ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën...

79
ALGEMEEN RIJKSARCHIEF EN RIJKSARCHIEF IN DE PROVINCIËN ARCHIVES GENERALES DU ROYAUME ET ARCHIVES DE L’ETAT DANS LES PROVINCES ARCHIEFBEHEERSPLANNEN EN SELECTIELIJSTEN TABLEAUX DE GESTION ET TABLEAUX DE TRI 44 ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG ALGEMENE DIRECTIE HUMANISERING VAN DE ARBEID EN DE HOGE RAAD VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK VOORBEREIDEND STUDIEDOSSIER VAN DE ARCHIEFSELECTIELIJST 2009 door Joachim DERWAEL Brussel 2009

Transcript of ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën...

Page 1: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

ALGEMEEN RIJKSARCHIEF EN RIJKSARCHIEF IN DE PROVINCIËN ARCHIVES GENERALES DU ROYAUME ET ARCHIVES DE L’ETAT DANS LES PROVINCES

ARCHIEFBEHEERSPLANNEN EN SELECTIELIJSTEN TABLEAUX DE GESTION ET TABLEAUX DE TRI

44

ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

ALGEMENE DIRECTIE HUMANISERING VAN DE ARBEID

EN DE HOGE RAAD VOOR PREVENTIE EN

BESCHERMING OP HET WERK

VOORBEREIDEND STUDIEDOSSIER VAN DE ARCHIEFSELECTIELIJST

2009

door

Joachim DERWAEL

Brussel 2009

Page 2: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 3: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG

ALGEMENE DIRECTIE HUMANISERING VAN DE ARBEID

EN DE HOGE RAAD VOOR PREVENTIE EN

BESCHERMING OP HET WERK

VOORBEREIDEND STUDIEDOSSIER VAN DE ARCHIEFSELECTIELIJST

2009

door

Joachim DERWAEL

Brussel 2009

Page 4: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 5: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

5

WOORD VOORAF Bij het opstellen van deze archiefselectielijst heb ik hulp en medewerking gekregen van tal van personen die ik hier graag wil bedanken. Mijn dank gaat in de eerste plaats uit naar dhr. Karel Velle, Algemeen Rijksarchivaris, en naar mevr. Rolande Depoortere, hoofd van de afdeling Toezicht, Advisering en Coördinatie van Verwerving en Selectie van het Rijksarchief. Zij vertrouwden mij deze opdracht toe, verleenden mij de nodige begeleiding en ondersteuning en stonden ten slotte ook in voor de evaluatie van de archiefselectielijst. Ik wil eveneens een oprecht woord van dank richten aan dhr. Christian Deneve, directeur-generaal van de algemene directie Humanisering van de Arbeid, en aan alle in het kader van dit initiatief gecontacteerde personeelsleden voor hun bereidwillige medewerking en voor het vriendelijke onthaal dat mij in deze administratie te beurt viel. Ondanks hun drukke agenda verleenden zij op een constructieve wijze hun medewerking aan de opmaak van de archiefselectielijst. Tijdens mijn talrijke bezoeken gaven ze toelichting bij de archiefvorming, de archiefreeksen en de gehanteerde ordeningsmethodes. Tot slot wens ik ook Dominique Allard te bedanken voor de voorbereidende werkzaamheden en de praktische organisatie van mijn bezoeken aan de algemene directie.

Joachim Derwael augustus 2009

Page 6: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 7: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

7

INHOUDSTAFEL

WOORD VOORAF.............................................................................................................. 1

INHOUDSTAFEL ................................................................................................................ 7

LIJST VAN GERAADPLEEGDE BRONNEN, WEBSITES EN WERKEN ......11 Bronnen .................................................................................................................................. 11 Websites.................................................................................................................................. 11 Werken ................................................................................................................................... 11

LIJST VAN ILLUSTRATIES ......................................................................................... 15

LIJST VAN AFKORTINGEN ........................................................................................ 17

INLEIDING ......................................................................................................................... 19 1. Doel en structuur van een archiefselectielijst.................................................................. 19 2. Hoe gaat u concreet te werk? ........................................................................................... 19 3. De totstandkoming van deze archiefselectielijst ............................................................. 20

HISTORISCH EN INSTITUTIONEEL KADER................................................... 25 I. FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: historiek in vogelvlucht ............. 25 1. Wat vooraf ging: 1831-1895 ............................................................................................... 25 2. De oprichting en eerste jaren: 1895-1914............................................................................ 25 3. Ministerie van Nijverheid, Arbeid (en Bevoorrading): 1918-1934 ..................................... 26 4. Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg: 1934-1958..................................................... 26 5. Ministerie van (Tewerkstelling en) Arbeid: 1959-2002 ...................................................... 26 6. FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: 2003-heden....................................... 27 II. AD Humanisering van de Arbeid: historiek van de diverse afdelingen en directies .. 28 1. Inleiding............................................................................................................................... 28 2. Directie van de Algemene Zaken ........................................................................................ 29 3. Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden............. 29 4. Afdeling van de Promotie over het Welzijn op het Werk ................................................... 30

A. Directie van de Gedragscommunicatie..................................................................... 31 B. Directie van het Ervaringsfonds ............................................................................... 31 C. Directie van de Eretekens ......................................................................................... 31 D. Directie van de Modelwerkplaatsen ......................................................................... 32

5. Afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk ..................................................... 33 6. Afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk ....................................... 33 7. Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk ................................................... 33

Page 8: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Inhoudstafel

8

III. Bevoegdheden en activiteiten ......................................................................................... 35 1. FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg in het algemeen ................................ 35 2. AD Humanisering van de Arbeid....................................................................................... 36 3. Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk .................................................. 37 IV. Organisatie en werking................................................................................................... 37 1. Directoraat-generaal ........................................................................................................... 37 2. Directie van de Algemene Zaken ....................................................................................... 37 3. Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden............ 38 4. Afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk.................................................... 38

A. Directie van de Gedragscommunicatie.......................................................................... 38 B. Directie van het Ervaringsfonds .................................................................................... 39 C. Directie van de Eretekens .............................................................................................. 40 D. Directie van de Modelwerkplaatsen .............................................................................. 41

5. Afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk.................................................... 43 6. Afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk ...................................... 43 7. Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk .................................................. 43

ORGANOGRAMMEN ..................................................................................................... 47 FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (2003-heden) ......................................... 47 AD Humanisering van de Arbeid (2009) ................................................................................ 48 Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid (2000-2002) ........................................................... 49 Administratie van de Algemene Diensten en de Communicatie (2002) ................................. 50 Administratie van de Arbeidsveiligheid (2002) ...................................................................... 51 Administratie van de Arbeidshygiëne en Arbeidsgeneeskunde (2002)................................... 52 Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid (1995) .................................................................... 53

ARCHIEFVORMING EN ARCHIEFBEHEER......................................................... 55 I. Algemene analyse van de archiefvorming ....................................................................... 55 II. Toelichting bij het concept selectie van archieven......................................................... 56 III. Toelichting bij de belangrijkste archiefreeksen ........................................................... 57

A. Directoraat-generaal ................................................................................................. 57 A.1. Algemeen ......................................................................................................... 57 A.2. Directeur-generaal en secretariaat DG ............................................................. 58

B. Directie van de Algemene Zaken ............................................................................. 58 B.1. Secretariaat ....................................................................................................... 58 B.2. Cel Informatie................................................................................................... 58 B.3. Belgisch Steunpunt (Focal Point) Europees Agentschap voor Veiligheid en

Gezondheid op het Werk.................................................................................. 59 C. Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden .. 59 D. Afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk.......................................... 60

D.1. Secretariaat - directie van de Gedragscommunicatie ....................................... 60 Stukken betreffende de activiteiten in het kader van het Europees Sociaal Fonds ................................................................................................................ 60 Stukken betreffende de activiteiten in het kader van welzijn op het werk, los van de projecten in het kader van het Europees Sociaal Fonds....................... 60 Stukken betreffende de Europese Club voor de Gezondheid ............................ 62

D.2. Directie van het Ervaringsfonds....................................................................... 62 D.3. Directie van de Eretekens................................................................................. 63 D.4. Directie van de Modelwerkplaatsen ................................................................. 64

Page 9: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Inhoudstafel

9

E. Afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk .......................................... 64 Semidynamisch en statisch archief van de rechtsvoorgangers (administratie van de Arbeidshygiëne en de Arbeidsgeneeskunde en administratie van de Arbeidsveiligheid) ............................................................................................ 65

F. Afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk............................. 66 G. Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk ........................................ 70

BIJLAGE: Plaatsingslijst van het semidynamisch en statisch archief van de administratie van de Arbeidsveiligheid ......................................................................... 137

Page 10: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 11: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

11

LIJST VAN GERAADPLEEGDE BRONNEN, WEBSITES EN WERKEN

BRONNEN Administratief en gerechtelijk jaarboek voor België. Annuaire administratif et judiciaire de Belgique, Brussel, 1968-2009. Belgisch Staatsblad. Moniteur belge, Brussel, 1845-2009. Voor gecoördineerde Belgische wetgeving: www.ejustice.just.fgov.be/cgi_wet/wet.pl Managementplan 2008 algemene directie Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. WEBSITES Belgian Safe Work Information Center www.beswic.be Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk http://osha.europa.eu/nl Europees Sociaal Fonds http://ec.europa.eu/employment_social/esf/index_nl.htm Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg www.werk.belgie.be/home.aspx International Labour Organization www.ilo.org WERKEN Belgische Dienst Opvoering Productiviteit, Brussel, BDOP, [1959]. BOURGEOIS P., DEVOLDER C., GUINAND M. e.a., Het ministerie van Landbouw (1884-1990). Deel I. Organisatiestructuur van de centrale administratie en adviesorganen, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 50), 1993. CARNEL S., COPPIETERS G., PIRLOT V. en PLISNIER F., Gids van de instellingen van openbaar nut in België. Deel II. Band 1. Notities van de parastalen onderworpen aan de wet van 16 maart 1954 en van diegene die daarvoor afgeschaft werden (notities 1 tot 159), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Gidsen 70), 2008. COPPENS H., Archiefterminologie (AT2), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Manuale 49), 2004.

Page 12: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Lijst van geraadpleegde bronnen, websites en werken

12

COPPIETERS G., Archief van de programmatorische federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Archiefbeheersplannen en selectielijsten 26), 2009. De demonstratiewerkplaatsen voor veilig werken, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2009. www.werk.belgie.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=3856 DROSSENS P., Archieven van de buitendiensten van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen. Archiefselectielijst, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Archiefbeheersplannen en selectielijsten 32), 2009. Het Ervaringsfonds, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008. www.werk.belgie.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=7266 “Het Halve-eeuwfeest van het Ministerie van Arbeid”, in: Arbeidsblad, 1945, 46ste jaargang (nr. 6-7), pp. 327-331. JACQUEMIN M., Archief van de horizontale diensten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en van de Hoge Gezondheidsraad, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Archiefbeheersplannen en selectielijsten 17), 2008. JANSSENS L., Archieven van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie inventarissen 1: secretariaat-generaal van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie koninklijke besluiten (1861-1970) (nr. 356); secretariaat-generaal van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie ministeriële besluiten (1920-1970) (nr. 357); directie van het Personeel van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie ministeriële besluiten (1898-1960) (nr. 358); directie van het Personeel van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie koninklijke besluiten (1908-1960) (nr. 359); administratie van de Arbeidsveiligheid van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie koninklijke besluiten van de beroepen inzake het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, titel I (1948-1982) (nr. 360), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 356-360), 2004. JANSSENS L., Archieven van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie inventarissen 3: secretariaat-generaal van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie koninklijke besluiten betreffende de eretekens (1897-1970), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 361), 2005. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Ministeriële Besluiten (1920-1970), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Koninklijke Besluiten (1861-1970), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 321), 2002. JANSSENS L. (m.m.v. VAN DEN BROECK M.), Secretariaat-generaal van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Koninklijke Besluiten aangaande de eretekens van de arbeid (1939-1970), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 323), 2002.

Page 13: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Lijst van geraadpleegde bronnen, websites en werken

13

JANSSENS L., Vlaamse Gemeenschap: ministeriële Besluiten van de vergunningen en de beroepen inzake het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, titel I (1982-1983), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Algemeen Rijksarchief Inventarissen. 366), 2004. “Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid: 1895-1995”, in: Arbeidsblad. Driemaandelijks tijdschrift van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, 1995, nummer 17, pp. 5-64. PEEMANS F., L’Organisation administrative et l’action du ministère du Travail, 1895-1940. L’enquête heuristique et ses résultats, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica 29), 1981. PIRENNE P., “Welzijn op het werk: het nieuwe bouwstuk”, in: Arbeidsblad. Driemaandelijks tijdschrift van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, 1997, nummer 27, pp. 3-7. Reglementering van het welzijn op het werk. Wet en codex over het welzijn op het werk en Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (uittreksels), Brussel, Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008. Selectielijst provinciaal archief West-Vlaanderen, Brugge, provinciebestuur West-Vlaanderen, 2009. www.west-vlaanderen.be/NL/CultuurVrijeTijd/archiefdienst/Documents/selectielijst.pdf SOYEZ S., Directives pour la gestion et l’archivage numérique des documents bureautiques. Version 1.0 (Août 2008), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Manuale 58), 2008. SOYEZ S., Directives pour la gestion et l’archivage numérique des e-mails. Version 1.0 (Juillet 2008), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Manuale 59), 2008. TERRIZZI R., Le ministère de l’Intérieur (1830-1994). I. Etude de l’administration centrale et répertoires des commissions et services publics, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 74), 1993. TERRIZZI R., Les ministères de l'Emploi et du Travail et de la Prévoyance sociale (1895-1990). I. Étude structurelle de l'administration centrale et répertoire des organes y attachés, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 28), 1993. TERRIZZI R., Les ministères de l'Emploi et du Travail et de la Prévoyance sociale. II. Répertoire des commissions paritaires (1919-1991), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 30), 1993. TERRIZZI R., Les ministères de l'Emploi et du Travail et de la Prévoyance sociale (1895-1990). III. Aperçu des compétences, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 53), 1994. VAN DEN EECKHOUT P. en LUYTEN D., “Federaal ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en zijn voorgangers”, in: VAN DEN EECKHOUT P. en VANTHEMSCHE G. (red.), Bronnen voor de studie van het hedendaagse België, 19de-20ste eeuw, Brussel, VUB Press, 1999, pp. 401-408. VELLE K., Het ministerie van Openbare Werken (1837-1990). I. Organisatie, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 32), 1993.

Page 14: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid Lijst van geraadpleegde bronnen, websites en werken

14

WARNOTTE D., “Het ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg. Historisch overzicht en inrichting der diensten”, in: Arbeidsblad. Driemaandelijks tijdschrift van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, 1939, jaargang 40 (nr. 4), pp. 525-557. Wegwijs in … de eretekens van de arbeid, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008. www.werk.belgie.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=19386

Page 15: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

15

LIJST VAN ILLUSTRATIES

1. Logo FOD WASO...................................................................................................... titelblad

Copyright FOD WASO. 2. Ereteken van de Arbeid eerste klasse .................................................................................. 37

Uit: Wegwijs in … de eretekens van de arbeid, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, p.12.

3. Gouden Penning voor beroepsactiviteit............................................................................... 38

Uit: Wegwijs in … de eretekens van de arbeid, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, p.15.

4. Ridder in de Leopoldsorde .................................................................................................. 38

Uit: Wegwijs in … de eretekens van de arbeid, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, p.21.

5. Demonstratiewerkplaats voor houtbewerking ..................................................................... 39

Uit: De demonstratiewerkplaatsen voor veilig werken, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2009, pp. 18.

6. Demonstratiewerkplaats voor metaalbewerking ................................................................. 39

Uit: De demonstratiewerkplaatsen voor veilig werken, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2009, pp. 25.

7. Archiefruimte in kelder van FOD WASO........................................................................... 52

Foto auteur.

Page 16: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 17: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

17

LIJST VAN AFKORTINGEN AD algemene directie ARA Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën ARAB Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming BDOP Belgische Dienst Opvoering Productiviteit BELAC Belgische Accreditatie-instelling BeSwic Belgian Safe Work Information Center B.S. Belgisch Staatsblad CEE Communauté Economique Européenne DG directeur-generaal DIOVA directie van het Onderzoek over de Verbetering van de

Arbeidsomstandigheden EEG Europese Economische Gemeenschap EHBO eerste hulp bij ongevallen FANC Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle FOD federale overheidsdienst HUA Humanisering van de Arbeid IAO Internationale Arbeidsorganisatie IVA Instituut voor de Verbetering van de Arbeidsvoorwaarden KB koninklijk besluit MB ministerieel besluit NOVA Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden OIT Organisation Internationale du Travail ONU Organisation des Nations Unies RGPT Règlement Général pour la Protection du Travail RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering SHE Sécurité, Hygiène et Environnement

Page 18: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Lijst van afkortingen

18

Swic Safe Work Information Center TWW Toezicht Welzijn op het Werk VDAB Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding VGV Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing der Werkplaatsen VN Verenigde Naties VZW vereniging zonder winstoogmerk WASO Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

Page 19: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

19

INLEIDING 1. Doel en structuur van een archiefselectielijst Overheidsarchieven zijn belangrijk. In de eerste plaats moeten overheidsorganen door middel van hun archieven aan politiek en burger verantwoording kunnen afleggen over hun handelen. In de tweede plaats draagt een zorgvuldig archiefbeheer bij tot een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van elk overheidsorgaan. Een goede informatievoorziening is een voorwaarde voor een goed functionerende overheid. In de derde plaats kunnen overheidsarchieven historisch waardevol zijn. Ze vormen onderdeel van ons nationaal cultureel erfgoed. Juist omwille van het erfgoedbelang bepaalt artikel 5 van de Archiefwet van 24 juni 1955 (B.S., 12/08/1955), gewijzigd bij wet van 6 mei 2009 (B.S., 19/05/2009), dat overheidsarchieven niet vernietigd mogen worden zonder de toestemming van de Algemeen Rijksarchivaris of van zijn gemachtigden. Het is echter weinig praktisch om voor de vernietiging van eender welk document telkens opnieuw de toestemming van de Algemeen Rijksarchivaris te moeten vragen. De oplossing is een door het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën goedgekeurde archiefselectielijst. Deze biedt een systematisch overzicht van alle archiefproducten waarvoor de archiefvormer verantwoordelijk is. Het kan daarbij zowel gaan om gelijksoortige archiefproducten (bijvoorbeeld een reeks personeelsdossiers) als om losse verzamelingen van stukken omtrent een bepaald onderwerp (bijvoorbeeld stukken betreffende het materieel beheer). Bij elk archiefproduct worden de uiterste data vermeld, de administratieve bewaartermijn en de definitieve bestemming. Er wordt met andere woorden aangeduid welke documenten in aanmerking komen voor permanente bewaring en welke documenten vernietigd mogen worden wanneer ze hun administratief nut volledig verloren hebben en hun juridische bewaartermijn verstreken is. De archiefselectielijst is bedoeld om de archiefvormer te helpen. Het is een basisinstrument voor een goed archiefbeheer en voor een efficiënt records management. Aangezien de archiefvormer al in een heel vroeg stadium van de archiefvorming – in feite zelfs nog vóór het ontstaan van de documenten – weet welke reeksen voor permanente bewaring in aanmerking zullen komen, kan hij de voor archivering beschikbare menselijke en financiële middelen gerichter inzetten. Bovendien kan hij op basis van de archiefselectielijst overgaan tot de organisatie van periodieke vernietigingen. Op die manier wordt archiefruimte uitgespaard, blijft het te bewaren archief beter toegankelijk, kunnen stukken sneller teruggevonden worden en wordt vermeden dat belangrijke documenten verloren gaan. 2. Hoe gaat u concreet te werk? Eens de administratieve bewaartermijn van een archiefreeks verstreken is, heeft het in principe geen zin meer om de stukken zelf nog verder te bewaren. Indien de definitieve bestemming vernietigen is, mag u tot de fysieke vernietiging overgaan. Vernietigen is het zodanig bewerken van informatiedragers dat de informatie die erop is vastgelegd op geen enkele wijze kan worden gereconstrueerd. Dit impliceert dus de versnippering van papier, het verbrijzelen van optische schijven en het demagnetiseren (dus niet alleen het wissen met de deletetoets) van elektromagnetische informatiedragers zoals banden, diskettes en harde schijven. De te vernietigen archiefstukken mogen nooit zomaar worden meegegeven met het oud papier of met het gewone huisvuil. Zij bevatten vaak vertrouwelijke gegevens. Voor de vernietiging van grote hoeveelheden archief kan men beroep doen op een gespecialiseerde firma, die na de vernietiging een attest aflevert. U dient wel het Rijksarchief 45 dagen op voorhand op de hoogte te brengen, met vermelding van de aard van de stukken en de uiterste data. Wanneer het Rijksarchief niet reageert binnen de termijn van 30 dagen na ontvangst van de brief, houdt dit een stilzwijgende toestemming tot vernietiging in. Indien de definitieve bestemming bewaren is, moeten de bescheiden permanent bewaard blijven. Documenten ouder dan 30 jaar moeten aan het Algemeen Rijksarchief overgedragen worden. Zolang

