ANUARI PLAN-MER: “Ruimtelijk uitvoeringsplan: Toeristisch – … · 2009. 7. 13. · JANUARI...

75
Provincie: Limburg ArrondissementMaaseik Gemeente / Stad: Dilsen-Stokkem Dossiernr: 08030/04 JANUARI 2009 PLAN-MER: “Ruimtelijk uitvoeringsplan: Toeristisch – recreatieve as Hoeveweg te Dilsen-Stokkem” Kennisgevingsnota Opdrachtgever Stad Dilsen-Stokkem Stadhuis 3650 Dilsen-Stokkem Libost-Groep nv ontwerp en adviesbureau afdeling Milieu Herckenrodesingel 101 3500 Hasselt Domeinstraat 11A 3010 Kessel-Lo tel: 011/26.08.70 - fax: 011/ 26.08.80 tel: 016/89.34.40 fax: 016/89.57.83 email: [email protected] email: [email protected]

Transcript of ANUARI PLAN-MER: “Ruimtelijk uitvoeringsplan: Toeristisch – … · 2009. 7. 13. · JANUARI...

  • Provincie: Limburg

    Arrondissement Maaseik

    Gemeente / Stad: Dilsen-Stokkem

    Dossiernr: 08030/04

    JANUARI 2009

    PLAN-MER: “Ruimtelijk uitvoeringsplan: Toeristisch –

    recreatieve as Hoeveweg te Dilsen-Stokkem”

    Kennisgevingsnota

    Opdrachtgever

    Stad Dilsen-Stokkem

    Stadhuis

    3650 Dilsen-Stokkem

    Libost-Groep nv ontwerp en adviesbureau af deling Milieu

    Herckenrodesingel 101 3500 Hasselt Domeinstraat 11A 3010 Kessel-Lo

    tel: 011/26.08.70 - fax: 011/ 26.08.80 tel: 016/89.34.40 fax: 016/89.57.83

    email: [email protected] email: [email protected]

  • Kennisgevingsdossier Plan-MER

    Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    te Dilsen-Stokkem

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    iii

    Inhoudsopgave

    1 Woord vooraf 1

    1.1 Milieueffectrapportage: algemeen 1

    1.2 Kort overzicht van de mer-procedure 1

    1.3 De kennisgevingsfase van de mer-procedure 2

    1.4 Terinzagelegging 2

    2 Algemene inlichtingen 4

    2.1 Beknopte beschrijving van het plan 4

    2.2 Toetsing aan de MER-plicht 4

    2.3 Gegevens initiatiefnemer 4

    2.4 Samenstelling en taakverdeling team van deskundigen 5

    2.5 Verder besluitvormingsproces 5

    3 Ruimtelijke, administratieve, juridische en beleidsmatige situering 7

    3.1 Ruimtelijke situering 7

    3.2 Administratieve voorgeschiedenis 7

    3.2.1 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Dilsen-Stokkem 7

    3.2.2 Vooroverleg 8

    3.3 Juridische randvoorwaarden 12

    3.4 Beleidsmatige randvoorwaarden 19

    4 Beschrijving plan 24

    4.1 Opzet van het plan 24

    4.2 Afbakening plangebied 24

    4.3 Huidige toestand plangebied 25

    4.4 Knelpunten en potenties 28

    4.4.1 Knelpunten 28

    4.4.2 Potenties 28

    4.5 Algemene visie en doelstellingen 29

    4.5.1 Ontwikkelingsstrategie / visie 29

    4.5.2 Programmatie en doelstellingen 29

    4.5.3 Visie en concepten 29

    5 Beschrijving alternatieven 33

    5.1 Nulalternatief 33

    5.2 Doelstellingsalternatieven 33

    5.3 Locatiealternatieven 33

    5.4 Uitvoeringsalternatieven 33

    6 Relevante informatie uit bestaande studies en rapportages 34

    6.1 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen 34

    6.2 Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan Limburg 34

    6.3 Voorontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Maasmechelen (versie oktober 2006) 35

    6.4 Ontwerp Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan As (versie mei 2006) 35

    6.5 Natuurrichtplan Hoge Kempen 35

    6.6 Uitgebreid bosbeheerplan Dilsen-Stokkem (15/11/2007) 36

    6.7 Wandelroutenetwerk 36

    6.8 Fietsroutenetwerk 37

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    iv

    6.9 Ruiterpaden 37

    6.10 Masterplan Nationaal Park Hoge Kempen 37

    6.11 Plan-MER Provinciaal RUP Bipool Eisden-Lanklaar (kennisgevingsdossier) 38

    6.12 Recreatieve ontwikkeling op het terrein ‘Center Parcs’ 38

    6.13 Spartacusplan De Lijn Limburg (mei 2004) 38

    6.14 Gemeentelijk Mobiliteitsplan (juni 2003) 39

    7 Ingreep-effectrelaties 40

    8 Algemene methodologie : afbakening studiegebied, gegevensgebruik en referentiesituatie, geplande situatie &

    ontwikkelingsscenario’s 43

    8.1 Afbakening studiegebied 43

    8.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentietoestand 43

    8.3 Geplande situatie 43

    8.3.1 Effectvoorspelling en beoordeling 43

    8.3.2 Significantiekader 44

    8.3.3 Milderende maatregelen 44

    8.4 Ontwikkelingsscenario’s 44

    8.4.1 Autonome ontwikkeling 44

    8.4.2 Gestuurde ontwikkeling 44

    9 Methodologie per discipline 46

    9.1 Bodem 46

    9.1.1 Afbakening studiegebied 46

    9.1.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 46

    9.1.3 Effectvoorspelling en beoordeling 46

    9.1.4 Milderende maatregelen 48

    9.2 Grondwater 48

    9.2.1 Afbakening studiegebied 48

    9.2.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 48

    9.2.3 Effectvoorspelling en beoordeling 49

    9.2.4 Milderende maatregelen 50

    9.3 Oppervlaktewater 50

    9.3.1 Afbakening studiegebied 50

    9.3.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 50

    9.3.3 Effectvoorspelling en beoordeling 50

    9.3.4 Milderende maatregelen 51

    9.4 Fauna en flora 51

    9.4.1 Afbakening studiegebied 51

    9.4.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 51

    9.4.3 Effectvoorspelling en beoordeling 52

    9.4.4 Milderende maatregelen 54

    9.5 Landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie 55

    9.5.1 Afbakening studiegebied 55

    9.5.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 55

    9.5.3 Effectvoorspelling en beoordeling 55

    9.5.4 Milderende maatregelen 56

    9.6 Mens: sociaal-organisatorische aspecten 56

    9.6.1 Afbakening studiegebied 56

    9.6.2 Beschrijving gegevensgebruik en referentiesituatie 56

    9.6.3 Effectvoorspelling en beoordeling 56

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    v

    9.6.4 Milderende maatregelen 56

    9.7 Mens: Mobiliteit 56

    9.8 Gegevens ter uitvoering watertoets 56

    10 Interdisciplinaire gegevensoverdracht en tijdschema 56

    11 Reeds gekende onzekerheden en voorziene postevaluatie 56

    12 Grensoverschrijdende effecten 56

    13 Voorstel inhoudstafel plan-MER 56

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    vi

    Lijst van figuren

    Figuur 1: Topografische kaart

    Figuur 2: Kadastrale percelen

    Figuur 3: Stratenplan

    Figuur 4: Orthofoto

    Figuur 5: Gewestplan

    Figuur 6: Speciale beschermingszones

    Figuur 7: Landschapsatlas

    Figuur 8: Biologische waarderingskaart

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    1

    1 Woord vooraf

    De bedoeling van dit voorwoord is om een kort overzicht te geven van de mer-procedure. Tevens is het de bedoeling

    om informatie te bieden aan inwoners van de gemeenten waar deze kennisgeving ter inzage ligt en over hoe ze

    concreet kunnen reageren op dit kennisgevingsdossier. Verder in dit “ woord vooraf” staat ook beschreven wat er met

    de inspraakreacties zal gebeuren en waar meer uitleg gevonden kan worden.

    1.1 Milieueffectrapportage: algemeen

    Het plan-MER waarvoor dit kennisgevingsdossier opgesteld wordt, dient ter ondersteuning voor een op te maken

    Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP).

    Milieueffectrapportage (m.e.r.) is een juridisch-administratieve procedure waarbij de milieugevolgen van een gepland

    project of plan op een wetenschappelijk verantwoorde wijze bestudeerd, besproken en geëvalueerd worden. Dit

    gebeurt voordat het project plaatsvindt of het plan uitgevoerd wordt en resulteert in het al dan niet opstellen van een

    milieueffectrapport (MER). Via het milieuonderzoek wordt getracht om de voor het milieu mogelijk negatieve effecten

    in een vroeg stadium van de besluitvorming te kennen zodat ze kunnen worden voorkomen. Op die wijze kan het

    project of plan worden bijgestuurd. Het MER vormt bijgevolg een belangrijk instrument bij de besluitvorming. Het is

    een belangrijk hulpmiddel voor de overheid om te beslissen of een bepaald project of plan zal toegelaten of vergund

    worden en onder welke voorwaarden.

    1.2 Kort overzicht van de mer-procedure

    Het op te maken plan-MER voor het RUP “ toeristisch-recreatieve as Hoeveweg” volgt de m.e.r.-procedure zoals

    opgenomen in het decreet tot aanvulling van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake

    milieubeleid met een titel betreffende milieueffect- en veiligheidsrapportage (het MER/VR-decreet) dat op 18

    december 2002 door het Vlaamse Parlement werd goedgekeurd en aangevuld door het decreet van 27 april 2007.

    De m.e.r.-procedure is opgebouwd uit vier belangrijke stappen:

    a) Kennisgevingsfase

    De initiatiefnemer controleert of het plan moet onderworpen worden aan een plan-MER. Als de voorgenomen

    activiteit MER-plichtig is, stelt de initiatiefnemer een team van deskundigen samen. Na het opstellen van het

    kennisgevingsdossier, dient de initiatiefnemer het dossier in bij de bevoegde overheid, namelijk de Dienst Mer,

    afdeling Milieu, Natuur- en Energiebeleid, van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE). Na het

    ontvangen van de kennisgeving onderzoekt de Dienst Mer of de kennisgeving volledig is en betekent deze beslissing

    binnen een termijn van 20 dagen na ontvangst van de kennisgeving.

    De Dienst Mer legt de volledig verklaarde kennisgeving ter inzage zowel bij de initiatiefnemer als via de eigen

    website van de Dienst Mer (www.mervlaanderen.be). De Dienst Mer stuurt het kennisgevingsdossier naar de

    betrokken gemeente of provincie en de instanties waarvan zij het advies nuttig acht.

    Via een bericht in ten minste één krant of in het gemeentelijk infoblad dat in de betrokken gemeente verspreid wordt

    en door aanplakking op de aanplakplaatsen van de betrokken gemeenten, wordt gemeld dat de volledig verklaarde

    kennisgeving kan geraadpleegd worden.

    b) Richtlijnenfase

    Op deze kennisgeving kunnen de burgers reageren. De termijn om opmerkingen of adviezen te formuleren bedraagt

    30 dagen. Door nuttige inspraakreacties van inwoners van de betrokken gemeenten kan het onderzoek voor het

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    2

    plan-MER inhoudelijk bijgestuurd worden. Binnen 30 dagen na aanvang van de terinzagelegging bezorgt het

    gemeentebestuur de bij hen binnengekomen reacties van inwoners en eigen opmerkingen aan de Dienst Mer.

