Amore | maart 2013
-
Upload
stapel-magazinemakers -
Category
Documents
-
view
219 -
download
5
description
Transcript of Amore | maart 2013
1
Magazine over Thomas More en Meer
14 Operatie excellent
20 Mechelen mediastad26 Leren voor leerkracht
28 Integratie KU Leuven
01 MAArt 2013
ExpEctMOre!
Thomas More uit de startblokken
2 amore
rubriek
‘Eén ding weten we zeker: op onze kennis staat een vervaldatum’
08MachTeLd Verbruggen aLgeMeen direcTeur ThOMas MOre
03
in ditnuMMer
en nOg…04 klik
06 kortom
08 dialoog
34 tag
36 utopia
Wij 12 campusTh omas More in cijfers.
14 bovenste plankVisitatiecommissie beloont aandacht voor kwaliteit.
18 debatToelatingsproef: vloek of zegen?
Werk
20 Mechelen mediamagneetEen toekomst in de media? Begin bij de bron!
24 profielGreet Vleugels, verpleeg-kundige in Pulderbos.
26 scanHier rijpt het onderwijs-talent van morgen.
WereLd 28 integratieMasteropleidingen integreren in KU Leuven.
32 expatInterieurstudente Tessa Verhagen ruilt Valkens-waard voor Mechelen.
20 32 06
aMOre is het communitymagazine van Th omas More. Verschijnt drie keer per jaar. hOOfdredacTie Walter Machielsen redacTieraad Luc Damen, Nadine De Peu-ter, Walter Machielsen, Willem Mees, Erika Pelemans, Sylvie Van Dun, Nele Van Herck, Machteld Verbruggen cOncepT en reaLisaTie Stapel Magazinemakers
www.stapel.be fOTOgrafie Koen Bauters, Tini Cleemput, Benoit Vermeeren V.u. Machteld Verbruggen, Zandpoortvest 13, 2800 Mechelen
MeT dank aan alle studenten, docenten en medewerkers van Th omas More.
infO www.thomasmore.be cOnTacT [email protected]
Toelatingsproef: vloek of zegen? 26 scan
Hier rijpt het onderwijs-talent van morgen.
18
4 amore
rubriek
spOrTen zOnder scheids-rechTer. In de nieuwe sporthal van Campus Turnhout leven toekomstige sportleerkrachten zich uit tijdens een stevig partijtje ultimate frisbee. Het opzet van deze hippe teamsport is eenvoudig: beide ploegen proberen door onderling passen te geven zo ver mogelijk door te dringen in vijandig gebied. Een geslaagde pas in de doelzone van de tegenstander levert één punt op. Bij ultimate frisbee is fair play bijzonder belangrijk: er is namelijk geen scheidsrechter, dus zijn de spelers zelf ver-antwoordelijk voor een eerlijk spelverloop. Maar dat houdt onze eerstejaarsstudenten niet tegen om er een match van te maken waar de spanning van afdruipt.
Fair play
4 amore
kLik
rubriek
55
6 amore
rUBrIeK
IK Neem De LeSSeN oP eN BeLUISTer Ze THUISkiM bOLs34
EErStE JAAr MEDICAL MANAGEMENt ASSIStANt | CAMPUS tUrNHOUt
eersTe ziT
kortOM
Op dinsdag 19 februari zakten meer dan 130 bedrijven af naar Campus De Nayer voor de jaarlijkse jobbeurs van de ingenieursopleidin-gen en de technologisch of ICT-georiënteerde professionele bachelors van Campus De Nayer en Campus Mechelen. Ook dit jaar was de cam-pus te klein voor alle geïnteresseerde bedrijven. Daarom en ook als service voor internationale studenten, werden alle bedrijven geregistreerd in een virtuele online jobbeurs. Uiteinde-lijk bleef de teller staan op 147: een nieuw record voor Th omas More. Ter voorbereiding ontvingen de studenten een bedrijvengids en volgden alle laatstejaars sollicitatieworkshops. Ook voorlaatstejaars bezochten de beurs in het kader van stage, eindwerk of masterproef. Zo konden de meer dan 350 recruiters uit bedrij-ven kennismaken met bijna 1 000 studenten, wat van deze beurs waarschijnlijk de grootste van Vlaanderen maakt. Expect more …
VirTueLe beurswww.thomasmore.be/onlinejobbeursdenayer
infO jObbeurswww.thomasmore.be/jobbeursdenayer
6 amore
“Ik had al een diploma Offi ce Management en werkte een tijdje als vertaler, maar dat lag me niet. Eigenlijk wou ik iets in de medische sector doen, maar omdat ik blind ben, is dat niet evident. Mijn huisarts overtuigde me om de stap te wagen. Vorig jaar ben ik gestart met één basisvak: Medi-sche Terminologie. Intussen volg ik een aangepast programma van 31 studiepunten. De lessen neem ik op, om ze thuis te beluisteren. Gelukkig word ik goed opgevangen, zowel door docenten als stu-denten. De rest van de tijd spendeer ik aan mijn website met informatie voor blinden en slecht-
zienden. Van de Koning Boudewijnstichting kreeg ik daarvoor zopas een beurs van 7 500
euro: een extra motivatie om hard mijn best te doen.”
www.kimbols.be
caMpus de naYer
Virtueel jOb-
hOppen
rUBrIeK
7
een nieuW Magazine
caMpus dE MolEn
Voor je neus ligt Amore, het gloednieuwe maga-zine van � omas More. Amore is een commu-nityblad voor al wie van dicht of van ver bij de hogeschool betrokken is: studenten en docenten uiteraard, maar ook ouders, bedrijven en partner-instellingen. Voor de naam van het blad deden we een beroep op de creativiteit van studenten en medewerkers. Uit 43 inzendingen met meer dan honderd voorstellen koos de redactie voor Amore, een vondst van Hannelore Casteels, die in Antwerpen Handelswetenschappen studeert. “De naam verwijst naar het Franse amour en het Italiaanse amore”, zegt Hannelore. “Het magazine moet er immers toe bijdragen dat de lezers de nieuwe hogeschool snel in het hart sluiten.”
7
Nu zitten de professionele bachelors in Antwerpen nog over verschillende campus-sen verspreid. Maar vanaf het academiejaar 2013-2014 kunnen ze in het hartje van de stad terecht op de gloednieuwe Campus De Molen, zoals de vernieuwde en uit-gebreide Campus Sanderus voortaan zal heten. Het pronkstuk in dit architectonische hoogstandje wordt het grote auditorium met plaats voor 350 studenten. Meteen is Th omas More in Antwerpen klaar voor een uitdagende toekomst.
ThaT’s aM re! kLaar
voor detoekomst
8 amore
rUBrIeK
‘WiJ BErEidEn studEntEn voor op EEn WErEld Waarin allEs stEEds snEllEr gaat’
diaLOOg
vanaf dit academiejaar varen lessius hogeschool en katholieke hogeschool kempen onder de vlag van thomas More, met aan het roer een kersverse kapitein. samen met de nieuwe bestuursploeg is algemeen directeur Machteld verbruggen vastbesloten om van de nieuwe naam een kwaliteitslabel te maken.
8 amore
rUBrIeK
99
MachTeLd Verbruggen
aLgeMeen direcTeur
ThOMas MOre
10 amore
diaLOOg
zoek. Er zijn grote verschillen tussen de campussen, maar ze zijn ook uitermate comple-mentair. Deel van de uitdaging bestaat erin om te werken aan een gezamenlijke cultuur, zonder aan de eigenheid te raken. Het feit dat onze school geografi sch gespreid is over verschillende steden, beschouwen wij als een troef. In een sterk geglobaliseerde wereld zoeken mensen naar houvast, naar herkenbaarheid. Daar spelen wij met Th omas More op in. Wij zijn niet alleen zeer herkenbaar in de gemeenten waar we zitten. We beschikken er ook over goede relaties met het werkveld, wat ons in staat stelt om mooie stageplaat-sen aan te bieden en intensieve samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven uit te bouwen.”
Vanwaar de naam
Thomas More?
“Een nieuw project vraagt om een nieuwe naam. Verdergaan onder een van de bestaande na-men was geen optie. We wilden niet de perceptie creëren dat de ene hogeschool in de andere zou opgaan. Onze hogeschool is het resultaat van een fusie, de som van verschillende delen én een project met ambitie. Zo kwamen we uit bij Th omas More, een Engelse humanist die ook in onze regio heeft verbleven. Het is een naam met een open blik op de wereld, die tegelijk voldoende speelruimte laat om te zeggen wat we willen doen. Vandaar ook Expect More, de baseline van onze campagne.”