Page 20: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Inleiding

20

de documenten jonger zijn, gebeurt de bewaring door de administratie zelf, maar deze moet er wel voor zorgen dat de documenten in een goede, geordende en toegankelijke staat bewaard worden. We willen hier nog even benadrukken dat u niet alleen moet instaan voor de bewaring van uw papieren archiefbescheiden, maar dat u ook de leesbaarheid van uw digitale bestanden op lange termijn moet kunnen garanderen. Het Rijksarchief heeft recent richtlijnen opgemaakt voor het duurzaam bewaren van digitale bestanden (e-mailarchivering en archivering van digitale kantoordocumenten).1 Andere richtlijnen – inzake de archivering van websites bijvoorbeeld – zijn in voorbereiding. Deze archiefselectielijst is een momentopname. Indien nieuwe reeksen ontstaan of bestaande reeksen stopgezet worden, bijvoorbeeld ten gevolge van gewijzigde bevoegdheden van de archiefvormer, moet de selectielijst gewijzigd worden. Het is dan ook raadzaam om de archiefselectielijst, in overleg met het Algemeen Rijksarchief, up-to-date te houden. 3. De totstandkoming van deze archiefselectielijst In 2000 startte dhr. Michel Jadot, secretaris-generaal van het toenmalige ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, het project “Ordening van de Archieven” op. Dit project stond in het teken van de verhuizing van het ministerie van de Belliardstraat naar de huidige gebouwen aan het Zuidstation (Ernest Blerotstraat 1) en werd uitgevoerd in nauw overleg met het Algemeen Rijksarchief. Luc Janssens (in een eerste fase bijgestaan door Griet Maréchal) werd aangesteld als verantwoordelijke archivaris namens het Rijksarchief.2 Voor enkele belangrijke archiefreeksen bij deze algemene directie werden er in het kader van het voornoemde project selectiebeslissingen genomen door collega Luc Janssens in de periode 2000-2004. Een aantal waardevolle archiefreeksen werden overgedragen aan het Rijksarchief en voor enkele oninteressante reeksen werd een toelating tot vernietiging gegeven. Deze beslissingen werden behouden en er wordt in deze selectielijst telkens naar verwezen. Tijdens dit project werden echter enkel de grote reeksen in kaart gebracht, voornamelijk bewaard in de kelders van de Belliardstraat. In 2008 nam de Algemeen Rijksarchivaris de beslissing om door enkele van zijn medewerkers voor de volledige FOD WASO archiefselectielijsten te laten opstellen en zo niet enkel de grote series in kaart te brengen, maar de volledige documentenstroom. Luis Angel Bernardo y Garçia en Joachim Derwael gaven op 26 november 2008 een uiteenzetting op het directiecomité van de FOD om de werking van het Rijksarchief en het belang van archiefselectielijsten uiteen te zetten. Er werd afgesproken om een selectielijst voor elke administratie op te maken. Het was de bedoeling om in 2009 archiefselectielijsten te realiseren voor de algemene directies Individuele Arbeidsbetrekkingen, Collectieve Arbeidsbetrekkingen, Humanisering van de Arbeid en Toezicht Welzijn op het Werk. De overige algemene directies komen in een latere fase aan bod. Op 4 maart 2009 vond een eerste gesprek plaats met dhr. Christian Deneve, de directeur-generaal van de algemene directie Humanisering van de Arbeid. Hij stelde voor om op de stafvergadering een uiteenzetting te geven over het doel van mijn werkzaamheden bij de algemene directie en duidde Dominique Allard aan als contactpersoon binnen zijn administratie. Op 16 maart werd een korte uiteenzetting gegeven op de staf voor alle afdelings- en directiehoofden. Dominique Allard legde vervolgens de afspraken vast en op 30 maart vond het eerste interview plaats. In de maanden april, juni en juli volgden de andere interviews en archiefbezoeken. Op 13 augustus werd het voorstel van 1 SOYEZ S., Directives pour la gestion et l’archivage numérique des e-mails. Version 1.0 (Juillet 2008), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Manuale 59), 2008. SOYEZ S., Directives pour la gestion et l’archivage numérique des documents bureautiques. Version 1.0 (Août 2008), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Manuale 58), 2008. Een Nederlandstalige versie van beide brochures is beschikbaar op: http://arch.arch.be/content/view/707/133/lang,nl_BE/. 2 JANSSENS L., Vlaamse Gemeenschap: ministeriële Besluiten van de vergunningen en de beroepen inzake het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, titel I (1982-1983), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Algemeen Rijksarchief Inventarissen. 366), 2004, p. 9.

Page 21: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Inleiding

21

selectielijst besproken met de directeur-generaal. Tot slot werd de archiefselectielijst in oktober 2009 bekrachtigd door de ondertekening van het goedkeuringsformulier door de Algemeen Rijksarchivaris en de directeur-generaal van de algemene directie.

Page 22: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 23: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

ALGEMENE DIRECTIE HUMANISERING VAN DE ARBEID

Page 24: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 25: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

25

HISTORISCH EN INSTITUTIONEEL KADER

I. FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG: HISTORIEK IN VOGELVLUCHT3

1. Wat vooraf ging: 1831-1895 Vanaf 1831 tot 1884 behoorden de bevoegdheden inzake industrie en arbeid tot het ministerie van Binnenlandse Zaken, meer bepaald tot de dienst Industrie. In 1859 werd er binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken een algemene dienst voor Landbouw en Nijverheid opgericht die onder meer bevoegdheden had in verband met het werkmansboekje, vrouwen- en kinderarbeid, leerovereenkomsten en dergelijke meer, met andere woorden bevoegdheden met sociale accenten. In 1884 ging de regering Malou over tot een belangrijke herschikking van de ministeriële bevoegdheden en creëerde het ministerie van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken, met daarbinnen de algemene dienst voor Landbouw en Nijverheid. Twee jaar later, in 1886, braken hevige onlusten uit in heel het land. De sociale onlusten van 1886 maakten de gezagsdragers bewust van de noodzaak om in te grijpen in de verhoudingen tussen de werkgevers en de werknemers. Ze gaven de doorslag om tot een radicale verandering te komen in het sociale beleid van ons land. Op 15 april 1886 tekende Koning Leopold II een besluit dat een comité oprichtte, belast om de arbeidsomstandigheden in de industrie in het koninkrijk te onderzoeken en de maatregelen te bestuderen die hierin verbetering zouden kunnen brengen. Op 9 november 1886 kondigde de Koning in zijn troonrede, zich baserend op de werkzaamheden van deze onderzoekscommissie, een belangrijk hervormingsprogramma aan, waarvan meerdere punten uitgevoerd werden tijdens de parlementaire zitting 1886-1887. De eerste sociale wetten zagen zo het licht, zoals bijvoorbeeld de wet van 16 augustus 1887 tot oprichting van de Nijverheids- en Arbeidsraad, belast met informatieve, raadgevende en bemiddelende taken inzake collectieve conflicten, de wet van 16 augustus 1887 houdende reglementering van de betaling van het loon aan de arbeiders enz. De oprichting van de Arbeidsdienst (later Arbeidsambt geheten) op 12 november 1894 leidde tot een naamsverandering van het ministerie. In het Belgisch Staatsblad van 17 november 1894 verscheen de nieuwe benaming van het ministerie, waarin het luik “Arbeid” zijn plaats kreeg. 2. De oprichting en eerste jaren: 1895-1914 Op 28 mei 1895 werden de Arbeidsdienst, het bestuur van de Nijverheid en het beheer van de Mijnen uit het ministerie van Landbouw, Nijverheid, Arbeid en Openbare Werken gelicht en vormden ze het nieuw opgerichte ministerie van Nijverheid en Arbeid. Het ministerie bestond aanvankelijk uit

3 Beknopte samenvatting van de informatie gevonden in: BOURGEOIS P., DEVOLDER C., GUINAND M. e.a., Het ministerie van Landbouw (1884-1990). Deel I. Organisatiestructuur van de centrale administratie en adviesorganen, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 50), 1993, pp. 31-32. “Het Halve-eeuwfeest van het Ministerie van Arbeid”, in: Arbeidsblad, 1945, 46ste jaargang (nr. 6-7), pp. 327-331. “Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid: 1895-1995”, in: Arbeidsblad. Driemaandelijks tijdschrift van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, 1995, nummer 17, pp. 5-64. TERRIZZI R., Les ministères de l'Emploi et du Travail et de la Prévoyance sociale (1895-1990). I. Étude structurelle de l'administration centrale et répertoire des organes y attachés, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 28), 1993. TERRIZZI R., Le ministère de l’Intérieur (1830-1994). I. Etude de l’administration centrale et répertoires des commissions et services publics, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 74), 1993, pp. 24-29. VELLE K., Het ministerie van Openbare Werken (1837-1990). I. Organisatie, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 32), 1993, pp. 157-166. www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=245.

Page 26: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

26

4 administratieve eenheden, met name het Algemeen Secretariaat, de Arbeidsdienst, het bestuur der Mijnen en het bestuur der Nijverheid. 3. Ministerie van Nijverheid, Arbeid (en Bevoorrading): 1918-1934 Na WO I werd tot 1921 de Hoofddienst voor de Bevoorrading aan het ministerie toegevoegd, wat tot uiting kwam in de naamgeving, met name ministerie van Nijverheid, Arbeid en Bevoorrading. In 1919 werden de diensten Toezicht over den Arbeid en over de Vergunningsplichtige, Gevaarlijke, Ongezonde of Hinderlijke Inrichtingen alsook de Medische Arbeidsdienst opgericht. Het beheer der Nijverheid verhuisde ingevolge het KB van 2 juni 1920 naar het ministerie van Economische Zaken, maar zou op 31 december 1921 terugkeren en omgedoopt worden tot algemene directie van het Nijverheidswezen. Het Ambt voor Ambachten en Neringen werd dan weer op deze laatste dag overgeheveld naar het ministerie van Economische Zaken. In 1922 bestond het ministerie van Nijverheid en Arbeid dus uit volgende algemene directies: Algemene Secretarie, algemene directie van het Mijnwezen, algemene directie van het Nijverheidswezen, algemene directie van het Nijverheids- en Beroepsonderwijs, algemene directie van het Arbeidswezen en algemene directie van het Maatschappelijk Verzekerings- en Voorzorgswezen. Op 6 september 1924 werd het luik “Maatschappelijke Voorzorg” in de naam van het ministerie opgenomen. Het KB van 17 december 1932 splitste het departement tijdelijk (tot 1934) in een ministerie van Nijverheid en Arbeid en een ministerie van Maatschappelijke Voorzorg en Volksgezondheid en het KB van 20 december 1932 hevelde de bevoegdheid inzake technisch onderwijs over naar het ministerie van Openbaar Onderwijs. 4. Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg: 1934-1958 De periode die in 1934 begon, betekende een belangrijke verandering in de organisatie van de verschillende departementen. Men ging voor het eerst een duidelijk onderscheid maken tussen de sociale en economische sector. Daardoor werden in 1934 het Algemeen Mijnbestuur en de algemene directie van het Nijverheidswezen definitief overgeheveld naar het ministerie van Economische Zaken. Uit de naam van het ministerie verdween het onderdeel “Nijverheid”. In het ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg bleven naast het Algemeen Secretariaat enkel een algemene directie van het Arbeidswezen (in 1936 omgevormd tot de algemene directie voor de Arbeidsbescherming bij KB van 6 maart 1936) en een algemene directie van het Sociaal Verzekerings- en Voorzorgswezen bestaan. In 1945 werd bij het besluit van de Regent van 10 april 1945 tot vaststelling van het organiek kader een nieuw organogram uitgewerkt met als doel de sociale vrede te bewaren en sociale vooruitgang van de bevolking verzekeren. Men onderscheidde volgende algemene directies: het Algemeen Secretariaat, de algemene directie van de Administratieve Aangelegenheden, de algemene directie van de Studiedienst, de algemene directie voor de Technische Arbeidsorganisatie (bij KB van 11 mei 1953 omgevormd tot administratie van de Arbeidsveiligheid en -hygiëne), de algemene directie voor de Betrekkingen tussen Bedrijfshoofden en Bedrijfsleiders (bij KB van 11 mei 1953 omgevormd tot administratie van Arbeidsbetrekkingen en Arbeidsreglementering) en de algemene directie voor de Sociale Zekerheid (bij KB van 11 mei 1953 omgevormd tot administratie van Sociale Voorzorg en Sociale Zekerheid). Op 15 juni 1957 splitste men de administratie van Arbeidsveiligheid en Arbeidshygiëne op in een administratie van de Arbeidsveiligheid en een administratie van de Arbeidshygiëne en Arbeidsgeneeskunde.4 5. Ministerie van (Tewerkstelling en) Arbeid: 1959-2002 Een volgende belangrijke stap kwam er in 1959. Bij koninklijk besluit van 27 januari 1959 werd het departement gesplitst in een ministerie van Tewerkstelling en Arbeid (tot 3 september 1960 enkel Arbeid) en een ministerie van Sociale Voorzorg. De bevoegdheden inzake sociale voorzorg en sociale zekerheid werden overgedragen aan het ministerie van Sociale Voorzorg. In 1960 bestond het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid uit volgende administraties: Secretariaat-Generaal, Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Arbeid, Algemene Administratieve Diensten, Studiedienst, administratie van de Arbeidsveiligheid, administratie van de Arbeidshygiëne en

4 Deze twee administraties zullen, althans delen ervan, in 2003 de algemene directie Humanisering van de Arbeid vormen (cfr. infra).

Page 27: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

27

-geneeskunde, administratie van de Werkgelegenheid en de administratie van de Arbeidsbetrekkingen en Reglementering. In 1969 werd bij KB van 23 juli 1969 een nieuwe administratie opgericht, met name een dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen, een uitvloeisel van de wet van 5 december 1968 met betrekking tot de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités, en bestond het ministerie dus uit 9 administraties. De bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen hevelde een aantal materies die geheel of gedeeltelijk tot de bevoegdheden van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid behoorden, over naar de Gemeenschappen en de Gewesten. Volgende materies werden overgeheveld naar de Gemeenschappen: de intellectuele, morele en sociale vorming, de sociale promotie, de beroepsomscholing en -bijscholing, de gezondheidsopvoeding alsook de activiteiten op het vlak van de preventieve gezondheidszorg (erkenning van de arbeidsgeneeskundige diensten), het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen en het beleid inzake mindervaliden. Volgende materies werden overgeheveld naar de Gewesten: de bescherming van het leefmilieu, het afvalbeleid met uitzondering van de import, het doorvoeren en de export van radioactieve afvalstoffen, de controle op de gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke bedrijven, onder voorbehoud van de bepalingen die betrekking hebben op de arbeidsbescherming, de arbeidsbemiddeling, de programma's voor tewerkstelling van de volledig uitkeringsgerechtigde werklozen of ermee gelijkgestelde personen, met uitzondering van de tewerkstellingsprogramma's in de administraties en diensten van de federale overheid of die onder het toezicht staan van deze overheid en de toepassing van de normen betreffende de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten. Een volgende belangrijke reorganisatie van de diensten werd doorgevoerd in 1999. Het federaal ministerie van Tewerkstelling en Arbeid bestond toen uit de volgende administraties: Secretariaat-Generaal, administratie van de Algemene Diensten en de Communicatie, administratie van de Studiën, de Documentatie en de Geschillen, administratie van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen, administratie van de Arbeidsveiligheid, administratie van de Arbeidshygiëne en de -geneeskunde, administratie van de Werkgelegenheid, administratie van de Individuele Arbeidsbetrekkingen en administratie van de Inspectie van de Sociale Wetten. 6. FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: 2003-heden In 2003 veranderde de naam van het ministerie in de FOD WASO.5 De naamsverandering ging gepaard met een belangrijke reorganisatie. De administraties van de Arbeidsveiligheid en van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde verdwenen en gingen op de in de algemene directies Humanisering van de Arbeid en Toezicht Welzijn op het Werk. De overige algemene directies zijn: de diensten van de voorzitter, de Stafdiensten, de algemene directie Individuele Arbeidsbetrekkingen, de algemene directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, de algemene directie Toezicht op de Sociale Wetten en de algemene directie Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt. Verder vervoegden het personeel van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden (huidige directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden, cfr. infra) en enkele personeelsleden van het vroegere ministerie van Economische Zaken (diensten belast met de sociale balansen en het welzijn op het werk in de mijnen, de staalindustrie enz.) de nieuwe FOD. Het personeel van de directie van de Gelijke Kansen, dat deel uitmaakte van het Secretariaat-Generaal van het vroegere ministerie, werd ter beschikking gesteld van het nieuwe Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen.

5 KB van 3 februari 2002 houdende oprichting van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (B.S., 07/02/2002).

Page 28: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

28

II. AD HUMANISERING VAN DE ARBEID: HISTORIEK VAN DE DIVERSE AFDELINGEN EN DIRECTIES6

1. Inleiding De algemene directie Humanisering van de Arbeid ontstond in 2003 in uitvoering van het koninklijk besluit van 3 februari 2002 houdende oprichting van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg7. Dhr. Christian Deneve werd benoemd als directeur-generaal op 1 april 2003.8 Na deze benoeming kon de algemene directie effectief van start gaan op 15 april 2003. De creatie van de administratie Humanisering van de Arbeid hangt nauw samen met de oprichting van de administratie Toezicht Welzijn op het Werk.9 Beide ontstonden uit onderdelen van de vroegere administraties van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde en van de Arbeidsveiligheid. Grosso modo kan men stellen dat de afdelingen en diensten belast met de inspecties uit deze twee administraties geïntegreerd werden in de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk en de afdelingen belast met het normerende aspect en het voeren van promotie rond Welzijn op het Werk in de algemene directie Humanisering van de Arbeid. Verdere werden een afdeling van de administratie van de Algemene Diensten en de Communicatie en de directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden aan de algemene directie Humanisering van de Arbeid toegevoegd (zie organogram p. 49). Kort samengevat ontstond de algemene directie Humanisering van de Arbeid dus uit:

de afdeling Humanisering van de Arbeid van de administratie van de Algemene Diensten en de Communicatie10;

de afdeling van de Arbeidsveiligheid en de Arbeidsecologie11 van de administratie van de Arbeidsveiligheid;

de afdeling van de Wetenschappen van het Welzijn op het Werk van de administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde12;

de directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden (een parastatale).

De administraties van de Arbeidsveiligheid en van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde ontstonden in 1957 uit de administratie van de Arbeidsveiligheid en -hygiëne. Deze laatste administratie ontstond in 1953 uit het bestuur der Technische Arbeidsbescherming (°1946).13 De ontwikkeling van een administratie bevoegd voor aangelegenheden inzake arbeidshygiëne en -veiligheid hing nauw samen met de uitwerking van een gecoördineerde wetgeving inzake arbeidshygiëne en -veiligheid, met name het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) 14 in 1946.15

6 Waar mogelijk wordt verwezen naar literatuur over en wetgeving in verband met de geschiedenis van deze algemene directie en haar afdelingen en directies. De overige informatie werd verkregen van de administratie (enquête) en aangevuld tijdens de interviews met de betrokken personeelsleden en met informatie gehaald uit diverse archiefseries. 7 B.S., 07/02/2002. 8 Bij KB van 14 maart 2003 (B.S., 05/05/2003). 9 De organogrammen op de pagina’s 49 tot en met 53 brengen deze oprichting (en de ermee gepaard gaande reorganisatie) goed in beeld. 10 De dienst Publicaties van deze afdeling werd geïntegreerd in de directie van de Communicatie bij de afdeling van de Juridische Studiën en de Documentatie bij de diensten van de voorzitter. 11 Deze afdeling ontstond pas in 1999 door een samenvoeging van de directie van de Algemene Diensten en de directie van de Toegepaste Wetenschappen. 12 Deze afdeling werd tot 1999 de “Algemene Dienst” genoemd. 13 Bij KB van 13 mei 1953 (B.S., 14/05/1953). 14 Besluit van de Regent van 11 februari 1946 houdende goedkeuring van de titels I en II van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (B.S., 03 /04/1946) en besluit van de Regent van 27 september 1947 houdende goedkeuring van de titels III, IV en V van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (B.S., 03/10/1947). Het ARAB is intussen grotendeels uitgehold en zal binnen afzienbare tijd helemaal ver-dwijnen doordat ook de resterende bepalingen uit het ARAB zullen worden overgeheveld naar de “welzijnswet” (wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (B.S., 18/09/1996)) en de codex over welzijn op het werk of - wanneer dat niet mogelijk is - worden opgeheven.

