Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan...

61
Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 AMSTERDAM ONDERNEEMT! oktober 2011

Transcript of Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan...

Page 1: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014

AMSTERDAM ONDERNEEMT!

oktober 2011

Page 2: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!2

Voorwoord

Toen we vorig jaar als coalitie het Programakkoord opstelden, stonden we economisch

gezien voor een behoorlijke uitdaging: de crisis het hoofd bieden en tegelijkertijd forse

bezuinigingen doorvoeren. Toch hebben we onze doelen hoog gesteld. In het Program­

akkoord staat: “als we er met elkaar in slagen om de komende jaren echt te vernieuwen

en te investeren, zijn we in 2014 een stad waar ruimte is voor iedereen en iedereen de

ruimte heeft. Waar mensen graag wonen, bedrijven zich graag vestigen en bezoekers

graag komen. Omdat de stad aantrekkelijk en bereikbaar is.”

Amsterdam heeft de crisis totnogtoe redelijk doorstaan. We zijn een aantal stappen

dichter bij het verwezenlijken van de ambities voor 2014 en de stad ligt er economisch

gezien goed bij. Maar er valt ook nog veel te verbeteren. Het succes daarvan hangt af

van twee factoren: of we het met elkaar weten te doen en of we in staat zijn ruimte te

geven en te nemen.

De ondernemers zijn ons uitgangspunt. Zij zijn de kurk waar de Amsterdamse economie

op drijft. Zij doen het werk en wij faciliteren. In het Amsterdams Ondernemers Programma

staat hoe we dat nog beter gaan doen. De gemeente is echter niet de enige instantie

waar ondernemers mee te maken hebben. Tal van instellingen hebben invloed op het

onder nemingsklimaat van deze stad. Van stadsdelen tot de Kamer van Koophandel, van

ondernemersvereniging tot de politie. Het AOP is daarom tot stand gekomen in nauwe

samenwerking met de economische partners van de gemeente Amsterdam.

Het belang dat de stad hecht aan ondernemerschap is terug te zien in de grote hoeveel­

heid voorzieningen die zij haar ondernemers biedt. Amsterdam doet er alles aan deze

economische motor goed te ondersteunen. Maar door onvoldoende samenwerking

tussen de verschillende gemeentelijke en externe instellingen gaat onnodig veel kracht

verloren. Daardoor is bijvoorbeeld voorlichting over het starten van een onderneming

vrijwel overal beschikbaar, maar is informatie over schuldsanering nauwelijks te vinden.

Ook op het gebied van vestigingsvoorwaarden is nog genoeg terrein te winnen. Zo kan

de bereikbaarheid van de stad beter, het aanbod aan bedrijfshuisvesting groter, de

vergunningenmolen efficiënter en moet de stad veiliger. Dit zijn randvoorwaarden

waarvoor we als gemeentebestuur verantwoordelijkheid dragen.

Daar is oog voor en wordt aan gewerkt. Maar in dit traject redeneert de gemeente vaak

nog te veel vanuit zichzelf en te weinig vanuit de ondernemer. Een ondernemer is gebaat

bij ruimte. Gaandeweg hebben we die ruimte echter te veel ingeperkt. Onnodige regels

en bureaucratie zorgen meer voor complexiteit en obstructie dan dat ze de creativiteit en

efficiëntie van ondernemers bevorderen.

Dit gaan we veranderen. We geven ondernemers meer ruimte. Door slimmer met onze

partners samen te werken, kunnen we de bureaucratie drastisch verminderen. Door de

ondernemer als uitgangspunt te nemen, kunnen we de faciliteiten beter op hun behoeften

toespitsen. En door minder beperkingen op te leggen, ontstaat er meer ruimte voor

ondernemingszin en creativiteit. Maar de ruimte moet ook worden genomen. Minder

regels betekent ook een grotere eigen verantwoordelijkheid. Minder bureaucratie staat

Page 3: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

3Amsterdam onderneemt!

ook voor meer eigen initiatief. Het is aan de ondernemers om deze ruimte te pakken en

te verzilveren.

De gemeente en alle betrokken instellingen willen de ondernemer dus beter onder­

steunen in het bereiken van zijn ambities, waarbij eenvoud, snelheid en veiligheid centraal

staan. Zo willen we echt vernieuwen. Een gezamenlijke opgave van geven en nemen.

Te ondertekenen door de partners van het AOP

Page 4: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!4

Inhoudsopgave

Voorwoord 2

Inhoudsopgave 4

Wat is het AOP? 5

Samenvatting 7

1 Inleiding 9 1.1 Amsterdam Onderneemt! 9

1.2 Randvoorwaarden voor ondernemerschap 12

Factsheet: Ondernemerschap in Amsterdam, 2010 17

2 Succesvolle ondernemers 22 2.1 Missie en uitgangspunten 22

2.2 Sterkere ondernemers 22

2.3 Meer gekwalificeerd personeel 24

2.4 Betere toegang tot financiering 28

2.5 Duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen 30

3 Samenwerking tussen gemeente en ondernemer 32 3.1 Missie en uitgangspunten 32

3.2 Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers 32

3.3 Hogere kwaliteit bij uitvoering (wettelijke) taken gemeente 35

4 Ruimte voor ondernemerschap 40 4.1 Missie en uitgangspunten 40

4.2 Meer geschikte bedrijfshuisvesting en ­locaties 40

4.3 Veiliger kunnen ondernemen 46

4.4 Prettige woon­ en leefomgeving 48

4.5 Betere bereikbaarheid 50

5 Uitvoering, geld en monitoring 54 5.1 Uitvoering 54

5.2 Financiële middelen 54

5.3 Monitoring 55

Bijlage I Bundeling aanbod ondersteuning ondernemers 58

Bijlage II Partners van het Amsterdams Ondernemers Programma 59

Bijlage III Doelenboom 60

Bijlage IV Lijst van afkortingen 61

Page 5: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

5Amsterdam onderneemt!

Wat is het AOP?

Het Amsterdams Ondernemers Programma (AOP) beschrijft alle randvoorwaarden voor

een goed ondernemersklimaat in Amsterdam. Het is niet het zoveelste beleidsstuk, maar

een actieprogramma dat uitgaat van de dagelijkse werkelijkheid van de ondernemer.

Het AOP biedt een inhoudelijk kader en richting voor de aanpak van knelpunten die een

goed ondernemersklimaat in Amsterdam in de weg staan, en de afspraken die we met

alle partners maken om deze uit de weg te ruimen. Het programma wordt vastgesteld

voor 2011 tot en met 2014. De uitvoering en concrete afspraken worden gedetailleerd

beschreven in de aparte AOP­agenda’s. Naast de centrale stad stellen ook de stadsdelen

hun eigen agenda voor de uitvoering op.

Deze agenda’s worden elk jaar geactualiseerd. We werken vraaggericht. Van de onder­

nemer willen we horen welke knelpunten hij tegenkomt. Hiertoe stellen we een

ondernemers panel in. Zo blijft het AOP een dynamisch document met up­to­date

inspanningen. Als we met de afgesproken inspanningen onze doelstelling niet halen,

dan spreken we met de betrokken partners nieuwe inspanningen af. Zien we nieuwe

urgente knelpunten, dan stellen we daarvoor een aanvullende doelstelling op.

Leeswijzer

Het AOP is opgebouwd aan de hand van drie randvoorwaarden die het ondernemers­

klimaat van Amsterdam bepalen. Het eerste hoofdstuk vertelt wat de missie van het

programma is, hoe we tot deze randvoorwaarden zijn gekomen en licht de drie rand­

voorwaarden kort toe. Daarbij ligt de nadruk op de kansen die we kunnen benutten om

het ondernemersklimaat te verbeteren en op de samenwerking tussen de verschillende

partners. Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van

de ondernemer is aan het verbeteren van het ondernemersklimaat. Afsluitend volgt een

korte Factsheet om aan te geven hoe we ervoor staan met het ondernemerschap in

Amsterdam.

De drie randvoorwaarden, ‘succesvolle ondernemers’, ‘samenwerking tussen gemeente

en ondernemer’ en ‘ruimte voor ondernemerschap’, vormen de kern van het AOP. Deze

zijn uitgewerkt in de hoofdstukken 2, 3 en 4. Per randvoorwaarde geven we de missie,

uitgangspunten en het algemene doel aan voor deze bestuursperiode. Per doel wordt

het belang, de stand van zaken en de koers omschreven. Vervolgens zoomen we in op

de knelpunten die we in het AOP willen aanpakken. Per knelpunt is een concrete doel­

stelling opgesteld en zijn kort de inspanningen samengevat. De hele set aan afspraken

en inspanningen is te vinden in de AOP­agenda.

In hoofdstuk 1 stippen we tevens kort de thema’s ‘focus op kansrijke sectoren’ en

‘vermarkten van de stad’ aan. Dit geeft de samenhang met de economische agenda van

de Economic Development Board en het Citymarketingplan voor de regio Amsterdam aan.

Het laatste hoofdstuk beschrijft de organisatie en uitvoering van het AOP en de

middelen die nodig zijn om de doelstellingen te realiseren. Ook beschrijven we hoe we

het programma gaan monitoren. De uitvoering van het AOP is uitgewerkt in een aparte

AOP­agenda.

Page 6: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!6

Hiermee kunnen we de afspraken en middelen voor 2011 tot en met 2014 op een

gedetailleerder niveau monitoren.

Bijlage I illustreert hoe we slimmer gaan samenwerken door aanbod te bundelen.

Bijlage II geeft een overzicht van de partners die bij de totstandkoming van het

programma betrokken zijn. En bijlage III is de doelenboom van het AOP.

In bijlage IV staan de gebruikte afkortingen uitgeschreven.

Page 7: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

7Amsterdam onderneemt!

Samenvatting

Ondernemerschap is een belangrijke motor voor de economie. Het zorgt voor werk­

gelegenheid, innovatie, en productiviteitsgroei. Ook op sociaal terrein kan ondernemer­

schap een rol spelen, bijvoorbeeld door bij te dragen aan de bestrijding van armoede,

werkeloosheid en sociaaleconomische achterstand. Daarom willen we ondernemerschap

stimuleren en een gunstig klimaat creëren voor het ontstaan, aantrekken en groeien van

ondernemingen. Ondernemen doe je zelf, maar wij zorgen ervoor dat het in Amsterdam

makkelijker wordt.

Kortom:

Ondernemerschap + Ondernemersklimaat = Amsterdam Onderneemt!

In 2010 werden in Amsterdam ruim 8.000 nieuwe ondernemingen gestart. De stad telde

in dat jaar in totaal ruim 72.000 ondernemingen. Als het gaat om het aantal starters en

om het aantal ondernemers als percentage van de Amsterdamse beroepsbevolking

(de ondernemersquote), dan scoort Amsterdam boven het Nederlands en het Europees

gemiddelde. We willen met dit plan het aantal starters en de ondernemersquote

(nu 12,4%) handhaven, het aantal faillissementen laag houden (nu slechts 0,3%) en het

aantal snelle groeiers vergroten.

Het College van Amsterdam wil dat de randvoorwaarden om te ondernemen optimaal

zijn. In dit AOP heeft het College de ambitie voor een ondernemende metropool voor

2011­2014 uitgewerkt. We identificeren in het AOP knelpunten op het gebied van onder­

nemen, zoals veiligheid, en gaan daarmee aan de slag. Op deze manier faciliteren en

stimuleren we de ondernemer om de kansen te benutten die de stad Amsterdam biedt.

Hoe kunnen we dit bereiken? Wat heeft de ondernemer nodig om een succesvol bedrijf

op te starten of om snel door te groeien? Het AOP beschrijft alle randvoorwaarden voor

een goed ondernemersklimaat voor zowel potentiële als bestaande ondernemers. Aan de

hand van een knelpuntenanalyse per randvoorwaarde komen we tot de volgende doelen

en subdoelen om het Amsterdamse ondernemersklimaat te verbeteren:

Missie Randvoorwaarde Doel Subdoel

Beterondernemers­klimaat

Succesvolle ondernemingen

Betere toegang tot middelen om succesvol te kunnen ondernemen

­ Sterkere ondernemers­ Meer gekwalificeerd personeel­ Betere toegang tot financiering­ Meer duurzaam gebruik van productiemiddelen

Samenwerking tussen gemeente en ondernemer

Betere gemeentelijke dienstverlening

­ Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers­ Hogere kwaliteit bij de uitvoering van (wettelijke) taken

Ruimte voor ondernemerschap

Betere vestigings­ voorwaarden

­ Meer geschikte bedrijfhuisvesting en –locaties­ Veiliger kunnen ondernemen­ Prettigere woon­ en leefomgeving­ Betere bereikbaarheid

Page 8: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!8

We kunnen deze (sub)doelen niet alleen verwezenlijken. Daar hebben we ook andere

partijen bij nodig. We werken samen met meer dan 50 partners, ook om de beperkte

middelen zo slim en efficiënt mogelijk te kunnen inzetten. We trekken op met stadsdelen,

diensten en partners buiten de Gemeente, zoals de Kamer van Koophandel, VNO NCW,

MKB Amsterdam, woningcorporaties, politie, andere gemeenten en onderwijs­

instellingen. Om knelpunten op te lossen, hebben we afspraken gemaakt met alle

partners. Die afspraken hebben we vastgelegd in de AOP­agenda. De afspraken zijn

meetbaar, zodat we elkaar over één jaar en drie jaar kunnen aanspreken op elkaars

verantwoordelijkheid. Economische Zaken bewaakt de voortgang en ziet toe op de

uitvoering, maar het slagen van dit plan valt of staat met de gezamenlijke inspanning van

alle partners, óók met die van de ondernemers.

Page 9: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

9Amsterdam onderneemt!

1 Inleiding

1.1 Amsterdam Onderneemt!

‘Amsterdam is groot geworden door haar handelsgeest. Ondernemers hebben door de

eeuwen heen een grote bijdrage geleverd aan de stad. Ook in de komende jaren zullen

ondernemers die bijdrage blijven leveren. Dat betekent dat Amsterdam ondernemers

actief en optimaal faciliteert en het hen zo gemakkelijk mogelijk maakt.’ Zo beschrijft de

coalitie haar ambitie voor een sterke economie in ‘Kiezen voor de stad Programakkoord

2010­2014’.

Uit de onlangs verschenen Economische Verkenningen1 blijkt dat Amsterdam de komen­

de jaren voor een aantal belangrijke uitdagingen staat. Door de vergrijzing dreigt krapte

op de arbeidsmarkt. Om te zorgen voor voldoende gekwalificeerd personeel is voldoen­

de aanbod van geschikte woningen en extra inzet op onderwijs nodig. Daarnaast neemt

de druk op de ruimte toe door groeiende mobiliteit en doordat naast woningen ook

voldoende plek nodig is voor bedrijven. Een goede balans tussen woningbouw, ruimte

voor bedrijvigheid en bereikbaarheid is nodig om de economische motor van Amsterdam

de komende jaren draaiende te houden. Met de beperkte ruimte is dit geen eenvoudige

opgave2.

In dit Amsterdams Ondernemers Programma (AOP) heeft het College de ambitie voor

een ondernemende metropool voor de bestuursperiode 2010­2014 uitgewerkt. Het

College wil dat de randvoorwaarden om te ondernemen optimaal zijn. We identificeren

in het AOP knelpunten op het gebied van ondernemen en gaan daarmee aan de slag.

Op deze manier faciliteren en stimuleren we de ondernemer om de kansen te benutten

die er in Amsterdam zijn.

Dat kan het College echter niet alleen. Vanwege de diversiteit aan kansen en knelpunten

zijn er vele partners betrokken. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de stadsdelen,

want alles vindt daar zijn weerslag. Maar ook om gemeentelijke diensten op het gebied

van arbeidsmarkt, ruimtelijke ordening, bereikbaarheid en onderwijs. Ten slotte trekken

we op met partners van buiten de gemeente, zoals de Kamer van Koophandel, VNO

NCW, MKB Amsterdam, woningcorporaties, politie, andere gemeenten en onderwijs­

instellingen. Ook regionale samenwerkingsverbanden zijn aangesloten, zoals het Platform

Onderwijs Arbeidsmarkt en het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing. In bijlage II

vindt u een lijst met alle partners die aan het AOP bijdragen en meewerken.

Samen hebben we afspraken gemaakt over hoe we de doelstellingen in dit programma

gaan realiseren. Hierbij hebben we te maken met beperkte financiële middelen.

We moeten dus slim zijn. Dat doen we door in het AOP goed te kijken naar ieders rol,

bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Zo kunnen we met minder geld en een betere

samenwerking toch veel knelpunten wegnemen.

1 Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2011. EZ, februari 2011.2 In de ‘Structuurvisie Amsterdam 2040’ heeft Amsterdam haar ruimtelijk beleid vastgelegd. De ondertitel

– ‘Economisch sterk en duurzaam’ – laat zien dat ruimte voor de economie een speerpunt voor Amsterdam is.

Page 10: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!10

Amsterdam wil voorop lopen in het creëren van optimale randvoorwaarden voor onder­

nemen. Dat moet ook, want de internationale concurrentie tussen de metropolen wordt

steeds groter. Daarom wil Amsterdam ondernemers de ruimte geven om hun creativiteit

en handelsgeest optimaal in te zetten. De (potentiële) ondernemer moet de kansen die

hij ziet ten volle kunnen benutten. Hierbij gaan we uit van de zelfstandigheid en zelf­

redzaamheid van de ondernemer. Onafhankelijkheid is immers vaak een drijfveer om een

eigen zaak op te zetten en een kern van ondernemerschap. De ondernemer moet het

doen. Ondernemerschap geeft de doorslag.

Ondernemerschap is een belangrijke motor voor de economie. Het zorgt voor werkgele­

genheid, innovatie, en productiviteitsgroei. Ook op sociaal terrein kan ondernemerschap

een rol spelen, bijvoorbeeld door bij te dragen aan de bestrijding van armoede, werke­

loosheid en sociaaleconomische achterstand. Het doel is om ondernemerschap te

stimuleren en een gunstig klimaat te creëren voor het ontstaan, aantrekken en groeien

van ondernemingen. Het is vervolgens aan de ondernemer om daar de vruchten van te

plukken.

De missie van het AOP is:

Ondernemerschap + Ondernemersklimaat = Amsterdam Onderneemt!

We gaan deze missie op de volgende manier monitoren:

Snelle groeiers

Aantal starters en ondernemersquote (aantal ondernemers als percentage van de

Amsterdamse beroepsbevolking)

Aantal faillissementen

Omzetcijfers

In 2010 telde Amsterdam ruim 72.000 ondernemingen. Van de Amsterdamse beroeps­

bevolking is 12,4% ondernemer; dit is de ondernemersquote. In 2010 startten ruim

8000 nieuwe ondernemingen. Zowel de ondernemersquote als het aantal starters ligt

op of rond de niveaus in Europa en Nederland. Uit recent onderzoek blijkt dat Nederland

na jaren tobben in de middenmoot naar de 5e plaats in de wereld en de 1e plaats in de EU

is gestegen wat betreft het aantal starters.3

De opgave is daarom niet méér, maar beter. Kwaliteit kun je onder meer aflezen aan

het aantal faillissementen. Dit ligt met 0,3% zeer laag en dat willen we zo houden. Een

andere manier om kwaliteit te meten, is aan de hand van het percentage snelle groeiers.

In Amsterdam hebben we 6,1% snelle groeiers onder de eenpitters, 8,3% kleine snelle

groeiers (2­50 werknemers) en 5,6% grote snelle groeiers (50 werknemers en meer).

Dat kan beter. De meeste winst op dit vlak kunnen we behalen bij kleine bedrijven

(2­50 werknemers).

Verdere gegevens over ondernemerschap in Amsterdam staan in de Factsheet aan het

eind van dit hoofdstuk.

3 Global Entrepreneurship Monitor. 2010 The Netherlands. The Emergence of an Entrepreneurial Society. EIM, augustus 2011.

Page 11: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

11Amsterdam onderneemt!

1.1.1 Ondernemersgeest

Centraal in dit AOP staat de ondernemersgeest bij Amsterdammers. Zowel bij onder­

nemers die voor eigen rekening en risico hun onderneming starten, als bij mensen die

in bestaande ondernemingen werken. Maar ook bij leerlingen en studenten die op alle

niveaus ondernemercompetenties aanleren. Het gaat om de juiste houding om kansen

te zien, en creatief en innovatief met deze kansen om te gaan.

De focus van het AOP ligt daarmee op de ondernemer. Wat heeft hij nodig om een succes­

vol bedrijf op te starten, om stabiel te ondernemen of om snel door te groeien? We

richten ons hierbij integraal op zowel potentiële als bestaande ondernemers. Het College

wil hierbij ook kritisch kijken naar haar eigen dienstverlening en die van haar partners.

De economische crisis noopt ons nog sterker dan voorheen tot het optimaal faciliteren

van ondernemers en ondernemerschap. Kleine en jonge bedrijven zijn kwetsbaarder. Ze

gaan sneller failliet. Ook hebben ze minder capaciteit om met bijvoorbeeld ingewikkelde

regelgeving om te gaan. We zien te veel ondernemingen met marginale inkomsten. We

stevenen af op een enorm tekort aan goed gekwalificeerde arbeidskrachten. En naar

internationale maatstaven heeft Amsterdam weinig snelle groeiers. Er is dus voldoende

werk aan de winkel om meer succesvolle ondernemingen te krijgen en een blijvende

urgentie om, slim en efficiënt, te investeren in ondernemerschap.

