architectuur

36
NL ARCHITECTUUR EN SCULPTUREN

description

 

Transcript of architectuur

Page 1: architectuur

NL

ARCHITECTUUREN SCULPTUREN

Page 2: architectuur

VerkeersliggingLeuven is gemakkelijk te bereiken met auto, bus en trein.Met de trein ligt Leuven op 20 minuten van Brussel, op 45 minuten van Antwerpen, op 50 minuten van Luik, op anderhalf uur van de Belgische kust en op 2 tot 3 uur van steden als Düsseldorf, Parijs, Amsterdam, Calais,… De universiteitsstad ligt bovendien op 15 minuten sporen van de internationale luchthaven Brussels Airport.Voor het autoverkeer ligt Leuven op een knooppunt van twee belangrijke auto-wegen: E40 en E314. In Leuven zelf brengen de bussen van ver-voersmaatschappij De Lijn je snel overal in en rond de stad.

Station - Martelarenplein

Stadhuis - Sint-Pieterskerk

Oppervlakte en aantal inwonersDe stad Leuven heeft een oppervlakte van 5.816 ha en bestaat sinds 1 januari 1977 uit volgende deelgemeenten: Heverlee, Leuven, Kessel-Lo, Wilsele en een gedeelte van de vroegere gemeenten Wijgmaal, Korbeek-Lo en Haasrode.Leuven telt meer dan 98.000 inwoners.Sinds 1 januari 1995 is Leuven de hoofd-plaats van de provincie Vlaams-Brabant.

2

Page 3: architectuur

3

Meer dan de hoofdstad van de provincie Vlaams-Brabant is Leuven een bourgon dische pleisterplaats voor de onthaaste toerist, een centrum voor de veeleisende shopper, een cul-turele oase en - dankzij de universiteit - een kennisstad waar de student thuis is. Leuven ligt op een boogscheut van de Europese hoofdstad Brussel en van de nationale luchthaven, aan het kruispunt van twee Europese autowegen. Leuven is een stad die je al kuierend bezoekt. Een stad waarvan je genietend de sfeer op-snuift. Een plaats die je doordringt met haar cocktail van cultuur en geschiedenis, de na-drukkelijke en creatieve aanwezigheid van de universiteit, de alomtegenwoordige horeca en het ruime aanbod aan winkels. De breeddenkende toerist verlaat Leuven als een vriend en koestert het vaste voornemen om nog eens terug te keren.

Een reis door tijd en kunststromingenLeuven wordt voor het eerst vermeld in ge-schriften uit de 9de eeuw. Het zal echter tot de 12de eeuw duren vooraleer ze dankzij de ligging aan de Dijle uitgroeit tot een bloeiend han-delscentrum en de belangrijkste plaats in het Hertogdom Brabant. In die periode worden de ringmuur en tal van kloosters, abdijen en kerken gebouwd. De Romaanse Poort, de Sint-Jakobs-kerk en de resten van de eerste ringmuur zijn hiervan nog de stille getuigen.

Het eerste hoogtepunt van de stad situeert zich in de 15de eeuw wanneer de lakenhandel rijkdom en welvaart naar Leuven brengt. Dat resul-teert in de stichting van de universiteit (1425), de aanleg van de Grote Markt en de bloei van diverse andere nijverheden. Uit die periode stammen ook vele van de prachtige gebouwen die Leuven rijk is: het schitterend stadhuis, de Sint-Pieterskerk met haar uniek interieur en 'Het Laatste Avondmaal’ van Dirk Bouts, de Laken-hallen, het Huis van ’t Sestich en talrijke kerken, zoals Sint-Geertrui.

In de 17de eeuw wordt in het 13de-eeuwse Groot Begijnhof een interessant huizencomplex toe-gevoegd. Deze oase van rust en stilte midden een drukke en moderne stad, werd in 1998 door Unesco uitgeroepen tot wereld erfgoed. Tegen-woordig wonen er geen begijntjes meer maar studenten en buitenlandse gastprofessoren die verbonden zijn aan de oudste katholieke univer-siteit van Europa. De K.U.Leuven heeft door de

eeuwen heen met zijn talloze gebouwen en col-leges voor een groot stuk het stadsbeeld van Leuven bepaald. De stad is namelijk bezaaid met universitaire gebouwen zoals het stijlvolle Van Dalecollege (renaissance), het College De Valk, het Paus- en het Atrechtcollege (classicisti-sche stijl). Met de Sint-Michielskerk, het interieur van de Sint-Jan-de-Doperkerk en het ongeëve-naarde stucwerk in de Abdij van Park is ook de barok goed vertegenwoordigd in de stad.

De aanleg in de 18de eeuw van de Vaart en van de steenwegen richting Leuven, vergrootte de bereikbaarheid van de stad en stimuleerde de handel en industrie. Die zorgde ervoor dat Leuven niet alleen op vlak van geestelijke kunst maar ook qua wereldlijke gebouwen en infra-structuurwerken momenteel een bijzonder inte-ressante plek geworden is. Leuven is namelijk een stad in volle metamorfose die mee evo-lueert met de snel veranderende samenleving. Hedendaagse architectuur wordt geïntegreerd in de eeuwenoude settings. Oud en nieuw ver-sterken elkaar en zorgen samen voor een uniek stedelijk decor. Dat uit zich onder andere in de gebouwen van een van dé Leuvense indus triële topbedrijven: AB Inbev, de grootste brouwe-rijketen ter wereld. Maar ook de hernieuwde stationsomgeving en het Martelarenplein zijn voorbeelden van moderne architectuur en he-dendaagse stads ontwikkeling. Deze buurt is nu een levend onderdeel van de stad.

Het moderne Leuven: geteisterd en heropgebouwdDe bloei van Leuven wordt in de moderne ge-schiedenis afgeremd door de twee grote we-reldoorlogen. Nadat de Fransen in het kielzog van de Franse Revolutie huis gehouden hadden in Leuven, werd de stad zowel tijdens WO I als WO II ingenomen en gedeeltelijk vernield door de Duitsers en was ze het slachtoffer van Duitse en geallieerde bombardementen. Zo wordt Leuven in 1914 veroverd en verwoest door de legers van de Duitse keizer. In 1940 gaat de Universiteits-bibliotheek samen met 900.000 boeken in vlam-men op. Alvorens in september 1944 bevrijd te worden is Leuven in april en mei nog het slacht-offer van zware bombardementen.

Vanaf dan is Leuven een stad in volle metamor-fose. Straten, pleinen, gebouwen en hele stads-wijken evolueren mee in een snel veranderende samenleving. Leuven grijpt deze modernisering aan om kwaliteitsvolle hedendaagse architec-

Page 4: architectuur

884Eerste vermelding van de naam Leuven (Luvanium) in kroniek van Regino Van Prüm en twee andere kronieken

1129Stichting Norbertijnenabdij van Park© Layla Aerts

1156Aanvang bouw eerste stenen ringmuur rond Leuven

tuur te integreren te midden van haar eeuwen-oude vaste waarden. Oud en nieuw versterken elkaar en zorgen samen voor een prachtig stede-lijk decor.Niet voor niets profileert Leuven zich in de 21ste eeuw definitief als een hoogwaardige toeristische pleisterplaats!

Van lokale tot globale bierstadLeuven is ontegensprekelijk ‘s werelds hoofd-stad van het bier. Het brouwerijwezen bloeit er als nergens anders. Begin 20ste eeuw waren er nog meer dan dertig brouwerijen actief binnen de stad. Momenteel zijn de meesten daarvan verdwenen. Enkel AB Inbev en de enige huis-brouwerij Domus zijn nog overgebleven. Van die laatste brouwerij loopt het bier via een koperen buis rechtstreeks naar de tap in het naastgele-gen café. AB Inbev van zijn kant is een heuse wereldspe-ler. Het bedrijf is de grootste brouwerijgroep ter wereld. Haar wortels liggen in de huisbrouwerij van Sebastiaan Artois. Die verkreeg in 1708 de titel van meesterbrouwer en startte zijn eigen brouwerij. In die brouwerij Artois brouwde men in 1928 een speciaal kerstbier. Dat kreeg om-wille van zijn helderheid de naam ‘Stella’ - Latijn voor ster. Het bier sloeg zo goed aan dat het al snel het hele jaar door gedronken werd. Stella Artois werd een van de populairste pilsbieren van België en begon eind 20ste eeuw ook aan een opmars in het buitenland. Stella Artois is verkrijgbaar in 80 landen waar het als interna-tionaal luxebier gepositioneerd wordt. Leuven profileert zich dan ook als bierstad bij uitstek en laat zijn bezoekers daar met volle teugen van meegenieten. De langste toog ter wereld vind je dan ook op de Oude Markt waar tientallen cafés en terrasjes tegen mekaar aanleunen en als het ware één lange toog vormen.

AB Inbev

WandelpakketDit wandelpakket met individuele wande-lingen is ideaal voor een eerste kennisma-king met de vele facetten die Leuven rijk is en laat je kennis maken met enkele van de belangrijkste bezienswaardigheden in Leuven.

Tip

4

Page 5: architectuur

5

Meer dan zes eeuwen kennis en wijsheidWie Leuven zegt, zegt universiteit. De geschie-denis van de stad en haar Alma Mater zijn sinds de oprichting van de universiteit fel verweven. Zowel de universitaire gebouwen als de studen-ten hebben het uitzicht van Leuven gedurende zes eeuwen mee bepaald. De relatie tussen de twee kan gedurende al die honderden jaren om-schreven worden als un mariage de passion et de raison.

De universiteit van Leuven werd op vraag van hertog Jan IV in 1425 gesticht door paus Martinus V. Daarmee is de K.U.Leuven de oudste van de nog bestaande katholieke universiteiten in de wereld. Naar het model van bestaande univer-siteiten van Keulen, Parijs en Wenen had de Leuvense universiteit oorspronkelijk vier facul-teiten: Artes, Kerkelijk en Burgerlijk Recht en Geneeskunde. In 1432 werd de Faculteit Godge-leerdheid eraan toegevoegd. Vandaag bieden dertien faculteiten en een gelijkgesteld instituut een volledige waaier aan studierichtingen en wetenschappelijke disciplines. Gerenommeerde onderzoekers en geleerden zetten er hun eerste stappen in de voetsporen van illustere voorgan-gers als Adriaan van Utrecht (Paus Adrianus VI), Erasmus, Vesalius en Mercator. In haar geschiedenis van bijna zes eeuwen kende de Leuvense universiteit perioden van bloei en tegenspoed. In 1797 werd de oude universiteit door de Franse Republiek opgeheven. Twintig jaar later werd ze door Willem I der Verenigde Nederlanden opnieuw geopend als Rijksuniver-siteit. Die werd in 1835 op haar beurt vervangen door de Katholieke Universiteit die een jaar eer-der opnieuw was opgericht in Mechelen.

