Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

21
Artsen en niet- artsen: een gedeeld beroepsgeheim? Symposium ‘Gedeeld beroepsgeheim’ 14 mei 2011 Dr. Ch. De Pooter Ondervoorzitter van de Provinciale Raad van Antwerpen

description

Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?. Symposium ‘Gedeeld beroepsgeheim’ 14 mei 2011. Dr. Ch. De Pooter Ondervoorzitter van de Provinciale Raad van Antwerpen. De Deontologische Code. De deontologische code vormt een leidraad voor elke arts– medewerker. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Page 1: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Symposium ‘Gedeeld beroepsgeheim’14 mei 2011

Dr. Ch. De PooterOndervoorzitter van de Provinciale Raad van Antwerpen

Page 2: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

De Deontologische Code

• De deontologische code vormt een leidraad voor elke arts– medewerker.

• De code steunt op waarden en normen enerzijds en op juridische verplichtingen (o.a. het beroepsgeheim) anderzijds.

• Het is een houvast om het beroepsmatig handelen te verantwoorden.

Page 3: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Teamwerk als garantie voor kwaliteit

• Gezien de evolutie in de hulpverlening, wordt momenteel meer en meer gewerkt in teamverband, al dan niet binnen of volgens een zorgpad, zorgtraject.

• Hiervoor is het noodzakelijk om informatie te delen met andere hulpverleners.•  • De één arts - één patient relatie is verleden tijd.• Dit impliceert een optimale communicatie tussen de verschillende

zorgverstrekkers, zijnde medici, paramedici en hun omkadering.• Dit heeft zijn implicaties op het beroepsgeheim.• Zaken zoals beroepsgeheim, gedeeld beroepsgeheim, gemeenschappelijk

beroepsgeheim en discretieplicht worden geïntroduceerd.

Page 4: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Teamwerk als garantie voor kwaliteit

Page 5: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

BEROEPSGEHEIM

• Wat verstaat men onder beroepsgeheim? • Het beroepsgeheim omvat zowat alles wat men verneemt of ontdekt bij

uitoefening van zijn beroep. • Men is dan gebonden door een zwijgplicht.• Iedereen heeft immers recht op de eerbiediging van zijn privé-leven (art. 8

Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en art. 22 Grondwet).

• Men komt tijdens het uitoefenen van het beroep heel wat te weten over patienten (informatie over woonplaats, beroep van de ouders, financiële situatie, familiale omstandigheden, leefgewoonten, gezondheidstoestand,…). Dit alles valt onder het beroepsgeheim.

Page 6: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Nut van het beroepsgeheim ?

• Nut van het beroepsgeheim?

• Het beroepsgeheim dient zowel om de belangen van de cliënt als de belangen van de maatschappij te verdedigen.

• Een degelijke uitoefening van het beroep moet betrouwbaarheid waarborgen, zonder welke de uitoefening van het beroep onmogelijk zou worden.

• Het beroepsgeheim (zwijgplicht) is dus fundamenteel voor de sociale orde, en is aldus van openbare orde.

Page 7: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Het strafrechtelijk gesanctioneerd beroepsgeheim

• Het strafrechtelijk gesanctioneerd beroepsgeheim heeft twee belangen: een maatschappelijk en een individueel belang.

• Het individuele belang speelt in de relatie tussen de hulp- of dienstverlener en diegene die zich tot hem wendt. Een patiënt, cliënt of eender welke persoon die zich tot een hulp- of dienstverlener wendt en wordt genoodzaakt om deze in vertrouwen te nemen, moet er kunnen van uitgaan dat deze informatie geheim blijft.

• In het kader van een goede doelmatige en geloofwaardige gezondheids- en welzijnszorg is het noodzakelijk dat de hele gemeenschap erop kan vertrouwen dat hulpverleners uit alle sectoren de hun toevertrouwde informatie bewaren. Dit is het algemeen maatschappelijk belang. (Van der Straete, Put, 2005, p. 37-38)

Page 8: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Art 458 van het Strafwetboek

• Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekendmaken buiten het geval dat zij in rechte geroepen worden om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht de geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete van honderd euro tot vijfhonderd euro.

