Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren...

16
10 E JAARGANG NUMMER 4 OKTOBER 2008 Op weg naar een Nederlandse ontwerprichtlijn voor paalmatrassen 2 Beleidsplan NGO Promovendi op het gebied van geokunststoffen Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarna Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarna

Transcript of Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren...

Page 1: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

10 E J A A R G A N GN U M M E R 4O K T O B E R 2 0 0 8

Op weg naar een Nederlandse ontwerprichtlijn voor paalmatrassen 2

Beleidsplan NGO

Promovendi op het gebied van geokunststoffen

Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarna

Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarna

Page 2: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

Subsponsors

Colbond BVPostbus 96006800 TC ArnhemTel. 026 - 366 4600Fax 026 - 366 5812E-mail [email protected]

Ten Cate Geosynthetics Netherlands BVPostbus 2367600 AE AlmeloTel. 0546 - 54 48 11Fax 0546 - 54 44 90www.tencate.com

NAUE BeneluxGewerbestrasse 232339 Espelkamp-FiestelDuitslandTel. +49 5743 41-0Fax +49 5743 41-240E-mail [email protected]

De collectieve leden van de NGO zijn:

1. Bonar Technical Fabrics NV, Zele2. Bouwdienst Rijkswaterstaat, Utrecht3. Colbond BV, Arnhem4. CUR, Stichting, Gouda5. Enviro Advice BV, Nieuwegein6. Fugro Ingenieursbureau BV,

Leidschendam7. Genap BV, ‘s-Heerenberg8. Deltares, Delft9. Geotechnics Holland BV, Amsterdam10. GeoTipptex Kft, Koudekerk a/d Rijn11. Geopex Product (Europe) BV,

Gouderak12. Holcim Grondstoffen BV,

Krimpen a/d IJssel13. Movares Nederland BV, Utrecht14. Intercodam Infra BV, Amsterdam15. InfraDelft BV, Delft16. Joosten Kunststoffen, Gendt17. Kem Products NV,

Heist op den Berg (B)18. Kiwa NV, Rijswijk19. Naue Benelux BV, Dongen20. Ooms Nederland Holding, Scharwoude21. Pelt & Hooykaas BV, Rotterdam22. Prosé Kunststoffen BV, Britsum

23. Quality Services BV, Bennekom24. Robusta BV, Genemuiden25. Rijkswaterstaat DWW, Delft26. Schmitz Foam Products BV,

Roermond27. Stybenex, Zaltbommel28. Ten Cate Geosynthetics

Netherlands BV, Almelo29. Tensar International BV,

Oostvoorne30. Terre Armee BV, Waddinxveen31. TNO Ind. Div. Prod Onderzoek,

Eindhoven32. T&F Handelsonderneming BV,

Oosteinde33. Trisoplast® Mineral Liners,

Kerkdriel34. Unidek BV, Gemert35. Van Oord Dredging and Marine

Contractors, Rotterdam36. Van Oord Nederland BV,

Gorinchem37. Voorbij Groep BV, Amsterdam38. Zinkcon Boskalis Baggermij.,

Papendrecht39. Ceco BV, Maastricht

70 GEOkunst – oktober 2008

Colbond biedt met de geogrids Enkagrid PRO, MAX en TRC een compleet pakket aan effectieve oplossingen voor grondwapening en stabilisatie voor o.a. steile taluds, (on-)verharde wegen, blokkenwanden, parkeerhavens, platforms, dijklichamen en funderingen.

Enkagrid PRO is als gecertificeerd polyester geogrid gebruikt in vele gewapende hellingen. Enkagrid TRC heeft zich bewezen als grondstabilisatie op zeer slappe onder-grond. Hierin hebben het aramide geogrid en het vlies zowel een wapenings- als een scheidingsfunctie. Enkagrid MAX biedt door de stijve knooppunten een goede haak-weerstand en een hogere verdichtingsgraad voor het granulaat in een wegfundering.

Ruim 30 jaar ervaring in onderzoek, ontwik-keling, productie en levering van producten voor grondwapening en stabilisatie maakt Colbond uw juiste partner voor ontwerp, levering en begeleiding.

Colbond bvPostbus 96006800 TC ArnhemTel.: 026 366 4600Fax: 026 366 [email protected]

Enkagrid®

Steil talud, Noorder Dierenpark Emmen,

gewapend met Enkagrid PRO

Enkagrid PRO, Enkagrid MAX en Enkagrid TRC Big Spotters’ Hill op de Floriade, gewapend met

Enkagrid PRO

Geokunst wordt mede mogelijk gemaakt door:

Page 3: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

GEOkunst – oktober 2008 71

Van de redactieBeste Geokunst lezers,De NGO bestaat dit jaar 25 jaar en viert dat met de leden op 7 en 8september in Edinburgh voor de opening van EuroGeo IV. De NGOis opgericht door een stel enthousiastelingen in 1983. De gedachtewerd geboren in november 1982 in Las Vegas tijdens de tweedeinternationale conferentie over geokunststoffen. De NGO is op 8 december 1983 formeel opgericht en is officieel de ‘Dutch Chapter’van de IGS (International Geosynthetics Society). Onder de enthousiastelingen in 1982 in Las Vegas, waren: Koos vanHarten, die de eerste voorzitter werd, Wim Kragten, de huidigesecretaris, Koos Mouw, onder Van Harten als vicevoorzitter en laterzelf voorzitter, Cor van den Berg, Henk Blanker, Ton Maagdenbergen Henk Dunnewind.

Vanaf het begin heeft de NGO gedraaid op enthousiaste vrijwilligers.In de beginperiode hebben pioniers zoals Koos Mouw, Gert denHoedt en Hans Dorr een voortrekkersrol gehad. Later, in de tweedebestuursperiode traden Hendrik Bijnsdorp, Hans van Marle enAndries Steerenberg toe. Hendrik zou later een enorme inzet leverenbij het opzetten van het blad Geokunst en heeft eigenhandig de eersteNGO website gebouwd. Andries is een record van drie periodes(12 jaar) secretaris geweest en Hans speelt nog steeds een actieverol bij het organiseren van bijeenkomsten. Internationaal heeft deNGO hoog aanzien. Wij hebben een eigen blad en website, zijn er alseerste IGS Chapter in geslaagd om een Master Class te organiseren,die in 2007 van start is gegaan bij de TU Delft en steken veel energiein het ondersteunen van innovatie en kennisoverdracht. Er zijn zeergoede contacten met de TU Delft en met een aantal HBO instellingen.De huidige NGO wordt voor een groot deel gedragen door de volgende20 personen:

BestuurArian de Bondt voorzitterWim Kragten secretarisMilan Dus̆kov penningmeesterMaarten Broens voorzitter commissie bijeenkomstenCor Zwanenburg voorzitter commissie Innovatie en KennisoverdrachtShaun O’Hagan voorzitter commissie PR en Geokunst

Bezetting van de commissiesBijeenkomsten Maarten Broens, Hans van Marle, Aard Bax, Tom LigtvoetInnovatie en Kennisoverdracht Cor Zwanenburg, Arian de Bondt, Ed Berendsen, Milan Dus̆kov, Theo Huybrechts, Fred Jonker, Jack Oostveen, Edwin Zengerink, Erik VastenburgPR en Geokunst Shaun O’Hagan, Adam Bezuijen, Julian van Dijk,Constant Brok, Milan Dus̆kov, Wim Kragten, Ronald de Niet enColette Sloots

Een dankwoordje aan deze personen lijkt mij hier op zijn plaats.Zonder deze mensen, zou de NGO niet zijn wat het nu is. Heelhartelijk dank dus voor jullie inzet en betrokkenheid. Wij zullen hier op proosten tijdens de viering in Edinburgh.