    Op basis van inspraakreacties van de inwoners en reacties van de aangeschreven administraties en openbare

    besturen en na een informele vergadering met de betrokkenen, stellen de medewerkers van de Dienst Mer richtlijnen

    op die de initiatiefnemer moet volgen bij het opstellen van het plan-MER. De Dienst Mer betekent deze richtlijnen

    binnen 70 dagen (of 90 dagen ingeval van grensoverschrijdende effecten) na goedkeuring van de kennisgeving aan

    de initiatiefnemer, de betrokken overheden, administraties en het college van burgemeester en schepenen van de

    betrokken gemeentebesturen. Het publiek kan de richtlijnen ook steeds raadplegen op de website van de dienst Mer

    (www.mervlaanderen.be).

    c) Uitvoeringsfase

    Tijdens de uitvoeringsfase stelt het team van erkende deskundigen het plan-MER op onder leiding van een MER-

    coördinator. Meestal wordt er tussentijds een ontwerp-MER opgesteld dat informeel besproken wordt door de

    initiatiefnemer, het team van deskundigen, de Dienst Mer en aangeschreven administraties en openbare besturen.

    d) Beoordelingsfase

    Na indiening van het definitief plan-MER bij de Dienst Mer controleert deze of het plan-MER beantwoordt aan de

    inhoudelijke vereisten van de richtlijnen. Daarna keurt de dienst het plan-MER goed of af en stelt ze een

    goedkeurings- of afkeuringsverslag op. Deze goed- of afkeuring wordt binnen een termijn van 40 dagen (ingeval van

    grensoverschrijdende effecten kan dit verlengd worden tot 50 dagen) betekend aan de initiatiefnemer, de betrokken

    overheden, administraties, de MER-coördinator en het college van burgemeester en schepenen van de betrokken

    gemeentebesturen.

    Een goedgekeurd plan-MER is – in het kader van een RUP-procedure – vereist ten behoeve van de officiële opstart

    van dit proces (plenaire vergadering).

    1.3 De kennisgevingsfase van de mer-procedure

    Zoals hoger aangegeven is de kennisgeving de eerste procedurele stap in de opmaak van het plan-MER. In de

    kennisgeving zijn onder meer de voorgenomen activiteit, de aard, de ligging, de doelstellingen en de verantwoording

    van het plan beschreven en zijn de coördinaten van de initiatiefnemer en namen van de uitvoerders van het plan-

    MER vermeld. Ook geeft de initiatiefnemer hierin een overzicht van de juridische en beleidsmatige context en

    beschrijft hij de onderzochte alternatieven, bestaande en beoogde vergunningen en relevante gegevens uit vorige

    rapportages en goedgekeurde rapporten. Daarnaast beschrijft de initiatiefnemer de specifieke milieuaspecten die

    onderzocht en beschreven zullen worden in het plan-MER, inclusief de verdere aanpak voor de bepaling en de

    beoordeling van deze aspecten. Ook is het wenselijk dat de reeds gekende moeilijkheden en leemten in de kennis

    aangegeven worden. Indien er grensoverschrijdende effecten verwacht worden, vermeldt de initiatiefnemer de

    nodige gegevens die de Dienst Mer toelaten na te gaan of de bevoegde autoriteiten van naburige lidstaten betrokken

    dienen te worden bij de procedure.

    1.4 Terinzagelegging

    Doel van de terinzagelegging

    Het doel van de terinzagelegging van de kennisgeving is ten eerste om de betrokken inwoners van de gemeenten op

    de hoogte te stellen van de voorgenomen activiteit en zijn onderzoek naar de mogelijke gevolgen op de omgeving.

    Ten tweede is het de bedoeling om concrete, zinvolle reacties uit te lokken (zie verder, wat zijn nuttige

    inspraakreakties) waarmee de Dienst Mer rekening kan houden bij de opmaak van richtlijnen.

    De richtlijnen bakenen de inhoud af van de te bespreken en te onderzoeken onderwerpen in het plan-MER. Door

    nuttige inspraakreacties van inwoners van de betrokken gemeenten kan het onderzoek voor het plan-MER

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    3

    inhoudelijk bijgestuurd worden. Meer informatie is beschikbaar in een folder die de Dienst Mer daarover heeft

    opgesteld. Deze folder vindt u op de webstek www.mervlaanderen.be of bij de milieuambtenaar van uw gemeente.

    De folder kan u ook aanvragen via [email protected].

    Termijn van de terinzagelegging

    Concreet dienen de gemeenten, waar het MER-plichtige plan gepland is, een afschrift van deze kennisgeving ter

    inzage te leggen binnen een termijn van 10 dagen na ontvangst. Voor deze studie is dit de stad Dilsen-Stokkem.

    Vanaf het begin van deze terinzagelegging heeft het college van burgemeester en schepenen maximaal 30 dagen

    de tijd om de opmerkingen van de inwoners toe te sturen naar de Dienst Mer. De inwoners kunnen hun opmerkingen

    ook rechtstreeks doorsturen naar de Dienst Mer1.

    Wat zijn nuttige inspraakreacties

    De terinzagelegging is geen openbaar onderzoek waarbij bezwaarschriften kunnen ingediend worden.

    Bezwaarschriften kunnen enkel ingediend worden tijdens het openbaar onderzoek dat georganiseerd zal worden

    naar aanleiding van de RUP-procedure en van de latere vergunningsaanvraag. Dit is dus tijdens de latere

    besluitvormingsprocedure en niet gedurende de mer-procedure. Het plan-MER is bij een dergelijk openbaar

    onderzoek overigens bruikbaar als instrument om bezwaarschriften te onderbouwen maar ook een basis om ze te

    weerleggen. Het is dus in ieders belang dat het plan-MER van goede kwaliteit is.

    Zoals eerder vermeld kan de Dienst Mer enkel zinvolle reacties gebruiken voor het opstellen van richtlijnen die de

    initiatiefnemer en de deskundigen moeten volgen bij het opstellen van het plan-MER. Dit kunnen opmerkingen zijn

    over de vorm en presentatie van het plan-MER maar ook inhoudelijke opmerkingen zoals opmerkingen over het

    voorgenomen plan zelf, over de alternatieven, over de beschrijving van de bestaande toestand, milieueffecten en

    milderende maatregelen, over de opvolging en evaluatie van de effecten, over de leemten in de kennis,… .

    Wat gebeurt er met de inspraakreacties

    De Dienst Mer bundelt de zinvolle reacties op de kennisgeving en neemt een beslissing over de inhoud van het plan-

    MER, de inhoudelijke aanpak, de methodologie van de rapportage en over de opstellers van het plan-MER. De

    Dienst Mer betekent de richtlijnen voor het opstellen van het plan-MER aan de initiatiefnemer en de betrokken

    instanties binnen 70 dagen na de volledigheidsverklaring van de kennisgeving of indien er grensoverschrijdende

    effecten te verwachten zijn, binnen 90 dagen na de volledigheidsverklaring. Deze richtlijnen zijn een openbaar

    document en elke burger kan ze bij de milieuambtenaar van zijn gemeente opvragen. Deze richtlijnen worden tevens

    beschikbaar gesteld op www.mervlaanderen.be.

    1 Vlaamse Overheid, Departement LNE, Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Mer, Koning AlbertII-laan 20 bus 8, 1000 BRUSSEL; [email protected]; webstek: www.mervlaanderen.be

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    4

    2 Algemene inlichtingen

    2.1 Beknopte beschrijving van het plan

    Voorliggend plan-MER kadert in de opstelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor de aanleg van de

    toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’. Het stadsbestuur van Dilsen-Stokkem heeft in het Gemeentelijk Ruimteljk

    Structuurplan beslist om over te gaan tot de opmaak van een visie op de Hoeveweg en de toeristisch-recreatieve link

    tussen het Nationaal Park Hoge Kempen en het Maasland met als doelstellingen:

    • het versterken van het toeristisch-recreatieve fietsroutenetwerk in functie van de identiteit van de omgeving,

    waarbij het plangebied als ruimtelijke schakel fungeert tussen twee toegangspoorten van het Nationaal Park

    Hoge Kempen

    • het ontwikkelen van een aangename en veilige fietsverbinding met een hoge belevingswaarde

    • een geslaagde landschappelijke inpassing realiseren waarbij de ontwikkeling van het plangebied rekening

    houdt met de geplande aanliggende recreatieve cluster en de ecologische waarde van het gebied dat de

    Hoeveweg doorsnijdt

    De latere realisatie van het plan resulteert in de aanleg van een verhard fietspad daar waar momenteel nog geen

    verharding aanwezig is. Daarnaast wordt een brug voor fietsers gebouwd om het niveauverschil van de steilrand van het Kempisch Plateau te overbruggen. Voor de visie wordt verwezen naar 4.5 Algemene visie en doelstelling.

    2.2 Toetsing aan de MER-plicht

    Het zogenaamde plan-MER-decreet van 27 april 2007 houdende wijziging van titel IV van het decreet van 5 april

    1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van artikel36ter van het decreet van 21 oktober 1997

    betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, legt de milieueffectbeoordeling van plannen of programma’s

    vast. Het besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 2007 betreffende de milieueffectrapportage over plannen

    en programma’s geeft uitvoering aan dit plan-MER-decreet.

    Het voorliggend plan handelt over de opmaak van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan voor de toeristisch-recreatieve as

    ‘Hoeveweg’. Aangezien ruimtelijke uitvoeringsplannen plannen zijn die door een overheidsinstantie worden

    opgesteld en/of vastgesteld en die het kader vormen voor de toekenning van een vergunning voor een project, vallen

    zij onder het toepassingsgebied van het plan-MER-decreet.

    Gezien het plan deels overlapt met het Habitatrichtlijngebied ‘Mechelse Heide en Vallei van de Ziepbeek’ is de

    opmaak van een passende beoordeling noodzakelijk. Hierdoor moet voor dit ruimtelijk uitvoeringsplan dan ook van

    rechtswege een plan-MER opgesteld worden.

    Het doel van het plan-MER is om milieueffecten van een plan en zijn alternatieven te onderzoeken. Mogelijke

    effecten op lange termijn die ruimtelijke consequenties hebben, kunnen voorkomen of verminderd worden door het

    opleggen van voorwaarden en voorschriften in het plan (RUP).

    2.3 Gegevens initiatiefnemer

    Stadsbestuur Dilsen-Stokkem

    Europalaan 25

    3650 Dilsem-Stokkem

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    5

    2.4 Samenstelling en taakverdeling team van deskundigen

    De initiatiefnemer laat het milieueffectrapport opstellen door een werkgroep van deskundigen van verschillende

    disciplines, het zgn. team van deskundigen. De betrokkenheid van onafhankelijke, erkende deskundigen moet de

    wetenschappelijke waarde en de objectiviteit van het plan-MER waarborgen. Deze deskundigen zijn door de

    Vlaamse minister, bevoegd voor het leefmilieu, erkend voor één of meerdere disciplines. De erkenning wordt

    verleend voor een termijn van maximum vijf jaar en kan worden verlengd.

