Architectuur Lokaal #57

24
Lente 2007 #57 Het Instituut voor Beeld en Geluid Gemeentehuis Alphen aan den Rijn Rotondes als ontwerpopgave

description

met onder andere: Iets lampionachtigs met beelden Edwin van Huis was de opdrachtgever van het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. Hij blikt terug op het bouwproces. Commitment in de jungle Dat het bouwen van een nieuw stadhuis geen sinecure is, blijkt uit het verhaal van Ed ’t Hoen, directeur van het gemeentelijk Projectbureau stadshart. Onbewoond verkeerseiland Martijn Schoots, ontwerper landschappelijke en publieke ruimte, pleit voor een vroegtijdige opname in het ontwerpproces van de inrichting van de middenberm.

Transcript of Architectuur Lokaal #57

Lente 2007 #57Het Instituut voor Beeld en Geluid Gemeentehuis Alphen aan den Rijn Rotondes als ontwerpopgave

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:14 Pagina 1

2 Architectuur Lokaal #57

Redactioneel

COLOFON

ARCHITECTUUR LOKAAL verschijnt 4x per jaarTussen de Bogen 181013 JB Amsterdam020 530 40 [email protected]

REDACTIEHoofdredactie: Cilly JansenEindredactie: Indira van ’t KloosterRedactie & productie: Margot de Jager

REDACTIERAADJan AbrahamseHenk van den BroekHans van BrummenAgnes EversSimon Franke

VORMGEVINGJoseph plateau, Amsterdam

DRUKDie Keure, Brugge

OPLAGE6000

ISSN1385-0482

ABONNEMENTEen abonnement op dit tijdschrift is kosteloos verkrijgbaar op aanvraag. Nog beschikbare nummers uit eerdere jaargangen zijn tegen verzendkosten te bestellen bij ArchitectuurLokaal.

FOTO OMSLAGTheo Baart. Roombeek, 2007

Architectuur LokaalIs het landelijke informatiecentrum voor cultureel opdracht-geverschap en architectuurbeleid. Vanuit een onafhankelijkepositie leggen wij verbindingen tussen partijen die bij debouw betrokken zijn. Voor opdrachtgevers als gemeenten,woningcorporaties en projectontwikkelaars verzorgen wijexcursies, discussies en andere programma’s op maat.Terugkerende thema’s zijn de culturele betekenis van hetopdrachtgeverschap en het belang van de samenwerking tussen opdrachtgever en ontwerper. Onze coördinerendetaak komt naar voren bij het Steunpunt Ontwerpwedstrijdenen het Overleg Lokale Architectuurcentra.

WoonbeleidTübingen is een Duitse stad, zo groot als Delft. Er is een universiteit met een bouwkunde-faculteit en een gerestaureerd, monumentaal stadscentrum. Toen het Franse leger na1991 uit Tübingen vertrok, besloot de gemeente tot herontwikkeling. De eerste nieuwehuizenblokken werden gerealiseerd door een projectontwikkelaar. De gemeente wasniet tevreden over de kwaliteit. Zij besloot daarom het gebied samen met de duizendentoekomstige burgers te vernieuwen. De gemeente maakte een flexibel stedenbouwkundigplan zonder parcellering en gaf kavels van de gewenste breedte uit aan particuliere'bouwgroepen'. De afspraken die werden gemaakt zijn luid en duidelijk, en ze passen opeen paar A4-tjes. Het gaat om afspraken over rooilijnen en bebouwingsgrenzen, overbouwhoogten, dakvormen en binnenterreinen. Het straatniveau is bedoeld voor klein-schalige functies, en ook die worden door de bewoners gerealiseerd: kleine winkels, eendansschool, ateliers en werkplaatsen. Met een metaalfabriekje dat fietsdynamo’s maakt,is de grens bereikt van wat mogelijk is aan bedrijvigheid in een woonwijk.Parkeeroplossingen blijven lastig, maar zijn tot nu toe steeds gevonden. De ondersteuningdoor de gemeente is enorm teruggelopen, omdat de bewoners elkaar intussen goed kunnen informeren. In de projecten zit geen subsidie. De grondopbrengsten gaan terugin de publieke ruimte, de exploitatie wordt op nul gehouden. Vijftien jaar na de startzijn twee van de drie deelprojecten gerealiseerd, de derde is in voorbereiding.Vergelijkbare projecten komen op gang in Hamburg, Kassel, Freiburg en elders. Op 11 april voert de gemeente Almere een eerste vakdebat over stedenbouw, te realise-ren met bewoners. Is dat een alternatief voor overgeorganiseerde Vinexwijken en onsa-menhangende vrije kavelwijken? Nederland heeft een andere traditie dan Duitsland enAlmere is Tübingen niet. Maar de Tübingers zijn luid en duidelijk: wanneer Almeregebruik maakt van de opgedane ervaringen is er vijf jaar gewonnen.

Cilly Jansen, directeur Architectuur Lokaal

foto: Jurgen Huiskes

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:14 Pagina 2

Opgaven Commitment in de jungleDat het bouwen van een nieuw stadhuis geen sinecure is, blijkt uit het verhaalvan Ed ’t Hoen, directeur van het gemeentelijk Projectbureau stadshart.Zeker niet als het gemeentebestuur meerdere rollen in het bouwproces ver-vult.Marieke Berkers

3Architectuur Lokaal #57

Inhoudsopgave

Lokaal MondiaalTracy Metz

RegieTrekken en bindenInterview met Lenie Dwarshuis, gedeputeerde van de Provincie Zuid-Holland, over het Groene Hart Dirk Bergvelt en Indira van ’t Klooster

OpgavenWeemoed, Weelde en WildernisDe Vereniging Natuurmonumenten creëert natuur op het eiland Tiengemeten Dorine van Hoogstraten

Plekken voor kenniseconomieBinnenstedelijke gebieden en bestaande bedrijventerreinen bieden kansen voor hergebruik op een eigentijdse manier Dirk Bergvelt

Particulier opdrachtgeverschap: ook in GroningenKUUB uit Groningen reageert op de plannen van AlmereJacobien de Goede en Saskia Voest

Dilemma’sReiswijzerNieuwe handreikingen voor publiek private samenwerkingCilly Jansen

Scholenbouw voor dummiesHandvatten om de risico’s bij de bouw van een nieuw schoolgebouw te verkleinenWieke van Dongen

PraktijkGrenzeloos lokaalDe reikwijdte van ARCAM is letterlijk grenzeloosMaarten Kloos

Re:Actie Kleurgebruik bij nieuwbouwprojectenRob van Maanen

Adressen ArchitectuurcentraNederland

Foto omslag‘In Enschede heeft men altijd gewerkt. Vroeger vooral in detextielnijverheid. De stad was een verzameling fabrieken metdaarom heen ‘arbeiderswijken’ en hier en daar een villa. Defabrieken zijn verdwenen, de volksbuurten zijn opgeknapt,de villa’s zijn er nog. De laatste vijf jaar is Enschede zichzelfaan het herscheppen: overal wordt gebouwd. Er is sprake vanontembare bouwlust, de stad is de komende jaren een grotebouwput. Op deze foto staat, na voltooiing met z’n 101 meterboven het maaiveld, de hoogste woontoren van Overijssel. Er ontstaat een heuse skyline aan onze oostelijke grens.’Theo Baart, De Muy 139, 2134 XJ Hoofddorp, 06 2509 0000 [email protected]

Voor de cover van Architectuur Lokaal stelt telkens een anderearchitectuurfotograaf zijn mooiste archieffoto ter beschikking.

Regie Iets lampionachtigs met beeldenIn Hilversum is een opvallend gebouw opgeleverd. Edwin van Huis was deopdrachtgever van het Instituut voor Beeld en Geluid. Kort na de openstellingvoor publiek blikt hij terug op het bouwproces.Indira van ‘t Klooster

Opgaven Onbewoond verkeerseilandDe rotonde is een architectonische opgave net als alle andere ruimtes in het publieke domein, volgens Martijn Schoots, ontwerper landschappelijkeen publieke ruimte. Hij pleit daarom voor een vroegtijdige opname in hetontwerpproces van de inrichting van de middenberm. Martijn Schoots

16

04

07

12

14

17

19

20

22

23

24

05

10

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:14 Pagina 3

4 Architectuur Lokaal #57

Lokaal Mondiaal

Tradities en andere oude dingen zijn schaars inAmerika, misschien gaan ze er daarom nogalkrampachtig mee om. Harvard, in 1636 gevestigd inCambridge bij Boston, is de belichaming van deknoop waar je in kunt geraken als je als universiteitaan traditie wilt vasthouden en tegelijkertijd hip,vernieuwend en cutting edge wilt zijn.

Ik breng dit academische jaar door aan Harvard,waar ik een Loeb Fellowship geniet. Sinds 1970biedt deze fellowship, gericht op the improvementof the built and natural environment, tien mid-career professionals de gelegenheid om aan deGraduate School of Design (GSD) een jaar langnieuwe inzichten en contacten op te doen om daarnade wereld beter te gaan maken. Een zware plicht.

Hoe ziet die nieuwe, betere wereld uit die de GSDmet zijn (landschaps)architecten en stedenbouwerswil produceren? Tot de docenten en oud-studentenhoren o.a. Gropius en Breuer, Charles Jencks enPhilip Johnson, I.M. Pei en Rem Koolhaas, en ditsemester zijn Francine Houben en Adriaan Geuze vande partij. Geen mensen (behalve de postmodernisten)die je van retro-sympathieën kunt beschuldigen. Het gebouw van de GSD, Gund Hall, is zelf ook eenheftig staaltje beton brut uit begin jaren zeventig.

Maar Gund Hall is – samen met Le CorbusiersCarpenter Center een straat verderop – een van dezeer weinige moderne gebouwen van Harvard. Het isallemaal baksteen wat de klok slaat. Het hart van decampus, Harvard Yard, is nog steeds een arcadischeweide met bomen en brutale eekhoorns, een kerkjemet een witte houten toren en een bibliotheek metreusachtige neoklassieke zuilen. En in de woonbuur-ten eromheen wordt het traditionele New England‘clapboard’ huis in ere gehouden.

Harvard heeft onlangs, nadat het jarenlang in hetgeniep land had aangekocht, een plan bekendgemaakt voor een nieuwe nevencampus in de nabu-rige gemeente Allston. De vraag die daarmee steedsprangender wordt, is hoe een instituut dat de vol-gende generaties opleidt en met de nieuwste kenniswapent, zich de toekomst voorstelt. Ook wij LoebFellows moeten na dit bijzondere jaar de wereld, enin het bijzonder de (Amerikaanse) steden, beter gaanmaken. Moeten die steden er net zo uit gaan zienals Cambridge: nieuw van binnen, oud van buiten?

Harvard Sleuren aan de toekomstTracy Metz

Tracy Metz heeft in 2007 een LOEB Fellowship aan Harvard University’s Design School, waar zezich verdiept in het fenomeen ‘down town’. Dit jaar bericht zij vanuit Boston over ontwerp,opdrachtgeverschap en de stad.

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:14 Pagina 4

5Architectuur Lokaal #57

Regie

Sinds december 2006 is het Mediapark in Hilversumeen opvallend gebouw rijker. Het NederlandsInstituut voor Beeld en Geluid herbergt al het audio-visuele materiaal sinds het bestaan van Nederlandseradio en televisie, en de grootste Nederlandsemuziek- en filmverzameling. Voorheen was hetmateriaal gehuisvest op negen verschillende locatiesdoor heel Nederland, later op drie plekken inHilversum. De opdracht om alle vestigingen op loca-tie samen te brengen kwam negen jaar geleden vanhet Ministerie van OCW, dat ook het gebouw finan-cierde. ‘Het budget van OCW was aanvankelijk nietvoldoende om onze plannen te realiseren.Uiteindelijk hebben we een gentlemen's agreementgesloten. OCW verstrekte het benodigde geld en wijbeloofden om binnen budget te blijven en nooitmeer terug te komen voor meer. Toen konden wegaan bouwen. OCW heeft zich altijd erg op de ach-tergrond gehouden. Er waren natuurlijk wel voort-gangsgesprekken, maar inhoudelijk waren we ergvrij. Dat is best bijzonder, vaak bemoeien ambtena-ren zich graag met opvallende projecten. Ik heb zelfjaren bij OCW, toen nog WVC, gewerkt bij de direc-tie Cultureel Erfgoed. Nou, wij bemoeiden ons over-al mee, moet ik nu met enige schaamte erkennen',aldus Edwin van Huis. Het gebouw is binnen budgetgerealiseerd.

