Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
Transcript of Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
1/35
April 2013
Portefeuille Programma en Regie
Marktconforme
kantorenplannen 2013Voorstel van Werkgroep Kantorenstrategie
23 april 2013Door gemeenteraad kennis van genomen op12/13 juni 2013
Werkgroep Kantorenstrategie
Cor Brandsema (dRO)
Sabine ten Brinke (OGA)
Laura van Dijk (dRO)
CJ Dippel (EZ)
Marieke Kranenburg (OGA)
Sjoerd Ooms (OGA)
Roos Ramautar (OGA)
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
2/35
2
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Samenvatting
Bij de vaststelling van de Kantorenstrategie 2011 heeft het College van B&W1gevraagd te
inventariseren waar een verdere planreductie mogelijk is teneinde het planaanbod van
kantoren in lijn te brengen met een meer realistisch geraamde marktvraag en wat de
consequenties hiervan zijn. Deze vraag van het College wordt beantwoord in onderhavige
notitie Marktconforme Kantorenplannen 2013.
Er is op basis van actuele gegevens inzichtelijk gemaakt wat de omvang van de
planreductie zou moeten zijn. Hierbij heeft de Werkgroep Kantorenstrategie er voor
gekozen om gebruik te maken van het door Buck opgestelde en door de regiobestuurders
omarmde Global Gateway scenario. Wel is hierbij expliciet de keuze gemaakt om uit te
gaan van een lager ruimtegebruik per medewerker van 20 m in plaats van de
oorspronkelijke 24 m per werknemer. Door te kiezen voor een meer behoedzame
benadering is de verwachting dat de gemeente hiermee voldoende maatregelen neemt
om zich te wapenen tegen de nadelige gevolgen van een te ruim planaanbod (zijnde
financile risicos en halve plannen realiseren). Tegelijkertijd blijft er voldoende ruimte om
aan alle behoefte van ondernemingen tegemoet te kunnen komen, indien hiervan sprake
is in een periode van relatief hoge economische groei.
Op basis van het Global Gateway scenario uitgaande van een ruimtegebruik van 20 m
per werknemer bedraagt de ruimtebehoefte voor kantoren 1.262.000 m in de periode van
2013 tot 2040. Indien dit afgezet wordt tegen het actuele planaanbod en de
mogelijkheden voor vestiging in het nog bruikbare (=courante) deel van de leegstand en
de reeds in aanbouw zijnde kantoren is er sprake van een overschot aan kantorenplannen
van 567.000 m. Het maximaal benodigde planaanbod bij het Global Gateway scenario
(uitgaande van een ruimtegebruik van 20 m per werknemer) is 544.000 m. Voor de
periode 2013-2020 betreft het maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m en voor de
periode 2020-2040 264.000 m. Dit is nader uitgewerkt op pagina 18 en 22 in tabel 3.5. en
4.2
In de Kantorenstrategie is een stedelijk kantorenquotum van maximaal 40.000 m per jaar
(tot 2014) opgenomen. De Werkgroep Kantorenstrategie adviseert daarom om het
stedelijk kantorenquotum voor nieuwe kantooruitgiften tot 2020 te handhaven op
maximaal 40.000 m per jaar. De argumentatie hiervoor is dat er aanzienlijk meer
getransformeerd wordt. Dit vergroot dit de ruimte voor nieuwbouw en vice versa. Hoewel
de resultaten op het gebied van herontwikkeling, transformatie en sloop boven
verwachting zijn ten opzichte van de indicatieve kantorenbalans en de
nieuwbouwproductie aanzienlijk gedaald is, is er echter geen aanleiding het
nieuwbouwquotum van maximaal 40.000 m per jaar bij te stellen. De groei van het
ruimtegebruik blijft immers aanzienlijk achter bij de veronderstellingen uit het Global
Gatewayscenario. Het is dus noodzakelijk om terughoudend om te blijven gaan met
nieuwbouw en actief in te blijven zetten op sloop en transformatie, teneinde de leegstand
op de kantorenmarkt structureel terug te dringen.
1Dit voorstel is overgenomen door de Gemeenteraad.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
3/35
3
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
De omvang van het planaanbod van kantoren is veranderd ten opzichte van de het
planaanbod zoals dat in de Kantorenstrategie 2011 is gepresenteerd. Per 1 januari 2013
bedraagt het totale planaanbod van kantoren 1.111.000 m. Met name het planaanbod op
bedrijventerreinen is toegenomen, omdat de werkgroep het planaanbod voor de creatieve
sector heeft betrokken bij het totale kantorenplanaanbod. Hierdoor bevindt 30% van alle
kantorenplannen zich op bedrijventerreinen.
Om tot rele voorstellen voor marktconforme kantorenplannen te komen is in principe, net
als in de Kantorenstrategie, de reductieopgave vraaggericht aangepakt. Er is in kaart
gebracht waar vanuit de vraagramingen behoefte aan blijkt te zijn en het planaanbod is
hier zoveel mogelijk op afgestemd. In een toenemende mate heeft de vraaggerichte
aanpak plaats moeten maken voor een aanbodgestuurde keuze: daar waar reeds
vastgestelde juridisch-planologische kaders, privaatrechtelijke contracten of verregaande
afspraken liggen is de kantoorruimte in het plan niet of beperkt gereduceerd. Voor een
fors deel van het planaanbod van kantoren geldt dat hier privaatrechtelijke contracten
onder liggen en/of dat de juridisch-planologische kaders de realisatie van kantoren
mogelijk maakt. Het is niet zonder meer mogelijk om deze kantorenplannen schadeloos te
schrappen. De werkgroep adviseert derhalve om naast het schrappen van
kantorenplannen een actieve reductiestrategie te hanteren. Met een actieve
reductiestrategie wordt bedoeld dat het planaanbod wordt teruggebracht op het moment
dat zich hiervoor een natuurlijke optie aandient, zoals de mogelijkheid om een
privaatrechtelijk contract te ontbinden of een bestemmingsplan te herzien.
Door het inzetten van de maatregelen planreductie (= schrappen/uitfaseren van
planaanbod tot na 2040) en actieve reductiestrategie(= schrappen van planaanbod op
natuurlijk moment, bijvoorbeeld als contractuele afspraak niet nagekomen wordt) is het
mogelijk de planvoorraad aan te laten sluiten op de marktvraag. De door de werkgroep
geformuleerde voorstellen voor reductie worden in tabel 4.2 weergegeven.
Tabel 4.2 Voorstel van de Werkgroep Kantorenstrategie voor omvang planreductie en actieve
reductiestrategie in Global Gateway scenario (o.b.v. 20 m) per planperiode
2013-2020 2020-2040
Planaanbod per 01-01-2013 494.000 m 616.000 m
Maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m 264.000 m
Planovermaat 214.000 m 352.000 m
Voorstel voor omvang planreductie 82.000 m
Voorstel voor omvang Actieve reductiestrategie 133.000 m
Totaal voorgestelde planreductie 215.000 m
Maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m
te bepalen
over circa
5 jaar
De financile consequentie van de planreductie voor het Vereveningsfonds (exclusief
Zuidas en Haven) bedraagt ca 55 miljoen, uitgaande onder meer gelijkblijvende kosten
en opbrengsten uit realisatie van alternatief programma. Deze financile consequenties
van het schrappen van kantoorruimte in plannen zijn reeds meegenomen bij de bepaling
van het generieke risico in het EindejaarsRAG 2012.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
4/35
4
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Inhoud
1 Inleiding 5
1.1 Aanleiding van het rapport 5
1.2 Context 6
1.3 Opbouw rapport 7
2 Ontwikkelingen kantorenmarkt 8
2.1 Actuele marktontwikkelingen 8
2.2 Kantorenbalans 9
2.3 Kantorenconvenant en kantorenfonds 10
3 Kantoren: planaanbod en vraag 12
3.1 Vraag naar kantoorruimte 12
3.2 Het actuele planaanbod 2013-2040 14
3.3 Confrontatie vraag naar kantoorruimte en planaanbod 17
4 Voorstel voor marktconforme kantorenplannen 19
4.1 Wijze van planreductie 19
4.2 Actieve reductiestrategie 19
4.3 Voorstel voor planreductie per planperiode 20
4.4 Financile gevolgen van planreductie 22
Bijlage 1 Onderzoek naar kantoren in bedrijfsruimten (begin 2012) 24
Bijlage 2 Overzicht gebiedsindeling 32
Bijlage 3 Overzicht te behouden planvoorraad 33
Kabinetbijlage 4 Overzicht te behouden planvoorraad 35
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
5/35
1 Inleiding
1.1 Aanleiding van het rapport
Kantorenstrategie Amsterdam
Op 14 juli 2011 heeft de gemeenteraad de Kantorenstrategie Amsterdam 2011
vastgesteld. In deze Kantorenstrategie is richting gegeven aan de rol van de gemeente
om de overmaat in de bestaande kantorenvoorraad en het planaanbod van kantoren terug
te brengen tot een acceptabel niveau en de toenemende verversing en de geringe
uitbreiding van de kantorenvoorraad vorm te geven. De Kantorenstrategie geeft
maatregelen die bijdragen aan het sneller en eenvoudiger transformeren, herontwikkelen
en slopen van bestaande (leegstaande) kantoren. Tegelijkertijd zijn maatregelen
genomen om de nieuwbouw van kantoren te beheersen tot een verantwoord niveau, met
name door het planaanbod te verkleinen en terughoudend om te gaan met het toestaan
van nieuwbouw.
In de Kantorenstrategie is tevens geconstateerd dat er verdere ingrepen nodig waren. Na
het doorvoeren van het pakket aan maatregelen resteert nog steeds een overmaat aan
kantorenplannen en neemt het risico hierop toe omdat de vraag achterblijft bij de
behoefteramingen.
De hoofdlijnen van de Kantorenstrategie zijn inmiddels grotendeels operationeel. Zo
kijken het gemeentelijke transformatieteam en de kantorenloods samen met marktpartijen
op gebied- of pandniveau naar de mogelijkheden om het gebouw gereed te maken voor
een nieuwe ronde gebruik. Onderdeel daarvan is te zorgen voor een eenduidige en
voorspelbare manier waarop bouwwet- en regelgeving worden toegepast door de
gemeente Amsterdam. Hiervoor heeft de gemeenteraad op 14 juli tegelijk met de
Kantorenstrategie een richtlijn2vastgesteld. Daarnaast adviseert een centraal-stedelijke
Werkgroep Kantorenstrategie, met daarin vertegenwoordigers van OGA, EZ en DRO,
planeigenaren bij de toepassing en implementatie van de kaders uit de Kantorenstrategie.
