Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

29
Alles wat je wilt weten over poepen en plassen Inleiding voor ouders U bent samen met uw kind bij de kinderarts of de verpleegkundig specialist (VS) geweest, omdat uw kind problemen heeft met plassen en/of poepen. Tijdens de behandeling komen uw kind en u regelmatig in ons ziekenhuis. U ontmoet dan verschillende behandelaars en u hoort allerlei medische termen. Deze map is een hulpmiddel om overzicht te houden en u en uw kind goed te informeren. De map bestaat uit verschillende folders. Die kunt u gebruiken om uw kind te begeleiden en voor te bereiden op de afspraken en behandeling. De dokter of de verpleegkundig specialist bespreekt met u welke informatie voor uw kind belangrijk is. Informatie voor kinderen Je komt in ons ziekenhuis omdat plassen en/of poepen lastig gaat. Misschien heb je last van blaasontstekingen of is het moeilijk om droog te blijven. Dat is heel vervelend voor jou. Vaak is het ook lastig om erover te praten. Poep en plas zijn nou niet de leukste onderwerpen om met je vrienden of vriendinnen over te praten. Toch zijn er veel kinderen die problemen hebben met plassen en/of poepen. We gaan het de komende tijd veel over hebben. We gaan er samen aan werken om jouw probleem op te lossen. Dat gaat niet vanzelf. We moeten hard aan de slag. Meestal krijg je eerst verschillende gesprekken en onderzoeken. Zo krijgt de dokter namelijk een goed idee van wat er misgaat bij het plassen. Je krijgt ook veel informatie. Om jouw probleem op te lossen moet je namelijk ook weten hoe je blaas werkt. Je moet weten dat plassen en poepen veel met elkaar te maken hebben. In deze map staat al die informatie bij elkaar. Je hoeft natuurlijk niet alles in één keer te lezen. Van de dokter of de verpleegkundig specialist hoor je wanneer welke informatie voor jou belangrijk is. Als je iets niet snapt of je hebt vragen, dan kun je die altijd aan ons stellen. 1. De urinewegen Je urinewegen zorgen ervoor dat je kunt plassen. Ze bestaan van boven naar benden uit: nieren urineleiders blaas plasbuis

Transcript of Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Page 1: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Alles wat je wilt weten over poepen en plassenInleiding voor oudersU bent samen met uw kind bij de kinderarts of de verpleegkundig specialist (VS) geweest, omdat uwkind problemen heeft met plassen en/of poepen. Tijdens de behandeling komen uw kind en uregelmatig in ons ziekenhuis. U ontmoet dan verschillende behandelaars en u hoort allerleimedische termen.

Deze map is een hulpmiddel om overzicht te houden en u en uw kind goed te informeren. De mapbestaat uit verschillende folders. Die kunt u gebruiken om uw kind te begeleiden en voor tebereiden op de afspraken en behandeling. De dokter of de verpleegkundig specialist bespreekt metu welke informatie voor uw kind belangrijk is.

Informatie voor kinderenJe komt in ons ziekenhuis omdat plassen en/of poepen lastig gaat.

Misschien heb je last van blaasontstekingen of is het moeilijk om droog te blijven. Dat is heelvervelend voor jou. Vaak is het ook lastig om erover te praten. Poep en plas zijn nou niet de leuksteonderwerpen om met je vrienden of vriendinnen over te praten. Toch zijn er veel kinderen dieproblemen hebben met plassen en/of poepen. We gaan het de komende tijd veel over hebben.

We gaan er samen aan werken om jouw probleem op te lossen. Dat gaat niet vanzelf. We moetenhard aan de slag. Meestal krijg je eerst verschillende gesprekken en onderzoeken. Zo krijgt dedokter namelijk een goed idee van wat er misgaat bij het plassen. Je krijgt ook veel informatie. Omjouw probleem op te lossen moet je namelijk ook weten hoe je blaas werkt. Je moet weten datplassen en poepen veel met elkaar te maken hebben. In deze map staat al die informatie bij elkaar.Je hoeft natuurlijk niet alles in één keer te lezen. Van de dokter of de verpleegkundig specialist hoorje wanneer welke informatie voor jou belangrijk is.

Als je iets niet snapt of je hebt vragen, dan kun je die altijd aan ons stellen.

1. De urinewegen Je urinewegen zorgen ervoor dat je kunt plassen. Ze bestaan van boven naar benden uit:

nierenurineleidersblaasplasbuis

Page 2: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Hoe werken je nieren?Je hebt twee nieren. Een nier is ongeveer net zo groot als je vuist. Ze zitten aan de achterkant in jebuik. Eentje links en eentje rechts van je wervelkolom, dat is je ruggengraat. Als je jouw handen inje zij zet met de duimen naar voren dan zitten de nieren bij je vingers.

Nieren zijn een soort zeefjes die je bloed schoonmaken. De stoffen die je niet nodig hebt,halen zeuit je bloed. Dat zijn afvalstoffen. Je hebt altijd meer vocht in je lichaam dan je nodig hebt. Je nierenzorgen ervoor dat het teveel aan vocht samen met de afvalstoffen naar je blaas gaat. Dat is je plas.De plas wordt dus in je blaas verzameld. Als er veel plas in je blaas zit, is deze lichtgeel. Als erweinig plas in je blaas zit, is je plas donkergeel.

Wat zijn urineleiders?De urineleiders zijn de verbindingen tussen je nieren en je blaas. Omdat je twee nieren hebt, heb jeook twee urineleiders. Eén vanuit je linkernier en één vanuit je rechternier.

Wat is de blaas?De blaas zit onder in je buik. De blaas doet twee dingen voor je:

De blaas bewaard de plasDe blaas knijpt je plas eruit als je gaat plassen

Wat is de plasbuis?De plasbuis is de verbinding van de blaas naar je plasgaatje. Door de plasbuis gaat de plas naarbuiten. Je kunt de blaas met een ballon vergelijken. Houd je de ballon met het tuitje naar benedendan lijkt die op de blaas. Doe wat water in de ballon en dan kun je het plassen nadoen.

Hoe weet je dat je blaas vol is?Als er plas in je blaas zit, krijgen je hersenen een seintje. Dat gaat via het ruggenmerg. Daar zitteneen soort draden die we zenuwbanen noemen. Vergelijk ze maar met internetkabels. Deinternetkabels geven berichtjes door naar de computer. Zo geven de zenuwbanen berichtjes doornaar je hersenen. Ergens in je hersenen zit ook de ‘plascomputer’. Als die dat berichtje ontvangt,weet je dat er plas in je blaas zit.

De plascomputer kan twee berichtjes teruggeven:

Er zit zoveel plas in mijn blaas dat ik moet plassen ofEr zit plas in mijn blaas maar hij is nog niet vol, dus ik wacht nog even met plassen.

Hoe kun je wachten met plassen?Als je denkt dat je nog kunt wachten, komt er gewoon plas bij in je blaas want je nieren werkengewoon door. Als je voelt dat je blaas echt vol is omdat de berichtjes steeds sterker worden, ga jeplassen. Om ervoor te zorgen dat de plas in je blaas bewaard blijft heb je twee spieren.

Onder in je blaas zit de sluitspier van de blaas deze werkt helemaal vanzelf, net zoals bijvoorbeeldje hart. De sluitspier is automatisch gesloten als je blaas zich vult en gaat vanzelf open als je gaatplassen.

En onder je blaas, rond de plasbuis, zit je bekkenbodemspier. Daarover ben je zelf de baas. Als erveel plas in zit, moet ook de bekkenbodemspier gaan meehelpen om je plas in je blaas te houden.Dat is een soort noodrem. Als je gaat plassen, gaan deze spieren open (ze ontspannen). De blaasknijpt de plas er vanzelf uit. Je hoeft nooit mee te duwen of te persen als je plast.

Page 3: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

2. BlaasproblemenWat is een blaasprobleem?Zindelijk worden gaat meestal vanzelf. Op een gegeven moment leer je om op de wc te plassen ente poepen. Maar soms gaat dat anders. Dan kan het gebeuren dat kinderen van vijf jaar of oudermoeite hebben met plassen. Ze hebben regelmatig een natte broek of een blaasontsteking.

Blaasproblemen: nat of niet nat?Als je blaasproblemen hebt, gaat het plassen niet goed en krijg je klachten. Sommige kinderenhebben vaak een natte broek. Anderen zijn wel droog, maar plassen niet op de goede manier.Daardoor krijg je blaasontstekingen of gaat het poepen moeilijk. Het is dus niet zo dat alle kinderenmet een blaasprobleem incontinent zijn.

We gaan nu uitleggen welke soorten blaasproblemen er zijn en hoe dat komt. De dokter bespreektmet jou wat bij jou waarschijnlijk de oorzaak is.

Anatomisch (anatomie is hoe je lichaam is gebouwd)

Je bent geboren met een afwijking aan je blaas, plasbuis of sluitspier.

Neurologisch (dat heeft te maken met de zenuwbanen in je lichaam)

Er gaat iets mis op het moment dat de zenuwen berichtjes sturen naar je blaas en je sluitspier.

Functioneel (dat heeft te maken met de manier waarop je lichaam werkt)

Je gebruikt jouw blaasspieren, sluitspieren of bekkenbodemspieren op de verkeerde manier of zewerken niet goed samen.

Page 4: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

We gaan je nu meer uitleggen over functionele blaasproblemen, dus problemen die te makenhebben met hoe je lichaam werkt want die problemen komen het meeste voor. Door te trainenkunnen we het probleem vaak samen oplossen.

Kinderen bij wie het blaasprobleem te maken heeft met de bouw van het lichaam of met dezenuwbanen, gaan naar de kinderuroloog in een ander ziekenhuis.

Wat zijn de oorzaken van functionele blaasproblemen?De meest voorkomende oorzaken van functionele blaasproblemen zijn:

Een overactieve blaas. Dan heb je heel vaak het gevoel dat je moet plassen.Dysfunctional voiding. Dat is een Engels woord. Het betekent dat je op de verkeerde manierplast, bijvoorbeeld doordat je mee perst als je plast.Hypo-actieve blaas. Dat is een zogenaamde ‘luie blaas’. Je voelt dan niet goed wanneer jemoet plassen.

