Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 06-08 Juni-Augustus

6
/ nederlands auschwitz comité 17de jaargang, nr. 6-7-8 juni-juli-aug. secr.: victorieplein 32', amsterdam-z., postgiro 293087 bankrek.: AMRO, bijk. van baerlestraat, amsterdam-z. gem.giro N 5500 N.A.C. red.: amsteldijk 23, amsterdam-z Stop de chaos Nu de nieuwe wet een klein half jaar functioneert, zijn wij tot de conclu- sie gekomen dat onze kritiek op de hele gang van zaken midden in de roos heeft getroffen. Het overschake- len van de Rijksgroepsregeling naar uitvoering van de nieuwe wet lijkt wel het werk van amateurs, waarbij de routiniers in hun vuistje stonden te lachen. Het valt ons moeilijk te begrijpen waarom de toenmalige mi- nister Engels zich dat liet aanleunen of had hij ook belang bij al die ondeskundige haast? Wij zijn geen club van deskundigen, maar iedereen kon op zijn klompen de chaos voelen aankomen. Staats- secretaris Egas wees onder minister Vrolijk destijds ons verzoek om pen- sionering af op grond van een wet- telijke bepaling die herziening van de Buitengewone Pensioenwet belette. Daardoor kunnen wij, vanuit hun visie, achteraf enig begrip opbren- gen. Niet dat wij het ermee eens wa- ren of zijn, maar voor serieuze wet- tenmakers is een wet maken geen eenvoudige zaak. Dat voor de Put- tenaren, Jehova-getuigen en gijze- laars een aanvullende bepaling bij de wet voldoende was, sterkte ons in onze mening dat deze bepaling ook voor de joodse oorlogsslachtoffers (voor de nazi's immers volksvijand nr. 1) had kunnen worden doorge- trokken. Veel overbodige arbeid had zo kunnen worden voorkomen. Meer nog, ook veel willekeur was dan voorkomen en voor de schatkist was het voordeliger geweest. Wij kennen de tegenargumenten tegen een pen- sioen: langere wachttijden en uitvoe- riger medische keuringen en zo meer. Wij zijn benieuwd of de vakmensen ons nu van het gelijk van de tegen- partij kunnen overtuigen, nu er wel een nieuwe, maar geen pensioen- regeling bestaat. Men wilde gewoon niet. Pas 23 jaar na de oorlog, nadat grote aantallen mensen gestorven of geëmigreerd wa- ren, is in 1968 de eerste Rijksgroeps- regeling gekomen. Dat was niet het werk van buitenstaanders, maar in de allereerste plaats het gevolg van ons actief optreden, jarenlang. Vier jaar later was het verbeteren van de hulp aan de nazislachtoffers gewor- den tot politiek stuntwerk. Twee- maal nam de Tweede Kamer een motie-Voogd aan, tweemaal werd die door de regering niet uitgevoerd, een duidelijw bewijs dat ons lot in de politieke maalstroom was geraakt. De motie-Baruch bracht zg. uitkomst o.a. door het meezuigen van de In- dische slachtoffers om het politiek effect maar zo veel mogelijk op te blazen. De nazi-slachtoffers was men al haast weer vergeten. Vandaag zitten wij met de brokken, met duizenden onafgewerkte dos- riers en bezwaarschriften en vele ambtenaren van rijk en gemeente, die dik over hun toeren zijn gedraaid. Zij vechten met de moed der wan- hoop tegen de steeds aanzwellende ruïne. VERWARRING COMPLEET Er worden op allerlei manieren uit- wegen gezocht. Het verstrekken van voorschotten, opzichzelf voor de slachtoffers prettig, verkleint de achterstand niet. Het verlenen van voorrang aan telefonerende, schrij- vende en bezoekende slachtoffers ver- groot alleen de chaos. Meer en meer gaan de slachtoffers zich direct tot Rijswijk wenden, omdat de ambte- naren in stad en land hun geen vol- doende alternatief kunnen bieden. Zij zijn vaak onmachtig om, zoals voorheen, de wachtenden wat rust te schenken. Dat de zwakken, zij die er niet meer tegenop kunnen, de in elkaar getrapten en geklapten hier dubbel het slachtoffer van worden is wel duidelijk. Zij wachten soms jaren met groeiende wrok. Ook amb- tenaren en sociale werkers zoeken steeds meer persoonlijk contact met Rijswijk. DE ZAAK I S N O G NIET ROND Nog wordt er beraadslaagd hoe de medische kant precies moet worden beoordeeld. Aan een gelijkvormige sociale begeleiding wordt nog ge- sleuteld. Orders en tegenorders vol- gen elkaar geregeld op. Alles dreigt in de soep te lopen, omdat pas ach- teraf ever de gang van zaken wordt beslist. De routiniers blijven stilletjes lachen. Bij dit alles een ongekend te- kort aan ambtenaren in alle instan- ties. De nieuwe regeerders doen er iets aan, maar kunnen dat tekort niet opheffen. Welke rol gaat de Stichting 40-45 hierin spelen? Zij krijgt grotendeels de financiële afwikkeling voor haar rekening. Dat schept grote verant- woordelijkheid, gezien de vaagheid van het hele geval; de nieuwe wet gaat pas in 1974 uitvoering tegemoet. ONZE VOORLOPIGE CONCLUSIE Hoe paradoxaal het ook mag klin- ken, wij zijn niet ontevreden. Er is bepaald een grote verbetering inge- treden sinds het ontstaan van de Rijksgroepsregeling in 1968. Velen die op de rand van de armoede heb- ben geleefd zijn geholpen voor nu en morgen. De gedane stappen om ons onder de bijstandswet uit te halen hebben tal van mensen morele steun gegeven. De nieuwe wet heeft ten doel meer ruimte te scheppen voor hen die niet onder de R.O. III kon- den vallen en is daarin wel geslaagd. De algemene toestand is echter een impasse geworden. Nog minder dan voorheen weet iemand wat er nu precies gaat gebeuren. Er zijn wijzi- gingen waar de meesten tot op he- den niet uit wijs kunnen worden. De maatstaven zijn gewijzigd, zodat vaak gevallen die op elkaar lijken bij de afwikkeling ongelijk komen te liggen. Vandaar het vele gebel en geschrijf. Heel wat mensen vragen zich nu af is mijn geval wel goed be- handeld, want die en die krijgt dit en dat en ik krijg het niet. Dat maakt de mensen onzeker. Het brengt on- rust onder hen die meer dan ooit rust nodig hebben. De theoretici mogen het op papier dan goed weten, maar de werkelijkheid is vaak heel anders. Naar onze mening is er veel te veel verantwoordelijkheid in weinig han- den gelegd. Het zomaar opdoeken van de Adviescommissie met veel er- (Vervolg op pag. 2)

