Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel...

60
Düsseldorf Amersfoort Utrecht Amsterdam/Schiphol Rotterdam Den Haag Eindhoven Nijmegen Arnhem Gebiedsvisie Regio FoodValley december 2013

Transcript of Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel...

Page 1: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

Düsseldorf

Frankfurt

Amersfoort

Utrecht

Amsterdam/Schiphol

Rotterdam

Den Haag

Eindhoven

Nijmegen

Arnhem

Gebiedsvisie Regio FoodValleydecember 2013

Page 2: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

3

Voorwoord

Gebiedsvisie Regio FoodValley

Colofon© Regio FoodValley, december 2013.

Tekst: M. van Beest en R.G.J.A. Hilhorst

Fotografie: Marten Idema, istockphoto

Illustraties en redactie: LOS stadomland

Vormgeving: Studio Flip

Eindredactie: Lindelaan Advies & Initiatief

Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd

in enige vorm of op enige wijze zonder schriftelijke

toestemming van Regio FoodValley.

Regio FoodValley

Raadhuisstraat 117

Postbus 9022

6710 HK Ede

0318 680 667,

[email protected]

Met enige trots presenteren wij de Gebiedsvisie Regio FoodValley. Met deze visie geven wij aan hoe wij denken over de toekomst van regio FoodValley op het gebied van werken èn wonen. Onze ambitie om uit te groeien tot een economische topregio betekent niet dat dit ten koste gaat van onze kwaliteiten in de regio. De bestaande kwaliteiten van onze regio vormen juist de basis voor toekomstige ontwikkelingen. Deze kwali-teiten willen we niet alleen behouden, maar waar nodig ook versterken.

De visie is tot stand gekomen door middel van cocreatie. De acht regiogemeenten hebben intensief samengewerkt met de provincies Utrecht en Gel-derland, het waterschap Vallei&Veluwe, bedrijven en kennisinstellingen. We hebben elf bijeenkomsten gehouden waaraan ruim 400 bij het gebied betrokken mensen actief hebben deelgenomen. Dit heeft veel informatie opgeleverd die in de voorliggende visie zijn verwerkt. Wij willen alle betrokkenen nogmaals danken voor hun bijdrage.

De uitwerking van de visie vormt een uitdaging en op-dracht om gezamenlijk verder aan de slag te gaan voor bestuur, bedrijven, burgers en kennisinstellingen. Door samen op te trekken zorgen we ervoor dat we als regio FoodValley een nog krachtigere positie in gaan nemen. Wij hopen op uw positieve bijdrage voor nu en voor de toekomst.

Namens het regiobestuur,

De heer C. van der KnaapVoorzitter

Page 3: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

4 5

SamenvattingDe Gebiedsvisie Regio FoodValley in een notendop

Regio FoodValley streeft naar een

regio die concurrerend, bereikbaar,

leefbaar en inspirerend is. Om dit te

bereiken wil de Regio een aantrekkelijk

vestigingsklimaat creëren en een

inspirerende kennisregio in Europa

zijn. Ook het Rijk beschouwt de

FoodValley regio als van nationale

betekenis. Regio FoodValley wil met de

Gebiedsvisie Regio FoodValley laten

zien hoe de regio zich in de toekomst

op het vlak van ruimte en economie wil

ontwikkelen.

De FoodValley regio heeft een centrale ligging in Nederland. Het is gelegen in de provincies Utrecht en Gelderland en omvat het grondgebied van de ge-meenten Barneveld, Ede, Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen. De regio ligt in het werkgebied van de waterschappen Vallei en Veluwe en de Stichtse Rijnlanden. De regio vormt een belangrijke vestigingsplaats voor zowel internationale topbedrijven als Midden-en Kleinbedrijven (MKB).

In de Strategische Agenda 2011-2015 presenteert Re-gio FoodValley de gezamenlijke regionale ambities om van de FoodValley regio een topregio te maken. Het opstellen van de Gebiedsvisie Regio FoodValley vormt de basis om diverse ambities te integreren.

Deze wensen en ambities zet Regio FoodValley in de Gebiedsvisie neer voor 2030. Maar het is niet enkel aan de Regio om deze ambities waar te maken. Dit vraagt

om een samenwerking met overheden, kennisinstel-lingen en bedrijven. Voor de aantrekkelijkheid van onze regio is het nodig dat de Regio FoodValley haar bijzon-dere waarden en onderscheidende kwaliteiten koestert en versterkt. De wens om de economie te versterken is een belangrijke motor achter de samenwerking in de regio FoodValley.

Van oudsher heeft de regio een aantal sterke pijlers. Met de Wageningen University & Research centre beschikt de regio over een kenniscampus van interna-tionale betekenis. Daarnaast kent de regio een sterke vertegenwoordiging in de (maak) industrie, bouwnij-verheid en de agrarische sector. De opgave is om het vestigingsklimaat voor deze bedrijfstakken te verster-ken. Voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat in de regio voor internationale topbedrijven is het nodig om te beschikken over voldoende woningvoorraad (zowel kwalitatief als kwantitatief), voorzieningen en bedrij-venterreinen. Regio FoodValley heeft ook aandacht voor het MKB, aangezien deze bedrijven samen veel arbeidsplaatsen creëren en op die manier een ruggen-graat vormen voor de lokale economie.

Een sterke economie is mede afhankelijk van een goe-de infrastructuur. De regio FoodValley heeft een bijzon-der goede bereikbaarheid en wil het vestigingsklimaat de komende jaren verbeteren door het verder optima-liseren van de bereikbaarheid en het beter benutten van bestaande vestigingslocaties. Regio FoodValley zet daarom de komende jaren in op de verbetering van de zuidelijke en noordelijke ontsluiting van de regio en een hoogwaardig verbindend openbaar vervoersnetwerk.

Voor het innemen van de gewenste internationale posi-tie moet het in de regio aantrekkelijk zijn om te wonen èn te werken. Een mooie en gezonde leefomgeving is een voorwaarde om mensen aan de regio te binden. Landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten geven de regio een identiteit. Een bijzondere afgeleide van het landschap is de aanwezigheid van de Grebbe-linie, die meerdere gemeenten in de regio FoodValley

Page 4: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

6 7Uitgangssituatie FoodValleyGebiedsvisie Regio FoodValley

Inhoud

Voorwoord 3

Samenvatting: De Regionale Gebiedsvisie in een notendop 5

1. Inleiding 91.1. Waar staan we voor? 91.2. Wat willen we bereiken? 111.3. Waarom hebben we daar de regio bij nodig? 131.4. Hoe gaan we dit bereiken? 131.5. Proces voor de totstandkoming

van de gebiedsvisie Regio FoodValley 141.6. Leeswijzer 15

2. Uitgangssituatie FoodValley 172.1. Regionaal beleidskader 172.2. De natuurlijke ondergrond 202.3. Gevolgen van klimaatverandering

voor de waterhuishouding 21

3. Hoofdrichtingen FoodValley 233.1 Korte toelichting per thema en uitkomsten

verdiepende sessies 233.2. Integraliteit in de uitkomsten van

verdiepende sessies 253.3. Integrale kennisuitwisseling 273.4. Optimale bedrijfsvestiging 313.5 Vooroplopen in de uitnodigingsplanologie 313.6 Uitnodigingsplanologie en de menukaart voor

landschap, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen 33

3.7 Concrete acties samengevat (hoofdrichtingen): 36

4. Toelichting en uitwerking thema’s 374.1. Faciliteren bedrijven 374.2. Relatie onderwijs en arbeidsmarkt afstemmen 404.3. Mobiliteit en bereikbaarheid verbeteren 424.4. Regionaal afstemmen woningmarkt 444.5. Vernieuwing Landbouwsector 474.6. Kwaliteit leefomgeving 514.7. Duurzaamheid 554.8. Recreatie 56

5. Van visie naar actie 615.1. Het vertrekpunt en de hoofdrichtingen 615.2. Vraag aan de gemeenten 615.3. Rol voor de regio 615.4. Rol van provincies en waterschappen 615.5. Aanzet voor nieuwe Strategische Agenda 615.6. Voortgangsbewaking en bijstelling 625.7. Communicatie 62 Bijlage 63 Begrippen en afkortingen 67

aan elkaar rijgt. Dit landschap levert diverse gemeen-schappelijke kwaliteiten, maar stelt de regio ook voor opgaven.

Binnen dat landschap heeft de agrarische sector zich van oudsher ontwikkeld. Deze sector is één van de be-langrijkste economische dragers van het buitengebied in de regio FoodValley. Versterking van de agrarische sector is dan ook van groot belang voor de verdere ontwikkeling van regio FoodValley.

In de Gebiedsvisie Regio FoodValley staan al deze gezamenlijke ambities en opgaven beschreven.

Het vertrekpunt van de beleidsvisie richt zich op zes focusthema’s:• faciliteren van bedrijven;• relatie onderwijs en arbeidsmarkt;• mobiliteit en bereikbaarheid;• afstemmen regionale woningmarkt;• vernieuwing landbouw;• leefomgeving;

Naast deze door het regiobestuur vastgestelde focus- thema’s kwam uit het brede proces naar voren dat de volgende onderwerpen niet mogen ontbreken in een Gebiedsvisie, te weten:• duurzaamheid;• recreatie & cultuurhistorie.

Deze acht onderwerpen worden verder in deze Ge-biedsvisie als ‘thema’s’ aangeduid.

Om een visie over deze thema’s te ontwikkelen, heeft de Regio FoodValley gekozen voor een proces van cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke organisaties, onderwijs- en kennisinstellingen en bedrijven formule-ren van ambities en het ontwerpen van nieuw beleid. Om dit creatieve denkproces met gebiedspartners inhoud te geven, heeft Regio FoodValley in samenwer-

king met de provincie Gelderland elf bijeenkomsten georganiseerd om over de verschillende thema’s te praten. Uit de enorme hoeveelheid informatie die uit deze bijeenkomsten kwam, zijn per thema doelen en wensen geformuleerd die veelal aan elkaar gerelateerd zijn. Uit deze dwarsverbanden hebben we een viertal hoofdrichtingen kunnen opmaken:

1. Tot stand brengen van integrale kennisuitwisseling;2. Zorgen voor een optimale en gevarieerde bedrijven-

structuur;3. Water, bodem, natuur en landschap als ordenend

principe hanteren voor onze toekomstige ruimtelijke ontwikkeling en inspelen op klimaatsveranderingen;

4. Voorop lopen in de uitnodigingsplanologie door de inzet en verankering van een ‘menukaart’.

Om deze ambities en opgaven vorm te geven, wor-den in de Gebiedsvisie Regio FoodValley een aantal handreikingen gedaan voor de regio, de provincie, waterschappen, samenwerkingsverbanden van enkele gemeenten en individuele gemeenten. Hoewel de Gebiedsvisie Regio FoodValley geen wettelijke status heeft, vraagt Regio FoodValley aan elk van de gemeen-teraden van onze regiogemeenten om de gemaakte analyses terug te laten komen in lokale structuurvisies dan wel het gemeentelijk beleid en dat de voorge-stelde acties bij voorkeur in samenwerking worden uitgevoerd.

Page 5: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

8 9InleidingGebiedsvisie Regio FoodValley

1. Inleiding

Voor u ligt de Gebiedsvisie Regio FoodValley. Met de Gebiedsvisie willen we met acht samenwerkende ge-meenten, twee provincies en twee waterschappen laten zien hoe we ons in de toekomst op het vlak van ruimte en economie willen ontwikkelen.

In de basis willen we met de Regio FoodValley een langdurige, krachtige, regionale economie met een onderscheidend kennisprofiel op de wereldmarkt realiseren.

In de Gebiedsvisie wordt een regionale visie ontwik-keld voor de toekomstige ruimtelijke en economische ontwikkelingen tot 2030. De Gebiedsvisie legt een focus bij ruimtelijk relevante thema’s, maar gezien de integraliteit van de ruimtelijke ontwikkelingen steken we dit breder in.

In dit hoofdstuk gaan we eerst in op onze gemeen-schappelijkheid als regio (‘waar staan we voor?’), gevolgd door een beschrijving van waar we naartoe willen. Dat levert een aantal uitdagingen op, die zijn behandeld in zogeheten verdiepende sessies. Daarna beschrijven we wat de rol van de regio is bij deze uitdagingen en het proces van de totstandkoming van dit document.

1.1. Waar staan we voor?

De FoodValley regio heeft een onderscheidend kennis-profiel op het gebied van Food en is tegelijkertijd ex-porteur voor de wereldmarkt binnen de primaire sector. Bovendien hebben we een aantal sterke specialisaties binnen een deel van ons bedrijfsleven, dat gericht is op ‘food’. Voedsel bindt de gemeenten in onze regio, waarbinnen we elk onze eigen accenten hebben.

Het mag geen toeval heten dat we de Regio FoodVal-ley zijn, we zijn dit geworden door de aanwezigheid van Wageningen University & Research centre (WUR) en door een sterke primaire agrarische sector door het hele gebied heen. Het gebied ligt tussen de twee stuwwallen van Midden Nederland: De Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug. Deze ligging bepaalt de onder-grond en het landschap waarin geleefd wordt en de agrarische sector zich van oudsher heeft ontwikkeld. Een landschap met talrijke natuurwaarden en een sa-menhangend watersysteem. Een bijzondere afgeleide van ons landschap is de aanwezigheid van de Greb-belinie, die meerdere gemeenten in de FoodValley aan elkaar rijgt. Dit landschap levert ons gemeenschappe-lijke kwaliteiten, maar stelt ons ook voor opgaven, die we niet los van elkaar kunnen zien. Ook in de gemeen-schappelijke opgaven vinden we elkaar.

De gemeenten Barneveld, Ede, Nijkerk,

Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel,

Veenendaal en Wageningen werken

samen in Regio FoodValley. Het

bestuur van deze Regio heeft in 2011

een Strategische Agenda 2011-2015

opgesteld die is vastgesteld door de

raden van bovengenoemde gemeenten.

Een van de actiepunten daarin was

het opstellen van een regionale

structuurvisie. Het regiobestuur heeft

dit actiepunt in 2013 uitgevoerd in

de vorm van deze Gebiedsvisie Regio

FoodValley. Met de term ‘we’ doelen

we in deze Gebiedsvisie dan ook op het

regiobestuur van de regio FoodValley.

Page 6: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

10 11InleidingGebiedsvisie Regio FoodValley

Het landschap bepaalt de kwaliteit van onze woonom-geving. Dicht bij de natuur en het fijnmazige landschap is het prettig wonen. Een deel van ons gebied kent ook een gezamenlijke sociale achtergrond en cultuur. Die kenmerkt zich door een sterke sociale samenhang en een sterk arbeidsmoraal. Bijzonder sterke en herken-bare uitgangspunten voor een goed vestigingsklimaat voor bewoners en bedrijven.

Elk van de gemeenten in onze regio profileert zich met de centrale ligging en de goede bereikbaarheid van onze regio. Die is door drie belangrijke oost-west snelwegen en meerdere spoorlijnen bijzonder sterk te noemen.

De regio is een samenwerking van acht gemeenten die allemaal hun eigen kenmerken hebben. Kenmerken die aanvullend zijn op die van de andere gemeenten en zo bij elkaar een krachtige regionale bundeling vormen. De meeste gemeenten binnen Regio FoodValley profileren zich met één of meerdere van de volgende kernbegrippen: centrale ligging, bereikbaarheid, na-tuur, recreatie, economie, kennis, onderwijs en voorzie-ningen.

1.2. Wat willen we bereiken?

Niet voor niets is onze regio sterk gegroeid in aantallen inwoners en bedrijven. Samen met andere (onderwijs) instellingen hebben overheden en bedrijven een sterk onderscheidend profiel in kennis en food weten te ontwikkelen. Dat hebben de gemeenten in onze regio afzonderlijk en in afstemming met elkaar al weten te bereiken. We willen als Regio FoodValley onze inter-nationale positie versterken door het internationale kenniscentrum voor food te worden. Hiervoor willen we grote spelers op de wereldmarkt aantrekken. Tegelijk willen we in het kielzog daarvan de regionale economie versterken. We doen dat door de ontmoetingen met en tussen onderwijs, bedrijfsleven en kennisinstituten te verbeteren en te benutten.

Wie zijn wij:De FoodValley regio staat voor een goed bereikbare en centraal gelegen regio met een onderscheidend kennisprofiel ten aanzien van de hele foodsector, een sterke sociale samenhang en arbeidsmoraal in een bijzonder afwisselende, groene en natuurlijke omgeving.

Kernbegrippen per gemeente: • Veenendaal: groeiende jonge leefstad; goed be-

reikbaar; voorzieningen, goed onderwijs, bloeiend cultureel leven

• Rhenen: rijke historie, unieke ligging, agrarisch gebied en bijzondere toeristische recreatieve kwaliteiten.

• Ede: perfecte combinatie van dynamiek en rust, stad en dorp; goed bereikbaar; natuur; veel ver-borgen schoonheden.

• Barneveld: centraal gelegen en heel veel groen.• Renswoude: fantastische ligging, agrarisch

gebied, natuur, centraal gelegen, grote plaatsen dichtbij.

• Wageningen: city of life sciences en bekend als ‘Stad der Bevrijding’, omdat hier jaarlijks op 4 en 5 mei de bevrijding uitgebreid wordt herdacht en gevierd.

• Nijkerk: strategische ligging, direct aan de A1 en A28 bij Amersfoort, verbindende schakel tussen Randstad en Gelders achterland.

• Scherpenzeel: ligging in een rustige, groene en landschappelijk fraaie omgeving; verweving tus-sen dorp en omliggend landelijk gebied.

Page 7: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

12 13InleidingGebiedsvisie Regio FoodValley

1.3. Waarom hebben we daar de regio bij nodig?

Op het niveau van de regio komen de verschillende partijen (bijvoorbeeld de grotere bedrijven en Wage-ningen UR) die een rol kunnen spelen bij een krachtige regionale economie, elkaar tegen. Een gezamenlijke profilering zorgt ervoor dat de regio zich veel breder en internationaler kan presenteren. Wonen en werken gaan zoals gezegd hand in hand. Daarbij beseffen we dat bewoners en bedrijven steeds meer over de grenzen van de gemeentes heen kijken. De hele regio moet dus aantrekkelijk zijn, goed bereikbaar en (carri-ère) kansen bieden op de arbeidsmarkt. Dat zijn goede redenen voor gemeenten binnen de regio om samen te werken. Bovendien hangen ons landschap en de waterhuishouding sterk met elkaar samen. Een ingreep binnen één gemeente heeft vaak gevolgen voor een andere gemeente. De gemeenten, waterschappen en provincies hebben een aantal ambities en opgaven ge-zamenlijk, zoals op het vlak van duurzaamheid die het

beste samen opgepakt en afgestemd kunnen worden. We zullen thema’s echter alleen samen oppakken als dit een echte meerwaarde voor de gemeenten heeft. Daar-om richt de Gebiedsvisie Regio FoodValley zich op:• Projecten waarbij we een gezamenlijk belang heb-

ben• Thema’s die om afstemming vragen om ongewenste

concurrentie te voorkomen.• Thema’s waarin we allemaal een opgave hebben

en waarin we samen kennis kunnen opbouwen of uitwisselen.

1.4. Hoe gaan we dit bereiken?

De Gebiedsvisie Regio FoodValley beschrijft onze gezamenlijke ambities en onze gezamenlijke opgaven en levert handreikingen op voor de regio, samenwer-kingsverbanden van enkele gemeenten en individuele gemeenten om te komen tot bovengenoemde missie en ambitie. Daarom willen we aan de gemeenteraden

de Rijn

de Nijkerkernauw

A30

A28

A1

A12

Regio FoodValley

Internationaal

zakelijke diensten regio Amsterdam

Brainport Eindhoven

Life Sciences & Health Utrecht en Nijmegen

Internationaal

Renswoude

Ede

Rhenen

Veenendaal

BarneveldNijkerk

Scherpenzeel

Wageningen

soep kipssssssoooooo

kkkkkksoep kip

eeeeeeppppppppiiiiiippppppsoep kip

soep kip

soep kip

soe p kip

soe p kip

Voor het innemen van de gewenste internationale posi-tie moet het echter aantrekkelijk zijn om hier te werken èn te wonen. Daarom hebben we in de Strategische Agenda van de Regio FoodValley (2011) ook twee pijlers benoemd: vestigingsklimaat en leefomgeving. Uit die twee pijlers zijn in de strategische agenda een veelheid van opgaven voortgekomen. Eén en ander hebben we vastgelegd in een mission statement en ambitie:

Mission Statement‘FoodValley is een belangrijke voedingsbodem voor de Nederlandse economie en een inspirerende ken-nisregio in Europa. Karakteristiek voor FoodValley is de toonaangevende innovatie en vakkennis op het gebied van agro food, het aantrekkelijke vestigings-klimaat en de dynamische groene leefomgeving’.

FoodValley Ambitie‘FoodValley biedt een goede kwaliteit van wonen, werken, leren en recreëren in de regio en wij willen ons hiermee krachtig positioneren. Wij werken als ondernemers, onderwijs en overheid samen aan een duurzame FoodValley en wij werken aan het behoud van de aantrekkingskracht die onze regio onderscheidt: een rijke voedingsbodem voor kennis, innovatie en ondernemerschap gecombineerd met een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat en de dynamische, groene leefomgeving. FoodValley is uniek door de combinatie van deze kwaliteiten. Dus versterken wij waar we goed in zijn’.

Figuur 1: internationale positionering van FoodValley en de samenhangende profilering binnen de regio.

Page 8: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

14 15InleidingGebiedsvisie Regio FoodValley

van onze gemeenten vragen om de gemaakte analy-ses terug te laten komen in lokale structuurvisies en dat voorgestelde acties al dan niet in samenwerking worden uitgevoerd.

1.5. Proces voor de totstandkoming van de Gebiedsvisie Regio FoodValley

Bij de totstandkoming van de Gebiedsvisie Regio Food-Valley hebben we gekozen voor een proces van cocre-atie met de bewoners en gebruikers van het gebied en met de provincie Gelderland die volgens hetzelfde

proces en voor dezelfde doelgroep de nieuwe Omge-vingsvisie heeft opgesteld. Dat betekent dat we wilden werken en denken van buiten de gemeentehuizen naar binnen. We hebben de visie primair opgebouwd vanuit de wensen van degenen die wonen en werken in het gebied.

Cocreatie komt neer op een gelijkwaardige samen-werking tussen overheden, burgers, maatschappelijke organisaties en ondernemers. Vanwege die gelijkwaar-digheid zijn we niet gestart met het op tafel leggen van het bestaande beleid van gemeenten of provincies

maar met de vragen: ‘Welke kansen ziet u voor de regio tot 2030?’ en ‘Wat kunnen we samen doen om deze kansen te realiseren?’

Om dit creatieve denkproces met mensen uit de regio op gang te krijgen is ervoor gekozen om in 2012 drie grote werkbijeenkomsten over 6 focusthema’s te organiseren met kennisinstellingen, ondernemers, maatschappelijke organisaties en ambtenaren over de ambities voor de lange termijn. Deze focusthema’s zijn door het regiobestuur vastgelegd als zijnde de zaken waar de regio in wil samenwerken. In hoofdstuk 4 wor-den deze toegelicht.

Bij de bijeenkomsten waren veel wethouders en raadsleden van de gemeenten en beide provincies uitgenodigd en aanwezig. Op basis van deze grote bijeenkomsten en de verslagen daarvan hebben de acht gemeenten in samenspraak met de beide provin-cies, een overzicht gemaakt van onderwerpen die sterk in het gebied leven. Ook is een overzicht gemaakt van betrokken belanghebbenden uit het gebied die vanuit kennis of gezag over bepaalde onderwerpen konden meedenken. Hieruit kwam in elk geval naar voren dat de regio naast de 6 oorspronkelijke focusthema’s ook aandacht moet geven aan recreatie & cultuurhistorie en aan duurzaamheid. Deze in totaal acht onderwerpen worden verder als ‘thema’s’ aangeduid.