Overactieve blaasAls je een overactieve blaas hebt, heb je vaak heftige aandrang om te plassen. Het lijkt of je blaasvol is. Dan kunnen er twee dingen gebeuren:

1. Je vindt het moeilijk om je plas op te houden en dan is je broek ook nat.2. Het lukt je wel om op tijd naar de wc te gaan. Daardoor heb je geen natte broek. Het is

natuurlijk erg lastig als je zo vaak naar de wc moet. Je moet steeds goed opletten of er een wcin de buurt is

Wat gebeurt er bij een overactieve blaas?

Je moet vaak plassen: Je moet vaak plassen en plast steeds kleine beetjes. Soms wel vijftienkeer op een dag. Het is moeilijk om je plas op te houden tot je bij de wc bent. Soms ben je telaat en is je broek nat. Je blaas is heel actief. Als er een beetje plas in je blaas zit, gaat jeblaas krampen en heb je al het gevoel dat je moet plassen.Je gebruikt trucjes om je plas op te houden: Omdat het ophouden van je plas met de sluitspierniet altijd lukt, gebruik je trucjes. Je gaat bijvoorbeeld met één hak tussen je billen zitten of jekruist je benen. Zo probeer je toch je plas op te houden. Als je plast, plas je wel op de goedemanier. Meestal plas je de blaas ook helemaal leeg, maar soms blijft er toch wat plas achter.Dat komt omdat je sluitspier alweer dichtgaat voordat de blaas helemaal leeg is.Je kunt een gespierde blaaswand krijgen: Als je gewend bent om te persen tijdens hetplassen, kan je blaaswand heel gespierd worden. Net als een spierbal. Maar in een gespierdeblaaswand zit minder rek. Vergelijk het maar met een tennisbal en een ballon. Zo’n sterkeblaas is kleiner, er past minder plas in. Als de blaaswand dik en gespierd is, is het moeilijk omje plas op te houden. Als je moet plassen, dan moet dat ook meteen.Je kunt last hebben van urineweginfecties. Urineweginfecties is een verzamelnaam voor eenontsteking van je blaas, urineleiders, plasbuis of nierbekken. Zo’n ontsteking komt meestaldoor een bacterie of een virus. Door de urineweginfecties.

BlaastrainingSpelregels voor blaastraining thuis voor kinderen met een overactieve blaas

Deze blaastraining is bedoeld om goed te leren reageren op aandrang, dus op het gevoel dat jemoet plassen.

Hieronder geven we je de spelregels voor een blaastraining thuis bij een overactieve blaas.

Je leert

Page 5: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

1. Hoe je gaat plassen2. Wanneer je gaat plassen3. Hoe vaak je gaat plassen

1. Hoe je gaat plassen

Je houding tijdens het plassen:

Zit rechtop en toch goed ontspannenJe buik is slapVoeten plat op de grond, zo nodig op een voetenbankjeBenen uit elkaar, broek en onderbroek op de enkelsDe plas vanzelf laten komen, dus niet persen.Als je een beetje blaast, met slappe wangen lukt het beter om niet te persenNeem rustig de tijd en luister of je plas in één komt

Ook voor jongens geldt, dat ze bij voorkeur zittend plassen. Als het toch een keer nodig is omstaand te plassen, dan zo:

rechtop, zo goed mogelijk ontspannen (met slappe buik en billen)de voeten plat en knieën licht gebogen (knieën mogen tegen de wc steunen)de broek en onderbroek tot op de enkelsniet knijpen in je plasser

2 . Wanneer ga je plassen?

Let goed op de seintjes van je blaas. Bedenk iedere keer dat je een seintje krijgt of het ‘echt’ isof ‘nep’. Wanneer het een echt seintje is, ga dan naar de wc. Is het seintje nep, houd je plasdan nog even op. Blijf wel goed opletten.Probeer het verschil te leren voelen van een lege of een volle blaas. Als je namelijk kuntvoelen of je blaas vol of leeg is, weet je precies wanneer je naar de wc moet. Namelijk als jeblaas tussen halfvol en vol is.

3. Hoe vaak ga je plassen?

Het beste is als je elke dag zeven keer naar de wc gaat. Twee keer ‘s morgens, drie keer ’smiddags en twee keer ’s avonds. Je krijgt een lijst mee. Voor iedere plas zet je direct na hetplassen een kruisje op de lijst. (Dus niet alles in één keer aan het einde van de dag

Page 6: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

opschrijven).Op dit moment plas je waarschijnlijk meer dan zeven keer per dag. Je leert dus om mindervaak te plassen. Dat kan moeilijk zijn als je een onrustige blaas hebt. Je gebruikt de lijst om inde gaten te houden hoe vaak je geplast hebt.Om goed te oefenen, is het belangrijk dat je genoeg drinkt: dat zijn 7 of 8 bekers drinken.

Einde van de dagAan het einde van de dag bekijk je samen met je vader of moeder hoe de training is gegaan. Jevader of moeder schrijft dan ook nog iets op de lijst.

Hulp van anderenAlle kinderen kunnen wel een beetje hulp gebruiken. Anderen mogen jou helpen aan de training tedenken door onze geheime code te zeggen. Die code is ‘1, 2, 3’ en dan denk jij bij jezelf: ‘moet ikwel of moet ik niet?’ Je moet dan goed voelen en nadenken. Dan pas beslis je of je wel of niet gaatplassen. (denk aan de meter).

Help jezelfAls je het moeilijk steeds aan de training te denken, kun je jezelf helpen door een LET OP-teken temaken. Dat kan bijvoorbeeld een trainingsarmbandje zijn of iets op je hand te schrijven(bijvoorbeeld ‘1, 2, 3’) of een trainingsveter in je schoen te doen. Telkens wanneer je het LET OP-teken ziet, denk je aan de training en weet je waar je ook alweer op moet letten.

Medicijnen bij overactieve blaasDridase (Oxybutynine)

Dit is een medicijn die er voor zorgt dat de blaasspier meer ontspant. De blaasspier is hierdoorslapper er past dan meer plas in je blaas en je hebt minder vaak het gevoel dat je moet plassen.

Meest voorkomende bijwerkingen

Droge mondJe hebt meer last van warmte, doordat je minder zweetJe kunt minder goed uitplassenVerstoppingWazig zienRusteloosheidHeel soms ga je je anders gedragen. Als je dat merkt, moet je meteen stoppen met demedicijnen.

Overige opmerkingen

Is het buiten warmer dan 30 graden? Je zweet minder door de medicijnen en daar kun je last vankrijgen als het erg warm weer is. Je lichaam kan de warmte dan niet goed kwijt. Samen met jeouders besluit je of het een te warme dag is en je dus die dag geen Dridase inneemt.

Je hebt meer kans op verstopping, dus je kunt dan moeilijker poepen. Als dat zo overleg dan met dedokter of de VS. Misschien krijg je hiervoor een laxeermiddel. Laxeermiddelen helpen je om weerbeter te kunnen poepen.

Dysfunctional voidingAls je verkeerd plast, wordt dit met een moeilijk woord ook wel dysfunctional voiding genoemd. Ditbetekent dat je je bekkenbodemspieren op een verkeerde manier gebruikt bij het plassen. Vaakspan je deze spieren teveel aan.

Page 7: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Verkeerd plassen ontstaat doordat je gewend bent om steeds je bekkenbodemspieren heel strakaan te spannen. Bijvoorbeeld omdat je de plas of poep ophoudt. Daardoor span je jebekkenbodemspieren steeds aan. Als je moet plassen, lukt het niet meer om goed te ontspannen.Je voelt het ook minder goed als je moet plassen. Je plast niet meer met een flinke straal maar metkleine beetjes en blijft er plas achter in je blaas. Daardoor heb je grote kans op eenurineweginfectie. Soms verlies je per ongeluk toch wat plas en wordt je broek nat.

Wat gebeurt er bij dysfunctional voiding?*De blaasspier en de sluitspier werken niet zo goed samen

Als je goed plast, trekt de blaasspier samen en tegelijkertijd ontspant je sluitspier. Daardoor wordt jeblaas in één keer met een flinke straal leeg gemaakt. Bij dysfunctional voiding ontspan je jesluitspier niet goed. Je blaasspier trekt wel samen, maar tegelijkertijd span je jebekkenbodemspieren en druk je de sluitspier dicht.

*Je perst tijdens het plassen

Bij dysfunctional voiding zijn de bekkenbodemspieren en de sluitspier tijdens het plassen niet slapen ontspannen. De blaasspier is dan niet sterk genoeg om de blaas leeg te plassen. Veel kinderengebruiken dan hun buikspieren als hulpmiddel om de blaas leeg te duwen. Meestal komt de plasdan in scheutjes en blijft er wat plas achter.

*Je voelt niet goed wanneer je moet plassen

Je bent eraan gewend geraakt om de bekkenbodemspieren en daardoor je sluitspier de hele tijddicht te knijpen. De spieren blijven dus steeds dicht. Niet alleen als je echt moet plassen (dusaandrang voelt), maar ook tussendoor. Daardoor kan jij je plas heel lang ophouden. Je hebt jezelfgeleerd om niet te reageren op seintjes van de blaas. Op den duur herken je dan niet meerwanneer je echt moet plassen. Je wacht net zo lang totdat je blaas te vol zit. Soms verlies je perongeluk toch plas en is je broek nat. Soms lukt het wel om de plas op te houden, maar dan lukt hetop de wc niet om je bekkenbodemspieren te ontspannen. Daardoor is plassen moeilijk en raakt jeblaas niet helemaal leeg.

*Je hebt last van blaasontstekingen

Als je je blaas niet goed leeg plast, kun je een blaasontsteking krijgen. Bij een blaasontsteking ishet slijmvlies aan de binnenkant van de blaas ontstoken.