Vraag College van B&W (overgenomen door Gemeenteraad)
De resterende planovermaat van kantoren en de verwachting dat het ruimtegebruik per
medewerker zal afnemen leiden er toe dat het College heeft gevraagd om te
inventariseren waar een verdere planreductie mogelijk is en wat de consequenties hiervan
zijn. Hierbij werd destijds als indicatie aangegeven dat een aanvullende planreductie van
400.000 m nodig zou zijn in Amsterdam. Deze vraag van het College wordt beantwoord
in deze notitie Marktconforme Kantorenplannen 2013. Deze titel is bewust gekozen om
aan te geven dat het reduceren van plannen geen doel op zich is geweest, maar dat
uitgangspunt van het onderzoek het behouden en daarmee (aan de markt) bieden van
een marktconforme planvoorraad van kantoren is. Deze notitie gaat niet in op de
2De richtlijn is dat een aanvraag waarvoor alleen door het verlenen van een ontheffing op het Bouwbesluit 2003
een vergunning kan worden verleend, wordt op grond van de geldende regelgeving tevens gezien wordt als een
aanvraag om ontheffing van het Bouwbesluit. Er hoeft dus geen apart verzoek om ontheffing gedaan te worden.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
6/35
6
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
bestaande kantorenvoorraad en in aanbouw zijnde kantoren. Hiervoor blijven de kaders
uit de Kantorenstrategie onverkort van kracht. Dit geldt ook voor de overige kaders uit de
Kantorenstrategie. De inhoud van deze notitie is enkel een aanpassing op de maximaal te
behouden planvoorraad, zoals weergegeven in bijlage 3 van de Kantorenstrategie.
1.2 Context
Reducties kantorenplannen in het verleden
In 2007 heeft het College het rapport Minder Kantorenplannen vastgesteld en is uit een
planvoorraad van 3,7 miljoen m ruim 1,5 miljoen m kantoorruimte geschrapt. Vervolgens
is in de Kantorenstrategie van 2011 nog eens 0,9 miljoen m geschrapt uit een
planaanbod van 2,1 miljoen m. Hiermee heeft de gemeente in de afgelopen jaren reeds
2,4 miljoen m kantoorruimte uit haar planaanbod geschrapt. Besluitvorming over reductie
van de Amsterdamse planvoorraad heeft altijd synchroon gelopen met reducties van
kantorenplannen in de Metropoolregio. In de regio is het planaanbod voor kantoren in
2006 teruggebracht van 8,5 miljoen m naar 5 miljoen m. In 2011 is opnieuw gesneden in
het planaanbod en is in de Uitvoeringsstrategie Metropoolregio Amsterdam afgesproken
het verder terug te brengen naar 3,8 miljoen m.
Uitvoeringstrategie Metropoolregio Amsterdam
In juni 2011 is de Uitvoeringsstrategie PlaBeKa 2010-2040 vastgesteld. Hiermee hebben
de samenwerkende lokale en provinciale overheden binnen de Metropoolregio
Amsterdam (MRA) in Plabeka-verband scherpe afspraken gemaakt om de kantorenmarkt
aan te pakken. Gezamenlijk hebben zij 1,9 miljoen m kantoorruimte uit de plannen
gehaald. Daarnaast is de komende tien jaar herontwikkeling van 1,5 miljoen m
kantoorruimte naar duurzame concepten noodzakelijk en de transformatie van 1,5 miljoen
m naar een andere functie. De Amsterdamse Kantorenstrategie vormt een nadere
uitwerking van de gemaakte afspraken met betrekking tot de Amsterdamse
kantorenmarkt. Naast kantoren worden er in de Uitvoeringsstrategie ook afspraken
gemaakt over bedrijventerreinen.
Een adviescommissie met daarin een doorsnede van marktpartijen onder leiding van de
heer Stroink heeft in opdracht van Plabeka haar reflectie gegeven op de
Uitvoeringsstrategie en specifiek aandacht besteed aan:
1. De programmering van bedrijventerreinen en kantorenlocaties
2. De transformatie van kantoren
3. De herstructurering van bedrijventerreinen
4. De organisatie en samenwerking met de markt.
Uit de analyse van de commissie bleek dat de Metropoolregio Amsterdam volgens de
commissie met een te optimistisch behoeftescenario (Global Gateway) rekende en
daardoor een te ruim planaanbod hanteerde. Zij adviseerde om het planaanbod verder
terug te brengen.
Mede naar aanleiding van dit advies zijn in oktober 2012 de regionale afspraken uit de
Uitvoeringsstrategie nogmaals door de bestuurders bestendigd en zijn intenties
uitgesproken om wederom 1 miljoen m kantoorruimte uit plannen in de regio te
schrappen. Gezamenlijk is afgesproken dat blijvend ingezet wordt op het terugbrengen
van de planvoorraad en leegstand door transformatie. Hierbij is nadrukkelijk een
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
7/35
7
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
onderscheid gemaakt tussen ingrijpen in de planvoorraad tot 2020 en in de planvoorraad
na 2020 (tot 2040). Het reductievoorstel uit deze notitie vormt hiervoor de bijdrage uit
Amsterdam. Hierbij wordt net als bij de MRA de planningsperiode in tween geknipt in
een periode 2013-2020 en een periode 2020-2040, waarbij nadrukkelijk wordt ingezet om
de planvoorraad voor de periode 2013-2020 te laten aansluiten op de marktvraag.
1.3 Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 wordt allereerst een schets gegeven van actuele marktontwikkelingen, die
sinds het verschijnen van de Kantorenstrategie 2011 hebben plaatsgevonden. In
hoofdstuk 3 wordt de stand van zaken met betrekking tot de planvoorraad kantoren in
Amsterdam beschreven. Hierin wordt ingegaan op de actuele status van de planvoorraad,
de uitbreiding van de planvoorraad en de ruimte in bestemmingsplannen om kantoren te
realiseren. Het totaal van deze planvoorraad wordt afgezet tegen de verwachte
marktvraag en hieruit worden conclusies getrokken qua omvang van de overmaat aan
kantorenplannen. In hoofdstuk 4 wordt verder ingegaan op de mismatch tussen de
geplande kantoren en de verwachte marktvraag. Gekoppeld hieraan wordt voorgesteld
welke plannen behouden dienen te blijven om aan te sluiten bij de verwachte vraag en
welke plannen dientengevolge getemporiseerd of geschrapt dienen te worden. Dit
temporiseren en schrappen leidt tot financile consequenties die effect hebben in het
Vereveningsfonds, en de algemene dienst. Dit is doorgerekend.
In bijlage 1 is het onderzoek naar kantoren in bedrijfsruimten opgenomen. Bijlage 2 is een
bijgesteld overzicht gegeven van de gebiedsindeling in groei-, balans- en krimpgebieden.
In Bijlage 3 staat het maximaal te handhaven planaanbod. In kabinetbijlage 4 staat het
maximaal te handhaven planaanbod inclusief de reductiestrategie.
Dit rapport is opgesteld door de Werkgroep Kantorenstrategie, met daarin
vertegenwoordigers van OGA, EZ en DRO. De inhoud van het rapport is gedurende de
totstandkoming ervan besproken met de desbetreffende planeigenaren.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
8/35
8
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
2 Ontwikkelingen kantorenmarkt
In dit hoofdstuk wordt kort inzicht gegeven in de belangrijke ontwikkelingen op de
kantorenmarkt. Op basis hiervan wordt de kantorenbalans, die in de Kantorenstrategie
gentroduceerd is als middel om te beoordelen of de maatregelen leiden tot het onttrekken
van kantoren, over de afgelopen jaren berekend. Tot slot wordt kort aandacht besteed
aan de totstandkoming van het Kantorenconvenant en de werkzaamheden die hieruit
voortgevloeid zijn, omdat deze een nauwe relatie met de maatregelen uit de
Kantorenstrategie hebben.
2.1 Actuele marktontwikkelingen
In 2012 is de leegstand in Amsterdam licht afgenomen ten opzichte van voorgaande
jaren, met name doordat er relatief weinig nieuwbouw is opgeleverd en veel kantoorruimte
is getransformeerd naar andere functies. Begin 2013 stond ongeveer 1,2 miljoen m
kantoorruimte leeg, wat neerkomt op 16%. De daling van de leegstand komt niet alleen
door een daling van het aantal leegstaande kantoormeters, maar ook als gevolg van de
toenemende transformatie van kantoren naar andere functies. Hoewel de top van de
absolute leegstand bereikt lijkt te zijn is de leegstand is in nationaal en internationaal
opzicht echter nog steeds relatief veel.
De afgelopen jaren is de opname van kantoren teruggelopen. Dit komt doordat minder
nieuwe ondernemingen zich in de stad vestigen en doordat bestaande ondernemingen
hun ruimtegebruik inkrimpen vanwege afstoten van personeel of door efficinter
ruimtegebruik. De opname van kantoorruimte is weliswaar in 2012 ten opzichte van 2011
gestegen, maar ligt nog steeds aanzienlijk lager dan voor de crisis. De stijging in de
opname is waarschijnlijk te verklaren doordat meer bedrijven binnen Amsterdam
verhuizen en daarbij op zoek zijn naar goedkopere en efficintere (lees: kleinere)
huisvesting. De verwachting is dat de opname van kantoren als gevolg van de sombere
economische vooruitzichten de komende tijd niet substantieel zal verbeteren. Een groot
deel van de opname komt op het conto van bedrijven die ruimte elders in Amsterdam
achterlaten. De Amsterdamse kantorenmarkt is al enkele jaren voornamelijk een
vervangingsmarkt. Het effectieve kantoorgebruik in de stad is immers de laatste drie jaar
met in totaal 135.000 m gekrompen. De vervangingsvraag heeft in veel gevallen geleid
tot leegstand in een ander kantoorpand. Dit beeld bevestigt de tweedeling in de markt,
waarvan in Amsterdam sprake is. Aan de ene kant de kwalitatief laagwaardige (lege)
panden die ondanks lage huren moeizaam of vaak helemaal niet verhuurd kunnen
worden en waarop steeds meer afgeboekt wordt. Aan de andere kant op goede locaties
gelegen nieuwe kantoorpanden die, ondanks de verslechterde situatie, nog steeds relatief
snel en voor solide bedragen worden verhuurd.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
9/35
9
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
2.2 Kantorenbalans
In de Kantorenstrategie staat aangegeven dat het nodig is dat de daarin vastgestelde
maatregelen per saldo zouden leiden tot het onttrekken van kantooroppervlak aan de
markt om de balans op de kantorenmarkt te herstellen. Hierbij werd een tabel als indicatie
gegeven, die de vastgestelde maatregelen naar verwachting zouden hebben op de drie
sporen van herontwikkeling, transformatie en nieuwbouw. Het betrof nadrukkelijk een
indicatie, omdat de herontwikkelings- en transformatieopgave door de markt wordt
uitgevoerd en de overheid slechts faciliteert. Op de ruimte die voor het toevoegen van
nieuwbouw gegeven wordt, heeft de gemeente wel invloed en daarmee kan zij
medebepalend zijn voor het saldo op de kantorenbalans. Ook werd in de
Kantorenstrategie aangegeven dat de gemeente voortaan in ieder geval jaarlijks de
kantorenbalans van het voorafgaande jaar zou opmaken. In de onderstaande tabel wordt
de indicatieve kantorenbalans afgezet tegen de daadwerkelijke situatie zoals deze zich in
de afgelopen drie jaar heeft voorgedaan.
Tabel 2.1 Kantorenbalans met indicatieve effecten van de maatregelen op de drie hoofdsporen, afgezet
tegen daadwerkelijke situatie op drie hoofdsporen over periode 2010-2013 (Bron: Kantorenmonitor BV)
Hoofdsporen Effect op kantorenvoorraad
Indicatieve
kantorenbalans
2010 2011 2012
Verdichting door herontwikkeling* + 10.000 m + 0 m + 0 m + 0 m
Transformatie / Sloop - 70.000 m - 182.000 m - 116.000 m - 144.000 m
Nieuwbouw + 40.000 m +109.000 m + 58.000 m + 53.000 m
Saldo kantorenbalans - 20.000 m - 73.000 m - 58.000 m - 91.000 m
* Bij de monitoring van de daadwerkelijke gegevens wordt geen onderscheid gemaakt tussen
nieuwbouw/uitbreiding door herontwikkeling en gewone nieuwbouw. Alle uitbreiding en nieuwbouw is derhalve
onder de noemer nieuwbouw gepresenteerd.