Edwin van Huis, vanaf het begin bij de bouw betrok-ken, stelde een bouwcommissie van vier personensamen die, zo bleek al snel, helder voor ogen stondwat voor soort gebouw het moest worden. In hetProgramma van Eisen werd geformuleerd dat heteen gebouw moest zijn waar de mensen “met eenglimlach uit komen” en een gebouw dat direct in dearchitectuur top 10 terecht zou komen. Van Huis:‘Dat was niet uit prestige-overwegingen, maar om hetInstituut als cultureel gebouw op de kaart te zetten.In het museum gaan architectuur en gebouw van-zelfsprekend samen, maar het Nederlands Instituutvoor Beeld en Geluid was aanvankelijk ongrijpbaar,onbekend. Dat is communicatief lastig. We wildenniet uitsluitend archief zijn, maar ook een publieks-attractie, dus zochten we een gebouw wat daar bijpast. Bovendien, bij een culturele instelling hoortaandacht voor architectuur en voor de materialisatie.Een andere eis was daarom dat het gebouw elegantzou verouderen.'

De bouwlocatie lag snel vast. ‘Er waren in principeandere locaties beschikbaar, zoals het NEMO, waar-voor in die jaren een andere invulling werd gezocht,maar uiteindelijk was Hilversum de enige serieuzeoptie. We zijn immers het bedrijfsarchief van depublieke omroepen. In theorie hadden we archief enpublieksfunctie kunnen splitsen, maar dat wilden

we niet. Amsterdam lijkt misschien gunstiger vooreen publieksfunctie, maar dan gaat het vooral ombuitenlands publiek en dat kent Swiebertje niet. Dushet Mediapark lag voor de hand, maar dan wel aande rand, op het snijvlak van publiek en professio-nals.' In dat opzicht had Neutelings RiedijkArchitecten de beste oplossing door een gedeeltevan het gebouw ondergronds te realiseren. Nietalleen biedt dat een uitweg voor het archiefdeel datgrotendeels in donkere, koele ruimtes is gehuisvest,het scheelde ook enorm veel ruimte op de kavel.‘Andere ontwerpers realiseerden het gebouw vooralbovengronds, en dan is de hele kavel nodig om hetprogramma te realiseren, nu is er ruimte voor eenlandschappelijke tuin om het gebouw. En daarbijhouden we zo rekening met de omliggende woon-bebouwing die betrekkelijk dichtbij ligt.'

Omdat het bouwteam op voorhand een redelijkduidelijk beeld had van wat het karakter van hetgebouw zou moeten zijn, bleek het ook tamelijkeenvoudig om de juiste architect erbij te vinden. Viaeen aanbestedingsprocedure kregen vijf architecten-bureaus de opdracht een ontwerp te maken. ‘MetMichiel Riedijk was er direct een klik. In zijn ontwerpzat het grote gebaar, monumentaliteit en drama, maarzonder intimiderend te zijn. Tegelijkertijd toonde hijeen groot gevoel voor materialisatie, verrassend en

Een opdrachtgever die weet wat hij wil, bespaartzichzelf een hoop overbodige vragen. Het NederlandsInstituut voor Beeld en Geluid in Hilversum lijkt zo'ngebouw waarbij droom en daad samenvallen.Volgens directeur Edwin van Huis was het kiezen vande locatie eenvoudig. ‘Amsterdam lijkt misschien eengunstiger locatie om veel publiek te trekken, maardan zou het vooral gaan om buitenlanders en diekennen Swiebertje niet.’ Hoe een stoffig archief eenopvallende publieksattractie werd.

Opdrachtgever in NL > Tekst: Indira van 't Klooster > Beeld: Daria Scagliola

Iets lampionachtigs met beelden

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:14 Pagina 5

6 Architectuur Lokaal #57

Regie

functioneel.’ Het programma is divers: er is eenarchief- en depotgedeelte, kantoorfuncties, klanten-service en een publieksattractie (Experience).Binnen dat programma kwamen de verschillendeafdelingen voor het eerst samen in één gebouw.‘Dan is het belangrijk dat de verschillende medewer-kers uit verschillende sectoren elkaar kunnen zien,zich van elkaars aanwezigheid bewust zijn. Mensendie films restaureren moeten weten dat scholen engezinnen binnenkomen, maar ook andersom: hetpubliek moet weten dat alles wat ze zien, bijeenge-bracht is door de mensen die in het instituut werken.Dat is door de architect heel letterlijk vertaald dooreen glaswand tussen publieks- en kantoorgedeelte.Zo zijn alle functies in één oogopslag duidelijk.'

Maar het opvallendste aan Beeld en Geluid is de glasgevel naar ontwerp van de Nederlandse ontwerper Jaap Drupsteen, vooral bekend van hetNederlandse paspoort en briefgeld. Al veel langermaakt hij beeldcomposities bij muziekproducties optelevisie, zoals in de BV Haast Show (1977) of deDoe Maar Special (1988). De leaders voor KRO'sSport op Zaterdag (1980), Den Haag Vandaag(1980) of Kunstmest (1993) zijn van zijn hand. Metzijn band Tom Push, een audiovisueel combo, ont-werpt hij motion graphics, waarin soundtrack enanimaties als virtuele ritmesectie de live spelendemusici begeleiden. Hoewel het idee om Drupsteenbij het ontwerp te betrekken vanuit het bouwteamkwam, was de architect de opdrachtgever vanDrupsteen. Van Huis vindt dat vanzelfsprekend.‘Een architect is verantwoordelijk voor de realisatievan zijn ontwerp. Het concept was iets lampionach-tigs met beelden. Ten tijde van het accepteren vandat ontwerp wist niemand nog hoe dat te materiali-seren was. Het hadden, bij wijze van spreken, ookmonitoren kunnen zijn of voetschilderkunstenaarsdie Zuster Clivia uitbeelden. Wel hadden we hetidee van glas in lood, maar dan zonder lood.'

De opdracht van Neutelings Riedijk luidde:‘Gebruik beelden uit het archief en bewerk ze zodanig

dat het gebouw uitbundig gekleurd wordt en tochmonumentaal blijft. Voorkom dat het gebouw eengrote kiosk wordt.' (1) Dat bleek echter niet eenvoudig.Drupsteen had wel een idee van hoe dat uit te voe-ren, maar er was geen bedrijf in de wereld dat reliëf-beelden opgebouwd uit diverse pigmenten recht-streeks kon printen op glas. Terugkijkend op hetbouwproces beschouwt Edwin van Huis die ontdek-king als een cruciaal moment. ‘Als we ergens alsopdrachtgever een doorslaggevende rol hebbengespeeld, dan in de wil om het toch te realiseren. Wij hebben toen de opdracht gegeven om zelf eenmethode te ontwikkelen. Hoe wisten we niet, hetwas maar een beeld, een idee. Wel wisten we dat debeelden op de gevel niet té herkenbaar mochtenzijn. Niet het “Edgar Davids-effect” zoals tijdens hetEK in 2000 op het NN-gebouw in Rotterdam. Datwas even leuk, maar daarna ging het vervelen. Onzegevel mocht dus niet té letterlijk zijn. Een eis wasook dat de gevel een geheel ging vormen, dat kanniet met al te expliciete afzonderlijke beelden.'Uiteindelijk kwamen Drupsteen en TNO tot eenprocédé. Drupsteen selecteerde 748 beelden uitallerlei tijdperken en genres die de Nederlandse tele-visie rijk is. Vervolgens zijn de beelden bewerkt, destills vervloeien in horizontale richting, de kleurin-tensiteit is opgevoerd en tot slot komt het originelebeeld in glasreliëf weer terug. Dat alles in één techni-sche handeling: pigmentpoeders, glasplaat en malgingen tegelijkertijd de oven in. Het resultaat is eendoorlopende lus van beelden die de Nederlandsetelevisiegeschiedenis verbeeldt.

Op de vraag of er ook dingen zijn misgegaan ofanders hadden gemoeten, blijft het lang stil. ‘Nee,het gebouw is boven verwachting geslaagd.Aanvankelijk is het nauwelijks voorstelbaar dat heter echt komt. Van de dingen die nu niet blijken tekloppen, had ik tijdens de bouw al het vage gevoeldat er iets niet goed zat, of er was verdeeldheid overde oplossing, of we dachten “dat lossen we later weleen keer op”. Maar dat gebeurt dan dus nooit. Het

blijven zeurdingetjes die blijven zeuren. Het is eengoed gebouw geworden, dat ook door het publiekintensief wordt gebruikt. Een ander aspect is debewegwijzering. Die is er nog niet. Maar dat isbewust. We wilden eerst ontdekken hoe mensen hetgebouw zouden lezen, waar aanvullende informatienodig is, en waar niet. De komende tijd gaan we datafmaken. Er zijn wel verrassingen. We hadden deexploitatie van het gebouw voor symposia, ontvang-sten en feesten voor derden meegenomen in deexploitatie, maar dat het zo storm zou lopen wasook voor ons een verrassing. En elke dag stappenhier busladingen mensen uit om de Beeld en Geluidexperience te zien, veel meer dan waar we op had-den durven rekenen.'

(1) Uit: Over Beeld en Geluid, een tentoonstelling over JaapDrupsteen in Museum Hilversum. Nog te zien tot en met 6mei 2007. www.museumhilversum.nl

InformatieDe bouwcommissie bestond uit Pieter van derHeijden (directeur Experience), Jan Vriezen (plv.algemeen directeur en projectleider), Chris van Beers(coördinator nieuwbouw) en Edwin van Huis. VanHuis was hiervoor onder andere zakelijk directeurvan het Rijksmuseum in Amsterdam en Hoofdbedrijfsvoering bij het ministerie van WVC, directieCultureel Erfgoed. www.beeldengeluid.nl

‘Van de dingen dienu niet blijken tekloppen, had ik tijdens de bouw alhet vage gevoel dater iets niet goed zat,of we dachten “datlossen we later weleen keer op”. Maardat gebeurt dan dusnooit. Het blijvenzeurdingetjes dieblijven zeuren.’

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:14 Pagina 6

7Architectuur Lokaal #57

Regie

Het Groene Hart ligt globaal tussen de steden Amsterdam, Utrecht, Rotterdamen Den Haag, en maakt aldus onderdeel uit van de Randstad. Aan de definiëring van de grenzen en de gewenste functie ervan zijn al tallozenota’s, beleidsvisies en ontwerpen gewijd. Sinds het gebied de status van nationaal landschap heeft, werken de provincies Utrecht, Noord-Holland enZuid-Holland aan een uitvoeringsprogramma, waarbij plaatselijke ontwikke-lingen op regionaal niveau worden gewogen. ‘De uitgangspunten voor het uit-voeringsprogramma zijn drievoudig: beschermen wat waardevol is, verbete-ren wat niet goed is en het vitaal houden met het oog op de toekomst, zegtLenie Dwarshuis. ‘De rol die de provincie Zuid-Holland hierin speelt, is geba-seerd op de overtuiging dat het mogelijk moet zijn om de kernwaarden vanhet Groene Hart te versterken door een bindend kwalitatief kader voorbehoud en ontwikkeling op te stellen.’ Zij nuanceert de conclusies van deCommissie Kok, die het beeld schetste van een ‘praathuiscultuur’ in deRandstad waarbij de verschillende bestuurslagen elkaar in de tang houden.Volgens Dwarshuis laat de ervaring in het Groene Hart zien, dat provinciesen gemeenten wel degelijk productief kunnen samenwerken. Wat haar betreftgebeurt dat ook vanuit een internationaal perspectief. ‘De kwaliteit van hetGroene Hart telt mee bij de beslissing van ondernemingen om zich inNederland te vestigen.’

Maar wie bepaalt wat behouden moet blijven en welke gebieden ontwikkeldkunnen worden? In februari jl. is de Kwaliteitsatlas Groene Hart gepresen-teerd, een kwalitatief toetsingskader dat op die vragen een antwoord wilgeven. De Kwaliteitsatlas is opgesteld in samenwerking met de drie GroeneHartprovincies, alle Groene Hartgemeenten (verenigd in het WoerdensBeraad), het maatschappelijke middenveld en private partners (verenigd inhet Groene Hart Pact). Hij is bedoeld als inspirerend toetsingskader voorruimtelijke kwaliteit in het Groene Hart. Het doel is het formuleren vangemeenschappelijke uitgangspunten voor ruimtelijke kwaliteit. ‘Dat is nogniet zo eenvoudig als het lijkt. Hoe bepaal je kwaliteit met betrekking totlandschap, lintbebouwing en de grenzen van het Groene Hart met bebouwdgebied? Wat zijn specifieke Groene Hartkwaliteiten? Wat moet absoluut instand worden gehouden? Over het landschap, de koeien, de lintbebouwingzijn de partijen het snel eens, maar het is moeilijker om kwalitatieve maatsta-ven te formuleren voor bijvoorbeeld de grenzen van het Groene Hart met destad. Is het toegestaan om daar torens van 15 woonlagen hoog te bouwen?’Dat zou best kunnen. Er zijn rode contouren getrokken waarbinnen stedelijkeontwikkelingen mogen plaatsvinden, maar de behoefte moet regionaal worden afgestemd. Daarin speelt de provincie een belangrijke rol. ‘Dat is eennieuwe invulling van de provinciale taak, het formuleren van uitgangspunten

Trekken en bindenDe provincie > Interview > Tekst: Dirk Bergvelt en Indira van ’t Klooster > Beeld: Jurgen Huiskes

Als het aan Lenie Dwarshuis ligt, verandert de rol van de provincie.De Zuid-Hollandse gedeputeerde heeft zich de afgelopen jaren ingezetvoor een provincie die ‘trekkend en bindend’ is, bijvoorbeeld in hetGroene Hart. Voor haar is de provincie meer dan een bestuurlijke tussenlaag die lange termijnvisies produceert zonder oog voor de uit-voering. Het wordt hoog tijd voor een echte kwaliteitsslag. ‘Áls eengemeente een lelijke woontoren aan de rand van het Groene Hart zouwillen bouwen, kan de provincie dat op dit moment niet tegenhouden.’

