AM_2009_1_def

28
magazine DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2009 • NR 1 • JAN - FEB - MRT België-Belgique PB Berchem 1 - 2 de afd. 8/2564 Afgiftekantoor: 2600 Berchem 1 - 2de afd. • Erkenningsnummer: P209314 Afzender: A&M, Statiestraat 179, 2600 Berchem • Reststromen in de Gentse Kanaalzone • Groene jobs • De crisis voorbij: interview met VRT-journalist Dirk Barrez • Milieu-aspecten in het IPA

description

• Reststromen in de Gentse Kanaalzone • Groene jobs • De crisis voorbij: interview met VRT-journalist Dirk Barrez • Milieu-aspecten in het IPA ARBEID MILIEU DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2009 • NR 1 • JAN - FEB - MRT België-Belgique PB Berchem 1 - 2 de afd. 8/2564 Afgiftekantoor: 2600 Berchem 1 - 2de afd. • Erkenningsnummer: P209314 Afzender: A&M, Statiestraat 179, 2600 Berchem

Transcript of AM_2009_1_def

Page 1: AM_2009_1_def

1 &ARBEID MILIEU

magazineDRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN ARBEID EN MILIEU VZW • JAARGANG 2009 • NR 1 • JAN - FEB - MRT

België-BelgiquePB

Berchem 1 - 2de afd.8/2564

Afgiftekantoor: 2600 Berchem 1 - 2de afd. • Erkenningsnummer: P209314 Afzender: A&M, Statiestraat 179, 2600 Berchem

• Reststromen in de Gentse Kanaalzone• Groene jobs• De crisis voorbij: interview met VRT-journalist Dirk Barrez• Milieu-aspecten in het IPA

Page 2: AM_2009_1_def

2&ARBEID MILIEU

INHOUD

is een driemaandelijkse uitgave van “Arbeid & Milieu” vzwStatiestraat 179 - 2600 BerchemTel. (03) 218 74 [email protected] • www.a-m.be

Het secretariaat van Arbeid & Milieu vzw is op alle gewone werkdagen, van 8.30u tot 16.30u bereikbaar.Ons documentatiecentrum is te raad-plegen tijdens de openingsuren.

Redactie: Statiestraat 179 - 2600 BerchemDruk: De WrikkerLay-out: www.x-oc.comFoto cover: cementbedrijf CBR, Gentse zee-haven - © [email protected]

Arbeid & Milieu Magazine is een initiatief van “Arbeid & Milieu” vzw.“Arbeid & Milieu” vzw is een samen-werkingsverband waarin de arbeiders-beweging en de milieubeweging paritair vertegenwoordigd zijn. De arbeidersbeweging is momenteel vertegenwoordigd door het ABVV, ACV en ACLVB. De milieubeweging wordt vertegenwoordigd door de Bond Beter Leefmilieu.

A&M Magazine biedt, aan de hand van reportages, interviews, achtergrond-artikels, columns en praktische tips, informatie over thema’s die zich situe-ren op het raakvlak tussen arbeid en milieu. Om de band tussen arbeid en milieu aan te tonen en te bevorderen. Want wij denken dat het absoluut noodzakelijk is om sociaal en ecologisch welzijn met elkaar te verzoenen. Zonder dat geen duurzame ontwikkeling.Een jaarabonnement op A&M Magazine kost vanaf 2009 € 17,50. U kunt zich abonneren door dit bedrag te storten op het rekeningnummer Fortis 001-1495955-97, met vermelding ‘Abonnement 2009’. Geef ons ook je exacte adres en contact-gegevens door via mail of telefoon en laat weten of je een factuur wenst.Geïnteresseerd in een proefnummer van A&M Magazine? Contacteer ons op tel: 03/218.74.72 of [email protected]

“Arbeid & Milieu” vzw bestaat sinds 1988 en bracht voorheen “Arbeid en Milieu Nieuws” uit.

Redactieraad: Peter Bostyn, Bram Claeys, Annick Clauwaert, Timothy De Clerck, Dominique Kiekens, Danny Jacqmot, Karin Mels, Thijs Calu, Kris Van Eyck, Ellen Van Hertbruggen, Anton Gerits, Tom Willems.

VU: Anton GeritsStatiestraat 179 - 2600 Berchem

Arbeid & Milieu Magazine is gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkt.

De redactie is niet gebonden door de inhoud van de opgenomen advertenties.Mits voorafgaande toestemming mogen artikels overgenomen worden. Dit kan alleen maar de betere verspreiding van milieu-informatie in al zijn facetten ten goede komen.

Fotoachterpagina: © OVAM

Inhoud

3Arbeid en Milieu verhuistVanaf 1 juni neemt het secretariaat van

Arbeid en Milieu zijn intrek in Mundo-B in Brussel, in het hart van de Matongéwijk. Onze voorzitster ging al eens kijken.

4Reststromen in de Gentse Kanaalzone

Het Gents Milieufront (GMF) voerde onlangs een studie uit naar het mogelijke gebruik van reststromen in de Gentse kanaalzone. De be-langrijkste resultaten voor u besproken.

6MilieukalenderIn deze nieuwe rubriek zullen we de acties

toelichten die je in de periode van dit nummer kan ondernemen. Het volgende nummer ver-schijnt begin juli, daarom beperken we ons hier tot de maanden april, mei en juni.

7Van Groene HuizeGREEN vzw, een organisatie die jongeren

en volwassenen duurzaam leert leven, stelt zichzelf voor.

9Websites in de kijkerIn deze nieuwe rubriek nemen we u mee

naar een aantal recente websites die vanuit syndicaal of ecologisch standpunt een bezoek verdienen.

11Milieuaspecten in het IPAHet nieuwe Interprofessioneel akkoord

bevat ook enkele groene tinten. Ellen Van Hertbruggen legt uit.

12Ik KyotoBBL zet alle voordelen van deze campagne

nog eens op een rij. En er zijn mooie prijzen te winnen. Waarop wachten om je collega’s aan te spreken?

13CarpoolverzekeringAl carpoolend een ongeval? Via Taxistop

kun je een aanvullende carpoolverzekering afsluiten. Hier lees je alles over het hoe en waarom.

14Nanotechnologie: gevaren en risico’s

Deze jonge technologie laat steeds meer van zich spreken. Maar wat houdt die tech-nologie nu juist in? Wat zijn de mogelijkhe-den? En is dit alles zonder gevaar voor mens en milieu?

15Duurzaam van 9 to 5 Arbeid en Milieu nodigt iedereen uit op de

volgende reeks focusgroepen, waar we Doe Het Zelf fi ches voorleggen. Trek uw werk-handschoenen maar aan!

16Groene SleutelOok vakantieplannen aan het maken? Het

keurmerk Groene Sleutel toont je de weg naar milieuvriendelijkste accomodatie.

17De Crisis voorbijDe huidige fi nancieel-economische crisis

veroorzaakt zware schade. Dirk Barrez, VRT-journalist en auteur, laat zijn licht schijnen op mogelijke oplossingen.

20Publicaties in de kijkerEen aantal interessante boeken, brochures,

rapporten, ... voor u doorgelicht. Doe er je voordeel mee!

22Recyclagesector De enige grondstof van Vlaanderen is

onze kennis, wordt wel eens gezegd. Niet waar, zegt Kristof Debrabandere. Door nog beter te recycleren, kunnen we uit ons afval grondstoffen halen.

24Groene jobsElke minister van werk of economie neemt

tegenwoordig graag het woord ‘groene jobs’ in de mond. Maar wat zijn dat juist? En wat betekent dat voor mijn huidige job?

26Guide to Greener Electronics Greenpeace

Gsm’s en computers. Ze zijn compacter, sneller en stijlvoller, maar zijn ze ook groener?

Zondag 21 juni Fietstocht Arbeid & Milieu

Educatieve fi etstocht langs een aantal bedrijven in GENK-ZUID, waar délégués uitleg geven bij de milieuwerking van hun bedrijf.

Meer info op www.a-m.be

Page 3: AM_2009_1_def

3&ARBEID MILIEU

E

REDACTIONEEL

Arbeid & Milieu verhuistHet secretariaat van Arbeid en Milieu verhuist

naar Brussel. Daar, in de grote stad, nemen wij onze intrek in Mundo-B. Heel wat verenigingen

zoals Inter-Environnement Bruxelles, Green, Natagora, grepen de koe bij de horens wat groene

jobs betreft. Zij stroopten de arbeidsmouwen op en toverden een Brussels gebouw om tot een

duurzaam wonder. Daar trekt Arbeid en Milieu in.

JobcreatieEen coördinator, een halftijds administratief

medewerker, …bouwvakkers, een aannemer, de aankoop van zonnepanelen kortom Mundo-B is een groen initiatief dat voor tewerkstelling zorgt. Met de winst op de energiefactuur compenseren zij op korte en middenlange termijn de extra groene investeringen in zonnepanelen en isolatie. De or-ganisatoren willen een aangename werkplek waar verenigingen een lange termijn onderdak vinden

en kunnen genieten van elkaars nabijheid, gemeen-schappelijke ruimtes, kopieermachines, scanner, cafetaria, fax, papier, mapjes, binnenpost, Wc’s, documentatieruimte, maaltijden en koffi e. Niet moeilijk dat het oog van onze medewerkers op deze nieuwe stek viel.

VoorbereidingVerhuizen betekent inpakken, vervoeren en uit-

pakken. Heel wat voorbereidend werk en nazorg.We maken van de nood een deugd en selecteren vooraleer in te pakken. Leve ons nieuw documen-tatiecentrum en AMSAB. Anton en Thijs zorgen voor een A&M documentatiecentrum in Brussel. Al onze publicaties, vormingspakketten, tijdschriften, naslagwerken stockeren we in een openbare A&M bibliotheek. Onze oprichtingaktes, dito schrijfsels en verslagen gaan naar AMSAB, het Instituut voor de Sociale Geschiedenis.

Sociale geschiedenisA&M schrijft reeds geschiedenis sinds 1985. Ook

toen hield de economische crisis werkgevers en werknemers in de greep. Toch vonden de milieu- en arbeidersbeweging elkaar in alternatieve energie, veiligheid en gezondheid op het werk, jobcreatie. Stuk voor stuk onderwerpen die A&M nauw aan het hart blijven liggen.

Momenteel loopt het project ‘Duurzaam van 9 tot 5’ waarin vakbonden en milieubewegers prakti-sche fi ches opstellen over duurzaam aankoopbeleid, -energiebeleid, -beleggen, -personeelsbeleid, -productie en materialenbeheer, -woon-werk verkeer en duurzaamheidrapportering. De fi ches zijn een concrete handleiding voor delegees om de acties in de onderneming te introduceren. We steken hierbij onze kop niet in het zand wat weerstand van on-dernemers met argumenten van fi nanciële crisis en concurrentiele positie betreft. Integendeel, de fi ches lijsten de argumenten van het management en de mogelijke syndicale antwoorden op.

Verder willen we in de toekomst met zekerheid een project uittekenen over ‘Groene Jobs’. Jobs creëren op een mens en milieuvriendelijke wijze is een sociale oplossing voor de problemen die zich nu stellen.

In 2009 verwelkomen wij jullie graag in onze nieuwe woonst: Mundo B, Edinburgstraat 26, 1050 Elsene.

Dominique Kiekens, voorzitster Arbeid en Milieu

Mundo-B in de steigers.

Page 4: AM_2009_1_def

4&ARBEID MILIEU

D

BELEID

Wat zijn reststromen?De term reststromen behelst zowel vaste stoffen

(bijproducten en afval), vloeistoffen (bv. emissies naar water), gassen (bv. emissies naar lucht) als restwarmte (bv. stoom, koelwater, ...).

Momenteel zijn er al een aantal voorbeelden van uitwisseling in de Gentse kanaalzone. Zo verwerkt CBR jaarlijks 450.000 ton hoogovenslakken van ArcelorMittal voor productie van hoogovencement. Het project beoogde de uitwisselingsmogelijkheden te inventariseren en te promoten bij de betrokken bedrijven, om zo tot een hogere reststromenuitwis-seling te komen.

Industriële ecologieOok in de natuur is het uitwisselen van restpro-

ducten schering en inslag. Zo worden dorre bladeren en dode beestjes (vergelijk dit met het ‘afval’ in industriële context) na een tijdje – via een ontbin-dingsproces – automatisch verwerkt tot ‘humus’, wat op zijn beurt een vruchtbare materie is om nieuw leven te doen ontstaan. De dorre bladeren en dode beestjes zijn een afvalproduct van de natuur, die toch nuttig zijn voor andere natuurlijke proces-sen. Naar analogie hiervan kan een bedrijvenpark het ecosysteem imiteren, waardoor er in een ideale situatie geen verspilling meer is van restproducten, maar alles nuttig wordt gebruikt. Dit principe wordt ook industriële ecologie genoemd. Wat voor het ene bedrijf een reststroom is, kan voor het andere een grondstof of energiebron zijn.

Inspirerende voorbeelden en randvoorwaarden

Het GMF ging ter voorbereiding op zoek naar en-kele inspirerende voorbeelden uit het buitenland. Uit de onderzochte cases trok men een aantal lessen en formuleerde men een aantal randvoorwaarden om

Reststromen in de Gentse kanaalzone:

Kansen en bedreigingenHet Gents Milieufront (GMF) voerde onlangs

een studie uit naar het mogelijke gebruik van reststromen in de Gentse kanaalzone. Dit

deed ze samen met het havenbedrijf Gent, en de Vereniging van de Gentse Havengebonden

Ondernemingen (VEGHO). Bedrijven genereren naast hun hoofdproducten meestal reststromen,

die vaak nuttig kunnen zijn voor andere bedrijven. Momenteel worden vele reststromen echter

onvoldoende benut. Hergebruik van deze stromen is zowel op financieel als op ecologisch vlak een

goed alternatief, en kan bovendien bijdragen tot een groener imago van het bedrijf.

hoogovengasleiding tussen ArcelorMittal en centrale Rodenhuize van Electrabel.© [email protected]

© Goya Bauwens

Page 5: AM_2009_1_def

5 &ARBEID MILIEU

BELEID

reststromenuitwisseling binnen de Gentse kanaal-zone te doen slagen.