Uit de tabel blijkt dat de inzet van de gemeente Amsterdam om de balans op de
kantorenmarkt te herstellen, ondanks het moeilijke economische klimaat, steeds meer zijn
vruchten afwerpt. Zo is er in 2012 circa 144.000 m kantoor naar een andere bestemming
getransformeerd en slechts 53.000 m nieuwe kantoorruimte opgeleverd. Dit betekent dat
de totale kantorenvoorraad in de stad is geslonken met ruim 90.000 m. Om daadwerkelijk
te kunnen beoordelen of het bijdraagt aan het terugdringen van de leegstand, dient het
saldo van de kantorenbalans ook gerelateerd te worden aan de ontwikkeling van het
kantoorgebruik (aantal m kantoorvloeroppervlak dat door kantoorwerknemers in gebruik
is en dus niet leegstaat). Dit staat weergegeven in tabel 2.2 en hieruit bli jkt dat het
kantoorgebruik over de periode 2010 tot 2013 is afgenomen waardoor de leegstand in
beperktere mate is geslonken dan de kantorenbalans in eerste instantie doet vermoeden.In de Kantorenstrategie werd immers verwacht dat de leegstand jaarlijks met ongeveer
74.000 m zou afnemen. De afgelopen drie jaar bleef de gemiddelde jaarlijkse afname van
de leegstand echter steken op 30.000 m.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
10/35
10
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Tabel 2.2 Kantorenbalans in relatie tot ontwikkeling kantoorgebruik en leegstand over de periode 2010-
2013 (Bron: Kantorenmonitor BV)
Hoofdsporen Effect op kantorenvoorraad
Indicatievekantorenbalans
2010 2011 2012
Saldo kantorenbalans - 20.000 m - 73.000 m - 58.000 m - 91.000 m
Kantoorgebruik + 54.000 m * - 44.000 m - 80.000 m - 12.000 m
Leegstand - 74.000 m - 29.000 m + 22.000 m - 79.000 m
* verwachte jaarlijkse groei van het netto kantoorgebruik over de periode 2010-2020 conform het Global
Gateway scenario
In de Kantorenstrategie staat aangegeven dat als blijkt dat de daadwerkelijke cijfers een
ander beeld geven dan het saldo van de indicatieve kantorenbalans het vastgestelde
stedelijk kantorenquotum van maximaal 40.000 m per jaar (tot 2014) kan worden
bijgesteld. Wordt er dus aanzienlijk meer getransformeerd dan vergroot dit de ruimte voor
nieuwbouw en vice versa. Hoewel de resultaten op het gebied van herontwikkeling,transformatie en sloop boven verwachting zijn ten opzichte van de indicatieve
kantorenbalans en de nieuwbouwproductie aanzienlijk gedaald is, is er echter geen
aanleiding het nieuwbouwquotum van maximaal 40.000 m per jaar bij te stellen. De groei
van het ruimtegebruik blijft immers aanzienlijk achter bij de veronderstellingen uit het
Global Gatewayscenario. Het is dus noodzakelijk om terughoudend om te blijven gaan
met nieuwbouw en actief in te blijven zetten op sloop en transformatie, teneinde de
leegstand op de kantorenmarkt structureel terug te dringen. De Werkgroep
Kantorenstrategie adviseert daarom om het stedelijk kantorenquotum voor nieuwe
kantooruitgiften tot 2020 te handhaven op maximaal 40.000 m per jaar.
2.3 Kantorenconvenant en kantorenfonds
Sinds mei 2010 wordt er binnen de zogeheten Kantorentop (Stuurgroep Actieprogramma
Aanpak Kantorenleegstand) samengewerkt aan een doeltreffende aanpak van
leegstaande kantoren. Aan deze top nemen publieke en marktpartijen deel. De wethouder
Grondzaken en Ruimtelijke Ordening vertegenwoordigt Amsterdam. De stuurgroep heeft
in maart 2011 een Actieprogramma Leegstand Kantoren aan de Tweede Kamer
aangeboden. Het actieprogramma is verder uitgewerkt tot het Kantorenconvenant, dat op
27 juni 2012 door de vertegenwoordigers uit de Stuurgroep is ondertekend. Uitgangspunt
van dit convenant is dat de verschillende partijen samen verantwoordelijk zijn geweest
voor het creren van het huidige overaanbod en daarom ook gezamenlijk hun
verantwoordelijkheid willen nemen in het verminderen van de leegstand.
In het convenant is afgesproken dat partijen per kantorenregio een visie en doelstellingen
formuleren op de bestaande kantorenvoorraad, nieuwe ontwikkelingen en de inzet op
regionale herprogrammering. Het Rijk biedt regios expertise aan bij het transformeren van
kantoren en bij het beantwoorden van vragen over planschaderisicos bij het veranderen
van kantoorbestemmingen. Naast de overheid committeren ook marktpartijen zich aan
een reeks zelf uit te voeren maatregelen, zoals:
Beleggers investeren in kwaliteitsverbetering en verduurzaming van kantoren.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
11/35
11
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Ontwikkelaars richten zich meer op herontwikkeling, transformatie en sloop van
kantoren.
Vastgoedfinanciers hebben zich bereid verklaard positief te staan tegenover
financiering van plannen van eigenaren tot transformatie van kantoren.
Gebruikers zetten zich er voor in dat bestaand vastgoed geprevaleerd wordt boven
nieuwbouw en geven meer inzicht in gebruikerseisen.
Alle partijen zijn bereid mee te werken aan het vormen van regionale
kantorenfondsen.
Amsterdam en de regio hebben met de Kantorenstrategie en de Uitvoeringstrategie
Plabeka al een visie ontwikkeld op de toekomstige ontwikkeling van de kantorenmarkt.
Kantorenfonds
Onderdeel van de afspraken uit het Kantorenconvenant betreft de mogelijkheid voor
partijen tot het uitwerken van een regionaal of lokaal kantorenfonds dat bedoeld is om de
sanering van verouderde, structureel leegstaande kantoren te stimuleren door vanuit het
fonds een financile compensatie te bieden aan eigenaren die besluiten hun bestaande
kantoor te saneren, door ofwel sloop ofwel duurzame transformatie naar een andere
functie.Dit is tevens n van de aanbevelingen van het door de Minister van
Infrastructuur & Milieu aangestelde Bouwteam.
Binnen de Metropoolregio Amsterdam is onder leiding van de gemeente Amsterdam een
Werkgroep Kantorenfonds ingesteld, met vertegenwoordigers van marktpartijen (IVBN,
Neprom, Vastgoedbelang, Nederlandse Vereniging van Banken). Deze werkgroep heeft
de verschillende fondsmodellen onderzocht die mogelijk zijn en de bijbehorende voor- en
nadelen. Hierbij is ook gekeken naar de hoogte van de afdracht aan zo'n fonds, wie zou
moeten afdragen en op welke wijze uitkeringen uit het fonds kunnen plaatsvinden. Na een
aanvankelijk veelbelovend begin van de samenwerking en het onderzoek is gaandeweg
echter gebleken dat betrokken vastgoedeigenaren in de regio het belang van
gezamenlijke actie delen, maar in meerderheid zelf geen financile bijdrage voor een
kantorenfonds (gericht op sloop of transformatie) willen leveren. Vanuit een deel van de
vastgoedeigenaren bleek er weinig draagvlak voor een kantorenfonds. De werkgroep
Kantorenfonds heeft haar werkzaamheden daarom stop gezet.Tegelijkertijd wordt in
opdracht van de Rijksoverheid nog wel een onderzoek uitgevoerd naar de wettelijke
mogelijkheden die er zijn voor een verplichte afdracht aan regionale kantorenfondsen. De
resultaten hiervan worden in het 2ekwartaal van 2013 verwacht, waarna het aan de
deelnemers van de Kantorentop is of een kantorenfonds wenselijk is.
Naast een aanvullende planreductie heeft de gemeenteraad bij de vaststelling van de
Kantorenstrategie ook gevraagd een regeling uit te werken om het recht op de realisatie
van nieuwe kantoren te koppelen aan de plicht om een incourant kantoorpand door sloop
of hergebruik/ transformatie te onttrekken aan de kantorenvoorraad, met de bedoeling de
(structurele) leegstand te verminderen. Om pragmatische redenen en in verband met het
noodzakelijke draagvlak bij marktpartijen wordt hiervoor de weg bewandeld tot het
uitwerken en instellen van bovengenoemd regionaal kantorenfonds.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
12/35
12
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
3 Kantoren: planaanbod en vraag
3.1 Vraag naar kantoorruimte
In regionaal verband is afgesproken om bij de planning van kantoorlocaties uit te gaan
van de toekomstige ruimtebehoefte die Buck Consultants, in opdracht van Plabeka, heeft
geraamd in het scenario Global Gateway3. In dit scenario is de ruimte voor nieuwe
kantoorontwikkelingen in Amsterdam de komende zeven jaar 73.000 m per jaar. Na 2020
zal dit teruglopen naar 50.000 m per jaar. Deze vraag naar kantoren is geraamd door
Buck Consultants, in opdracht van Plabeka en heeft ook als basis gediend voor de
Kantorenstrategie.
Het Global Gateway scenario is het meest ambitieuze groeiscenario. Beleidsmatig is het
goed dit scenario na te streven, teneinde de hoogst mogelijke economische groei in de
regio te bewerkstelligen. In werkelijkheid is de kans zeer groot dat de daadwerkelijk
gerealiseerde ruimtebehoefte lager uitvalt. Het is daarom verstandig om het planaanbod
voor kantoren (zeker in actieve grondexploitaties) niet te baseren op het meest ambitieuze
groeiscenario, omdat:
de toename van het kantoorgebruik in het verleden lager uitviel dan de meest
optimistische ramingen;
een verdere afname van het kantoorgebruik per werknemer aannemelijk is;
de groei in specifieke sectoren (deels) geaccommodeerd kan worden in de ruimte die
achtergelaten wordt door krimpende sectoren op de kantorenmarkt (in de
modelmatige behoefteraming is ruimtegroei van sectoren niet gesaldeerd met
ruimteverlies van andere sectoren);
er op dit moment al veel (kwalitatief toereikende) ruimte is in de bestaande
kantorenvoorraad en dit door een teruglopend ruimtegebruik per werknemer nog
verder zal toenemen;
het onnodig is een grote strategische reserve van actieve kantorenplannen aan te
houden, omdat kantoren een relatief korte planontwikkelingstijd kennen en eenvoudig
in te passen zijn in (bestaande) plannen (kantoren laten zich immers goed
combineren met andere functies en zijn vaak kostendekkend of zelfs winstgevend te
realiseren in grondexploitaties);
het bedenken van kantorenplannen op de (zeer) lange termijn niet tot kwalitatief
goede eindproducten zal leiden.
