Autobiografisch Schrijven
description
Transcript of Autobiografisch Schrijven
Autobiografisch Schrijven
’s-Hertogenbosch
Dit boekje
Autobiografisch Schrijven
Avans Hogeschool
Hertogenbosch en Breda
2010
Dit boekje samengesteld door Karen Meijs
Autobiografisch Schrijven
SPELEN
Op mijn zesde ben ik verhuisd. Van Doetinchem, waar ik geboren ben, naar Den Haag. Van
een dorpse straat naar een in aanbouw zijnde nieuwbouwwijk aan de rand van de grote
stad. Met bulldozers, bouwliften, aardehopen, wegtrace’s, winkelcentra en een tramlijn.
Genoeg om te spelen, maar de jeugd herinneringen zijn van voor die tijd, uit Doetinchem.
De straat, de tuin, de buurvrouw, de klimboom, het paard voor de kar, de auto van de
ongetwijfeld rijke buurman.
De herinneringen, die je bijblijven, over je onbezorgde jeugd. De oorlog was voorbij, je
vader was thuis, moeder was er altijd. En ze deed de was. Dat is dan ook een van de
scherpste indrukken die gebleven is.
Waarschijnlijk als het een beetje mooi weer was deed mijn moeder de was buiten, op het
plaatsje. Daarachter was de tuin. Op een houten bok stond de teil, er zat een wringer op en
er was een wasbord met ribbels. Allemaal niet voor mij, al helemaal de wringer niet. Waar
het om gaat is het water. Op een gegeven moment moest die teil omgekiept worden, en
het water liep dan over het plaatsje naar het putje. Maar toen – en ik weet natuurlijk niet
meer hoe – ontstond er zeg maar het gootje. Ik bouwde van zand, aarde, takken en losse
stenen een waterloop zodat het water niet in het putje terechtkwam maar in de tuin, langs
het grasveld, tegen de bloemenborder aan. Daar ontstond een meertje, waarschijnlijk een
plas, en daar kon van alles in gebeuren. Bootjes, stokjes, papiertjes en bladeren werden
daarin losgelaten. Eilanden en kusten ontstonden. Oorlogsschepen, denk ik, waren het en
piraten en de veerpont over de IJsel.
De reis was begonnen.
Freek
De boomhutDe boomhutDe boomhutDe boomhut
Buiten spelen vond ik één van de leukste dingen om te doen. Lekker sportief bezig zijn in de
natuur met vrienden, mijn broer en broertje. We
tegenover mijn school. Ik was eens in de war. We liepen ’s ochtends naar school, ik, mijn
broer en broertje en opeens vond ik het leuk om in de boomhut te gaan spelen. Zonder steeds
in de weg gelopen te worden, maar lekk
tijdje ging ik me toch wel vervelen en ging weer naar huis. Er was niemand thuis. Toen dacht
ik mijn moeder thuis te horen komen. Ik verstopte mij snel onder de kapstok, onder de lange
jassen. De deur ging open BOE! Ik liet mijn moeder schrikken. Ze klonk van streek en zei
luid: “Waarom ben jij niet op school?!” Ik vertelde wat ik gedaan had en moest alsnog naar
school.
Martine
en vond ik één van de leukste dingen om te doen. Lekker sportief bezig zijn in de
natuur met vrienden, mijn broer en broertje. We hadden eens een boomhut. Deze stond
tegenover mijn school. Ik was eens in de war. We liepen ’s ochtends naar school, ik, mijn
broer en broertje en opeens vond ik het leuk om in de boomhut te gaan spelen. Zonder steeds
in de weg gelopen te worden, maar lekker alleen in de boomhut, hoog in de boom. Na een
tijdje ging ik me toch wel vervelen en ging weer naar huis. Er was niemand thuis. Toen dacht
ik mijn moeder thuis te horen komen. Ik verstopte mij snel onder de kapstok, onder de lange
pen BOE! Ik liet mijn moeder schrikken. Ze klonk van streek en zei
luid: “Waarom ben jij niet op school?!” Ik vertelde wat ik gedaan had en moest alsnog naar
en vond ik één van de leukste dingen om te doen. Lekker sportief bezig zijn in de
hadden eens een boomhut. Deze stond
tegenover mijn school. Ik was eens in de war. We liepen ’s ochtends naar school, ik, mijn
broer en broertje en opeens vond ik het leuk om in de boomhut te gaan spelen. Zonder steeds
er alleen in de boomhut, hoog in de boom. Na een
tijdje ging ik me toch wel vervelen en ging weer naar huis. Er was niemand thuis. Toen dacht
ik mijn moeder thuis te horen komen. Ik verstopte mij snel onder de kapstok, onder de lange
pen BOE! Ik liet mijn moeder schrikken. Ze klonk van streek en zei
luid: “Waarom ben jij niet op school?!” Ik vertelde wat ik gedaan had en moest alsnog naar
Wie ben ik?
