Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

44
OMDAT HONGER EEN ONRECHT IS BASISDOSSIER “RECHT OP VOEDSEL” - 11.11.11

description

Het basisdossier geeft je een klare kijk op de voedselproblematiek, ondersteund met heel wat feiten en cijfers.

Transcript of Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Page 1: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Omdat hOnger een Onrecht isBasisdOssier “recht Op VOedsel” - 11.11.11

Page 2: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

2 Omdat hOnger een Onrecht is Inhoud

inhOud Het voorgerecht koud opgediend 31. Het gezicht van honger 42. Honger: de oorzaken 93. Honger: de antwoorden 214. Een ‘New Deal’ voor het recht op voedsel 33 Who is who? 39 Meer lezen over voedselzekerheid? 41

Colofon Redactie: Jan Van de Poel, Kris Vanslambrouck, Hendrik Van Poele, Myriam Keustermans, Greet De Prins

Eindredactie: Jan De Mets

Lay-out: Yichalal

Verantwoordelijke Uitgever: Bogdan Vanden Berghe, Vlasfabriekstraat 11, 1060 Brussel

Foto voorpagina: FAO/Sia Kambou

Eerste druk: 2013

Overname van (delen van) artikels is toegestaan, mits bronvermelding.

- 11.11.11 -

Page 3: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Het voorgerecht koud opgediend Omdat hOnger een Onrecht is 3

het VOOrgerecht kOud Opgediend Bijna 1 miljard mensen lijdt honger. 2 jaar voor de ‘millenniumdeadline’ van 2015 staan we nog nergens op vlak van het uitbannen van extreme honger . Hoog tijd voor 11.11.11 om nogmaals op de nagel te slaan. 11.11.11, de koepel van de Vlaamse noord-zuidbeweging, gaat zich de komende twee jaar ’vastbijten’ in honger, en vooral de antwoorden op dit levensbedreigend probleem. Voldoende en goed voedsel is een internationaal mensenrecht. Een menswaardig bestaan voor zij die het produceren – zowel bij ons als in het Zuiden – is dat ook.

Dat ontwikkelingsngo’s honger de wereld uit willen is niet nieuw. Honger is een onrecht, dat zeggen we al jaren. Alleen blijkt al te vaak dat het antwoord op deze kreet onvoldoende is. Er is eten genoeg, alleen raakt het niet ter plaatse. Of het geraakt wel ter plaatse, maar niemand doet er iets aan om te vermijden dat er opnieuw honger zal zijn. We zorgen er te weinig voor dat mensen zichzelf kunnen voeden, zichzelf sterker kunnen maken. Dat is geen probleem van schaarste, het is een structureel probleem. Een politiek probleem.

We willen ons de volgende twee jaar dan ook concentreren op hoe we wereldwijd met voedsel omgaan. Al meer dan 40 jaar is het antwoord op honger dat we meer moeten produceren. Als we maar voldoende graan, soya of patatjes hebben zal de honger wel vanzelf verdwijnen. Helaas, ondanks de capaciteit om alsmaar meer te produceren, zien we geen echte daling van de hongercijfers. Ligt een oplossing hiervoor alleen maar bij de land-bouwsector? Zo eenvoudig is het niet.Een beleid tegen honger gaat veel breder dan alleen maar het landbouwbeleid. Net als op andere terreinen hebben we voor het hongerprobleem een omslag van denken nodig. Hoe produceren we? Kunnen we dat duurzamer doen, dichter bij huis? Maar ook, hoe gaan we om met handelsbetrekkingen, investeringen of speculatie? Voedsel is meer dan met een ploeg over en weer een akker aflopen. Een beleid tegen honger is dat dus ook.

Twee jaar lang willen we ons dus onderdompelen in de voedselproblematiek en er ook werkelijk iets aan veranderen. Door te focussen op de systemen achter zowel het maken als het eten van voedsel. Door te kijken naar de voedselprijzen en voedselspeculatie aan te pakken. Door in te gaan op de gevolgen van de klimaatverandering. Door te focussen op duurzaamheid. Door barrières te slopen en taboes aan te pakken: biobrandstoffen, landroof en zelfs ons handelsbeleid.

Stap voor stap gaan we zo het voedselsysteem ontleden. Met doortimmerde voorstellen tot verbetering. Maar ook met actie, om onze politieke leiders te laten zien dat wij niet de enigen zijn die vinden dat er iets dient te veranderen. We zullen streng en rechtvaardig te werk gaan. Met een scalpel in de ene hand en een uitnodiging om met velen mee te stappen in de andere.

Dit dossier is de eerste stap in deze tweejaarlijkse tocht. We hopen dat het u inspireert en verontwaar-digt en dat u samen met ons op het einde van twee jaar zal doen zeggen: we hebben er iets aan gedaan.

Veel leesplezier.

Bogdan Vanden BergheAlgemeen directeur 11.11.11

- marc goldchstein -

Page 4: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

4 Omdat hOnger een Onrecht is Het gezicht van honger

1. het gezicht Van hOngerVoor wie eten op tafel heeft, is honger de beste saus. Maar als je inkomen vermindert, halveert of verdwijnt, wordt honger een rauwe werkelijkheid. Rond de 1 miljard mensen lijden honger, en hun aantal daalt nauwelijks. Vrouwen zijn hier in de meerderheid. Het maakt ook niets meer uit of je op het platteland dan wel in de stad woont: de toegang tot voedsel is overal ongelijk verdeeld. Maar bestaat er niet zoiets als ‘het recht op voedsel’? Ingeschreven in verdragen en ondertekend door alle staten ter wereld?

In dit deel beschrijven we wat honger is, wie honger lijdt en wat de internationale in-stellingen - op papier althans - eraan zouden doen.

Wat is ‘honger’?Mensen hebben honger wanneer ze onvoldoende eten en zo een tekort aan energie verwerven voor een actief leven. De Wereldvoedselorga-nisatie (FAO) stelt dat een gemiddeld persoon een minimale energie-inname van 1800 kCal per dag nodig heeft om gezond te leven. De Wereld-gezondheidsorganisatie is iets guller en legt dat minimum op 2100 kCal voor een gemiddelde persoon in een ontwikkelingsland die slechts ‘licht fysiek actief is’. Ter vergelijking: Belgen nemen per dag gemiddeld meer dan 3.500 kcal op.

Honger maakt het mensen onmogelijk om te stu-deren of te werken. Het vertraagt de ontwikkeling en maakt hen kwetsbaar. Honger is vandaag het grootste gezondheidsrisico, meer dan malaria, aids en tbc samen. Voor vrouwen en kinderen is ondervoeding bijzonder schadelijk. Ondervoede

kinderen groeien trager dan gezonde, ontwikkelen zich langzamer, hebben een zwak immuunsys-teem. Bovendien heeft honger - of het wegwerken ervan - ook een enorme economische impact. Voldoende en gezonde voeding maakt mensen productiever. Voldoende en gezonde voeding is dus een absolute basisvoorwaarde voor ont-wikkeling.

Wie heeft honger?Honger en armoede gaan hand in hand. Al in 1981 stelde de Indiase econoom en Nobelprijswinnaar Amartya Sen dat honger niets te maken heeft met voedselschaarste maar met de ongelijkheid tus-sen groepen. Hij vroeg zich af hoe in Bangladesh een hongersnood kon uitbreken net toen de oogst groter was dan de voorgaande jaren. Sen ontdekte dat de stijgende prijzen door speculatie en de lage

honger en de millenniumdoelstellingenHonger en ondervoeding vormen een rode draad in alle Millenniumdoelstellingen (MD).

a Stijgende voedselprijzen zorgen ervoor dat armen minder voedsel kunnen kopen en de samenstelling van hun dieet verslechtert. Dat leidt direct tot honger en maakt dat mensen in armoede blijven vaststeken. Ze hebben gewoon te weinig energie om zich uit de armoede te tillen (MD1).

a Ondervoeding ondermijnt de ontwikkeling en onderwijskansen van kinderen (MD2).

a Prijsstijgingen hebben een veel sterker negatief effect op de voedselconsump-tie van vrouwen en meisjes (MD3).

a Ondervoeding is jaarlijks rechtstreeks verantwoordelijk voor meer dan een derde van de kindersterfte (MD4).

a Zwangere vrouwen sterven vaker als gevolg van bloedarmoede tijdens een voedselprijscrisis (MD5).

a Door de stijgende voedselprijzen is er minder inkomen beschikbaar voor gezondheidszorg. Dat heeft een bijzonder negatief effect op de

mogelijkheden van landen en burgers om te vechten tegen onder meer de hiv/aids-epidemie (MD6).

a Ondervoeding verzwakt het immuni-teitssysteem en verergert de effecten van diarree of andere besmettelijke ziektes (MD7).

a Hoge voedselprijzen verzwakken de samenwerking tussen regeringen binnen voedselmarkten omdat de concurrentie tussen landen de boven-hand neemt (MD8).

Bron: The World Bank, Global Monitoring Report 2012: Food Prices, Nutrition and the Millennium Development Goals.

Page 5: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Het gezicht van honger Omdat hOnger een Onrecht is 5

lonen van landarbeiders de echte oorzaken van de hongersnood waren. In een geglobaliseerde voed-selmarkt wordt de ongelijke toegang nog steeds bepaald door de koopkracht. Armoede leidt tot honger, wat opnieuw leidt tot meer armoede omdat de strijd voor overleven sociale en economische ontwikkeling in de weg staat. Een hongersnood is dus nooit alleen het gevolg van een natuurramp, ook al lijkt ‘de natuur’ de oorzaak, bijvoorbeeld bij extreme droogte. Honger is steeds het gevolg van ongelijke toegang tot voedsel.

Honger is (vooral) vrouwelijkVolgens de Verenigde Naties zijn vrouwen en meisjes samen goed voor 60% van de mensen die honger leiden. Ze worden het zwaarst getroffen door armoede omwille van diepgewortelde onge-lijkheid en discriminatie. Dat maakt dat vrouwen ongelijke toegang hebben

a tot land: in landen waar vrouwen geen eigen-domsrechten of weinig toegang tot krediet hebben, zien we 60 tot 85% meer ondervoede kinderen;

a tot inkomen en werk: vrouwen nemen heel wat verzorgende taken op in het huishouden. In arme landen zou dat goed zijn voor 35% van het bnp indien dit werk vergoed zou worden.

Ongelijkheid en discriminatie veroorzaken armoe-de en honger voor opeenvolgende generaties. Zo hebben kinderen van slecht gevoede vrouwen vaak ook ondergewicht en ontwikkelingsachter-stand.

Tegelijkertijd kunnen vrouwenrechten een enor-me impact hebben op honger. Onderzoek wijst uit dat de overlevingskansen van kinderen met 20% toenemen wanneer een vrouw controle heeft over het huishoudbudget. Wanneer vrouwen wél toe-gang krijgen tot land, krediet, opleiding en kennis, blijkt de productiviteit van hun landbouwbedrijven met 20 tot 30% toe te nemen 1 (eindnoten: zie aan het eind van elk hoofdstuk).

Ook sociale beschermingsprogramma’s moeten rekening houden met de specifieke uitdagingen waarvoor vrouwen staan, zoals beperkte mo-biliteit en sterke betrokkenheid in de ‘informele zorgeconomie’ (kinderopvang, infrastructuur).

Bron: FAO, Bron afbeelding: http://ccafs.cgiar.org/bigfacts/undernourishment/

Honger in de wereld “ Francine Dukundane, groenteverkoop-ster uit Burundi

Natuurlijk heb ik mijn levensstijl moeten aanpassen nu de voedselprijzen zo geste-gen zijn. Heb je nog niet gezien dat veel mensen te voet naar hun werk lopen en terug? Dat doe ik ook, ik kan de eindjes niet meer aan elkaar knopen. Hoe ga ik overleven tot er terug geld binnenkomt? De handelaars die me vroeger een kleine lening gaven hebben zelf niets. Ik weet het niet, alleen God weet het.

1 De Schutter, O. (2013), Women’s Rights and the Right to Food, A/HRC/22/50, http://www.srfood.org/images/stories/pdf/officialreports/20130304_gender_en.pdf

Page 6: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

6 Omdat hOnger een Onrecht is Het gezicht van honger

Honger blijft schokkend stabielTot 2000 nam het aantal mensen met honger jaar na jaar af. Vanaf 2007 begon dat aantal sterk toe te nemen als gevolg van de snel stijgende voedsel-prijzen. In 2012 publiceerde de Voedsel- en Land-bouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) nieuwe hongercijfers. Op basis van aangepaste statistische technieken telde FAO 870 miljoen mensen met honger, meer dan de bevolking van de EU en de VS samen 2. Honger in de wereld blijft schokkend stabiel. In Azië en Sub-Sahara-Afrika zien we zelfs nog een toename van het aantal men-sen met honger, zowel in absolute als in relatieve cijfers. Absoluut wil zeggen: het aantal hongeri-gen; relatief: het aantal hongerigen als percentage van de totale bevolking. Dit wil dus zeggen dat dit aantal sneller stijgt dan de bevolkingsgroei.

Honger is echter geen exclusief probleem van ontwikkelingslanden. Zo melden armoedeorgani-saties in België de laatste jaren een opmerkelijke toename van het aantal mensen dat zich meldt bij voedselbedelingen, tot zelfs 20%  3. In 2012 moesten meer dan 120.000 mensen voor hulp bij de Voedselbanken aankloppen. Dat was een absoluut record. Net als in het Zuiden heeft honger bij ons alles te maken met armoede. Het inkomen van mensen die door de mazen van het sociale vangnet vall n, volstaat niet langer om in een abso-lute basisbehoefte als voedsel te voorzien.

Een plattelands-probleem in de stadNog steeds is honger vooral een probleem van armoede op het platteland. 75% van de mensen met onvoldoende toegang tot voedsel leeft op het platteland. 50% behoort tot kleinschalige boeren-families die van de opbrengst van een klein lapje grond moeten leven. 20% is landloos en kan in het beste geval aan de slag als landarbeider. Een kleine groep tracht zich in leven te houden via het hoeden van vee, kleinschalige visserij, enz.

In 2008 woonden voor het eerst in de geschiede-nis even veel mensen in steden als op het plat-teland. In 2050 zal 70% van de wereldbevolking in steden wonen. Honger wordt hoe langer hoe meer een stedelijk probleem. Vandaag woont reeds 1 miljard mensen in sloppenwijken  4. Vaak zijn ze naar de stad getrokken omdat ze niet van het land kunnen leven. Op het platteland zien ze geen kansen omdat de overheid niet investeert in infrastructuur of landbouwontwikkeling, omdat hun producten niet kunnen concurreren met goed-kope import, enz. In de steden ontbreken vaak de mogelijkheden om uit de armoede te ontsnappen. Stijgende voedselprijzen leiden er tot een toename van honger. In ontwikkelingslanden geven mensen tot 80% van hun inkomen uit aan voedsel. Als de voedselprijzen stijgen, besparen mensen op het aantal maaltijden per dag, op de kwaliteit van het voedsel en op diensten als onderwijs en gezondheidszorg. In de steden van het Zuiden leiden stijgende voedselprijzen ook tot politieke

Aantal mensen met honger (1969-2012)

0

200

400

600

800

1000

1200

20122010200920082005-2007

2000-20021995-1997

1990-19921979-1981

1969-1971

878 853 843 788 833 848 921

1023

925

870

Bron: FAO

Waar wonen mensen met honger?

noodsituaties

stad

platteland

Bron: Broederlijk Delen, Achtergronddossier honger –voedselzekerheid, 2012

2 FAO, State of Food Insecurity in the World 2012, http://www.fao.org/docrep/016/i3027e/i3027e.pdf 3 http://www.demorgen.be/dm/nl/989/Binnenland/article/detail/1327809/2011/10/03/Steeds-meer-Belgen-lijden-

honger.dhtml 4 UN-Habitat, Slum Dwellers to double by 2030: Millennium Development Goal Could Fall Short, http://www.unhabitat.

org/downloads/docs/4631_46759_GC%2021%20Slum%20dwellers%20to%20double.pdf

Page 7: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Het gezicht van honger Omdat hOnger een Onrecht is 7

instabiliteit en geweld. In 2007 en 2008 braken onlusten uit in Senegal, Burkina Faso, Marokko, Egypte en Indonesië uit protest tegen de stijgende prijzen van basisproducten als rijst en brood.

Wat betekent het ‘recht op voedsel’?Dit houdt in dat iedereen recht heeft op een ‘geregelde, permanente en onbelemmerde toegang’ tot voldoende en kwaliteitsvol voedsel. Dat kan door zelf voedsel te telen of door het te kopen. Bovendien moet dat voedsel je in staat stellen om fysiek en mentaal gezond te leven en moet het aan jouw specifieke culturele tradities voldoen 5.

Het recht op voedsel is stevig verankerd in het internationale recht. Het maakt deel van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (art. 25) en het Internationaal Verdrag inzake Eco-nomische, Sociale en Culturele Rechten (art. 11).

“ Yvonne, ambtenaar bij de Burundese overheid

Yvonne is al tien jaar weduwe. Ze werkt in de administratie van de overheid. Haar salaris is al lang niet omhoog gegaan en volstaat niet meer om haar twee kinderen en het neefje waarvoor zij zorgt te voeden.

“Mijn strategie is simpel. We eten altijd laat op de dag, rond 4 uur, half 5. Zo eten we maar een keer per dag. De kinderen worden groot. Als ze niet voldaan zijn, zullen ze hun plan wel trekken. Met het salaris van mijn man, die een goede job had bij de staat, konden we gemakkelijk rondkomen. Maar nu is alles omgeslagen. Ik kan mijn kinderen niet meer voeden en kleden. Ik ben er altijd in geslaagd om de eindjes aan elkaar te knopen, maar sinds 2009 - en vooral de jaren daarna - is alles moeilijker geworden. Ik kan niet meer. Voor een zak rijst van 25 kg uit Tanzania betaalde ik in 2010 25.000 BIF (Burundese franc, 1 euro = ong. 2300 BIF), nu kost hij 80.000 BIF. Een zak houtskool kostte 18.000 BIF, nu 40.000. Ik kan geen kant meer uit. Als het zo verder gaat zullen we allemaal sterven. Voor mij is dat niet zo erg, ik heb mijn tijd gehad. Maar ik beklaag mijn kinderen.”

5 Ziegler, J. (2008), Promotion and Protection of all human rights, civil, political, economic, social and cultural rights, including the right to development, A/HRC/7/5, http://daccess-dds-ny.un.org/doc/UNDOC/GEN/G08/100/98/PDF/G0810098.pdf?OpenElement

- FaO

/pet

er d

icam

po -

Page 8: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

8 Omdat hOnger een Onrecht is Het gezicht van honger

Het recht op voedsel verplicht onze overheden tot een zeer duidelijk engagement. Ze moeten het recht op voedsel niet alleen respecteren, bescher-men en vervullen in eigen land, maar ook maxima-le inspanningen doen om het recht op voedsel in andere landen te garanderen 6. Bovendien mogen onze regeringen geen maatregelen treffen die het recht op voedsel van mensen in andere landen bedreigen.

Het recht op voedsel is dan ook geen politieke keuze of een ‘morele plicht’, maar een bindende juridische verplichting.

a Eerst en vooral zijn staten verplicht om het recht op voedsel te garanderen voor hun eigen bevolking.

a Staten moeten hun burgers ook beschermen tegen bedrijven en particulieren die de toegang tot adequaat voedsel belemmeren.

a Staten moeten zorgen voor een verzekerde toegang tot de middelen die mensen nodig hebben om voedsel te produceren of aan te kopen. Dit betekent dat staten moeten voorzien in voedselhulp of sociale beschermingsmaat-regelen voor mensen die dat nodig hebben, maar ook zorgen dat mensen toegang hebben tot land, water, enz 7.

“Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de nood-zakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil. …” (Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, art. 25)

“De Staten die partij zijn bij dit Verdrag erkennen het recht van een ieder op een behoorlijke levensstandaard voor zichzelf en zijn gezin, daarbij inbegrepen toereikende voeding, kleding en huisvesting, en op steeds be-tere levensomstandigheden. De Staten (...) nemen passende maatregelen om de verwezenlijking van dit recht te verzekeren, daarbij het essentieel belang erkennende van vrijwillige internationale samenwerking. De Staten (...), het fundamentele recht erkennende van een ieder gevrijwaard te zijn tegen honger, nemen zowel zelfstandig als door middel van internationale samenwerking de maatregelen, waaronder medebegrepen bijzondere programma’s, die nodig zijn ten einde: a. De methoden voor de voortbrenging, verduurzaming en verdeling van

voedsel te verbeteren door volledige gebruikmaking van de technische en wetenschappelijke kennis, door het geven van voorlichting omtrent de beginselen der voedingsleer en door het ontwikkelen of reorganise-ren van agrarische stelsels op zodanige wijze dat de meest doelmatige ontwikkeling en benutting van natuurlijke hulpbronnen wordt verkregen;

b. Een billijke verdeling van de wereldvoedselvoorraden in verhouding tot de behoefte te verzekeren, daarbij rekening houdende met de problemen van zowel de voedselinvoerende als de voedseluitvoerende landen.”

(Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten, art. 11)

6 Maastricht Principles on Extraterritorial Obligations of States in the area of Economic, Social and Cultural Rights, Maastricht, February 2012, http://www2.lse.ac.uk/humanRights/articlesAndTranscripts/2011/MaastrichtEcoSoc.pdf

7 General Comment 12 of the Committee on Economic, Social and Cultural Rights on the right to adequate food (art. 11), 1999, http://www.unhchr.ch/tbs/doc.nsf/0/3d02758c707031d58025677f003b73b9

- FaO

/am

i Vita

le -

Page 9: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de oorzaken Omdat hOnger een Onrecht is 9

2. hOnger: de OOrzakenDe voorbije decennia gingen vele hongerbeelden de wereld rond: Biafra, de Sahel, Ethiopië, ... Honger stond gelijk aan: droogte, natuurramp, bedelacties. We weten ondertussen beter. Honger is mensenwerk. De wereld produceert anderhalf keer meer voedsel dan nodig om ieder te voeden. Honger is geen gevolg van schaarste, maar van armoede, ongelijkheid, economisch winstbejag, speculatie, brute landroof, verkeerde milieukeuzes, ... “Omdat honger een onrecht is”, is een oude slogan van 11.11.11, maar nog steeds actueel.

In dit deel zoomen we in op vijf grote oorzaken van honger. Het gevolg van dit alles? Onvoorspelbare voedselprijzen met enorme prijspieken.

OORzaak 1 De klimaat-veranderingLandbouw is een uitstoter

De klimaatverandering vormt een sleutelfactor in de voedselcrisis. Het voedselsysteem is er tege-lijkertijd dader en slachtoffer van. De landbouw is één van de belangrijkste verantwoordelijken voor de uitstoot van broeikasgassen. Dat kan vreemd lijken, naast andere stevige uitstoters zoals het verkeer en vervuilende fabrieken. Het IPCC – een panel van internationaal vermaarde klimaatex-perts - stelt dat de landbouw goed is voor 13,5 tot 15% van de jaarlijkse globale emissie van broei-kasgassen 1. Dat is een zeer voorzichtig cijfer. Het IPCC kijkt immers naar wat er gebeurt op het veld zelf en houdt geen rekening met de effecten van de wijzigingen in landgebruik en ontbossing als gevolg van de intensivering van de landbouw.

Wanneer landbouw nieuwe gronden in gebruik neemt en bossen doet krimpen, verhoogt dit de uitstoot van broeikasgassen. Dat is meteen de reden waarom Indonesië één van de grootste

uitstoters van CO2 is. Recente studies tonen aan dat het globale voedselsysteem, van de productie van meststoffen en gewassen, tot verwerking, opslag en verpakking van voeding, verantwoordelijk is voor één derde van de broeikasgasemissie door de mens 2. En ook dat lijkt een voorzichtige schatting. Er duiken recent studies op die zelfs gewagen van 45 tot 50%.

De klimaatverandering ligt vandaag al aan de basis van honger en ondervoeding bij 45 miljoen mensen. Tegen 2030 zou dat aantal gestegen zijn tot 75 miljoen 3. Het IPCC waarschuwt dat de opbrengsten van regen-afhankelijke landbouw-gewassen in sommige Afrikaanse landen tegen 2020 met maar liefst 50% zullen dalen 4. Dat kan de prijzen met 20% doen stijgen.

Wie zorgt voor de uitstoot?

Boskap

Landbouw en handel in voedselproducten

Industrie en huishoudens

50%

20%

30%

het voedselsysteem zorgt voor één derde van de totale uitstoot

- FaO

/am

i Vita

le -

1 Smith, P., Martino, D. et. al. (2007), ‘Agriculture’, in: Climate Change 2007: Mitigation. Contribution of Working Group III to the Fourth Assessment Report of the Intergovernmental Panel on Climate Change, Cambridge, http://www.ipcc.ch/publications_and_data/ar4/wg3/en/ch8.html

2 Vermeulen, S.J., Campbell, B.M., Ingram, J.S.I. (2012), Climate Change and Food Systems, in: Annual Review of Environment and Resources, 37, pp.195-222); Thornton,P. (2012), Recalibrating Food Production in the Developing World: Global Warming Will Change More Than Just the Climate, CCAFS Policy Brief no. 6, CGIAR Research Program on Climate Change, Agriculture and Food Security.

3 Global Humanitarian Forum, Human Impact Report, Climate Change: The Anatomy of a Silent Crisis, p. 24; IPCC, Fourth Assessment Report, Contribution of Working Group II, Chapter 5: Food, fibre and forest products, p. 275.

Page 10: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

10 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de oorzaken

De boer is twee maal het slachtoffer

De gevolgen van de klimaatverandering zijn niet mis - en ondertussen al afdoende gekend. kli-maatrampen vernietigen oogsten en tasten de bodemkwaliteit aan in de armste regio’s van de wereld. Stijgende temperaturen, watertekorten, droogtes en overstromingen doen opbrengsten dalen. Verwoestijning doet de beschikbare landbouwgronden inkrimpen. In de wereldzeeën krimpt het visbestand. Terwijl warmere tempera-turen leiden tot betere landbouwomstandighe-

den en meeropbrengsten in sommige delen van Noord-Amerika en Rusland, is de globale impact van klimaatverandering op voedselzekerheid de-sastreus. De impact is het grootst in de armste regio’s. Kleine boeren worden dus twee maal getroffen: ze ondervinden de meeste impact van de klimaatverandering en beschikken over de minste middelen om zich daar tegen te wapenen. Dalende opbrengsten betekenen dat ze steeds minder overhouden om hun families te voeden en dwingt hen voedsel aan te kopen op de markt. Net wanneer de prijzen het hoogst zijn omwille van de dalende opbrengsten. Een vicieuze cirkel.

Projected changes in agricultural productivity 2080 due to climate change, incorporating the e�ects of carbon fertilization

-50% -15% 0 +15% +35% No data

de impact van de klimaatverandering doet zich het zwaarst voelen in de voedselproductie van de armste regio’s

Bron: UnEP

De Oegandese koffieboer en het klimaat Koffie is in het Oost-Afrikaanse land het belangrijkste exportgewas. De koffiesector stelt er meer dan vijf miljoen mensen tewerk. Maar de producenten krijgen het kwaad. Te veel regen op bepaalde momenten verhindert de bloei, waardoor de productie afneemt. Lange periodes van droogte zorgen ervoor dat de bonen niet goed rijpen en de bodem zijn vruchtbaar-heid verliest. De bonen kunnen niet goed drogen en gaan schimmelen. Meer en meer plagen steken de kop op. De coöperatie Gumutindo in Oeganda produceert fairtrade-koffie. Directeur

Willington Wamayeye trok in 2007 aan de alarmbel. “Ik woon al heel mijn leven rond de Mount Elgon en heb het weer nooit zo onvoorspelbaar meegemaakt.” Niet alleen de koffie ondervindt hinder van de

klimaatfratsen, maar ook basisvoedsel zo-als bananen. “Daardoor is voedsel duurder geworden”, zegt Wamayeye.Een ander groot probleem zijn de aard-verschuivingen die de zware regenval veroorzaakt. Hele dorpen zijn al wegge-spoeld en ook koffieplantages verdwijnen. In die context is het zaak om gezonde, jonge planten te kweken die het minst vatbaar zijn voor ziekten. Gumutindo maakt ook volop werk van erosiebestrijding door bomen tussen de koffie te planten. Dat zijn zowel fruitbomen als schaduwplanten die de bodem verrijken.

Bronnen: Oxfam Groei campagne, Oxfam Wereldwinkels

4 UNEP 2013

Page 11: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de oorzaken Omdat hOnger een Onrecht is 11

OORzaak 2 Brandstof voor mensen of voor auto’s?Een bio in je tank

Omwille van de stijgende petroleumprijzen en de zoektocht naar ‘koolstofarme energiebronnen’ in de strijd tegen de opwarming van de aarde, neemt de vraag naar biobrandstoffen (zie kadertekst) sterk toe. De afgelopen jaren nemen Europa en de Verenigde Staten, maar ook groeilanden als Brazilië en China, initiatieven om biobrandstoffen te promoten.

De Europese richtlijn voor hernieuwbare energie legt een verplichting op om tegen 2020 10% van de brandstof voor transport uit hernieuwbare energie (lees: biobrandstoffen) te halen. Ondertus-sen lanceerde de Europese Commissie een nieuw voorstel. Biobrandstoffen die van voedsel zijn af-geleid – plantaardige olie, granen en suiker – zou-den slechts voor maximaal 5% mogen bijdragen aan die doelstelling. Dat betekent niet dat lidstaten maximaal 5% biobrandstoffen afkomstig van voedsel mogen gebruiken, wel dat ze slechts 5% mogen aanrekenen in hun rapportage aan Europa. België vertaalde de Europese 10%-regel in een verplichting om gewone brandstoffen te mengen met minstens 4% biobrandstof. Om de productie in België te stimuleren, voorziet de overheid een accijnsverlaging voor goedgekeurde biobrand-stoffen (op basis van koolzaad bijvoorbeeld).

De link tussen het pompstation en honger

Er zijn serieuze kanttekeningen te plaatsen bij het stimuleren van biobrandstoffen. De vraag ernaar bedreigt immers het recht op voedsel in het Zui-den. In 2011 brachten internationale instellingen een rapport ter zake uit. Het gaat onder meer om de Wereldbank, de Wereldhandelsorganisatie (WTO), het Internationaal Muntfonds (IMF), de Organisatie voor Economische Samenwerking

en Ontwikkeling (OESO) en vijf agentschappen van de Verenigde Naties. Het rapport liet er geen twijfel over bestaan: ‘zonder biobrandstoffen zouden voedselprijzen aanzienlijk lager zijn’ 5. Een vergelijking tussen voorspellingsmodellen toont aan dat het huidige beleid tegen 2020 leidt tot prijsstijgingen van 20 tot 30% voor basisgewassen als maïs, tarwe, suiker en plantaardige olie 6. Die prijsstijgingen leiden onmiddellijk tot meer honger.

De vraag naar biobrandstoffen – de doelstellin-gen die door verschillende regeringen worden opgelegd – is een belangrijke drijfveer voor de wereldwijde ‘rush’ voor land. In vele gevallen zijn kleine boeren en boerinnen daar het slacht-offer van. Europa produceert zelf onvoldoende zodat grondstoffen voor biobrandstoffen moeten worden ingevoerd. Het Centre for International Forestry Research vond in Sub-Sahara-Afrika 109 Europese en Noord-Amerikaanse projecten voor de productie van biobrandstoffen, goed voor bijna 7 miljoen hectare 7.

Biobrandstoffen: níet in je bioshop om de hoekBiobrandstoffen worden gewonnen uit biomassa, de biologisch af-breekbare fractie van producten uit de landbouw, bosbouw en ander af-val. “Bio” in de term biobrandstoffen verwijst dus niet naar de biologische teeltwijze van landbouwgrond-stoffen. De bekendste soorten zijn vloeibaar, zoals bio-ethanol en biodiesel. Bio-ethanol kun je mengen met benzine, biodiesel met dieselolie. Bio-ethanol bekomt men door vergisting van suikers uit gewassen als maïs, tarwe, suikerriet of –biet. Biodiesel wordt gewonnen uit plantaardige oliën, zoals koolzaad, palmnoten en soja. Beide brandstoffen worden gebruikt in het verkeer. Momenteel wordt ook druk ge-praat over biobrandstoffen van de ‘tweede’ en ‘derde’ generatie. Biobrandstoffen van de ‘tweede

generatie’ worden niet onmiddel-lijk uit voedsel gewonnen, maar uit oneetbare gewassen of plantenresten. Toch is voor deze biobrandstoffen vaak bijkomende landbouwgrond nodig. Het weg-nemen van oogstresten (stengels, wortels, …) voor de productie van biobrandstoffen gaat ten koste van de bodemkwaliteit. Onder biobrandstoffen van de ‘der-de generatie’ worden brandstoffen bedoeld die gewonnen worden uit algen. Ze hebben het voordeel dat ze niet concurreren met voedselpro-ductie of afhankelijk zijn van land-bouwgrond. De productie bevindt zich nog in de experimentele fase en wordt nog niet op grote schaal toegepast. Tot slot zijn er nog de klassieke vaste biobrandstoffen zoals hout en houtskool.

5 FAO, IFAD, IMF,OECD, UNCTAD, WFP, the World Bank, the WTO, IFPRI and the UNHLTF (2011), Price Volatility in Food and Agricultural Markets: Policy Responses, http://www.corbey.nl/files/media_base/original/100.pdf

6 ActionAid (2012), Fuel for thought, Addressing the social impacts of EU biofuels policies, http://www.actionaid.org/sites/files/actionaid/fuel_for_thought.pdf

7 ActionAId (2013), Adding fuel to the flame: the real impact of EU biofuel policy on developing countries, http://www.actionaid.org/sites/files/actionaid/adding_fuel_to_the_flame_actionaid_2013.pdf

Page 12: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

12 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de oorzaken

Deel van het probleem

Biobrandstoffen vormen dus geen oplossing voor de ontregeling van het klimaat. Ze creëren nieuwe problemen zonder de oude op te lossen. De uitstoot van broeikasgassen door wagens en vrachtwagens daalt, maar de emissie als gevolg van de ontbossing neemt toe! Er is dus geen spra-ke van een verminderde uitstoot van broeikasgas-sen maar van een verschuiving - en soms zelfs toename. Op die manier wentelen de rijke landen de noodzakelijke inspanningen voor een lagere uitstoot af op landen in het Zuiden die hun uitstoot zien stijgen. De teelt van palmolie in Indonesië is daar het meest spectaculaire voorbeeld van (zie kadertekst).

“stop met de expansie”Een gesprek met Rahmawati Retno Winarni, programma-directeur bij de Indonesische ngo en 11.11.11-partner Sawit WatchWat is de impact van de groeiende Europese vraag naar palmolie voor biobrandstof?Winarni:. De Indonesische oliepalmindus-trie zag de Europese richtlijn van 2008 als een vraag naar meer palmolie en is meteen gestart met het oprichten van plantages. Dat creëert natuurlijk problemen. Als deze expansie niet gestopt kan worden, zijn zowel mens als milieu bedreigd. Er zijn al tal van problemen met landbezit. Wij heb-ben weet van minstens 663 onopgeloste conflicten, maar Sawit Watch werkt niet over heel Indonesië. Volgens de autoritei-ten zijn er meer dan 6.000 landconflicten. De meeste rechtszaken worden gevoerd in die regio’s waar grote expansie van de oliepalmindustrie plaatsvindt.

Hoe kan een organisatie als Sawit Watch hierin optreden?Winarni: Wij steunen de mensen. We maken het gemakkelijker voor hen om het probleem op de kaart te zetten, ook in Indonesië. We stappen naar mensenrech-tencommissies en lokale autoriteiten. Maar de rechten van inheemse volkeren worden vaak niet erkend. De overheid kan op elk moment land claimen als staatsgrond, want mensen hebben geen schriftelijk bewijs dat ze die grond bezitten. Daarom promoten wij rechtspluralisme. De staat Indonesië moet ook kijken naar de wetge-ving van de inheemse bevolking. Indonesië heeft zeer veel mensenrechtenconventies geratificeerd. Maar er moet nog veel gebeuren. Mensen moeten geïnformeerd worden over deze verdragen en hun rechten en ze moeten omgezet worden in nationale wetgeving.

zou de hervorming van het Europese biobrandstoffenbeleid en de beper-king van biobrandstoffen uit voe-dingsgewassen een verschil kunnen maken?Winarni: De cijfers zijn niet duidelijk. We roepen de EU wel op om bindende sociale maatregelen in het beleid op te nemen. De huidige maatregelen leggen sterk de nadruk op het milieu en de CO2-uitstoot, maar wij vragen ook sociale maatregelen, zoals het FPIC-principe (Free Prior Infor-med Consent) of een mechanisme waarbij mensen en getroffen gemeenschappen hun zaak kunnen voorbrengen, zoals bijvoorbeeld een ombudsman.Onze eerste boodschap voor Europa is: stop met de expansie! Geen uitbreiding meer, maar een duidelijke limiet.

Bron: MO, 30/12/2012

Nuchtere cijfers over biobrandstoffen

a Om de tank van een zware auto te vullen met biobrandstof is een hoeveelheid graan nodig waarvan een mens één jaar kan leven (250 kg).

a Het land dat nodig is om de vraag naar biobrandstoffen te dekken, kan 127 miljoen mensen voeden.

a Het omploegen van de ‘koolstofreser-voirs’ om te voldoen aan de Europese doelstelling voor biobrandstoffen is even erg voor het leefmilieu als 26 miljoen wagens op Europese wegen. Koolstofreservoirs, zoals wouden, hebben het vermogen om grote hoeveelheden koolstofdioxide op te nemen.

a Het Europese biobrandstofbeleid kan tegen 2020 prijzen van oliehoudende zaden met 33%, van maïs met 22%, van suiker met 21% en van tarwe met 10% doen stijgen.

Bron: Oxfam (2012), The Hunger Grains; Institute for European Environmental Policy (2012), Biofuel use and Agricultural commodity proces, A review of the evidence base.

Page 13: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de oorzaken Omdat hOnger een Onrecht is 13

OORzaak 3 Voedselspeculatie, de echte Hunger Games Beleg eens in boterhammen

De vraag naar biobrandstoffen mondt dus uit in een vraag naar meer voedingsgewassen die voor het dieet van onze wagens dienen. Er is nog een andere reden waarom voedselprijzen stijgen: de ongeziene speculatie op de termijnmarkten voor landbouwgrondstoffen. Voedsel wordt immers een interessante belegging. Pensioen- en hefboom-fondsen die tegen een stootje kunnen, maar ook de bank om de hoek, spelen hier graag op in. De in-eenstorting van de vastgoedmarkt en de financiële crisis deed hen immers op zoek gaan naar nieuwe markten. Dat ging samen met een beleid van verregaande deregulering van de voedselmarkten waar spelers die er eigenlijk niets te zoeken hebben plots de spelregels bepalen. Een studie van Leh-man Brothers net voor het bankroet toont dat de speculatie op indexfondsen tussen 2003 en 2008 toenam met een astronomische 1.900%.