3Het Centraal Planbureau heeft vier economische scenarios opgesteld voor Europa tot aan het jaar 2040. De
scenario's zijn ontwikkeld rond twee sleutelonzekerheden: internationale samenwerking en institutionele
hervormingen. Buck heeft twee van de CPB-scenarios voor de regio vertaald in een ruimtebehoefte voor
kantoren, nl Global Economy en Transatlantic Market . Daar hebben zij twee scenarios aan toegevoegd, waarin
regionaal beleid is verwerkt (waaronder de schaalsprong). Dit zijn het Global Gateway en Duurzaamheid Troef
scenario. Beide regionaal vertaalde scenario zijn gebaseerd op het Global Economy scenario. In de
Kantorenstrategie worden de behoefteramingen conform het Global Gateway scenario en Transatlantic Market
scenario weergegeven, omdat dit respectievelijk het meest ambitieuze en meest behoedzame scenario is.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
13/35
13
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
De werkgroep adviseert om niet de regionale keuze voor het Global Gateway scenario ter
discussie te stellen, maar de input van het scenario, namelijk de kantoorquotient. In de
vraagramingen van Buck wordt uitgegaan van een over de gehele looptijd gelijkblijvende
kantoorquotint van 24 m. De Werkgroep Kantorenstrategie adviseert om deze
kantoorquotint te verlagen naar 20 m. Door de ruimtebehoefte te baseren op het Global
Gateway scenario uitgaande van een ruimtegebruik van 20 m vloeroppervlak per
medewerker blijft de gemeente aansluiten bij het door de regio in Plabekaverband
gehanteerde Global Gateway-scenario, maar kiest voor een iets behoedzamere
benadering. De verwachting is dat de gemeente hiermee genoeg maatregelen neemt om
zich te wapenen tegen de nadelige gevolgen van een te ruim planaanbod (zijnde
financile risicos in grondexploitaties en de kans dat plannen maar voor de helft tot
ontwikkeling komen). Tegelijkertijd blijft er voldoende ruimte om aan alle behoefte van
ondernemingen tegemoet te kunnen komen, indien hiervan sprake is in een periode van
relatief hoge economische groei. Daarnaast blijft de (regionale) ambitie van de
Metropoolregio overeind om te behoren tot de top vijf van economische regios. Tevens
speelt bij de keuze voor het Global Gateway scenario mee dat de risicos voor
schadeclaims als gevolg van de reductie bij een zeer behoedzaam scenario (Transatlantic
Market) naar alle waarschijnlijkheid hoger zijn dan de financile risicos als gevolg van het
handhaven van een planovermaat in de grondexploitatieplannen. De keuze om uit te gaan
van een lager ruimtegebruik per medewerker is een Amsterdamse en wordt niet binnen
Plabeka gehanteerd. De werkgroep is van mening dat deze keuze recht doet aan de
vraag van de Gemeenteraad om uit te gaan van een realistischere ruimtebehoefteraming.
De werkgroep stelt voor om de keuze voor het scenario Global Gateway (20m) te
communiceren met de regio.
In tabel 3.1 is de ruimtebehoefte voor kantoren voor de periode 2013-2040 weergegeven
bij het oorspronkelijke Global Gateway scenario, waar uitgegaan is van een ruimtegebruik
van 24 m per werknemer. Tevens is aangegeven wat de ruimtebehoefte is wanneer
uitgegaan wordt van een lager ruimtegebruik per werknemer, namelijk 20 m.
Tabel 3.1 Ruimtebehoefte voor kantoorruimte in Amsterdam in Global Gateway scenario met hoge en
lage kantoorquotint, periode 2013-2040
Global Gateway scenario
uitgaande van 24 m uitgaande van 20 m
Totale ruimtebehoefte 2013-2040 1.515.000 m 1.262.000 m
waarvan. 2013 2020 512.000 m 426.000 m
waarvan. 2020 2040 1.003.000 m 836.000 m
In deze notitie wordt hierna telkens uitgegaan van een ruimtegebruik van 20 m per
werknemer wanneer cijfers met betrekking tot de ruimtebehoefte worden gepresenteerd.
Vraagramingen EIB
In opdracht van het Rijk heeft het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) in
het kader van de afspraken uit het Actieprogramma Aanpak leegstand Kantoren een
vraagraming voor heel Nederland gemaakt. Voor de Metropoolregio Amsterdam levert dit
het volgende beeld op.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
14/35
14
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Afbeelding 3.2
De cijfers van EIB zijn per m verhuurbaar oppervlak (vvo) en Buck brengt de cijfers per
m bruto vloeroppervlak (bvo) in beeld. De door het EIB becijferde nieuwbouwvraag
betreft 3,8 miljoen m bvo tot 2040 (=3.257.000 m vvo), waarvan 1,2 miljoen m bvo tot
2020 (= 1.021.000 m vvo). Buck heeft in het Global Gateway scenario een
ruimtebehoefte voor de metropoolregio geraamd van 3,9 miljoen m bvo tot 2040,waarvan 1,7 miljoen m bvo tot 2020.
3.2 Het actuele planaanbod 2013-2040
Het planaanbod voor kantoren is niet statisch. Het is gebleken dat sinds de vaststelling
van de Kantorenstrategie in juli 2011 planaanbod is komen te vervallen (doordat het
bijvoorbeeld in aanbouw is genomen of alsnog geschrapt is) en planaanbod is
toegevoegd. Om te komen tot een marktconforme kantorenvoorraad is het
kantorenplanaanbod daarom geactualiseerd. In deze paragraaf wordt aandacht
geschonken aan enkele specifieke wijzigingen in het planaanbod sinds het uitkomen van
de kantorenstrategie en wordt vervolgens het actuele planaanbod vergeleken met hetmaximaal te handhaven planaanbod, zoals dat in de Kantorenstrategie is vastgesteld.
Vervallen planaanbod
Het is gebleken dat in bepaalde ruimtelijke plannen sprake is van een geringer
planaanbod voor kantoren, dan dat conform de Kantorenstrategie behouden mocht
blijven. Dit komt doordat marktpartijen van hun ontwikkelrecht afzien of dat planeigenaren
zijn overgegaan tot het schrappen van kantorenplannen. Dit levert een afname van het
kantorenplanaanbod op van 92.000 m.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
15/35
15
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Nieuw planaanbod kantoren
In de Kantorenstrategie is opgenomen dat er geen nieuw planaanbod voor kantoren is
toegestaan. Hierop kan alleen uitzondering worden gemaakt indien hiervoor bestuurlijk
goedkeuring wordt gegeven door het College. Uit aanvullende inventarisaties door de
Werkgroep Kantorenstrategie is echter gebleken dat er kantoorruimte in plannen is
opgenomen, waarvan de Werkgroep bij het opstellen van de Kantorenstrategie geen weet
had en waarvoor ook geen bestuurlijke goedkeuring nadien is gegeven. Deze nieuwe
plannen worden in het actuele totale planaanbod meegenomen en zorgen voor een
toename van het planaanbod van 19.000 m .
Planaanbod creatieve sector
Bij het terugbrengen van de overmaat van kantorenplannen in de afgelopen jaren is
telkens gewezen op de verkantorisering van bedrijventerreinen. Een groot deel van deze
verkantorisering wordt veroorzaakt door de huisvesting van de creatieve sector4.
Creatieve bedrijven zijn niet n op n vergelijkbaar met de meer traditionele kantoren.
Echter, ze vertonen in de praktijk qua gebruik van het vastgoed grote gelijkenissen met de
meer traditionele kantoorgebruikers. Er is sprake van een zekere mate van
uitwisselbaarheid van vastgoed tussen beide gebruikersgroepen.
De Werkgroep Kantorenstrategie heeft na vaststelling van de Kantorenstrategie begin
2012 onderzoek gedaan naar (verwachte) kantoorontwikkelingen op bedrijventerreinen en
in woongebieden. In de Kantorenstrategie is geconstateerd dat het kantorenaanbod op
bedrijventerreinen consequent betrokken moet worden bij het totale kantorenaanbod en
dat zeer terughoudend omgegaan moet worden met het toestaan van kantoren op
bedrijventerreinen. Tegelijkertijd bestond bij de Werkgroep Kantorenstrategie het
vermoeden dat er nog een aanzienlijk potentieel aan planaanbod kantoren op
bedrijventerreinen zou bestaan. De conclusies uit het onderzoek zijn dat in veel
toekomstige plannen in woongebieden en op bedrijventerreinen een behoorlijke
hoeveelheid aan planvoorraad bedrijfsruimten zichtbaar is. Het is onwaarschijnlijk dat al
deze panden gebruikt zullen worden als bedrijfsruimten. Denk hierbij wat betreft de
woonmilieus aan problemen met milieuzonering en geluidshinder. De combinatie
woningen en bedrijfsruimten zorgen ervoor dat wat betreft prijs en kwaliteitsniveau het
voor de hand ligt dat deze ruimten (in de toekomst) voor een groot gedeelte gebruikt
zullen worden als kantoor. Planeigenaren zijn in de meeste gevallen overtuigd van het feit
dat het hier gaat om bedrijfsruimten. Desondanks blijkt uit het eerstgenoemde onderzoek
na realisatie of na het aflopen van het eerste huurcontract dat deze bedrijfsruimten voor
meer dan 50% gebruikt worden als kantoor. Het onderzoek heeft in beeld gebracht dat
voor circa 16 gebieden de kans groot is dat deze ontwikkeld, dan wel gebruikt, zullen
worden als kantoorruimte. De omvang en het aantal risicoprojecten is dusdanig groot dat
programmatische sturing noodzakelijk is om te voorkomen dat bedrijfsruimten in
woonmilieus en op bedrijventerreinen (op termijn) verkantoriseren. Er zijn in dat opzicht
echter meerdere/aanvullende maatregelen te bedenken, die buiten het direct schrappen
van projecten kunnen bijdragen aan het terugdringen van de (plan)voorraad risicovolle
bedrijfsruimten. Het onderzoek is opgenomen als bijlage 1. Er is een inventarisatie van de
situatie per onderzocht gebied.
4Het andere deel wordt veroorzaakt door veranderde werkprocessen van traditionele bedrijven als gevolg van
de technologie, maar staat buiten de scope van deze notitie.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
16/35
16
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Tevens heeft de werkgroep geconstateerd dat het risico blijkt te bestaan dat nieuwe
kantoorontwikkelingen plaatsvinden, ondanks het feit dat het maximaal te handhaven
planaanbod van kantoren is vastgesteld. Dit komt omdat in de Kantorenstrategie enkel de
actieve ontwikkelruimte in plannen is meegenomen en niet de bestemmingsplanruimte.
Voortschrijdend inzicht leidt ertoe dat een deel van de bestemmingsplanruimte toch als
actieve ontwikkelplannen opgevat dient te worden. In vigerende bestemmingsplannen in
Amsterdam is op namelijk op verschillende plekken (veel) meer kantoor mogelijk dan
conform de vastgestelde lijst met te handhaven kantorenplanaanbod gewenst is, de
zogenaamde bestemmingsplanruimte. Hierbij moet onderscheid gemaakt worden tussen
bestemmingsplanruimte die bedoeld is om een bestaand kantoorpand uit te breiden, en
bestemmingsplanruimte die bewust is/wordt gecreerd om het transformeren en/of
uitbreiden van bestaand niet-kantoorvastgoed naar kantoorruimte mogelijk te maken. Dit
laatste is met name het geval op bedrijventerreinen om de huisvesting van de creatieve
sector mogelijk te maken.
