Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk...

18
13 1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van het ontstaan van de criminologie als wetenschap en wordt ingegaan op definities van criminologie en criminaliteit. Na een verkenning van de rol van misdaad en straf in de oudste geschriften worden de klassieke, de positivistische en de milieuschool besproken en tegen elkaar afgezet. 1.1 Wat is criminologie? Criminologie is de wetenschap die criminaliteit vanuit verschillende invals- hoeken benadert. Daarbij wordt gebruikgemaakt van kennis uit verschillende disciplines, zoals psychiatrie, geneeskunde, sociologie, psychologie, rechts- wetenschappen, antropologie en politicologie. Afhankelijk van zijn achter- grond en van de vragen die de maatschappij op dat moment bezighouden, zal de aandacht van de criminoloog zijn gericht op criminaliteit als verschijn- sel (de spreiding van criminaliteit over stad en platteland bijvoorbeeld), op de persoon van de misdadiger, op het slachtoffer van criminaliteit, op de plek van criminaliteit binnen het heersende politieke systeem (radicale crimino- logie), of op reacties om op criminaliteit te reageren (preventief en/of repres- sief). Gewapend met die kennis wordt het eenvoudiger om berichten als het volgende naar waarde te kunnen schatten. Tientallen Britse criminelen gearresteerd in Nederland Figuur 1.1 Berichtgeving over criminaliteit (bron: Elsevier.nl, 28 juni 2011) Nederland blijkt een populair toevluchtsoord voor criminelen uit Groot-Brittannië. De af- gelopen vier jaar heeft de politie 83 voort- vluchtige Britse misdadigers opgepakt die zich schuilhielden in Nederland. Foto’s Het politiekorps in de hoofdstad heeft dinsdag opnieuw foto’s, namen en andere informatie van gezochte boeven uit Groot-Brittannië op de website depolitiezoekt.nl gezet. Het gaat om zes ‘zeer gevaarlijke’ misdadigers, die waarschijnlijk verblijven in Amsterdam. Burgers worden gewaarschuwd contact met deze mannen te mijden en de politie te alar- meren als men deze criminelen signaleert. Luilekkerland Volgens De Telegraaf zien Britse criminelen Nederland als een ‘luilekkerland’. De over- vallers, moordenaars en drugshandelaren gaan in Nederland gewoon door met hun misdadige praktijken. Bij de aanhoudingen van de afgelopen jaren vond de politie vuurwapens, grote hoeveelheden drugs, vals geld en vervalste identiteitspapieren.

Transcript of Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk...

Page 1: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

13

1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van het ontstaan van de criminologie als wetenschap en wordt ingegaan op definities van criminologie en criminaliteit. Na een verkenning van de rol van misdaad en straf in de oudste geschriften worden de klassieke, de positivistische en de milieuschool besproken en tegen elkaar afgezet.

1 .1 Wat is c r imino logie?

Criminologie is de wetenschap die criminaliteit vanuit verschillende invals-hoeken benadert. Daarbij wordt gebruikgemaakt van kennis uit verschillende disciplines, zoals psychiatrie, geneeskunde, sociologie, psychologie, rechts-wetenschappen, antropologie en politicologie. Afhankelijk van zijn achter-grond en van de vragen die de maatschappij op dat moment bezighouden, zal de aandacht van de criminoloog zijn gericht op criminaliteit als verschijn-sel (de spreiding van criminaliteit over stad en platteland bijvoorbeeld), op de persoon van de misdadiger, op het slachtoffer van criminaliteit, op de plek van criminaliteit binnen het heersende politieke systeem (radicale crimino-logie), of op reacties om op criminaliteit te reageren (preventief en/of repres-sief). Gewapend met die kennis wordt het eenvoudiger om berichten als het volgende naar waarde te kunnen schatten.

Tientallen Britse criminelen gearresteerd in Nederland

Figuur 1.1 Ber ichtgev ing over c r iminal i te i t (bron: Elsev ie r.n l , 28 juni 2011)

Nederland blijkt een populair toevluchtsoord voor criminelen uit Groot-Brittannië. De af-gelopen vier jaar heeft de politie 83 voort-vluchtige Britse misdadigers opgepakt die zich schuilhielden in Nederland.

Foto’sHet politiekorps in de hoofdstad heeft dinsdag opnieuw foto’s, namen en andere informatie van gezochte boeven uit Groot-Brittannië op de website depolitiezoekt.nl gezet. Het gaat om zes ‘zeer gevaarlijke’ misdadigers, die waarschijnlijk verblijven in Amsterdam.

Burgers worden gewaarschuwd contact met deze mannen te mijden en de politie te alar-meren als men deze criminelen signaleert.

LuilekkerlandVolgens De Telegraaf zien Britse criminelen Nederland als een ‘luilekkerland’. De over-vallers, moordenaars en drugshandelaren gaan in Nederland gewoon door met hun misdadige praktijken.Bij de aanhoudingen van de afgelopen jaren vond de politie vuur wapens, grote hoeveel heden drugs, vals geld en vervalste identiteits papieren.

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 13 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 2: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

Basisboek criminologie

14

Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld brengen van de context’ en in geval van sensationele bericht-geving ‘het hoofd koel houden’.Edwin Sutherland, die later uitgebreid aan bod komt in hoofdstuk 5, formu-leerde al in 1924 in de eerste uitgave van zijn vaak herziene en herdrukte Principles of criminology een klassieke definitie van criminologie:

‘Criminology is the body of knowledge regarding crime and delinquency as social phenomena. It includes within its scope the processes of making laws, breaking laws, and reacting toward the breaking of laws. These pro-cesses are three aspects of a somewhat unified sequence of interactions: Certain acts regarded as undesirable are defined by the political society as crimes. In spite of this definition, some people persist in that behavior and thus commit crimes. The political society than reacts by punishment, intervention, and prevention. This sequence of interactions is the subject matter of criminology.’ (Sutherland, Cressey & Luckenbill, 1992, p. 3)

Stanley Cohen (1988, p. 9) definieerde het domein van de criminologie heel beknopt in drie vragen:

‘Waarom worden wetten gemaakt; waarom worden ze overtreden en wat doen we daar aan of zouden we daaraan moeten doen?’

