Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

32

description

6 15 vestigingen. Hoofdkantoor: 's-Hertogenbosch, Hoge Steenweg 29, tel. SPECIAAL SCHOENEN Tak v. Woustraat 53 AMSTERDAM Bilderdijkstraat 69 1053 KM Amsterdam-W. / tel. 124193-129465 ' SINDS 1737 Kom eens praten met Uw Piedro-dealer: cgSógótfè »o* 153461. •O* *o* *o« •O* Weerklank Om een vredestijdperk seur geworden. Kennelijk is het ook na vijf- tig jaar ook hiermee nog niet uit. Een halve eeuw later Vervolg op pag. 29 3

Transcript of Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Page 1: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari
Page 2: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

A F van Lan schot

Bankiers S I N D S 1737

Voor al uw bank- en assurantiezaken. 15 vestigingen.

Hoofdkantoor: 's-Hertogenbosch, Hoge Steenweg 29, tel. 153461.

ROB V.D. GOEN

•O* *o * *o«

Chocolade en Suikerwerken

cgSógótfè •O* »o*

v. Woustraat 53 AMSTERDAM

6 knikvoetjes... dan p iedro

kor rek t ie schoenen

Kom eens praten met Uw Piedro-dealer:

Tak SPECIAAL SCHOENEN Bilderdijkstraat 69 1053 KM Amsterdam-W. / tel. 124193-129465 '

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

nederlands auschwitz c o m i t é

HERDENKINGSNUMMER Oplaag: 25.000 exemplaren

27e jaargang nr. 1, januari 1983

Secr E Fur th , Diemerkade 43, 1111 AC Diemen, te l . 020-905310 Bankrek A M R O B A N K , bijk van Baerlestr 58, 1071 BA Amster ­dam, spaarrek 40 01 75 088 Gem giro 4875500, postg i ro 293087 t .n .v NAC Redaktie E Tas, Amsteld i jk 23, tel 020-795716, 1074 HS Amster­dam Admin is t ra t ie krant D v Geens, Renkumhof 50, 1106 J B Amster ­dam, tel 020-972869

De aarde aan de kinderen 'Nazi-Duitsland tegenover de Joden... er be­staat geen parallel voor. Er is verschil tussen pogroms — de kerk heeft een grote rol ge­speeld — en de georganiseerde vergassing met die perfectie en de hoogst moderne methode...' Aldus de 60-jarige Duitse schrij­ver Heinrich Böll voor de t.v. Uniek, maar geen afgesloten verleden. Het jaar 1983, het eenenvijftigste na Hitiers aantreden, begon met een waarschuwing van de Haagse hoofdcommissaris tegen racisme en fascis­me. Het jaar 1982 is geëindigd met hernieuwd aandringen van Bonn in Den Haag op vrijla­ting van de overgebleven twee van Breda. Tegelijk bleek weer eens hoe in de Bondsre­publiek over de grootschaligste misdaad wordt gedacht: in Dortmund werden Wes-terheide en Zelle (die eigenhandig baby's vermoordde) vrijgesproken. Honderd getui­gen hadden de rechter niet overtuigd van beider verantwoordelijkheid voor de dood van 9000 Joden in Wolhynië. Verbaas u niet: slechts tegen één op tien van Hitiers overlevende bloedrechters is ooit een on­derzoek ingesteld, niet één stond ooit zelf te­recht. Wel namen 25 nazi's plaats in het Bundesgerichtshof, het hoogste rechtscol­lege. Het is dus, na meer dan een generatie, nog steeds niet over. In meer dan één opzicht. Enerzijds krijgt de club van oudgedienden van de Leibstandarte Adolf Hitler belasting­aftrek als zijnde een culturele instelling. An­derzijds kunnen ook wij uit Keulen en Mün-chen zeer goede tv-programma's over de nazitijd, zoals de bovengeciteerde zien. Een serie als Holocaust, hoe onvolkomen ook, heeft over de Rijn heilzaam gewerkt en werd herhaald, al moest er toen zo nodig een Hitlervriend bij de nabespreking mee­doen. Sterker nog: Goerings stervlieger-oorlogs­kampioen Rudel daalde vlak voor Kerstmis ten grave tussen veel ere- en hakenkruisen, geheven armen, alte Kameraden en huidi-gie Bundeswehrgroten. Niet zij, wel protes­terende antifascisten zijn gepakt. Als klap op de vuurpijl: Hermann Abs, Hitiers vaste hof-financier, is, pas 81 jaar oud, pauselijk advi­

seur geworden. Kennelijk is het ook na vijf­tig jaar ook hiermee nog niet uit.

Weerklank

'Als zoon van een aan de gruwelen ontsnap­te vader', lezen wij in een brief, 'zelf de oor­log tussen mijn vierde en negende jaar re­delijk bewust meegemaakt hebbende, voel ik mij door het simpele feit alleen al in leven geweest zijnde in die tijd verplicht om waar dat ook maar kan, getuigenis af te leggen van mijn angsten voor herhaling van deze grootste wond in de menselijke geschiede­nis. Het zout dat dagelijks gestrooid wordt in die wond vervolgt mij — en ik wil met wat ik aan mogelijkheden bezit, meehelpen óf anderen te troosten öf strijdvaardig tegen­kracht te bieden.' Een heldere en heel eigen stem en gelukkig niet van een roepende in de woestijn. Let maar op de enorme weerklank van Mulisch' boek De Aanslag. Het motief schuld en on­schuld, hier gekoppeld aan de uitwerking van een verzetsdaad in 1945 laat te velen van ons (anders dan bij het Herenvolk) nooit meer los. Blijkbaar slaat de problematiek aan als die van vandaag. De aanslag zelf staat in de herinneringen van een van de be­trokkenen, in dit blad besproken.

Een halve eeuw later

In deze jaren tachtig leeft men bewuster dan in de jaren dertig. Crisissymptomen, con­flicten en wrokgevoelens dienen zich aan, racisme dringt door tot in het parlement. Een Engelse rechter stuurde een racist-rel-lenmaker naar een Auschwitz-tentoonstel-ling. Misschien werd hij voorgelicht als door onze vriend Leon Greenman, kind van Brit­se ouders met één Nederlandse (Joodse) grootvader en in 1942 toevallig in Rotter­dam. Slofheid van een ambtenaar die zijn papieren te laat inzag bezorgde Greenman een verblijf in Auschwitz met alles wat dat inhoudt. Een willekeurig voorbeeld van wil­lekeur jegens miljoenen; slechts een enke­

ling kan het navertellen. Hier te lande kon een jongeman antisemi­tisch wangedrag boeten met ƒ 100,— of ƒ 500 —te storten bij de Stichting 1940-1945. Daar zou men liefst die jongen eens laten horen wat er vandaag nog als nasleep van oorlog en vervolging wordt geleden. Wat op 1933 volgde wordt in Frankfurt zo goed als in Londen, in Parijs, net als in vele Amsterdamse buurten en elders in ons land getoond. Ook wat voorafging werd in beeld gebracht en ergens anders zichtbaar gemaakt. Het Museum van de Diaspora te Tel Aviv her­bergt de expositie Portegiezen en Tedescos oftewel Portugese (Sefardische) en Hoog­duitse oftewel Asjkenasische Joden, zoals zij in de 16de, 17de en 18de eeuw in Neder­land leefden. Tevens werd er een zeer uitge­breid, levendig en drukbezocht symposium over de geschiedenis van de Joden in Ne­derland gehouden te Tel Aviv en Jeruzalem, waar naast oude tijden de tragedie en hoop­voller zaken uit onze periode aan de orde kwamen.

Om een vredestijdperk

Als wij op 30 januari stil bijeenkomen om Wolkers' spiegelmonument is dat op de dag af een halve eeuw nadat met het nazitijd­perk de oorlogsvoorbereiding en de Joden­vervolging begonnen, die tot onze rampen zouden leiden. En wat zien en horen wij nu? In alle kringen, generaties, werelddelen, klassen, milieus leeft een angstdroom: oorlog. Ontelbare oorlogen zijn er sinds 1945 gevoerd. Geen dag zonder wapengeweld, soms in enige continenten tegelijk. In het bijzonder de oor­logen in het Midden-Oosten houden ons bezig, niet omdat oorlog daar erger of min­der erg zou zijn dan ergens anders, maar omdat Israël zoveel lotgenoten telt, ver­volgd, overlevend, getroffen, zoals wij. Bij deze jaarwisseling scheen daar voor het eerst enig licht: er is uitzicht op besprekin-

Vervolg op pag. 29

3

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

FIRET bv, Postbus45,3900AA Veenendaal, Holland

STARHOUSE B.V.

CONFECTIECENTRUM 3.05.10 —R. Lobatto

Kon. Wilhelminaplein 29 Tel. 020-17 98 58

HERGO Slagerijen Beethovenstraat 49

Buitenveldertselaan 40 Buitenveldertselaan 166

Maasstraat 53

Rally Wachtel Gespecialiseerd in Antiek Engels zilver - Old

Sheffield Plate - Reproductions - Juwelen Goud - Occasions - Schilderijen enz.

Ook bent u van harte welkom op onze Diamanttentoonstelling en -slijperij

Verkoop van losse en gezette diamanten.

Fabrieksprijzen.

Damstraat 6 - Telefoon 262701

HOUSE OF DIAMONDS

Er is maar een Scbweizer en dat is Scbweizer Damstraat 2 hoek Nes en Dam

Tel. 241572 Amsterdam

Boetiek Tric mode voor jonge mensen

Kinkerstraat 111 Amsterdam

Telefoon 18 62 03

Aangeboden door

G. A. K. O. Mister Groep

HET ADRES VOOR VLEES EN VLEESWAREN

PROBEER OOK EENS DE DOOR ONZE KOKS BEREIDE KANT EN KLARE VOOR- EN HOOFDGERECHTEN.

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

30 januari 1983 Auschwitz-herdenking en -reünie

Zondag 30 januari is gewijd aan de Auschwitz-herdenking. Het programma ziet er als volgt uit: 12.00 uur: Verzamelen bij de Nieuwe Oosterbegraafplaats, ingang Kruislaan, te Amsterdam voor

de herdenking en het leggen van bloemen bij het monument 'Nooit meer Auschwitz'. Een kort herdenkingswoord spreekt Eva Furth, de secretaresse van ons comité. Er wordt gezorgd voor vervoer naar het Europaplein.

13.30 uur: Het RAI-restaurant gaat open voor de reünie. Een broodmaaltijd wordt aangeboden door het gemeentebestuur van Amsterdam.

Op het programma: Hans Croiset, voordracht Heddy Lester en Frank Afforter in hun repertoire het koor van de Liberaal Joodse Gemeente o.l.v. Joppe Poolman van Beusekom De toespraak wordt gehouden door ing. A. Caransa.

Er is alle gelegenheid om in een gezellig samenzijn oude en minder oude bekenden terug te vinden.

Toegang alleen op vertoon van kaart. Inlichtingen bij het secretariaat, mevr. E. Furth, Diemerkade 43,1111 AC Diemen, tel. 020-905310.

Tot ziens bij de herdenking! NAC

Toen Jan Wolkers is de ontwerper van dit gedenkteken. Hij heeft het laten vervaardigen zoals het nu met zijn drie gebroken spiegels voor u ligt, omdat hij zich afvroeg:

'hoe de hemel zo blauw heeft kunnen blijven tijdens de oorlogsmisdaden van de nazi's'. Rechtvaardiger had hij het gevonden als de hemel destijds

'vol barsten was getrokken, alsof de verschrikking die daar op de aarde onder haar heeft plaatsgehad, voorgoed de eeuwigheid geschonden heeft'.

De spiegels op deze bewaarplaats van de urn met as van de Auschwitz-slachtoffers, spiegelen nu voorgoed de gebarsten hemel.

Technische gegevens Oppervlakte 18m 2 gebroken spiegels in drie segmenten van 3x2 meter. De spiegels liggen beveiligd tegen weersinvloeden opgesloten tussen platen hardglas. Totaal 1200 kilo glas. Wolkers stelde zich voor dat bij herdenking bloemen en kransen gewoon op het glas neergelegd zouden worden.

Nu 'Bovenstaande gedachten schreef hij in februari 7977. Vijf jaar later, op zondag 22 augustus 1982 zegt Vera Ebels (Comité Vrouwen tegen Fascisme) bij de Dokwerker tegen haar toehoorders:

"Wi j staan hier, omdat er in Europa weer Joden zijn vermoord. Niet in de 'donkere Middeleeuwen'. Niet in de jaren van fascistische bezetting, maar nu in de zomer van 1982..."

Het antisemitisme, dat eeuwenlang een smet heeft geworpen op de Europese cultuur, leeft nog steeds helaas. Gedachten die mij overvielen bij de spiegels van het Auschwitz-gedenkteken:

Komen er nog meer barsten bij? Wanneer komt de ti jd dat wij iets van de barsten mogen 'helen'?

Amsterdam, september 1982 mevr. drs. K. N. Snoek

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Ontdek zelf eens watdeHema voor u betekent.

HEMA

Goede boeken van uitgeverij Pegasus!

Martin Myant: Polen, achtergronden van een crisis Een zeer grondige beschrijving en analyse van de ontwikkelingen in Polen — vanaf de Eerste Wereldoorlog toten met de militaire staats­greep in 1981. 304 blz. paperback ƒ 34,— Theun de Vries: Wieken tegen de tralies, verzamelde verha­len over onderdrukking en verzet (1940-'45) Dit boek bevat de definitieve keuze van de schrijver uitzijn korte ver­halen over de Tweede Wereldoorlog. Centraal thema is de uiteinde­lijke onoverwinnelijkheid van de geest van menselijkheid onder de vaak barre fysieke terreur. 332 blz. gebonden ƒ 42,50 Otto Kraan / Jan Brasser: Witte Ko, herinneringen uit het gewapend verzet Het opgetekende leven van de befaamde Noordhollandse verzets­man Jan Brasser. Binnen enkele maanden was al een herdruk van dit boek nodig! 160 blz. paperback ƒ 23,75 H. Heger: De mannen met de roze driehoek Een ooggetuige-verslag van een der weinige homoseksuelen die het concentratiekamp overleefde. 126 blz. paperback ƒ22,25 Marisca Milikowski: Een bijzonder kamerlid Een boeiende keuze uit het belangrijke werk dat oud-kamerlid voor de CPN Joop Wolff verrichtte, onder meer inzake de kwestie-Men-ten, de Drie van Breda, de Vijfde Mei en voor de vervolgden en oud­verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog. 80 blz. paperback ƒ 18,75 Verkrijgbaar bij de erkende boekhandel Pegasus, Leidsestraat 25, 1017 NT Amsterdam

DORITA'S BOETIEK Kinkerstraat 178

Gespecialiseerd in: Bijouteriën — Haarmode en Toiletartikelen

Knip deze advertentie uit: 10% korting op al onze artikelen

L. DE VRIES & CO.

Beurs voor de diamanthandel

Groothandel in

•K JUWELEN

SIERADEN

Nieuwe Achterg racht 36—Amsterdam Telefoon 020 - 22 56 80

Amsterdam Marriott houdt van maatwerk.

Als u een seminar wilt organiseren of een diner, een congres, een banket, een verkoopvergadering of een receptie, dan moet u kontakt op­nemen met het Amsterdam Marriott Hotel. Wij gaan met zakelijke voort­varendheid met u in de slag om elke bijeenkomst tot een groot succes te maken. Want dat is het geheim van Marriott's zakelijke faciliteiten: maatwerk. En persoonlijke, zéér persoonlijke service. Of u nu met een groep van 7 of 700 mensen komt. Of u wilt dineren of slapen. Dansen of uitgaan. Alles kan bij Amsterdam Marriott.

Professionele stafmedewerkers staan u vóór, tijdens en na zo'n bijeen­komst graag terzijde. U krijgt alle hulp en bijstand bij organisatie en uitvoering.

Dus waarom geaarzeld ? Bel nu en maak een afspraak met Mike Steinmetz, onze director of catering.

Voor maatwerk.

.Amsterdam Marriott Hotel Stadhouderskade 21,1054 ES Amsterdam Tel. 020 - 83 5151 toestel 1015, telex 15087

Page 7: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Geredde kunst • is ii Museum in Galilea 1 1 ' Korczak-vignet.

'Ik zit in de bocht van een weg ten noorden van Haifa, en de weg loopt verder naar het noorden. Nu sta ik op een stenen esplanade bij de zee, van het water gescheiden door een asfaltweg met druk verkeer, daarna groene velden en daarna de zee onder me, bijna aan de rand van de weg, staan de ho­ge stenen bogen van een oud Romeins aquaduct en een stenen amfitheater, zo'n tien of twintig jaar geleden gebouwd. Links van mij zie ik het landschap van Galilea, uit­gestrekte, met grote zorg bewerkte akkers tussen wallen en stenen, die één voor één door Joodse boeren met de hand op elkaar zijn gestapeld, en heuvels veelal met kleuri­ge bloemen bedekt, vooral rode en gele. Ik draai nog een stukje en voor mij staat het enorme museum. Het strenge gebouw werd ontworpen door de strijders uit de get­to's waarin de nazi's de Joden opsloten, en erachter liggen de huizen, fabrieken, stallen en tuinen van de kibboets die dezelfde strij­ders, de paar overlevenden uit de heldhafti­ge guerrilla, voor zichzelf hebben gebouwd na in nog een of twee oorlogen gevochten te hebben, of drie of vier, en deze keer op de plek waar ze wonen. Links zie ik, weer aan de andere kant van de weg, op een heuvel tegenover de heuvel waarop de kibboets rijst, de stoffige olijfgroene tenten van een militair kamp, afgezet met prikkeldraad.'

