ArcGIS Actueel nr.2 2007

16
2007 / 2 Meer mogelijk met de geodatabase Geoprocessingservices Grafieken in ArcGIS

description

Magazine van Esri Nederland

Transcript of ArcGIS Actueel nr.2 2007

Page 1: ArcGIS Actueel nr.2 2007

2007 / 2

Meer mogelijk met de geodatabase

Geoprocessingservices

Grafi eken in ArcGIS

Page 2: ArcGIS Actueel nr.2 2007

Colofon

ArcGIS Actueel magazine is een

uitgave van ESRI Nederland

Redactie

Esther van AssenRedactieraad

Ernst Eijkelenboom Wim LigtendagArjen PluimJeroen van Winden

Aan deze uitgave werkten mee

Bart SmitEva Dienske

Ontwerp

Erik VisserDrukwerk

Practicum Grafi media Groep

Bronvermelding

Gebruikt beeldmateriaal is eigendom van: TD Kadaster, Eurosense, Alterra.

Tips aan de redactie

De redactie is bereikbaar voor tips en reac-ties via [email protected]. Artikelen mogen alleen openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van ESRI Nederland.

Abonnement

ArcGIS Actueel magazine is een kostenloze uitgave beschikbaar voor ArcGIS gebruikers en ontwikkelaars met een ESRI Nederland onderhoudscontract. Meldt u zich aan via [email protected]. Oplage 2000 stuks.

Disclaimer

ESRI Nederland besteedt de uiterste zorg aan de betrouwbaarheid en actualiteit van de artikelen in ArcGIS Actueel magazine. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend.

Postbus 29020, 3001 GA Rotterdamt: 010 - 217 07 00, i: www.esrinl.com

Inhoud

ArcGIS Desktop | 3Geoprocessing history

Modellen en scripts voor herhaling vatbaar

ArcGIS Desktop | 4Grafi eken in ArcGIS Desktop

Toegevoegde waarde aan geografi sche analyses

ArcGIS Mobile | 6GIS in het veld: ArcPad

Volwaardig GIS in het veld

Geodatabase | 8Meer mogelijk in de geodatabase

Een geodatabase voor iedere situatie

ArcGIS Server | 11ArcGIS Server in de praktijk

Interview

ArcGIS Server | 12Geoprocessingservices

Geoprocessing via het web

Ontwikkelen met ArcGIS | 14ArcGIS Server Mobile SDK

Mobile applicatie bouwen voor de server

ESRI agenda

Masterclass Webservices

oktober 2007, Rotterdam

ArcGIS RoadShow

november 2007, op diverse locaties in het land

GIN Congres

21 tot 23 november 2007, Amsterdam

Masterclass Geodatabase

januari 2008, Rotterdam

GIS Tech 2008

9 april 2008, Rotterdam

ArcGIS Actueel magazine 2007 / 2

Voorwoord

Na de eerste publicatie van ArcGIS Actueel magazine tijdens de GIS Tech 2007 was de re-

dactie zeer benieuwd naar de reacties. Velen van u gaven aan dat het meest opvallende van

ArcGIS Actueel magazine het formaat was. Dat is goed om te weten omdat het magazine

daarmee opvalt tussen de andere magazines. We hebben gekozen voor dit formaat vanwege

de vele schermafdrukken bij de artikelen. De schermafdrukken passen qua verhouding goed

in een magazine met liggend formaat. Minstens zo belangrijk is natuurlijk de inhoud. Doel

van het ArcGIS Actueel magazine is om u op de hoogte te houden van de mogelijkheden in

ArcGIS software. In de reacties gaf u aan dat de technische insteek van de artikelen bevalt.

In het magazine staan artikelen welke min of meer op techniek ingaan. Vooral de artikelen

gericht op het ontwikkelen met ArcGIS gaan dieper in op de onderliggende techniek.

Dit tweede magazine in 2007 is dikker. De onderwerpen zijn vooral gekozen uit de grote lijst van door de lezers voorgestelde onderwerpen. Daarvoor dank! We zijn altijd benieuwd naar onder-werpen waar u graag over wilt lezen. Als u ideeën voor een onderwerp heeft, dan kunt u dit mailen naar [email protected]. De lezers van het eerste magazine gaven onder andere aan geïn-teresseerd te zijn in nieuwe mogelijkheden voor grafi eken in ArcGIS Desktop, een overzicht van de verschillende soorten geodatabases en ESRI oplossingen voor mobiele applicaties.

Grafi eken in ArcGIS Desktop zijn een krachtig hulpmiddel om meer inzicht te krijgen in de in-formatie achter de kaart. Als je met grafi eken aan het werk gaat, ontdek je steeds weer nieuwe mogelijkheden. Grafi eken zijn volledig aan de eigen wensen aan te passen. De dynamiek tussen de grafi ek en de layer waarop hij is gebaseerd opent een zee aan mogelijkheden, door velen van u nog niet ontdekt.

Er zijn tegenwoordig veel keuzes te maken als het gaat om geodatabases. Om het gebruik van geodatabases beter te kunnen schalen zijn er nieuwe soorten geodatabases bij gekomen. In een geodatabase kan nu gekozen worden uit verschillende transactiemodellen. Een tabel hoeft niet meer geversioned te worden om er in te kunnen muteren. In de onderliggend database als Oracle of SQL Server kan gekozen worden uit verschillende opslagmodellen. De vele opties zijn er voor u om de optimale geodatabase toepassing voor uw organisatie te kunnen kiezen. Daarmee is het niet eenvoudiger geworden om die keuze te maken. In dit magazine zetten we de opties op een rij.

Het was u misschien al opgevallen dat mobiele toepassingen in de GIS wereld steeds meer aandacht krijgen. Met ArcGIS Server wordt een ontwikkelomgeving speciaal voor mobiele applicaties mee-geleverd. Met deze Mobile Software Development Kit kunt u applicaties voor mobiele apparaten ontwikkelen die in meer of mindere mate gekoppeld zijn aan ArcGIS Server. Hiermee is het voor het eerst mogelijk om gegevens in het veld direct in de centrale database te muteren. Valt een con-nectie in het veld even uit, dan houdt de applicatie hier rekening mee en worden de mutaties direct bijgewerkt als de connectie weer terug is.

Naast deze nieuwe ontwikkelomgeving gebaseerd op ArcObjects staat de ontwikkeling van ArcPad ook niet stil. Verder is er in dit magazine ook aandacht voor geoprocessing history en het publiceren van modellen gemaakt met de modelbuilder in een ArcGIS Server omgeving. Al met al veel onder-werpen die mogelijk nieuwe ideeën brengen voor de toepassing van ArcGIS in uw organisatie.

Jeroen van Winden

Manager Technology Development

ESRI Nederland

2

Page 3: ArcGIS Actueel nr.2 2007

Geoprocessing historyBij het werken met de geoprocessing omgeving van ArcGIS kunnen

er vele tools, modellen en scripts achtereen worden gebruikt om het

gewenste resultaat te bereiken. Het is praktisch om naderhand ook

te kunnen achterhalen wat het totale proces is geweest. Soms is het

mogelijk alle opvolgende handelingen op te bouwen in een model en

deze op te slaan. Vaak ontbreekt vooraf een vooropgezet werkplan,

waardoor niet direct een model gevormd kan worden. Het gebruik van

de geoprocessing historie in ArcGIS biedt hier een helpende hand.

De History toolbox toont alle geoprocessing acties die in het verleden zijn uitgevoerd.

Elke keer dat een geoprocessing tool, model of script wordt gedraaid, kan hier het nodige over worden opgeslagen. Dit biedt de mogelijkheid achteraf de genomen geoprocessing acties in te zien, aan te passen en opnieuw te draaien. Deze geoprocessing historie is te vinden op een drietal plaatsen in ArcGIS Desktop:

• De History toolbox.• De metadata van de uitvoerdata.• Het Results tabblad in het ArcToolbox venster.

History toolbox

Het loggen voor de History toolbox kan worden

ingeschakeld in het options dialoog (Tools Options) onder het geoprocessing tabblad. Per geoprocessing actie, zoals het starten van een model of tool, wordt een proces opgenomen in het model van de huidige sessie, dat herken-baar is aan de datum en tijd van het afsluiten van de sessie. Elk van de processen in dit model kan worden geopend en bewerkt. Ook kan, door rechts te klikken en Run te kiezen, het proces opnieuw worden gedraaid.

Metadata van de uitvoerdata

De resultaten van een model worden automa-tisch voorzien van metadata. Door het aan-passen of genereren van data via geoprocessing wordt de metadata over de geoprocessing his-torie aangepast. De naam van de uitgevoerde tool, de locatie ervan en de gebruikte parame-ters worden hierin opgenomen. Deze gege-vens zijn te bekijken in ArcCatalog onder het Metadata tabblad.