De nieuwe indexbeleggers kopen een “mandje” van verschillende grondstoffen-termijncontracten. Dit zijn contracten waarbij boeren en kopers een

het aBc van de voedselspeculatieTermijncontract (of ‘future’)In dit contract gaat een verkoper van landbouwgrondstoffen er-mee akkoord om een bepaalde hoeveelheid grondstoffen op een bepaald moment in de toekomst te verkopen tegen een vastgestelde prijs, ongeacht de marktprijs op dat moment. Termijncontracten zijn zogenaamde ‘financiële deriva-ten’ die hun waarde ontlenen aan de prijs van een ander product, de onderliggende waarde.

TermijnmarktDe markt of beurs waar termijn-contracten worden verhandeld. De grootste en bekendste termijn-markt voor landbouwgrondstoffen is de Chicago Board of Trade in de Verenigde Staten.

Maximale posities of positieli-mietenEen belangrijke sleutel in het tegen-gaan van excessieve speculatie. Een positielimiet is een vastgesteld aantal contracten dat een belegger of bank mag kopen of te koop aanbieden.

VolatiliteitHet fenomeen van onvoorspelbaar stijgende en dalende voedsel-

prijzen. Dat creëert heel wat problemen omdat boeren een stabiele prijs nodig hebben om hun investeringsbeslissingen zinvol te kunnen maken. Speculanten leven net van volatiliteit en maken die nog sterker. Speculatieve actviteiten hebben daarom weinig tot niets te maken met wat werkelijk op de voedselmarkten gebeurt.

PensioenfondsFonds waarin de pensioenbij-drages van werknemers worden verzameld en vervolgens belegd door een financiële instelling. Be-doeling is een optimaal rendement te behalen, over lange termijn, dat aan de aangesloten verzekerden wordt uitgekeerd.

Hefboomfonds of ‘hedge fund’Beleggingsfonds met hopen geld en vaak zeer ervaren investeer-ders. Met geleend geld creëren ze een hefboom op hun eigen beleggingen in bedrijven, aande-len, grondstoffen en financiële pro-ducten. Daardoor kunnen ze meer geld investeren dan ze in hun fonds hebben. Zolang investeerders hun geld niet terugtrekken en banken blijven lenen, kunnen hefboom-fondsen fikse winsten voorleggen.

- Wer

eldm

edia

thee

k -

Page 14: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

14 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de oorzaken

verbintenis aangaan om een bepaalde hoeveel-heid van een product aan een afgesproken prijs op een afgesproken dag te kopen. Ze speculeren dan op een algemene prijsstijging. Op die manier stijgt de prijs van graan op dezelfde manier als die van olie - beide in hetzelfde mandje - zonder dat er reële veranderingen op het veld of in het bord aan ten grondslag van liggen. Banken en institutionele beleggers maken grote winsten door te speculeren met grondstoffen als graan, maïs en soja, terwijl die markten niet voor financiële speculanten bedoeld zijn.

De virtuele markt verstoort de échte markt

Dit alles leidt tot volatiliteit waarvan boeren en con-sumenten in arme landen de dupe zijn 8. Aangezien de wereldprijzen van basisproducten zoals graan, rijst, maïs, suiker en koffie tot stand komen op deze ‘goederentermijnmarkten’, houden de koffieboe-ren uit Peru en cacaotelers uit Ivoorkust die prijs

goed in de gaten. Er hangen immers levensbelang-rijke beslissingen van af: zal ik mijn koffie vandaag verkopen of nog even wachten? Vandaag al nieuwe struiken aanplanten of nog een jaar uitstellen?

OORzaak 4 Land- en waterroofVan de grond krijgen

Ongeveer 80% van de mensen die vandaag honger lijden is landbouwer, landarbeider, jager, visser of herder. Zij hangen direct van het land af voor hun bestaanszekerheid. Een verzekerde toegang tot land en water is dan ook essentieel voor het recht op voedsel. Dat wordt ook be-vestigd door de Verenigde Naties bij monde van Olivier De Schutter, de Speciale rapporteur voor het Recht op Voedsel (www.srfood.org) 9. Die toe-gang wordt bedreigd door mega-investeringen in

Ondertussen in het zuiden ...De jacht op land voor palmolie - Sierra LeoneDe Belgisch-Luxemburgse groep SOC-FIN is gespecialiseerd in de teelt van olie-palm en rubber. Op 5 maart 2011 tekende haar lokale dochteronderneming, Socfin Agricultural Company Ltd (SAC), een overeenkomst met de regering van Sierra Leone voor de lease van 6.500 ha in de zuidelijke regio Malen. Dit gebied omvat 24 dorpen met zo’n 9.000 inwoners. De omvang van het project heeft een grote impact op de regio. Volgens lokale organisaties werd de veelal ongeletterde bevolking onvoldoende ingelicht en ge-consulteerd. De overeenkomst dwingt de lokale boeren om hun gronden te verhuren aan SOCFIN voor een schamele 5 dollar per acre (0,4 ha) per jaar, waarvan de helft nog eens naar diverse overheden gaat.

Bovendien werden bij de overname door SAC lokale eigenaars wel vergoed voor elke acre palmolieplantage - maar niet voor andere gewassen en bomen. Vroeger was deze regio redelijk zelfvoor-zienend wat landbouwproducten betrof. Nu is de gemeenschap geëvolueerd naar een bijna landloze maatschappij die afhangt van onzekere tewerkstelling (dag-loners). Ondertussen zijn de prijzen van le-vensmiddelen sterk gestegen, gemiddeld met 27% tussen mei 2011 en mei 2012. Een vrouw die werkt voor Socfin getuigt: “Als ik een alternatief had, zou ik hier niet werken. Toen we nog boerden, kon ik zelf beslissen hoeveel we aten en hoeveel we konden verkopen. Nu heb ik maar weinig geld en ik moet alles aankopen. En het leven wordt duurder.”

Om hun rechten te verdedigen, vormde een aantal getroffen boeren de vereniging MALOA. Ze dienden klacht in bij de rege-ring en bij SOCFIN en maakten publiek dat ze geen activiteiten van SOCFIN op hun grondgebied zouden toelaten. In verschillende dorpen werd betoogd en probeerden dorpelingen de bulldozers van SOCFIN tegen te houden toen die hun velden kwamen vernietigen. Maar hun protest liep op niets uit. Integendeel, de dorpelingen werden gecriminaliseerd. Bij verschillende demonstraties werden mensen gearresteerd en veroordeeld tot gevangenisstraffen.Ondanks het protest gaat SOCFIN verder met haar uitbreiding. In oktober 2012 maakte het bedrijf bekend dat het in de regio Malen nog eens 5.500 ha wil huren.

Bron: CNCD, 11.be et al., Résistances locales contre l’huile de palme en Sierra Leone - Le combat des communautés de Malen  contre le projet de plantation de palmiers à huile de l’entreprise SOCFIN, Etude de cas, juin 2013 ; Global Hunger Index 2012

8 De Schutter, O. (2010), Food Commodities Speculation and Food Price Crisis. Regulation to Reduce the Risk of Price Volatility, Briefing Note 02, http://www2.ohchr.org/english/issues/food/docs/Briefing_Note_02_Septem-ber_2010_EN.pdf

9 Olivier De Schutter, “Accès à la terre et droit à l’alimentation”, Rapport présenté à la 65ème session de l’Assemblée générale des Nations Unies [A/65/281], 2010.

Page 15: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de oorzaken Omdat hOnger een Onrecht is 15

landbouwgrond in ontwikkelingslanden. Stijgende en volatiele prijzen van landbouwproducten en de vraag naar biobrandstoffen maken van landbouw-grond een interessante belegging.

De omvang van het probleem is moeilijk in te schatten omdat landdeals zelden publiek bekend raken. De International Land Coalition, een coali-tie van ngo’s en overheidsinstanties, bracht sinds 2000 meer dan 1.000 deals in kaart, goed voor meer dan 70 miljoen hectare – grofweg de helft van West-Europa  10. En dat is waarschijnlijk een onderschatting omdat enkel bevestigde dossiers werden opgenomen. De Wereldbank telde in het jaar 2010 voor meer dan 45 miljoen ha investe-ringsprojecten in landbouwgrond 11.

This land is your land, this land is my land

Op het eerste gezicht zou je denken dat de land-bouw in het Zuiden alleen maar wel vaart bij al die investeringsinteresse. Maar het is niet de kleine boer of de landarbeider die de winsten opstrijkt. Overheden staan ofwel te zwak ten aanzien van dat geweld van grote internationale spelers of ze stimuleren dit soort grootschalige investeringen

door land ter beschikking te stellen. Niet zelden worden boeren daarvoor van hun grond verjaagd.

Vooral arme boeren, veehoeders en inheemse bevolkingsgroepen zijn afhankelijk van het land zonder dat ze formeel eigenaar zijn. De conflicten tussen ‘moderne’ wetten op vlak van eigendoms-recht en het gewoonterecht zijn daar een illustratie van. ‘Gemeenschappelijke land’ wordt ingepalmd door investeerders die dat land als ‘marginaal’ beschouwen. Voor de plaatselijke bevolking is het net van onschatbare waarde, als grasland,

Ondertussen in het zuiden ...Water voor artisjokken, niet voor de boeren - Peru

Bijna negentig jaar hebben de boeren van Lambayeque, een kustprovincie in het noorden van Peru, gewacht op de beloofde irrigatie. Het ambitieuze project Olmos dateert al van begin vorige eeuw. Het wil water in de Andes capteren en via een 20 km lange tunnel naar de droge regio aan de kust leiden om daar 100.000 ha droge grond vruchtbaarder te maken. Zo zouden duizenden boerenfamilies een beter bestaan kunnen uitbouwen. Dachten ze.

Eind 2011 was de tunnel eindelijk klaar. Maar toen de verkoop van gronden van start ging,

viel de droom van vele kleine en middelgrote boeren aan diggelen. Van de 38.000 ha die werden geveild, kwam 28.000 ha in handen van grote bedrijven. De mastodont Gloria en haar dochter, het suikerbedrijf Coazúcar, tekenden samen voor 15.600 ha. De vraag-prijs ging de kleine en middelgrote boeren te boven, de percelen waren te groot, de kosten voor uitbating te hoog. Van de arme boeren zal enkel de gemeenschap die voor het project onteigend werd, een klein stukje van de geïrrigeerde gronden ontvangen, ter compensatie. Maar zij moeten wel voor het water betalen, tegen tarieven die voor hen moeilijk haalbaar zijn.

Op de geïrrigeerde gronden zullen de agro-bedrijven verschillende gewassen telen zoals asperges, artisjokken, avo-cado’s, allemaal bestemd voor de export. Minstens 10.000 ha zal beplant worden met suikerriet voor de productie van ethanol.Het Olmos-megaproject werd dus uitein-delijk gerealiseerd, maar trekt helemaal de kaart van de grote exportbedrijven, terwijl de kleine boeren hun toekomstplannen in rook zien opgaan. Dit gaat hand in hand met een enorme concentratie van de gron-den. Bovendien is het water uit de Andes slechts bestemd voor wie het kan betalen.

Bron: El proyecto de irrigación de Olmos, un caso de injusticia hídrica; Laureano del Castillo P- CEPES, maart 2012

- FaO

/ric

card

o ga

ngal

e -

10 http://www.landcoalition.org/news/land-matrix-new-data-large-scale-land-deals-not-%E2%80%9C-bubble%E2%80%9D

11 World Bank, Rising Global Interest in Farmland, Can it yield sustainable and equitable benefits?, 2010

Page 16: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

16 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de oorzaken

voor het hoeden van vee, de toegang tot vitale waterbronnen, enz. In de plaats komt vaak een exportgerichte landbouw - voor biobrandstoffen bijvoorbeeld – dat weinig arbeidsplaatsen ople-vert, de grond en beschikbare watervoorraden onder sterke druk zet en weinig tot niets bijdraagt aan de plaatselijke voedselzekerheid.

Aan de grond zitten

Landroof aanpakken is niet eenvoudig omdat de verantwoordelijkheid op verschillende niveaus ligt, vooreerst bij de investeerders. Vaak gaat het om private investeerders en vermogensfondsen, maar ook grote, institutionele spelers zoals pensioenfondsen en conventionele banken spe-len een rol. Ook publieke instellingen, zoals de Wereldbank, verlenen via hun landprogramma’s financiële steun aan investeerders die zich schul-dig maken aan landroof 12.

De regeringen in het Zuiden dragen een grote verantwoordelijkheid vermits zij bepalen onder welke voorwaarden de werving van grond in hun land kan geschieden. Niet toevallig gebeurt land-roof vooral in landen met een zwakke overheid en zwakke instellingen die toegang tot land regelen.

Ook onze overheid draagt een verantwoordelijk-heid. Toegang tot land is als mensenrecht erkend in verschillende verdragen en bindende afspraken die België heeft onderschreven. Het is een ab-solute basisvoorwaarde voor de uitoefening van andere rechten zoals het recht op voedsel. Onze overheid moet dat recht ook vrijwaren buiten haar grondgebied en moet ‘derde partijen’ zoals Belgi-sche private investeerders verhinderen het recht op land te bedreigen.

Troebel waterspel

Ook toegang tot water is cruciaal in de strijd tegen armoede en honger. Wanneer machtige spelers louter voor eigen gebruik controle nemen over waardevolle waterreserves spreken we van ‘wa-tergrabbing’. Watergrabbing is sterk gelinkt met de privatisering - reduceren tot louter koopwaar - van gemeenschappelijke hulpbronnen. Op die manier verandert water van een hulpbron die voor

iedereen beschikbaar is in een privaat goed waar-toe de toegang afhankelijk is van de koopkracht. Watergrabbing gebeurt in verschillende vormen: extractie van grondwater voor grootschalige monoculturen van voedsel- en energiegewassen, afdammen van rivieren voor irrigatie en water-kracht, overname van gronden met publieke watervoorraden door bedrijven. Watergrabbing en landgrabbing gaan dus vaak hand in hand.

OORzaak 5 Een averechts handels- en landbouwbeleid Handel en wandel van voedsel

Slechts 15% van de wereldproductie in voedsel passeert de wereldmarkt  13. Het meeste voedsel wordt dus lokaal of regionaal verhandeld en ook geconsumeerd. Niettemin kunnen handelsstro-men ervoor zorgen dat voedsel zich verplaatst van regio’s met overschotten naar waar tekorten zijn. In de realiteit zien we dat voedsel zich vooral begeeft naar die plaatsen waar mensen ervoor

“ Egide, bewaker - Bujumbura, Burundi

Ik werk in het centrum van de stad, dat is 12 km van waar ik woon. Ik ga iedere dag te voet naar mijn werk en sta dus zeer vroeg op. Vroeger at ik samen met mijn gezin, voor ik vertrok. Nu hebben we besloten om die maaltijd voor de kleintjes te laten. Zij kunnen de honger slecht verdragen.

Daarnaast vervangen we sommige produc-ten door goedkopere voeding, waarmee we onze honger toch kunnen stillen. Zo eten we nu maniokpasta bij iedere maaltijd.

Als de prijzen niet gaan dalen, zullen onze aanpassingsstrategieën tekort schieten. Dan moeten we kiezen tussen hier de dood afwachten, of het land uitvluchten.

Ik ben gelukkig dat mijn werk me toelaat om nog andere inkomsten te zoeken. Wie maar één bron van inkomsten heeft, kan maar een keer per dag eten.

12 Our land, Our lives. Time out on the global land rush, Oxfam Briefing Note, October 2012, http://www.oxfam.org/sites/www.oxfam.org/files/bn-land-lives-freeze-041012-en_1.pdf

13 De Schutter, O., International trade in agriculture and the right to food, Dialogue on Globalization Occasional Paper, Friedrich Ebert Stiftung, 2009.

Page 17: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de oorzaken Omdat hOnger een Onrecht is 17

kunnen betalen. Handel en vrijhandel, de verbor-gen drive achter de voedselbewegingen.

Het beleid van het Internationaal Muntfonds, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie zet vooral in op onbelemmerde vrijhandel. Ze gaan ervan uit dat vrijhandel leidt tot meer groei en min-der armoede. Vrijhandel en grotere markttoegang zouden bovendien leiden tot meer inkomsten voor ontwikkelingslanden door de export aan te zwengelen.

Rechtvaardige handelsrelaties kunnen zeker kan-sen creëren in het Zuiden. Het rijke Noorden dringt echter al te agressief een vrijhandel op waarvan zwakke groepen in het Zuiden het slachtoffer zijn. Onbeperkte vrijhandel is goed voor sterke spe-lers, maar prijst lokale boeren in het Zuiden uit de markt en remt de opkomst van lokale industrieën.

Talloze ontwikkelingslanden hebben zich onder druk van dat vrijhandelsbeleid gespecialiseerd in monoculturen van exportgerichte ‘cash crops’ met weinig lokale toegevoegde waarde. Op die manier zijn zij afhankelijk geworden van voedselimport om hun bevolking te voeden. Bovendien maakt die handelsliberalisering dat boeren wereldwijd concurrenten van elkaar wor-den, ook al strijden ze niet met gelijke wapens. Ontwikkelingslanden hebben niet langer de mogelijkheden om regionale en lokale landbouw-markten voldoende af te schermen. Voor boeren in ontwikkelingslanden betekent het vaak dat ze hun producten moeten verkopen aan prijzen die niet eens de kosten dekken, terwijl de lonen van landarbeiders zo laag zijn dat ze amper hun gezinnen kunnen voeden.

Klein aantal grote spelers

De concentratie in de voedselketen is enorm. Vaak zien we dat dezelfde multinationals de hele keten in hand hebben: ze verkopen zaaigoed en bijbehorende pesticiden en kunstmest, zijn eigenaar van de grond, doen de opslag na de oogst, regelen verwerking en distributie naar onze markten. Zo wordt de markt van commerciële zaden gedomineerd door 10 spelers - Monsanto, DuPont, Syngenta, Bayer, Dow, ... - die ook domi-

nant zijn in de pesticidenmarkt. In 2004 hadden de vier grootste bedrijven 33% van de markt in zaden, 60% in agrochemicaliën en 38% in bio-technologie in handen 14.

Die concentratie maakt dat stijgende voedselprij-zen niet noodzakelijk tot een groter inkomen voor boeren leiden. Het zijn immers vooral de grote agro-bedrijven, tussenhandelaren, aankoopcen-trales en supermarkten die de winsten opstrijken. De huidige agro-industriële voedingsketen heeft de vorm van een zandloper met veel producenten, een klein aantal verwerkers, distributeurs en retai-lers, en veel consumenten 15. Tussen de miljoenen producenten en consumenten staan dus steeds minder firma’s. Net als bij de nauwe opening van een zandloper bepalen zij welke zandkorrel zich van de top naar de bodem van de zandloper ver-plaatst. Steeds minder firma’s beslissen dus over de kwaliteit, kwantiteit, locatie van productie en de prijs van ons voedsel. Zij controleren wie wat produceert en wie wat te eten krijgt 16.