description

DE ZAAK IS NOG NIET ROND secr.: victorieplein 32', amsterdam-z., postgiro 293087 bankrek.: AMRO, bijk. van baerlestraat, amsterdam-z. gem.giro N 5500 N.A.C. red.: amsteldijk 23, amsterdam-z Nog wordt er beraadslaagd hoe de medische kant precies moet worden beoordeeld. Aan een gelijkvormige / 17de jaargang, nr. 6-7-8 juni-juli-aug.

Transcript of Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 06-08 Juni-Augustus

Page 1: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 06-08 Juni-Augustus

/

nederlands auschwitz c o m i t é

17de jaargang, nr. 6-7-8 juni-juli-aug.

s e c r . : victorieplein 3 2 ' , amsterdam-z., postgiro 293087 bankrek.: AMRO, bijk. van baerlestraat , amsterdam-z. gem.giro N 5500 N.A.C. red.: amsteldijk 23, amsterdam-z

Stop de chaos N u de nieuwe wet een klein half j aar functioneert , zijn wij tot de conclu­sie gekomen dat onze krit iek op de hele gang van zaken midden in de roos heeft getroffen. H e t overschake­len van de Rijksgroepsregeling naar uitvoering van de nieuwe wet li jkt wel het werk van amateurs, waarbi j de routiniers in hun vuistje stonden te lachen. H e t val t ons moeili jk te begrijpen waarom de toenmalige mi­nister Engels zich dat liet aanleunen — o f had hij ook belang bij al die ondeskundige haast? Wi j zijn geen club van deskundigen, maar iedereen kon op zijn klompen de chaos voelen aankomen. Staats­secretaris Egas wees onder minister Vrol i jk destijds ons verzoek om pen­sionering a f op grond van een wet­teli jke bepaling die herziening van de Buitengewone Pensioenwet belette. D a a r d o o r kunnen wij , vanuit hun visie, achteraf enig begrip opbren­gen. N i e t dat wij het ermee eens w a ­ren of zijn, m a a r voor serieuze wet-tenmakers is een wet maken geen eenvoudige zaak . D a t voor de Put ­tenaren, Jehova-getuigen en gijze­laars een aanvullende bepaling bij de wet voldoende was, sterkte ons in onze mening dat deze bepaling ook voor de joodse oorlogsslachtoffers (voor de nazi 's immers volksvi jand nr. 1) had kunnen worden doorge­trokken. Veel overbodige arbeid had zo kunnen worden voorkomen. Meer nog, ook veel willekeur was dan voorkomen en voor de schatkist was het voordeliger geweest. Wi j kennen de tegenargumenten tegen een pen­sioen: langere wachtt i jden en uitvoe­riger medische keuringen en zo meer. Wi j zijn benieuwd of de vakmensen ons nu van het gelijk van de tegen­parti j kunnen overtuigen, nu er wel een nieuwe, m a a r geen pensioen­regeling bestaat.

Men wilde gewoon niet. Pas 23 jaar na de oorlog, nadat grote aantallen mensen gestorven of geëmigreerd wa­ren, is in 1968 de eerste Rijksgroeps­regeling gekomen. D a t was niet het werk van buitenstaanders, maar in de allereerste plaats het gevolg van ons act ief optreden, jarenlang. Vier

j aar later was het verbeteren van de hulp aan de nazis lachtoffers gewor­den tot polit iek stuntwerk. T w e e ­maal nam de Tweede K a m e r een mot ie -Voogd aan, tweemaal werd die door de regering niet uitgevoerd, een duidelijw bewijs dat ons lot in de polit ieke maalstroom was geraakt . D e motie-Baruch bracht zg. uitkomst o.a. door het meezuigen van de In­dische slachtoffers om het politiek ef fect maar zo veel mogelijk op te blazen. D e nazi-s lachtoffers was men al haast weer vergeten. Vandaag zitten wij met de brokken, met duizenden onafgewerkte dos-riers en bezwaarschriften en vele ambtenaren van rijk en gemeente, die dik over hun toeren zijn gedraaid. Zi j vechten met de moed der wan­hoop tegen de steeds aanzwellende ruïne.

V E R W A R R I N G C O M P L E E T

E r worden op allerlei manieren uit­wegen gezocht. H e t verstrekken van voorschotten, opzichzelf voor de slachtoffers prettig, verkleint de achterstand niet. H e t verlenen van voorrang aan telefonerende, schrij­vende en bezoekende slachtoffers ver­groot alleen de chaos. Meer en meer gaan de slachtoffers zich direct tot Ri jswijk wenden, omdat de ambte­naren in stad en land hun geen vol ­doende alternatief kunnen bieden. Zi j zijn vaak onmachtig om, zoals voorheen, de wachtenden wat rust te schenken. D a t de zwakken, zij die er niet meer tegenop kunnen, de in elkaar getrapten en geklapten hier dubbel het s lachtoffer van worden is wel duidelijk. Zij wachten soms jaren met groeiende wrok. O o k amb­tenaren en sociale werkers zoeken steeds meer persoonlijk contact met Ri jswi jk .

