Art Deco - EngineersOnline.nl · 2018. 2. 26. · Art Deco was een belangrijke stijl tussen 1910 en...

4
Art Deco was een belangrijke stijl tussen 1910 en 1940, en daarbij vooral in de jaren twintig en dertig. Art Deco kwam voort uit de Art Nouveau en de Jugendstil en zette zich af tegen het Functionalisme. Daar- entegen hadden de kubistische schilderkunst, de Egyptische en Indiaanse kunst en het moderne machine- en vliegtuigdesign een belangrijke invloed op Art Deco. Hierdoor werd Art Deco een eclectische stijl. Art Deco is een decoratieve stijl, die wordt gekarakteriseerd door eenvoudige geometrische patronen, strakke en eenvoudige vormgeving, strenge verticale lijnen en abstractie. Er wordt gebruik gemaakt van rood, zwart en zilver en felle heldere kleuren. Aan het einde van de negentiende eeuw waren in veel landen materialisme, imperialisme en vooral nationalisme zeer belangrijk geworden. In 1914 begon de Eerste Wereldoorlog die duurde tot 1918. Door de oorlog waren veel landen economisch achteruit gegaan. Bij Nederland viel dit mee omdat Nederland in de oorlog neutraal was. Wel was er schaarste aan goederen. De naam Art Deco is ontleend aan de ‘Exposition Internationale des Arts Dé- coratifs et Industriels Modernes’, een tentoonstelling die in 1925 in Parijs gehouden werd. In de jaren twintig van de vorige eeuw probeerden veel landen een eigen nieuwe stijl te ontwikkelen. Frankrijk echter, had de afgelopen jaren alleen maar oude stijlen gebruikt of gekopi- eerd, waardoor Frankrijk zijn positie als leider op het gebied van smaak en stijl verloren had. Na de Eerste Wereld- oorlog wilde Frankrijk laten zien dat ze dit nog steeds kon zijn. Wegens de hoge kosten van de grote wereldtentoonstel- ling van 1900 werd er besloten een thematentoonstelling te houden. De bedoeling van de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Art Deco Industriels Modernes was alle landen te verenigingen en samen een soort gelijke stijl (of de ontwikkeling daarvan) te laten zien. Veel landen waren echter niet aanwezig, waaronder de Verenigde Staten, Canada. Voor veel landen was het absurd om in de krappe financiële tijden van na de Eerste Wereldoorlog zoveel geld uit te geven aan een derge- lijke expositie. De Verenigde staten liet weten dat ze geen Art Deco ontwerpen anders dan de niet te vervoeren wolken krabbers. Duitsland was natuurlijk niet uitgenodigd. Het doel van de Fransen werd helaas niet behaald. Bijna alle landen hadden nationalistische tentoonstelling gemaakt in hun eigen stijl. De inrichting van het gedeelte van Nederland was in de Stijl ontworpen. Poster voor Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes gemaakt door Robert Bonfils in 1925 Guardian, tekening van Alexander Exter

Transcript of Art Deco - EngineersOnline.nl · 2018. 2. 26. · Art Deco was een belangrijke stijl tussen 1910 en...

  • Art Deco was een belangrijke stijl tussen 1910 en 1940, en daarbij vooral in de jaren twintig en dertig. Art Deco kwam voort uit de Art Nouveau en de Jugendstil en zette zich af tegen het Functionalisme. Daar-entegen hadden de kubistische schilderkunst, de Egyptische en Indiaanse kunst en het moderne machine- en vliegtuigdesign een belangrijke invloed op Art Deco. Hierdoor werd Art Deco een eclectische stijl.Art Deco is een decoratieve stijl, die wordt gekarakteriseerd door eenvoudige geometrische patronen, strakke en eenvoudige vormgeving, strenge verticale lijnen en abstractie. Er wordt gebruik gemaakt van rood, zwart en zilver en felle heldere kleuren.

    Aan het einde van de negentiende eeuw waren in veel landen materialisme, imperialisme en vooral nationalisme zeer belangrijk geworden. In 1914 begon de Eerste Wereldoorlog die duurde tot 1918. Door de oorlog waren veel landen economisch achteruit gegaan. Bij Nederland viel dit mee omdat Nederland in de oorlog neutraal was. Wel was er schaarste aan goederen.

