ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

20
© David Marlé Atomiumsquare - 1020 Brussel www.atomium.be/architectonic PERSDOSSIER

description

En wat als beton dit doet ‘rijmen’: techniek en esthetiek, maatwerk en buitensporigheid, creativiteit en herhaling? Architectuur en sculptuur? ARCHITECTONIC nodigt uit om met een frisse blik te kijken naar het vaak verguisde materiaal beton en hoe het werd gebruikt in de architectuur, vaak op een originele en uitdagende manier.

Transcript of ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

Page 1: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

© D

avid

Mar

Atomiumsquare - 1020 Brussel

www.atomium.be/architectonic

PERSDOSSIER

Page 2: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980
Page 3: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

In het kader van de tentoonstellingen gewijd aan architectuur en design van na 1958 verwelkomt

het Atomium ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) . Deze tentoonstelling is dé gelegenheid

om de technische aspecten en de esthetische dimensie van een essentieel bestanddeel van de

Belgische en internationale naoorlogse architectuur te ontdekken. Met deze expositie wil het

Atomium het publiek ook vertrouwd maken met de architectuur van vandaag.

Tot in de jaren 70 stond op enkele honderden meters van het Atomium een elegante betonnen pijl.

De “Pijl van de Burgerlijke Bouwkunde”, een paviljoen ter ere van de Belgische bouwkunde, wist

menig bezoeker onder de indruk te brengen. Het was trouwens niet het enige architectonische

hoogstandje van beton op het Heizelplateau. Terwijl de wereldtentoonstellingen elkaar opvolgden

ter weerspiegeling van een eeuw die in het teken wilde staan van de vooruitgang, had Paleis 5

van de Wereldtentoonstelling van 1935 de buitensporigheid al laten zien van wat er met dit nieuwe

materiaal mogelijk was.

Het sprak dan ook voor zich dat het Atomium, hét symbool van Expo 58, deze mooie tentoonstelling

zou verwelkomen. ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) zet een belangrijk materiaal uit de

architectuur van na 1945 opnieuw in de kijker. Beton werd vaak beschimpt en staat voor sommigen

synoniem voor “verbrusseling”, daarom wil Architectonic bezoekers het belang ervan laten inzien.

In de stedelijke veranderingen die Brussel de laatste decennia heeft doorgemaakt, speelt beton een

niet te verwaarlozen rol. Die rol is duidelijk zichtbaar in de huisvesting en de gemeenschappelijke

voorzieningen en vandaag niet minder bij kantoorgebouwen.

Maar beton verbaast! Het verbluft door de dynamiek en het ritme van de gevels en structuren die

we in ons dagelijkse leven tegenkomen. Sinds het begin van de vorige eeuw werd beton geleidelijk

aan steeds vaker gebruikt in de architectuur. Meestal met succes maar soms ook in wat minder

geslaagde uitvoeringen. ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) strekt zich uit over meer dan

drie niveaus en wekt de belangstelling van de bezoeker door de architectuur van Belgische gebouwen

uit ons dagelijkse leven in een ander daglicht te stellen.

Een interactieve inleiding legt de bezoekers uit wat beton is en wat voor architectuur het mogelijk maakt.

Het parcours biedt de gelegenheid om kennis te maken met de architecturale poëzie van een heden-

daags materiaal via de voorstelling van een aantal emblematische gebouwen in Brussel en België.

VOOR-WOORDHENRI SIMONS DIRECTEUR ARNAUD BOZZINI VERANTWOORDELIJKE VOOR TENTOONSTELLINGEN

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

1

Page 4: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980
Page 5: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

ARCHITECTONIC IN HET ATOMIUM, EDITORIALE SAMENHANG

Het Atomium toont zijn bezoekers om de twee jaar een tentoonstelling die is opgebouwd rond

een thema uit de architectuur en het design uit de fi fties.

De tentoonstelling rond het jubelpark in 2008 maakte de balans op van het avontuur van expo 58

en de vernieuwende architectuur van de paviljoenen.

Daarvoor, in 2006, illustreerde de expo wILLY VAn deR MeeRen het werk van een architect en

modern designer uit die periode.