David was een stoere Zeeman met blonde haren en mysterieuze donkerbruine ogen. Hij
trok graag op met Bill, zijn buurman die tien jaar ouder was. Bill was al bijna kaal, had rode
plukjes haar en altijd rode wangen. Het leven was niet makkelijk voor Bill. Tenminste, dat
dacht ik wanneer ik “Wie is het?” speelde. Het liefst had ik het rode speelbord. Ik weet
ook nog dat de kaarten geel waren met een vraagteken er op. Het spel had ik zelf niet
maar ik wist precies bij welke vriendinnetjes en nichtjes ik terecht kon. Veel later kreeg ik
de reiseditie van een vriendje. De gezichten van David en Bill waren strakgetrokken en
aangepast aan het schoonheidsideaal van deze tijd. Eerlijk gezegd vond ik er niet veel
meer aan. Daarom zocht ik mijn heil bij Yahtzee.
Yathzee is lekker overzichtelijk want de
getallen op een dobbelsteen worden niet
gepimpt in de loop der jaren. Dit spel zorgt
voor een hele andere uitdaging. Want hoe
zorg ik er voor dat de scoreblok zo
economisch mogelijk gebruikt wordt? Er zitten
nog 100 verse blaadjes op, maar stel dat de
scoreblokkenfabriek ooit failliet gaat?
Karen
� Met de Kadett naar school
Als kind woonde ik samen met mijn ouders en zussen in het buitengebied van Roosendaal. In de
volksmond woonden we toen ‘achteraf’. De eerste jaren van hun huwelijk hadden mijn ouders geen
auto en we moesten overal op de fiets naartoe. In die tijd kwamen de bakker, de melkboer, de
klompenboer en de olieboer nog aan huis, dus dat scheelde dan weer.
Al vroeg moest ik op de fiets naar school. Ik reed op mijn 4e of 5e al samen met mijn zus, die een jaar
ouder was, naar de kleuterschool. Behalve die keer dat het zo hagelde. We waren net een paar
honderd meter van huis, toen er een vreselijke hagelbui losbarstte. We hadden allebei een kort rokje
aan en de stenen prikten vreselijk in die kleine beentjes. Toen we in het baantje kwamen en ik de
slik kuilen probeerde te vermijden sloeg tot overmaat van ramp mijn stuur dubbel. Uiteindelijk
kreeg mijn zus het stuur weer los. Ik was het echter zat en weigerde nog verder te rijden. Ik zei:`Kom
we gaan naar huis.` En dat deden we dan ook. Mijn moeder was nog bezig mijn zusje in bad te
stoppen en we konden onze natte kleren uittrekken en droge kleren aandoen en bij de warme kachel
gaan zitten. Van regenpakken hadden ze toen geloof ik nog niet gehoord.
Toen ik in de derde klas van de lagere school zat heeft mijn moeder haar rijbewijs gehaald. Ze kwam
toen ik het bezit van een Opel Kadett. Een beige uitvoering, het was er een met ronde vormen met
het bouwjaar 1968. We konden nu zelf met ons gezin in de auto op stap. Het leukste was als mijn
ouders allebei meereden. Mijn moeder achter het stuur, dus helden we naar links over. Vervolgens
stapte mijn vader in en dan kwam de wagen weer in evenwicht. Voor mijn vader hing er ook zo`n
rare staart aan onze auto, want anders kreeg ie een schok bij het uitstappen. Hoe ze tegenwoordig
die statische elektriciteit afvoeren dat mag Joost weten, maar die rare staarten zie je niet meer.
Dus vanaf mijn achtste gingen we regelmatig met de auto naar school. Vooral in de winter en als het
slecht weer was. Mijn moeder haalde dan iedereen in de buurt op. Nou ja, misschien een beetje
overdreven. Hoewel we zaten regelmatig met z`n tienen in de wagen. En mijn moeder maar zingen:
`Ik heb mijn wagen volgeladen`, eerst kwamen de oude wijven, dan de oude mannen of er nog jonge
mannen bijwaren ben ik even kwijt, maar het eindigde steevast met de jonge meisjes en die zongen
als sijsjes. Dat wij kei vals zaten te blèren dat kon niemand schelen. Het was gezellig en we zaten
droog. Van gordels hadden we nog nooit gehoord, ook niet op de voorbank. Waar overigens wel
drie kinderen op moesten zitten, want anders pasten we natuurlijk niet in ons Kadettje.
Mijn moeder was ook weleens in een minder goed humeur. Ze kon dan erg kwaad worden en ze kon
dan flink tekeer gaan. Zo ook op een dag dat wij naar huis reden en mijn moeder ons te druk vond.
Ze zei dan altijd dat er wel storm op komst zou zijn. We kregen nog een waarschuwing dat we
verder moesten lopen als we niet op zouden houden. Wij gingen vrolijk door met ons getetter, want
wij vonden onszelf niet vervelend. Plotseling werd er abrupt op de rem getrapt en stond de auto stil.
We moesten eruit en verder lopen, behalve mijn zus dan. We waren er beduusd van. Maar goed, we
hadden geen keus. We keken elkaar aan en moesten keihard lachen. Nou ja, we gingen maar lopen,
want ja, er zat niks anders op.
