ARMa1S2 - Theorievorming IV · ARMa1S2 - Theorievorming IV Opleiding / Programme...

ARMa1S2 - Theorievorming IV

Opleiding / Programme Opleidingsonderdeel / Code / codeCourse

Architectuur Theorievorming IV ARMa1S2

Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Levelkernvak Ma1uitdiepend

Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersRaf De Saeger 2 3

BegintermenDe algemene toelatingsvoorwaarden zijn beschreven in de onderwijs- en examenregelingDe aanvangscompetenties en -attitudes van de NORMSTUDENT staan hierboven beschreven

Aanvangscompetenties / Prerequisites

de student moet de competenties beschreven in de ECTS-fiche Theorievorming 3 ABa3s1 verworvenhebben.

Bijkomende aanvangscompetenties / Additional prerequisites

Interesse voor (steden)bouwkunst.Interesse voor de interactie tussen ideologie en morfologie evenals een nieuwsgierige houdingtegenover hedendaagse ontwerpen (re-)productieprocessen en actuele maatschappelijke tendensen.

Doelstelling / Goal

Algemene doelstellingen van het OLOD / General goal of the course

De student ontwikkelt volgende competenties:- in staat zijn om zelfstandig en in overeenstemming met disciplinegebonden inzichten een relevantemeer complexe onderzoeksvraag te definiëren en een genuanceerde kwaliteitsvolle redenering op tebouwen van een complex niveau.- in staat zijn om, geconfronteerd met 'nieuwe' disciplinegebonden (theoretische en/ oftoepassingsgerichte) problemen en door combinatie van bestaande antwoorden en oplossingen,planmatig een eigen antwoord/ oplossing kunnen genereren op basis van gevoerd onderzoek.- een standpunt in te nemen ten aanzien van een complex wetenschappelijk betoog of positiebepaling inhet vakgebied.

Wetenschappelijke, domeinen / of beroepsspecifieke competenties / Coursespecific competences

De student ontwikkelt volgende competenties:- een reflecterend vermogen over visie in architectuur en stedenbouw ondersteund door onderzoek

Pagina 1/3

binnen en buiten de discipline.- een begrip van de geschiedenis van het vakgebied en het inzicht in de nieuwste kennis van hetvakgebied of delen ervan en de kunst om maatschappelijke consequenties en context van hetvakgebied te bespreken.- een breed inzicht in de cultuurhistorische methode om de relatie architectuur - tijdgeest te expliciterenbinnen een complexe probleemstelling. - een houvast en inzicht in het tijdelijke van elk maatschappijbeeld.- een oplossend vermogen, gebruik makend van beroepseigen methoden en technieken, van de theorievan de stedenbouw en de culturele vakdomeinen van geschiedenis/landschapsanalyse/ en design.- een vermogen om vanuit de aangereikte theoretische basis hulpmiddelen inzetten bij de lectuur vaneen landschap (bestaand, nieuw, toekomstig).- een vermogen om vanuit de aangereikte theoretische basis een landschap kunnen lezen, analyserenen begrijpen (bestaand, nieuw, toekomstig).

Bijdrage tot de algemene competenties uit het profiel van de afgestudeerde /Contribution to the generic competences

/

Inhoud / ContentsHet OLOD bestaat uit twee delenA. Aan de hand van hedendaagse voorbeelden (na 1968) uit de eigen interessesfeer wordt een zeersubjectief architectuurtheoretisch standpunt naar voor gebracht. De conferenties zijn toegespitst op deontwerpende architect. De student wordt duidelijk gemaakt hoe architectuurtheorie zijnontwerpmogelijkheden stuurt en verbreedt.Volgende onderwerpen komen aan bod:Van het modernisme naar de hedendaagse tijd - het posthumanisme.Metabolisme en archigram, Architectuur in de kunst.De klassieke stedelijke ruimte versus de modern stedelijke vloeiende ruimte- Colin Rowe & Fred Koetter:Collage city. Transformaties- Rossi, Eisenman.B. Het OLOD (Gent) vertrekt met een beschouwende inleiding omtrent 'stedelijkheid'. Aansluitendworden stedelijke relatiepatronen en concepten besproken: van het centrale plaatsenmodel en hetmodel van functionele hiërarchie over het concept van stadsgewest naar netwerkentheorie. Dezemodellen worden getoetst aan de praktijk via de behandeling van stedelijke gebieden en deproblematiek van hun afbakening in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Processen worden besproken die bepalend zijn voor de structuur van een stedelijke en landschappelijkeregio regio. Hierbij worden achtereenvolgens demografische(o.a. de ruimtelijke gevolgen vanveranderende leeftijd- en huishoudenopbouw), sociaal-culturele (etnische pluriformiteit, het cultureleelan binnen de steden, segregatieprocessen, sociale veiligheid) en economische processen (recenteontwikkelingen en lokalisatiefactoren voor kantoren, bedrijven, horeca en detailhandel) behandeld.B. Het OLOD (Brussel) De cursus vertrekt met een inleiding op het Structuurplan Vlaanderen (RSV).Vanuit het RSV wordt een projectie gemaakt naar de individuele structuurplannen die per gemeenteworden opgemaakt. Hierbij wordt aandacht gevraagd voor de drie onderdelen die in een gemeentelijkstructuurplan aanwezig zijn, met name het informatief gedeelte, de gewenste planvorming en hetbindend gedeelte. De student gaat aan de hand van het structuurplan van zijn/haar gemeente na inwelke mate deze onderdelen terug te vinden zijn in het specifieke structuurplan van die bepaaldegemeente. Als onderzoekend/ontwerpende toetsing wordt een analyse gevraagd van de ambities die ophet vlak van de landschappelijke herkenbaarheid van de gemeente aanwezig zijn binnen hetgemeentelijk structuurplan.

Studiemateriaal / Study material

Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory study

Pagina 2/3

materials

Luc Deleu, aanwezigheid Trees De Muynck, syllabus, Stedenbouwkunst 2008-2009 (Gent)Raf De Saeger, Structuurplan Vlaanderen

Aanbevolen bronnen / Recommended sources

- Boudry, L. e.a. : Inzet/Opzet/Voorzet: Stadsprojecten in Vlaanderen. Garant: Antwerpen-Apeldoorn,2006. - Heynen, H., Loeckx, A. ,De Cauter,L. & Van Herck, K. (red.): Dat is architectuur -sleutelteksten uit detwintigste eeuw, uitgeverij 010, Rotterdam 2001, 893 p. - Loeckx, A. (2003): 'Wonen op zoek naar stedelijkheid, dichtheid en duurzaamheid. Debatten,realiteiten, tradities, perspectieven. In: De eeuw van de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden.Voorstudies., Project stedenbeleid. , p. 273-304. Ook downloadbaar vanaf Internet www.thuisindestad.be, Witboek, workshops rond 16 thema's -Richard T. LeGates, R.T. & Frederic Stout (ed.)City Reader. Routledge, London and New York, 2000 - Malcolm Miles, M. Timm Hall and Iain Borden (ed.): The City Cultures Reader. Routledge, London andNew York, 2000 - Colin Rowe & Fred Koetter :Collage city,The MIT Press 1978, 185p- Luc Deleu: Urbi et Orbi, Ludion 2002, 144p- Van Zoest, J. & Meclhers, M.: Leven in de stad: betekenis en toepassing van natuur in de stedelijkeomgeving. Utrecht: KNNV. 2006, 240p.

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege.

Evaluatievorm / Assessment methodOLOD A: Paper OLOD B (Gent): mondeling examenOlod B (Brussel): mondeling examen - presentatie van een aantal case studies uit het RuimtelijkStructuurplan Vlaanderen aangevuld met individuele case analyses door de studenten waarbij zij bijvoorkeur het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan van hun eigen gemeente voorstellen en bekritiserenDeze delen vormen samen één geheel.

Penvoerder van deze ficheNo documents found.

Pagina 3/3

ARMa1S1 - Bouwtechnieken VII


Architectuur Bouwtechnieken VII ARMa1S1

Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Levelkernvak Ma1uitdiepend en gevorderd

Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersSandy De Bruycker , Bruno Depré , Luc Eeckhout , Erik Geens , Dirk Jaspaert , Michiel Langerock1 6



De student moet beschikken over een oordeelkundige, conceptuele kennis voor dimensionering vanstructuurelementen, technische installaties en constructie. De student kan gebouwen en bouwdelen(bouw-)fysisch beoordelen. De student heeft een basiskennis van de structurele wetmatigheden en kandit op een geïnspireerde en creatieve manier aanwenden in zijn ontwerp.De student heeft de attitude om zijn theoretisch kader te toetsen aan de praktijk en heeft inzicht in deproblematiek van de constructie.De student is in staat kritisch te reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van dezediscipline. De student dient een zeer goed inzicht te hebben op comfort, energie enmogelijkheden/beperkingen van de verschillende technieken


/

Doelstelling / Goal


De student kan discipline overschrijdend redeneren en geconsolideerde informatie kunnen verwervenen verwerken in het Nederlands en in een andere forumtaal.


De student kan projectspecifiek gebonden concepten van de totaliteit van de "Technische uitrustingen"ontwikkellen vanuit zorg voor comfortkwaliteit, energie en architectuurconcept. De student is eenwaardevolle technische gesprekspartner in het bouwproces.

Pagina 1/3


Het kunnen communiceren over eigen onderzoek, zowel mondeling als schriftelijk.Inzicht krijgen in de nieuwste kennis van het vakgebied.Zelfstandig bouwtechnisch redeneren en problemen oplossen.

Inhoud / Contents

Bouwtechnieken: Integratie Oefening (3 studiepunten)

Gedeeltelijke bouwkundige uitwerking van een ontwerp.Bestaande uit :• ontwikkelen van draagconstructie (structureel schema) en schatten van dimensies• bouwtechnisch ontwerpen (hoofdprincipes en uitvoerbaarheid)• bouwkundige detaillering (bouwfysica - doelstelling K40) , water- en winddichting, bevestiging,aansluitingen,..)• technische installaties (infrastructuur)• milieu en duurzaam bouwen, o.a. EPBAandacht aan integratie van de diverse disciplines

Energie: DuBo en EPR (3 studiepunten)

Energie : trias energetica, duurzame energie en bronnen, concept van installaties-Opmaak van een aantal voorbeelden van concepten, met grote aandacht voor comfort, triasenergetica, duurzame energie en bronnen. -Uitwerken van het concept naar een voorontwerp van technische uitrustingen teneinde de interactietussen "technieken" en "architectuur" te ontdekken en creatief ontwerpmatig te benadern.Energie : EPW en EPU-Toelichting van de regelgeving op vlak van EPW en EPU-Toelichting van de implementatie van deze regelgeving in door de overheid opgestelde software.Analyse van de mogelijkheden en beperktheden van deze systemen, specifiek belicht vanuit deinvalshoek "energiezorg"


Noodzakelijk of verplicht studiemateriaal / Required or obligatory studymaterials

eigen cursusteksten, up-to-date bronnen via Toledo. EPW en EPU softwarepakket: gratis te downloaden van het internet.


Pagina 2/3

syllabi BaArEnergie Prestatie ReglementeringNBN E59-019

Onderwijsvorm / Teaching methodWerkseminaries, seminaries, begeleide oefeningen en hoorcolleges

Evaluatievorm / Assessment methodEnergie & electra : schriftelijk (campus Brussel: +mondeling)Integratieoefening : permanente evaluatie en evaluatie ingediend werkstuk (Brussel: + mondelingetoelichting)


Pagina 3/3

ARMa1S2 - Bouwtechnieken VIII


Architectuur Bouwtechnieken VIII ARMa1S2

Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Levelkernvak Ma1elementair

Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersErik Geens , Patrick Lints , Johan Willocx2 7



De student moet beschikken over een oordeelkundige, conceptuele dimensionering van de in zijnontwerpen aan te wenden structuurelementen. De student kan gebouwen en bouwdelen fysischbeoordelen. De student kent een basiskennis van de structurele wetmatigheden en kan dit op eengeïnspireerde en creatieve manier aanwenden in zijn ontwerp.De student heeft de attitude om zijn theoretisch kader te toetsen aan de praktijk en heeft inzicht in deproblematiek van de constructie.De student is in staat kritisch te reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van dezediscipline.


/

Doelstelling / Goal


/


De student kan een constructieve opvatting ontwikkelen, die meest geschikt is om een specifiek ontwerphaalbaar te maken. De student heeft een juist inschattingvermogen omtrent de mogelijkheden die eenmateriaal biedt naar ontwerp toe. De student verdiept zich verder in de ontwikkeling van constructieve en bouwfysische details, rekeninghoudend met uitvoerbaarheid, energie, materiaalgebruik. De student heeft inzicht in fundamenteleonderscheiden tussen verschillende structurele configuraties, bv massa-, vector- en stressed

Pagina 1/3

skin-opvattingen en in de verschillende structuursystemen waarmee hoogbouw kan wordengerealiseerd. De student is in staat een goed grondonderzoeksprogramma te bepalen, het grondrapportte begrijpen en kan zelf de resultaten kritisch beoordelen. De student kan voor een bouwproject degrondmechanische vraagstellingen formuleren, kan oordelen of bijkomend advies of studie vandeskundigen vereist is en heeft inzicht in de gebruikelijke funderingstechnieken (ondiep, half-diep, diep).De student kan de structurele principes van een schaal of vouw structuur toepassen op eigen ontwerp.De student kan door een fysisch hangend model de optimale vorm voor een schaalstructuur vinden. Destudent kan projectspecifiek gebonden concepten qua brandveiligheid opstellen binnen het architectuurconcept. De student is een waardevolle technische gesprekspartner zijn in het bouwproces


Het kunnen communiceren over eigen onderzoek, zowel mondeling als schriftelijk.Inzicht krijgen in de nieuwste kennis van het vakgebied.Zelfstandig bouwtechnisch redeneren en problemen oplossen.