Op basis van beide overzichten zijn in de eerste maan-den van 2013 acht verdiepende sessies georganiseerd waarbij per thema het enorme kennispotentieel in onze regio is benut om onze beleidsdoelen te formuleren. Bij deze sessies waren geen bestuurders aanwezig. Dit conform de gedachte van het ‘van buiten naar binnen werken die bij cocreatie hoort’.

Op deze wijze zijn in totaal elf bijeenkomsten gehou-den waar in totaal meer dan 400 mensen aanwezig waren. Om het proces transparant en volgbaar te ma-ken zijn de verslagen van al deze bijeenkomsten op de website van Regio FoodValley en provincie Gelderland geplaatst.

De uitkomsten van de verdiepende sessies hebben we geconfronteerd met het vastgestelde regionale beleid en waar nodig met het beleid van de beide provin-cies. Ook hebben we de bestaande situatie van water, bodem, natuur en landschap als leidend kader geko-zen. Daarbij houden we rekening met de gevolgen van klimaatverandering en kiezen we voor een zorgvuldige omgang met natuur en milieu.

De verschillende beleidskeuzen die uit de vergelijking van de wensen uit het gebied, het vigerende beleid en de natuurlijke situatie voort kwamen, zijn uitge-breid besproken met medewerkers en bestuurders van betrokken gemeenten. Het resultaat daarvan is de basis geweest voor deze Gebiedsvisie Regio FoodValley die bestaat uit meerdere onderdelen; bestaande afspraken en inspirerende toekomstbeelden. Ook worden hand-reikingen voor concrete acties gedaan.

1.6. Leeswijzer

In hoofdstuk 2 worden het regionale beleidskader en de bestaande situatie voor water, bodem, natuur en landschap toegelicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de uitkomsten uit de verdiepende fase en de daaruit voortgevloeide hoofdrichtingen. In hoofdstuk 4 worden aan de hand van een vergelijking tussen het kader uit hoofdstuk 3 en de uitkomsten van de verdiepende fase voorstellen voor nieuw beleid beschreven. In hoofdstuk 5 worden de verschillende rollen van de regio, ge-meenten, waterschappen en provincies benoemd voor de uitvoering van actiepunten, de voortgangsbewaking en communicatie.

Figuur 2: Verbeelding van het vertrekpunt, de input en de beoogde uitkomst van de Gebiedsvisie Regio FoodValley

Page 9: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

16 17Uitgangssituatie FoodValleyGebiedsvisie Regio FoodValley

2. Uitgangssituatie FoodValley

Het regionaal vastgestelde beleid en de natuurlijke en cultuurhistorische situatie in het gebied zijn uitgangs-punt voor de beleidskeuzes in deze Gebiedsvisie. De hoofdstukken 3 en 4 refereren regelmatig naar deze achtergrondinformatie. Daarom in paragraaf 2.1 een beschrijving van het regionaal vastgestelde, dan wel op korte termijn vast te stellen beleid. In paragraaf 2.2 wordt de natuurlijke ondergrond van FoodValley regio beschreven. Omdat de gevolgen van de klimaatveran-dering in de verdiepingssessies uitgebreid aan de orde zijn gekomen en er nu veel informatie over voorhanden is, hebben we deze eveneens in dit hoofdstuk opgeno-men.

2.1. Regionaal beleidskader

Regio FoodValley komt voort uit de voormalige sa-menwerkingsverbanden ‘Vallei’ en ‘Werv’. Het binnen die verbanden vastgestelde regionale beleid komt niet terug in deze Gebiedsvisie omdat het vaak gaat om beleid dat niet van toepassing is op alle gemeente bin-nen de regio FoodValley. Daarnaast kan er sprake zijn van verouderd beleid in verband met nieuwe ontwik-kelingen en inzichten. In WERV verband is het PDV/GDV beleid (perifeer en grootschalige detailhandels-vesting beleid) vastgesteld. Vanuit de regio FoodValley is grootschalige detailhandel geen focusthema binnen de Regionale Gebiedsvisie. Voorgesteld wordt om dit beleid in FoodValley verband te actualiseren.

Strategische Agenda FoodValley 2011-2015De raden van de regiogemeenten hebben in 2011 in-gestemd met de Strategische Agenda 2011-2015. Hier-in zijn elf opgaven uitgewerkt, die het regiobestuur de komende jaren zal gaan uitvoeren. De elf opgaven zijn samen te brengen onder twee pijlers: Vestigingsklimaat en Leefomgeving. ‘We willen als Regio FoodValley onze nationale en internationale positie versterken. Dat moet leiden tot economische groei, werkgelegenheid, aantrekkingskracht op kenniswerkers en hoogwaardige voorzieningen voor wonen, werken en studeren.’Ook werkt Regio FoodValley aan behoud en versterking van de leefomgeving. Naast natuur en landschap wordt het groene gebied van de regio gekenmerkt door landbouw en recreatie. Daarnaast werkt Regio Food-Valley aan ‘de gezonde mens’: leven in een groene en gezonde leefomgeving, waarbij veel aandacht is voor gezonde voeding.

Concept MIRT-onderzoek FoodValleyDe Rijksoverheid investeert in gebieden in Nederland. Omdat zowel de ruimte als de financiële middelen per definitie schaars zijn, worden deze investeringen goed afgewogen. Dat wordt gedaan in een door het Rijk en de decentrale overheden vastgestelde gebiedsagenda. Aan de hand van deze agenda wordt via vastgestelde spelregels en onderzoeken bepaald welke projecten in een bepaald gebied voorrang hebben en wat daarvoor nodig is. Het resultaat hiervan komt terug in een con-cept MIRT-onderzoek (Meerjarenprogramma Ruimte, Infrastructuur en Transport) en beschrijft financiële investeringen in integrale gezamenlijke oplossingen (programma’s en projecten).

In onze regio wordt in 2013 door rijk, provincies en gemeenten samengewerkt aan een concept MIRT-on-derzoek FoodValley. Hoofddoel van het concept MIRT-onderzoek FoodValley is om de regionale economie te versterken. Kennis is het leidende principe aan de hand waarvan dit kan plaatsvinden.

In dit hoofdstuk geven we een korte

beschrijving van de uitgangssituatie van

de FoodValley regio. Deze bestaat uit

het regionaal vastgestelde beleid en de

natuurlijke en cultuurhistorische situatie

in het gebied.

A12A50

A28

A1

A15

A30

Nijkerk

Veenendaal

Scherpenzeel

Renswoude

Barneveld

Wageningen

Ede

Rhenen

Amersfoort

Page 10: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

18 19Uitgangssituatie FoodValleyGebiedsvisie Regio FoodValley

Het MIRT maakt daarin een onderscheid tussen de zogenaamde ‘local buzz’ en de ‘global pipelines’: Om zich door te ontwikkelen tot een internationaal-gericht kenniscluster op het gebied van landbouw en voedsel is het belangrijk om internationale bedrij-vigheid aan te (blijven) trekken en bovenregionale interactie te bevorderen. Dit wordt de ‘global pipelines’ genoemd. Het idee is daarnaast dat de variëteit van de regionale economie vergroot kan worden door de uitwisseling van kennis en het realiseren van meer spin-offs. Dit wordt de ‘local buzz’ genoemd. Om dit te bereiken zou een sterkere koppeling gelegd moeten worden tussen multinationals en lokale bedrijven. Op dit moment is daarvan geen sprake, veel grote bedrij-ven hebben bijvoorbeeld een eigen R&D afdeling. In Eindhoven is een groot cluster ontstaan rondom de brainport, mede doordat Philips zich meer openstelde voor bedrijven van buiten. Een andere belangrijke koppeling is die tussen kennisinstellingen en bedrijven, zoals de WUR en het midden en klein bedrijf (MKB).

Voor de ‘global pipelines’ zijn investeringen in bo-venregionale bereikbaarheid en het concentreren van kennis-, onderzoeks- en proefproductiefaciliteiten in de nabijheid van Wageningen UR noodzakelijk. Voor de ‘local buzz’ zijn investeringen nodig om de toegankelijk-heid van onderzoeks- en kennisfaciliteiten te vergroten voor zowel grote ondernemingen als MKB bedrijven. De overheid heeft volgens het MIRT een belangrijke taak in het versterken van de regionale economie:• Als trekker bij vroegtijdig signaleren nieuwe

combinaties.• Door in te spelen op fysieke en niet-fysieke

vestigingsplaatsvoorkeuren.

Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) – FoodValley.Het RPB is opgesteld om in regionaal verband de capaciteit en uitbreidingsbehoefte van bedrijventer-reinen af te stemmen. Er is een berekening gemaakt van het aantal benodigde hectares in 2020 op basis van werkgelegenheidsprognoses. Daaruit blijkt dat de huidige (harde en zachte) plancapaciteit voldoende is

om de groei aan bedrijventerreinbehoefte op te kunnen vangen. Op basis van een tweetal ontwikkelingen wordt de behoefte in 2020 wat hoger ingeschat:• Extra vraag als gevolg van FoodValley ambities• Een overloop vanuit de Randstad, waar mogelijk te

weinig capaciteit zou kunnen ontstaan

Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenactiviteiten.De regionale beleidsinvulling is gericht op functiever-andering van de bebouwde percelen van agrarische en niet-agrarische bedrijven in het landelijk gebied van de betrokken gemeenten. Daarnaast heeft de regio-nale beleidsinvulling betrekking op het toestaan van nevenactiviteiten bij bestaande agrarische bedrijven en uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijven in het buitengebied. Deze regionale beleidsinvulling is in 2012 geactualiseerd door de wethouders van de gemeenten en zal in het kader van het uitvoeringspro-gramma van de Regio FoodValley en de nieuwe omge-vingsvisie van de provincie Gelderland worden herijkt.

Met de Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenactiviteiten willen we in regionaal verband een aantal doelen verwezenlijken:• Mogelijkheden bieden aan niet agrarische

nevenfuncties.• Behoefte landelijk wonen en werken

accommoderen.• Verantwoorde herinvulling realiseren van vrijkomen-

de agrarische bedrijfsgebouwen (VAB).• Mogelijkheden bieden aan bedrijfsactiviteiten, die

gebonden zijn aan de kwaliteiten van het buitenge-bied.

Functieverandering is dus geen doel op zich, maar moet bijdragen aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied. Een belangrijke mo-gelijkheid van dit beleid is dat de ruimte van vrijkomen-de agrarische stallen bij sloop mag worden gebruikt om een woning of bedrijfsgebouw te bouwen (rood voor rood). Ook mag een deel van de vrijkomende stallen worden ingezet voor nieuwe bedrijfsmatige functies.

Het aantal vrijkomende stallen kan de komende jaren echter versneld gaan toenemen. Enige sturing is hierbij gewenst, omdat niet overal in het gebied de bouw van nieuwe woningen gewenst is. Daarom is een ‘Nadere invulling’ (Nadere invulling Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenactiviteiten in het Gelderse deel) opgesteld in het Gelderse deel. Door de Nadere Invulling is het mogelijk geworden om ‘sloopmeters’ die kunnen worden gebruikt om elders een woning of be-drijfsgebouw op te richten, op te knippen, waardoor ze in kleine mootjes verhandelbaar zijn. Daarmee zijn grote hoeveelheden sloopmeters beter verkoopbaar gewor-den. Ook kunnen de sloopmeters worden verhandeld. De verdere beleidsinvulling blijft een keuzevrijheid voor de afzonderlijke gemeenten binnen de regio.

Strategische agenda mobiliteit (2010) en mobiliteitsfondsIn de strategische agenda mobiliteit (2010) heeft de Regio haar regionale bereikbaarheidsdoelen verwoord. Gesteld wordt dat de optimale toegankelijkheid voor FoodValley van levensbelang is voor kennisdelen en on-dernemen. Maar ook om te recreëren. Daarbij zijn zowel de externe als de interne verbindingen belangrijk.

De prioriteit ten aanzien van de externe verbindingen liggen op het vlak van het verbeteren van de zuidelijke en noordelijke ontsluitingen van de Regio en meerdere spoormaatregelen, waaronder het Programma Hoogfre-quent Spoorvervoer.

Ten aanzien van de interne verbindingen legt de strategische agenda de nadruk op het verbinden van de kernen en de belangrijkste bestemmingen, zoals de kennisinstellingen. Gestreefd wordt naar een samenhan-gend fietsnetwerk, een hoogwaardig openbaar vervoer en het verbeteren van het onderliggend wegennet. De maatregelen zijn overgenomen en uitgewerkt in de stra-tegische agenda van de FoodValley en beoordeeld en gescoord in het concept MIRT-onderzoek FoodValley.

In het verlengde van de strategische agenda mobiliteit heeft de regio een mobiliteitsfonds ingesteld. Met dit fonds hebben we de cofinanciering van strategische re-gionale verkeers- en vervoersprojecten gebundeld. Dit vergroot onze slagvaardigheid. Tevens willen we met dit fonds een collectieve onderhandelingskracht creëren richting projecteigenaren of andere financiers zoals het bedrijfsleven.

Regionaal woningbouwprogramma Regio FoodValleyCompanen heeft een studie gedaan naar de woning-markt in de FoodValley. Conclusie daarvan was dat er geen (georganiseerde) regionale woningmarkt in de FoodValley is. Wel zijn er (inter)regionale migratiestro-men van honderden huishoudens per jaar.

In het regionaal woningbouwprogramma (2012) wordt geconstateerd dat er een mismatch is tussen de vraag en aanbod op de woningmarkt in de regio FoodValley. Voor de lange termijn is het advies om vooralsnog geen plancapaciteit te schrappen, maar om de plancapaciteit actief te faseren en doseren en kwalitatief (types en prijsklassen) beter op de markt af te stemmen. Op de korte termijn wordt geadviseerd om de bouwplannen te herprogrammeren en af te stemmen op de korte termijn vraag. Geadviseerd wordt om ruimte te geven aan nieuwe kleinschalige en kansrijke initiatieven, zoals collectief particulier opdrachtgeverschap. Gemeenten (en projectontwikkelaars) kunnen onderling leren van succesvolle initiatieven. Uitwisseling van deze kennis kan nuttig zijn.

Page 11: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

20 21Uitgangssituatie FoodValleyGebiedsvisie Regio FoodValley

2.2. De natuurlijke ondergrond

De regio FoodValley bevat delen van twee stuwwallen – de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug – en de tus-senliggende vallei, de Gelderse Vallei. Met als resultaat een landschap met veel gradiënten van hoog naar laag, van droog naar nat, doorsneden door een flink aantal beken, dat van oost naar west loopt. Het zuidelijk deel van de regio is rivierengebied en het noordelijk deel een oude Zuiderzeepolder. Dit alles vormt een divers en afwisselend landschap. De stuwwallen zijn ontstaan in de IJstijd toen grote hoeveelheden landijs de grond opstuwden en tot de huidige hoogteverschillen in land-schap hebben geleid. De beide stuwwallen zijn hoog-gelegen gebieden, die nu nog vooral bestaan uit bos, heide en plaatselijk enkele zandverstuivingen. Verspreid door het gebied heen liggen agrarische percelen.

Tussen de beide stuwwallen in loopt het landschap via de flanken omlaag in de Gelderse Vallei. De Vallei

wordt gekenmerkt door vele oost-west lopende dek-zandruggen, met daartussen een uitgebreid systeem van laaglandbeken, die het water vanaf de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug afvoeren. Dit systeem, dat langzaam naar beneden helt in de richting van het centrum van de FoodValley regio heeft geleid tot een fijnmazig en afwisselend landschap. Dit landschap is de resultante van de natuurlijke ondergrond en het occupatiepatroon. Rond de kernen vinden we de oude akkercomplexen. Die gronden zijn al lang in agrarisch gebruik, zijn vaak vrij open met verdichte randen. Een groot deel van de oudere landbouwontginningen betreft kampontginningen. Deze vormen nu nog vaak een kleinschalige afwisseling van akkers, houtwallen, singels en kleinere bospercelen. Pas in de loop van de tweede helft van de 19e eeuw zijn delen van de Food-Valley regio grootschalig ontgonnen. Deze gebieden zijn vaak goed herkenbaar door de grotere schaal, de rechtere lijnen en de openheid. Zeer bepalend voor het

landschap, de waterhuishouding en cultuurhistorische inrichting is de Grift die als een herkenbare lijn van het zuiden naar het noordwesten van het gebied loopt.

Rond de beekdalen waren de gronden vaak natter of delen van het jaar overstroomd. In de beplantingen met elzen en knotwilgen is dat vaak nog terug te zien. Door afvoerloze laagten en onder invloed van het kwel-water van de stuwwallen, dat in de Vallei naar boven kwam zijn ook moeras- en veengebieden ontstaan. Een deel van het gebied kent dan ook veenontginningen.

De FoodValley regio kent afhankelijk van de onder-grond allerlei verschillende soorten cultuurhistorische waarden. Op dekzandruggen in de vallei en op de flanken van de stuwwallen liggen velerlei landgoederen en buitenplaatsen. Bovenop de stuwwallen stichtte het echtpaar Kröller-Müller hun landgoed De Hoge Veluwe met jachthuis St. Hubertus als onderkomen en het museum Kröller-Müller als tentoonstellingsruimte. Het Nationale Park De Hoge Veluwe geniet nationale en inmiddels ook internationale bekendheid. Op de hogere delen van de regio zijn vanwege de overvloed aan ruimte ook diverse militaire complexen onstaan, waaronder een aantal kazernes. Agrarisch erfgoed is vooral op de overgangen tussen hoog en laag, en in de vallei terug te vinden. Soms ontstaan als Celtic Field, zijn de van oorsprong kleine landbouwenclaves hier uit-gegroeid tot grote, agrarische complexen met molens, boerderijen en maalderijen. In het lage landschap van de vallei is vanaf de 18e eeuw door de aanwezigheid van water de aanleg van een op inundatie geënt verde-dingswerk werkelijkheid geworden: De Grebbelinie die in de regio op veel plekken goed zichtbaar is.

2.3. Gevolgen van klimaatverandering voor de waterhuishouding

De verandering van het klimaat manifesteert zich in Nederland het duidelijkst in een stijging van de gemid-delde temperatuur en van de hoeveelheid neerslag. Het watersysteem beslaat vrijwel de hele FoodValley waardoor we hierin regionaal moeten optrekken. In

de bijlage staat het watersysteem weergegeven. Het overstromingsgebied op deze kaarten is het gebied dat zou overstromen als de Grebbedijk zou bezwijken. Delen van dit gebied staan nu al regelmatig blank bij zware regenval. De bovenlopen van de beken vormen het brongebied van de beken. De manier van omgaan met water in deze zones (vasthouden of afvoeren) is be-palend voor de effecten die (het uitblijven van)neerslag heeft op de benedenlopen.

In het oosten van de regio en de flanken van de Heu-velrug zal er nu en in de toekomst meer verdroging zijn. Als de beken verdrogen, hebben zowel natuur als landbouw er last van. Tegengaan van de verdroging door waterinlating is voor de natuur veelal geen optie: Het is vaak voedselrijk water met mogelijk invasieve soorten erin. Dat heeft gevolgen voor ecologie (soorten verdwijnen), landbouw (gewassen verdrogen) en de veiligheid (hoger risico op natuurbranden). In de bijlage staan op kaart A de kwetsbaarheden van de FoodValley regio als gevolg van water en klimaat weergegeven.

Tegelijk verwacht men dat piekbuien heviger en frequenter gaan voorkomen. Er zijn op kaart B in de bijlage dan ook gebieden aangewezen waar rekening moet worden gehouden met lokale en regionale wa-terberging. Door piekbuien kan in stedelijke gebieden water op straat voorkomen en erger, wateroverlast in gebouwen. Te denken valt hierbij aan ondergelopen kelders, natte kruipruimten, vocht in huizen en gebou-wen, aantasting van wegen en hogere waterpeilen en afvoeren.

Op de Veluwe wisselen wateroverschot en watertekort zich af wat niet goed is voor de landbouw noch voor de natuur (zie figuur B voor de kwetsbaarheden in het gebied). Het probleem van de Veluweflanken is dat er vanwege het hellend vlak geen water naar toe gebracht kan worden. Minder water betekent ook waterkwali-teitsprobleem: alles in het water is sterker geconcen-treerd.

Figuur 3: Occupatie van de regio FoodValley. De illustratie is afkomstig uit het Landschapsontwikkelingsplan Gelderse Vallei

(Brons en Partners).

Page 12: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

22 23Gebiedsvisie Regio FoodValley Hoofdrichtingen FoodValley

Veel van deze doelen en wensen hebben een relatie met elkaar. Uit de verbindingen tussen de thema’s zijn de hoofdrichtingen voor deze Gebiedsvisie naar voren gekomen. In figuur 5 en 8 is een aantal relaties dat in de verdiepingssessies naar voren is gekomen, verbeeld in een integratiediagram. De relaties tussen de thema’s leveren ook weer inzichten, (beleids)doelen en actie-punten op. In paragraaf 3.1 worden de thema’s kort toegelicht met telkens kort samengevat de resultaten van de betreffende verdiepende sessie. In paragraaf 3.2 worden de dwarsverbanden – dan wel hoofdrichtingen – kort genoemd die vervolgens in de paragrafen 3.3 tot en met 3.6 worden toegelicht. Paragraaf 3.7 tenslotte, vat de concrete actiepunten samen die uit de hoofd-richtingen voortkomen. De thema’s zelf worden verder uitgewerkt in hoofdstuk 4.

3.1. Korte toelichting per thema en uitkomsten verdiepende sessies

Het thema ‘faciliteren van bedrijven’ draait om het vergroten van de aantrekkelijkheid van bedrijfsvesti-ging. Wat hebben bedrijven daarbij nodig? Hoe trekken we nieuwe internationale topbedrijven aan? En hoe kan de regionale economie daar de vruchten van plukken? We vinden dat het hoge kennisniveau in de regio een onderscheidend kenmerk is. Hoe kunnen we het hoge kennisniveau beter benutten en toepasbaar maken bij het faciliteren van bedrijven?

Uit de betreffende verdiepingssessie kwam naar voren dat een sterke netwerkvorming van het bedrijfsleven en een betere integratie met kennisinstellingen gewenst is. Om internationaal georiënteerde bedrijven aan te trekken zou tevens ingezet moeten worden op enkele top locaties voor gespecialiseerde bedrijven. Daarnaast willen we inzetten op een gevarieerde regionale eco-nomie. Veel mensen laten de vestiging in een gebied afhangen van toekomstige carrièremogelijkheden (arbeidsmobiliteit) en gevarieerde bedrijvigheid draagt daar aan bij.

Het thema ‘relatie onderwijs en arbeidsmarkt’ als locatiefactor voor bedrijven gaat over de noodzaak om goed en specifiek opgeleid personeel te hebben. Zo wordt in de vraag van aanwezige bedrijven voorzien en kunnen we gespecialiseerde Foodbedrijven naar de regio halen. De relatie onderwijs en arbeidsmarkt als locatiefactor voor werknemers gaat over de noodzaak van goed onderwijs voor henzelf of hun gezin, toege-spitst op de regionale behoefte, zodat werknemers zich sneller in de regio willen vestigen. Daar ligt de uitda-ging voor het onderwijs. De betreffende verdiepings-sessie legde veel nadruk op een betere aansluiting op het bedrijfsleven door vraaggericht onderwijs. Ook kan het onderwijs een bijdrage leveren aan een betere ken-nisuitwisseling tussen de partijen.

Het thema ‘mobiliteit en bereikbaarheid’ gaat over de sterke samenhang tussen ons economisch ontwik-kelingspotentieel en de bereikbaarheid. De bereikbaar-heid is niet overal in de regio even sterk. Uitdaging is om de bereikbaarheid verder te verbeteren.

De betreffende verdiepingssessie gaf de waarde van de goede bereikbaarheid aan, maar tegelijkertijd zijn de ontbrekende schakels benoemd. In deze deelsessie is ook gezocht naar nieuwe vervoersmodaliteiten, zoals elektrisch fietsen. Men voorziet in de toekomst meer vraaggericht openbaar vervoer en meer zelfredzaam-heid.