De beschreven voorbeelden zijn “industriële symbiosenetwerken” in Kalundborg (Denemarken), Kwinana (Australië), Biopark Terneuzen en Lands-krona (Zweden).

Eén van de belangrijkste lessen die men leerde uit de praktijkvoorbeelden is het belang van een overkoepelend orgaan dat de uitwisseling van rest-stromen stimuleert. Ook wederzijds vertrouwen is van cruciaal belang. Daarnaast verhogen de slaag-kansen gevoelig als reeds op andere domeinen een positieve samenwerking tot stand werd gebracht en de symbiosenetwerken getrokken worden door enkele grote bedrijven.

Mogelijkheden voor de Gentse kanaalzone

Het GMF organiseerde in het kader van dit project een bedrijvenronde om te polsen naar het huidige energie- en reststromenbeleid. Niet alle bedrijven konden bezocht worden, waardoor men een selectie maakte van 8 energie-intensieve bedrijven, die op te delen vallen in 3 clusters, waar al een onderlinge samenwerking bestaat of eventueel mogelijk is. Het gaat onder andere om bedrijven die Arbeid & Milieu in juni vorig jaar bezocht met de fi etstocht, zoals Kronos, ArcelorMittal en Stora Enso.

Het project gaf aanleiding tot een aantal concrete voostellen. Op de linkeroever van de kanaalzone ziet GMF bijvoorbeeld een mogelijkheid om in de zone ten westen van de R4 in Evergem een glastuinbouwzone in te richten. Ook de Dienst Landbouw en Platteland van de Provincie Oost-Vlaanderen en de Vlaamse Landmaatschappij zien hier een mogelijkheid. Dit ondermeer door de nabijheid van industrie en de mogelijkheid tot het benutten van restwarmte en CO2 van deze bedrijven. De haalbaarheid van dit voorstel zal verder onderzocht worden door een student van de Onderzoeksgroep Milieu- en ruimtebeheer van de Gentse universiteit, als eindwerk voor een Master na Master opleiding.

En verder?Zoals eerder aangehaald, is een overkoepelend or-

gaan één van de randvoorwaarden om reststromenuit-wisseling te laten uitgroeien tot een algemene praktijk.

Daarom wil het GMF een ‘reststromenplatform’ in het leven roepen, dat o.a. moet zorgen voor uitwis-seling en ontsluiting van gegevens, informatie over technologische mogelijkheden, en een proactieve benadering van concrete mogelijkheden. In dit plat-form zouden ook organisaties als VITO, Voka en OVAM deelnemen. Deze organisaties hebben elk een eigen werking rond bedrijfsafval, maar de inspanningen verlopen momenteel weinig gecoördineerd en ver-snipperd. Door de expertise samen te brengen kan op een goedkope manier milieuvoordeel worden

bekomen. Dit bewijst het voorbeeld van Biopark Terneuzen, waar smart links tussen industrie en glastuinbouw de CO2 uitstoot van alle betrokken bedrijven met 90% kan verminderen (2047 ton/jaar in plaast van 27.294 ton/jaar).

Misschien een kans voor de vakbonden om mee op deze kar te springen?

Thijs CaluEducatief medewerker Arbeid & Milieu

Bron:Van Dyck, Bram. “Reststromen in de Gentse kanaalzone: Onderzoek naar mogelijkheden voor uitwisseling en valorisatie”. Publicatie van de MilieuAdviesWinkel en het Gents Milieufront.

CBR verwerkt jaarlijks 450.000 ton hoogovenslakken van ArcelorMittal voor productie van hoogovencement – © [email protected]

Gents Milieufront (GMF)Het GMF is een regionale milieuvereniging, die via diverse positieve acties

en projecten het leefmilieu in en rond Gent een duwtje in de rug tracht te geven. GMF tekende in op een projectoproep van het fonds voor Duurzaam Afval- en Energiebeheer (FDAE) dat werd opgericht door Indaver, Bond Beter Leefmilieu en het Actiecomité ter beveiliging van het Leefmilieu op de Lin-keroever en het Waasland. Het Fonds heeft tot doel duurzame en innovatieve projecten rond Duurzaam Afval- en Energiebeheer te ondersteunen.

Het GMF publiceerde hun bevindingen over het reststromenproject in een eindrapport. Deze kun je downloaden via http://www.milieuadvieswinkel.be/index.php/id/649. Via het secretariaat van Arbeid & Milieu is een beperkt aantal gratis papieren versies beschikbaar. Wie een exemplaar wil, neemt contact op via 03/ 218 78 03 of stuurt een mail naar [email protected].

Page 6: AM_2009_1_def

6&ARBEID MILIEU

W

In deze nieuwe rubriek zullen we een jaar lang de acties toelichten die je in de periode van dit nummer kan ondernemen. Het volgende nummer verschijnt begin juli, daarom beperken we ons hier tot de maanden april, mei en juni.Arbeid en Milieu maakt voor deze rubriek dankbaar gebruik van het bestaande aanbod aan milieukalenders binnen de vakbonden.

E

Het jaaroverzichtWe bespreken hier telkens het maximale ‘schema’:

enkel in een bedrijf met zowel een CPB als OR én een milieucoördinator zal je bij elk actiemoment moeten stilstaan. Bij gebrek aan CPB neemt de syndicale afvaardiging de opdrachten van het CPB over.

MilieuvergunningOf je bedrijf een milieuvergunning nodig heeft,

hangt af van de aard van de activiteit. • In Vlarem I is vastgelegd voor welke activiteiten

een vergunning vereist is, wie deze moet aanvra-gen en waar.

• In Vlarem II worden de vergunningsvoorwaarden vastgelegd, en de kwaliteitsnormen voor licht, geluid, afvalstoffen e.d.

In heel wat bedrijven zal de milieuvergunning automatisch vervallen tegen 1 september 2011. Het gaat hier om de exploitatievergunningen die vroeger op basis van het ARAB werden verleend. Vermits de aanvraag van een nieuwe VLAREM-ver-gunning tijdig moet gebeuren, zullen veel bedrij-ven dit jaar een nieuwe aanvraag moeten indienen.

Integraal Milieu Jaar Verslag (IMJV)

In dit jaarlijks rapport aan de overheid moeten de hoeveelheid emissies in de lucht en het water en de geproduceerde en afgevoerde afvalstoffen vermeld worden. Of jouw bedrijf een IMJV moet opstellen, vraag je best aan je milieucoördinator. Je kunt dit ook aan je secretaris vragen.

Zowel de leden van het CPB als de OR moeten een exemplaar ontvangen vóór 15 maart. Het CPB moet een advies uitbrengen over dit IMJV.

Jaarverslag milieucoördinator

Het jaarverslag wordt vaak verward met het IMJV. Het is echter iets heel anders. In zijn jaarverslag geeft de milieucoördinator een beschrijving van zijn werkzaamheden het voorbije jaar, met inbegrip van de adviezen die hij aan de werkgever heeft gegeven en de resultaten daarvan. Het CPB moet vóór 1 april een exemplaar van het Jaarverslag krijgen, en hier ook een advies over geven.

Economische en financiële informatie (EFI)

Elk bedrijf moet deze informatie om de 4 jaar uitgebreid geven aan de OR (na de sociale verkie-zingen), en jaarlijks wordt er in detail ingegaan op de concrete stand van zaken. De milieukosten zijn verspreid over meerdere uitgavenposten. De EFI moet binnen de 3 maanden na de afsluiting van het boekjaar worden besproken op een extra OR. Over de milieupunten in de balans en de resultatenrekening, hebben vakbonden aparte brochures met uitleg.

Kost het milieu teveel? Laat je niet overdonderen met argumenten dat milieu alleen maar geld kost. Wat men uitspaart door in milieu te investeren is niet opgenomen in EFI. Voor energie-intensieve bedrijven kun je het bedrag dat het bedrijf uit-spaart op vlak van energiegebruik vaak achter-halen op basis van de energieplannen.

Milieukalender April – Mei – Juni

milieu-vergunning JAP IMJV

jaarverslag milieucoördinator EFI

jaarlijkse toelichting

Jan

Feb

Mrt

Apr

Mei

Jun

Jul

Aug

Sep

Okt

Nov

Dec

JAP: Jaarlijks Actie Plan

Start voorbereidingen door militantenkern

Mogelijke start van de bespreking

Hier zou de bespreking zeker moeten gebeuren

KALENDER

Page 7: AM_2009_1_def

7 &ARBEID MILIEU

ContactgegevensGREEN vzw

Antwerpselaan 20, 1000 Brussel, 02-209 16 30Vanaf 26 maart: Edinburgstraat 26, 1050 Brussel, 02-893 08 [email protected] – www.greenbelgium.org

Ontstaan GREEN ontstond in 1998 als Global Rivers Environmental Education Net-

work Belgium. Zoals de naam doet vermoeden was water het eerste thema waarrond we werkten. Gaandeweg werd de werking zowel thematisch als qua volume uitgebreid. Met de viering van ons tienjarig bestaan vorig jaar werden de strategische lijnen voor de toekomst uitgezet.

Wat?Om een groot en divers publiek te bereiken, gebruiken we heel wat ver-

schillende methodieken, die steeds een grotere verdieping en betrokken-heid veronderstellen. We ontwikkelen en begeleiden projecten, vormingen en lespakketten rond water, energie, mobiliteit, duurzame consumptie, natuur, ... We stimuleren en ondersteunen participatie aan het beleid en doen aan ontwikkelingssamenwerking. Onze activiteiten in binnen- en buitenland krijgen de steun van zowel overheden en bedrijven als onaf-hankelijke fondsen. Jaarlijks bereiken we zo 1.500 scholen, 50.000 kinderen en jongeren en 10.000 volwassenen. Ook moeilijk bereikbare doelgroepen worden aangesproken door het ruime aanbod.

De medewerkersMet 38 medewerkers uit een brede waaier aan opleiding en achtergrond

mogen we gerust stellen dat we over een uitgebreide expertise beschikken. Onze knowhow over zowat alle ecologische thema’s zorgt ervoor dat we met een grote fl exibiliteit heel diverse vragen kunnen beantwoorden. Naast de programma’s die over verschillende jaren lopen, werken we vormingen, trajecten en projecten op maat uit. De verscheidenheid van het GREEN-team

GREEN vzw is een organisatie die jongeren en volwassenen duurzaam leert leven. Anders gezegd: GREEN doet aan educatie voor duurzame ontwikkeling. Duurzame ontwikkeling lijkt misschien een moeilijk vatbaar begrip. Toch is het eigenlijk eenvoudig. Het gaat er om zo te leven en de maatschappij zo uit te bouwen dat je rekening houdt met alle andere aardbewoners (dichtbij en veraf, nu en later) en met de ecologische draagkracht van de aarde. De missie van GREEN is om mensen te helpen daarin verantwoorde keuzes te maken, leren duurzaam leven dus. Deze boodschap maken alle GREEN-medewerkers elke dag concreet, en nog op een leuke manier ook!

G R E E N v z w

V A N G R O E N E H U I Z E

Jaarlijkse toelichtingElk bedrijf is verplicht om jaarlijks een omstandige

en overzichtelijke uitleg te geven aan het CPB over het gevoerde milieubeleid. De inhoud, de vorm en de timing van deze toelichting (die ook zinvol is voor de OR) werden wettelijk niet vastgelegd. We raden aan deze toelichting te koppelen aan de bespreking van de jaarverslagen in het CPB of de EFI-bespreking in de OR.

Administratie aanvaardingsplicht

De aanvaardingsplicht voor de eindverkoper houdt in dat hij, wanneer een consument een product van hem aankoopt, verplicht is het overeenstemmende product waarvan de consument zich ontdoet, gratis in ontvangst te nemen.

De aanvaardingsplicht is van toepassing voor de eindverkoper, de tussenhandelaar of de producent van afvalstoffen, vermeld in artikel 3.1.1.1. van het VLAREA1. Het gaat o.a. over drukwerkafvalstoffen, oude en vervallen geneesmiddelen, afvalbanden, AEEA2, afgewerkte olie enz. Hij dient jaarlijks uiterlijk 1 juli bepaalde gegevens in het kader van de aan-vaardingsplicht mee te delen aan OVAM. Gezien de algemene informatierechten zijn deze gegevens ook ter beschikking van het CPB.

Vier redenen om rond het milieu te werken:1. tewerkstelling: als het bedrijf geen probleem

vormt op milieuvlak, is de kans groter dat de milieuvergunning wordt verlengd. Dit ver-hoogt het voortbestaan van het bedrijf in onze regio, en dus van onze job.

2. imago: een milieuvriendelijk beleid wordt steeds belangrijker in een samenleving waar bedrijven op hun maatschappelijke verant-woordelijkheid wordt gewezen.

3. gezondheid en veiligheid: meer aandacht voor het milieu zal uiteraard de gezondheid en veiligheid van werknemers en buurtbewoners bevorderen.

4. de generaties die na ons komen: willen we dat zij niet de prijs moeten betalen voor ons gebrek aan respect voor het milieu, moeten we er nu iets aan doen, voor het te laat is.

Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu

1 VLAREA: Vlaams Reglement voor Afvalvoorkoming en -beheer 2 AEEA: Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten

KALENDER

Page 8: AM_2009_1_def

8&ARBEID MILIEU

maakt ook dat we ons aanpassen aan elke doelgroep: van kleuters tot universiteitsstudenten, van bedrijven tot overheidsdiensten, van maatschappelijk kwetsbare jongeren tot leerkrachten, ... Als tweetalige organisatie kunnen we vlot inspelen op uitdagingen aan beide kanten van de taalgrens.

Website en e-zineOnze website, www.greenbelgium.org, biedt een schat aan

informatie over onze activiteiten. Je vindt er verder achtergrond over GREEN: missie, team, beheer van de vzw, enzovoort.

Een maandelijkse nieuwsbrief houdt geïnteresseerden op de hoogte van onze activiteiten en die van onze partners. De nieuwsbrief is zeker interessant voor scholen of jongeren die zelf een duurzame stap voorwaarts willen zetten: zij vinden er regelmatig oproepen om deel te nemen aan nieuwe projec-ten. Een aantal keren per jaar bevat ons e-zine een uitgebreid thematisch dossier.