Nu over tot de orde van de dag: in dit jubileumnummer van Geokunsthebben wij het vervolg van het artikel over paalmatrassystemen vanSuzanne van Eekelen et al in de vorige uitgave. Deze keer het verbandtussen praktijk en theorie rondom het proefproject de Kyotoweg.Samen met Adam Bezuijen laat Suzanne de tekst door middel vanknappe illustraties en grafieken mooi tot leven komen. Je zou kunnen concluderen dat de Duitse EBGEO rekenmethode zo gek nog niet is en dat enige aanpassing van de British Standard op zijnplaats zou zijn. Verder hebben wij voor u een indruk van de proef-schriften van de, voor zover ik weet, enige twee Nederlandsepromovendi op geokunststoffen Arian de Bondt over asfaltwapeningen Milan Dus̆kov over EPS hardschuim. Dat deze proefschriften ook bestuursleden voor de NGO hebben opgeleverd is natuurlijk niet toevallig. In het derde artikel blikt NGO voorzitter Arian deBondt terug op het NGO beleidsplan 2003 – 2008: Welke doelen uithet beleidsplan zijn gehaald en welke niet en wat de toekomstvisievan de NGO is. Ten slotte is een aantal anekdotes en foto’s verzameldin een artikel over beginperiode en de jaren daarna.Mede namens de redactie wens ik u veel leesplezier met dezejubileumuitgave van Geokunst.

Shaun O’HaganEindredacteur Geokunst

Geokunst wordt uitgegeven door de Nederlandse Geotextiel-organisatie. Het is bedoeld voor beleidsmakers, opdrachtgevers,ontwerpers, aannemers en uitvoerders van werken in de grond-, weg- en waterbouw en de milieutechniek. Geokunst verschijnt vier maal per jaar en wordt op aanvraag toegezonden.

Een abonnement kan worden aangevraagd bij:Nederlandse Geotextielorganisatie (NGO)Postbus 7053, 3430 JB NieuwegeinTel. 030 - 605 6399 Fax 030 - 605 5249 www.ngo.nl

Tekstredactie C. Sloots

Eindredactie S. O’Hagan

Redactieraad C. Brok, A. Bezuijen, M. Dus̆kov, J. van Dijk, W. Kragten, R. de Niet

Productie Uitgeverij Educom BV, Rotterdam

Colofon

Page 4: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

Inleiding

In GeoKunst, nr 2, 2008, beschreef Jan Heemstraenkele voorlopers van paalmatrassytemen, beidebedoeld om stabiele weglichamen in slappebodemgebieden te maken. In de tijd waar JanHeemstra over schreef, rekende men niet echt tijdens het ontwerpproces van dit soort geavanceerde constructies. Tegenwoordig doenwe dat wel en daarom werkt een CUR werkgroepsamen met Delft Cluster aan het opstellen van een Nederlandse ontwerprichtlijn voor paalmatrassystemen.

In de vorige GeoKunst schreef een aantal ledenvan de CUR-werkgroep (Van Eekelen en Jansen,2008a) over een casestudie: met de drie model-len werd een parameterstudie uitgevoerd, en deresultaten werden vergeleken met numerieke(Plaxis)berekeningen. In deze publicatie worden de voorspellingen van

twee modellen, BS8006 en EBGEO, vergelekenmet twee jaar metingen aan de Kyotoweg.Bush-Jenner wordt buiten beschouwing gelaten,omdat dit model dat uitgaat van 3 of 4 lagengeotextiel niet van toepassing is op een con-structie als de Kyotoweg, omdat de Kyotowegmaar één laag wapening heeft.

Boogwerking, de basis voor het ontwerp van paalmatrassenDe basisgedachte van het ontwerp van eengewapend matras op palen is boogwerking.Boogwerking betekent dat belasting naar stijveelementen wordt 'getrokken'. Bij paalmatrassengaat de belasting in de aardebaan zijwaartsrechtstreeks naar de palen. Het gedeelte vande belasting dat niet rechtstreeks naar de palengaat rust op de wapening onderin het matras,en eventueel op de slappe ondergrond. De belas-ting op de ondergrond is bij een paalmatras-systeem veel lager dan bij een traditionelewegbaanconstructie. Bijna alle ontwerpmodellen voor paalmatras-systemen werken met drie rekenstappen:1 Splitsen van de totale belasting in twee of drie

delen, zie figuur 1.2 Deel B+C uit figuur 1 wordt verondersteld zich

te concentreren op de relatief smalle strokengeotextielwapening tussen de paaldeksels.Het resultaat is een lijnbelasting WT. Deze lijn-belasting kan gelijkmatig verdeeld zijn of drie-hoekig.

3 Uit de lijnbelasting WT wordt een trekspan-ning in de geotextielwapening berekend.

Deze publicatie richt zich op het vergelijken vande in veldmetingen gemeten waarden van A, Ben C en de resultaten van de ontwerpmodellenBS8006 en EBGEO. Deze modellen wordenbeschreven in de vorige paalmatrassenpublicatiein GeoKunst (Van Eekelen & Janssen, 2008a).

Beschrijving veldmetingen in de Kyotoweg In november 2005 is bij Giessenburg de Kyoto-weg gebouwd, een proefvak waarin sindsdienmetingen worden gedaan. De Kyotoweg is eenmatras van gemengd baggerspecie op houtenpalen, zie figuur 2. De matras bestaat uit eenmengsel van baggerspecie, cement en klei.Meestal worden paalmatrassen aangelegd meteen menggranulaat. Tabel 1 geeft de eigen-

Op weg naar een Nederlandse ontwerprichtlijn voor paalmatrassen 2

Vergelijking ontwerpmodellen met veldmetingen aan de Kyotoweg

Figuur 1 Rekenstap 1: Opsplitsen van de belasting in drie delen: deel A gaat rechtstreeks naar de palen, deel B gaat via de geotextiel wapening naar de palen, deel C wordt gedragen door de ondergrond. In BS8006 is C = 0. Deze figuur laat ook de locatie van de drukopnemers boven (TPC t1) en onder het geotextiel (TPC b1) zien.

Figuur 2 De Kyotoweg: matras van bagger-speciemengsel, gewapend met geogrid, op houten palen

72 GEOkunst – oktober 2008

ir. Suzanne van Eekelen Deltaresir. Adam Bezuijen Deltares

Page 5: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

schappen van het baggerspeciemengsel(Hegemann-mengsel). γ is het volume gewicht,W is het watergehalte, Kv is de verticale permea-biliteit, ϕ is de interne wrijvinghoek en coh isde cohesie. Omdat het vochtgehalte in de aarde-baan van de Kyotoweg varieert (er ligt geenafsluitende toplaag op), wordt gerekend meteen gemiddeld volume gewicht (γgemiddeld). De beddingsconstante van de slappe onder-grond is bepaald met laboratoriumproeven op monsters, en is k = 554 kN/m3.De drukken op de palen worden al twee jaargemeten. Hiervoor werden zowel boven alsonder de geotextiel wapening, precies boveneen aantal palen, een aantal drukopnemersaangebracht, zie figuur 1. In deze publicatievergelijken we deze drukken met voorspellingenvan BS8006 en EBGEO.

Basis voor de vergelijking tussen metingen en voorspellingenFiguur 1 laat zien dat TPC t1 belastingsdeel Ameet. TPC t2 en t3 staan niet in de figuur, maarzijn ieder op een andere paal, op dezelfde wijzeaangebracht bovenop de geotextiel wapening.Drukopnemer TPC b1 meet A + B. TPC b1 maakthet bovendien mogelijk C uit te rekenen: C =totale belasting - TPC b1.

Voorspellingen met BS8006 en EBGEO Tabel 2 laat vijf voorspellingen zien voor deKyotoweg: twee met EBGEO en drie metBS8006.

� De eerste EBGEO voorspelling rekent zonderondergrondondersteuning, zodat dezevoorspellingen goed te vergelijken zijn metde BS8006 voorspellingen.

� De tweede EBGEO voorspelling rekent welmet ondergrondondersteuning en sluit daar-mee aan op de metingen, die laten zien datde ondergrond na 2 jaar nog altijd substantieelmeedraagt.