Jeanne
Mijn mooie broek
Het is zondagochtend, ik trek mijn mooiste kleren aan want we gaan op
bezoek bij opa en oma. Na een te-lang-durende autorit komen we aan op de
boerderij en krijgen we allemaal wat te drinken van oma en een stukje
kersenvlaai. M’n broer en ik beginnen ons te vervelen en opa vraagt of we
hem mee willen helpen bij het voeren van de varkens. Na een afkeurende
blik naar buiten zegt mijn broer dat hij liever binnen blijft, ik vind het niet
erg want nu heb ik opa helemaal voor mezelf. We gaan naar buiten en opa
pakt zijn grote ijzeren kruiwagen, huppelend ga ik achter opa aan als hij
naar de voersilo loopt. Het heeft geregend en het is modderig, ik voel modder
tegen mijn enkels aan spatten en denk even aan mijn broek die
waarschijnlijk schoon had moeten blijven. Dit denken duurt niet lang want
ik zie dat de kruiwagen helemaal gevuld is met korrels. Ik vraag aan opa of
ik even met mijn handen in de met korrels gevulde kruiwagen mag. Het mag
en ik voel de duizenden korrels door mijn vingers gaan en het kietelt! Precies
zoals ik gehoopt had. Ik veeg mijn handen af aan mijn nette broek, dit is het
moment, we gaan de stallen in. Als opa de deur open doet ruik ik gelijk de
typische geur en hoor ik de varkens gillen. Samen met opa ga ik de donkere
gangen in en we stoppen bij iedere voerbak om deze te vullen. De varkens
duiken erop af en het lijkt wel alsof ze al weken geen eten meer hebben
gekregen. Nu ik er langer over na denk zou dat wel kunnen kloppen, sinds
opa gestopt is met roken is hij verslaafd aan mentos en deze liefde deelt hij
maar al te graag met zijn dieren en vooral de varkens, behalve brokjes wordt
er nu ook her en der een mentos toegestopt. Ook ik krijg er één en al
smakkend lopen we door het doolhof van donkere gangen gevuld met
gillende varkens. De varkens zijn ingedeeld op leeftijd en ze worden steeds
jonger en kleiner totdat we uiteindelijk uitkomen bij de biggetjes. Dit is het
avontuur meer dan waard, kleine oortjes die flapperen, kleine staartjes die
heen en weer wiebelen en kleine pootjes die trappelen op de vieze betonnen
vloer. Als we klaar zijn met voeren en onze weg naar de buitenlucht hebben
gevonden merk ik pas hoe erg mijn kleren de geur van de stal tot zich
hebben genomen. Met een met modder en korrels besmeurde stinkende
broek keer ik terug naar huis.
Mijn mooie broek zou nooit meer hetzelfde zijn.
Els
‘We sieren elkaar’
Heden Christus hoe krijgt ze het voor elkaar?! Dat ik haar vergezel bij tal van concerten is helemaal
prima, sigarettenrook en dood-bier is precies waar ik van houd, maar dat ze met haar gebroken
voet ook nog eens door me heen probeert te worstelen is toch echt van het gekke. Mijn hele
knieën raken zo kapot en het zal niet lang duren voordat ik weer naar de dokter moet.
Niet dat ik daar geen vaste klant ben… eerst dat incident met die paal in Amsterdam waar ze
zonodig naar homobootjes moest kijken, daarna die idioot die mijn zak eraf probeerde te
scheuren en nu dus die gipsklomp. Om alle katers en vergane longen maar even te vergeten! Nog
even en het is onmogelijk om nog te worden opgelapt. Alhoewel... ik ben ervan overtuigd dat
levensdrift hierin vrij bepalend is. Als je nog de Wil bezit, kan je overal van genezen. De mijne reikt
in ieder geval ver genoeg om nog een aantal jaren door te gaan. Ik ben er van overtuigd dat ook
zij genoeg doorzettingsvermogen heeft om dit huwelijk door te zetten. Maar niet alleen dat. Ook
de liefde, en zo af en toe de haat, zal ons de kracht geven om samen door te gaan. We zijn elkaars
maatjes en kunnen stiekem niet zonder elkaar.
Deze winter heeft ze zelfs een maillot gekocht. Hoe idioot is dat? Maar als je bedenkt dat ze dat
doet om mij in het openbaar te dragen, vind ik het toch wel schattig. En lief. Helaas dat ze juist
toen weer naar een rokerig hok ging met veel springend volk en bier, maar ik kon ten minste weer
een frisse neus halen op de fiets.
Afijn, de gispklomp. Het was nog mooi weer en we hadden al een paar dagen dansen, bier en
muziek achter de rug. Tijdens wat herrie besloot ze om te gaan springen. Ze noemt het pitten en
ik snap niet wat er in hémelsnaam leuk aan is om tegen anderen mensen aan te beuken. Maar zij
doet het graag en de ellende bestaat dat ik mee moét. Ze sleurt me altijd mee. Zij is leider, dus ik
heb pech. Tsja. Gelukkig bestaat er nog zoiets als karma en had zij die avond uiteindelijk meer
pech dan ik. Pitten op slippers bleek niet zo goed te werken als een dronken geest denkt. De
volgende dag werd dan ook geconstateerd dat ze haar grote teen had gebroken. Om die reden
kreeg ze dan ook een mooie gipsvoet.
