A P R O P O S 2 4 5

Maart 2011 Evenementen in de Binnenstad Hoe zorgen we voor een aantrekkelijke binnenstad tijdens de verbouwing > NLA 2.0: minder geld, nog meer vertrouwen Investeren in de leefbaarheid van de wijken > We gaan de boel niet afbreken Jaap Diepeveen over de concept Contourennota > Get the picture Vreemde attributen bij Stadsbeheer

D o o r I n g r i d B o l h u i s

W

O p d e v o o r p a g i n a > Het hoofdgemaal in het Stadspark als een van de twee locaties in de stad van waaruit het afvalwater richting de zuiveringsinstallatie in Garmerwolde wordt ge-pompt. Een modern meldingssysteem van storingen scheelt zo’n 400 keer uitrukken per jaar.

Verderop in dit nummer een eerste aflevering van een - waarschijnlijk lange - serie: De achterkant van de krant, waarin we op zoek gaan naar wat er achter een opvallende kop in de krant schuilt.

24e jaargang, Maart 2011 Apropos is een uitgave voor (oud-) personeel van de dienst RO/EZ van de gemeente Groningen en verschijnt 11 keer per jaar REDACTIE Mans Schuurman Johan de Boer Alfred Kazemier CORRESPONDENTEN Ingrid Bolhuis Erwin Tollenaar Anneke Miedema Mirjam van der Feen Mark Ronda Froukje BoumaJan Koops van ‘t Jagt Jeroen Berends Anne Helbig Gilbert Sewnandan ONTWERP EN OPMAAK Groninger Ontwerpers DRUKWERK EN AFWERKING Zodiak Groep Groningen VERZENDWERK DIA-Post en Copy Service REDACTIE-ADRES Ged. Zuiderdiep 98 9711 HL Groningen (kamer 325) Email: apropos@groningen.nl

O p d e v o o r p a g i n a >

Op dit moment zonder twijfel het meest geroemde bouwwerk in de stad (naar ontwerp van UN Studio/Ben van Berkel, bekend van de Erasmusbrug te Rotterdam). Inmiddels zitten alle 1800 medewerkers van DUO en Belastingdienst op hun plek daar aan de Kempkensberg.

Was dit anders niet van de grondgekomen? Ron: ‘Dit helpt zeker mee. Het college had zelf al aangegeven met een samenhangend programma te willen komen om tijdens de verbouwing ‘open’ te blijven voor bezoekers en klanten van de binnenstad. Nu was er extra aandacht voor. Het college heeft Marketing Groningen gevraagd een plan te ontwikkelen, waarmee in november uitvoering is gegeven aan de motie door voor de jaren 2011 en 2012 elk extra € 300.000,- uit te trekken.’

Hoe was het daarvoor dan geregeld? ‘Er was het TEO, het Top Evenementen Overleg. Hiermee is de kiem gelegd voor de opzet zoals die er nu is met het Evenementenprogramma. Nog steeds werkt de gemeente daarin met de provincie en de Groningen City Club samen om de evenementen gezamenlijk te beoordelen. Maar in de oude opzet waren we daarin reactief, terwijl we de evenementen nu actief willen beïnvloeden. Verder zaten er gaten

Evenementen in de binnenstadDeze maand hebben B en W het ‘Evenementenprogramma Binnenstad

2011 – 2012’ vastgesteld. Ron Torenbosch is hierbij als stadsdeelcoördinator

binnenstad betrokken. Directe aanleiding is de motie ‘Bruisende Binnenstad’,

van de raad van juli 2010. Hierin wordt het college gevraagd met een plan te

komen om de aantrekkelijkheid van de binnenstad tijdens de op stapel staande

bouwwerkzaamheden van tram en Forum te waarborgen. Dit jaar gaat het

bijvoorbeeld om het mede mogelijk maken van de voorstelling ‘Teiresias’ van

het NNT deze maand, ‘Swingin’ Groningen’ in juni, de ‘4mijl van Groningen’ in

oktober, en evenementen in het kader van de ‘hoofdstad van de smaak’ in

heel 2011.

3

AP

RO

PO

S 2

45

in de programmering. Bijvoorbeeld in december, terwijl we juist graag een structureel Gronings winterprogramma willen, met een eigen gezicht voor de stad. Met de belangstelling voor het Glazen Huis hebben we gemerkt dat hier iets valt op te vullen. We willen daarom het stuur in handen krijgen, zorgen voor een goede spreiding van de evenementen gedurende het jaar en natuurlijk een kwalitatief goed programma.’

Hoe dan? ‘Door zoveel mogelijk aan te sluiten bij de locale bestaande partijen en evenementen. Het ontstaan van ‘Eurosonic Air’ is een goed voorbeeld. De organisator van Noorderslag/Eurosonic wil meer naar buiten met het festival, wij willen graag dat de Groningers er meer van mee krijgen. De vorige keer was het rond Ciboga georganiseerd, de afgelopen keer meer rond de binnenstad. Wat we ons daarbij wel moeten bedenken is dat evenementen als Noorderslag in 25 jaar tijd zijn opgebouwd en dus hun populariteit ook in al die jaren hebben kunnen opbouwen. Onze evenementen hebben ook tijd nodig om zich in die zin te bewijzen.’

