‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de...

44
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2011 2012 ‘Management by Listening’: over het effect van process recovery intentie communicatie op klantintenties Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Bedrijfseconomie Xavier Walthoff-Borm o.l.v. Prof. dr. Bart Larivière

Transcript of ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de...

Page 1: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2011 – 2012

‘Management by Listening’: over het effect van process recovery intentie

communicatie op klantintenties

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Bedrijfseconomie

Xavier Walthoff-Borm

o.l.v.

Prof. dr. Bart Larivière

Page 2: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe
Page 3: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2011 – 2012

‘Management by Listening’: over het effect van process recovery intentie

communicatie op klantintenties

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Bedrijfseconomie

Xavier Walthoff-Borm

o.l.v.

Prof. dr. Bart Larivière

Page 4: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

I

PERMISSION

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van de masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Xavier Walthoff-Borm

Page 5: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

II

DANKWOORD

Kenniseconomie is een vrij abstract begrip waarmee bedoeld wordt dat een significant deel van

de economische groei in de samenleving voortvloeit uit kennis. Kennis ontwikkelen, kennis

integreren en kennis toepassen is meer dan ooit – in een multiculturele, supra kapitalistische

economie met multinationale ondernemingen en centrale beslissingsorganen – de kritische

succesfactor, waarbij de consument en de aandeelhouder de belangrijkste stakeholders vormen.

Meer dan ooit steunt de Europese economie op de dienstensector en quasi alle ondernemingen

achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief

heeft me ertoe geleid een onderwerp te weerhouden in het domein van services marketing en

operationeel management.

Voor u ligt de eindverhandeling “Management by Listening: over het effect van process

recovery intentie communicatie op klantintenties”. Deze eindverhandeling vloeit voort uit en

vormt de bekroning van mijn Master in de Bedrijfseconomie. Ik zou in de eerste plaats mijn

promotor – prof. dr. Bart Larivière – willen bedanken. Uw niet aflatend enthousiasme werkte

aanstekelijk en zorgde voor een sneeuwbal-effect welke mij bij wijlen deed overstijgen. Waarbij

ik mij Sherlock Holmes voelde en streefde de geheimen van services marketing verder te

ontrafelen en een substantiële bijdrage aan de literatuur te leveren. Hartelijk bedankt om de rol

van dr. Watson op u te nemen!

Tevens mag ik niet vergeten de verschillende respondenten te bedanken welke tijdens mijn ronde

enthousiast aan het onderzoek deelnamen, mij onbewust telkens motiveerden om meer

respondenten te verzamelen en mijn enthousiasme telkens aanwakkerden. Zonder hen was er

uiteraard geen onderzoek mogelijk.

Ik wil graag besluiten met die mensen die mij het nauwst aan het hart liggen. In het bijzonder

mijn vriendin Esther, voor haar liefde maar vooral haar geduld telkens ik mij afzonderde om

inspiratie op te doen en in de literatuur of pen dook.

Met deze scriptie zal ik mijn studies in de bedrijfseconomie aan de universiteit Gent afronden.

Met veel enthousiasme heb ik aan dit onderzoek gewerkt en hoop dit op u te kunnen afstralen. Ik

wens u alvast veel leesplezier!

Xavier Walthoff-Borm

29 oktober 2011

Page 6: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

III

INHOUDSTAFEL

1. Introductie ................................................................................................................................................ 1

2. Literatuuronderzoek ................................................................................................................................. 4

De link tussen het sociaal interactiemodel en het relationship marketing paradigma .............................. 4

De link tussen relationship marketing en process recovery intentie communicatie ................................. 5

Het effect van process recovery intentie op attitude towards complaining .............................................. 6

Het effect van process recovery intentie communicatie op perceived value of complaint ...................... 7

Het effect van process recovery intentie communicatie op word-of-mouth intentie ............................... 8

Het effect van process recovery intentie communicatie op customer loyalty intention ......................... 10

Het effect van consumer alienation op de effectiviteit van process recovery intentie communicatie op

klantintenties .......................................................................................................................................... 10

Het effect van process recovery intentie communicatie op corporate image en het modererend effect

van corporate image tussen process recovery intentie communicatie en klantintenties ........................ 11

3. Onderzoeksdesign en methodologie ....................................................................................................... 14

Sample .................................................................................................................................................... 14

Manipulatie: IMAlow vs IMAhigh ............................................................................................................. 16

4. Resultaten ............................................................................................................................................... 16

Manipulatiecheck en scenariorealisme .................................................................................................. 17

Onderzoeksresultaten ............................................................................................................................. 17

................................................................................................................................................................ 17

5. Discussie ................................................................................................................................................. 21

Algemene conclusie ............................................................................................................................... 21

Managerial implications ......................................................................................................................... 23

Beperkingenvan het onderzoek .............................................................................................................. 24

Aanbevelingen voor verder onderzoek .................................................................................................. 24

Bibliografie .................................................................................................................................................. V

Appendix A. Onderzoeksitems .................................................................................................................... X

Appendix B. Scenario‟s ........................................................................................................................... XIII

Appendix C. Descriptives ...................................................................................................................... XVII

Page 7: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

4

TABELLEN

Tabel 1: Multi Design Sampling – stap 1………………………….………………………………15

Tabel 2: F-waarden van hoofd en interactie-effecten van IMA en PRIC op focal dependents OCS,

CL, WOM en PTC….………..………………………………………………….……….18

Tabel 3: Gemiddelden van focal dependents OCS, CL, WOM en PTC per cel onderverdeeld per

type PRIC …………..………………………………………………………………...….18

Tabel 4 : Gemiddelden van focal dependents OCS, CL, WOM en PTC per cel onderverdeeld per

type IMA…………………….………………………………………………..……….....18

Tabel 5 : F-waarden van hoofd en interactie-effecten van IMA en PRIC op focal dependents ATT,

VAL en PTC………..……………………………………………...…………………….19

Tabel 6 : Gemiddelden van focal dependents ATT, VAL en PTC per cel onderverdeeld per type

IMA……………………………………...…………………………………………….…19

Tabel 7 : F-waarden van hoofd en interactie-effecten van ALN en PRIC op focal dependents CL,

PWOM, NWOM en PTC………………………….……………………………..…...….20

Tabel 8 : F-waarden van hoofd en interactie-effecten van IMA en PRIC op IMAex-post

manipulatie……………………………………..…………………………….……………….21

Tabel 9 : Samenvatting van de algemene conclusies…...…………………..………………..…….23

FIGUREN

Figuur 1 : Hypothetisch model……….……..……………………………………..………………..13

Figuur 2 : Gemiddelden van NWOM per type ALN en PRIC type voor IMA low ….…..…...……..20

Page 8: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

1

1. Introductie

In de academische literatuur wordt gepercipieerde service value en klanttevredenheid algemeen

erkend als strategisch middel om customer loyalty te verbeteren (Fornell et al. 1996, Zeithaml,

Berry en Parasuraman 1996). Onderzoek toont aan dat deze relaties mogelijks een complexe en

dynamische vorm kunnen aannemen, en dat drivers van loyalty intention veranderen en

evolueren in tijd (Mittal, Kumar en Tsiros 1999, Slotegraaf en Inman 2004). Een beter begrip

van deze dynamiek is primordiaal voor onderzoekers en managers. Het stelt onderzoekers in

staat zich te concentreren op de belangrijkste antecedenten. Bovendien reikt het managers een

middel aan om marketing programma‟s op te stellen welke effectief de gedragsintenties van

klanten weet te beïnvloeden en bijkomend opportuniteiten creëert om de performantie van de

dienstverlening te verhogen zodoende marktaandeel te winnen en de winstgevendheid te

verbeteren (Glynn et al. 2003, Hargrove 2005). Een paradigma welke in de huidige macro-

economische omstandigheden en de competitieve dienstensector aan belang wint en de zoektocht

naar service/ customer value – i.e. het verbeteren van de relatie met nieuwe en bestaande klanten

met wederzijds voordeel– bestendigt.

Vanuit het perspectief van gepercipieerde service value en klanttevredenheid kan customer

feedback – i.e. klachten van en suggesties door klanten welke al dan niet door de onderneming

werden gesolliciteerd – een uitgangspunt vormen en informatiestroom leveren welke de kwaliteit

helpt te monitoren en een opportuniteit te creëren om een potentiële verbetering in de

dienstverlening te implementeren (Bell en Luddington 2006). Fornell en Wernerfellt (1987)

suggereren dat, met het niet aan de onderneming kenbaar maken van klachten door de klant, een

opportuniteitskost is geassocieerd gegeven in een competitieve omgeving een ontevreden klant

waarschijnlijk niet meer beroep zal doen op de diensten van die onderneming. Customer

feedback kan helpen om probleemgebieden van en sterkten in de dienstverlening te identificeren

(Wirtz en Tambyah 2009). Brax (2005), Bettencourt et al. (2002) benadrukken de relevantie van

de klanten in de ontwikkeling van een dienstverlening te betrekken en bevestigen dat zij een

belangrijke stakeholder zijn daar ideeën gebaseerd op nieuw geïdentificeerde behoeften vaak

geïnitieerd worden vanuit klantenrelaties. Daarnaast suggereert de literatuur dat, wanneer

ontevreden klanten hun ervaring delen of frustraties ventileren, de ontevredenheid vermindert

(Alicke et al, 1992; Bennett, 1997; Nyer, 2000; Stilwell en Salamon, 1990) waardoor de rol en

impact van soliciting feedback tot een gewichtig onderwerp uitgroeit, de facto process recovery

intentie communicatie – i.e. soliciting feedback for quality and process improvement met als

Page 9: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

2

betrachting klanten tot voice aan te moedigen en de performantie van de dienstverlening te

verhogen – een significante betekenis krijgt. Voice betekent dat klanten hun ontevredenheid

rechtstreeks aan de onderneming kenbaar maken.

Niettegenstaande de potente strategische waarde van process recovery intentie communicatie, is

er amper empirisch onderzoek welke de effecten ervan onderzoekt, noch de bezorgdheid van

managers over soliciting feedback valideert. B. Van Looy et al. (2003) beweren dat te expliciet

vragen naar klachten of opmerkingen mogelijks ontevredenheid bij klanten kan initiëren, waarbij

managers soms enige bezorgdheid vertonen dat klanten te veeleisend zouden kunnen worden op

triviale kwesties en in die optiek naar de Franse uitdrukking „pour vivre heureux, vivont cachés‟

handelen. Sommige managers vinden dan weer in soliciting feedback een opportuniteit om de

klanttevredenheid te verhogen. Zo kan bijvoorbeeld iemand die klachten heeft over Belgacom bij

executive vice president Service Delivery Engine & Wholesale Scott Alcott terecht waarbij een

high risk team via one-to-one marketing zeer ontevreden klanten benadert waarom zij

ontevreden zijn en met een one-to-many marketing campagne zal uitpakken om feedback van

klanten te ontvangen in kader van process improvement (Trends 2010). Het succes van Britisch

Airways in de omschakeling van een bureaucratisch instituut naar een world class service

provider kan ook toegeschreven worden aan haar toenmalige CEO Sir Colin Marshall welke eind

jaren 80 enkele innovatieve systemen invoerde om customer complaints te ontvangen waarbij de

installatie van een video stand op Heathrow de mogelijkheid gaf aan overstuurde klanten zich

direct tot hem te wenden (Zeithaml en Bitner 2003).

Verder is er geen empirisch onderzoek beschikbaar vanuit het perspectief van corporate image.