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:14 Pagina 7

Regie

8 Architectuur Lokaal #57

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:14 Pagina 8

9Architectuur Lokaal #57

Regie

voor ruimtelijke kwaliteit voor ontwikkelingen in het Groene Hart. Áls eengemeente een lelijke woontoren aan de rand van het Groene Hart zou willenbouwen, kan de provincie dat op dit moment niet tegenhouden, als het bestem-mingsplan het toestaat. Het toetsingskader daarvoor ontbreekt. Daarvoor iseen Kwaliteitsatlas nodig.’

De Kwaliteitsatlas doet ook uitspraken over het landschap. ‘Het landschapbestaat voor een heel groot deel uit cultuurhistorisch erfgoed, het is een uniekgebied. Wie daar op grote schaal veranderingen in wil aanbrengen, vernietigteen deel van dit erfgoed. Het Groene Hart dankt z’n kwaliteit voor een belang-rijk deel aan de landbouw, maar de sector staat onder druk. Niet alleen doorveranderingen in de markt, het landschap zelf verandert ook. Door de bodem-daling in het veenweidegebied zal het voor sommige boeren steeds moeilijkerworden. En wat dan? Moet het natuurgebied worden? Woningbouw?’ HetBouwfonds werkt momenteel in samenwerking met de NEPROM aan eenrood-voor-groenstrategie, waarbij oude kassen worden opgekocht om er te zijner tijd woningen op te kunnen bouwen. Ook de provincie is bij dit projectbetrokken. Er zijn gebieden die zich daar goed voor lenen, mits elders in hetGroene Hart in groen wordt geïnvesteerd. Woningbouw, of preciezer: nieuwelandgoedeigenaren, wordt dan zelf de drager van het landschap. LenieDwarshuis nuanceert: ‘Er is niet één drager voor het Groene Hart. De nieuwelandgoederen is één gedachte, maar dat kan het Groene Hart in zijn totaliteitniet redden. De rekensommen van het Bouwfonds zijn wat dat betreft wel ergoptimistisch. Bovendien is het natuurlijk niet de bedoeling om zóveel te bouwendat de woningbouw het Groene Hart als geheel ondergraaft, het middel moetniet erger zijn dan de kwaal’

Inmiddels leeft een breed gedragen overtuiging dwars door alle politiekebloedgroepen en bestuurslagen heen dat de problematiek in het Groene Hartnú moet worden aangepakt. Er is zeker momentum. Dwarshuis: ‘De belangstel-ling is groot. Onlangs is de Tweede Kamer op bezoek geweest om zich te lateninformeren over de toekomst van het Groene Hart. De grote steden willen mee-praten over hun rol hierin, gemeenten in het algemeen zien het belang van eengezamenlijke strategie, en maatschappijbreed is er een sterke stroming vanmensen en instellingen die zich zorgen maakt over de kwaliteit van het woon-en werkklimaat in West-Nederland. Daartoe behoren ook toonaangevendecaptains of industry die benadrukken dat een goed leefklimaat een belangrijkcriterium is voor bedrijven en werknemers als vestigingsplaats.’

Voor structureel beleid voor het Groene Hart is het beleid van de nieuweregering van groot belang: ‘In principe heb ik er een heel positief gevoel over,maar we wachten toch ook gespannen af. We kunnen nu wel even aan de slag,maar er moet lange termijn commitment komen. Dat is in algemene zin vanbelang voor het behoud van het Groene Hart, maar het is ook noodzakelijkvoor de geloofwaardigheid. Als het rijk niet investeert in de toekomst van hetGroene Hart, gaan de drie provincies zich beraden over hun inspanningen. HetGroene Hart kan voor het rijk niet gratis zijn gezien economische betekenisvoor de hele Randstad. Het is een misvatting om te denken dat het hier alleenom kijkgroen gaat.’

Binnen het Groene Hart is de provincie betrokken bij diverse deelprojecten,zoals het beleid rondom de glastuinbouw, de greenports. ‘De herstructureringvan de glastuinbouw in het Westland is een belangrijke opgave. In deZuidplaspolder komt een deel van de nieuw geplande glastuinbouw terecht. Er moet een grote kwaliteitsslag worden gemaakt. Ondernemers spelen daarbijeen belangrijke rol. Inmiddels zijn er drijvende kassen, en kassen die gecombi-neerd kunnen worden met waterberging. Maar ondernemers zoeken ook aan-knopingspunten op het gebied van recreatie. De zee en het strand zijn vlakbij.’De provincie heeft daarom een Kustvisie opgesteld. ‘De uitbreiding en de ont-wikkeling van het kustgebied is een belangrijke factor in de kwaliteitsverbeteringvan de zuidelijke randstad. Het is de taak van de provincie om een lange termijn-visie te ontwikkelen die beide tendensen combineert.’ Ook bij de glastuinbouwraakt, net als in het Groene Hart, het gemeentelijk belang aan het provincialeen zelfs het nationale belang. De provincie wil samen optrekken met degemeenten, niet iets opleggen.

Een ander concreet voorbeeld is de Oude Rijnzone. Het gebied strekt zichlangs de Oude Rijn uit van Leiden tot voorbij Bodegraven. Dit is zo’n gebiedbinnen het Groene Hart waar functies kunnen worden ondergebracht dieelders minder welkom zijn, vooral bedrijventerreinen en woningbouw.Tegelijkertijd moeten veel oude bedrijventerreinen worden geherstructureerd.De provincie is de trekker in dit proces waarbij gemeenten, private partijen enmaatschappelijke middenveld intensief zijn betrokken. ‘Aanvankelijk was erveel weerstand, maar van bovenaf plannen opleggen heeft geen zin, het draag-vlak moet op lokaal niveau ontstaan. Als voormalig gemeentebestuurder weet ikdat dit soms niet makkelijk is. Bij gebiedsontwikkeling wordt de ontwikkelingin groter verband bezien en dat kan betekenen dat een bedrijventerrein ofwoningbouw bij de buurgemeente terecht komt. Daarom is het goed om metvereveningsafspraken te werken. De gemeente die verdient, draagt bij aan kwa-litatieve verbetering in een andere gemeente. Deze benadering is onmisbaar bijhet samen optrekken. Het loont de moeite om in het begin de tijd te nemen deknelpunten op te lossen, anders kom je ze vroeg of laat weer tegen.’ Voordatmarktpartijen en maatschappelijke organisaties inspraak hadden, is eerst opbestuurlijk niveau overeenstemming gezocht. Die globale visie is opgedeeld indrie deelvisies die in gebiedsateliers zijn uitgewerkt onder leiding van een stedenbouwkundige. ‘Iedereen mocht hierover meepraten. Dat heeft er bijvoor-beeld toe geleid dat in een gebied tussen Alphen aan den Rijn en Bodegraven,waar wij woningen in lage dichtheid hadden gepland, nu vooralsnog geenwoningbouw komt. De uitgenodigde marktpartijen hebben ons kunnen overtuigendat een lage dichtheid niet realistisch is.

Het model voor de Oude Rijnzone is bruikbaar voor het hele Groene Hart.De rol van de provincie is ‘trekkend en bindend’, maar de provincie is op voor-hand geen partij bij de uitvoering. ‘We faciliteren bij de visievorming, en wedenken mee over de manier waarop gemeenten de uitvoering voor elkaar zoudenkunnen krijgen, bijvoorbeeld via een ontwikkelingsmaatschappij of een grond-vereveningsconstructie. De provincie coördineert en inventariseert knelpuntenvan visie naar uitvoering, maar de uitvoering ligt primair bij de gemeenten. Wel dragen we financieel bij aan onderdelen, omdat die voor de hele regio vanbelang is. Denk aan groen of infrastructuur.’ Het is een nieuwe ontwikkeling inde rol die de provincie voor zichzelf ziet weggelegd. ‘We produceren niet langeralleen beleidsvisies voor de lange termijn, maar proberen ook actief om projectenen ontwikkelingen van de grond te krijgen om de uitvoering van beleid veilig testellen. De ambtelijke organisatie wordt nu meer toegerust op deze projectmatigemanier van werken. We vinden het belangrijk om ontwerpcapaciteit binnen deorganisatie te hebben, al is het maar, omdat het helpt om de provincie echt bijde projecten te betrekken. We besteden dus weinig ontwerpwerk uit, maar wehuren natuurlijk wel externe ontwerpers uit om mee te denken, een impuls tegeven en te inspireren. We opereren niet als gesloten bolwerk, maar gaan hetdebat aan met de verschillende organisaties binnen een plangebied, integrerenontwerpvisies van externe ontwerpers, en coördineren het proces tot aan deuitvoering.’

InformatieGedeputeerde Lenie Dwarshuis is sinds 2003 voorzitter van de stuurgroepGroene Hart van de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. Bijhet ter perse gaan van dit nummer was nog niet bekend of zij wordt herkozenna de verkiezingen van 7 maart jl. Het komende jaar zijn diverse symposia enmanifestaties rond het Groene Hart gepland. Op 25 maart jl. organiseerde destichting Ronde van het Groene Hart de Ronde van het Groene Hart, een pro-fessionele wielerkoers waarbij de koppeling met landschap, cultuurhistorie enarchitectuur wordt gelegd. Bij de Ronde hoort een Cultuuragenda die doorArchitectuur Lokaal is samengesteld. Op 1 juni vindt een symposium plaatswaarin de toekomst van het Groene Hart wordt bezien vanuit de visies hieropin het verleden. Zie: www.rondevanhetgroenhart.nl. De Kwaliteitsatlas is optermijn online te raadplegen, via www.zuid-holland.nl.

‘De nieuwe landgoederen is ééngedachte, maar dat kan hetGroene Hart in zijn totaliteit nietredden. De rekensommen van het Bouwfonds zijn wat dat betreftwel erg optimistisch.’

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:14 Pagina 9

10 Architectuur Lokaal #57

Regie

Alphen aan den Rijn

Commitment in de jungleDe bouw van een stadhuis is een complexe zaak voor een gemeentebestuur. Bij ontwikkeling van een dergelijk project treft het bestuur zichzelf aan met een groot aantal petten op: die van opdrachtgever, opdrachtnemer, huurder enbesluitvormer. In Alphen aan den Rijn was de gemeente bovendien verhuurdervan het kantoorgedeelte. En opdrachtgever van een innovatieve architect.Dossier De Gemeente: gemeentehuizen > Tekst: Marieke Berkers > Foto’s: Christian Richters

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:15 Pagina 10

Als onderdeel van de ontwikkeling van een geheelnieuw stadshart gaf het gemeentebestuur haar fiataan Erick van Egeraat associated architects om eenontwerp te maken voor het nieuw te bouwen stadhuis.Van Egeraat ontwierp een constructief ingewikkeldgebouw met gekromde gevelvlakken en enormeuitkraging aan de voorzijde. In Alphen aan den Rijnwerd vier jaar geleden het nieuwe stadhuis ingebruik genomen.

Ed ’t Hoen, die vlak na selectie van de architectaangetrokken werd als directeur van het gemeentelijkProjectbureau stadshart, duidt het bouwproces steevast aan met termen als ‘gigacircus’ en ‘jungle’.Besefte het gemeentebestuur bij aanvang van de ont-wikkeling dat het in zo een complex bouwprocesstapte? ’t Hoen schudt zijn hoofd: ‘De beeldvormingvan het bestuur over wat komen ging klopte niethelemaal.’ Zo werd ’t Hoen een contract van slechtstwee jaar aangeboden en ook werd hem gevraagdhet projectbureau in zijn eentje te bestieren. En datterwijl bekend is dat sleutelposities bij stedelijkevernieuwing meestal geen lang leven beschoren zijn,een gegeven dat regelmatig onrust en vertragingen

oplevert. De opdrachtgever, het gemeentebestuur,loopt daarnaast het risico van wisseling van dewacht door tussentijdse verkiezingen. Uiteindelijk zaghet bestuur zich gebaat met een waar projectbureauen is ’t Hoen alweer zo’n tien jaar trekker van destadsontwikkelingen in Alphen aan den Rijn.