Results tabblad

Het Results tabblad is te vinden in ArcToolbox en bevat informatie over alle uitgevoerde geo-processing acties. Alle tools, scripts en modellen die worden gedraaid, worden met parameters vastgelegd in dit Results tabblad. Gegevens over een uitgevoerde actie van enkele weken daarvoor zijn zo nog op te roepen. Deze histo-riegegevens worden doorlopend bewaard. De historie wordt weggeschreven bij het sluiten van de applicatie en opgehaald bij het openen ervan.

Met het resultaat is ieder proces op basis van de historie te reproduceren. De oorspronke-lijke dialoog van het resultaat is bijvoorbeeld te openen met de gebruikte parameters. Als de gebruiker tevreden is met het resultaat, kan de tool met parameters rechtstreeks worden versleept naar een model. De logging, zoals foutmeldingen en waarschuwingen, wordt in de historie opgenomen. Delen van de logging kunnen worden gekopieerd. Alle meldingen kunnen zo worden opgenomen in een verslag van de werkzaamheden.

Alle gegevens in dit tabblad zijn ook beschik-baar voor veel reguliere acties in ArcGIS Desktop. Datasets kunnen zo worden versleept naar een dataframe in ArcMap of input boxen van tools. Het pad naar de dataset kan hieruit ook een-voudig worden gekopieerd voor hergebruik in tooldialogen en andere plaatsen waar tekst wordt geaccepteerd.

Met geoprocessing historie wordt kostbaar werk met tools en modellen vastgelegd. Het gebruik van geoprocessing historie biedt de ge-bruiker van tools, modellen en scripts daarom meerdere voordelen. Iedere actie in het proces is reproduceerbaar. De volgorde van handelen binnen het hele proces is te achterhalen en te herhalen. Fouten kunnen gemakkelijk worden getraceerd en verholpen. Bovendien kan ie-dere actie worden hergebruikt, zowel binnen het eigen model als ook in nieuwe modellen en scripts. Bewezen handelingen kunnen toege-past worden in nieuwe processen en projecten. door Arjen Pluim

Het Results tabblad toont informatie over alle uitgevoerde geoprocessing acties.

ArcGIS Desktop

3ArcGIS Actueel magazine 2007 / 2

Page 4: ArcGIS Actueel nr.2 2007

Grafi eken in ArcGISGrafi eken zijn in ArcGIS Desktop een krachtig hulpmiddel om nog

meer informatie uit de kaart te halen. De dynamiek tussen kaart en

grafi eken kan nieuw licht werpen op geografi sche analyses. Naast de

keuze uit een aantal nieuwe grafi eken, kan ook per grafi ek gebruik

gemaakt worden van meerdere datasets. Zo kunnen grafi eken onder

andere over elkaar heen worden geplaatst om gegevens van verschil-

lende jaren met elkaar te vergelijken. Hieronder volgt een overzicht

van de mogelijkheden die grafi eken in ArcGIS Desktop bieden.

De grafi ek kan volledig naar eigen wens worden vormgegeven met de Advanced Properties.

Informatie is op vele manieren te visualiseren. De kaart, grafi ek en tabel zijn de meest voor-komende visualisaties van gegevens. Het kop-pelen van deze visuele elementen geeft de gebruiker meer inzicht in de informatie achter de gegevens. Dit eff ect is nog krachtiger als de informatie in de kaart en de grafi ek direct aan

elkaar gerelateerd wordt.

In ArcGIS Desktop is de relatie tussen kaart en grafi eken ver doorgevoerd. ArcGIS Desktop biedt keuze aan diverse soorten grafi eken, in-clusief histogram, scatter plot en taartdiagram. De grafi eken zijn vanuit een nieuwe beheer-

omgeving te selecteren en uit te proberen. Wat betreft de weergave van grafi eken zijn er veel opties, zoals de keuze om de kleuren uit de kaart over te nemen. Het gebruik van meerdere data-sets per grafi ek en het uitwisselen van grafi eken tussen verschillende mapdocumenten (mxd) in ArcMap levert ook nieuwe inzichten in de infor-matie die kaarten verschaff en.

De Graph Wizard

De Graph Wizard is het startpunt voor het ge-bruik van grafi eken. Bij het oproepen van de Graph Wizard via Tools Graphs Create

Graph kan direct het gewenste type grafi ek, zoals een balk-, lijn- of een cirkeldiagram worden gekozen. Hierbij kunnen de verschillende data-lagen als gegevensbron worden geselecteerd. Verder volgt er een keuze uit te gebruiken at-tribuut gegevens en de opbouw en weergave van de grafi ek.

Een eenvoudige, maar zeer praktische optie in de Graph Wizard is Match with Layer. Dit zorgt ervoor dat de grafi ek de kleurinstellingen van de betreff ende laag direct uit ArcMap overneemt. Zonder extra handelingen wordt hiermee een grafi ek gemaakt die aansluit op de symboli-satie in het kaartbeeld. Dit bespaart een hoop handwerk.

De Advanced properties bieden veel extra’s voor zowel weergave van de grafi ek, legenda en aanvullende teksten.

Gegevens combineren

Geografi sche gegevens zijn geschikt voor het

vergelijken van verschillende gegevens in het-zelfde geografi sche gebied. De grafi eken in ArcMap bezitten meerdere varianten voor het combineren van gegevens.

• Met New Series kan in een bestaande grafi ek een nieuw veld met gegevens worden toege-voegd. Zo kunnen bijvoorbeeld twee dwars-doorsneden met elkaar worden vergeleken, of twee leeftijdscategorieën tegen dezelfde een-heid worden uitgezet. Met New Series kunnen ook extra grafi eken worden toegevoegd aan het bestaande grafi ekenvenster, mits alle grafi eken refereren naar hetzelfde geografi sche gebied.

• Functies zoals trend, gemiddelde, mediaan, standaard deviatie, hoogste en laagste waarde kunnen ook rechtstreeks worden opgenomen in een grafi ek. Dit gebeurt met de optie New

Functions.

Zowel New Series als New Functions zijn aan te maken via de Graph Wizard. Dit maakt het aanpassen van de grafi ekeigenschappen en het toevoegen van nieuwe functies binnen een gra-fi ek overzichtelijk.

Dynamiek tussen kaart, grafi ek en tabel

Grafi eken zijn dynamische elementen die een interactieve koppeling hebben met de onderlig-gende geografi sche data. Deze dynamiek tussen kaart en grafi ek werkt twee kanten op.

• Selectie van objecten in de kaart of tabel: - Geselecteerde objecten lichten op in de grafi ek

ArcGIS Desktop

Gecombineerde data voor vergelijking tussen huidige en gewenste dwarsdoorsnede voor een zandophoging.

4

Page 5: ArcGIS Actueel nr.2 2007

- Grafi ek toont enkel de geselecteerde objecten.

• Selectie van objecten in de grafi ek: - Selectie licht op in kaart en tabel - Selectie licht op in alle andere grafi eken.

Wijzigingen in de gegevens worden direct door-gevoerd in kaart en grafi eken. Het visualiseren van data, datawijzigingen en analyses via kaart, tabel en grafi ek vormt met deze mogelijkheden een krachtige analyse tool.

Grafi ek als animatie

Als er sprake is van een tijdsfactor in de geo-grafi sche data, kan dit als animatie worden op-genomen in de grafi ek. Met de animatie knop-penbalk in ArcMap kan een Time layer worden aangemaakt. Dit verzorgt het afspelen van wij-zigingen door de tijd heen op zowel de kaart

als in de diverse grafi eken. Deze animatie werkt op basis van velden met begin- en eindtijd in de attribuut tabel van een laag. Hiermee is het bijvoorbeeld mogelijk om de verandering van verbouwde gewassen op een groep percelen over een periode van vijf jaar weer te geven.

Grafi eken delen

Informatie die door grafi eken naar voren komt, moet gedeeld kunnen worden. Een grafi ek kan daarom op meerdere manieren worden gepubliceerd.

• Add to Layout voegt de grafi ek als fi guur direct toe aan de kaart lay-out in ArcMap. De plaatsing van grafi eken ten opzichte van de kaart kan zelf bepaald worden.

• Via Save kan de grafi ek als een beeldbestand worden opgeslagen. De grafi ek kan vervolgens

ArcGIS Desktop

Combinatie van meerdere datasets in één grafi ek.

ook gebruikt worden voor andere applicaties, zoals een rapport.

• De Export functie voorziet in het exporteren van zowel de grafi ek als fi guur of document, maar ook de achterliggende data. De grafi ek kan zo bijvoorbeeld vanuit ArcMap in diverse formaten, zoals jpg, gif, maar ook pdf of svg naar een printer of een e-mail adres worden ge-stuurd. De gegevens die met een selectie als grafi ek worden getoond, kunnen als tabel door-gestuurd worden naar een analist.