Hoewel in deze context geen aandacht is besteed aan dit concept, is er reden om te geloven dat

een hoge corporate image een belangrijk item vormt in marketing communicatie om een

positieve attitude verandering teweeg te brengen alsmede customer loyalty te beïnvloeden

(Fombrum 1996). Er is enig bewijs welke de belangrijkheid van het imago van de onderneming

op de opinie van de consument aantoont. Zo heeft bijvoorbeeld Goldberg en Den Hartog (1990)

de effectiviteit van marketing communicatie onderzocht en aangetoond dat ondernemingen met

een positief gepercipieerd imago in een gunstigere positie verkeren om consumenten hun

reclame-claims te doen geloven. Superponerend, kan dus verondersteld worden dat het imago

van de onderneming de relatie tussen process recovery intentie communicatie en customer

behavior intenties modereert. Daarnaast wordt door Singh en Wilkes (1996) betoogd dat de

marktstructuur, e.g. volkomen of onvolkomen concurrentie, waarbinnen een onderneming

opereert een effect heeft op de voice intention van de consument.

Page 10: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

3

In deze eindverhandeling “Management by Listening: over het effect van process recovery

intentie communicatie op klantintenties” wordt de impact van “you told us and we responded”

marketing service communicatie op het klantgedrag in een business to consumer omgeving

onderzocht. Ofschoon één van de kenmerken van succesvolle leiders hun vermogen is om een

beeld te vormen van het gedrag van het management en personeel door “management by

walking” (Thomas J. Peters &Robert H. Waterman, 1982), gesteld kan worden dat in een

concurrentiële omgeving “management by listening” voor klanten onlosmakelijk verbonden is

met service quality en van significante strategische waarde voor de gehele onderneming

zodoende een point of difference. Een concept dat Bose – een producent van kwalitatieve

audioproducten – onlangs in haar marketing communicatie heeft geïntegreerd door de boodschap

“You told us you want 3D. And we listened.” midden juli 2011 o.a. via Facebook in de wereld te

sturen.

Deze eindverhandeling bouwt verder aan het dynamisch marketing model op drie belangrijke

manieren: Ten eerste, verkennen we aan de hand van een comprehensieve mand van indicatoren

het effect van diverse marketing service soliciting feedbackvormen op klantintenties. Meer

bepaald wordt onderzocht of process recovery intentie communicatie een significant effect heeft

op customer satisfaction, loyalty en word-of-mouth intentions. Ten tweede, incorporeren we

twee antecedenten van propensity to complaining – i.e. perceived value of complaint en attitude

to complaining – welke nog niet in deze onderzoekslijn zijn onderzocht en wordt een inzicht

verkregen in welk effect process recovery intentie communication heeft op propensity to

complaining. Ten laatste wordt onderzocht of het bedrijfsimago als generaliseerde

psychografische kenmerken zoals consumenten vervreemding deze relatie modereren.

Deze eindverhandeling beoogt bijgevolg een antwoord te bieden op volgende onderzoeksvragen:

(1) Draagt de communicatie van een procesverbeteringsstrategie en het solliciteren naar

customer feedback bij tot een verhoging van klantintenties zoals customer loyalty, word-of-

mouth en customer feedback? (2) Is er een verschil in de beoordeling wanneer de communicatie

via een one-to-one (bv. persoonlijke brief of mail) of one-to-many (bv. algemene marketing

campagne) communicatie verloopt? (3) Speelt (a) de consumentvervreemding t.o.v. de sector en

(b) het bedrijfsimago hierin een rol?

In de volgende sectie worden de variabelen en het effect van process recovery intentie

communicatie omstandig verklaart. In sectie 3 wordt vervolgens de onderzoeksmethode

beschreven terwijl de resultaten in sectie 4 worden besproken. De conclusies worden verder in

sectie 5 uitgebreid belicht.

Page 11: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

4

2. Literatuuronderzoek

Figuur 1 (zie pag. 13) geeft een overzicht van de verschillende effecten van process recovery

intentie communicatie (PRIC) op klantintenties welke gerelateerd zijn aan een process recovery.

Overwegende de verwachte complexiteit en dynamische vorm van dit onderwerp, wordt in een

eerste fase de relatie tussen PRIC en de relevante determinanten van process recovery aan een

diepgaand onderzoek onderworpen. Ten einde een beter begrip van de dynamiek te bekomen,

wordt vervolgens een bijkomende focus gelegd op het modererend effect van het bedrijfsimago

en consumentenvervreemding, alsook kunnen diverse aspecten van PRIC – i.h.b. het

weerhouden communicatie kanaal naar de consument – een invloed uitoefenen op de

effectiviteit van PRIC op klantintenties. Een holistisch beeld van de aard van PRIC en meer

bepaald de relatie tussen marketingcommunicatie en klantintenties, en het vooropgesteld

modererend effect van het bedrijfsimago en consumentenvervreemding, is dan ook de

belangrijkste bijdrage van dit onderzoek tot de literatuur van service en operationeel

management.

De link tussen het sociaal interactiemodel en het relationship marketing paradigma

Het sociaal interactiemodel (Ben-Sira, 1976, 1980) stelt dat wanneer een informatieasymmetrie

heerst tussen de consument en de provider en meerbepaald wanneer de consument minder kennis

bezit over een service kwestie of de strategische component ervan, gedreven door een

existentiële angst voor het probleem en het onvermogen om alternatieve oplossingen te

identificeren, het evaluatieproces voornamelijk zal afhangen van de affectieve component in de

communicatie. De affectieve component is hierbij de modus operandi van de provider en wordt

o.a. bepaald door het weerhouden communicatie kanaal alsmede het al of niet benaderen van de

consument als individu. De affectieve component kan ook worden aanzien als (1) de hoeveelheid

tijd aan de interactie besteed, (2) de mate van interesse in de consument, en (3) de expliciete

uiting van de belangstelling voor en (4) de betrokkenheid in het welbehagen van de consument.

Ben-Sira‟s affectieve component leunt relatief dicht aan bij een factor welke uitgebreid wordt

behandeld in de (service) marketing literatuur, namelijk communicatiestijl en strategie. In de

volgende paragraaf zal voornamelijk worden gefocust op het effect van het marketing kanaal in

de communicatie. Een potentieel verschil in het effect van one-to-one en one-to-many

communicatie op de klantintenties kan immers belangrijk zijn daar de communicatiekosten per

daadwerkelijk bereikt individu geassocieerd met one-to-one communicatie beduidend hoger zijn

dan de kosten van one-to-many communicatie. Aan de andere kant wordt de door de consument

gevaloriseerde waarde van one-to-one communicatie hoger geacht (De Pelsmacker et al. 2007).

Page 12: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

5

In marketing is er een fundamenteel onderscheid tussen een strategie welke is gestoeld op een

enkele transactie en deze die zijn ontwikkeld met het oog op het creëren van een lange

termijnrelatie met de consument. Berry (1983) omschrijft relationship marketing als “attracting,

maintaining and – in multi-services organizations – enhancing customer relationships”. Hij

schetst hierbij vijf strategische elementen om een relationship marketing strategie te

ontwikkelen: (1) het creëren van een core business, (2) het aanpassen van de klantrelatie naar

diens behoefte, (3) het verhogen van de servicegraad door extra voordelen, (4) het zetten van een

verkoopprijs welke de loyaliteit stimuleert, en (5) interne bedrijfscommunicatie en vorming

zodat werknemers de missie en visie van de onderneming kennen en kunnen overbrengen.

Relationship marketing omvat bijgevolg alle activiteiten die gericht zijn op het ontwikkelen van

een lange termijn, kosteneffectieve relatie tussen een organisatie en haar klanten voor hun

wederzijds voordeel. Dergelijke relatie vraagt van beide partijen een investering in een dyade,

met als betrachting een wederzijdse, voordelige en interpersoonlijke relatie te ontwikkelen

(Coviello et al. 2000), waarbij vertrouwen en transparantie de belangrijkste bondgenoten

vormen. Calonius (1988) stelt dan ook dat „keeping promises‟ eerder dan „making promises‟, de

sleutel vormt om klantrelaties te onderhouden en te versterken, waarbij klanten naar een meer

gepersonaliseerde benadering en een nauwere betrokkenheid met service providers verlangen

voor diensten waarop zij met tussenpozen beroep doen of voor een behoefte welke continue van

aard is (Parasuraman, Berry, en Zeithaml 1991). Het communiceren van een process

improvement strategie en het solliciteren naar customer feedback, kan bijgevolg de

interpersoonlijke relatie tussen klant en service provider versterken.

De link tussen relationship marketing en process recovery intentie communicatie

Het initiëren van een structurele oplossing voor de door de klant aangegeven en als belangrijk

ervaren problemen in een dienstverlening, kan een gepercipieerde toegevoegde waarde leveren,

waarbij, wanneer die niet elders aangeboden wordt, een sterk fundament voor het onderhouden

en versterken van klantrelaties gevormd kan worden, zodoende een comparatief voordeel

bekomen wordt, en in het verlengde daarvan een point-of-difference. Het is immers algemeen

aanvaard dat een service recovery een belangrijke impact heeft op customer loyalty intention

(DeWitt en Brady 2003; Dubé en Maute 1996; Feinberg et al. 1990; Halstead en Page 1992;

Matilla 2001; Maxham 2001; Swanson en Kelley 2001; Tax et al. 1998). Overwegende bij hetzij

een successieve of continue consumentenbehoefte, de consument een gepersonaliseerde

benadering en nauwere betrokkenheid prefereert, stellen we dat het effect van one-to-one PRIC

op klantintenties – i.e. customer satisfaction, customer loyalty, word-of-mouth en propensity to

Page 13: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

6

complain – groter zal zijn dan van one-to-many PRIC. De Wulf et al (2001) bevestigen dat een

persoonlijke benadering in de communicatie tussen een winkel en klant een belangrijke

component is in relationship marketing. Van Vaerenbergh et al. (2009) stellen echter meer

recentelijk dat het effect van process recovery communication op klantintenties niet substantieel

verschilt indien de communicatie via one-to-one of one-to-many communicatie verloopt.

Om voorgaande redenen en argumenten stellen we dat PRIC een potent onderdeel kan vormen

van relationship marketing daar, door het initiëren van een structurele oplossing voor de door de

klant aangegeven en als belangrijk ervaren problemen in een dienstverlening, deze

dienstverlening een gepercipieerde toegevoegde waarde kan leveren. Overwegende bij hetzij een

successieve of continue consumentenbehoefte, de consument een gepersonaliseerde benadering

en nauwere betrokkenheid prefereert, stellen we tevens dat het effect van one-to-one PRIC op

klantintenties – i.e. customer satisfaction, customer loyalty, word-of-mouth en propensity to

complain – groter zal dan one-to-many PRIC.

H1: one-to-one PRIC heeft een hoger effect dan one-to-many PRIC op klantintenties – i.e.

customer satisfaction, loyalty intention, word-of-mouth en propensity to complain

Het effect van process recovery intentie communicatie op attitude towards complaining

In PRIC zijn perceived value of complaint en customer‟s attitude towards complaining de

belangrijkste antecedenten in de waarschijnlijkheid dat consumenten hun ontevredenheid uiten

of feedback geven. Attitude towards complaining (ATT) wordt gedefinieerd als de persoonlijke

houding van ontevreden consumenten om een schadevergoeding te vorderen van de

onderneming (Richins, 1980, 1982, 1983a, 1987; Bearden en Mason, 1984). ATT wordt hierbij

niet enkel bepaald door een eenmalige gebeurtenis maar vormt eerder het generaliserend effect

van de positieve en negatieve elementen van het klagen bij een onderneming (Singh en Wilkes,

1996). ATT wordt dus niet enkel begrensd door een specifiek sentiment van ontevredenheid,

maar omvat de algemene individuele vooringenomenheid tegenover klagen bij een onderneming

wanneer men ontevredenheid is van een dienstverlening of product (Bodey en Grace, 2007; Kim

et al., 2003; Richins, 1987). Afleidend van Fishbein en Ajzen‟s model (1975) van attitude tot

intentie en gerelateerd gedrag, is aangetoond dat de ATT van een consument positief

gecorreleerd is met complaint intention. Recent onderzoek toont aan dat ATT een belangrijke

variabele is om dieper inzicht te verkrijgen in de verschillende drivers van complaint intention

(Voorhees en Brady, 2005), waarbij een discrepantie terug te vinden is omtrent de rol van ATT

in het effect van klanttevredenheid op complaint intention in een service failure context.