*Je hebt last van verstopping

Je hebt last van verstopping. Met een moeilijk woord heet dat obstipatie. Dan is het moeilijk voor jeom te poepen. Vaak span je dan je bekkenbodemspieren teveel aan. Daardoor kun je ook niet goedplassen. De spieren houden het tegen. Andersom kan trouwens ook: je krijgt dan juist verstoppingomdat je niet goed plast. Je plast niet goed leeg en je poept niet goed leeg. Daardoor krijg je somswat poep in je broek. Als je darmen vol zitten met poep voel je nog minder goed wanneer je moetplassen.

Medicijnen bij dysfunctional voiding

Antibiotica

Antibiotica werken tegen bacteriën die urineweginfecties veroorzaken. Als je een urineweginfectiehebt, krijg je antibiotica. Meestal is dat een kuur, dat betekent dat je de antibiotica een korte tijdmoet innemen. Je krijgt hiervoor een recept. Blijf je toch last houden van urineweginfecties dan krijgje onderhoudsbehandelingen met antibiotica. Dit zorgt ervoor dat de infecties niet telkensterugkomen. Dan gebruik je dus voor langere tijd antibiotica.

Neem antibiotica in volgens de aanwijzingen op het recept

Page 8: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Volg de aanwijzingen die op de bijsluiter staanJe moet de kuur altijd helemaal afmaken.

Meest voorkomende bijwerkingen

Overgevoeligheid van de huid (Jeuk, rode vlekken)MisselijkheidOvergevenDiarreeHoofdpijn

Heb je veel last van deze bijwerkingen? Overleg dan met de verpleegkundig specialist.

Laxantia

Laxeermiddelen zorgen ervoor dat je gemakkelijker kan poepen. Dit kan door te zorgen dat de poepzachter is en door de darm et stimuleren om wat harder te werken. Er zijn verschillende soortenlaxeermiddelen. In overleg met de kinderarts/ verpleegkundig specialist wordt besloten welklaxeermiddel en hoeveel je van dit middel moet gebruiken.

Soorten laxeermiddel

Macrogolum

1. Dit is een poeder dat er voor zorgt dat er meer water in je darmen blijft. Hierdoor wordt deontlasting zachter en heeft het wat meer volume. Dit stimuleert de darmbewegingen. Hetpoeder is er in verschillende soorten en smaken.

Bisacodyl/ dulcodruppels

1. Dit is een medicijn dat de darm prikkelt en de darmbewegingen stimuleert. Ook zorgt het ervoor dat er meer vocht in de ontlasting blijft.

Spelregels voor blaastraining thuis voor kinderen met dysfunctional voidingDeze blaastraining is bedoeld om goed te leren plassen. Dat je leert om ontspannen te plassen.Hieronder geven we je de spelregels voor een blaastraining thuis bij dysfunctional voiding.

Je leert

1. Hoe plas je goed2. Wanneer je gaat plassen3. Hoe vaak je gaat plassen

1.Hoe plas je goed?

Je houding tijdens het plassen:

Zit rechtop en toch goed ontspannenJe buik is slapVoeten plat op de grond, zo nodig op een voetenbankjeBenen uit elkaar, broek en onderbroek op de enkelsDe plas vanzelf laten komen, dus niet persen.Als je een beetje blaast, met slappe wangen lukt het beter om niet te persenNeem rustig de tijd en luister of je plas in één komt

Page 9: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Ook voor jongens geldt, dat ze bij voorkeur zittend plassen. Als het toch een keer nodig is omstaand te plassen, dan zo:

rechtop, zo goed mogelijk ontspannen (met slappe buik en billen)de voeten plat en knieën licht gebogen (knieën mogen tegen de wc steunen)de broek en onderbroek tot op de enkelsniet knijpen in je plasser

2 . Wanneer ga je plassen?

Let goed op de seintjes van je blaas. Bedenk iedere keer dat je een seintje krijgt of het ‘echt’ isof ‘nep’. Wanneer het een echt seintje is, ga dan naar de wc. Is het seintje nep, houd je plasdan nog even op. Blijf wel goed opletten.Probeer het verschil te leren voelen van een lege of een volle blaas. Je kunt het vergelijkenmet de benzinemeter van een auto. Die laat zien of een tank vol of leeg is. Probeer net te doenof jij ook een meter hebt op je blaas waarop je kunt zien of je blaas vol, halfvol of leeg is. Als jenamelijk kunt voelen of je blaas vol of leeg is, weet je precies wanneer je naar de wc moet.Namelijk als je blaas tussen halfvol en vol is.

3. Hoe vaak ga je plassen?

Het beste is als je elke dag zeven keer naar de wc gaat. Twee keer ‘s morgens, drie keer ’smiddags en twee keer ’s avonds. Je krijgt een lijst mee. Voor iedere plas zet je direct na hetplassen een kruisje op de lijst. (Dus niet alles in één keer aan het einde van de dagopschrijven).Op dit moment plas je waarschijnlijk meer dan zeven keer per dag. Je leert dus om mindervaak te plassen. Dat kan moeilijk zijn als je een onrustige blaas hebt. Je gebruikt de lijst om inde gaten te houden hoe vaak je geplast hebt.Om goed te oefenen, is het belangrijk dat je genoeg drinkt: dat zijn 7 of 8 bekers drinken.

Controle van de natte broekAls je thuis aan het trainen bent, houd dan goed in de gaten of je nog droog bent. Iedere keer als jenaar de wc gaat, controleer je je onderbroek. Je vader of moeder controleert soms mee. Als er eennat plekje in je onderbroek zit dat groter is dan twee euro, telt het mee als nat. Als je nat bent, tekendan direct een wolkje tussen je vlaggen.

Einde van de dag

Page 10: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Aan het einde van de dag bekijk je samen met je vader of moeder hoe de training is gegaan. Zijtekenen in het laatste vakje op de lijst een zon als je droog bent gebleven en een wolkje als je natwas en je ouders schrijven er ook iets bij. Maak er een wedstrijd van om zoveel mogelijk zonnetjeste halen.

Hulp van anderenAlle kinderen kunnen wel een beetje hulp gebruiken. Anderen mogen jou helpen door onze geheimecode tegen je te zeggen. De code is ‘1, 2, 3’ en jij denkt dan bij jezelf ‘Moet ik wel, of moet ik niet?’Je moet dan goed voelen en nadenken. Dan beslis je pas of je wel of niet gaat plassen. Als je nietgoed voelt of je moet plassen, kijk dan op je lijst of je die dag al vaak genoeg hebt geplast. Probeerook te bedenken hoe laat je voor het laatst hebt geplast.

Help jezelf met oplettenAls je het moeilijk vindt steeds aan de training te denken, kun je jezelf een LET-OP teken geven. Jekunt bijvoorbeeld een trainingsarmbandje maken, iets op je hand schrijven (bijvoorbeeld ‘1, 2’3’) ofeen trainingsveter in je schoen doen. Telkens wanneer je het LET-OP teken ziet, denk je aan detraining en weet je weer waar je op moet letten.

Telefonisch contact met de verpleegkundig specialistTijdens de training word je regelmatig gebeld door de VS. Zij bespreekt met jou de lijsten. Zorg datje de lijsten dan bij de telefoon hebt liggen. Je bespreekt dan hoe het is gegaan en samen beslis jehoe het verder gaat.

Terugkomen naar het ziekenhuisNa een aantal weken thuis trainen kom je weer naar het ziekenhuis voor controle. Neem dan delijsten die je thuis hebt bijgehouden mee. Samen met de VS bekijk je hoe het is gegaan en jeoverlegt hoe je verder gaat. Wanneer je naar het ziekenhuis komt is het belangrijk dat je een plasdoet op de computer-wc. Zorg dus dat je naar het ziekenhuis komt met een volle blaas.

Lees de spelregels regelmatig door, zodat je weet wat je aan het leren bent.

Heel veel succes!Spelregels voor blaastraining thuis voor oudere kinderen Je leert:

1. Hoe je goed plast2. Wanneer je gaat plassen3. Hoe vaak je gaat plassen

1. Hoe plas je goed?

Je houding tijdens het plassen:

Zit rechtop en toch goed ontspannenJe buik is slapVoeten plat op de grond, zo nodig op een voetenbankjeBenen uit elkaar, broek en onderbroek op de enkelsDe plas vanzelf laten komen, dus niet persen.Als je een beetje blaast, met slappe wangen lukt het beter om niet te persenNeem rustig de tijd en luister of je plas in één komt

Page 11: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Ook voor jongens geldt, dat ze bij voorkeur zittend plassen. Als het toch een keer nodig is omstaand te plassen, dan zo:

rechtop, zo goed mogelijk ontspannen (met slappe buik en billen)de voeten plat en knieën licht gebogen (knieën mogen tegen de wc steunen)de broek en onderbroek tot op de enkelsniet knijpen in je plasser

2. Wanneer ga je plassen?

Let goed op de seintjes van je blaas én let op dat je broek steeds droog blijft. Als je voelt dat jemoet plassen, ga dan direct naar de wc. Denk bij jezelf ‘ik kan maar beter naar de wc gaan,zodat ik droog kan blijven’. Doe dat dus ook als je iets leuks aan het doen bent zoals spelen, tvkijken, sporten of computeren. Tijdens de training ben je met twee dingen tegelijk bezig. Dat isin het begin best moeilijk, maar doe superhard je best!Als je de seintjes van je blaas niet goed voelt, probeer dan regelmatig te bedenken hoe langhet geleden is dat je hebt geplast. Als dat langer dan twee uur is, ga het dan toch evenproberen.

3. Hoe vaak moet je plassen?

Het is belangrijk dat je regelmatig naar de wc gaat. Je krijgt een handtekeningenlijst mee. Vooriedere plas zet je je handtekening op de lijst. Zo zie je hoe vaak je hebt geplast.Het beste is als je elke dag zeven keer naar de wc gaat. Twee keer ’s morgens, drie keer ’smiddags en twee keer ’s avonds. Je krijgt een lijst mee. Sommige kinderen moeten leren vakerte gaan plassen, andere kinderen moeten juist leren minder vaak te plassen.Voor iedere plas zet je direct na het plassen een handtekening op je lijst, dus niet alles in éénkeer aan het einde van de dag opschrijven. Als je voldoende handtekeningen haalt heb je demeeste kans dat je droog blijft.Om genoeg te kunnen plassen moet je goed drinken: zeker 1,5 liter per dag, dat zijn ongeveerzeven à acht bekers.

