“Vandaag ga ik naar het park om kersttakjes te zoeken.”

“Daar kan ik dan een mooi kerst stukje van maken.Oej! mijn zakje!”

“Waar zal ik heen gaan?”

“Mooi plekje.”

“Rode besjes! Die komen goed van pas.”

“Dit pad zal wel modderig zijn. Gelukkig heb ik mijn goede schoenen aan.”

“Wat aardig dat ze deze stapstenen hebben neergelegd.”

“Hallo meneer Paard!”

“Dat is niet de bedoeling!”

“Even lekker uitrusten met een Liga Milk Break.”

“Dennenappels!”

“Dit zijn mooie kerst takken.”

“Zo. Mijn hele zak zit vol. Als ik nu terug ga ben ik precies op tijd om mee te helpen de buurt kerstborrel te

versieren”

“Hey! Dit zijn nog veel mooiere kersttakken!.”

“Ha jongens! Hier ben ik met de kersttakken.”

“Nou. Jullie hebben wel uitgepakt zeg!”

“Hoe is het hier met de voorbereidingen?”

“Even opwarmen voordat ik weer aan loop.”

“Gelukkig heb ik nog een paar takken over om een mooi kerststukje van te maken.”

“Pompiedompiedom.”

“Er moet nog iets bij. Ha. dit engeltje kan ik er mooi in prikken.”

“Zo. En dan nu snel omkleden zodat ik op tijd bij de buren ben.”

“Het is zo vreselijk om te horen dat er zo veel mensen alleen zijn tijdens de kerst!”

“Ik gelukkig niet.”

“HAHAHA.”

“Wat dat betreft ben ik echt een mensenmens.”