabiele en veilige werkhouding (bv. vermijd de kans op ongelukken t.g.v. een val).- Zorg voor goed onderhoud aan de apparatuur. In het geval van beschadigde kabels of isolatie, meteen de werkzaam-

heden stoppen en de benodigde herstelwerkzaamheden uitvoeren.- Herstellingen en onderhoud mag allen worden verricht door een goed opgeleid en gediplomeerd elektricien.

Emissie van straling en warmte.- Bescherm de ogen altijd omdat zelfs een kortdurende blootstelling blijvend oogletsel kan veroorzaken. Gebruik een las-

helm met het juiste lasglas tegen de straling.- Bescherm ook het gehele lichaam tegen de boogstraling omdat de huid door de straling kan worden beschadigd. Draag

beschermende kleding, die het lichaam totaal bedekt.- De werkplek kan het best worden afgeschermd; mensen in de nabijheid dienen te worden gewaarschuwd voor de

boogstraling.

Lasrook en gassen.- Het inademen van rook en gassen, die bij het lassen vrijkomen, is schadelijk voor de gezondheid. Controleer of het af-

zuigsysteem correct werkt en of er voldoende ventilatie is.

Brandgevaar.- Straling en vonken kunnen brand veroorzaken. Daarom moeten brandbare stoffen uit de lasomgeving worden ver-

wijderd.- De werkkleding moet bestand zijn tegen lasspatten (gebruik brandvrije stof en let speciaal op plooien en openstaande

zakken).

Geluid.- De boog genereert een oppervlakkig geluid afhankelijk van de laswerkzaamheden. In sommige gevallen is gebruik van

gehoorbescherming noodzakelijk.

Gebruik van de machine voor andere doeleinden dan waar hij voor ontworpen is (bijv. het ontdooien van een waterle-iding) wordt ten strengste afgeraden. Mocht dit toch het geval zijn dan vervalt iedere aansprakelijkheid onzer zijde.

Lees deze bedieningshandleiding zorgvuldig alvorens de apparatuuraan te sluiten en in gebruik te nemen.

5

PRODUCT PROGRAMMADe BDH Puls Sync lijn bestaat uit de volgende mo-dellen:

BDH Puls Sync 400/550 STB:Lasmachines voor handmatig electrode booglassen enMIG/MAG lassen.

BDH Puls Sync 400/550 TRIPLE:Lasmachines voor handmatig electrodelassen, TIG enMIG/MAG lassen.

SynergischBDH Puls Sync machines kunnen in de synergischemodus gebruikt worden. Synergisch MIG/MAG lassenwil zeggen dat het lasproces slechts door één para-meter gecontroleerd wordt: de lasstroom. Alle andereparameters worden automatisch door de machine aan-gepast wanneer de synergische stroom wordt ver-anderd.

DraadtoevoereenheidVoor MIG/MAG lassen wordt een losse draadtoevoer-eenheid gebruikt en er is een keuze tussen een openof een gesloten systeem waar de draadspoel in eengesloten kast zit. Verbindingskabels kunnen afhanke-lijk van de wensen van de gebruiker in verschillendelengtes geleverd worden.

Lastoortsen, slangen en kabelsDe standaard productlijn van MIGATRONIC kan voor-zien in spantanghouders, TIG en MIG/MAG las-toortsen- en slangen, aardkabels en verlengstukkenenz…

ToortskoelingEen ingebouwde waterkoeling maakt het mogelijk omzowel gas- als watergekoelde toortsen te gebruiken.

TIG lasontstekingDe TRIPLE machines voorzien in zowel LIFTIG als HFontstekingsmethoden voor het TIG lasproces.

Data acquisitie (optioneel)MIGATRONIC kan het InfoWeld computerprogrammavoor data acquisitie leveren. InfoWeld wordt geleverdcompleet met aansluitplug, kabelset, enz. om de las-machine op de PC aan te sluiten.

Automatisering/Mechanisering (optioneel)Een Robot Interface module kan worden geleverd voormontage aan de machine waarmee het mogelijk is omhet lassen met een automatische of robot installatie tebesturen. Hierbij kan het MIGATRONIC RoboWeld PCprogramma worden geïnstalleerd wat samen met deRobot Interface zorgt voor besturing en data acquisitievan elk lasproces.

Een andere kit, de DAC (Direct Automation Control)genaamd, kan worden geïnstalleerd om het lasprocesvanuit bijvoorbeeld een PC te besturen.

Afstandbediening (optioneel)De machine kan worden uitgerust met een afstand-bediening.

Koudedraadtoevoereenheid (optioneel)Een TIG draadtoevoereenheid kan bij de TRIPLE ma-chines worden geïnstalleerd, voor gebruik bij het TIGlasproces met koudedraadtoevoer.

Push pull (optioneel)MIGATRONIC push pull apparatuur en toortsen kunnenbij de machine geleverd worden of als aparte set.

Tussenstation (optioneel)Een draadtoevoer tussenstation kan worden geleverdom het bereik van de machine te vergroten wanneerMIG/MAG gelast wordt.

Machine vergrendelen (optioneel)Er kan een sleutel geleverd worden waarmee het mo-gelijk is om de machine te vergrendelen en daarmeede lasparameters vast te zetten of ongeautoriseerdlassen te voorkomen.

6

AANSLUITING EN BEDIENING

De volgende secties hoe de machine moet worden ge-ïnstalleerd voor gebruik en dan aangesloten aan devoeding, gastoevoer enz.. De nummers in de tekst re-fereren aan illustraties op deze pagina en op pagina 7.

ConfiguratieMigatronic ontdoet zich van alle verantwoordelijkhedenvoor beschadigde kabels en andere beschadigingenals blijkt dat er gelast is met andere dan in despecificaties aangegeven toortsen, laskabels, enz. incombinatie met de aangegeven toegestane belasting.

HoofdaansluitingControleer voor de machine aan te sluiten dat de voe-dingsspanning overeenkomt met de spanning waarvoorde machine is gebouwd. De aansluitkabel (10) van demachine moet worden aangesloten aan een correcte3-fasen voeding van 50 of 60 Hz. De volgorde van defasen is onbelangrijk. De machine wordt aangezet metde hoofdschakelaar (1).

Aansluiten van het beschermgasDe beschermgasslangen worden aan de achterzijdevan de machine (18) bevestigd. De gasaanvoer heefteen variabele flow van 8-20 l/min, afhankelijk van delastaak. TRIPLE machines zijn uitgerust met tweegasaansluitingen, de linkse (17) voor TIGbeschermgas, de rechtse (18) voor MIG/MAGbeschermgas. Een gascylinder kan worden bevestigdop de flessendrager aan de achterkant van demachine.

Aansluiten van de draadtoevoereenheidDe aparte draadtoevoerkoffer wordt aangesloten op demachine middels een tussenpakket wat kabels voorlasstroom (15, 31), controlesignalen (16, 21), gasslan-gen (12, 25) en slangen voor koelvloeistof bevat (13,14, 22, 23).

Aansluiten voor MIG/MAG lassenHet aansluitblok van de lastoorts wordt aangeslotenaan de centrale connector (27), de moer wordt met dehand aangedraaid. Als een watergekoelde toorts wordtgebruikt, wordt de koelslang aan de blauwesnelsluiting (29) aangesloten en de terugvoerslang aande rode snelsluiting (28). Indien een push-pull systeemgebruikt wordt, wordt de controlekabel aangesloten opde 8-polige multiplug (30) en de aardkabel aan de ne-gatieve pool (3).

Aansluiten van de toorts voor TIG lassenDe Stroomkabel van de TIG-toorts wordt aan aanslui-ting (6), en de gasslang aan snelsluiting (5) bevestigd.Indien een watergekoelde toorts wordt gebruikt, wordtde koelslang aan de blauwe snelsluiting (8) aangeslo-ten en de terugvoerslang aan de rode snelsluiting (9).De besturingskabel voor de TIG-toorts wordt aange-sloten aan de 6-polige plug (7) en de aardkabel aan depositieve pool (2).