Ik kan haar wel vergeven hoor, dat ze wil dat ik haar vergezel. Daarnaast, het hesje, de
grijsvervaagde pet, een lompe klomp gips, de donkerbruine wandelstok en ik, de gordijnbroek,
maakt het in ieder geval wel een stijlvol geheel. Gelukkig draagt ze aan de andere voet twee
versleten – op elkaar geplakte – slippers, zodat ze niet geheel krom loopt én het scheelt wringen
bij de andere knie.
Dus ja, we sieren elkaar. Maar om dit huwelijk tot een goed einde te maken – ze leven lang en
gelukkig totdat ze sterven – is een levensomslag wel van belang. Desnoods een polygaam
huwelijk.
Malou
Wie een kuil graaft...
Ik ben een goede vriend des huizes. Mijn naam is Karakal en die naam en mijn embleem is het enige
aan mij wat er nog fraai uitziet. Ik ben dan ook al zo’n vijftien jaar oud.
Mijn draagster noemt mij blauw, maar anderen vinden dat ik een onbestendige kleur heb. Misschien
ben ik ooit blauw geweest. Aan de binnenkant van mijn manchetten kun je het blauw nog een beetje
zien, maar dan moet je wel je best doen. Ik wordt vrijwel iedere dag gedragen, tenzij het tijd is voor
een wasbeurt wat ik helemaal niet leuk vind. Ik zorg er dan ook altijd voor dat het heel lang duurt
voor ik droog ben.
Als ik niet zo vaak gewassen werd, zou mijn blauwe kleur best wel goed uit komen.
Ach, ik weet nog dat ik bij hen kwam. De heer des huizes had mij uitgezocht. En hij was heel trots op
me, vond me heel mooi. En dat ben ik ook, verbeter, was ik ook.
Helaas had hij het onzalige idee om de week erna nog zo’n zelfde outfit aan te schaffen in een groene
kleur. En toen was er gedonder in de glazen.
Hij droeg de groene en zij – voor de grap – de blauwe. En het mens vond me zo prettig dat ik tot mijn
leedwezen haar outfit werd.
En geloof me, het is een blamage als je voor een heer bent ontworpen en zo’n vrouwmens trekt je dan
aan. En doet net alsof het zo hoort. En dat al zo’n vijftien jaar lang.
Mijn groene concurrent is trouwens ook nog in huis, alleen is zijn kleur nog steeds groen. Dat komt
gewoon omdat hij minder gewassen wordt. En dat komt weer omdat hij minder vaak gedragen wordt.
Ik kijk net naar mijn manchetten en zie dat ze een beetje versleten raken. Ook dat nog. En het
vrouwmens ziet het niet of wil het niet zien.
Nu in de winterperiode gaat ze zelfs met me wandelen. Iedere avond na het eten gaat ze een uurtje
lopen. Met van die Nordic Walking stokken. En dan een mp3-spelertje mee met van die oordopjes.
Dan luistert ze naar muziek of verhalen. Soms kan ik dat wel waarderen, ‘Alleen op de wereld’ was
heel spannend en heel triest. Maar wat ze nu luistert. Je gelooft het niet: Multatuli, Max Havelaar.
Nou, als er iemand is die langdradig schrijft dan is hij het wel. Maar het vrouwmens vindt het
prachtig. Ze hoort het deze winter al voor de tweede keer. Dat doet ze expres, want dit jaar is
Multatuli-jaar. Hoe verzint men het. Zij is van plan naar Amsterdam naar zo’n tentoonstelling te gaan.
Gelukkig hoef ik niet bang te zijn dat ik mee moet, want we zijn het er beiden over eens dat ik in zo’n
geval niet de geschikte kleding zou zijn.
Weet je, kort geleden had ik haar toch tuk: ik zorgde dat in mijn rechterbroekzak een gaatje kwam.
Had ze natuurlijk niet door. Heel langzaam maakte ik het gaatje groter. En op een avond, zomaar
midden in hoofdstuk 10, liet ik het mp3-spelertje erdoor vallen.
Dat was lachen. Het ding hing ergens halverwege haar knie. Oordopjes uit en na veel vijven en zessen
was het spelertje weer boven water.
Zou je toch denken dat ze hiervan geleerd moet hebben. Maar nee hoor, Droogstoppel ging gewoon
verder Frits de les te lezen vanuit de linkerbroekzak.
Tja, wie een kuil graaft voor een ander ….
Nanny
kleding
uitbundig gekleurd
weggestopt in dozen
na maanden eindelijk vrij
opgelucht
�
Ik kom uit Tibet en heb tot nu toe een gedeelte van mijn leven door gebracht in
wereldstad Boxtel. Ik ben paars met roze geborduurde randen aan mijn mouwen en
panden en mooie houten knoppen. O ja voor de goede orde ik ben een jas. Ik ben met
heel veel enthousiasme gekocht maar heb toch het grootste gedeelte van mijn bestaan
in een donkere kast doorgebracht. Samen met nog wat andere kledingstukken
opgevouwen en ingepakt. Wat is hier aan de hand?