Ronnie Lippens (2009) werkte deze definitie nog wat verder uit in een meer filosofische richting:

‘Waarom veranderen de definities van criminaliteit door de tijd; waarom worden specifiek gedrag of zelfs hele bevolkingsgroepen gecriminali-seerd; waarom overtreden mensen normen, waaronder juridische, en wat moeten we doen met overtreders?’

Zie hier het brede palet van de criminologie, dat dus deels betrekking heeft op een fenomeen – criminaliteit – waar ook geen eenduidige definitie van bestaat. In hoofdstuk 2 wordt hier nog uitvoerig op teruggekomen.Ondanks de verschillen in achtergrond en onderzoeksfocus is de crimino logie uitgegroeid tot een zelfstandige en onafhankelijke wetenschap, met eigen professionele verenigingen en wetenschappelijke tijdschriften. Dit hoofdstuk richt zich verder op de ontstaansgeschiedenis van de criminologie en haar eerste beoefenaren, na kort te zijn ingegaan op het begrip ‘criminaliteit’. In de volgende hoofdstukken komen belangrijke theorieën en specifieke vraagstuk-ken aan bod.

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 14 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 3: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

15

1 Inleiding

Wat is criminaliteit?Er zijn veel benaderingswijzen binnen de criminologie, en dat geldt ook voor het begrip criminaliteit. Wat we crimineel gedrag noemen, hangt af van de gevolgen die het gedrag heeft voor zowel de slachtoffers als de samenleving, van de (morele) opvattingen van de machthebbers, van de publieke opinie, en vaak ook van de context waarin het gedrag plaatsvindt. Wat als crimineel wordt gedefinieerd, kan dus ook in de loop van de tijd veranderen. Overspel was vroeger een strafbaar feit, maar is op een gegeven ogenblik als delict uit het Wetboek van Strafrecht (Sr) geschrapt. Dit noemen we ‘decriminaliseren’. Omgekeerd is verkrachting binnen het huwelijk nu een misdrijf, terwijl dat vroeger ongestraft bleef. Daarmee werd de premisse dat de overheid niets achter de voordeur te zoeken had, verlaten; denk ook aan de ontwikkelingen met betrekking tot huiselijk geweld en bijvoorbeeld de Wet tijdelijk huisver-bod. Nieuwe feiten binnen de werking van het strafrecht brengen noemen we ‘crimi naliseren’. Ook zijn veel economisch getinte delicten pas in de tweede helft van de vorige eeuw strafbaar gesteld. Zo implementeerde Nederland in 2001 wetgeving op grond van het in 1997 te Parijs tot stand gekomen OESO-Verdrag op het gebied van de bestrijding van omkoping van buitenlandse ambtenaren bij internationale zakelijke transacties (Trb. 1998, 54). Daarmee werd het omkopen van buitenlandse ambtenaren door Nederlandse bedrijven strafbaar gesteld, terwijl dat daarvoor nog een aftrekpost voor de belastingen was. Ook de milieuwetgeving heeft een snelle evolutie doorgemaakt, mede onder invloed van pressiegroepen en de media.

Tussen crimineel en niet-crimineel gedrag ligt geen scherpe en onbetwiste grens. Zelfs met een verwijzing naar het Wetboek van Strafrecht, waarin immers precies omschreven staat welke gedragingen strafbaar zijn gesteld, is vaak niet eenduidig aan te geven of we met vormen van criminaliteit te maken hebben of niet. Laten we als voorbeeld mishandeling nemen, volgens artikel 300 Sr bestraft met een gevangenisstraf van maximaal twee jaar. Maar wat wordt onder mishandeling verstaan? De klappen die over en weer bij een caféruzie vallen? De draai om de oren die een boze vader zijn zoon geeft? De wat te harde duw waarmee iemand met haast een ander voorbijloopt? De gren-zen tussen wat wel en geen mishandeling is, liggen voor ieder weer anders.

Criminaliteit als sociaal constructCriminaliteit wordt geconstrueerd binnen het geheel van interacties tussen daders, slachtoffers, omstanders en functionarissen belast met formele soci-ale controle (Lissenberg, Van Ruller & Van Swaaningen, 2001, p. 31). Crimi-naliteit kan dus worden gezien als een sociaal construct, dat wil zeggen dat

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 15 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 4: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

Basisboek criminologie

16

criminaliteit is ‘wat we zo noemen’, waarover binnen de samenleving afspra-ken zijn gemaakt. Bonger (1951, p. 6) definieerde criminaliteit als een ernstige antisociale handeling, waarop de staat door toevoeging van leed (een straf of maatregel) bewust reageert. Sellin (1938) noemde criminaliteit maar een van de vele verschijningsvormen van regeloverschrijdend gedrag, en Sutherland (1949) voegde het element ‘maatschappelijke schade’ aan de definitiediscussie toe, op grond van zijn onderzoek naar onethisch gedrag in het bedrijfsleven. Wederrechtelijk of onrechtmatig gedrag beschouwde hij als criminaliteit, ook als dergelijk gedrag niet als zodanig in de strafwetgeving was opgenomen, maar door andere rechtsgebieden werd gereguleerd (Brants, 1992, p. 133). Sutherland sloeg daarmee de brug naar de studie van de zogenoemde ‘wit-teboordencriminaliteit’, die in ons land pas eind jaren zeventig van de vorige eeuw echt op gang kwam. In Nederland hielden Bonger (1951) en Wichmann (1930) zich overigens al veel eerder bezig met het beschrijven en aan de kaak stellen van misstanden die bij gebrek aan strafbaarstelling of belangstelling van de justitiële autoriteiten ongestraft bleven (Brants & Brants, 1991, p. 132).

Veel wetenschappers definiëren criminaliteit simpelweg als gedrag dat strafbaar is gesteld in een formele wet. Een heldere en werkbare definitie, die echter voorbijgaat aan tal van nuanceringen, waarvan hiervoor al een aantal voorbeelden is gegeven. De maatschappijvisie van de onderzoeker zal immers de manier waarop hij naar strafbaar gesteld gedrag en processen van (de) criminalisering kijkt, beïnvloeden.