Als er scherper wordt gekeken naar het fenomeen creatieve bedrijvigheid dan blijkt dat de
in de Structuurvisie 2040 (vastgesteld bij Raadsbesluit op 16 februari 2011, afdeling 3A,
nummer 33/56) opgenomen ambitie om te komen tot verdichting op bedrijventerreinen en
een uitrol van het binnenstadmilieu een rol speelt. Bij bedrijventerreinen kan vrijwel alleen
verdicht worden door meer bouwlagen te realiseren, waarbij dit in de praktijk dan al snel
om de realisatie van kantoorruimte gaat. In de Kantorenstrategie is de regel opgenomen
dat de bouwlagen boven de begane grond aangemerkt dienen te worden als
kantoorruimte. Dit telt mee in de planvoorraad voor kantoren. Indien deze regel
consequent toegepast wordt op de bedrijventerreinen zorgt dit voor een toename van
aanvankelijk genventariseerde planaanbod in de Kantorenstrategie.
De mogelijkheid tot huisvesting van de creatieve sector wordt vooral geboden (of er is
sprake van een voornemen hiertoe of ze zijn al gehuisvest) in de gebieden Hamerstraat,
NDSM, Minervahaven, Schinkel, Bedrijventerrein Overamstel en Cruquiusweggebied.
Geconstateerd is dat de gerealiseerde ontwikkelingen ten behoeve van de creatieve
sector voornamelijk vastgoed voor bureaugebonden werkzaamheden bestaan en dus
kantoorvloer betreft. Op deze terreinen bevindt zich een planaanbod ten behoeve van
creatieve sector van 213.300 m, zoals in onderstaande tabel is weergegeven.
Tabel 3.3 Planaanbod voor creatieve sector
Gebied Planaanbod tbv creatieve sector
Hamerstraat 16.000 m
NDSM 19.000 m
Minervahaven 108.000 mSchinkel 60.000 m
5
Bedrijventerrein Overamstel 5.000 m
Cruquiusweg 5.000 m
Totaal 213.000 m
5Voor circa de helft van de 60.000 m zijn al bouwvergunningen afgegeven
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
17/35
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
18/35
18
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Tabel 3.5 Ruimte voor kantorenplannen in Amsterdam in Global Gateway scenario voor de periode 2013-
2040
Global Gateway uitgaande van 20 m
Totale ruimtebehoefte 2013-2040 1.262.000 m
waarvan 2013-2020 426.000 m
waarvan 2020-2040 836.000 m
Totale aanbod 1.829.000 m
waarvan. courant aanbod in bestaande voorraad 596.000 m
waarvan in aanbouw per 01-01-2013 122.000 m
waarvan planaanbod per 01-01-2013 1.111.000 m
Confrontatie (=planoverschot) 567.000 m
Maximaal te behouden planaanbod
(= planaanbod minus planoverschot) 544.000 m
Het overschot aan kantorenplannen bij het scenario Global Gateway uitgaande van een
ruimtegebruik van 20 m per werknemer is 567.000 m op een totaal van 1.111.000 m
aan kantorenplannen. Het maximale te behouden planaanbod bedraagt derhalve 544.000
m. Uitgaande van het eerder geadviseerde stedelijke kantorenquotum van maximaal
40.000 m per jaar is het maximaal te handhaven planaanbod tot 2020 280.000 m.
Hierdoor blijft er voor de periode van 2020 tot 2040 een maximaal te handhaven
planaanbod over van 264.000 m.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
19/35
19
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
4 Voorstel voor marktconforme
kantorenplannen
4.1 Wijze van planreductie
Uit de ontwikkelingen in het planaanbod van kantoren uit hoofdstuk 3 blijkt dat de
gemeente, ondanks alle reducties in de afgelopen jaren, nog steeds meer planaanbod
heeft dan redelijkerwijs verwacht mag worden dat de markt kan absorberen. Om tot een
marktconform en daarmee afzetbaar planaanbod van 544.000 m kantoren te komen is,
zoals in hoofdstuk 3 in tabel 3.5 is aangegeven, een reductie nodig van 567.000 m
kantoorruimte.
Inmiddels wordt het schrappen van plannen steeds lastiger, omdat de redelijk eenvoudig
te schrappen plannen reeds uit het planaanbod gehaald zijn. Voorheen was in de ruime
planvoorraad sprake van op elkaar lijkende/weinig onderscheidende plannen en kon een
deel van de dubbels geschrapt worden. Daarvan is inmiddels nauwelijks sprake meer.
Om tot rele voorstellen voor marktconforme kantorenplannen te komen is in principe, net
als in de Kantorenstrategie, de opgave vraaggericht aangepakt. Er is in kaart gebracht
waar vanuit de vraagramingen behoefte aan blijkt te zijn en het planaanbod is hier zoveel
mogelijk op afgestemd. Hiervoor zijn de bestaande kantorenlocaties en de planvoorraad
ingedeeld in segmenten en het planaanbod in deze segmenten is gerelateerd aan de
vraag in dezelfde segmenten. Belangrijke kwalitatieve aspecten bij deze vraaggerichte
aanpak zijn de marktpotentie, de multimodale bereikbaarheid en multifunctionaliteit
(aanwezigheid van andere voorzieningen) en uniciteit (moet niet meer van hetzelfde zijn
en gericht op sectoren waar belangrijk deel van de te verwachten groei zit) van een
locatie. In een toenemend aantal gevallen heeft de vraaggerichte aanpak plaats moeten
maken voor een aanbodgestuurde keuze: daar waar reeds vastgestelde juridisch-
planologische kaders, privaatrechtelijke contracten of verregaande afspraken liggen is de
kantoorruimte in het plan niet of beperkt gereduceerd.
4.2 Actieve reductiestrategie
Uit het onderzoek is gebleken dat voor een fors deel van het planaanbod van kantoren
geldt dat hier privaatrechtelijke contracten onder liggen en/of dat de juridisch-planolo-
gische kaders de realisatie van kantoren mogelijk maakt. Dit geldt bijvoorbeeld voor de
gecreerde bestemmingsplanruimte voor de creatieve sector op enkele bedrijventer-
reinen. Het is niet zonder meer mogelijk om deze planvoorraad schadeloos te reduceren.
Aangezien een aanvullende planreductie nodig is om tot een gezonde planvoorraad te
komen wordt geadviseerd om naast het direct schrappen van kantorenplannen een
actieve reductiestrategie ten aanzien van specifieke kantorenplannen te hanteren. Met
een actieve reductiestrategie wordt bedoeld:
1. Het overgaan tot een reductie van de vastgestelde planvoorraad kantoren op het
moment dat sprake is van het niet nakomen of ontbinden van privaatrechtelijke
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
20/35
20
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
contracten die tussen een marktpartij en de gemeente overeengekomen zijn ten
behoeve van een gronduitgifte. Op dergelijke natuurlijke momenten zal de gemeente
er toe overgaan de betreffende locatie alsnog te schrappen als planvoorraad
kantoren.
2. Het overgaan tot een reductie van bestemmingsplanruimte in die gevallen dat de
bestemmingsplanruimte substantieel groter is dan de vastgestelde planvoorraad. In
veel gebieden in de gemeente Amsterdam is er nog ruimte voor kantoren in
bestemmingsplannen terwijl er geen of beperkt planaanbod is. Een deel van deze
ruimte is noodzakelijk om de flexibiliteit ten behoeve van bijvoorbeeld herontwikkeling
te behouden en daarmee de benodigde kwaliteitsverbetering van de bestaande
kantoren te waarborgen. Echter, hiervoor is een surplus van 10 15 % genoeg. De
gemeente zal op natuurlijke momenten (zoals bijvoorbeeld bestemmingsplanher-
ziening) deze voorraad trachten terug te brengen, waarbij voorkomen moet worden
dat er planschade optreedt. Deze strategie geldt voor alle plangebieden.
Op projectniveau zal de actieve reductiestrategie door de planeigenaar nader uitgewerkt
dienen te worden, zodat helder wordt wanneer kansen zich voordoen, verzilverd kunnen
worden en tot welke planreductie dit op welke termijn kan leiden.
De werkgroep ziet kansen voor het succesvol inzetten van de actieve reductiestrategie.
Als gevolg van de economische crisis en de malaise op de kantorenmarkt komen er
namelijk steeds meer signalen van marktpartijen bij de gemeente over het eventueel
opheffen of omzetten van kantoorruimte in overeengekomen plannen. Hierdoor weten
zowel de gemeente als de ontwikkelaar dat de realisatie van kantoren conform
oorspronkelijke plannen op sommige plekken uiterst onzeker is. Omdat het hebben van
marktposities geld waard (kan) zijn, zijn partijen terughoudend om in het openbaar
uitspraken te doen over de (on)houdbaarheid van die posities, om claims of
ingebrekestellingen van de contractpartijen te voorkomen. Op termijn is echter de
verwachting dat deze plannen op een zeker mioment (wanneer het natuurljike moment
hier zich voor aandient) gereduceerd kunnen worden.
4.3 Voorstel voor planreductie per planperiode
Periode 2013 tot 2020
Uitgaande van het stedelijke kantorenquotum van 40.000 m per jaar bedraagt het
maximaal benodigde planaanbod voor de periode tot 2020 280.000 m. Van het totale
planaanbod van kantoren van 1.111.000 m is circa 494.000 m uitgeefbaar in de periode
tot 2020. Dit betekent dat in de periode tot 2020 een planreductie van 214.000 m nodig
is.
De werkgroep stelt voor het planaanbod terug te brengen door een directe planreductie (=
schrappen van plannen) en door het inzetten van de actieve reductiestrategie. In tabel 4.1
is dit uitgewerkt. Hier wordt per locatiesegment aangeven wat de planvoorraad is, de
omvang van planreductie en de inzet bij de actieve reductiestrategie. Vervolgens is
aangegeven wat het maximaal te behouden planaanbod is en welk aandeel dit inneemt in
het totaal te behouden planaanbod voor de periode 2013-2020. In bijlage 3 staat het
maximaal te behouden planaanbod per plan aangegeven.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
21/35
21
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Tabel 4.1 Voorstel omvang planreductie en actieve reductiestrategie per segment voor de periode 2013-
2020
Periode 2013-2020 Planaanbod
per 01-01-
2013
Voorgestelde
Planreductie
Voorgestelde
actieve
reductie-
strategie
Maximaal te
behouden
planaanbod
Aandeel
maximaal te
behouden
planaanbod
Toplocatie 200.000 m 0 m 0 m 200.000 m 72%
Centrumlocatie 80.975 m 20.575 m 20.000 m 40.400 m 4%
Knooppuntlocatie 0 m 0 m 0 m 0 m 0%
Kennislocatie 30.000 m 0 m 20.500 m 9.500 m 3%
Snelweglocatie 2.500 m 2.500 m 0 m 0 m 0%
Woonwijk 28.700 m 18.700 m 0 m 10.000 m 4%
Bedrijventerrein 152.125 m 40.000 m 92.500 m 19.625 m 7%
Eindtotaal 494.300 m 81.775 m 133.000 m 279.525 m 100%
Zoals uit tabel 4.1 blijkt is het niet mogelijk om de planvoorraad voldoende terug tedringen op basis van het schrappen van plannen, omdat slechts 82.000 m direct
geschrapt kan worden. Vandaar dat voorgesteld wordt om aanvullend op het schrappen
de actieve reductiestrategie in te zetten. Met de inzet van deze reductiestrategie voor een
aantal plannen is de verwachting dat op termijn het planaanbod met nog eens 133.000 m
teruggebracht kan worden. Voor de toplocatie (zijnde Zuidas) blijft het grootste deel van
de planvoorraad behouden, omdat de vraag naar dit segment groot is en dit segment
belangrijk is voor de internationale postie van Amsterdam. Dit geldt ook voor de
segmenten knooppunt- en kennislocaties. Ook de planvoorraad op de centrumlocaties
blijft grotendeels gehandhaafd, vanwege de aanhoudende vraag naar dergelijke locaties.
