ATMosfeer editie 5 - januari 2009

24
Magazine van en over ATM Moerdijk, een Shanks bedrijf Olieraffinage Van Vliet Contrans Indirecte financiering nr. 5 - januari 2009

description

De vijfde editie van ons relatiemagazine!

Transcript of ATMosfeer editie 5 - januari 2009

Page 1: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

M a g a z i n e v a n e n o v e r AT M M o e r d i j k , e e n S h a n k s b e d r i j f

Olieraffinage

Van Vliet Contrans

Indirecte financiering

nr. 5 - januari 2009

Page 2: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

2

Van de redactie

2

Eindredactie:Jack DroogArno NijssenPiet Rolloos

Tel: 0168-389225Fax: 0168-389270

E-mail: [email protected]

Interviews:Michel van StratenAdriënne Nijssen

Vormgeving:Artfull Media, [email protected]

Druk:Drukkerij Van der Louw, Berkel & Rodenrijs

Dit magazine is een uitgave van: ATMAfvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA MoerdijkNederland

Indien u dit magazine niet wenst te ontvangen bel, fax of e-mail naar de redactie.

COLOFON

U heeft alweer de 5e ATMosfeer in handen. We zijn deze keer

wat later dan U van ons gewend bent. Dat heeft er mee te maken dat wij onze normale werkzaam-heden hebben en daarnaast lid zijn van de redactie. Wij laten ons bijstaan door twee mensen met journalistieke ervaring, die voor ons de interviews buiten de deur verzorgen. Weinig wetend van af-val zorgen zij voor een frisse kijk en doen dat prima, maar ook voor de redactie blijft er nog voldoende werk liggen.Er gebeurt zoveel in de wereld van afvalverwerking; de dagen vliegen voorbij. Soms zou je willen dat de wens van de Beatles uitkwam: “Eight days a week”. Als we dan maar wel kunnen kiezen tussen een dag langer weekend of een dag langer werken.

Dankzij al die dingen die gebeuren kost het weinig moeite om het blad gevuld te krijgen. Met artikelen over de grond schoon en indirecte fi nanciering bij het havenbedrijf Rotterdam verschaffen we wat in-zicht in afvalzaken waar je niet aan denkt als je er niets mee te maken hebt. We hebben weer wat leuke

interviews en een bijdrage over onze connectie met Ierland en een grote bodemsanering in België.

De roep om verandering met be-trekking tot het klimaat klinkt steeds luider. We moeten zuiniger worden met de middelen die de natuur ons geeft en we moeten minder CO2 uitstoten. Ingegeven door de hoge olieprijzen of door Obama die verandering predikt? De toekomst zal ons leren welke kant we (moeten) opgaan, maar dat het de dynamiek bij ATM eer-der verhoogd dan verlaagd is voor ons een gegeven.

Leuk is trouwens ook dat in no-vember het eerste Earthship huis in Nederland is gebouwd. Woning-bouwvereniging SWZ uit Zwolle greep haar 100 jarig jubileum aan om in het kader van “duurzaam-heid” zo’n huis te realiseren. In de vorige ATMosfeer stond een arti-kel over deze manier van huizen bouwen. Het theehuis op doe-park Nooterhof is gebouwd van afval en aarde.Maar is dit echt het eerst huis? Ik meen me nog te herinneren dat er ca. 20 jaar geleden veel te doen

was rond een aarden huis, half bo-ven en half onder de grond aan de rand van het Liesbos, nabij Breda. Dus toch niet de eerste?

Namens de redactie,

Arno Nijssen

Van de redactie

Van de directie

Afdeling Ingenieurs

Indirecte fi nanciering

Van Vliet Contrans

Grond schoon?

Buitenland Rasenberg

Olieraffi nage

Jong geleerd

Automatisering

Nieuwsfl its

2

3

4

6

8

10

12

14

16

18

20

22

Inhoud

Page 3: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

33

Van de directie

3

Bij Shanks, ons moederbe-drijf, is de kredietcrisis en de

slechte(re) economie het belang-rijkste onderwerp van gesprek. Alle aandelen, dus ook die van Shanks, zijn sterk in waarde ge-daald en ook het Engelse pond is sterk in waarde gedaald ten op-zichte van de euro. Op zich is dat gunstig voor Shanks, want de eu-ro’s die bij Shanks Nederland en België worden verdiend zijn dus veel waard in Engelse ponden. Van-uit het hoofdkantoor hebben we al een paar keer de vraag gehad wat de economische ontwikke-ling gaat betekenen voor ATM en het antwoord is dat we dat nog niet weten. Wel is ook in afvalland de onzekerheid merkbaar omdat er al sectoren zijn, zoals de che-mische industrie en de auto- en staalindustrie, waar minder afval vrij komt door het stilleggen van installaties. De terughoudendheid van banken om geld te lenen aan bedrijven zal ook bij afvalbedrijven tot vertraging en uitstel leiden van nieuwe investeringen. Onrustige tijden dus; iedereen is voorzichtig en er is weinig initiatief. Van deze slechtere economie hebben wij de afgelopen maanden nog niet veel gemerkt, maar het is wel duide-lijk dat de markt er anders uitziet dan dat wij aan het begin van 2008 dachten.

Toch zijn de gebeurtenissen bij ATM zelf van grotere invloed op het reilen en zeilen dan deze alge-mene ontwikkeling. Zo hebben we afgelopen zomerperiode op 2 ge-bieden een spannende tijd gehad. Allereerst werd de planning voor onze grondreiniging drastisch in de war geschopt doordat een par-

tij van 50.000 ton verontreinigde grond uit Zweden veel sterker ver-ontreinigd bleek te zijn (met anti-moon) dan eerder uit de Zweedse analyses naar voren kwam. Hier-door moest deze partij grond weer terug in een schip en ging de verwerking niet door. Omdat in de zomerperiode veel minder grond gesaneerd en aangeleverd wordt, dreigde de grondreiniging stil te vallen wegens gebrek aan voeding. Uiteindelijk hebben we het met onze bestaande voorraad net kun-nen uitzingen tot na de vakanties. Inmiddels is er weer zoveel grond aangeleverd dat de voorraden op peil zijn voor de winterperiode.De tweede spannende situatie in de zomer was een foute (niets menselijks is ons vreemd) accep-tatie van een partij afvalwater met bestrijdingsmiddelen. Dit afvalwa-ter leverde bij ATM zelf nauwelijks problemen op, maar wel in de wa-terzuivering van het waterschap in Bath. We konden daardoor dus niet lozen en als gevolg hiervan heeft onze waterzuivering gedurende de hele maand juli nauwelijks kunnen draaien. Gelukkig hebben we een alternatieve verwerkingsmethode gevonden en is tussen augustus en oktober deze voorraad afvalwater toch nog grotendeels door ons verwerkt. Alles bij elkaar wel een grote schadepost en reden voor verdere aanscherping van de ac-ceptatieprocedures en werkwijze. Deze wijzigingen zijn doorgevoerd om te voorkomen dat iets derge-lijks in de toekomst nogmaals kan gebeuren.

Op het zo belangrijke gebied van milieuvergunningen is er in de af-gelopen periode veel gebeurd. Ver-

gunningen voor afvalbedrijven zijn wettelijk altijd voor een beperkte periode geldig, maximaal 10 jaar. Omdat onze huidige milieuvergun-ningen eind 2009 eindigen, hebben we begin 2008 aanvragen voor nieuwe vergunningen ingediend. Recentelijk hebben de provincie en het waterschap hun nieuwe ontwerpvergunningen voor ATM gepubliceerd. Deze vergunningen zullen geldig zijn tot 2019.Ook nieuwe milieuwetgeving blijft van grote invloed op deze vergun-ningen. Een laatst uitgevoerde aan-passing van de huidige vergunnin-gen was het gevolg van de zoge-naamde IPPC-richtlijn van Europa. Dit komt kortweg gezegd neer op het toetsen van de installa-ties en bedrijfsprocessen aan de “stand der techniek”. Hiertoe heeft Europa lijvige boekwerken laten ontwikkelingen voor tal van industrieën, waaronder afvalver-werking en afvalverbranding. Voor de vergunningaanvraag hebben we onderzocht in hoeverre wij aan deze stand der techniek voldeden. Dit was een heel studieproject, maar de conclusie was dat onze installaties en bedrijfsvoering, op enkele punten na, voldeed. De nog ontbrekende punten zijn door de provincie toegevoegd aan de ver-gunningen en zijn al in praktijk ge-bracht.

Hiermee zijn de belangrijkste ge-beurtenissen van het laatste half-jaar geschetst en wil ik eindigen met alle medewerkers en lezers een gezond en succesvol 2009 toe te wensen.

Jack Droog, directeur

Spannende zomerperiode

Milieuvergunningen

Page 4: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

De belangrijkste factor voor de bedrijfsvoering is het goed en

altijd functioneren van de instal-laties. ATM heeft voor ongeveer €120 miljoen aan procesinstalla-ties staan, waaraan jaarlijks voor zo’n €12 miljoen wordt vervangen, aangepast en onderhouden. Het is dus uiterst belangrijk dat goed doordacht te doen en juist voor dat doordenken zijn de engineers (of zoals intern vaak genoemd: “de ingenieurs”) in dienst. Het is bij de meeste afvalbedrijven niet gebruikelijk om een eigen en-gineeringafdeling te hebben, maar ATM heeft jaren geleden al beslo-ten om zelf het initiatief te hebben bij de technische realisatie van de projecten en onderhoud. De be-langrijkste reden daarvoor was een aantal slechte ervaringen met externe ontwerpen. Ontwerpen voor afvalverwerking is namelijk een vak apart en dat komt vooral omdat afval een slecht te omschrij-ven “product” is. Zo denkt ieder-een bij het begrip afvalwater aan iets dat wellicht stinkt, een aparte kleur heeft, vies is, maar in ieder geval iets vloeibaars. Bij het ont-werpen van een afvalwaterinstal-latie moet er nog verder gedacht worden, er moet vooral rekening worden gehouden met allerlei rot-zooi. Bijvoorbeeld dat het afvalwa-ter veel zand, roest, emmers, fles-sen, handschoenen, overalls, etc. bevat, soms brandbaar is (veel olie) of niet verpompt kan worden. Voor verontreinigde grond geldt hetzelfde: je denkt aan een hoop zand of klei, maar je moet ook re-kening houden met grote brokken gewapend beton, houten palen, autobanden, plastic folies en soms zelfs oude bommen uit de Tweede Wereldoorlog.

