Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

download Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

of 35

Transcript of Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    1/35

    April 2013

    Portefeuille Programma en Regie

    Marktconforme

    kantorenplannen 2013Voorstel van Werkgroep Kantorenstrategie

    23 april 2013Door gemeenteraad kennis van genomen op12/13 juni 2013

    Werkgroep Kantorenstrategie

    Cor Brandsema (dRO)

    Sabine ten Brinke (OGA)

    Laura van Dijk (dRO)

    CJ Dippel (EZ)

    Marieke Kranenburg (OGA)

    Sjoerd Ooms (OGA)

    Roos Ramautar (OGA)

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    2/35

    2

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Samenvatting

    Bij de vaststelling van de Kantorenstrategie 2011 heeft het College van B&W1gevraagd te

    inventariseren waar een verdere planreductie mogelijk is teneinde het planaanbod van

    kantoren in lijn te brengen met een meer realistisch geraamde marktvraag en wat de

    consequenties hiervan zijn. Deze vraag van het College wordt beantwoord in onderhavige

    notitie Marktconforme Kantorenplannen 2013.

    Er is op basis van actuele gegevens inzichtelijk gemaakt wat de omvang van de

    planreductie zou moeten zijn. Hierbij heeft de Werkgroep Kantorenstrategie er voor

    gekozen om gebruik te maken van het door Buck opgestelde en door de regiobestuurders

    omarmde Global Gateway scenario. Wel is hierbij expliciet de keuze gemaakt om uit te

    gaan van een lager ruimtegebruik per medewerker van 20 m in plaats van de

    oorspronkelijke 24 m per werknemer. Door te kiezen voor een meer behoedzame

    benadering is de verwachting dat de gemeente hiermee voldoende maatregelen neemt

    om zich te wapenen tegen de nadelige gevolgen van een te ruim planaanbod (zijnde

    financile risicos en halve plannen realiseren). Tegelijkertijd blijft er voldoende ruimte om

    aan alle behoefte van ondernemingen tegemoet te kunnen komen, indien hiervan sprake

    is in een periode van relatief hoge economische groei.

    Op basis van het Global Gateway scenario uitgaande van een ruimtegebruik van 20 m

    per werknemer bedraagt de ruimtebehoefte voor kantoren 1.262.000 m in de periode van

    2013 tot 2040. Indien dit afgezet wordt tegen het actuele planaanbod en de

    mogelijkheden voor vestiging in het nog bruikbare (=courante) deel van de leegstand en

    de reeds in aanbouw zijnde kantoren is er sprake van een overschot aan kantorenplannen

    van 567.000 m. Het maximaal benodigde planaanbod bij het Global Gateway scenario

    (uitgaande van een ruimtegebruik van 20 m per werknemer) is 544.000 m. Voor de

    periode 2013-2020 betreft het maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m en voor de

    periode 2020-2040 264.000 m. Dit is nader uitgewerkt op pagina 18 en 22 in tabel 3.5. en

    4.2

    In de Kantorenstrategie is een stedelijk kantorenquotum van maximaal 40.000 m per jaar

    (tot 2014) opgenomen. De Werkgroep Kantorenstrategie adviseert daarom om het

    stedelijk kantorenquotum voor nieuwe kantooruitgiften tot 2020 te handhaven op

    maximaal 40.000 m per jaar. De argumentatie hiervoor is dat er aanzienlijk meer

    getransformeerd wordt. Dit vergroot dit de ruimte voor nieuwbouw en vice versa. Hoewel

    de resultaten op het gebied van herontwikkeling, transformatie en sloop boven

    verwachting zijn ten opzichte van de indicatieve kantorenbalans en de

    nieuwbouwproductie aanzienlijk gedaald is, is er echter geen aanleiding het

    nieuwbouwquotum van maximaal 40.000 m per jaar bij te stellen. De groei van het

    ruimtegebruik blijft immers aanzienlijk achter bij de veronderstellingen uit het Global

    Gatewayscenario. Het is dus noodzakelijk om terughoudend om te blijven gaan met

    nieuwbouw en actief in te blijven zetten op sloop en transformatie, teneinde de leegstand

    op de kantorenmarkt structureel terug te dringen.

    1Dit voorstel is overgenomen door de Gemeenteraad.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    3/35

    3

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    De omvang van het planaanbod van kantoren is veranderd ten opzichte van de het

    planaanbod zoals dat in de Kantorenstrategie 2011 is gepresenteerd. Per 1 januari 2013

    bedraagt het totale planaanbod van kantoren 1.111.000 m. Met name het planaanbod op

    bedrijventerreinen is toegenomen, omdat de werkgroep het planaanbod voor de creatieve

    sector heeft betrokken bij het totale kantorenplanaanbod. Hierdoor bevindt 30% van alle

    kantorenplannen zich op bedrijventerreinen.

    Om tot rele voorstellen voor marktconforme kantorenplannen te komen is in principe, net

    als in de Kantorenstrategie, de reductieopgave vraaggericht aangepakt. Er is in kaart

    gebracht waar vanuit de vraagramingen behoefte aan blijkt te zijn en het planaanbod is

    hier zoveel mogelijk op afgestemd. In een toenemende mate heeft de vraaggerichte

    aanpak plaats moeten maken voor een aanbodgestuurde keuze: daar waar reeds

    vastgestelde juridisch-planologische kaders, privaatrechtelijke contracten of verregaande

    afspraken liggen is de kantoorruimte in het plan niet of beperkt gereduceerd. Voor een

    fors deel van het planaanbod van kantoren geldt dat hier privaatrechtelijke contracten

    onder liggen en/of dat de juridisch-planologische kaders de realisatie van kantoren

    mogelijk maakt. Het is niet zonder meer mogelijk om deze kantorenplannen schadeloos te

    schrappen. De werkgroep adviseert derhalve om naast het schrappen van

    kantorenplannen een actieve reductiestrategie te hanteren. Met een actieve

    reductiestrategie wordt bedoeld dat het planaanbod wordt teruggebracht op het moment

    dat zich hiervoor een natuurlijke optie aandient, zoals de mogelijkheid om een

    privaatrechtelijk contract te ontbinden of een bestemmingsplan te herzien.

    Door het inzetten van de maatregelen planreductie (= schrappen/uitfaseren van

    planaanbod tot na 2040) en actieve reductiestrategie(= schrappen van planaanbod op

    natuurlijk moment, bijvoorbeeld als contractuele afspraak niet nagekomen wordt) is het

    mogelijk de planvoorraad aan te laten sluiten op de marktvraag. De door de werkgroep

    geformuleerde voorstellen voor reductie worden in tabel 4.2 weergegeven.

    Tabel 4.2 Voorstel van de Werkgroep Kantorenstrategie voor omvang planreductie en actieve

    reductiestrategie in Global Gateway scenario (o.b.v. 20 m) per planperiode

    2013-2020 2020-2040

    Planaanbod per 01-01-2013 494.000 m 616.000 m

    Maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m 264.000 m

    Planovermaat 214.000 m 352.000 m

    Voorstel voor omvang planreductie 82.000 m

    Voorstel voor omvang Actieve reductiestrategie 133.000 m

    Totaal voorgestelde planreductie 215.000 m

    Maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m

    te bepalen

    over circa

    5 jaar

    De financile consequentie van de planreductie voor het Vereveningsfonds (exclusief

    Zuidas en Haven) bedraagt ca 55 miljoen, uitgaande onder meer gelijkblijvende kosten

    en opbrengsten uit realisatie van alternatief programma. Deze financile consequenties

    van het schrappen van kantoorruimte in plannen zijn reeds meegenomen bij de bepaling

    van het generieke risico in het EindejaarsRAG 2012.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    4/35

    4

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Inhoud

    1 Inleiding 5

    1.1 Aanleiding van het rapport 5

    1.2 Context 6

    1.3 Opbouw rapport 7

    2 Ontwikkelingen kantorenmarkt 8

    2.1 Actuele marktontwikkelingen 8

    2.2 Kantorenbalans 9

    2.3 Kantorenconvenant en kantorenfonds 10

    3 Kantoren: planaanbod en vraag 12

    3.1 Vraag naar kantoorruimte 12

    3.2 Het actuele planaanbod 2013-2040 14

    3.3 Confrontatie vraag naar kantoorruimte en planaanbod 17

    4 Voorstel voor marktconforme kantorenplannen 19

    4.1 Wijze van planreductie 19

    4.2 Actieve reductiestrategie 19

    4.3 Voorstel voor planreductie per planperiode 20

    4.4 Financile gevolgen van planreductie 22

    Bijlage 1 Onderzoek naar kantoren in bedrijfsruimten (begin 2012) 24

    Bijlage 2 Overzicht gebiedsindeling 32

    Bijlage 3 Overzicht te behouden planvoorraad 33

    Kabinetbijlage 4 Overzicht te behouden planvoorraad 35

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    5/35

    1 Inleiding

    1.1 Aanleiding van het rapport

    Kantorenstrategie Amsterdam

    Op 14 juli 2011 heeft de gemeenteraad de Kantorenstrategie Amsterdam 2011

    vastgesteld. In deze Kantorenstrategie is richting gegeven aan de rol van de gemeente

    om de overmaat in de bestaande kantorenvoorraad en het planaanbod van kantoren terug

    te brengen tot een acceptabel niveau en de toenemende verversing en de geringe

    uitbreiding van de kantorenvoorraad vorm te geven. De Kantorenstrategie geeft

    maatregelen die bijdragen aan het sneller en eenvoudiger transformeren, herontwikkelen

    en slopen van bestaande (leegstaande) kantoren. Tegelijkertijd zijn maatregelen

    genomen om de nieuwbouw van kantoren te beheersen tot een verantwoord niveau, met

    name door het planaanbod te verkleinen en terughoudend om te gaan met het toestaan

    van nieuwbouw.

    In de Kantorenstrategie is tevens geconstateerd dat er verdere ingrepen nodig waren. Na

    het doorvoeren van het pakket aan maatregelen resteert nog steeds een overmaat aan

    kantorenplannen en neemt het risico hierop toe omdat de vraag achterblijft bij de

    behoefteramingen.

    De hoofdlijnen van de Kantorenstrategie zijn inmiddels grotendeels operationeel. Zo

    kijken het gemeentelijke transformatieteam en de kantorenloods samen met marktpartijen

    op gebied- of pandniveau naar de mogelijkheden om het gebouw gereed te maken voor

    een nieuwe ronde gebruik. Onderdeel daarvan is te zorgen voor een eenduidige en

    voorspelbare manier waarop bouwwet- en regelgeving worden toegepast door de

    gemeente Amsterdam. Hiervoor heeft de gemeenteraad op 14 juli tegelijk met de

    Kantorenstrategie een richtlijn2vastgesteld. Daarnaast adviseert een centraal-stedelijke

    Werkgroep Kantorenstrategie, met daarin vertegenwoordigers van OGA, EZ en DRO,

    planeigenaren bij de toepassing en implementatie van de kaders uit de Kantorenstrategie.