Na de architectenselectie was het de opdrachtgeveroverigens nog absoluut niet helder dat Van Egeraatmet zo’n visionair ontwerp zou komen. Bij de selectiewas namelijk niet gevraagd naar een visie op hetgebied of naar een schets van het gebouw. De keuzevoor een geschikte kandidaat voor de architectuurgeschiedde op basis van een bureaupresentatie. Hetbestuur bekeek hierbij of ze de kandidaten capabelgenoeg achtte voor het ontwerp van een stadhuis.Toen Van Egeraat, nadat zijn bureau de opgavegegund werd, met het idee kwam iets bijzonders temaken voor de locatie was dat geheel tot ieders verrassing. Het bestuur toonde niettemin een sterkgeloof in het kunnen van de architect en nam hetrisico om met hem in zee te gaan. Maar een risicowas het, want Van Egeraat had een behoorlijk inge-wikkelde constructie ontworpen. Elk niveau van hetgebouw had een andere plattegrond. Alleen al hetop tekening zetten van zo’n gebouw is lastig.

En: hoe pak je een dergelijk complex proces aan?’t Hoen legt uit dat bij de ontwikkeling van het stads-hart allereerst van belang was te zorgen dat bij elkebestuurder een gedeelte van de verantwoordelijkheidvan het totale project kwam te liggen. Zo werd dewethouder verantwoordelijk voor het deelprojectstadhuis. Andere deelprojecten waren ondermeerTheater, Archeologie, Openbare Ruimte, Winkelharten Communicatie. De gemeente leverde ook deStuurgroep die onder leiding stond van de coördine-rend wethouder. ‘Bovendien’, zo legt ‘t Hoen uit,‘moet je zorgen dat alle betrokkenen commitmenttonen wat betreft een bepaald plan. Het maakte dejungle een stuk overzichtelijker.’

Bij aanvang van het project werd Erick vanEgeraat als directievoerder aangesteld, maar datbleek geen goed idee. Vooral niet toen conflictenontstonden tussen architect en HBG, de aannemer.De architectenkeuze voor een buitengewoon inge-wikkelde constructie bracht hoge kosten met zichmee bij de constructieve uitwerking – deengineering. Strijd ontstond over de vraag wie hier-voor financieel verantwoordelijk was. Van Egeraatsdubbele functie – architect en directievoerder – was

11Architectuur Lokaal #57

Regie

niet zo handig bij het oplossen van de zaak. Deopdrachtgever deed er goed aan toen hij een derdepartij aanwees voor de directievoering. Het klaardede conflicten niet op, maar zorgde er wel voor datVan Egeraat zich beter kon concentreren op zijnbelangrijkste rol binnen het proces: het uitwerkenvan de hoofddetails. Dat de relaties tot het eindewerkbaar bleven is volgens ’t Hoen te danken aanhet feit dat betrokkenen elkaar tot op het laatstemoment toe met een zekere honneur behandelden.

Wat is ’t Hoens advies voor andere gemeentenmet dergelijke grote opgaven? ‘Je moet proberen

verrassingen te vermijden.’ Door advies te vragenover zaken waarover twijfels bestaan breng je deboel op scherp. Tenslotte is van belang je financiëleadministratie up-to-date te hebben. Uiteindelijk blij-ken ‘commitment’, ‘respect’ en ‘vertrouwen’ sleutel-woorden bij de succesvolle afloop van de bouw vanhet ‘Huis van de Stad’ in Alphen aan den Rijn.

InformatieEd ’t Hoen is directeur Projectbureau stadshart:[email protected]

‘Je moet je zorgen dat alle betrokkenen commitment tonen. Dat maakt de ‘jungle’ een stuk overzichtelijker.’

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:15 Pagina 11

12 Architectuur Lokaal #57

Opgaven

Weemoed, Weelde en WildernisTiengemeten is een eiland in het Haringvliet. In 2006 heeft de laatste boer heteiland verlaten om plaats te maken voor nieuwe natuur die de VerenigingNatuurmonumenten hier ontwikkelt. De werking van het water is van groteinvloed op het soort natuur dat zal ontstaan. ‘Natuurmonumenten probeert daarmee iets van de verloren weelde van de Biesbosch van vóór de watersnoodterug te brengen in Nederland.’Water en Landschap > Tekst: Dorine van Hoogstraten > Foto’s: Roel Posthoorn, Vereniging Natuurmonumenten

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:15 Pagina 12

13Architectuur Lokaal #57

Opgaven

Vroeger was de Biesbosch een uniek natuurgebiedin Europa vanwege het zoete water in combinatiemet getijdenwerking. Na de stormvloed van 1953besloot de overheid dit natuurgebied op te offerenten behoeve van de veiligheid van de bewoners vande Zuid-Hollandse eilanden en Zeeland. Met deoplevering van de Haringvlietsluizen in 1970 kwamaan het komen en gaan van de getijden een einde.Maar vanaf dit voorjaar zal op kleinere schaal eenvergelijkbaar natuurgebied ontstaan. Op het eilandTiengemeten wordt dan de dijk doorgegraven zodateen deel van het eiland weer te maken krijgt metlichte eb en vloed. Dat wordt sterker als volgend jaarde sluizen op een kier worden gezet.

Tiengemeten was oorspronkelijk een onbeduidendezandplaat. Door de eeuwen heen polderden boerenhet eilandje stapsgewijs in. In de jaren vijftig werd hetherverkaveld, waarbij oude dijken werden opgeruimden nieuw aangelegd. Er waren boerenbedrijven opTiengemeten die vooral tarwe, aardappels, suikerbie-ten en plantuitjes teelden. Begin jaren negentigsmeedde AMEV, de toenmalige eigenaar van het1000 hectare grote eiland, diverse plannen voormeer lucratief grondgebruik. Er zou een bungalow-park komen, of een depot voor vervuild slib.Uiteindelijk besloot Natuurmonumenten dat zijTiengemeten wilde omvormen van agrarisch land-schap tot natuurgebied omdat hier - in tegenstellingtot de Biesbosch - nog wel sprake was van lichtegetijdenwerking in zoet water. De vereniging werktehierin samen met een aantal andere partijen: hetministerie van LNV, Rijkswaterstaat, de provincieZuid-Holland, de dienst landelijk gebied en degemeente Korendijk (waar Tiengemeten toe behoort).

Een stuurgroep onderzocht de mogelijkheden omvan Tiengemeten een hoogwaardig natuurgebied temaken. Die stuurgroep treedt als opdrachtgever opbij de planvorming en daarbij lagen de ambitieshoog. Inmiddels is Tiengemeten helemaal in bezitvan Natuurmonumenten, maar omdat het belangom hier natuur aan te leggen algemeen erkend is,heeft de provincie Zuid-Holland samen met de rijks-overheid de aankoop betaald.

Nadat de planvorming voor Tiengemeten wasgestart, kwamen er ook andere ontwikkelingen opgang in de omgeving. Zo werd het eiland onderdeelvan een groter natuurontwikkelingsgebied.Deltanatuur is de verzamelnaam voor de nieuwewaterlandschappen die worden ontwikkeld in deBiesbosch en langs de rivieroevers en randen van deZuid-Hollandse eilanden. Onder de noemer vanDeltanatuur werken opnieuw tal van organisatiessamen. Daarmee staat Tiengemeten als waterrijknatuurgebied niet langer op zichzelf maar is hetonderdeel van een groter waterlandschap vanBiesbosch tot de Noordzee.

Tiengemeten zal zich vermoedelijk ontwikkelentot een soort zoetwater-waddeneiland. Om dat tebereiken is het eiland in drie gebieden verdeeld dierespectievelijk aangeduid worden met de namenWeemoed, Weelde en Wildernis. Weemoed is eendroog gebied dankzij een herstelde historische dijk.Een deel van de bebouwing blijft daar in gebruikzodat er ook in de toekomst een cultuurhistorischecomponent op het eiland zal zijn. Weelde is in dewinter een moerassige kom die 's zomers geleidelijkzal opdrogen, met de specifieke flora en fauna diedaarbij hoort. Het grootste stuk van het eiland

wordt Wildernis, waar het water door een gat in dedijk kan stromen. Hier treedt het water op als vor-mende kracht, in samenwerking met wilde koeiendie al op het eiland wonen. Wildernis zal het minsttoegankelijke deel worden, waar men ook bijzonderevogels verwacht. Een stille hoop is dat de zeearend(vleugelwijdte 2,5 meter) die al regelmatig gezienwordt op Tiengemeten, hier zal gaan broeden.

Tiengemeten zal toegankelijk blijven voor bezoe-kers en er zal op kleine schaal bewoning mogelijkblijven. De boerenbedrijven zijn alle zes met enigemoeite naar elders verplaatst, maar enkele oudehuisjes zijn straks te huur als vakantiewoning.Natuurmonumenten heeft diverse middelen ingezetom een gezond evenwicht tussen de mens en denatuur te sturen. Uitkijkposten, onverharde wandel-paden en een verbod op auto's voor niet-bewonerszullen een deel van de mensen er al van weerhoudenom het hele eiland te willen bekijken. Daarnaast zalhet water voor meer ervaren natuurvorsers op som-mige plekken een barrière vormen, zodat de flora enfauna zoveel mogelijk rust houden.

Voor Natuurmonumenten wordt het steedsbelangrijker dat in Nederland naast de relatiefonvruchtbare, droge gronden ook de meer produc-tieve natte landschappen beschermd worden. Nietals snippers natuur maar als een samenhangendeecologische structuur. Beekdalen in Drenthe, veen-landschappen in het Groene Hart, Wadden en delta-gebieden hebben daarbij prioriteit. De ervaring methet water als vormende kracht op Tiengemeten kannog goed van pas komen in de toekomst.

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:16 Pagina 13

14 Architectuur Lokaal #57

Opgaven

Bedrijvigheid hoort bij de stad. Dat was zo in deGouden Eeuw en tijdens de industriële revolutie,dat wordt weer zo in de nieuwe kenniseconomie.Voor een deel zit de dynamiek zelfs op dezelfdeplekken: aan het water, op het knooppunt vanwegen. In veel landen gaat de overgang naar eenpost-industriële economie gepaard met verbouwingvan pakhuizen tot appartementen en van kades totflaneergebieden. Dat is, met een variant op DirkSijmons, een overgang van productie- naar con-sumptielandschap. Maar er is meer dan wonen enrecreëren. Ook de 21e eeuw vraagt om productie.Tijdens de internethype werden werkplekken aange-sloten op de electronische snelweg. Toen was ereven het idee, dat creatief werk niet meer aan plaatsgebonden is. De hoofdarbeider zou net als GerardReve naar het Friese of het Franse platteland kunnenverhuizen. Dit arcadische model is alweer verlaten.Inmiddels geloven economen dat vernieuwerselkaars gezelschap nodig hebben. Een concentratievan creatieve mensen kan een snelkookpan wordenvoor inspiratie, ondersteuning en uitdaging. India

bereikt dat effect in netjes aangeharkte ICT-enclaves.De westerse wereld zoekt meer de romantiek (en delocatie!) van in onbruik geraakte havens en oudefabrieken. Zo transformeerde Philips een verouderdterrein in Eindhoven tot High Tech Campus, waartalent uit alle windstreken intensief maar ook infor-meel kan samenwerken. De huisvesting van de kenniseconomie vraagt meer dan een dak boven hethoofd. Gewenst zijn locaties met contactmogelijkhe-den en sfeer. Oude binnenstedelijke bedrijventerrei-nen bieden een kans.