Die onverwachte voorwerpen, sa-menstelling en eigenschappen van afval geven het ontwerpen extra dimensies. Niet ieder engineering bureau heeft dat in de vingers en daarom heeft ATM dus een eigen engineeringafdeling. Onze vijf en-gineers houden zich bezig met zowel procestechniek als materi-alenkennis, werktuigbouwkunde en civiele techniek en hebben alle-maal al veel ervaring met afvalstof-fen. Alleen elektronica hoort niet bij hen thuis, dat is ondergebracht bij onze Electro Technische Dienst (ETD).Omdat er nauw wordt samenge-werkt met productieafdelingen spelen zij een centrale rol in alle projecten binnen het bedrijf. Voor elk project van enige omvang wordt één van hen als “owner” aangewezen. Enkele voorbeelden van dergelijke, momenteel actuele engineering projecten passeren hieronder de revue.

Ernst Olthuis is druk doende met een nieuw ontwerp en uitvoering van de koeling van de 4 biologische waterzuiveringreactoren. In deze reactoren zuiveren bacteriën het zwaar vervuilde water en daar-

bij produceren ze zoveel warmte dat de reactoren gekoeld moeten worden. Deze koeling moet een dusdanig ontwerp hebben dat de meest optimale omstandigheden ontstaan voor de afbraak van de verschillende componenten uit het afvalwater. Een aanvullend probleem bij die koeling is het op-treden van zgn. biocorrosie; het doorroesten ten gevolge van de inwerking van bacteriën. Er wordt onderzocht of titanium een ge-schikt materiaal kan zijn of dat een coating van de koelbuizen een be-ter alternatief is, hoewel dat weer ten koste gaat van het koelvermo-gen. Ernst is de spil is in dit project, maar werkt samen met externe bedrijven om te komen tot het beste ontwerp.

Bij de Pyro-installatie is Joost Vos al langere tijd bezig om te pro-beren het residu, dat na de ther-mische verwerking van verpakt en verfafval overblijft, volledig uit as te laten bestaan. Dit willen we bereiken door het residu op watergekoelde roosters en met behulp van zuivere zuurstof na te verbranden (het zogenaamde “paaltjes-project”). Een uitda-gend project, zowel proces- en

Engineering: “het rekenen en ontwerpen aan rotzooi”

4

Joost

Ernst

Projecten

Page 5: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

warmtetechnisch als mechanisch, en zeker geen standaard ‘’van de plank’’ techniek. Daarnaast heeft Joost zojuist de shredders van de Pyro “IPPC-proof” gemaakt, dat wil zeggen dat ze voldoen aan de stand van de techniek op milieu-gebied. De shredders zijn daartoe voorzien van toevoersluizen, iner-tisering (zuurstof verdrijven) met koolzuur en afzuiging naar ons dampvernietigingsysteem.

Een zojuist afgerond project is een nieuwe ingang met portiers-loge en weegbruggen, uitgevoerd door Lauran Willemsen. Verderop in dit blad is er een foto van te zien. Doelstelling van dit project was om een verbetering en ver-snelling van de logistiek te rea-liseren in verband met het grote aantal in- en uitgaande vrachtwa-gens. Ook het loskoppelen van de ingang van ATM met die van de bedrijven ZHD, Minelco en AMS was een reden voor dit project.De bestaande situatie was regel-matig vrij chaotisch, gevaarlijk en onoverzichtelijk. Na het verkrij-gen van erfpacht voor een strook berm langs de Vlasweg, bestond het project uit het aanleggen van een nieuwe toegangsweg, riolerin-gen en bewegwijzering. Verder is er een nieuwe portiersloge en in- en uitgaande weegbrug met alle faciliteiten gerealiseerd.

Tijdens de afgelopen onderhouds-stop van de Pyro heeft Corné Ewijk een groot project uitgevoerd met

betrekking tot de transportsyste-men van stof en residu die in de installatie ontstaan. Deze werden voorheen op verschillende plaat-sen in containers opgevangen, wat lokale vervuiling gaf en veel hande-ling veroorzaakte. Hiervoor in de plaats is een stelsel van gesloten transportwormen ontworpen die het materiaal terugbrengen naar een invoerbunker. Zowel voor het verbeteren van de housekeeping als voor het vergemakkelijken van de bedrijfsvoering een goed pro-ject.

Als laatste voorbeeld kan het pro-ject genoemd worden voor het ontwerpen en bouwen van een in-lijn zeef- en breekinstallatie bij de grondreiniger, dat getrokken wordt door Hans van Bokhoven. Veront-reinigde grond en asfaltgranulaat bevatten vaak stukken puin, beton, schollen etc., die verkleind en/of uitgezeefd moeten worden voor-dat ze de thermische installatie in gaan. Tot op heden gebeurde dat in een standaard zeef- en breekin-

stallatie, die apart draaide van de grondreiniging. Dit betekent ech-ter dat de grond een aantal ma-len moet worden opgepakt met de shovel: als het de zeef/breker ingaat, als het er uit komt, aparte tussenopslag en weer oppakken voor invoer in de grondreiniger. De nieuwe zeef- en breekinstallatie wordt onderdeel van de grondrei-niger, waardoor deze handelingen veel minder worden. De uitdaging is dan wel dat de nieuwe zeef- en breekinstallatie zeer betrouwbaar moet zijn anders valt de grondrei-niging daarop stil.

Dit zijn een aantal voorbeelden van recente of actuele projecten van onze engineers. Ondanks dat één van hen projectleider is, is het ontwerpen en uitwerken van de projecten zeker geen individu-ele aangelegenheid. Bijvoorbeeld voor de specifieke milieu- en vei-ligheidsaspecten wordt de KAM-afdeling geconsulteerd. Over de meeste projecten wordt minstens wekelijks vergaderd in de bij ATM bekende “control-O” (=plant) vergaderingen of aparte bijeen-komsten. Gestimuleerd wordt om het ont-werp kritisch te beoordelen, iets waar vooral Rinus van ’t Westen-de, als hoofd van de productie, een meester in is. En terecht, want een ondoordacht ontwerp kan een hoop ellende veroorzaken voor het bedienend personeel of an-derszins. Er moet wel ontworpen worden voor rotzooi, maar het ontwerp zelf moet dat niet zijn en daar slagen deze mannen goed in.

5

Overleg

Corné

Lauran

Hans

Page 6: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

Een niet onbelangrijk deel van de afvalstroom die jaarlijks

door ATM verwerkt wordt, is af-komstig van schepen die de haven van Rotterdam aandoen. De tijd begint achter ons te liggen dat kapiteins vrijelijk en zonder enige scrupules afval over boord gooi-den of op volle zee loosden. On-getwijfeld zijn er nog steeds lan-den en rederijen, die het met de zorg voor de zee niet zo nauw ne-men, maar grosso modo gaat het de goede kant op. Het groeiende milieubesef zorgde tegelijkertijd ook voor aangescherpte wet- en regelgeving in de scheepvaart.

Al in 1973 werd het MARPOL-ver-drag, opgesteld door de scheep-vaartorganisatie van de Verenigde Naties, van kracht. MARPOL staat voor ‘MARine POLution’ en is bedoeld om verontreiniging door schepen (zeevervuiling) te voor-komen en op termijn helemaal te elimineren. In het verdrag staan

regelingen voor het (reguleren van het) lozen van olie en sanitair en huishoudelijk afval door schepen en het lozen van chemicaliën door tankers. De regels zijn uitgewerkt in een zestal bijlagen (annexes). In Europees verband kwam er in 2000 een richtlijn tot stand betref-fende havenontvangstvoorzienin-gen voor scheepsafval en ladingre-siduen in de Europese havens. Eén en ander moest gerealiseerd en betaald worden via een stelsel van indirecte fi nanciering. Ieder zeeschip, of het nu afval had aan te bieden of niet, moest bijdragen in de kosten, zodat de goeden niet onder de kwaden hoefden te lij-den. De internationale regelingen werden in Nederland uiteindelijk geïmplementeerd in de Wet voor-koming verontreiniging door sche-pen (Wvvs).

In het havengebied Rotterdam-Rijnmond voert het Havenbedrijf Rotterdam de regie over de inza-

meling van al het scheepsgebonden afval ofwel het afval dat ontstaat bij de dagelijkse bedrijfsvoering van een schip. Het gaat daarbij om de afvalstoffen zoals die beschre-ven staan in de annexes I en V. An-nex I behelst oliehoudend afval en afvalwater en bij annex V gaat het om vuilnis. Om alle afvalstoffen adequaat aan te kunnen nemen, zorgt het havenbedrijf ervoor dat er voldoende gekwalifi ceerde in-zamelaars en verwerkers (haven-ontvangstinstallaties) zijn en een gereguleerde tariefstelling. Voor de goede orde: ladinggebonden af-val valt buiten deze regeling. Het afgeven van ladinggebonden afval is een verantwoordelijkheid van de schepen en rederijen zelf.