Er wordt met name planvoorraad geschrapt is in de segmenten snelweglocatie,
woonwijken en bedrijventerreinen. Daarnaast is met name bij bedrijventerreinen sprake
van de inzet van de actieve reductiestrategie, vanwege de overmaat van kantorenplannen
op de bedrijventerreinen en de beperkte mogelijkheden om dit planaanbod direct te
schrappen. Op de bedrijventerreinen geldt immers dat veel van de planvoorraad reeds
vastgelegd is in contracten (bijv. intentieovereenkomst, samenwerkingsovereenkomst,
erfpachtcontract). De reductiestrategie voorziet er in dat, in die gevallen dat de
contractpartij geen verder gevolg wil geven aan de uitvoering van het contract, de
gemeente en contractpartner inzetten op beindiging, waarna het planaanbod van
kantoren op de locatie alsnog wordt geschrapt. De totale reductie wordt hiermee op
termijn circa 215.000 m (namelijk 82.000 m direct en 133.000 m op natuurlijke
momenten).
Periode 2020 tot 2040
Voor de periode van 2020 tot 2040 bedraagt het maximaal te handhaven planaanbod
264.000 m.Van het totale planaanbod van kantoren van 1.111.000 m is circa 616.000 m
uitgeefbaar in de periode van 2020 tot 2040. Dit betekent dat in de periode 2020 tot 2040
een planreductie van 352.000 m nodig is. Omdat het aanbreken van deze periode nog
even op zich laat wachten en ruimtebehoefteramingen met de gebruikelijke onzekerheden
omgeven zijn, stelt de werkgroep voor het overschot in deze periode nog niet op dit
moment te reduceren. Met het bovengenoemde reductievoorstel voor de periode tot 2020,
vergezeld met de eerder in de Kantorenstrategie genomen maatregelen en de inzet van
de gemeente op transformatie, worden er op dit moment al veel maatregelen genomen
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
22/35
22
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
om de overmaat op de bestaande kantorenvoorraad en in de planvoorraad terug te
dringen. Over enkele jaren zal er meer helderheid zijn over het effect van al deze
maatregelen en kan dan bekeken worden of en zo ja in welke omvang er sprake is van
een planoverschot voor de periode 2020 tot 2040. De verwachting van de werkgroep is
wel dat er tegen die tijd nog altijd sprake zal zijn van een planoverschot en adviseert
derhalve om ruimschoots voor het aanvangen van de periode 2020-2040 het reduceren
van plannen ter hand te nemen. Ook dan zal planreductie waarschijnlijk het best via het
direct schrappen van plannen en het inzetten van de actieve reductiestrategie kunnen
plaatsvinden.
Door het inzetten van de maatregelen planreductie (= schrappen/uitfaseren van
planaanbod tot na 2040) en actieve reductiestrategie(= schrappen van planaanbod op
natuurlijk moment, bijvoorbeeld als contractuele afspraak niet nagekomen wordt) is het
mogelijk de planvoorraad aan te laten sluiten op de marktvraag. De door de werkgroep
geformuleerde voorstellen voor reductie worden in tabel 4.2 weergegeven.
Tabel 4.2 Voorstel van de Werkgroep Kantorenstrategie voor omvang planreductie en actieve
reductiestrategie in Global Gateway scenario (o.b.v. 20 m) per planperiode
2013-2020 2020-2040
Planaanbod per 01-01-2013 494.000 m 616.000 m
Maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m 264.000 m
Planovermaat 214.000 m 352.000 m
Voorstel voor omvang planreductie 82.000 m
Voorstel voor omvang Actieve reductiestrategie 133.000 m
Totaal voorgestelde planreductie 215.000 m
Maximaal te handhaven planaanbod 280.000 m
te bepalen
over circa
5 jaar
De voorstellen tot planreductie leiden tot wijziging van de indeling van de kantoorlocaties
in groei-, beperkte groei, balans- en krimpgebieden zoals deze in de Kantorenstrategie
was gemaakt. In bijlage 2 wordt een aangepast overzicht van de gebiedsindeling
gegeven.
4.4 Financile gevolgen van planreductie
De financile gevolgen van het terugnemen van kantoor vierkante meters uit
grondexploitaties kunnen worden ingedeeld in twee categorien
Vereveningsfondsplannen
Niet-vereveningsfondsplannenDe niet-vereveningsfondsplannen zijn de Zuidas, de Alfa driehoek en de Minervahaven en
de plannen die (nog) geen actieve grondexploitatie hebben. De Zuidas zal weer
ondergebracht worden bij de Vereveningsfondsplannen. De overige plannen zijn
vereveningsfondsplannen.
Vereveningsfondsplannen
Het financile effect van het terugnemen van kantoor vierkante meters uit
grondexploitaties heeft, in verhouding met de te schrappen meters, op het
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
23/35
23
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Vereveningsfonds een relatief beperkt effect. Een groot deel van de plannen is al
afgesloten, nog niet vastgesteld of de opbrengsten van kantoormeters zijn al afgeboekt.
De grondopbrengsten van de vastgestelde plannen nemen in totaal met 96 miljoen af
als gevolg van het schrappen van kantoorruimte in de plannen. Deze opbrengstenderving
bevindt zich in zijn geheel in plannen met een negatief exploitatiesaldo. Indien er rekening
gehouden wordt met alternatief programma in de plaats van de geschrapte kantoorruimte,
dan bedraagt de opbrengstderving circa 55 miljoen. De financile consequenties van
het schrappen van kantoorruimte in plannen zijn reeds meegenomen bij de bepaling van
het generieke risico in het EindejaarsRAG 2012.
Geredeneerd vanuit het (nieuwe) systeem van kasstroomsturing (en de uitwerking hiervan
in groene, blauwe en paarse kavels) is er ook geen sprake van een extra financieel effect.
Bij de uitvraag voor de kasstroomsturing op kavelniveau zijn alleen de uitgiftes voor de
komende vier jaar gevraagd. De projecten die in deze periode in de notitie marktconforme
kantorenplannen worden gehandhaafd komen overeen met de li jst Groen Blauw. De
maatregel heeft daarmee geen consequenties voor de notitie.
Het uitgangspunt dat alleen gewerkt wordt aan projecten met een zekere opbrengst op
korte termijn. Door deze manier van werken worden de risicos met betrekking tot afzet
beperkt waardoor het Generieke risico op portefeuilleniveau aanzienlijk verminderend.
Tevens is er meer zicht op eventuele grondprijsrisicos op kavelniveau door de beperking
van het aantal projecten. Overall kan hieruit geconcludeerd worden dat het financile
effect van eventueel optredende risicos zal verminderen.
Tabel 4.3 Overzicht financile gevolgen reductie bij alternatief programma ipv kantoren
Totaal In negatieve
plannen
In positieve
plannen
2013-2020 35.272.599 35.272.599 0
2020-2040 19.921.791 19.921.791 02013-2040 55.194.390 55.194.390 0
Bovenstaande bedragen zijn indicatief, omdat hierbij de volgende aannames gedaan zijn:
het schrappen van kantoren en/of het omzetten van kantoren naar andere functies
heeft geen gevolgen voor de kostenkant in grondexploitaties,
bij omzetting van kantoren naar alternatief programma is niet gekeken of dit past
binnen de programmatische kaders en of dit afzetbaar is,
het schrappen en/of omzetten heeft geen effect op de fasering van de opbrengsten en
kosten in de lopende grondexploitaties,
reeds gedane investeringen hoeven niet te worden afgeschreven en
er komen geen schadeclaims als gevolg van het schrappen/omzetten van kantoren,
als er reeds sprake is van een contract met een marktpartij.Er is niet per plan beoordeeld of alternatief programma mogelijk is. Het kan zijn dat dit niet
het geval is. Wanneer hiervan sprake is, zal het negatieve financile effect uiteraard
groter zijn.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
24/35
24
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Bijlage 1 Onderzoek naar kantoren in
bedrijfsruimten (begin 2012)
In aanvulling op eerdere inventarisaties door het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente
Amsterdam (OGA) en in het kader van de Kantorenstrategie Amsterdam en als nadere
uitwerking van verschillende Raadsopdrachten is door OGA begin 2012 een onderzoek
uitgevoerd naar de omvang van de (potentile) verkantorisering van bedrijventerreinen.
Uit een onderzoek naar hybride ondernemingen van de Dienst Ruimtelijke Ordening is
gebleken dat een aanzienlijk deel van de bestaande voorraad bedrijfsruimte al dan niet
gelegen op bedrijventerreinen in gebruik is als kantoor. Het kantoorvloeroppervlak op
bedrijventerreinen en in woonmilieus is hierdoor naar alle waarschijnlijkheid de afgelopen
jaren aanzienlijk gegroeid. Bijna 30% van het aantal vestigingen op bedrijventerreinen in
de Gemeente Amsterdam is in gebruik als een solitair kantoor. Het aantal hybride
bedrijven, met 30% tot 70% kantoorvloer, bedraagt slechts iets meer dan 10%. De
verkantorisering van de bedrijventerreinen heeft ongewenste effecten opgeleverd,
waaronder de bijdrage aan de overmaat die er is op de kantorenmarkt. Mede hierdoor is
in de Kantorenstrategie geformuleerd dat het (plan)aanbod van kantoren op
bedrijventerreinen betrokken wordt bij het totale (plan)aanbod van kantoren in de stad en
dat in de toekomst zeer terughoudend wordt omgegaan met het toestaan van
kantoor(achtigen) op bedrijventerreinen. Voor een bedrijfsruimte met meer dan 50%
kantoorvloer zijn daarom de kaders van de Kantorenstrategie van toepassing.
Vanuit de Werkgroep Kantorenstrategie bestond het vermoeden dat er nog een
aanzienlijke voorraad kantoren in bedrijfsruimteplannen aanwezig was. Dit betreft
kantoren die nog niet bij de Werkgroep Kantorenstrategie in het vizier zijn. In navolging
van de Kantorenstrategie en het onderzoek naar hybride ondernemingen heeft de
Werkgroep Kantorenstrategie daarom de (harde en zachte) ruimtelijke planvoorraad van
bedrijfsruimte in Amsterdam in kaart gebracht. Het vizier was daarbij met name gericht op
het vloeroppervlak voor kantoren dat gereserveerd is in de bedrijfsruimteplannen. Op
basis van de Financieel Perspectieven, stedenbouwkundige plannen, uitwerkingsplannen,
cashflowshemas en GEPS/Planex is de voorraad bedrijfsruimte, die nog in de plannen
aanwezig is, in kaart gebracht. Dit gaf echter niet in alle gevallen een volledig en
betrouwbaar beeld. Daarom is aan de planeigenaren gevraagd om voor een aantal
projecten de gegevens aan te vullen.