Inhoud / Contents

Seminaries Constructie (2 studiepunten)

De studenten verwerven een gevorderde kennis van verschillende bouwfacetten : detailering,uitvoerbaarheid, bouwfysica ( Koudebrugproblematiek, Zomercomfort in gebouwen), bouwpathologie,....Diverse aspecten aansluitend op recente projecten en lopend onderzoekswerk.

Geologie en Grondmechanica (2 studiepunten)

- grond : ontstaan, grondsoorten, grond- en grondwaterdrukken, fysische gedrag en mechanischeeigenschappen naar sterkte en vervorming- grondonderzoek : onderzoeksmethoden met bijzondere aandacht aan de uitvoering, interpretatie entoepassing van de diepsondering - toepassing van ondiepe funderingen : beoordeling van de toepasbaarheid aan de hand van deoverweging van diverse grenstoestanden, berekening draagvermogen en zettingen, aandachtspuntenbij uitvoering - putfunderingen : uitvoeringswijze en kritische beoordeling, toepasbaarheid- paalfunderingen : overzicht van de diverse (Belgische) paalsystemen, toepasbaarheid en beperkingen.

Grote overspanningen, schaal- en lichtgewichtconstructies (2 studiepunten)

Deel 1: Grote Overspanningen: In de masterjaren worden de studenten in het kader van hunontwerpprojecten vaak geconfronteerd met bouwwerken die de toepassing van grote overspanningen (±50 tot 100 m en meer) vergen. De studenten ondervinden desbetreffend de behoefte te kunnenbeschikken over een overzicht van de verschillende mogelijkheden om dergelijke grote overspanningente realiseren. De lessen Grote Overspanningen willen in die behoefte voorzien. De lessen richten zichdaarbij tot draagconstructie-systemen voor laagbouw, specifiek voor utiliteitsbouw:tentoonstellingshallen, evenementenhallen, sporthallen, stadions, bedrijfsgebouwen, commerciëlecentra, vliegtuighangars, opslaghallen, e.d. De lessen Grote Overspanningen behandelen alsdraagconstructiesystemen voor grote overspanningen: lineaire vakwerkconstructies, ruimtevakwerken,boogconstructies, afgetuide constructies, lineaire hangconstructies, dubbelgekromde hangdaken en

Pagina 2/3

tenten, schalen en schaalachtige constructies. Van deze draagconstructiesystemen worden behandeldde toepassingsmogelijkheden, de technische specificaties, de vormen, de ontwerpregels, dekrachtswerkingen, de stabiliteit, de materialen, e.d.

Deel 2 : Schaal- en Lichtgewichtconstructies: Dit deel handelt als draagconstructiesystemen specifiekover schaalstructuren en lichtgewichtconstructies. Betreffende deze constructies verwerft de student,door het aanleren van modelleertechnieken en het experimenteel niet-destructief testen van tijdens hethoorcollege gemaakte modellen, inzicht in optimale schaalvormen, resp. in het ontwerpen vanlichtgewichtconstructies, hun krachtswerking, structurele detaillering en beperkingen.

Veiligheid (1 studiepunt)

-Brand : Karakteristieken, Brandgedrag van materialen en elementen; Reactie bij brand van materialen;Brandweerstand van bouwelementen; basisnormen brand; -Ontwerpcriteria mbt algemene veiligheid & gezondheid.



eigen cursustekst, up-to-date bronnen via Toledosyllabus Geologie en Grondmechanica,Tim Debacker (laatste versie)syllabus Geologie en Grondmechanica van Johan Willocx (laatste versie)cursus Grote Overspanningen Karel Peeters (laatste versie)cursus Schaal' en Lichtgewichtconstructies Sigrid Adriaenssens (laatste versie)


WTCB, diverse Technische Voorlichtingsnota's en andere publicaties (volgens opgave)Belgische normeringen qua brandveiligheid

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges, seminaries, begeleide oefeningen, begeleide zelfstudie

Evaluatievorm / Assessment methodgedeeltelijk schriftelijk, gedeeltelijk indienen paper, gedeeltelijk mondeling.


Pagina 3/3

ARMa2S1 - Bouwtechnieken IX


Architectuur Bouwtechnieken IX ARMa2S1


Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersSandy De Bruycker , Erik Geens , Patrick Lints , Laurens Luyten1 5



De student heeft de attitude om zijn theoretisch kader te toetsen aan de praktijk en heeft inzicht in deproblematiek van de constructie.De student is in staat kritisch te reflecteren over de verworvenheden en beperktheden van dezediscipline.De student moet beschikken over een oordeelkundige, conceptuele akoestische comforteisen,technische installaties en constructie. De student kan gebouwen en bouwdelen in al hun aspecten(structureel, constructief, ...) onderzoeken, analyseren en beoordelen. De student heeft een basiskennis op het vlak van akoestiek en kan dit op een geïnspireerde encreatieve manier aanwenden in zijn ontwerp.


/

Doelstelling / Goal


/


De student beschikt over een ruim inzicht in de realisatie van gebouwen en structuren, en kan deze opeen wetenschappelijk verantwoorde wijze onderzoeken, analyseren, synthetiseren en beoordelen.De student bezit een projectspecifiek gebonden concept van "akoestiek" vanuit zorg voorcomfortkwaliteit en architectuurconcept.

Pagina 1/3


Het kunnen communiceren over eigen onderzoek, zowel mondeling als schriftelijk.Inzicht krijgen in de nieuwste kennis van het vakgebied.Zelfstandig bouwtechnisch redeneren en problemen oplossen.De afgestudeerde is in staat een eigen onderzoek op te zetten en de passende onderzoeksmethode's tehanteren.

Inhoud / Contents

Onderzoekseminarie Constructie & Structuur (3 studiepunten)

IVOTO: De studenten doen onder begeleiding een bouwtechnisch onderzoek op een bestaand(nationaal of internationaal) relevant gebouw of gebouwonderdeel. Daarbij wordt de samenhang vankeuzes op technisch vlak en architectuur op een kritische en analytische wijwe onderzocht.Ze toetsen en vezamelen hun onderzoek en stellen hun onderzoekswerk voor in een digitalepresentatie.

Akoestiek (2 studiepunten)

- Geluidsisolatie van gevelelementen (glas, vensters, dichtingen, ventilatieroosters en lekken), vandakconstructies en gevelwanden. Berekenen van geluidsisolatieniveau's- Geluidsisolatie van binnenwanden : 'zware' wanden en lichtgewichtwanden- Geluidsisolatie tussen 2 ruimten. Bouwrichtlijnen voor rijwoningen en appartementen, Contactgeluid encontactgeluidsisolatie - Geluid in leidingen- Geluid in renovaties : o.a. houten vloeren- Toepassingen



Eigen cursustekst, up-to-date bronnen worden vermeld op toledo.


/

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges, begeleide oefeningen, begeleide zelfstudie.

Pagina 2/3

Evaluatievorm / Assessment methodOnderzoekseminarie bouwtechniekenSchriftelijke rapportering van de onderzoeksresultaten & mondelinge voorstellen (Br)..

AkoestiekCampus Gent : Schriftelijk met formularium (Korte theorievraagjes + Oefening).Campus Brussel : Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding.


Pagina 3/3

ARMa1S1 - Traject I


Architectuur Traject I ARMa1S1

Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Leveltraject Ma1gevorderd

Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersChotima Ag-ukrikul , Willy Azou , Leslie Burm , Corneel Cannaerts , Floris De Bruyn , Jan De Vylder ,Petra Decouttere , Marc Dujardin , Wim Goossens , Martin Herman , Bart Hollanders , Ruth Hommelen ,Nel Janssens , Dirk Jaspaert , Thierry Lagrange , Marc Macken , Jan Maenhout , Guy Mouton , TomasOoms , Bruno Peeters , Yves Schoonjans , Jao Smet , Erik Van Daele , Kristiaan Van Weert , HugoVanneste , Caroline Voet

1 17



Slagen voor OLOD ontwerpen semester 6 van ba3 of in bezit zijn van Bachelor diploma dat toegangverleent tot Masters Architectuur.

-De student kan de eigenheid van de architectuurdiscipline verkennen. Hij kan verschillende inzichten,redeneringen en methodes binnen architectuur met elkaar confronteren en vergelijken.-De student kan disciplinegebonden redeneren. Hij beschikt over een cultureel, wetenschappelijk,grafisch en technisch kader om een kwalitatieve redenering op te bouwen en te discussiëren omtrent deeigentijdse architectuurproblematiek.-De student kan op een creatieve manier een antwoord ontwikkelen op nieuwe architectuurproblemen.Hij kan individueel en/of in groep een coherent en onderbouwd architectuurontwerp ontwikkelen.


De student heeft inzicht en affiniteit met :de meervoudige complexiteit van een architectuurprojectaADhet inzetten van het architecturaal onderzoek als exploratief mediumeAD.de bredere sociale en maatschappelijke impact van architectuur en architectuurprojecten op hetstedelijke geheel en landschapuAD.

Doelstelling / Goal


Op kritische manier informatie verwerven en verwerken via onderzoek en zelfstudie om op specifiekemanieren binnen het traject aAd, eAd en uAD projectmatig, exploratief en methodisch te handelen.


Pagina 1/5

De student onderkent de eigenheid van het aAD, eAD of uAD traject. Hij kan zijn persoonlijkreferentiekader in verband met architectuur herinterpreteren vanuit ;- de specifieke architecturale kleuring van het project aAD- de specifiek exploratieve benadering van de probleemstelling eAD- de specifieke stedenbouwkundige en architecturale kleuring van het traject uAD

De student verkent het onderzoek en probleemoplossend vermogen van het aAD, eAD of uAD traject.Hij begrijpt de waarde om;- een architectuurproblematiek vanuit een architecturale en constructieve context te benaderenaAD- een architectuurproblematiek vanuit een exploratieve methode te benadereneAD- een architectuurproblematiek vanuit een stedelijke of landschappelijke context te benaderenuAD

-De student kan de grenzen van het aAD, eAd en uAD instrumentarium en de methodologie inschatten.Door het aAD, eAD of uAD instrumentarium en de methodologie toe te passen onderkent de student degrenzen en waarden van de aAD, eAD of uAD kleuring.

Het OLOD is inleidend: de student leert de mogelijkheden en beperkingen van de aAD, eAD of uAD kleuring kennen


-De student vormt zich een kritisch beeld over de specifieke eigenschappen van de architecturalediscipline. Hij kan op een geargumenteerde wijze zijn positie bepalen t.o.z. elk traject, met het oog opeen definitieve keuze voor één bepaald traject.

De student kan denken in mogelijkheden. Bij het oplossen van een probleem beperkt hij zich niet tot hetuitwerken van één oplossing maar exploreert enerzijds verschillende ontwerpmethodieken, scenario'sen simulaties. Anderzijds kan hij duidelijk situeren hoe een architecturaal, exploratief enstedenbouwkundig proces in werking treedt en evolueert. Dit ontwerpend, explorerend en analytisch vermogen getuigt van een beheersing van de complexiteit,eigen aan het toegepaste onderzoek binnen elk traject.

Inhoud / ContentsDe student onderkent de eigenheid van het aAD, eAD of uAD traject. Hij kan zijn persoonlijkreferentiekader in verband met architectuur herinterpreteren vanuit ;- de specifieke architecturale kleuring van het project aAD- de specifiek exploratieve benadering van de probleemstelling eAD- de specifieke stedenbouwkundige en architecturale kleuring van het traject uAD

De student verkent het onderzoek en probleemoplossend vermogen van het aAD, eAD of uAD traject.Hij begrijpt de waarde om;- een architectuurproblematiek vanuit een architecturale en constructieve context te benaderenaAD- een architectuurproblematiek vanuit een exploratieve methode te benadereneAD- een architectuurproblematiek vanuit een stedelijke of landschappelijke context te benaderenuAD

-De student kan de grenzen van het aAD, eAd en uAD instrumentarium en de methodologie inschatten.Door het aAD, eAD of uAD instrumentarium en de methodologie toe te passen onderkent de student degrenzen en waarden van de aAD, eAD of uAD kleuring.

Het OLOD is inleidend: de student leert de mogelijkheden en beperkingen van de aAD, eAD of uAD kleuring kennen

-De student vormt zich een kritisch beeld over de specifieke eigenschappen van de architecturale

Pagina 2/5

discipline. Hij kan op een geargumenteerde wijze zijn positie bepalen t.o.z. elk traject, met het oog opeen definitieve keuze voor één bepaald traject.

De student kan denken in mogelijkheden. Bij het oplossen van een probleem beperkt hij zich niet tot hetuitwerken van één oplossing maar exploreert enerzijds verschillende ontwerpmethodieken, scenario'sen simulaties. Anderzijds kan hij duidelijk situeren hoe een architecturaal, exploratief enstedenbouwkundig proces in werking treedt en evolueert. Dit ontwerpend, explorerend en analytisch vermogen getuigt van een beheersing van de complexiteit,eigen aan het toegepaste onderzoek binnen elk traject.

