Assessment 11 juni deel 1

26
Assessment infodag 11 juni 2015

Transcript of Assessment 11 juni deel 1

Assessmentinfodag 11 juni 2015

Assessment- geschreven, op feiten en interpretatie gebaseerde, beargumenteerde inschatting van het potentieel voor kennisvermeerdering, van een archeologische site of van een collectie vondsten, stalen, of sporen, ingezameld of geregistreerd via archeologisch vooronderzoek of via archeologische opgravingen

Doel:• een snelle maar wetenschappelijk betrouwbare

verkenning van het archeologisch ensemble• opstellen en verantwoorden van een

onderzoeksstrategie door selectie van uit te voeren onderzoek

• optimale besteding van tijd en middelen• vermijden van nutteloos onderzoek• focus op de interessantste delen van het ensemble

Beperkingen potentieel:• inherent (bewaring, aantal, eigen kenmerken)• contextueel (tafonomie, dateerbaarheid)• extern (kennis, ervaring, middelen)

• maar er zijn steeds uitzonderingen (object op zich)

Noodzaak:• traditionele onderzoekscultuur ?• beperking tijd en middelen• focus op vraagstelling• vraagstelling vaak site-gebonden

• dus: selectie

informatie is gewonnener is teveel materiaal, enz.

veldwerk vondsten

& registraties

assess-ment

verwer-king

rappor-tering

behoud in situ

opgraving

‘vrijgave’

rappor-tering ‘vrijgave’

Vooronderzoek:

opgraving

behoud

vrijgave

vooronder-zoek

zonder ingreep

archeologienota

bekrachtiging

bekrachtiging

mel-ding

vooronder-zoek met ingreep

bouwver-gunning

uitgesteld vooronder-zoek (met ingreep)

nota

toekomstige

bedrei-ging

Opgraving:

veldwerk vondsten

& registraties

assess-ment

gedeelte-lijke

uitwerking

rappor-tering

eventueel vervolg-

onderzoek

einde

Stappen:• eerste grondige selectie (beperkingen, aantal)• deel van het ensemble wordt gewaardeerd (waarbij

vaak specialisten nodig zijn)• deel van het ensemble kan zonder waardering naar

onderzoek• bepaling onderzoekskader• opstellen strategie voor onderzoek

Verwarring (1):• assessment is niet gelijk aan waardering, niet alles moet

gewaardeerd worden

selectie waardering

geen onderzoek

onderzoek buiten project

onderzoek binnen project

assessment

Verwarring (2):• assessment gaat niet enkel om vondsten en stalen,

maar ook om sporen, structuren en archeologische sites op zich

• assessment van vondsten en stalen is wel het makkelijkst in een handleiding te gieten

Beoordeling:• inzamelmethode• context (bvb. dateerbaarheid)• beperkingen informatiepotentieel• inventaris en beschrijving (registratie)• inschatting potentieel op kenniswinst (i.f.v. vraagstelling

project)

• 1° administratieve gegevens:

• 2° een beschrijving van de terreinmethodiek toegepast voor het inzamelen:– Op welke manier werden de vondsten ingezameld? – Wat is de (mogelijke) impact hiervan?

• 3° omgevingsfactoren van belang voor het assessment:– aard van het spoor waaruit het vondstenensemble komt?– tafonomische processen?– Wat is de (mogelijke) impact hiervan?

Registratie (stappen 1):

• 4° beschrijving van de gehanteerde methode en techniek(en);

• 5° inventaris van het vondstenensemble:– identificatie van de aanwezige taxa;– aanduiding van de dominante taxa;– bewaringsvorm en bewaringstoestand van de vondsten;– schatting van dimensies en fragmentatiegraad;– een semi-kwantitatieve beschrijving opgedeeld in taxa; – chronologisch kader;– de aanduiding van residueel of intrusief materiaal;– bijzondere kenmerken (zoals tafonomische groep);– bijzondere vondsten.

Registratie (stappen 2):

• 6° Wat is de (mogelijke) betekenis van het vondstenensemble voor de archeologische site? Welke onderzoeksvragen kunnen bij verwerking of opgraving van de archeologische site behandeld worden aan de hand van het vondstenensemble?

• 7° Beschrijving van de conservatieproblematiek van toepassing op het vondstenensemble.

• 8° ruimere situering binnen het archeologisch ensemble, met andere archeologische sites, synthesestudies vanuit regionaal of zelfs breder perspectief?

Registratie (stappen 3):

Selectie (vooronderzoek):• in functie van de vraag naar de aard en de waarde van

de vindplaats

• niets opgeleverd• onvoldoende potentieel• voldoende potentieel, geen verder onderzoek nodig• voldoende potentieel, verder onderzoek nodig

Selectie (opgraving):• in functie van de selectie en planning van onderzoek

• onderzoek met geen potentieel op kenniswinst voor de vraagstelling binnen het project, of enige vraagstelling daarbuiten

• onderzoek met potentieel voor de vraagstelling binnen het project (site-gebonden)

• onderzoek met potentieel voor vraagstelling buiten het project

Verwarring (3):• assessment selecteert onderzoek, geen materiaal

Verwarring (4):• assessment vervangt geen onderzoek

• assessment beperkt het onderzoek niet (integendeel)

• assessment mag geen onderzoek worden

• wat we wenselijk vinden voor onderzoek kunnen we niet aan het assessment opleggen

Verwarring (5):• assessment heeft eigen methodiek (handleiding) maar

dat betekent niet:

• oppervlakkig• slecht

• bvb. ‘eyeballing’

Attitude:• risico op nihilisme

• soms drogreden om geen onderzoek te moeten doen (of idee dat met het assessment het onderzoek ook meteen gedaan is)

• beperking tijd en middelen is relatief

• positief: proberen het optimum aan informatie te weten te komen

• realistisch en pragmatisch

To most developers, post-excavation work is unfamiliar ground and therefore this is the stage at which an archaeological contractor can claw back money to counter the cheap price charged for the fieldwork.

Code en handleiding:• code beschrijft wat er minimaal nodig is om een goed

assessment te bereiken (rapportage)

• handleiding is vrijblijvend maar helpt om te voldoen aan de criteria van de code

• resultaat komt in de archeologienota (na voor-onderzoek) en wordt bekrachtigd

• resultaat komt in het eindverslag en wordt geëvalueerd

Graag uw commentaar:

[email protected]

en wat kunnen we nog meer voor u doen ?