Komen jullie in contact met de vakbonden? Behalve dat enkele van de medewerkers overtuigde syndi-

calisten zijn, hebben we ook op vlak van ons aanbod contact met een vakbond. In 2007-2008 hebben we op vraag van een vormingsdienst van een vakbond een workshop ontwikkeld met als thema “Verpakkingsafval, een probleem?!” Deze sessie werd aangeboden tijdens vormingsdagen opgezet voor mandataris-sen van de vakbond in bedrijven. Hoewel het uitgangspunt huishoudelijk afval was, werd ook aandacht besteed aan afval-stromen binnen het bedrijf en de invloed die een afvaardiging, comité of ondernemingsraad daarop kan hebben.

Voor 2009 staat een sessie van een dag op stapel met als thema “maatschappelijk verantwoord ondernemen” voor leden van die vakbond. In een sessie van één dag zullen we in eerste instantie vooroordelen over MVO wegwerken. Daarna is het de bedoeling de deelnemers MVO te leren kennen én toepassen vanuit hun eventueel mandaat.

Activiteiten in de kijkerEen paar voorbeelden van onze activiteiten...• Regelmatig werkt GREEN samen met bedrijven, bijvoorbeeld

in het kader van hun programma voor maatschappelijk ver-antwoord ondernemen. Samen met Leaseplan, wereldleider in bedrijfswagens, werkte GREEN GreenPlan uit. In de GREEN Awareness Training voor bedrijven confronteren onze mede-werkers op uitdagende wijze werknemers met de oorzaken en gevolgen van de klimaatverandering. De deelnemers ontdek-ken concrete oplossingen rond mobiliteit, rationeel energie-gebruik en duurzame consumptie, thuis en op de werkvloer.

Voor kinderen en jongeren ontwikkelde GREEN het Youth Cli-mate Fund. Bedrijven die fi nancieel bijdragen aan dit fonds sponsoren zo op lagere en secundaire scholen educatieve trajecten rond de opwarming van de aarde. Op die manier

dragen ook bedrijven bij tot het sensibiliseren van belangrijke doelgroepen als jongeren en ouders.

• Met de campagne Big Jump bereikt GREEN, samen met haar partners, jaar na jaar meer enthousiaste waterratten. Op ver-schillende plaatsen in België springen mensen in het een rivier of beek om aandacht te vragen voor schoon oppervlaktewater. Met deze ludieke actie zetten we de Europese Kaderrichtlijn Water in de kijker. Deze kaderrichtlijn wil tegen 2015 alle Euro-pese waterlopen in een ‘goede toestand’. Maar daarin helpen niet alleen wetten en richtlijnen: met Big Jump vragen we dat iedereen zijn steentje bijdraagt. Door zuiniger met water om te gaan, regenwater te laten infi ltreren, anders te consumeren, enzovoort.

• Ook jongeren zijn al doorgewinterde consumenten. En, wie consumeert, produceert afval … In opdracht van FOST Plus ont-wikkelde GREEN daarom LABO (Leren Afval Beheren Op school) en Da’s Proper, workshops voor respectievelijk het lager en secundair onderwijs. Jaarlijks bereiken we zo meer dan 2000 klassen. Kinderen en jongeren krijgen inzicht in de knelpunten rond afval, ontdekken wat er met hun afval gebeurt en leren manieren kennen om zo veel mogelijk afval te voorkomen.

• Met IsoLeren, een project ondersteund door het Vlaams Ener-gieagentschap, richt GREEN zich naar jongeren uit TSO, BSO, BuSO, DBSO en andere opleidingen die later op de arbeids-markt zullen isoleren. Deze IsoLeerlingen werden ingewijd in de geheimen van de juiste en up-to-date isolatietechnieken. Na een oefensessie over communicatie en sociale vaardigheden waren ze klaar om onder begeleiding van GREEN op een werf in de buurt een dak te gaan isoleren. Een win-win-winsitu-atie voor iedereen. Met betere isolatie bespaar je energie en stoot je minder CO2 uit: goed voor het milieu. De leerlingen krijgen een uitgelezen praktijkkans en de bouwheer ziet zijn dak vakkundig en tegen kostprijs geïsoleerd.

• GREEN heeft een sterke traditie in participatieve projecten. Jongerenparlementen laten de stem van jonge medeburgers klinken, tot in het bureau van de bevoegde minister. Zo zijn reeds enkele voorstellen van het Brussels Jongerenparlement voor Water opgepikt, uitgevoerd én gefi nancierd door de Brusselse Minister van Leefmilieu.

ToekomstperspectievenMet onze sterke inhoudelijke werking willen we GREEN een

steeds duidelijker en bekender gezicht geven. Op de heel lange termijn, wanneer duurzaam leven een vanzelfsprekendheid is geworden, willen we onszelf overbodig maken… Maar voor het zo ver is, blijven we met boeiende, vernieuwende en leuke projecten hét aanspreekpunt voor individuen, scholen en organisaties die willen werken aan een duurzame wereld.

Leen Van GijselProgrammacoördinator en communicatieverantwoordelijke

GREEN vzw

V A N G R O E N E H U I Z E

Big Jump PTI Zottegem PTI Eeklo

Page 9: AM_2009_1_def

9 &ARBEID MILIEU

F

WEBSITES IN DE KIJKER

www.fietsenwerk.beFietsenwerk is het nieuwe netwerk rond fi etsen &

mobiliteit in Vlaanderen en Brussel.

Sinds begin jaren negentig timmeren over heel Vlaanderen en Brussel verschillende en zeer ver-scheiden sociale economie-fi etsondernemingen aan een duurzamere mobiliteit. Waar de fi etsactivitei-ten in de opstartfase vooral gebruikt werden als middel om tewerkstelling te creëren en om lokale mobiliteitsproblemen op te lossen, heeft de fi ets in de loop van de jaren steeds meer een centrale rol veroverd binnen deze ondernemingen en binnen een visie rond duurzame ketenmobiliteit in Vlaan-deren en Brussel.

Na een jaar intensief samenwerken rond het fi ets-puntproject werd pas echt duidelijk dat deze samen-werking loont en dat er nog enorm veel uitdagingen klaar liggen voor een koepel/netwerk/overlegstruc-tuur voor fi etsdienstverlening en fi etsmobiliteits-projecten rond bedrijfsfietsen, studentenfietsen, toeristenfi etsen en zoveel meer.

Indien u meer wil weten over de werking van Fiet-senwerk, kom dan geregeld eens kijken. Deze website zal gedurende 2009 stelselmatig aangevuld worden met nieuwe informatie.

www.mikadoweb.beMIKADO is een discussieplatform binnen sp.a rond

MIlieu in het KAder van Duurzame Ontwikkeling. Met

Mikado richt sp.a een aparte milieuwerking op in de schoot van de sociaaldemocratie in Vlaanderen. Bedoeling is om met alle progressieven, zowel binnen als buiten de sp.a, van gedachten te wisselen over de vraag waarom ook de sociaaldemocratie in Vlaande-ren milieuzorg en duurzame ontwikkeling tot één van haar belangrijkste prioriteiten moet maken.

Je vindt er artikels over milieugerelateerde on-derwerpen, waar politici uit sp.a mee bezig zijn, en waar je op kan reageren. Een greep uit de meest recente artikels: 1 Vlaamse steden willen verder gaan dan Europese

energiedoelstellingen 2 Vervuiler betaalt, ook voor vrachtwagens 3 Pact 2020: ontkoppeling van economische groei

en milieudruk 4 Schrootpremie moet wagenpark milieuvriendelij-

ker maken

Daarnaast worden er stellingen gelanceerd, waar je ook op kan reageren. Bijvoorbeeld volgende stelling, “Sociaal beleid moet bij uitstek groen beleid zijn”

Het milieu vervult verschillende functies voor de samenleving. Het is een bron van voedsel en water, energie, delfstoffen en levensnoodzakelijke zuurstof (productiefunctie). ....

Belangrijke onderdelen van het milieu, de fauna en fl ora, de ecosystemen en de landschappen, bieden ook een bijzondere belevingswaarde die bijdraagt tot de algemene levenskwaliteit (informatiefunctie). Het leefmilieu is ook van belang voor de instandhouding van kringloopprocessen, zoals de productie van zuurstof, ....

Het is dan ook onmiskenbaar dat de welvaart van de samenleving en de levenskwaliteit van ieder van ons mee wordt bepaald door de kwaliteit van het leefmilieu. Zo bestaat er een duidelijk verband tus-sen gezondheid en de kwaliteit van het leefmilieu. Wanneer de kwaliteit van het milieu verbetert, gaat het ook beter met de menselijke gezondheid....

Stijgt het maatschappelijk inkomen, dan stijgen meteen ook de kansen van de sociaal zwakkeren en kwetsbaren in de samenleving en kunnen allerlei maatschappelijke basisdiensten, zoals gezondheids-zorg of cultuurdiensten, worden verschaft. De zorg om een gezond leefmilieu heeft dan logischerwijs ook steeds een sociale en economische dimensie.

Page 10: AM_2009_1_def

10&ARBEID MILIEU

WEBSITES IN DE KIJKER

www.socialeeconomie.beDit is de portaalsite van de sociale economie in

Vlaanderen en Nederlandstalig Brussel. Deze site is uw digitaal informatiepunt over de sector van de sociale economie.

Bij de rubriek Producten & diensten krijg je het overzicht van een aantal bestaande diensten die worden aangeboden door sociale economie organi-saties, zoals Energiesnoeiers, Fietspunten, Groenzorg en de Kringloopsector.

Bij de rubriek Ondernemingen krijg je een bonte verzameling van initiatieven, omschreven als werkvormen, waaronder beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen, adviesbureaus, de startcentra, invoegbedrijven, kringloopcentra, activiteiten-coöperaties, lokale diensteneconomie (buurt -en nabijheidsdiensten), de solidaire fi nanciers en de coöperatieve bedrijven en organisaties.

Vanuit werknemerszijde is het interessant om even in te zoomen op de coöperatieve bedrijven, en dan vooral de waarden die deze bedrijven kenmerken:1 Via maximale participatie van de werknemers

streven naar een optimale individuele en collec-tieve ontwikkeling, werken aan een democratische beheers- en beslissingsstructuur.

2 Voorrang geven aan activiteiten, producten en productiemethoden die op korte en lange termijn het leefmilieu respecteren.

3 Economische leefbaarheid: men probeert een leefbaar, rendabel bedrijf uit te bouwen waarbij effi ciëntie en winst een noodzakelijk maar niet alleenstaand onderdeel zijn.

4 Streven naar socialisatie van de winst: eerder dan uitgekeerd te worden aan kapitaalsverstrek-kers worden fi nanciële winsten bestemd voor de ondersteuning van de ruime maatschappelijke doelstellingen van de onderneming.

5 Een coöperatief bedrijf streeft maximaal naar sa-menwerkingsverbanden met andere coöperatieve bedrijven.

In huidige tijden economische crisis klinkt trouwens steeds luider de roep naar het opnieuw opwaarderen van deze coöperatieve bedrijfsvorm. Op deze pagina van de website kan je in de rechterkolom trouwens een aantal recente artikels vinden verschenen in de media, die deze trend onderschrijven.

www.irena.orgEen nieuwe instelling is opgericht: IRENA, het

Internationale agentschap voor hernieuwbare energie. Op 26 en 27 januari ondertekenen meer dan 50 landen het oprichtingsverdrag in Bonn op initiatief van Duitsland en Spanje. België tekende echter niet. IRENA moet een tegengewicht bieden voor het Internationaal Energieagentschap (IEA), om hernieuwbare energie duidelijker te ondersteu-nen, en minder eenzijdig naar fossiele en nucleaire energie te kijken.

IRENA zal praktisch advies en steun geven aan industrie- en ontwikkelingslanden die hernieuwbare energie willen ontwikkelen. Cruciaal in deze tijden van strijd tegen energieafhankelijkheid, klimaatver-andering en economische crisis. Dat overtuigt België blijkbaar niet. Ondanks intensief intern overleg, besliste België om wel twee vertegenwoordigers naar Bonn te sturen, maar om het oprichtingsverdrag niet te ondertekenen. Dit terwijl onze buurlanden Neder-land, Frankrijk & Duitsland wel tekenden.

Bij het kabinet van de Vlaamse minister van Ener-gie, Hilde Crevits (CD&V), luidde het dat er eerst onderzocht moest worden welke meerwaarde Irena biedt in vergelijking met andere instellingen, zoals het IEA, vooraleer deel te nemen aan het project. Hopelijk komt men snel tot zijn zinnen, meent BBL, want een kans om mee richting te geven aan de ont-wikkeling van het hernieuwbare energiebeleid gaat zo verloren. “We hebben in België al eens de boot gemist (toen in de jaren 80 de subsidies voor hernieuwbare energie geschrapt werden, en de sector dus instortte), we zouden ondertussen moeten beter weten.”

www.storyofstuff.com/international/

The Story of Stuff is een indrukwekkende, korte fi lm in het Engels over ons consumptiegedrag en over de weg die de dingen afl eggen, van grondstof tot product tot afval. In een twintigtal minuten toont The Story of Stuff je de levenscyclus van de dingen die wij dagelijks gebruiken. Wat zit er achter de nieuwe gsm die jij zo achteloos koopt? De achterkant van de medaille van goedkope en makkelijke consumptie wordt belicht.

Met tekeningen en schema’s, gemakkelijk te be-grijpen en dikwijls grappig, legt Annie Leonard uit hoe het systeem werkt. De toon is direct en vrij Ame-rikaans, soms zelfs wat moralistisch of karikaturaal. Desondanks is dit een leerrijk fi lmpje, met een aantal shockerende waarheden over ons systeem. Aan jou om te kijken en te oordelen. (Bij de fi lm The Story of Stuff zijn ook ondertitels beschikbaar, onder meer in het Nederlands.)

Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu

Page 11: AM_2009_1_def

11&ARBEID MILIEU

D

IPA

De onderhandelingen verliepen echter in een moeilijke context : een algehele economische crisis. Uitgaande van deze realiteit waren de sociale partners meer dan eens overtuigd dat er snel moest gehandeld worden en er een evenwicht moest gevonden worden tussen wat realistisch is en wat een bijdrage kan leveren tot het herstel van het vertrouwen van werknemers en werkgevers.