3Inhoud (Course contents): een gestructureerde samenvatting van de leerinhoud van elk deel-OlodDe student wordt geconfronteerd met een georiënteerde benadering van het architectuurproject;

- met een specifiek architecturale benadering en kleuring van het architectuurprojectaAD- met een specifiek exploratieve benadering en kleuring van het projecteAD- met een specifiek stedenbouwkundige benadering en kleuring van het architectuurprojectuAD aADDe nadruk ligt op het omgaan met het begrip complexiteit, in haar ruime betekenis. De student leert omte gaan met de complexiteit eigen aan omvangrijke of moeilijke bouwprogramma's en programma vaneisen. Hij leert deze problematiek te begrijpen, te analyseren en te vertalen in ontwerpen gerelateerdaan een maatschappelijke context. De oefening is gebiedsgericht. Deze ontwerpen wordengeïnterpreteerd vanuit een visie die het concept als centrale thematiek vooropstelt.

aAD Theoretische Componenten

- Mixed Media : In deze component wordt gewerkt op organigrammen en schema's. Daarbij wordenverschillende soorten inhoud geïntroduceerd. Essentieel bij deze studie is het hanteren vanorganigrammen en schema's èn als werkinstrument èn als communicatiemiddel. Verder wordt ergezocht naar tekentechnieken die het onderzoek van concepten optimaliseren en visualiseren. - Geschiedenis en theorie: De student wordt geconfronteerd met verschillende bestaande visies endenkkaders in verband met de architectuur en haar bijzondere relatie tot moeilijke programma's enprogramma's van eisen. Verder wordt een introductie gegeven van de nauwe relatie tussen hettechnisch detail, de structuur en het oorspronkelijk concept (op historisch, conceptueel en technischniveau)

eADDe nadruk ligt op de kritische verkenning naar aanleiding van technische, materiele, constructieve,bouwfysische, ecologische structurele of andere uitdagingen via het werken met formats, het opbouwenvan ervaringsprototypen en het propageren van het ontwerp en onderzoeksproces.

eAD Theoretische Componenten

- Bouw Technieken : De student onderbouwt z'n ontwerp vanuit een creatieve structurele, constructieveen bouwfysische benadering en werkt op een doorgedreven techniciteit van de specifiek architecturaleinhoud.

- Gechiedenis en Theorie : De student onderbouwt z'n ontwerp vanuit een architectuurtheoretischebenadering en/of vanuit architectuurgeschiedenis. De student onderzoekt de impact en demogelijkheden van een ontwerp op verschillende schaalniveaus.

uAD

De nadruk ligt op het verkennen van de architecturale impact en potentieel binnen een stedelijkeproblematiek. Gedurende semester Ma1S1 leren de studenten een stedelijke problematiek lezen, interpreteren en

Pagina 3/5

analyseren vanuit een project gebaseerd potentieel. De student leert om te gaan met objectieve ensubjectieve informatie, statistische gegevens, kaartmateriaal, historische gegevens enstedenbouwkundige strategieën, hij/zij kan de verworven informatie confronteren en beheersen envertalen naar een eigen visie en interpretatie

uAD Theoretische Componenten

- Geschiedenis en theorie: De student wordt geconfronteerd met verschillende bestaande visies endenkkaders in verband met de sociologie, geschiedenis, architectuur en stedelijkheid en haarbijzondere relatie tot architecturale programma's, stedenbouwkundige strategieën enlandschappelijkheid.



-Projectgebonden literatuur wordt voorgesteld in atelier en indien noodzakelijk doorgegeven via Toledo- werkplatform


aAD-Vakliteratuur en actuele publicaties te raadplegen in de bibliotheek of via andere kanalen.- Kenneth Frampton, Moderne architectuur, een kritische geschiedenis, Sun, 1980, Nijmegen,- Kate Nesbitt (ed), Theorizing a new agenda for Architecture, an anthology of architectural theory,1965-1995, Princeton Architectural Press, 1996, New York- GUST (ed), The urban condition: space, community and self in the contemporary metropolis, 010publishers, 1999, Rotterdam 1999- de tijdschriften detail (D), A+U (J), Lotus (I)- Afhankelijk jaarlijkse Themata- GUST (ed), The urban condition: space, community and self in the contemporary metropolis, 010publishers, Rotterdam 1999; - Legates, Richard T (ed), The city reader, Routledge, New York, 1996uAD- e-document: www.Thuis in de stad.be, stadsmonitor - JA 63 Fiber City- www.fibercity2050.netLearning from the Japanese City Barrie Shelton / Taylor & Francis / 1999Le Japon, gestion de l'espace et changement social Augustin Berque / Flammarion / 1976Stadtplannung in JapanUta Hohn / Dortmunder Vertrieb für Bau- und Planungsliteratur / 2000The Extended Metropolis, Settlement Transition in Asia, Edited by N. Ginsburg, T.G. Mc Gee, B. Koppel / The Rural-Urban Dichotomy Reexamined: Beyond theErsatz Debate, Bruce Koppel / The persistence of Agriculture in Urban Japan : An Analysis of the TokyoMetropolitan Area, Gil Latz / The Emergence of Desakota Regions in Asia : Expanding a Hypothesis,T.G. Mc Gee / The University of Hawaii Press / 1991The making of Urban Japan Andre Sorensen / Routledge 2002- Recollecting Landscapes, (P. Uyttenhove et al)

Onderwijsvorm / Teaching method

Pagina 4/5

Projectonderwijs; een mengvorm van hoorcolleges, seminaries, workshops, begeleide oefeningen,lezingen, ontwerpproject en excursie rond één gezamenlijke ontwerpproblematiek.

Evaluatievorm / Assessment methodDe student presenteert mondeling een project voor een evaluatieteam. Het team is samengesteld uit deatelierdocent, de verantwoordelijken van de beide theoretische componenten

De verschillende componenten worden op dezelfde documenten beoordeeld. De student wordt:- beoordeeld op de manier waarop hij een coherente architecturale visie kan ontwikkelen. - beoordeeld op de manier waarop hij een lezing van een opgelegd gebied/omgeving ruimtelijk kanlezen en de potenties ervan kan onderkennen en argumenteren. Hij bespreekt de verschillenderuimtelijke scenario's en ontwikkelde regulaties en kan argumenteren waarom de uitgewerkte oplossingte verkiezen is binnen de gegeven opdracht, problematiek en theoretisch kader. Hij toont hierbij aan dat hij een architecturale complexiteit in de ruime betekenis kan beheren.


Pagina 5/5

ARMa2S1 - Traject III


Architectuur Traject III ARMa2S1


Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersBram Aerts , Carl Bourgeois , Jan Bruggemans , Martine De Maeseneer , Raf De Saeger , Luc De Vos ,Jan De Vylder , Petra Decouttere , Erik Geens , Michiel Helbig , Arnaud Hendrickx , Bart Hollanders , JiriKlokocka , William Lievens , Patrick Lints , Marc Macken , Tomas Nollet , Luc Reuse , Mira Sanders ,Robin Schaeverbeke , Yves Schoonjans , Sven Sterken , Ann Voets , Johan Willocx

1 17



-De student kan de eigenheid van de architectuurdiscipline verkennen. Hij kan verschillende inzichten,redeneringen en methodes binnen architectuur met elkaar confronteren en vergelijken.

-De student kan disciplinegebonden redeneren. Hij beschikt over een cultureel, wetenschappelijk,grafisch en technisch kader om een kwalitatieve redenering op te bouwen en te discussiëren omtrenteigentijdse architectuurproblematieke

-De student kan op een creatieve manier een antwoord ontwikkelen op nieuwe architectuurproblemen.Hij/zij kan individueel en/of in groep een coherent en onderbouwd architectuurontwerp ontwikkelen

-De student kan een architectuur problematiek binnen het geven gebied identificeren.

-De student kan op basis van de aangereikte architecturale problematiek zelf een mogelijkonderzoekstraject uittekenen en heeft een besef van het nodige instrumentarium en de vereistemethodologie.

- De student heeft interesse in ontwerpmatig onderzoek. Hij kan op een originele en creatieve maniernieuwe inzichten opbouwen rond bestaande, ruimtelijke thema's door middel van veldonderzoek,literatuuronderzoek, referentieprojecten en door het testen van verschillende ontwerpmogelijkheden.


-De student heeft reeds een uitgebreide achtergrond van referentieprojecten inzakearchitectuurprojecten.

Doelstelling / Goal


Pagina 1/4

/


-De student kan op een grafische en verbale manier zijn onderzoek communiceren aan buitenstaanders.

-De student begrijpt en communiceert de essentie van zijn ruimtelijk voorstel. Op die manier kan hijtijdens het ontwerpproces flexibel reageren op opmerkingen, discussies of verdere analyseresultatentijdens het ontwerpproces. Hij kan het eigen ontwerp steeds heruitvinden of herinterpreteren zonder deessentie ervan te wijzigen.

-De student heeft een notie van de mogelijke evolutie in de tijd van een ruimere omgeving onder invloedvan zijn/haar ontwerpvoorstel. Hij/zij denkt doorheen verschillende schaalniveaus en heeft een besefvan de tijdsdimensie van het project.

- De student kan denken in mogelijkheden. Bij het oplossen van een probleem beperkt hij zich niet tothet uitwerken van één oplossing maar exploreert enerzijds verschillende ontwerpmethodieken en kananderzijds duidelijk situeren hoe een architecturaal proces in werking treedt en evolueert. Ditontwerpend vermogen getuigt van een beheersing van de complexiteit, eigen aan dat architecturaalproces.


-De student is in staat om op een wetenschappelijke/artistieke wijze te kunnen denken en handelen.

-De student is in staat om met actoren van de praktijk en de onderzoeksgemeenschap te discussiërenen begrijpt hoe de theorievorming beweegt en hoe die in relatie staat tot de praktijk en kan reflecterenover eigen denken en werken en kan die reflectie vertalen naar de ontwikkeling van adequateoplossingen.

-De student kan zelfstandig een ontwerpmatig en systematisch onderzoek uitvoeren.

-De student kan omgaan met complexe problemen in een onzekere context ( wicked problems:problemen die geen exacte oplossing hebben en zich over verschillende vakgebieden uitstrekken)

-Op kritische manier informatie verwerven en verwerken via onderzoek en zelfstudie om op specifiekemanieren in elk traject projectmatig en methodisch te handelen.

Inhoud / Contents- Atelier: de student wordt geconfronteerd met een georiënteerde benadering van hetarchitectuurproject onder de vorm van 3 keuzetrajecten: uAD, eAD en aAD waarbij integratie ensynergie ontstaat tussen het ontwerpen en de manteldisciplines door de componenten Geschiedenis enTheorie, Mixed-Media, Bouwtechnieken en Beroepspraktijk.Trajecten zijn specifieke sporen via dewelke architectuur wordt ontgonnen:- uAD: urban Architecturaal DesignOntwikkelen van architectuurprojecten met een stedenbouwkundige impact.Ruime interpretatie van 'context', projecten worden gekenmerkt door een kritisch contextualisme.In semester 3 wordt de nadruk gelegd op een complexe stedelijke problematiek waarbij hetstadsontwerp functioneert als ontwerpinstrument tussen architectuur en stedenbouw.

- eAD: exploratief Architecturaal DesignExploratief staat voor een verkennende houding waarbij de zoektocht binnen het opgegeven

Pagina 2/4

ontwerpveld -niet een afgelijnde programatorische opdracht- essentieel is. Het resultaat is een exploratief architecturaal concept met een eigen onderzoekslogica en een toetsingaan de gestelde uitgangspunten, en is door de aard van het experiment per definitie onvoorspelbaar.In semester 3 wordt de nadruk gelegd op

- aAD: advanced Architecturaal DesignContextuele interactie, in dialoog met een 'context', binnen een afgelijndprogramma vertrekkend vanuit hedendaagse architecturale & bouwtechnischeaspecten, vernieuwend programmatorisch onderzoek, herdenken van programma's, economisch, sociaal, ecologisch.In het 3de semester wordt de nadruk gelegd op detail.

-Mixed Media: De student leert verschillende technieken en mogelijkheden om zijn/haar ontwerpideeën,concepten en strategieën op een grafische manier voor te stellen aan mensen buiten het doorlopenontwerpproces. Het belang van communicatie wordt in een aantal seminaries door middel vanreferentieprojecten geduid.

-Geschiedenis en theorie. De student onderbouwt z'n ontwerp vanuit een architectuurtheoretischebenadering en/of vanuit architectuurgeschiedenis. De student onderzoekt de impact en demogelijkheden van een ontwerp op verschillende schaalniveaus

-Bouwtechnieken : De student onderbouwt z'n ontwerp vanuit een creatieve structurele, constructieveen bouwfysische benadering en werkt op een doorgedreven techniciteit van de specifiek architecturaleinhoud.



/


--- GUST (ed), The urban condition: space, community and self in the contemporary metropolis, 010publishers, Rotterdam 1999; Legates, Richard T (ed), The city reader, Routledge, New York, 1996;Heynen, Hilde (ed), Dat is architectuur - sleutelteksten uit de twintigste eeuw, 010 publishers,Rotterdam, 2001

- e-document: www.Thuis in de stad.be, stadsmonitor

Onderwijsvorm / Teaching methodProjectonderwijs; een mengvorm van hoorcolleges, seminaries, workshops, begeleide oefeningen,lezingen, ontwerpproject en excursie rond één gezamenlijke ontwerpproblematiek.

Het ontwerpproject wordt verder omkaderd door:Mixed media: seminaries, lezingen, workshop, projectbegeleiding.Geschiedenis en theorie: discussieforums, lezingen, seminaries, excursie, projectbegeleiding.Bouwtechnieken: lezingen en projectbegeleiding.

Evaluatievorm / Assessment methodDe student presenteert mondeling een project voor een atelierteam. Het team is minstens samengesteld

Pagina 3/4

uit de atelierdocent en de verantwoordelijken van de beide componenten.

Atelier (11 sp): De student wordt beoordeeld op de coherentie van het ontwerp doorheen deverschillende schaalniveaus en doorheen de tijd. Mixed media (3 sp): De grafische toelichting van het ontwerp wordt geëvalueerd, de manier waarop destudent op een leesbare en creatieve manier de essentie van zijn ontwerp kan overbrengen.Geschiedenis en theorie( 3sp) De student kan zijn ontwerp positioneren binnen een hedendaagsarchitectuurdebat. Bovendien wordt gekeken hoe de student de karakteristieken en instrumenten vaneen stadsontwerp in zijn/haar ontwerp heeft gebruikt en herdacht. Bouwtechnieken: (3 sp): De student wordt beoordeeld op de creatieve coherentie van het ontwerp opstructureel, constructief en bouwfysisch niveau.