1317Oprichting Lakenhalle (latere Universiteitshal)

1410Bouw Sint-Pieterskerk

1425Stichting universiteit Leuven

De universiteit van Leuven ontsnapte in de 20ste eeuw ook niet aan de realiteit van de Belgische talenkwestie tussen Vlamingen en Walen. In 1911 wordt een aanvang gemaakt met de verneder-landsing in het Leuvense universitair onder-wijs. In 1936 worden de meeste colleges paral-lel in het Nederlands en het Frans gedoceerd. In 1968 komen de studenten - onder invloed van de studentenrevolte van mei in Parijs - op straat om de volledige vernederlandsing van de uni-versiteit te eisen. De universiteit wordt gesplitst in een onafhankelijke Nederlands- en Fransta-lige unief waarvan de eerste in Leuven blijft en de Franstalige verhuist naar Louvain-la-Neuve in het Waalse Ottignies.

Het Nederlands is intussen nog steeds de voer-taal van de K.U. Leuven. Omwille van de inter-nationale uitstraling en betekenis van de uni-versiteit worden steeds meer postgraduaten, colleges en seminaries in het Engels of in een andere taal gegeven.

Onder invloed van die internationalisering en in het kader van de Europese Bolognaverkla-ring (1999), werd op 11 juli 2002 de Associatie K.U.Leuven een feit. Dertien Vlaamse instellin-gen voor hoger onderwijs bundelen binnen deze associatie hun krachten om een sterkere positie in te nemen in het nieuwe Europese onderwijs-landschap. Ook de doelstelling van de Bolog-naverklaring zal vlotter gerealiseerd worden. Die luidt als volgt: de kwaliteit en transparantie van de opleidingen hoger onder-wijs in Europa verhogen en de uitwisseling van studenten, do-centen en kennis optimaliseren.

Page 6: architectuur

6

StadhuisGROTE MARKT, 3000 LEUVEN

Het stadhuis van Leuven is een van de bekendste gotische stadhuizen ter wereld. Het eerste stadhuis stond - volgens de traditie - op de Oude Markt. Het tweede werd in 1439 ondergebracht

Bezienswaardigheden

1439Aanvang bouw stadhuis

1502Begin verblijf Erasmus te Leuven(René Rosseel)

1750Aanleg kanaal Leuven-Dijle © Layla Aerts

in een huizenrij op de Grote Markt, tegenover de Sint-Pieterskerk. De ruime kelders van de bestaande huizen werden bewaard en zijn nu gerestaureerd en te bezichtigen. De bouw van het stadhuis duurde tientallen jaren en werd geleid door drie architecten: Sulpicius Van Vorst, Jan II Keldermans en Matheus de Layens.

Rector De Somerplein

Page 7: architectuur

7

De laatste wijzigde het oorspronkelijke plan en liet onder meer de voorziene belforttoren op de hoek van de Naamsestraat weg. Hierdoor kreeg het gebouw zijn karakteristiek laatgotisch uitzicht met vier hoektorens, twee noktorens en een borstwering die volledig rond het gebouw loopt.

Het stadhuis bezit drie verdiepingen. Tussen de vensters zijn er uitsprongen met telkens twee nissen; drie hoektorens dragen eveneens nissen. De sokkels van de nissen zijn gebeeldhouwdevoorstellingen uit de Bijbel met telkens het motief zonde en straf. Ze hadden een belerende en vermanende functie, niet alleen voor het volk, maar ook voor de rechters die er moesten zetelen.

De zo typische 236 beelden in de nissen - ook wel het Leuvense pantheon genoemd - werden pas na 1850 aangebracht. De twee rijen op de benedenverdieping beelden kunstenaars, geleerden en bekende figuren uit die verband houden met het Leuvense verleden. De eerste verdieping toont de patroonheiligen van de parochies en de figuren die de gemeentelijke vrijheden symboliseren. Op de tweede verdieping staan onder andere de graven van Leuven en de hertogen van Brabant. Op de torens vindt men Bijbelse figuren. Ook het stadhuis had te maken met verval en vernielingen. Het werd sinds de 19de eeuw dan ook drie keer gerestaureerd. Een laatste maal gebeurde dat in 1983 waarbij de beschadigingen van een bominslag tijdens WO II in 1944 werden hersteld.

WandelzaalDe wandelzaal op de gelijkvloerse verdieping is, net als in de middeleeuwen, het overdekte

1795 Functiewijziging Groot Begijnhof

1844Aanleg Statiestraat (Bondgenotenlaan)

1875Bouw station Martelarenplein

verlengstuk van de Grote Markt. Langs deze open ruimte kon men alle stadsdiensten en de hoger gelegen zalen en zolders bereiken. In de wandelzaal hangt ook de Leuvense vlag, die bestaat uit drie banden: rood, wit en rood (de kleuren van Neder-Lotharingen).

Gotische zaalVoor de gotische zaal werd Willem Ards belast met het snijden van de balksloffen en de consoles aan de kant van de Grote Markt. In dit geval was het Nieuwe Testament, en meer bepaald het leven van Maria en Jezus, de inspiratiebron. De gotische zaal werd tijdens de laatste decennia van de 19de eeuw grondig gerestaureerd. De vloeren en plafonds werden hersteld en de wanden aangekleed. Aan een van de korte zijden van de zaal werd een indrukwekkende schouw gebouwd. Voor de wanden bestelde het stadsbestuur elf schilderijen bij de Doornikse kunstenaar André Hennebicq.Hij schilderde vier monumentale doeken met belangrijke gebeurtenissen uit de Leuvense geschiedenis en zeven portretten van Leuvense kunstenaars en geleerden.

SalonsDe salons werden in de 19de eeuw gebruikt als raadszaal en bevinden zich in het oudste gedeelte van het stadhuis. De wanden van de eerste salon zijn getooid met portretten van de Leuvense burgemeesters vanaf de Franse tijd. Aandachtstrekker in de tweede salon is het meesterwerk van Pieter-Jozef Verhaghen: ‘Mozes wordt aan de dochter van de farao voorgesteld’. Tegenwoordig doet dit salon ook dienst als trouwzaal.

Page 8: architectuur

8

Pieter Coutereel – ambtenaar en leider van Leuvense opstand tegen patriciërs1ste rij – onderaan 5de beeld van links

In 1348 wordt Coutereel als meier (soort burge-meester) van Leuven aangesteld. Als patriciër heeft hij echter ook oog voor het belang van de ‘kleine man’. Hij pleegt in 1360 een machts-greep en maakt van Leuven de eerste stad in Brabant die het politieke monopolie van de pa-triciërs doorbreekt.

Mattheus De Layens – bouwmeester1ste rij – onderaan links tussen de toegangsdeuren

Na het overlijden van Sulpitius van Vorst en zijn opvolger Jan II Keldermans, wordt De Layens als bouwmeester van de stad Leuven, belast met de verdere bouw van het stadhuis.

Maria van Brabant – koningin van Frankrijk1ste rij – bovenaan links tussen de toegangsdeuren

Dochter van de hertog van Brabant. In 1274 huwt zij met de Franse koning Filips III de  Stoute. Ze wordt het slachtoffer van een laffe intrige wan-neer Pierre Lambrosse haar beschuldigt een zoon uit het eerste huwelijk van Filips vergiftigd te hebben. Haar broer Hertog Jan I dringt echter door tot in de gevangenis, vermomd als fran-ciscaan. Hij raakt overtuigd van haar onschuld en eiste het ‘godsoordeel met de wapens’. Een huurling in dienst van Pierre Lambrosse neemt het tegen hem op maar de Hertog wint en Ma-ria bestijgt opnieuw de troon. Labrosse wordt in Montfaucon opgehangen.

1940Universiteitsbibliotheek brandt uit, samen met 900 000 boeken© Layla Aerts

1975Schenking van het standbeeld ‘Fonske’ (Jef Claerhout) door de universiteit aan de stad

1998 Erkening Groot Begijnhof als werelderfgoed door UNESCO

1. Gevel Grote Markt Quinten Metsys – kunstschilder1ste rij – onderaan links 1ste beeld

Opgeleid als smid vervaardigt hij onder an-dere de grote galg boven de doopvont van de Sint-Pieterskerk. Als schilder wordt hij aanzien als de laatste Vlaamse Primitief die zich onder-scheidt door een minutieuze afwerking en ge-varieerde landschappen. Hij schildert ook een reeks genre taferelen en portretten van onder meer Erasmus. Hij verlaat Leuven voor Ant-werpen, waar hij in 1491 als meester in de Sint- Lucasgilde wordt opgenomen.

Adriaan Van Utrecht – theoloog en paus1ste rij – onderaan 3de beeld van links

Studeert theologie in Leuven en wordt pro-fessor en pastoor van het Groot Begijnhof. In 1507 wordt hij aangesteld tot leermeester van de latere keizer Karel, die hij in 1515 ver-gezelt naar Spanje. In 1522 wordt hij tot paus Adrianus VI verkozen. Bij testament schenkt hij zijn Leuvense woning - het huidige Pauscollege - aan de universiteit.

Dirk Bouts – kunstschilder1ste rij – onderaan 4de beeld van links

Dirk Bouts (ook gekend als Dieric of Dirc Bouts) is een geboren Haarlemmer die zich rond 1448 in Leuven vestigt. Voor de Sint-Pieterskerk schildert hij de triptiek ‘De marteldood van de heilige Erasmus’ en ‘Het Laatste Avondmaal’, zijn bekendste werk. Hij is een meester in ver-stilde emotie, maar er wordt ook een aanloop naar de latere landschapsschilderkunst in zijn werken waargenomen.

BEELdEN iN dE GEVEL VaN HET STadHuiS

Page 9: architectuur

De Zeven Leuvense geslachten2de rij – vanaf 8ste beeld links tot en met 14de beeld links

In de tweede helft van de 16de eeuw geeft de stad opdracht aan haar klerken om de Leu-vense patriciërs naar Brussels voorbeeld over 7 geslachten te verdelen. De oorsprong zou liggen bij de zoon en 7 dochters van een rid-der die begin 9de eeuw leefde. De zoon werd bisschop en de dochters werden uitgehuwelijkt aan edellieden. Zij werden de stamvaders en -moeders van de 7 geslachten.

Johanna Van Brabant – hertogin van Brabant en Limburg3de rij – 9de beeld van links

Johanna Van Brabant is de oudste dochter van Jan III van Brabant. In 1331 huwt zij met Willem IV, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, aan wie zij reeds van bij haar geboorte uitgehu-welijkt is. Willem IV sterft in 1345. In 1347 ver-looft de inmiddels 25-jarige Johanna zich met Wenceslas van Bohemen, graaf van Luxemburg. Het huwelijk wordt niet onmiddellijk voltrok-ken, want Wenceslas is op dat moment slechts tien jaar oud. Omdat haar vader bij zijn dood in 1355 geen mannelijke erfgenamen heeft, volgt zij hem in Brabant en Limburg op. Dit wordt de ‘Blijde Intrede’ genoemd. Het onverwachte overlijden van haar zoveel jongere echtgenoot in december 1383 zorgt voor een ommekeer in het leven van Johanna. Ze heeft zich tot dan toe nauwelijks met staatszaken bezig gehou-den, maar nu moet ze wel. Veruit haar grootste zorg was de regeling van de opvolging in het hertogdom.