    De initiatiefnemer kiest de deskundigen uit een lijst van erkende onafhankelijke specialisten in één of andere

    milieudiscipline, derwijze dat in de werkgroep de milieueffecten, eigen aan het geplande plan doeltreffend

    onderzocht kunnen worden. Voor dit plan werden erkende deskundigen voor de disciplines bodem (pedologie en

    geologie), water (oppervlaktewater en grondwater), fauna & flora, landschap, bouwkundig erfgoed & archeologie en

    mens (sociaal-organisatorische aspecten en mobiliteit) in het team van deskundigen opgenomen.

    Volgende MER-deskundigen zullen hun medewerking aan het MER verlenen:

    Tabel 1.6.1 - MER-deskundigen

    Discipline Erkend deskundige Erkenning

    Bodem

    Pedologie

    Geologie

    Jef Dierckx MB/MER/EDA/403/V -2/A

    geldig tot 15/02/2009*

    Water

    Grondwater

    Oppervlaktewater

    Jef Dierckx MB/MER/EDA/403/V -2/B

    geldig tot 15/02/2009*

    Fauna & Flora Jan Verstraeten MB/MER/EDA/U/048/A

    geldig tot 15/07/2009

    Landschap, bouwkundig erfgoed en

    archeologie

    Jan Verstraeten MB/MER/EDA/U/048/B

    geldig tot 15/07/2009

    Mens

    Sociaal-organisatorische aspecten

    Mobiliteit

    Peter Govaerts MB/MER/EDA/562

    geldig tot 11/12/2011

    Coördinato r Jef Dierckx

    * ontwerp ministerieel besluit voor verlenging erkenning ligt ter ondertekening bij de minister.

    Het is de taak van de coördinator om van de deelonderzoeken een coherent geheel te maken en de eindconclusies

    in samenspraak met de andere deskundigen te formuleren. Hij treedt tevens op als aanspreekpunt voor alle

    betrokken partijen.

    De erkende deskundigen worden verder bijgestaan door:

    ° Els Willems en Tine Monseré, medewerkers ABO NV

    (medewerker voor de disciplines bodem, water en voor de coördinatie)

    ° Daniël Balcer (Libost-Groep NV) planverantwoordelijke en review

    ° Bram Geysen medewerker Libost-Groep NV

    2.5 Verder besluitvormingsproces

    De inhoud van het plan-MER, meer specifiek de ruimtelijke consequenties van milderende maatregelen, zal worden

    geïntegreerd in de toelichtingsnota bij het RUP. Het RUP wordt waar nodig/wenselijk bijgestuurd op basis van de

    resultaten van het MER. Na de plenaire vergadering (en eventuele bijsturingen) wordt het voorontwerp RUP

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    6

    voorlopig vastgesteld. Dit ontwerp RUP wordt vervolgens onderworpen aan een openbaar onderzoek gedurende 60

    dagen. De inspraakreacties worden gebundeld en verwerkt door de GECORO (Gemeentelijke Commissie voor

    Ruimtelijke Ordening) dewelke een gemotiveerd advies uitbrengt. Uiteindelijk wordt het RUP (na eventuele

    aanpassingen) definitief vastgesteld door de gemeenteraad.

    Samen (geïntegreerd) met het plan-MER zal een Watertoets conform de bepaling van het decreet Integraal

    Waterbeleid worden opgesteld.

    Vervolgens worden de nodige stedenbouwkundige vergunningen aangevraagd. Indien het om bijlage I projecten

    gaat, zijn deze mer-plichtig en zal een project-MER opgesteld worden. Indien het om bijlage II projecten gaat, kan

    evenwel een ontheffing van de MER-plicht worden aangevraagd. De stedenbouwkundige vergunning voor de

    heraanleg van de Hoeveweg komt niet in deze bijlagen voor. Hiervoor moet bijgevolg geen project-MER of

    ontheffingsnota gemaakt worden.

    In het kader van de vergunningsaanvraag is eveneens een openbaar onderzoek voorzien. Gedurende 30 dagen kan

    iedereen zijn bezwaren of opmerkingen formuleren. Deze worden gericht naar het college van burgemeester en

    schepenen. De vergunningverlenende overheid moet zich daarna uitspreken over elk van de ingediende bezwaren

    en opmerkingen. Deze uitspraak moet voldoende gemotiveerd zijn. Uiteindelijk wordt een beslissing genomen met

    betrekking tot de vergunningsaanvraag. Hierbij dient een verfijnde watertoets te worden uitgevoerd.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    7

    3 Ruimtelijke, administratieve, juridische en beleidsmatige situering

    3.1 Ruimtelijke situering

    De Hoeveweg is gelegen in het zuiden van Dilsen-Stokkem en vormt een as van het Kempisch Plateau via de

    steilrand naar de Maasvallei. De Hoeveweg begint aan de kruising met het voormalig kolenspoor op de

    gemeentegrens met As, loopt vervolgens parallel met de N75 langs de steilrand af en eindigt in de Vilvertstraat

    die een KMO-zone ontsluit. Op het Kempisch Plateau liggen de woonwijken Grote en Nieuwe Homo waarvan

    er één grenst aan de Hoeveweg. De site Chateau de Litzberg (met horecagelegenheid Restaurant La feuille

    d’or) ligt net voor de plaats waar de Hoeveweg de steilrand afloopt.

    Het gebied wordt weergegeven in zijn ruimere omgeving op een uittreksel uit de topografische kaart in figuur 1. De

    kadastrale percelen worden weergegeven in figuur 2. Links is de dorpskern van As zichtbaar, rechts deze van

    Stokkem en onderaan Eisden. Het gebied wordt eveneens gesitueerd op een stratenplan (figuur 3) en een orthofoto

    (figuur 4).

    Volgens het gewestplan (figuur 5) loopt de Hoeveweg achtereenvolgens van west naar oost door de volgende

    gebieden: ontginningsgebied + gebied voor gemeenschapsvoorziening en openbaar nut, ontginningsgebied +

    groengebied, natuurgebied, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, woongebied, woongebied met landelijk

    karakter, een uitgestrekt natuurgebied, recreatiegebied, gebied voor dag- en verblijfsrecreatie, zone voor

    natuurontwikkeling, bufferzone en ten slotte gebied voor ambachtelijke bedrijven en gebied voor kmo’s.

    Aan de oostzijde eindigt de Hoeveweg in de Vilvertstraat die verbonden is met de Siemenslaan, de Zetellaan en de

    Bekaertlaan. Aan de westzijde loopt de Hoeveweg verder in As naar het noorden toe, waar hij op de Boslaan (N75)

    uitkomt.

    3.2 Administratieve voorgeschiedenis

    3.2.1 Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan Dilsen-Stokkem

    In de richtinggevende bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt gesteld dat de Hoeveweg

    onderdeel uitmaakt van deelruimte “ Kempisch Plateau” . Deze deelruimte wordt ontwikkeld als een samenhangend

    geheel. Het is een hoofdruimte die in grote mate in zijn ontwikkeling bepaald zal worden door beleidsbeslissingen op

    hogere niveaus.

    De diverse wijken onderhouden sterke (functionele) relaties met elkaar maar behouden hun specifieke structuur als

    ruimtelijk van elkaar gescheiden gehelen. De wijken moeten zich profileren als hoogkwalitatieve woonomgevingen.

    Er worden sterke lokale centra ontwikkeld binnen deze woonomgevingen. Deze vormen leefbare kernen waarrond de

    gemeenschappen zich gaan concentreren. Een stedelijke woondichtheid van gemiddeld 20 woningen/hectare wordt

    gehandhaafd voor nieuwe ontwikkelingen.

    Ontwikkelingsperspectieven: een netwerk van verbindingen en knooppunten

    De N75 die evenwijdig loopt met de Hoeveweg heeft verschillende functies waaronder de ontsluiting van de

    regionale bedrijventerreinen. Conflicten tussen gebruikersgroepen dienen vermeden te worden. Om deze conflicten

    pro-actief te ontmijnen wordt een concreet alternatief voorgesteld voor de trage ontsluiting van het Nationaal Park

    Hoge Kempen. In die zin wordt voorgesteld het zachte verkeer langsheen de Hoeveweg te leiden in de verlenging

    van de fiets- en voetgangersbrug over de Zuid-Willemsvaart. Zo ontstaat een afzonderlijke toegang tot de poort voor

    het zachte verkeer en worden verkeersmodi gescheiden.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    8

    Het Kolenspoor is de drager van een toeristisch-recreatief netwerk op provinciaal niveau (Mijnstreek). De stad

    Dilsen-Stokkem bepleit een koppeling van het kolenspoor via de toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’ naar het

    toeristisch-recreatief netwerk Maasland, met het toeristisch-recreatief knooppunt de ‘Wissen’.

    Knooppunten op de toeristische – recreatieve as Hoeveweg zijn:

    • de aansluiting met het voormalige kolenspoor

    • de kasteelhoeve Litzberg

    • Toegangspoort Nationaal Park Hoge Kempen

    • De nieuwe brug over de Zuid – Willemsvaart als aansluiting met het toeristisch-recreatief net Maasland

    • De noordelijke toegang tot Maasmechelen – Village

    Vanuit deze knooppunten vertrekken er routes die op de Hoeveweg aansluiten en ontsluiten op bestaande routes.

    De stad beschouwt de Hoeveweg als een essentieel onderdeel van het toeristisch-recreatief net op bovenlokaal

    niveau.

    De huidige activiteiten in de kasteelhoeve Litzberg kunnen binnen deze aanzet tot streefbeeld blijven bestaan,

    ruimtelijke en functionele uitbreiding zijn uitgesloten. Er zullen beperkingen worden opgelegd naar toegankelijkheid

    toe voor het autoverkeer.

    In de deelstructuur toerisme en recreatie worden als aantrekkingspunten het natuureducatief centrum en

    wissenmuseum De Wissen, de historische stadskern Stokkem, de kasteelhoeve Litzberg, het heemkundig museum

    Brugwachtershuis, de poort Nationaal Park Hoge Kempen en waterrecreatie Tivoli aanzien, als poorten het centrum

    van Stokkem, de poort van het Nationaal Park Hoge Kempen, en het Tivoli – eiland.

    Er kunnen gebiedsgerichte gemeentelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt van zodra blijkt dat de modaliteiten

    van de gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen ontoereikend zijn en een meer gedetailleerd ruimtelijk kader

    voor bepaalde gebiedsdelen zich opdringt. Hierbij zullen de diverse krachtlijnen van de gewenste ruimtelijke

    structuren – beschreven in het richtinggevend gedeelte – worden vertaald.

    Er staan in de bindende bepalingen van het GRS Dilsen-Stokkem geen concrete elementen omtrent de Hoeveweg,

    enkel de Vilvertstraat (het verlengde van de Hoeveweg) is als lokale weg type II geselecteerd (‘ontsluitingsweg ex-

    Center Parcs site’) (Ruimtelijk Structuurplan Dilsen-Stokkem, bindende bepalingen, blz. 5.).

    3.2.2 Vooroverleg

    Er zijn verschillende actoren rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken bij de aanleg van de toeristisch-recreatieve as

    ‘Hoeveweg’. Bij de opmaak van de voorstudie werden deze actoren geconsulteerd. Deze worden hierna

    weergegeven er hun aandachtspunten en wensen in verband met dit plan worden kort besproken.

    Heuvelsven

    Heuvelsven is een jongeren vakantiecentrum. Meestal komen er jongerengroepen en gemengde groepen op

    vakantie (scouts, bosklassen, enz.). Regelmatig komen ook scholen die Heuvelsven gebruiken als uitvalsbasis om te

    fietsen. Natuureducatieve activiteiten worden ook regelmatig georganiseerd. Een extra verbindingsroute via de

    Homowijk naar de Hoeveweg is dus steeds welkom.

