ANTIWITWASWETGEVING De vragenlijst van A tot Z

67

description

ANTIWITWASWETGEVING De vragenlijst van A tot Z. Jos DE BLAY, lid Uitvoerend Comité IAB Frank HAEMERS, BIBF. ONTMOETING BEROEPSVERENIGINGEN. INLEIDING. WITWASSEN BESTRIJDEN REPRESSIEF LUIK PREVENTIEF LUIK Art 505 Strafboekwet WET van 11 januari 1993. ANTIWITWASWETGEVING. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of ANTIWITWASWETGEVING De vragenlijst van A tot Z

Page 1: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z
Page 2: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

ANTIWITWASWETGEVING De vragenlijst van A tot Z

Jos DE BLAY, lid Uitvoerend Comité IABFrank HAEMERS, BIBF

2

Page 3: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

ONTMOETING BEROEPSVERENIGINGEN

3

Page 4: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

INLEIDING

WITWASSEN BESTRIJDEN

REPRESSIEF LUIK PREVENTIEF LUIK

Art 505 Strafboekwet WET van 11 januari 1993

4

Page 5: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

ANTIWITWASWETGEVING

FAG : aanbevelingen Financiële Actiegroep & Global Forum

on Transparency and exchange of Information for Tax

Purposes (mondiaal)

Europese Richtlijnen (EU)

Wet (BE)

Reglement voor het BIBF, het IBR en het IAB (met de waarde

van een norm voor het IAB)

TOELICHTINGSNOTA-OMZENDBRIEF 5

Page 6: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

CONTROLE TOEPASSING AWW

FAG/GLOBAL FORUM ON FISCAL TRANSPARENCY

CFI

INSTITUTEN

BEROEPSBEOEFENAARS

6

Page 7: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Wet van 11/01/1993 (AWW): Preventie

KNOW YOUR CUSTOMER WIE IS MIJN KLANT ?

KLOPT DIT WEL ?

Identificatie Verificatie

EN WAT DOET DE CLIENT ?

RISICOANALYSE

7

Page 8: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Opdrachten Instituten : artikels 38 -39 AWW Art. 38 : uitwerken reglement

Identificatie-verificatie : clienten, lasthebbers, uiteindelijke

begunstigden

Voortdurende waakzaamheid

Interne organisatie : witwasverantwoordelijke/opleiding

personeel

Gemeenschappelijk drie Instituten

Art 39 : controle door Instituut op naleving AWW en reglement8

Page 9: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Inhoudstafel

Reglement/Norm

Definities + toepassingsgebied

Algemene beginselen

Identificatie – verificatie : cliënt – lasthebber – uiteindelijke

begunstigde

Een beroep doen op een derde zaakaanbrenger

Gegevensbewaring

Cliëntenacceptatiebeleid – klantenonderzoek

Witwasverantwoordelijke

Personeel

Waar ? www.instituten 9

Page 10: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Inhoudstafel

Toelichtingsnota/ Omzendbrief

Het klantenonderzoek

normaal

vereenvoudigd

verscherpt

Risicogeoriënteerde aanpak

Kantoororganisatie

Witwasverantwoordelijke ?

personeel

Formulieren & Schema’s

Waar ? www.instituten 10

Page 11: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Schematisch voorgesteld

Wet van 11 januari 1993

Reglement/norm

Toelichtingsnota/omzendbrief

Formulieren en schema’s

Handleiding interne procedures

Beslissingsbomen

11

Page 12: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Beslissingsbomen ?

Aanknopen van een zakelijke relatie met een

nieuwe cliënt – natuurlijke persoon

Aanknopen van een zakelijke relatie met een

nieuwe cliënt – entiteit

Ook beslissingsboom voor de identificatie van de

uiteindelijke begunstigde(n)12

Page 13: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Identificatie formulieren ?