1 . 2 His tor isch ove r z icht

Het startpunt van criminologie als wetenschap kunnen we situeren in het begin van de negentiende eeuw, met onderzoekers als Quetelet en Lombroso, over wie later meer. Maar ook veel eerder werd er al nagedacht over misdaad en straf. Zo bespreekt de Griekse filosoof Plato (427-347 v.C.) in zijn beschrij-ving van de utopische samenleving in de ‘Republiek’ (Politeia) verschillende typen mensen en hun verhouding tot geld en rijkdom (Jowett, 1970). Hij betoogt dat in elke staat waar armoede heerst en men bedelaars in het straat-beeld ziet, automatisch ook sprake is van dieven, zakkenrollers, kerkrovers en dergelijke misdadigers (deel VIII, p. 552d uit de Politeia). Plato ziet hebzucht en begeerte, veroorzaakt door het belang dat door de samenleving aan rijk-dom wordt gehecht, als belangrijke oorzaak voor misdaad. Of iemand echter daadwerkelijk dergelijke misdaden begaat, is volgens Plato afhankelijk van de vraag of het ‘goede’ of het ‘slechte’ deel van zijn persoonlijkheid de overhand heeft. Hier zien we dus een deterministische verklaring van het gedrag. Daar

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 16 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 5: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

17

1 Inleiding

staat tegenover dat Plato ook stelt dat het vermogen om deze twee elementen van de persoonlijkheid te beheersen afhankelijk is van opvoeding en de omge-ving waarin men opgroeit (deel IV, p. 430-431 uit de Politeia). Hier zien we al elementen van de sociologische criminologie. In het algemeen treffen we bij Plato een moralistische benadering van criminaliteit aan. Plato’s leerling Aris-toteles (384-322 v.C.) was de eerste die systematisch waarnemingen verrichtte op het gebied van het (straf)recht. Hij vergeleek de wetgeving in 158 steden in Griekenland, met als doel een systeem op te stellen dat voor sociale harmonie zou zorgen, zonder de klassenverschillen aan te tasten (Bernal, 1971, p. 771).

Ook in religieuze geschriften, zoals het Oude en het Nieuwe Testament, komen tal van passages voor die te maken hebben met misdaad en straf. Een mooi voorbeeld is het ‘oog om oog’-principe dat we terugvinden in Exodus 21:23-25. In tegenstelling tot de vaak gehoorde uitleg dat het hier gaat om ver-gelding door het ‘met gelijke munt terugbetalen’, hebben we hier feitelijk te maken met een morele benadering van straf. De joodse commentaren op de Bijbel (Talmoed) verklaren dat de tekst moet worden gelezen als een beper-king van de straf, te vergelijken met de maximale straf die ons Wetboek van Strafrecht voor misdrijven bepaalt. Voor een leven mag niet meer dan één leven worden vergolden, en voor de schade aan een oog niet meer dan één oog. Eigen richting is hierbij uitgesloten; de straffen worden door de rechter bepaald. In de praktijk werden veel misdrijven met een vergoeding in geld afgedaan, waarbij een bepaald lichaamsdeel dat was beschadigd een bepaalde geldswaarde vertegenwoordigde. Ook de hoogte van de geldelijke vergoeding aan het slachtoffer moet volgens de Talmoed door de rechter worden bepaald. Je zou kunnen zeggen dat we hier te maken hebben met een vroeg voorbeeld van de latere ‘restorative justice’- of herstelrechtbeweging, waarin genoeg-doening (en niet wraak) het uitgangspunt is.

In de Middeleeuwen hadden we in Europa te maken met de heerschappij van de kerk. Het kerkelijk recht en de kerkelijke rechtspraak strekten zich ook uit tot het burgerlijke leven. De maatschappelijke ordening werd uitdrukke-lijk gezien als een onveranderlijke scheppingsdaad, onderworpen aan de wil van God. Het individu kon door ascetische teruggetrokkenheid ontsnappen aan de zondige wereld (Vanheerentals, 1981). De vroegchristelijke auteurs zijn volgens Bonger (1951, p. 34) het vermelden in een criminologisch overzicht niet waard. Ook de Middeleeuwse filosofen besteedden weinig aandacht aan het vraagstuk van de misdaad. De Italiaanse theoloog en filosoof Thomas van Aquino (1226-1274) wijdt enkele passages aan de invloed van armoede op mis-daad. Interessant is zijn uitvoerige verdediging van de stelling dat in de hoog-ste nood diefstal is geoorloofd, een stelling die in 1996 door de toenmalige

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 17 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 6: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

Basisboek criminologie

18

bisschop van Breda, Muskens, werd herhaald, wat aanleiding was voor heftige discussies in ons land. Dergelijke uitspraken passen in de traditie van de kri-tische en marxistische criminologie. De Telegraaf berichtte als volgt over het incident (zie figuur 1.2).

Bisschop praat stelen goed

Figuur 1. 2 Ber icht u i t dagb lad De Te legraaf van 3 ok tober 1996

UtopiaOok de Engelse humanistische jurist Thomas More (1478-1535) stelt zich op als een voorloper van de kritische criminologie door de vraag te stellen of het opleggen van straffen door de overheid wel is te rechtvaardigen als diezelfde overheid de veroorzaker is van veel criminaliteit omdat zij burgers onderdrukt en ‘besteelt’. We zijn dan inmiddels in de vijftiende eeuw aangeland en het kerkelijk gezag werd nu uitgeoefend naast een sterk burgerlijk gezag, dat cen-traal werd uitgeoefend door vorsten die werden ondersteund door een amb-tenarenkorps en een staand leger. More ontpopte zich als een van de eerste

Van onze verslaggevers

BREDA/DEN HAAG – donderdag – De diefstal van een brood of zwart bijklussen, terwijl men een uitkering heeft zijn zaken die volgens bisschop dr. M. Muskens van Breda moeten kunnen in ons land. Vooral als daarbij een leven kan worden gered. Deze opmerkelijke uitspraken deed Mus-kens gisteravond in een landelijk radiopro-gramma. De bisschop vindt dat de leer van de rooms-katholieke kerk zich hiertegen niet verzet. ‘Ik zal niet zeggen: dat moet je niet doen’, zo meent Muskens over bijklus-sende uitkeringstrekkers. ‘Daarnaast leert de katholieke moraal dat als je zo arm bent dat je niet meer kunt leven je een brood mag weghalen uit een winkel.’