Page 14: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

7

Sommige studies tonen aan dat propensitity to complaining een hogere (lagere) en significante

waarschijnlijkheid kent bij consumenten met een hogere (lagere) ATT (Bailey, 2004, Bearden

and Mason, 1984, Kau and Loh, 2006, Kim et al., 2003, Richins, 1982), terwijl anderen een niet

significant verband tussen ATT en complaint intention en word-of-mouth gevonden hebben

(Blodgett et al., 1995); en overigen in hun onderzoek naar het potentieel modererend effect van

ATT tussen customer satisfaction en complaint intention geen significante resultaten gevonden

hebben (Voorhees en Brady, 2005). Daarnaast is er weinig empirisch onderzoek beschikbaar

vanuit het perspectief van corporate image. Hoewel er minder aandacht is besteed aan dit

concept, is er reden om te geloven dat een hoge corporate image een belangrijk item vormt in

marketing communicatie om een positieve attitude verandering teweeg te brengen alsmede

loyalty intention te beïnvloeden (Fombrum, 1996). Om voorgaande redenen en argumenten

stellen we dan ook het volgende:

H2: het effect van PRIC op ATT zal hoger zijn bij ondernemingen met een hoger IMA

H3: ATT medieert de relatie tussen PRIC en PTC

Het effect van process recovery intentie communicatie op perceived value of complaint

Zeithaml (1988) definieert value als de door de consument gerelateerde gepercipieerde

voordelen verminderd met de gerelateerde kosten. Gerelateerde voordelen bij een process

recovery kunnen intrinsiek of extrinsiek, tastbaar of niet-tastbaar zijn. Een refund, upgrade of

verontschuldigingen en de geassocieerde kosten kunnen zowel van monetaire als niet-monetaire

aard zijn zoals tijd en moeite om een klacht te formuleren (Singh, 1998).

Indien een consument de mening is toegedaan dat klagen bij een onderneming de facto tot het

gewenste gevolg leidt en dit gevolg de gewenste gepercipieerde waarde kan leveren, zal

cognitieve consistentie de consument motiveren om een klacht of verbeteringsvoorstel in te

dienen (Dabholkar, 1994). Wanneer het potentieel voordeel van complain behavior hoger is dan

de kosten zal dit leiden tot een hogere propensity to complaining (PTC).

Een recent in Engeland uitgevoerd onderzoek (The National Complaints Culture Survey, 2006)

heeft aangetoond dat bij een service failure de klant in eerste instantie verwacht dat het

(oorzakelijk) probleem wordt opgelost. Het onderzoek bracht verder aan het licht dat het

aanbieden van gratis goederen of diensten na een service failure bij amper vijf procent van de

ondervraagden van belang werd geacht. De consument verwacht eerder dat organisaties zich

verontschuldigen en het probleem bij de wortel grijpen, niet alleen uit eigen belang maar tevens

voor toekomstige gebruikers. Het genereren van leereffecten uit service failures kan hierbij de

waarde van de dienstverlening verheffen ingevolge men van een eenmalige individuele

Page 15: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

8

transactie naar een Darwiniaans proces evolueert welke de bedrijfsprocessen kan optimaliseren,

de kost verminderen en verzekeren dat toekomstige klanten een hogere graad van tevredenheid

kennen (Johnston en Michel, 2008). Echter, het belang van process improvement in de

dienstverlening is een item welke in verschillende papers wordt beschreven doch weinig is

ontwikkeld. Bijkomend dient men rekening te houden dat een differentiatie in cultuur en

rechtssysteem een invloed kan hebben op de attitude van de klant (La Porta et al, 1998, 1999,

2000). Hun normen en waarden worden immers sterk beïnvloed door de cultuur van een land

waarbij die cultuur de institutionele instellingen stuurt. Zo wordt Engeland getypeerd als een

common law land in tegenstelling tot België welke van Frans civil law origine is. Derhalve

wordt consumer alienation als independent variable in het model opgenomen (cf. supra).

H4: PRIC heeft een positief effect op VAL

H5: VAL medieert de relatie tussen PRIC en PTC

Het effect van process recovery intentie communicatie op word-of-mouth intentie

Een aanzienlijke hoeveelheid onderzoek toont aan dat interpersoonlijke communicatie een

belangrijke invloed heeft op het koopgedrag van de consumenten. De eerste academische studies

schreven deze impact toe aan normative social influence, de invloed van omgevingsfactoren (bv.

familie, vrienden, media, cultuur) welke ons ertoe brengt om te voldoen aan sociale normen

(Asch, 1953; Stafford, 1966; Venkatesan, 1966). Evenwel blijkt uit navolgende studies dat de

informatieve aspecten van sociale beïnvloeding een substantieel effect hebben op het

koopgedrag (Burnkrant en Neef, 1975; Cohen en Golden, 1972; Pincus en Waters, 1977). Zo

biedt word-of-mouth (WOM) het voordeel dat de ontvangen informatie helpt in de product of

service-evaluatie, de besluitvorming en vermindering van het risico verbonden aan een potentiële

aankoop (Bansal en Voyer, 2000; Ho en Chung, 2007; Murray, 1991). Keaveney (1995) merkte

verder op dat 50% van de veranderingen van service provider door WOM wordt bewerkstelligd,

waardoor de kracht van WOM communicatie nogmaals onderstreept wordt. WOM kan positief

geladen zijn (PWOM), waardoor de brand / industrial partner choice wordt gestimuleerd, of

negatief (NWOM), welke de brand / industrial partner choice ontmoedigt, waarbij het effect van

PWOM en NWOM in de besluitvorming tot een aankoop ongeveer gelijkwaardig is

(Alhuwalia‟s 2002, East 2005). Onderzoek heeft aangetoond dat zeer positieve en zeer negatieve

WOM de meest voorkomende WOM zijn (Chevalier en Mayzlin 2006; Duan et al. 2008;

Mazzarol et al. 2007; Sweeney et al. 2005; Zeelenberg en Pieters 2004). De voornaamste

oorzaak is, zoals aangetoond door Oliver (1997) en Anderson (1998), dat klanten welke extreem

Page 16: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

9

hoge of lage tevredenheid vertonen meer kans vertonen om in WOM communicatie deel te

nemen. Daarnaast is aangetoond dat klanten welke PWOM verspreiden die klanten zijn met een

hoge graad van CS en een directe relatie bestaat tussen CS en WOM – hogere tevredenheid

wordt geassocieerd met een hogere PWOM (Matos en Rossi, 2008). Aan de andere kant, zijn

klanten welke in NWOM deelnemen die met de laagste CS. Teleurgestelde klanten ervaren nl.

vaak negatieve emoties zoals spijt, frustratie en woede (Bonifield en Cole, 2007; Sweeney et al.,

2005) waardoor zij in NWOM communicatie deelnemen als een manier om hun negatieve

emoties te ventileren ten einde een gevoel van opluchting te ervaren na hun verzuchtingen te

hebben gespuid (Sundaram, Mitra, en Webster 1998; Sweeney et al. 2005; Wetzer et al. 2007).

H6: PRIC heeft een positief effect op PWOM

H7: PRIC heeft een positief effect op NWOM

Het effect van process recovery intentie communicatie op overall customer

satisfaction

Customer satisfaction (CS) is een algemeen bekend en gevestigd concept in diverse

wetenschappen zoals marketing (Fornell & Werneldt, 1987; Fornell & Wernefelt, 1988; Kotler,

1991), consumenten onderzoek (Kotler, 1991; Yi, 1989), psychologische economie (Johnson &

Fornell, 1991) als economisch welzijn en algemene economie (Van Raaij, 1991; Wärneryd,

1988). Economische psychologie kan worden onderverdeeld op basis van het gedrag waar het

zich mee bezighoudt in actief en opgeroepen economisch gedrag, anderzijds wordt het gedrag

bestudeerd als afhankelijk van opgeroepen economische verschijnselen.

Overwegende de consument beschikt over de nodige competenties om een dienstverlening te

evalueren, zal het resultaat vergeleken worden met de verwachtingen voorafgaandelijk de

aankoop of consumptie (Oliver, 1980). Elke discrepantie zal leiden tot een disconfirmatie; i.e.

positieve disconfirmatie verhoogt of behoudt de tevredenheid en negatieve disconfirmatie zal

ontevredenheid initiëren. De gepercipieerde performantie wordt beïnvloed door de kwaliteit,

marketing mix, merknaam en het imago van de onderneming. De verwachte performantie wordt

beïnvloed door de klantbehoefte, WOM communicatie, voorgaande eigen ervaringen, het imago

van de onderneming en de marketing communicatie. Met betrekking tot de dynamische aspecten

van CS, maakt de literatuur een onderscheid tussen “transactie-specifieke tevredenheid” en

“cumulatieve tevredenheid”. Transactie-specifieke tevredenheid van een klant is de evaluatie van

zijn of haar ervaring met en reacties op een bepaald producttransactie, aflevering, of service

transactie (Olsen en Johnson 2003), en cumulatieve verwijst naar de tevredenheid van de klant

Page 17: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

10

over de totale evaluatie van een product of service provider (Johnson, Anderson en Fornell;

1995).

H8: PRIC heeft een positief effect op OCS

Het effect van process recovery intentie communicatie op customer loyalty intention

Gedurende jaren vermoedden managers dat het marktaandeel de voornaamste driver van

winstgevendheid was. De PIMS (Profit Impact of Market Share) studies midden jaren 70

bekrachtigden deze denkpiste. Echter, men identificeerde een bijkomende factor geassocieerd

met hoge winsten en snelle groei – i.e. customer loyalty. Customer loyalty (CL) drukt een

gedragsintentie uit gerelateerd aan de diensten van een onderneming welke de waarschijnlijkheid

inhoudt van een toekomstige of hernieuwde verbintenis, hoe waarschijnlijk het aankooppatroon

van een klant verandert, de waarschijnlijkheid van positieve WOM communicatie of de

waarschijnlijkheid dat de klant zijn ongenoegen door voice uitdrukt (Hirschman, 1970) en is

gecorreleerd met sociale normen en situationele factoren (Dick, 1994). Niettegenstaande in

onderzoek naar het definiëren en meten van CL voornamelijk wordt gefocust op producten, is

deze construct ook van toepassing op diensten (Dick & Basu, 1994). De geschiedenis heeft

verder bewezen dat ondernemingen de neiging hebben om CS als enige haalbare strategie te

overwegen om bestaande klanten te behouden. Verschillende auteurs hebben namelijk een

positieve relatie gevonden tussen CS en CL (Anderson en Sullivan, 1993; Bearden et al., 1980;

Bolton en Drew, 1991; Fornell, 1992; Hesket et al. 1994). Daarnaast heeft corporate image in de

dienstensector ook een directe impact op CL. Een bevinding die het paradigma aanvecht welke

voorspelt dat CS de primaire route tot CL is (Andreassen & Lindestad, 1998).

