Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2....

107
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN Wetenschappelijke verhandeling GZIM MEEUWISSEN MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN afstudeerrichting INTERNATIONALE POLITIEK PROMOTOR: PROF. DR. Sami ZEMNI COMMISSARIS: DR. Koenraad BOGAERT COMMISSARIS: Pascal DEBRUYNE ACADEMIEJAAR 2010 - 2011 Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen bondgenootschap in de strijd tegen terreur? aantal woorden: 24941

Transcript of Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2....

Page 1: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN

Wetenschappelijke verhandeling

GZIM MEEUWISSEN

MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN

afstudeerrichting INTERNATIONALE POLITIEK

PROMOTOR: PROF. DR. Sami ZEMNI

COMMISSARIS: DR. Koenraad BOGAERT

COMMISSARIS: Pascal DEBRUYNE

ACADEMIEJAAR 2010 - 2011

Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen

bondgenootschap in de strijd tegen terreur?

aantal woorden: 24941

Page 2: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

1

Page 3: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

2

Abstract

This treatise will discuss the political alliance between the Algerian and the American

government since 9/11. The focus will be on the consequences of this alliance for the security

situation in Algeria and the Sahel region. The methodology is a study of literature. We will

find that after 9/11 and after the Bush administration declared a war against Al-Qaeda, the

Algerian regime presented itself as an American ally, and presented the GSPC – the main

Algerian terrorist organization – as an affiliate of Al-Qaeda, which it wasn‟t. Well before, but

particularly after the kidnapping of 32 tourists in the Algerian desert in 2003, the Bush

administration categorized the western Sahel region as a hotbed of terrorists and as a security

threat for the international community. Since then the western Sahel became increasingly

militarized through the implementation of counterterrorism programs. However, the Bush

administration never addressed or showed any comprehension for the root causes of the

GSPC insurgency. Moreover, the counterterrorism programs, as well as the Algerian-

American alliance itself, were used as an important political ground by the GSPC to

legitimize its operations. Only in 2007 the Sahel became a real „space of terror‟, after the

GSPC subscribed itself into the global struggle of Al-Qaeda and broadened its operations

across the western Sahel. The Obama administration continued with the counterterrorism

programs in the western Sahel, but seemed more sensitive for democracy in the Arab world.

Particularly since the Arab Spring in 2011 the call for political reforms became more

emphatic towards the Algerian regime.

