Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt … · 2016. 11. 6. ·...

41
Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt e.o.’, Standdaarbuiten, Gemeente Moerdijk L. R. van Wilgen

Transcript of Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt … · 2016. 11. 6. ·...

  • Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt e.o.’, Standdaarbuiten, Gemeente Moerdijk L. R. van Wilgen

  • Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt e.o., Standdaarbuiten, Gemeente Moerdijk L. R. van Wilgen

  • Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt e.o., Standdaarbuiten, Gemeente Moerdijk L. R. van Wilgen SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek © SOB Research Heinenoord, april 2014 ISBN/EAN: 978-94-6192-254-0 SOB Research Projectnummer: 2178-1403

  • 1

    Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt e.o.’, Standdaarbuiten, Gemeente Moerdijk Inhoud 1. Inleiding 3 1.1 Planontwikkeling 3 1.2 Archeologisch onderzoek 3 1.3 Opdrachtverlening 4 1.4 Doel van het onderzoek 4 1.5 Fasering 5 1.6 Onderzoeksteam 5 2. Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken 9 2.1 Archeologisch Bureauonderzoek 9 2.2 Archeologisch Verwachtingsmodel 9 2.3 Rapportage 9 3. Archeologisch Bureauonderzoek 11 3.1 Geologische gegevens 11 3.2 Archeologische gegevens 16 3.3 Historische gegevens 19 3.4 Luchtfoto’s 21 3.5 Actueel Hoogtebestand Nederland 21 3.6 Archeologisch Verwachtingsmodel 22 4. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 25 4.1 Samenvatting en conclusies 25 4.2 Aanbevelingen 26 Literatuur 27 Verklarende woordenlijst 29 Bijlage 1: Administratieve gegevens 31 Bijlage 2: Archeologische en geologische tijdschaal 33 Bijlage 3: Overzicht voor het Holocene gebied van de gebruikelijke, klassieke lithostratigrafische indeling en de vertaling naar de lithostratigrafie van De Mulder et al., 2003 35 Bijlage 4: SOB Research: Gegevens 37

  • 2

  • 3

    1. Inleiding 1.1 Planontwikkeling Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van de vergunningverlening voor de herinrichting van de Markt en omliggende straten te Standdaarbuiten. Dit betreft met name de aanleg van een nieuw rioolsysteem, in combinatie met onderhoud van de bestrating, waarbij de Markt en de straten rondom de kerk opnieuw zullen worden ingericht om deze een fraaiere uitstraling te geven. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 0.8 hectare. De belangrijkste te voorziene bodemverstoringen betreffen de graafwerkzaamheden ten behoeve van de vervanging van de riolering en het planten van bomen. Het bestaande riool zal worden vervangen door een nieuwe vuil- en regenwaterriolering. Hiertoe zal een sleuf worden aangelegd met een breedte van circa 2.3 meter, tot een diepte van circa 1.5 - 2.4 meter beneden het maaiveld.

    Afbeelding 1. De ligging van het plangebied (rode stip) in Nederland. 1.2 Archeologisch onderzoek Op de (concept) Archeologische beleidskaart voor de Gemeente Moerdijk wordt ter plaatse van het plangebied een zone weergegeven die is aangeduid als ‘Archeologisch beleidsadviesgebied 4’. 1 Voor een dergelijke zone geldt op basis van het binnenkort in te voeren archeologiebeleid van de Gemeente Moerdijk een onderzoekverplichting wanneer daar ruimtelijke ingrepen worden voorzien bij ruimtelijk ingrepen met een oppervlakte van meer dan 90 m² en met een diepte van meer dan 0.3 meter beneden het maaiveld. 2 De Gemeente Moerdijk heeft de Regio West-Brabant gevraagd om archeologisch advies uit te brengen met betrekking tot de plannen voor de herinrichting van de Markt en de straten rondom de kerk in Standdaarbuiten. Door de Regio West-Brabant is geadviseerd om als eerste stap in de Archeologische Monumentenzorgcyclus een Archeologisch Bureauonderzoek te laten uitvoeren. 3

    1 Groot, Wilbers en Lorenz, 2013 2 Op dit moment heeft de archeologische verwachtingskaart nog geen officiële status binnen de gemeentelijke ruimtelijke procedures. 3 Weterings-Korthorst, d.d. 28 januari 2014

  • 4

    De Gemeente Moerdijk heeft dan ook besloten dat in het kader van de vergunningverlening eerst een Archeologisch Bureauonderzoek moest worden uitgevoerd. 1.3 Opdrachtverlening Op basis van het door SOB Research opgestelde Plan van Aanpak (d.d. 5 maart 2014) heeft de Gemeente Moerdijk, op 6 maart 2014, aan SOB Research opdracht verleend om het archeologisch onderzoek uit te voeren. 1.4 Doel van het onderzoek Het doel van het Archeologisch Bureauonderzoek was om op basis van de bestaande archiefinformatie de gespecificeerde archeologische verwachting voor deze locatie nader vast te stellen. Het onderzoek was gericht op het verzamelen van informatie ten aanzien van de bodemopbouw, de landschapsgeschiedenis, de daarmee samenhangende bewoningsmogelijkheden in het verleden, de diepteligging van mogelijk aanwezige archeologische horizonten, de kans op de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen, de aanwezigheid van mogelijke bodemverstoringen en de kans dat mogelijk aanwezige archeologische resten als gevolg van de met de planrealisatie samenhangende bodemverstoringen verloren zouden kunnen gaan.

    Afbeelding 2. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart. Bron: Topografische Dienst, Emmen. Schaal 1: 25.000.

  • 5

    1.5 Fasering In eerste instantie is het Archeologisch Bureauonderzoek uitgevoerd en is het daarop gebaseerde, gespecificeerde Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. De verkregen gegevens, de daaraan verbonden conclusies en het daarop gebaseerde advies, zijn uitgewerkt in het nu voorliggende eindrapport.

    Afbeelding 3. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de GBKN. De bestaande bebouwing is grijs gemarkeerd. Bron GBKN: Topografische Dienst, Emmen. Schaal 1: 2.000. 1.6 Onderzoeksteam Het onderzoek is uitgevoerd door: L. R. van Wilgen bureauonderzoek en rapportage J. E. van den Bosch eindredactie

  • 6

  • 7

    Afbeelding 4. Schetsplan van de toekomstige inrichting ter plaatse van de Markt e.o. Bron: Gemeente Moerdijk.