    De laatste jaren is er veel vraag naar fietsactiviteiten en daar wil Heuvelven in de toekomst op inspelen. Ook wil men

    meer inspelen op natuureducatieve activiteiten, wat in het kader van het Nationaal Park Hoge Kempen misschien

    interessant is (het aanbieden van natuureducatieve pakketten). Heuvelsven overweegt om zich meer te richten op

    gezinnen met kinderen, eventueel met fietsverhuur (mountainbike en gewone fiets). In de eerste plaats wordt er

    geïnvesteerd in het renoveren en upgraden van de bestaande infrastructuur.

    Een knelpunt is dat de weg langs Heuvelsven wordt gebruikt door sluikverkeer.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    9

    Agentschap voor Natuur en Bos (ANB)

    Vanuit het oogpunt Milieu is uiteraard het behoud van de aanliggende natuurlijke waarden zoals het

    bosreservaat achter de Chateau de Litzberg en het Nationaal Park Hoge Kempen belangrijk. Een RUP voor de

    Hoeveweg bestaande uit een overlay met behoud van de huidige bestemming is niet echt nodig, vermits er in VEN-

    gebied ook fietsroutes kunnen vergund worden.

    De Hoeveweg inrichten als fietspad mag geen probleem zijn. Voetgangers verstoren meer als fietsers, de bestaande

    bosbiotoop wordt weinig verstoord door de aanwezigheid van een fietsas. Verder zijn verlichting en andere stedelijke

    infrastructuren overbodig langs de Hoeveweg.

    Het ecologisch advies (kenmerk 09-02526) van het Agentschap voor Natuur en Bos dd 18 februari 2009 inzake de

    bestendiging van de horeca-activiteiten in de kasteelhoeve Litzberg luidt als volgt:

    1. Juridisch en beleidsmatige aspecten

    De taverne Litzberg en hotel/restaurant La Feuille d’Or zijn reeds jarenlang gevestigd in de voormalige kasteelhoeve

    Litzberg. De hoeve is geïsoleerd gelegen in natuurgebied volgens het gewestplan. Dit natuurgebied is opgenomen in

    de afbakening van het Vlaams Ecologisch Netwerk, gebied ‘De Hoge Kempen’ en in het Habitatrichtlijngebied

    ‘Mechelse Heide en Vallei van de Ziepbeek’. De site is volledig omgeven door het bosreservaat ‘ Het

    Lanklaarderbos-Saenhoeve’. Er is voor dit bosreservaat een ontwerp beheerplan dat geactualiseerd werd in

    november 2005. Bij de instelling van het bosreservaat werd gesteld dat er enkel toegankelijkheid is via de Hoeveweg

    (openbare weg).

    Het habitatrichtlijngebied is aangewezen onder meer voor het habitattype ‘Oude zuurminnende bossen met Quercus

    robur op zandvlakten (9190)’. De omgeving van de site wordt gekarteerd als dit habitattype.

    Vanuit beleidsoogpunt is de site gelegen binnen een grote samenhangende ruimtelijke eenheid waar het beleid

    gericht is op de instandhouding en verdere ontwikkeling van de Vlaamse en Europese natuurwaarden en waar ook

    de juridische randvoorwaarden hiervoor aanwezig zijn.

    2. Ruimtelijke context

    De Litzberg is bereikbaar via de woonwijk Grote Homo, door middel van de Hoeveweg (openbare weg).

    Het complex is een grote vierkantshoeve, waarbij de activiteiten overwegend in de gebouwen en op de centrale

    binnenplaats plaatsvinden. Rond de kasteelhoeve liggen enkele weiden (Schapen), een Engelse tuin en

    groeten/kruidentuin. Parkeerfaciliteiten bevinden zich aan beide zijden van het gebouw.

    Een aantal van deze activiteiten (Engelse tuin, schapenwei, parking) zijn gelegen op percelen in eigendom van het

    Agentschap voor Natuur en Bos en behoren tot het bosreservaat.

    3. Mogelijke effecten van de activiteiten en de wijze waarop deze eventueel in overeenstemming kunnen gebracht

    worden met de ecologische draagkracht

    De mogelijke effecten van het horecacomplex zijn:

    - betreding

    - rustverstoring

    - mogelijke negatieve effecten op het grondwater via het afvalwater (aansluiting op riolering?)

    Delen van het bosreservaat grenzend aan de Litzberg zijn zeer waardevol en kennen een oude bosstructuur met

    waardevolle bomen. Vermoedelijk lag een park hiervan aan de basis. De verdere ontwikkeling van dit bosreservaat

    ligt in de richting van het habitattype eiken-berkenbos of eiken-beukenbos. Typisch voor dergelijke bossen zijn de

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    10

    rijke bos (voorjaars)flora. Het is duidelijk dat in Limburg dergelijke goed ontwikkelde loofbossen op zure arme

    zandige bodems zeer zeldzaam zijn. Het bosreservaat Lanklaarderbos heeft voor de ontwikkeling van het

    habitattype 9190 dan ook een belangrijke rol te vervullen.

    De oude bosdelen herbergen een hoge avifaunistische waarde (zwarte specht, bonte spechten, wespendief, …).

    Zeker naar de toekomst toe wordt verwacht dat deze oude bodkern een rol kan hebben voor de middelste bonte

    specht.

    Gebruik en betreding van dit bosreservaat dient dan ook ten allen tijde vermeden te worden, wat ook voorzien is in

    het ontwerp-beheerplan van het bosreservaat. Deze randvoorwaarde ten aanzien van betreding is dan ook niet

    compatibel met een verdere uitbouw en ontwikkeling van dit horecacomplex als instapplaats voor het wandelgebied

    horende bij de toegangspoort en het wandelgebied Station As van het Nationaal Park Hoge Kempen. Een dergelijke

    onthaalvoorziening dient gelokaliseerd te worden buiten de kerngebieden natuur, zodat er op deze kwetsbare locatie

    geen concentratie ontstaat van betreding en verstoring.

    Gezien de ligging van de kasteelhoeve temidden van het bosreservaat, natuurgebied en Habitatrichtlijngebied kan

    gesteld worden dat het horecacomplex enkel toegankelijk kan zijn via de openbare Hoeveweg. Er dienen

    maatregelen genomen te worden om de toegang tot het bosreservaat te verhinderen. Ook de toegang tot de

    gemeentebossen die via het bosreservaat loopt, dient verhinderd te worden. De verantwoordelijkheid voor het

    instellen van een toegankelijkheidregime en de controle erop, kan niet enkel door het Agentschap voor Natuur en

    Bos opgenomen worden.

    Naar rustverstoring toe en de effecten op de avifauna zijn de bezoekersaantallen en de intensiteit van het gebruik

    van de buitenruimte van groot belang. Het gebruik moet zeer laagdynamisch zijn met een minimale geluidsbelasting.

    Een aantal percelen van het bosreservaat ten oosten van de gebouwen zijn in gebruik als parking, Engelse tuin en

    schapenweide. Deze percelen dienen best teruggevoegd te worden aan het bosreservaat door herinrichting. Dit

    houdt in dat ook de parking herzien dient te worden (bij voorkeur één parkeergelegenheid ten westen van de

    gebouwen). De inrichting van de omgeving, zoals de tuin en weide ten westen van het gebouw, dient gericht te zijn

    op een versterking van de bosstructuur.

    Indien er géén aansluiting is op de riolering, moet voorzien worden in een zuivering of moet er vooralsnog

    aangesloten worden op de bestaande riolering.

    4. Conclusie

    Het verder uitbouwen / Intensifiëren van een horecafunctie in de Litzberg is niet in overeenstemming met de visie

    van het Agentschap van Nattur en Bos voor de verdere ontwikkeling van Lanklaarderbos als kerngebied van

    Vlaamse en Europese natuur- en boswaarden.

    De randvoorwaarden voor de verdere instandhouding van de horecafunctie in de kasteelhoeve Litzberg zijn:

    - garantie inzake het laagdynamisch karakter waarbij duidelijk moet zijn dat er vanuit het complex géén relatie

    kan zijn met de omgeving (géén toegankelijkheid). De site kan niet functioneren als lokale poort van het

    nationaal park.

    - Minimale milieubelasting (afvalwater, verlichting, …)

    - Nemen van maatregelen voor het niet toegankelijk stellen van het bosreservaat en uitbreiding van de niet

    toegankelijke zones in de aanpalende gemeentebossen om het bosreservaat in optimale structuur in te

    bedden.

    - Herstel en inrichting van delen van het bosreservaat in gebruik door de Litzberg

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    11

    - Bijkomende uitbreiding van bosareaal binnen de graslandcomplexen (buiten bosreservaat) ten westen van

    het complex.

    Gemeente As

    Er is onduidelijkheid over het tracé dat de lightrail volgen zal – via het oude kolenspoor of via de N75. Indien de

    lightrail het oude kolenspoor zal volgen, zal dit een heel ander licht werpen op het westelijk deel van de Hoeveweg.

    De ontzanding van de westelijke groeve (tussen station As en oude spoor) start in 2009 / 2010 en stopt twee jaar

    later.

    Regionaal Landschap Kempen en Maasland vzw (RLKM) / Nationaal Park Hoge Kempen

    In het kader van het fietsroutenetwerk van het Nationaal Park Hoge Kempen vormt de Hoeveweg een missing link.

    Fietsers moeten momenteel een minder aangename omweg maken via de Steenweg naar As om van het station

    van As naar de Zuid-Willemsvaart te gaan. Er ontbreekt een goede link tussen de twee toegangspoorten tot het

    Nationaal Park Hoge Kempen. Later als de Hoeveweg in gebruik is, kan eventueel fietsknooppunt 55 verplaatst

    worden naar de nieuwe fiets- en voetgangersbrug over de Zuid-Willemsvaart. De Hoeveweg zal waarschijnlijk niet

    opgenomen worden in een wandelroute. Ruiterpaden doorkruisen momenteel de Hoeveweg, en dat zal in de

    toekomst ook zo blijven (het blijft echter bij enkele kruisingen). Mogelijke knelpunten voor de Hoeveweg in te richten

    als fietsroute zijn de hellingsgraad van de steilrand ter hoogte van de Litzberg, waar er achter een alternatief moet

    gezocht worden. Momenteel is er hinder van quads in de omgeving van de Litzberg.

    Qua beeldkwaliteit is de groeve van Lugo-Agrival zeer slordig door de verlaten machines en constructies. Ten

    oosten van de Homowijk langs de Hoeveweg is een weinig aantrekkelijke kerstdennenaanplant aanwezig.

    Een toekomstig knelpunt kan de ontsluiting van de Litzberg zijn, en veilige oversteekplaatsen ter hoogte van de

    steenwegen.

    Vermeldenswaardig is de aanwezigheid van een amfibietunnel onder de Hoeveweg ter hoogte van Litzberg.

    Het voormalige GOM Limburg heeft een herstructureringsplan (ontgrindingsgebied Mechelen Noord) uitgewerkt voor

    de groeve waarin een voorstel wordt gedaan voor fietspad van de Lanklaardersteenweg tot bijna aan de Hoeveweg.

    Ook picknickplaatsen zijn voorzien.