Pagina 4/4

ARMa2S2 - Traject IV


Architectuur traject IV ARMa2S2


Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersMarc Belderbos , Carl Bourgeois , Dag Boutsen , Wouter Cox , Lieven Dejaeghere , Marc Dujardin ,Gisele Gantois , Marc Godts , Arnaud Hendrickx , Ruth Hommelen , Thierry Lagrange , Eugeen Liebaut, Marc Macken , Jan Maenhout , Paul Robbrecht , Erik Rombaut , Johan Rutgeerts , Mira Sanders ,Robin Schaeverbeke , Erik Van Daele , Marie-José Van Hee , Guy Van Kerckhoven , Hugo Vanneste

2 24



- De student kan op basis van de aangereikte ontwerpproblematiek zelfstandig een onderzoek- enontwerpproces uitwerken en heeft ervaring met het nodige instrumentarium en vereisteontwerpmethodologie opgedaan.

- Hij beheerst het ontwerpmatig onderzoek en kan op originele en creatieve manier nieuwe inzichtenverwerven door veldwerk en onderzoek en kan dit theoretisch onderbouwen.

- De student kan gevorderd architectonisch ontwerpen: een syncretische activiteit, dat is uiteenlopende,soms tegenstrijdige en in de tijd evoluerende factoren samenbrengen in één concept en heeftconstructieve inzichten die opgenomen in deze scheppende activiteit leiden tot een structureel,constructief en infrastructureel logische vertaling in een maatschappelijk verantwoorde context.


- De student heeft via het doorlopen van een traject (aAD, eAD of uAD) zich een coherenteontwerpmethode eigen gemaakt en heeft in de uitgewerkte projecten in de Masteropleiding blijkgegeven in staat te zijn (soms tegenstrijdige) functionele, formele, contextuele, structurele, culturele,semantische en sociale factoren tot een creatieve en kwalitatieve synthese te brengen.Hij is in staat een eigen onderzoeksvraag te selecteren, formuleren en passend te beantwoorden.

Doelstelling / Goal


- De tijdens de studie verworven competenties origineel en creatief te integreren en zelfstandig tot eensynthese samen te brengen en dit op een coherente manier te kunnen formuleren.

- De masterproef is het werktstuk waarmee de masteropleiding wordt voltooid. De afstuderende bewijst

Pagina 1/4

daarme bekwaamheden, kennis en inzichten verworven tijdens de studie, op een creatieve enauthentieke manier te kunnen integreren en tot een synthese samen te kunnen brengen.

- De student zal met zijn project aantonen dat hij de omvangrijke leerstof die hem gedurende zijnopleiding werd aangereikt tot een wezenlijke synthese van hoge kwaliteit kan verwerken, en aldus klaaris om zijn specifieke maatschappelijke deeltaak op te nemen.


- Met de Masterproef toont de student aan dat hij het architectuur ontwerp op een gevorderd niveauzelfstandig als syncretische activiteit beheerst via een ontwerpmethodologisch onderzoek.De student is in staat een eigen onderzoek/project te selecteren en als project of dissertatie uit tewerken door middel van een onderzoeksmatig ontwerp en ontwerpmatig onderzoek vanuit eenspecifieke trajectachtergrond. Hij/zij beschikt daarbij over het vermogen het project via eenmulti-disciplinaire sturing te concipiëren- Met de Masterproef profileert de student zich in het actuele architectuurdebat en sluit hij aan bij denieuwste inzichten en verworvenheden in het vakgebied.- Daarenboven dient uit deze proef te blijken dat de kandidaat alle aspecten van het wordingsproces van'architectuur' beheerst:- probleemgevoeligheid en geëngageerd initiatief;- ethisch standpunt en 'architectuur'-theoretische visie;- programmatorisch onderzoek en contextanalyse;- duidelijke conceptvorming;- persoonlijke (ver-)beelding;- structureel en constructief logische vertaling;- relevant voorbeeld van uitvoerbaarheid;- voor zichzelf sprekende voorstelling en accurate verdediging.- Met de Masterproef toont de student aan dat hij het architectuur ontwerp op een gevorderd niveauzelfstandig als syncretische activiteit beheerst, onderzoeksmatig kan ontwerpen en ontwerpmatig kanonderzoeken op een niveau van een beginnend architect.

- Met de masterproef profileert de student zich in het actuele architectuurdebat en sluit hij aan bij denieuwste inzichten en verworvenheden in het vakgebied.

- De student kan over het ontwerp communiceren met kwalitatieve grafische en multi-media techniekenen presentatie.


- Met de Masterproef worden in principe alle competenties van academische master aangesproken enkritisch getoetst.

- De student zal in de loop van het traject zelfstandig wetenschappelijk/artistiek moeten denken enhandelen en beschikt hierbij over een probleemoplossend vermogen en is in staat complexe problemenpassend te benaderen. De student zal tegenover de begeleiders en de juryleden kritisch reflecterenover eigen denken en werken en kan deze reflectie vertalen naar de ontwikkeling van adequatearchitectonische en stedenbouwkundige oplossingen.

- De student kan onderzoeksmethoden en technieken hanteren en beschikt over het vermogen encreativiteit om kennis en inzichten continu verder uit te breiden.

- De student kan over het ontwerp communiceren met vertegenwoordigers uit de eigen discipline,andere disciplines en derden via kwalitatieve grafische middelen, multi-media technieken en een

Pagina 2/4

coherente mondelinge toelichting.

Inhoud / Contents- De student ontwikkeld een architectuur project waarvan thema, programma, of context initieel wordenaangereikt via een onderzoeksgroep of, uitzonderlijk, via een eigen gemotiveerd onderzoek. Het project wordt uitgewerkt vanuit een uAD, eAD of aAD invalshoek en wordt ontwikkeld inwisselwerking met de onderzoeksgroep en eigen inzichten en draagt in een breder kader bij totkennisdomein van de architectuur, specifiek gekleurd door een individueel geformuleerd project. Daarbijontstaat integratie en synergie tussen het ontwerpen en de manteldisciplines door de componentenGeschiedenis en Theorie, Mixed-Media, Bouwtechnieken en Beroepspraktijk.-Mixed Media: De student leert verschillende technieken en mogelijkheden om zijn/haar ontwerpideeën,concepten en strategieën op een grafische manier voor te stellen aan mensen buiten het doorlopenontwerpproces. Het belang van communicatie wordt in een aantal seminaries door middel vanreferentieprojecten geduid.

-Geschiedenis en theorie. De student onderbouwt z'n ontwerp vanuit een architectuurtheoretischebenadering en/of vanuit architectuurgeschiedenis. De student onderzoekt de impact en demogelijkheden van een ontwerp op verschillende schaalniveaus

-Bouwtechnieken : De student onderbouwt z'n ontwerp vanuit een creatieve structurele, constructieveen bouwfysische benadering en werkt op een doorgedreven techniciteit van de specifiek architecturaleinhoud.

-Beroepspraktijk: De student onderbouwt z'n ontwerp vanuit economisch en/of organisatorisch en/ofjuridisch projectmanagement .

- De opdracht zal van een hoge complexiteitsgraad zijn en een evidente maatschappelijke relevantiehebben. Ze kan behoren tot de kern van de discipline, doch kan ze evenzeer de grenzen ervan aftasten,testen en verleggen. Aldus kunnen zowel sterk realiteitsgebonden als experimentele onderzoeksmatigeopdrachten in aanmerking komen; van interieure architectuur tot architecturale stedenbouw.



/


/

Onderwijsvorm / Teaching methodCombinatie van:- Atelier werking waarbij een groep studenten door onderzoekers of docenten worden begeleid.

- Mentorwerking waarbij de student door een gekozen mentor individueel wordt begeleid.

- Begeleide zelfstudie waarbij de student zelf verantwoordelijk is voor het leerproces en op eigeninitiatief beroep doet op atelier begeleiding, mentorbegeleiding en consult vanuit de andere vakgroepen.

Evaluatievorm / Assessment method

Pagina 3/4

- Voor 6 credits: campus Gent: door de atelierbegeleider voor de evolutie van het ontwerpproces. campus Brussel: door de begeleiders in samenspraak met een interne jury.- Voor 3 credits wordt door een bouwkundig team (structuur/constructie/infrastructuur de componentbouwtechnieken in het ontwerpproces beoordeeld.- Voor 6 credits wordt door een componentenjury de vrij door de student te kiezen component (BT, GT,MiMe, BP) in het ontwerpproces beoordeeld.- Voor 9 credits wordt door een externe jury van 5 personen uit het architectuurvakgebied heteindresultaat van de voorgebrachte Masterproef beoordeeld.

- Campus Gent: een diplomacommissie die het instituut vertegenwoordigt let op de gelijkwaardigheidvan de externe jurering - Campus Brussel: een commissie let op de gelijkwaardigheid van de externejurering


Pagina 4/4

ARMa1S1 - Beroepspraktijk II


Architectuur Beroepspraktijk II ARMa1S1


Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersJohan Rutgeerts 1 4



- De student is in staat om economische mechanismen te begrijpen en te interpreteren.- De student krijgt inzicht in marktmechanismen, de wijze waarop gedragspatronen onze economiebeïnvloeden en omgekeerd.- De student is in staat de rechtsstructuren en rechtsstelsels te herkennen en te interpreteren .


- kunnen werken met elektronische rekenbladen (excell)

Doelstelling / Goal


De student is in staat de toepasselijke administratieve procedures te analyseren en te interpreteren voorde beroepspraktijk.- De student is in staat om aannemingsovereenkomsten en een bureeloraganisatie te analyseren,bestekken en kostenramingen te maken en een werfplanning op te stellen.


- de student krijgt aanzetten mee om op beginnend niveau om te gaan met kostenanalyse enprojectbeheer- hij kan onderzoeksresultaten vertalen en gebruiken voor de eigen ontwerpende student is in staat logisch te redeneren op basis van wetgeving - argumentaties kunnenopgebouwd worden

Pagina 1/2


/

Inhoud / ContentsAdministratief Recht.Stedenbouwrecht: historische situering - evolutie van de wetgeving - systematische analyse DRO -uitvoeringsbesluiten Milieurecht : milieuhygiënerecht - milieubeschermingsrecht - beschermingmonumenten, stads- en dorpsgezichten, landschappen - archeologisch patrimonium - natuurbehouds-,bos en duinendecreet - aanzetten tot vergelijking van internationale vergelijkende systemen

Bouwmanagement : Opbouw van een bouwdossier: bestek, meetstaatDe aannemingsovereenkomst - de aannemer - uitvoering van de aannemingsovereenkomst - bestekKostenraming van een bouwwerk - analytische methode Maken van een planningBureelmanagement : kostenberekening - ereloonberekening (diverse vormen)Muurovername: principe - opmaken van akte en kostenberekeningReglementering: grondverzet en watertoets



Naam auteur, V., Titel, Uitgever, Stad, Jaar.- Bouwmangement - Johan Rutgeerts- Administratief Recht - Steven Roosen


- Microsoft Project uitgever : Pearson Education - Ruimtelijke Ordening voor beginners - uitgev. Die Keure Brugge - Cromheecke, De Bersaques, Lust,Roelandts, Segaert en Vande Vyvere- Handboek Ruimtelijke Ordening in Vlaanderen en Brussel - Johan Rutgeerts - Academia Press Gent 2005

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege ondersteund door zelfstudie.

Evaluatievorm / Assessment methodAdministratief Recht:schriftelijk examenBouwmanagement:schriftelijk examen


Pagina 2/2

ARMa2S1 - Beroepspraktijk III


Architectuur Beroepspraktijk III ARMa2S1


Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersDominique Bauer , Nele Boussemaere , Johan Rutgeerts , Kristof Uytterhoeven , Guy Van Kerckhoven1 8



- De student is in staat de toepasselijke administratieve procedures te analyseren en te interpreterenvoor de beroepspraktijk.- De student is in staat om aannemingsovereenkomsten en een bureeloraganisatie te analyseren,bestekken en kostenramingen te maken en een werfplanning op te stellen.


/

Doelstelling / Goal


- De student is in staat om het elementaire bedrijfsbeheer toe te passen op concrete situaties.- De student is in staat om de rechtsprincipes - zowel publiek- als privaatrechtelijk - toe te passen opconcreet voorgelegde situaties de rechtsstructuren en rechtsstelsels te herkennen en te interpreteren .- De student is in staat om overeenkomsten af te sluiten met diverse partners in de bouwpartners.


- Dit onderdeel geeft een stevige kennisbasis in de domeinen, publiek en privaatrecht, bedrijfsbeheer endeontologie.- De student kan uit de veelheid van informatie een kritische selectie en analyse maken met het oog optoepasbaarheid bij concreet voorgestelde situaties.- De afgestudeerde is in staat om zelfstandig en in overeenstemming met de disciplinegebondeninzichten een kwaliteitsvolle redenering op te bouwen en beredeneerde keuzes en beslissingen te

Pagina 1/3

nemen.


/

Inhoud / ContentsEthiek : Begripsomschrijvingen - ethiek toegepast op beroepscorporaties - ontstaan en evolutie -Discussie: ethisch ondernemen - corporate governance - zin en onzin van beroepsethiek

Deontologie : Wet 1939 - titel en beroepsbescherming - instelling Orde van Architecten - doel enopdracht van de orde - organen van de orde - Beroepsuitoefening en plichten

Bedrijfsbeheer: Startvoorwaarden onderneming (KBO, BTW ...) Sociaal statuut - Ondernemingsvormen:eenmanszaak - Soorten vennootschappen -financiering en steunmaatregelen - Ondernemingsplan -Financiering van de onderneming - BTW & Fiscaliteit - Personenbelasting - Vennootschapsbelasting

Bouwmanagement : Samenwerkingsverbanden onder architecten - Architectencontract-praktijktoepassing - Ruimtelijke ordening - RS en RUP - totstandkoming - de stedenbouwkundigevergunning - procedures - stedenbouwkundig attest - handhavingsmaatregelen - strafmaatregelen -Overheidsopdrachten: Toepassingsgebied - werken en diensten - basisprincipes - vormen - inschrijving- kennisgeving - uitvoering van de overeenkomst - Veiligheidscoördinatie: toepassingsgebied - gevolgenvoor de architect -Verzekeringen: toepassingsgebied - soorten - clausules - Deskundigenonderzoek:privaat - arbitrage - rechtbanken - procedure - verloop van de expertiseverrichtingen.