3. Hoofdrichtingen FoodValley

In de verdiepende sessies die begin

2013 hebben plaatsgevonden, zijn

per thema diverse doelen en wensen

geformuleerd als perspectief voor de

langere termijn.

Page 13: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

24 25Gebiedsvisie Regio FoodValley Hoofdrichtingen FoodValley

Het thema ‘afstemmen regionale woningmarkt’ gaat over de uitdaging in de woningbouw, die samenhangt met de woningmarktsituatie en met het aantrekkelijke en gevarieerde vestigingsmilieu dat we willen bieden. In de verdiepingssessie werd geconstateerd dat er, ondanks dat er geen sprake is van een sterk geïnte-greerde woningmarkt, behoefte is om maatschappelijke vraagstukken onderling af te stemmen. Bovendien is een gezamenlijke inspanning nodig om te blijven inves-teren in een aantrekkelijke leefomgeving waarmee een sterke relatie wordt gelegd met landschap, recreatie en wijkontwikkeling.

Het thema ‘vernieuwen landbouw’ betreft de uit-daging in de landbouwsector om tot een duurzame doorontwikkeling te komen. Een ontwikkeling die recht doet aan maatschappelijke vraagstukken en met oog voor de kwetsbaarheid van de natuurlijke omgeving. Dit is belangrijk voor de kwaliteit van onze leefomge-ving maar we zijn er ook van overtuigd dat we met de klimaatveranderingen in de toekomst in toenemende mate afhankelijk zullen zijn van een goed functionerend natuurlijk systeem. Een duurzame ontwikkeling houdt ook in dat aan landbouw een economisch gezond verdienmodel ten grondslag moet liggen. We kunnen dus de economische ontwikkeling in onze regio en ons bijzonder fijnmazige en kwetsbare landschap, de onder-grond en de waterhuishouding, niet los van elkaar zien.

De overheid staat voor de uitdaging om de vernieu-wing in de landbouw in samenhang met de andere belangen mogelijk te maken en zo goed mogelijk te ondersteunen. Dat vraagt de nodige inspanningen rondom het planologisch instrumentarium.

In de betreffende verdiepingssessie werd beargumen-teerd dat ruimte en flexibiliteit nodig is voor een in-noverende en economisch gezonde landbouw. Daarom werd sterk ingezet op een meer uitnodigende vorm van planologie, waarbij agrarische ontwikkeling gekoppeld wordt aan een duurzame bedrijfsvoering en maatschap-pelijk verantwoord ondernemen. Zo kan het groeien van bedrijven gepaard gaan met investeringen van

diezelfde bedrijven in bijvoorbeeld beeldkwaliteit, land-schap, milieu, dierenwelzijn en klimaatadaptatie.

Het thema ‘leefomgeving’ draait om de uitdaging om de huidige en nieuwe bewoners een aantrekkelijk woon- en leefklimaat te bieden. Het gaat over velerlei aspecten als voorzieningen, beleving, gezondheid en veiligheid. Aspecten als mobiliteit en de kwaliteit van woningen en wijken kwamen in de andere sessies al terug. Bij deze verdiepingssessie kwam sterk naar voren dat binnen de regio de kwaliteiten en kenmerken van de ondergrond, het landschap en de natuur sterk met elkaar samenhangen. Door goed te kijken naar de veerkracht van het natuurlijk systeem is het mogelijk om in te spelen op de gevolgen van de klimaatverandering en de veiligheid (bijvoorbeeld in geval van overstro-mingen vanuit de Rijn) voor de lange termijn te borgen. Door hierop in te spelen willen we werken aan een aantrekkelijke, veilige en veerkrachtige leefomgeving waarin mensen optimaal kunnen werken en wonen.

In de extra verdiepingssessie over het thema ‘duurzaamheid’ is geconcludeerd dat duurzaamheid belangrijk is voor de profilering van de FoodValley regio. Speerpunten die passen bij een herkenbaar profiel voor FoodValley zijn bijvoorbeeld de relatie tus-sen food-en-energie en food-en-afval; het sluiten van kringlopen en een biobased economy. Inzet van aanwe-zige kennis en het bedrijfsleven kan nieuwe innovaties opleveren.

In de extra verdiepingssessie over het thema ‘recreatie’ is geconcludeerd dat bij een betere ontsluiting van de recreatieve voorzieningen de aantrekkelijkheid van FoodValley wordt vergroot en er meer economische spin-offs mogelijk zijn. Tegelijk zou FoodValley meer moeten aansluiten bij sterke merken in de omgeving, zoals de Veluwe, om daar haar eigen accenten aan toe te voegen. Speerpunt is de (her)ontwikkeling van ver-ouderde recreatieterreinen. Verder bleek cultuurhistorie onlosmakelijk verbonden met recreatie maar ook met bijvoorbeeld leefomgeving omdat dit de bewoners een identiteit geeft.

3.2. Integraliteit in de uitkomsten van verdiepende sessies: hoofdrichtingen

In de Strategische Agenda Regio FoodValley zijn twee hoofddoelen geformuleerd:• Het realiseren van een krachtige regionale econo-

mie met een onderscheidend kennisprofiel op de wereldmarkt.

• Het realiseren van een sterk vestigingsklimaat en aantrekkelijke woonomgeving

De bovengenoemde thema’s hebben allen te maken met deze hoofddoelen die we willen bereiken door het uitzetten van hoofdrichtingen. Om deze hoofdrichtin-gen te bepalen, hebben we gekeken naar de samen-hang tussen de uitkomsten per (focus)thema. Door deze analyse te doen komen we op meer integrale en strategische doelen dan de benadering per thema. In figuur 5 en 6 zijn de relaties tussen de doelen die uit de themabesprekingen voortkwamen, zichtbaar gemaakt.

In deze relaties hebben we vier hoofdrichtingen onder-scheiden:1 Integrale kennisuitwisseling tot stand brengen2 Zorgen voor een optimale en gevarieerde bedrijven-

structuur3 Water, bodem, natuur en landschap als ordenend

principe hanteren voor onze toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en inspelen op klimaatsveranderin-gen

4 Voorop lopen in de uitnodigingsplanologie door de inzet en verankering van een ‘menukaart’

Hoe we tot deze vier hoofdrichtingen zijn gekomen en op welke manier we deze willen vormgeven, wordt besproken in de volgende paragrafen.

Figuur 4: Symbolische weergave van de 2 hoofddoelen.

Page 14: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

26 27Gebiedsvisie Regio FoodValley Hoofdrichtingen FoodValley

3.3. Integrale Kennisuitwisseling

Kijkend naar figuur 5 valt op dat er in de verdiepende sessies veel dwarsverbanden zijn benoemd tussen de ambities voor het verknopen van bedrijven, kennisuit-wisseling en bereikbaarheid. De ambities vanuit het faciliteren van bedrijven hebben dus een sterke samen-hang met de doelstellingen voor het onderwijs en het toegankelijk maken van kennis. Meer dan nu het geval is, zouden bedrijven moeten profiteren van elkaars nabijheid en kennis. Er moet een cultuur gaan ontstaan waarbij we elkaar meer opzoeken. Dit geldt voor bedrij-ven onderling, maar ook voor de kennisinstellingen en bedrijven. De regio is trots op de grote toonaangeven-de bedrijven, de zogenaamde ‘leader firms’, maar er is nog een wereld te winnen in het vestigen van nieuwe bedrijven en kleinere specialistische bedrijvigheid die rondom toonaangevende bedrijven kunnen ontstaan (ook wel ‘spin-off’ genoemd). Ook voor kleinere innova-tieve bedrijven geldt dat netwerkvorming en kennisuit-wisseling bijzonder belangrijk is.

Zo onderscheiden we de eerste hoofdrichting: ‘tot stand brengen van integrale kennisuitwisseling’. Het realiseren van sterkere bedrijfs- en kennisnetwerken. Zo willen we graag stimuleren dat bedrijven die qua werkproces in elkaars verlengde zitten (verticale samen-werking) en bedrijven, kennisinstellingen en maatschap-

pelijke organisaties die naast elkaar werken (horizontale samenwerking) meer samenwerken en uitwisselen, zodat we op een hoger kennisniveau komen te werken.

Dit is de ‘gouden driehoek’ van Regio FoodValley, die we in de strategische agenda al centraal stelden. Ook het concept MIRT zet in op een sterkere kennisuitwisse-ling tussen grotere bedrijven en de lokale bedrijvigheid en de regionale samenwerking van (grotere) bedrijven en met kennisinstellingen. Hiermee willen we:• Topbedrijven en kennis in de foodsector aantrekken

en een sterke regionale economie bevorderen.• Gespecialiseerde clusters van bedrijven versterken.• Naar een steeds kennisintensievere landbouwsector.

Op welke manier gaan we zorgen voor integrale kennisuitwisseling? Kennisuitwisseling speelt in de volle breedte van de (regionale) economie. Zowel het bedrijfsleven, de kennisinstellingen, maatschappelijke partijen als het onderwijs hebben hierin een rol. Als overheid kunnen we een faciliterende rol op ons nemen. In verschillende verdiepingssessies zijn verschillende perspectieven benoemd om de partijen in de ‘gouden driehoek’ beter te integreren. Hiertoe moet de afstand tussen het be-drijfsleven en kennisinstellingen worden verkleind.

Figuur 5: relaties tussen doelen, die tijdens de verdiepingssessies zijn gelegd. Met rood zijn de relaties aangegeven tussen de

ambities voor het verknopen van bedrijven, kennisuitwisseling en bereikbaarheid.

vers

terken vertic

a le en horizontale in

tegratie

bedrijven

verk

nopen bedrij

fsle

ven (f

ysie

k) o

p bes te

ple

kken

s ter

kere

arb

eids

mob

ilite

it bi

nnen

regi

o

real

iser

en h

otel

acco

mm

odat

ies

borgen veiligheid (hogere normering dijken)

klimaatbes tendig lands chap

lands chap a ls drager voor nieuwe ontw

ikkelingen

lands chap a ls collectieve bouww

erk

uitwerken uitnodigings planologie met eenvoudige zonering

s chaalvergroting landbouw

ruimte voor innovatie

kans en in VAB

Afs temm

en wonings m

arkt (focus gebieden)

Oplos s en illegaal gebruik recreatiew

oningen

Aantrekkelijke woonomgeving

Opvangen vergrijzing

vraaggericht onderwijs

foodvalley kennis portaal

themas centraal zetten

lokale bijeenkoms ten bedrijven

green office Wageningen

Top

bere

ikba

arhe

id b

enut

ten

/ ver

s ter

ken

krac

ht re

gion

ale

bere

ikba

arhe

id

vraaggeric

ht OV

Verb

eter

en h

aven

faci

litei

t

Onderwijs

Woningmarkt Economie

Landbouw

LeefomgevingBereikbaarheid

Figuur 6: symbolische weergave van de kennisuitwisseling tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven.

Page 15: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

28 29Gebiedsvisie Regio FoodValley Hoofdrichtingen FoodValley

Elkaar beter vindenBedrijven en kennisinstellingen moeten elkaar beter weten te vinden. Op allerlei niveaus willen we dit stimuleren, waarbij we deels aansluiten bij bestaande netwerken. Op een hoger schaalniveau ligt er een kans om (bestaande) platforms (*1) rondom de samenwer-king van onderwijsinstellingen en bedrijfsleven beter te benutten. Op een lager schaalniveau zijn er ideeën om lokale netwerk- en kennisbijeenkomsten te organiseren. Een andere mogelijkheid zien we in de inzet van een kennismakelaar, die initiatieven aan elkaar knoopt. Vaak weten bedrijven onderling niet waar de behoefte en de mogelijkheden liggen. Een kennismakelaar, die op de hoogte is van vragen en aanwezige kennis(bronnen) kan één en ander verbinden. Hierbij staat voorop dat we eerst gaan kijken of bepaalde structuren in deze behoefte kunnen voorzien voordat we ondernemers belasten met een nieuwe werkwijze of nieuwe aan-spreekpunten. We willen als eerste kijken of bestaande initiatieven als Green Office in Wageningen (waarover hierna meer bij ‘de rol van het onderwijs’) en stichting Food Valley kunnen worden versterkt.

De WFC (World Food Centre) in Ede gaat het vliegwiel vormen voor netwerkvorming, kennisuitwisseling en samenwerking in de regio. Door ook het onderwijs en het lokale MKB te koppelen aan deze ontwikkeling leggen we direct een fundament voor de toekomstige bedrijfsnetwerken. De WUR kan zelf kennis toeganke-lijker maken door de inzet van een FoodValley kennis-portaal. Dit moet een loket zijn waar kennis kan worden vergaard en eenvoudige vragen gratis kunnen worden gesteld. Hier kunnen ook de juiste contacten worden gelegd voor verdergaande vraagstukken.

In de regio FoodValley is in 2013 de Omgevingsdienst de Vallei ontstaan en bestaat uit een aantal regio Food-Valley gemeenten (Barneveld, Ede, Nijkerk, Scherpen-zeel en Wageningen). De Omgevingsdienst is belast met de uitvoeringtaken van het Omgevingsrecht. De

Omgevingsdienst draait al volop, maar er wordt ook nagedacht over de verdere ontwikkeling. Op het ge-bied van kennisopbouw-en uitwisseling kan veel samen worden bereikt.

Toepassingen van kennisIn het gebied is veel kennis voorhanden over land-schap, bodem en waterhuishouding, maar de kennis is nog onvoldoende van toepassing op concrete ontwik-kelingen, bijvoorbeeld op agrarische bedrijven. Als on-derdeel van de proeftuin FoodValley willen we nieuwe technieken en ideeën in ons fijnmazige landschap gaan uitwerken. Kennisontwikkeling en verspreiding ervan is nodig als basis van een goed werkende uitnodigings-planologie. In de toepasbaarheid van kennis en innova-ties ligt ook een belangrijke kans voor het bedrijfsleven en het onderwijs, bijvoorbeeld door het verzamelen van succesvolle innovaties en concepten en het doorontwik-kelen ervan tot breed toepasbare goedkope installaties. Voorbeelden hiervan zijn technieken van de biobased economy.

De kans op samenwerking is groter als er focus aan-gebracht wordt. Immers, de resultaten van samenwer-king zijn dan herkenbaarder en kunnen breed worden gecommuniceerd. Een interessant thema dat de komende jaren bovenaan de agenda zou kunnen staan is ‘food and waste’. Binnen de regio komt veel orga-nisch materiaal vrij wat op de ene plek afval en elders een grondstof is. Dit valt in het al bekende concept van het ‘cradle to cradle’ denken. In dit verband pleiten we ervoor om dit gedachtengoed binnen de regio toe te passen op Food in brede zin. Hier komt bij dat we willen voorkomen dat biovergisters primair draaien op voedselgewassen. Dat geeft een ongewenste spanning op de voedselmarkt. Onderwijs, onderzoek en ken-nisuitwisseling zouden zich de komende jaren kunnen richten op bijvoorbeeld biovergisting. Ook de agrari-sche sector is momenteel actief op dit terrein.

Ophalen van de vraag naar kennisOm wetenschap en bedrijfsleven beter te kunnen ver-binden moeten we de vraag kennen die het bedrijfs-leven heeft. Kennis moet zo gestroomlijnd mogelijk beschikbaar zijn. Bedrijven kijken echter vaak op tegen de kosten en de tijdsinvestering die gemaakt moet worden voordat de juiste vraag op de juiste plek is gesteld. Hierin willen we maximaal faciliteren. Naast de genoemde kennismakelaar en platforms kan de vraag naar kennis worden verkend door het koppelen van netwerkactiviteiten. Dit is efficiënt als er al diverse contacten lopen. Sommige gemeenten onderhouden contacten met het lokale MKB in het kader van het gedecentraliseerde beleid rondom de Wet W&I (werk en inkomen) en de Participatiewet. Dergelijke contac-ten kunnen ook worden benut om kennisvragen op te halen en door te geleiden naar de bedrijfs- en kennis-netwerken in de regio.

De rol van het onderwijsVia het onderwijs kan kennis meer toegepast en toegankelijker gemaakt worden en verspreid binnen bedrijven. Via stage-opdrachten kunnen leerlingen zich verdiepen in vraagstukken die bij bedrijven leven en kennis ophalen bij de kennisinstellingen. Een bijzon-dere vorm waarin onderwijs een rol kan vervullen is de Green office Wageningen. Dit is een laagdrempelige en betaalbare wijze van toegang tot kennis. In de Green Office Wageningen ontvangen studenten vragen van bedrijven en zij zorgen voor het doorverwijzen naar de juiste studenten en docenten.

(*1) Het bestaande platform RSPH (regionaal sociaal platform HBO), waarin nu de provincie, KvK, de ROC’s en HBO opleidingen in de regio zijn verenigd kan bijvoorbeeld worden uitgebreid met de WUR en gemeenten. Daarnaast is er een Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt (POA).

Page 16: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

30 31Gebiedsvisie Regio FoodValley Hoofdrichtingen FoodValley

3.4. Optimale bedrijfsvestiging

Figuur 5 toont – naast Integrale Kennisuitwisseling – nog een belangrijke relatie: tussen bedrijfsvestiging en bereikbaarheid. Bedrijven kijken bij een vestigings-vraag heel breed naar de potentie van gebieden. Voor het aantrekken van goed personeel en de toe- en aflevering van producten gaat het om de letterlijke bereikbaarheid via wegen en spoor. Het kan ook gaan om faciliteiten, zoals glasvezel. Verschillende bedrijven stellen verschillende eisen. In het RPB (zie paragraaf 2.1.) wordt al een onderscheid gemaakt tussen gespeci-aliseerde (hoogwaardige) bedrijventerreinen, distributie en gemengde bedrijventerreinen. We voegen daar in deze Gebiedsvisie de kansen van multimodale plekken aan toe. In deze paragraaf gaan we ook in op de kan-sen voor nieuwe vormen van werklocaties voor kleine bedrijven.

Zo onderscheiden we de hoofdrichting ‘Zorgen voor een optimale en gevarieerde bedrijvenstructuur’. Vergroten van de aantrekkelijkheid van bedrijfsvestiging door het benutten van de goede bereikbaarheid en de regionale verschillen.

Bereikbaarheid is uiteraard niet de enige factor voor een optimale en gevarieerde bedrijfsvestiging. Ook een goed en toegepast onderwijsaanbod, een mooie en gezonde leefomgeving en een divers winkel- en cul-tuuraanbod zijn van belang voor inwoners en werkne-mers en als afgeleide daarvan ook voor bedrijven.

Hoe wordt deze hoofdrichting verder uitgewerkt?De noodzaak om de bedrijfsvestiging te optimaliseren is in de verdiepingssessies breed onderschreven. Dit heeft te maken met de goede werkgelegenheidskansen voor de inwoners voor nu en in de toekomst. Daarnaast wordt vanuit het Rijk via het topsectorenbeleid ook extra inzet gevraagd voor deze topsectoren. Er zijn veel factoren van invloed op het vestigingsklimaat binnen de regio. Dat geldt voor de bereikbaarheid, de aanwezig-heid van voldoende, goed opgeleid en gespecialiseerd

personeel en of werknemers zich in een regio willen en kunnen vestigen. Wij zien het als onze taak om deze belangen in de regio te borgen. Bereikbaarheid speelt in deze hoofdrichting een essentiële ondersteunende rol. Hiertoe zijn in de strategische agenda mobiliteit de benodigde infrastructurele verbeteringen benoemd. Om de internationale vestigingspotentie te vergroten heeft het concept MIRT-onderzoek FoodValley enkele maatregelen en ontbrekende schakels ‘eruit getild’. Aanvullend vinden we het van belang om de multimo-daliteit beter te benutten. Dit staat in paragraaf 4.3. nader uitgewerkt.

In veel van de voorwaarden voor een bedrijf om naar onze regio te komen, is al voorzien. Alleen is dit niet overal en bij iedereen voldoende bekend. Het is daarom aan te bevelen om in een apart document kort weer te geven wat de regio al te bieden heeft en wat de gemeenten nog meer gaan doen naar aanleiding van deze visie om de aantrekkingskracht verder te vergroten.

3.5. Water, bodem, natuur en landschap als ordenend principe

Zoals in de vorige paragraaf werd opgemerkt, is de leefomgeving in de FoodValley regio van groot belang voor ons vestigingsklimaat. De natuur en het land-schap vormen daarbinnen een belangrijke waarde. In de regio is veel kennis aanwezig over het functioneren van bodem, waterhuishouding, landschap en ecologie. We vinden dat het natuurlijke systeem een intrinsieke waarde heeft en willen graag een bijdrage leveren aan een verduurzaming van onze samenleving. We vinden dat belangrijk voor ons vestigingsklimaat en voor de profilering van de FoodValley regio. De economische ontwikkeling van FoodValley moet altijd in balans blijven met deze waarden. Daarom kiezen we als derde hoofdrichting ‘We nemen water, bodem, natuur en landschap als ordenend principe voor onze toekom-stige ruimtelijke ontwikkeling en spelen in op toekom-stige klimaatsveranderingen.’

Figuur 7: Kennisuitwisseling in de FoodValley op meerdere niveaus (tussen kennisinstellingen en grote bedrijven, tussen grote

bedrijven en kleinere bedrijven / spin-off en tussen kennisinstellingen het onderwijs en het MKB)

Page 17: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

32 33Gebiedsvisie Regio FoodValley Hoofdrichtingen FoodValley

Hoe wordt deze hoofdrichting verder vormgegeven?Het afwisselende landschap van de Regio FoodVal-ley met landbouwbedrijven, landgoederen en beken, omgeven door de bosrijke stuwwallen van de Veluwe en de Utrechtse Heuvelrug, het karakteristieke Binnen-veld en het Nijkerkse polderlandschap vormen samen een aantrekkelijk buitengebied en een unieke woon- en leefomgeving in de FoodValley regio. In dit landelijk gebied worden meerdere functies gecombineerd (bij-voorbeeld landbouw, recreatie, natuur, waterberging). Onderdeel van dit landschap is ook het Nationaal Na-tuur Netwerk (ofwel in Gelderland ‘het Gelders Natuur Netwerk en voorheen EHS genoemd). Deze is nu nog onderdeel van discussies die aan andere tafels plaats-vindt, maar zodra duidelijk is waar deze komt te liggen wordt het in dit document overgenomen als ordenend principe. Ook het onderwerp cultuurhistorie wordt meegenomen. Cultuurhistorische waarden vormen niet alleen de identiteit van de regio, maar kunnen daarnaast de kwaliteit van de leefomgeving bepalen. Daarom zien wij cultuurhistorie als een ordenend prin-cipe. Bij cultuurhistorische waarden gaat het over de positieve waardering van sporen, objecten, patronen en structuren die zichtbaar of niet zichtbaar onderdeel uit-maken van onze leefomgeving en een beeld geven van een historische situatie of ontwikkeling. Als voorbeeld noemen we de Grebbelinie, die een herkenbare en waardevolle structuur voor FoodValley is.