Aansluiten van de electrodehouder voor MMAelectrodelassenDe electrodehouder en de aardkabel worden aan re-spectievelijk aan de positieve (2) en negatieve (3) poolverbonden. De polariteit die het beste gebruikt kanworden staat vermeld op de verpakking van de elec-troden.

Bijvullen van koelvloeistofDe toortskoeling eenheid kan met de correcte koel-vloeistof gevuld worden nadat de dop (20) verwijderd is.

Aansluiten van de afstandbedieningEen afstandbediening kan worden aangesloten door deplug op de 8-polige plug (4) vast te schroeven. De plugwordt vastgemaakt door de kap erop te schroeven.

7

VOORKANT STB

ACHTERKANT STB

VOORKANT TRIPLE

ACHTERKANT TRIPLE

8

BEDIENING

TRIPLE Controle paneel

STB Controle paneel

NORMAAL GEBRUIK

Het controlepaneel is onderverdeeld in twee gedeeltes,waarbij het rechter gedeelte meestal achter een klepverborgen gaat. De klep bedekt de opties die voor-ingesteld zijn, en normaal gesproken niet tijdens hetlassen worden veranderd. De bedieningselementenaan de linkerzijde worden soms wel tijdens het las-proces gebruikt, en zijn daarom onbedekt. Deze vakergebruikte bedieningselementen worden nu eerst be-sproken.

Aanzetten van de machineWanneer de machine wordt aangezet, voert het eersteen zelftest procedure uit en laat informatie zien ophet linkse display. Als het symbool of oplicht, isde machine klaar voor gebruik. Alle instellingen van demachine worden automatisch teruggezet bij aanzettenvan de machine.

Displays en parametersLasparameters kunnen worden aangepast metde toetsen boven en onder de displays. Elk

display laat drie cijfers zien en voor elk cijfer zijn tweetoetsen. De waarden van deze cijfers kunnen wordenverhoogd met de toetsen boven het display en verlaagdmet de toetsen onder het display.

Elk getal in het display veranderd als eennaastgelegen getal de nul passeert. De cijfers blijventoe- of afnemen zolang een toets ingedrukt gehoudenwordt.

Het linkse displayHet linkse display heeft twee indicators aan de rechtsezijde van het venster.

- Dit symbool licht op wanneer het linksedisplay de stroom in ampère laat zien.

- Dit symbool licht op wanneer het linker displayde draadtoevoersnelheid laat zien, in meter/-min.

De actuele lasstroom wordt altijd getoond in het linkerdisplay tijdens het lassen. Nadat het lassen is beëin-digd wordt nog twee seconden de eindstroom getoond.

Wanneer niet gelast wordt laat het display het vol-gende zien:

- MMA electrode, TIG en synergisch MIG/MAG: in-stelling stroomsterkte. Bij MMA electrodelassenkan de stroomsterkte worden ingesteld tussen 15amp en het maximum van de machine.

9

Bij TIG-lassen kan de stroomsterkte worden ingesteldtussen 5 amp en 400 amp. Bij synergisch MIG/MAGlassen kan de stroomsterkte worden ingesteld tussende minimum en maximum stroomsterktes van het be-treffende synergische programma.

- Handmatig MIG/MAG niet gepulseerd: Draadtoe-voer snelheid. De snelheid waarmee de draad aan-gevoerd wordt kan worden ingesteld van 1 tot 24meter/min.

- Handmatig MIG/MAG gepulseerd: Pulsstroom in-stelling. De pulsstroom kan worden ingesteld van15 amp tot het maximum van de machine.

Het rechtse displayHet rechtse display heeft twee indicators aan de rech-terkant van het venster.

- Dit symbool licht op wanneer het display hetspanningsverschil in volt aangeeft.

- Dit symbool licht op wanneer het rechter displayde trimwaarde in volt aangeeft.

Het actuele lasvoltage wordt continu getoond in hetrechter display tijdens het lassen. Nadat het lassen isbeëindigd wordt het eindvoltage nog twee secondengetoond.

Wanneer niet gelast wordt laat het display het vol-gende zien:

- MMA electrode:Open circuit voltage (niet instelbaar).

- TIG:Las voltage (niet instelbaar).

- Handmatig MIG/MAG niet gepulseerd:Instelling spanningsverschil. Het voltage kan wor-den ingesteld tussen 0 en 50 volt.

- Handmatig MIG/MAG gepulseerd:Instelling basisspanning. De basisspanning kanworden ingesteld tussen 0 en 50 volt.

- Synergisch MIG/MAG:Trimwaarde instelling. De trimwaarde kan wordeningesteld tussen - 9.9 en + 9.9 volt.

Tonen van gemeten waardenDe gemeten stroomsterktes en voltages van delaatste lasactiviteit kunnen zichtbaar worden

gemaakt door de RECALL toets in te drukken.

Keuze van machine-instellingenMet deze toets is het mogelijk voor de lasser

om te kiezen tussen 10 complete machine-instellingen, waarbij alle parameters vastgesteld zijn.

De machine-instellingen zijn van 0 tot 9 genummerd enhet geselecteerde nummer wordt rechts van de toets getoond. Een druk op de toets geeft de vol-gende instelling. Wanneer de machine op instelling 9staat, geeft een druk op de toets instelling 0.

Alle machine-instellingen worden door de machine op-geslagen, ook wanneer er parameters veranderd zijn.

Synergische bibliotheek (MIG/MAG)De machine heeft een bibliotheek van synergische pro-gramma’s. Op de achterkant van de klep die de rech-terkant van het paneel bedekt, staat een index van desynergische bibliotheek. De volgende procedure be-schrijft hoe een synergisch programma van de biblio-theek opgeroepen kan worden.

Selecteren van een machine-instellingVoordat een synergisch programma kanworden gekozen, moet eerst een machine-

instelling die dat programma bevat geselecteerd wor-den.

Openen van de synergische bibliotheek :Druk tegelijk op de RECALL en toets omde synergische bibliotheek te openen. De

letter "P" verschijnt in het linkse display, het rechtsedisplay toont het synergisch nummer (van desynergische bibliotheek) wat later in deze proceduregeselecteerd wordt.

10

Selecteren van de synergie: Met de toetsen kan het juiste synergisch

nummer gekozen worden.

Accepteren van de synergie:Wanneer de juiste synergie gevonden is kan het

programma naar de machine gestuurd worden door deAUTO-toets in te drukken. Hierna keert de machineterug naar de normale toestand.

Weigeren van de synergieWeigeren van de synergiekeuze kan door op de

RECALL-toets te drukken. Deze procedure kan ookgebruikt worden wanneer het enkel nodig is om te zienwelk programma is ingeladen.

Sequenties (MMA electrode, TIG en MIG/-MAG)

De sequentie-optie maakt het voor de lasser mogelijkom te wisselen tussen verschillende stroomsterkte-niveau’s. Dit kan voor én tijdens het lassen. Met eensequentie kunnen parameters die het lasproces be-ïnvloeden veranderd worden.

Deze parameters zijn:

Voor Handmatig MIG/MAG lassen- Draadtoevoersnelheid- Voltage- Alle puls parameters (pulstijd, pulsfrequentie, puls-

stroom and basisspanning)- Terugbrandtijd

Voor synergisch MIG/MAG lassen- Synergische stroom- Terugbrandtijd

Voor TIG lassen- Lasstroom (/pulsstroom)- Alle puls parameters (pulstijd, pulsfrequentie en ba-

sisstroom)

Voor MMA electrodelassen- Lasstroom (/pulsstroom)- Alle puls parameters (pulstijd, pulsfrequentie en ba-

sisstroom)

Wisselen tussen sequenties:Elke sequentie kan worden gekozen met de se-

quentie-toets. Wanneer een sequentie geselecteerd islicht een indicator naast het sequentienummer, aan derechterzijde van de toets op. Wanneer geen van desequentienummers oplicht, is de sequentie niet in ge-bruik. Sequenties kunnen worden veranderd door voorof tijdens het lassen op de toets te drukken.