� De eerste (oorspronkelijke versie van) BS8006voorspelling rekent met de spanningsverde-ling volgens de oorspronkelijke bedoeling vanBS8006. Voor deze benadering leidde Jones(1990) formules af voor de lijn-last WT. Hierbijging hij uit van Marston et al (1913) en een 2Dconfiguratie (muren in de grond in plaats vanpalen). Het gevolg van Jones' 2D benadering isdat er relatief hoge trekspanningen wordengevonden, zoals wordt uitgelegd in VanEekelen en Bezuijen (2008b).

Foto 1 Aanbrengen houten palen voor de Kyotoweg.

GEOkunst – oktober 2008 73

γnat γdroog γgemiddeld W Kv ϕ coh.kN/m3 kN/m3 kN/m3 % m/s o kPa

22.2 17.0 18.6 18.1 2.1 E-9 33.8 11.5

Tabel 1 Eigenschappen van het Hegemann baggerspeciemengsel.

Foto 2 Aanbrengen geogrids voor de Kyotoweg.

Page 6: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

74 GEOkunst – oktober 2008

� De tweede BS8006 voorspelling rekent met deinterpretatie die in veel literatuur terug is tevinden (bijvoorbeeld Love en Milligan (2003),Russel en Pierpoint (1997)). Deze auteursgingen er vanuit dat Jones een 3D benaderingzou hebben gebruikt voor het afleiden van deformules voor de lijnbelasting WT. Deze bena-dering leidt niet tot andere trekspanningen,maar wel tot een andere lastverdeling (tussenA, B en C) en andere in de literatuur veelgebruikte spanningsverdelingsfactoren E

(= A/totale belasting in kN/kN) of SRR (= (B+C)/totale belasting in kPa/kPa). En datzijn nou net de waarden waarmee veel auteursde verschillende modellen vergelijken.

� De derde BS8006 voorspelling geeft deresultaten van een aangepaste Britse norm(Van Eekelen en Bezuijen, 2008b). Dit is deenige van de drie BS8006 versies waarin hetverticale evenwicht altijd klopt, en waarineen volledige 3D benadering is opgenomen.

Vergelijking metingen en berekeningenFiguur 3 vergelijkt de gemeten en berekendebelasting (A) die rechtstreeks op de palen werkt.De belasting op de palen voor het geval er geenboogwerking zou zijn is: γ*H (+p) = (18.6 * 1.15 +p) = 21.39 + p kPa, waarbij de bovenbelasting p =0 kPa. De afstand tussen de horizontale lijn opdeze hoogte van 21.39 kPa en de metingen iseen maat voor de boogwerking.

De metingen laten zien dat het enige maanden

E B G E O B S 8 0 0 6

Parameter EBGEO zonder EBGEO met Oorspronkelijke BS8006 3D Aangepaste versiesteun van slappe steun van slappe versie van BS8006 interpretatie van van BS8006 ondergrond ondergrond 2D benadering lijnlast op wapenings- volledig 3D **

strip tussen palen *

Lastverdeling

Totale belasting (zou gelijk kN 34.50 34.50moeten zijn aan A+B+C) kPa 21.39 21.39

Belastingsdeel A, rechtstreeks kN 10.73 5.51op palen (kPa) kPa 151.8 77.9

Belastingsdeel B op kN 23.77 11.06 28.99 47.95 ***** 28.99geotextiel wapening (kPa) kPa 15.41 7.17 18.80 *** 31.09 **** 18.80

Belastingsdeel C, op ondergrond, kN 0 12.71 0 0 0bij k = 554 kN/m3 and EA kPa 0 8.24 0 0 0geotextiel = 1500 kN/m3

Lijn-last WT, veroorzaakt door kN/m' 11.88 23.88 14.44B+C, op strook geotextiel wapening tussen twee naast elkaar liggen paaldeksels.

Voorspelde trekspanning in geotextiel wapening

Trekspanning in kN/m' 60.71 28.25 88.27 61.97

geotextiel wapening

Rekenfactoren voor vergelijking met literatuurbronnen

E = belasting op paal A / – 0.31 0.16totale belasting (kN/kN)

1 - E = belasting op geotextiel – 0.69 0.84 1.39 ***** 0.84wapening / totale belasting (kN/kN)

Stress Reduction Ratio SRR – 0.72 0.88 1.45 ***** 0.88= (gemiddelde druk op geotextiel wapening B + op slappe ondergrond C) / totale belasting (kPa/ kPa)

Waarden die vet cursief zijn gedrukt, worden vergeleken met metingen.

* In overeenstemming met Love et al (2008) en Russel & Pierpoint (1997),

zoals wordt beschreven in Van Eekelen en Bezuijen 2008b.

** Gemodificeerd BS8006 (Van Eekelen en Bezuijen 2008b).

*** Berekend uit WT volgens BS8006 en een 2D relatie tussen WT en de

gemiddelde verticale belasting op de geotextiel wapening p'r: p'r = WT/s

waar s is de hart op hartafstand tussen de palen, zie Van Eekelen en Bezuijen 2008b.

**** Berekend uit WT volgens BS8006 en een 3D relatie tussen WT

en de gemiddelde verticale belasting op de geotextiel wapening

p'r: p'r = 2WT/(s+a), zie Van Eekelen en Bezuijen 2008b.

***** Geen vertical evenwicht, zie Van Eekelen en Bezuijen 2008b.

Tabel 2 Twee EBGEO- en drie BS8006-voorspellingen voor de Kyotoweg.

Page 7: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

GEOkunst – oktober 2008 75

heeft geduurd voordat de boogwerking goed totontwikkeling was gekomen. De boogwerkingwordt ontwikkeld door zettingen in en onder deaardebaan, en cementatie van het baggerspecie-mengsel. Bij het toepassen van menggranulaat inplaats van een baggerspeciemengsel wordt ookcementatie gevonden en kan de opbouw van deboogwerking op dezelfde manier wordenbeschouwd.

Vanaf juli 2006 zijn de metingen min of meerconstant. De schommelingen die overblijvenworden vooral veroorzaakt door het weer (vocht-gehalte in de aardebaan), zoals uitvoerig isbesproken in Van Eekelen en Bezuijen (2007).We zien dat EBGEO de rechtstreekse belastingA op de palen overschat. BS8006 benadert demetingen veel beter. Dit is echter niet zobelangrijk. Belastingsaandeel B is veel belang-rijker, daar die rechtstreeks de trekspanning inde geotextiel bepaalt. Voor het ontwerp vande palen wordt er meestal vanuit gegaan datde palen uiteindelijk alle belasting dragen,dus A + B + C.

Figuur 4 laat de gemiddelde verticale belastingvan de geotextiel wapening zien. De meetresul-taten-curve is bepaald door het gemiddelde vanTPC t1, t2 en t3 van LPT b1 af te trekken. De figuur laat zien dat de EBGEO voorspellinggoed overeenstemt met de metingen. Vooral alshet meedragen van de ondergrond mee wordtgenomen, benadert EBGEO de metingen zeer

Op weg naar een Nederlandse ontwerprichtlijn voor paalmatrassen 2

Figuur 3BelastingsdeelA (kPa) datrechtstreeksnaar de palengaat.

Figuur 4Gemiddeldeverticale belasting B(kPa) die via degeotextiel wapening naarde palen gaat.

Figuur 5Belastingsdeel C (kPa) dat viade geotextiel wapening naar de palen gaat.

Foto 3 Het storten van het baggerspecie-mengsel op de geogrids.

Page 8: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

goed. Dit is een belangrijke conclusie, omdatdeze waarde B de trekspanning in het geogridbepaalt. Merk op dat de 3D-interpretatie vanBS8006 een belasting op het geotextiel voor-spelt die hoger is dan de belasting die in het sys-teem aanwezig is! Figuur 5 laat zien dat de slappe ondergrond al

twee jaar meedraagt. De belasting van de slappeondergrond neemt niet af. BS8006 gaat er vanuitdat de ondergrond helemaal niet meedraagt, dusC=0. EBGEO doet het beter, maar voorspelt eenwat te lage belasting van de ondergrond. Pas alsde stijfheid van de ondergrond flink (factor 2 à 3)wordt opgehoogd, vindt EBGEO waarden dieovereenkomen met de metingen. We conclude-ren dat alle rekenmethoden uitgaan van eenlagere invloed van de ondergrond dan we tot nutoe in de Kyotoweg meten.