3.6. Vooroplopen in de uitnodigingsplanologie

Binnen dit landschap zoals in de vorige paragraaf omschreven, functioneert onze landbouwsector als een belangrijke pijler onder onze economie. De landbouw hoort bij onze geschiedenis en cultuur. Opvallend ge-geven uit de verdiepingssessies was de sterke symbi-ose tussen de agrarische en landschappelijke thema’s (zie figuur 8).Figuur 8: Relaties tussen doelen, die tijdens de verdiepingssessies zijn gelegd. Met rood zijn de relaties aangegeven tussen de

ambities voor het landschap, de ontwikkeling van de landbouw, de aantrekkelijke woonomgeving en de behoefte aan een nieuwe

vorm van planning: uitnodigingsplanologie.

vers

terken vertic

a le en horizontale in

tegratie

bedrijven

verk

nopen bedrij

fsle

ven (f

ysie

k) o

p bes te

ple

kken

s ter

kere

arb

eids

mob

ilite

it bi

nnen

regi

o

real

iser

en h

otel

acco

mm

odat

ies

borgen veiligheid (hogere normering dijken)

klimaatbes tendig lands chap

lands chap a ls drager voor nieuwe ontw

ikkelingen

lands chap a ls collectieve bouww

erk

uitwerken uitnodigings planologie met eenvoudige zonering

s chaalvergroting landbouw

ruimte voor innovatie

kans en in VAB

Afs temm

en wonings m

arkt (focus gebieden)

Oplos s en illegaal gebruik recreatiew

oningen

Aantrekkelijke woonomgeving

Opvangen vergrijzing

vraaggericht onderwijs

foodvalley kennis portaal

themas centraal zetten

lokale bijeenkoms ten bedrijven

green office Wageningen

Top

bere

ikba

arhe

id b

enut

ten

/ ver

s ter

ken

krac

ht re

gion

ale

bere

ikba

arhe

id

vraaggeric

ht OV

Verb

eter

en h

aven

faci

litei

t

Onderwijs

Woningmarkt Economie

Landbouw

Leefomgeving

Bereikbaarheid

Page 18: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

34 35Gebiedsvisie Regio FoodValley Hoofdrichtingen FoodValley

Het samen opgaan van economie en landschap in de Regio FoodValley is voor stakeholders in de toekomst een vanzelfsprekendheid. De landbouw ontwikkelt zich verder binnen de principes van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Er is een sterke behoefte in de regio om de spanning, die er lange tijd is geweest tussen landbouw en landschap, weg te nemen.

Als overheid willen we op onze beurt ontwikkelingen stimuleren en vereenvoudigen. Niet minder zorgvul-dig, maar wel flexibeler. Een goed idee moet gereali-seerd kunnen worden en als overheid denken we met ondernemers mee. We ‘nodigen’ initiatiefnemers uit. We zullen op onze eigen manier de ‘uitnodigingspla-nologie’ invullen, passend bij onze cultuur en bij de bijzonderheden en kwetsbaarheden van ons landschap. De provincies spelen met diverse regelingen al in op deze nieuwe vorm van planologie. Als regio willen

we een stap verder zetten. We willen zoveel mogelijk aspecten van het functioneren van natuur, landschap en ondergrond opnemen in onze vorm van uitnodigings-planologie.

Dit staat of valt met de kennis die voorhanden is over het functioneren van natuur, landschap en ondergrond en de toepasbaarheid van maatregelen bij concrete projecten (op bedrijfsniveau). En die kennis hebben we in regio FoodValley. Ook daarin willen we vooroplopen. We nodigen kennisinstituten en maatschappelijk par-tijen uit hun kennis met elkaar te delen en ondernemers om het gebied te ontwikkelen. Wij zien het als onze taak om bij te dragen aan een goede uitwisseling en verankering van deze kennis.

Zo onderscheiden we de vierde hoofdrichting ‘Voorop lopen in de uitnodigingsplanologie door de inzet en verankering van een menukaart ’.

De hoofdrichting verder uitgewerktDe regio FoodValley wil goed functionerende en ambi-tieuze bedrijven ruimte bieden en beseft dat gerichte ruimtelijke sturing, zoals een strikte zonering, daarbij onvoldoende werkt. We willen daarom toe naar een nieuwe vorm van planologie: uitnodigingsplanologie, waarmee we vooraf minder beperkingen opleggen aan het type bedrijf. De ontwikkelingsmogelijkheden laten we afhangen van de beeldkwaliteit van de omgeving en de investeringen die de ondernemer in zijn fysieke en maatschappelijke omgeving doet.

De menukaart voor landschap, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemenWe blijven bestaande trajecten die ontwikkelingspla-nologie vormgeven ondersteunen (zie figuur 9). Op termijn willen we toewerken naar een meer volledige vorm van uitnodigingsplanologie, waarbij kennis en toepasbaarheid van kennis volop wordt benut. We noemen deze volledige vorm ‘de menukaart voor land-schap, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen’. De menukaart legt uit wat de belangrijk-

ste waarden en kenmerken in de omgeving van het be-drijf zijn en geeft ideeën en mogelijkheden om daarin te investeren. Het is geen blauwdruk. De kennis die in de menukaart is opgebouwd kan zich in de tijd verder ontwikkelen. Veel instellingen in het gebied hebben kennis van het gebied en hebben een belang bij het gebruik ervan. We willen deze kennis in de regio via de menukaart direct koppelen aan de bedrijfsontwikkeling (via de omgevingsvergunning). Zo kan het vasthouden van water een belangrijke ambitie zijn om verdroging in een gebied tegen te gaan. Een agrariër kan hieraan bijdragen door bijvoorbeeld het humusgehalte van zijn grond te verhogen. Op termijn leidt dat tot een betere ‘sponswerking’ van gronden.

De mogelijke investeringen vormen geen keurslijf maar een keuzemenu waaruit de ondernemer een keuze maakt. Door een minimumeis te stellen per relevant aspect zorgen we voor een basisinvestering in het landschap. Een ondernemer moet op basis van de menukaart op heel verschillende manieren kunnen investeren in zijn directe omgeving, zoals investeringen in natuurwaarden, landschap, hydrologische verbete-ringen, milieu aspecten, aspecten van dierenwelzijn. Bestaande wettelijke voorwaarden zijn uiteraard het uitgangspunt, maar we gaan ervan uit dat door de ken-nis in onze regio continu innovaties ontstaan die we via de menukaart snel kunnen toepassen. Het resultaat van

Figuur 9: De menukaart voor landschap, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen bundelt meerdere be-

staande beleidsstukken of initiatieven op het vlak van de uitnodigingsplanologie.

UitnodigingsplanologieMet uitnodigingsplanologie wordt een uitnodigende en proactieve planologie bedoeld, als alternatief voor toelatingsplanologie, die als bepalend en reactief kan worden getypeerd. Overheidsinspannin-gen zijn er bij de uitnodigingsplanologie op gericht de maatschappelijke dynamiek en het oplossend vermogen van de samenleving zelf te versterken in plaats van de overheidsbelangen allesbepalend te laten zijn. Overheidsbeleid is in dit proces meer inzet van onderhandeling in plaats van in beton gegoten en het beleid krijgt ook een ander karakter: alleen de vanuit openbaar belang noodzakelijke ondergrens is vervat in bindende regels, maar het merendeel van het beleid krijgt een ‘verleidend en uitnodigend’ karakter gericht op het in beweging krijgen en enthousiasmeren van maatschappelijke partijen. De kunst is maatschappelijke initiatieven te linken aan de gezamenlijke gebiedsdoelen.

Page 19: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

37Toelichting en uitwerking thema’s36 Gebiedsvisie Regio FoodValley

4.1. Faciliteren bedrijven

Het versterken van de economie is een belangrijke motor achter de samenwerking in de Regio FoodValley. De regio heeft van oudsher een aantal sterke pijlers. Met de Wageningen University & Research centre beschikt de Regio over een kenniscampus van internati-onale betekenis. De regio wil graag de vestigingsplaats zijn voor internationale topbedrijven en in hun kielzog verder werken aan een sterke en gevarieerde regio-nale economie. Daarvoor is het beschikbaar maken en gebruiken van het enorme kennispotentieel essentieel. Daarnaast kent de regio een sterke vertegenwoordi-ging in de (maak)industrie, bouwnijverheid en land-bouw. De grootste opgave is om op regionale schaal meerwaarde te vinden in de aanwezigheid van al deze bedrijfstakken.

We willen sterkere netwerken tussen bedrijven en tus-sen bedrijven en kennisinstellingen realiseren. Kennis-uitwisseling bij grotere bedrijven vindt nu vooral plaats op (inter)nationaal niveau. Verder kennen veel bedrijven

wel verticale relaties (tussen bijvoorbeeld toeleverende en verwerkende industrie) maar zijn deze vaak indivi-dueel van aard. Horizontale kennisuitwisseling (met bijvoorbeeld concurrenten, kennisinstellingen of maat-schappelijke organisaties) vindt veel minder plaats. We willen in de regio de netwerkvorming en kennisuitwisse-ling versterken door het opzetten van bedrijfsnetwerken en het bijeen brengen van partijen. Dit kent zowel een fysieke component als een ‘netwerk’ component. In het Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) heeft de regio aangegeven welke bedrijventerreinen zullen worden ontwikkeld: in de RPB Monitor 2013 is aange-geven hoe deze terreinen worden gesegmenteerd om gezamenlijk een optimaal totaalaanbod te bieden.

4. Toelichting en uitwerking thema’s

onze nieuwe vorm van uitnodigingsplanologie met de bijbehorende menukaart is dat er volop ontwikkelingen in het landelijk gebied mogelijk zullen zijn, maar dat tegelijk investeringen worden gedaan in de kwaliteiten van landschap, recreatie, cultuurhistorie en ondergrond. Met de inzet van die kennis en innovaties kunnen we samen met ondernemers voorop blijven lopen en een voorbeeldfunctie buiten de regio vervullen.

3.7. Concrete acties samengevat (hoofdrichtingen):

1. Verbeteren van de kennisuitwisseling tussen de kennisinstellingen en bedrijven in de regio. Hiertoe in gesprek gaan met de organisaties die hier al mee bezig zijn zoals Stichting Food Valley en Green Of-fice Wageningen en bekijken of de regio hierin nog een rol heeft.

2. Samen met het bedrijfsleven thema’s kiezen waarop overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen zich gezamenlijk kunnen profileren.

3. We maken een wervend document, waarmee de regio zich internationaal kan profileren en waarmee food gerelateerde bedrijven en (internationale) kenniswerkers kunnen worden aangetrokken: een document, waarin we vertellen wat we al te bieden hebben en wat we naar aanleiding van deze Ge-biedsvisie nog meer gaan doen.

4. Inzetten van de netwerken en activiteiten van de af-zonderlijke gemeenten om kennisvragen op te halen en door te geleiden naar bedrijfs- en kennisnetwer-ken in de regio.

5. Het planmatig doorontwikkelen van multimodale plekken ten behoeve van een betere bereikbaarheid en nieuwe mogelijkheden voor bedrijfsvestiging.

6. Ontwikkelen van een nieuwe indeling van ons landelijk gebied als vervanging van de reconstruc-tiezonering, waarin we ontwikkelingen faciliteren op basis van de uitgangspunten van maatschappelijk verantwoord ondernemen.

7. Gezamenlijk werken aan een nieuw instrument om uitnodigingsplanologie in het landelijke gebied vorm te geven: de menukaart.

In dit hoofdstuk staan de thematische

doelen verwoord die uit de

verdiepingssessies naar voren zijn

gekomen. De hoofdrichtingen uit

hoofdstuk 3 spelen door deze thema’s

heen. Waar nodig verwijzen we in dit

hoofdstuk naar de hoofdrichtingen. Per

thema beschrijven we de verkregen

informatie, maken afwegingen en geven

de concrete actiepunten aan die hier uit

voortkomen.

Page 20: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

38 39Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

De economie zal in de toekomst gaan veranderen. We verwachten een toenemend aantal kenniswerkers en zelfstandigen. De ontwikkeling van telewerken is eveneens aan een opmars bezig. Daarom zullen we de komende jaren meewerken aan zogenaamde derde werkplekken; zowel met trein als auto snel bereikbare plekken waar werknemers of zelfstandigen een werk-plek kunnen huren of een vergaderruimte boeken. Deze kunnen uitgroeien tot bedrijfsverzamelgebouwen met flexibel verhuurbare ruimten. We willen met de ontwikkeling van deze derde werkplekken of bedrijfs-verzamelpanden rondom multimodale knooppunten de netwerkvorming bevorderen. Voorbeelden zijn er in Barneveld, Ede, Hoevelaken en de Klomp waar het spoornet en het wegennet dicht bij elkaar komen.

Onderscheid tussen grote en kleine bedrijven Naast de internationale topbedrijven en de sterk gespecialiseerde bedrijven hebben we ook aandacht voor het MKB. Deze bedrijven creëren met elkaar veel arbeidsplaatsen en zijn de ruggengraat van de lokale economie. Deels zijn dit bedrijven die aansluiten op het FoodValley concept zoals de landbouwbedrijven maar deels ook installatiebedrijven en dergelijken. Onze aandacht zit met name in voldoende vestigingsruimte en het betrekken van het MKB bij kennisuitwisseling.

BreedbandverbindingenSuccesvolle netwerken tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven en consumenten vragen om goede verbindingen. Niet alleen in de fysieke infrastructuur maar ook in de digitale. Dit geldt zowel voor bedrijven-terreinen als voor kenniswerkers die vanuit huis werken. Goede internetverbindingen (glasvezel) zijn bovendien Figuur 9. Kaartje van de kennisas Ede Wageningen

Bedrijven zijn bij de verdere doorontwikkeling van de regio als internationaal kenniscentrum afhankelijk van de manier waarop het netwerk in de ‘gouden driehoek’ wordt vormgegeven. Voor bedrijven ligt er de uitda-ging om daarbij aan te haken (zie paragraaf 3.4.) en contacten te onderhouden met elkaar, de kennisinstel-lingen en de contacten aan te halen met het onderwijs.

Om een aantrekkelijke vestigingsplaats voor kenniswer-kers te zijn, is arbeidsmobiliteit van belang. Een gebied met diverse carrièreperspectieven geeft eerder aanlei-ding om het als vestigingsplaats te kiezen. Naast speci-alisatie is daarom een gevarieerd aanbod aan bedrijven belangrijk. Verder willen we de van nature aanwezige vestigingsfactoren voor Foodbedrijven meer onder de aandacht brengen. Zoals de aanwezigheid van een grote voorraad zoet water van goede kwaliteit. Deze kwaliteit kan een belangrijke vestigingsfactor zijn voor drinkwater bedrijven en andere bedrijven die afhanke-lijk zijn van schoon water zoals bierbrouwers. Door dit slim te combineren met gebieden waar wateroverlast of droogte speelt kunnen we ook de natuur versterken en de gevolgen van klimaatverandering tegengaan.

Ruimte voor clustering van gespecialiseerde bedrijvenEen sterke regionale economie steunt op grote bedrij-ven, waar omheen allerlei clusters van gespecialiseerde toeleverende of ondersteunende bedrijven (‘spin-off’) of dienstverlenende bedrijven ontstaan. Hoewel veel relaties tussen bedrijven (kennis, toelevering) in onze kenniseconomie niet afhankelijk zijn van nabijheid, kan de nabijheid van bedrijven stimulerend zijn. Van het belang van clustering zijn allerlei voorbeelden in binnen- en buitenland bekend, zoals de Brainport rond Eindhoven.

Om bedrijven fysiek te clusteren zetten we in op enkele gespecialiseerde bedrijventerreinen. Daartoe heeft de regio in het RPB (Regionale Planning Bedrijventer-reinen) enkele gespecialiseerde bedrijventerreinen aangewezen, waar specialistische bedrijven zich kunnen

vestigen. In eerste instantie richten we ons op het doorontwikkelen van de bestaande gespecialiseerde clusters, zoals het ICT cluster in Veenendaal; het poultry cluster in Barneveld en het food en logistiek cluster in Nijkerk en willen we daar op voortborduren. Op korte termijn werken we aan de doorontwikkeling van de kennisas Ede-Wageningen tot een innovatief leerwerk-landschap en kraamkamer van FoodValley. Kantteke-ning hierbij is dat waar clustering gewenst is, het niet zo mag zijn dat andere bedrijven worden uitgesloten van vestiging op deze terreinen.

Voor startende bedrijven is het ook stimulerend om zich te kunnen vestigen in een omgeving waar meerdere bedrijven bij elkaar zitten. We zullen de oprichting van zogenaamde incubatorlocaties dan ook ondersteunen.

Kennisas Ede-WageningenEen belangrijke bijdrage is de ontwikkeling van de Kennisas Ede-Wageningen, de zone tussen station Ede-Wageningen en de binnenstad van Wagenin-gen. De aanwezigheid en groei van de Wageningen UR en de Kenniscampus Ede en de komst van het World Food Centre maken de doorgroei tot een innovatief leerwerklandschap mogelijk. Het begrip leerwerklandschap heeft daarbij betrekking op het streven naar een hoogwaardig samengaan van kennis, innovatie en bedrijfsleven. Open innovatie, samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellin-gen (onderwijs en onderzoek) en het delen van ken-nis en faciliteiten staan centraal. De Kennisas vormt een aantrekkelijke propositie in het aantrekken van internationaal onderzoek & development bedrijven, hooggekwalificeerde instituten, werknemers en studenten. Daarmee levert de Kennisas Ede- Wage-ningen een wezenlijke bijdrage tot het realiseren van de potenties van de FoodValley als geheel.

Voorbeeldlocatie voor een derde werkplekDe omgeving van Veenendaal De Klomp met een directe aansluiting op de A12 biedt als knooppunt van wegverkeer en OV uitermate veel kansen als derde werkplek.

Page 21: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

40 41Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

een stimulans om leegkomende gebouwen in het bui-tengebied een nieuwe functie te geven, zoals kantoren of internetwinkels. Voorwaarde bij dit laatste is dat het geen toenemende belasting voor milieu of verkeer mag geven. Als regio steunen we deze glasvezeluitbreiding zeer waarbij we ons hard gaan maken om de beno-digde middelen bijeen te krijgen. Concrete acties samengevat1. Vormgeven en afstemmen van een aantal gespecia-

liseerde bedrijventerreinen in FoodValley. Uitvoering geven aan ons beleid voor de vestiging en uitbouw van gespecialiseerde bedrijventerreinen conform het Regionale Programma Bedrijventerreinen (RPB).

2. Ondersteunen van de oprichting van enkele incuba-torlocaties.

3. Bevorderen van het ontstaan en doorontwikkelen van enkele derde werkpleklocaties als ondersteu-ning van de kennisnetwerken binnen onze regionale economie en het verbeteren van de vestigingsvoor-waarden.

4. Elke gemeente zet conform de afspraken in het RPB in op de herstructurering van verouderde bedrijven-terreinen om de lokale vestigingsvoorwaarden sterk te houden.

5. Het aanleggen of uitbreiden van glasvezelnetwerk voor bedrijventerreinen, woonwijken en delen van het buitengebied teneinde de aantrekkelijkheid van de regio voor bedrijven te vergroten.

6. De regio wil op korte termijn de Kennisas ontwikke-len.

4.2. Relatie onderwijs en arbeidsmarkt afstemmen

We zijn ervan overtuigd dat goed onderwijs op verschil-lende manieren van belang is voor de leefomgeving en voor een goed ondernemersklimaat. In de eerste plaats is een breed onderwijsaanbod waarin wat te kiezen valt een bindende factor binnen de regio. De regio kent een relatief jonge bevolking en daarom is de aanwezig-heid van voldoende onderwijsinstellingen voor veel

mensen een belangrijke vestigingsfactor. In de tweede plaats draagt een goed en stevig aanbod aan hoger onderwijs bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor onder meer kenniswerkers. In de derde plaats zorgt goed opgeleid personeel voor een betere vesti-gingslocatie voor bedrijven. Bedrijven vestigen zich in toenemende mate op plekken waar (potentieel) talent zit. Daarin kunnen extra stappen worden gezet. We willen met een vergaande samenwerking van onder-wijsinstellingen en bedrijfsleven een betere aansluiting realiseren op de arbeidsmarkt. In de vierde plaats kan onderwijs zorgen voor een betere toegankelijkheid van toepasbare kennis. In paragraaf 3.3. stond al dat daar behoefte aan is bij het bedrijfsleven. We beschikken in de regio over diverse onderwijsinstellingen die gericht zijn op de foodsector. We willen deze verbindingen tus-sen onderwijs en de foodsector verder versterken. De kennis as Ede-Wageningen is een goed voorbeeld dat navolging en uitbouw verdient.

Kortom, onze ambitie is om de binding van bedrijven en bewoners met de regio te versterken door een logische koppeling van onderwijs met de regionale bedrijvigheid.

Vraaggericht onderwijsOm de bovenstaande ambitie te verwezenlijken is de belangrijkste opgave om de ontwikkeling naar vraag-gericht onderwijs door te zetten. Met vraaggericht onderwijs willen we opleidingen beter afstemmen op de behoeften van bedrijven. Dit kan door het program-ma in het onderwijs beter af te stemmen op vragen die in de (regionale) markt spelen. In dat geval wordt het voor bedrijven ook aantrekkelijker om stageplekken aan te bieden of bij te dragen aan het onderwijs. Voor de toekomst zijn doorlopende leerlijnen en flexibel onderwijs nodig. Dit speelt niet alleen bij ROC’s en de hbo-opleidingen opleidingen. Voor alle onderwijsinstel-lingen geldt dat contacten met het bedrijfsleven moe-ten worden aangehaald. Zo kan het onderwijs inspelen op de toenemende behoefte aan specifiek geschoold personeel voor bijvoorbeeld (food)techniek. Bedrijven

in de regio kunnen dan beter presteren in hun markt-segment en studenten hebben een grotere kans op betaald werk. Als de voordelen en de aantrekkelijkheid daarvan worden gezien, kiezen mogelijk meer mensen voor een technische richting. We willen benadrukken dat de Foodsector meer is dan een high tech sector met wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Zo zijn afgestudeerde mbo-ers net zo belangrijk voor het slagen van onze missie.

Er is grote behoefte aan kennis bij bedrijven in de regio. Om deze op een laagdrempelige, snelle en goedkope manier beschikbaar te krijgen zijn diverse acties nodig. In het beschikbaar maken van kennis voor bedrijven kan het onderwijs een smeerfunctie hebben.

Deze integrale opgave van het onderwijs binnen de ‘gouden driehoek’ staat in paragraaf 3.3. beschreven.

Concrete acties samengevat1. In samenwerking met het onderwijs het thema Food

centraler zetten.2. Ondersteunen van het versterken van de relatie

tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven voor zowel het wetenschappelijk als het hoger, mid-delbaar en lager beroepsonderwijs, om opleidingen beter af te stemmen op de vraag op de regionale arbeidsmarkt maar ook om potentiële studenten te motiveren om bewust te kiezen voor opleidingen met kansen op de arbeidsmarkt.

Page 22: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

42 43Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

4.3. Mobiliteit en bereikbaarheid verbeteren

Een sterke economie is mede afhankelijk van goede infrastructuur. De Regio FoodValley heeft een bijzonder sterke bereikbaarheid. Van de zes grote verkeersaders die Nederland rijk is, liggen er drie binnen de Regio FoodValley, te weten: de A12, A1 en A28. Daarnaast sluiten deze assen goed aan op de A15. Ook lopen er meerdere spoorlijnen door het gebied.

Bereikbaarheid is cruciaal voor de vestiging van ‘leader’ bedrijven; de verdergaande samenwerking van bedrij-ven en de arbeidsmobiliteit in de regio. In het concept MIRT-onderzoek FoodValley is bereikbaarheid een belangrijke vestigingsfactor genoemd. Uit interviews die in het kader van dit onderzoek zijn gehouden, blijkt dat ondernemers dit de belangrijkste vestigingsfactor noemen en dat hierin grote verbeteringen mogelijk zijn. Uit de verdiepingssessies blijkt dat de behoefte aan vervoer in de toekomst echter wel zal veranderen als gevolg van een veranderende bevolkingssamenstelling en maatschappelijke ontwikkelingen, zoals telewerken, innovatieve ontwikkelingen en beschikbare financiën. Dat brengt ons op de volgende trends en ontwikkelin-gen:

Trends en ontwikkelingen: MobiliteitsbehoefteWe verwachten de komende jaren een verschuiving in de mobiliteitsbehoefte als gevolg van een aantal maat-schappelijke ontwikkelingen. Ouderen zijn langer zelf-standig en de maatschappij wordt meer zelfredzaam. Gemeenten moeten daar vanuit de wijzigingen in wet-geving (bijvoorbeeld de overheveling van een deel van de AWBZ naar de Wmo) op aansturen. Zoals gezegd verwachten we ook een toename van het telewerken. Op lange termijn zou dit gunstige gevolgen kunnen hebben voor de congestie tijdens spitsuren. Tegelijker-tijd kan de toename van de handel via internet extra verkeersbewegingen met pakket- en vervoersdiensten door de dag heen geven.