Bij het gebruik van MIG/MAG of TIG lasprocessen kande trigger van de lastoorts gebruikt worden om tussensequenties te schakelen. Wanneer niet gelast wordt,is het mogelijk om van sequentie te wisselen door snelde trigger in te drukken. De procedure voor wisselenvan sequentie tijdens het lassen hangt af van degekozen triggerfunctie.

Indien de 2-maal lassen ( ) is geselecteerd, danmoet de trigger eerst worden losgelaten en dan snelweer ingedrukt (binnen 0.3 seconden). Als 4-maallassen ( ) of puntlassen ( ) is geselecteerd, danmoet de trigger eerst worden ingedrukt en dan snellosgelaten.

Duimwielregeling (aanpassen van de lasstroom vanafde toorts) en de sequentie functie mogen niet tegelij-kertijd geselecteerd worden daar een aanpassing vanafde trigger alle sequenties beïnvloed, en niet alleendegene waar op dat moment mee gelast wordt.

Selectie van het aantal sequenties:Er kunnen tot 4 sequenties ingesteld

worden. Het aantal sequenties kan worden ingestelddoor een 0 te zetten in het linkse display. Wanneerbijvoorbeeld 2 sequenties nodig zijn, wordt 0 op plaats3 ingesteld. De machine schakelt automatisch van delaatste sequentie terug naar sequentie nr. 1.

Lasspanning indicatorDe lasspanning indicator licht op wanneer er spanningop de toorts of electrode staat.

SELECTIE VAN DE FUNCTIESSelecteren van de triggerfunctie(TIG, MIG/MAG)

Deze toets wordt gebruikt om te schakelen tussen deverschillende triggerfuncties. De Actieve functie wordtaangegeven met de indicators rechts van de toets.

2-maal:Lassen start bij het induwen van de trigger en stoptwanneer de trigger losgelaten wordt.

4-maal:Lassen start wanneer de trigger wordt ingedrukt enmeteen weer losgelaten en stopt wanneer deze actiewordt herhaald.

Puntlassen:Lassen start bij indrukken en onmiddellijk loslaten vande trigger en stopt na een vooringestelde tijd. Deze tijdkan worden ingesteld met de parameter: puntlastijd.

Selecteren van een lasprocesDe keuze van het lasproces wordt ge-

woonlijk bepaald door een programma te selecteren,maar bij het veranderen van een machine-instelling kanhet lasproces met deze knop geselecteerd worden.

MMA electrode lassen:Bij dit proces is het volgende van toepas-

sing:

- Lasstroom wordt op minimum gezet (15 amp)- De puntlasfunctie wordt uitgeschakeldAlle andere functies en parameters blijven onveran-derd.

11

MIG/MAG lassen:Bij dit proces is het volgende van

toepassing:

- Bij handmatig MIG/MAG lassen hebben de draad-toevoersnelheid en de lasspanning minimum waar-den van respectievelijk 1 meter/s en 0 volt.

- Bij synergisch MIG/MAG lassen kan de synergischestroomsterkte worden verlaagd tot het laagste syner-gische punt. De trim kan tot 0 volt worden verlaagd.

- Electronische inductie wordt automatisch berekend.- Sequentie wordt uitgeschakeld.- Toortsen zijn watergekoeld.- Pulslassen wordt uitgeschakeld.Alle andere functies en parameters blijven onveran-derd.

TIG lassen:Bij dit proces is het volgende van toepas-sing:

- De stroomsterkte staat op een minimum van 5 amp.- Sequentie is uitgeschakeld.- Toorts is watergekoeld.- Pulslassen is uitgeschakeld.Alle andere functies en parameters blijven onveran-derd.

Selectie handmatig of synergischefunctie (MIG/MAG)De toets in de synergische sectie wordt

gebruikt om te schakelen tussen handmatig ensynergisch MIG/MAG lassen.

Handmatig MIG/MAG lassen:Indien handmatig MIG/MAG lassen geselecteerdwordt:

- Draadsnelheid en voltage zijn afgeregeld op de mini-mum waarden van respectievelijk 1 meter/min en 0volt.

- Sequentie is uitgeschakeld.- Pulslassen is uitgeschakeld.- Toorts is watergekoeld.

Synergisch MIG/MAG lassen:Indien synergisch MIG/MAG lassen geselecteerdwordt:

- De synergische stroom is afgeregeld op de mini-mumwaarde van het betreffende programma.

- De trimwaarde is 0 volt.- Sequentie is uitgeschakeld.- Toorts is watergekoeld.

Anti-stick (MMA electrode)Tijdens het MMA electrodelassen is het

mogelijk dat de electrode aan het werkstuk plakt.Wanneer de anti-stick optie staat ingeschakeld her-kent de machine dat de electrode vastzit en wordt delasstroom gereduceerd. Hierdoor zal het smeltbad uit-harden en kan de electrode weggetrokken worden,waardoor het lassen weer kan beginnen. De anti-stickoptie kan worden in- en uitgeschakeld door de toets inte drukken.

Koelen van de lastoorts(TIG en MIG/MAG)

De machine heeft een ingebouwde koelmodule die kanworden in- en uitgeschakeld door op deze toets tedrukken.

Gasgekoelde toorts:Wanneer deze indicator oplicht, is de koelmodule uit-geschakeld en wordt de toorts enkel door het be-schermgas gekoeld.

Watergekoelde toorts:Wanneer deze indicator oplicht, is de

koelmodule ingeschakeld en wordt de toorts door dekoelvloeistof gekoeld.

Ontstekingsmethoden (TIG lassen)Er bestaan twee verschillende ontste-kingsmethoden voor het TIG lasproces: HF

en LIFTIG ontsteking.

HF ontstekingIndien HF ontsteking is geselecteerd pro-

duceert de machine een vonk wanneer de gasflowstart. Uit deze vonk ontstaat de boog.

LIFTIG ontstekingLIFTIG ontsteking begint door de wolfraam

electrode in contact met het werkstuk te brengen endan de trigger in te drukken. De boog ontstaatwanneer de electrode langzaam van het werkstukwordt teruggetrokken.

Hulpboog (TIG) lassenEen hulpboog is een lasboog met een lage

stroom die het werkstuk verlicht, waardoor het makke-lijker wordt om het goede startpunt voor het lassen tevinden.

De hulpboog wordt geselecteerd door op deze toets tedrukken, de indicator licht dan op. De hulpboog wordtopgestart door de trigger kort in te drukken – minderdan 0.3 seconden. Omschakelen van hulpboog naarlasboog kan door de trigger in te drukken bij 2-maallassen, of door een korte – maar langer dan 0.3seconde – druk op de trigger bij 4-maal lassen or spotwelding. Welding will then continue with slope-up ofcurrent, change of sequence and slope-down ofcurrent. However, the slope-down period is not followedby gas post-flow but by a pilot arc, independent ofwhether the welding process was started with a pilotarc. Further welding can continue by a longeractivation of the trigger if in 4-times, otherwiseextinguish the pilot arc with a brief pressure on thetrigger and the post-flow begins.

Selectie draadtoevoereenheid(MIG/MAG lassen)

Wanneer de machine met twee draadtoevoerkasten isuitgerust, kan met deze toets gewisseld wordentussen de twee eenheden.

12

Aanpassingsmethoden voorstroom/voltage/draadtoevoerMet deze toets kan de methodewaarmee stroomsterkte, lasspan-

ning en draadtoevoersnelheid geregeld wordt, gekozenworden.

Locale bediening:De toetsen op de machine worden voor alle afstel-lingen gebruikt.