1.1.2 Voorgeschiedenis: Basisprogramma Economie Amsterdam 2006-2010

Het AOP borduurt voort op het Basisprogramma Economie Amsterdam 2006­2010. Op

basis van een economische analyse waren in het Basisprogramma Economie zes speer­

punten vastgelegd voor de stimulering van de Amsterdamse economie in die periode:

dienstverlening aan ondernemers, fysieke vestigingsvoorwaarden, bereikbaarheid,

arbeidsmarkt, leefkwaliteit en innovatie en kennisinfrastructuur. Bij de uitvoering van het

Basisprogramma Economie is vooral ingezet op de onderdelen waarover met het Rijk

outputafspraken zijn gemaakt in het kader van het Grotestedenbeleid.

Tussen 2006 en 2010 heeft het Rijk in dit verband ruim 38 miljoen in de Amsterdamse

economie geïnvesteerd. Alle met het Rijk gemaakte outputafspraken zijn nagekomen.

Op grond van het Basisprogramma Economie zijn meer dan 225 projecten uitgevoerd.

Als resultaat is in de stad 27 hectare aan verouderde bedrijventerreinen verbeterd,

meer dan 125.000 m² aan kleine bedrijfsruimte gerealiseerd, hebben de Kansenzones

investeringen in ondernemerschap gestimuleerd in aandachtswijken en zijn de Amsterdamse

Ondernemershuizen mogelijk gemaakt (zie ook 2.2.2). Er is flink geïnvesteerd in veiligheids­

maatregelen voor bedrijven, de administratieve lastendruk van ondernemers is terug­

gebracht met 31% en Amsterdam heeft geïnvesteerd in netwerken ter versterking van

de sectoren Life Sciences, ICT en Nieuwe Media. Ook heeft Amsterdam haar positie als

toeristische bestemming en als congresstad kunnen versterken.

Een aantal zaken is hiermee volbracht. Andere doelstellingen zijn nog niet behaald en daar­

voor moeten we ons dan ook blijven inspannen. We hebben deze doelstellingen overgenomen

in het AOP. Dan gaat het bijvoorbeeld om de nog altijd bestaande behoefte aan passende

bedrijfsruimte en de administratieve lasten voor ondernemers die nog verder omlaag kunnen.

Page 12: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!12

1.2 Randvoorwaarden voor ondernemerschap

Het AOP is opgebouwd aan de hand van drie randvoorwaarden.

Succesvolle ondernemers: Dit gaat over het gereedschap dat een ondernemer nodig

heeft om zijn talent, creativiteit en handelsgeest ten volle te benutten en succesvol te

zijn.

Samenwerking tussen gemeente en ondernemer: De communicatie over en weer

tussen overheid en ondernemer is een belangrijk onderdeel van het ondernemerskli­

maat. Het College doet voorstellen om de gemeentelijke dienstverlening te verbete­

ren, zodat de ondernemer beter kan inspelen op de kansen die Amsterdam biedt.

Ruimte voor ondernemerschap: Goede vestigingsvoorwaarden worden bepaald door

diverse ruimtelijke en omgevingsfactoren, zoals bedrijfshuisvesting, veiligheid en

bereikbaarheid. Op al deze onderwerpen wil het College extra inzetten.

Deze drie randvoorwaarden vormen de kern van het AOP en worden uitgewerkt in een

doel en een aantal subdoelen:

Missie Randvoorwaarde Doel Subdoel

Beterondernemers­klimaat

Succesvolle ondernemingen

Betere toegang tot middelen om succesvol te kunnen ondernemen

­ Sterkere ondernemers­ Meer gekwalificeerd personeel­ Betere toegang tot financiering­ Meer duurzaam gebruik van productiemiddelen

Samenwerking tussen gemeente en ondernemer

Betere gemeentelijke dienstverlening

­ Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers­ Hogere kwaliteit bij de uitvoering van (wettelijke) taken

Ruimte voor ondernemerschap

Betere vestigings­ voorwaarden

­ Meer geschikte bedrijfhuisvesting en –locaties­ Veiliger kunnen ondernemen­ Prettigere woon­ en leefomgeving­ Betere bereikbaarheid

Het AOP is complementair aan de economische agenda van de Economic Development

Board (de Board) voor de Metropoolregio Amsterdam en het Citymarketingplan.

Aanvullend gaat het om de volgende twee thema’s:

Focus op kansrijke sectoren: Om de groei van kansrijke sectoren te versnellen is de

Economic Development Board opgericht. Het College wil hiermee haar inspanningen

gerichter inzetten en beter samenwerken met bedrijfsleven en kennisinstellingen.

Vermarkten van de stad: Het versterken van (internationale) beeldvorming en

bekendheid wordt steeds belangrijker. Met Iamsterdam heeft de gemeente hiervoor

een sterk middel in handen, maar het College wil dit effectiever inzetten.

Deze twee thema’s komen oorspronkelijk uit respectievelijk de strategische agenda van

de Board en het Citymarketingplan voor de regio Amsterdam.

Page 13: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

13Amsterdam onderneemt!

In de volgende paragrafen lichten we de randvoorwaarden en bijbehorende doel­

stellingen verder toe.

1.2.1 Succesvolle ondernemers

Een ondernemer neemt een risico op het moment dat hij besluit voor zichzelf te beginnen.

We willen dat deze energie en gedrevenheid niet verloren gaat. Om meer groei voor

Amsterdam te realiseren en om geen menselijk kapitaal te verliezen. Een faillissement

is een ingrijpende gebeurtenis voor een ondernemer en kan hem jaren uitschakelen.

Dat willen we uiteraard voorkomen. Amsterdam wil dat haar ondernemers goed beslagen

ten ijs komen en over het juiste gereedschap beschikken om hun onderneming (uit) te

bouwen, te verbouwen en te vernieuwen. Zodat ze risico’s met vertrouwen kunnen blijven

nemen en groeikansen ook echt grijpen.

De ondernemer heeft daarvoor vier soorten gereedschap nodig: zijn eigen ‘menselijk

kapitaal’, dat van zijn medewerkers plus geld en grondstoffen. In werkelijkheid blijkt het

nog niet zo eenvoudig om over alle vier te beschikken. Belangrijke knelpunten in de

startfase van een onderneming blijken het schrijven van een ondernemersplan en krediet­

verlening te zijn. In de groeifase hikken ondernemers vaak aan tegen het aannemen van

de eerste werknemer. Dit brengt immers extra risico’s met zich mee. De meest voor­

komende knelpunten van snelle groeiers zijn het aantrekken van gekwalificeerd talent,

minder sterk ontwikkelde ondernemersvaardigheden als creativiteit en risicobeoordeling

en gebrekkige toegang tot financiële ondersteuning.4

We hebben als doel de ondernemer te stimuleren en te faciliteren, zodat hij zijn talent,

creativiteit en handelsgeest ten volle kan benutten en succesvol kan zijn.

Amsterdam zet daarom in op:

Sterkere Ondernemers: sterkere ondernemerscompetenties zorgen voor krachtiger

ondernemen

Meer gekwalificeerd personeel: betere aansluiting van aanbod van werknemers op de

vraag in de arbeidsmarkt

Betere toegang tot financiering

Duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen

1.2.2 Samenwerking tussen gemeente en ondernemer

In de grote concurrentie tussen de steden om bedrijven aan hun stad te binden, is de

dienstverlening aan die bedrijven en hun werknemers een pull­ dan wel pushfactor. Wil

Amsterdam een aantrekkelijke vestigingsplaats zijn, dan moet de gemeentelijke dienst­

verlening goed zijn. Als Amsterdam haar eigen dienstverlening op orde heeft, dan is zij

bovendien in de positie om andere (publieke) dienstverleners te vragen hun service te

verbeteren. Zo kunnen de partijen samen van Amsterdam een aantrekkelijke vestigings­

plaats maken.

4 Entrepreneurship in the Netherlands. High growth Enterprises; Running fast but still keeping control. EIM and the

Ministry of Economic Affairs, 2006

Page 14: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!14

Ook samenwerking tussen de gemeentelijke overheid en lokale ondernemers hoort

daarbij. Voor het maken en uitvoeren van beleid en het vaststellen van regelgeving5.

Dit kan gaan over economisch beleid, maar ook over bijvoorbeeld de wijziging van een

bestemmingsplan of herinrichting van de openbare ruimte. Op verschillende terreinen

komen ondernemers in aanraking met de gemeente. Bijvoorbeeld door vergunnings­

verplichtingen of veranderingen in de fysieke bedrijfsomgeving. Amsterdam wil onder­

nemers in een vroeg stadium betrekken bij besluitvorming, beleidswijzigingen en

uitvoering van beleid. Uitgangspunt van beleid is een cultuur van dingen mogelijk maken,

rationaliteit in beleid en een pragmatische instelling.

Doel hierbij is te komen tot een betere gemeentelijke dienstverlening.

Amsterdam zet daarom in op:

Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers

Hogere kwaliteit bij uitvoering (wettelijke) taken gemeente

1.2.3 Ruimte voor ondernemerschap

Economische centra ontstaan op belangrijke knooppunten van handelsstromen. Amster­

dam is daarvan zelf een goed voorbeeld. De stad beschikt over uitstekende verbindingen

met andere welvarende regio’s. Ze heeft enerzijds een uitstekende internationale bereik­

baarheid via Schiphol en is anderzijds een internationale digitale hub.

Behalve bereikbaarheid bepalen ook andere ruimtelijke voorwaarden waar een onder­

nemer zich met zijn onderneming zal vestigen. Bijvoorbeeld of hij geschikte huisvesting

kan vinden tegen een aantrekkelijke prijs in een schone en veilige omgeving. En of hij

zijn personeel een aantrekkelijk woon­ en werkomgeving kan bieden. Dit laatste blijkt

voor internationale ondernemingen vaak bepalend om zich al dan niet in Amsterdam

te vestigen. Amsterdam is als dynamische metropool met menselijke maat aantrekkelijk

voor zowel ondernemers als werknemers. Met de bakker om de hoek en belangrijke

voorzieningen op fietsafstand van huis.

Om ondernemers meer ruimte te bieden om hun kansen te grijpen, zet Amsterdam in op

het verbeteren van de vestigingsvoorwaarden. Dat willen we doen door te zorgen voor

meer geschikte bedrijfshuisvesting in een schone veilige bedrijfsomgeving die fysiek en

digitaal goed bereikbaar is. Een prettige woon­ en leefomgeving met een hoog voor­

zieningenniveau in de buurt en een goede spreiding van economische activiteiten.

Doel hierbij is versterking van de vestigingsvoorwaarden om ruimte te geven aan

ondernemerschap.

Amsterdam zet daarom in op:

Meer geschikte bedrijfshuisvesting en -locaties

Veiliger kunnen ondernemen

Een prettigere woon- en leefomgeving

Betere bereikbaarheid

5 Handboek Wijkeconomie, Seinpost Adviesbureau en OTB / TU Delft, iov. Ministerie van Economische Zaken, mei 2010.

Page 15: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

15Amsterdam onderneemt!

1.2.4 Focus op kansrijke sectoren

De Amsterdamse regio is een echte metropooleconomie, een grote stad omringd door

stedelijke gebieden die economisch met elkaar verbonden zijn. Als metropool is de regio

niet alleen een draaischijf voor het land, maar ook voor (Noordwest­) Europa. Miljoenen

mensen en tonnen vracht gaan via deze regio Nederland in en uit. De regio is de vestigings­

plaats van Nederlandse en buitenlandse multinationals die een groot beroep doen op

banken, accountants, consultants, ICT­ers, logistieke dienstverleners en creatievelingen in

die regio. 30% van de Nederlandse kennisproductie vindt plaats in de Amsterdamregio.

Deze bedrijvigheid en kennisproductie zijn een essentieel onderdeel van en een cruciale

schakel voor de economische ontwikkeling van Nederland als geheel en daarmee voor

behoud van welvaart en welzijn in dit land. Op dit moment hebben 1,3 miljoen mensen

een baan in de Amsterdamregio. Ze verdienen met elkaar 80 miljard euro. Amsterdam is

daarmee goed voor 16% van de werkgelegenheid in Nederland en 17% van het Bruto

Nationaal Product.6

Zoals de kredietcrisis laat zien, is deze welvaart niet gegarandeerd. Daarnaast zet ook

de concurrentie tussen regio’s om hoofdkantoren en locaties van R&D binnen te halen

de positie van Amsterdam onder druk. De Amsterdamregio heeft op haar grondgebied

nauwelijks multinationals waar zowel het hoofdkantoor als R&D en productie is gevestigd.

Ook de OECD gaf in februari 2010 aan dat de kennisproductie en de bedrijvigheid van

hoog niveau zijn, maar dat de interactie tussen beide onvoldoende is. Overal in de

wereld komen dergelijke stedelijke hotspots tot stand, van Hamburg tot Singapore.

Een gezamenlijke strategie is dus nodig.

De Amsterdamse metropoolregio heeft belangrijke troeven in handen om een meer

innovatieve en economisch sterke regio te zijn. Het bedrijfsleven in de regio telt vele

marktleiders en de kennisinstellingen hebben onderzoek in huis dat tot de wereldtop

behoort. Om deze enorme potentie volledig te kunnen benutten, is de Economic

Development Board voor de Metropoolregio Amsterdam opgericht. Hierin maken

overheden, kennisinstellingen en bedrijfsleven afspraken voor een vergaande regionale

samenwerking in de sterke clusters van de regio Amsterdam. Zeven clusters zijn belang­

rijk voor de Amsterdamse Metropooleconomie: (1) ICT, (2) Creatieve Industrie, (3) Rode

Life Sciences, (4) Zakelijke/Financiële Dienstverlening, (5) Logistiek & Handel, (6) Flowers

& Food en (7) Toerisme & Congressen. Amsterdam inbusiness acquireert proactief voor

vijf van de zeven clusters, te weten: financieel zakelijke dienstverlening, ICT, creatieve

industrie, life sciences en logistiek en handel. In zeven kerngroepen gaan de leidende

spelers binnen het cluster met elkaar aan de slag om hindernissen weg te nemen en

bedrijven en onderzoekers te ondersteunen om kansrijke initiatieven op te pakken.

Door versterking van de kansrijke clusters wil de Board meer ondernemerschap en

innovatie stimuleren en meer economische spin­off creëren. Met als doel dat de

Metropoolregio Amsterdam in 2020 tot de top­5 van vooraanstaande kennisregio’s

van Europa behoort.

6 Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam. EZ, februari 2011.

Page 16: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!16

1.2.5 Vermarkten van de stad

Hoe in de wereld over Amsterdam wordt gedacht, is bepalend voor de houding die

bedrijven, bezoekers en bewoners aannemen ten opzichte van de metropool. In een

wereld waarin steden steeds meer op elkaar gaan lijken en vergelijkbare basisvoorzieningen

hebben, zal Amsterdam zich moeten profileren en onderscheiden. Ze moet hierin

excelleren. Het aantrekken en vasthouden van de juiste bedrijven, bezoekers en

bewoners leidt tot grotere economische activiteit. Citymarketing moet ervoor zorgen dat

de stad zich herkenbaar naar de doelgroepen kan profileren en een onderscheidende

propositie heeft ten opzichte van andere (wereld)steden.

De kernwaarde creativiteit, in combinatie met innovatie en handelsgeest, wordt wereld­

wijd erkend als doorslaggevend voor metropolen van de toekomst. We hebben de

ambitie om van Amsterdam een van de vijf aantrekkelijkste metropolen van Europa te

maken voor (inter)nationale bewoners, bezoekers en bedrijven. Hierbij past de missie

dat de positionering van Amsterdam ervoor zorgt dat de stad toonaangevend blijft

als internationale, creatieve woon­ en werkmetropool, betrouwbaar kenniscentrum,

aantrekkelijke reisbestemming en proeftuin voor innovaties.

Een integraal plan voor de citymarketing van de metropool Amsterdam is hiervoor

essentieel. Op dit moment werken de uitvoerende organisaties Amsterdam Toerisme &

Congresbureau, Amsterdam Partners, amsterdam inbusiness, Amsterdam Uitburo en

Economische Zaken Amsterdam intensief samen aan het schrijven van dit plan. Met de

gezamenlijke inspanning nemen de betrokken partijen alvast een voorschot op de toe­

komstige strategie. Daarbij wordt niet meer gedacht en gehandeld vanuit verschillende

organisaties. Er wordt gewerkt vanuit het merk ‘Amsterdam’, onder het thema ‘I amsterdam’,

met één uitvoerende organisatie. Daarbij richt amsterdam inbusiness zich samen met

Amsterdam Partners op het zakelijk vermarkten van de Metropoolregio Amsterdam.

Voor het monitoren van de voortgang is het dashboard citymarketing ontwikkeld. Hierin

zijn de doelstellingen van citymarketing opgenomen. De resultaten vormen de basis voor

de samenwerking met en de financiering door de gemeente Amsterdam van de betrokken

organisaties. Een van de belangrijkste doelstellingen in het dashboard is de verhoging

van het internationaal toerisme met 20% in de periode tot 2014 7. Om dit doel te bereiken,

moet de hotelcapaciteit omhoog en moet toeristische promotie van de hele stad beter.

Deze beide voorwaarden hebben we uitgewerkt in dit AOP.

7 Dit gerekend in het aantal overnachtingen.

Page 17: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

17Amsterdam onderneemt!

Factsheet: Ondernemerschap in Amsterdam, 2010(gebaseerd op Staat van de Stad Amsterdam VI, O+S, mei 2011)

Deze factsheet laat zien hoeveel ondernemers Amsterdam kent, hoe groot hun bedrijven

zijn, in welke sectoren zij zich bevinden, en wat hun bijdrage is aan de dynamiek van de

Amsterdamse economie.

Forse toename aantal vestigingenHet aantal vestigingen is de afgelopen tien jaar met 50% gestegen. In 2010 telde

Amsterdam ruim 80.000 vestigingen, in 2000 waren het er nog maar 54.000. Laten we

de niet­commerciële dienstverlening buiten beschouwing, dan blijven de ondernemingen

over. Dit zijn er 71.000. Van de Amsterdamse beroepsbevolking is 12,4% ondernemer;

dit is de ondernemersquote.

Figuur 1 Ondernemersquote, 2008

In 2010 startten ruim 8.000 nieuwe ondernemingen. Dit zijn vaak kleine bedrijven, meestal

eenmanszaken. Dit verklaart de recente daling van de gemiddelde bedrijfsomvang in

Amsterdam, die zich overigens ook in de rest van Nederland voordoet, zij het gematigder.8

In 2009 nam het aantal eenpersoonsvestigingen in heel Nederland toe met 5%.9

Figuur 2 Verdeling vestigingen naar grootteklasse, Amsterdam en Nederland, 1-1-2010

8 CBS webmagazine, Steeds meer kleine bedrijven, 2 maart 20119 CBS.nl

70

60

50

40

30

20

10

0 Bron: O+S1 wp 2­9 wp 10­100 wp >100 wp

13

12

11

10 Bron: EIMAmsterdam Nederland Internationaal

12,4

12,1

Amsterdam

Nederland

12,1

Page 18: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!18

In 1990 werkten er gemiddeld 7,7 mensen bij een vestiging. Tien jaar later was dit gedaald

tot 7,2 en in 2010 zelfs tot 5,7. Vermoedelijk heeft dit te maken met de veranderingen die

zich hebben voorgedaan in de sectorstructuur.

Wereldwijd, ook in Amsterdam, nam het belang van de industrie af en kwam de diensten­

sector op. Dat laatste heeft onder meer te maken met de stijging van het welvaartpeil:

hoe hoger de welvaart, hoe groter de behoefte aan diensten. De meeste dienstverlenings­

bedrijven zijn klein, veel kleiner dan de van oudsher grote industriële bedrijven.

Figuur 3 Aandeel en verandering aandeel vestigingen, 2000-2010

Zoals blijkt uit figuur 3 is in de afgelopen tien jaar vooral in de dienstensector het aantal

vestigingen toegenomen. Er zijn echter ook sectoren waar het aantal vestigingen juist

afnam, bijvoorbeeld de detailhandel en de financiële sector. In 2000 behoorde één op de

zes vestigingen tot de sector detailhandel en reparatie, in 2010 was dat gedaald tot één

op de tien. Ook het aandeel in de werkgelegenheid nam af, van 8,3% naar 6,9%, terwijl

het aantal arbeidsplaatsen absoluut gezien vrijwel ongewijzigd bleef (net boven de

30.000). In de financiële sector nam het aantal vestigingen in tien jaar tijd af van 4.400 tot

3.300, een daling van het aandeel van 4%. Ook in deze sector is het absolute niveau van

de werkgelegenheid in 2010 vergelijkbaar met dat van 2000: 44.000 banen.

Amsterdam telt 1.380 internationale bedrijven10 (1,7% van het totaal) die samen minstens

70.705 werknemers in dienst hebben11. Het gaat vooral om vele kleine en enkele hele

grote bedrijven. Internationale bedrijven komen over het algemeen klein binnen, maar

groeien daarna snel door. In 2010 zijn er 95 bedrijven in Amsterdam bijgekomen en

21 vertrokken. Al met al een positief saldo van 74.12

40

35

30

25

20

15

10

5

0

­5

­10 Bron: O+SZakelijke

diensten

Detail­

handel

Groot­

handel

Overige

diensten

Horeca Financieel

10 Dit zijn bedrijven met een moederbedrijf in het buitenland en die voor minstens 50% in handen zijn van het moederbedrijf.11 Niet voor alle bedrijven zijn accurate gegevens beschikbaar; het gaat hier daarom om een minimum aantal. 12 In de gehele Metropoolregio Amsterdam gaat het om 2.146 bedrijven. In 2010 kwamen er in de regio 122 bij en gingen

er 35 weg. Bron: NFIA (Netherlands Foreign Investment Agency) database Achilles, meetpunt 19 mei 2011.

aandeel in 2010

verandering

aandeel 2000­2010

Page 19: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

19Amsterdam onderneemt!