All in one

Identificatie natuurlijke persoon – cliënt

Identificatie natuurlijke persoon - lasthebber

Identificatie rechtspersoon - juridische structuur - cliënt

Identificatie rechtspersoon - juridische structuur/lasthebber

Verklaring uiteindelijke begunstigde(n)

13

Page 14: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

14

Page 15: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Identificatieschema’s ?

Natuurlijke persoon

Rechtspersoon / juridische structuur

Voorwerp en aard van de zakelijke relatie

Uiteindelijke begunstigden

15

Page 16: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

WIE MOET DIT TOEPASSEN ?

de bedrijfsrevisoren IBR

de externe accountants en externe belastingconsulenten IAB

(niet de interne)

de erkende boekhouders en de erkende boekhouders-fiscalisten

BIBF

! Stagiairs niet in de wet vermeld => de verplichtingen van de

wet gelden dus NIET voor de stagiairs!Art. 3, 3°et 4° AWW Art. 2 REGLEMENT

16

Page 17: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

TOEZICHT CONTROLE DOOR INSTITUTEN

INSTITUTEN : wettelijke controle opdracht

HOE ? BIBF - IAB:

beantwoording VRAGENLIJST

verplicht in te vullen (Extranet-website)

indien geen antwoord = herinnering/controle ter plaatse

WANNEER ?

vanaf 01/01/2013

17

Page 18: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

SANCTIES BIJ HET NALEVING AWW

Administratieve boetes, van 250 € tot 1.250.000 €

/hoorrecht

Voor Schatkist (niet voor Instituut)

Ook de « gewone » Tuchtsancties kunnen worden

uitgesproken

Openbaarmaking sancties door Instituut

Mededeling sancties aan CFI

18

Page 19: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

19

VRAGENLIJST

Page 20: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Vragenlijst

20

Page 21: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

I.1.Heeft uw kantoor een klantenacceptatiebeleid met betrekking tot de preventieve antiwitwaswetgeving?

Sleutelelement : heeft uw kantoor een klantenacceptatiebeleid ?

HOE? : uitgewerkt in model interne procedures omtrent:

identificatie & verificatie

PEP’S die in het buitenland verblijven

bewaring van documenten

risicoanalyse

atypische verrichtingen

actualisatie identiteitsgegevens 21

Page 22: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Vragenlijst

22

Page 23: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

II.Identificatie en verificatie van de cliënten, lasthebbers en hun uiteindelijke begunstigden

Impliceert

SYSTEMATISCHE OPVRAGING VAN DE IDENTITEITSGEGEVENS VAN: CLIENT : NP/RP LASTHEBBER : NP/RP

personen die optreden in naam/voor rekening van cliënt UBO : is altijd fysieke persoon

controleert cliënt [Wetboek vennootschappen] = of > 25% aandelen/vermogen bezitten/controleren

persoon ten voordele van wie de zakelijke relatie wordt aangegaan

23

Page 24: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

II.Identificatie en verificatie van de cliënten, lasthebbers en hun uiteindelijke begunstigden IDENTIFICATIE

resultaatsverbintenis=altijd verplicht (cliënt, lasthebber, UBO)

geen identificatie = geen zakelijke relatie aanknopen

VERIFICATIE

cliënt/lasthebber = resultaatsverbintenisgeen verificatie = geen zakelijke relatie aanknopen

uiteindelijke begunstigde = inspanningsverbintenis: verificatie

in functie van risicogevoeligheid Art. 7 en 8 AWW Art. 4.1. Omzendbrief

24

Page 25: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

II.Identificatie en verificatie van de cliënten, lasthebbers en hun uiteindelijke begunstigden CLIËNTEN & LASTHEBBERS

NP : naam, voornaam, geboorteplaats- & datum [In de mate van het mogelijke ook het adres]

RP : benaming, zetel, bestuurders, vertegenwoordigingsbevoegdheid NP & RP : voorwerp aard zakelijke relatie

NP face to face : E-ID /paspoort op afstand : E-ID / certificaat klasse 3 andere bewijskrachtige stukken : indien geen risico

RP statuten : coördinatie publicatie benoeming B.S. /NBB

Door wie ? beroepsbeoefenaar of derde zaakaanbrengerArt. 7 en 8 AWW Art. 3,6, 7, 12-16 Reglement , art. 4.2, 4.3. en 4.7 Omzendbrief

25

Page 26: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

II.Identificatie en verificatie van de cliënten, lasthebbers en hun uiteindelijke begunstigden

UITEINDELIJKE BEGUNSTIGDEN (UBO’s) WAT ?

verplicht : Naam + voornaam indien mogelijk : geboorteplaats-&datum, adres

Door wie ? informatie afkomstig van cliënt !