Afstandsbediening:De verschillende parameters worden vanaf een op demachine aangesloten afstandsbediening geregeld. Devolgende parameters kunnen met een afstandsbe-diening geregeld worden.

- MMA electrode : stroomsterkte- TIG : stroomsterkte- Synergisch MIG/MAG : synergische stroom en

trim- Handmatig MIG/MAG : Draadtoevoersnelheid

en voltage

Toortsregeling(TIG en MIG/MAG):Wanneer een toorts met duimwiel-

regeling is aangesloten kan met vanaf de toorts eenparamater afgeregeld worden van –50 tot +50%, van decentraal ingestelde waarde. Het is echter niet mogelijkmet om de minimum- en maximumwaarden van demachine te overschrijden. De volgende parameterskunnen worden geregeld met de duimwielregeling.

- TIG : stroomsterkte- Synergisch MIG/MAG : synergische stroom- Handmatig MIG/MAG : draadtoevoersnelheid

Bijvoorbeeld:Wanneer met de toetsen op de machine de TIG las-stroom op 180 volt is afgeregeld, kan met de duimwiel-regeling een regeling van +/- 90 ampère bereiktworden. Het totale bereik van de regeling is dan 90-270amp.

DE PARAMETER KOLOMDeze Kolom toont de parameters dieaangepast kunnen worden, mits ze vantoepassing zijn op het gekozen laspro-ces. Wanneer een parameter is gese-lecteerd, wordt de waarde aan in hetrechter display getoond. De parameterskunnen met de toetsen boven en onderhet display worden ingesteld. De para-

meter die moet worden getoond of aangepast, kanworden gekozen met de pijltjestoetsen boven en on-der de kolom. Sommige parameters zijn bij elk las-proces van toepassing.

Tonen van de parameterwaardenWanneer een parameter van de verticale kolom

in het rechtse display wordt getoond, licht de pijl linksvan de kolom op.

Automatisch geregelde parametersIn plaats van altijd de parameters handmatig in te

stellen, is het soms mogelijk om de machine voor eenaantal parameters de waarde te laten berekenen. Zo’nwaarde wordt een automatisch geregelde parametergenoemd. Een parameter kan op deze manier wordenafgesteld door de AUTO-toets in te drukken als de pa-rameter geselecteerd is. Het rechtse display toont

. Na nog een druk op de AUTO-toets kan deparameter handmatig ingesteld worden.

Tonen van de automatisch geregeldeparameter

De waarde van de automatisch geregelde parameterkan worden getoond door de AUTO en de RECALL-toets gelijktijdig in te drukken. De waarde wordt zicht-baar in het rechtse display.

Indicator bij het rechtse displayDe indicator geeft aandat het rechtse display het lasvoltage

of de trimwaarde toont. Tegelijkertijd wordt de pijl uit-geschakeld. Deze parameter moet altijd gekozen wor-den wanneer de klep gesloten wordt.

Trim (MIG/MAG)Indien de lasspanning door de synergische

stroom wordt geregeld. De trimwaarde is een para-meter die bepaald met hoeveel volt de lasspanningmoet worden aangepast (naar boven of beneden) inrelatie tot de synergische stroom.

Met de trimwaarde kan de booglengte aangepast wor-den voor verschillende lasprocedures en plaatdikten.Het kan ook gebruikt worden om te compenseren voorhet gebruik van een ander gasmengsel dan aange-geven is in de synergische bibliotheek.

Arc power (MMA electrode)Arc power wordt gebruikt om de boog te stabiliserenbij MMA electrodelassen. De methode is het verhogenvan de stroomsterkte wanneer er een kortsluiting op-treedt.

Stroom

Tijd

Kort-sluiting

Extra stroom bijdragedoor arc power functie

Voltage

Trim (+)

Trim (-)

Stroom

13

Tijdens de kortsluiting wordt de lasstroom verhoogdmet een waarde van 0-100% van de lasstroom. Destroom kan het maximum van de machine echter nietoverschrijden. Indien de waarde automatisch geregeldwordt, is deze 0%.

Hot start (MMA electrode)Hot start is een functie die helpt bij het ontsteken vande boog bij MMA electrodelassen. Wanneer de elec-trode het werkstuk raakt wordt de stroom met eenvooringesteld percentage van de lasstroom verhoogdvoor een periode van 0.5 seconde.

Aangepastestroom

0,5 sec

Lasstart

Stroom

Tijd

Extra lasstroom doorhot-startfunctie

Dit percentage kan worden ingesteld van 0-100%(maar kan het maximum van de machine niet over-schrijden), en na 0.5 seconde valt de stroom exponen-tieel terug naar de lasstroom. Wanneer de waarde au-tomatisch geregeld wordt, is deze 25%.

Koudedraadsnelheid (TIG) / draad-toevoersnelheid (handmatig MIG/MAG,gepulseerd)

Bij TIG-lassen kan de toevoersnelheid van de draad ge-regeld worden van 0.5 – 12.5 meter/min. Als de snel-heid op 0 meter/s wordt afgeregeld, stopt de draad.Deze parameter kan niet automatisch worden af-geregeld.

Tijdens handmatig MIG/MAG pulslassen kan de draad-snelheid worden ingesteld van 1.0 tot 24 meter/min.

Puntlastijd (MIG/MAG en TIG)Bij puntlassen kan de puntlastijd worden ingesteld tus-sen 0.1 en 99.9 seconden. De waarde kan niet auto-matisch worden ingesteld. Bij TIG-lassen is de punt-lastijd de tijdsduur vanaf het einde van de slope-up tothet begin van de slope-down.

Stroom

Tijd

Aangepastestroom

slope-up

Puntlas-tijd

slope-down

Bij MIG/MAG-lassen is de puntlastijd de tijdsduurvanaf het ontsteken van de boog tot het begin van deslope-down.

Gasvoorstroom (MIG/MAG en TIG)De gasvoorstroomtijd is de tijdsuur

waarin het gas stroomt nadat de toortsschakelaar isingedrukt voordat de boog ontstoken wordt. De functiehiervan is het volledig afschermen van de boog vancontact met de atmosfeer. Bij MIG/MAG-lassen is devoorstroomtijd de tijd vanaf het indrukken van detoortsschakelaar totdat de draadtoevoer start. Bij TIG-lassen is de voorstroomtijd de tijd tussen indrukken enboogontsteking. De voorstroomtijd kan wordeningesteld tussen 0 en 10 seconden. Indien deparameter automatisch wordt ingesteld, wordt deze op0.2 seconde afgeregeld.

Electronische boogafstelling(MIG/MAG en TIG)

Met deze functie is de boogafstelling te regelen tussen0 en 100%, waarbij 0% een “harde” boog geeft en100% een “zachte” boog. Indien automatisch ingesteldbedraagt de waarde 45%.

Bij TIG-lassen kan de boogafstelling alleen bij pulslas-sen gebruikt worden.

Startstroom (TIG)Indien nodig kan de lasboog ontstoken worden meteen lagere lasstroom dan de ingestelde waarde. Dezestroom wordt de startstroom genoemd, en is eenvooringesteld percentage van de lasstroom. Hetpercentage kan worden ingesteld van 0-100% (maarkan niet lager dan 5 amp zijn). Indien automatischingesteld is de waarde 50%.

Slope-up (TIG)De slope-up tijd is de tijdsduur tussen

ontsteken van de lasboog en het bereiken van de las-stroom. Deze tijdsduur kan worden ingesteld tussen 0en 10 seconden. Indien automatisch ingesteld be-draagt de waarde 0.2 seconden.

PulslassenAls de pulstijd wordt ingesteld op 0.0 ms,

wordt de pulsmode uitgeschakeld en zijn de pulspara-meters niet meer in te stellen. Elke andere waarde vande pulstijd maakt pulslassen en de bijbehorende para-meters toegankelijk.

In het volgende diagram staan de verschillende puls-parameters aangegeven.