6

‘Dankzij indirecte

fi nanciering naar een

schonere zee’

Maurits Prinssen

(Havenbedrijf Rotterdam):

‘Steeds meer scheepsafval wordt netjes afgegeven’

Door Michel van Straten

Page 7: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

Ook de haven van Moerdijk doet mee aan de regeling van het Ha-venbedrijf Rotterdam, zodat er uniformiteit tussen beide havens bestaat. De verwerking van het oliehoudende scheepsafval en af-valwater, dat onder de vlag van de beide havenbedrijven wordt ingezameld, vindt plaats bij een be-drijf in Rotterdam en een bedrijf in Moerdijk: ATM. Een belangrijke dienstverlening aan de scheep-vaartsector.

“Steeds meer scheepsafval wordt netjes afgegeven,’’ verzekert Mau-rits Prinsen (38), sinds 2004 werk-zaam als projectleider scheepvaart en milieu bij het Havenbedrijf Rot-terdam. “Bij de oliehoudende af-valstoffen is de afgiftehoeveelheid de laatste jaren vrij stabiel, maar bij het vuilnis is er een behoorlijke groei van het aanbod. Die groei is zelfs dusdanig dat het ons er toe noodzaakt om volgend jaar onze tarieven aan te passen.’’ “We hebben gekozen voor een gemengde vorm van indirecte fi-nanciering,’’ legt Prinssen uit. “Elk schip dat in het havengebied Rot-terdam-Rijnmond aanlegt betaalt een vast bedrag (fee) voor afval-inzameling, ook al heeft het dus niets aan te bieden. Dit bedrag is gerelateerd aan het motorvermo-gen (Main Engine Capacity in kW). Daarnaast hanteren we aantrek-kelijke kortingsregelingen voor de schepen die wel iets aan te beiden hebben en kunnen ze ook altijd een aantal kubieke meters gratis ter verwerking aanbieden. Een paar jaar hebben we op deze wijze in de plus gezeten, maar onze ta-rieven en condities zorgen er nu voor dat we in de min raken. We komen er dan ook niet onderuit om onze tarieven in 2009 enigs-zins bij te stellen. In januari gaat het vaste bedrag omhoog en in oktober zullen we de kortingsre-gelingen en verwerkingsrechten aanpassen. Het stelsel van indi-recte financiering wordt door elk

havenbedrijf weer net even anders ingevuld,’’ weet Prinssen. “Je kijkt naar elkaar, er is overleg, maar een eenduidige regeling is er niet. Wel zijn we nu zo ver dat er in alle Nederlandse en Belgische ha-vens hetzelfde meldingsformulier wordt gebruikt.”

Het Havenbedrijf Rotterdam heeft een organiserende en geen controlerende functie. Dit is een taak van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Deze dienst contro-leert of rederijen de milieuregels voldoende respecteren. “Wel zijn we nagegaan waarom bepaalde rederijen geregeld afval aanbieden en andere nauwelijks of nooit. De antwoorden varieerden van ‘geen tijd’ of ‘dat doen we altijd in een andere haven’. En er zijn natuurlijk schepen die op volle zee een soort

allesbrander gebruiken, waardoor ze hooguit wat verbrandingsres-ten in de aanbieding hebben.”

Maurits Prinssen hoopt dat het aangeboden scheepsaanval ooit de honderd procent haalt. “Het Ha-venbedrijf Rotterdam staat voor duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen,” bena-drukt hij. “Als het gaat om milieu-regels dan willen we graag nog een stapje verder gaan dan de gelden-de wettelijke regelgeving. Zeker in onze drukbevolkte regio moet je al een jaar of twintig vooruit kij-ken wat de gevolgen dan zijn van de beslissingen die je nu neemt. Denk aan de driehoek van de drie p’s: people, planet, profit. Met die drie moet je tot een verantwoord evenwicht zien te komen.”

7

Groei

Regels

Page 8: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

8

Op een druilerige vrijdagmor-gen word ik gastvrij ontvan-

gen bij Van Vliet Contrans. Marc van Buijtene wacht mij met een jongensachtige blik in zijn ogen op in zijn kantoor. Blikvangers zijn twee prachtige schilderijen waar, zo blijkt later, een geschiedenis aan vast zit.Met een kop cappuccino tussen ons in steekt Marc van wal. “Strikt genomen werk ik vanaf mijn veer-tiende in het bedrijf. Mijn ouders hadden naast het container be-drijf een bloementransportbedrijf. Onze planner kreeg suikerziekte, moest gaan prikken. Dat beteken-de dat hij aan uur en tijd gebon-den was en niet meer om vier uur ’s nachts kon plannen terwijl die sector dat vereist. Mijn moeder, die de boekhouding deed, kon dat er niet bij hebben en zette mij aan het werk. Het was maar voor een week, ze zou het wel regelen met

school. Helaas, de planner bleef ziek en ik bleef dus werken. Dat schooljaar zag ik de school niet meer van binnen. Ik ben nog wel terug gegaan, maar het lukte niet meer. Zodoende heb ik mijn LTS nooit afgemaakt. Ik ging in een ga-rage werken, wilde ooit mijn eigen bedrijf. Uiteraard meteen een rij-bewijs op mijn achttiende.”“Het was 1985 toen pa met spoed een chauffeur nodig had. Weer hielp ik het familiebedrijf uit de brand. In principe maar voor even.”Het bedrijf groeide echter hard en Marc beet zich er toch in vast. He-lemaal toen zijn broer Dirk, boek-houder Martin Natten en hijzelf het bedrijf van vader en moeder konden overnemen. Ze noemden het ‘de Milieu Express’.Na een periode van veranderingen in de wetgeving eind jaren tachtig waren veel investeringen nodig om de activiteiten voort te kun-nen zetten. “Om het goed te doen, daar waren wij te klein voor,” gaat Marc verder. “Wij gingen naar de bank maar Dirk en ik waren te jong, kregen niet voldoende geld. Ik begreep dat ik een andere weg in moest slaan.”

Al snel vond hij in Van Vliet een partner. Dit familiebedrijf bestond toen uit: Van Vliet Contrans en de Zwart Containers waar van Vliet Recycling later is bijgekomen. De Milieu Express werd er in 1993 aan toegevoegd. Aan Marcs’ wen-sen om de naam en identiteit te behouden werd tegemoet geko-men. Alleen het logo veranderde. Toen de heren Van Vliet jaren later uit het bedrijf gingen werd hij di-recteur van alle vier de bedrijven. Bijna tien jaar geleden, op 31 de-cember 1998, kreeg hij het stokje overgedragen.Dat Van Vliet nog steeds uit vier bedrijven bestaat, die allemaal in dezelfde branche zitten, is de policy van het bedrijf. “Tien jaar geleden was een naam erg belang-rijk,” legt Marc uit. “Klanten wilden door Van Vliet of door de Zwart geholpen worden. Tegenwoordig wil de klant gewoon een goede prijs-kwaliteit verhouding, een naam maakt minder uit. Maar onze werknemers zijn erg gehecht aan hun bedrijf. Tenslotte werken zij daarvoor. Als ik de mensen meer gemotiveerd kan krijgen en hou-den door vier bedrijven te hand-

‘We zetten geen bak op de maan,de oplossing is nabij’

Marc van Buijtene; Al een leven lang ondernemer

Door Adriënne Nijssen

Van Vliet

Page 9: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

99

haven, dan is dat mijn winst.De belangrijkste taak van Marc is het aansturen van een groot aan-tal enthousiaste managers en an-dere medewerkers. “Ik probeer een paar keer per week op de werkvloer te komen. De mensen vinden dat leuk, zelf vind ik het in-teressant. Ik spreek nog steeds de taal van de jongens.”Lachen vindt Marc belangrijk. Met plezier je centjes verdienen staat voorop. “Wat ik probeer over te brengen is dat we groots moeten zijn in het klein blijven. We moeten het met elkaar doen. Ik ben ook gewoon een loonslaaf al ben ik di-recteur.”Eén van Marcs gevleugelde uit-spraken is: “Het leven is niet zo ingewikkeld. We zetten geen bak op de maan, de oplossing is nabij.” Een reclamebureau waar het be-drijf contacten mee heeft, legde deze uitspraak in een schilderij vast. Lachend poseert hij er voor. “Tja, die uitspraak kan ik nu niet meer gebruiken.”Het tweede schilderij stelt Marc voor als kraanmachinist. “Gemaakt door mijn schoonmoeder. Ik ont-moette mijn vrouw toen we nog erg jong waren, zij werkte op de veiling. Mijn schoonmoeder vond het groots, zo’n kleine manneke dat reed in een grote vrachtwa-gen.”Over zijn vrouw gesproken, Marcs moeder vond het eerst maar niets.

“Maar we zijn nog steeds bij elkaar, we hebben drie kinderen,” zegt Marc trots. “Het was wel eens las-tig, ik heb niet altijd tijd voor thuis, duik echt in mijn werk. Toch kwa-men we er altijd uit.”

In een fourwheeldrive begin ik mijn rondleiding over het bedrijf in Wateringen. Links en rechts wordt Marc door zijn medewer-kers gegroet. “Nee, ik ken ze niet meer allemaal,” antwoord hij op mijn vraag. “Ik probeerde dat wel, maar 330 medewerkers lukt me niet meer. We hebben een perso-neelssite met smoelenboek, dat heb ik soms nodig. Jammer. De ne-gatieve kant van groeien.”Al eerder vertelde Marc dat het visitekaartje van Van Vliet Con-trans de puinbrekerij is. Hele flat-gebouwen, een spoorviaduct, het maakt de firma niet uit. Het is dus niet gek dat we als eerste naar de breekinstallatie gaan. Stukken puin van 1-2 meter gaan in een puinbre-ker. Er blijven stukjes van 0 (zand) tot 4 cm over. Door middel van breken, zeven, windshiften en een magneet voor het scheiden van het betonijzer wordt een gecer-tificeerd puingranulaat gemaakt. Dit granulaat wordt gebruikt als onderlaag bij wegenbouw. “Op dit moment zijn we met een grote renovatie op de A12 bezig,” zegt Marc trots.