Dynamiek ondernemerschapHet Amsterdamse ondernemerschap kenmerkt zich door veel dynamiek. Zowel de

ondernemersquote als het aantal starters liggen op of rond het Europees en Nederlands

niveau. Opheffingen en nieuwe oprichtingen houden elkaar goed in evenwicht, maar met

een stijgende positieve lijn. De belangrijkste redenen voor opheffing van een bedrijf zijn

vertrek uit de stad, overname, de oprichting van een ander bedrijf of in loondienst gaan

werken. Het aantal faillissementen ligt met 0,3% bijzonder laag en is dus geen reden tot

zorg.

Figuur 4 Starters en opheffingen, Amsterdam

Figuur 4a Starters en opheffingen, Nederland

10.000

9.000

8.000

7.000

6.000

5.000

4.000

3.000

2.000

1.000

0 Bron: O+S

starters

opheffingen

2004 2006 20082005 2007 2009 2010

140.000

120.000

100.000

80.000

60.000

40.000

20.000

0 Bron: CBS

starters

opheffingen

2004 2006 20082005 2007

Page 20: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!20

Vitaliteit en kleinschaligheidDe aanwezigheid van veel kleine bedrijven, en vooral een constante aanwas van nieuwe

bedrijven, is een teken van economische vitaliteit. De aanwezigheid van kleine bedrijven

alleen is echter geen succesgarantie. Er zijn ook andere factoren die bepalen of een stad

succesvol is of niet. Steden gedijen bij de gratie van kleine, onafhankelijke bedrijfjes en

goed opgeleide werknemers, vooral als ze verdeeld zijn over een groot aantal bedrijfs­

takken. Diversiteit, ondernemerschap en opleiding vormen samen de sleutel tot het

succes van steden.13 Hierdoor vinden er sneller innovaties plaats, vooral ook tussen

sectoren.14

Relatief veel zzp’ersEenpersoonsvestigingen zijn niet per definitie zzp’ers. Zzp’ers werken voor eigen

risico, vaak voor meerdere opdrachtgevers. Soms werken ze ook nog in loondienst.

In Amsterdam zijn zzp’ers vooral actief in de sectoren creatieve industrie, advisering en

onderzoek, overige zakelijke dienstverlening en de bouw. Hoeveel zzp’ers Amsterdam

precies telt, is onbekend. In 2010 waren het er naar schatting 42.000.15 De afgelopen drie

jaar is het aantal zzp’ers verdubbeld.

Uitgaande van deze schatting wordt 9% van de vestigingen in Amsterdam gerund door

een zzp’er. Ruim 60% hiervan werkt (vooral) thuis. Zzp’ers worden ook wel de flexibele

schil of de buffer van de arbeidsmarkt genoemd. Hiermee wordt bedoeld dat ze extra

kunnen worden ingezet in fasen van hoogconjunctuur, terwijl ze in slechtere tijden

voorkomen dat de werkloosheid erg oploopt. Zzp’ers melden zich namelijk niet massaal

als werkzoekende als het een tijdje tegenzit. Overigens heeft de slappere arbeidsmarkt

er ook voor gezorgd dat meer mensen voor zichzelf zijn begonnen, soms uit nood

geboren. Het is beter om vanuit de positie van zzp’er te solliciteren dan vanuit een

uitkeringspositie. Vanuit dit gezichtspunt gezien duidt de groei van het aantal zzp’ers

op een zekere mate van verborgen werkloosheid.

Snelle groeiersIn Amsterdam hebben we 6,1% snelle groeiers onder de eenpitters, 8,3% onder de kleine

bedrijven (2­50 werknemers) en 5,6% onder de grote bedrijven (50 werknemers en meer).

Dat kan beter. De meeste winst valt te behalen in de middencategorie. Veel ondernemers

geven aan dat zij zijn gaan ondernemen om onafhankelijk te zijn. Dit zijn vooral de kleine

ondernemers (1 werknemer). Ze zeggen vaak geen groeiambitie te hebben, maar vooral

zelfstandig te willen blijven.

13 Glaeser, E. Triumph of the city, 2011.14 Jacobs, J. The Economy of Cities, 1969. 15 Dit zijn de eenpersoonsvestigingen met de rechtsvorm eenmanszaak.

Page 21: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

21Amsterdam onderneemt!

Figuur 5 Snelgroeiende ondernemingen naar grootteklasse als procent van totaal, 2008

Kansrijke sectorenZeven sectoren zijn belangrijk voor de Amsterdamse Metropooleconomie: (1) ICT,

(2) Creatieve Industrie, (3) Rode Life Sciences, (4) Zakelijke/Financiële Dienstverlening,

(5) Logistiek & Handel, (6) Flowers & Food en (7) Toerisme & Congressen. De Board

verwacht de komende jaren de snelle groei te zien bij ondernemingen in deze sectoren.

Tabel 1 Toegevoegde waarde en werkzame personen naar sector, Metropoolregio 2009

toegevoegde waarde (basisprijzen, mln. euro)

werkzame personen

abs. aandeel (%) abs. X 1.000 aandeel (%)

Overig economie 31.676 37 670 49

Financiële en zakelijke diensten 29.258 34 297 22

Handel en logistiek 14.591 17 185 13

Creatieve industrie 3.959 5 74 5

ICT 3.229 4 54 4

Toerisme en congressen 2.123 2 64 5

Life science 1.104 1 23 2

Flowers & Food 469 1 11 1

Totaal economie 86.410 100 1.377 100

10

8

6

4

2

0 Bron: O+Sondernemingen

50­1000 wp

Amsterdam

Nederland

Bron: TNO

%

wp = aantal werkzame personen

ondernemingen

2­ 50 wp

ondernemingen

1 wp

Page 22: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!22

2 Succesvolle ondernemers

2.1 Missie en uitgangspunten

Iedere ondernemer komt uitdagingen op zijn pad tegen. In dit hoofdstuk zetten we deze

uitdagingen op een rij en gaan we in op hoe we deze samen het hoofd kunnen bieden.

We willen immers meer groei en werkgelegenheid voor Amsterdam realiseren en geen

menselijk kapitaal verliezen.

Amsterdam wil zorgen dat de ondernemer over al het gereedschap beschikt om de

kansen die hij ziet te grijpen en om deze om te zetten in groei, voor zijn onderneming

en voor de Amsterdamse economie. We zetten daarom in op sterke ondernemers.

Het versterken van ondernemerscompetenties zorgt voor blijvend succesvolle onder­

nemingen. Daarbij is voldoende gekwalificeerd personeel van belang.

Amsterdam wil de verwachte krapte op de arbeidsmarkt tegengaan door een betere

aansluiting van het aanbod aan werknemers op de vraag in de markt. Betere toegang

tot financiering stelt de ondernemer in staat blijvend in zijn onderneming te investeren

en het maximale groeipotentieel eruit te halen. Tegelijk worden natuurlijke hulpbronnen

schaarser. Om deze ook voor toekomstige generaties te garanderen, wil Amsterdam als

duurzame economie tot de internationale top blijven behoren.

2.2 Sterkere ondernemers

2.2.1 Belang

Het opzetten van een onderneming of het realiseren van groei vraagt om specifieke

vaardigheden. Veel ondernemers beschikken over een behoorlijke dosis lef om dit risico

aan te gaan. Dat alleen is niet genoeg. Bij ondernemen komt veel kijken, zoals het

schrijven van een solide ondernemersplan, het voeren van een financiële administratie,

het in dienst nemen van personeel, marketing en het binnenhalen van investeringen.

Een ondernemer moet van alle markten thuis zijn om zijn onderneming tot een succes

te maken. Amsterdam zet daarom samen met haar partners in op sterke ondernemers.

Door vroegtijdige signalering van vragen en problemen bij ondernemers en advisering

in de wijk dicht bij de ondernemer. Door een snelle en adequate doorverwijzing naar een

cursusaanbod van partners en individuele bedrijfsadvisering om de competenties van

ondernemers te versterken. Door in haar dienstverlening mee te denken met de onder­

nemer. Zo kunnen we samen komen tot een optimaal ondernemersklimaat, waarin de

ondernemer kan excelleren.

Page 23: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

23Amsterdam onderneemt!

2.2.2 Stand van zaken

Toen in 2000 de eerste ondernemershuizen hun deuren openden, kende Amsterdam

verhoudingsgewijs weinig startende ondernemers. Het beleid was er daarom op gericht

om meer startende ondernemers te krijgen. Dit is destijds vastgelegd in het convenant

Grotestedenbeleid en het Basisprogramma Economie 2006­2010. De gemeente Amsterdam

heeft ondernemershuizen ingericht met als doel het kort en intensief begeleiden van

starters op locaties in de wijken.

De kwantitatieve doelstellingen van de Ondernemershuizen zijn gehaald in de vorm van

het aantal intakegesprekken, het organiseren van workshops en netwerkbijeenkomsten

en het aantal starters. Uit de evaluatie is gebleken dat de dienstverlening in Amsterdam

echter niet optimaal georganiseerd was. Door bundeling van het aanbod van en intensieve

samenwerking tussen EZ, de stadsdelen, DWI, Eigen Werk, de Kamer van Koophandel en

de Belastingdienst gaan we dit slimmer en efficiënter organiseren.

Op 1 januari 2011 zijn de Ondernemershuizen Grootoost en West gesloten. Op 1 april is

ook Zuidoost gesloten. Ondernemershuis Nieuw­West maakt dit jaar een doorstart.

Belangrijk voor de overgang is dat het huidige niveau van dienstverlening aan (startende)

ondernemers op peil blijft, ook al hebben we de beschikking over minder middelen.

De nieuwe samenwerking richt zich op het creëren van een digitale portal waarin het

aanbod van de partijen gebundeld en onder één gezamenlijke noemer wordt aangeboden:

Ondernemerscentrum Amsterdam. Belangrijk uitgangspunt is de zelfredzaamheid en

zelfstandigheid van de ondernemer. Het doel is om de ondernemer te voorzien van het

vertrouwen en de tools, zodat hij zelf aan de slag kan. Dit sluit aan bij de één­loket­

gedachte van het Ministerie van Economische Zaken en het Ondernemersplein, zoals

geformuleerd in het Regeerakkoord.

Versterking van de ondernemerscompetenties zorgt voor ondernemers die beter in staat

zijn de kansen die ze zien om te zetten in groei, en leidt tot meer succesvolle onder­

nemingen. Amsterdam streeft naar een aantal startende ondernemers dat blijvend boven

het EU­gemiddelde ligt. Daarnaast mikken we op een hoger percentage snelle groeiers,

omdat dit in internationaal perspectief nog laag is.18

2.2.3 Knelpunten

Het stimuleren van ondernemerschap is een specialistische activiteit die een keur aan

disciplines met elkaar verbindt. Allerhande organisaties kunnen de ondernemer helpen

met uiteenlopende vraagstukken die hem bezighouden, maar toch maakt hij nog

onvoldoende gebruik van deze mogelijkheid.

Ondernemers willen vooral ondernemen en zich zo min mogelijk bezighouden met zaken

die daarvan afleiden. Tijd is een schaars begrip, zeker zodra de onderneming daadwerkelijk

is gestart. Het is voor een ondernemer lastig om erachter te komen waar hij met zijn

vragen terecht kan. Bovendien blijkt er veel overlap te zijn in het aanbod17. Tegelijkertijd

blijkt het aanbod niet altijd aan te sluiten op de vraag van de ondernemer of op zijn

niveau.

16 Dit blijkt ook uit de recent gepubliceerde Global Entrepreneurship Monitor (zie voetnoot 3) en ondanks succesvolle

programma’s als het landelijke programma Groeiversneller. 17 Bijlage 1 geeft inzicht in het aanbod en de overlap daarin.

Page 24: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!24

Een ondernemer moet vaak langs meerdere loketten of wordt van het ene naar het

andere loket gestuurd. Onderzoek bij ondernemend Amsterdam toont aan dat er

behoefte is aan meer transparantie, betrokkenheid, ontsluiting van informatie en vind­

baarheid van de helpende organisaties. Juist vanwege de veelheid van aanbieders en

de overlap die er bestaat, weten de ondernemers niet bij welke organisatie zij het beste

terecht kunnen met hun vragen. Daarbij is gebrek aan informatie in het Engels een extra

obstakel voor buitenlandse ondernemers.

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstelling:

Alle dienstverlening gebundeld in één ondernemerscentrum in 2012

2.2.4 Inspanningen

De partners van Ondernemerscentrum Amsterdam bieden startende en gevestigde

ondernemers en kansrijke groeiers ondersteuning in meerdere fasen van het ondernemen.

Het aanbod van diensten wordt samengebracht en op elkaar aangesloten. Overlap wordt

in samenspraak gestroomlijnd en lacunes worden opgevuld (in bijlage I weergeven met

rode cirkels). De behoefte van ondernemers is hierbij leidend. Het bedrijfsleven is daarom

een belangrijke partner. We betrekken ondernemers actief bij het opzetten van het

Ondernemerscentrum via een Ondernemerspanel.

De partners geven dit Ondernemerscentrum als volgt vorm:

Signalering en advisering in de wijk

Extra aanbod in de stadsdelen Nieuw­West, Zuidoost en Noord

Waarborging continuïteit aanbod (overgang Ondernemershuizen) en adequate

doorverwijzing

Het Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE) zorgt voor basisfaciliteiten voor

startende en groeiende studentondernemers.

2.3 Meer gekwalificeerd personeel

2.3.1 Belang

Voor een ondernemer is het niet altijd eenvoudig om aan gekwalificeerd personeel te

komen. Dit kan hem in zijn groei belemmeren. Voldoende aanbod van talent is vestigings­

factor nummer één geworden. Economische groei is te realiseren door een goed

opgeleide beroepsbevolking – op alle niveaus. De economische crisis heeft een negatieve

impact op de werkgelegenheid gehad, maar de verwachting is dat de krapte na de

crisis zal terugkeren. Verwacht wordt dat zonder interventie het tekort kan oplopen tot

120.000 personen in 204018.

18 Beleidsanalyse Strategisch Economische Agenda 2012-2014. Trends en uitdagingen voor nationaal en stedelijk

economisch beleid. NICIS, 2009.

Page 25: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

25Amsterdam onderneemt!

Amsterdam moet daarom blijvend zorgen voor voldoende aanbod van goed gekwalificeerd

personeel. Menselijk kapitaal als dé grondstof voor de Amsterdamse economie. We zetten

in op een betere aansluiting van het aanbod op de vraag door het aantal hoogopgeleiden

te vergroten en het onderbenut potentieel te verminderen (bijvoorbeeld via het aanpakken

van voortijdig schoolverlaten en het verbeteren van beroepsoriëntatie op school). Dit

doen we door te blijven investeren in de kwaliteit van onderwijs en talentontwikkeling,

te zorgen voor een ondernemende cultuur en door Amsterdam aantrekkelijk te maken

als vestigingsplaats voor talent van buitenaf.

We willen jongeren daarnaast al vroeg in aanraking brengen met ondernemerschap en

een positieve houding over ondernemen bijbrengen. Investeren in het op jonge leeftijd

bijbrengen van ondernemerscompetenties werpt zijn vruchten af. Het levert zowel meer

ondernemende werknemers als meer competente ondernemers op. Een ondernemende

houding leidt tot het verleggen van grenzen, het nemen van initiatieven en het creëren

van kansen. Ook als werknemer.

2.3.2 Stand van zaken

De Amsterdamse beroepsbevolking kenmerkt zich door een relatief hoog opleidings­

niveau, een goede talenkennis, internationale oriëntatie en een hoge participatiegraad.

Dit maakt het aantrekkelijk voor hoofdkantoren en internationale bedrijven om zich in

Amsterdam te vestigen. Door de overzichtelijke schaal van de stad en de grote aanwezig­

heid van hoofdkantoren en creatieven vindt kruisbestuiving tussen toptalenten uit de

zakenwereld en creatieve geesten makkelijker plaats. Talent uit de hele wereld wil graag

in Amsterdam wonen en werken. Daarnaast beschikt de stad over een riante flexibele

schil van flexwerkers en zzp’ers. De keuze uit en kwaliteit van tijdelijk inzetbare krachten

wordt daardoor steeds groter en aantrekkelijk voor veel inlenende organisaties. De

keerzijde van de hoge participatiegraad is dat Amsterdam nog maar beperkte arbeids­

reserve heeft die direct matcht met de eisen vanuit het bedrijfsleven. Anders gezegd:

het aanbod begint schaars te worden19.

De huidige inspanningen richten zich nog vooral op de korte termijn, op het oplossen van

het arbeidsoverschot. Voor de middellange en lange termijn werken EZ, DWI, DMO en

PAO samen om tot een gezamenlijke arbeidsmarktagenda te komen. Belangrijk onderdeel

daarvan zijn inspanningen die zich richten op het goed toerusten van (aankomende) werk­

nemers, zodat zij juist die kennis en vaardigheden hebben waaraan ondernemers behoefte

hebben. Het gaat hierbij om de zorg voor goed onderwijs, dat vooral in het beroeps­

onderwijs (MBO en HBO) zoveel mogelijk vraaggericht is, zowel in kwantitatief als

kwalitatief opzicht (aantallen leerlingen resp. inhoud curriculum). Amsterdam stimuleert en

faciliteert de samenwerking tussen ondernemers en beroepsonderwijs op verschillende

manieren. Deze partijen treffen elkaar regelmatig in het Platform Arbeidsmarkt en

Onderwijs en formuleren gedeelde speerpunten en acties.

Ondernemers geven aan dat het van groot belang is dat hun (aanstaande) werknemers

behalve de juiste vakkennis ook beschikken over goede sociale vaardigheden. Dit is

onderdeel van de basale werknemerscompetenties, maar blijkt in de praktijk een knel­

punt. In nauwe samenwerking met het onderwijs (zie hierboven) en publiekprivate

19 Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2011. EZ, februari 2011.

Page 26: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!26

samenwerking (onder meer via JINC Amsterdam) heeft Amsterdam de afgelopen jaren

stevig ingezet op een adequate toerusting van leerlingen en werkzoekenden voordat zij

de arbeidsmarkt betreden. Deze inzet zullen we handhaven.

De afgelopen jaren heeft de stad ook fors geïnvesteerd in excellent onderwijs. Nieuwe

topopleidingen, zoals THNK (creatieve sector) en de Duisenberg School of Finance, zijn

opgezet om te voorzien in hooggekwalificeerd personeel voor de sterke sectoren van

Amsterdam.

Voorwaarde voor het beschikbaar komen van goed geschoold personeel is dat leerlingen

hun opleiding (kunnen) afmaken. Amsterdam draagt hieraan bij door leerlingen die het

moeilijk hebben een extra steuntje in de rug te geven. Daarnaast zorgt Bureau Leerplicht

voor het handhaven van de regels omtrent ongeoorloofd verzuim en het corrigeren

en voorkomen van voortijdige schooluitval (VSV) via onder meer het Programma VSV.

Ook ontwikkelt Amsterdam – in aansluiting op het programma Kwaliteit Basisonderwijs

Amsterdam (KBA) ­ een aanpak om scholen in het voortgezet onderwijs, waar de kwaliteit

in het geding is, te ondersteunen (‘kwaliteitsimpuls VO’). Tevens werkt Amsterdam samen

met de scholen en COLO/Samenwerkende Kenniscentra om ervoor te zorgen dat er voor

elke leerling die een stageplaats nodig heeft, tijdig een passende plek beschikbaar komt.

Voor de korte en middellange termijn doet Amsterdam er tevens alles aan om een

ondernemende cultuur te stimuleren en het onderbenut potentieel te verminderen. We

brengen scholieren en studenten ondernemerscompetenties bij en brengen het beroep

ondernemer bij deze groepen onder de aandacht. Dat heeft twee doelen. Ten eerste

wordt naast het zijn van werknemer ook de optie ondernemer actief onder de aandacht

gebracht. Ondernemen kun je echter niet alleen als zelfstandige, maar ook binnen een

bedrijf. De vaardigheden en de mindset die je daarvoor nodig hebt, zijn zeer waardevol

in het bedrijfsleven.

Om de kennis over ondernemen en ondernemerscompetenties in het onderwijs te

bevorderen, werken we in Amsterdam met twee strategische partners: het Europees

bekroonde20 ACE en JINC Amsterdam. ACE is een samenwerkingsverband van de

economische faculteiten van de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit,

de Hogeschool van Amsterdam en de Hogeschool INHolland Amsterdam/Diemen.

Belangrijke partners van ACE zijn bedrijven, de Kamer van Koophandel, de Kenniskring

Amsterdam, Jong MKB­Nederland en de gemeente Amsterdam. JINC Amsterdam is een

vereniging van zo’n 100 bedrijven, instellingen en scholen met als belangrijke partners

EZ, de Kamer van Koophandel, banken en het bedrijfsleven. JINC Amsterdam richt zich

op VMBO­scholieren.

20 Winnaar van de European Entrepreneurship Award, Budapest, 24 mei 2011.

Page 27: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

27Amsterdam onderneemt!

2.3.3 Knelpunten

Het aanbod aan (aankomende) werknemers sluit op onderdelen onvoldoende aan op de

vraag21. Dit geldt voor zowel de korte, middellange als de lange termijn. We gaan voor

verschillende sectoren de knelpunten die dit veroorzaken in kaart brengen. Daarbij kijken

we goed naar de organisaties die bij het oplossen van de knelpunten betrokken zouden

moeten zijn. Dit doen we in het Platform Arbeidsmarkt Onderwijs (PAO). We gebruiken

daarbij ook beschikbare bestaande instrumenten, zoals de arbeidsmarktinformatie en

–analyses (‘sectorscans’) die PAO verzorgt. Een belangrijke ontwikkeling is de samen­

werking van DWI, UWV en Pantar, zoals die vorm krijgt in het Werkgeversservicepunt

Groot­Amsterdam (WSP) in oprichting. Vanuit het WSP vindt de dienstverlening aan

werkgevers in het kader van de re­integratie van werkzoekenden op een gecoördineerde

manier plaats (‘één loket’).