ConclusiesEBGEO benadert de metingen in de Kyotowegeen stuk beter dan BS8006. De metingen laten zien dat boogwerking zich ineen paar maanden tijd goed ontwikkelt en blijftbestaan. Het meedragen van de slappe ondergrond onderde Kyotoweg is significant en wordt al twee jaarlang niet minder.De Britse norm heeft diverse inconsistenties.Met aangepaste formules wordt BS8006consistenter, er wordt dan verticaal evenwichtgevonden, en de formules zijn volledig 3D.De resultaten worden beter, maar EBGEO blijftde metingen in de Kyotoweg beter benaderen.

Deze conclusies sluiten goed aan bij de conclu-sies van de paalmatraspublicatie in de vorigeGeoKunst (Van Eekelen en Jansen 2008a). Deze publicatie laat zien dat EBGEO consistenteresultaten geeft en vindt een goede overeen-stemming tussen eindige elementenberekeningenen EBGEO.

VervolgonderzoekEBGEO schrijft een minimale aardebaandiktevoor die voor Nederlandse omstandighedennogal hoog ligt, zeker in combinatie met grotehart-op-hart-afstanden zoals bij prefab beton-nen palen gebruikelijk. In Duitsland vormt dezeeis geen probleem omdat aardebanen daar door-gaans toch al dikker zijn. Vervolgonderzoek zalde geldigheid van de EBGEO-rekenregels voordunnere aardebaan moeten aantonen.

Met dank aanDelft Cluster, Deltares, werkgroepleden van de CUR-werkgroep ‘Ontwerprichtlijn paal-matrassystemen’ en CUR Bouw en Infra.

Referenties– British Standard, BS 8006 (1995) Code of practi-ce for strengthened/reinforced soils and other fills.BSi, including amendments March 1999.

– EBGEO: Entwurf der Empfehlung ‘BewehrteErdkörper auf punkt- oder linienförmigenTraggliedern’, juli 2004, Entwurf EBGEO Kapitel6.9. Deutsche Gesellschaft für Geotechnik e.V.

(DGGT). Fachsektion ‘Kunststoffe in derGeotechnik’ Arbeitskreis AK 5.2 ‘Berechnungund Dimensionierung von Erdkörpern mitBewehrungen aus Geokunststoffen’.

–Van Eekelen, S.J.M. en Bezuijen, A., 2007,Ook slappe ondergrond steunt aardebaan op palen, Land + Water, mei 2007, pp 36-37.

– Van Eekelen, Suzanne, Jansen, Hein, (m.m.v.Marijn Brugman, Martin de Kant, Jan van Dalen,Piet van Duijnen, Jeroen Dijkstra, TheoHuybregts, Constant Brok, Rudolf Andringa),(2008a) Op weg naar een Nederlandseontwerprichtlijn voor paalmatrassen 1. Verslag van een casestudie, GeoKunst nr. 3, 2008.

– Van Eekelen, Suzanne en Bezuijen, Adam,2008b, Considering the basic starting points of the design of piled embankments in the BritishStandard BS8006, wordt gepubliceerd in deproceedings van EuroGeo4, paper nummer 315,september 2008, Edinbourgh, Schotland.

– Van Eekelen, Suzanne, Bezuijen, Adam &Alexiew, Dimiter, 2008c, Piled Embankments inthe Netherlands, a Full-scale Test, Comparing 2years of measurements with design calculations,wordt gepubliceerd in de proceedings vanEuroGeo4, paper nummer 315, september 2008,Edinbourgh, Schotland.

– Jan Heemstra, 2008, Wat wij nu nog van KeverlingBuisman kunnen leren: De betekenis van klassiekematrassen in de wegenbouw voor de paalmatras vanvandaag, GeoKunst april 2008, nr 2, blz 54-57

– Jones, C.J.F.P., Lawson, C.R., Ayres, D.J. 1990,Geotextile reinforced piled embankments,Geotextiles, Geomembranes and Related Products,Den Hoedt (ed.) 1990 Balkema, Rotterdam, ISBN 90 6191 119 2, pp 155-160.

– Love, Jerry and Milligan, George 2003, Design methods for basally reinforced pile-supported embankments over soft ground,Ground Engineering, March 2003.

– Russell and Pierpoint 1997, An assessment ofdesign methods for piled embankments, Ground engineering, Nov. 1997, pp 39-44.

– Marston, Anderson, 1913, The theory of loadpipes ditches and tests of cement and clay draintile and sewer pipes Iowa Engineering Experimentstation Armes, Bull. 31, Iowa, 1913. �

76 GEOkunst – oktober 2008

Foto 3 Kyotoweg

Page 9: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

Doelstelling NGODe doelstelling van de NGO in 2003 was hetvergroten en verbreiden van de kennis over geo-kunststoffen en de verantwoorde toepassingervan. Dit is onveranderd gebleven en zal in denaaste toekomst ook zo zijn.

Kennis over geokunststoffen vergrotenHet vergroten van de kennis door de NGOgebeurt traditiegetrouw door de initiatie vanonderzoek in het vakgebied en door deelname(in welke vorm dan ook) aan onderzoek.Daarnaast zijn het volgen van internationaleontwikkelingen en de stimulering van normali-satie-activiteiten ook mogelijkheden tot kennis-vergroting. Deze werkzaamheden hebben in deafgelopen jaren plaatsgevonden via onder andereCUR, Delft-Cluster en NEN. Dit zal dan ookvoortgezet worden. Gezien de beleidswijzigingbij CROW is de relatie met deze toch ook belang-rijke organisatie helaas enigszins verwaterd. Ook wordt getracht om consortia van bedrijvenbij elkaar te brengen die gezamenlijk of onder-zoek doen of bijvoorbeeld een nieuw geokunst-stofproduct of applicatie ontwikkelen.

Met de oprichting van de commissie Innovatie &Kennisoverdracht is de NGO bezig om ook meerinnovatie bij de NGO-leden zelf te stimuleren;dit zowel op technisch vlak alsmede door het(laten) uitzoeken van subsidiemogelijkheden.Meer kennis is namelijk wenselijk, maar inno-vaties door de concrete toepassing van nieuwontwikkelde kennis is natuurlijk de hoofdzaak.Via diverse Hogescholen en de TU Delft wordtook gepoogd meer afstudeeronderwerpen (enafstudeerders) op het gebied van geokunststoffente verkrijgen. Op de langere termijn leidt dit danook weer tot fundamenteel onderzoek en pro-movendi bij de TU's. Op het gebied van innovatiemoet er wellicht ook meer lateraal gedachtworden; wat gebeurt er in andere sectoren?Biedt bijvoorbeeld Defensie meer kansen voorhet testen van prototypes dan de GWW-sector?

Kennis over geokunststoffen verbreidenDe kennisbehoefte verschilt per doelgroep.

Ontwerpers hebben behoefte aan neutrale,betrouwbare informatie over ontwerpmogelijk-heden met geokunststoffen. In de afgelopenperiode heeft de NGO dan ook een grootschaligeinventarisatie gepleegd omtrent de wereldwijdbeschikbare software. De resultaten zijn viawww.ngo.nl vrij beschikbaar. Verwerkers vangeokunststoffen zijn een moeilijk te bereikendoelgroep. Men is niet bereid om veel (reis)tijdte investeren in het volgen van workshops endergelijke. Hoe de uitvoerder en toezichthouderpraktische kennis bij te brengen is een uitdaging.Eerdere pogingen zijn niet succesvol gebleken.