Daarna rijden we door een he-leboel hallen. Er wordt hard ge-werkt, ik begrijp dat hier herbruik-bare materialen uit afval halen het hoofddoel is. Duidelijk wordt dat het tweede product van Van Vliet compost is. Van 100.000 ton groen afval wordt door Van Vliet Recycling 30.000 ton compost gemaakt. 100% recycling tot hoog-waardige compost is wat Van Vliet Contrans met het inzamelen van groenafval wil bereiken. “Cradle to Cradle, is het nieuwe toverwoord. In de toekomst waarschijnlijk ook gestuurd via wetten. Ik wil dat graag volgen, het kan veel gaan betekenen voor onze branche en dus voor Van Vliet,” besluit Marc. Na die woorden nemen we afscheid.Als ik later over de A12 naar huis ga zie ik de inmiddels bekende roodgekleurde auto’s van Van Vliet af en aan rijden. Nu ik de man ach-ter het bedrijf ken, maakt dat op de een of andere manier de 17 kilometer file die ze te weeg bren-gen een stuk minder erg.

Rondrit

Compost

Page 10: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

Bij ATM wordt per jaar onge-veer 1 miljoen ton vervuilde

grond en gebruikt asfalt schoon gemaakt. Dat gebeurt in een ver-brandingsinstallatie voor grond en asfalt. Dat is mooi, alle gifstoffen zijn bij de hoge temperatuur ver-nietigd, maar wat te doen met al die grond?Dat is dus heel makkelijk: die schone grond vindt gretig aftrek in de wegenbouw en het maken van bouwstoffen zoals beton en asfalt. Hiervoor hoeft dan geen nieuw zand (of grind) te worden gewon-nen, dus het is een prachtige nut-tige toepassing. Er wordt in Ne-derland zo’n 20 miljoen ton zand per jaar gebruikt in de bouw, dat zijn veel ontgravingen. De schone grond van ATM is daarom een wel-kom alternatief voor nieuw zand.

In Nederland bestaat er al veel langer dan in andere landen een bodemwet. Dit komt omdat in Nederland grond(gebruik) een schaars artikel is en dus relatief duur. Deze bodemwet is helder: als grond verontreinigd is, moet die schoongemaakt worden. De Wet Bodembescherming ziet daar op toe. In deze wet staan Inter-ventiewaarden voor alle mogelijke verontreinigende stoffen. Als een bodem meer verontreiniging be-vat dan deze Interventiewaarden, moet de bodem schoongemaakt worden. Afhankelijk van de mate van verontreiniging en de ge-bruiksfunctie (wonen, industrie, wegen) moet dat snel gebeuren of mag dat wat later.Dat schoonmaken gebeurt volgens strikte regels. Als de eigenaar van een terrein de bodem wil saneren, dient hij eerst een saneringsplan in

bij het bevoegd gezag: de provincie of de grotere gemeenten.Dat bevoegd gezag beoordeelt het plan, geeft een saneringsvergun-ning af en houdt daarna toezicht op de uitvoering van de sanering.

Het bevoegd gezag zorgt er voor dat alle grond die uitgegraven wordt bij een sanering wordt afge-voerd naar een zogenoemde “er-kende verwerker”, bijvoorbeeld ATM. Het Besluit Bodemkwaliteit geeft aan wat de eisen zijn waar zo’n verwerker aan moet voldoen. Die eisen gelden uiteraard voor de kwaliteit van de verwerking: is de installatie goed genoeg en deu-gen de procedures. De reiniger laat zich dan certificeren.Maar ook de integriteit van de verwerker wordt beoordeeld: of de verwerker een strafblad heeft, en of ze financieel solide genoeg zijn om hun beloftes na te komen.Als alles in orde is, wordt de ver-werker erkend door de Minister van VROM en mogen ze in Neder-land grond reinigen.

Als vervuilde grond wordt ont-graven houdt de overheid toe-zicht en als die grond gereinigd wordt kijkt de overheid over de schouder mee. Als laatste moet de schoongemaakte grond gecontro-leerd worden. Uiteraard doet de reiniger dat niet zelf: dat “de heren van WC-eend” hun eigen product geweldig vinden is leuk, maar niet goed genoeg.Gereinigde grond wordt daarom wettelijk uitgekeurd door een on-afhankelijk en door de Minister erkend keuringsbureau, dat werkt volgens in de wet vastgelegde procedures. Pas daarna is de rei-niging echt klaar en mag de grond “schoon” genoemd worden.

Grond: eindelijk schoon… en dan ?

De wet beschermt de bodem

De overheid houdt toezicht

Wij van WC-eend...

10

Page 11: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

11

De schoongemaakte grond wordt voor het overgrote deel afgezet in de wegenbouw. In deze bouw-sector wordt immers het meeste zand gebruikt. Bij ATM wordt al tij-dens de reiniging de grondpartijen gehomogeniseerd, waardoor een

restproduct met een voorspelba-re en constante kwaliteit ontstaat. Een voordeel van de thermische behandeling door ATM is dat de grond een optimale mix krijgt tus-sen waterdoorlatendheid en ver-dichtbaarheid, wat de grond heel geschikt maakt voor toepassing in infrastructurele werken als ver-vanger van nieuw zand. Wel geeft de thermische behandeling de grond haar kenmerkende zwart-grijze kleur.

Alle grond en bouwstoffen, zowel nieuw als gereinigd, die in de bouw wordt gebruikt moet voldoen aan het Besluit Bodemkwaliteit (vroe-ger het Bouwstoffenbesluit). Dit houdt onder meer in dat toe te passen bouwstoffen moeten wor-den gemeld aan de gemeente waar

het bouwproject loopt. Hierbij moeten ook de keuringsanalyses van de grond worden verstrekt, al met al een heel administratief win-keltje. De keuringen en de admi-nistratieve meldingen nemen ook nogal wat tijd in beslag (maanden) en dat is er de reden van dat ATM altijd grote hoeveelheden gerei-nigde grond in opslag heeft. De gereinigde grond van ATM wordt vooral in grootschalige we-genbouwprojecten toegepast, dus

in hoeveelheden van 10.000’en tot 100.000’en tonnen. Op het in-dustrieterrein zijn die grote hoe-veelheden goed zichtbaar door de vele transportbewegingen van Martens en Van Oord, die al deze grond transporteert.

De grond en het asfalt dat bij ATM gereinigd wordt bevat ook grind en puin, dat gewoon meegereinigd wordt. Dit gereinigde grind en puin en ook een klein deel van het ge-reinigde zand wordt gebruikt in de bouwstoffenproductie. Dit betreft dan beton, nieuw asfalt, korrelmix etc., waar het in wordt toegepast ter vervanging van primaire grond-stoffen. Ook deze (vormgegeven) bouwstoffen moeten gekeurd worden en aan de wettelijke kwa-liteitseisen voldoen.Ook hier snijdt het milieumes dus aan twee kanten: de gifstof-fen worden vernietigd en op pri-mair zand wordt bespaard. Met de grondreiniging kan ATM dus net zo goed gezien worden als grond-stoffenproducent.

11

Hergebruik in de wegenbouw

Hergebruik in bouwstoffenproductie

Page 12: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

12

Wie aan Ierland denkt, denkt aan de groene glooiende

landschappen, sfeervolle stadjes, uitgestrekte kustlijnen en steile zeekliffen. Een prachtig land, met een unieke verlaten schoonheid, rijk aan traditie. Een land waar het goed toeven is en waar de zee nooit ver weg is.Maar ook in het mooie Ierland wordt gewerkt en ontstaat er af-val wat moet worden verwerkt.Rilta, gehuisvest in Dublin, houdt zich sinds 1977 bezig met het ver-werken van afval. Zij zijn de groot-ste afvalverwerker van Ierland en hebben een groot pakket aan diensten.

Sinds 2005 is er contact tussen Rilta en ATM, tot volle tevreden-heid van beide partijen. Was het in het begin soms nog wel eens lastig om export en transport geregeld te krijgen, tegenwoordig loopt het op rolletjes en worden met grote regelmaat containers met verpakt afval en bulkladingen met veront-reinigde grond verscheept, om haar eindbestemming te vinden bij ATM in Moerdijk.

Rilta beschikt over een verwer-kingsinstallatie voor olieslib, waar-uit olie wordt gerecycled, een ver-pakkingsafdeling voor asbest en zij doen ook aan inzameling en op-werking van batterijen, daarnaast

heeft Rilta ook een eigen wagen-park en is actief in de industriële reiniging.

John van de Berg en Jack van Overveld onderhouden de con-tacten met Ierland en hebben Rilta bereid gevonden om hun bevin-dingen met ATM aan papier toe te vertrouwen. “De markt voor gevaarlijk afval in Ierland is ongeveer 100.000 ton per jaar. Het grootste deel hiervan (70%) bestaat uit oplosmiddelen. De rest bestaat uit filterkoeken, verpakt (verf) afval en slib. Veel van dit afval wordt geproduceerd door de farmaceutische industrie, die rijk vertegenwoordigd is in Ier-land. Hiervan heeft Rilta ongeveer 25 % marktaandeel. De samenwer-king met ATM heeft geresulteerd in een constante groei van Rilta,” zo vertelt Sean Cotter.Sean is dé man voor gevaarlijk afval in Ierland. “In Ierland is nau-welijks verwerkingscapaciteit voor gevaarlijk afval, dus wordt er veel

geëxporteerd. De pyrolyse ver-werking, zoals dat bij ATM plaats-vindt, zorgt ervoor dat wij flexibel naar onze klanten kunnen zijn,” zo oordeelt Sean.