“verklaring uiteindelijke begunstigde” cliënt NV : art 515bis W. Venn :meldingsplicht van de

aandeelhouders aan de vennootschap indien > 25% aandelen Taak beroepsbeoefenaar : verificatie van deze informatie :

geloofwaardigheid : bv Companyweb / jaarrekeningen

Art. 8 AWW, art. 13-16 Norm, 4.3 Omzendbrief

26

Page 27: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Identificatie en verificatie van de cliënten, lasthebbers en hun uiteindelijke begunstigden Wanneer ?

Altijd vóór aanvang zakelijke relatie : contract: al dan niet schriftelijk (opdrachtbrief) ter uitvoering waarvan gedurende een bepaalde of onbepaalde

termijn verschillende opeenvolgende prestaties en/of verrichtingen uitgevoerd worden.

Altijd vóór occasionele verrichting = of > 10.000 € Altijd bij vermoeden van witwassen Altijd bij twijfel juistheid eerder verkregen identificatiegegevens Actualiseren in functie van risico

Art. 7 §1 AWW, art. 3-5 Norm, 4.2.2. Omzendbrief

27

Page 28: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

II.Identificatie en verificatie van de cliënten, lasthebbers en hun uiteindelijke begunstigde

zakenrelatie kan soms starten voordat klantenonderzoek

Uitzondering:volledig is afgerond

Optie moet voorzien worden in interne procedureregels !!

Onmiddellijke start is noodzakelijk & bovendien

Enkel voor klant met laag witwasrisico

Verificatie zo snel mogelijk

Intussen verhoogde waakzaamheid

Art. 3 Norm, art. 4.2 omzendbrief

28

Page 29: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Vereenvoudigd klantenonderzoek

Vrijstelling verplichtingen : voorzien door wetgever

1.Kredietinstelling of fin. instelling in België of EU of Noorwegen, Liechtenstein of IJsland

2.Vennootschap die genoteerd is op een beurs in België of EU of Noorwegen, Liechtenstein

of IJsland (EER)

3.Uiteindelijke begunstigde van een gezamenlijke rekening van notarissen en andere

onafhankelijke juridische beroepsbeoefenaars

4.Belgische publieke overheidsinstantie : federaal, regionaal … maar ook B-Post, de

beroepsinstituten …

Vaststelling dat aan voorwaarden voldaan is volstaat:geen verificatie vereist

MAAR! :niet wanneer vermoeden van witwassen/twijfels:gewone regels toepassen

Art. 11 AWW, art. 4.4 Omzendbrief 29

Page 30: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Verscherpt klantenonderzoek

Verhoogde waakzaamheid : opgelegd door wetgever

1. Bij identificatie op afstand : o.a. bijkomende controle

identiteitsgegevens : bv latere face to face identificatie

2. Politiek Prominente Personen (PEP)

personen (+ directe familieleden) die in het buitenland verblijven

prominente publieke functie zoals : staatshoofden, ministers,

leden van de hoogste rechtbanken, ambassadeurs …

herkomst vermogen gebruikt in zakelijke relatie – voortdurende

verscherpte aandacht

Art. 12 AWW, art. 24 Norm, art. 4.5 Omzendbrief 30

Page 31: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Vragenlijst

31

Page 32: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

III.1. Heeft uw kantoor gedurende de afgelopen 2 jaren een beroep gedaan op een derde zaakbrenger ?