Zo beschrijft Jacobo Timerman het mu­seum Beit Lohamei Haghetaot, het Huis van de Gettostrijders, (zie de kleurkatern van Vrij Nederland van 11 december 1982, p. 9). Het museum is het pronkstuk van de gelijk­namige kibboets, die werd opgericht door Zivia Lubetkin en Antek Zuckerman, twee overlevenden van de Warschause getto-op­stand. Het is gedenkteken, studiecentrum en educatief punt ineen, het bevat duizen­den boeken in ontelbare talen, foto-verza­melingen en een unieke, snelgroeiende film-o-theek, alles op het centrale thema: Hitiers Endlösing, de verregaande uitroei­ing van de Europese Joden en het verzet daartegen. Het museum is veelzijdig. Het licht uitvoerig in over Wilna, beroemd cultu­reel middelpunt in heel Oost-Europa, even­zo over een Sjtettel, een kleine, grotendeels door Joden bevolkte stad in Polen of Litou­wen. Er staan modellen van het getto van Warschau, maar ook van het beruchte Tre-blinka, gemaakt door een timmerman die er een jaar moest werken. Het model heeft dienst gedaan bij een proces tegen enige beulen van Treblinka. Er zijn collecties van in het getto van Lodz illegaal opgenomen foto's... maar wat was daar toen legaal? Heel veel aandacht is besteed aan Janusz Korczak, de arts, pedagoog en schrijver, die met de kinderen van zijn weeshuis de dood inging, in 1942. De Unesco gedacht in 1978 het eeuwfeest van zijn geboorte. De uitge­

verij van de Gettostrijders, die al een kleine honderd geschriften het licht deed zien, heeft een serie uitgaven aan Korczak ge­wijd, niet alleen in het Iwriet, maar ook in het Pools en in het Engels. Men kan de Jodenvervolging in alle landen van Europa nagaan op een lange, lange reeks panelen. Uit Nederland hangen er weinig bekende opnamen. Er staat een dub­bel model van het pand aan de Prinsen­gracht met het achterhuis van de familie Frank en er is een tableau gewijd aan Jo-hannes Bogaard en de zijnen en hun red­dingswerk in de Haarlemmermeer. In april 1983 zal een tentoonstelling worden gehouden van werk van Chaya Polak, die al meermalen illustraties voor ons gedenk­nummer heeft gemaakt.

Max van Dam. Ondergedoken vrouw. Houtskool.

Geredde kunst

Het leeuwendeel van de aanzienlijke ruimte van het museum van de Gettostrijders wordt ingenomen door de kunstcollecties. Meer dan 3000 schilderijen en bladen gra­fiek, daartussen sculpturen van allerlei aard en materiaal. Een grote hal terzijde van het hoofdgebouw is gereserveerd voor 62 schilderijen van Max Bueno de Mesquita, die voordien in het

Van Gogh-museum te Amsterdam te zien waren. Van de bijzonder interessante beeldengroe­pen willen wij hier alleen de spichtige kamp­figuren met hun geruwd oppervlak van Elsa Pollak noemen. Alles is hier bijeengebracht onder drie ge­zichtspunten: gemaakt in kampen en get­to's of door overlevenden daarvan. Dan werken, geïnspireerd door oorlog en vervol­ging en tenslotte vroeger werk van omgeko­men kunstenaars. Zo treft men er een verbluffend veelluik aan, de verwoesting van Kowno, door een Li­touwse schilder, evenals schilderijen van Dali en Melle. Uiteenlopend en subtiel zijn de reacties met de tekenstift uit de nazihel. Miriam Novitch, die de motor en de wichelroede achter al deze verzamelingen is, heeft een bundel re-produkties bijeengebracht onder de titel 'Geestelijk verzet', die in 1979 in Italië en in '81 in Amerika is verschenen. Zij heeft ook werk van Nederlanders opgespoord, waar­van wij een deel in dit nummer tonen.

Nederlanders

In de benedenzaal van het museum hangen tekeningen van Max van Dam en Joseph de Swarte. De laatste was een zeer begaafde dilettant, die verscheidene scènes uit het le­ven van Joods Amsterdam in aquarellen en tekeningen heeft uitgebeeld, toen hij in het bankgebouw waar hij voordien werkte, zat ondergedoken. Hij kon het museum nader­hand twaalf aquarellen schenken. Max van Dam was een te Winterswijk gebo­ren en o.a. te Antwerpen opgeleide schilder, die na een korte onderduik in Bergen in de herfst van 1942 heeft getracht Zwitserland te bereiken en in Oost-Frankrijk werd ge­pakt. Hij is daarop gedeporteerd naar Sobi­bor; daar heeft hij deelgenomen aan de op­stand. Hij is de Nederlandse schilder van wie in de zeldzame getuigenverklaringen sprake is. Mogelijk hebben SS-ers hem la­ten tekenen. Het gespaard gebleven werk is uiteraard in Nederland gemaakt. In een enkel stuk is een voorgevoel van de tragedie in houtskool vastgelegd en op onze voorpagina gerepro­duceerd. Wij hebben gemeend niet beter te kunnen doen dan dit nummer te illustreren met ui­tingen van Nederlandse schilders en grafici uit de zwarte jaren. Wij drukken de tekeningen etc. af als een eerbetoon aan de kunstenaars en al hun vermoorde kunstbroeders en aan de strij­ders die zich tot in het hol van de leeuw en totterdood hebben verweerd.

E.T.

Page 8: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

ISRAËL AIRLINES In samenwerking met | j 3

gaan wij zeker iedere week n a e i r l $ f t A < L Als u plannen hebt in die richting,kies dan ook voor één van onze vrije groeps-reizen. U kunt ons bellen of de bon invullen

Wij kunnen voor gesloten groepen reizen naar u w w e n s e n samenstel len. Vr i jb l i jvende offertes.

# Transferkosten per privé auto of sherut op aanvraag.

4c Vele mogelijkheden voor één- of meer­daagse tours door Israël.

STUDENTEN- EN SCHOLIERENRETOURS (vraag onze speciale tarieven)

|5k J a ' ' k b e n geïnteresseerd en verzoek ü per omgaande volledige inlichtingen. < naam adres ^ plaats \ telefoon v

INET WORLD TOURIST ORGANIZATION ANTWOORDNUMMER 9y

1000 RA A M S T E R D A M

( K A N ONGEFRANKEERD IN OPEN ENVELOPPE W O R D E N T O E G E Z O N D E N )

Folders en inlichtingen bij:

NET WORLD TOURIST ORGANIZATION Rokin 9-15, 1012 KK Amsterdam Tel. 020 - 243350*

Wij verzorgen al uw reizen over de gehele wereld.

Page 9: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Herinneringscentrum Kamp Westerbork Wat? Waarom? Hoe?

Op 20 april 1939 diende de toenmalige Ne­derlandse regering bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal een ontwerp van wet in tot wijziging van de begroting van Binnen­landse Zaken voor het jaar 1939, inhouden­de dat een bedrag groot ƒ 1.000.000,— werd beschikbaar gesteld voor 'de kosten van ge­ordende onderbrenging van hier te lande vertoevende vluchtelingen uit den vreem­de'. Het ontwerp werd kort daarop door bei­de Kamers, na uitvoerige debatten aange­nomen. Begin oktober 1939 werden de eerste 22 Joodse vluchtelingen uit nazi-Duitsland on­dergebracht in 'Westerbork'. Hiermee be­gint de geschiedenis van 25 ha. Drentse hei, in de boswachterij Hooghalen, gemeente Westerbork, van waaruit in de periode van 1942 tot 1944 meer dan 100.000 Joden uit Nederland werden gedeporteerd om in de door de nationaal-socialistische machtheb­bers gebouwde vernietigingskampen te worden vermoord. Een geschiedenis die is vastgelegd in 'Kro­niek der Jodenvervolging' van Abel Herz-berg, in 'Ondergang' van prof. dr. J. Presser en in 'Het Koninkrijk der Nederlanden' in de Tweede Wereldoorlog', deel van prof. dr. L. de Jong. Een geschiedenis, die is terug te vinden in tijdsdocumenten zoals het dag­boek uit Westerbork van Philip Mechanicus 'In Depót' of de brieven uit Westerbork van Etty Hillesum.

Na de oorlog

Een geschiedenis die niet eindigde met de bevrijding in 1945, omdat het geleden leed voortleeft in de overlevenden en hun nage­slacht. Het barakkenkamp werd na de oorlog voor verschillende doeleinden gebruikt: als straf­kamp voor NSB-ers, als militair oefenterrein en tenslotte als Woonoord Schattenberg — van het begin van de jaren vijftig tot 1970 één van de plaats waar Zuidmolukkers wer­den gehuisvest. Aan het eind van de jaren zestig werden gedeeltelijk op het terrein van het voormalig kamp Westerbork de radiote­lescopen van de Stichting Radiostraling Zon- en Melkweg gebouwd. Over de vraag of en zo ja op welke wijze ter plekke aandacht moest worden geschonken aan datgene wat zich hier heeft afgespeeld, is sedert de bevrijding verschillend gedacht. In 1970 heeft koningin Juliana het voor ve­len ontroerende en veelzeggende herinne­ringsteken van de kunstenaar Ralph Prins onthuld. Maar er waren ook mensen van mening dat dit herinneringsteken — hoe veelzeggend ook voor hen die weten — niet voldoende was. Een kleine groep, die zich bewust was van de morele steun van velen, bleef zich bezinnen op de noodzaak van betere infor­

matie, betere toegankelijkheid en bereik­baarheid van het terrein. In 1978 heeft dit geleid tot het oprichten van een werkgroep waarin op persoonlijke titel zitting hadden: mw. Mr. A. P. Schilthuis, toenmaals te Assen, mw. D. A. van Albada-Jensma, toenmaals te Vries, de heer J. Bak­ker te Emmen, mw. A. van Dellen, toen­maals te Assen, de heer R. Derks te Wester­bork, de heer A. J. Evenhuis te Meppel, de heer L. Feijen te Assen, de heer D. Gans te Assen, de heer mr. A. Hijmans te Rolde, de heer M. Kopuit te Amsterdam, de heer M. Mulder te Westerbork, mw. mr. M. A. Pach te 's Gravenhage, mw. drs. R. Post-Hooy-kaas, toenmaals te Assen, de heer G. van Reemst te Assen, de heer R. de la Rie te Em­men, de heer J. H van der Spek te Assen, mw. drs. L. E. de Wijn, toenmaals te Gieten, eind 1979 met de heer C. A. de Kruif te Rolde aangevuld. De leden van de werkgroep waren van me­ning dat het terrein van het voormalig kamp Westerbork een plaats van herinnering, her­denking en bezinning moest zijn — bezin­ning op de historische en actuele betekenis van het kamp. Uitvoerig overleg met elkaar en met vele anderen leidde in 1979 onder meer tot een plan om een kleine barak te (her)bouwen op het terrein van het kamp. In die barak zou informatie worden verschaft over de betekenis van het kamp. In de loop van 1980 bleek de mogelijkheid te bestaan om een replica van de door de Ne­derlandse regering in het Poolse staatsmu­seum te Auschwitz geplaatste tentoonstel­ling — die was ontworpen door Dick Elffers en waarvan de teksten waren geschreven door drs. A. H. Paape, directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie — ten behoeve van het project Westerbork te verkrijgen. In januari 1981 nam de Tweede Kamer met overgrote meerderheid een motie van het lid Wolff, aan waarin er bij de regering op aan werd gedrongen te bevorderen dat de­ze tentoonstelling wordt ingericht op of na­bij de plaats van het vroegere concentratie­kamp Westerbork. De uitvoering van die motie bracht mee dat de plannen van de werkgroep ingrijpend moesten worden her­zien en dat ook aanzienlijk meer geld nodig was. Niettemin is thans het 'Herinneringscen­trum Kamp Westerbork' tot stand gekomen. Aan de 'Auschwitztentoonstelling' is een aantal panelen toegevoegd die in het bij­zonder betrekking hebben op het kamp Westerbork. Deze panelen zijn ook door de makers van de oorspronkelijke tentoonstel­ling vervaardigd. De financiën kwamen van Rijk Provincie Drenthe, de gemeenten Westerbork en Bei-len, de Algemene Loterij Nederland, het Ne­derlands Israëlitisch Kerkgenootschap, Joods Maatschappelijk Werk, het Anjer-

Gevangenen, beeldengroep (fragment) van Nina Baanders. Foto Jacques I. Furth.

fonds Drenthe en sympathisanten. Het Her­inneringscentrum wordt beheerd door de Stichting Voormalig Kamp Westerbork. Die­genen die het oprichten en in stand houden van het centrum ondersteunen, hebben zich verenigd in de Vereniging Voormalig Kamp Westerbork. De Vereniging heeft uiteraard nauwe banden met de Stichting. Naast het ondersteunen van het werk van de Stichting stelt de Vereniging zich ten doel het verzorgen van informatie en docu­mentatie over de historische en actuele be­tekenis van het kamp. Daarbij wordt met na­me ook gedacht aan het houden van bijeen­komsten met deze strekking. Ook hoopt de vereniging zich op educatief terrein te kun­nen gaan begeven in het kader van zijn doelstelling. In eerste instantie zal een belangrijke zorg van de Vereniging zijn dat het Herinnerings­centrum zijn functie gaat vervullen. Daarbij speelt de financiële kant van de zaak een be­langrijke rol. Zowel uw morele als uw finan­ciële steun hebben wij dan ook hard nodig.

U kunt zich als lid van de Vereniging Voor­malig Kamp Westerbork opgeven door mel­ding van uw naam en adres aan-Vereniging Voormalig Kamp Westerbork Postbus 5 9414 ZG Hooghalen

M. A. Pach

Page 10: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

%ohn {Rettich b.v, Suède- en Nappakleding

Privé: Zacharias Jansestraat 17 hs Amsterdam-Watergraafsmeer Telefoon 020 - 351035

Showroom: Confectie Centrum, 3e toren, Beg. grond Kon. Wilhelminaplein 29, Amsterdam-W.

Telefoon 0 2 0 - 174364

KELTUM PLEET

GOUD & ZILVER

UURWERKEN

OPTIEK

Vaal &~ 7)nikker MAASSTRAAT 33 - AMSTERDAM - TELEFOON 793388

A n R U K K E R I J > K DE NOORDSTER B.V.

Dir. H. Van Heuvelen

Voor al uw drukwerk Handels Kantoor Reklame • Familie

*Sinds 1905

Amsterdam-O. Schollenbrugstraat 22 Telefoon 020-65 52 01

Athenaeum Boekhandel een tuin in de wildernis

NIEUWSCENTRUM

Athenaeum Boekhandel

Spui 14-16, Amsterdam, telefoon 020 - 2339 33/22 6248

T E I D E M B . V . Import beenbekleding

voor dames-heren en kinderen

PRODUCTIEWEG 52 TEL 071 -899245 ZOETERWOUDE - RIJNDIJK

Thkhntblijft

bij Con&Verdonck Con & Verdonck heeft een uitstekende naam hoog te houden in de Perzische tapijtenwereld. Daarom, wat er ook gebeurt, de klant blijft kalief. En natuurlijk doen wij er alle moeite voor om u goed te adviseren Hoeveel perzen wilt u z i e n 9

Tien, twintig, vijftig9^ Con & Verdonck ziet u graag komen.

Amsterdam-Den Haag-Rotterdam- Arnhem-

Eindhoven

Page 11: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Bruinkool en Barakken

Op zondag 20 juni 1944 wordt in Auschwitz Jacob Edelstein, de eerste Judenaelteste van Theresienstadt, terechtgesteld. Op die­zelfde dag wordt in Theresienstadt de finis­hing touch gegeven aan de Verschoene-rung, i.v.m. het bezoek van de Rode Kruis-commissie aan het Getto dat op 23 juni zal plaatsvinden. Precies 38 jaar later, op 20 juni 1982 stinkt Theresienstadt-Terezin —zoals het nu weer heet, nog steeds naar bruinkool. Net als 38 jaar geleden is dat nog steeds de overheer­sende lucht. Ik herken die lucht, en daarmee alles wat daarmee samenhangt onmiddel­lijk. Ik ben weer 'thuis'. Theresienstadt heeft zijn oorspronkelijke bestemming, die van garnizoensstad weer terug. In de Hamburgerkazerne en enkele andere kazernes, waaronder de Dresdner, huizen militairen. Dat is dan ook de reden dat ik niet in de gelegenheid ben te kijken, laat staan foto's te maken van de plaats waar ik bijna een half jaar heb doorge­bracht. Zelfs als ik langzaam voorbij rijdend tracht een glimp op te vangen van de bin­nenplaats met zijn karakteristieke galerijen word ik weggejouwd.