Wat staat er nu concreet in zo een IPA ? In ieder geval is het IPA een akkoord waar een juiste balans tussen concurrentiekracht, koopkracht en werkgelegenheid wordt nagestreefd. Maar laten we hier even inzoomen op milieugerelateerde elementen:

• Koopkracht werknemers rekening houdend met de economische situatie wor-

den er verschillende mogelijkheden geboden om de koopkracht van werknemers te faciliteren, o.a de verhoging van het bedrag van de maaltijdcheques en de verhoging van het grensbedrag voor de mobiliteits-vergoeding in bedrijfstakken waar de werkplaats niet vast is bepaald (bv. de bouwsector). Maar daarnaast wordt ook de mogelijkheid geboden voor de toeken-ning van groene cheques of eco-cheques voor de aankoop van ecologische producten of diensten.

• Woon-werkverkeer een andere manier voor werknemers om wat geld uit

te sparen is de verhoging van de werkgeverstussen-komst in de verplaatsingsonkosten voor het openbaar vervoer van 60%naar 75%. De verhoogde tussenkomst zal worden omgezet in een tabel met forfaitaire bedra-gen die zullen gelden voor 2009-2010, zonder dat ze geïndexeerd worden. Nadien zal tweejaarlijks worden onderhandeld over een aanpassing van deze forfaits.

Eco-chequesDe zogenaamde groene cheques zouden, mits aan

bepaalde voorwaarden is voldaan, zowel voor werkgever als werknemer, vrijgesteld zijn van sociale bijdragen en belastingen. Eén van de voorwaarden is dat op de

cheque duidelijk vermeld staat dat hij slechts aanvaard kan worden voor de aankoop van ecologische producten en diensten die voorkomen op een lijst, opgenomen in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

De bewuste CAO werd inmiddels afgesloten in de NAR en bevat een limitatieve lijst met groepen van ‘toegelaten’ producten en diensten, onderverdeeld in 6 categorieën:

Energiebesparing : zoals o.a.• Alles wat recht geeft op een fi scale tussenkomst op

federaal niveau op het vlak van investeringen of diensten in het kader van energiebesparing

• Spaarlampen• Elektrische huishoudproducten die het onderwerp zijn

van een gewestpremie (wasmachine, ijskast,…)• Apparaat op zonne-energieWaterbesparing: (bijvoorbeeld een spaardouchekop)Duurzame mobiliteit:• Fiets en accessoires + fi etsonderhoud• Openbaar vervoer treintickets e.d., (maar geen abon-

nementen)• Plaatsing deeltjesfi lter bij dieselmotor of installatie LPG• Opleiding eco-rijdenAfvalbeheer: zoals o.a.• Herlaadbare batterijen en herladers• CompostbakBevordering eco-design dit zijn dezelfde elementen die vallen onder ‘afvalbeheer’ die voldoen aan het Europees Ecolabel.Bevordering aandacht voor de natuur:• Gecertifi ceerd hout afkomstig van duurzame uitbatin-

gen (verantwoorde certifi catie)• Aankoop van planten, zaden en bloembollen voor

buiten, potgrond en teelaarde, meststoffen met bio-garantie en niet-gemototriseerd tuingereedschap.

De lijst geldt voor onbepaalde duur, maar kan uiter-aard nog aangepast worden. De Nar zal het systeem van ecocheques tegen uiterlijk het laatste kwartaal van 2010 evalueren.

Uiteraard staan er nog heel wat andere zaken in het IPA, maar hiermee wilden we maar aantonen dat het IPA toch wat aandacht tracht te besteden aan milieugere-lateerde items.

Nu is het aan de onderhandelaars op sectoraal niveau om deze voorstellen mee te nemen in de eisenbundels voor de nieuwe CAO’s.

Ellen Van HertbruggenACLVB, Vlaamse Regionale

Milieuaspecten in het Interprofessioneel akkoord

Om de twee jaar nemen de sociale partners deel aan belangrijke onderhandelingen van het

interprofessioneel sociaal overleg. De bedoeling is dan om een kwalitatief kader, waaronder een

loonkader, af te bakenen voor alle werknemers uit de privésector. Eind 2008 legden de vakbonden

en de werkgeversorganisaties hun eigen, specifieke eisen op tafel met betrekking tot items die de komende twee jaar van belang zouden zijn.

De spelers rond te tafel geraakten het ook deze keer eens en zo ontstond het Interprofessioneel

akkoord (het IPA) 2009-2010.

Page 12: AM_2009_1_def

12&ARBEID MILIEU

D

DOE-HET-ZELF

De ruim 11 000 werknemers legden in mei 2008 samen 4,5 miljoen duurzame kilometers te voet, met de fi ets, het openbaar vervoer of via carpooling af. Samen bespaarden ze daardoor 900 ton CO

2. Van

alle deelnemers maakten 2 000 automobilisten de overstap naar duurzame vervoersmodi. Bovendien leert een evaluatie drie maanden na de campagne dat 98% van alle deelnemers blijven kyotoën naar het werk. De deelnemers zijn dus uitstekende ambas-sadeurs voor het duurzaam pendelen.

Gesterkt door deze bemoedigende resultaten ambieert Bond Beter Leefmilieu (BBL) voor ‘ik kyoto’ 2009 nog betere resultaten. Naast meer deelnemende werknemers wil BBL dit jaar maar liefst 3000 auto-mobilisten overtuigen om de overstap te maken naar duurzame vervoersmodi. Om dit te realiseren reke-nen ze op de bedrijven. Maar hoe kunnen bedrijven werknemers motiveren om te kyotoën?

Bedrijven kunnen hun werknemers op verschillen-de manieren motiveren. De voordelen van kyotoën duidelijk maken, is een eerste stimulans. Kyotoën is naast goedkoper dan de wagen ook milieuvriende-lijk, gezond, sociaal en een remedie voor fi lestress.Daarnaast maakt Bond Beter Leefmilieu kyotoën met prachtige prijzen en geschenken zeer winstgevend. Iedere automobilist die de overstap van auto naar

trein, openbaar vervoer of carpooling waagt, ont-vangt een welkomstpakket met informatie over de nieuwe vervoerswijze en een geschenk. Werknemers die al vertrouwd zijn met kyotoën, maar een collega overtuigen, worden daarvoor ook beloond met een geschenk. Bovendien ontvangt ieder bedrijf op het einde van de campagne een feestdoos met partyma-teriaal (toeters, slingers, hapjes, …), een certifi caat met hun resultaten en mooie prijzen om onder hun werknemers te verdelen. Hoe meer werknemers deelnemen, hoe meer prijzen uit de goed gevulde prijzenpot (ter waarde van € 30 000) in de feestdoos van het bedrijf terecht komen. En of dat nog niet genoeg is, verloot BBL nog prachtige hoofdprijzen onder alle deelnemers in Vlaanderen bovenop de prijzen in de feestdoos.

Toch wordt ‘ik kyoto’ pas écht interessant als bedrijven zelf initiatief nemen. OCMW Turnhout dacht er vorig jaar net zo over. Door de combinatie van structurele inspanningen met een promotour werden heel wat werknemers overtuigd om deel te nemen. Hun oude fi etsenstalling werd vervangen door een nieuwe die met de nodige aandacht en een ontbijt voor elke fi etser ingehuldigd werd. Boven-dien ging de interne campagneverantwoordelijke langs bij verschillende bureaus om de campagne te promoten. Omdat het personeel vaak met allerlei informatie overladen wordt, wierp deze persoonlijke benadering zijn vruchten af. [FOTO]

Bent u net als Bond Beter Leefmilieu overtuigd van het belang van duurzaam woon-werkverkeer? Maak je collega’s warm voor ‘ik kyoto’ en houd de

Motiveer je collega’s voor ‘ik kyoto’

Met meer dan 11 000 deelnemende werknemers uit 348 bedrijven boekte ‘ik kyoto’ in 2008

een prachtig resultaat. In 2009 wil Bond Beter Leefmilieu nog meer werknemers aanzetten om milieuvriendelijk naar het werk te pendelen. Hoe

kunnen bedrijven werknemers motiveren?

Te voet naar het werk

Startmoment 2007 Studio Brussel - © BBL

Page 13: AM_2009_1_def

13 &ARBEID MILIEU

Z

DOE-HET-ZELF

Ze houdt juridische en psychologische bijstand in. De dekking is één jaar geldig en voorziet rechts-bijstand voor iedere juridische betwisting die met het carpoolen verbonden is. De rechtsbijstand kan nodig zijn, indien er een geschil opduikt tussen jou en de verzekeraar, of tussen de verzekeringen onder-ling (Arbeidsongevallenverzekering – Verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid). De psychologische bijstand wordt verleend na een ongeval waarbij jij of jouw carpoolpartners tijdens het woon-werkverkeer betrokken zijn.

Om van deze dekking te kunnen genieten moet je als carpooler geregistreerd zijn. Dit kun je doen via de website (de gegevens staan onderaan dit artikel). Van dekking zijn uitgesloten: carpools met familieleden in de 1ste graad (kinderen of ouders) en carpools met mensen die onder hetzelfde dak wonen. De volledige polis van de Carpoolverzekering vind je eveneens via de website.

Wat kost de Carpoolverzekering?De registratie als actieve carpooler, inclusief de

speciale Carpoolverzekering kost €5, maar deze registratie + verzekering is, dankzij een steun van de Staatssecretaris voor Mobiliteit, volledig gratis voor de eerste 25.000 carpoolers.

Hoe registreren?Je als Carpooler registreren gebeurt uitsluitend

door je gegevens te registreren. Hou er wel rekening mee dat de verzekering enkel van kracht is als je de mensen met wie je carpoolt ook hebt opgegeven. Nieuwe carpoolpartners kan je steeds op elk moment gratis en onbeperkt toevoegen. Als jouw teampart-ners zelf van deze verzekering willen genieten, dan moeten zij zich, net zoals jij, ook als actieve carpooler registreren.

Alle info en een inschrijvingsformulier vind je op: http://www.carpoolplaza.be/rvl/particulieren/verzekeringen/carpool.htm

Thijs CaluEducatief Medewerker Arbeid & Milieu

Carpool-verzekering

Stel dat je tijdens een rit naar het werk betrokken bent in een ongeval dan biedt Taxistop, met

steun van de Staatssecretaris voor Mobiliteit, een aanvullende carpoolverzekering aan. Deze

verzekering voor zowel bestuurder als passagier, is aanvullend op de arbeidsongevallenverzekering en

de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid (B.A.).

campagne tijdens de vier campagneweken in de spotlights. Op zoek naar leuke ideeën? Aarzel niet en neem een kijkje op onze website of neem contact op met het campagnesecretariaat.

Meer info: tel.02 / 282 17 20, www.ikkyoto.be , [email protected]

Lies Kuppens, campagnemedewerker BBL

“Dankzij ‘ik kyoto’ besteedt het OCMW meer aandacht aan het milieu. Maar de campagne zorgt ook voor een positief effect tussen de werk-nemers. Het heeft een groot teambuildinggehalte. De werksfeer en onderlinge samenwerking zijn echt verbeterd door onze deelname.”

Wouter Fransen, communicatieadviseur OCMW Turnhout

Met de fi ets naar het werk

Page 14: AM_2009_1_def

14&ARBEID MILIEU

N

TECHNOLOGIE

Wat is nanotechnologie?

Nanotechnologie is een nog jonge technologie die het mogelijk moet maken om synthetische en natuurlijke stoffen te manipuleren op het atomaire en moleculaire niveau. Dit wil zeggen dat men aan de slag gaat met deeltjes van enkele nanometers. Eén nanometer is een miljardste van een meter. Ter vergelijking: een menselijk haar heeft een dikte van ongeveer 80.000 nanometer. Met die deeltjes zouden

nieuwe materialen, gereedschappen, machines,... gemaakt kunnen worden. Het grote voordeel hierbij is dat we controle hebben tot op niveau van het atoom, wat ervoor zorgt dat er volledige precisie en controle kan ontstaan.

De technologie zou heel wat potentieel hebben: Zo zouden we in de toekomst geen gevaarlijke in-sectenverdelgers meer in huis moeten halen. Slimme ‘ecosysteemprotectors’ zouden immers het verschil zien tussen een kind en een spin en vallen enkel het ongedierte aan. Of ramen die je nooit meer hoeft te lappen, door een waterafstotende moleculaire laag. Klinkt allemaal erg veelbelovend.

Nanotechnologie is nu reeds in vele producten te vinden. Neem bijvoorbeeld de nieuwe generatie zonnecrèmes, waarbij de nanodeeltjes gewoon zonlicht doorlaten, maar de schadelijke UV-stralen terugkaatsen. Bovendien is deze zonnecrème niet vettig en laat ze geen witte strepen na. Ook in vele plastics wordt nu reeds gebruik gemaakt van nano-technologie (bv. In bepaalde verpakkingen.

GevarenTot zover de voordelen. Toch moeten we ons bewust

zijn van enkele mogelijke nadelige gevolgen.

Een aantal van die mogelijke gevaren werden beschreven door het ‘Centre for Responsible Na-notechnology’ (CRN), een organisatie die de vele mogelijkheden van de technologie inziet, maar tegelijk waarschuwt voor een aantal potentiële bedreigingen.

Vooreerst heerst er volgens het CRN onduidelijk-heid over mogelijke gevolgen voor de gezondheid. Wat als nanodeeltjes in het lichaam terechtkomen? Ons natuurlijk afweermechanisme is niet in staat om plaatvormige nanostructuren te verwijderen. Dit kun je vergelijken met het gevaar van asbest, alleen zijn nanodeeltjes op dat vlak nog schadelijker (4x meer kankerverwekkend, zo bleek uit onderzoek!) Materiaal dat opgebouwd is uit nanodeeltjes zal in het productieproces ook afval met zich meebren-gen dat uit nanodeeltjes bestaat (de zogenaamde ‘nano-litter’). De gevolgen voor de gezondheid, als werknemers hiermee in aanraking komen, zijn onvoldoende gekend. Ook over de druk die deze technologie op ons milieu zal zetten is het momenteel nog koffi edik kijken.

Ook verschillende doemscenario’s worden be-schreven: wat als de techniek in handen komt

Nanotechnologie: medaille met een keerzijde?