H9: PRIC heeft een positief effect op CL

Het effect van consumer alienation op de effectiviteit van process recovery intentie

communicatie op klantintenties

Niettegenstaande schijnbare individuele verschillen in de definitie van sceptische en cynisme in

de marketing communicatie literatuur, resulteert de convergerende instelling dat cynisme een

negatieve attitude is welke een brede of diepe focus kenmerkt. Cynisme is algemeen gerelateerd

aan het verdenken of mistrouwen van een organisatie (of het scepticisme en wantrouwen ten

opzichte van een onderneming haar motieven) met ontevredenheid, vervreemding en weerstand

of vijandigheid t.o.v. die onderneming of de sector als resultaat. (Stanley et al, 2005; Andersson,

1996; Dean et al, 1998). In deze studie wordt de focus gelegd op de vervreemding van de

Page 18: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

11

consument of consumer alienation (ALN). Middels het generaliserend effect van persoonlijke

factoren en de afgeleide repercussie tot de gehele sector, opteren we om net als Kim et al.

(2003), de invloed van consumer alienation op negatieve word-of-mouth te onderzoeken.

Onderzoek met betrekking tot het effect van ALN op word-of-mouth is eerder ambivalent.

Warland et al. (1975) beschrijft de "upset-no action" consumentengroep als meer vervreemd tot

de markt in vergelijking met het segment “upset and take action”. Barnes en Kelloway (1980)

stellen verder dat de actieve consumentengroep een negatievere attitude tot het bedrijfsleven en

de reclame hebben. In die optiek wordt in deze studie tevens onderzocht in welke mate consumer

alienation een invloed heeft in de relatie tussen PRIC en overige klantintenties.

H10: ALN modereert het effect van PRIC op klantintenties – i.e. PTC, PWOM, NWOM en CL

Het effect van process recovery intentie communicatie op corporate image en het

modererend effect van corporate image tussen process recovery intentie communicatie en

klantintenties

Tal van onderzoekers hebben verschillende dimensies van corporate image (IMA)

geïdentificeerd (bv. Cramwinckel & Nelissen, 1999, Dowling, 1986; Fryxell & Wang, 1994). Zo

vermeldt Dowling (1994) dat mensen een onderneming op een verschillende wijze percipiëren.

Gebaseerd op de resultaten van verschillende onderzoeken, wordt geacht dat IMA beïnvloed

wordt door zeven factoren: (1) het vermogen om werknemers aan te trekken, te ontwikkelen en

te behouden (bv. Fryxell & Wang, 1994), (2) maatschappelijk verantwoord en milieubewust

ondernemen (bv. Dowling, 1986; Fryxell & Wang, 1994), (3) haar financiële gezondheid (e.g.

Fryxell & Wang, 1994), (4) haar innovatieve potentie (bv. Carmwinckel & Nelissen, 1999;

Fryxell & Wang, 1994), (5) de marketing en communicatie (bv. Dowling, 1986), (6) de kwaliteit

van het management (bv. Dowling, 1986, Cramwinckel & Nelissen, 1999, Fryxell & Wang,

1994), en (7) de kwaliteit van de dienstverlening / het product (bv. Cramwinckel & Nelissen,

1999; Dowling, 1986; Grönroos, 1993; Fryxell & Wang, 1994).

In de literatuur wordt IMA beschreven als de algemene impressie van een onderneming door het

publiek (Barich & Kottler, 1991; Dichter, 1985; Finn, 1961; Kottler, 1982) welke enerzijds uit

een functionele en anderzijds een emotionele component bestaat (Kennedy, 1977) en waarbij de

emotionele component geassocieerd wordt met een breed spectrum van psychologische

dimensies welke gemanifesteerd worden door gevoelens en attitudes jegens de onderneming. In

het model van kwaliteitsbeleving (Grönroos, 1988) is de gepercipieerde kwaliteit een functie van

de verwachte kwaliteit (bepaald door marketing communicatie, imago, word-of-mouth

communicatie, en klantbehoefte) en de ervaren kwaliteit (bepaald door technische en functionele

Page 19: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

12

kwaliteit). Daaruitvolgend kunnen we afleiden dat IMA zal worden beïnvloed door PRIC.

Volgens Grönroos kan men bovendien IMA beschrijven als een filter welke de perceptie van de

performantie van het bedrijf beïnvloedt. Verder hebben Goldberg en Den Hartog (1990) de

effectiviteit van marketing communicatie onderzocht en aangetoond dat ondernemingen met een

positief gepercipieerd imago in een gunstigere positie verkeren om consumenten hun

reclameclaims te doen geloven. Superponerend, kan bijgevolg verondersteld worden dat IMA

van significante waarde is voor de process recovery intentie geloofwaardigheid waardoor we het

concept van IMA voor het eerst in deze context introduceren.

H11: IMA modereert het effect van PRIC op klantintenties – i.e. PTC, NWOM, PWOM, CL

H12: PRIC heeft een positief effect op IMAex-post manipulatie

Figuur 1 geeft een overzicht van de verschillende hypothetische effecten van PRIC op

klantintenties – i.e. CL, PWOM, NWOM en PTC.

Page 20: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

13

Figuur 1: Hypothetisch model

Page 21: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

14

3. Onderzoeksdesign en methodologie

In dit 2 x 3 between subjects factorial experiment design zijn IMA (IMAlow vs. IMAhigh) en PRIC

(no PRIC vs. one-to-one PRIC vs. one-to-many PRIC) de twee factoren. Het onderzoeksmodel

werd getest d.m.v. een gecontroleerd en gemanipuleerd scenario in een sector van pakket-,

express- en koeriersdiensten. Een complete beschrijving van ieder scenario is in appendix B

terug te vinden.

Deze methodologie werd gekozen om een aantal redenen. Ten eerste argumenteert Bitner (1990)

dat scenario‟s toelaten om moeilijke en kostbare manipulaties op een eenvoudige manier te

integreren alsook worden zo ethische overwegingen welke gepaard gaan met observaties

vermeden (Smith en Bolton, 1998). Ten tweede verhogen ze de interne validiteit door de

controle op de gemanipuleerde variabelen te verhogen (Bittner, 1990). Bovendien verminderen

gecontroleerde scenario‟s de bias welke wordt veroorzaakt door onnauwkeurige of valse

herinneringen bij respondenten (bv. geheugenfouten) (Smith et al, 1999). De sector van pakket-,

express- en koeriersdiensten werd gekozen om tweeërlei redenen. Ten eerste biedt deze setting

een vertrouwde context voor respondenten. Ten tweede toont eerder onderzoek aan dat de

marktstructuur, i.e. volkomen of onvolkomen concurrentie, waarbinnen een onderneming

opereert een effect heeft op de voice intentie van de consument (Singh en Wilkes 1996).

Gegeven de liberalisering van de postsector in 2011, biedt de sector van de postpakket

verzendbedrijven in casu een realistisch kader voor process recovery intentie communicatie.

Sample

Een steekproef van 220 respondenten werd verzameld door middel van multi design sampling en

aan de hand van Noelle‟s random walk algoritme (1963). De random walk methode werd

weerhouden daar deze methode een veel hogere response graad kent dan online survey research,

bijgevolg de betrouwbaarheid van de resultaten wordt verhoogd en het effect van non respons

bias geminimaliseerd. Tevens werd aan de deelnemers gevraagd de vragenlijst per post te

versturen. Een belangrijk voordeel is hierin te vinden, daar de kans groter is dat de antwoorden

de individuele opinie en attitude weerspiegelen en minder worden beïnvloed door “the heat of

the moment” (Tourangeau, Rips en Rasinski 2000).

Er werd ook bijzondere aandacht besteed aan random sampling overwegende de studie van

Johannes J. Bauer (2011) welke de noodzaak benadrukt om hieraan meer aandacht te besteden

daar resultaten sterk afhankelijk zijn van een correcte sampling en in academische milieus er

weinig discussie bestaat omtrent de route specificatie. Aldus werden onderstaande steden en

gemeenten (tabel 1) random geselecteerd op basis van het geschatte cumulatief aantal private

Page 22: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

15

huishoudens in het Vlaams Gewest met een cluster van 15 gemeenten/steden (bron: Statsbel;

aantal huishoudens per gemeente op tijdstip 01-01-2008). De startadressen van de random walk

werden telkens bepaald d.m.v. systematic sampling uit de stratenlijst. Een selectie interval van

vijf huishoudens werd tijdens de route weerhouden. In elk huishouden werd aan de hand van de

Troldahl-Carter-Bryant procedure één subject per huishouden bepaald. De subjects werden

gevraagd het scenario aandachtig door te nemen en zich in te leven alsof het scenario hen net

was overkomen.

Meetindicatoren

De vragenlijst is voornamelijk gebaseerd op bestaande meetindicatoren van relevante constructs

uit eerder onderzoek. Volgens de aanbevelingen van Churchill (1979) werden enkele items licht

aangepast en andere opgenomen volgens Cronbach‟s , item-to-total correlatie en explanatory

factor analyse (zie appendix A voor items en -coëfficiënten). Hierbij werd, superponerend op

Fishbein en Ajzen‟s model van attitude tot intentie en gerelateerd gedrag, aandacht besteed aan:

(a) een holistische directe meting van de attitude ten aanzien van klaaggedrag, (b) een holistische

meting van de gepercipieerde waarde van klaaggedrag en (c) een directe meting van de algemene

tevredenheid van de dienstverlening. Daarnaast werd tevens (d) de neiging om te klagen, (e) of

men de onderneming zou aanbevelen of afraden, (f) de loyaliteit t.o.v. de onderneming gemeten

zodoende de gerelateerde gedragintenties te onderzoeken. Ook persoonlijke factoren zoals (g) de

consumentenvervreemding t.o.v. de sector en (h) het bedrijfsimago van de onderneming werd

Tabel 1 : Multi Design Sampling – stap 1

Page 23: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

16

gemeten. Voor alle constructen werd een 7-punten Likert schaal gebruikt zoals aanbevolen door

Driolet en Morrison (2001) waarbij hogere scores een meer begunstigde attitude aanduiden.

Manipulatie: IMAlow vs IMAhigh

Deze studie vereist een pretest naar het gepercipieerd bedrijfsimago van beide ondernemingen

ten einde onderzoek te kunnen verrichten naar het modererend effect van IMA tussen PRIC en

klantintenties. In de beschrijving van beide ondernemingen werd maximaal rekening gehouden

met de bevindingen omtrent IMA en haar antecedenten. De beschrijving van beide

ondernemingen zijn tevens quasi gebaseerd op bestaande ondernemingen ten einde het

scenariorealisme te optimaliseren. De interne validiteit van de manipulatie van IMA is

gegarandeerd via een random sample van 91 respondenten waarbij het bedrijfsimago van de ene

onderneming als hoog (MIMA=4.55; SD=.52) en de andere als laag (MIMA= 3.91; SD=.69) werd

gepercipieerd[F(89)=4.772, p<.05)].

4. Resultaten

In deze studie werd gepeild in welke mate de respondenten zich goed konden inleven in het

scenario. In eerste instantie werden de vragenlijsten gescreend en respondenten welke een zeer

lage score (1-2 op een schaal van 7) aan dit item gaven, niet opgenomen. Hierdoor werden 17

van de 220 vragenlijsten (7%) verwijderd en bleven er 202 vragenlijsten bruikbaar voor analyse.

Van de 202 finale respondenten zijn 48 procent van het mannelijk geslacht en 52 procent van het

vrouwelijk. 21 procent van de respondenten hebben een leeftijd tussen 18 en 31 jaar en behoren

tot de Y generatie. 40 procent van de respondenten hebben een leeftijd tussen 31 en 50 jaar en

behoren tot generation X. De baby boomers vertegenwoordigen 25 procent van de totale sample

size. De silent generation of 65 plussers vertegenwoordigen 14 procent. 33 procent woont in

stedelijk gebied en 67 procent woont in gemeentelijk gebied waarvan 65 procent in Oost-

Vlaanderen en 36 procent in Limburg. Het gemiddeld aantal gezinsleden per huishouden

bedraagt 2.92 (M=2.92, SD=1.14). De beschrijvende statistiek van de sample is terug te vinden

in appendix C.