    RLKM meldt dat voor de infrastructuren voor de Hoeveweg een inplanting van stedelijk ogende constructies minder

    geschikt zijn. Het gebruik van natuurlijke materialen zoals hout past beter met het idee van het nationaal park.

    Interessant is het gebruik van asfalt met een plantaardige olie als bindmiddel.

    Lugo en Artilaval

    De activiteiten achter Walkro zijn vergund. Er wordt grond verwerkt, er is een betoncentrale, enz... . De ontsluiting

    loopt voorlopig over een toegangsweg die aansluit op de Steenweg naar As.

    Het oorspronkelijke niveau was 90TAW. Het vroegere BPA zegt dat er tot 75 TAW ontgrind mocht worden, maar dat

    het niet opgevuld mocht worden. Via een planologisch attest is nu gevraagd om een definitieve berging van niet-

    verontreinigde gronden toe te laten. Ook een verdere zandontginning van 240000m² op korte termijn wordt

    aangevraagd via dit planologisch attest. De beslissing van dit planologisch attest zal ook meer duidelijkheid geven

    omtrent de verkeersontsluiting van het gebied. De bestaande uitrit van het gebied (de verbinding naar de N75 met

    een kruising van de Hoeveweg) is geen optie.

    Het afkalven van de randen van de zandgroeve is een gevaar voor de Hoeveweg. Momenteel vormt het een gevaar

    voor recreanten. Er is een voorstel om de zone langs de Hoeveweg eerst verder te ontginnen om vervolgens de hele

    zone langs de Hoeveweg terug op te vullen.

    De begrenzing van het PRUP sluit aan bij het BPA.

    Het is van belang om het ontginningsgebied zo lang mogelijk als (mede-) nabestemming recreatie te geven, omdat

    de eisen i.v.m. bodemkwaliteit van recreatie lager liggen dan nabestemming natuur. Via het planologisch attest is

    recreatie met natuurontwikkeling de nabestemming voor het gebied.

    De volledige voltooiing van de activiteiten zal gebeuren op een termijn van tien jaar (afhankelijk van de

    vergunningen). De twee groeves zijn dan afgegraven en terug opgevuld met niet-verontreinigde gronden. De

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    12

    intensiteit van het vrachtvervoer zal zich concentreren in de weekdagen, tijdens de weekends is het mogelijk om het

    vrachtvervoer te verminderen.

    De doorgang onder het spoor van de lightrail moet breed genoeg gemaakt worden, zodat er naast fietsers ook

    vrachtwagens onderdoor kunnen.

    Site Chateau de Litzberg / La Feuille d’Or

    Het domein is bereikbaar via de Hoeveweg. Hier zijn verkeersremmers geplaatst in de vorm van betonnen

    wegversmallingen. De Hoeveweg is verhard tot aan de Litzberg, meer oostwaarts is het een zandweg.

    Momenteel zijn er voldoende parkeermogelijkheden nabij het gebouw voor de geplande activiteiten. De horeca

    gelegenheid heeft binnen een opvangcapaciteit van 120 mensen, buiten op de binnenkoer is er plaats voor 130

    mensen. De meeste bezoekers komen per auto, meestal om te wandelen en achteraf wat te drinken. De site Litzberg

    doet dienst als uitvalbasis van enkele wandelroutes van het Nationaal Park Hoge Kempen. Regelmatig zijn er ook

    ruiters op bezoek die de passerende ruiterroute volgen.

    Het domein is 2ha 30a groot, het terrein met het historische park is in eigendom van het ANB (Bos & Groen).

    Behoud van de huidige capaciteit en functies is hierbij gewenst.

    Teema

    Er is een vernietiging van de gewestplanwijziging gebeurd van de zone waar Teema gronden heeft. Dit maakt dat de

    zone waar er verblijfrecreatie gepland is door Teema terug industriezone is geworden. Dit is niet gewenst, maar als

    verblijfrecreatie juridisch onmogelijk blijkt te zijn, zullen ze de inrichting als KMO-zone als tweede optie uitvoeren.

    Het geplande park met verblijfsrecreatie moet een open karakter krijgen (in tegenstelling tot de gesloten typologieën

    genre Center Parcs). De Hoeveweg moet verkeersluw blijven, enkel toegankelijk voor leveranciers van het

    verblijfspark en wandelaars en fietsers. De eigenlijke verkeersontsluiting van het park gebeurd via de N75. Tussen

    de N75 en de Hoeveweg zouden verspreid enkele parkings liggen.

    Er komt een hotel langs de Hoeveweg. Via het hotel wordt er een as voorzien naar de twee schachtbokken (de

    toegangspoort tot het Nationaal Park). Deze zal als groene corridor ingericht worden. Deze as kan als alternatieve

    route dienen om de fietsers van de Hoeveweg rond de KMO-zone te leiden richting Zuid-Willemsvaart. Een andere

    mogelijkheid is de Hoeveweg als route behouden, maar dan moet de bestaande KMO-zone gebufferd worden. Het

    fietspad zou dan eventueel op de grens van de gronden van Teema kunnen lopen. De Vulexplas zal eveneens

    opgenomen worden binnen de planning en maakt deel uit van het PRUP.

    Tussen de N75 en de Hoeveweg wil Teema huisjes inplanten tussen water- en bosbiotopen (nabij het oude ven).

    Tegen de Hoeveweg worden er aan de waterplas paalwoningen voorzien, op de terril komen bungalows.

    3.3 Juridische randvoorwaarden

    Teneinde de leesbaarheid te vergroten worden de juridische (en ook de beleidsmatige randvoorwaarden)

    weergegeven in onderstaande tabellen. Deze bevatten beknopt de volgende informatie:

    • aard van de juridische randvoorwaarde

    • korte inhoudelijke beschrijving

    • relevantie

    • bespreking van de relevantie

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    13

    Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie

    Gewestplan Geeft de bestemming en het gebruik van

    de gronden in Vlaanderen weer.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Het studiegebied maakt deel uit van het Gewestplan Limburgs Maasland. (KB 01/09/1980).Aan dit gewestplan zijn in de loop van de voorbije decennia

    verschil lende wijzigingen aangebracht die betrekking hebben op het geheel of delen van het studiegebied.

    Gedeeltelijke herziening gewestplan "Teutelberg, Vierveld, Vuchterbosheide" (MB 01/12/1993), i.c. bestemming gebied voor verblijfsrecreatie, zone voor

    natuurontwikkeling en uitbreidingsgebied voor stedelijke functies.

    Gedeeltelijk herziening gewestplan (MB 01/06/1995), i.c. bijkomend strookje recreatiegebied te Lanklaar.

    Gedeeltelijke herziening gewestplan "mijnterrein Eisden" (MB 18/05/2001), i.c. volledige site te Eisden als uitbreidingsgebied voor stedelijke functies +

    aanpassing stedenbouwkundig voorschrift.

    Opmerking:

    Een recent Arrest van de Raad van State, Afdeling Administratie, nr. 168.555 van 6 maart 2007 vernietigt bovenstaand besluit van 1 december 1993,

    waardoor de oorspronkelijke bestemming van het gebied op het gewestplan van 1980 (industriegebied) grotendeels hersteld wordt, en waardoor enkel

    de latere wijzigingen nog van kracht blijven.

    Het provinciebestuur Limburg, stelt dat de vernietiging van de gewestplanwijziging van 1993 geen wijziging inhoudt van haar visie met betrekking tot de

    herinrichting van het plangebied.

    Vermits deze vis ie in belangrijke mate is afgestemd op de bestemmingsindeling van het nu vernietigde gewestplan, wordt in het kader van de huidige

    RUP-opdracht rekening gehouden met deze laatste, naast hetgeen juridisch nu van kracht is.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    14

    Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie

    Andere stedenbouwkundige plannen Omvat ondermeer Bijzondere plannen

    van aanleg (BPA), ruimteli jke

    uitvoeringsplannen, (RUP), …

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Voor de uitbreiding dient een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan te worden opgesteld (PRUP). Er zijn verschil lende BPA’s en RUP’s in of grenzend

    aan het plangebied:

    BPA LUGO – ALGRI, goedgekeurd 27/02/1991

    Wijz iging gewestplan via BPA

    Regularisatie en uitbreiding van bestaand ontginningsgebied. Wijziging van de nabestemming als zone voor openbaar nut (stort) naar bosgebied met

    beperkte recreatieve mogelijkheden.

    Gewestelijk RUP Berggrindontginning Kempens Plateau in As, Dilsen-Stokkem en Maasmechelen” goedgekeurd 15/07/2005

    De Hoeveweg grenst aan de afbakening van dit RUP. Het RUP duidt bijkomende ontginningsgebieden aan voor de winning van 8 miljoen ton berggrind

    (bruine kleur) alsook een voorstel voor natuurcompensatiegebied (groene kleur). Enkele groenzones liggen rond de Homo-woonwijken.

    Het BPA Lugo-Algri sluit aan op dit gewestelijk RUP.

    BPA KMO-zone Lanklaar, M.B. 17/05/2004

    Het basisconcept van het BPA bestaat erin een aantal bedrijvenzones te definiëren en op die manier een gedifferentieerde bedrijvenzone met 4 grote ruimteli jke entiteiten te creëren. Er worden een lokaal bedrijventerrein, een watergebonden bedrijventerrein, een regionaal bedrijventerrein en een

    bedrijventerrein voor werken aan het water/groen uitgebouwd. Deze laatste zone moet met een sterke landschappelijke inpassing en hoogwaardiger architecturale uitstraling het industriële gegeven van de site afschermen van het toeristisch-recreatief en natuurlijk gegeven van de bipool Eisden-Lanklaar. In deze zone zijn bedrijfsactiv iteiten in functie van productie en assemblage mogelijk, evenals kantoorfuncties en wonen op verdiep in de vorm van conciërgewoningen of directeurswoningen. Er kan gebouwd worden tot 3 bouwlagen met een maximale bouwhoogte van 20 meter.

    De zuidelijke rand van het BPA (aan de grens met het stedelijk gebied Eisden/Maasmechelen) betreft een "zone voor ecologische natuurverbinding" van ca. 100 meter breedte. Het BPA Eisden-Lanklaar sluit aan bij het PRUP bipool Eisden-Lanklaar. BPA Mijnterrein (Uitbreiding stedelijke functies, voormalig mijnterrein Eisden, Maasmechelen), M.B. 15/04/1999 (met uitgesloten delen) Het BPA is gelegen ten Noorden van de Zetellaan en betreft het voormalig mijnterrein van Eisden. Het BPA is volgens het gewestplan gelegen in woonuitbreidingsgebied. Het BPA betreft de herontwikkeling van de uitbreidingszone voor stedelijke functies meer bepaald de zone voor ontwikkeling

    van Value Retail, Euroscoop, de stedelijke academie en de zone van de Main-street. In het BPA wordt het oostelijke gedeelte van “uitbreidingsgebied voorstedelijke functies” (zoals aangegeven op het gewestplan) gedetailleerd bestemd voor vnl: “ zone voor commerciële en recreatieve voorzieningen binnen een verstedelijkte context” , “ zone voor representatieve bebouwing ondersteunend en behorend bij commercieel-recreatieve zone” , “ zone voor parkeerlandschap”, “ zone voor recreatieve, culturele en vormingsvoorzieningen van lokaal en bovenlokaal belang” .