Privaat recht. Verbintenissenrecht. soorten en bronnen - verbintenissen en gevolgen uitovereenkomsten - verbintenissen uit aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad, eigen fout -samenloop van contractuele en buitencontractuele aansprakelijkheid. Zakenrecht: zakelijke rechten,zaken en goederen, openbare registers - het bezit - rechtsgevolgen, eigendom, eigenschappen, wijzenvan eigendomsverkrijging - mede-eigendom - de gemene muur - ontstaan, bewijs, rechten en plichten,einde van mandeligheid - Burenhinder: veroorzaakt door een fout - foutloze burenhinder - Vruchtgebruik:begrip en voorwerp - vestiging, rechten en plichten, einde van vruchtgebruik -Erfdienstbaarheden:begrippen - wettelijke erfdienstbaarheden tot privaat en openbaar nut - Recht van opstal - erfpacht Privaatrechtelijk bouwrecht : de architectenovereenkomst - totstandkoming - oneerlijke bedingen -bewijs - medewerkingsplicht - verbintenissen van partijen - auteursrecht - uitdoving - ontbinding De aannemingsovereenkomst - totstandkoming - prijsbepaling - verbintenissen van partijen -aansprakelijkheden De woningbouwwet: toepassingsgebied - vormvereisten - geldigheid - sancties



Naam auteur, V., Titel, Uitgever, Stad, Jaar.- Bouwmanagement - Johan Rutgeerts - eigen cursus- Ethiek - Dominque Bauer/ Guy Van Kerckhoven - eigen cursus- Deontologie - Kristof Uytterhoeven - eigen cursus- Aspecten van Recht - dr. Kristof Uytterhoeven - ACCO - Leuven - 2005 - Bedrijfsbeheer - Nele Boussemaere - eigen cursus- HandboekRuimtelijke Ordening in Vlaanderen en Brussel - Johan Rutgeerts - Academia Press - Gent - 2005

Pagina 2/3


/

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege ondersteund door zelfstudie.

Evaluatievorm / Assessment methodEthiek:paperDeontologie, bedrijfsbeheer, recht, bouwmanagement :Clusterexamen - de studenten krijgen tijdenshet eerste semester een opgave waarin alle elementen van de stof vervat zitten. De studenten werkenin de periode, voorafgaand aan het examen, in groepen van 3 de opgave uit in een geschrevendocument. De studenten worden ondervraagd door de diverse docenten waarbij er wordt gepeild naarparate kennis en inzichten in de diverse materies.


Pagina 3/3

ARMa1S1 - Elective I: Onderzoek omtrentcontextualiteit, correlaties en synchroniteit


Architectuur Elective I ARMa1S1

Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Levelkeuzevak Ma1elementair

Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersNo documents found. 1 3



- studenten die inschrijven voor dit keuzevak dienen het opleidingsonderdeel Architectuur- enCultuurgeschiedenis op Bachelorniveau met succes te hebben afgerond.


/

Doelstelling / Goal


/


Aan de hand van een doorgedreven toetsing aan geschiedkundig te controleren feiten - alsvoorafspiegeling van het heden en de toekomst - vanuit meerdere significante invalshoeken reflecterenen inzicht verwerven over de maatschappelijke relevantie van de actuele architectuurscène. M.a.w. : het aanbieden, voortbouwend op eerder opgedane basiskennis, van een onderzoekplatformover de betekenis van de architectuur en de rol van de architect vandaag en morgen.


- Een attitude aanleren om relaties te leggen tussen schijnbaar alleenstaande gebeurtenissen,

Pagina 1/2

gedragingen, uitingen... - Zelfstandig wetenschappelijk redeneren (binnen contextuele benaderingen)

- Vanuit eigen onderzoek verdichten, verruimen en synthetiseren van gedoceerde cursussen in debacheloropleiding

Inhoud / Contents- Het onderdeel 'Architectuur: Onderzoek omtrent contextualiteit, correlaties en synchoniciteit' is eentoetsing, aan de hand van welbepaalde sleutelmomenten in de westerse geschiedenis, naar correlatiestussen architectuur, plastische kunsten, muziek, literatuur, politiek, ...

- Architectuur niet langer als "de moeder van de kunsten" maar als een evidente uiting en bestanddeelvan een alles omvattend maatschappelijk gebeuren.Een studie van verwantschappen tussen gebeurtenissen die in de regel nog altijd te veel als singulierefactoren worden beschouwd; verhelderende parallellen onderzoeken tussen verschillende domeinenvan cultuur(-geschiedenis).

- Schijnbare en solitaire onbelangrijke elementen krijgen genuanceerdere betekenissen naarmate decontext opentrekt of verdicht.



/


opzoekingen in de bibliotheek

Onderwijsvorm / Teaching methodHet opleidingsonderdeel zal bestaan uit een deel hoorcolleges en een deel besprekingen van de standvan zaken van deelonderzoeken die door studenten worden ontwikkeld (opdrachten voor groepen vanvijf à zes studenten).

Evaluatievorm / Assessment methodIndividuele paper over geselecteerd tijdsgewricht.


Pagina 2/2

ARMa1S1 - Elective I: Hoogbouw



Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Levelkeuzevak Ma1gespecialiseerd

Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersDirk Jaspaert , Patrick Lints 1 3



- Inzicht in ( niet louter kennis van ) gedrag van structuren, nodig om verschillende structureleopvattingen kritisch te vergelijken. Inzicht in de relatie structureel ontwerp-architectonisch ontwerp. Eenactieve, ontwerpgerichte kennis primeert boven kennis van structurele dimensioneringstechnieken.- Belangstelling voor en kennis van historische evolutie van structurele opvattingen.- Toepasbare kennis van materialen en hun specifiek toepassingsgebied in constructies.- Belangstelling voor de te implementeren technische inrichtingen met hun specifieke problematiek.


- Belangstelling voor toekomstige evolutie van bouwtechnieken, sterk synthetisch vermogen. Objectievekritische zin.- De nodige interesse voor hoogbouwstructuren.

Doelstelling / Goal


/


Iedere student die geslaagd is in het behalen van de bachelor in Architectuur komt in aanmerking. Denadruk in het onderdeel is dubbel : kritische analyse en prognose. Technieken van vergelijkendeanalyse zijn essentiëel. De vaardigheid om snel een specifiek ontwerpprogramma om te zetten in een visueel expliciete enaantrekkelijke voorstelling, 2- en vooral 3-dimensionaal is een absolute vereiste. Taakverdeling en reponsabilisering, evenals kritische samenspraak in een ontwerpteam zijn belangrijk.

Pagina 1/3


- Inzicht in fundamentele onderscheiden tussen verschillende structurele configuraties, bv massa-,vector- en stressed skin-opvattingen. Algemeen eerder het begrijpen dan het kennen van aspecten vanstructuur. - Een degelijk inzicht in de verschillende structuursystemen waarmee hoogbouw kan wordengerealiseerd, en de wijze waarop deze structuursystemen worden uitgevoerd, vormen een belangrijkevoorwaarde om op een beredeneerde wijze te kunnen komen tot een structureel logisch en evenwichtigopgebouwd ontwerp. - Op het vlak van materiaalkennis: eerder een juist inschatten van de mogelijkheden die een materiaalbiedt, naar ontwerp toe, dan een louter academische kennis van materiaaleigenschappen.- Op het vlak van constructie: de aptitude om zelf een constructieve opvatting te ontwikkelen, die meestgeschikt is om een specifiek ontwerp haalbaar te maken.

Inhoud / Contents- Onderdeel Structuur : - In het onderdeel Structuur wordt bepaald op welke diverse manieren onderscheidenstructuurelementen tot stabiele structuursystemen voor hoogbouw kunnen samengebracht worden. - De structuursystemen, als combinaties van structuurelementen, dienen te voldoen aan destabiliteitsvoorwaarden van voldoende sterkte en stijfheid, om zodoende de constructies de nodigestabiliteit te geven. - Voor verscheidene structuurtypen in hoogbouw wordt nagegaan hoe kan voldaan worden aan dezich stellende stabiliteitseisen. Onderzocht wordt hoe, voor skeletten van ter plaatse gestort beton, voorskeletten in geprefabriceerd beton, en voor staalskeletten, aan de stabiliteitseisen kan voldaan worden,door toepassing van de gepaste systemen. Onontbeerlijk hierbij is, dat voldoende aandacht besteedwordt aan de diverse verbindingswijzen tussen de structuurelementen.

- Onderdeel Constructie : - Omschrijving van het specifieke ontwerpkader voor Hoogbouw. Haalbaarheid enverantwoording van het concept Hoogbouw: een kritische benadering. Relatie met stedelijke densiteit enimpact op een omgeving of nederzetting.Inherente en praktische limieten van ontwikkeling.- Typologie van Hoogbouw, naar structurele opvatting, en naar functionele invulling . Vergelijkendeanalyse van evolutie in structurele opvatting tot vandaag.- Evolutie naar een geïntegreerd ontwerp dat mogelijk beantwoordt aan hedendaagse eisen inzakegebruikscomfort.- Veiligheid, technische uitrustingen en sustainability. - Kritische analyse van geselecteerde cases. Divergentie en convergentie van opvattingen.- Determineren van specifieke ontwerpproblematiek. Lineaire en exponentieel toenemende parameters.Van daaruit : identificeren van meest aangepaste opvatting voor Hoogbouw in perspectief vantoekomstige ontwikkeling. - Specifieke opvattingen in verband met weerstand tegen trillingen enaardbevingen. Vergelijkende analyse van geselecteerde cases.- Toekomstpotentiëel van een hoogbouwopvatting. Randvoorwaarden voor verantwoording.

- Onderdeel Technische Uitrustingen :- Inzicht in de specifieke problematiek die zich stelt bij hydraulische installaties, zowel op vlak vanverbruikswatertoevoer, afvoer en bluswaterinstallaties.- Zinvolle en functionele integratie van technische ruimtes voor de algemene en specifieke technischevoorzieningen.- Implementatie van de mogelijkheden en beperkingen van diverse HVAC* principes rekening houdendmet de inherente veiligheidsaspecten en rationeel energiegebruik. - Aandacht voor het esthetisch aspect en ruimtebesparende factoren bij de keuze van de HVAC

Pagina 2/3

principes.- Case studie en organigram van het verticaal transport van personen en goederen over allebouwlagen. - Specifieke problematiek van het verticaal transport bij ondergrondse bouwlagen en piekbelastingen.* HVAC (heating, ventilation , air conditionning).



Onderdeel Structuurstudie : - cursus Hoogbouw - Structuurstudie, van Karel Peeters (Gent) - cursustekst Hoogbouw, van Dirk Jaspaert (Brussel)Onderdeel Constructie : cursus aangeboden op CD-Rom, van Patrick Lints (Gent en Brussel)- Onderdeel Technische Uitrustingen : cursustekst, van Paul Vandenberghe (Gent en Brussel )


- Verdiepingbouw met Staal, door Bouwen met Staal, Zoetermeer, 2005, www.bouwenmetstaal.nl,ISBN 90-72830-00-8. - Wolkenkrabbers, door Judith Dupré, uitgegeven door Könemann, Keulen, ISBN 3-8290-0003-0.-Nieuwe vormen in de architectuur, door Philip Jodidio, Taschen, Keulen, 2001, ISBN 3-8228-1235-8.-Hoogbouw : staal of beton?, door Stichting Bouwresearch, Rotterdam. - Design and Technology in Architecture, David Guise, Van Nostrand Reinhold ISBN 0-442-00618-7.-Earthquake Architecture, edited by Belén Garcia, HBI ISBN 0-06-019890-7.-The Architecture of Skyscrapers, Francisco Cerver, HBI ISBN 0-8230-0255-1.- Double skin Facades, integrated planning , Oesterle,Lieb,Lutz,Heusler , Prestel ISBN 3-7913-2504-3.

Onderwijsvorm / Teaching method- Hoorcolleges met nadruk op visuele ondersteuning (Karel Peeters, Dirk Jaspaert, Patrick Lints, PaulVandenberghe) - Actieve ondersteuning tijdens realiseren van hoogbouwontwerp in teams (Dirk Jaspaert, Patrick Lints)

Evaluatievorm / Assessment method- Structuur Gent (Karel Peeters) en Technische uitrustingen Gent en Brussel (Paul Vandenberghe) :mondeling examen. - Structuur Brussel (Dirk Jaspaert) en Constructie Gent en Brussel (Patrick Lints) : evaluatie in de vormvan vraag en dialoog van een hoogbouwontwerpopdracht, die in team wordt gerealiseerd envoorgesteld in de vorm van een model op grote schaal.


Pagina 3/3

ARMa1S1 - Elective I: Wiskunst




Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersWouter Cox , Dirk Huylebrouck 1 3



- Een bewuste positie (positief of negatief) hebben ingenomen in de relatie tussen wiskunde en kunst.- Zich beheerst kunnen uitdrukken door middel van een toegankelijke beeldtaal.- Zich aangesproken voelen door het materialiseren, het concretiseren en het communiceren (ookverbaal).


Een bijzondere aanmoediging om voor dit keuzevak in te schrijven gaat naar studenten die het vakperspectiefleer verworven hebben of die voeling hebben voor grensverleggende creatieve expressie.