Page 24: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

17

Manipulatiecheck en scenariorealisme

Zoals werd verwacht, is de manipulatie van IMA succesvol. Het bedrijfsimago na manipulatie

(IMAex-post manipulatie) van de onderneming met het initieel laag imago bedraagt gemiddeld 4.68

(M=4.68, SD=.94) t.o.v. 5.20 (M=5.20, SD=.84) voor de onderneming met initieel hoog imago

en is significant verschillend [F(210)=4.195, p=.000].

Het scenariorealisme (SR) werd getest aan de hand van twee items welke de factor scenario

realisme ( SR=.827) bepalen (zie appendix A). Het scenariorealisme werd gemiddeld door de

verschillende respondenten als enigszins akkoord tot akkoord bestempeld (MSR=5.58, SD=1.01).

Onderzoeksresultaten

De hypotheses H1, H6 tot H9 en H11 welke betrekking hebben op de hoofdeffecten van IMA en

PRIC alsook het interactie-effect op de verschillende focal dependents – i.e. OCA, CL, WOM en

PTC, werden getest met behulp van MANOVA en een serie ANOVA‟s met IMA en PRIC als

fixed factors. Hieruit is af te leiden dat het effect van IMA significant is [Wilk's λ=.924,

F(3)=4.123, p=.001, partial η2= .144]. PRIC kent verder geen significant effect [Wilk's λ=.922,

F(12)=1.013 p=.436, partial η2= .04], alsook is er geen significant interactie-effect van

PRICxIMA [Wilk's λ=.867, F(12)=1.813, p>.05, partial η2= .04]. Uit tabel 2 is af te leiden dat

het significant effect van IMA voornamelijk blijkt uit het significant effect van: (a) IMA op CL

[F(1)=9.138, p=.003, partial η2= .057], (b) van IMA op PTC [F(1)=10.420, p=.002, partial η

2=

.064], (c) van IMA op PWOM [F(1)=8.429, p=.004, partial η2= .052] en (d) van IMA op OCS

[F(1)=6.174, p=.039, partial η2= .039]. Niettegenstaande de eerdere vaststelling dat PRIC geen

multivariaat hoofdeffect kent, valt op te merken dat PRIC een significant hoofdeffect heeft op

OCS [F(1)=3.129, p=.044, partial η2= .04], waarbij enkel een significant positief verschil tussen

one-to-one PRIC en NO PRIC wordt vastgesteld (tabel 3). Hypothese H1 welke stelt dat one-to-

one PRIC een hoger effect heeft dan one-to-many PRIC wordt dus partieel bevestigd.

Anderzijds worden hypothesen H6, H7, H8, H9 en H11 verworpen.

Page 25: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

18

Tabel 2 . F-waarden van hoofd en interactie-effecten van IMA en PRIC op focal dependents OCS, CL, WOM en

PTC

Tabel 3 . Gemiddelden van focal dependents OCS, CL, WOM en PTC per cel onderverdeeld per type PRIC

management

Tabel 4 . Gemiddelden van focal dependents OCS, CL, WOM en PTC per cel onderverdeeld per type IMA

Hypothese H2 tot H5 welke betrekking hebben op de hoofdeffecten van IMA en PRIC alsook het

interactie-effect op PTC, VAL en ATT werden getest met behulp van een MANCOVA met OCS

als covariaat, en PRIC en IMA als fixed factors. Hieruit blijkt dat PRIC geen significant effect

heeft op ATT, noch VAL of PTC [Wilk's λ=.960, F(6)=1.030, p=.406, partial η2= .020]. Hieruit

volgt dat hypotheses H2 en H4 worden verworpen. Alsook wordt hypothese H3 welke stelt dat het

effect van PRIC op ATT hoger zal zijn bij ondernemingen met een hoger bedrijfsimago

verworpen. Daar PRIC geen significant effect heeft op PTC, wordt bovendien hypothese H5

verworpen. Hypothese H5 stelde dat ATT de relatie tussen PRIC en PTC medieert.

IMA heeft wel een significant hoofdeffect [Wilk's λ=.924, F(3)=4.123, p=.008, partial η2= .076].

Page 26: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

19

Dit significant effect is te verklaren door het significant effect van (a) IMA op VAL [F(1)=4.140,

p=.044, partial η2= .026], en (b) IMA op PTC [F(1)=10.642, p=.001, partial η

2= .065] (zie tabel 5

en 6).

Tabel 5 . F-waarden van hoofd en interactie-effecten van IMA en PRIC op focal dependents ATT, VAL en PTC

Tabel 6 . Gemiddelden van focal dependents ATT, VAL en PTC per cel onderverdeeld per type IMA

Hypothese H10 welke betrekking heeft op het modererend effect van ALN op de relatie tussen

PRIC en de verschillende klantintenties – i.e. CL, WOM en PTC, werd getest met behulp van

MANCOVA met OCS als covariaat, en met ALN en PRIC als fixed factors. De mediaan van

ALN werd genomen als cut off, waarbij de waarden lager dan de mediaan gelegen als low ALN

werden gecategoriseerd en als high ALN voor de waarden hoger dan de mediaan. Hierbij werd

een significant effect van ALN [Wilk's λ=.927, F(4)=2.833, p=.027, partial η2= .073] en een

significant interactie-effect van ALNxPRIC [Wilk's λ=.891, F(8)=2.131, p=.033, partial η2=

.056] vastgesteld. PRIC heeft geen significant hoofdeffect [Wilk's λ=.985, F(8)=.237, p=.974,

partial η2= .008] waardoor hypothese H10 wordt verworpen. Tabel 7 biedt een overzicht van de

individuele ANOVA‟s. Discriminant analysis toont verder aan dat er één significante

onderliggende dimensie [Chi square=.933, F(4)=13.636, p=.009] bestaat welke 100% van de

variantie verklaart en waarbij PWOM de hoogste bijdrage levert. Klanten bij een onderneming

met een laag imago welke enigszins tevreden zijn met de dienstverlening en een lage graad van

vervreemding t.o.v. de sector hebben, kennen verder een significant hogere gemiddelde graad

van negatieve word-of-mouth wanneer zij werden geconfronteerd met one-to-one process

Page 27: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

20

recovery intentie communicatie [Wilk's λ=.723, F(8)=3.123, p=.003, partial η2= .150] (figuur 2).

Tabel 7 . F-waarden van hoofd en interactie-effecten van IMA en PRIC op focal dependents CL, WOM en PTC

Figuur 2 . Gemiddelden van NWOM per type ALN en PRIC type voor IMA low

Hypothese H12 welke stelt dat PRIC een effect heeft op IMA ex-post manipulatie werd getest met

behulp van ANOVA met PRIC en IMA als fixed factors. Hierbij werd een significant effect

vastgesteld van PRIC [F(2)=6.646, p=.002, partial η2= .075] en IMA [F(1)=15.103, p=.000,

partial η2= .085]. Hypothese H12 wordt bijgevolg bevestigd. Bijkomend kan opgemerkt worden

dat het significant effect van PRIC wordt verklaard door een significant positief verschil (.667)

tussen 1-2-1 PRIC en NO PRIC in de groep IMA low [F(2)=4.046, p=.021, partial η2= .087].

Hypothese H12 wordt bijgevolg partieel bevestigd voor de groep IMA low.

Page 28: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

21

Tabel 8 . F-waarden van hoofd en interactie-effecten van IMA en PRIC op IMA ex-post manipulatie

5. Discussie

Algemene conclusie

Deze studie werpt een licht op het effect van process recovery intentie communicatie op

klantintenties. De bevindingen, welke zijn samengevat in tabel 9, draagt op ten minste drie

manieren bij tot de literatuur van service marketing en service management. Ten eerste focust

voorgaand innovatief academisch onderzoek naar process recovery management zich

voornamelijk op process recovery communicatie – i.e. het aan de klant kenbaar maken van

process recoveries, waarbij dit onderzoek het topic vanuit een verschillende, geheel pro actieve

invalshoek benadert. Dit onderzoek richt zich voor het eerst op de strategische marketing

component van process improvement waarbij het effect van een procesverbeteringsstrategie op

klantintenties wordt nagegaan. Ten tweede, is voor het eerst propensity to complaining in deze

onderzoekslijn geïntroduceerd, waarbij het effect van process recovery intentie communicatie op

propensity to complaining werd onderzocht. Ten laatste zijn customer alienation en corporate

image in het model opgenomen en potentieel modererende effecten in de relatie tussen process

recovery intentie communicatie en klantintenties onderzocht.

In het algemeen kunnen we uit de resultaten besluiten dat eerder het bedrijfsimago dan process

recovery intentie communicatie de klantintenties substantieel beïnvloedt. Zo heeft het

bedrijfsimago een significant effect op customer loyalty intention en positieve word-of-mouth

intentie. De waarschijnlijkheid van customer feedback wordt ook uitsluitend bepaald door het

imago van de onderneming. Dit is mede te verklaren door de door de klant gepercipieerde

waarde van customer feedback welke significant hoger is bij ondernemingen met een hoog

Page 29: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

22

bedrijfsimago. Het bedrijfsimago kan bijgevolg omschreven worden als een filter welke de

performantie van de onderneming bepaalt, in casu haar process improvement capabiliteit. Een

stelling welke eerder door Grönroos (1988) alsook Goldberg en Den Hartog (1990) werd

geponeerd in service quality management als reclame advertising en in deze context wordt

bekrachtigd.

Niettegenstaande geen direct effect van process recovery intentie communicatie op klantintenties

is gevonden, toont het onderzoek aan dat klantintenties door process recovery intentie

communicatie indirect kunnen worden beïnvloed daar process recovery intentie communicatie

onafhankelijk van het imago van de onderneming een direct effect heeft op de algemene

klanttevredenheid. In overeenstemming met onderzoek van Brüggen, Foubert en Gremler (2011)

naar servicescape en het effect van store remodeling op klantintenties op korte en lange termijn,

kan in deze context ook tijd een effect hebben in process recovery intentie communicatie. Indien

de klantverwachtingen betreffende process recovery management al dan niet beantwoord worden

in de daaropvolgende transacties, een significant effect bekomen kan worden op customer

loyalty intention en positieve word-of-mouth intentie. Keeping promises vormt bijgevolg eerder

dan making promises de key success factor om de klantintenties substantieel te beïnvloeden. Het

is ook aanbevelingswaardig te vermelden dat het effect welke process recovery intentie

communicatie heeft op de algemene klanttevredenheid enkel significant verschilt indien de

communicatie via one-to-one marketing geschiedt. Dientengevolge kan men concluderen dat de

affectieve component in process recovery intentie communicatie van betekenis is. Hiermee

wordt de stelling van De Wulf et al. (2001) bevestigd welke stelt dat klanten een

interpersoonlijke benadering prefereren. Een uitspraak welke weliswaar enigszins tegengesteld is

met de bevindingen van Van Vaerenbergh et al. (2009) aangaande het verschil in effectiviteit

tussen one-to-one en one-to-many communicatie in process recovery communicatie.

Middels het generaliserend effect van persoonlijke factoren en het imago van de onderneming in

de individuele besluitvorming tot de aankoop van een dienst, is tot onze kennis customer

alienation en corporate image voor het eerst in service management en soliciting feedback

geïntegreerd. De vervreemding van de klant t.o.v. de sector blijkt een doorslaggevende factor en

bepaalt mede het effect van process recovery intentie communicatie op klantintenties. Klanten

bij een onderneming met een laag imago welke enigszins tevreden zijn met de dienstverlening en

een lage graad van vervreemding t.o.v. de sector hebben, kennen een significant hogere

gemiddelde graad van negatieve word-of-mouth wanneer zij werden geconfronteerd met one-to-

one process recovery intentie communicatie.