  • 8

  • 9

    2. Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken 2.1 Archeologisch Bureauonderzoek Het doel van het Archeologisch Bureauonderzoek was het verwerven van informatie, op basis van bestaande bronnen, over bekende of te verwachten archeologische waarden, ter plaatse - of in de omgeving - van het plangebied, om op basis daarvan een gespecificeerde, archeologische verwachting (Archeologisch Verwachtingsmodel) vast te stellen. In het kader van de uitvoering van het Archeologisch Bureauonderzoek zijn diverse archieven geraadpleegd, waaronder de archieven van NITG-TNO, de Topografische Dienst en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Archis2 en Dans Easy). Daarnaast is er over het plangebied en de directe omgeving nadere archeologische en historische informatie vergaard uit meerdere bronnen, waarbij onder andere ook Heemkundekring Standdaarbuiten om informatie is gevraagd.4 Het Archeologisch Bureauonderzoek is uitgevoerd in overeenstemming met de kwaliteitseisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2, protocol 4002 Bureauonderzoek. 2.2 Archeologisch Verwachtingsmodel Op basis van de bij het Archeologisch Bureauonderzoek verworven informatie is het Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. Dit betreft het opstellen van de gespecificeerde, archeologische verwachting ten aanzien van de mogelijk aanwezige archeologische vondstcomplexen (mogelijke aard, gaafheid en ouderdom), in relatie met de geologische ondergrond (mogelijke diepteligging en context). 2.3 Rapportage Ter afronding van het Archeologisch Bureauonderzoek is het nu voorliggende eindrapport opgesteld. De rapportage opgesteld is opgesteld in overeenstemming met de kwaliteitseisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.2, Protocol 4002 Bureauonderzoek. Alle kaarten in het rapport zijn zuid (onder) - noord (boven) georiënteerd, of wanneer dat niet het geval is, voorzien van een noordpijl.

    4 Informatie opgevraagd op 18 maart 2014.

  • 10

  • 11

    3. Archeologisch Bureauonderzoek 3.1 Geologische gegevens 3.1.1 Inleiding Voor het verkrijgen van inzicht in de geologische opbouw ter plaatse van het plangebied en de directe omgeving daarvan, is gebruik gemaakt van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Kaartblad Willemstad Oost (43 O).5 Deze door de Rijks Geologische Dienst in 1971 gepubliceerde kaart en de bijbehorende toelichting bieden een gedegen beeld voor wat betreft de geologische opbouw in dit deel van Nederland. Daarnaast is gebruik gemaakt van de Bodemkaart van Nederland (Alterra) en van de Geomorfologische kaart van Nederland (Alterra) en zijn de archieven van NITG-TNO (DINO-loket) geraadpleegd. Een nadeel bij het gebruik van de kaarten is de relatieve grofschaligheid van de informatie. De informatie is niet bedoeld en ook niet bruikbaar voor een beoordeling op perceelniveau. Wel bieden de kaarten kaders voor een globale inschatting van de geologische en paleogeografische situatie. SOB Research hanteert voor dit gebied de klassieke nomenclatuur, zoals deze ook door de Rijks Geologische Dienst is gehanteerd bij het opstellen van de Geologische Kaart van Nederland. De door de Mulder et al. (2003) voorgestelde nieuwe lithostratigrafie biedt geen meerwaarde voor wat betreft de koppeling tussen archeologie en geologie. Integendeel, met name in het Holocene gebied gaat hierdoor de mogelijkheid voor een dergelijke koppeling volledig verloren. Daarnaast is er daarbij ook geen goede koppeling mogelijk tussen het reeds sinds 1950 uitgevoerde archeologisch en geologisch onderzoek en de voorgestelde nieuwe lithostratigrafische terminologie. Tevens ontbreken ook geologische kaarten, waarbij deze terminologie is gehanteerd, zodat een betrouwbare presentatie niet mogelijk is. Het is vanuit haar eigen kwaliteitsborging dat SOB Research, zeker voor wat betreft het Holocene deel van Nederland, de gangbare lithostratigrafie toepast en vooralsnog zal blijven toepassen. Voor een overzicht van de klassieke geologische nomenclatuur en de voorgestelde nieuwe terminologie wordt verwezen naar Bijlage 3. Op verzoek van de archeologisch adviseur van de Gemeente Moerdijk, Regio West-Brabant, is de gebruikte klassieke nomenclatuur voorzien van voetnoten, met daarbij de door Mulder et al. voorgestelde nomenclatuur. 3.1.2 Regionale geologische context De basis van het landschap in de Gemeente Moerdijk is gevormd gedurende de laatste IJstijd (het Weichselien, circa 116.000 - 10.000 voor Chr.). Onder koude en droge klimaatomstandigheden vonden toen op grote schaal van zandverstuivingen plaats. Dit zand dekte de oudere afzettingen af en er ontstonden landduinen en grote duinruggen (dekzandruggen). Er ontstond een golvend dekzandlandschap, met ondiepe dalen en ruggen. Het dekzand wordt gerekend tot de Afzettingen van de Formatie van Twente6. In het begin van het Holoceen warmde het klimaat op en raakte het golvende dekzandlandschap begroeid met bossen. De afvoer van water vanaf de hoger gelegen zandgronden naar het rivierdal van de Rijn en de Maas vond plaats via beken en kleine rivieren. Gedurende het Mesolithicum (circa 10.000 - 5.000 voor Chr.) was, onder invloed van een stijgende zeespiegel, ook sprake van een stijging van de grondwaterspiegel. Lager gelegen delen in het landschap werden natter en er ontstond daar veenvorming. In het westen ontstond een intergetijdengebied, dat later door de zee werd overstroomd. Uiteindelijk reikte het intergetijdengebied tot het huidige grondgebied van de Gemeente Moerdijk.