Het onderwijs had en heeft grote aandacht. In de afgelopen periode zijn bijvoorbeeld demini-lectures gereedgekomen, een handig hulp-middel voor docenten. Ook wordt er geprobeerdde Hogescholen aan de dynamische geokunst-stoffenwereld te binden door middel van eenspeciaal lidmaatschap. Als hoogtepunt kangenoemd worden dat er samen met de TU Delfteen Masterclass Geosynthetics is opgezet. In de komende jaren zal dit verder uitgebouwdworden door hier een up-to-date boek aan tekoppelen en ook deelnemers uit het bedrijfs-leven de mogelijkheid te bieden de Masterclasste volgen.

Via lezingenmiddagen werden en worden actueleonderwerpen voor het voetlicht gebracht.Gezien de trend in de laatste jaren dat men inde branche minder tijd heeft of krijgt om naarbijeenkomsten te gaan en het feit dat er eenovermaat aan bijeenkomsten is, is dit aspect vanhet NGO-gebeuren tegenwoordig moeilijk reali-seerbaar. Er wordt dan ook meer samengewerktmet andere partijen in de sector (vaak pertoepassingsgebied) en bijvoorbeeld ook met deBelgische zusterorganisatie (de BGS). Succesvolwaren dan ook de lezingenmiddagen in Bredaen Zeebrugge de laatste jaren. Wellicht moet erook meer aandacht komen voor de vele innovatiesin het (voor Nederland grote) buitenland.

Een groot succes is al vele jaren het vakbladGeokunst (als katern in Geotechniek). Dit wordt

zeer gewaardeerd. De NGO doet er alles aan ompotentiële sponsors te overtuigen om Geokunstfinancieel te steunen. Helaas is de bereidheidvan de collectieve leden om zich aan het bladals sponsor te binden zodanig laag dat het voort-bestaan van Geokunst al enkele jaren kritiek is.Een lastige opgave voor de komende jaren isom Geokunst levend te houden. Dat kan nietzonder de steun van de leden. Wij zullen u inde komende jaren hierop blijven aanspreken.De website is met circa 30 hits per dag eengoed middel om kennis te verbreiden. Continuvernieuwen en periodiek verfrissen zal dan ookhier het beleid voor de komende jaren zijn.

De NGO als organisatieDe leden beslaan het brede veld van partijenin de branche (van onderzoeksinstituten, viaingenieursbureau's, aannemers tot opdracht-gevers, leveranciers en producenten). Het is deverwachting dat dit zo blijft. Door fusies, eenmeer Europese (in plaats van een nationale)oriëntatie of simpelweg korte-termijn beleid iser helaas wel een enkele producent weggevallenals lid. Daarnaast ontbreken toch wel deingenieursbureau's. Om hier een trendbreukin te bereiken en de zichtbaarheid te vergroten,profileert de NGO zich meer via bijvoorbeeldstands op beurzen en andere evenementen.Daarnaast hebben de verschillende commissiesbij tijd en wijle versterking nodig, aangezien hetwerk door een kleine club actievelingen wordtuitgevoerd. Onder andere ter versteviging vande onderlinge band en het genereren vannieuwe ideeën, wordt het 25-jarig bestaanvoor aanvang van het 4e EuroGeo-congres inEdinburgh gevierd.

Tot slotConcluderend kan gemeld worden dat dewereld van geosynthetica boeiend was, is enzeker zal blijven. Met name door de duurder enschaarser wordende natuurlijke hulpbronnen.Blijf dus de komende jaren de website:www.ngo.nl volgen! �

Dr.ir. A.H. de Bondt Voorzitter NGO

Bij het 20-jarig jubileum van de NGO in 2003 is in de Efteling het beleidsplan 2003-2008 officieel gepresenteerd. In het onderstaande wordt in grote lijnen ingegaan op de behaalde (en niet behaalde) resultaten en wordt een vooruitblik gegeven voor de komende jaren. Dit borduurt voort op een ledenbijeenkomst die in de zomer van 2005 is gehouden.

Beleidsplan NGO: terugblik op periode 2003-2008 en toekomstbeeld

GEOkunst – oktober 2008 77

Page 10: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

78 GEOkunst – oktober 2008

Dit promotieonderzoek werd uitgevoerd bij desectie Verkeersbouwkunde van de afdelingCiviele Techniek van de TU Delft en was gefi-nancierd door de Stichting Technische Weten-schappen (STW). De bijdrage vanuit de industriebetrof ondersteuning bij het bereiden vanproefstukken ten behoeve van laboratorium-onderzoek. Binnen het STW-project zat ookde ontwikkeling van het eindige elementen-methode-programma CAPA. Dit deel werdgetrokken door de sectie ToegepasteMechanica en is in nauwe samenwerking methet onderstaande werk gerealiseerd.

Samenvatting proefschriftReflectiescheurgroei in asfaltoverlagingen kan

worden veroorzaakt door verkeer, temperatuur-variaties (dagelijks of seizoensgebonden) en/ofongelijkmatige bewegingen van de ondergrond;de laatste kunnen neerwaarts (zettingen),opwaarts (vorstheffing) of horizontaal (krimpvan klei) gericht zijn. Tijdens het ontwerp vannieuwe verhardingsconstructies dient hetpotentiële risico van ‘reflectiescheurgroei’vanuit funderingslagen te worden meegeno-men, door te streven naar een optimaal patroonvan scheuren of voegen. Geringere afstandentussen scheuren en voegen houdt namelijk in,dat de bewegingen bij de plaateinden zullenafnemen (zowel verticaal als horizontaal); ech-ter de buigstijfheid van de totale constructie zalminder worden, met een grotere doorbuiging

bij een passerende aslast tot gevolg. Voor hetvertragen of tegenhouden van reflectiescheur-groei in asfaltoverlagingen, die aangebrachtzullen worden op bestaande verhardingscon-structies die in een gescheurde staat verkeren,kunnen naast geoptimaliseerde of gemodificeer-de asfaltmengsels, zogeheten ‘stress relieving’of ‘reinforcing systems’ worden gebruikt.

Een ‘stress-relieving system’ maakt het mogelijkdat onderliggende verhardingslagen kunnenbewegen, zonder dat grote trekspanningen inhet bovenliggende asfalt ontstaan. Een ‘stress-relieving system’ bestaat uit een dunne laagbitumen (dikte: enkele mm's), die een lageafschuifstijfheid dient te genereren bij de over-gang tussen overlaging en bestaand oppervlak.Toepassing van vliezen en doeken dient hier als‘container’ van bitumen in de uitvoeringsfase;opname van bitumen is hun taak.

Het plaatsen van een ‘reinforcing system’ in devorm van grids, netten of weefsels op de over-gang oud/nieuw betekent, dat aan de onderzij-de van de overlaging zelfs na het locaal bezwij-ken (scheuren) van het asfalt, trek overgebrachtkan worden. Mits er voldoende hechting tussenwapening en omliggend asfalt aanwezig is,is het mogelijk het scheurdoorgroeiproces inde overlaging te vertragen of zelfs te stoppen.De toepassing van de eindige elementen metho-de is de enige aanpak die geschikt is voor hetontwerp van asfaltoverlagingen op discontinueconstructies. Dit omdat het alleen op deze wijze

Foto 1 Overzicht van rond 1999 in de markt beschikbare asfaltwapeningsproducten

Promovendi op het gebied van geokunststoffenHet maatschappelijk nut van het proefschrift

van A.H. de Bondt:

Anti-Reflective CrackingDesign of (Reinforced) Asphaltic Overlays

Dr. ir. A.H. (Arian) de Bondt Ooms Nederland Holding/GroepDr.ir. M. (Milan) Dus̆kov InfraDelft bv.

