ArcheoPro rapport Nieuwe Rhijngeest, Langenakker 2011 03 0… · Archeologische onderzoek Nieuwe...

53
ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1004 Nieuwe Rhijngeest, Langenakker Gemeente Oegstgeest Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek, oppervlaktekartering en karterend booronderzoek Richard Exaltus Joep Orbons Maart 2011 ArcheoPro

Transcript of ArcheoPro rapport Nieuwe Rhijngeest, Langenakker 2011 03 0… · Archeologische onderzoek Nieuwe...

  • ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1004

    Nieuwe Rhijngeest, Langenakker

    Gemeente Oegstgeest Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O);

    Bureauonderzoek, oppervlaktekartering en karterend booronderzoek

    Richard Exaltus Joep Orbons

    Maart 2011

    ArcheoPro

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 2

    Versie: 09-03-2011 www.ArcheoPro.nl

    Colofon Opdrachtgever: Archeologic, Pelmolenlaan 12-14, 3447 GW Woerden Status: versie 09-03-2011 Projectcode : 09-290 Nieuwe Rhijngeest, Langenakker Bestandsnaam : ArcheoPro, Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, 2011 03 09 Opgesteld conform KNA 3.1 Archis onderzoeksmelding (CIS nummer): 39066 Bevoegd gezag: Gemeente Oegstgeest Opslagplaats documentatie: Provincie Zuid-Holland Auteur: Richard Exaltus, Joep Orbons Projectleider : Richard Exaltus Projectmedewerkers: Richard Exaltus, Joep Orbons, Martin Uildriks, Monika. Knul, Astrid Koekkelkoren, Simone Lemmens, Ebed Litaay, Hon Rik Onderaannemers: nvt Autorisatie: Drs. R.P. Exaltus; senior-archeoloog ISSN : 1569-7363 Uitgegeven door ArcheoPro © Copyright 2010 ArcheoPro, Maastricht ArcheoPro Holdaal 6 Tel : 0(0 31) 43 3672586 Kamer van Koophandel Limburg: 14117581 NL 6228 GH Maastricht Fax: 0(0 31) 43 3672585 e-mail: [email protected] Nederland www.archeopro.nl

    ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1004

    Nieuwe Rhijngeest, Langenakker

    Gemeente Oegstgeest Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O);

    Bureauonderzoek, oppervlaktekartering en karterend booronderzoek

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 3

    Versie: 09-03-2011 www.ArcheoPro.nl

    Inhoudsopgave: Samenvatting................................................................................................................................ 4 1 Inleiding .................................................................................................................................... 6 1.1 Algemeen ............................................................................................................................... 6 1.2 Locatiegegevens:.................................................................................................................... 6 1.3 Onderzoek .............................................................................................................................. 6 2 Bureauonderzoek ...................................................................................................................... 9 2.1 Methode en bronnen .............................................................................................................. 9 2.2 Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem ............................................................................... 10 2.3 Archeologie.......................................................................................................................... 14 2.4 Historie................................................................................................................................. 19 2.5 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel .............................................................. 22 2.6 Onderzoeksstrategie............................................................................................................. 23 3 Veldonderzoek ........................................................................................................................ 24 3.1 Verrichte werkzaamheden ................................................................................................... 24 3.2 Resultaten oppervlaktekartering .......................................................................................... 25 3.3 Resultaten booronderzoek.................................................................................................... 25 3.4 Interpretatie .......................................................................................................................... 38 4 Conclusies en aanbevelingen (selectieadvies) ........................................................................ 39 Verklarende woordenlijst........................................................................................................... 41 Archeologische tijdschaal .......................................................................................................... 41 Bronnen...................................................................................................................................... 41 Literatuur.................................................................................................................................... 42 Bijlage 1: Boorbeschrijving ....................................................................................................... 43

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 4

    Versie: 09-03-2011 www.ArcheoPro.nl

    Samenvatting Eind januari en begin februari 2010 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Valkenburgerweg te Oegstgeest. Het betreft een groot deel van plangebied Langenakker dat deel uitmaakt van Nieuw-Rhijngeest, zie fig. 2). Het centrale deel van dit plangebied kon vooralsnog niet onderzocht worden. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Bij het uitvoeren van het karterend booronderzoek dienen de volgende onderzoeksvragen beantwoord te worden: - Hoe is de opbouw van de bodem? Is er sprake van bodemverstoringen? Zo ja, wat is de aard en omvang van deze verstoring(en)? - Zijn er archeologische indicatoren aanwezig? Zo ja, van welke aard en datering? - Zijn er aanwijzingen voor een nederzetting? Zo ja, van welke aard, omvang en datering? - Wat is de ruimtelijke spreiding van de archeologische waarden? Het karterend onderzoek is uitgevoerd conform Archeologic notitie AL 184 (Plan van aanpak karterend booronderzoek Nieuw-Rhijngeest Langenakker, gemeente Oegstgeest). Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor resten uit de Romeinse tijd, de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. De hoogste verwachting geldt voor de Vroege en Late Middeleeuwen. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied 153 boringen gezet met behulp van een megaboor. Het hiermee opgeboorde materiaal is gezeefd. Tevens is op een deel van het plangebied een oppervlaktekartering uitgevoerd. Op basis van de resultaten van het onderzoek kunnen de vragen die ten grondslag lagen aan het onderzoek als volgt beantwoord worden: - Hoe is de opbouw van de bodem? Is er sprake van bodemverstoringen? Zo ja, wat is de aard en omvang van deze verstoring(en)? De bovengrond bestaat vrijwel overal binnen het plangebied uit een pakket humusrijke zandige klei van gemiddeld een halve meter dikte. De bovenste dertig centimeter hiervan vormt de moderne bouwvoor. Binnen het deel van het plangebied dat binnen een getij-riviermonding ligt, ligt hieronder een door zandlaagjes onderbroken kleipakket dat naar beneden toe overgaat in een door kleilaagjes onderbroken zandpakket. Op het deel van het plangebied dat binnen een (voormalige) geul van een meanderend afwateringsstelsel ligt, wordt de bovengenoemde opeenvolging van geologische afzettingen regelmatig onderbroken door lagen van venige klei en kleiig veen. In de pal langs de huidige loop van de Oude Rijn gezette boringen komt vaak veen voor. Bodemverstoringen zijn verspreid en lokaal en hangen duidelijk samen met relatief moderne inrichtingswerkzaamheden zoals de inmiddels her-ingerichte strook langs de zuidrand van het plangebied, het oude bedrijfsterrein in de zuidwesthoek van het plangebied, het woonhuis midden op het noordwestelijke deel van het plangebied en de woonhuizen langs de Valkenburgerweg.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 5

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    - Zijn er archeologische indicatoren aanwezig? Zo ja, van welke aard en datering? In de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49 zijn brokjes baksteen, houtskoolspikkels, leembrokjes en aardewerkscherven aangetroffen die waarschijnlijk uit de nieuwe tijd dateren. Gezien de historische kaartgegevens moet het echter om resten gaan die van voor 1832 dateren. Hoewel het moeilijk is om door middel van booronderzoek archeologische sporen zoals kuil- en greppel-vullingen op te sporen, worden archeologische vindplaatsen in kleigebieden doorgaans gekenmerkt door een vuile laag ter plaatse van het voormalige loopniveau. Een dergelijke laag wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van kleine insluitsels zoals leem- en aardewerkgruis en houtskool. Ook binnen het plangebied is (ter plaatse van de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49) een dergelijke laag aangetroffen. Het ontbreken van dergelijke lagen buiten de zone rond de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49, kan betekenen dat buiten deze zone, verder geen archeologische resten aanwezig zijn die aanvullend onderzoek rechtvaardigen. Het is echter vooralsnog niet uit te sluiten datonder de geroerde bovengrond, plaatselijk sporenniveaus aanwezig zijn. Archeologisch onderzoek op andere delen van Nieuw Rhijngeest heeft laten zien dat dit het geval kan zijn. Dit zou het geval kunnen zijn langs de zuidrand van het plangebied. De hier tijdens eerdere onderzoeken aangetroffen archeologische indicatoren, zijn echter allemaal gevonden tijdens oppervlaktekarteringen. Naar aanleiding hiervan verricht proefsleuvenonderzoek heeft nauwelijks bijbehorende sporen opgeleverd. De mogelijkheid dat deze resten samenhangen met een noordelijker, (onder de kassen) gelegen vindplaats kan echter vooralsnog niet worden uitgesloten. Mogelijk is hier onder de geroerde bovengrond, (plaatselijk nog) een sporenniveau aanwezig is. Dat de pal ten noorden van deze kassen uitgevoerde oppervlaktekartering geen vondsten heeft opgeleverd, kan betekenen dat de in en langs het zuidelijke deel van het plangebied aan het oppervlak aangetroffen resten als onderdeel van bemestingsmateriaal (stadsafval) op de akkers zijn terechtgekomen. Dit sluit aan bij de bevindingen van RAAP omtrent de waarneming 401106. - Wat is de ruimtelijke spreiding van de archeologische waarden? De archeologische waarden die nader onderzoek behoeven liggen op het noordwestelijke deel van het plangebied in de zone waarin de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49 gezet zijn (zie figuur 16). - Zijn er aanwijzingen voor een nederzetting? Zo ja, van welke aard, omvang en datering? De aangetroffen verschijnselen komen min of meer op dezelfde diepte in een cluster voor en kunnen allemaal uit de nieuwe tijd dateren. Dit vormt een aanwijzing dat het om resten van een huis/bedrijfsplaats gaat. Vooralsnog zijn de aangetroffen resten echter onvoldoende om de exacte aard ervan te kunnen bepalen. Hiertoe is aanvullend onderzoek benodigd in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Een dergelijk onderzoek dient te worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd acheologisch onderzoeksbureau volgens een speciaal daartoe op te stellen Pakket van Eisen (PvE). Een gelijksoortig onderzoek is benodigd om zekerheid te verkrijgen omtrent de aan- of afwezigheid van een sporenniveau in het langs de zuidrand gelegen deel van het plangebied.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 6