2001Officiële erkenning van Leuven als Vlaamse kunststad

2006Aanvang bouw M - Museum Leuven © Jan Kempenaers

2009Leuven is Stad van de Smaak

2. Gevel Naamsestraat Leopold II – koning van België3de rij – 1ste beeld achterkant toren

Oudste zoon van Leopold I. Hij volgt zijn vader op in 1865. Hij houdt zich vooral bezig met nij-verheid en handel. Zijn - soms erg wreed beleid in de Congokolonie - stuit op heel wat interna-tionale verontwaardiging en zorgt ervoor dat de Belgische staat in 1907 Congo formeel van de koning overneemt. Op zijn sterfbed bekrachtigt Leopold II de wet op de algemene dienstplicht. Dit maakt een einde aan het gehate lotingsys-teem. Zijn enige zoon Leopold sterft jong en de kroon gaat naar zijn neef Albert I.

Napoléon Bonaparte – Frans veldheer3de rij – 2de beeld achterkant toren

Napoleon Bonaparte wordt geboren in een ver-armd adellijk geslacht uit Ajaccio op Corsica. Hij ontpopt zich tot een bekwaam strateeg tijdens de oorlogen die door de Franse revo-lutionairen tegen de rest van Europa gevoerd worden. De overwinningen doen zijn popula-riteit stijgen. Hij brengt het respectievelijk tot generaal en 1ste consul alvorens hij zich tot keizer laat kronen. Hij zal keizer blijven van 1804 tot 1814. In dat jaar doet hij na een fatale veldslag met Rusland, afstand van de kroon en trekt zich te-rug op het eiland Elba. In 1815 waagt hij een laatste poging om de macht te heroveren, maar hij wordt defi-nitief uitgeschakeld bij Waterloo. In 20 jaar heeft Napoléon in meer veldslagen gezegevierd dan Han-nibal, Julius Caesar en Frederik de Grote samen.

Mercator (Raoul Biront)

Page 10: architectuur

Sint-Pieterskerk © Layla Aerts

Sint-Pieterskerk

Sint-Antoniuskapel © Layla Aerts Meester Jan (Willy Peeters)

10

Page 11: architectuur

11

De religieuze pracht van kerken, kapellen en kloosters

Sint-antoniuskapelPATER DAMIAANPLEIN, 3000 LEUVEN

De Sint-Antoniuskapel uit de 14de eeuw werd in 1860 aangekocht door de overste van de Paters van de Heilige Harten (Picpussen). Die maakte er een heiligdom en bedevaartsplaats van ter ere van Sint-Jozef. Het grote succes van de bedevaarten maakte in de jaren 1960-1962 de verbouwing en vergroting van de kapel nodig. Deze gebeurden naar een ontwerp van de ar-chitecten Jos Ritzen en Walter Steenhoudt. Tot op vandaag komen duizenden bedevaarders uit heel het land hier in maart Sint-Jozef vereren.

Nog meer mensen van over heel de wereld zakken af naar de Sint-Antoniuskapel voor de crypte van Pater Damiaan die hier sinds 1936 begraven ligt. In de kerk kunnen bezoekers aan de hand van een aantal panelen met foto’s de ’levensweg van Damiaan’ volgen, van zijn missionarisroeping tot aan zijn dood in 1889. Damiaan werd in 1995 zalig verklaard en in de-cember 2005 uitgeroepen tot “Grootste Belg aller tijden”. Op 11 oktober 2009 werd hij in Rome heilig verklaard.

Sint-GeertruikerkHALFMAARTSTRAAT, 3000 LEUVEN

De Sint-Geertruikerk was midden in de 12de eeuw een eenvoudig oratorium (gebedsruimte). De kerk werd tussen de 13de en 15de eeuw gebouwd in opdracht van Hendrik I die er een kapittel van Reguliere Kanunniken van Sint-Augustinus stichtte. De laatgotische toren werd volledig uit steen opgetrokken, inclusief de spits. Er kwam dus geen enkele bevestigingsnagel aan te pas, wat haar de status van één van de zeven Leu-vense wonderen verleent. 

Sint-JakobskerkSINT-JAKOBSPLEIN, 3000 LEUVEN

Van deze oorspronkelijke Romaanse kerk uit het begin van de 13de eeuw, rest ons nog slechts de toren die tevens deel uitmaakt van de zeven Leuvense wonderen. Interessant is nog de dwarsbeuk, die tussen 1457 en 1488 werd opge-richt door de bouwmeester van het Leuvense stadhuis, Matheus de Layens.

Sint-Jan-de-doperkerk van het Groot BegijnhofGROOT BEGIJNHOF, 3000 LEUVEN

De huidige vroeggotische kerk werd in 1305 ge-sticht. Pas tussen 1421 en 1468 werd ze onder lei-ding van architect Jan Keldermans vervolledigd. De kerk is gebouwd in lokale Leuvense boeren-gotiek en valt op door haar eenvoudig basili-caal grondplan zonder transept en met vlakke koor afsluiting. De kerk vertoont nog enkele Romaanse kenmerken zoals de zware steunbe-

Sint-Kwintenskerk © Layla Aerts

ren, kleine bovenvensters en een traptorentje. Het ontbreken van torens doet denken aan de bedelorden en de vrouwenkloosters. Tijdens de recente restauratie werden talrijke fresco’s uit de 14de, 15de en 17de eeuw blootgelegd.

Sint-KwintenskerkNAAMSESTRAAT, 3000 LEUVEN

De Sint-Kwintenskerk (Brabantse hooggotische stijl - 1450) werd door Justus Lipsius (Zuid-Ne-derlandse humanist, filoloog en historiograaf uit de 16de eeuw) omschreven als de mooiste kerk in Leuven. De oorspronkelijke kapel voor de woonkern Ten Hove werd in 1252 tot parochie-kerk verheven en in de 15de eeuw omgebouwd tot een gotische kerk. De oorspronkelijke to-ren bleef behouden tot in de 19de eeuw toen de nieuwe op de basis van de oude toren gebouwd werd. In 1937 werd de kerk bij koninklijk besluit beschermd als monument.

Page 12: architectuur

12

Tijdens de restauratie (1967 tot 1970) werden nieuwe, door Michel Martens ontworpen glas-ramen geplaatst. In de kerk hangen een aantal schilderijen waarvan ‘Het Laatste Avondmaal’ van Jan Willems uit 1521 en ‘De processie naar Neerwaver’ de bekendste zijn.

Sint-Michielskerk NAAMSESTRAAT, 3000 LEUVEN

De Sint-Michielskerk wordt beschouwd als één van de voornaamste Jezuïetenkerken van Bel-gië. De sierlijke voorgevel in zuivere barokstijl uit 1650 werd ontworpen door de Leuvens pater- architect W. van Hees die de bouw van de Corolus Borromeuskerk in Antwerpen had meegemaakt. De gelijkenis van de gevel met een altaar zou zo frappant zijn dat dit een waar ‘altaar buiten de kerk’ is. Als dusdanig werd hij geklasseerd als een van de zeven Leuvense wonderen. De

plattegrond van de kerk (1650-1671) is verwant met deze van St.-Loup te Namen en zelfs met de Gesukerk in Rome. Ook deze kerk werd tij-dens WO II zwaar beschadigd en gerestaureerd tussen 1947 en 1950. Ze bevat diverse kunstwer-ken, waaronder schilderijen van E. Quellin en P.J. Verhaghen uit de 18de eeuw, een communie-bank toegeschreven aan A. van Papenhovenen en een rocaillepreekstoel van de hand van Du Roy (1765).

Sint-PieterskerkGROTE MARKT, 3000 LEUVEN

De Sint-Pieterskerk behoorde tot de oudste pa-rochie (Sint-Pieters, 986) van Leuven. De kerk brandde af in 1176 en werd vervangen door een nieuwe romaanse kerk met een crypte en twee westelijke traptorens. De huidige - veel grotere - gotische kerk werd gebouwd tussen 1425 en 1497 onder leiding van architect Sulpicius Van Vorst die ook meewerkte aan de bouw van het stadhuis. Door een te zwakke ondergrond bereikten de torens maar een hoogte van 50 meter in plaats van de voorziene 170 meter. In 1613 besloot men na enkele instortingen zelfs om de torens tot op de torenbasissen af te breken. Langs de buitenzijde valt vooral de kapel van Fiere Margriet - een Leuvense volksheilige - op die tussen twee van de zeven opvallende straalkapellen gebouwd werd. Net als het stadhuis had ook de Sint-Pieterskerk erg te lijden van bombardementen tijdens de twee wereldoorlogen. Zo brandde in 1914 het dak af en werd in 1944 de noorderkruisbeuk gebombardeerd.

Sint-Michielskerk

Page 13: architectuur

13

In het koor en hoogkoor vindt men de schat-kamer. Hier zijn talrijke beelden, schilderijen en verschillende reliekbeelden, monstransen en kelken in edelsmeedwerk tentoongesteld. In de kranskapellen bevinden zich heel wat bekende en minder bekende schilderijen en sculpturen. Parels aan de kroon zijn drie werken van de Vlaamse primitieven. Het bekendste daarvan is ‘Het laatste Avondmaal’ van Dirk Bouts. Hij

Sint-Geertruikerk © Layla Aerts

schilderde dit meesterwerk, evenals ‘De Marte-ling van de heilige Erasmus’ in opdracht van de Broederschap van het heilig Sacrament.Voorts vinden we nog twee graftombes: het grafmonument van Hendrik I van Brabant in het hoogkoor en het dubbelgraf van Machteld van Vlaanderen, zijn echtgenote, en Maria van Bra-bant, hun dochter.

Zeven Leuvense wonderenDe Leuvenaren leerden via de universiteit de Zeven Wereldwonderen kennen. Ze gingen zelf naarstig op zoek naar ‘hun’ eigen zeven wonderen. De eerste drie zijn ook nu nog te bezichtigen:

1. TOREN ZONDER NAGELS De toren van de abdij van Sint-Geertrui werd

volledig uit steen opgetrokken, met inbegrip van de spits.

2. DE KLOK BUITEN DE TOREN De klok van de Sint-Jakobskerk was volgens

de overlevering een duivelsklok en mocht daarom niet in de kerk zelf hangen. Dus bevestigde men ze aan de buitenkant van de toren.

3. HET ALTAAR BUITEN DE KERK De barokke gevel van de Sint-Michielskerk

(ontworpen door pater W. Van Hees) lijkt frappant op een altaar, inclusief hostie bovenaan.

4. DE LEVENDEN LOPEN ONDER DE DODEN De romaanse Sint-Michielskerk in de Tiense-

straat, met tal van graven van nobelen, werd opgericht op de Leuvense omwalling (boven de vergane Hoelstraat poort).

5. DE MENSEN GAAN ONDER DE WORTELS DER BOMEN

Op de Groefpoort werden een aantal olmen geplant zodat mensen die door deze poort liepen, onder de wortels van bomen wandel-den.

6. WATER DAT STROOMOPWAARTS VLOEIT Het lijk van Fiere Margrietje dreef volgens

de overlevering stroomopwaarts. Dit is te verklaren door het stelsel aan sluizen dat ervoor zorgde dat een gedeelte van het water terug Leuven inliep.

7. DE TOREN LAGER DAN DE KERK De klokkentoren van de barokke kerk van de

Theresianen was gebouwd op de sacristie en kwam nauwelijks hoger dan de nok van het dak.