Hoe maak je een eigentijds werklandschap vaneen verouderd terrein? Heel wat ontwerpers blijkenmet dit thema bezig te zijn. Ook heeft een keur vanprojectontwikkelaars verouderde werkgebieden terhand genomen. Elders in dit tijdschrift staat eeninterview met Edwin van Huis die als opdrachtgeverhet nieuwe Instituut voor Beeld en Geluid inHilversum liet bouwen. Van Huis schetst het ontstaanvan een bijzonder gebouw. Achter zijn verhaal ligteen ander verhaal, dat van de aanpak door project-ontwikkelaar TCN Property Projects van een terrein

waarmee het Nederlands Omroepbedrijf en vanHilversum in hun maag zaten. Al ging het inHilversum niet om herbestemming van heroïschefabriekshallen, de aanpak van TCN past in lijn diewe ook in de ontwerpprijsvraag tegenkomen. Er iseen brede consensus, dat diversiteit een sleutelwoordin de aanpak van bedrijventerreinen moet zijn. Dekritiek op gebruikelijke bedrijventerreinen richt zichvaak op de architectuur, maar het achterliggendeprobleem is de eenzijdigheid in het gebruik. Binneneen recent uitgeschreven prijsvraag De juiste Mix vanhet ministerie van Economische Zaken probeerdenarchitecten diversiteit vooral te bereiken door het

In de post-industriële economie worden pakhuizen verbouwd totappartementen en kades tot flaneergebieden. Maar naast wonen enrecreëren blijft werken nodig. Ook dat vraagt om goede plekken.Ontwerpers en projectontwikkelaars zien hiervoor kansen op verou-derde bedrijventerreinen. Meerwaarde ontstaat door een combinatievan gebruiksvormen.

Opgaven > Bedrijventerreinen > Tekst: Dirk Bergvelt > Beeld: Cobraspen

Plekken voor kenniseconomie

In India vind je de kenniseconomiein netjes aangeharkte parken. Het Westen werkt meer met oudefabriekscomplexen.

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:16 Pagina 14

15Architectuur Lokaal #57

Opgaven

toevoegen van woningen naast bedrijven. In de pro-jectontwikkeling gaat het tot dusver meer om eenandere vorm van diversiteit: een mix van verschil-lende bedrijfsfuncties. Dat zal te maken hebben metde regelgeving: het is niet eenvoudig om toestemmingte krijgen voor wonen op een voor werk bestemdgebied. Zo zal Nederland nog wel even last houdenvan het automatisme dat wonen en werken scheidt.Snellere voortgang is te maken door het combinerenvan verschillende soorten bedrijven en publieks-functies. Zoals in Mediapark. Dat blijft in de nieuwevorm plaats bieden aan omroepbedrijven. Voor henis beveiligen een prioriteit na de recente moordenop bekende Nederlanders. De nieuwe formule vanMediapark brengt echter behalve afsluiting ookopenheid. Er komt een bezoekerspark, dat met hetInstituut voor Beeld en Geluid juist een groot aantalmensen binnen moet halen. Verder kunnen nieuwebedrijven goed terecht in het park.Innovatiecentrum MC3 moet een inspirerendeomgeving bieden aan startende ondernemingen enpraktijkstages voor studenten van hogescholen uit

de regio. De ontwikkelaar gaf KCAP architects &planners opdracht om het stedenbouwkunig plan temaken voor het gebied als geheel. Bij afzonderlijkegebouwen zijn ook andere architecten betrokken,zoals Neutelings Riedijk, die tekenden voor hetInstituut voor Beeld en Geluid.

Grote publiekstrekkers worden ook elders ingezetbij de vernieuwing van bestaande terreinen. Bij deherontwikkeling van het CSM terrein in Halfweg,voormalige de suikerfabriek halverwege Amsterdamen Haarlem ziet de ontwikkelaar, Cobraspen, kan-sen voor een megabioscoop en megastores. Door deverkeersstromen die dat oproept gaat dat niet zonderslag of stoot. Volgens de ontwikkelaar is hier eenoplossing voor gevonden, maar misschien is hier-over het laatste woord toch nog niet gezegd. Defabrieksgebouwen die blijven staan blijken nu al eeninteressante vestigingsplaats voor creatieve bedrij-ven, zoals architectenbureaus. Ook de Chinezen, dieandere bron van toekomstige welvaart, zijn hier inbeeld. Het terrein is genoemd als locatie voor hoofd-kantoren en distributiecentra van Chinese bedrijven

die de Europese markt op willen. Als alle plannendoorgaan, ontstaat hier een Sugar City waar jaar-lijks meer dan 500.000 bezoekers te verwachtenzijn. Waaruit maar blijkt, dat een verouderd terreinnog heel wat mogelijkheden heeft als het lukt omeen uitdagend plan op tafel te leggen. CobraspenVastgoedontwikkeling werkte hiervoor samen metArchitectenbureau Prins & Kentie en met SoetersVan Eldonk Ponec architecten. En uiteraard met dediverse overheden. Zo spant de provincie Noord-Holland zich in om het Chinese bedrijfsleven te inte-resseren. Op dit moment krijgt het motto ‘behouddoor ontwikkeling’ al invulling door de transforma-tie van suikersilo’s tot werkruimte. Zo ontstaanzichtlocaties waar de automobilist niet hoeft te klagen over zoveelste verzameling saaie dozen. Het bedrijvenlandlandschap verandert ook figuur-lijk. Was er vroeger een overzichtelijke tweedelingtussen reguliere bedrijfshuisvesting en ‘broedplaat-sen’ voor culturele ondernemers, inmiddels zijn tus-senvormen ontstaan. Daarover meer in het volgendenummer.

De silo’s van de suikerfabriek, Halfweg.

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:16 Pagina 15

16

In 1903 bedacht een Parijse architect het principe van een kruispunt waarbijalle weggebruikers een rondgaande beweging moesten maken om een obstakelin het midden. Sindsdien is de rotonde overal te vinden. Het NederlandseKenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur (CROW) adviseert voorde aankleding van de middenberm dat op afstand geen doorzicht mogelijk moetzijn. Aangekomen bij de rotonde moet de automobilist echter wel voldoendeoverzicht hebben om andere weggebruikers te kunnen zien. Een paradoxaalgegeven. De middenberm houdt vaak het midden tussen een vluchtheuvel eneen gebruiksruimte. In de beleving van veel rotonde-eigenaren (provincies engemeenten) is, na de aanleg van de rotonde, de middenberm een braakliggende,nutteloze restplek die erg in het oog springt en waar dus iets mee moet gebeuren.Dus proberen zij, ieder volgens hun eigen regels, de middenberm te verfraaien.

Op landelijk niveau is er geen plan voor de inrichting van de middenberm.Elke eigenaar heeft dus een eigen oplossing voor de vormgeving van de midden-berm, de keuze van het type blauwe rotondebord en de plaatsing van ANWB-wegwijzers. De keuze wordt bepaald door de verkeersintensiteit en de interpretatievan het gegeven: ‘belemmeren doorzicht - creëren overzicht’ en ‘opvallen - maarniet afleiden’. Dat leidt tot weinig locatiespecifieke ontwerpen. Bij de inrichtingwordt de middenberm vaak als een sokkel benaderd. Een ruimte waarop eenautonoom kunstwerk, beplantingsmozaïek of tafereel wordt geplaatst. Deinrichting heeft geen relatie met zijn omgeving, zelfs niet met de naastgelegenwegbermen. De middenberm had overal kunnen liggen.

Maar de middenberm zou geen ‘status aparte’ moeten hebben. Het zou geenruimte mogen zijn, waarvoor ‘ad hoc’ een aankleding kan worden bedacht. Demiddenberm is net zo’n ruimtelijke en architectonische opgave als alle andereruimtes in het publieke domein. Het rotondebeleid zou gericht moeten zijn ophet leggen van relaties met omgeving en/of context. Hierdoor zal de middenbermminder snel als een ‘uit-de-lucht-gevallen’ toevalligheid overkomen.Aanknopingspunten voor een inhoudelijke relaties met de omgeving zijn opallerlei manieren voorhanden.

De rotonde kan een geschikte locatie zijn voor het realiseren van ruimtelijkebehoeftes die in het gebied aanwezig zijn. De plek kan bijvoorbeeld dienst doen als opstellocatie voor een gsm-mast of windturbine. Een ander mogelijkefunctie is het verschaffen van een ecologische verbinding voor dieren tussen deverschillende aangrenzende wegbermen met behulp van faunapassages. De middenberm kan ook toegankelijk gemaakt worden voor mensen zodat er

Architectuur Lokaal #57

Opgaven

Rotondes bestonden al voordat de eerste auto eenfeit was. Door de toegenomen verkeersintensiteitneemt ook het aantal rotondes sterk toe. Meestal zijn ze niet meer dan een verkeerselement of wordenze gebruikt als een sokkel voor autonome kunst. Het wordt tijd de middenberm op een ander manierte benaderen, met een andere visie. De middenbermals onbewoond eiland, bijvoorbeeld.

Ontwerp > Tekst: Martijn Schoots > Beeld: Martijn Schoots

Onbewoond verkeerseiland

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:16 Pagina 16

17Architectuur Lokaal #57

Opgaven

In het vorige nummer vanArchitectuur Lokaal kondigdeAlmere aan het particuliereopdrachtgeverschap op een schaal van ongekende omvang teherintroduceren in de gemeente.KUUB het centrum voorparticuliere bouw in Groningenreageert. Een belangrijk knelpuntis de ambtelijke capaciteit om datdaadwerkelijk in praktijk te brengen. KUUB heeft daar iets opgevonden: ‘De gemeente commu-niceert via KUUB en heeft dus nietrechtstreeks met de individuelebewoners te maken.’

Particulier opdrachtgeverschap> Tekst: Jacobien de Goede en Saskia Voest > Beeld: Frank Abspoel Eerste beeld linksboven: Welmoed Eppinga

Particulier opdracht-geverschap: ook inGroningen

een park, parkeergarage of openbaar toilet, geherbergd kan worden. Hele nuttigemanieren om het verkeerseiland te bestemmen. Maar het hoeft niet per sé nuttig tezijn. Sommige gemeenten zoeken naar een bijzondere invulling van de rotonde.

Een voorbeeld is de rotonde in Heesch. Jeroen van Westen (beeldend kunste-naar) heeft hier, voor twee rotondes, een bestratingsplan van bakstenen uit denabijgelegen steenfabrieken gemaakt. Zelf heb ik voor de gemeente Overbetuweeen ontwerp gemaakt waarbij de hoogspanningsdraden die over de rotondelopen bewegwijzerd worden. Enkele gemeenten, zoals Capelle aan den IJssel enOisterwijk, hebben de laatste jaren een totaalplan voor alle rotondes binnen éénwijk of gemeentegrenzen gerealiseerd. Bart van Dijk van de gemeenteOisterwijk: ‘In de gemeente werden in korte tijd 16 rotondes gebouwd. De meestesubsidie ging naar civieltechnische zaken. Het groene deel werd hierin niet mee-genomen. We hebben toen een landschapsplannetje laten maken door BTLPlanbureu, waarbij de inrichting van het groen werd afgestemd op de omgevingaan de hand van enkele thema’s. Zo is er één doorlopende weg waarbij de rotondesallemaal kruidenbermen hebben en hagen. Langs een parallelweg is gekozenvoor blauwkleurige begroeiing en een golvende haagstructuur die het omliggendewater moet symboliseren.’

Een ander mooi voorbeeld is The 11 stars of Skive in Denemarken van JacobJensen. Het ontwerp is gebaseerd op een virtuele, sprookjesachtige wereld. Hetgebied heeft door de rotondes een nieuwe betekenislaag gekregen. Het zou noginteressanter worden wanneer verschillende rotonde-eigenaren samenwerkenbij de inrichting van hun middenbermen. Voorbeelden voor het creëren van eenheid tussen rotondes op een zinvol en inspirerend schaalniveau zijn bijvoor-beeld: één doorlopende weg, één overeenkomstige functie of context.

Bij al deze voorstellen is het van cruciaal belang dat de inrichting van de middenberm tijdig in het ontwerpproces wordt opgenomen. Een ontwerper ofkunstenaar kan dan gelijk opwerken met opdrachtgever, verkeerskundige, stedenbouwer en landschapsarchitect. Hierdoor is de invulling van de middenbermniet het toefje slagroom op de taart, maar een integraal onderdeel van het gebied.

InformatieMartijn Schoots is ontwerper landschappelijke en publieke ruimte. Meer infor-matie is te vinden op www.martijnschoots.nl. Hier kunt u ook de publicatie‘Handleiding voor rotonde-eigenaren’ bestellen. www.jacob-jensen.com/presslibrary

In de verkiezingsprogramma’s van de drie coalitie-partijen werd kort maar krachtig omschreven wat departijen willen als het om particulier opdrachtgever-schap gaat. Het CDA wil: ‘dat mensen meer vrijheidhebben om te kiezen waar en hoe men wil wonen.Mensen moeten ook makkelijker een eigen huiskunnen ontwerpen’, de PvdA stelt dat ‘bouwen incollectief opdrachtgeverschap wordt gestimuleerd’en de Christen Unie schrijft in haar program dat ‘dezeggenschap van de eigenaar over zijn nieuwbouw-woning (zowel koop als huur) moet worden vergroot’. Op welke manier het ook is verwoord, het komt er in alle gevallen op neer dat vanuit DenHaag weer meer aandacht voor dit belangrijkeonderwerp zal zijn. Aan Ella Vogelaar, de nieuweminister voor Wonen, Wijken en Integratie, de kansprojectmatig particulier opdrachtgeverschap alsbetaalbare, kwalitatief goede, zeer gewenste en voorveel mensen bereikbare vorm van eigenbouw ruimbaan te geven en te stimuleren in de vastzittendewoningmarkt van Nederland.