Om de verwachte krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan, moeten we de volgende

twee knelpunten aanpakken:

Onvoldoende aansluiting van het aanbod op de vraag, in zowel kwalitatief als

kwantitatief opzicht

Onvoldoende benutten van het aanwezige talent in de stad

Dit moet leiden tot:

1 Een verbeterde aansluiting aanbod op vraag, in zowel kwalitatief als kwantitatief

opzicht, ofwel een goed werkende Amsterdamse en regionale arbeidsmarkt

2 Ondernemerschap wordt in het onderwijs bevorderd als noodzakelijke werknemers­

houding en als serieuze loopbaanoptie

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstellingen:

Van tien economische sectoren zijn in 2014 de knelpunten op de arbeidsmarkt

bekend. Er worden per sector gerichte maatregelen genomen

Het huidige geprognosticeerde arbeidstekort van 120.000 medewerkers is afgenomen

in het volgende SEO­rapport (2015)

2.3.4 Inspanningen

EZ, DWI en DMO gaan op basis van knelpuntenanalyses een nieuw arbeidsmarktbeleid

opstellen, waarbij de vraag leidend is. Ook komt er een Werkgeversservicepunt Groot­

Amsterdam. DMO richt al haar aandacht op het zorgen dat Amsterdamse leerlingen niet

zonder startkwalificatie van school gaan. Tegelijk laat JINC een steeds groter aantal

VMBO­scholieren kennismaken met ondernemen in de leerlijn ‘Ondernemen doe je zo!’.

ACE zorgt ervoor dat ook studenten kennismaken met ondernemerschap en ondernemers­

vaardigheden leren.

21 Economische Verkenningen Metropoolregio Amsterdam 2011. EZ, februari 2011, p. 21.

Page 28: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!28

2.4 Betere toegang tot financiering

2.4.1 Belang

De beschikbaarheid van kapitaal is van groot belang voor een sterk ondernemings­

klimaat. Blijven investeren in innovatie en groei versterkt de concurrentiekracht van

de Amsterdamse economie en leidt tot meer economische spin­off en meer innovatie.

Het is daarom van belang dat ondernemers die willen starten of groeien toegang hebben

tot kapitaal. Toch blijkt dit een belangrijk knelpunt te zijn voor een ondernemer. 22 Dit

geldt voor zowel de starter die een innovatief product in de markt wil zetten, voor de

gevestigde ondernemer die een grote vervangingsinvestering moet maken, als voor de

kansrijke groeier die op zoek is naar een grote investeerder om zijn doorbraak te helpen

financieren.

Het verstrekken van kleine leningen is voor banken relatief duur. Ook vinden banken het

risico snel te groot. Vooral bij innovatieve technologiebedrijven blijken banken terug­

houdend. Deze bedrijven doen immers precompetitief onderzoek waarvan niet op

voorhand duidelijk is of dit tot succes zal leiden. Ook van innovatiesubsidies kunnen ze

niet optimaal profiteren, omdat deze vooral aan grotere ondernemingen worden toe­

gekend. Een veel gegeven verklaring is het falen van de financiële infrastructuur in een

economie vanwege monopolies of onvoldoende professionaliteit van marktpartijen.

Daarnaast is het ook van belang investeringen duurzaam te laten zijn door ondernemingen

financieel gezond te houden. Faillissementen hebben immers aanzienlijke maatschappe­

lijke kosten, zoals verdwijnende werkgelegenheid, weglekkende kennis, een toename van

het aantal uitkeringen en niet­betaalde schulden aan de Belastingdienst en schuldeisers

(banken, leveranciers, verhuurders etc.). Financiële ondersteuning houdt de economie

draaiende en heeft bovendien een dempend effect op de gevolgen van een economische

crisis.

Hoewel het financieren van bedrijven primair een taak is van banken en andere

instellingen, wil Amsterdam de toegang tot kapitaal voor ondernemers verbeteren

en ondernemers stimuleren te blijven investeren in hun bedrijf of innovatie.

2.4.2 Stand van zaken

De landelijke overheid zet zich in om imperfecties van de formele en de informele

kapitaalmarkt te verminderen. Ruim de helft van de ondernemers in het midden­ en

kleinbedrijf (MKB) zegt in 2010 meer moeite te hebben gehad om een banklening te

krijgen dan in 2007. Bijna 60% vindt dat banken in 2010 minder bereid waren om leningen

te verstrekken dan in 2007. 23 Met een aantal regelingen zet het Rijk zich in om de gevolgen

van het falen van de markt op te vangen of te corrigeren. Dit zijn de Borgstellingsregeling

22 De grootste knelpunten van MKB- en technologiebedrijven. EIM, Zoetermeer, juli 2008.23 Meningen MKB-ers inzake geld lenen. CBS Webmagazine, 13 april 2011.

Page 29: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

29Amsterdam onderneemt!

MKB (BMKB), Groeifaciliteit, diverse innovatiesubsidieregelingen van Agentschap NL en

het nieuwe Innovatiefonds. Dit laatste fonds bestaat uit innovatiekredieten, de Seed­

regeling, borgstellingen aan financiële intermediairs en participaties in investerings­

fondsen.

Amsterdam heeft maar beperkte mogelijkheden om dit op te pakken. Amsterdam zet

zich wel al geruime tijd in om extra investeringen uit te lokken. Daarbij gaat het om

interventies op verschillende niveaus en met verschillende doelstellingen. Op het uit­

lokken van meer investeringen in innovatie en R&D zetten we in via:

De Economic Development Board: versterking kansrijke clusters door middel van

innovatiemiddelen

Het Life Sciences Fonds

Samen met de banken vergroot Amsterdam de mogelijkheden tot het sluiten van een

kleine lening. Voor ondernemers die via de reguliere kredietmarkt geen lening kunnen

krijgen, is in 2009 het Garantiefonds Microkredieten Amsterdam opgericht. Dit is een

samenwerkingsverband van de dienst Economische Zaken, de Dienst Werk en Inkomen

en de Rabobank Amsterdam. Deze regeling heeft een looptijd van vier jaar en is een

aanvulling op de landelijke regeling Qredits.

Daarnaast steunt Amsterdam ondernemers in financiële problemen actief via inkomens­

ondersteuning en hulp bij schuldsanering. Per 1 april 2011 is het, net als voor particulieren,

wettelijk mogelijk om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen aan kleine onder­

nemers in de gemeentelijke regelgeving op te nemen. Het College neemt hierover in

2011 een besluit. In het Programakkoord 2010­2014 ‘Kiezen voor de stad’ heeft het

College de ambitie opgenomen om te komen tot betere inkomensondersteuning aan de

kwetsbare doelgroepen, zoals kleine ondernemers en zzp’ers 24. Het Team Zelfstandigen

van de dienst Werk en Inkomen (DWI) voert de volgende regelingen uit:

a Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen (Bbz)

b Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen

zelfstandigen (IOAZ)

c Bescheidenschaalregeling

d Schuldsanering

e Voorziening armoedebestrijding

In 2010 verstrekte Amsterdam 461 Bbz­uitkeringen renteloos en 98 Bbz­kredieten rente­

dragend. Jaarlijks gaat het om zo’n 2 miljoen aan uitgekeerde kredieten.

Met de Investeringsregeling voor ondernemers in Economische Kansenzones wil Amsterdam

fysieke investeringen uitlokken van ondernemers in achterstandsgebieden. Dat draagt bij

aan het verbeteren van het vestigingsklimaat en daarmee aan de leefbaarheid en het

voorzieningenniveau in wijken waar de economie achterblijft in vergelijking met andere

gebieden, maar waar wél economische potentie aanwezig is. Deze regeling loopt tot eind

2011.

24 Hiervoor heeft het College tot 2014 een incidenteel bedrag van 3 miljoen gereserveerd.

Page 30: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!30

2.4.3 Knelpunten

Om de toegang tot financiering te verbeteren, moeten we de volgende knelpunten aanpakken:

De doelstelling van de Kansenzones is nog niet behaald, maar het geld is wel bijna op.

Het Garantiefonds Microkredieten Amsterdam loopt in maart 2013 af. De vraag is of de

landelijke regeling Qredits dan voldoende in de behoefte van ondernemers voorziet

Ondernemers in financiële moeilijkheden weten DWI nog onvoldoende te vinden voor

een van de genoemde vormen van ondersteuning. Daardoor komt hulp vaak nog te

laat of niet

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstellingen:

40 bankgaranties voor kleine kredieten aan ondernemers in 2013

Uitbreiding Investeringsregeling Kansenzones met minimaal 50 investeringen

In 2012 hebben minimaal 160 ondernemers geïnvesteerd in hun bedrijf door gebruik­

making van de Investeringsregeling Kansenzones

2.4.4 Inspanningen

EZ, DWI en de Rabobank zetten zich in om meer microkredieten te verstrekken aan

ondernemers. Ook blijft Amsterdam tot eind 2011 fysieke investeringen in Economische

Kansenzones uitlokken. Voor het beter ontsluiten van de regelingen aan ondernemers

sluit DWI aan bij Ondernemerscentrum Amsterdam (zie paragraaf 2.2.2).

2.5 Duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen

2.5.1 Belang

Door de economische groei in de wereld wordt er op steeds grotere schaal gebruik­

gemaakt van natuurlijke grondstoffen, zoals gas, aardolie, water en hout. Maar de

voorraad is eindig, waardoor grondstoffen steeds duurder worden. Om voor toekomstige

generaties de beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen te garanderen, is een duur­

zaam gebruik noodzakelijk. Ook ondernemers zijn hiervan ­ als grootverbruikers ­ door­

drongen. Duurzame economische groei vraagt om investeringen van de ondernemer op

de korte termijn. De voordelen worden echter vaak pas op lange termijn zichtbaar. Dit

maakt het realiseren van een duurzame economie niet eenvoudig. Amsterdam behoort

nu al tot de internationale top van duurzame steden, zoals bleek uit de vierde positie in

2009 bij de EU Green Capital. Amsterdam wil tot de top­5 van Europese steden behoren.

2.5.2 Stand van zaken

Dit College ambieert een duurzaam Amsterdam. Het programakkoord Kiezen voor de

stad 2010–2014 beschrijft dit als volgt: “In 2014 is de stad duurzaam. De openbare ruimte

blijft van hoge kwaliteit. We kunnen meer met minder energie, dankzij nieuwe technologie

en woningisolatie. De aandacht voor klimaat, energie en luchtkwaliteit heeft geleid tot

concrete projecten die niet alleen goed zijn voor het milieu, maar ook financieel voordelig

Page 31: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

31Amsterdam onderneemt!

zijn, zoals elektrisch rijden, warmte­koude opslag, innovatieve afvalverwerking en wind­

energie”. Dit betekent dat de gemeente Amsterdam zich richt op het realiseren van een

lagere CO2­uitstoot, op een kostenefficiënte manier, en op besparing van schaarse

grondstoffen. Daarbij zet de gemeente zich in voor schonere lucht, stille gebieden en

dus een leefbare stad.

De gemeente vindt het belangrijk dat er een groter en actief draagvlak bij bedrijven en

hun medewerkers wordt gerealiseerd voor duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord

ondernemen. Deze ambitie van de gemeente betekent een impuls om samen te werken

met externe partijen en binnen de gemeente aan de realisatie van de duurzame doel­

stellingen25. De gemeente kan faciliteren in het bevorderen van duurzaam ondernemen,

maar de ondernemers moeten het uiteindelijk zelf doen. Amsterdam wil een stad zijn

waar ondernemers de uitdaging en kansen van duurzaamheid zien en waar ze deze

omzetten in innovaties die de economie duurzaam versterken.

2.5.3 Knelpunten

Om het bovenstaande doel te kunnen realiseren, moeten we de knelpunten voor een

duurzame innovatieve economie verkleinen. Zo moeten we de Amsterdamse ondernemer

beter van informatie voorzien over financiering van duurzame investeringen, bestaande

stimuleringsinstrumenten, het aanbod van duurzame gebouwen en het verduurzamen van

de hotelbranche.

De ontwikkeling van nieuwe technologie en het vermarkten daarvan is een van de

belangrijkste elementen voor duurzame economische ontwikkeling. Duurzaamheid kan

omgekeerd als motor voor innovatie fungeren. Amsterdam loopt achter als het gaat om

innovatie en kennisvalorisatie in het bedrijfsleven. Dit is echter wel een belangrijke

voorwaarde voor het stimuleren van duurzame economische groei.

Het midden­ en kleinbedrijf is verantwoordelijk voor zo’n 25% van de Amsterdamse

CO2­uitstoot. Er liggen kansen om de uitstoot te verminderen. Dat kan door het verduur­

zamen van de bedrijfsprocessen en het realiseren van duurzame besparingen op het

meest geschikte investeringsmoment, bijvoorbeeld bij de ingebruikname van een nieuw

bedrijfspand. Door duurzame innovatie en producten en diensten te maken en aan te

bieden.

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstelling:

In 2014 is het aantal duurzame bedrijven significant toegenomen26

2.5.4 Inspanningen

De samenwerkende partners van de pijler innovatieve economie in Amsterdam Beslist

Duurzaam stellen in 2011 een Werkprogramma op voor de periode 2011­2014. Daarin

werken ze de speerpunten uit en maken ze afspraken over de rollen en verantwoordelijk­

heden, financiering en monitoring.

25 Amsterdam Beslist Duurzaam, Duurzaamheidsprogramma 2011/2014, vastgesteld in B&W, 1 maart 2011.26 Smart doelstelling en monitoring worden nader uitgewerkt in het werkprogramma.

Page 32: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!32

3 Samenwerking tussen gemeente en ondernemer

3.1 Missie en uitgangspunten

Op economisch terrein heeft de gemeente de taak om ondernemers te faciliteren en

waar nodig te reguleren. Daarvoor hebben we de input van ondernemers nodig. De

gemeente moet weten waar ondernemers tegenaan lopen en hoe ondernemers tegen

ontwikkelingen aankijken. Goed contact en samenwerking tussen gemeente en onder­

nemers is dan ook van wezenlijk belang voor beide partijen. Een goed georganiseerd

bedrijfsleven, zowel op stedelijk als op lokaal niveau, is hiervoor een randvoorwaarde.

Intermediairs, die zowel goed zijn ingevoerd in de wereld van de gemeente als het

vertrouwen van de ondernemer hebben, vervullen hierin een belangrijke rol. Doel van

de samenwerking tussen gemeente en ondernemers is om te komen tot een betere en

efficiëntere gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers.

Amsterdam zet daarom in op:

Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers

Hogere kwaliteit bij uitvoering (wettelijke) taken gemeente

3.2 Betere afstemming tussen gemeente en ondernemers

3.2.1 Belang

Op verschillende terreinen raakt het optreden van de gemeente de bedrijfsvoering van

ondernemers en omgekeerd. Bijvoorbeeld bij vergunningsverplichtingen, bestemmings­

plannen en fysieke ingrepen in de omgeving van een bedrijf. De van oudsher dominante

rol van de overheid heeft deels al plaatsgemaakt voor een rol waarbij met partijen wordt

samengewerkt : van government naar governance27.

Een goed georganiseerd bedrijfsleven, zowel op lokaal niveau als in overkoepelende

organisaties, is hierbij van grote waarde. Het zorgt ervoor dat de overheid een duidelijk

aanspreekpunt heeft en dat maakt het mogelijk om gerichter en slimmer bezig te zijn.

Ondernemers helpt het om te zorgen dat hun belangen voldoende worden meegewogen

in besluitvorming en beleidsontwikkeling. Ook vergroot een georganiseerd bedrijfsleven

de betrokkenheid van de ondernemer bij zijn eigen bedrijfsomgeving. De ondernemer

voelt zich eerder mede­probleemeigenaar en zet zich in voor een omgeving die schoon,

ongeschonden en veilig is. Een hoge organisatiegraad onder ondernemers draagt

27 Handboek Wijkeconomie p. 151, Seinpost Adviesbureau en OTB / TU Delft, i.o.v. Ministerie van Economische Zaken,

mei 2010.

Page 33: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

33Amsterdam onderneemt!

positief bij aan de leefbaarheid in de wijken, een hoger veiligheidsgevoel en versterking

van de wijkeconomie.28

Intermediairs die zowel de taal van de ondernemer spreken als goed zijn ingevoerd in

de ambtelijke organisatie kunnen hier een rol in spelen. Een min of meer onafhankelijke

positie ten opzichte van de gemeente is hierbij van belang. Op deze manier kunnen ze

problemen oplossen die ondernemers hebben met de overheid. En omgekeerd zijn ze in

staat wensen, mogelijkheden en onmogelijkheden van de overheid over het voetlicht te

brengen bij ondernemers.

3.2.2 Stand van zaken

In die gebieden en omstandigheden waarbij dit nodig is, ambieert Amsterdam een fijn­

mazig netwerk van georganiseerd bedrijfsleven en een goed georganiseerde laag van

intermediairs 29. Doel is om de samenwerking op allerlei gebieden te versterken.

De bedrijven op de bedrijventerreinen en kantorenlocaties hebben zich geografisch

georganiseerd in de Vereniging Bedrijven Amsterdam Noord (VEBAN), Vereniging

Amsterdam Zuidoost (VAZO), de Ondernemersvereniging Regio Amsterdam (ORAM)

en de Ondernemersvereniging Westpoort. Daarnaast kent Amsterdam een aantal

organisaties waarin ondernemers uit een bepaalde branche of sector zijn samengebracht,

zoals Koninklijke Horeca Nederland afdeling Amsterdam, Bouwend Amsterdam en

Aannemers­Sociëteit Amsterdam.

De organisatiegraad in de winkel­ en horecagebieden verschilt sterk. Een bijzondere

positie neemt de vereniging Amsterdam City in. Zij behartigt de belangen van de

bedrijven in de gehele binnenstad. De warenmarkten kennen een relatief lage

organisatiegraad. Het midden­ en kleinbedrijf wordt in de breedte vertegenwoordigd

door MKB­Amsterdam. VNO­NCW regio Amsterdam vertegenwoordigt vooral de

grotere Amsterdamse bedrijven. Via het Ondernemerspanel komen ook de signalen van

niet of minder georganiseerde ondernemers, zoals ZZP­ers, binnen.

De Kamer van Koophandel heeft een bijzondere rol in het geheel. Regiostimulering is

een van de drie taakgebieden van de Kamer. Beleidsadvisering richting onder meer

de gemeente is daarvan een belangrijk aspect. Op regionaal niveau werken de Kamers

samen met uiteenlopende lokale en regionale partijen om te komen tot een effectieve

taakuitvoering. Over het stedelijk beleid spreekt het College ­ voorgezeten door de

wethouder EZ ­ minimaal vier keer per jaar met een afvaardiging van het bedrijfsleven

in het overleg gemeente­bedrijfsleven.

Amsterdam heeft de afgelopen jaren ingezet op een stevige laag van adviseurs. Zij

vervullen een schakelfunctie tussen ondernemers (al dan niet georganiseerd), vastgoed­

eigenaren en het stadsdeel of de centrale stad . In ongeveer 30 winkelgebieden vervullen

(winkel)straatmanagers deze rol, voor bedrijventerreinen is dat de bedrijvenmanager. De

adviseurs houden zich bezig met het beheer, de veiligheid en de economische structuur

van een gebied. Juist daarom is het van groot belang dat ze een onafhankelijke positie

28 Succes- en faalfactoren van winkelstraatmanagement, Deloitte Accountants, i.o.v. Ministerie van Economische Zaken,

mei 2009.29 Ook wel aangeduid als interface.

Page 34: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!34

innemen en steeds het belang van het gebied voorop stellen30. Soms zijn de adviseurs in

dienst van een ondernemersvereniging of van een stadsdeel, in andere gevallen worden

ze op tijdelijke basis ingehuurd. De samenwerking tussen ORAM/VEBAN en de gemeente

heeft ervoor gezorgd dat de contacten tussen het bedrijfsleven en de gemeente sterk

zijn verbeterd. De schakelfunctie kan daarom weer binnen de gemeente worden belegd.

MKB Amsterdam en Economische Zaken zetten vanaf 2004 gezamenlijk de mkb­manager

in om de organisatiegraad van winkeliers in winkeliersverenigingen te verhogen. Freerider­

gedrag kan ook voorkomen worden door instelling van een Bedrijven Investeringszone

(BIZ).We hebben al veel bereikt. Toch blijven bepaalde gebieden extra aandacht vragen.

Het gaat dan bijvoorbeeld om gebieden waar fysieke ingrepen plaatsvinden en goed

overleg tussen ondernemers en overheid nodig is. Amsterdam heeft ook specifieke

aandacht voor veilig ondernemen. Speciaal hiervoor zet de stad veiligheidmanagers in

(zie verder hoofdstuk 4.3).

3.2.3 Knelpunten

Op de conferentie ‘Amsterdam Onderneemt!’ van 5 november 2010 gaven de deel­

nemers aan dat de intermediaire laag van groot belang is, maar dat deze niet op alle

winkelgebieden en bedrijvenlocaties hoeft te worden ingezet. Men vond het beter dit

te beperken tot die gebieden waar zich snelle ontwikkelingen, problemen of juist kansen

voordoen.