“Faciliteren”, zo omschrijft Mach-teld Verbruggen haar taak als algemeen directeur. “Het is mijn job om de mensen achter eenzelf-de visie te scharen. Om ervoor te zorgen dat ze over de juiste middelen beschikken, zodat ze in staat zijn die visie waar te maken. Maar dat doe ik niet alleen. Th omas More beschikt over een collegiale bestuursploeg, waarbij iedereen vanuit zijn invalshoek bijdraagt tot een goed resultaat. Voor elke beslissing geldt: wij stemmen niet, wij gaan akkoord! Dat is onze kracht.”
hoe ben je bij Thomas
More terechtgekomen?
“Ik ben een onderwijsmens. Ook tijdens mijn rechtenstudie heb ik altijd naar het raakvlak met onderwijs gezocht. Die passie heb ik van thuis meegekregen: mijn moeder was namelijk school-hoofd. Na mijn doctoraat kon ik als juridisch adviseur aan de slag bij Karel de Grote Hogeschool. Twee jaar later was ik directeur strategisch beleid: een bijzonder leerrijke ervaring. En na een kor-te tussenstop in de Guimardstraat zag ik de vacature voor algemeen directeur bij Th omas More: een job in het verlengde van wat ik graag doe en goed kan. Ik ben blij met deze uitdaging. Hier komt voor mij alles samen.”
Wat waren je eerste indruk-
ken van de hogeschool?
“Hier lopen veel capabele mensen rond, die net als ik gepassioneerd zijn door onderwijs en onder-
MachTeLd Verbruggen aLgeMeen direcTeur ThOMas MOre
Mijn hObbY’s? “Echte hobby’s heb ik niet”, zegt Machteld verbruggen. “als ik echt tijd wil voor mezelf, dan duik ik in een boek. ik ben een echte boekenwurm. ik lees management-literatuur en heel veel over onderwijs, maar net zo goed een spannende detective of een historische roman.”
11
Wat lag aan de basis
van deze fusie?
“Het hoger onderwijs is de voor-bije jaren grondig hervormd. In essentie bieden de hogescholen alleen nog praktijkgerichte bacheloropleidingen aan. De academische masteropleidin-gen – tolk, industrieel ingenieur, enzovoort – behoren voortaan tot de verantwoordelijkheid van de universiteiten. Elders in Europa is dat al langer het geval, en op die manier schakelen we onze diploma’s gelijk met die in het buitenland. Het gevolg is dat de hogescholen te klein worden, en dus moeten ze zich groeperen om performant te blijven. Maar uiteindelijk maakt het ons ook sterker. Het dwingt ons om op zoek te gaan naar wat ons bindt. Naar manieren om elkaars knowhow optimaal te benutten.”
in hoeverre zit de fusie al in
de hoofden van de mensen?
“We willen niets overhaasten. Het is belangrijk dat zowel docenten als studenten de fusie als iets positiefs ervaren. Door dat veranderingsproces snel aan iedereen op te dringen, draag je daar niet toe bij. De mensen van de ondersteunende diensten worden dagelijks met de fusie geconfronteerd: zij werken van-daag al intensief samen. De stu-denten moeten vooral voelen dat ze op een goede hogeschool zit-ten. Zij hebben geen boodschap aan het achterliggende verhaal. Maar op termijn moeten ze zich wel met de naam Thomas More
kunnen identificeren. Omdat het een kwaliteitslabel is, waarop ze trots mogen zijn.”
Wat zijn de grote
uitdagingen waar Thomas
More vandaag voor staat?
“Ik denk dat ik spreek voor alle hogescholen, als ik zeg dat de huidige digitalisering een im-mense uitdaging is. Hoe zorgen we ervoor dat het onderwijs bij de tijd blijft, zonder in gadgets te vervallen? Wij willen de hoge-school zijn waar je op de meest moderne manier studeert. Waar je klaargestoomd wordt voor een wereld waarin alles steeds sneller gaat. Het is een voortdurende zoektocht, want wat gisteren goed was, is dat vandaag al niet meer. Dat vergt een grote investering: niet alleen in de juiste apparatuur, maar ook in de opleiding van onze medewerkers.”
Ook de arbeidsmarkt
verandert voortdurend.
“Klopt, en ook daar moeten we alert voor zijn. Je bewijst nie-mand een dienst met een diplo-ma waarmee je nergens aan de slag kunt. En dus passen we ons aanbod voortdurend aan op basis van wat de arbeidsmarkt vraagt. Omgekeerd is het een illusie te denken dat we volleerde professi-onals kunnen afleveren. Eén ding weten we zeker: op onze kennis staat een vervaldatum. De jobs van de toekomst kunnen we ons vandaag niet eens voorstellen. We moeten studenten wapenen om met die veranderingen om te
gaan. Zij zullen minstens 45 jaar aan de slag moeten blijven. En dat betekent: levenslang leren. Van onze docenten verwachten we de pedagogische en didacti-sche vaardigheden om een hoog niveau te garanderen. Dat zijn we niet alleen aan onze studenten, maar ook aan de maatschappij verplicht.”
hoe hou je zelf de vinger
aan de pols?
“Mijn tienerkinderen houden me bij de zaak. Ik voel mezelf nog jong, maar eigenlijk ben ik een generatie ouder dan de studenten voor wie we het allemaal doen. Het is cruciaal om die leefwereld goed aan te voelen. Niet om daar blindelings in mee te gaan: we brengen geen entertainment. Maar het is wel noodzakelijk om naar elkaar te luisteren. Dat is misschien wel mijn belangrijkste opdracht: luisteren, naar studenten, naar docenten, naar het werkveld, en hun verwachtingen vertalen in een kwalitatief aanbod, waar iedereen beter van wordt.”
12 amore
anTWerpen 4 040 studenten 2 885 1 155
geeL 4 470 studenten 1 620 2 850
Lier 800 studenten 700 100
MecheLen 4 515 studenten 2 950 1 565
caMpus de naYer Sint-Katelijne-Waver 1 580 studenten 100 1 480
TurnhOuT 1 380 studenten 1 050 330
VOrseLaar 930 studenten 750 180
1
4
2
caMpus
in cijfers
17 715sTudenTen
43% 57%
8 sTudiegebieden
1
2
3
4
5
6
7
7 caMpussen>> archiTecTuur
>> biOTechniek
>> gezOndheidszOrg
>> handeLsWeTenschappen en bedrijfskunde
>> indusTriËLe WeTenschappen en TechnOLOgie
>> OnderWijs
>> sOciaaL-agOgisch Werk
>> TOegepasTe TaaLkunde
5
3
pOpuLaire OpLeidingen
1 3701 320
1 260
1 130
815
Bach
elor in
het
Bedr
ijfsm
anag
emen
t
Bach
elor in
de
Verp
leegk
unde
Bach
elor in
het O
nderw
ijs
Secu
ndair
Ond
erwi
js
Bach
elor in
het O
nder
wijs
Lage
r Ond
erwi
js
Bach
elor in
de
Toeg
epas
te Ps
ycho
logie
67 naTiOnaLiTeiTen
Meer dan
100 OpLeidingen
7
6
13
3
4
2 6
1 7
anTWerpenLier
geeL
MecheLen
TurnhOuT
caMpus de naYer
VOrseLaar
5
14 amore
Wij
pLankd
at een opleiding voor verschillende criteria ‘excellent’ behaalt, is uitzonderlijk”, zegt Hil-
de Sels, die in de dienst Strategie en Kwaliteit van Th omas More de inspanningen rond kwaliteitszorg coördineert. “In 2012 overkwam het zowel de opleiding Bouw als de opleiding Sociaal Werk: een
hele eer voor onze hogeschool. Bouw scoorde drie keer excellent, Sociaal Werk deed daar nog eentje bovenop. Ook Bedrijfsmanage-ment en de banaba Audiovisu-ele Communicatie kregen een excellent, net als Toegepaste Informatica in 2011. We mogen dus spreken van een goed jaar, ook al komen die resultaten niet uit de lucht gevallen. Kwaliteits-zorg is voor ons geen loos begrip. Wij werken hard aan een cultuur waarbij iedereen van een sterk kwaliteitsbesef doordrongen is.”