Net uit de winkel heb ik mezelf regelmatig kunnen laten zien. Op een terras in
Wijchen, op een bank met kussen in mijn kleurtjes, helemaal goed!!! Vervolgens op een
verjaardagsfeest, donker en dan ook nog een groot gedeelte van de tijd ergens in een
hoek. Hier hoor ik zeker niet en zij ook niet. Wat een raar mens om ergens naar toe te
gaan waarvan je weet dat je er niet tot je recht komt. Daarna was er ineens niets
meer, donker! Vreemd?? Het is dat er hier nog meer kledingstukken en zelfs nog wat
boeken liggen anders zou het wel heel saai zijn. De witte jas vertelde me dat zij een
half jaar werkloos in een warme en vooral vochtige ruimte heeft gehangen. Zij is blij
dat ze nu tenminste ergens droog ligt. Als je het zo beziet dan valt het nog wel mee
want vocht daar kan ik ook helemaal niet tegen. Maar het moet toch niet te lang duren
want ik verveel me.
Ik was bijna een opstand aan het regelen toen er ineens weer ligt binnen kwam en ik
weer geshowd werd. Letterlijk zelfs. De eerste keer dat ik weer naar buiten kan zie ik
heel veel mensen met hoeden en zij loopt ze zelfs te showen. Helaas lig ik dan achter
het podium maar tussen de shows door mag ik mee de stad in. Dit is het leven, er
worden van alle kanten foto’s gemaakt en er is zelfs iemand die mij wil lenen om een
patroon te maken. Dat mag natuurlijk maar mij kopiëren lukt toch niet, ik ben uniek.
De volgende keer, een fantasie fair. Hier lijk ik helemaal thuis te zijn, hoewel eigenlijk
ben ik veel te kleurig. Zwart is hier toch wel de hoofdkleur, ach ja als ze dat leuk
vinden maar ik hou toch meer van kleurtjes. Hé kijk, daar hangen jassen die wel een
beetje op mij lijken maar zoals ik als gezegd ik ben uniek en ze kunnen niet in mijn
schaduw staan.
En nu… nu hang ik weer aan een rek. Heel soms krijgt zij nog wel ineens het idee dat
ik maar weer eens naar buiten moet maar meestal eindig ik dan toch weer alleen op
het bed. Hopelijk komt daar snel verandering in want anders ……
Cathalijn
Op zoek naar vrijheidOp zoek naar vrijheidOp zoek naar vrijheidOp zoek naar vrijheid
Gisteren heb ik mijn eerste les gehad om te leren vliegen met een glider. Op het
vliegveld kwamen we met 16 cursisten om de fijne kneepjes te leren. We begonnen
met droog oefenen. Aan een grote stella
op je buik op gaan liggen. Je leerde door je lichaam te bewegen om de schommel
in een bepaalde positie te brengen. Toen iedereen dit onder de knie had begon het
echte werk. Ieder van ons mocht ervaren wat het is om
hangen. Door enkelen werd ik door middel van een touw een stuk voortgetrokken
waardoor ik een klein stuk van de grond kwam. Na deze stap begon het echte werk.
Heel goed vast gemaakt werd de glider door een lier een stuk de lucht
en na een korte vlucht waarbij ik een enorm gevoel van vrijheid ervaarde lande ik
weer veilig op moeder aarde, stond weer met twee voeten op de grond. Opende
mijn ogen en stapte uit bed om te gaan douchen om wakker te worden uit deze
mooie droom, of was het een visioen?
Peter
Op zoek naar vrijheidOp zoek naar vrijheidOp zoek naar vrijheidOp zoek naar vrijheid
Gisteren heb ik mijn eerste les gehad om te leren vliegen met een glider. Op het
vliegveld kwamen we met 16 cursisten om de fijne kneepjes te leren. We begonnen
met droog oefenen. Aan een grote stellage hing een soort schommel. Hier mocht je
op je buik op gaan liggen. Je leerde door je lichaam te bewegen om de schommel
in een bepaalde positie te brengen. Toen iedereen dit onder de knie had begon het
echte werk. Ieder van ons mocht ervaren wat het is om onder een echte glider te
hangen. Door enkelen werd ik door middel van een touw een stuk voortgetrokken
waardoor ik een klein stuk van de grond kwam. Na deze stap begon het echte werk.
Heel goed vast gemaakt werd de glider door een lier een stuk de lucht
en na een korte vlucht waarbij ik een enorm gevoel van vrijheid ervaarde lande ik
weer veilig op moeder aarde, stond weer met twee voeten op de grond. Opende
mijn ogen en stapte uit bed om te gaan douchen om wakker te worden uit deze
m, of was het een visioen?
Gisteren heb ik mijn eerste les gehad om te leren vliegen met een glider. Op het
vliegveld kwamen we met 16 cursisten om de fijne kneepjes te leren. We begonnen
ge hing een soort schommel. Hier mocht je
op je buik op gaan liggen. Je leerde door je lichaam te bewegen om de schommel
in een bepaalde positie te brengen. Toen iedereen dit onder de knie had begon het
onder een echte glider te
hangen. Door enkelen werd ik door middel van een touw een stuk voortgetrokken
waardoor ik een klein stuk van de grond kwam. Na deze stap begon het echte werk.