Algemeen : identificatie/verificatie door beroepsbeoefenaar

Maar er is een afwijking : aanbreng cliënt door derde zaakaanbrenger

Wie is zo’n “derde zaakaanbrenger”? bank notaris – advocaat economische beroepsbeoefenaar

Beroepsbeoefenaar blijft wel altijd verantwoordelijk desgevallend zelf ook verifiëren !

Art. 7 §1, 8 tot 10 AWW, art. 3,6,7 en 18 NORM et art. 4.2,4.3 en 4.7 omzendbrief

32

Page 33: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Vragenlijst

33

Page 34: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

IV. Identificatie Politiek Prominente Personen

Heeft uw kantoor in het afgelopen jaar

“politiek prominente personen” die in het

buitenland gedomicilieerd zijn als cliënt

gehad? Art. 12 AWW, art. 24 Norm, art. 4.5 Omzendbrief

34

Page 35: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Risicogeoriënteerde aanpak

RODE DRAAD BIJ DE TOEPASSING VAN DE

ANTIWITWASWETGEVING

Cliënten onderverdelen in functie van risico = risicoanalyse (zie Punt

5.2 van omzendbrief)

Geografisch de cliënt dienstverleningGeografisch de cliënt dienstverlening

Wanneer: bij de aanvang, bij bepaalde gebeurtenissen, actualisatie

pt 5.2 van de circulaire en hoofdstuk 8 handleiding interne procedure

35

Page 36: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Risicogeoriënteerde aanpak

Geografisch risico : cliënt afkomstig uit landen of regio’s onderworpen aan sancties : lijst op www.ctif-cfi.be

Risico verbonden aan cliënt: o.a. onduidelijkheid eigendomsstructuur zeer frequente wijzigingen in de structuur nodeloze complexiteit wanverhouding tussen structuur en resultaat sector

Risico’s verbonden aan de dienstverlening ongebruikelijke transacties discrepantie tussen goederenstromen en geldstromen ….

36

Page 37: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Risicogeoriënteerde aanpak

OPVOLGEN VERRICHTINGEN– CRITERIA : zie model interne procedures (link naar zie punt

6.2.)– Opsporen atypische verrichtingen

» Economische grondslag» Legitimiteit » Interne schriftelijke verslaggeving !

NA MELDING CFI– Verhoogde waakzaamheid aanhouden

Art. 25 en 26 Reglement

37

Page 38: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Vragenlijst

38

Page 39: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

V.1 Worden in uw kantoor de onder vraag II bedoelde identificatiegegevens en -documenten bewaard en dit gedurende ten minste 5 jaar bewaard na het beëindigen van de zakelijke relatie ?

Ofwel : kopie = papier / digitaal identificatie-verificatie atypische verrichtingen interne verslagen – art 14 AWW

Ofwel: op basis van referentie = referentie bewaren i.p.v. kopie stukken direct beschikbaar & niet veranderlijk bv. : link naar B.S. via ondernemingsnummer te voorzien in interne procedure

MINSTENS 5 Jaar NA EINDE ZAKELIJKE RELATIEArt.13, 15, 38 AWW, art. 21 Norm, art. 6.4 Omzendbrief

39

Page 40: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Vragenlijst

40

Page 41: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

VI. Verantwoordelijke voor de toepassing van de Wet

wanneer aanstellen ? verplicht : 10 of meer beroepsbeoefenaars (ongeacht instituut) die

samenwerken in andere situaties : optioneel

van zodra binnen het kantoor minstens 10 beroepsbeoefenaars:

een activiteit uitoefenen; en/of

een participatie hebben; en/of

lid zijn van het bestuursorgaan,

het is mogelijk geen rekening te houden met de occasionele

samenwerkingen;

art. 18 AWW, art. 28 Norm, art. 6.3 Omzendbrief 41

Page 42: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

VI. Verantwoordelijke voor de toepassing van de Wet

Wie ? : moet aan antiwitwaswetgeving onderworpen economische beroepsbeoefenaar zijn

taken interne procedures (klantenonderzoek, acceptatiebeleid,

risicoanalyse …) opleiding personeel communicatie met CFI /Instituut … inzake de toepassing van de AWW in het kantoor voorstellen

formuleren aan kantoorleiding verslagen (interne verslagen, jaarverslagen ) maken