Op dit moment wordt winkelstraatmanagement in de winkelgebieden met verschillende

opdrachten en aansturing ingezet. Dit varieert van winkelstraatmanagers die als ambtenaar

in dienst zijn van een stadsdeel tot winkelstraatmanagers die in dienst zijn van een onder­

nemersvereniging en grotendeels met private middelen worden gefinancierd. Uit de

eerste resultaten van de Kansenzones blijkt dat ondernemers het rendement van een

winkelstraatmanager die in dienst is van een stadsdeel en veel tijd op kantoor doorbrengt

niet hoog achten. Een ander knelpunt is de wisselende organisatiegraad van ondernemers,

met name winkeliers.

Een specifiek probleem doet zich voor in de gay scene31, waar ondernemers onvoldoende

samenwerken en kansen laten liggen om gezamenlijk evenementen op te schalen.32

Amsterdam heeft internationaal jarenlang een sterke reputatie gehad als homo­

vriendelijke stad, maar veel potentie voor Amsterdam als Gay Capital blijft onbenut.

Een extra impuls is nodig om bezoekers naar Amsterdam te blijven trekken.

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstelling:

In gebieden waar fysieke ingrepen zullen plaatsvinden of waar ondernemers anders­

zins hulp nodig hebben, worden ondernemers ondersteund door gebiedsmanagers

en hebben ondernemers zich uiterlijk in 2014 georganiseerd. Dit geldt niet alleen

voor winkelgebieden, maar ook voor warenmarkten, uitgaansgebieden en bedrijven­

terreinen

30 Handboek Wijkeconomie, Seinpost Adviesbureau en OTB/TU Delft, i.o.v. Ministerie van Economische Zaken, mei 2010.31 Deze term hanteren we voor het gemak, maar staat voor het geheel van ondernemersactiviteiten voor lesbiennes,

homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (LHBT).32 Actieplan Economische structuurversterking Gay Capital, ter bespreking in de Cie EZP 20 april a.s.

Page 35: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

35Amsterdam onderneemt!

3.2.4 Inspanningen

De stadsdelen formuleren in overleg met de Kamer van Koophandel en MKB­Amsterdam

criteria die bepalen of de inzet van winkelstraatmanagement gewenst is. De stadsdelen

stellen op basis van deze criteria samen met lokale stakeholders (onder wie woningbouw­

corporaties, vastgoedeigenaren en ondernemers) jaarlijks een agenda op voor de inzet

van winkelstraatmanagement. MKB Amsterdam en de Kamer van Koophandel adviseren de

stadsdelen en kunnen de stadsdelen desgewenst faciliteren bij het opstellen van de agenda.

3.3 Hogere kwaliteit bij uitvoering

(wettelijke) taken gemeente

3.3.1 Belang

Burgers, ondernemers en bestuurders hechten steeds meer belang aan de kwaliteit van

dienstverlening door de overheid. Ondernemers stellen hogere eisen, omdat zij de

professionalisering van de dienstverlening in het bedrijfsleven ook bij de overheid

verwachten. Het is niet vanzelfsprekend dat de rol die de gemeente heeft als

controlerend en handhavend orgaan positief wordt gewaardeerd door ondernemers.

Zij zijn kritischer geworden en hebben vaak de indruk dat ‘de gemeente’ hen dwarszit of

op zijn minst weinig inlevingsvermogen heeft. Tegelijk nemen de verwachtingen bij

ondernemers toe, onder meer doordat technologische ontwikkelingen betere dienst­

verlening op tal van andere gebieden mogelijk maakt. Ondernemers verwachten dat de

gemeente meegaat in deze ontwikkelingen.

Dienstverlening is een van de kernkwaliteiten geworden waarmee landen en steden zich

in economisch opzicht kunnen onderscheiden. In de grote concurrentie tussen steden

om bedrijven aan zich te binden is het een factor van belang. De ambitie om een aan­

trekkelijke vestigingsplaats te zijn, vraagt om een soepel draaiende bureaucratie en

goede gemeentelijke dienstverlening. Bovendien kan een gemeente die haar eigen

dienstverlening op orde heeft, met overtuiging een beroep doen op andere (publieke)

dienstverleners om hun service te verbeteren.

In steden vinden continu werken in de openbare ruimte, stedelijke vernieuwing en

wegopbrekingen plaats. Voor een ondernemer brengt dit overlast en omzetschade met

zich mee. Dit behoort tot het normale ondernemersrisico, maar we kunnen de onder­

nemer het wel wat makkelijker maken. De gemeente moet haar taken professioneel

uitvoeren en voor de ondernemer een betrouwbare, transparante en meedenkende

partner zijn.

Ook bij inkoop­ en aanbestedingstrajecten is sprake van een directe relatie tussen

overheid en ondernemers. Ook hier is een hoge(re) kwaliteit bij de uitvoering van

taken belangrijk. De overheid heeft zich hierbij te houden aan Europese regels, wil dat

leveranciers bijdragen aan doelen als duurzaamheid en social return en zoekt naar

wegen om de lokale economie te stimuleren. Het midden­ en kleinbedrijf verdient als

(potentiële) leverancier meer aandacht.

Page 36: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!36

3.3.2 Stand van zaken

In het programakkoord ‘Kiezen voor de stad 2010­2014’ staat dat Amsterdam haar

ondernemers actief en optimaal wil faciliteren en het hen zo gemakkelijk mogelijk wil

maken. “Een reductie van 25% op de gehele regeldruk voor het bedrijfsleven is een

belangrijk streven van de coalitie. Er wordt kritisch naar de bureaucratie rondom

vergunningen gekeken. Waar mogelijk verlagen we de administratieve regeldruk en

harmoniseren we vergunningstrajecten in stadsdelen. Amsterdam introduceert boven­

dien een ondernemerspaspoort (conform het aanbestedingspaspoort) ten behoeve van

aanbestedingen, vergunningaanvragen en Bibob­toetsen. Waar mogelijk worden aan­

bestedingen aantrekkelijker gemaakt voor kleine ondernemers.” Het ondernemers­

paspoort is nader ingevuld als een digitaal ondernemersdossier voor vergunning­

aanvragen­ en verlengingen en sluit aan op de landelijke ontwikkelingen. 33

In de vorige bestuursperiode was de doelstelling om de administratieve lastendruk met

25% te verminderen onderdeel van het Stedelijk programma Regelgeving en Handhaving

(SPRH). Dit was een programma van alle stadsdelen en diensten samen. De gezamenlijke

inspanningen hebben geleid tot een substantiële vermindering van de administratieve

lastendruk met 31%.34

Dit is gelukt door regelgeving te vereenvoudigen, processen van vergunningverlening

(aanvragen, vergunningverlening en handhaving) opnieuw en generiek te beschrijven

en door minder informatieverplichtingen en kortere doorlooptijden. Ook zijn bijna alle

legestarieven in de hele gemeente gelijkgetrokken35.

Alle ‘producten’ van het SPRH zijn gezamenlijk vastgesteld; ze zijn echter nog niet

allemaal ingevoerd36. Er liggen dan ook voldoende kansen voor verzilvering, onder meer

voor producten die nog ‘op de plank liggen’, aanbevelingen uit eerdere onderzoeken37

en nieuwe instrumenten, zoals het elektronisch ondernemersdossier.

Begin 2010 is een gemeentebrede visie dienstverlening38 vastgesteld. Deze visie biedt

meer structuur, uniformiteit, kwaliteit en zorgt voor minder vrijblijvendheid bij de inrichting

van de dienstverlening. In het ‘programmaplan dienstverlening’ is deze visie voor de

komende bestuursperiode verder uitgewerkt. Doel is een verdere deregulering,

harmonisering en uniformering van de vergunningverleningprocessen en een verminde­

ring van indieningvereisten in heel Amsterdam. Dit doen we door het verbeteren van

klantprocessen, het waar mogelijk afschaffen van vergunningen of vervangen door een

meldplicht of algemeen geldende regels en toepassen van Lex Silencio Positivo.

De informatievoorziening aan ondernemers is al verbeterd dankzij het digitale loket en

het Ondernemersportaal (www.amsterdam.nl/ondernemen). Deze blijven we verbeteren.

Bij klachten kunnen ondernemers ook terecht bij de Gemeentelijke Ombudsman.

33 Waaronder een Elektronisch Ondernemers Dossier (EOD) en de Digitale Agenda van Minister Verhagen

gepresenteerd aan de Tweede Kamer op 17 mei 2011.34 Sira: Ex Post meting AL, BL en CO2 reductie, mei 2010.35 Met uitzondering van de bouwleges. 36 Eindrapportage SPRH, mei 201037 Sira Consulting, 2e en 3e ex ante meting AL en BL, 2006 en 200938 Amsterdam is één, visie op Dienstverlening 2010- 2014

Page 37: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

37Amsterdam onderneemt!

De accountmanagers bij stadsdelen en diensten zijn een belangrijke schakel in het

vertalen van de activiteit van een ondernemer naar de verplichtingen die de gemeente

hieraan verbindt. Zo krijgen ondernemers ondersteuning van de bedrijvenloods en de

hotelloods van Economische Zaken bij de (her)vestiging en uitbreiding van hun bedrijf.

Vanaf januari 2009 ondersteunen de accountmanagers van Investor Development

­ onderdeel van amsterdam inbusiness 39 ­ de reeds gevestigde, buitenlandse bedrijven.

Zo willen we ervoor zorgen dat deze bedrijven in Amsterdam blijven en mogelijk zelfs

uitbreiden. In 2008 heeft het Expatcenter zijn deuren geopend op de Zuidas. Dit centrum

faciliteert bedrijven door werknemers te begeleiden bij het gecombineerd aanvragen van

de benodigde vergunningen en toestemmingen. Ook maakt het centrum werknemers

wegwijs in de regio Amsterdam voor bijvoorbeeld huisvesting, parkeren en onderwijs.

In 2009 realiseerde het Expatcenter een vermindering van de administratieve lastendruk

voor de expat van 23%. Burgers beloonden de dienstverlening van het Expatcenter met

het cijfer 9, bedrijven gaven een 7,7. In 2011 is de waardering van bedrijven gestegen naar

een 8,7.

Om de overlast voor burgers en ondernemers tot een minimum te beperken, schrijft de

gemeente voor dat de uitvoerder van werken in de openbare ruimte een BLVC­plan

opstelt. Daarin staat hoe hij tijdens de werkzaamheden omgaat met de bereikbaarheid

van woningen en bedrijven, de leefbaarheid, de veiligheid in het gebied, de communicatie

over de maatregelen en de tijdsduur.

Ondanks deze voorzorgsmaatregelen komt het voor dat de werkzaamheden zodanig

vertragen dat ondernemers van mening zijn dat de omzetschade het normale ondernemers­

risico (ver) te boven gaat. Dit gebeurt gelukkig niet vaak, maar als het optreedt, is het

heel ingrijpend. Om die gevallen te compenseren, stelt de directie Juridische Zaken een

gemeentebrede algemene verordening nadeelcompensatie op. MKB Amsterdam, de

Kamer van Koophandel, stadsdelen en Economische Zaken zijn hierbij betrokken, vooral

om te bepalen wat ‘ondernemersrisico’ inhoudt. Ook verschijnt in 2011 het handboek

‘Zo werken wij in Amsterdam’ (ZWIA). Dit bevat richtlijnen voor uitvoerders van werken

aan de weg. Het gaat onder meer om hoe ze de bereikbaarheid voor voetgangers en

klanten van bedrijven kunnen waarborgen. Ook heeft bureau Stadsregie van Dienst IVV

in samenwerking met EZ een checklist ‘werken in winkelstraten’ opgesteld voor project­

leiders van de gemeente. Doel is om ondernemers tijdig te betrekken en voldoende

rekening te houden met hun belangen.

In de landelijke ‘Benchmark Gemeentelijk Ondernemersklimaat 2010’40 geven onder­

nemers de dienstverlening (in ruime zin) van de gemeente Amsterdam het cijfer 6.

Dat is een voldoende, maar voor ons niet genoeg. Amsterdam heeft de ambitie om

haar dienstverlening bij de uitvoering van haar (wettelijke) taken te verbeteren.

39 Amsterdam inbusiness is een samenwerkingsverband van de gemeenten Almere, Amstelveen, Haarlemmermeer en

Amsterdam met het doel buitenlandse bedrijven te acquireren en te behouden voor de Regio Amsterdam.40 Ecorys. Benchmark Gemeentelijk Ondernemersklimaat 2010, in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken

ten behoeve van de monitoring doelstellingen Grotestedenbeleid 2005-2009. Deze benchmark wordt helaas niet meer

uitgevoerd in deze bestuursperiode.

Page 38: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!38

3.3.3 Knelpunten

Om de doelstellingen te bereiken, moet er nog veel gebeuren. De meeste activiteiten

vinden in en door de stadsdelen plaats. Zij staan voor een grote opgave om de voor­

genomen activiteiten in te voeren in hun organisatie. De mate van invoering van al

beschikbare producten en het niveau van dienstverlening verschilt per stadsdeel

(inclusief Westpoort). Daarbij gaat het naast de algemene informatievoorziening om de

vergunningclusters omgevingsvergunning, horeca, evenementen, werken in de openbare

ruimte en gevelreclame. Een stevige inzet hierop, maar ook op uitvoering, beheer en

handhaving, is nodig in deze bestuursperiode.41

Verschillende soorten vergunningaanvragen komen bij verschillende onderdelen van

de gemeente binnen voor afhandeling. Vaak werken deze onderdelen niet uniform en is

het onderling uitwisselen van gegevens lastig. Om een ondernemersdossier te kunnen

opbouwen, moeten bestaande processen en systemen op elkaar aansluiten. Doel is om

digitaal ineens alle benodigde aanvragen te kunnen doen, waarbij de gegevens maar

één keer ingevuld te hoeven worden. Het stroomlijnen van de aanvraagprocessen en

de aansluiting van de digitale aanvraagloketten op het (digitale) proces voor vergunning­

afhandeling bij de stadsdelen en diensten maakt dit mogelijk. Dit kost echter tijd.

Om de dienstverlening aan internationale bedrijven te optimaliseren, is goede samen­

werking tussen Investor Development en de stadsdelen essentieel. Daarbij is het wenselijk

dat de accountmanagers van Investor Development per stadsdeel een contactpersoon

hebben. Dit om de complexe knelpunten waar bedrijven in het stadsdeel tegenaan lopen

te coördineren binnen de eigen organisatie. Tevens is Engelstalige dienstverlening (zowel

in woord als schrift) een aandachtspunt.

Om de ondernemer goed te kunnen faciliteren, is een goede behandeling en een eenduidig

aanspreekpunt van belang. Accountmanagement voor ondernemers met complexe (aan)

vragen is nog niet in alle stadsdelen goed belegd. Bovendien gebruiken de account­

managers en loodsen binnen de diensten andere serviceniveaus. Dat moet beter. Onder­

nemers verwachten een meedenkende overheid met medewerkers aan het loket die zich

kunnen inleven in zijn wereld. De ervaringen zijn niet altijd positief en niet overal gelijk.

Het knelpunt bij werken aan de weg zit vooral in de uitvoering en handhaving. Aannemers

die zich niet aan het handboek ZWIA houden, moeten daarop worden aangesproken.

Handhaving is niet goed belegd. Ook is het niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is

voor de werkplaats, bijvoorbeeld in geval van meerdere aannemers voor verschillende

werken.

Ondernemers krijgen de komende jaren naast de werkzaamheden van de NZ­lijn ook te

maken met de herinrichting van de openbare ruimte. Ondanks alle voor ondernemers

genomen maatregelen is het niet ondenkbaar dat zij hier extra hinder van ondervinden.

41 Dit wordt gemeten met het landelijke Normenkader Bedrijven. De 0-meting heeft in de zomer van 2011 plaats-

gevonden. Voldoende scoren: beleving van toezicht, responssnelheid, actualiteit gemeentelijke informatie en

deugdelijke besluitvorming. Onvoldoende scoren: voldoen aan aanvraagtermijn, hersteltermijn, volledigheid

verzoeken en aanvragen, inhoudelijke kennis en deskundigheid, klanttevredenheid en administratieve lasten.

Page 39: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

39Amsterdam onderneemt!

De positie van de ondernemer bij stedelijke vernieuwing is nog niet voldoende geborgd.

In Stedelijke Vernieuwingsplannen hoeft namelijk niet te worden aangegeven hoe wordt

omgegaan met de gevestigde ondernemers. Voor bewoners is dit wel het geval.

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstellingen:

25% vermindering van administratieve lastendruk

Ondernemers in Amsterdam kunnen vanaf eind 2011 op een eenduidige en trans­

parante wijze een aanvraag indienen voor schadevergoeding bij (weg)werkzaamheden

door de invoering van de Algemene Verordening Nadeelcompensatie

Ondernemers ervaren minder hinder van (weg)werkzaamheden42

3.3.4 Inspanningen

Stadsdelen, EZ en DFM uniformeren de werkwijzen en ­processen in de stad. Stadsdelen

zetten bovendien in op het verbeteren van het accountmanagement en de informatie­

voorziening, ook voor de grote en internationale bedrijven. Concern Inkoop zorgt

voor een transparante inkoopregeling voor het MKB en vereenvoudigt de procedure.

De gemeente zet zich op verschillende manieren in voor minder hinder bij wegwerkzaam­

heden. Bij stedelijke vernieuwing wordt rekening gehouden met de gevolgen voor de

ondernemers in het gebied.

42 Meting ondernemerspanel, nulmeting najaar 2011.

Page 40: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!40

4 Ruimte voor ondernemerschap

4.1 Missie en uitgangspunten

Ook ruimtelijke factoren bepalen het ondernemersklimaat van Amsterdam. Bedrijven

hebben letterlijk en figuurlijk ruimte nodig om te ondernemen. Een ondernemer heeft in

de eerste plaats passende huisvesting nodig. Behalve de grootte, zijn ook de kwaliteit en

de locatie van belang. Daarnaast spelen factoren als veiligheid, woon­ en werkomgeving,

bereikbaarheid en digitale infrastructuur een rol.

Amsterdam wil de vestigingsvoorwaarden verbeteren. We zorgen de komende jaren

bijvoorbeeld voor meer geschikte bedrijfshuisvesting: van moderne bedrijventerreinen

tot bedrijfsverzamelgebouwen en voor grote bedrijven tot zzp’ers. We kijken of de

locatie wel de juiste is, in Amsterdam of in de regio.

Ook zetten we ons samen met de ondernemer in voor een veilige bedrijfsomgeving.

De prettige woon­ en leefomgeving van Amsterdam is een van de redenen waarom

bedrijven en mensen zich hier graag vestigen. Dat willen we graag zo houden en zelfs

verbeteren. Een belangrijke randvoorwaarde voor het vestigingsklimaat is de bereikbaar­

heid. Tegenwoordig gaat dat niet alleen over mobiliteit, maar ook over digitale infra­

structuur.

4.2 Meer geschikte bedrijfshuisvesting en -locaties

4.2.1 Belang

Er is een evenwichtige mix nodig van ruimte voor grootschalige en kleinschalige bedrijven.

Daarnaast is een evenwicht tussen de verschillende economische sectoren van belang.

Een gedifferentieerde economische structuur maakt een stad robuust en helpt de

klappen van een crisis op te vangen. Er is dus aandacht nodig voor de specifieke

huis vestingbehoefte van verschillende sectoren.

Verder is een goede ruimtelijke verdeling van economische activiteiten belangrijk. Een

fijnmazige economische structuur met ondernemers in de buurt draagt bijvoorbeeld bij

aan de leefbaarheid van de wijken. Een kwijnend of afkalvend winkelbestand en dito

voorzieningen leiden daarentegen tot verloedering en zijn funest voor de leefbaarheid in

de buurt. De uitstraling en de impact van ondernemers op de buurt is derhalve groot.

Er zijn meer redenen waarom een ruimtelijke visie op economische activiteiten van belang

is. Zo heeft het meerwaarde om bepaalde activiteiten te clusteren. Winkelstraten zijn

bijvoorbeeld een vorm van clustering. Soms wil je activiteiten verder over de stad

verspreiden of komt een probleem juist geconcentreerd in een bepaald gebied voor.

Page 41: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

41Amsterdam onderneemt!

4.2.2 Stand van zaken en knelpunten

In een creatieve, dynamische stad als Amsterdam is er continu vraag naar bedrijfshuisvesting.

Nieuwe bedrijven komen, bestaande bedrijven verhuizen. Grote ondernemingen vragen

duizenden vierkante meters op A­locaties. En zzp’ers zoeken een kantoortje in de buurt

van huis. We hebben voldoende en geschikte ruimte nodig voor alle soorten en maten

van bedrijven. Aangezien het grootste deel van de bedrijven tot het kleinbedrijf behoort,

vergt vooral de beschikbaarheid van voldoende kleinschalige bedrijfsruimte 43 speciale

aandacht.

We kijken goed waar economische activiteiten thuishoren en een meerwaarde creëren.

Zo willen we bijvoorbeeld meer kleinschalige bedrijfsruimtes in de wijken. Ook voor

grootschalige bedrijvigheid reserveren we ruimte. Op sommige gebieden willen we

clustering van bepaalde activiteiten, zoals op de Zuidas en het Science Park. Het ruimte­

lijke kader hebben we vastgelegd in de structuurvisie. De aandacht voor economie blijkt

wel uit de titel: ‘Economisch sterk en duurzaam’44.

Wat betreft geschikte bedrijfshuisvesting en –locaties zien we in Amsterdam een aantal

knelpunten. Op de eerste plaats is er te weinig kleinschalige bedrijfsruimte. Omgekeerd

zijn er veel leegstaande kantoorgebouwen. Ook is er een mismatch tussen vraag en

aanbod bij bedrijventerreinen. En de detailhandel kan beter worden gefaciliteerd in zijn

ruimtevraag. Verder heeft Amsterdam toeristen meer te bieden dan alleen het centrum.