Doelstelling / Goal


/


- Zich met empathie en participatief kunnen inschakelen in een project (van een wiskundige aard, in ditgeval), dat daarom niet noodzakelijk heel nauw aansluit bij zijn eventuele toekomstige activiteit alszelfstandig architect in een klein eigen landelijk architectenbureau, maar dat toch een activiteit betreftwaarvoor een architect zeer goed geplaatst is om deze uit te voeren. Immers, enerzijds beschikkensommige architectuurstudenten over een wetenschappelijke (des)-interesse die noodzakelijk is om voordeze elective te kiezen, terwijl anderzijds precies zijn de brede vorming en de beeldtaal, aangeleerdtijdens de architectuurstudies, van belang is. - De studenten worden NIET verondersteld zelf wiskundig onderzoek te doen.- De creatieve verwerking is het belangrijkste, maar het eindwerk moet wel een "publiek" niveau kunnen

Pagina 1/4

benaderen: net zoals resultaten van architectuur uiteindelijk door eenieder worden beoordeeld vermitszij voor eenieder zichtbaar zijn (behalve enkele constructies op afgelegen eilanden), is het ook hier debedoeling dat eenieder Uw eindwerk kan appreciëren of verwerpen, d. w. z., er zich tenminste eenoordeel over kan vellen.- Het maken van onbegrijpelijke, zweverige of pseudo-wetenschappelijke zaken is een erg actuelecompetentie, maar deze wordt niet beoogd.


- Denk- en redeneervaardigheid: de bekende algemeenheden over redeneren en wiskunde kunnen hierworden herhaald.- Informatie verwerven en verwerken: de lesgevers zullen informatie ter beschikking stellen van destudent. De opdracht van de cursus bestaat erin deze informatie niet alleen voor zichzelf te verwerken,maar ook, en dit is een belangrijke bijkomende stap, zodanig dat iemand anders, een niet-wiskundige ofeen niet-architect, deze informatie op zijn beurt kan verwerken - "level 2" informatieverwerking, zo menwil.- Kritisch reflecteren: de traditionele vooroordelen over wiskunde zijn bekend, en floreren ook inzogenaamde intellectuele kringen. Dit keuzevak geeft aan de student de gelegenheid dezevooroordelen te overstijgen.- Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling: de student moet zelf(of in groepjes van 2 of 3) een project ten uitvoer brengen, dat deel kan uitmaken van een groter geheel.- Beschikken over het vermogen tot communiceren: het is een aanvaardbare oefening om te lerencommuniceren over het interessante of de schoonheid van de architectuur, de natuur of andere voor dehand liggende thema's. Een gevorderd student moet echter bereid zijn om zijn vaardigheden aan tewenden voor moeilijkere thema's waaraan tenminste enige uitdaging verbonden is. Daarom leent eenonderwerp zoals wiskunde zich zeer goed tot een communicatieoefening.- Teamgericht kunnen werken: de te verwezenlijken output moet kaderen in het grotere geheel van deoutput verwezenlijkt door de andere medestudenten en het beoogde project.- Oplossingsgericht kunnen werken: de studenten zullen een begrijpelijke uitleg over wiskunde moetenopstellen die zodanig duidelijk is dat ze hem zelf kunnen verstaan.- Maatschappelijke verantwoordelijkheid: het beoogde project betreft verspreiding van appreciatie voorde wetenschappen, naar alle lagen van de maatschappij toe.

Inhoud / Contents- Denk- en redeneervaardigheid: zich verdiepen in de bekende algemeenheden over redeneren enwiskunde. In de huidige technologische maatschappij is het immers niet meer mogelijk de inbreng vandeze wetenschappen te ontkennen. Of die nu als positief of niet wordt aangevoeld, de inbreng is er. Alte dikwijls sluiten toekomstige architecten zich op in de "zuivere" creatieve wereld, waarbij wiskundeaanzien wordt als het vuur dat Prometheus van de berg haalde. Andere kunstzinnigen heulen dan weermee met een soort pseudo-wetenschappelijke numerologische nonsense van de New-Age...- Informatie verwerven en verwerken: de opdracht van de cursus bestaat erin deze informatie niet alleenvoor zichzelf te verwerken, maar ook, en dit is een belangrijke bijkomende stap, zodanig dat iemandanders, een niet-wiskundige of een niet-architect, deze informatie op zijn beurt kan verwerken - "level 2"informatieverwerking.- Kritisch reflecteren: de traditionele vooroordelen over wiskunde overstijgen (al floreren zij ook inzogenaamde intellectuele kringen).- Projectmatig en methodisch handelen in functie van creatieve kennisontwikkeling: de student moet zelf(of in groepjes van 2 of 3) een project ten uitvoer brengen, dat deel kan uitmaken van een groter geheel.Concreet worden de studenten uitgenodigd om een kunstwerk, een performance of een evenement opte zetten rond wiskunde, en dit zo concreet in uitvoering te brengen, en eventueel te verwerken in eenkomend boek van een lesgever, of te tonen tijdens een congres (de namen van de betrokken studentenworden hierbij natuurlijk vermeld), of te commercialiseren, of in de media voor te stellen. - Beschikken over het vermogen tot communiceren: het is een aanvaardbare oefening om te lerencommuniceren over het interessante of de schoonheid van de architectuur, de natuur of andere voor de

Pagina 2/4

hand liggende thema's. Een gevorderd student moet echter bereid zijn om zijn vaardigheden aan tewenden voor moeilijkere thema's waaraan enige uitdaging verbonden is. Daarom leent een onderwerpzoals wiskunde zich zeer goed tot een communicatieoefening. - Teamgericht kunnen werken: de te verwezenlijken output moet kaderen in het grotere geheel van deoutput verwezenlijkt door de andere medestudenten en het beoogde project.- Oplossingsgericht kunnen werken: de studenten zullen een begrijpelijke uitleg over wiskunde moetenopstellen die zodanig duidelijk is dat ze hem zelf kunnen verstaan.- Maatschappelijke verantwoordelijkheid: het beoogde project betreft verspreiding van appreciatie voorde wetenschappen, naar alle lagen van de maatschappij toe. Een architect is vanwege zijn vorming eenvan de weinigen hiervoor in aanmerking komt.



Het boek van D. Huylebrouck: "Afrika + Wiskunde" (VUBPress).Pre-printversie van het te verschijnen boek van D. Huylebrouck: "Vier getallen" (VUBPress).De proceedings van wiskundige-kunst congressen (waarvan zich exemplaren bevinden in debibliotheek)De literatuur voor de cursussen waarnaar in de prerequisites werd verwezen.


Rubriek "The Mathematical Tourist" in het tijdschrift "The Mathematical Intelligencer".Populaire wiskundeboeken van Ian Stewart.De artikels geschreven in het magazine EOS door lesgever Huylebrouck.

Onderwijsvorm / Teaching method- Een groot aantal "inspirerende" hoorcolleges met "voorbeelden".- Enkele lessen met persoonlijke begeleiding bij het uitwerken van de eigen opdracht.- Eventueel (lees dus: "eventueel") enkele bezoeken, bijvoorbeeld aan een chocoladefabriek (Gent), eenhout- en lasatelier (Gent), een Afrikamuseum (Tervuren) of een gulden-snede-huis (Brussel), hetUniversitaire Wetenschapsmuseum (Gent).- Eindjury.

Evaluatievorm / Assessment method- Studenten moeten een eindwerk afleveren én voorstellen. Dit betreft een "kunstwerk", een"performance" of wat dan ook, geïnspireerd door wiskunde, dat bovendien in een kort "Youtube"-achtigfilmpje wordt voorgesteld (af te leveren in formaat mpg/mpeg; let op voor copyright!).- Indien men voor een groepswerk kiest, wordt afhankelijk van de grootte van de groep naast dit"Youtube"-achtige filmpje een bijhorende PowerPoint, maquette of reële uitwerking gevraagd. In hetbijzonder wanneer het een groepswerk betreft, behoort dit tot de mogelijkheden (studenten passen zelfde onderlinge taakverdeling aan).- De laatste les is een "jury"-les waarin de filmpjes uitgelegd worden: dhr Cox/de Smet beoordelen dekunstzinnige aspecten, en dhr Huylebrouck de wiskundige inbreng. Zij geven in overleg een quotatie.- De studenten worden NIET verondersteld de betreffende wiskunde zelf uiteen te zetten. - De eigen verwerking is het belangrijkste, maar denk er dus wel aan dat het een "publiek" niveau moetkunnen benaderen: net zoals resultaten van architectuur uiteindelijk door eenieder worden beoordeeldvermits zij voor eenieder zichtbaar zijn (behalve enkele constructies op afgelegen eilanden), is het ookhier de bedoeling dat eenieder Uw eindwerk kan appreciëren of verwerpen, d. w. z., er zich tenminsteeen oordeel over kan vellen. Onbegrijpelijke, zweverige of nietszeggende zaken worden geweerd.- De laatste les is een "jury"-les: dhr Cox/de Smet beoordelen de kunstzinnige aspecten, en dhr

Pagina 3/4

Huylebrouck de wiskundige inbreng. Zij geven in overleg een quotatie.- De studenten worden NIET verondersteld de betreffende wiskunde zelf uiteen te zetten. - De eigen verwerking is het belangrijkste, maar denk er dus wel aan dat het een "publiek" niveau moetkunnen benaderen: net zoals resultaten van architectuur uiteindelijk door eenieder worden beoordeeldvermits zij voor eenieder zichtbaar zijn (behalve enkele constructies op afgelegen eilanden), is het ookhier de bedoeling dat eenieder Uw eindwerk kan appreciëren of verwerpen, dwz, er zich tenminste eenoordeel over kan vellen. Onbegrijpelijke, zweverige of nietszeggende zaken worden geweerd.- De laatste les is een "jury"-les: dhr Cox/de Smet beoordelen de kunstzinnige aspecten, en dhrHuylebrouck de wiskundige inbreng. Zij geven in overleg een quotatie.


Pagina 4/4

ARMa1S1 - Elective I: Constructing poetic universes


Architectuur elective 1 ARMa1S1


Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersWouter Cox 1 3



De student heeft kennis van het statisch vormvocabularium (vatbaar, meetbaar, objectmatig,plaatsgebonden...) - Zie expressie 1ste jaar sem 1 + 2.Hij/zij heeft kennis van het dynamisch vormvocabularium (circulatie, ruimte, schaal, beweging en tijd) -Zie expressie 2de jaar sem 1 + 2)Gevorderd niveau : Ruimtelijke voorstelling, handmatig, digitaal en maquette of modelGevorderd niveau : Planmatige voorstelling, handmatig, digitaalKennis van beeldbewerking en verwante techniekenKennis van presentatie- en communicatietechnieken.

De student heeft inzichten in conceptborming + beheersing van diverse technieken + de capaciteit totuitdieping en zin voor het inhoudelijk en gelaagd opbouwen van mixed-media producten cfr. 3 ar + 3 iar.


Actieve interesse in de beeldende kunsten. Verondersteld wordt een actieve confrontatie met aspectenvan de hedendaagse kunsten in hun omvangrijke en gedifferentieerde uitdrukkingsvormen.Van de student wordt de nodige motivatie verwacht om zowel een collectief als individueel parcours uitte stippelen en zichzelf verder te vervolmaken via de omschreven opdracht om zodoende een zowelcollectieve als individuele vorm van expressie te ontwikkelen.

Doelstelling / Goal


Creatie van een inhoudelijk project met een communicatieve en artistieke dimensie. De graad van zelfstandigheid en volwaardigheid is optimaal, associatief en gelaagd.Techniek, beeldvorming en communicatieve inpakt zijn aanvullend. Het aspect ruimte, atmosfeer, associatie en beeldspraak resulteren in een 'poëtische' meerwaarde.

Pagina 1/3


De student kan met inzicht een keuze maken van een of een combinatie van meerdere media. Hij/zijgetuigt van een autodidactische attitude in het aanleren en omgaan met het mengen van media. Hij/zijschakelt mixed-media in als zijn persoonlijke uitdrukkingsvorm.De student kan zich verdedigen en kan een debat voeren waartoe zijn werk aanleiding geeft.Hij/zij ontwikkelt een plastische methodiek met een hoge communicatiewaarde.Zijn/haar attitude getuigt van een innovatieve geest.Hij/zij heeft zin voor experiment.Zijn/haar proces getuigt van een open geest.Zijn/haar proces condenseert zich consequent en op evidente wijze in het resultaat.


1. Vermogen om te gaan met een complexe, gediversifieerde probleemstelling en er eengesynthetiseerd, relevant antwoord op te bieden, ondersteund door persoonlijke overtuiging.

2. De experimentele attitude, de kennis van bepaalde technieken die de student als een a priori inzet omzijn opdracht te vervullen. Dit mondt uit in een gefundeerd en gecondenseerd eindresultaat dat alleaspecten van het proces incorporeert.

3. Vermogen tot gericht communiceren mbv. een eigenzinnige en expressieve beeldtaal; eengediversifieerde bagage (cad, schetsen, lay-out, web-design, motion... eventueel aangevuld metvaardigheden in de maquettebouw, fotografie...)

Inhoud / ContentsIn dit keuzevak wordt de subjectieve dimensie en de kracht van het beeld als overdracht van het nietaltijd objectief meetbare geëxploreerd. De ruimte wordt zowel in de figuurlijke als in de letterlijke zin vanhet woord opgeladen met vorm, beeld, inhoud en betekenis. Door vormen van vervreemding, associatie,beeldspraak, surrealisme of opgetilde realiteit en verhaal wordt gepoogd het inhoudelijke te ontdoen vananekdotiek en te sublimeren tot het universele.

Er ontstaat zodoende een geënsceneerde ruimte met een verwijzende betekenis.Als architectuur de enscenering biedt voor het alledaagse wil deze elective proberen er een 'poëtische'en niet altijd éénduidige dimensie aan toe te voegen.