Gezien het 25-jarig bestaan van de NGO ishet interessant na te gaan, wat er gedaanis met het werk van promovendi op hetgebied van geokunststoffen bij TechnischeUniversiteiten in de afgelopen jaren. Het betreft hier de ‘impact’ op het gebiedvan bijvoorbeeld kennisniveau en gebruik in de markt, internationaal aanzien voorNederland en natuurlijk niet te vergeten de persoonlijke ontwikkeling van de desbetreffende onderzoeker (promoverenheeft ook een educatief karakter!). Voor zover ons bekend telt Nederland twee promovendi op het gebied vangeokunststoffen. Beiden zijn bestuurs-leden van de NGO: Arian de Bondt (voorzitter) en Milan Dus̆kov (penning-meester). Een verslag van beide promovendi…

Page 11: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

mogelijk is scheuren en voegen, verschillendetypen belastingen, het doorgroeien van scheu-ren, slip tussen verhardingslagen en de effectenvan een wapening in de analyse te verdisconte-ren. Het correct modelleren van de rekstijfheidvan de wapening en de mate van aanhechting ishierbij van groot belang.In een eindige elementen analyse dienen ‘inter-face’ elementen ter karakterisering van deadhesie tussen de verschillende verharding-slagen. De ontwerpparameters die noodzake-lijkerwijs experimenteel bepaald dienen teworden, zijn de afschuifstijfheid en afschuif-sterkte van de “interface” en de bezwijkslip.De waarden hiervan zijn een functie van detextuur (ruwheid) van het oude oppervlak, demengselcomponenten van de overlaging en demechanische eigenschappen van het gebruiktebitumen. Uit laboratoriummetingen op kernengenomen uit wegen bleek dat de afschuifstijf-heid toeneemt bij een grotere afschuifsnelheiden een lagere temperatuur.

Voor het modelleren van de discontinuïteiten(scheuren en voegen) kunnen ook ‘interface’elementen worden gebruikt. Ter verkrijging vaninvoer voor deze elementen is een afschuif-opstelling voor scheuren ontworpen engebouwd, die geen buigend moment langs descheur levert; verder is het mogelijk represen-tatief bereide proefstukken in de vorm vanbalken te gebruiken.

Scheurvertandingsexperimenten op scheurengeprepareerd in grind- en dichtasfaltbeton-proefstukken bij een temperatuur van 20 °C,gaven aan dat de afschuifstijfheid en sterktehiervan toenemen met een grotere normaaldruken verplaatsingssnelheid; zonder druk kan geenschuifkracht worden overgebracht. Cyclischeproeven wezen uit dat de wijze van afnamevan de afschuifstijfheid sterk afhangt van debelastingsamplitude.

Om inzicht te verkrijgen in het effect van deaanwezigheid van wapening op de lastover-drachtsmogelijkheden van scheuren, zijn ookafschuifproeven verricht op gewapendescheuren. De proefstukken waren verkregenuit een speciaal aangelegde strook asfalt, welkemet gebruikelijk wegenbouwmaterieel gemaaktwas. Uit een serie van afschuifproeven opgewapende scheuren in dichtasfaltbeton kongeconcludeerd worden, dat dit type scheurendwarskracht kan overbrengen zonder externopgelegde normaaldruk. Dit is mogelijk, doordatgoed aangehechte wapening een normaalkrachtbij de scheur kan ontwikkelen, wat inhoudt dat

Foto3 Ontwikkelde 4punts-afschuif-opstelling met steundruk-mogelijkheden.

Foto 2 Oude reflectie-scheur in A6 Friesland.

Foto 4Beproeving van gewapend asfaltblok (zonder steundruk).

GEOkunst – oktober 2008 79

Page 12: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

wrijving langs de scheurvlakken optreedt. Uitmetingen op verschillende in de handel verkrijg-bare wapenings-systemen, bij een temperatuurvan 20 °C, bleek duidelijk, dat niet alleen derekstijfheid van de wapening een rol speelt,maar ook de weerstand tegen uittrekken.De wijze waarop de knopen tussen de ribben/strengen van een wapeningsproduct zijngefabriceerd, bepaalt of uittrekweerstand wordtgegenereerd via opsluiting van materiaal in demazen (grids) of via adhesie langs de strengen(weefsels).

Na een uitgebreid lastoverdrachtsmeetpro-gramma bij dwarsscheuren op de A50 (lateraangeduid met A6) kon vastgesteld wordendat met de huidige stand van de techniek, devalgewichtdeflectometer het meest geschiktegereedschap is om de in-situ afschuifstijfheidvan discontinuïteiten in verhardingen te bepa-len; dit omdat het de voor asfalt benodigdeverplaatsingssnelheden kan genereren en sim-pel is. Dit type metingen dienen wel op hetjuiste moment in het seizoen plaats te vinden.Uit eindige elementen analyses is gebleken datde bijdrage van een asfaltwapening toeneemtnaarmate de rekstijfheid ervan groter is en deverharding meer doorbuiging vertoont. In hetgeval van semi-stijve en stijve constructies dientvoornamelijk op thermisch geïnduceerdescheurdoorgroei te worden gedimensioneerd.De analyses gaven aan dat wapenings-systemenin deze laatste situatie zeer effectief kunnenzijn.

Historische ontwikkelingen qua gebruik van asfaltwapening in de Nederlandse marktRond 1970 waren er de eerste toepassingen vanasfaltwapening in Nederland. Er kwam zelfs eenwerkgroep van het toenmalige StudieCentrumWegenbouw (B7). De producten zijn niet door-gebroken, vanwege problemen bij de installatie(verwerking), een slechte hechting met hetomliggende asfalt, gebruik van te korteverankeringslengtes (Hollandse zuinigheid!)en het niet kunnen aantonen van het effectmet behulp van deflectiemetingen.Halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuwwas er wel een doorbraak van verschillendeproducttypen. Dit was voornamelijk mogelijkdoordat de verschillende producten inmiddelswaren verbeterd (andere fabrikanten) en erinmiddels weinig nieuwbouw van wegen meerwas, maar wel (achterstallig) onderhoud. Ookhadden wegbeheerders geen budget meer voor

altijd maar weer een dik asfaltpakket, maarwerd er gezocht naar alternatieven. Sinds begin

jaren negentig is wapening van asfalt een alge-meen geaccepteerde oplossing bij scheurpro-blemen in verhardingsconstructies. Ofschoonhet heel moeilijk is vanuit de circa 5 à 10 actieveleveranciers van geokunststoffen voor asfalt inNederland, een eenduidig beeld te verkrijgenmet betrekking tot het volume aan verwerkteproducten per jaar (gemiddeld over een aantaljaren bezien) worden informeel getallengenoemd tussen de 0,5 en 1,0 miljoen m2 perjaar. Ter oriëntatie: dit betekent 50 à 100 kmlengte weg met een breedte van 10 m.

Resultaten van het promotieonderzoek op de lange termijnAls concrete ‘deliverables’ van dit promotieon-derzoek kunnen genoemd worden:

� Kennis en inzicht in reflectiescheurgroei(basiselementen voor ontwerpsoftware);

� Antwoorden op de vraag: hoe werken ‘stress-relieving systems’ (‘glijlagen’)?;

� Duidelijkheid over waar asfaltwapening zijnwerkingsmechanisme aan ontleend;

� Stimulans voor de markt door presentatiesen publicaties;

� Creëren van uitdagingen voor marktpartijen(onder andere productontwikkeling);

� Inzicht in zinvolle functionele product- ensysteemeisen;

� Regelen en bijhouden (op de lange termijn)van proef- en observatievakken;

� Geokunststoffen in asfalt een plaats gevenbinnen de CEN-normen;

� Genereren van een COST348-rapportage(WG4) over de status met betrekking tot deontwerpmogelijkheden met deze materialen;

� In gang zetten van de trend om met dezematerialen echte (innovatieve en voegloze)constructies te verwezenlijken en niet meerte denken in een standaard gewapendeasfaltoverlaging;

� Opzetten (samen met België en Frankrijk) vaneen 4-jaarlijks RILEM-congres over deze mate-rie, inclusief elke 10 jaar een state-of-the-artrapport. Dit congres komt in 2012 weer naarNederland (Maastricht 1996 was de laatstekeer;

� Creëren van een goede exportpositie voorde Nederlandse (wegenbouw)aannemerij opdit vlak.