We moeten de hotspots buiten het centrum dan ook onder de aandacht brengen.

Voorwaarde is wel dat er meer hotelkamers komen. Dit is ook van belang voor de congres­

sector. Deze knelpunten en de oplossingen van Amsterdam staan hierna beschreven.

Doel is meer geschikte bedrijfshuisvesting op beter passende locaties.

Een algemeen inzetbaar instrument is het Amsterdamse Accommodatieteam.45 Hier

komen de knelpunten op het gebied van vraag en aanbod van bedrijfshuisvesting bij

elkaar. Zo helpen de bedrijvenloodsen en de stadsloods, maar ook accountmanagers van

stadsdelen veel ondernemingen bij het vinden van geschikte bedrijfsruimte.

4.2.3 Kleinschalige bedrijfsruimte

Van de bedrijven die werkzaam zijn in de oude en nieuwe ambachten, zoals nieuwe

media en ICT, geeft de helft aan dat het vinden van bedrijfsruimte lastig is 46. Deze groep

43 Onder kleinschalige bedrijfsruimte verstaan we kantoor- en bedrijfsruimte tot 150 m² met een marktconforme

huurprijs.44 De ‘Structuurvisie Amsterdam 2040 – Economisch sterk en duurzaam’ is vastgelegd in de gemeenteraad op 21-2-2011.

Dit ruimtelijke kader staat onder regie van de portefeuille Ruimtelijke Ordening. Andere partners zijn het

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam en de zeven stadsdelen. De portefeuille Economische Zaken bewaakt of

de ruimtelijke wens van de economische functies wordt gefaciliteerd en of ze op de beoogde locaties komen.45 Het ATA is een samenwerkingsverband van de bedrijvenloods (EZ), de hotelloods (EZ), de kantorenloods (OGA),

de stadsloods (dRO), het hoofd Bureau Broedplaatsen (PMB) en de programmamanager studenten– en jongeren-

huisvesting (PMB). Ieder werkt vanuit de eigen expertise aan betere matching tussen vraag naar en aanbod van ruimte

in Amsterdam, onder meer in samenwerking met de stadsdelen en projectbureaus.46 Ambachteconomie, eindrapportage, Dienst Onderzoek en Statistiek in opdracht van de dienst Economische Zaken,

december 2010.

Page 42: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!42

behoort voor 97% tot het kleinbedrijf. Van de steeds groter wordende groep zzp’ers

geeft een derde aan hier problemen mee te hebben 47.

Amsterdam zet in op het beter aansluiten van het aanbod op de vraag naar kleinschalige

bedrijfsruimte. Het blijken juist kleine bedrijven te zijn die bijdragen aan een volwaardig

leefmilieu in hun omgeving. Daarom vinden we het belangrijk de functies meer te

mengen en te streven naar meer kleinschalige werkruimte in woongebieden.

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstelling:

Amsterdam wil de huidige voorraad kleinschalige bedrijfsruimte handhaven op ten

minste het niveau van 2009, namelijk 1.140.000 m², én de aard van het aanbod beter

laten aansluiten op de vraag

InspanningenBij stedelijke ontwikkelingen realiseert Amsterdam voor elke opgeleverde woning ook 5 m²

aan kleinschalige bedrijfshuisvesting. Uit het ondernemerspanel moet blijken of vraag van

de ondernemer en het aanbod op elkaar aansluiten. Ook start een pilot conform het

concept van Bureau Broedplaatsen in leegstaande kantoorruimte in een aandachtswijk.

4.2.4 Leegstaande kantoorruimtes

In Amsterdam staan veel kantoorruimtes leeg. Zelfs na het schrappen van veel nieuw­

bouwplannen is er een overschot. Het vestigingsmilieu staat wat betreft werklocaties in

de metropoolregio Amsterdam onder druk. Er is sprake van een hoge structurele leeg­

stand van kantoorruimte, in zowel absolute als relatieve zin. Van de totale voorraad aan

kantoren van 13,5 miljoen m² staat maar liefst 17% leeg. Dit komt neer op 2,2 miljoen m².

Ook in internationaal perspectief is de leegstand in de MRA opvallend hoog.48 Op de

kantorenmarkt doet zich een opvallende tweedeling voor. Aan de bovenkant van de

markt loopt de leegstand terug, maar aan de onderkant van de markt ontstaat juist

structurele leegstand. Conclusie: de kantorenmarkt functioneert niet optimaal.

Ongeveer de helft van het kantooraanbod is incourant. Daarom moeten we deze kantoren

aan de voorraad onttrekken, bijvoorbeeld via sloopnieuwbouw of transformatie. Het gaat

om kantoren die ofwel op ‘verkeerde’ locaties liggen of zo verouderd zijn dat ze niet

meer aansluiten op de hedendaagse vraag.

Amsterdam werkt aan dit vraagstuk vanuit het Platform Bedrijven en Kantoren Metropool­

regio Amsterdam (Plabeka). Deze organisatie neemt maatregelen om overschotten aan

kantoorruimte te herbestemmen en mismatches tegen te gaan. Criteria hierbij zijn niet

bouwen voor leegstand, voorkomen van verloedering en zorgvuldig ruimtegebruik.

Daarnaast worden de publieke investeringen heroverwogen en de opbrengsten uit

grondexploitatie realistischer geboekt. Dit moet leiden tot een transparantere markt

47 ZZP’ers in Amsterdam, Het effect van de economische recessie. Dienst Onderzoek en Statistiek in opdracht van

Economische Zaken, juni 201048 Snoeien om te kunnen bloeien. Concept Uitvoeringsstrategie Plabeka. Platform Bedrijven Kantoren Metropoolregio

Amsterdam, 28 april 2011.

Page 43: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

43Amsterdam onderneemt!

en gezondere marktverhoudingen. Ook helpt de kantorenloods bij het transformeren

van leegstaande kantoren.

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstellingen:

Het in evenwicht brengen van vraag en aanbod door het schrappen van 1,8 miljoen m²

(bruto vloeroppervlak) plancapaciteit kantoren. Dit betreft 40% van het vigerende

planaanbod

Transformatie tot 2020 van 1,5 miljoen m2 kantoorruimte bestaande uit 1,1 miljoen m²

die nu structureel leegstaat en incourant is en 400.000 m² aan panden die nog

verlaten zullen worden door gebruikers die naar nieuwbouw verhuizen

Herontwikkeling van 1,5 miljoen m² kantoren op bestaande locaties in de periode tot

2020 door middel van sloop/nieuwbouw of hoogwaardige renovatie

InspanningenHet Plabeka heeft de opgave om een nieuw evenwicht te creëren omgezet in een uit­

voeringsstrategie voor de periode 2010­2040. In 2011 wordt deze strategie vastgesteld

en wordt er een begin gemaakt met de uitvoering. In het plan staan de rollen en

verantwoordelijkheden van de verschillende partijen omschreven. Marktpartijen zijn

primair verantwoordelijk voor de uitvoering van de herstructurering van bedrijventerreinen

en de herontwikkeling, transformatie of sloop van kantoren. De overheid heeft vooral

een faciliterende functie en kan steun bieden op het gebied van project­ en proces­

management, het creëren van arrangementen en financiële en juridische verruiming van

ontwikkelmogelijkheden. Overheid en markt hebben elkaar nodig om te komen tot een

duurzame economische ontwikkeling van de Metropoolregio Amsterdam. Afspraken en

ontwikkelingen worden daarom bijgehouden met de jaarlijkse Plabeka­monitor.

4.2.5 Mismatch bedrijventerreinen

Waar er een overschot is op de kantorenmarkt, dreigt er op regionale schaal ook een

kwantitatief overschot aan bedrijventerreinen. We hebben 2.200 hectare aan verouderde

bedrijventerreinen. Dit is 30% van het totale volume aan bedrijventerreinen. De herstruc­

turering van deze verouderde terreinen gaat niet zo snel als we hadden gehoopt, ondanks

het instellen van een Pilotbureau Herstructurering Bedrijventerreinen. Amsterdam heeft

zichzelf een grote transformatieopgave gesteld waardoor geen overschot ontstaat, maar

juist evenwicht. Er is wel een tekort aan natte zeehaventerreinen. Een groter probleem

is de kwalitatieve mismatch tussen vraag en aanbod. Er is op korte termijn voldoende

aanbod aan moderne gemengde bedrijventerreinen en transport­ en distributieterreinen.

Maar aan terreinen in de hogere milieuhindercategorieën en binnenstedelijke terreinen is

een kwalitatief tekort.

De mogelijkheden voor het creëren van extra binnenstedelijk terrein zijn beperkt.

Soms kunnen segmenten van bedrijventerreinen onderling worden uitgeruild. Het is

wel een continu aandachtspunt, onder meer in het kader van het transformeren van

sommige terreinen naar woningbouw. Daarnaast is er in de metropoolregio een grote

herstructureringsopgave.

Page 44: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!44

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstellingen:

Het schrappen van 520 hectare plancapaciteit bedrijventerreinen voor de periode

2010­2040. Dit is 23% van het planaanbod

Voortzetting van de aanpak van verouderde bedrijventerreinen door 2.200 hectare te

revitaliseren en te herprofileren

Voor de periode na 2020 ruimte vinden voor het toevoegen van ‘natte’ zeehaventer­

reinen

Meer vestigingsruimte reserveren voor milieuhinderlijke bedrijven.

InspanningenZie bij inspanningen Leegstaande kantoorruimtes (4.2.4)

4.2.6 Faciliteren detailhandel

Amsterdam heeft al een uitgebreid winkelaanbod, maar wil ook oude winkelstraten nieuw

leven inblazen en winkelgebieden en warenmarkten beter op elkaar aansluiten. Een goed

winkelaanbod in de buurt zorgt voor meer sociale cohesie en leefbaarheid in de wijk en

beperkt de (auto)mobiliteit. In gebieden waar de economie achterblijft, maar wél economische

potentie aanwezig is, lokken we investeringen uit van ondernemers. Naast het fijnmazige

(en vaak wat kleinschaligere) winkelaanbod, moeten we ruimte geven om nieuwe, groot­

schalige winkels en winkels van hogere kwaliteit te realiseren. Ook is aandacht voor

nieuwe ontwikkelingen als experience shopping, de opkomst van de webwinkel, nacht­

winkels en pop up­stores nodig.

Deze twee doelstellingen kunnen met elkaar conflicteren. De markt volledig zijn gang

laten gaan, kan ertoe leiden dat winkels naar de periferie trekken. De grond is er goed­

koper en er is meer parkeergelegenheid. Dit kan betekenen dat het winkelaanbod in de

wijken verschraald. Op dit moment is er een tekort aan grote winkelunits en zijn er

tegelijkertijd te veel winkels die krap in hun jasje zitten. Er is veel vraag, maar onvoldoende

ruimte voor nieuwe initiatieven, zoals kwalitatief goede internationale winkelketens. Het

is de kunst voor Amsterdam om te zorgen voor een goed evenwicht tussen een fijnmazig

aanbod van in ieder geval winkels in dagelijkse artikelen in de wijk, beschikbaarheid van

grote(re) winkelunits en een divers en kwalitatief hoogwaardig winkelaanbod. Dit leidt

tot een aantrekkelijk winkelaanbod met grotere aantrekkingskracht op toeristen,

Amsterdammers en bezoekers uit de regio. Dit betekent inkomsten en werkgelegenheid

voor de stad. Sommige ontwikkelingen hebben ook effect op de regio. Regionale

afstemming blijft dan ook nodig.

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstelling:

In 2011 stellen Amsterdam en de Stadsregio Amsterdam nieuw detailhandelsbeleid op

voor de periode 2011­2015 en de partijen stemmen dit op elkaar af

InspanningenDe oude detailhandelsvisie voldoet niet meer en sluit onvoldoende aan bij trends in de

retailmarkt, zoals schaalvergroting en ­vergroving, branchevervaging en veranderde eisen

uit de markt. Amsterdam en de Stadsregio Amsterdam gaan daarom in overleg met

andere partijen aan de slag om tot een nieuwe visie te komen die zorgt dat vraag en

aanbod beter op elkaar aan gaan sluiten.

Page 45: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

45Amsterdam onderneemt!

4.2.7 Faciliteren toerisme

Amsterdam is een prachtstad met een rijke geschiedenis en vele onontdekte plekken.

Jaarlijks trekt dit miljoenen bezoekers. In 2009 waren er 8 miljoen hotelovernachtingen in

Amsterdam en besteedden bezoekers samen 5,5 miljard in de stad. In totaal levert het

toerisme in Amsterdam 49.000 arbeidsplaatsen op, zo’n 11% van de totale werkgelegen­

heid.

De meeste bezoekers gaan naar het centrum van Amsterdam. Er is weinig ruimte voor

verdere groei, want de hotelkamers zitten vol en de druk voor bewoners is groot. Als

Amsterdam meer toeristen wil trekken en de positieve effecten van toerisme over de

stad wil verspreiden, dan moeten we gebieden buiten het centrum beter ontsluiten.

In de beleidsnotitie ‘Ontdek Amsterdam’ is afgesproken intensiever te gaan werken aan

het spreiden van bezoekersstromen.

Gelukkig zijn er genoeg plekken buiten het centrum interessant voor toeristen.

Om toeristen te trekken, hebben deze locaties onderling een onderscheidend imago

aan genomen. Dit imago sluit aan bij het karakter van het gebied, maar kan beter terug­

komen in het aanbod aan winkels, horeca, evenementen en attracties. Ook dienen

enkele knelpunten op het gebied van rondvaart en touringcars te verminderen.

Een divers aanbod aan overnachtingsmogelijkheden is nodig om aan te sluiten bij de

vraag. Voldoende hotelcapaciteit (een gemiddelde bezettingsgraad van 75%) is voor

Amsterdam een basisvoorwaarde om haar economische doelstellingen, zoals versterking

van de positie als vestigingsstad voor bedrijven en versterking van de stad als toeristi­

sche en congresbestemming, te bereiken. De markt zal in de periode 2006­2015 naar

verwachting 5.500 kamers realiseren. Dit ligt onder de huidige doelstelling van 6.000

extra kamers in 2015 en de ambitie om in deze periode 9.000 kamers toe te voegen aan

de voorraad. De spreiding van hotels blijft achter. Daar zullen we de komende jaren extra

aandacht aan moeten besteden. Daarnaast is er relatief weinig aanbod in het segment

van 1,2 en 3 sterren en zijn er weinig kleinschalige hotelinitiatieven. Indien de hotelmarkt

aantrekt, kan de doelstelling worden aangepast aan de vraagontwikkeling.

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstelling:

Het realiseren van tussen de 6.000 en 9.000 extra hotelkamers in 2015 ten opzichte

van 2006. Hiervan dient 53% in het segment van 1, 2 en 3 sterren te zitten en moet

minimaal 17% kleinschalige initiatieven betreffen (minder dan 50 kamers)

In 2014 is het verschil tussen het centrum en de andere stadsdelen afgenomen door

een hoger groeitempo op het gebied van capaciteit en bezetting van hotelkamers,

toeristische banen en toeristische basisvoorzieningen

InspanningenStadsdelen, EZ en de sector stellen een nieuw toeristisch beleidskader op voor Amsterdam.

Ook komt er een Plan van Aanpak voor de focusgebieden op basis van de evaluatie van

Ontdek Amsterdam. Stadsdelen ontwikkelen toeristische trekkers in de nieuwe focus­

gebieden buiten het centrum en de benodigde voorzieningen eromheen, zoals hotels en

horeca.

Page 46: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!46

4.3 Veiliger kunnen ondernemen

4.3.1 Belang

Veiligheid is een noodzakelijke basisvoorwaarde voor een gezond ondernemersklimaat.

Een veilig ondernemersklimaat leidt tot minder schade en verpaupering, sterkere sociale

samenhang en meer banen. Bedrijven zijn twee keer zo vaak slachtoffer van criminaliteit

als burgers. Jaarlijks is landelijk de materiële schade voor het bedrijfsleven ongeveer

3 miljard 49. Naast de financiële schade is er ook het persoonlijk letsel en leed van

personeel, eigenaren van bedrijven en klanten. Binnen het bedrijfsleven zijn er veel

verschillen tussen sectoren. Het aantal bedrijven dat getroffen wordt door inbraken, over­

vallen en diefstallen is relatief gezien het grootst in de detailhandel, horeca en transport.

4.3.2 Stand van zaken

Amsterdam werkt sinds 2003 in het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Amsterdam­

Amstelland (RPC) om de veiligheid voor ondernemers te verbeteren. De 27 convenant­

partners in het RPC zijn, naast de gemeente Amsterdam, de Amstelland­gemeenten,

politie, openbaar ministerie, de Kamer van Koophandel en het georganiseerde bedrijfsle­

ven. Het RPC huurt een Veiligheidsmanager in om de inspanningen te coördineren.

Veiligheid is niet één beleidsterrein. Het RPC richt zich vooral op preventie van winkel­

diefstal, inbraak en overvallen. Alle inspanningen van de partners of door de partners

gezamenlijk staan in een jaarlijks actieprogramma van de stuurgroep50 van het RPC.

Ze vormen één schakel van het veiligheidsbeleid van de gemeente, politie en anderen.

Zo kan het beleid dat is gericht op het verminderen van schooluitval er indirect voor

zorgen dat minder jeugd in het criminele circuit belandt. Dit doordat hun kans op een

baan wordt vergroot. Meer inzet van politie gericht op het opsporen van overvallers,

kan leiden tot grotere pakkans en daarmee een daling van het aantal overvallen.

Vanwege de indirecte effecten is het resultaat per inspanning op de criminaliteit moeilijk

te meten. Een verandering van het aantal delicten heeft (bijna) altijd meerdere oorzaken.

Een daling van criminaliteit tegen ondernemers kan komen door de verbeterde beveiliging

van ondernemers, maar ook doordat er minder contant geld aanwezig is, er meer politie

surveilleert in winkelstraten of doordat het jeugdbeleid erin slaagt meer jongeren op

school te houden. Het zal een samenhang van al deze factoren zijn die er uiteindelijk voor

zorgt dat de criminaliteit daalt.

De laatste jaren daalde het aantal overvallen ondanks alle inspanningen niet. In 2009 is

zelfs sprake geweest van een sterke landelijke stijging. Door een integrale aanpak is

deze trend in 2010 gekeerd en is het aantal overvallen op ondernemers met ruim 18%

gedaald. Amsterdam zet ook voor 2014 in op minder criminaliteit tegen ondernemers.

De doelstellingen zijn vastgelegd in het convenant voor het RPC, dat loopt van 2011 tot

en met 2014, en opgenomen in het Regionale Veiligheidsplan.

49 Website Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid (CCV)50 De stuurgroep van het RPC bestaat uit de driehoek, de KvK en een afvaardiging van de Amstelland-gemeenten en

het georganiseerde bedrijfsleven.

Page 47: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

47Amsterdam onderneemt!

Het RPC heeft verschillende instrumenten, zoals de subsidieregeling Veilig Ondernemen,

het aanbieden van gratis veiligheidsscans (preventief en als een ondernemer is overvallen)

en het geven van veiligheidstrainingen. Dit om ondernemers bewust te maken. En om

hen te stimuleren te investeren in hun veiligheid. Nieuwe instrumenten in de stad zijn

DNA­spray, cashless zones (stimuleren pinnen) en overlastdonatie (het geven van een

civielrechtelijke boete aan een winkeldief naast de strafrechtelijke procedure). Ook worden

ondernemers gestimuleerd om gezamenlijk Keurmerk Veilig Ondernemen­trajecten op te

zetten of andere initiatieven te ontplooien die gericht zijn op schoon, heel en veilig. Veilig

ondernemen doe je immers samen.

4.3.3 Knelpunten

Ondernemers zijn zich lang niet altijd bewust van hun veiligheid of van de maatregelen

die ze kunnen nemen. Ook zijn ze niet gemakkelijk te bewegen om te investeren in hun

veiligheid. Dit terwijl er jaarlijks meer dan 300 overvallen plaatsvinden. Ook wordt lang

niet altijd aangifte gedaan van criminaliteit tegen ondernemers, met name bij winkel­

diefstal.

De gemeente Amsterdam heeft de afgelopen jaren veel financiële middelen beschikbaar

gesteld om vooral ondernemers bewust te maken van hun veiligheidssituatie (veiligheids­

scans) en om ondernemers te stimuleren te investeren in veiligheid (subsidieregeling

Veilig Ondernemen) In het licht van de bezuinigingen zullen deze instrumenten naar

verwachting in of aan het eind van 2011 niet meer beschikbaar zijn, of anders in afgeslankte

vorm. Dus moeten we slimmer en efficiënter met de beschikbare middelen omgaan.

Dat wil zeggen dat we beter moeten focussen op probleemgebieden en dat bepaalde

instrumenten niet meer voor alle ondernemers beschikbaar zullen zijn.

Dit betekent dat we de samenwerking binnen het RPC moeten intensiveren en dat we de

instrumenten moeten verbeteren. De Veiligheidsmanager speelt hierbij een belangrijke

rol. We hebben meer inzicht nodig in welk instrument op welke locatie het beste werkt.

Zo functioneert overlastdonatie nu niet optimaal en moet dieper worden ingegaan op

de effectiviteit van nieuwe instrumenten, zoals cashless zones en DNA­spray.