Premier KokMuskens haalde vlak voor Prinsjesdag nog landelijk het nieuws door zijn felle plei-dooi om iets te doen aan de in Nederland bestaande armoede. In Den Haag maakte zijn boodschap zo veel indruk dat zelfs premier Kok er niet om heen kon.

De dag na Prinsjesdag nam de premier contact op met de bisschop, waarna werd afgesproken elkaar op 28 oktober te ont-moeten. De gisteren door de bisschop gedane uitspraken konden echter op minder sympathie rekenen in Den Haag. De uitspraak dat een brood gestolen mag worden werd zelfs ronduit veroordeeld. ‘Ik kan daar geen enkel begrip voor opbrengen’, aldus VVD-kamerlid Rem-kes. ‘Bovendien ontvangen in Nederland ook mensen op het absolute minimum nog ruim voldoende geld om een brood te kunnen kopen.’

Ook CDA-kamerlid Mateman was het niet met Muskens eens. ‘Ik vraag mij af wat de katholieke bakkersvereniging in Brabant hier van vindt’ zo zei hij spottend. PvdA-kamerlid Vos vroeg zich eveneens hardop af wat de kerkleider bezielt. ‘Laat hem eerst eens naar de problemen bij zijn eigen achterban kijken, in plaats van ons met dergelijke boodschappen te bestoken.’

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 18 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 7: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

19

1 Inleiding

sociografen en sociaal critici, en in het eerste boek van zijn Utopia uit 1516 beschrijft hij de sociale omstandigheden in het toenmalig Engeland. Op een bevolking van 3 à 4 miljoen werden in een periode van 24 jaar 72.000 dieven opgehangen en ondanks dat kwam er geen einde aan de stroom van misda-den. More betoogt dat alleen zware straffen de misdaad niet zullen inperken; men moet op zoek naar de oorzaken van criminaliteit en die wegnemen. More wijst als oorzaken op de vele oorlogen, waardoor veel verminkte ex-soldaten zonder beroep rondzwerven, en op de slechte landbouwomstandigheden, waardoor duizenden boeren zonder middelen van bestaan door het land zwer-ven en zo tot misdaad komen. Hun kinderen groeien in een slechte omgeving op en komen langs die weg tot misdaad (Bonger, 1951, p. 35-37). Ook het straf-stelsel van zijn tijd wordt door More bekritiseerd. Door het stellen van te zware straffen op betrekkelijk lichte feiten (bijvoorbeeld de doodstraf voor diefstal) bestaat het risico dat men overgaat tot het plegen van zwaardere feiten omdat het risico van zwaardere straffen niet vermeerdert. More is voorstander van de maatregel om misdadigers de door hen aangerichte schade te laten vergoeden door werkstraffen.

Vanaf het midden van de zeventiende eeuw boekten de natuurwetenschappen zoveel succes dat men dacht de natuurwetenschappelijke methoden (observa-tie, meting en bewijsvoering) ook op samenlevingsvraagstukken te kunnen toepassen. Samen met het opkomend handelskapitalisme sterkte dit het zelf-bewustzijn van de politiek betrokken burgers, die de feodale maatschappelijke structuren bekritiseerden. De rede werd de maatstaf waarmee alles in deze periode van de ‘Verlichting’ werd beoordeeld, en de weg was geëffend voor de opkomst van de klassieke school in de criminologie. Deze beweging legde vooral de nadruk op het feit dat het individu met rede begaafd was en dus bekwaam om het eigen lot in handen te nemen en hiervoor verantwoordelijk-heid te dragen. Vrije wil en rationaliteit waren sleutelwoorden.De klassieke school ontstond allereerst als een politieke protestbeweging tegen de wantoestanden van het ancien régime in Frankrijk en de bestaande poli-tieke structuren. Een van de belangrijkste filosofen van deze beweging was Montesquieu (1689-1755), die stelde dat de staat de vrijheid van zijn onder-danen moet kunnen garanderen met behulp van heldere wetten die beletten dat te veel macht in handen van één persoon terechtkomt. Hij richtte zich op een grondwet die de heersende macht beperkingen oplegde en controlemecha-nismen voor die macht invoerde. De grondwet zou ieders vrijheid waarborgen als niemand de hem gegeven macht kan misbruiken. Dit leidde tot zijn ‘trias politica’, de ‘scheiding der machten’, zoals wij die thans nog steeds kennen. De wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht moeten in handen zijn van verschillende personen en mogen slechts binnen het hun voorgeschreven

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 19 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 8: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

Basisboek criminologie

20

terrein functioneren. Ook over misdaad en straf ontwikkelde Montesquieu de nodige gedachten. Zo betoogde hij dat strenge straffen niet stroken met het belangrijke principe van ‘vrijheid’ uit de Franse Revolutie, en dat wrede straffen daarnaast geen effect hebben omdat men eraan gewend raakt. In zijn optiek dienden straffen in verhouding te staan tot de gepleegde misdrijven, een visie die zich ontwikkelde tot het ook in het Nederlandse strafrecht veran-kerde proportionaliteitsbeginsel. Ook legde hij verbanden tussen misdaad en externe factoren, die volgens hem hun weerslag moesten hebben op het recht en de rechtsinstituten. Zo legde hij verband tussen klimatologische factoren en het recht. Hij betoogde dat in warme landen, waar het klimaat luiheid in de hand zou werken, de wetten zodanig moesten zijn ingericht dat ze tot arbeid prikkelden (Vanheerentals, 1981).