Tot slotConcluderend kan gemeld worden dat de inves-tering die Nederland BV ooit gedaan heeft ineen promotieonderzoek op het gebied vangeokunststoffen in asfalt er op de lange termijnbezien zeker uitgekomen is. Brainstorming overnieuw fundamenteel onderzoek aan de hand van(innovatieve) geokunststoftoepassingen metpotentie in de GWW-sector, is dus zeker nodig.De NGO zal hier een stuwende factor in moetenzijn, met andere woorden partijen met elkaarin contact brengen en ten bate van onderzoeks-financierende overheidsorganisaties de econo-mische potentie op de lange termijn in kaartbrengen. �

Dr. ir. A.H. (Arian) de Bondt is ManagerResearch & Development bij Ooms NederlandHolding/Groep. Meer informatie over het (com-pleet te downloaden) in mei 1999 afgerondewerk van de Bondt wordt verwezen naar dewebsite: www.ooms.nl/adebondt/adbproef.html.

80 GEOkunst – oktober 2008

Page 13: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

InleidingToepassing van geëxpandeerde polystyreen(geo)hardschuim-EPS als licht funderings- enophoogmateriaal leidt tot reductie van dezettingen die gepaard gaan met de aanleg vanwegconstructies in gebieden met slecht dragendegrond. De lage elasticiteitsmodulus van EPShardschuim beïnvloedt echter het gedrag van debovenliggende lagen van de wegconstructie. Invergelijking met overige funderingsmaterialenheeft EPS, naast een extreem laag soortelijkgewicht en een lage elasticiteitsmodulus, ookeen lage wateropname en lage warmtegelei-dingscoëfficiënt. Om te onderzoeken in welkemate toepassing van EPS van invloed is op hetstructurele gedrag van wegverhardingen is hetpromotieonderzoek 'EPS as a Light-WeightSub-base Material in Pavement Structures'uitgevoerd op het Laboratorium voor Weg- enSpoorwegbouwkunde van de TechnischeUniversiteit te Delft. Het onderzoek bestonduit materiaalonderzoek op EPS, in-situ metingenen numerieke analyses van het structureelgedrag van verhardingen met een EPS-laag.

Materiaalonderzoek, in-situ metingen en numerieke analyseDe uitgebreide beproeving van het EPS-hard-

schuim was gericht op de bepaling van de elasti-sche en permanente deformaties van EPS onderzowel cyclische als statische belasting, debepaling van de maximale wateropname envaststelling van de invloed welke wateropnameen blootstelling aan vries/dooi cycli hebben opde mechanische eigenschappen van EPS. Valgewicht-deflectiemetingen (op zowel asfalt-als betonsteenverhardingen) en asfaltrekmetingenzijn uitgevoerd voor evaluatie van de structureleconditie van verhardingen met een EPS laag.De asfaltverharding van de Matlingeweg teRotterdam was interessant voor onderzoekvanwege de aanwezige zware verkeerbelasting.De reden voor de reconstructie met EPS-hard-schuim in 1990 was de grote (ongelijkmatige)zettingen van de oorspronkelijke verhardings-constructie. Een paar weken na de reconstructiemoest een overlaag aangebracht worden vanwe-ge lokaal bezwijken van de asfaltverharding.Naast een drie jaar durende observatie vandeze verhardingsconstructie zijn op drie beton-steenverhardingen in een woonwijk met lageverkeers¬belastingen gedurende 2,5 jaarvalgewicht-deflectiemetingen uitgevoerd.

Wat numerieke analyses van het structureelgedrag van verhardingen met een EPS-laag

betreft zijn er drie verschillende analyses,gebaseerd op de eindige elementen methode,uitgevoerd. Ten eerste zijn eendimensionaleberekeningen van het temperatuurverloop inasfaltverhardingen uitgevoerd met het program-ma WEGTEM. Ten tweede zijn spannings-, rek-en deflectiewaarden in asfaltverhardingen uit-gerekend met het DIANA programma. In hetkader van deze axiaal-symmetrische analyse ishet spanningsafhankelijke materiaalgedrag inde ongebonden funderingslagen gesimuleerd. Ten slotte is de karakteristieke blokstructuur in de EPS laag geïmplementeerd in een drie-dimensionaal verhardingsmodel en berekendmet het CAPA-3D programma.

Nieuwe ontwerpprocedureHet ontbrekende deel in de ontwerpprocedurevoor lichtgewichtverhardingen met een EPS-laag was het criterium voor het EPS zelf. Er wasgeen toelaatbare negatieve rekwaarde doorverkeersbelasting vastgesteld. Op basis van deonderzoeksresultaten (uitgebreid materiaal-onderzoek inclusief cyclische uniaxiale proevenen kruipproeven) is geconcludeerd dat, zo langde elastische rek in de EPS-blokken ten gevolgevan cyclische (verkeers)belasting beperkt blijft,de optredende permanente deformatie in deEPS-laag is te verwaarlozen. Op basis daarvanwordt als ontwerpcriterium voor de EPS-laageen maximale elastische rek ten gevolge vanverkeersbelasting van 0,4% voorgeschreven.Op basis van de conclusies uit het onderzoek isde nieuwe ontwerpprocedure voor wegconstruc-tie met EPS blokken als lichtgewicht ophoog-materiaal ontwikkeld en gepubliceerd alsCROW publicatie 150 ‘De toepassingsrichtlijnvoor EPS in de wegenbouw’.

Dr.ir. M. (Milan) Dus̆kov is directeur/eigenaarvan het bureau InfraDelft bv. Meer informatie over het afgeronde werk van Dus̆kov op: www.infradelft.nl. �

Proefschrift van Milan Dus̆kov:

Onderzoek op EPS-hardschuim alslichtgewicht funderingsmateriaalin verhardingsconstructies

Promovendi op het gebied van geokunststoffen

Figuur 1 Driedimensionaal verhardingsmodel berekend met het CAPA-3D programma

Foto 1 Aanleg Zwijnskade 2001.

GEOkunst – oktober 2008 81

Page 14: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

De akte van oprichting is gepasseerd op 8 december 1983 te Rotterdam. Over hoe devorming van NGO tot stand kwam en over enkelehoogtepunten in de jaren erna, kunt u lezen inde anekdotes van twee oud bestuursleden,tevens ereleden voor het leven. Een oude rot in het vak, de huidige secretaris, doet er nog een klein schepje bovenop..

Koos Mouw - ex voorzitter en erelid:‘In 1977 is een eerste initiatief genomen door deFransen door in Parijs een eerste internationaalcongres over geokunststoffen te houden. Detweede werd gehouden in Las Vegas. Daar ookis het initiatief genomen om een internationaalplatform op te richten, de International Geo-synthetic Society (IGS). Door de Nederlandsevertegenwoordigers is daar een hele sessiegewijd aan de Oosterscheldewerken en de daargebruikte geokunststoffen, waarbij de zaalstampvol zat. Nu vanuit Nederland het voortouwwerd genomen in deze ontwikkelingen wildemen dat graag zo houden. De daar aanwezigeNederlanders besloten dat zij een Nederlandse

vereniging zouden oprichten die een platformmoest worden voor kennisuitwisseling omtrenthet verantwoord toepassen van Geokunststoffenin de civiele techniek’. ‘Hoewel IGS het besluit eerder had genomen,bleek het nogal wat voeten in de aarde te

hebben voordat de vereniging daadwerkelijkwas opgericht. In Nederland was dat wat snellervoor elkaar, in 1983 is de Nederlandse Geo-textielorganisatie opgericht. Op een IGS congres in 1986 in Wenen hebbenwij het boek 'Geotextiles and Geomembranes'

Akte van oprichting.

De NGO is in 1983 opgericht. Het 1e bestuurbestond uit 9 leden. Van links naar rechts: Koos Mouw, Hans Dorr, Henk Blanker, Koos van Harten (voorzitter), Wouter van Wijk, Cor van den Berg en Albert-JanWoestenek. Niet op de foto, maar weldegelijk van het 1e bestuur, Gert den Hoedt en Cor Kenter.