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstelling:

Het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Amsterdam Amstelland stelt iedere

twee jaar een actieprogramma op. Dit programma is gericht op het verbeteren van de

veiligheid van ondernemers met als effect (1) het aantal winkeldiefstallen in 2014 met

10% terug te brengen, (2) het aantal inbraken in ondernemingen in 2014 met 10%

te verminderen en (3) het aantal overvallen op ondernemers in 2014 met 23% te

reduceren (maximaal 300 overvallen op ondernemers per jaar)

4.3.4 Inspanningen

Het RPC voert de afspraken uit van het convenant voor de periode 2011 tot en met 2014

met de bestaande en nieuwe instrumenten. De gebiedsgerichte aanpak wordt verder

uitgerold in gebieden met de grootste problematiek en de Campagne Veilig Ondernemen

blijft lopen om ondernemers bewust te maken van veiligheid.

Page 48: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!48

4.4 Prettige woon- en leefomgeving

4.4.1 Belang

Steden verschillen sterk in hun aantrekkingskracht op mensen en bedrijven. Economische

kansen zijn hierbij van grote invloed (variëteit van banen, goede bereikbaarheid, loonniveau).

Verder is de ligging belangrijk (nabijheid van natuur, parken, de zee) en het voorzieningen­

aanbod (cultureel en culinair aanbod, luxe en dagelijkse winkels, een historische binnen­

stad, universiteiten). Tot slot spelen sociale kenmerken zoals sociale cohesie, sociaal

kapitaal en onderling vertrouwen een rol. In hun negatieve verschijningsvormen, zoals

verloedering en onveiligheid, pakken zij nadelig uit voor een stad.

Vergeleken met andere Nederlandse steden biedt Amsterdam meer werkgelegenheid,

hogere productiviteit en grotere specialisatie. De lonen zijn zelfs hoger dan je op basis

van deze aspecten zou verwachten. De Amsterdamse aantrekkingskracht is te verklaren

uit economische factoren, maar ook uit de kwaliteit van het voorzieningenniveau en

natuurlijke de ligging. Ook qua sociale kenmerken scoort Amsterdam goed.

Dit alles maakt Amsterdam een aantrekkelijke stad voor mensen met een voorkeur voor

grootstedelijke leefstijlen en voor hoogwaardige banen in de niet­industriële sectoren.51

Voor Amsterdam geldt dat het werk (de banen) het wonen (de mensen) volgt.52 Andersom

geldt dat (potentiële) bewoners daar gaan wonen waar zicht is op voldoende werk.

Steden waar je de verschillende fases in je carrière kunt realiseren, hebben een streepje

voor. Amsterdam is zo’n stad. Hoofdkantoren van multinationals, kennisintensieve onder­

nemingen trekken de aandacht van (potentiële) bewoners. De relatie tussen wonen en

werken is wederkerig.

4.4.2 Stand van zaken

Amsterdam heeft een imago van openheid, tolerantie en gezelligheid53. Dit maakt de

stad aantrekkelijk voor haar bewoners en voor buitenlandse bezoekers en bedrijven.

Bijna 70% van (buitenlandse) bezoekers en bewoners ziet Amsterdam als een leefbare

stad. Verder onderscheidt Amsterdam zich van haar concurrenten door haar ruimtelijke

kleinschaligheid en de veelheid en diversiteit aan functies op de vierkante kilometer.

Amsterdam heeft een hoge kwaliteit van leven voor bewoners, bezoekers en bedrijven.

De hoge leefkwaliteit van de Amsterdamse metropool is niet vanzelfsprekend, maar het

is een kwaliteit die blijvend moet worden bewaakt. The Netherlands Foreign Investment

Agency signaleert dat naast de ‘harde’ factoren, ook de zakelijke cultuur en de kwaliteit

van leven belangrijke redenen zijn om te investeren of een bedrijf te vestigen in Nederland.

Amsterdam biedt alle voordelen van een kosmopolitische woon­ en zakenstad, maar op

een intieme schaal. De verhouding tussen werk en privé in Nederland is veelgeprezen.

En de lokale arbeidspopulatie is hoogopgeleid, meertalig, multicultureel, tolerant, open,

51 CPB 2011 – Stad en land.52 De aantrekkelijke stad. Gerard Marlet, 2009.53 Waarden die de ‘soul of the city’ bepalen en aantrekking uitoefenen op een hoogopgeleide creatieve klasse zoals

Richard Florida schrijft in The Flight of the Creative Class in 2005.

Page 49: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

49Amsterdam onderneemt!

en onafhankelijk. Met bijna 175 nationaliteiten is Amsterdam werkelijk een ‘global village’.

Vele expats (meest West­Europeanen) blijven hier gemiddeld dan ook langer (3 tot 5 jaar)

dan in meeste andere Europese steden; zij willen hier ook vaker permanent blijven wonen.

Terrassen zorgen voor gezelligheid in de stad, voor zowel Amsterdammers als bezoekers.

Het draagt bij aan het bruisende imago van Amsterdam. Op dit moment herziet Amsterdam

het terrassenbeleid om tot een passende balans tussen het belang van bewoners en

ondernemers te komen. OOV trekt dit project. De nieuwe richting van het terrassenbeleid

zorgt ervoor dat in verschillende gebieden verschillende openingstijden voor terrassen

mogen gelden, afhankelijk of het een uitgaansgebied, een woongebied of een gemengd

gebied is.

4.4.3 Knelpunten

De woningmarkt zit op slot en het bestaande aanbod sluit niet aan op de behoeften.

De mismatch tussen de vraag naar en het aanbod van passende woonruimte betreft

niet alleen de sociale huursector. Ook expats en overige internationals (free movers en

studenten), jonge mensen die elders in Nederland hebben gestudeerd en hier hun baan

vinden en vele mensen met een middeninkomen zoeken een comfortabel en betaalbaar

huur­ of koopappartement in het centrum of dichterbij, terwijl expats met gezinnen in de

groene randgemeenten huizen willen kunnen huren op tijdelijke basis. De roep is om veel

meer huurwoningen tussen 500 en 1000. Het bestaande woningaanbod, de huidige

rem op nieuwbouw door de crisis en zeker ook de regelgeving houden dit tegen. Hier­

door kan Amsterdam minder (talentvolle) mensen aantrekken uit Nederland of van

daarbuiten. Gezien de toekomstige krapte op de arbeidsmarkt vormt dit een rem op

economische groei.

De Amsterdamse regio kampt met een tekort aan Engelstalig internationaal onderwijs.

De internationale scholen in de directe nabijheid van Amsterdam kennen wachtlijsten

voor verschillende leeftijden en moeten dan ook regelmatig kinderen weigeren. Bij

vestigingsbeslissingen van bedrijven weegt deze twijfel over geschikte leerplekken voor

de kinderen van expats zwaarder dan bijvoorbeeld beschikbare kantoorruimte.

Het versterken van de leefbaarheid in de stad vereist dat de achterstandswijken ook

economisch in de lift komen. Nu ontbreekt het in die wijken veelal aan een fijnmazig

netwerk van economische voorzieningen, van buurtwinkels en kleine bedrijven. Zulke

voorzieningen zijn doorgaans een noodzakelijk vliegwiel voor de leefbaarheid van een

buurt, want mensen komen elkaar tegen in de winkels en ondernemers zijn vaak actief

in het verbeteren van de leefbaarheid.

Bij het terrassenbeleid speelt altijd de discussie tussen de belangen van bewoners en

die van ondernemers. Bewoners verwachten dat ondernemers die overlast veroorzaken,

maatregelen treffen en dat anders de overheid optreedt. Daarvoor is goede registratie

van meldingen van belang en voldoende capaciteit voor handhaving. Dit laatste is vaak

een knelpunt.

Page 50: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!50

Om de knelpunten op te lossen, monitoren we het bereiken van de volgende doelstellingen:

In de huidige Collegeperiode (2010­2014) breiden de drie Engelstalige internationale

scholen hun capaciteit uit met 400 extra plaatsen

Het woningaanbod in Amsterdam is beter afgestemd op de vraag van de werknemers

van internationale bedrijven, de expats en overige internationals. Dit moet blijken

uit het tweejaarlijkse onderzoek van het Expatcenter naar de knelpunten die inter­

nationale bedrijven ervaren bij het vestigen in de regio Amsterdam

4.4.4 Inspanningen

Het Expatcentre onderzoekt twee keer per jaar tegen welke knelpunten internationale

bedrijven en hun werknemers oplopen bij de vestiging in de regio Amsterdam. Ze zorgt

samen met partners dat expats en kenniswerkers herkend worden als doelgroep, zoals nu

in het woningbeleid en internationaal onderwijs.

4.5 Betere bereikbaarheid

4.5.1 Belang

Amsterdam heeft haar goede naam en reputatie als internationaal zaken­ en handels­

centrum mede te danken aan haar ligging in West­Europa en de functie als logistiek

knooppunt 54. De stad ligt tussen de grootste Europese economieën (Groot­Brittannië,

Duitsland, Frankrijk) en op acht minuten van Schiphol per trein. Met Schiphol, inter­

nationale weg­ en treinverbindingen, de Haven en veel ruimte voor de fiets heeft

Amsterdam qua bereikbaarheid al veel in huis.

Schiphol is een internationaal knooppunt in het vliegverkeer, een hub. Dit is voor

Amsterdam van groot belang. We hebben veel bedrijven en hoofdkantoren die frequente

verbindingen nodig hebben met economische centra binnen en buiten Europa. Schiphol

levert daarnaast werkgelegenheid voor circa 125.000 mensen.

Bereikbaarheid is een harde randvoorwaarde voor ondernemers. Het is cruciaal voor de

aan­ en afvoer van producten en grondstoffen en de toegang voor werknemers, zaken­

relaties en potentiële klanten. Ook is er parkeerruimte nodig voor economische functies,

zoals laden en lossen, taxistandplaatsen, touringcarhaltes en kort parkeren voor volume­

aankopen.

Voor het versterken van de economische kracht van de Metropoolregio Amsterdam is

een goede bereikbaarheid dus essentieel. Temeer daar alles er op wijst dat het aantal

bedrijven en het aantal inwoners de komende decennia blijven toenemen. Daarmee blijft

ook de mobiliteitsbehoefte stijgen. In de lijn van de Structuurvisie55 zijn er op het gebied

van mobiliteit twee voorwaarden om als stad aantrekkelijk te zijn. Men moet er gemakkelijk

kunnen komen en het moet aangenaam zijn om er te verblijven.

54 Global Business Gateway. Economische Agenda Metropoolregio Amsterdam 2010-2014. PRES, december 2009.55 De ‘Structuurvisie Amsterdam 2040 – Economisch sterk en duurzaam’ is vastgelegd in de gemeenteraad op 17-2-2011.

Page 51: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

51Amsterdam onderneemt!

Bij verdere economische groei hoort meer, sneller en betrouwbaarder transport van

goederen en mensen. Maar ook de digitale bereikbaarheid heeft een grote impact op

de Amsterdamse economie. Voor bedrijven en voor burgers is digitale connectiviteit, op

alle terreinen van leven en werken, van belang voor groei en innovatie. ICT­technologie

kan de basis geven aan vernieuwing en slimme toepassingen in de zorg, het onderwijs

en duurzaamheid. Dit geldt niet alleen voor bedrijven en organisaties: 90% van de

Amsterdammers is actief op het web.

4.5.2 Stand van zaken

Investeren in het verbeteren van de bereikbaarheid is een topprioriteit voor Amsterdam.

De afgelopen 10 jaar hebben Rijk en regionale overheden al circa 7 miljard geïnvesteerd

in het verbeteren van de bereikbaarheid van de metropool Amsterdam. Amsterdam zet in

op betere bereikbaarheid over weg, water en spoor en betere aansluiting van de verschil­

lende soorten vervoer op elkaar. 56 Er gaat veel aandacht uit naar het verbeteren van

OV­ en fietsvoorzieningen. De aanpak hiervan beoogt minder congestie van vracht­ en

autoverkeer op de weg. Daarbij is het van belang om ook binnen de stad voorzieningen

bereikbaar te houden en ruimte te geven voor het parkeren van auto of fiets dicht bij een

winkel, restaurant, museum, kantoor en woning.

Er zijn al stappen gezet met de aanleg van 120 kilometer aan spitsstroken, het autoluw

maken van de binnenstad, het investeren in betere railverbindingen (o.a. HSL­lijn naar

Parijs) en de aanleg van directe pijplijnverbindingen van olieplatforms op de Noordzee

met opslagtanks in de Amsterdamse haven. Ook hebben Rijk en gemeenteraad inge­

stemd met de verbreding van de sluizen bij IJmuiden. De snelle busverbinding tussen

Amsterdam en Purmerend en de Zuidtangent zijn een succes. En treinen rijden vaker dan

voorheen. Van groot economisch belang voor de stad en de metropool wordt de opleve­

ring van de Noord­Zuidlijn in 2017.

Op Schiphol is nog enige verdere groei mogelijk (tot maximaal 510.000 vliegbewegingen

per jaar tot 2020) conform de afspraken van de Luchtvaartnota. Amsterdam ondersteunt

de concurrentiepositie van Schiphol als belangrijke global hub met een uitgebreid en

kwalitatief hoogwaardig bestemmingennetwerk. De toekomst van Schiphol wordt

besproken aan de Alderstafel, die werkt aan een advies gericht op de periode 2018/2020.

Gezien hun belang voor de economie geeft Amsterdam prioriteit aan de bereikbaarheid

en aantrekkelijkheid van de drukke bezoekers­ en stadsstraten. In deze straten zijn veel

winkels en uitgaansgelegenheden. Bij herinrichtingen krijgen economische functies extra

ruimte. Dit betreft laden en lossen, taxistandplaatsen, touringcarhaltes en kort parkeren

voor volumeaankopen.

Er worden diverse maatregelen genomen om de nadelige effecten van mobiliteit tegen

te gaan. Dit betreft de bouw van (geluids)schermen. Of het verleggen, ondergronds

brengen of overkluizen van wegen. Ook worden het wegvervoer en het goederentrans­

port slimmer georganiseerd door toeritdoseringen en dynamische route­informatie.

Samen met het bedrijfsleven vinden acties plaats om de mobiliteit meer te spreiden over

56 Zie voetnoot 9.

Page 52: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!52

de tijd. Belangrijk voor Amsterdam is het schoner maken van het autoverkeer. We bouwen

een dicht netwerk aan oplaadpunten voor elektrische auto’s.

Amsterdam is al een digitale hub van internationaal formaat. AMS­IX (Amsterdam Internet

Exchange) is het internetknooppunt met het grootste aantal aangesloten partijen in

Europa. De aanwezigheid van dit ‘digitale rangeerplatform’ garandeert dat de kwaliteit

en capaciteit van de beschikbare digitale infrastructuur gelijke tred houdt met de steeds

snellere ontwikkelingen op het gebied van informatietechnologie en toepassingen

ervan. Het heeft ook grote aantrekkingskracht op internationale internetproviders en

op innovatieve ICT­bedrijven.

Amsterdam wil de mogelijkheden van de digitale infrastructuur beter benutten en

zichzelf sterker positioneren als toonaangevende ICT­stad. Door de aanleg van een

omvangrijk glasvezelnet wil Amsterdam hierin voorzien. De capaciteit van dit netwerk is

voldoende groot om in de komende twintig jaar goed te kunnen voorzien in de digitale

behoeften.

4.5.3 Knelpunten

Groeiende mobiliteit zorgt voor hinder door geluid en uitstoot en voor extra druk op de

toch al schaarse openbare ruimte binnen en de waardevolle open ruimte buiten de stad.

Amsterdam wil een lagere CO2­uitstoot realiseren en tegelijk bereikbaar blijven. De

bereikbaarheid staat onder toenemende druk door de verdere groei van de regio en de

groeiende mobiliteit. Zonder maatregelen lopen de wegen vol en aan de OV­verbindingen

in de regio kan nog veel worden verbeterd. De metropoolregio Amsterdam is nog

onvoldoende aangesloten op Europese hogesnelheidsnetwerken. Dat moet beter.

Ook moeten we investeren in een uitbreiding van de overslaghaven bij IJmuiden om

knelpunten bij tunnels te kunnen omzeilen.

Congestie­ en duurzaamheidproblemen pakt Amsterdam niet alleen op. Het vraagt om

een grotere nationale inspanning én een sterkere gezamenlijke regie met de andere

metropoolgemeenten. Prioriteit heeft de zone Schiphol­Amsterdam­Almere. Dit is

dé ruimtelijke ontwikkelingsas van de metropoolregio. Om die reden vinden er forse

investeringen plaats in de snelwegverbinding en de spoorcapaciteit tussen deze kernen.

Binnen Amsterdam zorgen de smalle straten voor ruimtegebrek. Het gaat daarbij

zowel om ruimte voor stilstaande voertuigen (geparkeerde auto’s, gestalde fietsen,

laad/losfaciliteiten, halteplaatsen voor taxi’s en touringcars) als om bewegingsruimte

voor voetgangers, fietsers, auto en OV en om de ruimtelijke kwaliteit in het algemeen

(verblijf en gebruik). In de uitrol van het centrumgebied zal in de toekomst minder ruimte

voor de auto zijn. Om Amsterdam bereikbaar te houden voor toeristen is voldoende

ruimte voor touringcars van belang en mogelijk een tweede cruiseterminal.

Wegopbrekingen en stedelijke vernieuwing kunnen ondernemers (tijdelijk) moeilijk

bereikbaar maken. Amsterdam vindt het belangrijk om ondernemers in een vroeg stadium

te betrekken bij eventuele plannen en hun belang te borgen.57 Betrokkenheid van

57 Zie tevens paragraaf 3.3.2 over de nadeelcompensatieregeling en ZWIA.

Page 53: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

53Amsterdam onderneemt!

ondernemers kan bovendien zorgen voor het behoud van voldoende betaalbare bedrijfs­

huisvesting en daarmee voor voldoende leefbaarheid, bedrijvigheid en banen in de

wijken.58

De huidige hubfunctie van Schiphol staat onder druk door de opkomst van andere goed

gepositioneerde hubs buiten Europa, zoals Dubai. Dit betekent dat delen van het inter­

nationale netwerk dreigen te verdwijnen. Dit is een directe bedreiging voor de economie

van de metropoolregio en Nederland vanwege de met de nabijheid van Schiphol samen­

hangende vestiging van (grote) internationale bedrijven (zoals op de Zuidas) en daaruit

voortvloeiende werkgelegenheid.

4.5.4 Inspanningen

Tussen 2010 en 2020 investeren Rijk en regio zo’n € 10 miljard in de bereikbaarheid van de

metropoolregio Amsterdam. Daarmee krijgt het wegennet een flinke injectie: verbreding

van 80 kilometer aan autosnelweg, aanleg van Westrandweg inclusief tweede Coentunnel

en opwaardering van de N201. Zowel de snelwegverbinding als de spoorcapaciteit

Schiphol­Amsterdam­Almere wordt fors verbeterd. Er vinden innovaties plaats in duur­

zaamheid en benutting van vervoersnetwerken: eigentijdse bussen, aantrekkelijke trams

en treinen, dynamische reizigersinformatiesystemen, herinrichting overstappunten

inclusief P+R en introductie Randstad­Net. In het metrosysteem in Amsterdam vinden

forse vervangingsinvesteringen plaats. Hinder door bouwwerkzaamheden wordt zoveel

mogelijk beperkt via tijdelijke voorzieningen en gerichte communicatie.

Voor de stedelijke mobiliteitsopgave wordt de Mobiliteitsaanpak Amsterdam gemaakt,

samen met de Kamer van Koophandel. Dit wordt gevolgd door uitwerkings­ en uitvoe­

ringsplannen voor verkeerveiligheid, brom­/snorfietsen, fiets, autoluwe stad, touringcars,

parkeer/P+R, VGS en goederen. Herinrichtingsplannen worden getoetst op basis van

principes mobiliteitsaanpak.

Ten slotte vindt aanleg van een dekkend glasvezelnetwerk plaats. De meeste inspanningen

worden aan gemeentezijde getrokken door DIVV en zijn daarom niet verder opgenomen

in de AOP­agenda. EZ houdt de knelpunten voor ondernemers en de economische

gevolgen van maatregelen in de gaten.

58 Handboek Wijkeconomie, Seinpost Adviesbureau en OTB/TU Delft, i.o.v. Ministerie van Economische Zaken,

mei 2010, p.12.

Page 54: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!54

5 Uitvoering, geld en monitoring

5.1 Uitvoering

Op 5 november 2010 vormde de conferentie ‘Amsterdam Onderneemt!’ de aftrap voor

het AOP. De aanwezige organisaties wilden graag meedenken en actief bijdragen aan

een beter Amsterdams ondernemersklimaat. In de periode die volgde, heeft Economi­

sche Zaken overlegd met vele Amsterdamse en regionale gremia en organisaties over de

opbouw, reikwijdte, samenhang en concrete doelstellingen van het programma. Dit soms

voor beleidsmatige input voor het gehele programma en soms voor een specifiek (sub)

doel van het AOP. Een overzicht van de partners die bijdragen aan het programma vindt

u in bijlage II.

We houden de ‘vinger aan pols’ voor de verschillende doelen door het langetermijndoel

te monitoren. Voor het oplossen of verminderen van de knelpunten die dit langetermijn­

doel belemmeren, hebben we een aantal doelstellingen geformuleerd. Deze vormen de

verbinding tussen het programma en de AOP­agenda’s.

De AOP­agenda’s geven een overzicht van de inspanningen die worden gedaan om de

doelstellingen te realiseren. Daarbij hebben we aangegeven wat de situatie is in 2011 en

de planning voor wat we willen bereiken in 2012 en 2014. Ook hebben we weergegeven

wie de opdrachtgever is, de uitvoerder van de inspanning en wie de stakeholders zijn.