Page 29: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

29

2. Directie van de Algemene Zaken Deze directie ontstond uit de directie van de Algemene Zaken, de directie van de Centrale Infoducten en de directies Infoducten Nederlands en Infoducten Frans van de afdeling van de Veiligheid en de Arbeidsecologie van de administratie van de Arbeidsveiligheid (zie organogram p. 51). De bevoegdheden in verband met het Focal Point, het Belgisch Steunpunt van het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk, werden uit de directie van de Algemene Zaken in de cel Focal Point geïntegreerd. De huidige cel Informatie ontstond uit de directie Infoducten en de directies Infoducten Nederlands en Infoducten Frans. BeSwic (°2006), het Belgisch Kenniscentrum over Welzijn op het Werk (www.beswic.be), maakt deel uit van het Europees netwerk van het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk (http://osha.europa.eu/nl/) (opgericht in 1994 bij verordening (EG) nr. 2061/94 van de Europese Raad van 18 juli 1994) en vormt er het Belgisch Steunpunt van. Het Belgisch Steunpunt, in casu de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg coördineert en beheert het nationaal netwerk inzake veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk via het internet. De website van BeSwic is aanvullend op deze van de FOD WASO. Op de site komen samenwerking met en verwijzingen naar privé-partners aan bod, hetgeen niet kan bij overheidssites. Er is “meer bewegingsvrijheid” op deze site dan op deze van de FOD. Alle aspecten in verband met welzijn op het werk vindt men er terug, zoals goede praktijken, een agenda van de activiteiten georganiseerd door de FOD WASO en de andere partners, de geldende wetgeving, de lopende campagnes, publicaties enz. BeSwic is dus een overkoepelend platform inzake welzijn op het werk in België, een kenniscentrum. De naam is afkomstig van het Swic (Safe Work Information Center), het documentatiecentrum van BeSwic, dat eveneens werd opgericht in 2006 en ontstond uit de ondersteuningsbibliotheek van de administratie Arbeidsveiligheid (IKC, interactief documentatiecentrum). 3. Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden16 Het Verbond van Belgische Ondernemingen riep in februari 1950 een Belgisch Productiviteitscentrum in het leven. De beheerraad bestond uit een tiental vooraanstaande industriëlen, die zich ertoe verbonden hadden om het centrum te financieren. Het initiatief had tot doel het verschil in arbeidsproductiviteit tussen een arbeider in België en de Verenigde Staten te onderzoeken en weg te werken. Na contacten met de Amerikaanse administratie voor Economische Samenwerking bood deze laatste financiële steun aan in het kader van het Marshallplan op voorwaarde dat de syndicale organisaties er bij betrokken werden. Uit het overleg tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties ontstond op 26 januari 1951, met financiële steun uit de fondsen van de Amerikaanse hulpverlening aan België, de paritair beheerde Belgische Dienst Opvoering Productiviteit (BDOP).17 Op 21 mei 1952 werd de dienst omgevormd tot een VZW en bij koninklijk besluit van 31 mei 195618 tot een instelling van openbaar nut. In december 1972 stopte de overheid met het subsidiëren van de dienst, om de activiteiten van de dienst bij KB van 11 oktober 197819 opnieuw op te starten, maar dan als openbare instelling onder de voogdij van de minister van Tewerkstelling en Arbeid (parastatale in de categorie B volgens de wet van 16 maart 1954). Alle activa en passiva van de BDOP werden door de nieuwe instelling, het Instituut voor de Verbetering

Voor een beknopte samenvatting in verband met het tot stand komen van de Welzijnswet, het ARAB en de voorgangers: PIRENNE P., “Welzijn op het werk: het nieuwe bouwstuk”, in: Arbeidsblad. Driemaandelijks tijdschrift van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, 1997, nr. 27, pp. 3-7. 15 TERRIZZI R., Les ministères de l'Emploi et du Travail et de la Prévoyance sociale (1895-1990). I. Étude structurelle de l'administration centrale et répertoire des organes y attachés, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 28), 1993, pp. 65-68. 16 De meeste informatie in dit hoofdstuk komt uit: PIRLOT V., “Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden (NOVA)”, in: Gids van de instellingen van openbaar nut in België. Deel II. Band 1. Notities van de parastalen onderworpen aan de wet van 16 maart 1954 en van diegene die daarvoor afgeschaft werden (notities 1 tot 159), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Gidsen, 70), 2008, pp. 589-593. 17 Belgische Dienst Opvoering Productiviteit, Brussel, BDOP, [1959], p. 5. 18 B.S., 09/06/1956. 19 B.S., 31/10/1978.

Page 30: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

30

van de Arbeidsvoorwaarden (IVA), overgenomen. De economische crisis en de gespannen relaties tussen de sociale partners op het einde van de jaren 1970 en het begin van de jaren 1980 zorgden ervoor dat de werkgeversvertegenwoordigers vanaf juni 1982 de vergaderingen van het beheerscomité van het IVA niet meer bijwoonden. Ze vonden dat het instituut geen echt bestaansrecht meer had. Om de zaak de deblokkeren werd het IVA door de programmawet van 20 juli 199120 omgevormd tot Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden (NOVA) en onder rechtstreeks beheer geplaatst van de minister van Tewerkstelling en Arbeid (parastatale categorie A). Het NOVA werd op 1 januari 2003, als gevolg van de uitvoering van artikel 103 van de programmawet van 2 augustus 200221 en het KB van 1 mei 2006 betreffende de integratie van het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden in de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg22, geïntegreerd in de algemene directie Humanisering van de Arbeid van de FOD WASO en omgevormd tot de directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden (DIOVA). De personeelsleden van het NOVA werden overgenomen door de FOD.23 4. Afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk Deze afdeling is in 2003 ontstaan uit de samenvoeging van een afdeling en een directie, met name de afdeling van de Humanisering en de Bevordering van de Arbeid, een onderdeel van de administratie van de Algemene Diensten en de Communicatie, en de directie van de Demonstratiewerkplaatsen, een onderdeel van de afdeling van de Veiligheid en de Arbeidsecologie van de administratie van de Arbeidsveiligheid (nu de directie van de Modelwerkplaatsen) (zie organogrammen p. 50 en p. 51). De afdeling van de Humanisering en de Bevordering van de Arbeid bestond uit twee directies, met name de directie van de Humanisering van de Arbeid (nu de directie van de Gedragscommunicatie) en de directie van de Huldiging van de Arbeid (nu de directie van de Eretekens). Aan deze afdeling en directie werd nog het Ervaringsfonds toegevoegd. De afdeling van de Humanisering en de Bevordering van de Arbeid ontstond in 1999 als rechtsopvolger van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Arbeid. Dit commissariaat bestond uit twee secties, met name Menselijke Problemen van de Arbeid (werd in 1999 omgevormd tot directie van de Humanisering van de Arbeid) en Huldiging van de Arbeid (werd in 1999 directie van de Huldiging van de Arbeid). Het Commissariaat-Generaal vindt zijn oorsprong in het in 1945 opgerichte Algemeen Regeringscommissariaat voor de Bevordering van de Arbeid.24 Het Regeringscommissariaat werd ingesteld bij het kabinet van de Eerste minister en werkte onder zijn controle. Dit commissariaat werd opgeheven en vervangen door een Algemeen Commissariaat voor de Bevordering van de Arbeid door de besluitwet van 4 november 1946 houdende instelling bij het ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg van het Algemeen Commissariaat voor de Bevordering van de Arbeid.25 Tot 1953 behoorde dit commissariaat niet tot een specifieke administratie in het ministerie en stond het op zichzelf. In 1953 werd het een onderdeel van het Secretariaat-Generaal van het toenmalige ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg.26 In 1957 werden de eretekens toegevoegd aan het Secretariaat-Generaal en meer bepaald aan de bevoegdheid van het commissariaat.27 In 1963 kreeg het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Arbeid het statuut van een

20 B.S., 01/08/1991. 21 B.S., 29/08/2002. 22 B.S., 12/05/2006. 23 Ministerieel besluit van 20 december 2002 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 3 februari 2002 houdende oprichting van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (B.S., 14/01/2003). 24 Besluitwet van 6 juni 1945 houdende oprichting van een Algemeen Regeringscommissariaat voor de Bevordering van de Arbeid (B.S., 23/06/1945). 25 B.S., 26/02/1946. 26 KB van 11 mei 1953 betreffende de bevoegdheid van de diensten van het ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg (B.S., 13/05/1953). 27 KB van 15 juni 1956 betreffende de bevoegdheid van de diensten van het ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg (B.S., 17/06/1956).

Page 31: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

31

administratie met als secties (afdelingen) Menselijke Problemen van de Arbeid en Huldiging van de Arbeid.28 Deze structuur bleef in voege tot in 1999. A. Directie van de Gedragscommunicatie Deze directie is in 2003 bij de oprichting van de algemene directie Humanisering van de Arbeid ontstaan uit de directie van de Humanisering van de Arbeid (voor 1999 sectie Menselijke Problemen van de Arbeid bij het Commissariaat-Generaal van de Arbeid, cfr. supra). B. Directie van het Ervaringsfonds Het fonds werd opgericht door de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers, art. 22-3429, als Fonds ter bevordering van de kwaliteit van de arbeidsomstandigheden. De activiteiten werden echter pas opgestart in april 2004. De naam werd gewijzigd in Ervaringsfonds door de programmawet van 27 december 2004, art. 129-13630. De doelstellingen van het fonds werden door deze programmawet nader gespecificeerd. Met het KB van 1 juli 2006 tot bevordering van de arbeidsmogelijkheden, de kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden of de organisatie van de arbeid van oudere werknemers in het kader van het Ervaringsfonds31 werd de doelgroep van het fonds verruimd en de subsidiemogelijkheden herbekeken. C. Directie van de Eretekens32 De oorsprong van de eerste eretekens moet worden gesitueerd bij de tentoonstellingen van nijverheidsproducten. Deze moesten de werknemers van alle categorieën arbeidszin en stielkennis bijbrengen, maar ze hielden ook een officiële erkenning in van hun professionele verdiensten. Aanvankelijk waren die eervolle onderscheidingen een bekroning voor de kwaliteit van de tentoongestelde voorwerpen en werden ze hoofdzakelijk verleend aan bedrijfsleiders. Op 7 november 1847 werden dan bij koninklijk besluit33 ten behoeve van de werklieden en ambachtslui “medailles” ingesteld om “al degenen te onderscheiden en te belonen die hun kennis, hun talent, hun toewijding, hun vaardigheid en hun ideaal ten dienste van de arbeid zouden stellen”. De medailles werden aanvankelijk uitgereikt door het ministerie van Binnenlandse Zaken en zijn nu gekend onder de naam “Eretekens van de Arbeid”. In de 19de eeuw werden ook de Nationale Orden gecreëerd: de Leopoldsorde in 1832, de Kroonorde in 1897 en tenslotte de Orde van Leopold II in 1900. Deze Orden werden op hun beurt ingedeeld in graden, waaronder deze van Ridder, Officier, Commandeur en Grootofficier in de drie Nationale Orden, de titel van Grootkruis in de Orde van Leopold II en de Kroonorde evenals het Grootlint van de Leopoldsorde. Verder kennen we ook nog de Palmen en de Medailles. Sedert 1932 worden er Nationale Orden verleend aan werknemers die reeds drager zijn van het Ereteken van de Arbeid eerste klasse. Uit hoofde van “arbeid” worden de Gouden Medaille en de Gouden Palmen der Kroonorde toegekend. Bij koninklijk besluit van 3 augustus 1970 werden de Penningen voor beroepsactiviteit ingesteld ten gunste van werknemers die voldoen aan de voorwaarden om een Nationale Orde te bekomen, maar deze niet kunnen ontvangen omdat ze reeds, in een andere hoedanigheid, een ereteken in de Nationale Orden van gelijke of hogere rang bezitten. Tot slot eren de Beroepsverenigingen sedert 1903 hun meest toegewijde ijveraars en beheerders door het toekennen van bijzondere eretekens.

28 KB van 28 augustus 1963 tot vaststelling van het organiek kader van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid (B.S., 06/09/1963). 29 B.S., 15/09/2001. 30 B.S., 31/12/2004. 31 B.S., 01/08/2006. 32 JANSSENS L., Archieven van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie inventarissen 3: Secretariaat-Generaal van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Serie Koninklijke Besluiten betreffende de eretekens (1897-1970), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 361), 2005, pp. 11-12. Wegwijs in … de eretekens van de arbeid, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, pp. 9-10. www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=280. 33 B.S., 08/11/1847.

Page 32: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

32

Sinds april 2003 valt de directie van de Eretekens onder de afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk. In de periode 1999-2003 stond de directie bekend als dienst van de Huldiging van de Arbeid bij de afdeling van de Humanisering en de Bevordering van de Arbeid. Vóór 1999 viel de huldiging van de arbeid onder het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Arbeid. In 1957 vervoegde de dienst Huldiging van de Arbeid het Commissariaat-Generaal (overgeheveld van de Algemene Administratieve Diensten). In de periode 1953-1957 was het een onderdeel van de Algemene Administratieve Diensten. Vóór WO II behartigde een sectie van het Algemeen Secretariaat de dossiers van de eretekens. In 1938 werd de bevoegdheid inzake eretekens overgedragen van de algemene directies van het Nijverheidswezen, van het Nijverheids- en Beroepsonderwijs, van de Arbeid en van het Maatschappelijk Verzekerings- en Voorzorgswezen aan de Algemene Secretarie. Er zijn verschillende diensten die zich met de toekenning van de genoemde onderscheidingen hebben bekommerd. Onderstaand volgt een overzicht per onderscheidingsteken, in chronologische volgorde vóór 195334: a) beroepsverenigingseretekens 1904 Arbeidsambt 1906 Arbeidsambt (6e afdeling, Coöperatieverenigingen. Vakverenigingen) 1912-1913 Arbeidsambt (1e afdeling, Statistiek. Algemene Zaken) 1914 Ambt voor Maatschappelijke verzekering en Voorzorg (3e afdeling, Arbeidsbeurzen,

Werklozenkassen, Vakverenigingen, Coöperatieverenigingen) 1919 Arbeidsambt (1e afdeling, Vakverenigingen) 1927 algemene Directie van het Arbeidswezen (1e afdeling, Arbeidsdienst) 1937 algemene Directie van het Arbeidswezen (1e afdeling, dienst der Beroepsverenigingen) (1946)1950 Betrekkingen tussen Bedrijfshoofden en Werknemers (dienst van de Nijverheidseretekens) b) nijverheidseretekens 1906 directie Nijverheid 1912-1913 administratie Nijverheid 1919 Arbeidsambt (1e afdeling, Vakverenigingen) 1920 Algemeen Secretariaat 1927 Algemeen Secretariaat (7e afdeling, Decoratiedienst) 1938 Algemeen Secretariaat (4e afdeling, Nijverheidseretekens) 1946 Betrekkingen tussen Bedrijfshoofden en Werknemers (dienst van de Nijverheidseretekens) c) nationale orden 1919 Algemeen Secretariaat (dienst der Eretekens) 1927 Algemeen Secretariaat (7e afdeling. Decoratiedienst) (1946) 1950 Betrekkingen tussen Bedrijfshoofden en Werknemers(dienst van de Nijverheidseretekens) d) burgerlijke eretekens 1919 Algemeen Secretariaat (dienst der Eretekens) Vanaf 1953 gemeenschappelijk: 1953-1957 Algemene Administratieve Diensten: eretekens; 1957-1999 Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Arbeid: Huldiging van de Arbeid; 1999-2003 afdeling van de Humanisering en de Bevordering van de Arbeid: dienst Huldiging van de

Arbeid; 2003-heden afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk: directie van de Eretekens. D. Directie van de Modelwerkplaatsen35 Begin jaren 1960 groeide het idee om een demonstratiewerkplaats op te richten. De wet van 11 juli 1961 betreffende de waarborgen inzake veiligheid voor machines36 was de directe aanleiding voor overleg in BENELUX-verband. Men wou tot een gemeenschappelijke wetgeving komen met 34 Janssens L., op. cit., pp. 9-11. 35 De demonstratiewerkplaatsen voor veilig werken, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2009, pp. 7-8. Interview met dhr. Wilfried Mariën (30 maart 2008). 36 B.S., 24/07/1961.

Page 33: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

33

betrekking tot de veiligheid voor houtbewerkingsmachines. In 1968 gaf dit de aanleiding tot de oprichting van een modelwerkplaats voor houtbewerking bij het toenmalige ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Om de oorzaken van arbeidsongevallen grondiger te onderzoeken, werd er eveneens een laboratorium voor destructief en niet destructief metaalonderzoek opgericht. De toen gebruikte metaalbewerkingsmachines bleken al vlug een aantal tekortkomingen te vertonen op gebied van veiligheid, en dit zowel op vlak van machineontwerp als bij de exploitatie ervan. Hieruit ontstond het initiatief om via de oprichting van een demonstratiewerkplaats voor metaalbewerking een aantal wijzigingen en aanpassingen door te voeren om een veiliger gebruik van deze arbeidsmiddelen te waarborgen. Beide werkplaatsen hadden aanvankelijk een dubbel doel. Enerzijds werd de uitrusting van de machines voor hout- en metaalbewerking en de werkpost lassen in overeenstemming gebracht met de reglementering inzake de arbeidsveiligheid. Dankzij de ervaring en de vooruitgang van de technologie werden verbeteringen aangebracht. Anderzijds moesten deze werkplaatsen de inspecteurs belast met het toezicht inzake het welzijn op het werk de mogelijkheid bieden een opleiding te volgen in verband met deze arbeidsmiddelen. In het begin van de jaren 1970 werden de opleidingen uitgebreid naar andere instellingen en organisaties. Deze hadden vooral belangstelling voor het didactisch aspect en de daar bijhorende uitleg van de voorgestelde beveiliging van de machines. Dit gaf aanleiding tot het ontstaan van opleidingen voor het veilig gebruik van machines. In 1998 werd het SAFE-project opgestart, het actieprogramma voor veiligheid van de Europese Unie. De inrichting van een demonstratielaboratorium voor elektriciteit komt tegemoet aan een reële behoefte en was daarom één van de projecten die gesteund werden door het programma. In 1999 werden de demonstratie-werkplaatsen als directie van de Demonstratiewerkplaatsen in de afdeling van de Veiligheid en de Arbeidsecologie van de administratie van de Arbeidsveiligheid geplaatst. Bij de hervormingen van 2003 werden ze een directie (van de Modelwerkplaatsen) van de afdeling Promotie over het Welzijn op het Werk. 5. Afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk Deze afdeling is in 2003 ontstaan uit de samenvoeging van de afdeling van de Wetenschappen van het Welzijn op het Werk (voor 1999 de Algemene Dienst) van de administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde (met als onderdelen de directie Algemene Zaken, de directie van de Chemische, Fysische en Biologische Risico’s en de directie van het Welzijnsbeleid op het Werk) met onderdelen van de afdeling van de Veiligheid en de Arbeidsecologie van de administratie van de Arbeidsveiligheid (met name werden bevoegdheden van de directie van de Bouw, de directie van de Arbeidsmiddelen, de directie van de Structuren, de directie van de Procesveiligheid en de Drukinstallaties en de directie van de Brand overgedragen inzake het uitwerken en interpreteren van regelgeving) (zie organogrammen p. 51 en p. 52). De afdeling van de Veiligheid en de Arbeidsecologie ontstond in 1999 uit een samenvoeging van de directie van de Algemene Diensten en de directie van de Toegepaste Wetenschappen. 6. Afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk Deze afdeling kwam in 2003 voort uit de directie Algemene Zaken van de afdeling van de Veiligheid en de Arbeidsecologie van de administratie van de Arbeidsveiligheid (zie organogram p. 51). De afdeling van de Veiligheid en de Arbeidsecologie ontstond in 1999 uit een samenvoeging van de directie van de Algemene Diensten en de directie van de Toegepaste Wetenschappen. De bevoegdheden van de huidige afdeling van het Sociaal Overleg over Welzijn op het Werk zaten toen bij de directie van de Algemene Diensten. 7. Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk37 De oprichting van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk door het koninklijk besluit van 27 oktober 200638 heeft geen volslagen nieuw orgaan gecreëerd, maar was de uiting van een opzet dat al van veel vroeger dateert.

37 Informatie verkregen van dhr. M. Raekelboom en opgesteld door dhr. H. Goorden, beiden van de afdeling van Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk en “Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid: 1895-1995”, in: Arbeidsblad. Driemaandelijks tijdschrift van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, 1995, nummer 17, pp. 56-57.

Page 34: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

34

Het eerste spoor van een regeling van sociaal overleg met werknemersafgevaardigden en werkgeversafgevaardigden betreffende preventie en bescherming op het werk is te vinden in het koninklijk besluit van 6 maart 1936 tot reorganisatie van de dienst van de Arbeidsinspectie.39 Door artikel 68 van dit besluit werd een Raad van Bescherming van den Arbeid opgericht. Daarover zegt de Voordracht aan den Koning bij dit besluit het volgende: De raad van bescherming van den arbeid vormt geen nieuwen dienst; hij beoogt de bepaling van den vorm van een der takken van den technischen dienst die er in bestaat de technische reglementering van den arbeid aan de behoeften en de vereischten der industriële bedrijvigheid aan te passen … Door artikel 68 wordt een raad voor de bescherming van den arbeid ingesteld. De bestudeering der wijzigingen der reglementen gebeurt thans in vergaderingen van de inspecteurs maar vaak worden vertegenwoordigers der belanghebbende nijverheden vooraf geraadpleegd. Het artikel beoogt het bestendigen en verplicht maken van deze handelwijze. Daar het werk der leden van deze raad onbezoldigd kan blijven, zal daar niet de minste uitgave voor de Schatkist uit voortspruiten. Deze methoden van arbeiden heeft het voordeel de belanghebbenden te doen deelnemen aan het opmaken der reglementen; deze zullen niet meer het voorwerp uitmaken van critiek na hun publicatie. Het is geen toeval dat deze beslissing in 1936 genomen werd, want ze licht in de lijn van de aanbevelingen van de Internationale Arbeidsorganisatie die in de periode besproken en vastgelegd zijn. De internationale gemeenschap, verenigd in de Internationale Arbeidsorganisatie, had al vroeg begrepen dat een arbeidsinspectie nodig was en dat deze inspectie contacten moest hebben met de werknemers- en werkgeversorganisaties. Dit laatste blijkt duidelijk uit punt 20 van Aanbeveling 20 van 1923 van de IAO (“Aanbeveling betreffende de algemene beginselen voor de organisatie van inspectiediensten opgericht om de toepassing te verzekeren van de wetten en reglementen voor de bescherming van de werknemers”40): En vue d'assurer une coopération entière des employeurs et des travailleurs et de leurs organisations respectives, et afin d'améliorer les conditions touchant la santé et la sécurité des travailleurs, il est désirable que l'inspection consulte de temps à autre les représentants des organisations d'employeurs et de travailleurs sur les meilleures dispositions à prendre à cet effet. Het is duidelijk dat de bedoelde contacten van de inspectie met de werknemers- en werkgeversorganisaties niet alleen te maken hadden met de toepassing van de regelgeving, maar ook met de totstandkoming ervan en dit is tot op heden nog steeds het geval. Deze idee werd verder ontwikkeld in Aanbeveling 31 van 1929 (“Aanbeveling betreffende de preventie van arbeidsongevallen”41): 6. L'expérience dans les divers pays ayant démontré que l'on peut attendre les résultats les plus satisfaisants de la collaboration de toutes les parties intéressées en matière de prévention des accidents, et notamment des patrons et des ouvriers, il est essentiel que les Membres fassent tout ce qui est en leur pouvoir pour développer et favoriser une telle collaboration déjà préconisée par la recommandation sur l'inspection du travail adoptée en 1923. 7. La Conférence recommande que dans chaque industrie ou partie d'industrie le service de l'inspection du travail ou tout autre organisme compétent et les organisations représentatives des employeurs et des travailleurs intéressés tiennent des conférences périodiques dans la mesure ou les circonstances l'exigeront, afin: a) d'étudier et de passer en revue la situation de ladite industrie en ce qui concerne la fréquence et la gravité des accidents, le fonctionnement et l'efficacité des mesures qui ont été prescrites par la loi ou acceptées par l'Etat ou par tout autre organisme compétent d'un commun accord avec les représentants de l'industrie intéressée, ou mises à l'essai individuellement par des employeurs; b) de discuter toutes propositions d'amélioration. 8. La Conférence recommande en outre que les Membres encouragent activement et d'une manière continue l'adoption des mesures favorables à l'amélioration de la sécurité, notamment: (…) b) la collaboration de la direction et des travailleurs de chaque établissement, des organisations patronales et ouvrières de chaque industrie et leur coopération avec l'Etat et les autres organismes intéressés en vue d'améliorer la sécurité par les méthodes et dispositions qui peuvent sembler les mieux adaptées à la situation et aux possibilités des divers pays. Les méthodes suivantes sont proposées comme exemple

38 B.S., 21/11/2006. 39 B.S., 29/03/1936. 40 www.ilo.org/ilolex/french/recdisp1.htm. 41 www.ilo.org/ilolex/french/recdisp1.htm.