Page 4: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

3

Inhoudstafel

1. Onderzoeksvraag, onderzoeksmethodologie en bronnen 5

2. Theorie en achtergronden 6

2.1. Terrorisme en de War on Terror 6

2.1.1. Definitie van terrorisme 6

2.1.2. Verschillen met conventionele oorlogsvoering 6

2.1.3. Spaces of terror 6

2.1.4. De War on Terror, de 21ste

eeuwse kruisvaart? 7

2.2. De Algerijnse impasse 8

2.2.1. Economische en politieke malaise 8

2.2.2. De jihad 11

2.2.3. De GSPC 12

2.2.4. Bouteflika en de Burgerlijke Eendracht 12

2.3. Algerijns-Amerikaanse betrekkingen voor 9/11 14

3. Bush en Bouteflika: het „ideologische‟ bondgenootschap 17

3.1. De opportuniteit van 9/11 17

3.2. Algerijnse „terroristische‟ organisaties, een bedreiging voor de VS? 20

3.3. Amerikaanse politieke en militaire steun 22

3.3.1. Bouteflika‟s herverkiezing 25

3.4. Bouteflika‟s gemanoeuvreer in het binnenland 26

3.4.1. Bouteflika‟s tanende interne legitimiteit 26

3.4.2. Algerijnse reacties op de Amerikaanse oorlog in Irak 27

3.4.3. Bouteflika‟s vergeetpolitiek versus het bondgenootschap 28

3.5. Naar het einde van het geweld? 29

4. Terreur in de Sahel? 30

4.1. De ontvoering door El Para 30

4.1.1. De officiële versie 30

4.1.2. De complottheorie 31

4.1.3. El Para, een terrorist of een DRS-agent? 35

4.2. Een nieuw front in de GWOT en het Pan-Sahel Initiative (PSI) 38

4.2.1. Amerikaanse of Afrikaanse belangen? 41

4.3. Het Trans-Sahara Counter-Terrorism Initiative (TSCTI) 42

4.4. Militaire en inlichtingensamenwerking 44

Page 5: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

4

4.4.1. Een Amerikaanse militaire basis in Tamrasset? 45

4.5. Bouteflika verstevigt zijn positie 46

4.5.1. Bouteflika en de generaals 46

4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47

4.5.3. Bouteflika‟s tweede amnestiewet 47

4.6. De interne machtsstrijd en crisis bij de GSPC 49

5. GSPC transformeert in „Al-Qaida in het Land van de Islamitische Maghreb‟ (AQIM) 53

5.1. Osama bin Laden en de Algerijnse jihad, een korte historiek 53

5.2. Een teken van zwakte 57

5.3. De faciliterende context van de War on Terror 58

5.4. Nieuwe strategieën 61

5.4.1. Verspreiding van het geografisch actieterrein 62

5.4.2. Nieuwe oorlogstactieken 63

5.4.3. De mediatieke jihad 65

5.5. Interne verdeeldheid 66

5.6. Reacties van de Algerijnse staat 67

6. Terreur, ontvoeringen en smokkel in de Sahel: de globaal-regionale jihad van AQIM 69

6.1. Ontvoeringen in de Sahel: een nieuwe space of terror 69

6.2. Compliciteit van de Toeareg? 72

6.3. Mokhar Belmokhtar: smokkel en de decentralisering van AQIM 73

6.4. Een space of terror voor de Amerikanen? 77

7. Obama en Bouteflika: een pragmatische relatie 79

7.1. Bracht Obama change in het terreurbeleid? 79

7.2. Bouteflika, de kleine dictator 80

7.3. De impact van de Arabische Lente 81

7.4. Recente ontwikkelingen binnen AQIM 85

8. Conclusie 88

Bibliografie 97

Bijlagen 100

Page 6: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

5

1. Onderzoeksvraag, onderzoeksmethodologie en bronnen

Wat in deze verhandeling zal onderzocht worden is wat de gevolgen zijn van de aanslagen

van 9/11 voor de politieke betrekkingen tussen Algerije en de VS. In het bijzonder zal

gekeken worden naar hoe beide regeringen het „terroristisch probleem‟ in Algerije (en de

Sahelregio) hebben behandeld sinds 9/11. In de eerste plaats zal gekeken worden naar de

veiligheidsinitiatieven (deze wegen immers door), op de tweede plaats naar de politieke

initiatieven zoals democratiseringsiniatieven. Dit laatste kan misschien verwonderen, maar in

een van de inleidende hoofdstukken zal het verband aangetoond worden tussen de Algerijnse

politieke (en politiek-economische) impasse en het ontstaan van het Algerijns terrorisme. De

gevolgen van de gemeenschappelijke initiatieven tussen de Algerijnse en Amerikaanse

regeringen zullen geëvalueerd worden, met als belangrijkste criterium of ze het terrorisme

hebben doen reduceren in Algerije (en de Sahelregio). Op het einde van deze verhandeling zal

specifiek meer ingegaan worden op de gevolgen van het verschijnen van AQIM voor de

veiligheid in Algerije en de Sahelregio.

De onderzoeksmethodologie is een literatuurstudie. Er werd gebruik gemaakt van

wetenschappelijke literatuur, journalistieke artikels, en online-informatie. Steeds werd de

inhoud zoveel mogelijk „gedubbelcheckt‟, de ene auteur laat immers meer dan de andere zijn

verbeelding de vrije loop. Enkel overzichtswerken waren handig als basis, zoals het

geëngageerde werk over de Algerijnse geschiedenis van Evans en Phillips (2007) en het

vernuftige werk over Al-Qaida van Burke (2004). Andere werken en artikels die zijn gebruikt

zijn teveel om op te noemen, mits zowat alle gebruikte literatuur cruciale informatie bevatte

die slechts als puzzelstukjes de mogelijkheid boden om een zo goed mogelijk beeld te

schetsen van wat er zich afspeelt in Algerije en de Sahel. De gedetailleerde studie over de

eerste massale ontvoering van toeristen in Algerije in 2003 van Keenan (2009) bevatte

bijvoorbeeld een ongeëvenaarde gedetailleerdheid, maar tezelfdertijd moet met het werk van