    De naam Art Deco is ontleend aan de ‘Exposition Internationale des Arts Dé-coratifs et Industriels Modernes’, een tentoonstelling die in 1925 in Parijs gehouden werd. In de jaren twintig van de vorige eeuw probeerden veel landen een eigen nieuwe stijl te ontwikkelen. Frankrijk echter, had de afgelopen jaren alleen maar oude stijlen gebruikt of gekopi-eerd, waardoor Frankrijk zijn positie als leider op het gebied van smaak en stijl verloren had. Na de Eerste Wereld-oorlog wilde Frankrijk laten zien dat ze dit nog steeds kon zijn. Wegens de hoge kosten van de grote wereldtentoonstel-ling van 1900 werd er besloten een thematentoonstelling te houden.

    De bedoeling van de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et

    Art Deco

    Industriels Modernes was alle landen te verenigingen en samen een soort gelijke stijl (of de ontwikkeling daarvan) te laten zien. Veel landen waren echter niet aanwezig, waaronder de Verenigde Staten, Canada. Voor veel landen was het absurd om in de krappe financiële tijden van na de Eerste Wereldoorlog zoveel geld uit te geven aan een derge-lijke expositie. De Verenigde staten liet weten dat ze geen Art Deco ontwerpen anders dan de niet te vervoeren wolken krabbers. Duitsland was natuurlijk niet uitgenodigd.

    Het doel van de Fransen werd helaas niet behaald. Bijna alle landen hadden nationalistische tentoonstelling gemaakt in hun eigen stijl. De inrichting van het gedeelte van Nederland was in de Stijl ontworpen.

    Poster voor Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes gemaakt door Robert Bonfils in 1925

    Guardian, tekening van Alexander Exter

  • Boven links en rechts:de koelkast, Coldspot, voor een na een her-ontwerp van Raymond Loewy, 1935Midden: Theepot van Theodor Wende, 1927 Onder links: Art Deco women van Risto Klint Onder rechts: Landi stoel van Hans Coray, 1938

    In veel landen is de Art Deco ver-smolten met een eigen stijl, vooral in de Architectuur. Daarom is Art Deco eigenlijk eclectisch. Algemene kenmerken van Art Deco in de toegepaste kunst zijn: eenvoudige geometrische patronen, strakke en eenvoudige vormgeving, strenge verticale lijnen en abstractie. Kleuren die gebruikt worden zijn rood, zwart en zilver en felle heldere kleuren.

    De Art Deco is, vooral betreffende materiaal, grofweg in twee richtingen te onderscheiden. De traditionele

    richting, die voornamelijk in Europa voorkomt, maakt gebruik van handwerk en van kostbare materialen, exoti-

    sche houtsoorten, ivoor en bladgoud. In Amerika wordt Art Deco aangepast voor de massaproductie. Hiermee

    kunnen bedrijven concurreren in een verzadigde markt. Art Deco verliest hier zijn exclusieve karakter. Deze

    richting maakt gebruik van de nieuwe materialen, zoals aluminium, chroom, kunststof (bakeliet) en buisvormig

    staal. In Amerika staat de techniek in hoogaanzien hier-door ontwikkeld Art Deco zich ook in Streamlining

    Na de WOI heerste er een sfeer van optimisme, deze weerspiegelde in de thema’s m.b.v. de stijl en felle kleuren

    van o.a. meubelen en sieraden. De ontwerpers richtten zich geheel op de toekomst, snelheid, reizen en luxe. Art

    Deco ontwerpen zijn vaak duur en elitair. De combinatie van meer vrije tijd en mobiliteit bood alle gelegenheid om

    exotische landen te bezoeken. Kenmerken van Art Deco zijn terug te leiden tot de Azteken, Afrika, Japan en tot

    het graf van Toetanchamon.

    In de jaren twintig maakte Art Deco gebruik van enkele standaard figuren/motieven, bijvoorbeeld voluten (krul-

    len), bloemenmanden, rozen, dieren en figuren van jonge meisjes, fontein- en zonmotieven, dit zijn nog invloeden

    van de Jugenstil. Onder invloed van kubisme en futu-risme waren deze figuren vaak gestileerd, hoekig en

    vaak gecombineerd met geometrische motieven als zigzagpatronen.

  • Links: Ge building Rockefeller Centre, 1933Rechts: Chrysler building ontworpen door William van Alen in 1930

    Cassandre was een zeer bekend af-fiche ontwerper. Zijn affiches waren

    zeer suggestief en sterk gestileerd. Hij ontwierp in 1937 het lettertype Peignot.

    Later werd hij ook decorontwerper.