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    1 Inleiding 1.1 Algemeen

    - Opdrachtgever: Archeologic, Pelmolenlaan 12-14, 3447 GW Woerden - Geplande ingrepen: Ontwikkeling Nieuwe Rhijngeest (zie figuur 2) - Datum uitvoering veldwerk: Eind januari – begin februari 2010 - Archis onderzoeksmelding (CIS nummer): 39066 - Opgesteld conform KNA 3.1, met gebruikmaking van de eisen voor het betreffende

    archeologisch onderzoek van de gemeente Oegstgeest. - Bevoegd gezag: Gemeente Oegstgeest - Bewaarplaats vondsten: Provincie Zuid-Holland - Bewaarplaats documentatie: Provincie Zuid-Holland

    1.2 Locatiegegevens:

    - Provincie: Zuid-Holland - Gemeente: Oegstgeest - Plaats: Langenakker - Toponiem: Nieuwe Rhijngeest - Globale ligging: Het noordwestelijke deel van het plangebied ligt tussen de

    Valkenburgerweg en de Oude Rijn. Het zuidoostelijke deel ligt tussen de Oude Rijn en de Rijnsburgerweg en wordt doorsneden door de Valkenburgerweg.

    - Hoekcoördinaten plangebied: o 90.265 / 466.259 o 90.956 / 466.137 o 90.779 / 465.911 o 90.342 / 466.175

    - Oppervlakte plangebied: 9,4 ha - Eigendom: Gemeente Oegstgeest - Grondgebruik: Deels grasland, deels bebouwd - Hoogteligging: ± 1,70 m +NAP - Bepaling locaties: GPS Garmin, meetlinten - Onderzoeksgebied bureauonderzoek: Cirkel met een straal van één kilometer rond het

    centrum van het plangebied

    1.3 Onderzoek Eind januari en begin februari 2010 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Valkenburgerweg te Oegstgeest. Het betreft een groot deel van plangebied Langenakker dat deel uitmaakt van Nieuw-Rhijngeest, zie fig. 1). Het centrale deel van dit plangebied kon vooralsnog niet onderzocht worden. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Bij het uitvoeren van het karterend booronderzoek dienen de volgende onderzoeksvragen beantwoord te worden: - Hoe is de opbouw van de bodem? Is er sprake van bodemverstoringen? Zo ja, wat is de aard en omvang van deze verstoring(en)? - Zijn er archeologische indicatoren aanwezig? Zo ja, van welke aard en datering? - Zijn er aanwijzingen voor een nederzetting? Zo ja, van welke aard, omvang en datering? - Wat is de ruimtelijke spreiding van de archeologische waarden?

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 7

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Het karterend onderzoek is uitgevoerd conform Archeologic notitie AL 184 (Plan van aanpak karterend booronderzoek Nieuw-Rhijngeest Langenakker, gemeente Oegstgeest). ArcheoPro voert haar onderzoeken uit conform de hiervoor vastgelegde normen en richtlijnen en is door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) vergunning verleend tot het verrichten van bepaalde archeologische werkzaamheden in het kader van het doen van opgravingen, bestaande uit prospectie door middel van booronderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door drs. R.P. Exaltus (senior-archeoloog), ing. P.J. Orbons (senior vakspecialist), M. Uildriks, M. Knul, A. Koekkelkoren, S. Lemmens, E. Litaay en H. Rik (veldtechnici).

    Figuur 1: De ligging van het plangebied (rood omlijnd) met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 8

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 2: Voorbestemmingsplan Langenakker

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 9

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    2 Bureauonderzoek 2.1 Methode en bronnen Tijdens het bureauonderzoek wordt door de bestudering van beschikbare bronnen, kennis vergaard omtrent de bodem en geologie van het onderzoeksgebied en de hierin bekende en te verwachten archeologische waarden. Aan de hand van de resultaten van het bureauonderzoek kan de beste aanpak voor het veldonderzoek worden bepaald. Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd (voor bronvermelding; zie ook literatuurlijst, dit geldt ook voor de kaarten die in de tekst opgenomen zijn): -Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) -Archeologische MonumentenKaart (AMK) -ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) Archeologic notitie AL 184. Plan van aanpak karterend booronderzoek Nieuw-Rhijngeest Langenakker, gemeente Oegstgeest. -Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) -Gemeente Oegstgeest, Archeologische beleidskaart -Landschappen van Maas en Peel, J. Renes, 1999 -Bente, D. & C. van Eijk (2008), Programma van Eisen locatie Nieuw-Rhijngeest Zuid, gemeente Oegstgeest, ArcheoLogic Project 621, Woerden -Bodemkaart 1:50.000 -Geomorfologische kaart 1:50.000 -Geologische kaart 1:50.000 -Hemminga, M. (2005), Een Merovingische nederzetting op de oever van de Oude Rijn, Archol onderzoeksrapport 69, Leiden - Jezeer, W. (2009), Evaluatierapport archeologisch onderzoek Oegstgeest Nieuw-Rhijngeest Zuid (gemeente Oegstgeest), ADC ArcheoProjecten technisch evaluatierapport, Amersfoort -Kadastrale minuutplan met aanwijzende tafels, 1830 -Grote historische atlas van Nederland 1:50.000 1838-1857 (Deel West) -Grote historische topografische atlas van Nederland, provincie Zuid-Holland 1:25.000 1894-1926 -Atlas van topografische kaarten Nederland 1955-1965, 1:50.000

    Figuur 3: Luchtfoto met daarop rood omlijnd het plangebied.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 10

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    2.2 Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem Ongeveer 10.000 jaar geleden liep de laatste ijstijd ten einde. Het smeltende landijs veroorzaakte een snelle zeespiegelstijging. Het Noordzee-bekken liep vol water. Nadat het meeste landijs was gesmolten nam de snelheid van de zeespiegelstijging weer af. In combinatie met de vlakke helling van de kust, onafgebroken aanvoer van sediment en een afname van de zeespiegelstijging ontstonden hierdoor vanaf circa 2750 v. Chr. langwerpige strandwallen die uiteindelijk een grotendeels gesloten kustlijn vormden. De monding van de Oude Rijn vormde een onderbreking in deze kustlijn. Tussen de strandwallen lagen strandvlakten. Zowel op deze strandvlakten als op de strandwallen ontstonden lage landduinen; de Oude Duinen. Achter dit duingebied ontstond een uitgestrekte lagune, een binnenzee die vergelijkbaar is met het huidige waddengebied. Door openingen in de kustlijn, zoals de monding van de Oude Rijn, trad de zee regelmatig de lagune binnen. Hierdoor werd op veel plaatsen klei afgezet. Het plangebied maakt deel uit van het mondingsgebied van de Oude Rijn. Oorspronkelijk vormde de Oude Rijn de benedenloop van de Werkhovense meandergordel. Deze meandergordel wordt gedateerd tussen 2880 en 2490 cal v.Chr. Tussen 2350 en 2600 cal v.Chr. nam het debiet van de Oude Rijn toe. Deze toename hangt waarschijnlijk samen met de gedeeltelijke avulsie van de Houtense stroomgordel in deze periode. De meest actieve fase van de Oude Rijn valt samen met de meest actieve fase van de Houtense meandergordel (2460/2030 cal v.Chr.). Door het ontstaan van de Kromme Rijn en de Vecht tussen 1380/1120 en 900/540 cal v.Chr. nam het debiet van de Oude Rijn sterk af. Door het ontstaan van de Linge rond 380/50 cal v.Chr. en de Waal rond 340/600 cal n.Chr. nam het debiet van de Oude Rijn nog verder af. In de Romeinse tijd is mogelijk ingegrepen in het debiet van de Oude Rijn. De Vecht raakte in deze periode haar Rijnwatertoevoer kwijt. Deze reactivering leidde tot het ontstaan van een meer bochtiger rivierloop. Het plangebied ligt aan een buitenbocht van de Oude Rijn. De westelijke helft van het plangebied ligt op een geul van een meanderend afwateringsstelsel (legenda-eenheid 2R11 op figuur 4) terwijl de oostelijke helft op een getij-riviermonding ligt(legenda-eenheid 3K27 op figuur 4). De getij-riviermonding zal vooral gekenmerkt worden door de aanwezigheid in de bodem van gelaagde afzettingen. De bodem binnen de (voormalige) geul van een meanderend afwateringsstelsel kan zowel bestaan uit zand dat als beddingsmateriaal is afgezet als uit verlandings-afzettingen zoals klei, venige klei, kleiig veen en veen. De Uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; zie figguur 6) toont dat de langs de Oude Rijn gelegen delen van het plangebied gemiddeld ongeveer een meter lager liggen dan de overige delen van het plangebied. Op de uitsnede uit het AHN is tevens duidelijk te zien dat enkele delen van het plangebied aanmerkelijk zijn opgehoogd. Het betreft een moderne huisplaats op het noordelijke deel van het plangebied en een bedrijventerrein dat op het zuidelijke deel van het plangebied aan de Oude Rijn grenst. De bodems binnen het overgrote deel van het plangebied bestaan uit tuineerdgronden die zijn gevormd in lichte zavel (legenda-eenheid EK19-IV op figuur 5).