Producenten

Overheden

7 miljard consumenten

voed

selk

eten

Voedselbedrijven

Supermarkten

Verwerkers

Handelaars

de toeleveringsketen als zandloper

300 tot 500 bedrijven controleren 70% van

de keuze van 7 miljard consumenten

Bron: Oxfam-Wereldwinkels, Het Spel der Giganten. Machtsconcentratie in de ketens, 2012

14 UNCTAD, Assuring Food Security in developing countries under the challenges of climate change, Discussion Paper No. 201, February 2011, http://unctad.org/en/docs/osgdp20111_en.pdf

15 Heffernan, W., Consolidation in the Food and Agriculture System, Report to the National Farmers Union, 1999, http://www.foodcircles.missouri.edu/whstudy.pdf

16 Weis, T. (2007), The Global Food Economy. The Battle for the Future of Farming, London, Zed Books, p. 79.

Page 18: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

18 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de oorzaken

Vrij-handel met dwingende maatregelen

In 2001 lanceerde de Wereldhandelsorganisatie in Doha een ambitieuze onderhandelingsronde. De ontwikkelingslanden kregen de belofte dat men sterk op ontwikkeling zou inzetten. Al gauw bleek dat de industrielanden verregaande liberaliserin-gen van hen eisten, en dan vooral van de zoge-naamde groeilanden zoals China, Brazilië en India. Daarop raakten de onderhandelingen in het slop.

In de plaats daarvan worden bilaterale handels- en investeringsakkoorden afgesloten, zoals de Euro-

pese Partnerschapsakkoorden (EPA’s). Die gaan nog veel verder en bieden minder kansen voor ontwikkelingslanden. Die vrijhandelsakkoorden maken dat de ruimte voor ontwikkelingslanden om een eigen duurzaam landbouwbeleid te voeren, sterk verkleint. Via deze akkoorden verwerven buitenlandse investeerders toegang tot land, de lo-kale voedselverwerkende industrie, de diensten- en andere sectoren, zoals banken, kredietinstellingen, transport, distributie, waterdistributie, ... Bovendien bieden zogenaamde bilaterale investeringsakkoor-den bescherming aan de buitenlandse investeer-ders tegen overheidsingrijpen, wat het zeer moeilijk maakt om bijvoorbeeld landroof terug te draaien.

cepa is een wurgtechniekVrijhandel of voedselzekerheid? - Haïti De voedselproductie in Haïti is onder-uitgehaald door jaren van opgelegde liberalisering en door natuurrampen. Wil het land zelf terug meer voedsel pro-duceren, dan moeten de kleine boeren ondersteuning krijgen en moet Haïti zich kunnen beschermen tegen goedkope invoer. Maar de regionale EPA die Haïti eind 2009 ondertekende laat dit niet toe.

In oktober 2008 ondertekende de Caraï-bische regio een Economisch Partner-schapsakkoord (EPA) met de Europese Unie. De Caraïbische EPA (CEPA) is een zeer uitgebreid en vergaand vrijhandelsak-koord dat er uiteindelijk moet toe leiden dat 87% van de invoer uit Europa zonder beperking de regio binnen mag. Hoewel Haïti in tegenstelling tot de overige landen uit de regio een ‘Minst Ontwikkeld Land’ is, voorziet de CEPA nauwelijks in een aangepaste behandeling. Daarom draalde Haïti met de ondertekening tot het nog enkele uitzonderingen op de verplichtingen tot liberalisering verkreeg. Enkele maanden later, op 12 januari 2010, werd het land getroffen door een vreselijke aardbeving. Daardoor heeft Haïti de CEPA nog niet geratificeerd en is het ook niet begonnen met de uitvoering ervan. Maar het herstel na de aardbeving is niet de enige zorg. De Haïtiaanse bevolking is

zeer arm, vooral op het platteland en de lokale voedselproductie schiet schromelijk tekort. Meer dan de helft van het voedsel wordt ingevoerd. Daardoor besteedt het land veel geld aan voedselaankopen en is het zeer kwetsbaar voor prijsschommelin-gen op de wereldmarkt.De gebrekkige voedselproductie heeft tal van oorzaken, zoals een tekort aan middelen, slechte productiemethodes en infrastructuur, en verwaarlozing door de overheid. Maar een grote factor is zeker de zeer ver doorgedreven handelsliberali-sering die het land in de jaren tachtig en negentig heeft ondergaan onder druk van internationale instellingen en de Verenigde Staten. Voor de liberaliseringsgolf, in 1980, was Haïti vrijwel zelfvoorzienend.

Niettemin voorziet de CEPA in een verdere liberalisering ten aanzien van de Europese Unie en de Caraïbische buren van Haïti. In het bijzonder vreest Haïti de import van landbouwproducten uit haar grote buur, de Dominicaanse Republiek. Door de CEPA zou Haïti haar zeer lage invoertak-sen op landbouwproducten en voedsel niet mogen verhogen om haar boeren te beschermen.Wat de Haïtiaanse plattelandsbevolking nu vooral nodig heeft, zijn een doordacht plan en middelen om de landbouw- en voedselproductie terug op peil te brengen. De CEPA biedt dat alvast niet.

Bronnen: Coalition Haïtienne pour le moratoire. Haïti dans l’impasse des politiques de libération commerciale. L’opportunité d’un Mo-ratoire aujourd’hui. Haïti, 2011 en niet gepubliceerd rapport van GRET. Etude d’impact de l’Accord de Partenariat Economique CARIFO-RUM-EU pour la République d’Haïti, Parijs, 2012

Page 19: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de oorzaken Omdat hOnger een Onrecht is 19

Wanneer een investeerder vindt dat een overheids-beleid zijn winstkansen vermindert, kan hij daarvoor op basis van die akkoorden compensaties eisen.

Van onachtzaam naar duurzaam

Naast de kosten voor de minst competitieve pro-ducenten en de meest kwetsbare groepen, heeft de internationale handel in landbouwgrondstoffen ook verborgen kosten voor het leefmilieu. Globa-lisering en vrijhandel werken alle hinderpalen weg om voedsel en hulpbronnen te produceren en over de hele wereld in- en uit te voeren. Zo worden de negatieve effecten van het voedselsysteem geëxporteerd naar plaatsen ver weg van de consument. Dat gebeurt zonder dat dit in de prijs wordt verrekend, zodat men de verantwoordelijk-heid voor duurzame oplossingen ook afwentelt op de producent in het Zuiden.

Vrijhandel moet gereguleerd worden om zo kan-sen te creëren voor duurzame landbouwontwik-keling in het Zuiden. Duurzaam wil ook zeggen: in de productie rekening houden met de impact op de klimaatverandering. Zo krijgen landen impulsen om over te schakelen naar meer duur-zame teeltwijzen die de grenzen van de planeet respecteren en een betere garantie voor de lokale voedselzekerheid vormen.

kort op de ketenDe Griekse aardappelbewegingIn februari 2012 ontstond in Grie-kenland de ‘aardappelbeweging’. Aan de oorsprong lag een lokale protestactie van boze Griekse boe-ren. Zij namen het niet dat een lokale tussenhandelaar goedkopere Egyptische aardappelen importeer-de terwijl ze zelf met volle schuren zaten. In het centrum van Thessa-loniki deelden ze meer dan tien ton aardappelen gratis uit.Christos Kamenidis, professor in landbouwmarketing, zag dat hier meer in zat en greep de zaak aan om samen met zijn studenten een degelijk gestructureerd ‘korte keten’-initiatief te lanceren. Deze ‘aardappelbeweging’ hielp de lokale boeren op één dag aan een afzet van maar liefst 50 ton aardappelen. De prijs die zij hiervoor kregen lag

weliswaar onder de marktprijs, maar was toch aanzienlijk hoger dan wat de boeren bij de groothandel zou-den gekregen hebben.Het bleek een succesformule. In het gebied rond Thessaloniki zijn er nu regelmatig verkopen van lokale landbouwproducten als bloem, rijst, honing en olijfolie. En de beweging heeft zich ook uitgebreid naar de hoofdstad Athene en andere delen van het land.De aardappelbeweging zorgde er-voor dat de prijzen in de supermarkt halveerden. En de lokale economie vaart er wel bij, meent professor Kamenidis. “De consument krijgt voedsel van topkwaliteit voor een derde van de prijs die hij er normaal voor zou betalen. De producenten krijgen meteen hun geld”.

Bronnen: MO; De Wereld Morgen

Ongelijkheid tot op het dorpsniveauVoedselprijzen verdelen dorpelingen - BangladeshIn de periode tussen 2007 en 2008 stegen de prijzen voor basisvoeding in Bangladesh met 50%. De impact hiervan op de huishoudens blijkt uit een studie in het noordelijk gelegen plattelandsdorp Kurigram. Die legt gegevens uit 2005 en 2008 naast elkaar. De rijkste huishoudens haalden voordeel uit de prijsstijging omdat zij zelf rijst op de markt brengen. Een derde tot de helft van de huishoudens hield minder geld over na de crisis, maar kon wel nog in haar levensonderhoud voorzien. Maar het arm-ste kwart van de bevolking zei niet langer voldoende voedsel te kunnen kopen. Hun kinderen aten minder maaltijden, kregen minder gevarieerd eten en kregen weinig volwaardig voedsel.

Groeiachterstand bij kinderen in de armste huishoudens was twee keer hoger dan bij de rijkste. Bangladesh kent een hoog niveau van ondervoeding bij kinderen. De aanzienlijke verbetering (7%) die geboekt was wat groeiachterstand betreft, ging verloren tijdens de crisis - een terugval die blijvende gevolgen zal hebben voor de

mentale en fysische ontwikkeling van de kinderen. Gezinnen reageerden op de prijsstijging door kinderen uit werken te sturen of van school thuis te houden, door activa te verkopen en door minder te eten. Arme gezinnen gingen leningen aan en terug-betaling daarvan werd prioriteit boven levensonderhoud en evenwichtig voedsel. Drie gezinnen verhuisden naar de hoofd-stad Dhaka.Alhoewel de rijkste huishoudens wel voordeel haalden uit de situatie, gingen de lonen voor de landarbeiders onvoldoende omhoog om te compenseren voor de prijsstijgingen.

Bron: Save the Children 2009. (in World Bank (2012), Global Monitoring Report: Food prices, nutrition, and the Millennium Development Goals)

- FaO

\asi

m h

afee

z -

Page 20: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

20 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de oorzaken

GEVOLG Voedselprijzen zijn onvoorspelbaar en hoogVoedsel buiten bereik

Vijf oorzaken, vele gevolgen die allen in de richting van honger en ondervoeding wijzen door pieken in de voedselprijzen. Tussen 2007 en 2008 werden naar schatting 130 tot 150 miljoen mensen extra getroffen door extreme armoede. Vooral in de meest kwetsbare ontwikkelingslanden, waar armen gemiddeld tot 80% van hun inkomen aan voedsel besteden, waren de gevolgen rampzalig.

Decennialang bleven voedselprijzen op de we-reldmarkt dalen als gevolg van een sterke groei en subsidiëring van grootschalige, intensieve productie en van meer handel. In 2000 bereikten de prijzen een historisch dieptepunt waarna ze een aantal jaren geleidelijk stegen. Na 2006 ging het plots snel met ongeziene pieken in 2008 en 2011. In 2008 hadden de stijgende voedselprijzen op 1 jaar tijd 109 miljoen mensen in de honger geduwd  17. Ook het afgelopen jaar stegen de prijzen tot zorgwekkende hoogtes. Volgens de directeur van de FAO zullen de voedselprijzen in de komende 10 jaar hoog en wisselvallig blijven 18.

De honger invoeren

Stijgende prijzen hebben verschillende effecten op armoede en honger. Hoge prijzen kunnen een opportuniteit zijn voor landen en boeren die meer produceren dan ze consumeren. Dat is goed nieuws. Voor wie meer voedsel moet importeren dan exporteren, leiden stijgende prijzen natuurlijk tot een onmiddellijke stijging van armoede en honger. Vandaag zijn 131 van de 196 landen ‘net-

to-importeur’ van voedsel. 35 van de 47 landen in Sub-Sahara-Afrika zitten in die situatie 19. In die landen lijdt vooral de groeiende, arme, stedelijke bevolking daaronder. Wanneer je tot 80% van je inkomen aan voedsel besteedt, betekent dat nog meer honger en armoede 20. Daar komt nog bij dat de prijzen van basisgewassen voor voeding (gra-nen) veel sneller stijgen dan die voor commerciële ‘cash crops’ (katoen, koffie, tabak, enz.). Vermits vele ontwikkelingslanden vooral dergelijke gewas-sen exporteren en basisgewassen invoeren, zijn stijgende voedselprijzen geen goed nieuws 21.

De onvoorspelbaarheid van de voedselprijzen vormt een nog groter probleem. Bij boeren zorgt dat voor een ontradend effect om in de land-bouw te investeren. Ze zijn minder bereid om te experimenteren met nieuwe gewassen die meer opbrengst beloven of beter bestand zijn tegen de klimaatverandering. Enkel de grote spelers zijn in staat de risico’s te absorberen die eigen zijn aan een volatiele markt.

17 109 miljoen is het verschil tussen de 854 miljoen hongerigen in 2007 en de 963 miljoen die de FAO in december 2008 aankondigde. Zie: FAO (2008), Number of hungry people rises to 963 million, http://www.fao.org/news/story/en/item/8836/icode/

18 ‘Les prix agricoles vont rester élevés et volatils’, in: Le Monde, 2012-08-27.19 Francis Ng, M. Ataman Aksoy (2008), Who are the Net Food Importing Countries?, Washington, World Bank

Development Research Group.20 Ivanic, M. & Martin, W., Implications of Higher Global Food Prices for Poverty in Low-Income Countries,

Washington, World Bank, Policy Research Working Paper 4594, https://openknowledge.worldbank.org/bitstream/handle/10986/6723/wps4594.pdf?sequence=1%29//GP;

21 IFAD, Soaring food prices and the rural poor: feedback from the field, http://www.ifad.org/operations/food/food.htm

FAO Voedselprijsindex

0

50

100

150

200

250

20132012

20112010

20092008

20072006

20052004

20032002

20012000

19991998

19971996

19951994

19931992

19911990

Voedselprijzen zijn de laatste jaren ongezien hoog en volatiel

Bron: FAO

Page 21: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de antwoorden Omdat hOnger een Onrecht is 21

3. hOnger: de antWOOrdenHet is niet dat de wereld níets doet tegen de honger. Maar het is meestal too little too late. En bovendien blijft men koken op basis van oude, vergeelde recepten: nóg meer monoculturen, nóg meer land voor grootschalige teelt, nóg meer pesticiden, nóg meer druk op het ecologisch systeem, nóg meer armoede, sociale ontreddering, nóg meer honger, ...

Voor 11.11.11 deugen die antwoorden niet. In dit hoofdstuk gaan we op zoek naar zinne-lijke antwoorden. Honger en ondervoeding zijn complexe problemen. Dus moeten we ook aan alle oplossingen tegelijk werken: speculatie op voedsel en landroof stoppen, inzetten op duurzame mobiliteit zonder massaal voedsel tot brandstof te verwerken, duurzame landbouw, sociale bescherming van de boeren, kredieten en opleiding ter beschikking stellen, met respect voor milieu, water en land. Ook aan deze kant van de wereld kunnen we ons deel doen: een halt aan de verspilling, duurzaam consumeren.

1. De antwoorden die niet deugen

Oude recepten deugen niet

Op het hoogtepunt van de voedselcrisis in 2009 beloofden de regeringsleiders van de G8, de acht grootste economieën van de wereld, 22 miljard dollar vrij te maken voor de strijd tegen de honger. Vorig jaar lanceerde Barack Obama een heuse ‘New Alliance for Food Security and Nutrition’. De landen van de G8 namen zich voor om samen met de bedrijven in de voedselindustrie en de Afrikaanse landen op 10 jaar tijd 50 miljoen mensen uit de armoede en honger te tillen door het stimuleren van groei in de landbouw. De wil en ambitie is er dus op hoog niveau, ook al blijven concrete investeringen vaak achter.

Dat er meer aandacht en middelen nodig zijn voor de strijd tegen honger staat als een paal boven water. De vraag is echter waar en hoe we die middelen inzetten. Het antwoord vandaag klinkt bedrieglijk eenvoudig: meer produceren en de landbouw moderniseren. De productie moet de hoogte in om een bevolking te voeden die steeds talrijker wordt en steeds vaker in steden zal wonen. De verwachting is dat we in 2050 met 9 miljard mensen zullen zijn waarvan bijna 70% in steden woont 1. Die mensen zullen zelf weinig tot geen voedsel produceren en steeds meer ver-werkte producten en vlees eten. Om die produc-

ten te verwerken, te verpakken, bij de consument te brengen is steeds meer energie, land en water nodig.

Meer van hetzelfde?

Dit verhaal klinkt wellicht bekend in de oren: meer produceren, met meer landbouwgrond, meer kapitaal, meer meststoffen, pesticiden, water, monoculturen, de erg gecontesteerde GGO’s (ge-netisch gemodificeerde organismen), enzoverder. Het is het verhaal van een Groene Revolutie 2.0, de grootschalige modernisering van de landbouw zoals we die al 40 jaar kennen. Productieverho-ging is nodig, zeker in Afrika, maar het antwoord op de honger is veel complexer.

- Fos

/cha

ntal

hov

ens -

1 FAO (2009), How to Feed the World in 2050.

Page 22: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

22 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de antwoorden

De voedselcrisis mag ons niet in de val doen trappen om de voedselproductie op te krikken door meer van hetzelfde te doen. Door te rekenen op de industriële landbouw die het probleem mee creëerde. Dit soort landbouw was gericht op maximale productie door monoculturen waarvan de opbrengsten mondiaal worden verkocht. Op die manier steeg de productie per capita spec-taculair. Paradoxaal genoeg bleef ook het aantal mensen met honger stijgen. De conventionele landbouw slaagde erin goedkoop voedsel aan te bieden op de kapitaalkrachtige markten in het Noorden – met overconsumptie en verspilling tot gevolg – tegen een enorme ecologische en socia-

le kost in het Zuiden. Het is een vicieuze cirkel: we tasten de watervoorraden te zwaar aan, we putten de bodem uit en we worden nog afhankelijker van fossiele brandstoffen.

Er is een heel ander gebruik van landbouwkennis, technologie en wetenschap nodig. Dat was het antwoord van de International assessment of agricultural knowledge, Science and Techno-logy for Development (IAASTD). IAASTD werd in 2002 door de FAO en de Wereldbank gelanceerd en betrok zowel VN-agentschappen, overheden, de civiele maatschappij, de privésector als de academische wereld. Aan het rapport werkten

asperges uit peruEen delicatesse uit ... de woestijn Wie in de winter asperges koopt, krijgt zeer waarschijnlijk asperges uit Peru op zijn bord. Peru is op tien jaar tijd wereld-wijd de grootste exporteur geworden van verse asperges. Ze vinden gretige afnemers in de VS maar ook in Nederland, Engeland en andere Europese landen. Voor Peru zijn asperges ondertussen het belangrijkste landbouw- exportproduct. En de uitvoer groeit verder.