    Vraag College van B&W (overgenomen door Gemeenteraad)

    De resterende planovermaat van kantoren en de verwachting dat het ruimtegebruik per

    medewerker zal afnemen leiden er toe dat het College heeft gevraagd om te

    inventariseren waar een verdere planreductie mogelijk is en wat de consequenties hiervan

    zijn. Hierbij werd destijds als indicatie aangegeven dat een aanvullende planreductie van

    400.000 m nodig zou zijn in Amsterdam. Deze vraag van het College wordt beantwoord

    in deze notitie Marktconforme Kantorenplannen 2013. Deze titel is bewust gekozen om

    aan te geven dat het reduceren van plannen geen doel op zich is geweest, maar dat

    uitgangspunt van het onderzoek het behouden en daarmee (aan de markt) bieden van

    een marktconforme planvoorraad van kantoren is. Deze notitie gaat niet in op de

    2De richtlijn is dat een aanvraag waarvoor alleen door het verlenen van een ontheffing op het Bouwbesluit 2003

    een vergunning kan worden verleend, wordt op grond van de geldende regelgeving tevens gezien wordt als een

    aanvraag om ontheffing van het Bouwbesluit. Er hoeft dus geen apart verzoek om ontheffing gedaan te worden.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    6/35

    6

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    bestaande kantorenvoorraad en in aanbouw zijnde kantoren. Hiervoor blijven de kaders

    uit de Kantorenstrategie onverkort van kracht. Dit geldt ook voor de overige kaders uit de

    Kantorenstrategie. De inhoud van deze notitie is enkel een aanpassing op de maximaal te

    behouden planvoorraad, zoals weergegeven in bijlage 3 van de Kantorenstrategie.

    1.2 Context

    Reducties kantorenplannen in het verleden

    In 2007 heeft het College het rapport Minder Kantorenplannen vastgesteld en is uit een

    planvoorraad van 3,7 miljoen m ruim 1,5 miljoen m kantoorruimte geschrapt. Vervolgens

    is in de Kantorenstrategie van 2011 nog eens 0,9 miljoen m geschrapt uit een

    planaanbod van 2,1 miljoen m. Hiermee heeft de gemeente in de afgelopen jaren reeds

    2,4 miljoen m kantoorruimte uit haar planaanbod geschrapt. Besluitvorming over reductie

    van de Amsterdamse planvoorraad heeft altijd synchroon gelopen met reducties van

    kantorenplannen in de Metropoolregio. In de regio is het planaanbod voor kantoren in

    2006 teruggebracht van 8,5 miljoen m naar 5 miljoen m. In 2011 is opnieuw gesneden in

    het planaanbod en is in de Uitvoeringsstrategie Metropoolregio Amsterdam afgesproken

    het verder terug te brengen naar 3,8 miljoen m.

    Uitvoeringstrategie Metropoolregio Amsterdam

    In juni 2011 is de Uitvoeringsstrategie PlaBeKa 2010-2040 vastgesteld. Hiermee hebben

    de samenwerkende lokale en provinciale overheden binnen de Metropoolregio

    Amsterdam (MRA) in Plabeka-verband scherpe afspraken gemaakt om de kantorenmarkt

    aan te pakken. Gezamenlijk hebben zij 1,9 miljoen m kantoorruimte uit de plannen

    gehaald. Daarnaast is de komende tien jaar herontwikkeling van 1,5 miljoen m

    kantoorruimte naar duurzame concepten noodzakelijk en de transformatie van 1,5 miljoen

    m naar een andere functie. De Amsterdamse Kantorenstrategie vormt een nadere

    uitwerking van de gemaakte afspraken met betrekking tot de Amsterdamse

    kantorenmarkt. Naast kantoren worden er in de Uitvoeringsstrategie ook afspraken

    gemaakt over bedrijventerreinen.

    Een adviescommissie met daarin een doorsnede van marktpartijen onder leiding van de

    heer Stroink heeft in opdracht van Plabeka haar reflectie gegeven op de

    Uitvoeringsstrategie en specifiek aandacht besteed aan:

    1. De programmering van bedrijventerreinen en kantorenlocaties

    2. De transformatie van kantoren

    3. De herstructurering van bedrijventerreinen

    4. De organisatie en samenwerking met de markt.

    Uit de analyse van de commissie bleek dat de Metropoolregio Amsterdam volgens de

    commissie met een te optimistisch behoeftescenario (Global Gateway) rekende en

    daardoor een te ruim planaanbod hanteerde. Zij adviseerde om het planaanbod verder

    terug te brengen.

    Mede naar aanleiding van dit advies zijn in oktober 2012 de regionale afspraken uit de

    Uitvoeringsstrategie nogmaals door de bestuurders bestendigd en zijn intenties

    uitgesproken om wederom 1 miljoen m kantoorruimte uit plannen in de regio te

    schrappen. Gezamenlijk is afgesproken dat blijvend ingezet wordt op het terugbrengen

    van de planvoorraad en leegstand door transformatie. Hierbij is nadrukkelijk een

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    7/35

    7

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    onderscheid gemaakt tussen ingrijpen in de planvoorraad tot 2020 en in de planvoorraad

    na 2020 (tot 2040). Het reductievoorstel uit deze notitie vormt hiervoor de bijdrage uit

    Amsterdam. Hierbij wordt net als bij de MRA de planningsperiode in tween geknipt in

    een periode 2013-2020 en een periode 2020-2040, waarbij nadrukkelijk wordt ingezet om

    de planvoorraad voor de periode 2013-2020 te laten aansluiten op de marktvraag.

    1.3 Opbouw rapport

    In hoofdstuk 2 wordt allereerst een schets gegeven van actuele marktontwikkelingen, die

    sinds het verschijnen van de Kantorenstrategie 2011 hebben plaatsgevonden. In

    hoofdstuk 3 wordt de stand van zaken met betrekking tot de planvoorraad kantoren in

    Amsterdam beschreven. Hierin wordt ingegaan op de actuele status van de planvoorraad,

    de uitbreiding van de planvoorraad en de ruimte in bestemmingsplannen om kantoren te

    realiseren. Het totaal van deze planvoorraad wordt afgezet tegen de verwachte

    marktvraag en hieruit worden conclusies getrokken qua omvang van de overmaat aan

    kantorenplannen. In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op de mismatch tussen de

    geplande kantoren en de verwachte marktvraag. Gekoppeld hieraan wordt voorgesteld

    welke plannen behouden dienen te blijven om aan te sluiten bij de verwachte vraag en

    welke plannen dientengevolge getemporiseerd of geschrapt dienen te worden. Dit

    temporiseren en schrappen leidt tot financile consequenties die effect hebben in het

    Vereveningsfonds, en de algemene dienst. Dit is doorgerekend.

    In bijlage 1 is het onderzoek naar kantoren in bedrijfsruimten opgenomen. Bijlage 2 is een

    bijgesteld overzicht gegeven van de gebiedsindeling in groei-, balans- en krimpgebieden.

    In Bijlage 3 staat het maximaal te handhaven planaanbod. In kabinetbijlage 4 staat het

    maximaal te handhaven planaanbod inclusief de reductiestrategie.

    Dit rapport is opgesteld door de Werkgroep Kantorenstrategie, met daarin

    vertegenwoordigers van OGA, EZ en DRO. De inhoud van het rapport is gedurende de

    totstandkoming ervan besproken met de desbetreffende planeigenaren.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    8/35

    8

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    2 Ontwikkelingen kantorenmarkt

    In dit hoofdstuk wordt kort inzicht gegeven in de belangrijke ontwikkelingen op de

    kantorenmarkt. Op basis hiervan wordt de kantorenbalans, die in de Kantorenstrategie

    gentroduceerd is als middel om te beoordelen of de maatregelen leiden tot het onttrekken

    van kantoren, over de afgelopen jaren berekend. Tot slot wordt kort aandacht besteed

    aan de totstandkoming van het Kantorenconvenant en de werkzaamheden die hieruit

    voortgevloeid zijn, omdat deze een nauwe relatie met de maatregelen uit de

    Kantorenstrategie hebben.

    2.1 Actuele marktontwikkelingen

    In 2012 is de leegstand in Amsterdam licht afgenomen ten opzichte van voorgaande

    jaren, met name doordat er relatief weinig nieuwbouw is opgeleverd en veel kantoorruimte

    is getransformeerd naar andere functies. Begin 2013 stond ongeveer 1,2 miljoen m

    kantoorruimte leeg, wat neerkomt op 16%. De daling van de leegstand komt niet alleen

    door een daling van het aantal leegstaande kantoormeters, maar ook als gevolg van de

    toenemende transformatie van kantoren naar andere functies. Hoewel de top van de

    absolute leegstand bereikt lijkt te zijn is de leegstand is in nationaal en internationaal

    opzicht echter nog steeds relatief veel.

    De afgelopen jaren is de opname van kantoren teruggelopen. Dit komt doordat minder

    nieuwe ondernemingen zich in de stad vestigen en doordat bestaande ondernemingen

    hun ruimtegebruik inkrimpen vanwege afstoten van personeel of door efficinter

    ruimtegebruik. De opname van kantoorruimte is weliswaar in 2012 ten opzichte van 2011

    gestegen, maar ligt nog steeds aanzienlijk lager dan voor de crisis. De stijging in de

    opname is waarschijnlijk te verklaren doordat meer bedrijven binnen Amsterdam

    verhuizen en daarbij op zoek zijn naar goedkopere en efficintere (lees: kleinere)

    huisvesting. De verwachting is dat de opname van kantoren als gevolg van de sombere

    economische vooruitzichten de komende tijd niet substantieel zal verbeteren. Een groot

    deel van de opname komt op het conto van bedrijven die ruimte elders in Amsterdam

    achterlaten. De Amsterdamse kantorenmarkt is al enkele jaren voornamelijk een

    vervangingsmarkt. Het effectieve kantoorgebruik in de stad is immers de laatste drie jaar

    met in totaal 135.000 m gekrompen. De vervangingsvraag heeft in veel gevallen geleid

    tot leegstand in een ander kantoorpand. Dit beeld bevestigt de tweedeling in de markt,

    waarvan in Amsterdam sprake is. Aan de ene kant de kwalitatief laagwaardige (lege)

    panden die ondanks lage huren moeizaam of vaak helemaal niet verhuurd kunnen

    worden en waarop steeds meer afgeboekt wordt. Aan de andere kant op goede locaties

    gelegen nieuwe kantoorpanden die, ondanks de verslechterde situatie, nog steeds relatief

    snel en voor solide bedragen worden verhuurd.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    9/35

    9

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    2.2 Kantorenbalans

    In de Kantorenstrategie staat aangegeven dat het nodig is dat de daarin vastgestelde

    maatregelen per saldo zouden leiden tot het onttrekken van kantooroppervlak aan de

    markt om de balans op de kantorenmarkt te herstellen. Hierbij werd een tabel als indicatie

    gegeven, die de vastgestelde maatregelen naar verwachting zouden hebben op de drie

    sporen van herontwikkeling, transformatie en nieuwbouw. Het betrof nadrukkelijk een

    indicatie, omdat de herontwikkelings- en transformatieopgave door de markt wordt

    uitgevoerd en de overheid slechts faciliteert. Op de ruimte die voor het toevoegen van

    nieuwbouw gegeven wordt, heeft de gemeente wel invloed en daarmee kan zij

    medebepalend zijn voor het saldo op de kantorenbalans. Ook werd in de

    Kantorenstrategie aangegeven dat de gemeente voortaan in ieder geval jaarlijks de

    kantorenbalans van het voorafgaande jaar zou opmaken. In de onderstaande tabel wordt

    de indicatieve kantorenbalans afgezet tegen de daadwerkelijke situatie zoals deze zich in

    de afgelopen drie jaar heeft voorgedaan.

    Tabel 2.1 Kantorenbalans met indicatieve effecten van de maatregelen op de drie hoofdsporen, afgezet

    tegen daadwerkelijke situatie op drie hoofdsporen over periode 2010-2013 (Bron: Kantorenmonitor BV)

    Hoofdsporen Effect op kantorenvoorraad

    Indicatieve

    kantorenbalans

    2010 2011 2012

    Verdichting door herontwikkeling* + 10.000 m + 0 m + 0 m + 0 m

    Transformatie / Sloop - 70.000 m - 182.000 m - 116.000 m - 144.000 m

    Nieuwbouw + 40.000 m +109.000 m + 58.000 m + 53.000 m

    Saldo kantorenbalans - 20.000 m - 73.000 m - 58.000 m - 91.000 m

    * Bij de monitoring van de daadwerkelijke gegevens wordt geen onderscheid gemaakt tussen

    nieuwbouw/uitbreiding door herontwikkeling en gewone nieuwbouw. Alle uitbreiding en nieuwbouw is derhalve

    onder de noemer nieuwbouw gepresenteerd.