Page 35: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

35

et pour examen aux intéressés: nomination d'un contrôleur de sécurité, institution de comités de sécurité dans l'établissement. 20. La Conférence recommande qu'avant d'édicter d'une manière définitive les règlements administratifs pour la prévention des accidents dans une industrie quelconque l'autorité compétente donne aux organisations représentatives d'employeurs et de travailleurs intéressées la possibilité de lui soumettre leur point de vue. In de periode van wederopbouw na WO II zijn vele regelingen van voor de oorlog herzien of opgefrist. Door het besluit van de Regent van 3 december 1946 ter vervanging van het besluit van de Regent van 11 februari 1946 tot instelling van de organen voor veiligheid en gezondheid in de handels- en nijverheidsondernemingen alsmede in de openbare diensten en inrichtingen of diensten en inrichtingen van openbaar nut42 werd de Hoge Raad voor Veiligheid en Gezondheid van de Arbeid opgericht. De bevoegdheden en werking van de Hoge Raad werden vastgelegd door het ministerieel besluit van 17 december 1946.43 Het ministerieel besluit van 29 december 1947 houdende aanduiding van de Hoge Raad voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing der Werkplaatsen om de functies te vervullen van de Raad voor de Arbeidsbescherming44 integreerde bevoegdheden van de Raad van Bescherming van den Arbeid in deze nieuwe Hoge Raad. In 1950 wordt de naam van de Hoge Raad voor Veiligheid en Gezondheid omgevormd tot Hoge Raad voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen.45 In 1999 werd de Hoge Raad grondig hervormd en kreeg het een nieuwe naam, met name de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk.46 In 2006 werd de Hoge Raad nogmaals hervormd en werden de bevoegdheden van enkele commissies en raden, zoals de Commissie voor Sociaal Onderzoek en de Vorming van de Werknemersvertegenwoordigers en de Nationale Adviserende Raad voor de Bevordering van de Arbeid overgenomen door de Hoge Raad.

III. BEVOEGDHEDEN EN ACTIVITEITEN 1. FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg in het algemeen De opdrachten en missie van de FOD werden vastgelegd in het KB van 3 februari 2002 houdende oprichting van de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en werden als volgt geformuleerd47: - de voorbereiding, de bevordering en de uitvoering van het beleid inzake collectieve arbeids-betrekkingen, de begeleiding van het sociaal overleg, de preventie en de verzoening bij sociale conflicten; - de voorbereiding, de bevordering en de uitvoering van het beleid inzake individuele arbeidsbetrekkingen; - de voorbereiding, de bevordering en de uitvoering van het beleid inzake het welzijn op het werk; - de voorbereiding, de bevordering en de uitvoering van het beleid inzake werkgelegenheid, regulering van de arbeidsmarkt en de werkloosheidsverzekering; - de voorbereiding, de bevordering en de uitvoering van het beleid inzake gelijkheid; - ervoor te zorgen dat de tenuitvoerlegging van de bovengenoemde beleidslijnen worden nageleefd en dit via de inspectiediensten die een raadgevende, preventieve en repressieve rol vervullen; - administratieve boetes op te leggen, meer bepaald bij inbreuken op de reglementaire bepalingen die worden bedoeld in de eerste 5 punten van deze paragraaf; - de sensibilisering van de verschillende actoren in de sociale en economische wereld betreffende de humanisering van de arbeid; - de uitdieping van het sociale Europa. 42 B.S., 15/12/1946. 43 B.S., 29/12/1946. 44 B.S., 14/01/1948. 45 Besluit van de Regent van 24 april 1950 tot wijziging van titel V, hoofdstuk II, van het ARAB, goedgekeurd bij besluit van de Regent van 27 september 1947 (B.S., 01/05/1950). 46 KB van 3 mei 1999 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (B.S., 10/07/1999). 47 B.S., 07/02/2002.

Page 36: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

36

2. AD Humanisering van de Arbeid48 De algemene directie Humanisering van de Arbeid staat in voor de voorbereiding, uitwerking, interpretatie en evaluatie van de normen in verband met welzijn op het werk, zoals die begrepen wordt in de basiswetgeving, met inbegrip van de deelname aan de voorbereiding van deze normen op het Europese en het internationale vlak en van de omzetting van de Europese en internationale normen in het Belgisch recht. De afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk staat in voor de concrete uitwerking van deze bevoegdheid. De algemene directie Humanisering van de Arbeid verzorgt tevens de organisatie van het sociaal overleg op onder meer het gebied van de normering inzake welzijn op het werk, met inbegrip van het beheer en de optimalisering van de verschillende procedures voor de erkenning en de goedkeuring van externe actoren die bij het welzijn op het werk zijn betrokken (zoals de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, de organisatoren van de cursussen EHBO enz.). Voor de concrete uitwerking van deze bevoegdheid is de afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk verantwoordelijk, die in dit kader eveneens het secretariaat verzorgt van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk. De algemene directie staat in voor de uitwerking, ontwikkeling en realisatie van acties in verband met promotie, sensibilisering en informatie inzake het welzijn op het werk op Belgisch en internationaal vlak (zoals projecten in het kader van het Europees Sociaal Fonds49), met inbegrip van het ontwikkelen van een strategie en actieprogramma's in verband met de verspreiding en de positieve versterking van “goede praktijken”. Via onder meer het Focal Point staat de algemene directie in voor het behoud en de ontwikkeling van netwerken voor samenwerking en uitwisseling van informatie inzake het welzijn op het werk om een optimalisering van de resultaten van de gedane acties mogelijk te maken. De afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk is belast met een deel van deze opdrachten. Zij organiseert, al dan niet samen met externe partners zoals de Europese Club voor de Gezondheid, wedstrijden, organiseert informatiecampagnes, colloquia en seminaries, reikt de eretekens van de arbeid uit, tracht via het Ervaringsfonds een bijdrage te leveren tot het verhogen van de tewerkstellingsgraad van de oudere werknemers in België en beheert de Modelwerkplaatsen, die opgericht werden in het kader van de promotie van de veiligheid op de werkvloer. In het kader van deze opdrachten verleent de afdeling eveneens ondersteuning aan de provinciale comités voor de bevordering van de arbeid. De opdracht van deze comités bestaat erin om op lokaal vlak de acties van de algemene directie over te nemen. De informatieverspreiding inzake welzijn op het werk en de praktische ondersteuning van het documentatiecentrum BeSwic is een bevoegdheid van de directie van de Algemene Zaken. Deze directie is eveneens belast met de administratieve en technische ondersteuning van de cel Focal Point.

48 De opdrachten van de AD HUA worden beschreven in het managementplan van de algemene directie: Managementplan 2008 AD Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, pp. 8-9. 49 Het Europees Sociaal Fonds werd ingesteld door het verdrag van Rome van 1957 waarmee ook de Europese Economische Unie werd opgericht. Het Fonds heeft als doelstelling de werkgelegenheid en de mogelijkheid tot geografische en professionele mobiliteit te bevorderen. Het streeft ernaar het financieel instrument van de Europese werkgelegenheidsstrategie te zijn. Deze strategie is toegespitst op vier pijlers: inzetbaarheid, ondernemerschap, aanpasbaarheid en gelijke kansen. Het Europees Sociaal Fonds heeft dus als missie de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren en de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te verzekeren. De grote actieterreinen zijn: de bevordering van een actief werkgelegenheidsbeleid; de bevordering van de sociale integratie en de gelijke kansen; de ontwikkeling van opvoedingsmechanismen tijdens het hele leven en de opleidingssystemen om de werkgelegenheidsmogelijkheden te bevorderen en te versterken; de bevordering van competente, opgeleide en flexibele arbeidskrachten; de verbetering van de aanwezigheid van vrouwen op de arbeidsmarkt. Rekening houdend met de bevoegdheidsverdeling inzake werkgelegenheid wordt de tenuitvoerlegging van de steun van het Europees Sociaal Fonds in België gewaarborgd door vijf cellen die afhangen van de volgende overheden: de federale staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. www.meta.fgov.be/detailA_Z.aspx?id=8476 en http://ec.europa.eu/employment_social/esf/index_nl.htm.

Page 37: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

37

Via de directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden is de algemene directie bevoegd voor het organiseren van de uitvoering, de bevordering en de valorisatie van wetenschappelijke studies en onderzoeken uitgevoerd door de universiteiten met betrekking tot het welzijn op het werk. 3. Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk De bevoegdheden en activiteiten van deze Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk zijn vastgelegd in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (“Welzijnswet”), art. 44-47 en 77-78,50 en het KB van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk51. De werkingsregels, het vergaderritme enz. van de Hoge Raad worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement.52 Algemeen gesteld kan men zeggen dat de Hoge Raad bevoegd is voor de arbeidsomstandigheden zoals die vorm krijgen in de verschillende domeinen zoals beschreven door de “Welzijnswet”. Een overzicht van de activiteiten en de uitgebrachte adviezen van de Hoge Raad en bijhorende commissies vindt men in de jaarverslagen van de Hoge Raad, die sinds 2003 op de website van de FOD WASO raadpleegbaar zijn.53

IV. ORGANISATIE EN WERKING 1. Directoraat-generaal Naast het directiesecretariaat, belast met het secretariaat van de directeur-generaal, hangen de cel Kwaliteit en de kwaliteitsmanager rechtstreeks van de directeur-generaal af. Die laatste zijn belast met het uitwerken van een kwaliteitssysteem voor de algemene directie Humanisering van de Arbeid overeenkomstig de norm ISO 9001:2000.54 2. Directie van de Algemene Zaken Deze directie bestaat uit een secretariaat, de cel Informatie en de cel Focal Point. Het secretariaat staat in voor de begroting, het personeel en het secretariaatswerk voor de volledige algemene directie. De cel Informatie verzamelt en stelt ter beschikking alle mogelijke informatie omtrent welzijn op het werk. Het BeSWIC, Belgisch Kenniscentrum over Welzijn op het Werk, een digitaal platform om alle informatie over welzijn op het werk toegankelijker te maken, en het SWIC, een documentatiecentrum dat aan de gebruikers (hoofdzakelijk interne gebruikers van de FOD WASO) geactualiseerde informatie over materies inzake het welzijn op het werk voorstelt, vallen onder deze cel.55 De cel Focal Point, het Belgisch Steunpunt van het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk, coördineert en beheert het nationaal netwerk inzake veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk en behandelt de aanvragen voor ondersteuning van activiteiten in het kader van de Europese Week.56

50 B.S., 18/09/1996. 51 B.S., 21/11/2006. Dit KB vervangt het KB van 3 mei 1999 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (B.S., 10/07/1999). 52 Het huishoudelijk reglement werd goedgekeurd bij MB van 19 juni 2002 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (B.S., 16/07/2002). 53 www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=577. 54 Managementplan 2008 AD Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, p. 9. 55 www.beswic.be en www.swic.be. 56 www.beswic.be/nl/about/partners_beswic/index_html.

Page 38: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

38

3. Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden Deze directie staat in voor de organisatie van de realisatie, de promotie en de valorisatie van de studies en wetenschappelijke onderzoeken over het welzijn op het werk. Gezien het beperkte aantal personeelsleden dat na de diverse hervormingen (cfr. supra) op deze directie bleef werken, beperkt men zich sinds 2008 hoofdzakelijk tot het omkaderen van het wetenschappelijk onderzoek naar de verbetering van de arbeidsomstandigheden.57 4. Afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk De afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk zorgt voor de promotie en de informatieverstrekking met betrekking tot het welzijn op het werk op internationaal en Belgisch niveau. Ze ontwikkelt actieprogramma's over de verspreiding en het gebruik van de “goede praktijken” en netwerken die informatie uitwisselen over het welzijn op het werk. Deze opdrachten worden uitgevoerd door 4 directies, meer bepaald de directie van de Gedragscommunicatie, van het Ervaringsfonds, van de Eretekens en van de Modelwerkplaatsen. A. Directie van de Gedragscommunicatie De directie is bevoegd voor de uitwerking, ontwikkeling en realisatie van acties voor de promotie, sensibilisering en informatie over welzijn op het werk en is belast met het voeren van promotie rond een reeks projecten in het kader van het Europees Sociaal Fonds, zoals bijvoorbeeld de strijd tegen rugpijnen, stress, pesten en ongewenst seksueel gedrag enz. De federale programmatie rond het Europees Sociaal Fonds steunt op een strategie van partnerschap die een meerwaarde op federaal niveau kan opleveren. De projecten worden gedragen door partnerschappen bestaande uit promotoren afkomstig uit de drie gewesten van het land en/of organismen van federale aard die op een zelfde prioriteit werken (sociale partners, de bedrijfswereld, de universiteiten, onderzoekscentra, experten, vrouwenorganisaties, organismen uit de sociale economie, economische en politieke besluitvoerders enz.). De tussenkomst van het Fonds bedraagt 50% van de kosten van de ondersteunde projecten, de rest is ten laste van de overheid van de betrokken lidstaten. In België is voor wat de federale overheid betreft de POD Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid bevoegd voor de financiële afhandeling van de projecten.58 De directie van de Gedragscommunicatie houdt zich bezig met het inhoudelijke aspect van de projecten die zich situeren op het federale beleidsdomein Arbeid. De promotie, sensibilisering en informatieverstrekking omtrent welzijn op het werk, los van de projecten in het kader van het Europees Sociaal Fonds, gebeurt via het organiseren van wedstrijden, informatiecampagnes (zoals de Europese Week59), studiedagen, colloquia en seminaries enz., via het deelnemen met een stand aan beurzen, salons en tentoonstellingen enz.60 In elke provincie bestaat een provinciaal comité voor de bevordering van de arbeid dat voorgezeten wordt door de gouverneur. Hun opdracht is vastgelegd in het KB van 16 februari 1970.61 Het

57 www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=332 en interview met dhr. A. Piette (16 april 2009). 58 COPPIETERS G., Archief van de programmatorische federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding, Sociale Economie en Grootstedenbeleid, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Archiefbeheersplannen en selectielijsten 26), 2009. 59 Sinds 2000 organiseert het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk een Europese Week, een gedecentraliseerde informatiecampagne via welke het Agentschap in de landen van de Europese Unie de aandacht vraagt voor een specifiek thema op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. De Europese Week is een gezamenlijke activiteit van het Agentschap en de nationale Focal Points. Het Agentschap selecteert het onderwerp, coördineert de campagneactiviteiten, verschaft informatie, organiseert de Good Practice competitie op Europees niveau en de Closing Event en biedt ondersteuning om activiteiten op nationaal niveau te stimuleren. De nationale Focal Points bevorderen, stimuleren en organiseren activiteiten op nationaal niveau. Voor de organisatie van de campagnes doet het Focal Point België beroep op de directie Gedragscommunicatie. http://osha.europa.eu/fop/netherlands/nl/euweek. 60 www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=332 en interview met mevr. N. Dery en mevr. S. Gysen (8 april 2009). 61 B.S., 29/04/1970. Voor de gecoördineerde tekst en de aangebrachte wijzigingen: www.meta.fgov.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=4892.

Page 39: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

39

secretariaat wordt waargenomen door een personeelslid van de provinciale administratie, hiervoor aangesteld bij ministerieel besluit. Voor wat het Brussel Hoofdstedelijk Gewest betreft werd op 24 juni 2003 eveneens een Actiecomité voor de Bevordering van de Arbeid in het Brussels Gewest opgericht. Dit comité streeft dezelfde doelstellingen na als de provinciale comités en werkt eveneens in samenwerking met de sociale partners, deskundigen en andere ambtenaren. Het voorzitterschap wordt waargenomen door de directeur-generaal van de algemene directie Humanisering van de Arbeid, het secretariaat door een medewerker van deze directie. De opdracht van deze directie bestaat erin om de onkosten van de leden uit te betalen, om de benoemingen van de leden voor te bereiden en de jaarverslagen, jaarlijkse werkprogramma’s en om de huishoudelijke reglementen te ontvangen en eventueel ter goedkeuring door te sturen aan de minister (zie voornoemd KB van 16 februari 1970). De diverse provinciale comités komen per gewest samen in het Nationaal Opleidingscentrum voor gemeenschappelijke acties. Dit centrum is niet opgericht bij wet of KB, maar is organisch gegroeid. Voor wat Vlaanderen betreft wordt het secretariaat verzorgd door het provinciale comité Limburg te Hasselt. Het archief van de Waalse tegenhanger worden bewaard door de directie Gedrags-communicatie. De Europese Club voor de Gezondheid is de Belgische afdeling van de Europese Vereniging voor de Bevordering van de Gezondheid en heeft als doel de bevordering van de volksgezondheid, waarbij ook aandacht geschonken wordt aan specifieke bevolkingsgroepen. De beroepsarbeid werd in de werkingssfeer van de club geïntegreerd en wordt bij deze doelstelling gesteund door de directie van de Gedragscommunicatie. In die optiek schrijft de Europese Club onder andere in verschillende landen, waaronder België, sinds 1987 een wedstrijd uit. De Prijs beloont onderzoek en realisaties op gebied van preventie in het arbeidsmilieu. Tot slot verzorgen de personeelsleden van deze directie het secretariaat van de afdeling. De rechtsvoorganger van deze directie verzorgde het secretariaat van de Nationale Adviserende Raad voor de Bevordering van de Arbeid. Deze raad werd opgericht door het KB van 16 februari 1970 tot oprichting van een Nationale Adviserende Raad en van provinciale comités voor de bevordering van de arbeid, art. 1-862 en opgeheven door art. 3 van het KB van 23 oktober 2006 tot aanpassing van verschillende koninklijke besluiten naar aanleiding van de herstructurering van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk. De bevoegdheden van de raad (adviezen uitbrengen en voorstellen formuleren inzake de bevoegdheden van het Commissariaat-Generaal voor de Bevordering van de Arbeid) werden overgenomen door de Vaste Commissie Sensibilisatie en Communicatie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk.63 B. Directie van het Ervaringsfonds Het Ervaringsfonds is er op gericht oudere werknemers langer op de arbeidsmarkt te houden en zo een bijdrage te leveren tot het verhogen van de tewerkstellingsgraad van de oudere werknemers in België. Daartoe ondersteunt het fonds projecten binnen bedrijven en sectoren. Bedrijven kunnen betoelaagd worden voor het in kaart brengen van de vergrijzing door het meten en/of diagnosticeren van welzijnselementen in de werkomgeving die bijdragen tot het langer aan het werk blijven van oudere werknemers (meetinstrumenten peilen naar de werkbaarheid van de oudere werknemer en diagnosemethodes detecteren de te verbeteren factoren uit de werkomgeving) en voor projecten die de arbeidsomstandigheden, -voorwaarden en -mogelijkheden van de 45-plussers verbeteren. Bedrijven verkrijgen een toelage op grond van een na een onderzoek goedgekeurde aanvraag. Het fonds kan ook financiële ondersteuning verlenen aan sectoren (paritaire vormingscentra en fondsen voor bestaanszekerheid) die voor hun leden (bedrijven) sensibilisatiecampagnes rond vergrijzing en arbeid ontwikkelen of specifiek voor hun sector meetinstrumenten of diagnosemethodes ontwikkelen en aanbieden. Fondsen voor Bestaanszekerheid kunnen eveneens ondersteund worden bij de toepassing van maatregelen die toelaten over te stappen van een systeem van nachtarbeid in ploegen naar een systeem van dagarbeid, in het kader van CAO nr. 46. Deze sectorale samenwerking wordt in een samenwerkingsprotocol vastgelegd. Basisfilosofie hiervan is uit te gaan van de realiteit van de

62 B.S., 29/04/1970. 63 www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=577.

Page 40: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

40

sector en daarop realistische doelstellingen te bepalen. De nodige middelen om de doelstellingen te bereiken worden overeengekomen en de resultaten afgewogen. Om deze doelstellingen te bereiken verstrekt het Ervaringsfonds raad omtrent het opstarten van initiatieven rond de thematiek zoals het sensibiliseren van de Belgische werk- en arbeidsomgeving rond de vergrijzingsproblematiek, verstrekt het informatie met betrekking tot de toelagen (geldende regelgeving promoten), behandelt het de toelageaanvragen van ondernemingen (van het in ontvangst nemen van de aanvraag, het vertrekken van een advies aan de bevoegde minister enz. tot het uitkeren van de toelage).64 De werking van het Ervaringsfonds wordt geregeld door de wet van 5 september 2001 tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers65 en het KB van 1 juli 2006 tot bevordering van de arbeidsmogelijkheden, de kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden of de organisatie van de arbeid van oudere werknemers in het kader van het Ervaringsfonds66. Aan het Ervaringsfonds is een ergonoom verbonden die belast is met de accreditatie van ergonomische meet- en diagnose-instrumenten. C. Directie van de Eretekens Deze directie is belast met de toekenning van de eretekens aan personen die in ondernemingen door hun dagelijkse activiteiten of door een uitzonderlijke daad een bijdrage hebben geleverd aan de goede werking of verbetering van de maatschappij. Hiervoor behandelt de directie de aanvragen van de arbeidseretekens en toekenning van de hogere Nationale Orden (deze laatste in samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) en bereidt men de ceremonies waar de eretekens worden uitgereikt voor.67 Een voorbeeld van een arbeidsereteken:

Ereteken van de Arbeid eerste klasse.68 64 Het Ervaringsfonds, Brussel, FOD WASO, 2008, pp. 7-8 en interview met mevr. A. Himpens (2 april 2009). 65 B.S., 15/09/2001. 66 B.S., 1/8/2006. 67 www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=332 en interview met mevr. A. Beeckman (2 april 2009). 68 Wegwijs in … de eretekens van de arbeid, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2008, p.12.