Nanotechnologie lijkt één van de meest veelbelovende nieuwe technologieën. De

technologie zou vele toepassingsmogelijkheden kennen. Onder meer het gebruik van

‘nanorobotten’ die in ons lichaam worden ingebracht om daar schoonmaak- of reparatie-

werkzaamheden uit te voeren, nanobuisjes die energie 100 keer beter geleiden dan koper,

metingen met precisie tot op één atoom, ... behoren tot de mogelijkheden in de toekomst.Nanotechnologie zou echter wel eens een mes

kunnen blijken dat aan twee kanten snijdt. Harde bewijzen van nadelige neveneffecten zijn er nog

niet, maar dit betekent niet dat er geen potentiële gevaren kunnen zijn.

Nanobuisjes van karbon, enkele duizenden keren vergroot

Page 15: AM_2009_1_def

15&ARBEID MILIEU

I

TECHNOLOGIE

In het kader van ons project “Duurzaam van 9 to 5” organiseren we een aantal Focusgroepen. Het project behelst 7 ‘duurzaamheidsthema’s’ waarrond telkens een focusgroep wordt georganiseerd. Doel van deze focusgroepen is het uitwerken van een Praktische fi che voor elk thema. Dit zou een werkinstrument moeten worden voor délégués die rond één van deze thema’s wil werken binnen het bedrijf.

De eerste ronde is nu achter de rug, maar voor de tweede ronde hadden we graag de mening van de vakbondsmilitanten gehoord over een eerste ont-werp van de fi ches. Is het voorgestelde stappenplan concreet haalbaar? Zijn de argumenten de juiste om je werkgever te overtuigen? Ken je een goed praktijkvoorbeeld?

Kortom: Wil je graag je steentje bijdragen aan een duurzamere economie? Kom dan zeker mee-denken op de tweede ronde van één (of meer) van onze focusgroepen. Er is telkens in de mogelijkheid voorzien om een broodje te eten.

Al wie de ontwerpfi ches op voorhand wil raadple-gen kan dat via www.a-m.be/duurzaam9to5.html. Van hieruit kun je telkens doorklikken naar een pagina per thema. De ontwerpfi ches zullen telkens beschikbaar zijn ongeveer een week voor de focus-groepbijeenkomst. Ook al kun je niet komen naar de focusgroep, feedback aan het secretariaat is steeds welkom! (contactgegevens: zie hieronder)

Meer info over inhoud, exacte locaties, enz: www.a-m.be/duurzaam9to5.html

Duurzaam van 9 to 5Focusgroepen: de 2e ronde!

Thema Locatie Datum (alle van 19u-21u) Deadline inschrijvingDuurzaam Energiebeheer A&M, Berchem 26 maart 19 maartDuurzaam Personeelsbeleid A&M, Berchem 1 april 25 maartDuurzaamheidsrapportering GEC, Gent 23 april 16 aprilDuurzaam woon-werk verkeer GEC, Gent 28 april 21 aprilDuurzaam Aankopen GEC, Gent 29 april 22 aprilDuurzame Productie en Materialenbeheer A&M, Berchem 7 mei 30 aprilDuurzaam Beleggen GEC, Gent 12 mei 5 mei

ACV Kris Van Eyck 02/ 246 32 51 [email protected] Danny Jacqmot 02/ 506 82 35 [email protected] Timothy De Clerck 09/ 222 57 51 [email protected] Secretariaat Arbeid en Milieu 03/218.74.72 [email protected]

Inschrijven doe je via de volgende contactperso-nen, telkens ten laatste 1 week voor de focusgroep plaatsvindt. Vermeld hierbij ook of je al dan niet

een broodje wenst. Trein-, tram- en busonkosten worden terugbetaald mits bewijs (equivalent van een 2e klas-ticket)

van terroristen? Wat als er nanorobotjes worden geproduceerd die in staat zijn zichzelf te reprodu-ceren en zo alle materie op aarde vervangen? Dit laatste scenario staat ook wel bekend als het ‘grey goo’-scenario, het meest pessimistische doembeeld omtrent nanotech.

No data, no marketMet deze zaken in ons achterhoofd, lijkt de nood

aan regulatie heel groot. Alleen is die tot op heden zeer ontoereikend. De Europese commissie vindt dat de huidige regelgeving voldoet. Dit in tegenstelling tot het Europees parlement, die momenteel een erg kritisch rapport opstelt, onder het motto “no data, no market”.

Momenteel ontbreekt het immers aan objectieve data in verband met de impact op mens en milieu, om producten die nanotechnologie bevatten zomaar over te laten aan het vrije markt-principe.

We hebben in eerste instantie nood aan objectieve gegevens, van waaruit men een duidelijke regelge-ving kan opbouwen die een kader biedt voor het op de markt brengen van dergelijke materialen en producten.

Bronnen en info:• “Het miljoenste van een millimeter:THE NEXT BIG

THING.”, presentatie Kristof Debrabandere (BBL)• www.crnano.org

Thijs CaluEducatief medewerker Arbeid & Milieu

Page 16: AM_2009_1_def

16&ARBEID MILIEU

V

DOE-HET-ZELF

Vermoedelijk sorteert u thuis afval, let u op uw energie- en waterverbruik en u koopt af en toe biologische of ecologisch (als de portefeuille het toelaat). Dan ziet u vast niet in waarom u dit gedrag moet wijzigen als u met vakantie bent. Sterker nog: u verlangt dat men op uw vakantiebestemming de no-dige inspanningen doet om de prachtige omgeving te behouden en te beschermen. Een hotel, camping of ander verblijf dat op verschillende vlakken rekening houdt met zijn impact op het milieu en het klimaat kan dan zeker uw waardering wegdragen.

Een internationaal keurmerkOm als toerist te kunnen kiezen voor die milieu-

vriendelijke toeristische accommodaties, ontwik-kelde Toerisme Vlaanderen samen met de Bond Beter Leefmilieu het Groene Sleutel-programma. De Groene Sleutel is een internationaal keurmerk voor onder meer campings, vakantieparken, jeugdlogies, vakantiecentra, hotels en gastenkamers (B&B’s). In de toekomst zullen ook attracties zoals pretparken, zoos en musea het label kunnen behalen. Momenteel wordt de Groene Sleutel in 13, hoofdzakelijk Europese, landen uitgereikt. De organisatie die internationale verantwoordelijk draagt voor het programma is de Foundation for Environmental Education (FEE).

Een jaarlijkse awardOm het label te mogen ontvangen dienen deze

accommodaties een ambitieus milieubeleid te voe-ren en een duidelijke milieuactieplan opstellen. De Groene Sleutel moet elk jaar opnieuw verdiend te worden en betekend dus een blijvende inspanning voor de uitbater. Alleen zo kan de kwaliteit van het label naar de toekomst gegarandeerd blijven. Dit jaar dingen meer dan 50 Vlaamse accommodaties naar de erkenning als “groen” verblijf. Op 3 april zullen de laureaten voor dit jaar bekendgemaakt worden via www.groenesleutel.be.

In 2008 werden er in 13 verschillende landen Groene Sleutels uitgereikt

België – Cyprus – Denmarken – Estland – Frankrijk – Italië – Japan – Litouwen – Marokko – Nederland – Portugal – Tunesië – Zweden

(bron: www.green-key.org)

Voorwaarden voor de Groene Sleutel

Om in aanmerking te komen voor de Groene Sleutel moet een accommodatie voldoen aan een hele reeks voorwaarden. Als basisvoorwaarde dient de aanvra-ger in de eerste plaats te voldoen aan alle wettelijke vereisten. Daarnaast moet ook het water- en energie-verbruik van de uitbating gemeten en geregistreerd te worden. Verder moet het logies nog voldoen aan een aantal verplichte milieucriteria. De uitbater dient zijn gasten ook continu te stimuleren om hun ver-blijf zo milieuvriendelijk mogelijk door te brengen. Tenslotte moet de uitbater ook nog voldoen aan een bepaald aantal vrij te kiezen optionele criteria.

CriteriaEnkele voorbeelden van verplicht criteria voor de

Groene Sleutel zijn: het opmaken van een milieuactie-plan, selectief inzamelen van afval, aandacht hebben voor biologische en streekgebonden producten in de keuken, gebruiken van ecologisch verantwoorde producten voor het onderhoud van de gebouwen, gebruik maken van herbruikbare materialen, nemen van water- en energiebesparende maatregelen ne-men zoals vb. spaarlampen, spaardouchekoppen, thermostaten, enz.

Optionele criteria om de Groene Sleutel te behalen zijn: het op regelmatig basis houden van een tevre-denheidsonderzoek bij de klanten, aandacht hebben voor het inrichten van natuureducatieve activiteiten, hergebruiken van hemelwater voor toiletten, afne-men ofwel zelf opwekken van groene stroom door vb. zonnepanelen, bij nieuwbouw, uitbreiding of renovatie beter scoren dan de wettelijke vereiste energieprestatienorm, enz.

Alle criteria waaraan een Groene Sleutel-verblijf dient te voldoen zijn te vinden op www.groene-sleutel.be.

Wannes MeersmansProgrammacoördinator Groene Sleutel, BBL

De Groene SleutelGarantie voor een duurzame

vakantieDe consument van vandaag hecht meer en meer belang aan het leefmilieu, zo ook de

vakantieganger. Uit onderzoek blijkt trouwens dat de meerderheid van de Vlaamse toeristen steeds meer belang hecht aan het feit dat een

hotel, gastenkamer, vakantiecentra, jeugdverblijf, vakantiepark of camping de nodige aandacht heeft

voor het milieu. Ook uitbaters van toeristische accommodaties willen zicht profileren als

ecologisch, duurzaam, milieuvriendelijk, ... Om het kaf van het koren te kunnen scheiden,

was er nood aan duidelijke richtlijnen en een herkenbaar keurmerk. Dit laatste bestaat vandaag

onder de vorm van de Groene Sleutel.

Page 17: AM_2009_1_def

17&ARBEID MILIEU

ACrisisitis

Als je de krant openslaat krijg je het gevoel dat er maar één crisis bestaat: de fi nancieel-economische crisis. Barrez nuanceert dit, en benadrukt dat we een cumulatie van crisissen beleven.

“De fi nanciële crisis woekert nu 2 jaar en is zo’n half jaar geleden uitgemond in een economische crisis”, zegt Barrez. “Voor de fi nanciële crisis echter alle aandacht kreeg was er de voedselcrisis. Deze komt voort uit het feit dat we tegen de grenzen van onze aarde botsen, kortom de ecologische crisis. Aan de andere kant heeft ook deze voedselcrisis een fi nanciële oorzaak. Door een fi nanciële markt die zeer onoordeelkundig te werk gaat, ontstonden fenomenale pieken in de voedselprijzen, die nu weer zijn ingezakt.”, aldus Barrez. “Daarbovenop komt nog eens de sociale crisis. De helft van de werkende wereldbevolking moet het stellen, met 2 euro per dag, en vaak met nog minder. Mij moet men eens komen vertellen in welk land je een fatsoenlijk leven kunt lijden, met amper 2 euro per dag. En dan heb ik het nog niet gehad over de 200 miljoen offi ciële werklozen, waar er volgens schattingen van het ILO (Internationale Arbeidsorganisatie) tussen het begin van de crisis en eind dit jaar tot wel 50 miljoen kun-nen bijkomen!”.

Allemaal enorme uitdagingen dus, die nog eens bovenop onze fi nancieel-economische crisis komen. “Maar dan hebben we het nog niet over de ergste crisis gehad,” vervolgt Barrez, “de democratische crisis”. “Deze crisis vloeit voort uit het feit dat men er aan de politieke kant niet in slaagt met oplossingen voor de dag te komen die voldoen. Dit veroorzaakt onze manke politieke democratie, maar erger nog is onze manke economische democratie. We hebben onvoldoende vat op onze economie en dat doet ons allemaal pijn. In mijn ogen moeten we durven zeg-gen dat bij gebrek aan economische democratie, die mensen greep geeft op hun werk en inkomen, de politieke democratie niet kan werken. Wie van honger sterft, kan moeilijk zijn politieke rechten laten gelden.”

Fortis versus ASLKMaar we zitten dus met een economische en

fi nanciële crisis, waar dringend maatregelen geno-men moeten worden. “Als je een ombouw naar een sociaal-ecologische economie wil, hebben we instru-menten nodig.”, aldus Barrez. “Hoe je het ook draait of keert, als je je economie draaiende wil houden heb je je spaar- en kredietwezen nodig. De spaarquote moet je zo goed mogelijk weten om te zetten in wat die sociaal-ecologische economie nodig heeft. En het is daar waar de grootbanken, in hun huidige vorm, momenteel falen”, zegt Barrez.

“Vandaag zeggen de grootbanken tegen heel veel ondernemende mensen dat er geen geld is voor hen. Dit betekent geen investering, geen werk en dus ook geen inkomen. Als dat de banken zijn van vandaag, dan zit er iets grondig fout. En dan zeg ik: overheids-banken werken beter”, vervolgt Barrez. “Laat ons onze fouten herstellen en de waanzin van de voorbije jaren voorgoed achter ons laten. In het 1e studiejaar leerden we via het spaarboekje van de ASLK het abc van de economie. We kregen dat spaarboekje in han-den en wisten dat wat daar op stond, ons krediet was. Dat soort hefbomen zijn we kwijtgeraakt en moeten we terug in de samenleving brengen. Voor mij mag Fortis voortaan de ASLK genoemd worden, en naar het voorbeeld van die laatste terug in overheidshanden worden genomen”, vervolgt Barrez.

Overheidsbanken dus, al ziet Barrez wel in dat deze in het verleden niet altijd optimaal waren georganiseerd.

“Grootste nadeel aan de overheidsbanken in het verleden, was het gepolitiseerde bestuur. Vervang dus die gepolitiseerde bestuurders door onafhan-kelijke bestuurders, die expliciet de opdracht wordt meegegeven de economie om te bouwen in een duur-zame richting. Hij zal het misschien zelf niet graag horen, maar iemand die volgens mij goed geplaatst zou zijn om z’n beste krachten hieraan te wijden, is professor Paul De Grauwe. Hij geeft – als voormalig neoliberaal econoom nota bene – nu ook toe dat de markt kan falen en een nationalisering in deze crisis de beste oplossing is”, aldus Barrez.