In 2003 heeft in Architectuur Lokaal een artikelgestaan over KUUB, het centrum voor particulierebouw in Groningen. Een paar jaar later heeftKUUB in meerdere opzichten opzienbarende resul-taten geboekt. Ook buiten Groningen. In LeidscheRijn bijvoorbeeld, waar 34 kavels in ontwikkelingzijn. Het ’KUUB-concept’, het begeleiden van groependie hun eigen woning ontwikkelen en het coördinerenvan dit vaak ingewikkelde proces, blijkt grote voor-delen te hebben voor zowel de betrokken burgers,als voor de gemeente waar de woningen gebouwdworden. Voor de opdrachtgevers en beleidsmakers

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:16 Pagina 17

18 Architectuur Lokaal #57

Opgaven

die betrokken zijn bij KUUB-projecten blijft het nietbij dromen alleen. Door een gestroomlijnd procesworden in vlot tempo kwalitatief zeer goede wonin-gen gerealiseerd naar de wens van de bewoners.Maximale inspraak, betrokkenheid en verantwoor-delijkheid van de particulieren, maar ook een goedvoorbereid proces en helderheid over planning, juridische zaken en, last but not least, lagere kosten,houden de vaart er in. De projecten van KUUBlaten zien dat er met snelheid en kwaliteit ontwikkelden gebouwd kan worden. Ook als particulieren aanhet roer staan.

In deze tijd waarin de aandacht voor succesvollemanieren van eigenbouw toeneemt, de meeste politieke partijen volgens hun partijprogramma’sparticulier opdrachtgeverschap willen stimuleren engemeenten goede kwaliteit willen realiseren, kunnenvoorbeelden uit het noorden wellicht als stimulansen inspiratie dienen voor opdrachtgevers en beleids-makers in de rest van Nederland, bijvoorbeeld inAlmere. Een voorbeeld is het project De Linie, dat in2006 door zowel vak- als publieksjury als winnaarvan de Architectuurprijs Groningen werd gekozen.De stichting Particulier Ontwikkelen De Linie (PODe Linie) bestaat uit 18 gezinnen en trad op alsopdrachtgever voor de bouw van 18 vrijstaandewoningen in de Groninger uitbreidingswijk DeLinie. De Linie ligt in het zuiden van de stad en isonderdeel van het Europapark waar ook het nieuwevoetbalstadion, de Euroborg, gesitueerd is.

Architect Moriko Kira ontwierp op basis van dewoonwensen van deze gezinnen een basiswoningdie verschillende varianten kent. Zo kon wordengekozen tussen een smalle en een brede woning, eneen diepe en een ondiepe variant. Ook konden dewoningen naar wens twee, twee-en-een-half of drielagen bevatten. Na een zeer snelle ontwikkeltijd zijnde woningen aanbesteed en in een jaar tijdgebouwd. Exterieur en plattegrond van ieder huiszijn anders. De ene woning heeft een enorm dakter-ras, de ander heeft drie badkamers en weer eenander heeft een grote leefkeuken op de beganegrond en een salon op de eerste verdieping.

PO De Linie heeft veel voordeel gehad van het‘samen doen’. Een goed voorbeeld is de bezonning.De Linie bestaat uit relatief kleine kavels, waardoorde woningen vrij dicht op elkaar staan. Moriko Kiraheeft een bezonningsstudie gemaakt en naar aanlei-ding daarvan het achterste deel van iedere woning, dezogenaamde tuinkamer, laag gehouden. Doordat inkoopcontracten vastgelegd is dat ook in de toekomstniet op deze kamer mag worden gebouwd, zitten debewoners van PO De Linie het hele jaar in het zon-netje. Wie kijkt naar de overige vrije kavels die indezelfde wijk bebouwd zijn, ziet hoe belangrijk dezeafstemming is geweest. Niet zelden is de door degemeente vastgestelde maximale bouwenveloppevolledig bebouwd en zijn ook de toegestane 3 ver-diepingen over de volle diepte van de kavel benutmet als resultaat smalle, donkere tuinen en geen uit-zicht. Ook op financieel gebied heeft PO De Liniegrote winsten geboekt. Een vergelijking met woningenvan projectontwikkelaars die in dezelfde tijd in DeLinie gebouwd werden, toont aan dat PO De Linieminimaal 20% in kosten heeft bespaard.

Uit het juryrapport: ‘Het winnende project is hetresultaat van bijzonder opdrachtgeverschap. Eenaantal particulieren vond elkaar en besloot zich teverenigen in een stichting. Vanuit deze stichtingwerd de opdracht gegeven tot de bouw van 18woningen. De woningen kennen hetzelfde basisont-

werp, maar per gezin werd een individueel definitiefontwerp gemaakt. Zo konden de gezinnen zelf debouwhoogte, de indeling van de plattegrond en degevelafwerking bepalen. Door deze methode is eenwoonbuurtje ontstaan dat divers is, maar toch eenduidelijke samenhang heeft. De jury waardeert desympathieke uitstraling van het project en noemt heteen voorbeeld van goed particulier opdrachtgever-schap. Unaniem kent de jury de eerste prijs toe aande patiowoningen in De Linie door Moriko Kira.’

KUUB heeft met de gemeente Groningen goedeafspraken gemaakt over de grondlevering. Degemeente stelt individuele grondcontracten op. Dekavels mogen echter alleen in Verenigingsverbanden met begeleiding van KUUB ontwikkeld worden.Dit wordt opgenomen in de contracten. Alle grond-contracten van een PPO-project kennen dezelfdevalutadatum. De woningen mogen in een keer wor-den ingediend voor een bouwaanvraag en wordenals één project behandeld. Het gaat ook in een keernaar welstand. De gemeente communiceert via KUUBen heeft dus niet rechtstreeks met de individuelebewoners te maken. Kortom: behalve het makenvan meer contracten heeft de gemeente er niet meerwerk aan. Wil de gemeente Almere haar ambitieuzeplannen in praktijk brengen, dan is een dergelijkeconstructie misschien het overwegen waard.

InformatieHet juryrapport van de Architectuurprijs Groningen is te vinden via www.platformgras.nl. Zie ook www.kuub.info en www.ikbouwmijnhuisinalmere.nl.

Door een gestroomlijnd procesworden in vlot tempo kwalitatiefzeer goede woningen gerealiseerdnaar de wens van de bewoners.

Doordat in koopcontracten vastgelegd is dat ook in de toekomstniet op deze kamer mag wordengebouwd, zitten de bewoners vanPO De Linie het hele jaar in hetzonnetje.

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:16 Pagina 18

19Architectuur Lokaal #57

Dilemma’s

‘Centraal wat moet’ is het motto bij ruimtelijke ontwikkelingen. Wat moet, is bijvoorbeeld een goedverloop van publiek private samenwerking. Beginfebruari bracht het ministerie van VROM deReiswijzer Marktpartijen en Gebiedsontwikkelinguit, samen met marktpartijen en de andere overheden,IPO en VNG. De Reiswijzer is ‘een routebeschrijvinglangs de verschillende mogelijkheden om markt-partijen te betrekken bij gebiedsontwikkeling. Hetgeeft inzicht in de selectie van private partners enhoe om te gaan met initiatieven van private partnersdie al dan niet een grond en/of vastgoedpositie hebben.’ De Reiswijzer bouwt voort op Kompas bijOntwikkelingscompetities dat in 2001 werd opge-steld op initiatief van de Rijksbouwmeester en uitge-geven door Architectuur Lokaal. Kompas bevatmodellen voor procedures waarbij een gemeenteprojectontwikkelaars uitnodigt om een ontwerp temaken, gebaseerd op een vastgestelde prijs. Of omeen voorstel te doen voor een te realiseren project en opbasis daarvan een financiële aanbieding te doen.Kompas was een eerste aanzet om gemeenten, binnenhet Europese aanbestedingsrecht, behulpzaam tezijn bij het maken van een goede afweging tussen hetbeste ontwerp en de beste prijs. Met de aangereikteprocedures werd ook beoogd om bij te dragen aanheldere, democratische besluitvorming na afloop vande competitie. De afspraken werden over de vollebreedte van de betrokken partijen onderschreven:door zowel publieke en private opdrachtgevers,door zowel ontwerpers als bouwbedrijven.

Kompas gaat uit van een situatie waarin degemeente de grond in handen heeft en die onderbepaalde voorwaarden wil verkopen aan projectont-wikkelaars. De aanleiding voor de Reiswijzer is datzich bij gebiedsontwikkeling tegenwoordig meersituaties voordoen. De grondposities zijn ingewikkeld,het initiatief ligt niet per definitie bij de overheid, demaatschappelijke en economische belangen - en dusde verantwoordelijkheden - zijn groot. Bovendienmoeten gemeente en marktpartijen bij gebiedsont-wikkeling jarenlang met elkaar samenwerken. Ookdat is een overweging bij de selectie van partners.

Om inzicht te geven in ‘wat kan en mag’ om totsamenwerking te komen bij gebiedsontwikkeling gaatde Reiswijzer onder meer in op het verschil tussenmoeten en mogen selecteren van partners, op hetverschil tussen selecteren en aanbesteden, en op de voor- en nadelen van het moment van de partner-keuze. Er is nadrukkelijk niet gekozen voor blauw-drukken omdat verschillen tussen de locaties, de

grondposities en de verantwoordelijkheden van departijen bij gebiedsontwikkeling vragen om maatwerk.De Reiswijzer schetst globaal drie mogelijkhedenvoor de selectie van partners. Voor de marktselectiewordt het Kompas bij Ontwikkelingscompetitiesgevolgd. Toegevoegd worden de mogelijkheden vanmarktverkenning en marktconsultatie, waarbij eenoverheid de markt inschakelt voor ideevorming danwel toetsing van ideeën, en andersom, het markt-initiatief. Dat kan worden genomen door een markt-partij die een ongevraagd voorstel doet om eigengrond of vastgoed te (her)ontwikkelen, ofwel dooreen marktpartij die geen grondpositie heeft, maarwel mogelijkheden ziet om een plan van de overheid

te versterken.De behoefte aan heldere procedures kwam duide-

lijk naar voren bij de presentatie van de Reiswijzerin de onlangs opgeleverde schouwburg van Almere.De ontwikkelaars kregen ruim de gelegenheid om te klagen over de onzorgvuldige handelwijze vansommige gemeenten. Zo was er het verhaal over degemeente die in afwijking van het advies van vak-mensen een marktpartij koos voor een centrumont-wikkeling omdat deze vier stemmen van bewonersmeer kreeg. Een andere gemeente laat de deelnemersaan een competitie nu al meer dan een jaar wachtenop een beslissing. Collectief boycotten van rare procedures door de marktpartijen zit er niet in, wanthet maken van onderlinge afspraken is immers niettoegestaan. Wel was er de breed gedragen behoefteom biedingen sober te houden, gezien de wapen-wedloop waarbij marktpartijen elkaar proberen teovertroeven met flitsende (en kostbare) presentaties.Van hun kant waren gemeenten niet altijd te sprekenover de houding van ontwikkelaars jegens elkaar om de opdracht te verkrijgen. Het was een feest derherkenning. Iedereen kende ongelukkige praktijk-voorbeelden, maar van een zwartboek wilde uitein-delijk niemand weten. Er valt meer te bereiken metgoede voorbeelden van selectieprocessen en die zijndan ook in de Reiswijzer opgenomen. De discussiein Almere maakte duidelijk dat hulpmiddelen als

Kompas en Reiswijzer met verstand moeten wordentoegepast. De neiging bestaat om selectieprocedureste formaliseren, maar uiteindelijk gaat het erom datpartners ook op termijn kunnen samenwerken. Ofdat goed gaat is ook een kwestie van het vakman-schap dat de partijen meebrengen. Vakmanschap istot op zeker hoogte meetbaar te maken, maar net alsbij een schoonheidswedstrijd bepalen de maten nietalles.