Controle van de natte broekAls je thuis aan het trainen bent, moet je zelf goed in de gaten houden of je nog droog bent. Iederekeer als je naar de wc gaat, controleer je je onderbroek. Je vader of moeder controleert soms mee.Als er een nat plekje in je onderbroek zit dat groter is dan twee euro, telt het mee als nat. Als je natbent, teken dan direct een N tussen je handtekeningen.

Einde van de dag

Page 12: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Aan het einde van de dag bekijk je samen met je vader of moeder hoe de training is gegaan. Zijtekenen in het laatste vakje op de lijst een D als je droog bent gebleven en een N als je nat was enje ouders schrijven er ook iets bij. Maak er een wedstrijd van om zoveel mogelijk droge dagen tehalen.

Hulp van anderenAlle kinderen kunnen wel een beetje hulp gebruiken. Anderen mogen jou helpen door onze geheimecode tegen je te zeggen. De code is ‘1, 2, 3’ en jij denkt dan bij jezelf ‘Moet ik wel, of moet ik niet?’Je moet dan goed voelen en nadenken. Dan beslis je pas of je wel of niet gaat plassen. Als je nietgoed voelt of je moet plassen, kijk dan op je lijst of je die dag al vaak genoeg hebt geplast. Probeerook te bedenken hoe laat je voor het laatst hebt geplast.

Help jezelf met oplettenAls je het moeilijk vindt steeds aan de training te denken, kun je jezelf een LET-OP teken geven. Jekunt bijvoorbeeld een trainingsarmbandje maken, iets op je hand schrijven (bijvoorbeeld ‘1, 2’3’) ofeen trainingsveter in je schoen doen. Telkens wanneer je het LET-OP teken ziet, denk je aan detraining en weet je weer waar je op moet letten.

Telefonisch contact met de verpleegkundig specialistTijdens de training word je regelmatig gebeld door de VS. Zij bespreekt met jou de lijsten. Zorg datje de lijsten dan bij de telefoon hebt liggen. Je bespreekt dan hoe het is gegaan en samen beslis jehoe het verder gaat.

Terugkomen naar het ziekenhuisNa een aantal weken thuis trainen kom je weer naar het ziekenhuis voor controle. Neem dan delijsten die je thuis hebt bijgehouden mee. Samen met de VS bekijk je hoe het is gegaan en jeoverlegt hoe je verder gaat.

Lees de spelregels regelmatig door, zodat je weet wat je aan het leren bent.

Heel veel succes!Spelregels voor blaastraining thuis voor kinderen die niet vaak genoegplassenJe leert:

1. Hoe je goed plast2. Wanneer je gaat plassen3. Hoe vaak je gaat plassen

1. Hoe plas je goed?

Je houding tijdens het plassen:

Zit rechtop en toch goed ontspannenJe buik is slapVoeten plat op de grond, zo nodig op een voetenbankjeBenen uit elkaar, broek en onderbroek op de enkelsDe plas vanzelf laten komen, dus niet persen.Als je een beetje blaast, met slappe wangen lukt het beter om niet te persenNeem rustig de tijd en luister of je plas in één komt

Page 13: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Ook voor jongens geldt, dat ze bij voorkeur zittend plassen. Als het toch een keer nodig is omstaand te plassen, dan zo:

rechtop, zo goed mogelijk ontspannen (met slappe buik en billen)de voeten plat en knieën licht gebogen (knieën mogen tegen de wc steunen)de broek en onderbroek tot op de enkelsniet knijpen in je plasser

2. Wanneer ga je plassen?

Let goed op of je moet plassen. Als je voelt dat je moet plassen, ga dan direct naar de wc. Doedat dus ook als je iets leuks aan het doen bent zoals spelen, tv kijken, sporten of computeren.Denk bij jezelf ‘ik voel dat ik moet plassen, dus ik ga!’Als je niet goed voelt dat je moet plassen, denk dan regelmatig eraan hoe lang het geleden isdat je hebt geplast. Is dat langer dan twee uur geleden, ga het dan toch proberen.Sommige kinderen krijgen de opdracht op vaste tijden te gaan plassen. Hou je daar goed aan,ook al denk je dat je niet hoeft te plassen.

3. Hoe vaak ga je plassen?

Het beste is als je elke dag zeven keer naar de wc gaat. Twee keer ’s morgens, drie keer ’smiddags en twee keer ’s avonds. Je krijgt een lijst mee. Voor iedere plas zet je direct eenhandtekening of vlag op de lijst, dus niet wachten tot het einde van de dag en dan alles in eenkeer opschrijven.Nu plas je waarschijnlijk minder dan zeven keer per dag. Je leert om vaker te gaan plassen.Dat kan moeilijk zijn als je dat niet goed zelf voelt. Je gebruikt de lijst om in de gaten te houdenhoe vaak je hebt geplast.Om genoeg te kunnen plassen moet je goed drinken: zeker 1,5 liter per dag, dat zijn ongeveerzeven à acht bekers.

Einde van de dagAan het einde van de dag bekijk je samen met je vader of moeder hoe de training is gegaan. Zijtekenen in het laatste vakje op de lijst een D als je droog bent gebleven en een N als je nat was enje ouders schrijven er ook iets bij. Maak er een wedstrijd van om zoveel mogelijk droge dagen tehalen.

Hulp van anderen

Page 14: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Alle kinderen kunnen wel een beetje hulp gebruiken. Anderen mogen jou helpen door onze geheimecode tegen je te zeggen. De code is ‘1, 2, 3’ en jij denkt dan bij jezelf ‘Moet ik wel, of moet ik niet?’Je moet dan goed voelen en nadenken. Dan beslis je pas of je wel of niet gaat plassen. Als je nietgoed voelt of je moet plassen, kijk dan op je lijst of je die dag al vaak genoeg hebt geplast. Probeerook te bedenken hoe laat je voor het laatst hebt geplast.

Help jezelf met oplettenAls je het moeilijk vindt steeds aan de training te denken, kun je jezelf een LET-OP teken geven. Jekunt bijvoorbeeld een trainingsarmbandje maken, iets op je hand schrijven (bijvoorbeeld ‘1, 2’3’) ofeen trainingsveter in je schoen doen. Telkens wanneer je het LET-OP teken ziet, denk je aan detraining en weet je weer waar je op moet letten.

Telefonisch contact met de verpleegkundig specialistTijdens de training word je regelmatig gebeld door de VS. Zij bespreekt met jou de lijsten. Zorg datje de lijsten dan bij de telefoon hebt liggen. Je bespreekt dan hoe het is gegaan en samen beslis jehoe het verder gaat.

Terugkomen naar het ziekenhuisNa een aantal weken thuis trainen kom je weer naar het ziekenhuis voor controle. Neem dan delijsten die je thuis hebt bijgehouden mee. Samen met de VS bekijk je hoe het is gegaan en jeoverlegt hoe je verder gaat. Wanneer je naar het ziekenhuis komt is het belangrijk dat je een plasdoet op de computer-wc. Zorg dus dat je naar het ziekenhuis komt met een volle blaas.

Lees de spelregels regelmatig door, zodat je weet wat je aan het leren bent.

Heel veel succes!

Hypoactieve blaasAls je lang op de verkeerde manier plast, krijg je een niet actieve blaas. Met een moeilijk woord heetdat een hypoactieve blaas, ook wel ‘luie blaas’ genoemd.

Wat gebeurt er bij een hypoactieve blaas?

Meestal herken je de seintjes van je blaas helemaal niet meer. Je weet dus niet wanneer jeaandrang hebt. Vaak moet iemand anders tegen je zeggen dat je naar de wc moet. Het is danmoeilijk om te plassen, zelfs als je blaas vol is. Om te plassen pers je met je buik mee. Net alsof jemoet poepen. Het duurt dan nog best lang voordat je hele blaas leeg is. Doordat je steeds je plasophoudt, wordt je sluitspier moe. Die span je steeds maar aan. Daardoor verlies je vaak overdag,maar ook ’s nachts een beetje plas.

Ook is er meer kans dat je een urineweginfectie krijgt. Als je je blaas niet goed leeg plast, blijft erplas achter in de blaas. De kans op infectie is dan groter.

Als je te lang je blaas ophoudt kan het zijn dat je blaas zo uitgerekt raakt dat hij zichzelf niet meerleeg kan knijpen. Je loopt dan de kans dat je moet starten met katheteriseren. Katheteriseren is jeblaas legen met behulp van een slangetje. Om dit te voorkomen is het heel belangrijk dat je vaakgenoeg gaat plassen.

Spelregels voor blaastraining thuis voor kinderen met een hypoactieve blaasJe leert:

1. Hoe je goed plast2. Wanneer je gaat plassen3. Hoe vaak je gaat plassen

Page 15: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

1. Hoe plas je goed?

Je houding tijdens het plassen:

Zit rechtop en toch goed ontspannenJe buik is slapVoeten plat op de grond, zo nodig op een voetenbankjeBenen uit elkaar, broek en onderbroek op de enkelsDe plas vanzelf laten komen, dus niet persen.Als je een beetje blaast, met slappe wangen lukt het beter om niet te persenNeem rustig de tijd en luister of je plas in één komt .

Ook voor jongens geldt, dat ze bij voorkeur zittend plassen. Als het toch een keer nodig is omstaand te plassen, dan zo:

rechtop, zo goed mogelijk ontspannen (met slappe buik en billen)de voeten plat en knieën licht gebogen (knieën mogen tegen de wc steunen)de broek en onderbroek tot op de enkelsniet knijpen in je plasser

2. Wanneer ga je plassen?

Let goed op of je moet plassen. Als je voelt dat je moet plassen, ga dan direct naar de wc. Doedat dus ook als je iets leuks aan het doen bent zoals spelen, tv kijken, sporten of computeren.Denk bij jezelf ‘ik voel dat ik moet plassen, dus ik ga!’Als je niet goed voelt dat je moet plassen, denk dan regelmatig eraan hoe lang het geleden isdat je hebt geplast. Is dat langer dan twee uur geleden, ga het dan toch proberen.Sommige kinderen krijgen de opdracht op vaste tijden te gaan plassen. Hou je daar goed aan,ook al denk je dat je niet hoeft te plassen.