    5 Verbraeck en Bisschops, Tweede druk, 1980 6 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden

  • 12

    In de omgeving van Willenstad werd op het dekzand een aantal meters dik pakket zand en klei afgezet (Afzettingen van Calais)7. Vanaf circa 4.000 voor Chr. nam de snelheid van de zeespiegelstijging af en ontstond er een gesloten kustbarrière, waardoor het intergetijdengebied werd afgesloten van de zee. Het gebied achter de kustbarrière verzoette en er vond op grote schaal veenvorming plaats. Tijdens de Prehistorie en de Romeinse Tijd waren vooral de hoger gelegen delen van het landschap aantrekkelijk voor bewoning. Dit betrof vooral de oevers van de door het gebied lopende riviertjes en kreken. Tijden de Late Middeleeuwen, in de 11de en 12de eeuw, werden er nieuwe nederzettingen in het veengebied gevestigd. Deze nederzettingen waren gericht op de winning van - en de handel in - zout en veen. Door het moeren kwam het land lager te liggen, waardoor het in de 14de eeuw noodzakelijk werd om bedijkingen aan te leggen. In 1421 na Chr. kwamen door een overstroming (de Sint Elisabethsvloed) delen van het huidige grondgebied van de Gemeente Moerdijk voor langere tijd onder water te staan. In 1523 besloot Markies Jan III van Bergen op Zoom tot de inpoldering van het gebied ten noorden van Oudenbosch en de Mark. De nieuwe polder werd ‘het Land van Standdaarbuiten’ genoemd. In de zuidhoek van deze polder, ten noorden van de Dintel, ontstond het dorp Standdaarbuiten. 3.1.3 Geologische opbouw ter plaatse van het plangebied Op de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Kaartblad Willemstad Oost (43O) wordt ter plaatse van het plangebied een zone weergegeven met de code FO.3b (zie Afbeelding 5). Op basis daarvan moet worden geconcludeerd dat ter plaatse van het plangebied een bodemopbouw kan worden verwacht met Afzettingen van Duinkerke IIIb8, op Hollandveen9, op Afzettingen van de Formatie van Twente (dekzand)10. Op basis van de bij de Geologische Kaart behorende Profielkaarten kunnen uitspraken worden gedaan over de hier te verwachte diepteligging van de verschillende afzettingen en de daarmee samenhangende diepteligging van mogelijk aanwezige archeologische vindplaatsen. Op basis van Profiel G - G’, dat op circa 1.5 kilometer ten oosten van het plangebied is gelegen, kan worden geconcludeerd dat de top van de Afzettingen van Duinkerke IIIb11 dagzomend kan worden aangetroffen, op een diepte van circa 0.5 meter +NAP. De top van het Hollandveen12 kan worden aangetroffen op een diepte van circa 0.5 meter –NAP. De top van de Afzettingen van de Formatie van Twente (dekzand)13 kan worden aangetroffen op een diepte van circa 1.0 meter –NAP (zie Afbeelding 6).

    7 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer 8 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren 9 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket 10 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden 11 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren 12 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket 13 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden

  • 13

    Afbeelding 5. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad Willemstad Oost (43 O). Profiellijn G - G’ is weergeven met een gestippelde lijn (rechts van het plaangebied). Schaal 1: 50.000.

    Afbeelding 6. Het meest zuidelijke deel van Profiellijn G - G’ (Profielen behorende bij de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Kaartblad Willemstad). Deze zuid - noord georiënteerde profiellijn (van links naar rechts) betreft een dwarsprofiel, op een afstand van circa 1.5 kilometer ten oosten van het plangebied. De zone met een vergelijkbare geologische opbouw als die ter plaatse van het plangebied, is gemarkeerd met een rode asterisk. Horizontale schaal 1: 50.000, verticale schaal 1: 500.

  • 14

    Afbeelding 7. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Bodemkaart van Nederland. Bron: Archis2/ Alterra, 2014. Op de Bodemkaart van Nederland (zie Afbeelding 7) wordt ter plaatse van het grootste deel van het plangebied een zone met de code ‘Bebouwing’ weergegeven. Ter plaatse van het zuidoostelijke deel van het plangebied wordt een zone met de code Mn35A (kalkrijke poldervaaggronden) weergegeven. Op basis van de extrapolatie van het kaartbeeld kan worden geconcludeerd dat het plangebied is gelegen ter plaatse van een zone met de code MN15A of Mn25A (kalkrijke poldervaaggronden), met grondwatertrap V. Op de Geomorfologische kaart van Nederland (zie Afbeelding 8) wordt ter plaatse van het plangebied een zone met de code ‘Bebouwing’ weergegeven. Op basis van de extrapolatie van het kaartbeeld kan worden geconcludeerd dat het plangebied is gelegen ter plaatse van een zone met de code 2M35 (‘vlakte van getij-afzettingen’). Mogelijk zou ter plaatse van het meest zuidoostelijke deel van het plangebied een zone met de code 3K34 (‘getij-oeverwal’) aanwezig kunnen zijn.

  • 15

    Afbeelding 8. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Geomorfologische Kaart van Nederland. Bron: Archis2/ Alterra, 2014. Er zijn 3 in het DINO-loket (NITG-TNO) gearchiveerde boringen geanalyseerd, die in het verleden in de omgeving van het plangebied zijn uitgevoerd (zie Afbeelding 9). Dit betreft Boring nr. B43H0022, B43H0676 en B43H1365. Boring nr.: B43H0022 betreft een pulsboring, die werd uitgevoerd tot een diepte van 66 meter beneden het maaiveld. Het maaiveld lag op een hoogte van 1.0 meter +NAP. In de bovenste 11.0 meter werd de volgende bodemopbouw aangetroffen: 0.0 - 3.0 klei, sterk zandig (Afzettingen van Duinkerke)14 3.0 - 4.0 zand, zeer fijn, sterk siltig (Afzettingen van Duinkerke) 4.0 - 5.0 veen, zandig, siltig (Hollandveen)15 5.0 - 6.0 leem, zandig (Formatie van Stramproy) 6.0 - 11.0 zand, zeer fijn, siltig (Formatie van Stramproy) Ter plaatse van Boring nr. B43H0676 werd een bodemopbouw aangetroffen met klei (0.0 - 1.2 meter beneden het maaiveld, Afzettingen van Duinkerke), op veen (1.2 tot 2.2 meter beneden het maaiveld, Hollandveen), op uiterst fijn zand (Afzettingen van de Formatie van Twente). Ter plaatse van Boring nr. B43H1365 werd een bodemopbouw aangetroffen met zandige klei (0.0 - 1.5 meter beneden het maaiveld, Afzettingen van Duinkerke), op veen (1.2 tot 2.4 meter beneden het maaiveld, Hollandveen), op uiterst fijn zand (2.4 tot 5.3 meter beneden het maaiveld, Afzettingen van de Formatie van Twente). De ter plaatse van de laatste twee boringen aangetroffen bodemopbouw komt overeen met de op basis van de Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000 te verwachten bodemopbouw. 14 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren 15 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket

  • 16

    Afbeelding 9. De locaties van de in het DINO-loket gearchiveerde boringen (oranje bolletjes, genummerd), in de omgeving van het plangebied (rood omkaderd). Bron: DINO-loket, 2014.