Heel goed vast gemaakt werd de glider door een lier een stuk de lucht ingetrokken
en na een korte vlucht waarbij ik een enorm gevoel van vrijheid ervaarde lande ik
weer veilig op moeder aarde, stond weer met twee voeten op de grond. Opende
mijn ogen en stapte uit bed om te gaan douchen om wakker te worden uit deze
WalkwomanWalkwomanWalkwomanWalkwoman ������������
Ik ben de tel kwijt geraakt� zo vaak heb ik nieuwe oordopjes voor mijn walkman gekocht�
Dat was niet omdat ik oordopjes zo leuk vond� Het zat namelijk zo� als ik al fietsend de
batterijen in mijn walkman moest verwisselen eerst het klepje in mijn linkerjaszak ! de
lege batterijen in mijn rechterjaszak " de verse batterijen uit mijn linkerjaszak ! enzovoort#
dan wilden de dopjes wel eens uit mijn oren vallen�
Je had toen nog geen hippe modellen die je om je oren kon klemmen� Althans niet in
onze plaatselijke elektronicawinkel waar ik ondertussen een vaste klant was� In de winter
was het echt een ramp� dan regende het vaak en had ik handschoenen aan� De
procedure werd uitgebreid met het openmaken van de rits van mijn regenpak en het
afstropen van mijn natte handschoenen die ik daarna met geen mogelijkheid meer aan
kreeg� Je begrijpt dat het ontwerp van de zakken destijds belangrijker was dan het merk
van de jas�
Maar� terug naar de oordopjes� Die vielen tijdens de grote batterijenwisseltruc naar
beneden en dan werd de draad die ze verbond aan mijn walkman door midden gesneden
door mijn fietsband� Soms had ik nog één oortje over� maar dat luisterde niet echt lekker�
Dan hoorde ik alleen de band of alleen de zanger� of een heel rare combinatie daarvan�
Het is een wonder dat ik nooit iemand heb aangereden�
Karen
Televisie
Voor mij is televisie een van de mooiste uitvindingen. Halverwege de jaren vijftig - ik was een jaar of vier – schaften mijn ouders een televisie aan. Het was een heel klein beeldscherm in een enorme kast. Ik denk dat het een Loewe Opta was. Niemand anders in onze straat had er een en op woensdagmiddag zat de hele kamer vol met kinderen. We zwaaiden allemaal naar Tante Hanny. Zij had een dik voorleesboek en kon prachtig vertellen en liedjes zingen. Ik was ook fan van Okkie Trooy met zijn krentenbollenkoffertje. Dat was reuze spannend. Mijn vader had een hobby: hij haalde radiotoestellen uit elkaar, bestudeerde ze, repareerde ze indien nodig en meestal lukte het hem ze weer in elkaar te zetten zonder iets over te houden. Hij volgde cursussen radiotechniek en was ook in televisie geïnteresseerd. Dat betekende wel dat we in de jaren zestig meerdere televisies en radio’s hadden. Hij had hiervoor een klein kamertje toegewezen gekregen, want mijn moeder wilde ze niet allemaal in de woonkamer. Hij was vaak ’s nachts met toestellen en een aantal antennes bezig. Dan kon hij ons zomaar wakker schudden: “Kom gauw, ik heb Spanje” en dat werd alleen maar gestaafd doordat er vaag een stierengevecht te zien was. Meestal was het sneeuw en dan was het wel heel moeilijk iets te herkennen. Mijn vader beweerde dan dat het Zweden was. Ik heb heel vaak achter de toestellen gezeten om aan knopjes te draaien terwijl mijn vader het testbeeld bijstelde of een lopend beeld probeerde stil te krijgen. Als er gerepareerd moest worden, mocht ik ook wel eens solderen of een lamp uit de televisie halen. Erin zetten mocht ik ze niet. In 1963 gingen we verhuizen. Alles ging in een grote vrachtwagen, behalve onze huiskamertelevisie. Mijn vader was zo benauwd, hij vertrouwde dit de verhuizers niet toe. Hij verhuisde de televisie zelf wel. Hij nam de fiets, de televisie achterop en ik met mijn elf jaren ernaast om het ding vast te houden. Zo liepen we naar het nieuwe huis aan de andere kant van de stad. Halverwege moesten we onder een spoorwegviaduct door. De weg loopt schuin af naar beneden. De televisie ook. Gelukkig deed de televisie het nog, hoewel het beeld groen was. Samen met mijn moeder heb ik zo op de eerste avond in ons nieuwe huis – liggend op de vloer op een deken, met pinda’s en limonade – geluisterd naar de film Vadertje Langbeen met Jenny Arien in de hoofdrol. Dit was de eerste keer dat ik een film voor volwassenen mocht ‘zien’ en ook de eerste keer dat ik om 21.30 uur naar bed mocht, maar dat kwam meer omdat mijn vader pas op die tijd de bedden in orde had gemaakt. Ook in latere jaren had mijn vader zijn televisiekamer. Ieder jaar kwam een controleur van het luister- en kijkgeld langs. En ieder jaar werd het heel gezellig in dat kamertje. De controleur begon altijd met vertellen dat er voor meerdere televisies betaald zou moeten worden. Mijn vader legde dan uit dat hij deze toestellen in reparatie had. Dan gingen ze samen kijken en het duurde uren voor de controleur vertrok. Wij hebben altijd maar voor één televisie en twee radio’s luister- en kijkgeld betaald. In 1970 ging ik werken bij Philips in Breda op de tekenkamer van de afdeling waar kleurentelevisiecamera’s werden ontworpen. Dat was natuurlijk helemaal naar mijn vaders zin. De kleurentelevisie deed zijn entree. Mijn vader had hiervoor nog geen cursus gevolgd, maar hij was razend nieuwsgierig. Philips wist dat, want ieder medewerker van de tekenkamer mocht gedurende 3 maanden thuis een televisie gebruiken. Een kleurentelevisie. Mijn chef bracht hem bij ons thuis. Hij legde mijn vader van alles uit en legde de nadruk op een heel belangrijke regel – de televisie mocht niet opengemaakt worden. Mijn vader vond dat logisch, maar na verloop van tijd en een heleboel kopjes koffie, zaten beide heren op hun knieën bij de salontafel met de televisie open naast de gereedschapskist. Het heeft uren geduurd voor het testbeeld de juiste kleuren weergaf. In mijn woonkamer staat nu een kolossaal beeldscherm. Het geeft prachtig beeld, maar heel, heel soms heb ik nog wel eens heimwee naar de televisietoestellen van vroeger. Het sneeuwt tegenwoordig zo zelden.