Er kunnen geen transporten meer uit There­sienstadt vertrekken. Van de rails is nog maar een heel klein stukje over, overwoe­kerd door gras en onkruid. Als ik probeer een foto van dat stukje rails te maken, pre­cies vóór het vroegere mortuarium, word ik door een woedende officier, op voor mij on­verstaanbare wijze, weggeschreeuwd en mijn auto-kenteken wordt genoteerd. De militaire functie van Theresienstadt is klaarblijkelijk zó belangrijk dat zelfs de op de vestingwallen gelegen Bastei niet meer toe­gankelijk is. Daardoor is het onmogelijk te controleren of de door mij ten tijde van de Verschoenerung gegoten betonnen banken er nog staan. Op de plaats waar vroeger 'Landwirtschaft' en 'Gartenbau' bedreven werd zijn nu de volkstuintjes van de huidige bevolking. Anders dan bij recente bezoeken aan Auschwitz / Birkenau en Westerbork voel ik in eerste instantie in Theresienstadt maar een zeer geringe emotie. Wat vroeger — al­thans in mijn gedachten — een groot kamp was is nu een klein stadje. De gebouwen zijn kleiner en slecht onderhouden. Als dat nog steeds 'onze' verf is moet daar nodig iets

aan gedaan worden. Er wonen overwegend jonge mensen, er zijn bushaltes en in het gebouw van de vroegere Kommandantur is nu o.a. een loterijkantoortje. 'During the oc-cupation the black flag of the SS could be seen above the building which served as the office of the SS headquarter of the camp' (tijdens de bezetting kon men de zwarte SS-vlag zien boven het gebouw dat de kamp-SS als hoofdkwartier diende) staat er in vijftalen te lezen. Alleen het ziekenhuis en het Altersheim ver­vullen nog hun oorspronkelijke functies. Voor het eerst ben ik in de gelegenheid een indruk te krijgen hoe Theresienstadt en de beruchte 'Kleine Festung' t.o.v. hun omge­ving gesitueerd zijn. Ik zie nu waar Buchose-wice (het vroegere Bausewitsch) ligt; op het station van die plaats werd mijn vader voor het eerst in zijn kamptijd afgetuigd toen hij probeerde wat extra brood te verdienen. Toen mijn ouders en ik in de ochtend van 7 april 1944 met transport 45-XXIV/5 in There­sienstadt aankwamen reed de trein ons tot binnen de vestingmuren; en toen mijn va­der en ik op 28 september van datzelfde jaar met transportnummers EK-1660 en EK-1661 op transport gingen naar wat zou blijken Auschwitz / Birkenau te zijn, hadden we evenmin gelegenheid de omgeving in ons op te nemen. Rijdend van Praag naar Theresienstadt volg ik de bordjes richting Teplice-Dresden. Voor het eerst voel ik de spanning in mijn keel. Dresden Hauptbahnhof. De transporttrein met zijn personenwagens voor de 289 voor Theresienstadt bestemde Joden en goederenwagons voor de 240 voor Auschwitz bestemde slachtoffers stond enige tijd stil op het station van Dres­den. 'Die Raeder mussen rollen fuer den Sieg'. 'Ist Ihre Reise Kriegswichtig?' Aan de andere kant van het perron stond een Duits militair transport. Een aantal sol­daten maakte het bekende gebaar met de hand langs de hals. Zij wisten kennelijk wat ons te wachten stond. Tijdens de eerste verkennende rondrit in het stadje, met de 'Adler' afgedrukte platte­grond als leidraad, ontdekt mijn vrouw op een zeer goed onderhouden gebouw een bronzen plaat. Eveneens in 5 talen (Tsje­chisch, Frans, Engels, Russisch en Duits) lees ik: 'The nazis tore up all family bonds. They took children away from their parents and concentrated them in several places. One of those was this school. Against strict orders classes were held in secret. About 15.000 children passed through Terezin of whom only about a hundred survived the war'. (De nazi's sneden alle familiebanden door. Zij namen de kinderen van de ouders weg en brachten ze op verschillende plaat­sen bijeen. Een daarvan was deze school. In strijd met strikte bevelen werd er in het ge­heim les gegeven. Ongeveer 15.000 kinde-

Vervolg op pag. 13 Otto Karas-Kaufman. Oude vesting van Theresienstadt, 1942-'45. Pentekening.

Page 12: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

S c h i l l e r

A m s t e r

Aangrijpende herinneringen van mensen uit het voormalig verzet en overlevenden uit concentratie­kampen. Met vele illustraties.

Paperback

V e r k r i j g b a a r i n d e b o e k h a n d e l U i t g e v e r i j M i n g u s B.V.

Hollands End 12 , 1244 NR Ankeveen, Tel. 035 - 63226

GEDIPLOMEERDE O - P T I C I E N S

TELEFOON 020-166927

Wereld's grootste speciaalzaak voor

Nappa en suède kleding

Exclusieve modellen en kleuren

NIEUWENDIJK 133 - 143

HET DUMPPALEIS Nieuwendijk 153 - Nieuwendijk 71

AMSTERDAM ++++++++++++++

De groorsfe en best

gesorteerde speciaalzaak voor

vrijetijdskleding

H.H. Emigranten 1 0 % korting

HANDELSOPLEIDING

D i n k g r e v e Praktijkdiploma's Boekhouden Talen Typen, Steno Middenstandsdiploma Ondernemersdiploma's (Erkende I.M.O.-opleiding)

NIEUW: Secretaresse notuleren

KANT.: WILLEMSPARKWEG 31,1071 GP AMSTERDAM

Boekhouden M.O. S.P.D. M.B.A. Marketing Informatica

761176 LES-ADRESSEN IN *ZUID * WEST * SLOTERMEER * NOORD * AMSTELVEEN * PURMEREND Lid van de V.P.O. Vraagt prospectus

Page 13: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Westerbork in de Waag

Nu hier, dan daar, beetje bij beetje, komen er tekeningen uit kampen en getto's te voor­schijn, de artistieke neerslag van letterlijk onbeschrijfelijk lijden, vastgelegd kort voor het meedogenloze einde. In het afgelopen jaar waren er in de Mozes en Aaronkerk te Amsterdam illegaal en 'in opdracht' gemaakte tekeningen en schilde­rijen uit Auschwitz te zien, afkomstig uit het staatsmuseum Auschwitz. Bijna heel 1982 toonde het Rijksmuseum Aat Breurs teke­ningen uit Ravensbrück. In dit blad is de waarschijnlijk ruimste en veelzijdigste collectie van het dal der verschrikkingen aan de orde.

Het Joods Historisch Museum in de Am­sterdamse Waag biedt tot 14 maart a.s. een interessante bijdrage op dit terrein. Door Westerbork zijn meer dan 100.000 mensen getrokken, de complete bevolking van een middelgrote stad. Natuurlijk waren daaron­der b.v. diamantbewerkers en artsen, maar ook kunstenaars. 'Getekend in Westerbork' staat er bij een groep tekeningen van Leo Kok en Werner Löwenhardt, welke laatste nog leeft en werkt. Kok overleed kort na de oorlog. Hij te­kende vooral portretten. Beiden hebben zij decors gemaakt voor de revues die in Wes­terbork door vermaarde en ten dode ge­

doemde artisten werden opgevoerd. Van Löwenhardt treffen vooral aquarellen en tekeningen van de locomotieven en wa­gons van de transporten. Zelfs is het be­ruchte (en teruggevonden) bord zichtbaar 'Westerbork-Auschwitz, Auschwitz-Wester-bork'. Het staat nu in het Nederlandse pavil­joen in Auschwitz. Elk van ons wordt door deze afbeeldingen, de plekken van het kamp, de trein, de blik van de mensen op eigen wijze aangespro­ken. Onverschillig laten ze niemand. Een tentoonstelling die u niet mag missen.

E. T.

Vervolg van pag. 11

ren passeerden Terezin van wie slechts een honderdtal de oorlog overleefde.) Het gebouw herbergt een permanente ten­toonstelling van het Nationale Veiligheids­corps. De dienstdoende officier is bijzonder behulpzaam en vriendelijk; ondanks de taal­barrière welke er tussen ons bestaat weet hij duidelijk zijn betrokkenheid en emoties over te brengen. Vanaf zijn geboorte in 1929 tot 1932 heeft hij in de buurt van de school gewoond. Van 1934 tot februari 1941 is hij op dezelfde school gegaan, 'Kindergarten und weiter'. Toen moest hij niet alleen van school af, vanaf die datum was het ook niet meer toe­gestaan het stadje te betreden in verband met de voorgenomen oprichting van het Getto. In november 1941 arriveerde het eer­ste, uit 342 Tsjechische Joden bestaande 'Aufbaukommando'. Trachtend dat halve jaar in Theresienstadt te reconstrueren, lopend en ijsberend van het ene einde naar de andere kant, moet ik onwillekeurig aan Ilse Weber denken: 'Ich wandre durch Theresienstadt, das Herz so schwer wie Blei.' (Ik dwaal door Theresien­stadt met een loodzwaar hart.) Niet alleen op de voormalige Kommandan-tur, ook op andere gebouwen staat aange­geven wat daar plaats gevonden heeft. 'Under these conditions of hardship, starva-tion, hard labour and cruel treatment any cultural activities became an important source of moral strength and encourage-ment. In the cellar of this house the priso-ners rehearsed Verdi's Requiem.' (Onder de omstandigheden van zware druk, uithonge­ring, dwangarbeid en wrede behandeling werd elke culturele activiteit een bron van morele kracht en aanmoediging. In de kel­dervan dit huis repeteerden de gevangenen Verdi's Requiem.) Het is echter noodzakelijk een ingewijde te zijn om te begrijpen om welke gevangenen het in feite ging. In een folder van Cedok, het

officiële Tsjechische Verkeersbureau staat het volgende: 'Gedurende de Duitse bezet­ting was het gehele stadje veranderd in een concentratiekamp en een ghetto. Duizen­den gevangenen uit alle Europese landen werden gemarteld en vermoord. Na de Tweede Wereldoorlog werd de Kleine Fes-tung als museum ingericht ter nagedachte­nis aan de slachtoffers van het nazisme, wier as begraven ligt op de nationale be­graafplaats van Terezin.' Joden? Gevange­nen uit alle Europese landen. In Praag, in één van de oude synagogen in de Joodse wijk wordt op het ogenblik een tentoonstelling gehouden van kinderteke­ningen uit Theresienstadt. Enige bijschrif­ten bij die tentoonstelling:'... tausende Kin­der inhaftiert, die von der Rassenverfolgung der Nazi betroffen waren.' (... duizenden kin­deren gevangen gezet die door de rassen-vervolging van de nazi's waren getroffen.) 'Both Czechoslovak citizens and those from other European states who suffered racial persecution on the basis of the Nazi-Nurem-berg laws'. (Zowel Tsjechowaakse burgers als die van andere Europese staten die ras-senvervolging ondergingen op grond van de nazi-Neurenberger wetten.) In haar boek 'The Holocaust and the Histori-ans' schrijft Lucy S. Dawidowicz o.a. 'Al-ready in 1946 the Holocaust began to be erased form the records of Soviet History' (blz. 82). (In 1946 begon de volkerenmoord op de Joden te worden geschrapt in de Sowjet-geschiedschrijving.) 'In 1948 the Jews began to disappear from the historybooks', (in de Sowjet-Unie) blz. 83). (In 1948 begonnen de Joden uit de ge­schiedenisboeken te verdwijnen.) 'In het 1950's and sixties the general text-books on the 2nd worldwar gave no infor-mation about nazi-antisemitism and hardly anything about the murder of the Jews'. (In de jaren 50 en 60 gaven de algemene leer­boeken over de Tweede Wereldoorlog geen informatie over het antisemitisme en bijna niets over de moord op de Joden.) Op bladzijde 87 van haar bovenvermeld

boek, in het hoofdstuk getiteld 'Erasing the Jews from Soviet history' citeert Dawido­wicz een schrijver die in 1976 schrijft: 'Not without the help of the leaders of Zionism did hundreds of thousands of ordinary Jews meet their death in the gaschambers'. (Niet zonder de hulp van de zionistische lei­ders vonden 100.000den gewone Joden de dood in de gaskamers.) Wanneer ik dit fenomeen met één van de leidende figuren van de Joodse gemeen­schap in Praag bespreek zegt deze: 'Dit wat nu op de tentoonstelling te lezen staat is al een hele verbetering. Vroeger stond er al­leen maar 'Tsjechische kinderen'. Op mijn vraag of dit verschijnsel ook de aandacht van de buitenwereld trekt is het antwoord: 'Kortgeleden hadden we bezoek van het Engels Labourparlementslid Grevil-le Janner. Deze heeft zich er ook tegen onze autoriteiten duidelijk afkeurend over uitge­sproken, uiteraard zonder resultaat'. In Praag, op het kantoor van de Joodse ge­meente bevindt zich het volledige perso-nenarchief van Theresienstadt. Geld om het op microkaarten of op computerbanden over te brengen is er helaas niet. Uit dit archief kan ik een aantal gegevens, o.a. van mijn ouders en mijzelf overnemen. Ook hier is men bijzonder behulpzaam; trots op het werk dat zij doen. Werk voor een steeds kleiner en ouder wordende gemeen­schap. Een oudere dame: 'Ik ben de enige Jodin die in het Joods museumcomplex werkt'. Bij de nog steeds in gebruik zijnde 'Alt-Neu Synagoge' welke jaarlijks door honderddui­zenden toeristen wordt bezocht krijg ik ten antwoord: 'Minjan is elke week weer een probleem. Alleen op Jom Kipoer is de sjoel te klein'. In de ruimste zin genomen wonen er nog ca. 15 a 20.000 Joden in Tsjechoslo-wakije. Voor de oorlog waren dat er onge­veer 118.000. Aan het actieve Joodse leven, voorzover daar al sprake van is nemen 5.500 a 6.000 mensen deel, vrijwel uitslui­tend ouderen.

A. Caransa

Page 14: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Dit indrukwekkende boek krijgt u kado als u zich abonneert

op Vrij Nederland.

r _ _ _ _ . . • Ik abonneer mij op Vrij Nederland

Ik betaal per

I D kwartaal (ƒ 40,25) • halfjaar (ƒ 79,—) • jaar (ƒ150,—)

|(hpkj e naar keuze dichtmaken a. u. b.) • als welkomsgeschenk ontvang ik het boek:

I "De samenzwering tegen Simon Wiesenthal" (winkelwaarde ƒ 17,50)::"

I Naam: Adres:

1

Plaats Bon opsturen in open envelop zonder postzegel aan: Vrij Nederland, Antwoordnummer 3043, 1000-PA Amsterdam. Betalen na ontvangst van de acceptgirokaart. Of bel even: 020-262375

I I I L ' De opbrengst van dit boek komt ten goede aan het Wiesenthalfonds

BA00XXXAUS J

Speciale koopjes in de oudste stoffenzaak van

AMSTERDAM Eigenaar — Leo Horn

FERD. BOLSTRAAT 69 1072 LC Amsterdam — Telefoon 735403

, a O G I S T E C (

Ook voor uw geschenken.

Maasstraat 77 - Tel. 72 70 76 1078 HE Amsterdam

Dames,

alleen bij ons koopt u het voordel igst. Voor al uw stof fen

STOFFEN HUIS Linnaeusstraat 34 Amsterdam Tel. 653116 MARCUS

Bewakingsvormen, portiersdiensten etc. (als maatwerk uitvoerbaar in de plaatsen waarin wij zijn gevestigd); alarmeringen (ontvangst/verwerking van alarmsignalen; stil alarmcentra­le voor geheel Nederland).

V N V K P BEVEILIGING K j ^ B E W A K I N G A L A R M E R I N G « M 9 0 2

VER. N A C H T V E L O t D S O E N E T E N B V

Vestigingen: Amsterdam/Amstelveen, Rotterdam, Alkmaar/Heerhugowaard, 's Hertogenbosch/Tïlburg, Nijmegen, Enschede/Hengelo Hoofdkantoor: Vossiusstraat 8,1071 AB Amsterdam, Tel. 020-712711

E X C L U S I E V E H E R E N K L E D I N G E N - M O D E K a l v e r s t r a a t , 1 4 1 - 1 4 5 , A m s t e r d a m

Page 15: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Toen niet, nu niet, nooit Natuurlijk is 'toen niet, nu niet, nooit' een document. Een document van de oorlog, de verzetsjaren, als zovele. Maar een uniek do­cument van de ervaringen van het drie­vrouwschap Truus en Freddie Oversteegen en Hannie Schaft. De laatste viel ten offer aan de nazi's en ligt als enige vrouw op de Erebegraafplaats in Bloemendaal. De beide zusjes overleefden de oorlog en stichtten elk een gezin. Truus Menger, als kind winnares van een nationale tekenprijs, ging schilderen en beeldhouwen: o.m. ontwierp zij het Hannie Schaft-monument in beider geboortestad Haarlem. In al dat beeldende werk spelen de jaren 40-45 mee, ook het vervolg. Het gaat telkens om onderdrukking en verzet, aan­klacht, schreeuw en daad. Soms gaan haar bronzen van enkele regels vergezeld of van net iets meer dan een titel. Al van enige jaren her stamt het plan de be­levenissen van de zussen Oversteegen in woorden vast te leggen. Het resultaat is nu verschenen bij Leopold. In een veertigtal, soms flitsachtige hoofdstukjes schiet een serie dramatische voorvallen voorbij. Ver­zetsacties, mislukte en geslaagde. Slagen geeft voldoening, mislukkingen blijven kna­

gen, tot vandaag. Wie uit Truus Mengers herinneringen de sensatie overhoudt, heeft ze niet begrepen. Het bezette Haarlem was geen pretpark. Er waren moed, fantasie, doorzettingsvermogen en een diepe over­tuiging nodig om al die bittere jaren lang al­les op alles te blijven zetten om mensen te redden en o.a. daardoor de nazi's afbreuk te doen. De drie meisjes bliezen spoorlijnen en -dépots op; zij liquideerden mensenjagers, waardoor levens van verzetslieden en ver­volgenden gespaard bleven. Zij weigerden daarbij kinderen, ook die van de vijand, in gevaar te brengen. Truus Menger noemt zich geen schrijfster, maar beeldhouwster. Daarin ligt geen te­genspraak. Wie tekent en boetseert is ge­wend vorm te geven. Haar verhaal is beel­dend zonder omhaal. Zij laat veel weg; wat zij overlaat blijft de lezer bij. Het verschijnen van dit boek zal voor ons het evenement van 1982 blijven, naast Har­ry Mulisch' roman De Aanslag, die de meest ingrijpende scènes eruit behandelt. Het wordt al in twee talen vertaald en een derde vertaling is waarschijnlijk. Niemand van ons mag het overslaan.