    Afbeelding 10. De ligging van het plangebied (rode lijn), geprojecteerd op een uitsnede van de gemeentelijke Archeologische Verwachtingskaart. 3.2 Archeologische gegevens Voor een overzicht van de reeds bestaande kennis ten aanzien van archeologische vindplaatsen ter plaatse - en in de omgeving - van het plangebied zijn de archieven van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Archis2) geraadpleegd. Daarnaast is de Heemkundekring Standdaarbuiten om informatie verzocht.16 16 In het kader van het onderzoek is geen informatie ontvangen van de Heemkundekring.

  • 17

    Op de (concept) Archeologische beleidskaart voor de Gemeente Moerdijk wordt ter plaatse van het grootste deel van het plangebied een zone weergegeven die wordt aangeduid als ‘oude dorpskernen en buurtschappen’ (zie Afbeelding 10, groen gekleurd).17 Op de bestemmingsplankaart ‘Kern Standdaarbuiten’ wordt ter plaatse van het plangebied een zone weergegeven met een lage archeologische verwachting. Deze verwachting is afgeleid van de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) van de Provincie Noord-Brabant, die is gebaseerd op de verouderde ‘Indicatieve Kaart Archeologische Waarden’ (IKAW) van het rijk. Ter plaatse van het plangebied werd nog geen geregistreerd archeologisch onderzoek uitgevoerd. In de directe omgeving van het plangebied werden in het verleden enkele geregistreerde archeologische onderzoeken uitgevoerd (zie Afbeelding 11). Dit betreft: - Onderzoeksmelding nr. 7.694 (direct ten noorden van het plangebied). Dit betreft een in 2004 door BILAN uitgevoerd booronderzoek (IVO-Overig) ter plaatse van het Blomhof en de Dr. Poelstraat. Er werden bij dit onderzoek 12 boringen uitgevoerd, tot een maximale diepte van 2.9 meter beneden het maaiveld. De bodem bleek tot op een diepte van 1.2 meter beneden het maaiveld te zijn verstoord. Daaronder werd intact Hollandveen op dekzand aangetroffen. Bij het onderzoek werden geen archeologische indicatoren aangetroffen. Het selectieadvies luidde dat er geen vervolgonderzoek noodzakelijk was. - Onderzoeksmelding nr. 21.827 (circa 700 meter ten westen van het plangebied). Dit betreft een Archeologisch Bureauonderzoek dat in 2007 is uitgevoerd door RAAP in het kader van de aanleg van de Aardgastransportleidingtracé Wijngaarden-Zelzate. - Onderzoeksmelding nr. 54.376 (circa 1100 meter ten noordwesten van het plangebied). Dit betreft een booronderzoek (IVO-Overig) dat in 2012 is uitgevoerd door de Grontmij, in kader van de aanleg van een nieuwe zuid - west hoogspanningsverbinding van Borsele naar Tilburg. De overige, op een afstand van meer dan 1 kilometer van het plangebied gelegen archeologische onderzoeksmeldingen zijn buiten beschouwing gelaten. Op de kaart van Archis2 worden ter plaatse van het plangebied geen archeologische monumenten weergegeven. Op deze kaart wordt in de directe omgeving van het plangebied slechts één archeologisch monument (AMK-terrein) weergegeven (zie Afbeelding 12). Dit betreft: - Monument nr. 15.715, ‘Terrein van archeologische waarde’ (circa 450 meter ten oosten van het plangebied). Dit betreft een terrein met vermoedelijk sporen van het verdronken dorp Nieuwenbosch uit de Late Middeleeuwen. De overige, op een afstand van meer dan 1 kilometer van het plangebied gelegen archeologische monumenten zijn buiten beschouwing gelaten. Op de kaart van Archis2 (het centrale archief voor de bekende archeologische vindplaatsen in Nederland) worden ter plaatse van het plangebied geen archeologische waarnemingen of vondstmeldingen weergegeven. Op deze kaart wordt in de directe omgeving van het plangebied wel één archeologische waarneming weergegeven (zie Afbeelding 12). Dit betreft: - Waarneming nr. 33.193 (circa 600 meter ten zuidoosten van het plangebied). Dit betreft een terrein met resten van het voormalige, in 1421 na Chr. verdronken, dorp Nieuwenbosch, ter plaatse van de Groote Zilveren Hoek/ Hamweg. Dit dorp werd in 1358 vermeld als parochie. De locatie is gelegen in de polder ‘De Oude en Nieuwe Landen’. De coördinaten (95.200/ 402.540) betreffen de locatie van de kerk uit de 14de-eeuw. De overige, op een afstand van meer dan 1 kilometer van het plangebied gelegen archeologische waarnemingen en vondstmeldingen zijn buiten beschouwing gelaten. 17 Groot, Wilbers en Lorenz, 2013

  • 18

    Afbeelding 11. De ligging van de in Archis2 geregistreerde archeologische onderzoeksmeldingen in de omgeving van het plangebied (rood omkaderd). Bron: Archis2, 2014.

    Afbeelding 12. De ligging van de in Archis2 geregistreerde archeologische monumenten en waarnemingen (geel gemarkeerd), in de omgeving van het plangebied (rood omkaderd). Bron: Archis2, 2014.

  • 19

    3.3 Historische gegevens Na de Sint Elisabethsvloed van 1421 ontstond in het waterrijke gebied ten noorden van het land van Gastel en Barlebosch (Oudenbosch) en de St. Maartenpolder nieuw land in de vorm van een zandplaat. Deze werd aangeduid als ’t sant er buyten’ of ’t sant daer buyten’. Op oude kaarten uit de tweede helft van de 15de eeuw werd deze zandplaat beschreven als het Stantderbuyten, mogelijk zo genoemd naar een op deze zandbank geplaatste paal. Deze paal diende als baken voor de scheepvaart en werd aangeduid als Standaert-buyten. Na 1462 werd de droog gevallen en met gras bedekte zandplaat ’t gors van Stantderbuyten’ genoemd. Er werden inkomsten gegenereerd uit veeteelt. In 1523 werd besloten om het gors van Stantderbuyten van een bedijking te voorzien. Kort na 1526 werden de gronden in de nieuwe polder in pacht uitgegeven. In 1528 werd begonnen met de bouw van een nieuw dorp in de polder, waarvan de dorpskom werd aangelegd rondom het herenhuis, dat in opdracht van de Heer van Bergen was gebouwd op de dijk in de meest zuidelijke hoek van de polder. Het als een voorstraatdorp ontworpen dorp kreeg de naam Stantdaerbuyten. In 1526, kort na de indijking van de schorren van Standdaarbuiten, werd hier door de Luikse Bisschop Erardus van der Mark een parochiekerk gesticht, gewijd aan St. Jan de Doper. Net als tegenwoordig stond deze eerste kerk aan het eind van de hoofdstraat, toen de Dorpsstraat en tegenwoordig de Markt geheten. In 1549 werd de kerk ingewijd. In 1560 werd begonnen met de bouw van de toren. Na de Reformatie betrokken de katholieken in 1763 een schuurkerk, die in 1863 werd gesloopt en werd vervangen werd door een nieuwe kerk. Deze nieuwe kerk werd in 1924 gesloopt en vervangen door de huidige Johannes de Doperkerk. Deze Laat-Neogotische kruiskerk met toren is een ontwerp van architect J. Oomen. De kerk heeft een asymmetrische voorgevel en een breed schip. Het interieur is uitgevoerd in schoon metselwerk en wordt gedomineerd door fraaie gewelven. In 1944 raakte de kerk zijn spits kwijt door oorlogshandelingen. In 1572 werd het dorp geplunderd en gebrandschat door de Watergeuzen. In 1760 brandde zo goed als het gehele dorp af. In oktober 1944 werd bij de bevrijding het dorp Standdaarbuiten vrijwel geheel verwoest.