Page 14: architectuur

14

Klein Begijnhof Groot Begijnhof

Page 15: architectuur

15

in De voetsporen van De begijntjes

Groot BegijnhofSCHAPENSTRAAT, 3000 LEUVEN

Het Groot Begijnhof van Leuven werd vermoe-delijk gesticht in 1205. Het is één van de groot-ste nog bestaande begijnhoven in Vlaanderen met een bebouwde oppervlakte van ongeveer 3 ha. Tijdens de hoogdagen in de 17de eeuw woonden er zo’n 360 begijnen. In 1795 werd het begijnhof afgeschaft door de Fransen. De 198 begijntjes mochten echter in hun huizen blijven wonen. De rest van de woningen werd verhuurd aan oudere vrouwen.

Het begijnhof is een aaneenschakeling van straatjes, pleintjes, tuinen en parkjes, met tien-tallen huizen en conventen in traditionele bak- en zandsteenstijl. Het Stadje in de Stad werd in 1998 door Unesco op de lijst van historisch werelderfgoed geplaatst. Het was intussen aan- gekocht door de K.U.Leuven die er tegenwoordig studenten, universiteitsmedewerkers en buiten-landse gastprofessoren huisvest. De oude infirmerie en de gemeenschappelijke woning van het Begijnhof - het Convent van Chièvres - worden ingenomen door een Leuvens congrescentrum.

Klein BegijnhofHALFMAARTSTRAAT, 3000 LEUVEN

Bij de Abdij van Sint-Geertrui verrees eveneens een begijnengemeenschap. Dat “Klein Begijn-hof” werd voor het eerst vermeld in 1272. De wijk bestaat uit een straat en twee doodlopen-de steegjes waar vrouwen woonden die dien-den in de nabijgelegen abdij. Het klein Begijn-

hof beschikte over weinig financiële middelen. Het telde in haar hoogdagen slechts 100 begij-nen. Dat aantal verminderde na de Franse revo-lutie zienderogen. De gebouwen vervielen dan ook snel. De in 1636 gebouwde kerk werd al in 1862 afgebroken en de infirmerie moest in 1954 plaats maken voor de oprukkende brouwerij Stella Artois. In 2000 werd wat van het Klein Begijnhof overbleef, grondig gerestaureerd en aan particulieren verkocht. Van het begijnhof resten vandaag een dertigtal huizen in traditio-nele Vlaamse stijl.

Groot Begijnhof

Begijnen waren vrouwen die een tijdelijke gelofte van kuisheid en gehoorzaamheid aflegden. Anders dan nonnen hadden ze geen religieuze geloften afgelegd en wa-ren ze niet gebonden aan de regel van ar-moede. Ze konden dus eigen bezittingen hebben. Zij voorzagen in hun levenson-derhoud via eigen gelden, schenkingen en inkomsten uit onderwijs, ziekenzorg en handenarbeid zoals naaien, borduren en spinnen. De rijkere begijnen bezaten een eigen woning in het begijnhof. De armere collega’s woonden samen in conventen of gemeenschapshuizen. Zieke en arme oude begijntjes werden opgevangen in de infirmerie.

Klein Begijnhof © Layla Aerts

Page 16: architectuur

16

op zoek naar kennis langs De universiteitsgebouwen

1. STadScaMPuS atrechtcollegeNAAMSESTRAAT 63, 3000 LEUVEN

In dit gebouw woonde Nicolaus Ruterius, proost van het Sint-Pieterskapittel en later bisschop van Atrecht. Hij bracht er in 1508 een college voor arme scholieren onder. Van 1921 tot 1977 was het gebouw een pedagogie voor de eerste generatie meisjesstudenten.Op de binnenplaats staat ‘de boom van het groot verdriet’. Het betreft een mooie Sophora

Japonica of honingboom (uit de 18de eeuw) waar talloze meisjes afscheid namen van hun liefje wanneer ze om 19.00 uur op hun kamer moesten zijn.Vandaag wordt het huis gedeeld door de dienst Studieadvies en de Verbieststichting, die zich toelegt op het ontwikkelen van een “nieuwe re-latie” met China en de Kerk in China.

aula Pieter de SomerDEBéRIOTSTRAAT 24, 3000 LEUVEN

Deze aula is genoemd naar Pieter De Somer, die in 1968 de eerste rector werd van de zelf-standige Nederlandstalige K.U.Leuven en wiens standbeeld van de hand van Vic Gentils voor het gebouw staat. De aula werd plechtig inge-wijd in 1989 en biedt plaats aan 850 personen. Het is het nieuwste en ruimste auditorium van de universiteit, waar niet alleen les wordt gege-ven maar waar ook de grote culturele, weten-schappelijke en feestelijke evenementen aan de K.U.Leuven plaatsvinden.

centrale universiteitsbibliotheekMONSEIGNEUR LADEUZEPLEIN 21, 3000 LEUVEN

Tijdens WO I werd de Universiteitshal door de Duitsers in brand gestoken. Tot ontzetting van

Atrechtcollege

Universiteitshal

Page 17: architectuur

17

de hele academische wereld ging de eeuwenou-de bibliotheek mee op in de vlammen. Met voor-namelijk Amerikaanse steun werd in de jaren ’20 aan het Mgr. Ladeuzeplein een nieuwe biblio-theek in Vlaamse renaissancestijl gebouwd. Aan de buitenkant en in de galerij staan de namen gebeiteld van ruim 300 Amerikaanse onder-wijsinstellingen die hebben bijgedragen tot de bouw ervan. De beiaard in de toren - met zijn 63 klokken een van de grootste van het land - is een geschenk van 16 Amerikaanse ingenieurs-verenigingen. De bibliotheek bevat meer dan een miljoen boekdelen.

college de ValkTIENSESTRAAT 41, 3000 LEUVEN

Van bij de stichting van de universiteit beschik-te de Artesfaculteit over 4 pedagogieën of col-leges. Het College De Valk (1434) is daarvan het enige overblijvende. Het werd hierheen overge-bracht in 1543. In 1783 werden de classicistische gebouwen opgetrokken. Na de Franse Revolutie fungeerde het gebouw als opvangcentrum van respectievelijk invaliden, Franse, Nederlandse en Belgische soldaten. Toen het gebouw al terug in handen van de universiteit was, logeerden er Hongaarse vluchtelingen. Momenteel is de fa-culteit Rechtsgeleerdheid van de K.U.Leuven er in ondergebracht. In 1966 werd naast het oude college een nieuw complex bijgebouwd.

Erasmushuis van de faculteit Letteren en WijsbegeerteBLIJDE INKOMSTSTRAAT 21, 3000 LEUVEN

Het nieuwe, door architect Dessauvage ontwor-pen (1974) universiteitsgebouw voor de facul-teit Letteren & Wijsbegeerte, kreeg zijn naam Erasmushuis pas naar aanleiding van de 450ste

verjaardag van de grote geleerde. Bij studenten stond het modernistische gebouw al snel be-kend als het Kremlin omwille van zijn sobere uit-zicht, zijn strakke verticale en horizontale lijnen, het zichtbare beton en de sombere uitstraling die sterk refereerde aan de kille woonblokken achter het IJzeren Gordijn.

Heilige GeestcollegeNAAMSESTRAAT 40, 3000 LEUVEN

Het Heilige Geestcollege was een schenking van Lodewijk de Rycke uit 1442. Het gebouw was bedoeld als huis voor studenten van de faculteit Godgeleerdheid, de oudste collegestichting aan de universiteit. In de 18de eeuw werd het grondig herbouwd en tijdens WO II gedeeltelijk gebom-bardeerd door de geallieerden.

Het heropgebouwde Heilige Geestcollege dient tegenwoordig als studentenverblijf. Tevens be-vindt zich er het Spoelberchmuseum dat een selectie herbergt van de voorvaderlijke portret-tengalerij, pronkmeubels, familiezilver en een verzameling Europees en Oosters porselein van burggraaf Charles-Victor de Spoelberch (1836-1907).

HogenheuvelcollegeNAAMSESTRAAT 75, 3000 LEUVEN

Het Romeinse getal LX in de fraaie gotische bak-steengevel van dit huis verwijst naar de familie-naam van de bouwheer: Golin van ’t Sestich. De Davidsster in de bovengevel en een Hebreeuws opschrift in een andere gevel doen vermoeden dat de uit Duitsland ingeweken bewoners van Joodse afkomst waren.Het was Jan van Weercassel die het gebouw in 1683 kocht en er Utrechtse priesterstudenten

Pauscollege Centrale Universiteitsbibliotheek College De Valk

Page 18: architectuur

18

van het Höher Hugel (Hoge Heuvel) college in Keulen huisvestte. Vermits het college zich ook op het hoogste punt van Leuven bevindt, behield hij de Duitse benaming. Momenteel bevindt zich hier de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen.

Hoger instituut voor WijsbegeerteKARDINAAL MERCIERPLEIN 2, 3000 LEUVEN

Het instituut werd in 1889 opgericht door Désiré Mercier op aandringen van Paus Leo XIII. Dankzij het succes van de opleiding mocht de bekende hoogleraar-architect Joris Helleputte in 1892 het huidige, neogotische gebouwencomplex ontwer-pen. De bouw zelf gebeurde in nauw overleg met de inspirerende priester-hoogleraar Armand Thiéry, die met zijn familievermogen zowel de bouw van het Instituut als van het Seminarie royaal financierde.Momenteel herbergt het gebouw eveneens het beroemde Husserl-archief dat de uitgave van het filosofisch werk van Edmund Husserl behar-tigt.

KoningscollegeNAAMSESTRAAT 59, 3000 LEUVEN

Het Koningscollege werd in 1579 gesticht door Filips II van Spanje. In 1595 verhuisde het naar het voormalige refugiéhuis van de abdij van Affligem. Van 1776 tot 1779 werd het huidige college opgetrokken in classicistische stijl. In 1815 werd het door het Pruisisch leger gebruikt als beenhouwerij en van 1860 tot 1862 werd het college verhuurd aan de zusterkens der armen, die er bejaarden huisvestten. Momenteel is het zoölogisch instituut erin ondergebracht.

Maria-TheresiacollegeSINT-MICHIELSSTRAAT 2, 3000 LEUVEN

In dit voormalig jezuïetencollege bracht Maria-Theresia in 1778 het Seminarie voor Godge-leerdheid onder. De Faculteit Godgeleerdheid is hier nog steeds gevestigd. In 1826-1827 liet koning Willem I op de binnenplaats de grote en de kleine Aula optrekken. Ze doen nu dienst als auditoria en zalen voor congressen, colleges en concerten. De Grote Aula is opgevat als een halfronde tempel en afgedekt met een cassette-zoldering. De rotonde herinnert sterk aan het pantheon in Rome.

Hogenheuvelcollege

Page 19: architectuur

19

Aula Pieter De Somer

PauscollegeHOGESCHOOLPLEIN 3, 3000 LEUVEN

Het was paus Adrianus VI - toen nog Adriaen Floriszoon Boeyens, oud-professor aan de uni-versiteit - die in 1523 dit college voor behoeftige theologiestudenten in zijn eigen woning on-derbracht. Nadat op 11 augustus 1775 een deel van het gebouw instortte, ontwierp hofarchi-tect Louis Montoyer het nieuwe classicistische hoofdgebouw. Van 1830 tot 1835 diende het college als maga-zijn en kazerne. Nadien werd het een pedagogie voor de studenten Wijsbegeerte en Letteren. Momenteel zijn er nog steeds studentenkamers voor jongens in ondergebracht.