Wat men niet weet, is dat die asperges ge-teeld worden in droge woestijngrond, aan de kust. Liefst 95% van de Peruaanse as-perges komen uit de woestijn van Ica, een provincie waar minder dan 1 mm regen valt per jaar. Het asperge-succesverhaal heeft met andere woorden een keerzijde.Voor de aspergeteelt is er veel water nodig, liefst 2.150 liter per kg. In 2012 werd berekend dat export-asperges 35% van het totale watergebruik in Ica voor hun rekening nemen. Bijna al dat water komt uit ondergrondse voorraden. Want voor de exportproductie is de kwaliteit van het oppervlaktewater niet goed genoeg. De eisen van de Europese voedselinspectie zijn immers hoog.Dat heeft ertoe geleid dat het niveau van het grondwater zeer sterk daalt: gemiddeld een halve tot twee meter, en op sommige plaatsen tot 8 meter per jaar. Een situatie die niet kan blijven duren. Vorig jaar waar-schuwde ANA, de officiële dienst voor wa-

terbeheer, dat over minder dan tien jaar de regio door droogte en verzilting ongeschikt zal zijn voor landbouw. De gevolgen van deze overconsumptie van water worden nu al voelbaar. De exploi-tatiekosten voor de agro-bedrijven lopen op omdat de kosten voor irrigatie sterk stijgen. Maar de zwaarste gevolgen zijn voor de kleine en middelgrote boeren. Die maken gebruik van open putten. Omdat het grondwater zakt, zijn zij aangewezen op oppervlaktewater dat onregelmatig is en niet altijd van voldoende kwaliteit. Zij maken schulden om de kosten te kunnen dekken, zien zich verplicht om land en putten te verkopen.

Nu al treft waterschaarste de arme be-volking in de valleien die haar putten ziet droogvallen of opgekocht worden door bedrijven. Sommige rurale gemeenschap-pen moeten overleven met tien liter water per persoon, dat is een vijfde van wat geldt als de norm. In 12 van de 14 districten van de provincie Ica stroomt in de meerderheid van de huizen die aangesloten zijn op het waternet maar drie uur per dag water uit de kraan. De uitputting van de watervoor-raden bedreigt ook de stad Ica met meer dan 300.000 inwoners. Een put die 18.000 inwoners van water voorzag, is al droog gevallen. Andere zullen volgen…

Bronnen: Agroexportación y agua- maart 2012, Red Ge (Red Peruana por una Globalización con Equidad), Drop by drop - September 2010, Progressio, CEPES en Water Witness International

- Fos

/cha

ntal

hov

ens -

Page 23: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de antwoorden Omdat hOnger een Onrecht is 23

900 mensen uit 110 landen mee. Het rapport was overduidelijk: de weg van alleen meer produceren zonder aandacht te schenken aan de sociale en ecologische grenzen, loopt dood.

Ecologische grenzen

De manier waarop we vandaag produceren en consumeren zet ons leefmilieu onder onhoud-bare druk. Als iedereen zou leven zoals de Belg vandaag, hebben we 4 identieke planeten nodig 2. We zetten de watervoorraden en de -kwaliteit, de bodem en de biodiversiteit onder druk. Bovendien draait het hele voedselsysteem op fossiele brand-stoffen.

Watervoorraden slinkenWereldwijd gebruikt de mens 70% van de beschik-bare zoetwatervoorraad voor landbouw. In ontwik-kelingslanden is dat zelfs 90% 3. In de laatste eeuw groeide het waterverbruik twee maal sneller dan de bevolking. De FAO verwacht dat tegen 2025 bijna 2 miljard mensen zullen leven in absolute water-schaarste, ook als een gevolg van de klimaatver-andering. Vooral in landen waar honger nog steeds alom aanwezig is (in Afrika en sommige delen van Centraal-Azië), dreigen de ergste watertekorten.

Waterkwaliteit daaltHet intensieve gebruik van meststoffen en pes-ticiden zorgde tijdens de Groene Revolutie voor ernstige watervervuiling. Omdat de voedselpro-ductie zo’n groot aandeel heeft in het wereldwijde verbruik en de kwaliteit, zit daar de sleutel voor een duurzaam behoud en beheer van het be-schikbare water.

Bodem degradeertVandaag wordt meer dan 2 miljard ha bedreigd door erosie, verzilting, verlies aan organisch materiaal, enz. 4. Volgens de FAO is 25% van het totale beschikbare land zo zwaar aangetast dat het de voedselproductie in het gedrang brengt 5. De landbouw kampt met dalende productiviteit

als gevolg van de bodemdegradatie. Tussen 1961 en 1990 namen graanoogsten toe met 3% per jaar. Tussen 1990 en 2007 daalde dat cijfer tot 0,5%. Ook de opbrengsten van rijst halveerden in dezelfde periode 6.

Biodiversiteit krimptHet verlies aan biodiversiteit - de verscheidenheid aan levensvormen binnen het ecosysteem - zet een hypotheek op het potentieel voor ontwik-keling in de toekomst. De landbouw is daar een belangrijke factor in. Vandaag zijn 14 diersoorten goed voor 90% van de totale veeteelt en 30 plantensoorten zorgen voor 90% van de totale consumptie  7. De winsten van het omturnen van natuurlijke habitat in grootschalige, commerciële landbouw gaan gepaard met een groot verlies aan ‘ecodiensten’, zoals opslag van CO2 en regulering van overstromingen. Ook bij ons gaat de biodiversiteit erop achteruit. Denk maar aan de massale bijensterfte die sterk gerelateerd is aan het gebruik van pesticiden in de landbouw.

de zware voet(afdruk) van de Belg

a België voert jaarlijks 21,3 miljoen ha land in om aan al zijn behoeften te voldoen. Dat is 7 keer de eigen oppervlakte!

a De Belg verbruikt 7.400 liter water per dag, twee maal het wereldgemiddelde. Het merendeel van dat water komt eigenlijk van het buitenland. Het grootste deel van het verbruik verloopt indirect via productie van voeding, kleding en toestellen.

a Elke Belg heeft elk jaar bijna 1 ha nodig voor zijn of haar consumptie. 87% van dat land moet ‘virtueel geïmporteerd’ worden. België staat daarmee in de top 3 binnen Europa.

Bron: Friends of the Earth (maart 2013); www.water-footprint.org

2 WWF (2012), Living Planet Report 2012: Biodiversity, Biocapacity and Better Choices, http://awsassets.panda.org/downloads/1_lpr_2012_online_full_size_single_pages_final_120516.pdf

3 UNEP (2012), Global Environmental Outlook 5, http://www.unep.org/geo/pdfs/geo5/GEO5_report_full_en.pdf 4 IAASTD, Synthesis Report, 2008, http://www.agassessment.org/reports/IAASTD/EN/Agriculture%20at%20a%20

Crossroads_Synthesis%20Report%20(English).pdf 5 FAO (2011), State of the World’s Land and Water Resources for Food and Agriculture. Managing systems at risk,

http://www.fao.org/docrep/017/i1688e/i1688e.pdf 6 ‘How much is enough?’, The Economist, Special Report on Feeding the World, 2011-02-24, , http://www.economist.

com/node/18200702 7 UNEP (2007), State and Trends of the Environment 1987-2007, Global Environmental Outlook-4,

- Fos

/cha

ntal

hov

ens -

Page 24: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

24 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de antwoorden

Overdadig gebruik van fossiele energieVandaag heb je 10 calorieën uit fossiele brandstof nodig om 1 calorie voedsel te produceren. Dat verklaart waarom voedselprijzen zo sterk gelinkt zijn aan olieprijzen. Het zegt ook hoe afhankelijk onze voedselproductie is van fossiele energie. Het voedselsysteem is goed voor 30% van de totale menselijke uitstoot van broeikasgassen. Het grootste deel van die uitstoot gebeurt niet op het veld. In de rijke landen dient 60 tot 70% van de gebruikte energie voor het verwerken van voedsel (verpakken, bewaren, transporteren, enz.). We eten ook steeds meer verwerkt voedsel dat enorme afstanden aflegt voor het op ons bord verschijnt.

De landbouw is dus een factor in de ecologische crisis, maar is er tegelijkertijd de oplossing voor. Als we landbouw duurzamer maken, verkleinen we onze voetafdruk, behouden we het potentieel van onze grond, water en biodiversiteit. Niet alleen de landbouw moet duurzamer, ook alle schakels tussen het veld en ons bord: bewaring, verwerking, transport en distributie.

Curieuze samenwerkingsverbanden

Eenden in de rijstvelden De rijst-eendcombinatie is een wijd-verspreid succesverhaal in Azië. De idee is om in de rijstvelden eenden uit te zetten. Die eten onkruid en ongedierte en dat betekent dat de boer geen schadelijke chemische pesticides en herbicides moet gebruiken om zijn oogst te vrijwaren. Door het water om te woelen, bren-gen de eenden meer zuurstof in het water. Dat komt de wortels van de rijstplanten ten goede en bevordert hun groei. De mest van de eenden is bovendien een goede natuurlijke bemester voor de rijst. Tegelijkertijd houdt de boer meer inkomsten over omdat hij veel minder meststoffen

moet kopen en aan het eendenvlees een nieuwe inkomstenbron heeft.

Vissen en rijstMeer dan duizend jaar al gebrui-ken de boeren in Zuid-China de rijst-vismethode. Recent onderzoek van de Zhejiang-universiteit heeft aangetoond dat rijstvelden waarin ook vis wordt gekweekt 68% minder chemische pesticides gebruiken en 24% minder kunstmest dan velden met enkel rijst. Net als de eenden eten de vissen onkruid en ongedierte. De methode is door de FAO benoemd als een wereldwijd belangrijk landbouwerfgoed.

Bron: Greenpeace East Asia

“Mijn koeien gaan langer mee”Biobedrijf De ZwaluwNils Mouton heeft een gevarieerd biobedrijf met een vijftigtal koeien en 120 schapen. Hij levert aan de voedselteams en produceert ook eigen roomijs. Nils bewijst dat melk pro-duceren diervriendelijk, efficiënt en rendabel kan zijn, zonder voeder dat uit Frankrijk of zelfs Brazilië komt. In de zomer van 2010 bouwde hij een compoststal. Daarin hebben de koeien ruimte en lopen ze los. Hun mest valt op een laag houtsnippers en wordt meteen omgezet in compost. De stal uitmesten is niet meer nodig. Het bedrijf van Nils is nu bijna volledig zelfvoor-zienend wat veevoeder betreft. Zijn streefdoel is om 100% eigen voeder te kweken en zijn dieren 100% antibioticavrij te houden. “Als die twee zaken lukken wil ik gerust inleveren op liters melk. Het levert alleen maar voordelen op: betere kwaliteit van de melk én een betere prijs want de kost van ruwvoeder en antibiotica valt weg. Als je niet de grootste productie nastreeft, heb je sowieso al minder antibiotica nodig.” Nog een voordeel is dat je gezonde beesten krijgt die zonder problemen kalven. Nils: “We moeten nooit helpen ’s nachts om af te kal-ven. De koeien gaan ook langer mee omdat je niet het maximale vraagt. Zo blijft het rendement op lange termijn hetzelfde of zelfs nog beter.”

Bron: BioForum Vlaanderen

- Fao

/J.V

illam

ora -

Page 25: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de antwoorden Omdat hOnger een Onrecht is 25

2. De antwoorden die volgens ons deugen

Antwoord 1Het agro-ecologische alternatief

De manier waarop we vandaag voedsel produ-ceren is een eindig verhaal. Het voedselsysteem botst tegen haar ecologische grenzen, zoveel is duidelijk. Toch wordt vandaag al geschreven aan een alternatief verhaal. ‘Agro-ecologie’ heeft al bewezen een belangrijke piste te zijn voor de transitie naar een duurzaam voedselsysteem. Agro-ecologie is tegelijkertijd een wetenschappe-lijke discipline, een verzameling landbouwpraktij-ken en een sociale beweging. De agro-ecologie gaat op zoek naar praktijken om het hele land-bouwsysteem te optimaliseren en niet enkel naar de maximalisering van de opbrengst van een individuele plant 8.

Een agro-ecologische landbouw steunt op een aantal fundamentele principes 9:

a een zo intensief mogelijk gebruik van de her-nieuwbare bronnen als zonlicht, water, enz.,

a een permanente combinatie van verschillende teelten – ook veeteelt – binnen één veld,

a een maximaal gebruik van planten als peul-vruchten om voedingsstoffen zoals stikstof en koolstof te fixeren in de bodem,

a een maximaal gebruik van de natuurlijk aanwezige mineralen in de bodem via bomen (agro-forestry).

Agro-ecologie is geen romantische ‘keuter-landbouw’ zoals het vaak wordt afgeschilderd. Agro-ecologie is ‘cutting edge’-wetenschap die de natuurlijke cycli van de natuur tracht te begrijpen en te reproduceren op het niveau van de boerderij en het veld. Agro-ecologie wil werken met de natuur en niet tegen de natuur. Investe-ringen in de landbouw en onderzoeksbudgetten moeten dan ook in de richting van de gediversi-fieerde, agro-ecologische landbouw georiënteerd worden.

“ alexis, bediende in Bujumbura, Burundi

De prijzen van voedingswaren zijn sterk gestegen. De reden is de kost van transport, de belastingen en de devaluatie van onze munt tegenover de munt van de buurlanden, de euro en de dollar. Dat heeft veel invloed omdat Burundi veel invoert uit Rwanda en Tanzania.

Mensen passen zich aan en schakelen over op goedkopere voedingsproducten, wat ook hun voedingswaarde moge zijn. Als dat niet volstaat reduceert men de hoeveelheid eten per dag, dan het aantal maaltijden en ten slotte het aantal mensen dat dagelijks eet. Wie bijvoorbeeld maandagmid-dag eet, zal pas dinsdagavond opnieuw eten. Iedere dag zie ik die strategieën als ik voor mijn werk in de heuvels rond Bujumbura ben. Ik zie al tekenen van ondervoeding.

Als de prijzen niet dalen, gaan er mensen sterven. En ook overvallen en diefstallen op het veld zullen toenemen. Wie uitgehongerd is, is niet voor rede vatbaar.

8 Visser, M. (2012), ‘Agro-ecologie in een notendop’, in: Oikos, 1, pp. 20-32; Altieri, M., op. cit.9 http://www.agroecology.org/Principles_List.html

Page 26: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

26 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de antwoorden

- tria

s -

een voorgekookt idee!Burkinese ‘femmes étuveuses’ spelen in op de lokale markt

In 2008 rezen de prijzen van voedsel de pan uit, ook van de rijst die traditioneel uit Azië wordt ingevoerd. De Afrikaanse regeringen hebben geen nood aan voedselrellen. Vandaar hun ver-hoogde aandacht voor de lokale productie van rijst, die de laatste jaren ook steeds aan belang wint in het dagelijks menu van de Afrikaanse consument. In Burkina Faso is er sedert 2008 - net als in de rest van West-Afrika - opnieuw aandacht voor die lokale productie.

In een achttal geïrrigeerde zones verbouwen een 5.000 boeren op ongeveer evenveel hectares verschillende variëteiten rijst. De Afrikaanse consumenten blijken vooral de voorgekookte rijst of ‘riz étuvé’ te smaken. Het zijn de vrouwen van de producenten die al meer dan 20 jaar de ‘paddy-rijst’ bij hen thuis in grote aarden potten voorkoken, daarna pellen en verkopen. Of nog: thuis opslaan voor het dagelijks menu. Door het voorkoken blijven een aantal voedingsstoffen beter bewaard in de uiteindelijk “wit” gepolijste rijst. Mooi meegenomen dus. Deze traditionele vorm van “verwerking” wordt sedert een aantal jaren gepromoot, onder invloed van enkele ngo’s en donoren. Meer dan

4.000 vrouwen hebben in deze zones verwer-kingseenheden opgezet, waar de paddy-rijst voorgekookt, gepeld en opgeslagen wordt. Deze ‘centres d’étuvage’ leveren werk voor vrouwen uit de streek. Ze creëren ook een meerwaarde, waardoor de rijst duurder kan verkocht worden dan de “gewone” witte rijst. Enkele associaties van de “femmes étuveuses” zetten ook een consumentenonderzoek op. Ze bevroegen panels van 80 à 100 consumenten, waaronder grote opkopers, vertegenwoordigers van de staat, het leger, een hospitaal, enz. Uit dit “blind” proeven kwamen enkele variëteiten als de meest gewaardeerde naar voor. Die informatie is dan weer doorgespeeld aan de producenten, meestal de mannen van de étuveuses. Waardoor die zich meer op die variëteiten gingen toeleggen. TRIAS wil in de toekomst samen met Vredesei-landen, onder meer in Burkina Faso, dit soort pilootprojecten ondersteunen. Doel is de lokale productie te verhogen maar vooral boeren en boerinnen de kans te geven daarmee een beter inkomen te realiseren. De “femmes étuveuses” hebben bewezen dat ze een cruciale factor zijn in dit verhaal.

Bron: Trias

Page 27: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de antwoorden Omdat hOnger een Onrecht is 27

Ook de VN-rapporteur voor het Recht op Voed-sel, Olivier De Schutter, en het baanbrekende IAASTD-rapport schuiven agro-ecologie naar voren als een belangrijk antwoord op de voedseluitdaging. Het heeft het potentieel om de productiviteit van de kleinschalige landbouw dras-tisch te verhogen zonder een bijkomende druk te zetten op de natuurlijke hulpbronnen 10, biedt een antwoord op de klimaatcrisis en kan de situatie van de armsten verbeteren. Beide rapporten be-sluiten dat de productie van kleinschalige boeren in de meest door honger getroffen regio’s binnen 10 jaar kan verdubbelen door over te schakelen op agro-ecologische methodes 11.

Antwoord 2Plattelandsarmoede aanpakken

Investeer in de boer Om het recht op voedsel voor allen te garanderen moeten we eerst en vooral de armoede op het platteland aanpakken, want net daar zitten de meeste armen. We moeten inzetten op de lokale duurzame landbouw, op familiale landbouwers en hun organisaties. We moeten hen versterken zodat ze de vruchten van de stijgende prijzen kunnen plukken.

Waarom duurzame, diverse en meer kleinschalige landbouw?

a Omdat het een grotere opbrengst per vierkante meter en per eenheid energie genereert dan grootschalige, commerciële landbouw. Dat is niet onbelangrijk wanneer grond en energie steeds schaarser worden;

a Omdat het minder druk zet op het leefmilieu en de natuurlijke hulpbronnen. Deze landbouw is dus duurzamer;

a Omdat het gericht is op lokale en regionale markten en een katalysator is voor ontwikkeling van andere sectoren. De meerwaarde wordt lokaal toegevoegd en blijft in het land zelf;

a Omdat het jobs creëert op het platteland, wat de enorme plattelandsvlucht en armoede in de steden kan stoppen;

a Omdat het in de eerste plaats gericht is op de productie voor de vraag naar voedsel en niet voor de meest rendabele markten (bijvoorbeeld voor de productie van biobrandstoffen).

Boeren moeten toegang krijgen tot markten. Ze moeten de middelen hebben om te kunnen voldoen aan de vraag van moderne markten: kredieten en een verzekerde toegang tot land en water. Ze hebben kennis en technieken nodig die aangepast zijn aan hun situatie.

We moeten van de kleinschalige boer niet ver-wachten dat hij concurreert met de Europese landbouwer die op grote schaal graangewassen teelt. Ontwikkelingslanden moeten dan ook het recht kunnen doen gelden om markten af te schermen zodat die kleinschalige landbouw een eerlijke kans krijgt.

10 Pretty, J. (2006), ‘Resource-conserving agriculture increases yields in developing countries’, Environmental science and technology, 40, 4, pp. 1114-111911 IAASTD & De Schutter 2010 De Schutter O., Agro-ecology and the Right to Food, 2011, http://www.srfood.org/index.

php/en/component/content/article/1174-report-agroecology-and-the-right-to-food

- tria

s -

Page 28: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

28 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de antwoorden

Meer rijst met minder zaadBiorijst uit Centraal-Java, IndonesiëIn het district Boyolali leeft 31% van de mensen met minder dan 1 dollar per dag. Het belangrijk-ste landbouwgewas in de regio is rijst met 2 tot 3 oogsten per jaar. Er wonen ongeveer 272.000 rijstboeren in Boyolali, waarvan er 48.000 biolo-gische rijst produceren.