Menselijk aspectKwaliteitszorg is een discipline die haar oorsprong vindt in de
pLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankhele eer voor onze hogeschool. Bouw scoorde drie keer excellent, Sociaal Werk deed daar nog eentje bovenop. Ook Bedrijfsmanage-ment en de banaba Audiovisu-
pLankpLankpLankhele eer voor onze hogeschool. Bouw scoorde drie keer excellent, Sociaal Werk deed daar nog eentje bovenop. Ook Bedrijfsmanage-ment en de banaba Audiovisu-
aandachT VOOr kWaLiTeiTszOrg WerpT VruchTen af
om de acht jaar evalueert een visitatie-commissie de kwaliteit van onze opleidingen. het voorbije jaar kreeg thomas More maar liefst acht keer de beoordeling ‘excellent’ opgespeld. Een kus van de juf en een bank vooruit?
pLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankpLankexcellent
15
‘Wij Werken hard aan een cuLTuur Waarbij iedereen
Van een sTerk kWaLiTeiTsbesef dOOrdrOngen is’
bedrijfswereld en die oorspron-kelijk tot doel had processen te optimaliseren en een hogere effi ciënte na te streven. Gaan-deweg vond het begrip zijn weg naar de zachte sector – onder-wijs en zorg – waar het vooral een menselijke invulling kreeg. “Binnen Th omas More is dat bij uitstek het geval”, aldus Hilde Sels. “Uiteraard hanteren we net als de bedrijfswereld een geijkte methodiek om de kwaliteit van ons aanbod volgens objectieve maatstaven te meten en bij te sturen – een model dat we sa-men met een aantal andere ho-gescholen ontwikkelden. Maar het menselijke aspect is voor
ons minstens even belang-rijk. De hele organisatie is bij kwaliteitszorg betrokken. En
dan bedoel ik niet alleen de docenten, maar ook de
ondersteunende diensten. Alles hangt immers samen.”
grote betrokkenheidVolgens Hilde Sels is inspraak voor de medewerkers cruciaal, naast een goede doorstroming van informatie. “Er leeft bij ieder-een een grote betrokkenheid om onze studenten het best mogelij-ke onderwijs te garanderen. Al onze medewerkers trekken mee aan die kar. Het bezoek van een visitatiecommissie brengt extra werk en stress met zich mee, maar we zien het toch vooral als een kans om na te gaan of we nog op het goede spoor zitten. Onze hogeschool werkt met raden, en de leden daarvan doen heel wat meer dan strikt genomen van hen wordt verwacht. Zo hebben de leden van de kwaliteitsraad al de visitatierapporten van de ho-gescholen gescreend om te leren
uit de aangestipte algemene ver-beterpunten en goede praktijken. Daar is veel werk in gekropen, maar het heeft geloond. De vele excellenten zijn het mooiste bewijs daarvan. Ze geven ook energie om verder te gaan op de ingeslagen weg.”
en de studenten?Een blik op de visitatierappor-ten leert ons dat Th omas More bijzonder goed scoort op het vlak van studiebegeleiding. Stu-denten ervaren een lage drempel om docenten aan te spreken en problemen aan te kaarten. Dat blijkt ook uit de perceptiemetin-gen en de tevredenheidsenquê-tes die Th omas More op eigen initiatief organiseert. Hilde Sels: “Wij slaan onze studenten niet met onderzoeken om de oren, maar het is wel belangrijk dat ze inspraak hebben. Dat ze zich goed in hun vel voelen op onze school en tevreden zijn over de opleiding die ze krijgen. Dat is voor ons nog altijd de beste graadmeter.”
bedrijfswereld en die oorspron-kelijk tot doel had processen te optimaliseren en een hogere effi ciënte na te streven. Gaan-deweg vond het begrip zijn weg
bedrijfswereld en die oorspron-kelijk tot doel had processen te optimaliseren en een hogere effi ciënte na te streven. Gaan-deweg vond het begrip zijn weg
naast een goede doorstroming van informatie. “Er leeft bij ieder-een een grote betrokkenheid om onze studenten het best mogelij-ke onderwijs te garanderen. Al
energie om verder te gaan op de
en de studenten?Een blik op de visitatierappor-ten leert ons dat Th omas More bijzonder goed scoort op het vlak van studiebegeleiding. Stu-denten ervaren een lage drempel om docenten aan te spreken en
uit de aangestipte algemene ver-beterpunten en goede praktijken. Daar is veel werk in gekropen, maar het heeft geloond. De vele excellenten zijn het mooiste
hiLde seLscOÖrdinaTOr kWaLiTeiTszOrg
‘Wij Werken hard aan een cuLTuur Waarbij iedereen
Van een sTerk kWaLiTeiTsbesef dOOrdrOngen is’
hiLde seLscOÖrdinaTOr
bewijs daarvan. Ze geven ook
uit de aangestipte algemene ver-beterpunten en goede praktijken. Daar is veel werk in gekropen, maar het heeft geloond. De vele excellenten zijn het mooiste
kWaLiTeiTszOrg
bedrijfswereld en die oorspron-
Volgens Hilde Sels is inspraak voor de medewerkers cruciaal,
bewijs daarvan. Ze geven ook energie om verder te gaan op de ingeslagen weg.”
en de studenten?Een blik op de visitatierappor-
bedrijfswereld en die oorspron-bedrijfswereld en die oorspron-
Volgens Hilde Sels is inspraak voor de medewerkers cruciaal, naast een goede doorstroming
‘Wij Werken hard aan een cuLTuur Waarbij iedereen
Van een sTerk kWaLiTeiTsbesef dOOrdrOngen is’
ondersteunende diensten. Alles hangt immers samen.”
grote betrokkenheidVolgens Hilde Sels is inspraak
bewijs daarvan. Ze geven ook energie om verder te gaan op de ingeslagen weg.”
en de studenten?
Alles hangt immers samen.”
grote betrokkenheidVolgens Hilde Sels is inspraak
ons minstens even belang-rijk. De hele organisatie is bij kwaliteitszorg betrokken. En
dan bedoel ik niet alleen de docenten, maar ook de
ons minstens even belang-rijk. De hele organisatie is bij kwaliteitszorg betrokken. En
dan bedoel ik niet alleen de docenten, maar ook de
Daar is veel werk in gekropen, maar het heeft geloond. De vele excellenten zijn het mooiste
hiLde seLscOÖrdinaTOrkWaLiTeiTszOrg
16 amore
‘diT resuLTaaT is Van Ons aLLeMaaL’
diT resuLTaaT is Van Ons aLLeMaaL
‘diT resuLTaaT is Van Ons aLLeMaaL
bij kwaliteitszorg denk je spontaan aan meten en evalueren. Aan alles volgens het boekje doen. Voor mij als docent
gaat het echter veel verder dan dat. Het is een ingesteldheid waarmee je op de werkvloer staat. Binnen Sociaal Werk wordt iedereen actief bij kwaliteitszorg betrokken. We be-schouwen het niet als iets wat het beleid ons oplegt om een bepaalde norm te behalen. Werken aan kwaliteit is voor ons iets vanzelf-sprekends. We denken voortdurend na over hoe we onze opleiding kunnen verbeteren. Dat heeft zeker meegespeeld in de beoorde-ling van de visitatiecommissie.”
Wat maakt de aanpak bij
sociaal Werk zo specifiek?
“Wij werken volgens het principe van de waarderende benadering. Wij kijken per vak wat werkt, en hoe we dat systematisch kunnen verbeteren. Door de focus te leggen op wat goed gaat, trek je vanzelf het niveau van de hele opleiding omhoog. Daarbij hechten we veel belang aan een persoon-lijke benadering van onze studenten. Ze spreken de docenten aan bij de voornaam, kunnen altijd bij ons terecht als ze met vra-
bij kwaliteitszorg denk je spontaan aan meten en evalueren. Aan alles volgens het boekje doen. Voor mij als docent
gaat het echter veel verder dan dat. Het is een ingesteldheid waarmee je op de werkvloer
ij kwaliteitszorg denk je spontaan aan meten en evalueren. Aan alles volgens het boekje doen. Voor mij als docent
gaat het echter veel verder dan dat. Het is een ingesteldheid waarmee je op de werkvloer
ij kwaliteitszorg denk je spontaan aan meten en evalueren. Aan alles volgens het boekje doen. Voor mij als docent
gaat het echter veel verder dan dat. Het is een ingesteldheid waarmee je op de werkvloer
eLLen MiLanTsdOcenT rechTsOciaaL Werk caMpus geeL
gen zitten … Die laagdrempeligheid stellen ze erg op prijs.”
Was je zelf bij het bezoek van
de visitatiecommissie betrokken?
“Ik ben zelf niet voor de commissie moeten verschijnen, maar ik heb het uiteraard wel van nabij gevolgd. Het feit dat je beoor-deeld wordt, brengt iedereen heel dicht bij elkaar. Elke docent draagt zijn steentje bij om een goede beurt te maken. Achteraf hebben we de beoordeling in alle openheid besproken. Iedereen kreeg het verslag in zijn mailbox. Want voor die excellenten hebben we met heel de opleiding gezorgd. Daar heeft ons departementshoofd ook sterk de nadruk op gelegd.”
zijn jullie trots op dit resultaat?