PremonstreitcollegeNAAMSESTRAAT 61, 3000 LEUVEN

Het Premonstreitcollege werd in 1571 in gebruik genomen voor de Witheren of Premonstrenzers/Norbertijnen die aan de hogeschool studeer-den. Het was ondergebracht in het voormalige refugiéhuis van Grimbergen en werd geopend door de prelaten van de abdijen van Averbode, Park, Grimbergen en Ninove. In 1755 werd het herbouwd in Lodewijk XV-stijl met een impone-

rende gevel in witte steen en bekroond met een nis in rococo. Een monumentale poort sluit de voortuin af, waarin een trap naar de toegang ter hoogte van de eerste verdieping leidde. Na 1802 werd er een krijgshospitaal ingericht. Vanaf 1818 tot nu werd het Instituut voor Natuurkunde er ondergebracht.

universiteitshalNAAMSESTRAAT 22, 3000 LEUVEN

In 1432 werd de pas gestichte universiteit on-dergebracht in een vleugel van de stedelijke Lakenhal, een prestigieus gotisch gebouw dat oorspronkelijk één verdieping telde. In 1679 ver-wierf de universiteit de volledige erfpacht over het gebouw en bouwde meteen de barokke bo-venverdieping. In 1723 werd de classicistische Regavleugel aan de kant van de Oude Markt aangebouwd. De hal bleef leslokaal én biblio-theek tot WO I. De grote verzameling boeken was ondergebracht in een prachtige zaal vol met eikenhouten beeldhouwwerk. Toen de Duitsers tijdens WO I de bibliotheek in brand staken en een groot deel van het interieur meenamen, be-tekende dat het einde van de imposante, wereld-vermaarde bibliotheek. Momenteel is de hoofd-zetel van de universiteit er in ondergebracht.

Page 20: architectuur

20

Van dalecollegeNAAMSESTRAAT 80, 3000 LEUVEN

Het Van Dalecollege is het enige dat in zijn oor-spronkelijke staat bewaard bleef. Het is tevens het oudste authentieke renaissancegebouw in de stad. De uit Antwerpen afkomstige kanunnik Pieter van Dale, oud-student van de universi-teit, stichtte het college in 1569. Het richtte zich op arme studenten uit Antwerpen en Aalst die theologie, filosofie of canoniek recht studeer-den. Sinds 1986 wonen er opnieuw studenten en momenteel is de dienst studentenvoorzie-ningen van de K.U.Leuven er gehuisvest.Van op de binnenkoer heb je een fraai zicht op de huiskapel, waar Pieter Van Dale oorspronke-lijk begraven werd.

2. caMPuS GaSTHuiSBErGHERESTRAAT 49, 3000 LEUVEN

Vlak buiten de ring van Leuven begon de K.U.Leuven in 1975 met de bouw van het 13.000 m² grote Gasthuisbergcomplex. Het gebouw is hoofdzakelijk opgetrokken uit geprefabriceerde betonnen elementen. De lage niveaus met ont-moetingsplaatsen zijn trapsgewijs georgani-seerd volgens de helling van het maaiveld. De auditoria zijn als losstaande dozen in dit hel-lende landschap ingeplant. Boven deze glazen sokkel zijn drie niveaus ingericht in een mas-sieve bakstenen volume, met twee beglaasde patio’s gericht naar het Noorden.De UZ Leuven Campus Gasthuisberg groeide uit tot een Europees centrum voor medische spitstechnologie en is momenteel na Rome het grootste ziekenhuis van Europa. Met zijn 1.894 bedden en 8.248 personeelsleden is Gasthuis-berg een instelling die functioneert als een klei-ne stad.

3. caMPuS HEVErLEEKASTEELPARK ARENBERG, 3001 LEUVEN

Na WO II bouwde de universiteit een groot aan-tal instituten in het uitgestrekte Arenbergpark, rondom het gelijknamige kasteel. Het betrof vooral gebouwen voor de positieve weten-schappen, sportterreinen en de sporthal voor de Faculteit Bewegings- en Revalidatieweten-schappen. In het prachtige Arenbergkasteel zelf, krijgen de ingenieur-architecten hun opleiding.De Faculteit Bewegings- en Revalidatieweten-schappen werd in 1937 opgericht door de jonge docent P. P. De Nayer. Hij moest op vraag van rector Mgr. Ladeuze, colleges sportgeneeskun-de uitbouwen, de studentensport doen herop-leven en zorgen voor de bouw van een sport-instituut. Het succes van de opleiding en van de indoor-sporten, zorgde ervoor dat in 1969 een com-pleet nieuw, groot sportcomplex werd geopend en een nieuw tijdperk in de geschiedenis van de Leuvense universitaire sport geopend werd. Uit dankbaarheid voor zijn bezieler werd het com-plex genoemd naar professor De Nayer.

campusbibliotheek arenbergWILLEM DE CROyLAAN 6, 3001 LEUVEN

De Campusbibliotheek Arenberg (CBA) is gehuis- vest in het voormalige Celestijnenklooster dat gebouwd werd door Rombout Keldermans. Voor het ontwerp van de nieuwe bibliotheek tekende Rafael Moneo. Het is het een van de grootste en modernste bibliotheken voor we-tenschappen en ingenieurstechnieken van het Europese vasteland. CBA herbergt een miljoen boeken en naslagwerken onder één dak. Stu-denten, academici, alumni en andere bezoekers kunnen er werken in een hoogtechnologische omgeving vol multimediaoplossingen.

Auditorium

Page 21: architectuur

21

bronnen van kennis

Bibliotheek TweebronnenRIJSCHOOLSTRAAT 4 BUS 101, 3000 LEUVEN

Bibliotheek Tweebronnen is één van de zes grootste bibliotheken van Vlaanderen. Ze is gevestigd in de voormalige Technische School, het laatste gebouw dat de bekende architect Henry van de Velde realiseerde in België. Het tussen 1936 en 1942 gebouwde pand is in 1990 beschermd als historisch waardevol geheel en blijft een van de weinige Leuvense voorbeelden van modern eigentijds bouwen tussen 1935 en 1975. Toen de stad ervoor koos om zowel de stedelijke bibliotheek als het stadsarchief in dit gebouw onder te brengen, bleek de betonnen structuur

Bibliotheek Tweebronnen

van de school niet berekend op de zware be-lasting van boeken en documenten. Zowel om technische als om budgettaire redenen, werd er toen voor geopteerd om het gebouw groten-deels af te breken en opnieuw - in dezelfde stijl als van de Veldes oorspronkelijke gebouw - op te trekken.

campusbibliotheek arenbergWILLEM DE CROyLAAN 6, 3001 LEUVEN

Zie pagina 20.

centrale universiteitsbibliotheekMONSEIGNEUR LADEUZEPLEIN 21, 3000 LEUVEN

Zie pagina 16.

Page 22: architectuur

22

ingetogen reflectie in De abDijen

abdij KeizersbergMECHELSESTRAAT 202, 3000 LEUVEN

Deze abdij van de orde der Benedictijnen stamt uit de 19de eeuw. Ze werd gebouwd door de monniken van de abdij van Maredsous op de plaats van de oude hertogelijke burcht. Ze was bedoeld als studiehuis. De gebouwen en het omliggende terrein worden omgeven door een lange muur. Het geheel doet denken aan een oud versterkt kasteel. In 1969 wordt de west-vleugel van de abdij omgebouwd tot een resi-dentie voor universiteitsstudenten. De abdij gaf de tuin in erfpacht aan de stad, waardoor deze verder ontwikkeld kan worden als toeristische trekpleister en groene long. Een verbinding tussen de Vaartkom en de abdij wordt momenteel onderzocht.

abdij van ParkABDIJ VAN PARK 7, 3001 LEUVEN

De norbertijnenabdij van Park is een bijzondere oase van ingetogenheid, rust en stilte. De open ruimte met landerijen, dreven, vijvers en wei-den, nodigt uit voor een wandeling. De Abdij van Park is echter meer dan een groene long in de verstedelijkte stadsrand van Leuven. Het klooster en domein vormen een bijzonder waar-devolle, harmonieuze erfgoedsite met een lan-ge en boeiende geschiedenis en een erg grote authenticiteitswaarde.

Het domein was oorspronkelijk een jacht-park van Godfried I met de Baard, hertog van Brabant en dankt daaraan haar naam. In 1129 schonk deze hertog zijn wildpark namelijk aan

de norbertijnen van de Noord-Franse abdij van Laon, met het uitdrukkelijke verzoek om er een abdij op te richten. Sindsdien hebben norber-tijnen de Parksite vormgegeven en vrijwel on-onderbroken bewoond. Doorheen de eeuwen groeide Park uit tot één van de toonaangeven-de abdijen in de Zuidelijke Nederlanden. Haar abten genoten een hoog aanzien en haar net-werk van parochies en landerijen strekte zich uit over belangrijke delen van het grondgebied van het oude Brabant.

Vandaag telt het abdijdomein nog circa 42 ha en is het een bijzonder historisch restgebied. Het bezit nog alle onderdelen van de Ancien-Regime-abdij. De gaafheid van het historische geheel - sinds het einde van de 18de eeuw werd er weinig of niets meer bijgebouwd noch afge-broken - maakt de Abdij van Park tot één van de best bewaarde abdijcomplexen in België en Nederland. Bovendien bleven het kloosterinterieur en de aankleding van de gebouwen quasi intact. Voor-al de stucwerkplafonds uit de 17de eeuw in de refter en in de bibliotheek spreken tot de ver-beelding. Maar er is ook het oude en omvang-rijke archief, een waardevolle boeken- en pren-tencollectie en een uitgebreide kunstcollectie.

Dankzij de uitvoering van het Leuvense master-plan is Abdij van Park een historisch waardevolle site en een eiland van rust in de drukke stad. Ze maakt vooral ook een belangrijke ecologische en fietsverbinding tussen de binnenstad en de deelgemeente Heverlee. Ondertussen werden reeds tal van renovatieprojecten opgestart, waardoor het spreekhuis, de Sint-Norbertus-poort, de tuinpaviljoenen en het Wagenhuis in hun vroegere glorie hersteld werden. De restau-ratie van andere delen van de abdij wordt op haalbaarheid onderzocht.

Abdij van Park

Page 23: architectuur

abdij van VlierbeekABDIJLAAN, 3010 LEUVEN

In 1125 schonk Godfried I met de Baard, hertog van Brabant, een stuk grond aan de benedictij-nen van Affligem. Die stichtten er een priorij die al gauw uitgroeide tot een abdij. In 1572 werd het klooster tijdens de godsdienstoorlogen ver-woest. De monniken trokken zich noodgedwon-gen terug in hun vluchthuis binnen de muren van Leuven. Pas in 1642 keerden ze terug naar de ab-dij en herbouwden geleidelijk aan de geteisterde delen. In 1796 werden de monniken opnieuw - deze keer door de Fransen - uit hun klooster ver-dreven. Toen Vlierbeek in 1829 een onafhankelijke parochie werd, betrokken privépersonen de aan-gepaste abdijgebouwen die eigendom waren van de kerkfabriek. Het voormalige gastenkwartier werd omgevormd tot drie woningen en is in 2006 gerestaureerd. De kerk van de abdij - een mo-numentaal, bijzonder homogeen, zandstenen gebouw in classicistische stijl - werd in 2001 bin-nen en buiten gerestaureerd en doet nu dienst als parochiekerk van Vlierbeek.