E.T.

Toen niet... Brons van Truus Menger.

Truus Menger, Toen niet, nu niet, nooit. Le­opold, Den Haag, 1982. Prijs ƒ 22,50.

Herinneringen van dag en nacht Op een mooie dag in januari 1943 liep ik met mijn kinderwagen in de Javastraat in Am­sterdam. Mijn zoontje (baby) was wat huile­rig, toen er twee onbekende mannen naast mij kwamen lopen. Ze vroegen mij te blij­ven staan, de ene herkende ik als NSB-er. Hij vroeg mij brutaalweg of ik een Jodin was; ik antwoordde hem dat dit hem niets aanging. De ander wees op mijn mantel en zei: 'U loopt zonder ster, als Jodin mag u zo­iets niet.' Mijn antwoord was dat het ze niets aanging, maar ze lieten mij niet met rust. Zelfs werden ze handtastelijk, maar ik be­gon hard tegen ze te praten en zelfs te schreeuwen, opdat de mensen die langslie­pen mij konden horen. Ik schreeuwde dat ze niet eens een speldje dorsten te dragen dat ze NSB-ers waren. De voorbijgangers bleven staan, namen het zo­waar voor mij op en wilden de NSB-ers te lijf. Die dropen af, maar ze zeiden wel dat ze 's avonds mij, de Jodin, zouden laten op­pakken. Alles gebeurde voor een sigarenzaak. De man van de winkel haalde mij naar binnen en ik moest achter de toonbank zitten, op de grond. Mijn kinderwagen en baby namen mensen uit de buurt mee, die mij kenden. Ik dorst niet meer naar huis en 's avonds ging ik naar vrienden, van wie de man kapper was en liet mijn haar blonderen. Hij gaf mij een flesje mee, opdat ik zelf mijn haar in de juiste kleur kon houden. Bij vrienden in de buurt ging ik vragen of ik een nachtje bij ze mocht slapen en ja, bij de derde lukte dat. Omdat ze al drie jongens

ondergedoken had, kon ik op zolder slapen, maar op eigen risico. Ik vroeg of ze nog even naar mijn huis wil­den gaan om te kijken hoe het met mijn kind ging en of ze wat kleding en wat te eten kon­den meenemen. Alles liep eigenlijk ge­smeerd. De volgende ochtend ging ik vroeg weg. Ik wist, dat Friesland wel een goede schuil­plaats voor mij kon zijn: ik had daar kennis­sen wonen. Ik ging naar het Centraal Stati­on: daarachter lag een boot die naar Stavo­ren ging. Ik had in mijn portemonnaie een klein briefje met een adres in Makkum. Dat adres had ik gekregen van een vriendin die op een woonboot woonde in Diemen. Haar moeder kon mij altijd ontvangen, zei ze. Na mijn boottocht moest ik nog met een trein, maar gelukkig kwam ik bij de familie De Bruin, die mij liefdevol ontving. Bij hen ben ik acht weken gebleven, zonder dat ze een cent wilde hebben. Natuurlijk bleef ik in contact met het wel en wee van mijn zoon­tje, maar heimwee deed mij terugkeren naar Amsterdam. De familie De Bruin gaf mij zelfs nog geld om terug te gaan. Ze brachten mij naar de trein en gaven, bij alles wat ze reeds gedaan hadden, mij nog eigen-gesponnen wol mee om voor mijn zoontje een trui te breien. Terug per trein ging niet zo gemakkelijk; de boot was nog erger. Steeds weer mannen in uniform, ze keken, ze dachten: is dat een Jo­din? Het aanspreken, het uithoren, het op­passen... Het werd steeds moeilijker om mij niet te verspreken, maar met veel lef en bluf

kwam ik toch behouden thuis. De familie De Bruin liet niets meer van zich horen; ook ik dorst geen brief te sturen of wat dan ook van mij te laten weten, niet eens dat ik goed was aangekomen. Thuis gekomen heb ik besloten om voor­taan maar mijn ster te dragen. Zo heb ik dan met zeer veel angst de oorlog overleefd. Tien jaren na de vreselijke ramp die de na­zi's ons hadden aangedaan kwam tot mijn grote blijdschap mevrouw De Bruin bij mij thuis. Ik was zeer verrast, want na de oorlog had ik haar vele malen bedankt voor wat zij en haar man voor mij gedaan hadden. Maar tot mijn verbazing kwam zij eigenlijk alleen maar geld halen voor haar gesponnen wol. Dat was natuurlijk een aanloopje; ze dorst mij zo maar niet te zeggen dat ze van de be­grafenis kwam van haar dochter — ze liet een man en drie kinderen achter, de doch­ter, die mij het adres van haar moeder had gegeven. Toen ik vroeg of ik haar nu kon helpen, zei ze alleen: wat ben ik blij dat je er nog bent. Hoezo? vroeg ik en toen kwam het relaas, dat er een dag na mijn vertrek uit Makkum een voltreffer van een V-2 op het huis was gevallen. De bedstee waarin ik heb gesla­pen was een ruïne; haar benen zaten onder granaatsplinters. Een halfjaar na dat bezoek is mevrouw De Bruin overleden. Met haar man heb ik nog steeds contact Nu \s hi) in een bejaardente­huis en een grijsaard, maar moedig en eer­lijk, omdat hij geen verschil zag in mensen.

Esther van Geens-Flora

Page 16: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

WENNEN

Liesbeth van Leeuwen vraagt zich dikwijls af hoe ze geweest zou zijn als ze had mogen opgroeien als een gewoon kind. Als ze in de gelegenheid zou zijn geweest buiten te spe­len, te schaatsen, te zwemmen. Hoe zou ze zijn geweest als ze de bescherming had kunnen ervaren die ze zelf, iedere dag op­nieuw, probeert Michel te bieden? Toegegeven, zo langzamerhand zou ze die bescherming iets moeten verminderen. Mi­chel moet de kans hebben volwassen te worden. Als het aan haar lag zou Michel niet mogen fietsen. Als het aan haar lag, zou Mi­chel nooit alleen met de trein mogen gaan. Gelukkig is Samuel flinker dan zij. 'Je belet ons kind zijn vleugels uit te slaan', zegt hij. 'Wees blij dat hij de wereld wel kan ontdekken. Wees blij dat hij niet is opgeslo­ten. Laat hem toch gaan. Toen ik dertien was reisde ik ook alleen.' 'Ik niet', wil ze zeggen. Toen ik dertien was zat ik te wachten tot de moffen me kwamen halen. Ik zat en las boeken die niet geschikt voor me waren.' Ze zegt het niet, ze be­heerst zich. Samuel is geduldig. Jaren geleden, toen ze haar mond niet meer kon houden, heeft hij geluisterd. Dagen en nachten achter elkaar. Hij heeft haar getroost, haar in zijn armen genomen terwijl verhalen van angst, verne­dering en onzekerheid de kamer vulden. Nu is het genoeg. Ook Samuel is jarenlang ondergedoken geweest. Ze zal hem niet meer lastig vallen met haar verhalen. Ze zal hem ook niet vertellen hoe ze Michel zou willen vragen: 'Hoe is het, Michel, om thuis te komen als je moeder op je wacht? Hoe is het, Michel, om door je vader naar bed te worden gebracht? Hoe is het, Michel. Vertel het me. Ik zou het met je willen meevoelen.' Het is net of ze jaloers is op alles wat Michel heeft. Een vader, een moeder. Ouders die je verwennen. Ouders die boos op je zijn. Wat zou ze dat graag hebben willen meemaken. Niet dat het slecht was in het kinderhuis waar ze na de oorlog terecht kwam. Juf­frouw Maria was lief. Ze gaf je zelfs een kus als ze je naar bed bracht. Juffrouw Suzanne aaide je wel eens over je hoofd, maar toch... Niet meer denken nu. Straks zal Michel thuiskomen uit school. Samen zullen ze thee drinken. Ze zal luisteren naar verhalen over proefwerken en cijfers. Ze zal naar hem kijken. Naar zijn mooie gezicht, naar zijn zwarte ogen, naar zijn donkere haar. Niet vergeten vanavond zijn haar te wassen.

'Hoi mam!' Hij staat in de kamer, slingert zijn schooltas op de bank. Hij geeft haar een klap op haar schouder. 'Hoi kleintje', zegt hij. 'Hoe was het op school.' 'Gewoon.' 'Hoe, gewoon?' 'Nou, gewoon gewoon.' 'Heb je een repetitie gehad?' 'Nee.'

'Is er wat kind?' 'Kind, kind, ik bèn geen kind meer. Ik ben dertien, mamma.' 'Toen ik dertien was...' 'Zat je ondergedoken met zeven mensen op een kamertje en...' 'Wat mankeert je, Michel?' 'Niets!' Hij staat op. Hij loopt de kamer uit. De deur knalt dicht. Als ze 's avonds aan tafel zitten is Michel weer gewoon. Het is alsof alles wat die mid­dag tussen hen is gebeurd een droom is. Hij praat met Samuel. Samuel vertelt een mop waar ze samen om lachen. 'Nog even en ook Michel zal een man zijn', denkt Liesbeth. Straks, als ze koffie hebben gedronken, zal ze met hem naar de badkamer gaan. Ze zal zijn haar wassen. Heel voorzichtig zal ze de shampoo tot schuim maken. Heel zacht zul­len haar handen doorzijn haren gaan. 'Kom, ik ga maar eens naar boven. Ik ga huiswerk maken', zegt Michel. 'Als je klaar bent, kom je me dan halen? Dan zal ik je haarwassen.' 'Ik zie nog wel', antwoordt hij.

Samen met Samuel zit ze op de bank. De ka­mer is vol van vrede, vol van muziek. Rein-bert de Leeuw speelt Erik Satie. Ze kijken niet vaak naar de televisie. Alle agressie die dagelijks wordt vertoond, kan ze niet verdragen. Het journaal, de actuali­teitenrubrieken... allemaal rottigheid. Waar ze helemaal niet tegen kan, waar ze

erg verdrietig van wordt, is dat op de meest onverwachte momenten beelden uit de oor­log worden vertoond. Laatst nog midden in een uitzending over kinderopvoeding was het er weer. De foto van het jongetje, dat vanuit de veewagen waarin hij naar Polen wordt vervoerd, nog even in een camera kijkt. Wekenlang is dat beeld in haar blijven ronddwalen. Een kind met grote zwarte ogen. Een kind met een witte doek om zijn hoofd. Een joods kind op weg naar zijn dood in de gaskamer. De foto zal eeuwig wonen in haar hoofd. Ze heeft er nooit met Samuel over gespro­ken en ze zal dat ook niet doen. Hij denkt dat ze stevig in het leven staat. Die illusie wil ze niet verstoren. Zacht, héél zacht gaat de deur een eindje open. Zwarte ogen kijken de kamer in. Bo­ven de ogen is een witte badhanddoek. De deur gaat langzaam verder open. 'Nee!', gilt ze, 'niet doen. Ga weg!'

'Hoe kan je zo boos worden, alleen omdat Michel zelf zijn haar heeft gewassen. Schaam je Liesbeth! Hoe kan je je zo laten gaan.' Trillend van ingehouden drift staat Samuel voor haar. In de deuropening staat Michel. 'Niet boos zijn Samuel, Michel', snikt ze. 'Ik kan er niets aan doen.' 'Je zult eraan moe­ten wennen', zegt Samuel, terwijl hij de ka­mer uitloopt.

Ida Vos

Page 17: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

ONDERDUIK Uit brieven van een negenjarige jongen. Hij werd in 1944 gedeporteerd.

negen jaar was hij toen men hem bracht naar het gezin van een boer in een voor hem onbekende streek met mensen die hij nauwel i jks kon verstaan werden de dieren belangri jk ook hun taal sprak hij niet noch zij de zijne maar hij begreep zonder woo rden wan t hij zag en ervaarde de wreedheid voor mens en dier van doden en scheiden

aan de dieren was hij verknocht schreef hoe blij de lammetjes sprongen in de wei het spelen met konijntjes en de moeder met haar lam waarvan hij afscheid nam wan t ze waren verkocht gelukkig samen wan t dan hoefde het lam niet alleen te gaan en ik heb hen geaaid en toen zijn ze weggegaan

over een geitje dat hij gekregen had en de paardenkeuring hun hengst was erbij die zich goed had gedragen de nek o m h o o g gehouden en moo i gedraafd was goedgekeurd zelfs eerste prijs en 's avonds hebben w e erop geklonken w i jn en bier gedronken en sigaren en sigaretten gerookt (ikke niet) schreef hij

ook voor de lente dat er een kalfje was geboren gevoed met zoete melk, dr iemaal per dag van haar eigen moeder en de eendjes die z w o m m e n o m het huis de prachtige bloemetjes op de p ru imebomen ieder met vi jf wi t ter dan sneeuwwi t te blaadjes eraan gekomen en een varken dat moest wo rden geslacht waarop hij zat opdat het niet tegen kon spartelen wanneer het pistool op de kop werd gezet 'maar naar het bloed heb ik niet gekeken'.

Bets van Wezel

Page 18: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Paul Celan Fuga van de dood

Zwarte melk der vroegte drinken haar 's avonds we drinken haar 's middags en 's morgens we drinken haar 's nachts we drinken en drinken we graven een graf in de luchten daar lig je niet nauw Een man woont in 't huis hij speelt met de slangen hij schrijft hij schrijft als het duistert naar Duitsland je goudblonde haar Margarete hij schrijft het en treedt voor het huis onder flitsende sterren hij fluit zijn honden tezaam hij fluit zijn Joden te hoop laat graven een graf in de aarde beveelt ons speel op nu ten dans

Zwarte melk der vroegte we drinken je 's nachts we drinken je 's morgens en 's middags we drinken je 's avonds we drinken en drinken een man woont in 't huis hij speelt met de slangen hij schrijft hij schrijfst als het duistert naar Duitsland je goudblonde haar Margarete je asgrauwe haar Sulamith we graven een graf in de luchten daar lig je niet nauw

Hij roept steek dieper in 't aardrijk jullie en jullie daar zing nu en speel hij grijpt naar het staal in zijn riem hij zwaait het zijn ogen zijn blauw steek dieper de spaden jullie en jullie speel verder ten dans Zwarte melk der vroegte we drinken je 's nachts we drinken je 's middags en 's morgens we drinken je 's avonds we drinken en drinken een man woont in 't huis je goudblonde haar Margarete je asgrauwe haar Sulamith hij speelt met de slangen.

Hij roept speel zoeter de dood de dood is een meester uit Duitsland hij roept strijk donker de snaren dan stijg je als rook in de lucht dan heb je een graf in de wolken daar lig je niet nauw

Zwarte melk der vroegte we drinken je 's nachts we drinken je 's middags de dood is een meester uit Duitsland we drinken je 's avonds en 's morgens we drinken en drinken de dood is een meester uit Duitsland zijn ogen zijn blauw de dood hij raakt je recht in het hart hij raakt je met kogels van lood een man woont in 't huis je goudblonde haar Margarete hij hitst zijn honden op ons hij schenkt ons een graf in de lucht hij speelt met de slangen en droomt de dood is een meester uit Duitsland je goudblonde haar Margarete je asgrauwe haar Sulamith

Vertaling uit het Duits van W. Wielek-Berg uit: Woorden tegen vernietiging, Amsterdam, Van Gennep 1980.

Melle, Oproep van de verzetsbeweging, 1943. Pentekening.

Voor gecontroleerde ontwapening

Het Internationaal Auschwiz Comité is op 13 en 14 november 1982 te Brussel bijeen geweest. — Het stelt vast dat de wereld waarin wij leven een indrukwekkend arsenaal van massa-vernietigingswapens is en dat er nieuwe, nog verschrikkelijker wa­pens worden ontwikkeld. — Wij leven in een tijdperk waarin een onverhoedse kernaanval als mogelijk wordt beschouwd en de atoomoorlog de mensheid niet alleen met vernieti­ging bedreigt, maar elk leven op aarde kan wegvagen. — Wij zijn bijzonder ongerust vanwege het lot van de volken van Europa, waar nieuwe kernwapens erbij worden ge­plaatst, wat inhoudt dat de Europeanen in het noorden, zuiden, oosten en wes­ten in geval van een conflict geen enkele overlevingskans hebben. — Wij begroeten de miljoenen beto­gers die overal ter wereld het voorstel tot niet als eerste inzetten van het atoomwapen evenals het bevriezen van elke kernbewapening ondersteunen. — Wij wensen dat de lopende onder­handelingen voor ontwapening snel tot een goed einde komen teneinde snel de kernwapenvoorraden te verminderen, want alleen een evenwichtige, door­gaande en gecontroleerde ontwapening kan de door de volken zozeer gewenste vrede brengen.