3. Hoe vaak ga je plassen?

Het beste is als je elke dag zeven keer naar de wc gaat. Twee keer ’s morgens, drie keer ’smiddags en twee keer ’s avonds. Je krijgt een lijst mee. Voor iedere plas zet je direct eenhandtekening of vlag op de lijst, dus niet wachten tot het einde van de dag en dan alles in eenkeer opschrijven.Nu plas je waarschijnlijk minder dan zeven keer per dag. Je leert om vaker te gaan plassen.Dat kan moeilijk zijn als je dat niet goed zelf voelt. Je gebruikt de lijst om in de gaten te houdenhoe vaak je hebt geplast.

Page 16: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Om genoeg te kunnen plassen moet je goed drinken: zeker 1,5 liter per dag, dat zijn ongeveerzeven à acht bekers.

Einde van de dagAan het einde van de dag bekijk je samen met je vader of moeder hoe de training is gegaan. Zijtekenen in het laatste vakje op de lijst een D als je droog bent gebleven en een N als je nat was enje ouders schrijven er ook iets bij. Maak er een wedstrijd van om zoveel mogelijk droge dagen tehalen.

Hulp van anderenAlle kinderen kunnen wel een beetje hulp gebruiken. Anderen mogen jou helpen door onze geheimecode tegen je te zeggen. De code is ‘1, 2, 3’ en jij denkt dan bij jezelf ‘Moet ik wel, of moet ik niet?’Je moet dan goed voelen en nadenken. Dan beslis je pas of je wel of niet gaat plassen. Als je nietgoed voelt of je moet plassen, kijk dan op je lijst of je die dag al vaak genoeg hebt geplast. Probeerook te bedenken hoe laat je voor het laatst hebt geplast.

Help jezelf met oplettenAls je het moeilijk vindt steeds aan de training te denken, kun je jezelf een LET-OP teken geven. Jekunt bijvoorbeeld een trainingsarmbandje maken, iets op je hand schrijven (bijvoorbeeld ‘1, 2’3’) ofeen trainingsveter in je schoen doen. Telkens wanneer je het LET-OP teken ziet, denk je aan detraining en weet je weer waar je op moet letten.

Telefonisch contact met de verpleegkundig specialistTijdens de training word je regelmatig gebeld door de VS. Zij bespreekt met jou de lijsten. Zorg datje de lijsten dan bij de telefoon hebt liggen. Je bespreekt dan hoe het is gegaan en samen beslis jehoe het verder gaat.

Terugkomen naar het ziekenhuisNa een aantal weken thuis trainen kom je weer naar het ziekenhuis voor controle. Neem dan delijsten die je thuis hebt bijgehouden mee. Samen met de VS bekijk je hoe het is gegaan en jeoverlegt hoe je verder gaat. Wanneer je naar het ziekenhuis komt is het belangrijk dat je een plasdoet op de computer-wc. Zorg dus dat je naar het ziekenhuis komt met een volle blaas.

Lees de spelregels regelmatig door, zodat je weet wat je aan het leren bent.

Heel veel succes!

De plaswekkerOver bedplassen wordt weinig gepraat. Dat komt omdat veel kinderen zich ervoor schamen. Tochkomt het heel vaak voor. Er zijn verschillende hulpmiddelen om van bedplassen af te komen. Eénvan die hulpmiddelen is de plaswekker. De plaswekker helpt je wakker te worden van een volleblaas wanneer het voor jou moeilijk is om zelf wakker te worden. De wekker maakt je wakker zodraje in bed begint te plassen.

Zo werkt de plaswekker?Je draagt een speciale onderbroek die hoort bij de plaswekker. De wekker gaat af als er een paardruppels plas terechtkomen in de onderbroek. Je hoort dan een harde toon zodat je wakker wordt.Alle wekkers werken met een batterij zodat je nooit bang hoeft te zijn voor een schok.

Zo gebruik je de plaswekker

Page 17: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

De wekker is geen wondermiddel tegen het bedplassen. Het is een hulpmiddel. De wekker helpt jebij het droog leren worden. Maar jij moet het belangrijkste wel zelf doen. Als de wekker afgaat, ishet de bedoeling dat je meteen opstaat en op de wc verder plast. Zet daarom de wekker op afstand,zodat je wel moet opstaan. Wanneer je wakker kunt worden van de wekker, kun je na verloop vande tijd ook wakker worden van je volle blaas. Eigenlijk is het slapen met de plaswekker net eenwedstrijd: probeer deze wedstrijd te winnen!

Spelregels voor alle wekkersDe spelregels helpen je om droog te worden. We hebben droge en natte regels. Iedere avondvoordat je gaat slapen oefen je de droge regels. Ook als je de droge regels al goed kent ga jehiermee door. Daag jezelf iedere avond weer uit om het de komende nacht zo goed mogelijk tedoen. Probeer steeds weer een record te halen.

De droge regels zijn:

Plassen-lezen-plassen. Als je klaar bent om te gaan slapen en je hebt al geplast, ga dan eenhalf uur iets rustigs doen op bed, zoals lezen of muziek luisteren. Daarna ga je nog een keerplassen.Kijk voor het slapen gaan of je plaswekker aan staat en of de snoertjes goed zijn aangesloten.Dan weet je zeker dat de wekker werkt.Zorg voor het slapen gaan dat je het geluid van de plaswekker goed in je hoofd hebt. Laatdaarom het alarm van de wekker een keer afgaan voordat je gaat slapen. Zo herken je hetgeluid ’s nachts en word je er eerder wakker van.Bedenk dat je uit bed moet springen als de wekker gaat. Je bent net een brandweerman dierustig ligt te slapen, maar die bij alarm meteen weet wat hij moet doen.

Dus nog even kort alles op een rijtje:

Heb ik een plas gedaan? Denk aan plassen-lezen-plassen.Nu is mijn blaas goed leeg en kan ik droog blijven.Staat de wekker aan?Heb ik het geluid van de wekker goed in mijn hoofd?Gaat de wekker af dan sta ik meteen op. Net als de brandweerman.Als ik ’s nachts zelf wakker wordt, ga ik snel naar de wc om te plassen.

Wat moet je doen als de wekker afgaat? De natte regels gaan over wat je moet doen als je nat bent. De eerste vier dagen oefen je de natteregels voor het slapen gaan. Ga op je bed liggen en vraag je vader of moeder of ze de plaswekkerlaten alarmeren. Jij gaat dan je bed uit en doet alles wat je moet doen alsof je nat bent. Zo weet je’s nachts als je slaperig bent, precies wat je moet doen.

De natte regels zijn

Ik sta op en zet het alarm van de wekker uit.Ik doe het broekje uit.Ik ga plassen op de wc.Ik doe een schoon broekje aan.Ik zet de wekker weer aan.

Vergeet de droge regels niet. Vul iedere ochtend je lijst in. Vul in of je die nacht wel of niet droogbent geweest en of je wel of niet wakker bent geworden van de plaswekker.

Page 18: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Stoppen met de plaswekkerIn het begin gaat de plaswekker natuurlijk regelmatig af. Als alles goed gaat, gebeurt dat na een oftwee weken steeds minder. Als je twee weken, dus veertien nachten achter elkaar droog geblevenbent mag je stoppen met de plaswekker. Dan heb je de droge en de natte regels niet meer nodig.Toch is het belangrijk dat je blijft oefenen om op tijd wakker te worden. Dat kan met de Wordwakker oefening:

Ik blijf droog vannacht.Als ik een seintje voel in mijn blaas, spring ik uit bed.Als ik uit mezelf wakker word, ga ik altijd naar de wc om te plassen.Vergeet plassen-lezen-plassen niet.

Het komt voor dat de plaswekker nog niet zo goed helpt. Je wordt bijvoorbeeld niet wakker van dewekker. Of je wordt wel wakker, maar blijft toch in bed plassen. Als dat na vier tot zes weken niet isveranderd, zal de wekker jou waarschijnlijk niet kunnen helpen. Dan is het beter om het na een jaaropnieuw te proberen. Het komt ook wel voor dat kinderen eerst droog worden, maar na een poosjetoch weer in bed plassen. Dan kun je de plaswekker nog een keer gebruiken. Na twee keer blijvende meeste kinderen droog.

Doe je best en veel succes!

Meer tips om droog te worden kun je lezen in het boek ‘Bedplassen daar wil je vanaf’, van M.Vijverberg en Z. Mulder, ISBN 90-74697-60-2

Medicijnen bij bedplassenMinrin

Dit is een medicijn dat wordt voorgeschreven als je lichaam s nacht veel urine aanmaakt.

Soms in combinatie met de plaswekker. Ook kun je minrin gebruiken bij een kamp of een nachtjelogeren.

Minrin is een medicijn dat het lichaam helpt ervoor te zorgen dat de nieren s nachts minder urineaanmaken waardoor je minder hoeft te plassen. De hoeveelheid urine past dan s nachts beter in jeblaas.

Page 19: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Minrin kun je het beste een uur voor het slapengaan innemen. Het is een smelttablet. Je legt hetonder je tong en dan smelt het bijna meteen weg.

Bijwerkingen van Minrin kunnen hoofdpijn, maagpijn en misselijkheid zijn.

Eén uur voor het innemen tot acht uur nadat je Minrin hebt ingenomen moet je zo weinig mogelijkdrinken, drink alleen als je echt dorst hebt.

Dridase (Oxybutynine)

Dit is een medicijn die er voor zorgt dat de blaasspier meer ontspant. De blaasspier is hierdoorslapper er past dan meer plas in je blaas en je hebt minder vaak het gevoel dat je moet plassen.