Wat is er specifiek bedacht rond deverbouwing? ‘Daarvoor is een zogenaamd ‘gastvrijheidsprogramma’ bedacht. Dat is erop gericht om wanneer wij met de bouw bezig zijn evenementen te verzinnen die voor ondernemers in de binnenstad omzetverhogend kunnen werken. Dus dan niet alleen evenementen ’s avonds laat en in het weekeinde, maar ook tijdens de openingstijden van de

winkels. Bijvoorbeeld wanneer de tramlijn in de Oosterstraat wordt aangelegd een boodschappenservice organiseren, of een schoenpoetsservice aan het eind van de straat. Het moeten gekke, leuke dingen zijn, om ook anderen enthousiast te krijgen voor wat er in Groningen gebeurt. Dat men niet alleen komt om te winkelen, maar ook om collectief mee te mogen graven in een bouwput.’

Geven we als gemeente hiervoorsubsidies? ‘Voor een deel. Er is 30% van het budget bedoeld voor subsidies aan evenementen, zoals Swingin’ Groningen. 70% wordt door ons als opdracht gegeven, met als voorbeeld de nieuwe winterprogrammering waar ik het net al over had. De raad heeft namelijk aangegeven het stuur in handen te willen houden, op deze manier bepalen we zelf veel meer wat er gebeurt. Belangrijk daarbij is een goed concept neer te zetten, in de hoop dat marktpartijen dan mee willen doen. Het budget dat we hebben is juist om het op gang te brengen, met de bedoeling ‘geld met geld te maken’.’

En na 2012 houdt het op? ‘Er is nu eerst voor twee jaar geld beschikbaar gesteld. Mijn inschatting is dat dit onderwerp erg belangrijk is en dat er daarna ook weer geld voor zal worden vrijgemaakt.’

5 VIP-ARRANGEMENTEN VOOR SWINGIN’ GRONINGEN

Swingin’ Groningen is door de jaren heen een festival geweest waar jazz, soul en jazzdance

de boventoon voerden. In het verleden hebben veel grote, ook internationale bands op de

podia van Swingin’ gestaan en nu gaat dat weer gebeuren op 23, 24 en 25 juni. Genomineerde

acts voor de aanstaande editie zijn Candy Dulfer Band, Nicola Conte, Colin Benders (Kiteman),

Giovanca, Pat Metheny, Wende, de Earth Wind & Fire Tribute Band, Rik Mol en Sabrina Stark.

Speciaal voor deze nieuwe editie heeft de gemeente als sponsor 25 vip-(tweepersoons-)

arrangementen bedongen. Het gaat daarbij om meet&greet met de diverse artiesten, backstage-

genoegens, diverse borrels en een openingsdiner waar eveneens diverse artiesten bij aanwezig

zijn. Ron Torenbosch mag als binnenstadscoördinator vijf van die arrangementen uitdelen aan

RO/EZ-collega’s. Heb je interesse, stuur dan even een mail naar ron.torenbosch@groningen.nl.

Wees er snel bij, want al komende vrijdag trekt Ron uit de pot van gegadigden de vijf gelukkigen.

D o o r M a n s S c h u u r m a n

WWaarom deze veranderingen?

We zullen wel moeten. De wereld is veranderd, we zitten in een economische crisis, hebben minder middelen en verdienen minder geld. Dat heeft invloed op onze rol als dienst in relatie tot onze partners en maakt het nodig om meer prioriteiten te stellen, meer te sturen op capaciteit. Niet alles kan meer. We waren ook al bezig om na te denken over onze toekomst. Daarvoor hebben we eerst een omgevingsverkenning gedaan. Het is goed je af en toe een spiegel voor te houden. Hoe zien onze partners de toekomstige rol van de dienst? Daaruit kregen we een paar boodschappen mee. De eerste was dat de dienst zich van een leidende naar een samenwerkende organisatie moet ontwikkelen. En dat is allezins logisch gezien de maatschappelijke ontwikkelingen. Verder is duidelijk dat de verwevenheid van stedelijke ontwikkeling, infrastructuur en economie met zich meebrengt dat we die samenhang ook in de planontwikkeling organiseren. Daarbij moet je bedenken dat samenwerken en integraliteit vooral gevolgen hebben voor onze werkwijze en dienstverlening en niet alleen voor de organisatiestructuur. Ten tweede gaf men aan dat vakmanschap zeer wordt gewaardeerd en dat het beste in samenwerking met de partners de professionaliteit verder kan worden versterkt. Bovendien moet er concernbreed bezuinigd worden. Ons is 1,2 miljoen aan efficiencytaakstelling opgelegd. Dus moesten we ons de vraag stellen hoe we onze bijdrage daaraan kunnen invullen. Omdat we overtuigd zijn dat onze voorstellen tot efficienter werken zullen leiden en we de plicht hebben onze processen zo ‘lean’ mogelijk in te richten hebben we naast de bezuinigingen op het management de afdelingen een bezuinigingstaakstelling van 2,5 % opgelegd. Daarbij moet je natuurlijk wel realistisch naar de mogelijkheden kijken, we gaan de boel niet afbreken.

