Architectuur uit de golden sixties...hij het beton gieten, zodat dit het uitzicht kreeg van hout....

3
Gazet van Antwerpen/Citta 11/04/2015, bladzijden 4 & 5 All rights reserved. Gebruik and reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Gazet van Antwerpen/Citta Gazet van Antwerpen/Citta 11/04/2015, bladzijden 4 & 5 All rights reserved. Gebruik and reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Gazet van Antwerpen/Citta Innovating Digital Content Ontdek de Turnhoutse School Architectuur uit de golden sixties Architectuur uit de golden sixties Architectuur uit de golden sixties Het Kempense architectuurcentrum Ar-Tur organiseert vanaf eind april rondleidingen over de architectuur van de Turnhoutse School. Architect Luc Vanhout neemt de toekomstige gidsen mee naar de verwezenlijkingen van zijn vader en zijn oom en dompelt hen onder in de taal van het Turnhoutse postmodernisme. “Plots stelde de omgeving vast dat in Turnhout een aantal architecten woonde dat wat deugnieterij had uitgehaald. In de luwte, zonder daar veel blabla over te maken.” Tekst: Guy Van Nieuwenhuysen Foto’s: Bert De Deken De typische ronde boog van de Warande en de minder bekende binnenplaats met schouw. Luc Vanhout start zijn tocht niet bij een van de ge- bouwen die tot de architectuur van de Turnhoutse School worden gerekend, maar in het huis van zijn grootvader, architect Jozef Schellekens, op de Steenweg op Mol. Jozef Schellekens bouwde er een moderne tweewoonst voor hemzelf en voor zijn vriend Theo Op De Beeck. Dat was in 1934 en het conservatieve Turnhout sprak er schande over. De grote raampartijen, de afwezigheid van een dak, dit was te veel modernisme voor een kleine provinciestad. Op elk huis, elke schuur en elke stal stond een puntdak. Een huis zonder dak was dus niet af. Bart Meuleman beschrijft in zijn roman De jongste zoon hoe Jozef Schellekens zwicht voor de kritiek en na zijn eigen woning nooit nog een dergelijk modern ontwerp tekent. Maar in die woning staat wel de wieg van zijn zoon Paul Schellekens, die later tot de architecten van de Turnhoutse School zou worden gerekend. Over wie daartoe behoort bestaan verschillende visies. De beroemde Antwerpse architect Renaat Braem beschreef als eerste de “streekeigen hedendaagse architectuur rond Turnhout”, waartoe hij het werk van de architecten Van- hout & Schellekens, Paul Neefs, Lou Jansen en Eugène Wauters rekende. De term Turnhoutse School gebruikt Braem niet. Die duikt pas op in Hedendaagse Architectuur in België van Geert Bekaert, dat in 1995 is uitgegeven. In dat werk wordt die Turnhoutse School eigenlijk beperkt tot het werk van het architectenbureau Vanhout & Schellekens. Welke interpretatie van de Turnhoutse School we ook volgen, vast staat wel dat de meeste gebouwen die tot dit Kempens postmodernisme mogen wor- den gerekend, in de omgeving van Turnhout staan. “Maar de verschillen zijn groot”, zegt Luc Vanhout, die de zoon is van Carli Vanhout en de neef van Paul Schellekens. “Lou Jansen zocht symmetrielijnen en een schema op. Paul Neefs werkte met rasters en onderscheidde zich door dingen uit hun as te draai- en. Bij Vanhout & Schellekens vind je nooit een schema. Hun plannen lijken wel gemaakt door een potlood dat op zichzelf is beginnen te tekenen.” Deugnieterij “Op basis van wat Renaat Braem heeft geschreven, zijn die architecten onder één noemer geplaatst. Braem kwam van Antwerpen en hij stelde vast dat in Turnhout een paar architecten wat deugnieterij had- den uitgehaald. Voor hem leek het wel alsof ze in alle luwte op een labo-achtige manier met architectuur waren bezig geweest, zonder daar te veel blabla over te maken. Daarvan was Braem zo onder de indruk dat hij ze als een groep bekeek. Het bijzondere was eigenlijk dat in Turnhout op hetzelfde ogenblik drie architectenbureaus hele interessante dingen deden. Die architecten kwamen ook samen. Er zijn projec- ten geweest die ze samen hebben uitgevoerd.” Luc Vanhout neemt de kandidaat-gidsen mee naar

Transcript of Architectuur uit de golden sixties...hij het beton gieten, zodat dit het uitzicht kreeg van hout....