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 11

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 4: Uitsnede uit de geomorfologische kaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 12

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 5: Uitsnede uit de bodemkaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 13

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 6: Uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 14

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    2.3 Archeologie Algemeen Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) ligt het oostelijk deel van het plangebied in een zone met een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden; in het westen is de kans laag. Binnen het onderzoeksgebied liggen vier waarnemingen en drie vondstmeldingen. Monumenten komen in het gebied niet voor. Onderzoeken en vindplaatsen binnen en direct ten zuiden van het plangebied In het plangebied ligt de waarneming 401106 die keramiekvondsten betreft die zijn aangetroffen tijdens een door RAAP uitgevoerde oppervlaktekartering. De keramiek dateert uit de perioden late middeleeuwen (proto-steengoed en Paffrath keramiek), late middeleeuwen tot nieuwe tijd (roodbakkend geglazuurd aardewerk en een Siegburg beker) en uit de nieuwe tijd (eveneens roodbakkend geglazuurd aardewerk). In boringen is hier geen vondstlaag aangetroffen en mogelijk betreft het hier derhalve opgebracht materiaal dat van elders afkomstig is. Het is echter vooralsnog niet uit te sluiten dat onder de geroerde bovengrond, plaatselijk sporenniveaus aanwezig zijn. Archeologisch onderzoek op andere delen van Nieuw Rhijngeest heeft laten zien dat dit het geval kan zijn. Tegen het zuidoosten van het onderzoeksgebied liggen enkele gebieden die reeds eerder zijn onderzocht door Archeologisch Onderzoek Leiden BV (2006), ADC ArcheoProjecten (2003 en 2009, Boer A. de & F. J. G. van der Heijden 2003 ADC-rapport 184 en Benthem A. van, 2009, ADC-rapport 1716). en Onderzoeks- en Adviesbureau BAAC (Mark. R. van der, 2005 BAAC-rapport A05-0097). In deze gebieden liggen de waarnemingen 56734 en 56785 en de vondstmeldingen 409972 en 409976. De waarnemingen 56734 en 56785 betreffen, met uitzondering van middeleeuws metaalafval, de volgende aardewerkvondsten: Uit de late Romeinse tijd dateert terra sigillata keramiek, uit de middeleeuwen is een kogelpot van geelwitbakkend Pingsdorf aardewerk aangetroffen, uit de late middeleeuwen dateert Paffrath, Andenne en Pingsdorf geelwitbakkend keramiek, kogelpot aardewerk en grijsbakkend gedraaid aardewerk. Uit de periode late middeleeuwen tot nieuwe tijd is hier roodbakkend geglazuurd aardewerk en steengoed aangetroffen. Tot slot dateren uit de nieuwe tijd een Majolica bord/schotel alsmede steengoed en een pijp/pijpenkop/-steel. Vondstmelding 409976 vormt een ter plaatse van waarnemingsnummer 56785 door BAAC uitgevoerd proefsleuvenonderzoek (Mark. R. van der, 2005 BAAC-rapport A05-0097). Wel zijn hier keramiekvondsten gedaan, zoals middeleeuws Badorf aardewerk. Tot onderin de 70 á 80 cm dikke bouwvoor zijn moderne insluitsels aangetroffen. Uit dit onderzoek is geconcludeerd dat de schaarse, aangetroffen sporen die allemaal binnen 20 m vanaf de Rijnsburgerweg zijn aangetroffen, off-site verschijnselen betreffen van een noordelijker gelegen vindplaats. Beide bovengenoemde vindplaatsen hebben gezien de onderzoeksresultaten, een lage waardering gekregen. Uit de bovenstaande gegevens komt naar voren dat tijdens eerder verrichte onderzoeken, langs de zuidrand van het plangebied, oppervlaktevondsten zijn gedaan van aardewerkresten die uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd dateren. Naar aanleiding hiervan verricht proefsleuvenonderzoek heeft nauwelijks bijbehorende sporen opgeleverd. Dit kan betekenen dat deze resten afkomstig zijn van een noordelijker, (onder de kassen) gelegen vindplaats waarvan onder de geroerde bovengrond (plaatselijk nog) een sporenniveau bewaard is gebleven. Tevens kan dit betekenen dat de aan het oppervlak aangetroffen resten als onderdeel van bemestingsmateriaal (stadsafval) op de akkers zijn terechtgekomen. Dit sluit aan bij de bevindingen van RAAP omtrent de waarneming 401106.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 15

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Overige onderzoeken en vindplaatsen binnen het onderzoeksgebied Op een afstand van circa tweehonderd meter ten noordoosten van de waarneming 401106 ligt een gebied, dat in 2006 eveneens door RAAP Archeologisch Adviesbureau is onderzocht. In dit gebied komen geen waarnemingen of vondstmeldingen voor. In het noordwesten doorkruist een door ADC ArcheoProjecten in 2003 onderzocht gebied de rand van het onderzoeksgebied. Circa 65 meter ten noorden van dit gebied ligt de vondstmelding 2597, die de vondst betreft van middeleeuws Pingsdorf geelwitbakkend aardewerk en steengoed daterend uit de periode late middeleeuwen tot nieuwe tijd. Circa 310 meter ten noordoosten van de voorgaande vondstmelding ligt de waarneming 400089. Op deze locatie is keramiek aangetroffen uit de perioden neolithicum tot nieuwe tijd (handgevormd en onbekend aardewerk), vroege Romeinse tijd tot vroege middeleeuwen (ruwwandig, gedraaid aardewerk), middeleeuwen (een kogelpot en geelwitbakkend Pingsdorf aardewerk) en late middeleeuwen (proto-steengoed, Paffrath keramiek en grijsbakkend gedraaid aardewerk). Enkele honderden meters verder naar het zuiden heeft BAAC eveneens proefsleuvenonderzoek verricht (vondstmelding 409969). Hier blijkt de bodem eveneens tot 70 á 80 cm diepte verstoord te zijn. De schaarse sporen die hieronder zijn aangetroffen, dateren uit de late ijzertijd en de Karolingische tijd. Ongeveer een kilometer ten zuiden van het plangebied (monument 4048; Nieuw-Rhijngeest Noord; Hemminga, M. 2005 en Jezeer, W. 2009) hebben opgravingen door het ADC naast vijf huisplattegronden van het type Odoorn-C, vele bijgebouwen, afvalkuilen, waterputten, greppels en hekwerken opgeleverd. Het gaat hierbij om een grotendeels agrarische nederzetting met meerdere erven. De huizen waren woonstalhuizen van circa 20 m lengte met dakdragende buitenstaanders zonder middenstaanders, waardoor er ruime woon- en staldelen ontstonden. De bijgebouwen kennen een grote verscheidenheid aan vorm en grootte, van simpele 4-palige structuren tot grote complexe structuren met wandgreppels. Van enkele grote bijgebouwen bestaat het vermoeden dat ze als stal gebruikt zijn, terwijl de functie van de kleinere structuren niet duidelijk is. Tevens zijn hierbij drie insteekhavens opgegraven met houten beschoeiingen. Deze havens zijn tijdens de bewoning van de nederzetting in gebruik geweest. Ze liggen haaks op een brede geul die het terrein in tweeën deelt. Deze geul was verbonden met de Oude Rijn, die in deze periode nog actief was. Waarnemingen en vondstmeldingen Nummer Coördinaat Periode Vondsten 2597 90.300/466.350 a) Middeleeuwen

    b) Late middeleeuwen tot nieuwe tijd

    a) Keramiek b) Keramiek

    56734 90.980/465.960 a) Middeleeuwen b) Late middeleeuwen c) Late middeleeuwen tot

    nieuwe tijd d) Nieuwe tijd

    a) Keramiek en metaalafval b) Keramiek c) Keramiek d) Keramiek

    56785 90.890/465.822 a) Late Romeinse tijd b) Middeleeuwen c) Late middeleeuwen tot

    nieuwe tijd d) Nieuwe tijd

    a) Keramiek b) Keramiek c) Keramiek d) Keramiek

    400089 90.600/466.450 a) Neolithicum tot nieuwe a) Keramiek

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 16

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    tijd b) Vroege Romeinse tijd

    tot vroege middeleeuwen

    c) Middeleeuwen d) Late middeleeuwen

    b) Keramiek c) Keramiek d) Keramiek

    401106 90.800/466.030 a) Late middeleeuwen b) Late middeleeuwen tot

    nieuwe tijd

    a) Keramiek b) Keramiek

    409972 90.959/465.932 a) Middeleeuwen b) Vroege middeleeuwen

    tot nieuwe tijd c) Late middeleeuwen d) Nieuwe tijd e) Onbekend

    a) Keramiek b) Keramiek c) Keramiek d) Kuilen e) Keramiek, een maalsteen en bot

    409976 90.898/465.817 Onbekend Onbekend

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 17

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 7: Kaart met Archis-gegevens met daarop een cirkel met een straal van één kilometer rond het plangebied die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 18

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    De cultuurhistorische waardekaart van de gemeente Oegstgeest toont met betrekking tot het plangebied dat voor het noordwestelijke deel aan gematigde verwachting geldt, voor het noordelijke en het centrale deel een hoge verwachting en voor het oostelijke en zuidelijke deel een gematigde tot hoge verwachting.

    Figuur 8: Uitsnede uit de gemeentelijke beleidskaart

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 19

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    2.4 Historie Op de door Jan Pietersz. Dou in 1631 vervaardigde kaart van de tienden der abdij van Rijnsburg, gelegen onder Oegstgeest (figuur 9), is binnen het plangebied slechts bebouwing aangegeven op het centrale deel.