Pulsstroom

Tijd

Stroom

Basisstroom

Pulstijd

1/Pulsfrequentie = Pulsperiode

Start amp.

14

De pulstijd binnen een pulsperiode is de tijd waarinlassen plaatsvindt bij een hogere (puls) stroom. Voorde rest van de periode vindt het lassen plaats bij debasisstroom (TIG en MMA electrode) of bij het basis-voltage (MIG/MAG).

Basisstroom (MMA electrode en TIG)De basisstroom wordt als percentage van de puls-stroom ingesteld, tussen 0 en 100%.

Pulsfrequentie(MMA electrode, MIG/MAG en TIG)De pulsfrequentie geeft het aantal pulsen per secondeaan en kan worden ingesteld tussen 1 en 999 Hz, af-hankelijk van de pulstijd.

De bediening van pulsfrequentie en pulstijd zijn zo dathet niet mogelijk is om een pulsperiode in te stellendie lager is dan de pulstijd. De pulsperiode wordtberekend door 1 te delen door de pulsfrequentie.

Pulstijd (MMA electrode, handmatigMIG/MAG en TIG)

De pulstijd kan worden ingesteld tussen 0.1 en 99.9ms – afhankelijk van de pulsfrequentie. De pulstijd kanniet op een grotere waarde dan de pulsperiode wordeningesteld.

Langzaam puls (TIG)Bij TIG-lassen is het mogelijk om eenzeer lage pulsfrequentie in te stellen.

Hiervoor moet de pulstijd parameter wordengeselecteerd, waarna de AUTO-toets moet wordeningedrukt, gevolgd door de toets onderaan deparameterkolom. Een knipperend licht verschijnt in hetdisplay, rechts van het rechter display wanneer pulstijdgeselecteerd is. De pulstijd wordt dan in secondengemeten in plaats van ms, en kan worden ingesteldvan 0.01 tot 99.1 seconden met pulsfrequenties van0.1-50.0 Hz.

Snel puls (TIG)De hoge pulsfrequentie kan weer worden

teruggezet door “pulstijd” weer te selecteren, op deAUTO-toets te drukken en dan de toets boven deparameterkolom in te drukken. Het knipperlicht gaatweer uit en de pulstijd- en frequentie kunnen weerworden ingesteld tussen de normale grenzen.

Slope-down (TIG en MIG/MAG)De slope-down periode is de tijd tussen het einde vanhet lassen en het uitdoven van de boog. De slope-down tijd begint na het activeren van de toortsschake-laar aan het einde van het lassen.

Bij TIG-lassen neemt de stroom geleidelijk af van delasstroom tot de eindstroom of tot 0.

Bij synergisch MIG/MAG lassen neemt de lasstroomaf tot de laagste waarde in het synergischeprogramma. Tijdens het afnemen van de stroomworden ook de andere synergische parametersautomatisch aangepast.

Indien gelast wordt met de 4-maal lassen instelling,gaat lassen met de lagere stroom door totdat detoortsschakelaar wordt losgelaten. De slope-downperiode kan worden ingesteld tussen 0 en 99.9seconden en indien automatisch ingesteld bedraagt deslope-down tijd 0 seconde.

Terugbrandtijd (MIG/MAG)De terugbrandfunctie voorkomt dat de draad vast blijftzitten aan een werkstuk aan het einde van het lassen.De terugbrandtijd is de tijdsduur na de slope-down ennadat de draadtoevoer is gestopt voordat de boogwordt uitgedoofd. De terugbrandtijd kan worden in-gesteld tussen 0.05 en 0.5 seconden. Wanneer voorde automatische instelling wordt gekozen, wordt deterugbrandtijd tijdens het lassen berekend.

Stopstroom (TIG)De stopstroom is de stroom waarbij de lasboog wordtuitgedoofd tijden TIG-lassen. De stopstroom wordt in-gesteld als percentage van de lasstroom, en kan eenwaarde hebben van 0-100%. De stopstroom kan nietlager worden dan 5 amp. Indien automatisch ingesteldbedraagt de waarde 30%.

Gasnastroom (MIG/MAG en TIG)De gasnastroomtijd is de tijdsduur waarin het gas blijftstromen, nadat de boog is uitgedoofd, en kan wordeningesteld tussen 0 en 60 seconden. Indienautomatisch ingesteld bedraagt de nastroomtijd 3seconden.

AANVULLENDE FUNCTIES

Aan- en loskoppelen van de RobotInterfaceWanneer een machine is uitgerust met een

robot interface, kunnen sommige parameters enfuncties vanuit deze unit bestuurd worden. De robotinterface kan aan het systeem worden gekoppeld doorde AUTO-toets en de pijltjestoets boven het linksedisplay gelijktijdig in te drukken. De displays tonen nu

. De robot interface kan weer worden af-gekoppeld door de AUTO-toets en de pijltjestoets on-der het linkerdisplay gelijktijdig in te drukken. De dis-plays tonen . Volledige informatie over deinterface staat in de handleiding van de robot interface.

/

Tonen van het draadverbruik (MIG/MAG)De machine berekend hoeveel draad er verbruikt issinds het vorige nulpunt en laat deze informatie zienwanneer de beide toetsen worden ingedrukt. Wireconsumption is measured in metres. De linkercombi-natie is voor de TRIPLE machine, de rechter voor deSTB machine.

Pulse timems

AUTO

AUTO

15

/

Op nul zetten van het draadverbruik (MIG/MAG)De machine begint opnieuw met het bijhouden van dehoeveelheid verbruikte draad wanneer de twee toetsengelijktijdig worden ingedrukt. De eerste toetsencombi-natie is voor de TRIPLE machine, de tweede voor deSTB machine.

Machine vergrendelen (optioneel)Er kan een sleutel geleverd worden waarmeehet mogelijk is om de machine te ver-grendelen en daarmee de lasparameters

vast te zetten of ongeautoriseerd lassen te voorkomen.Wanneer deze vergrendeling aanwezig is, is hetmogelijk de volgende functies te selecteren:

1: OffMachine is niet vergrendeld. De box functioneert nor-maal.

2: Gelimiteerde vergrendelingRegeling van de secundaire functies, parameter curveen synergische regeling is niet mogelijk. On the BDHrange of machines the secondary functions are hiddenunder the flap on the box.

3: Volledige vergrendelingAlle functies van het controle paneel zijn uitgeschakelder is ook geen regeling mogelijk vanuit de toorts en deafstandsbediening. Regeling kan alleen plaatsvindenvanuit de Robot interface.

AUTOMATISCHE FUNCTIES

Geen ontsteking (MIG/MAG en TIG)Het lasvoltage, de gasstroom en de eventuele draad-aanvoer worden afgebroken wanneer de ontstekinggeen boog wordt binnen 10 seconden.

Herontsteking (MIG/MAG en TIG)Wanneer de lasboog per ongeluk wordt onderbrokendoordat de toorts te ver van het werkstuk wordt ver-wijderd, zal de machine gedurende 10 seconden pro-beren de boog opnieuw te ontsteken.

CREËREN VAN NIEUWE SYNERGISCHECONDITIES

Nieuwe synergische condities kunnen gecreëerd wor-den door de lasparameters op vier verschillende plaat-sen over het bereik van de gebruikte stroomsterkte aante passen. Wanneer gelast wordt op deze vier punten,wordt de machine op dezelfde manier bediend alshandmatig MIG/MAG lassen, met of zonder puls.Waneer de machine hierna in de synergische standgebruikt wordt berekend de machine automatisch decorrecte lasparameters over het hele gebruikte stroom-sterktebereik.