Omdat de grafi eken in ArcMap als beeldbe-stand kunnen worden geëxporteerd en opge-slagen, zijn ze ook vanuit ArcCatalog te bekijken. Bovendien kunnen dergelijke grafi eken geïm-porteerd worden in een nieuw mapdocument. Daarmee is uitwisseling tussen projecten een feit.

Grafi eken in ArcMap geven extra informatie over de gegevens in de kaart. Het overnemen van de visualisatie van de kaart betekent een overzichtelijk vergelijk tussen kaart en grafi ek. Door de interactieve koppeling tussen kaart-beeld en grafi eken zijn de getoonde gegevens altijd gelijk en up-to-date. Deze interactie levert extra analyse functionaliteit om nog meer uit het GIS te halen. Het gebruik van grafi eken als aanvulling op de kaart biedt meer resultaat tij-dens een presentatie of eindrapportage.door Bart Smit & Esther van Assen

De optie Match with Layer geeft de symbologie uit de kaart door aan de grafi ek.

Grafi eken zijn in diverse formaten te exporteren.

5

Achtergrondinformatie

ESRI Nederland verzorgt tal van opleidingen over het gebruik van ArcGIS Desktop.

In de opleiding ‘Aanvullende functionaliteit in ArcGIS 9.2’ wordt aandacht besteed aan het gebruik van grafi eken en animatie.

Kijk voor het volledige aanbod aan oplei-dingen op: www.esrinl.com/opleidingen.

ArcGIS Actueel magazine 2007 / 2

Page 6: ArcGIS Actueel nr.2 2007

Dit levert de volgende voordelen op:

• De meest recente gegevens voor het project zijn beschikbaar in het veld.

• De attribuutgegevens van nieuwe of aan te passen velddata zijn conform de attribuutge-gevens in de geodatabase. Als in de geodata-base domeinen en subtypen zijn gedefi nieerd, levert ArcPad direct in het veld keuzelijsten met de juiste attribuutwaarden. Veldmedewerkers hoeven niet langer eigen codes of termen te bedenken voor bijvoorbeeld de status en soort van te inventariseren bomen, maar kiezen de juiste optie uit de lijst.

• Terug op kantoor worden de wijzigingen rechtstreeks toegevoegd aan de geodatabase. Waar gewenst kan hier een extra controle tussen komen, als de projectleider bijvoorbeeld eerst inzage wil krijgen in de veldgegevens voordat wijzigingen defi nitief in de geodatabase worden opgenomen.

Locatie informatie

ArcPad heeft directe GPS ondersteuning. De koppeling tussen GIS en GPS maakt het moge-lijk om exacte locaties van nieuwe velddata op te nemen in de gegevens. Met behulp van GPS track-logging kunnen bijvoorbeeld metingen worden gedaan langs een nieuw wandelpad zonder iedere vijf meter te moeten stoppen om een nieuwe locatie in de data op te nemen. Ook als de exacte plek van meting niet bereikbaar

GIS in het veld: ArcPadHet nut van digitale informatie in het veld wordt ook door bedrijven

steeds meer erkend. Het tijdperk van kaarten, verregende aantekeningen

en onleesbare notities horen nu tot het verleden. Ontwikkelingen op het

gebied van mobiele apparatuur, zoals handhelds, PDA’s en smartphones

gaan razend snel. ESRI heeft voor GIS in het veld ArcPad ontwikkeld.

Geodatabase en mapdocument gegevens worden uitgelezen voor gebruik in ArcPad via Get Data For ArcPad.

Werknemers in het veld moeten op locatie de beschikking hebben over de meest recente geografi sche gegevens. Of het nu gaat om het loggen van vegetatie, het controleren van per-

ArcGIS Mobile

ceelgrenzen of het inventariseren van de bestra-ting van een nieuwbouwwijk, ArcPad is de com-plete GIS oplossing voor dit werk. Al jaren wordt ArcPad ingezet om (geografi sch gerelateerde) gegevens in het veld in te winnen, te controleren of te wijzigen. Voor ieder project kan eenvoudig een eigen werkomgeving worden ingericht, waardoor veldmedewerkers optimaal toegang krijgen tot de juiste attribuutgegevens.

Geodatabase

Vanaf ArcPad 7.0 kan data uit een geodatabase overgezet worden naar ArcPad. Door middel van een check-out uit de desktop omgeving ArcMap worden kaartprojecten en achterliggende attri-buut gegevens beschikbaar voor ArcPad.

is, kan met de GPS koppeling alsnog de juiste locatiegegevens in een project opgenomen worden. De actieve GPS locatie kan, waar wen-selijk, als centraal punt op de digitale kaart in ArcPad worden weergegeven.

Omdat luchtfoto’s vaak een extra houvast vormen bij het inventariseren van gebieden, ondersteunt ArcPad naast shapefi les ook ras-terdata. Deze worden naast de geografi sche data als lagen opgenomen in ArcPad. De ge-bruiker bepaalt zelf of lagen beschikbaar zijn voor aanpassing van de data of dat een laag enkel als toegevoegde informatiebron fungeert. Zo kan bijvoorbeeld een luchtfoto tijdelijk uit-geschakeld worden en/of vervangen door een percelenlaag waarop geen wijzigingen mogen worden doorgevoerd.

Digitale foto’s zijn steeds vaker met mobiele ap-

Wijzigingen in ArcPad worden overgeladen naar de geodatabase via ArcMap’s Check In Edits From ArcPad.

GPS instellingen zijn vanuit ArcPad te activeren.

6

Page 7: ArcGIS Actueel nr.2 2007

paratuur te maken, vaak in combinatie met GPS coördinaten. In ArcPad kunnen digitale foto’s en ander beeldmateriaal rechtstreeks aan een object worden gekoppeld om dit van extra in-formatie te voorzien. Dit kan, afhankelijk van de gebruikte apparatuur, geautomatiseerd worden op grond van GPS coördinaat.

ArcPad Application Builder

De meerwaarde van GIS in het veld komt deels voort uit de beschikbaarheid van de juiste ge-gevens op het juiste moment. De interface van ArcPad is zodanig aan te passen dat per bedrijf of project de werkomgeving voldoet aan alle wensen. Met ArcPad Application Builder is de ArcPad werkomgeving gemakkelijk aan te passen. Hierin kan bijvoorbeeld gedefi nieerd worden wat er zichtbaar moet zijn na het op-starten van een project, welke keuze mogelijk-heden een veldgebruiker krijgt bij het invoeren van nieuwe gegevens, of via welke methode GPS gegevens opgenomen moeten worden in een project. Ook de volgorde van inventari-satie en het invullen van verplichte informatie-velden bij een controle kunnen hiermee worden vastgelegd.

ArcGIS Mobile

Het aanpassen van ArcPad naar bedrijfs- of pro-jectwensen zorgt voor het effi ciënt inwinnen en aanpassen van veldgegevens. Dit levert niet al-leen tijdwinst tijdens veldcampagnes op, maar zorgt voor een eenduidig gebruik van data en bijbehorende attribuutgegevens door alle betrokkenen bij een project. Voor veldmede-werkers met weinig ervaring met digitale ap-paratuur is dit de ideale manier om het digitaal inwinnen van gegevens gemakkelijk en een-voudig te houden.

ArcPad 7.1

In het najaar van 2007 brengt ESRI de nieuwste versie, ArcPad 7.1 op de markt. Deze versie biedt een aantal extra’s om in het veld doelgericht te kunnen werken.

• Het QuickProject vormt de basis voor het starten van een nieuw project in het veld. Zonder voorwerk op kantoor kan hiermee be-gonnen worden met het inwinnen van velddata voor een nieuw project.

• Het uitlezen van gegevens vanuit een geo-database naar ArcPad 7.1 is niet gebonden aan

één computer. Vanuit iedere computer die ver-binding heeft tot een geodatabase op de server kunnen wijzigingen worden doorgevoerd. Bij de check-out voor ArcPad 7.1 maakt ArcGIS Desktop namelijk een bestand aan, waarin staat gedefi nieerd uit welke geodatabase de data af-komstig zijn, maar ook of de uitgelezen data-lagen gebruikt mogen worden voor editen of enkel voor informatie ondersteuning.

• Tabellen die gerelateerd zijn aan het lopende GIS project kunnen vanuit ArcPad 7.1 direct worden benaderd en aangepast. Hiermee loopt ArcPad in lijn met de mogelijkheden van de ArcGIS geodatabase.

• Het zoeken in de data is sterk uitgebreid. Hierdoor wordt het opvragen van specifi eke in-formatie voor een bepaalde locatie in het veld, of van geselecteerde objecten zeer gemakkelijk.

• Losse notities en schetsen kunnen op di-verse mobiele apparaten met een digitale pen

op het scherm geschreven worden. ArcPad 7.1 slaat deze notities op in een graphics layer. Deze kunnen vervolgens als attribuut gegevens worden opgenomen in de geodatabase.

• De basemaps van Europa leveren extra hou-vast in het veld. Deze standaard achtergrond kaarten bieden goede aanvullende omgevings-informatie, zonder extra belasting van het werk-geheugen van veldapparatuur.

ArcPad is een complete mobiele oplossing voor het gebruik van geografi sche informatie in het veld. Het is de ideale mobiele aanvulling op de gebruikelijke desktop- of server GIS omgeving. Door het gebruik van hetzelfde datamodel als op kantoor en dezelfde geodatabase gaat de uitwisseling tussen veld- en kantoor gegevens zonder moeite. Een bijkomend voordeel van ArcPad is de complete GIS functionaliteit in het veld, incluis de edit omgeving. Daarmee maakt ArcPad geografi sche gegevens tot meer dan een digitale kaart in het veld.door Esther van Assen

Via de ArcPad Application Builder is de werkomgeving van ArcPad aan te passen naar projectwens.

7

ESRI Mapping Center

Het visualiseren van geografi sche gegevens is een kunst apart. Het ESRI Mapping Center is opgezet om GIS gebruikers een beter inzicht te geven in de mogelijkheden en regels van de cartografi e. Voorbeelden, tips en werkbeschrijvingen door cartografen vormen een mooi uit-gangspunt voor het maken van duidelijke, informatieve en mooie kaarten.

ESRI Mapping Center: http://mappingcenter.esri.com

ArcGIS Actueel magazine 2007 / 2

Page 8: ArcGIS Actueel nr.2 2007

Meer mogelijk met de geodatabaseDe geodatabase is schaalbaarder geworden door de komst van nieuwe

typen geodatabases. De geodatabase is beschikbaar voor verschillende

soorten relationele database management systemen (RDBMS) en folder

structuren en is leverbaar in verschillende groottes en functionele mo-

gelijkheden. Daarnaast zijn geodatabases uitgebreid met de opslag van

cartografi sche representaties, terreinen en ondersteuning van historie,

replicatie, non-versioned editing en het ESRI ISO Spatial Type voor Oracle.

ArcCatalog is de beheertool van de geodatabase.

Drie typen geodatabases

ArcGIS kent drie typen geodatabases:

1 De personal geodatabase is gebaseerd op Microsoft Access en is beschikbaar sinds de eerste release van ArcGIS. Dit type is ontwik-keld voor één gebruiker die met kleine datasets werkt.

2 Nieuw is de fi le geodatabase. De inhoud van deze database wordt opgeslagen in bestanden

Geodatabase

in een folder structuur. De fi le geodatabase is platformonafhankelijk en kan grote datasets bevatten. Iedere tabel in de fi le geodatabase kan 1TB bevatten en is uitbreidbaar tot 256 TB! Evenals de personal geodatabase is de fi le geo-database een database waarop één gebruiker tegelijk kan muteren. Meerdere gebruikers kunnen de fi le geodatabase raadplegen.

ESRI adviseert om vanaf ArcGIS 9.2 alles op te slaan in fi le geodatabases in plaats van een per-

sonal geodatabase of shapefi les. Zowel de op-slagcapaciteit als ook de performance van een fi le geodatabase is veel beter dan de perfor-mance van een personal geodatabase.

3 Het derde type geodatabase is de schaalbare

geodatabase. Dit zijn geodatabases gebaseerd op de ArcSDE technologie en ondersteunen meerdere muteerders tegelijk in een standaard relationeel database management systeem (RDBMS), zoals Oracle, Microsoft SQL Server en IBM DB2 of Informix.

Schaalbare geodatabase edities

De schaalbare geodatabase is vanaf ArcGIS 9.2 in te delen in de Enterprise, Workgroup en Personal editie. Iedere editie heeft zijn eigen capaciteit en aantal gebruikers.

• De Enterprise editie is de traditionele ArcSDE technologie die op Oracle, Microsoft SQL Server, DB2 en Informix draait. ArcSDE is niet langer een apart product, maar onderdeel van ArcGIS Server. De Enterprise editie is op te schalen tot iedere gewenste grootte en ieder gewenst

aantal gebruikers. Deze editie werkt op verschil-lende platformen en confi guraties. De database wordt beheerd door een database administrator (DBA) met behulp van ArcSDE administratie commando’s en standaard functies van het on-derliggende RDBMS.

• De Personal editie wordt standaard mee-geleverd met ArcEditor en ArcInfo en gebruikt een Microsoft SQL Server 2005 Express data-base. Deze editie ondersteunt drie gelijktijdige gebruikers, waarvan er één mag muteren. De database is gelimiteerd tot 4 GB. Alle edities, dus ook de Personal editie ondersteunen versio-ning, historie en replicatie. De SQL Server 2005 Express database wordt gratis meegeleverd. Database administratie wordt uitgevoerd met nieuwe functies in ArcCatalog. Beveiliging vindt plaats door gebruik te maken van het operating system. Daarom hoeven er geen aparte data-base gebruikers en wachtwoorden aangemaakt te worden. Zoals voor alle schaalbare geoda-tabases geldt, kunnen ArcView gebruikers niet muteren op Personal editie geodatabases.

8

Drie typen geodatabases

Opslagformaat

Opslagcapaciteit

Besturingssysteem

Aantal gebruikers

Gedistribueerde geo-database functionaliteit

Personal geodatabase

Microsoft Access

2 GB

Windows

Eén muteerder, meerderegebruikers

Check-out / Check-inreplicatie

File geodatabase

File folder met binairebestanden

1 TB per tabel

Windows, Linux en UNIX

Eén muteerder, meerderegebruikers

Check-out / Check-inreplicatie

Schaalbare geodatabase(drie edities)

RDBMS

Afhankelijk van server

Windows, Linux en UNIX

Meerdere muteerders engebruikers

Replicatie (alle typen) enversioning

Schaalbaregeodatabases

DBMS

Management interface

Opslagcapaciteit

Licentie

Besturingssysteem

Personal geodatabase

SQL Server 2005 Express

ArcCatalog

4 GB

ArcEditor of ArcInfo

Windows

Workgroup geodatabase

SQL Server 2005 Express

ArcCatalog

4 GB

ArcGIS Server Workgroup

Windows

Enterprise geodatabase

Oracle, SQL Server, IBM DB2 of Informix

Database

Afhankelijk van database

ArcGIS Server Enterprise

Windows, Linux en UNIX

Aantal gebruikers Eén muteerder, drie gebruikers

Tien muteerders en / of gebruikers

Niet gelimiteerd

Page 9: ArcGIS Actueel nr.2 2007

• De Workgroup editie is de derde editie van de schaalbare geodatabase en is ook gebaseerd op SQL Server 2005 Express. Het aantal gebrui-kers is gelimiteerd tot tien, die allemaal tegelijk kunnen muteren. Ook voor de Workgroup editie vindt de database administratie plaats vanuit ArcCatalog. De Workgroup editie is beschikbaar als onderdeel van ArcGIS Server Workgroup.

Het verschil tussen een Enterprise editie geoda-tabase en de andere twee edities is de database capaciteit en het aantal gelijktijdige gebruikers. De ondersteunde functionaliteit is in alle edities gelijk.

Samengevat zijn er in totaal vijf varianten van de geodatabase. Het aantal beoogde gebrui-kers en de capaciteit bepalen het gebruik van de varianten. Binnen een organisatie kunnen de verschillende geodatabases naast elkaar voor-komen. Gegevens kunnen eenvoudig worden gekopieerd tussen de verschillende geodata-bases: Een project wordt bijvoorbeeld gestart in een fi le geodatabase, maar kan worden geko-pieerd naar één van de schaalbare geodatabase edities.

Alle geodatabases ondersteunen het volledige geodatabase schema. Hierdoor kan migratie tussen de geodatabase worden uitgevoerd in ArcGIS Desktop zonder tussenkomst van de database beheerder. In ArcCatalog kan bijvoor-beeld een feature dataset met vijf feature classes door middel van copy/paste van een enterprise geodatabase in een Oracle database op Linux worden gekopieerd naar een fi le geodatabase op de desktop of naar een workgroup geodata-base in een SQL Server 2005 Express omgeving.

Replicatie

Binnen veel organisaties worden gegevens op verschillende locaties verzameld en gebruikt. De inhoud of een deel van de inhoud van de cen-trale geodatabase wordt hiervoor gekopieerd naar een lokale geodatabase, waar vervolgens op wordt gemuteerd. Na een bepaalde periode moeten deze wijzigen ook weer opgenomen worden in de centrale database.

ArcGIS 9.2 introduceert geodatabase replicatie als oplossing voor het distribueren van data. Een nieuwe knoppenbalk en toolbox in ArcGIS Desktop maken het mogelijk om een geodata-base of een deel daarvan te repliceren naar an-dere geodatabases. Geodatabases kunnen met replicatie zowel binnen als buiten de organisatie worden gedistribueerd. Geodatabase replicatie ondersteunt het volledige data model, inclusief topologie, relationship classes en geometri-sche netwerken. Tussen twee of meer gedistri-bueerde geodatabases kunnen muteersessies worden uitgevoerd.

Drie soorten replicatie

ArcGIS onderscheid drie soorten replicatie:

1 De eenvoudigste soort is check-out/check-

in replicatie. Sinds ArcGIS 8.3 is deze soort be-kend als disconnected editing. De complete of gedeeltelijke geodatabase wordt gerepliceerd naar een check-out geodatabase. Deze geodata-base kan bijvoorbeeld meegenomen worden in het veld. Nadat deze geodatabase is gewijzigd, worden de wijzigingen eenmalig gesynchroni-seerd met de oorspronkelijke geodatabase.

2 De tweede soort is éénwegs-replicatie.Tussen de twee databases kan meerdere malen synchronisatie plaatsvinden. Alleen in de oor-spronkelijk (of master-) geodatabase kunnen mutaties worden uitgevoerd die gesynchroni-seerd kunnen worden met de replicatie-geo-database (slave-geodatabase). Deze vorm van replicatie is vooral aan te bevelen wanneer de replicatie-geodatabase een raadpleeg database is, zoals een database die gebruikt wordt voor de ontsluiting van een website. Mutaties op de centrale interne geodatabase worden periodiek overgezet naar deze database.

3 De derde soort is tweewegs-replicatie.Deze replicatie ondersteunt mutaties in beide geodatabases. Synchronisatie tussen beide data-bases kan meerdere keren worden uitgevoerd.

Voor replicatie moet de master-geodatabase een schaalbare geodatabase zijn. De slave-geo-database mag bij check-out/check-in replicatie iedere soort geodatabase zijn. Eén- en twee-wegs-replicatie vereisen één van de drie edi-ties schaalbare geodatabase als type database waarmee gesynchroniseerd gaat worden. Het versioning mechanisme wordt gebruikt om de synchronisatie te kunnen uitvoeren.

Non-versioned editing

Versioning wordt gebruikt voor het onder-steunen van lange transacties. In een volledige ESRI omgeving levert dit geen problemen op. Organisaties die de database ook voor niet-ESRI applicaties gebruiken, ondervinden soms moeite om geografi sche gegevens te kunnen gebruiken die door ArcGIS applicaties gemu-teerd worden.

Daarom is vanaf ArcGIS 9.2 ook multi-user editing zonder versioning mogelijk voor het muteren van een geodatabase. Hierbij wordt

De Personal en Workgroup edition geodata-bases zijn direct benaderbaar vanuit ArcCatalog via de nieuw ingang Database Servers.

Het Administration context menu bevat alle data-base administratie functionaliteit om de Personal en Workgroup edition geodatabases te beheren.

Knoppenbalk voor geodatabase replicatie. Optie om alle wijzigingen in de Default version eenvoudig toegankelijk te maken voor niet-ESRI applicaties.

Geodatabase

9ArcGIS Actueel magazine 2007 / 2

Page 10: ArcGIS Actueel nr.2 2007

Geodatabase

gebruik gemaakt van de onderliggende da-tabase oplossing voor transacties. Database constraints, triggers en unieke indexen worden namelijk niet standaard herkend door het versie mechanisme. Korte transacties worden onder-steund om zowel mutaties in ruimtelijke als administratieve tabellen te kunnen uitvoeren. Niet-ESRI applicaties hebben geen aparte da-tabase views nodig voor het werken op de ta-bellen in de database.

Non-versioned editing ondersteunt alleen een-voudige geodatabase schema’s. Feature classes die onderdeel zijn van een topologie of geome-trisch netwerk kunnen alleen in een versioned omgeving gemuteerd worden.

Non-versioned en versioned

editing gecombineerd

In bepaalde situaties wordt er gewerkt met meerdere versies van de database om bijvoor-beeld op basis van dezelfde gegevens ver-schillende plannen uit te werken. Via ArcGIS applicaties kunnen gebruikers hiervoor in een

versioned omgeving werken; iedere gebruiker werkt in zijn eigen versie en na verloop van tijd worden de verschillende versies samengevoegd in de default versie van de geodatabase. In deze default versie bevinden zich gegevens die ook door niet-ESRI applicaties benaderbaar zijn in de vorm van een eenvoudige tabel. Om deze com-binatie van non-versioned en versioned editing mogelijk te maken, kan de optie Move edits to

base worden aangezet tijdens het activeren van versioning van de betreff ende tabel.

Historie

ArcGIS ondersteunt historische archivering in de geodatabase. Archivering werkt in combinatie met versioned editing. Het is één van de opties die geactiveerd kan worden voor feature classes in de geodatabase. Wijzigingen aan objecten worden automatisch opgeslagen en voorzien van een begin- en einddatum. De huidige status van een object wordt opgeslagen in de tabel, de oude situatie van het object wordt au-tomatisch weggeschreven in een archieftabel. De gebruiker van de geodatabase is niet op de

hoogte van de archieftabel en geeft alleen aan met welke datum wordt gewerkt.

Om de situatie op een bepaald moment in de tijd weer te geven, wordt er een view gelegd op de tabel en de bijbehorende archieftabel. Veranderingen door de tijd kunnen op deze ma-nier worden gevisualiseerd. Welke gebouwen bijvoorbeeld tussen 1 januari 2005 en 1 juli 2007 zijn veranderd, kunnen nu direct worden weergegeven.

ESRI Spatial type voor Oracle

ArcGIS ondersteunt voor geodatabases op Oracle een nieuw opslagtype. Met dit nieuwe opslag-type is het mogelijk om met SQL-statements een geodatabase te bevragen. Codefragment I geeft hier een aantal voorbeelden van. Het nieuwe opslagtype is gebaseerd op ISO Multi-Media/OGC specifi caties voor de opslag van geografi -sche data. Deze specifi caties heeft ESRI al eerder geïmplementeerd voor IBM DB2 en Informix da-tabases. Het ESRI Spatial type zal in een later stadium ook voor SQL Server en PostgresSQL beschikbaar komen.

ArcGIS biedt veel nieuwe mogelijkheden voor opslag van ruimtelijke data in de geodatabase. Er zijn vijf verschillende varianten van de geoda-tabase beschikbaar voor gebruik op één werk-plek en in een volledige enterprise omgeving: de personal geodatabase, fi le geodatabase en de drie edities van de schaalbare geodatabase. De schaalbare geodatabase is leverbaar in de personal editie, workgroup editie en enterprise editie. Nieuwe functionaliteit zorgt ervoor dat de geodatabase nog fl exibeler ingezet kan worden binnen organisaties die hun geografi sche infor-matie goed op orde willen hebben.

De geboden keuze in geodatabases maakt het mogelijk de geodatabase te selecteren die het beste past bij de bedrijfswensen. De keuze is niet langer beperkt tot het gebruik van óf een beperkte Microsoft Access database, óf een compleet enterprise database.door Ernst Eijkelenboom

10

Achtergrondinformatie

ESRI Nederland Opleidingen verzorgt di-verse geodatabase opleidingen. Kijk hier-voor op: www.esrinl.com/opleidingen.

Meer achtergrondinformatie over de geoda-tabase is te vinden in het White Paper “An overview of distributing data with a geoda-tabase” en is te downloaden op:http://support.esri.com.

Meer informatie over deze ISO Multi-Media/OGC specifi caties zijn te vinden in:

• OGC referentie: OpenGIS Implementation Specifi cation for Geographic information - Simple feature access - Part 2: SQL option.

• ISO referentie: ISO/IEC 13249-3 SQL multimedia and application packages - Part 3: Spatial.

# VOORBEELD: MAAK TABEL MET GEOGRAFISCHE KOLOMCREATE TABLE sensitive_areas (area_id integer, name varchar2(128), area_size fl oat, type varchar(10), zone ST_Polygon);

# VOORBEELD: VOEG RECORD TOE MET GEOGRAFISCHE INHOUDINSERT INTO sensitive_areas VALUES (1, 408, ‘Summerhill Elementary School’, 67920.64, ‘school’, ST_PolyFromText(‘polygon ((52000 28000,58000 28000,58000 23000,52000 23000,52000 28000))’,5));

# VOORBEELD: CREEER GEOGRAFISCHE INDEXCREATE INDEX shape_idx1 ON SCOTT.PARCELS (shape)INDEXTYPE IS ST_SPATIAL_INDEXPARAMETERS (‘ST_GRIDS = 180,0,0)

# VOORBEELD: RUIMTELIJKE QUERYSELECT CITY_NAME || ‘, ‘ || STATE_ABBR CITYDISTANCE(A.GEOM, B.GEOM, “MILES”) MILESFROM US_CITIES A, US_CITES B

WHERE UPPER(A.CITY_NAME) = ‘KANSAS CITY’ AND UPPER(A.STATE_NAME) = ‘MISSOURI’ AND ST_INTERSECTS(ST_BUFFER(A.GEOM, 100, “MILES”), B.GEOM) = ‘TRUE’ORDER BY MILES;

codefragment I

Page 11: ArcGIS Actueel nr.2 2007

ArcGIS Server in de praktijk Eva Dienske is werkzaam als Technisch

Consultant bij ESRI Nederland. Als ervaren

ArcIMS ontwikkelaar is zij zich gaan verdiepen

in de mogelijkheden van ArcGIS Server. Voor

het bouwen van een demonstratie heeft zij

ArcGIS Server in een korte periode kunnen

doorgronden. Wat zijn haar bevindingen?

Is de overstap van ArcIMS naar ArcGIS Server groot?

Het werken met ArcGIS Server gaat eigenlijk vanzelf als je erva-ring hebt met ArcIMS. De principes van ESRI’s internet mapping technologie heb je dan namelijk al onder de knie. Ik vind het een leuk product om mee te werken. Net als ArcIMS richt het zich, kort door de bocht, op het ontsluiten van geografi sche informatie via het web. Maar de structuur onder de motorkap zit duidelijk anders in elkaar.

Bij ArcIMS was er veel functionaliteit, zoals het dynamisch toe-voegen van lagen met aanpasbare symbologie, die er alleen via programmeren ingebouwd kon worden. En daarmee heb ik met collega’s nogal eens het wiel opnieuw uitgevonden. Wij zagen dezelfde wensen steeds weer terugkeren bij de verschillende klanten. Delen van de gebruikte code werden daarom steeds weer hergebruikt, al dan niet in aangepaste vorm, om het product aan de klantwensen te laten voldoen. Standaard biedt ArcGIS Server al veel meer mogelijkheden.

Hoe out-of-the-box is ArcGIS Server?

Het werken met ArcGIS Server is niet buitengewoon moeilijk. Het is een snelle manier om gegevens via het web te serveren en gebruikers (clients) een interactieve bijdrage te laten leveren. De opties die geboden worden als out-of-the-box functionali-teit zijn veel uitgebreider en toegankelijker dan bij voorgaande producten.

In hoeverre ArcGIS Server out-of-the-box te noemen is, valt over te twisten. Heb je naast het serveren van data, waarop je kunt in- en uitzoomen en waarover attribuut gegevens worden getoond, extra wensen, dan moet je er tijd in steken. De mate van ervaring als programmeur bepaald in dat geval hoe ‘diep’ je de software in kan gaan. Omdat ArcGIS Server is gebaseerd op ASP.NET en ArcObjects, bouw je met enige ervaring van ArcObjects al heel mooie webfunctionaliteit. Voor een keur aan kleine extra’s, bij-voorbeeld eigen selectieknoppen, zijn ook diverse bouwstenen

voor handen. Het implementeren van speciale klantwensen vereist wel een bredere kennis van onder andere ASP.NET en ArcObjects in aanvulling op HTML en Javascript.

ArcGIS Server is voor bedrijven natuurlijk nooit een doel op zich, maar een middel. Om de wensen van een bedrijf vorm te geven moet je ArcGIS Server combineren met een goed datamanage-mentsysteem en bedrijfsconfi guratie. Deze twee komen altijd om de hoek kijken wanneer je met server en services aan de slag wilt. Ongeacht de software waarmee je data op het web aanbiedt.

Wat is voor jou het meest in het oog

springend aan ArcGIS Server?

Daar kan ik direct op antwoorden, editen! Met ArcGIS Server is de gebruiker niet langer een passieve deelnemer. Zonder afhankelijk te zijn van bijvoorbeeld een ArcGIS Desktop of specifi eke website omgeving, kan een client nieuwe gegevens of wijzigingen door-voeren op een database aan de andere kant van de wereld. Daar droomden we al van bij ArcIMS, maar met ArcGIS Server kan je deze optie zeer eenvoudig aanbieden.

Welke ontwikkelingen zie jij voor ArcGIS Server?

De documentatie mag, wat mij betreft, worden uitgebreid. Gelukkig gaat ESRI met ArcGIS Server 9.2, service pack 3 meer gedetailleerde documentatie uitgeven.

Het onderwerp rechtenbeheer en beveiliging is ook zeer be-langrijk voor iedere vorm van informatie delen via het internet/intranet. Ook voor ArcGIS Server luistert dit nauw. Daarom is het goed als de opties hiervoor overzichtelijk worden aangeboden. Vanaf versie 9.3 worden belangrijke beveiliging- en rechtenin-stellingen dan ook beschikbaar via de ArcGIS Server Manager.

Tot slot

Ik denk dat ArcGIS Server een populair product gaat worden. Net als ArcIMS biedt het een snelle internet oplossing voor het ontsluiten van geografi sche informatie, zowel binnen be-drijven als naar buiten. Maar ArcGIS Server is een toegankelijker product met veel meer basismogelijkheden. Binnen afzienbare tijd lopen er aardig wat mensen in Nederland rond die zelf met ArcGIS Server hele mooie functionaliteit kunnen bouwen en serveren. En als ze dan nog speciale wensen hebben, dan kloppen ze toch gewoon bij ons aan?door Esther van Assen

ArcGIS Server

11ArcGIS Actueel magazine 2007 / 2

Page 12: ArcGIS Actueel nr.2 2007

GeoprocessingservicesGIS analyses die met ArcGIS Desktop worden uitgevoerd, kunnen

met de ModelBuilder in een workfl ow of model worden vastgelegd.

Het voordeel van een model is dat analyses die uit meerdere stappen

bestaan eenvoudig herhaald kunnen worden. Modellen worden op-

geslagen in een toolbox, die één of meerdere modellen bevatten. De

toolbox kan als kopie met andere ArcGIS Desktop gebruikers worden

gedeeld. Vanaf ArcGIS 9.2 kunnen modellen met ArcGIS Server als

een geoprocessingservice op een server worden gepubliceerd.

Het model is als een Geoprocessing Task beschikbaar in ArcGIS Explorer.

Met ArcGIS Server kan een geoprocessingser-vice eenvoudig binnen een organisatie worden gedeeld met verschillende soorten applicaties: ArcGIS Desktop, ArcGIS Explorer en webap-plicaties. Een geoprocessingservice is centraal beschikbaar. Iedereen binnen de organisatie gebruikt hetzelfde model in verschillende appli-caties en zware processen worden niet meer op de desktop uitgevoerd, maar op de server.

Aanmaken van een model

Een model wordt gemaakt met de ModelBuilder in ArcGIS Desktop. Voordat een model geschikt is

ArcGIS Server

voor publicatie als geoprocessingservice, moet het model aan een aantal voorwaarden vol-doen. Aangezien het model op de server wordt uitgevoerd, moeten alle componenten van de service, zoals data, het model en de output-fol-ders bereikbaar zijn voor de server.

De meest eenvoudige confi guratie voor het ge-bruik van services is om zowel de data als de modellen op de server op te slaan. Maar deze situatie is niet altijd mogelijk of gewenst.

In een andere confi guratie staan de verschil-lende componenten van de services verspreid over het lokale netwerk: de data op een data-baseserver, de tools op een andere machine. De ArcGIS Server machine moet via de padnamen toegang hebben tot deze componenten. Ook de locatie waar (tijdelijke) resultaten van het model naar worden weggeschreven, moet beschikbaar zijn voor de ArcGIS Server machine. Zulke tijde-lijke resultaten worden weggeschreven naar bij-voorbeeld C:\temp\. In een gepubliceerd model moet dit dan worden aangepast naar \\compu-ternaam\temp\, om deze data in een specifi eke ArcGIS Server folder te laten wegschrijven.

Een model bestaat uit functies met input- en outputparameters. Een gepubliceerd model on-dersteunt alleen bepaalde datatypen voor deze parameters. Deze subset van ArcGIS datatypen is web-enabled en wordt ondersteund op alle platformen en clients. Het aantal ondersteunde datatypen is gekozen om de interface (XML/SOAP) naar webservices eenvoudig te houden. Een voorbeeld van een niet ondersteund data-type is de feature class. In een model moet deze

input parameter vervangen worden door een feature set of een layer van een mapservice. Een model wordt opgeslagen binnen een toolbox, die eveneens bereikbaar moet zijn voor de ArcGIS Server machine.

Voorbeeld I: Het aanmaken van

een model voor ArcGIS Server

Stap 1: Aanmaken van folder en toolbox

• Maak in ArcCatalog een folder aan met de naam GPServerVoorbeeld.• Maak in deze folder een nieuwe toolbox aan met de naam MijnServerModellen.• Start ArcMap op met het ArcToolbox window. Voeg D:\data\GPVoorbeeld\MijnServer Modellen.tbx toe aan het window (Add Toolbox).

Stap 2: Model bouwen

In dit eenvoudige model laten we een gebruiker punten prikken in de kaart om hier vervolgens een buff er omheen te creëren.• Maak in de MijnServerModellen toolbox een nieuw model aan met de naam Buff erPunten.• Voeg de tool Buff er toe aan het model. Hernoem de outputparameter tot

Opbouwen van een model met de ModelBuilder. Met het context menu zijn de opties in te stellen.

12

Page 13: ArcGIS Actueel nr.2 2007

Gebuff erde Punten en maak hier een modelparameter van.• Maak een nieuwe variabele van het datatype Feature Set: rechtsklik in het modeldiagram en kies Create Variable.• Hernoem deze variabele tot Buff erPunten en verbindt het met de Input Features parameter van de Buff er tool. Maak er vervolgens een modelparameter van.

• Aan deze inputparameter moet nu kenbaar worden gemaakt van welk feature type het is (punt, lijn of vlak) en hoe het getekend moet worden. Deze informatie kan aan de variabele worden toegekend in de Properties dialog (rechtsklik). Selecteer het tabblad Data Type, selecteer vervolgens een punt feature class of layer bij Import schema

and symbology from.• Creëer een nieuwe variabele van het type Linear Unit. Noem deze variabele Buff erAfstand en verbindt het als de Distance

[Value of Field] parameter van de Buff er tool. Maak er een modelparameter van.• Rechtsklik op de outputvariabele Gebuff erde Punten en klik op Managed. ArcGIS Server bepaalt nu de uitvoerlocatie van het model. Het verdient aanbeveling om de uitvoer van modellen als Managed in te stellen.• Sla het model op en sluit de ModelBuilder af.

Stap 3: Het model testen

Het model is klaar om als een webservice ge-publiceerd te worden. Het is wel verstandig om het model eerst te testen. In dit model heeft de inputparameter interactie met de kaart. Het model moet daarom getest worden in ArcMap.• Start ArcMap en open MijnServerModellen toolbox.• De optie Add results of geoprocessing

operations to display moet aan staan.• Open het model Buff erPunten.• Klik op de kaart één of meerdere punten aan. Geef een buff er afstand op en klik op OK.• Nadat het model klaar is wordt er een nieuwe layer toegevoegd aan ArcMap.Het model is nu gereed om als een geoproces-singservice gepubliceerd te worden op ArcGIS Server.

Publiceren van een model

Een model is op twee manieren te publiceren als een geoprocessingservice:

1 Publiceren van de toolbox waarin het model is opgeslagen op de ArcGIS Server machine. Op de server wordt alleen een geoprocessingservice gepubliceerd.

2 Toevoegen van het model aan ArcMap als een tool layer. Sla het als een mapdocument (mxd) op en publiceer deze vervolgens op de

ArcGIS Server machine. Normaliter wordt een resultaat layer met random kleuren toegevoegd aan ArcMap. Bij het publiceren en beschikbaar stellen van een model voor meerdere client ap-plicaties, is controle over de visualisatie van de resultaten op de client applicatie zeker wense-lijk. Dit is mogelijk met een tool layer. Een tool layer is een nieuw type layer in ArcMap, waaraan een tool hangt. Een tool layer defi nieert hoe de input- en outputbestanden van het model in ArcMap worden gevisualiseerd. Naast de ge-oprocessingservice wordt er ook automatisch een mapservice gepubliceerd.

Er zijn verschillende redenen om te kiezen voor de tool layer:• De bijbehorende mapservice controleert de visualisatie van het resultaat uit het model.• Het resultaat van de geoprocessingservice kan een feature dataset zijn. Het aantal records in deze feature dataset kan het maximum toe-gestane aantal records, zoals ingesteld door de server administrator, overschrijden. Ongeacht de grootte van de feature dataset kan het resul-taat via een mapservice toch worden getoond in de client applicatie.• De inputparameter van een geoprocessing service kan alleen een feature set zijn en geen feature dataset. Door de geoprocessingservice te koppelen aan een mapservice kan één van de layers in de mapservices als input dienen voor het model.

Voorbeeld II: Publiceren van een model

Het model uit voorbeeld I kan worden gepu-bliceerd vanuit ArcCatalog. Een toolbox kan als geheel worden gepubliceerd, terwijl een indi-vidueel model of tool in de toolbox niet apart gepubliceerd kan worden. Voor het publiceren moet de toolbox vanuit ArcCatalog benader-baar zijn via een share, in plaats van via de lokale padverwijzing.• Klik in ArcCatalog met de rechtermuisknop op de toolbox en kies de optie Publish to

ArcGISServer. Kies een naam voor de geopro-cessingservice en de publicatielocatie.• De geoprocessingservice wordt aangemaakt en gestart. De URL van de aangemaakte geopro-cessingservice wordt aangegeven.

Voorbeeld III: Publiceren van een

model als onderdeel van een

mapdocument (mxd)

Om het model als onderdeel van een mapdo-cument te publiceren, moet in eerste instantie het betreff ende mxd als mapservice worden gepubliceerd met de netwerkverwijzing en niet met de lokale padverwijzing. De wizard vraagt allereerst om een naam voor de mapservice en de locatie op de server. Vervolgens wordt naast de mapservice ook een geoprocessingservice aangemaakt. Zodra een model is toegevoegd als tool layer in een mapdocument wordt deze optie automatisch aangevinkt. Na het doorlopen van de wizard zijn de twee services beschikbaar, ieder met een eigen URL.

Synchroon versus asynchroon

Een geoprocessingservice heeft diverse instel-lingen die kunnen worden gewijzigd. Een be-langrijke instellingen is de wijze waarop het model op de server wordt uitgevoerd. Zo kan het model zowel synchroon als asynchroon worden uitgevoerd.

• Synchrone uitvoering is gelijk aan het uit-voeren in een desktop omgeving: zolang het model draait kunnen er geen andere acties worden uitgevoerd. In een client-server om-geving is dit alleen wenselijk wanneer het een kortlopend proces betreft.

ArcGIS Server

Instellen Data Type als Feature Set. De gebruiker kan interactief een punt plaatsen op de kaart voor de buff er functie.

Een toolbox kan eenvoudig gepubliceerd worden als Geoprocessingservice in ArcCatalog.

In ArcCatalog is een overzicht beschikbaar met de status van de verschillende services. Wordt een mapservice met een tool layer gepubliceerd dan heeft de geopro-cessingservice dezelfde naam als de mapservice.

13ArcGIS Actueel magazine 2007 / 2

Page 14: ArcGIS Actueel nr.2 2007

ArcGIS Server

• Voor langlopende processen kan voor asyn-chroon worden gekozen. Zodra het proces op de client wordt gestart, wordt het op de server uitgevoerd. De gebruiker kan in de tussentijd doorgaan met zijn werk. Zodra de server klaar is met het uitvoeren van het model krijgt de ge-bruiker hier een melding van. Het resultaat van het model wordt op de server weggeschreven en kan worden gedownload op de client.

Werken met geoprocessingservices

Een geoprocessingservice kan net als een ge-wone toolbox worden toegevoegd aan de ArcToolbox in ArcMap en ArcCatalog. Een model of tool binnen de service wordt uitgevoerd op de server. Er wordt geen beroep gedaan op de client machine. Het resultaat van het model wordt door de server doorgestuurd naar de desktop.

Niet alleen ArcGIS Desktop kan een geopro-cessingservice consumeren, maar ook ArcGIS Explorer en een webapplicatie gebouwd met het Web ADF van ArcGIS Server. Binnen ArcGIS Explorer en een webapplicatie kan een geopro-cessingservice als een zogenaamde taak worden toegevoegd.

Het model heeft in ArcGIS Explorer en de web-applicatie dezelfde functionaliteit als in ArcGIS

Desktop. Ook nu wordt het model uitgevoerd op de server. De client applicaties hebben al-leen een netwerkverbinding nodig met de server machine; de data en het model staan op de server. Als de service asynchroon wordt uitgevoerd, kan de webapplicatie zelfs worden afgesloten terwijl het model nog op de server draait. Wanneer de gebruiker de webapplicatie later opnieuw opent, krijgt hij het resultaat au-tomatisch binnen. Hiervoor is het noodzakelijk dat in de browser de optie cookies aanstaat.

Geoprocessing services kunnen ook in elke andere moderne applicatie worden gebruikt. Omdat alle ArcGIS Server webservices SOAP con-form zijn, kunnen geoprocessingservices opge-nomen worden in elke SOAP ondersteunende ontwikkelomgeving. Geoprocessingservices maken GIS hiermee voor iedereen binnen een organisatie beschikbaar.

Het publiceren van geoprocessingservices met ArcGIS Server is een goede manier om modellen ter beschikking te stellen aan meerdere mensen tegelijk. Zo komen er niet ongewenst meerdere versies van een model in omloop. Het is niet langer nodig om meerdere mensen gelijkwaar-dige modellen te laten ontwikkelen. Maar ook het werken volgens een gekozen modelstra-tegie, of het aanbieden van standaard modellen aan derden behoort met de geoprocessingser-vices tot de mogelijkheden.door Ernst Eijkelenboom

GIS functionaliteit wordt via een gepubliceerd model beschikbaar gesteld aan een webapplicatie.

ArcGIS Server Mobile SDKVoor het ontwikkelen van mobiele server applicaties in het veld heeft

ESRI de ArcGIS Server Mobile SDK ontwikkeld. Met de Mobile SDK zijn

compacte ‘small footprint’ applicaties te bouwen die veldfunctionaliteit

voor GIS combineren met draadloze netwerk toegang en GPS controle.

De ArcGIS Mobile SDK is ontwikkeld voor het bouwen van ArcGIS Mobile applicaties. Deze applicaties zijn geënt op het Microsoft .NET Compact Framework en zijn dus volwaardige Smart Client applicaties. Deze hebben weliswaar een ArcGIS Server basis nodig, maar hoeven daarmee niet constant verbonden te zijn. Met een directe verbinding tussen veldapplicatie en server is de meest up-to-date informatie recht-streeks in het veld en op kantoor beschikbaar.

De Mobile SDK wordt meegeleverd met ArcGIS Server Advanced. Zoals uit de naam al blijkt, is het geen eindgebruikersapplicatie. Het is een set componenten die de ontwikkelaar in staat stelt om in relatief korte tijd specialistische GIS applicaties voor in het veld te bouwen. De componenten draaien op het Microsoft .NET

Framework. Het zijn native .NET componenten. Uitzondering hierop vormt één unmanaged mo-dule voor de communicatie met ArcGIS Server. Wanneer de SDK wordt geïnstalleerd op een machine waarop Visual Studio 2005 aanwezig is, wordt een deel van de componenten als control aan de Visual Studio Toolbox toegevoegd.

Bovenstaand fi guur geeft de belangrijkste com-ponenten en hun onderlinge relaties weer. Het toont hoe de connectie met ArcGIS Server ver-loopt. Het centrale object is de Map Control. Deze control zorgt voor de weergave van de geografi sche gegevens. Wanneer een Map control in Visual Studio op een Form wordt gesleept, wordt direct een MapCache Control

aan het project toegevoegd. Deze MapCache zorgt, in combinatie met de al genoemde un-

De belangrijkste ArcGIS Mobile componenten en hun onderlinge relaties.

Ontwikkelen met ArcGIS

14

Achtergrondinformatie

Het publiceren van een model gebeurt vanuit ArcCatalog of ArcGIS Server Manager. In ArcGIS Actueel magazine 2007/1 leest u hier meer over.

ServerConnection

ArcGIS

Server

Map

MapCache

URL

MapAction

AnnotationLayer

RasterLayer

FeatureLayer

Page 15: ArcGIS Actueel nr.2 2007

managed module, voor de communicatie met een ArcGIS Server mapservice. De unmanaged module wordt automatisch aan het project toegevoegd.

De MapCache moet worden geladen met ge-gevens uit een ArcGIS Server mapservice. De onderliggende gegevens kunnen zowel vector-data, rasterdata als annotatie zijn. Alle gegevens uit de mapservice worden in de vorm van lagen aan de Map control toegevoegd.

Het vullen van de MapCache gaat als volgt:Met codefragment I worden alle data opgehaald die zich binnen de default extent van de be-treff ende mapservice bevinden. De url van deze mapservice moet als property op de MapCache worden gezet. Naar wens kan ook een andere extent of slechts één of enkele lagen worden op-gehaald. De opgehaalde gegevens worden ver-volgens lokaal in zeer gecomprimeerde vorm opgeslagen op een zelf te bepalen locatie. Het is zelfs mogelijk om in de mobiele applicatie een

speciale edit versie voor de opgehaalde data in de ArcGIS Server database aan te maken. Deze edit versie kan zo lang als nodig aanwezig blijven. Nadat de data zijn opgehaald, worden deze in de Map getoond volgens de visualisa-tieregels zoals die zijn bepaald in het onderlig-gende ArcMap MapDocument (mxd).

Het programmeren van navigatiefunctionaliteit voor de map is triviaal. Er zijn diverse MapAction componenten meegeleverd. Voor bijvoorbeeld het implementeren van zoom-in functionaliteit kan volstaan worden met:

map.CurrentMapAction= zoomInMapAction1;

ZoomInMapAction1 is hierbij een niet-visuele Windows Forms control.

Naast de componenten die voor basale GIS functionaliteit zorgen, zijn er ook componenten die geavanceerde functionaliteit bieden. Er is

een aantal componenten dat GPS functio-naliteit aan een applicatie toevoegt. Ook zijn er componenten die het implementeren van edit functionaliteit makkelijker maken, zoals een SnapAgent control, waarmee snapping naar vertices en lijnen als functie wordt toe-gevoegd. De gemaakte wijzigingen kunnen in de MapCache worden opgeslagen en op een zelf te bepalen moment naar de mapservice worden teruggepost met behulp van de me-thod PostFeaturesAsync() op het MapCache object. Hierbij kan ook bepaald worden welke extent en welke lagen teruggepost worden naar de server.

In de Map control bevatten de FeatureLayers data die rechtstreeks compatible zijn met ADO.NET. De reden hiervoor is dat de achterliggende DataTable class overerft van de Microsoft System.Data.DataTable class.Deze DataTable heeft uiteraard ook een geo-metrie kolom. Deze kan objecten bevatten van het type Point, MultiPoint, Polyline en Polygon. Deze classes overerven alle eigen-schappen van de abstracte class Geometry. Omzetting van ArcObjects geometrie naar Mobile geometrie en omgekeerd gebeurt automatisch bij het vullen en posten van de MapCache.

De Mobile SDK is geschikt voor mobiele ap-plicaties voor Windows Mobile, Windows CE en Windows Embedded CE. Met behulp van de Mobile SDK zijn ook applicaties te maken voor Windows XP en Vista. Dit laatste is relevant voor het gebruik van laptops en tablet pc’s in veldsituaties.

De Mobile SDK biedt een aanzienlijke hoeveel-heid kant-en-klare, superlichte componenten die het de ontwikkelaar mogelijk maken om in vrij korte tijd op speciale veldwerktaken toe-sneden applicaties te ontwikkelen. Deze veld-applicaties bezitten een koppeling met de (GIS) server, waardoor server functionaliteit beschik-baar wordt op mobiele apparatuur. Zo kunnen gegevens uit de geodatabase op gezette tijden of continu van en naar de veldapplicatie

worden overgehaald. Maar ook aanpassingen en toevoegingen in de applicatie kunnen recht-streeks vanaf de server op de mobiele appara-tuur worden geïnstalleerd. Niet langer is er de verplichte gang naar kantoor als er meer dan genoeg veldopdrachten op de agenda staan.door Wim Ligtendag

Achtergrondinformatie

ArcGIS Mobile SDK is geschikt voor :- Windows Mobile for Pocket PC 2003 en 2003 SE- Windows CE 5.0- Windows Embedded CE 6.0- Windows Mobile 5.0 (Pocket PC, SmartPhone)- Windows Mobile 6.0 (Standard, Classic, Professional)

Verdere achtergrond informatie over de Mobile SDK is beschikbaar via: http://esri.com/arcgismobile en http://edn.esri.com.

Een eenvoudige voorbeeldapplicatie ontwikkeld voor Windows Mobile 6.0 Classic (Pocket PC).

Ontwikkelen met ArcGIS

15

private void GetDataFromServer() { try { if (mobileMapCache.IsOpen == true) { mobileMapCache.Close(); } if (mobileMapCache.Exists == true) { mobileMapCache.Delete(); } mobileMapCache.Create(); mobileMapCache.Open(); mobileMapCache.GetDataAsync(mapDemo, true, null);

} catch (Exception ex) { //… } }

codefragment I

ArcGIS Actueel magazine 2007 / 2

Page 16: ArcGIS Actueel nr.2 2007

Masterclass Geodatabase17, 18, 22, 23, 29 en 30 januari 2008

Geo-informatie écht organiseren?

Masterclass Webservices17, 18, 24, 25 en 31 oktober 2007

Samen met een aantal gerenommeerde onderzoeksinstituten en professionele organisaties

organiseert ESRI Nederland deze masterclass. Van de webservices behandelen we de techniek,

de standaarden die daarop van toepassing zijn en bieden een aantal praktijkvoorbeelden.

Organisatie GIS webservices geen

doolhof dankzij masterclass

Na het succes van de eerste twee Masterclasses Geodatabase in januari 2006 en juni 2007,

geeft ESRI Nederland Opleidingen deze opleiding nogmaals in januari 2008. Daarin geven we

samen met een aantal geo-informatie organisaties u de handvatten om uw geo-informatie

georganiseerd te krijgen. Let wel: het programma is uitgebreid van vijf naar zes dagen!

EN

07

07

EV

Kijk voor meer informatie op www.esrinl.com/opleidingen