D E Z A A K I S N O G N I E T R O N D

N o g wordt er beraadslaagd hoe de medische kant precies moet worden beoordeeld. Aan een geli jkvormige

sociale begeleiding wordt nog ge­sleuteld. Orders en tegenorders vo l ­gen elkaar geregeld op. Alles dreigt in de soep te lopen, omdat pas ach­teraf ever de gang van zaken wordt beslist. D e routiniers bli jven stilletjes lachen. Bi j dit alles een ongekend te­kor t aan ambtenaren in alle instan­ties. D e nieuwe regeerders doen er iets aan, m a a r kunnen dat tekort niet opheffen. Welke rol gaat de Stichting 4 0 - 4 5 hierin spelen? Zi j kri jgt grotendeels de financiële afwikkel ing voor haar rekening. D a t schept grote verant­woordeli jkheid, gezien de vaagheid van het hele geval; de nieuwe wet gaat pas in 1974 uitvoering tegemoet.

O N Z E V O O R L O P I G E C O N C L U S I E

H o e paradoxaal het ook mag kl in­ken, wij zijn niet ontevreden. E r is bepaald een grote verbetering inge­treden sinds het ontstaan van de Rijksgroepsregeling in 1 9 6 8 . Velen die op de rand van de armoede heb­ben geleefd zijn geholpen voor nu en morgen. D e gedane stappen om ons onder de bijstandswet uit te halen hebben tal van mensen morele steun gegeven. D e nieuwe wet heeft ten doel meer ruimte te scheppen voor hen die niet onder de R . O . I I I kon­den vallen en is daarin wel geslaagd. D e algemene toestand is echter een impasse geworden. N o g minder dan voorheen weet iemand w a t er nu precies gaat gebeuren. E r zijn wi jzi ­gingen waar de meesten tot op he­den niet uit wijs kunnen worden. D e maatstaven zijn gewijzigd, zodat vaak gevallen die op e lkaar lijken bij de afwikkel ing ongelijk komen te liggen. V a n d a a r het vele gebel en geschrijf. Heel w a t mensen vragen zich nu af is mijn geval wel goed be­handeld, want die en die kri jgt dit en dat en ik krijg het niet. D a t m a a k t de mensen onzeker. H e t brengt on­rust onder hen die meer dan ooit rust nodig hebben. D e theoretici mogen het op papier dan goed weten, m a a r de werkeli jkheid is vaak heel anders. N a a r onze mening is er veel te veel verantwoordeli jkheid in weinig han­den gelegd. H e t zomaar opdoeken van de Adviescommissie met veel er-(Vervolg op pag. 2)

Page 2: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 06-08 Juni-Augustus

Transportbaas Ganzenmüller te ziek Hit iers staatssecretaris van verkeer, dr. Alber t Ganzenmül ler zal zeker nog een j aar van zijn „ h a r t i n f a r c t " in vrijheid genieten. Deze „transpor­teur van de d o o d " naast E ichmann verscheen wel op 9 april te Düssel­dorf in een rechtszaal , maar op 3 mei werd het al meermalen gesabo­teerde proces „geschorst" na zes zit­tingsdagen. Voortzet t ing zou een „ondrageli jke psychische belast ing" voor de nu 68 jar ige bureaumoorde­naar zijn. H i j heeft als hoogste chef van het transport in het naziri jk ook m a a r het vervoer van een mil joen slachtoffers voor de vernietigings­kampen georganiseerd, daarvan ruim 1 0 0 . 0 0 0 Nederlanders . In het dossier liggen door Ganzenmüller o n d e m -tekende brieven over de dienstrege­ling van de deportatietreinen aan H i m m l e r en diens bedankje aan de staatssecretaris voor het vlotte tran­sport van joden naar T r e b l i n k a . D e

man gaat nog altijd prat op zijn vak­werk ; wat er met die mensen gebeur­de wist hij niet, zo vertelde hij de rechter vóór zijn hart of de O b e r -medizinalrat hem zo tijdig te hulp k w a m . D o o r bemiddeling van het N . A . C . heeft de advocaat prof . K a u l van vi jf Nederlandse oud-gevangenen, die tezamen een honderdtal famil ie­leden in de kampen hebben verloren, als neven-aanklagers verklaringen overgelegd. H e t Landesgericht te Düsseldorf heeft het bestaan, nadat het proces al verdaagd, d.w.z. van de baan is, om attesten van de dood van deze s lachtoffers te vragen! D a t te­kent het justitiebeleid tegenover de oppernazi 's tedere zorg voor de ge­zondheid van de massamoordenaars aan de telefoon en spotten met de doden en hun nabestaanden.

N . A . C .

Jokos-overschot elf miljoen

Al een aantal jaren is het bekend dat bij de afwikkel ing van J o k o s door het inhouden van vier procent een bedrag van elf mil joen is overgeble­ven. E r bestaat kenneli jk verschil van mening hoe dit bedrag moet worden besteed.

N a a r onze opvatt ing zou het goed zijn om juist hun die tussen de wal en het schip zijn gevallen in eerste instantie een vergoeding te geven ge­lijk aan het gemiddelde van de J o -kos-uitkering van hen die deze wel hebben ontvangen.