Ten laatste is vastgesteld dat process recovery intentie communicatie een significant positief

Page 30: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

23

effect heeft op het bedrijfsimago. Een onderneming met een initieel laag bedrijfsimago welke

een one-to-one process recovery intentie communicatie lanceert zal haar bedrijfsimago

significant verhogen. Een onderneming met een initieel hoog bedrijfsimago wordt echter

geconfronteerd met een ceiling effect van process recovery intentie communicatie op haar

bedrijfsimago.

Tabel 9 . Samenvatting van de algemene conclusies

Managerial implications

Deze studie heeft één boodschap voor managers van ondernemingen met een hoog als laag

bedrijfsimago: “If you can walk the walk, than you may talk the talk!” Managers van een

onderneming met een lager bedrijfsimago dan het sectorgemiddelde kunnen op korte termijn met

process recovery intentie communicatie het imago van de onderneming verhogen alsook de

algemene klanttevredenheid. Indien de onderneming haar belofte kan waarmaken zal op langere

termijn cognitieve consistentie tevens tot een significant verhoogde customer loyalty en

positieve word-of-mouth leiden. Echter, de capabiliteit om process recovery waar te maken, zal

in grote mate afhangen van het middle-management en non-management in hoeverre zij de

strategie ondersteunen (Litterer, Miyamoto, Verge en Voyer, 1985; Wooldridge en Floyd, 1990).

Managers van een onderneming met een initieel hoger bedrijfsimago dan het sectorgemiddelde

putten reeds voordeel uit het bedrijfsimago. Onafhankelijk van een process recovery intentie

communicatie zijn hun klanten geneigd te klagen wanneer ze denken dat dit gerechtigd is. In een

dynamische en competitieve dienstensector is het echter primordiaal om blijvend te investeren in

Page 31: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

24

de relatie met de klant. Het is algemeen aanvaard dat het verwerven van een nieuwe klant tot

verschillende malen duurder is dan de kost om een klant te behouden (Rasmusson, 1999; Colgate

en Danaher, 2000). Managers van een onderneming met een hoog bedrijfsimago mogen dan een

ceiling effect van process recovery intentie communicatie op het bedrijfsimago ondervinden; de

algemene klanttevredenheid wordt wel substantieel beïnvloed.

In tweede instantie, dienen managers in hun communicatieplan de process recovery intentie via

one-to-one communicatie te communiceren. Indien de communicatie enkel via

massacommunicatie verloopt, zullen er geen significante effecten op de klantintenties noch het

bedrijfsimago zijn. Evenwel dient rekening gehouden te worden met bias wanneer customer

intentions als proxy voor real behavior gebruikt worden. Dit effect wordt tevens hoger geacht

voor de mediaan waardoor dit tot minder accurate informatie voor marketing decision making

zal leiden (Coussement, Benoit en Van den Poel, 2010).

Beperkingen van het onderzoek

Hoewel de resultaten van het onderzoek robuust zijn, moet men rekening houden dat het aantal

respondenten per conditie enigszins beperkt is. Een grotere pool per conditie zou de

betrouwbaarheid van de resultaten ten goede komen en/of verdere significante effecten op

klantintenties aan het licht kunnen brengen. Een longitudinaal onderzoek is ook noodwendig om

het positief effect van process recovery intentie communicatie op het bedrijfsimago voor

ondernemingen met een initieel laag imago en de potente effecten op klantintenties te valideren.

Het onderzoek werd ook enkel uitgevoerd binnen het Vlaams Gewest in België. Ten laatste werd

dit onderzoek in één specifieke sector verricht en betreft het een experimenteel design zonder

field study.

Aanbevelingen voor verder onderzoek

In het onderzoek naar process recovery management werd ontdekt dat de literatuur in het domein

van process recovery communicatie enigszins beperkt is ondanks in de praktijk zowel

unsoliciting als soliciting feedback zeer actueel is. Gekoppeld aan het unieke uitgangspunt van

process recovery intentie communicatie zijn de aanbevelingen voor toekomstig onderzoek dan

ook legio. Met name zou dieper kunnen worden gefocust of de marktstructuur (e.g. volkomen of

onvolkomen concurrentie) waarbinnen een onderneming opereert een effect heeft op voice

intention. Tevens zou men een transversaal onderzoek in verschillende sectoren kunnen voeren.

Alsook zou men cross-sectioneel onderzoek kunnen verrichten en thans potentieel modererende

effecten van intergenerationele, interculturele en landelijke kenmerken nagaan.

Page 32: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

V

Bibliografie

- Aaron J. Spector B(1961) Basic Dimensions of the Corporate Image, The Journal of Marketing,

Vol. 25, No. 6, pp. 47-51

- Anderson, E.W., Sullivan, M.W., (1993), “The antecedents and consequences of customer

satisfaction for firms”, Marketing Science Iss. 12, pp. 125-143.

- Andersson, L.M. (1996), “Employee cynicism: an examination using a contract violation

framework”, Human Relations, Vol. 49 No. 11, pp. 395-418.

- Andreassen, T.W., Lindestad, B., (1998). The effect of corporate image in the formation of

customer loyalty. Journal of Service Research 1 (1), pp. 82-92.

- Bailey, A.A. (2004), “Thiscompanysucks.com: the use of the internet in negative consumer-to-

consumer articulations”, Journal of Marketing Communications, Vol. 10 No. 3, pp. 169-82.

- Barich, H., Kotler, P., (1991), A framework for marketing image management. Sloan

Management Review 32(2), pp. 94-104.

- Bearden, W.O. and Mason, J.B. (1984), “An investigation of influences on consumer complaint

reports”, in Kinnear, T.C. (Ed.), Advances in Consumer Research, Vol. 11, Association for

Consumer Research, Provo, UT, pp. 490-5.

- Berry, L.L. (1983), “Relationship marketing”, in Berry, L.L., Shostack, G.L. and Upah, G.D.

(Eds), Emerging Perspectives of Services Marketing, American Marketing Association, Chicago,

IL.

- Ben-Sira, Z. (1976), “The function of the professional‟s affective behavior in client satisfaction: a

revised approach to social interaction theory”, Journal of Health and Social Behavior, Vol. 17, pp.

3-11.

- Ben-Zira, Z. (1980), “Affective and instrumental components in the physician-patient

relationship: an additional dimension of interaction theory”, Journal of Health and Social

Behavior, Vol. 21, pp. 170-80.

- Bitner M.J., (1990), Evaluating Service Encounters: The Effects of Physical Surroundings and

Employee Responses, The Journal of Marketing, Vol. 54, No. 2, pp. 69-82

- Bitner, M.J. (1992), “Service escapes: the impact of physical surroundings on customers and

employees”, Journal of Marketing, Vol. 56, pp. 57-71.

- Blodgett, J.G., Wakefield, K.L. and Barnes, J.H. (1995), “The effects of customer service on

consumer complaining behavior”, Journal of Services Marketing, Vol. 9 No. 6, pp. 31-42.

- Bodey, K. and Grace, D. (2007), “Contrasting „complainers‟ with „non-complainers‟ on attitude

toward complaining, propensity to complain, and key personality characteristics: a nomological

look”, Psychology & Marketing, Vol. 24 No. 7, pp. 579-94.

- Brady, M.K. and Cronin, J.J. Jr (2001), “Some new thoughts on conceptualizing perceived

service quality: a hierarchical approach”, Journal of Marketing, Vol. 65, pp. 34-49.

- Brown, T.J., Churchill, G.A. and Peter, J.P. (1993), “Research note: improving the measurement

of service quality”, Journal of Retailing, Vol. 69 No. 1, pp. 126-39

- Brüggen, Foubert, and Gremler (2011). Extreme Makeover: Short- and Long-Term Effects of a

Remodeled Servicescape. Journal of Marketing: Vol. 75, No. 5, pp. 71-87.

- Calonius, Hennk (1988), “A bying Process Model.” In innovative marketing – a European

Perspective. European Marketing Academy, University of Bradford, England, pp 86-103

- Claes Fornell and Birger Wernerfelt Source: Journal of Marketing Research, Vol. 24, No. 4

(Nov., 1987), pp. 337-346

- Celso Augusto de Matos and Carlos Alberto Vargas Rossi (2008) Word-of-mouth

communications in marketing: a meta-analytic review of the antecedents and moderators Journal

of the Academy of Marketing Science, Vol. 36, Iss. 4., pp. 578-596.

- Celso Augusto de Matos, Carlos Alberto Vargas Rossi, Ricardo Teixeira Veiga, Valter Afonso

Vieira, (2009), "Consumer reaction to service failure and recovery: the moderating role of

attitude toward complaining", Journal of Services Marketing, Vol. 23 Iss: 7, pp.462 - 475

- Chulmin Kim, Sounghie Kim, Subin Im, Changhoon Shin, (2003) "The effect of attitude and

perception on consumer complaint intentions", Journal of Consumer Marketing, Vol. 20 Iss: 4,

pp.352 – 371

Page 33: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

VI

- Colgate, M. and Danaher, P. (2000) “Implementing a customer relationship strategy: The

asymmetric impact of poor versus excellent execution”, Journal of the Academy of Marketing

Science, 28(3): 375–387.

- Coussement, K., Benoit D.F. and Van den Poel D. (2010) “Improved marketing decision making

in a customer churn prediction context using generalized additive models”, Expert Systems with

Applications, Vol 37(3):2132-2143

- Coviello, N.E., Brodie, R.J. and Munro, H.J. (2000), “An investigation of marketing practice by

firm size”, Journal of Business Venturing, Vol. 15 Nos 5/6, pp. 523-45.

- Czepiel, J.A. (1990), “Service encounters and service relationships: implications for research”,

Journal of Business Research, Vol. 20 No. 1, pp. 13-21.

- Dabholkar, P., Thorpe, D.I. and Rentz, J.O. (1996), “A measure of service quality for retail

stores: scale development and validation”, Journal of the Academy of Marketing Science, Vol. 24

No. 1, pp. 2-16.

- Dean, J.W. Jr., Brandes, P. and Dharwadkar, R. (1998), “Organizational cynicism”, Academy of

Management Review, Vol. 23 No. 2, pp. 341-52.

- DeWitt, T. and Brady, M.K. (2003), “Rethinking service recovery strategies”, Journal of Service

Research, Vol. 6 No. 2, pp. 193-207.

- Dichter, E., (1985), “What's in an image?”, Journal of Consumer Marketing 2(1), 75-81.

- De Pelsmacker, P.; Geuens, M. & Van den Bergh, J. (2007), “Marketing Communications: A

European Perspective”, Third Edition, Financial Times/ Prentice Hall, London

- , L. and Maute, M.F. (1996), “The antecedents of brand switching, brand loyalty and verbal

responses to service failure”, in Swartz, T., Bowen, D.E. and Brown, S.W. (Eds), Advances in

Service Marketing and Management,Vol. 5, Jai Press, Greenwich, CT.

- Elizabeth H. Creyer, (1997) "The influence of firm behavior on purchase intention: do consumers

really care about business ethics?", Journal of Consumer Marketing, Vol. 14 Iss: 6, pp.421 – 432

- Feinberg, R.A., Widdows, R., Hirsch-Wyncott, M. and Trappey, C. (1990), “Myth and reality in

customer service: good and bad service sometimes leads to repurchase”, Journal of Consumer

Satisfaction, Dissatisfaction and Complaining Behavior, Vol. 3, pp. 112-4.

- Finn, D., (1961), “The price of corporate vanity”, Harvard Business Review 39, 135-143.