Ook Ronan Sharkey, die zich be-zighoudt met grondsaneringen en de afvoer van de grond, is zeer te spreken over de samenwerking. “Wij zijn de grootste speler in de Ierse markt, die per jaar onge-veer 200.000 ton bedraagt. Via ons zusterbedrijf Soils Environmental Services Ltd hebben we 70% van deze markt in handen. 2008 is wel uitzonderlijk geweest, doordat er een paar zeer grote projecten van start zijn gegaan. Alles bij elkaar circa 400.000 ton.”“Niet alles hoeft thermisch gerei-nigd te worden, maar wat daar wel voor in aanmerking komt gaat per schip naar Moerdijk. Het is pret-tig dat er daar goede losfacilitei-ten zijn voor schepen, dat komt de efficiency ten goede. Voor de toekomst zien we een toename in het aantal saneringen. Dus de ko-mende jaren kunnen we nog wel vooruit,” aldus Ronan.

Al met al zijn beide heren tevre-den over de relatie met ATM en zij zien een “bright future” en een uitbreiding van de samenwerking.

Rilta & ATM: sterke combinatie

Page 13: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

1313

De Carcoke-Marly locatie in Brussel, langs het Zeekanaal

van Brussel naar de Rupel, is al jarenlang een kankervlek. In 1930 werd hier de cokesfabriek opge-start en in 1994 stopgezet. Het ter-rein is in die 60 jaar zwaar vervuild geraakt met een complexe mix van vervuiling zoals minerale olie, PAK’s, aromaten, zware metalen, cyanide, fenolen,….. De oude ge-bouwen zijn ondertussen gesloopt maar de bodem en het grondwa-ter zijn nog steeds zwaar vervuild. Zo zwaar zelfs dat de directie be-sloot de fabriek te sluiten, toen de eis voor benzo(a)pyreen in het grondwater dusdanig werd aange-scherpt dat het bouwen van een waterzuivering noodzakelijk werd. Er was geen geld binnen de firma, waarna het Brussels gewest de lo-catie kocht voor het symbolische bedrag van één Euro. Daarna is er veel over dit terrein (dat nog zus-ters heeft in Zeebrugge en Tertre) te doen geweest, maar nu wordt uiteindelijk de grondsanering ter hand genomen. Grond waarop in de 14e eeuw een kasteel heeft gestaan en wat de nodige voor-zichtigheid behoeft bij de sanering i.v.m de mogelijk aanwezige oude ruines.

Voor de ontwikkeling van de hele locatie schreef de Haven van Brus-sel, in opdracht van de Brusselse regering, eigenaar van de locatie, een openbare aanbesteding uit. De openbare aanbesteding had als onderwerp: ‘Opdracht voor de concessie van openbare werken op het terrein van Marly-haven’.Op de openbare aanbesteding werd ingeschreven door de Tij-delijke Handelsvereniging Katoen Natie en Ondernemingen Jan de

Nul/Envisan. Na lange en moeilijke onderhandelingen met de Haven van Brussel werd de opdracht van concessie in september 2006 toe-gekend aan deze combinatie.De Concessieopdracht omvat 3 verschillende fasen, te weten; sa-neringsfase, inrichtingsfase en de exploitatiefase. Hier wordt alleen de saneringsfase belicht.

Na inventarisatie van de veront-reinigingtoestand en de afbakening van de verschillende verontreini-gingen en na de uitgevoerde risi-costudie werd tussen juli 2007 en mei 2008 een saneringsvoorstel opgemaakt, wat eind juni 2008 re-sulteerde in een saneringsvergun-ning.

De voorgestelde saneringsaanpak is tweeledig: Enerzijds het uitgraven van een volume verontreinigde bodem, geraamd op ongeveer 110.000 m3. Dit totale volume zal via de water-weg afgevoerd worden naar het ATM-verwerkingscentrum in Ne-derland. Omwille van de aanwe-zige verontreiniging en de textuur van de bodem is enkel thermische reiniging als be-handelingstechniek haalbaar. De sane-ring van het grond-water zal zeker 15 jaar gaan duren en voorziet onder an-dere in het slaan van damwanden om verdere verspreiding tegen te gaan.

In maart 2008 werd gestart met de ver-dere sloop van en-

kele resterende bebouwing en het verwijderen van ondergrondse structuren zoals kelders, leidingen en funderingen. Sinds begin sep-tember 2008 werden de effectieve saneringswerken gestart met de uitgraving van de verontreinigde bodem. De uitgegraven verontrei-nigde bodem wordt op het terrein tijdelijk opgeslagen in afwachting van de afvoer naar het externe verwerkingscentrum.

Deze afvoer gebeurt uitsluitend via de waterweg en om de bela-ding van de schepen mogelijk te maken en omwille van doorgaand verkeer op de Vilvoordse Steen-weg werd hiertoe een overbrug-ging van deze laatste uitgevoerd. Er wordt 30.000 tot maximaal 60.000 ton per maand afgevoerd. Met een voorzien volume van on-geveer 180.000 ton betekent dit dat de afvoer een 5-tal maanden zal duren, tot maart 2009.

Evisan is het bedrijf dat de sanering uitvoert en heeft veel ervaring op alle gebieden van milieutechnolo-gie en is een 100% dochter van Groep Jan de Nul.

Start saneringswerken Carcoke-MarlyDeel van de tekst uit het persbericht

Saneringsfase

Page 14: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

Tot voor kort betekende TAG voor mij niet meer dan het

Engelse woord voor etiket of la-bel. Ik sprak het ook uit als “teg”. Daar staken Henk Seffelaar van de fi rma Rasenberg uit Breda en Kees de Ridder van ATM meteen een stokje voor. Het is TAG en dat staat voor Teerhoudend Asfalt Granulaat.Beide heren ontvangen mij op het hoofdkantoor van de fi rma Ra-senberg en de sfeer is vanaf het eerste moment heel ontspannen. Dat kan bijna niet anders, Henk en Kees kennen elkaar al heel lang. Ruim twintig jaar doen ze al zaken met elkaar.“Voor 1991 zat ik in de chemische industrie en deed ik al zaken met ATM. Ik produceerde reinigings-middelen. Afval daarvan werd bij ATM verwerkt. Toen heb ik Kees al leren kennen.”

Na 1991 kwam Henk bij Rasen-berg, al negentig jaar een orga-nisatie voor bouwkundige, infra-structurele, milieutechnische en procestechnologische projecten. Henk werd er manager en later

directeur van de divisie milieu. Deze divisie houdt zich bezig met bodemsaneringen in de breedste zin van het woord. Kees werd in de loop der jaren de ‘TAG-man’ van ATM.“We konden door het TAG de banden nog strakker aanhalen,” zegt Henk. “Rasenberg kreeg meer materiaal om bij ATM aan te leve-ren. Kees beoordeelde analyses en maakte de prijs, ik schreef daar-mee in op wegenbouwprojecten en bodemsaneringen.”De achtergrond bij dit alles is dat in het verleden bij het maken van asfaltwegen op grote schaal teer werd gebruikt. Teer is een rest-product van de kolenvergassing en bevat, in onze huidige ogen, on-aanvaardbaar veel kankerverwek-kende polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Begin jaren negentig is daarom het ge-bruik van teer in de wegenbouw verboden. Bij onderhoud van we-gen met dit soort asfalt komt gra-nulaat vrij dat met teer verontrei-nigd is, het zogenaamde TAG. Het gaat om ruwweg één miljoen ton per jaar.Tot 2001 mocht dit TAG, onder

strenge eisen, nog worden her-gebruikt als wegfundering. Vanaf 2001 is dit hergebruik verboden. Het ministerie van VROM, onder minister Jan Pronk, besloot dat TAG thermisch gereinigd moest worden waarbij alle PAK’s onom-keerbaar worden vernietigd. “Het mooiste besluit ooit,” zegt Henk.Rasenberg deed onderzoek hoe het teer het best uit het asfalt ver-wijderd kon worden. “Het meest economisch kan dat in de instal-latie van ATM,” zegt hij. Kees be-aamt dat: “teer is het bindmiddel in asfalt. Ongeveer vijf tot negen procent van het asfalt bestaat uit teer. Wij branden dat teer er uit, wat overblijft is zand en grind en dat wordt afgezet in de civiele sec-tor. Voor op- en afritten van wegen bijvoorbeeld.” ATM is dus verwer-ker van TAG en maakt daar nuttig

14

Nog 50 miljoen ton te gaanRasenberg en ATM werken al meer dan 15 jaar samen

Door Adriënne Nijssen

Rasenberg

Page 15: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

15

toepasbare producten van.Zo’n 300.000 ton (voor de beeld-vorming: 10.000 afgeladen vracht-auto’s) TAG wordt er per jaar bij ATM gebracht. Een flink deel daarvan komt van Rasenberg. Er moet bijvoorbeeld ergens een nieuw stuk asfalt op een weg worden aangebracht. Rasenberg heeft daarvoor een asfaltinstalla-tie. Die produceert bitumenasfalt dat geen teer bevat. “Voordat dit aangebracht kan worden frezen we het oude asfalt of breken het uit en brengen daarna nieuw asfalt aan. Dat doen we met zo laag mo-gelijke temperaturen, om zoveel mogelijk CO2-neutraal te wer-ken,” legt Henk uit.