    Figuur 9: Uitsnede uit kaart van de tienden der abdij van Rijnsburg, gelegen onder Oegstgeest. 22 juli 1631. Vervaardigd door Jan Pietersz. Dou. (Nationaal Archief, Kaartencollectie Hingman, 4VTH 2308.). In rood het plangebied.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 20

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    De kadasterkaart uit 1832 toont dat het plangebied destijds binnen de percelen 77, 78, 80, 81, 82, 83, 84, 105, 106, 107, 108, 109 en 110 lag. Uit de aanwijzende tafels blijkt dat deze in eigendom waren bij Bronkhuyzen, Westerbeek, Delft, Roon, Glasbergen, Verdegaar, Foreest en Visjes die deze in gebruik hadden als weiland (de percelen langs de Oude Rijn en als bouwland (de overige percelen).

    Figuur 10: Uitsnede uit de kadastrale kaart uit 1832

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 21

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 11 toont achtereenvolgens topografische kaarten van het onderzoeksgebied uit 1845, 1902, 1958 en 2008. Hierop is te zien dat het plangebied gedurende de negentiende eeuw uit akkers en weilanden bestond en dat binnen het plangebied geen bebouwing aanwezig was. Ten zuiden en ten noorden van het plangebied stond wel bebouwing. Deze stond niet zoals tegenwoordig, aan de Valkenburgerweg maar aan de Oude Rijn. In de eerste helft van de twintigste eeuw zijn enkele bedrijfsgebouwen geplaatst op het zuidelijke deel van het plangebied. Tevens is in deze periode bebouwing verschenen langs de Leidsche weg op het oostelijke deel van het plangebied. Voor het overige is er dan nog nauwelijks iets aan de negentiende eeuwse situatie veranderd. In de tweede helft van de twintigste eeuw is de bebouwing langs de Valkenburgerweg sterk toegenomen en is een groot deel van het zuidelijke deel van het plangebied in gebruik genomen voor de teelt van bomen en is hier een kassencomplex gebouwd.

    Figuur 11: Uitsneden uit de topografische kaarten uit achtereenvolgens: 1845, 1902, 1958 en 2008.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 22

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    2.5 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Specifieke ligging (locatie) Het plangebied ligt deels op een geul van een meanderend afwateringsstelsel en deels op een getij-riviermonding van de Oude Rijn. De Oude Rijn vormde in de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen een belangrijke verbindingsweg met het achterland. Verwachte perioden (datering) Op basis van de bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt voor archeologische resten uit de Romeinse tijd, de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. De hoogste verwachting geldt voor de Vroege en Late Middeleeuwen. Het is gemakkelijk denkbaar dat de (Merovingische) bewoning langs de Oude Rijn, zoals aangetoond in Nieuw-Rhijngeest Noord en Zuid zich voortzet tot in het deelgebied Langenakker. Complextypen Gezien de resultaten van het archeologisch onderzoek in nabijgelegen plangebieden, worden in het plangebied Langenakker nederzettingssporen verwacht bestaande uit meerdere huisplaatsen en waterputten. Uiterlijke kenmerken Nederzettingsresten uit alle perioden zullen binnen het plangebied uit vondststrooingen bestaan en/of uit opgevulde spoorvullingen onder de bouwvoor. Mogelijke verstoringen Binnen het plangebied zijn ten gevolge van langdurige gebruik voor de akker- en tuinbouw, tuineerdgronden ontstaan. Uit in de nabijheid verrichte opgravingen is gebleken dat dit tot het ontstaan van een 70 á 80 cm dikke bouwvoor heeft geleid die tot onderin moderne insluitsels bevat. Alleen delen van vondstlagen en grondsporen die dieper liggen dan 70 á 80 cm –Mv zullen derhalve gespaard zijn gebleven.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 23

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    2.6 Onderzoeksstrategie Indien blijkt dat de huidige grondbewerking tot in de natuurlijke bodem reikt en een goede vondstzichtbaarheid heerst, is een oppervlaktekartering het meest geschikt voor het opsporen van archeologische indicatoren. De meeste van de archeologische vondsten in de omgeving van het plangebied zijn immers gedaan als oppervlaktevondsten. Verder wordt karterend booronderzoek uitgevoerd (volgens KNA-specificatie VS03; standaardmethode C2 (20x25 boorgrid, 12 cm boor, 4 mm zeef), waarbij in totaal ca. 20 boringen per hectare gezet zullen worden (voor een totaal van ca. 170 boringen). Deze boringen worden standaard tot een diepte van 2 m gezet, of zoveel dieper als nodig is om de bodemopbouw afdoende te karteren. Zelfs met de gehanteerde hoge boordichtheid is op basis van booronderzoek nooit te garanderen dat alle typen archeologische resten kunnen worden opgespoord. De kans op het aantreffen van grondsporen is bijvoorbeeld aanmerkelijk groter indien een proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd. Een dergelijke aanpak zou echter in dit stadium van het onderzoek een te zwaar middel vormen en dient pas te worden toegepast na vaststelling dat een (deels) intact bodemprofiel aanwezig is met daarin archeologische indicatoren. Van alle boorpunten wordt de NAP-hoogte bepaald door middel van het AHN en de waterpas

    Figuur 12: Booronderzoek op het oostelijke deel van het plangebied (ten noorden van het kassencomplex).

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 24

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    3 Veldonderzoek 3.1 Verrichte werkzaamheden

    - Positie boringen: regelmatige verdeling over het plangebied, zie figuur 17. - Gebruikt boormateriaal: edelmanboor met diameter van 12 cm. - Totaal aantal boringen: 153 - Boorgrid: 20 x 25 m - Boordichtheid: 20 boringen per hectare - Geboorde diepte: 2,0 m -Mv - Inmeten boorlocaties: GPS, meetlint en waterpas - Boorbeschrijving: Archeologische Standaard Boorbeschrijving (ASB 5.1) - Inspectie bodemontsluitingen en/of oppervlaktekartering: Ten tijde van het onderzoek

    waren geen bodemontsluitingen aanwezig die geïnspecteerd konden worden op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Op grote delen van het plangebied was in verband met de aanwezige begroeiing geen oppervlaktekartering mogelijk. Ter plaatse van de boorpunten 74 tot en met 82, 87 tot en met 95 en 10 tot en met 107 bleek echter een braakliggende akker aanwezig te zijn. Op de dagen dat hier booronderzoek is verricht, werd deze akker bedekt door sneeuw (zie figuur 12). In verband met de aanwezigheid van Archis-waarneming 401106 langs de westrand van deze akker, is hier op 20 februari 2010 (toen de sneeuw verdwenen was), nog een oppervlaktekartering uitgevoerd.

    Figuur 13: Plangebied met daarop het gekarteerde gebied (gearceerd gebied)

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 25

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    3.2 Resultaten oppervlaktekartering Ondanks de goede vondstzichtbaarheid zijn tijdens de oppervlaktekartering geen vondsten gedaan die van voor de achttiende/negentiende eeuw dateren. Verspreid over de akker zijn naast moderne vondsten zoals brokjes baksteenpuin en vensterglas slechts een pijpenkop, een pijpensteel en enkele scherven geglazuurd steengoed aangetroffen (zie figuur 13). Deze vondsten komen verspreid over de akker voor. Het ligt derhalve voor de hand dat het hier materiaal betreft dat tijdens bemesting op de akker terecht is gekomen.

    Figuur 14: De tijdens de oppervlaktekartering aangetroffen vondsten 3.3 Resultaten booronderzoek De ligging van de boorpunten is weergegeven op de boorpuntenkaart. De resultaten van het booronderzoek zijn opgesomd in Bijlage 1. Tijdens het veldonderzoek zijn 153 boringen gezet. De zuidrand van het plangebied bleek tijdens het veldonderzoek volledig verhard en bebouwd te zijn (het deel ten westen van de Valkenburgerweg) of al volledig te zijn her-ingericht (het deel ten oosten van de Valkenburgerweg). Overal waar mogelijk, zijn de boringen doorgezet tot een diepte van twee meter beneden het maaiveld. Dit bleek niet mogelijk op het zuidwestelijke deel van het plangebied (boringen 120 tot en met 123, 131, 132, 133 en 143 tot en met 146. Hier ligt een oud bedrijventerrein dat op de uitsnede uit het AHN herkenbaar is als een verhoogd terrein. Deze verhoging blijkt te bestaan uit een ongeveer één meter dik pakket van opgebracht puin vermengd met klei. Dit pakket bleek met behulp van handboren niet doordringbaar te zijn. Ter plaatse van de boorpunten 17, 25, 33 tot en met 35, 41 tot en met 45 en 59, bleek de bodem tot een meter of meer, verstoord en/of opgehoogd te zijn. Dit is vrijwel zeker veroorzaakt door de bouw van moderne woningen in de direct nabijheid van deze boorpunten. Dat het om moderne verstoring gaat blijkt uit het voorkomen van moderne insluitsels zoals antraciet, vensterglas en plastic tot onderin het verstoorde/opgebrachte materiaal. Op de overige delen van het plangebied is een bouwvoor aangetroffen die bestaat uit humusrijke, sterk zandige klei. De dikte hiervan loopt uiteen van enkele decimeters tot meer dan een meter. De gemiddelde dikte

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 26

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    van de bouwvoor bedraagt ongeveer dertig centimeter. In de meeste boringen is onder de bouwvoor een enkele decimeters dik pakket zandige aangetroffen dat slechts matig humeus is en dat gekenmerkt wordt door roestvlekken. Het ontbreken van enige gelaagdheid hierin vormt een indicatie dat dit pakket in het verleden geroerd is.