“Dat spreekt voor zich. We hebben de excellenten uitgebreid gevierd, wat niet wil zeggen dat we op onze lauweren rusten. Er ligt nu een masterplan op tafel dat we vanaf volgend academiejaar gaan uitrollen, en waarin alle aandachtspunten uit het rapport een plaats hebben gekregen. Alles kan altijd beter.”
4x excellent
17
‘Meer dan richTLijnen en afspraken’
daVY sTrOObanTsdOcenT bacheLOr bOuW caMpus geeL
kwaliteit is een ruim begrip. Op het intranet voor de docenten staat een kwaliteitshandboek met richtlijnen
en afspraken. In een grote instelling als Th o-mas More is dat nodig om ervoor te zorgen dat alles gestroomlijnd verloopt. Maar voor mij is kwaliteit veel meer. Het heeft ook te maken met de manier waarop je studenten benadert. Hun iets bijbrengt dat ze later in de praktijk kunnen gebruiken. Elke collega vertrekt vanuit zijn eigen expertise. Ik vind het belangrijk dat we die ruimte krijgen.”
Was je zelf bij het bezoek van
de visitatiecommissie betrokken?
“Toch wel, zij het vooral op de achtergrond. De commissie heeft mij en enkele andere docenten uitgenodigd voor een vragenrond-je. Ook de directie en de studenten werden gehoord. De opleidingscoördinator en de kwaliteitscoördinator hebben ons wel actief bij het voorbereidingsproces betrokken. Maar eigenlijk is kwaliteit een voortdurend aandachtspunt. Een paar keer per jaar ko-men we samen om de vakinhouden op elkaar af te stemmen. We willen onze studenten een samenhangend onderwijspakket aanbieden.”
daVY sTrOObanTsdOcenT bacheLOr bOuW dOcenT bacheLOr bOuW
kwaliteit is een ruim begrip. Op het intranet voor de docenten staat een kwaliteitshandboek met richtlijnen
en afspraken. In een grote instelling als Th o-mas More is dat nodig om ervoor te zorgen
3x excellent
en dat lukt?
“Ik ben architect van opleiding en ik heb dertien jaar in de bouwsector gewerkt. Alles wat ik daar geleerd heb, dat krijgen onze studenten in tweeënhalf jaar tijd te verwer-ken. Daar stond ik in het begin echt wel van te kijken. Ik vind het straf dat onze studenten zo op de praktijk worden voorbereid. Daar is op de arbeidsmarkt ook grote vraag naar. De stagestudenten die ik jaarlijks begeleid, kunnen zo aan de slag bij het bedrijf waar ze stage hebben gelopen. Dat zegt toch genoeg?”
hoe werden de excellenten
bij jullie onthaald?
“Onze opleidingscoördinator heeft de resultaten uit het visitatierapport toege-licht. En daar hebben we een glaasje op gedronken. Maar eigenlijk vind ik het jammer dat we daar niet meer mee naar buiten zijn gekomen. We beschikken over de beste bachelor van alle bouw-opleidingen in Vlaanderen: daar mogen we best wat meer lawaai rond maken!”
18 amore
debaT
“Ik ben geen voorstander van een toelatingsproef. Volgens mij creëer je op die manier een soort klassenonderwijs, waarbij het alleen aan een bepaalde elite gegund is om een hoger diploma te behalen. Studenten van goede komaf hebben veel meer mogelijkheden om extra lessen te betalen en zich op die manier op zo’n examen voor te bereiden. Dat is niet fair ten opzichte van wie het minder breed heeft . Bo-vendien is een toelatingsexamen altijd een momentopname. Niet iedereen presteert altijd even goed, zeker niet onder de stress die zo’n eenmalige proef met zich meebrengt. Ik vind het zeer bedenkelijk dat een mindere prestatie je hele toekomst hypo-thekeert.”
“Een toelatingsproef die niet bindend is, valt eventueel te overwegen, op voorwaarde dat die goed omkaderd is. Bijvoor-beeld door bepaalde cursussen aan te bieden, zodat studenten de kans krijgen om zich bij te scholen voor die vakken waarop ze minder scoren. In de praktijk zie ik dat echter niet gebeuren. Mensen die pleiten voor toelatingsexamens, doen dat doorgaans uit budgettaire overwegingen. Terwijl zo’n extra omkadering natuurlijk geld kost.”
‘zeLf besLissen OVer je TOekOMsT’
VLOek Of
zegen?
“Dat een toelatingsexamen een manier is om een overaanbod van bepaalde diploma’s op de arbeidsmarkt tegen te gaan, vind ik een fl auw argument. De arbeidsmarkt evolueert voortdurend. Het is bijna onmogelijk om te voorspellen welke profi elen over twintig jaar gegeerd zullen zijn. Studenten moeten zelf kunnen beslissen hoe ze hun toekomst willen uitbou-wen. Bovendien hebben sommige diploma’s ook een maatschappe-lijk nut. Wie geschiedenis studeert, heeft niet meteen uitzicht op een concrete job, maar het is wel belangrijk om die kennis door te geven. En uiteindelijk is de kans om in de werkloosheid te belan-den veel kleiner als je een diploma hebt, ongeacht de richting die je hebt gekozen.”
“Als het echt de bedoeling is om de slaagkansen van stu-denten te verhogen, dan stel ik voor om het examensysteem opnieuw te bekijken. Heel wat richtingen zijn niet mee geëvolueerd en louter theore-tisch opgebouwd. Een cursus van 800 pagina’s is niet meer van deze tijd. Door tijdens het jaar verschillende evaluatiemomen-ten in te bouwen, bewijs je stu-denten een veel grotere dienst.”
TOM gOOssenaerTs22
schakeLjaar handeLsWeTenschappencaMpus anTWerpen
TOELATINGS-PROEF
cOnTOM22
19
prOnaThan25
“Ik heb zelf ooit een toelatings-proef moeten afl eggen, toen ik
van de lagere school naar het college ging. Het
was een soort oriënta-tieproef, met veel taal en wiskunde, om na
te gaan of je het niveau van de school wel aankon.
Achteraf bleken de resultaten dicht bij de waarheid te zitten. Leerlingen die een negatief ad-vies in de wind sloegen, raakten vroeg of laat in de problemen.”
“In het hoger onderwijs mogen ze een dergelijke oriëntatie-proef gerust veralgemenen. Ik zie te veel studenten die zomaar iets bijstuderen omdat ze nog geen zin hebben om te gaan werken of omdat hun eerste
studiekeuze niet was wat ze ervan verwachtten. Zonder de ambitie om echt iets met dat diploma te doen. Terwijl hoger onderwijs handenvol geld kost. Niet alleen aan de ouders, maar ook aan de maatschappij, doordat jongeren op die ma-nier later op de arbeidsmarkt verschijnen. Het is een kwestie van eerlijk zijn ten opzichte van jezelf, je ouders en je ambities in het leven.”
“Ik zie zo’n proef vooral als een soort maturiteitsexamen,
‘inschaTTen Waar je WerkpunTen
Liggen’
VLOek Of
zegen?
dat studenten inzicht biedt in de studierichting die ze voor ogen hebben. Welke vakken worden er gegeven? Welke basiskennis wordt er verwacht? Welke openingen zijn er naar de arbeidsmarkt? Het zou een mooie vorm van eerlijkheid betekenen vanuit de scholen. In de brochures laten al die studie-richtingen zich van hun beste kant zien. Dat het vaak hard werken is voor wie niet over de juiste bagage beschikt, wordt er niet bij verteld.”
“Tegelijk vind ik dat een negatief advies niet bindend mag zijn. Competentie loopt niet altijd parallel met moti-vatie. Wie niet slaagt voor de oriëntatieproef, maar toch zwaar gemotiveerd is om voor een bepaalde studierichting te kiezen, kan op basis van de resultaten beter inschatten waar zijn werkpunten liggen. Het kan een extra stimulans betekenen om nog harder te werken. Maar een studierichting verbieden op basis van een oriëntatieproef, daar ben ik geen voorstander van. Veel belangrijker is een goed onderbouwd advies, dat duidelijk maakt waarom bepaal-de competenties belangrijk zijn. Het is aan de student om daar zijn conclusies uit te trekken.”
TOELATINGS-PROEF
naThan VandaMMe25
MasTer TOLken
caMpus anTWerpen
studeren is een dure aangelegen-heid, niet alleen voor de ouders, maar ook voor de maatschappij. Een toelatingsproef is een goede manier om de slaagkansen van studenten te ver-hogen. of toch niet?