Keenan met bijzondere oplettendheid worden omgegaan aangezien hij zich eerder lijkt te

leiden door zijn geloof in complottheorieën dan door „wetenschappelijke neutraliteit‟.

Vanwege de politiek-wetenschappelijke inzichten waren de werken van Zemni (2001, 2004)

ook bijzonder nuttig. Deze verhandeling heeft tenslotte, maar niet in het minst, heel veel te

danken aan talloze uitstekende artikels van The New York Times (NYT) en El Watan (vaak

van de hand van Salima Tlemçani). Een interessant en bruikbaar theoretisch concept, space of

terror, werd ontleend van Ayinde (2010), en werd toegepast daar waar gepast.

2. Terrorisme en de War on Terror

2.1. Definitie van terrorisme

Page 7: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

6

Er bestaan meer dan honderd definities van „terrorisme‟, van academische en diplomatieke

makelij. Er zijn echter drie aspecten die het meest frequent voorkomen bij alle definities: het

gewelddadige karakter; de aanwezigheid van een politieke doelstelling; en de intentie om de

doelgroep angst aan te jagen.1 Als terrorisme politiek gemotiveerd is, zijn terroristen vaak een

bedreiging voor de politieke elite. Officiële definities zullen daarom meestal staatsterrorisme

uitsluiten. Maar omdat terrorisme in de eerste plaats over een tactiek gaat, is volgende

consensusdefinitie, die zal gelden in deze verhandeling, niet alleen bruikbaar, maar ook

neutraal en objectief:

“Terrorism is the premeditated and deliberate use of violence by a politically-motivated

individual or group of people along with intimidations or threats towards a social group,

exerted via immediate victims.”2

2.2. Verschillen met conventionele oorlogsvoering

Het gebrek aan codes of oorlogsregels, en de psychologische impact van terrorisme op de

slachtoffers zijn twee factoren die wellicht het belangrijkste onderscheid vormen met

conventionele oorlogsvoering. Terreuraanslagen zijn vaak aanslagen op „niet-geëngageerde‟

doelwitten, terwijl bij conventionele oorlogsvoering aanvallen op de eerste plaats rechtstreeks

gericht tegen soldaten en tegen de regering die men aanvalt.3 Het gebruik van criminele

praktijken zoals afpersing, diefstal, en ontvoeringen, om financiën te verkrijgen, is ook een

verschijnsel dat vaak opduikt met terroristische praktijken.4 Al deze vaak voorkomende

bijverschijnselen dragen bij tot de vaak zeer negatieve bijklank van de term „terrorist‟.

2.3. Spaces of terror

Ayinde wijst erop dat niet enkel een momentane daad van terreur zoals een bomaanslag of

een zelfmoordaanslag als „terrorisme‟ geclassicificeerd kan worden. Als we ons beperken tot

sub-Sahara Afrika, wordt er soms van uitgegaan dat vóór de bomaanslagen op de

Amerikaanse ambassades in Oost-Afrika in 1998, geen terrorisme aanwezig was in dit deel

van de wereld. Ayinde beschrijft echter hoe lang voordien ook al „(tijd)ruimtes van terreur‟

(spaces of terror) bestonden op het Afrikaanse continent. Zo werd door de kolonisering van

Afrika door de Europeanen een „ruimte van terreur‟ gecreëerd in tal van lokale

1 Coolsaet, 2010: 363

2 Buesa & Baumert, 2010: 5

3 Buesa & Baumert, 2010: 4

4 Buesa & Baumert, 2010: 4

Page 8: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

7

gemeenschappen. Het angsteffect van het gebruik van brutaal geweld zorgde ervoor dat deze

gemeenschappen konden „gepacificeerd‟ worden, en dat massaal aan gedwongen arbeid,

slavenhandel en slavendeportatie kon gedaan worden.5 Het concept „ruimte‟ is hier wel

mobiel, in de zin dat een „terreurruimte‟ noch continu hoeft voor te komen, noch iedere

burger dient te beïnvloeden.6

2.4. De War on Terror, de 21ste

eeuwse kruisvaart?