Een tweede grote denker uit de klassieke school was Rousseau (1712-1778). Rousseau zag eigendom als de oorzaak van rivaliteit en de tegenstelling tus-sen rijkdom en armoede. Rousseau toonde zich een tegenstander van de voor-uitgang, die hij als oorzaak van problemen in de maatschappij zag. Rousseau ontwikkelde de leer dat geen enkel gezag wettig kan zijn indien het niet is ingesteld of wordt uitgeoefend door hen die eraan zijn onderworpen. Deze leer van het ‘sociaal contract’, uitgewerkt in Rousseaus Du contrat social ou principes du droit politique uit 1762, heeft als uitgangspunt dat niemand een mens kan onderwerpen zonder dat deze daarmee instemt. Dit ‘maatschappe-lijk contract’ berust op het idee van de volkssoevereiniteit, de wil van het geza-menlijke volk (volonté générale) tegenover de absolutistische volonté particulière van de koning als enige en onbeperkte bron van het staatsgezag en daarmee ook van het recht. Niet meer een contract tussen individuen en de persoon die als soeverein over hen zal heersen, zoals gangbaar tot in de zeventiende eeuw, maar een verdrag van vrije individuen onderling die besluiten een gemeen-schap te vormen. Ook Rousseau keerde zich tegen de wrede behandeling van misdadigers in zijn tijd.

De belangrijkste figuur uit de klassieke school is echter de in Italië geboren Beccaria (1738-1794). In zijn beroemde Dei delitti e delle pene (Over misdaden en straffen) uit 1764 zette hij al zijn bezwaren tegen het bestaande strafrecht en de gangbare straffen uiteen. In eerste instantie publiceerde Beccaria het boek anoniem, uit vrees voor een revolutionair te worden aangezien. Zijn ideeën waren voor zijn tijd vrij radicaal, en in verband met de rationele standpunten die erin werden verkondigd, zette de katholieke kerk het werk in 1766 op de lijst van verboden boeken, waar het meer dan tweehonderd jaar op zou blij-ven staan ( Bernard, Snipes & Gerould, 2010, p. 18). De Franse filosoof Voltaire schreef een commentaar op het werk, dat vervolgens in gezamenlijke uitgaven verscheen.

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 20 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 9: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

21

1 Inleiding

Figuur 1.3 Cesare Beccar ia (17 38 -1794)

Beccaria nam krachtig stelling tegen het willekeurige gebruik van het straf-recht en vooral tegen de gangbare praktijken van marteling en doodstraf. Zijn werk over misdaad en straf maakte hem beroemd en was een bron van inspi-ratie voor hervormingen in vele jurisdicties, waaronder de Nederlandse. Een belangrijke inspiratie voor Beccaria zelf was Voltaires consequente pleidooi voor tolerantie, onder andere geïllustreerd door het proces tegen Jean Calas in 1762 in Frankrijk. Calas werd veroordeeld tot de doodstraf voor het ver-moorden van zijn zoon. In het proces werd gesteld dat Calas de moord had gepleegd omdat zijn zoon zich bekeerd zou hebben tot het katholicisme. Het was Voltaire die het bewijs leverde dat de zoon van Calas in werkelijkheid zelfmoord had gepleegd en dat het proces het resultaat was van religieuze in tolerantie (Newburn, 2007, p. 117).

De volgende uitgangspunten vatten Beccaria’s ideeën met betrekking tot een rechtvaardig en effectief strafrechtelijk systeem kort samen (naar Newburn, 2007):• Het individu moet zo min mogelijk worden gehinderd door het recht.• De rechten van de aangeklaagde moeten in elk stadium van het proces

worden beschermd door de wet.• De ernst van een misdrijf wordt bepaald door de schade die een ander is

aangedaan.• De wetgevende macht moet misdaden definiëren en van tevoren bepalen

welke straf op welk misdrijf wordt gesteld. (Hier definieert Beccaria voor het eerst het legaliteitsbeginsel. Dit beginsel, dat ook het Nederlandse straf-recht schraagt, wordt in het kort vaak het ‘nulla poena’-beginsel genoemd, naar het Latijnse Nullum crimen, nulla poena sine praevia lege poenali: Geen misdrijf, geen straf zonder voorafgaande wettelijke strafbaarstelling. De volledige regel werd geschreven door Paul Johann Anselm Ritter von Feuerbach in het Wetboek van Strafrecht van Bavaria in 1813.)

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 21 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 10: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

Basisboek criminologie

22

• Straffen moeten in de juiste verhouding staan tot het gepleegde misdrijf (het proportionaliteitsbeginsel).

• Straffen zijn onrechtvaardig als ze zwaarder zijn dan noodzakelijk om afschrikking te bewerkstelligen.

• Excessieve straffen zijn inefficiënt, omdat ze niet alleen falen in hun afschrikwekkende werking, maar zelfs leiden tot toename van misdaad. Misdadigers zullen nieuwe misdaden plegen om berechting te voorkomen.

• Straffen moeten snel en voorspelbaar worden uitgevoerd, zodat het ver-band tussen het gepleegde feit en de opgelegde straf duidelijk en onont-koombaar is.

• Het opleggen van straf aan een veroordeelde moet vrij zijn van corruptie en vooroordeel.

Beccaria bepleitte ook dat wetten gepubliceerd moesten worden, dat marteling en geheime processen uitgebannen moesten worden, dat de doodstraf ver-vangen moest worden door gevangenisstraf en dat gevangenissen een meer humaan karakter moesten krijgen (Bernard et al., 2010).