Het thema wordt ingeleid via een lezing omtrent specifieke aspecten in de hedendaagse kunst waar eenhoog inhoudelijk, verwijzend, ruimtelijk en enscenerend karakter mee gemoeid is. Deze lezing isrichtinggevend en wordt vervolledigd met een syllabus. Diverse kunstenaars en kunstwerken wordentoegelicht. Websites worden aanbevolen.


Pagina 2/3

De lezingen worden gegeven aan de hand van film en diareeksen of powerpointpresentaties. Dezelaatste zijn in principe achteraf te raadplegen via Toledo.

Onderwijsvorm / Teaching methodVia seminaries en een begeleidende oefening wordt overgegaan tot een concrete realisatie.Wekelijks wordt de student begeleid op inhoudelijk en technisch vlak.De student legt hierbij zijn/haar thema of invalshoek voor en presenteert de evolutie van zijn of haaronderzoek. Hij/zij doet dit aan de hand van zijn zelf gekozen werkinstrumenten (schets, foto, video,model) en wordt gestuurd naar een eigen en zinnig project. De groep wordt zoveel mogelijk gebruikt omkritische discussies rond eigen werk te bekomen (debat).Desgevallend worden specifieke 'lezingen' ingericht.

Evaluatievorm / Assessment methodDe evaluatie focust zowel op het proces, de aangebracht referenties, de verwerking ervan en de daartoeingezette media. Op de presentatie wordt de communicatieve kracht van het werkstuk geëvalueerd. Denotie 'poëtisch' overstijgt hierbij op een creatief artistieke manier de verbale verantwoording.Beeld en ruimte worden tekst. Realiteit en fictie gaan in elkaar over.

De punten worden toegekend in overleg tussen de beide begeleidende docenten.


Pagina 3/3

ARMa1S1 - Elective I: Workshop REG: RationeelEnergiegebruik in Gebouwen Deel I







Goede kennis van enerzijds bouwfysica en anderzijds van energiebewust bouwen


Interesse in regelgeving : specifiek de energieprestatieregelgeving in Vlaanderen

Doelstelling / Goal


Voorbereiding op de energieprestatieregelgeving in de bouwpraktijk in Vlaanderen - luikgebouwomhullende


Bouwtechnieken : energiebewust bouwen en EPB-wetgeving in teamverband (ontwerper - ingenieur)


In de beroepspraktijk moeten gebouwen sinds recent voldoen aan de energieprestatieregelgeving; dezeelective bereid voor op het gebouwconcept en de eisen gesteld aan de gebouwomhullende

Inhoud / Contents

Pagina 1/2

Studenten van ons departement krijgen met studenten uit een opleiding industrieel ingenieur (De Nayer,KaHo Sint-Lieven, KH Kempen en KH Limburg) overkoepelende seminaries en een gezamenlijkeopdracht in het kader van de Energieprestatieregelgeving. Via multidisciplinaire samenwerking encommunicatie leren zij als "ontwerpers" en "raadgevende ingenieurs" een ontwerpvraagstuk samen uitte voeren en een gemeenschappelijk eindresultaat voor te leggen. De seminaries zijn gebaseerd oprecent en lopend onderzoekswerk in de deelnemende departementen.



Handouts van de lezingen, uitgave departementale cursusdiensten; EPR-wetgeving


/

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege, seminarie en begeleide oefeningen; samenwerking met de deelnemers uit de anderedepartementen (teamverband)

Evaluatievorm / Assessment methodMondelinge presentatie (in samenwerking met de andere deelnemende departementen) van hetstudiebundel


Pagina 2/2

ARMa1S2 - Elective II: Hedendaagse architectuur inVlaanderen


Architectuur Elective II ARMa1S2


Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersMarc Dubois , Sven Sterken 2 3



- Dit OLOD veronderstelt basiskennis van geschiedenis van de architectuur en stedenbouw enelementaire kennis van het Vlaamse architectuurlandschap.- Student(e) kan zowel zelfstandig als in team werken, en taken vervullen volgens opgelegde normen enkalender.


- De student(e) is in staat om gegeven een prototypische disciplinegebonden onderzoeksvraag demeeste aangewezen onderzoeksmethoden te bepalen.- De student(e) is in staat over de eigen werkzaamheden te rapporteren. De afgestudeerde is in staatzowel mondeling als schriftelijk en zowel in het Nederlands als in een andere forumtaal met collega's uithet eigen werkveld en er buiten over een disciplinegebonden probleem constructief van gedachten tewisselen.

Doelstelling / Goal


/


- De student is in staat een eigen onderzoek op te zetten met inbegrip van het formuleren van eenonderzoeksvraag, de passende onderzoeksmethoden te selecteren en een passende onderzoeksopzet

Pagina 1/3

op te bouwen. Hij/zij heeft inzicht in de methodiek eigen aan de architectuurgeschiedenis en weet om tegaan met de verschillende soorten bronnenmateriaal in dit domein.- De student(e) is in staat te reflecteren over de grondslagen van de hedendaagse architectuur en heeftinzicht in de relevantie ervan voor de bouwpraktijk. Meer bepaald heeft de student inzicht in dedynamiek binnen de Vlaamse architectuurwereld en kan hij/zij zich hierin oriënteren. - Student bezit inzicht in de bronnen, publicaties en instituten die geraadpleegd kunnen worden om een(recent) gebouw te documenteren.


/

Inhoud / ContentsHet keuzevak 'Hedendaagse architectuur in Vlaanderen' heeft tot doel de studenten inzicht teverschaffen in de huidige dynamiek binnen de Vlaamse architectuurwereld. Het valt immers op dat destudenten vaak meer vertrouwd zijn met wat er in het buitenland omgaat of in het verleden gebeurd is,dan met de actuele staat van het veld waarin ze als architect zullen terechtkomen. De aandacht gaatdaarbij o.a. naar: - de plaats van de architectuur in België en Vlaanderen in de laatste decennia. - de belangrijkste ontwerpers en hun voornaamste realisaties; zowel gevestigde waarden als opkomendtalent. - de verschillende overheidsinitiatieven inzake architectuur, stedenbouw en ruimtelijke ordening(Kunstendecreet, Vlaams Bouwmeesterschap, Stedenbeleid, etc.) - de verschillende actoren die het architectuurklimaat stimuleren, zoals het Vlaams Architectuur Instituut,de lokale initiatieven (Stad en Architectuur, Archipel, ...) en de belangenverenigingen (Orde vanarchitecten, NAV). De materie wordt aangebracht in een reeks van inleidende colleges die als doel hebben de studenteneen algemeen inzicht te geven in de huidige staat van het architecturale veld in Vlaanderen, door deevolutie ervan te schetsen in de laatste decennia.

Naast de colleges vindt een begeleide oefening plaats, onder de vorm van een onderzoeksopdracht. Deoefening wordt opgevolgd tijdens werkseminaries en geëvalueerd op een presentatiemoment.



- Ppt-presentaties die tijdens de colleges worden getoond zullen via TOLEDO beschikbaar gesteldworden. - Reader met documentatiemateriaal en verdiepende teksten omtrent de te behandelen topics. - Tekst Marc Dubois "Belgio, Architecttura, gli ultimi vent'anni" Electa, Milano, 1993 (Nederlandeseversie)


- Geert Bekaert, Hedendaagse Architectuur in België (Tielt: Lannoo, 1995)- Geert Bekaert; Francis Strauven, Bouwen in België 1945-1970 (Brussel: Nationale Confederatie vanhet Bouwbedrijf, 1971)- Anne Van Loo, Repertorium van de Belgische Architectuur (Antwerpen: Mercatorfonds, 2003)

Onderwijsvorm / Teaching method

Pagina 2/3

- hoorcolleges - gastcolleges (optioneel) - begeleide oefeningen

Evaluatievorm / Assessment methodstudenten worden gequoteerd op: * Inzet en actieve deelname aan de seminars en colleges tijdens het semester * Werkstuk (persoonlijk of in team) dat mondeling toegelicht en besproken wordt.


Pagina 3/3

ARMa1S2 - Elective II: The Conquest of Space. Deverovering van ruimte en ruimtelijkheid




Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersCarl Bourgeois , Corneel Cannaerts , Marc Godts2 3



--zie OLOD Ba3 opleidingsonderdelen Geschiedenis en Theorie, Ontwerpen, Expressie en MixedMedium


-ervaring in de aanmaak van werkstukken en ervaringsprototypen (cfr EXPRESSIE en MIXEDMEDIUM)- nieuwsgierigheid

Doelstelling / Goal


- de verzameling van informatie (documentatie en vormen van inspiratie)

- de aanmaak van werkstukken (samples / ervaringsprototypes / ..)

- de aanmaak van opstellingen en presentaties op basis van keuzen (overzicht / inzicht, hoofdzaak /bijzaak, ...)

- de bijdrage tot discussie


- kennismaking (al of niet hernieuwd) met een aantal klassieke en moderne vormen van ruimte en

Pagina 1/3

ruimtelijkheid / verkenning (al of niet gevorderd) van een aantal actuele en nieuwe vormen van ruimte enruimtelijkheid / inzichtverwerving in deze door middel van creatie, reconstructie, vergelijk, exploratie, ... /vrije aftoetsing van deze vormen van ruimte aan het medium architectuur


/

Inhoud / Contents- Met DE VEROVERING VAN RUIMTE en RUIMTELIJKHEID gaan we op zoek naar definities van"ruimte" en vormen van "ruimtelijkheid" die een sterk inzichtmoment en een sterk inspiratiemoment zijn. Deze momenten van begrijpen en verbeelden van "ruimte" en "ruimtelijkheid" vallen vaak samen metgebeurtenissen en figuren die de wereld in versnelling brengen. Niet zelden zijn de protagonisten of mediatoren van zulke inzichten en verbeelding, kunstenaars die inhun sensibiliteit en radicaliteit, datgene dat op de grens van het waarneembare zit of datgene dat netbuiten de waarneming valt door bijvoorbeeld het hoogtechnologische, wetenschappelijke of politiekefundament ervan, toch via het zintuiglijke vermogen en door het beeldende van hun kunst duidelijk latenworden.

- Hoe kunnen we zulke inzichten opnieuw beproeven? Hoe kunnen we ze meedragen en overdragennaar onze disciplines? Omgekeerd, hoe kunnen we eventueel nieuwe inzichten laten ontstaan en hoekunnen we ze verbeelden?

- DE VEROVERING VAN DE RUIMTE is een pedagogische ruimte waarin

we door middel van lezingen, door middel van documentatie en documenteren en door middel vangedachtewisseling en debat, opnieuw kennis maken met zulke inzichten (sommige ervan kwamenongetwijfeld al op een bepaalde manier aan bod binnen het curriculum) en op zoek gaan naar andere,nieuwe (small world, mixed reality continuüm, multi user dimension, ...).

we bovendien enkele van deze "ruimten" en "ruimtelijkheden" uitdiepen en beproeven:

door middel van opstellingen waarin we hun reproducties (letterlijk de reproductie van emblematischewerken en iconen) met elkaar confronteren

maar ook door middel van werkstukken (samples) die we zullen maken, vergelijkbaar met een werkstukexpressie of mixed media en waarmee we proberen een zelfde of vergelijkbare hoeveelheid van deverschillende bestudeerde vormen van ruimte en ruimtelijkheid te "samplen", of waarin we proberen eenzelfde subject of gebeurtenis los te laten in verschillende "ruimten" en "ruimtelijkheden".



- tijdens de elective wordt een gemeenschappelijke lijst aangemaakt en op datum gehouden vangebruikte bronnen en referenties


- SMITH, Andrew, Moon Dust. In Search of the Men Who Fell to Earth. London, 2005, isbn 0 7475 6369

Pagina 2/3

1

Onderwijsvorm / Teaching methodcombinaties van seminarie (vormen van theorische input, documentatie en discussie) en praktijk(vormen van groepswerk, workshop en begeleide oefening)

Evaluatievorm / Assessment methodPermanente evaluatie:

- energetisch: inzet in de groepsactiviteiten / aandeel in de groepsdynamiek- technisch: vaardigheden in doe-activiteiten, opstellingen en presentaties : het voeren van discussiesen het maken en voorstellen van documentaties en ervaringsprototypen- inhoudelijk: opbouw van inzichten doorheen deze activiteiten


Pagina 3/3

ARMa1S2 - Elective II: Monumentenzorg




Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersWim Oers , Livia de Bethune 2 3



Bachelor in Architectuur


- interesse in historische monumenten en sites;- motivatie

Doelstelling / Goal


/


- verwerven van een bewuste houding t.o.v. het erfgoed;- inzicht verkrijgen in een historisch waardevol monument en/of site;- inschatten van de maatschappelijke en de culturele waarde van het erfgoed.


- kritische reflectie (gefundeerde houding t.a.v. het erfgoed).

Inhoud / Contents

Pagina 1/2

- geschiedenis van de monumentenzorg- het Charter van Venetië- oorzaken van verval- initiatie in restauratietechnieken- analyses van case studies (o.m. via geleide bezoeken)



- eigen cursus; - het charter van Venetië (Icomos, Unesco);- het charter van Firenze (Icomos, Unesco).


- Restauratievademecum, Deel 2a en 2b, Rijksdienst voor Monumentenzorg, Zeist, Sdu Uitg.Koninginnegracht, 's Gravenhage, 1985- 2000;

- M &L, Monumenten & Landschappen, tweemaandelijks tijdschrift van het Ministerie van de VlaamseGemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen;

- Françoise Choay, L'Allégorie du patrimoine, Le Seuil, 1992, 1996, 2006

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges;- geleide bezoeken aan werven en realisaties; - workshop; - begeleid oefeningen (groepswerk).

Evaluatievorm / Assessment methodPaper met nabespreking


Pagina 2/2

ARMa1S2 - Elective II: Workshop REG: RationeelEnergiegebruik in Gebouwen Deel II



Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Levelkeuzevak Ma1uitdiepend




De deelnemers moeten deelgenomen hebben aan Elective 1 : Workshop REG : RationeelEnergiegebruik in Gebouwen Deel 1 - AMa1S1Kennis van technische installaties voor komfort in gebouwen (verwarming, koeling, ...)