20 amore
Werk
een TOekOMsT in de Media? begin bij de brOn!
MediaMagneeT
MecheLen
Van 3 tot 5 juli is Mechelen de trotse gaststad voor het driejaarlijkse wereld-
congres voor journalistieke opleidingen. Tegelijk kiezen steeds meer Vlaamse media bedrijven voor de dijlestad als
uitvalsbasis. Waar die bijzondere aantrekkingskracht vandaan komt,
weten we bij Thomas More heel goed.
21
eigen televisiestudioBinnen de opleiding Jour-nalistiek is dat 21bis.be, een autonoom leerwerkbedrijf dat kant-en-klare content levert aan verschillende media. “Wij maken wekelijks een jongerenprogram-ma voor de regionale televisie-zender RTV”, aldus Herman Duponcheel. “Maar we publi-ceren ook magazines, schrijven teksten voor websites en kranten en maken radioprogramma’s. Daarbij volgen we dezelfde wetten en regels als een normaal mediabedrijf: wij imiteren de werkelijkheid niet, wij maken er deel van uit. Daarom beschikken wij als enige opleiding Journa-listiek in Vlaanderen over een eigen televisiestudio. Dat stelt ons in staat om producten af te leveren die op alle vlakken aan de professionele norm voldoen.”
kruisbestuivingDe andere mediaopleidingen in Mechelen werken volgens hetzelf-de model. Zo is Communicatie-management gestart met Maurice, een volwaardig communicatiebu-reau dat campagnes verzorgt voor bestaande klanten. De studenten Informaticamanagement & Multimedia maken professionele websites via het leerwerkbedrijf Designosource. “En ook onderling werken al die bedrijfjes samen”, zegt Herman Duponcheel. “Zelfs met opleidingen die buiten ons vakgebied vallen. Het principe van Practice Enterprise maakt immers mooie kruisbestui-vingen mogelijk. Zo bouwde Designosource de website voor
Telenet, Wolters-Klu-wer, Sanoma, produc-tiehuis Sultan Sushi, communicatiebureau
Luon … Er lijkt geen einde te komen aan het rijtje mediaspe-lers dat zich de voorbije jaren in Mechelen vestigde. Als klap op de vuurpijl was er vorig jaar het gerucht dat ook de VRT haar omroepgebouw naar Mechelen zou verhuizen. Of het ooit zover komt, is zeer de vraag, maar dat Mechelen bij heel wat media-bedrijven goed aangeschreven staat, is duidelijk.
LeerwerkbedrijvenOok Thomas More beschikt sinds jaar en dag over een cluster aan mediaopleidingen in Meche-len. Elk jaar studeren er 300 toekomstige mediaprofessionals af aan de bacheloropleidingen Journalistiek, Communicatie-management en Informatica-management & Multimedia. De
interactieve postgraduaten Mica (Manager Interactieve Commu-nicatie), Pica (Producer Digitale Media) en Copy (Copywriter), de banaba Toegepaste Audiovisuele Communicatie (Batac) en het postgraduaat Internationale Re-searchjournalistiek leveren samen nog eens tachtig goed opgeleide mediaspecialisten af met unieke expertise. “Onze hogeschool geniet een goede reputatie binnen de mediasector”, zegt Herman Duponcheel, opleidingshoofd van de bachelor Journalistiek en directeur van het domein Com-municatie, Media en Toerisme. “Veel heeft te maken met ons onderwijsmodel, dat behoorlijk uniek is. Wij werken heel prak-tijkgericht, volgens het principe van Practice Enterprise. Samen met de studenten zetten wij leerwerkbedrijven op, waarin ze op een authentieke en realistische manier leren hoe ze een product in de markt moeten zetten.”
21
22 amore
TaLenT binnen bereikDat mediahuizen zich thuis voelen in Mechelen is volgens Walter Walgraeve, adviseur-afdelingshoofd Marketing & Communicatie bij de stad Mechelen, meer dan het resultaat van een sterk staaltje citymar-keting. “Er zijn wel degelijk omgevingsfactoren die ertoe bijdragen dat mediabedrijven bewust voor onze stad kiezen. Mechelen is centraal gelegen, makkelijk bereikbaar vanuit alle hoeken van het land – op een boogscheut van Brussel en Zaventem – en relatief filevrij. Human capital is in Mechelen dan ook extreem bereikbaar. De meeste grote onderwijsinstellingen in Vlaanderen liggen op minder dan één uur rijden. Bovendien beschikken we met Thomas More over een sterke cluster van mediaopleidingen in eigen stad. Het mediatalent ligt hier voor het grijpen.”
crossmediale realiteitIntussen voert het Mechelse stadsbestuur een actief beleid om mediabedrijven aan te trekken. “Het onderne-mershuis, bedoeld om jonge starters vooruit te helpen, heeft een deel van zijn dienstverlening afgestemd op de specifieke noden van de mediasector. Via het traject Mechelen in Beweging werken we hard aan de leefbaar-heid van de stad, om jonge mensen hier te houden. En uiteindelijk trekt de dynamiek ook zichzelf op gang. We leven vandaag in een crossmediale realiteit. Dat maakt het extra interessant voor mediabedrijven om dicht bij elkaar te zitten. En dat treft: er is plaats voor iedereen.”
‘Wij iMiTerende WerkeLijkheid nieT, Wij Maken er deeL Van uiT’
21bis.be en voor het komende wereldcongres. De studenten Interieurvormgeving nemen dan weer de televisiedecors voor hun rekening. Op die manier probe-ren we verschillende disciplines te integreren in één product, wat voor de studenten een immense verrijking betekent.”
extra murosOok op andere vlakken werken de mediaopleidingen hard aan een aanwezigheid buiten de schoolmuren. Het feit dat Mechelen zich de voorbije jaren actief als mediastad profileert, is uiteraard een mooie troef, vindt Herman Duponcheel. “We zijn
rUBrIeK
23
WereLd-cOngresVan 3 tot 5 juli is het prestigieuze World Journalism Education Congress te gast in Mechelen. Meer dan driehonderd onder-wijsprofessionals van over de hele wereld komen er drie dagen lang debatteren over de rol van journalistieke opleidingen en de toekomst van het vakgebied. “Dat Mechelen gaststad is, vinden wij uiteraard een hele eer”, zegt Herman Duponcheel. “Het con-gres – een initiatief van de World Journalism Education Council met zetel in Oklahoma – vindt om de drie jaar plaats, telkens in een ander werelddeel. De eerste editie streek neer in Singapore, de twee-de in Zuid-Afrika. Samen met de andere opleidingen journalistiek in Vlaanderen en Nederland heeft Thomas More hard aan de kar getrokken om het evenement naar hier te halen. We zijn concurren-ten van elkaar, maar als het erop aankomt om de belangen van onze opleidingen te verdedigen, trekken we aan hetzelfde zeel. Dit congres is daar een mooi voorbeeld van.”
www.wjec.be
Community News Room, een fysieke plaats in het stadsbeeld van waaruit we televisie kunnen maken en waar mensen gewoon kunnen binnenstappen om sa-men met ons te experimenteren.”
VoortrekkersrolEn dat allemaal in Mechelen, een provinciestad met niet meer dan 83 000 inwoners. Zit er dan toch iets in het Dijlewater dat het mediatieke karakter van de stad verklaart? Volgens Herman Duponcheel zorgt net de kleinschaligheid ervoor dat Mechelaars de dingen altijd net iets anders aanpakken. “Wij moeten extra hard ons best doen om op te vallen tussen onze grote broers in Antwerpen en Brussel. Precies daardoor spelen we vaak een voortrekkersrol. Zo zijn we actief betrokken bij Beyond (Y)our Wor ld, een project in opdracht van de Europese Commissie om de tanende aandacht voor buiten-landse berichtgeving te counteren. De komende twee jaar mogen we telkens twintig studenten naar een ontwikkelingsland sturen om daar verhalen te rapen, die nadien ook echt worden gepubliceerd. Om dezelfde reden is Th omas More partner van het gloednieu-we Vlaams Kenniscentrum van Mediawijsheid, dat op 1 februari door minister Lieten in het leven werd geroepen. Wij stomen studenten niet alleen klaar voor de media; we willen de media ook mee bepalen. Op die manier drukken we zelf onze stempel op de toekomst van het vak.”