Abdij Keizersberg Abdij van Vlierbeek

Sint-GeertruiabdijHALFMAARTSTRAAT, 3000 LEUVEN

Deze abdij is het hart van het Klein Begijnhof. De gebouwen, opgetrokken tussen de 14de en de 17de eeuw, werden intussen gerestaureerd en heringericht als wooncomplex. Professor kanunnik A. Thiéry kon de abdij in 1912 aanko-pen en vernieuwen. Hij liet ook de Thiéryvleugel oprichten met gevelfragmenten van Leuvense burgerhuizen die tijdens WO I verwoest waren. De abdij zelf werd zwaar beschadigd in 1944, waarbij onder meer de twee nog gotische vleu-gels van het kloosterpand vernield werden. Interessant is de ommuurde groene oase met oude waardevolle bomen.

Historische wandeling met audiogids op het abdijdomeinIn een 30-tal opnames krijgt de bezoeker via een hoofdtelefoon boeiende informatie over het ontstaan, de geschiedenis en het gebruik van de site. Getuigenissen van een voormalig abdijportier, een gastenpater en een tuinman zorgen voor kleur en afwisseling.

Tip Abdij van Park

23

Page 24: architectuur

24

De stationsomgeving is een van de toegangs-poorten tot de stad. Aan beide zijden van de “spoorwegrivier” en rond het centrale Marte-larenplein staan voorbeelden van interessante, hedendaagse architectuur. De buurt is dankzij de transformatie helemaal tot leven gekomen. Ze vormt nu een wezenlijk onderdeel van zo-wel de stad als van de stationsomgeving.

ProvinciehuisWie er tijd voor neemt raakt gefascineerd door de doorzichten, de mooie materialen en de intrigerende opbouw van het gebouw. De hele beneden verdie ping is publiek toegan-kelijk. Mooi geïntegreerd in het gebouw vind je zes hedendaagse kunstwerken. Het meest opvallende is wellicht het gele balkonnetje op de toren van Aglaia Konrad.

de kantorenstrip met het stadskantoorAlle gebouwen van de kantorenstrip zijn met elkaar verbonden door een grote, natuurste-nen wandelboulevard: een soort megalomaan

voetgangersbalkon waar op verschillende plekken zitbanken ingewerkt zijn die daglicht geven aan de ondergelegen fietsenparking.

De hoge, transparante glazen sokkel met daarin heel wat publieke functies, geeft uitzicht op het achterliggende spoorgebied. Het geheel geeft een levendig straatbeeld. De glazen plint projecteert de gebouwen van de Tiensevest en creëert ‘s nachts één langgerekte lichtschijn. Boven op de glazen plint staan vijf afzonderlijke gebouwen in U-vorm en afgewerkt met matte natuurstenen panelen die de nodige structuur geven. De verschillende kleuren zorgen voor een uitgebreid kleurenpalet tussen het grijze provinciehuis en het witte stationsgebouw.

In de enorme ondergrondse fietsenparking krijg je meteen een idee van hoeveel fietsen er in Leuven rondrijden.

Langsheen de boulevard staan er ook twee kunstwerken: 'De ontvoering van Europa’ van Rik Poot én het abstracte kunstwerk ‘De hand van Prometheus’ van Wouter Mulier.

Martelarenplein Station © Philippe Samyn And Partners Architects and Engineers

dE STaTiONSBuurT: EEN EN aL LEVEN

Page 25: architectuur

25

KBc bankkantoorOmdat de gevelpartij aan het Martelarenplein maar zes meter bedroeg, ontwierp KBC (een Belgische bankverzekeringsholding) haar nieu-we kantoor met een opvallende, smalle gevel. Aansluitend bouwde men een lange overkra-ging die tien meter boven de grond zweeft en de kop van de Tiense Vest vormt.

Aan de zuidkant van het gebouw zit een pu-blieke lift die het niveauverschil tussen het Martelarenplein en de wandelboulevard over-brugt. Deze lift is er vooral ten behoeve van rolstoelgebruikers, ouders met kinderwagens en andere minder mobiele passanten.

Het MartelarenpleinHet Martelarenplein is het hart van de omge-ving. Door de heraanleg van het plein (begin 21ste eeuw) veranderde het in dé ontvangka-mer van heel Leuven. Het verkeer dat vroeger van dit plein een soort stadsjungle maakte, is grotendeels ondergronds afgeleid. De bus-sen hebben een afgescheiden station aan de noordkant van het plein en voetgangers en fietsers hebben zeeën van ruimte. Architecturaal is het Martelarenplein één van de interessantste pleinen van de stad met een heel aparte ambiance geworden. De nieuwe parking onder het Martelarenplein werd door het spelen met lichteffecten een fascinerende ruimte. Sommigen spreken zelfs van een ondergrondse kathedraal.

Vervoersmaatschappij de LijnDit kantoorgebouw-annex-regionaal bus-station is door architecten Manuel de Solà, Morales Rubio en architectenbureau A33, zodanig geconcipieerd dat de kantoorruim-tes boven de perrons zweven. Tegelijk is het hele complex verweven met de ondergrondse parking, de voetgangerstunnel en het trein-station. Door de opvallende materialenkeuze is het rode gebouw een duidelijk ankerpunt in de buurt.

Glas, staal & licht in het stationsgebouwArchitectenbureau Samyn & Partners ont-wierp de nieuwe overkapping van het station die uit niet minder dan 16 langwerpige boog-daken bestaat. Deze boogdaken overspan-nen de perrons en de sporen. Het geheel is opgebouwd uit glas en staal, afgewisseld met lichtstraten.

Het Vlaams administratief centrumHet Vlaams Administratief Centrum vormt het hoekpunt van de omgeving. Het gebouw in grijze natuursteen bestaat uit een langge-rekte sokkel en een toren van 16 verdiepin-gen. Van de vier verdiepingen van de sokkel verdwijnt er eentje in de grond.

Martelarenplein © Layla Aerts KBC-kantoor Martelarenplein

Page 26: architectuur

26

uniek en iMpressionantanatomisch amfitheater van regaMINDERBROEDERSSTRAAT 50, 3000 LEUVEN

In 1744 richtte rector Rega een anatomisch theater op als auditorium voor de lessen anatomie. De achthoekige structuur met grote vensters zorgde voor voldoende lichtinval. Daardoor konden de studenten de lijkendissecties goed volgen.Deze lichtinval maakte het gebouw ook uiterst geschikt als atelier. In 1887 bood de stad Leuven het theater aan als atelier aan Constantin Meunier.

collegium Trilingue (de dry Tonghen)BUSLEIDENGANG (VISMARKT), 3000 LEUVEN

Het Collegium Trilingue werd in 1518 geopend en is een van de weinige overgebleven renais-sancegebouwen in Leuven. Het collegium werd opgericht door kanunnik Hiëronymus van Bus-leyden. Hij gaf er Hebreeuwse, Latijnse en Griek-se colleges. De prachtige inkomhal met zijn 16de-eeuwse stenen wenteltrap (wentelsteen) is nog steeds te bewonderen.

Hoofdkantoor aB inbevHet hoofdkantoor van de grootste bierbrouwer ter wereld - AB Inbev - vormt het beginpunt van de Vaartkom, een voormalig industriegebied. Het gebouw zelf - met de opvallend verticaal ge-oriënteerde ramen - is de katalysator van de hele achterliggende enclave en versterkt het bierka-rakter van deze stadspoort. De gelijmde bak-stenen en de betonnen colonnades die het zeer flexibele gebouw omsluiten, zijn duidelijke ver-wijzingen naar de eigenheid van de Vaartkom.

Hortus Botanicus Lovaniensis (Kruidtuin)KAPUCIJNENVOER 30, 3000 LEUVEN

De liefhebber van planten en kruiden kan zijn hart ophalen in deze oudste kruidtuin van

België. Je vindt er om en bij de 800 planten uit diverse plantenfamilies van over heel de wereld. De kruidtuin werd in 1783 door de Leuvense universiteit aangelegd voor haar studenten ge-neeskunde. In 1835 werd de tuin overgedragen aan de stad Leuven die in 1982 de oranjerie in haar oor-spronkelijke staat renoveerde en een tropische serre plaatste. Interessant zijn het neoclassicis-tische poortgebouw, de oranjerie en het pitto-reske grondplan van de tuin.

M - Museum LeuvenM - Museum Leuven is het vervolg op het Stede-lijk Museum Vander Kelen-Mertens. Het nieuwe museumgebouw is van de hand van Belgisch toparchitect Stéphane Beel. In zijn ontwerp integreert hij twee oude en twee nieuwe panden in een evenwichtig en strak complex. Hij streeft naar complementariteit tus-sen bestaande en nieuwe architectuur waarin oude en hedendaagse kunst met elkaar in dia-loog kunnen treden.

Tafelrond GROTE MARKT, 3000 LEUVEN

Het originele gotische Tafelrond was een gilde-huis, een gebouw waar zowel meesters, knech-ten als leerlingen van eenzelfde beroep samen kwamen. Het werd in 1487 in opdracht van het Leuvense stadsbestuur gebouwd. In 1817 werd het zwaar verwaarloosde gebouw gesloopt en vervangen door een neoclassicistische con-certzaal. Die brandde echter in 1914 af. Na de oorlog besloot de Nationale Bank om het ge-bouw op eigen kosten en volgens de originele plannen terug op te bouwen. In 2002 verliet de Nationale Bank het gebouw waarna het in juli 2005 openbaar verkocht werd aan Leuvenaar Jan Callewaert, stichter van het technologisch bedrijf Option.

AB Inbev Kruidtuin Tafelrond

Page 27: architectuur

27

hier rusten in vreDe …

Brits militair kerkhof ‘de Jacht’ ’40-’45BIERBEEKPLEINDREEF, 3001 LEUVEN

Dit kerkhof herinnert aan WO II. Het is te be-reiken via de Hertogstraat, op de hoek van de Bierbeekpleindreef en de Kerspelstraat.

Kerkhof abdij van ParkABDIJ VAN PARK 7, 3001 LEUVEN

Het kerkhof ligt rond het kerkgebouw en be-houdt tot op heden zijn functie als begraaf-plaats. Heel wat Leuvense en andere prominen-ten vonden er een laatste rustplaats. Figuren als Paulin Ladeuze (rector aan de K.U.Leuven van 1909 tot 1940), Joris Helleputte (architect en hoogleraar aan de K.U.Leuven), rector Piet De Somer (eerste rector van de gesplitste Vlaamse K.U.Leuven) en Gaston Eyskens (een van de be-langrijkste naoorlogse premiers van België) refe-reren aan belangrijke episoden uit de politiek, de cultuur en de geschiedenis van de K.U.Leuven. In enkele grote concessies rusten generaties van Leuvense kloosterlingen.