    Uit de tabel blijkt dat de inzet van de gemeente Amsterdam om de balans op de

    kantorenmarkt te herstellen, ondanks het moeilijke economische klimaat, steeds meer zijn

    vruchten afwerpt. Zo is er in 2012 circa 144.000 m kantoor naar een andere bestemming

    getransformeerd en slechts 53.000 m nieuwe kantoorruimte opgeleverd. Dit betekent dat

    de totale kantorenvoorraad in de stad is geslonken met ruim 90.000 m. Om daadwerkelijk

    te kunnen beoordelen of het bijdraagt aan het terugdringen van de leegstand, dient het

    saldo van de kantorenbalans ook gerelateerd te worden aan de ontwikkeling van het

    kantoorgebruik (aantal m kantoorvloeroppervlak dat door kantoorwerknemers in gebruik

    is en dus niet leegstaat). Dit staat weergegeven in tabel 2.2 en hieruit bli jkt dat het

    kantoorgebruik over de periode 2010 tot 2013 is afgenomen waardoor de leegstand in

    beperktere mate is geslonken dan de kantorenbalans in eerste instantie doet vermoeden.In de Kantorenstrategie werd immers verwacht dat de leegstand jaarlijks met ongeveer

    74.000 m zou afnemen. De afgelopen drie jaar bleef de gemiddelde jaarlijkse afname van

    de leegstand echter steken op 30.000 m.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    10/35

    10

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Tabel 2.2 Kantorenbalans in relatie tot ontwikkeling kantoorgebruik en leegstand over de periode 2010-

    2013 (Bron: Kantorenmonitor BV)

    Hoofdsporen Effect op kantorenvoorraad

    Indicatievekantorenbalans

    2010 2011 2012

    Saldo kantorenbalans - 20.000 m - 73.000 m - 58.000 m - 91.000 m

    Kantoorgebruik + 54.000 m * - 44.000 m - 80.000 m - 12.000 m

    Leegstand - 74.000 m - 29.000 m + 22.000 m - 79.000 m

    * verwachte jaarlijkse groei van het netto kantoorgebruik over de periode 2010-2020 conform het Global

    Gateway scenario

    In de Kantorenstrategie staat aangegeven dat als blijkt dat de daadwerkelijke cijfers een

    ander beeld geven dan het saldo van de indicatieve kantorenbalans het vastgestelde

    stedelijk kantorenquotum van maximaal 40.000 m per jaar (tot 2014) kan worden

    bijgesteld. Wordt er dus aanzienlijk meer getransformeerd dan vergroot dit de ruimte voor

    nieuwbouw en vice versa. Hoewel de resultaten op het gebied van herontwikkeling,transformatie en sloop boven verwachting zijn ten opzichte van de indicatieve

    kantorenbalans en de nieuwbouwproductie aanzienlijk gedaald is, is er echter geen

    aanleiding het nieuwbouwquotum van maximaal 40.000 m per jaar bij te stellen. De groei

    van het ruimtegebruik blijft immers aanzienlijk achter bij de veronderstellingen uit het

    Global Gatewayscenario. Het is dus noodzakelijk om terughoudend om te blijven gaan

    met nieuwbouw en actief in te blijven zetten op sloop en transformatie, teneinde de

    leegstand op de kantorenmarkt structureel terug te dringen. De Werkgroep

    Kantorenstrategie adviseert daarom om het stedelijk kantorenquotum voor nieuwe

    kantooruitgiften tot 2020 te handhaven op maximaal 40.000 m per jaar.

    2.3 Kantorenconvenant en kantorenfonds

    Sinds mei 2010 wordt er binnen de zogeheten Kantorentop (Stuurgroep Actieprogramma

    Aanpak Kantorenleegstand) samengewerkt aan een doeltreffende aanpak van

    leegstaande kantoren. Aan deze top nemen publieke en marktpartijen deel. De wethouder

    Grondzaken en Ruimtelijke Ordening vertegenwoordigt Amsterdam. De stuurgroep heeft

    in maart 2011 een Actieprogramma Leegstand Kantoren aan de Tweede Kamer

    aangeboden. Het actieprogramma is verder uitgewerkt tot het Kantorenconvenant, dat op

    27 juni 2012 door de vertegenwoordigers uit de Stuurgroep is ondertekend. Uitgangspunt

    van dit convenant is dat de verschillende partijen samen verantwoordelijk zijn geweest

    voor het creren van het huidige overaanbod en daarom ook gezamenlijk hun

    verantwoordelijkheid willen nemen in het verminderen van de leegstand.

    In het convenant is afgesproken dat partijen per kantorenregio een visie en doelstellingen

    formuleren op de bestaande kantorenvoorraad, nieuwe ontwikkelingen en de inzet op

    regionale herprogrammering. Het Rijk biedt regios expertise aan bij het transformeren van

    kantoren en bij het beantwoorden van vragen over planschaderisicos bij het veranderen

    van kantoorbestemmingen. Naast de overheid committeren ook marktpartijen zich aan

    een reeks zelf uit te voeren maatregelen, zoals:

    Beleggers investeren in kwaliteitsverbetering en verduurzaming van kantoren.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    11/35

    11

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Ontwikkelaars richten zich meer op herontwikkeling, transformatie en sloop van

    kantoren.

    Vastgoedfinanciers hebben zich bereid verklaard positief te staan tegenover

    financiering van plannen van eigenaren tot transformatie van kantoren.

    Gebruikers zetten zich er voor in dat bestaand vastgoed geprevaleerd wordt boven

    nieuwbouw en geven meer inzicht in gebruikerseisen.

    Alle partijen zijn bereid mee te werken aan het vormen van regionale

    kantorenfondsen.

    Amsterdam en de regio hebben met de Kantorenstrategie en de Uitvoeringstrategie

    Plabeka al een visie ontwikkeld op de toekomstige ontwikkeling van de kantorenmarkt.

    Kantorenfonds

    Onderdeel van de afspraken uit het Kantorenconvenant betreft de mogelijkheid voor

    partijen tot het uitwerken van een regionaal of lokaal kantorenfonds dat bedoeld is om de

    sanering van verouderde, structureel leegstaande kantoren te stimuleren door vanuit het

    fonds een financile compensatie te bieden aan eigenaren die besluiten hun bestaande

    kantoor te saneren, door ofwel sloop ofwel duurzame transformatie naar een andere

    functie.Dit is tevens n van de aanbevelingen van het door de Minister van

    Infrastructuur & Milieu aangestelde Bouwteam.

    Binnen de Metropoolregio Amsterdam is onder leiding van de gemeente Amsterdam een

    Werkgroep Kantorenfonds ingesteld, met vertegenwoordigers van marktpartijen (IVBN,

    Neprom, Vastgoedbelang, Nederlandse Vereniging van Banken). Deze werkgroep heeft

    de verschillende fondsmodellen onderzocht die mogelijk zijn en de bijbehorende voor- en

    nadelen. Hierbij is ook gekeken naar de hoogte van de afdracht aan zo'n fonds, wie zou

    moeten afdragen en op welke wijze uitkeringen uit het fonds kunnen plaatsvinden. Na een

    aanvankelijk veelbelovend begin van de samenwerking en het onderzoek is gaandeweg

    echter gebleken dat betrokken vastgoedeigenaren in de regio het belang van

    gezamenlijke actie delen, maar in meerderheid zelf geen financile bijdrage voor een

    kantorenfonds (gericht op sloop of transformatie) willen leveren. Vanuit een deel van de

    vastgoedeigenaren bleek er weinig draagvlak voor een kantorenfonds. De werkgroep

    Kantorenfonds heeft haar werkzaamheden daarom stop gezet.Tegelijkertijd wordt in

    opdracht van de Rijksoverheid nog wel een onderzoek uitgevoerd naar de wettelijke

    mogelijkheden die er zijn voor een verplichte afdracht aan regionale kantorenfondsen. De

    resultaten hiervan worden in het 2ekwartaal van 2013 verwacht, waarna het aan de

    deelnemers van de Kantorentop is of een kantorenfonds wenselijk is.

    Naast een aanvullende planreductie heeft de gemeenteraad bij de vaststelling van de

    Kantorenstrategie ook gevraagd een regeling uit te werken om het recht op de realisatie

    van nieuwe kantoren te koppelen aan de plicht om een incourant kantoorpand door sloop

    of hergebruik/ transformatie te onttrekken aan de kantorenvoorraad, met de bedoeling de

    (structurele) leegstand te verminderen. Om pragmatische redenen en in verband met het

    noodzakelijke draagvlak bij marktpartijen wordt hiervoor de weg bewandeld tot het

    uitwerken en instellen van bovengenoemd regionaal kantorenfonds.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    12/35

    12

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    3 Kantoren: planaanbod en vraag

    3.1 Vraag naar kantoorruimte

    In regionaal verband is afgesproken om bij de planning van kantoorlocaties uit te gaan

    van de toekomstige ruimtebehoefte die Buck Consultants, in opdracht van Plabeka, heeft

    geraamd in het scenario Global Gateway3. In dit scenario is de ruimte voor nieuwe

    kantoorontwikkelingen in Amsterdam de komende zeven jaar 73.000 m per jaar. Na 2020

    zal dit teruglopen naar 50.000 m per jaar. Deze vraag naar kantoren is geraamd door

    Buck Consultants, in opdracht van Plabeka en heeft ook als basis gediend voor de

    Kantorenstrategie.

    Het Global Gateway scenario is het meest ambitieuze groeiscenario. Beleidsmatig is het

    goed dit scenario na te streven, teneinde de hoogst mogelijke economische groei in de

    regio te bewerkstelligen. In werkelijkheid is de kans zeer groot dat de daadwerkelijk

    gerealiseerde ruimtebehoefte lager uitvalt. Het is daarom verstandig om het planaanbod

    voor kantoren (zeker in actieve grondexploitaties) niet te baseren op het meest ambitieuze

    groeiscenario, omdat:

    de toename van het kantoorgebruik in het verleden lager uitviel dan de meest

    optimistische ramingen;

    een verdere afname van het kantoorgebruik per werknemer aannemelijk is;

    de groei in specifieke sectoren (deels) geaccommodeerd kan worden in de ruimte die

    achtergelaten wordt door krimpende sectoren op de kantorenmarkt (in de

    modelmatige behoefteraming is ruimtegroei van sectoren niet gesaldeerd met

    ruimteverlies van andere sectoren);

    er op dit moment al veel (kwalitatief toereikende) ruimte is in de bestaande

    kantorenvoorraad en dit door een teruglopend ruimtegebruik per werknemer nog

    verder zal toenemen;

    het onnodig is een grote strategische reserve van actieve kantorenplannen aan te

    houden, omdat kantoren een relatief korte planontwikkelingstijd kennen en eenvoudig

    in te passen zijn in (bestaande) plannen (kantoren laten zich immers goed

    combineren met andere functies en zijn vaak kostendekkend of zelfs winstgevend te

    realiseren in grondexploitaties);

    het bedenken van kantorenplannen op de (zeer) lange termijn niet tot kwalitatief

    goede eindproducten zal leiden.