Page 1: Architectuur uit de golden sixties...hij het beton gieten, zodat dit het uitzicht kreeg van hout. Vandaag is dat onbetaalbaar. Allemaal “Als je vandaag zoiets wil bouwen, ontbreekt

Gazet van Antwerpen/Citta 11/04/2015, bladzijden 4 & 5All rights reserved. Gebruik and reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Gazet van Antwerpen/CittaGazet van Antwerpen/Citta 11/04/2015, bladzijden 4 & 5All rights reserved. Gebruik and reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Gazet van Antwerpen/Citta

I n n o v a t i n g D i g i t a l C o n t e n t

Ontdek de Turnhoutse School

Architectuur uit de

golden sixties

Architectuur uit de

golden sixties

Architectuur uit de

golden sixtiesHet Kempense architectuurcentrum Ar-Tur organiseert vanaf

eind april rondleidingen over de architectuur van de Turnhoutse School. Architect Luc Vanhout neemt de toekomstige gidsen mee naar de verwezenlijkingen van zijn vader en zijn oom en dompelt hen onder in de taal van het Turnhoutse postmodernisme. “Plots stelde de omgeving vast dat in Turnhout een aantal architecten

woonde dat wat deugnieterij had uitgehaald. In de luwte, zonder daar veel blabla over te maken.”

Tekst: Guy Van Nieuwenhuysen Foto’s: Bert De Deken

De typische ronde boog van

de Warande en de minder

bekende binnenplaats met

schouw.

Luc Vanhout start zijn tocht niet bij een van de ge-bouwen die tot de architectuur van de Turnhoutse School worden gerekend, maar in het huis van zijn grootvader, architect Jozef Schellekens, op de Steenweg op Mol. Jozef Schellekens bouwde er een moderne tweewoonst voor hemzelf en voor zijn vriend Theo Op De Beeck. Dat was in 1934 en het conservatieve Turnhout sprak er schande over. De grote raampartijen, de afwezigheid van een dak, dit was te veel modernisme voor een kleine provinciestad. Op elk huis, elke schuur en elke stal stond een puntdak. Een huis zonder dak was dus niet af. Bart Meuleman beschrijft in zijn roman De jongste zoon hoe Jozef Schellekens zwicht voor de kritiek en na zijn eigen woning nooit nog een dergelijk modern ontwerp tekent. Maar in die woning staat wel de wieg van zijn zoon Paul Schellekens, die later tot de architecten van de Turnhoutse School zou worden gerekend. Over wie daartoe behoort bestaan verschillende visies. De beroemde Antwerpse architect Renaat Braem beschreef als eerste de “streek eigen hedendaagse architectuur rond Turnhout”, waartoe hij het werk van de architecten Van-hout & Schellekens, Paul Neefs, Lou Jansen en Eugène Wauters rekende. De term Turnhoutse School gebruikt Braem niet. Die duikt pas op in Hedendaagse Architectuur in België van Geert Bekaert, dat in 1995 is uitgegeven. In dat werk wordt die Turnhoutse School eigenlijk beperkt tot

het werk van het architectenbureau Vanhout & Schellekens.Welke interpretatie van de Turnhoutse School we ook volgen, vast staat wel dat de meeste gebouwen die tot dit Kempens postmodernisme mogen wor-den gerekend, in de omgeving van Turnhout staan. “Maar de verschillen zijn groot”, zegt Luc Vanhout, die de zoon is van Carli Vanhout en de neef van Paul Schellekens. “Lou Jansen zocht symmetrielijnen en een schema op. Paul Neefs werkte met rasters en onderscheidde zich door dingen uit hun as te draai-en. Bij Vanhout & Schellekens vind je nooit een schema. Hun plannen lijken wel gemaakt door een potlood dat op zichzelf is beginnen te tekenen.”

Deugnieterij“Op basis van wat Renaat Braem heeft geschreven, zijn die architecten onder één noemer geplaatst. Braem kwam van Antwerpen en hij stelde vast dat in Turnhout een paar architecten wat deugnieterij had-den uitgehaald. Voor hem leek het wel alsof ze in alle luwte op een labo-achtige manier met architectuur waren bezig geweest, zonder daar te veel blabla over te maken. Daarvan was Braem zo onder de indruk dat hij ze als een groep bekeek. Het bijzondere was eigenlijk dat in Turnhout op hetzelfde ogenblik drie architectenbureaus hele interessante dingen deden. Die architecten kwamen ook samen. Er zijn projec-ten geweest die ze samen hebben uitgevoerd.”Luc Vanhout neemt de kandidaat-gidsen mee naar