Kerkhof abdij van VlierbeekABDIJLAAN, 3010 LEUVEN

Op dit kerkhof bevinden zich grafmonumen-ten van bekende personen zoals Edouard Remy (Leuvens industrieel en mecenas), Paul Alberdingk Thijm (historicus, stichter en eer-ste voorzitter van het Davidsfonds), Emiel Vliebergh (Vlaams jurist en econoom en voor-zitter Davidsfonds) en Mgr. Sencie (stichter Vereniging Vlaamse Leergangen in Leuven).

Kerkhof diestsesteenwegDIESTSESTEENWEG, 3010 LEUVEN

Dit is de huidige begraafplaats van inwoners van Leuven en zijn deelgemeenten.

StadskerkhofKERKHOFDREEF 7, 3001 LEUVEN

In 1794 werd de locatie van een begraafplaats tussen Parkpoort en Tiensepoort vastgelegd. Op deze centrale begraafplaats van Leuven bevinden zich naast de grafzerken van de Leu-vense burgemeesters ook graven van politieke gevangenen van WO II en van de Vuurkruisers van WO I. Op dit kerkhof zijn er ook anatomie-velden, begraafplaatsen voor overledenen die hun lichaam afstonden aan de wetenschap.

Abdij van Park Abdij van Vlierbeek

Page 28: architectuur

28

verfijnDe granDeur in De kastelen

arenbergkasteelKARDINAAL MERCIERLAAN 94, 3001 HEVERLEE

Het Arenbergkasteel werd oorspronkelijk ge-bouwd door de heren van Heverlee. Het is een voorbeeld van traditionele bak- en zandsteen-architectuur. Het kasteel was gedurende twee eeuwen in handen van de familie van Croy. Die verbouwde het in zowel renaissance als neogo-tische stijl. In de 17de eeuw ging het via Anna van Croy naar de Hertog van Arenberg wiens nazaat Lodewijk Englebert van Arenberg - bijgenaamd ‘de blinde hertog’ - een groot beschermer van kunst en wetenschappen was. Diens erfgena-men behielden de liefde voor de wetenschap, en in 1916 schonk Hertog Engelbert Maria van Arenberg het kasteel met het 29 ha grote park aan de K.U.Leuven.Tegenwoordig wordt het kasteel gebruikt door de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de K.U.Leuven en is het de spil van een groene campus voor de groep Wetenschap & Technolo-gie.

Arenbergkasteel

Page 29: architectuur

29

beelDenrijke staD

abrahamSINT-DONATUSPARK, 3000 LEUVEN

Abraham is het symbool van de wijsheid én van mannen die 50 jaar worden. In 1975 werd in op-dracht van de Mannen van het Jaar het Abra-hambeeldje van de hand van de kunstenaar Freddy Janssens in de Broekstraat geplaatst en later, omwille van de zichtbaarheid en na een ludieke actie, verhuisd naar de ingang van het stadspark.

albert GiraudSINT-DONATUSPARK, 3000 LEUVEN

Albert Giraud was een dichter. Hij werd ge-boren in Leuven als Emile Albert Kayenbergh. Hij studeerde aan de universiteit van Leuven, maar ging er weg zonder diploma. Hij besloot zich te concentreren op journalistiek en poëzie. Zijn standbeeld werd ontworpen door Victor Rousseau en ingehuldigd in 1935.

Koninklijk Verbond der jaartallen/ 'de Mannen van het Jaar'

De Kotmadam (Fred Bellefroid)

Raadskelders

'De Mannen van het Jaar' is een typisch Leuvens fenomeen. De mannenvereniging heeft enkel het geboortejaar als gemeen-schappelijk bindmiddel en is opgebouwd uit vriendschap en naastenliefde. 'De Mannen van het Jaar' staan los van enige politieke, sociale, filosofische of geloofs-overtuiging. Gedurende 10 volle jaren - de Actieve Jaren - bereiden ‘De Mannen’ hun 50ste verjaardag voor. Zij zijn permanent en prominent aanwezig in het Leuvense ve-renigingsleven, om uiteindelijk de leeftijd van Abraham (50 jaar) te bereiken. Bij die gelegenheid wordt er aan het standbeeld van Abraham in het Stadspark een Abra-hamviering georganiseerd.

Page 30: architectuur

30

andré dumontHOGESCHOOLPLEIN, 3000 LEUVEN

Hoogleraar André Dumont was de ontdekker van het steenkoolbekken van Belgisch Limburg. In Leuven richtte hij de Vereniging voor Mijn-bouw-ingenieurs op. Die bestond uit afgestu-deerden van de K.U.Leuven en had een dubbel doel: afgestudeerden plaatsen op een werkvloer en hen op de hoogte brengen van de recentste industriële ontwikkelingen. Het standbeeld van Dumont was een initiatief van diezelfde Vereni-ging voor Mijnbouwingenieurs. Het werk van beeldhouwer Paul Van de Kerckhove werd in-gehuldigd in 1922.

Ballon van de VriendschapHERBERT HOOVERPLEIN, 3000 LEUVEN

Dit kunstwerk staat symbool voor de vriend-schappen in Leuven en werd in 1987 gemaakt door kunstenaar Danny Tulkens in opdracht van het Verbond der Jaartallen. Het beeld stelt een luchtballon voor met vier ‘vrienden’ erin. Door stabiliteitsproblemen kwam de inhuldiging in 1988 in het gedrang. Eén van de ‘vrienden’ in de Ballon werd gestolen en is tot vandaag niet teruggevonden.

de KanaalgraversVAARTKOM, 3000 LEUVEN

Bij de 250ste verjaardag van de eerste spade-steek in het kanaal Leuven-Dijle (2000) werd door de werkgroep een blijvend aandenken geplaatst aan de Vaartkom. Het bronzen beeld werd gegoten door Willy Peeters.

de KoeieschieterBRUSSELSESTRAAT, 3000 LEUVEN

De spotnaam Koeieschieters kregen de Leu-venaars tijdens het Franse beleg in 1691 toen ze in een donkere nacht het vuur openden op “vijandelijke gestalten”. De vermeende troep fransozen bleek bij daglicht een kudde koeien te zijn. Het door Peter Vanbekbergen ontworpen beeld werd in 1991 ingehuldigd.

de KotmadamOUDE MARKT, 3000 LEUVEN

De kotmadam, een hospita die studentenkamers verhuurt, was tot eind vorige eeuw een vivant personage in het studentenleven. Het beeld van zo’n typische Leuvense kotmadam, van de hand van Fred Bellefroid, werd ingehuldigd in 1985 in het bijzijn van Maria Swerts, de toenmalige oud-ste Leuvense kotmadam. Het feit dat het beeld een jeugdige, aantrekkelijke dame voorstelt, zorgde indertijd voor gemengde gevoelens omdat het niet beantwoordde aan de perceptie van de typische kotmadam. Door de jaren werd het beeld een blikvanger en heel wat foto’s wer-den naast haar of op haar schoot genomen.

de WitteBLIJDE INKOMSTSTRAAT 21, 3000 LEUVEN

De Witte is de hoofdfiguur uit de gelijknamige roman van de Belgische schrijver Ernest Claes. Hij is een humoristische belhamel die tal van streken uithaalt en zijn ouders tot wanhoop drijft. Het Leuvens beeld van De Witte, gezien door de ogen van beeldhouwer René Rosseel, vinden we in de tuin rond de nieuwbouw van de Faculteit Letteren. Het beeld werd in 1986 ingehuldigd.

Fons Sapientiae (Jef Claerhout) De Kanaalgravers (Willy Peeters)

Page 31: architectuur

31

dijle-eendREDINGENHOF, 3000 LEUVEN

De drinkfontein Dijle-eend werd door de buurt-werking van de Redingenstraat ontworpen en besteld bij René Rosseel om hun buurt te ver-fraaien. De eend zou een geluksbrenger zijn. Je moet drie keer over zijn rug wrijven en met de pink de staart vast nemen. Daarna dien je rond de fontein te stappen tot aan de zwarte knop in de grond en deze indrukken. Vervolgens drink je uit de fontein en doe je een - onuitgesproken - wens.

dorre de BakkerDIESTSESTRAAT, 3000 LEUVEN

Dorre De Bakker stelt een jonge, dynamische vooroorlogse bakker voor die het brooddeeg gaat ophalen bij zijn cliënteel om het in de oven te plaatsen. Het beeld toont aan dat de bak-kersstiel een mooi beroep is met een lange tra-ditie. Het werd op vraag van het Verbond van Brood- en Banketbakkers en de Bakkersvrien-den gemaakt door Roland Rens en ingehuldigd in 1979.

Edouard remyHERBERT HOOVERPLEIN, 3000 LEUVEN

Remy was een typisch voorbeeld van een 19de- eeuwse paternalistische en sociaal voelende on-dernemer. Hij gaf werk aan honderden mensen in zijn rijst- en stijfselfabriek in Wijgmaal, een deelgemeente van Leuven. Eind 19de eeuw werd beslist deze opmerkelijke figuur te eren met een standbeeld. Het vernieuwend concept werd uitgetekend door art nouveau-architect Victor Horta en uitgevoerd door Pieter Braecke.

ErasmusMECHELSESTRAAT, 3000 LEUVEN

Het standbeeld van de auteur van Lof der Zotheid werd aan de stad geschonken door de Lions Club bij hun vijfjarig jubileum. Het stelt een Erasmus voor die met een luisterend oor en een ironisch glimlachje om de mond neer-kijkt op de modale sterveling. Het beeldje is 1,25 meter hoog en werd ontworpen door René Rosseel. Het werd ingehuldigd in 1979.

Fiere MargrietTIENSESTRAAT, 3000 LEUVEN

Fiere Margriet zou volgens de legende ont-voerd, verkracht en vermoord zijn. De ene le-gende verhaalt dat men het graf vond omwille van een onnatuurlijk licht dat er van af scheen; de andere vertelt het verhaal van het lijk dat - omgeven door een lichtschijn - stroomopwaarts de Dijle gevoerd wordt door een school vissen. Daar werd het opgemerkt door de Hertog van Brabant. Het beeld werd ontworpen door Willy Meysmans en ingehuldigd in 1982.

Fons SapientiaeRECTOR DE SOMERPLEIN, 3000 LEUVEN

Fonske is het symbool van de Leuvense student. De naam van deze student komt van het Latijn: Fons Sapientiae betekent immers Bron der wijs-heid. Fonske houdt een boek in zijn linkerhand en giet met zijn rechterhand een glas (bier) uit over zijn hoofd. Het beeld werd ontworpen door Jef Claerhout en door de K.U.Leuven in 1975 aan de stad geschonken naar aanleiding van haar 550-jarige bestaan.

Paepe Toon (Peter Vanbekbergen) Dorre de Bakker (Roland Rens)

Page 32: architectuur

32

Hand van Prometheus PROFESSOR VAN OVERSTRAETENPLEIN 1, 3000 LEUVEN

Deze creatie van de Leuvense kunstenaar Wouter Mulier staat voor het vuur van Prometheus, symbool van kennis, bezieling en creativiteit. Het werd aan de stad geschonken door IMEC (wereldbefaamd Leuvens onderzoekscentrum) en ingehuldigd in 2008.