Page 41: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

41

Een voorbeeld van Huldepenning voor beroepsactiviteit:

Gouden Penning.69 Een voorbeeld van een Nationale Orde:

Ridder in de Leopoldsorde.70 D. Directie van de Modelwerkplaatsen De directie staat in voor het beheer van de modelwerkplaatsen, opgericht voor de promotie van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers (meer bepaald een demonstratielaboratorium voor elektriciteit, een houtwerkplaats en een metaalwerkplaats) en staat in voor de organisatie van de

69 Idem, p. 15. 70 Idem, p. 21.

Page 42: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

42

bezoeken aan de modelwerkplaatsen van technisch personeel van beroepsverenigingen, van verzekeringsmaatschappijen, van verenigingen van bedrijfsleiders, van preventieadviseurs, arbeids-geneesheren en gespecialiseerde arbeiders, van preventieadviseurs die aanvullende opleidingen volgen en van onderwijzend personeel in het technisch- en beroepsonderwijs en docenten aan hogescholen en universiteiten. In samenwerking met externe actoren, zoals de VDAB, organiseren de modelwerkplaatsen ook praktijkgerichte opleidingen.71

Demonstratiewerkplaats voor houtbewerking.72

Demonstratiewerkplaats voor metaalbewerking.73

71 www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=332 en interview met dhr. W. Mariën (30 maart 2009). 72 De demonstratiewerkplaatsen voor veilig werken, Brussel, FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, 2009, p. 18. 73 Idem, p. 25.

Page 43: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

43

5. Afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk De afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk bereidt de normen (regelgevende teksten) inzake het welzijn op het werk voor, en interpreteert en evalueert deze normen. Ze houdt zich ook bezig met de voorbereiding van die normen op Europees en internationaal niveau en de omzetting van de Europese en internationale normen in Belgisch recht. Concreet betekent dit dat men de uitwerking, opvolging en logistieke ondersteuning verzorgt bij het opstellen en uitvoeren van regelgevende teksten met betrekking tot het welzijn op het werk (veiligheid en gezondheid, pesten op het werk, ergonomie, verfraaiing van de werkplaatsen enz.), de administratieve afhandeling verzorgt van de reglementaire bepalingen inzake welzijn op het werk, onderzoek naar aanvragen voor afwijkingen op de wetgeving verricht enz.74 6. Afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk De afdeling organiseert het sociaal overleg over het welzijn op het werk onder andere op het vlak van de normering inzake het welzijn op het werk. In het kader van deze opdracht verzorgt de afdeling het secretariaat van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk.75 Als secretariaat verleent het de wetenschappelijke, technische, juridische en logistieke ondersteuning (onder andere bewaring van het archief) aan de Hoge Raad en zijn organen (commissies en Uitvoerend Bureau). 76 Daarnaast beheert ze de procedures voor de erkenning en de goedkeuring van de externe actoren die een rol spelen bij het welzijn op het werk, zoals de erkenning van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk77, van de organisatoren van cursussen EHBO78, van artsen-scheidsrechters79, van asbestverwijderende bedrijven80, van de laboratoria voor toxicologisch onderzoek81 enz. De afdeling verleent ook vergunningen voor het zandstralen van oppervlakten of vaste constructies in open lucht82 en voor een afwijking op het verbod voor het gebruik van bepaalde chemische agentia en gevaarlijke stoffen83. 7. Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk De Hoge Raad heeft op de eerste plaats de opdracht om op aanvraag adviezen te geven aan onder andere de bevoegde minister over maatregelen die betrekking hebben op de domeinen omschreven in art. 46 van de wet van 4 augustus 1996 en om alle problemen te onderzoeken die betrekking hebben op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk zoals bepaald in art. 4 van de voornoemde wet (het betreft de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk).84 De Hoge Raad kan echter ook op eigen initiatief aangelegenheden daaromtrent bespreken en daarover advies geven. Hij brengt daarnaast ook advies uit over de jaarverslagen die door de algemene directie 74 www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=332 en interview met mevr. G. Ponnet (9 april 2009). 75 www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=332 en interview met dhr. M. Raekelboom (18 juni 2009). 76 KB van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, art. 42-43 (B.S., 21/11/2006). 77 KB van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, art. 36-44 (B.S., 31/03/1998). 78 ARAB, art. 177. 79 Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S., 13/7/1999) en het KB van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsenscheidsrechters, art. 3-8 (B.S., 03/08/2001). 80 KB van 28 maart 2007 betreffende de erkenning van ondernemingen en werkgevers die sloop- of verwijderingswerkzaamheden uitvoeren waarbij belangrijke hoeveelheden asbest kunnen vrijkomen, art. 5-13 (B.S., 26/04/2007). 81 KB van 31 maart 1992 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden alsmede de criteria voor de uitrusting en werking van de laboratoria en diensten bedoeld in artikel 148decies, 1, § 6, tweede lid, van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming en in artikel 64nonies, tweede lid, van het Algemeen Reglement betreffende de maatregelen op gebied van hygiëne en gezondheid der werknemers in de mijnen, ondergrondse groeven en graverijen, art. 2-6 (B.S., 22/04/1992). 82 KB van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van chemische agentia op het werk, art. 37 (B.S., 14/03/2002). 83 Idem, art. 32-33. 84 KB van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, art. 3, §1 (B.S., 21/11/2006).

Page 44: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

44

Toezicht op het Welzijn op het Werk of door afdelingen/directies van de algemene directie Humanisering van de Arbeid worden opgesteld.85 Tot slot kan de Hoge Raad ook advies uitbrengen over de verslagen die door de overheid worden opgesteld ten behoeve van de Commissie van de Europese Unie met betrekking op de praktische tenuitvoerlegging van de richtlijnen over het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.86 Het Uitvoerend Bureau van de Hoge Raad is belast met de organisatie van de werking van de Hoge Raad, meer bepaald door de agenda van de vergaderingen van de Hoge Raad vast te stellen, de bespreking van de aan de Hoge Raad voor te leggen onderwerpen en ontwerpen van adviezen voor te bereiden, de procedures van onderzoek vast te stellen (bijvoorbeeld door het oprichten van commissies ad hoc en het preciseren van het mandaat van deze commissies), er op toe te zien dat de beslissingen van de Hoge Raad uitgevoerd worden en het in overweging nemen, het verwerpen of het terugzenden voor aanvullende inlichtingen van de voorstellen voorgelegd door de leden van de Hoge Raad of door de vaste commissies of de commissies ad hoc.87 De Vaste Commissie van Deskundigen heeft als opdracht om elk probleem te bestuderen dat betrekking heeft op het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk), dit op verzoek van de bevoegde minister of op verzoek van de Hoge Raad of het Uitvoerend Bureau. Daarnaast brengt deze commissie verslag uit over de huidige stand van zaken op het vlak van de wetenschappelijke en praktische kennis in verband met het welzijn op het werk en kan het voorstellen hieromtrent formuleren.88 De Vaste Commissie Sensibilisatie en Communicatie evalueert de acties inzake communicatie met betrekking tot welzijn op het werk, inzonderheid deze die uitgaan van de afdeling Promotie over het Welzijn op het Werk (cfr. supra), verstrekt adviezen en doet voorstellen inzake de communicatie over welzijn op het werk en meer bepaald inzake de actieplannen betreffende de communicatie door de voornoemde afdeling, verstrekt adviezen betreffende het onderzoek met betrekking tot het welzijn op het werk en betreffende de actieplannen voor het onderzoek opgesteld door de algemene directie Humanisering van de Arbeid, evalueert de uitgevoerde onderzoeken, oefent de functie uit van het Vast Bureau van het Belgisch Steunpunt van het Europese Agentschap voor de Veiligheid en Gezondheid op het Werk (Focal Point, cfr. supra) en formuleert adviezen inzake de toelage voor sociaal onderzoek en voor de vorming van de werknemersvertegenwoordigers in de onderneming.89 Voor deze laatste bevoegdheid zetelen in de Vaste Commissie enkel de vertegenwoordigers van de werknemers-organisaties. De Vaste Operationele Commissie verleent advies inzake de erkenning van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, inzake de erkenning van artsenscheidsrechters, van de externe diensten voor de technische controles op de werkplaats (“de erkende organismen”), van de cursussen preventieadviseurs, van de cursussen coördinatoren tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (veiligheids-coördinatoren) en inzake de subsidieaanvragen in het kader van het Ervaringsfonds.90 Daarnaast kunnen er op verzoek van de Hoge Raad door de minister andere vaste commissies opgericht worden die bevoegd zijn voor een bepaalde bedrijfstak of een welbepaald onderwerp.91 Tot op heden werd enkel een Vaste Commissie Bouw opgericht, bevoegd voor het uitwerken of onderzoeken van onderwerpen betreffende het welzijn van de werknemer in de bouwsector. De samenstelling en de benoeming van de leden van de Hoge Raad en bijhorende commissies gebeuren krachtens de art. 4-13 van het KB van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor 85 Idem, art. 3, §2. 86 Idem, art. 3, §3. 87 Idem, art. 17. 88 Idem, art. 20. 89 Idem, art. 26. 90 Idem, art. 30. 91 Idem, art. 36.

Page 45: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Historisch en institutioneel kader

45

Preventie en Bescherming op het Werk. De leden worden benoemd bij MB. De Hoge Raad bestaat uit een voorzitter, ondervoorzitter, vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties, de directeur-generaal van de AD Humanisering van de Arbeid (of zijn vertegenwoordiger) en een medewerker en de directeur-generaal van de AD Toezicht op het Welzijn op het Werk (of zijn vertegenwoordiger) en een medewerker. De leden van het Uitvoerend Bureau worden gekozen door de Hoge Raad onder zijn leden, net zoals de leden van de Vaste Commissie Sensibilisatie en Communicatie en de leden van de Vaste Operationele Commissie (aangevuld met enkele ambtenaren van de FOD WASO). De leden van de commissies ad hoc worden gekozen uit de leden van het Uitvoerend Bureau, aangevuld met enkele ambtenaren van de FOD WASO en eventueel deskundigen die al dan niet behoren tot de Vaste Commissie van Deskundigen. De samenstelling en de benoeming van de leden van de Vaste Commissie van Deskundigen gebeuren krachtens de art. 19-21 van het KB van 27 oktober 2006. De commissie bestaat uit personen die beroepshalve of ingevolge hun activiteiten bijzonder bevoegd zijn inzake één of meerdere domeinen die behoren tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Ook de directeur-generaal van de AD Humanisering van de Arbeid (of zijn vertegenwoordiger) en een medewerker en de directeur-generaal van de AD Toezicht op het Welzijn op het Werk (of zijn vertegenwoordiger) en een medewerker zetelen in deze commissie. Het secretariaat, verzorgd door de afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk (cfr. supra), staat in voor het goede verloop van de vergadering van de Hoge Raad en bijhorende commissies en het Uitvoerend Bureau door het opstellen van de agenda’s, de notulen van de vergaderingen en de adviezen en het verzenden ervan. Het secretariaat bewaart het archief, doet opzoekingen omtrent de onderwerpen die behandeld worden door de Hoge Raad en verstrekt op verzoek de nodige inlichtingen, bereidt het jaarverslag voor, stelt ontwerpadviezen op enz.92

92 Idem, art. 42.

Page 46: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 47: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

47

ORGANOGRAMMEN93

FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (2003-heden)

93 Er werd geopteerd om de organogrammen in omgekeerd chronologische volgorde te presenteren (vertrekkend vanaf de huidige situatie) en slechts tot 1995 terug te gaan met de organogrammen. Voor de oudere organogrammen kan men terecht in: TERRIZZI R., Les ministères de l'Emploi et du Travail et de la Prévoyance sociale (1895-1990). I. Étude structurelle de l'administration centrale et répertoire des organes y attachés, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 28), 1993.

Page 48: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Organogrammen

48

Algemene directie Humanisering van de Arbeid (2009) De selectielijst, opgesteld volgens het structurele model, volgt het huidige organogram.

Directeur-generaal

Afdeling normen Welzijn op het werk

Afdeling promotie Welzijn op het werk

Afdeling sociaal overleg Welzijn op

het werk

Directiesecretariaat Directie algemene zaken

Directie onderzoek verbetering

arbeidsvoorwaarden

Secretariaat Cel informatie Cel focal point

Cel Kwaliteit

Cel wetgeving Cel arbeidsveiligheid, ergonomie Cel arbeidgezondheid,- hygiëne

Secretariaat

Directie eretekens Directie modelwerkplaatsen

Directie gedragscommunicatie

Ervaringsfonds

Secretariaat

Secretariaat Hoge Raad

Secretariaat erkenning commissies

Secretariaat

Page 49: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Organogrammen

49

Ministerie Tewerkstelling en Arbeid94 (2000-2002)

94 Overzicht toenmalige administraties en afdelingen met in het rood de aanduiding van de rechtsvoorgangers van de huidige afdelingen en directies (geeft een algemeen beeld van de vorming van de AD Humanisering van de Arbeid).

Page 50: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Organogrammen

50

Administratie van de Algemene Diensten en de Communicatie (2002)

afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk directie van de Gedragscommunicatie Maakt geen deel uit van de AD HUA

directie van de Eretekens

Page 51: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Organogrammen

51

Administratie van de Arbeidsveiligheid (2002)

Sommige diensten bij de AD TWW, anderen bij de AD HUA: - afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk met het secretariaat van de Hoge Raad Preventie en Bescherming op het Werk - cel Focal Point (directie van de Algemene Zaken) cel Informatie (directie van de Algemene Zaken) directie van de Modelwerkplaatsen Wat reglementering betreft is bij de AD HUA gekomen: afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk

Page 52: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Organogrammen

52

Administratie van de Arbeidshygiëne en de Arbeidsgeneeskunde (2002)

afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk

Page 53: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Organogrammen

53

Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid (1995)

Page 54: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 55: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

55

ARCHIEFVORMING EN ARCHIEFBEHEER

I. ALGEMENE ANALYSE VAN DE ARCHIEFVORMING De dossiervorming bij de algemene directie Humanisering van de Arbeid gebeurt nog grotendeels op papier. Bepaalde processen worden wel digitaal uitgevoerd, maar de belangrijkste documenten worden afgeprint en in de dossiers opgeborgen. Via “HUMREG”, het registratiesysteem van de algemene directie, bestaat er een toegang op de belangrijkste archiefreeksen gevormd door de diverse afdelingen en directies. De algemene directie beschikt over een eigen map (“HUM”) op de gemeenschappelijke server van de FOD WASO (“T-schijf”). De toegang tot deze map en haar submappen is beperkt. De personeelsleden kunnen enkel de mappen van hun eigen afdeling/directie op de server raadplegen. Elke afdeling/directie heeft haar eigen map. In de mappen van de diverse afdelingen/directies zijn de submappen niet echt gestructureerd. Er zijn documenten op diverse plaatsen te vinden, er zijn veel kladversies van documenten, er staan persoonlijke documenten op, net zoals massa’s documentatie, er zijn lege mappen te vinden enz. Het lijkt aangewezen om meer structuur aan te brengen en overbodige documenten zoals kladversies, dubbels enz. te verwijderen en een gemeenschappelijke politiek te ontwikkelen inzake het gebruik van de server (welke documenten zet men erop, welke benaming geeft men eraan enz.). De semidynamische dossiers bevinden zich grotendeels in de bureaus van de diverse personeelsleden van de algemene directie of in archiefruimten op de zesde verdieping van het gebouw, waar ook de personeelsleden gevestigd zijn. De archiefruimten zijn meestal afgesloten voor onbevoegden. Uitzonderlijk werden in deze ruimten ook statische archieven gevonden, die beter overgebracht zouden worden naar de archiefkelder. In deze ruimten werden naast de archieven ook vaak andere zaken aangetroffen, zoals voorraden, publicaties enz. Het lijkt aangewezen om een duidelijk onderscheid te maken tussen archiefruimten enerzijds en voorraadruimten anderzijds. Voor wat de statische archieven betreft, beschikt men in de kelder van de FOD over een archiefruimte met verrijdbare rekken. De algemene directie Humanisering van de Arbeid kreeg enkele rekken toegekend met een totale capaciteit van zo’n 500 strekkende meter, waarvan reeds zo’n 400 meter is ingenomen. Zo goed als alle statische archieven zijn opgeborgen in archiefdozen van het Rijksarchief met op de etiketten een verwijzing naar de bevoegde dienst en een summiere inhoudsbeschrijving. Van bepaalde reeksen bestaat een gedetailleerde inventaris (tot op stukniveau!). Een 20-tal meter wordt ingenomen door documentatie en wordt best verwijderd. Voor bepaalde reeksen (cfr. infra) wordt er op regelmatige basis, met een permanente toestemming van de Algemeen Rijksarchivaris, een selectie uitgevoerd. Voor wat enkele reeksen van vóór 2003 betreft, is het niet altijd even duidelijk, gezien de ontstaansgeschiedenis van de algemene directie, of de documenten nu tot de algemene directie Humanisering van de Arbeid, dan wel tot de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk behoren. Deze reeksen werden geïdentificeerd en opgenomen in de selectielijst. Indien het wel duidelijk was dat de documenten niet tot het takenpakket van de algemene directie Humanisering van de Arbeid behoren, werd in de selectielijst opgenomen dat de dossiers dienen overgedragen te worden aan de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk. Op een aantal archiefdozen, die naar de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk zouden moeten overgedragen worden, werd reeds de aanduiding “TWW” aangebracht. De directie van de Gedragscommunicatie van de afdeling Promotie van het Welzijn beschikt over verrijdbare rekken voor haar statische archieven op één van de gangen van de vijfde verdieping van het gebouw. De directie zelf zit op de zesde verdieping. De rekken zijn op slot gezet zodat enkel bevoegden toegang hebben.

Page 56: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

56

Gezien de regelmatige selecties die uitgevoerd worden, verwacht men niet onmiddellijk plaatsgebrek voor de opslag van statische archieven. Dit plaatsgebrek zou wel kunnen optreden indien er weer op regelmatige basis medische dossiers (cfr. infra) binnengebracht worden.

Verrijdbare rekken in de archiefruimte in kelder van de FOD WASO. In één van de werkruimten van de directie van de Modelwerkplaatsen staat een kluis waar de back-ups van de digitale documenten op de servers van de FOD WASO bewaard worden. Deze directie is één van de weinige diensten die niet gevestigd zijn in het gebouw in de Ernest Blerotstraat 1 te 1070 Brussel (Zuidstation), maar in de WTC III aan de Simon Bolivarlaan 30 te 1000 Brussel (Noordstation). Voor de veiligheid worden deze back-ups hier bewaard. II. TOELICHTING BIJ HET CONCEPT SELECTIE VAN ARCHIEVEN In de inleiding wezen we op het belang van overheidsarchieven. Dit betekent echter niet dat deze na het verstrijken van de administratieve bewaartermijn in hun geheel in aanmerking komen voor definitieve bewaring. Sinds enkele decennia worden openbare besturen geconfronteerd met een aanzwellende archiefmassa. Ondanks de toenemende automatisering kampen vele administraties met overvolle archiefruimtes. Een enquête uitgevoerd door het Rijksarchief in april 2006 wees uit dat de federale en programmatorische overheidsdiensten samen bijna 300 strekkende kilometer archief bewaren.95 Het Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën beheert momenteel al een 220-tal kilometer bescheiden en jaarlijks komt daar nog eens 6 à 7 kilometer bij. Archiefselectie en archiefvernietiging zijn dan ook noodzakelijk. Niet alleen vanwege het plaatsgebrek en de hoge financiële kosten voor conservering, maar ook omwille van de toegankelijkheid van het archief. Door alle documenten te bewaren, verliest men zicht op wat relevant is. De selectieve vernietiging van 95 Resultaten van de enquête over de archieven bij de federale en programmatorische overheidsdiensten, april 2006.