Er zijn signalen dat mensen zichovervallen voelen…Dat komt misschien wel omdat we

nu direct bij de presentatie van onze visie hebben aangegeven waar de veranderingen zich in de organisatie voordoen. Wat betekent het concreet voor de afdelingen. We hadden een ander traject kunnen kiezen, eerst discussiëren over het visieverhaal en daarna aan de slag met een uitvoeringsplan. Maar dat vonden we veel te lang duren. Bovendien zie je dat een veranderingsproces veel energie uit de organisatie wegtrekt. Dat kunnen we ons eigenlijk niet permitteren. Bovendien wilden we gelijk duidelijkheid bieden naar de medewerkers toe. Ja, dat kan dan wellicht rauw op het dak vallen.

Hoe hard zijn de voorstellen?We hebben de indruk dat de hoofdlijn op draagvlak kan rekenen. Als er vanuit de organisatie op onderdelen voorstellen komen dan zullen we daar zeker naar kijken. Het gaat om de kracht van de argumenten. Wij zijn bereid ons daardoor te laten overtuigen. Centraal voor mij staat dat we de mensen serieus nemen. Zo zijn we met afdelingen als EZ, JZ, Verkeer en Vervoer momenteel nog in gesprek. Maar het is uiteindelijk de directie die knopen moet doorhakken. We hebben geen consensus-democratie. Het is de kunst om snelheid te houden. We werken als organisatie voor de stad, we moeten voorkomen dat de energie zich te lang naar binnen richt en ook willen we de medewerkers zo kort mogelijk in onzekerheid laten. Anderzijds moet het ook zorgvuldig, het gaat om het vinden van de goede balans. En uiteraard is het van belang dat we geen tegengestelde beweging maken als die van het concern.

Hoe staat het met de discussie overPIOFACH-functies, wijkgericht werken,een beheerdienst?De point of no return in de PIOFACH-discussie is inmiddels gepasseerd. Dat gaat voor zo’n 130 medewerkers van de dienst iets betekenen. Ik ben ervan overtuigd dat er een slag is te maken door taken te centraliseren. Een debiteuren/crediteurenadministratie kan heel goed

“We gaan de boel niet afbreken”Vorige maand presenteerde de directie het voorstel RO/EZ Anders. Daarin legt

de directie uit hoe de dienst de komende jaren moet gaan werken en welke

veranderingen in de organisatiestructuur daarvoor nodig zijn. Algemeen directeur

Jaap Diepeveen geeft een toelichting op de noodzaak van de veranderingen die ons

te wachten staan.

4

AP

RO

PO

S 2

45

centraal. En een SSC (Shared Service Center) kan ook voor andere functies een prima oplossing zijn om gemeentebreed eenheid van benadering te bereiken. Maar b.v. P&O-adviseurs moeten wel dicht op het werk zitten. We zitten nu midden in die discussie. Eind april, begin mei is meer duidelijkheid te verwachten over de besluitvorming op concernniveau en dan gaat er breed over gecommuniceerd worden. Over de versterking van het wijkgericht werken gaan we binnenkort gesprekken voeren met de Milieudienst en OCSW. Ook zijn we aan de slag met de opdrachtformulering voor het samenbrengen van de beheertaken. Dat is een investering in de toekomst. De huidige ingewikkelde manier van samenwerken betekent veel energieverlies. Als dat beter wordt georganiseeerd en afgestemd is er volgens mij winst te behalen.

VERVOLGSTAPPEN

Na de inspraakronde stelt de directie het definitieve concept vast en legt dat voor aan de OR voor advies. Vervolgens wordt de contourennota al dan niet gewijzigd ter vaststelling aangeboden aan het college van B en W. Na vaststelling gaan de aangewezen kwartiermakers aan de slag met het opstellen van een uitvoeringsplan voor de afdelingen Beleid, JPV en Stadsontwerp. Volgens planning moet de

5

Mijn mooiste plekMien toen is een mooi plekkie, maar goedbeschouwd heb ik geen móóiste plek. Zowel in het centrum als in oude en nieuwe woonwijken maar ook in de industriegebieden vind ik veel mooie plekjes. Door mijn werk bij stadsdeelcoördinatie kom ik zowel in oude wijken als in de naoorlogse buitenwijken en steeds word ik wel geraakt door iets wat er daarvoor niet was of ik niet eerder had gezien. Soms kom je in een schitterend achterafstraatje als de Kleine Brandenburgerstraat. De Linie of de Thomsonstraat hebben weer een heel andere ‘smaak’. Dat Stad in voortdurende verandering is zorgt ervoor dat ik hier graag woon, werk en leef. De lange lege vlaktes en lome luie luchten bij en boven Stad, bevolkt door een bonte rij bezoekers, maken Groningen compleet als een mooie plek om te zijn. Mooi vind ik in die zin een synoniem voor genot - genieten van Stad.

Mijn lelijkste plekLelijk, of beter gezegd niet mijn smaak,

vind ik de groen-grauwe toren van de Hanzehogeschool op Zernike. Het is een gebouw waar je niet omheen kunt, maar zonder kunst als kroon op de kop had ik het gebouw helemaal niks gevonden.