Een laatste naam die in dit overzicht van de voorlopers van de criminologie wordt vermeld, is die van Bentham (1748-1832). Na de Franse Revolutie van 1789 vonden veel van de gedachten van de klassieke school officieel ingang. Met de introductie van de Code Pénal kwam in 1791 een einde aan het strafrecht van het ancien régime. Alle burgers werden voor de wet gelijk, misdrijven werden in het recht precies geformuleerd, lichaamsstraffen werden afgeschaft, en de dood-straf werd op veel minder delicten gesteld en zonder voorafgaande verminkin-gen geëxecuteerd. Er werd gestreefd naar evenredigheid tussen daad en straf. Het proces werd openbaar en droeg een direct en accusatoir karakter. De wil-lekeur van de rechter kwam ten einde en het bewijsrecht werd beter geregeld.De hervormingen van de Franse Revolutie werden elders overgenomen, aller-eerst in landen die onder Franse invloed stonden. In Nederland werd in 1809 het ‘Crimineel Wetboek voor het Koninkrijk Holland’ ingevoerd en na de inlij-ving vervangen door de Code Pénal. Ook in Engeland, dat een zelfstandige positie innam, vonden gelijksoortige hervormingen plaats, veelal geïnspireerd of geïnitieerd door het gedachtegoed van de ‘utilitaire’ school van Bentham. De kern van het gedachtegoed van Bentham was het pleasure-pain-principe: het idee dat menselijk gedrag in het algemeen wordt gedreven door het behalen van zo veel mogelijk voordeel en het vermijden van nadeel. Volgens Bentham overtreden mensen de wet voor het verkrijgen van geld, seks, spanning of iets anders dat van waarde wordt geacht. De uitdaging van het recht is dan om elk voordeel dat door middel van crimineel gedrag wordt verkregen, te laten

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 22 6/22/2016 3:36:11 PM

Page 11: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

23

1 Inleiding

overschaduwen door de pijn die de op te leggen straf oplevert, maar niet meer dan nodig om het beoogde doel – afzien van wetsovertreding – te bereiken. Bentham neemt dus aan dat de (aspirant-)crimineel een rationele afweging zal maken tussen het mogelijke voordeel dat het voorgenomen misdrijf hem zal opleveren en het mogelijke nadeel (de pijn) dat de op te leggen straf hem zal toebrengen. De drie basisideeën die uit Beccaria’s werk kunnen worden gedes-tilleerd als cruciaal voor de preventie van criminaliteit, worden dan ineens heel belangrijk: de kans dat de straf daadwerkelijk zal worden opgelegd (de pakkans en de kans op veroordeling), de snelheid waarmee de straf volgt op het delict en de hoogte van de straf.

Bentham was evenals Beccaria een groot voorstander van vrijheidsstraffen en hij ontwierp zelfs een speciaal soort gevangenis, het ‘panopticon’. Het betrof een ronde gevangenis, waarbij alle cellen zodanig langs de wanden waren gelegen dat één bewaker alle gevangenen kon observeren vanuit een centrale toren. In een dergelijke efficiënte instelling zouden gevangenen al de tijd die zij wakker waren, besteden aan werk, het leren van een vak en religieus onder-richt om hun moraal bij te brengen. De gevangenissen zouden bij het cen-trum van de steden moeten worden gebouwd als zichtbare waarschuwing voor de gevolgen van criminaliteit. Bentham slaagde er niet in om een dergelijke gevangenis ook daadwerkelijk in Engeland gebouwd te krijgen. In Nederland zijn in Haarlem, Breda en Arnhem gevangenissen naar zijn idee gebouwd.

Figuur 1. 4 Ont werp voor een panopt icon door Je remy Bentham, 1791

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 23 6/22/2016 3:36:12 PM

Page 12: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

Basisboek criminologie

24

1.3 Grondleggers ; de ee rs te theor ieën

De ideeën van de klassieke school dat misdadigers vanuit rationele motieven zouden handelen, werd aan het eind van de negentiende eeuw tegengespro-ken door de opkomst van het positivisme – ook wel aangeduid met Italiaanse school of bio-antropologische school. Deze leer stelde dat criminaliteit was aangeboren en bediende zich van de natuurwetenschappelijke methode om haar gelijk te bewijzen. Hierbij was geen plaats voor emoties of morele argu-menten. Alles moest objectief kunnen worden vastgesteld.

Een van de belangrijkste representanten van deze stroming was de Italiaan-se arts-psychiater Cesare Lombroso (1835-1909), die in het algemeen wel als grondlegger van de criminologische wetenschap wordt gezien. Althans, van de richting in de criminologie die de persoon van de misdadiger als onderwerp van studie heeft. In de negentiende eeuw werd dan ook tevens de basis gelegd voor de latere richtingenstrijd in de criminologie. Ondanks de strijd tussen de verschillende richtingen hadden ze één ding gemeen: criminaliteit wordt gezien als een verschijnsel dat deel uitmaakt van de samenleving en dat de moeite van studie waard wordt geacht (Van Weringh, 1986, p. 22).

Lombroso bouwde voort op zowel het gedachtegoed van de ‘frenologie’, de leer dat de vorm en de afmeting van de schedel een graadmeter en voorspeller van menselijk gedrag zouden zijn (voorgestaan door bijvoorbeeld de Zwitserse geleerde Lavater aan het eind van de achttiende eeuw), als de inzichten met betrekking tot de evolutie zoals die door Darwin in zijn boek Origin of species (1859) werden uiteengezet. Lombroso verrichtte onderzoek naar lichaamsken-merken onder gevangenen en geestelijk gestoorden.

Zijn conclusie was dat misdadigers aangeboren afwijkingen vertonen, zoals een specifieke schedelvorm (kleine schedelinhoud en laag voorhoofd), een asymmetrisch gezicht, opvallend grote of juist kleine oren, of extra vingers of tenen. Hij meende dat mensen bij wie dit voorkwam, ook in hun gedrag afweken door het vertonen van een grotere beweeglijkheid, een hogere pijn-grens, luiheid, ijdelheid en een aanleg tot gokken (Lissenberg et al., 2001, p. 87). Lombroso’s onderzoek bestond uit observaties en het letterlijk meten van fysieke kenmerken bij zijn onderzoekssubjecten.