Wij wensen onze adverteerders een voorspoedig en gelukkig 1983, evenels onze medewerkers en lezers.

Zij ellen hebben deze uitgave mogelijk gemaakt.

Wij danken u!

WtÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊ

Omslag: Voorgevoel van de dood, door Max van Dam (houtskool én kalk op karton). De omslagtekening en de afbeeldingen op pag. 7, 11, 17,18,19, 25 en 29 zijn ontleend aan. Spiritual Resistance, Art from concen-tration camps, 1940-1945. Uit de collectie van de kibboets Lohamei Haghetaot, bijeengebracht en uitgezocht door Miriam Novitch. Het boek verscheen in 1981 in de VS.

Page 19: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Over het werk van

Aktion Sühnezeichen/Friedensdienste

In de afgelopen zomer is er in Amsterdam een belangrijke tentoonstelling geweest. Vijf weken lang waren er in de Mozes- en Aaronkerk tekeningen en schilderijen van gevangenen uit het concentratiekamp Auschwitz te zien. Zij zijn gemaakt tijdens hun gevangenschap of kort na de bevrijding van het kamp. In de taal van de kunst heb­ben deze mensen gepoogd om de afschu­welijke ervaringen te verwoorden die zij daar hebben moeten ondergaan. Veel bezoekers zijn er naartoe gekomen om dit stille verzet en de aanklacht van deze kunstenaars tot zich door te laten dringen; in het bezoekersboek staan namen in alle ta­len en woonplaatsen over de hele wereld vermeld. Georganiseerd en begeleid werd deze tentoonstelling door een breed spec­trum van organisaties waarin het Neder­lands Auschwitz Comité en het Mozeshuis een vooraanstaande rol vervulden. Ook Ak­tion Sühnezeichen/Friedensdienste in Ne­derland was hierbij betrokken. Haar mede­werking kwam erop neer dat elke dag een vrijwilliger van deze Duitse vredesorganisa­tie achter een boekenkraam stond, koffie schonk en af en toe met bezoekers praatte. Toch is er door de nauwe en dagelijkse sa­menwerking in deze weken tussen de men­sen in de begeleidingsgroep, degenen die slachtoffer zijn geweest van de naziterreur en/of in het verzet hebben gezeten en enke­len van de jonge ASF-vrijwilligers een per­soonlijke band gegroeid. En toen werden wij door verschillende mensen met het verzoek benaderd om een stuk te schrijven dat orfs werk en de achtergronden daarvan in een bredere kring bekend zou maken. Wij zijn erg dankbaar voor deze vraag en de moge­lijkheid om het in dit herdenkingsnummer te mogen doen.

Aktion Suhnezeichen gaat in 1983 haar 25-jarig bestaan vieren. Het werk van deze Duitse organisatie is van begin af aan be­paald geweest door de noodzaak om de oorzaken en gevolgen van de nationaal-so-cialistische tirannie te overwinnen. De erva­ringen en lessen uit deze tijd van vervol­ging, onderdrukking en stelselmatige uit­roeiing van groepen mensen op grond van hun ras en politieke overtuiging, vormen de basis van deze op de toekomst gerichte vre-desdienst. Wortelend in de protestantse kerk, vooral in de traditie van de 'Bekennende Kirche' die tijdens het Derde Rijk aan Hitler's politiek verzet heeft geboden, doet ASF haar best om samen te werken met allen die voor ge­rechtigheid, vrede en verzoening zijn. Een oproep van kerkpresident Lothar Kreyssig, gedaan tijdens de zitting van de synode van de Evangelische Kirche in Deutschland in 1958, aan alle jonge Duitsers om in die lan­den die het meest hebben geleden onder de bezetting door Hitler's troepen 'tekenen van verzoening' (= Suhnezeichen) op te richten en daardoor blijk te geven van hun berouw om wat er gebeurd was, werd door velen gehoord. Veel jonge mensen wilden mee­doen, maar er was nog geen praktische en

organisatorische mogelijkheid voor de ver­vulling van hun wens. De oprichters van Aktion Suhnezeichen — onder wie mensen als Gollwitzer en de late­re bondspresident Heinemann — dachten in eerste instantie aan opbouwdiensten in Israël, Polen en de Sowjet-Unie, omdat de Duitsers deze landen de meeste ellende hebben toegebracht. Het doel was niet al­leen een poging om verzoening mogelijk te maken, 13 jaar na de oorlog, maar ook om een ommezwaai te bevorderen in het eigen volk, dat nog steeds berustte in zelfrecht­vaardiging, bitterheid en haat. Toch was men om begrijpelijke redenen op dit tijdstip in de genoemde drie landen nog niet bereid jonge Duitsers binnen te laten.

Eerste groep in Nederland

In 1959 mocht een eerste groep vrijwilligers in Nederland beginnen: er werd een Her­vormd Jeugdcentrum in Friesland ge­bouwd en later een vakantieverblijf voor Rotterdamse arbeiders in Ouddorp, Z.H. Kort daarna kon ook in andere Westeurope-se landen worden begonnen met bouwpro-jekten: een internationaal ontmoetingscen­trum naast de in de oorlog verwoeste kathe­draal van Coventry, een peuterspeelzaal in Skopje, een tehuis voor blinden in Noorwe­gen, de verzoeningskerk in Taizé. Het groot­ste gebouw dat door ASF hier in Nederland in de jaren zestig is opgericht, is het Dr. W.A. Visser 't Hooft Centrum aan de Oostmaas-laan in Rotterdam. In de schaduw van het 'Eichmann-proces' begon het werk van ASF-vrijwilligers in Isra­ël in 1961. Zij werkten in eerste instantie mee in kibboetsiem en hielpen met de bouw van het Jewish Home for the Blind in Jerusalem. In Polen begon ons werk vijftien jaar geleden, waar we meehielpen en -hel­pen om de herdenkingsplaatsen en musea in de voormalige concentratie- en vernieti­gingskampen Auschwitz, Majdanek en Stutthof te onderhouden, vooral door het verrichten van praktische conserverende werkzaamheden. Daarnaast organiseert ASF elk jaar groepsreizen van vooral jonge­ren naar deze herdenkingsplaatsen. Er ko­men jaarlijks zo'n 40 groepen met ongeveer 800 deelnemers voor een periode van 10 tot 14 dagen naar deze kampen. Naast het dagelijks lichamelijk werk i.v.m. de onderhoudswerkzaamheden wordt er vooral ook de mogelijkheid gegeven om veel over de geschiedenis zelf te weten te komen. De deelnemers hebben de kans om de tentoonstellingen en de archieven uit­voerig te bestuderen, zij zien documentaires en voeren gesprekken met mensen die zelf in de kampen hebben gezeten. Voor veel van de deelnemers, die vaak voortkomen uit protestantse jongerengroepen, kerkelij­ke gemeentes en de vakbondsjeugd is dit verblijf in Auschwitz, Majdanek of Stutthof een heel essentiële ervaring. Zij beseffen wat het fascisme moet hebben betekend,

door Helmut Rödner

Joseph de Swarte, Haringkar in de Joden­hoek, Amsterdam 1940-45. In onderduik geschilderd.

hoe krankzinnig 'perfect' dit systeem in el­kaar zat en hoe het op een bepaalde manier tot op de dag van vandaag doorwerkt. In Po­len leren zij zo ook erg veel over het Duits­land van nu. Alles wat op school, op het werk of door hun ouders niet echt aan de or­de is gesteld, ondervinden zij opeens door deze intense confrontatie met het Duitse verleden. Hun belangstelling ervoor groeit; veelal proberen zij daarna nagelaten tekenen in hun eigen omgeving op te sporen. Er zijn juist door deze groepen veel verwaarloosde plaatsen herontdekt, die getuigen van het martelaarschap van zo velen. Er worden an­tifascistische rondleidingen door Westduit-se plaatsen georganiseerd die een alterna­tief vormen voor de 'officiële' tochten en waarin de aandacht wordt gevestigd op plaatsen van martelaarschap, herdenking en verzet. Ook 'vergeten' voormalige con­centratiekampen, vaak in de buurt van grote steden, worden via de media in de openba­re aandacht gebracht. Actieve groepen jon­geren richten er monumenten op en organi­seren tentoonstellingen.

Over schaamte

De schrijver Louis Ferron heeft de laatste maanden herhaaldelijk laten weten dat hij het ongezond vindt als de Duitsers met ge­voelens van schaamte over de oorlog blij­ven rondlopen. Wanneer hij hierbij de jon­gere generatie bedoelt, heeft hij zeker gelijk. Schaamte is geen goed vertrekpunt voor mensen die persoonlijk geen schuld treft Maar toch kunnen wij ons niet buiten de ge­schiedenis plaatsen en doen alsof wij er he­lemaal niets mee te maken hebben Wij zijn

Page 20: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Een complete kijk op het wereldnieuws Keesings Historisch Archief brengt elke week 16 pagina's

hedendaagse wereldgeschiedenis bij u thuis! Op de hoogte blijven van het wereldgebeuren is voor veel mensen een "must". Informatiebronnen zijn er genoeg, maar voor het wekelijks doorwerken van stapels kranten en tijdschriften uit binnen- en buitenland is veel tijd nodig, tijd die vaak niet beschikbaar is. Keesings Historisch Archief "zeeft" het belangrijkste nieuws uit binnen- en buitenland en presenteert dat in wekelijkse afleveringen van 16 pagina's. Daarin wordt beknopt, feitelijk en over­zichtelijk weergegeven wat zich vooral op politiek en economisch terrein afspeelt Keesings Historisch Archief streeft naar een objectieve berichtgeving. Waar mogelijk worden de teksten van verklaringen, redevoeringen, rapporten, verdragen e.d. letterlijk weergegeven, aangevuld met de nodige achter­grondinformatie. De 52 wekelijkse afleveringen kunnen worden opgeborgen in een praktische, fraaie

opbergband. Al die geïllustreerde afleveringen samen vormen een waardevol en levend overzicht van de huidige wereldsituatie. De periodiek verschijnende, steeds bijgewerkte index, vormt de sleutel tot deze unieke informatieverzameling. Voor iedereen die op de hoogte wil zijn van de heden­daagse wereld is Keesings Historisch Archief onontbeerlijk, reeds 50 jaar. Ook voor bibliotheken, leeszalen en documentatieafdelingen is dit archief een dankbare en veelomvattende informatiebron. Door zijn beknoptheid, objectiviteit en gemakkelijke toegankelijkheid. Een greep uit de jaargang 1982. Westen verdeeld na "Polen". Militair bewind in Bangladesh. Falkland-crisis. Overdracht laatste deel Sinai. Iraanse winst in Golfoorlog. Militaire interventie Israël in Libanon. Palme terug in Zweden. Analyse van de Tweede Kamerverkiezingen. Machtswisseling in Bonn. Herstel democratie in Bolivia. Socialisten na 43 jaar terug in Spaanse regering. Breznjev overleden.

Speciaal aanbod

Wanneer u zich nu abonneert op de jaargang 1983 van Keesings Historisch Archief ontvangt u de complete jaargang 1982 incl. de fraaie opbergbanc' voor slechts

Bon voor e e n c o m p l e t e kijk o p he t were ldn ieuws Onderstaande bon in enveloppe, zonder postzegel opsturen naar: Keesing B.V., Antwoordnummer 10001, 1000 PA AMSTERDAM Telefoon 020 - 68 11 11 (S.v.p. invullen in blokletters)

Naam:

Straat:

KEESING

m/v.

Postcode/Woonplaats:

Beroep/Onderwijsinstelling:

Datum: 1 1 I I 1 1

Q. I

Handtekening:.

wenst tot wederopzegging, met ingang van heden: • een jaarabonnement op Keesing Historisch Archief ad f 198,75 per jaar

inclusief opbergband en B.T.W. • een studentenabonnement ad f 168,50 per jaar, inclusief opbergband en B.T.W. • en maakt bovendien gebruik van het aanbod om de jaargang 1982 aan te

schaffen voor de speciale prijs van f 65,- inclusief opbergband.

Keesing uitgeversmaatschappij B.V., Joan Muyskenweg 22, 1096 CJ AMSTERDAM

Page 21: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

tenslotte ook Duitsers en worden vooral in het buitenland hoe dan ook met dit feit ge­confronteerd. We moeten 'verwerken' wat er gebeurd is — en mogen het niet verdrin­gen of vergeten. Alleen dan bestaat er een kans dat wij 'erover heen' kunnen komen — na een toekomst die menswaardig kan zijn en waarin fascisme, racisme en onderdruk­king geen plaats meer kunnen hebben. En men mag niet vergeten dat Duitse jonge­ren veelal niet eens beseffen wat er gebeurd is. Er is nog steeds een groot gebrek aan goede voorlichting. En informatie alleen is niet voldoende: er zijn inmiddels genoeg films, boeken en lesmaterialen over het Duitse fascisme, maar meestal ontbreekt el­ke gevoelsmatige betrokkenheid bij dit on­derwerp. Mede om deze reden is ASF in 1971 begonnen met de plannen voor een internationaal ontmoetings- en studiecen­trum voor jongeren in Oswiecim, vlakbij het voormalige KZ Auschwitz. Dit plan werd ons door velen niet in dank afgenomen, men wilde de Duits-Poolse jongerenont­moetingen liever op 'neutraler' terrein situ­eren. Maar wij zijn er stellig van overtuigd dat verzoening alleen maar mogelijjk is als wij niet om de feiten uit de geschiedenis heen lopen maar ze bewust onder ogen zien. Het nodige geld en de plannen zijn er inmiddels; in het najaar 1981 kon de eerste steen worden gelegd. Als het centrum klaar is, zullen jongerengroepen uit verschillende landen daar met elkaar werken en leren om­gaan — na Auschwitz en wel dichtbij deze plaats. Het leren uit de geschiedenis en het werken aan de toekomst kan helpen de schaamte te overwinnen. Naast dit belangrijke stuk werk met groepen in Polen is ASF in de laatste jaren ook ster­ker bezig om contacten met de Sowjet-Unie te leggen. In het voorjaar van 1983 zal een groep medewerkers voor een studiereis naar de Belorussische Sowjetrepubliek gaan, waar ontzettend veel mensen door de naziterreur zijn omgekomen. Dit is maar het prille begin van een weg, waarvan men nu nog niet kan zeggen waarheen die zal lei­den.

Nieuwe projecten tegen onrecht en geweld

Maar even terug naar de geschiedenis van Aktion Suhnezeichen. Sedert 1968 werd het werk vrij ingrijpend veranderd. Het meer praktisch gerichte opbouwwerk in groeps­verband maakte plaats voor hoofdzakelijk sociale projecten in het buitenland waar meestal één vrijwilliger voor een langere periode (gemiddeld 18 maanden) bezig is. Dit is nu nog steeds zo. In dit jaar werd ook het woord 'vredesdiens-ten' (Friedensdienste) aan de naam van de organisatie toegevoegd, die juridisch ge­zien een onafhankelijke vereniging is, maar steun ondervindt vanuit de protestantse kerk en van veel particulieren giften ont­vangt. De projecten waar men nu voornamelijk werkt, komen op voor de belangen van groepen die maatschappelijk achtergesteld zijn: gehandicapten, bewoners van slums en achterbuurten, (ex-)gedetineerden, bui­tenlandse werknemers enz. Daarnaast wordt er ook meer aan de theorievorming over vredesvraagstukken gedaan, komt het

tot een internationale samenwerking met vredesgroepen. Dit is in overeenstemming met een van de grondslagen van ASF, na­melijk dat wij ons in 't bijzonder verbonden voelen met de slachtoffers van het nazisme en — in het verlengde daarvan — met 'te­genwoordige slachtoffers van onrecht en geweld'. Door de praktische samenwerking met mensen die op dit moment in onze maatschappij achtergesteld en gediscrimi­neerd worden, proberen we op vrij kleine schaal begrip voor eikaars problemen te ontwikkelen en het groeiende racisme te­gen te gaan. Op dit moment werken perjaarzo'n 160 vrij­willigers van Aktion Sühnezeichen/Frie­densdienste in Israël, Frankrijk, Engeland, Noorwegen, België, Nederland en de Ver­enigde Staten. In verhouding tot de proble­men valt dit getal in het niet, maar we zien ons werk dan ook meer als een symbool, een klein teken van hoop. Vooral degenen die zelf aan vrijwillige sociale vredesdienst doen zullen er veel aan hebben. Een erva­ring die later zal doorwerken als zij weer in hun oude omgeving terugkomen en mis­schien een wat bewustere houding ten aan­zien van het Duitse verleden, het vredes­vraagstuk enz. kunnen bevorderen. En we hopen dat ook in de omgeving waar de vrij­willigers werken, wat verandering plaats­vindt, vooral door de persoonlijke dagelijk­se omgang tussen de mensen die samen met een bepaald werk bezig zijn. De mensen die met ASF voor een periode van 18 maanden naar een van de boven­staande landen gaan, hebben een heel ge­varieerde politieke en godsdienstige achter­grond, maar staan wel allemaal achter de grondbeginselen van onze organisatie. Door dit samenwerken van mensen die erg verschillend zijn qua afkomst, opleiding en visie en die bovendien zeer vaak in een om­geving terecht komen waar mensen met heel andere waarden, overtuigingen en nor­men leven, hopen wij een manier van om­gaan met elkaar te oefenen waar de conflic­ten niet telkens weer op een gewelddadige manier worden opgelost.