Veranderingen in het onderwijs kunnen ook hun effecten hebben op mobiliteit. Meer zelfstandige werkvormen en internetmodules zorgen voor minder geconcentreerde leerlingenstromen. Daar waar leerlin-genvervoer in de toekomst een probleem kan ople-veren vanwege slechte bereikbaarheid, stimuleren we de samenwerking en afstemming tussen verschillende partijen, waaronder ook de scholen. In meer afgelegen gebieden bestaan er al initiatieven waarbij een school

haar leerlingen georganiseerd vervoert. Veel ver-voersmogelijkheden, zoals de regiotaxi, dienen nu een zeer beperkte doelgroep. Het is efficiënter als meerdere doelgroepen van dezelfde regiotaxi’s gebruik kunnen gaan maken (bejaarden, scholieren en gehandicapten). Daarom zien wij dit graag verbreed worden. Echter, het is de vraag of dergelijke vervoersvormen naar de toekomst toe betaalbaar blijven. Om lokale particuliere initiatieven te kunnen steunen, moeten we als overhe-den zoveel mogelijk de belemmeringen wegnemen en laagdrempelige subsidievoorwaarden scheppen. Dit moeten gemeenten lokaal zelf invullen. Wel staan we voor gemeenschappelijke opgaven waarover we kennis kunnen blijven uitwisselen.

Trends en ontwikkelingen: Openbaar vervoerVoor wat betreft openbaar vervoer ligt de zaak genuan-ceerd. We verwachten dat het fijnmazige openbaar ver-voer op termijn niet meer betaalbaar zal zijn en willen daarom toe naar een meer vraaggerichte benadering, aangevuld met slimme natransport oplossingen. Om deze reden stellen we voor dat de aanbesteding van (regionaal) railvervoer en van busvervoer worden gekop-peld om zo een betere samenwerking te verkrijgen.

Voor forensen geldt dat openbaar vervoer snel en ef-ficiënt moet zijn. Voor ouderen is over het algemeen be-trouwbaarheid en comfort belangrijker. Daarom zetten we in op de combinatie van goede hoofdroutes voor de lange afstand en snelle verbindingen tussen de dorpen. Om dat laatste te bereiken willen we technische slim-migheden en sociale oplossingen op aankomstlocaties realiseren. Meer concreet betekent dit een hogere frequentie van een aantal buslijnen in combinatie met haltering langs de hoofdroutes. Immers als de bus niet hoeft te circuleren in elk dorp worden de reistijden korter en zijn langere afstanden binnen een redelijke tijd te bereizen. Deze oplossing wordt gecombineerd met andere natransport oplossingen, zoals goede fietsen-stallingen op centrale punten, inclusief (elektrische) fietsverhuurmogelijkheden vergelijkbaar met de OV fiets.

Trends en ontwikkelingen: FietsDe fiets komt in ons beleid veel centraler te staan. Vooral de elektrische fiets met bijbehorende mogelijk-heden (sneller en overbruggen van langere afstanden) en behoeften (oplaadpunten, continue doorstroom, gladheidsbestrijding) is een serieuze modaliteit. Om in deze mogelijkheden en behoeften te voorzien is een bovenlokale organisator nodig. Voor het imago van de regio als geheel is het een aantrekkelijk aspect als er snelfietsroutes zijn zonder oponthoud, naast trein en bus. Snelfietspaden zouden kunnen tussen Wageningen – Ede; tussen Veenendaal-Oost en Wageningen, tussen Barneveld – Lunteren – Ede; tussen Nijkerk – Amers-foort; tussen Veenendaal – Ede. Dit vergt andere dimen-sionering, zonering en breedte van fietspaden, gelijk-vloerse of veilige kruispunten met wachttijdvoorspelling en ruimte voor fietsstallingen en oplaadpunten. Maar ook herkenbaarheid en vindbaarheid vragen aandacht.

Naast bovenstaande trends kwam uit de verdiepende sessies naar voren dat het noodzakelijk is om in te zetten op de bundeling van strategische regionale verkeers- en vervoersprojecten. We hebben hier al een stap in genomen door het instellen van een mobiliteits-fonds.

AandachtsgebiedenOm de vestigingspotentie voor bedrijven te versterken en tegelijkertijd in te spelen op veranderende behoeftes en het openbaar vervoer betaalbaar te houden, zetten we in op de onderstaande aandachtsgebieden:

Benutten en verbeteren bereikbaarheidWe zullen ons vestigingsklimaat de komende jaren verbeteren door de goede bereikbare plekken nog beter bereikbaar te maken en beter te benutten. We zullen in onze regionale samenwerking de beste locaties aanwijzen voor gespecialiseerde bedrijventer-reinen, zoals langs de A12 en A1. We gaan daarnaast speciaal op zoek naar kansen op multimodale plekken. In ons ideaalbeeld zijn dat plekken waar trein en weg onder handbereik zijn, waar het voor- en natransport goed geregeld is en waar nieuwe bedrijvigheid zich

Page 23: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

44 45Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

De invulling van de woningmarkt zal grotendeels lokaal gebeuren. Wel zal afstemming en samenwerking plaats-vinden waar dit een meerwaarde heeft. Zo kennen de gemeenten in FoodValley een aantal gemeenschap-pelijke vraagstukken. Kennisuitwisseling is handig om ‘oplossingen’ te delen zoals op het vlak van de prettige woonomgeving; het opvangen van de vergrijzing; het op gang krijgen van de lokale woningmarkt en het om-gaan met de permanente bewoning van recreatieter-reinen. Ten aanzien van dit laatste is duidelijk geworden dat hier snel een ‘waterbedeffect’ optreedt als gemeen-ten niet samen optrekken. Ook is er binnen en nabij de regio veel kennis beschikbaar over een mogelijke aan-pak. Op het punt van permanente bewoning stellen we dan ook een (boven)regionale aanpak voor. Met name met de regio Noord Veluwe blijkt er veel uitwisseling te zijn en kunnen we leren van elkaars aanpak.

Opvangen vergrijzing door levensloopbestendige woningenAlle gemeenten binnen de regio staan voor de opgave om de vergrijzing op een goede manier op te vangen. Hiervoor zullen we binnen het beperkte woningbouw-

programma het accent leggen op levensloopbe-stendige woningen. Er zijn drie manieren van aanpak denkbaar, welke gemeenten in hun bouwbesluiten en gemeentelijke woningbouwprogramma’s kunnen opnemen:• Huizen zo bouwen dat aanpassing gemakkelijker

wordt. In bestemmingsplannen kan daarnaast de mogelijkheid worden opgenomen om (tijdelijke) ‘kangoeroewoningen’ of mantelzorgwoningen te realiseren.

• Huurders zullen veel minder snel dan eigenaren in-vesteren in hun huis. Toch kan langer blijven wonen veel geld besparen. Zeker nu gemeenten de kosten van Wmo en mogelijk van AWBZ ook zelf gaan dra-gen, kunnen kleine investeringen waardoor mensen langer blijven wonen, zichzelf terug verdienen. Een mix van voorlichting en subsidies op gemeentelijk niveau kan hierin helpen. Dat geldt natuurlijk ook voor eigenaren van woningen.

• De directe omgeving en de voorzieningen zijn ook van groot belang. Als er goed OV is, voldoende veiligheid en de mogelijkheid van thuiszorg of man-telhulp dan blijven mensen langer op dezelfde plek

kan ontwikkelen. Deze locaties hebben in principe de potentie om als derde werkplek te fungeren. We willen bereikbaarheid dus zoveel mogelijk gaan koppelen aan ontmoetingsmogelijkheden en bedrijvigheid gericht op kennis(deling).

Ook buiten de multimodale plekken willen we derde werkplekken verwezenlijken. Carpoolplaatsen die als derde werkplek fungeren en waar continu toezicht is, worden door gebruikers als prettiger ervaren vanwege zaken als veiligheid en voorzieningen. We nodigen ondernemers uit om met initiatieven te komen. De overheid kan dit ondersteunen en faciliteren.

Het stellen van prioriteiten bij de ‘externe verbindingen’ Voor de weg:• Aanpak knooppunt Hoevelaken, waarbij we ervoor

zorgen dat de leefbaarheid (gezond leefklimaat) in Hoevelaken wordt gewaarborgd en zo mogelijk wordt verbeterd;

• Zuidelijke ontsluiting, brug bij Rhenen. Regio Food-Valley buigt zich samen met de provincies Utrecht en Gelderland over een oplossing voor de middellange termijn;

• Noordelijke ontsluiting, aanpak knooppunt Hoeve-laken;

• Verbeteren doorstroming knooppunt A1/A30;• Multimodaal knooppunt de Klomp

Voor het spoor:• Programma Hoogfrequent Spoorvervoer, goede

aantakking en een hogere frequentie voor inter-city- station Ede-Wageningen inclusief een snelle en hoogfrequente OV verbinding met Wageningen;

• Succes van de Valleilijn verder ontwikkelen, hogere frequentie en indien mogelijk doortrekken naar Arn-hem en naar Utrecht;

• Aantakken Valleilijn op Randstadspoor en deze van Amersfoort naar Harderwijk laten doorrijden;

• Deltalijn (voorheen HSL Oost);• Sprinter Amersfoort-Apeldoorn: bediening station

Hoevelaken, Barneveld-Noord en Stroe;

• Containerterminal Barneveld (goederenvervoer);• Hoge stopfrequentie op Veenendaal De Klomp be-

houden tot invoering van Programma Hoogfrequent Spoorvervoer.

Voor het water:• Behouden en versterken van de functie van de

havens in Wageningen en Nijkerk. In Nijkerk wordt zowel ingezet op de binnenhaven als op de buiten-haven die verbinding met de Randmeren hebben.

Het stellen van prioriteiten bij de ‘interne verbindingen’• Verbeteren van het onderliggende wegennet en

stedelijke bereikbaarheid;• Realiseren van een aantrekkelijk, veilig en comforta-

bel fietsnetwerk;• Realiseren van een hoogwaardig verbindend OV-

netwerk tussen de belangrijkste kernen en bestem-mingen.

Concrete acties samengevat1. Versterken van de bereikbaarheid door het realiseren

van ontbrekende schakels en bestaande congestie-punten;

2. Versterken van de multimodaliteit op plekken waar weg en spoor bij elkaar komen;

3. Nemen van maatregelen om de fiets centraler te zet-ten. Als overheid kunnen we in elk geval innovaties (financieel en beleidsmatig) ondersteunen en ons inzetten voor de aanleg van fietspaden;

4. De hierboven genoemde, uiteenlopende, maatre-gelen worden als gebiedsbrede, integrale projecten opgepakt teneinde de samenhang te behouden.

4.4. Regionaal afstemmen woningmarkt

De Regio FoodValley heeft een sterke en gezonde woningmarkt. De gevolgen van de economische crisis en de bevolkingsontwikkeling vragen echter om een onderlinge afstemming van vraagstukken op het ge-bied van wonen in de regio.

Page 24: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

46 47Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

4.5. Vernieuwing Landbouwsector

Landbouw is al van oudsher één van de belangrijke economische dragers in de regio, het zit hier in de cultuur. Als primaire ‘food’ producent is de landbouw-sector onlosmakelijk verbonden met de FoodValley. Versterking van de landbouwsector is daarom van groot belang bij de verdere ontwikkeling van FoodValley. Dat vraagt om een veelzijdige inzet want op dit moment kenmerkt de landbouwsector in de Regio FoodValley zich door een relatief groot aantal kleine bedrijven en weten de partners in de ‘gouden driehoek’ elkaar niet altijd te vinden.

Voor de toekomst van de landbouw in het algemeen is het verdienmodel de basis voor verdere ontwikkeling. Door de ligging in de FoodValley liggen er bovendien grote kansen voor de agrarische sector om naast het ‘concurreren op kostprijs’ voorop te lopen in innovatie, zowel op het vlak van technologie als in de verbre-ding. Schaalvergroting en innovatie gaan vaak hand in hand en de verbreding van de landbouw vraagt (door nichevorming en functiecombinaties) om creatieve be-

stemmingsplannen. Daarin ligt een faciliterende rol van gemeenten. In een multifunctioneel landelijk gebied als de FoodValley vraagt dat om een zorgvuldige ordening om de ‘licence tot produce’ te verdienen. Deze ‘licence tot produce’ is juist voor de FoodValley van groot belang. De kleinschalige verweving van de landbouw-sector met het fijnmazige landschap, het watersysteem en de natuur enerzijds en de veelheid aan functies an-derzijds, vragen om zorgvuldige afstemming. Ook dàt is innovatie in de FoodValley: samenwerken aan een sterke landbouwsector in een sterk landschap.

Kortom, voor de toekomst van de landbouw zien we drie belangrijke pijlers, waar we ons intensief mee bezig gaan houden: ruimte voor schaalvergroting; ruimte voor innovatie en dat alles binnen de context van de door de maatschappij bepaalde ‘licence tot produce’.

Ruimte voor schaalvergrotingVeel bedrijven in de FoodValley zijn afhankelijk van de wereldmarkt. Voor deze bedrijven is de kostprijs dan ook een belangrijke graadmeter voor een goed

wonen. Ook hier snijdt het mes voor gemeenten aan twee kanten. Gemeenten kunnen de randvoorwaar-den rondom het wonen deels gezamenlijk afstem-men, zoals op het vlak van het openbaar vervoer (zie paragraaf 4.3.). We beseffen dat hier een spanning zit met wat er in paragraaf 4.3 is geschreven over haltering. We vragen de gemeenten om dit van geval tot geval te beoordelen.

Flexibele woningmarkt en doorstromingOm op kleine schaal snel in te kunnen spelen op een bepaalde woningbehoefte zijn snelle procedures een vereiste. Langdurige bestemmingsplanprocedures kun-nen daarvoor een belemmering vormen. Het dilemma is dat een globaal bestemmingsplan met ruim gedefi-nieerde bestemmingen, weinig rechtszekerheid biedt aan burgers. Deze planvorm kan zorgen voor weinig draagvlak vanuit de directe omgeving. Aan de andere kant bieden zeer gedetailleerde bestemmingsplannen weinig ruimte voor snelle aanpassing op veranderende woonbehoeften. Binnen de regio wordt dan ook voor-gesteld om als gemeente degelijke bestemmingsplan-nen op te stellen, met voldoende flexibiliteit binnen duidelijke kaders die in samenspraak met de omgeving zijn opgesteld. Op basis daarvan kunnen de concrete bouwaanvragen naar verwachting sneller worden afgehandeld. In het verlengde hiervan is voldoende doorstroming van groot belang. Dat willen we doen door op regionaal niveau na te gaan aan welke wonin-gen en in welke prijsklassen er behoefte is. Gemeenten kunnen dan voor zichzelf beslissen of ze in die behoefte gaan voorzien door middel van de bouw van koop- of huurwoningen. We denken dat als de gewenste woning beschikbaar is, mensen sneller gaan verhuizen en de doorstroming beter op gang komt.

Versterken woonmilieuElke gemeente zet zich in om de regionale ambitie van het aantrekkelijke vestigingsklimaat te verwezenlijken. Deze ambitie kent zowel fysieke als sociale voorwaar-den. Voor alle wijken geldt dat de basis van ‘schoon, heel en veilig’ goed moet zijn. Hierin ligt er een verant-woordelijkheid voor de gemeenten. Het doortrekken

van groene structuren vanuit het buitengebied naar steden en dorpen draagt eveneens bij aan een aantrek-kelijk vestigingsklimaat. Aan de sociale kant willen we stimuleren dat bewoners meer zelfredzaam worden in hun woonomgeving, maar ook instrumenten aanreiken om zelfredzaam te kunnen zijn. Binnen de regio willen we kennis blijven uitwisselen over de manier waarop overheden bewoners betrokken kunnen houden bij de veranderingen in hun eigen woonomgeving.

Naast een aangename wijk zijn voldoende voorzienin-gen op het gebied van sport en cultuur binnen een redelijke reisafstand van groot belang voor de aan-gename leefomgeving die wij onze bewoners willen bieden. Om aantrekkelijk te zijn voor zowel inwoners als toeristen vindt de regio het belangrijk om cultuuracti-viteiten af te stemmen zowel ten aanzien van voorzie-ningen als ten aanzien van aanbod. Dit om enerzijds de verschillende kernen een eigen identiteit te geven en anderzijds een aanbod te bieden dat voor een brede doelgroep aantrekkelijk is. Er zal voortdurend een afweging gemaakt worden tussen de kosten van de voorziening, de vraag in de regio en de gemiddelde reisafstand.

Concrete acties samengevat1. Gezamenlijk bepalen op welke punten in het wo-

ningbouwprogramma samenwerking nodig is en meerwaarde kan opleveren;

2. Woningen levensloopbestendig maken door eisen aan de bouw te stellen, ruimte voor tijdelijke woon-vormen voor mantelzorg, huurders te stimuleren en het lokale (openbaar) vervoer te verbeteren.

3. Werken aan gedegen bestemmingsplannen met draagvlak waarbinnen voldoende flexibiliteit zit om in te spelen op veranderende behoeften in de markt.

4. In een gezamenlijke woonagenda op wijk-, kern- en regioniveau aandacht geven aan voorzieningen ten aanzien van sport, cultuur en de fysieke en sociale veiligheid;

5. Het (boven)regionaal oppakken van het vraagstuk van permanente bewoning van recreatieterreinen.

Page 25: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

48 49Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

functionerend bedrijf. Dat bedrijf moet concurreren met bedrijven in het buitenland waar een grotere schaal vaak eenvoudiger te realiseren is. Daar tegenover staan de voordelen van de goede bereikbaarheid en de nabijheid van de bedrijfsketen en de markt in de FoodValley. Echter het gewicht van dit voordeel wordt steeds kleiner. Een andere manier om te onderscheiden is blijvende technische voorsprong door het implemen-teren van innovaties. Dit is haalbaar vanwege het hoge opleidingsniveau en kennis die in de regio aanwezig is op het gebied van agrofood. Overigens zet de regio niet alleen in op landbouw voor de wereldmarkt. Ook verbrede (biologische) landbouw zien we als zeer kans-rijk voor de regio. Dit omdat het kennis en innovaties oplevert die wereldwijd kunnen worden vermarkt maar ook omdat het veelal de lokale economie en biodiversi-teit kan versterken. Echter het toepassen van innovaties in de bedrijfsvoering vraagt om forse investeringen. Deze zijn vaak alleen rendabel in combinatie met schaalvergroting. Hoe gaan we daarmee om?

Intensieve veehouderijDe reconstructiezonering is bedoeld om functies als natuur, wonen, en recreatie te beschermen tegen uitstralingseffecten van intensieve veehouderij op het gebied van vermesting, verzuring en geurhinder. Inmid-dels bestaat er specifieke regelgeving en technische mogelijkheden om deze effecten op bedrijfsniveau weg te nemen. Ondernemers die echter door de zonering in de ‘verkeerde zones’ zitten, kunnen vaak niet goed uit de voeten.

Wij willen naar maatwerk op het niveau van individuele bedrijven waarbij we kijken welke ontwikkeling mogelijk is binnen de kaders van vigerende regels die natuur-gebieden beschermen zoals de Wet Ammoniak & Veehouderij (WAV). We beseffen dat de beide provin-cies niet tegen het reconstructiebeleidskader in kunnen gaan maar vragen hen wel om bij opheffing van deze wet met ons mee te denken over meer ruimte in het hele gebied voor veehouderijbedrijven om te groeien op basis van lokaal maatwerk en de inspanningen van individuele ondernemers.

MelkveehouderijVoor de melkveehouderij willen we meer mogelijk-heden voor een groter bouwblok. We zien dit wel als een zogenaamde semipermeabele bovengrens. De basismaat hiervoor is nog niet ingevuld. Dit moet nog worden uitgewerkt. Bouwblokken die groter zijn dan 2 hectare zijn mogelijk, maar dan ontstaat een afweeg-moment waarin we een uitbreidend melkveebedrijf toetsen op grondgebondenheid. Dat wil zeggen dat de melkveehouderij een goede balans tussen vee en grond behoudt, met zoveel mogelijk eigen productie van voer en lokale afzet van meststoffen. Indien dit het geval is, kan een gemeente een groter bouwblok toestaan.

MenukaartOok niet grondgebonden bedrijven (met name var-kens- en pluimveehouderij) willen we de ruimte geven voor een groter bouwblok als de ondernemers stap-pen zetten die verder gaan dan wat de wet vraagt. Bedrijven kunnen deze ‘plus’ behalen op aspecten van milieu, dierwelzijn en ruimtelijke kwaliteit. We zullen de komende tijd een nieuw instrument ontwikkelen om tot een verantwoorde doorontwikkeling van de agrarische sector te kunnen komen. Dit instrument staat beschreven in paragraaf 3.6. met als meest vergaande vorm de menukaart voor landschap, duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. We gaan dit beleid binnen de regio uitwerken en harmoniseren om geen ongelijke concurrentie te krijgen. Ook willen we een uniforme definitie van het begrip ‘grondgebon-denheid’ vastleggen met de bij het gebied betrokken overheden. Bij functieverandering in het buitengebied wordt bij de ruimtelijke afweging de verkeersaantrek-kende werking vaak meegenomen. Landelijke wegen moeten rustig blijven, dit kan enkel indien ruimtelijke planning en mobiliteit zorgvuldig op elkaar afgestemd worden. Op landelijke wegen in (extensieve zones) wil-len we een evenwicht tussen de landelijke activiteiten en het aanwezige verkeer. Voorgesteld wordt om bij concrete aanvragen een mobiliteitstoets uit te voeren.

Ruimte voor innovatieWe willen als FoodValley een proeftuin zijn voor ver-nieuwingen in de landbouwsector. Door de druk op de ruimte in de FoodValley is het ontwikkelen van nieuwe bedrijfsstrategieën voor veel bedrijven noodzakelijk. We willen dit als regio ondersteunen door meer sa-menwerking tussen kennisinstellingen, overheid en het agrarisch bedrijfsleven (Gouden Driehoek) te stimule-ren. Tegelijk willen we ontwikkelingen faciliteren door ruimte te geven.

De belangrijkste vernieuwing in de agrarische sector in de FoodValley vindt plaats in de technologische verbe-teringen op bedrijfsniveau. Een bekend voorbeeld is de realisatie van de Rondeelstal. Deze stal is zo ingericht dat ze nauw aansluit bij de natuurlijke behoeften van de kippen. Twee van de zes geselecteerde deelnemers aan het project ’Mooie en innovatieve varkensstallen’ (*2) kwamen uit de FoodValley. Deze innovaties zijn belangrijk voor de concurrentiekracht in de landbouw, komen tegemoet aan de maatschappelijke vraag naar duurzaamheid (‘licence tot produce’) en dragen bij aan een sterkere relatie binnen de ‘gouden driehoek’. De landbouwsector stuurt zelf steeds verder aan op geslo-ten kringlopen.

Vernieuwingen zijn vaak experimenteel, zitten in een bijzondere niche en kosten vaak (planologische) ruimte. Het kenmerk van vernieuwing is dat we niet alles vooraf kunnen bedenken. Wij willen ons ruimtelijk instrumen-tarium zo opzetten, dat innovaties makkelijker kunnen worden doorgevoerd. Uiteraard binnen de eerder genoemde kaders voor milieu en beeldkwaliteit. Als voorbeeld noemen wij de oprichting van biovergis-tingsinstallaties. De land- en tuinbouworganisatie (LTO) ziet mest als een belangrijke bron voor het produceren van duurzame energie. Als regio zetten we ons in voor duurzaamheid en willen we ook deze innovaties binnen de landbouw ondersteunen. Als biovergistingsinstalla-

ties de capaciteit van het individuele bedrijf overstijgen (buurtvergisters vanaf een capaciteit van 36.000 ton mest per jaar of groter), zijn ze echter moeilijker in te passen en dat stuit op weerstand bij de omgeving. Om geen spanning te krijgen met ‘de goede en gezonde leefomgeving’ gaan we met de agrarische sector gericht op zoek naar locaties. Voorwaarde is dat de locaties goed bereikbaar zijn, dat er wateraanbod in de buurt is en dat ze passen in het landschap.