HeT LudIeKe ModeRnISMe, in 2010, maakte de balans op van het formele avant-gardisme van de

jaren 50 en 60. De architecturale terminologie werd vergeleken met die van het design en het

grafi sche, die allemaal gedreven worden door dezelfde zin voor innovatie, een duidelijke breuk met

het verleden, het zoeken naar nieuwe vormen en nieuwe materialen.

Daarbij werd op het einde van het parcours een maquette getoond van het CBR-gebouw.

Die opende het thema van de betonnen gevels, gemaakt van repetitieve patterns, soms als dragende

structuur, soms gewoon als bekleding.

De expo ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) borduurt verder op dat thema en biedt de

bezoeker een nieuwe blik op beroemde modernistische gebouwen uit Brussel (en Brabant), gebou-

wen met opmerkelijke gevels die bewierookt of bekritiseerd werden maar stuk voor stuk uitge-

groeid zijn tot echte wallpapers van de stad.

ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) is resoluut bedoeld voor het grote publiek maar de

Brusselaars zullen er graag hun patrimonium herontdekken, dankzij de spectaculaire reproducties

van architectonische elementen, in een unieke en bijzondere verhouding tot de gevels, die plots

toegankelijk en ongetwijfeld esthetisch zijn.

Het commissariaat wordt verzekerd door Stephanie Van de Voorde, dr.ir.-arch., gespecialiseerd

in de geschiedenis van de betonarchitectuur in België.

VERLOOP VAN DETENTOON-STELLING

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

3

Page 6: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

BETON EN ARCHITECTUUR IN DE 20STE EEUW

De tentoonstelling schetst een kort portret van het avontuur van de betonbouw in België aan de

hand van een duidelijk zichtbare tijdslijn. De catalogus legt dan weer eerder de nadruk op het

ontstaan van de architectuur in gewapend beton. Dat nieuwe materiaal bood de ingenieurs en

daarna ook de architecten nieuwe mogelijkheden.

Al op het einde van de 19de eeuw ontwikkelde François Hennebique in België een bouwsysteem

dat gebaseerd was op een structuur van balken en zuilen van gewapend beton. De constructies

van bruggen, watertorens maar ook individuele woningen (zoals het huis ‘Dubois-Petit’ dat ont-

worpen werd door architect Paul Saintenoy in Brussel, 1899-1901) maken gebruik van het systeem

van Hennebique.

Tijdens de jaren 20 en 30 biedt de bouw van goedkope woningen en openbare gebouwen zoals

kerken de meest interessante toepassingen voor beton.

De ‘Cité Moderne’ van Victor Bourgeois (1922-25) en de talrijke individuele woningen van Louis-

Herman De Koninck maken bijna uitsluitend gebruik van mager of gewapend beton.

Architect Joseph Diongre gebruikte voor de bouw van de kerk van Sint-Johannes-De-Doper in Sint-

Jans-Molenbeek in 1930-1933 gebruik van een paraboolstructuur in beton, oorspronkelijk toegepast

in vliegtuigloodsen waar grote afstanden moesten overspannen worden. De Sint-Augustinuskerk

in Vorst en de Sint-Suzannakerk in Schaarbeek illustreren het systematische gebruik van gewapend

beton in de nieuwe Art Deco-kerken van Brussel.

De tentoonstelling ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) gaat niet dieper in op deze historische

invalshoek en kijkt vooral naar het principe van het prefabbeton en het formeel onderzoek dat

architecten na de oorlog voerden.

HeT begIn VAn de VeRVAARdIgIng VAn eLeMenTen In gewAPend beTon (1945-1955)

Onmiddellijk na de oorlog, toen men begon met een verregaande heropbouw, deden de bouwheren

nog een beroep op traditionele methodes.

Het belang van de vraag en het gebrek aan gekwalifi ceerde arbeiders zetten echter aan tot de

ontwikkeling van snellere, goedkopere en meer effi ciënte bouwtechnieken.

