ANUARI PLAN-MER: “Ruimtelijk uitvoeringsplan: Toeristisch – … · 2009. 7. 13. · JANUARI...
Transcript of ANUARI PLAN-MER: “Ruimtelijk uitvoeringsplan: Toeristisch – … · 2009. 7. 13. · JANUARI...
-
Provincie: Limburg
Arrondissement Maaseik
Gemeente / Stad: Dilsen-Stokkem
Dossiernr: 08030/04
JANUARI 2009
PLAN-MER: “Ruimtelijk uitvoeringsplan: Toeristisch –
recreatieve as Hoeveweg te Dilsen-Stokkem”
Kennisgevingsnota
Opdrachtgever
Stad Dilsen-Stokkem
Stadhuis
3650 Dilsen-Stokkem
Libost-Groep nv ontwerp en adviesbureau af deling Milieu
Herckenrodesingel 101 3500 Hasselt Domeinstraat 11A 3010 Kessel-Lo
tel: 011/26.08.70 - fax: 011/ 26.08.80 tel: 016/89.34.40 fax: 016/89.57.83
email: [email protected] email: [email protected]
-
Kennisgevingsdossier Plan-MER
Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
te Dilsen-Stokkem
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
iii
Inhoudsopgave
1 Woord vooraf 1
1.1 Milieueffectrapportage: algemeen 1
1.2 Kort overzicht van de mer-procedure 1
1.3 De kennisgevingsfase van de mer-procedure 2
1.4 Terinzagelegging 2
2 Algemene inlichtingen 4
2.1 Beknopte beschrijving van het plan 4
2.2 Toetsing aan de MER-plicht 4
2.3 Gegevens initiatiefnemer 4
2.4 Samenstelling en taakverdeling team van deskundigen 5
2.5 Verder besluitvormingsproces 5
3 Ruimtelijke, administratieve, juridische en beleidsmatige situering 7
3.1 Ruimtelijke situering 7
3.2 Administratieve voorgeschiedenis 7
3.2.1 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Dilsen-Stokkem 7
3.2.2 Vooroverleg 8
3.3 Juridische randvoorwaarden 12
3.4 Beleidsmatige randvoorwaarden 19
4 Beschrijving plan 24
4.1 Opzet van het plan 24
4.2 Afbakening plangebied 24
4.3 Huidige toestand plangebied 25
4.4 Knelpunten en potenties 28
4.4.1 Knelpunten 28
4.4.2 Potenties 28
4.5 Algemene visie en doelstellingen 29
4.5.1 Ontwikkelingsstrategie / visie 29
4.5.2 Programmatie en doelstellingen 29
4.5.3 Visie en concepten 29
5 Beschrijving alternatieven 33
5.1 Nulalternatief 33
5.2 Doelstellingsalternatieven 33
5.3 Locatiealternatieven 33
5.4 Uitvoeringsalternatieven 33
6 Relevante informatie uit bestaande studies en rapportages 34
6.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 34
6.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg 34
6.3 Voorontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Maasmechelen (versie oktober 2006) 35
6.4 Ontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan As (versie mei 2006) 35
6.5 Natuurrichtplan Hoge Kempen 35
6.6 Uitgebreid bosbeheerplan Dilsen-Stokkem (15/11/2007) 36
6.7 Wandelroutenetwerk 36
6.8 Fietsroutenetwerk 37
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
iv
6.9 Ruiterpaden 37
6.10 Masterplan Nationaal Park Hoge Kempen 37
6.11 Plan-MER Provinciaal RUP Bipool Eisden-Lanklaar (kennisgevingsdossier) 38
6.12 Recreatieve ontwikkeling op het terrein ‘Center Parcs’ 38
6.13 Spartacusplan De Lijn Limburg (mei 2004) 38
6.14 Gemeentelijk Mobiliteitsplan (juni 2003) 39
7 Ingreep-effectrelaties 40
8 Algemene methodologie : afbakening studiegebied, gegevensgebruik en referentiesituatie, geplande situatie &
ontwikkelingsscenario’s 43
8.1 Afbakening studiegebied 43
8.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentietoestand 43
8.3 Geplande situatie 43
8.3.1 Effectvoorspelling en beoordeling 43
8.3.2 Significantiekader 44
8.3.3 Milderende maatregelen 44
8.4 Ontwikkelingsscenario’s 44
8.4.1 Autonome ontwikkeling 44
8.4.2 Gestuurde ontwikkeling 44
9 Methodologie per discipline 46
9.1 Bodem 46
9.1.1 Afbakening studiegebied 46
9.1.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 46
9.1.3 Effectvoorspelling en beoordeling 46
9.1.4 Milderende maatregelen 48
9.2 Grondwater 48
9.2.1 Afbakening studiegebied 48
9.2.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 48
9.2.3 Effectvoorspelling en beoordeling 49
9.2.4 Milderende maatregelen 50
9.3 Oppervlaktewater 50
9.3.1 Afbakening studiegebied 50
9.3.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 50
9.3.3 Effectvoorspelling en beoordeling 50
9.3.4 Milderende maatregelen 51
9.4 Fauna en flora 51
9.4.1 Afbakening studiegebied 51
9.4.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 51
9.4.3 Effectvoorspelling en beoordeling 52
9.4.4 Milderende maatregelen 54
9.5 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 55
9.5.1 Afbakening studiegebied 55
9.5.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 55
9.5.3 Effectvoorspelling en beoordeling 55
9.5.4 Milderende maatregelen 56
9.6 Mens: sociaal-organisatorische aspecten 56
9.6.1 Afbakening studiegebied 56
9.6.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 56
9.6.3 Effectvoorspelling en beoordeling 56
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
v
9.6.4 Milderende maatregelen 56
9.7 Mens: Mobiliteit 56
9.8 Gegevens ter uitvoering watertoets 56
10 Interdisciplinaire gegevensoverdracht en tijdschema 56
11 Reeds gekende onzekerheden en voorziene postevaluatie 56
12 Grensoverschrijdende effecten 56
13 Voorstel inhoudstafel plan-MER 56
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
vi
Lijst van figuren
Figuur 1: Topografische kaart
Figuur 2: Kadastrale percelen
Figuur 3: Stratenplan
Figuur 4: Orthofoto
Figuur 5: Gewestplan
Figuur 6: Speciale beschermingszones
Figuur 7: Landschapsatlas
Figuur 8: Biologische waarderingskaart
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
1
1 Woord vooraf
De bedoeling van dit voorwoord is om een kort overzicht te geven van de mer-procedure. Tevens is het de bedoeling
om informatie te bieden aan inwoners van de gemeenten waar deze kennisgeving ter inzage ligt en over hoe ze
concreet kunnen reageren op dit kennisgevingsdossier. Verder in dit “ woord vooraf” staat ook beschreven wat er met
de inspraakreacties zal gebeuren en waar meer uitleg gevonden kan worden.
1.1 Milieueffectrapportage: algemeen
Het plan-MER waarvoor dit kennisgevingsdossier opgesteld wordt, dient ter ondersteuning voor een op te maken
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP).
Milieueffectrapportage (m.e.r.) is een juridisch-administratieve procedure waarbij de milieugevolgen van een gepland
project of plan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze bestudeerd, besproken en geëvalueerd worden. Dit
gebeurt voordat het project plaatsvindt of het plan uitgevoerd wordt en resulteert in het al dan niet opstellen van een
milieueffectrapport (MER). Via het milieuonderzoek wordt getracht om de voor het milieu mogelijk negatieve effecten
in een vroeg stadium van de besluitvorming te kennen zodat ze kunnen worden voorkomen. Op die wijze kan het
project of plan worden bijgestuurd. Het MER vormt bijgevolg een belangrijk instrument bij de besluitvorming. Het is
een belangrijk hulpmiddel voor de overheid om te beslissen of een bepaald project of plan zal toegelaten of vergund
worden en onder welke voorwaarden.
1.2 Kort overzicht van de mer-procedure
Het op te maken plan-MER voor het RUP “ toeristisch-recreatieve as Hoeveweg” volgt de m.e.r.-procedure zoals
opgenomen in het decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake
milieubeleid met een titel betreffende milieueffect- en veiligheidsrapportage (het MER/VR-decreet) dat op 18
december 2002 door het Vlaamse Parlement werd goedgekeurd en aangevuld door het decreet van 27 april 2007.
De m.e.r.-procedure is opgebouwd uit vier belangrijke stappen:
a) Kennisgevingsfase
De initiatiefnemer controleert of het plan moet onderworpen worden aan een plan-MER. Als de voorgenomen
activiteit MER-plichtig is, stelt de initiatiefnemer een team van deskundigen samen. Na het opstellen van het
kennisgevingsdossier, dient de initiatiefnemer het dossier in bij de bevoegde overheid, namelijk de Dienst Mer,
afdeling Milieu, Natuur- en Energiebeleid, van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE). Na het
ontvangen van de kennisgeving onderzoekt de Dienst Mer of de kennisgeving volledig is en betekent deze beslissing
binnen een termijn van 20 dagen na ontvangst van de kennisgeving.
De Dienst Mer legt de volledig verklaarde kennisgeving ter inzage zowel bij de initiatiefnemer als via de eigen
website van de Dienst Mer (www.mervlaanderen.be). De Dienst Mer stuurt het kennisgevingsdossier naar de
betrokken gemeente of provincie en de instanties waarvan zij het advies nuttig acht.
Via een bericht in ten minste één krant of in het gemeentelijk infoblad dat in de betrokken gemeente verspreid wordt
en door aanplakking op de aanplakplaatsen van de betrokken gemeenten, wordt gemeld dat de volledig verklaarde
kennisgeving kan geraadpleegd worden.
b) Richtlijnenfase
Op deze kennisgeving kunnen de burgers reageren. De termijn om opmerkingen of adviezen te formuleren bedraagt
30 dagen. Door nuttige inspraakreacties van inwoners van de betrokken gemeenten kan het onderzoek voor het
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
2
plan-MER inhoudelijk bijgestuurd worden. Binnen 30 dagen na aanvang van de terinzagelegging bezorgt het
gemeentebestuur de bij hen binnengekomen reacties van inwoners en eigen opmerkingen aan de Dienst Mer.