In en rondom de grotere kernen in de FoodValley ont-staan kansen voor stadslandbouw, waarbij de agrariër door de korte keten (rechtstreekse verkoop) een meer-waarde op zijn product kan maken. Vaak ontstaan bij verbrede landbouwbedrijven nieuwe combinaties van functies. Het ruimtelijk beleid van een gemeente is daar vaak niet op ingesteld of wordt per gemeente verschil-lend geïnterpreteerd. We willen af van de (soms te) lange procedures en ongelijkheid in de regio. Hiervoor zullen we binnen de regio gezamenlijk beleid opstellen en ons instrumentarium flexibel maken.

We vinden kennisuitwisseling essentieel. Kennis en ideeën moeten worden verspreid en verbeterd. We zien het aan elkaar knopen van de verschillende ken-nisinstituten, maatschappelijke partners en onderne-mers als één van de hoofdrichtingen van de Regio (zie ook paragraaf 3.3.). Een mogelijkheid is het instellen van een kennismakelaar die zorgt voor deze uitwisse-ling. Een andere kans zien we in de ontwikkeling van zogenaamde veldposten. Dit zijn proeflocaties waar kennisinstellingen, gemeenten en ondernemers samen werken aan (de uitwisseling en ontwikkeling van) in-novaties.

(*2) Project van het college van Rijksadviseurs en de provincies Utrecht, Gelderland, Noord Brabant, Noord Holland en Overijssel i.s.m. LTO Neder- land Varkenshouderij en de Regiegroep Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij.

Page 26: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

50 51Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

Concrete acties samengevat1 Flexibele vormgeving van bestemmingsplannen om

innovatieve plannen te kunnen faciliteren;2 Instellen van een semipermeabele bovengrens voor

de grootte van intensieve veehouderijbedrijven. Dit wordt nader uitgewerkt. De ontwikkelingsmogelijk-heden worden mede afhankelijk van de investerin-gen in abiotisch en biotisch landschap, duurzaam-heid en maatschappelijk verantwoord ondernemen;

3 Instellen van een semipermeabele bovengrens voor de grootte van melkveebedrijven. Dit wordt nader uitgewerkt. De ontwikkelingsmogelijkheden worden mede afhankelijk van de investeringen in abiotisch en biotisch landschap, duurzaamheid en maat-schappelijk verantwoord ondernemen. Daarnaast is grondgebondenheid een voorwaarde voor extra groeiruimte;

4 De agrarische sector faciliteren bij het realiseren van projecten in het kader van de biobased economy en het sluiten van kringlopen;

5 Het gezamenlijk stimuleren van verbrede landbouw zoals stadslandbouw.

4.6. Kwaliteit leefomgeving

In de strategische agenda is de kwaliteit van de leef-omgeving één van de twee pijlers onder een sterkere regio. Het landschap vormt in belangrijke mate de iden-titeit van het gebied. Duurzaamheid loopt als een rode draad door ons beleid. Voor een duurzaam gebruik van de ruimte is een zorgvuldige omgang met bodem, water, natuur, landschap en cultuurhistorie essentieel. Daarnaast zijn we ons bewust van onze kwetsbare lig-ging. We moeten door de klimaatverandering in ons gebied inspelen op situaties van droogte, wateroverlast en de kans op overstromingen. We zien het landelijke gebied en het klimaat dan ook als een collectieve ver-antwoordelijkheid. Deze functies vragen om een balans en dus een goede afstemming. Deels zien we dat als een provinciale verantwoordelijkheid, deels als een verantwoordelijkheid van gemeenten. De ‘kernnatuurgebieden’ die vallen onder de noemers Nationaal Natuur Netwerk (voorheen Ecologische

Hoofdstructuur), Natura2000 en Kader Richtlijn Water gebieden beschouwen we als een primaire verantwoor-delijkheid van de provincie. Dit wordt ook zo uitgewerkt in onder meer het Gelders Natuur Netwerk. In hoofdlij-nen steunen we dit beleid en haar doelstellingen. Wel zijn we kritisch over gekozen indelingen en snelheid van uitvoering bij met name Natura2000. Binnen de regio wordt dit beleid als knellend voor de economische ont-wikkeling ervaren. We roepen beide provincies dan ook op om kritisch te kijken naar aanwijzing en inrichting en daar waar deze onvermijdelijk zijn de beheerplannen snel op te stellen en tot uitvoering te brengen zodat ondernemers weten waar ze aan toe zijn. De huidige manier van werken levert onnodig schade op aan met name de agrarische en toeristische sector. We zien ken-merken van het landschap, natuur, waterhuishouding en bodem dan ook als belangrijke onderdelen voor de me-nukaart voor landschap, duurzaamheid en maatschap-pelijk verantwoord ondernemen (zie paragraaf 3.6.).

De doelen voor de leefomgeving in de Gebiedsvisie Regio FoodValley zijn hierna genoemd en toegelicht:

Het realiseren van een klimaatbestendig landschapHet realiseren van een klimaatbestendig landschap houdt verband met het voorkomen van droogte enerzijds, wateroverlast anderzijds en andere klimaat-problemen, zoals hittestress. We hebben de volgende doelstellingen voor de FoodValley:• Realiseren veerkrachtig en robuust watersysteem.

We willen het waterbelang integraal vooraf meene-men bij ruimtelijke afwegingen;

• Groenblauwe dooradering van de dorpen en groene dorpsranden om toekomstige hittestress, water-overlast en watertekort voor te blijven. Bovendien vergroot dit de kwaliteit van de leefomgeving;

• Watertekort, waaronder verdroging en wateroverlast moeten meer integraal op stroomgebiedsniveau bekeken gaan worden: dat vergt meer ruimte en een andere omgang met landbouw en andere functies. We vragen de provincies dan ook om regionale waterbergingslocaties vast te leggen.

Figuur 11: schema-

tische weergave van

de wijze waarop de

ontwikkeling van ken-

nis via veldposten en

de ontwikkeling van

de ‘menukaart’ wordt

gekoppeld aan de

concrete projecten in

de agrarische sector.

Page 27: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

52 53Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

Voorbeelden van concrete maatregelen, die in onze menukaart voor het landschap kunnen landen zijn:• Vasthouden van water en het versterken sponswer-

king van de grond door vastleggen van meer orga-nische stof in de bodem. De landbouw hoeft dan minder grondwater op te pompen om te sproeien;

• Meer begroeiing in en rondom steden die tevens hittestress tegengaat;

• Omzetten naaldbos naar loofbos, gras, heide en zand in volgorde van oplopende voorkeur (Veluwe);

• Realiseren van groenblauwe zones of andere voorzieningen (zoals laag gelegen parkeerzones) in wijken en dorpen om wateroverlast tijdens ‘pieken’ op te vangen;

• Ontwikkelen van ringstructuren rond de kernen in de vorm van Waterparken voor meervoudig gebruik zoals waterberging, groen, recreatie.

Vergroten van de waterveiligheid in de FoodValley regioEen klimaatbestendig landschap neemt niet weg dat er altijd risico’s bestaan. Door klimaatverandering neemt het aantal periodes met hoogwater op de rivier toe en zo ook de overschrijdingskansen van de waterkering. Voor de FoodValley is het belangrijkste risico een overstroming door een doorbraak van de Grebbedijk

waarbij de hele FoodValley regio tot aan het Veluwemeer onder water komt te staan. Waterveilig-heid ter bescherming van de FoodValley is belangrijk vanwege:• Het grote aantal potentiële slachtoffers; • Ontwrichting van Nederland. Drie oost west slag-

aders worden geblokkeerd; • De enorme economische schade.

De Regio FoodValley streeft naar een passend bescher-mingsniveau en wil de noodzaak voor een hogere nor-mering gezamenlijk inbrengen in het Deltaprogramma. De ambitie van waterschappen, gemeenten en provin-cies is om van de Grebbedijk een Deltadijk te maken. Een Deltadijk is een niet bezwijkbare dijk die weliswaar kan overstromen maar niet ongecontroleerd.

Het landschap als drager en collectief bouwwerkHet landelijk gebied in de FoodValley regio heeft dynamiek nodig om zijn waarde te behouden. We zien het landschap als drager voor nieuwe ontwikkelin-gen. Nieuwe ontwikkelingen zullen duidelijk moeten maken hoe zij passend blijven in hun directe omgeving. Daarom blijven het verbinden van natuurgebieden, de zichtbaarheid van beken en een fraai en herkenbaar

landschap essentiële onderdelen van ons ruimtelijk be-leid. Hierbij liggen er ook kansen om de grenzen tussen stad en land minder hard te maken door landschaps-elementen in de bebouwde kom door te trekken.

We zien het landschap in FoodValley als een collectief bouwwerk. Via de uitnodigingsplanologie (zie paragraaf 3.6) spreken we af hoe partijen kunnen bijdragen aan de versterking van het landschap. In de menukaart wil-len we kennis over ons huidige en gewenste landschap, mogelijkheden voor klimaatadapatie en gewenste ecologische verbindingen combineren met een stimu-lans voor de veehouderij om te investeren in uitstoot-verminderende techniek. We verwachten daarmee een versterking van landschap en natuur te krijgen en een afname van de milieubelasting.

Naar alle waarschijnlijkheid komt in de toekomst een groot aantal stallen in de regio leeg te staan. Als deze geen passende bestemming krijgen en niet worden ge-sloopt in het kader van rood voor rood regelingen dan zal het landschap daaronder lijden. Hier komt bij dat het vaak oudere stallen zijn met asbest daken. Dat kan vragen om nader beleid. Mogelijk is hier een koppeling te leggen met het in 2024 ingaande verbod op bezit van asbest. Er zal dan een noodzaak tot renovatie dan wel sloop ontstaan.

Voor het collectief bouwen aan het landschap is meer kennis nodig over het biotische landschap, haar ge-schiedenis en de ondergrond, zodat gerichte investe-ringen mogelijk zijn. Als overheid zien we een taak om deze kennis te vergaren, te communiceren en in het in samenwerking toepassen van deze kennis.

Het beheer van groen moet integraal onderdeel worden van de realisatie. We willen dat beheer zoveel mogelijk lokaal organiseren. Een agrariër kan dat zelf doen, maar er kunnen ook lokale vormen van collectief landschapsbeheer ontstaan of agrarisch natuurbeheer verenigingen, die met vrijwilligers en private beheer gelden aan de slag gaan. Wij zetten ons ervoor in, dat de overheid deze initiatieven steunt. Het Binnenveld

neemt qua landschap een bijzondere positie in. Daar komt bij dat recent de kaders zijn veranderd met de vorming van een nieuw natuurbeleid. Bij de uitwerking van menukaart komt er extra aandacht op het behou-den en versterken van de natuur- en landschapskwalitei-ten aldaar in samenhang met de andere vragen die hier spelen, zoals het behoud van de mogelijkheden voor grondgebonden agrarisch grondgebruik”.

Concrete acties samengevat1 In overleg met waterschappen inzetten op een

hogere normering in het Deltaprogramma voor het beschermingsniveau van de Grebbedijk;

2 Het vergaren en communiceren van toepasbare kennis over het landschap en de ondergrond om gerichte investeringen en afstemming mogelijk te maken;

3 Verdere uitwerking van het concept van uitnodi-gingsplanologie, waaronder de menukaart. Hierbij voortbouwen op kennis en instrumenten die ge-meenten de laatste jaren hebben ontwikkeld;

4 Op gebiedsniveau een indeling maken van land- schappen en welke functies daarbinnen passen. Bij vragen over nieuwe ontwikkelingen als ruimte voor ruimte en wegnemen van voormalige agrarische bebouwing gericht sturen op landschapstypen waar dit al dan niet passend is;

5 De regio houdt de vinger aan de pols bij de hoe-veelheid stallen die leeg komen, worden gesloopt en/of hergebruikt. Indien nodig komt er aanvullend saneringsbeleid;

6 Het versterken van groen-blauwe dooradering van dorpen en steden en daarmee het verbeteren van de relatie met het buitengebied; de kwaliteit in de kernen en het voorblijven van toekomstige hit-testress, wateroverlast en watertekort.

Page 28: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

54 55Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

4.7. Duurzaamheid

Duurzaamheid speelt een belangrijke rol bij de profilering van de regio FoodValley. De regio wil een duurzame regio zijn en voorop lopen op nationale en internationale schaal. Daarbij is de inzet van kennis en onderzoek en de inzet van het bedrijfsleven van belang. Zo veel mogelijk moet kennisuitwisseling en onderzoek gestimuleerd worden om duurzaamheid in de regio te integreren en te bevorderen.

De speerpunten met betrekking tot duurzaamheid zijn:• Food & energie;• Food & Waste/ Cradle to Cradle – van afvaldenken

naar grondstofdenken;• Gezamenlijke afstemming voor windmolens en ener-

gie uit biomassa;• Inzet van coöperaties bij duurzame energie;• Duurzaam gebruik van stallen.

‘Food & energie’Het stimuleren van duurzaamheid sluit het beste aan bij de profilering van FoodValley als deze geïntegreerd kan worden met het thema ‘Food’. Daar wil de regio namelijk mee geassocieerd worden. Voedsel heeft veel relaties met duurzaamheid, denk hierbij bijvoorbeeld aan de energie voor de productie en het vervoer van voedsel, gezonde en duurzame voeding en de ener-gie voor de afvoer van afvalmaterialen. Alle aspecten van het thema ‘Food’ kunnen onderzocht worden op duurzaamheid. Hierbij is samenwerking tussen over-heid, bedrijfsleven en onderwijs van groot belang. Op internationale schaal kan de regio hierin dan ook een grote rol gaan vervullen.

Biobased economy in het algemeen en biovergisters in het bijzonder lijken voor onze regio een goede me-thode om energie te winnen. Omdat er op de wereld-markt van vergisters veel geld rondgaat en zowel de grondstoffen (agrarische bedrijven, zie ook paragraaf 5), kennisinstellingen (WUR) en relevante industrie zich in de regio bevinden is er veel voor te zeggen om (als onderdeel van de FoodValley strategie) de installatie

van biovergisters te bevorderen. Zij kunnen lokaal zorgen voor duurzame verwerking van restproducten uit de voedselindustrie en veehouderij. Verder kunnen de kennisinstellingen en het bedrijfsleven zo nieuwe inno-vaties en standaarden ontwikkelen zodat biovergisters een exportproduct worden. Van de gemeenten vergt dit een actieve inzet om de oprichting van biovergisters mogelijk te maken.

In het licht van het wereldvoedselvraagstuk dienen er tijdig afwegingen gemaakt te worden omtrent voed-selproductie voor bio-energie dan wel voor humaan voedsel of veevoerproductie.

Cradle to cradleEr is een overgang gaande van het afval-denken naar het kringloop-en grondstof-denken. Hergebruik van organisch materiaal in brede zin sluit perfect aan bij het thema ‘FoodValley’. Dit kringloop- en grondstof-denken lijkt nu echter nog hobbymatig te worden opgepakt. Meer onderzoek is nodig en samenwerkingsverbanden moeten tot stand worden gebracht.

Een vorm van duurzame energie uit ‘organisch afval’ is de energie uit afvalwater. Afvalwater kan op verschil-lende manieren benut worden voor het produceren van duurzame energie:• Grondstofwinning (afvalwater bevat nutriënten);• Thermische energie (gebruik van warmte uit

rioolwater);• Waterkracht (energie-opwekking uit waterstromen);• Gassen uit afvalwater (opwerken van gassen uit

afvalwater naar biogas).

Hoewel duurzame energie heel goed past bij onze kernwaarden als regio vinden we ook dat we voorzich-tig moeten omgaan met het fijnmazige en kwetsbare landschap in de FoodValley. We willen daarom heel ge-richt investeren in duurzame energie. Daarbij letten we op de inpasbaarheid van initiatieven in het landschap. We zien het als onze verantwoordelijkheid om naar vermogen en redelijkheid een bijdrage te leveren aan

Beide provincies hebben een verschillend land-schapsbeleid. Gelderland staat een ontwikkelings-zone voor waarin wonen, recreatie, landbouw en biodiversiteit samenkomen. Kernkwaliteiten voor landschap, natuurverbindingen en cultuurhistorie zijn leidend. Gemeenten worden gevraagd deze in hun ruimtelijk beleid op te nemen en ruimte te maken voor vereveningsfondsen. Het Utrechtse landschapsbeleid is meer gedifferentieerd op basis van de ontwikkelingen van een deelgebied. Eén van de handvatten om daar richting aan te geven is de Kwaliteitsgids Utrechtse landschappen.

De gemeente Ede heeft op basis van het oude streekplan gebiedsplannen voor landschappelijke

versterking geformuleerd. Daarin wordt gekeken naar kwaliteiten, vereveningsfondsen en ruimte gemaakt voor landelijk wonen (inclusief ruimte voor ruimte) op plekken waar het landschappelijk past en met verplichte inpassing en landschappelijke compensatie.

Kijkend naar het doel om mede door middel van een aantrekkelijk landschap een internationale trek-pleister voor wonen en werken te worden en blijven en de opgave die zal voortkomen uit de vrijkomen-de agrarische bebouwing, willen we na gaan denken over zonering van het landschap en wat er binnen die zones mogelijk is aan functies en zoeken naar financieringsmodellen voor deze ontwikkeling.

Groene ontwikkelingszones, kwaliteitsgids landschap en zoekzones landschappelijke versterking

Page 29: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

56 57Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

de provinciale opgave om windenergie te realiseren. De negatieve effecten op de natuur en het landschap moeten echter onderzocht worden. Met een pilot naar windmolens in bossen op de Veluwe zou onderzocht kunnen worden hoe rendabel dit is en wat de effecten zijn op de natuur en de omgeving. Als regio moet dit opgepakt en onderzocht worden.

We willen ons als regio vooral gaan profileren op vormen van duurzame energie, die goed bij ons pas-sen. Vormen, waarmee we voorop kunnen en willen lopen. Voor onze regio is daarom de ontwikkeling van allerlei vormen van energie uit biomassa een logisch en belangrijk speerpunt. Ook kleinschalige windenergie op agrarische erven, is een vorm van duurzame energie die naar onze mening ruimtelijk inpasbaar is. In gemeente-lijke bestemmingsplannen willen we de mogelijkheden daartoe onderzoeken.

Naast het opwekken van groene energie is zichtbaar gebruik ervan ook van belang. Daarom willen we bij de concessies voor openbaar vervoer kijken of elektrisch rijden en groengas meegenomen kunnen worden. Op regionaal niveau wordt gekeken op welke wijze duur-zaam bouwen kan worden gestimuleerd als onderdeel van de Cradle to Cradle gedachte.

Inzet van coöperaties bij duurzame energie Om duurzaamheid te optimaliseren in de FoodValley regio is kennis en onderzoek nodig van zowel overheid als bedrijfsleven. We vinden kennisuitwisseling daarbij essentieel. Kennis en ideeën moeten worden verspreid en verbeterd. Een mogelijkheid om kennisuitwisseling te bevorderen is het instellen van een kennismakelaar die zorgt voor deze uitwisseling.

Het aan elkaar knopen van de verschillende kennisin-stituten, maatschappelijke partners en ondernemers vormt één van de hoofdrichtingen van deze Gebieds-visie. Denk bij duurzaamheid bijvoorbeeld aan een samenwerking van het waterschap met de WUR en de regio FoodValley. Ook kan bijvoorbeeld samenwerking

tussen agrariërs en het stedelijk gebied gunstig zijn, aangezien de agrariër meer energie produceert dan hij nodig heeft voor eigen gebruik. Terugleveren op het energienet is financieel nog ongunstig. De overheid heeft daarbij vooral de taak om kennis over te dragen en duurzaamheid te stimuleren.

Door coöperaties van verschillende partijen kun-nen projecten makkelijker gerealiseerd worden. Een voorbeeld is Windvogel, een landelijke coöperatie die streeft naar een landelijke duurzame energie-voorziening met windenergie als prioriteit. Een ander voorbeeld is het World Food Centre in Ede, waar food aan energie gekoppeld wordt. Ook kunnen lokale coöperaties worden opgericht, bijvoorbeeld tussen particulieren. Dat komt de slagkracht en het draagvlak ten goede.

Concrete acties samengevat1. Gezamenlijke afstemming over de plaatsing van

windmolens en uitvoeren pilot; 2. Concreet invulling geven aan een voorlopersrol op

het gebied van duurzame voeding; 3. Stimuleren van coöperatieve samenwerking bij duur-

zame energie projecten; 4. We zetten gezamenlijk in op duurzame energie die

past bij het profiel van de regio en we zoeken bin-nen de regio naar vestigingslocaties voor initiatieven met een grote impact op de omgeving, zoals wind-molens en vergisters;

5. Bij concessieverlening rekening houden met open-baar vervoer dat gebruik maakt van groene FoodVal-ley stroom of gas.

6. Op regionaal niveau gaan we bekijken hoe we duur-zaam bouwen kunnen stimuleren.

4.8. Recreatie

De overheid moet benaderbaar en meedenkend zijn als het gaat om recreatie. Regio FoodValley zou meer kunnen zoeken naar en communiceren over de kansen en mogelijkheden voor recreatiebedrijven. Hiervoor heeft de provincie Gelderland het ‘Actieplan Vrije-

Page 30: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

58 59Gebiedsvisie Regio FoodValley Toelichting en uitwerking thema’s

tijdseconomie’ opgesteld. De insteek is om met een 1-loket- benadering recreatieondernemers te faciliteren in het doorlopen van de processen bij provincie. Provin-ciale RO consulenten ondersteunen de gemeenten en leveren kennis, denkend in mogelijkheden in plaats van belemmeringen. Een idee voor ondernemers zou zijn om zich te verenigen in een netwerk om kennis uit te wisselen en gezamenlijk initiatieven te ontplooien.

Relatie met de (sterke) omgevingIn de regio FoodValley liggen op het vlak van recre-atie veel kansen. In de regio liggen een aantal sterke concepten zoals de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug en de Grebbelinie. Het Nationale Park de Hoge Veluwe en het Kröller-Müller Museum vormen een belangrijke motor voor de toeristische bestedingen en werkgele-genheid in de regio. FoodValley kan hier op aanhaken en hoeft dus niet een eigen ‘merk’ neer te zetten.

Eén van de pijlers in de Gebiedsvisie Regio FoodVal-ley is de internationale bekendheid en aantrekking van internationale kenniswerkers. Dat betekent het bieden van een aantrekkelijke woonomgeving waaronder recre-

atie, ook voor de bewoners. Recreatieve verbindingen zijn hierin van belang. Er dienen goede routes door het gebied te zijn die aanhaken op recreatiepunten. De routes kunnen verbeterd worden. Denk hierbij aan fiets-routes, wandelpaden, of ruiterpaden. De routes kunnen bijvoorbeeld beter door de kernen worden geleid om aan te haken op de horeca in deze kernen en zo bij te dragen aan lokale economie.

De regio kan daarnaast dienen als podium voor kennis-uitwisseling. Hiervoor is goede congresaccommodatie en hotelaccommodatie nodig op de juiste schaal, en een goede marketing.

Relatie met cultuurhistorieDe FoodValley regio kent een bewogen geschiedenis waarvan vele restanten in het gebied zijn te vinden. Veel van dit erfgoed is te bezichtigen en het bezoek waard. Zo helpt cultuurhistorie om het toerisme te versterken. Bijzonder in dit verband is de militaire geschiedenis van de regio. Die is vandaag de dag nog zichtbaar in de vorm van de Grebbelinie en ander militair erfgoed zoals kazerneterreinen, schietkampen

en vliegvelden. Dit erfgoed levert samen met evene-menten zoals de Airborne landingen een aandeel in het bevrijdingstoerisme in het zuidelijke deel van de regio.