actief betrokken bij een aantal initiatieven binnen de stad. Een daarvan is Villa Crossmedia, een prestigieus project dat met Europese steun in verschillende steden wordt uitgerold. Onze studenten werken er samen met Mechelse jongeren aan media-wijsheid: zelf media maken, maar ook kritisch leren omgaan met berichtgeving. Een ander project is JailTV: televisiepro-gramma’s voor én met gedeti-neerden, die aanvankelijk op het interne kanaal van de Mechelse gevangenis werden uitgezonden en in 2012 naar Leuven-Centraal werden verplaatst. Daarnaast denken we hardop na over een
23
24 amore
rUBrIeK
‘kindErEn MEt liEFdE
En WarMtE oMringEn: ik hEB MiJn drooMJoB gEvondEn’
greeT VLeugeLs27
BachElor vErplEEgkundE
BanaBa pEdiatrischE gEZondhEidsZorg
WErkt sinds Juni 2012 in hEt rEvalidatiEcEntruM
voor kindErEn En JongErEn puldErBos (ZandhovEn)
25
prOfieL
in Revalidatiecentrum Pulderbos verblij-ven kinderen en jongeren van 0 tot 21 jaar die kampen met neurologische aandoe-ningen of ademhalingsproblemen. Vaak
hebben ze een intensieve revalidatie nodig waarvoor ze niet in een gewoon ziekenhuis terecht kunnen. Twee jaar geleden werd het centrum uitgebreid met Respijthuis Limme-rik, een huiselijke omgeving voor de opvang van chronisch zorgbehoevende kinderen. De instelling werkt onder meer samen met Th o-mas More voor het vak Interdisciplinaire chro-nische zorg voor het kind, dat deel uitmaakt van de opleiding Verpleegkunde. En af en toe blijft een van onze studenten er hangen. Zoals Greet Vleugels, die als verpleegkundige in het epilepsiecentrum mocht beginnen.
Liefde en warmte“Ik werk met kinderen die een intensieve behandeling krijgen voor hun epilepsie”, zegt Greet. “De jongste is acht, de oudste negentien. Zij verblijven hier van maandag tot vrijdag voor observatie en behandeling. Het is mijn taak om hen goed in het oog te houden. Bij een epilepsieaanval moet ik precies kunnen beschrijven wat er gebeurd is, zodat de artsen de medicatie daarop kunnen afstemmen. Binnen mijn taak is het belangrijk de kinderen met veel liefde en warmte te omringen. Zo’n verblijf in Pulderbos is voor hen allerminst evident.
Wij proberen het voor hen zo aangenaam mogelijk te maken.”
Theorie versus praktijkGreet droomde er altijd al van om met kinderen te werken. Het was voor haar ook de belangrijkste drijfveer om kinderver-pleegkunde te studeren. “Ik ben blij met mijn diploma”, vertelt ze. “Ik ben ervan overtuigd dat ik een goede basis heb meegekregen. Ook al is de praktijk een stuk meer confronterend dan wat je tijdens de lessen voorgeschoteld krijgt. Maar dat wist ik al voor ik aan de opleiding begon. De collega’s in Pulderbos hebben me goed opgevangen. Als ik met vragen zit, kan ik altijd bij hen terecht. Een goede onderlinge verstandhouding is in deze job ook heel belangrijk.”
Werken in shiftsDe stap naar de werkvloer was voor Greet niet zo moeilijk, zegt ze zelf. “Ik had het gevoel dat ik er klaar voor was. Het werken in shift s was even aanpassen, maar eigenlijk is dat best oké. Zo hou ik nog een fl ink stuk van de dag over om andere dingen te doen. Nu en dan moet ik ook tijdens het weekend werken, om de kinderen op te vangen die niet naar huis gaan. Dat maakt het niet altijd makkelijk om met vrienden af te spreken. Gelukkig hebben ze daar alle begrip voor. Ze weten dat ik mijn droomjob heb gevonden.”
verpleegkundige
greet vleugels studeerde af als verpleeg-kundige in lier en deed er nog een banaba in pediatrische gezondheidszorg bovenop. in juni 2012 ging ze aan de slag in revalidatiecen-trum pulderbos in Zandhoven, waar ze de zorg voor kinderen en jongeren met epilepsie en de neurologische revalidatie op zich neemt.
26 amore
scan
20 000 hiEr riJpt hEt ondErWiJstalEnt van MorgEn
aLgeMeen of speci� ek? Droom je van een job in het secundair onderwijs? Dan kun je zowel in Mechelen als in Vorselaar terecht. Tenminste, wat de algemene vakken (aardrijkskunde, biologie, Frans, Engels, techniek…) betreft . Meche-len biedt bovendien zes combinatiemoge-lijkheden met technische onderwijsvakken. Voor een specifi eke opleiding Lichamelijke of Plastische Opvoeding is Turnhout, met zijn state-of-the-art sporthal en ateliers, hét adres. De combinaties met Bewegings-recreatie of Project kunstvakken geven er bovendien ook uitzicht op een job in de sport- of cultuursector.
bacheLOrs op maat De bacheloropleiding Lager Onderwijs telt heel wat instromers uit andere bacheloropleidingen: studenten die al een diploma hoger onderwijs op zak hebben, maar die uiteindelijk toch voor een carrière als leerkracht opteren. Voor hen bestaan er aangepaste trajecten. In Mechelen kunnen ze kiezen voor een avondtraject, in Vorselaar voor een verkort traject van twee dagen per week, zodat de opleiding met een job te combineren is. In één tot twee jaar tijd kun je zo het lerarendiploma voor het lager onderwijs halen. Ook de bacheloropleidingen Secundair Onderwijs van Th omas More bieden verkorte trajecten voor bachelors en masters aan.
GZCHtlEErkrachtEn hiEr riJpt hEt ondErWiJstalEnt van MorgEn
20 000
26 amore
27
›› Mechelen›› Vorselaar
›› Mechelen + avondtraject
›› Turnhout ›› Vorselaar + verkort traject
›› Mechelen algemene vakken & technische vakken ›› Vorselaar algemene vakken
›› Turnhout lichamelijke & plastische opvoeding
cLOse met de praktijk Net als alle bachelors zijn ook de lerarenopleidingen bij Th omas More zwaar op de praktijk geënt. Veel aandacht gaat naar de stage, en hoe studenten die stage beleven. Daartoe onderhoudt Th omas More goede contacten met het werkveld: de basisscholen en de secundaire scholen die in de buurt van de campussen gevestigd zijn. Heel wat studenten kunnen nadien ook op hun stageplek aan de slag: een lera-renopleiding bij Th omas More geldt immers als een kwaliteitsmerk.
diVersiTeiT voorop Een hogeschool bereidt studen-ten voor op de realiteit. In het geval van een lerarenopleiding betekent dat: omgaan met de steeds groter wordende diver-siteit in onze scholen, zowel op cultureel als op levensbeschou-welijk vlak. Th omas More leert het onderwijstalent van morgen om kansen te creëren voor alle leerlingen, ongeacht hun eigen overtuiging, en vanuit een voortdurende dialoog. Lesgeven is immers ook luisteren.
experiMenTeren met mate In de lerarenopleidingen experimenteren we actief met nieuwe technologieën. Zo denken we na over de rol van tablets in de klas, zonder blindelings nieuwe trends achterna te hollen. Technologie is geen doel op zich, wel een middel om ons doel te bereiken: een degelijke opleiding met een goede didactische basis. Studenten leren allereerst hoe ze hun lessen logisch moeten opbouwen, in kleine leerstappen, zodat elke leerling kan volgen en gemotiveerd blijft . Daarnaast oefenen de studenten uitdagende werkvormen in om elke leerling diff erentië-rend en projectmatig aan te spreken.