Mijn meest speciale plekHeel memorabel voor mij in Stad is toch wel het huidige Freia-gebouw aan de Radesingel. Daar begon mijn ambtelijke carrière bij de GGD. Eerst als bijstands-maatschappelijk werker en begeleider van vluchtelingen. Mijn klantenkring bestond ook uit een fors aantal drinkebroers en andere aan lager wal geraakten. Mijn werk bood toch ook goede mogelijkheden om mensen die - vaak tijdelijk - in de problemen zaten te helpen, zodat zij slechts korte tijd financieel afhankelijk waren. Vluchtelingen, straatmuzikanten, krakers, weglopers, (ex-) gedetineerden… ieder van ons zal er een beeld bij hebben. Ik heb er vele gezíchten bij van mensen die uiteindelijk een eigen plekkie in Stad gevonden hebben.

En hoe zit het met de bestuurlijkedienstverlening?Nou, dat ligt bepaald niet op z’n gat hoor. We gaan de fase van de implementatie in en dat betekent dat we concreet een aantal stappen gaan zetten. Wij zijn

zo’n beetje de grootste leverancier van stukken richting B en W, zo’n 700-800 per jaar. Van ons mag dan ook een actieve rol verwacht worden. Ook dáár is winst te behalen.

nieuwe organisatie per 1 januari 2012 of zoveel eerder als mogelijk is haar beslag krijgen. Veel van onze uitgangspunten hebben relatie met de werkwijze van de dienst. Parallel aan het traject van de contourennota waarin de structuur tot besluitvorming komt, wordt de discussie gestart over een aantal thema’s die voor onze werkwijze belangrijk zijn: het Verdienmodel, Programmamanagement, Lean/mean werkproces, vakmanschap en professionaliteit, coachend leidinggeven.

6

D o o r I n g r i d P i e t e r s

DDe aanpak in Groningen is ook in

het land niet onopgemerkt gebleven. In recente rapportages aan de Tweede Kamer komt Groningen goed uit de bus. Uit de Leefbaarheidsbarometer blijkt bijvoorbeeld dat de laatste twaalf jaar grote stappen vooruit zijn gemaakt. In 1998 woonde nog 34,7% van de Stadjers in een wijk waar de leefbaarheidsscore laag of matig was. Tien jaar later was dit percentage teruggebracht tot 7%. Een verbetering die nergens anders zo groot is. Pieter Bregman: ‘Ik geloof in het daadwerkelijk ruimte geven aan bewoners om zelf initiatief te nemen. Ik geloof niet in het van bovenaf opleggen. Over vier jaar wil ik hebben bereikt dat de mensen in de wijken blijer, gelukkiger en optimistischer zijn.’ Het daadwerkelijk durven opereren vanuit bewonersperspectief heeft Groningen vanaf 2007 al 400 projecten opgeleverd. Van het bezoeken van ouderen door vrijwilligers tot het meedenken van jongeren over een plein.

NIEUWE ACCENTENKees van der Helm: ‘Met het Nieuw Lokaal Akkoord 2.0 gaan we door op de ingeslagen weg. We blijven ons bezighouden met de volle breedte van de volkshuisvesting: nieuwbouw en kwaliteitsverbetering van de bestaande voorraad, investeringen in de wijken in wijkteams, wijkbudgetten en wijkvoorzieningen en het huisvesten van kwetsbare groepen. Uiteraard zijn er wel nieuwe accenten. Duurzaamheid is een groter punt geworden en de focus ligt bij de woningbouw niet meer op kwantiteit maar op kwaliteit. Dat betekent dat we woningen toe willen voegen waar vraag naar is en waarvan er te weinig zijn’. Voor het nieuwe akkoord is beduidend minder geld beschikbaar, zegt Kees. ‘Doordat er minder geld is moet je keuzes maken, het is goed om dat samen te doen. Samen kun je namelijk meer doen.’ Pieter Bregman vult aan: ‘Geld daar gaat het niet om, het gaat om vertrouwen. De afspraken zijn gemaakt op basis van vertrouwen. De kracht van

de samenwerkende partijen is dat ze allemaal voor de stad gaan. Dat komt door de schaal van Groningen, partijen weten elkaar makkelijk te vinden en er is transparantie naar elkaar toe.’

OPDRACHT WIJKTEAMSIn elk van de veertien wijken is een wijkteam actief met vertegenwoordigers

van de bewoners, de corporaties en de gemeente. De opdracht van de wijkteams blijft om verbinding te maken met bewoners van de wijk, de vraag op te halen en om met bewoners projecten te realiseren die bijdragen aan prettig samenwonen. Voor de wijken hebben gemeente en corporaties een toekomstschets gemaakt, wijkperspectief

NLA 2.0: minder geld, nog meer vertrouwenLandelijk gezien heeft Groningen de wijkaanpak op een vooruitstrevende manier

georganiseerd. Bewoners kunnen meebepalen waar het geld aan wordt besteed

voor verbetering van de leefbaarheid in 14 wijken. Gemeente en corporaties

hebben dit al vanaf 2007 geregeld in het Nieuw Lokaal Akkoord, spreek uit NLA.

Begin april is de ondertekening van het NLA 2.0.

Een gesprek met Pieter Bregman, directeur Nijestee en Kees van der Helm,

programmaleider NLA.