Amerikaans president George Bush verklaarde na 9/11 de War on Terror. Hij verklaarde

echter enkel de oorlog aan Al-Qaida en andere terroristische organisaties met een „globaal

bereik‟.7 In wezen had Bush het enkel over terroristische organisaties vanuit salafi-

jihadistische hoek.8 Als je echter meent de strijd aan te gaan tegen „terreur‟ – wat op zich al

bizar is aangezien het slechts een methode van oorlogsvoeren is, maar in praktijk enkel

islamitische terreurorganisaties doelwitten vormen, dan krijgt „terreur‟ een zeer tendentieuze

betekenis. Hoe de Bush administratie communiceerde over haar strijd tegen de terreur was al

even tendentieus. De Bush administratie sprak over terrorisme als een “modern barbarism”,

“a threat to western civilization”, “a menace to western moral values”.9 President Bush sprak

ook snel over de “war on terrorism” als een “crusade”.10

De War on Terror werd dus in de

discursieve logica van de Bush administratie een kruisvaart van de beschaafden tegen de

gewelddadige barbaren, ter bescherming van de westerse waarden.11

De barbaar kon echter, in

tegenstelling tot „de wilde‟ in de koloniale periode, niet gered of beschaafd worden, maar

5 Ayinde, 2010: 51-65

6 Ayinde, 2010: 64

7 President Bush‟s address to a joint session of Congress and the nation, schriftelijke versie te

raadplegen via: http://www.washingtonpost.com/wp-

srv/nation/specials/attacked/transcripts/bushaddress_092001.html (laatst geraadpleegd: 01/05/2011) 8 De term salafisme is afgeleid van „vrome voorvaders‟ (al-salaf al-salih), de eerste drie generaties

moslims die beschouwd werden als de ultieme voorbeelden van de goede manier van leven. Als een

middel om terug te keren naar de „oorspronkelijke zuiverheid‟ van de islam predikt het salafisme een

terugkeer naar de studie van de basisbronnen van de islam, de Koran en de hadith. De basisspanning

binnen het salafisme is die tussen de strenge doctrine van complete onderwerping aan God (de doctrine

van de Eenheid van God (tawhid)) en de eisen die dit stelt om zich hieraan te houden. De vraag is of de

gelovige politieke macht kan accepteren, zelfs als de leider zich niet aan de islamitische wet (sjaria)

houdt, en of de gelovige zich in dat geval moet concentreren op tarbiya (onderwijs) en da‟wa (het

prediken van het geloof), of de afgeweken leider verbaal moet corrigeren of zelfs tegen hem in opstand

moet komen (via een jihad (heilige oorlog)). Dit was een dilemma waarmee de salafistische

heroplevingsbewegingen doorheen alle periodes geconfronteerd zijn geweest, waaronder ook het

wahhabisme (gesticht door ibn Abd al-Wahhab (1703-1792)). In het wahhabisme werd eenieder die de

doctrine van tawhid niet aanhing, beschouwd als ongelovige of afvallige en kon geëxcommuniceerd

worden (takfir), een voorwaarde om de jihad tegen hem te verklaren. Toen het wahhabisme later in

contact werd gebracht met het Westen, verwierp het – in tegenstelling tot de laat 19de

eeuwse

salafistische bewegingen – alle westerse modellen. (Meijer, 2009: x, xv, 3-7) 9 Smith, 2010a: 7