    Figuur 15: Booronderzoek op het noordwestelijke deel van het plangebied met op de achtergrond, de Oude Rijn. Onder de tezamen gemiddeld ongeveer een halve meter dikke pakketten van sterk en matig humusrijke zandige klei, is in veruit de meeste boringen een dik pakket matig tot sterk zandige klei aangetroffen dat wordt onderbroken door talrijke dunne zandlaagjes. Op het oostelijke deel van het plangebied (boringen 67 tot en met 153) gaat dit pakket rond een diepte van anderhalve meter beneden het maaiveld over in een pakket dat uit door kleilaagjes onderbroken zand bestaat. Dit zandpakket loopt door tot onderin de boringen. De enige van de op het oostelijke deel van het plangebied gezette boringen die hier van afwijken zijn de boringen 67, 70, 96, 108 en 142 die pal langs de Oude Rijn zijn gezet en die boven het zandpakket een enkele decimeters dikke laag (kleiig) veen bevatten. Op het oostelijke deel van het plangebied zijn naast de tijdens de oppervlaktekartering gedane vondsten (zie 3.2), in de bovenste humushoudende pakketten vrijwel uitsluitend moderne resten aangetroffen zoals verspreid voorkomend baksteenpuin, vensterglas, antraciet, modern geglazuurd keramiek, spijkers, moeren en zelfs plastic. Slechts in boring 104 is een sterk verweerde scherf van roodbakkend aardewerk aangetroffen. Het betreft echter slechts één geïsoleerd voorkomende scherf die bovendien uit de bouwvoor komt. Het ligt derhalve voor de hand dat deze scherf met bemesting op de akker terecht is gekomen. Op het centrale deel van het plangebied konden slechts boringen worden gezet langs de boorden van de Oude Rijn (boringen 60, 62, 63, 65 en 67) en langs de berm van de Valkenburgerweg (59, 61, 64 en 66). De meeste van deze boringen komen qua opbouw overeen met het algemene beeld van een ongeveer een halve meter dik pakket humusrijke zandige klei met daaronder een door zandlaagjes onderbroken kleipakket dat naar beneden toe overgaat in een door kleilaagjes onderbroken zandpakket. Onderin de boringen 54 en 59

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 27

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    ontbreekt het gelaagde zandpakket terwijl in de pal langs de Oude Rijn gezette boringen 60 en 67 het gelaagde kleipakket ontbreekt en in de plaats daarvan een pakket sterk veraard veen is aangetroffen. In geen van de op het centrale deel van het plangebied gezette boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen. Op het noordelijke deel van het plangebied (boringen 1 tot en met 57), is de bodemopbouw meer gevarieerd dan op de overige delen van het plangebied. Slechts in één op de drie boringen (1, 5, 6, 11, 12, 15, 18, 19, 21, 24, 29, 39, 40, 48, 50, 53, 55, 56 en 57) komt de opbouw overeen met die op de overige delen van het plangebied (een ongeveer een halve meter dik pakket humusrijke zandige klei met daaronder een door zandlaagjes onderbroken kleipakket dat naar beneden toe overgaat in een door kleilaagjes onderbroken zandpakket). In de boringen 9, 10, 13, 14, 16, 20, 22, 26, 36, 37, 46 en 51, is rond een diepte van ongeveer een meter beneden het maaiveld venige klei of kleiig veen aangetroffen. Onderin de boringen 9, 14, 16, 22, 26, 36, 37 en 46, ontbreekt bovendien het gelaagde zandpakket. Dit is eveneens het geval in de boringen 3, 8, 17, 27, 28, 30, 32, 38, 45, 47 en 54. In de boringen 27, 31, 32, 36, 37, 38, 46, 47 en 49 is daarentegen binnen een meter beneden het maaiveld een enkele decimeters dik pakket zand aangetroffen. In de boringen 27, 36, 38 en 46 zijn hierin archeologische indicatoren aangetroffen. Het betreft houtskoolspikkels en brokjes sterk verweerd en zacht geworden, oranje baksteenpuin. In de boringen 13, 19, 20, 28 en 49, zijn eveneens archeologische indicatoren aangetroffen. Het betreft hier naast houtskoolspikkels en brokjes sterk verweerd en zacht geworden oranje baksteenpuin, ook leembrokjes en aardewerkscherven. De aardewerkscherven zijn aangetroffen in boring 36 en betreffen ongeglazuurd, rood aardewerk. Het gaat om hard gebakken onverweerde fragmentjes van maximaal enkele centimeters grootte die geen duidelijke magering hebben. Waarschijnlijk betreft het materiaal uit de Nieuwe tijd. De archeologische indicatoren die in de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49 zijn aangetroffen zijn alle afkomstig uit een laag die direct onder de moderne bouwvoor ligt en bestaan voor een deel uit baksteen. Dit maakt het zeer waarschijnlijk dat de hier aangetroffen resten uit de nieuwe tijd dateren In de onderstaande vondstentabel is een overzicht gegeven van de boringen waarin vondsten zijn aangetroffen en de diepte waarop dit het geval is. Tabel 1. Overzicht van de aangetroffen vondsten per boring. Het vondstmateriaal is tijdelijk ten kantoren van ArcheoPro in Maastricht opgeslagen. Boor nummer

    Diepte -Mv

    Vondstmateriaal Datering Conserveringstoestand

    13 30-70 cm

    Oranje baksteenpuin Nieuwe Tijd Verweerde zacht geworden fragmentjes van maximaal enkele centimeters grootte

    19 30-70 cm

    Houtskoolspikkels en leembrokjes

    Nieuwe Tijd? Deeltjes van enkele millimeters grootte

    20 45-70cm

    Houtskoolspikkels Nieuwe Tijd? Deeltjes van enkele millimeters grootte

    21 ± 40 cm

    Pijpensteel Nieuwe Tijd? Licht verweerd fragment van enkele centimeters grootte

    27 25-105 cm

    Houtskoolspikkels en Rood gebakken fragmentjes

    Nieuwe Tijd? Deeltjes van enkele millimeters grootte

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 28

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    28 40-70 cm

    Houtskoolspikkels en leembrokjes

    Nieuwe Tijd? Deeltjes van enkele millimeters grootte

    36 ± 55 cm

    Hardgebakken, ongeglazuurd, rood aardewerk

    Nieuwe Tijd Onverweerde fragmentjes van maximaal enkele centimeters grootte

    37 45-75cm

    Oranje baksteenpuin Nieuwe Tijd Talrijke verweerde en zacht geworden deeltjes van enkele centimeters grootte

    46 45-75cm

    Houtskoolspikkels en Oranje baksteenpuin

    Nieuwe Tijd Deeltjes van enkele millimeters (houtskool) en enkele centimeters (baksteen) grootte

    49 40 -70 cm

    Oranje baksteenpuin Nieuwe Tijd Verweerde en zacht geworden deeltjes van enkele centimeters grootte

    53 50 cm Twee fragmentjes geel geglazuurd aardewerk

    Nieuwe Tijd Deeltjes van enkele centimeters grootte

    104 ± 20 cm

    Roodbakkende scherf aardewerk

    Middeleeuwen of Nieuw Tijd

    Sterk verweerd fragment van één centimeter grootte; mogelijk geglazuurd geweest

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 29

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 16A: Boorprofielen

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 30

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 16B: Boorprofielen

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 31

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 16C: Boorprofielen

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 32

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 16D: Boorprofielen

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 33

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 16E: Boorprofielen

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 34

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 16F: Boorprofielen

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 35

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 16G: Boorprofielen

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 36

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 16H: Boorprofielen

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 37

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Figuur 17: Boorpunten met verstoringsdiepten.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 38

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    3.4 Interpretatie waardestelling en selectieadvies De totale dikte van de humushoudende en geroerde bovengrond bedraagt binnen het plangebied gemiddeld ongeveer een halve meter. Dit betekent dat de bodems binnen het plangebied inderdaad kwalificeren als tuineerdgronden zoals de bodemkaart aangeeft. Het hieronder gelegen door zandlaagjes onderbroken kleipakket dat naar beneden toe overgaat in een door kleilaagjes onderbroken zandpakket zoals dat op het grootste deel van het plangebied is aangetroffen, komt overeen met de ligging binnen een getij-riviermonding. De overgang naar boven toe van een door kleilaagjes onderbroken zandpakket naar een door zandlaagjes onderbroken klei-pakket geeft aan dat de afzettingsomstandigheden door de tijd heen rustiger zijn geworden. De aanwezigheid van venige klei en kleiig veen in de op het noordelijke deel van het plangebied gezette boringen 9, 10, 13, 14, 16, 20, 22, 26, 36, 37, 46 en 51 stemt overeen met de verwachte ligging van dit deel van het plangebied binnen een (voormalige) geul van een meanderend afwateringsstelsel. Het ontbreken van relevante archeologische indicatoren ter plaatse van de door RAAP aangetroffen vindplaats met Archis-waarneming 401106, vormt een aanwijzing dat het hier geen resten van een nederzetting of huisplaats betreft maar om van elders aangevoerd materiaal zoals RAAP zelf ook al aangeeft. De archeologische indicatoren die in de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49 zijn aangetroffen zijn alle afkomstig uit een laag die direct onder de moderne bouwvoor ligt en bestaan voor een deel uit baksteen. Dit maakt het zeer waarschijnlijk dat de hier aangetroffen resten uit de nieuwe tijd dateren. Omdat de historische kaarten hier geen bebouwing aangeven na 1832, gaat het mogelijk om zeventiende of achttiende eeuwse resten. Op basis van de resultaten van het booronderzoek kunnen de KNA-onderdelen Waardestelling en Selectieadvies, voor deze vondstconcentratie slechts in zeer beperkte mate worden uitgewerkt. In verband met het niet aan het maaiveld zichtbaar zijn van de vondstconcentratie, wordt geen belevingswaarde gescoord. De fysieke kwaliteit kan in verband met de hoge grondwaterstand hoog zijn. De informatiewaarde kan in dat geval ook hoog zijn. Voor wat betreft de inhoudelijke kwaliteit is de zeldzaamheid gezien de ligging op historische kaarten van talrijke gebouwen uit de nieuwe tijd langs de oevers van de Oude Rijn, waarschijnlijk laag. De ensemblewaarde is mogelijk hoog indien samenhang bestaat met één of meerdere van de in de omgeving aanwezige vindplaatsen (de historische kaarten geven zowel ten noorden als ten zuiden van het plangebied bebouwing aan langs de boorden van de Oude Rijn). De representativiteit is vooralsnog niet te bepalen. In tabelvorm ziet één en ander er als volgt uit:

    Scores Waarden hoog midden Laag Schoonheid Wordt niet gescoord Beleving Herinneringswaarde Wordt niet gescoord Gaafheid ? Fysieke kwaliteit Conservering ? Zeldzaamheid ? Informatiewaarde ? Ensemblewaarde Mogelijk hoog

    Inhoudelijke kwaliteit

    Representativiteit Vooralsnog niet te bepalen

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 39

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    4 Conclusies en aanbevelingen (selectieadvies) Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor resten uit de Romeinse tijd, de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. De hoogste verwachting geldt voor de Vroege en Late Middeleeuwen. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied 153 boringen gezet met behulp van een megaboor. Het hiermee opgeboorde materiaal is gezeefd. Tevens is op een deel van het plangebied een oppervlaktekartering uitgevoerd. Op basis van de resultaten van het onderzoek kunnen de vragen die ten grondslag lagen aan het onderzoek als volgt beantwoord worden: - Hoe is de opbouw van de bodem? Is er sprake van bodemverstoringen? Zo ja, wat is de aard en omvang van deze verstoring(en)? De bovengrond bestaat vrijwel overal binnen het plangebied uit een pakket humusrijke zandige klei van gemiddeld een halve meter dikte. De bovenste dertig centimeter hiervan vormt de moderne bouwvoor. Binnen het deel van het plangebied dat binnen een getij-riviermonding ligt, ligt hieronder een door zandlaagjes onderbroken kleipakket dat naar beneden toe overgaat in een door kleilaagjes onderbroken zandpakket. Op het deel van het plangebied dat binnen een (voormalige) geul van een meanderend afwateringsstelsel ligt, wordt de bovengenoemde opeenvolging van geologische afzettingen regelmatig onderbroken door lagen van venige klei en kleiig veen. In de pal langs de huidige loop van de Oude Rijn gezette boringen komt vaak veen voor. Bodemverstoringen zijn verspreid en lokaal en hangen duidelijk samen met relatief moderne inrichtingswerkzaamheden zoals de inmiddels her-ingerichte strook langs de zuidrand van het plangebied, het oude bedrijfsterrein in de zuidwesthoek van het plangebied, het woonhuis midden op het noordwestelijke deel van het plangebied en de woonhuizen langs de Valkenburgerweg. - Zijn er archeologische indicatoren aanwezig? Zo ja, van welke aard en datering? In de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49 zijn brokjes baksteen, houtskoolspikkels, leembrokjes en aardewerkscherven aangetroffen die waarschijnlijk uit de nieuwe tijd dateren. Gezien de historische kaartgegevens moet het echter om resten gaan die van voor 1832 dateren. Hoewel het moeilijk is om door middel van booronderzoek archeologische sporen zoals kuil- en greppel-vullingen op te sporen, worden archeologische vindplaatsen in kleigebieden doorgaans gekenmerkt door een vuile laag ter plaatse van het voormalige loopniveau. Een dergelijke laag wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van kleine insluitsels zoals leem- en aardewerkgruis en houtskool. Ook binnen het plangebied is (ter plaatse van de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49) een dergelijke laag aangetroffen. Het ontbreken van dergelijke lagen buiten de zone rond de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49, kan betekenen dat buiten deze zone, verder geen archeologische resten aanwezig zijn die aanvullend onderzoek rechtvaardigen. Het is echter vooralsnog niet uit te sluiten datonder de geroerde bovengrond, plaatselijk sporenniveaus aanwezig zijn. Archeologisch onderzoek op andere delen van Nieuw Rhijngeest heeft laten zien dat dit het geval kan zijn. Dit zou het geval kunnen zijn langs de zuidrand van het plangebied. De hier tijdens eerdere onderzoeken aangetroffen archeologische indicatoren, zijn echter allemaal gevonden tijdens oppervlaktekarteringen. Naar aanleiding hiervan verricht proefsleuvenonderzoek heeft nauwelijks bijbehorende sporen opgeleverd. De mogelijkheid dat deze resten samenhangen met een noordelijker, (onder de kassen) gelegen vindplaats kan echter vooralsnog niet worden uitgesloten. Mogelijk is hier onder de geroerde bovengrond, (plaatselijk nog) een sporenniveau aanwezig is. Dat de pal ten noorden van deze kassen uitgevoerde

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 40

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    oppervlaktekartering geen vondsten heeft opgeleverd, kan betekenen dat de in en langs het zuidelijke deel van het plangebied aan het oppervlak aangetroffen resten als onderdeel van bemestingsmateriaal (stadsafval) op de akkers zijn terechtgekomen. Dit sluit aan bij de bevindingen van RAAP omtrent de waarneming 401106. - Wat is de ruimtelijke spreiding van de archeologische waarden? De archeologische waarden die nader onderzoek behoeven liggen op het noordwestelijke deel van het plangebied in de zone waarin de boringen 13, 19, 20, 27, 28, 36, 38, 46 en 49 gezet zijn (zie figuur 16). - Zijn er aanwijzingen voor een nederzetting? Zo ja, van welke aard, omvang en datering? De aangetroffen verschijnselen komen min of meer op dezelfde diepte in een cluster voor en kunnen allemaal uit de nieuwe tijd dateren. Dit vormt een aanwijzing dat het om resten van een huis/bedrijfsplaats gaat. Vooralsnog zijn de aangetroffen resten echter onvoldoende om de exacte aard ervan te kunnen bepalen. Hiertoe is aanvullend onderzoek benodigd in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Een dergelijk onderzoek dient te worden uitgevoerd door een daartoe gecertificeerd acheologisch onderzoeksbureau volgens een speciaal daartoe op te stellen Pakket van Eisen (PvE). Een gelijksoortig onderzoek is benodigd om zekerheid te verkrijgen omtrent de aan- of afwezigheid van een sporenniveau in het langs de zuidrand gelegen deel van het plangebied. In alle gevallen geldt dat indien archeologische materialen en/of sporen aangetroffen worden, deze gemeld dienen te worden bij de gemeente Oegstgeest, conform Monumentenwet 1988, laatste wijzing van 1 september 2007, paragraaf 7, artikel 53 en verder.

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 41

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Verklarende woordenlijst: BP: Before Present (present = 1950) GPS: Global Positioning System IVO: Inventariserend VeldOnderzoek NAP: Normaal Amsterdams Peil. RCE: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed SIKB: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer Archeologische tijdschaal Periode Datering Midden- en Laat Paleolithicum (oude steentijd) 250.000 - 9000 Mesolithicum (midden steentijd) 9000 - 4500 Neolithicum (nieuwe steentijd) 4500 - 2100 Bronstijd 2000 - 800 IJzertijd 800 - 12 v. chr. Romeinse tijd 12 v chr. - 500 n. chr. Vroege middeleeuwen 500 - 1000 Volle middeleeuwen 1000 - 1250 Late middeleeuwen 1250 - 1500 Nieuwe tijd 1500 - heden Bronnen Grote historische Provincie Atlas van Nederland; deel 1 West-Nederland 1838-1857 1:50.000. Topografische dienst Wolters Noordhoff Groningen 1990 Grote topografische atlas van Nederland 1:50.000 Deel 1 West-Nederland. Topografische dienst. Wolters Noordhoff Groningen 1997 Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, (www.watwaswaar.nl) Kadaster Topografische Dienst, Top25Raster, Top10Vector, GBKN kaarten, Emmen 2008 Luchtfoto, http://maps.google.nl Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, IKAW 2 (Indicatieve kaart Archeologische Waarden), Amersfoort. Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, AMK (Archeologische monumentenkaart), Amersfoort. Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, ARCHIS II (Archeologisch Informatie Systeem), http://archis2.archis.nl/ Rijkswaterstaat, Servicedesk Data, AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), Delft. Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Stichting voor Bodemkartering: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, Staring Centrum, Wageningen, 1989

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 42

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Stichting voor Bodemkartering, Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Tranchot en v. Muffling, Kartenaufnahme der Rheinlande 1803-1820 Twaalf provinciën 2007. Atlas van topografische kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij twaalf provinciën. Landsmeer. kaart van de tienden der abdij van Rijnsburg, gelegen onder Oegstgeest. 22 juli 1631. Vervaardigd door Jan Pietersz. Dou. (Nationaal Archief, Kaartencollectie Hingman, 4VTH 2308.) Literatuur Benthem A. van, 2009. Oegstgeest Rijnfront-noord Proefsleuvenonderzoek. ADC-rapport 1716. Berendsen, H.J.A. & E. Stouthamer, 2001. Palaeogeographic development of the Rhine-Meuse delta, The Netherlands. Assen. Boer A. de & F. J. G. van der Heijden 2003Oegstgeest Rijnfront ADC-rapport 184 Cate, J. A. M. ten. A. F. van Holst, H. Kleijer en J. Stolp, 1995. Handleiding bodemgeografisch onderzoek; richtlijnen en voorschriften. Deel A: Bodem. Wageningen, DLO-Staring Centrum. Technisch Document 19A. Es. Van W.A., Sarfatij, H. & P.J. Woltering (red.) 1988. Archeologie in Nederland; De rijkdom van het bodemarchief. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Amersfoort. Kuiper, M. 2006/2007. Atlas van topografische kaarten Nederland, 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer. Mark. R. van der, 2005 Oegstgeest Rijnfront, waarderend proefsleuvenonderzoek vindplaats III-VI. BAAC-rapport A05-0097