    Afbeelding 13. Ansichtkaart van de Markt en dorpskerk uit 1928. Bron: website www.postcardsfrom.nl.

  • 20

    Afbeelding 14. Recente foto van de kerk op de Markt. Tot het midden van de 50’er jaren van de vorige eeuw was Standdaarbuiten een centrum voor de vlasteelt. Tegenwoordig worden er veel champignons gekweekt. In het kader van de analyse van oud kaartmateriaal zijn de Kadastrale Kaart (Minuutplan) uit 1811 - 1832, de Topografische Kaart uit 1874/ 1905 en de Topografische Kaart uit 1939, 1959, 1968, 1980 en 1990 geraadpleegd. Op de Kadastrale Kaart (Minuutplan) uit 1811 - 1832 wordt een voorganger van de huidige Johannes de Doper kerk weergegeven. Deze kerk was zuidwest-noordoost georiënteerd. Ten oosten van de kerk wordt een gebouw weergegeven. Rondom het kerkterrein wordt een sloot/ gracht weergegeven. Tevens is op deze kaart te zien dat er verschillende gebouwen waren gelegen binnen de begrenzing van het plangebied (zie Afbeelding 15). Op de meer recente kaarten is te zien dat het plangebied was gelegen binnen de bebouwde kom van Standdaarbuiten, maar zijn geen nadere details met betrekking tot de bebouwing ter plaatse van het plangebied zichtbaar. Het voormalige gemeentehuis van Standdaarbuiten uit 1860 (Markt 32), met een nieuwere voorgevel uit 1937, betreft een cultuurhistorisch waardevol pand (MIP-code BK105-002897).

  • 21

    Afbeelding 15. De ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Kadastrale Kaart (Minuutplan) uit 1811 - 1832. Bron: www.watwaswaar.nl, 2014. 3.4 Luchtfoto’s Omdat het plangebied gelegen is binnen de bebouwde kom van Standdaarbuiten zijn in het kader van het bureauonderzoek geen luchtfoto’s geraadpleegd. 3.5 Actueel Hoogtebestand Nederland In het kader van het onderzoek is het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) geraadpleegd (zie Afbeelding 16). De oranje en gele zones betreffen hoger gelegen zones. De groene en blauwe zones betreffen lager gelegen zones.

    http://www.watwaswaar.nl/

  • 22

    Afbeelding 16. De globale ligging van het plangebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van het Actueel Hoogtebestand (AHN). Bron: www.ahn.nl, 2014. 3.6 Archeologisch Verwachtingsmodel Ter plaatse van het plangebied is sprake van een bodemopbouw met Afzettingen van Duinkerke IIIb18, op Hollandveen19, op Afzettingen van de Formatie van Twente (dekzand)20. Archeologische vindplaatsen uit de Nieuwe Tijd kunnen hier worden verwacht op een diepte van circa 0.3 - 2.0 meter beneden het maaiveld. Dit betreft funderingsresten van bebouwing, funderingsresten van de voorgangers van de huidige kerk, resten van de gedempte sloot of gracht rondom het kerkterrein en de resten van vroegere infrastructuur. Rondom de kerk zouden ook resten van menselijke begravingen uit deze periode kunnen worden aangetroffen. De top van het Hollandveen kan worden aangetroffen op een diepte van circa 1.0 - 1.5 meter beneden het maaiveld. De kans op het aantreffen van archeologische sporen en/of vondsten te relateren aan landbouwers (Neolithicum - Late Middeleeuwen) op of in de top van het Hollandveen wordt, gezien de relatief lage ligging van de top van het dekzand en het Hollandveen, beperkt geacht. Vanwege de afdekking van het dekzand door het Hollandveen en de Afzettingen van Duinkerke is er in principe sprake van een middelhoge tot hoge kans op het aantreffen van archeologische resten te relateren aan jagers-verzamelaars (Laat-Paleolithicum - Neolithicum), op of in de top van het dekzand. Indien de langs de oostkant van Standdaarbuiten verlopende rivier de Mark hier ook reeds in de prehistorie stroomde, is hier mogelijk sprake van een ecologische gradiëntsituatie, een overgangszone van nat naar droog. In dat geval is er sprake van een hoge verwachting voor vindplaatsen (kampementen) van jagers-verzamelaars. Dergelijke vindplaatsen kunnen worden aangetroffen op en in de top van het dekzand, op een diepte van circa 2.0 - 2.5 meter beneden het maaiveld.

    18 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren 19 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket 20 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden

    http://www.ahn.nl/

  • 23

    Voor mogelijk aanwezige archeologische vindplaatsen uit de periode van het Laat Paleolithicum t/m de Late Middeleeuwen geldt dat vrijwel alle complextypen zouden kunnen voorkomen. Het zou hier immers kunnen gaan om nederzettingsterreinen, activiteitenzones, grafvelden, maar ook om akker- en/of weidegebieden, enz. De omvang van de mogelijk aan te treffen archeologische sporen uit deze perioden is op dit moment nog niet bekend. Naar verwachting zullen archeologische resten uit deze perioden, als gevolg van de afdekking door de Afzettingen van Duinkerke IIIb21 en het Hollandveen22, hier relatief intact en redelijk geconserveerd bewaard zijn gebleven.