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

4

Page 7: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

Aannemers begonnen het principe van de grote industriële prefabprocedés toe te passen en

realiseerden daarbij zoveel mogelijk elementen in het atelier. De vereenvoudiging van de vormen

en het afvoeren van het overbodige moesten het transport en de montage van deze elementen

gemakkelijker maken. Prefab maakte het zo mogelijk om op een goedkopere manier reeksen

woningen te bouwen met een beperkt aantal verschillende kamers.

de PeRIode VAn de eXPAnSIe VAn PReFAb (1955-1968)

Onder druk van de publieke opinie werd het productieritme opgedreven om tegemoet te komen

aan de vraag naar woningen. Dat is de periode van de grote werven die dankzij het seriewerk

ook een productiviteitswinst opleverden.

Twee met elkaar concurrerende methodes werden toen op grote schaal toegepast: het gebruik

van grote bekistingen waardoor muren en vloeren ter plaatse gebetonneerd konden worden en

de zware prefabricatie in de fabriek van vlakke panelen, muren, gevels en vloeren die vervolgens

ter plaatste gemonteerd werden met zware gereedschappen.

De architecten waren zeer geïnteresseerd in de industriële prefabtechniek en verkenden de creatieve

mogelijkheden ervan.

Tijdens de jaren 50 gebruikten de architecten Renaat Braem en Willy Van Der Meeren, tussen

formeel en functioneel onderzoek, het potentieel van gewapend beton voor sociale woningen.

André Jacqmain en Jules Wabbes, ook pioniers, ontwierpen in 1955-1958 het kantoorgebouw

Foncolin (ondertussen verdwenen), een van de allereerste constructies in de zakenwijk Belliard.

De draaggevel was gemaakt van bogen in prefab beton.

Constantin Brodzki nam, na een verblijf in de VS, actief deel aan de ontwikkeling van nieuwe

betonsoorten en nieuwe technologieën. Hij deed dat binnen N.V. Ergon, de onderzoeksdienst en

het prefabfi liaal van CBR, de cimenteries réunies de Belgique, waarvoor Brodzki de kantoren in

Watermaal-Bosvoorde ontwierp (1967 -1970).

De tentoonstelling toont talrijke maquettes van deze gebouwen en geeft de bezoeker een overzicht

van de problemen van prefab.

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

5

Page 8: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

TUSSEN ARCHITECTUUR EN SCULPTUUR

Op de verdieping van de tentoonstellingsbol van het Atomium werden acht voorbeeldgebouwen

geselecteerd om de grote creatieve en vernieuwende talenten te illustreren van de modernistische

architecten tussen 1958 en 1980.

de 8 gebouwen :

BBL-MARNIX | 1959-1965

in Brussel, architect Gordon Bunshaft (kantoor SOM)

“ When you are given an opportunity to do a building in Brussels on a site near the king’s palace, if you don’t do a monument, you are a jackass ! ”

TORRINGTON | 1963-1964

in Nijvel, architect Marcel Breuer

“ What about aesthetics ? A new depth of facade is emerging ; three-dimensionality resulting in a greatly expanded vocabulary of architectural expression. Sun and shadow ”

CBR | 1967-1970

in Brussel / Watermaal-Bosvoorde, architect Constantin Brodzki

“ Le béton, en effet, donne une bien plus grande liberté au concepteur que celle que semblent lui accorder la plupart des architectes…. Pour faire comprendre que le béton n’était, en aucune manière, obligé d’être parallélépipédique, j’ai choisi de travailler avec les formes inspirées par Horta et par l’Art Nouveau ”

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

6

Page 9: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

7

DE INNOVATION | 1968-1970

in Brussel, architecten André en Jean Polak, René Stapels

“ la couleur de la pierre naturelle, mais avec le caractère du béton ”

GEMEENTECOMPLEX | 1969-1970

in Brussel / Oudergem, architecten Vermeulen en Van Antwerpen

“ in de repetitie van het decoratief element bieden geprefabriceerde claustra’s in beton talloze mogelijkheden ”

WINKEL ROB | 1973

in Brussel / Sint-Pieters-Woluwe, architect Albert Nottebart

“ une immense dentelle de béton ”

CGER | 1970-1974

in Brussel / Sint-Pieters-Woluwe, architecten Marcel Lambrichs, Casimir Grochowski,

Daniel de Lavelaye

“ Etant donné que les éléments présentaient une ‘forme ouverte’, le vitrage n’a pas été installé entre ces éléments comme ce fut le cas pour le bâtiment CBR, mais plutôt en retrait ”