Page 9: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

TeamwerkWat is gedeeld beroepsgeheim?

• Wat is gedeeld beroepsgeheim?

• Wanneer er gewerkt wordt in teamverband en er beslissingen in teamverband genomen worden en wanneer een arts-medewerker het nodig acht patienten door te verwijzen naar andere organisaties, kan hij in functie van het hulpverleningsproces contact opnemen met andere diensten en personen.

• Indien die personen ook gebonden zijn door het beroepsgeheim, dan is er

sprake van gedeeld beroepsgeheim.

Page 10: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Beroepsgeheim

• Naast de wettelijke bepaling wordt in de literatuur ook vaak een meer vereenvoudigde definitie gehanteerd.

• "Onder beroepsgeheim wordt verstaan het geheimhouden van alle vertrouwelijke informatie over de cliënt die de hulpverlener uit hoofde van zijn beroep te weten komt." ( Baetens)

• Deze definitie impliceert een zwijgplicht voor de hulpverlener.• Hieruit volgt dat de hulpverlener ook een zwijgrecht krijgt toebedeelt, waar

hij steeds op kan terugvallen. • In bepaalde situaties echter, mag de hulpverlener spreken zonder het risico te

lopen om gestraft te worden voor schending van het beroepsgeheim. In dit geval spreekt men van een spreekrecht

• en in uitzonderlijke gevallen heeft hij zelfs spreekplicht.

Page 11: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Beroepsgeheim

• De Souter: • Zwijgplicht : de geheimhouder heeft de plicht om te zwijgen over zaken die hij

in het kader van zijn beroepsuitoefening heeft vernomen; • Zwijgrecht : de geheimhouder kan niet gedwongen worden om een

vertrouwensrelatie te verbreken en kan dus niet gesanctioneerd worden als hij zwijgt;

• Spreekrecht : de geheimhouder mag in bepaalde gevallen zijn beroepsgeheim schenden en kan hiervoor niet gestraft worden;

• Spreekplicht : de geheimhouder moet in bepaalde gevallen het beroepsgeheim doorbreken en is strafbaar indien hij dit niet doet.

Page 12: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Wie is gebonden door een beroepsgeheim?

• De beroepen die in artikel 458 SW. met de naam genoemd worden. Het gaat hier om de klassieke medische beroepen zoals: geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers en vroedvrouwen. Ook medewerkers van deze personen, bijvoorbeeld het secretariaatspersoneel, hebben een zekere geheimhoudingsplicht. In dit geval spreekt men over ‘een afgeleid beroepsgeheim zijnde discretieplicht'.

• En alle personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hen zijn toevertrouwd." .

Page 13: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Inhoud van het beroepsgeheim :

• Het beroepsgeheim slaat op informatie die door de cliënt werd meegedeeld. Om onder de geheimhoudingsplicht te vallen zoals omschreven in artikel 458 SW dient die informatie te voldoen aan drie voorwaarden:

• het moet gaan om een geheim • dit geheim moet toevertrouwd zijn aan de hulpverlener • het geheim mag enkel vernomen worden tijdens en noodzakelijk zijn voor

de uitoefening van het beroep (met andere woorden in het kader van de vertrouwensrelatie)

Page 14: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Schending van het beroepsgeheim

Page 15: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Schending van het beroepsgeheim : uitzonderingen

•  • Schuldig verzuim • De noodtoestand • De informatieplicht ten aanzien van de ouders

Page 16: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Werken in teamverband

• Mogelijkheden, die onder strikte voorwaarden, ervoor kunnen zorgen dat samenwerking tussen hulpverleners kan.