Groepjes vrijwilligers

Om het halve jaar worden ongeveer 60 mannen en vrouwen tussen de 18 en 27 jaar in West-Berlijn vier weken lang op hun vre­desdienst voorbereid — daarbij is inbegre­pen een tiendaags verblijf in Polen. Daarna vertrekken zij in kleine groepen naar de verschillende landen, waar zij in de be­staande vrijwilligersgroep worden opgeno­men. Hier in Nederland omvat deze groep gemiddeld 20 mensen, die elk half jaar voor een werkweek bij elkaar komt om de erva­ringen in de verschillende projecten en de Nederlandse samenleving te evalueren. Daarbij komt meestal ook een inhoudelijk onderwerp aan de orde, dat met de doel­stelling en de achtergrond van ASF te ma­ken heeft. Tijdens hun verblijf worden regel­matig begeleidingsgesprekken gevoerd tussen vrijwilligers, partnerorganisaties en de coördinator van he ASF-werk in Neder­land en België, om een goed verloop van de vredesdienst te waarborgen. Aan het einde van hun tijd vindt in de Bondsrepubliek een twee weken durende evaluatie plaats met

de vrijwilligers die in dezelfde periode in an­dere landen hebben gewerkt. Zij brengen dan ook verslag uit over hun ervaringen op scholen, bij politieke partijen en voor kerke­lijke gemeentes. Daarna gaan zij weer door met werk of studie, maar meestal heeft het lange verblijf in het buitenland een diep­gaande invloed op hun verdere leven. Om een beetje een indruk te geven van waarmee de ASF-vrijwilligers in Nederland bezig zijn noem ik hier een aantal projecten: Tilmann werkt in het Mozeshuis te Amster­dam. Behalve in organisatorische functies werkt hij daar o.a. ten bate van de Stichting Lau Mazirelfonds die zich bezighoudt met het lot van de nomadisch levende mensen. Jobst is vrijwilliger bij Stichting Weerdsin-gel, een opvanghuis voor jonge mensen met problemen in Utrecht. Hij helpt waar het nodig is, doet klusjes en begeleidt af en toe iemand. Jutta helpt bij het wijkpastoraat 'Het Oude Noorden' in Rotterdam. Zij werkt vooral samen met Marokkaanse en Turkse vrouwen en is betrokken bij het opzetten van een winkeltje waar gebruikte spullen ter beschikking worden gesteld van mensen die ze nodig hebben. In Alkmaar werkt Hen-ner bij de International Fellowship of Recon-ciliation, het internationale secretariaat van verzoeningsdiensten waarvan Kerk en Vre­de de nationale tak is. Hij doet er vooral ad­ministratieve werkzaamheden en houdt zich bezig met de contacten met de Duitsta­lige landen. Martin is vrijwilliger in Rivo Tor-to, een woongroep in Rotterdam voor ex-harddrugsgebruikers. Hij is net begonnen en zal op den duur ook mensen gaan bege­leiden. Naast het vrijwilligerswerk in het buitenland heeft ASF in de Bondsrepubliek vrij grote bekendheid gekregen als organisator van de grote demonstratie tegen de kernoorlog­dreiging op 10 oktober 1981. Hieraan voor­afgaande was een vruchtbare samenwer­king met het IKV die sedert 1980 leidde tot een jaarlijkse landelijke vredesweek in no­vember onder het motto 'Frieden schaffen ohne Waffen'. Wij zien ons engagement in de vredesbe­weging als een consequentie uit de geschie­denis en de traditie van onze organisatie. Zo achten wij de actieve strijd tegen het ople­vende neo-nazisme even belangrijk als de strijd tegen de krankzinnige wapenwed­loop. ASF-medewerkers hebben in de afge­lopen jaren heel wat boeken geschreven en films gemaakt over rechtsradicalen en wat deze beogen. Er is veel voorlichting gege­ven op scholen en pedagogische academie. En telkens proberen we gebeurtenissen in de herinnering terug te roepen. Na aanlei­ding van 50 jaar NS-machtsovername orga­niseert ASF in het Audimax van de Techni­sche Universiteit in Berlijn in januari a.s. een congres onder het motto: 'Wir wollen uns erinnern'. Tijdens de Pinksterdagen '83 is samen met de Evangelische Akademie Lok-kum een symposium over de boekenver­branding door de nazi's gepland. Dit alles is maar een korte impressie van het werk dat ASF doet. Enkele aspecten zijn maar aangestipt, andere nog helemaal niet genoemd. Toch hoop ik dat hierdoor wat duidelijker naar voren is gekomen om welke reden Aktion Sühnezeichen/Friedens­dienste sedert oktober 1980 lid mag zijn van het Internationale Auschwitz Comité.

Page 22: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

IDlMPEL-FIX van l hofflaan 53 • tel. 92 48 73 amsterdam-oost

advies & installatie bureau zelfbouw centrale verwarming

Dagelijks vers vlees uit eigen slagerij

Dagelijks verse zuivelprodukten

Rond iMunt & Station Dagelijks vers

fruit en groente

Reguliersbreestraat 19, tel. 242994 - Nieuwendijk 175, tel. 244078

D. DRUKKER & Zn. N. V Sarphatikade 12,1017 W V Amsterdam

Ruwe- en geslepen diamant

MAASSTRAAT 27

AMSTERDAM - TELEFOON 641072

c v . d r u k k e n i uitjes enj

heiermann&co v. Hallstraat 685

Postbus 61175, 1005 HD Amsterdam Telefoon 020 - 840505

OFFSET — OFFSET ROTATIE

Alle illustratie, boek- en handels-dru kwerk

Prima kwaliteiten en service snelle levering

J. MEERSCHWAM B.V.

SCHNABEL o f f i c ; i a |

service - —-

Boendi

Hairstylist Dames en Heren

P.C. Hooftstraat 89, Amsterdam Tel. 797993

AMSTERDAM-ROTTERDAM-BRUSSEL

Met de complimenten van

AMSTEL DIAMONDS

Amstel208 1017 AH Amsterdam

MORRIS AUSTIN

Uitdeuken - spuiten - moffelen Autoreparaties - revisie - doorsmeren

Tevens: financieringen, alle verzekeringen

'N LAAT ONS UW X AUTO VERZORGEN

Schnabel - 2e Boerhaavestr. 17 - A'dam-Tel. 020-653126

B C ^ B M O S C O U

LEER BONT LAMSVACHT

Confectiecentrum 3.01.35 Koningin Wilhelminaplein 29,

1062 HJ AMSTERDAM (Holland) Telefoon 0 2 0 - 1 5 60 14*

Page 23: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Dat ik de Choeppahdag van mijn dochter mag beleven

Ik was er nu ook bijgelapt. Tussen de twee 'Grunen' liep ik naar de overvalwagen. Wij sloegen een hoek om en Fietjes schreeuw, haar daag, daag' was niet meer te horen. Door haar resoluut weg te duwen en hals over kop weg te rennen had ik haar vaste plan, mee te gaan, weten te verhinde­ren. Alleen het geluid van zoolbeslag onder de leren laarzen, die gelijke tred met mij hielden, ketste tegen gevels en plaveisel. Voor het huis van een mijner tantes in de Laings Neckstraat hielden wij halt. Reeds maanden eerder was zij met inwonende kinderen 'gehaald'. Een van de dochters had bij het confectie-atelier Kattenburg gewerkt. In deze Hol-landia-fabrieken werkte bijna 50% Joods personeel. De met familie ruim 800 Joden voelden zich veilig omdat zij voor de Wehr-macht werkten, temeer omdat bij vroegere arrestaties velen op hun stempel weer vrij­gekomen waren. De Auswanderung ging echter veel te langzaam naar de zin van La-ges en de zijnen. Het revolutionaire Jodendom had gesabo­teerd. In de zakken van de officiersjassen die er werden gemaakt, waren pamfletten ont­dekt waarin opruiende taal afgedrukt stond. Op de 11de november in de namiddag deed de 'Grune Polizei', door Lages geleid, een inval. Zij allen, met hun familieleden, dezelf­de avond van huis gehaald, werden naar Polen gevoerd. Eén jongetje wist aan hun allesomvattende vangarmen te ontsnappen. Voorlopig. Ik trof hem n.l. in Vught. Hij vertelde mij dat hij gedurende de razzia in een der grote vuilnis­bakken was verscholen. Zijn aanwezig­heid hier in het kamp echter bewees wel hoe onfeilbaar hun politieapparaat functi­oneerde. Bij de overkapte auto overhandigde een der rakkers mijn 'geloofsbrief aan de wachten­de officier. Die completeerde een heel sta­peltje met de mijne. Ik werd in de wagen ge­duwd. De klep ging achter mij omhoog. Na­dat ik op een plaatsje op een houten bank gedrukt werd, sloeg de motor aan. Op vragende toon hoorde ik van ergens naast mij mijn naam noemen. Een bekende dus. De overigen waren evenmin vreemd voor mij. Het bleken vak- en buurtgenoten te zijn. Ik werd met vragen bestormd. Ver­wonderd: 'Ben jij alleen? Waar is je vrouw? Is ze thuis of onder? Hoe is het met je broer en met je zwager, met hun gezinnen?' Ik probeerde de op mij afgevuurde vragen te beantwoorden. Schijnbaar in gemoeds­rust, alsof er normaal buurpraat werd ge­houden, vertelden wij elkaar de wederwaar­digheden. Van de twee SS-ers die bij ons waren geplaatst, werd totaal geen notitie genomen. 'Ze kwamen voor mijn dochter' zei mijn buurman. 'Mijn vrouw en ik z;jn vrijwillig meegegaan.' 'Mijn vrouw en mijn zoontje zijn gelukkig nog thuis', antwoordde ik. 'Dan heb je zeker goeie gehad, ik ben maar blij

dat ik mijn stelletje bij elkaar heb, we weten toch niet wat er verder met ons gebeuren gaat ' 'Misschien kun je elkaar toch niet helpen', verdedigde ik zwak terug. Er volgde een be­rustende stilte. Met een somber 'MIES!' vertolkte iemand onze toestand. 'Ze hebben vanavond speciaal de Sperren gehaald, we kunnen er ons toges mee afve­gen!' klonk uit een donkere achtergrond. Toch had de stempel 'Gesperrt bis auf wei-teres' op ons persoonsbewijs, ons langer dan zeven maanden plus 14 maanden op­onthoud in Vught tegen werkkamp en de­portatie gevrijwaard. De wielen snorden. De banden (alsof ze aan rafels waren gesne­den) pakten, plakten en lieten het natte as­falt weer los; Voor de Hollandse Schouw­burg werd gestopt en werden wij , gelijk ba­gage, uitgeladen.

Hollandse Schouwburg

Om van de toestand daar binnen te verha­len zou ik vele avonden moeten komen. Langzaam gingen wij naar binnen, of wij toegangsbewijzen te tonen hadden. De 'Joodse Schouwburg' was vol, alle plaatsen al bezet. Een minstens bloedwarme tempe­ratuur. Dikke zweetdruppels op de gezich­ten van de mensen in de overbevolkte zaal en gangen. Zorg en angst stuwden als de branding op tegen de wanden. Tot overmaat van ramp probeerde een man met een genererende microfoon de kaka-fonie te overstemmen. Misschien wilde hij een optreden aankondigen, want op het to­neel verschenen enige SS-ers, ter begelei­ding van de waarnemende commandant Weber en een als dame gekleed vrouw­mens. Enige Joodse Raad-mensen schoten toe en verdrongen elkaar om geen woord en wens van het arrogante kereltje, een met een rood-zwart lintje gedecoreerde Unterschar-fuhrer, te missen. Zij probeerden conces­sies af te bedelen voor het leven van zichzelf of naaste familieleden. Dat ereteken had hij geruild vooreen houten been en met bloed geplengd in de Russi­sche steppen. Was het beledigend of teleur­stellend, om in zo'n heersend ventje dat over de dood van duizenden, uitgezonderd de doodenkele voorlopig uitgestelden, kon beslissen, een manke afgedankte soldaat te herkennen? Enfin, om ons te vernietigen waren zij van hoog tot laag van nut. Ik ontdekte weer die vrouw. Nu met een kind op de arm. Zij lief­koosde het. Ik vroeg me af of het uitverko­ren kleintje als 'mooiste van de nacht' was gekozen of als eerstgeborene geofferd moest worden. Misschien wilde zij het spa­ren van de gasverstikking die een miljoen andere lieve kleinen vermoordde. Sie ha-ben es gewusstü Bij een ver familielid van mij, dat bij de

Henri Pieck, Buchenwald.

Joodse Raad werkte, informeerde ik hoe ik de macabere dans kon ontspringen. Hij wist geen raad en kon niets voor mij doen. Het ging speciaal om de gesperden die avond. Wel adviseerde hij mij, me nog niet te laten registreren. Misschien waren de wonderen nog niet de wereld uit en kon ik nog op de een of andere manier vrijkomen. Ik kwam te weten dat we naar Vught gingen, dezelfde nacht nog. De 'diamantgesperden' zouden daar te werk gesteld worden. Ik hakte de knoop door en spoedde mij naar de administratie. In de orkestbak zaten vier mensen overbe­last op typemachines (ongebruikelijke mu­ziekinstrumenten) te trommelen. Lex van Weren, ordonnans voor de Joodse Raad, aangetrokken door die plaats misschien oververmoeid van heen en weer gedraaf en een beetje immuun gemaakt tegen het dagelijkse gebeuren zat er bij te dommelen. Ik liet mijn antecedenten door een van de machines opnemen en gaf Lex, die ik wak­ker had gemaakt, een briefje mee met meer dan levenstekens alleen Wij waren beiden lid geweest van de turnvereniging Pretoria. Er werden pakjes brood voor op reis uitge­deeld en wij mochten ook felicitaties ont­vangen vanwege het geluk naar Vught te worden gezonden. Wel maakte het verdwij­nen na enkele uren oponthoud de afgrond tussen hen en mij breder en dieper, het briefje een overgewaaid dor blaadje. Maar Westerbork was de startbaan naar Polen. Nu kon ik in Nederland blijven. We verlieten de zaal. Aan een tafel in de vestibule zat de bollebof Aus der Fünten, Hauptscharfüh-rer van de SS, de hoogste instantie voor de deportatie. Hij leek zwaar beschonken, vloekte en raasde en rukte ons de persoons­bewijzen uit de handen. Volgens oorlogs­bulletins: 'Een zeer onvriendelijke hande­ling.' Met een rode stift haalde hij een vinni­ge kras door de Sperr, en wij waren ausra-diert.

Page 24: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

WIJNEN UIT ISRAËL

Originele bottelingen „Kosher Lepesach"

Afkomstig uit de kelders van de grootste en oudste

wijncoöperatie in Israël: Société Coöperative

Vigneronne des Grandes Caves Richon-le-Zion en Zichron-Jacob Ltd.

Richon-le-Zion.

In Nederland vertegenwoordigd door:

A M A G E R BV. (HJ3.de Beer A n n o 1770), Brouwersgracht 200-202,

1013 HD Amsterdam Telefoon 020 - 24 39 69

- T f w m a RISHON LE ZION & ZICRON IAC0B

Volledig assortiment tafel-, aperitief- en dessertwijnen w.o.:

Chenin Blanc droge witte tafelwijn

Cabernet Sauvignon volle rode tafelwijn

Sauvignon Blanc drogefruitige witte tafelwijn

Sacramental rode zoete dessertwijn

Muscat witte zoete dessertwijn

President Sparkling Wine halfdroge mousserende wijn

Adom Atic niet geheel droge rode tafelwijn

Diamonds Direct Herman Schipper BV

Waar uw sieraad een belegging en uw belegging een sieraad is.

Official Omega-, Juvenia- and Ebel dealer. Heiligeweg3.Tel 020 - 236572. Ftokin 11. Tel. 020 -237869 Amsterdam

Onze gasten hebben geen plattegrond

no

S T E D E L I J K K o $ 6 o H V A M < 0 < < H H O S E ü H

M A R R I O T T

h U S E O K

( A A <AA4 vA*»

— e V U I W K 6 L -

U ( r 4 A A N ) 6 £ E f c j T R u H

L E I 0 5 E P U I N

Amsterdam Marriott. Luxe 5-sterrenhotel. Met restaurants, bars, nightclub, alle faciliteiten voor banquets en meetings van 7 tot 700 personen en . . . 400 perfect gemeubileerde kamers met kleuren-tv en gratis speelfilms, 24-uur roomservice en individueel regelbare airconditioning.

Amsterdam Marriott: in het centrum van de stad. Alles is zo dichtbij, dat onze gasten geen plattegrond nodig hebben.

Amsterdam AVorriott Hotel Stadhouderskade 21,1054 ES Amsterdam

Tel. 020 - 83 5151, telex 15087

Page 25: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Joseph de Swarte, Joodse fruitverkoper in Amsterdam. Aquarel.

Toen eruit. Een brede lichtbundel bestraal­de meer dan de helft van de Middenlaan. In het midden van de straat stonden tramwa­gens op ons te wachten. Wachtposten, ook weer Grünen, schaarden zich langs de kan­ten van de lichtkegels en rond de trams stond een spottende erewacht. Als bij een parade liep ik er met opgeheven hoofd langs. Het vele licht tartte alle bepalingen van de verduisteringsplicht. Na meer dan anderhalfjaar gingen we weer met de tram. De bestuurders reden ons vrijwillig na diensttijd. Ook in het Centraal Station stond een lange personentrein ons op te wachten. Ik vond een plaats in een van de geriefelijke coupés. Al in de schouwburg had Benny B. zich bij mij aangesloten. Hij was een veertiger en een jaar weduwnaar. Wij hadden tot die dag (donderdag 11 febr. '43) nog gewerkt, slechts een paar plaatsen (molens) van el­kaar verwijderd. Wij zijn samen gebleven tot het gruwelijke kindertransport (6-7 juni 1943) ons scheidde. Evenals bij bijna allen van dit ongeveer 500 personen tellend transport eindigde zijn leven in de gaska­mers van Sobibor.