Nanny
Zo voor een meisje, zielsalleen…?
“Je gaat niet, begrepen?!” “Komaan, mag ik dat niet gewoon zelf uitmaken
dochter tegen de immer bezorgde moeder. Jazeker, de bekende discussie is weer
losgebarsten: mag ze niet óf, gaat ze toch? Waar het normaal om feestjes gaat, gaat het hier
over een onderwerp dat je heden ten dage minder vaak hoort. Liften.
Dochterlief heeft daarnet besloten dat ze richting het Franse land gaat. Samen met Evert,
haar waterpolomaatje, wil ze naar het zuiden, naar de zon! Met de duim omhoog en vooral
maar zien waar ze terechtkomen. Moederlief is het hier uiteraard niet mee eens. “
hoor je wel niet dat er meiden verkracht worden? Of dat er een lifter na drie maanden doodgestoken in
de berm van de Route Du Soleil wordt teruggevonden
Werkelijk! Misschien dat dit één op de tienduizend keer gebeurd
probeert dochter nog. “Daarnaast… ik ga met Evert. Jeweetwel, die sterke waterpoloman
geprobeerd, maar beiden wisten ze dat hij ondank
was. “Het gaat erom… ik ga niet alleen. En als je dat niet zint, heb je dikke pech mam
Dit was een van de eerste keren dat ik besloot te gaan liften. En nu nog, telkens als ik hier
maar een glimp van laat doorsch
voor een meisje… zielsalleen?” Om de discussie niet al te veel aan te wakkeren geef ik steevast
hetzelfde laconieke antwoord, “
met het antwoord, maar doorgaans is het punt dan wel duidelijk. En nee, dit krijg ik niet
alléén van andere moeders te horen. Eigenlijk van iedere
vroeger zelf vaak gelift heeft. Alleen mijn huidige collega
commentaar.
En natuurlijk. Waarom ik die vraag keer op keer te horen krijg is me geen raadsel, maar het
is wel ver – rek – kes irritant
Uit “Twee duimen omhoog –
Zo voor een meisje, zielsalleen…?
Komaan, mag ik dat niet gewoon zelf uitmaken?!” Aldus de puberende
dochter tegen de immer bezorgde moeder. Jazeker, de bekende discussie is weer
losgebarsten: mag ze niet óf, gaat ze toch? Waar het normaal om feestjes gaat, gaat het hier
over een onderwerp dat je heden ten dage minder vaak hoort. Liften.
Dochterlief heeft daarnet besloten dat ze richting het Franse land gaat. Samen met Evert,
haar waterpolomaatje, wil ze naar het zuiden, naar de zon! Met de duim omhoog en vooral
en waar ze terechtkomen. Moederlief is het hier uiteraard niet mee eens. “
hoor je wel niet dat er meiden verkracht worden? Of dat er een lifter na drie maanden doodgestoken in
de berm van de Route Du Soleil wordt teruggevonden?” “Het zit in je hoofd mam, in je hoofd.
Werkelijk! Misschien dat dit één op de tienduizend keer gebeurd, en dát zou nog toeval zijn,
Daarnaast… ik ga met Evert. Jeweetwel, die sterke waterpoloman
beiden wisten ze dat hij ondanks zijn intelligentie gewoon een slapjanus
Het gaat erom… ik ga niet alleen. En als je dat niet zint, heb je dikke pech mam
Dit was een van de eerste keren dat ik besloot te gaan liften. En nu nog, telkens als ik hier
maar een glimp van laat doorschemeren, krijg ik dezelfde reactie. “Is dat niet gevaarlijk, zo
?” Om de discussie niet al te veel aan te wakkeren geef ik steevast
hetzelfde laconieke antwoord, “Och ik heb aan waterpolo gedaan.” Niet dat ze dan tevreden zijn
t het antwoord, maar doorgaans is het punt dan wel duidelijk. En nee, dit krijg ik niet
alléén van andere moeders te horen. Eigenlijk van iedereen. Inclusief het bekende soort
vroeger zelf vaak gelift heeft. Alleen mijn huidige collega-lifters onthouden zichzelf van
En natuurlijk. Waarom ik die vraag keer op keer te horen krijg is me geen raadsel, maar het
liften voor vrouwen”, door Malou
?!” Aldus de puberende
dochter tegen de immer bezorgde moeder. Jazeker, de bekende discussie is weer
losgebarsten: mag ze niet óf, gaat ze toch? Waar het normaal om feestjes gaat, gaat het hier
Dochterlief heeft daarnet besloten dat ze richting het Franse land gaat. Samen met Evert,
haar waterpolomaatje, wil ze naar het zuiden, naar de zon! Met de duim omhoog en vooral
en waar ze terechtkomen. Moederlief is het hier uiteraard niet mee eens. “Hoe vaak
hoor je wel niet dat er meiden verkracht worden? Of dat er een lifter na drie maanden doodgestoken in
fd mam, in je hoofd.