• Gedeeld Beroepsgeheim• Gezamenlijk Beroepsgeheim• Discretieplicht

Page 17: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Gedeeld beroepsgeheim

• Door de evolutie in de hulpverlening is het noodzakelijk om informatie te delen met andere hulpverleners. Wanneer dit gebeurt met personen die zelf gehouden zijn aan het beroepsgeheim kunnen we eventueel spreken van een gedeeld beroepsgeheim, mits een aantal voorwaarden vervuld zijn. Het beroepsgeheim blijft een verantwoordelijkheid van iedere hulpverlener afzonderlijk. Hoewel het begrip niet in artikel 458 Sw. vermeld wordt, kunnen we stellen dat er een aantal bepalingen in de gezondheids- en welzijnswetgeving kunnen beschouwd worden als de toepassing ervan. Maar het begrip gedeeld beroepsgeheim mag zeker geen vrijgeleide zijn om zomaar verkregen informatie vrij te delen.

Page 18: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Gedeeld beroepsgeheim

• Een aantal voorwaarden dienen gelijktijdig vervuld te zijn:

• de cliënt is vooraf geïnformeerd;

• het gaat over de informatie die strikt noodzakelijk is voor de hulpverlening, hierbij spreekt men ook wel van ‘need to know’ en ‘nice to know’;

•  • de informatie wordt doorgegeven in het belang van (de hulpverlening aan) de

cliënt,

• de hulpverleners streven hetzelfde doel na en werken in een gelijkaardige context.

Page 19: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Gezamenlijk beroepsgeheim

• Het gezamenlijk beroepsgeheim is van toepassing wanneer we spreken over een bepaalde groep van hulpverleners binnen één organisatie, die werken in een teamverband.

• Dit werken in teamverband moet voor iedereen die tot het team behoort duidelijk zijn maar ook voor de buitenwereld.

• Elk van deze teamleden moet gebonden zijn door het beroepsgeheim. • Het beroepsgeheim blijft een verantwoordelijkheid van ieder teamlid

afzonderlijk. • De informatie die kan worden gedeeld niet enkel de strikt noodzakelijke, maar

ook die informatie die een meerwaarde kan zijn om tot een juist inzicht van de problematiek te komen.

• Alle andere voorwaarden, vermeld onder ‘gedeeld beroepsgeheim’ zijn hier ook van toepassing.

Page 20: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Discretieplicht

• Discretieplicht vormt de verplichting om bij het uitoefenen van een ambt of functie geen gegevens vrij te geven aan anderen dan diegenen die gerechtigd zijn er kennis van te nemen (Van der Straete, Put, 2005).

• Vertrouwelijke informatie kan dus meegedeeld worden aan collega’s en oversten. Het grootste verschil met het beroepsgeheim is dat discretieplicht in de eerste plaats is ingesteld in het belang van de organisatie waarvoor men werkt.

• De essentie van discretieplicht is dat je de informatie niet ten persoonlijke titel krijgt. Dit betekent dat als je persoonlijke aangelegenheden te weten komt, dit in naam is van de dienst waarvoor je werkt en dus buiten elke vertrouwensrelatie om (Van der Straete, Put, 2005).

• Op de schending van de discretieplicht staan geen strafsancties maar dit kan wel in een arbeidscontract geincludeerd worden

Page 21: Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

Artsen en niet-artsen: een gedeeld beroepsgeheim?

• Teamwerk als garantie voor kwaliteit • Een hogere kwaliteit van geneeskunde door multidisciplinaire zorg, het

multidisciplinair samenwerken van medici en niet-medici, het opstellen van zorgtrajecten geeft nieuwe problemen op niveau van deontologie, beroepsgeheim, wettelijke richtlijnen en aansprakelijkheid, ethiek, RIZIVnormering en patiententevredenheid, alsmede over communicatie en de reele bewaking van het traject

• Mogelijkheden, die onder strikte voorwaarden, ervoor kunnen zorgen dat samenwerking tussen hulpverleners kan.

• Gedeeld Beroepsgeheim• Gezamenlijk Beroepsgeheim• Discretieplicht