Lombroso verkeerde in de veronderstelling dat hij had vastgesteld waarin mis-dadigers van niet-misdadigers verschillen en legde zijn theorie in 1876 vast in zijn L’uomo delinquente. In lijn met de evolutieleer begint hij zijn boek met een

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 24 6/22/2016 3:36:12 PM

Page 13: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

25

1 Inleiding

beschouwing over ‘de misdaad onder de planten’. Vleesetende planten zouden volgens hem misdadigers zijn. Vervolgens richt hij zijn blik op de dierenwereld en benoemt overlevingsgedrag en bijvoorbeeld de strijd om een vrouwtjesdier tijdens de paartijd eveneens als crimineel gedrag. Uiteindelijk komt hij dan uit bij de primitieve mens, die van oorsprong volgens Lombroso een geboren mis-dadiger zou zijn. Crimineel gedrag bij de moderne mens verklaart Lombroso met het begrip ‘atavisme’, een terugval in de evolutie, waardoor primitieve kenmerken weer de boventoon gaan voeren.

Figuur 1.5 Het opmeten van een gezicht (bron: L’uomo de l inquente , 1876; Enge lse ver ta l ing, 1911)

KritiekLombroso ondervond veel kritiek op zijn theorie en zijn onderzoeksmetho-den. Het meest sprekende voorbeeld van kritiek leverde Gorin (1870-1919), die onderzoek deed onder gevangenen, studenten van Cambridge en Oxford en studenten in Aberdeen. Hij vond geen verschillen van betekenis tussen ener-zijds de Cambridge- en Oxford-studenten en anderzijds de gevangenen. De verschillen tussen deze groep studenten en de studenten uit Aberdeen waren aanmerkelijk groter. Ook tussen professoren van de universiteit in Londen en de veroordeelden vond Gorin geen noemenswaardige verschillen (Bonger, 1951, p. 93). In eerste instantie ontkende Lombroso dat moraliteit – de verwor-venheid van de moderne mens – plaats- en tijdgebonden kon zijn. Later heeft hij zijn theorie aangepast, vooral onder invloed van zijn adept Enrico Ferri. In het boek Le crime: causes et remèdes, dat Ferri samen met Lombroso in 1898 publiceerde, worden in navolging van hun critici uit de ‘milieuschool’ naast individuele ook maatschappelijke oorzaken van criminaliteit gepresenteerd. In zijn Sociologie criminelle van 1884 betoogde Ferri al dat elke misdaad de resultante is van individuele, fysieke en sociale factoren. De individuele facto-ren werden door hem wel als de belangrijkste gezien; de andere twee werkten hierop in. Uit deze denkrichting is later de biosociale school voortgekomen, waar we in hoofdstuk 5 nog op terugkomen.

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 25 6/22/2016 3:36:12 PM

Page 14: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

Basisboek criminologie

26

De Franse medische wereld heeft zich vanaf het begin verzet tegen de ideeën van Lombroso en zijn volgelingen van de Italiaanse school. De gerechtelijk geneeskundige Lacassagne (1843-1924) en de antropoloog Manouvrier (1850-1927) namen het initiatief in de zogenoemde Franse of ‘milieuschool’. Zij ontkenden de theorie van de geboren misdadiger en duidden als oorzaak het sociale milieu waarin iemand opgroeit. We zien hier de parallel met de latere leertheorieën en zelfs met de kritische criminologie. Lacassagne ging niet zover de individuele factoren geheel te ontkennen, maar vond dat de positivis-ten er te veel waarde aan toekenden. De strijd tussen de voor- en tegenstanders van Lombroso liep zo hoog op, dat op het tweede crimineel-antropologisch congres in 1889 in Parijs werd besloten een commissie in het leven te roe-pen waarin zeven vooraanstaande wetenschappers een vergelijkende studie zouden moeten verrichten tussen honderd misdadigers (verdeeld over moor-denaars, geweldplegers en dieven) en honderd niet-misdadigers. Op het vol-gende congres in 1892 in Brussel deelde Manouvrier mee dat de commissie niet van start was gegaan omdat de Italianen niet waren komen opdagen (Van Weringh, 1986, p. 26).

De uitspraak van Lacassagne dat elke maatschappij de criminaliteit heeft die zij verdient (‘Les sociétés ont les criminels qu’elles méritent’), is later door de ‘kritische criminologen’ in verband gebracht met de kapitalistische maatschappij-inrichting en de vraag waarom – volgens de labelingtheorie – bepaalde gedragingen wel en andere minstens even asociale gedragingen niet als criminaliteit werden beschouwd.

De aanhangers van de milieurichting ontleenden voor hun inzichten veel aan de onderzoeken van Quetelet en andere statistici over de regelmaat in het patroon van criminaliteit. Een onderwerp dat in de moderne criminologie onverminderd actueel is en niet meer is weg te denken uit het hedendaags criminologisch onderzoek. De Fransman Guerry (1802-1866) paste als eerste de nieuw verworven kennis van de statistische wetenschap toe op het feno-meen criminaliteit. Hij bracht gegevens als sekse en leeftijd in verband met criminaliteit en ook deed hij onderzoek naar de geografische spreiding van criminaliteit. Hij verklaarde de grote geografische verschillen in criminali-teit door verbanden te leggen met armoede. De Belgische statisticus Quetelet (1796-1874) heeft in die beginfase het meest baanbrekende werk verricht. Hij analyseerde de verzamelde gegevens en ook de inmiddels bij de overheid beschikbare data met de nieuw ontwikkelde mathematische analysetechnie-ken. Een van zijn ideeën is de zogenoemde ‘normale verdeling’, en op basis

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 26 6/22/2016 3:36:12 PM

Page 15: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

27

1 Inleiding

van longitudinaal (meerjarig) onderzoek ontwikkelde hij theorieën die het enerzijds mogelijk maakten om ontwikkelingen van criminaliteit te voorspel-len (bijvoorbeeld op basis van seizoensinvloeden) en anderzijds mogelijkheden voor preventie boden. Zo toonde hij aan dat onderwijs, armoede en klimaat van invloed zijn op het niveau van criminaliteit. Hij constateerde een toena-me van economische criminaliteit in de winter en van gewelds misdrijven in de zomer. Ook toonde hij grote verschillen in criminele gedragingen tussen mannen en vrouwen aan.