Daarnaast hebben cultuurhistorische elementen een eigenstandige waarde omdat ze ons een gevoel van identiteit geven. Hiermee draagt behoud en beheer van cultuurhistorie en erfgoed bij aan onze ambitie om een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat te bieden. Om cultuurhistorie dichter bij de mensen te brengen willen we een bezoekerscentrum realiseren in het Fort aan de Buursteeg.

Verouderde of verkeerd gebruikte recreatiewoningenDe recreatieve aantrekkelijkheid en de economische kansen die daaruit volgen, zijn een sterk punt voor de regio. Een deel van het verblijfsrecreatieve bestand in onze regio is echter verouderd en/of wordt ingezet voor permanente bewoning. Dat laatste verkleint het aanbod aan recreatiewoningen en komt ons recreatieve aanbod niet ten goede. Tegelijkertijd erkennen we dat sommige doelgroepen gebaat zijn bij tijdelijke en goedkope huisvesting in de buurt zoals spoedzoekers, bv. echtscheiders of arbeidsmigranten.

Om deze problemen aan te pakken, dient de regio op twee manieren op te treden: Enerzijds het voorzien in voldoende huisvesting van buitenlandse werknemers en spoedzoekers en anderzijds het bieden van een reëel alternatief voor slecht lopende recreatiebedrijven. Ondernemers met verouderde recreatievoorzieningen moeten inspelen op de (veranderende) behoefte van de consument en als overheid moeten we daarvoor de planologische mogelijkheden bieden. In de Gebieds-visie Regio FoodValley stellen we een gezamenlijke aanpak door de regio voor om zo, in samenhang met de natuurwaarden op de Veluwe, meer maatwerk te leveren: Faciliteren van functiewisseling in combinatie met sanering.

We zien het als rol voor lokale overheden of woningcor-poraties om locaties te zoeken voor mensen die afhan-

kelijk zijn van snel beschikbare, tijdelijke en betaalbare huisvesting. Het moet gaan om eenvoudige wooneen-heden die het mogelijk maken om daarna weer door te stromen naar reguliere woningen.

Als alternatieven kunnen tijdelijke containerwoningen dienen, leegstaande kazernes of zelfs kantoren. Wo-ningbouwcoöperaties bieden hun medewerking aan als het gaat om de corebusiness van beheren en verhuren. Gemeenten zullen hun aanpak tegen permanente be-woning van recreatieterreinen blijven afstemmen.

Concrete acties samengevat1. De regio neemt het voortouw bij het afstemmen

van beleid ten aanzien van herontwikkelings- of saneringsmogelijkheden van verouderde recreatie-terreinen. Gemeenten uit regio Noord Veluwe en de provincie worden hierbij betrokken;

2. De regio gaat onderzoeken of de congresfaciliteiten voldoen aan de behoeften van internationale con-gresgangers;

3. De regio vraagt FoodValley gemeenten om in onder-linge afstemming tijdelijke, betaalbare huisvesting te realiseren voor spoedzoekers en arbeidsmigranten;

4. Aantrekken internationale kenniswerkers met een wervende woonomgeving en goede voorzieningen, waaronder een expat-center;

5. Realiseren van nieuwe recreatieve verbindingen en routes om de recreatie te stimuleren;

6. Inzetten van cultuurhistorie om de identiteit van de regio zichtbaar en beleefbaar te maken en indien nodig te versterken;

7. Gezamenlijke promotie van de recreatieve kracht van FoodValley als onderdeel van de versterking van het vestigingsklimaat. We sluiten daarbij aan op sterke concepten als de Veluwe, Utrechtse Heuvelrug ende Grebbelinie. We ondersteunen andere, reeds bestaande concepten;

8. Om zowel de kansen als bedreigingen van de recreatiesector aan te pakken zoeken we samenwer-king met de andere Veluwegemeenten en provincie Gelderland op dit gebied.

Page 31: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

60 61Gebiedsvisie Regio FoodValley Van visie naar actie

5.1. Het vertrekpunt en de hoofdrichtingen

De regio heeft de ambitie om uit te groeien tot het in-ternationale kenniscentrum voor food. Om deze ambi-tie te verwezenlijken heeft de regio twee lijnen uitgezet. Als eerste willen we het bedrijfsleven faciliteren door de samenwerking met en tussen onderwijs-en kennisinstel-lingen en ondernemers (‘gouden driehoek’) te verster-ken. Ook willen we de regionale economie versterken door het voor bedrijven zo gemakkelijk en aantrek-kelijk mogelijk te maken om zich hier te vestigen. De tweede lijn is dat werknemers en hun familie zich hier thuis voelen en hier graag willen (blijven) wonen. Dat vraagt om een aantrekkelijk woon- en leefklimaat. Deze lijnen zijn weer uitgewerkt in vier hoofdrichtingen en vele acties die in voorgaande hoofdstukken staan. Om dit allemaal te verwezenlijken ligt er een taak voor de gemeenten zelf en voor de regio als samenwerking van de gemeenten.

5.2. Vraag aan de gemeenten

De Gebiedsvisie Regio FoodValley wordt ter kennisna-me aangeboden aan de acht gemeenteraden. Zij heb-ben de keuze om de inhoud door te laten werken in de ruimtelijke structuurvisie en ander gemeentelijk beleid. In de visie staan verschillende concrete actiepunten.

We vragen de gemeenten om deze actiepunten uit te voeren. Daarbij is het wel van belang om de afstem-ming met de rest van de regio te behouden.

5.3. Rol voor de regio

Actiepunten die op het niveau van de gehele regio, het waterschap of een meerderheid van de gemeenten thuishoren, kunnen het beste centraal worden afge-stemd. Naast concrete acties kan de regio zorgdragen voor lobby en beïnvloeding van provinciaal of landelijk beleid of het bewerkstelligen van nationale dan wel internationale uitstraling. Als de deelnemende gemeen-ten daar behoefte aan hebben, kan de regio dit oppak-ken of stimuleren dat organisaties als Stichting Food Valley of de WUR dat doen. Ook kan de regionale sa-menwerking optreden als gesprekspartner voor externe partijen die behoefte hebben aan een aanspreekpunt namens de hele regio FoodValley.

5.4. Rol van provincies en waterschappen

Om de actiepunten te kunnen uitvoeren hebben we ook de provincies Gelderland en Utrecht en de water-schappen nodig. Van belang is dat zij vroegtijdig als gesprekspartner betrokken worden. Daarnaast vragen we aan de provincies en de waterschappen om de Ge-biedsvisie Regio FoodValley als input te gebruiken voor hun plannen, beleid en programma’s.

5.5. Aanzet voor nieuwe Strategische Agenda

Deze Gebiedsvisie komt voort uit de Strategische Agenda 2011-2015. In 2014 zal een nieuwe strategi-sche agenda worden opgesteld. Aangezien de Ge-biedsvisie Regio FoodValley een horizon heeft tot 2030 zullen de analyses en actiepunten uit deze Gebiedsvisie een basis vormen voor de nieuwe strategische agenda. Hiervoor doen we naar aanleiding van de inspraakreac-ties ook de onderstaande aanbeveling.

5. Van visie naar actie

De Gebiedsvisie Regio FoodValley is

ontwikkeld voor de acht gemeenten in

de regio FoodValley. In dit hoofdstuk

staan we kort stil bij het vertrekpunt,

de vier hoofdrichtingen en wat daar

nu mee gedaan kan worden door wie

en op welke wijze we de voortgang

bewaken.

Page 32: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

62 63Gebiedsvisie Regio FoodValley Bijlage

5.6 Voortgangsbewaking en bijstelling

Hoewel deze visie is geschreven met een tijdshorizon tot 2030, is het nadrukkelijk een momentopname in een (economisch) snel veranderende wereld. Het is dan ook denkbaar dat we over twee jaar anders tegen onze positie in 2030 aankijken. Dat heeft direct gevolgen voor de beschreven actiepunten. Het verdient daarom aanbeveling om periodiek – bijvoorbeeld elke twee jaar- deze visie te herijken en zowel het visiegedeelte als de concrete acties aan te passen op de werkelijk-heid van dat moment. Onderdeel daarvan kan de bewaking van de uitvoering zijn.

5.7. Communicatie

De Gebiedsvisie Regio FoodValley is een abstract document en in eerste instantie bedoeld voor de lange termijn tot 2030. Hoewel het in nauwe samenspraak met vertegenwoordigers uit het gebied is opgesteld, kan het zijn dat burgers zich niet direct betrokken voelen. Toch vinden we het belangrijk dat burgers onze doelen kennen en waar mogelijk delen of met alter-

natieven komen. Daarom vragen we aan de gemeen-ten om de Gebiedsvisie Regio FoodValley onder de aandacht te brengen bij haar inwoners en bedrijven. De gemeenten hebben de vrijheid om dit communicatie-traject op eigen wijze in te vullen en te koppelen aan het eigen beleid.

De basis voor de communicatie over de Gebiedsvisie Regio FoodValley is de website www.regiofoodvalley.nl.

Bijlage

Kaart A; indicatieve

kaart met kenmer-

ken van het fijnma-

zige watersysteem

(gemaakt door Regio

FoodValley, provin-

cie Gelderland en

Waterschap Vallei en

Veluwe). Kennis van

het watersysteem is

onderdeel van de

menukaart voor land-

schap, duurzaamheid

en maatschappelijk

ondernemen.

Aanbeveling voor de Nieuwe Strategische Agenda FoodValleyRegio FoodValley is ambitieus en zet allerlei acties in om deze te bereiken. Nu is het vaak moeilijk om zichtbaar te maken wat de bijdrage is geweest van een actie om een bepaalde ambitie te bereiken. Vaak zijn andere factoren net zo bepalend geweest. Desondanks vinden burgers het van groot belang om deze relatie waar mogelijk inzichtelijk te krijgen voor zover er een direct verband tussen de actie en het effect in het gebied is te leggen. We bevelen dan ook aan om in de nieuwe strategische agenda hier aandacht aan te besteden. Zo worden de schaarse overheidsmiddelen ingezet waar ze het meeste resultaat kunnen hebben en laten we de burgers zien dat ze waar voor hun geld krijgen.

Page 33: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

64 65Gebiedsvisie Regio FoodValley Bijlage

Kaart B; indica-

tieve kaart met de

kwetsbaarheid van de

FoodValley (gemaakt

door Regio FoodVal-

ley, provincie Gelder-

land en Waterschap

Vallei en Veluwe).

Kennis van kwetsbaar-

heden op het gebied

van problemen met

droogte, wateroverlast

en klimaatadaptatie

kunnen onderdeel zijn

van de menukaart.

Kaart C: overzicht

bedrijvigheid in de

Regio FoodValley.

Page 34: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

67Begrippen en afkortingen66 Gebiedsvisie Regio FoodValley

Abiotisch landschap: Niet-levend landschap, heeft be-trekking op onder andere geologie, reliëf en hoogtelig-ging en de waterhuishouding.

Biotisch landschap: Levend landschap, heeft betrek-king op de fauna en flora.

Cocreatie: komt neer op een gelijkwaardige samen-werking tussen overheden, burgers, maatschappelijke organisaties en ondernemers bij opstellen van plannen.

Cradle to Cradle: de centrale gedachte van de cradle to cradle (wieg tot wieg) filosofie, is dat alle gebruikte materialen na hun leven in het ene product, nuttig kun-nen worden ingezet in een ander product. Dat er geen kwaliteitsverlies is, en geen restproducten die alsnog gestort worden.

Gouden driehoek: slaat op de samenwerking van overheden, kennis- en onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven (ook wel de drie O’s genoemd: overheid, onderwijs en ondernemers).

Incubatorlocaties: ‘broedplaats’ waar startende on-dernemers kunnen werken, samenkomen en kunnen profiteren van elkaars nabijheid, zoals kennisuitwisseling of samenwerking.

Invasieve soort: een biologische term waarmee een soort (flora, fauna) wordt aangeduid die zich buiten zijn natuurlijke verspreidingsgebied heeft gevestigd.

Kangoeroewoningen: er bestaat geen eenduidige definitie van kangoeroewoningen, maar over het alge-meen wordt hiermee bedoeld: geschakelde, zelfstan-dige en veelal tijdelijke wooneenheden met inpandige verbinding voor ouderen of mensen met een beperking en hun familie waarbij de familie mantelzorg verleent

License to produce: License to produce duidt op het krediet dat de agrarische sector van de maatschappij nodig heeft of nog moet verdienen om haar activitei-ten voort te kunnen zetten. Als dit maatschappelijk

draagvlak wordt verspeeld dan kan de sector niet meer groeien of worden de productiekosten te hoog door nieuwe regels.

LOP: Landschapsontwikkelingsplan. Het doel van het LOP is het stimuleren van initiatieven voor landschaps-en natuurontwikkeling in het buitengebied door parti-culieren, instanties en gemeenten.

LTO: Land- en tuinbouw organisatie

MIRT: Meerjarenprogramma Ruimte, Infrastructuur en Transport; beschrijft financiële investeringen in integrale gezamenlijke programma’s en projecten.

MKB: Midden – en Kleinbedrijf

OV: openbaar vervoer

Participatiewet: met de Participatiewet wil het kabinet mensen met een bijstandsuitkering en gedeeltelijk arbeidsongeschikten hen helpen weer mee te doen in de samenleving door het vinden van werk.

Piekbuien: hevige regenbuien die wateroverlast ver-oorzaken

Poultry: pluimveehouderijsector

R&D: Research en Development. Behelst het proces van proces- en productinnovatie.

Semipermeabele bovengrens: een nader te specifice-ren bovengrens van de omvang van agrarische bouw-vlakken. Hiermee wordt een grens bedoeld die alleen overgeschreden kan worden door middel van afspraken met de gemeente over compenserende maatregelen van landschap of natuur.

Spoedzoekers: mensen die door onvoorziene om-standigheden met spoed betaalbare huisvesting nodig hebben

Begrippen en afkortingen

Kaart D: overzicht

mobiliteit en belang-

rijkste infrastructuur in

de Regio FoodValley.

Page 35: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

68 Gebiedsvisie Regio FoodValley

WUR: Wageningen University & Research centre

Wmo: de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vormt de basis van het stelsel van Zorg en Welzijn. Dit stelsel bestaat naast de Wmo ook uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgver-zekeringswet (Zvw). De wet verplicht de gemeente om burgers keuze te bieden uit hulp in natura of een per-soonsgebonden budget, waarmee de zorg of hulp zelf ingekocht kan worden. Daarnaast is er een compensa-tieplicht, dat wil zeggen de beperkingen (zoals huishou-delijke beperkingen) die iemand ondervindt, worden gecompenseerd door voorzieningen aan te bieden.

Page 36: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

Regio FoodValleyRaadhuisstraat 117Postbus 9022, 6710 HK Ede

(0318) 680 [email protected]

Dit is een uitgave vanRegio FoodValley. december 2013

Page 37: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

FOODVALLEYVAN DENKEN NAAR DOEN

Page 38: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

COLOFONNiets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd in enige vorm of op enige wijze zonder schriftelijke toestemming van Regio FoodValley.

Raadhuisstraat 117, Postbus 9022, 6710 HK Ede0318 680 667, [email protected]

© Regio FoodValley, januari 2016.

Page 39: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

Dankzij samenwerking van de regionale partners is de voor u liggende Strategische Agenda tot stand gekomen.

Dit document is de opvolger van de In 2011 door de acht gemeenten van Regio FoodValley samengestelde Strategische Agenda. Hierin stond de ambitie om de internationale topregio voor Food te worden. Bestuurders uit het regionale bedrijfsleven, onderwijs/onderzoek en overheden hebben hiervan de balans opgemaakt. Geconcludeerd werd dat de regio weliswaar geslaagd is in zijn ambitie maar méér zou kunnen bereiken, als ook de andere partners een rol en verantwoordelijkheid zouden nemenin de inhoud en het proces van de Strategische Agenda.

Bij de opstelling van voorliggend document hebben de regionale partners (kolommen) Ondernemers en Onderwijs/Onderzoek de lead genomen. Ze hebben dit gedaan aan de hand van externe onderzoeken vanuit het rijk (MIRT), Alterra (Op zoek naar verbinding) en de provincie (Sterk bestuur in FoodValley regio). Op basis van deze onderzoeken is een beeld gevormd van de uitdagingen voor doorontwikkeling van de Agrofood regio. Deze uitdagingen zijn uitgebreid besproken met de regionale partners (kolommen). Ook zijn de opgaven voor de komende jaren bepaald en diverse afspraken over governance gemaakt.

Verder is een groot onderling vertrouwen en wederzijds begrip ontstaan. Nu gaan Ondernemers, Onderwijs/Onderzoek en Overheden samen aan de slag om de internationale topregio te worden!!

INLEIDING

03

Page 40: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

In 2011 was FoodValley nog een abstract begrip met een mooi doel: het bestond uit een beeld van een agrofoodregio die de wens had uit te groeien tot een economisch krachtige, vitale, duurzame groene regio, waar het goed wonen, werken, leren en recreëren is.

Acht gemeenten, bedrijfsleven, onderwijs/onderzoek en provincies Gelderland en Utrecht hebben zich sindsdien samen sterk gemaakt voor dat doel en anno 2015 kan geconstateerd worden dat het beeld van de FoodValley regio uit de verf is gekomen. De regio staat inmiddels nationaal en internationaal op de kaart.

Dit resultaat van nog geen vijf jaar gezamenlijke inspanning is de voedingsbodem voor het toekomstbeeld van de FoodValley regio over 10 jaar. En dat ziet er zó uit:

FOODVALLEY REGIO ANNO 2025De FoodValley regio is voor de hele wereld het voorbeeld

van innovatie in de landbouw en voedingsindustrie.

Naast Wageningen UR zijn meerdere opleidingen in het

gebied gevestigd die zich richten op (agro)food in brede zin.

Het onderwijs/onderzoek in de gehele kolom is van goede

kwaliteit en sluit aan op de behoeften van ondernemers en

kennisinstellingen in de regio. Grote industrieën hebben

inmiddels hun laboratoria/R&D departementen in de

FoodValley regio. De sterke agrofoodregio brengt allerlei

voordelen met zich mee voor ondernemers uit het gebied

die zich niet (direct) hierop richten.

Er zijn veel mensen in het gebied komen wonen, aangetrokken

door de veelheid aan voorzieningen in combinatie met het

landelijk wonen. “De voordeur in de stad en de achterdeur op

het platteland”, het ideaal van velen, is in de FoodValley regio

gerealiseerd.

Het midden- en kleinbedrijf fl oreert, deels in samenwerking

met de grotere bedrijven en met de kennisinstellingen,

deels onafhankelijk. Het platteland is het levende laboratorium

van de FoodValley regio, een proeftuin voor innovaties die

1. VAN DENKEN NAAR DOEN

04

Page 41: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

oplossingen geven voor wereldwijde (voedsel)vraagstukken.

Niet alleen wordt hier in verschillende stijlen de meest

innovatieve landbouw bedreven, het vervult ook een

incubatorfunctie voor verschillende startende bedrijven.

Er zijn veel biobased initiatieven. De fysieke en digitale

verbindingen in de gehele regio zijn uitstekend en er hebben

zich veel logistieke bedrijven in de FoodValley regio gevestigd.

Alle gemeenten van de regio profi teren van de bedrijvigheid.

Het World Food Center trekt veel bezoekers aan. Door

buitenlandse kenniswerkers en studenten wordt de regio

steeds internationaler. Nieuwe ondernemers ervaren het

ondernemersklimaat als een warm bad.

De partners Ondernemers, Onderwijs/Onderzoek en Overheid

in de regio werken goed samen binnen en tussen de kolommen.

De Triple Helix partners zijn goed vertegenwoordigd in Den Haag

en Brussel, onder meer via de regionale vertegenwoordiging,

en profi leren aldaar eensgezind de regio.

Om die FoodValley regio Anno 2025 te verwezenlijken, moet er nog wel wat gebeuren. Want hoewel de regio de bewezen potentie heeft zich te ontwikkelen tot hét agrofoodcentrum van Europa, kan dat alleen gebeuren als er nu duidelijke keuzes gemaakt worden. Keuzes voor méér samenwerking op basis van gelijkwaardigheid tussen de partners Ondernemers, Onderwijs/Onderzoek en Overheid én keuze voor focus op de zaken, die nodig zijn om te komen tot die innovatieve, krachtige kennisregio. Deze Strategische Agenda is de leidraad voor die keuzes in de komende vier jaar.

05

Page 42: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

06

De acht samenwerkende gemeenten in de regio FoodValley (Barneveld, Ede, Nijkerk, Rhenen, Renswoude, Scherpenzeel, Veenendaal en Wageningen) hebben met Ondernemers en Onderwijs/Onderzoek de handen ineen geslagen om de hiervoor beschreven FoodValley regio Anno 2025 te realiseren. Om er hét agrofoodcentrum van Europa van te maken, dé internationale topregio voor kennis en innovaties op het gebied van gezonde en duurzame voeding. De drie samenwerkende partners vormen inmiddels een gouden driehoek: de overheid zet zich in om een goed vestigingsklimaat en een hoogwaardige leefomgeving te creëren, kennis- en onderzoeksinstellingen zetten zich in om innovaties te ontwikkelen en het bedrijfsleven zet zich in om deze te vermarkten.

Verschillende externe deskundigen hebben gekeken naar wat nodig is om door te groeien naar de top. Drie onderzoeken worden hieronder beknopt toegelicht.

STERK BESTUUR IN FOODVALLEY REGIODe Adviescommissie Sterk Bestuur in Gelderland constateert op basis van haar meting in 2015 dat het label ‘food’ de gemeenten in de FoodValley regio helpt bij hun economische groei. De kracht ligt in de clustering van bedrijfsleven, kennis en overheden, waardoor de gehele agrofoodsector een grote bijdrage levert aan de economie en werkgelegenheid in de gehele regio. De acht gemeenten spelen een verschillende rol binnen de FoodValley regio en zijn daarmee complementair. Ze werken samen op het gebied economie, wonen en bereikbaarheid en deze strategische samenwerking is solide verankerd in de FoodValley regio. De aanwezigheid van Wageningen UR wordt cruciaal genoemd vanwege haar internationaal aanzien. Door de intensieve samenwerking in de regio tussen onderwijs/onderzoek, bedrijfsleven en overheden blijft de regio koploper op het gebied van innovatie in de food en agro gerelateerde business. De commissie adviseert de FoodValley regio zich verder te ontwikkelen in de ingezette richting. De gemeenten kunnen hierbij gebruikmaken van de vehikels die ondernemers en onderwijs/onderzoek aanreiken.

2. DÉ TOP IN 2025

Page 43: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

STRATEGISCHE AGENDA 2015-201907

MIRT-ONDERZOEK 1

Uit het MIRT-onderzoek ‘Dutch Food to the European top’ blijkt dat het agrofoodcluster van de regio zich onderscheidt door een goede bereikbaarheid en een sterke oriëntatie op kennisontwikkeling. De toonaangevende agrofoodbedrijven uit de regio kennen daarnaast een goed ontwikkelde bovenregionale kennisuitwisseling (‘global pipelines’); de ‘local buzz’ daarentegen is minder goed ontwikkeld.

Belangrijke en positieve vestigingsfactoren zijn de centrale ligging in Nederland, de kwaliteit van de beroepsbevolking (‘arbeidsethos’) en de prettige woonomgeving (‘mooie, bosrijke omgeving’). De internationale concurrentiepositie van de agrofoodsector kan verder verbeterd worden door snellere verbindingen over weg en spoor. Dat geldt ook voor meer investeringen in kennisoverdracht en woon- en leefklimaat, opdat voldoende kenniswerkers in de regio willen wonen. Bedrijfsruimte en arbeid zijn in voldoende mate beschikbaar.