    Raymond Loewy was een belangrijke industrieel ontwerper in de V.S. Zijn ontwerpfilosofie was

    simpel: een voorwerp moet niet alleen functioneel zijn, maar ook prettig in het gebruik. Zo pleitte Loewy, als

    adviseur van het NASA ruimtevaartprogramma, ervoor het in aanbouw zijnde Skylab van ramen te voorzien zodat

    de astronauten van het spectaculaire uitzicht konden genieten. Maar Loewy vond vooral esthetiek belangrijk,

    elk product een verleidingskracht hebben. Hij maakte veel gebruik van gladde, ronde opperblakken. Er

    worden zoveel ontwerpen aan Loewy toegeschreven dat het eigenlijk onmogelijk is dat ze allemaal van hem zijn.

    Veel ontwerpen zijn gemaakt door zijn ontwerpbedrijf, waarschijnlijk wel onder zijn supervisie. Veel van zijn

    ontwerpen waren populair. Ontwerpen van Loewy of van zijn bedrijf zijn onder andere: De gestroomlijnde

    locomotieven van Baldwin, de Coca-Cola automaten en de logo’s van Exxon, Lucky Strike en Shell.

    Art Deco in de Architectuur verschilde in veel landen. Vaak werd Art Deco gecombineerd met een andere (na-

    tionale) architectuurstroming. In Nederland leidde dit tot de Amsterdamse School, bijvoorbeeld theater Tu-

    schinski in Amsterdam. In Duitsland leidde het tot het Expressionisme.

    In de periode van de Art Deco was de architectuur in twee groepen in te delen, die beide een belangrijke rol

    speelden. Aan de ene kant waren er de functionele ont-werpers en architecten. In 1925 maakte Le Corbusier

    voor de tentoonstelling in Parijs het Pavilion de l’Esprit Nouveau. Dit gebouw was het meest controversiële ge-

    bouw van de tentoonstelling. Het gebouw was een grote witte ‘doos’ gemaakt van beton, glas en staal. Het was

    met fabrieksmeubelen zo praktisch mogelijk ingericht. Aan de andere kant was er de Art Deco groep. Hierbij

    werd er wel gebruik gemaakt van ornamenten en sierlijke vormen voor het ontwerpen van de gebouwen. De Art

    Deco architectuur werd beheerst door de Amerikanen. De bekendste voorbeelden hiervan zijn de wolken-krabbers in bijvoorbeeld New York en Chicago. Enkele kenmerken zijn: spitse torens, getrapte opstanden, bladvormige versieringen en geo-metrische friezen (lijsten). Belangrijke voor-beelden hiervan zijn: Chrysler Building, empire State Building, Chanin Building, het Rockefeller Center en de Radio City Music hall.

    Onder rechts: Lamb, Shreve, Harmon, Empire state build-ing, 1931Onder links: Pavilion de l’Esprit Nouveau van Le Cor-busier, dus geen Art Deco

  • De Amsterdamse schoolDe Amsterdamse School was de Neder-landse versie van Art Deco in de archi-tectuur. Tot dan toe werd de Nederlandse architectuur altijd gekenmerkt door sterke verticale lijnen. Dit is nog terug te zien in de gebouwen, die aan het begin van deze periode gebouwd werden. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld het Scheepvaarthuis van Van der Mey en het huizenblok aan de Johannes Ver-meerplein/Gabriël Metsustraat van M. de Klerk.

    Hierna wordt onder de invloed van oosterse bouwkunst, de horizontale lijn steeds kenmerkender voor de Amster-damse School. Er kon sinds kort gebruik worden gemaakt van horizontale lijnen door de toepassing van staal en gewa-pend-betonconstructies. Hierdoor was het bijvoorbeeld mogelijk een raam in een bakstenen muur in de breedte groter te maken dan in de hoogte. De gebouwen werden meestal bekleed met baksteen, daarnaast werd ook gebruik gemaakt van natuursteen, hout, siersmeed-

    werk en glas in lood. De gevels wer-den uitgebreid versierd, daarnaast zijn uitbundig metselwerk langs schoorstenen, daklijsten, kozijnen ook kenmerkend voor de Amsterdamse School. In de Amsterdamse School was het deco-ratieve gedeelte heel belangrijk. Hoe dit uitgevoerd werd was sterk afhankelijk van de ontwerper, zij beschouwden zichzelf als individuele kunstenaars. Hoewel er veel overeenkomsten tussen de gebouwen zijn, zijn er per ontwerper belangrijke verschillen.

    J.M. van der Mey en A. Van Gendt, Scheepvaarthuis, Prins Hendrikkade 108-114, 1913/1916 en 1926/1928

    Een flatgebouw op de hoek van de Burgemeester Tellegen-straat te Amsterdam, ontworpen door de architecten P.L. Kramer en M. de Klerk.

    Amstelkade 33