Tegenwoordig wordt steeds meer ’s nachts aan de weg gewerkt. Van-wege de 24-uurs economie maar ook vanwege de doorstroming op de snelweg. “Rasenberg is ook ’s nachts welkom bij ATM. Vanuit de innige samenwerking staan ze ook dan voor ons paraat. Dat stellen we zeer op prijs,” zegt Henk. Kees lacht. “Henk is de enige die me ’s nachts uit bed mag bellen. Maar gelukkig komt het niet vaak voor.”Als TAG-man onderhandelt Kees over de verwerkingsprijs met be-drijven uit de infrasector. Want ui-teraard hangt er een prijskaartje aan de verwerking van TAG. Daar-naast zit Kees sinds 2002 in het landelijke monitoring-overleg van het TAG. “Ik ga af en toe ook bij werken kijken. Soms wil ik de on-derlagen van de weg zien. Lagen met teerkalkstabilisaties onder de TAG-laag bijvoorbeeld.”Het tweetal zal nog wel een tijdje samenwerken. De verwachting is dat er nog 50 miljoen ton in de wegen zit. Voornamelijk in provin-ciale- en gemeentelijke wegen. Op de meeste snelwegen ligt al ZOAB en dat is bitumenhoudend.“Als het aan ons ligt werken we samen tot aan ons pensioen. Het is altijd feest als we elkaar tegen-komen. Niet alleen in Nederland,

maar ook in België zijn beide be-drijven vertegenwoordigd,” zegt Kees.Bij Rasenberg, en dan vooral in de divisie milieu, is alles gericht op een schone bodem. Dat betekent dat ons laboratorium altijd zoe-kende is naar nieuwe recepturen voor asfalt. Een zoektocht naar sy-stemen die minder, liefst helemaal niet, milieubelastend zijn.

“Ook al hebben landen om ons heen andere regels, Nederland is gelukkig het braafste jongetje van de klas wat TAG aangaat. Uit de keten nemen is het beste, dat vertaalt zich verder naar andere materialen. Je moet niet opslaan zodat je kleinkinderen later de problemen hebben,” vindt Henk.Henk zit in de normcommissie voor het opzetten van de richtlij-nen voor ISO 26000 die in 2010 van kracht moet gaan worden. Geen certificering, maar richt-lijnen. Deze ISO norm gaat over maatschappelijk verantwoord on-dernemen. Daarin zitten onder andere richtlijnen voor milieu, arbeidsomstandigheden, mensen-rechten, maatschappelijke betrok-kenheid, integriteit, consumenten-belangen en dierenrechten.“Met Al Gore is iets aangezwen-geld waar door ons al jaren over wordt gepraat. Ik praat liever over ISO 26000 met zijn heldere richt-lijnen dan dat ik wat populaire kreten roep. Wij hebben de aarde geleend van onze kinderen. Daar

moet je zuinig op zijn en moeten we voortdurend werken aan ver-beteringen. Bodemsanering en op-schoonacties doen we voor onze achterkleinkinderen. Wij over-leven dat wel, we hebben er nog niet veel last van. Het kost alleen maar geld. Al Gore heeft gevisuali-seerd wat Kees en ik al jaren in de praktijk brengen.”Aan ISO 26000 doen 84 landen mee. Op een jaarlijks mondiaal debat worden zaken besproken, vastgelegd of geparkeerd. Ook vanwege de verschillende wetge-ving in de verschillende landen. “Het is geweldig, deze norm om-vat zo veel meer dan alleen het milieu,” zegt Henk.

De heren hebben vertrouwen in elkaars onderneming omdat ze beiden voelen dat de ander daad-werkelijk maatschappelijk verant-woord bezig is.“Kees en ik hebben altijd gespro-ken over het verbeteren van pro-cessen. Vanuit mijn functie trek ik de speur- en ontwikkelingsafde-ling. Die houdt zich bezig met ver-beteringen op elk vlak. Infrastruc-tuur, bouw, milieu en service. Dat interessegebied heb ik altijd terug gezien bij ATM.”Kees knikt en zegt; “ATM is altijd bezig met vernieuwing, dat is de kracht van het bedrijf. Installaties groter en beter maken. Met val-len en opstaan, maar het lukt ons,” zegt hij tot besluit.

15

‘s Nachts

ISO

Vertrouwen

Page 16: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

Wie over olie begint ontkomt niet aan de geschiedenis van

de oliewinning. De eerste com-mercieel gewonnen olie werd op 27 augustus 1859 in Titusville, Pen-sylvania opgepompt door Edwin L. Drake. Deze olie werd vervoerd in vaten van 159 liter, barrels ge-naamd, een maat die nog steeds wordt gebruikt.Na een aantal jaren wordt in 1870 door John D. Rockefeller Standard Oil opgericht, terwijl de eerste raffinaderij in 1863 nabij Cleveland al is gebouwd. De opmars van de olie kan beginnen. Het heeft Ame-rika rijk gemaakt, zoals de gasbel bij Slochteren Nederland rijk heeft

gemaakt.Hierbij wat fo-to’s uit de oude doos met hier-onder het ge-bouwtje waarin

de eerste boortoren werd onder-gebracht en boven het transport van de eerste barrels en links “ko-lonel” Edwin L. Drake.

De olieraffinaderij is tegenwoordig het hart van gigantische chemische fabrieken. In de loop der jaren zijn er meerdere opwerkings-, zuive-ringsinstallaties en productielijnen voor chemicaliën en halffabrikaten om de destillatietoren heen ge-bouwd. Wie van een afstand eens

een kijkje neemt bij Shell, in het Botlekgebied of Antwerpen, her-kent hier hele-maal geen raffi-naderij meer in. Toch zijn ze dat in essentie wel.De eerste stap in het raffinage-proces, na het uitwassen van allerlei waterop-losbare zouten, vindt plaats in een destillatieto-ren, waarin door opwarming ver-schillende frac-ties uit de ruwe aardolie door verdamping vrij-komen. Scheiding

op kookpunt is in principe een vrij eenvoudige behandeling, maar er is meer. Ruwe aardolie wordt op diverse plaatsen in de wereld gewonnen en is dus niet altijd van dezelfde samenstelling. Dat betekent dus dat de ene fractie meer of minder aanwezig is, maar ook dat de ver-ontreinigingen wisselend kunnen zijn. Zwavel en kwik zijn twee be-langrijke, ongewenste bestandde-len van ruwe aardolie.Het verwijderen van verontrei-nigingen, zoals het ontzwavelen, wordt in een later stadium gedaan en is een wezenlijk onderdeel van het raffinageproces, wat tot doel heeft een zo zuiver mogelijk pro-

duct af te leveren.De vraag naar de verschillende fracties is variabel. Met het toege-nomen aantal auto’s en vliegtuigen steeg ook de vraag naar brandstof-fen, de lichte fracties. Deze vraag leidde uiteindelijk tot het kraken van de zwaardere fracties, eerst thermisch en later met behulp van katalysatoren. Door het toevoe-gen van waterstof aan dit proces wordt de ontzwaveling gecombi-

Olieraffinage

16

Page 17: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

17

neerd met het “lichter” maken van de olie; het zgn. Hydrocracking.Ook de weg andersom wordt wel bewandeld, dus uit kleinere mole-culen grotere samenstellen, zoals plastics. Dit leidt tot extra instal-laties rond de destillatietoren. Bij deze kraakprocessen ontstaat natuurlijk niet alleen het gewenste product. De vorming van andere verbindingen (etheen en propeen zijn de belangrijkste) kan men enigszins sturen door het kiezen van bepaalde procescondities en door de keuze van de katalysa-toren. Hoewel de meeste raffina-derijen als hoofddoel hebben het maken van brandstoffen, zijn in de loop van de tijd allerlei andere chemische fabrieken in de directe omgeving gebouwd, die producten als polyetheen, polystyreen, poly-olen, PVC, synthetische rubbers, acrylaten etc. maken. Vandaar dat dus de ene chemische fabriek an-dere (bij)producten maakt dan de andere, terwijl het uitgangspro-duct toch hetzelfde is.

Olie werd vroeger petroleum genoemd, wat meteen duidelijk maakt dat olie niet zomaar op-gepompt wordt uit een groot gat diep onder de grond. Het Griekse “Petra” betekent steen of rots en toont aan dat olie gewonnen wordt uit poreuze gesteenten. De opsporing van deze gesteenten is dan ook mede een hulpmiddel om olie te vinden. De technieken om olie op te sporen zijn in loop der jaren zo geavanceerd geworden dat dit een apart specialisme is geworden en dus niet meer door de oliemaatschappijen zelf wordt gedaan, maar waarin bijvoorbeeld het bedrijf Fugro een grote repu-tatie heeft opgebouwd. Na proef-boringen wordt de olie gewonnen op dieptes die op kunnen lopen tot een aantal kilometers en vindt plaats zowel op land als op zee.

Booreilanden zijn altijd indruk-wekkend om te zien evenals de

mammoettankers die megahoe-veelheden olie kunnen vervoeren. Hun sterkte is tevens hun zwakte. Slecht wendbaar zijn ze vaak een speelbal van de zee, wat al menige milieuramp heeft veroorzaakt. De foto toont M.T. Knock Nevis, de grootste in zijn soort, die 565000 ton ruwe aardolie kan transporte-ren.Pijpleidingen zijn de meest econo-mische manier van transport, maar niet altijd mogelijk voor olie.Vanuit de raffinaderijen wordt wel vaak op deze manier gewerkt. Al sinds de jaren 1970 ligt er een 100 meter brede leidingstraat tussen Rotterdam en Antwerpen (en de rest van Europa) voor het trans-port van diverse basischemicaliën en gassen.