    Decreet houdende de organisatie van de

    ruimtelijke ordening

    (18 mei 1999, laatst gewijzigd bij het

    decreet van 8 december 2000)

    Regelt ondermeer het verlenen van

    stedenbouwkundige vergunningen.

    ja, procedure-

    bepalend

    Het plan betreft de aanleg van diverse infrastructuren (wegen, bruggen, …), bijgevolg is een stedenbouwkundige vergunning vereist.

    Bestemming en milieukwaliteitsnormen

    oppervlaktewater

    (B. Vl. R. 21/10/87, B.S. 06/01/1988)

    Het immiss iebesluit legt de

    kwaliteitsdoelstellingen vast voor alle

    oppervlaktewateren.

    nee Er l iggen geen waterlopen in de onmiddellijke nabijheid van het plangebied. 3 km ten oosten van het beginpunt van Hoeveweg is de Bosbeek gelegen.

    Ten westen van de Hoeveweg ligt de Zuid-Willemsvaart. Het hele plangebied is gelegen in het Maasbekken.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    15

    Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie

    Wet op de onbevaarbare waterlopen

    (28/12/67, B.S. 15/02/68)

    Regelt ondermeer de bepalingen

    betreffende de ‘buitengewone werken

    van verbetering of wijziging’ aan

    waterlopen

    nee Er zi jn geen werken aan waterlopen gepland.

    Decreet integraal waterbeheer

    (Decreet 18/07/03, besluit van de Vl. Reg

    20 juli 2006 i.v.m de watertoets))

    Bevat bepalingen betreffende het

    gecoördineerd en geïntegreerd

    ontwikkelen, beheren en herstellen van

    watersystemen

    ja,

    procedure-

    bepalend

    In het plan-Mer worden de gegevens aangeleverd nodig voor uitvoering van de watertoets door de vergunningverlenende overheid. Doel van de

    watertoets is in hoofdzaak schadelijke effecten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken en als dat niet kan, te herstellen. Schadelijk effect wordt in

    artikel, 3, 17° omschreven als “ ieder betekenisvol nadelig effect op het milieu dat voortvloeit uit een verandering van de toestand van watersystemen of

    bestanddelen ervan die wordt teweeggebracht door een menselijke activiteit. Verder wordt daarin gesteld dat die effecten mede omvatten effecten op

    de gezondheid van de mens, de veiligheid van de vergunde of vergund geachte woningen en bedrijfsgebouwen gelegen buiten overstromingsgebieden,

    op het duurzaam gebruik van water door de mens, op de fauna, de flora, de bodem, de lucht, het water, het klimaat, het landschap en het onroerend

    erfgoed, alsmede de samenhang tussen één of meerdere van deze elementen.”

    De watertoets omvat dus een brede rits van evaluatie-items, zoals veiligheid tegen overstromingen, (grond)wateroverlast, riolering, watervoorziening

    voor huishoudens en economische actoren, bodemdaling, volksgezondheid, oppervlakte- en grondwaterkwaliteit, verdroging en (natte) natuur.

    De gegevensaanlevering zal in dit MER gebeuren voor de disciplines Grondwater, Oppervlaktewater en Fauna en flora.

    Gewestelijke stedenbouwkundige

    verordening voor hemelwaterputten,

    infiltratievoorzieningen en

    buffervoorzieningen

    (1/10/2004, B.S. )

    Regelt de bepalingen inzake

    hemelwaterputten, infiltratie-

    voorzieningen en gescheiden afvoer van

    afvalwater en hemelwater

    nee Dit is niet van toepassing op dit plan aangezien de Hoeveweg tot het openbaar domein behoort.

    Decreet betreffende het natuurbehoud en

    het natuurlijk milieu

    (Decreet 21/10/97, B.S. 10/01/98, gewijzigd

    19/07/02, B.S. 31/08/02)

    Centraal staan een planmatige aanpak

    (natuurbeleidsplan), een horizontaal

    beleid (‘stand-still’ princ ipe) en een

    gebiedsgericht beleid

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    De Vlaamse regering kan alle nodige maatregelen nemen voor het natuurbehoud, ten behoeve van de bestaande natuur (en toepassen stand-still

    beginsel) ongeacht de bestemming van het betrokken gebied (art. 8). Zij hebben betrekking op de zorgplicht, vergunningverlening en compensaties,

    bepalingen m.b.t Gen en Ven-gebieden.

    Het plan is gedeeltelijk gelegen in het Ven-gebied ‘De Hoge Kempen’.

    Vogelrichtlijngebieden

    (79/409/EEG 02.04.79)

    Heeft als doel de instandhouding van

    alle natuurlijke in het wild levende

    vogelsoorten en hun leefgebieden; er

    werden speciale beschermingszones

    (SBZ-V) afgebakend

    nee Binnen de grenzen van het plangebied bevinden zich geen vogelrichtlijngebieden. Het dichtstbijzijnde ligt op ongeveer 1 km en is BE2200727

    (Mechelse heide en vallei van de Ziepbeek’ (zie figuur 6).

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    16

    Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie

    Habitatrichtlijngebieden

    (92/43/EEG 21.05.92, B.Vl.R. 04/05/01,

    24/05/02)

    (Decreet 21/10/97, B.S. 10/01/98, gewijzigd

    19/07/02, B.S. 31/08/02)

    Heeft als doel de instandhouding van

    soorten en natuurlijke habitats; er

    werden speciale beschermingszones

    (SBZ-H) afgebakend

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Het plangebied ligt deels in het habitatrichtlijngebied BE2200035: Mechelse Heide en vallei van de Ziepbeek (zie figuur 6). Volgende te beschermen

    habitats komen in het habitatgebied voor:

    � Oligotrofe wateren � Noordatlantische vochtige heide � Droge heide (alle subtypes)

    � Actief hoogveen � Aangetast hoogveen � Overgangs- en trilveen � Slenken in veengronden

    De richtlijn beschermt ook een aantal diersoorten buiten de aangeduide Habitatrichtlijngebieden. Deze zijn opgenomen in bijlage IV van de richtlijn.

    Binnen het plangebied komen enkele van deze soorten voor: Rugstreeppad, Heikikker en Gladde slang.

    Ramsargebieden

    (22/07/79)

    Overeenkomst inzake watergebieden

    die van internationale betekenis zijn, in

    het bijzonder als woongebied voor

    watervogels

    nee Er is geen Ramsargebied gelegen in de onmiddellijke omgeving van het plangebied.

    Vlaamse en/of erkende natuurreservaten Terreinen, van belang voor behoud en

    ontwikkeling van natuur(lijk milieu), die

    aangewezen of erkend zijn door

    Vlaamse regering

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Erkende natuurreservaten zijn private reservaten die, na advies van de Vlaamse Hoge Raad voor Natuurbehoud door de Vlaamse regering erkend zijn

    op verzoek van de eigenaar of degene die gebruiksrecht heeft (mits de eigenaar toestemming geeft). De erkenning gebeurt op basis van een

    goedgekeurd beheerplan. De Vlaamse overheid biedt financiële ondersteuning voor het beheer.

    Een Vlaams natuurreservaat is een beschermd natuurgebied dat door de Vlaamse regering, in uitvoering van het Natuurdecreet, wordt aangewezen op

    gronden die het Vlaams Gewest in eigendom of in huur heeft, of die daartoe ter beschikking worden gesteld.

    De Hoeveweg loopt door een bosreservaat (Lanklaarderbos). In de omgeving van de uitgestippelde route komen de volgende reservaten voor:

    � Oud Kanaal, erkend natuurreservaat in beheer bij Limburgs Landschap vzw, de oude zijarm van de Zuid-Willemsvaart. � Mechelse Heide � Platte Lindenberg (Vlaams bosreservaat in beheer bij het Agentschap van Natuur en Bos), � Dilserbos (Vlaams bosreservaat in beheer bij het Agentschap van Natuur en Bos), � Lanklaarderbos (Vlaams bosreservaat in beheer bij het Agentschap van Natuur en Bos).

    Beschermingszone waterwingebied ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Een deel van de Hoeveweg (de Vilderstraat) vormt de grens van een beschermingszone type III

    Stedenbouwwetgeving Handelt over reglementeringen op de

    bouwvergunning, de

    verkavelingsvergunning, het

    planologisch attest, de zonevreemde

    bedrijven, de monumenten, de

    energieprestaties ...

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Litzberg

    Lugo en Atrilaval, werkzaamheden zijn vergund

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    17

    Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie

    Bosdecreet

    (13/06/90, B.S. 28/09/90)

    Regelt het behoud, bescherming, aanleg

    en beheer van bossen. Regelt in dit

    verband ook de kappingen,

    vergunningsvoorwaarden en eventuele

    compensaties (art. 50)

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    De Hoeveweg loopt gedeeltelijk door het Lanklaarderbos dat beheerd wordt door het Agentschap voor Natuur en Bos

    Beschermde monumenten, landschappen

    en/of stads- of dorpsgezichten

    (decreet van 03/03/76 + wijzigingen;

    Decreet van 16/04/96 + wijzigingen)

    Ter bescherming van monumenten en

    stads- en/of dorpsgezichten en

    landschappen; instandhouding, herstel

    en beheer van beschermde

    landschappen.

    nee Er ligt geen beschermd monument, stads- en/of dorpsgezicht of landschap in of grenzend aan het plangebied.

    Voorkooprecht De mogelijkheid, geboden door de wet

    aan een persoon (de begunstigde van

    het optierecht), om, bij voorrang op alle

    anderen, een goed aan te kopen dat de

    eigenaar wil van de hand doen.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Binnen de grenzen van het RUP geldt het voorkooprecht voor de in het Ven-gebied gelegen Lanklaarderbos en Dilsenerbos.

    Decreet op het archeologisch

    patrimonium (30/06/93, B.S. 15/09/93 +

    wijzigingen)

    Regelt de bescherming, het behoud en

    de instandhouding, het herstel en het

    beheer van het archeologisch

    patrimonium.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Archeologische toevalsvondsten dienen binnen de 3 dagen gemeld te worden aan het Vlaamse Instituut voor Onroerend Erfgoed (VIOE). Er dient

    advies gevraagd en het VIOE moet op de hoogte gebracht worden van de start van de werken.

    Grondwaterdecreet

    (24/01/84, B.S. 05/06/84)

    Regelt de bescherming tegen

    verontreiniging, de reglementering

    betreffende grondwaterwinning en de

    objectieve aansprakelijkheid van

    veroorzaakte grondwatertafeldaling

    (sinds 1999 opgenomen in VLAREM-

    wetgeving).

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Ten zuiden van de Hoeveweg, in de gemeente Maasmechelen, is de beschermingszone en waterwingebied Eisden-Meeswijk gelegen.

    Bodemsaneringsdecreet

    (05/03/96, verder uitgewerkt 27/03/96 en

    12/10/01)

    Code van goede praktijk voor het werken

    met uitgegraven bodem (OVAM, januari

    2004)

    Decreet dat moet toelaten beslissingen

    inzake bodemsanering op systematische

    wijze te treffen, prefinanciering ervan te

    verzekeren en kosten daarvan te

    verhalen.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Er zal rekening gehouden worden met de wettelijke bepalingen omtrent grondverzet (hoofdstuk 10, bodemsanerings-decreet) en de Code van goede

    praktijk.