- Fombrun, Charles J., 1996. Reputation Harvard Business School Press, Boston, MA

- Fombrun C. and Shanley M., 1990, What's in a Name? Reputation Building and Corporate

Strategy, The Academy of Management Journal, Vol. 33, No. 2, pp. 233-258

- Fishbein, Martin and Ajzen, Icek, 1975. Belief, Attitude, Intention and Behavior: An Introduction

to Theory and Research Addison-Wesley, Reading, MA.

- Gagliano K.B., Hathcote J., (1994) "Customer Expectations and Perceptions of Service Quality in

Retail Apparel Specialty Stores", Journal of Services Marketing, Vol. 8 Iss: 1, pp.60 – 69

- George S. Low and Jakki J. Mohr (2001) “Factors Affecting the Use of Information in the

Evaluation of Marketing Communications Productivity” Journal of the Academy of Marketing

Science [0092-0703] Low yr:2001 vol:29 iss:1 pg:70

- Gerbing, D. and Anderson, J. (1988), “An updated paradigm for scale development incorporating

unidimensionality and its assessment”, Journal of Marketing research, Vol. 25, pp. 186-92.

- Gi-Du Kang, Jeffrey James, (2004) "Service quality dimensions: an examination of Grönroos‟s

service quality model", Managing Service Quality, Vol. 14 Iss: 4, pp.266 – 277

- Goldberg M.E. and Hartwick J. (1990) The Effects of Advertiser Reputation and Extremity of

Advertising Claim on Advertising Effectiveness, The Journal of Consumer Research, Vol. 17,

No. 2, pp. 172-179

- Grönroos, C. (1982), Strategic Management and Marketing in Service Sector, Marketing Science

Institute, Cambridge, MA.

- Grönroos, C. (1990), Service Management and Marketing, Lexington Books, Lexington, MA.

- Grönroos, C. (2001), “The perceived service quality concept – a mistake”, Managing Service

Quality, Vol. 11 No. 3, pp. 150-2.

- Grönroos C., (2004) "The relationship marketing process: communication, interaction, dialogue,

value", Journal of Business & Industrial Marketing, Vol. 19 Iss: 2, pp.99 – 113

Page 34: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

VII

- Halstead, D. and Page, T.J. (1992), “The effects of satisfaction and complaining behavior on

consumer repurchase intentions”, Journal of Customer Satisfaction, Dissatisfaction and

Complaining Behavior, Vol. 5, pp. 1-11.

- Håvard Hansen, Bendik M. Samuelsen, Pål R. Silseth (2008) “Customer perceived value in B-t-B

service relationships: Investigating the importance of corporate reputation”, Industrial Marketing

Management, Volume 37, Issue 2, April 2008, Pages 206-217

- Homburg, Christian, Nicole Koschate, and Wayne D. Hoyer (2006), “The Role of Cognition and

Affect in the Formation of Customer Satisfaction- A Dynamic Perspective,” Journal of

Marketing, 70 (3), 21- 31.

- Joep Cornelissen, (2000) "Corporate image: an audience centred model", Corporate

Communications: An International Journal, Vol. 5 Iss: 2, pp.119 – 125

- Johnston, R., Michel S., (2008) "Three outcomes of service recovery: Customer recovery, process

recovery and employee recovery", International Journal of Operations & Production

Management, Vol. 28 Iss: 1, pp.79 – 99

- Kau, A. and Loh, E.W. (2006), “The effects of service recovery on consumer satisfaction: a

comparison between complainants and non-complainants”, Journal of Services Marketing, Vol.

20 No. 2, pp. 101-11.

- Kennedy, S.H., (1977), “Nurturing corporate image”, European Journal of Marketing 11 (3), pp.

120-164.Kotler, P., 1982. Marketing for Nonprofit Organization, 2nd Edition. Prentice-Hall,

Englewood Cli!s, NJ.

- Keith Macky, Dianne Gardner, Stewart Forsyth, (2008) "Generational differences at work:

introduction and overview", Journal of Managerial Psychology, Vol. 23 Iss: 8, pp.857 - 861

- Kim, C., Kim, S., Im, S. and Shin, C. (2003), “The effect of attitude and perception on consumer

complaint intentions”, Journal of Consumer Marketing, Vol. 20 No. 4, pp. 352-71.

- Kotler, Philip and Armstrong, Gary, 1996. Principles of Marketing (7 ed.), Prentice Hall,

Englewood Cliffs, NJ

- La Porta, R., Lopez-de-Silanes, F., Shleifer, A., Vishny, R.W., 1998. Law and finance. Journal of

Political Economy 106, 1113–1155

- La Porta, R., Lopez-de-Silanes, F., Shleifer, A., Vishny, R.W., 1999. The quality of government.

Journal of Law, Economics, and Organization 15, 222–279

- La Porta, R., Lopez-de-Silanes, F., Shleifer, A., Vishny, R.W., 2000. Investor protection and

corporate governance. Journal of Financial Economics 58, 3–27.

- Litterer, J.A., L. Miyamoto, H. Verge en J. Voyer, „Strategic product implementation‟. Paper

presented at the fifth Annual Strategic Society Conference, 1985, Barcelona, Spain

- Mahesh S. Bhandari, Yelena Tsarenko, Michael Jay Polonsky, (2007) "A proposed multi-

dimensional approach to evaluating service recovery", Journal of Services Marketing, Vol. 21 Iss:

3, pp.174 – 185

- Mattila Anna S., (2004) "The impact of service failures on customer loyalty: The moderating role

of affective commitment", International Journal of Service Industry Management, Vol. 15 Iss: 2,

pp.134 – 149

- Mattila, A.S. (2001), “The impact of relationship type on customer loyalty in context of service

failure”, Journal of Service Research, Vol. 4 No. 2, pp. 91-101.

- Maxham, J.G. III (2001), “Service recovery‟s influence on consumer satisfaction, word-of-

mouth, and purchase intentions”, Journal of Business Research, Vol. 54, pp. 11-24.

- Mittal, Pankaj Kumar, and Michael Tsiros (1999), “Attribute- Level Performance, Satisfaction,

and Behavioral Intentions over Time: A Consumption-System Approach,” Journal of Marketing,

63 (April), 88–101.

- Neeru Sharma, Paul G. Patterson, (1999) "The impact of communication effectiveness and

service quality on relationship commitment in consumer, professional services", Journal of

Services Marketing, Vol. 13 Iss: 2, pp.151 - 170

- Nguyen, 2001, Corporate image and corporate reputation in customers' retention decisions in

services, Journal of retailing and consumer services, vol:8, iss:4, pg:22

- Oliver, R.L. (1993), “A conceptual model of service quality and service satisfaction: compatible

goals, different concepts”, in Swartz, T.A., Bowen, D.E. and Brown, S.W. (Eds), Advances in

Service Marketing and Management: Research and Practice, JAI Press, Greenwich, CT, pp. 65-

Page 35: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

VIII

85.

- Parasuraman, A., Zeithaml, V.A. and Berry, L.L. (1985), “A conceptual model of service quality

and its implications for future research”, Journal of Marketing, Vol. 49, pp. 41-50.

- Parasuraman, A., Zeithaml, V.A. and Berry, L.L. (1988), “SERVQUAL: a multiple item scale for

measuring customer perceptions of service quality”, Journal of Retailing, Vol. 64, pp. 12-40.

- Parasuraan, A., Zeithaml, V.A. and Berry, L.L. (1991), “Understanding customer expectations of

service”. Sloan Magamement Review (Spring), 39-48

- Rasmusson, E. (1999) Complaints can build relationships. Sales and Marketing Management

151(9): 89–90.

- Richins, M.L. (1982), “An investigation of consumers‟ attitudes toward complaining”, in

Mitchell, A. (Ed.), Advances in Consumer Research, Vol. 9, Association for Consumer Research,

Provo, UT, pp. 502-6.

- Richins, M.L. (1987), “A multivariate analysis of responses to dissatisfaction”, Journal of the

Academy of Marketing Science, Vol. 15 No. 3, pp. 24-31.

- Robert East, Kathy Hammond, Wendy Lomax (2008) Measuring the impact of positive and

negative word of mouth on brand purchase probability, International Journal of Research in

Marketing, Volume 25, Iss. 3, Pages 215-224

- Rust, R.T. and Oliver, R.L. (1994), “Service quality: insights and managerial implications from

the frontier”, in Rust, R.T. and Oliver, R.L. (Eds), Service Quality: New Directions in Theory and

Practice, Sage Publications, Thousand Oaks, CA, pp. 1-19.

- Singh, J. and Sirdeshmukh, D. (2000), “Agency and trust mechanisms in consumer satisfaction

and loyalty judgments”, Journal of the Academy of Marketing Sciences, Vol. 28 No. 1, pp. 150-

67.

- Slotegraaf, Rebecca J. and J. Jeffrey Inman (2004), “Longitudinal Shifts in the Drivers of

Satisfaction with Product Quality: The Role of Attribute Resolvability,” Journal of Marketing

Research, 41 (August), 269–80.

- Smith, A., Bolton, R. and Wagner, J. (1999), “A model of customer satisfaction with service

encounters involving failure and recovery”, Journal of Marketing Research, Vol. 36 No. 3, pp.

356-72.

- Stanley, D.J., Meyer, J.P. and Topolnytsky, L. (2005), “Employee cynicism and resistance to

organizational change”, Journal of Business and Psychology, Vol. 19 No. 4, pp. 429-59.

- Swanson, S.R. and Kelley, S.W. (2001), “Service recovery attributions and word-of-mouth

intentions”, European Journal of Marketing, Vol. 35 Nos 1/2.

- Tax, S.S. and Brown, S.W. (1998), “Recovering and learning from service failure”, Sloan

Management Review, Vol. 40 No. 1, pp. 75-89.

- Van Vaerenbergh Y., Larivière B. and Vermeir I. (2009), “Assessing the additional impact of

process recovery communications on customer outcomes: a comprehensive service recovery

approach,” Working Papers of Faculty of Economics and Business Administration, Ghent

University, Belgium 09/583, Ghent University, Faculty of Economics and Business

Administration.

- Voorhees, C.M. and Brady, M.K. (2005), “A service perspective on the drivers of complaint

intentions”, Journal of Service Research, Vol. 8 No. 2, pp. 192-204.

- Wooldridge B., Floyd S.W. (1990), “The strategy process, middle management involvement, and

organizational performance”, Strategic Management Journal, Vol. 11, No. 3, pp. 231-241

- Wirtz, J., Tambyah S., and Mattila Anna S., (2010) "Organizational learning from customer

feedback received by service employees: A social capital perspective", Journal of Service

Management, Vol. 21 Iss: 3, pp.363 – 387

- Zeithaml, V.A. (1988), “Consumer perceptions of price, quality, and value: a means-end model and

synthesis of evidence”, Journal of Marketing, Vol. 52, pp. 2-22.

- Zeithaml, V.A. et al. (1988), “Communication and control processes in the delivery of service

quality”, Journal of Marketing, April.

- Zeithaml, V.A., Berry, L.L. and Parasuraman, A. (1993), “The nature and determinants of customer

expectations of service”, Journal of the Academy of Marketing Science, Vol. 21 No. 1, pp. 1-12.

- Zeithaml, V.A., Berry, L.L. and Parasuraman, A. (1996), “The behavioral consequences of service

quality'', Journal of Marketing, Vol. 60, April, pp. 31-46.

Page 36: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

IX

- Zeithaml, V.A., Parasuraman, A. and Berry, L.L. (1990), “Delivering Quality Service: Balancing

Customer Perceptions and Expectations”, The Free Press, New York, NY.