Tijdens het hele proces van proef-boring, winning, transport, opslag en verwerking van olie tot eind-product komen afvalstoffen vrij. ATM en de petrochemische indu-strie hebben hier hun raakvlak.Zand en roesthoudende sedimen-ten uit de opslag, afgewerkte ka-talysatoren, cuttings, mud, uit de winning en boring, afvalwater van allerlei cleaningen en productie-processen vinden hun weg naar Moerdijk. Ook bij calamiteiten en stops wordt gebruik gemaakt van de expertise die bij ATM en Shanks aanwezig is. Zo verzorgt het samenwerkingsverband Indu-serve de afvoer van al het afval van Shell en NAM.

In 1972 liet een groep geleerden onder de naam “Club van Rome” het alarmerende rap-port verschijnen; “De grenzen aan de groei”. De oliecrisis van 1973 vergrootte de impact van het rapport.Grondstoffen en voor-al de olievoorraden zouden rond het jaar

2000 al zover geslonken zijn dat de economie er merkbaar onder zou lijden. De kern van het rap-port is nog steeds van kracht, maar de laatste jaren wordt de hoeveelheid economisch winbare olie groter, vooral dankzij de hoge olieprijzen. Nieuwe technieken doen hun intrede zoals microwave behandeling van verlaten oliebron-nen, waar gemiddeld maar 40 % uit gewonnen is. Ook klinkt zo lang-zamerhand de alarmbel in de che-mische industrie. Er wordt teveel energie verbruikt, terwijl de over-heid wappert met CO2 emissie handel. Verkleining van reactoren, zodat meerdere energieverslin-dende processen gecombineerd kunnen worden is waar men op inzet. Reactoren ter grootte van een schoenendoos met duizenden microkanalen waarin de reacties plaatsvinden zijn de toekomst.

Winning en transport

17

Afval

Toekomst

destillatietoren

Page 18: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

Overal en iedere dag gooien we dingen weg. Papier van verpak-

kingen, lege batterijen, klokhuizen van appels en andere spullen die we niet meer nodig hebben. Kinderen volgen ons voorbeeld, zij weten immers niet beter. Om er voor te zorgen dat al dat afval netjes opge-ruimd, verwerkt of hergebruikt kan worden is het nodig dat je weet hoe het afval verwerkt wordt. Daarom stonden enige tijd geleden de les-sen op basisschool PC de Bolster in Amersfoort, anderhalve week in het teken van afval. Aan de slo-gan van de school: ‘AFVAL, het lijkt waardeloos maar wordt waardevol’, gaf iedere groep op zijn eigen ma-nier invulling.Op de eerste dag van de project-week, kwam ROVA, de afvaladvies-, regie- en verwijderingsorganisatie van tientallen gemeenten in Neder-land, een vrachtwagen vol afval af-

leveren op het schoolplein. Het zal duidelijk zijn dat alle kinderen dat reuze spannend vonden. Hun leer-krachten waren voor de gelegen-heid gehuld in overall en droegen valhelmen. Langzaam maar zeker werd de berg afval hoger en hoger. Toen ROVA zijn werk had gedaan werd vervolgens met zijn allen het afval gesorteerd. Iedere groep had zijn ‘eigen’ afvalproducten. Zo moest groep zeven hout en metaal uit de afvalberg halen en groep drie onder andere karton en fl es-sendoppen. Per groep deponeer-den twee kinderen de producten, na controle op juistheid, in een kliko. Een aantal andere kinderen reden die kliko’s daarna naar de lokalen om de materialen verder te onderzoeken en een plan op te stellen hoe ze het beste herge-bruikt konden worden.Even was men bang dat het on-derwerp te moeilijk zou zijn voor de laagste groepen. “Dat is enorm meegevallen,” zegt Sigrid Lou-rens, lerares basisonderwijs. “Afval is natuurlijk heel breed. Ook die groepen hebben fantastische dingen gemaakt en veel over hergebruik geleerd.” Voor de leerlingen aan de slag gingen brachten zij allemaal

een bezoek aan ROVA, om via een rondleiding te leren wat er nu pre-cies met ons afval gebeurt.“Ik vond het heel leuk om te doen,” zegt Loes (11) uit groep 7. “Wij hadden hout, metaal en blik in onze container en ik heb nooit geweten dat je van afval nog zulke mooie din-gen kunt maken.” Ze heeft inmiddels geleerd te denken dat afval niet al-leen troep is. En ze geeft aan dat ze voortaan wel drie keer na zal den-

ken voor ze iets weggooit. “Dat kan altijd nog,” zegt ze lachend, “maar liever voortaan niet meer. Zeker melkpakken niet, daar kun je heel veel leuke dingen mee maken, dat heb ik gezien toen we bij de andere

18

Jong geleerd is oud gedaanRecyclingproject Amersfoort

Door Adriënne Nijssen

Page 19: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

19

klassen op bezoek gingen.” In haar eentje maakte ze een bloemenwa-gen van halve wasknijpers. Van de ijzertjes uit de wasknijpers heeft ze prachtige sieraden gemaakt, hals-kettingen en armbandjes. Blikken werden beschilderd en van gaatjes voorzien. Met een touwtje eraan kunnen ze dienen als windlichten.Haar even oude klasgenoot Mark heeft een zenuwspiraal gemaakt. “Dat was wel moeilijk hoor,” zegt hij. “In het begin ging het niet zo goed, de ijzeren draadjes waren steeds te kort en dan moesten we weer opnieuw beginnen. Ik heb sa-mengewerkt met Job, deze opdracht moest je met z’n tweeën doen.” Hij is vooral erg te spreken over het bezoek aan ROVA. “Dan weet je tenminste wat er met je afval gebeurt. Ik heb gezien hoe er van alles gesorteerd wordt zoals glas, huisafval en tuinafval. Van het tuin-afval maken ze compost. Dat rook

als nieuw.” Voor de rest vond hij het maar erg stinken en hij wil er later echt niet gaan werken. “Joh, dat viel toch wel mee,” zegt Loes. Mark is

het duidelijk niet met haar eens en wil snel van onderwerp veranderen. “Ik vond het echt een hele leuke projectweek, ik vond alleen dat de juffen er wel een beetje té uitzagen als vuilnisman. Dat had wel iets min-der gekund,” besluit hij.Juffrouw Sigrid had gelijk toen ze zei dat ook de laagste groepen veel van het project geleerd hebben. Zo vertelt Rens (7) enthousiast dat hij nu precies weet in welke bakken het afval moet. Blauw voor papier, groen voor tuinafval en grijs voor de rest. “En dat moet je echt doen,” benadrukt hij, “want anders moeten de mannen van ROVA het doen en die hebben al werk genoeg.” Ook legt hij nog uit dat batterijen niet in de grijze bak mogen. “Daar zijn aparte bakjes voor.”

Dat ze van oud papier weer nieuw papier konden maken was Rens be-

kend, maar dat van glas ook weer nieuw glas gemaakt kon worden, dat was helemaal nieuw voor hem. “Heb je wel onthouden dat je van wit glas wel bruin en groen glas kunt maken maar an-dersom niet?,” vraagt zijn klasge-nootje Christine hem eigenwijs. Rens kijkt beduusd, hij was het eigenlijk al weer vergeten. “Ja, en kleren die je niet meer aandoet kun je ook aan ROVA geven,” gaat Christine geestdriftig verder. “Wat nog mooi is brengen ze naar de kringloopwinkel.”

Het allerleukste van de hele week vond het tweetal het moment dat het schoolplein volgegooid werd met afval. “ROVA had de allernieuw-

ste vrachtwagen bij, je weet wel, zo’n zijlader,” zegt Rens als echte man van de wereld. “Dan hebben ze helemaal geen vuilnismannen meer nodig, alleen een chauffeur. Die auto doet alles vanzelf.”In de kliko van groep 3 zat hout, karton, boomschors en flessendop-pen. “Best wel moeilijk om daar iets van te maken,” zegt Christine. Ze heeft uiteindelijk een huisje gemaakt en Rens knutselde een rupsauto in elkaar. “Leuk was dat we bij de an-dere groepen mochten kijken,” zegt Christine. “Dan krijg je nog veel meer ideeën om straks thuis te gaan maken.” Ze is niet echt anders over afval gaan denken, maar heeft wel geleerd dat in alles wat je weggooit, stoffen zitten die je nog heel goed kunt gebruiken. “Ik ga mama vragen of ze het afval voortaan bewaart zodat ik er eerst de goede spullen uit kan halen, want ik hou erg van knutselen,” zegt Rens tot besluit.De week werd afgesloten met een tentoonstelling, waarbij de ouders werden uitgenodigd de producten van hun kinderen te komen bekij-ken.

19

Papier

Page 20: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

20

Laatst ontstond na een verga-dering over een administratief

probleem een wat melancholische discussie over het kantoorwerk van “vroeger” en de grote veranderin-gen daarin door de komst van de computer. Hieruit ontstond bij de redactie het idee om eens een artikel te wijden aan de rol die de automatisering bij ATM heeft ingenomen. Want het is vandaag de dag nauwelijks meer voor te stellen dat pakweg 15 jaar geleden de computer nog nauwe-lijks werd gebruikt in het bedrijfs-proces. Eigenlijk werd alleen bij de financiële administratie gebruik gemaakt van een IBM AS400 en die stond niet eens in Moerdijk. Verder gebeurde alles handmatig: brieven werden met de typemachine, al dan niet met carbonpapier voor een kopie, gemaakt; de afvalstof-fenadministratie werd gedaan met doordrukformulieren, handschrift en telmachine en in de productie werd alles nog gestuurd en bediend met “harde waren”, zoals relais en schakelaars.