De volgende parameters worden synergisch aange-stuurd bij MIG/MAG lassen:- Draadtoevoersnelheid- Voltage- Electronische boogafstelling- Terugbrandtijd

De volgende parameters worden synergisch aange-stuurd bij MIG pulslassen:- Draadtoevoersnelheid- Pulsstroom- Electronische boogafstelling- Pulstijd- Pulsfrequentie- Basisspanning- Terugbrandtijd

Starten met een nieuw synergisch programmaEen nieuw synergisch programma begint altijd met hetkiezen van een programma uit de synergische biblio-theek. Kies het programma wat het dichtste bij de toe-passing ligt qua materiaal, draad en gasmengsel. Las-sen vindt dan plaats met vier verschillende stroom-sterktes over het gebruikte stroomsterktebereik.

Installeren van een nieuw syner-gisch programmaDit wordt gedaan door gelijktijdig de

RECALL-toets en de toets in het synergisch gedeeltein te drukken. Het eerste punt op de synergische curvewordt dan verlicht.

Als het tijdens de installatie nodig is om opnieuw bijpunt 1 te starten, dan moeten de RECALL-toets en detoets in het synergisch gedeelte opnieuw ingedruktworden.

De eerste las wordt gemaakt bij de laagste draadtoe-voersnelheid (stroom) wat in het programma gebruiktwordt. Voltage, electronische boogafstelling, terug-brandtijd en eventuele pulsparameters worden danaangepast totdat de benodigde lasparameters bereiktzijn.

Lassen kan gestart en gestopt worden zo vaak als no-dig is en de machine registreert steeds de gemiddeldelasstroom. Het eerste punt zit op het laagste punt vanhet lasstroombereik, punt twee en drie vormen gemid-delden op twee punten tussen het hoogste en hetlaagste punt. Punt vier stelt de hoogst gebruiktestroomsterkte voor. Op elk punt moeten de parametersoptimaal ingesteld worden om ervoor te zorgen dat hetopgenomen gemiddelde niet verschilt van de correctewaarde.

De synergische reeksWanneer de optimale condities voor punt 1

zijn ingesteld, dan kan met de toets in hetsynergische gedeelte naar het volgende punt gegaanworden. Bij elk opeenvolgend punt wordt een hogeredraadsnelheid ingesteld om een hogere stroom teverkrijgen.

16

Wanneer voor alle punten de condities zijn vastgesteldkan het programma naar de machine worden gestuurddoor nog eenmaal op de toets in het synergische ge-deelte te drukken. Hierna kan het synergisch lassenbeginnen.

Te lage stroom in een synergisch puntWanneer geprobeerd wordt te lassen met een stroom-sterkte, die lager is dan de stroomsterkte van een on-dergelegen punt, dan verschijnt de volgende fout-melding: . De melding verdwijnt weer na eenpaar seconden, waarna het punt opnieuw geïnstalleerdkan worden.

Kopiëren van parametersTijdens het installeren van een synergisch pro-

gramma kan met behulp van de AUTO-toets een stan-daard parameter naar alle punten op de synergischecurve kan worden gekopiëerd. De parameter die op elkpunt in de synergische curve dezelfde waarde moethebben, kan op elk punt van het programma wordeningevoerd.

Het uitwisselen van synergischeprogramma’s tussen machinesHet kan soms nodig zijn om een pro-

gramma van de ene machine te kopiëren naar eenandere machine.

Hiervoor moet het programma van de tweede machinehetzelfde zijn als het basisprogramma van de eerstemachine.

Het programma wordt overgezet door de parametersop dezelfde manier in te voeren als bij de eerste ma-chine. Door de RECALL-toets en de toets in het syner-gische gedeelte gelijktijdig in te drukken kunnen dewaarden van de parameters op alle punten afgelezenworden. Deze waarden worden vervolgens ingevoerd inde andere machine. Alle details met betrekking totdraadtoevoer, voltage, boogafstelling, en pulspara-meters kunnen worden ingevoerd zonder te lassen.

Installatie van de synergische stroomOm de stroom te installeren moet de RECALL-

toets worden ingedrukt, het linker display toont destroomsterkte, welke kan worden aangepast met degebruikelijke toetsen. Er mag niet gelast worden voor-dat de RECALL-toets wordt ingedrukt, omdat het dis-play dan alleen de laatst gemeten stroomsterkte toont.Na nog een druk op de RECALL-toets kan de instal-latie van draadsnelheid enz. verder verlopen.

Corrigeren van een synergischprogrammaWanneer het nodig blijkt een program-

ma te corrigeren dan is het mogelijk om veranderingenaan te brengen op de verschillende punten van desynergische curve. Synergisch programmeren wordtgekozen door de RECALL-toets en de toets in hetsynergisch gedeelte gelijktijdig in te drukken.

De toets in het synergisch gedeelte kan gebruikt wor-den om naar het aan te passen punt te verspringen.Na aanpassen wordt het programmeren beëindigd dooréén of meerdere drukken op de toets in het syner-gische gedeelte.

Indicator of change in synergyWanneer het programma in de machine verschiltvan het programma in de bibliotheek, verschijnt

een S achter het programmanummer

17

FOUTMELDINGEN

De machine kan vier mogelijke fouten detecteren, drievan deze fouten worden als een foutcode weergegevenin de displays. De fouten worden weergegeven voorzolang als ze aanwezig zijn, wanneer meerdere foutengelijktijdig optreden, worden ze om beurten getoond.

Voedingsspanning foutDeze melding verschijnt wanneer de voedingsspanningte hoog of te laag wordt. De machine stopt de las-stroom en de gasnastroom wordt ingeschakeld. Wan-neer de voedingsspanning gecorrigeerd is kan het las-sen herstart worden.

OververhittingDe indicator voor oververhitting licht op wan-

neer de temperatuur van de machine te hoog oploopt.De fout wordt aangegeven door een geel licht, de ma-chine begint met de slope-down stroom en daarna metde gasnastroom. Indien de fout niet door verkeerd ge-bruik is veroorzaakt, moet contact worden opgenomenmet de service afdeling van Migatronic. Wacht anderstot de machine is afgekoeld. Laat tijdens het afkoelende machine aanstaan zodat de ventilator blijft draaien.

Toortskoeling foutDeze foutmelding geeft aan dat de koelvloeistof nietgoed circuleert. De machine stopt het lasproces doorde slope-down te starten en daarna de gasnastroom.De koelmodule moet gevuld worden en de koelslangenvan de toorts nagekeken op lekken en eventueel ge-repareerd. Wanneer de foutmelding niet verdwijnt,moet de contact worden opgenomen met de serviceafdeling van Migatronic.

Draadtoevoer foutDe draadtoevoereenheid is overbelast. Als de eenheidcorrect gebruikt is, moet contact worden opgenomenmet de service afdeling van Migatronic.

ONDERHOUD

Migatronic gebruikt alleen eerste-klas materialen tij-dens de ontwikkeling en productie van lasapparatuur.Hoe goed de gebruikte materialen en hoe zorgvuldig demachines ook geconstrueerd zijn, een geavanceerdproduct zoals een lasmachine heeft goede verzorgingen aandacht nodig om jarenlang goed te functioneren.

Gebrekkig onderhoud kan tot verminderde betrouw-baarheid en vervallen van de garantie leiden.

KrachtbronDe krachtbron moet worden schoongeblazen metdroge en schone perslucht onder lage druk. Een ver-stopte of dichte lucht in- of uitlaat kan leiden tot over-verhitting van de machine. De krachtbron moet min-stens één maal per jaar nagekeken en schoonge-maakt worden door een gediplomeerd onderhouds-monteur.

Toortskoeling moduleHet koelvloeistof niveau moet regelmatig gecontroleerdworden en op het juiste niveau gehouden worden. Voorveilig gebruik mout altijd MIGATRONIC koelvloeistofgebruikt worden – let op eventuele verdunnings-aanwijzingen op de verpakking. De koelvloeistof moetelk jaar vervangen worden.