AP

RO

PO

S 2

45

7

Alles is betrekkelijk en zeker na een ramp. De overstromingen in Australië leverden nog leuke plaatjes op van verdwaalde krokodillen op de openbare weg. De aardbeving in Japan en de allesverzwelgende tsunami die daarop volgde, zijn van een andere orde. Om nog maar te zwijgen van de langzaam smeltende kernreactoren.

Beelden zeggen vaak meer dan woorden. Na drie dagen dobberen in zee werd een man van het dak van zijn huis geplukt. Hij dreef inmiddels vijftien kilometer uit de kust en had zijn vrouw verloren. Eindelijk gered maar nooit meer hetzelfde. Je wordt er stil en vooral nietig van.

Daar steekt het aardse bestaan in Groningen dan toch een beetje schril bij af. Zelfs wateroverlast is hier betrekkelijk. In het ergste geval krijgen wij natte

voeten en staat het Groninger Museum blank. Bij een hoosbui loopt er wel eens een parkeergarage vol, maar van de Noordzee kan gelukkig nooit een tsunami komen. Te ondiep!

In Nederland hebben we van de natuur weinig te duchten. We hebben geen bergen, dus verschuift er weinig aarde. Een volgende ijstijd laat nog eeuwen op zich wachten. De zeespiegel stijgt niet snel genoeg om wakker van te liggen. En het opwarmen van de aarde zorgt voorlopig voor warme zomers en strenge winters. Als het vriest, rijden de treinen niet en wie in 2012 nog geen winterbanden heeft is wat mij betreft strafbaar, maar ons klimaat is geen probleem.

Er rolt wel een politieke schokgolf over ons land met een epicentrum in Venlo. Maar ook daar hebben we in Groningen weinig last van. In Limburg stemt maar liefst een op de vijf kiezers op de PVV. In de provincie Groningen is dat een op de dertien; in de stad slechts een op de twintig.

Groninger kunnen erg goed mopperen; maar echt klagen doen ze nooit!

Tsunami

genaamd. Deze wijkperspectieven geven focus en richting aan de besteding van de wijkbudgetten, maar ook aan de overige inzet van gemeente en corporaties. Het wijkperspectief wordt door de wijkteams gebruikt om voorstellen van bewoners te toetsen. Maar het biedt ook de mogelijkheid om zaken in de wijk te agenderen. Als bijvoorbeeld het thema jongeren prominent in het wijkperspectief staat, kan het wijkteam initiatief nemen om met bewoners te bespreken welke maatregelen voor jongeren gewenst zijn.

KWETSBARE GROEPENZowel Pieter Bregman als Kees van der Helm zijn zeer tevreden over hoe Groningen de huisvesting van kwetsbare groepen heeft geregeld. Ook in het NLA 2.0 blijft de ambitie om iedereen een dak boven het hoofd te bieden. Bregman: ‘We werken in Groningen uitstekend samen om kwetsbare groepen te huisvesten. De samenwerking met de betrokken partijen, zoals de Stichting Huis is effectief. In Groningen werken we actief samen aan het voorkomen van huisuitzettingen. Een uitgezet huishouden krijgt gegarandeerd nieuwe woonruimte op voorwaarde van begeleiding. In het nieuwe akkoord richten we onze inzet nog sterker op de groep die het echt nodig heeft, zodat mensen in een zwakke positie niet buiten de boot vallen. De komende jaren staan veel

voorzieningen voor juist deze groep onder druk. We zetten ons in voor deze mensen, niet toevallig ook de primaire doelgroep van de corporaties.’

MENSEN MAKEN STADHet motto van het NLA 2.0 is ‘Mensen maken Stad!’. Kees van der Helm: ‘We laten ons inspireren door de mensen die de stad maken. Onze visie is dat bevlogenheid verbindt. Persoonlijke bevlogenheid, bevlogenheid van een groep, gedeelde of unieke bevlogenheid.

We willen een proces organiseren dat zowel inspiratie ophaalt als inspiratie geeft. We willen een flow creëren. Een flow van gebeurtenissen, uitingen, oploopjes, berichten, gesprekken, tweets, beelden, teksten. Van alles wat bijdraagt aan het doorgeven van verhalen. Als een olievlek verspreiden we zo de inspiratie van de mensen die de stad maken. We maken daarbij gebruik van bestaande structuren en middelen. De grootsheid zit in de uitbreiding van de olievlek, niet in de middelen die we inzetten.’

Pie

ter

Bre

gman

8

Get the pictureStadsbeheer is een praktisch ingestelde vakdirectie, waarbij vrijwel alles draait om de inrichting en het

beheer van de openbare ruimte. De stad ligt er mooi bij, dat lijkt vanzelfsprekend, maar is dat ook zo?

Met allerlei apparaten, technieken en ander vernuft worden vaak niet zichtbare zaken geregeld. Om dat alles

goed te laten werken lopen bij Stadsbeheer dan ook veel techneuten rond. Mensen die bijvoorbeeld alles weten

van riolering, wegen of speelvoorzieningen. Op de kamers van deze techneuten vind je vaak vreemde

‘werkgerelateerde objecten’. In dit artikel lichten de techneuten een aantal van deze objecten toe.