    21 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren 22 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket

  • 24

  • 25

    4. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 4.1 Samenvatting en conclusies Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd in het kader van de vergunningverlening voor de herinrichting van de Markt en omliggende straten te Standdaarbuiten. Dit betreft met name de aanleg van een nieuw rioolsysteem, in combinatie met onderhoud van de bestrating, waarbij de Markt en de straten rondom de kerk opnieuw zullen worden ingericht om deze een fraaiere uitstraling te geven. De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 0.8 hectare. De belangrijkste te voorziene bodemverstoringen betreffen de graafwerkzaamheden ten behoeve van de vervanging van de riolering en het planten van bomen. Het bestaande riool zal worden vervangen door een nieuwe vuil- en regenwaterriolering. Hiertoe zal een sleuf worden aangelegd met een breedte van circa 2.3 meter, tot een diepte van circa 1.5 - 2.4 meter beneden het maaiveld. Op de (concept) Archeologische beleidskaart voor de Gemeente Moerdijk wordt ter plaatse van het plangebied een zone weergegeven die is aangeduid als ‘Archeologisch beleidsadviesgebied 4’. 23 Voor een dergelijke zone geldt op basis van het binnenkort in te voeren archeologiebeleid van de Gemeente Moerdijk een onderzoekverplichting wanneer daar ruimtelijke ingrepen worden voorzien bij ruimtelijk ingrepen met een oppervlakte van meer dan 90 m² en met een diepte van meer dan 0.3 meter beneden het maaiveld. De Gemeente Moerdijk heeft de Regio West-Brabant gevraagd om archeologisch advies uit te brengen met betrekking tot de plannen voor de herinrichting van de Markt en de straten rondom de kerk in Standdaarbuiten. Door de Regio West-Brabant is geadviseerd om als eerste stap in de Archeologische Monumentenzorgcyclus een Archeologisch Bureauonderzoek te laten uitvoeren. De Gemeente Moerdijk heeft dan ook besloten dat in het kader van de vergunningverlening eerst een Archeologisch Bureauonderzoek moest worden uitgevoerd. Op basis van het door SOB Research opgestelde Plan van Aanpak (d.d. 5 maart 2014) heeft de Gemeente Moerdijk, op 6 maart 2014, aan SOB Research opdracht verleend om het archeologisch onderzoek uit te voeren. In het kader van het Archeologisch Bureauonderzoek zijn verschillende archieven geraadpleegd om inzicht te verkrijgen in de bestaande geologische, archeologische en historische informatie. Op basis van het Archeologisch Bureauonderzoek is een gespecificeerd Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. Op basis van het Archeologisch Bureauonderzoek kunnen de volgende conclusies worden getrokken: 1. Ter plaatse van het plangebied kan een geologische opbouw worden verwacht met Afzettingen van Duinkerke IIIb24, op Hollandveen25, op Afzettingen van de Formatie van Twente (dekzand)26. 2. Ter plaatse van het plangebied is in ieder geval bebouwing aanwezig geweest vanaf de eerste helft van de 16de eeuw. 3. Er is sprake van een beperkte verwachting voor het aantreffen van archeologische resten te relateren aan landbouwers (Neolithicum - Late Middeleeuwen) op of in de top van het Hollandveen.

    23 Groot, Wilbers en Lorenz, 2013 24 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren 25 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket 26 Volgens De Mulder et al., 2003: Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden

  • 26

    4. Vanwege de afdekking van het dekzand, met Hollandveen en Afzettingen van Duinkerke, is er een middelhoge tot hoge kans op het aantreffen van archeologische resten te relateren aan jagers - verzamelaars (uit de periode van het Laat Paleolithicum - Neolithicum). Indien de langs de oostkant van Standdaarbuiten verlopende rivier de Mark hier ook reeds in de prehistorie stroomde, is hier mogelijk sprake van een ecologische gradiëntsituatie, een overgang van nat naar droog. In dat geval is er sprake van een hoge verwachting voor vindplaatsen (kampementen) van jagers - verzamelaars. Dergelijke archeologische vindplaatsen kunnen worden aangetroffen op en in de top van het dekzand, op een diepte van circa 2.0 - 2.5 meter beneden het maaiveld. 5. Er is sprake van een beperkte kans op het aantreffen van archeologische resten uit de periode van het Neolithicum t/m de Volle Middeleeuwen, op en in de top van het Hollandveen. Dergelijke archeologische vindplaatsen kunnen worden aangetroffen op en in de top van het Hollandveen, op een diepte van circa 1.0 - 1.5 meter beneden het maaiveld. 5. Naar verwachting zullen bij graafwerkzaamheden ten behoeve van de vervanging van de oude riolering door nieuwe riolering in ieder geval archeologische resten uit de Nieuwe Tijd worden aangesneden (resten van woningen en de kerk, resten van infrastructuur, resten van menselijke begravingen, andersoortige sporen en vondsten). Dergelijke archeologische resten kunnen worden aangetroffen op en in de Afzettingen van Duinkerke IIIb, of zelfs ingegraven tot in het Hollandveen, op een diepte van circa 0.3 - 2.0 meter beneden het maaiveld. 5.2 Aanbevelingen Op basis van het uitgevoerde Archeologisch Bureauonderzoek moet worden geconcludeerd dat de voorgenomen planrealisatie kan leiden tot de aantasting van behoudenswaardige archeologische resten. Archeologisch vervolgonderzoek wordt daarom noodzakelijk geacht. Voor het archeologisch vervolgonderzoek zal aansluiting moeten worden gezocht bij de voorgenomen civieltechnische werkzaamheden. Dit vanwege de aanwezige civieltechnische beperkingen en ook om ‘dubbel’ graafwerk te voorkomen. Daarom wordt geadviseerd om de in het kader van de herinrichting van de Markt te Standdaarbuiten uit te voeren graafwerkzaamheden onder Archeologische Begeleiding te doen uitvoeren. Voor de archeologische Begeleiding dient een Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld, met de eisen en randvoorwaarden voor het onderzoek Dit PvE dient voorafgaand aan de uitvoering van het onderzoek te worden goedgekeurd door de Gemeente Moerdijk.

  • 27

    Literatuur - Gemeente Moerdijk: Bestemmingsplan Kern Standdaarbuiten, vastgesteld 14 maart 2013 - Groot, N. C. F., A. W. E. Wilbers, S. Lorenz: Tussen water en land. Archeologische Waarden-

    en verwachtingenkaart en advies archeologische beleidskaart van de gemeente Moerdijk, conceptversie B & G Rapport 1134; Noordwijk: 2013

    - Leenders, K. A. H. W.: Verdwenen Venen. Een onderzoek naar de ligging en exploitatie van

    thans verdwenen venen in het gebied tussen Antwerpen, Turnhout, Geertruidenberg en Willemstad. 1250 - 1750. Een actualisering; Woudrichem: 2013.