18

TECHNISCHE GEGEVENSStroombron BDH 400 BDH 550Voedingsspanning

- standaard machine- multi-voltage machine

Zekering

RendementOpen circuit vermogen

Toegestane belasting bij 40?C:- 35% duty cycle- 40% duty cycle- 60% duty cycle-100% duty cycle

Open circuit spanning

Maximale stroomsterkte

Toortskoeling module:- verbruikt vermogen- tankinhoud1 Toepassingsgebied

2 Beschermingsgraad (IEC 529)

Norm

Afmetingen (lxbxh)

Gewicht incl. toortskoeling module STBGewicht incl. toortskoeling module TRIPLE

3x400 V ±10%3x230 V ±10%

3x400/440/500 V±10%

Zoals gespecificeerd

0.85100 W

400 A / 36 V-

355 A / 34.2 V310 A / 32.4 V

80 V

5 - 400 A

1.6 kW4 l

S

IP 21

EN60974-1EN50199

110x63.5x141 cm

140 kg141 kg

3x400 V ±10%3x230 V ±10%

3x400/440/500 V±10%

Zoals gespecificeerd

0.85100 W

-550 A / 42.0 V500 A / 40.0 V400 A / 36.0 V

80 V

5 - 550 A

1.6 kW4 l

S

IP 21

EN60974-1EN50199

110x63.5x141 cm

155 kg156 kg

Functie:Stroomsterkte

Spanning

Trim

DraadsnelheidKoude draad TIG

Arc power

Hot-start

Anti-vries

Ontstekingsmethoden

Selectie draadtoevoereenheid

Hulpboog

Startstroom (Start amp.)

Stopstroom (Stop amp.)

Slope-up

Slope-down

Gasvoorstroom

Gasnastroom

Puntlastijd

Boogafstelling

Terugbrandtijd

Pulsstroom tijd (pulstijd)

Pulsfrequentie

Basisstroom (Basis amp.)

Pulsstroom

Basisspanning

Machine-instellingen

Synergische bibliotheek

Sequentie

TIGelectrode

MIG/MAG

MIG/MAG

MIG/MAGTIG

electrode

electrode

electrode

TIG

MIG/MAG

TIG

TIG

TIG

TIG

MIG/MAG en TIG

MIG/MAG en TIG

MIG/MAG en TIG

MIG/MAG en TIG

MIG/MAG

MIG/MAG

MIG/MAG, TIG en electrodeTIG

MIG/MAG, TIG en electrodeTIG

TIGelectrode

MIG/MAG

MIG/MAG

-

MIG/MAG

MIG/MAG en TIG

5 - 400 A15 A - max. stroom

0.0 – 50.0 V

-9.9 – 9.9 V

1.0 – 24.0 m/min0.5 – 12.0 m/min

0 – 100 %

0 – 100 %

on/off

HF/LIFTIG

1 of 2

5 – 50 A

0 - 100 %, min. 5 A

0 - 100 %, min. 5 A

0.0 – 10.0 s

0.0 – 99.9 s

0.0 – 10.0 s

0 - 60 s

0.1 – 99.9 s

0 - 100 %

0.05 – 0.5 s

0.1 – 99.9 ms0.01 – 9.99 s

1 – 999 Hz0.1 – 50 Hz

0 – 100%, min. 5 A0 – 100%, min. 15 A

15 A - max. stroom

0.0 – 50 V

10 (no. 0 to no. 9)

40 programmas

1 - 4 sequenties

1 S De machine voldoet aan de gestelde eisen voor het werken in omgevingen met een verhoogde kans op electrische schokken2 De machine mag niet buiten in de regen gebruikt worden

19

20

21

22

23

24

25

ReservedelslisteSpare parts listErsatzteillisteListe des pièces de rechange

BDH 400/550

Version A 50113017

9850

26

BDH

Pos. No. Varebetegnelse Description of goodsWarenbezeichnung Désignation des pièces

1 61113039 Frontpanel, BDH 400 STB Front plate, BDH 400 STBFrontplatte, BDH 400 STB Pièce avant, BDH 400 STB

1 61113042 Frontpanel, BDH 550 STB Front plate, BDH 550 STBFrontplatte, BDH 550 STB Pièce avant, BDH 550 STB

1 61113040 Frontpanel, BDH 400 Triple Front plate, BDH 400 TripleFrontplatte, BDH 400 Triple Pièce avant, BDH 400 Triple

1 61113041 Frontpanel, BDH 550 Triple Front plate, BDH 550 TripleFrontplatte, BDH 550 Triple Pièce avant, BDH 550 Triple

27

BDH

Pos. No. Varebetegnelse Description of goodsWarenbezeichnung Désignation des pièces

2 18110002 Dinsebøsning Dinse coupling socketDinsebuchse Douille de raccordement, type Dinse

3 74470968 Ledningssæt, tast Wire harness, buttonKabelbaum, Taste Jeu de câble, gâchette

4 18110008 TIG-tilslutning TIG connectionWIG-Anschluß Connexion de TIG

5 43120012 Ar.-tilslutning Ar. connectionAr.-Anschluß Connexion de Ar.

6 17110015 Afbryder 0-1 Switch 0-1Kippschalter 0-1 Interrupteur 0-1

7 26330015 Rør for håndtag Steel handleRohr für Handgriff Poignée métallique

8 45050245 Holder for håndtag, højre Holder for Handle, rightHalter für Handgriff, rechts Support pour poignée, droit

8 45050244 Holder for håndtag, venstre Holder for handle, leftHalter für Handgriff, links Support pour poignée, gauche

9 43120022 Lynkobling med ventil, ø8 Quick-clutch with valve, ø8Schnellkupplung mit Ventil, ø8 Unité d'accouplement rapide avec valve, ø8

10 33370005 Gummiliste, højre Rubber list, rightGummirahmen, rechts Rebord de caoutchouc, droite

10 33370006 Gummiliste, venstre Rubber list, leftGummirahmen, links Rebord de caoutchouc, gauche

11 80507003 Stelkabel 3m, 70mm² Earth cable 3m, 70mm²Massekabel 3m, 70mm² Câble de mise à la terre 3m, 70mm²

11 80507006 Stelkabel 6m, 70mm² Earth cable 6m, 70mm²Massekabel 6m, 70mm² Câble de mise à la terre 6m, 70mm²

11 80509503 Stelkabel 3m, 95mm² Earth cable 3m, 95mm²Massekabel 3m, 95mm² Câble de mise à la terre 3m, 95mm²

11 80509506 Stelkabel 6m, 95mm² Earth cable 6m, 95mm²Massekabel 6m, 95mm² Câble de mise à la terre 6m, 95mm²

12 80517003 Elektrodekabel 3m, 70mm² Electrode cable 3m, 70mm²Elektrodenkabel 3m, 70mm² Câble pince électrode 3m, 70mm²

12 80517005 Elektrodekabel 5m, 70mm² Electrode cable 5m, 70mm²Elektrodenkabel 5m, 70mm² Câble pince électrode 5m, 70mm²

12 80517010 Elektrodekabel 10m, 70mm² Electrode cable 10m, 70mm²Elektrodenkabel 10m, 70mm² Câble pince électrode 10m, 70mm²

12 80517015 Elektrodekabel 15m, 70mm² Electrode cable 15m, 70mm²Elektrodenkabel 15m, 70mm² Câble pince électrode 15m, 70mm²

12 80517020 Elektrodekabel 20m, 70mm² Electrode cable 20m, 70mm²Elektrodenkabel 20m, 70mm² Câble pince électrode 20m, 70mm²

13 74370001 Mellemkabel 3m, 70mm² Intermediary cable 3m, 70mm²Zwischenkabel 3m, 70mm² Câble intermédiaire 3m, 70mm²

13 74370002 Mellemkabel 6m, 70mm² Intermediary cable 6m, 70mm²Zwischenkabel 6m, 70mm² Câble intermédiaire 6m, 70mm²

13 74370003 Mellemkabel 10m, 70mm² Intermediary cable 10m, 70mm²Zwischenkabel 10m, 70mm² Câble intermédiaire 10m, 70mm²