    Decreet betreffende voorkoming en

    beheer van afvalstoffen en haar

    uitvoeringsbesluiten (VLAREA)

    Regelt voorkoming, beheer en

    verwijdering of nuttige toepassing van

    afvalstoffen.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Niet van toepassing voor een plan-MER. De toepassing van het decreet kan op projectniveau verder onderzocht worden.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    18

    Jur idische r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie

    Vlarem I en II Bepaalt de modaliteiten met betrekking

    tot exploitatie en/of verandering van

    vergunningsplichtige inrichtingen

    Bevat milieukwaliteitsnormen en

    algemene en sectorale

    mil ieuvoorwaarden.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    algemeen relevant: thema’s geluidshinder, verontreiniging bodem, verontreiniging oppervlaktewater, enz.

    Besluit Vl. Reg. inzake de evaluatie en

    beheersing van omgevingslawaai

    (22/07/2005)

    Regelt de evaluatie van en de

    beheersing van omgevingslawaai

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Geluidsinvloed van het plan op de omgeving, evaluatie en aanpak

    Europese wetgeving

    -NEC-richtlijn (2001/81/EG)

    -Kaderrichtlijn luchtkwaliteit (96/92/EG),

    en uitvoeringsbesluiten (1999/30/EG,

    2000/69/EG, 2002/03/EG)

    -Brandstofrichtlijn (98/69/EG)

    Bepalen de grenswaarden m.b.t uitstoot

    van verbrandingsgassen, uitstoot van

    verschil lende verbrandingsmotoren en

    regelt normering voor brandstoffen

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Leggen beperkingen op voor de uitstoot van NH3, NOx, VOS, SO2, NO2, CO, CO2, ZS, Benzeen, Pb, …

    Regelt ondermeer de Euro IV norm voor voertuigen (van kracht vanaf 1 januari 2005)

    Beschermingszones mbt

    luchtverontreiniging

    Volgens art.1.1.2. van Vlarem II zijn

    natuurgebieden met wetenschappelijke

    waarde, natuurreservaten,

    bosreservaten en natuurparken

    aangeduid als beschermingszones mbt

    luchtverontreiniging

    nee Binnen een straal van 1km rondom het plangbied bevinden er zich geen volgens Vlarem II relevante beschermingszones.

    Planologische attest Lugo N.V. en

    Artilaval N.V.

    Een document waarin de bevoegde

    overheid aangeeft of een bestaand

    bedrijf al dan niet kan blijven op de

    plaats waar het gevestigd is en welke de

    (ruimteli jke) ontwikkelingsmogeli jkheden

    zijn op korte en lange termijn.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Lugo N.V. is een bedrijf dat actief is in granulatenwinning en –handel (zand en grind), Artilaval NV. is een aannemer en grondwerker. Het attest handelt

    over ontginning en tijdelijke of definitieve grondopslag en verwerking in de bestaande groeves Algri-Lugo, Bormans en NMBS.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    19

    3.4 Beleidsmatige randvoorwaarden

    Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)

    Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen

    (23/09/97)

    Geeft een visie op de ruimtelijke

    ontwikkeling van Vlaanderen en legt de

    krachtlijnen vast van het ruimtelijk beleid

    naar de toekomst.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Dilsen-Stokkem behoort tot het buitengebied. De vallei van de Maas wordt binnen het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen omschreven als drager van

    groene en stedelijke ontwikkelingen. De vallei van de Maas is structuurbepalend voor een ruim gebied en drager van belangrijke groene ruimten.

    Anderzijds is ook de stedelijke ontwikkeling gegroeid in functie van de Maas. Dilsen-Stokkem werd geselecteerd als economisch knooppunt.

    Het Kempens Plateau wordt gevrijwaard van verdere stedelijke ontwikkelingen en internationaal gepromoot als toeristisch-recreatieve open ruimte.

    Indien men de structuurbepalende functies van het buitengebied wil vrijwaren, kan de toeristisch-recreatieve infrastructuur er slechts op een specifieke

    manier aanwezig zijn. Nieuwe hoogdynamische toeristisch-recreatieve infrastructuur is slechts onder strikte voorwaarden mogelijk in het buitengebied.

    Nieuwe hoogdynamische infrastructuur in het buitengebied kan ingeplant worden, binnen specifieke randvoorwaarden gesteld door de

    structuurbepalende functies natuur, bos en landbouw en wanneer de beoogde infrastructuur gelegen is in een gebied wat in het provinciale en

    gemeentelijke structuurplannen aangeduid wordt als zone van primair toeristisch belang.

    Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan

    Limburg

    (12/02/2003)

    Geeft een visie op de ruimtelijke

    ontwikkeling van de provincie en legt de

    krachtlijnen vast van het ruimtelijk beleid

    naar de toekomst.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    De hoofdruimte Maasland verenigt een belangrijke stedelijke rol met een belangrijke open rol. De Maas en haar vallei zijn sterk bepalend voor het

    beeld van de provincie. Zij zijn de uitdrukking van een noord-zuid richting aan de rand van de provincie. Enerzijds is de Maas drager van stedelijke

    ontwikkelingen, anderzijds biedt zij grote kansen voor natuur, landbouw, toerisme en recreatie.

    Samengevat zijn volgende bepalingen relevant m.b.t. RUP Hoeveweg:

    � Dilsen-Stokkem als toeristisch-recreatieve knooppunt type I in toeristisch-recreatief netwerk Maasland. Dit betekent dat er in de stad grootschalige toeristisch –recreatieve infrastructuur kan bijkomen. Hier zijn er dus mogelijkheden voor de ontwikkeling op de voormalige mijnterreinen van Eisden / Lanklaar.

    � Eisden in toeristisch-recreatief netwerk Mijnstreek. � Mijnterrein Eisden-Lanklaar als Toeristisch Hefboomproject van het Strategisch Toeristisch Actieplan (S.T.A.P.) van de provincie Limburg.� Zuid-Willemsvaart als toeristisch-recreatief lijnelement.

    � Het voormalige Kolenspoor (fietstraject op spoorwegbedding) is een belangrijk toeristisch – recreatief lijnelement op provinciaal niveau. Het verbindt de verschillende mijnsites waaronder de voormalige mijnsite Eisden/Lanklaar.

    � Centrum De Wissen is geselecteerd als toeristisch – recreatief knooppunt type IIa. Dit betekent dat er nog uitbreiding van de toeristisch – recreatieve infrastructuur mogelijk is buiten de perimeter van de recreatiezone.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    20

    Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)

    Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan

    Maasmechelen

    (goedgekeurd door de deputatie van de

    provincie Limburg bij besluit van 15

    januari 2009)

    Beschrijft de ruimteli jke structuur en visie

    op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling,

    enz. op gemeentelijk niveau.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    In het richtinggevend gedeelte van het voorontwerp-GRS wordt gesteld dat nieuwe hoogdynamische toeristisch-recreatieve activiteiten worden

    ingeplant in de leisurecluster ten noorden van Eisden-Tuinwijk (het versterken noordelijke hoogdynamische recreatieve pool). Dergelijke ontwikkeling

    kadert tevens in de te ontwikkelen hoofdtoegangspoort tot het Nationaal Park Hoge Kempen. Het betreft de zones op het gewestplan:

    uitbreidingsgebied voor stedelijke functies (voor activiteiten met een groot ruimtegebruik) en op lange termijn de KMO-zone Grote Molen langs de

    Zuid-Willemsvaart (voor toeristisch-recreatieve activiteiten van kleinschaliger omvang en evt. gecombineerd met wonen en waterfrontontwikkeling). Er

    wordt ook gedacht aan de ontwikkeling van een jachthaven ter hoogte van het voormalige mijnterrein te Eisden. De uitwerking van een light-rail-

    verbinding op het voormalige Kolenspoor, waardoor Eisden vlot op het openbaar vervoersnet o.a. naar Genk-Hasselt wordt aangesloten, wordt

    vermeld in het voorontwerp- GRS, met tevens een halteplaats aan het stedelijk ontwikkelingsgebied waar de grootschalige leisure-activiteiten worden

    gesitueerd (voormalig mijnterrein Eisden).

    De hoofdpoort zou volgens het voorontwerp als een bipool vormgegeven worden waarbij gedacht wordt aan de ontwikkeling van een natuureducatief

    centrum op het voormalig mijnterrein, dat als werktitel Ecopolis kri jgt. Voor het gebied dat op het gewestplan de bestemming verblijfsrecreatie heeft

    (grotendeels grondgebied Dilsen-Stokkem) bestaan plannen voor de inplanting van hoogwaardige verblijfsaccommodatie. De verblijfsaccommodatie

    en het natuureducatiecentrum worden in samenhang ontwikkeld met verbindingen naar enerzijds de mijnterril, die dienst doet als uitkijkpunt over de

    omgeving en anderzijds het Nationaal Park Hoge Kempen.

    Ontwerp Gemeentelijke Structuurplan As

    (versie mei 2006)

    Beschrijft de ruimteli jke structuur en visie

    op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling,

    enz. op gemeentelijk niveau.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    As maakt deel uit van de mijnstreek en deelt bijgevolg dezelfde potenties. As wenst hierop in te haken en op basis van de bestaande structuren

    (Kolenspoor, mijnterrils, enz.) en een bijkomend aanbod (As station) een gevarieerd totaalpakket te ontwikkelen dat nauw aansluit bij het toeristisch

    gegeven Nationaal Park Hoge Kempen.

    De toeristische structuur wordt door deze structuren bepaald. De plaats waar deze samenkomen en deze gebiedsdekkende regionale potenties

    gestalte krijgen is het (multimodaal) knooppunt As station. Rond As station wordt er binnen en aan de rand van de kern een site ontwikkeld die samen

    met het bestaand toeristisch en recreatief aanbod en de netwerken als poort tot het Park hoge Kempen kan functioneren.

    Bestaande ondergewaardeerde lijninfrastructuren zoals het Kolenspoor worden geherwaardeerd en ingepast in de corridor van de N75.

    Plan-MER Provinciaal RUP Bipool

    Eisden-Lanklaar, kennisgevingsdossier

    Een uridisch-administratieve procedure

    waarbij de milieugevolgen van een

    gepland plan op een wetenschappelijk

    verantwoorde wijze bestudeerd,

    besproken en geëvalueerd worden.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Het plangebied situeert zich op het grondgebied van de gemeenten Maasmechelen en van Dilsen-Stokkem. De stedenbouwkundige visie hanteert in

    hoofdzaak een opdeling van het plangebied in een centrale groene corridor en 2 complementaire gebieden ten noorden en ten zuiden daarvan. De

    Hoeveweg doorkruist het gebied en sluit aan aan de Vilvertstraat aan de oostzijde. Het Provinciaal R.U.P. geeft volgende invulling aan de drie

    deelgebieden: de groene corridor, de gebiedsinvulling deelgebied Lanklaar en de gebiedsinvulling deelgebied Eisden.