SWIFT | 1980-1983

in Terhulpen, architect Constantin Brodzki

“ Le bâtiment résultant apparaît comme le fruit de vingt années de recherches sur les possibilités du béton préfabriqué ”

Page 10: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

8

BBL, 1959-1965, bankkantoor, Brussel

Torrington, 1963-1964, kantoor- en fabrieksgebouw, Nijvel

ROB, 1973, warenhuis, Sint-Pieters Woluwe / Brussel

Page 11: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

9

Innovation, 1968-1970, warenhuis, Brussel

Oudergem, 1970, gemeentelijk complex, Oudergem CBR, 1967-1970, kantoorgebouw, Watermael-Bosvoorde / Brussel

Swift I, 1980-1983, kantoorgebouw, Terhulpen CGER / ASLK, 1970-1974, bankkantoor, Brussel

Page 12: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

Pijl van de Burgerlijke Bouwkunde, Brussel, ir. André Paduart,

arch. Jean Van Doosselaere, sculpt. Jacques Moeschal

Page 13: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

Thierry Belenger, initiatiefnemer van het project en Michel Bries, decorontwerper, wilden de

architectonische elementen uit hun structurele functie halen.

Door de structuur van een gevel te isoleren en deze getrouw te reproduceren, meestal op 100 % van

de omvang, geeft de tentoonstelling de bezoeker een nieuwe visie op deze beroemde gebouwen.

De architecturale module, hangend met een onwaarschijnlijke gewichtloosheid waarbij de initiële

functie totaal verloren gaat, wordt plots opgemerkt door het publiek als een echte sculptuur

waar hij rond draait om de perfecte vormen ervan te smaken.

Er werden claustra’s gemonteerd om het spel met repetitieve vormen te illustreren in verrassende

pattern-effecten, als reuzengroot scherm of driedimensionaal behangpapier.

Tijdens zijn bezoek zal de toeschouwer het gewicht van het beton en het beeld van een grijze stad

dat onterecht wordt geassocieerd met zo’n rijk materiaal vergeten.

oRIgIneLe bAnKen In beTon VooR de TenToonSTeLLIng onTwoRPen dooR een deSIgneR

Wolfgang Bregentzer ontwierp een nieuwe bank en gebruikt daarin het architecturale principe van

de dunne schaal waarin de intrinsieke kracht voortvloeit uit de vorm. Zijn bank op drievoet, 1 m 20

breed, gegoten met een maximale dikte van 30 mm, optimaliseert de weerstand van het materiaal.

Via dit originele meubilair ontdekt het publiek dat beton ook thuis, in zijn salon of op het terras,

kan worden gebruikt.

Daarna kan men alle stappen in de creatie en realisatie volgen via een fi lmpje, geplaatst tegenover

de indrukwekkende originele gietvorm. Zo krijgt de bezoeker meer inzicht in het prefabprincipe.

Tenslotte zal de bezoeker verrast zijn te zien dat beton gekleurd kan worden en dat grijs tegen-

woordig niet langer noodzakelijk is.

De betonfederatie en de fi rma DECOMO verleenden steun en expertise bij het uitbouwen van

de tentoonstelling.

Het Atomium gaat zo verder op ontdekking doorheen deze rijke periode waarin architectuur

en ontwerp meegevoerd werden door de innovatieve geest die ontstond tijdens Expo 58.

EEN VERRAS-SEND DECOR

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

11

Page 14: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

12

THIeRRY beLengeR

ARCHIVe deSIgn PRoJeCT

een ondeRweRP IS In de eeRSTe PLAATS een onTMoeTIng

Archive design kon maar gecreërd worden dankzij

de ontmoetingen met grote architecten en Belgische

designers uit de vorige eeuw. Hun werk is een testa-

ment van een leven: de illustratie van een zeer grote

samenhang tussen de visie van een vak, realisaties

en persoonlijke, oprechte en betrokken belevingen.

Ik betreurde het dat Willy Van Der Meeren de tentoon-

stelling die in 2002 werd opgezet door de Fondation

pour l’architecture niet meer kon meemaken. Ik werd

me er daardoor van bewust dat het hoog tijd was om

de sporen en getuigenissen van deze grote ontwerpers

te verzamelen en te delen met het publiek.