Anekdotes over de oprichtingvan de NGO en de jaren daarna

Omgeving waarin het 2e Internationaal congres over geosynthetics werd gehouden.

82 GEOkunst – oktober 2008

Page 15: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

GEOkunst – oktober 2008 83

uitgedeeld. Het schrijven daarvan was al eerdergestart, maar onder de vlag van NGO is het bijdit congres gepresenteerd. Met letterlijk dekofferbak vol keurig ingepakte boeken togenwij naar de Nederlandse Ambassade in Wenenwaar het boek aan het IGS bestuur werd gepre-senteerd. Daarvóór werd het eerste exemplaaraan de toenmalige Minister Van Ardenne vanEconomisch Zaken overhandigd.

De wijze waarop het NGO-bestuur de organisatievan het vierde Internationale geotextiel congresdat in 1990 in Den Haag werd gehouden, tijdenshet derde congres in 1986 in Wenen heeft bin-nengehaald is zeker het vermelden waard. Het begon, zoals gebruikelijk, met een rond-vraag van het IGS-bestuur. De NGO, die toenter-tijd twee bestuursleden in het IGS-bestuur had,vond het aan zijn stand verplicht om de concur-rentie aan te gaan om het congres in 1990 teorganiseren. In samenwerking met het ministerievan EZ, de EVD en het HOC werd er hardgewerkt aan een bid book. Voor de presentatiein Wenen werd een heel circus opgetuigd. Eerstwas er de presentatie van het boek ‘Geotextilesand Geomembranes in Civil Engineering’ aan hetIGS-bestuur in de Nederlandse Ambassade.

Vervolgens werden alle congres deelnemers van-uit de NGO-stand bewerkt met folders en specialeHollandse snuisterijen, zoals oranje, zelfklevendetulpjes voor op de badge en miniatuur klompjesals sleutelhanger. Deze laatste twee artikelenwaren, vooral voor onze Aziatische vrienden,niet aan te slepen. Na enkele dagen moest eennieuwe partij worden ingevlogen.De concurrentie van andere landen was hevig enelke avond werd er ‘krijgsraad’ gehouden in de

lobby van het beroemde hotel Sacher, die doorons daartoe werd verbouwd tot vergaderruimte.Daar werden vaak heftige discussies gehoudenover de te volgen strategie voor de volgendedagen. Uiteindelijk werd op de laatste dag vanhet congres, na een paar enerverende stemrondes,de fel begeerde nominatie binnengehaald. Opde sluiting van het 3e IGS congres presenteerdeGert den Hoedt handgeschreven sheets waarinhij in 21 talen meldde de congresgangers graagterug te zien in Den Haag!Uiteindelijk begon hiermee, toen, de eersteinternationale manifestatie van de NGO’.

Gert den Hoedt - ex bestuurslid en erelidEen persoonlijk hoogtepunt voor Gert was zijnfunctie als ‘secretary general’ van het vierdeinternationale congres van IGS dat 1990 plaats-vond in Den Haag. Hij was geknipt voor dezeerebaan en had ook zijn aandeel geleverd inhet binnenhalen van de nominatie tijdens hetcongres in Wenen. Gert beleefde de voorberei-ding van het vierde congres in Den Haag en hetcongres zelf als een hele fijne tijd. ‘We hadden een leuke club mensen die het orga-niseerde. Ik zeg dit bevooroordeeld natuurlijk,maar het congres was een trendsetter in die zindat de kwaliteit van de gemiddelde ‘paper’ hoogwas. Anderen beoordeelden het congres achter-af ook goed. Op de laatste dag liep ik op mijnwenkbrauwen, maar het congres was geslaagd:leerzaam, leuk en ontspannen voor iedereen.Met uitzondering helaas voor onze voorzitter,Koos van Harten, die halverwege het congresziek werd. Aan de organisatie van dit congres, ennog een paar dingetjes, heb ik mijn erelidmaat-schap te danken. Daar moet je je niet zoveel bij

Sheets Gert den Hoedt, Wenen 1986.

Wim Kragten (midden) Las Vegas 1982.

Page 16: Anecdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarnango.nl/wp-content/uploads/2016/10/historie-en...Colbond BV Postbus 9600 6800 TC Arnhem Tel. 026 - 366 4600 Fax 026 - 366 5812

Anekdotes over de oprichting van de NGO en de jaren daarna

EuroGeo1, Maastricht 1996.

Voorzitters van de NGO op een rij.

84 GEOkunst – oktober 2008

voorstellen hoor. Je hebt die titel voor het leven,je hoeft geen contributie meer te betalen en afen toe komt het voor dat ze je advies ergens overvragen’.

Wim Kragten - oude rot in het vak enhuidige secretaris van de NGO:Over zijn trip naar Las Vegas: ‘Tijdens de reisnaar het tweede Internationale Geotextiel-congres in Las Vegas in de nazomer van 1982zijn, in mijn herinnering, de eerste contactenontstaan over de oprichting van de NGO. Vanhet bezoek aan het congres zelf herinner ik mijnog enkele leuke anekdotes.

Mijn toenmalige collega Henk Blanker en ikwaren tijdens het congres ondergebracht in hetkolossale MGM hotel. Het hotel maakte diepeindruk op ons door zijn grote hotelkamers en hetgebruik van grote hoeveelheden marmer in hetgebouw zelf. We hadden een lange reis achterde rug en wilden iets eten. Ik bestelde via room-service vier sandwiches en twee blikjes bier.Twintig minuten later werd er op mijn deurgeklopt en stond er een indrukwekkendedonkere bediende in wit jacquet met goudenknopen en een schitterend gedekte tafel metvier sandwiches en twee in ijskoelers gelegdeblikjes bier voor de deur. Het ‘diner’ werd in10 minuten verorberd en ik was 80 dollar armer(dat was erg veel geld in die tijd).

Het afscheidsdiner was omgeven met alle prachten praal. Vooral het dessert werd met het nodigetromgeroffel en bijbehorende versierselengepresenteerd. Geheel onverwachts ging hetlicht uit en kwamen er allerlei koks met reusachtiggeflambeerde ijstaarten de zaal binnen. Dekoks liepen op de maat van de muziek en het

applaus de zaal rond en verdwenen weer viaeen zijingang. Velen van ons verwachtten hetdessert, maar de taarten waren niet echt. LasVegas was een en al show.

Er werd niet alleen smakelijk gegeten tijdens ditverblijf. Het handjevol Nederlanders dat op ditcongres aanwezig was, was unaniem van meningdat Nederland rijp was voor een eigen geotex-tielorganisatie. Onder de bezielende leiding vanprofessor Koos van Harten en ir Cor van den Bergis veel werk verzet om in 1983 de NederlandseGeotextielorganisatie het licht te laten zien.’

EuroGeo1Het laatste grote event dat door de NGO werdgeorganiseerd was the First EuropeanGeosynthetics Conference and Exibition‘EuroGeo1’ in Maastricht in 1996. De organisatievan dit congres werd gedragen door het bestuuren de collectieve leden van de NGO. Het toen-malige bestuur (Koos Mouw, Wim Voskamp,Andries Steerenberg, Max Nods, MarianneGeense, Hendrik Bijnsdorp en Ad van de Burg)hebben zich hiervoor enorm ingezet.

EuroGeo1 werd zodanig strak georganiseerd, dater een behoorlijk positief saldo overbleef voorde NGO. Wij zijn nu 12 jaar verder en EuroGeo4staat voor de deur. In september werd het 25jarig jubileum van de NGO tijdens EuroGeo4gevierd. Een verslag daarvan treft u aan in devolgende uitgave van Geokunst.

NGO VoorzittersTen slotte de (gewezen) voorzitters van de NGO op een rij. Van links naar rechts: Koos van Harten, Koos Mouw, Louis de Quelerij en Arian de Bondt.