    3Het Centraal Planbureau heeft vier economische scenarios opgesteld voor Europa tot aan het jaar 2040. De

    scenario's zijn ontwikkeld rond twee sleutelonzekerheden: internationale samenwerking en institutionele

    hervormingen. Buck heeft twee van de CPB-scenarios voor de regio vertaald in een ruimtebehoefte voor

    kantoren, nl Global Economy en Transatlantic Market . Daar hebben zij twee scenarios aan toegevoegd, waarin

    regionaal beleid is verwerkt (waaronder de schaalsprong). Dit zijn het Global Gateway en Duurzaamheid Troef

    scenario. Beide regionaal vertaalde scenario zijn gebaseerd op het Global Economy scenario. In de

    Kantorenstrategie worden de behoefteramingen conform het Global Gateway scenario en Transatlantic Market

    scenario weergegeven, omdat dit respectievelijk het meest ambitieuze en meest behoedzame scenario is.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    13/35

    13

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    De werkgroep adviseert om niet de regionale keuze voor het Global Gateway scenario ter

    discussie te stellen, maar de input van het scenario, namelijk de kantoorquotient. In de

    vraagramingen van Buck wordt uitgegaan van een over de gehele looptijd gelijkblijvende

    kantoorquotint van 24 m. De Werkgroep Kantorenstrategie adviseert om deze

    kantoorquotint te verlagen naar 20 m. Door de ruimtebehoefte te baseren op het Global

    Gateway scenario uitgaande van een ruimtegebruik van 20 m vloeroppervlak per

    medewerker blijft de gemeente aansluiten bij het door de regio in Plabekaverband

    gehanteerde Global Gateway-scenario, maar kiest voor een iets behoedzamere

    benadering. De verwachting is dat de gemeente hiermee genoeg maatregelen neemt om

    zich te wapenen tegen de nadelige gevolgen van een te ruim planaanbod (zijnde

    financile risicos in grondexploitaties en de kans dat plannen maar voor de helft tot

    ontwikkeling komen). Tegelijkertijd blijft er voldoende ruimte om aan alle behoefte van

    ondernemingen tegemoet te kunnen komen, indien hiervan sprake is in een periode van

    relatief hoge economische groei. Daarnaast blijft de (regionale) ambitie van de

    Metropoolregio overeind om te behoren tot de top vijf van economische regios. Tevens

    speelt bij de keuze voor het Global Gateway scenario mee dat de risicos voor

    schadeclaims als gevolg van de reductie bij een zeer behoedzaam scenario (Transatlantic

    Market) naar alle waarschijnlijkheid hoger zijn dan de financile risicos als gevolg van het

    handhaven van een planovermaat in de grondexploitatieplannen. De keuze om uit te gaan

    van een lager ruimtegebruik per medewerker is een Amsterdamse en wordt niet binnen

    Plabeka gehanteerd. De werkgroep is van mening dat deze keuze recht doet aan de

    vraag van de Gemeenteraad om uit te gaan van een realistischere ruimtebehoefteraming.

    De werkgroep stelt voor om de keuze voor het scenario Global Gateway (20m) te

    communiceren met de regio.

    In tabel 3.1 is de ruimtebehoefte voor kantoren voor de periode 2013-2040 weergegeven

    bij het oorspronkelijke Global Gateway scenario, waar uitgegaan is van een ruimtegebruik

    van 24 m per werknemer. Tevens is aangegeven wat de ruimtebehoefte is wanneer

    uitgegaan wordt van een lager ruimtegebruik per werknemer, namelijk 20 m.

    Tabel 3.1 Ruimtebehoefte voor kantoorruimte in Amsterdam in Global Gateway scenario met hoge en

    lage kantoorquotint, periode 2013-2040

    Global Gateway scenario

    uitgaande van 24 m uitgaande van 20 m

    Totale ruimtebehoefte 2013-2040 1.515.000 m 1.262.000 m

    waarvan. 2013 2020 512.000 m 426.000 m

    waarvan. 2020 2040 1.003.000 m 836.000 m

    In deze notitie wordt hierna telkens uitgegaan van een ruimtegebruik van 20 m per

    werknemer wanneer cijfers met betrekking tot de ruimtebehoefte worden gepresenteerd.

    Vraagramingen EIB

    In opdracht van het Rijk heeft het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) in

    het kader van de afspraken uit het Actieprogramma Aanpak leegstand Kantoren een

    vraagraming voor heel Nederland gemaakt. Voor de Metropoolregio Amsterdam levert dit

    het volgende beeld op.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    14/35

    14

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Afbeelding 3.2

    De cijfers van EIB zijn per m verhuurbaar oppervlak (vvo) en Buck brengt de cijfers per

    m bruto vloeroppervlak (bvo) in beeld. De door het EIB becijferde nieuwbouwvraag

    betreft 3,8 miljoen m bvo tot 2040 (=3.257.000 m vvo), waarvan 1,2 miljoen m bvo tot

    2020 (= 1.021.000 m vvo). Buck heeft in het Global Gateway scenario een

    ruimtebehoefte voor de metropoolregio geraamd van 3,9 miljoen m bvo tot 2040,waarvan 1,7 miljoen m bvo tot 2020.

    3.2 Het actuele planaanbod 2013-2040

    Het planaanbod voor kantoren is niet statisch. Het is gebleken dat sinds de vaststelling

    van de Kantorenstrategie in juli 2011 planaanbod is komen te vervallen (doordat het

    bijvoorbeeld in aanbouw is genomen of alsnog geschrapt is) en planaanbod is

    toegevoegd. Om te komen tot een marktconforme kantorenvoorraad is het

    kantorenplanaanbod daarom geactualiseerd. In deze paragraaf wordt aandacht

    geschonken aan enkele specifieke wijzigingen in het planaanbod sinds het uitkomen van

    de kantorenstrategie en wordt vervolgens het actuele planaanbod vergeleken met hetmaximaal te handhaven planaanbod, zoals dat in de Kantorenstrategie is vastgesteld.

    Vervallen planaanbod

    Het is gebleken dat in bepaalde ruimtelijke plannen sprake is van een geringer

    planaanbod voor kantoren, dan dat conform de Kantorenstrategie behouden mocht

    blijven. Dit komt doordat marktpartijen van hun ontwikkelrecht afzien of dat planeigenaren

    zijn overgegaan tot het schrappen van kantorenplannen. Dit levert een afname van het

    kantorenplanaanbod op van 92.000 m.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    15/35

    15

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Nieuw planaanbod kantoren

    In de Kantorenstrategie is opgenomen dat er geen nieuw planaanbod voor kantoren is

    toegestaan. Hierop kan alleen uitzondering worden gemaakt indien hiervoor bestuurlijk

    goedkeuring wordt gegeven door het College. Uit aanvullende inventarisaties door de

    Werkgroep Kantorenstrategie is echter gebleken dat er kantoorruimte in plannen is

    opgenomen, waarvan de Werkgroep bij het opstellen van de Kantorenstrategie geen weet

    had en waarvoor ook geen bestuurlijke goedkeuring nadien is gegeven. Deze nieuwe

    plannen worden in het actuele totale planaanbod meegenomen en zorgen voor een

    toename van het planaanbod van 19.000 m .

    Planaanbod creatieve sector

    Bij het terugbrengen van de overmaat van kantorenplannen in de afgelopen jaren is

    telkens gewezen op de verkantorisering van bedrijventerreinen. Een groot deel van deze

    verkantorisering wordt veroorzaakt door de huisvesting van de creatieve sector4.

    Creatieve bedrijven zijn niet n op n vergelijkbaar met de meer traditionele kantoren.

    Echter, ze vertonen in de praktijk qua gebruik van het vastgoed grote gelijkenissen met de

    meer traditionele kantoorgebruikers. Er is sprake van een zekere mate van

    uitwisselbaarheid van vastgoed tussen beide gebruikersgroepen.

    De Werkgroep Kantorenstrategie heeft na vaststelling van de Kantorenstrategie begin

    2012 onderzoek gedaan naar (verwachte) kantoorontwikkelingen op bedrijventerreinen en

    in woongebieden. In de Kantorenstrategie is geconstateerd dat het kantorenaanbod op

    bedrijventerreinen consequent betrokken moet worden bij het totale kantorenaanbod en

    dat zeer terughoudend omgegaan moet worden met het toestaan van kantoren op

    bedrijventerreinen. Tegelijkertijd bestond bij de Werkgroep Kantorenstrategie het

    vermoeden dat er nog een aanzienlijk potentieel aan planaanbod kantoren op

    bedrijventerreinen zou bestaan. De conclusies uit het onderzoek zijn dat in veel

    toekomstige plannen in woongebieden en op bedrijventerreinen een behoorlijke

    hoeveelheid aan planvoorraad bedrijfsruimten zichtbaar is. Het is onwaarschijnlijk dat al

    deze panden gebruikt zullen worden als bedrijfsruimten. Denk hierbij wat betreft de

    woonmilieus aan problemen met milieuzonering en geluidshinder. De combinatie

    woningen en bedrijfsruimten zorgen ervoor dat wat betreft prijs en kwaliteitsniveau het

    voor de hand ligt dat deze ruimten (in de toekomst) voor een groot gedeelte gebruikt

    zullen worden als kantoor. Planeigenaren zijn in de meeste gevallen overtuigd van het feit

    dat het hier gaat om bedrijfsruimten. Desondanks blijkt uit het eerstgenoemde onderzoek

    na realisatie of na het aflopen van het eerste huurcontract dat deze bedrijfsruimten voor

    meer dan 50% gebruikt worden als kantoor. Het onderzoek heeft in beeld gebracht dat

    voor circa 16 gebieden de kans groot is dat deze ontwikkeld, dan wel gebruikt, zullen

    worden als kantoorruimte. De omvang en het aantal risicoprojecten is dusdanig groot dat

    programmatische sturing noodzakelijk is om te voorkomen dat bedrijfsruimten in

    woonmilieus en op bedrijventerreinen (op termijn) verkantoriseren. Er zijn in dat opzicht

    echter meerdere/aanvullende maatregelen te bedenken, die buiten het direct schrappen

    van projecten kunnen bijdragen aan het terugdringen van de (plan)voorraad risicovolle

    bedrijfsruimten. Het onderzoek is opgenomen als bijlage 1. Er is een inventarisatie van de

    situatie per onderzocht gebied.

    4Het andere deel wordt veroorzaakt door veranderde werkprocessen van traditionele bedrijven als gevolg van

    de technologie, maar staat buiten de scope van deze notitie.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    16/35

    16

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Tevens heeft de werkgroep geconstateerd dat het risico blijkt te bestaan dat nieuwe

    kantoorontwikkelingen plaatsvinden, ondanks het feit dat het maximaal te handhaven

    planaanbod van kantoren is vastgesteld. Dit komt omdat in de Kantorenstrategie enkel de

    actieve ontwikkelruimte in plannen is meegenomen en niet de bestemmingsplanruimte.

    Voortschrijdend inzicht leidt ertoe dat een deel van de bestemmingsplanruimte toch als

    actieve ontwikkelplannen opgevat dient te worden. In vigerende bestemmingsplannen in

    Amsterdam is op namelijk op verschillende plekken (veel) meer kantoor mogelijk dan

    conform de vastgestelde lijst met te handhaven kantorenplanaanbod gewenst is, de

    zogenaamde bestemmingsplanruimte. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen

    bestemmingsplanruimte die bedoeld is om een bestaand kantoorpand uit te breiden, en

    bestemmingsplanruimte die bewust is/wordt gecreerd om het transformeren en/of

    uitbreiden van bestaand niet-kantoorvastgoed naar kantoorruimte mogelijk te maken. Dit

    laatste is met name het geval op bedrijventerreinen om de huisvesting van de creatieve

    sector mogelijk te maken.