Zoals in elk bedrijf en organisatie heeft er op dat gebied, dus ook bij ons, een kleine revolutie plaatsge-vonden en speelt automatisering, weliswaar op de achtergrond, maar toch, een grote rol. Voor de stan-daardsoftware en de gemeenschap-pelijke toepassingen, verzorgt het hoofdkantoor van Shanks Neder-land een deel van de automatisering. Dit geldt vooral voor het financiële softwarepakket en het e-mailpak-ket, dat voor alle Shanks-bedrijven hetzelfde is. Echter conform ATM’s filosofie, wordt essentiële automatisering vooral intern uitgevoerd, ontwik-keld en zelfs geprogrammeerd. Voor

de kantoorautomatisering spelen daarin onze beide Jeroenen en Her-man de hoofdrol en voor de pro-cesautomatisering hebben we onze ETD (elektrotechnische dienst) met Peter en Corné als programmeurs.Naast de gebruikelijke toepassin-gen van de computer op kantoor zoals tekstverwerking, e-mail en re-kenprogramma’s, hebben we twee specifieke kantoortoepassingen draaien. Dit zijn het LIMS (Labora-torium Informatie en Management Systeem) en het GIS (Goederen In-formatie Systeem). Beide zijn stan-daard databaseprogramma’s (Ora-cle en Progress), maar die wel heel specifiek zijn ingericht op de be-drijfsvoering. Een derde grote com-putertoepassing is de bediening van de installaties via het zogenaamde I-Fix pakket.Deze toepassingen draaien allen op het glasvezel netwerk, waarbij diverse servers ervoor zorgen dat ieder-een zijn of haar werk kan uitvoeren. Onzichtbare zaken als het maken van back ups, up-to-date hou-den van de software, en de worst case scenario’s zoals door kunnen wer-ken als er stroomuitval of kabelbreuk is en zorgen dat servers elkaars taken over kunnen nemen, ma-ken het werk van de net-werkbeheerder compleet.

Zoals de afkorting al zegt is het LIMS helemaal bedoeld om voor onze 16 analisten de monsters en hun re-sultaten administratief te beheren. Alle binnenkomende afvalstoffen, de processtromen en de uitgaande reststromen moeten worden be-

monsterd en geanalyseerd. Dit zijn alles bij elkaar veel monsters, ana-lyses en uitslagen en die moeten allemaal zorgvuldig worden uitge-voerd, vastgelegd en gerapporteerd. Het inloggen en planningsdeel van het LIMS is vooral van belang voor de analisten zelf, maar de analyse-rapporten zijn van belang voor het hele bedrijf. Voor die toepassing van het LIMS hebben de betreffende afdelingen een “kijktoepassing” in het LIMS, zodat zij online de beschikking heb-ben over de analyseresultaten.De analyseresultaten van het LIMS worden na goedkeuring, als harde getallen, overgezet naar het tweede belangrijke kantoorpakket: het GIS. Dit in eigen huis ontwikkelde pakket is een geweldige steun voor de hele administratie rond het accepteren, offreren, factureren, inwegen, op-

slaan, verwerken en weer afvoeren van de afvalstoffen en hulpstoffen. Zonder het GIS ligt ATM admini-stratief stil en er is bijna geen afde-ling die geen gebruik maakt van het GIS. Alle informatie van de goede-renbewegingen worden erin vastge-legd en ook de rapportagefuncties zijn een belangrijke hulp voor veel afdelingen. Zo kan de Salesafdeling

De rol van ‘bits and bytes’

LIMS en GIS

Page 21: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

21

bijvoorbeeld, eventueel per klant, zien hoeveel van welke afvalstroom in een periode is aangeleverd. Voor de boekhouding is het GIS weer de basis voor de financiële administra-tie en de winst/verlies rekening.Voor de milieuafdeling is het GIS een belangrijk hulpmiddel omdat de in de milieuvergunningen vereiste afvaladministratie, de zogenaamde AO/IC en acceptatie en verwer-kingsbeleid, vastgelegd is in het GIS. Bij diverse milieucontroles door de overheid wordt het GIS veel door hen gebruikt om te zien of de af-valverwerking wel volgens de regels gebeurt. Al met al is het niet meer voor te stellen hoe dat allemaal zonder het GIS zou moeten.

Naast het LIMS en het GIS is er nog een derde specifieke en belangrijke software toepassing in gebruik: I-fix. Dit is een computerprogramma voor de “mens-machine communi-catie” ,ofwel het bedienen van de installaties en het uitlezen van de installatiegegevens, zoals tempera-tuur, druk, hoeveelheid, etc. In de goede oude tijd van 15 jaar geleden stonden in de controlekamers van de procesinstallaties grote meet- en regelkasten vol met metertjes en schakelaars. Tegenwoordig is dat allemaal verdwenen en vervangen door compacte PLC’s en PC’s. De PLC’s (Programmable Logic Con-trollers) zijn de echte industriële computers, speciaal ontwikkeld en

geprogrammeerd voor het besturen, regelen en beveili-gen van installaties en machines. Het grote voor-deel hiervan is de grote flexibiliteit en de mate waarin processen geauto-matiseerd kunnen worden. De rol van de bedieningsope-rators is daardoor verschoven van bediener naar con-

troleur van de installaties. Zoals genoemd zijn PLC’s de industriële computers, maar deze zijn niet goed in het presenteren van de informa-tie voor de mens. Daarom werkt tussen de PLC’s en de operators een ander computerprogramma en dat is I-fix. Dit programma “ver-taalt” de gegevens tussen PLC’s en de operators naar gebruiksvrien-delijke en duidelijke informatie in de vorm van “plaatjes op een PC”. Kunnen de bedieningscommando’s alleen via de PC’s van de controle-kamer worden gegeven, het meele-zen of meekijken met de processen en installaties kan op alle gewenste plaatsen. Dankzij internet vanaf

thuis en wereldwijd; hiervan wordt veel gebruik gemaakt, het is vooral handig in het geval van consultatie bij storingen en dergelijke. Ook bij presentaties aan bezoekers en groepen, is het projecteren van de I-fix plaatjes via een beamer een mooi middel om duidelijk te maken wat er bij ATM gebeurt met afval-stoffen. Een wat meer recentere toepassing is dat het onderhoud en de tech-nische aanpassingen van de installa-ties beheerd en gemanaged worden via het I-fix programma, waardoor de centrale rol van dit programma voor de afdeling operations nog groter is geworden.

Deze drie specifieke computer-toepassingen zijn niet meer weg te denken hulpmiddelen voor de bedrijfsvoering, zoals onze hele sa-menleving inmiddels afhankelijk is van automatisering. Dit klinkt dra-matischer dan het in werkelijkheid is, want automatisering is en blijft vooral mensenwerk en met de juiste mensen in dienst is goede au-tomatisering geen magie, maar een krachtige ondersteuning van het hele bedrijf.

I-FIX

Page 22: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

22

Afgelopen periode zijn er 2 belangrijke projecten gereed gekomen. Beide zijn projecten die niet alleen de logistiek van ATM, maar het van hele industrieterrein Moerdijk ten goede komen. Één daarvan is het opleveren van de grote, nieuwe opslagloods voor grond op het gehuurde terrein van de ZHD. Een indrukwekkend bouwwerk dat gezien vanaf de Moerdijkbrug een nieuwe blikvanger is in de “skyline” van het industrieterrein. In deze opslagloods wordt nu een groot deel van de grond, die eerder naar de TOP Moerdijk werd gereden, opgeslagen. Dit scheelt veel vrachtwagenbewegin-

gen op het industrieterrein en het maakt de overslag per schip gemakkelijker.Het tweede project wat recent is afgerond, is de nieuwe ingang, compleet met weeg-bruggen en portiersloge. Het einde van de Vlasweg moest naast al het vrachtverkeer voor ATM, ook het vrachtverkeer voor onze buren ZHD, AMS en Minelco verwerken en dat was, mede gelet op verschillende openingstijden, vaak een chaotische situatie. Doordat we nu een aparte ingang hebben gecreëerd, wordt het verkeer van en naar ATM eerder van de Vlasweg geleid, wat een veiligere en effi ciëntere verkeerssituatie oplevert. We waren blij dat we een bekende buitenlander konden strikken voor de of-

fi ciële opening.Met de projecten die nog op stapel staan, zoals asfalteren van het terrein, de bouw van een nieuw laboratorium met daarbij een nieuw onderkomen voor de wachtchefs en kantoorruimtes voor de plan-ning en sales, de nieuwe opslagvakken en opslagtanks zal de facelift van ATM ver gevorderd zijn.

Nieuwsfl itsFacelift ATM begint gestalte te krijgen

22

Page 23: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

2323

Buizengat Vlaardingen

Het Buizengat is een voormalige binnenhaven in het centrum van Vlaardingen. Op deze bijzondere locatie waren vroeger scheepswerven en volop andere bedrijvigheid te vinden. Nu krijgt het gebied een nieuwe toekomst, die in verschillende fases wordt uitgevoerd. De eerste fase, waarvan de grondsane-ring in 2004 is gestart, is inmiddels afgerond. De afgegraven ver-ontreinigde grond is bij ATM aangeleverd door Mourik Groot-Ammers. De vervuilde grond uit de 2e fase komt nu binnen via de Grond- en reststoffenbank van de Gemeente Rotterdam. Met beide opdrachtgevers heeft ATM al meerdere projecten gerealiseerd.

Wij wensen de lezers van... ......................

een voorspoedig

2009Jacques nog bedankt!

Page 24: ATMosfeer editie 5 - januari 2009

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152

Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA Moerdijk

Nederland

Tel.: +31 (0)168 389289Fax: +31 (0)168 389270

E-mail: [email protected]: www.atmmoerdijk.nl

Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V. Industrieterrein - Seaport M152

Vlasweg 12, 4782 PW MoerdijkPostbus 30, 4780 AA Moerdijk

Nederland

Tel.: +31 (0)168 389289Fax: +31 (0)168 389270

E-mail: [email protected]: www.atmmoerdijk.nl