Page 2: Architectuur uit de golden sixties...hij het beton gieten, zodat dit het uitzicht kreeg van hout. Vandaag is dat onbetaalbaar. Allemaal “Als je vandaag zoiets wil bouwen, ontbreekt

Gazet van Antwerpen/Citta 11/04/2015, bladzijden 6 & 7All rights reserved. Gebruik and reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Gazet van Antwerpen/CittaGazet van Antwerpen/Citta 11/04/2015, bladzijden 6 & 7All rights reserved. Gebruik and reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Gazet van Antwerpen/Citta

I n n o v a t i n g D i g i t a l C o n t e n t

De opleiding van de gidsen begint in de modernistische woning van Jozef Schellekens.

De opleidingvan de gidsenbegint in demodernistische woning van Jozef Schellekens.

Luc Vanhout

zijn ouderlijke woning op de Parklaan, waar nu zijn architectenbureau Architects In Motion is geves-tigd. Gebouwd in 1963 en voor Carli Vanhout hét ontwerp waarmee hij zijn postmodernistische tijd-perk inluidde. “Heel Turnhout sprak toen schande van die bunker op de Parklaan. Alle klassieke indelingen heeft hij hier herdacht en uit elkaar getrokken”, toont Luc Vanhout. “Er was geen voor-deur meer in de voorgevel. Het gebouw is een min of meer geboetseerd element dat in de natuur staat. Die natuur gaat dwars door de gevel van de woning. Het pad naar de voordeur maakt je los van de wereld. Wanneer je onder de arcade en over het water stapt, verlaat je de buitenwereld.”“Toen mijn vader deze woning met kantoor ont-wierp, deed Paul Schellekens stage in New York. Met deze woning maakte hij de breuk met de ar-chitectuur uit de jaren vijftig. Omdat het zijn eigen huis was, kon hij experimenteren. Dat is de kente-ring geweest, die de aanzet was tot een hele reeks gebouwen in dezelfde stijl. Maar persoonlijk vind ik deze woning de meest authentieke. Bij alle volgen-de gebouwen heeft hij toegevingen moeten doen.”

AfvalstenenVerschillende elementen uit de woning van Carli Vanhout keren in latere ontwerpen van Vanhout & Schellekens terug. “Geen enkele steen is dezelf-de”, wijst Luc Vanhout. “Dat waren afvalstenen van de steenbakkerij Sas in Rijkevorsel. Mislukte stenen die te lang in de oven hadden gelegen. Daarmee bouwde mijn vader dit huis. Renaat Braem schrijft erover dat het wildverband geen baksteenmuur meer is, maar een soort gehouwen massa. De lijnen vervagen. Daarnaast is er het brute beton. Carli kocht nieuwe planken, waar-van de nerven nog onbezoedeld waren. Daarin liet hij het beton gieten, zodat dit het uitzicht kreeg van hout. Vandaag is dat onbetaalbaar. Allemaal

“Als je vandaag zoiets wil bouwen, ontbreekt de tijd om out of the box te denken”

Het huis van Carli Vanhout op de Parklaan in Turnhout.“Het pad naar de voordeur maakt je los van de wereld”, zegt Luc Vanhout.

nieuwe planken, al die werkuren. Bovendien is zo’n plafond een grote koudebrug.”In de living staan de bekende B3-stoelen van ont-werper Marcel Breuer, die ook in de centrale hal van de Warande stonden. Dat cultuurhuis is een ontwerp van drie architectenbureaus: Vanhout & Schellekens, Schoeters en Wauters. Paul Schelle-kens was de schoonbroer van Carli Vanhout. “Hij was acht jaar jonger dan mijn vader en studeerde in Antwerpen. Mijn vader had plots veel werk. Bij Schellekens hadden ze wel de status, maar niet de financiën. Paul moest een groot deel van zijn stu-dies zelf betalen en werkte daarom op elk vrij mo-ment bij mijn vader als tekenaar. Turnhout wilde een kunst- en muziekacademie bouwen en op hetzelfde moment waren ministers Rika De Backer en Frans Van Mechelen bezig met cultuurhuizen voor het volk. Paul Schellekens zocht een afstu-deerproject. Mijn vader zei: een cultuurcentrum bestaat nog niet. Dat gaan we ontwerpen. Schelle-kens heeft de tijd gekregen om op een academische manier te onderzoeken wat een cultuurcentrum is. Dat is pure luxe. Als je vandaag zoiets wil bouwen, maar er ondertussen ook rekeningen moeten wor-den betaald, is er te weinig tijd om out of the box te denken. Maar zij hadden een bureau met een stu-dent die vrij kon denken en experimenteren. Die gegevens zijn dan à la minute door de andere archi-tecten omgezet in een bouwbaar geheel.”Een mooi geheel, met een duidelijke handtekening van de ontwerpers. Maar die waren toch met drie? Luc Vanhout lacht: “Wauters had een plan, Van-hout & Schellekens ook. De stad durfde niet te kie-zen. Een prof in Leuven maakte de keuze voor hen.”Die samenwerking verliep ook bij andere projecten stroef. Toen Turnhout een sporthal wilde bouwen, beslisten de Turnhoutse architecten ook om samen een ontwerp in te dienen. “Ze zijn twee keer samen-gekomen om de schetsen te bespreken. Ze maakten