Meest voorkomende bijwerkingen:

Droge mondJe hebt meer last van warmte, doordat je minder zweetJe kunt minder goed uitplassenVerstoppingWazig zienMinder traanproductieRusteloosheidHeel soms ga je je anders gedragen. Als je dat merkt, moet je meteen stoppen met demedicijnen.

Overige opmerkingen

Is het buiten warmer dan 30 graden? Je zweet minder door de medicijnen en daar kun je last vankrijgen als het erg warm weer is. Je lichaam kan de warmte dan niet goed kwijt. Samen met jeouders besluit je of het een te warme dag is en je dus die dag geen Dridase inneemt.

Je hebt meer kans op verstopping, dus je kunt dan moeilijker poepen. Als dat zo overleg dan met dedokter of de VS. Misschien krijg je hiervoor een laxeermiddel. Laxeermiddelen helpen je om weerbeter te kunnen poepen.

UrineweginfectiesUrineweginfecties is een verzamelnaam voor een ontsteking van je blaas, urineleiders, urinebuis ofnierbekken. Zo’n ontsteking komt meestal door een bacterie of een virus.

Bij een blaasontsteking is het slijmvlies aan de binnenkant van de blaas ontstoken. Als eenblaasontsteking niet op tijd wordt behandeld, kan de ontsteking als het ware omhoog kruipen naarde nieren. Dan heb je een nierbekkenontsteking. Deze twee ontstekingen komen het meeste voor.

Urineweginfecties komen regelmatig bij kinderen voor. Het is belangrijk om de infecties goed tebehandelen. Want als je bijvoorbeeld een nierbekkenontsteking hebt, kunnen je nieren voor altijdbeschadigd raken als het niet goed behandeld wordt.

Kinderen krijgen vaak een urineweginfectie door verkeerd plasgedrag of een afwijking aan deurinewegen.

Blaasontsteking Vaak zorgen bacteriën uit de darmen voor een blaasontsteking. Via je poepgaatje komen ze in deplasbuis. Bij meisjes zitten plasbuis en poepgaatje dichter bij elkaar dan bij jongens. Ook is deplasbuis van meisjes korter dan die van jongens. Daarom kunnen bacteriën bij meisjesgemakkelijker in de blaas komen dan bij jongens.

Waardoor krijg je een blaasontsteking?

Page 20: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Door te lang te wachten voordat je naar de wc gaatDoor een verkeerde plashouding. Hierdoor plas je niet alles uit en blijft er plas in je blaaszitten.Te weinig drinkenVerstopping van de darmen.Veel mensen denken dat je ook een blaasontsteking kunt krijgenvan de kou, tocht of van vieze wc-brillen, maar dat is helemaal niet waar.

Hoe herken je een blaasontsteking?

Je plast anders dan normaal, je moet bijvoorbeeld opeens vaker in kleine beetjes plassenJe hebt een branderig gevoel of pijn als je plastJe plas is troebel van kleur en ruikt andersJe bent eerder boos of hebt eerder slechte zinJe hebt een buikpijn die je de hele tijd voeltJe hebt geen zin om te eten of je moet overgeven’s Nachts verlies je plas, zelfs als je eigenlijk al droog bentOok overdag verlies je zomaar plasJe temperatuur is hoger, het lijkt wel of je koorts krijgt of hebt

Wat moet je doen?

Als je denkt dat je blaasontsteking hebt, laat je je plas testen, de kinderarts/ verpleegkundigspecialist spreekt met je af of dat de urine in het ziekenhuis of bij de huisarts nagekeken moetworden. Je vangt dan een klein beetje plas op in een schoon potje. Het beste moment om urine opte vangen voor onderzoek is de eerste portie in de ochtend.

Het opvangen van de urine

1. Eerst maak je het plasgaatje schoon een doekje met kraanwater.2. Ga naar de wc om te plassen. Het eerste scheutje plas laat je lopen en daarna houd je een

schoon potje onder de straal. Zo vang je de rest van de plas in het potje op. Belangrijk is omde rand van het potje niet de huid te laten raken.

3. Sluit het potje goed af en breng de plas binnen twee uur naar de dokter. Als je niet binnentwee uur naar de dokter kunt, bewaar je de plas in de koelkast totdat je het potje wel weg kuntbrengen.

Blaastraining, adviezen voor oudersInzet van uw kindEen blaastraining is een intensieve training. Het vraagt veel van uw kind in de zin van inzet,concentratie, motivatie en doorzettingsvermogen. Kinderen met blaasproblemen hebben in de loopvan de tijd vaak een ‘ontwijkhouding’ ontwikkeld. Dit betekent dat zij signalen van de blaas negerenen een onverschillige houding aannemen als zij ‘nat’ zijn. Zij ontwijken het probleem omdat ze hetgevoel hebben er toch niets aan te kunnen doen. Door de training leren ze hoe ze het probleemjuist wel aan kunnen pakken.

Kern van de trainingDe training bestaat uit drie elementen.

1. Hoe plas ik goed2. Wanneer ga ik plassen3. Hoe vaak ga ik plassen?

Page 21: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Het verschilt per kind welk trainingselement het belangrijkste is. In het ziekenhuis heeft uw kindtrainingsinstructies gekregen. Het is de bedoeling dat hij/zij deze thuis zo zelfstandig mogelijkuitvoert.

Uw rolWij vragen u om tijdens de training de rol van supporter (=ondersteuner) aan te nemen. Datbetekent, net als in de sport dat u uw kind aanmoedigt om het zo goed mogelijk te doen. Hierbij iseen positieve instelling belangrijk. Het kan zijn dat u door eerdere negatieve ervaringen niet meer ineen goed resultaat gelooft. Uw kind merkt dat en zal de moed verliezen. Ga er daarom juist vanuitdat het wel gaat lukken en laat dat ook merken.

Geef uw kind complimentjes als het goed gaat, maar steun uw kind ook als het keer niet goed gaat.Bijvoorbeeld door te zeggen “hou vol, morgen gaat het beter”.

Adviezen voor uw rol als supporterNiet naar de wc sturen

Doel van de training is dat uw kind leert luisteren naar de signalen van de blaas en op tijd naar dewc gaat. Uw kind gaat leren om goed op de signalen van de blaas te letten en zelf aan te voelen enbeslissen wanneer het naar de wc gaat. Het is daarom belangrijk om uw kind niet naar de wcsturen. Wel kunt u uw kind helpen eraan te denken. Vraag af en toe aan uw kind “1-2-3?” Uw kinddenkt dan ‘ga ik wel of ga ik niet’. Uw kind wordt dan uitgedaagd om goed na te denken en tevoelen en dan zelf te beslissen of hij wel of niet gaat plassen.

School

Licht de leerkracht in en maak afspraken over de toiletgang op school, zodat uw kind meteen naarde wc kan als het aandrang voelt. Ook is het belangrijk dat uw kind op school voldoende kandrinken, eventueel met een extra flesje drinken op tafel.

Toch nat

Met uw kind is afgesproken dat het bij ieder toiletbezoek controleert of de onderbroek droog is. Ukijkt af en toe mee. Een plek in de onderbroek groter dan een 2 euro muntstuk rekenen wij als ‘nat’.U bent hierbij de scheidsrechter. Als uw kind bij broekcontroles of tussendoor nat blijkt te zijn,bespreek dan wat er mis ging. Bijvoorbeeld: “wat was je aan het doen, lette je goed op de seintjesvan de blaas, denk je aan de training of vergeet je het?” Als uw kind begrijpt hoe het komt, kan hijervan leren en proberen het de volgende keer anders aan te pakken. Zo kan een natte broekvoorkomen worden. Spreek uw kind niet bestraffend toe. Stimuleer hem juist om vol goede moeddoor te gaan.

Afsluiten van de trainingsdag

Iedere avond bespreekt u met uw kind het dagboek. Dat nabespreken is heel belangrijk. Van alleende lijsten invullen leert uw kind niet veel. In de laatste kolom van de dag schrift u iets positiefs,bijvoorbeeld ‘je bent een kanjer, super, we zijn trots op je’. Ook als uw kind nat was, schrijft u indeze kolom iets bemoedigends, zoals ‘morgen opnieuw proberen, zet ‘m op, je kunt het’. Door dezepositieve steun motiveert u uw kind door te gaan. In de sport presteren sporters immers ook meerwanneer de supporters enthousiast reageren en blijven ondersteunen, ook als een wedstrijdverloren is.

Wat te doen bij problemen?Toiletbezoek

Uw kind wil niet naar de wc, terwijl u het idee heeft dat hij wel moet plassen (of poepen).

Advies:

Page 22: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

maak uw kind enthousiast voor het halen van voldoende toiletbezoeken.lees op een later tijdstip die dag samen nog eens de spelregels door.geef extra drinken.

1-2-3

Uw kind raakt geïrriteerd en zegt al ‘nee’ voordat hij gedacht heeft.

Advies:

Grijp terug naar de afspraken met de trainer.

Lijsten invullen

Uw kind vergeet de lijsten in te vullen en noteert alles aan het einde van de dag.

Advies:

Dagdelen apart evalueren.Lees nog eens de spelregels door.

Wel of niet nat?

Een flinke natte lek is opgedroogd.

Advies:

Ruik of het urine is. Reken het een keer als twijfelgeval. Spreek af dat het de volgende keerwel als nat gerekend wordt. Bespreek met uw kind de natte broek(en) ook eerlijk te noteren opde lijst, Als uw kind de natte broeken negeert, leert hij niets van de training.

Tenslotte

Ga geen strijd aan met uw kind. Wijs uw kind op de afspraken met de trainster. Spreek samen afdat bij een volgend (telefonisch) consult het probleem aan de wordt voorgelegd. Wanneer u alsouder graag tussentijds iets wilt bespreken, neem dan contact op met de trainster van uw kind.

Als poepen moeilijk gaatAls je niet goed kunt poepen heb je last van verstopping. Een moeilijk woord daarvoor is obstipatie.

Iedereen poept op een andere manier. Sommige kinderen poepen twee of drie keer per dag,anderen hoeven maar een keer in de twee dagen te poepen.