Art. 18 AWW, art. 28 Reglement, pt 6.3 omzendbrief

42

Page 43: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Vragenlijst

43

Page 44: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

VII. Opleiding en sensibiliseringSELECTIE & OPLEIDING PERSONEEL

selectie: betrouwbaarheid

opleiding en sensibilisering gericht op :

kennis te verwerven en kritische reflex te ontwikkelen om atypische

verrichtingen of feiten vast te stellen;

de nodige kennis van de procedures te verwerven om op passende wijze te

reageren wanneer zij met dergelijke verrichtingen of feiten worden

geconfronteerd

door wie ?

de beroepsbeoefenaar, tenzij

verantwoordelijke voor toepassing van de wet werd aangesteld

Art. 17 AWW, art. 29 Norm, art. 6.5 Omzendbrief 44

Page 45: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

KANTOORORGANISATIE

45

Page 46: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

KANTOORORGANISATIE

Elk kantoor moet interne procedures/organisatie uitschrijven:

zie model handleiding interne procedures

o.m. procedures klantenonderzoek uitwerken

Bij een nieuwe cliënt = acceptatiebeleid

Tijdens de zakelijke relatie = opvolgingsbeleid

Art.12 & art.14 AWW; Hoofdstuk 8 Reglement; 6.1-6.2 Omzendbrief

46

Page 47: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Kantoororganisatie Huidig document is bestemd om de kantoren van beroepsbeoefenaars1 bij te staan bij het opstellen en het inwerkingstellen van passende interne controleprocedures, zoals opgelegd enerzijds door artikel 16 van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (hierna de AWW), zoals gewijzigd door de Wet van 18 januari 2010 en anderzijds door de norm goedgekeurd door de Raad van 10 januari 2011 en 7 februari 2011. Dit voorbeeld van handleiding voor het opstellen van interne controleprocedures heeft geen verplicht of normatief karakter. Het komt de kantoren toe zich hierop in voorkomend geval te inspireren in functie van hun noden en/of van hun eigen bestaande controleprocedures en/of –maatregelen of met deze die ze wensen toe te passen. Het document kan op zich worden gebruikt, maar wij raden aan om het (in voorkomend geval) te integreren in de eigen bestaande documenten inzake procedures en/of kwaliteitsbeheersing.Huidig document vervangt de antiwitwasnorm of de -omzendbrief niet, doch strekt ertoe de beroepsbeoefenaars en hun medewerkers toe te laten de antiwitwasnorm beter te begrijpen en in werking te stellen, op een wijze die aangepast is aan de eigen structuur en omvang van het kantoor. Aanpassingen, weglatingen en toevoegingen kunnen worden aangebracht in functie van de omvang, de activiteit van het kantoor en de aard van het cliënteel. Daarbij zullen de kantoren in alle omstandigheden rekening houden met:

- de deontologische regels van het beroep; - de antiwitwaswetgeving (Wet 11 januari 1993 zoals van kracht op 1 januari 2012 – hierna AWW

genoemd), het reglement (= norm); - de omzendbrief van het IAB inzake de preventieve antiwitwaswetgeving; - de handleiding kwaliteitstoetsing. 47

Page 48: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Tijdslijn

1 november 2012 : vragenlijst op de website (in pdf)

1 januari 2013 : openstelling van de vragenlijst, januari tot 31 maart 2013 (tot 30 juni 2013 voor leden BIBF)

Vanaf april 2013 : analyse van de antwoorden, opstellen statistieken ten behoeve van verslaggeving aan de CFI/opstart procedures bij gebrek aan beantwoording van de vragenlijst

Einde 2013 : mededeling van de informatie aan CFI/ CFI brengt verslag uit aan de FAG in het kader van de 4 e evaluatie van het Belgische stelsel in de strijd tegen witwassen.