Page 57: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

57

minder belangrijke archiefbescheiden is van essentieel belang voor de beheersbaarheid en de toegankelijkheid van het archief; ze stelt het Rijksarchief in staat om stukken met een permanente waarde op een verantwoorde wijze te bewaren en te ontsluiten. Het bepalen van de definitieve bestemming van een archiefreeks (bewaren of vernietigen) gebeurt doorgaans op basis van inhoudelijke criteria. Documenten met een grote bewijs- of informatiewaarde (beleidsdocumenten zoals notulen van beslissingsorganen, of bescheiden die informatie over de werking in synthetische vorm weergeven zoals jaarverslagen en statistieken, of beleidsvoorbereidende documenten inzake de uitwerking van wet- en regelgeving enz.) komen in aanmerking voor permanente bewaring; documenten die de neerslag vormen van routinematige, ondersteunende taken (zoals personeelsbeheer, financieel of materieel beheer) worden meestal aan een nadere selectie onderworpen of gewoonweg vernietigd. Bij de waardering van de informatie wordt ook rekening gehouden met het zogenaamde bewaarniveau.96 In een overheidsorganisatie komt het frequent voor dat dezelfde informatie op meerdere plaatsen wordt bewaard, zij het niet noodzakelijk in dezelfde vorm. De informatie zal bij voorkeur op die plaats bewaard worden waar de informatie hetzij het volledigst, hetzij het best toegankelijk is. Elders bewaarde ontwerpen en afschriften kunnen worden vernietigd. We geven een voorbeeld: de “dossiers inzake de vergaderingen van het directiecomité van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg” komen we tegen op diverse niveaus van de FOD WASO (bij de diensten van de voorzitter en bij de verschillende directeurs-generaal). Op het niveau van de diensten van de voorzitter dienen ze bewaard te worden, in deze selectielijst krijgen ze de bestemming “vernietigen”. In het bewaarbeleid wordt ten slotte ook rekening gehouden met de ouderdom van de stukken, met de omvang van de reeksen, en met vernietigingen die in het verleden mogelijk hebben plaatsgevonden.97 De verantwoording van de selectiebeslissing vindt men terug in bij de toelichting van de belangrijkste archiefreeksen en/of in het opmerkingenveld van de selectielijst zelf. III. TOELICHTING BIJ DE BELANGRIJKSTE ARCHIEFREEKSEN A. Directoraat-generaal A.1. Algemeen - “HUMREG” (2008-heden) en “Registry” (2003-2008): “HUMREG” is de databank waarin de briefwisseling en de lopende en behandelde dossiers van de algemene directie worden ingeschreven. Men werkt sinds 2008 met deze databank. Voorheen gebruikte men “Registry” (kan men nog steeds raadplegen). De gegevens in deze laatste databank werden allen omgezet naar “HUMREG”. In 2003 werd op vraag van de directeur-generaal van de algemene directie Humanisering van de Arbeid het registratiesysteem “Registry” uitgewerkt. In 2008 startte op de FOD het registratiesysteem “PRINCE”. Hier wordt echter heel wat minder informatie in opgenomen als in “Registry”. Daarom werd een registratiesysteem opgestart dat “PRINCE” en “Registry” koppelt en dat werd “HUMREG”. Bij de afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk dient de databank als toegang op de reeksen met als naam reeksen “L”, “A”, “D”, “Litiges”, “I”, “LEur”, “B”, “QR” en “PL”. In “HUMREG” kan men zoeken op bijv. koninklijk besluit, kunnen er lijsten getrokken worden enz. Aangezien de informatie vanuit “Registry” overgezet werd naar “HUMREG” kan deze eerste vernietigd worden. “HUMREG” dient echter, net zoals de handleiding, definitief bewaard te worden als een toegang op de dossiers gevormd in de diverse afdelingen en directies van de algemene directie.

96 Het bewaarniveau wordt gedefinieerd als “het niveau of onderdeel van een organisatie, waar de archiefbescheiden in hoofdzaak zijn behandeld of waar de archiefbescheiden met bewijskracht naar buiten zijn gevormd, en waar bijgevolg de archiefbescheiden moeten bewaard worden”. COPPENS H., Archiefterminologie (AT2), Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Miscellanea Archivistica. Studia 53), 2004, p. 44. 97 DROSSENS P., Archieven van de buitendiensten van het directoraat-generaal Penitentiaire Inrichtingen. Archiefselectielijst, Brussel, Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën (Archiefbeheersplannen en selectielijsten 32), 2009, p. 51-52.

Page 58: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

58

A.2. Directeur-generaal en secretariaat DG - Jaarverslagen van de diverse afdelingen en directies van de algemene directie Humanisering van de Arbeid (2003-heden): De meeste afdelingen en directies van de algemene directie Humanisering van de Arbeid die een jaarverslag maken, sturen dit op naar de directeur-generaal. Deze worden echter nog niet consequent op dit niveau bijgehouden. Het lijkt aangewezen om dit in de toekomst wel te doen. Hetzelfde geldt voor “de notulen van de stafvergaderingen van de diverse afdelingen en directies van de algemene directie Humanisering van de Arbeid” (2003-heden). De centrale bewaring vermijdt dat de jaarverslagen en notulen op een lager niveau verloren gaan. Een andere mogelijkheid is om een gemeenschappelijke map te voorzien op de “T-schijf” waar deze documenten op een uniforme wijze in ondergebracht worden. - Teksten van lezingen geschreven in opdracht van en voor de bevoegde minister (2006-heden): De teksten worden opgesteld in opdracht van de bevoegde minister. Ze worden doorgestuurd naar het kabinet, dat er al dan niet zaken aan verandert vooraleer de minister de lezing geeft. De door het kabinet gereviseerde teksten zijn niet aanwezig in deze reeks. - Dossiers inzake de vergaderingen van het beheerscomité van de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (1989-heden): Dhr. Deneve is regeringscommissaris van de minister van Werk in dit comité. Ik opteer ervoor om als definitieve bestemming “vernietigen” te plaatsen en de dossiers, net zoals de andere reeksen in verband met het beheerscomité, te laten bewaren op het niveau van het secretariaat van het beheerscomité. Het beheerscomité neemt de strategische leiding waar van de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen, een openbare instelling van sociale zekerheid belast met de uitbetaling van uitkeringen aan onvrijwillig werklozen en andere gelijkgestelde categorieën. In het beheerscomité zetelen vertegenwoordigers van de staat en van werkgevers- en werknemersorganisaties.98 - Documentatie betreffende de verschillende afdelingen en directies van de algemene directie Humanisering van de Arbeid (2003-heden): De directeur-generaal verzamelt documentatie van en over de diverse afdelingen en directies van zijn algemene directie of hun bevoegdheden (persknipsels, uittreksels B.S. enz.). Deze kopieën worden bewaard per afdeling/directie. B. Directie Algemene Zaken B.1. Secretariaat - Reeksen met afkorting (DA/…/) (2003-heden): Algemeen klassement van het secretariaat van de directie Algemene Zaken. De meeste documenten zijn niet interessant om te bewaren. Het betreft immers hoofdzakelijk werkdocumenten en kopieën. B.2. Cel Informatie - Dossiers inzake de samenwerking met externe partners voor de uitbouw van de portaalsite BeSwic (2009-heden): Bevat lastenboek, briefwisseling, overeenkomsten enz. - Dossiers inzake de uitbesteding van de opmaak en het onderhoud van de website van BeSwic aan Prevent VZW (2001-2008): Bevat protocol van de samenwerking, verslagen van vergaderingen, statuten van Prevent VZW (kopie uit B.S.) enz. Het contract liep tot 2007. Op dit moment onderhoudt de administratie zelf de website, maar loopt er een procedure om bepaalde elementen opnieuw uit te besteden.

98 www.hvw.fgov.be.

Page 59: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

59

- Dossiers inzake de samenwerking met externe partners voor de input van informatie, in casu Prevent VZW, op website BeSwic (2008-heden): Het beheer van de website is in handen van de administratie. Men doet enkel nog beroep op een externe partner voor inhoudelijke input inzake welzijn op het werk. Deze reeks bevat onder andere verslagen van vergaderingen, bestek enz. - Dossiers inzake de vergaderingen van het begeleidingscomité FOD WASO - Prevent VZW (2006-heden): In dit begeleidingscomité wordt de samenwerking tussen de administratie en Prevent VZW besproken. B.3. Belgisch Steunpunt (Focal Point) Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk Er zijn zo goed als geen documenten bewaard uit de periode vóór 2001. Het Europees Agentschap en de lokale antennes waren toen in volle opbouw. De documenten die toch bewaard werden betreffen hoofdzakelijk notulen van vergaderingen. Al deze documenten kunnen teruggevonden worden op het intranet van het Europees Agentschap. - Dossiers inzake de vergaderingen van “Focal Point Meeting” (1998-heden): In deze vergadering zitten per land de afgevaardigden bij het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk samen. - Dossiers inzake de aanvragen voor subsidies voor activiteiten in het kader van de Europese Week (2001-2007): In de dossiers vindt men briefwisseling, notulen van vergaderingen, verantwoordingsstukken, activiteitenverslagen, documentatie enz. Tot in 2007 kreeg men subsidies voor de activiteiten in het kader van de Europese Week van het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk. Per land werd een maximum bedrag vastgelegd dat kon uitgegeven worden. In 2008 veranderde de situatie en kreeg men enkel nog ondersteuning. - Dossiers inzake de aanvragen voor ondersteuning van activiteiten, producten in het kader van de Europese Week (2008-heden): In plaats van de subsidies kwam een systeem waarbij men beschikt over een fictief bedrag voor de ondersteuning van activiteiten (IT-ondersteuning, diensten voor organisatie van colloquia, persmomenten enz. en producten (gadgets, USB sticks en andere promotiemateriaal)) in het kader van de Europese Week. C. Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden99 In september 2008 verhuisde de directie vanuit de Eendrachtstraat naar de huidige locatie aan het Zuidstation. Deze verhuis ging gepaard met een vermindering van het aantal taken en personeelsleden (er blijft slechts één voltijdse equivalent over). Dit bleef niet zonder gevolg voor de archiefvorming. Gezien men enkel nog de omkadering van het wetenschappelijk onderzoek omtrent de verbetering van de arbeidsomstandigheden verzorgt, werd er beslist om alle documenten in één (papieren) dossier te bewaren (“dossiers inzake de omkadering van het wetenschappelijk onderzoek naar de verbetering van de arbeidsomstandigheden”), meer bepaald het lastenboek, de ingekomen offertes, boekhoudkundige documenten, briefwisseling, notulen van vergaderingen (begeleidingscomité), evaluaties van het onderzoek, rapporten en publicaties voortkomend uit het onderzoek enz. Dit documentbeheer werd met terugwerkende kracht voor de lopende dossiers vanaf 2007 toegepast. Bij de verhuis nam men contact op met het Algemeen Rijksarchief en verkreeg men enerzijds een machtiging tot vernietiging van archieven en werden er anderzijds archieven overgedragen aan het

99 Zie ook inventaris die Kathleen Devolder op het moment van de redactie van deze selectielijst aan het maken is. Het betreft een inventaris van de archieven van de rechtsvoorgangers van deze dienst, met name het Nationaal Onderzoeksinstituut voor Arbeidsomstandigheden (zie “Historisch en institutioneel kader”).

Page 60: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

60

Algemeen Rijksarchief in april 2008.100 Bij deze overdracht werden de archieven van de directie en haar voorgangers tot in 2002 overgedragen. Voor wat de archieven voor de periode 2003-september 2008 betreft, dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen de digitale (persoonlijke) bestanden en het papieren (secretariaats)archief. Voor de documenten in deze laatste categorie, ontsloten via een plaatsingslijst en met een omvang van zo’n 12 strekkende meter, werden de selectiebeslissingen overgenomen die opgesteld werden naar aanleiding van de overdracht van de statische archieven van de dienst (en diens rechtsvoorgangers) (cfr. supra). De digitale bestanden (presentaties, voorbereidende stukken voor de publicaties, enquêtes gehouden in het kader van hun onderzoek enz.) zijn te fragmentarisch om te bewaren. Enkel de publicaties van de diverse onderzoeken zijn volledig en dienen bewaard te worden. D. Afdeling van de Promotie van het Welzijn op het Werk D.1. Secretariaat - directie van de Gedragscommunicatie - Dossiers inzake de ondersteuning verstrekt aan andere directies en afdelingen van de FOD WASO en voorgangers inzake de organisatie van evenementen (circa 1950-2003): Bij gebrek aan een centrale dienst voor de organisatie voor evenementen werd de directie gecontacteerd omdat deze ervaring had met het organiseren van evenementen. Sinds 2003 kan men hiervoor terecht bij de afdeling van de Communicatie en de Vertalingen (diensten van de voorzitter). Stukken betreffende de activiteiten in het kader van het Europese Sociaal Fonds - Dossiers inzake de organisatie van wedstrijden in het kader van de promotie van welzijn op het werk (circa 1970-heden): Deze dossiers hebben geen oorsprong in een wet of KB, maar zijn organisch gegroeid. Men vindt er affiches, brochures, briefwisseling, de ingezonden voorstellen, verslagen van (jury)vergaderingen, stukken betreffende de praktische organisatie enz. Stukken betreffende de activiteiten in het kader van welzijn op het werk, los van de projecten in het kader van het Europees Sociaal Fonds - Stukken betreffende de contacten met diverse organisaties, overheidsinstellingen, universiteiten enz. (circa 1970-heden): Het betreft organisaties met wie wordt/werd samengewerkt, die vragen hebben/hadden in verband met verkrijgen van subsidies, overeenkomsten enz. Per organisatie werd een map aangelegd met daarin alle stukken. - Stukken betreffende de uitbetaling van onkostenvergoedingen en zitpenningen aan de leden, secretarissen en adjunct-secretarissen van de provinciale comités voor de bevordering van de arbeid (2003-heden): Vastgelegd door art. 21 van het KB van 16 februari 1970 betreffende de oprichting van de Nationale Adviserende Raad en de provinciale comités voor de bevordering van de arbeid.101 - Dossiers inzake de benoeming van de leden, secretarissen en adjunct-secretarissen van de provinciale comités voor de bevordering van de arbeid (1971-heden): Deze dossiers vloeien voort uit de art. 10-12 van het KB van 16 februari 1970.102 De leden worden voor een periode van 6 jaar benoemd bij ministerieel besluit. Deze dossiers bevatten een voorstelling van de voorgedragen kandidaten, de minuten van het MB, briefwisseling enz.

100 Machtiging tot vernietiging van archieven van 18 december 2007 en verklaring van aanvaarding van archief van 24 april 2008. 101 B.S., 29/04/1970. 102 Idem.

Page 61: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

61

- Jaarverslagen van de provinciale comités voor de bevordering van de arbeid (circa 1985-heden)103: De provinciale comités moeten krachtens art. 15 van het KB van 16 februari 1970 een jaarverslag indienen bij de directeur-generaal van de algemene directie Humanisering van de Arbeid, die het op zijn beurt mededeelt aan de minister tot wiens bevoegdheid de tewerkstelling en arbeid behoren en aan de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk.104 - Jaarlijkse werkprogramma’s van de provinciale comités voor de bevordering van de arbeid (circa 1985-heden): Art. 14 van het KB van 16 februari 1970 bepaalt dat de comités hun jaarlijks werkprogramma moeten opsturen aan de directeur-generaal van de algemene directie Humanisering van de Arbeid.105 De directeur-generaal legt het ter goedkeuring voor aan de minister, na een advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (zie ook: dossiers inzake de adviezen van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (“D-reeks”)). - Huishoudelijke reglementen van de provinciale comités voor de bevordering van de arbeid (circa 1985-heden): De huishoudelijke reglementen dienen verplicht goedgekeurd te worden door de minister, na een advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (zie ook: dossiers inzake de adviezen van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (“D-reeks”)), krachtens art. 13 van het KB van 16 februari 1970.106 - Dossiers inzake de vergaderingen van de Commissie voor Sociaal Onderzoek en de Vorming van de Werknemersvertegenwoordigers (1990-heden): De bevoegdheden van deze commissie werden vastgelegd in art. 6 van het KB van 20 november 1990 betreffende de toelage voor sociaal onderzoek en voor vorming van de werknemers-vertegenwoordigers in de onderneming107 en overgedragen aan de Vaste Commissie Sensibilisatie en Communicatie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (KB van 23 oktober 2006 tot aanpassing van verschillende koninklijke besluiten naar aanleiding van de herstructurering van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, art. 26).108 - Dossiers inzake de vergaderingen van de Nationale Adviserende Raad voor de Bevordering van de Arbeid en de diverse werkgroepen (1974-1998): De bevoegdheden van deze raad, opgericht bij KB van 16 februari 1970109, werden overgenomen door de Vaste Commissie Sensibilisatie en Communicatie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (KB van 23 oktober 2006 tot aanpassing van verschillende koninklijke besluiten naar aanleiding van de herstructurering van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, art. 26).110 In de dossiers vindt men de verslagen van de vergaderingen, jaarverslagen, jaarverslagen van de provinciale comités enz.

103 Het secretariaat van de provinciale comités voor de bevordering van de arbeid wordt verzorgd door een personeelslid van het desbetreffende provinciebestuur (met uitzondering van het Actiecomité voor de Bevordering van de Arbeid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit secretariaat wordt verzorgd door de AD HUA). Aangezien er voorlopig nog geen uniforme, door het Rijksarchief goedgekeurde selectielijst voor de Waalse en Vlaamse provincies bestaat, werd beslist om deze documenten (en de hiernavolgende reeksen), indien interessant, op het centraal niveau (voorlopig) te bewaren. Daarenboven vermeldt de selectielijst van de provincie West-Vlaanderen slechts enkele reeksen van de archieven geproduceerd door de provinciale comités (www.west-vlaanderen.be/NL/CultuurVrijeTijd/archiefdienst/Documents/selectielijst.pdf (punt 24.4)). 104 B.S., 29/04/1970. 105 Idem. 106 Idem. 107 B.S., 24/11/1990. 108 B.S., 21/11/2006. 109 B.S., 29/04/1970. 110 B.S., 21/11/2006.

Page 62: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

62

Stukken betreffende de Europese Club voor de Gezondheid - Dossiers inzake de organisatie van wedstrijden (“Prijs Gezondheid en Onderneming”) (1987-heden): In de dossiers zitten de diverse inzendingen, publicitaire campagnes, verslagen van vergaderingen enz. Het wedstrijdreglement en meer info vindt men op: www.werk.belgie.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=23180 D2. Directie van het Ervaringsfonds - Samenwerkingsprotocollen met sectoren en intermediaire organisaties (2005-heden): Deze protocollen worden ondertekend door de minister, de werkgevers en de werknemers. De samenwerkingsprotocollen met de sectoren en intermediaire instanties zorgen ervoor dat het Ervaringsfonds beter bekend raakt bij de ondernemingen (zodat er een groter aantal subsidieaanvragen binnenkomt). De stukken betreffende de tussentijdse evaluaties van de afgesloten protocollen bevatten onder andere verslagen van vergaderingen. - Dossiers inzake de subsidieaanvragen van ondernemingen voor projecten om het welzijn van de werknemers ouder dan 45 jaar te verbeteren (2005-heden): De wettelijke basis van deze reeks is het KB van 1 juli 2006 tot bevordering van de arbeidsmogelijkheden, de kwaliteit van de arbeidsvoorwaarden of de organisatie van de arbeid van oudere werknemers in het kader van het Ervaringsfonds.111 De dossiers zijn geordend per jaar en daarbinnen op dossiernummer. De dossiers worden op papier en in digitale vorm bewaard. Het papieren dossier is het meest volledige en is ook juridisch gezien het belangrijkst. Ondernemingen kunnen hun aanvraag digitaal indienen (95% doet het echter via een papieren aanvraag). In de dossiers zit er briefwisseling, een toelageaanvraag (met lijst van de betrokken werknemers, beschrijving van de voorgestelde projecten, adviezen, kostenramingen enz.), toelageanalyses en -berekeningen, minuut van het ministerieel besluit, bewijsstukken van de uitgaven (geld voor de projecten wordt pas gestort na uitvoering van de projecten) enz. Het betreft zowel de goedgekeurde als de afgewezen aanvragen. De goedgekeurde dossiers dienen bewaard te worden in het kader van de vergrijzingsproblematiek en het langer aan het werk houden van oudere werknemers. De afgekeurde dossiers kunnen vernietigd worden. - Overzicht van alle toelageaanvragen (“overview.xls”) (2005-heden): Dit werkblad in Excel biedt een overzicht van de ingediende projecten met status van behandeling en rudimentaire informatie zoals naam onderneming, aantal werknemers, aantal betrokken werknemers, data van de diverse adviezen enz. - Dossiers inzake de opleiding en vorming verstrekt aan de intermediaire instanties (2005-heden): Het betreft toelichting inzake de werking van het ervaringsfonds, toelichting over de projecten die in aanmerking komen voor subsidiëring, hoe de subsidies berekend worden enz. - Dossiers inzake de accreditatie van ergonomische meet- en diagnose-instrumenten (2007-heden): De vragen tot accreditatie van de meet- of diagnose-instrumenten worden door de ondernemingen aan de ergonoom gericht, die deze vervolgens onderzoekt en volgens vastgestelde (wettelijke) criteria goed- of afkeurt. Per aanvraag wordt een dossier bijgehouden. - Dossiers inzake het overlegcomité ergonomische meet- en diagnose-instrumenten (2007-heden): Bij twijfel inzake de accreditatie van een instrument organiseert de ergonoom een vergadering met de directeur-generaal en het directiehoofd. Dit overleg gebeurt hoofdzakelijk schriftelijk (via e-mail).