Page 3: Architectuur uit de golden sixties...hij het beton gieten, zodat dit het uitzicht kreeg van hout. Vandaag is dat onbetaalbaar. Allemaal “Als je vandaag zoiets wil bouwen, ontbreekt

Gazet van Antwerpen/Citta 11/04/2015, bladzijden 8 & 9All rights reserved. Gebruik and reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Gazet van Antwerpen/CittaGazet van Antwerpen/Citta 11/04/2015, bladzijden 8 & 9All rights reserved. Gebruik and reproductie enkel mits toelating van de uitgever via Gazet van Antwerpen/Citta

I n n o v a t i n g D i g i t a l C o n t e n t

“Je hebt hier nooit het gevoel dat je in een gebouw uit 1968 rondloopt”

Het Sint-Victorstinstituut verzoent de stij-len van Vanhout

& Schellekens en van Jansen &

Schiltz.

zo’n ambras dat het ontwerp er nooit is gekomen.”Toch werkten de architecten nog bij andere pro-jecten samen. De Parkwijk is zo’n project. Voor de bouw van het Sint-Victorinstituut werkten Van-hout & Schellekens samen met het architecten-bureau van Lou Jansen en de in 1969 overleden Rudi Schiltz. “Omdat mijn vader het Sint-Victor mocht ontwerpen, moest ik naar die school”, zegt Luc Vanhout. “Zo ging dat in die tijd.” Ook dit gebouw kende door de vaak gebrekkige samenwer-king een moeizame ontstaansgeschiedenis, maar vertoont wel kenmerken die aan de diverse archi-tecten zijn toe te schrijven: de rasterstructuur van Jansen & Schilz, de bakstenen voorgevel met ronde betonnen vormen en stalen ramen van Vanhout & Schellekens. De rondleiding per fiets die Ar-Tur eind deze maand lanceert in samenwerking met de stedelijke dienst Toerisme, leidt ook naar Master Meubel, een ander juweel op de kroon van de Turnhoutse School. Lou Jansen & Rudy Schiltz ontwierpen het gebouw in 1968 voor Sint-Antoniusmeubelen. “Mijn familie nam de meubelzaak in 1986 over”, vertelt Goele Vermeeren. “De oorspronkelijke bouwheer was toen al overleden. Het gebouw was in een slechte staat, maar mijn ouders vonden het zo fantastisch dat ze het absoluut wilden kopen. Je hebt hier nooit het gevoel dat je in een gebouw uit 1968 rondloopt. Dit was een heel vooruitstrevend ontwerp. Het idee

Master Meubel is ondergebracht

in een pand uit 1968 van archi-

tecten Jansen & Schiltz.

om hier designmeubelen te verkopen, hebben we eigenlijk aan het gebouw zelf te danken. Dat heeft het tijdloze dat de meubelen die wij aanbieden, ook hebben.”De periode van de Turnhoutse School loopt af in 1973. Niet dat de architecten daarna niets meer ontwierpen, maar de oliecrisis dwong hen om het anders aan te pakken. “Ze bouwden huizen met een onvoorstelbaar ruimtegebruik”, illustreert Luc Van-hout. “Zelfs al zou je het kapitaal hebben, dan zou het nog niet mogen. Een patiowoning als die van mijn ouders is al helemaal out of the question. Van-daag zoeken we naar een beperkte ruimtegebruik. Misschien keren we zelfs terug naar de ontwerpen van Jozef Schellekens, die met hele kleine ruimtes toch hele grote effecten kon bekomen, en zijn we weer terug waar onze rondleiding is begonnen.” ■

INFO: www.centrum.ar-tur.be