Justus LipsiusBONDGENOTENLAAN, 3000 LEUVEN

Justus Lipsius, die oorspronkelijk Joost Lips heette, was een van de bekendste figuren van het humanisme. Hij studeerde en woonde en-kele jaren in Leuven. Het standbeeld, gemaakt door Jules Jourdain, beeldt de figuur Lipsius realistisch uit: statig voor zich uitstarend, on-beweeglijk, een open boek in de hand, vol 19de-eeuwse grandeur. Het beeld staat er al van 1909, toen de Belgische Staat het aan de stad Leuven schonk ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van de Katholieke Universiteit.

Kamerood 60 SINT-DONATUSPARK, 3000 LEUVEN

Het kunstwerk gaat terug op het Leuvens be-grip ‘kamerood sesteg’, waarvan niemand de precieze betekenis nog kent. De Leuvense Man-nen van '60 gaven Jan Rosseels de opdracht er een standbeeld aan te wijden. Ze schonken het aan de stad in 2000, toen ze allemaal 40 wer-den. Het beeld van een eeuwig jonge man vol levenslust, zit vol symboliek.

LeeuwenpaarHOGESCHOOLPLEIN, 3000 LEUVEN

Het binnenplein van het Pauscollege aan het Hogeschoolplein wordt ‘bewaakt’ door twee vervaarlijk uitziende leeuwen, die links en rechts van de monumentale trap zitten. De dieren hoor-den bij een tentoonstelling van de Belgische kunstenaar Olivier Strebelle die in 1992 plaats vond in het Pauscollege. De toenmalige presi-dent van het college, professor Sabbe, vond de leeuwen zo goed passen dat hij op zoek ging naar geld om de beeldhouwwerken te kunnen aankopen. Na vier jaar had hij voldoende spon-sors om de - nog steeds geheim gehouden - kostprijs te betalen.

Meester JanGROTE MARKT, 3000 LEUVEN

De Leuvense jaquemart (mechanisch, kloksla-gend beeld) heette Meester Jan en werd in 1381 opgericht. In 1573 ging hij onder invloed van weer en wind definitief ten onder, samen met een deel van de toren.Onder impuls van Campanae Lovanienses en KBC Verzekeringen beleefde Meester Jan zijn wedergeboorte in 1998. Het 2,35 meter hoge, vergulde beeld van de hand van Willy Peeters, vormt nu een schitterende bekroning van de Grote Markt.

MercatorMERCATORPAD, 3000 LEUVEN

Mercator, vooral bekend om zijn wereld- en he-melatlas, leefde in de 16de eeuw. Hij verbleef heel wat jaren in Leuven, aanvankelijk om wiskunde te studeren, later om er te werken als landmeter. Het beeld van Mercator is relatief jong. Het werd ge-

De Hand van Prometheus (Wouter Mulier)

Page 33: architectuur

33

Meester Jan (Willy Peeters)

maakt door de Leuvense kunstenaar Raoul Biront en in 2001 ingehuldigd door burgemeester Louis Tobback. Het was een geschenk van het Hande-laarverbond ter ere van haar 55-jarig bestaan.

OorlogsmonumentMARTELARENPLEIN, 3000 LEUVEN

Het gerestaureerde oorlogsmonument op het Martelarenplein is een blijvende herinnering aan het fusilleren van tientallen Leuvenaars op het stationsplein tijdens de doortocht van de Duit-sers in 1914. Het monument werd ontworpen door Marcel Wolfers en ingehuldigd in 1925.

Paepe ThoonBRUSSELSESTRAAT, 3000 LEUVEN

Paepe Thoon is een gebochelde narrenfiguur uit de 15de eeuw die de bastaardzoon van de toen-malige pastoor van de Sint-Pietersparochie, Jan Van der Phalissen, zou zijn. Hij was vooral be-kend door zijn grappen en grollen die volgens de legende zelfs Hertog Filips de Goede ter ore zouden zijn gekomen. Op zijn sterfbed vroeg hij om onder een stenen fontein begraven te mogen worden zodat hij nooit dorst zou lijden. Het standbeeldje werd gebeeldhouwd door Peter Vanbekbergen en werd in 1991 door het Leuvens Handelaarsver-bond geschonken aan de stad Leuven naar aan-leiding van hun negende lustrum.

Pater damiaanBRUSSELSESTRAAT, 3000 LEUVEN

Het standbeeld van Pater Damiaan, ook wel de melaatsenpater genoemd, is wellicht een van de minder bekende in Leuven. Het werd in 1894,

amper vijf jaar na het overlijden van Damiaan, in opdracht van de Katholieke Kring gebeeld-houwd door beeldhouwer en schilder Constantin Meunier. Wat weinig mensen weten is dat het hoofd op het beeld niet dat van Pater Damiaan voorstelt, maar dat van Kanunnik Thiéry. Als goede kennis van Meunier kreeg hij het voor elkaar om zelf afgebeeld te worden als nage-dachtenis van een ander.

Pieter coutereel SMOLDERSPLEIN, 3000 LEUVEN

Patriciër Pieter Coutereel pleegde in 1360 een machtsgreep en maakte van Leuven de eerste stad in Brabant die het politieke monopolie van de patriciërs doorbrak. De opdracht voor het standbeeld van Coutereel werd gegeven door de stad, naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de Leuvense afdeling van de Belgische Werkliedenpartij. Kunstenaar Georges Vandevoorde beeldde Coutereel af in zijn kleding van 14de-eeuwse meier (verte-genwoordiger van een vorst of landheer). Het beeld staat voor het gerechtshof dat symbool staat voor rechtvaardigheid en gelijkheid, be-grippen die Coutereel tijdens zijn leven hoog in het vaandel droeg. Het beeld werd ingehuldigd in 1936.

renéeNAAMSESTRAAT, 3000 LEUVEN

Renée of ‘Fronske’ is de ernstige, vrouwelijke tegenhanger van de pleziermakende student Fonske. De eigenlijke initiatiefnemer was René Depret, ereburger van de stad Leuven, die zijn naam aan het beeldje gaf. Het standbeeld werd in 1997 aan de stad Leuven geschonken door het Handelaarsver-

Oorlogsmonument (Marcel Wolfers)

Page 34: architectuur

TotemMONSEIGNEUR LADEUZEPLEIN, 3000 LEUVEN

De reusachtige totem tegenover de universi-teitsbibliotheek werd in 2004 in opdracht van de K.U. Leuven vervaardigd door Jan Fabre. Op een 23 meter hoge naald prijkt tegenover de uni-versiteitsbibliotheek (het menselijk geheugen), een reusachtige juweelkever (het geheugen van de natuur). Het kunstwerk symboliseert de on-derlinge verbondenheid en de perfecte samen-werking tussen de universiteit en de stad Leu-ven naar aanleiding van haar 575-jarig jubileum. Daarnaast brengt de totem een eerbetoon aan de kennis, de schoonheid, de wetenschap en de poëzie van het bestaan.

Familiewandeling ‘de Passionele Zeven’Maak kennis met Meester Jan, de sympathieke klokkenluider van de Sint-Pieterskerk. Op een dag wordt hij hals over kop verliefd op een exotische schone. Vuurwerk! En de gedroomde verhaallijn voor een theaterstuk in de passioneelste stad van het land: Leuven.Tijdens deze wandeling ben je de ster van het stuk. Klaar om te schitteren in een Leuvens liefdesspel? Stap in de voetsporen van Fiere Margriet, Wijze Fons en andere lokale helden. Stilte op de set en… actie!

Tip

bond omwille van diens vijftigste verjaardag. Het werd in de Naamsestraat geplaatst, dicht bij de eerste meisjespeda. De ontwerper van het beeld is kunstenaar Armand Loveniers, die gespeciali-seerd is in levensgrote bronzen beelden.

Sylvain van de WeyerKAPUCIJNENVOER, 3000 LEUVEN

Leuvenaar Sylvain Van De Weyer was de allereer-ste Belgische minister van Buitenlandse Zaken. Hij was tevens lid van het voorlopige bewind tijdens de Belgische Revolutie. Reden genoeg voor de stad Leuven om in 1876 een standbeeld aan hem te wijden. Vanaf 1876 stond dit beeld van Charles Geefs midden op het Ladeuzeplein. Het moest echter verplaatst worden naar de Ka-pucijnenvoer omdat het te zwaar was voor de nieuwe, onderliggende parking.

Totem - 2004 (Jan Fabre)

34

Leeuwenpaar (Olivier Strebelle)

Page 35: architectuur

35

architectuur in het Hageland en de Groene Gordel

HagelandTen oosten van Leuven ligt het Hageland. Zes zalige provinciestadjes schitteren er met een rijk cultuurhistorisch erfgoed. Aarschot pronkt met een ijzerzandstenen O.L.Vrouwkerk en het cultuurcentrum "Het Gasthuis". In Diest is het Begijhof erkend als Unesco-werelderfgoed. In Scherpenheuvel-Zichem vind je het bekendste bedevaartsoord van het land en de prachtige abdij van Averbode. Zoutleeuw wordt niet voor niets het kunstschrijn van Vlaams-Brabant ge-noemd. Landen bewijst met zijn archeologische site Sinte Gitter, zijn romaanse kerkjes en tumuli dat het een rijke geschiedenis heeft en Tienen is fier op zijn Romeins verleden dat o.m. uitge-stald staat in het stadsmuseum Het Toreke

Groene GordelDe Groene Gordel omarmt de hoofdstad Brus-sel. In de schaduw van deze metropool bloei-en tientallen prachtige parken en tuinen. Daar vind je ook merkwaardige attrakties zoals het kasteel van Gaasbeek met zijn rijk interieur, het sportcentrum 'Sportimonium in het Blosodo-mein van Hofstade of de bijzondere serres en kasteel van Boechout in de Nationale Planten-tuin van Meise.

Tips

Begijnhof diest Begijnenstraat, 3290 Diest

Onze-Lieve-Vrouwebasiliek Rozenstraat, 3270 Scherpenheuvel-Zichem

Kasteel van Gaasbeek Kasteelstraat 40, 1750 Gaasbeek

www.toerismevlaamsbrabant.be

BRUSSELBRUXELLES

GROENE GORDEL

ANTWERPEN

LIMBURG

LIÈGEBRABANT WALLON

HAINAUT

OOST-VLAANDEREN HAGELAND

LEUVEN

BRABANTSE KOUTERS

DIJLELAND

PAJOTTENLANDZENNEVALLEI

architectuur in het Hageland en de Groene Gordel

Page 36: architectuur

36

LEuVEN | VLaaNdErEN | BELGiË

colofon

De grootste zorg werd besteed aan de nauwkeurigheid en actualiteit van de in deze gids gepubliceerde gegevens. Toerisme Leuven verontschuldigt zich voor eventuele vergissingen. De uitgever is evenwel niet verantwoordelijk voor wijzigingen na publicatiedatum. Alle opmerkingen en wijzigingen kan u doorgeven aan [email protected].

in deze reeks vindt u ook: wegwijs in Leuvenuniversiteit en hogescholengroepsrondleidingen en dagtripslogeren en vertoevenfietsen en wandelenevenementen en activiteiten

TOERISME LEUVENOpen van maandag tot zondag van 10.00 tot 17.00 uur. Gesloten op feestdagen, brugdagen en zondagen van 1 november tot eind februari. t +32 (0)16 20 30 20 - f +32 (0)16 20 30 03 - [email protected] - www.visitleuven.be

PriJS: v 1,00