111 B.S., 01/08/2006 en errata B.S., 05/10/2006.

Page 63: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

63

D3. Directie van de Eretekens De Algemeen Rijksarchivaris verleende voor 5 reeksen van deze directie een permanentie toelating tot vernietiging. Een verwijzing naar deze toelating vindt u bij de beschrijving van de reeksen en/of in de selectielijst. De administratie brengt de Algemeen Rijksarchivaris per brief op de hoogte telkens er een vernietiging plaatsvond. - Dossiers inzake de toekenning van de arbeidseretekens (2002-heden): De wettelijke basis van deze dossiers (en de minuten) wordt gevormd door volgende teksten: KB van 7 november 1847 tot instelling van een ereteken ter onderscheiding van de werklieden en de ambachtslui112 (vervolledigd en gewijzigd bij de KB’s van 20 januari en 1 maart 1948, 28 februari 1861, 9 mei 1863, 6 oktober 1868, 19 september 1878, 2 augustus 1889, 28 juni 1899, 15 december 1902, 15 april 1903, 15 juni 1906, 3 juli 1908, 1 juni 1912, 8 april en 7 juli 1920, 10 december 1923, 8 december 1924 en 24 oktober 1951); KB van 26 februari 1957 waarbij aan de slachtoffers van dodelijke arbeidsongevallen postuum een ereteken verleend wordt113 (gewijzigd bij KB van 29 april 1958 tot instelling van een officiële benaming voor de eervolle onderscheiding uit hoofde van de arbeid: “Ereteken van de Arbeid”); KB van 3 augustus 1970 houdende instelling van twee huldepenningen toegekend op voordracht van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid114 (gewijzigd bij MB van 12 mei 1971 betreffende de specificatie en de toekenning van de huldepenningen ingesteld bij KB van 3 augustus 1970). Het betreft de diverse categorieën, nl. Eretekens van de Arbeid, Nationale Orden en Huldepenningen voor Beroepsactiviteit. De directie behandelt zo’n 25.000 aanvragen per jaar. De dossiers zijn geordend per uitreiking, daarbinnen per onderneming en dan per ereteken (per aanvraag: persoonsgegevens, loopbaangegevens, goedkeuring lokale politie enz. en per onderneming ook een verzamellijst van de aanvragen). De eretekens worden drie keer per jaar uitgereikt (8 april (verjaardag koning Albert II), 21 juli en 15 november). Voor uitgebreide informatie in verband met de diverse soorten eretekens: www.werk.belgie.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=19386. Op volgende link krijgt men een overzicht van de in te vullen aanvraagformulieren en de te volgens procedures: www.werk.belgie.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=6672. De administratie kreeg voor deze dossiers op 19 december 2000 een permanente toelating voor vernietiging, net zoals voor de briefwisseling inzake de aanvragen (2001-heden). - Dossiers inzake de toekenning van de hogere Nationale Orden (1960-heden): De wettelijke basis wordt gevormd door de wet van 1 mei 2006 betreffende de toekenning van eervolle onderscheidingen in de Nationale Orden.115 Het betreft de Leopoldsorde, de Kroonorde en de Orde van Leopold II (Ridder, Officier enz.). De toekenning gebeurt in samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De administratie stelt, na onderzoek van de aanvraag, de te decoreren personen voor en de FOD Buitenlandse Zaken voert het besluit uit door het opstellen van een oorkonde. Alle contacten met de aanvrager worden door de directie Eretekens onderhouden. Een kopie van het koninklijk besluit wordt naar de FOD Buitenlandse Zaken gestuurd en daar bewaard. De administratie kreeg voor deze dossiers op 17 april 2003 een permanente toelating voor vernietiging. - Dossiers inzake de voorbereiding van de ceremonies waar de eretekens uitgereikt worden (2002-heden): In de dossiers vindt men hoofdzakelijk informatie over de praktische voorbereiding van de uitreikingsceremonies. De administratie kreeg voor deze dossiers op 17 april 2003 een permanente toelating voor vernietiging, net zoals voor de briefwisseling inzake de ceremonies (2002-heden).

112 B.S. 08/11/1847. 113 B.S. 13/03/1957. 114 B.S. 20/11/1970. 115 B.S. 24/10/2006.

Page 64: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

64

- Stukken betreffende de toekenningsprotocollen van de eretekens (1984-heden): Het betreft stukken over de reglementering inzake de uitreiking van de eretekens. De originele documenten vindt men echter slechts terug vanaf 1984 (laatste aanpassing aan de protocollen). Van de vroegere versies vindt men kopieën terug. - Databank houdende informatie over de door de FOD WASO toegekende eretekens (1984-heden): In de databank vindt men volgende gegevens: naam, voornaam, adres en eretekens die persoon in kwestie van de FOD gekregen heeft (met de vermelding van de datum van het koninklijk besluit). Ze kan gebruikt worden als een toegang op de minuten van de KB’s. D4. Directie van de Modelwerkplaatsen Een deel van de archieven van deze directie werden vernietigd bij de verhuis vanuit de Handelsstraat naar de WTC-torens in 2004. - Jaarverslagen van de directie (1973-heden): Men vindt er een overzicht van het aantal bezoekers, een synthese van hun evaluatie, overzicht van de activiteiten enz. De verslagen werden tot eind jaren 1990 gekleefd in het bezoekersregister. - Dossiers inzake het beheer van de toestellen (1968-heden): Bevatten briefwisseling, bestelbons, kopieën van offertes, risicoformulieren, documentatie over het toestel enz. - Cursussen en didactisch materiaal (2004-heden): Het betreft zowel uitgegeven cursussen in samenwerking met onder andere de VDAB, als PowerPoint presentaties, elektrische schema’s gemaakt met het programma CADCAM, prints enz. De cursussen en het didactisch materiaal zijn gebaseerd op de bestaande wetgeving en worden telkens aangepast als de wetgeving gewijzigd wordt. E. Afdeling van de Normen over het Welzijn op het Werk - Dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten (wetten, koninklijke en ministeriële besluiten) met betrekking tot het welzijn op het werk (reeks “L”)116 (1905-heden): De dossiers zijn chronologisch geklasseerd op datum van de wet, koninklijk of ministerieel besluit. In de dossiers zitten de minuten, de voorbereidende teksten (advies van de Raad van State, van de Inspectie van Financiën, van de Hoge Raad voor de Preventie en Bescherming op het Werk), de briefwisseling, verslagen van vergaderingen, commentaar van de minister op de tekst, de richtlijn (indien de tekst een uitvoering van een richtlijn is) enz. De dossiers van de algemene directie Arbeidshygiëne en-geneeskunde hebben als uiterste data 1905-2003 (7 meter) en Arbeidsveiligheid 1945-2003 (17 meter). In de dossiers van Arbeidshygiëne en -geneeskunde zitten ook de KB’s en MB’s in verband met toegestane afwijkingen, dit in tegenstelling tot deze van Arbeidsveiligheid (geordend op trefwoord) (zie plaatsingslijst archief in bijlage 1). - Dossiers inzake de adviezen inzake en de interpretatie van reglementaire teksten (wetten, koninklijke en ministeriële besluiten) met betrekking tot het welzijn op het werk (reeks “A”) (2003-heden): Hoe dient de wetgeving toegepast te worden in de praktijk, welke interpretatie moet eraan gegeven worden enz. De dossiers zijn geordend volgens registratienummer in “HUMREG”. Vóór 2003 zijn de dossiers van administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde en van de administratie van de Arbeidsveiligheid geordend op trefwoord. - Dossiers inzake het verlenen van afwijkingen op de geldende reglementaire teksten (wetten, koninklijke en ministeriële besluiten) met betrekking tot het welzijn op het werk (reeks “D”) (1905-heden): Het waren oorspronkelijk onder andere afwijkingen op art. 52 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) inzake de voorzorgen tegen brandgevaar. Nu kunnen er ook afwijkingen

116 De codes die voor de diverse series gebruikt worden, worden pas toegepast sinds 2003.

Page 65: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

65

toegekend worden voor andere zaken zoals de erkenning van een gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op het werk voor verschillende bedrijven. De administratie verleent ook advies in verband met afwijkingen op de wetgeving waar andere overheidsadministraties voor bevoegd zijn. Dit gebeurt echter niet via een koninklijk of ministerieel besluit. Aangezien deze dossiers op een andere administratie bewaard worden, kunnen ze op dit niveau vernietigd worden. De dossiers zijn chronologisch geordend volgens volgnummer. De dossiers worden sinds 2003 chronologisch bewaard in “reeks D”. Voorheen bewaarde de arbeidsveiligheid ze volgens trefwoord (F8 Schouwspelzalen, F22 Benzineopslag en ontvlambare stoffen, F25 Garages enz.; zie bijlage 1). - Dossiers inzake de medewerking aan het opstellen van de Nationale Strategie inzake Welzijn op het Werk (2008): De Nationale Strategie inzake Welzijn op het Werk117, een initiatief van de bevoegde minister Joëlle Milquet, is een beleidsdocument dat het toekomstige beleid vaststelt inzake welzijn op het werk. De administratie was betrokken bij het opstellen van de Nationale Strategie. De implementatie van deze strategie zal zich uiten in het opstellen van ontwerpen van wetgeving (reeks “L”), adviezen (reeks “A”) enz. Concreet betekent dit dat de diverse dossiers die uit de implementatie voortvloeien ondergebracht zullen worden in de bestaande reeksen. Semidynamisch en statisch archief van de rechtsvoorgangers (administratie van de Arbeidshygiëne en de Arbeidsgeneeskunde en administratie van de Arbeidsveiligheid) Toelichting: Het betreft de archieven teruggevonden in de verrijdbare rekken in de kelder van de

FOD WASO (situatie mei 2009). De diverse reeksen werden beschreven en vindt men terug in de selectielijst. Hier volgt meer uitleg over enkele reeksen.

- Onderwerpsklassement van de administratie van de Arbeidshygiëne en de Arbeidsgeneeskunde (1945-2002): Het betreft zo’n 15 meter archief. Op sommige dozen werd reeds de aanduiding gezet onder welke categorie (“A”, “I” enz.) de documenten op dit moment vallen. De andere dienen gecontroleerd te worden door de administratie in samenwerking met een archivaris van het Rijksarchief op moment van de selectie. - Onderwerpsklassement Monique Maquet (“chef administrative”) (1969-2004): Monique Maquet werkte op het secretariaat van de administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde (bevoegd voor personeelsbeheer, boekhouding enz.). Het klassement bevat ongeveer 5 meter strekkende meter archief. Enkele dozen werden nader bekeken. De documenten die teruggevonden werden, waren hoofdzakelijk interne dienstnota’s (procedures inzake het beantwoorden van parlementaire vragen, titulatuur van ministers en staatssecretarissen, het te hanteren taalgebruik, de toekenning van zitpenningen enz.), briefwisseling, stukken betreffende de opmaak van brochures en andere publicaties, uittreksels uit het B.S., stukken betreffende de toegekende onkostenvergoedingen, stukken betreffende de begroting van het departement enz. - Stukken betreffende het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming en voorafgaande wetgeving inzake arbeidsbescherming (ARAB - RGTP) (1937-1982): Betreft briefwisseling, voorstellen tot het aanbrengen van wijzigingen, concrete toepassingen inzake bijvoorbeeld ioniserende stralingen, werkkledij, gezondheid enz. - Stukken betreffende de oprichting en werking van de Hoge Raad voor Arbeidsgeneeskunde (1973-1975): Minuut van het koninklijk besluit van de oprichting, verslagen van vergaderingen, briefwisseling, uittreksels uit B.S. enz. De Hoge Raad werd opgericht bij KB van 17 september 1973 betreffende de

117 Voor meer info: www.meta.fgov.be/defaultTab.aspx?id=556.

Page 66: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

66

oprichting van een Hoge Raad voor Arbeidsgeneeskunde118 en opgeheven bij het KB van 17 november 1983 tot opheffing van het KB van 17 september 1973.119 De opdrachten van deze raad bestonden uit het uitbrengen van advies over geneeskundige problemen in verband met hygiëne en gezondheid van de werknemers, het bestuderen van elementen die kunnen bijdragen tot het bevorderen van de arbeidshygiëne en -geneeskunde, het voorleggen aan universiteiten van voorstellen in verband met opleidingen voor arbeidsgeneesheren enz. - Stukken betreffende de erkenning van en de inspecties bij beschutte werkplaatsen (1965-1979) (ateliers protégés): Men vindt onder andere dossiers terug per beschutte werkplaats met daarin briefwisseling, inspectieverslagen, enquêtes enz. - Stukken betreffende de werking van de Commissie voor de diploma’s van aanvullend onderwijs in de arbeidsgeneeskunde (1968-1990): Verslagen van vergaderingen, briefwisseling enz. F. Afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk - Dossiers inzake de erkenning van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (1998-heden): Werkgevers moeten volgens de welzijnswet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk120 beschikken over een interne dienst voor preventie en bescherming op het werk of beroep doen op een externe dienst. De dossiers inzake de erkenning van deze externe diensten (en hun rechtsvoorgangers, de medische diensten) worden behandeld door de afdeling van het Sociaal Overleg over het Welzijn op het Werk. De procedure voor de erkenning wordt vastgelegd in het KB van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk, art. 36-44121, gewijzigd door de KB’s van 20 februari 2002122, 31 maart 2003123, 17 februari 2006124 en 23 oktober 2006125. De meerderheid van de ondernemingen doet een beroep op de externe diensten, waarvan er op dit moment 15 bestaan, die telkens voor een periode van 5 jaar erkend worden. De externe diensten dienen een aanvraag tot erkenning in (hetzij een eerste, hetzij 1 jaar voor het einde van het mandaat). Bij de aanvraag dienen verplicht enkele documenten gevoegd te worden zoals onder andere hun statuten, identificatiegegevens (ondernemingsnummer enz.), financiële verslagen, verslagen van de werking van de dienst, overzicht van de adviseurs enz. Na een analyse wordt het dossier doorgestuurd aan de Vaste Operationele Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, die een advies verleent. De externe dienst wordt erkend bij ministerieel besluit. In het dossier vindt men de minuut terug van het besluit, naast de aanvraag en verplichte documenten, het advies van de Vaste Operationele Commissie, briefwisseling enz. Daarnaast zijn de externe diensten verplicht om jaarlijks een aantal documenten te bezorgen aan de afdeling, zijnde hun jaarverslagen, tariefregelingen, begrotingen en jaarrekeningen.126 De externe diensten vervangen de vroegere externe bedrijfsgeneeskundige diensten. - Dossiers inzake de vergaderingen van de opvolgcommissie voor de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (2005): Deze commissie heeft één jaar bestaan en hoorde alle externe diensten in verband met knelpunten in de wetgeving en hoe daaraan kon verholpen worden. 118 B.S., 26/09/1973. 119 B.S., 26/09/1973. 120 B.S., 18/09/1996. 121 B.S., 31/03/1998. 122 B.S., 08/03/2002. 123 B.S., 09/04/2003. 124 B.S., 16/03/2006. 125 Idem. 126 KB van 20 feb. 2002, art. 26 (B.S., 08/03/2002) en KB van 27 maart 1998, art. 42 (B.S., 31/03/1998).

Page 67: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

67

- Dossiers inzake de erkenning van de organisatoren van cursussen EHBO (1947-heden): Artikel 177 van het ARAB bepaalt dat organisatoren een aanvraag tot erkenning moeten indienen. De erkenning blijft geldig zolang de organisator bestaat. Op dit moment zijn er zo’n 170 erkende organisatoren, maar ze zijn niet allemaal meer actief. Ze worden erkend bij ministerieel besluit. De dossiers bestaan uit een aanvraag tot erkenning (gestoffeerd met onder andere cursusmateriaal), briefwisseling, minuut MB enz. De aanvraag wordt doorgestuurd aan de regionale directies van de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk die ter plekke gaat controleren en een advies formuleert. - Medische dossiers (gezondheidsdossiers) (circa 1970-heden): Deze dossiers vinden hun oorsprong in de art. 85-86 van het KB van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers (voorheen art. 146 van het ARAB).127 Deze artikels stipuleren enerzijds dat dossiers met een verlengde bewaartermijn (personeelsleden die mogelijk in contact kwamen met asbest, mutageen agens enz.) na het verstrijken van deze bewaartermijn moeten overgedragen worden aan de algemene directie Humanisering van de Arbeid128 en anderzijds dat bij het opdoeken van een dienst belast met het medisch toezicht de algemene directie moet gecontacteerd worden zodat maatregelen kunnen genomen worden met betrekking tot de bestemming van deze dossiers. Voor wat de verlengde bewaartermijn betreft, wordt enkel een termijn bepaald waarna de dossiers moeten overgedragen worden aan de administratie, maar wordt geen bewaartermijn vastgelegd in de wetgeving waarna de dossiers vernietigd kunnen worden: * art. 16 van het KB van 2 december 1993 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene agentia op het werk129, gewijzigd door het KB van 20 februari 2002 tot wijziging van het KB van 2 december 1993130, bepaalt dat het medische dossier (gezondheidsdossier) van een werknemer die blootgesteld is aan een kankerverwekkend of mutagene agens gedurende 40 jaar na het einde van de blootstelling bijgehouden wordt door het departement of de afdeling van de dienst voor preventie en bescherming op het werk, belast met het medisch toezicht; * art. 36 van het KB van 16 maart 2006 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan asbest131 bepaalt dat het medisch dossier minstens 40 jaar na einde blootstelling bewaard moet worden; * art. 42 van het KB van 4 augustus 1996 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's bij blootstelling aan biologische agentia op het werk132 bepaalt dat het medische dossier tot minstens 30 jaar na einde blootstelling dient bewaard te worden door het departement of de afdeling belast met het medisch toezicht van de interne of externe dienst. Gezien de beperkte omvang van de dossiers, zo’n 120 strekkende meter, lijkt het er niet echt op dat deze verplichtingen tot overdracht de laatste jaren strikt nageleefd werden. - Dossiers inzake de erkenning van artsenscheidsrechters (2002-heden): Een werkgever mag een controlearts sturen naar een ziek personeelslid. Indien het zieke personeelslid niet akkoord gaat met de gestelde diagnose van de controlearts wordt de artsscheidsrechter ingeschakeld om een beslissing te nemen. De procedure voor de controlegeneeskunde en de erkenning van de artsenscheidsrechters wordt uiteengezet in de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde133 en het KB van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsenscheidsrechters.134

127 B.S., 16/06/2003. 128 De tekst verwijst nog naar de vroegere benaming “administratie voor Arbeidshygiëne en -geneeskunde”. Gezien het feit dat enkel bij de AD Humanisering van de Arbeid medische dossiers werden teruggevonden (ongeveer 120 meter), gaan we ervan uit dat deze AD in deze de rechtsopvolger is. Bij de AD Toezicht Welzijn op het Werk werden er, op de dossiers van één onderneming na, bewaard bij een buitendienst, geen medische dossiers teruggevonden. 129 B.S., 29/12/1993. 130 B.S., 14/03/2002. 131 B.S., 23/03/2006. 132 B.S., 01/10/1996. 133 B.S., 13/07/1999. 134 B.S., 03/08/2001.

Page 68: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

68

In de dossiers inzake erkenning van artsenscheidsrechters vindt men onder andere een aanvraag door de arts in kwestie met curriculum vita, een attest van de Orde van Geneesheren, een attest van het RIZIV, een verbintenisverklaring van onafhankelijkheid, een inventaris van alle uitgeoefende medische praktijken en van de plaatsen van uitoefening ervan, de aanwijzing van het geografische gebied voor dewelke de uitoefening van de praktijk van de scheidsrechterlijke geneeskunde gevraagd is, een advies van de Vaste Operationele Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, een minuut van het MB (bij goedkeuring aanvraag) enz. De erkenning is 5 jaar geldig. - Dossiers inzake de erkenning van de externe diensten voor de technische controles op de werkplaats (“erkende organismen”) (circa 1960-heden): De externe diensten voor de technische controles op de werkplaats worden erkend conform de procedure uiteengezet in art. 18-23 van het KB van 29 april 1999 betreffende de erkenning van externe diensten voor technische controles op de werkplaats135 (vervangt art. 829 van het ARAB136 en het KB van 20 juni 1962 tot wijziging van het ARAB - Erkende organismen137). De dossiers worden bewaard per externe dienst. De ondernemingen dienen hun aanvraag tot erkenning in bij de administratie. Bij de aanvraag dienen een aantal documenten gevoegd te worden, zoals een eensluidend afschrift van het diploma van de directeur (moet immers een burgerlijk ingenieur zijn of in bepaalde gevallen een industrieel ingenieur met 10 jaar ervaring), een afschrift van de statuten, een afschift van de accreditatie verleend door BELAC (de Belgische Accreditatie-instelling, van de FOD Economie) enz. Verder zit er in het dossier een advies van de Vaste Operationele Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, briefwisseling, de minuut van het MB, eventuele klachten over de procedure (bijvoorbeeld de niet of slechts gedeeltelijke erkenning) enz. De erkenning blijft geldig zolang de accreditatie geldt (bij uitbreiding van werkzaamheden heeft men bijvoorbeeld een nieuwe accreditatie nodig). De ondernemingen dienen ook elk jaar hun jaarverslag aan de administratie te bezorgen en een beknopt driemaandelijks verslag betreffende de door hun uitgevoerde controles (art. 16 van het KB van 29 april 1999). - Dossiers inzake de erkenning van de cursussen preventieadviseurs (en hun voorgangers de aanvullende vorming voor diensthoofden voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen) (1979-heden): De cursussen worden erkend conform de procedure uiteengezet in art. 25-26 van het KB van 17 mei 2007 betreffende de vorming en de bijscholing van de preventieadviseurs van de interne en externe diensten voor preventie en bescherming op het werk138 (vervangt het KB van 10 augustus 1978139). De organisatoren van de vorming dienen een aanvraag tot erkenning in. Deze aanvraag bevat onder andere de identificatiegegevens van de organisator, een overzicht van de lesgevers, inhoud van de cursussen, hoogte inschrijvingsgeld, wijze van evaluatie enz. De Vaste Operationele Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk levert een advies af en de aanvraag wordt al dan niet bevestigd bij MB. De erkenningen gelden voor 4 jaar. - Dossiers inzake de erkenning van de cursussen coördinatoren tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (veiligheidscoördinatoren) (2001-heden): De cursussen worden erkend conform art. 58 van het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.140 De dossiers bestaan uit een aanvraag tot erkenning met bijgevoegde documenten, een advies van de Vaste Operationele Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, een minuut van het MB bij erkenning, briefwisseling enz. De erkenningen gelden voor 4 jaar.