Vredeseilanden werkt in de regio onder meer samen met de boerenorganisatie Appoli. De af-gelopen jaren werden de boeren ondersteund om hun productiemethodes duurzamer te maken, en om de verwerking en commercialisatie te verbete-ren. Appoli had in november 2012 3.559 leden die biologische rijst produceren. Hun inkomen steeg gevoelig.De rijst in Boyolali wordt geteeld volgens de SRI-me-thode. Dat staat voor System of Rice Intensification: met minder inputs meer rijst produceren. De rijst wordt geproduceerd met minder water (tot 50% minder), minder zaad (tot 90% minder) en zonder chemische meststoffen en pesticiden.Het systeem is gebaseerd op sterke ontwikkeling van de wortels van de rijstplanten. In plaats van zaailingen van 30 dagen dicht bijeen te planten in bevloeide velden - de gangbare teeltwijze-, worden

bij de SRI-methode zaailingen van 5 dagen ver uit elkaar geplant, in een vochtige bodem. Daardoor hebben de wortels tijd en ruimte om zich sterker en dieper te ontwikkelen. Deze rijstplanten weerstaan beter aan extreme weersomstandigheden. Door de rijst niet te bevloeien, blijven meer micro-nutriënten actief en kan de productie verhogen van 50 tot 100%.Bij de start van het programma in 2008 werd de biologische rijst niet gewaardeerd op de lokale markt, waardoor de boeren ook geen meerprijs kregen. Door sensibiliseringsacties groeide de waardering bij de lokale bevolking en kregen de boeren een hogere prijs. Eind 2010 betalen consu-menten een 7.000 rupiah (ong. 0,5 euro) voor een kg gewone rijst en 9.000 rupiah (ong. 0,7 euro) voor biologische rijst. Er is op de lokale markt echter onvoldoende koopkracht om de totale productie van biologische rijst lokaal te verkopen aan hogere prijzen. Daarom is het plan om een deel van de biologische rijst te exporteren, wat zal zorgen voor extra inkomsten naar de regio. Met de steun van Vredeseilanden kon Appoli haar rijst certificeren voor de internationale markt.

Bron: Vredeseilanden

Page 29: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de antwoorden Omdat hOnger een Onrecht is 29

Daarnaast zijn dringend investeringen nodig in die landbouw. Behalve in Europa liepen publieke investeringen in de landbouw de afgelopen decennia overal sterk terug  12. Die trend moet gekeerd worden. Investeringen in de landbouw zijn broodnodig in de strijd tegen de honger.

Tot dat besluit kwam ook de FAO in haar rapport van 2012. De FAO stelt dat de boer centraal moet staan in het investeringsbeleid. Ook collectieve investeringen in publieke goederen, zoals in-frastructuur, onderzoek en opleidingen, leveren grote winsten op in de strijd tegen honger.

Een sociaal vangnetOok sociale beschermingsmechanismen kunnen de plattelandsarmoede tackelen en het recht op voedsel garanderen. Sociale bescherming bete-kent niet alleen dat je verzekerd bent tegen risico’s zoals ziekte, werkloosheid, ouderdom, enz. Het

gaat ook om bescherming tegen de risico’s van hoge voedselprijzen en misoogsten. Het versterkt de capaciteiten van mensen om zich te kunnen wapenen tegen toekomstige voedselcrisissen.

Het recht op sociale bescherming verplicht staten om tussen te komen wanneer mensen geen of onvoldoende inkomen hebben. Dit is een ver-plichting die geldt voor alle landen op basis van mensenrechtenverdragen, ongeacht hun ontwik-kelingsniveau. En ze doen dit best in overleg en in samenwerking met andere relevante actoren, waaronder het middenveld. Jammer genoeg heb-ben ontwikkelingslanden vaak niet de capaciteit of de wil om dergelijke beschermingsmechanismen op te zetten. Rijke landen hebben een verantwoor-delijkheid om het recht op sociale bescherming te garanderen. Onze beleidsmakers kunnen die belofte waarmaken door middelen vrij te maken voor de invoering van deze mechanismen.

de ‘hutan desa’Land beschermen tegen overnames - Indonesië

De provincie Jambi, ten zuiden van het eiland Sumatra, is een schoolvoorbeeld van massale ontbossing in Indonesië. In de periode 1970-2008 verdween hier zowat 90% van het regenwoud om plaats te maken voor plantages van palmolie en snelgroeiende bomen voor de pulp- en papierproductie of de bouwsector.

Dat die ontbossing zo snel kon gaan heeft onder meer te maken met de zwakke legale bescherming van de boeren, gemeen-schappen en inheemse gemeenschappen. Die exploiteerden voordien grote stukken bos maar op een minder intensieve manier, met een mix van rijst, rubber, groenten, koffie, pindanoten, fruitbomen. Betere bescherming van de landrechten van deze boeren is dan ook een punt waar 11.11.11-partner Walhi samen met andere organisaties al jaren voor ijvert. Zij eisen een grondige landhervorming en officiële erken-ning voor gemeenschappelijke gronden.

Enkele jaren terug dook het concept op van de “hutan desa” (in de Engelstalige teksten wordt het als ‘Forest Village’ vertaald). Gemeenschappen die een lange ervaring in goed bosbeheer kunnen voorleggen, komen voor dit statuut in aanmerking. In 2009 hielp Walhi 17 dorpen in het westen van Jambi om zo’n officiële erkenning door het ministerie van Bosbeheer in de wacht te slepen. De belangrijkste troef voor deze hutan desa is de officiële bescherming van hun land tegen bedrijven die via allerlei trucs proberen grond over te nemen. De hutan desa biedt ook erkenning voor gemeenschappelijke gronden en zet in op duurzaam bosbeheer. Cruciaal voor het succes is de consolidatie en de versterking van de gemeenschaps-zin en het verhogen van de inkomsten - maar binnen een strikte regelgeving. Uitbreiding van de productie in bosgebied is beperkt en geleidelijk aan moet men overgaan naar meer duurzame teelten.

Er wordt in de gemeenschappen nu al exclusief organische meststof gebruikt en de meeste teelten, zoals rubber, rijst en fruitbomen, zijn nu reeds biologisch. Alleen voor bepaalde gewassen worden nog pesticiden gebruikt.Walhi wil het concept van hutan desa nog sterker promoten en nog meer dorpen, ook buiten Jambi, inspireren. Musri Nauli, directeur van Walhi Jambi: “Er zijn te veel landconflicten in dit land, in deze provincie heeft Walhi er 312 gedocumenteerd. Vele boerengemeenschappen voelen zich vernederd en zijn slachtoffer van repressie. Vele land-hongerige bedrijven ageren als een echte pletwals, Ze denken enkel aan hun winst en negeren de rechten van de boeren. Voor de boeren is land echter de bron van leven, dat recht moeten we met hand en tand verdedigen.”

Bron: 11.11.11, Walhi

12 FAO (2012), State of Food and Agriculture: Investing in agriculture for a better future, http://www.fao.org/publications/sofa/en/

Page 30: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

30 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de antwoorden

Antwoord 3Democratisch beheer

Van belangen en rechtenHet werd al duidelijk in onze beschrijving van de oorzaken van honger. Er zit iets grondig scheef aan ons voedselsysteem. Er is een ongelijke machtsverdeling tussen de enkelen die bepalen wat, waar en voor wie geproduceerd wordt en de miljoenen, zelfs miljarden consumenten en kleinschalige producenten van voedsel. Landroof, voedselspeculatie en de verregaande liberalise-ring van het handelsbeleid, ook in voedselmarkten, zijn een symptoom van het gebrek aan democratie in ons voedselsysteem. De stem van de grootste groep – kleine boeren, vrouwen, consumenten, … - weegt er niet op tegen de belangen van een aantal grote spelers en sterke economieën.

Het beleid pakt die scheve situatie onvoldoende aan en ondermijnt de voedselsoevereiniteit van landen en mensen. Onder voedselsoevereiniteit verstaan we het recht van volkeren en staten om zelf te beslissen over hun landbouw- en voedsel-beleid, zolang ze geen schade berokkenen aan de landbouw van andere landen. Het gaat om het recht op gezond, kwaliteitsvol en cultureel pas-send voedsel, het recht op een fatsoenlijk inkomen waarbij de landbouwprijzen de productiekosten dekken en waarbij de boer fatsoenlijk kan leven van zijn landbouwactiviteit; het recht op toegang tot en een eerlijke verdeling van de productiemid-delen en het recht om de landbouwproductie en handel te beschermen en te reglementeren zodat zij beantwoorden aan de verwachtingen van de maatschappij en het milieu respecteren.

Onze stem laten horenHet recht op voedsel veronderstelt een overheid die zorgt dat alle belanghebbenden – ook achter-gestelde landbouwers en arme consumenten – in een beleid tegen de honger worden betrokken. Dat betekent dat het middenveld zowel in Noord als Zuid – boerenorganisaties, vakbonden, ngo’s, enz. – hun zeg moeten kunnen doen. Op mondiaal vlak zijn al stappen in die richting gezet. Zo werd het Comité voor Voedselzekerheid, een forum binnen de Verenigde Naties waar staten over het nodige beleid onderhandelen, recent hervormd. Nu heeft ook het middenveld een stem in de internationale beleidsvorming en neemt het volwaardig deel aan de debatten. Dat is een eer-ste, noodzakelijke stap naar een democratisch en transparant beheer van ons voedselsysteem.

De stem van boeren en vaak arme consumen-ten moet worden gehoord op alle beleidsniveaus waar beslissingen worden genomen. Zo moeten landhervormingen rekening houden met de ver-wachtingen van de mensen die de grond reeds generaties lang bewerken. Of moet het mogelijk zijn dat benadeelde boeren klacht kunnen indie-nen tegen overheden of bedrijven in het Noorden die hun recht op voedsel schenden. Dat het kan, toont onderstaand voorbeeld van de ‘hutan desa’ in Indonesië.

Page 31: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Honger: de antwoorden Omdat hOnger een Onrecht is 31

Antwoord 4Anders gaan eten

Vlees in de wereldkuipWe schreven al over de slinkende watervoorraden, de bodemdegradatie, de druk op de biodiversiteit, het overmatig gebruik van fossiele brandstoffen. Een voorbeeld dat typisch is voor dit systeem is de vleesproductie. De wereld is verlekkerd op vlees. Op 50 jaar tijd is de vleesconsumptie per hoofd van de bevolking bijna verdubbeld van 22 kg in 1961 tot 40 kg in 2007. De Belg is daar het archetype van: in 2004 at de gemiddelde Belg 102 kg vlees 13. Vandaag zien we dat groeilanden als China, Brazilië en zelfs India ons Westerse con-sumptiepatroon overnemen en steeds meer vlees consumeren. Toch is het consumptiepatroon van de vlees-veelvraat niet haalbaar voor deze wereld, daarvoor is er gewoon te weinig land.

De ‘meatification’ van de wereld

2000 2050Noord-Amerika en Europa 83 89Azië en Noord-Afrika 28 51Zuid-Amerika 58 77Sub-Sahara-Afrika 11 22

Vleesconsumptie in de wereld (in kg per persoon) Bron: Rosegrant & Thornton, 2008

Die ‘meatification’ van ons dieet heeft een tol. De productie van vlees is bijzonder inefficiënt. Om 1 calorie rundvlees te produceren heb je 18 calorieën uit plantaardige producten nodig (voor veevoeder). Kijk je naar de totale productie en hou je rekening met onder meer het transport, stijgt dat tot 33 calorieën.

Wereldwijd is 33% van het akkerland bestemd voor de productie van veevoer, goed voor meer dan 60% van de totale productie van granen,

maïs en gerst 14. Bovendien legt die vleesproduc-tie een enorm beslag op het beschikbare water. Vleesproductie vraagt tot tien keer meer water dan plantaardig voedsel 15.

Consument en overheid samen aan tafelDuurzame consumptie kan de voorbode zijn naar een duurzaam voedselsysteem. De consument kan perfect beslissen zijn vleesconsumptie te ma-tigen en vooral duurzame voeding met een lage ‘voetafdruk’ te kiezen. Tegelijkertijd ligt hier ook een grote verantwoordelijkheid voor het beleid. Die legt de verantwoordelijk vandaag te veel bij de consument door vooral in te zetten op infor-matiecampagnes en productlabels. Dat is goed, maar onvoldoende. Bewustmaking en informeren van consumenten is onvoldoende om de transitie naar een duurzaam consumptiepatroon mogelijk te maken. Ook een actief overheidsingrijpen is cruciaal.

Water footprint (litres)i iAssumes an average egg weighs 60g, and the density of milk is 1kg per litre.iiBased on production in England and WalesiiiBased on production in England and Wales, assumes all production is on land of an equal gradeSources: Water http://www.waterfootprint.org/?page=files/productgallery; emissions and land use UK DEFRA (2006), http://goo.gl/T12ho; grain National Geographic, http://goo.gl/4CgFB; calories USDA National Nutrient Database, http://goo.gl/7egTT

Calories (Kcal)Grain (for feed) (kg)Land use (m2)iii Emissions (Kg CO2e)ii

MILK

RICE

15,500 16 24707.9 6

1650143061034001300

3,900 4.6 6.4 1.8

3,333 5.5

1,000 10.6 9.8

1,300 0.8 1.5

3,400

6.7

1 Kg

BEEF

CHICKEN

EGGS

WHEAT

de ecologische voetafdruk van voedsel

Bron: Oxfam

doe de Foodtest!In 2013 voerde Broederlijk Delen campagne rond honger en voedselzekerheid in Oeganda. De ngo daagde iedereen uit om over eigen omgang met voedsel na te denken. Neem je elke dag je boterhammetjes mee naar het werk of koop je een belegd broodje? Kook je met verse ingrediënten of kies je voor kant-en-

klaar? Koop je aardappelen uit Nieuw-Zeeland of uit België? Wil je vlees op je bord of mag het eens vegetarisch? En wat doe je met de restjes? Mee de strijd aangaan tegen de honger in het Zuiden betekent ook in eigen bord kijken!Doe de foodtest op www.broederlijkdelen.be/foodtest.

Bron: Broederlijk Delen

13 Brussels Observatorium voor Duurzame Consumptie, Stijgende vleesconsumptie: het milieu betaalt de prijs, http://www.oivo-crioc.org/files/nl/4128nl.pdf

14 FAO (2006), Live Stock’s Long Shadow. Environmental Issues and Options, 2006, ftp://ftp.fao.org/docrep/fao/010/a0701e/a0701e.pdf

Page 32: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

32 Omdat hOnger een Onrecht is Honger: de antwoorden

Antwoord 5Stop de voedselverspilling

Volgens de FAO gaat er elk jaar wereldwijd 1,3 miljard ton of ongeveer 1/3 van het voedsel verloren 16. Voor groenten en fruit is dit zelfs bijna de helft, wat betekent dat voor iedere krop sla die wordt gegeten, er ook eentje wordt weggegooid. In ontwikkelingslanden gaat het meeste voedsel verloren bij de oogst, bewaring en verwerking door slechte opslaginfrastructuur, beperkte transport-mogelijkheden, enz. In rijke landen wordt er ook veel verspild in de landbouw en de verwerking, maar dan voornamelijk door te hoge normen die worden gesteld aan voedsel. Daarnaast koopt de consument veel te veel voedsel dat vaak vergeten wordt en in de koelkast blijft liggen. Terwijl arme landen een ondermaatse oogst- en bewaarin-frastructuur hebben en een tekort aan voedsel hebben, is voedselverspilling in rijke landen voornamelijk een luxeprobleem. In Vlaanderen wordt het totale voedselverlies geschat op bijna 2,3 miljoen ton. Dat is goed voor meer dan 370 kilogram per Vlaming per jaar 17.

Het blijft knagen aan ons geweten wanneer we al dat voedsel weggooien terwijl bijna 1 miljard mensen honger lijdt. Het probleem is echter nog veel groter. Voedsel kost enorm veel: energie, water, grond, … Voedselverspilling is dan ook vooral een enorme verspilling van de schaarse natuurlijke hulpbronnen. Bovendien kost het gewoon ontzettend veel geld. Het financiële verlies in België wordt geschat op 1,4 miljard euro per jaar. Het inperken van voedselverlies is de eerste manier om het voedselaanbod te doen toenemen zonder het milieu bijkomend te belasten. Het moet dan ook een prioriteit zijn om dat probleem aan te pakken, zowel in Noord als Zuid. In alle fases in de keten – productie, verwerking, distributie als bij de consument – gaat enorm veel voedsel verloren. Het beleid moet dan ook inzetten op de hele keten.

Van de krombekerwt en de holpijpselderEigen zaden bij AkeleiAkelei is een 4 ha groot biotuinbouwbedrijf in Schriek, deelgemeente van Heist-op-den-Berg. Greet en Johan telen er een brede variatie aan verse groenten in volle grond, die wisselt naarge-lang de seizoenen en die goed gedijt op de lemige zandgrond.Greet: “Op Akelei sluiten we aan bij de traditie van de Vlaamse tuinbouw om met eigen telerselecties te werken. Door de zaadteelt op het bedrijf te inte-greren, komen we tot gewassen die zich doorheen de jaren sterk aangepast hebben aan het typische van de grond, de streek en het eigen karakter van het bedrijf. Door de selectie van de meest robuuste planten wordt een natuurlijke weerstand

opgebouwd, zodat we met minimale ingrepen een gezond product kunnen oogsten. Eén derde van onze gewassen is van eigen zaadteelt, waaronder de typisch Mechelse blauwgroene winterprei, de aromatische holpijp-soepselder en de Mechelse krombekerwt.” De prei is intussen officieel erkend als landras.“Onze afzet richt zich naar de groothandel Biofresh, op een boogscheut van het bedrijf. Er is een winkel op het bedrijf, die bevoorraad wordt met gemeng-de sla, erwtjes, rucola, rode-meldespinazie, ... In de winkel is het motto vers en divers. Wij maken ook één keer per week groentepakketten voor enkele bio-teams.”

Bron: BioForum Vlaanderen, website Akelei

15 Jägerskog, A., Jønch Clausen, T. (eds.) (2012), Feeding a Thirsty World – Challenges and Opportunities for a Water and Food Secure Future, Report Nr. 31, Stockholm, SIWI, http://www.siwi.org/documents/Resources/

Reports/Feeding_a_thirsty_world_2012worldwaterweek_report_31.pdf 16 Gustavsson J., Cederberg C., Sonesson U., Van Otterdijk R. & Meybeck A. (2011) Global food losses and food waste.

Extent, causes and prevention, Rome, FAO.17 Synthesedocument, Voedselverlies in Vlaanderen, Interdepartementale werkgroep voedselverlies, 2012.

Page 33: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Een ‘New Deal’ voor het recht op voedsel Omdat hOnger een Onrecht is 33

4. een ‘neW deal’ VOOr het recht Op VOedsel

De uitdaging is duidelijk: honger de wereld uithelpen, zonder de draag-kracht van de aarde te overstijgen, met zorg voor de biodiversiteit, natuurlijke hulpbronnen en een waardig inkomen voor de boeren die voedsel produceren. Daarvoor hebben we dringend een transitie naar een duurzaam voedselsys-teem nodig dat het recht van allen respecteert. Die transitie veron-derstelt een krachtdadig en cohe-rent beleid dat de engagementen en verplichtingen voor het recht op voedsel waarmaakt.