Een job met toekomst? in het onderwijs liggen de kansen voor het grijpen. tegen het jaar 2020 zijn er 20 000 extra leerkrachten nodig bovenop het aantal dat de komende jaren afstudeert. Bij thomas More kunnen leraars in spe terecht op drie campussen: Mechelen, turnhout en vorselaar.
bachelor kLeuTer-OnderWijs
bachelor Lager OnderWijs
bachelor secundair OnderWijs
1kLeuTer
2Lager
3secundair
27
28 amore
WereLd
andrÉ oostErlinck En koEn gEEns ovEr dE intEgratiE van dE acadEMischE oplEidingEn
volgend academiejaar integreren de academische opleidingen van thomas More in het opleidings-aanbod van de ku leuven. Wie afstudeert in de industriële inge-nieurswetenschappen, handels-wetenschappen of toegepaste taalkunde, heeft vanaf dan een universitair diploma op zak. andré oosterlinck en koen geens leggen uit hoe dat komt.
saMensTerkersaMensTerkersTerkersTerkersTerkersTerkersTerkersaMensTerkersaMensaMensaMensTerkersaMensTerkersaMensTerkersaMensaMensaMensTerkersaMensaMensTerkersaMensaMensaMensTerkersaMensTerkersaMensTerkersaMensaMensaMensTerkersaMenWe naderen het eind-
punt van een her-vorming die meer
dan tien jaar heeft geduurd”, zegt André Oosterlinck, ererector van de KU Leuven en voorzitter van de Associatie KU Leuven, een samenwerkingsverband tussen de KU Leuven en twaalf Vlaamse instellingen voor hoger onderwijs, waarvan ook Th omas More deel uitmaakt. “In de jaren zeventig besloot men het hoger onderwijs op te splitsen in opleidingen van het korte en het lange type. Later werd dat hoger onderwijs van één en twee cycli. Zo ontstonden er drie stelsels: professioneel hoger onderwijs,
29
universitaire inhoud te geven voorzag de Bolognaverklaring in twee mogelijkheden: ofwel de hogescholen omvormen tot universiteiten, zoals in Engeland is gebeurd met de zogenaamde polytechnics en in Duitsland met de Fachhochschulen, ofwel de masteropleidingen integreren in de bestaande universiteiten. “Het eerste was voor ons geen optie”, zegt André Oosterlinck. “Dat zou een te grote versnippering van het onderwijs veroorzaken, en daarop zat niemand te wachten. Dus besloten we samen om de academische opleidingen bij de bestaande universitei-ten onder te brengen. Om dat
‘een sTerke regiOnaLe Verankering VerLaagT
de insTapdreMpeL en VersTerkT de inTeracTie MeT heT bedrijfsLeVen’
proces te begeleiden, verenigden de Vlaamse hogescholen en universiteiten zich in associaties. Zo hebben ook Thomas More en KU Leuven elkaar gevonden. Op 1 september 2013 neemt KU Leuven de opleidingen Indus-triële Ingenieurswetenschappen, Handelswetenschappen en Toe-gepaste Taalkunde officieel van Thomas More over. Vanaf dan zijn het voor honderd procent universitaire opleidingen, die volledig onder de bevoegdheid van de KU Leuven vallen.”
regionale verankeringVoor de huidige masterstuden-ten verandert er niet zoveel,
hoger onderwijs van academisch niveau en universitair hoger onderwijs. In het buitenland kreeg je dat niet uitgelegd. De Bolognaverklaring van 1999 was een eerste stap om alle diploma’s op Europees niveau gelijk te schakelen. De opdeling in ba-chelors en masters – in 2002 bij decreet vastgelegd – is daar een gevolg van. Eigenlijk keren we terug naar de basis: hogescholen met professionele opleidingen, en universiteiten met academi-sche opleidingen.”
associatiesOm de academische opleidin-gen aan de hogescholen een
30 amore
behalve het feit dat ze aan het einde van de rit een universi-tair diploma overhandigd krij-gen. De opleidingen verhuizen niet fysiek naar Leuven maar blijven op dezelfde campussen gevestigd. “Dat was een be-wuste keuze”, zegt Koen Geens, rechtsprofessor aan de KU Leuven en tevens voorzitter van de raad van bestuur bij Th omas More. “Niet alleen om-dat de hogeschool nu eenmaal over die faciliteiten beschikt, maar ook omdat een sterke regionale verankering voor de universiteit steeds belangrijker wordt. Het maakt de instap-drempel naar een universitaire opleiding lager, wat belangrijk is om bepaalde kansengroepen in de maatschappij te bereiken. Bovendien hebben die master-opleidingen vaak een intense band met het lokale bedrijfs-leven. Die willen we uiteraard niet zomaar doorknippen.”
OnderzoekWie de gevolgen van de aca-demisering wel aan den lijve ondervinden, zijn de docenten van de huidige masteropleidin-gen. “Van hen verwachten we dat ze ook voldoende onder-zoek verrichten”, aldus André Oosterlinck. “Dat proces is de voorbije jaren al in gang gezet. De meeste docenten hebben ondertussen een doctoraat, en hun aantal zal de komende jaren alleen maar toenemen. Aan de inhoud van de curricula wordt niet geraakt. Tenslotte waren de opleidingen al van
academisch niveau. Zelfs de lokale fl avour blijft in grote mate behouden. Het spreekt voor zich dat de opleiding Industriële Ingenieursweten-schappen in de Kempen andere accenten kan leggen dan die in Antwerpen of in Gent, precies door die verwevenheid met de lokale industrie.”
krachten bundelenVolgens Koen Geens is het geen toeval dat de academise-ring samenvalt met de huidige fusiebeweging in het hoge-schoollandschap. “Door het weghalen van de academische opleidingen worden de hoge-scholen te klein om competi-tief te blijven en kwaliteitsvol onderwijs te garanderen. Dat is ook de reden waarom Lessius en de Katholieke Hogeschool Kempen besloten om de krach-ten te bundelen en samen als Th omas More verder te gaan. Samen zijn we sterker: we leren van elkaar en nemen elkaars good practices over. En dat geldt evengoed voor de samenwer-king met KU Leuven. In de beheersovereenkomst krijgt Th omas More de taak om alle logistieke en beheersmatige as-pecten te leveren die nodig zijn om op de campus de universi-taire opleidingen te organise-ren. In onze branding zullen we dat partnership actief uitspelen. Waar mogelijk, zullen we ook de dwarsverbanden met de professionele opleidingen ver-sterken, om zo lokale haarden van innovatie te creëren.”
‘We keren Terug naar de basis:
hOgeschOLen MeT prOfessiOneLe
OpLeidingen, en uniVersiTeiTen MeT acadeMische
OpLeidingen’
31
Wat we vandaag zien gebeuren, is niet zo uniek. De
Leuvense universiteit is gesticht in 1425 met enkele faculteiten: Geneeskunde, Rechten en de zogenaamde Artes, waaronder ook de wetenschappen vielen. Th eologie is er pas zeven jaar later bijgekomen. In de loop der eeuwen kwamen er steeds meer opleidingen bij. Ook recent nog, met de integratie van Kine en Revalidatiewetenschappen. Het onderwijs evolueert immers voortdurend.”
Wie speelt in dit verhaal
de trekkende rol?
“Binnen de associatie zijn KU Leuven en Th omas More gelijk-waardige partners. Maar het is wel de universiteit die de eind-verantwoordelijkheid draagt. In september komen alle studen-ten en nagenoeg alle docenten onder onze wettelijke bevoegd-heid. Vanaf dan zijn het onze faculteiten die instaan voor de kwaliteit. Wij zullen Industriële Ingenieurswetenschappen doce-ren in Sint-Katelijne-Waver en in Geel, maar ook in Oostende/
iedereen WOrdThier beTer Vaniedereen WOrdThier beTer Vaniedereen WOrdTVolgens Mark Waer, rector van de ku Leuven, betekent de academisering een meerwaarde voor alle betrokken partijen.
Brugge en in Diepenbeek. De visitatiecommissie beschouwt dat als één opleiding. Wij moeten op al die campussen hetzelfde niveau garanderen.”
Maakt die regionale
spreiding het ook
niet complex?
“Onze universiteit heeft ook een campus in Kortrijk. In de prak-tijk werkt die spreiding alleen maar versterkend. De bestaande geacademiseerde opleidingen zullen hun regionaal voordeel sterker kunnen uitspelen. Voor hun research zijn ze immers niet langer geïsoleerd, dat zal in nauw verband met het onderzoek in Leuven gebeuren. De universiteit profi teert dan weer van de sterke lokale verankering, waardoor we beter kunnen interageren met het socioculturele en het bedrijfsleven. De studen-ten ten slotte, worden lid van de Leuvense faculteiten. Zij krijgen een studentenkaart van KU Leuven, kunnen gebruikmaken van al onze faciliteiten en krijgen een diploma van een universiteit met een internationa-le reputatie. Iedereen wordt er beter van.”
Wat waren de grote moei-
lijkheden om de academi-
sering rond te krijgen?
“De studenten hebben er het minst van gevoeld. Zij zullen wel ondervonden hebben dat de aandacht voor wetenschappelijk onderzoek de voorbije jaren sterk is toegenomen. De grootste uitdaging bestaat uit de menta-liteitsswitch bij de docenten, die plots deel worden van een grote structuur en verondersteld wor-den om aan onderzoek te doen. Maar dat is een gradueel proces, dat vlot verloopt. En ten slotte zijn er vooral veel praktische afspraken tussen de hogeschool en de universiteit. Hoeveel huur gaan we betalen voor het ge-bruik van de gebouwen? Kunnen de academische studenten nog steeds in de cafetaria terecht?