Op basis van inspraakreacties van de inwoners en reacties van de aangeschreven administraties en openbare
besturen en na een informele vergadering met de betrokkenen, stellen de medewerkers van de Dienst Mer richtlijnen
op die de initiatiefnemer moet volgen bij het opstellen van het plan-MER. De Dienst Mer betekent deze richtlijnen
binnen 70 dagen (of 90 dagen ingeval van grensoverschrijdende effecten) na goedkeuring van de kennisgeving aan
de initiatiefnemer, de betrokken overheden, administraties en het college van burgemeester en schepenen van de
betrokken gemeentebesturen. Het publiek kan de richtlijnen ook steeds raadplegen op de website van de dienst Mer
(www.mervlaanderen.be).
c) Uitvoeringsfase
Tijdens de uitvoeringsfase stelt het team van erkende deskundigen het plan-MER op onder leiding van een MER-
coördinator. Meestal wordt er tussentijds een ontwerp-MER opgesteld dat informeel besproken wordt door de
initiatiefnemer, het team van deskundigen, de Dienst Mer en aangeschreven administraties en openbare besturen.
d) Beoordelingsfase
Na indiening van het definitief plan-MER bij de Dienst Mer controleert deze of het plan-MER beantwoordt aan de
inhoudelijke vereisten van de richtlijnen. Daarna keurt de dienst het plan-MER goed of af en stelt ze een
goedkeurings- of afkeuringsverslag op. Deze goed- of afkeuring wordt binnen een termijn van 40 dagen (ingeval van
grensoverschrijdende effecten kan dit verlengd worden tot 50 dagen) betekend aan de initiatiefnemer, de betrokken
overheden, administraties, de MER-coördinator en het college van burgemeester en schepenen van de betrokken
gemeentebesturen.
Een goedgekeurd plan-MER is – in het kader van een RUP-procedure – vereist ten behoeve van de officiële opstart
van dit proces (plenaire vergadering).
1.3 De kennisgevingsfase van de mer-procedure
Zoals hoger aangegeven is de kennisgeving de eerste procedurele stap in de opmaak van het plan-MER. In de
kennisgeving zijn onder meer de voorgenomen activiteit, de aard, de ligging, de doelstellingen en de verantwoording
van het plan beschreven en zijn de coördinaten van de initiatiefnemer en namen van de uitvoerders van het plan-
MER vermeld. Ook geeft de initiatiefnemer hierin een overzicht van de juridische en beleidsmatige context en
beschrijft hij de onderzochte alternatieven, bestaande en beoogde vergunningen en relevante gegevens uit vorige
rapportages en goedgekeurde rapporten. Daarnaast beschrijft de initiatiefnemer de specifieke milieuaspecten die
onderzocht en beschreven zullen worden in het plan-MER, inclusief de verdere aanpak voor de bepaling en de
beoordeling van deze aspecten. Ook is het wenselijk dat de reeds gekende moeilijkheden en leemten in de kennis
aangegeven worden. Indien er grensoverschrijdende effecten verwacht worden, vermeldt de initiatiefnemer de
nodige gegevens die de Dienst Mer toelaten na te gaan of de bevoegde autoriteiten van naburige lidstaten betrokken
dienen te worden bij de procedure.
1.4 Terinzagelegging
Doel van de terinzagelegging
Het doel van de terinzagelegging van de kennisgeving is ten eerste om de betrokken inwoners van de gemeenten op
de hoogte te stellen van de voorgenomen activiteit en zijn onderzoek naar de mogelijke gevolgen op de omgeving.
Ten tweede is het de bedoeling om concrete, zinvolle reacties uit te lokken (zie verder, wat zijn nuttige
inspraakreakties) waarmee de Dienst Mer rekening kan houden bij de opmaak van richtlijnen.
De richtlijnen bakenen de inhoud af van de te bespreken en te onderzoeken onderwerpen in het plan-MER. Door
nuttige inspraakreacties van inwoners van de betrokken gemeenten kan het onderzoek voor het plan-MER
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
3
inhoudelijk bijgestuurd worden. Meer informatie is beschikbaar in een folder die de Dienst Mer daarover heeft
opgesteld. Deze folder vindt u op de webstek www.mervlaanderen.be of bij de milieuambtenaar van uw gemeente.
De folder kan u ook aanvragen via [email protected].
Termijn van de terinzagelegging
Concreet dienen de gemeenten, waar het MER-plichtige plan gepland is, een afschrift van deze kennisgeving ter
inzage te leggen binnen een termijn van 10 dagen na ontvangst. Voor deze studie is dit de stad Dilsen-Stokkem.
Vanaf het begin van deze terinzagelegging heeft het college van burgemeester en schepenen maximaal 30 dagen
de tijd om de opmerkingen van de inwoners toe te sturen naar de Dienst Mer. De inwoners kunnen hun opmerkingen
ook rechtstreeks doorsturen naar de Dienst Mer1.
Wat zijn nuttige inspraakreacties
De terinzagelegging is geen openbaar onderzoek waarbij bezwaarschriften kunnen ingediend worden.
Bezwaarschriften kunnen enkel ingediend worden tijdens het openbaar onderzoek dat georganiseerd zal worden
naar aanleiding van de RUP-procedure en van de latere vergunningsaanvraag. Dit is dus tijdens de latere
besluitvormingsprocedure en niet gedurende de mer-procedure. Het plan-MER is bij een dergelijk openbaar
onderzoek overigens bruikbaar als instrument om bezwaarschriften te onderbouwen maar ook een basis om ze te
weerleggen. Het is dus in ieders belang dat het plan-MER van goede kwaliteit is.
Zoals eerder vermeld kan de Dienst Mer enkel zinvolle reacties gebruiken voor het opstellen van richtlijnen die de
initiatiefnemer en de deskundigen moeten volgen bij het opstellen van het plan-MER. Dit kunnen opmerkingen zijn
over de vorm en presentatie van het plan-MER maar ook inhoudelijke opmerkingen zoals opmerkingen over het
voorgenomen plan zelf, over de alternatieven, over de beschrijving van de bestaande toestand, milieueffecten en
milderende maatregelen, over de opvolging en evaluatie van de effecten, over de leemten in de kennis,… .
Wat gebeurt er met de inspraakreacties
De Dienst Mer bundelt de zinvolle reacties op de kennisgeving en neemt een beslissing over de inhoud van het plan-
MER, de inhoudelijke aanpak, de methodologie van de rapportage en over de opstellers van het plan-MER. De
Dienst Mer betekent de richtlijnen voor het opstellen van het plan-MER aan de initiatiefnemer en de betrokken
instanties binnen 70 dagen na de volledigheidsverklaring van de kennisgeving of indien er grensoverschrijdende
effecten te verwachten zijn, binnen 90 dagen na de volledigheidsverklaring. Deze richtlijnen zijn een openbaar
document en elke burger kan ze bij de milieuambtenaar van zijn gemeente opvragen. Deze richtlijnen worden tevens
beschikbaar gesteld op www.mervlaanderen.be.
1 Vlaamse Overheid, Departement LNE, Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer, Koning AlbertII-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL; [email protected]; webstek: www.mervlaanderen.be
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
4
2 Algemene inlichtingen
2.1 Beknopte beschrijving van het plan
Voorliggend plan-MER kadert in de opstelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor de aanleg van de
toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’. Het stadsbestuur van Dilsen-Stokkem heeft in het Gemeentelijk Ruimteljk
Structuurplan beslist om over te gaan tot de opmaak van een visie op de Hoeveweg en de toeristisch-recreatieve link
tussen het Nationaal Park Hoge Kempen en het Maasland met als doelstellingen:
• het versterken van het toeristisch-recreatieve fietsroutenetwerk in functie van de identiteit van de omgeving,
waarbij het plangebied als ruimtelijke schakel fungeert tussen twee toegangspoorten van het Nationaal Park
Hoge Kempen
• het ontwikkelen van een aangename en veilige fietsverbinding met een hoge belevingswaarde
• een geslaagde landschappelijke inpassing realiseren waarbij de ontwikkeling van het plangebied rekening
houdt met de geplande aanliggende recreatieve cluster en de ecologische waarde van het gebied dat de
Hoeveweg doorsnijdt
De latere realisatie van het plan resulteert in de aanleg van een verhard fietspad daar waar momenteel nog geen
verharding aanwezig is. Daarnaast wordt een brug voor fietsers gebouwd om het niveauverschil van de steilrand van het Kempisch Plateau te overbruggen. Voor de visie wordt verwezen naar 4.5 Algemene visie en doelstelling.
2.2 Toetsing aan de MER-plicht
Het zogenaamde plan-MER-decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van het decreet van 5 april
1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van artikel36ter van het decreet van 21 oktober 1997
betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, legt de milieueffectbeoordeling van plannen of programma’s
vast. Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen
en programma’s geeft uitvoering aan dit plan-MER-decreet.
Het voorliggend plan handelt over de opmaak van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor de toeristisch-recreatieve as
‘Hoeveweg’. Aangezien ruimtelijke uitvoeringsplannen plannen zijn die door een overheidsinstantie worden
opgesteld en/of vastgesteld en die het kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project, vallen
zij onder het toepassingsgebied van het plan-MER-decreet.
Gezien het plan deels overlapt met het Habitatrichtlijngebied ‘Mechelse Heide en Vallei van de Ziepbeek’ is de
opmaak van een passende beoordeling noodzakelijk. Hierdoor moet voor dit ruimtelijk uitvoeringsplan dan ook van
rechtswege een plan-MER opgesteld worden.
Het doel van het plan-MER is om milieueffecten van een plan en zijn alternatieven te onderzoeken. Mogelijke
effecten op lange termijn die ruimtelijke consequenties hebben, kunnen voorkomen of verminderd worden door het
opleggen van voorwaarden en voorschriften in het plan (RUP).
2.3 Gegevens initiatiefnemer
Stadsbestuur Dilsen-Stokkem
Europalaan 25
3650 Dilsem-Stokkem
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
5
2.4 Samenstelling en taakverdeling team van deskundigen
De initiatiefnemer laat het milieueffectrapport opstellen door een werkgroep van deskundigen van verschillende
disciplines, het zgn. team van deskundigen. De betrokkenheid van onafhankelijke, erkende deskundigen moet de
wetenschappelijke waarde en de objectiviteit van het plan-MER waarborgen. Deze deskundigen zijn door de
Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, erkend voor één of meerdere disciplines. De erkenning wordt
verleend voor een termijn van maximum vijf jaar en kan worden verlengd.
De initiatiefnemer kiest de deskundigen uit een lijst van erkende onafhankelijke specialisten in één of andere
milieudiscipline, derwijze dat in de werkgroep de milieueffecten, eigen aan het geplande plan doeltreffend
onderzocht kunnen worden. Voor dit plan werden erkende deskundigen voor de disciplines bodem (pedologie en
geologie), water (oppervlaktewater en grondwater), fauna & flora, landschap, bouwkundig erfgoed & archeologie en
mens (sociaal-organisatorische aspecten en mobiliteit) in het team van deskundigen opgenomen.
Volgende MER-deskundigen zullen hun medewerking aan het MER verlenen:
Tabel 1.6.1 - MER-deskundigen
Discipline Erkend deskundige Erkenning
Bodem
Pedologie
Geologie
Jef Dierckx MB/MER/EDA/403/V -2/A
geldig tot 15/02/2009*
Water
Grondwater
Oppervlaktewater
Jef Dierckx MB/MER/EDA/403/V -2/B
geldig tot 15/02/2009*
Fauna & Flora Jan Verstraeten MB/MER/EDA/U/048/A
geldig tot 15/07/2009
Landschap, bouwkundig erfgoed en
archeologie
Jan Verstraeten MB/MER/EDA/U/048/B
geldig tot 15/07/2009
Mens
Sociaal-organisatorische aspecten
Mobiliteit
Peter Govaerts MB/MER/EDA/562
geldig tot 11/12/2011
Coördinato r Jef Dierckx
* ontwerp ministerieel besluit voor verlenging erkenning ligt ter ondertekening bij de minister.