Mei 2014 : 4e evaluatie van België door de FAG

48

Page 49: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Tot slot: sleutelelement = de meldingsplicht Art 7-8 Wet

Onmogelijkheid identificatie kan vermoeden van witwassen zijn Art 26 Wet : feiten vaststellen waarvan men weet of vermoedt

WITWASSEN VAN GELD Witwassen of gebruik maken van Ernstige misdaadvormen

Limitatieve lijst in art. 5 AWW < Strafwetboek FINANCIERING VAN TERRORISME

Daders /organisaties Daden

49

Page 50: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

de meldingsplicht

Vaststelling / poging tot Minste vermoeden volstaat

Zekerheid is niet vereist – beoordeling door CFI Onmiddellijk

Individuele verplichting Geen vrijstelling indien reeds melding door een andere

meldingsplichtige

Melding door beroepsbeoefenaar / verantwoordelijke voor toepassing wet !Niet door personeelslid !

50

Page 51: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

de meldingsplicht

Verbod op tipping-off : melden aan CFI doch niet aan de cliënt/derden

Uitzonderingen mededeling aan controleorgaan zoals BIBF/IAB/IBR repressieve doeleinden

echter melding aan CFI kan niet worden ingeroepen om medewerking aan gerechtelijk onderzoek te weigeren

tussen meldingsplichtigen in eenzelfde entiteit of betreffende eenzelfde cliënt/verrichting

51

Page 52: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

de meldingsplicht Afwijking meldingsplicht : bepalen van rechtspositie, Toelichtingsnota CFI : 2010De externe accountants, de externe belastingconsulenten, de erkende

boekhouders(-fiscalisten), delen die informatie echter niet mee aan de CFI wanneer zij deze, binnen het kader van hun beroepsuitoefening, van één van hun cliënten ontvangen of over één van hun cliënten verkrijgen bij het bepalen van de rechtspositie van hun cliënt, tenzij

- zij zelf deelnemen aan de witwasactiviteiten of de activiteiten voor financiering van terrorisme,

- zij het juridisch advies voor witwasdoeleinden of voor financiering van terrorisme verstrekken,

- of zij weten dat hun cliënt juridisch advies wenst voor deze doeleinden.

52

Page 53: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

de meldingsplicht Afwijking meldingsplicht : bepalen van rechtspositie, Toelichtingsnota CFI : 2010

Naar aanleiding van het Arrest nr. 10, van 23 januari 2008, van het Grondwettelijk Hof, heeft de wetgever beslist dat naast de advocaten, ook de notarissen, de bedrijfsrevisoren, de externe accountants, de externe belastingconsulenten, de erkende boekhouders en de erkende boekhouders-fiscalisten, eveneens genieten van de vrijstelling om informatie te melden aan de CFI wanneer zij juridisch advies verschaffen, binnen het kader van hun beroepsuitoefening.

Het Grondwettelijk Hof definieert in voormeld arrest het verstrekken van juridisch advies, als het “informeren van de cliënt over de staat van de wetgeving die van toepassing is op zijn persoonlijke situatie of op de verrichting die hij overweegt, of hem te adviseren over de wijze waarop die verrichting binnen het wettelijk kader kan worden uitgevoerd”.

53

Page 54: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

de meldingsplicht

RISICOLANDEN- & GEBIEDEN

Bijzondere meldingsplicht

Verrichting, feiten

Let op: in afwachting van KB : enkel verhoogde

waakzaamheid vereist

Lijst wordt regelmatig bijgewerkt

www.ctif-cfi.be en www van de instituten

54

Page 55: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

de meldingsplicht Ernstige en georganiseerde fiscale fraude ?

Het ernstig karakter van de fraude slaat op “de aanmaak en of het gebruik van valse

stukken, het omvangrijke bedrag van de verrichting en het abnormaal karakter van

dit bedrag gelet op de activiteiten of het eigen vermogen van de cliënt”.