    - Mulder, E. F. J. de, M. C. Geluk, I. L. Ritsema, W. E. Westerhof en T. E. Wong: De

    ondergrond van Nederland; Groningen: 2003 - Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE): Archeologisch Informatie Systeem

    (ARCHIS2); RCE, Amersfoort: 2014 - Verbraeck, A. en J. H. Bisschops: De Geologische Kaart van Nederland 1: 50.000, Blad

    Willemstad Oost (43O); Rijks Geologische Dienst (RGD), Haarlem: 1971 - Verbraeck, A. en J. H. Bisschops: Toelichting op de Geologische Kaart van Nederland 1:

    50.000, Blad Willemstad Oost (43O); Rijks Geologische Dienst (RGD), Haarlem: 1971 - Weterings-Korthorst, L.: Archeologisch advies herinrichting Markt e.o. Standdaarbuiten,

    Regio West-Brabant; Etten-Leur: 2014 Geraadpleegde internetsites: - http://gisgeoloket.provant.be/SilverlightViewer_1_10/Viewer.html?Viewer=Turfdatabank - www.ahn.nl - www.archis2.nl - www.dinoloket.nl - www.heemkundekringstanddaarbuiten.nl - www.moerdijk.nl - www.postcardsfrom.nl - www.regionaalarchiefwestbrabant.nl - www.watwaswaar.nl - www.google.nl

    http://www.ahn.nl/http://www.archis2.nl/http://www.dinoloket.nl/http://www.heemkundekringstanddaarbuiten.nl/http://www.moerdijk.nl/http://www.postcardsfrom.nl/http://www.regionaalarchiefwestbrabant.nl/http://www.watwaswaar.nl/http://www.google.nl/

  • 28

  • 29

    Verklarende woordenlijst antropogeen door menselijk handelen C14 datering bepaling van het gehalte aan radioactieve koolstof (C14) van organisch

    materiaal (hout, houtskool, schelpen, etc.) waaruit de ouderdom kan worden afgeleid. Deze ouderdom wordt opgegeven in jaren voor 1950 A.D.

    dekzand fijn zand, voornamelijk afgezet door wind differentiële klink verschijnsel waarbij relatief hoog of laag liggende gebieden door geologische

    of fysische processen laag of hoog (andersom) komen te liggen. Ook wel omgekeerde klink of reliëfinversie genoemd

    dy organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in

    stilstaand water bezonken erosie verzamelnaam voor processen die het aardoppervlak aantasten en los

    materiaal afvoeren. Dit vindt voornamelijk plaats door wind, ijs en stromend water

    estuarium een min of meer trechtervormige monding van een rivier die binnen het bereik

    van getijdestromingen ligt eutroof veen veen dat in een voedselrijk milieu ontstaan is fluviatiel onder invloed van een rivier geul rivier- of kreekbedding gorzenlandschap gebied dat boven gemiddeld hoogwater ligt en pas bij de hoogste vloeden

    onderloopt gyttja organische afzetting, bestaande uit fijn verdeelde afgestorven plantenresten, in

    stilstaand water bezonken Hollandveen Alle veenpakketten die gedurende het Holoceen zijn ontstaan met uitzondering

    van het basisveen. De definitie van ‘Hollandveen’ betreft dus in feite bijna alle veenpakketten die gedurende de afgelopen 8000 jaar zijn ontstaan

    Holoceen jongste geologisch tijdvak (vanaf de laatste IJstijd: circa 9000 jaar voor Chr.

    tot heden) in situ bewaard gebleven op de oorspronkelijke plaats. Dit met name met betrekking

    tot onverstoorde archeologische sporen en vondsten klink maaivelddaling van veen- en kleigronden door ontwatering, oxidatie van

    organisch materiaal en krimp lagunair, lagune ondiepe baai, beschermd tegen open zee door een strandwal of haf marien het milieu waar sedimentatie plaatsvindt die direct wordt beïnvloed door de

    zee

  • 30

    meanderen zich bochtig door het landschap slingeren (van waterlopen) mesotroof veen veen, dat in matig voedselrijk milieu is ontstaan modderklei afzettingen in het perimariene gebied, bestaande uit kleiige venen en venige

    kleien

    moernering veenafgraving, hoofdzakelijk ten behoeve van zoutwinning en de winning van brandstof (turf)

    oligotroof veen veen, dat in voedselarm milieu is ontstaan oxidatie (traag) verbrandingsproces van organisch materiaal in reactie met zuurstof perimarien het milieu, waarin de sedimentatie wordt beïnvloed door de zee (via het rivier-

    en kreekstelsel), maar waar mariene afzettingen van betekenis ontbreken Pleistoceen geologisch tijdperk dat ongeveer 2 miljoen jaar geleden begon. De tijd van de

    IJstijden, maar ook van gematigd warme perioden. Het Pleistoceen eindigt met het begin van het Holoceen

    pollenanalyse statistische studie van stuifmeelkorrels en sporen, die in sedimenten gevonden

    worden. Doel is onder meer milieureconstructie regressiefase periode waarin het water zich terugtrekt (als gevolg van een daling van de

    zeespiegel of als gevolg van sluiting van strandwallencomplex) na een transgressiefase

    sediment afzetting gevormd door bezinksel of neerslag sondeerijzer lange, dunne metalen 'prikstok', die onder meer wordt gebruikt om

    antropogene sporen te op te sporen strandwal een onder directe invloed van de zee ontstane zandrug evenwijdig met de

    kustlijn, meestal aan de rand van een strandvlakte strandvlakte een door de directe werking van de zee ontstane zandvlakte langs de kust stroomrug restant van een door zand- en klei-afzettingen verlande, oude stroomgeul.