Daarnaas t vragen wij ons af of ons comité niet in de verdeelsleutel be­hoorde te worden opgenomen. H e t Nederlands Auschwitz Comité heeft wel geen uitgesproken joods k a r a k ­ter, m a a r het heeft de belangen van praktisch alle joodse slachtoffers be­handeld en het doet dit nog steeds. Ons negeren, alsof wij niet zouden bestaan, heeft geen zin.

Bestuur N.A.C.

V.S.leveren Aufseherin uit N a veertien j aar verbli j f in Amerika als mrs R y a n , de vrouw van een des­tijds in Europa gestationneerde Ame­rikaans mil i tair , is Hermine Braun-stetter eindelijk aan de Bondsrepu­bliek uitgeleverd. D e keurige A m e ­rikaanse huisvrouw, die „geen vlieg k w a a d kon d o e n " is een nazi-mis­dadigster, die in het vrouwenkamp Ravensbrück en in het dodenkamp Maidanek in Polen heeft gewoed. O o k Polen had verzocht om de uit­levering van deze vrouw, die in 1 9 5 0 te Wenen wel wegens mishandeling en martel ing van gevangenen is ver­oordeeld, m a a r al snel werd vri jge­laten. Zi j beroept zich op het Befehl ist Befehl , o f liever op levensgevaar, als zij niet „alleen haar p l i c h t " had gedaan.

D e vrouw, die door een van haar slachtoffers was herkend, is al enige jaren geleden van h a a r Amerikaans staastburgerschap ontheven wegens het doen van valse verklaringen, toen zij het verkreeg. D e zaak doet al ge-ruimte tijd in de wereldpers de ron­de 2 n er is van vele kanten bij de U.S .A. -autor i te i ten erop aangedron­gen haar niet aan haar gerechte straf te onttrekken. N u heeft een recht­bank in N e w Y o r k in deze zin ge­handeld.

EENHEID, GEEN

P E R S R U M O E R

Tegeli jk met het Centrum '45 werd er rumoer in de pers over geopend. H e t is ergerli jk dat na 28 j a a r strijd om erkenning van de noden van on­ze mensen er artikelen in de dag- en weekbladen verschijnen over be­leidskwesties die binnenskamers moe­ten worden opgelost. Wi j hebben steeds duidelijk onze waardering voor prof . Bast iaans uit­gesproken en doen dat nu weer. Bi j vele gelegenheden kregen wij zijn medewerking. H i j is onze vriend en helper; hij ontbreekt praktisch nooit op onze jaarl i jkse herdenking. Ons comité acht zich echter niet be­voegd een oordeel uit t e spreken over behandelingsmethodes, behandelende doktoren en beleidskwesties. Men heeft ons trouwens nooit daarin ge­kend en nog nimmer ons oordeel ge­vraagd. Ons comité neemt het stand­punt in dat Centrum '45 een goed init iat ief was, dat ondersteuning en uitbreiding verdient. W a n n e e r polit ieke factoren rondom de vri j lating van de drie van Breda in deze zaak een rol spelen, moeten de mensen uit het verzet en de s lachtoffers van de nazi-vervolging zich ext ra vastberaden gezamenli jk opstellen opdat ons gemeenschappe­lijk standpunt in deze gehandhaafd bl i j f t . Eenheid tegen vri j lating!

Het bestuur

(Vervolg van pag. 1)

varen specialisten is stellig geen ver­standige oplossing geweest. In gewij­zigde vorm had deze commissie moe­ten blijven bestaan, alleen al omdat er personen in zaten die zelf nauw betrokken waren bij wat er tijdens de oorlog is gebeurd. W i j hebben met ons comité al het mogeli jke gedaan om rust onder de mensen te brengen. L a a t de U i t k e -ringsraad ons eens precies de stand van zaken uit de doeken doen. Geen verhaalt jes , maar de waarheid alleen kan opheldering brengen. Een begin is gemaakt door de toelichtingen van de heren van N a m e n en Lemaire , resp. voorzi t ter en secretaris van de Uitker ingsraad en Versteeg van C R M in het N . I . W . van 22 juni. Wi j zijn overtuigd van de goede wil van hen die over ons lot in deze beschik­ken. Zi j kunnen op onze medewer­king rekenen.

Jos Slagter

Page 3: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 06-08 Juni-Augustus

Centrum 4 5 geopend O p 16 mei is het Centrum 45 ten be­hoeve van verzets- en oorlogsslacht­of fers , dat al enige maanden func­tioneert , door koningin Ju l iana o f f i ­cieel geopend. N a enkele woorden van prof . Muntendam hoorde men de stem van koningin Wilhelmina, zoals zij vanuit Londen de verzetsmensen en oorlogsslachtoffers moed insprak en aanduidde dat er na de oorlog een helpende hand zou zijn. M evro u w E . Fur th-Halvers tad , de vertegenwoordigster van het N . A . C . in het Centraa l O r g a a n hield namens alle organisaties van verzets- en

kampslachtoffers , voor wie allen het Centrum gelijkelijk is bestemd, een korte toespraak, die hierbij wordt a f ­gedrukt. N a af loop van de plechtigheid nam een aantal personen die bij het C e n ­trum zijn betrokken op uitnodiging van de koningin deel aan een maal ­tijd op het Huis ten Bosch. Ons comité heeft het Centrum met zijn goede wensen het Memorboek van M . H . Gans, het grote geïl lu­streerde werk over de joden van N e ­derland aangeboden; het werd in dank aanvaard.