“Het grote voordeel van een overheidsbank, op dergelijke manier georganiseerd, is dat je bijvoorbeeld mensen die een huis bouwen of verbouwen fi nancieel voordeel kunt geven door renteloze leningen of le-ningen aan een lagere rente aan te bieden. De kosten van een duurzame woning liggen gemiddeld zo’n 15% hoger, maar daar tegenover staat een energiekost van quasi 0, wat je dus heel je leven niet moet betalen. Op die manier kun je bovendien vanuit de vraagzijde de bouwsector verplichten een noodzakelijke transitie door te maken. Dat kan heel snel gebeuren en is meer dan ooit noodzakelijk. Er zijn dus baten voor de bewo-

De crisis voorbijAl geruime tijd houdt de financieel-economische

crisis ons in een wurggreep. Échte oplossingen lijken er niet te komen, terwijl onze werkloosheidscijfers de pan uit swingen. Tijd voor vernieuwende ideeën,

zo dachten we. Met dit uitgangspunt in gedachten kwamen we terecht bij VRT-journalist Dirk Barrez,

hoofdredacteur PALA.be en auteur van ‘Van eiland tot wereld. Appèl voor een menselijke samenleving.’

“Onze economie is de meest antikapitalistische ooit,” stelt Barrez, “we tasten het kapitaal van de aarde - en dus onze toekomstige welvaartsbasis -

in een hels tempo aan”.

OPLOSSINGEN VOOR DE CRISIS

Page 18: AM_2009_1_def

18&ARBEID MILIEU

ners, voor de bouwsector en al wie daar werkt, voor de samenleving, de sociale zekerheid én voor het milieu! Een overheidsbank zal geen woekerwinsten maken, maar ze zal het economisch beter doen dan de huidige grootbanken, en bovendien is de maatschappelijke en ecologische winst vele malen groter.”

‘Alliantie voor Werk en Milieu’

Dat in de bouwsector – waar gemakkelijk maat-schappelijke winst gehaald kan worden, zowel op vlak van CO2, als op vlak van duurzame werkgele-genheid – nog niet meer is geïnvesteerd, vindt Barrez hallucinant. “Ik begrijp op geen enkele wijze dat in België niet elk openbaar gebouw dat wordt gebouwd geen lage-energiegebouw is. Want dit creëert werk, het is duurder en intensiever op vlak van arbeid. Daarnaast wapen je je tegen de toekomst, ook op ecologisch vlak, want je verplicht de bouwsector om zich aan te passen. Als overheid moet je toch de uitgave doen, doe het dan meteen op de meest intelligente wijze.”

Niet enkel bij overheidsgebouwen zou dit de norm moeten zijn, maar Barrez ziet ook instrumenten om de transitie naar duurzame privé-woningen door te voeren: “kijk bijvoorbeeld naar Duitsland, waar een alliantie tussen de overheid, de vakbonden en de bouwsector tot stand kwam. Daar bouwt men per jaar 300.000 woningen om richting lage energie-woningen. Daar profi teren zowel de bouwsector, de bewoners van de huizen als ons milieu van! Als je met een ombouw richting lage energiewoningen start, én richting hernieuwbare energieproductie, én richting milieuvriendelijker transport, verschaft dit de komende decennia massaal nuttig werk en inkomen.”

BelastingenEen actievere overheid is een deel van de oplos-

sing, de markt heeft immers zijn beperkingen, stelt Barrez. “De logica van een vrije markt is er één van zoveel mogelijk winst op korte termijn. Als je die logica doortrekt, dan moet je het regenwoud nu meteen kappen, want zo haal je onmiddellijk de hoogste fi nanciële winsten. Het is dus duidelijk dat de markt bijgestuurd moet worden, als we de grenzen van onze aarde niet willen blijven overschrijden”, aldus Barrez.

“Verstandige ondernemers zijn de eerste om te pleiten voor een actieve overheid. Als je door de economie welvaart wil produceren, heb je nood aan goed geschoolde werknemers, een gerechtelijk ap-paraat dat functioneert, infrastructuur, een systeem van sociale zekerheid, … . Dit zijn allemaal zaken die de markt niet op de beste wijze – of soms hele-maal niet – kan leveren, maar wel nodig heeft om te kunnen functioneren. Vanuit de optiek van een

ondernemer zijn dit onmisbare zaken, dus betaalt hij graag belastingen, omdat hij weet dat hij waar voor z’n geld krijgt. Enige probleem in ons land is dat dit principe wat scheef zit. Hier krijgen we niet altijd waar voor onze fi scale bijdragen, een zware verzuim van onze politici.”

Opel AntwerpenOm de autosector uit het slop te halen doet Bar-

rez een concreet voorstel: “We hebben de knowhow rond elektrische wagens. Als we omgekeerd rede-neren vanuit de vraag van de samenleving anno 2020-2025, dan zal daar zeker ook de auto nog deel van uitmaken. Het staat vast dat er sowieso te veel wagens worden geproduceerd, maar er zal steeds een zekere vraag blijven.”, aldus Barrez.

“Dan rest alleen nog de vraag voor welk soort auto we in de toekomst willen gaan. Als we ervan uitgaan dat we dan best rijden met auto’s die heel weinig milieubelastend zijn, gemaakt uit recycleerbare ma-terialen en waarvan de energie op een hernieuwbare wijze moet kunnen geproduceerd worden, dan kom je al snel uit bij de elektrische wagen. Laat ons dus in een fabriek als Opel Antwerpen de omschakeling ma-ken naar de productie van elektrische wagens. Zeker als je die koppelt aan zonne- en windmolenenergie, en aan de mogelijkheid om energie te transporteren én op te slaan. Zelfs de batterijtechnologie bestaat, weliswaar deels onbruikbaar onder patent en in de kluis van een oliebedrijf. Maar het onderzoek vor-dert. Met Umicore hebben we dicht bij huis één van dé bedrijven die met deze technologie bezig is. Die bouwstenen moeten we aan elkaar haken, en ervoor zorgen dat die auto’s ook op een zogenaamde ‘smart grid’, een intelligent netwerk, aangesloten kunnen worden om de pieken en dalen op te vangen. Een aantal wetenschappers zeggen dat dit niet evident is, anderen timmeren vlijtig aan die weg. Vele zaken die gisteren niet evident waren, zijn vandaag wel re-aliteit. Om dergelijk proces in gang te zetten, hebben we echter nood aan een sterke sturende overheid.”

Lessen uit de geschiedenis

Daarnaast pleit Barrez ook voor een heropleving van de coöperaties van vroeger. “Uit de geschie-denis is gebleken dat de meest succesvolle sociale bewegingen de bewegingen zijn die niet enkel als syndicaat acteren, maar die zelf ook een economische poot hebben. Dat zijn de bewegingen die kunnen wegen op de politiek. Historisch zijn coöperaties van de arbeidersbeweging - van bakkers, over eigen distributiecentra tot eigen media - de motor geweest voor verandering. Die zaken zijn vandaag grotendeels weg, althans in ons land. Nochtans zijn er in andere landen schitterende voorbeelden te vinden van coöperaties. Zo heb je in Duitsland de “Raffeissenkassen”,coöperatieve banken die veel beter bestand blijken te zijn tegen de fi nanciële crisis!

OPLOSSINGEN VOOR DE CRISIS

“Laat ons een fabriek als Opel Antwerpen de omscha-

keling maken naar de productie van elektrische

wagens”, aldus Barrez. Foto: ©wordpress.com

Page 19: AM_2009_1_def

19&ARBEID MILIEU

In Zwitserland wordt zelfs in de distributiesector met coöperaties gewerkt. En met succes: de 2 grootste verdelers in Zwitserland zijn coöperatieve distribu-tiebedrijven. Daarbovenop worden op die manier zaken bereikt die door het vrije marktsysteem nooit bereikt worden: men maakt er de keuze om fair-trade bananen als eerste keus voor te schotelen aan de klanten, voor dezelfde prijs als gewone bananen. Dit heeft als gevolg dat er minstens tien maal meer fair-trade bananen worden verkocht dan in andere landen. De consument heeft immers geen enkel ar-gument meer om een andere banaan te kopen, zélfs geen prijsargument! Die mechanismen bestaan in vele samenlevingen jammer genoeg niet meer.”

“Vroeger hadden werknemers- en boerenbewegin-gen hier ook hun eigen banken. Ik zie geen reden om dergelijke banken niet terug in het leven te roepen, want ze functioneren veel beter dan de banken van vandaag. Dit hoeft natuurlijk niet meer te gebeuren op de scheidingslijnen van vroeger, het zou het ge-meenschappelijk initiatief kunnen zijn van vakbonden en de milieubeweging, en wellicht nog andere”, aldus Barrez. “Op die manier worden we terug zeker van ons spaargeld en kunnen we investeren op een ma-nier die zowel sociaal als ecologisch verantwoord is”

“De arbeidersbeweging is volledig uit die econo-mische poot gestapt. Uiteindelijk verzwakt dit je als beweging, want je speelt een sterke hefboom van verandering kwijt. Vandaag hebben we wellicht geen bakkerscoöperaties, maar bv. zeker wel energieco-operaties nodig. Je zou ze in elke gemeente kunnen maken. Niet enkel aan de passieve kant (samenaan-koop), zoals ze nu meestal bestaat. Maar ook aan de actieve zijde, waarbij de coöperaties zelf produceren. Lokale economie is op dat vlak zeer belangrijk. Dit kun je ook via de overheid stimuleren, maar zeker als ze dat niet of onvoldoende doet, dan moet je dit via coöperaties doen.”

Vakbond = Milieu-beweging = Vakbond?

De idee van een gemeenschappelijk front tussen de vakbonden en de milieubeweging, dringt zich

in de huidige wereld op als vanzelfsprekend, vindt Barrez.

“Als we vandaag de analyse correct maken en vaststellen dat de vakbonden de rechten van de werkende mens – inkomen, werknemerspositie, autonomie, economische rechten – wil bescher-men, dan kan dat maar wanneer we de ecologische productiebasis mee in rekening brengen. Of ze het graag heeft of niet, de economie kan zich maar ont-wikkelen binnen de biofysische mogelijkheden van de planeet. Dat is haar grootste kapitaal dat ze niet kapot mag maken. Maar met de huidige economie die volledig gericht is op de kortste termijn verhogen we net snel de ecologische tekorten. Dan kunnen we minder welvaart voorbrengen, en dat zal zich ook sociaal vertalen. Het één is dus onlosmakelijk met het ander verbonden en als vakbonden de werkne-mersbelangen willen blijven verdedigen moeten ze dus ook de milieu-ambities als het ware ‘inademen’ als beweging en zich ontpoppen tot een sociaal-ecologische beweging.”

“De geschiedenis leert dat als je een sociaal eco-logische economie wil stimuleren, overheden dat pas echt doen als er georganiseerde druk vanuit de samenleving komt. De grootste sociale bewegin-gen, de vakbonden, moeten dus ook de grootste milieubeweging worden. Vakbonden moéten – in het belang van hun leden – zo redeneren. Ze moeten de alliantie zoeken met de milieubeweging, maar ook met de boerenbewegingen. 1/3 van de arbeid mondiaal zit immers in de agrarische sector.”

“Bovendien toont een recente studie van het Eu-ropees Vakverbond (zie elders in dit magazine) aan dat de impact op werkgelegenheid via een transitie naar groene jobs, niet zorgt voor minder jobs en niet voor slechtere jobs. Daarbovenop biedt dergelijk economisch model veel meer continuïteit. Allemaal zaken die in het belang zijn van de werknemer. Een transitie naar groene jobs is dus echt de te volgen weg”, besluit Barrez.

Thijs CaluEducatief medewerker Arbeid & Milieu

OPLOSSINGEN VOOR DE CRISIS

In zijn meest recente boek schrijft Barrez zijn ‘Programma voor een menselijke samenleving’ aan de hand van discussies die gevoerd worden op het eiland Pala. Op dit fi ctieve eiland komen sociaal bewogen mensen van over de hele wereld samen om een vreedzame sociale en ecologische wereldrevolutie voor te bereiden. In 8 delen worden verschillende thema’s behandeld. Eerst lezen we de boeiende discussies tussen de eilandbezoekers onderling, waaruit telkens een compromistekst vloeit. Het boek (uitgegeven bij EPO) is te koop in de boekhandel of te bestellen via www.pala.be of met een mailtje naar [email protected]

Jan Renders, Algemeen voorzitter van het ACW schreef over dit nieuwe boek: ‘Dit is inderdaad een echt appèl voor een menselijke samenleving. Met kritische analyses van wat er in onze wereld funda-menteel misloopt. Met een bewogen pleidooi voor een sociaal-rechtvaardige, duurzame en participatieve samenleving.

Een pleidooi ook voor sterke sociale bewegingen die hun roots niet mogen verliezen. Die weten voor welk maatschappelijk project ze moeten mobiliseren.

Een toegankelijk handboek voor wie actief is in een sociale beweging en van een rechtvaardiger samenleving droomt. Je doet er energie van op.’

Barrez: “Ik begrijp op geen enkele wijze dat in België niet elk nieuw openbaar gebouw geen lage-energiegebouw is”

Van Eiland tot Wereld

Appèl voor een menselijke samenleving

Page 20: AM_2009_1_def

20&ARBEID MILIEU

V

PUBLICATIES IN DE KIJKER

CO2-gids van de autoRij zuinig... een troef voor u en de natuur!

Van plan om een nieuwe wagen te kopen? Dan is het zeker raadzaam een kijkje te nemen in de ‘CO2-gids van de auto’, een uitgave van verschillende overheidsdiensten. De gids heeft ook een digitale tegenhanger, die vind je op www.energievreters.be/auto. De papieren versie kun je ook via deze website bestellen. De gids wil de consument helpen bij aan-koop van een nieuwe auto zoveel mogelijk rekening te houden met het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot. Auto’s zijn nu eenmaal verantwoordelijk voor een groot deel van de totale CO2-uitstoot, die op zijn beurt het broeikaseffect versterkt waardoor de aarde opwarmt.

De gids geeft een overzicht van alle nieuwe per-sonenwagens op de Belgische markt, alfabetisch gerangschikt per merk. Daarbij wordt ook een on-derscheid gemaakt tussen de verschillende brand-stoftypes (benzine, diesel of gas).