In 2007 plande Thierry Belenger een retrospectieve

rond binnenhuisarchitect Christophe Gevers.

Zijn overlijden verhinderde niet dat de tentoonstelling

‘Inventaire d’un inventeur’ werd opgebouwd volgens

de lijst die door de designer zelf nog werd opgemaakt.

Voor het Atomium gaat het er meer specifi ek om thema-

tische tentoonstellingen uit te werken die verband houden

met de jaren 50 en 60 die zeer vruchtbaar waren voor

het modernisme.

Na Van Der Meeren en Le modernisme Ludique neemt

het formeel architectonisch onderzoek zijn intrek in de

bol die voorbehouden is voor tijdelijke tentoonstellingen.

Het zijn de ontmoetingen met Constantin Brodzki en

André Jacqmain die de inhoud van de toekomstige

tentoonstelling verrijken, vervolgt Thierry.

Wij hebben stukken op ware grootte gemaakt en

maquettes gevonden om het publiek de architectuur

echt te laten beleven, in een eenvoudige en fysieke

verhouding tot de vormen. De esthetiek van de archi-

tecturale keuzes van die tijd is gedurfd! En aanstekelijk!

Thierry Belenger verdeelt zijn tijd tussen de Archives

d’Architecture Moderne, het uitbouwen van tentoonstel-

lingen, de Brussels design market en verkoopzaal Bergé

waar hij vanaf dit jaar aan de slag is als design consultant.

enKeLe ReFeRenTIeS

2006 commissariaat Willy Van Der Meeren / Atomium

2008 commissariaat Christophe Gevers / Fondation

pour l’architecture

2009 consultant Modernisme Ludique / Atomium

2011 commissariaat Architectonic / Atomium

MICHeL bRIeS

MAndRAgoRe SCenogRAPHY

een TenToonSTeLLIng IS ooK een VeRHAAL

De 3de dimensie biedt mooie perspectieven voor de

communicatie. Een expo wil niet alleen tonen, die moet

ook praten en precies de juiste voorwerpen, woorden

en beelden uitkiezen om te communiceren.

Dat zijn de woorden van Michel Bries, decorontwerper,

waarin hij zijn werk bij de structuur Mandragore, Brussels

agentschap voor visuele communicatie, beschrijft.

De creaties voor het Atomium, de stichting voor archi-

tectuur of het Jubelpark illustreren de wens om het beste

te halen uit een onderwerp en een plaats door duidelijk

de doelstellingen en de doelgroep te identifi ceren.

Een tentoonstelling vertelt een verhaal, zo benadrukt hij.

Een decor neemt de tijd om het publiek mee te tronen

naar de kern van een onderwerp dat door de inkleding

van de ruimte niemand onverschillig laat. De toe-

schouwer wordt geïnformeerd maar ook geraakt of

zelfs verrast door zijn interactieve ervaring.

De persoonlijke interesses van Michel Bries brengen

hem tot decors rond design en architectuur in samen-

werking met Thierry Belenger en Archives design.

Hij ondersteunt hun doelstellingen vanaf de creatie.

De decorontwerper doceert ook grafi sche en visuele

communicatie aan La Cambre en is spreker bij CAD

in Brussel.

Architectonic vergeet de technische uitlatingen over

en het mistroostige imago van beton in onze moderne

steden. De tentoonstelling toont de creativiteit en het

formele onderzoek van de moderne architecten die

bevrijd zijn van het leven en enthousiast zijn over de

prestaties van een materiaal dat luchtiger en soepeler

is dan wij denken.

enKeLe ReFeRenTIeS

2000 decor Art@Belgium / Dexia

2001 grafi sch ontwerp designaddict.com

2006 decor Willy Van Der Meeren / Atomium

2007 decor Vous êtes ici / St Géry

2008 decor Christophe Gevers /

Fondation pour l’architecture

2008 decor Picture-trees / St Géry

2009 sdecor Modernisme Ludique / Atomium

2010 decor Les Marolles / Porte de Halle

2011 decor Alban Chambon /

Fondation pour l’architecture

2011 decor Vande Velde@home / La Cambre

2011 decor Architectonic / Atomium

Page 15: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

13

STePHAnIe VAn de VooRde

geSPeCIALISeeRd In de geSCHIedenIS VAn

de ARCHITeCTuuR (UGENT, VAI /CVAA)

de RIJKe geSCHIedenIS VAn een VeeLZIJdIg en

MuLTIdISCIPLInAIR MATeRIAAL

Geen enkel ander materiaal heeft de architectuur van

de 20ste eeuw zo sterk beïnvloed als gewapend beton.