Het is de taak van de coördinator om van de deelonderzoeken een coherent geheel te maken en de eindconclusies
in samenspraak met de andere deskundigen te formuleren. Hij treedt tevens op als aanspreekpunt voor alle
betrokken partijen.
De erkende deskundigen worden verder bijgestaan door:
° Els Willems en Tine Monseré, medewerkers ABO NV
(medewerker voor de disciplines bodem, water en voor de coördinatie)
° Daniël Balcer (Libost-Groep NV) planverantwoordelijke en review
° Bram Geysen medewerker Libost-Groep NV
2.5 Verder besluitvormingsproces
De inhoud van het plan-MER, meer specifiek de ruimtelijke consequenties van milderende maatregelen, zal worden
geïntegreerd in de toelichtingsnota bij het RUP. Het RUP wordt waar nodig/wenselijk bijgestuurd op basis van de
resultaten van het MER. Na de plenaire vergadering (en eventuele bijsturingen) wordt het voorontwerp RUP
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
6
voorlopig vastgesteld. Dit ontwerp RUP wordt vervolgens onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60
dagen. De inspraakreacties worden gebundeld en verwerkt door de GECORO (Gemeentelijke Commissie voor
Ruimtelijke Ordening) dewelke een gemotiveerd advies uitbrengt. Uiteindelijk wordt het RUP (na eventuele
aanpassingen) definitief vastgesteld door de gemeenteraad.
Samen (geïntegreerd) met het plan-MER zal een Watertoets conform de bepaling van het decreet Integraal
Waterbeleid worden opgesteld.
Vervolgens worden de nodige stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd. Indien het om bijlage I projecten
gaat, zijn deze mer-plichtig en zal een project-MER opgesteld worden. Indien het om bijlage II projecten gaat, kan
evenwel een ontheffing van de MER-plicht worden aangevraagd. De stedenbouwkundige vergunning voor de
heraanleg van de Hoeveweg komt niet in deze bijlagen voor. Hiervoor moet bijgevolg geen project-MER of
ontheffingsnota gemaakt worden.
In het kader van de vergunningsaanvraag is eveneens een openbaar onderzoek voorzien. Gedurende 30 dagen kan
iedereen zijn bezwaren of opmerkingen formuleren. Deze worden gericht naar het college van burgemeester en
schepenen. De vergunningverlenende overheid moet zich daarna uitspreken over elk van de ingediende bezwaren
en opmerkingen. Deze uitspraak moet voldoende gemotiveerd zijn. Uiteindelijk wordt een beslissing genomen met
betrekking tot de vergunningsaanvraag. Hierbij dient een verfijnde watertoets te worden uitgevoerd.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
7
3 Ruimtelijke, administratieve, juridische en beleidsmatige situering
3.1 Ruimtelijke situering
De Hoeveweg is gelegen in het zuiden van Dilsen-Stokkem en vormt een as van het Kempisch Plateau via de
steilrand naar de Maasvallei. De Hoeveweg begint aan de kruising met het voormalig kolenspoor op de
gemeentegrens met As, loopt vervolgens parallel met de N75 langs de steilrand af en eindigt in de Vilvertstraat
die een KMO-zone ontsluit. Op het Kempisch Plateau liggen de woonwijken Grote en Nieuwe Homo waarvan
er één grenst aan de Hoeveweg. De site Chateau de Litzberg (met horecagelegenheid Restaurant La feuille
d’or) ligt net voor de plaats waar de Hoeveweg de steilrand afloopt.
Het gebied wordt weergegeven in zijn ruimere omgeving op een uittreksel uit de topografische kaart in figuur 1. De
kadastrale percelen worden weergegeven in figuur 2. Links is de dorpskern van As zichtbaar, rechts deze van
Stokkem en onderaan Eisden. Het gebied wordt eveneens gesitueerd op een stratenplan (figuur 3) en een orthofoto
(figuur 4).
Volgens het gewestplan (figuur 5) loopt de Hoeveweg achtereenvolgens van west naar oost door de volgende
gebieden: ontginningsgebied + gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut, ontginningsgebied +
groengebied, natuurgebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, woongebied, woongebied met landelijk
karakter, een uitgestrekt natuurgebied, recreatiegebied, gebied voor dag- en verblijfsrecreatie, zone voor
natuurontwikkeling, bufferzone en ten slotte gebied voor ambachtelijke bedrijven en gebied voor kmo’s.
Aan de oostzijde eindigt de Hoeveweg in de Vilvertstraat die verbonden is met de Siemenslaan, de Zetellaan en de
Bekaertlaan. Aan de westzijde loopt de Hoeveweg verder in As naar het noorden toe, waar hij op de Boslaan (N75)
uitkomt.
3.2 Administratieve voorgeschiedenis
3.2.1 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Dilsen-Stokkem
In de richtinggevende bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt gesteld dat de Hoeveweg
onderdeel uitmaakt van deelruimte “ Kempisch Plateau” . Deze deelruimte wordt ontwikkeld als een samenhangend
geheel. Het is een hoofdruimte die in grote mate in zijn ontwikkeling bepaald zal worden door beleidsbeslissingen op
hogere niveaus.
De diverse wijken onderhouden sterke (functionele) relaties met elkaar maar behouden hun specifieke structuur als
ruimtelijk van elkaar gescheiden gehelen. De wijken moeten zich profileren als hoogkwalitatieve woonomgevingen.
Er worden sterke lokale centra ontwikkeld binnen deze woonomgevingen. Deze vormen leefbare kernen waarrond de
gemeenschappen zich gaan concentreren. Een stedelijke woondichtheid van gemiddeld 20 woningen/hectare wordt
gehandhaafd voor nieuwe ontwikkelingen.
Ontwikkelingsperspectieven: een netwerk van verbindingen en knooppunten
De N75 die evenwijdig loopt met de Hoeveweg heeft verschillende functies waaronder de ontsluiting van de
regionale bedrijventerreinen. Conflicten tussen gebruikersgroepen dienen vermeden te worden. Om deze conflicten
pro-actief te ontmijnen wordt een concreet alternatief voorgesteld voor de trage ontsluiting van het Nationaal Park
Hoge Kempen. In die zin wordt voorgesteld het zachte verkeer langsheen de Hoeveweg te leiden in de verlenging
van de fiets- en voetgangersbrug over de Zuid-Willemsvaart. Zo ontstaat een afzonderlijke toegang tot de poort voor
het zachte verkeer en worden verkeersmodi gescheiden.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
8
Het Kolenspoor is de drager van een toeristisch-recreatief netwerk op provinciaal niveau (Mijnstreek). De stad
Dilsen-Stokkem bepleit een koppeling van het kolenspoor via de toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’ naar het
toeristisch-recreatief netwerk Maasland, met het toeristisch-recreatief knooppunt de ‘Wissen’.
Knooppunten op de toeristische – recreatieve as Hoeveweg zijn:
• de aansluiting met het voormalige kolenspoor
• de kasteelhoeve Litzberg
• Toegangspoort Nationaal Park Hoge Kempen
• De nieuwe brug over de Zuid – Willemsvaart als aansluiting met het toeristisch-recreatief net Maasland
• De noordelijke toegang tot Maasmechelen – Village
Vanuit deze knooppunten vertrekken er routes die op de Hoeveweg aansluiten en ontsluiten op bestaande routes.
De stad beschouwt de Hoeveweg als een essentieel onderdeel van het toeristisch-recreatief net op bovenlokaal
niveau.
De huidige activiteiten in de kasteelhoeve Litzberg kunnen binnen deze aanzet tot streefbeeld blijven bestaan,
ruimtelijke en functionele uitbreiding zijn uitgesloten. Er zullen beperkingen worden opgelegd naar toegankelijkheid
toe voor het autoverkeer.
In de deelstructuur toerisme en recreatie worden als aantrekkingspunten het natuureducatief centrum en
wissenmuseum De Wissen, de historische stadskern Stokkem, de kasteelhoeve Litzberg, het heemkundig museum
Brugwachtershuis, de poort Nationaal Park Hoge Kempen en waterrecreatie Tivoli aanzien, als poorten het centrum
van Stokkem, de poort van het Nationaal Park Hoge Kempen, en het Tivoli – eiland.
Er kunnen gebiedsgerichte gemeentelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt van zodra blijkt dat de modaliteiten
van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen ontoereikend zijn en een meer gedetailleerd ruimtelijk kader
voor bepaalde gebiedsdelen zich opdringt. Hierbij zullen de diverse krachtlijnen van de gewenste ruimtelijke
structuren – beschreven in het richtinggevend gedeelte – worden vertaald.
Er staan in de bindende bepalingen van het GRS Dilsen-Stokkem geen concrete elementen omtrent de Hoeveweg,
enkel de Vilvertstraat (het verlengde van de Hoeveweg) is als lokale weg type II geselecteerd (‘ontsluitingsweg ex-
Center Parcs site’) (Ruimtelijk Structuurplan Dilsen-Stokkem, bindende bepalingen, blz. 5.).
3.2.2 Vooroverleg
Er zijn verschillende actoren rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken bij de aanleg van de toeristisch-recreatieve as
‘Hoeveweg’. Bij de opmaak van de voorstudie werden deze actoren geconsulteerd. Deze worden hierna
weergegeven er hun aandachtspunten en wensen in verband met dit plan worden kort besproken.
Heuvelsven
Heuvelsven is een jongeren vakantiecentrum. Meestal komen er jongerengroepen en gemengde groepen op
vakantie (scouts, bosklassen, enz.). Regelmatig komen ook scholen die Heuvelsven gebruiken als uitvalsbasis om te
fietsen. Natuureducatieve activiteiten worden ook regelmatig georganiseerd. Een extra verbindingsroute via de
Homowijk naar de Hoeveweg is dus steeds welkom.
De laatste jaren is er veel vraag naar fietsactiviteiten en daar wil Heuvelven in de toekomst op inspelen. Ook wil men
meer inspelen op natuureducatieve activiteiten, wat in het kader van het Nationaal Park Hoge Kempen misschien
interessant is (het aanbieden van natuureducatieve pakketten). Heuvelsven overweegt om zich meer te richten op
gezinnen met kinderen, eventueel met fietsverhuur (mountainbike en gewone fiets). In de eerste plaats wordt er
geïnvesteerd in het renoveren en upgraden van de bestaande infrastructuur.