    Door differentiële klink meestal hoger gelegen dan de omgeving transgressiefase fase waarin de invloed van de zee zich over het land uitbreidt (als gevolg van

    stijging van de zeespiegel of als gevolg van erosie van het strandwallencomplex)

    verlandingsklei klei die aan het einde van een transgressiefase wordt afgezet

  • 31

    Bijlage 1 Administratieve gegevens Projectnaam: Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting

    Markt e.o.’, Standdaarbuiten, Gemeente Moerdijk SOB Research Project nr. 2178-1403 Opdrachtgever: College van Burgemeester en Wethouders

    van de Gemeente Moerdijk Postbus 4, 4760 AA Zevenbergen Contactpersoon: de heer W. Loeff, Adviseur riolering Tel.: 140168 E-mail: [email protected]

    Uitvoerder: SOB Research Hofweg 13, Heinenoord Postbus 5060, 3274 ZK Heinenoord Tel.: 0186 - 604 432 Fax: 0575 - 476 139 E-mail: [email protected]

    Bevoegde overheid: College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Moerdijk Postbus 4, 4760 AA Zevenbergen Contactpersoon: de heer W. Loeff, Adviseur riolering Tel.: 140168 E-mail: [email protected]

    Archeologisch adviseur van de bevoegde overheid

    Mevrouw drs. L. Weterings-Korthorst Regioarcheoloog Regio West-Brabant Postbus 503, 4870 AM Etten-Leur Tel.: 076 - 5027229 E-mail: [email protected]

    Datum opdracht: 6 maart 2014 Datum conceptrapport: 31 maart 2014 Datum definitief rapport: 28 april 2014 Provincie: Noord-Brabant Gemeente: Moerdijk Plaats: Standdaarbuiten Toponiem: Markt Huidig grondgebruik: Bebouwing, verharding. Toekomstige situatie: Bebouwing, verharding. Kaartblad: 43H Geologie: Afzettingen van Duinkerke III, op Hollandveen, op

    Afzettingen van de Formatie van Twente (dekzand). Geomorfologie: Bebouwing/ oppervlaktewater. Bodemtype: Bebouwing/ oppervlaktewater. Grondwatertrap: Bebouwing/ oppervlaktewater. NAP-hoogte maaiveld: Circa 0.6 - 2.2 meter +NAP. Coördinaten plangebied: Zuidwest:

    Noordwest: Oost:

    94.422/ 402.924 94.535/ 403.004 94.617/ 402.745

    Oppervlakte plangebied: Circa 0.8 hectare. Kaart plangebied: Zie Afbeelding 2 en 3. CMA/ AMK-status: N.v.t.

    mailto:[email protected]:[email protected]:[email protected]

  • 32

    CAA -nr.: N.v.t. CMA -nr.: N.v.t. ARCHIS-Monument nr.: N.v.t. ARCHIS-Vondstmelding nr.: N.v.t. ARCHIS-Waarneming nr.: N.v.t. ARCHIS-Onderzoeksmelding nr.: 60.798 Deponering documentatie: Provinciaal Depot Noord-Brabant

    Directie SCO, Bureau Cultuur Postbus 90151, 5200 MC ‘s-Hertogenbosch Contactpersoon: de heer R. Louer Tel: 06 - 5384454319

    Deponering digitale documentatie: E-depot (www.edna.nl)

    http://www.edna.nl/

  • 33

    Bijlage 2 Archeologische en geologische tijdschaal

    Op het hierbij geboden overzicht worden de geologische en archeologische hoofdperioden weergegeven. De dateringen in de linkerkolom (voor en na Chr.) zijn gekalibreerd en geven de betrouwbaarste dateringen. Bron: ROB, 1988.

  • 34

  • 35

    Bijlage 3 Overzicht voor het Holocene gebied van de gebruikelijke lithostratigrafische indeling en de vertaling naar de lithostratigrafie van De Mulder et al., 2003 Gebruikelijke terminologie Terminologie van De Mulder et al., 2003 Afzettingen van Duinkerke III (A, B) Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Afzettingen van Duinkerke II Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Afzettingen van Duinkerke I (A, B) Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Afzettingen van Duinkerke O Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Walcheren Hollandveen Formatie van Nieuwkoop, Hollandveen Laagpakket Basisveen Formatie van Nieuwkoop, Basisveen Laag Afzettingen van Calais IV Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Afzettingen van Calais III Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Afzettingen van Calais II Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Afzettingen van Calais I Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Wormer Jonge Duin- en Strandafzettingen Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Schoorl Oude Duin- en Strandafzettingen Formatie van Naaldwijk, Laagpakket van Zandvoort Afzettingen van de Formatie van Twente (dekzand)

    Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden

    Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye (rivierduinen)

    Formatie van Boxtel, Laagpakket van Delwijnen

    Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye Formatie van Kreftenheye Afzettingen van de Formatie van Kreftenheye (Afzettingen van Wijchen)

    Formatie van Kreftenheye, Laag van Wijchen

    Afzettingen van Tiel III Formatie van Echteld Afzettingen van Tiel II Formatie van Echteld Afzettingen van Tiel I (A, B) Formatie van Echteld Afzettingen van Tiel O Formatie van Echteld Afzettingen van Gorkum IV Formatie van Echteld Afzettingen van Gorkum III Formatie van Echteld Afzettingen van Gorkum II Formatie van Echteld Afzettingen van Gorkum I Formatie van Echteld

  • 36

  • 37

    Bijlage 4 SOB Research: Gegevens

    SOB Research Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek B.V. Bezoekadres Hoofdvestiging: Hofweg 13, Heinenoord Bezoekadres Regio Oost: Voorsterweg 166, Empe Postadres: Postbus 5060

    3274 ZK Heinenoord Telefoon: 0186 - 604432 Hoofdvestiging Heinenoord 0575 - 476439 Regio Oost Fax: 0575 - 476139 E-mail: [email protected] Internet: www.sobresearch.nl Directeur: Jhr. J. E. van den Bosch Raad van Advies: J. van de Erve (Voorzitter)

    Prof. dr. ir. J. T. Fokkema (Vicevoorzitter) J. van Kerchove (Secretaris)

    Rabobank Graafschap-Noord 3543.43.181 BIC RABONL2U IBAN NL22 RABO 0354 3431 81 KvK Rotterdam 24346983 BTW nr. NL 8118.55.600.B01

    mailto:[email protected]://www.sobresearch.nl/

    DEF-RapportVP-Bur.Herinrichting Markt-140428Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt e.o.’, Standdaarbuiten, Gemeente Moerdijk

    DEF-RapportBB-Bur.Herinrichting Markt-140428Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt e.o., Standdaarbuiten, Gemeente MoerdijkL. R. van WilgenSOB Research,

    DEF-Rapport-Bur.Herinrichting Markt-140428Archeologisch Bureauonderzoek ‘Plangebied Herinrichting Markt e.o.’, Standdaarbuiten, Gemeente MoerdijkInhoud1. Inleiding1.1 PlanontwikkelingArcheologische en geologische tijdschaal