Door Mark Ronda

Klepel en leer

Techneut André TervoortFunctie technisch specialist kunstwerken

In de kamer van André staan veel vreemde objecten, het lijkt wel een museum! Naast de kast staat een klepel en een vreemd soort riem. De klepel is van een klok en nog wel te herkennen. Het leer dat ernaast ligt zou je niet direct in verband brengen met een klok. Toch is het leer afkomstig uit een van de klokken van de Martinitoren, vertelt André: hiermee werd de klepel aan de klok bevestigd. Tegenwoordig gebruiken ze de leren banden niet meer omdat het geluid van de klok er minder mooi door klinkt. Dit komt doordat er bij leer twee draaipunten zijn, bij de klok en bij de klepel. Met de huidige techniek is er nog maar 1 draaipunt.

Rubber korreltjes

Techneut Henk RodenhuisFunctie technisch specialist spelen

Het object bestaat uit een bakje met kleine vierkante vakjes met daarin gekleurde rubber bolletjes, waar zou dit voor wezen? Henk legt uit dat deze kleine rubberen bolletjes samples zijn van het materiaal waar je ondergronden voor speelvoorzieningen van maakt. In het bakje zitten de beschikbare kleuren. Als je een heleboel van deze bolletjes hebt kun je ze mengen met lijm en dan bijvoorbeeld onder een schommel gieten zodat een valdempende laag van een paar centimeter dikte ontstaat.

Eendenbek

Techneut Imke de VriesFunctie technisch specialist WRK

Een samengeknepen rubberpijp ligt in de hoek van de kamer. Imke legt uit dat het een afsluitklep is die je aan het eind van een drainagebuis bevestigt. Drainage wordt aangelegd om het water in de ondergrond van bijvoorbeeld een plein of straat snel af te kunnen voeren. De drainagebuis eindigt in het riool. Maar als er veel regen in één keer valt kan water in het riool zover stijgen dat het de drainage in loopt. De eendenbek voorkomt dat. Die spuugt water uit maar gaat dicht als het water naar binnen wil.

AP

RO

PO

S 2

45

9

Interface RS 232

Techneut Theo AsselmanFunctie applicatiebeheerder

Dit kastje lijkt toch wel het meest antieke apparaat dat in het gebouw te vinden is. Toch werkt het nog steeds. Het is zo’n 15 jaar oud en wordt gebruikt voor het uitlezen van verkeerstellingen. De zwarte slangen die soms over de weg of een fietspad liggen zijn verbonden met een kastje. Hierin zit een zogenaamde Ram-pack (zeg maar de voorloper van een usb-stick) die telt hoeveel auto’s of fietsen passeren. Op termijn zal het kastje niet meer nodig zijn, want steeds meer onderzoek gebeurt digitaal.

Boorkolom

Techneut Jan Kraan Functie Directievoerder wegen

De boorkolommen staan als kleine torentjes op het bureau van Jan. Ze zijn afkomstig uit onderzoek aan wegen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd op het moment dat een weg een nieuwe laag asfalt krijgt. Soms is dan niet duidelijk uit wat voor lagen asfalt de weg bestaat. Het is belangrijk om te weten omdat dit mede de dikte van de nieuwe laag asfalt bepaalt. Als Jan één van de kolommen over de tafel rolt is nog duidelijker te zien dat deze weg al uit meerdere lagen asfalt bestaat.

PRIJSVRAAG

Ook dit jaar zochten onze collega’s het massaal hogerop in

de voorjaarsvakantie. Van Noord-Italië tot in het bitter koude

Noorwegen werden medewerkers gesignaleerd op de lange latten

en/of snowboards. De spectaculaire actiefoto is gemaakt op een

zwarte piste in Frankrijk. Denk jij te weten wie hier met gevaar voor

eigen leven naar beneden raast? Dan maak je kans op een gratis

dagje Snowworld voor 2 personen op kosten van de redactie.

Inzendingen voor vrijdag a.s. mailen aan apropos@groningen.nl.

Uit het oog, niet uit het hart Onze collega Gerrit Veenstra ging enige jaren geleden met de vut.

Als afscheidscadeau kreeg hij een schilderset met ezel van zijn

collega’s. Dat hij ons nog niet is vergeten toont deze foto. Gerrit

overhandigt hier een van zijn meesterwerken (de muziekkoepel in het

Noorderplantsoen) aan Joke Erenstein van de wijkpost Centrum. Een

oude belofte is hiermee ingelost: ‘uit het oog, maar niet uit het hart’!

Terug naar onze registeraccountant. Gerlof is de opvolger van Hans de Graaf die inmiddels voor zich zelf is begonnen onder de naam ‘Manora Consultancy’. Manora, vermeldt de website, blijkt in het Hebreeuws ‘licht in de tempel’ en in het Thais ‘massage’ te betekenen. Toch nog een happy ending?Omdat Gerlof hier nog maar sinds november 2010 werkt en dus nog wat in de ‘ontdek-je-plekje’- fase zit, kwam er geen onvertogen woord uit zijn mond. Dat komt heus nog wel, eerst even settelen. Bovendien we zouden het gaan

hebben over zijn leven na werktijd. Iets met hobby’s of, in Gerlofs geval, een hartstochtelijke obsessie. Een typisch geval van ‘Help mijn man heeft een hobby’. Maar Gerlof is vrijgezel, dus dat gaat ook niet helemaal op.