13 74370004 Mellemkabel 20m, 70mm² Intermediary cable 20m, 70mm²Zwischenkabel 20m, 70mm² Câble intermédiaire 20m, 70mm²

13 74370012 Mellemkabel 3m, 95mm² Intermediary cable 3m, 95mm²Zwischenkabel 3m, 95mm² Câble intermédiaire 3m, 95mm²

13 74370013 Mellemkabel 6m, 95mm² Intermediary cable 6m, 95mm²Zwischenkabel 6m, 95mm² Câble intermédiaire 6m, 95mm²

13 74370014 Mellemkabel 10m, 95mm² Intermediary cable 10m, 95mm²Zwischenkabel 10m, 95mm² Câble intermédiaire 10m, 95mm²

13 74370015 Mellemkabel 20m, 95mm² Intermediary cable 20m, 95mm²Zwischenkabel 20m, 95mm² Câble intermédiaire 20m, 95mm²

14 24419129 Sideskærm, venstre Side panel, leftSeitenschirm, links Plaque latéral gauche

15 70123048 Låg CoverDeckel Couvercle

16 24419135 Sideskærm, højre Side panel, rightSeitenschirm, rechts Plaque latéral droit

28

BDH

Pos. No. Varebetegnelse Description of goodsWarenbezeichnung Désignation des pièces

1 76116572 Elektronikbox, Triple Control box, TripleElektronikbox, Triple Boîtier de commande, Triple

1 76116571 Elektronikbox, MIG Control box, MIGElektronikbox, MIG Boîtier de commande, MIG

2 71613008 Fordelerprint Distribution p.c.bVerteilerprint Circuit imprimé de distribution

3 17200137 Fladkabel, box Flat cable, boxFlachkabel, box Câble méplat, box

4 74471000 Ledningssæt, intern Wire harness, internalLeitungsbündel, intern Jeu de câble, interne

5 74470758 Styreledning, powermodul BDH 400 Power cable, power module BDH 400Stromkabel Powermodul BDH 400 Câble de contrôle, module de puissance BDH 400

5 74470759 Styreledning, powermodul BDH 550 Power cable, power module BDH 550Stromkabel Powermodul BDH 550 Câble de contrôle, module de puissance BDH 550

6 73250022 Powermodul Power modulePowermodul Module de puissance

7 24640052 Strømskinne I Current connection IVerbindung I, Strom Joint de courant I

8 24640053 Strømskinne II Current connection IIVerbindung II, Strom Joint de courant II

9 73420011 Kit for dobbelt vand Kit for two water systemsUmbausatz für zwei Wassersysteme Kit de double refroidissement à eau

10 74120010 Gasslange 2,7m Gas hose 2,7mGasschlauch 2,7m Tuyauterie de gaz 2,7m

11 43120025 Ar.-tilslutning Ar. connectionAr.-Anschluß Connexion de Ar.

12 18110002 Dinsebøsning Dinse coupling socketDinsebuchse Douille de raccordement, type Dinse

13 74471001 Ledningssæt, ekstern Wire harness, externalLeitungsbündel, extern Jeu de câble, externe

14 74470857 Ledningssæt HI-power, BDH 400 Wire harness HI-power, BDH 400Leitungsbündel Hochspannung, BDH 400 Filerie haute puissance, BDH 400

14 74470858 Ledningssæt HI-power, BDH 550 Wire harness HI-power, BDH 550Leitungsbündel Hochspannung, BDH 550 Filerie haute puissance, BDH 550

15 43120022 Lynkobling med ventil, ø8 Quick-clutch with valveSchnellkupplung mit Ventil, ø8 Unité d'accouplement rapide avec valve, ø8

16 24611187 Bundvange, venstre Base side member (left)Bodenwange, links Glissière de base, gauche

29

BDH

Pos. No. Varebetegnelse Description of goodsWarenbezeichnung Désignation des pièces

1 42410001 Kæde ChainKette Châine

2 18482026 Kabelaflastning Cable lead-inKabeldurchführung Traversé de câble

3 74234001 Netkabel, 4x4 Mains supply cable, 4x4Netzkabel, 4x4 Câble d'alimentation, 4x4

3 74234002 Netkabel, 4x6 Mains supply cable, 4x6Netzkabel, 4x6 Câble d'alimentation, 4x6

4 44210250 Endenavshjul WheelNabenrad Roue d'extrémité moyeu

5 44610001 Navkapsel Wheel capNabendeckel Couvre-moyeu

6 16160115 Styrestrømstrafo Control transformerSteuerstromstrafo Transformateur de courant de commande

7 73543005 HF-modul HF-moduleHF-Modul Module HF

7 71613014 HF-filter HF-filterHF-Filter Filtre HF

7 71613059 HF-styreprint HF-control PCBHF-Steuerplatine Circuit de contrôle HF

7 16413008 HF-spole HF transformerHF-spule HF transformateur

7 74470754 Ledningssæt HF-boks Wire harness, HF-boxKabelbaum, HF-box Jeu de câble,

8 44220161 Drejehjul Swivelling wheelRad, drehbar Roue pivotante

9 24611188 Bundvange, højre Base side member (right)Bodenwange, rechts Glissière de base, droite

10 71610034 Netfilter, BDH 400 Hum eliminator, BDH 400Netzfilter, BDH 400 Filtre éliminateur, BDH 400

10 71610030 Netfilter, BDH 550 Hum eliminator, BDH 550Netzfilter, BDH 550 Filtre éliminateur, BDH 550

11 74470753 Ledningssæt, AC 2 forsyning Wire harness, supply AC 2Leitungsbündel, Versorgung AC 2 Filerie, alimentation CA 2

12 74470757 Ledningssæt, vandkontrol Wire harness, water cooling unitKabelbaum, Wassermodul Filerie, module hydraulique

13 74470752 Ledningssæt, AC 1 forsyning Wire harness, supply AC 1Leitungsbündel, Versorgung AC1 Filerie, alimentation CA 1

30

VANDMODULWATER COOLING UNIT

WASSERMODULMODULE HYDRAULIQUE

Pos. No. Varebetegnelse Description of goodsWarenbezeichnung Désignation des pièces

78812013 Vandmodul komplet Water cooling unit, completeWassermodul, komplett Module hydraulique, complet

1 16160112 Autotrafo Auto transformerAutotrafo Autotransformateur

2 15480150 Fasekondensator, 1,5 UF Phase capacitor, 1.5 UFPhasenkondensator, 1,5 UF Condenseur de phase, 1,5 UF

2 15480500 Motorkondensator, 5 UF, 400/500V Motor condenser 5 UF, 400/500 VMotorkondensator, 5 UF, 400/500 V Condenseur de moteur, 5 UF, 400/500 V

3 75903001 Flowkontrol Control PCB, water cooling unitKontrollplatine, Wassermodul Circuit imprimé de contrôle d'eau

4 17310017 Vandpumpe Water pumpWasserpumpe Pompe à eau

5 43129007 Lynkoblingssæt rød m/ventil, 8mm Quick adaptor set red with valve, 8mmAnschlußsatz rot mit Ventil, 8mm Jeu d'accouplement rapide rouge avec valve, 8mm

5 43129008 Lynkoblingssæt blå m/ventil, 8mm Quick adaptor set blue with valve, 8mmAnschlußsatz blau mit Ventil, 8mm Jeu d'accouplement rapide bleu avec valve, 8mm

6 71240016* Køler RefrigeratorKühler Refroidisseur

7 17300022 Ventilator FanLüfter Ventilateur

8 45050265* Vandtank Water tankWassertank Réservoir à eau

4505xxxx Låg CoverDeckel Couvercle

* Se sidste side/See last page/Siehe letzte Seite/Voir la derniere page

31

BDH

45050265 Water tankmachines until 98.09.01 use 45050167

71240016 Refrigeratormachines until 98.09.01 use 71240001

32