En kunnen de professionele bachelors op hun beurt
gebruik maken van onze faciliteiten?
Eenmaal dat al-lemaal vastgelegd
is, zijn we echt vertrokken.”
met het socioculturele en het bedrijfsleven. De studen-ten ten slotte, worden lid van de Leuvense faculteiten. Zij krijgen een studentenkaart van KU Leuven, kunnen gebruikmaken van al onze faciliteiten en krijgen een diploma van een
Iedereen wordt
En kunnen de professionele bachelors op hun beurt
gebruik maken van onze faciliteiten?
Eenmaal dat al-lemaal vastgelegd
is, zijn we echt vertrokken.”
Mark WaerrecTOr ku LeuVen
© KU LEUVEN ROB STEVENS
32 amore
expaT
Tessa Verhagen uit Valkenswaard (nL) had al een diploma binnen-huisadviseur op zak toen ze de grens overstak om in Mechelen een bachelor interieurvormgeving te behalen. een beslissing waarvan ze nog geen moment spijt heeft gehad.
hoe ben je in belgië beland?
“Ik heb een aantal opleidingen in Nederland en België vergeleken, en Thomas More stak er wat mij betreft bovenuit. Vooral de mee-loopdag in Mechelen vond ik erg inspirerend. We mochten een kijkje nemen in de ateliers, vragen stellen aan docenten en studenten … Daar had ik meteen een goed gevoel bij. Van de opleiding in Nederland onthield ik vooral de duffe klaslokalen en de grote groep stu-denten. De aanpak in Mechelen leek een stuk persoonlijker en meer op de praktijk gericht.”
en is dat ook effectief het geval?
“De opdrachten die we krijgen, zijn in elk geval erg leuk. Tijdens het eerste jaar werden we echt zwaar geprikkeld om outside the box te leren denken. Dat was ik echt niet gewoon. Tijdens een oefening rond kleur en vorm moesten we van een stuk speelgoed een gebruiksvoorwerp maken. Ik heb toen een knuffelbeer omgebouwd tot een soort handverwarmer. Een speelse opdracht, maar tegelijk steek je er ook wat van op.”
Was het moeilijk om je aan te passen?
“Het is best wel pittig. Vooral de manier van lesgeven is in België helemaal anders. Veel strikter vooral, met deadlines waar je niet omheen kunt. Alles moet af. Tijdens
mijn vorige opleiding in Nederland had ik vaak het gevoel dat het niet uitmaakte of je een opdracht afwerkte of niet. Maar eigenlijk vind ik het best oké dat de lat hoog ligt. Leren omgaan met deadlines is immers belangrijk.”
heb je veel contact met belgische
studenten?
“We zijn met verschillende Nederlandse stu-denten aan deze opleiding begonnen, dus ik was sowieso niet de vreemde eend in de bijt. Het contact met de andere studenten is goed, maar ik merk wel dat we in de praktijk voor-al elkaars gezelschap opzoeken. Belgische studenten zijn nogal afwachtend. Dat merk je ook tijdens de lessen. Wij Nederlanders hebben de neiging om voortdurend vragen te stellen. Belgen doen dat niet. Die steken hun hand pas op als de docent uitgepraat is. Of ze vragen helemaal niets.”
hoe vaak ga je over en weer naar huis?
“Ik zit in Mechelen op kot, maar ik ga elk weekend naar huis. Tijdens de week houden we contact via internet en telefoon. Mechelen is een leuke stad, met voldoende terrasjes, mooie winkels en fijne adresjes voor een avondje stappen.”
Wat wil je na je studie gaan doen?
“Ik heb nog één jaar voor de boeg. Daarna hoop ik bij een architectenbureau aan de slag te gaan. Liefst een plaats waar mensen uit verschillende disciplines samenwerken. Maar eerst mijn diploma halen! Tot nu toe lukt het aardig, ook al wordt het er niet mak-kelijker op. Maar ik hou de moed erin.”
hOi
‘ik Vind heT besT Oké daT de LaT hOOg LigT’
EEn nEdErlandsE in MEchElEn
rubriek
33
‘nEdErlandErs stEllEn voort-durEnd vragEn. BElgEn stEkEn
hun hand pas op als dE docEnt uitgEpraat is’
Tessa Verhagen24
TWeede jaar bacheLOr inTerieurVOrMgeVingcaMpus MecheLen
34 amore
rUBrIeK
Je kan ook je haar laten doen bij #TeamLaPaz. Altijd handig. #Lapaz #pitch #eindpresentatie #ThomasMore
reszczynskij
#exam #english #onetime #letsdothis #books #school #highschool #thomasmore
stijnvanbuggenhout
Toilet view #antwerp #school #lessius #thomasmore
stef
Always nice when they use my name #thomasmore
thomasr
Tag#thomasmore
Concentratie: het kernwoord van de studenten journalistiek.#lessius elmolevan
Binnenkort een fi lmpje met SIR-5 online! Bedankt #21bis #studenten #thomasmore
sirfive
34 amore
rUBrIeK
35
#bamteevee #deLau #ThomasMore #batac
stefaniecr
Het is daar leuk toeven op #thomasmore @thefashionfolio
claire
Echovrije kamer! #thomasmore
loppel6
Jaja, zot dagje op #ThomasMore
reszczynskij
#school #exams #hateit #onetime #lessius #lessiusmechelen
stijnvanbuggenhout
Dat smaakt naar meer #thomasmore #not
joericlaes21
Still looking for a Th omas More sticker #khm #lessius #thomasmore
julie
#results #exams #lessius #antwerpen #happy #proud
noemirizzuto
kliktagWin!
amore bekijkt het leven op de
campussen graag door de lens van
jouw smartphone. post een foto
op instagram,
maak gebruik van de tag #thomasmore, en misschien hangt er voor jou wel een prijs aan vast!
35
utopia
www.thomasmore.be
facebook.com/ThomasMorebe
#ThomasMore
sTukje WereLd
eenvande
zien“Met mijn stage bij Mobilab, het onderzoekscentrum voor biomedische en revalidatie-technologie, zette ik in februari een punt achter mijn masteropleiding
Industriële Wetenschappen. Voor mijn eindwerk maakte
ik een computermodel van een artifi ciële voet dat gebruikt wordt
om loopschoenen te testen. Dat sluit mooi aan bij de bachelor Ortho-pedie die ik eerder behaalde. Ik droom ervan om een job te vinden waarin ik beide diploma’s kan combineren. Maar eerst wil ik een stukje van de wereld zien. Ik vertrek voor drie maanden naar Azië, waar ik een vriend op we-reldreis ga vergezellen. Het is wellicht
de laatste keer dat ik zo’n kans krijg voor ik aan het échte leven begin.”
www.thomasmore.be/mobilab
urrrz
“Met mijn stage bij Mobilab, het onderzoekscentrum voor biomedische en revalidatie-technologie, zette ik in februari een punt achter mijn masteropleiding
Industriële Wetenschappen. Voor mijn eindwerk maakte
ik een computermodel van een artifi ciële voet dat gebruikt wordt
om loopschoenen te testen. Dat sluit mooi aan bij de bachelor Ortho-pedie die ik eerder behaalde. Ik droom ervan om een job te vinden waarin ik beide diploma’s kan combineren. Maar eerst wil ik een stukje van de wereld zien. Ik vertrek voor drie maanden naar Azië, waar ik een vriend op we-reldreis ga vergezellen. Het is wellicht
de laatste keer dat ik zo’n kans krijg voor ik aan het échte leven begin.”
www.thomasmore.be/mobilab
utoutopiapia
ssTuutopia
sssTTTuWWWee
“Met mijn stage bij Mobilab, het onderzoekscentrum voor biomedische en revalidatie-technologie, zette ik in februari een punt achter mijn masteropleiding
Industriële Wetenschappen. Voor mijn eindwerk maakte
ik een computermodel van een artifi ciële voet dat gebruikt wordt
om loopschoenen te testen. Dat sluit mooi aan bij de bachelor Ortho-pedie die ik eerder behaalde. Ik droom ervan om een job te vinden waarin ik beide diploma’s kan combineren. Maar eerst wil ik een stukje van de wereld zien. Ik vertrek voor drie maanden naar Azië, waar ik een vriend op we-reldreis ga vergezellen. Het is wellicht
de laatste keer dat ik zo’n kans krijg voor ik aan het échte leven begin.”
www.thomasmore.be/mobilab
TOM saeY 24
bacheLOr OrThOpedie MasTer indusTriËLe WeTenschappen: eLekTrOMechanicaafgesTudeerd in februari