De Reiswijzer kan bijdragen aan een beter verloopvan selectieprocessen en daarmee de kwaliteit vanhet bouwproces verder vooruit helpen. Maar daarmeeis nog niet alles gezegd. Want wat is de plek van deontwerper en wat zijn de gevolgen voor de kwaliteitvan de architectuur als het uiteindelijke resultaatvan de lange weg die wordt afgelegd? De Reiswijzerverwijst voor de keuze van stedenbouwkundigen enarchitecten naar ontwerpwedstrijden die in de vormvan prijsvragen of meervoudige opdrachten kunnenworden uitgeschreven. De projectontwikkelaarsvolgden in Almere de lijn dat het allemaal wel goedkomt wanneer de keuze van ontwerpers aan henwordt overgelaten. Dat is een wat simpele redenering.Hebben gemeenten niets te zeggen over architectuur?Een andere reisgenoot die nog niet goed in beeldkomt is de bewoner. Bij de keuze van zowel project-ontwikkelaars als ontwerpers blijft het lastig ombewoners een goede plek te geven in de afwegingen.De aanwezigen waren het er wel over eens dat populistisch doorschuiven van bestuurlijke verant-woordelijkheid de oplossing niet is.

InformatieReiswijzer Markt en Gebiedsontwikkeling. Een praktische routebeschrijvingMinisterie VROM i.s.m. het ministerie vanFinanciën, VNG, IPO en NEPROM (2007)Download en bestellen: (pdf in verkorte en uitgebreide versie) www.minvrom.nl(publicaties en brochures)

Kompas bij Ontwikkelingscompetities (1997).Handleiding en voorbeeldmodellen bij het uitschrijvenvan ontwikkelingscompetities en Kompas (2001).Handleiding en voorbeeldmodellen bij het uitschrijvenvan prijsvragen en meervoudige opdrachten op hetgebied van architectuur, stedebouw en landschaps-architectuur. Download: www.ontwerpwedstrijden.nl

In februari kwamen gemeenten en projectontwikkelaars bijeen voor de presentatie van de ReiswijzerMarkt en Gebiedsontwikkeling. De Reiswijzer gaat in op mogelijkheden voor partnerkeuze en samenwerking tussen publieke en private partijen. Richtlijnen op dit terrein zijn eerder geformuleerdin het Kompas bij Ontwikkelingscompetities, dat de selectie van projectontwikkelaars door gemeentenbehandelt. Kompas blijft relevant, maar de Reiswijzer verbreedt de mogelijkheden naar situaties waarin de markt het initiatief neemt.

Actueel> Tekst: Cilly Jansen

Reiswijzer

Niemand zit te wachten op meer formele procedures, maar zorgvuldigheid is onverminderd belangrijk.

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:16 Pagina 19

20 Architectuur Lokaal #57

Bij ‘t Koggeschip in Amsterdam is het opdrachtgeverschap in eigen hand gehouden.

Scholenbouw voor dummies

Dilemma’s

De kern van goed opdrachtgeverschap is het onderkennen van verantwoordelijkheid. Tijdens hetproces moeten veel keuzes worden gemaakt, vooraldoor de opdrachtgever. Om dit goed te kunnen doenis informatie, advies en ondersteuning nodig. Demate waarin de opdrachtgever invloed wil hebbenop de beheersaspecten zoals de kwaliteit, de kosten,de planning en de betrokken partijen, bepaalt hoede ondersteuning georganiseerd kan worden. Als de opdrachtgever minder behoefte heeft aan

rechtstreekse invloed is het mogelijk een risico-dragende ontwikkelaar of risicidragend manage-mentbureau te contracteren. Voor de afkoop van hetrisico moet worden bepaald welke risico’s wordenafgekocht, vanaf welk moment in het proces entegen welke prijs. De belangrijkste vraag daarbij is:welke maatregelen treft een risicodragende partij omgeen risico te lopen? Het ligt voor de hand dat demarktpartij die het risico wil dragen, de opdrachtaanneemt om winst te maken. In het verlengde daar-

van ligt de vraag of die benodigde maatregelen ookniet door de opdrachtgever zelf genomen kunnenworden als onderdeel van een goede projectaanpak.

Een hoge prijs bij de aanbesteding wordt meestalals grootste risico aangegeven. Dit is alleen een risicoin een marktsituatie waarin er veel werk is en aannemers hoog zullen inschrijven. De afgelopenjaren was dat niet het geval. Voor onervarenopdrachtgevers is het verleidelijk ervoor te kiezenzich in een vroeg stadium van een bouwproces vast

Veel schoolbesturen krijgen er vroeg of laat mee te maken: de bouw van een nieuwe school. Meestal is erveel geld mee gemoeid en gaat het om een project dat jaren in beslag neemt. Alleen al het ontwikkelen van een idee kost veel tijd en inspanning. Hoe moeten de pedagogische functies hun weerslag krijgen in hetnieuwe gebouw? Is het eventueel verstandig om met andere partners voor een bredere school te kiezen?Dan moet de school nog gebouwd worden; het schoolbestuur is opdrachtgever geworden. Voor een onervarenopdrachtgever kunnen de risico’s onoverzichtelijk lijken. Hoe pak je zoiets aan?

Scholenbouw> Tekst: Wieke van Dongen > Beeld: Harry Noback

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:17 Pagina 20

21Architectuur Lokaal #57

Dilemma’s

te leggen op een Programma van Eisen met eenontwikkelaar om daarmee risico’s af te kopen. Om deopdracht, als het ware “over de schutting te gooien”. Maar dat geeft geen echte zekerheid, de risico’s voorde opdrachtgever blijven immers onveranderd.Alleen bij het feitelijke bouwproces kan de opdracht-geversrol deels zijn afgekocht. Bij de naleving van hetcontract en de inhoudelijke input voor de nieuweschool door de gebruikers blijft er een wezenlijk rolvoor de opdrachtgever.

Maar wat doet een risicodragende partij zelf omeen te hoge aanbesteding te voorkomen? Hij spreekteen ontwikkel(risico)vergoeding af met de opdracht-gever. Hij reserveert een groot bedrag voor de post‘Onvoorzien’. Hij geeft de ontwerper een lager bud-get, zodat de directieraming lager is dan het bouw-budget. Is de aanbesteding onverhoopt toch te hoogdan wordt het ontwerp vereenvoudigd zodat het binnen budget past. Dat is alles. De keerzijde vanhet afkopen van risico’s is dat de opdrachtgeverinvloed verliest op de inhoudelijke en procesmatigebeslissingen. Het schoolbestuur zet zich in meer ofmindere mate buiten spel.

Een opdrachtgever zou kunnen denken dat eenrisicodragende partij harder werkt vanwege het risicodat hij loopt. Dat moge zo zijn, maar met hetverschuiven van het risico is ook het te dienenbelang verschoven. De risicodragende partij heeftnu een groot eigen belang gekregen bij de uitvoeringvan het project, wat voorbij gaat aan het primairebelang van de opdrachtgever: de maximale kwaliteitkrijgen voor het beschikbare budget.

De opdrachtgevers van de brede school ‘tKoggeschip in Amsterdam, stadsdeel GeuzenveldSlotermeer en het bestuur van KBA (KatholiekeBasisschool Amsterdam) hebben ervoor gekozensamen opdrachtgever te zijn voor de nieuwe school.Ter ondersteuning is het ProjectManagementBureau in Amsterdam gevraagd het proces aan testuren. Er is een Programma van Eisen voor debasisschool, de voor- en naschoolse opvang en desportzaal gemaakt, waarna de architect is geselec-teerd. Volgens de ‘klassieke’ manier van werken isop basis van de bestekstukken een aanbestedinggehouden. De rechtstreekse zeggenschap over keuzesin kwaliteit heeft tot een prima resultaat geleid, enbinnen het budget. Tijdens de ontwerpfase bijvoor-beeld had de welstandscommissie bezwaar tegen hetvolume. Het was te laag op de hoek. Om te voor-komen dat het hele ontwerp structureel gewijzigdzou moeten worden, zochten de opdrachtgeversnaar een mogelijkheid het programma te vergrotenmet de daarbij behorende financiële dekking. Dit isgelukt door de gymzaal groter te maken en daarmeegeschikt voor meerdere amateursporten. De kostengingen desondanks niet omhoog, omdat de exploitatiebeter werd en er bovendien subsidie beschikbaar was.

In een risicodragend contract met een ontwikkelaar/managementbureau zou dit het risico zijn geweestvan de opdrachtnemer. Die schijnzekerheid kan echter duur uitpakken: meevallers zijn voor deopdrachtnemer en worden niet gebruikt om de kwaliteit van de nieuwe school te verhogen.

Het is essentieel om een goede projectorganisatie opte zetten. Elke school vraagt een specifieke vertalingvan het onderwijs. De keuzes hierin zijn voor elkeschool anders. Het is in het belang van de opdracht-gever hiervoor professionele partijen met de nodigeervaring in te schakelen en de juiste maatregelen tenemen om gezamenlijk de risico’s te beperken en demaximale keuzes in kwaliteit voor het beschikbarebudget te krijgen. Daarbij is het van belang af te wegenwelke risico’s acceptabel zijn voor het schoolbestuur.In de wetenschap dat meer verantwoordelijkheid ookmeer vrijheid geeft.

InformatieWieke van Dongen is projectmanager bij hetProjectManagement Bureau in Amsterdam.www.pba.nl

Het ligt voor de hand dat demarktpartij die het risico wil dragen, de opdracht aanneemtom winst te maken.

Schijnzekerheid kan duur uitpakken: meevallers zijn voorde opdrachtnemer en worden nietgebruikt om de kwaliteit van denieuwe school te verhogen.

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:17 Pagina 21

22 Architectuur Lokaal #57

Praktijk

Maarten Kloos, directeur van ARCAM, is de initiatorvan de Campina Ronde van het Groene Hart.Inmiddels is de Ronde verreden, maar het project‘Groene Hart’ loopt door. Dit voorjaar nog zijn ervele activiteiten en op 1 juni vindt een symposiumplaats tijdens welk een stand van zaken wordt opgemaakt. Vervolgens moet in de komende jaren en decennia alles wat dit voorjaar is gezegd, wordenwaargemaakt. Intussen is het wel interessant om uit te leggen wat regionale en nog omvangrijker projecten betekenen voor een lokaal architectuur-centrum als ARCAM.

In Situ > Tekst: Maarten Kloos > Beeld: Lucien Lafour (boven), Joop van Stigt (onder)

Toen ARCAM (in 1986) werd opgericht was dat een puur Amsterdamse affaire.De beslissing van de toenmalige ministers Brinkman en Nijpels om de StichtingWonen, het Nederlands Documentatiecentrum voor de Bouwkunst en deStichting Architectuur Museum uit het Amsterdamse te lichten, was en werdgevoeld als een brute aanslag op de plaatselijke cultuur. Er moest dus op datniveau iets gebeuren. Maar opmerkelijk is wel dat al bij de voorbereidingen de grenzen van het werkgebied werden opgerekt. Als gevolg daarvan kreeg denieuwe stichting de opdracht zich niet alleen met architectuur in Amsterdambezig te houden, maar nadrukkelijk met ‘architectuur en Amsterdam’, ten batevan het architectuurklimaat ‘in de ruimste zin des woords’ en in ‘Amsterdamen omstreken’.

Zo waren van meet af aan de voorwaarden aanwezig voor het uitslaan van de vleugels. Dus kon voor het mededelingenblad ARCAM NIEUWS direct eenterritorium worden gekozen dat loopt van Purmerend tot Uithoorn en vanHaarlem tot Hilversum en Almere. Toen een paar jaar later de reeks ARCAMPOCKETS werd opgezet, werd besloten om bij de opzet van de boekjes steevastook naar interesse in het buitenland te kijken. De eerste delen verschenen in het Engels, later werden de boekje overwegend tweetalig (Nederlands/Engels).Eén werd er gepubliceerd in het Engels en Chinees en de meest toeristische uitgave is viertalig (Nederlands/Engels/Duits/Spaans).

Grenzeloos lokaal

Foto’s uit de tentoonstelling ‘Dutch Architects in Booming China’ (2005) Boven: Sleeping Dragon, Hong kong. Ontwerp: Atelier Dutch Onder: Vogelvlucht badminton arena van KCAP

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:17 Pagina 22

23Architectuur Lokaal #57

Praktijk

Re:Actie

Wij zijn als gemeente bezig met deopzet van een kleine uitbreidings-wijk nabij de historische kern vanhet dorp. Is het zinvol om ons spe-cifiek te verdiepen in toe te passenkleuren? Architectuur Lokaal legdede vraag voor aan HetKleurbureau.