    Als er scherper wordt gekeken naar het fenomeen creatieve bedrijvigheid dan blijkt dat de

    in de Structuurvisie 2040 (vastgesteld bij Raadsbesluit op 16 februari 2011, afdeling 3A,

    nummer 33/56) opgenomen ambitie om te komen tot verdichting op bedrijventerreinen en

    een uitrol van het binnenstadmilieu een rol speelt. Bij bedrijventerreinen kan vrijwel alleen

    verdicht worden door meer bouwlagen te realiseren, waarbij dit in de praktijk dan al snel

    om de realisatie van kantoorruimte gaat. In de Kantorenstrategie is de regel opgenomen

    dat de bouwlagen boven de begane grond aangemerkt dienen te worden als

    kantoorruimte. Dit telt mee in de planvoorraad voor kantoren. Indien deze regel

    consequent toegepast wordt op de bedrijventerreinen zorgt dit voor een toename van

    aanvankelijk genventariseerde planaanbod in de Kantorenstrategie.

    De mogelijkheid tot huisvesting van de creatieve sector wordt vooral geboden (of er is

    sprake van een voornemen hiertoe of ze zijn al gehuisvest) in de gebieden Hamerstraat,

    NDSM, Minervahaven, Schinkel, Bedrijventerrein Overamstel en Cruquiusweggebied.

    Geconstateerd is dat de gerealiseerde ontwikkelingen ten behoeve van de creatieve

    sector voornamelijk vastgoed voor bureaugebonden werkzaamheden bestaan en dus

    kantoorvloer betreft. Op deze terreinen bevindt zich een planaanbod ten behoeve van

    creatieve sector van 213.300 m, zoals in onderstaande tabel is weergegeven.

    Tabel 3.3 Planaanbod voor creatieve sector

    Gebied Planaanbod tbv creatieve sector

    Hamerstraat 16.000 m

    NDSM 19.000 m

    Minervahaven 108.000 mSchinkel 60.000 m

    5

    Bedrijventerrein Overamstel 5.000 m

    Cruquiusweg 5.000 m

    Totaal 213.000 m

    5Voor circa de helft van de 60.000 m zijn al bouwvergunningen afgegeven

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    17/35

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    18/35

    18

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Tabel 3.5 Ruimte voor kantorenplannen in Amsterdam in Global Gateway scenario voor de periode 2013-

    2040

    Global Gateway uitgaande van 20 m

    Totale ruimtebehoefte 2013-2040 1.262.000 m

    waarvan 2013-2020 426.000 m

    waarvan 2020-2040 836.000 m

    Totale aanbod 1.829.000 m

    waarvan. courant aanbod in bestaande voorraad 596.000 m

    waarvan in aanbouw per 01-01-2013 122.000 m

    waarvan planaanbod per 01-01-2013 1.111.000 m

    Confrontatie (=planoverschot) 567.000 m

    Maximaal te behouden planaanbod

    (= planaanbod minus planoverschot) 544.000 m

    Het overschot aan kantorenplannen bij het scenario Global Gateway uitgaande van een

    ruimtegebruik van 20 m per werknemer is 567.000 m op een totaal van 1.111.000 m

    aan kantorenplannen. Het maximale te behouden planaanbod bedraagt derhalve 544.000

    m. Uitgaande van het eerder geadviseerde stedelijke kantorenquotum van maximaal

    40.000 m per jaar is het maximaal te handhaven planaanbod tot 2020 280.000 m.

    Hierdoor blijft er voor de periode van 2020 tot 2040 een maximaal te handhaven

    planaanbod over van 264.000 m.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    19/35

    19

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    4 Voorstel voor marktconforme

    kantorenplannen

    4.1 Wijze van planreductie

    Uit de ontwikkelingen in het planaanbod van kantoren uit hoofdstuk 3 blijkt dat de

    gemeente, ondanks alle reducties in de afgelopen jaren, nog steeds meer planaanbod

    heeft dan redelijkerwijs verwacht mag worden dat de markt kan absorberen. Om tot een

    marktconform en daarmee afzetbaar planaanbod van 544.000 m kantoren te komen is,

    zoals in hoofdstuk 3 in tabel 3.5 is aangegeven, een reductie nodig van 567.000 m

    kantoorruimte.

    Inmiddels wordt het schrappen van plannen steeds lastiger, omdat de redelijk eenvoudig

    te schrappen plannen reeds uit het planaanbod gehaald zijn. Voorheen was in de ruime

    planvoorraad sprake van op elkaar lijkende/weinig onderscheidende plannen en kon een

    deel van de dubbels geschrapt worden. Daarvan is inmiddels nauwelijks sprake meer.

    Om tot rele voorstellen voor marktconforme kantorenplannen te komen is in principe, net

    als in de Kantorenstrategie, de opgave vraaggericht aangepakt. Er is in kaart gebracht

    waar vanuit de vraagramingen behoefte aan blijkt te zijn en het planaanbod is hier zoveel

    mogelijk op afgestemd. Hiervoor zijn de bestaande kantorenlocaties en de planvoorraad

    ingedeeld in segmenten en het planaanbod in deze segmenten is gerelateerd aan de

    vraag in dezelfde segmenten. Belangrijke kwalitatieve aspecten bij deze vraaggerichte

    aanpak zijn de marktpotentie, de multimodale bereikbaarheid en multifunctionaliteit

    (aanwezigheid van andere voorzieningen) en uniciteit (moet niet meer van hetzelfde zijn

    en gericht op sectoren waar belangrijk deel van de te verwachten groei zit) van een

    locatie. In een toenemend aantal gevallen heeft de vraaggerichte aanpak plaats moeten

    maken voor een aanbodgestuurde keuze: daar waar reeds vastgestelde juridisch-

    planologische kaders, privaatrechtelijke contracten of verregaande afspraken liggen is de

    kantoorruimte in het plan niet of beperkt gereduceerd.

    4.2 Actieve reductiestrategie

    Uit het onderzoek is gebleken dat voor een fors deel van het planaanbod van kantoren

    geldt dat hier privaatrechtelijke contracten onder liggen en/of dat de juridisch-planolo-

    gische kaders de realisatie van kantoren mogelijk maakt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de

    gecreerde bestemmingsplanruimte voor de creatieve sector op enkele bedrijventer-

    reinen. Het is niet zonder meer mogelijk om deze planvoorraad schadeloos te reduceren.

    Aangezien een aanvullende planreductie nodig is om tot een gezonde planvoorraad te

    komen wordt geadviseerd om naast het direct schrappen van kantorenplannen een

    actieve reductiestrategie ten aanzien van specifieke kantorenplannen te hanteren. Met

    een actieve reductiestrategie wordt bedoeld:

    1. Het overgaan tot een reductie van de vastgestelde planvoorraad kantoren op het

    moment dat sprake is van het niet nakomen of ontbinden van privaatrechtelijke

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    20/35

    20

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    contracten die tussen een marktpartij en de gemeente overeengekomen zijn ten

    behoeve van een gronduitgifte. Op dergelijke natuurlijke momenten zal de gemeente

    er toe overgaan de betreffende locatie alsnog te schrappen als planvoorraad

    kantoren.

    2. Het overgaan tot een reductie van bestemmingsplanruimte in die gevallen dat de

    bestemmingsplanruimte substantieel groter is dan de vastgestelde planvoorraad. In

    veel gebieden in de gemeente Amsterdam is er nog ruimte voor kantoren in

    bestemmingsplannen terwijl er geen of beperkt planaanbod is. Een deel van deze

    ruimte is noodzakelijk om de flexibiliteit ten behoeve van bijvoorbeeld herontwikkeling

    te behouden en daarmee de benodigde kwaliteitsverbetering van de bestaande

    kantoren te waarborgen. Echter, hiervoor is een surplus van 10 15 % genoeg. De

    gemeente zal op natuurlijke momenten (zoals bijvoorbeeld bestemmingsplanher-

    ziening) deze voorraad trachten terug te brengen, waarbij voorkomen moet worden

    dat er planschade optreedt. Deze strategie geldt voor alle plangebieden.

    Op projectniveau zal de actieve reductiestrategie door de planeigenaar nader uitgewerkt

    dienen te worden, zodat helder wordt wanneer kansen zich voordoen, verzilverd kunnen

    worden en tot welke planreductie dit op welke termijn kan leiden.

    De werkgroep ziet kansen voor het succesvol inzetten van de actieve reductiestrategie.

    Als gevolg van de economische crisis en de malaise op de kantorenmarkt komen er

    namelijk steeds meer signalen van marktpartijen bij de gemeente over het eventueel

    opheffen of omzetten van kantoorruimte in overeengekomen plannen. Hierdoor weten

    zowel de gemeente als de ontwikkelaar dat de realisatie van kantoren conform

    oorspronkelijke plannen op sommige plekken uiterst onzeker is. Omdat het hebben van

    marktposities geld waard (kan) zijn, zijn partijen terughoudend om in het openbaar

    uitspraken te doen over de (on)houdbaarheid van die posities, om claims of

    ingebrekestellingen van de contractpartijen te voorkomen. Op termijn is echter de

    verwachting dat deze plannen op een zeker mioment (wanneer het natuurljike moment

    hier zich voor aandient) gereduceerd kunnen worden.

    4.3 Voorstel voor planreductie per planperiode

    Periode 2013 tot 2020

    Uitgaande van het stedelijke kantorenquotum van 40.000 m per jaar bedraagt het

    maximaal benodigde planaanbod voor de periode tot 2020 280.000 m. Van het totale

    planaanbod van kantoren van 1.111.000 m is circa 494.000 m uitgeefbaar in de periode

    tot 2020. Dit betekent dat in de periode tot 2020 een planreductie van 214.000 m nodig

    is.

    De werkgroep stelt voor het planaanbod terug te brengen door een directe planreductie (=

    schrappen van plannen) en door het inzetten van de actieve reductiestrategie. In tabel 4.1

    is dit uitgewerkt. Hier wordt per locatiesegment aangeven wat de planvoorraad is, de

    omvang van planreductie en de inzet bij de actieve reductiestrategie. Vervolgens is

    aangegeven wat het maximaal te behouden planaanbod is en welk aandeel dit inneemt in

    het totaal te behouden planaanbod voor de periode 2013-2020. In bijlage 3 staat het

    maximaal te behouden planaanbod per plan aangegeven.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    21/35

    21

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Tabel 4.1 Voorstel omvang planreductie en actieve reductiestrategie per segment voor de periode 2013-

    2020

    Periode 2013-2020 Planaanbod

    per 01-01-

    2013

    Voorgestelde

    Planreductie

    Voorgestelde

    actieve

    reductie-

    strategie

    Maximaal te

    behouden

    planaanbod

    Aandeel

    maximaal te

    behouden

    planaanbod

    Toplocatie 200.000 m 0 m 0 m 200.000 m 72%

    Centrumlocatie 80.975 m 20.575 m 20.000 m 40.400 m 4%

    Knooppuntlocatie 0 m 0 m 0 m 0 m 0%

    Kennislocatie 30.000 m 0 m 20.500 m 9.500 m 3%

    Snelweglocatie 2.500 m 2.500 m 0 m 0 m 0%

    Woonwijk 28.700 m 18.700 m 0 m 10.000 m 4%

    Bedrijventerrein 152.125 m 40.000 m 92.500 m 19.625 m 7%

    Eindtotaal 494.300 m 81.775 m 133.000 m 279.525 m 100%

    Zoals uit tabel 4.1 blijkt is het niet mogelijk om de planvoorraad voldoende terug tedringen op basis van het schrappen van plannen, omdat slechts 82.000 m direct

    geschrapt kan worden. Vandaar dat voorgesteld wordt om aanvullend op het schrappen

    de actieve reductiestrategie in te zetten. Met de inzet van deze reductiestrategie voor een

    aantal plannen is de verwachting dat op termijn het planaanbod met nog eens 133.000 m

    teruggebracht kan worden. Voor de toplocatie (zijnde Zuidas) blijft het grootste deel van

    de planvoorraad behouden, omdat de vraag naar dit segment groot is en dit segment

    belangrijk is voor de internationale postie van Amsterdam. Dit geldt ook voor de

    segmenten knooppunt- en kennislocaties. Ook de planvoorraad op de centrumlocaties

    blijft grotendeels gehandhaafd, vanwege de aanhoudende vraag naar dergelijke locaties.