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 43

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    Bijlage 1: Boorbeschrijving Posities van de boringen (boorlocaties) "Nr" "XRD" "YRD" "NAP" 1 90325.3 466268.8 0.08 2 90348.9 466276.9 0.02 3 90372.6 466285.1 0.05 4 90366.8 466261.9 0.18 5 90390.5 466270.1 0.09 6 90414.1 466278.2 -0.16 7 90363.5 466239.0 -0.40 8 90384.7 466246.9 0.19 9 90408.3 466255.1 0.19 10 90432.0 466263.2 0.16 11 90360.2 466218.5 -0.39 12 90378.9 466223.8 -0.38 13 90402.5 466231.9 -0.48 14 90426.2 466240.1 0.22 15 90449.8 466248.2 0.36 16 90473.5 466256.3 0.30 17 90497.1 466264.5 0.69 18 90353.0 466194.6 -0.35 19 90373.1 466200.6 -0.33 20 90396.7 466208.8 -0.27 21 90420.4 466216.9 -0.24 22 90444.0 466225.1 -0.03 23 90467.7 466233.2 0.13 24 90490.8 466241.2 0,19 25 90515.0 466249.5 1.12 26 90347.3 466170.2 -0.32 27 90367.3 466177.5 -0.35 28 90391.0 466185.6 -0.30 29 90414.6 466193.8 -0.22 30 90438.2 466201.9 -0.26 31 90461.9 466210.1 -0.25 32 90485.5 466218.2 -0,25 33 90505.3 466223.7 0,53 34 90532.8 466234.5 0.52 35 90556.5 466242.6 1.00 36 90385.2 466162.5 -0.38 37 90408.8 466170.6 -0.27 38 90432.5 466178.8 -0.14 39 90456.1 466186.9 -0.23 40 90479.8 466195.1 -0.30 41 90503.4 466203.2 0.13 42 90526.6 466211.2 0.59 43 90550.7 466219.5 0.71 44 90574.3 466227.6 0.40 45 90426.7 466155.6 -0.26 46 90450.3 466163.8 -0.23 47 90474.0 466171.9 -0.31 48 90544.9 466196.3 -0,27 49 90568.5 466204.5 -0,19

    Algemene kopgegevens Soort boring BAR Projectnummer 09-290 Projectnaam Nieuwe Rhijngeest, Langenakker Deelgebied Nvt Organisatie ArcheoPro CIS-code XX coördinaatsysteem RD2000 Coördinaatsysteemdatum ETRS89 Locatiebepaling GPS en meetlint Referentievlak NAP Bepaling maaiveldhoogte AHN – Waterpas Boormethode Guts en edelman Boordiameter 3 cm en 15 cm Opdrachtgever Archeologic

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 44

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    50 90592.2 466212.6 0,28 51 90468.2 466148.8 -0.35 52 90562.4 466181.2 0.14 53 90586.4 466189.5 0.24 54 90610.0 466197.6 0,79 55 90580.8 466165.8 0.31 56 90604.3 466174.5 0.53 57 90627.9 466182.6 0.67 58 90527.5 466126.9 -0.24 59 90663.6 466152.6 0.73 60 90575.1 466101.0 -0.28 61 90678.6 466136.6 0.60 62 90601.0 466088.5 -0.27 63 90619.7 466073.9 -0.17 64 90710.7 466104.8 0.61 65 90640.5 466060.1 -0.05 66 90727.9 466089.8 0.58 67 90658.4 466045.1 -0.23 68 90705.4 466061.3 0.03 69 90729.3 466069.5 0.28 70 90676.2 466030.1 -0.11 71 90699.9 466038.2 0.09 72 90723.6 466046.1 0.28 73 90747.1 466054.5 0.32 74 90770.8 466062.6 0.32 75 90794.4 466070.8 0.33 76 90818.1 466078.9 0.28 77 90841.7 466087.1 0.24 78 90865.4 466095.2 0.23 79 90889.0 466103.4 0.24 80 90912.7 466111.5 0.49 81 90936.3 466119.7 0.50 82 90959.9 466127.8 0.14 83 90694.1 466015.1 0.17 84 90717.7 466023.2 0.16 85 90741.2 466031.3 0.20 86 90765.0 466039.5 0.30 87 90788.6 466047.6 0.35 88 90812.3 466055.8 0.35 89 90835.9 466063.9 0.31 90 90859.6 466072.1 0.28 91 90883.2 466080.2 0.31 92 90906.9 466088.4 0.33 93 90930.5 466096.5 0.50 94 90954.2 466104.7 0.50 95 90977.8 466112.8 0.32 96 90711.9 466000.1 -0.04 97 90735.6 466008.2 -0.05 98 90759.3 466016.1 0.32 99 90782.9 466024.5 0.21 100 90806.5 466032.6 0.26 101 90830.2 466040.8 0.30 102 90853.8 466048.9 0.14 103 90877.4 466057.1 0.13 104 90901.1 466065.2 0.25 105 90924.7 466073.4 0.28 106 90948.4 466081.5 0.37 107 90972.0 466089.7 0.40 108 90729.8 465985.1 0.14 109 90753.4 465993.2 0.19 110 90777.0 466001.3 0.70 111 90800.7 466009.5 0.60 112 90824.4 466017.6 0.33 113 90848.0 466025.8 0.29 114 90871.7 466033.9 0.37 115 90895.3 466042.1 0.34 116 90918.9 466050.2 0.36 117 90942.6 466058.4 0.39 118 90966.2 466066.5 0.47 119 90989.9 466074.7 0.50 120 90747.7 465970.1 0.37 121 90771.3 465978.2 0.66

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 45

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    122 90794.9 465986.4 0.95 123 90818.6 465994.5 1.06 124 90842.2 466002.6 0.42 125 90865.9 466010.8 0.41 126 90889.5 466018.9 0.39 127 90913.2 466027.1 0.42 128 90936.8 466035.2 0.40 129 90960.4 466043.4 0.39 130 90984.1 466051.5 0.43 131 90765.5 465955.1 0.33 132 90789.2 465963.2 0.76 133 90812.7 465971.3 0.87 134 90836.4 465979.5 0.75 135 90860.1 465987.6 0.90 136 90883.7 465995.8 0.52 137 90907.4 466003.9 0.31 138 90931.0 466012.1 0.28 139 90954.7 466020.2 0.39 140 90978.3 466028.4 0.60 141 91002.0 466036.5 0.54 142 90756.6 465931.0 -0.22 143 90766.9 465934.9 0.09 144 90783.4 465940.1 0.54 145 90807.0 465948.2 0.69 146 90830.7 465956.3 0.87 147 90854.3 465964.5 0.39 148 90878.0 465972.6 0.20 149 90901.6 465980.8 0.26 150 90925.2 465988.9 0.23 151 90948.9 465997.1 0.19 152 90972.5 466005.2 0.26 153 90996.2 466013.4 0.26

    Lithologie Kleur Overige kenmerken Boor Nr

    LDO GD BK BS BZ BV BH HK TK IK VLK CO PL VS SST BHN BI GI

    AIS

    1 45 K 3 3 BR GR DO MST BOV P2 75 K 2 2 BR GR OR MST 135 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 2 35 K 3 3 BR GR DO MST BOV 135 K 2 BR GR LI OR MSL ZL 200 Z GR KL 3 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 65 K 2 BR GR LI OR MST ZL 73 K 2 1 2 BR GR LI OR MST VEG 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 4 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR 5 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 90 K 2 2 BR GR OR MST 155 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 6 35 K 3 3 BR GR DO MST 85 K 2 2 BR GR OR MST 150 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 7 20 K 3 BR DO MST 65 K 2 BR MSL 200 Z GR KL 8 35 K 3 3 BR GR DO MST BOV 50 K 2 2 BR GR OR MST 78 K 2 BR GR LI OR MST ZL 85 K 1 2 GR BR DO MST VEG 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 9 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 105 K 2 BR GR LI MST ZL 115 Z GR KL

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 46

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    148 K 2 GR BR MST 200 K 2 GR MSL ZL 10 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 65 K 2 2 BR GR OR MST 80 K 2 BR GR LI MSL ZL 92 K 2 GR BR MSL 200 Z 3 GR KL 11 20 K 2 3 BR GR DO MST 40 K 2 BR GR OR MST ZL 85 K BR GR LI OR MSL KL 200 Z GR 12 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 35 K 2 2 BR GR OR MST 85 K 2 BR GR LI OR MSL ZL 200 Z GR KL 13 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST P1 105 K 2 GR BR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 14 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV P1 70 K 2 2 BR GR OR MST 135 K 2 BR GR LI MST ZL 140 K 2 GR BR MST 200 K 2 GR MSL ZL 15 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 105 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 16 35 K 3 3 BR GR DO MST BOV P1 85 K 2 2 BR GR OR MST 120 K 2 BR GR LI MST ZL 135 K 2 GR BR MST 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 17 25 K 3 3 BR GR DO OR MST BOV P1 100 K 3 2 BR GR BR MST OPG/