Hobby in kwestie: speedsurfen, een discipline van windsurfen. Speed in de betekenis van snelheid wel te verstaan. Wel heel verslavend, zeker voor Gerlof, want hij leeft voor deze hobby. Bij deze behoorlijk individualistische sport draait het erom zo snel mogelijk te gaan. Vereisten: veel wind en enigszins vlak water, populaire bestemmingen Het Wad, IJsselmeer en Gerlofs hotspot: het Lauwersmeer. Er zijn diverse manieren om de snelheid te meten. Meest populair is de global positioning system (gps) methode die ook Gerlof gebruikt. Met een speciaal apparaatje houd je zelf je tijden bij en deel je je resultaten op gps-speedsurfing.com. Zo wordt online een wereldwijde competitie gevoerd van meer dan 2500 speedsurfers. En Gerlof doet het niet slecht, in de overall ranking van 2011 staat hij voorlopig op een negende plek. Te danken aan een gemiddelde gemeten snelheid van bijna 80 km/h behaald op het Lauwersmeer afgelopen februari. Met mist en regen, westenwind. Hoe nu deze tijd weer te verbeteren? Hoewel Gerlof al gauw 100-140 keer per jaar (ijs)surft, zijn optimale omstandigheden in Nederland zeldzaam, met maar één à twee topdagen per jaar. Het komt nogal krek! Kwestie van continu alert zijn op weersomstandigheden en steeds maar de getijden en wind checken via de smartphone. En dan:

Ja nou, het is de 39 jarige surfblonde dude Gerlof Hansma die ik deze keer aan de tand mag voelen. Van Friesschen bloed, geboren en getogen in Drachten nou! Wie is deze Gerlof? Nou, hij werkt dus bij de afdeling Pee Bee Ie. Pee Bee wat? PBI, dat is zo’n afkorting, waarvan je de betekenis maar niet kan onthouden. Waar staan die letters ook alweer voor? Pro-actief Blackberries Innemen, nee dat is slechts een onderdeel van het takenpakket; Platform voor Bewustzijnsontwikkeling Inhaleringsverschijnselen? Nee, want roken lossen we samen wel op. PBI is natuurlijk Patty Brard Inkomensbeheer. Met de nadruk op de planning van Pat’s agenda, de algehele bedrijfsvoering van de bv Brard (bijvoorbeeld over imagokeuzes: wel/niet reünie LUV, etc etc.) en het ter beschikking stellen van rechtmatige informatie (niet krom, gaan met die banaan).

D o o r J e r o e n B e r e n d s

Kent u ook iemand met een interessante hobby of ander afwijkend gedrag na vijven? Laat het de redactie weten. Met tips en ander klokkengeluid wordt vertrouwelijk omgegaan.

werk neerleggen, terug naar de kust, Eminem uit de speakers en hup het water op. ‘Hi! My name is.. (what?) My name is.. (who?)’

Zoals gezegd, Gerlof is (weloverwogen) single. Hij heeft ook helemaal geen tijd voor de famkes. En wat moet je dan verder eigenlijk nog in sleepy Drachten (wel een goeie kringloop trouwens)? ’t Dorp ligt vooral gunstig ten opzicht van uitvalswegen richting de speedsurfplekken, gunstiger in ieder geval dan Groningen. En als Gerlof niet op de plank in het water staat, geeft hij plankgas op de Honda CB 1100 XX Blackbird. Miep miep, zoef. En weg is ie. Vergeet ook niet de mountainbike en de racefiets, om de conditie op peil te houden. Ach, dat moet wel een adonislichaam opleveren, één brok testosteron. Dat en de charmante verleidersblik konden de drie dames uit de PBI-sollicitatiecommissie natuurlijk niet weerstaan.

10

Terug naar de kust

AP

RO

PO

S 2

45

Een gemêleerde groep collega’s heeft gereageerd op een oproep van Heleen van der Kooi en Ilona Witteveen van P&O om mee te denken over deze onderwerpen. Bij de startbijeenkomst zegt Marten Pothof: ‘Ik doe mee aan dit traject vanuit Stadjes, het jongerennetwerk binnen de dienst, om na te denken over hoe de gemeente jonge medewerkers binnen kan halen en aan zich kan binden'.

COACHEN Rick Sewnandan van P&O maakt deel uit van de werkgroep lange functieduur. ‘Lange functieduur is iets waar we binnen onze dienst veel mee te maken hebben. Soms heeft dat gevolgen voor de productiviteit, voor de energie waarmee iemand zijn of haar werk

doet. Dit gegeven is aanleiding om na te denken over hoe je kunt zorgen dat iemand gedurende een hele loopbaan fit en inzetbaar blijft.’ Joop Dollekamp ziet kansen voor oudere werknemers in een meer coachende rol. ‘Volgens mij moeten we los van het idee dat we steeds hetzelfde werk blijven doen. Aan het eind van een loopbaan zou de nadruk meer kunnen komen te liggen op kennisoverdracht en op coaching van jongere werknemers.’ Ook voor René Kuipers van de begraafplaatsen is kennisoverdracht een belangrijk thema. ‘Ik zie dit als een goede gelegenheid om daarover mee te denken.’