135 B.S., 02/09/1999. 136 B.S., 03/10/1947. 137 B.S., 26/07/1962. 138 B.S., 11/07/2007. 139 B.S., 03/10/1978. 140 B.S., 07/02/2001.

Page 69: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

69

- Dossiers inzake de erkenning van asbestverwijderende bedrijven (circa 1990-heden): Asbestverwijderende bedrijven zijn verplicht om een erkenning aan te vragen conform het KB van 28 maart 2007 betreffende de erkenning van ondernemingen en werkgevers die sloop- of verwijderingswerkzaamheden uitvoeren waarbij belangrijke hoeveelheden asbest kunnen vrijkomen141, voorheen geregeld door het ARAB art. 148, decies. Als gevolg van de invoering van de nieuwe wetgeving ter vervanging van het ARAB hebben alle ondernemingen een nieuwe aanvraag tot erkenning moeten indienen. De erkenningen zijn twee jaar geldig. De asbestverwijderende bedrijven krijgen eerst een certificering van een geaccrediteerde instelling (geaccrediteerd door BELAC). Na certificering kunnen ze een dossier ter erkenning indienen. Ze moeten verplicht een aantal vaste documenten bij aanvraag toevoegen (afschrift van het certificaat afgeleverd door BELAC, een afschrift van de statuten van de onderneming of het ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, bewijs van vorming personeel, lijst van procedures die ze toepassen, een lijst van materiaal dat ze gebruiken enz.). Verder in het dossier zit er briefwisseling, eventueel een inspectieverslag van de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk, minuut van het MB van de erkenning enz. - Dossiers inzake het verlenen van vergunningen voor een afwijking op het verbod van het gebruik van bepaalde chemische agentia en gevaarlijke stoffen (circa 1970-heden): Dossiers gevormd in het kader van art. 32-33 van het KB van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van chemische agentia op het werk.142 Voorheen waren het vergunningen op afwijkingen van diverse artikelen van het ARAB, met name benzeen art. 723 bis 15, cyanide art. 723 bis 16 enz. De vergunningen worden verleend bij MB en zijn vijf jaar geldig. Aan de lijst met gevaarlijke stoffen worden er af en toe enkele bijgevoegd. - Dossiers inzake de erkenning van de laboratoria voor toxicologisch onderzoek (circa 1980-heden): De laboratoria worden erkend conform het KB van 31 maart 1992 tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden alsmede de criteria voor de uitrusting en werking van de laboratoria en diensten bedoeld in artikel 148decies, 1, § 6, tweede lid, van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming en in artikel 64nonies, tweede lid, van het Algemeen Reglement betreffende de maatregelen op gebied van hygiëne en gezondheid der werknemers in de mijnen, ondergrondse groeven en graverijen.143 De laboratoria dienen een aanvraag in. Die wordt na een eerste onderzoek doorgestuurd naar de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk, afdeling Laboratoria voor Industriële Toxicologie. Die afdeling organiseert een aantal proeven en kijkt de voorwaarden tot erkenning na. Indien het laboratorium goed bevonden wordt, wordt het dossier met goedkeuring teruggestuurd. Er wordt een MB ter erkenning opgesteld en het laboratorium wordt erkend voor 4 jaar. In de dossiers vindt men de aanvraag tot erkenning, het verslag van de inspectie, de briefwisseling, een minuut van het MB enz. terug. - Dossiers inzake het verlenen van vergunningen voor het zandstralen van oppervlakten of vaste constructies in open lucht (circa 1975-heden): De vergunningen worden verleend conform het KB van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van chemische agentia op het werk, art. 37144 en ze gelden voor 5 jaar. Na het indienen van een aanvraag volgt er een onderzoek door de inspectiedienst van de bevoegde regionale directie van de algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk. Bij een goed gevolg wordt er een MB opgemaakt (ondertekening is gedelegeerd aan de directeur-generaal van de algemene directie Humanisering van de Arbeid). In de dossiers (die per bedrijf geordend zijn, waarbij elke nieuwe aanvraag aan het dossier wordt toegevoegd) vindt men naast de aanvraag ook het inspectieverslag, de briefwisseling, een minuut van het MB enz. terug.

141 B.S., 26/04/2007. 142 B.S., 14/03/2002. 143 B.S., 22/04/1992. 144 B.S., 14/06/2002.

Page 70: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

70

G. Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (en rechtsvoorgangers) - Huishoudelijk reglement Hoge Raad en bijhorende commissies (2002-heden): Krachtens art. 16 van het KB van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk145 moet de Hoge Raad over een huishoudelijk reglement dat goedgekeurd werd door de bevoegde minister beschikken. Het huidige huishoudelijk reglement werd goedgekeurd bij MB van 19 juni 2002 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk.146 Men vindt het reglement in bijlage bij het besluit. In de periode 1996-2002 bleef het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen van kracht.147 - Dossiers inzake de benoeming van de leden van de Hoge Raad van Preventie en Bescherming op het Werk (1996-heden): De dossiers inzake de benoeming van de leden van de rechtsvoorganger van de Hoge Raad (en een aantal bijhorende commissies) werden overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief op 29 januari 2004. - Dossiers inzake de adviezen van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (“D-reeks”) (1996-heden): Men legt een dossier aan zodra een advies aan de Hoge Raad gevraagd wordt. De aanvraag komt binnen en gaat naar het Uitvoerend Bureau. Dat bureau beslist of de vraag al dan niet eerst naar een commissie gestuurd wordt. Indien dit niet het geval is, dan gaat de aanvraag rechtstreeks naar de Hoge Raad; indien wel, dan bereidt de commissie een advies voor dat via het Uitvoerend Bureau bij de Hoge Raad komt. De documenten hebben diverse kleuren: wit voor het Uitvoerend Bureau en de Vaste Commissies, geel voor de Hoge Raad, roze voor commissies ad hoc en blauw voor de Vaste Commissie Bouw. In deze dossiers vindt men processen-verbaal van de vergaderingen terug (ook van de commissies) waar dit advies behandeld werd, voorbereidende stukken, briefwisseling, documentatie, het uiteindelijke advies, het afschrift van de wet of het KB waarvoor het advies gevraagd werd enz. - Dossiers inzake de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (1996-heden): Is het vervolg van de reeks “Dossiers inzake de Hoge Raad voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen (1946-1996)” (cfr. infra). Men treft in deze reeks dezelfde documenten als in de voornoemde reeks, namelijk notulen van de vergaderingen (maar hier niet van de commissies), agenda’s van de vergaderingen, stand van zaken van de adviesaanvragen, stukken betreffende behandelde punten, verslagen van de werkgroepen enz. We opteren toch om de reeks apart te beschrijven omdat de Hoge Raad in 1996 grondig hervormd werd en de nummering van de documenten opnieuw vanaf nul startte. De documenten zijn geordend volgens het toegekende nummer. Dit maakt dat alles door elkaar zit (niet geordend per vergadering of per advies of enz.). - Dossiers inzake de Hoge Raad voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen (1946-1996): De dossiers bestaan uit verslagen van vergaderingen van de Hoge Raad (en diverse secties/afdelingen), agenda’s van vergaderingen, jaarverslagen, wetsontwerpen, minuten van ministeriële besluiten, nota’s betreffende behandelde punten, adviezen van de Hoge Raad, lezingen, ledenlijsten van de diverse werkgroepen enz. Er werd geopteerd om één gemeenschappelijke beschrijving te maken omdat alle documenten door elkaar zitten in de archiefdozen (er zijn wel beschrijvingen tot op stukniveau, maar één nummer kan beschrijvingen van verschillende stukken bevatten) en we riskeren om reeksen te vergeten beschrijven. Het geheel staat aangeduid als te bewaren. Deze dossiers worden bewaard in de archiefruimte in de kelder van de FOD.

145 B.S., 21/11/2006. 146 B.S., 16/07/2002. 147 KB van 3 mei 1999 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, art. 33 (B.S., 10/07/1999).

Page 71: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Archiefvorming en archiefbeheer

71

- Dossiers inzake de behandelde punten op de Hoge Raad voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen (1954-1997) (“P-reeks”): Per punt (onderwerp) dat ooit behandeld werd op de Hoge Raad vindt men een dossier terug met daarin de verslagen van de vergaderingen waarin dat punt ooit aan bod kwam, briefwisseling, kladversies van KB’s, MB’s enz. Deze dossiers worden bewaard in de archiefruimte in de kelder van de FOD. - Dossiers inzake het Uitvoerend Bureau van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (1996-heden): Is het vervolg van de reeks “Dossiers inzake het Uitvoerend Bureau van de Hoge Raad voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen (1969-1996)” (cfr. infra). Men treft in deze reeks dezelfde documenten als in de voornoemde, namelijk notulen van de vergaderingen (ook van de commissies), agenda’s van de vergaderingen, stand van zaken van de adviesaanvragen, eindverslagen van de diverse werkgroepen (werkgroep Erkenning van de externe diensten voor technische controles op het werk, werkgroep Ioniserende stralingen - individueel boekje enz.) enz. We opteren toch om de reeks apart te beschrijven omdat de Hoge Raad in 1996 grondig hervormd werd en de nummering van de documenten opnieuw vanaf nul startte. De dossiers zijn geordend volgens het toegekende nummer. Dit maakt dat alles door elkaar zit (niet geordend per vergadering of per advies of enz.). - Dossiers inzake het Uitvoerend Bureau van de Hoge Raad voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen (1969-1996): Deze dossiers bestaan uit verslagen van vergaderingen, stukken betreffende behandelde punten, ledenlijsten, reglementen van inwendige orde, agenda’s van vergaderingen enz. Er werd geopteerd om één gemeenschappelijke beschrijving op te stellen omdat alle documenten door elkaar zitten in de archiefdozen (er zijn wel beschrijvingen tot op stukniveau, maar één nummer kan beschrijvingen van verschillende stukken bevatten) en we riskeren om reeksen te vergeten beschrijven. Het geheel staat aangeduid als te bewaren. Deze dossiers worden bewaard in de archiefruimte in de kelder van de FOD. - Dossiers inzake de organisatie en uitreiking van de prijs van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (2001-heden): Deze dossiers bevatten de deelnemingsformulieren met de voorstelling van de projecten, bijlagen, de verslagen van de beraadslagingen van de jury enz. Voor meer info in verband met het dossier kan het wedstrijdreglement geraadpleegd worden: www.werk.belgie.be/WorkArea/showcontent.aspx?id=23844. - Dossiers inzake de vergaderingen van het Vast Bureau van Focal Point België (2003-heden): Art. 26 van het KB van 27 oktober 2006 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk bepaalt dat de Vaste Commissie Sensibilisatie en Communicatie van de Hoge Raad de functie uitoefent van Vast Bureau van het Belgisch Steunpunt van het Europees Agentschap voor de Veiligheid en Gezondheid op het Werk (Focal Point) (cfr. supra). In deze dossiers vindt men de stukken in verband met de voorbereidingen van de Europese Week terug. - Archief inzake de werking en de vergaderingen van de diverse rechtsvoorgangers van de Vaste Commissies bij de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk (circa 1965-2005): Het betreft diverse commissies zoals daar zijn: * De Erkenningscommissie tot vaststelling van de aanvullende vorming opgelegd aan de diensthoofden voor Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing van de Werkplaatsen (VGV) en aan hun adjuncten (“Commission d’agrément VCF”) (1979-1991); * Nationaal bedrijfscomité voor VGV van het Houtbedrijf (1965-1997); * Nationaal bedrijfscomité voor VGV van het Bouwbedrijf (1965-2002); * Nationaal bedrijfscomité voor VGV van het Glasbedrijf (1965-1980); * Nationaal bedrijfscomité voor VGV van het Metaalbedrijf (1965-1992); * Nationaal bedrijfscomité voor VGV van de Chemische Nijverheid (1982-1990); enz.

Page 72: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het
Page 73: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

73

BIJLAGE

Plaatsingslijst van het semidynamisch en statisch archief van de administratie van de Arbeidsveiligheid

Toelichting: Deze bijlage is een beschrijving van een groot deel van de semidynamische en statische archieven van de administratie Arbeidsveiligheid, rechts-voorganger van de algemene directie Humanisering van de Arbeid. Het betreft zo’n 150 strekkende meter archief. De archieven zitten in dozen van het Rijksarchief en op de etiketten staat een korte inhoudsbeschrijving.

Deze bijlage werd opgemaakt door de administratie. Joachim Derwael bekeek de diverse reeksen en beschreef ze of plaatste ze onder één van de bestaande beschrijvingen in de selectielijst. Deze informatie werd toegevoegd als opmerking (opm.) in de tabel. Er dient naar de desbetreffende beschrijving gekeken te worden voor de definitieve bestemming van de beschreven documenten.

ARCHIVES

Administration : Direction Générale Humanisation du Travail (ex Administration Sécurité de Travail) Service : Division Normes Bien-être au travail Lieu de conservation : P 110 COMPACT (Cave T)

Séries / series Nombre de boîtes / aantal dozen

1 F1 Généralités / Allerlei

Opm.: zie selectielijst reeks E.076

6

2 F6 Plaintes / Klachten Opm.: zie selectielijst reeks E.077

32

3 F8 Salles de spectacle / Schouwspelzalen

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

47

4 F22 Dépôts de liquides inflammables / Benzineopslag -ontvlambare stoffen

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

9

5 F25 Garages / Garages

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

5

6 F27 Acétylène / Acetyleen

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

1

Page 74: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Bijlage

74

7 F28 SNCB / NMBS

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

1 (avec / met F29, F30 et / en F32)

8 F29 Moteurs à combustion interne / Motoren met inwendige verbranding Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

9 F30 Tanks à mazout / Petroleumtanks

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

10 F32 Dessablage / Zandstralen

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

11 F33 Essoreuses / Droogzwierders

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

7

12 F34 Cabines de peinture / Verfspuiten

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

3

13 F40 Accumulateurs électriques au plomb / Elektrische loodaccumulatoren

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

1 (avec / met F42)

14 F42 Réservoir à air comprimé / Luchtcompressoren

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

15 F43 Chromage électrolytique / Elektrolytisch chromeren

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

1

16 F47 Nitrate d’ammonium / Ammoniumnitraat

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

2

17 F48 Travaux de construction / Bouwwerken

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

3

18 F49 Récipients LPG / LPG houders

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

10

19 F55 Pistolets de scellement / Schiethamers

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016, en dossiers inzake de keuring van schiethamers, zie E.078

7

Page 75: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Bijlage

75

20 F56 Détendeurs / Reduceertoestellen

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016, en dossiers inzake de keuring van schiethamers, zie E.078

9

21 F58 Incendie / Brand Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

44

22 F61 Services communs / Gemeenschappelijke diensten

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

38

23 F65 Terrils / Mijnterrils

Opm.: zie selectielijst reeks E.079

1

24 F66 Investissements / Investeringen

Opm.: zie selectielijst reeks E.080

1

25 F67 Dépôt de déchets toxiques / Opslagplaats giftig afvalOpm.: zie selectielijst reeks E.081

1

26 F68 Loi d’expansion / Expansiewet

Opm.: zie selectielijst reeks E.082

7

27 F69 Sels de l’acide cyanhydrique / Cyaanwaterstofzouten Opm.: zie selectielijst reeks E.083

4

28 F71 Fermeture – infractions loi sur l’inspection du travail / Sluiting - inbreuken op de wet van de arbeidsinspectie

Opm.: zie selectielijst reeks E.084

20

29 F72 Déchets toxiques (destruction) / Giftig aval (vernietiging)

Opm.: zie selectielijst reeks E.085

1

30 F73 Installations industrielles de combustion /

Industriële verbrandingsinstallaties

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

2

31 F74 Homologation scies à bois circulaires /

Homologatie houtbewerkingmachines

Opm.: zie selectielijst reeks E.086

1

(avec / met F76, F77 en F78)

32 F76 Déchets toxiques / Giftig afval

Opm.: zie selectielijst reeks E.087

33 F77 Signalisation sur chantier / Signalisatie op de werkplaats

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

Page 76: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Bijlage

76

34 F78 Caissons à air comprimé / Persluchtcaissons

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

35 F79 Art 723 bis 16 / Artikel 723 bis 16 Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

4

36 F80 Amendes administratives / Administratieve geldboeten

Opm.: zie selectielijst reeks E.088

1

37 F81 SHE (Services publics) / VGV (Openbare diensten)

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

14

38 F82 Certificat d’agrément CEE de modèle / EEG Modelgoedkeuring

Opm.: zie selectielijst reeks E.089

17

39 F83 Produits toxiques / Giftige producten Opm.: zie selectielijst reeks E.090

1

(avec / met F84)

40 F84 Commission d’agréation d’entrepreneurs /

Erkenningscommissie aannemers

Opm.: zie selectielijst reeks E.091

41 ADR (Transport de marchandises dangereuses par route) /

(Vervoer van gevaarlijke goederen over de weg)

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

12

42 AL Appareils de levage / Heftoestellen

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

16 + 28

43 BB Bonbonnes / Gasflessen

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

12 + 25

44 Cartouches filtrantes / Filterpatronen

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

23

45 Chariot de manutention automotive / Vorkheftruck

Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten met betrekking tot het welzijn op het werk (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

1

Page 77: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Bijlage

77

46 Comités professionnels nationaux SHE – (Agriculture / Bois / Chimie / Construction / Diamant / Verre) /

Nationale beroepsverenigingen VGV (Landbouw/ Bos / Chemie / Bouw / Diamant / Glas)

Opm.: zie selectielijst reeks F.052

4

47 Conditions d’agréation des appareils respiratoires /

Benoemingsvoorwaarden van ademhalingstoestellen Opm.: zie selectielijst reeks E.092

7

48 I.E. Installations électriques / E.I. Elektrische installaties

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

9 + 17

49 Prévention Incendie / Brandpreventie

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

9

50 Machines à bois / Houtbewerkingmachines

Opm.: het betreft briefwisseling met informatieverstrekking over het KB van 9 januari 1976 (huidige reeks “I”), zie selectielijst reeks E.019

2

51 Propane – Butane / Propaan – Butaan

Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten met betrekking opslagplaatsen van propaan en butaan (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

3

52 V Appareils à vapeur / Stoomstoestellen

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016, briefwisseling (informatieverstrekking) (huidige reeks “I”), zie selectielijst reeks E.019 en dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

59 + 37 + 1

53 VN Appareils à vapeur – nouvelle réglementation /

Stoomtoestellen – nieuwe reglementering

Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016 en eveneens briefwisseling (informatieverstrekking) over KB’s van 18 oktober 1991 en 28 oktober 1991 (huidige reeks “I”), zie selectielijst reeks E.019

9

54 Commission consultative pour les appareils à vapeur. Nominations / Commissie van advies voor stoomtoestellen. Benoemingen

Opm.: zie selectielijst reeks E.093

1

55 Dérogations récipients à gaz / Afwijking gasrecipiënten Opm.: het betreft afwijkingen (huidige reeks “D”), zie selectielijst reeks E.016

28

Page 78: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Bijlage

78

56 RG

Opm.: het betreft briefwisseling (huidige reeks “I”), zie selectielijst reeks E.019

7

57 OIT (+ ONU + Conseil Europe) / IAO (+ VN + Raad van Europa)

Opm.: zie selectielijst reeks E.026

5

58 Union Européenne / Europese Unie Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten (richtlijnen) op Europees niveau (huidige reeks “LEur”), zie selectielijst reeks E.017

1

59 Directives CEE / Richtlijn EEG Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten (richtlijnen) op Europees niveau (huidige reeks “LEur”), zie selectielijst reeks E.017

3

60 Directive CEE Bruit / Richtlijn EEG Lawaai Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten (richtlijnen) op Europees niveau (huidige reeks “LEur”), zie selectielijst reeks E.017

1

61 Loi sur le bien-être / Welzijnswet

Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten met betrekking tot het welzijn op het werk (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

5

62 RGPT / ARAB

Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten met betrekking tot het welzijn op het werk (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

93

63 Code

Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten met betrekking tot het welzijn op het werk (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

38

64 Arrêtés Royaux / Koninklijke besluiten

Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten met betrekking tot het welzijn op het werk (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

1 + 4

65 Arrêtés Ministériels / Ministeriële besluiten

Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten met betrekking tot het welzijn op het werk (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

4

66 AM originaux / MB originelen

Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten met betrekking tot het welzijn op het werk (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

12

Page 79: ARCHIEF VAN DE FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL … · 2012. 2. 15. · Provinciën (Inventarissen Algemeen Rijksarchief 320), 2002. JANSSENS L., Secretariaat-generaal van het

Algemene Directie Humanisering van de Arbeid - Bijlage

79

67 Annexes A G Loi de base du 20/06/1952 et AR

Bijlagen A G basiswet van 20/06/1952 en KB

Opm.: het betreft dossiers inzake de uitwerking van reglementaire teksten met betrekking tot het welzijn op het werk (huidige reeks “L”), zie selectielijst reeks E.012

13

68 Question Parlementaire / Parlementaire vragen

Opm.: het betreft dossiers inzake parlementaire vragen (huidige reeks “QR”), zie selectielijst reeks E.022

13