Wij willen schone kleren!Enquête Schone Kleren Campagne

De Schone Kleren Campagne (SKC) is een initiatief dat wil nagaan waar en in welke omstandigheden onze kleren worden gemaakt. Hierbij ijvert ze naar betere arbeidsomstandigheden in de kledingindu-strie. SKC bestaat uit een platform van vakbewe-gingen, derdewereldorganisaties, socio-culturele organisaties, jeugdorganisaties en consumenten-organisaties . Om na te gaan hoe kledingmerken en –ketens in verband met de naleving van arbeids-

rechten in hun toeleveringsketens omgaan, stuurde SKC een enquête naar 33 ketens, waarvan er 22 de vragen beantwoord hebben.

De resultaten werden gepubliceerd in een zwart-wit brochure, die je via de website kunt downloaden (op http://www.schonekleren.be/downloads/brochure33bedrijven.pdf) of tegen € 3 (plus portkos-ten) bestellen via [email protected]

In de brochure vind je per merk of keten die de vra-genlijst invulde, een rapport over hun inspanningen volgens een aantal criteria. Zo wordt nagegaan of er een gedragscode bestaat, of deze geloofwaardig is, welke controlemechanismen er al dan niet aanwezig zijn, ... . Op deze manier krijgen we een vrij accuraat beeld van de arbeidssituatie bij de toeleveranciers van de grote merken. Meer info: www.schonekleren.be

Bouwen aan een duurzame economieInvesteren in de toekomst

Deze uitgave van de Vlaamse overheid heeft als doel een indruk te geven van wat er in Vlaanderen en daarbuiten beweegt op het vlak van duurzame economie. En dat kan heel breed gaan: men heeft het zowel over windmolens en CO2-neutrale productie als over het West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen als ‘De weg naar de industriële revolutie’. Voor elk wat wils dus. De publicatie wil vooral aantonen dat samenwerking tussen overheid, het bedrijsleven en de wetenschap rond de uitbouw van een duurzame economie mogelijk is. Om dit te illustreren worden ook een aantal bedrijven belicht, zoals Umicore en Alpro Soya. Een aanrader voor al wie zich wil inlezen in het thema!

Publicaties in de kijker

Page 21: AM_2009_1_def

21 &ARBEID MILIEU

PUBLICATIES IN DE KIJKER

Electromagnetische velden en gezondheidUw wegwijzer in het elektromagnetische landschap

Iedereen komt dagelijks in contact met elektro-magnetische velden, of we dat nu willen of niet. Steeds meer mensen maken zich zorgen over de mogelijke gevolgen hiervan.

In deze brochure van de federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu, vindt u informatie over de moge-lijke schadelijke gevolgen van gsm, zendmasten, draadloze netwerken, hoogspanningslijnen en andere ‘stralende’ technologieën. Enerzijds wordt toelichting gegeven bij de bestaande wetenschap-pelijke onzekerheden. Anderzijds kun je in de bro-chure ook terecht voor informatie over de huidige reglementering en beleidskeuzes. Tenslotte worden ook enkele praktische tips aangereikt voor het ver-standig gebruik van gsm, wifi of draadloze telefoon.

BeschikbaarheidDe brochure is beschikbaar bij de gemeentebe-

sturen. Ze kan ook besteld worden bij het call center van de federale overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (02/524 97 97).

U kunt ze ook downloaden viahttps://portal.health.fgov.be/pls/portal/url/

ITEM/507A81FC8BD36F48E04400144F3EAABC

Low Impact Man Praktische tips voor een ecologisch leven van wieg tot graf

In dit boek gaat Steven Vromman (Ecolife), alias de “Low Impact Man” op zoek naar manieren om je ecologische impact op onze planeet te verkleinen.

Steven gaat op zoek naar manieren om je eco-logische voetafdruk te verkleinen. De ecologische voetafdruk is een concept waarmee je kunt bereke-nen hoeveel hectare grond je nodig hebt, om in al je noden te voorzien. Zo heeft de gemiddelde Belg een voetafdruk van 5,6 hectare.

Stevens grote uitdaging bestaat er in om op 6 maanden tijd zijn voetafdruk te verkleinen tot 1,6 hectare, de oppervlakte waar we – rekening hou-dende met de draagkracht van de aarde – eigenlijk recht op hebben. De gemiddelde Belg leeft dus op zeer grote voet en heeft in feite 3,5 wereldbollen nodig om alles te beredderen.

In 19 hoofdstukken – van wieg tot graf – wordt beschreven hoe je praktisch te werk gaat om je voetafdruk drastisch te verminderen. Verbazend hoe vaak eenvoudige maatregelen kunnen leiden tot een serieuze CO2-besparing. En ook de portemonnee doet er vaak zijn voordeel mee, in tijden van crisis niet onbelangrijk!

Wie bovendien denkt dat Steven zijn eigen prin-cipes tart met de uitgave van dit boek (wat ook CO2-uitstoot met zich meebrengt), is eraan voor de moeite: Het boek is klimaatneutraal opgevat. Per ver-kocht exemplaar gaat immers 10 eurocent naar Com-penCO2. Dat geld wordt geïnvesteerd in projecten in Afrika, Azië en Latijns-Amerika die uitstoot ter plekke verminderen, of vermijden dat ontwikkeling niet tot méér CO2-uitstoot leidt. Daarbovenop is het boek gedrukt op papier afkomstig van FSC-gelabeld hout (hout afkomstig van duurzaam beheerde bossen).

Beslist een aanrader voor wie ervan overtuigd is dat het ook met wat minder kan, maar nog een duwtje in de rug nodig heeft.

Het boek kost 17,5 euro in de boekhandel, maar wie een aantal zaken uit het boek toepast spaart beslist meer geld uit!

Thijs CaluEducatief Medewerker Arbeid & Milieu

Page 22: AM_2009_1_def

22&ARBEID MILIEU

W

SECTOR IN DE KIJKER

Doemscenario’s in overvloed...

We herinneren ons nog allemaal de torenhoge olie en grondstofprijzen van 2007 en begin 2008. De sterk toegenomen globale vraag, gekoppeld aan een stabieler aanbod, was de voornaamste reden van die prijsstijgingen. Ondertussen zijn omwille van de dalende vraag door de economische crisis, de prijzen terug fl ink wat gedaald. De vooruitzichten op midden en lange termijn zijn dat de verwachte toenemende vraag naar eindige of toch beperkt beschikbare grondstoffen onvermijdelijk terug de prijzen de hoogte in zal stuwen. Duurdere grondstoffen bete-kent duurdere producten en resulteert in een dalende koopkracht. Duurzamer omgaan met materialen is dus geen luxe, maar fundamenteel voor het behoud van onze welvaart en voor de welvaartsgroei in de Derde Wereld landen.

We bezitten praktisch geen grondstoffen in eigen land. In vergelijking met de opkomende econo-mieën in Azië en Latijns-Amerika dient onze indu-strie ook hogere loonkosten in rekening te nemen. Tenslotte hebben landen zoals China en India, in vergelijking met Europa, een veelvoud aan hoog opgeleide mensen. Het is dus niet langer realistisch te verwachten dat Europa en Noord-Amerika wel de kenniseconomieën van de toekomst zullen worden, terwijl de lageloonlanden de productie voor zich zullen nemen.

Deze globale trends kan Vlaanderen (als ze dat al zou willen) eenvoudig weg niet wijzigen of stop-pen. De uitdaging wordt dus hoe we hier het best op kunnen inspelen.

Welke rol kan de recyclage-industrie hier nu in spelen?

Het klinkt op het eerste zicht misschien wat vreemd, maar Vlaanderen’s kansen komen onder andere voort uit… onze vuilbakken en containerparken. Het afval van vandaag is de grondstof van morgen. Wie zei ook weer dat Vlaanderen geen grondstoffen had? Onze “sorteercultuur” is een goede basis om materialen op een hoogwaardige wijze te recupereren. Volgens de OVAM sorteren de Vlaamse burgers ongeveer 71% van het huishoudelijk afval. De resterende 29% wordt grotendeels verbrand. De cijfers van het bedrijfsafval zijn wat minder duidelijk; toch kunnen we ook hier stellen dat de grote meerderheid van het bedrijfs-afval gerecycleerd wordt op een of andere manier. Deze gegevens vormen de basis voor de uitbouw van de recyclage-industrie.

Zoals eerder al gesteld, Vlaanderen bezit praktisch geen grondstoffen. Vele van onze consumentengoe-deren worden in lageloonlanden geproduceerd en geëxporteerd naar België.

Anders gesteld, Vlaanderen importeert niet enkel veel afgewerkte producten, maar ook de materialen waar die producten uit bestaan. De materialen in het afval zijn onze grondstof. Net die materialen hoogkwalitatief opwaarderen (ook wel “upcycling” genoemd) biedt economische opportuniteiten. Niet enkel economische kansen voor een hoogwaardige recyclage sector, maar – belangrijker nog - het creëert kansen om die lokaal bekomen grondstoffen terug lokaal of regionaal te gaan inzetten. Zo kan de recyclage sector een hefboom worden voor de verwerkende nijverheid. Anderzijds kunnen bepaalde hoogkwalitatieve secundaire grondstoffen aange-boden worden op de globale grondstoffenmarkt.

De recyclageindustrieEssentiële domino in de transitie

naar een duurzamer materialenbeheer

De OVAM heeft enkele jaren terug hun werkdomein verruimd van afvalbeheer naar materialenbeheer.

Eenvoudig gezegd, de uitdaging wordt om afval niet langer als een probleem, maar als een onderdeel van de oplossing te zien. Hoe

past de recyclage-industrie in dit plaatje? De grondstoffen van de recyclage-industrie bestaan

uit materialen die door andere partijen als afval aanzien worden. Dit afval kan op verschillende

manieren verwerkt worden. Er wordt in Vlaanderen vandaag de dag nog steeds miljoenen tonnen afval

gestort en verbrand. Op vlak van tewerkstelling en economische toegevoegde waarde bieden

deze twee “verwerkings”technieken maar weinig mogelijkheden. Dit in tegenstelling tot recyclage

en voorbereiding tot hergebruik (hersteldiensten), die veel arbeidsintensiever zijn.

Foto: Kristof Debrabandere, BBL

Page 23: AM_2009_1_def

23&ARBEID MILIEU

SECTOR IN DE KIJKER

In beide gevallen gaan we globaal duurzamer om met materialen.

Hoe is het gesteld met de recyclage-industrie in Vlaanderen?

Onze regio bevat enkele bedrijven die wereld-leiders zijn in hun specifi ek recyclage domein. Hun eindproducten zijn hoogkwalitatieve (secundaire) grondstoffen. Daarnaast zijn er ook veel bedrijven die eerder “downcycling” doen, d.w.z. een lagere kwaliteit secundaire grondstof produceren. Deze bedrijven zijn ook meer de “speelbal” van de globale primaire grondstofprijzen en creëren zelf minder economische toegevoegde waarde.

In beide gevallen bouwen deze bedrijven op de-zelfde fundamenten: het gesorteerde afval. Net hier doet Vlaanderen het goed; en dit opent perspectie-ven voor de toekomst.

Hoe kan hier verder op gebouwd worden?

Recyclage-industrie, overheid, bedrijven en burgers kunnen elk hun bijdrage leveren om op het einde van de rit meer hoogkwalitatieve grondstoffen te puren uit ons “geïmporteerd afval”. Zo kunnen de overheid, bedrijven en burgers samen nog méér én selectiever sorteren. De recyclage sector dient meer te investeren in onderzoek en ontwikkeling van schei-ding- en recycleertechnologieën. De toegevoegde

waarde van deze sector stijgt exponentieel met de kwaliteit van de recyclageprocessen en hun output. Gezien het strategisch belang van deze sector dient de overheid dit te ondersteunen. Ten slotte dient de overheid obstakels op de weg naar een duurzame groei en professionalisering van de sector uit de weg te ruimen. Zo moet de implementatie van de Europese kaderrichtlijn afval er voor te waken dat recyclage steeds de voorkeur geniet boven afvalverbranding – ook wanneer deze laatste vermomd wordt als energieopwekking. Slechts in grondig onderbouwde en bewezen gevallen mag hier van afgeweken wor-den. Verder stelt REACH* de sector voor dilemma’s. Enerzijds is het inzetten van secundaire grondstoffen te verkiezen boven het gebruik van primaire grond-stoffen en zouden afvalstoffen dus op een relatief eenvoudige manier terug als product aanzien kunnen worden. Anderzijds is de REACH wetgeving er net om de verspreiding van chemische vervuiling tegen te gaan. Hoe hoogwaardiger de recyclageprocessen, hoe zuiverder de secundaire grondstoffen en hoe minder “problematisch” REACH wordt. De bal ligt dan ook in het kamp van de recyclage sector. De overheid en burgers hebben echter ook hun verant-woordelijkheid om de sector elk op hun manier te ondersteunen.

* REACH = Registration, Evaluation and Assessement of CHemicals

Kristof Debrabandere, beleidsmedewerker afval- en materialen BBL

© OVAM

Page 24: AM_2009_1_def

24&ARBEID MILIEU

IWat zijn ‘groene jobs’?

In strikte zin zijn groene jobs arbeidsplaatsen die bijdragen tot het behoud en herstel van de natuur-lijke rijkdommen en ons leefmilieu. Dit kan gaan van de sector van de hernieuwbare energie, over werknemers die zich toeleggen op energie-effi ciëntie of waterzuivering tot duurzaam bosbeheer.

Als je het begrip groene jobs ruimer interpreteert, dan gaat het om veel meer werknemers, en komen in principe alle sectoren in aanmerking. In de staalsec-tor en automobielsector wordt steeds meer rekening gehouden met ecologische principes (bv. zuiniger auto’s) Maar de bouwsector is tot het besef gekomen dat er veel milieuwinst en extra tewerkstelling kan geboekt worden door bv. bouwafval beter te recy-cleren, of door in te zetten op het energiezuiniger maken van de gebouwen in Vlaanderen (zowel privé-woningen als kantoren en fabriekshallen),

Wat kunnen vakbonden doen?De Europese vakbonden zagen reeds voor de fi lm

van Al Gore de ernst in van de opwarming van de aarde, en hebben in 2004 een studie laten uitvoe-ren over de gevolgen van de klimaatverandering op de tewerkstelling tegen 2030. Daaruit bleek dat er veel kansen liggen voor het scheppen van extra banen, maar ook dat de overgang naar een groene economie heel wat begeleiding en heroriëntering vraagt van mensen die nu in energieverslindende sectoren werken.