    Er wordt met name planvoorraad geschrapt is in de segmenten snelweglocatie,

    woonwijken en bedrijventerreinen. Daarnaast is met name bij bedrijventerreinen sprake

    van de inzet van de actieve reductiestrategie, vanwege de overmaat van kantorenplannen

    op de bedrijventerreinen en de beperkte mogelijkheden om dit planaanbod direct te

    schrappen. Op de bedrijventerreinen geldt immers dat veel van de planvoorraad reeds

    vastgelegd is in contracten (bijv. intentieovereenkomst, samenwerkingsovereenkomst,

    erfpachtcontract). De reductiestrategie voorziet er in dat, in die gevallen dat de

    contractpartij geen verder gevolg wil geven aan de uitvoering van het contract, de

    gemeente en contractpartner inzetten op beindiging, waarna het planaanbod van

    kantoren op de locatie alsnog wordt geschrapt. De totale reductie wordt hiermee op

    termijn circa 215.000 m (namelijk 82.000 m direct en 133.000 m op natuurlijke

    momenten).

    Periode 2020 tot 2040

    Voor de periode van 2020 tot 2040 bedraagt het maximaal te handhaven planaanbod

    264.000 m.Van het totale planaanbod van kantoren van 1.111.000 m is circa 616.000 m

    uitgeefbaar in de periode van 2020 tot 2040. Dit betekent dat in de periode 2020 tot 2040

    een planreductie van 352.000 m nodig is. Omdat het aanbreken van deze periode nog

    even op zich laat wachten en ruimtebehoefteramingen met de gebruikelijke onzekerheden

    omgeven zijn, stelt de werkgroep voor het overschot in deze periode nog niet op dit

    moment te reduceren. Met het bovengenoemde reductievoorstel voor de periode tot 2020,

    vergezeld met de eerder in de Kantorenstrategie genomen maatregelen en de inzet van

    de gemeente op transformatie, worden er op dit moment al veel maatregelen genomen

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    22/35

    22

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    om de overmaat op de bestaande kantorenvoorraad en in de planvoorraad terug te

    dringen. Over enkele jaren zal er meer helderheid zijn over het effect van al deze

    maatregelen en kan dan bekeken worden of en zo ja in welke omvang er sprake is van

    een planoverschot voor de periode 2020 tot 2040. De verwachting van de werkgroep is

    wel dat er tegen die tijd nog altijd sprake zal zijn van een planoverschot en adviseert

    derhalve om ruimschoots voor het aanvangen van de periode 2020-2040 het reduceren

    van plannen ter hand te nemen. Ook dan zal planreductie waarschijnlijk het best via het

    direct schrappen van plannen en het inzetten van de actieve reductiestrategie kunnen

    plaatsvinden.

    Door het inzetten van de maatregelen planreductie (= schrappen/uitfaseren van

    planaanbod tot na 2040) en actieve reductiestrategie(= schrappen van planaanbod op

    natuurlijk moment, bijvoorbeeld als contractuele afspraak niet nagekomen wordt) is het

    mogelijk de planvoorraad aan te laten sluiten op de marktvraag. De door de werkgroep

    geformuleerde voorstellen voor reductie worden in tabel 4.2 weergegeven.

    Tabel 4.2 Voorstel van de Werkgroep Kantorenstrategie voor omvang planreductie en actieve

    reductiestrategie in Global Gateway scenario (o.b.v. 20 m) per planperiode

    2013-2020 2020-2040

    Planaanbod per 01-01-2013 494.000 m 616.000 m

    Maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m 264.000 m

    Planovermaat 214.000 m 352.000 m

    Voorstel voor omvang planreductie 82.000 m

    Voorstel voor omvang Actieve reductiestrategie 133.000 m

    Totaal voorgestelde planreductie 215.000 m

    Maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m

    te bepalen

    over circa

    5 jaar

    De voorstellen tot planreductie leiden tot wijziging van de indeling van de kantoorlocaties

    in groei-, beperkte groei, balans- en krimpgebieden zoals deze in de Kantorenstrategie

    was gemaakt. In bijlage 2 wordt een aangepast overzicht van de gebiedsindeling

    gegeven.

    4.4 Financile gevolgen van planreductie

    De financile gevolgen van het terugnemen van kantoor vierkante meters uit

    grondexploitaties kunnen worden ingedeeld in twee categorien

    Vereveningsfondsplannen

    Niet-vereveningsfondsplannenDe niet-vereveningsfondsplannen zijn de Zuidas, de Alfa driehoek en de Minervahaven en

    de plannen die (nog) geen actieve grondexploitatie hebben. De Zuidas zal weer

    ondergebracht worden bij de Vereveningsfondsplannen. De overige plannen zijn

    vereveningsfondsplannen.

    Vereveningsfondsplannen

    Het financile effect van het terugnemen van kantoor vierkante meters uit

    grondexploitaties heeft, in verhouding met de te schrappen meters, op het

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    23/35

    23

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Vereveningsfonds een relatief beperkt effect. Een groot deel van de plannen is al

    afgesloten, nog niet vastgesteld of de opbrengsten van kantoormeters zijn al afgeboekt.

    De grondopbrengsten van de vastgestelde plannen nemen in totaal met 96 miljoen af

    als gevolg van het schrappen van kantoorruimte in de plannen. Deze opbrengstenderving

    bevindt zich in zijn geheel in plannen met een negatief exploitatiesaldo. Indien er rekening

    gehouden wordt met alternatief programma in de plaats van de geschrapte kantoorruimte,

    dan bedraagt de opbrengstderving circa 55 miljoen. De financile consequenties van

    het schrappen van kantoorruimte in plannen zijn reeds meegenomen bij de bepaling van

    het generieke risico in het EindejaarsRAG 2012.

    Geredeneerd vanuit het (nieuwe) systeem van kasstroomsturing (en de uitwerking hiervan

    in groene, blauwe en paarse kavels) is er ook geen sprake van een extra financieel effect.

    Bij de uitvraag voor de kasstroomsturing op kavelniveau zijn alleen de uitgiftes voor de

    komende vier jaar gevraagd. De projecten die in deze periode in de notitie marktconforme

    kantorenplannen worden gehandhaafd komen overeen met de li jst Groen Blauw. De

    maatregel heeft daarmee geen consequenties voor de notitie.

    Het uitgangspunt dat alleen gewerkt wordt aan projecten met een zekere opbrengst op

    korte termijn. Door deze manier van werken worden de risicos met betrekking tot afzet

    beperkt waardoor het Generieke risico op portefeuilleniveau aanzienlijk verminderend.

    Tevens is er meer zicht op eventuele grondprijsrisicos op kavelniveau door de beperking

    van het aantal projecten. Overall kan hieruit geconcludeerd worden dat het financile

    effect van eventueel optredende risicos zal verminderen.

    Tabel 4.3 Overzicht financile gevolgen reductie bij alternatief programma ipv kantoren

    Totaal In negatieve

    plannen

    In positieve

    plannen

    2013-2020 35.272.599 35.272.599 0

    2020-2040 19.921.791 19.921.791 02013-2040 55.194.390 55.194.390 0

    Bovenstaande bedragen zijn indicatief, omdat hierbij de volgende aannames gedaan zijn:

    het schrappen van kantoren en/of het omzetten van kantoren naar andere functies

    heeft geen gevolgen voor de kostenkant in grondexploitaties,

    bij omzetting van kantoren naar alternatief programma is niet gekeken of dit past

    binnen de programmatische kaders en of dit afzetbaar is,

    het schrappen en/of omzetten heeft geen effect op de fasering van de opbrengsten en

    kosten in de lopende grondexploitaties,

    reeds gedane investeringen hoeven niet te worden afgeschreven en

    er komen geen schadeclaims als gevolg van het schrappen/omzetten van kantoren,

    als er reeds sprake is van een contract met een marktpartij.Er is niet per plan beoordeeld of alternatief programma mogelijk is. Het kan zijn dat dit niet

    het geval is. Wanneer hiervan sprake is, zal het negatieve financile effect uiteraard

    groter zijn.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    24/35

    24

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Bijlage 1 Onderzoek naar kantoren in

    bedrijfsruimten (begin 2012)

    In aanvulling op eerdere inventarisaties door het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente

    Amsterdam (OGA) en in het kader van de Kantorenstrategie Amsterdam en als nadere

    uitwerking van verschillende Raadsopdrachten is door OGA begin 2012 een onderzoek

    uitgevoerd naar de omvang van de (potentile) verkantorisering van bedrijventerreinen.

    Uit een onderzoek naar hybride ondernemingen van de Dienst Ruimtelijke Ordening is

    gebleken dat een aanzienlijk deel van de bestaande voorraad bedrijfsruimte al dan niet

    gelegen op bedrijventerreinen in gebruik is als kantoor. Het kantoorvloeroppervlak op

    bedrijventerreinen en in woonmilieus is hierdoor naar alle waarschijnlijkheid de afgelopen

    jaren aanzienlijk gegroeid. Bijna 30% van het aantal vestigingen op bedrijventerreinen in

    de Gemeente Amsterdam is in gebruik als een solitair kantoor. Het aantal hybride

    bedrijven, met 30% tot 70% kantoorvloer, bedraagt slechts iets meer dan 10%. De

    verkantorisering van de bedrijventerreinen heeft ongewenste effecten opgeleverd,

    waaronder de bijdrage aan de overmaat die er is op de kantorenmarkt. Mede hierdoor is

    in de Kantorenstrategie geformuleerd dat het (plan)aanbod van kantoren op

    bedrijventerreinen betrokken wordt bij het totale (plan)aanbod van kantoren in de stad en

    dat in de toekomst zeer terughoudend wordt omgegaan met het toestaan van

    kantoor(achtigen) op bedrijventerreinen. Voor een bedrijfsruimte met meer dan 50%

    kantoorvloer zijn daarom de kaders van de Kantorenstrategie van toepassing.

    Vanuit de Werkgroep Kantorenstrategie bestond het vermoeden dat er nog een

    aanzienlijke voorraad kantoren in bedrijfsruimteplannen aanwezig was. Dit betreft

    kantoren die nog niet bij de Werkgroep Kantorenstrategie in het vizier zijn. In navolging

    van de Kantorenstrategie en het onderzoek naar hybride ondernemingen heeft de

    Werkgroep Kantorenstrategie daarom de (harde en zachte) ruimtelijke planvoorraad van

    bedrijfsruimte in Amsterdam in kaart gebracht. Het vizier was daarbij met name gericht op

    het vloeroppervlak voor kantoren dat gereserveerd is in de bedrijfsruimteplannen. Op

    basis van de Financieel Perspectieven, stedenbouwkundige plannen, uitwerkingsplannen,

    cashflowshemas en GEPS/Planex is de voorraad bedrijfsruimte, die nog in de plannen

    aanwezig is, in kaart gebracht. Dit gaf echter niet in alle gevallen een volledig en

    betrouwbaar beeld. Daarom is aan de planeigenaren gevraagd om voor een aantal

    projecten de gegevens aan te vullen.