Een knelpunt is dat de weg langs Heuvelsven wordt gebruikt door sluikverkeer.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
9
Agentschap voor Natuur en Bos (ANB)
Vanuit het oogpunt Milieu is uiteraard het behoud van de aanliggende natuurlijke waarden zoals het
bosreservaat achter de Chateau de Litzberg en het Nationaal Park Hoge Kempen belangrijk. Een RUP voor de
Hoeveweg bestaande uit een overlay met behoud van de huidige bestemming is niet echt nodig, vermits er in VEN-
gebied ook fietsroutes kunnen vergund worden.
De Hoeveweg inrichten als fietspad mag geen probleem zijn. Voetgangers verstoren meer als fietsers, de bestaande
bosbiotoop wordt weinig verstoord door de aanwezigheid van een fietsas. Verder zijn verlichting en andere stedelijke
infrastructuren overbodig langs de Hoeveweg.
Het ecologisch advies (kenmerk 09-02526) van het Agentschap voor Natuur en Bos dd 18 februari 2009 inzake de
bestendiging van de horeca-activiteiten in de kasteelhoeve Litzberg luidt als volgt:
1. Juridisch en beleidsmatige aspecten
De taverne Litzberg en hotel/restaurant La Feuille d’Or zijn reeds jarenlang gevestigd in de voormalige kasteelhoeve
Litzberg. De hoeve is geïsoleerd gelegen in natuurgebied volgens het gewestplan. Dit natuurgebied is opgenomen in
de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk, gebied ‘De Hoge Kempen’ en in het Habitatrichtlijngebied
‘Mechelse Heide en Vallei van de Ziepbeek’. De site is volledig omgeven door het bosreservaat ‘ Het
Lanklaarderbos-Saenhoeve’. Er is voor dit bosreservaat een ontwerp beheerplan dat geactualiseerd werd in
november 2005. Bij de instelling van het bosreservaat werd gesteld dat er enkel toegankelijkheid is via de Hoeveweg
(openbare weg).
Het habitatrichtlijngebied is aangewezen onder meer voor het habitattype ‘Oude zuurminnende bossen met Quercus
robur op zandvlakten (9190)’. De omgeving van de site wordt gekarteerd als dit habitattype.
Vanuit beleidsoogpunt is de site gelegen binnen een grote samenhangende ruimtelijke eenheid waar het beleid
gericht is op de instandhouding en verdere ontwikkeling van de Vlaamse en Europese natuurwaarden en waar ook
de juridische randvoorwaarden hiervoor aanwezig zijn.
2. Ruimtelijke context
De Litzberg is bereikbaar via de woonwijk Grote Homo, door middel van de Hoeveweg (openbare weg).
Het complex is een grote vierkantshoeve, waarbij de activiteiten overwegend in de gebouwen en op de centrale
binnenplaats plaatsvinden. Rond de kasteelhoeve liggen enkele weiden (Schapen), een Engelse tuin en
groeten/kruidentuin. Parkeerfaciliteiten bevinden zich aan beide zijden van het gebouw.
Een aantal van deze activiteiten (Engelse tuin, schapenwei, parking) zijn gelegen op percelen in eigendom van het
Agentschap voor Natuur en Bos en behoren tot het bosreservaat.
3. Mogelijke effecten van de activiteiten en de wijze waarop deze eventueel in overeenstemming kunnen gebracht
worden met de ecologische draagkracht
De mogelijke effecten van het horecacomplex zijn:
- betreding
- rustverstoring
- mogelijke negatieve effecten op het grondwater via het afvalwater (aansluiting op riolering?)
Delen van het bosreservaat grenzend aan de Litzberg zijn zeer waardevol en kennen een oude bosstructuur met
waardevolle bomen. Vermoedelijk lag een park hiervan aan de basis. De verdere ontwikkeling van dit bosreservaat
ligt in de richting van het habitattype eiken-berkenbos of eiken-beukenbos. Typisch voor dergelijke bossen zijn de
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
10
rijke bos (voorjaars)flora. Het is duidelijk dat in Limburg dergelijke goed ontwikkelde loofbossen op zure arme
zandige bodems zeer zeldzaam zijn. Het bosreservaat Lanklaarderbos heeft voor de ontwikkeling van het
habitattype 9190 dan ook een belangrijke rol te vervullen.
De oude bosdelen herbergen een hoge avifaunistische waarde (zwarte specht, bonte spechten, wespendief, …).
Zeker naar de toekomst toe wordt verwacht dat deze oude bodkern een rol kan hebben voor de middelste bonte
specht.
Gebruik en betreding van dit bosreservaat dient dan ook ten allen tijde vermeden te worden, wat ook voorzien is in
het ontwerp-beheerplan van het bosreservaat. Deze randvoorwaarde ten aanzien van betreding is dan ook niet
compatibel met een verdere uitbouw en ontwikkeling van dit horecacomplex als instapplaats voor het wandelgebied
horende bij de toegangspoort en het wandelgebied Station As van het Nationaal Park Hoge Kempen. Een dergelijke
onthaalvoorziening dient gelokaliseerd te worden buiten de kerngebieden natuur, zodat er op deze kwetsbare locatie
geen concentratie ontstaat van betreding en verstoring.
Gezien de ligging van de kasteelhoeve temidden van het bosreservaat, natuurgebied en Habitatrichtlijngebied kan
gesteld worden dat het horecacomplex enkel toegankelijk kan zijn via de openbare Hoeveweg. Er dienen
maatregelen genomen te worden om de toegang tot het bosreservaat te verhinderen. Ook de toegang tot de
gemeentebossen die via het bosreservaat loopt, dient verhinderd te worden. De verantwoordelijkheid voor het
instellen van een toegankelijkheidregime en de controle erop, kan niet enkel door het Agentschap voor Natuur en
Bos opgenomen worden.
Naar rustverstoring toe en de effecten op de avifauna zijn de bezoekersaantallen en de intensiteit van het gebruik
van de buitenruimte van groot belang. Het gebruik moet zeer laagdynamisch zijn met een minimale geluidsbelasting.
Een aantal percelen van het bosreservaat ten oosten van de gebouwen zijn in gebruik als parking, Engelse tuin en
schapenweide. Deze percelen dienen best teruggevoegd te worden aan het bosreservaat door herinrichting. Dit
houdt in dat ook de parking herzien dient te worden (bij voorkeur één parkeergelegenheid ten westen van de
gebouwen). De inrichting van de omgeving, zoals de tuin en weide ten westen van het gebouw, dient gericht te zijn
op een versterking van de bosstructuur.
Indien er géén aansluiting is op de riolering, moet voorzien worden in een zuivering of moet er vooralsnog
aangesloten worden op de bestaande riolering.
4. Conclusie
Het verder uitbouwen / Intensifiëren van een horecafunctie in de Litzberg is niet in overeenstemming met de visie
van het Agentschap van Nattur en Bos voor de verdere ontwikkeling van Lanklaarderbos als kerngebied van
Vlaamse en Europese natuur- en boswaarden.
De randvoorwaarden voor de verdere instandhouding van de horecafunctie in de kasteelhoeve Litzberg zijn:
- garantie inzake het laagdynamisch karakter waarbij duidelijk moet zijn dat er vanuit het complex géén relatie
kan zijn met de omgeving (géén toegankelijkheid). De site kan niet functioneren als lokale poort van het
nationaal park.
- Minimale milieubelasting (afvalwater, verlichting, …)
- Nemen van maatregelen voor het niet toegankelijk stellen van het bosreservaat en uitbreiding van de niet
toegankelijke zones in de aanpalende gemeentebossen om het bosreservaat in optimale structuur in te
bedden.
- Herstel en inrichting van delen van het bosreservaat in gebruik door de Litzberg
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
11
- Bijkomende uitbreiding van bosareaal binnen de graslandcomplexen (buiten bosreservaat) ten westen van
het complex.
Gemeente As
Er is onduidelijkheid over het tracé dat de lightrail volgen zal – via het oude kolenspoor of via de N75. Indien de
lightrail het oude kolenspoor zal volgen, zal dit een heel ander licht werpen op het westelijk deel van de Hoeveweg.
De ontzanding van de westelijke groeve (tussen station As en oude spoor) start in 2009 / 2010 en stopt twee jaar
later.
Regionaal Landschap Kempen en Maasland vzw (RLKM) / Nationaal Park Hoge Kempen
In het kader van het fietsroutenetwerk van het Nationaal Park Hoge Kempen vormt de Hoeveweg een missing link.
Fietsers moeten momenteel een minder aangename omweg maken via de Steenweg naar As om van het station
van As naar de Zuid-Willemsvaart te gaan. Er ontbreekt een goede link tussen de twee toegangspoorten tot het
Nationaal Park Hoge Kempen. Later als de Hoeveweg in gebruik is, kan eventueel fietsknooppunt 55 verplaatst
worden naar de nieuwe fiets- en voetgangersbrug over de Zuid-Willemsvaart. De Hoeveweg zal waarschijnlijk niet
opgenomen worden in een wandelroute. Ruiterpaden doorkruisen momenteel de Hoeveweg, en dat zal in de
toekomst ook zo blijven (het blijft echter bij enkele kruisingen). Mogelijke knelpunten voor de Hoeveweg in te richten
als fietsroute zijn de hellingsgraad van de steilrand ter hoogte van de Litzberg, waar er achter een alternatief moet
gezocht worden. Momenteel is er hinder van quads in de omgeving van de Litzberg.
Qua beeldkwaliteit is de groeve van Lugo-Agrival zeer slordig door de verlaten machines en constructies. Ten
oosten van de Homowijk langs de Hoeveweg is een weinig aantrekkelijke kerstdennenaanplant aanwezig.
Een toekomstig knelpunt kan de ontsluiting van de Litzberg zijn, en veilige oversteekplaatsen ter hoogte van de
steenwegen.
Vermeldenswaardig is de aanwezigheid van een amfibietunnel onder de Hoeveweg ter hoogte van Litzberg.
Het voormalige GOM Limburg heeft een herstructureringsplan (ontgrindingsgebied Mechelen Noord) uitgewerkt voor
de groeve waarin een voorstel wordt gedaan voor fietspad van de Lanklaardersteenweg tot bijna aan de Hoeveweg.
Ook picknickplaatsen zijn voorzien.
RLKM meldt dat voor de infrastructuren voor de Hoeveweg een inplanting van stedelijk ogende constructies minder
geschikt zijn. Het gebruik van natuurlijke materialen zoals hout past beter met het idee van het nationaal park.
Interessant is het gebruik van asfalt met een plantaardige olie als bindmiddel.
Lugo en Artilaval
De activiteiten achter Walkro zijn vergund. Er wordt grond verwerkt, er is een betoncentrale, enz... . De ontsluiting
loopt voorlopig over een toegangsweg die aansluit op de Steenweg naar As.
Het oorspronkelijke niveau was 90TAW. Het vroegere BPA zegt dat er tot 75 TAW ontgrind mocht worden, maar dat
het niet opgevuld mocht worden. Via een planologisch attest is nu gevraagd om een definitieve berging van niet-
verontreinigde gronden toe te laten. Ook een verdere zandontginning van 240000m² op korte termijn wordt
aangevraagd via dit planologisch attest. De beslissing van dit planologisch attest zal ook meer duidelijkheid geven
omtrent de verkeersontsluiting van het gebied. De bestaande uitrit van het gebied (de verbinding naar de N75 met
een kruising van de Hoeveweg) is geen optie.