Interesse in regelgeving : specifiek de energieprestatieregelgeving in Vlaanderen

Doelstelling / Goal


Voorbereiding op de energieprestatieregelgeving in de bouwpraktijk in Vlaanderen - luik bouwtechnischeinstallaties voor thermisch (en visueel) komfort


Bouwtechnieken : energiebewust bouwen en EPB-wetgeving in teamverband (ontwerper -ingenieur)


In de beroepspraktijk moeten gebouwen sinds recent voldoen aan de energieprestatieregelgeving; dezeelective bereid voor op de eisen aan de technische installaties voor thermisch komfort.

Pagina 1/2

Inhoud / ContentsStudenten van ons departement krijgen met studenten uit een opleiding industrieel ingenieur (De Nayer,KaHo Sint-Lieven, KH Kempen en KH Limburg) overkoepelende seminaries en een gezamenlijkeopdracht in het kader van de Energieprestatieregelgeving. Via multidisciplinaire samenwerking encommunicatie leren zij als "ontwerpers" en "raadgevende ingenieurs" een ontwerpvraagstuk samen uitte voeren en een gemeenschappelijk eindresultaat voor te leggen. De seminaries zijn gebaseerd oprecent en lopend onderzoekswerk in de deelnemende departementen.



Handouts van de lezingen, uitgave departementale cursusdiensten; EPR-wetgeving.


/

Onderwijsvorm / Teaching methodHoorcollege, seminarie en begeleide oefeningen; samenwerking met de deelnemers uit de anderedepartementen (teamverband)

Evaluatievorm / Assessment methodMondelinge presentatie (in samenwerking met de andere deelnemende departementen) van hetstudiebundel


Pagina 2/2

ARMa1S1 - Elective I: Filosofie van de architectuur


Architectuur elective 2 ARMa1S1


Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersGuy Van Kerckhoven 1 3



Het elective richt zich tot de afstuderende en gevormde architect. Deze beschikt over de capaciteit vanzelfstandig en persoonlijk werk, en de mogelijkheid, dit in een academische standaardvorm uit tevoeren, waarbij het tevens uitdrukking geeft aan een gedegen onderbouwd persoonlijk inzicht.


De student beschikt over een goede kennis van de Franse en Engelse taal.

Doelstelling / Goal


Het elective is erop gericht, de student tot een persoonlijk onderzoek van een filosofische tekst aan tezetten, die implicaties heeft voor de fundamentele opties van architectuur binnen het actuele tijdskaderen relevant is voor het debat over de grondslagen van architectuur als een bouwsteen van onzeEuropese cultuur.


Het elective situeert zich in het wetenschappelijk onderzoeksdomein van de fenomenologie en dehermeneutiek.


Het elective heeft tot doel, om aan het eind van de opleiding van de architect, deze tot een zelfstandige

Pagina 1/2

en onderbouwde stellingname te inciteren over de plaats en betekenis van architectuur in onze huidigetijd en binnen de coördinaten, waarin ze onze cultuur weet te bevragen en te vernieuwen.

Inhoud / ContentsAan de hand van J. Derrida's "De l'hospitalité" neemt de gekozen elective het vraagstuk van de internerelaties tussen de filosofie van de deconstructie en de hedendaagse architectuur totonderzoeksvoorwerp.



J. Derrida, De l'hospitalité. Ed. Calmann-Lévy 1997.

Nederlandse vertaling: Over gastvrijheid. Vertaling: R. Hofstede en W. vander Star. Boom 1998. Eenkopij van de nederlandse vertaling is beschikbaar in de instituutsbibliotheek.


H. Kimmerle, J. Derrida. Zur Einführung. Junius, Hamburg 2000.

Onderwijsvorm / Teaching methodOnderzoeksseminarie, met zelfstandig werk en inbreng van de participanten.

Evaluatievorm / Assessment methodDe evaluatie gebeurt in de vorm van een paper, die beantwoordt aan de academischestandaardvereisten, zoals gedoceerd in het vak "Onderzoeksmethodologie".


Pagina 2/2

ARMa2S2 - Elective III&IV: Onderzoeksseminarie'Moderne architectuur in Vlaanderen en Brussel(1945-1975)'


Architectuur Elective III&IV ARMa2S2


Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersYves Schoonjans , Sven Sterken 2 3



- Dit OLOD veronderstelt basiskennis van geschiedenis van de architectuur en stedenbouw.- Student(e) kan zowel zelfstandig als in team werken, en taken vervullen volgens opgelegde normen enkalender.


- Student(e) is in staat diverse soorten bronnen synthetisch en analytisch te benaderen. - Student(e) kan schriftelijk en grafisch communiceren over zijn bevindingen via diverse media.

Doelstelling / Goal


/


- Student is in staat om zelfstandig, en in overeenstemming met disciplinegebonden inzichten, eenrelevante onderzoeksvraag te definiëren- Student kan een beargumenteerde redenering opbouwen en van daaruit een relevante positieinnemen ten aanzien van het onderzochte. - Student kan een kritisch standpunt innemen ten aanzien van de eigen bevindingen.

Pagina 1/3


- Student heeft inzicht in de methodiek eigen aan het onderzoeksgebied en weet om te gaan met deverschillende soorten bronnenmateriaal- Student heeft kennis van, en is in staat te reflecteren over bepaalde thema's binnen de modernearchitectuur en stedenbouw

Inhoud / ContentsANALYSE VAN NA-OORLOGSE BELGISCHE ARCHITECTUUR

Dit keuzevak is opgevat als een onderzoeksseminar, dwz dat in de loop van het semester een bepaaldeprobleemstelling door de studenten in teams zal worden onderzocht in nauwe interactie met dedocenten. Het seminar bestrijkt het veld van de naoorlogse moderne architectuur in Vlaanderen enBrussel (> 1945), en dit vanuit een dubbel perspectief: er zal zowel fundamenteel architectuurhistorischonderzoek worden verricht als toegepast onderzoek mbt erfgoedzorg en herbestemming. Het seminarwil daarbij zowel inhoudelijke als methodologische verdieping aanbieden. Dit wordt bereikt door hetonderzoeksveld op diverse manieren te benaderen: nu eens typologisch, dan weer thematisch of viadiscoursanalyse. Op deze manier leren de studenten het veld kennen via een diversiteit aaninvalshoeken en methodieken.

De specifieke topics die het onderzoeksseminar zal aansnijden zullen nauw aansluiten bij deonderzoekslijnen van de onderzoeksgroep ARCHE en worden bekendgemaakt aan het begin van hetsemester. Doordat het seminar inhoudelijk en methodologisch ingebed zit in een ruimeronderzoeksgeheel is een solide omkadering van de studenten verzekerd.Deze seminar wordt ingericht in beide campussen en campus-overschrijdend opgevat: op gezettetijdstippen zullen werkbijeenkomsten en ontmoetingen worden georganiseerd tussen de groepenstudenten uit Gent en Brussel. De verantwoordelijke docenten zullen aan beide groepen doceren.



Naam auteur, V., Titel, Uitgever, Stad, Jaar.- Sven Sterken, Syllabus Onderzoeksmethodologie, WENK, dep. architectuur Sint Lucas, academiejaar2007-2008 (versie 3.0 in voorbereiding)- Reader met documentatiemateriaal en verdiepende teksten omtrent de te behandelen topics. - Bijkomend studiemateriaal zal via TOLEDO beschikbaar gesteld worden.


Naam auteur, V., Titel, Uitgever, Stad, Jaar.- Geert Bekaert, Hedendaagse Architectuur in België (Tielt: Lannoo, 1995)- Anne Van Loo, Repertorium van de Belgische Architectuur (Antwerpen: Mercatorfonds, 2003)

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcollege ivm onderzoeksmethodieken- begeleide oefeningen en zelfstudie- excursies en veldwerk- workshops

Pagina 2/3

Evaluatievorm / Assessment methodstudenten worden gequoteerd op: * Inzet en actieve deelname aan de seminars door het semester (1/3 van het aantal credits) * Werkstuk (persoonlijk of in team) dat een bepaald facet van de onderzoeksvraag behandelt. Ditwerkstuk wordt op het examen mondeling toegelicht en besproken. (2/3 van het aantal credits)


Pagina 3/3

ARMa2S2 - Elective III&IV: Leefbare Vlaamsecentrumsteden







Er wordt verondersteld dat de inhoud van het dOLOD stedenbouwkunst uit de 1° master architectuurgekend is


- Brede interesse in het maatschappelijke en ruimtelijke gebeuren

Doelstelling / Goal


/


- Met kennistheoretische bagage een kritische reflectie maken over leefbare en duurzame stedelijkesamenlevingen-Formulering van visie, concepten en ruimtelijke voorstellen zowel schriftelijk als mondeling


- Op een wetenschappelijke/artistieke wijze kunnen denken en handelen Omgaan met complexe problemen/ beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in eenonzekere context

Pagina 1/3

- Beschikken over het vermogen tot communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingenmet vakgenoten

Inhoud / ContentsDe pijlers voor een kwalitatief stedelijk leven, zijnde een stad met woonkwaliteiten, een groene stad, eenstad als tewerkstellingspool, als kennis- en cultuurpool, met integratie van oude en nieuwelandschappen, met een goede bereikbaarheid en verkeersleefbaarheid en met een centrumpositie voorhet ommeland worden onderzocht. Hierbij worden concrete stadsontwerpen en/of stedenbouwkundigeprojecten in de Vlaamse centrumsteden in detail onderzocht



Er wordt geen verplicht studiemateriaal opgelegd. Afhankelijk van de excursie kan bepaalde literatuurworden aangereikt.


- Boudry,L. e.a. ,2003: De eeuw van de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden. Witboek ProjectStedenbeleid. 238 p.- Loeckx, A. &De Meulder, B. (2003): Wonen op zoek naar stedelijkheid, dichtheid en duurzaamheid. In:De eeuw van de stad. Over stadsrepublieken en rastersteden. Voorstudies, 273-304.

- PROJECTGROEP STEDENBELEID: Stadsmonografie2002 : Brugge, Hasselt, Mechelen2003 : Antwerpen, Gent, Genk, Kortrijk en Leuven 2004 : Aalst, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout- www.vlaanderen.be- aps.vlaanderen.be- www.thuisindestad.be

Onderwijsvorm / Teaching methodIn een eerste sessie worden na een duidelijk stellen van de doelstelling, de werkwijze en deevaluatievorm, de bronnen en bepaalde socio-economische begrippen en termen uit hetstedenbouwkundige vakjargon toegelicht. Nadien volgen werkcolleges waarbij telkens door een groep studenten voor een centrumstadinteressante stedelijke projecten besproken worden waarbij nagegaan wordt of het project beantwoordtaan de betrachting van leefbaarheid en duurzaamheid.Er worden één of twee excursies georganiseerd. De studenten worden actief betrokken bij devoorbereiding van deze studiereis. Ze werken een inhoudelijk programma uit waarbij de brederestedenbouwkundige context en de te bezoeken projecten onderzocht en gedocumenteerd worden.

Evaluatievorm / Assessment method- Een permanente evaluatie van de persoonlijke bijdrage van de studenten tot de discussiecolleges - Een excursieverslag waarbij de studenten hun persoonlijke kijk geven op de bezochte projecten enbecommentariëren of het project bijdraagt tot de leefbaarheid van de centrumstad.

Penvoerder van deze fiche

Pagina 2/3

No documents found.

Pagina 3/3

ARMa2S2 - Elective III&IV: Leiding geven




Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersJohan Rutgeerts 2 3



- geen speciale voorbereiding noodzakelijk,.


- gemotiveerd zijn om actief deel te nemen is noodzakelijk

Doelstelling / Goal


- inzicht krijgen in de mechanismen die autoriteit en leiding geven genereren

- persoonlijke competenties toetsen aan de algemene regels van leiding geven

- angsten leren overwinnen om meer te bereiken dan de cursist voor mogelijk acht


/


/

Pagina 1/2

Inhoud / Contents-leiderschap en autoriteit - wat is dat ?-verschillende vormen van leiderschap-time-management-hulpmiddelen om leiderschap te vestigen-strategisch denken-delegeren en motiveren-onderhandelen en onderhandelingstechnieken



Cursus Leiding Geven - Johan Rutgeerts


Good to GreatJim CollinsBusiness Bibliotheek2004LeiderschapMarshall Loeb & Stephen KindelPearson Education Benelux2004Excellent OnderhandelenRoger Fisher, William Ury & Bruce PattonBusiness Bibliotheek2005Effectief Leiding geven - de GordonmethodeDr. Thomas GordonTirion2005

Onderwijsvorm / Teaching methodhoorcolleges - rollenspellen - trainingen - zelfstudie

Evaluatievorm / Assessment methodMondelinge presentatie voor een groep van een tema omtrent Leiding geven


Pagina 2/2

SLMa 2S2 - Elective III&IV: Restauratie- enrenovatietechnieken


Geen opleiding aangeduid,meldt dit aan hetsecretariaat

Elective III&IV SLMa 2S2

Statuut van het OLOD / Niveau van het OLOD / Studiejaar / YearStatus Levelkeuzevak Ma 2elementair

Lesgever(s) Semester / Semester Studiepunten / CreditsTeachersErik Geens 2 4



/


/

Doelstelling / Goal


/


/


/

Pagina 1/2

Inhoud / Contents /



/


/

Onderwijsvorm / Teaching method /

Evaluatievorm / Assessment method /


Pagina 2/2

ARMa1S2 - Theorievorming IV · ARMa1S2 - Theorievorming IV Opleiding / Programme...

Documents

Transcript of ARMa1S2 - Theorievorming IV · ARMa1S2 - Theorievorming IV Opleiding / Programme...