Afbakening
Om een duidelijk beeld te schetsen van de situatie in Amsterdam is het van belang om in
eerste instantie de onderzoekscriteria enigszins in te kaderen. Volgens de kaders van de
Kantorenstrategie is er sprake van kantoren wanneer bedrijfsruimten voor meer dan 50%
uit kantoren bestaan. Na uitgifte is voor een aanzienlijk deel van deze bedrijfsruimten de
kans op verkantorisering aanzienlijk. Er zijn zowel binnen de kaders van de
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
25/35
25
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Kantorenstrategie als uit de praktijk specifieke risico-objecten aan te merken. Denk hierbij
aan bedrijfsverzamelgebouwen, bedrijfsruimten met meerdere lagen, bedrijfsruimten met
op kavelniveau een Floor Space Indexvan meer dan 1 en veel kleinschalige bedrijvigheid
in plinten van woongebouwen.
Er is een onderscheid gemaakt in planvoorraad voor en na het jaar 2020. Veel plannen in
Amsterdam zijn onlangs uitgesteld door marktpartijen die door een gebrek aan
financiering en afzetmarkt afhaken. Over het algemeen is voor dergelijke plannen nog
geen duidelijk beeld van het aandeel kantoor binnen bedrijfsruimten. Planeigenaren
hebben daarom veelal de uitwerkingsplannen of stedenbouwkundige plannen als
uitgangspunt gebruikt. In dergelijke gevallen gaat het dan om het maximaal toelaatbaar
programma commercile ruimten.
Resultaten inventarisatie
Er is aan planeigenaren gevraagd gegevens te verstrekken wat betreft het programma,
fsi, contractuele afspraken, grondprijzen etc. Gedurende de inventarisaties bleek al snel
dat de meeste gevraagde gegevens (door de zachtheid van de plannen) niet volledig
konden worden ingevuld. Daarom is met name gekeken naar het programma en zijn
risicovolle projecten in deze eindrapportage kort toegelicht.
Programma
Door planeigenaren wordt, wat betreft de verhouding kantoor-bedrijf, vaak binnen de
kaders van de Kantorenstrategie gebleven. Met andere woorden blijven ze
bestemmingstechnisch beneden de 50% kantoor bij de planontwikkeling van
bedrijfsruimten. Na realisatie blijkt echter dat veel van deze bedrijfsruimten (op termijn)
gebruikt worden als kantoor. Dit is in veel projecten en gebieden in relatie tot het
stedelijke kantorenprogramma niet wenselijk. Daarom is gedurende het onderzoek per
gebied/project een oordeel gegeven of dit, op basis van de in de afbakening gegeven
risicocategorien en naar de mening van de onderzoeker(s), een potentieel kantoor
betreft. Er is een onderscheid gemaakt in de volgende drie categorien:- Waarschijnlijk kantoor- Twijfel- Waarschijnlijk bedrijf
Wanneer de panden voor meer dan 50% uit kantoor bestaan dan wordt het kantoordeel
meegenomen als kantoor. Wanneer het pand voor minder dan 50% uit kantoor bestaat
dan wordt het oppervlak van het gehele pand gerekend als bedrijfsruimte. Wanneer het
gaat om solitaire kantoren (>70% kantoor) dan zijn deze metrages over het algemeen
reeds meegenomen in de Kantorenstrategie. Wanneer er sprake is van sloop/nieuwbouw
wordt alleen het eventuele extra vloeroppervlak (ten opzichte van het initile pand)
meegenomen. Bij transformatie van bedrijf naar kantoor wordt uiteraard ook hetvloeroppervlak kantoor dat voorheen bedrijf was meegerekend.
- Circa 275.000 m brutovloeroppervlak bedrijfsruimten zal voor 2020 gerealiseerd
kunnen worden. De verwachting is dat na 2020 nog eens 345.000 m
brutovloeroppervlak bedrijfsruimten gerealiseerd zullen kunnen worden. Op de
bedrijventerreinen wordt buiten de reeds bekende brutovloeroppervlak
bedrijfsruimten voor 2020 nog eens 205.000 m kaveloppervlak in ontwikkeling
genomen.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
26/35
26
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Het gaat hier echter alleen om de metrages waar nu gegevens over bekend zijn. Al dan
niet gerealiseerd voor of na 2020. In sommige gevallen gaat het om gereserveerde
planologische ruimte in het bestemmingsplan. Aangezien een aanzienlijk deel van de
projecten op dit moment is uitgesteld tot na 2020 en waarvan het programma nog
onduidelijk is, is de verwachting dat het aandeel kantoor nog zal fluctueren. Het is echter
niet werkbaar om wat betreft deze metrages exact aan te geven hoeveel
brutovloeroppervlak in gebruik zal worden genomen als kantoor. Denk hierbij bijvoorbeeld
aan gebied met 50.000 m planvoorraad bedrijfsruimte verspreid over verschillende
panden. Hoewel de verwachting is dat in ieder geval een deel hiervan in gebruik wordt
genomen als kantoor, kan dit 1.000 m zijn, maar ook 40.000 m. Een metrage gebaseerd
op giswerk is dus niet wenselijk. Mede hierdoor is op projectniveau bekeken of bij deze
projecten de kans bestaat dat deze verkantoriseren.
Risicoprojecten
Gedurende het onderzoek bleek al snel dat bij een aantal gebieden en projecten, met het
oog op programmatische sturing op potentile kantoorplannen, de kans op
verkantorisering aanzienlijk is. Voor deze zogenoemde risicoprojecten is
programmatische sturing wenselijk. Daarom worden hieronder deze risicoprojecten kort
toegelicht.
Airport Business Park Amsterdam (Lutkemeer fase 1)
Op Airport Business Park Amsterdam (Lutkemeer fase 1) worden tot dusver nog
verschillende kavels aangeboden met verhouding bedrijfs- en kantoorruimte van 50:50.
Bovendien worden op deze locatie in bestaande bedrijfsverzamelgebouwen units te koop
en te huur aangeboden. Volgens de planeigenaren worden de 50:50 kavels, door het
gebrek aan interesse van klanten, nu als kavels met maximaal 30% kantoor gezien. Deze
worden echter nog wel steeds aangeboden als 50:50 kavels. Deze kavels hebben in het
bestemmingsplan een maximale bouwhoogte van 7 meter aan de waterzijde tot 10 meter
aan de achterzijde.
Lutkemeer fase 2 is op dit moment nog een weiland. Het is nog niet duidelijk wat hier voor
programma gaat komen. Desondanks is dit wel een plan wat, met het oog op
programmatische sturing, in de toekomst de nodige aandacht zal vragen.
Amstel III
Op Amstel III wordt tot 2020 circa 32.000 m bedrijfsruimte als extra planologische ruimte
gereserveerd in het Strategiebesluit Amstel III. De visie voor de periode 2010-2040 is
zelfs een toename van 80.000 tot 300.000 m brutovloeroppervlak bedrijfsruimte. Volgens
Projectbureau Zuidoostlob (PBZOL) zal deze uitbreiding voortvloeien uit
sloop/nieuwbouw, renovatie/uitbreiding en transformatie.
Door PBZOL werd wel aangegeven dat er op Amstel III een verschuiving van
grootschalige (logistieke) eindgebruikers naar kleinschalige bedrijvigheid zichtbaar is. In
het Strategiebesluit Amstel III wordt bovendien gesproken over een verwachte toename
van de fsi op gebiedsniveau van 1.0 in 2011 naar 1.4 in 2040. Door deze kenmerken
wordt Amstel III (op termijn) gevoeliger voor het aantrekken van kleinschalige
kantoorgebruikers. Projectbureau Zuidoostlob zal vastleggen dat er geen kantoren
worden gerealiseerd. Het is echter maar de vraag of bijvoorbeeld bij sloop/nieuwbouw van
een bestaand bedrijfspand van twee lagen niet een nieuw bedrijfsverzamelgebouw
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
27/35
27
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
terugkomt van drie lagen. Bovendien is er geen sprake van handhaving op
eindgebruikers. Hierdoor is de kans aanzienlijk dat na oplevering of bij het aflopen van de
eerste huurcontracten de panden gebruikt zullen worden als kantoor.
Er zijn de afgelopen jaren meer dan 50 bouwvergunningen per jaar op de bedrijvenstrook
van Amstel III aangevraagd. PBZOL ziet ook voor de komende jaren nog voldoende
planologische ruimte voor flinke groei van het programma. Daarom is Amstel III een
risicolocatie waar verdere sturing op het programma noodzakelijk is.
Bedrijventerrein Schinkel
Op bedrijventerrein Schinkel wordt al langer bedrijvigheid met meer dan 30% kantoorvloer
toegestaan met het oog op het aantrekken en behouden van creatieve bedrijvigheid. Door
het uitzonderingsbeleid wat werd gevoerd op bedrijventerrein Schinkel was het
toegestaan om bedrijfsruimte met maximaal 70% kantoorvloer te realiseren. In de
Kantorenstrategie is dit uitzonderingsbeleid afgeschaft. In maart 2012 is bestuurlijk
opdracht gegeven voor Schinkel om een deel van de vraag naar creatieve bedrijvigheid te
kunnen faciliteren. Het maximale programma moet worden afgestemd met andere locaties
die ook interessant zijn voor de creatieve sector, namelijk de Noordelijke IJoevers,
Minervahaven, en de bedrijvenstrook op Overamstel..
Buiksloterham
Op Buiksloterham is een aanzienlijk metrage gereserveerd voor bedrijfsruimten. Onlangs
zijn met het oog op de Kantorenstrategie relatief veel kantoren geschrapt in
Buiksloterham. Desondanks is op dit moment sprake van circa 54.000 m (kleinschalige)
bedrijfsruimten in het plan. Deze 54.000 m bedrijfsruimten zijn verspreid over 21 kavels.
17 van de 21 kavels hebben een toelaatbare fsi van meer dan 2. In veel gevallen is dit
verklaarbaar door de combinatie met bovengelegen woningen. Het is echter maar zeer de
vraag of er een afzetmarkt is voor 54.000 m (kleinschalige) bedrijfsruimten in plinten op
Buiksloterham.
Cornelis Douwesterrein
Bij het Cornelis Douwesterrein wordt er gestreefd naar maximaal 30% kantoor. Sinds het
vaststellen van de Kantorenstrategie wordt er in zeldzame gevallen ook gerekend met
50% kantoor. Op het Cornelis Douwesterrein wordt er gemiddeld met 2 lagen gebouwd.
Er zijn echter uitzonderingen te bedenken met 6 lagen. Denk hierbij aan de reeds
bestaande gebouwen als Shurgard (opslag) en Depot Amsterdam Museum (opslag), die
niet gebonden zijn aan bedrijfsruimten op de begane grond. Daarentegen is het maar de
vraag of bij het aflopen van de eerste huurcontracten deze panden nog steeds gebruikt
worden als bedrijfsruimten. Het meest opvallende was dat er blijkbaar eigenaren zijn die
zonder bouwvergunning extra verdiepingsvloeren in hun bedrijfsruimten bouwen zodat
deze (voor een deel) gebruikt kunnen worden als kantoor.