en dát zou nog toeval zijn,”
Daarnaast… ik ga met Evert. Jeweetwel, die sterke waterpoloman?” Leuk
s zijn intelligentie gewoon een slapjanus
Het gaat erom… ik ga niet alleen. En als je dat niet zint, heb je dikke pech mam!”
Dit was een van de eerste keren dat ik besloot te gaan liften. En nu nog, telkens als ik hier
Is dat niet gevaarlijk, zo
?” Om de discussie niet al te veel aan te wakkeren geef ik steevast
.” Niet dat ze dan tevreden zijn
t het antwoord, maar doorgaans is het punt dan wel duidelijk. En nee, dit krijg ik niet
en. Inclusief het bekende soort dat
lifters onthouden zichzelf van
En natuurlijk. Waarom ik die vraag keer op keer te horen krijg is me geen raadsel, maar het
Schrijf een column! Ja hoor als ik ergens een hekel aan heb dan zijn het wel
columns. Nou ja columns door deskundigen over ontwikkelingen op hun
vakgebied zijn nog te billijken. Maar je kunt tegenwoordig geen blad open slaan
of je wordt doodgegooid met de gedachtekronkels, meningen en of levens- dan
wel liefdesperikelen van bekend Nederland. Je telt als BN-er natuurlijk ook pas
mee als je wekelijks dan wel maandelijks het klapvee mag verblijden met een
stukje. Wie heeft toch ooit bedacht dat ik geïnteresseerd zou zijn in wat wie dan
ook waar dan ook, wat dan ook meemaakt of daarvan vindt.
Zeker vroeg in de ochtend in een overvolle trein heeft mijn duffe hoofd erg
weinig behoefte aan een mening over bijvoorbeeld het terechte of onterechte
faillissement van een voetbalclub of het feit dat iemand goede doelen moe is,
hoewel ik daar dan wel weer in kan komen. En dan is er altijd nog het steeds
weer populaire thema van de integratie. Dit thema roept telkens weer vele
verschillende meningen, hoewel het mislukken van de integratie toch wel
prioriteit heeft. Ik vraag me altijd af hoeveel van die meningen gebaseerd zijn op
eigen ervaringen of het resultaat zijn van de media en horen van.
Blijkbaar heeft de rest van Nederland ook weer een mening over al die bekende
meningen. Want als het me dan gelukt is om me door zo’n column heen te
worstelen wacht verder op in de krant, in de vorm van ingezonden brieven, de
mening van onbekend Nederland. Deze mening gaat vaak weer over voorgaande
columns. Waarom meent toch iedereen ergens een mening over te moeten
hebben. Onder het motto praatjes vullen geen gaatjes, als je je dan toch perse
ergens druk over wil maken doe het dan op zo’n manier dat er daadwerkelijk ook
iets veranderd.
Cathalijn
P.S.
Natuurlijk maak ik me met deze column volledig schuldig aan datgene waar ik
me zo aan erger. Ik zal het nooit meer doen bovendien houd ik ook per direct op
met het lezen van columns.
lopend door het woud,
ik, op zoek naar hem
diegene van wie ik houdt
blote voeten waarop ik ren
fel, de schittering van de zon
zoveel mooier dan ik ooit inbeelden kon
moment waarop wij samen komen
vlinders vliegen voorbij
alleen in mijn mooiste dromen
bestaat er iemand zoals hij
als de schittering van de zon
mooier dan ik ooit wensen kon
Els
Ik loop door de groene valleien
Over de heuvels
De granieten regen trotserend
Op weg naar jou
Jou alleen
Jou alleen
Op weg naar de hemel
Ik loop langs smalle beken
Ik loop langs dode boerderijen
Langs kleine kerken
En oude begraafplaatsen
Op zoek naar jou
Jou alleen
Op zoek naar de hemel
In de verte ligt de stad
Ik loop en zie de wagens
De karren, brengen ze jou
Hebben ze jou gebracht?
Ik mis je
Ik mis je
Ben je daar voor mij?
Freek
Wie ben jij?
Wie ben jij?
Jij geeft mij rust
Jij geeft mij regelmaat
Ik volg het ritme
Wie ben jij?
Jij brengt me thuis
Jij brengt me terug
Bij mezelf
Jij bent mij!
Jeanne