Wat is poep eigenlijk?Spijsvertering

Jouw lichaam zet alles wat je eet en drinkt om in hele kleine deeltjes en maakt daar voedingsstoffenvan. Deze voedingsstoffen heeft je lijf nodig om te groeien, gezond te zijn en energie te krijgen.

Organen in je lichaam die samen het spijsverteringskanaal heten zorgen ervoor dat jouw etenverwerkt wordt tot kleine deeltjes. Spijsvertering bestaat uit twee woorden: spijs, dat is een anderwoord voor eten, verteren betekent gebruiken en omzetten naar voedingsstoffen.

Dat begint bij de mond waar het eten binnenkomt en eindigt bij de anus (je poepgaatje) waar derest van dat eten je lichaam verlaat. De darm is een belangrijk onderdeel van hetspijsverteringsstelsel. Je hebt een dunne darm en een dikke darm met aan het einde daarvan deendeldarm.

Page 23: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Mond: je tanden en kiezen maken het eten klein. Er komt speeksel bij het eten en dat speekselwerkt in op het eten. Nu begint de spijsvertering.Slokdarm: als je je eten doorslikt komt heteerst in de slokdarm. De slokdarm drukt het eten naar je maag. Daar verteren sommigeetensresten al.Maag: je maag maakt knijpende bewegingen. Hier wordt het eten nog fijner gemaakt en erkomt maagzuur bij. Dit maagzuur doodt veel bacteriën die in het eten zitten. Dat moet ook wantanders zou je ziek worden.Twaalfvingerige darm: dit is het stukje darm tussen maag en dunne darm. Hier sluiten de lever,alvleesklier en de gal op aan. Dit zijn organen die nodig zijn om de voedingsstoffen uit je etente halen, zij maken er de brandstof voor je lichaam van.Dunne darm: in de dunne darm komen veel van die voedingsstoffen in je bloed en het bloedbrengt die stoffen dan door je hele lichaam..Dikke darm: Hier komen de laatste voedingsstoffen in je bloed terecht. De dikke darm neemtook vocht op uit de etensresten waardoor je poep minder dun wordt. Poep is gewoon het afvalvan je lichaam.Endeldarm: dat is het laatste stukje, hier komen de etensresten die je niet nodig hebt, dat is jepoep (of ontlasting).Anus: via de anus of poepgaatje kan de poep je lichaam verlaten.

Poep bestaat dus uit resten eten die jouw lichaam niet nodig heeft, darmbacteriën en water.

Meestal is je poep bruin. Soms is de kleur anders. bijvoorbeeld als je rode bietjes of spinaziegegeten hebt of bepaalde medicijnen hebt ingenomen. Meestal is je poep niet hard en glijdt hetgemakkelijk naar buiten als je op de wc zit.

De poep in je darmen komt door de knijpbeweging die de darmen maken naar je endeldarm. Als depoep daar is, zijn alle voedingsstoffen er dus al uit gehaald. Wat overblijft is het afval dat je lichaamniet meer nodig heeft. In je endeldarm zitten een soort antennes die een seintje geven als er poepin de endeldarm zit. Door dat seintje weten jouw hersenen dat je moet poepen.

Vanuit je dikke darm komt de poep in je endeldarm. In de endeldarm wordt de poep verzameld. Jekunt het voelen als de poep in de endeldarm komt. Dit noemen ze aandranggevoel. De endeldarmwordt afgesloten door twee spieren. De binnenste sluitspier werkt helemaal vanzelf, net zoalsbijvoorbeeld je hart. De buitenste spier rondom je poepgaatje, je kringspier kun je wel zelfaanspannen en ontspannen. Als je gaat poepen, ontspant de kringspier en gaat deze open. Dedarm knijpt de poep eruit, zelf duw je dan een klein beetje mee.

Maar als je last hebt van verstopping blijft de poep te lang in de darmen en wordt hard. Daardoorkan de poep minder gemakkelijk naar buiten. Je voelt ook minder goed wanneer je moet poepen.Als je verstopping hebt, poep je vaak niet iedere dag, soms verlies je een beetje poep in jeonderbroek.

Hoe krijg je verstopping?

Page 24: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Als je de poep te lang vasthoudt, herken je de seintjes om te moeten poepen op een gegevenmoment niet meer. Het laatste deel van je endeldarm loopt dan vol met poep. Die poep wordt harden droog en daardoor wordt de uitgang geblokkeerd. En dan heb je dus verstopping.

Doordat je darm vol zit met poep, kun je ook weer moeilijker plassen. Je voelt niet zo goed wanneerje moet plassen. En zo zie je dat de problemen met je blaas en je darmen veel met elkaar te makenhebben.

Doordat je poep te lang in de darm zit en uitdroogt en hard wordt, voel je pas dat je moet poepenals de darm heel erg vol zit. Soms zit er achter de harde poep dunne poep. Die komt langs de hardepoep naar buiten. Daardoor krijg je poepvegen in je onderbroek.

Als je verstopping hebt dan:

Is je poep donker van kleur en heel hard.Heb je veel lucht in je buik en moet je veel windjes laten. In je darmen zitten bacteriën diegassen maken. Als je eten te lang in je darmen blijft zitten, krijg je meer gassen. Dan moet jeveel windjes laten die erg stinken.Heb je zeurende of krampende buikpijn. Darmen maken knijpende bewegingen om je poep teverplaatsen en uit te persen. Bij verstopping lukt het de darm niet om de poep uit het lichaamte krijgen. De darm gaat steeds harder knijpen om toch te zorgen dat de poep naar buiten gaaten daar krijg je buikpijn van.Heb je weinig zin om te eten. Doordat je darmen al zo vol zitten, krijg je een bolle buik en hebje geen trek meer om te eten.Heb je soms het gevoel dat je moet overgeven. Dat gevoel krijg je juist als je aan het eten bentof meteen na het eten als je buik vol is.Doet de huid rondom je poepgaatje zeer. Als je verstopping hebt, kun je ook diarree hebbenvan de dunne poep die langs de harde poep naar buiten wil. Daardoor kan de huid rond jepoepgaatje schraal en geïrriteerd worden.Vind je het vaak moeilijk erover te praten. Want soms gebeurt het dat je een beetje poep in jeonderbroek hebt. Dat is voor jou heel erg vervelend. Sommige kinderen vinden dit zo erg datze net doen of er niets aan de hand is. Dat betekent niet dat zij het niet erg vinden. Ze kunnener niet goed mee om gaan en verstoppen het voor zichzelf. Ouders en mensen in hun buurtvinden dat soms raar en begrijpen dat niet. Soms worden ouders ook weleens boos over devieze broeken.

OnderzoekenOm zeker te weten dat je verstopping hebt, moet de dokter je onderzoeken. Hij klopt met zijnvingers op je buik. Aan het geluid hoort hij of er veel poep in je darmen zit. Is het leeg dan klinkt debuik hol, is het vol dat klinkt het een beetje dof.

De dokter weet zeker dat je verstopping hebt als je twee of meer van de volgende klachten hebt:

Je poept twee keer per week of minder.Je hebt minimaal een keer per week per ongeluk poep in je onderbroek terwijl je gewoonzindelijk bent.Je houdt je poep op.Je hebt pijnlijke, harde of keutelige poep.Je moet soms een super grote hoeveelheid in één keer poepen.De dokter of verpleegkundig specialist voelt tijdens het lichamelijk onderzoek dat er veel poepin je darmen zit

Wat kun je zelf doen?Om te zorgen dat de verstopping overgaat kun je zelf ook iets doen:

Gezond eten en drinken

Page 25: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Eet genoeg vezels. Elk kind (met of zonder verstopping) moet voeding met vezels eten. Vezelszitten bijvoorbeeld in bruin brood, groenten en fruit.Drink genoeg. Probeer zeven keer per dag een glas water of iets anders te drinken.Zorg voor genoeg lichaamsbeweging. Bewegen zorgt voor de darmbewegingen en daardoorkun je gemakkelijker poepen. Als je verstopping hebt, is het belangrijk dat je goed op de wc zit.Door op de goede manier te zitten, ontspan je je buik, billen en bekkenbodemspieren. Het isvan groot belang dat je de tijd neemt om naar het toilet te gaan. Hoe rustiger het toiletbezoek,hoe effectiever.

De kinderarts/ verpleegkundig specialist legt uit hoeveel vezels, vocht en lichaamsbeweging jij moethebben.

Toilettraining

Hoe gek het ook klinkt, goed poepen kun je leren. We weten dat toilettraining helpt als je last hebtvan verstopping. Bij toilettraining ga je na iedere maaltijd 5 minuten op de wc zitten.

Goede toilethouding

Als je verstopping hebt, is het belangrijk dat je goed op de wc zit. Door op de goede manier tezitten, ontspan je je buik, billen en bekkenbodemspieren.

Een goede toilet houding is van belang om de darm goed leeg te kunnen maken en kan helpen bijhet goed laten werken van de darmen.

Het is van groot belang dat je de tijd neemt om naar het toilet te gaan. Hoe rustiger het toiletbezoek,hoe effectiever.

Toilethouding bij poepen:

zit met een beetje bolle rug, wel ontspannen (slappe buik en billen)Voeten plat op de grond, zo nodig op voetenbankjeKnieën iets hoger dan de billenBenen uit elkaar, broek en onderbroek op de enkelsDe armen ontspannen en de handen losjes op schootBillen en poepgaatje losNeem rustig de tijd

Hoe werkt toilettrainingHet is de bedoeling dat je thuis gaat oefenen om regelmatig te poepen en je darmen leeg te maken.Ga na elke maaltijd 5 minuten op de wc en probeert te poepen. Dit noemen we de toiletzit.Concentreer je op het poepen. Neem dus geen boekje of spelletje mee. Wanneer het gelukt is omte poepen, mag je natuurlijk eerder van de wc af.

BELANGRIJK: als je tussendoor voelt dat je moet poepen, moet je natuurlijk gewoon naar de wcgaan. Hoe vaker je uit jezelf poept, hoe sneller je naar de volgende stap mag.

Medicijnen

Meestal is het nodig om verstopping te behandelen met medicijnen. Die maken de poep watsoepeler, zachter. Deze medicijnen trekken water uit je darmen aan en door dat water wordt depoep zachter en dan kun je gemakkelijker poepen. Het is belangrijk dat je deze medicijnen een tijdjeblijft gebruiken. Meestal een aantal maanden. Samen met de dokter bespreek je wanneer je weergaat stoppen. Dat gaat langzaamaan, je krijgt dan steeds wat minder medicijnen.

Laxeermiddelen zorgen ervoor dat je gemakkelijker kan poepen. Dit kan door te zorgen dat de poepzachter is en door de darm et stimuleren om wat harder te werken.

Page 26: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Er zijn verschillende soorten laxeermiddelen. In overleg met de kinderarts/ verpleegkundig specialistwordt besloten welk laxeermiddel en hoeveel je van dit middel moet gebruiken.

Soorten laxeermiddel

1. Macrogolum: Dit is een poeder dat er voor zorgt dat er meer water in je darmen blijft. Hierdoorwordt de ontlasting zachter en heeft het wat meer volume. Dit stimuleert de darmbewegingen.Hetpoeder is er in verschillende soorten en smaken.

Bijwerkingen: buikpijn, diarree.

2. Bisacodyl/ dulcodruppels: Dit is een medicijn dat de darm prikkelt en de darmbewegingenstimuleert. Ook zorgt het er voor dat er meer vocht in de ontlasting blijft.

Als je medicijnen gebruikt, controleert de dokter af en toe controleren of alles goed gaat. De eerstekeer gebeurt dat twee weken nadat je met de medicijnen bent begonnen. De dokter ofverpleegkundig specialist belt je op om te vragen hoe het gaat.

Dan bespreken we ook hoe het verder gaat met Alles bij elkaar kan dat wel een half jaar duren. Alsje geen last meer hebt van verstopping en ook geen blaasproblemen stoppen we met de afspraken.

Weetje, tips en vragen

Je krijgt een recept voor medicijnen, met een moeilijk woord laxantia, voor minstens driemaanden. Tijdens die drie maanden moet je de medicijnen blijven innemen. Stop nooit zelf metde medicijnen, maar neem contact op met de dokter of de verpleegkundig specialist.Ben je net begonnen met de medicijnen dan is het gewoon dat soms vaker kleine beetjespoept. Je hebt het gevoel dat je vaker naar de wc moet. Dat wordt vanzelf beter. Is dat niet zodan kijkt de kinderarts/verpleegkundig specialist of de hoeveelheid medicijnen die je inneemtgoed is.In het begin is je poep misschien erg dun, dit is normaal. Na een aantal weken wordt jeontlasting weer vaster. Je darmen moeten wennen aan het medicijn.Soms heb je geen zin om steeds iets te drinken. Maak dan voor jezelf een lijstje waarop staathoeveel je per dag drinkt. Neem een liter- of anderhalve literfles en vul die met water. Iederekeer als je iets hebt gedronken, giet je dezelfde hoeveelheid uit die fles. Dan weet je zeker datje genoeg drinkt. Aan het eind van de dag moet de fles dan leeg zijn.

Maken medicijnen de darmen lui?Nee, ook als je lang de medicijnen (laxeermiddelen) gebruikt worden je darmen niet lui. Demedicijnen zorgen er alleen maar voor dat er genoeg vocht naar je darm gaat, zodat de poep zachtblijft en je darm actief.

Wanneer neem je contact op met de dokter?Als je met de medicijnen bent begonnen en je hebt na drie dagen nog niet gepoept, bel dan dedokter. Soms krijg je een klysma omdat de poep nog te hard is. Een klysma is een zeepachtigevloeistof die de poep zacht maakt. Dat klysma wordt via je poepgaatje in de darm gespoten. Daarnamoet je heel nodig naar de wc. Omdat het zo snel gaat, krijg je kramp in de darm, maar dit gaat wegals je hebt gepoept. Een klysma is een noodgreep om het poepen op gang te brengen.

Wat doe je als je erge buikpijn hebt?Als dat zo is, moet je de huisarts bellen.

Wat doe je als er geen controle is afgesproken bij de dokter of verpleegkundige?Dan kun je zelf een afspraak maken door te bellen naar 0413 – 40 19 44, polikliniekkindergeneeskunde.

Page 27: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

Poepproblemen, adviezen voor oudersDe behandeling van verstopping bij kinderen is vaak langdurig, minstens drie maanden en bestaatuit verschillende onderdelen.

Adviezen over voeding

1. Vezels: Twee soorten vezels zijn van belang voor een goede stoelgang: oplosbare- en nietoplosbare vezels. In de darm werken de bacteriën op deze vezels in. De stoffen die daarbijvrijkomen zetten de darmen aan tot bewegen en maken de ontlasting smeuïger. Tegelijkertijdzorgen ze ervoor dat de ontlasting niet te dun wordt. Vezels in de darmen zuigen water opwaardoor de ontlasting zacht wordt.

2. Producten met veel voedingsvezels

Roggebrood, mueslibrood, volkoren- en bruinbrood, krenten- en rozijnenbrood, volkorenbeschuit, volkoren ontbijtkoek.Volkoren producten als havermout, Brinta, Bambix, muesli, tarwevlokken, zilvervliesrijst, maïs,volkoren spaghetti en macaroni.Volkoren biscuits, evergreen, volkoren sultana.AardappelenGroenten en rauwkostVers fruit met schil, gedroogde zuidvruchten als abrikozen, pruimen, tutti frutti, krenten, vijgen,dadels.Peulvruchten zoals bruine en witte bonen, erwten, linzen, kapucijnersNoten, pinda’s, sesamzaad, studentenhaverVezelproducten als nutrigran, all bran, zemelen, lijnzaad of tarwekiemenOp de site www.vezeltest.nl kunt u samen met uw kind nagaan of de voeding van uw kindvoldoen

3. Drinken:

Het is belangrijk dat uw kind voldoende drinkt. Vezels trekken namelijk vocht aan en houden deontlasting smeuïg. De juiste hoeveelheid vocht hangt af van de leeftijd van uw kind. Ons advies isvoor schoolgaande kinderen 1,5 liter vocht per dag. Bij warm weer of bij koorts zweet uw kind meerdan normaal en mag u ook extra vocht geven.

Kinderen verzetten zich soms tegen drinken. Het helpt om samen af te spreken hoeveel uw kind perdag drinkt.

Neem een liter- of anderhalve literfels en vul die met water. Iedere keer als het kind iets drinkt maguw kind dezelfde hoeveelheid uit die fles gieten. Zo ziet het kind of het genoeg drinkt. Aan het eindvan de dag moet de fles dan leeg zijn.

4. Sla het ontbijt niet over: Een ontbijt is belangrijk om de darmwerking in gang te zetten.

Adviezen over de toilettraining

Zorg voor rust en regelmaat in het gezin.Wees begripvol en probeer boosheid te vermijden. Boos zijn heeft geen of een averechtseffect.Stimuleer uw kind en laat het drie maal per dag na het eten 5 minuten naar het toilet gaan.Stimuleer een kind, zeker als het wat jonger is. Het kind voelt de aandrang niet en begrijptdaarom niet altijd waarom hij weer naar het toilet moeten. Maak het gezellig op het toilet.Licht de leerkracht in en maak afspraken over de toiletgang op school. Uw kind moet meteennaar het toilet kunnen als hij aandrang voelt. Ook moet uw kind voldoende kunnen drinken,eventueel met een extra water op tafel.Geef uw kind complimentjes als het probeert te poepen, ook al is het zonder resultaat. Laatmerken dat u trots bent als het wel lukt maar wees ook trots als uw kind ontspannen heeft

Page 28: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

geoefend op het toilet. Laat het probleem niet het onderwerp van de dag worden.

LichaamsbewegingLichaamsbeweging stimuleert de darmwerking. Teveel zitten maakt de darmen lui. Kinderen zijntegenwoordig geneigd om na school te gaan computeren of te gamen. Stimuleer uw kind om buitente spelen met anderen. Breng uw kind niet met de auto naar school, maar laat het lopen of fietsen.Stimuleer om te gaan sporten minimaal 2 keer per week. Minimaal 1 uur per dag is wat wij ondernormale lichaamsbeweging verstaan.

Adviezen over de medicijnenBelangrijk is een goede dosering van laxerende middelen en voldoende lang gebruik, drie tot zesmaanden. Bij aanvang is de dosering hoog zodat de dikke darm leeg raakt. Zo leert uw kind ook afom ontlasting op te houden en wordt de vicieuze cirkel doorbroken:

Langzaam wordt de dosis aangepast zodat de ontlasting met een regelmatige frequentie komt,minimaal drie maal per week en ook een normale consistentie krijgt. Na minimaal drie maandenklachtenvrij te zijn, kan de medicatie stap voor stap worden afgebouwd in overleg met deverpleegkundig specialist of de kinderarts.

Heeft u nog vragen?Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, bespreek deze dan in het volgendepoliklinische bezoek met de kinderarts/verpleegkundig specialist.

Telefoonnummer polikliniek kindergeneeskunde: 0413 - 40 19 44 / route 041

© De illustraties in deze brochure zijn exclusief voor Bernhoven gemaakt door Belinda Jordans

Bovenstaande informatie is geschreven samen met artsen en (gespecialiseerd) verpleegkundigenvan de genoemde afdeling(en). De afdeling communicatie & patiëntenvoorlichting verzorgt deeindredactie van deze folder.

Heeft u vragen en/of opmerkingen over deze folder? Belt u dan met de genoemde afdeling(en) ofstuur een e-mail naar PatiëntService, [email protected].

Bernhoven

Nistelrodeseweg 105406 PT UDEN

Postbus 7075400 AS UDEN

T: 0413 - 40 40 40

Ga naar www.zorgkaartnederland.nl

Page 29: Alles wat je wilt weten over poepen en plassen

E: [email protected]: www.bernhoven.nl

Code: Datum gewijzigd: woensdag 11 april 2018