Het georganiseerd karakter van de fraude vereist het “gebruik van een constructie

die opeenvolgende verrichtingen voorziet en/of de tussenkomst van een of

meerdere tussenpersonen, waarin hetzij complexe mechanismen worden gebruikt,

hetzij procedés van internationale omvang (ook al worden ze gebruikt op nationaal

niveau).

De complexe mechanismen blijken uit het gebruik van simulatie- of

verbergingsmechanismen die onder andere een beroep doen op

vennootschapsstructuren of juridische constructies.”55

Page 56: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

de meldingsplicht

KB INDICATOREN

Bijkomend hulpmiddel

Geen automatische melding bij vaststelling

zie pt. 5.4 van de toelichtingsnota’s van 8 maart

2010

56

Page 57: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

De meldingsplicht

Verbod op tipping-off : melden aan CFI doch niet aan de cliënt/derdenUitzonderingen

Mededeling aan controleorgaan zoals BIBF/IAB/IBR Repressieve doeleinden

Melding CFI kan niet worden ingeroepen om medewerking aan gerechtelijk onderzoek te weigeren

Tussen meldingsplichtigenIn eenzelfde entiteit ofBetreffende eenzelfde cliënt/verrichting

57

Page 58: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

De meldingsplicht

Immuniteit : melding te goeder trouw = nooit

aansprakelijk (burgerrechtelijk, strafrechtelijk of

tuchtrechtelijk)

Anonimiteit : beroepsgeheim in hoofde van CFI : geen

informatie meedelen over melders

Noch aan parket, noch aan rechtbank

Art. 30,32 en 36 AWW

58

Page 59: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

In de praktijk BRON : “Nationale antwoorden op de verplichtingen van de FAG:

Witwastypologieën in België”, J.-C. Delepierre (voorzitter CFI). Belgisch-

Luxemburgse studiedag IBR. BE- IRE-LU (18 november 2011)

IN DE PRATIJKBeoefenaars van cijferberoepen beschikken over gegevens van hun cliënten of

verzamelen deze gegevens bij het uitoefen van hun beroepsactiviteit (boekhouding,

controle van rekeningen, belastingconsulenten) die erop kunnen wijzen dat een

cliënt een illegale activiteit uitvoert en geld witwast.

59

Page 60: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

In de praktijk

Voortdurende waakzaamheid, risicogeoriënteerde aanpakCasus 1

Geld uit drughandel wordt in het bedrijfskapitaal ingebrachtEen accountant stelt in de boekhouding van een vennootschap vast dat de

zaakvoerder kapitaal inbrengt en meldt dit aan de CFI.Er was geen verklaring voor deze inbreng. De boekhouder twijfelde aan de

herkomst van het geld dat de zaakvoerder inbracht.De zaakvoerder voegde dit geld vervolgens toe aan het bedrijfskapitaal met

een kapitaalsverhoging.Onderzoek van de CFIDe zaakvoerder was gekend voor drughandel.Het inbrengen van geld in bedrijfskapitaal vindt plaats in het derde

witwasstadium (investering).

60

Page 61: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

In de praktijk Casus 2 Vereffening van een vennootschap kort na de oprichtingEen buitenlander richtte in België een vennootschap op die enkele maanden later werd vereffend. Deze buitenlander deed een beroep op een revisorenvennootschap om het vereffeningsverslag op te stellen.Bij de vereffening had de vennootschap een schuldvordering op een buitenlandse leverancier. De vennootschap zou een voorschot betaald hebben maar de goederen nooit hebben ontvangen.De vennootschap verkocht deze schuldvordering door aan een andere buitenlandse vennootschap voor een veel lager bedrag waardoor in de boekhouding een uitzonderlijk verlies opgetekend werd voor het verschil.De zaakvoerder haalde op die manier de vennootschap leeg en deed zo de opbrengst teniet die in enkele maanden tijd werd opgebouwd.