Voor zover bekend zijn de kosten en de dekking opgenomen in de AOP­agenda. De

AOP­agenda’s worden jaarlijks gemonitord en geactualiseerd.

5.2 Financiële middelen

Het AOP is een bundeling van bestaande en nieuwe inspanningen die allemaal hun eigen

geldstromen hebben. Het programma kent geen aparte financiële uitwerking. Er wordt

geen geld voor het programma als geheel aangevraagd. We regelen de financiering via

de onderliggende inspanningen. Dat betekent dat alle resultaten, inspanningen, projecten

en deelprogramma’s die gezamenlijk het AOP vormen, een eigen dekking kennen.

In de AOP­agenda’s staan deze kosten en dekkingen globaal weergegeven. Elk jaar

worden de agenda’s aangepast met nieuwe inspanningen en de bijbehorende financiën.

Page 55: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

55Amsterdam onderneemt!

5.3 Monitoring

5.3.1 Doel

Om de komende jaren te kunnen volgen of het AOP slaagt in haar doelstellingen,

hebben we O+S gevraagd een monitoringsysteem op te zetten. Het AOP is een breed

actie programma, te herleiden tot drie randvoorwaarden: succesvolle ondernemers,

samen werking tussen gemeente en ondernemer en ruimte voor ondernemerschap.

Per randvoorwaarde hebben we een algemeen doel bepaald. Deze doelstellingen zijn

uitgewerkt in knelpunten met bijbehorende subdoelen. De subdoelen zijn vervolgens

zoveel mogelijk geoperationaliseerd in SMART­doelen, doelen die Specifiek, Meetbaar,

Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden zijn.

5.3.2 De aanpak

Om te kunnen meten of er voortgang wordt geboekt op de gestelde doelen zal er één

keer per jaar worden gemonitord. Het monitoren begint met een nulmeting. Deze is

gepland voor het najaar van 2011.

Bestaande data Voor de meeste doelen kunnen we een nulmeting uitvoeren op basis van bestaande

registraties of evaluaties. De indicatoren die hiervoor zullen worden gebruikt, worden

nu al geïnventariseerd en zullen deel uitmaken van de AOP­agenda.

OndernemerspanelIn sommige gevallen zijn er geen registraties of evaluaties, bijvoorbeeld bij het onder­

nemerloket. Het is de bedoeling is om het loket vraaggericht te maken. Dit vereist contact

met de ondernemer. Ook voor andere onderwerpen, waar de mening of ervaring van de

ondernemers telt, zal de ondernemer worden benaderd. Op die manier willen we de

ondernemer niet alleen faciliteren, maar ook stimuleren.

Om ondernemers digitaal en efficiënt te kunnen benaderen, zullen we een ondernemers­

panel opzetten. Voor de zomer gaat O+S een pilot uitvoeren in een nader te benoemen

stadsdeel. Van ongeveer de helft van de ondernemers van Amsterdam is bij O+S een

e­mailadres bekend. Deze ondernemers zullen per e­mail worden gevraagd of ze deel

willen uitmaken van een ondernemerspanel. Bij de uitnodiging geven we aan voor welk

onderzoek ze het eerst worden benaderd, als ze toetreden. Om de bekendheid van het

panel te vergroten, zetten we na de eerste ronde andere kanalen in. Als deze aanpak

succesvol blijkt, zal de rest van de stad volgen. We streven naar een ondernemerspanel

van enige omvang, met een ruime variatie in ondernemingsgrootte en sector.

Page 56: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!56

Inzet ondernemerspanel Een ondernemerspanel van enkele duizenden ondernemers kan op verschillende

manieren worden ingezet om de vinger aan de pols te houden bij ondernemers.

Dit kan door:

Bestaande knelpunten te monitoren

Nieuwe knelpunten te signaleren

De ondernemers om een oordeel te vragen

De ondernemers te vragen zich uit te spreken over heikele vraagstukken: Klopt het

dat er een tekort aan kleinschalige bedrijfshuisvesting is? En wat voor ruimte zou een

ondernemer dan graag willen huren, waar en voor hoeveel geld?

Page 57: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

57Amsterdam onderneemt!

Bijlagen

Page 58: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!58

Bijlage I

Bundeling aanbod ondersteuning ondernemers

De partners van Ondernemerscentrum Amsterdam ondersteunen ondernemers in

verschillende fasen van hun onderneming. De rode cirkels geven aan waar het aanbod op

elkaar aangesloten en de overlap eruit gehaald wordt. De vraag van de ondernemer is

het uitgangspunt. Hoewel Antwoord voor Bedrijven niet formeel als partner meedoet,

wordt ook die informatie door het Ondernemerscentrum ontsloten.

Ondernemerscentrum Amsterdam

KvK

DW

I

Stad

sde

len

Eco

no

mis

che

Zak

en

Be

last

ing

die

nst

Win

kels

traa

tman

age

rs

An

two

ord

vo

or

Be

dri

jve

n

Ban

ken

Syn

ten

s

On

de

rne

me

rsn

etw

erk

en

UW

V

HB

D

Fase onderneming Behoefte ondernemer

Oriëntatie

ondernemerschap

Self­assessment X X X X

Ontwikkelen idee (indiv.) X X X X X X X

Ontwikkelen idee en

businessplan

Ontwikkelen idee (bedr.) X X X X X X X

Marktonderzoek X X X X

Coaching businessplan X X X X X X

Rechtsvorm X

Starten onderneming Startersdag X X X

Stappenplan X X X

Handelsregister X

Huisvesting X X X

Financiering X X X X

Wettelijke randvwd. X X X

Belastingen X X X

Vergunningen X X X

Coaching X X X

Consolideren

onderneming

Promotie/marketing strat. X X X X X X X

Veiligheid X X X X X X

Lokale context X X X X X

Intellectueel eigendom X

Merkbescherming X

Kennisopbouw X X X

Uitbreiden /

groei onderneming

Internationaal X X X

Rechtsvorm X

Kennisopbouw X X

Innovatie X X

R&D X

Promotie X X X X X X X

Financiering X

Overdracht / overname Fiscaal X

Juridisch X X

Financiering X

Afstoten onderneming /

faillissement

Fiscaal X

Juridisch X X

Schuldsanering X

Netwerkbijeenkomst X X X X

Page 59: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

59Amsterdam onderneemt!

Bijlage II

Partners van het Amsterdams Ondernemers Programma

Aan de totstandkoming van het Amsterdams Ondernemers Programma hebben – in alfabetische volgorde – de onderstaande organisaties bijgedragen:

Amsterdam Center for EntrepreneurshipAmsterdam City Amsterdamse Compagnie NV Amsterdamse Federatie van Woningbouwcorporaties AmsterdaminBusiness (AiB)Amsterdam Toerisme en Congres Bureau (ATCB)Belastingdienst Bedrijvenvereniging Amsterdam Zuidoost (VAZO)Bestuursdienst Amsterdam, Concern Inkoop Bureau Stadsregie Dienst Dienstverlening en Facilitair ManagementDienst Economische ZakenDienst Gemeentelijke Belastingen AmsterdamDienst Infrastructuur Verkeer en VervoerDienst Maatschappelijke Ontwikkeling Dienst Milieu en Bouwtoezicht (gevelreclame)Dienst Ruimtelijke OntwikkelingDienst Werk en InkomenDienst Wonen, Zorg en Samenleven Directie Juridische ZakenDirectie Openbare Orde en VeiligheidEvenementenbureau gemeente AmsterdamExpatcenter Amsterdam Area Gemeentelijk Microkredietenfonds Amsterdam JINC Marktzaken, Stadsdeel CentrumMKB Amsterdam Kamer van Koophandel AmsterdamKoninklijke Horeca Nederland en KHN, afdeling AmsterdamOndernemersvereniging Regio Amsterdam (ORAM)Ondernemersvereniging Westpoort Ontwikkelingsbedrijf Gemeente AmsterdamPlatform Arbeidsmarkt Onderwijs 59 Rabobank Amsterdam en omstreken Regiocommissie Kamer van Koophandel regio AmsterdamRegionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Amsterdam­Amstelland 60 Stadsdeel CentrumStadsdeel Nieuw­WestStadsdeel NoordStadsdeel OostStadsdeel WestStadsdeel ZuidStadsdeel ZuidoostVereniging van Bedrijven Amsterdam Noord (VEBAN)VNO­NCW West

59 In het PAO participeren: Gemeente Amsterdam, VNO-NCW Amsterdam, MKB Amsterdam, Kamer van Koophandel,

ROC van Amsterdam, Amarantis Onderwijsgroep, Hogeschool van Amsterdam (mede namens Inholland), Voortgezet

Onderwijs Amsterdam, UWV Werkbedrijf en COLO / Samenwerkende Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven.60 In het RPC AA participeren: Regiopolitie Amsterdam-Amstelland, Arrondissementsparket te Amsterdam, Kamer van

Koophandel, VNO-NVW, ORAM, VAZO, VEBAN, Amsterdam City, MKB Amsterdam, Koninklijk Horeca Nederland

afdeling Amsterdam, Hoofdbedrijfschap Detailhandel, Vereniging Amstelveense Detailhandelsorganisaties,

Ondernemersvereniging Amstelveen, de zes Amstelland-gemeenten, de stadsdelen, directie Openbare Orde en

Veiligheid en Economische Zaken Amsterdam.

Page 60: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

Amsterdam onderneemt!60

Bijlage III

Doelenboom

Am

ster

dam

wer

kt v

oo

r d

e M

etro

po

olr

egio

Am

ster

dam

aan

een

ste

rke,

inno

vati

eve

en e

venw

icht

ige

eco

nom

ie

met

een

gun

stig

, int

erna

tio

naal

co

ncur

rere

nd, v

esti

gin

gsk

limaa

t.

MIS

SIE

AO

P

Ver

mar

kten

van

de

stad

Do

or

een

effe

ctie

ve o

rgan

isat

ie v

an d

e ci

tym

arke

ting

en

uitb

ouw

van

in

tern

atio

nale

acq

uisi

tie

in r

egio

naal

ve

rban

d

do

or

amst

erd

am in

bus

ines

s.

Ver

nieu

win

g v

an d

e ec

ono

mie

We

faci

liter

en d

e ke

nnis

eco

nom

ie e

n st

imul

eren

van

inno

vati

e in

de

vers

chill

end

e cl

uste

rs. D

aarn

aast

zet

ten

we

in o

p

vern

ieuw

ing

en

vers

terk

ing

van

de

gro

ots

ted

elijk

e ec

ono

mie

, d

e ec

ono

mis

che

sam

enha

ng e

n ve

rste

rkin

g v

an d

e re

gio

nale

(r

uim

telij

k-) e

cono

mis

che

stru

ctuu

r.

MIS

SIE

EZ

A

MST

ER

DA

M

Gem

eent

e A

mst

erd

am e

n ha

ar p

artn

ers

dra

gen

bij

aan

het

verb

eter

en v

an d

e ra

ndvo

orw

aard

en o

m t

e o

nder

nem

en (

ond

erne

mer

sklim

aat)

in

Am

ster

dam

H

ierd

oo

r w

ord

en o

nder

nem

ers

ges

tim

ulee

rd o

m k

anse

n te

zie

n en

te

gri

jpen

(o

nder

nem

ersc

hap

).

Ond

ersc

heid

end

ond

erne

mer

sklim

aat

We

bes

chik

ken

ove

r ee

n o

nder

sche

iden

d n

atio

naal

en

inte

rnat

iona

al o

nder

nem

ersk

limaa

t, w

aari

n o

nder

nem

ing

en,

nati

ona

al e

n in

tern

atio

naal

, kl

ein

en g

roo

t, s

tart

end

en

gev

esti

gd

, zi

ch w

elko

m e

n th

uis

voel

en e

n d

e ru

imte

kri

jgen

om

te o

nder

nem

en e

n te

blo

eien

.

Bet

er o

nder

nem

ersk

limaa

t Am

ster

dam

s O

nder

nem

ers

Pro

gra

mm

a

SUB

-DO

ELE

N

Toeg

ang

to

t fi

nanc

ieri

ng

Ster

ke o

nder

nem

ers

Gek

wal

ifice

erd

per

sone

el

Duu

rzaa

m g

ebru

ik v

an

pro

duc

tie-

mid

del

en

RE

SULT

ATE

N 2

01

4

-Alle

die

nstv

erle

ning

aa

n o

nder

nem

ers

en Z

ZP-e

rs w

ord

t in

201

2 g

ebun

del

d in

één

ond

erne

mer

scen

trum

-Van

10

eco

nom

isch

e se

cto

ren

zijn

in 2

014

knel

pun

ten

op

arb

eid

smar

kt b

eken

d e

n w

ord

en s

ecto

rsp

ecifi

eke

maa

treg

elen

gen

om

en-H

uid

ige

gep

rog

nost

icee

rde

arb

eid

stek

ort

van

120

.000

med

ewer

kers

is a

fgen

om

en in

vo

lgen

de

SEO

-rap

po

rt

(201

5)

-40

ban

kgar

antie

s vo

or

klei

ne k

red

iete

n aa

n o

nder

nem

ers

in 2

013

-Uitb

reid

ing

Inv

este

ring

sreg

elin

g K

anse

nzo

nes

met

min

imaa

l 50

inve

ster

ing

en-I

n 20

12 h

ebb

en m

inim

aal 1

60 o

nder

nem

ers

geï

nves

teer

d in

hun

bed

rijf

mid

del

s d

e K

anse

nzo

ne r

egel

ing

RA

ND

VO

OR

WA

AR

DE

ND

OE

L

Succ

esvo

lle o

nder

nem

ers

Bet

ere

toeg

ang

to

t m

idd

elen

om

suc

cesv

ol t

e

ond

emem

en

Ho

ger

e kw

alit

eit

bij

uitv

oer

ing

va

n (w

ette

lijke

) ta

ken

Bet

ere

afst

emm

ing

tus

sen

gem

eent

e en

ond

erne

mer

s

-

Vei

liger

kunn

en o

nder

nem

en

Mee

r ges

chik

te b

edri

jfs-

hu

isve

stin

g e

n -lo

cati

es

- -In

geb

ied

en w

aar

fysi

eke

ing

rep

en z

ulle

n p

laat

svin

den

of

ond

erne

mer

s o

p a

nder

e w

ijze

mo

eten

wo

rden

o

nder

steu

nd z

ijn g

ebie

dsm

anag

ers

en h

ebb

en o

nder

nem

ers

zich

uite

rlijk

in 2

014

geo

rgan

isee

rd

-25%

ver

min

der

ing

van

ad

min

istr

atie

ve la

sten

dru

k-E

ind

201

1 w

ord

t d

e A

lgem

ene

Ver

ord

enin

g N

adee

lco

mp

ensa

tie in

gev

oer

d-O

nder

nem

ers

erva

ren

min

der

hin

der

van

(weg

)wer

kzaa

mhe

den

(m

etin

g o

nder

nem

ersp

anel

, 0-

met

ing

201

1)

-Han

dha

ven

voo

rraa

d k

lein

scha

lige

bed

rijfs

ruim

te (1

.140

.000

m2)

en

aanb

od

bet

er la

ten

aans

luite

n o

p v

raag

-Eve

nwic

ht b

reng

en in

vra

ag e

n aa

nbo

d d

oo

r he

t sc

hrap

pen

van

1,8

milj

oen

m2

pla

ncap

acite

it ka

nto

ren

-Tra

nsfo

rmat

ie to

t 20

20 v

an 1

,5 m

iljo

en m

2 ka

nto

orr

uim

te-H

ero

ntw

ikke

ling

van

1,5

milj

oen

m2

kant

ore

n o

p b

esta

and

e lo

catie

s in

de

per

iod

e to

t 20

20-S

chra

pp

en v

an 5

20 h

ecta

re p

lanc

apac

iteit

bed

rijve

nter

rein

en v

oo

r p

erio

de

2010

-204

0 (2

3% p

lana

anb

od

)-2

.200

ha

bed

rijve

nter

rein

en r

evi ta

liser

en e

n he

rpro

filer

en-V

oo

r p

erio

de

na 2

020

ruim

te v

ind

en v

oo

r to

evo

egen

van

"na

tte"

zee

have

nter

rein

en

-Mee

r ve

stig

ing

srui

mte

res

erve

ren

voo

r m

ilieu

hind

erlij

ke b

edri

jven

-Nie

uw d

etai

lhan

del

sbel

eid

vo

or

per

iod

e 20

11-2

015

-Rea

liser

en v

an t

enm

inst

e 6.

000

extr

a ho

telk

amer

s, w

aarv

an 5

3% in

seg

men

t 1t

/m3

ster

ren

en 1

7%

klei

nsch

alig

e in

itiat

ieve

n-I

n 20

14 is

er

min

der

ver

schi

l tus

sen

het

cent

rum

en

de

and

ere

stad

sdel

en d

oo

r ho

ger

gro

eite

mp

o o

p h

et g

ebie

d v

an c

apac

iteit

en b

ezet

ting

van

hote

lkam

ers,

to

eris

tisch

e b

anen

en

toer

istis

che

bas

isvo

orz

ieni

ngen

onde

rnem

ers,

met

als

effe

ct (1

) het

teru

gdrin

gen

van

het a

anta

l win

keld

iefs

talle

n m

et 1

0% e

n (2

) het

Sam

enw

erki

ng t

usse

n g

emee

nte

en o

nder

nem

erB

eter

e g

emee

ntel

ijke

die

nstv

erle

ning

Rui

mte

vo

or

ond

erne

mer

scha

pB

eter

e ve

stig

ing

svo

orw

aard

en

Veiliger

kunn

en o

nder

nem

en

Pre

ttig

e w

oo

n- e

n le

ef-

om

gev

ing

Bet

ere

ber

eikb

aarh

eid

- ond

erne

mer

s, m

et a

ls e

ffec

t (1

) het

ter

ugd

ring

en v

an h

et a

anta

l win

keld

iefs

talle

n m

et 1

0% e

n (2

) het

ve

rmin

der

en v

an h

et a

anta

l inb

rake

n m

et 1

0% e

n (3

) he

t aa

ntal

ove

rval

len

op

ond

erne

mer

s m

et 2

3%

-In

de

huid

ige

colle

gep

erio

de

bre

iden

de

3 E

ngel

se in

tern

atio

nale

sch

ole

n hu

n ca

pac

itite

it ui

t m

et 4

00 e

xtra

p

laat

sen

-Het

wo

ning

aanb

od

is b

eter

afg

este

md

op

de

vraa

g v

an e

xpat

s (o

.b.v

. 2-j

aarli

jks

ond

erzo

ek v

an h

et

-In

2014

is h

et a

anta

l duu

rzam

e b

edrij

ven

sig

nific

acan

t to

egen

om

en

-Elk

e tw

ee ja

ar w

ord

t er

een

act

iep

rog

ram

ma

op

ges

teld

ger

icht

op

het

ver

bet

eren

van

de

veili

ghe

id v

an

Page 61: Amsterdams Ondernemers Programma 2011 – 2014 … · 2015-03-19 · Wat de ondernemer van ons kan verwachten en omgekeerd wat de bijdrage van de ondernemer is aan het verbeteren

61Amsterdam onderneemt!

Bijlage IV

Lijst van afkortingen

ACE Amsterdam Center for EntrepreneursAL Administratieve LastendrukAMS­IX Amsterdam Internet ExchangeAOP Amsterdams Ondernemers ProgrammaBbz Besluit Bijstandverlening ZelfstandigenBLVC­plan Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie­planBMKB Borgstellingregeling Midden­ en KleinbedrijfCOLO Centraal Orgaan van Landelijke OpleidingsorganenCPB Centraal PlanbureauDMO Dienst Maatschappelijke OntwikkelingDWI Dienst Werk en InkomenEOD Elektronisch Ondernemers DossierEZ Dienst Economische ZakenHBO Hoger Beroeps OnderwijsHSL Hoge snelheidslijnIOAZ Inkomensvoorziening oudere en gedeelte arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigenKBA Kwaliteit Basisonderwijs AmsterdamKHN Koninklijke Horeca NederlandKvK Kamer van KoophandelLHBT Lesbiennes, Homoseksuelen, Biseksuelen en TransgendersMBO Middelbaar Beroeps OnderwijsMKB Midden­ en kleinbedrijfMRA Metropool Regio AmsterdamNZ­lijn Noord Zuid­lijnO+S Dienst Onderzoek en StatistiekOECD Organisation for Economic Co­operation and DevelopmentOOV Openbare Orde en VeiligheidORAM Ondernemersvereniging Regio AmsterdamOTB/TU Onderzoeksinstituut Technische Bestuurskunde / Technische UniversiteitOV Openbaar VervoerP+R Parkeren + ReizenPAO Platform Amsterdam en OnderwijsPlabeka Platform Bedrijven en Kantoren Metropoolregio AmsterdamPRES Platform Regionaal Economische Structuur Metropool Regio AmsterdamR&D Research & DevelopmentRPC AA Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing Amsterdam­AmstellandSEO Stichting Economisch OnderzoekSMART Specifiek Meetbaar Acceptabel Realistisch TijdgebondenSPRH Stedelijke Programma Regelgeving en HandhavingUWV Uitvoeringsinstituut WerknemersverzekeringenVAZO Bedrijvenvereniging Amsterdam ZuidoostVEBAN Vereniging Bedrijven Amsterdam NoordVGS Vervoer Gevaarlijke StoffenVNO­NCW Verbond Nederlandse Ondernemingen­Nederlands Christelijk WerkgeversbondVO Voortgezet OnderwijsVSV Vroegtijdig SchoolverlatersWSP WerkgeversservicepuntZWIA Zo werken wij in AmsterdamZZP Zelfstandig Zonder Personeel