IJburgfase 2 en Zeeburgereiland
IJburg fase 1 heeft, op de verschillende Solids-projecten na, relatief weinig bedrijfsruimten
in de reeds bestaande plannen gereserveerd. Daarentegen is op IJburg fase 2 relatief
veel mogelijk. Op dit moment is er in de Grex 67.500 m bvo gereserveerd voor
Centrumeiland, Strandeiland en Middeneiland (IJburg fase 2). Het is echter nog maar de
vraag wat uiteindelijk hier gerealiseerd gaat worden. Desondanks is IJburg fase 2 met het
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
28/35
28
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
oog op programmatische sturing wel een plan om in de (nabije) toekomst de nodige
aandacht aan te schenken.
Voor Zeeburgereiland is er in een niet-vastgesteld programma op de Bedrijvenstrook een
aanzienlijke voorraad bedrijfsruimten gereserveerd. Met uitzondering van een P&R en
hotel wordt hier tot maximaal 3 lagen gebouwd en zal dit tussen de 50.000 en 55.000 m
bvo bedrijfsruimten omvatten. Met het oog op het onderliggend onderzoek is het met
name interessant dat er een kavel is gereserveerd voor een bedrijfsverzamelgebouw die
met 3 lagen maximaal 12.630 m bvo zou kunnen omvatten. Er zouden volgens dit
programma ook kleine kavels met bedrijfsruimten kunnen worden gerealiseerd varirend
tussen de 120 en 240 m kaveloppervlak.
Minervahaven
In de Minervahaven wordt, buiten een aanzienlijk metrage kantoor (reeds meegenomen in
de Kantorenstrategie), circa 48.000 m bedrijfsruimten gerealiseerd waarvan 46% (22.300
m) in gebruik zal zijn als kantoor. Het gaat hier om kantoren en bedrijfsruimten voor
visuele media (studio/mediacomplex), maar ook een bedrijfsverzamelgebouw en een
gebouw met een logistieke functie. Denk hierbij wel aan bedrijfsruimten met meerdere
lagen. Wat betreft het studio/mediacomplex zal de studio op het terrein afzonderlijk zijn
gelegen van de kleine kantoortorens. Panden waarvan de kantoren los zijn gekoppeld
kunnen in de toekomst afzonderlijk verhuurd worden van de bedrijfsruimten. Haven
Amsterdam stuurt het type eindgebruikers via beleid waarin is vastgelegd of een bedrijf
creatief bedrijf is of niet. Eigenaren hebben bij het aantrekken van nieuwe huurders een
meldingsplicht bij Haven Amsterdam.
Sloterdijk III
Hoewel voor de meeste kavels tot dusver een ontwerp ontbreekt, is er in het
bestemmingsplan wel ruimte om bedrijfsverzamelgebouwen te realiseren. Er is een aantal
uitgeefbare kavels waarvan de plannen nog zeer zacht zijn. Hier worden echter ook een
aantal kleine kavels voor bedrijfsverzamelgebouwen gereserveerd. Uit het
stedenbouwkundig plan komt naar voren dat met name Sloterdijk III Zuid en Oost zich
lenen voor gebouwen die op termijn gebruikt zouden kunnen worden als kantoor. Denk
hierbij aan hogere bebouwingspercentages, fsis en een bebouwingshoogte van 30 meter.
Overig
Er is een aantal risicoprojecten aan te merken die wellicht niet in omvang, maar wel door
type bebouwing gezien kunnen worden als een risicogebied. Denk hierbij aan projecten
waar gebruik is gemaakt van bedrijfsverzamelgebouwen of bedrijfspanden met meerdere
lagen, overwegende plintfuncties. Het gaat hierbij om de volgende projecten:
- Stationslocatie Cornelis Lelylaan eo (bedrijfsverzamelgebouw)
- Osdorp Midden Noord Ookmeerweg (bedrijfsverzamelgebouw)
- Kromwijkdreef (bedrijfsverzamelgebouw)
- NDSM-werf (Op dit moment zijn alle bedrijfsruimten gerekend als kantoor. Kan op
termijn weer worden omgedraaid.)
- Hamerstraatgebied (Hier zijn reeds veel kantoren geschrapt. Er voor waken dat
hier niet bedrijfsruimten vallende onder de noemer kantoren voor terugkomen.)
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
29/35
29
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Conclusies
Op veel bedrijventerreinen en in (toekomstige) woonmilieus is een behoorlijke
hoeveelheid aan planvoorraad bedrijfsruimten zichtbaar. Het is onwaarschijnlijk dat al
deze panden gebruikt zullen worden als bedrijfsruimten. Denk hierbij wat betreft de
woonmilieus aan problemen met milieuzonering en geluidshinder. De combinatie
woningen en bedrijfsruimten zorgen ervoor dat wat betreft prijs en kwaliteitsniveau het
voor de hand ligt dat deze ruimten (in de toekomst) voor een groot gedeelte gebruikt
zullen worden als kantoor. Planeigenaren zijn in de meeste gevallen overtuigd van het feit
dat het hier gaat om bedrijfsruimten. Desondanks blijkt na realisatie of na het aflopen van
het eerste huurcontract dat deze bedrijfsruimten voor meer dan 50% gebruikt worden als
kantoor.
De omvang en het aantal r isicoprojecten is dusdanig groot dat programmatische sturing
noodzakelijk is om te voorkomen dat bedrijfsruimten in woonmilieus en op
bedrijventerreinen (op termijn) verkantoriseren. Er zijn in dat opzicht echter
meerdere/aanvullende maatregelen te bedenken, die buiten het direct schrappen van
projecten kunnen bijdragen aan het terugdringen van de (plan)voorraad risicovolle
bedrijfsruimten.
o Grondprijsintrumentarium
Uit onderzoek is gebleken dat de aantrekkingskracht van bedrijventerreinen voor
kantoorgebruikers grotendeels afhankelijk is van de prijsvorming. Het is enerzijds
voor eigenaren interessant omdat de grondprijzen relatief laag zijn ten opzichte
van een pand met de bestemming kantoren. Deze lagere grondprijzen worden (in
de meeste gevallen) dan ook verdisconteerd in de huurprijzen voor
eindgebruikers. De Gemeente Amsterdam heeft met haar grondprijsbeleid de
instrumenten om hierop te sturen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan herziening
(erfpachtcontrole) van de grondprijzen van de bestaande voorraad
verkantoriseerde bedrijfsruimten.
o Handhaving eindgebruikers
Haven Amsterdam (H.A.) streeft wat betreft de Minervahaven een soort
handhavingsysteem na. Potentile huurders van bedrijfsruimte moeten zich eerst
melden bij Haven Amsterdam. H.A. beoordeeld dan of deze vallen binnen het
door hen geschetste kader en voorkeur. Dit in tegenstelling tot de stadsdelen
waar deze handhaving voor de lange termijn veelal zal ontbreken. Met als gevolg
dat in de praktijk (vaak wanneer het eerste huurcontract is afgelopen) dergelijke
bedrijfsruimten veelal zullen worden gebruikt als kantoor door bijvoorbeeld de
gunstige ligging en vanuit kantoorperspectief aantrekkelijke prijzen.
o Bouwvergunning
Bij het aanvragen van de bouwvergunning kunnen de bedrijfsruimteprojecten
beoordeeld worden op de in de Kantorenstrategie geschetste kaders en bij
overtreding van deze grenzen zou in dat geval de bouwvergunning kunnen
worden geweigerd.
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
30/35
30
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
Aanbevelingen
Jaarlijkse monitor planvoorraad bedrijfsruimten
Jaarlijkse inventarisaties zijn met het oog op programmatische sturing noodzakelijk. In
tegenstelling tot de planvoorraad kantoren ontbreekt op de planvoorraad bedrijfsruimten
controle en sturing. Het is dus van essentieel belang dat bij de inventarisaties van
kantoorontwikkelingen de bedrijfsruimten worden betrokken. Het is echter wel wenselijk
dat stadsdelen en projectbureaus duidelijk betrokken worden in dit proces en op de
hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen.
Risicoprojecten
De in het onderliggend onderzoek beschreven risicoprojecten dienen jaarlijks door de
Werkgroep Kantorenstrategie op projectniveau geanalyseerd te worden of deze in
aanmerking komen voor programmatische sturing. Hierbij moet beoordeeld worden of de
kans op verkantorisering (nog steeds) aanwezig is en daar dient adequaat op gestuurd te
worden. Uiteraard moet deze lijst met risicoprojecten jaarlijks, met behulp van de
Jaarlijkse monitor planvoorraad bedrijfsruimten, worden bijgewerkt.
Potentile maatregelen
Er dient door de Werkgroep Kantorenstrategie naar de (juridische) mogelijkheden
betreffende een herziening/erfpachtcontrole van de grondprijzen, bouwvergunningtoets en
handhavingsysteem te worden onderzocht.
Definiring kantoorruimte/bedrijfsruimte
Er zijn situaties denkbaar waarbij niet duidelijk is te definiren hoeveel ruimte onder het
kantoordeel valt en hoeveel ruimte onder het bedrijfsdeel. Er zijn specifieke gebruikers te
bedenken waarbij lastig is te definiren welk deel van het pand gebruikt wordt als
kantoorruimte en welk deel als bedrijfsruimte. Denk bijvoorbeeld bij kledingontwerpers
aan het toenemend gebruik van computers. Dat de aanpassingen aan de kleding op
dezelfde tafel wordt uitgevoerd als de computerwerkzaamheden wil nog niet direct zeggen
dat hier gaat om een kantoorruimte. Er kan beter worden gekeken naar de achtergrond en
type gebruiker waarna pas de daadwerkelijke fysieke invulling van het pand aan bod
komt. In de zogenoemde Functielijst dienen duidelijke richtlijnen te komen welke
eindgebruiker daadwerkelijk onder de noemer kantoor valt.
Aanbevelingen proces
Inventarisaties
Projectbureaus, stadsdelen worden vanuit verschillende gemeentelijke diensten en
interne afdelingen benaderd voor inventarisaties naar de planvoorraad. In principe bestaat
een aanzienlijk deel van hun werkzaamheden aan het meewerken aan eindeloze
controles door verschillende gemeentelijke diensten. Dit draagt totaal niet bij aan de
samenwerking tussen en efficintie van deze gemeentelijke diensten. Desondanks zijn
deze inventarisaties van essentieel belang met het oog op programmatische sturing van
ruimtelijke ontwikkelingen. Het is de verwachting dat de aankomende jaren
programmatische sturing steeds belangrijker wordt. Denk hierbij niet alleen aan de
kantorenmarkt, maar ook aan de bedrijfsruimte- en winkelmarkt. Inventarisaties kunnen in
dat geval een jaarlijks terugkomend verschijnsel worden.
In principe ligt de basis voor de uitvoering van deze verschillende inventarisaties met
name bij de problematiek die ontstaat bij Planex (GEPS). Uit onderzoek blijkt nog steeds
-
8/11/2019 Amsterdam Marktconforme Kantoorplannen 2013
31/35
31
April 2013 Gemeente Amsterdam
Ontwikkelingsbedrijf
dat een aanzienlijk deel van de invoergegevens niet of niet correct wordt ingevuld.
Desondanks zou Planex zich wel lenen (om aan het einde van het jaar) met een druk op
de knop een volledig beeld te schetsen van de planvoorraad. Metrages en
eenheidsprijzen worden in een deel van de gevallen niet correct ingevuld en dit kan tot
foute conclusies leiden. Ook de notaties/benamingen van de projecten zijn doorgaans
onduidelijk en lastig terug te leiden. Wellicht is het toch nodig om vanuit het OGA een
sterk signaal uit te dragen naar