Toespraak van mevrouw E. Furth-Halverstad te Oegstgeest op 16 mei 1973

H e t is mij een grote eer, namens het voormalig verzet en de joodse oor ­logsslachtoffers, een w o o r d van waardering en dank te mogen uit­spreken bij de opening van het „ C e n ­trum ' 4 5 " . Is het toeval dat dit geschiedt in de betekenis- en herinneringsvolle mei­maand? Acht en twintig j aar na de bevri j ­ding, helaas voor velen te laat , is er iets tot stand gekomen waarop „de jongens en de meis jes" , al zijn die nu opa of oma, bi jzonder trots kunnen zijn. Een kliniek of een tehuis? of beiden?, in elk geval een toevluchts­oord, een veilige haven, w a a r wij met onze moeili jkheden kunnen k o ­men om er genezing te zoeken en hopelijk ook te vinden voor de vele wonden die door oorlog en concen­trat iekampti jd geslagen zijn. Vandaag wordt „Centrum ' 4 5 " o f f i ­cieel geopend. Sinds geruime tijd is er al gelegenheid om hier als patiënt — of moet ik zeggen als vriend — behandeld te worden. T o t hiertoe hoorden wij niets dan lof , voor de medici en medewerkers die de pa­tiënten met begrip tegemoet treden. D i t „ be gr ip" is misschien wel de be­langrijkste fac tor voor hun genezing. H e t maakt dat men hier zonder schroom binnentreedt, dat er een sfeer van vertrouwen is tussen het oorlogsslachtoffer o f de verzetsstri j ­der én de dokter, vaak zelf verzets­man.

Hier kan het niet meer mogeli jk zijn dat, zoals één onzer kampgenoten in het verleden is overkomen, bij een bezoek aan een arts, die het getatou-eerde Auschwitz-nummer op zijn arm zag, vroeg: „ Z o mijnheer, hebt U ge­v a r e n ? " Geen wonder dat deze pa­tiënt geheel overstuur de spreekkamer uitliep om er nooit meer terug te ke­ren.

Gelukkig is er de laatste jaren wel enige kentering gekomen bij medici en overheid voor de problemen van k a m p - en oorlogsslachtoffers . Velen van de hier aanwezigen hebben daar­aan een groot aandeel geleverd, w a a r ­van ik slechts één enkele wil noemen: professor Bastiaans, die op dit ge­bied in Neder land baanbrekend werk heeft verricht . Wi j zijn allen dank-

(Vervolg op pag. 4) Voor het Huis ten Bosch op 16 mei

Page 4: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 06-08 Juni-Augustus

Wat deed ons comité? „ W i j leven nu in een andere ti jd?, horen wij wel eens van mensen die op 4 mei verstek laten gaan o f als wij wijzen op fascistische act ivitei ten en waakzaam bli jven. Leven wij in een andere ti jd? Vele oud-nazi 's , pur-sang moordenaars , zi jn nog steeds onder ons, d.w.z. f rank en vri j in hun H e i m a t , v a a k onder hun eigen naam. Velen van hen zijn nooit gestraft . Een ander deel heeft een zo korte straf__gehad dat het gewoon belacheli jk genoemd mag worden. In vele Duitse woningen staan de meubels van ons o f van on­ze famil ie . Menig vaas je o f souvenir aan een van ons cadeau gedaan pri jkt op een Dui t s buf fe t . E c h t afgerekend met het nazi-tuig is er bi jna nergens; een H a h n , eens S D - c h e f in Warschau staat na 12 j a a r vooronderzoek een j a a r lang terecht, hoort 4 7 maal le­venslang tegen zich eisen, wordt dan op acht van de negen punten vr i j ­gesproken wegens „tegenstri jdige" bewijzen, dan veroordeeld tot t w a a l f j aar en wegens z w a k k e gezondheid terstond vri jgelaten en geprezen, om­dat hij nooit zijn plicht had ver­zaakt . Daarentegen kri jgt een k a m p ­beul die wel een ti jdje heeft gezeten een „schadeloosstel l ing" die bijna t ienmaal zo hoog is als van een over­levend s lachtof fer ! Misschien beroe­pen de heren zich wel op uitlatingen van sommige wetenschapsmensen dat ieder mens een beest zou kunnen w o r ­den onder bepaalde omstandigheden. Anderzijds kan een mens ook stri j-densmoe en daarmee verminderd w a a k z a a m raken. M a a r leven is nu eenmaal strijden. D a a r d o o r en daar­om bestaat ook ons comité . E r w o r d t verschillend over gedacht, dat is a l ­leen m a a r menseli jk. Waarui t bl i jkt hoe noodzakeli jk ons comité is? O f denkt u dat zonder het N . A . C . iemand van ons allen een uitkering of sociale begeleiding in de huidige vorm had ontvangen? Alle instanties die zich nu met de

oorlogsslachtoffers bezighouden doen dat beroepsmatig. D a t betekent dat zij een opdracht van overheidswege uitvoeren. M a a r voor dit alles wer­keli jkheid werd was ons comité met de hulp van velen van u dag aan dag j aar in jaar uit bezig het politiek denken en de stemming hiervoor rijp te maken. D a t was geen gemakke­lijke taak . V a n veel kanten k w a m te­genwerking: wij waren fantasten of rellet jesmakers en meer van dat fraais . Wi j bleven actief , v a a k tegen de stroom in, totdat in 1967 de door­braak k w a m en per 1 juli 1968 de eerste Rijksgroepsregeling in werking t rad . D a t was in de eerste plaats het werk van ons comité, samen met welge-zinden in verschillende kring en op uiteenlopende posten. D e n k t u daar eens aan, als u maandeli jks uw uit­kering ontvangt . Zonder onze strijd en strijdgeest waren wij nog bedeel­den en waren wij de vergeten groep

-gebleven. Wi j allen hebben resultaat gezien; la­ten we onthouden dat dit door strijd is afgedwongen. En laten wij inzien, ook als wij buitenlands wonen, hoe belangri jk het N . A . C . voor ons allen is. E r zijn wel betweters die dit be­twijfelen. Meestal zitten die in kr in­gen die nooit een hand voor onze zaak, de zaak van de oorlogsslacht­offers , hebben uitgestoken, j a zelfs ons niet zelden bewust hebben tegen­gewerkt . M e t gezegden als : „ D a t is een utopie, dat krijgen jullie nooit voor e lkaar ! E n wie zijn jullie wel dat ze om jull ie een andere koers zouden gaan v a r e n ! " Al lemaal dé­fait isme, waar wij ons tot op de hui­dige dag niets van aantrekken. D a t hoeft ook niet, want ook het succes van de actie tegen vri j lating van de drie van Breda heeft getoond waar ­toe wij in staat zijn. U en wij mogen ons best realiseren w a t wij veroverd hebben.