Naar Vught

Toen iedereen naar binnen gewerkt was, stapten ook de Grünen in. Tegenover ons zat een mij bekend jong echtpaar. Zij was een zuster van mijn buur­vrouw, dik en blozend van jeugd en van de warmte. Al spoedig maakte mannie het zich gemakkelijke en leunde met hoofd en bo­venlichaam op haar peluwboezem. Met een verontschuldigend lachje stamelde zij: 'Hij zal misschien in la'ng niet meer zo makkelijk kunnen liggen.' De trein zeulde voort en stopte vaker dan een buurtspoortreintje. Eindelijk, het was zeker al een uur of vier geworden, stond hij voor het laatst stil aan een klein landelijk perron. Wij stapten uit en hielpen met de kinderen en de bagage. Verlaten en stil wa­ren wij er mee bezig tot de kleine kinderen, voor de zoveelste keer uit hun slaap gewekt, de kille stilte met hun gedrens verstoorden. Ons in militaire orde op te stellen was moei­lijk. Zo goed en zo kwaad als mogelijk wer­den wij naar een klein soort pleintje gedre­ven. Daar moesten wij weer wachten in duister en kou tot wij geteld en overgeteld waren. Misschien had het plaatsje Vught tot nu toe nog weinig van de oorlog met zijn geweld te verduren gehad. Op een bovenverdieping van een van de omringende huisjes, tekenden zich op een linnen rolgordijn een paar silhouetten af, net figuurtjes uit een zwartjesalbum, nieuwsgierigen die de verduisteringwet in de wind sloegen. 'Licht aus, wir schiesen!' schreeuwde de Kommandoführer en be­krachtigde zijn gebrul met rollende vloeken. De verduisteringswetten werden toen weer in acht genomen en duisternis heerste al­om. Voor ons bleef er een lichtpunt, een kaarsvlammetje; wij hoopten dat wij van achter de geblindeerde ramen gadegesla­gen werden en dat wat zich hier afspeelde, bekend gemaakt zou worden. De stoet van toekomstige landverhuizers zette zich moei­zaam in beweging. Al spoedig werden de geplaveide straten verlaten en voerde de

tocht door mul zand en door bos en heide­veld. De vele wachtposten die langs de flanken van de rijen meeliepen, maakten hatelijke op- en aanmerkingen. Hun 'Aufgehenl, Auf-gehen!' en hun aansporingen bekrachti­gend met hun geweerkolven en hun eisen om de kinderen stil te houden werkten er niet toe mee rust en orde te scheppen en te handhaven. Benny en ik namen een paar ouders met kinderen tussen ons in. Benny had een rol zware wollen dekens meegenomen, ze zijn ons later nog buitengewoon goed van pas gekomen. Ik die alleen een pyjama en een stukje zeep inderhaast toegestopt gekregen had, nam een kindje op de arm en een tas met benodigdheden over. De voettocht duurde letterlijk ijselijk lang. De vrieskoude nachtwind was een bondge­noot onzer doodsvijanden. Na meer dan anderhalf uur gaan, naderden enige lichtjes. Dichterbij bleken het mannen te zijn, die zaklantaarns droegen. Zij waren ter assistentie gekomen en namen de baga­ge van de mensen over. Het waren mannen van het eerste transport Joden eind januari en over en weer werden nieuwtjes uitgewis­seld en werd naar ervaringen geïnfor­meerd. De posten lieten de kluisters wat vieren. Er zou toch niemand van ons, getelde scha­pen, weglopen. Een van hen ontdooide en ontpopte zich als Nederlander. Hij vertelde ons dat wij nog slechts een kwartiertje van het kamp verwijderd waren. Langs het ven 'De Uzere Man' bereikten wij het doel. De tekst op een groot wit bord dreigde dat er op onbevoegden met scherp geschoten zou worden. Wij werden ver­wacht. Een schildwacht stapte uit zijn huisje en haalde een slagboom halfhoog op. Een vermanende vinger. Uiteindelijk kwamen wij in een gloednieu­we barak, achter in het kamp. In dit geval be­tekende dat gloednieuw nog natte en onaf­gewerkte pleistermuren, grote plassen op de cementen vloer en een forse kachel, die

nog niet brandde. We vielen op de lange houten banken en smeten de bagage op de aangepaste tafels. Later zouden wij nog naar een dergelijk 'Gasthaus' verlangen. We probeerden een beetje te slapen. Daar had­den wij het meeste behoefte aan en bij de meesten lukte dat wel. Het daglicht gaf alles weer een wat hoopvol­ler aanzien. En omdat de koffie niet kwam, gingen wij wat eten. We aten de resten van ons rant­soen op. Schoontje ging in haar volle breedte zitten, pakte een brood uit een grote citybag en sneed het als een boerin op haar volle moe­derborsten in dikke boterhammen. Er kwa­men enige mannen naar binnen, schooi­erend natuurlijk. Met Schorre Willem had ik in één personeel gewerkt. Voor zijn vakbe­kwaamheid, en die bezat hij, inde hij twee en twintig gulden en vijftig cent per week (in 1936). Als slijper was hij met nog anderen van Westerbork naar hier gebracht.

'Zie ik er niet goed uit?'

Willem met een gabber kwamen bij ons staan. Bram, Schoontjes man en wij vroe­gen hen meteen naar het hoe en waar. Wil­lem en zijn maat lichtten ons enigszins in en keken schuin naar Schoontje, die intussen de pillen brood met jam bestreek. De ingre­diënten waren een fortuin waard. 'O, we hebben het hier best!' wilde Willem ons ge­ruststellen. 'Geen honger?' vroeg Schoon­tje, hem met wantrouwen observerend en gaf hun beiden een snee. Wij keken be­langstellend naar Willem op en zagen het brood in een paar grote happen door zijn magere hals verdwijnen. Met 'Het is hier best uit te houden', vervolgden ze hun strooptocht. Plotseling kwam er van buiten een uit een flardige mouw gestoken klauwhand voor de dag. De vingers probeerden een boven-raampje te openen. Achter de hand ver­scheen een hoofd, met de kromme ver naar

Page 26: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Nieuwe kollektie verjongd en vernieuwd

fonqallcitura Speciaalscrpenen Daar loopt u mee weg

elegante pump in soepele y leerkombmaties en ledery

met onze geklede Bandschoenen en Pumps in modieuze uitvoering: zacht leer in moderne kleur

De schoen die past als maatwerk. Die uw levensvreugde verhoogt.

Ook in Sportieve schoenen zijn wij ruim gesorteerd. Bij uitstek geschikt voor die

beroepen waarbij u zonder voetklachten veel moet lopen

of staan. Voorkomen is beterdan genezen. Forma Natura heeft voor

iedere voet de juiste leest. Dat geldt voorde moeili jke

voet maar ook voor goede voeten

die gemakkeli jk wil len lopen en in

goede condit ie wil len blijven.

bandschoeniie me! leuke garnering m sue hagedis kombmatie leder zool

Meer dan een halve eeuw voetgezondheidsspeciahst ^ s Maandags gesloten fiFormaltaturc Ook verkrijgbaar bij 100 andere betere schoenenzaken

Amsterdam, Amsterdam, Den Haag, Groningen, Rotterdam, Hilversum, Utrecht,

Weteringschans 209, Linnaeusstraat81, Noordeinde18, St.Walburgstraat8, W.deWithstraat9, 's-Gravelandseweg 33 B, NobelstraatIA,

tel. 23 30 12 tel. 65 39 59 tel. 46 41 81 tel. 12 18 97 tel. 13 57 37 tel. 4 90 09 tel.31 10 51

Dé specialist ARCHIEFVERNIETIGING

JO BLIK OUD-PAPIERHANDEL

Vliegtuigstraat 8 Telefoon 155358-b.g.g. 822268

A l s A m s t e r d a m j e r a a k t *

m a g j e H e t P a r o o l n i e t m i s s e n .

B e l n u : 0 2 0 - 5 6 1 6 2 6 6 v o o r g r a t i s p r o e f n u m m e r s !

Page 27: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

voren uitstekende neus, net een vogelsche­del. Tenslotte kregen wij ook het bovenli­chaam te zien. Als vergelijking kan ik beter naar tekeningen van Henri Pieck verwijzen (Buchenwald). Muzelmannen werden wij genoemd, als wij zo uitgeteerd het stadium van nog een zetje dichter naar de dood had­den bereikt. Vóór dat zetje zijn wij vrij geko­men. Een oud en versleten uniformjasje van de Nederlandse soldaat borg dat uitgemer­gelde lichaam. Touwtjes vervingen de kno­pen. Die waren al lang geleden met de bron­zen torenklokken ingepikt. Als uit een hypnose ontwaakt kwam Schoontje overeind. Uit haar minder goede ogen turend, probeerde zij de schrikwek­kende gestalte achter dat raam te identifice­ren. Ze kon haar ogen niet geloven aanvan­kelijk, maar gilde het toen uit: 'Adonaj, Bram! Is dat niet één van Keesje? Uit Maut­hausen hebben ze van hem een doodsbe­richt gehad.' Of ze wel of niet de juiste per­soon voor had, ze zijn geen van allen weer­gekeerd. Met nog enige Joodse mannen was die man van Amersfoort mee naar Vught gevoerd. Zij behoorden tot het eerste transport en kwamen als wrakken uitgehon­gerd en mishandeld in het z.g. Schutzhaftla-ger. Christen zowel als Jood hadden er een gelijke behandeling ondergaan. Nadat de schlemiel ook een boterham was toegespeeld, ritste hij weg als een muis. Weer een beetje op verhaal gekomen be­gonnen wij de toestand in ons wereldje te bespreken.

Mijn Jiddische Memme

'Gelukkig heeft jouw moeder dit niet meer hoeven mee te maken. Wat was ze een ge­zellige vrouw, we zochten allemaal haar ge­zelschap,' sprak Schoontje met medeleven en troost in haar stem. Ik knikte, maar dacht: 'Gelukkig? Ze heeft er wel een lijdensweg voor moeten afleggen.' Haar hoogst en heiligst ideaal was voor mijn moeder de Choeppahdag van haar doch­ter te beleven. Haar meest serieuze uitspra­ken bekrachtigde zij met deze woorden. Het was meer dan een eed voor haar. De enige kleine teleurstelling die ik haar bereid heb, was in haar kraambed als jongen te ver­schijnen. 'Alweer een zoon'. Maar aan haar liefde ben ik niets te kort gekomen. Na een tussenpoos van vier jaar werd mijn zuster Femina geboren De wens van mijn moeder Mirjam (Jans) was in vervulling gegaan. Angstvallig wilde zij haar dochter bescher­men tegen eventuele nieuwsgierigheid en speurzin van haar zonen naar het verschil van mannelijk en vrouwelijk en tegen alles wat mannen haar zouden kunnen aandoen. Misschien had zij problemen op dit gebied in haar jeugd gekend. Mijn moeder was één van een gezin van vijf broers en vijf zusters. Zij waren zeer klein behuisd. Maar zoals zij mij verzekerd heeft (de Choeppahdag enz.) even als mijn zuster is zij ongeschonden uit huis getrouwd. Mijn zwager Loutje voetbalde in de aspiran­tenafdeling van de club waarin ik ook actief lid was. Iktrad op tussen de doelpalen in het eerste elftal en omdat de crisis alom heer­ste, kwam de hele familie naar mij kijken op zondagmiddag. Zij hadden allemaal gratis toegang. Mijn zwagertje — hij was een

hoofd groter dan de langste van ons — merkte mijn zuster op en het werd een prachtig paar.

Een stukje Diamantstad vóór 1940

De crisis van '29 heeft mijn vader vier lange jaren uitgezeten. Daarna werkte hij weer een jaartje en kreeg weer gedaan. Omdat drie van de vier kinderen verloofd waren (mijn oudste broer intussen getrouwd), wil­de mijn vader niet langer de hand ophou­den. Hij wilde niet opnieuw bij 'de steun' aankloppen en ons niet in de weg staan. Mijn vader ging proberen in Antwerpen te werken, maar mijn moeder kon niet van haar kinderen scheiden. Mijn vader had het verschrikkelijk moeilijk met werk daar en kon het nog moeilijker verwerken een gezin ver weg te hebben. Bijna ieder weekeind vloog hij met sneltreinvaart naarzijn nestte­rug. Het zette allemaal geen zoden aan de dijk. Mijn moeder met mijn jongste broer ging met mijn vader mee terug naar Sinjo­renstad. Spoedig kwam mijn lieve moeder er in een ziekenhuis terecht, waar zoals zij mij vertel­de nonnetjes, nochtans ware liefdezusters, meer tijd op hun knieën doorbrachten dan zij aan de patiënten besteedden. Maria, zo noemden zij mijn moeder, moest maar zelf zien hoe zij in de hoge stenen kuip kon klim­men om zich te baden. Mijn zuster en ik hadden bij Fietjes ouders een thuis gevonden. Op een kwade avond kwam mijn moeder er, ziek en geradbraakt van de busreis, opda­gen. Het was net binnen de tijd om voor het ziekenfonds te kunnen worden opgeno­men. Bij het onderzoek was gebleken dat zij kanker had, een niet meer te behandelen groot abces. Na de mededeling was voor mij die dag de hemel donker violetblauw, een kleur door Van Gogh, ook in overspan­nen toestand, uitgebeeld. Mijn moederteer-de langzaam weg. Bijna twee jaren zieken-huisduren lang.

Mijn zwager Lou ging voor zijn ouders met stoffen naar diverse markten. Zijn ouders waren sterk tegen zijn keus gekant. De trouwplannen zouden hun inkomsten hal­veren en Femma was wel een schattige aanstaande bruid, maar bracht alleen maar veel liefs mee. Lou ging zelfstandig werken, trouw en suc­cesvol bijgestaan door mijn zuster. Zij wil­den trouwen. Onze familie was uiteen gevallen en Lou stond op gespannen voet met zijn ouders. Hun huwelijk werd gesloten en de maaltijd (bij Katz in de Middellaan) in een begrafe­nisstemming verorberd. Om mijn moeder niet nog meer verdriet te doen hadden wij afgesproken haar voorlo­pig nog niets ervan te vertellen. Er zou zich daarvoor misschien nog een gelegenheid voordoen.

Haar dagen waren geteld

Op het bezoekuur kwam ik met Fietje aan Jans' ziekbed. Menigmaal had zij de zieke vrouwen op zaal met zang en gezellige kout opgebeurd. Nu troffen wij haar verschrom-

Henn Pieck, Buchenwald.

peld aan, verslagen. Ik ging bij haar op bed zitten en had mijn arm om haar met huid omspannen gebeente geslagen. Femma, die nooit iets voor ons verzwegen had, had haar als het ware hun trouwen bekend en om haar zegen gevraagd. 'Dat ik zo haar Choeppahdag moest beleven'' kwam uit het baaltje verdriet. 'Het had hier kunnen zijn. Beneden is een zaaltje waar altijd dienst gehouden wordt. Ze hadden mij er wel naar toe gebracht.' Ik kon mij voor mijn stomme kop slaan, dat wij ongelovigen niet naar zo een oplossing hadden geïnfor­meerd. Ik weet nog altijd niet hoe wij af­scheid van haar hebben genomen. Of ik haar als naar gewoonte aan de deur heb daggezwaaid. Misschien werd ik afgeleid of was zij te diep in ellende gedompeld om haar hoofd op te heffen, 's Nachts werden wij opgeroepen (naar het NIZ Nieuwe Keizersgracht) en kwamen (wat heet) op tijd in een kamertje, waar mijn moeder in een houten krib afgezonderd lag. Door injecties was zij buiten bewustzijn ge­bracht. Haar ademhaling schraapte als een staalborstel over een hakblok. De nachtzuster meldde ons dat de hartslag plotseling onregelmatig was geworden en zij mijn moeder daarom apart hadden ge­legd. Ze had ons niet eerder kunnen roepen. Mijn moeder was toen nog te helder van geest en ze wilden haar niet verontrusten. Mijn vader, wij drie broers en mijn zuster stonden rondom het bed geschaard; krampachtig hadden wij de schotten vast­gegrepen. Mijn zus boog zich diep over mijn moeder heen en probeerde met haar blik door de gesloten oogleden te dringen. Zij moest haar nog zoveel vertellen. Ik stond aan het hoofdeind en keek naar on­ze zuster. Zij leek het meest van ons op Jans, zoals wij haar in lang vervlogen tijd gekend hadden. De naar mij toegekeerde wang van Femmetje had een appelronde verdikking. Haar tandvlees was ontstoken. Ik had haar uit liefde even in die wang willen bijten. Erg zacht natuurlijk, zij had al genoeg narigheid en pijn. Ach, maar een dwaze inval van mij. Vier jaar

Page 28: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Thilène

Beethovenstraat 30 — Amsterdam Winkelcentrum, Binnenhof 35 — Amstelveen

Bekouw Mendes makelaars in assurantiën

Wij willen u helpen

nu en later, bij uw financiering en het treffen van de juiste voorzieningen voor de toekomst.

wettelijke aansprakelijkheid

hypotheek, brand, inboedel, diefstal, ongeval, auto.

onze service houdt niet op na het sluiten van de polis.