Het afkalven van de randen van de zandgroeve is een gevaar voor de Hoeveweg. Momenteel vormt het een gevaar
voor recreanten. Er is een voorstel om de zone langs de Hoeveweg eerst verder te ontginnen om vervolgens de hele
zone langs de Hoeveweg terug op te vullen.
De begrenzing van het PRUP sluit aan bij het BPA.
Het is van belang om het ontginningsgebied zo lang mogelijk als (mede-) nabestemming recreatie te geven, omdat
de eisen i.v.m. bodemkwaliteit van recreatie lager liggen dan nabestemming natuur. Via het planologisch attest is
recreatie met natuurontwikkeling de nabestemming voor het gebied.
De volledige voltooiing van de activiteiten zal gebeuren op een termijn van tien jaar (afhankelijk van de
vergunningen). De twee groeves zijn dan afgegraven en terug opgevuld met niet-verontreinigde gronden. De
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
12
intensiteit van het vrachtvervoer zal zich concentreren in de weekdagen, tijdens de weekends is het mogelijk om het
vrachtvervoer te verminderen.
De doorgang onder het spoor van de lightrail moet breed genoeg gemaakt worden, zodat er naast fietsers ook
vrachtwagens onderdoor kunnen.
Site Chateau de Litzberg / La Feuille d’Or
Het domein is bereikbaar via de Hoeveweg. Hier zijn verkeersremmers geplaatst in de vorm van betonnen
wegversmallingen. De Hoeveweg is verhard tot aan de Litzberg, meer oostwaarts is het een zandweg.
Momenteel zijn er voldoende parkeermogelijkheden nabij het gebouw voor de geplande activiteiten. De horeca
gelegenheid heeft binnen een opvangcapaciteit van 120 mensen, buiten op de binnenkoer is er plaats voor 130
mensen. De meeste bezoekers komen per auto, meestal om te wandelen en achteraf wat te drinken. De site Litzberg
doet dienst als uitvalbasis van enkele wandelroutes van het Nationaal Park Hoge Kempen. Regelmatig zijn er ook
ruiters op bezoek die de passerende ruiterroute volgen.
Het domein is 2ha 30a groot, het terrein met het historische park is in eigendom van het ANB (Bos & Groen).
Behoud van de huidige capaciteit en functies is hierbij gewenst.
Teema
Er is een vernietiging van de gewestplanwijziging gebeurd van de zone waar Teema gronden heeft. Dit maakt dat de
zone waar er verblijfrecreatie gepland is door Teema terug industriezone is geworden. Dit is niet gewenst, maar als
verblijfrecreatie juridisch onmogelijk blijkt te zijn, zullen ze de inrichting als KMO-zone als tweede optie uitvoeren.
Het geplande park met verblijfsrecreatie moet een open karakter krijgen (in tegenstelling tot de gesloten typologieën
genre Center Parcs). De Hoeveweg moet verkeersluw blijven, enkel toegankelijk voor leveranciers van het
verblijfspark en wandelaars en fietsers. De eigenlijke verkeersontsluiting van het park gebeurd via de N75. Tussen
de N75 en de Hoeveweg zouden verspreid enkele parkings liggen.
Er komt een hotel langs de Hoeveweg. Via het hotel wordt er een as voorzien naar de twee schachtbokken (de
toegangspoort tot het Nationaal Park). Deze zal als groene corridor ingericht worden. Deze as kan als alternatieve
route dienen om de fietsers van de Hoeveweg rond de KMO-zone te leiden richting Zuid-Willemsvaart. Een andere
mogelijkheid is de Hoeveweg als route behouden, maar dan moet de bestaande KMO-zone gebufferd worden. Het
fietspad zou dan eventueel op de grens van de gronden van Teema kunnen lopen. De Vulexplas zal eveneens
opgenomen worden binnen de planning en maakt deel uit van het PRUP.
Tussen de N75 en de Hoeveweg wil Teema huisjes inplanten tussen water- en bosbiotopen (nabij het oude ven).
Tegen de Hoeveweg worden er aan de waterplas paalwoningen voorzien, op de terril komen bungalows.
3.3 Juridische randvoorwaarden
Teneinde de leesbaarheid te vergroten worden de juridische (en ook de beleidsmatige randvoorwaarden)
weergegeven in onderstaande tabellen. Deze bevatten beknopt de volgende informatie:
• aard van de juridische randvoorwaarde
• korte inhoudelijke beschrijving
• relevantie
• bespreking van de relevantie
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
13
Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie
Gewestplan Geeft de bestemming en het gebruik van
de gronden in Vlaanderen weer.
ja,
onderzoeks-
sturend
Het studiegebied maakt deel uit van het Gewestplan Limburgs Maasland. (KB 01/09/1980).Aan dit gewestplan zijn in de loop van de voorbije decennia
verschil lende wijzigingen aangebracht die betrekking hebben op het geheel of delen van het studiegebied.
Gedeeltelijke herziening gewestplan "Teutelberg, Vierveld, Vuchterbosheide" (MB 01/12/1993), i.c. bestemming gebied voor verblijfsrecreatie, zone voor
natuurontwikkeling en uitbreidingsgebied voor stedelijke functies.
Gedeeltelijk herziening gewestplan (MB 01/06/1995), i.c. bijkomend strookje recreatiegebied te Lanklaar.
Gedeeltelijke herziening gewestplan "mijnterrein Eisden" (MB 18/05/2001), i.c. volledige site te Eisden als uitbreidingsgebied voor stedelijke functies +
aanpassing stedenbouwkundig voorschrift.
Opmerking:
Een recent Arrest van de Raad van State, Afdeling Administratie, nr. 168.555 van 6 maart 2007 vernietigt bovenstaand besluit van 1 december 1993,
waardoor de oorspronkelijke bestemming van het gebied op het gewestplan van 1980 (industriegebied) grotendeels hersteld wordt, en waardoor enkel
de latere wijzigingen nog van kracht blijven.
Het provinciebestuur Limburg, stelt dat de vernietiging van de gewestplanwijziging van 1993 geen wijziging inhoudt van haar visie met betrekking tot de
herinrichting van het plangebied.
Vermits deze vis ie in belangrijke mate is afgestemd op de bestemmingsindeling van het nu vernietigde gewestplan, wordt in het kader van de huidige
RUP-opdracht rekening gehouden met deze laatste, naast hetgeen juridisch nu van kracht is.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
14
Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie
Andere stedenbouwkundige plannen Omvat ondermeer Bijzondere plannen
van aanleg (BPA), ruimteli jke
uitvoeringsplannen, (RUP), …
ja,
onderzoeks-
sturend
Voor de uitbreiding dient een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan te worden opgesteld (PRUP). Er zijn verschil lende BPA’s en RUP’s in of grenzend
aan het plangebied:
BPA LUGO – ALGRI, goedgekeurd 27/02/1991
Wijz iging gewestplan via BPA
Regularisatie en uitbreiding van bestaand ontginningsgebied. Wijziging van de nabestemming als zone voor openbaar nut (stort) naar bosgebied met
beperkte recreatieve mogelijkheden.
Gewestelijk RUP Berggrindontginning Kempens Plateau in As, Dilsen-Stokkem en Maasmechelen” goedgekeurd 15/07/2005
De Hoeveweg grenst aan de afbakening van dit RUP. Het RUP duidt bijkomende ontginningsgebieden aan voor de winning van 8 miljoen ton berggrind
(bruine kleur) alsook een voorstel voor natuurcompensatiegebied (groene kleur). Enkele groenzones liggen rond de Homo-woonwijken.
Het BPA Lugo-Algri sluit aan op dit gewestelijk RUP.
BPA KMO-zone Lanklaar, M.B. 17/05/2004
Het basisconcept van het BPA bestaat erin een aantal bedrijvenzones te definiëren en op die manier een gedifferentieerde bedrijvenzone met 4 grote ruimteli jke entiteiten te creëren. Er worden een lokaal bedrijventerrein, een watergebonden bedrijventerrein, een regionaal bedrijventerrein en een
bedrijventerrein voor werken aan het water/groen uitgebouwd. Deze laatste zone moet met een sterke landschappelijke inpassing en hoogwaardiger architecturale uitstraling het industriële gegeven van de site afschermen van het toeristisch-recreatief en natuurlijk gegeven van de bipool Eisden-Lanklaar. In deze zone zijn bedrijfsactiv iteiten in functie van productie en assemblage mogelijk, evenals kantoorfuncties en wonen op verdiep in de vorm van conciërgewoningen of directeurswoningen. Er kan gebouwd worden tot 3 bouwlagen met een maximale bouwhoogte van 20 meter.
De zuidelijke rand van het BPA (aan de grens met het stedelijk gebied Eisden/Maasmechelen) betreft een "zone voor ecologische natuurverbinding" van ca. 100 meter breedte. Het BPA Eisden-Lanklaar sluit aan bij het PRUP bipool Eisden-Lanklaar. BPA Mijnterrein (Uitbreiding stedelijke functies, voormalig mijnterrein Eisden, Maasmechelen), M.B. 15/04/1999 (met uitgesloten delen) Het BPA is gelegen ten Noorden van de Zetellaan en betreft het voormalig mijnterrein van Eisden. Het BPA is volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied. Het BPA betreft de herontwikkeling van de uitbreidingszone voor stedelijke functies meer bepaald de zone voor ontwikkeling
van Value Retail, Euroscoop, de stedelijke academie en de zone van de Main-street. In het BPA wordt het oostelijke gedeelte van “uitbreidingsgebied voorstedelijke functies” (zoals aangegeven op het gewestplan) gedetailleerd bestemd voor vnl: “ zone voor commerciële en recreatieve voorzieningen binnen een verstedelijkte context” , “ zone voor representatieve bebouwing ondersteunend en behorend bij commercieel-recreatieve zone” , “ zone voor parkeerlandschap”, “ zone voor recreatieve, culturele en vormingsvoorzieningen van lokaal en bovenlokaal belang” .
Decreet houdende de organisatie van de
ruimtelijke ordening
(18 mei 1999, laatst gewijzigd bij het
decreet van 8 december 2000)
Regelt ondermeer het verlenen van
stedenbouwkundige vergunningen.
ja, procedure-
bepalend
Het plan betreft de aanleg van diverse infrastructuren (wegen, bruggen, …), bijgevolg is een stedenbouwkundige vergunning vereist.
Bestemming en milieukwaliteitsnormen
oppervlaktewater
(B. Vl. R. 21/10/87, B.S. 06/01/1988)
Het immiss iebesluit legt de
kwaliteitsdoelstellingen vast voor alle
oppervlaktewateren.
nee Er l iggen geen waterlopen in de onmiddellijke nabijheid van het plangebied. 3 km ten oosten van het beginpunt van Hoeveweg is de Bosbeek gelegen.