N.A.C.

„Ons Centrum ' 4 5 " is werkeli jkheid geworden! Moge het bi jdragen aan welzijn en geluk van allen, die in de oorlog ten koste van gezondheid en gemoedsrust, een o f fer brachten voor vrijheid en onafhankel i jkheid van ons dierbaar Neder land .

Uitkering aan oorlogsslachtoffers

D e uitkeringen volgens de nieuwe wet dienen gehandhaafd en verbe­terd te worden to t de volledige, co l ­lectieve pensionering een feit is. N o g meer dan voorheen hebt u de dure pl icht ons comité te blijven steunen in uw eigen belang.

W e t t e n zijn door mensen gemaakt en worden ook door mensen uitgevoerd. Wi j moeten daar nauwlettend en on­afgebroken op toezien en willen elke onvolkomenheid kunnen signaleren, opdat erin kan worden voorzien. D e uitvoering van de nieuwe wet zal sneller en correcter kunnen. E r moet een eind komen aan de lange w a c h t ­tijden. E r moet een goede sociale be­geleiding komen. H e t zijn zaken die dag aan dag onze aandacht krijgen. U w medewerking is daarbi j nodig. U wendt u vaak en voor allerlei aange­legenheden tot het N . A . C . U hebt dus begrepen dat ons werk nodig is, juist voor u. D a n begri jpt u ook dat wij uw steun, uw morele en mate ­riële steun, hard nodig hebben. In ons aller belang.

Jos Slagter

Getto-herdenking

(Vervolg van pag. 3)

baar die, ook o p andere terreinen, en hierbij denk ik aan materiële voor­zieningen, hun steentje hebben bijge­dragen om het lot van onze mensen te verbeteren. Wi j zijn ons ervan bewust dat er moeili jkheden moeten overwonnen worden. Ervar ing zal daarbi j een grote rol gaan spelen. Ongetwi j fe ld kan men rekenen op ons aller hulp, de bezettingsti jd heeft bewezen dat wij voor moeili jkheden noch voor hindernissen uit de weg gaan. Erkentel i jk zijn wij al diegenen die,

in zulk een korte tijd, aan het tot standkomen van dit tehuis hebben meegewerkt . V a n architect tot met­selaar, niets was hen teveel. M e t gro­te zorgvuldigheid is alles besproken en tot in de puntjes uitgevoerd, zoals een verl iefd paar pleegt te doen bij het inrichten van hun eigen home. V o o r ons is het ook een eigen home. Bewondering daarvoor aan de init ia­tiefnemers en promotors van dit prachtige tehuis van onze vrienden, H a n s Teengs Gerritsen en Piet M a ­liepaard, die met inzet van al hun krachten en ti jd, tot stand brachten wat eens een droom was.

Sober en indrukwekkend vonden en­kele honderden mensen de plechtig­heid van 19 april op de gedenkplaats Hol landse Schouwburg, precies der­tig j a a r na het uitbreken van de op­stand in het getto van Warschau. Z o ­wel de rede van dr . J . Soetendorp als de voordracht door mevrouw E . R a -fa lowitch droegen daartoe bi j , even­als de zang van beiden.

O p vele plaatsen overal ter wereld is deze tragische en grootse strijd, de eerste uitgebreide gewapende actie van het Europese verzet tegen de nazibenden op passende wijze her­dacht.

Page 5: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 06-08 Juni-Augustus

Nazimisdaden in

Nederland onbestraft

D e drie horen in Breda, buiten de maatschappi j , we weten het, maar zij niet alleen. D i t m a a l willen wij het niet hebben over alle gegratieerden die allang thuis zijn en niet over H a r ­ster die in Neder land en in Duits ­land tot een lichte s traf werd ver­oordeeld, hoewel de verantwoorde­li jkheid van deze Befehlshaber der Sicherheitspolizei en Sicherheits-dienst, chef ook van deze drie, lang niet l icht is. In 1967 heeft de Bondsregering op haar verzoek uit D e n H a a g een lijst gekregen van 3 1 0 oorlogs- en nazi­misdaden in Neder land begaan. Drs . A . J . van der Leeuw van het Ri jks ­instituut voor oorlogsdocumentatie, die de lijst heeft samengesteld, is in de Bondsrepubliek eens gaan kijken wat er van die opgaven is terechtge­komen. H e t H a n d e l s b l a d - N C R van 8 juli 1 9 7 2 bracht een verslag van zijn bevindingen. D e koppen spreken al duidelijke t a a l : Misdaden in Neder ­land bli jven onbestraft , opsporing oorlogsmisdadigers in Duits land leidt tot niets. Een van de hoofddaders : Er ich Deppner , S turmbannführer , hoofd van de Sicherheitspolizei in Den H a a g , twee maanden commandant van Westerbork, verantwoordeli jk voor de Si lbertannemoorden, het fu­silleren van 4 0 0 verzetsmensen en de moord op 80 Russische kri jgsgevan­genen in Amersfoor t . Volgens de heer van der Leeuw is hij een van de hoofdfiguren, te vergelijken met B a r -bie, destijds Gestapo-chef van Lyon, ter dood vroordeeld, gevlucht naar Zuid-Amer ika . Volgens de Münche-ner off ic ier van justitie is ook Wes­terbork „ v e r j a a r d " , het commando daar zou geen moord betref fen. H e t gerechteli jk onderzoek tegen Deppner is dan ook gestaakt. H i j was in 1964 al door een Duitse rechter vri jgespro­ken. Gemmeker , Deppners opvolger in Westerbork en de Nederlandse oud­