1 . 4 Ve rde re or iëntat ie

Verder lezenDe verschillende studieboeken op criminologisch terrein leggen alle hun eigen accenten en behandelen soms specifieke onderwerpen. In de tekst van dit boek wordt waar mogelijk verwezen naar originele bronnen, die veelal te raadplegen zijn via (online) bibliotheken. Studenten en andere belangstellen-den die zich na het lezen van dit boek verder willen oriënteren, vinden in de volgende handboeken een toegankelijke inleiding:Boek Nederlandstalig: Dijk, J. van, & Huisman, W. (2014). Actuele crimino-logie. Den Haag: Sdu Uitgevers. Naar dit boek wordt in de tekst verder verwe-zen als ‘Van Dijk’.Boek Engelstalig: Newburn, T. (2012). Criminology, 2nd ed. Abingdon, UK: Routledge. Naar dit boek wordt verder verwezen als ‘Newburn’.Reader: McLaughlin, E., Muncie, J. & Hughes, G. (Eds.) (2003). Criminological perspectives: Essential readings (2nd ed.). London: Sage. In deze bundel zijn veel originele artikelen opgenomen, die vaak moeilijk online verkrijgbaar zijn. Naar dit boek wordt verder verwezen als ‘McLaughlin’.Voor verdere oriëntatie op de onderwerpen die in dit inleidende hoofdstuk zijn besproken, kunnen de volgende teksten in de reader worden bestudeerd:– McLaughlin: hoofdstukken 1 (p. 5-15) en 4 (p. 40-44).

Verenigingen van criminologen en hun tijdschrif tenDe verschillende verenigingen van criminologen geven allemaal tijdschriften uit die de nieuwste ontwikkelingen op het vakgebied goed weergeven. Tevens organiseren zij geregeld cursussen, studiedagen en een jaarlijks congres. Ook voor ‘nieuwelingen’ in het vak zijn deze congressen bijzonder de moeite waard om kennis te nemen van de laatste ontwikkelingen en om auteurs van belang-rijke publicaties ‘live’ te ontmoeten. Ook de websites van de verenigingen

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 27 6/22/2016 3:36:12 PM

Page 16: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

Basisboek criminologie

28

bieden interessante informatie en een agenda van komende evenementen. Hier volgt een overzicht:• De Nederlandse Vereniging voor Criminologie (www.criminologie.nl/nvc/

nvk.php) geeft het Tijdschrift voor Criminologie uit (www.criminologie.nl/tvc/tvc.php).

• De Vlaamse Vereniging voor Criminologie (www.gofs.ugent.be/vvc/index.php?page_id=1&update_block=0) functioneert vanaf 2007. Deze vereni-ging werkt samen met het tijdschrift Panopticon, Tijdschrift voor strafrecht, criminologie en forensisch welzijnswerk (www.panopticon-net.org).

• De European Society of Criminology (www.esc-eurocrim.org) is uitgever van het European Journal of Criminology (http://euc.sagepub.com).

• De British Society of Criminology (www.britsoccrim.org) geeft het tijd-schrift Criminology & Criminal Justice uit (http://crj.sagepub.com).

• De American Society of Criminology (www.asc41.com) geeft zelfs twee tijdschriften uit: Criminology (http://onlinelibrary.wiley.com/journal/10.1111/%28ISSN%291745-9125) en Criminology and Public Policy (http://online library.wiley.com/journal/10.1111/%28ISSN%291745-9133).

• Drie Nederlandstalige tijdschriften die niet verbonden zijn aan een vereni-ging maar wel veel criminologisch relevant materiaal bevatten, verdienen ten slotte ook nog vermelding in deze opsomming. Het betreft het Tijd-schrift voor Veiligheid (https://www.boomcriminologie.nl/criminologie-veiligheid/catalogus/tijdschrift-voor-veiligheid#), het tijdschrift Proces (https://www.boomcriminologie.nl/criminologie-veiligheid/catalogus/proces#) en het onder verantwoordelijkheid van het WODC en het ministe-rie van Veiligheid en Justitie uitgegeven tijdschrift Justitiële Verkenningen (https://www.boomcriminologie.nl/criminologie-veiligheid/catalogus/justitiele-verkenningen#).

1 .5 Vragen

1. Waar zie je in historische geschriften parallellen met de hedendaagse dis-cussie over criminaliteit en de reactie daarop?

2. Sommige vormen van problematisch gedrag worden strafrechtelijk verbo-den en gecriminaliseerd, andere niet. Noem een aantal redenen die maken dat bepaalde gedragingen (strafrechtelijk) gecriminaliseerd worden.

3. Vat in eigen woorden samen welke twee gedachten besloten liggen ach-ter de opvatting dat crimineel gedrag juist gezien moet worden als de uit-komst van criminaliseringsprocessen.

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 28 6/22/2016 3:36:12 PM

Page 17: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

29

1 Inleiding

4. Wat is het belangrijkste verschil in inzicht tussen de positivistische crimi-nologie en de klassieke school?

5. Welke invloeden zijn van betekenis geweest voor het ontstaan van de posi-tivistische criminologie?

6. Strafjuristen kunnen slecht uit de voeten met de uitgangspunten van de positivistische criminologie. Wat zou het voor een rechter betekenen indien hij zich bij het berechten van een misdadiger geheel door deze uit-gangspunten zou laten leiden?

7. Bezoek eens de website van een van de criminologische verenigingen en zoek naar de papers die zijn gepresenteerd op hun laatste conferentie. Zo krijg je een aardig beeld van wat op dit moment actueel is in de crimino-logie. Wat voor beeld ontstaat er bij je en naar welke onderwerpen gaat je interesse het meest uit?

1 .6 Ke rnbegr ippen

Italiaanse schoolKlassieke schoolMilieuschoolTrias politica

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 29 6/22/2016 3:36:12 PM

Page 18: Basisboek criminologie 2edruk - Managementboek.nl · Basisboek criminologie 14 Een dergelijk bericht zegt op zich niet zoveel. De rol van criminologen is ook wel: ‘het in beeld

Basisboek criminologie_2edruk_.indd 30 6/22/2016 3:36:12 PM