De veelzijdigheid en oneindige toepassingsmogelijk-

heden van het materiaal maken de geschiedenis van

beton in de Belgische architectuur tot een bijzonder

boeiend verhaal. De mogelijkheid om met deze ten-

toonstelling een deel van dit verhaal tot bij het grote

publiek te brengen, heb ik dan ook graag aangenomen!

Stephanie Van de Voorde (burgerlijk ingenieur-architect,

UGent, 2005) verdedigde in februari 2011 met succes

haar doctoraal proefschrift ‘Bouwen in beton in België

(1890-1975). Samenspel van kennis, experiment en

innovatie’ aan de Vakgroep Architectuur & Stedenbouw

(Universiteit Gent). Ze werkte ruim vijf jaar aan deze

eerste omvattende, diepgaande studie over de ontwik-

keling en toepassing van beton in België.

Vanuit verschillende hoeken heb ik positieve commen-

taren gekregen over deze studie, onder meer omdat

ik me niet beperkt heb tot de architecturale kenmer-

ken maar ook economische kwaliteiten, technische

aspecten en structurele voordelen heb opgenomen.

Op die manier komen niet alleen de iconische, spraak-

makende realisaties van architecten in beeld, maar krijgt

ook de belangrijke bijdrage van minder bekende inge-

nieurs en aannemers een plaats in de geschiedenis.

Deze multidisciplinariteit van het materiaal, dat mensen

met een verschillende achtergrond bij elkaar brengt, loopt

ook als een rode draad door de tentoonstelling: terwijl

de architectuurhistoriografi e zich al te vaak beperkt tot de

naam van de architect, toont het ontwerp- en construc-

tieproces van deze gebouwen aan dat de samenwerking

met ingenieurs en technici van de prefabbedrijven en

aannemers bepalend waren voor het succes.

Stephanie stelde haar onderzoek naar de geschiedenis

van beton de voorbije jaren voor in wetenschappelijke

publicaties en op congressen in binnen- en buitenland

(Frankrijk, Duitsland, Nederland, Portugal, Groot-Brit-

tannië, Turkije, Venezuela). Ze doceerde ook enkele

gastcolleges aan Belgische universiteiten en hoge-

scholen. Momenteel voert ze als projectleider bij het

Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (onderdeel

van het Vlaams Architectuurinstituut) onderzoek naar

de archieven van architectuurscholen in Vlaanderen.

enKeLe ReFeRenTIeS

2006 ‘Sculpture house in Belgium by Jacques Gillet’,

in : Design and nature III, Southampton : WIT Press.

2008 Isia Isgour 1913-1967, Antwerpen :

Centrum Vlaamse Architectuurarchieven.

2008 ‘Beton in de Belgische architectuur (1945-1970)’,

in : Cement (nr. 5, 6, 7, 8).

2008 ‘On the interface between architecture,

engineering, and technology’, in : Construction

History Society Journal.

2009 ‘Hennebique’s journal Le Béton armé’, in : Third

International Congress on Construction History,

Cottbus : Brandenburg University of Technology.

2009 ‘Reassembling design and construction’,

in : Networks of Design. Conference of the

Design History Society (UK), Boca Raton:

Universal Publishers.

2009 Ingenieurs en hun erfgoed, Leuven: SIWE.

2010 ‘Collaboration and rivalry at Expo 58’

landmarks’, in : First international Conference

on Structures and Architecture, Boca Raton :

CRC Press / Balkema.

2010 ‘Innovations and Experiments in Modern

Belgian Architecture’, in : IXth International

Docomomo Conference : ‘Other Modernisms’,

Ankara : Docomomo.

2010 ‘L’application innovatrice du béton armé

dans la construction d’églises en Belgique’,

in : Edifi ce & Artifi ce, Parijs : Picard.