gevangenen goed bekend, is hier tot tien j a a r veroordeeld. Wi j citeren van der Leeuw: „Men ging er toenterti jd van uit dat hij de gevangenen in Westerbork goed had behandeld. Pas later is men zich in Nederland gaan afvragen of de k a m p c o m m a n d a n t van Westerbork niet te mild is ge­straf t . H e t Ri jksinstituut acht het waarschi jnli jk dat Gemmeker van le­den van de Ordnungspolizei die de transporten naar de vernietigings­kampen begeleidden, gehoord heeft w a t er met de Nederlandse joden ge­beurde . " Verder wordt Gemmeker verdacht van het doden van vier ont­vluchte en weer gepakte joden. D a t zijn vier man. Wi j lezen echter ook in het hier besproken artikel dat voor iets in Ludwigsburg bij de Zentral -stelle für Landesjustizverwaltungen als een „grote z a a k " geldt er min­stens 1 0 . 0 0 0 doden moeten zijn ge­vallen. En dan nog! Alleen Friedrich Knol le moet mis­schien nog eens terechtstaan, meent drs. van der Leeuw. Kenners van de gang van zaken bij de Bundesjustiz houden het er evenwel op dat een proces tegen Knol le , als het daar ooit van komt , niet veel zal opleveren. H i j zal zich ongetwijfeld op zijn baas Hars ter beroepen — en had die het, gezien twee rechterli jke uitspraken dan niet goed bedoeld? Knol le was als Harsters plaatsver­vanger verantwoordeli jk voor de de­portat ie van 4 0 0 slachtoffers van de razzia in de jodenbuurt . „ E r bestaat een zekere verdenking, " heeft een off ic ier van justitie gezegd, die het beslissend acht of . . . „het openbaar ministerie in staat zal wor­den gesteld de drie van Breda over Knolles activiteiten te verhoren. Reeds twee j aar geleden heeft hij het ministerie van justitie in de deelstaat Ri jn land-Pal ts gevraagd om hiertoe een verzoek in te dienen. M a a r toen had hij te horen gekregen dat dit ,wegens de slechte gezondheidstoe­

stand' van de Dr ie (Kota l la , Fischer en Aus der Fünten) niet mogeli jk zou zijn. Bovendien bestonden er plan­nen om de beruchte Dr ie vroegti jdig vri j te laten, zodat men geen risico's wiide nemen. N a d a t in de daarop­volgende jaren het onderzoek is voortgezet , heeft de off ic ier thans opnieuw verzocht de D r i e te mogen verhoren. Bi j het Ri jksinstituut voor Oorlogsdocumentat ie vraagt men zich overigens a f wat hiervan de ach­tergrond is, omdat men het nut er niet van inz ie t . " Wel , dat nut zien wij ook niet. Een Nederlands ver ­zoek om uitlevering, na de oorlog, is afgewezen, nadat Knol le thuis zes maanden had gekregen. D e lijst van oorlogsmisdaden is in­derti jd opgesteld in verband met de in 1965 dreigende ver jaring. D e hel f t van deze wandaden pleegde de W e h r -macht in allerlei dorpen van ons land het is zogezegd bi jwerk, al kostte dat in Heusden het leven aan 134 men­sen. M a a r dat zijn geen grote aan­tallen voor de Bondsjustit ie ; moord wordt daar trouwens heel gauw doodslag, represailles bli jken ook vo l ­gens dit artikel als voldoende argu­ment — en excuus — voor massa­executies te gelden, ook in 1 9 7 3 ! D e 348 rechters, off icieren van jus­titie en militaire bijzitters, die 3 9 0 Nederlanders ter dood veroordeel­den, schijnen niet te kunnen worden vervolgd. H u n namen werden alleen naar B o n n doorgegeven ter in forma­tie van de regering aldaar . Ludwigs­burg heeft nog in 1967 om aanvul­lend materiaal verzocht en liefst 1 5 . 0 0 0 pagina's in fotocopie gekre­gen en later nog eens 6 0 0 0 . In 1 9 7 2 werd een „tussenbalans" naar N e d e r ­land gestuurd: 57 zaken waren afge­sloten, 4 0 doorgegeven aan de open­bare aanklager in de Bondsrepbliek en twee naar die in Oostenri jk . H e t onderzoek werd 15 maal gestaakt. H e t ging alleen om w a t ook daar moord heet, doodschieten van gijze­laars hoort er niet bi j , dat is repre­sailles en ver jaard (zie boven) . In het zeer zeldzame geval dat een oorlogs- en nazimisdadiger terecht stata zal er all icht hoofd- o f maag­pijn bij hem optreden, het onherroe­peli jke einde van het proces. In het nog zeldzamer geval dat hij wordt veroordeeld komt zijn gezondheid helemaal danig in het gedrang en is hij in een ommezien terug in zijn vi l ­la, bij zijn pensioen en zijn Chr iem-hilde.

T o c h roepen wij lezers die getuige zijn geweest van moorden door D u i t ­sers in bezet Neder land (alle andere misdaden zijn ver jaard! ) dit te mel­den aan de redactie van dit blad, die een Staatsanwalt inschakelt .