Ten westen van de Hoeveweg ligt de Zuid-Willemsvaart. Het hele plangebied is gelegen in het Maasbekken.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
15
Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie
Wet op de onbevaarbare waterlopen
(28/12/67, B.S. 15/02/68)
Regelt ondermeer de bepalingen
betreffende de ‘buitengewone werken
van verbetering of wijziging’ aan
waterlopen
nee Er zi jn geen werken aan waterlopen gepland.
Decreet integraal waterbeheer
(Decreet 18/07/03, besluit van de Vl. Reg
20 juli 2006 i.v.m de watertoets))
Bevat bepalingen betreffende het
gecoördineerd en geïntegreerd
ontwikkelen, beheren en herstellen van
watersystemen
ja,
procedure-
bepalend
In het plan-Mer worden de gegevens aangeleverd nodig voor uitvoering van de watertoets door de vergunningverlenende overheid. Doel van de
watertoets is in hoofdzaak schadelijke effecten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken en als dat niet kan, te herstellen. Schadelijk effect wordt in
artikel, 3, 17° omschreven als “ ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of
bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit. Verder wordt daarin gesteld dat die effecten mede omvatten effecten op
de gezondheid van de mens, de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen gelegen buiten overstromingsgebieden,
op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend
erfgoed, alsmede de samenhang tussen één of meerdere van deze elementen.”
De watertoets omvat dus een brede rits van evaluatie-items, zoals veiligheid tegen overstromingen, (grond)wateroverlast, riolering, watervoorziening
voor huishoudens en economische actoren, bodemdaling, volksgezondheid, oppervlakte- en grondwaterkwaliteit, verdroging en (natte) natuur.
De gegevensaanlevering zal in dit MER gebeuren voor de disciplines Grondwater, Oppervlaktewater en Fauna en flora.
Gewestelijke stedenbouwkundige
verordening voor hemelwaterputten,
infiltratievoorzieningen en
buffervoorzieningen
(1/10/2004, B.S. )
Regelt de bepalingen inzake
hemelwaterputten, infiltratie-
voorzieningen en gescheiden afvoer van
afvalwater en hemelwater
nee Dit is niet van toepassing op dit plan aangezien de Hoeveweg tot het openbaar domein behoort.
Decreet betreffende het natuurbehoud en
het natuurlijk milieu
(Decreet 21/10/97, B.S. 10/01/98, gewijzigd
19/07/02, B.S. 31/08/02)
Centraal staan een planmatige aanpak
(natuurbeleidsplan), een horizontaal
beleid (‘stand-still’ princ ipe) en een
gebiedsgericht beleid
ja,
onderzoeks-
sturend
De Vlaamse regering kan alle nodige maatregelen nemen voor het natuurbehoud, ten behoeve van de bestaande natuur (en toepassen stand-still
beginsel) ongeacht de bestemming van het betrokken gebied (art. 8). Zij hebben betrekking op de zorgplicht, vergunningverlening en compensaties,
bepalingen m.b.t Gen en Ven-gebieden.
Het plan is gedeeltelijk gelegen in het Ven-gebied ‘De Hoge Kempen’.
Vogelrichtlijngebieden
(79/409/EEG 02.04.79)
Heeft als doel de instandhouding van
alle natuurlijke in het wild levende
vogelsoorten en hun leefgebieden; er
werden speciale beschermingszones
(SBZ-V) afgebakend
nee Binnen de grenzen van het plangebied bevinden zich geen vogelrichtlijngebieden. Het dichtstbijzijnde ligt op ongeveer 1 km en is BE2200727
(Mechelse heide en vallei van de Ziepbeek’ (zie figuur 6).
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
16
Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie
Habitatrichtlijngebieden
(92/43/EEG 21.05.92, B.Vl.R. 04/05/01,
24/05/02)
(Decreet 21/10/97, B.S. 10/01/98, gewijzigd
19/07/02, B.S. 31/08/02)
Heeft als doel de instandhouding van
soorten en natuurlijke habitats; er
werden speciale beschermingszones
(SBZ-H) afgebakend
ja,
onderzoeks-
sturend
Het plangebied ligt deels in het habitatrichtlijngebied BE2200035: Mechelse Heide en vallei van de Ziepbeek (zie figuur 6). Volgende te beschermen
habitats komen in het habitatgebied voor:
� Oligotrofe wateren � Noordatlantische vochtige heide � Droge heide (alle subtypes)
� Actief hoogveen � Aangetast hoogveen � Overgangs- en trilveen � Slenken in veengronden
De richtlijn beschermt ook een aantal diersoorten buiten de aangeduide Habitatrichtlijngebieden. Deze zijn opgenomen in bijlage IV van de richtlijn.
Binnen het plangebied komen enkele van deze soorten voor: Rugstreeppad, Heikikker en Gladde slang.
Ramsargebieden
(22/07/79)
Overeenkomst inzake watergebieden
die van internationale betekenis zijn, in
het bijzonder als woongebied voor
watervogels
nee Er is geen Ramsargebied gelegen in de onmiddellijke omgeving van het plangebied.
Vlaamse en/of erkende natuurreservaten Terreinen, van belang voor behoud en
ontwikkeling van natuur(lijk milieu), die
aangewezen of erkend zijn door
Vlaamse regering
ja,
onderzoeks-
sturend
Erkende natuurreservaten zijn private reservaten die, na advies van de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud door de Vlaamse regering erkend zijn
op verzoek van de eigenaar of degene die gebruiksrecht heeft (mits de eigenaar toestemming geeft). De erkenning gebeurt op basis van een
goedgekeurd beheerplan. De Vlaamse overheid biedt financiële ondersteuning voor het beheer.
Een Vlaams natuurreservaat is een beschermd natuurgebied dat door de Vlaamse regering, in uitvoering van het Natuurdecreet, wordt aangewezen op
gronden die het Vlaams Gewest in eigendom of in huur heeft, of die daartoe ter beschikking worden gesteld.
De Hoeveweg loopt door een bosreservaat (Lanklaarderbos). In de omgeving van de uitgestippelde route komen de volgende reservaten voor:
� Oud Kanaal, erkend natuurreservaat in beheer bij Limburgs Landschap vzw, de oude zijarm van de Zuid-Willemsvaart. � Mechelse Heide � Platte Lindenberg (Vlaams bosreservaat in beheer bij het Agentschap van Natuur en Bos), � Dilserbos (Vlaams bosreservaat in beheer bij het Agentschap van Natuur en Bos), � Lanklaarderbos (Vlaams bosreservaat in beheer bij het Agentschap van Natuur en Bos).
Beschermingszone waterwingebied ja,
onderzoeks-
sturend
Een deel van de Hoeveweg (de Vilderstraat) vormt de grens van een beschermingszone type III
Stedenbouwwetgeving Handelt over reglementeringen op de
bouwvergunning, de
verkavelingsvergunning, het
planologisch attest, de zonevreemde
bedrijven, de monumenten, de
energieprestaties ...
ja,
onderzoeks-
sturend
Litzberg
Lugo en Atrilaval, werkzaamheden zijn vergund
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
17
Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie
Bosdecreet
(13/06/90, B.S. 28/09/90)
Regelt het behoud, bescherming, aanleg
en beheer van bossen. Regelt in dit
verband ook de kappingen,
vergunningsvoorwaarden en eventuele
compensaties (art. 50)
ja,
onderzoeks-
sturend
De Hoeveweg loopt gedeeltelijk door het Lanklaarderbos dat beheerd wordt door het Agentschap voor Natuur en Bos
Beschermde monumenten, landschappen
en/of stads- of dorpsgezichten
(decreet van 03/03/76 + wijzigingen;
Decreet van 16/04/96 + wijzigingen)
Ter bescherming van monumenten en
stads- en/of dorpsgezichten en
landschappen; instandhouding, herstel
en beheer van beschermde
landschappen.
nee Er ligt geen beschermd monument, stads- en/of dorpsgezicht of landschap in of grenzend aan het plangebied.
Voorkooprecht De mogelijkheid, geboden door de wet
aan een persoon (de begunstigde van
het optierecht), om, bij voorrang op alle
anderen, een goed aan te kopen dat de
eigenaar wil van de hand doen.
ja,
onderzoeks-
sturend
Binnen de grenzen van het RUP geldt het voorkooprecht voor de in het Ven-gebied gelegen Lanklaarderbos en Dilsenerbos.
Decreet op het archeologisch
patrimonium (30/06/93, B.S. 15/09/93 +
wijzigingen)
Regelt de bescherming, het behoud en
de instandhouding, het herstel en het
beheer van het archeologisch
patrimonium.
ja,
onderzoeks-
sturend
Archeologische toevalsvondsten dienen binnen de 3 dagen gemeld te worden aan het Vlaamse Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE). Er dient
advies gevraagd en het VIOE moet op de hoogte gebracht worden van de start van de werken.
Grondwaterdecreet
(24/01/84, B.S. 05/06/84)
Regelt de bescherming tegen
verontreiniging, de reglementering
betreffende grondwaterwinning en de
objectieve aansprakelijkheid van
veroorzaakte grondwatertafeldaling
(sinds 1999 opgenomen in VLAREM-
wetgeving).
ja,
onderzoeks-
sturend
Ten zuiden van de Hoeveweg, in de gemeente Maasmechelen, is de beschermingszone en waterwingebied Eisden-Meeswijk gelegen.
Bodemsaneringsdecreet
(05/03/96, verder uitgewerkt 27/03/96 en
12/10/01)
Code van goede praktijk voor het werken
met uitgegraven bodem (OVAM, januari
2004)
Decreet dat moet toelaten beslissingen
inzake bodemsanering op systematische
wijze te treffen, prefinanciering ervan te
verzekeren en kosten daarvan te
verhalen.
ja,
onderzoeks-
sturend
Er zal rekening gehouden worden met de wettelijke bepalingen omtrent grondverzet (hoofdstuk 10, bodemsanerings-decreet) en de Code van goede
praktijk.
Decreet betreffende voorkoming en
beheer van afvalstoffen en haar
uitvoeringsbesluiten (VLAREA)
Regelt voorkoming, beheer en
verwijdering of nuttige toepassing van
afvalstoffen.
ja,
onderzoeks-
sturend
Niet van toepassing voor een plan-MER. De toepassing van het decreet kan op projectniveau verder onderzocht worden.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
18
Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie
Vlarem I en II Bepaalt de modaliteiten met betrekking
tot exploitatie en/of verandering van
vergunningsplichtige inrichtingen
Bevat milieukwaliteitsnormen en
algemene en sectorale
mil ieuvoorwaarden.
ja,
onderzoeks-
sturend
algemeen relevant: thema’s geluidshinder, verontreiniging bodem, verontreiniging oppervlaktewater, enz.