Een dergelijk beleid loopt langs 2 sporen:

1. We moeten de obstakels die een transitie in de weg staan opruimen;2. We moeten een ondersteunend beleid voeren om die transitie in gang te zetten, door

beloftevolle praktijken in productie en consumptie te versterken.

In dit hoofdstuk beschrijft 11.11.11 dit twee-sporenbeleid. Bij elk van de sporen for-muleren we 6 politieke eisen gericht naar de Vlaamse, Belgische en internationale overheden en instellingen. Een dozijn maatregelen die we dringend moeten nemen om de honger te verbannen!

1. Ruim de obstakels op!1. Voedselspeculatie moet verdwijnen: transpa-

rantie en regulering van financiële markten2. Landbouwgewassen dienen in de eerste

plaats om op te eten: niet voor biobrandstof-fen

3. Toegang tot land en water is verzekerd4. Ambitieus klimaatbeleid erkent de rol van

duurzame landbouw 5. Een rechtvaardig en democratisch handels-

beleid: daarin krijgen ontwikkelingslanden de beleidsruimte voor duurzame landbouw en de garantie van het recht op voedsel

6. De enorme machtsconcentratie is nefast: herverdeel macht in de voedselketen

2. Versterk beloftevolle praktijken!1. Ontwikkel en ondersteun agro-ecologische

praktijken: minder afhankelijk van niet-her-nieuwbare hulpbronnen

2. Investeer in lokale duurzame landbouw: steun familiale landbouwers en hun organi-saties

3. Voer sociale beschermingsmechanismen in4. Stimuleer duurzame consumptie 5. Stop de verspilling6. Vóór een duurzaam en solidair landbouwbe-

leid bij ons

- Fao

/giu

lio n

apol

itano

-

Page 34: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

34 Omdat hOnger een Onrecht is Een ‘New Deal’ voor het recht op voedsel

1. Ruim de obstakels op!

Voedselspeculatie moet verdwijnen: transparantie en regulering van financiële markten

Wat moet Europa doen? a Beleggers actief op grondstoffenmarkten

bieden volledige transparantie over hun acti-viteiten en posities. Transparantie is de eerste stap naar een goede regulering.

a Termijnmarkten dienen voor eindverkopers en –kopers van voedsel.

a Indexfondsen op basis van landbouwproduc-ten worden verboden. Beleggers op de markt voor landbouwproducten krijgen maximale posities opgelegd om te voorkomen dat de grootste spelers de koersen voor specula-tieve doeleinden kunnen manipuleren. Deze maximale posities worden opgenomen in de Europese richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID).

Wat moet België doen? a België controleert de activiteiten van Belgische

financiële instellingen en verzekert dat financië-le producten binnen en buiten zijn grondgebied het recht op voedsel niet bedreigen.

a België versterkt het beleid van publieke voedselvoorraden in EU, FAO en Comité voor Voedselzekerheid. Lokale en regionale voedselreserves zorgen voor stabielere prijzen en inkomens en gaan speculatie tegen. Die voorraden moeten publiek beheerd worden in overleg met de actoren in de keten.

Landbouwgewassen dienen in de eerste plaats om op te eten, niet voor biobrandstoffen

Wat moet Europa doen? a Europa hervormt het beleid voor hernieuwbare

energie en de kwaliteit van brandstoffen, zodat alle landgebonden biobrandstoffen die het recht op voedsel bedreigen verdwijnen.

a Europa brengt alle uitstoot van broeikasgassen die biobrandstoffen veroorzaken performant in rekening, ook wanneer die wordt veroorzaakt door indirect landgebruik (ILUC).

a Europa zorgt voor een uitfasering van subsidies en stimuli voor biobrandstoffen uit landbouw-gewassen.

a Europa zorgt voor strikte en afdwingbare duur-zaamheidscriteria die rekening houden met het recht op voedsel, recht op waardig werk, het recht op water en het recht op land.

Wat moeten België en Vlaanderen doen? a België en Vlaanderen herzien hun ondersteu-

ningsbeleid voor biobrandstoffen. Ze zetten prioritair in op energiebesparing en hernieuw-bare energiebronnen die echt bijdragen tot het leefmilieu en de strijd tegen de klimaat-verandering, zonder negatieve impact op de mensenrechten.

a België en Vlaanderen zetten prioritair in op een ambitieus, duurzaam en sociaal mobiliteits-beleid dat de impact op het leefmilieu sterk reduceert en de dienstverlening aan de burger versterkt.

a België en Vlaanderen nemen ook zelf sociale randvoorwaarden op in het biobrandstoffenbe-leid. Het recht op voedsel, recht op water en recht op land moeten gewaarborgd worden.

Toegang tot land en water is verzekerd

Overheden moeten de verantwoordelijken voor landroof aanpakken. Ze mogen zich niet langer verschuilen achter het gebrek aan wil of capaciteit van ontwikkelingslanden om het recht op verze-kerde toegang tot land en water te garanderen. Overheden moeten dan ook bindende richtlijnen opleggen aan investeerders. Die moeten volledig transparant zijn en de lokale bevolking laten parti-ciperen in beslissingen.

Investeringen moeten prioritair de lokale en nati-onale voedselsystemen en het algemene belang dienen, het leefmilieu en natuurlijke rijkdommen respecteren en de lokale voedselzekerheid ont-zien. De lokale bevolking moet meegenieten van de opbrengsten en toegang krijgen tot waardig werk en een inkomen.

Daarnaast is het van cruciaal belang dat beschik-bare watervoorraden publiek beheerd en eerlijk verdeeld worden. Er wordt rekening gehouden met de behoeften van de lokale gebruikers, inclu-sief de natuur, kaderend binnen de afspraken van grensoverschrijdend integraal waterbeheer.

Wat moet de Wereldbank doen?De Wereldbank speelt hier een zeer belangrijke rol omdat het zelf investeert in landen, omdat het een ‘trendsetter’ is op vlak van standaarden en praktijken voor investeerders en omdat het landen

Page 35: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Een ‘New Deal’ voor het recht op voedsel Omdat hOnger een Onrecht is 35

adviseert bij het uitdenken en uitwerken van re-gelgeving en instellingen op vlak van toegang tot land. Daarom moet de Wereldbank:

a Een tijdelijk moratorium instellen op groot-schalige investeringen. Dat stelt de bank in de mogelijkheid haar beleid grondig te herzien en zich conform te stellen met de vrijwillige richtlij-nen voor verantwoord beheer van grond. Haar beleid in andere domeinen is coherent met de doelstellingen van deze richtlijn.

a De volledige coherente uitvoering van deze vrij-willige richtlijnen verdedigen in internationale fora en investeringsinstellingen.

a Haar investeringsbeleid grondig herzien op basis van strikte, internationaal vastgelegde regels: op vlak van transparantie, overleg met betrokken gemeenschappen, verster-king van landrechten en toegang tot land en voedselzekerheid. Hierbij moet de bank het consultatieproces over Verantwoorde Land-bouwinvesteringen (RAI) van het Comité voor Voedselzekerheid financieel ondersteunen.

Wat moet België doen? a België speelt een actieve rol in de vertaling

van de Vrijwillige Richtlijnen (FAO) voor het verantwoord beheer van grond in België en Europa, met inbegrip van het versterken van hun beleidscoherentie voor ontwikkeling.

a België gebruikt haar stem binnen internationale en Europese fora – zoals de Wereldbank en de Europese Investeringsbank - om een sterk pleidooi te houden voor een sterke regulering van grootschalige landinvesteringen en het verbieden van landroof.

a België zet sterk in op het ondersteunen van partnerlanden in de volledige en coherente implementatie van deze richtlijnen, op het ver-sterken van de onderhandelingscapaciteiten van ontwikkelingslanden en op initiatieven die beheer van land en landrechten versterken.

a België heeft, zoals elke andere staat, de verplichting om de Belgische of in België ge-vestigde bedrijven te controleren met oog op het respect van de mensenrechten, zelfs buiten hun territorium.

Ambitieus klimaatbeleid erkent de rol van duurzame landbouw

De klimaatverandering vormt een sleutelfactor in de voedselcrisis. Het voedselsysteem is vandaag tegelijkertijd één van de grootste veroorzakers en slachtoffers van de klimaatverandering. De impact is het grootst in de armste regio’s. Kleine boeren worden dus twee maal getroffen: ze ondervinden de meeste impact van de klimaatverandering en beschikken over de minste middelen om zich daar tegen te wapenen.

Wat is nodig? a Een globaal, ambitieus, rechtvaardig en dwin-

gend klimaatakkoord dat toelaat de tweeledige uitdaging van klimaatverandering aan te pak-ken: uitstootvermindering (mitigatie) en aan-passing (adaptatie) met stimuli voor duurzame landbouwpraktijken.

a Klimaatplannen voor adaptatie en mitigatie die het cruciale belang van duurzame, en in het bij-zonder agro-ecologische landbouw, erkennen en financieren. Bij de opmaak ervan moeten de boeren betrokken worden.

Een rechtvaardig en democratisch handelsbeleid: ontwikkelingslanden krijgen beleidsruimte voor duurzame landbouw en de garantie van het recht op voedsel

Het handelsbeleid moet ontwikkelingslanden kansen geven om een eigen duurzaam land-bouwbeleid te voeren, dat ruimte laat voor eigen beleidskeuzes en de lokale voedselsystemen en tewerkstelling versterkt. Boeren moeten in dit

Page 36: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

36 Omdat hOnger een Onrecht is Een ‘New Deal’ voor het recht op voedsel

proces een centrale rol spelen. Daarvoor moet het recht op marktbescherming erkend worden.

Wat moet Europa doen? a Europa herziet en democratiseert dringend het

handels- en investeringsbeleid zodat niet meer de winsten van enkelen maar duurzame ont-wikkeling en mensenrechten, inclusief recht op voedsel, centraal staan. Europa laat voldoende beleidsruimte aan landen voor een beleid gericht op de ontwikkeling van een duurzame landbouw en voedselvoorziening.

a Europa zet in op een coherent handels- en investeringsbeleid dat de impact op het recht op voedsel en duurzame ontwikkeling in ont-wikkelingslanden ten volle in rekening brengt.

a Handels- en investeringsakkoorden worden be-oordeeld op basis van hun impact op de mensen-rechten en het recht op voedsel in het bijzonder.

Wat moet België doen? a België overtuigt de Europese lidstaten van de

nood aan grondige democratisering en herzie-ning van het handels- en investeringsbeleid.

a België past de VN-richtlijnen op vlak van men-senrechtenbeoordeling van handels- en inves-teringsakkoorden toe en verzekert dat deze akkoorden geen negatieve impact hebben op de mensenrechten en het recht op voedsel in het bijzonder 1.

De enorme machtsconcentratie is nefast: herverdeel macht in de voedselketen

Boeren kunnen enkel profiteren van stijgende voedselprijzen als ze in de keten een sterkere positie innemen en wanneer ze correct vergoed worden. Daarom moet de macht in de ketens her-verdeeld worden zodat boeren sterker staan in de markt. Op internationaal vlak kunnen de Belgische overheden pleiten voor bindende maatregelen die te grote machtsconcentraties van bedrijven tegengaan om zo te grote invloed op de prijs en standaarden te voorkomen. Ook bedrijven kunnen een positieve rol spelen in het verduurzamen van ons voedselsysteem en het versterken van de positie van georganiseerde, familiale boeren.

Er zijn een pak initiatieven binnen de markt en alternatieve marktsystemen die erkend en wettelijk omkaderd moeten worden: fair trade, directe verkoop, interprofessionele akkoorden, samenverkoop, flexibele quota- en prijsafspraken, collectieve prijsonderhandelingen, voedselteams, etc. Zij streven immers een meer rechtvaardige verdeling binnen de keten na.

1 Human Rights Council, Report of the Special Rapporteur on the right to food, Olivier De Schutter, Addendum, Guiding principles on human rights impact assessments of trade and investment agreements, A/HRC/19/59/Add.5, 19 december 2011, http://www.srfood.org/images/stories/pdf/officialreports/20120306_hria_en.pdf

- FaO

/giu

lio n

apol

itano

-

Page 37: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Een ‘New Deal’ voor het recht op voedsel Omdat hOnger een Onrecht is 37

2. Versterk belofte-volle praktijken!

Ontwikkel en ondersteun agro-ecologische praktijken: minder afhankelijk van niet-hernieuwbare hulpbronnen

Agro-ecologie heeft bewezen een belangrijke piste te zijn voor de transitie naar een duurzaam landbouwsysteem. Onderzoek wijst uit dat het in ontwikkelingslanden de productiviteit drastisch kan opschroeven. Bovendien vormt het ook in het Noorden een belangrijke piste voor een duurzame landbouw. Dit vergt natuurlijk een drastische omschakeling van de investeringen in landbouw (met focus op boeren en hun bedrijven) en in onderzoek 2.

Investeer in lokale duurzame landbouw: steun familiale landbouwers en hun organisaties

We moeten boeren en hun organisaties versterken zodat ze de vruchten van de stijgende prijzen kun-nen plukken. Een duurzame, diverse, agro-ecolo-gische familiale landbouw moet centraal staan in het beleid. Daar zijn tal van goede redenen voor:

a het is productief: het genereert opbrengst per vierkante meter en per eenheid energie,

a het zet minder druk op leefmilieu en natuurlijke hulpbronnen,

a het is gericht op lokale en regionale markten, wat garant staat voor recht op voedsel en als katalysator van groei in andere sectoren fun-geert,

a het creëert jobs op het platteland, a het is in eerste instantie gericht op vraag naar

voedsel en niet voor onder meer biobrandstoffen.

Overheden moeten dringend werk maken van een investeringsbeleid gericht op

a de modernisering van de familiale landbouw, op basis van de principes van de agro-ecologie,

a voedselsoevereiniteit, a op publieke diensten zoals infrastructuur, on-

derzoek, opleiding, enz., a op de versterking van boerenorganisaties.

Een dergelijk beleid houdt in het bijzonder re-kening met de specifieke uitdagingen waarvoor vrouwen staan.

Voor een deel ligt een belangrijke verantwoor-delijkheid bij de overheden in het Zuiden. Ze be-slisten reeds een toenemende gedeelte van hun nationale begroting in landbouw te investeren, maar dit kunnen ze nog versterken en uitbreiden. Ook donoren en internationale instellingen moe-ten dringend werk maken van een verantwoord investeringsbeleid voor een duurzame, gediversi-fieerde landbouw.

Voer sociale beschermingsmechanismen in

Het recht op sociale bescherming verplicht staten om tussen te komen wanneer mensen geen of onvoldoende inkomen hebben. Dit haalt hen uit de armoede (wat de eerste oorzaak van honger is), maar maakt hen ook weerbaarder tegen bijvoor-beeld stijgende voedselprijzen of klimaatcrisissen.

Stimuleer duurzame consumptie

De verantwoordelijkheid voor duurzame con-sumptie mag niet uitsluitend bij de consument ge-legd worden. Een actief overheidsbeleid is nodig om duurzame consumptiepatronen mogelijk te maken en aan te moedigen. België en Vlaanderen moeten daarom inzetten op:

a een verdere verduurzaming van overheids-opdrachten die fair trade en producten van duurzame landbouw voldoende afname aan correcte prijzen garanderen, wat een voor-beeldfunctie t.a.v. andere marktspelers vervult;

a het stimuleren van korte ketens zodat pro-ducenten en consumenten dichter bij elkaar komen met minder ‘externe kosten’ (zoals transport, bewaring, enz.);

a volledige transparantie tegenover de consu-ment via duidelijke etikettering met informatie over de sociale, economische en ecologische impact van voedsel;

a een pleidooi voor internationale normen waardoor alle externe milieukosten in de prijs worden doorgerekend.

2 IAASTD, Synthesis Report, 2008, http://www.agassessment.org/reports/IAASTD/EN/Agriculture%20at%20a%20Crossroads_Synthesis%20Report%20(English).pdf

Page 38: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

38 Omdat hOnger een Onrecht is Een ‘New Deal’ voor het recht op voedsel

Ook consumenten zelf kunnen een belangrijke rol spelen in de transitie naar duurzame consumptie. Zo kunnen ze kiezen voor seizoensgebonden en streekproducten die minder druk zetten op de natuurlijke hulpbronnen. Ze kunnen duurzame landbouw in Noord en Zuid ondersteunen door gecertificeerde producten te kopen (bio, fair trade, erkende herkomstaanduiding, enz.). Er bestaan heel wat initiatieven waar ze kunnen bij aansluiten:

a De ‘Voedselteams’: groepen mensen uit dezelf-de buurt werken samen voor de rechtstreekse aankoop van biologische groenten en fruit, van hoevezuivel en hoevevlees (al dan niet bio), van brood en bloem en van streek- en seizoen-sproducten. De voedselteams zijn economisch interessant voor de landbouwers: zij krijgen een vaste afzetmarkt en een eerlijke prijs voor hun kwalitatieve producten. Het motiveert hen om te investeren in duurzame landbouw.

a Donderdag Veggiedag: een initiatief van het Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA) om men-sen te stimuleren tenminste één keer per week vegetarisch te eten.

a In Vlaanderen springen initiatieven voor ‘community supported agriculture’ (door de gemeenschap ondersteunde landbouw) als paddenstoelen uit de grond. Consumenten geïnteresseerd in duurzame voeding en boeren op zoek naar stabiele afzetmogelijkheden slaan de handen in elkaar in een economisch partnerschap.

Stop de verspilling

Voedselverspilling moet worden aangepakt in alle schakels van de keten – op niveau van productie, verwerking, distributie als bij de consument – zowel in Noord als Zuid. In het Zuiden betekent dat investeren in opslagcapaciteit, infrastructuur en duurzaam transport. In het Noorden ligt de verantwoordelijkheid zowel bij de producent, de distributie als bij de consument. Een beleid om de verspilling bij al deze spelers tot nul te herleiden begint bij transparantie over voedselverspilling en moet een combinatie zijn van bewustmaken, belonen en bestraffen.

Voor een duurzaam en solidair landbouwbeleid bij ons

Er is een transitie nodig naar een duurzame, multifunctionele landbouw, met rechtvaardige prijzen voor alle schakels in de keten, respect voor de draagkracht van het leefmilieu en zonder negatieve impact voor ontwikkelingslanden. Dat betekent onder meer het volgende:

a Een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid on-dersteunt landbouwers die publieke goederen en diensten bieden aan de samenleving zoals natuur, groen en recreatievoorzieningen in landbouwgebied, waterberging en -winning of koolstofopslag. Dit beleid moet zorgen voor een transitie naar een landbouw die minder afhankelijk is van invoer van landbouwgrond-stoffen uit ontwikkelingslanden.

a Alle sociale en ecologische verborgen kosten worden doorgerekend in de productprijs, gecombineerd met marktcorrigerende maat-regelen die rekening houden met eerlijke prijzen voor boer en consument. De prijzen die de boeren krijgen moeten al hun kosten dekken en een correcte verloning zijn voor het geleverde werk. Het beleid moet stabiele en aantrekkelijke toekomstperspectieven bieden aan landbouwers die duurzaam produceren.

a Het internationale handelskader wordt her-tekend: men schaft exportsubsidies af en stelt een einde aan dumpingpraktijken en tariefescalatie voor verwerkte producten uit ontwikkelingslanden.

a Dit kader is coherent met de mensenrechten en de doelstellingen van het ontwikkelingsbeleid. Dit betekent dat de impact van het landbouw-beleid moet gescreend worden en bijgestuurd waar nodig. Ontwikkelingslanden, hun burgers en middenveldorganisaties moeten kunnen klacht indienen.