    Afbakening

    Om een duidelijk beeld te schetsen van de situatie in Amsterdam is het van belang om in

    eerste instantie de onderzoekscriteria enigszins in te kaderen. Volgens de kaders van de

    Kantorenstrategie is er sprake van kantoren wanneer bedrijfsruimten voor meer dan 50%

    uit kantoren bestaan. Na uitgifte is voor een aanzienlijk deel van deze bedrijfsruimten de

    kans op verkantorisering aanzienlijk. Er zijn zowel binnen de kaders van de

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    25/35

    25

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Kantorenstrategie als uit de praktijk specifieke risico-objecten aan te merken. Denk hierbij

    aan bedrijfsverzamelgebouwen, bedrijfsruimten met meerdere lagen, bedrijfsruimten met

    op kavelniveau een Floor Space Indexvan meer dan 1 en veel kleinschalige bedrijvigheid

    in plinten van woongebouwen.

    Er is een onderscheid gemaakt in planvoorraad voor en na het jaar 2020. Veel plannen in

    Amsterdam zijn onlangs uitgesteld door marktpartijen die door een gebrek aan

    financiering en afzetmarkt afhaken. Over het algemeen is voor dergelijke plannen nog

    geen duidelijk beeld van het aandeel kantoor binnen bedrijfsruimten. Planeigenaren

    hebben daarom veelal de uitwerkingsplannen of stedenbouwkundige plannen als

    uitgangspunt gebruikt. In dergelijke gevallen gaat het dan om het maximaal toelaatbaar

    programma commercile ruimten.

    Resultaten inventarisatie

    Er is aan planeigenaren gevraagd gegevens te verstrekken wat betreft het programma,

    fsi, contractuele afspraken, grondprijzen etc. Gedurende de inventarisaties bleek al snel

    dat de meeste gevraagde gegevens (door de zachtheid van de plannen) niet volledig

    konden worden ingevuld. Daarom is met name gekeken naar het programma en zijn

    risicovolle projecten in deze eindrapportage kort toegelicht.

    Programma

    Door planeigenaren wordt, wat betreft de verhouding kantoor-bedrijf, vaak binnen de

    kaders van de Kantorenstrategie gebleven. Met andere woorden blijven ze

    bestemmingstechnisch beneden de 50% kantoor bij de planontwikkeling van

    bedrijfsruimten. Na realisatie blijkt echter dat veel van deze bedrijfsruimten (op termijn)

    gebruikt worden als kantoor. Dit is in veel projecten en gebieden in relatie tot het

    stedelijke kantorenprogramma niet wenselijk. Daarom is gedurende het onderzoek per

    gebied/project een oordeel gegeven of dit, op basis van de in de afbakening gegeven

    risicocategorien en naar de mening van de onderzoeker(s), een potentieel kantoor

    betreft. Er is een onderscheid gemaakt in de volgende drie categorien:- Waarschijnlijk kantoor- Twijfel- Waarschijnlijk bedrijf

    Wanneer de panden voor meer dan 50% uit kantoor bestaan dan wordt het kantoordeel

    meegenomen als kantoor. Wanneer het pand voor minder dan 50% uit kantoor bestaat

    dan wordt het oppervlak van het gehele pand gerekend als bedrijfsruimte. Wanneer het

    gaat om solitaire kantoren (>70% kantoor) dan zijn deze metrages over het algemeen

    reeds meegenomen in de Kantorenstrategie. Wanneer er sprake is van sloop/nieuwbouw

    wordt alleen het eventuele extra vloeroppervlak (ten opzichte van het initile pand)

    meegenomen. Bij transformatie van bedrijf naar kantoor wordt uiteraard ook hetvloeroppervlak kantoor dat voorheen bedrijf was meegerekend.

    - Circa 275.000 m brutovloeroppervlak bedrijfsruimten zal voor 2020 gerealiseerd

    kunnen worden. De verwachting is dat na 2020 nog eens 345.000 m

    brutovloeroppervlak bedrijfsruimten gerealiseerd zullen kunnen worden. Op de

    bedrijventerreinen wordt buiten de reeds bekende brutovloeroppervlak

    bedrijfsruimten voor 2020 nog eens 205.000 m kaveloppervlak in ontwikkeling

    genomen.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    26/35

    26

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Het gaat hier echter alleen om de metrages waar nu gegevens over bekend zijn. Al dan

    niet gerealiseerd voor of na 2020. In sommige gevallen gaat het om gereserveerde

    planologische ruimte in het bestemmingsplan. Aangezien een aanzienlijk deel van de

    projecten op dit moment is uitgesteld tot na 2020 en waarvan het programma nog

    onduidelijk is, is de verwachting dat het aandeel kantoor nog zal fluctueren. Het is echter

    niet werkbaar om wat betreft deze metrages exact aan te geven hoeveel

    brutovloeroppervlak in gebruik zal worden genomen als kantoor. Denk hierbij bijvoorbeeld

    aan gebied met 50.000 m planvoorraad bedrijfsruimte verspreid over verschillende

    panden. Hoewel de verwachting is dat in ieder geval een deel hiervan in gebruik wordt

    genomen als kantoor, kan dit 1.000 m zijn, maar ook 40.000 m. Een metrage gebaseerd

    op giswerk is dus niet wenselijk. Mede hierdoor is op projectniveau bekeken of bij deze

    projecten de kans bestaat dat deze verkantoriseren.

    Risicoprojecten

    Gedurende het onderzoek bleek al snel dat bij een aantal gebieden en projecten, met het

    oog op programmatische sturing op potentile kantoorplannen, de kans op

    verkantorisering aanzienlijk is. Voor deze zogenoemde risicoprojecten is

    programmatische sturing wenselijk. Daarom worden hieronder deze risicoprojecten kort

    toegelicht.

    Airport Business Park Amsterdam (Lutkemeer fase 1)

    Op Airport Business Park Amsterdam (Lutkemeer fase 1) worden tot dusver nog

    verschillende kavels aangeboden met verhouding bedrijfs- en kantoorruimte van 50:50.

    Bovendien worden op deze locatie in bestaande bedrijfsverzamelgebouwen units te koop

    en te huur aangeboden. Volgens de planeigenaren worden de 50:50 kavels, door het

    gebrek aan interesse van klanten, nu als kavels met maximaal 30% kantoor gezien. Deze

    worden echter nog wel steeds aangeboden als 50:50 kavels. Deze kavels hebben in het

    bestemmingsplan een maximale bouwhoogte van 7 meter aan de waterzijde tot 10 meter

    aan de achterzijde.

    Lutkemeer fase 2 is op dit moment nog een weiland. Het is nog niet duidelijk wat hier voor

    programma gaat komen. Desondanks is dit wel een plan wat, met het oog op

    programmatische sturing, in de toekomst de nodige aandacht zal vragen.

    Amstel III

    Op Amstel III wordt tot 2020 circa 32.000 m bedrijfsruimte als extra planologische ruimte

    gereserveerd in het Strategiebesluit Amstel III. De visie voor de periode 2010-2040 is

    zelfs een toename van 80.000 tot 300.000 m brutovloeroppervlak bedrijfsruimte. Volgens

    Projectbureau Zuidoostlob (PBZOL) zal deze uitbreiding voortvloeien uit

    sloop/nieuwbouw, renovatie/uitbreiding en transformatie.

    Door PBZOL werd wel aangegeven dat er op Amstel III een verschuiving van

    grootschalige (logistieke) eindgebruikers naar kleinschalige bedrijvigheid zichtbaar is. In

    het Strategiebesluit Amstel III wordt bovendien gesproken over een verwachte toename

    van de fsi op gebiedsniveau van 1.0 in 2011 naar 1.4 in 2040. Door deze kenmerken

    wordt Amstel III (op termijn) gevoeliger voor het aantrekken van kleinschalige

    kantoorgebruikers. Projectbureau Zuidoostlob zal vastleggen dat er geen kantoren

    worden gerealiseerd. Het is echter maar de vraag of bijvoorbeeld bij sloop/nieuwbouw van

    een bestaand bedrijfspand van twee lagen niet een nieuw bedrijfsverzamelgebouw

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    27/35

    27

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    terugkomt van drie lagen. Bovendien is er geen sprake van handhaving op

    eindgebruikers. Hierdoor is de kans aanzienlijk dat na oplevering of bij het aflopen van de

    eerste huurcontracten de panden gebruikt zullen worden als kantoor.

    Er zijn de afgelopen jaren meer dan 50 bouwvergunningen per jaar op de bedrijvenstrook

    van Amstel III aangevraagd. PBZOL ziet ook voor de komende jaren nog voldoende

    planologische ruimte voor flinke groei van het programma. Daarom is Amstel III een

    risicolocatie waar verdere sturing op het programma noodzakelijk is.

    Bedrijventerrein Schinkel

    Op bedrijventerrein Schinkel wordt al langer bedrijvigheid met meer dan 30% kantoorvloer

    toegestaan met het oog op het aantrekken en behouden van creatieve bedrijvigheid. Door

    het uitzonderingsbeleid wat werd gevoerd op bedrijventerrein Schinkel was het

    toegestaan om bedrijfsruimte met maximaal 70% kantoorvloer te realiseren. In de

    Kantorenstrategie is dit uitzonderingsbeleid afgeschaft. In maart 2012 is bestuurlijk

    opdracht gegeven voor Schinkel om een deel van de vraag naar creatieve bedrijvigheid te

    kunnen faciliteren. Het maximale programma moet worden afgestemd met andere locaties

    die ook interessant zijn voor de creatieve sector, namelijk de Noordelijke IJoevers,

    Minervahaven, en de bedrijvenstrook op Overamstel..

    Buiksloterham

    Op Buiksloterham is een aanzienlijk metrage gereserveerd voor bedrijfsruimten. Onlangs

    zijn met het oog op de Kantorenstrategie relatief veel kantoren geschrapt in

    Buiksloterham. Desondanks is op dit moment sprake van circa 54.000 m (kleinschalige)

    bedrijfsruimten in het plan. Deze 54.000 m bedrijfsruimten zijn verspreid over 21 kavels.

    17 van de 21 kavels hebben een toelaatbare fsi van meer dan 2. In veel gevallen is dit

    verklaarbaar door de combinatie met bovengelegen woningen. Het is echter maar zeer de

    vraag of er een afzetmarkt is voor 54.000 m (kleinschalige) bedrijfsruimten in plinten op

    Buiksloterham.

    Cornelis Douwesterrein

    Bij het Cornelis Douwesterrein wordt er gestreefd naar maximaal 30% kantoor. Sinds het

    vaststellen van de Kantorenstrategie wordt er in zeldzame gevallen ook gerekend met

    50% kantoor. Op het Cornelis Douwesterrein wordt er gemiddeld met 2 lagen gebouwd.

    Er zijn echter uitzonderingen te bedenken met 6 lagen. Denk hierbij aan de reeds

    bestaande gebouwen als Shurgard (opslag) en Depot Amsterdam Museum (opslag), die

    niet gebonden zijn aan bedrijfsruimten op de begane grond. Daarentegen is het maar de

    vraag of bij het aflopen van de eerste huurcontracten deze panden nog steeds gebruikt

    worden als bedrijfsruimten. Het meest opvallende was dat er blijkbaar eigenaren zijn die

    zonder bouwvergunning extra verdiepingsvloeren in hun bedrijfsruimten bouwen zodat

    deze (voor een deel) gebruikt kunnen worden als kantoor.