E. T.

Page 6: Auschwitz Bulletin, 1973, nr. 06-08 Juni-Augustus

Nieuwe regering en oude kwesties

O o k nu er een nieuwe regering van Nederland is bli jven alle problemen die ons raken aan de orde. Levendig herinnert ieder zich nog de volksbe­weging van begin vorig j a a r tegen het voornemen van dc toenmalige re­gering om de drie van Breda vrij te laten. In het verloop van die bewe­ging vonden de georganiseerde oud-verzets- en kampmensen e lkaar en stichtten ene Centraa l O r g a a n . M a a r ook buiten deze toch beperkte kring denkt men over deze zaak na. O n ­langs ontvingen wij een gedicht „ O p ­dat het nooit vergeten w o r d e " , ge­schreven tijdens de gedenkwaardige nacht van de Kamerzi t t ing , 2 9 fe­b r u a r i / 1 maar t 1 9 7 2 . Wi j laten hier de slotregels volgen:

„Als de kamer gaat stemmen, een wijs besluit: Hou ze goed binnen en er nooit uit.

Eens ter meer, nu een nieuwe hoog­leraar in de rechten te Amsetrdam zijn entree maakte met een pleidooi voor de drie en aanti jgingen tegen het verzet .

Een woord van dank

Opnieuw hebben enige honderden van u gehoor gegeven aan ons ver­zoek ons ook financieel te steunen. Tezamen bracht u omstreeks 3 0 0 0 gulden bijeen. H o e w e l ik u bijna al ­len persoonli jk heb bedankt , wil ik het langs deze weg toch nog eens doen. O o k als een w e n k : velen lieten nog verstek gaan. En steun is toch dringend nodig. Weet u dat één num­mer van ons blad aan druk- en por­tokosten al ƒ 1 5 0 0 , — kost? Als onze comitéleden al het andere werk niet belangeloos zouden doen, kon het helemaal niet verschijnen en zouden wij ons financieel niet staande kun­nen houden. E n toch bli jven de kos­ten schrikbarend stijgen. B l i j f ons daarom steunen of begin daarmee, zo mogelijk meer dan eens per j aar , in uw eigen belang. E l k bedrag, groot of klein is ons welkom. Alleen . . . .

hebt u gemerkt dat een reep chocola geen vi j f cent meer kost? Harte l i jk dank dat u aan ons comité hebt gedacht.

/. Stibbe,

penningmeester

4 mei in Australië

Een van onze trouwe vrienden in Australië schreef ons:

Telken jare vond op het Consulaat-generaal in Sydney op de avond van de 4de mei een herdenking plaats voor onze gevallenen. In de laatste week van maart, begin april werd dit jaar medegedeeld dat van de zij­de van de consul geen medewerking meer werd verleend. De zaal van het Nederlands Informatie-bureau die altijd voor de plechtigheid werd ge­bruikt, stond nu niet meer ter be­schikking. Ik zie dit als een echte slapte van de Nederlandse consul en de Nederlandse verenigingen. Ik meen dat het de plicht is van de di­verse Nederlandse organisaties om deze herdenking van de gevallenen toch te doen plaats vinden. Er zullen in Nederland ook wel ze­kere tendenties zijn om maar te „ver­geten", doch dat is juist iets wat wij moeten voorkomen. „Waarom zouden we een jaarlijkse herdenking plotseling opheffen?" vroeg jan D. Rempt in een ingezon­den stuk in de Dutch-Australian Weekly van 14 april, welke brief wel een bewijs is dat men er geen genoe­gen mee neemt. Ik heb in de mijne woorden gebruikt uit het N.A.C.-maandblad: „Het gedenken van on­ze doden is een plicht en moet ge­zien worden als een symbool der be­vrijding . . ."

Hopende dat jullie ons kunnen bij­staan in het wakker schudden van degenen die in slaap vallen, verblijf ik met groeten

Nico Melkman

Domhouderij

Wegens ophitsing to t rassenhaat werd eind april te Pari js een Frans ­m a n veroordeeld to t 3 0 0 0 francs boete en de symbolische f ranc scha­devergoeding. H e t proces was aan­hangig gemaakt door de Liga tegen anti-semitisme wegens een artikel „ D e school voor domhouderi j " , dat verschenen was in een nummer van het Sowjet - Informat iebul le t in in september. D e Fransman was alleen administrat ief verantwoordel i jk . I n het blad heette als krit iek op de po­lit iek van Israël , een antisemitisch schotschrif t gestaan op naam van een zekere Zandeverg en grotendeels sa­mengesteld aan de hand van de be­ruchte „Protocol len van de wijzen van Z i o n " . D i t was een grove ver­valsing en het pronkstuk uit het pro-grom-arsnaal van de tsaristische p o ­litie en de Z w a r t e honderd na de eerste revolutie van 1 9 0 5 . In maart van dit j a a r verscheen in het I n f o r ­matie-bullet in als verweer dat de auteur van het gewraakte art ikel w a t teveel zou hebben gegeneraliseerd. H e t is ons onbegrijpeli jk hoe een land zich kan bezondigen aan antisemiti­sche „voor l i ch t ing" dat zulk een be­slissend aandeel heeft gehad in het verslaan van het fascisme en waar de gevolgen van de antisemitische en overige rassenwaan van nazi -Dui ts -land nog dagelijks voelbaar zijn.

Herdruk "Volken Vaderland"?

In het Drukkersweekblad stelt de Skarabee Facsimile niet meer of min­der dan een facsimile of heruitgave van . . . V o l k en V a d e r l a n d in het vooruitzicht . D e N . S . B . is sinds 1945 een verboden organisatie. W i j v r a ­gen ons af of opnieuw uitgeven van het fascistische weekblad wel is toe­gestaan. In elk geval : toelaatbaar is het niet.