Besluit Vl. Reg. inzake de evaluatie en
beheersing van omgevingslawaai
(22/07/2005)
Regelt de evaluatie van en de
beheersing van omgevingslawaai
ja,
onderzoeks-
sturend
Geluidsinvloed van het plan op de omgeving, evaluatie en aanpak
Europese wetgeving
-NEC-richtlijn (2001/81/EG)
-Kaderrichtlijn luchtkwaliteit (96/92/EG),
en uitvoeringsbesluiten (1999/30/EG,
2000/69/EG, 2002/03/EG)
-Brandstofrichtlijn (98/69/EG)
Bepalen de grenswaarden m.b.t uitstoot
van verbrandingsgassen, uitstoot van
verschil lende verbrandingsmotoren en
regelt normering voor brandstoffen
ja,
onderzoeks-
sturend
Leggen beperkingen op voor de uitstoot van NH3, NOx, VOS, SO2, NO2, CO, CO2, ZS, Benzeen, Pb, …
Regelt ondermeer de Euro IV norm voor voertuigen (van kracht vanaf 1 januari 2005)
Beschermingszones mbt
luchtverontreiniging
Volgens art.1.1.2. van Vlarem II zijn
natuurgebieden met wetenschappelijke
waarde, natuurreservaten,
bosreservaten en natuurparken
aangeduid als beschermingszones mbt
luchtverontreiniging
nee Binnen een straal van 1km rondom het plangbied bevinden er zich geen volgens Vlarem II relevante beschermingszones.
Planologische attest Lugo N.V. en
Artilaval N.V.
Een document waarin de bevoegde
overheid aangeeft of een bestaand
bedrijf al dan niet kan blijven op de
plaats waar het gevestigd is en welke de
(ruimteli jke) ontwikkelingsmogeli jkheden
zijn op korte en lange termijn.
ja,
onderzoeks-
sturend
Lugo N.V. is een bedrijf dat actief is in granulatenwinning en –handel (zand en grind), Artilaval NV. is een aannemer en grondwerker. Het attest handelt
over ontginning en tijdelijke of definitieve grondopslag en verwerking in de bestaande groeves Algri-Lugo, Bormans en NMBS.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
19
3.4 Beleidsmatige randvoorwaarden
Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)
Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
(23/09/97)
Geeft een visie op de ruimtelijke
ontwikkeling van Vlaanderen en legt de
krachtlijnen vast van het ruimtelijk beleid
naar de toekomst.
ja,
onderzoeks-
sturend
Dilsen-Stokkem behoort tot het buitengebied. De vallei van de Maas wordt binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen omschreven als drager van
groene en stedelijke ontwikkelingen. De vallei van de Maas is structuurbepalend voor een ruim gebied en drager van belangrijke groene ruimten.
Anderzijds is ook de stedelijke ontwikkeling gegroeid in functie van de Maas. Dilsen-Stokkem werd geselecteerd als economisch knooppunt.
Het Kempens Plateau wordt gevrijwaard van verdere stedelijke ontwikkelingen en internationaal gepromoot als toeristisch-recreatieve open ruimte.
Indien men de structuurbepalende functies van het buitengebied wil vrijwaren, kan de toeristisch-recreatieve infrastructuur er slechts op een specifieke
manier aanwezig zijn. Nieuwe hoogdynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur is slechts onder strikte voorwaarden mogelijk in het buitengebied.
Nieuwe hoogdynamische infrastructuur in het buitengebied kan ingeplant worden, binnen specifieke randvoorwaarden gesteld door de
structuurbepalende functies natuur, bos en landbouw en wanneer de beoogde infrastructuur gelegen is in een gebied wat in het provinciale en
gemeentelijke structuurplannen aangeduid wordt als zone van primair toeristisch belang.
Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan
Limburg
(12/02/2003)
Geeft een visie op de ruimtelijke
ontwikkeling van de provincie en legt de
krachtlijnen vast van het ruimtelijk beleid
naar de toekomst.
ja,
onderzoeks-
sturend
De hoofdruimte Maasland verenigt een belangrijke stedelijke rol met een belangrijke open rol. De Maas en haar vallei zijn sterk bepalend voor het
beeld van de provincie. Zij zijn de uitdrukking van een noord-zuid richting aan de rand van de provincie. Enerzijds is de Maas drager van stedelijke
ontwikkelingen, anderzijds biedt zij grote kansen voor natuur, landbouw, toerisme en recreatie.
Samengevat zijn volgende bepalingen relevant m.b.t. RUP Hoeveweg:
� Dilsen-Stokkem als toeristisch-recreatieve knooppunt type I in toeristisch-recreatief netwerk Maasland. Dit betekent dat er in de stad grootschalige toeristisch –recreatieve infrastructuur kan bijkomen. Hier zijn er dus mogelijkheden voor de ontwikkeling op de voormalige mijnterreinen van Eisden / Lanklaar.
� Eisden in toeristisch-recreatief netwerk Mijnstreek. � Mijnterrein Eisden-Lanklaar als Toeristisch Hefboomproject van het Strategisch Toeristisch Actieplan (S.T.A.P.) van de provincie Limburg.� Zuid-Willemsvaart als toeristisch-recreatief lijnelement.
� Het voormalige Kolenspoor (fietstraject op spoorwegbedding) is een belangrijk toeristisch – recreatief lijnelement op provinciaal niveau. Het verbindt de verschillende mijnsites waaronder de voormalige mijnsite Eisden/Lanklaar.
� Centrum De Wissen is geselecteerd als toeristisch – recreatief knooppunt type IIa. Dit betekent dat er nog uitbreiding van de toeristisch – recreatieve infrastructuur mogelijk is buiten de perimeter van de recreatiezone.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
20
Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan
Maasmechelen
(goedgekeurd door de deputatie van de
provincie Limburg bij besluit van 15
januari 2009)
Beschrijft de ruimteli jke structuur en visie
op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling,
enz. op gemeentelijk niveau.
ja,
onderzoeks-
sturend
In het richtinggevend gedeelte van het voorontwerp-GRS wordt gesteld dat nieuwe hoogdynamische toeristisch-recreatieve activiteiten worden
ingeplant in de leisurecluster ten noorden van Eisden-Tuinwijk (het versterken noordelijke hoogdynamische recreatieve pool). Dergelijke ontwikkeling
kadert tevens in de te ontwikkelen hoofdtoegangspoort tot het Nationaal Park Hoge Kempen. Het betreft de zones op het gewestplan:
uitbreidingsgebied voor stedelijke functies (voor activiteiten met een groot ruimtegebruik) en op lange termijn de KMO-zone Grote Molen langs de
Zuid-Willemsvaart (voor toeristisch-recreatieve activiteiten van kleinschaliger omvang en evt. gecombineerd met wonen en waterfrontontwikkeling). Er
wordt ook gedacht aan de ontwikkeling van een jachthaven ter hoogte van het voormalige mijnterrein te Eisden. De uitwerking van een light-rail-
verbinding op het voormalige Kolenspoor, waardoor Eisden vlot op het openbaar vervoersnet o.a. naar Genk-Hasselt wordt aangesloten, wordt
vermeld in het voorontwerp- GRS, met tevens een halteplaats aan het stedelijk ontwikkelingsgebied waar de grootschalige leisure-activiteiten worden
gesitueerd (voormalig mijnterrein Eisden).
De hoofdpoort zou volgens het voorontwerp als een bipool vormgegeven worden waarbij gedacht wordt aan de ontwikkeling van een natuureducatief
centrum op het voormalig mijnterrein, dat als werktitel Ecopolis kri jgt. Voor het gebied dat op het gewestplan de bestemming verblijfsrecreatie heeft
(grotendeels grondgebied Dilsen-Stokkem) bestaan plannen voor de inplanting van hoogwaardige verblijfsaccommodatie. De verblijfsaccommodatie
en het natuureducatiecentrum worden in samenhang ontwikkeld met verbindingen naar enerzijds de mijnterril, die dienst doet als uitkijkpunt over de
omgeving en anderzijds het Nationaal Park Hoge Kempen.
Ontwerp Gemeentelijke Structuurplan As
(versie mei 2006)
Beschrijft de ruimteli jke structuur en visie
op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling,
enz. op gemeentelijk niveau.
ja,
onderzoeks-
sturend
As maakt deel uit van de mijnstreek en deelt bijgevolg dezelfde potenties. As wenst hierop in te haken en op basis van de bestaande structuren
(Kolenspoor, mijnterrils, enz.) en een bijkomend aanbod (As station) een gevarieerd totaalpakket te ontwikkelen dat nauw aansluit bij het toeristisch
gegeven Nationaal Park Hoge Kempen.
De toeristische structuur wordt door deze structuren bepaald. De plaats waar deze samenkomen en deze gebiedsdekkende regionale potenties
gestalte krijgen is het (multimodaal) knooppunt As station. Rond As station wordt er binnen en aan de rand van de kern een site ontwikkeld die samen
met het bestaand toeristisch en recreatief aanbod en de netwerken als poort tot het Park hoge Kempen kan functioneren.
Bestaande ondergewaardeerde lijninfrastructuren zoals het Kolenspoor worden geherwaardeerd en ingepast in de corridor van de N75.
Plan-MER Provinciaal RUP Bipool
Eisden-Lanklaar, kennisgevingsdossier
Een uridisch-administratieve procedure
waarbij de milieugevolgen van een
gepland plan op een wetenschappelijk
verantwoorde wijze bestudeerd,
besproken en geëvalueerd worden.
ja,
onderzoeks-
sturend
Het plangebied situeert zich op het grondgebied van de gemeenten Maasmechelen en van Dilsen-Stokkem. De stedenbouwkundige visie hanteert in
hoofdzaak een opdeling van het plangebied in een centrale groene corridor en 2 complementaire gebieden ten noorden en ten zuiden daarvan. De
Hoeveweg doorkruist het gebied en sluit aan aan de Vilvertstraat aan de oostzijde. Het Provinciaal R.U.P. geeft volgende invulling aan de drie
deelgebieden: de groene corridor, de gebiedsinvulling deelgebied Lanklaar en de gebiedsinvulling deelgebied Eisden.
Recreatieve ontwikkeling op het terrein
‘Center Parcs’
Historie van het terrein ‘Center Parcs’ en
de huidige ontwikkelingen.
ja,
onderzoeks-
sturend
De huidige eigenaars – en initiatiefnemers voor de ontwikkeling van de verblijfsrecreatieve zone (ex-Center Parcs) – TEEMA International n.v., stelden
in 2005 een ‘structuurvisie’ op die vervolgens vertaald werd naar een masterplan. Hierin werden de uitgangspunten voor de ontwikkeling van
toeristische verblijfsacco mmodatie op terrein ‘Maasvallei’ geformuleerd en een project naar voor geschoven.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
21
Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)
Spartacusplan De Lijn
(mei 2004)
Met het Spartacusplan wil De Lijn in
Limburg een forse reizigersgroei bereiken
door de kwaliteit van het openbaar
vervoer op te trekken om een waardevol
alternatief te bieden voor de
personenwagen.
ja,
onderzoeks-
sturend
Er wordt een duidelijke netwerkstructuur uitgewerkt met een knooppunt in “Maasmechelen Leisure Valley” . Meer concreet wordt met betrekking tot de omgeving van de bipool in het conceptplan volgende structuur voorgesteld: - een nieuwe sneltramverbinding Hasselt – LUC – Genk – As – Maasmechelen Leisure Valley, met de mogelijkheid van een doortrekking naar Sittard,
- een snelbusverbinding Maaseik – Maasmechelen – Maastricht en - een snelbusverbinding Maasmechelen – Sittard.