    IJburgfase 2 en Zeeburgereiland

    IJburg fase 1 heeft, op de verschillende Solids-projecten na, relatief weinig bedrijfsruimten

    in de reeds bestaande plannen gereserveerd. Daarentegen is op IJburg fase 2 relatief

    veel mogelijk. Op dit moment is er in de Grex 67.500 m bvo gereserveerd voor

    Centrumeiland, Strandeiland en Middeneiland (IJburg fase 2). Het is echter nog maar de

    vraag wat uiteindelijk hier gerealiseerd gaat worden. Desondanks is IJburg fase 2 met het

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    28/35

    28

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    oog op programmatische sturing wel een plan om in de (nabije) toekomst de nodige

    aandacht aan te schenken.

    Voor Zeeburgereiland is er in een niet-vastgesteld programma op de Bedrijvenstrook een

    aanzienlijke voorraad bedrijfsruimten gereserveerd. Met uitzondering van een P&R en

    hotel wordt hier tot maximaal 3 lagen gebouwd en zal dit tussen de 50.000 en 55.000 m

    bvo bedrijfsruimten omvatten. Met het oog op het onderliggend onderzoek is het met

    name interessant dat er een kavel is gereserveerd voor een bedrijfsverzamelgebouw die

    met 3 lagen maximaal 12.630 m bvo zou kunnen omvatten. Er zouden volgens dit

    programma ook kleine kavels met bedrijfsruimten kunnen worden gerealiseerd varirend

    tussen de 120 en 240 m kaveloppervlak.

    Minervahaven

    In de Minervahaven wordt, buiten een aanzienlijk metrage kantoor (reeds meegenomen in

    de Kantorenstrategie), circa 48.000 m bedrijfsruimten gerealiseerd waarvan 46% (22.300

    m) in gebruik zal zijn als kantoor. Het gaat hier om kantoren en bedrijfsruimten voor

    visuele media (studio/mediacomplex), maar ook een bedrijfsverzamelgebouw en een

    gebouw met een logistieke functie. Denk hierbij wel aan bedrijfsruimten met meerdere

    lagen. Wat betreft het studio/mediacomplex zal de studio op het terrein afzonderlijk zijn

    gelegen van de kleine kantoortorens. Panden waarvan de kantoren los zijn gekoppeld

    kunnen in de toekomst afzonderlijk verhuurd worden van de bedrijfsruimten. Haven

    Amsterdam stuurt het type eindgebruikers via beleid waarin is vastgelegd of een bedrijf

    creatief bedrijf is of niet. Eigenaren hebben bij het aantrekken van nieuwe huurders een

    meldingsplicht bij Haven Amsterdam.

    Sloterdijk III

    Hoewel voor de meeste kavels tot dusver een ontwerp ontbreekt, is er in het

    bestemmingsplan wel ruimte om bedrijfsverzamelgebouwen te realiseren. Er is een aantal

    uitgeefbare kavels waarvan de plannen nog zeer zacht zijn. Hier worden echter ook een

    aantal kleine kavels voor bedrijfsverzamelgebouwen gereserveerd. Uit het

    stedenbouwkundig plan komt naar voren dat met name Sloterdijk III Zuid en Oost zich

    lenen voor gebouwen die op termijn gebruikt zouden kunnen worden als kantoor. Denk

    hierbij aan hogere bebouwingspercentages, fsis en een bebouwingshoogte van 30 meter.

    Overig

    Er is een aantal risicoprojecten aan te merken die wellicht niet in omvang, maar wel door

    type bebouwing gezien kunnen worden als een risicogebied. Denk hierbij aan projecten

    waar gebruik is gemaakt van bedrijfsverzamelgebouwen of bedrijfspanden met meerdere

    lagen, overwegende plintfuncties. Het gaat hierbij om de volgende projecten:

    - Stationslocatie Cornelis Lelylaan eo (bedrijfsverzamelgebouw)

    - Osdorp Midden Noord Ookmeerweg (bedrijfsverzamelgebouw)

    - Kromwijkdreef (bedrijfsverzamelgebouw)

    - NDSM-werf (Op dit moment zijn alle bedrijfsruimten gerekend als kantoor. Kan op

    termijn weer worden omgedraaid.)

    - Hamerstraatgebied (Hier zijn reeds veel kantoren geschrapt. Er voor waken dat

    hier niet bedrijfsruimten vallende onder de noemer kantoren voor terugkomen.)

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    29/35

    29

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Conclusies

    Op veel bedrijventerreinen en in (toekomstige) woonmilieus is een behoorlijke

    hoeveelheid aan planvoorraad bedrijfsruimten zichtbaar. Het is onwaarschijnlijk dat al

    deze panden gebruikt zullen worden als bedrijfsruimten. Denk hierbij wat betreft de

    woonmilieus aan problemen met milieuzonering en geluidshinder. De combinatie

    woningen en bedrijfsruimten zorgen ervoor dat wat betreft prijs en kwaliteitsniveau het

    voor de hand ligt dat deze ruimten (in de toekomst) voor een groot gedeelte gebruikt

    zullen worden als kantoor. Planeigenaren zijn in de meeste gevallen overtuigd van het feit

    dat het hier gaat om bedrijfsruimten. Desondanks blijkt na realisatie of na het aflopen van

    het eerste huurcontract dat deze bedrijfsruimten voor meer dan 50% gebruikt worden als

    kantoor.

    De omvang en het aantal r isicoprojecten is dusdanig groot dat programmatische sturing

    noodzakelijk is om te voorkomen dat bedrijfsruimten in woonmilieus en op

    bedrijventerreinen (op termijn) verkantoriseren. Er zijn in dat opzicht echter

    meerdere/aanvullende maatregelen te bedenken, die buiten het direct schrappen van

    projecten kunnen bijdragen aan het terugdringen van de (plan)voorraad risicovolle

    bedrijfsruimten.

    o Grondprijsintrumentarium

    Uit onderzoek is gebleken dat de aantrekkingskracht van bedrijventerreinen voor

    kantoorgebruikers grotendeels afhankelijk is van de prijsvorming. Het is enerzijds

    voor eigenaren interessant omdat de grondprijzen relatief laag zijn ten opzichte

    van een pand met de bestemming kantoren. Deze lagere grondprijzen worden (in

    de meeste gevallen) dan ook verdisconteerd in de huurprijzen voor

    eindgebruikers. De Gemeente Amsterdam heeft met haar grondprijsbeleid de

    instrumenten om hierop te sturen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan herziening

    (erfpachtcontrole) van de grondprijzen van de bestaande voorraad

    verkantoriseerde bedrijfsruimten.

    o Handhaving eindgebruikers

    Haven Amsterdam (H.A.) streeft wat betreft de Minervahaven een soort

    handhavingsysteem na. Potentile huurders van bedrijfsruimte moeten zich eerst

    melden bij Haven Amsterdam. H.A. beoordeeld dan of deze vallen binnen het

    door hen geschetste kader en voorkeur. Dit in tegenstelling tot de stadsdelen

    waar deze handhaving voor de lange termijn veelal zal ontbreken. Met als gevolg

    dat in de praktijk (vaak wanneer het eerste huurcontract is afgelopen) dergelijke

    bedrijfsruimten veelal zullen worden gebruikt als kantoor door bijvoorbeeld de

    gunstige ligging en vanuit kantoorperspectief aantrekkelijke prijzen.

    o Bouwvergunning

    Bij het aanvragen van de bouwvergunning kunnen de bedrijfsruimteprojecten

    beoordeeld worden op de in de Kantorenstrategie geschetste kaders en bij

    overtreding van deze grenzen zou in dat geval de bouwvergunning kunnen

    worden geweigerd.

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    30/35

    30

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    Aanbevelingen

    Jaarlijkse monitor planvoorraad bedrijfsruimten

    Jaarlijkse inventarisaties zijn met het oog op programmatische sturing noodzakelijk. In

    tegenstelling tot de planvoorraad kantoren ontbreekt op de planvoorraad bedrijfsruimten

    controle en sturing. Het is dus van essentieel belang dat bij de inventarisaties van

    kantoorontwikkelingen de bedrijfsruimten worden betrokken. Het is echter wel wenselijk

    dat stadsdelen en projectbureaus duidelijk betrokken worden in dit proces en op de

    hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen.

    Risicoprojecten

    De in het onderliggend onderzoek beschreven risicoprojecten dienen jaarlijks door de

    Werkgroep Kantorenstrategie op projectniveau geanalyseerd te worden of deze in

    aanmerking komen voor programmatische sturing. Hierbij moet beoordeeld worden of de

    kans op verkantorisering (nog steeds) aanwezig is en daar dient adequaat op gestuurd te

    worden. Uiteraard moet deze lijst met risicoprojecten jaarlijks, met behulp van de

    Jaarlijkse monitor planvoorraad bedrijfsruimten, worden bijgewerkt.

    Potentile maatregelen

    Er dient door de Werkgroep Kantorenstrategie naar de (juridische) mogelijkheden

    betreffende een herziening/erfpachtcontrole van de grondprijzen, bouwvergunningtoets en

    handhavingsysteem te worden onderzocht.

    Definiring kantoorruimte/bedrijfsruimte

    Er zijn situaties denkbaar waarbij niet duidelijk is te definiren hoeveel ruimte onder het

    kantoordeel valt en hoeveel ruimte onder het bedrijfsdeel. Er zijn specifieke gebruikers te

    bedenken waarbij lastig is te definiren welk deel van het pand gebruikt wordt als

    kantoorruimte en welk deel als bedrijfsruimte. Denk bijvoorbeeld bij kledingontwerpers

    aan het toenemend gebruik van computers. Dat de aanpassingen aan de kleding op

    dezelfde tafel wordt uitgevoerd als de computerwerkzaamheden wil nog niet direct zeggen

    dat hier gaat om een kantoorruimte. Er kan beter worden gekeken naar de achtergrond en

    type gebruiker waarna pas de daadwerkelijke fysieke invulling van het pand aan bod

    komt. In de zogenoemde Functielijst dienen duidelijke richtlijnen te komen welke

    eindgebruiker daadwerkelijk onder de noemer kantoor valt.

    Aanbevelingen proces

    Inventarisaties

    Projectbureaus, stadsdelen worden vanuit verschillende gemeentelijke diensten en

    interne afdelingen benaderd voor inventarisaties naar de planvoorraad. In principe bestaat

    een aanzienlijk deel van hun werkzaamheden aan het meewerken aan eindeloze

    controles door verschillende gemeentelijke diensten. Dit draagt totaal niet bij aan de

    samenwerking tussen en efficintie van deze gemeentelijke diensten. Desondanks zijn

    deze inventarisaties van essentieel belang met het oog op programmatische sturing van

    ruimtelijke ontwikkelingen. Het is de verwachting dat de aankomende jaren

    programmatische sturing steeds belangrijker wordt. Denk hierbij niet alleen aan de

    kantorenmarkt, maar ook aan de bedrijfsruimte- en winkelmarkt. Inventarisaties kunnen in

    dat geval een jaarlijks terugkomend verschijnsel worden.

    In principe ligt de basis voor de uitvoering van deze verschillende inventarisaties met

    name bij de problematiek die ontstaat bij Planex (GEPS). Uit onderzoek blijkt nog steeds

  • 8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013

    31/35

    31

    April 2013 Gemeente Amsterdam

    Ontwikkelingsbedrijf

    dat een aanzienlijk deel van de invoergegevens niet of niet correct wordt ingevuld.

    Desondanks zou Planex zich wel lenen (om aan het einde van het jaar) met een druk op

    de knop een volledig beeld te schetsen van de planvoorraad. Metrages en

    eenheidsprijzen worden in een deel van de gevallen niet correct ingevuld en dit kan tot

    foute conclusies leiden. Ook de notaties/benamingen van de projecten zijn doorgaans

    onduidelijk en lastig terug te leiden. Wellicht is het toch nodig om vanuit het OGA een

    sterk signaal uit te dragen naar