61

Page 62: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

In de praktijk

Casus 2 Onderzoek van de CFI

De vennootschap werd door de belastingdienst gecontroleerd en verdacht van (btw-)fraude. Ze zou een schakel vormen in een frauduleus netwerk.Op korte tijd werd een grote omzet behaald (vele binnenkomende en uitgaande financiële verrichtingen op de rekening), vlak voor de vereffening viel dit stil.Zulke verrichtingen zijn kenmerkend voor dit soort van fraude.

Op basis van de vermoedens van de revisoren onderzocht de CFI de rekeningen van de vennootschap en stelden ze de verrichtingen samen die verband hielden met btw-fraude en witwassen.Met de boeking die de zaakvoerder uitvoerde bij de vereffening van de vennootschap (voorschot aan een buitenlandse leverancier voor goederen die niet geleverd werden, verkoop van de schuldvordering met waardevermindering) kon de opbrengst van deze fraude worden witgewassen

62

Page 63: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

In de praktijk Casus 3 Splitsing van vennootschappen – Ondoorzichtige constructie – offshorecentra

Een beleggingsonderneming in een offshorecentrum verplaatste de maatschappelijke zetel naar België en werd omgevormd tot een NV naar Belgisch recht.Kort erna werd deze vennootschap ontbonden en verschillende nieuwe vennootschappen opgericht die de activiteiten van de eerste vennootschap overnamen.De tussenkomt van een accountant was vereist.De rekening van de eerste vennootschap werd gecrediteerd door overschrijvingen van buitenlandse vennootschappen.Het geld werd vervolgens overgeschreven naar de vennootschappen die onlangs werden opgericht.Ook de nieuwe vennootschappen ontvingen geld van buitenlandse vennootschappen.Een deel werd op termijn belegd, een ander deel werd naar het buitenland overgeschreven naar de voormalige aandeelhouders van de eerste vennootschap (beleggingsonderneming

63

Page 64: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

In de praktijk CASUS 3 Onderzoek van de CFI

De bestuurders van de beleggingsonderneming kwamen reeds voor in een dossier dat de CFI doormeldde omwille van ernstig en georganiseerde fiscale fraude.Deze werkwijzen zijn kenmerkend voor het witwassen van geld voortkomend uit ernstige en georganiseerde fiscale fraude en verhogen de ondoorzichtigheid van een financiële constructie:

Een buitenlandse vennootschap (offshore) wordt omgevormd tot een vennootschap naar Belgisch rechtDe vennootschap naar Belgisch recht wordt in verschillende andere vennootschappen opgesplitst.Het geld dat een eerste vennootschap ontvangt wordt verdeeld onder de nieuwe vennootschappenOmvang van de verrichtingenInternationaal karakter van de verrichtingenRekeningen in België worden als doorsluisrekening gebruikt. Er worden juridische constructies in offshorecentra gebruikt.Er wordt (zonder hun medeweten om) een beroep gedaan op juridische adviseurs en belastingconsulenten.Er is geen economische verantwoording voor deze verrichtingen.

64

Page 65: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

betalingen in contanten

Programmawet I 29-03-2012

Art. 20 verkoop onroerend goed : ten hoogste 10 % en maximaal 5.000 € . Na

01/01/14 : 0 €

Art. 21 voor de beroepsbeoefenaars is de wijziging van artikel 21 AWW van

praktisch belang en dit om 2 redenen:

verlaging drempel verbod op kasbetalingen naar ten hoogste 10 % van de prijs

en maximaal 5.000 € (vanaf 2014 3.000 €) EN de uitbreiding van het

toepassingsgebied van dit verbod naar dienstverleners (en dus niet meer

alleen handelaars).

administratieve boeten, art. 41 AWW: 250 tot 225 000 euro, met max. 10 % van

de ten onrechte in contanten betaalde sommen.

kennisgevingsplicht aan CFI: nog geen KB65

Page 66: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

Succes ermee !

BEDANKT VOOR UW AANDACHT !

VRAGEN ?

66

Page 67: ANTIWITWASWETGEVING  De vragenlijst van A tot Z

67