Vlaams Milieubeleidsplan 2003-2007
(19/09/03)
Bepaalt het milieubeleid dat het Vlaams
Gewest, alsmede provincies en
gemeenten in aangelegenheden van
gewestelijk belang, dient te voeren.
ja,
onderzoeks-
sturend
Algemeen relevant
Provinciaal Milieubeleidsplan 2004-2008
Bepaalt het milieubeleid dat de provincie
dient te voeren, binnen de beleidslijnen
van het gewestelijk plan.
ja,
onderzoeks-
sturend
Bij het opstellen van de toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’ dient rekening gehouden te worden met het Provinciaal Milieubeleidsplan.
Gemeentelijk Milieubeleidsplan 2005-
2009
Bepaalt het milieubeleid dat de gemeente
dient te voeren, binnen de beleidslijnen
van het gewestelijk en provinciaal plan.
ja,
onderzoeks-
sturend
Bij het opstellen van de toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’ dient rekening gehouden te worden met het Gemeentelijk Milieubeleidsplan.
Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan
1995
Beoogt een doorgedreven natuurbeleid in
de gemeente op zowel korte als lange
termijn; het actieplan vormt daarbij de
uitvoering.
ja,
onderzoeks-
sturend
Het GNOP van de stad Dilsen-Stokkem handelt over een groot aantal doelstellingen waaronder er een aantal belangrijk zi jn voor de Hoeveweg en
zijn omgeving. Voorbeelden hiervan zijn: evenwichtige verdeling van vier natuurdoeltypen in de bos- en heidegebieden (Lanklaarbos), aanleg van
scherm-, buffer- en recreatiebossen in de randzones (industrieterrein nabij Lanklaar en woonwijken Kleine en Grote Homo), herstructurering
ontgrondingen/landbouwenclaves tot natuur(ontwikkelings)gebied (Lanklaarderbos),…
Natuurinrichtingsproject Het doel is een gebied optimaal inrichten
in functie van behoud van bestaande
natuur, maar ook herstel en ontwikkeling
van natuur en het beheer nadien. (zie
natuurdecreet)
ja,
onderzoeks-
sturend
In Dilsen-Stokkem ligt het natuurinrichtingsproject ‘Bergerven’. Dit project is gedeeltelijk gelegen op het grondgebied va Neeroeteren (Maaseik) en
gedeeltelijk op in Rotem (Dilsen-Stokkem).
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
22
Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)
Ontwerp van Natuurrichtplan
(14/01/2008, voorlopige goedkeuring)
Het natuurrichtplan geeft een
toetsingskader om initiatieven inzake
toegankelijkheid binnen het
natuurrichtplangebied af te toetsen. Om
de ecologische draagkracht van het
gebied in te kunnen schatten worden
verschil lende zones afgebakend
naargelang de kwetsbaarheidsgraad.
ja,
onderzoeks-
sturend
Hoeveweg loopt volledig door minder kwetsbaar gebied, d.w.z. dat het gaat om minder kwetsbare natuurwaarden en locaties met weinig
verstoringsgevoelige soorten. Dit zijn zones die als eerste in aanmerking komen voor spelen in bos en natuur.
I.v.m. de studie is het voornaam te melden dat de steilrand momenteel als minder kwetsbaar aangeduid wordt, maar ten gevolge van de ontwikkeling
van het streefbeeld zal de zone ter hoogte van de steilrand meer kwetsbaar worden. Ter hoogte van de steilrand moeten de routes en paden zoveel
mogelijk gebundeld worden. Elke vorm van erosie van de steilrand moet tot een minimum beperkt worden.
Uitgebreid Bosbeheersplan Dilsen-
Stokkem
(15/11/2007)
Een uitgebreid document dat een
duurzaam beheer van het bos voor de
komende 20 jaar beschrijft.
ja,
onderzoeks-
sturend
In de omgeving van de Litzberg loopt de Hoeveweg door het Lanklaarderbos dat in beheer is bij het Agentschap voor Natuur en Bos (Bos & Groen).
Masterplan Nationaal Park Hoge Kempen In november 2001 werd door het
Regionaal Landschap Kempen en
Maasland vzw (RLKM) in opdracht van
de minister van Leefmilieu en Landbouw
een masterplan opgesteld voor het
Nationaal Park Hoge Kempen.
ja,
onderzoeks-
sturend
Het werkingsgebied van het RLKM beslaat het integrale grondgebied van 12 Oost-Limburgse gemeenten, met een totale oppervlakte van ruim 70.000
hectaren waarvan 20.000 ha bossen, heide, beekdalen en de vallei van de Maas.
De werking van RLKM is gesteund op vier pijlers: fietsen, wandelen, natuurprojecten en de creatie van het Nationaal Park Hoge Kempen (NPHK). Dit
laatste is 5700 ha groot en strekt zich uit over de gemeenten Dilsen-Stokkem, Maasmechelen, Zutendaal, Lanaken, Genk en As
Landinrichtingsproject Het doel is de inrichting van landelijke
gebieden te realiseren overeenkomstig
de bestemmingen toegekend door
ruimteli jke ordening.
nee Het plan bevindt zich niet in een landinrichtingsproject.
Ruilverkavelingsproject Het doel is de herinrichting van agrarisch
gebied te realiseren door herschikking
van de kavels met het oog op een
vlottere bedrijfsvoering.
nee Er bevindt zich geen ruilverkavelingsproject in de ruime omgeving.
Regionale landschappen Duurzaam samenwerkingsverband
gericht op behoud van streekeigen
karakter, bevorderen natuureducatie,
recreatief medegebruik, ontwikkeling
KLE, …
ja,
onderzoeks-
sturend
Het plan bevindt zich binnen het regionaal landschap Kempen en Maasland.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
23
Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)
Verdrag van Malta, Europees verdrag
inzake de bescherming van het Europees
archeologisch erfgoed (La Valletta 1992)
Regelt de bescherming en het beheer van
het archeologisch erfgoed in Europa en de
integratie ervan in planningsprocessen.
ja,
onderzoeks-
sturend
Via het verdrag wil men de archeologische waarden zoveel mogelijk in de bodem bewaren, reeds vroeg in de ruimtelijke ordening of een mer-proces
rekening houden met archeologie en bodemverstoorders doen betalen voor archeologisch vooronderzoek en mogelijke opgravingen. Bij de
heraanleg van de Hoeveweg dient met de bepalingen van dit verdrag rekening gehouden te worden.
Landschapsatlas
Geeft aan waar historisch gegroeide
landschapsstructuur tot op vandaag
herkenbaar is gebleven en duidt deze aan
als relicten en/of ankerplaatsen.
ja,
onderzoeks-
sturend
De Hoeveweg loopt door de ankerplaats ‘Mijnsite Eisden’ (A70031), de relictzones ‘Platte Lindenberg-Mechelse Bos (R70042) en ‘Bossen van
Dilsen’ (R70040) en de lijnrelicten ‘Steilrand van het Kempens Plateau’ (L70032) en ‘Kolenspoor As-Eisden’(L70033). Ook liggen er een aantal
puntrelicten in de buurt van de Hoeveweg, waaronder ‘Saanhoeve’ (P70232) en ‘Steenkoolmijn, bovengronds, burelen, magazijn, schachtbok 2
(P70233) (zie figuur 7).
Gemeentelijk Mobiliteitsplan
(juni 2003, heden opgenomen in
gemeentelijk structuurplan)
In het gemeentelijk mobiliteitsplan wordt
een beleidsscenario opgesteld: het
wensbeeld voor de toekomstige
ontwikkeling van (het mobiliteits-
gebeuren in) de gemeente.
ja,
onderzoeks-
sturend
De Oude Hoeveweg wordt aangeduid als toeristisch-recreatieve route voor fietsers en voetgangers. Voor het noordelijke deel van de recreatieve
bipool Eisden-Lanklaar wordt een volledig afzonderlijke ontsluiting voorzien, via de N75.
Strategisch Toeristisch Plan (2001-2006) Geeft de visie voor het toeristisch beleid
op provinciaal vlak.
ja,
onderzoeks-
sturend
Omdat uit vergelijkend toeristisch marktonderzoek i.o.v Toerisme Limburg (2001) is gebleken dat het actueel aanbod zich onvoldoende kan
onderscheiden ten opzichte van binnen en buitenlandse concurrentie en Limburg haar cultuurhistorische en natuurlijke troeven onvoldoende benut
worden, wil men vanuit de provincie: de cultuurhistorische beleving versterken, de vele aaneengesloten natuurgebieden toeristisch ontsluiten,
vrijeti jdsbeleving verder ontwikkelen en gezinstoerisme beter verankeren.
-
Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”
24
4 Beschrijving plan
4.1 Opzet van het plan
Het stadsbestuur van Dilsen-Stokkem heeft beslist om over te gaan tot de opmaak van een visie op de Hoeveweg
en de toeristisch-recreatieve link tussen het Nationaal Park Hoge Kempen en het Maasland. Om uitvoering te
kunnen geven aan deze visie dient een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) te worden opgemaakt waarin het concept
van de toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’ wordt vastgelegd.
Het opzet is om een deel van het RUP als een overlay te zien over de bestaande bestemmingen met aanduiding van
het mogelijk te volgen tracé. Hierbij worden de juridisch vastgelegde bestemmingen waar de weg door loopt
behouden.
Een ander deel van het RUP zal wel gebiedsdekkend uitgewerkt worden. Het gaat om enkele in het gemeentelijk
ruimtelijk structuurplan van Dilsen-Stokkem aangeduide toeristisch-recreatieve knooppunten en om de Litzberg. De
knooppunten zijn de kruising van Hoeveweg met het voormalig kolenspoor, de fiets-en voetgangersbrug over de
Zuid-Willemsvaart, de toegangspoort van het Nationaal Park Hoge Kempen / noordelijke toegang Maasmechelen
Village.
Het plan kadert in een ruimere visie waarvoor een voorstudie werd uitgewerkt. Naast de hiervoor genoemde
elementen moet de studie een visie geven over het maken van een toeristische link (voor fietsers) van Hoeveweg
naar de Wissen.
Een aandachtspunt binnen de opmaak van het RUP is de centraal op Hoeveweg gelegen Litzberg aan de rand van
het Kempisch Plateau, waar momenteel voorzieningen aanwezig zijn van hostellerie / feestzaal / taverne.
Voorts staan er bovenlokale ingrepen op stapel die van grote betekenis zijn voor de ruimtelijke structuur van de