2011 ‘Histoire de l’architecture en béton en Belgique

(1920-1975)’, in : Les Nouvelles du Patrimoine.

2011 Bouwen in beton in België (1890-1975). Samen-

spel van kennis, experiment en innovatie, PhD.

2011 Architectonic. Betongevels (1958-1980),

Brussel : Atomium.

Page 16: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

detail van de scharnieren in roestvast staal, omhuld met verchroomd nikkel,

tussen de kruisvormige gevelelementen in schokbeton

Page 17: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

EEN VORM BEDENKEN, MAAR DAN AFGEZIEN VAN DE FUNCTIE

Ik was verheugd deze architectonische modellen te kunnen maken voor de tentoonstelling:

architectuur, design en sculptuur vormen samen mijn grootste geluk.

Wolfgang vertelt over hoe hij de grote gevelstructuren moest bijwerken met mastiek, zijn haren

wit van het stof.

De weg die ik heb afgelegd, is wel bijzonder: ik ben begonnen in de architectuur, daarna behaalde

ik een licentie moderne geschiedenis waarop ik een cursus beeldhouwen ging volgen. Tussendoor

deed ik werk voor fi lmdecors om brood op de plank te brengen.

Met de realisatie van ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) staat Wolfgang Bregentzer aan

de voet van het Atomium, dat hem doet denken aan het onderwerp van zijn thesis: de Expo 58

(gezien vanuit de invalshoek van de politiek en de propaganda), een onderzoek dat hij met José

Gotovitch verderzette binnen CEGES (Centre d’Etude Guerre et Société Contemporaine).

De ontmoeting met de architecten en moderne designers, de interviews die hij deed, de archieven

die hij uitploos, wekten zijn belangstelling voor de naoorlogse creatie maar gaven hem vooral een

neus voor innovatie.

Terwijl ik deze vormen goot, beleefde ik fysiek het werk van deze grote ontwerpers. Breuer,

Brodzki … hebben de eenvoudige functie overstegen. Hun zoeken naar vormen gaat verder dan

een architecturale respons: het is verwant aan een sculptuur.

Kijken hoe het licht op deze stukken valt, waar ze ook staan, dat is subliem!

Vandaag werkt Wolfgang rond meubilair en stukken in een beperkte oplage. Hij houdt er niet van

zichzelf designer te noemen, maar hij creëert en ontwikkelt wel collecties op maat zoals zijn betonnen

banken die hij speciaal voor de tentoonstelling ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980) ontwierp.

Ik richt mijn onderzoek op de toekomst, ik ben gefascineerd door het materiaal: in het bijzonder

het gieten van composietmaterialen en beton. Mijn atelier is een echt laboratorium!

DESIGNERWOLFGANG BRETZENGER

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

15

Page 18: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980

INFO & CONTACTEXPO

CATALoguS ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS (1958-1980)

Het Atomium introduceert hierbij ook een nieuw soort publicatie.

De catalogus van de tentoonstelling is ruimer opgevat en is tevens

een naslagwerk op het gebied van architectuur en beton. Het rijke en

kwalitatief hoogstaande tekst- en beeldmateriaal verschaft aanvul-

lende informatie die het bezoek aan ARCHITeCTonIC. beTongeVeLS

(1958-1980) nog interessanter maakt.

Gesloten formaat 185 x 205 mm, 156 pagina’s, kleur, 12 €

KIndeRATeLIeRS

Atelier : de STAd en HAAR geVeLS.

Voor scholen tijdens de duur van de tentoonstelling.

Voor individuele bezoekers op zaterdag 11 februari en zaterdag 10 maart

en tijdens de namiddagen van de Krokusvakantie en de Paasvakantie.

Voor meer informatie en inschrijving: www.atomium.be/kids

InFo en ConTACT

Inge Van Eycken, persrelaties

[email protected]

0479/95 05 94

Arnaud Bozzini, verantwoordelijke voor tentoonstellingen

[email protected]

0476/53 20 31

ATOM

IUM

| A

RC

HIT

EC

TO

NIC

| P

ERSDOSSIE

R _

16

Page 19: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980
Page 20: ARCHITECTONIC. Betongevels 1958-1980