- Zeithaml, V.A. and Bitner, MJ. (2003), “Services Marketing: Integrating Customer Focus Across

the Firm”, Boston, EUA : McGraw-Hill

Page 37: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

X

Appendix A. Onderzoeksitems

Page 38: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

XI

Page 39: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

XII

Page 40: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

XIII

Appendix B. Scenario’s Scenario 1 – conditie NO_PRIC / LOW IMAGE

Onderneming XYZ is een publieke onderneming in de sector van nationale en internationale

pakketzendingen welke geruime tijd een monopolie positie kende. Deze sector biedt een brede waaier van

diensten om uw documenten en pakketten tot 1000kg te vervoeren van A naar B. Met de liberalisering

van de sector in zicht heeft het management reeds enkele inspanningen geleverd ten einde de slagkrachten

de winstgevendheid van de onderneming te verhogen. De reeds uitgevoerde reorganisaties zorgden echter

voor onrust bij het personeel. Zij hebben daarom afgelopen periode enkele keren gestaakt. De CEO van

onderneming XYZ verwacht dat de onderneming op middellange termijn een marktaandeel van 25% zal

verliezen.

Scenario 2 – conditie NO_PRIC / HIGH IMAGE

Onderneming XYZ is een beursgenoteerde, miljarden onderneming welke geruime tijd actief is en

marktleider in de sector van nationale en internationale pakketzendingen. Deze sector biedt een brede

waaier van diensten om uw documenten en pakketten tot 1000kg te vervoeren van A naar B. De

onderneming werd opgericht in 1905 en is momenteel een wereldwijd opererend bedrijf welke

toonaangevend is in zijn sector en die klanttevredenheid als efficiëntie weet te koppelen aan een snelle en

betrouwbare levering. De CEO gaat er prat op dat de onderneming slanker en beter gepositioneerd uit de

zwaarste recessie van de afgelopen decennia gekomen is. De beursanalisten verhoogden onlangs de rating

van het aandeel van de onderneming en gaven een gemiddeld koop advies.

Scenario 3 – conditie ONE-2-ONE / LOW IMAGE

Onderneming XYZ is een publieke onderneming in de sector van nationale en internationale

pakketzendingen welke geruime tijd een monopolie positie kende. Deze sector biedt een brede waaier van

diensten om uw documenten en pakketten tot 1000kg te vervoeren van A naar B. Met de liberalisering

van de sector in zicht heeft het management reeds enkele inspanningen geleverd ten einde de slagkrachten

de winstgevendheid van de onderneming te verhogen. De reeds uitgevoerde reorganisaties zorgden echter

voor onrust bij het personeel. Zij hebben daarom afgelopen periode enkele keren gestaakt. De CEO van

onderneming XYZ verwacht dat de onderneming op middellange termijn een marktaandeel van 25% zal

verliezen.

Je merkt op dat de onderneming bij monde van haar CEO via direct mailing (via een persoonlijke brief

/email) op de hoogte brengt dat zij in grote mate belang hecht aan uw mening. Hij zou het naar waarde

weten te appreciëren mocht u, indien u ontevreden bent over de dienstverlening of een suggestie heeft, dat

u dit aan de onderneming kenbaar maakt. Daarvoor worden de nodige mogelijkheden gecreëerd om op

een efficiënte manier uw klacht(en) te behandelen en op te lossen. Dit alles ten einde de dienstverlening

Page 41: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

XIV

beter en continue op de noden van de klant af te stemmen.“Een klacht is immers een geschenk welke de

slagkracht van de onderneming en de kwaliteit van de dienstverlening ten goede komt”, dixit de CEO.

Scenario 4 – conditie ONE-2-ONE / HIGH IMAGE

Onderneming XYZ is een beursgenoteerde, miljarden onderneming welke geruime tijd actief is en

marktleider in de sector van nationale en internationale pakketzendingen. Deze sector biedt een brede

waaier van diensten om uw documenten en pakketten tot 1000kg te vervoeren van A naar B. De

onderneming werd opgericht in 1905 en is momenteel een wereldwijd opererend bedrijf welke

toonaangevend is in zijn sector en die klanttevredenheid als efficiëntie weet te koppelen aan een snelle en

betrouwbare levering. De CEO gaat er prat op dat de onderneming slanker en beter gepositioneerd uit de

zwaarste recessie van de afgelopen decennia gekomen is. De beursanalisten verhoogden onlangs de rating

van het aandeel van de onderneming en gaven een gemiddeld koop advies.

Je merkt op dat de onderneming bij monde van haar CEO via direct mailing (via een persoonlijke brief /

email) op de hoogte brengt dat zij in grote mate belang hecht aan uw mening. Hij zou het naar waarde

weten te appreciëren mocht u, indien u ontevreden bent over de dienstverlening of een suggestie heeft, dat

u dit aan de onderneming kenbaar maakt. Daarvoor worden de nodige mogelijkheden gecreëerd om op

een efficiënte manier uw klacht(en) te behandelen en op te lossen. Dit alles ten einde de dienstverlening

beter en continue op de noden van de klant af te stemmen.“Een klacht is immers een geschenk welke de

slagkrachtvan de onderneming en de kwaliteit van de dienstverlening ten goede komt”, dixit de CEO.

Scenario 5 – conditie ONE-2-MANY / LOW IMAGE

Onderneming XYZ is een publieke onderneming in de sector van nationale en internationale

pakketzendingen welke geruime tijd een monopolie positie kende. Deze sector biedt een brede waaier van

diensten om uw documenten en pakketten tot 1000kg te vervoeren van A naar B. Met de liberalisering

van de sector in zicht heeft het management reeds enkele inspanningen geleverd ten einde de slagkrachten

de winstgevendheid van de onderneming te verhogen. De reeds uitgevoerde reorganisaties zorgden echter

voor onrust bij het personeel. Zij hebben daarom afgelopen periode enkele keren gestaakt. De CEO van

onderneming XYZ verwacht dat de onderneming op middellange termijn een marktaandeel van 25% zal

verliezen.

Je merkt op dat de onderneming bij monde van haar CEO via een algemene marketing campagne laat

weten dat zij in grote mate belang hecht aan uw mening. Hij zou het naar waarde weten te appreciëren

mocht u, indien u ontevreden bent over de dienstverlening of een suggestie heeft, dat u dit aan de

onderneming kenbaar maakt. Daarvoor worden de nodige mogelijkheden gecreëerd om op een efficiënte

manier uw klacht(en) te behandelen en op te lossen. Dit alles ten einde de dienstverlening beter en

continue op de noden van de klant af te stemmen.“Een klacht is immers een geschenk welke de

slagkrachtvan de onderneming en de kwaliteit van de dienstverlening ten goede komt”, dixit de CEO.

Page 42: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

XV

Scenario 6 – conditie ONE-2-MANY / HIGH IMAGE

Onderneming XYZ is een beursgenoteerde, miljarden onderneming welke geruime tijd actief is en

marktleider in de sector van nationale en internationale pakketzendingen. Deze sector biedt een brede

waaier van diensten om uw documenten en pakketten tot 1000kg te vervoeren van A naar B. De

onderneming werd opgericht in 1905 en is momenteel een wereldwijd opererend bedrijf welke

toonaangevend is in zijn sector en die klanttevredenheid als efficiëntie weet te koppelen aan een snelle en

betrouwbare levering. De CEO gaat er prat op dat de onderneming slanker en beter gepositioneerd uit de

zwaarste recessie van de afgelopen decennia gekomen is. De beursanalisten verhoogden onlangs de rating

van het aandeel van de onderneming en gaven een gemiddeld koop advies.

Je merkt op dat de onderneming bij monde van haar CEO via een algemene marketing campagne laat

weten dat zij in grote mate belang hecht aan uw mening. Hij zou het naar waarde weten te appreciëren

mocht u, indien u ontevreden bent over de dienstverlening of een suggestie heeft, dat u dit aan de

onderneming kenbaar maakt. Daarvoor worden de nodige mogelijkheden gecreëerd om op een efficiënte

manier uw klacht(en) te behandelen en op te lossen. Dit alles ten einde de dienstverlening beter en

continue op de noden van de klant af te stemmen.“Een klacht is immers een geschenk welke de

slagkrachtvan de onderneming en de kwaliteit van de dienstverlening ten goede komt”, dixit de CEO.

Scenario 7 – conditie PRIC_BOTH / LOW IMAGE

Onderneming XYZ is een publieke onderneming in de sector van nationale en internationale

pakketzendingen welke geruime tijd een monopolie positie kende. Deze sector biedt een brede waaier van

diensten om uw documenten en pakketten tot 1000kg te vervoeren van A naar B. Met de liberalisering

van de sector in zicht heeft het management reeds enkele inspanningen geleverd ten einde de slagkrachten

de winstgevendheid van de onderneming te verhogen. De reeds uitgevoerde reorganisaties zorgden echter

voor onrust bij het personeel. Zij hebben daarom afgelopen periode enkele keren gestaakt. De CEO van

onderneming XYZ verwacht dat de onderneming op middellange termijn een marktaandeel van 25% zal

verliezen.

Je merkt op dat de onderneming bij monde van haar CEO via direct mailing (via een persoonlijke brief /

email) op de hoogte brengt dat zij in grote mate belang hecht aan uw mening. Hij zou het naar waarde

weten te appreciëren mocht u, indien u ontevreden bent over de dienstverlening of een suggestie heeft, dat

u dit aan de onderneming kenbaar maakt. Daarvoor worden de nodige mogelijkheden gecreëerd om op

een efficiënte manier uw klacht(en) te behandelen en op te lossen. Dit alles ten einde de dienstverlening

beter en continue op de noden van de klant af te stemmen.“Een klacht is immers een geschenk welke de

slagkrachtvan de onderneming en de kwaliteit van de dienstverlening ten goede komt”, dixit de CEO.

Enige tijd later merkt u een algemene marketing campagne op welke de strategie van de onderneming

nogmaals onderstreept en de reeds ontvangen mailing bevestigt en bekrachtigt.

Page 43: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

XVI

Scenario 8 – conditie PRIC_BOTH / HIGH IMAGE

Onderneming XYZ is een beursgenoteerde, miljarden onderneming welke geruime tijd actief is en

marktleider in de sector van nationale en internationale pakketzendingen. Deze sector biedt een brede

waaier van diensten om uw documenten en pakketten tot 1000kg te vervoeren van A naar B. De

onderneming werd opgericht in 1905 en is momenteel een wereldwijd opererend bedrijf welke

toonaangevend is in zijn sector en die klanttevredenheid als efficiëntie weet te koppelen aan een snelle en

betrouwbare levering. De CEO gaat er prat op dat de onderneming slanker en beter gepositioneerd uit de

zwaarste recessie van de afgelopen decennia gekomen is. De beursanalisten verhoogden onlangs de rating

van het aandeel van de onderneming en gaven een gemiddeld koop advies.

Je merkt op dat de onderneming bij monde van haar CEO via direct mailing (via een persoonlijke brief /

email) op de hoogte brengt dat zij in grote mate belang hecht aan uw mening. Hij zou het naar waarde

weten te appreciëren mocht u, indien u ontevreden bent over de dienstverlening of een suggestie heeft, dat

u dit aan de onderneming kenbaar maakt. Daarvoor worden de nodige mogelijkheden gecreëerd om op

een efficiënte manier uw klacht(en) te behandelen en op te lossen. Dit alles ten einde de dienstverlening

beter en continue op de noden van de klant af te stemmen.“Een klacht is immers een geschenk welke de

slagkracht van de onderneming en de kwaliteit van de dienstverlening ten goede komt”, dixit de CEO.

Enige tijd later merkt u een algemene marketing campagne op welke de strategie van de onderneming

nogmaals onderstreept en de reeds ontvangen mailing bevestigt en bekrachtigt.

Page 44: ‘Management by Listening’: over het effect van process ... · achten hun dienstverlening als de „key succes‟ factor om klanten te behouden. Dit perspectief heeft me ertoe

XVII

Appendix C. Descriptives