OP JE PLEK Duurzame inzetbaarheid is meer dan alleen leeftijdsbewust personeelsbeleid, legt Heleen van der Kooi van afdeling P&O uit. ‘Het gaat erom dat je gedurende je hele loopbaan steeds optimaal op je plek zit. Dat is goed voor de werkgever en goed voor de werknemer. Het gaat om maatwerk waarmee je je als werkgever positief kunt onderscheiden.’ Er zijn binnen de gemeente tal van regelingen voor een dergelijke aanpak. ‘We hoeven niet opnieuw allerlei instrumenten te ontwikkelen’ zegt Ilona Witteveen, ‘die zijn er. Wel is het zaak om de bestaande regelingen goed op elkaar af te stemmen.’ Ook is er in dit traject

aandacht voor kwetsbare (eenmans)functies. Heleen: ‘We hebben binnen onze dienst veel collega’s die enorm veel kennis hebben over een bepaald onderwerp. Als die kennis opeens wegvalt, ontstaat er een probleem. Ook daar moeten we op voorbereid zijn.’

PRAAT MEE Drie werkgroepen gaan de komende maanden aan de slag met de thema’s lange functieduur, kennisoverdracht en nieuwe instroom. Voor de zomer komt iedere werkgroep met concrete aanbevelingen waarmee teamleiders en afdelingshoofden aan de slag kunnen. Volg het werk van de drie werkgroepen op yammer en praat en denk mee.

Drie projectgroepen onderzoeken vanuit het project Duurzame

inzetbaarheid de komende maanden thema’s waar onze dienst de

komende jaren als werkgever mee te maken te krijgt. Tot 2020 stroomt

65% van onze collega’s uit: door pensioen of door de beweging die er

voortdurend in het personeelsbestand zit. In een krimpende arbeidsmarkt

betekent dit dat we de komende jaren een aantrekkelijke werkgever

moeten blijven voor jonge en oudere nieuwe instroom. Kennisoverdracht

is de komende jaren dan ook een belangrijk thema.

Een loopbaan lang werken met plezier

D o o r M i r j a m v a n d e r F e e n

E

11

Wat is er allemaal al binnen onze dienst?

De loopbaanwinkel, het POP, detachering

tussen diensten, stages, opleidingen en

coaching, ze kunnen allemaal ingezet

worden om werknemers te ondersteunen

bij loopbaankeuzes en om na te gaan of je

functie nog steeds past bij je ambities en

vaardigheden. Traineetrajecten, Groninger

groeiprogramma, intervisie, coaching en

mentoren zijn bedoeld om nieuwe en jonge

instroom te stimuleren.

1212

M a n s S c h u u r m a n

Apropos 245

Dienst Ruimtelijke Ordening

en Economische Zaken,

Postbus 7081, 9701 JB Groningen.

In het maartnummer van

2001 een onderzoek naar de

digitale bereikbaarheid van de

gemeente, oftewel wat vind je

op www.groningen.nl.

In De Dienst van Straks, het ontwikkelingsplan voor de dienst, was ICT benoemd als een van de 4 strategische keuzes. De dienst moest veranderen van een dienst die ‘computers gebruikt om bestaande werkprocessen te verlichten’ naar een dienst die ‘ICT als uitgangspunt neemt bij de inrichting van zijn werkprocessen’. Marjan van der Weij ging als nieuwe bewoner van Gravenburg thuis achter de pc op zoek. Compleetheid, eenduidigheid en actualiteit van de gemeentelijke website bleken ook 10 jaar geleden al geen vanzelfsprekende zaak.

Ook in het maartnummer 2001 een artikel over Groningen IT-stad. Martin Vos, projectmanager IT: ‘Op het bedrijventerrein Kranenburg en het Zernike Science Park hebben we de ruimtelijke voorwaarden

geschapen voor IT-bedrijven om zich te vestigen. TyCom is een bedrijf dat een wereldwijd onderzees netwerk voor dataverkeer aan het bouwen is en die hebben we kunnen verleiden zich op het Zernike Science Park te vestigen. Een belangrijke overweging om te kiezen voor Groningen als ‘landingsplaats’ in Europa, bleek de beschikbare elektriciteitscapaciteit te zijn. Via de TyCom-vestiging op het Zernike Science Park wordt de onderzeese transportkabel verbonden met het landnetwerk. Ook andere activeiten als de campagne ‘IT swings in Groningen’, een IT-beurs en de maandelijkse First Tuesday moeten Groningen als IT-stad op de kaart zetten. Op First Tuesday komt de IT-scene bijeen om bij te praten, te netwerken en zaken te doen.’

Groot of klein

Apropos raakte even in verwarring. En passant liepen we top-directeur Bert Popken tegen het lijf in de aller-hoogste nieuwbouw van Groningen, die van DUO/Belastingdienst.Een-en-negentig meter en tien centimeter om precies te zijn. Alles is big aan dat kantoor. Tot aan de bloempotten toe, zo blijkt. Om Louis van Gaal maar eens te parafraseren: is Bert nou zo klein of die pot nou zo groot…?