Antwoorden

1
126 augustus 2013 | nr 4 Tijdschrift voor praktijkondersteuning 1. Onjuist. Er is sprake van de werkhypothese SOLK als lichame- lijke klachten langer dan enkele weken duren en als er bij adequaat medisch onderzoek geen aandoening is gevonden die de klachten voldoende verklaart. 2. Onjuist. Uit onderzoek is gebleken dat rond 40% van de con- sulten bij de huisarts gaan over SOLK. Van de totale patiëntenpopulatie van de huisarts heeft gemiddeld 2,5% langdurige, ernstige SOLK. De NHG-Standaard Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten onderscheidt milde, matig-ernstige en ern- stige SOLK. 3. Juist. De gebruikelijke ziektegerichte aanpak volgens het oorzaak-en-gevolgmodel kan bij SOLK niet wor- den gebruikt omdat de oorzaak niet bekend is. Factoren die een rol spelen kunnen predisponerend, luxerend en in stand houdend zijn. Ze kunnen worden onderzocht in vijf dimensies: somatisch, cognitief, emotioneel, gedragsmatig en sociaal (SCEGS). 4. Onjuist. Het is bij SOLK van groot belang dat alle betrokken hulpverleners alert zijn en blijven op alarmsymptomen en verandering van het somatische klachtenpatroon. 5. Juist. Bij 50 tot 75% nemen de klachten af in de loop van 12 tot 15 maanden. Bij 10 tot 30% nemen de klachten echter toe in de tijd. 6. Juist. Hoe langer angst, onzekerheid en vermijdingsgedrag bestaan, des te ongunstiger voor de klachten. Verder is bij multidisciplinaire samenwerking van belang dat de betrokken hulpverleners hun visie op SOLK delen en naar elkaar en de patiënt één taal spreken. 7. Onjuist. Inactiviteit – zeker bij vermijdingsgedrag – werkt averechts. Adviseer actief te blijven en zo veel moge- lijk door te gaan met de dagelijkse activiteiten. Geef concrete adviezen over inhoud en tijd en werk met kleine stappen. Bijvoorbeeld: ga deze week 15 minu- ten per dag naar buiten en volgende week 20 minuten per dag, ongeacht de klachten. 8. Juist. De patiënt is vooral gebaat bij men- tale steun en minder of niet bij over- name van taken. 9. Juist. Olde Hartman T, Blankenstein N, Molenaar B, Bentz van den Berg D, Van der Horst H, Arnold I, et al. NHG-Standaard Somatisch onverklaarde lichamelijke klachten. www.nhg.org Makkes NC, Te Biesebeke E, Hoff JI, Verspui ME, Van Gijn J. Samenwerken rond onverklaarde klachten. Ned Tijdschr Geneesk 2013;157:A5393. WEET JE DIT? Antwoorden Shutterstock / N-trash

Transcript of Antwoorden

126 augustus 2013 | nr 4Tijdschrif t vo or prakti jkondersteuning

1. Onjuist.Er is sprake van de werkhypothese SOLK als lichame-lijke klachten langer dan enkele weken duren en als er bij adequaat medisch onderzoek geen aandoening is gevonden die de klachten voldoende verklaart.

2. Onjuist.Uit onderzoek is gebleken dat rond 40% van de con-sulten bij de huisarts gaan over SOLK. Van de totale patiëntenpopulatie van de huisarts heeft gemiddeld 2,5% langdurige, ernstige SOLK. De NHG-Standaard Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten onderscheidt milde, matig-ernstige en ern-stige SOLK.

3. Juist.De gebruikelijke ziektegerichte aanpak volgens het oorzaak-en-gevolgmodel kan bij SOLK niet wor-den gebruikt omdat de oorzaak niet bekend is. Factoren die een rol spelen kunnen predisponerend, luxerend en in stand houdend zijn. Ze kunnen worden onderzocht in vijf dimensies: somatisch, cognitief, emotioneel, gedragsmatig en sociaal (SCEGS).

4. Onjuist.Het is bij SOLK van groot belang dat alle betrokken hulpverleners alert zijn en blijven op alarmsymptomen en verandering van het somatische klachtenpatroon.

5. Juist.Bij 50 tot 75% nemen de klachten af in de loop van 12 tot 15 maanden. Bij 10 tot 30% nemen de klachten echter toe in de tijd.

6. Juist.Hoe langer angst, onzekerheid en vermijdingsgedrag bestaan, des te ongunstiger voor de klachten. Verder is bij multidisciplinaire samenwerking van belang dat de betrokken hulpverleners hun visie op SOLK delen en naar elkaar en de patiënt één taal spreken.

7. Onjuist.Inactiviteit – zeker bij vermijdingsgedrag – werkt averechts. Adviseer actief te blijven en zo veel moge-lijk door te gaan met de dagelijkse activiteiten. Geef concrete adviezen over inhoud en tijd en werk met kleine stappen. Bijvoorbeeld: ga deze week 15 minu-

ten per dag naar buiten en volgende week 20 minuten per dag, ongeacht de klachten.

8. Juist.De patiënt is vooral gebaat bij men-tale steun en minder of niet bij over-name van taken.

9. Juist.

Olde Hartman T, Blankenstein N, Molenaar B, Bentz van den Berg D, Van der Horst H, Arnold I, et al. NHG-Standaard Somatisch onverklaarde lichamelijke klachten. www.nhg.orgMakkes NC, Te Biesebeke E, Hoff JI, Verspui ME, Van Gijn J. Samenwerken rond onverklaarde klachten. Ned Tijdschr Geneesk 2013;157:A5393.

W E E T J E D I T ?

Antwoorden

Shut

ters

tock

/ N

-tra

sh