Tekst: Rob van Maanen

Kleur kan verschillen in bouwstijl en inrichtingsplanoverbruggen, en kan op die manier de historische kernen de eigentijdse uitbreiding verbinden. Daardoorhoeft niet persé historisch gebouwd te worden omtoch een overtuigend ensemble te scheppen. In wezen draait het bij dergelijke vraagstukken omhet nut van kleur als verbindende factor in de compacte Nederlandse samenleving. Vrijwel iederonderdeel van de Nederlandse leefwereld heeftmeerdere functies tegelijk. Iedere ingreep heeft voorelk van deze functies gevolgen – en die botsen al snel.Een goed beeldkwaliteitsplan brengt deze multi-functionaliteit in kaart, en kleur wordt daar meestalwel in meegenomen, maar slechts beperkt. Hetkleurbeeld wordt benoemd in algemene termen (‘dekleur van de steen is rood’), of juist heel specifiek(een rijtje ral-nummers). Vrijwel nooit wordt eenbeschrijving gegeven van de bestaande kleuren, vande wijze waarop ze toegepast worden, van het histo-risch-geografische verhaal dat er aan vast zit, en vande vraag hoe ze de beeldkwaliteit (mee-)bepalen. En dat terwijl iedere plek of regio zijn unieke kleur-verhaal, zijn eigen kleurmerk heeft. Met enig onder-zoek kan het karakteristieke kleurbeeld van een be-paalde plek of regio zichtbaar gemaakt worden, en kandaarmee de lokale beeldidentiteit versterkt worden. Sjoerd Soeters bijvoorbeeld, van SoetersVanEldonkArchitecten, vroeg aan Het Kleurbureau om eenkleurprofiel te maken van de Zaanstreek, en namdit op in Inverdan, zijn beeldkwaliteitsplan voor dereconstructie van het centrum van Zaandam. Het Kleurbureau ontwikkelt deze kleurprofielen enkleurmerken op basis van ruim twintig jaar kleuron-derzoek in Nederland. In de Kleurenatlas werd eeneerste schets van kleur in Nederland gepubliceerd.Van zeven provincies verscheen een Kleurkaart,van vijf steden een Kleurroute. Voor Rijkswaterstaatmaakte het bureau een Kleurengids, waarin de kleurenvan de infrastructuur van Nederland aan bod komen.Doel van Het Kleurbureau is om uiteindelijk te komentot een digitale kleurkaart van Nederland, een kaartwaarop iedere gemeente aangeklikt kan worden ommeer te weten te komen over het kleurprofiel ervan.De planvorming voor een nieuwbouwproject, of hetaanpassen van de welstandsnota is een goed momentom eens extra onderzoek te doen naar kleur, en zoweer een volgende gemeente op de Kleurkaart vanNederland te zetten.

Informatiewww.kleurbureau.nl

Een volgende fase begon in 1995. In dat jaar werd een referendum gehoudenover de mogelijke oprichting van een Regionaal Orgaan Amsterdam (ROA).ARCAM wijdde een manifestatie aan de architectonische en stedebouwkundigeaspecten daarvan en in het verlengde ontstond het idee voor de ARCAM KAART,een inventarisatie van alle toekomstplannen voor de Amsterdamse regio die degrondslag legde voor de Nieuwe Kaart van Nederland. Voor de eerste versie van dekaart werd een gebied van vijftig bij vijftig kilometer afgebakend en deze ‘expansie’heeft zonder twijfel ertoe bijgedragen dat het programma wezenlijk veranderde.

Tot 1995/96 was de aandacht voor het bovenlokale in feite beperkt gebleven tothet voor lezingen uitnodigen van buitenlandse architecten en het presenteren vanexposities, gewijd aan buitenlandse ontwerpers die in Amsterdam actief waren

(Venturi, Diener & Diener, Miralles). In een enkel geval werd aandacht besteed aaneen interessant buitenlands project (de openbare ruimte in Barcelona, de WaterlooTerminal in Londen). Vanaf die tijd echter werd het blikveld structureel verruimd,overigens zonder de relatie met Amsterdam uit het oog te verliezen. Belangrijk wasde beslissing om eens in de zoveel tijd iets te doen met de culturele achtergrondenvan de ‘nieuwe’ Amsterdammers. Opmaat was de expositie Paramaribo, stad mettoekomst (1997), later volgden de manifestaties In-tussen-in Marokko (2000) enTurkey Today (2004). Met deze projecten werden de laatste resten schroom over-wonnen. Voor het organiseren van de manifestatie Dutch Architects in BoomingChina (2005) was de enige legitimatie dat dit project goed paste in een omvangrijkcultureel China Festival dat in Amsterdam werd gehouden. De expositie Op anderegronden (2006), over de inzet van Nederlandse ontwerpers bij het oplossen vanproblemen in (overwegend) de Derde Wereld, lag weer in het verlengde van hetChina-project.

Eigenlijk is ARCAM een bovenregiokaal architectuurcentrum. Het scenario voorde toekomst lijkt zich langs de twee hier uitgezette lijnen te gaan ontwikkelen. In 2008 kan er sprake zijn van een project over India (naar aanleiding van eenmogelijk India Festival in Amsterdam). Dit kalenderjaar nog hoopt ARCAM eenexpositie en een lezingenprogramma over megacities te organiseren, in samenwerkingmet de Stichting Megacities, de Rijksuniversiteit Groningen en het KoninklijkInstituut voor de Tropen. In dit project staat de stad Bogotá centraal. Hierbij is hetenige probleem dat een bij het Stimuleringsfonds voor Architectuur aangevraagdesubsidie niet is toegekend, omdat het project, in de woorden van de beoordelings-commissie, 'geen directe relatie (heeft) met de lokale actualiteit'. Voor hetStimuleringsfonds is het dus niet evident dat een ‘lokaal’ architectuurcentrum zichmet planologische en stedebouwkundige onderwerpen ver over de grens bezighoudt.Dat is goed om te weten!

De bijdrage van ARCAM aan het programma rond het Groene Hart bestond uitde expositie Groene vingers (over het Amsterdamse ommeland), een gelijknamigediscussie (die mede in het teken stond van het in februari gelanceerde onderzoeks-project ‘Noordvleugel 2040’) en een lezing door Rijksadviseur voor het landschapDirk Sijmons. Daarnaast was er intensieve bemoeienis met het door ArchitectuurLokaal en Stedebouw & Architectuurmanagement geregisseerde culturele pro-gramma rond de Ronde van het Groene Hart, inclusief het komende symposium.Voor ARCAM is dit een voortzetting van de lijn die twaalf jaar geleden begon bijhet opzetten van de eerste ARCAM KAART, toen voor het eerst het ‘grenzelooslokale’ verkend.

ARCAM is een bovenregiokaal architectuurcentrum.

Foto’s uit de tentoonstelling ‘Op andere gronden’ (2006)

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:17 Pagina 23

24 Architectuur Lokaal #57

Praktijk

ALKMAAR AIA Achter de Vest 31811 JZ AlkmaarT 072 5202701 [email protected]

ALMERECASLa Markt 1101354 BA AlmereT 036 5386842 [email protected] www.casla.nl

ALPHEN AAN DEN RIJNPostbus 4672400 AL Alphen a/d RijnT 06 27075622 [email protected] www.casalphen.nl

AMERSFOORT De Zonnehof De Zonnehof 83811 ND AmersfoortT 033 [email protected] www.dezonnehof.nl

AMSTERDAMARCAM Astrid TooropPrins Hendrikkade 6001011 VX AmsterdamT 020 6204878 [email protected]

AMSTERDAMDe ZuiderkerkZuiderkerkhof 721011 WB AmsterdamT 020 [email protected]

APELDOORNBouwhuisRoggestraat 447311 CD ApeldoornT 055 5760411 [email protected] www.architectuurcentrumbouwhuis.nl

ARNHEM CASANieuwe Kade 16827 AA ArnhemT 06 4122 [email protected]

BREDAGebouw F Bastionstraat 134817 LD BredaT 076 5300625 [email protected]

DELFT Delft Design Postbus 28382601 CV DelftT 015 2143941 [email protected]

DEN HAAG STROOM Den Haag beeldende kunst t/marchitectuurHogewal 1-92514 HA Den HaagT 070 3658985 [email protected]

DEN HELDERStichting Triade Middenweg 21782 BG Den HelderT 0223 537200 [email protected]

DEVENTER Architectuurcentrum RondeelKunstenlabLaboratoriumplein 37411 CH DeventerT 0570 611901 [email protected] www.rondeeldeventer.nl

DIEPENHEIMKunstvereniging DiepenheimGrotestraat 177478 AA DiepenheimT 0547 352143 [email protected] www.kunstverenigingdiepenheim.nl

DORDRECHTStichting De StadNoordendijk 1353311 RN DordrechtT 078 [email protected]

DRENTHE Drents Architectuur CentrumPostbus 200007800 PA EmmenT 0591 69 77 [email protected]

EINDHOVENACE De Witte DameEmmasingel 205611 AZ EindhovenT 040 2961136 [email protected] www.architectuurcentrumeindhoven.nl

GOUDAG.R.A.P. p/a Molenwerf 2a2801 PP Gouda [email protected]

GRAVEProjectenwinkel Grave i.o.Hofplein 15361 EX GraveT 0486 477277 [email protected]

GRONINGENPlatform GRAS Hofstraat 21, 9712 JA GroningenT 050 3123395 [email protected] www.platformgras.nl

HAARLEMABC Groot Heiligland 472011 EP HaarlemT 023 [email protected]

HAARLEMMERMEERPodium voor ArchitectuurHaarlemmermeerc/o Pier KRaadhuisplein 72132 TZ HoofddorpT 023 5669589 [email protected]

HEERLENVitruvianumGlaspaleisBongerd 186411 JM Heerlen T 045 5772205 [email protected]

’s-HERTOGENBOSCHBAI Postbus 7165201 AS ’s HertogenboschT 073 6428178 [email protected] www.bai-s-hertogenbosch.nl

HILVERSUMMuseum HilversumKerkbrink 61211 BX HilversumT 035 6292820 [email protected]

HOORNACH Centrale bibliotheekWisselstraat 81621 CT HoornT 0229 [email protected] www.archicentrumhoorn.nl

HOUTEN MakeblijdeRandhoeve 2 3992 XH HoutenT 030 6365272 [email protected]

KENNEMERLANDGebouw & Omgeving VerenigingHaerlemGrote Markt 172011 RC HaarlemT [email protected] www.haerlem.nl

LEEUWARDEN ARK fryslânPostbus 18900 AA LeeuwardenT 058 2994240 [email protected]

LELYSTADStichting ALSPostbus 21088203 AC LelystadT [email protected] www.stichtingals.com

LEUSDENStichting Architectuur LeusdenMeidoornhof 143831 XR LeusdenT 033 4943689secretariaat@stichtingarchitectuur-leusden.nlwww.stichtingarchitectuurleusden.nl

MAASTRICHTTopos Tongersestraat 49A6211 LM Maastricht T 043 [email protected] www.toposmaastricht.nl

NAGELE Museum NageleRing 238308 AL NageleT 0527 [email protected]/museum

NIJMEGENACNKannenmarkt 66511 KC NijmegenT 024 [email protected] www.architectuurcentrumnijmegen.nl

RIJNLANDRAP Nieuwstraat 332312 KA LeidenT 071 [email protected] www.rapsite.nl

ROTTERDAMArchiCenter/Rotterdam Marketing Postbus 302353001 DE RotterdamBezoekadres: Beurs/WTCBeursplein 37, RotterdamT 010-2051500 [email protected]

ROTTERDAM Stichting AIR Postbus 218283001 AV RotterdamBezoekadres: Coolsingel 63, 3012 ABRotterdamT 010 2809700 [email protected] www.airfoundation.nl

TILBURGCAST Dunantstraat 15017 KC TilburgT 013 5449222 [email protected]

www.castonline.nlTWENTEACT Deurningerstraat 67514 BH EnschedeT 053-4837985 [email protected] www.architectuurcentrumtwente.nl

UTRECHT Aorta Achter de Dom 143512 JP UtrechtT 030 2321686 [email protected] www.aorta.nu

VENLOAPVEO Postbus 1285900 AC VenloT 077 [email protected] www.apveo.nl

WAGENINGENAhoi, Schip van BlaauwGen. Foulkesweg 726703 BW WageningenT 0317 [email protected]

WEERTStichting Architectuurlijk WeertNoordkade 48a6003 NG WeertT 0495 540937 [email protected]

ZAANSTADStichting Babel, podium voor vormgeving en kwaliteitMonumento UrbanoMusical 231507 TS ZAANDAMT 075 6125885 [email protected] www.carree-architecten.nl

ZEELAND Het Zeeuwse GezichtBalans 174331 BL MiddelburgT 0118 611443 [email protected]

ZUTPHEN RAiA Zutphenseweg 57-597211 EB EefdeT 0575 542224 [email protected]

ZWOLLEZAP Kamperstraat 11-138011 LJ ZwolleT 038 4230684 [email protected]

Adressen Architectuurcentra NederlandCoördinatie Overleg Lokale Architectuurcentra (OLA) Architectuur LokaalIndira van ‘t Klooster, [email protected] Wippo,[email protected] van lokale architectuurcentra in binnen- en buitenland:www.arch-lokaal.nl/arch-centra/index.html

lokaal lente07.qxd 21-03-2007 13:17 Pagina 24