ONDERZOEK ALTERRA 2 Onderzoeksinstituut Alterra heeft de regionale concurrentiekracht (local buzz) van de FoodValley regio onder de loep genomen. In het rapport ‘Op zoek naar verbinding’ wordt geconstateerd dat veel food-gerelateerde bedrijven niet onderling zijn verbonden, waardoor bijvoorbeeld ook niet met één stem naar buiten wordt getreden. Daarnaast zijn kennisinstellingen en bedrijven slechts beperkt in staat om kennis naar de markt te vertalen in de vorm van nieuwe technologieën en producten. En dit terwijl de regio beschikt over een goed onderwijsaanbod (VO/MBO/HBO/Universiteit) en andere kennis-gerelateerde instellingen, goede onderzoeksfaciliteiten (zowel publiek als privaat) alsmede over een relatief jonge en hoog opgeleide beroepsbevolking.

1 Het doel van het MIRT-onderzoek was te onderzoeken met welke (ruimtelijk fysieke) maatregelen de internationale concurrentiepositie van de regio FoodValley het beste kan worden versterkt. Het onderzoeks-rapport en de samen-vatting is te vinden op de websitewww.gelderland.nl

2 In het rapport ‘Op zoek naar verbinding’ gaat het om handelings-perspectieven voor het Rijk om de concurrentiekracht van regio’s te versterken. Het rapport is te vinden op edepot.wur.nl/303616 .

Page 44: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

08

De FoodValley regio heeft de potentie en de ambitie uit te groeien tot de plek voor kennis en innovatie op het gebied van gezonde en duurzame voeding in Europa. Met andere woorden: tot economische topregio met een uitstekend ondernemers- en onderwijs/-onderzoeks-klimaat op het gebied van dierlijke eiwitten, tuinbouw, diervoeders en de verwerking van reststoffen als biomassa. Maar is de regio daar ook klaar voor? En hoe kunnen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen dit doel met elkaar bereiken?Zowel de samenwerkende partners Ondernemers, Onderwijs/Onderzoek en Overheid als externe deskundigen hebben zich over deze vragen gebogen en hun verbeterpunten aangegeven. Hieronder een samenvatting van hun inbreng.

ONDERNEMERSDe ondernemers uit de regio pleiten voor meer en beter samenwerken onder het motto ‘ontmoeten verbinden, en versterken’. Bijvoorbeeld om onderwijs/onderzoek en arbeidsmarkt beter op elkaar te laten aansluiten en om bedrijfsleven en kennisinstellingen dichter bij elkaar te brengen (niet alleen voor het vereenvoudigen van stages, maar ook voor het faciliteren van innovatie-vraagstukken). Minstens zo belangrijk is dat het imago van de FoodValley regio wordt versterkt en dat er gezamenlijk wordt gewerkt aan het beeld van de regio als hét kenniscentrum van de Nederlandse agrofood. Een economisch sterkere Agrofood regio heeft positieve gevolgen voor alle ondernemers. In ditzelfde kader past het pleidooi voor herkenbare ambassadeurs van de FoodValley regio, het stimuleren van internationale samenwerking en het vergroten van de aantrekkingskracht van de regio.

ONDERWIJS/ONDERZOEKOnderwijs zorgt voor de passende opleiding van arbeidskrachten in de regio op alle opleidingsniveaus (doorlopende leerlijnen). Daarnaast dragen de onderwijsinstellingen bij aan de versterking van het ondernemerschap. Om de vraag naar goed opgeleid personeel (nog) beter in beeld te krijgen, wil zij wél vaker en eerder aan tafel met bedrijven, gemeenten en maatschappelijke instellingen. In deze ontmoetingen zal het onderwijs meer

3. KLAAR VOOR HET DOEL 2025?

Page 45: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

STRATEGISCHE AGENDA 2015-201909

inzicht moeten geven in de eindkwalifi caties van de opleidingen, terwijl bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen een meer-jarige visie dienen neer te leggen van wat er op brancheniveaunodig is. Onderwijs/onderzoek ziet voor zichzelf een sturende rol om kennis op het gebied van de agro, food, techniek en biobasedte ontwikkelen, binnen haar kolom door te laten stromen en terbeschikking te stellen aan het lokale en regionale bedrijfsleven. Het valoriseren van kennis is het doel van ontmoetingen tussen MKB en de onderwijsinstellingen. Ook innovatie begint met elkaar ontmoeten.

OVERHEIDHet unieke karakter van de FoodValley regio wordt gevormd door de concentratie van kennis, research, innovatie en bedrijvigheid op het gebied van agrofood. Het maakt de regio tot hét internationale kennis- en innovatiecentrum op foodgebied. Die positie moet behouden en uitgebouwd worden en regiogemeenten en de provincies Gelderland en Utrecht zien daarin voor zichzelf vooral een rol weggelegd in het faciliteren van kennisinstellingen en bedrijven. In ditzelfde kader past de faciliterende rol die gemeenten voor zichzelf zien in de regionale kennisuitwisseling (‘local buzz’). Door de aard van de sector en de grote afstand tussen de verschillende spelers (MKB, kennisinstellingen, grote bedrijven) is er op dit moment nog geen optimale samenwerking, maar met meer aandacht en inspanning kunnen waardevolle innovaties tot stand komen. Verder ziet de overheid het als haar taak te zorgen voor een optimaal vestigingsklimaat (inclusief acquisitie). Bovendien dient zij in het kader van duurzaamheid de primaire agrarische sector (de ondernemers in het buitengebied) te ondersteunen bij het moderniseren van hun bedrijven en het in de praktijk brengen van innovaties.

TRIPLE HELIX Triple Helix is de formele benaming voor een op kennis

gebaseerde samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en

onderwijs/kennisinstellingen met het doel te komen tot een

duurzame economische ontwikkeling:

Page 46: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

10

• overheid creëert een optimaal ondernemersklimaat en

investeert onder andere in vestigingslocaties, onderwijs/

onderzoek, kennisontwikkeling en kennisdeling;

• onderwijs/onderzoek zorgt voor nieuwe kennis, doorstroming

van kennis binnen haar kolom, kennisvalorisatie, aansluitende

leerlijnen en gekwalifi ceerde arbeidskrachten;

• bedrijfsleven maakt gebruik van de kennis van onderwijs/

onderzoek en studenten (research & development) en kan

daardoor innoveren en groeien.

In feite is het echter niet meer of minder dan ‘t ouderwetse ‘er

samen de schouders onder zetten’. Drie in (agro)food verbonden

partijen Ondernemers, Onderwijs/Onderzoek en Overheid die een

gezamenlijk doel nastreven en realiseren. En dát is precies wat in

de FoodValley regio gaande is: door samen te werken creatieve

vernieuwing, kennisontwikkeling, innovatie en economische

groei met internationale uitstraling tot stand brengen.

Page 47: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

11 STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

4. DE OPGAVEN EN DE DOELEN OM IN 2025 TOT DE TOP TE BEHORENIn de nota ‘Op weg naar een Strategische Agenda 2015-2019’ is beschreven hoe we op basis van de externe adviezen en de inbreng uit de drie kolommen zijn gekomen tot de volgende vijf opgaven.

1. VERBETEREN KENNISINTERACTIE De FoodValley regio wil uitgroeien tot een economisch sterke, innovatieve en kennisintensieve regio. Dit wordt bereikt door:a. het verbeteren van de kennisuitwisseling tussen bedrijfsleven

en onderwijs/-onderzoeksinstellingen: ‘local buzz’. In dit kader hoort ook het versterken van de relaties tussen MKB, starters en ZZP’ers onderling alsmede tussen MKB en onderwijs-/onderzoeksinstellingen (inclusief private kennisleveranciers);

b. meer gestructureerd overleg tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven om de opleidings- c.q. onderzoeksvraag beter in beeld te krijgen, het onderwijsaanbod en vraag uit de sector beter op elkaar te laten aansluiten en om goed opgeleide arbeidskrachten op alle opleidingsniveaus te kunnen blijven afl everen;

c. het faciliteren van in de regio gevestigde bedrijven en door samenwerking op het gebied van onderzoek en technologie;

d. als overheden te zorgen voor een optimaal vestigingsklimaat, inclusief een actief acquisitiebeleid.

De komende jaren gaan we hieraan uitwerking geven door:• Vraag en aanbod van ideeën of innovaties bij elkaar

brengen door gerichte ontmoetingen tussen bedrijven en kennisinstellingen, bijvoorbeeld ‘fi eld labs’.

• Kennis van onderwijs/onderzoek van de kennisinstellingen toegankelijker maken voor ondernemers. Waar nodig komen er nieuwe digitale, interactieve platforms.

• We gaan voor een effectief innovatie- en informatienetwerk in de regio, met inzet van docentenstages, gastcolleges van bedrijven, stages, kennisbanken, lectoraten, onderzoek en Centre of Expertises. Kennis, onderzoek, faciliteiten en ruimte voor incubators en startende ondernemers worden actief gestimuleerd. We maken zichtbaar wat er is en kan!

• In de hele regio is er aansluitend onderwijs (met doorlopende leerlijnen) en onderzoek, met name gericht op agro en food en aandacht voor ondernemerschap. Ondernemers dragen actief

Page 48: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

12

bij aan het curriculum. We gaan uit van co-creatie bij nieuwe initiatieven van branches/bedrijfsleven.

• In de onderwijskolom worden praktijkvragen die het MBO of HBO tegenkomt vertaald naar (toegepaste) onderzoeksvragen die door HBO of WO worden beantwoord en andersom. De resultaten komen beschikbaar voor de ondernemers.

• Jongeren en basisonderwijs worden gestimuleerd om kenniste maken met Agro, Food en Techniek, zowel door ontmoetingin een bedrijf, op school als via social media.

2. UITBOUWEN GLOBAL PIPELINESDe (inter)nationale zakelijke netwerken zijn al goed ontwikkeld en overstijgen de regio in ruime mate. Dit hoge niveau moet vastgehouden en uitgebouwd worden, opdat de FoodValley regio ook internationaal aangemerkt wordt als dé topregio op het gebied van agrofood. Dit wordt bereikt door: a. het hoge niveau vast te houden en verder uitbouwen;b. de internationale lobby versterken (o.a. door voorlichting,

missies en ontvangsten), met het oog op het faciliteren van de internationale samenwerking en het uitdragen van de FoodValley regio als economische topregio van Nederland op het gebied van agrofood.

De komende jaren gaan we hieraan uitwerking geven door:• De aantrekkelijkheid van de regio voor internationale onderne-

mingen en expats wordt goed in beeld gebracht en vergroot door gerichte faciliteiten, zoals ExpatCentre en Internationale School, uitwisselingsprogramma’s van kennisinstellingen.

� We gaan actief samenwerkingsverbanden aan met andere regio’s in onze omgeving zodat we ons nationaal en internationaal

sterker positioneren.• De internationale samenwerking wordt gestimuleerd door voor-

lichting, missies, ontvangsten e.d. We gaan systematisch de “aftersales” organiseren om het rendement hiervan te vergroten.

• Bedrijven, onderwijs/onderzoek en overheden leverenherken bare en aansprekende ambassadeurs/gatekeepers diede FoodValley regio uit gaan dragen. De gatekeepers signaleren relevante activiteiten en ontwikkelingen en zorgen ervoor dat deze worden geagendeerd.

Page 49: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

13 STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

• De (inter)nationale lobby (zoals in Brussel) wordt uitgebouwd (bijv. Euregio, FAO). De partners in FoodValley maken hun (inter)nationale (lobby)netwerken inzichtelijk voor elkaar.

• De nu al sterke internationale positie van grote ondernemingen en Wageningen UR wordt verder ontwikkeld en waar mogelijk stellen zij hun netwerken beschikbaar voor andere bedrijven en kennisinstellingen.

3. VERGROTEN INNOVATIEKRACHTInnoveren is steeds vaker een samenspel van aan elkaar verwante sectoren uit verschillende vakgebieden. Meer innovaties met economische waarde in de FoodValley regio worden bereikt door:a. het regelmatig organiseren van laagdrempelige ontmoetingen

tussen verschillende spelers (MKB, kennisinstellingen, grote bedrijven);

b. het ondersteunen van de ondernemers in het buitengebied; c. het aanbieden van hulp op het gebied van octrooi- en

merkenrecht;d. het stimuleren van ondernemerschap bij studenten.

De komende jaren gaan we hieraan uitwerking geven door:• Studenten stimuleren en begeleiden in ondernemerschap

door dit onderdeel te maken van het curriculum, bestaande startersfaciliteiten te behouden en uit te bouwen en het Startlife concept te verbreden naar de overige sectoren in de regio.

• De bestaande regelingen en subsidiemogelijkheden voor innovatie doeleinden transparanter en toegankelijker maken.

• Het onderwijsaanbod beter aan laten sluiten op de behoeften van bedrijven in de regio. Zowel bedrijfsleven als onderwijsinstellingen nemen hun verantwoorde-lijkheid hiervoor.

• Het ondersteunen van de ambitie van de foodindustrie om duurzamer te gaan werken.

• Onderzocht wordt of ondernemers ondersteuning moet worden geboden op het gebied van octrooi- en merkenrecht.

4. BRANDING & MARKETINGFoodValley is een concept waarmee de regio zich internationaal nog meer in de schijnwerpers kan zetten. Daarvoor is een scherp en

Page 50: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

14

eenduidig profi el nodig dat nu nog onvoldoende aanwezig is.We gaan het profi el aanscherpen zodat voor iedereen herkenbaar is dat de regio een unieke concentratie van kennis, research, innovatie en bedrijvigheid op het gebied van agrofood heeft. Dat leidt tot economische groei, werkgelegenheid, aantrekkings-kracht op kenniswerkers en hoogwaardige voorzieningen voor wonen, werken en studeren. Door deze unieke concentratie goed te beschrijven (branding) en dit gericht internationaal bekend te maken (marketing) kan dit effect verder versterkt worden.

De komende jaren gaan we hieraan uitwerking geven door:• Het profi el van het concept FoodValley regio eenduidig en

herkenbaar vastleggen.• Het concept FoodValley regio versterken nog meer bekendheid

te geven en sterker uit te dragen (‘be good and tell it’; profi leren met unique selling points).

• Visies en innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor mondiale food-vraagstukken.

• Het vestigingsklimaat verder te optimaliseren.• De lokale, regionale en (inter)nationale netwerken te versterken,

verder uit te bouwen en open te stellen voor de samenwerkende partners.

5. VERSTERKEN FYSIEK EN SOCIAAL DUURZAME LEEFOMGEVINGDe groei naar het doel – economische topregio van Nederland op het gebied van agrofood – kan niet los gezien worden van een duurzame ontwikkeling op allerlei gebied. Onderwijs, (digitale)infrastructuur, vestigingslocaties en woon- en werkomgeving zullen mee moeten groeien met de ambities. Dit om te voorkomen dat kansen gemist worden omdat de basis er niet klaar voor was. Ook willen we alle bewoners mee laten delen in de economische kansen die ontstaan door deze groei.

Goede en snelle verbindingen binnen de regio en naar andere delen van het land zijn van cruciaal belang voor onze economische ontwikkeling. De zuidelijke ontsluiting heeft onze bijzondere aandacht. Een belangrijke toegangspoort tot de FoodValley ishet knooppunt A1/A30. De explosief groeiende fi leproblematiekis slecht voor de economische ontwikkeling van FoodValley.

Page 51: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

15 STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

Regio FoodValley zet zich samen met alle betrokken partijen in om te komen tot een snelle en adequate aanpak van dit knooppunt met als doel het waarborgen van de bereikbaarheid van FoodValley.

Binnen duurzaamheid willen we onderscheid maken in fysieke duurzaamheid (milieu, duurzame innovaties op het gebied van voeding en biomassa) en sociale duurzaamheid. Sociale duurzaamheid is gericht op het versterken van de cohesie, een goed functionerende arbeidsmarkt, passende arbeid voor minder kansrijke doelgroepen, en projecten op het gebied van wonen, sport, cultuur, toerisme, bereikbaarheid, ruimtelijke ordening, economie en bedrijvigheid). Op het gebied van sociale duurzaamheid ligt de komende jaren een concrete taak voor de overheden, ondernemers en onderwijs/onderzoeksinstellingen. De regio gaat hier uitvoering aan geven door:• De bestaande initiatieven door te ontwikkelen (Kennisas Ede-

Wageningen inclusief doortrekking naar ICT-campus Veenendaal en Poultry Expertise Centre Barneveld, FoodProductiecentrum Nijkerk, World Food Center, kenniscampus Ede en Wageningen UR campus).

• Stimuleren van open netwerksamenwerking en samenwerking mainstreamen. Netwerkorganisaties dienen toegankelijk te zijn voor iedereen die belang heeft (stakeholder is): van producent tot en met kenniswerken en van investeerder tot consument.

• Te zorgen voor een compleet en onderscheidend aanbod van werklocaties voor alle bedrijfstypen in de Agro foodsector (inclusief starters).

• Ter bevordering van de duurzame leefkwaliteit te investeren in de uitvoering van de Gebiedsvisie, de Woonagenda en de Netwerkvisie (Verkeer&Vervoer). De daarin opgenomen acties worden voortvarend uitgevoerd met prioriteit voor onder andere de fysieke bereikbaarheid WUR.

• In te zetten op blijvend goede verbindingen over weg, spoor en water voor zowel goederen- en personenvervoer als openbaar vervoer (OV). Daarnaast blijvend versterken van de fysieke infrastructuur en het OV. Speciale aandacht hierbij heeft de aansluiting A1/A30.

• De digitale infrastructuur te verbeteren.

Page 52: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

16

• Te werken aan een sociale duurzame samenleving. Ondermeer door de arbeidsmarktregio tot een succes te maken en de sociale cohesie te versterken.

INNOVATIE AGROFOOD EN KRUISBESTUIVINGDe focus op (agro)food betekent niet dat de ontwikkeling van

andere economische sectoren in de regio uitgesloten wordt.

De verbinding ligt in innovatie door kruisbestuiving; bewezen

innovaties en technologische vernieuwingen kunnen opnieuw

tot successen leiden als ze in een andere sector worden

toegepast. Daarnaast zijn andere sectoren nodig voor een

gedifferentieerde, robuuste, regionale economie. De brede

economische ontwikkeling van de regio biedt daarmee een

perfecte voedingsbodem voor creatieve vernieuwing.

Deze kruisbestuiving tussen economische sectoren is ook

herkenbaar in de samenwerking van de acht gemeenten op basis

van hun specifi eke lokale kenmerken. Kenmerken die elkaar

aanvullen en zo de FoodValley regio krachtiger kunnen maken.

Page 53: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

17 STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

6. GOVERNANCE, UITVOERING EN VOORTGANGSBEWAKING In voorgaande pagina’s is ingegaan op het doel ‘Anno 2025’ en de opgaven die ertoe moeten leiden dat dat doel bereikt wordt. Minstens zo belangrijk echter is de vraag hoe het doel gerealiseerd wordt. Op welke wijze organiseren de drie partners Ondernemers, Onderwijs/Onderzoek en Overheid hun samenwerking om het gezamenlijk geformuleerde doel effectiefte bereiken? Hoe wordt de uitvoering ter hand genomen?Op welke wijze is de voortgang objectief meetbaar te maken?

DE GOVERNANCE Governance staat voor de afspraken die de samenwerkende partijen met elkaar maken om de gezamenlijke ambities te bereiken. Daarbij gaat het over de aanpak, het organisatie-proces en de bevoegdheden. De samenwerkende Triple Helix partners willen geen nieuwe organisatie in het leven roepen; zij kiezen ervoor samen te werken in een gestructureerde netwerkorganisatie met woordvoerderschappen namens de eigen kolom. Hierbij zien zij de volgende werkstructuur als goed werkbaar:a. De drie kolommen werken bestuurlijk samen in een

stuurgroep die op hoofdlijnen toeziet op het realiseren van de ambitievoortgang en bijstelling van deze Strategische Agenda en de daar bijhorende projecten. De Stuurgroep draagt in 2017 zorg voor een midterm review van de Strategische Agenda.

b. Elke kolom benoemt aansprekende woordvoerders die deelnemen aan de stuurgroep en (het succes van) de samenwerking naar buitenwereld en achterban belichamen en uitstralen

c. De drie kolommen werken samen in een werkgroep die de stuurgroep ondersteunt.

UITVOERINGSPROGRAMMADe stuurgroep draagt er zorg voor dat er eind 2015 een Uitvoeringsprogramma is vastgesteld dat uitvoering geeft aan de opgaven uit het vorige hoofdstuk. Dit bestaat uit

Page 54: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

18

afzonderlijke projecten. Per project zal door de verantwoordelijke besturen worden besloten over doelen, inhoud en fi nanciering. De stuurgroep rapporteert jaarlijks over de voorgang van het Uitvoeringsprogramma aan de verschillende besturen, stuurt het programma bij als daartoe aanleiding is en ziet erop toe dat deze projecten bijdragen aan het realiseren van de doelen van deze Strategische Agenda.

HOE WORDT VOORTGANG GEMETEN?De FoodValley regio wil in 2025 dé economische topregio van Nederland zijn op het gebied van agrofood. Op de voorgaande pagina’s zijn de ambities beschreven, de opgaven en de wijze waarop de samenwerkende partners Ondernemers, Onderwijs/Onderzoek en Overheden van plan zijn dit doel te bereiken.

Aan de hand van een nulmeting en vervolgmetingen wordt het succes van de regio gemeten. Dit wordt gedaan aan de hand van een beperkt aantal macro-economische indicatoren zoals:• Economische groei in relatie tot andere regio’s;• De groei van de werkgelegenheid binnen de regio en per

bedrijfssector;• De afname van de werkloosheid;• Het aantal omgeschoolde en geplaatste ‘zwakkeren’ op de

arbeidsmarkt.

Het algemene doel is dat de FoodValley regio op deze indicatoren signifi cant beter presteert dan omliggende regio’s en regio’s met een vergelijkbaar profi el.

Page 55: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

19 STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

INITIATIEFNEMERS:

Ron van GentDirecteur VNO-NCW Midden

Tijs Breukink Lid Raad van Bestuur Wageningen UR

Martin RuiterVoorzitter Federatie Ondernemers kringen Valleiregio

Wouter KolffPlv. voorzitter Regio FoodValley

Liesbeth Schöningh Voorzitter College van Bestuur Stichting COG (ROC A12)

Cees van der KnaapVoorzitter Regio FoodValley

Page 56: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

20

DE PARTNERS VAN DE DOORONTWIKKELING REGIO FOODVALLEY ZIJN:

- Aeres Groep - Christelijke Hogeschool Ede - COG ROC A12- Federatie Ondernemerskringen Valleiregio:

- Barneveldse Industriële Kring (BIK) - Bedrijvenkring Rhenen - Bedrijvenkring Scherpenzeel-Woudenberg (BSW) - Bedrijvenkring Hoevelaken-Nijkerk- Bedrijvenkring Veenendaal (BKV)- Ede’s Bedrijfs Contact - Ondernemersvereniging Renswoude- Wagenings Ondernemers Contact (WOC)

- Gemeente Barneveld- Gemeente Ede- Gemeente Nijkerk - Gemeente Renswoude- Gemeente Rhenen - Gemeente Scherpenzeel - Gemeente Veenendaal- Gemeente Wageningen- Hogeschool Arnhem Nijmegen - Hogeschool Van Hall Larenstein - LTO noord- NIZO food research BV - Provincie Gelderland- Provincie Utrecht- Regio FoodValley - ROC Rijn IJssel - Stichting Food Valley NL- VNO-NCW Valleiregio- Voortgezet onderwijs in de regio

BIJLAGE: INITIATIEFNEMERS & PARTNERS

Page 57: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

21 STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

Page 58: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

22

Page 59: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

23 STRATEGISCHE AGENDA 2015-2019

Page 60: Amsterdam/Schiphol Amersfoort Den Haag Arnhem · cocreatie. Dit betekent dat de overheden (zowel ge-meenten, als provincies en waterschappen) inzetten op het samen met burgers, maatschappelijke

Regio FoodValleyRaadhuisstraat 117,Postbus 9022, 6710 HK Ede0318 680 [email protected]