    Recreatieve ontwikkeling op het terrein

    ‘Center Parcs’

    Historie van het terrein ‘Center Parcs’ en

    de huidige ontwikkelingen.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    De huidige eigenaars – en initiatiefnemers voor de ontwikkeling van de verblijfsrecreatieve zone (ex-Center Parcs) – TEEMA International n.v., stelden

    in 2005 een ‘structuurvisie’ op die vervolgens vertaald werd naar een masterplan. Hierin werden de uitgangspunten voor de ontwikkeling van

    toeristische verblijfsacco mmodatie op terrein ‘Maasvallei’ geformuleerd en een project naar voor geschoven.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    21

    Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)

    Spartacusplan De Lijn

    (mei 2004)

    Met het Spartacusplan wil De Lijn in

    Limburg een forse reizigersgroei bereiken

    door de kwaliteit van het openbaar

    vervoer op te trekken om een waardevol

    alternatief te bieden voor de

    personenwagen.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Er wordt een duidelijke netwerkstructuur uitgewerkt met een knooppunt in “Maasmechelen Leisure Valley” . Meer concreet wordt met betrekking tot de omgeving van de bipool in het conceptplan volgende structuur voorgesteld: - een nieuwe sneltramverbinding Hasselt – LUC – Genk – As – Maasmechelen Leisure Valley, met de mogelijkheid van een doortrekking naar Sittard,

    - een snelbusverbinding Maaseik – Maasmechelen – Maastricht en - een snelbusverbinding Maasmechelen – Sittard.

    Vlaams Milieubeleidsplan 2003-2007

    (19/09/03)

    Bepaalt het milieubeleid dat het Vlaams

    Gewest, alsmede provincies en

    gemeenten in aangelegenheden van

    gewestelijk belang, dient te voeren.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Algemeen relevant

    Provinciaal Milieubeleidsplan 2004-2008

    Bepaalt het milieubeleid dat de provincie

    dient te voeren, binnen de beleidslijnen

    van het gewestelijk plan.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Bij het opstellen van de toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’ dient rekening gehouden te worden met het Provinciaal Milieubeleidsplan.

    Gemeentelijk Milieubeleidsplan 2005-

    2009

    Bepaalt het milieubeleid dat de gemeente

    dient te voeren, binnen de beleidslijnen

    van het gewestelijk en provinciaal plan.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Bij het opstellen van de toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’ dient rekening gehouden te worden met het Gemeentelijk Milieubeleidsplan.

    Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan

    1995

    Beoogt een doorgedreven natuurbeleid in

    de gemeente op zowel korte als lange

    termijn; het actieplan vormt daarbij de

    uitvoering.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Het GNOP van de stad Dilsen-Stokkem handelt over een groot aantal doelstellingen waaronder er een aantal belangrijk zi jn voor de Hoeveweg en

    zijn omgeving. Voorbeelden hiervan zijn: evenwichtige verdeling van vier natuurdoeltypen in de bos- en heidegebieden (Lanklaarbos), aanleg van

    scherm-, buffer- en recreatiebossen in de randzones (industrieterrein nabij Lanklaar en woonwijken Kleine en Grote Homo), herstructurering

    ontgrondingen/landbouwenclaves tot natuur(ontwikkelings)gebied (Lanklaarderbos),…

    Natuurinrichtingsproject Het doel is een gebied optimaal inrichten

    in functie van behoud van bestaande

    natuur, maar ook herstel en ontwikkeling

    van natuur en het beheer nadien. (zie

    natuurdecreet)

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    In Dilsen-Stokkem ligt het natuurinrichtingsproject ‘Bergerven’. Dit project is gedeeltelijk gelegen op het grondgebied va Neeroeteren (Maaseik) en

    gedeeltelijk op in Rotem (Dilsen-Stokkem).

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    22

    Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)

    Ontwerp van Natuurrichtplan

    (14/01/2008, voorlopige goedkeuring)

    Het natuurrichtplan geeft een

    toetsingskader om initiatieven inzake

    toegankelijkheid binnen het

    natuurrichtplangebied af te toetsen. Om

    de ecologische draagkracht van het

    gebied in te kunnen schatten worden

    verschil lende zones afgebakend

    naargelang de kwetsbaarheidsgraad.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Hoeveweg loopt volledig door minder kwetsbaar gebied, d.w.z. dat het gaat om minder kwetsbare natuurwaarden en locaties met weinig

    verstoringsgevoelige soorten. Dit zijn zones die als eerste in aanmerking komen voor spelen in bos en natuur.

    I.v.m. de studie is het voornaam te melden dat de steilrand momenteel als minder kwetsbaar aangeduid wordt, maar ten gevolge van de ontwikkeling

    van het streefbeeld zal de zone ter hoogte van de steilrand meer kwetsbaar worden. Ter hoogte van de steilrand moeten de routes en paden zoveel

    mogelijk gebundeld worden. Elke vorm van erosie van de steilrand moet tot een minimum beperkt worden.

    Uitgebreid Bosbeheersplan Dilsen-

    Stokkem

    (15/11/2007)

    Een uitgebreid document dat een

    duurzaam beheer van het bos voor de

    komende 20 jaar beschrijft.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    In de omgeving van de Litzberg loopt de Hoeveweg door het Lanklaarderbos dat in beheer is bij het Agentschap voor Natuur en Bos (Bos & Groen).

    Masterplan Nationaal Park Hoge Kempen In november 2001 werd door het

    Regionaal Landschap Kempen en

    Maasland vzw (RLKM) in opdracht van

    de minister van Leefmilieu en Landbouw

    een masterplan opgesteld voor het

    Nationaal Park Hoge Kempen.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Het werkingsgebied van het RLKM beslaat het integrale grondgebied van 12 Oost-Limburgse gemeenten, met een totale oppervlakte van ruim 70.000

    hectaren waarvan 20.000 ha bossen, heide, beekdalen en de vallei van de Maas.

    De werking van RLKM is gesteund op vier pijlers: fietsen, wandelen, natuurprojecten en de creatie van het Nationaal Park Hoge Kempen (NPHK). Dit

    laatste is 5700 ha groot en strekt zich uit over de gemeenten Dilsen-Stokkem, Maasmechelen, Zutendaal, Lanaken, Genk en As

    Landinrichtingsproject Het doel is de inrichting van landelijke

    gebieden te realiseren overeenkomstig

    de bestemmingen toegekend door

    ruimteli jke ordening.

    nee Het plan bevindt zich niet in een landinrichtingsproject.

    Ruilverkavelingsproject Het doel is de herinrichting van agrarisch

    gebied te realiseren door herschikking

    van de kavels met het oog op een

    vlottere bedrijfsvoering.

    nee Er bevindt zich geen ruilverkavelingsproject in de ruime omgeving.

    Regionale landschappen Duurzaam samenwerkingsverband

    gericht op behoud van streekeigen

    karakter, bevorderen natuureducatie,

    recreatief medegebruik, ontwikkeling

    KLE, …

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Het plan bevindt zich binnen het regionaal landschap Kempen en Maasland.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    23

    Beleidsmatige r andvoorwaarden Inhoudelijk Relevant Bespreking r elevantie // (locatie bespreking MER)

    Verdrag van Malta, Europees verdrag

    inzake de bescherming van het Europees

    archeologisch erfgoed (La Valletta 1992)

    Regelt de bescherming en het beheer van

    het archeologisch erfgoed in Europa en de

    integratie ervan in planningsprocessen.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Via het verdrag wil men de archeologische waarden zoveel mogelijk in de bodem bewaren, reeds vroeg in de ruimtelijke ordening of een mer-proces

    rekening houden met archeologie en bodemverstoorders doen betalen voor archeologisch vooronderzoek en mogelijke opgravingen. Bij de

    heraanleg van de Hoeveweg dient met de bepalingen van dit verdrag rekening gehouden te worden.

    Landschapsatlas

    Geeft aan waar historisch gegroeide

    landschapsstructuur tot op vandaag

    herkenbaar is gebleven en duidt deze aan

    als relicten en/of ankerplaatsen.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    De Hoeveweg loopt door de ankerplaats ‘Mijnsite Eisden’ (A70031), de relictzones ‘Platte Lindenberg-Mechelse Bos (R70042) en ‘Bossen van

    Dilsen’ (R70040) en de lijnrelicten ‘Steilrand van het Kempens Plateau’ (L70032) en ‘Kolenspoor As-Eisden’(L70033). Ook liggen er een aantal

    puntrelicten in de buurt van de Hoeveweg, waaronder ‘Saanhoeve’ (P70232) en ‘Steenkoolmijn, bovengronds, burelen, magazijn, schachtbok 2

    (P70233) (zie figuur 7).

    Gemeentelijk Mobiliteitsplan

    (juni 2003, heden opgenomen in

    gemeentelijk structuurplan)

    In het gemeentelijk mobiliteitsplan wordt

    een beleidsscenario opgesteld: het

    wensbeeld voor de toekomstige

    ontwikkeling van (het mobiliteits-

    gebeuren in) de gemeente.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    De Oude Hoeveweg wordt aangeduid als toeristisch-recreatieve route voor fietsers en voetgangers. Voor het noordelijke deel van de recreatieve

    bipool Eisden-Lanklaar wordt een volledig afzonderlijke ontsluiting voorzien, via de N75.

    Strategisch Toeristisch Plan (2001-2006) Geeft de visie voor het toeristisch beleid

    op provinciaal vlak.

    ja,

    onderzoeks-

    sturend

    Omdat uit vergelijkend toeristisch marktonderzoek i.o.v Toerisme Limburg (2001) is gebleken dat het actueel aanbod zich onvoldoende kan

    onderscheiden ten opzichte van binnen en buitenlandse concurrentie en Limburg haar cultuurhistorische en natuurlijke troeven onvoldoende benut

    worden, wil men vanuit de provincie: de cultuurhistorische beleving versterken, de vele aaneengesloten natuurgebieden toeristisch ontsluiten,

    vrijeti jdsbeleving verder ontwikkelen en gezinstoerisme beter verankeren.

  • Plan-MER Ruimteli jk Uitvoeringsplan “Toeristisch-recreatieve as Hoeveweg”

    24

    4 Beschrijving plan

    4.1 Opzet van het plan

    Het stadsbestuur van Dilsen-Stokkem heeft beslist om over te gaan tot de opmaak van een visie op de Hoeveweg

    en de toeristisch-recreatieve link tussen het Nationaal Park Hoge Kempen en het Maasland. Om uitvoering te

    kunnen geven aan deze visie dient een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) te worden opgemaakt waarin het concept

    van de toeristisch-recreatieve as ‘Hoeveweg’ wordt vastgelegd.

    Het opzet is om een deel van het RUP als een overlay te zien over de bestaande bestemmingen met aanduiding van

    het mogelijk te volgen tracé. Hierbij worden de juridisch vastgelegde bestemmingen waar de weg door loopt

    behouden.

    Een ander deel van het RUP zal wel gebiedsdekkend uitgewerkt worden. Het gaat om enkele in het gemeentelijk

    ruimtelijk structuurplan van Dilsen-Stokkem aangeduide toeristisch-recreatieve knooppunten en om de Litzberg. De

    knooppunten zijn de kruising van Hoeveweg met het voormalig kolenspoor, de fiets-en voetgangersbrug over de

    Zuid-Willemsvaart, de toegangspoort van het Nationaal Park Hoge Kempen / noordelijke toegang Maasmechelen

    Village.

    Het plan kadert in een ruimere visie waarvoor een voorstudie werd uitgewerkt. Naast de hiervoor genoemde

    elementen moet de studie een visie geven over het maken van een toeristische link (voor fietsers) van Hoeveweg

    naar de Wissen.

    Een aandachtspunt binnen de opmaak van het RUP is de centraal op Hoeveweg gelegen Litzberg aan de rand van

    het Kempisch Plateau, waar momenteel voorzieningen aanwezig zijn van hostellerie / feestzaal / taverne.

    Voorts staan er bovenlokale ingrepen op stapel die van grote betekenis zijn voor de ruimtelijke structuur van de