ARBOKENNISSYSTEEM 16.A: Algemene risico's en oplossingen...
Transcript of ARBOKENNISSYSTEEM 16.A: Algemene risico's en oplossingen...
ARBOKENNISSYSTEEM
16.A: Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige
materialen en bij sloopwerkzaamheden.
M 016-0001
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.01 Slijpen, schuren en frezen van oppervlakken van steenachtige materialen.
16.02 Doorslijpen, zagen van diverse materialen.
16.03 Boren in steenachtige materialen (handboormachine).
16.04 Boren in steenachtige materialen (diamantboormachine).
16.05 Machinaal zagen van steenachtige materialen (wand- of vloerzaagmachine).
16.06 Hakken, breken van diverse materialen; handmatig.
16.07 Hakken, breken van diverse materialen; machinaal.
16.08 Zagen van hout met motorkettingzaag.
16.09 Snijden van metaal.
16.10 Knippen van metaal (handmatig).
16.11 Knippen van diverse materialen (hydraulische machineschaar).
16.12 Splijten van steen en beton (hydraulisch).
16.13 Breken van beton- en steenpuin.
16.14 Slopen van diverse constructies door beulen, breken, trekken, afhijsen.
16.15 Hulpwerkzaamheden bij slopen door beulen, breken, trekken, afhijsen.
16.16 Opruimen van puin en vrijkomende materialen (handmatig).
16.17 Demontage van installaties (handmatig).
16.18 Frezen van sleuven voor leidingen.
Voor risico’s en oplossingen bij het opbouwen en demonteren van kleine steigers wordt
verwezen naar de groep: “Metsel- en voegwerkzaamheden”.
Voor het bedienen van graafmachines en ander materieel dat bij sommige slooptechnieken
en bij het transport van materiaal ingezet kan worden, wordt verwezen naar de groep:
“Grondverzet”.
1
1. ALGEMEEN
016-0002
In dit document worden de veel voorkomende risico's, maatregelen en oplossingen
beschreven die van toepassing zijn bij het bewerken van steenachtige materialen en bij het
slopen van constructies en installaties.
Tijdens het bouwproces zijn diverse bewerkingen (boren, frezen, schuren, slijpen) van
steenachtige materialen nodig, die veelal worden uitgevoerd met behulp van in de hand
gehouden aangedreven gereedschap. Dat gereedschap wordt vaak ook ingezet bij het slopen
van gebouwen en constructies. Voor het maken van grote sparingen en het bewerken van
grote oppervlakken worden ook verrijdbare machines ingezet. Voor sloopwerk worden
vaak ook graafmachines of ander groot materieel ingezet, voorzien van speciale
hulpstukken.
Materialen:
- Metselwerk, beton, gasbeton, kalkzandsteen, natuursteen, vuurvaste steen.
- Hout (diverse soorten en formaten)
- Metalen (diverse soorten en formaten)
- Kunststoffen
2
- Glas
- Asfalt
- Dakbedekkingsmaterialen (pannen, leisteen, bitumen)
- Isolatiematerialen (glas- en steenwol, asbest)
- Schuurpapier of schuurlinnen, van zeer grof tot zeer fijn
- Slijpschijven van diverse materialen
Materieel:
- Hydraulische graafmachine (voorzien van hulpmiddelen als speciale bakken, sloop-
of breekhamer, olifantstand, slooparm, grijper, hydraulische machineschaar, enz.)
- Dragline (eventueel voorzien van speciale hulpmiddelen)
- Mobiele kraan (eventueel voorzien van speciale hulpmiddelen)
- Palenkraker
- Draglineschotten
- Gondel of bootsmansstoeltje
- Shovel, bulldozer, grader, motorjapanner, bobcat, dumper, kipwagen, dieplader,
vrachtauto, containervrachtwagen
- Dommekracht, lier, hydraulische pers, hydraulische splijtapparatuur
- Aggregaat, hydraulisch aggregaat, mobiele compressor
- Las- of snijbrander met toebehoren (gasflessen, slangen, kranen enz.)
- Gas- en zuurstofinstallaties t.b.v. snijbrander, lasapparaat.
- Mobiele brekerinstallatie
- Mobiele transportband.
- Motorkruiwagen, kruiwagen
- Bouwlift.
- Ladders
- Steigers
- Waterzuiger
- (Elektrische) takel
- Drijvende bok (kraan) t.b.v. sloopwerk op of aan water
- Vaartuigen (dekschuit, ponton, beunschip, onderlosser) t.b.v. vervoer over water
Gereedschappen:
- Bandschuurmachine, vlakschuurmachine, (haakse) slijpmachine, steenzaagmachine,
freesmachine, elektrische handboormachine
3
- Diamantboormachine, wandzaagmachine, vloerzaagmachine
- Waterpomp, vacuümpomp
- Hak- of breekhamer (elektrisch, hydraulisch of pneumatisch, in de hand gehouden)
- Stootijzer, breekijzer, koevoet, houweel
- Schep, spade, bats
- Wiggen, splijtpennen
- Handbetonschaar, hydraulische handbetonschaar
- Motorkettingzaag, elektrische hand(cirkel)zaag
- Hijsstroppen, hijsblokken, kettingen, kabels, sluitingen, haken, klemmen,
oogbouten en -moeren, enz.
- Handgereedschap (steek- en ringsleutels, schroevendraaiers, diverse tangen, beitels,
diverse typen handhamers, voorhamer, staalborstel, handveger)
- Snijbrander, lasapparaat
- Elektrische schroevendraaier
- Pneumatische slagmoersleutel
4
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Stof:
016-0003
Bij diverse bewerkingen aan steenachtige materialen en bij sloopwerk wordt men
blootgesteld aan stof. Afhankelijk van het bewerkte materiaal zal daarin kwarts aanwezig
zijn. Het kwartsgehalte van beton en cement bedraagt meestal 20 tot 30%; van gasbeton
gemiddeld 12 tot 44%; van kalkzandsteen gemiddeld 30 tot 83%; baksteen 10 tot 25%.
Het kwartsgehalte van natuursteen is afhankelijk van de steensoort en de plaats van
herkomst. In graniet, gneis en leisteen zit meestal 20 tot 40%. Er zijn echter ook
steensoorten waarin geen kwarts aanwezig is, zoals kalksteen, marmer en
‘magmagesteente’.
De grenswaarde voor hinderlijk stof (10 mg/m3 voor inhaleerbaar stof) kan bij bewerken
van steenachtige materialen en sloopwerk worden overschreden.
Kwartsstof kan bij langdurige blootstelling aan te hoge concentraties tot silicose leiden. Ook is
aangetoond dat blootstelling aan kwartsstof bij de mens longkanker kan veroorzaken. De
grenswaarde voor respirabel kwartsstof (0,075 mg/m3) zal bij diverse werkzaamheden
regelmatig worden overschreden.
Uitlaatgassen:
Uitlaatgassen zijn afkomstig van het materieel waarmee (of in de omgeving waarvan) er
5
wordt gewerkt (graafmachine, dragline, mobiele kraan, aggregaat, shovel, bobcat,
motorjapanner, vrachtwagen) en het langsrijdend verkeer. Toxische bestanddelen zijn
gassen zoals koolmonoxide (CO), stikstofoxide (NO2) en roetdeeltjes.
Dieseluitlaatgassen staan op de lijst van kankerverwekkende stoffen en processen en kunnen
longkanker veroorzaken. In hoge concentraties treedt irritatie van ogen en luchtwegen op.
Voor de lange termijneffecten van DME (dieselmotoremissies) is (nog) geen grenswaarde
vastgesteld. Gezien de kankerverwekkende eigenschappen van dieseluitlaatgassen moet de
blootstelling eraan zo veel mogelijk worden beperkt.
De mate van blootstelling aan dieselmotoremissies is mede afhankelijk van windrichting en
-snelheid, het type of de uitvoering en het vermogen van de motor, de plaatsing en de
lengte van de uitlaat, de onderhoudstoestand van de motor, de vorm en diepte van de
bouwput, de aanwezigheid van omringende bebouwing, enz.
Geluid:
M 016-0004
De blootstelling aan geluid is het gevolg van het geluid veroorzaakt door de gereedschappen
en het materieel waarmee men werkt. De gemiddelde blootstelling over een werkdag is
afhankelijk van de aard en de duur van de werkzaamheden. De grenswaarde voor geluid
(zie Voorschriften) wordt bij diverse steenbewerkings- en slooptechnieken ver overschreden
en bij onvoldoende bescherming is er kans op gehoorschade.
Trillingen:
6
016-0005
Bij het slopen worden de machinisten van de graafmachine, dragline, mobiele kraan, bobcat
of motorjapanner dagelijks langdurig blootgesteld aan lichaamstrillingen en schokken.
Blootstelling aan lichaamstrillingen kan leiden tot vermoeidheid en op lange termijn tot
gezondheidseffecten zoals aandoeningen van de wervelkolom. De grenswaarden voor
lichaamstrillingen (zie Voorschriften) worden bij machinisten in het algemeen
overschreden.
Bij het werken met een sloop- of breekhamer, freesmachine, slijp- en zaagmachines,
motorkettingzaag, slagmoersleutel wordt men blootgesteld aan hand-arm trillingen.
Jarenlange blootstelling aan te hoge niveaus kan onder meer leiden tot “witte vingers” en
tot schade aan de gewrichten. De grenswaarden voor hand-arm trillingen (zie
Voorschriften) kunnen worden overschreden, indien dagelijks langdurig met aangedreven
gereedschap wordt gewerkt..
Klimaat:
7
016-0006
Steenbewerking en ook sloopwerk vindt ten dele buiten en ten dele binnen plaats. Bij slecht
weer staat men bloot aan kou, wind en neerslag. Bij binnenwerk kan sprake zijn van kou en
tocht indien de ruimten nog niet glasdicht zijn. Dat kan bij onvoldoende bescherming leiden
tot spier- en gewrichtsklachten en tot verkoudheid.
Met name in de zomerperiode en bij zonnig weer treedt buiten blootstelling op aan UV-
straling die kan leiden tot huidverbranding en oogirritatie. Jarenlange blootstelling kan leiden
tot huidkanker op latere leeftijd.
Veiligheid:
8
016-0007
Diverse oorzaken kunnen aanleiding zijn tot ongevallen zoals overbelasting van materieel,
wegzakken van materieel, bezwijken van de constructie, onvoldoende ondersteuning van de
constructie, vallende materialen.
Bij werk met bekrachtigd gereedschap kan men geraakt worden door wegspringend
materiaal of vallende materialen. In aanraking komen met bewegende delen kan leiden tot
verwondingen.
Bij sloopwerk is de werkplek vaak rommelig en is er kans op struikelen, vallen en letsel
door scherpe delen.
Sloopwerk wordt vaak uitgevoerd op of in gedeeltelijk gesloopte constructies waar geen
sprake is van een goede beveiliging van randen of sparingen. Er is daarom kans op vallen
van hoogte.
Slopen van voor-/nagespannen constructies kan leiden tot wegschieten van constructiedelen
bij onzorgvuldig slopen.
Vooral in de winter is het in de ochtend soms te donker om goed bij te kunnen werken en is
verlichting van de werkplek noodzakelijk. Onvoldoende verlichting belemmert het werk en
vergroot de kans op ongevallen.
Fysieke belasting:
9
016-0008
De mate van fysieke belasting bij het bewerken van steenachtige materialen is sterk
afhankelijk van de bewerkingsmethode. Het machinaal slijpen, frezen, boren en zagen is
minder fysiek belastend dan het handmatig slopen. Bij veel werkzaamheden komt
langdurige statische belasting van rug, schouders, nek en armen voor. Dat geldt voor het
werk van de machinist van sloopmaterieel, maar ook voor handmatig sloopwerk.
Handmatig sloopwerk met een sloophamer, een moker of een breekijzer is fysiek zeer
belastend. Bij moeilijk bereikbare plaatsen of bij werk vanaf een trap of een ladder wordt
vaak in ongunstige werkhoudingen gewerkt.
10
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
Hou rekening met de oplossingen beschreven in het blad Aanpak dieselmotoremissies in
de bouwnijverheid
Voor groot materieel buiten:
• Uitlaat verlengen naar boven.
• Onderhoud volgens specificaties.
• Alle materieel volgens Euro-2-norm.
• Gebruik van een zelfregenererend combifilter (CRT); een CRT moet in
samenspraak met de leverancier op het motorvermogen worden afgestemd.
Voor klein materieel buiten:
• Motoren onderhouden en afstellen volgens schema.
• Uitlaat van de werknemer af.
• Oxydatiekatalysator.
Voor klein materieel binnen:
• Elektrische aandrijving (tot 4 ton lastvermogen).
• Benzinemotor (wat grotere vermogens).
• Gebruik van perslucht als krachtbron.
• Goed motoronderhoud.
• Wegwerpfilter of regenereerbaar filter (inzetbaarheid van filters is aan
beperkingen onderhevig).
Overige oplossingen:
- In bijlage 13 behorend bij beleidsregel 4.18-4 Arbobesluit, zijn diverse maatregelen
beschreven die kunnen worden getroffen om bij verschillende bewerkingen van
steenachtig materiaal de blootstelling aan kwartstof te beperken. Zie daarvoor de
betreffende bijlage en ook de maatregelen die worden beschreven in de taakbladen
van deze groep.
- Het rijdend materieel moet voorzien zijn van een akoestische achteruitrijdsignalering
en goede verlichting.
- De cabine van de kraan of graafmachine moet op de individuele eigenschappen van
de machinist ingesteld kunnen worden, de cabine moet goed toegankelijk zijn, de
bedieningsmiddelen binnen handbereik en de machinist moet een goed overzicht
hebben. De vering van de stoel moet worden ingesteld op het gewicht van de
11
machinist en de te verrichten werkzaamheden.
- Maatregelen gericht op het beperken van de blootstelling aan geluid:
- hydraulisch aangedreven gereedschap (in plaats van pneumatisch)
- geluidreducerende vloermatten
- geen onnodig hoog toerental; rustig rijden
- vermijd onnodig geluid (door vallende of tegen elkaar slaande voorwerpen)
- goede isolatie van materieel
- gesloten houden van ramen en deur
- zo kort mogelijk buiten de cabine verblijven
- omkastingen gesloten houden en kieren dichtmaken
- gehoorbescherming met ingebouwd communicatiemiddel (kan de cabine gesloten
blijven)
- bij zeer hoge niveaus dubbele gehoorbescherming gebruiken
Organisatorisch:
- Hou rekening met de voorschriften die gelden wat betreft de Risico-Inventarisatie en
-Evaluatie en het V&G-plan (zie het hoofdstuk “Voorschriften”).
- Stel vast of voor- of nagespannen vloeren aanwezig zijn en hou daar bij de planning
en uitvoering van het sloopwerk rekening mee.
- Stel vast of asbest aanwezig is en laat dat voor aanvang van de werkzaamheden door
een daarin gespecialiseerd bedrijf verwijderen.
- Zorg voor het inzetten van het juiste materieel (voldoende vermogen, toegerust met
de juiste hulpmiddelen om het werk te verrichten), dat regelmatig wordt gekeurd en
in goede staat van onderhoud verkeert.
- Zorg ervoor dat materieel stabiel staat, zo nodig door gebruik te maken van
draglineschotten.
- Zorg voor een goede organisatie van de werkzaamheden, zodat werknemers niet
boven elkaar werken (en daardoor worden geraakt door vallende materialen) en niet
onnodig aan stof en lawaai worden blootgesteld geproduceerd door andere
werknemers.
- Zorg waar nodig voor ondersteuning van te slopen constructiedelen.
- Kies waar mogelijk voor natte bewerkingsmethoden en bevochtigen van materiaal
om de blootstelling aan (kwartshoudend) stof te beperken.
- Voorlichting over het op een juiste wijze uitvoeren van de werkzaamheden.
- Instructie met betrekking tot de communicatie (signalen, handgebaren).
12
- Zorg voor goede hygiënische omstandigheden, schaft- en sanitaire voorzieningen.
- Zorg voor goede voorzieningen in het kader van de bedrijfshulpverlening (onder
meer EHBO-voorzieningen).
Individueel:
- Neem de voorschriften geldend voor werk- en rusttijden in acht.
- Instructie hoe veilig te werken.
- Machinist: opleidingsbewijs machinist SBW
13
4. VOORSCHRIFTEN
Algemeen:
Jeugdigen (werknemers jonger dan 18 jaar) mogen niet werken met gevaarlijke apparatuur,
zoals slijptollen en hak- of breekhamers.
Voorschriften met betrekking tot blootstelling aan kwartsstof:
In de regelgeving zijn, wat betreft kwartsstof, diverse voorschriften opgenomen over de
wijze waarop werkzaamheden moeten worden uitgevoerd en de maatregelen die moeten
worden getroffen om werknemers tegen blootstelling te beschermen. Deze worden
gedetailleerd beschreven in bijlage 13 horend bij beleidsregel 4.18-4 van het Arbobesluit.
RI&E en V&G-plan:
Bedrijven zijn verplicht op grond van de Arbowet een Risico-Inventarisatie en Evaluatie
(RI&E) op te stellen en bijbehorend Plan Van Aanpak (PVA). De aard van de risico’s en de
te treffen maatregelen verschillen echter vaak per bouwproject. Bovendien zijn bij een
project vaak meerdere aannemers betrokken. Daarom moet ook een project-RI&E worden
opgesteld. Voor bouwprojecten wordt de project-RI&E en het bijbehorende V&G-plan,
opgesteld door de aannemer/werkgever die door de opdrachtgever is belast met de
veiligheids- en gezondheidscoördinatie.
Alle betrokken aannemers dienen de V&G-coördinator in staat te stellen het V&G-plan op
te stellen, door aanleveren van de noodzakelijke informatie over te verwachten risico’s en te
treffen maatregelen van de eigen werkzaamheden. Dat kan door aanleveren van de RI&E
met betrekking tot de eigen werkzaamheden op het project leidend tot een ‘deel-V&G-plan’.
De V&G-coördinator verwerkt die informatie in het V&G-plan voor het gehele project.
Het V&G-plan moet tijdens de looptijd van het project regelmatig worden geëvalueerd en
waar nodig bijgesteld.
Fysieke belasting:
Fysieke belasting mag geen gevaren voor de gezondheid van de werknemers met zich
meebrengen, indien dit wel het geval is, moet de werkgever maatregelen nemen om de
risico's af te wenden. Fysieke belasting heeft betrekking op de werkhoudingen, uit te
voeren bewegingen en uit te oefenen krachten.
Arbeidsmiddelen:
14
De werkgever moet de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat alle hier ter
beschikking gestelde arbeidsmiddelen zodanig zijn uitgerust en/of aangepast dat de
veiligheid en gezondheid van de werknemer tijdens het gebruik zijn gewaarborgd. Hiertoe
dienen de risico's te worden geïnventariseerd en maatregelen te worden genomen om deze
weg te nemen dan wel te verminderen.
Voorschriften voor constructie en gebruik van arbeidsmiddelen zijn vastgelegd in de
arboregelgeving en in NEN-normen.
Transportmiddelen (niet elektrisch aangedreven) mogen door de bestuurder pas worden
verlaten nadat de rijmotor is afgezet en de parkeerrem is aangezet.
Hijskranen, mobiele kranen, graafmachines en de gebruikte hijs- en hefmiddelen dienen te
voldoen aan wettelijk vastgelegde eisen.
Keuring van het groot materieel dient om de twee jaar plaats te vinden door een
gecertificeerde instantie.
Toxische stoffen:
Voor stoffen die bij inademen in stofvorm of gasvorm, schadelijk kunnen zijn voor de
gezondheid worden grenswaarden (MAC-waarden of wettelijke grenswaarden) opgesteld.
De grenswaarde is in het algemeen een tijdgewogen gemiddelde concentratie (TGG) over
een periode van 15 minuten en/of een periode van 8 uur.
Indien de grenswaarde wordt overschreden moeten maatregelen worden getroffen om de
concentratie tot onder de grenswaarde te verlagen. Indien het technisch (nog) niet mogelijk
is de concentratie tot onder de grenswaarde te verlagen is het gebruik van
ademhalingsbescherming noodzakelijk.
Bij sommige stoffen kan ook een concentratie lager dan de grenswaarde tot
gezondheidsschade leiden. Dat geldt met name voor kankerverwekkende stoffen waarvoor
geen drempelwaarde kan worden vastgesteld. Bij die stoffen kan het dragen van
ademhalingsbescherming ook bij een concentratie lager dan de grenswaarde noodzakelijk
zijn.
Geluid:
Bij geluidsniveaus hoger dan 80 dB(A) moeten gehoorbeschermingsmiddelen ter beschik-
king worden gesteld en moet voorlichting worden verstrekt. Bij geluidsniveaus hoger dan
85 dB(A) moeten maatregelen worden getroffen om het geluidsniveau te verlagen, moet de
gevarenzone worden gemarkeerd en moet gehoorbescherming worden gedragen.
15
Trillingen:
Voor lichaamstrillingen geldt een drempelniveau van 0,25 m/s2, een actieniveau van 0,5
m/s2 en een maximumniveau van 0,7 m/s2.
Voor hand-arm trillingen geldt een drempelniveau van 1 m/s2, een actieniveau van 2,5 m/s2
en een maximumniveau van 5 m/s2.
Bovenstaande niveaus gelden voor een blootstellingsduur van 8 uur per dag.
Boven het drempelniveau is voorlichting verplicht. Boven het actieniveau zijn maatregelen
ter vermindering van de blootstelling verplicht, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden
gevraagd. Boven het maximumniveau moet de blootstelling worden verlaagd door onder
meer een beperking van de blootstellingsduur.
Persoonlijke beschermingsmiddelen:
Indien de werknemer aan gevaren wordt blootgesteld moeten die worden bestreden. Zolang
dat (nog) niet op afdoende wijze is gebeurd moeten doelmatige, passende, op de werknemer
afgestemde persoonlijke beschermingsmiddelen door de werkgever ter beschikking worden
gesteld en door de werknemer worden gebruikt. Om een goed functioneren te realiseren
zijn voorlichting over het gebruik, periodiek onderhoud en reiniging/ontsmetting
noodzakelijk.
16
5. LITERATUUR
Stichting Arbouw:
- Handboek Arbozorg en Verzuimbegeleiding in de bouwnijverheid; deel 2 en 3:
Bouwberoepen en specifieke werkzaamheden, 1997.
- Inventarisatie stofarme sloopapparatuur, 2000.
- Stofreductie door vernevelingstechnieken tijdens sloop- en grondverdichtings-
werkzaamheden, 2001.
- Lawaai in de bouwnijverheid; bijlagen, 2002.
- Inventarisatie van eenvoudige lawaaibeheersmaatregelen op de bouwplaats, 2002
- Trillen en Schokken in de Bouwnijverheid, 1989.
- Grote Stofbronnen in de Bouwnijverheid. 1994.
- Aanpak dieselmotoremissies in de bouwnijverheid, 1999.
- Arbouw-adviezen voor de bouwnijverheid.
- no 1: Hygiënische voorzieningen op de bouwplaats.
- no 3: Elektrisch en pneumatisch handgereedschap.
- no 4: Veilig werken op hoogte.
- no 5: Persoonlijke beschermingsmiddelen.
- no 8: Trillingen en schokken in de bouw: lichaamstrillingen.
- no 9: Trillingen en schokken in de bouw: hand-arm trillingen.
- no 11: Hijsgereedschappen en veilig hijsen.
- no 12: Ademhalingsbeschermingsmiddelen.
- no 16: Lawaai in de bouw.
Aboma+Keboma:
- Abomafoon nr. 2.11 Acetyleen- en zuurstofflessen.
- Abomafoon nr. 3.01 Materieelkeuringen.
- Abomafoon nr. 3.02 Beveiliging van achteruitrijdende voertuigen
- Abomafoon nr. 3.10 Kantelgevaar bij hijskranen en funderingsmachines.
- Abomafoon nr. 3.40, 3.41, 3.42 Hijsgereedschappen.
- Abomafoon nr. 7.13 Elektrisch handgereedschap; 7.16 Sloophamers; 7.18
Motorkettingzaag; 7.23 Haakse slijpmachine.
Overige:
- Universiteit Wageningen, Afdeling Gezondheidsleer (Friso Steffens; Judith
17
Spierings): Blootstelling aan respirabel kwartsstof in de Nederlands bouwnijverheid;
intern verslag 2001-328, oktober 2000.
18
6. CHECKLIST
Ontwerp/V&G-plannen/werkvoorbereiding:
- Hou rekening met de voorschriften wat betreft het opstellen van RI&E en V&G-plan
(zie het hoofdstuk “Voorschriften”).
- Stel vast welke maatregelen / voorzieningen noodzakelijk zijn om veilig en gezond
werken in de uitvoeringsfase mogelijk te maken; regel dat deze maatregelen /
voorzieningen worden gerealiseerd.
- Ga na of asbest aanwezig is; laat dat door een gespecialiseerd bedrijf verwijderen.
- Tref maatregelen om een te hoge blootstelling aan onder meer geluid, trillingen,
kwartsstof, hinderlijk stof en (diesel)uitlaatgassen te verminderen, om het zware
werk lichter te maken en het werk veilig uit te voeren (zie oplossingsvoorstellen in
dit document en bij de verschillende deelwerkzaamheden)..
- Zorg voor aanwezig zijn van gekeurd en goed onderhouden materieel met voldoende
capaciteit voorzien van een akoestische achteruitrijdsignalering; zorg ook voor een
veilige en stabiele opstelling van het materieel.
- Regel dat voorlichting/instructie over het op een veilige/gezonde wijze uitvoeren van
de werkzaamheden wordt verstrekt.
- Zorg dat er op het werk goede hygiënische- en sanitaire voorzieningen aanwezig
zijn, inclusief schone handschoenen en werkkleding.
- Zorg voor aanwezig zijn van beschermingsmiddelen (onder meer gehoorbescher-
ming, ademhalingsbescherming), afgestemd op de te verwachten risico’s.
Uitvoeringsfase:
- Controleer of de vereiste (zie onder meer V&G-plan) voorzieningen / maatregelen
om veilig en gezond werken mogelijk te maken, zijn gerealiseerd.
- Zorg ervoor dat het personeel geïnstrueerd is in het gebruik van de persoonlijke
beschermingsmiddelen en overtuigd is van het belang ervan. Controleer of de te
dragen middelen aanwezig zijn en ook daadwerkelijk worden gebruikt.
- Controleer regelmatig veiligheid van materieel, hijsgereedschap en gereedschappen.
- Controleer of de vereiste voorzieningen t.b.v. veiligheid en gezondheid (zie onder
meer V&G-plan) aanwezig zijn.
- Controleer of de voorschriften in verband met veiligheid en gezondheid in acht
worden genomen; gegeven instructies regelmatig herhalen.
19
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.01:
Slijpen / schuren / frezen van oppervlakken van steenachtige materialen.
M 016-0009
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
Voor het werken met verrijdbare freesmachines die meestal voor wegen en
(bedrijfs)vloeren worden ingezet, wordt verwezen naar de groep “Bewerken van wegen”.
20
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0010
Met een schuurmachine, handfreesmachine of slijpmachine wordt de bovenlaag (of delen
daarvan) van een stenen of betonnen ondergrond verwijderd. Het betreft meestal wanden,
vloeren of plafonds en soms andere oppervlakken zoals van aanrechtbladen. Het kan gaan
om een voorbewerking maar ook om eindafwerking.
Bij slijpen/schuren wordt voornamelijk gewerkt met band- of vlakschuurmachines of
slijptollen. Schuurmachines zijn over het algemeen voorzien van een mogelijkheid tot
afzuiging van vrijkomend stof. Slijpmachines kunnen voorzien worden van watertoevoer
waardoor het vrijkomen van gruis en stof wordt beperkt.
Een freesmachine kan worden ingesteld op een bepaalde breedte en dikte van de te
verwijderen strook materiaal. De meeste freesmachines zijn voorzien van een mogelijkheid
tot afzuiging van het vrijkomende gruis en stof. Soms wordt met watertoevoer gewerkt om
de beitels te koelen en/of het vrijkomen van stof te beperken.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Betonwerker, betonreparateur, natuursteenbewerker, tegelzetter, vloerenlegger,
21
terrazzowerker
Materialen:
- Schuurpapier of schuurlinnen, van zeer grof tot zeer fijn
- Slijpschijven van diverse materialen
- Beton, gasbeton, kalkzandsteen, natuursteen (diverse soorten, diverse herkomst)
Materieel:
- Aggregaat
Gereedschappen:
- Bandschuurmachine, vlakschuurmachine, (haakse) slijpmachine, freesmachine,
waterpomp
22
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
- rood - rood
fysische factoren:
geluid
hand-arm
trillingen
- geel/rood -geel/rood
fysieke belasting:
tillen
duwen en
trekken
statische belasting
(benen):
- geel - geel/rood - rood
(schouder, nek en
hoge rug):
- rood
veiligheid:
- wegspringend materiaal
- zich snijden aan stekeinden (wapening) of scherpe randen
- kans op ongevallen door wegschieten van de schuur-, slijp- of freesmachine
- elektrocutiegevaar bij nat werken
23
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0011
Bij het bewerken van beton en andere kwartshoudende materialen komt veel stof vrij dat
kwarts bevat. Wanneer gewerkt wordt met een schuur-, slijp- of freesmachine zonder
afzuiging of watertoevoer wordt de grenswaarde voor hinderlijk stof in het algemeen
overschreden en wordt de grenswaarde voor respirabel kwartsstof vaak ver overschreden,
soms met een factor 10 tot 50. Schuren/slijpen/frezen met afzuiging reduceert de
concentratie maar bij hoeken of aansluitingen komt vaak toch nog veel stof vrij waardoor
bij binnenwerk de grenswaarde voor hinderlijk stof kan worden overschreden en de
grenswaarde voor respirabel kwartsstof meestal zal worden overschreden.
Schuren/slijpen/frezen met watertoevoer leidt tot een sterke reductie van de stofconcentratie
waardoor de grenswaarde voor hinderlijk stof niet meer wordt overschreden. De
grenswaarde voor respirabel kwartsstof kan nog wel worden overschreden. Wel levert bij
nat werken de nevel van water en slib die weggeslingerd wordt veel hinder op.
Bij buitenwerk zijn de concentraties in vergelijking met binnenwerk veel lager. Ook bij
buitenwerk zal echter in het algemeen de grenswaarde voor respirabel kwartsstof (tijdelijk)
worden overschreden indien geen gebruik wordt gemaakt van afzuiging of watertoevoer.
Of de grenswaarde voor respirabel kwartsstof gemiddeld over een 8-urige werkdag wordt
overschreden is afhankelijk van de duur van de werkzaamheden.
Wanneer het te bewerken materiaal is voorzien van een afwerklaag (bijvoorbeeld betonverf)
moet rekening gehouden worden met de aanwezigheid in het stof van toxische componenten
uit de afwerklaag, bijvoorbeeld zware metalen in pigmenten en conserveermiddelen. In
oude afwerklagen (loodwit, loodmenie) kunnen hoge loodgehaltes voorkomen.
Geluid:
M 016-0012
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de schuur-, slijp- of
freesmachine. Bij het werken met een pneumatische band- of vlakschuurmachine bedraagt het
geluidsniveau 83 - 94 dB(A). Bij het werken met een pneumatische slijptol bedraagt het
geluidsniveau 89 - 110 dB(A) en bij het frezen liggen de geluidsniveaus rond 100 dB(A). De
grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt in het algemeen overschreden. Ook de gemiddelde
blootstelling over een werkdag overschrijdt in het algemeen de grenswaarde.
24
Trillingen:
Bij het werken met een schuurmachine, een freesmachine of een slijptol wordt de
werknemer blootgesteld aan hand-arm trillingen; de gemiddelde effectieve versnelling
bedraagt bij schuur-, slijp-, frees- en polijstmachines 4 - 9 m/s2. Grenswaarden (zie
Voorschriften) kunnen worden overschreden indien langer dan circa 1 uur per dag met deze
apparatuur wordt gewerkt.
Veiligheid:
016-0013
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt, door het
wegspringen van stukken materiaal (vooral bij het werken met slijpmachines) en door het
wegschieten van de schuur-, slijp- of freesmachine.
Tijdens werkzaamheden ten behoeve van betonreparatie kan de werknemer zich stoten of
snijden aan scherpe punten van het beton of van de wapening.
Wanneer wordt gewerkt met watertoevoer is er elektrocutiegevaar wanneer de elektrische
beveiliging van de apparatuur onvoldoende is.
Bij het werken vanaf een trap, op een steiger, bij niet afgezette vloerranden en bij niet
afgezette (of dichtgelegde) vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Fysieke belasting:
016-0014
Het schuren, slijpen of frezen van steenachtige materialen is fysiek belastend. De
werkhouding wordt bepaald door de positie van het te bewerken oppervlak. De houding kan
dus knielend, bukkend of staand zijn. Soms wordt één van deze werkhoudingen meer dan 1
uur gemiddeld over een werkdag aangenomen.
Tijdens het schuren, frezen en slijpen wordt door de werknemer drukkracht op de schuur-,
frees- of slijpmachine uitgeoefend om de bewerking goed uit te voeren. Ook wordt door
een duw- of trekkracht de machine in de gewenste richting gemanoeuvreerd. De machines
wegen ongeveer 5 kg. Tijdens het werk wordt de machine regelmatig getild. Ook de
stofzuiger (of eventueel de waterzuiger) wordt af en toe getild (gewicht tot enkele tientallen
kilo).
25
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Apparatuur voorzien van afzuiging en zo mogelijk van watertoevoer om blootstelling
aan kwartsstof te beperken.
- Bewerkt oppervlak niet schoonblazen, maar spoelen met water of stofzuigen.
- Geluidgedempt en trillingsarm gereedschap.
Organisatorisch:
- Bij de planning vaststellen of op de werkplek met een afzuigsysteem en/of
watertoevoer kan worden gewerkt; is water beschikbaar?
- Werkzaamheden afwisselen met werk waarbij geen blootstelling aan trillingen
optreedt.
- Zorg voor deugdelijke steigers of werkplateaus wanneer werkzaamheden boven
schouderhoogte moeten worden uitgevoerd.
Individueel:
016-0015
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming; (trillingsdempende)
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm (afhankelijk van de
situatie); veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; bij buitenwerk kleding die
afdoende bescherming biedt tegen kou/wind/regen; ademhalingsbescherming: bij
frezen/schuren/slijpen (binnen) zonder afzuiging of watertoevoer onafhankelijke
ademhalingsbescherming met toevoer van schone (pers)lucht en bij
frezen/schuren/slijpen van kwartsbevattende materialen (binnen) met afzuiging of
watertoevoer bijvoorkeur een masker of helm met aangedreven gefilterde lucht (2P of
3P); bij nat schuren/slijpen gelaatsbescherming en waterdichte kleding.
26
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het slijpen/schuren van steenachtige materialen kan een onderdeel zijn van diverse
categorieën in diverse RAW hoofdgroepen.
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.02:
Doorslijpen/zagen van diverse materialen.
M 016-0016
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
27
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0017
In steenachtig materiaal kunnen sneden met een diepte tot ongeveer 13 cm worden
aangebracht met behulp van een slijptol of een handzaagmachine.
Voor het doorslijpen van steenachtig materiaal wordt meestal gebruik gemaakt van een
haakse slijper, voorzien van een op het materiaal afgestemde slijpschijf.
Voor het doorzagen van steenachtig materiaal worden elektrisch of hydraulisch aangedreven
handzaagmachines gebruikt, veelal voorzien van een diamantzaagblad. Er bestaan
handzaagmachines voor horizontaal (vloeren) en voor verticaal (wanden) gebruik.
Bij sloopwerkzaamheden wordt een slijptol ook gebruikt voor het doorslijpen van metalen
constructiedelen.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Betonwerker, betonreparateur, natuursteenbewerker, blokkensteller, sloper
Materialen:
- Beton, gasbeton, kalkzandsteen, natuursteen (diverse soorten, diverse herkomst),
metaal
Materieel:
- Aggregaat
28
Gereedschappen:
- Haakse slijper, handsteenzaagmachine
29
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
- rood - geel/rood
fysische factoren:
geluid
hand-arm
trillingen
- rood - geel/rood
fysieke belasting:
tillen
duwen en
trekken
statische belasting
(benen):
- geel - geel? - rood
(schouder, nek en
hoge rug):
- rood
veiligheid:
- wegspringend materiaal
- kans op ongevallen door wegschieten van de machine
- elektrocutiegevaar bij nat werken
30
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0018
Bij het bewerken van beton en andere kwartshoudende materialen komt veel stof vrij dat
kwarts bevat. Wanneer gewerkt wordt met een zaagmachine of slijptol zonder afzuiging of
watertoevoer wordt de grenswaarde voor hinderlijk stof in het algemeen overschreden en
wordt de grenswaarde voor respirabel kwartsstof vaak ver overschreden.
Zagen of doorslijpen met afzuiging reduceert de concentratie maar bij begin en eind van de
snede, door een niet goed functionerende afzuigkap en door en niet vlakke of onderbroken
ondergrond komt vaak toch nog veel stof vrij waardoor bij binnenwerk de grenswaarde
voor hinderlijk stof kan worden overschreden en de grenswaarde voor respirabel kwartsstof
meestal zal worden overschreden.
Zagen of doorslijpen met watertoevoer leidt tot een sterke reductie van de stofconcentratie
waardoor de grenswaarde voor hinderlijk stof niet meer wordt overschreden. De
grenswaarde voor respirabel kwartsstof kan nog wel worden overschreden. Bij nat werken
kan soms hinder ontstaan door een nevel van water en slib die weggeslingerd wordt.
Bij buitenwerk zijn de concentraties in vergelijking met binnenwerk veel lager. Ook bij
buitenwerk kan echter de grenswaarde voor respirabel kwartsstof (tijdelijk) worden
31
overschreden indien geen gebruik wordt gemaakt van afzuiging of watertoevoer.
Of de grenswaarde voor respirabel kwartsstof gemiddeld over een 8-urige werkdag wordt
overschreden is afhankelijk van de duur van de werkzaamheden.
Bij het bewerken van metaal met een slijptol komt stof vrij, afkomstig van het doorgeslepen
metaal en van de slijpschijf. Blootstelling aan metaalstof (zink, mangaan of koper) in hoge
concentraties kan metaaldampkoorts veroorzaken. Verder kan het slijpstof
kankerverwekkende metalen of metaalverbindingen bevatten (cadmium, cadmium- en
nikkeloxiden, 6-waardig chroom). Ook kan in het stof kwartsstof afkomstig van de
slijpschijf aanwezig zijn.
Het slijpstof kan giftige componenten bevatten afkomstig van een coating: zink(oxide) bij
bewerken van gegalvaniseerd metaal of metaal voorzien van zinkhoudende coating; lood
afkomstig van loodhoudende menie of loodwit.
Of grenswaarden worden overschreden en de mate waarin dat gebeurt is sterk afhankelijk
van het type metaal en de eventueel aanwezige coating. Bij het bewerken van niet gecoat
ijzer is de kans op overschrijden van grenswaarden gering (de grenswaarden van ijzer en
ijzeroxides liggen relatief hoog). Bij het bewerken van legeringen (b.v. roestvast staal) of
bijzondere metaalsoorten is de kans op overschrijden van grenswaarden echter groot
Geluid:
M 016-0019
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de slijptol of de
zaagmachine. Het geluidsniveau bedraagt 95 tot 115 dB(A). De grenswaarde voor geluid (85
dB(A)) wordt bij het werken met een slijptol of een zaagmachine ver overschreden. Ook de
gemiddelde blootstelling over een werkdag overschrijdt in het algemeen de grenswaarde.
Trillingen:
016-0020
Bij het werken met een slijp- of zaagmachine wordt de werknemer blootgesteld aan hand-
armtrillingen; de gemiddelde effectieve versnelling bedraagt ongeveer 6,4 m/s2.
Grenswaarden (zie Voorschriften) kunnen worden overschreden indien langer dan ca. 1 uur
per dag met deze apparatuur wordt gewerkt.
Veiligheid:
32
016-0021
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt, door het
wegspringen van stukken materiaal en door het wegschieten van de slijp- of zaagmachine.
Ook kan letsel optreden door wegspringende vonken of verbranden door aanraken van heet
metaal. Snijden is mogelijk aan scherpe delen.
Wanneer wordt gewerkt met watertoevoer is er elektrocutiegevaar wanneer de elektrische
beveiliging van de apparatuur onvoldoende is.
Bij het werken vanaf een trap, op een steiger, bij niet afgezette vloerranden en bij niet
afgezette (of dichtgelegde) vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Fysieke belasting:
33
016-0022
Het doorzagen en doorslijpen van materialen met een handzaagmachine of haakse slijper is
fysiek belastend. De werkhouding wordt bepaald door de positie van het te bewerken
oppervlak. De houding kan dus knielend, bukkend of staand zijn. Soms wordt één van deze
werkhoudingen meer dan 1 uur gemiddeld over een werkdag aangenomen.
Tijdens het zagen of slijpen wordt door de werknemer kracht op de machine uitgeoefend
om de bewerking goed uit te voeren. Ook wordt door een duw- of trekkracht de machine in
de gewenste richting gemanoeuvreerd. Een handzaagmachine weegt ongeveer 10 kg en een
haakse slijper weegt gemiddeld 3 tot 8 kg. Tijdens het werk wordt de machine regelmatig
getild. Ook de stofzuiger (of eventueel de waterzuiger) wordt af en toe getild (gewicht tot
enkele tientallen kilo).
34
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Apparatuur voorzien van afzuiging (en bij steenachtig materiaal zo mogelijk van
watertoevoer) om blootstelling aan toxische stoffen te beperken.
- (Metalen) constructiedelen waar mogelijk knippen in plaats van doorslijpen.
- Geluidgedempt en trillingsarm gereedschap.
Organisatorisch:
- Bij de planning vaststellen of op de werkplek met een afzuigsysteem en/of
watertoevoer kan worden gewerkt; is water beschikbaar?
- Werkzaamheden afwisselen met werk waarbij geen blootstelling aan trillingen
optreedt.
- Zorg voor deugdelijke steigers of werkplateaus wanneer werkzaamheden boven
schouderhoogte moeten worden uitgevoerd.
Individueel:
016-0023
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen, liefst
gecombineerd met otoplastiek); (trillingsdempende) handschoenen; veiligheidslaarzen
of -schoenen; veiligheidshelm (afhankelijk van de situatie); veiligheidsbril of
gelaatsscherm aan de helm; bij buitenwerk kleding die afdoende bescherming biedt
tegen kou/wind/regen; bij doorslijpen of zagen van kwartsbevattende materialen
35
(binnen) zonder afzuiging of watertoevoer onafhankelijke ademhalingsbescherming met
toevoer van schone (pers)lucht en bij doorslijpen of zagen van kwartsbevattende
materialen (binnen) met afzuiging of watertoevoer een masker of helm met aangedreven
gefilterde lucht (2P of 3P).
36
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het doorslijpen/zagen van materialen kan een onderdeel zijn van diverse categorieën in
diverse RAW hoofdgroepen.
37
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.03:
Boren in steenachtige materialen (handboormachine).
M 016-0024
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
38
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0025
Met een handboormachine voorzien van een spiraalboor of een kernboor worden gaten
aangebracht in steenachtige ondergrond (wanden, vloer, plafond, enz.). Met een
spiraalboor kunnen gaten worden aangebracht met een diameter tot circa 32 mm; grotere
diameters worden geboord met een kernboor. Spiraalboormachines kunnen vaak worden
voorzien van stofafzuiging, maar in de praktijk wordt daar weinig gebruik van gemaakt.
Kernboormachines werken vaak met waterkoeling, waardoor er weinig stof vrijkomt. Er
wordt meestal gewerkt met elektrische handboormachines. Soms wordt gebruik gemaakt
van pneumatisch of hydraulisch aangedreven machines.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Betonwerker, betonreparateur, natuursteenbewerker, plafondmonteur,
spouwmuurvuller, gevelisoleerder, timmerman, sloper
Materialen:
- Beton, gasbeton, kalkzandsteen, natuursteen (diverse soorten, diverse herkomst)
Materieel:
- Aggregaat
39
Gereedschappen:
- Handboormachine
40
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
- geel/rood - groen/geel
fysische factoren:
geluid
hand-arm
trillingen
- rood - geel/rood
fysieke belasting:
tillen
duwen en
trekken
statische belasting
(benen):
- geel - geel? - rood
(schouder, nek en
hoge rug):
- rood
veiligheid:
- wegspringend materiaal
- kans op ongevallen door wegschieten van de machine
- elektrocutiegevaar bij nat werken
41
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0026
Bij het bewerken van beton en andere kwartshoudende materialen komt stof vrij dat kwarts
bevat. Wanneer gewerkt wordt met een boormachine zonder afzuiging of watertoevoer
wordt de grenswaarde voor hinderlijk stof in het algemeen niet overschreden. De
grenswaarde voor respirabel kwartsstof kan wel worden overschreden (bij binnenwerk).
Wanneer gewerkt wordt met een boormachine met afzuiging of watertoevoer wordt de
grenswaarde voor hinderlijk stof en kwartsstof in het algemeen niet overschreden.
Bij buitenwerk zijn de concentraties in vergelijking met binnenwerk veel lager en zal bij het
boren in het algemeen geen sprake zijn van overschrijding van grenswaarden.
Geluid:
M 016-0027
Het geluidsniveau bij het boren is afhankelijk van de steensoort en het type apparaat. Voor
elektrische handboormachines zijn waarden gemeten tussen 85 en 100 dB(A) en voor
slagboormachines 100 tot 115 dB(A). Bij pneumatische handboormachines ligt het
geluidsniveau tussen 100 en 124 dB(A). De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt bij het
42
werken met een boormachine ver overschreden. Ook de gemiddelde blootstelling over een
werkdag overschrijdt in het algemeen de grenswaarde.
Trillingen:
016-0028
Bij het werken met een boormachine wordt de werknemer blootgesteld aan hand-
armtrillingen; de gemiddelde effectieve versnelling bedraagt ongeveer 6 à 7 m/s2, maar ligt
hoger voor klopboormachines.
Grenswaarden (zie Voorschriften) kunnen worden overschreden indien langer dan circa 0,5
tot 1 uur per dag met deze apparatuur wordt gewerkt.
Veiligheid:
43
016-0029
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt (vooral bij het
werken boven het hoofd), door het wegspringen van stukken materiaal en door het
wegschieten van de boormachine.
Wanneer wordt gewerkt met watertoevoer is er elektrocutiegevaar wanneer de elektrische
beveiliging van de apparatuur onvoldoende is.
Bij het werken vanaf een trap, op een steiger, bij niet afgezette vloerranden en bij niet
afgezette (of dichtgelegde) vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Fysieke belasting:
44
016-0030
Het boren in steenachtige materialen met een handboormachine is fysiek belastend. Het
gebruik van stofafzuiging kan leiden tot een moeilijker hanteerbaarheid van de
boormachine. De werkhouding wordt bepaald door de positie van het te bewerken
oppervlak. De houding kan dus knielend, bukkend of staand zijn. Vaak wordt één van deze
werkhoudingen meer dan 1 uur gemiddeld over een werkdag aangenomen.
Tijdens het boren wordt door de werknemer kracht op de machine uitgeoefend om de
bewerking goed uit te voeren. De gemiddelde duwkracht bij het boren met een
handboormachine is ongeveer 90 Newton.
Een handboormachine weegt tussen 2,3 en 8,0 kg. Tijdens het werk wordt de machine
regelmatig getild. Ook de eventuele stofafzuiging wordt regelmatig getild. Het gewicht
daarvan kan variëren van enkele kg tot enige tientallen kg.
45
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Apparatuur voorzien van afzuiging (of van watertoevoer) om blootstelling aan
kwartsstof te beperken.
- Geluidgedempt en trillingsarm gereedschap.
- Boorgaten niet leegblazen maar met een stofzuiger leegzuigen.
- Waar mogelijk gebruik maken van boorstatieven.
- Kies voor andere (minder belastende) werkmethode, zoals ingieten van
schroefhulzen, aanbrengen door lijmen.
Organisatorisch:
- Bij de planning vaststellen of op de werkplek met een afzuigsysteem en/of
watertoevoer kan worden gewerkt; is water beschikbaar?
- Werkzaamheden afwisselen met werk waarbij geen blootstelling aan trillingen
optreedt.
- Zorg voor deugdelijke steigers of werkplateaus wanneer werkzaamheden boven
schouderhoogte moeten worden uitgevoerd.
Individueel:
016-0031
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen of otoplastiek);
(trillingsdempende) handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm
(afhankelijk van de situatie); bij werk boven het hoofd veiligheidsbril of gelaatsscherm
aan de helm; bij buitenwerk kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/-
tocht/regen; ademhalingsbescherming (binnenwerk) met P2- of P3-filter.
46
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het boren in steenachtige materialen kan een onderdeel zijn van diverse categorieën in
diverse RAW hoofdgroepen.
47
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.04:
Boren in steenachtige materialen (diamantboormachine).
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
48
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
Voor het boren van sparingen in vloeren en wanden worden watergekoelde
diamantboormachines gebruikt, bestaande uit een boormachine op een statief voorzien van
een roterende cilindervormige boorkroon. De aandrijving is elektrisch, hydraulisch of
pneumatisch. Het gewicht van statief met motor bedraagt 10 - 15 kg; dat van de boorkroon
kan tot 30 kg bedragen.
Hydraulische machines (aangedreven door krachtstroom) worden ingezet voor sparingen
met een diameter van meer dan 300 mm. Pneumatisch aangedreven machines worden veelal
ingezet wanneer er kans is op brand of kortsluiting door de aanwezigheid van koelwater,
bijvoorbeeld bij het boren in plafonds.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Betonboorder
Materialen:
- Beton, gasbeton
Materieel:
- Aggregaat, waterzuiger, (elektrische) takel
- Steiger, ladders
Gereedschappen:
- Diamantboormachine, kernboormachine
- Boorkronen van diverse afmetingen
- Gereedschap voor vastzetten/verankeren boormachine: vacuümpomp, zuigplaat,
expanderende pluggen (slagankers), stempels.
- Divers handgereedschap: vuistje, schroevendraaier, waterpomptang, sleutels,
waterpas, moker
49
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
- groen*/rood - groen*/rood
fysische factoren:
geluid
- rood
fysieke belasting:
tillen
dragen
statische belasting
(benen):
- rood - rood - geel
(schouder, nek en
hoge rug):
- geel
veiligheid:
- wegspringend, vallend materiaal
- losraken en (om)vallen van de boormachine
- vallen van hoogte
- uitglijden op natte/gladde vloer
- elektrocutiegevaar bij nat werken
* Bij gebruik van watertoevoer (waterkoeling).
50
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Bij het bewerken van beton en andere kwartshoudende materialen komt stof vrij dat kwarts
bevat. Wanneer gewerkt wordt met een boormachine zonder afzuiging of watertoevoer kan
de grenswaarde voor hinderlijk stof worden overschreden en zal de grenswaarde voor
respirabel kwartsstof meestal ver worden overschreden (bij binnenwerk).
Wanneer (zoals meestal het geval) wordt gewerkt met een boormachine voorzien van
watertoevoer wordt de grenswaarde voor hinderlijk stof en kwartsstof in het algemeen niet
overschreden.
Bij buitenwerk zijn de concentraties in vergelijking met binnenwerk veel lager en zal bij het
boren meestal geen sprake zijn van overschrijding van grenswaarden.
Blootstelling aan (diesel)uitlaatgassen, bij gebruik van een aggregaat. Naar verwachting is
meestal geen sprake van een concentratie die tot klachten leidt.
Geluid:
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de boormachine: 100
dB(A) of hoger. De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt bij het werken met een
kernboormachine ver overschreden. Ook de gemiddelde blootstelling over een werkdag
overschrijdt in het algemeen de grenswaarde.
Trillingen:
Bij de meeste soorten kernboormachines is de blootstelling aan hand-arm trillingen gering
of afwezig. Bij sommige soorten kernboormachines kan de werknemer worden blootgesteld
aan hand-arm trillingen, de daarbij optredende effectieve versnelling is echter niet bekend.
Naar verwachting worden de grenswaarden (zie Voorschriften) voor hand-arm trillingen bij het
werken met kernboormachines in het algemeen niet overschreden.
Veiligheid:
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt, of door het
wegspringen van stukken materiaal. Ook zijn ongevallen mogelijk indien de bevestiging van
de boormachine aan vloer, wand of plafond, loslaat waardoor de boormachine (om)valt.
Wanneer wordt gewerkt met watertoevoer is er elektrocutiegevaar wanneer de elektrische
beveiliging van de apparatuur onvoldoende is. Door watergebruik kan de vloer nat worden
waardoor er kans is op uitglijden.
51
Bij het werken vanaf een trap, op een steiger, bij niet afgezette vloerranden en bij niet
afgezette (of dichtgelegde) vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Fysieke belasting
Het boren in steenachtige materialen met een watergekoelde diamantboormachines is fysiek
belastend. Vooral de aan- en afvoer van de machine is zwaar. Het gewicht van statief met
motor bedraagt 10 - 15 kg, dat van de boorkroon kan tot 30 kg bedragen. Veelal moet dit
materieel handmatig worden verplaatst, hetgeen fysiek inspannend is.
Het bedienen van de diamantboormachine is niet zwaar. De werkhouding tijdens het boren
wordt bepaald door de positie van het te bewerken oppervlak. De houding kan dus
knielend, bukkend of staand zijn. Soms worden één van deze werkhoudingen meer dan 1
uur gemiddeld over een werkdag aangenomen.
Het gebruik van water- of stofafzuiging kan leiden tot een extra fysieke belasting bij het
verplaatsen van de water-/stofzuiger. Het gewicht daarvan kan variëren van enkele kg tot
enige tientallen kg (stofzuiger) tot 60 kg (waterzuiger).
52
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Apparatuur voorzien van waterkoeling om blootstelling aan kwartsstof te beperken.
- Geluidgedempt gereedschap.
Organisatorisch:
- Bij de planning vaststellen of op de werkplek met een afzuigsysteem en/of
watertoevoer kan worden gewerkt; is water beschikbaar?
- Zorg voor veilige werkplek (dichtleggen sparingen, afzetten vloerranden, veilige
steigers).
- Zorg voor aanwezig zijn betrouwbare/veilige bevestigingsmiddelen voor de
boormachine.
- Materieel voorzien van benzine of dieselmotor (aggregaat) buiten opstellen zodat de
uitlaatgassen niet in de werkruimte vrijkomen.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen en/of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm (afhankelijk van de
situatie); veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; waterafstotende kleding bij
werk aan plafonds; bij buitenwerk kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/-
wind/regen; ademhalingsbescherming (bij binnenwerk met waterkoeling) een middel
met P2- of P3-filter, bij boren zonder waterkoeling (binnen) een masker of helm
voorzien van aangedreven gefilterde lucht (TH3P, TM3P).
53
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het boren in steenachtige materialen kan een onderdeel zijn van diverse categorieën in
diverse RAW hoofdgroepen.
54
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.05:
Machinaal zagen van steenachtige materialen (wand- of vloerzaagmachine).
M 016-0031
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
55
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0032
Met een wand- of vloerzaag voorzien van een diamantzaagblad worden zaagsneden met een
diepte tot circa 50 cm in wanden en tot 65 cm in vloeren aangebracht. Voor dieptes tot
circa 100 cm kunnen steekzagen worden gebruikt. Bij wandzaagmachines bevestigt de
werknemer eerst de geleiders aan de wand, waarlangs de zaagmachine wordt geleid.
Wandzaagmachines worden veelal hydraulisch of elektrisch aangedreven. Vloerzagen
kunnen meestal rijden en zijn voorzien zijn van een benzine- of dieselmotor. Dieselmotoren
worden meestal niet gebruikt voor binnenwerk.
De zagen zijn in het algemeen voorzien van waterkoeling. Het is echter ook mogelijk om
zonder waterkoeling te zagen, hetgeen ongunstige gevolgen heeft voor de blootstelling aan
stof tijdens het werk.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Betonwerker, betonboorder, betonreparateur, natuursteenbewerker, sloper
Materialen:
- Beton, gasbeton, kalkzandsteen, natuursteen (diverse soorten, diverse herkomst)
Materieel:
56
- Aggregaat
- Waterzuiger, waterpomp
- Wandzaagmachine, vloerzaagmachine, diamantzaagbladen van diverse afmetingen
Gereedschappen:
- Gereedschap voor vastzetten/verankeren wandzaagmachine: vacuümpomp,
zuigplaat, expanderende pluggen (slagankers), stempels.
- Divers handgereedschap: vuistje, schroevendraaier, waterpomptang, sleutels,
waterpas, moker.
57
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
uitlaatgassen
- geel*/rood - groen*/rood - groen/geel
fysische factoren:
geluid
- rood
fysieke belasting:
tillen
dragen
- rood - rood
veiligheid:
- kans op ongevallen bij slecht afgeschermd zaagblad
- wegspringend, vallend materiaal
- losraken en vallen van de zaagmachine
- vallen van hoogte
- uitglijden op natte/gladde vloer
- elektrocutiegevaar bij nat werken
* Bij gebruik van watertoevoer (waterkoeling).
58
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0033
Bij het bewerken van beton en andere kwartshoudende materialen komt stof vrij dat kwarts
bevat. Wanneer gewerkt wordt met een zaagmachine zonder afzuiging of watertoevoer kan
de grenswaarde voor hinderlijk stof worden overschreden en zal de grenswaarde voor
respirabel kwartsstof meestal ver worden overschreden (bij binnenwerk).
Wanneer (zoals meestal het geval) wordt gewerkt met een zaagmachine voorzien van
watertoevoer, wordt de grenswaarde voor hinderlijk stof niet overschreden. De
grenswaarde voor kwartsstof kan nog wel worden overschreden.
Bij buitenwerk zijn de concentraties in vergelijking met binnenwerk veel lager en zal bij het
zagen bij gebruik van watertoevoer meestal geen sprake zijn van overschrijding van de
grenswaarde voor hinderlijk stof. De grenswaarde voor respirabel kwartsstof kan wel
worden overschreden.
Blootstelling aan (diesel)uitlaatgassen is mogelijk bij gebruik van met benzine of diesel
aangedreven materieel. Er kunnen concentraties optreden (vooral bij binnenwerk) die tot
klachten optreden, bijvoorbeeld door emissies van verouderd of slecht onderhouden
materieel, ongunstige positionering van de uitlaat in combinatie met weinig ventilatie of
59
(buitenwerk) een ongunstige windrichting.
Geluid:
M 016-0034
De werknemers worden vooral blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de zaagmachine.
Het geluidsniveau bedraagt 100 tot 120 dB(A). De grenswaarde voor geluid 85 dB(A)) wordt
bij het werken met een wand- of vloerzaagmachine ver overschreden. Ook de gemiddelde
blootstelling over een werkdag overschrijdt de grenswaarde.
Trillingen:
Bij het werken met een wand- of vloerzaagmachine wordt de werknemer in mindere mate
blootgesteld aan hand-arm trillingen dan bij het werken met een handzaagmachine. Het
trillingsniveau is niet bekend. Naar verwachting worden de grenswaarden (zie Voorschriften)
voor hand-arm trillingen bij het werken met wand- en vloerzaagmachines in het algemeen niet
overschreden.
Veiligheid:
016-0035
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt, of door het
60
wegspringen van stukken materiaal. Ook zijn ongevallen mogelijk indien de bevestiging van
de zaagmachine aan de wand, loslaat waardoor de zaagmachine valt.
Wanneer wordt gewerkt met watertoevoer is er elektrocutiegevaar wanneer de elektrische
beveiliging van de apparatuur onvoldoende is. Door watergebruik kan de vloer nat worden
waardoor er kans is op uitglijden.
Bij het werken langs niet afgezette vloerranden en bij niet afgezette (of dichtgelegde)
vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Bij onoordeelkundig zagen is er kans op ongevallen door het bezwijken van de constructie.
Ook het (om)vallen van losgezaagde delen kan tot ongevallen leiden.
Fysieke belasting:
016-0036
Het zagen in steenachtige materialen met een wand- of vloerzaagmachines is fysiek
belastend. Vooral de aan- en afvoer van de machine en hulpmaterieel (geleiders) is zwaar.
De rijdende zaagmachines worden soms bij het in- en uitladen op of van een vrachtwagen
of aanhanger getild. Deze machines wegen meer dan 25 kg.
Het bedienen van een rijdende zaagmachine is fysiek niet zwaar belastend. De werkhouding
tijdens het aanbrengen van wandgeleiders kan gedurende beperkte tijd knielend, bukkend of
staand zijn. Bij het zagen van vloeren staat de werknemer licht voorovergebogen in een wat
gedraaide houding, om een goed zicht op het werk te hebben.
Het gebruik van water- of stofafzuiging kan leiden tot een extra fysieke belasting bij het
verplaatsen van de water-/stofzuiger. Het gewicht daarvan kan variëren van enkele kg tot
enige tientallen kg (stofzuiger) tot 60 kg (waterzuiger).
61
62
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Apparatuur voorzien van afzuiging en zo mogelijk van watertoevoer om
blootstelling aan kwartsstof te beperken.
- Geluidgedempt gereedschap, materieel.
Organisatorisch:
- Bij de planning vaststellen of op de werkplek met een afzuigsysteem en/of
watertoevoer kan worden gewerkt; is water beschikbaar?
- Zorg voor veilige werkplek (dichtleggen sparingen, afzetten vloerranden, veilige
steigers).
- Zorg voor aanwezig zijn betrouwbare/veilige bevestigingsmiddelen voor de
wandzaagmachine.
- Materieel voorzien van benzine of dieselmotor bijvoorkeur niet in binnenruimten
gebruiken.
Individueel:
016-0037
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm (afhankelijk van de
situatie); veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; waterafstotende kleding; bij
buitenwerk kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/wind/regen;
63
ademhalingsbescherming (bij binnenwerk met waterkoeling) een middel met P2- of P3-
filter, bij zagen zonder waterkoeling (binnen) onafhankelijke ademhalingsbescherming
met toevoer van verse (pers)lucht en buiten een masker of helm voorzien van
aangedreven gefilterde lucht (2P of 3P).
64
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het zagen met een wand- of vloerzaagmachine kan een onderdeel zijn van diverse
categorieën in diverse RAW hoofdgroepen.
65
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.06:
Hakken/breken van diverse materialen (handmatig).
M 016-0038
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
66
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0039
In het kader van sloop, onderhoud of renovatie wordt een constructie soms handmatig
gesloopt, met gebruik van een vuist, voorhamer, klauwhamer, beitel, stoot- of breekijzers,
koevoeten en dergelijke. De bewerkte materialen zijn steen, beton, gips, stucwerk, hout,
metaal, enz. Soms worden materialen handmatig gespleten door wiggen of splijtpennen in
voorgeboorde gaten te slaan.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Betonreparateur, sloper, timmerman, onderhoudsmetselaar, dakdekker
Materialen:
- Diverse constructies bestaande uit (combinaties van) beton, baksteen, kalkzandsteen,
gasbeton, gipsblokken, hout, metaal, isolatiematerialen, dakbedekkingsmateriaal
Materieel:
- Ladders
67
- Steigers
Gereedschappen:
- Hamers (klauwhamer, voorhamer, vuistje enz.), breekijzer, koevoet, stootijzer,
houwelen
- Beitels, schroevendraaiers
- Wiggen, splijtpennen
68
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
- rood - geel/rood
fysische factoren:
geluid
hand-arm
trillingen
- rood - geel/rood
fysieke belasting:
statische belasting
(lage rug):
repeterende
handeling
- geel - rood
veiligheid:
- wegspringend, vallend materiaal
- vallen van hoogte
- struikelen, vallen, verwonden, zich stoten
69
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0040
Bij handmatig slopen komt meestal veel stof vrij. Stof van beton en andere kwartshoudende
materialen bevat kwarts. Bij binnenwerk kan de grenswaarde voor hinderlijk stof (tijdelijk
soms ver) worden overschreden. Ook de grenswaarde voor respirabel kwartsstof zal
meestal worden overschreden. Bij buitenwerk zijn de concentraties in vergelijking met
binnenwerk veel lager en zal gemiddeld over een werkdag meestal geen sprake zijn van
overschrijding van grenswaarden.
Bij het verwijderen van isolatiematerialen zoals glas- of steenwol komen minerale vezels vrij;
blootstelling daaraan kan leiden tot irritatie van huid, ogen en luchtwegen. De grenswaarde
voor glas- en steenwolvezels (2 vezels/cm3) wordt daarbij meestal niet overschreden.
Geluid:
M 016-0041
Bij het slaan met gereedschap op harde materialen of bij het slaan van metaal op metaal
(hamer, beitel) kunnen geluidspieken van meer dan 100 dB(A) optreden. Dat geldt ook voor
het (los)breken van houtwerk. De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt bij handmatig
hakken en breken meestal overschreden. Ook de gemiddelde blootstelling over een werkdag
overschrijdt in het algemeen de grenswaarde en ligt meestal tussen 90 en 100 dB(A).
70
Trillingen:
016-0042
Het hakken en breken met behulp van hamers, breek- of stootijzers en dergelijke leidt tot
schokken in handen en armen. Dit kan leiden tot beschadiging van gewrichten, spieren en
botten in handen, armen en schouders.
Veiligheid:
71
016-0043
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt, vooral bij het
werken boven het hoofd, door het wegspringen van stukken materiaal en door het
wegschieten van breekijzers of beitels.
Ook kunnen werknemers worden geraakt door vallende materialen.
Door de vaak rommelige werkplek is er kans op struikelen, vallen, zich verwonden
(spijkers, glas) of stoten.
Bij het werken langs niet afgezette vloerranden en bij niet afgezette (of dichtgelegde)
vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Fysieke belasting:
016-0044
De fysieke belasting bij het handmatig slopen is groot. Met een hamer (vuist, voorhamer of
klauwhamer) wordt continu op vloeren, wanden of plafond geslagen. Hierbij wordt veel
spierkracht geleverd. Vooral armen, schouders en rug worden belast. De bewegingen
worden repeterend uitgevoerd. Soms moet op een moeilijk bereikbare plek worden
gesloopt, waarbij langdurig een ongunstige houding moet worden aangenomen. Over een
werkdag wordt gemiddeld tussen 1 en 4 uur in dezelfde houding gewerkt.
72
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Bevochtigen van puin en nog te slopen materiaal om stofvorming tegen te gaan.
- Machinaal slopen.
Organisatorisch:
- Werkzaamheden waarbij veel stof vrijkomt niet combineren met andere
werkzaamheden in dezelfde ruimte.
- Zorg voor goede ventilatie.
- Tref voorzorgsmaatregelen om letsel door vallende materialen te voorkomen.
- Handmatig hak- en breekwerk regelmatig afwisselen met minder zwaar belastende
activiteiten; voldoende rustpauzes inlassen.
- Zorg voor deugdelijke steigers of werkplateaus wanneer werkzaamheden boven
schouderhoogte moeten worden uitgevoerd.
Individueel:
016-0045
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm; veiligheidsbril of
gelaatsscherm aan de helm; bij buitenwerk kleding die afdoende bescherming biedt
tegen kou/wind/regen; ademhalingsbescherming onafhankelijke
ademhalingsbescherming met toevoer van verse (pers)lucht (door het zware werk is een
half- of volgelaatsmasker waarbij de werknemer zelf de lucht door het filter moet
zuigen niet te gebruiken; ook een helm met aangedreven gefilterde lucht (TH2P of
TH3P) is voor dit werk minder geschikt omdat de zwaarte van het werk ertoe kan
leiden, dat meer lucht wordt geïnhaleerd dan wordt ingeblazen waardoor stof kan
binnendringen).
73
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het handmatig hakken en breken kan een onderdeel zijn van diverse categorieën in diverse
RAW hoofdgroepen.
74
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.07:
Hakken/breken van diverse materialen (machinaal).
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
75
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
In het kader van sloop, onderhoud of renovatie wordt vaak gewerkt met bekrachtigde hak-,
bik- of breekhamers. Het gaat hier om machines die in de hand gehouden worden met een
gewicht van circa 5 tot 15 kg. De aandrijving van de zware typen is meestal pneumatisch,
maar ook elektrische of hydraulische aandrijving komt voor. Sommige hak-/breekhamers
kunnen van afzuiging worden voorzien, maar daarvan wordt weinig gebruik gemaakt. Het
materiaal dat gesloopt wordt is meestal steen of beton, maar soms ook andere materialen. In
de GWW-sector worden ook verhardingen (asfalt of ander soorten verharding) en
oeverbeschoeiingen, met een hak- of breekhamer losgebroken. Soms wordt steenachtig
materiaal gespleten met een pneumatische hamer voorzien van een splijtwig.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Betonwerker, betonreparateur, sloper, tegelzetter, onderhoudsmetselaar, dakdekker,
wegenbouwer
Materialen:
- Beton, gasbeton, kalkzandsteen, stuc, tegels, asfalt
- Diverse constructies
Materieel:
- Aggregaat, compressor t.b.v. pneumatische hak- of breekhamer
Gereedschappen:
- Hak- of breekhamer (elektrisch, hydraulisch of pneumatisch)
76
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
- rood - geel/rood
fysische factoren:
geluid
hand-arm
trillingen
- rood - rood
fysieke belasting:
dragen
duwen en
trekken
statische
belasting (lage
rug, nek,
schouder):
- geel - rood - rood
veiligheid:
- wegspringend, vallend materiaal
- kans op ongevallen door wegschieten van de machine
- vallen van hoogte
- struikelen, vallen, verwonden, zich stoten
- kans op ongevallen door instorten constructie
77
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Bij slopen met een bekrachtigde hak- of breekhamer komt meestal veel stof vrij. Stof van
beton en andere kwartshoudende materialen bevat kwarts. Bij binnenwerk kan de
grenswaarde voor hinderlijk stof (tijdelijk soms ver) worden overschreden. Ook de
grenswaarde voor respirabel kwartsstof zal meestal worden overschreden. Bij buitenwerk
zijn de concentraties in vergelijking met binnenwerk veel lager en zal gemiddeld over een
werkdag voor hinderlijk stof meestal geen sprake zijn van overschrijding van de
grenswaarde. Voor kwartstof kan dat wel het geval zijn.
Bij het slopen van constructies waarin isolatiematerialen zoals glas- of steenwol aanwezig zijn
(bijvoorbeeld spouwmuren) komen minerale vezels vrij; blootstelling daaraan kan leiden tot
irritatie van huid, ogen en luchtwegen. De grenswaarde voor glas- en steenwolvezels (2
vezels/cm3) wordt daarbij in het algemeen niet overschreden.
Geluid:
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de hak- of breekhamer,
met een geluidsniveau van 100 – 110 dB(A). De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt
bij het werken met een bekrachtigde hamer meestal ver overschreden. Ook de gemiddelde
blootstelling over een werkdag overschrijdt in het algemeen de grenswaarde en ligt –
afhankelijk van de duur van de werkzaamheden – meestal tussen 100 en 110 dB(A).
Trillingen:
Bij het werken met een bekrachtigde hamer wordt de werknemer blootgesteld aan hand-
armtrillingen; de gemiddelde effectieve versnelling van de grotere soorten sloop- en
breekhamers bedraagt ongeveer 19 m/s2.
De grenswaarde voor hand-arm trillingen (zie Voorschriften) wordt bij het werken met
bekrachtigde hamers in het algemeen ver overschreden.
Veiligheid:
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt, door het
wegspringen van stukken materiaal en door het wegschieten van de breekhamer.
Ook kunnen werknemers worden geraakt door vallende materialen.
Door de vaak rommelige werkplek is er kans op struikelen, vallen, zich verwonden
(spijkers, glas) of stoten.
78
Bij het werken langs niet afgezette vloerranden en bij niet afgezette (of dichtgelegde)
vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Bij onzorgvuldige planning kunnen delen van een constructie door het hak- en breekwerk
instorten.
Fysieke belasting:
Het slopen met een breekhamer is fysiek zwaar belastend. De werkhouding wordt bepaald
door de positie van het te bewerken oppervlak. De houding kan dus knielend, bukkend of
staand zijn. Bij een moeilijk bereikbare plek wordt soms langdurig in een ongunstige
werkhouding gesloopt. Soms wordt meer dan 1 uur gemiddeld over een werkdag in één van
deze werkhoudingen gewerkt. De breekhamer wordt regelmatig getild en gedragen. Een
breekhamer weegt 5 tot 10 kg.
Tijdens het hakken en breken wordt door de werknemer veel kracht geleverd om ervoor te
zorgen dat de bewerking goed verloopt. Om de controle te houden over de breekhamer en
de breekhamer in de juiste richting te manoeuvreren wordt een grote duwkracht
uitgeoefend.
79
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Waar mogelijk machinaal slopen door beulen, breken, enz.met behulp van groot
materieel.
- Sloophamers voorzien van afzuiging om blootstelling aan (kwarts)stof te beperken.
- Bij gebruik van pneumatische aangedreven hamers de perslucht terugleiden naar de
compressor (omdat door ontsnappende lucht stof wordt opgewaaid). Ook het
geluidsniveau vermindert door deze voorziening.
- Geluidgedempt en trillingsarm gereedschap (anti-vibratie handgreep en demping van
terugslag).
- In verband met lawaai en uitlaatgassen de benodigde aggregaten of compressoren
buiten de werkruimte plaatsen.
Organisatorisch:
- Bevochtigen van steenachtig materiaal om stofvorming te beperken
- Zorg bij binnenwerk voor goede ventilatie.
- Werkzaamheden veelvuldig afwisselen met werk waarbij geen blootstelling aan
trillingen optreedt. Voldoende rustpauzes inlassen.
- Zorg voor deugdelijke steigers of werkplateaus wanneer werkzaamheden boven
schouderhoogte moeten worden uitgevoerd.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen of otoplastiek);
(trillingsdempende) handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm;
veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; bij buitenwerk kleding die afdoende
bescherming biedt tegen kou/wind/regen; ademhalingsbescherming onafhankelijke
ademhalingsbescherming met toevoer van verse (pers)lucht (door het zware werk is een
half- of volgelaatsmasker waarbij de werknemer zelf de lucht door het filter moet
zuigen niet te gebruiken; ook een helm met aangedreven gefilterde lucht (TH2P of
TH3P) is voor dit werk minder geschikt omdat de zwaarte van het werk ertoe kan
leiden, dat meer lucht wordt geïnhaleerd dan wordt ingeblazen waardoor stof kan
binnendringen).
80
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Hakken en breken met sloop- en breekhamers kan een onderdeel zijn van diverse
categorieën in diverse RAW hoofdgroepen.
81
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.08:
Zagen van hout met motorkettingzaag.
M 016-0046
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
82
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0047
Bij renovatie- en sloopwerkzaamheden worden houten delen van een constructie (balken,
palen, platen, enz.), in stukken gezaagd met behulp van een motorkettingzaag.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Sloper, timmerman
Materialen:
- Hout (diverse soorten en formaten: balken, planken, platen, enz.)
- Brandstof (benzine)
Materieel:
-
Gereedschappen:
- Motorkettingzaag.
83
84
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
houtstof
uitlaatgassen
- geel - geel
fysische factoren:
geluid
hand-arm
trillingen
- rood - rood
fysieke belasting:
statische belasting
(lage rug, nek,
schouder):
dragen
- rood - geel
veiligheid:
- wegspringend, vallend materiaal
- kans op ongevallen door de zaagmachine
- vallen van hoogte
- struikelen, uitglijden, vallen, verwonden, zich stoten
- kans op ongevallen door instorten constructie
85
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0048
Blootstelling aan uitlaatgassen bij gebruik van kettingzaag met verbrandingsmotor. Onder
ongunstige condities kunnen klachten optreden, bijvoorbeeld door emissies van slecht
onderhouden gereedschap in combinatie met een ongunstige windrichting of bij
binnenwerk.
Bij het zagen van hout of plaat waarin hout is verwerkt, is blootstelling mogelijk aan
houtstof. Houtstof kan neusklachten, bronchitis en allergische reacties veroorzaken. Ook
kan langdurige blootstelling leiden tot kanker in de neusbijholte. Houtstof staat op de lijst
van kankerverwekkende stoffen; de wettelijke grenswaarde bedraagt 2 mg/m3. De
gemiddelde blootstelling over een werkdag is afhankelijk van het type houtproduct, de
hoeveelheid zaagwerk, of er binnen of buiten wordt gewerkt. Bij binnenwerk is
overschrijding van de grenswaarde mogelijk.
Bij zagen van platen kan blootstelling optreden aan materialen die aan deze platen zijn
toegevoegd, zoals lijmen, isolatiematerialen, minerale vezels.
Bij zagen van houtproducten die zijn voorzien van een coating is blootstelling mogelijk aan de
daarin aanwezige toxische stoffen.
Geluid:
M 016-0049
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de motorkettingzaag; het
geluidsniveau bedraagt 95 - 115 dB(A).
De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt bij het werken met een motorkettingzaag
meestal ver overschreden. Ook de gemiddelde blootstelling over een werkdag overschrijdt in
het algemeen de grenswaarde.
Trillingen:
Bij het werken met een motorkettingzaag wordt de werknemer blootgesteld aan hand-
armtrillingen; de effectieve versnelling van deze apparatuur is niet precies bekend, maar ligt
naar verwachting tussen 15 en 25 m/s2.
De grenswaarde voor hand-arm trillingen (zie Voorschriften) wordt bij het werken met een
motorkettingzaag in het algemeen ver overschreden.
86
Veiligheid:
016-0050
Ongevallen zijn mogelijk door het wegspringen van stukken materiaal en door het
uitschieten of vastlopen van de kettingzaag, door niet op de juiste spanning zijn van de
ketting, door slecht onderhoud. Bij het werken met de zaagmachines kan de werknemer
zich verwonden aan de draaiende zaag. De kans op ongevallen is groter bij gebruik van een
botte zaag.
Door de vaak rommelige werkplek is er kans op struikelen, vallen, zich verwonden of
stoten.
Bij het werken langs niet afgezette vloerranden en bij niet afgezette (of dichtgelegde)
vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Bij onzorgvuldige planning kunnen delen van een constructie door het zagen instorten.
Afgezaagd materiaal kan vallen en daarbij andere werknemers verwonden.
Fysieke belasting:
87
016-0051
Het werken met een motorkettingzaag is zwaar werk: men hanteert zwaar gereedschap in
combinatie met ongunstige werkhouding en hoge statische belasting van lage rug, schouder
en schoudergordel, nek en hoge rug.
De werkhouding tijdens het zagen met een motorkettingzaag wordt bepaald door de positie
van het te bewerken oppervlak. Soms wordt langdurig in een ongunstige werkhouding
gewerkt (meer dan 1 uur gemiddeld over een werkdag).
Tijdens het werken met een motorkettingzaag wordt door de werknemer veel kracht
geleverd om controle te houden over de zaag. Ook wordt de zaag met grote trek- en
duwkrachten in de juiste richting gemanoeuvreerd.
Een motorkettingzaag wordt veelal gedragen, met één hand of twee handen, in niet optimale
werkhoudingen. Het tilgewicht van de motorkettingzaag is ongeveer 10 kg.
88
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Voer zaagwerk op slecht bereikbare plaatsen waar mogelijk elders uit met een
bouwcirkelzaag voorzien van stofafzuiging.
- Geluidgedempt en trillingsarm gereedschap (anti-vibratie handgreep en demping van
terugslag).
- Gebruik van elektrisch aangedreven kettingzaag (minder geluid, geen uitlaatgassen).
Organisatorisch:
- Werkzaamheden afwisselen met werk waarbij geen blootstelling aan trillingen
optreedt.
- Laat alleen werknemers met een motorkettingzaag werken die de daartoe vereiste
opleiding/instructie hebben gevolgd en ouder zijn dan 18 jaar.
- Niet alleen werken.
- Werkgebied inclusief valbereik afgezaagde delen afzetten voor onbevoegden.
- Zorg voor veilige en stabiele standplaats
Individueel:
016-0052
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (otoplastieken of een goed
dempende oorkap); veiligheidshelm; handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen;
veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; veiligheidsbroek (zaagbroek) of overall;
89
kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/wind/regen;
ademhalingsbescherming (helm met aangedreven gefilterde lucht (TH2P), omdat dan
hoofd-, gelaat-, oog- en ademhalingsbescherming geïntegreerd zijn).
- De voorschriften/instructies voor het werken met een motorkettingzaag nauwgezet
opvolgen.
90
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het zagen van hout met een motorkettingzaag kan een onderdeel zijn van diverse
categorieën in diverse RAW hoofdgroepen.
91
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.09:
Snijden van metaal.
M 016-0053
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
92
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0054
Met behulp van snijbranders worden metalen onderdelen van een constructie losgesneden of
in stukken gesneden. IJzer en staal worden vaak gesneden met elektrische snijbranders of
met branders die werken met zuurstof en een gas (acetyleen, propaan, aardgas). Voor
aluminium constructies wordt een TIG lasbrander (elektrische booglasbrander met inert-gas
bescherming) of een plasmasnijder gebruikt.
Snijbranders die werken met een elektrische vlamboog worden aangedreven door een
aggregaat.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Sloper. metaalbewerker, lasser
Materialen:
- Diverse metalen constructies, wapening
Materieel:
93
- Las- of snijbrander met toebehoren (gasflessen, slangen, kranen, enz.)
- Aggregaat
Gereedschappen:
94
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
snij-/lasrook
- geel/rood
fysische factoren:
geluid
- rood
fysieke belasting:
statische belasting
(lage rug, nek,
schouder):
dragen
- rood - geel
veiligheid:
- zich branden aan brander, hete delen of door wegspringende spatten
- uitglijden, vallen, struikelen, zich stoten
- kans op ongevallen door vallend materiaal
- kans op brand, explosie
- vallen van hoogte
- kans op ongevallen door instorten constructie
95
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0055
Bij het snijden met een brander of andere snijmethode, komt snij-/lasrook vrij. De
hoeveelheid rook die vrijkomt en de samenstelling zijn afhankelijk van het te snijden
metaal, de snijmethode en eventueel aanwezige coating. Bij het snijden van gegalvaniseerd
metaal of metaal voorzien van zinkhoudende coating komt veel meer rook vrij dan bij het
snijden van onbehandeld metaal. Bij een aantal snijmethoden (elektrisch, thermische lans,
poedersnijder, poederlans) ontstaat extra rook door verbranding van de gebruikte
elektroden/lansen/poeders.
Blootstelling aan rook (waarin zink, mangaan en/of koper aanwezig zijn) in hoge
concentraties kan metaaldampkoorts veroorzaken. Verder kan de rook kankerverwekkende
metalen of metaalverbindingen bevatten (cadmium, cadmium- en nikkeloxiden, 6-waardig
chroom) en soms kwartsstof (afkomstig van elektroden).
De rook kan giftige componenten bevatten afkomstig van een coating: zink(oxide) bij
bewerken van gegalvaniseerd metaal of metaal voorzien van zinkhoudende coating; lood
afkomstig van loodhoudende menie of loodwit.
Op de vrijkomende rook kunnen diverse grenswaarden van toepassing zijn. De grenswaarde
voor lasrook bedraagt (8-uur TGG) 3,5 mg/m3. Voor koper en koperverbindingen geldt een
grenswaarde van 0,2 mg/ m3 (8-uur TGG). Voor lood in lasrook en stof gelden
grenswaarden (8-uur TGG) van respectievelijk 0,04 mg/ m3 voor vrouwen, 0,06 mg/ m3
voor mannen.
96
Of grenswaarden worden overschreden en de mate waarin dat gebeurt is sterk afhankelijk
van het type metaal, de eventueel aanwezige coating, de snijmethode, of het snijden binnen
of buiten gebeurt. Bij buitenwerk en bij het snijden van niet gecoat ijzer is de kans op
overschrijden van grenswaarden in het algemeen gering (de grenswaarden van ijzer en
ijzeroxides liggen relatief hoog). Bij het snijden van legeringen (b.v. roestvast staal) of
bijzondere metaalsoorten, met name indien dat binnen gebeurt, is de kans op overschrijden
van grenswaarden echter groot.
Verder treedt regelmatig blootstelling op aan (kwarts)stof door sloopwerk in de omgeving.
Geluid:
M 016-0056
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de snijbrander; het
geluidsniveau tijdens het snijden bedraagt meestal 94 tot 96 dB(A). De grenswaarde voor
geluid (85 dB(A)) wordt bij het snijden van metaal overschreden. Ook de gemiddelde
blootstelling over een werkdag overschrijdt in het algemeen de grenswaarde (85 tot 90 dB(A)).
Veiligheid:
016-0057
Bij het werken met de snijbrander kan de werknemer zich branden aan de vlam of de
brander of aan hete delen van de constructie.
Ook kan letsel optreden door wegspringende vonken, zich stoten, snijden aan scherpe
delen, door vallende delen van de constructie, door snijden van constructiedelen die aan een
kraan zijn bevestigd. Bij het snijden van nog niet afgesloten/leeggelopen leidingen is er
97
kans op brand/explosie.
Door de vaak rommelige werkplek is er kans op struikelen en vallen.
Bij het werken langs niet afgezette vloerranden en bij niet afgezette (of dichtgelegde)
vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Bij onzorgvuldige planning kunnen delen van een constructie door het snijden instorten.
Brand- of explosiegevaar is aanwezig bij het werken met brandbare gassen of zuurstof.
Fysieke belasting:
016-0058
Het werken met een snijbrander is fysiek belastend. Dit wordt onder meer veroorzaakt door
het werken in ongunstige werkhoudingen. Dit geeft een statische belasting van lage rug,
schouder en schoudergordel, nek en hoge rug. De duur van de statische houdingen ligt
tussen 1 en 4 uur per werkdag. Langdurig snijden van ijzer leidt tot een forse statische
belasting van de rug, doordat de sloper daarbij gebukt en met een gedraaide rug staat.
De snijbrander wordt vaak langdurig gedragen, met één hand of twee handen, in niet
optimale werkhoudingen. Het tilgewicht van snijbranders varieert van 1,6 tot 4,8 kilogram.
98
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Vervang waar mogelijk het snijden van metaal door (hydraulisch) knippen.
Organisatorisch:
- Tref voorzorgsmaatregelen in verband met het werken met gas. Zet flessen vast en
bescherm ze tegen hitte en koude; zorg voor periodieke controle van slangen,
aansluitingen en afdichtingen op lekkage, slijtage of beschadiging; bescherm
losliggende slangen.
- Zorg bij binnenwerk voor goede ventilatie.
- Zorg voor deugdelijke steigers of werkplateaus wanneer werkzaamheden boven
schouderhoogte moeten worden uitgevoerd.
- Zorg voor afzetten van het gebied waar er kans is op vallende constructiedelen.
Individueel:
016-0059
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (een goed dempende kap);
veiligheidshelm; handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidsbril of
gelaatsscherm aan de helm; kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/-
wind/regen; ademhalingsbescherming bij te hoge blootstelling aan rook; bescherming
tegen straling en vonken bij het snijbranden (laskap, kleding, handschoenen).
- Neem de voorschriften voor veilig werken nauwgezet in acht.
99
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het snijden van metaal kan een onderdeel zijn van diverse categorieën in diverse RAW
hoofdgroepen.
100
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.10:
Knippen van metaal (handmatig).
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
101
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
In het kader van sloop, onderhoud of renovatie worden metalen delen van een constructie
handmatig gesloopt. Dat kan door handmatig knippen. Bij betonreparatiewerk en bij
funderingswerkzaamheden worden wapening of stekeinden geknipt. Ook worden metalen
constructiedelen of plaatmaterialen doorgeknipt met behulp van een handbetonschaar of met
een hydraulische handbetonschaar.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Sloper, funderingswerker, ijzervlechter, betonreparateur, timmerman, loodgieter,
dakdekker
Materialen:
- Metalen (delen van) constructies, metalen plaat, wapening
Materieel:
- Hydraulisch aggregaat
Gereedschappen:
- Handbetonschaar
- Hydraulische handbetonschaar
102
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
fysische factoren:
geluid
- geel/rood
fysieke belasting:
statische belasting
(lage rug, nek,
schouder):
duwen en
trekken
- rood - geel
veiligheid:
- wegspringend materiaal
- zich snijden aan scherpe randen en/of stekeinden
- uitglijden, vallen, struikelen, zich stoten
- kans op ongevallen door vallend materiaal
- vallen van hoogte
103
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Blootstelling aan toxische stoffen is mogelijk wanneer andere werkzaamheden waarbij
stoffen vrijkomen in de omgeving worden uitgevoerd, bijvoorbeeld kwartsstof bij hakken
en breken of (las)rook bij het werken met snijbranders.
Geluid:
Bij het knippen van metaal kunnen geluidspieken van meer dan 100 dB(A) voorkomen. Ook
het hanteren en verplaatsen van materialen van metaal veroorzaakt vaak hoge geluidsniveaus.
De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) kan bij het knippen van metaal worden overschreden.
De gemiddelde blootstelling over een werkdag is meestal hoger dan 80 dB(A).
Trillingen:
Het knippen met behulp van een handbetonschaar leidt tot schokken in handen en armen.
Frequent en langdurig knippen kan mogelijk leiden tot beschadigingen aan gewrichten,
spieren en botten in handen, armen en schouders.
Veiligheid:
Ongevallen zijn mogelijk door het wegspringen van stukken materiaal.
Snijden is mogelijk aan de randen van het geknipte materiaal.
Ook kunnen werknemers worden geraakt door vallende materialen.
Door de vaak rommelige werkplek is er kans op struikelen, vallen, zich verwonden of
stoten.
Bij het werken langs niet afgezette vloerranden en bij niet afgezette (of dichtgelegde)
vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Fysieke belasting:
Het werken met een handbetonschaar is fysiek zwaar belastend. Dit komt door een
combinatie van veel kracht en ongunstige werkhoudingen. De werkhouding is met name
statisch belastend voor lage rug, schouder en schoudergordel, nek en hoge rug. De duur van
de statische houdingen ligt tussen 1 en 4 uur per werkdag. De duwkracht die geleverd wordt
bij het knippen is hoog, ongeveer 460 Newton als maximale duwkracht. De te leveren kracht is
sterk afhankelijk van de dikte van het staal en de lengte van de handbetonschaar.
104
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Machinaal knippen.
- Ergonomisch vormgegeven schaar.
Organisatorisch:
- Zorg voor deugdelijke steigers of werkplateaus wanneer werkzaamheden boven
schouderhoogte moeten worden uitgevoerd.
- Werkgebied afzetten bij werken op hoogte.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm; veiligheidsbril of
gelaatsscherm aan de helm; bij buitenwerk kleding die afdoende bescherming biedt
tegen kou/wind/regen; bij zonnig weer crème met UV-filter.
105
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het handmatig knippen van metaal kan een onderdeel zijn van diverse categorieën in
diverse RAW hoofdgroepen.
106
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.11:
Knippen/slopen met aan materieel bevestigde hydraulische schaar.
M 016-0060
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
107
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0061
Met een hydraulische machineschaar, bevestigd aan een hydraulische graafmachine of
mobiele kraan, worden (delen van) constructies doorgeknipt. Diverse materialen worden op
deze wijze geknipt (metaal, beton, steen, hout, kunststof).
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Machinist GWW, machinist hydraulische graafmachine
Materialen:
- Diverse constructies
Materieel:
- Materieel voorzien van hydraulische machineschaar.
Gereedschappen:
- Divers handgereedschap.
108
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
dieseluitlaatgassen
kwartsstof
hinderlijk
stof
- geel - rood - groen/rood
fysische factoren:
geluid
lichaams-
trillingen
- geel/rood - geel/rood
fysieke belasting:
statische belasting
(lage rug):
- rood
veiligheid:
- kantelen van materieel
- ongevallen door aanrijden, onbediend in beweging komen, of raken van werknemers
met de machineschaar of met de graafarm
- ongevallen door vallende of wegspringende materialen
- kans op vallen, struikelen, uitglijden, door slechte op- of afstapmogelijkheid
109
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0062
Blootstelling aan uitlaatgassen, waaronder dieseluitlaatgassen, van het materieel. Onder
ongunstige condities kunnen klachten optreden, door emissies van verouderd of slecht
onderhouden materieel in combinatie met een ongunstige windrichting.
Bij het knippen van steen en beton komt stof vrij dat kwarts bevat. Bij binnenwerk worden
in het algemeen de grenswaarden voor hinderlijk stof en respirabel kwartsstof
overschreden. Bij buitenwerk is de concentratie respirabel kwartsstof vaak gelijk aan of
hoger dan de grenswaarde.
Geluid:
M 016-0063
De machinist wordt blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door het materieel en de er mee
uitgevoerde bewerking. Het geluidsniveau daarvan is mede afhankelijk van leeftijd en
onderhoudstoestand van de machine, van eventuele geluiddempende voorzieningen en van al
of niet werken met geopend raam. Het geluidsniveau in de cabine kan liggen tussen 80 en 105
dB(A). Door met gesloten cabine te werken wordt het geluidsnveau met ongeveer 5 dB(A)
verlaagd.
De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) kan dus worden overschreden. Ook de gemiddelde
blootstelling over een werkdag kan de grenswaarde overschrijden.
110
Trillingen:
De machinist wordt blootgesteld aan lichaamstrillingen. De trillingsintensiteit is afhankelijk
van het type materieel, de vering van de stoel en dergelijke en is gemiddeld 0,7 m/s2. De
grenswaarde voor lichaamstrillingen (zie Voorschriften) kan worden overschreden.
Veiligheid:
016-0064
Ongelukken door het kantelen of wegschuiven van de machine, of indien de machine in
beweging komt nadat de machinist de cabine heeft verlaten. De machinist kan bekneld
raken tussen, of gegrepen worden door, draaiende delen bij onderhoud of verhelpen van
storingen. Door slechte op- of afstapmogelijkheid of door ontbreken van leuningwerk is er
kans op vallen, uitglijden of struikelen. Werknemers in de omgeving van de machine
kunnen worden overreden, worden geraakt door de arm of de machineschaar, of worden
geraakt door vallende of wegspringende stukken materiaal.
Fysieke belasting:
Bedienen van het materieel voorzien van een hydraulische schaar is energetisch niet
belastend. Langdurig in dezelfde houding werken kan leiden tot klachten. Tijdens het
bedienen van de machine is er sprake van een statische lage rugbelasting. Gedurende meer
111
dan 4 uur per dag wordt zittend gewerkt. Afwisseling van werkhouding is veelal niet
mogelijk.
112
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Draaiende en bewegende delen afschermen.
- Aanbrengen van beveiliging waardoor de machine automatisch stopt indien er zich een
werknemer voor of achter zou bevinden.
- Cabine die voldoet aan ergonomisch vereisten wat betreft toegankelijkheid,
afmetingen, bediening, uitzicht, stoelcomfort, trillingen, geluid en klimaat.
- Veilige bordessen met leuningwerk en veilige op- en afstapmogelijkheden.
Organisatorisch:
- Zorg voor goed contact tussen machinist en werknemers rond het materieel.
- Zorg voor afzetten van de werkplek in verband met wegspringende of vallende
materialen.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: veiligheidshelm, gehoorbescherming;
handschoenen; veiligheidsschoenen; kleding die afdoende bescherming biedt tegen
kou/tocht.
- Instructie hoe het materieel veilig te bedienen.
113
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het knippen van materialen met een aan materieel bevestigde hydraulische schaar kan een
onderdeel zijn van diverse categorieën in diverse RAW hoofdgroepen.
114
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.12:
Splijten van steen en beton (hydraulisch).
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
115
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
Materiaal dat moeilijk met handkracht te splijten is wordt gespleten met een hydraulische
splijtwig, bestaande uit een hydraulische cilinder met inzetstuk, die voorzien is van
geleiders en een splijtwig. Na het boren van een gat (ca. 50 mm doorsnede) wordt de
splijtwig in het gat geplaatst, waarna men de wig doet uitzetten door middel van
hydraulische aandrijving, totdat het materiaal splijt.
Hydraulische splijtapparatuur bestaat in verschillende formaten: van in de hand gehouden
apparaten ter grootte van een flinke boormachine, tot grote apparaten welke met behulp van
een graafmachine worden geplaatst.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Sloper
Materialen:
- Beton, baksteen, natuursteen (diverse soorten, diverse herkomst)
Materieel:
- Hydraulische splijtapparatuur
- Hydraulisch aggregaat
Gereedschappen:
- Diamantboormachine (kernboormachine)
116
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
uitlaatgassen
- groen*/rood - groen*/rood - geel
fysische factoren:
geluid
- rood
fysieke belasting:
tillen
dragen
duwen en
trekken
- rood - rood - geel/rood
veiligheid
- stof en gruis in de ogen
- wegspringend en vallend materiaal
- losraken en (om)vallen van de boormachine
- vallen van hoogte
- uitglijden op natte/gladde vloer
- elektrocutiegevaar bij nat werken
- kans op beknellingen, vallen, struikelen, zich stoten
* Bij gebruik van watertoevoer (waterkoeling).
117
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Bij het boren van de splijtopening in beton en andere kwartshoudende materialen komt stof
vrij dat kwarts bevat. Wanneer gewerkt wordt met een boormachine zonder afzuiging of
watertoevoer kunnen de grenswaarden voor hinderlijk stof en ook voor respirabel
kwartsstof worden overschreden (bij binnenwerk).
Wanneer wordt gewerkt met een boormachine voorzien van watertoevoer (of afzuiging)
wordt de grenswaarde voor hinderlijk stof en kwartsstof in het algemeen niet overschreden.
Bij buitenwerk zijn de concentraties in vergelijking met binnenwerk veel lager en zal bij het
boren meestal geen sprake zijn van overschrijding van grenswaarden.
Blootstelling aan (diesel)uitlaatgassen, bij gebruik van een aggregaat. Onder ongunstige
condities kunnen klachten optreden, bijvoorbeeld door emissies van verouderd of slecht
onderhouden materieel in combinatie met een ongunstige windrichting.
Geluid:
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de boormachine en door
het hydraulisch aggregaat. Het splijten kan gepaard gaan met een hoge geluidspiek.
Het geluidsniveau bij het boren is in het algemeen 100 dB(A) of hoger. Het geluidsniveau van
een aggregaat ligt op 10 meter afstand meestal tussen 70 en 85 dB(A).
De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt bij het werken met een kernboormachine ver
overschreden; tijdens het eigenlijke splijten ligt het geluidsniveau onder de grenswaarde. De
gemiddelde blootstelling over een werkdag overschrijdt naar verwachting de grenswaarde.
Trillingen:
Bij de meeste soorten kernboormachines is de blootstelling aan hand-arm trillingen gering
of afwezig. Bij sommige soorten kernboormachines kan de werknemer worden blootgesteld
aan hand-arm trillingen, de daarbij optredende effectieve versnelling is echter niet bekend.
Naar verwachting worden de grenswaarden voor hand-arm trillingen (zie Voorschriften) bij het
splijten van steen en beton in het algemeen niet overschreden.
Veiligheid:
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt, of door het
wegspringen van stukken materiaal. Ook zijn ongevallen mogelijk indien de bevestiging van
de boormachine aan vloer, wand of plafond, loslaat waardoor de boormachine (om)valt.
118
Ongevallen bij het splijten van het materaal zijn mogelijk door het wegspringen van stukken
materiaal en/of door het vallen van brokstukken materiaal, waardoor de sloper getroffen
kan worden.
Wanneer wordt gewerkt met watertoevoer is er elektrocutiegevaar wanneer de elektrische
beveiliging van de apparatuur onvoldoende is. Door watergebruik kan de vloer nat worden
waardoor er kans is op uitglijden.
Bij het werken vanaf een trap, op een (rol)steiger, bij niet afgezette vloerranden en bij niet
afgezette (of dichtgelegde) vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Fysieke belasting:
Het boren in steenachtige materialen met een watergekoelde diamantboormachines en het
manoeuvreren van de hydraulische splijtapparatuur is fysiek belastend. Vooral de aan-,
afvoer en verplaatsen van de apparatuur is zwaar. Het gewicht van de boormachine
inclusief boorkroon kan tot 40 tot 50 kg bedragen. Ook de splijtapparatuur kan enkele
tientallen kg of meer wegen. Veelal moet dit materieel handmatig worden verplaatst,
hetgeen fysiek inspannend is.
Het bedienen van de diamantboormachine en de splijtapparatuur is niet zwaar. De
werkhouding tijdens het boren wordt bepaald door de positie van het te bewerken
oppervlak. De houding kan dus knielend, bukkend of staand zijn. Soms worden één van
deze werkhoudingen meer dan 1 uur gemiddeld over een werkdag aangenomen.
Het gebruik van water- of stofafzuiging kan leiden tot een extra fysieke belasting bij het
verplaatsen van de water-/stofzuiger. Het gewicht daarvan kan variëren van enkele kg tot
enige tientallen kg (stofzuiger) tot 60 kg (waterzuiger).
Het manoeuvreren van de hydraulische splijtapparatuur en het plaatsen van de splijtwig gaat
vaak gepaard met duwen en trekken in niet optimale werkhoudingen.
119
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Boormachine voorzien van afzuiging en zo mogelijk van watertoevoer om
blootstelling aan kwartsstof te beperken.
- Geluidgedempt gereedschap.
- Waar mogelijk gebruik maken van boorstatieven.
Organisatorisch:
- Bij de planning vaststellen of de werkplek bereikbaar is bij gebruik van een
afzuigsysteem en/of watertoevoer. Vaststellen of water beschikbaar is.
- Zorg voor veilige werkplek (dichtleggen sparingen, afzetten vloerranden, veilige
steigers).
- Zorg voor aanwezig zijn betrouwbare/veilige bevestigingsmiddelen voor de
boormachine.
- Materieel voorzien van benzine of dieselmotor (aggregaat) buiten opstellen zodat de
uitlaatgassen niet in de werkruimte vrijkomen.
- Zorg voor afzetten van de werkplek in verband met wegspringende of vallende
materialen.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen en/of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm; veiligheidsbril of
gelaatsscherm aan de helm; waterafstotende kleding bij werk aan plafonds; bij
buitenwerk kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/wind/regen;
ademhalingsbescherming bij boren zonder waterkoeling (binnen) een masker of helm
voorzien van aangedreven gefilterde lucht (2P of 3P). Bij buitenwerk een half- of
volgelaatsmasker met filtertype P2 of P3.
120
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het hydraulisch splijten van steen en beton kan een onderdeel zijn van diverse categorieën
in diverse RAW hoofdgroepen.
121
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.13:
Breken van beton- en steenpuin.
M 016-0065
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
122
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0066
Met een mobiele brekerinstallatie worden brokken beton, metselwerk, e.d., gebroken tot
granulaat van de gewenste grootte. Met een shovel wordt het puin in de breker geworpen.
Na het breken komt het granulaat via een transportband uit de breker. Het granulaat wordt
met divers materieel (o.a. gemotoriseerde kruiwagens) of via een mobiele transportband
naar de plaats van opslag getransporteerd. Deze werkzaamheid heeft betrekking op het
werk van de bediener van de brekerinstallatie. Deze bevindt zich veelal op een bordes
achter of boven de bak, controleert het breekproces en bedient de machine.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Sloper
Materialen:
- Betonpuin, metselwerkpuin, asfalt, natuursteen (diverse soorten, diverse herkomst)
Materieel:
- Mobiele brekerinstallatie, mobiele transportband
- Shovel, dumper, wiellaadschop, graafmachine, vrachtwagen, (gemotoriseerde)
kruiwagen
123
Gereedschappen:
- Divers handgereedschap voor klein onderhoud en verhelpen van storingen
- Schop, veger
124
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
uitlaatgassen
- rood - geel - geel
fysische factoren:
geluid
- rood
fysieke belasting:
statische belasting
(benen):
duwen en
trekken
- rood - geel?
veiligheid:
- stof en gruis in de ogen
- wegspringend en vallend materiaal
- vallen van hoogte
- kans op bekneld raken in breker of geraakt worden door ander materieel
- kans op vallen, struikelen, zich stoten, uitglijden
125
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0067
Bij het breken van beton en andere kwartshoudende materialen komt stof vrij dat kwarts
bevat. De hoeveelheid (kwarts)stof die bij het breken vrijkomt is afhankelijk van de soort
steen en het vochtgehalte. De concentratie waaraan de machinist wordt blootgesteld is mede
afhankelijk de afstand tot de breker, de werkplekken waar hij moet zijn de windrichting en
de windsnelheid. De grenswaarde voor hinderlijk stof kan worden overschreden en de
grenswaarde voor respirabel kwartsstof zal meestal worden overschreden.
In het stof waaraan de machinist wordt blootgesteld kunnen incidenteel andere toxische stoffen
aanwezig zijn zoals PAK (afkomstig van teer) of asbest.
Blootstelling aan (diesel)uitlaatgassen, afkomstig van de breker en van ander materieel in de
omgeving. Onder ongunstige condities kunnen klachten optreden, bijvoorbeeld door
emissies van verouderd of slecht onderhouden materieel in combinatie met een ongunstige
windrichting.
Geluid:
M 016-0068
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de brekerinstallatie,
door het storten van het puin en door het materieel waarmee materiaal wordt aan- en
afgevoerd (shovel, dumper, wiellaadschop, graafmachine, vrachtwagen e.d.).
Het geluidsniveau van een breker bedraagt op de bedieningsplaats gemiddeld 90 – 105 dB(A);
126
dit is mede afhankelijk van de steensoort en de beladingsgraad, geluidsniveaus van meer dan
110 dB(A) komen voor. Bij het storten van puin komen geluidsniveaus voor van 100 dB(A) of
meer.
De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt bij het bedienen van een brekerinstallatie ver
overschreden. Ook de gemiddelde blootstelling over een werkdag overschrijdt in het algemeen
ver de grenswaarde.
Trillingen:
De bediener van de brekerinstallatie bevindt zich voor een deel van de tijd op het bordes van
de machine en wordt daar blootgesteld aan de trillingen en schokken waarmee het storten en
breken van het puin gepaard gaat. Het is niet bekend wat de intensiteit is van deze trillingen en
of de grenswaarde voor lichaamstrillingen kan worden overschreden.
Veiligheid:
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt en door het
wegspringen van stukken materiaal.
De machinist kan worden geraakt door de arm of bak van de shovel of ander materieel.
De machinist kan van het bordes vallen indien dit niet of onvoldoende beveiligd is.
Bij onderhoud en verhelpen van storingen kan de machinist bekneld raken in de bewegende
delen van de installatie.
Er is kans op vallen, uitglijden of struikelen bij het betreden en verlaten van het bordes.
Fysieke belasting:
Er wordt langdurig in een staande houding gewerkt, meer dan 4 uur op een dag. Extra
belastend is het duwen en trekken aan bedieningsmiddelen die zich op een ongunstige
locatie bevinden (te hoog, te laag).
127
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Het puin bevochtigen om vrijkomen van stof te beperken.
- Geluidgedempt materieel.
Organisatorisch:
- Zorg voor beveiligd bordes en voor goede op- en afstapmogelijkheden.
- Controleer vooraf of de te breken materialen zijn verontreinigd met teer of asbest.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen in combinatie met
otoplastiek); handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm;
veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; ademhalingsbescherming, een half- of
volgelaatsmasker, met P2- of P3-filter; kleding die afdoende bescherming biedt tegen
kou/wind/regen; bij zonnig weer crème met UV-filter.
128
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het hydraulisch splijten van steen en beton kan een onderdeel zijn van diverse categorieën
in diverse RAW hoofdgroepen.
129
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.14:
Slopen van diverse constructies door beulen, breken, trekken, afhijsen (machinist).
M 016-0069
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
16.15: Hulpwerkzaamheden bij slopen door beulen, breken, trekken, afhijsen.
130
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0070
Bij het beulen wordt een stalen massa (in de vorm van een bal ofwel beul) met behulp van
een dragline met kracht tegen het te slopen object geslagen. Er zijn volautomatische
beulmachines ontwikkeld voor het slopen van horizontale objecten als wegen, startbanen,
brugdekken.
Voor het breken wordt een hydraulische graafmachine ingezet, voorzien van een speciaal
geconstrueerde bak (rotsbak, puinbak, opbreker), “olifantstand” of hydraulische
breekhamer. Daarmee wordt de te slopen constructie bewerkt totdat deze in stukken breekt.
Omduwen en omtrekken vindt plaats met een hydraulische graafmachine met slooparm die
de constructie omduwt of omtrekt. Ook wordt wel gebruik gemaakt van een laadschop met
verzwaarde bak en hulpmiddelen als vijzels of dommekrachten.
Bij het afhijsen wordt een constructie gedemonteerd en grote onderdelen worden met een
mobiele kraan of andere hijsinrichting er van af gehesen.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Machinist hydraulische graafmachine, machinist dragline, machinist mobiele kraan,
sloper
Materialen:
- Diverse constructies (steen, beton, staal, enz.)
Materieel:
- Hydraulische graafmachine (eventueel voorzien van hulpmiddelen als speciale
bakken, drilhamer, olifantstand, slooparm, grijper, enz.), dragline, mobiele kraan
- Hijsgereedschap (hijsstroppen, kettingen, kabels, sluitingen, haken, klemmen,
oogbouten en -moeren, enz.).
Gereedschappen:
- Handgereedschap (steek- en ringsleutels, hamer, voorhamer, stootijzer, koevoet,
staalborstel, handveger).
131
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
uitlaatgassen
hinderlijk stof
kwartsstof
- geel - geel - geel/rood
fysische factoren:
geluid
lichaamstrillingen
- geel/rood - geel/rood
fysieke belasting:
statische belasting
(lage rug):
- rood
veiligheid:
- ongevallen door omvallen van graafmachine, dragline, mobiele kraan
- ongevallen door uit de hijsinrichting of van de constructie vallende materialen
- ongevallen door aanrijding, onbediend in beweging komen, of raken van werknemers
met het materieel of de last
- kans op vallen, struikelen, uitglijden, door slechte op- of afstapmogelijkheid
132
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0071
Blootstelling aan dieseluitlaatgassen, afkomstig van de graafmachine of van ander materieel
in de omgeving. De blootstelling is afhankelijk van het type graafmachine, de
onderhoudstoestand en eventuele voorzieningen om de uitstoot te beperken. Onder
ongunstige condities kunnen klachten optreden, bijvoorbeeld door emissies van verouderd
of slecht onderhouden materieel in combinatie met een ongunstige windrichting.
Bij het bewerken van beton en andere kwartshoudende materialen komt veel stof vrij dat
kwarts bevat. Onder ongunstige condities (droge materialen, weinig wind, ongunstige
windrichting) kan de grenswaarde voor respirabel kwartsstof worden overschreden.
Geluid:
M 016-0072
De machinist wordt blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de graafmachine en door de
bewerking die er mee wordt uitgevoerd (beulen, breken). Het geluidsniveau van de
graafmachine is afhankelijk van leeftijd en onderhoudstoestand, van eventuele
133
geluiddempende voorzieningen en van al of niet werken met geopend raam. Het geluidsniveau
in de cabine kan liggen tussen 80 en 105 dB(A). Door met gesloten cabine te werken wordt het
geluidsniveau in de cabine met ongeveer 5 dB(A) verlaagd. Dat geldt alleen voor geisoleerd
materieel met een relatief laag geluidsniveau in de cabine.
De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt in de cabines van de meeste graafmachines
overschreden. De gemiddelde blootstelling over een werkdag ligt voor de meeste
graafmachines tussen 80 en 100 dB(A) en zal dus meestal ook de grenswaarde overschrijden.
In nieuwe en goed geisoleerde machines ligt het gemiddelde geluidsniveau in de cabine in het
algemeen onder de grenswaarde.
Trillingen:
De machinist wordt blootgesteld aan lichaamstrillingen. De trillingsintensiteit is afhankelijk
van het type graafmachine/dragline/kraan, de vering van de stoel en dergelijke. Gemiddeld
is de trillingsintensiteit van een graafmachine 0,7 m/s2.
De grenswaarde voor lichaamstrillingen (zie Voorschriften) kan worden overschreden.
Veiligheid:
016-0073
Ongelukken kunnen zich voordoen zoals het kantelen of wegschuiven van de machine, of
indien de machine in beweging komt nadat de machinist de cabine heeft verlaten.
De machinist kan bekneld raken tussen, of gegrepen worden door, draaiende delen bij
onderhoud of verhelpen van storingen. Door slechte op- of afstapmogelijkheid of door
ontbreken van leuningwerk is er kans op vallen, uitglijden of struikelen.
Ook het gebruik van versleten of beschadigd hijsgereedschap kan leiden tot ongevallen.
Werknemers in de omgeving van de machine kunnen bekneld raken, overreden worden of
worden geraakt door de arm of door de daaraan aangebrachte hulpmiddelen of last, of door
vallend materiaal.
Ongevallen zijn ook mogelijk door het instorten of wegspringen van delen van de te slopen
constructie.
Fysieke belasting:
Het bedienen van een machine die uitgerust is met sloopmaterieel (kogel, beul, olifantstand,
e.d.) is energetisch niet belastend. Wel kunnen klachten veroorzaakt worden doordat
langdurig in dezelfde houding gewerkt wordt.
Tijdens het bedienen van de machine is er sprake van een statische lage rugbelasting.
134
Gedurende meer dan 4 uur per dag wordt zittend gewerkt. Afwisseling van werkhouding is
veelal niet mogelijk.
135
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Draaiende en bewegende delen afschermen.
- Aanbrengen van beveiliging waardoor de machine automatisch stopt indien er zich een
werknemer voor of achter zou bevinden.
- Cabine die voldoet aan ergonomisch vereisten wat betreft toegankelijkheid,
afmetingen, bediening, uitzicht, stoelcomfort, trillingen, geluid en klimaat.
- Overdrukcabine voorzien van stoffilter.
- Veilige op- en afstapmogelijkheden.
Organisatorisch:
- Zorg voor goed contact tussen machinist en werknemers rond de sloopinstallatie.
- Zorg voor afzetten van de werkplek in verband met wegspringende of vallende
materialen.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming; handschoenen;
veiligheidsschoenen; kleding die afdoende bescherming biedt tegen kou/tocht.
- Instructie hoe de graafmachine/dragline/mobiele kraan veilig te bedienen.
- Instructie inzake communicatie met andere werknemers.
136
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het slopen door beulen, breken, trekken of afhijsen kan een onderdeel zijn van diverse
categorieën in diverse RAW hoofdgroepen.
137
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.15:
Hulpwerkzaamheden bij slopen door beulen, breken, trekken, afhijsen.
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
16.15: Slopen van diverse constructies door beulen, breken, trekken, afhijsen (machinist).
138
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
De hulpwerkzaamheden bij het beulen, breken, trekken of afhijsen van constructies bestaan
uit het aanbrengen en losmaken van hijsstroppen, het geven van aanwijzingen aan de
machinist, het losschroeven, losbreken, doorzagen, doorknippen, doorslijpen of
doorbranden (met een snijbrander) van delen van de constructie. Deze werkzaamheden
worden soms uitgevoerd vanuit een gondel (hoogwerkersbak) die door een dragline of
mobiele kraan naar de juiste plek wordt gehesen.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Sloper
Materialen:
- Diverse constructies (steen, beton, staal, enz.)
Materieel:
- Hydraulische graafmachine (eventueel voorzien van hulpmiddelen als speciale
bakken, drilhamer, olifantstand, slooparm, grijper, enz.), dragline, mobiele kraan.
- Hijsgereedschap (hijsstroppen, kettingen, kabels, sluitingen, haken, klemmen,
oogbouten en -moeren, enz.).
Gereedschappen:
- Handgereedschap (steek- en ringsleutels, hamer, voorhamer, stootijzer, koevoet,
staalborstel, handveger).
- Haakse slijper.
- Snijbrander.
139
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
uitlaatgassen
hinderlijk stof
kwartsstof
- geel/rood - geel/rood - geel/rood
fysische factoren:
geluid
hand-arm
trillingen
- rood - geel/rood
fysieke belasting:
tillen
dragen
duwen en
trekken
- geel - geel - geel
veiligheid:
- omvallen van graafmachine, dragline, mobiele kraan
- materiaal kan uit hijsinrichting vallen
- ongevallen door aanrijding, onbediend in beweging komen, of geraakt worden door het
materieel dan wel het materiaal bij het manoeuvreren
- kans op vallen, struikelen, uitglijden, door rommelige werkplek
140
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Blootstelling aan dieseluitlaatgassen, afkomstig van de graafmachine of van ander materieel
in de omgeving. De blootstelling is afhankelijk van het type graafmachine, de
onderhoudstoestand en eventuele voorzieningen om de uitstoot te beperken. Onder
ongunstige condities kunnen klachten optreden, bijvoorbeeld door emissies van verouderd
of slecht onderhouden materieel in combinatie met een ongunstige windrichting.
Bij het slopen van beton en andere kwartshoudende materialen komt veel stof vrij dat
kwarts bevat. Afhankelijk van de omstandigheden (droge materialen, weinig wind,
ongunstige windrichting) zullen de grenswaarden voor hinderlijk stof en voor respirabel
kwartsstof worden overschreden.
Bij het doorzagen, doorslijpen of doorsnijden (met snijbrander) van metalen constructies
kunnen hoge concentraties metaaloxiden (meestal inert stof) voorkomen. Doordat het
assisterende werkzaamheden betreft is de blootstelling meestal van korte duur. Daardoor is
naar verwachting gemiddeld over een werkdag meestal geen sprake van overschrijding van
grenswaarden.
Geluid:
De sloper wordt blootgesteld aan het geluid (80 tot 100 dB(A)) veroorzaakt door de
graafmachine/dragline/mobiele kraan en ander materieel in de omgeving. Het geluidsniveau
daarvan is afhankelijk van leeftijd en onderhoudstoestand van het materieel, van eventuele
geluiddempende voorzieningen en ook van de bewerkingen die met het materieel worden
uitgevoerd. Verder wordt de sloper af en toe blootgesteld aan geluid door de eigen
werkzaamheden (slijpen, snijden, zagen): 95 tot 110 dB(A).
De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt in het algemeen overschreden. Ook de
gemiddelde blootstelling over een werkdag overschrijdt meestal de grenswaarde (85 tot 95
dB(A).
Trillingen:
De sloper wordt blootgesteld aan hand-arm trillingen bij het werken met in de hand
gehouden slijpmachines, zaagmachines of boormachines. De effectieve versnelling van dit
soort apparatuur bedraagt meestal circa 5 tot 10 m/s2, maar hogere waarden tot 20 zijn ook
mogelijk. Meestal worden de werkzaamheden veelvuldig afgewisseld met andere
141
werkzaamheden waarbij geen blootstelling aan trillingen plaatsvindt. De grenswaarde voor
hand-arm trillingen (zie Voorschriften) kan worden overschreden indien langer dan circa
0,5 tot 1 uur per dag met deze apparatuur wordt gewerkt.
Veiligheid:
Ongelukken kunnen zich voordoen door het kantelen of wegschuiven van de machine, of
indien de machine in beweging komt nadat de machinist de cabine heeft verlaten.
De sloper kan bekneld raken tussen, of gegrepen worden door, draaiende delen bij
onderhoud of verhelpen van storingen.
Door de vaak rommelige werkomgeving is er kans op vallen, uitglijden of struikelen.
Ook het gebruik van versleten of beschadigd hijsgereedschap kan leiden tot ongevallen.
Werknemers in de omgeving van de machine kunnen bekneld raken, overreden worden of
worden geraakt door de arm of door de daaraan aangebrachte hulpmiddelen of last, of door
vallend materiaal.
Ongevallen zijn ook mogelijk door het instorten of wegspringen van delen van de te slopen
constructie.
Bij het doorzagen, doorslijpen of doorsnijden (met snijbrander) van delen van constructies
kunnen zich ongevallen voordoen door wegspringend materiaal, contact met de draaiende
machine, verbranden door de vlam of door vonken.
Fysieke belasting:
Het assisteren van een machinist van een sloopmachine is fysiek zwaar belastend. Bij
diverse werkzaamheden, zoals aanbrengen van stroppen en kettingen, het doorslijpen,
snijden of zagen van constructieonderdelen wordt in ongunstige werkhoudingen veel duw-
en trekkracht geleverd. Over het algemeen wordt in deze werkhoudingen niet lang gewerkt.
Er is geen sprake statische belasting.
De stroppen, kettingen en ander hijsmaterieel worden regelmatig verplaatst om deze te
bevestigen aan de te slopen onderdelen. Dit betekent veel tillen en dragen.
142
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Draaiende en bewegende delen van de sloopinstallatie afschermen.
- Aanbrengen van beveiliging waardoor de machine automatisch stopt indien er zich een
werknemer voor of achter zou bevinden.
Organisatorisch:
- Zorg voor goed contact tussen machinist en werknemers rond de sloopinstallatie.
- Zorg voor afzetten van de werkplek in verband met wegspringende of vallende
materialen.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen, zo nodig in
combinatie met otoplastiek); handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen;
veiligheidshelm; veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; ademhalingsbescherming
bijvoorkeur helm met aangedreven gefilterde lucht (TH2P of TH3P); kleding die
afdoende bescherming biedt tegen kou/wind/regen; bij zonnig weer crème met UV-
filter.
143
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het slopen door beulen, breken, trekken of afhijsen kan een onderdeel zijn van diverse
categorieën in diverse RAW hoofdgroepen.
144
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.16:
Opruimen van puin en vrijkomende materialen (handmatig).
M 016-0074
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
145
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
016-0075
Het handmatig afvoeren van vrijkomende materialen vindt meestal plaats met schop en
kruiwagen naar een in de nabijheid opgestelde container.
Delen die niet op de kruiwagen passen worden soms gesleept; als er voldoende ruimte is
kan er met een bobcat worden gewerkt. Soms worden grote delen nog verder verkleind
alvorens te worden afgevoerd.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Sloper, timmerman in onderhoud en renovatie
Materialen:
- Beton, baksteen, kalkzandsteen, natuursteen, gasbeton, gipsblokken
- Hout, metaal, kunststof, isolatiematerialen, dakbedekkingsmateriaal (pannen,
leisteen, bitumen, enz.
Materieel:
- Kruiwagen, motorkruiwagen
- Mobiele transportband
Gereedschappen:
146
- Schop
- Handhamers (klauwhamer, voorhamer, vuistje), beitels, schroevendraaiers
- Breekijzer, koevoet, stootijzer
147
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof
hinderlijk stof
- rood - geel/rood
fysische factoren:
geluid
- rood
fysieke belasting:
tillen dragen duwen en
trekken
- rood - rood -rood
veiligheid:
- wegspringend materiaal
- vallend materiaal
- struikelen, vallen,
- beknellingen, zich stoten, zich snijden
148
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
016-0076
Bij het opruimen van puin en beton komt veel stof vrij dat kwarts bevat. Bij binnenwerk en
soms ook bij buitenwerk (droge materialen, weinig wind, besloten liggende werkplek),
kunnen de grenswaarden voor hinderlijk stof en respirabel kwartsstof worden overschreden.
Bij het afvoeren van isolatiematerialen zoals glas- of steenwol komen minerale vezels vrij;
blootstelling daaraan kan leiden tot irritatie van de huid, de ogen en de luchtwegen. De
grenswaarde voor vezels van glas- en steenwol bedraagt 2 vezels/cm3. De grenswaarde wordt
meestal niet overschreden.
Geluid:
M 016-0077
Blootstelling aan geluid door materieel in de omgeving (kraan, shovel, dumper, bobcat,
vrachtwagen). Verder kunnen bij het slaan met gereedschap op harde materialen of bij het
slaan van metaal op metaal (hamer – beitel) geluidspieken van meer dan 100 dB(A) optreden.
Ook het gooien van materialen in de kruiwagen veroorzaakt geluid. De grenswaarde voor
geluid (85 dB(A)) wordt bij handmatig opruimen van puin regelmatig overschreden. De
gemiddelde blootstelling over een werkdag ligt naar verwachting tussen 85 en 90 dB(A).
Hogere geluidsniveaus zijn mogelijk indien het werk wordt gecombineerd met handelingen die
erg veel geluid veroorzaken zoals slijpen, zagen en hakken.
149
Veiligheid:
016-0078
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt, door stoten of
bekneld raken, door verwonden aan scherpe delen zoals splinters, spijkers of glasscherven.
Ook kunnen werknemers worden geraakt door vallende materialen door opruimwerk op
andere verdiepingen of door bezwijken van de constructie. Door de vaak rommelige
werkplek is er kans op struikelen, vallen en eventueel kantelen van de kruiwagen, o.a. bij
lossen via loopplank in een container. Bij het werken langs niet afgezette vloerranden en bij
niet afgezette (of dichtgelegde) vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Fysieke belasting:
150
016-0079
Het handmatig opruimen van puin is fysiek belastend. Vrijkomende materialen worden door
de werknemer getild en gedragen. Het gewicht van deze materialen kan sterk variëren van
een paar kilo tot meer dan 25 kg. Tijdens het rijden met een volle kruiwagen worden duw-
en trekkrachten geleverd. Bij een volle kruiwagen is dit gemiddeld 150 Newton.
151
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Bevochtigen van puin en ander stoffig materiaal om stofvorming tegen te gaan.
Organisatorisch:
- Bij werkzaamheden waarbij veel stof vrijkomt, geen andere werkzaamheden
gelijktijdig in dezelfde ruimte uitvoeren.
- Zorg voor goede ventilatie.
- Tref voorzorgsmaatregelen om letsel door vallende materialen te voorkomen.
- Handmatig opruimwerk regelmatig afwisselen met minder zwaar belastende
activiteiten. Voldoende rustpauzes inlassen.
- Bewerken (verkleinen) van materialen zo veel mogelijk vermijden.
- Stofzuigen in plaats van vegen.
Individueel:
016-0080
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm; veiligheidsbril of
gelaatsscherm aan de helm; bij buitenwerk kleding die afdoende bescherming biedt
tegen kou/wind/regen; bij zonnig weer crème met UV-filter;
ademhalingsbescherming: door het zware werk is een half- of volgelaatsmasker (door
de hinder) vaak niet te gebruiken, kies dan voor een masker met aangedreven gefilterde
152
lucht (TM2P of TM3P) (opmerking: een helm met aangedreven gefilterde lucht (TH2P
of TH3P) is voor dit werk minder geschikt omdat de zwaarte van het werk ertoe kan
leiden, dat meer lucht wordt geïnhaleerd dan wordt ingeblazen waardoor stof kan
binnendringen).
153
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het opruimen van puin in het kader van sloopwerk kan een onderdeel zijn van diverse
categorieën in diverse RAW hoofdgroepen.
154
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.17:
Demontage van installaties (handmatig).
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
155
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
Installaties en andere constructies van staal (of ander metaal) of hout worden gedemonteerd
door los schroeven of uit elkaar nemen van de onderdelen. Bij het demonteren wordt
gewerkt met diverse sleutels, tangen en met bekrachtigde sleutels zoals een pneumatische
slagmoersleutel. Ook handboormachines en elektrische schroevendraaiers worden gebruikt.
Indien nodig wordt gebruik gemaakt van andere methoden als breken, knippen, doorslijpen,
doorzagen of doorsnijden (met snijbrander) om de constructie te demonteren.
Voor industriële procesinstallaties worden in het algemeen gespecialiseerde sloopbedrijven
of werknemers van het eigen bedrijf ingeschakeld.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Sloper
Materialen:
- Diverse constructies en installaties, voornamelijk van hout en/of metaal
Materieel:
- Kraan
- Aggregaat
Gereedschappen:
- Pneumatische slagmoersleutel
- Elektrische schroevendraaier, handboormachine, handcirkelzaag
- Divers handgereedschap (steek- en ringsleutels, tangen, schroevendraaiers, hamers
enz.)
156
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen*:
fysische factoren:
geluid
hand-arm
trillingen
- geel/rood - geel/rood
fysieke belasting:
statische belasting
(lage rug):
duwen en
trekken
- rood - rood
veiligheid:
- valgevaar bij werken op hoogte
- kans op snijden aan scherpe delen.
- kans op ongevallen door hanteren gereedschap
- brand-/explosiegevaar
- elektrocutiegevaar bij werken met elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving
* Huidcontact met diverse toxische stoffen in oude installaties is mogelijk.
157
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Blootstelling aan toxische stoffen kan voorkomen indien in de installatie toxische
(vloei)stoffen aanwezig zijn in tanks of leidingen. Om welke stoffen het gaat is afhankelijk
van de aard van de te slopen installatie, bijvoorbeeld ondergrondse opslagtanks en leidingen
voor benzine, huisbrandolie en gierkelders.
Bij het demonteren van diverse installaties (verwarming, klimaatbeheersing) kunnen slopers
in aanraking komen met asbest. Bij het verwijderen van isolatiematerialen zoals glas- of
steenwol komen minerale vezels vrij; blootstelling daaraan kan leiden tot irritatie van de huid,
ogen en luchtwegen. De grenswaarde voor vezels van glas- en steenwol bedraagt 2 vezels/cm3.
Die grenswaarde wordt meestal niet overschreden.
Geluid:
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door elektrisch of
pneumatisch handgereedschap. Tijdens het werken met dat gereedschap zijn geluidsniveaus
mogelijk van 85 tot 110 dB(A), afhankelijk van het soort gereedschap. Het slaan van metaal
op metaal veroorzaakt hoge geluidspieken.
De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt regelmatig overschreden. Bij het werken met
elektrisch of pneumatisch aangedreven handgereedschap zal ook de gemiddelde blootstelling
over een werkdag in het algemeen de grenswaarde overschrijden.
Trillingen:
Bij het werken met een bekrachtigde slagmoersleutel, elektrische handboormachine,
handcirkelzaag of schroevendraaier wordt de werknemer blootgesteld aan hand-
armtrillingen; de gemiddelde effectieve versnelling bedraagt bij dit gereedschap 4 tot 8
m/s2. Grenswaarden (zie Voorschriften) kunnen worden overschreden indien langer dan circa
1 uur per dag met deze apparatuur wordt gewerkt. Bij het handmatig demonteren van
installaties is dat vaak het geval.
Veiligheid:
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt (vooral bij het
werken boven het hoofd), door het vallen van materiaal, door snijden aan scherpe
materialen en door het gereedschap waarmee men werkt.
Bij het werken vanaf een trap, op een steiger, bij niet afgezette vloerranden en bij niet
158
afgezette (of dichtgelegde) vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Slechte planning of foutieve uitvoering van het werk kan leiden tot ongevallen door
instorten van de installatie.
Fysieke belasting:
Het demonteren van stalen constructies is mechanisch zeer belastend. Tijdens het
demonteren staat de werknemer lange tijd achtereen voorovergebogen te werken. Over een
werkdag zal een werknemer tussen de 1 tot 4 uur gebogen staan te werken, met een
rompbuiging van meer dan 60 graden.
Bij het werken met bekrachtigde sleutels wordt veel duwkracht geleverd om controle over
het gereedschap te houden. Aangedreven gereedschap weegt circa 2 tot 8 kg. Tijdens het
werk wordt dit gereedschap regelmatig getild.
Het werken met handsleutels vraagt eveneens veel trek- en duwkracht. De maximale
trekkracht bij het aandraaien van een moer kan meer dan 500 Newton bedragen.
159
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Geluidgedempt en trillingsarm gereedschap.
Organisatorisch:
- Vooraf vaststellen aan welke toxische stoffen blootstelling mogelijk is en adequate
maatregelen nemen; ook vaststellen of bodemverontreiniging aanwezig is bij
verwijderen van ondergrondse installaties.
- Asbest mag alleen verwijderd worden door gecertificeerde bedrijven onder toezicht
van een Deskundig Toezichthouder Asbestsloop (DTA).
- Werkzaamheden afwisselen met werk waarbij geen blootstelling aan trillingen
optreedt.
- Zorg voor deugdelijke steigers of werkplateaus wanneer werkzaamheden boven
schouderhoogte moeten worden uitgevoerd.
- Zorg voor adequate beveiliging bij werk waarbij er kans is op vallen van hoogte.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming (oorkappen of otoplastiek);
handschoenen; veiligheidslaarzen of -schoenen; veiligheidshelm; bij slijpen een
veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm; indien nodig ademhalingsbescherming
afgestemd op de toxische stof die vrij kan komen; bij buitenwerk kleding die afdoende
bescherming biedt tegen kou/wind/regen; bij zonnig weer crème met UV-filter.
160
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het handmatig demonteren van installaties kan een onderdeel zijn van diverse categorieën
in diverse RAW hoofdgroepen.
161
ARBOKENNISSYSTEEM
Werkzaamheid 16.18:
Frezen van leidingsleuven.
Voor een volledig overzicht van arborisico's en oplossingsmogelijkheden is het noodzake-
lijk ook de volgende documenten te raadplegen:
16.A: “Algemene risico's en oplossingen bij het bewerken van steenachtige materialen en
bij sloopwerkzaamheden”.
162
1. ALGEMEEN
Omschrijving van de werkzaamheid:
Sleuvenfreesmachines worden gebruikt om in een ondergrond van steenachtig materiaal
(meestal kalkzandsteen of gips) een sleuf te frezen, om leidingen weg te kunnen werken. De
breedte en diepte van de sleuf kunnen worden ingesteld. Vaak wordt het laatste deel van de
sleuf (waar de frees niet kan komen) gemaakt met een boormachine of pneumatische (of
elektrische) hamer. Indien nodig worden ook gaten geboord voor het aanbrengen van
elektradozen. De meeste freesmachines kunnen worden voorzien van een mogelijkheid tot
afzuiging van het vrijkomende gruis en stof.
De werkzaamheid heeft betrekking op het beroep:
- Elektromonteur, sleuvenhakker, betonboorder
Materialen:
- Beton, gasbeton, kalkzandsteen, gips
Materieel:
- Rolsteiger, trap
Gereedschappen:
- Freesmachine (of steenzaagmachine met dubbelzaagblad), kernboormachine,
boormachine, pneumatische (of elektrische) hamer.
163
Samenvatting belastende factoren:
Beoordeling per factor:
- geel: verhoogd risico, maatregelen opnemen in een plan
van aanpak
- rood: sterk verhoogd risico, maatregelen noodzakelijk
toxische stoffen:
kwartsstof hinderlijk stof
(geen afzuiging)
- rood - rood
fysische factoren:
geluid
hand-arm
trillingen
- rood -geel/rood
fysieke belasting:
tillen
duwen en
trekken
statische belasting
(benen):
- rood - rood - rood
(lage rug):
- rood
(schouder, nek en
hoge rug, pols):
- rood
veiligheid:
- wegspringend materiaal
- kans op ongevallen door wegschieten van de freesmachine of boorhamer
164
2. ARBORISICO'S
Toxische stoffen:
Bij het frezen van sleuven in beton en andere kwartshoudende materialen komt erg veel stof
vrij dat kwarts bevat. Wanneer gewerkt wordt met een freesmachine zonder afzuiging
wordt de grenswaarde voor hinderlijk stof in het algemeen overschreden en wordt de
grenswaarde voor respirabel kwartsstof ver (soms met een factor 100 of meer)
overschreden.
Wanneer gewerkt wordt met een freesmachine met afzuiging wordt de grenswaarde voor
hinderlijk stof in het algemeen niet overschreden. De grenswaarde voor respirabel
kwartsstof kan nog wel worden overschreden, omdat er ondanks gebruik van afzuiging toch
nog stof vrijkomt. Stof komt dan vooral vrij bij een oneffen oppervlak of in de hoeken,
waar de afzuigkap niet goed aansluit op de ondergrond.
Geluid:
De werknemers worden blootgesteld aan het geluid veroorzaakt door de freesmachine; het
geluidsniveau bedraagt ongeveer 100 dB(A). De grenswaarde voor geluid (85 dB(A)) wordt
bij het werken met een freesmachine in het algemeen ver overschreden. Ook de gemiddelde
blootstelling over een werkdag overschrijdt in het algemeen de grenswaarde.
Trillingen:
Bij het werken met een freesmachine wordt de werknemer blootgesteld aan hand-
armtrillingen; de gemiddelde effectieve versnelling bedraagt ongeveer 7 m/s2.
Grenswaarden (zie Voorschriften) kunnen worden overschreden indien langer dan circa 1 uur
per dag met deze apparatuur wordt gewerkt. Dat is vaak het geval.
Veiligheid:
Ongevallen zijn mogelijk doordat stof of gruis in de ogen terechtkomt, door het
wegspringen van stukken materiaal en door het wegschieten van de freesmachine.
Wanneer wordt gewerkt met watertoevoer is er elektrocutiegevaar wanneer de elektrische
beveiliging van de apparatuur onvoldoende is.
Bij het werken vanaf een trap, op een steiger, bij niet afgezette vloerranden en bij niet
165
afgezette (of dichtgelegde) vloersparingen is er kans op vallen van hoogte.
Fysieke belasting:
Het werken met een freesmachine is fysiek belastend. Dat geldt ook voor het boren en het
hakken en wordt veroorzaakt door het hanteren van het zware gereedschap in combinatie
met het langdurig aannemen van dezelfde (vaak ongunstige) werkhouding en de vaak grote
krachtsuitoefening.
Tijdens het frezen wordt door de werknemer drukkracht op de freesmachine uitgeoefend
om de bewerking goed uit te voeren (105 Newton, meer dan 4 uur per dag). Ook wordt
door een duw- of trekkracht de machine in de gewenste richting gemanoeuvreerd. Het
gewicht van de freesmachine, de boormachine en de pneumatische hamer ligt tussen 4 en
12 kg. Tijdens het werk worden de machines regelmatig getild met één of twee handen
getild in niet optimale asymmetrische tilhoudingen (frequentie < 1 keer per minuut). De
materialen worden over kleine afstanden gedragen (frequentie 1 keer per 1 tot 5 minuten).
Er is sprake van een statische belasting van de schouder en schoudergordel (arm(en) > 4
uur, 20 tot 60 graden omhoog) en de pols (extreme stand). Ook wordt er meer dan 4 uur
over de dag gestaan.
166
3. OPLOSSINGS- EN VERBETERINGSMOGELIJKHEDEN
Technisch:
- Apparatuur voorzien van afzuiging en zo mogelijk van watertoevoer om blootstelling
aan kwartsstof te beperken.
- Geluidgedempt en trillingsarm gereedschap (anti-vibratie handgreep).
- Prefabwanden met uitsparingen voor leidingen.
Organisatorisch:
- Zorg voor aanwezig zijn stofafzuiging en/of watertoevoer.
- Werkzaamheden afwisselen met werk waarbij geen blootstelling aan trillingen
optreedt.
- Zorg voor deugdelijke steigers of werkplateaus wanneer werkzaamheden boven
schouderhoogte moeten worden uitgevoerd.
- Stem het werk af met andere aannemers zodat geen andere werknemers aan hoge
kwartsstof concentraties worden blootgesteld.
Individueel:
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: gehoorbescherming; (trillingsdempende)
handschoenen; veiligheidsschoenen; veiligheidsbril of gelaatsscherm aan de helm.
- Ademhalingsbescherming: bij frezen zonder afzuiging of watertoevoer onafhankelijke
ademhalingsbescherming met toevoer van schone (pers)lucht; bij frezen van
kwartsbevattende materialen met afzuiging of watertoevoer een masker of helm met
aangedreven gefilterde lucht (TH2P of TH3P, TM2P of TM3P).
167
168
4. VAN TOEPASSING ZIJNDE RAW- EN STABU-CATEGORIEËN
Het frezen van leidingsleuven kan een onderdeel zijn van diverse categorieën in een aantal
RAW hoofdgroepen.