Resultaten studie ILO-UNEP-ITUCOm deze overgangsmaatregelen beter te kunnen

inschatten, hebben op wereldvlak de ILO (Interna-tionale Arbeidsorganisatie), de UNEP (United Nations Environment Programme, het milieuprogramma van de Verenigde Naties), de ITUC (Internationaal Vak-verbond) en de IOE (Internationale Werkgeverskoe-pel) de voorbije jaren uitgebreid onderzoek verricht naar groene jobs. De resultaten zijn gebundeld in een gezamenlijk rapport ‘Green Jobs: towards decent work in a sustainable, low-carbon world’ dat in september 2008 verscheen. Als men rekening houdt met internationale afspraken (minstens op Europees niveau) zijn de modellen voor de werkgelegenheid vrij gunstig. Er zou zich slechts een geringe groei-vertraging voordoen met een netto stijging van de werkgelegenheid van 1,5%.

In dit en een volgend artikel zullen we de hoofd-elementen uit deze studie overlopen.

Iedereen beseft ondertussen dat we zorgzamer moeten gaan omspringen met het milieu, en dat

onze natuurlijke rijkdommen ooit gaan opdrogen. Nu de economische crisis ons dwingt tot creatieve

en duurzame oplossingen, groeit de interesse om met de creatie van groene jobs zowel de

economische crisis als de klimaatverandering te lijf te gaan. Zo heeft bv. Agoria berekend dat de

groene technologiesector tegen 2020 goed is voor minstens 40.000 jobs1 (10x meer dan vandaag).

Groene jobs (deel I)

GROENE JOBS

Page 25: AM_2009_1_def

25 &ARBEID MILIEU

GROENE JOBS

Vier bewegingenTijdens de overgang naar een groenere economie

zullen wijzigingen in de tewerkstelling zich voordoen op vier niveaus: 1. creatie van nieuwe beroepen en jobs, bv. het

beroep van isoleerder2. verschuivingen binnen sectoren, bv. het bouwen

van goederentreinen in plaats van vrachtwagens3. het vergroenen van bestaande jobs door het wijzi-

gen van bepaalde vaardigheden, werkmethoden of jobprofielen, bv. loodgieters, electriciens, bouwvakkers

4. verdwijnen van bepaalde jobs, bv. door een ver-minderde vraag naar verpakkingsmaterialen

Het spreekt voor zich dat voor werknemers die getroffen worden, er moet worden voorzienin de nodige maatregelen om deze mensen snel weer aan een nieuwe job te helpen.

Juiste prijszetting en waardig werkEen succesvolle strategie naar een groene econo-

mie bestaat in het “internaliseren van de externe kosten”. Hiermee bedoelen we dat de volledige milieu- en sociale kosten van een product worden verrekend in de prijs. Indien we bijvoorbeeld fabri-kanten van gsm’s zouden kunnen dwingen tot het betalen van rechtvaardige lonen voor de Afrikanen die de grondstoffen leveren en voor de Chinezen die ze in elkaar steken, zou een gsm niet zo goedkoop in de winkel kunnen liggen. Dan zou het misschien zelfs te overwegen zijn om de productie hier in Europa te houden. Het doorrekenen van milieu- en sociale kosten kan dus perfect leiden tot extra banen.

Wat kan de overheid doen?Overheidsmaatregelen op lange termijn zijn on-

ontbeerlijk om te voorzien in de nodige fi nanciële middelen om groene economische initiatieven te ontwikkelen. We sommen hier enkele sleutelmaat-regelen op, waarvan er (een aantal) op Europees niveau moeten afgesproken worden:

1. Subsidies Uitdoven van subsidies voor milieubelastende

industrieën (bv. groenstroomcertificaten voor vervuilende steenkoolcentrales die een beetje biomassa bijstoken) en de vrijgekomen middelen inzetten voor investeringen in hernieuwbare ener-gie, energiebesparende technologieën, openbaar vervoer, ...

2. Handel in emissierechten Het huidige mechanisme van verhandelbare emis-

sierechten en fl exibele mechanismen2 vertoont nog onvolmaaktheden; door dit bij te schaven, kunnen dit betrouwbare en effi ciënte fi nancieringsbronnen worden voor groene projecten en tewerkstelling.

3. Belastinghervorming Uitbreiden van de milieutaxen, zoals die er in som-

mige Europese lidstaten al bestaan. Deze inkomsten kunnen dan dienen om de belasting op arbeid te verlagen, waardoor de werkgelegenheid verbetert.

4. Normen Ervoor zorgen dat de hoogste milieunormen gelden

(bv. voor isolatiewaarde van huizen). 5. Hernieuwbare energie Ervoor zorgen dat alle obstakels hiervoor worden

weggenomen (bv. door het gebrek aan fi nancie-ring door banken zit het grootste offshore wind-molenpark voor de Belgische kust momenteel in het slop)

6. Producentenverantwoordelijkheid Dit bij wet vastleggen zal ervoor zorgen dat er

minder afgedankte producten niet meer vanzelf verbrand worden, maar meer gerecycleerd.

7. Eco-labeling Deze labels moeten ervoor zorgen dat consumen-

ten over de nodige informatie beschikken om het milieuvriendelijkste product te kunnen kopen.

8. Onderzoek en Ontwikkeling De budgetten voor kernenergie en fossiele brand-

stoffen afbouwen en inzetten voor hernieuwbare energie.

Voorbeelden uit het buitenlandOp vlak van creatie van groene jobs kunnen we een

voorbeeld nemen aan Duitsland, waar enkele jaren geleden een ‘Alliantie voor werk en milieu’ werd opgericht. Hierbij werkten vakbonden, overheid en bouwsector samen om 300.000 woningen per jaar te renoveren. Hierbij zouden uiteindelijk 200.000 extra jobs worden gecreëerd, werd een CO2-reductie van 2 miljoen ton bereikt en wordt iets gedaan aan de energie-armoede.

Ook interessant is de Amerikaanse organisatie Blue Green Alliance (zie www.bluegreenalliance.org/) Verschillende milieuorganisaties en metaalvak-bonden zoeken samen naar formules om de econo-mische crisis op te lossen met groene jobs. Ze hebben berekend dat de VS over 2 jaren de werkloosheid met 4,4% kan laten dalen en 2 miljoen jobs kunnen creëren door te investeren in groene economie.

Wat doen onze eigen overheden?Op federaal niveau is er het FRGE3 waarmee steden

autonome energiebedrijven kunnen oprichten om energiebesparende investeringen voor mensen in energie-armoede mee te fi nancieren4.

Page 26: AM_2009_1_def

26&ARBEID MILIEU

G

Op jacht naar de groenste elektronica

Gsm’s en computers. Ze zijn compacter, sneller en stijlvoller, maar zijn ze ook groener? Elk kwartaal publiceert Greenpeace zijn ‘Guide to Greener electronics’. In deze gids stelt

Greenpeace een klassement op van de gsm- en computerfabrikanten, op basis van een aantal criteria die te maken hebben met de milieu-impact van deze producten. In deze

gids worden bedrijven als geheel, inclusief hun beleid langs de meetlat gelegd.

‘Propere’ Producten door eliminatie giftige stoffen

Greenpeace vraagt dat de fabrikanten het gebruik van schadelijke chemicaliën afbouwen. Dit zal ervoor zorgen dat de arbeiders in de productie minder blootgesteld worden aan deze stoffen, en dat ge-meenschappen in de buurt van de fabriek minder last hebben van vervuiling. Naast deze directe impact, is het veel gemakkelijker om op het einde van de keten de AEEA1 te recycleren als er minder giftige stoffen inzitten. Zolang het gebruik van gifi tige stoffen niet wordt geëlimineerd, is het onmogelijk om een ‘veilige’ recyclage te verzekeren. Daarom wegen in de ranking deze criteria zwaarder door dan die over recyclage.

De criteria zijn:1. Voorzorgsprincipe ( ecologisch verantwoord

ontwerp van modellen)2. omgang met chemicaliën3. tijdpad voor uitstap uit PVC en BFR2

4. tijdpad voor uitstap uit additionele stoffen: phtalaten, beryllium & antimoon

5. PVC- en BFR-vrije en producten in assortiment

GROENE JOBS

De Vlaamse Overheid staat aan de wieg van de Energiesnoeibedrijven, die (bijna) in heel Vlaanderen actief zijn, en voor 2009 is er ook de isolatiepremie van 500 euro om huishoudens te stimuleren hun dak te isoleren. Voor bedrijven is er de Vlaamse ecologiepremie die dient om groene investeringen te subsidiëren, en begin maart werd aan 5 projecten op het vlak van energie-innovatie nog extra steun toegekend.

Plannen Arbeid & MilieuWij organiseerden in 2008 verschillende vormings-

activiteiten in het kader van groene jobs. Maar wij zijn ons verder aan het verdiepen in deze materie, en zullen in 2009 nog met een aparte website en vormingsactiviteiten over groene jobs uitpakken.

In het volgende nummer van ons magazine zullen we kijken welke de gevolgen zijn voor de verschil-

lende sectoren door een vergroening van de econo-mie (sectoren energie, bouw, transport, industrie & recyclage, voeding en landbouw, bosbouw).

Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu

1. Perbericht Agoria 5 maart 2009, www.agoria.be2. Flexibele Mechanismen of CDM: Cleam Devolopment Mecha-

nism, is een systeem uit het Kyoto protocol waardoor bedrijven uitstootrechten kunnen verkrijgen door te investeren in pro-jecten in ontwikkelingslanden die leiden tot minder uitstoot.

3. FRGE: Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost4. Over de energiebedrijven EOS (Oostende) en Duwolim (Hasselt

en Genk) organiseerde Arbeid en Milieu eind 2008 vormings-activiteiten. Zie de verslagpagina op onze website.

Op onze website vind je op de pagina over Green Jobs meer uitleg over andere initiatieven in Nederland, Engeland, ... Ook kan je er de studie het Internationaal Vakverbond (ITUC, UNEP, ILO) downloaden, zowel de hele studie als een samenvatting. Verder kan je er de verslagen van voorbije vormingsactiviteiten over groene jobs downloaden.

Elektronische kabels worden in brand gestoken om het plastic er af te smelten en het koper te recuperen in Ghana.

Page 27: AM_2009_1_def

27 &ARBEID MILIEU

Terugname en recyclage van electronisch afval

Greenpeace vraagt dat de fabrikanten hun fi nanci-ele verantwoordelijkheid nemen om hun afgedankte producten terugnemen in alle landen waar ze ver-kocht worden, en om dit afval te recycleren.

Dat alles met één doel: overgaan van de Uitge-breide Verantwoordelijkheid van de Producent, waarbij de verantwoordelijkheid gedeeld wordt door de volledige industriële sector, op de Indivi-duele Verantwoordelijkheid van de Producent, die de fabrikant onderwerpt aan het principe van ‘de vervuiler betaalt’.

De criteria zijn:6. Individuele producenten verantwoordelijkheid7. vrijwillige terugname (in landen waar er geen

verplichting is)8. informatie voor individuele consument9. gerecycleerde hoeveelheden (percentage)10. gebruik van gerecycleerd plastic in producten

Rationeel energiegebruik en lage CO2 uitstoot

Greenpeace vraagt dat de fabrikanten de klimaat-impact van hun activiteiten reduceren.

De criteria zijn:11. Steun voor wereldwijde verplichte vermindering

van uitstoot van BKG12. transparantie over de eigen BKG-emissies en van

2 stadia in de keten.13. Engagement van het bedrijf voor een tijdpad om

de eigen BKG-emissies te verminderen14. gebruik van hernieuwbare energie (percentage)15. energie effi ciëntie van nieuwe modellen

De ranking: en hoe scoort …?Greenpeace publiceerde in december 2008 zijn 10e

editie van deze gids, waarin alle grote bedrijven als

Philips, Microsoft, Apple, Dell, Acer, Sony, Samsung, worden … gescoord. We beperken ons hier tot de beste en slechtste leerling.

Nokia verdient een eervolle vermelding, want dit bedrijf behaalt sinds half 2008 de hoogste score (6,9/10). Nokia dankt dit aan zijn omvangrijke vrij-willige terugname programma. Daarnaast dekte Nokia in 2007 al 25% van zijn energiebehoefte met hernieuwbare energie.

Nintendo daarentegen behaalt de laagste score (0,8/10) en scoort 0 op alle criteria over electronisch afval. Als je in hun laatste jaarrapport de woorden ‘sustainable’ (duurzaam), ‘social’ of ‘environment’ (milieu) ingeeft bij de zoekopdracht, kom je van een kale kermis thuis. Wel staat daarin dat mi-lieuregelgeving3 het bedrijfsresultaat ernstig kan beïnvloeden.

We zijn benieuwd of de lezers na dit artikel nog met evenveel plezier die nieuwste Gameboy, DS of Wii voor hun kroost (of zichzelf) gaan aanschaffen...

Je kan de ‘Guide to Greener electronics’ downloa-den op de Belgische website van Greenpeace, klik op Pers, en vervolgens op Rapporten (http://www.greenpeace.org/belgium/nl/press/reports)

Anton Gerits, coördinator Arbeid en Milieu

DOE-HET-ZELF

Een Chinees kind zit tussen het elektronisch afval.. © Greenpeace

1. AEEA: Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparaten2. BFR: (Brominated Flame Retardants) ontvlambare stoffen3. factors such as … and environmental regulations may adversely

affect Nintendo’s performance and fi nancial position. (bron: http://www.nintendo.com/corp/annual_report.jsp, blz 18)

Page 28: AM_2009_1_def

Er valt in uw onderneming nog veel winst te rapen! Dubbele winst

zelfs. Winst voor uw bedrijf én voor het milieu. Wilt u die ook graag

ontdekken? Download of bestel de Eco-efficiëntiewijzer via onze website:

www.ovam.be/eco-efficientie.

Meer informatie :www.ovam.be/eco-efficientie

Wist u dat er geld verstopt

zit in uwbedrijf?