11 Bekouw Mendes Stadhouderskade 2 Amsterdam 020 - 21 26 26

Bij M. VERDOONER Uw taarten en bolusleverancier

nu ook GODIVA BONBONS

M. VERDOONER Gelderlandplein 55 TEL. 44 10 56 (ook zondag tot uw dienst)

^^^^^ /f CHOCOLATILR

See u

m o r r i s bef ore you buy

yourreal sheepskin

coat. Uitgebreide sortering

dames- heren-en kinder suede-

nappa»en lamsvacht jassen.

Haarlem: Barteljorisstraat, Tel. (023) 312655 Amsterdam: Leidsestraat, (bij Koningsplein), Tel. (020) 2235 96

t o p s l j o p

r NIEUWENDIJK

1 1 5 AMSTERDAM *2P 2 3 8 1 2 8

AUodaiKI i:v HANDSCHOENENGROOTHANDEL

SCHIPHOLWEG 1011 BOESINGHELIEDE

TEL. 02505-673

Page 29: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Truus Menger, Vredesdemonstratie Brons

Vervolg van pag. 3

gen, dus een toekomst. Met enig recht kun­nen wij hierds. Martin Niemoller aanhalen, de pas 91 jaar geworden voorvechter tegen de nazi's en voor de vrede. 'Hoe moet er vrede komen, als de tegen­stander wordt uitgesloten?', vroeg Niemol­ler dertig jaar geleden. En op de grote demonstratie te Bonn, herfst '81, zei hij: 'Wie vrede wil moet met degene die hij als een, misschien slechts potentiële, vijand be­schouwt willen leven en leren leven.' Miljoenen mensen hebben ook na Amster­dam pleinen, parken en straten over­stroomd, oud-strijders en -vervolgden vul­den nog eens de Appellplatz van Mauthau­sen en Duitse steden lopen vol aan de voor­avond van onze herdenking. Alles uit be­

duchtheid en onrust, uit woede en vaste wil het onheil te keren. Geen verfijning, ver­nieuwing of modernisering van de vernieti­gingswapens, maar stilzetten, bevriezen (zoals de eis in Amerika luidt) en afbreken van het kernwapentuig. Wij kunnen het niet beter uitdrukken dan Er-nesto Cardenal, priester, dichter en minister van onderwijs van Nicaragua tijdens de Ka­tholiekendag van september te Düsseldorf: 'De zonde is de ongerechtigheid. Een van de grootste ongerechtigheden is moord. Maar nog groter onrecht is de moord op miljoe­nen mensen, volkerenmoord. Doch onver­gelijkelijk veel groter, bijna onvoorstelbaar, is het einde niet alleen van alle menselijke wezens die nu op de planeet leven, maar

van alle menselijke toekomst, om te belet­ten dat zij worden geboren die nog geboren moeten worden en om zo uiteraard ook aan alle verleden een einde te maken.' Het laatste woord blijft aan de dichter, een Turk ditmaal. Nazim Hikmet: 'Laat ons de aarde aan de kinderen overdragen, al is het maar voor één dag.' De echo kwam over de oceaan, van mevrouw Berrigan, die de vre-desactie in New York voortzette, toen haar man was opgepakt. Waarom zij dat deed? 'Om de kinderen hoop voor de toekomst te geven.' Wij willen dat de kinderen en hun kinderen alle dagen van hun leven op de aarde kun­nen wonen.

E. T.

Vervolg van pag. 27

later in '43 zijn zij met hun Mirjam, een schatje van drie jaar, gedeporteerd. Nog bijna dagelijks lopen er tranen over mijn gezicht om hen allemaal en niet alleen door mijn verstopte traanbuizen, de kou en uit zelfbeklag van een sentimentele oude man. Er kwam een waker aan mijn moeders bed. Hij installeerde zich aan de vrij gebleven kant tegenover Femma. Hij regelde zijn ge­

bed met de onregelmatige, steeds zachter en met steeds grotere tussenpozen gaande ademstootjes van mijn moeder, die haar ge­zin weer compleet om haar doodsbed ge­schaard, niet meer gezien heeft en geen af­scheid kon nemen. En terwijl de vogels in de tuin van het zie­kenhuis de prachtige ontwakende meidag jubelend begonnen te begroeten, slaakte mijn echte Jiddische Memme de laatste van haar onnoemelijk vele zware zuchten.

Jacques I. Furth

Dit nummer is bijna geheel gevuld met her­inneringen van hen die kamp, vervolging en verzet hebben overleefd. Zowel voor de illustraties als voor de tekst, gaat dit op. Alleen over de Aktion Sühnezeicher-Frie-densdienste schrijft een jongeman, een jon­ge Duitser, voor wie dit een morele Wieder-gutmachung is.

Page 30: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Hiaten in de WUV Dieetkosten De Wet op Uitkering voor Vervolgingsslach­toffers (WUV) is een jaar of tien geleden in­gevoerd als een soort bijzondere aanvulling op de al bestaande Algemene Bijstandswet. Een uitvloeisel van de solidariteitsplicht die men jegens de vervolgden erkende. Hoewel men uitging van een 'eigen problematiek' van onze groep overlevenden, bleek de WUV toch op dezelfde grondslag te berus­ten als die bijstandswet (ABW). Destijds leek het mogelijk preventief te wer­ken. In de praktijk ging het meer van: als het kalf verdronken is, dempt men de put. He­laas is de beloofde soepelheid bij toepas­sing van de wet maar al te vaak ver te zoe­ken. Er behoort te worden uitgegaan van de zg. omgekeerde bewijslast, maar meer en meer wordt er gevraagd om bewijzen voor het verband tussen de klachten van nu en de vervolging van destijds. Een kras voorbeeld: een vrouw, met een ernstig kampverleden, vraagt hulp in de huishouding voor éénmaal per week. Het medisch advies luidt: niet nodig, de vrouw is nog jong en bij haar lichaamsomvang zou het gezond voor haar zijn als zij zelf zou wer­ken! Niemand van het Medisch Bureau had deze vrouw gezien. Pas bij een beroepszaak kreeg zij de gevraagde hulp. Ondanks toezeggingen aan de WUV-ge-rechtigden bleek later, toen de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) tot stand kwam, dat voorzieningen soepeler daarmee werden verkregen dan via de WUV. Terecht is opgermekt dat dit niet de bedoeling van de wetgever kan zijn ge­weest. ledereen die wel eens een aanvraag krach­tens de WUV heeft gedaan, weet dat het dan wachten geblazen is. Ook dat is nooit de bedoeling geweest. De in de wet gestelde tijdslimiet van twee maanden wordt prak­tisch altijd verre overschreden. Zo moet een weduwe meestal minstens vier maanden op haar uitkering wachten.

Geregeld doen zich moeilijkheden voor doordat de uitkeringen, als ze eindelijk zijn vastgesteld, een voorlopig karakter dragen. Geld in handen krijgen via een voorschot vereist een zeer moeizame procedure. Een moeizame, d.i. lastige en langdurige gang van zaken komt heel veel voor.

Weer een voorbeeld. Een lichamelijk gehan­dicapte vrouw, die als vervolgingsslachtof­fer is erkend, krijgt driejaar (!) na de aanvul­lende aanvraag vergoeding voor kosten van woningaanpassing en een aangepaste stoel. De Uitkeringsraad vergoedt vooraf, maar de vrouw moet wel het initiatief ne­men: de aanvraag, keuringen, gesprekken. De afdeling huisvesting van gehandicapten wil de stoel betalen en het GAK de woning­aanpassing. Maar wie betaalt nu wat aan wie? Dat moet de gehandicapte en uiteraard psychisch belaste cliënte maar klaren. Ter­wijl de vele betreffende instanties dat na­tuurlijk heel goed onderling zouden kunnen regelen. Er zijn heel wat mensen die het he­le gedoe met aanvragen, verklaringen her en der en de een na de ander eenvoudig niet kunnen opbrengen. Dat betekent niets krij­gen en als dan eindelijk met hulp van instel­lingen op het gebied van maatschappelijk werk de nodige pre-adviezen zijn uitge­bracht, nog eens jaren op antwoord wach­ten, soms vijf jaar... en meer! In die tijd is menige cliënt(e) een wrak geworden. Intussen is het voor veel WUV-gerechtigden nadelige onderscheid tussen medische en sociale gronden voor de bijzondere voorzie­ningen in het kader van de AAW opgehe­ven. Ook hier weer een, stellig niet bedoel­de, onbillijkheid. Een heleboel hiaten in de wet... en dan heb­ben wij het nog niet eens over de immate­riële hulp gehad, waar de helpers nu maar zo weinig tijd en ruimte voor beschikbaar hebben. Er is immers zo veel werk aan de winkel.

Een onontbeerlijk deel van de bijzondere voorzieningen die de WUV kent, vormen de dieetkosten. Zeer veel klachten die onze mensen hebben vereisen een dieet. En een dieet, wij weten het allemaal, is duur; van­daar dat er dieetkosten kunnen worden toe­gewezen. Veel voorkomende diëten zijn het zoutloze bij verhoogde bloeddruk en een suikerloos dieet voor suikerpatiënten. Aan zo een soort dieet en vele andere ook dient men zich zijn verdere leven lang te houden. Nu worden helaas alle, en zeker uit­gezochte levensbehoeften, geregeld duur­der. Men zou dus verwachten dat er regel­matig hogere dieetkosten worden toegewe­zen, te meer omdat een tijdelijk dieet voor oudere mensen, zoals wij allen zijn, vrij zel­den voorkomt. Welnu, het omgekeerde van wat men ver­wacht is het geval. Al geruime tijd wordt er bij velen van onze mensen gekort op de dieetkosten en niet zo zuinig ook. Wij ken­nen gevallen waar het maandelijkse bedrag van ƒ 55,— tot ƒ 1 1 , — is teruggebracht. Een vermindering met 80%! Dat is niet alleen onjuist, onlogisch en onge­motiveerd, maar direct schadelijk voor de betrokkenen en bovendien strijdig met de bedoeling van de wet.

Waar woont Hella Selig?

Hella Selig is omstreeks 1927 in Duits­land geboren en in 1939 met haar ou­ders naar Nederland gevlucht. In 1942 is zij na een oproep tot deportatie met on­bekende bestemming vertrokken. Waar­schijnlijk woont zij in Italië. Hella Selig zal zich Truus van der Molen uit Haar­lem wel herinneren. Brieven s.v.p. aan de redactie van dit blad.

NAC

Met'n AGO verzekering weet u precies waar u aan toe bent.

a g o verzekeringen

Page 31: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari

Kerst 44 De platen- en boekenmarkt kent zijn jaarlijk­se kerstgolf. De jaren tachtig geven een wa­re opbloei van belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog te zien. In dit dubbele kader past de verschijning van 'Kerst 44'. Het is een bundel herinneringen aan eind 1944 en de nadagen van de oorlog. Er zijn net zoveel geschiedenissen van de oorlog als er mensen zijn die hem hebben overleefd. De negen verhalen in dit boek lo­pen dan ook sterk uiteen. Een pilotenhelp-ster in Twente, een gevangene van de Jap­pen, in een ruim vervoerd door Straat Bali, een Requiem vooreen koerierster, het hoort er allemaal bij. Het oud-Kamerlid Scheps vertelt van zijn optreden toen, als oud­straatprediker, in het kamp Amersfoort. S. Minco, in leven gelaten in het Geuzenpro­ces, omdat hij nog geen twintig was, maak­te eind '44 de laatste weken van het kamp Auschwitz mee en heeft dat boeiend be­schreven. Eva Furth, de lezers van dit blad welbekend, was winter '44 in Reichenbach in Neder-Silezië, een nevenkamp van Auschwitz, en geeft het wisselende kample­ven pakkend weer. Wim Verhagen, die de verhalen verzamel­de, geeft ter inleiding een treffend relaas van het vertrek voor altijd van de Joden van Oud-Beierland en het verzetswerk van ds. Westmijse. Deze vergelijkt hij met bisschop Romero. 'Het is geen verdienste, het is noodzaak', schrijft hij. 'Nog steeds moeten mensen vechten tegen hun "moffen", nog steeds betreuren ze hun gesneuvelden.' Aanbevolen.

E.T.

Wim Verhagen e.a.. Kerst 1944, Uitgeverij Mingus, Ankeveen, 1982. Prijs ƒ 14,90.

De herdruk van 'De vrienden van mijn va­der' door Nico Rost, in ons vorig nummer besproken, is verschenen bij Kruseman's Uitgevers Maatschappij bv te Den Haag en kost ƒ 9,90.

Naar Keulen 50 jaar na Hitiers komst

Op 30 januari 1933 werd Hitler rijkskan­selier van Duitsland. Op zaterdag 29 ja­nuari wordt er in een aantal Duitse ste­den gedemonstreerd opdat 1983, 50 jaar later, geen nieuwe kernraketten, noch rassehaat naar Europa zal bren­gen. Ook uit Nederland zullen mensen per bus naar Keulen trekken. Men gaat op 29 januari heen en terug. De kosten bedragen ongeveer ƒ 25,—. Aanmelding en inlichtingen bij mevr. M. Vlaskamp, J. v.d. Waalsstraat 36, 1098 PM Amsterdam, tel. 020-944657.

Heidens Heidens is de naam van een nieuw tijd-(kwartaal) schrift, een uitgave van het Lau Mazirelfonds. Het wil aandacht schenken aan de positie van nomadisch levende men­sen, in het bijzonder zigeuners. Heidens is een dubbelzinnige naam, o.a. omdat zigeu­ners in de Republiek der Verenigde Neder­landen zo werden aangeduid. Het eerste nummer omvat het verslag van het symposium van 22 oktober 1982 over de trekkende mensen. Aan het slot werd een conventie inzake nomadisch levenden op­gesteld. Het blad opent met een karakteristiek van Lau Mazirel, de strijdster tegen elk soort dis­criminatie, door Jan Rogier. Een aflevering kost ƒ 7,50, een jaarabonne­ment ƒ 25,—. Het is te bestellen bij de Stich­ting Lau Mazirelfonds, Postbus 173, 3970 AD Driebergen, postgiro 4255518.

Een nieuwe ICODO-uitgave 'Oorlog, een breuk in het bestaan', zo duid­de mevrouw C. M. Jacobs-Stam enige jaren geleden achtergrond en problemen van door de oorlog getroffenen aan. Nu om­schrijft zij feiten en meningen over burger­slachtoffers 1940-1945 als 'getekend door de oorlog'. Het is een publikatie van het ICODO (Infor­matie en Coördinatie Orgaan Dienstverle­ning Oorlogsgetroffenen) waar wij lang op hebben gewacht. Want duizenden mensen — hoeveel is onbekend en moeilijk te tellen — zijn oorlogsgetroffenen zonder in het ver­zet, een nazi- of Jappenkamp te hebben ge­zeten, om maar iets te noemen. Er behoort een hele regenboog van groepe­ringen tot de burger-oorlogsslachtoffers. Door bommen invalide geworden, in de trein bij vervoer naar Duitsland geraakt, als

M. S. Arnoni Moeder was niet thuis voor haar begrafenis

Verslag van een reis door een verloren vaderland

Een overlevende van Auschwitz-Birkenau terug in Polen

314 blz., gebonden ƒ 45 ,— De Bezige Bij

kind op een landmijn hebben getrapt of al­leen zijn overgebleven als de familie bij een luchtaanval was gedood — zo zijn inder­daad in Nederland heel wat mensen door de oorlog getekend. Heel veel kinderen heb­ben, net als volwassenen, traumatische er­varingen opgedaan door het beleven van oorlogshandelingen of ook door het zien van vergeldingsacties tegen verzetsmensen b.v. Dat zulke dingen het bestaan soms fa­taal kunnen beïnvloeden werd in het geval van de 'burgers' nog later ontdekt dan late kampgevolgen of de nawerking van in het verzet doorleefde spanningen. Fanny de Vries, in onze kring goed bekend, vertelt hoe de materiële hulp voor de slacht­offers van de gevechten in Brabant in 1945 in zijn werk ging: aanpakken en niets vra­gen. Soortgelijke ervaringen had de ons evenmin onbekende heer L. Komkommer in Amsterdam. Aandacht voor hun eigen pro­blematiek hebben de burger-slachtoffers ook elders en nadien nauwelijks gekregen. Eigenlijk heeft het geduurd tot de WAC-rap-porten van 1976 en '78 voor dit probleem in het openbaar aan de orde kwam. En pas in 1982 is een wetsontwerp ingediend voor uitkeringen aan de burger-slachtoffers, WU-BO genoemd. Het zal nog wel wat voeten in de aarde hebben voor elke getroffene krijgt wat hem of haar toekomt. Uiteraard ver­leent het ICODO, dat opdracht tot dit boekje gaf, de nodige bemiddeling.

E.T.

C. M. Jacobs-Stam, Getekend door de oor­log. Serie Leven en Welzijn, van Loghum Slaterus, Deventer, 1982. Prijs / 19,50. Getekend door de oorlog is een publikatie van de stichting ICODO, die alle oorlogsge­troffenen van dienst wil zijn. ICODO, Willem Barentszstraat 31c, 3572 PB, Utrecht, tel. 030-730811.

Page 32: Auschwitz Bulletin, 1981, nr. 01 Januari