    VRG

    125 K 2 2 BR GR MST 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 18 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 150 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GE KL 19 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST HK2, L 1 140 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 20 45 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 1 2 BR GR OR MST HK2, foto 78 K 2 BR DO OR MST 102 K 2 GR BR MSL 200 Z GR KL 21 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 35 K 2 2 BR GR OR MST 65 K 2 BR GR LI OR MSL ZL 175 Z BR LI KL 200 Z GR KL 22 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 85 K 2 2 BR GR OR MST Pijpesteel 108 K 2 BR GR LI MST ZL 125 Z GR KL 145 K 1 GR BR MST 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 23 160 K 3 2 BR GR DO MST OPH 200 Z GR KL 24 35 K 3 3 BR GR DO MST BOV P1 55 K 2 2 BR GR OR MST 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 25 30 K 3 3 BR GR DO BOV 200 K 3 2 BR GR DO MST OPH 26 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 47

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    85 K 2 2 BR GR OR MST 145 K 2 BR GR DO MSL 200 K GR KL 27 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST P1 105 Z BR LI H1, AW?1 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 28 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST L1, HK 1 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 29 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 50 K 2 2 BR GR OR MST 63 K 2 BR GR LI OR MSL ZL 200 Z GR KL 30 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV P1 100 K 2 2 BR GR OR MST 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 31 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 80 Z GR OR KL 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 32 30 K 3 BR GR DO OR MST BOV 50 K BR GR OR MST KL 70 Z GR KL 200 K GR ZL 33 30 K 3 3 BR GR DO BOV 115 K 3 2 BR GR BR MST OPH/

    VRG

    160 K 2 BR GR MSL 200 Z GR 34 25 K 3 3 BR GR DO OR MST BOV 115 K 3 2 BR GR BR VRG/

    OPH

    200 Z GR KL 35 30 K 3 3 BR GR DO OR MST BOV 120 K 3 2 BR GR BR MST OPH/

    VRG

    200 Z GR KL 36 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 Z 2 GR BR OR MST P2, AW2 95 K 2 GR BR DO OR MST 200 K GR MSL 37 45 K 3 3 BR GR DO MST BOV P1 75 Z BR LI OR BKS2 oranje 94 K 2 BR DO MST 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 38 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 75 Z BR LI OR 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 39 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 185 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 40 40 K 3 3 BR GR DO OR MST BOV 185 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 41 35 K 3 3 BR GR DO MST BOV 120 K 3 2 BR GR BR MST VRG/

    OPH

    200 Z GR KL 42 30 K 3 2 BR GR DO OR MST BOV 140 K 3 2 BR GR BR MST VRG/

    OPH

    200 Z GR KL 43 30 K 3 3 BR GR DO OR MST BOV 155 K 3 2 BR GR BR MST VRG/

    OPH

    200 Z GR KL 44 35 K 3 2 BR GR DO OR MST BOV 130 K 3 2 BR GR BR MST VRG/

    OPH

    200 Z GR KL

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 48

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    45 30 K 3 3 BR GR DO OR MST BOV 145 K 3 2 BR GR BR MST VRG/

    OPH

    200 Z GR 46 45 K 3 3 BR GR DO MST BOV P2 75 Z 2 BR LI OR P1, HK1 104 K 2 GR BR MST 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 47 45 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 Z 2 BR LI OR 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 48 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 50 K 2 2 BR GR OR MST 150 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 49 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST P1 105 Z GR KL 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 50 60 K 3 2 BR GR DO OR MST VRG 150 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 51 45 K 3 3 BR GR DO MST BOV P1 65 K 2 GR BR MST 80 V BR DO 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 52 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 150 K 2 BR GR LI MSL 200 Z GR 53 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 55 K 2 2 BR GR OR MST 140 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 54 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 95 K 2 2 BR GR OR MST 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 55 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 140 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 56 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 57 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 80 K 2 2 BR GR OR MST 175 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 58 55 K 3 3 BR GR DO OR MST BOV 115 K 1 2 BR GR MST Schelp 200 K BR GR LI MSL ZL 59 30 K 3 2 BR GR DO OR MST BOV 145 K 3 3 BR GR BR MST VRG/

    OPH

    175 K 2 2 BR GR MSL 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 60 35 K 3 3 BR GR DO MST BOV 93 K 2 2 BR GR OR MST ZL 135 K 1 2 BR GR MSL Schelp 200 Z GR KL 61 70 K 3 3 BR GR DO MST BOV 135 K 2 2 BR GR OR MST 175 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 62 50 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 85 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 63 25 K 3 3 BR GR DO MST BOV P1 150 K 2 2 BR GR OR MST

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 49

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    165 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 64 55 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 65 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 130 K 2 2 BR GR OR MST 142 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 66 50 K 3 3 BR GR DO MST BOV 90 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 67 35 K 3 3 BR GR DO MST P1 75 K 2 2 BR GR OR MST ODP 105 K 1 2 BR GR MSL 200 z BR 68 35 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 155 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 69 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 180 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 70 50 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 70 V BR DO 85 Z 2 BR LI 200 Z GR 71 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 200 K 2 BR GR LI MSL ZL 72 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 30 K 2 2 BR GR OR MST 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 73 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 153 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 74 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 165 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 75 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 155 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 76 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 77 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 150 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 78 25 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 165 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 79 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 35 K 2 2 BR GR OR MST 95 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR BR KL 80 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 35 K 2 2 BR GR OR MST 72 K 2 BR GR OR MST 76 K 1 1 2 BR GR DO MST VEG 155 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 81 25 K 3 3 BR GR DO MST BOV

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 50

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    45 K 2 2 BR GR OR MST 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 82 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 30 K 2 2 BR GR OR MST 163 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 83 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 105 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 84 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 125 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 85 50 K 3 3 BR GR DO MST BOV 100 Z GR 86 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 155 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 87 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 88 25 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 150 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 89 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 90 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 155 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 91 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 175 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 92 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 93 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 155 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 94 25 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 172 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 96 25 K 3 3 BR GR DO MST BOV 35 K 2 2 BR GR OR MST 95 K 2 BR GR LI OR MSL ZL 115 Z 1 GR BR 200 Z GR KL 97 35 K 3 3 BR GR DO MST BOV 55 K 2 2 BR GR OR MST 135 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 98 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 99 25 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 100 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 51

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    165 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 101 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 55 K 2 2 BR GR OR MST 165 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 102 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 50 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 103 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 104 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 140 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 105 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 106 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 185 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 107 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 108 10 K 3 3 BR GR DO MST BOV 20 K 2 2 BR GR OR MST 55 K 2 BR GR LI MSL ZL 80 V BR DO 95 Z 1 GR BR OR 200 Z GR KL 109 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 125 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 110 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 111 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 140 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 112 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 113 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 160 K 2 BR GR LI OR MST ZL 200 Z GR KL 114 15 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 115 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 40 K 2 2 BR GR OR MST 130 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 116 70 K 3 3 BR GR DO MST BOV P1 90 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z BR KL 117 55 K 3 3 BR GR DO MST BOV 65 K 2 2 BR GR OR MST 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 118 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 52

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    60 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 119 45 K 3 3 GR BR DO MST BOV 145 K 2 2 GR BR OR MST ZL 200 Z GR KL 120 75 K 3 3 BR GR OR MST OPG P3 121 75 K 3 3 BR GR OR MST OPG P3 122 80 K 3 3 BR GR OR MST OPG P3 123 75 K 3 3 BR GR OR MST OPG P3 124 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 165 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 125 35 K 3 3 BR DO MST BOV 55 K 2 2 BR OR MST 175 K 2 BR LI MSL ZL 200 Z GR KL 126 12 K 3 3 BR GR DO MST BOV 22 K 2 2 BR GR OR MST 180 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 127 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 50 K 2 2 BR GR OR MST 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 128 60 K 3 3 BR GR DO MST BOV 175 K 2 BR GR LI OR MSL ZL 200 Z GR KL 129 55 K 3 3 BR GR DO MST BOV 65 K 2 2 BR GR OR MST 140 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 130 55 K 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 BR GR OR MST 140 K 2 BR GR LI MSL ZL 202 Z GR KL 131 80 K 3 3 BR GR DO OR MST OPG 132 75 K 3 3 BR GR DO OR MST OPG 133 70 K 3 3 BR GR DO OR MST OPG 134 25 K 3 3 BR GR DO MST BOV 80 Z BR GR LI OR OPG 135 K 2 2 BR GR MSL 175 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 135 55 K 3 3 BR GR DO MST BOV 100 K 2 2 BR GR OR MST 185 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 136 65 K 3 3 BR GR DO MST BOV 125 K 2 2 BR GR OR MST 150 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 137 60 K 3 3 BR GR DO MST BOV 130 K 2 2 BR GR OR MST 180 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 138 55 K 3 3 BR GR DO MST BOV 80 K 2 2 BR GR OR MST 165 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 139 50 K 3 3 BR GR DO MST BOV 90 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 140 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 160 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 142 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 3 2 BR GR OR MST 95 K 2 BR GR LI MSL

  • Archeologische onderzoek Nieuwe Rhijngeest, Langenakker, Gemeente Oegstgeest. ArcheoPro Rapport, 1004, Pagina 53

    Versie: 12-03-2010 www.ArcheoPro.nl

    200 Z GR KL 143 80 K 3 3 BR GR DO OR MST OPG 144 75 K 3 3 BR GR DO OR MST OPG 145 80 K 3 3 BR GR DO OR MST OPG 146 75 K 3 3 BR GR DO OR MST OPG 147 20 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 148 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 60 K 2 2 BR GR OR MST 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 149 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 180 K BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 150 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 145 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 151 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 140 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 152 30 K 3 3 BR GR DO MST BOV 45 K 2 2 BR GR OR MST 170 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL 153 40 K 3 3 BR GR DO MST BOV 70 K 2 2 BR GR OR MST 180 K 2 BR GR LI MSL ZL 200 Z GR KL Betekenis van de afkortingen: LDO – Onderzijde boortraject Lithologie: