Arbeidsmarktonderzoek - desaroyodihubentut.c · 2.4.2 Beroepen 18 2.4.3 Survey 19 . 3....

83
Arbeidsmarktonderzoek Kansen en randvoorwaarden voor jongeren van de Sociale Vormingsplicht KBB 2013.20 Curaçao, februari 2014 Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curaçao KENNISCENTRUM BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN CURAÇAO TEL 8402777 EMAIL [email protected] WEBSITE WWW.KBBCURACAO.COM

Transcript of Arbeidsmarktonderzoek - desaroyodihubentut.c · 2.4.2 Beroepen 18 2.4.3 Survey 19 . 3....

ArbeidsmarktonderzoekKansen en randvoorwaarden voor jongeren van de

Sociale VormingsplichtKBB 2013.20

Curaçao, februari 2014Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curaçao

kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven curaÇao tel 8402777 emAil [email protected] weBSite www.kbbcuracao.com

Colofon

Opdrachtgever Ministerie van Onderwijs Wetenschap Cultuur & Sport (OWC&S)

Contactpersoon SVP Patricia Pedro Trustfull

Noisette Eisden - Varlack

Projectteam

Gofrie van Lieshout directeur KBB en projectleider onderzoek

Elly Hellings externe adviseur IndigoBlue Consult

Samuel Velasquez ondersteuning werving respondenten en enquêteur

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 2 of 82

Inhoudsopgave

1. Inleiding 07 1.1 Aanleiding onderzoek 07 1.2 Arbeidsmarktsituatie Curaçao 08 1.3 Discrepantie vraag en aanbod 12 1.4 Opdrachtomschrijving 13

Hoofdstuk Inhoud Pagina Voorwoord 04 Samenvatting 05

2. Onderzoeksopzet 15 2.1 Inleiding 15 2.2 Doelstelling 15 2.3 Doelgroep 16 2.4 Onderzoeksmethodiek 16 2.4.1 Sociaal maatschappelijk profiel 17 2.4.2 Beroepen 18 2.4.3 Survey 19 3. Onderzoeksresultaten 21 3.1 Inleiding 21 3.2 Respons 21 3.2.1 Achtergrond respondenten 22 3.2.2 Bedrijfsgrootte respondenten 23 3.2.3 Aanwezigheid van gecertificeerde leermeesters bij respondenten 24 3.3 Bekendheid en ervaringen met de SVP doelgroep 26 3.4 Arbeidsplaatsen op assistent niveau 28 3.5 Kansen en voorwaarden voor de SVP doelgroep 28 3.5.1 De relevantie van het sociaal maatschappelijk profiel voor de werkgever 29 3.5.2 Gewenste competenties 30 3.5.3 Plaats voor SVP-ers in de toekomst 31 3.5.4 Randvoorwaarden voor plaatsing 33 3.6 Plaats voor de toekomst en specifieke voorwaarden per beroep 34 3.6.1 Bakkerij assistent 35 3.6.2 Assistent bouwplaats 35 3.6.3 Assistent monteur sterkstroominstallaties 36 3.6.4 Horeca assistent 36 3.6.5 Assistent autotechnicus 37 3.6.6 Assistent autospuiter/schadehersteller 37 3.6.7 Assistent sport & beweging 38 3.6.8 Assistent kinderopvang 38 3.6.9 Assistent uiterlijke verzorging 39

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 3 of 82

4. Conclusie en aanbevelingen 40 4.1 Inleiding 40 4.2 Conclusies 40 4.2.1 Onderzoeksopzet 40 4.2.2 Bereidheid werkgevers 41 4.2.3 De relevantie van het sociaal maatschappelijk profiel en begeleiding 41 4.2.4 De minimale eisen m.b.t. vakinhoudelijke kennis en vaardigheden 41 4.2.5 Concrete plaatsen 42 4.3 Eindconclusie 43 4.4 Aanbevelingen 43

Literatuurlijst 47

Bijlagen

I Sociaal maatschappelijk profiel 49

II Overzicht beroepen 50

III Beroepsprofielen 51

IV Brief 71

V Vragenlijst arbeidsmarktonderzoek SVP 72

VI Overzicht figuren 82

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 4 of 82

Voorwoord

In dit rapport treft u de bevindingen aan van het arbeidsmarktonderzoek naar de mogelijkheden en kansen voor de jongeren van de Sociale Vormingsplicht (SVP). Het onderzoek is uitgevoerd in de tweede helft van 2013 door het Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curaçao (KBB) in opdracht van het ministerie van Onderwijs Wetenschap Cultuur & Sport (OWC&S).

De doelgroep van de SVP betreft vaak kwetsbare jongeren die extra begeleiding nodig hebben op weg naar betaalde arbeid, welke wordt geboden door de professionals van de SVP. De achtergrond en situatie van elke jongere is weer anders en vraagt een op maat gerichte aanpak. KBB heeft getracht met dit rapport inzicht te geven in de mogelijkheden en bijbehorende voorwaarden op de arbeidsmarkt zodat de kansen op aansluiting en succes voor deze jongeren verder verbeterd worden.

Curaçao, februari 2014

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 5 of 82

Samenvatting

Om het programma SVP een duurzaam karakter te geven, is het plan om trajecten op SBO niveau 1-2 een plaats te geven binnen bestaande onderwijsstructuren en te bundelen in een centrale begeleidingsorganisatie. In dit kader is door KBB onderzocht waar kansen liggen voor de SVP-doelgroep op de arbeidsmarkt. Aan de hand van 10 vooraf bepaalde beroepsprofielen en een sociaal maatschappelijke schets van de SVP-er is aan betreffende sectoren voorgelegd welke voorwaarden zij noodzakelijk achten vinden om deze jongeren een arbeidsplaats te bieden.

Op Curaçao komen vooral jongeren erg moeilijk aan een baan. Het jeugdwerkloosheidspercentage is tussen 2011 en 2013 gestegen van 24,7% naar 37,2%, wat neer komt op ongeveer 2200 jongeren. Het zijn vooral schoolverlaters die erg moeilijk aan een baan komen. Het succesvol begeleiden van de groep die voortijdig uitvalt naar betaalde arbeid is dan ook steeds moeilijker geworden.

De belangrijkste algemene voorwaarden die naar voren komen hebben betrekking op sociaal maatschappelijke kenmerken en betreffen motivatie, betrouwbaarheid en het nemen van verantwoordelijkheid. De werkgevers vinden dit veruit belangrijker dan de vakinhoudelijke kennis die jongeren meebrengen. Ook de sociale achtergrond van de jongeren wordt als minder belangrijk beschouwd als men maar gemotiveerd is en verantwoordelijkheid neemt. Werkgevers zijn niet zozeer bezig met het vraagstuk waar iemand vandaan komt of waar hij of zij een opleiding volgde. Het gaat hen voornamelijk om de juiste combinatie van vakinhoudelijke kennis en, vooral op het assistenten niveau, om de sociale vaardigheden en houding van de jongere. Een kleiner deel van de werkgevers wil zich extra inzetten op grond van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Opvallend is dat juist veel relatief kleine bedrijven de tijd hebben genomen om te reageren en aangeven bereid te zijn om aan deze doelgroep een kans te bieden. Sociaal-emotionele begeleiding voor, tijdens en na de plaatsing door professionals is een must voor werkgevers. Evenals goede voorlichting en begeleiding van de eigen medewerkers.

Op vakinhoudelijk vlak staat de vraaggestuurdheid centraal. Beter een leer-werktraject dat werkelijk aansluit op de functie en past bij de interesse en talenten van de jongere (eventueel gekoppeld aan een bedrijfs- of branche certificaat), dan een te algemene opleiding die niet past en demotiveert. Of in alle gevallen het reguliere systeem gevolgd moet worden voor deze specifieke doelgroep is dan ook de vraag. Ook zijn goede en eerlijke voorlichting en selectie van groot belang.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 6 of 82

Als gekeken wordt naar de sectoren waar in ieder geval nu werk is op dit niveau (assistent), is vooral de horeca assistent sterk vertegenwoordigd, op afstand gevolgd door de bouwplaats assistent en de assistent monteur sterkstroominstallaties. Voor de functie assistent autotechnicus lijkt geen plaats te zijn. Of werkgevers bereid zijn daadwerkelijk plaatsen te bieden aan de SVP jongeren ligt in hoge mate aan de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de gestelde randvoorwaarden.

Respondenten die expliciet aangeven dat er geen plek is voor SVP-ers zijn door specialisatie genoodzaakt een hoger niveau aan te trekken of vinden dat vooral omdat er onvoldoende financiële middelen zijn of hun bedrijf te klein is.

De grootste plaatsingskansen voor de jongeren lijken bij de horeca te liggen. Echter in deze sector is juist het sociaal maatschappelijk profiel, kenmerkend voor deze groep zeer belangrijk. Communicatievaardigheden en service gerichtheid staan hier centraal en bepalen de individuele slagingskansen. Overige kansrijke beroepen zijn assistent in de bouw, kinderopvang en binnen de autobranche voor het beroep van assistent autospuiter/schadehersteller.

De kansen op passend werk op dit niveau zijn minder groot voor de assistent bakkerij, autotechnicus of in de elektro.

Binnen de sectoren recreatie/sport & beweging en uiterlijke verzorging/kapsalon liggen ook zeker kansen, echter de SVP is hier redelijk onbekend.

Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van een digitale vragenlijst, vergezeld van de relevante informatie (sociaal maatschappelijk profiel en beroepsprofiel) in combinatie met persoonlijk contact om gelegenheid te geven motivatie en verwachtingen toe te lichten.

Op basis van de uitkomsten van het onderzoek zijn een aantal aanbevelingen geformuleerd die betrekking hebben op de begeleiding van de jongeren, de aan te bieden opleidingen, voorlichting en relatie met de bedrijven. Ook een bredere samenwerking binnen de verschillende beleidsgebieden op alle niveaus zal aanzienlijk bijdragen aan succesvolle begeleiding en plaatsing van de SVP jongeren.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 7 of 82

1. Inleiding

1.1. Aanleiding Onderzoek

De landsverordening Sociale Vormingsplicht (SVP) schept de verplichting tot het volgen van een kanstraject. De doelgroep wordt gevormd door jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 24 jaar, die ingezetene zijn van Curaçao en die niet beschikken over een opleidingsniveau van assistent–beroepsbeoefenaar of gelijkwaardig daar aan. Een kanstraject is gericht op de bevordering van de persoonlijke ontplooiing ten dienste van het maatschappelijk en beroepsmatig functioneren van jongeren en (jong) volwassenen. Gewerkt wordt aan de ontwikkeling van kennis, inzicht, vaardigheden en houding op een wijze die aansluit bij hun behoeften, mogelijkheden en ervaringen, evenals bij maatschappelijke behoeften. Waar mogelijk sluiten deze kanstrajecten aan op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs. De jongeren dienen minimaal een beroepskwalificatie op niveau 1 af te ronden. Met deze beroepskwalificatie hebben ze meer kansen op de arbeidsmarkt. Het onderwijs- en jongerensamenwerkingsprogramma (OJSP) 2008-2012 beoogt verduurzaming van het programma SVP door een integratie van onderwijs en SVP te verwezenlijken. De reden hiervoor is dat in de evaluatie van het OJSP (eind 2010) geconstateerd is dat SVP veel heeft bereikt. Het streven is om het percentage deelnemers dat doorstroomt naar de arbeidsmarkt of het reguliere onderwijs, nl. 54%, te brengen naar 75%. Om het programma SVP een duurzaam karakter te geven, is het plan om trajecten op SBO niveau een plaats te geven binnen bestaande onderwijsstructuren en de handhaving- en zorgstructuur voor ongediplomeerde jongeren van 16 t/m 24 jaar te bundelen in een centrale begeleidingsorganisatie. In dit kader zijn er vijf verduurzamingslijnen uitgezet die elk afzonderlijk een hoofddoelstelling omvatten:

1. Versterking onderwijsaanbod op assistent-niveau (SBO niveau 1) en het AGO; 2. Versterking van de handhaving- en zorgstructuur voor (dreigende) voortijdige

schoolverlaters; 3. Versterking van de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt voor jongeren die

gericht zijn op banen op assistent-niveau; 4. Versterking van het AGO om de instroom naar de SVP te beperken. 5. Versterken van sociale vormingsactiviteiten voor jongeren en jongvolwassenen

in de wijken.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 8 of 82

SVP streeft ernaar per 2014 alle trajecten in het kader van het programma SVP via reguliere organisaties/instellingen te laten uitvoeren en te bekostigen met reguliere middelen. Het projectplan SVP (20012009) staat in het teken van het verduurzamen; het ombuigen van het projectbureau naar een begeleidingsorganisatie binnen het ministerie OWCS. Het zal in 2014 naar schatting gaan om zo’n 300 jongeren.

Er is echter onvoldoende zicht op waar de kansen op de arbeidsmarkt liggen voor werknemers met een beroepsopleiding op niveau 1-2 en lager en onder welke voorwaarden. Ook is niet duidelijk waar er mogelijkheden gecreëerd zouden kunnen worden voor het implementeren van branche certificaten om de kansen op het vinden van duurzaam betaald werk te vergroten.

Er moet een betere aansluiting komen tussen de competenties van de deelnemers van SVP en de mogelijkheden binnen de verschillende branches en sectoren op de arbeidsmarkt. De afstemming tussen de vraag en aanbod t.a.v. adequaat geschoold en opgeleid personeel op niveau 1 en 2 van het Secundair Beroeps onderwijs in zowel de publieke als private sectoren van de arbeidsmarkt op Curaçao is niet optimaal. Het is niet duidelijk of het gevolg hiervan is dat enerzijds in toenemende mate werkgevers genoodzaakt zijn om buiten Curaçao te zoeken naar geschikt en opgeleid personeel, waardoor de werkloosheid onder de lager geschoolde lokale bevolking toeneemt en anderzijds door het ontbreken van passende functies voor lager opgeleid personeel waardoor deze doelgroep mogelijk verleid wordt tot criminaliteit. Er is een gebrek aan kwalitatieve afstemming van de opleidingen t.a.v. de vraag op de arbeidsmarkt, deels omdat er onvoldoende bekend is over de vraag naar personeel op de arbeidsmarkt en het niveau en competentie eisen waaraan competente beginnende beroepsbeoefenaars aan dienen te voldoen. Het ministerie van OWC&S, belast met de uitvoering van de Sociale Vormingsplicht heeft KBB gevraagd een onderzoek te doen naar de mogelijkheden en kansen voor de doelgroep AGO/VSBO (niet afgerond) en het niveau 1 en 2 van het SBO onderwijs.

1.2. Arbeidsmarktsituatie Curaçao

De problematiek rondom de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt speelt al langere tijd en niet alleen op Curaçao maar ook in de regio en in Europa. Eerdere onderzoeken zijn daarom door KBB bestudeerd en waar relevant ter vergelijking meegenomen.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 9 of 82

Over het geheel genomen is het opleidingsniveau van de bevolking van Curaçao in de afgelopen tien jaar gestegen1 en de voortijdige schooluitval voor de jeugd (15 – 24 jaar) is ten opzichte van 2001 in 2011 gedaald van 45,2% naar 34,9%2

Vergelijkbaar met het totale Caribische gebied doet de economie op Curaçao het de afgelopen jaren niet goed. De slechte economische situatie is mede debet aan de stijging van het werkloosheidscijfer. Het Curaçaose werkloosheidscijfer schommelt de afgelopen jaren behoorlijk en is in 2013 vergeleken met 2011 flink gestegen terwijl er tussen 2004 en 2011, zoals uit CBS onderzoeksdata

. Dit betekent dat het zou gaan om een totale groep van ruim 2300 jongeren.

3 blijkt, een sterke afname liet zien. In 2004 was sprake van een werkloosheidspercentage van 16,1%, in 2009 is dit percentage gedaald naar 9,6%. In 2011 is voor het eerst weer sprake van een lichte stijging naar 9,8% en in oktober 20134 is het werkloosheidscijfer fors gestegen tot 13,0%. Dat is een stuk hoger dan het gemiddelde algemene werkloosheidscijfer in het Caribisch gebied. De International Labour Organisation (ILO) maakt melding van een gemiddeld totaal werkloosheidspercentage in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied van 7,2%5

Op Curaçao komen vooral jongeren erg moeilijk aan een baan. Het jeugdwerkloosheidspercentage is tussen 2011 en 2013 gestegen van 24,7% naar 37,2% en is daar mee veruit het hoogste in de regio. Jeugdwerkloosheidscijfers van het ILO laten zien dat alleen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten hogere jeugdwerkloosheidscijfers gelden. Gemiddeld geldt in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied in 2012 een jeugdwerkloosheids-percentage van 14,6%

.

6

1 Census 2011, website Centraal Bureau voor Statistiek

. Op Curaçao zijn het vooral schoolverlaters die erg moeilijk aan een baan komen. Het succesvol begeleiden van de groep die voortijdig uitvalt naar betaalde arbeid is dan ook steeds moeilijker geworden.

2 http://www.cbs.cw/images/E_7_Population_not_attending_day-school_by_highest_level_of_day-time_education_age_and_sex_Census_2011.pdf 3 Centraal Bureau voor de Statistiek Curaçao (2012), Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek Curaçao 2011 4 Centraal Bureau voor de Statistiek Curaçao (2013), Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek Curaçao 2013 5 International Labour Organisation (2012), Global Youth Employment Outlook, http://www.ilo.org/global/about-the-ilo/newsroom/news/WCMS_188797/lang--en/index.htm, geraadpleegd op 26-11-2013 6 idem 5

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 10 of 82

Figuur 1: overzicht economische participatie Curaçao 2011

.Figuur 2 : overzicht ontwikkeling werkloosheid Curaçao 2008 - 2013

Ter verduidelijking van de figuren 1 en 2 zijn hierna een aantal definities uitgewerkt en absolute aantallen berekend. De gegevens zijn afgeleid van de website van CBS Curaçao7 en het AKO arbeidskrachtenonderzoek 20118

7 Bevolkingsdata CBS-Curacao (

.

http://www.cbs.cw/cbs/themes/Population/Data/Population-2013111273251.pdf)

10.3% 9.6% 9.8%

13.0%

8.0% 7.9% 8.4%

10.5%

12.4%11.3% 11.0%

15.4%

26.6%24.7%

24.8%

37.2%

0%

5%

10%

15%

20%

25%

30%

35%

40%

2008 2009 2011 2013

algemeen

mannen

vrouwen

jeugd 15 - 24 jaar

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 11 of 82

Definities

Beroepsbevolking: De werkenden en de werkzoekenden tezamen, ook wel de economisch actieve bevolking genoemd. Schoolgaande jongeren, gepensioneerde ouderen, huisvrouwen, arbeidsongeschikten, etc., maken dus geen onderdeel van de beroepsbevolking uit. Werkloosheidspercentage: Het aantal werkzoekenden als aandeel van de beroepsbevolking. Jeugdwerkloosheidspercentage: Het werkloosheidspercentage van de personen in de leeftijd van 15 tot en met 24 jaar. Het betreft hier alleen het aantal jongeren dat werkzoekend is, schoolgaande jongeren en jongeren die geen werk zoeken vallen niet binnen deze definitie Jeugdwerkloosheidspercentage 2011: 24,7% 2013: 37,2%

Totaal aantal jongeren 15 – 24 jaar op Curacao

2011: 19.283 2012: 19.397 2013: 19.294

Aandeel werkende / werkzoekende jongeren 15 – 24 jaar op Curaçao 2011

Totaal aantal jongeren 15 – 24 jaar: 18.8039

2013: ± 2.230

Aantal economisch niet actief: 13.067 (schoolgaand en/of niet op zoek naar werk) Beroepsbevoling 15 – 24: 5.736 Werkende jongeren 15 – 24 jaar: 4.318 Werkzoekende jongeren 15 – 24 jaar: 1.418

Het jeugdwerkloosheidspercentage wordt berekend door het aantal werkzoekende jongeren 15 – 24 jaar te delen door de beroepsbevolking jongeren 15 -24 jaar.

Absolute aantal werkloze jongeren op Curacao:

2011: 1.418

8 CBS Curacao: AKO arbeidskrachten onderzoek 2011

9 In het AKO onderzoek staat dit aantal van 18.803 terwijl in andere documenten (eveneens van CBS) het aantal 15 – 24 jarigen ruim 19.000 is. De reden van dit verschil van ruim 200 is niet bekend.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 12 of 82

1.3. Discrepantie vraag en aanbod

Verschillende onderzoeken hebben in het verleden aangetoond dat er op Curaçao een discrepantie bestaat tussen vraag en aanbod ten aanzien van werk. In 1998 al publiceerde Verton Advies10 in opdracht van de overheid een rapport waarin de werkloosheid van alle eilanden van de (voormalige) Nederlandse Antillen in kaart werd gebracht. Een van de conclusies uit dit onderzoek was dat de werkloosheid gedeeltelijk kan worden toegeschreven aan het verschil in kwaliteit tussen de vraag en het aanbod van werk. Veel vacatures kunnen niet opgevuld worden door lokale arbeidskrachten wegens het niet voldoen aan de noodzakelijke opleidings- en ervaringseisen. Maar, behalve dat er onvoldoende goed opgeleide arbeids-krachten zijn, is er ook sprake van het probleem dat op Curaçao banen, waar geen specifieke opleiding voor is vereist, moeilijk ingevuld kunnen worden. Huishoudelijk werk en banen in de landbouw- en bouwnijverheidssector worden hoofdzakelijk door buitenlandse arbeiders ingevuld. Deze ontwikkeling wordt onderschreven door het in 2004 door Reda Sosial uitgevoerde onderzoek Trabou Tin11

In een door de Federatie Antilliaanse Jeugdzorg in 2006 uitgevoerd onderzoek naar toekomstoriëntatie van jongeren uit het voortgezet onderwijs op Curaçao, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba

. In dit onderzoek wordt gesteld dat onder Curaçaose arbeidskrachten sprake is van een perceptie van de status van bepaalde beroepen. Met andere woorden, Curaçaose werkzoekenden willen bijvoorbeeld wel schoonmaakwerk op een kantoor doen, maar niet als hulp in de huishouding aan de slag. Daarnaast is er sprake van een te hoog aspiratieniveau met betrekking tot soort werk en een te hoog aspiratieniveau met betrekking tot de hoogte van het loon. Het ontbreekt dus vaak aan de nodige realiteitszin wat voor soort banen met (het ontbreken aan) een bepaalde opleidingsachtergrond ingevuld zouden kunnen worden en het verwachtte loon dat daar tegenover staat. Deze perceptie leeft al vroeg, ook bij schoolgaande kinderen.

12

10 Verton Advies NV (1998). Match-mis-math. Curaçao 11 Reda Sosial (2004). Trabou tin: een drie-sporen aanpak. Juli 2004 – december 2005. Curaçao 12 Jacobs, J. & van Beerendonk, K. (2006). Wat zal de toekomst brengen? Onderzoek naar de toekomstoriëntatie van jongeren op Curaçao, Bonaire, St. Maarten, St. Eustatius en Saba. Afstudeeronderzoek voor de studie psychologie aan de Universiteit van Tilburg in opdracht van de Federatie Antilliaanse Jeugdzorg, Curaçao

komt hetzelfde beeld naar voren. Opvallend vaak staat het gewenste toekomstige beroep dat jongeren noemen erg ver af van het op dat moment gevolgde opleidingsniveau. De laatste jaren lijkt de focus van het Funderend Onderwijs ook vooral te liggen op het behalen van een bepaalde score bij de eindtoetsen opdat een zo hoog mogelijk percentage kinderen naar de HAVO kan. Er is weinig tot geen aandacht voor voorlichting over beroepsopleidingen en bijbehorend toekomstperspectief.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 13 of 82

Kinderen krijgen zo al jong mee “gefaald” te hebben als zij de HAVO niet redden en toch naar het VSBO gaan. Dit speelt een rol bij de motivatie en keuzes die vervolgens gemaakt worden. De volgende stap, het SBO sluit niet altijd goed aan op het VSBO waardoor de kans groot is dat deze groep in de lagere opleidingsniveaus terecht komen.

In oktober 2012 bracht KBB een onderzoeksrapport uit “Klaar voor de Arbeidsmarkt”13 naar de aansluiting van het SBO onderwijs op de arbeidsmarkt. Een belangrijke conclusie van dit onderzoek is dat de druk toeneemt om het vertrouwde aanbodgerichte onderwijs om te buigen naar vraaggestuurd onderwijs. Ook wordt hierin geconstateerd dat er in het bedrijfsleven sterke twijfels bestaan over de huidige onderwijsstructuur van 4 beroepsniveaus. Recente arbeidsmarktonderzoeken van KBB14

In december 2009 kwam Ecorys

geven ook aan weinig plaatsings-mogelijkheden te zien voor met name de laagste niveaus.

15

1.4. Opdrachtomschrijving

voor de BES-eilanden met de aanbeveling dat, wil de SVP doelgroep een kans maken, er vooral ook parallel aandacht moet zijn voor het (bij-)scholen van werkenden. Het verhogen van het niveau van werknemers in de laagste functies creëert meer ruimte voor starters, afkomstig uit de SVP-doelgroep. Immers, als zittende werknemers die al jaren op hetzelfde (lager) niveau werkzaam zijn, de kans krijgen om door te groeien, komen deze functies beschikbaar voor nieuwe instromers. In plaats van nieuwe mensen, al dan niet van buiten, te werven voor het middenkader, geeft men zowel de eigen medewerkers nieuwe kansen als nieuwkomers.

De bevindingen van eerdere onderzoeken vormen samen met de conclusies uit dit onderzoek en de ervaring van KBB, de basis voor de formulering van conclusies en aanbevelingen verder in dit rapport.

KBB voert in opdracht van OWC&S een arbeidsmarktonderzoek uit naar de kansen en mogelijkheden voor de SVP-doelgroep. Aan de hand van vooraf bepaalde beroepsgroepen, ingedeeld naar sector, worden per niveau zowel de vakinhoudelijke competenties als beroepsgerelateerde eisen in kaart gebracht.

13 “Klaar voor de arbeidsmarkt?” (2012): Een kwantitatieve en kwalitatieve kijk op de aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt op Curaçao. Door KBB in opdracht van OWC&S, UOW 14 Quickscans Bouw, ICT, MKB/Retail (2013), onderzoeken naar vraag en aanbod personeel in deze sectoren. Door KBB in opdracht van Ministerie van Economische Ontwikkeling. Onderzoeken naar de situatie in de Bakkerijsector, Koeltechniek en Juridische sector lopen nog. 15 Aansluiting Onderwijs Arbeidsmarkt BES-eilanden: Handreikingen voor de toekomst (2009). Door Ecorys in opdracht van Directie Leren en Werken

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 14 of 82

Aangevuld met de sociaal-maatschappelijke kenmerken van de doelgroep worden deze voorgelegd aan betreffende sector. De arbeidsmarkt wordt gevraagd welke voorwaarden zij noodzakelijk achten of wellicht overbodig vinden om deze jongeren een arbeidsplaats te bieden.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 15 of 82

2. Onderzoeksopzet

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt uiteengezet hoe aan de hand van de doelstelling het onderzoek is opgezet en uitgevoerd. De bijbehorende documenten zijn opgenomen in de bijlagen.

2.2 Doelstelling

Dit onderzoek heeft als doel de opdrachtgever inzicht te geven waar voor de doelgroep van de SVP mogelijkheden en kansen liggen op de arbeidsmarkt en welke randvoorwaarden daarbij een rol spelen. De conclusies en aanbevelingen geven handvatten om op maat gerichte trajecten aan te bieden die de kans op succesvolle ontwikkeling en een duurzame betrekking op de arbeidsmarkt van deze groep vergroten.

De centrale onderzoeksvraag luidt:

Waar liggen de kansen op de arbeidsmarkt voor werknemers met een sociaal maatschappelijk profiel dat kenmerkend is voor deelnemers aan de Sociale vormingsplicht en met een beroepsopleiding op niveau 1 of lager? En onder welke voorwaarden?

Hiervan afgeleid zijn een aantal deelvragen geformuleerd die gezamenlijk antwoord geven op de vragen :

- Is de werkgever bekend met de doelgroep? Zoja, wat is de ervaring? - In hoeverre speelt het sociaal maatschappelijk profiel van de jongeren een

rol bij het besluit hen een kans te geven? - Wat zijn de randvoorwaarden op het vlak van begeleiding? - Wat zijn de minimale eisen m.b.t. vakinhoudelijke kennis en vaardigheden? - Kan een indicatie gegeven worden over het aantal beschikbare plaatsen,

indien aan de randvoorwaarden wordt voldaan?

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 16 of 82

2.3 Doelgroep

Het onderzoek is gericht op werkgevers, leidinggevenden en HR-medewerkers.

Voorafgaand aan het onderzoek zijn te onderzoeken beroepsgroepen vastgesteld en een sociaal maatschappelijk profiel om te voorkomen dat antwoorden worden verzameld op basis van niet onderbouwde veronderstellingen en aannames.

2.4 Onderzoeksmethodiek Het onderzoek is een combinatie van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek. Respondenten zijn gevraagd vragenlijsten in te vullen waarin zij aan kunnen geven wat zij verwachten aan aantal voor de doelgroep passende vacatures. Ook is ruimte gegeven om in te vullen welke kwaliteiten zij minimaal verwachten van de jongeren om hiervoor in aanmerking te komen. Deze gegevens zijn aangevuld met kennis afkomstig van deskresearch, eerder onderzoek, persoonlijke interviews en de ervaringen van KBB in het kader van de aansluitingsproblematiek. Door middel van het voorleggen van een sociaal maatschappelijk profiel en relevante beroepsprofielen is per sector gevraagd in hoeverre men kansen en mogelijkheden ziet en onder welke randvoorwaarden. En vervolgens is de concrete vraag: hoeveel plaatsen worden geboden, mits aan gestelde randvoorwaarden voldaan? Onderstaande fasering is daarbij gevolgd :

1. In kaart brengen sociaal maatschappelijke kenmerken van de doelgroep: Een uitgebreid profiel, samengesteld aan de hand van de Curaçaose jeugdhulpverlening en literatuur is in overleg met de opdrachtgever samengevat tot een bruikbare versie die als toelichting is gebruikt voor het onderzoek.

2. Inventarisatie actuele gegevens en ontwikkelingen arbeidsmarkt: KBB heeft relevante onderzoeken en data geraadpleegd en geanalyseerd

3. Vaststelling indeling van sectoren/beroepsgroepen: In overleg met de opdrachtgever is gekomen tot een lijst van 10 beroepen waarvan de verwachting is dat zij kansen bieden aan de doelgroep.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 17 of 82

4. Uitwerken beroepsprofielen (aan de hand van de eindtermen voor zover aanwezig) en de bijbehorende competenties: KBB heeft per beroep de functie en taken uitgewerkt, aangevuld met de vereiste competenties en deze in een profiel verwerkt.

5. Voorlichting en uitwerken opzet onderzoek: Het onderzoeksteam heeft alle te volgen stappen uitgewerkt in een planning en het registratie- en administratieproces vast gelegd.

6. Vaststellen doelgroep, opschonen van lijsten en werven respondenten: Beschikbare overzichten zijn verzameld, opgeschoond en ingevoerd om te benaderen.

7. Verzamelen, verwerken & analyseren van gegevens: potentiële

respondenten hebben de vragenlijst toegestuurd gekregen, reminders gemaild en telefonisch benaderd. Alle data zijn met behulp van spreadsheets verwerkt in tabellen en overzichten.

8. Uitwerken conclusies en advies: Na het verzamelen van alle verkregen

data is een concept rapport uitgewerkt dat wordt aangeboden aan de opdrachtgever voor feedback alvorens het definitieve rapport wordt vastgesteld.

2.4.1 Sociaal Maatschappelijk Profiel

Het is noodzakelijk om algemene kenmerken te benoemen alvorens de arbeidsmarkt gevraagd kan worden naar een realistische inschatting van de kansen. De doelgroep van de Sociale Vormingsplicht is echter geen homogeen samengestelde groep mensen maar elk individu kent een persoonlijke voorgeschiedenis en motief waarom zij niet het reguliere traject (kunnen) doorlopen. Wel kan gesteld worden de “SVP-er” herkenbaar is aan een aantal kenmerken/risicosituaties.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 18 of 82

Aan de hand van aangeleverde documenten van OWC&S/SVP16, literatuur17 en ervaringen van de Curaçaose jeugdhulpverlening18

Voor alle jongeren die in aanmerking komen voor Sociale Vormingsplicht geldt dat zij voortijdig school hebben verlaten, tussen de 16 en 24 jaar zijn, geen startkwalificatie hebben en (nog) niet actief zijn op de arbeidsmarkt.

is een uitgebreid profiel samengesteld. Hierin zijn persoonlijkheidskenmerken, kenmerken thuissituatie en externe factoren in verwerkt.

De redenen voor voortijdig uitval zijn divers, sommige jongeren kunnen in principe wel mee in het onderwijs maar vallen door omstandigheden uit. Een ander deel van de doelgroep leert niet gemakkelijk en heeft moeite met lezen en schrijven. Ze zijn vaak kwetsbaar en gemakkelijk beïnvloedbaar en hebben in hun jonge leven al de nodige teleurstellingen achter de rug.

Om het profiel voor de doelgroep leesbaar en begrijpelijk te houden is vanuit een uitgebreid profiel een korte beschrijving geformuleerd die in overleg met de opdrachtgever is vast gesteld om te gebruiken voor het onderzoek. Dit profiel is opgenomen in bijlage I.

2.4.2 Beroepen

In overeenstemming met de opdrachtgever zijn binnen 8 beroepsgroepen 10 beroepen geselecteerd en uitgewerkt in een beroepsprofiel. De keuze voor deze beroepen is mede ingegeven door de inschatting dat de functies passen bij het niveau van de doelgroep en de veronderstelling dat er plaatsingsmogelijkheden zijn binnen deze sectoren. Een nauwkeurige beschrijving van elk beroep voorkomt grote verschillen in interpretatie tijdens het onderzoek. Ook moet het voor de arbeidsmarkt duidelijk zijn is in welke mate de beroepsbeoefenaar competent gedrag vertoont, gekoppeld aan het niveau. Voor een aantal beroepen zijn inmiddels opleidingstrajecten ontwikkeld, voor andere nog niet. Bestaande eindtermen / eindkwalificaties op betreffend niveau, aangeleverd door SVP, zijn als uitgangspunt gebruikt. Een overzicht van de beroepen en de beroepsprofielen zoals gebruikt voor het onderzoek zijn opgenomen in de bijlagen II en III.

16 Handboek SVP (datum onbekend) door DJJO 17 “De belevingswereld van voortijdig schoolverlaters”: een onderzoeksrapportage door Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen (2008). “Iedereen gekwalificeerd?” Een samenvatting van de kenmerken, oorzaken, gevolgen en aanpak van ongekwalificeerd uitstromen vanuit een Vlaamse en Europees kader door Katholieke Universiteit Leuven (2011). “Dropout from educational institutions in a select sample of Caricom countries” door University of tehe West Indies (2004). 18 Ervaringscijfers van YAVE, een ambulant jeugdhulpverleningtraject op Curaçao dat intensieve begeleiding en coaching aan jongeren biedt.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 19 of 82

Figuur 3 : overzicht onderzochte beroepen en bijbehorende beroepsgroep

Sector/Beroepsgroep Beroep Bakkerij Bakkerij assistent

Bouw Assistent Bouwplaats Elektro Assistent Monteur Sterkstroominstallaties Horeca Horeca assistent

Mobiliteitsbranche Assistent autospuiter/schadehersteller

Assistent autotechnicus Recreatie Assistent Sport en beweging

Welzijn

Assistent kinderopvang (zorghulp, uitstroom kinderopvang Assistent uiterlijke verzorging

Zorg Assistent ouderenzorg (zorghulp, uitstroom bejaardenzorg)

2.4.3 Survey

Er is met het computerprogramma LimeSurvey een digitale vragenlijst ontwikkeld vergezeld van de relevante informatie (sociaal maatschappelijk profiel en beroepsprofiel). De onderzoeksvragen gaan in op de bekendheid en ervaring met de doelgroep SVP-jongeren, de verwachtingen van werken met deze groep, de voorwaarden en de bereidheid daadwerkelijk plaatsen beschikbaar te houden. De link naar de vragenlijst is per e-mail gestuurd, gevolg door 3 reminders. Organisaties door wie de vragenlijst niet of niet volledig is ingevuld zijn telefonisch benaderd. Dit leverde met name veel waardevolle informatie op over het huidige beeld van doelgroep en de randvoorwaarden om deel te nemen aan het onderzoek. De vragenlijst en begeleidend schrijven zijn opgenomen in bijlagen IV en V.

De respondenten voor de vragenlijsten zijn samengesteld uit de bedrijvenlijst van SVP en de database met gecertificeerde leermeesters van KBB. Beide overzichten bleken flink opgeschoond te moeten worden i.v.m. verhuizingen, stoppen van het bedrijf of een deel van de activiteiten of verandering van functie/contactpersoon.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 20 of 82

Voor 8 verschillende sectoren zijn overzichten van organisaties gemaakt die vervolgens zijn gecontroleerd. Alle bedrijven waarvan een e-mailadres bekend was of achterhaald kon worden hebben een e-mail toegestuurd gekregen met een directe link naar de vragenlijst. Het aantal benaderde bedrijven is per sector verschillend, aangezien ook de omvang van betreffende sectoren zeer uiteenloopt.

Tussentijds zijn voorlopige resultaten in kaart gebracht en voor de beroepen waar de respons achterbleef zijn extra inspanningen gedaan om alsnog een aanvaardbaar aantal respondenten te bereiken.

Bij het beschrijven van de onderzoeksresultaten en de formulering van de conclusies zijn alle verkregen data meegenomen.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 21 of 82

3. Onderzoeksresultaten

3.1. Inleiding

In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het onderzoek verwerkt en informatie over de respondenten opgenomen. Weergegeven wordt het algemene beeld van werkgevers aan de hand van het sociaal maatschappelijk profiel. Vervolgens is per beroep een onderverdeling gemaakt waarin de verwachtingen en randvoorwaarden zijn opgenomen waar het gaat om het bieden van kansen aan de SVP-jongeren.

3.2 Respons De beschikbare bedrijfsgegevens bleken vaak niet up to date om verschillende redenen: Bedrijven zijn gestopt, mensen van functie veranderd of contactgegevens zijn gewijzigd. Verdeeld over de 8 geselecteerde beroepsgroepen zijn er na opschoning van de lijsten in totaal 231 bedrijven geselecteerd die de vragenlijst hebben ontvangen via LimeSurvey. Hiervan zijn 117 bedrijven ook telefonisch benaderd met de vraag of zij de vragenlijst in goede orde hebben ontvangen en of zij mee willen werken. De animo was aanvankelijk laag. Telefonisch zijn werkgevers rechtstreeks gevraagd of zij alsnog wilden meewerken, meer informatie wilden of wat de redenen zijn om niet mee te werken. Opmerkingen hieromtrent hadden vooral te maken met het matige vertrouwen dat er werkelijk iets met de informatie wordt gedaan. Een aantal werkgevers gaf aan dat er al zo vaak wordt gesproken over het daadwerkelijk aanpakken van een verbeterde aansluiting maar het gevoel leeft sterk dat er weinig structureerd wordt gedaan. Dus waarom tijd besteden aan onderzoek? Voor sommigen zijn verhalen van collega’s die negatieve ervaring hebben met de doelgroep voldoende om aan te geven niet geïnteresseerd te zijn. De werkgevers met een positieve ervaring met de doelgroep waren meer bereid uitgebreider hun ervaring en voorwaarden toe te lichten. Om de respons te stimuleren is lopende het onderzoek een incentive ingezet in de vorm van het verloten van twee dagkaarten voor een all-inclusive hotel onder alle organisaties die een volledig ingevulde vragenlijst retourneren. Dit leverde direct resultaat op. Uiteindelijk hebben in totaal 69 respondenten de ingevulde vragenlijst geretourneerd waarvan 8 niet volledig (maar wel bruikbaar) en 61 volledig.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 22 of 82

Hiermee kan het responspercentage vast gesteld worden op 29,9 %. Voor online enquêtes waarbij er niet altijd sprake is van een eerdere relatie met de ontvangers, kan een reactiepercentage van 20-30% als succesvol worden beschouwd. Samen met de aanvullende telefonisch verkregen informatie kan hiermee een goed beeld geschetst worden over de kwalitatieve voorwaarden om SVP jongeren een plaats in de organisatie te bieden.

3.2.1 Achtergrond respondenten

Totaal 69 respondenten hebben een bruikbare vragenlijst ingevuld. Daarvan hebben 7 respondenten aangegeven dat hun organisatie niet binnen een van de subsectoren valt. De subsector mobiliteitsbranche/autotechniek is benaderd voor twee beroepen, namelijk aankomend voorbewerker en assistent autotechnicus. De beroepen assistent kinderopvang en assistent uiterlijke verzorging vallen beide onder “welzijn” maar gezien de uiteenlopende aard van deze functies zijn hiervoor aparte organisaties benaderd.

Absoluut gezien heeft de horeca sector de hoogste respons met 13 volledig ingevulde vragenlijsten, 17% van de totaal benaderde horecabedrijven. Echter procentueel scoort de relatief kleine sector recreatie/sport- en beweging het hoogst, namelijk met 9 respondenten 36%.

Figuur 4: overzicht aantal respondenten gespecificeerd naar sector

4

9

6

13

39

4

10

4

7bakkerij

bouw

electro

horeca

mobiliteitsbranche / autotechniek

recreatie / sport- en beweging

welzijn / uiterlijke verzorging / kapsalon

welzijn / kinderopvang

zorg / ouderenzorg

onbekend

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 23 of 82

3.2.2 Bedrijfsgrootte respondenten

Het merendeel van de respondenten valt onder de categorie microbedrijven (1 – 5 medewerkers in dienst). De overige bedrijven zijn nagenoeg gelijk verdeel over klein (6-10 medewerkers), middelgroot (11 – 50 medewerkers) en groot (51 of meer medewerkers).

Figuur 5: Bedrijfsgrootte correspondenten

33.9%

24.1%

21.0%

21.0%

micro

klein

middelgroot

groot

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 24 of 82

Figuur 6: Overzicht aantal respondenten gespecificeerd naar sector en bedrijfsgrootte

3.2.3 Aanwezigheid van gecertificeerde Leermeesters bij respondenten

Om bij de analyse aan te kunnen geven of de aanwezigheid van getrainde begeleiding (leermeesters) van invloed is op de beoordeling over het werken met de doelgroep is hierover een vraag meegenomen in het onderzoek.

0 2 4 6 8 10 12 14

bakkerij

bouw

electro

horeca

mobiliteitsbranche / autotechniek

recreatie / sport- en beweging

welzijn / uiterlijke verzorging / kapsalon

welzijn / kinderopvang

zorg / ouderenzorg

micro

klein

middelgroot

groot

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 25 of 82

Figuur 7: Overzicht aanwezigheid leermeesters KBB, gespecificeerd per sector

Van de respondenten geeft 39% aan dat medewerkers binnen het bedrijf de leermeestertraining hebben gevolgd. Dit betreft met name organisaties in de zorg, direct gevolgd door de bouw. Dit beeld komt overeen met de cijfers van KBB over de verdeling van het totaal aantal gecertificeerde leermeesters per sector. Op aangeven van het onderwijs is in het verleden vooral actief geworven in de techniek omdat daar het aantal BPV-plaatsen een groot tekort kende. Inmiddels is de horeca een “inhaalslag” aan het maken en volgt een groeiend aantal horecamensen de leermeestertraining.

0 2 4 6 8 10 12 14

bakkerij

bouw

electro

horeca

mobiliteitsbranche / autotechniek

recreatie / sport- en beweging

welzijn / uiterlijke verzorging / kapsalon

welzijn / kinderopvang

zorg / ouderenzorg

ja

nee

weet niet

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 26 of 82

3.3 Bekendheid en ervaringen met de SVP doelgroep

De SVP doelgroep is bij de meeste respondenten wel bekend (88.7%), maar niet iedereen heeft ervaring met de doelgroep. Ongeveer 1/3 heeft dit wel.

De sector met de meeste ervaring met de doelgroep is de bouw. Met name in de mobiliteitssector is de doelgroep relatief onbekend.

Figuur 8: Bekendheid met de SVP doelgroep, per sector

Figuur 9: Bekendheid met de SVP doelgroep totaal

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Bakkerij (n = 4)

Bouw (n = 9)

Elektro (n = 6)

Horeca (n = 13)

Mobiliteitsbranche/autotechniek (n = 3)

Recreatie/sport- en beweging (n = 9)

Welzijn/uiterlijke verzorging/kapsalon (n …

Welzijn/kinderopvang (n = 4)

Zorg/ouderenzorg (n = 4)

Kent de doelgroep helemaal niet

Kent de SVP doelgroep wel maar heeft er binnen het bedrijf geen ervaring mee

Kent de SVP doelgroep wel en heeft er binnen het bedrijf ervaring mee

Niet ingevuld

11.3%

54.8%

33.9% Ik ken de SVP doelgroep helemaal niet

Ik ken de SVP doelgroep wel maar heb er binnen mijn bedrijf geen ervaring mee

Ik ken de SVP doelgroep en heb er binnen mijn bedrijf ook ervaring mee

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 27 of 82

Opmerkelijk is dat bij de organisaties die ervaring met de doelgroep hebben vaker dan bij organisaties die dat niet hebben, personeelsleden een leermeestertraining bij KBB achter de rug hebben. Bij de organisaties die al met de doelgroep SVP-ers werken heeft 57,1% van de respondenten door KBB opgeleide leermeester binnen het bedrijf. Bij de organisaties die de doelgroep niet kennen of geen ervaring er mee hebben is dat slechts bij 29,3% het geval.

De ervaring van de respondenten met de SVP doelgroep is over het algemeen positief, ongeveer ¼ (23,8%) van de respondenten die de groep kent en er ook in de praktijk mee gewerkt heeft geeft aan negatieve ervaringen te hebben.

In de geboden ruimte voor toelichting in de vragenlijst en tijdens de telefonische contacten worden met name positieve ervaringen aangegeven, echter wel aangevuld met enige kanttekeningen. Zo is men van mening dat er voldoende en professionele begeleiding noodzakelijk is. De begeleiders binnen de bedrijven hebben dan ook behoefte hebben goed geïnformeerd te worden over hoe zij de begeleiding dienen aan te pakken. Goede coaching en respect dragen in grote mate bij aan de motivatie en het ombuigen van een passieve naar actieve houding. Ook regelmatig bezoek van school of instelling wordt als prettig en noodzakelijk gezien.

Hoewel er begrip is voor de doelgroep is de ervaring wel dat het veel extra tijd en inspanning kost. Bedrijven willen de jongeren wel helpen maar er moet ook naar de oorzaken van de schooluitval gekeken worden. Wanneer het lukt hen te motiveren blijft het risico op terugval groot door de grote sociale problemen die op de achtergrond toch aanwezig blijven. Als voorbeeld worden genoemd familie en vrienden die, wanneer een jongere gemotiveerd is en naar tevredenheid functioneert, druk uitoefenen waardoor wordt terug gevallen in het oude patroon van onverschilligheid of misbruik van vertrouwen.

De druk van “verkeerde” vrienden of familie is soms groot en wanneer de jongeren worden ingezet op functies waar zij direct met klanten te maken hebben of met cash moeten omgaan is men terughoudend.

Een goede voorlichting en intake is essentieel voor een succesvolle plaatsing. Er is ervaring met jongeren zonder enige affiniteit met de betreffende sector. Zo noemde een respondent, werkzaam in de kinderopvang meerdere malen meegemaakt te hebben dat er jongeren uit leer-werktrajecten werden geplaatst die helemaal geen band hadden of zochten met kinderen. Men deed mee omdat er plaats was in het traject, absoluut niet omdat het paste bij de persoonlijke interesse of mogelijkheden.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 28 of 82

3.4. Arbeidsplaatsen op assistent niveau

Per subsector zijn de respondenten gevraagd naar het aantal medewerkers op assistent-niveau dat op dit moment in dienst is. Daarmee wordt inzicht verkregen in de sectoren waar in ieder geval werk is op dit niveau. Gemiddeld zijn dat er 3 per organisatie, waarbij vooral de horeca assistent sterk vertegenwoordigd is, op afstand gevolgd door de bouwplaats assistent en de assistent monteur sterkstroominstallaties. Voor de functie assistent autotechnicus lijkt geen plaats te zijn.

Figuur 10: Overzicht aantal medewerkers op assistent-niveau, gespecificeerd naar sector/functie

3.5 Kansen en voorwaarden voor de SVP doelgroep

Aan de hand van stellingen is getoetst hoe de inzet van SVP-ers wordt gezien, wat de respondenten als belangrijke of juist minder relevante voorwaarden zien en in hoeverre men bereid is de jongeren een kans te geven. Opvallende afwijkingen per beroep zijn apart vermeld in de volgende paragraaf.

0 20 40 60 80 100 120

1

assistent ouderenzorg

assistent kinderopvang

assistent uiterlijke verzorging

assistent sport en beweging

assistent autotechnicus

assistent autospuiter / schadehersteller

horeca assistent

assistent monteur sterkstroominstallaties

assistent bouwplaats

bakkerij assisstent

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 29 of 82

3.5.1 De relevantie van het sociaal maatschappelijk profiel voor de werkgever

Het sociaal maatschappelijk profiel is kenmerkend voor de SVP doelgroep en daarom van groot belang voor de werkgever om een realistische inschatting te geven in hoeverre dit van invloed is bij de besluitvorming om samen te werken.

Figuur 11: De relevantie van de sociaal maatschappelijke kenmerken van de SVP-er voor de werkgever

De respondenten geven duidelijk aan de 3 maanden begeleiding van de SVP organisatie na plaatsing binnen een bedrijf sterk op prijs te stellen, 81% van de respondenten onderschrijft deze stelling. Op een schaal tussen 1 en 5 geven de respondenten gemiddeld voor de stelling “Het sociaal profiel van een SVP-jongeren is minder belangrijk, het gaat vooral om de vakinhoudelijke kennis die ze hebben” een 3.38, oftewel zij zijn het hier mee oneens. De stelling dat de motivatie van de jongere belangrijker is dan het sociaal maatschappelijk profiel en de inhoudelijk kennis krijgt meer bijval. Ruim de helft is het daar mee eens.

0 10 20 30 40 50 60

Het sociaal profiel van een SVP-jongere is minder belangrijk, het gaat vooral om de vakinhoudelijke

kennis die ze hebben.

Een SVP jongere moet vooral gemotiveerd zijn, het sociaal maatschappelijke profiel is minder relevant, de

inhoudelijke kennis krijgen ze bij ons.

De 3 maanden begeleiding vanuit SVP is een belangrijke stimulans om SVP-ers een kans te geven

3

12

21

15

23

26

7

8

7

23

13

3

10

2

1

helemaal mee eens

eens

geen mening

oneens

helemaal oneens

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 30 of 82

3.5.2 Gewenste competenties

Aan de respondenten is gevraagd aan te geven van welke competenties ze het belangrijk vinden dat SVP-ers die hebben om ze een kans te geven. Er kon gescoord worden op een 5-puntsschaal: 1 = heel belangrijk, 2 = belangrijk, 3 = neutraal, 4 = niet belangrijk, 5 = helemaal niet belangrijk.

Figuur 12: belang van competenties

gemiddelde standaarddeviatie

communicatievaardigheden 1.24 0.47

lezen en schrijven 1.80 0.89

spreekvaardigheid Papiamentu 2.35 1.04

spreekvaardigheid Nederlands 2.27 0.95

spreekvaardigheid Engels 2.53 1.27

leesvaardigheid Papiamentu 2.71 1.23

leesvaardigheid Nederlands 2.44 1.03

leesvaardigheid Engels 2.78 1.23

omgaan met gezagsverhoudingen 1.42 0.53

agressie en conflicthantering 1.24 0.47

verantwoordelijkheidsbesef 1.09 0.29

Duidelijk is dat verantwoordelijkheidsbesef het belangrijkst wordt gevonden, gevolgd door communicatievaardigheden en agressie & conflicthantering. De mening over taalvaardigheden Papiamentu, Engels en Nederlands zijn verdeeld. Dat blijkt uit de standaarddeviatie. Standaarddeviatie is een statistische formule om de verschillen tussen de antwoorden van alle respondenten aan te geven. Hoe hoger de standaarddeviatie, hoe groter de verschillen tussen de respondenten.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 31 of 82

3.5.3 Plaats voor SVP-ers in de toekomst

Van alle bedrijven die aan het onderzoek hebben meegedaan verwacht 46,4% dat ze in de toekomst vacatures zullen hebben voor SVP jongeren in het geschetste beroepsprofiel, een minderheid van 17,9% zegt expliciet dat niet te verwachten en 35,7% weet het niet of heeft geen antwoord op deze vraag gegeven. De branches waar de meeste bedrijven aangeven zelf vacatures te verwachten zijn de bouw (66,7% van alle respondenten binnen die sector) en kinderopvang (70%). In de elektrotechnische sector verwacht geen enkel bedrijf een vacature te hebben voor een SPV-er.

Aanvullend zijn er door de respondenten een aantal opmerkingen / suggesties gemaakt:

• “Voor bepaalde beroepen gelden specifieke beroepseisen in verband met hoge verantwoordelijkheden en veiligheidsnormen”

• “Behalve begeleiding van de jongere is het ook belangrijk zijn/haar naaste omgeving te begeleiden (gezin, vriend/vriendin, etc.)”

• “Iedereen heeft recht op een kans” • “Iedereen moet de mogelijkheid krijgen werkervaring op te doen” • “SVP-ers ja, maar wel onder voorwaarde dat ze gemotiveerd zijn en geen

strafblad hebben” • “Er zijn mogelijkheden voor SVP’ers, maar het hangt af van hoe ze met hun

emoties kunnen omgaan” • “Voor SVP-ers is er plek als er voldoende werkaanbod is, afhankelijk van de

economische ontwikkeling” • “De begeleiding van SVP-ers is intensief, dat kan niet altijd vanuit een (klein)

bedrijf”

Respondenten die expliciet aangeven dat er geen plek is voor SVP-ers zijn door specialisatie genoodzaakt een hoger niveau aan te trekken of vinden dat vooral omdat er onvoldoende financiële middelen zijn of hun bedrijf te klein is. Subsidie of ander financiële steun vanuit de overheid zou hen mogelijk wel over de streep trekken. Op de vraag of men verwacht of er binnen de gehele branche / beroepsgroep ruimte is voor SVP-ers op niveau SBO-1 zijn maar weinig respondenten (7) die stellen dat dit niet het geval zal zijn. ¼ van de respondenten (25%) is er van overtuigd dat er werk is voor deze doelgroep met dit opleidingsniveau, het merendeel, 66% denkt het wel maar weet het niet zeker. De vraag werd niet beantwoord door 2%.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 32 of 82

Op de vraag of men concreet vacatures verwacht binnen de gehele eigen sector zijn de antwoorden minder positief. Met name de respondenten in de Bouw- en Zorgsector zijn er minder zeker van dat er binnen hun sector veel werk te vinden is voor SVP-ers. De Horeca is het meest positief, van de respondenten uit deze sector denkt 38,5% zeker te weten dat er werk is voor SVP-ers, aangevuld door 23,1% die denkt dat er misschien wel werk is voor deze doelgroep. Figuur 13: verwachtingen vacatures voor SVP-ers binnen de sector

In paragraaf 3.6 worden de verwachtingen per beroepsgroep aangegeven.

0% 20% 40% 60% 80% 100%

Bakkerij (n = 4)Bouw (n = 9)

Elektro (n = 6)Horeca (n = 13)

Mobiliteitsbranche/autotechniek (n = 4)Recreatie/sport- en beweging (n = 9)

Welzijn/uiterlijke verzorging/kapsalon (n = 4)Welzijn/kinderopvang (n = 10)

Zorg/ouderenzorg (n = 4)zeker werk voor SVP-ers op SBO-1 niveau

mischien werk voor SVP-ers op SBO-1 niveau

geen werk voor SVP-ers op SBO-1 niveau

ik weet het niet

niet ingevuld

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 33 of 82

3.5.4 Randvoorwaarden voor plaatsing

De respondenten werden randvoorwaarden voorgelegd waarop zij konden aangeven in hoeverre deze een rol spelen bij het plaatsen. Figuur 14: belang van randvoorwaarden

Vooral begeleiding vanuit SVP wordt belangrijk geacht. Maar ook een centrale informatieplek plus voldoende aanvullende ambulante hulpverlening wordt door ongeveer de helft van alle respondenten die verwachten in de toekomst SVP-ers aan te nemen als voorwaarde gesteld. Organisaties zijn ook zelf bereid te investeren in het succesvol inzetten van SVP-ers. Bijna 60% van alle respondenten zegt ja op de vraag of ze bereid zijn extra capaciteit vrij te maken om goede begeleiding te kunnen bieden aan een SVP jongere die komt stage lopen of werken. Slechts 29,0% kan of wil dat niet doen, de overige 11,3% heeft geen antwoord op deze vraag gegeven. Een aantal respondenten (19,4%) geeft aan mede om die reden geïnvesteerd te hebben in leermeestertrainingen. 30% van de respondenten stelt dat het extra noodzakelijk is gezien de doelgroep. Maar het merendeel (73,7%) stelt geen ruimte te hebben om medewerkers extra te trainen.

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%

Sociaal-emotionele begeleiding door maatschappelijk werker SVP tot 3 maanden na plaatsing

Een centrale plek waar werkgevers terecht kunnen met vragen/problemen t.a.v. de plaatsing van een SVP-er

Aanvullende begeleiding voor de jongeren vanuit de ambulante hulpverlening

Ondersteuningsaanbod aan bedrijven die een SVP-er plaatsen in de vorm van informatiebijeenkomsten, workshops, etc.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 34 of 82

3.6 Plaats voor de toekomst en specifieke voorwaarden per beroep

Als de reacties op de stellingen over het belang van het maatschappelijk profiel worden uitgewerkt per sector wordt zichtbaar welke sectoren veel of juist minder belang hechten hieraan. Zo blijkt de bouwsector het sociaal maatschappelijk profiel wel degelijk relevant te vinden en de bakkerij daarentegen een stuk minder. Voor de kinderopvang binnen de zorgsector is de sociaal-maatschappelijk begeleiding een belangrijk gegeven de jongeren een kans te geven, voor de ouderenzorg juist minder.

Figuur 15: stellingen over het maatschappelijk profiel waarop gescoord kon worden op een 5-puntsschaal: 1 = helemaal mee eens, 2 = mee eens, 3 = neutraal, 4 = mee oneens, 5 = helemaal mee oneens. Per sector is een gemiddelde score uitgerekend.

1 1.5 2 2.5 3 3.5 4 4.5 5

Ik vind het sociaal maatschappelijk profiel van een SVP jongeren niet zo belangrijk. Het

gaat mij er vooral om dat ze de nodige vakinhoudelijk kennis hebben.

Ik vind het het belangrijkst dat een SVP jongere gemotiveerd is. Het sociaal

maatschappelijk profiel is minder relevant en de vakinhoudelijke kennnis kunnen wij

ze wel bijbrengen.

Het feit dat een SVP jongere nog 3 maanden sociaal-emotionele begeleiding

vanuit de SVP organisatie krijgt na plaatsing binnen een bedrijf is voor mij een belangrijk

gegeven om hen een kans te geven.Zorg/ouderenzorg (n = 4)

Welzijn/kinderopvang (n = 3)

Welzijn/uiterlijke verzorging/kapsalon (n = 10)

Recreatie/sport- en beweging (n = 9)

Mobiliteitsbranche/autotechniek (n = 3)

Horeca (n = 12)

Elektro (n = 5)

Bouw (n = 9)

Bakkerij (n = 3)

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 35 of 82

3.6.1 Bakkerij assistent

Het merendeel van de respondenten binnen deze sector is wel bekend met de SVP maar heeft weinig ervaring met de doelgroep. Ongeveer 20% procent van hen verwacht dat er zeker mogelijkheden binnen de sector zijn voor SVP-ers op SBO niveau 1 en zelfs de helft binnen de eigen organisatie.

De sociaal maatschappelijk begeleiding is voor de sector een absolute voorwaarde. Motivatie is belangrijker dan de achtergrond van de jongere. Wel moeten kandidaten over vakkennis beschikken.

Uit recent afgerond onderzoek naar vraag en aanbod in de bakkerijsector door KBB19

19KBB Quickscan Bakkerij sector, 2013 – nog niet gepubliceerd

blijkt dat de eigenaar/ondernemer vaak een hogere opleiding heeft genoten maar dat bij alle overige functies de lager opgeleiden oververtegenwoordigd zijn. Dit niet altijd tot tevredenheid van de werkgever omdat zij volgens hen veelal de basisvaardigheden missen zoals het goed kunnen rekenen en het inschatten van maten en hoeveelheden. Uit het onderzoek bleek dat er destijds in de totale sector slechts 4 vacatures waren.

3.6.2 Assistent bouwplaats

Alle respondenten binnen deze sector zijn bekend met de SVP en 80% heeft ervaring met de doelgroep. Gemiddeld heeft men momenteel 3 SVP-ers in dienst en de helft van de ondervraagden verwacht dat er “misschien” mogelijkheden binnen de sector zijn voor SVP-ers op SBO niveau 1, slechts 9% hier zeker van is. Over de kansen binnen de eigen organisatie is men echter positiever en verwacht ruim 50% passende vacatures te hebben in de toekomst.

De sociaal maatschappelijk begeleiding is voor de sector een zeer belangrijk gegeven. Motivatie is veel belangrijker dan de achtergrond van de jongere of de vakkennis.

In de ruimte voor opmerkingen verwijst een grote aannemer naar zijn slechte ervaring met bij- en nascholing en de slechte verwachtingen in zijn sector. De resultaten van de samenwerking met Feffik zijn slecht en de oneerlijke concurrentie van aannemers die niet aan wettelijke verplichtingen voldoen en daardoor onder de prijs werk aanbieden, maken dat de animo niet groot is voor het opnieuw investeren in de doelgroep.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 36 of 82

In eerder onderzoek van KBB20

20 KBB Quickscan Bouw, 2013

in 2013 naar de vraag en aanbod in de bouwsector bleek dat het merendeel van de alle medewerkers een lagere opleidingsachtergrond heeft, in de zin van VSBO of lager. Zij zijn voornamelijk terug te vinden in de functies van peon, plantmechanic, schilder en timmerman. Over het te verwachten aantal vacatures was men zeer terughoudend. De sector is te afhankelijk van economische schommelingen, heeft in verhouding met andere sectoren minder mensen in vaste dienst en werkt meer met “onderaannemers”. Ook werd aangegeven dat het aantal werknemers in de bouw van buiten Curaçao zal toenemen als kennis en houding niet verbeteren van jongeren.

3.6.3 Assistent monteur sterkstroominstallaties

Alle respondenten binnen deze sector zijn bekend met de SVP en bijna 40% heeft ervaring met de doelgroep.

Ruim de helft heeft momenteel SVP-ers in dienst en 30% verwacht dat er “misschien” mogelijkheden binnen de sector zijn voor SVP-ers op SBO niveau 1, de overigen geven aan van niet of weten het niet. Niemand verwacht passende vacatures binnen de eigen organisatie in de nabije toekomst.

De sociaal maatschappelijk begeleiding wordt door de sector redelijk belangrijk gevonden. Motivatie en vakkennis zijn beide belangrijk voor de sector.

3.6.4 Horeca assistent

Slechts 5% van de respondenten binnen deze sector is niet bekend met de SVP. 77% kent de doelgroep wel en 18% heeft ervaring met de doelgroep binnen het eigen bedrijf. De horeca bedrijven hebben gemiddeld ruim 7 SVP-ers in dienst. Bijna 40% verwacht dat er zeker mogelijkheden binnen de sector zijn voor SVP-ers op SBO niveau 1 in de toekomst, 20% misschien, 30% weet het niet of heeft de vraag niet beantwoord en een klein deel zegt dat er zeker geen werk zal zijn. 35% ziet ook kansen binnen de eigen organisatie.

De sociaal maatschappelijk begeleiding is voor de sector een belangrijk gegeven. Motivatie is belangrijker dan het sociaal maatschappelijk profiel en de vakkennis.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 37 of 82

Een respondent die een grote horeca gelegenheid vertegenwoordigt geeft aan bereid te zijn extra te investeren als de mensen zelf maar willen. “Er is altijd ruimte voor wie zelf aan de toekomst wil werken”. Slechte communicatie en de invloed van de kringen waarin de jongeren verkeren worden als belangrijke knelpunten aangehaald. De jongeren moeten service gericht optreden en te vertrouwen zijn met voorraad en cash. De ervaringen zijn goed met jongeren die door een soort van “voorselectie” zijn gekomen.

3.6.5 Assistent autotechnicus & Assistent autospuiter / schadehersteller

Ruim 60% van de respondenten in de automobielbranche is niet bekend met de SVP. Het overige deel kent de doelgroep wel maar heeft geen ervaring met de doelgroep binnen het eigen bedrijf. Dit spreekt de ingevulde antwoorden tegen op de vraag hoeveel SVP’ers momenteel in dienst zijn. Dit zouden er gemiddeld 3 zijn. Vermoedelijk is dit antwoord gegeven aan de hand van het profiel, en betreft dit medewerkers die wel aan een dergelijk profiel voldoen maar via een ander traject dan SVP in het bedrijf een werk-leer traject volgen. 30% verwacht dat er zeker mogelijkheden binnen de sector zijn voor SVP-ers op SBO niveau 1 in de toekomst, en nog eens 30% misschien. De overige respondenten geven aan het niet te weten. Niemand zegt dat er geen kansen zijn. De percentages over de mogelijkheden binnen het eigen bedrijf zijn nagenoeg gelijk hieraan.

Voor de assistent autotechnicus wordt aangegeven dat vakkennis belangrijk is. Een respondent geeft aan dat men momenteel juist werkt aan een upgrade van alle technici naar mbo-niveau. De kansen waarover gesproken wordt lijken vooral van toepassing op de functie van assistent autospuiter en minder op de functie van assistent autotechnicus.

De sociaal maatschappelijk begeleiding is voor de sector wel een redelijk belangrijk gegeven maar motivatie is belangrijker. Het sociaal maatschappelijk profiel is belangrijker gegeven dan de vakkennis.

3.6.6 Assistent sport & beweging

Slechts 10% van de respondenten binnen deze sector is niet bekend met de SVP. 55% kent de doelgroep wel en 35% heeft ervaring met de doelgroep binnen het eigen bedrijf.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 38 of 82

De bedrijven hebben gemiddeld 1 SVP-ers in dienst. 20% verwacht dat er zeker mogelijkheden binnen de sector zijn voor SVP-ers op SBO niveau 1 in de toekomst, ruim 30% misschien, 35% weet het niet en de rest zegt dat er zeker geen werk zal zijn. 35% ziet ook kansen binnen de eigen organisatie.

De sociaal maatschappelijke begeleiding is voor de sector een belangrijk gegeven. Motivatie is belangrijker dan het sociaal maatschappelijk profiel en de vakkennis.

Opgemerkt wordt dat voor duikscholen specifieke diploma’s (brevet) vereist zijn.

3.6.7 Assistent kinderopvang

Alle respondenten binnen deze sector zijn bekend met de SVP en ruim 30% heeft ervaring met de doelgroep binnen het eigen bedrijf. Slechts een enkele organisaties heeft momenteel een SVP-ers in dienst. Bijna 30% verwacht dat er zeker mogelijkheden binnen de sector zijn voor SVP-ers op SBO niveau 1 in de toekomst, ruim 30% misschien en de rest weet het niet. Niemand heeft geantwoord dat er geen kansen zouden zijn in de kinderopvang. Bijna 70% geeft aan kansen te zien binnen de eigen organisatie, ruim 20% misschien en 10% ziet daartoe geen mogelijkheden.

De sociaal maatschappelijke begeleiding is voor de sector een zeer belangrijk gegeven. Motivatie is zeker zo belangrijk als het sociaal maatschappelijk profiel. Het sociaal maatschappelijk profiel is een belangrijker gegeven dan aanwezige vakkennis.

3.6.8 Assistent uiterlijke verzorging

Ruim 25% van alle respondenten binnen deze sector is niet bekend met de SVP, 25% kent de doelgroep maar heeft geen ervaring en 50% heeft wel ervaring met de doelgroep binnen het eigen bedrijf. Gemiddeld is momenteel overal minimaal 1 SVP-er in dienst. Bijna 30% verwacht dat er zeker mogelijkheden binnen de sector zijn voor SVP-ers op SBO niveau 1 in de toekomst, eenzelfde percentage zeker niet en rest weet het niet of heeft de vraag niet beantwoord. 25% geeft aan kansen te zien binnen de eigen organisatie, 75% weet het niet of heeft de vraag niet beantwoord.

De sociaal maatschappelijke begeleiding is voor de sector wel een belangrijk gegeven. Motivatie is belangrijker dan het sociaal maatschappelijk profiel. Beide zijn belangrijker dan aanwezige vakkennis.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 39 of 82

3.6.9 Assistent ouderenzorg

Ruim 25% van alle respondenten binnen deze sector is niet bekend met de SVP, ruim 45% kent de doelgroep maar heeft geen ervaring en 30% heeft wel ervaring met de doelgroep binnen de eigen organisatie. Gemiddeld hebben de organisaties 1 tot 2 SVP-ers in dienst. Niemand van de respondenten verwacht dat er zeker mogelijkheden binnen de sector zijn voor SVP-ers op SBO niveau 1 in de toekomst, 50% misschien en de rest weet het niet. Toch meent 25% wel kansen te zien binnen de eigen organisatie, 25% ziet daartoe geen mogelijkheden en de helft weet het niet.

De sociaal maatschappelijke begeleiding is voor de sector een minder belangrijk gegeven. Motivatie en het sociaal maatschappelijk profiel zijn belangrijkere factoren dan aanwezige vakkennis.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 40 of 82

4. Conclusies en aanbevelingen

4.1 Inleiding

In dit laatste hoofdstuk wordt aan de hand van de bevindingen van het onderzoek antwoord gegeven op de onderzoeksvragen. Vervolgens is door KBB een aantal aanbevelingen geformuleerd die bij kunnen dragen aan de doelstellingen van de Sociale Vormingsplicht.

4.2 Conclusies

In hoofdstuk 2 is een concrete onderzoeksvraag met een aantal deelvragen beschreven die de basis van dit onderzoek hebben gevormd. Alvorens de centrale onderzoeksvraag te beantwoorden wordt op de evaluatie van de onderzoeksaanpak en de deelvragen ingegaan.

4.2.1 Onderzoeksopzet

De keuze voor een digitale vragenlijst in combinatie met het geven van ruimte om persoonlijk toelichting te geven is een goede geweest. De opzet van de vragen en ingevoegde toelichting hebben er aan bijgedragen dat er geen tot nauwelijks afwijkingen zijn in de interpretatie van de begrippen, dit betekent een hoge mate van betrouwbaarheid van de gegeven antwoorden en opmerkingen.

Het sociaal maatschappelijk profiel, zorgvuldig en zo waarheidsgetrouw mogelijk geformuleerd is goed begrepen en ook de uitgebreide beschrijvingen van de beroepen waren duidelijk, zo is op te maken uit het feit dat hier geen aanvullende vragen op gekomen zijn.

Het ontbreken van een centrale, betrouwbare database van het bedrijfsleven op Curaçao blijft voor onderzoeken als deze een gemis. De gebruikte overzichten van SVP (stagebedrijven) en KBB (gecertificeerde leermeesters) zijn slechts een basis geweest gezien het grote aantal aanpassingen en aanvullingen die nodig waren.

Veel werkgevers zijn niet erg bekend met onderzoek en het belang ervan. Dit blijkt ook uit het wantrouwen dat KBB tijdens onderzoek vaak tegenkomt (“Wat doen jullie met onze gegevens?”, “Wordt het doorgespeeld aan de belastingsdienst?”, etc.). Er zit echter een stijgende lijn in de mate van bereidheid om medewerking te verlenen, wat ook heeft bijgedragen aan de mate van respons op dit onderzoek.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 41 of 82

4.2.2 Bereidheid werkgevers

Opvallend is dat juist veel relatief kleine bedrijven de tijd hebben genomen om te reageren en aangeven bereid te zijn om aan deze doelgroep een kans te bieden.

Het feit dat de bedrijven die ervaring hebben met de doelgroep, vaak ook al zelf investeren in begeleiding (gecertificeerde leermeesters aanwezig), duidt op grote maatschappelijke verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij de doelgroep. Hier liggen ook kansen voor de toekomstige groep SVP-ers hoewel voorkomen moet worden dat steeds op dezelfde groep een beroep wordt gedaan en deze dus wordt “overbelast”.

Extra tijd voor begeleiding wil het merendeel wel vrij maken, ruimte bieden om daarnaast ook te investeren in extra training van de eigen medewerkers is niet vanzelfsprekend.

4.2.3 De relevantie van het sociaal maatschappelijk profiel en begeleiding

Men is overwegend positief maar de belangrijkste algemene voorwaarden die steeds worden genoemd hebben inderdaad betrekking op sociaal maatschappelijke kenmerken en betreffen motivatie, betrouwbaarheid en het nemen van verantwoordelijkheid. De werkgevers vinden dit veruit belangrijker dan de vakinhoudelijke kennis die jongeren meebrengen. Ook de sociale achtergrond van de jongeren wordt als minder belangrijk beschouwd als men maar gemotiveerd is en verantwoordelijkheid neemt.

Voldoende professionele begeleiding van de jongeren wordt als een absolute voorwaarde gezien. Evenals voorlichting aan de medewerkers.

4.2.4 De minimale eisen m.b.t. vakinhoudelijke kennis en vaardigheden

De beschreven beroepsprofielen kunnen over het algemeen rekenen op bijval en worden als passend en realistisch beschouwd. Men is duidelijk over het belang van de vakkennis. Voor de sectoren waar ruimte is voor medewerkers op assistent niveau, is de vakinhoudelijke kennis ondergeschikt aan de sociale vaardigheden. Als men toezegt een plaats te bieden draagt men zelf zorg voor de overdracht van de benodigde vakkennis.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 42 of 82

De sectoren waar geen ruimte wordt gezien voor medewerkers op assistent-niveau heeft dit niet met de inhoud van het beroepsprofiel te maken maar met het eenvoudige feit dat specifieke vakkennis op een hoger niveau vereist is.

4.2.5 Concrete plaatsen

De grootste plaatsingskansen voor de jongeren lijken bij de horeca te liggen. Echter in deze sector is juist het sociaal maatschappelijk profiel, kenmerkend voor deze groep zeer belangrijk. Communicatievaardigheden en service gerichtheid staan hier centraal en bepalen de individuele slagingskansen.

Niet alle sectoren hebben mogelijkheden voor medewerkers op assistent-niveau. De kansen op passend werk op dit niveau als assistent bakkerij, autotechnicus of in de elektro zijn het kleinst.

De sectoren waarin de kansen het grootst zijn, zijn de bouw, kinderopvang, horeca en binnen de autobranche voor het beroep van assistent autospuiter/schadehersteller.

Binnen de sectoren recreatie/sport & beweging en uiterlijke verzorging/kapsalon liggen ook zeker kansen, echter de SVP is hier redelijk onbekend.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 43 of 82

4.3 Eindconclusie

De centrale onderzoeksvraag die luidt:

“Waar liggen de kansen op de arbeidsmarkt voor werknemers met een sociaal maatschappelijk profiel dat kenmerkend is voor deelnemers aan de Sociale vormingsplicht en met een beroepsopleiding op niveau 1 of lager? En onder welke voorwaarden?”

kan beantwoord worden met ja, echter niet binnen elke onderzochte sector en onder een aantal voorwaarden.

De belangrijkste voorwaarden zijn :

- Voldoende professionele begeleiding van de jongeren & voorlichting en training van de medewerkers

- Aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, met name m.b.t. communicatievaardigheden, zelfstandigheid, betrouwbaarheid & motivatie

Werkgevers zijn niet zozeer bezig met het vraagstuk waar iemand vandaan komt of waar hij of zij een opleiding volgde. Het gaat hen voornamelijk om de juiste combinatie van vakinhoudelijke kennis en, vooral op het assistenten niveau, om de sociale vaardigheden en houding van de jongere. Een kleiner deel van de werkgevers wil zich extra inzetten op grond van maatschappelijke verantwoordelijkheid.

De beroepen waarvoor de kansen het grootst zijn, zijn Assistent horeca, kinderopvang, bouw, autospuiter/schadehersteller.

De aanvullende beroepsopleiding dient afgestemd te zijn op de arbeidsmarkt.

4.4 Aanbevelingen

Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan een aantal aanbevelingen geformuleerd worden.

Het is goed als SVP de ingeslagen blijft volgen om de jongeren intensief te begeleiden. De jongeren moeten blijven werken aan hun zelfbeeld, eigenwaarde en zelfrespect. Alvorens te kunnen functioneren in een omgeving waar van hen verwacht wordt anderen te respecteren, kritiek te kunnen ontvangen en verantwoordelijkheid te nemen.

Aandacht sociale ontwikkeling doelgroep

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 44 of 82

Het vormingstraject zou niet alleen in de voorbereidingsperiode, maar ook tijdens en na de plaatsing door moeten lopen.

Een aanvullend plan van aanpak, waaronder een onderzoek naar de oorzaken, met als doel jongeren in een eerdere fase hulp te bieden en preventief in te spelen op de sociaal-maatschappelijk problemen is aan te bevelen.

Beroepsopleidingen

Aangeboden opleidingen moeten passen bij het niveau van de doelgroep maar vooral ook zijn afgestemd op de behoefte van de arbeidsmarkt voor betreffende functies. Het is absoluut een must dat alle trainingen competentiegericht en vraaggestuurd van opzet zijn en het reguliere, aanbodgerichte karakter wordt losgelaten. Of een certificaat of diploma is erkend of past in het reguliere onderwijs is op dit niveau minder relevant voor de kans op een succesvolle aansluiting. Wel of de inhoud is afgestemd op de mogelijkheden en beperkingen van alle partijen. Een branche certificaat, gekoppeld aan een duidelijk beroepsprofiel en breed geaccepteerd door de sector zal succesvoller zijn dan een “standaard” diploma. Beperk het aanbod van de opleidingen tot de beroepsgroepen die kansrijk zijn. Hoewel de inhoudelijke eisen kunnen afwijken per organisatie is het niet realistisch jongeren op te leiden voor beroepen waarvoor het bedrijfsleven nu al aangeeft specialistische kennis te eisen die niet binnen betreffend niveau past. Dat geldt ook voor beroepen die door ontwikkelingen schaarser zullen worden.

De kans op succes van de plaatsing is in grote mate afhankelijk van de begeleiding op de werkvloer. De leermeestertraining, waarin onder meer aandacht is voor verschillende leerstijlen, instructie geven, beoordelen en het geven van feedback, is nadrukkelijk aan te raden.

Voorlichting jongeren

Zorg dat de jongeren een realistische voorlichting krijgen en intake. Wat kunnen zij verwachten aan taken, beoordeling en beloning? En wat wordt van hen verwacht?

Voorlichting kan ook al eerder en op jongere leeftijd. Sommige sectoren en beroepen kampen met een slecht imago. Als kinderen op jonge leeftijd al wordt geleerd dat werken in deze sectoren ook interessant en belangrijk is en mogelijkheden biedt, zal dit op latere leeftijd een gunstige invloed hebben op te maken keuzes en de motivatie.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 45 of 82

Niet onderzocht maar zowel uit contacten met scholen en berichtgeving in de media lijkt zich een trend te ontwikkelen dat scholen in het Funderend Onderwijs voornamelijk de focus leggen op toetsresultaten die tot een HAVO advies leiden.

Er wordt nauwelijks aandacht besteed aan de mogelijkheden die het (voorbereidend) beroepsonderwijs te bieden heeft. Niet bepaald een factor die bijdraagt aan het zelfvertrouwen van jongeren die in een latere fase ook nog eens uitvallen uit het reguliere onderwijs en in een sociaal traject traject komen.

Werving bedrijven

Bedrijven hebben behoefte aan eerlijke voorlichting. Om het aantal leer- en werkbedrijven uit te breiden zou SVP zich met een gerichte campagne kunnen richten op met name de grotere bedrijven binnen de meest kansrijke sectoren. SVP moet zich profileren als een daadkrachtige organisatie die jongeren een eerlijke kans geeft en hiervoor een professioneel opleidings- en vormingstraject aanbiedt. Zonder de sociaal-maatschappelijke problemen van de doelgroep te verzwijgen, maar met de nadruk op de professionele begeleiding en reeds behaalde successen.

SVP kan aansluiten op de trend dat bedrijven steeds meer aandacht hebben voor human capital. Ook is er groeiende aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) bij grote organisaties, hierop kan SVP goed inhaken.

De werving zou gericht moeten worden op de sectoren waarin de kansen het grootst zijn, zijn de bouw, kinderopvang, horeca en binnen de autobranche voor het beroep van assistent autospuiter/schadehersteller. Binnen de sectoren recreatie/sport & beweging en uiterlijke verzorging/kapsalon is de SVP is hier redelijk onbekend terwijl hier wel kansen liggen. Hier zou een gerichte werving extra mogelijkheden op kunnen leveren.

Overwogen kan worden vanuit de overheid plaatsing van de SVP jongeren te stimuleren d.m.v. het aanbieden van incentives.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 46 of 82

Continuïteit en relatiebeheer

Aangeraden wordt om een eenvoudig volgsysteem op te zetten waarin de resultaten van de jongeren en de ervaring van de bedrijven worden opgenomen. Het continu evalueren van de trajecten met alle partijen levert op korte termijn met weinig inspanning veel informatie op.

Dit geeft gelegenheid de uitvoering bij te stellen zoals mogelijk bepaalde aspecten benadrukken in de vormingstrajecten, het schrappen of juist toevoegen van beroepsopleidingen en gericht verbeteren van de communicatie met alle relaties.

Het is nadrukkelijk aan te bevelen binnen het ministerie maar ook daarbuiten aan te dringen op een integrale samenwerking om de trajecten voor de SVP doelgroep aan te pakken. Ook is het voor de SVP belangrijk dat de aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt als onderwerp op de agenda staat bij de verschillende ministeries.

Wil de SVP doelgroep een kans maken, dan zal er ook parallel aandacht moet zijn voor het (bij-)scholen van werkenden. Het verhogen van het niveau van werknemers in de laagste functies creëert meer ruimte voor starters, afkomstig uit de SVP-doelgroep. Voorlichting over de mogelijkheden en voordelen hiervan, eventueel samen met de sector Arbeid van SOAW en organisaties die zich richten op de professionalisering van de beroepsbevolking, kunnen dit stimuleren.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 47 of 82

Literatuurlijst

Centraal Bureau voor Statistiek, Census 2011, http://www.cbs.cw/images/E_7_Population_not_attending_day-school_by_highest_level_of_day-time_education_age_and_sex_Census_2011.pdf Centraal Bureau voor de Statistiek Curaçao (2012), Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek Curaçao 2011 Centraal Bureau voor de Statistiek Curaçao (2013), Resultaten Arbeidskrachtenonderzoek Curaçao 2013 Centraal Bureau voor de Statistiek Curaçao, Bevolkingsdata Curacao, http://www.cbs.cw/cbs/themes/Population/Data/Population-2013111273251.pdf Directie Jeugd en Jongeren (?), Handboek SVP International Labour Organisation (2012), Global Youth Employment Outlook, http://www.ilo.org/global/about-the-ilo/newsroom/news/WCMS_188797/lang--en/index.htm, geraadpleegd op 26-11-2013 Katholieke Universiteit Leuven (2011). Iedereen gekwalificeerd? Een samenvatting van de kenmerken, oorzaken, gevolgen en aanpak van ongekwalificeerd uitstromen vanuit een Vlaamse en Europees kader Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curacao (2012). Klaar voor de Arbeidsmarkt? Een kwantitatieve en kwalitatieve kijk op de aansluiting van het SBO –onderwijs op de arbeidsmarkt op Curacao. In opdracht van OWC&S, UOW (2012)

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curacao (2012) Quickscan Bouw, Vraag & aanbod personeel in de bouwsector. In opdracht van het Ministerie van Economische Ontwikkeling) http://www.kbbcuracao.com/index.php?topic=onderzoek-publicaties_nl

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (2008). De belevingswereld van voortijdig schoolverlaters University of the West Indies (2004). Dropout from educational institutions in a select sample of Caricom countries.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 48 of 82

Bijlagen

Bijlage I : Sociaal Maatschappelijk Profiel

Bijlage II : Overzicht Beroepen

Bijlage III : Beroepsprofielen

Bijlage IV : Brief

Bijlage V : Vragenlijst Arbeidsmarktonderzoek SVP

Bijlage VI : Overzicht figuren

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 49 of 82

Bijlage I Sociaal Maatschappelijk Profiel

Jongeren die in aanmerking komen voor Sociale Vormingsplicht zijn jongeren die voortijdig school hebben verlaten en die:

• tussen de 16 en 24 jaar zijn • geen startkwalificatie hebben • (nog) niet actief zijn op de arbeidsmarkt

De redenen voor voortijdig uitval zijn divers, sommige jongeren kunnen in principe wel mee in het onderwijs maar vallen door omstandigheden uit. Een ander deel van de doelgroep leert niet gemakkelijk en heeft moeite met lezen en schrijven. Ze zijn vaak kwetsbaar en gemakkelijk beïnvloedbaar en hebben in hun jonge leven al de nodige teleurstellingen achter de rug. Bij jongens wordt deze kwetsbaarheid vaak verborgen achter stoer of onverschillig gedrag, bij meisjes komt voor dat zij zich eenzaam voelen en het gevoel van eigenwaarde gering is. Menig tienermeisje stopt voortijdig met het regulier onderwijs ivm zwangerschap. De thuissituatie is vaak problematisch en veel jongeren hadden of hebben in hun omgeving te maken met verslaving en kwamen al in aanraking met de jeugdhulpverlening of justitie.

Deze jongeren hebben extra aandacht nodig door begeleiders die begrip hebben voor de situatie en hun belevingswereld en over specifieke kennis en vaardigheden bezitten hoe met deze jongeren om te gaan en ze te begeleiden. Vakmensen met een praktische en positieve insteek kunnen hen weer motiveren en helpen opnieuw vertrouwen in zichzelf te krijgen. Eenmaal op hun plek kunnen ze uitgroeien tot goed en betrouwbare arbeidskrachten.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 50 of 82

Bijlage II Overzicht Beroepen

• Assistent Bakkerij • Assistent Bouwplaats (TMA 1) • Assistent monteur sterkstroominstallaties • Horeca Assistent • Assistent autospuiter schadehersteller • Assistent autotechnicus • Assistent sport en beweging • Assistent kinderopvang • Assistent uiterlijke verzorging kapsalon • Assistent ouderenzorg

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 51 of 82

Bijlage III Beroepsprofielen

Beroepsprofiel Assistent Bakkerij

Sector/Beroepsgroep: Bakkerij

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken Schoonmaken van de

bakkerij Afwegen en klaarzetten van grondstoffen en ingrediënten. Opslag van ingrediënten volgens HACCP.

Assisteren bij de bereiding van deeg, beslag, en andere basisproducten.

Beroepsoverstijgende taken Geen Geen Bestellingen controleren op kwaliteit en kwantiteit

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

In bezit van een geldige GGD keuringskaart

In bezit van een geldige GGD keuringskaart

In bezit van een geldige GGD keuringskaart

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Flexibel Flexibel, kwaliteitsbewust

Flexibel, kwaliteitsbewust, collegiaal

Toelichting Algemene kenmerken van het beroep: Een bakkerij assistent is een medewerker die ingezet kan worden in zowel brood- als banketbakkerijen. Dit kunnen zelfstandige bakkerijen zijn, maar ook bakkerijen in een supermarkt. De werkzaamheden beperken zich vooral tot het uitvoeren van voorbereidende en afsluitende werkzaamheden:

- Klaarzetten - Afwegen - Opruimen - Goederen opslaan in koeling, magazijn, vriezer

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 52 of 82

- Assisteren bij de bereiding van deeg, beslag, en andere basisproducten voor verwerking

De uit te voeren werkzaamheden zijn sterk procedure-gericht. In principe worden de werkzaamheden uitgevoerd onder leiding van een ervaren vakkracht. De leidinggevende geeft de opdracht, licht deze toe, en de bakkerij assistent kan de werkzaamheden verrichten. Na afloop laat hij zijn werk controleren door de leidinggevende voordat hij een nieuwe of andere taak uit kan voeren. Communicatie met collega`s vindt voornamelijk plaats in het Papiaments, maar hij kan zich ook uitdrukken in het Nederlands en het Engels. Hij kan in zowel het Nederlands als het Engels verpakkingen lezen. Ook recepten die zijn opgesteld in het Nederlands of Engels kan hij lezen en gebruiken bij het assisteren in de bereiding van producten. Ion de bakkerij is voedselveiligheid een belangrijk onderwerp. Ook van de bakkerij assistent wordt verwacht dat hij hygiënisch werkt (vaak volgens de HACCP regels die in het bedrijf gelden), en GGD gekeurd is. Essentie van het beroep: De horeca assistent is werkzaam bij zelfstandige brood- en/of banketbakkerijen, of bij bakkerijen in supermarkten. Hij voert zijn werkzaamheden meestal uit op onregelmatige tijden. Diensten vangen vaak in alle vroegte aan. Rond de verschillende feestdagen is er een piekdrukte qua productie en afname. Van de bakkerij assistent wordt verwacht dat hij er dan een schepje bovenop doet. Persoonlijke hygiëne en lichaamsverzorging zijn dan van groot belang. In de branche gelden eisen voor wat betreft vakkleding. In de regel is de bakkerij assistent zelf verantwoordelijk voor het onderhouden van het eigen uniform. Omdat de bakkerij assistent vaak onder leiding van een ervaren vakkracht werkt is samenwerken een belangrijk onderdeel van het werk.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 53 of 82

Beroepsprofiel Assistent Bouwplaats Sector/Beroepsgroep: Bouw

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken Opruimen van de

bouwplaats voor, tijdens en na het uitvoeren van bouwwerkzaamheden.

Opruimen van de bouwplaats voor, tijdens en na het uitvoeren van werkzaamheden. Het inrichten van de werkplek volgens instructie van een vakman.

Opruimen van de bouwplaats voor, tijdens en na het uitvoeren van werkzaamheden. Het inrichten van de werkplek volgens instructie van een vakman. Eenvoudige schilder, timmer, metsel en tegelwerkzaamheden uitvoeren onder begeleiding.

Beroepsoverstijgende taken Geen Geen Te gebruiken materialen tellen volgens specificatie.

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

Basis veiligheidscertificaat

Basis veiligheidscertificaat

Basis veiligheidscertificaat

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Verantwoordelijk voor de veiligheid van zichzelf en anderen

Verantwoordelijk voor de veiligheid van zichzelf en anderen

Verantwoordelijk voor de veiligheid van zichzelf en anderen

Toelichting Algemene kenmerken van het beroep: De bouwplaats assistent is multifunctioneel inzetbaar. Hij kan een meer ervaren TMA of vakman in de bouw assisteren, maar ook op de bouwplaats hand en spandiensten verrichten. In beide gevallen werkt de bouwplaats assistent volgens instructies van een vakman. De bouwplaats assistent helpt met het inrichten van de werkplek, het onderhouden van de werkplek, en eenvoudige klussen.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 54 of 82

De bouwplaats assistent werkt met de meest uiteenlopende (bouw) materialen. Het werken met handgereedschappen gebeurt op aanwijzing van een leidinggevende na instructie. Het werken met machines en apparaten is meestal niet aan de orde.

Als de bouwplaats assistent in situaties komt waar het bedienen en gebruiken van machines en apparaten noodzakelijk is gebeurt dit onder begeleiding van een ervaren vakman.

Essentie van het beroep:

De bouwplaats assistent werkt in de meeste situaties samen met de meer ervaren vakman. In enkele gevallen voert hij werkzaamheden alleen uit. Deze werkzaamheden worden eerst uitgelegd en geïnstrueerd. De bouwplaats assistent is bekend met de Caribische bouwstijl en het Caribische klimaat.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 55 of 82

Beroepsprofiel Assistent Monteur Sterkstroominstallaties Sector/Beroepsgroep: Electro

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken Werkplek inrichten en

opruimen. Materialen verzamelen.

Werkplek inrichten en opruimen. Materialen verzamelen. Bekabelen.

Bekabelen, aansluiten van installatiekasten, assisteren bij het aanleggen van elektrotechnische installaties

Beroepsoverstijgende taken Werken volgens veiligheidsvoorschriften

Werken volgens veiligheidsvoorschriften

Werken volgens veiligheidsvoorschriften

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

Op de hoogte zijn van de ARBO-wet, milieubepalingen, NEN voorschriften, en bedrijfsvoorschriften

Op de hoogte zijn van de ARBO-wet, milieubepalingen, NEN voorschriften, en bedrijfsvoorschriften

Op de hoogte zijn van de ARBO-wet, milieubepalingen, NEN voorschriften, en bedrijfsvoorschriften

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Samenwerken en overleggen, werken volgens instructie en procedure

Samenwerken en overleggen, werken volgens instructie en procedure

Samenwerken en overleggen, werken volgens instructie en procedure

Toelichting Algemene kenmerken van het beroep: De beroepsbeoefenaar is verantwoordelijk voor de uitvoering van het eigen takenpakket. Het takenpakket bestaat vooral uit het toepassen van geautomatiseerde routines en slechts in geringe mate het toepassen van standaardprocedures. Het betreft functiegebonden vaardigheden en kennis, zoals het uitvoeren van werkzaamheden aan en voor elektrotechnische installaties in nieuwbouwwoningen, waartoe vooral behoren de aanleg van buisinstallaties en het installeren en aansluiten van groepenkasten. Het is een kwalificatie op niveau 1.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 56 of 82

Essentie van het beroep: De Assistent monteur sterkstroominstallaties kan worden ingezet bij bedrijven die zich onder meer hebben gespecialiseerd in het aanleggen van gebouwgebonden elektrotechnische installaties (nieuwbouw, woningen en utiliteit). De werksituatie beperkt zich in het algemeen tot de directe uitvoering van vakhandelingen die onder direct toezicht worden verricht op grond van daarvoor gebruikelijke aanwijzingen.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 57 of 82

Beroepsprofiel Horeca Assistent Sector/Beroepsgroep: Horeca

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken Keuken:

Wassen, schillen, snijden Restaurant: Poleren, mastiek maken, afwas

Keuken: Koude en warme voorbewerkingen Restaurant: Poleren, opdekken, mastiek, dranken bijvullen

Keuken: Koude en warme voorbewerkingen. Eenvoudige bereidingstechnieken uitvoeren.

Beroepsoverstijgende taken

Restaurant: Poleren, opdekken, mastiek, dranken bijvullen, glazen spoelen tijdens service, water serveren

Geen Geen Klaarzetten van banquet ruimtes (plaatsing tafels en stoelen), aansluiten audiovisuele apparatuur

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

Geldige GGD keuring. Moet 18 jaar oud zijn om in de avond te kunnen werken.

Geldige GGD keuring. Moet 18 jaar oud zijn om in de avond te kunnen werken.

Geldige GGD keuring. Moet 18 jaar oud zijn om in de avond te kunnen werken.

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Flexibel, gastvrij, tegen kritiek kunnen, stressbestendig

Flexibel, gastvrij, tegen kritiek kunnen, stressbestendig

Flexibel, gastvrij, tegen kritiek kunnen, stressbestendig

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 58 of 82

Toelichting Algemene kenmerken van het beroep: Een horeca assistent is een medewerker die ingezet kan worden in zowel de keuken als het restaurant. De werkzaamheden beperken zich vooral tot het uitvoeren van voorbereidende en afsluitende werkzaamheden in de keuken en het restaurant. De uit te voeren werkzaamheden zijn sterk procedure-gericht. In principe worden de werkzaamheden uitgevoerd onder leiding van een ervaren vakkracht. Desondanks wordt een beroep gedaan op stressbestendigheid. Bij piekdrukte wordt verwacht dat iedere medewerker een stap extra doet, dus ook de horeca assistent. Communicatie met collega`s vindt voornamelijk plaats in het Papiaments, maar hij kan zich ook correct uitdrukken in het Nederlands en het Engels. In voorkomende gevallen communiceert de horeca assistent met gasten. Dit zal meer in het Nederlands en Engels plaatsvinden. Hij kan verpakkingen lezen, en recepten die in het Nederlands of Engels zijn opgesteld uitvoeren. Vooral in de keuken is voedselveiligheid een belangrijk onderwerp. Ook van de horeca assistent wordt verwacht dat hij hygiënisch werkt (vaak volgens de HACCP regels die in het bedrijf gelden), en GGD gekeurd is. Essentie van het beroep: De horeca assistent is werkzaam bij horecabedrijven, cateringbedrijven, of snackbars. Hij voert zijn werkzaamheden meestal uit op onregelmatige tijden. Diensten op weekenddagen en feestdagen zijn eerder regel dan uitzondering. Dit kan door mensen met (kleine) kinderen als problematisch ervaren worden. Tevens is het vervoer van en naar het werk op onregelmatige tijden vaak lastig. De horeca assistent kan op verschillende werkplekken worden ingezet om routinematige, procesmatige werkzaamheden uit te voeren. Als de werkplek in het restaurant is, wordt verwacht dat hij er representatief uitziet. Persoonlijke hygiëne en lichaamsverzorging zijn dan van groot belang. Per afdeling gelden verschillende eisen voor wat betreft vakkleding. In de regel is de horeca assistent zelf verantwoordelijk voor het onderhouden van het eigen uniform. Omdat de horeca assistent vaak onder leiding van een ervaren vakkracht werkt is samenwerken een belangrijk onderdeel van het werk.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 59 of 82

Beroepsprofiel Assistent Autospuiter / schadehersteller Sector/Beroepsgroep: Mobiliteitsbranche

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken De auto wassen van

binnen en buiten. Assisteren bij uitdeuken en spuiten. Monteren van carrosserie accessoires en delen. De auto aflevering klaar maken (van binnen en buiten).

Assisteren bij uitdeuken en spuiten. Monteren van carrosserie accessoires en delen. De auto aflevering klaar maken (van binnen en buiten).

Beroepsoverstijgende taken Geen Geen Overdragen van het geleverde werk aan de leidinggevende. Voldoen aan de wensen en behoeften van de klant v.w.b. het aflevering klaar maken van de auto

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

Niet allergisch voor gebruikte chemicaliën

Niet allergisch voor gebruikte chemicaliën

Niet allergisch voor gebruikte chemicaliën

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Samenwerken, volgens vaste procedures kunnen werken

Samenwerken, volgens vaste procedures kunnen werken

Gericht op de behoeften van de klant, kan samenwerken, volgt instructies en procedures op, kan voorkomende problemen of knelpunten bij het uitvoeren van het werk oplossen in het belang van de klant

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 60 of 82

Toelichting :

Algemene kenmerken van het beroep: De aankomend voorbewerker werkt samen met een eerste autospuiter of eerste autoschadehersteller als leidinggevende, en is werkzaam als hulpkracht. Het niveau van beroepsuitoefening is niveau 1. Dat betekent dat hij zijn werkzaamheden uitvoert onder leiding van een meer ervaren vakkracht. Essentie van het beroep: De Aankomend voorbewerker ondersteunt een ervaren (eerste) autospuiter of autoschadehersteller bij het uitdeuken en spuiten van carrosserieën van personenauto’s. Bovendien de- en monteert hij/zij ook allerlei accessoires en carrosseriedelen. Na het spuiten is het zijn/haar taak de auto aflevering klaar te maken.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 61 of 82

Beroepsprofiel Assistent Autotechnicus Sector/Beroepsgroep: Mobiliteitsbranche

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken De auto wassen voor

aflevering aan de klant Uitvoeren van een kleine onderhoudsbeurt. Monteren van accessoires. Aflevering klaar maken van de auto

Uitvoeren van een kleine onderhoudsbeurt. Monteren van accessoires. Aflevering klaar maken van de auto

Beroepsoverstijgende taken Geen Geen Overdragen van het geleverde werk aan de leidinggevende. Voldoen aan de wensen en behoeften van de klant v.w.b. het aflevering klaar maken van de auto

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

Niet allergisch voor gebruikte chemicaliën

Niet allergisch voor gebruikte chemicaliën

Niet allergisch voor gebruikte chemicaliën

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Samenwerken, volgens vaste procedures kunnen werken

Samenwerken, volgens vaste procedures kunnen werken

Gericht op de behoeften van de klant, kan samenwerken, volgt instructies en procedures op, kan voorkomende problemen of knelpunten bij het uitvoeren van het werk oplossen in het belang van de klant

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 62 of 82

Toelichting Algemene kenmerken van het beroep: De assistent autotechnicus werkt samen met een ervaren eerste automonteur als leidinggevende, en is werkzaam als hulpkracht. Het niveau van beroepsuitoefening is niveau 1. Dat betekent dat hij zijn werkzaamheden uitvoert onder leiding van een meer ervaren vakkracht. Essentie van het beroep: De assistent autotechniek ondersteunt een ervaren (eerste) autotechnicus bij het onderhoudswerk en het uitvoeren van reparaties. Bovendien monteert hij/zij ook allerlei accessoires. Na een onderhoudsbeurt is het zijn/haar taak de auto afleveringsklaar te maken.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 63 of 82

Beroepsprofiel Assistent Sport & beweging Sector/Beroepsgroep: Recreatie

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken Werkplek inrichten,

materialen schoonmaken en opruimen

Werkplek inrichten, materialen schoonmaken en opruimen

Klaarzetten van materialen, inrichten van de werkplek, assisteren van een vakkracht bij het uitvoeren van recreatieactiviteiten

Beroepsoverstijgende taken Geen Geen Signaleren van eventuele fysieke problemen bij recreanten

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

Geen Geen Geen

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Communicatief, sportief, enthousiast, op de behoeften van de klant inspelen

Communicatief, sportief, enthousiast, op de behoeften van de klant inspelen

Communicatief, sportief, enthousiast, op de behoeften van de klant inspelen, begripvol, motiverend

Toelichting Algemene kenmerken van het beroep: Een assistent sport- en bewegingsleider is op veel soorten werkplekken te vinden: bijvoorbeeld bij een sportvereniging, zwembad, fitnesscentrum of bij een evenementenbureau. Hij richt zich met name op het assisteren en ondersteunen bij sport- en bewegingsactiviteiten die worden uitgevoerd door een ervaren vakkracht. Hij kan ook een bijdrage leveren aan de sportieve activiteiten die de een bepaalde wijk georganiseerd worden door het buurtcentrum.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 64 of 82

Hij kan werken met allerlei soorten mensen jong en oud: fanatieke sporters, recreanten, mensen uit verschillende culturen, gezonde mensen en mensen met een functiebeperking.

Essentie van het beroep: Hij assisteert de leider bij sport- en bewegingsactiviteiten en begeleidt de deelnemers op aangeven van de leider. Denk aan het assisteren bij lessen en trainingen gericht op het aanleren van sporttechnische en –tactische vaardigheden. SB-activiteiten (Sport en Bewegen) gericht op ontspanning en recreatie. En sport stimulerende activiteiten, waarbij hij met sport de gezondheid van doelgroepen bevordert. Hij helpt de leidinggevende om de activiteiten voor te bereiden, zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen, en de werkplek op te ruimen na afloop. Hij ontvangt en begeleidt de deelnemers met als doel ze te motiveren en enthousiast te maken. Hij praat met deelnemers om erachter te komen wat ze leuk vinden of wat ze graag willen leren. Hij kijkt hoe deelnemers zich tijdens de activiteit gedragen en geeft dit door aan de leidinggevende. Hij voert zelf ook (delen van) sportieve activiteiten uit op aangeven van de leidinggevende. De leidinggevende draagt daarvoor de verantwoordelijkheid. Hij geeft de instructies wat hij met de groep gaat doen. De organisatie waar hij voor werkt, helpt hij bij het schoonhouden en onderhouden van het gebouw en de materialen.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 65 of 82

Beroepsprofiel : Assistent Kinderopvang (zorghulp) Sector/Beroepsgroep: Welzijn

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken Opruimen en

schoonmaken van de werkplek. Ordenen van gebruikte materialen. Kleding wassen.

Assisteren van de kinderen bij het ordenen van de tassen, het eten en de schone kleding. Assisteren bij het uitvoeren van het dagprogramma.

Assisteren bij het uitvoeren van activiteiten in het kader van vrije tijd besteding. Assisteren van een crèche leidster bij het uitvoeren van activiteiten, eten, opruimen, en lichamelijke verzorging van de kinderen.

Beroepsoverstijgende taken Geen Geen Signaleren van afwijkend gedrag.

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

Gezondheidsverklaring Gezondheidsverklaring Gezondheidsverklaring

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Integer, sociaal, communicatief, dienstverlenend

Integer, sociaal, communicatief, dienstverlenend, verantwoordelijk

Integer, sociaal, communicatief, dienstverlenend, verantwoordelijk

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 66 of 82

Toelichting Algemene kenmerken van het beroep: De zorghulp verricht (huishoudelijk) werkzaamheden in een kinderopvang (crèche) of bij een klant thuis. Dit houdt niet alleen het schoonmaken van het interieur, de kleding en textiel in, maar ook het creëren van een sfeervolle (leef)omgeving, en het ondersteunen bij het uitvoeren van activiteiten. De zorghulp werkt systematisch en samen met anderen in de organisaties, zoals; de leiding, ouders, en directie. De zorghulp communiceert effectief met de klant, zijn ouders en gaat een functionele relatie aan. In de zorg en welzijn is het takenpakket uitgebreid met het dagelijks begeleiden van het kind.

Essentie van het beroep:

De zorghulp heeft aandacht voor de specifieke situatie van het kind. Hij/ zij signaleert en meldt veranderingen in het gedrag van het kind bij de leidinggevende. De zorghulp geeft een bijdrage in het uitvoeren van (pedagogisch didactisch verantwoorde) activiteiten. Dit kan zowel de eigen crèche zijn als ook bij activiteiten buiten de crèche. De zorghulp helpt bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten voor vrijetijdsbesteding van kinderen.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 67 of 82

Beroepsprofiel Assistent uiterlijke verzorging Sector/Beroepsgroep: Welzijn/kapsalon

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken Inrichten en opruimen

van de werkplek. Schoonhouden van de salon tijdens openingstijden

Inrichten en opruimen van de werkplek. Schoonhouden van de salon tijdens openingstijden

Maakt materialen en gereedschappen schoon. Wast het haar van klanten, draait krulspelden in en maakt vlechtjes.

Beroepsoverstijgende taken Geen Geen Converseren met klanten

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

Geen Geen Geen

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Dienstverlenend Dienstverlenend Dienstverlenend, communicatief

Toelichting Algemene kenmerken van het beroep: De werkzaamheden die de assistent uitvoert zijn op niveau 1. De assistent wordt aangestuurd door een meer ervaren vakkracht. De assistent voert de werkzaamheden uit, en laat het resultaat controleren door zijn leidinggevende. Hygiëne is van groot belang bij het uitvoeren van werkzaamheden. Daarom wordt de assistent geacht tijdens het knippen de vloer schoon te houden. De assistent kan ook op aangeven van de leidinggevende zelf vlechten en krulspelden aanbrengen, en haar wassen.

Essentie van het beroep:

De zorghulp kent het reilen en zeilen in kapperszaken. Maakt materialen en gereedschappen schoon. Wast het haar van klanten, draait krulspelden in en maakt vlechtjes.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 68 of 82

De assistent kan ook samen met een professional bij mensen thuis komen om werkzaamheden uit te voeren, of te assisteren bij het uitvoeren van werkzaamheden.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 69 of 82

Beroepsprofiel Assistent Ouderzorg (zorghulp) Sector/Beroepsgroep: Bejaardenzorg

Corresponderende kwalificatie Beroepsonderwijs Curaçao

AGO VSBO (PBL) SBO I

Beroepsactiviteiten Beroepsspecifieke taken

Schoonmaken van de woning van de zorgvrager.

Schoonmaken van de woning van de zorgvrager.

Schoonmaken van de woning van de zorgvrager. Assisteren bij activiteiten m.b.t. vrije tijd besteding van cliënten Ondersteunen van de zorgvrager bij ADL

Beroepsoverstijgende taken

Geen Geen Signaleren van veranderingen in de persoonlijke leefsfeer van de zorgvrager

Aanvullende (wettelijke) eisen om het beroep te mogen uitoefenen

Gezondheidsverklaring Gezondheidsverklaring Gezondheidsverklaring

Specifiek te tonen houding voor uitoefening van het beroep

Integer, sociaal, communicatief, dienstverlenend

Integer, sociaal, communicatief, dienstverlenend

Integer, sociaal, communicatief, dienstverlenend

Toelichting Algemene kenmerken van het beroep: De zorghulp verricht huishoudelijk werkzaamheden in een organisatie of bij een klant thuis.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 70 of 82

Dit houdt niet alleen het schoonmaken van het interieur, de kleding en textiel in, maar ook het creëren van een sfeervolle (leef)omgeving. Vaak serveert de zorghulp ook zelfgemaakte koffie of andere drankjes en kleine gerechten. De zorghulp werkt systematisch en samen met anderen in organisaties in een aantal bedrijfstakken, zoals; in de zorg, welzijn, facilitaire dienstverlening en de kapperszaken. De zorghulp communiceert effectief met de klant en gaat een functionele relatie aan. In de zorg en welzijn is het takenpakket uitgebreid met het dagelijks begeleiden van de klant. Onder klant verstaan we dan een cliënt, bewoner, kind, volwassene of oudere.

Essentie van het beroep:

De zorghulp heeft aandacht voor de specifieke situatie van de zorgvrager. Hij/ zij signaleert en meldt veranderingen bij de zorgvrager en in de omgeving. De zorghulp geeft een bijdrage in de persoonlijke leefsfeer van de zorgvrager, waarbij sprake is van beperkte zorgmogelijkheden. Dit kan zowel de eigen woonomgeving zijn als de woonomgeving in instellingen. De zorghulp helpt bij het organiseren en uitvoeren van activiteiten voor vrijetijdsbesteding van klanten.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 71 of 82

Bijlage IV Brief

Geachte werkgever,

In opdracht van de uitvoerende organisatie van de Sociale Vormingsplicht (SVP) voert Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curaçao (KBB) een onderzoek uit naar de mogelijkheden voor de doelgroep van de SVP op de arbeidsmarkt.

Deze doelgroep wordt gevormd door jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 24 jaar die geen opleiding hebben afgerond. Zij volgen een zogenaamd “kanstraject” waarbij hen een opleiding wordt aangeboden die alsnog leidt tot een beroepskwalificatie. Vervolgens worden zij door professionals begeleid bij het vinden van een baan.

De nadruk bij de trajecten ligt naast vakinhoudelijke kennis vooral ook op sociale vorming en persoonlijke ontwikkeling. Om een goed beeld te krijgen wat de vereiste competenties en voorwaarden zijn die door werkgevers worden gesteld om deze jongeren na het afronden van de opleiding een kans te geven, willen wij u een aantal vragen stellen. Want alleen als duidelijk is wat de voorwaarden zijn kan hierop ingespeeld worden.

Wij verzoeken u daarom bijgaande vragenlijst te beantwoorden en danken u bij voorbaat heel hartelijk voor uw medewerking. Voor vragen of meer informatie over het onderzoek kunt u contact opnemen met ondergetekende bij KBB, tel. 8402777 of over SVP met mw. P. Pedro-Trusfull, tel. 4650249.

Hoogachtend,

Gofrie van Lieshout

Directeur KBB

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 72 of 82

Er zijn 30 vragen in deze enquête

Bijlage V Vragenlijst Arbeidsmarktonderzoek Algemene bedrijfsgegevens

1. Wat is de naam van uw bedrijf? *

Vul uw antwoord hier in: _________________

Deze gegevens worden alleen voor analyse en dataverwerking gebruikt. In het onderzoeksrapport wordt geen enkele bedrijfsnaam genoemd en worden alle ingevulde gegevens anoniem verwerkt.

2. Binnen welke sector is uw bedrijf actief? *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• Bakkerij • Bouw • Elektro • Horeca • Mobiliteitsbranche / autotechniek • Recreatie / sport- en beweging • Welzijn / uiterlijke verzorging / kapsalon • Welzijn / kinderopvang • Zorg / ouderenzorg • Geen enkele van de genoemde sectoren

3. Hoeveel medewerkers zijn er in totaal werkzaam binnen uw organisatie? *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• 1 - 5 medewerkers (micro) • 6 - 10 medewerkers (klein) • 11 - 50 medewerkers (middelgroot) • 51 of meer medewerkers (groot)

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 73 of 82

4. Zijn er medewerkers binnen uw bedrijf die de leermeestertraining bij KBB gevolgd hebben? *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• ja • nee • ik weet het niet

5. Hoeveel medewerkers hebben de leermeestertraining bij KBB gevolgd? *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• 1 - 5 medewerkers • 6 - 10 medewerkers • meer dan 10 medewerkers

Bekendheid met SVP

SOCIAAL MAATSCHAPPELIJK PROFIEL SVP Jongeren die in aanmerking komen voor Sociale Vormingsplicht zijn jongeren die voortijdig school hebben verlaten en die:

• tussen de 16 en 24 jaar zijn • geen startkwalificatie hebben • (nog) niet actief zijn op de arbeidsmarkt

De redenen voor voortijdig uitval zijn divers, sommige jongeren kunnen in principe wel mee in het onderwijs maar vallen door omstandigheden uit. Een ander deel van de doelgroep leert niet gemakkelijk en heeft moeite met lezen en schrijven. Ze zijn vaak kwetsbaar en gemakkelijk beïnvloedbaar en hebben in hun jonge leven al de nodige teleurstellingen achter de rug. Bij jongens wordt deze kwetsbaarheid vaak verborgen achter stoer of onverschillig gedrag, bij meisjes komt voor dat zij zich eenzaam voelen en het gevoel van eigenwaarde gering is. Menig tienermeisje stopt voortijdig met het regulier onderwijs i.v.m. zwangerschap.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 74 of 82

De thuissituatie is vaak problematisch en veel jongeren hadden of hebben in hun omgeving te maken met verslaving en kwamen al in aanraking met de jeugdhulpverlening of justitie. Deze jongeren hebben extra aandacht nodig door begeleiders die begrip hebben voor de situatie en hun belevingswereld en over specifieke kennis en vaardigheden bezitten hoe met deze jongeren om te gaan en ze te begeleiden. Vakmensen met een praktische en positieve insteek kunnen hen weer motiveren en helpen opnieuw vertrouwen in zichzelf te krijgen. Eenmaal op hun plek kunnen ze uitgroeien tot goed en betrouwbare arbeidskrachten.

6. In hoeverre bent u bekend met de SVP doelgroep zoals hierboven omschreven?

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• Ik ken de SVP doelgroep helemaal niet • Ik ken de SVP doelgroep wel maar heb er binnen mijn bedrijf geen

ervaring mee • Ik ken de SVP doelgroep en heb er binnen mijn bedrijf ook ervaring mee

7. Hoe is uw ervaring met het werken met SVP jongeren? *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• Positief • Negatief

Geef hier een toelichting op uw antwoord:

______________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________

Toelichting: vanaf vraag 7 zijn de vragen voor elk ondernemer verschillend. Ze kregen het beroepsprofiel te zien aan de hand van keuze in vraag 2.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 75 of 82

8. Hoeveel medewerkers zijn er op dit moment binnen de gekozen sector en de bijbehorende beroep in uw organisatie werkzaam21

Elk antwoord moet tussen 0 en 100 zijn Vul uw antwoord hier in: ______________ Vul het aantal medewerkers in.

? *

21 De bijbehorende beroepen bij de gekozen sector: bakkerij assistent, bouwplaats assistent, monteur sterkstroominstallaties assistent, horeca assistent, autospuiter / schadehersteller assistent, autotechnicus assistent,sport en beweging assistent , kinderopvang assistent, uiterlijke verzorging assistent, ouderenzorg assistent,

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 76 of 82

Stellingen plaatsing SVP-ers

Hieronder volgen een aantal stellingen. Geef aan in welke mate u het eens of oneens bent met deze stellingen.

1 = helemaal mee eens, 2 = eens, 3 = geen mening, 4 = oneens, 5 = helemaal oneens

Kies het toepasselijke antwoord voor elk onderdeel:

1 2 3 4 5 9. Ik vind het sociaal maatschappelijk profiel van een

SVP jongeren niet zo belangrijk. Het gaat mij er vooral om dat ze de nodige vakinhoudelijk kennis hebben.

10. Ik vind het belangrijkst dat een SVP jongere gemotiveerd is. Het sociaal maatschappelijk profiel is minder relevant en de vakinhoudelijke kennis kunnen wij ze wel bijbrengen.

11. Het feit dat een SVP jongere nog 3 maanden sociaal-emotionele begeleiding vanuit de SVP organisatie krijgt na plaatsing binnen een bedrijf is voor mij een belangrijk gegeven om hen een kans te geven.

Plaatsingsmogelijkheden

12. Ik verwacht dat er in de toekomst binnen mijn bedrijf vacatures zullen komen voor SVP jongeren in het geschetste beroepsprofiel. *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• Ja • Nee • Ik weet het niet

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 77 of 82

Geef hier een toelichting op uw antwoord:

In het invulvak kunt u een toelichting geven.

Hieronder volgen een aantal randvoorwaarden die mogelijk voor u een rol spelen bij de overweging om een SVP jongere wel of geen kans te geven binnen uw bedrijf.

13. Kunt u aangeven in welke mate deze randvoorwaarden een rol spelen bij het maken van uw keuze? *

Selecteer alle mogelijkheden:

• Tot 3 maanden na plaatsing wordt door een maatschappelijk werken van SVP sociaal-emotionele begeleiding geboden.

• Er is een centrale plek waar ik als werkgever terecht kan met vragen/problemen rondom de plaatsing van een SVP jongere.

• Er is voorzien in aanvullende begeleiding voor de jongere vanuit ambulante jeugdhulpverlening op het eiland.

• Er is voorzien in ondersteuning aan bedrijven die SVP jongeren plaatsen in de vorm van informatiebijeenkomsten, workshops, etc.

• Andere:

U kunt meerdere antwoorden aankruisen.

14. Hoeveel vacatures geschikt voor het SVP beroepsprofiel verwacht u in 2013 / 2014? *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• 1 - 5 vacatures • 6 - 10 vacatures • meer dan 10 vacatures

15. Als er binnen mijn bedrijf een vacature is die past bij het opleidingsniveau van een jongere die succesvol een SVP traject heeft afgerond wil ik deze jongere een kans geven en een betaalde baan bieden ... *

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 78 of 82

Selecteer alle mogelijke antwoorden en geef een toelichting:

• Ja, op AGO niveau • Ja, op VSBO niveau • Ja, op SBO-1 niveau • Nee, ik verwacht geen vacatures op dit niveau • Nee, ik kies toch liever voor werknemers zonder een "SVP-achtergrond" • Nee, ik heb negatieve ervaringen met de doelgroep • Nee, de benodigde begeleiding is te intensief • Andere:

16. Welk type arbeidsverband zou u bereid zijn met de SVP jongere aan te gaan? *

Selecteer alle mogelijke antwoorden en geef een toelichting:

• een vast dienstverband • op projectbasis • freelance • een 0-urencontract op oproepbasis • via een uitzendbureau • Andere:

Meerdere antwoorden mogelijk, kruis alle antwoorden aan die van toepassing zijn. In het tekstvak kunt u eventuele aanvullende opmerkingen plaatsen.

17. Bent u als werkgever bereid om extra capaciteit vrij te maken voor een goede begeleiding van een SVP jongere die komt werken of stage lopen? *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• ja • nee

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 79 of 82

18. Als werkgever ben ik bereid extra capaciteit vrij te maken voor een goede begeleiding van een SVP jongere die binnen ons bedrijf komt stage lopen of werken. *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• Ja, wij hebben al geïnvesteerd in de training voor leermeesters VSBO/SBO en willen die kennis graag inzetten, als zij aanvullende training krijgen voor het begeleiden van de specifieke SVP doelgroep is dat prima.

• Ja, de bereidheid is er, maar mijn medewerkers moeten dan wel getraind moeten worden

• Ja, de bereidheid is er en we zullen tijd vrij maken, maar er is geen ruimte om medewerkers extra te trainen.

• Anders, namelijk ......

Geef hier een toelichting op uw antwoord:

19. Wat speelt een rol bij het niet vrij maken van extra begeleidingscapaciteit? *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• We zouden wel willen maar hebben die extra capaciteit gewoon niet. • We vinden het niet nodig om extra capaciteit in te zetten. • Anders, namelijk .....

Geef hier een toelichting op uw antwoord:

20. Naar mijn mening is er in onze branche / beroepsgroep .... *

Kies één van de volgende mogelijkheden:

• zeker werk voor SVP jongeren op SBO-1 niveau • misschien werk voor SVP jongeren op SBO-1 niveau • geen werk voor SVP jongeren op SBO-1 niveau • ik weet het niet

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 80 of 82

Geef hier een toelichting op uw antwoord:

21. Wat zijn volgens u de belangrijkste redenen dat er geen werk is voor

SVP jongeren in uw branche/beroepsgroep? *

Selecteer alle mogelijkheden:

• de sociaal maatschappelijk achtergrond van de jongere vormt een probleem

• het lage vakinhoudelijk niveau is een probleem • Andere:

U kun meerdere antwoorden aankruisen.

22. In onze branche / beroepsgroep is werk voor SVP jongeren indien zij gekwalificeerd zijn en over de volgende competenties beschikken. Svp per competentie aankruisen in welke mate u het belangrijk vindt.

1 = heel belangrijk, 2 = belangrijk, 3 = neutraal, 4 = niet zo belangrijk en 5 = helemaal niet belangrijk

Kies het toepasselijke antwoord voor elk onderdeel:

1 2 3 4 5 communicatievaardigheden (met collega's en eventueel klanten)

lezen en schrijven

spreekvaardigheid Papiaments

spreekvaardigheid Nederlands

spreekvaardigheid Engels

leesvaardigheid Papiaments

leesvaardigheid Nederlands

leesvaardigheid Engels

omgaan met gezagsverhoudingen

omgaan met emoties (agressie en conflicthantering)

verantwoordelijkheidsbesef (o.a. op tijd komen)

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 81 of 82

Afronding

23. Hebt u nog vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze vragenlijst ?

Vul uw antwoord hier in: ______________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________

______________________________________________________________________________

Hartelijk dank voor uw medewerking ! Verstuur uw enquête Bedankt voor uw deelname aan deze enquête.

Arbeidsmarktonderzoek SVP

KBB 2013.30 februari 2014 Page 82 of 82

Bijlage VI overzicht figuren

Figuur nr. Figuurnaam Pagina

figuur 1 Overzicht economische participatie Curaçao 2011 10

figuur 2 Overzicht ontwikkeling werkloosheid Curaçao 2008 - 2013 10

figuur 3 Overzicht onderzochte beroepen en bijbehorende beroepsgroep 19

figuur 4 Overzicht aantal respondenten gespecificeerd naar sector 22

figuur 5 Bedrijfsgrootte correspondenten 23

figuur 6 Overzicht aantal respondenten gespecificeerd naar sector en bedrijfsgrootte

24

figuur 7 Overzicht aanwezigheid leermeesters KBB, gespecificeerd per sector

25

figuur 8 Bekendheid met de SVP doelgroep 26

figuur 9 Overzicht aantal medewerkers op assistent-niveau, gespecificeerd naar sector/functie

26

figuur 10 De relevantie van de sociaal maatschappelijke kenmerken van de SVP-er voor de werkgever

28

figuur 11 Belang van competenties 29

figuur 12 Belang van randvoorwaarden 30

figuur 13 Verwachtingen vacatures voor svp-ers binnen de sector 32

figuur 14 Belang van randvoorwaarden 33

figuur 15 stellingen over het maatschappelijk profiel waarop gescoord kon worden op een 5-puntsschaal: 1 = helemaal mee eens, 2 = mee eens, 3 = neutraal, 4 = mee oneens, 5 = helemaal mee oneens. Per sector is een gemiddelde score uitgerekend.

34