Page 39: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Who is who? Omdat hOnger een Onrecht is 39

WHO IS WHO?

Een kort overzicht van vernoemde instellingen en verdragen

1. Onder de vleugels van de Verenigde Naties

WHO - de Wereldgezondheidsorganisatie Deze organisatie wil de gezondheid van de we-reldbevolking bevorderen. Ze coördineert acties en campagnes rond diverse gezondheidsthema’s. Zetel in Genève.

FAO, de Food and Agriculture Organization (FAO) VN-agentschap dat de honger bestrijdt door overheden te adviseren omtrent voedsel- en land-bouwaangelegenheden. Zetel te Rome.

Comité voor Voedselzekerheid (CFS) Opgericht in de schoot van de FAO. Een besluit-vormend orgaan - waar ook het middenveld mee rond de tafel zit - dat een doeltreffend antwoord moet formuleren voor de voedselzekerheid. In 2012 heeft het CFS richtlijnen voor het verant-woord beheer van land uitgewerkt. Dit instrument moet een krachtig middel worden om een einde te stellen aan landroof.

Het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele RechtenDeze rechten werden in 1966 voorgesteld en traden in 1976 in werking. Men noemt ze soms de ‘tweede generatie’ mensenrechten naast de ‘klas-sieke’ politieke en burgerlijke mensenrechten. Het gaat om rechten zoals het recht op arbeid, ver-eniging, sociale zekerheid, op een aanvaardbare levensstandaard, op gezondheid en onderwijs, op een culturele identiteit, ...

Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC)Het IPCC is onder de vleugels van de VN in 1988 opgericht. Een groot aantal onderzoekers en ex-perts uit diverse organisaties en landen brengen hun kennis en ervaringen binnen die door het panel op hun wetenschappelijke basis onderzocht en geëvalueerd worden. Daardoor heeft ze een gezaghebbende stem in het mondiale debat.

2. Internationale spelers (en hun knikkers)

De WereldbankDe Wereldbank behoort tot de IFI’s, internationale financiële instellingen. Dit zijn banken waarvan de lidstaten aandeelhouders zijn en in verhouding tot hun aandelenbezit ook zeggingskracht uit-oefenen. Andere IFI’s zijn o.a. het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese bank voor wederopbouw en ontwikkeling. IFI’s hebben een belangrijke impact op het Zuiden. Ze horen tot de belangrijkste financiers van ontwikkelingspro-jecten. Jaarlijks lenen ze tussen 40 en 50 miljard dollar aan lage- en middeninkomenlanden. Dit geeft hen – en in de eerste plaats de Wereldbank – een dominante positie bij het bepalen van het financieel-economische beleid in die landen.

Meer info vind je op onze portaalsite: www.11.be/themas/thema/detail/ifi_s,18185

Wereldhandelsorganisatie (WTO)De Wereldhandelsorganisatie is in 1995 opgericht als permanente instelling om de liberalisering van de vrijhandel te bevorderen en te bewaken. De WTO ziet toe op de uitvoering van handelsaf-spraken en wil ook het forum zijn voor nieuwe onderhandelingen over de verdere vrijmaking van de wereldeconomie. Het hoeft geen betoog dat de WTO door de ngo’s met veel argwaan wordt bekeken.

Meer info vind je op onze portaalsite: www.11.be/themas/thema/detail/wto,1003

De Groep van 8 - G8Eerst met 6, recent met 8, en soms met 8+5. Wie een uitnodiging van de jaarlijkse G8-bijeenkomst in de bus krijgt: Canada, Frankrijk, Duitsland, Italië, Japan, Rusland, Groot-Brittannië, en de VS. De 5 extra gelukkigen zijn China, Brazilië, India, Mexico en Zuid-Afrika. Het voorzitterschap wordt jaarlijks toegekend aan één van de lidstaten. Op

Page 40: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

40 Omdat hOnger een Onrecht is Who is who?

17 juni is Groot-Brittannië gastheer voor de 39ste ontmoeting.

Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) Dit forum werd in 1961 opgericht en brengt 34 regeringen van geïndustrialiseerde democratieën samen. Zij overleggen en proberen hun beleid op economisch en sociaal gebied op elkaar af te stemmen. De organisatie is bekend om haar analyses, rapporten en statistieken over econo-mie, handel, fiscaliteit, pensioenen, leefmilieu, onderwijs, werkgelegenheid, ... Op basis daarvan formuleert de OESO aanbevelingen aan haar leden.

3. In Europa

De EPA’s - Economische PartnerschapsakkoordenVroeger had Europa speciale handelsverdragen met de zogenaamde ACP-landen ( uit Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan), voormalige kolonies met een preferentiële toegang tot de Europese markt. Maar onder druk van de WTO (zie elders) werd deze voorkeursbehan-deling stopgezet. De ‘Economische Partner-schapsakkoorden’ zijn bilaterale akkoorden tussen de EU en elk van die landen afzon-derlijk. Ze staan onder scherpe kritiek van ngo’s omdat ze de verregaande liberalisering doorduwen. Dit zou de doodsteek betekenen voor de lokale economie en landbouw.

Meer info via de portaalsite, bij thema’s: www.11.be/themas/thema/detail/epa_s,18177

De Europese Investeringsbank (EIB)De Europese Investeringsbank - opgericht in 1958 bij het Verdrag van Rome - is de financiële instelling van de EU. Ze is dus eigendom van de 27 EU-landen. Zij leent geld op de kapitaalmark-ten en leent dit tegen een lage rente en gunstige voorwaarden uit voor infrastructuur-, energie- of milieuprojecten. Het geld komt niet van de EU-be-groting, de EIB leent het op de kapitaalmarkten.

4. En ten slotte

De Belgische Federatie van Voedselbanken“De strijd tegen honger en verspilling” en “Voe-dingsindustrie, geef een tweede leven aan uw overschotten “ zijn twee slogans van deze fede-ratie. De Voedselbanken willen “de honger en de verspilling in België” bestrijden. Ze zamelen be-staande voedseloverschotten in bij de voedings-industrie en de grootdistributie “ten bate van de minderbedeelden in ons land”, verdeeld door een 600-tal caritatieve organisaties (in 2011 goed voor een 13.000 ton aan levensmiddelen). Het gaat om slecht geëtiketteerde producten, slecht gevormde of onvolledige paletten, beschadigde verpakkin-gen, producten met korte houdbaarheidsdatum - allemaal producten van goede kwaliteit en perfect voor de consumptie. Ongeveer 300 ondernemin-gen zijn min of meer regelmatige leverancier. Er zijn in 17 Europese landen 218 Voedselbanken operationeel.

De Coalitie tegen Hongeris een coalitie van zestien Belgische ngo’s die werkt rond het Belgische beleid tegen honger en meer bepaald rond ontwikkelingssamenwerking. Het doel is het beleid te verbeteren, en de cohe-rentie van de verschillende beleidsdomeinen die een invloed hebben op het recht op voedsel en ontwikkelingspraktijken.

Meer informatie: www.wereldvoedseldag.be en http://www.11.be/dossiers/artikel/detail/16_okto-ber_wereldvoedseldag,112859

Page 41: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Meer lezen over voedselzekerheid? Omdat hOnger een Onrecht is 41

meer lezen OVer VOEDSELZEkErHEID?Wereldvoedsel. Pleidooi voor een rechtvaardi-ge en ecologische voedselvoorziening. Geurts, Guus Amsterdam, Uitgeverij De Republiek, 2011, 176 p.De verschillen in landbouw en voedselproductie tussen onze Westerse wereld en de ontwikkelingslanden zijn groot; de samenhang nog groter. In meer dan honderd foto’s, begeleidende teksten en achtergrondinformatie zet Geurts deze twee werelden inzichtelijk naast elkaar. Wereldvoedsel is vooral ook een warm pleidooi om te leren van elkaars culturen en om bruggen te bouwen tussen boeren, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.

Hamburgers in het paradijs. Voedsel in tijden van schaarste en overvloed. O Fresco, Louise. Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker, 2012, 539 p.Overvloed is zo uitzonderlijk dat we nog niet geleerd hebben ermee om te gaan. We zijn ingesteld op schaarste en koesteren nog steeds de mythe overvloed en ecologisch evenwicht, zoals die beschreven wordt in verhalen over het paradijs. Daarom is het zo moeilijk om onze consumptie te beteugelen. En daarom ook voelen we ons schuldig over de schade die we de planeet toebrengen.

GGO’s Droom of nachtmerrie? Staes, Bart; Redant, Barbara; Van Scharen, Hans Antwerpen, Houtekiet, 2012, 143 p.Telkens als mensen over genetisch gemanipuleerde gewassen praten, worden diverse aspecten door elkaar gehaald: kweekrechten, patenten, de macht van de agro-business en multinational, … Maar wat bete-kenen deze aspecten? En kunnen GGO’s een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de landbouw? Dat is nodig want door de toenemende wereldbevolking t opkomende landen steeds meer een westers con-sumptiepatroon aannemen.

Landbouw en voedsel, verrassend actueel. Mathijs, Erik; Relaes, Joris Leuven, Den Haag, Acco, 2012, 119 p.Vlaanderen behoort tot de topregio’s in Europa wat landbouw betreft. Dit danken we aan de zeer intensieve manier van werken op meer dan 30.000 eerder klein-schalige en meestal op familiale leest geschoeide land- en tuinbouwbedrijven. De Vlaamse landbouw realiseert samen met de agro-voedingssector een opmerkelijk hoog aandeel in het exportsaldo. Toch blijft de sector met een aantal fundamentele problemen kampen. Als

enige sector binnen de economie die levens materiaal voortbrengt, is de landbouw immers een uitermate kwetsbare sector. De recente voedselcrisis heeft dit nog eens extra in de verf gezet. De problemen zijn voor een groot stuk het gevolg van de aard van de sector zelf, vermits landbouwproductie erg gevoelig is aan de grillen van de natuur en een schoolvoorbeeld is van volledige mededinging. Technologische vooruitgang, globalisering en culturele en socio-demografische veranderingen in onze maatschappij zetten de sector verder onder druk.

De hongerige stad. Hoe voedsel ons leven vormt. Steel, Carolyn Rotterdam, NAi Uitgevers, 2011, 339 p.Scherp en geestig laat Carolyn Steel zien hoe de relatie tussen voedsel en steden ons leven bepaalt - zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Ze volgt daarvoor het spoor van ons voedsel: van het platteland tot de stad, via markten en supermarkten tot onze keukens, borden, vuilnisbakken en verder. Steel kiest voor een geheel nieuwe benadering van de actuele problemen rond de manier waarop we eten. Ze verschaft inzicht in hoe het zo gekomen is en hoe we verder moeten.

Negen plagen tegelijk Hoe overleven we de toekomst? Voorhoeve, Joris. Amsterdam/Ant-werpen, Uitgeverij Contact, 2011, 367 p.Klimaatonzekerheid, burgeroorlogen en strijd om grondstoffen drijven de spanning in de wereld op. Eén op de zeven mensen lijdt dagelijks honger. Ondertussen blijft de bevolking snel groeien. De wisselwerking tussen consumptiegroei van de rijken en diepe armoede en zwak of kwaadaardig bestuur in derdewereldlanden, samen met de verspreiding van wapens en nieuwe ziekten, wordt desastreus als zij niet door beter beleid wordt gekeerd. In dit boek toont de auteur aan wat ieder zelf kan ondernemen, wat Ne-derland kan bijdragen en hoe de Europese Unie en de VN grote vraagstukken kan aanpakken. Persoonlijke geschiedenissen van mensen die onrecht aanvechten bewijzen wat een verschil geïnspireerde personen kunnen maken.

De geplunderde planeet. Het verzoenen van welvaart en natuur. Collier, Paul Antwerpen, Spectrum, 2010, 256 p.Paul Collier heeft een internationaal plan dat de voed-selvoorziening van de wereld kan verbeteren. Hij biedt een nuchtere kijk op de klimaatverandering waarin hij

Page 42: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

42 Omdat hOnger een Onrecht is Meer lezen over voedselzekerheid?

de voordelen van industrialisatie onderkent, terwijl hij rekening houdt met de noodzaak van alternatieve ener-giebronnen. De geplunderde planeet toont aan hoe al deze factoren samenhangen en het doet een voorstel om het wanbestuur over onze natuurlijke hulpbronnen te hervormen.

Grond. Een pleidooi voor aards denken en een groene stad. Bakker, Jan-Hendrik . Amsterdam, Antwerpen, Atlas, 2011, 334 p.Niets is zo abstract en concreet tegelijk als grond. Onze samenleving is erop gebouwd; we moeten ervan eten en onze geschiedenis rust erin. Grond is ook de aanduiding voor de rede en speelt een rol in vele religies. In de stedelijke samenleving verdwijnt de grond onder het asfalt: daar vertegenwoordigt grond vooral een economische waarde. Jan-Hendrik Bakker onderzoekt de emoties rond dit thema in reportages, interviews en filosofische essays. Zo voegen Marx, Spinoza, Heidegger en Locke zich in het gezelschap van volkstuinders, archeologie, boeren en grafdelvers.

De perfecte ramp. Het einde van de wereld en hoe dat te voorkomen. Casti, John., Antwerpen, Amsterdam: Uitgeverij Atlas Contact, 2012, 350 p.Het einde is nabij. Niet omdat het 2012 is, maar omdat de wereld zo ingewikkeld in elkaar zit dat 1 ‘extreme gebeurtenis’, een x-gebeurtenis zoals Casti dat noemt, een domino-effect teweeg kan brengen. Casti toont aan hoe onze wereld kan instorten. Het kan beginnen met een pandemie, een watertekort, een opstand van computers: het klinkt sciencefiction maar is waarschijnlijker dan je denkt. We hebben de wereld zo ingewikkeld gemaakt dat een overstroming in Azië of voedseltekort in Afrika alles te maken kan hebben met de geldautomaat op de hoek van je straat. Casti is wiskundige en laat zien wat we daaraan kunnen doen.

Het transitie handboek. Van olie-afhankelijk-heid naar lokale veerkracht. Hopkins, Rob., Utrecht, Uitgeverij Jan van Arkel, 2009, 274 p.,Het transitiehandboek is pionierswerk op het gebied van een positieve en praktische overgang van een veerkrachtige samenleving als reactie op een definitief dalende oliewinning, de zogenaamde piekolie, en het gevaar van drastische klimaatverandering. Het zet gevoelens van angst en onzekerheid om in een positief toekomstbeeld.

De infantiele consument. Hoe de markt kinde-ren bederft, volwassenen klein houdt en bur-gers vertrapt. Barber, Benjamin., Amsterdam, Ambo, Manteau, 2007, 512 p.Er wordt veel meer geproduceerd dan nodig is. En we kopen veel meer dan we nodig hebben. We kopen wat anderen hebben, omdat zij het hebben. We kopen een identiteit. We kopen wat de markt wil dat we kopen.

Want de markt brengt niet alleen goederen voort. De markt creëert behoeften- en we nemen die maar al te graag over. Barber laat zien hoe de samenleving geko-loniseerd wordt door die alomvattende dominantie van de markt. Hij introduceert het ‘infantiliserende ethos’: de kapitalistische ideologie die verantwoordelijke burgers reduceert tot volgzame consumenten en het publieke goed vervangt door het private eigendom.

Goed eten. Knockaert, Dorien. Antwerpen, De Bezige Bij. 2012, 223p.De titel slaat niet enkel op de smaak, maar vooral op voedsel dat we vanuit moreel opzicht “mogen” eten. Voor dit boek ging Knockaert op zoek naar eten waar er meer dan genoeg van is, waar niemand last van heeft. Na een jaar intensief zoeken heeft ze manieren gevonden om bedreigde tonijn, regenwoud etende varkens, ver reizende boontjes en broeikas uitstotende koeien te vermijden. Deze resultaten werden in het boek verwerkt tot 50 vegetarische gerechten. Daar-naast heeft Knockaert ook een blog, Jonge Sla en is ze reporter en culinair redactrice van De Standaard.

Groeten uit Transitië. Peeters, Eva; Zsazsa, Mme; Hens, Kristien; Rous, Joke, Knockaert, Dorien. Antwerpen, Standaard Uitgeverij. 2013. 192 p. Groener en duurzamer’ leven is gewoonweg plezant, creatief en gezond, en helemaal niet zo moeilijk, sober of geurend naar seitangehakt! Daarover gaat het in Groeten uit Transitië. De auteurs zijn ervaringsdes-kundigen van het dagelijkse leven en zochten naar praktische, duurzame veranderingen die je kunt uitpro-beren zonder dat je aan kwaliteit inboet. Integendeel! Ze maakten tekeningen, schreven handleidingen en recepten en gingen speciaal op zoek naar goede - en vooral leuke - duurzame alternatieven voor een aantal van onze meest vervuilende gewoontes. Een twintigtal ideeën om uit te kiezen: stel een prioriteitenlijstje op en je zult merken dat je leven zelfs aangenamer wordt. De auteurs zwaaien niet met een opgeheven vingertje maar maakten een vrolijk boek dat even stil doet staan bij het leven dat we leiden en dat aanzet om kleine dingen te veranderen met een groots effect.

Nieuws en campagnes:

De campagne GROEI van Oxfam solidariteit gaat over volatiliteit van de voedselprijzen, verlo-ren oogsten en klimaatveranderingen, oneerlijke handel en een gebrek aan ondersteuning voor kleinschalige producenten, landroof en ongelijk-heid tussen mannen en vrouwen in de landbouw http://www.ikgroeimee.be/nl/over-de-campagne

Page 43: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

Meer lezen over voedselzekerheid? Omdat hOnger een Onrecht is 43

Campagne Broederlijk Delen 2013 “Geef Molly een kans... en stop de honger!” Honger of Over voedselzekerheid? Wat kan jij eraan doen? http://www.broederlijkdelen.be/component/k2/item/3231-honger-of-voedselonzekerheid-waarover-gaat-het-en-wat-doe-je-eraan#.ULyq-k2eE36T

De vraag van 9 miljard. Campagne Vredeseilan-den 2013 over hoe we binnenkort een wereld met 9 miljard mensen zullen voeden. Achtergrond-dossier. http://www.vredeseilanden.be/doe-mee/campagne/de-vraag-van-9-miljard

Nieuws van de speciale VN rapporteur over Recht op Voedsel, Olivier De Schutter http://www.srfood.org/

In de diepte:

Via Infobronnen ‘Recht op Voedsel’ kom je terecht bij de belangrijkste recente rapporten en basisdocumenten van internationale instellingen over voedsel, voedselspeculatie en landroof . Meertalig.https://sites.google.com/site/ infobronnenrechtopvoedsel

Page 44: Basisdossier campagne Recht Op Voedsel 2013

44 Omdat hOnger een Onrecht is Meer lezen over voedselzekerheid?

Contact :11.11.11

Koepel van de Vlaamse Noord-ZuidbewegingVlasfabriekstraat 11

1060 Brussel

(+32) (0)2 536 11 11

[email protected] www.11.be/11

191 landen ondertekenden een akkoord om tegen 2015 de armoede in de wereld te halveren. Voer samen met de Vlaamse Noord-zuidbeweging actie om de politici aan hun belofte te herinneren én de lat hoger te leggen. armoede moet de wereld uit! www.detijdloopt.be