10 Bush zou bedoeld hebben de term slechts te gebruiken in de betekenis van „een lange harde fysieke

en morele strijd‟. (Smith, 2010a: 7) 11

Smith, 2010a: 8

Page 9: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

8

moest vernietigd worden.12

Bovendien was het terrorisme “a menace to global order” en “a

menace to humankind”, wat dus een globaal antwoord vroeg, een “global war on terror”.13

Het post-9/11 discours fungeerde volgens velen als een legitimerend middel waardoor de

Bush administratie een veiligheidsbeleid kon doorduwen die ontworpen werd om de globale

suprematie van de VS te projecteren en behouden, een agenda die al in kaart gebracht werd in

het neo-ceonservatieve Project for a New American Century.14

De neo-conservatieven kregen

een grote invloed op de Amerikaanse regering na 9/11 en zagen in 9/11 de opportuniteit om

de wereldheerschappij van de VS (Pax Americana) te vestigen.15

Bij vele mensen in het

Midden-Oosten bestaat ook de overtuiging dat de echte bedoeling van de Irakoorlog het

vestigen van de dominantie is van de VS over het Midden-Oosten, of zelfs een samenzwering

is om de islam te vernietigen.16

Toch benadrukte president Bush meerdere keren, vooreerst in

zijn belangrijkste toespraak na 9/11 op 20 september 2001, dat de islam niet het probleem was

en een vredelievende godsdienst was.17

Wat Bush toen zei werd echter snel vergeten, ook

omdat andere figuren rond de Bush administratie ervan uitgingen dat de islamitische cultuur

wel inherent vijandig was tegenover het Westen en de democratie.18

Ook de Amerikaanse

media cultiveerden na 9/11 de Huntington-these (de clash of civilizations).19

2.2. De Algerijnse impasse

2.2.1. Economische en politieke malaise

Sinds de jaren 1980 en in het bijzonder vanaf oktober 1988 zit Algerije in een politieke en

politiek-economische impasse, waarvan het Algerijnse regime pretendeerde dat deze voorbij

was toen president Bouteflika via een amnestiewet voor zij die geweld hadden gebruikt

tijdens de burgeroorlog, een einde had kunnen maken aan de excessieve en grootschalige

vormen van geweld.

12

Smith, 2010a: 9-10 13

Smith, 2010a: 7-9 14

Smith, 2010a: 12 15

Coolsaet, 2010: 148-156 16

Coolsaet, 2005: 75-76 17

President Bush‟s address to a joint session of Congress and the nation, schriftelijke versie te

raadplegen via: http://www.washingtonpost.com/wp-

srv/nation/specials/attacked/transcripts/bushaddress_092001.html (laatst geraadpleegd: 01/05/2011) 18

Coolsaet, 2005: 8 19

Abrahamian, 2002

Page 10: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

9

Die burgeroorlog was er gekomen nadat in de jaren 1980 het neo-patrimoniale systeem –

waarbij de politieke macht verdeeld werd tussen het FLN,20

het leger en de ambtenarij – onder

grote druk kwam te staan door enerzijds forse dalingen van de olie- en gasprijzen op

verschillende momenten in de jaren 1980 en waarop het systeem teerde, en anderzijds de

economische liberale hervormingen van Chadli Bendjedid – president tussen 1979 en 1991 –

die komaf wilde maken met het socialisme. De werkloosheid steeg daardoor aanzienlijk,

alsook de staatsschuld, en de bevolking verpauperde.21

De onophoudelijke economische neergang en sociale verpaupering in combinatie met een

enorme demografische groei22

deed op 5 oktober 1988 een tijdbom ontploffen. Duizenden

jongeren in Algiers en andere steden kwamen op straat en richtten massaal plunderingen

aan.23

Generaal Nezzar drukte de opstand hard neer en het leger kreeg een vrijgeleide om op

betogers te schieten en gearresteerde betogers te folteren. Een zeshonderdtal doden waren in

de volgende dagen het gevolg.24

Bendjedid kondigde na een week aan dat democratische

hervormingen zouden doorgevoerd worden, wat de introductie van een multipartijsysteem en

de scheiding tussen de staat en het FLN zou gaan betekenen.25

Het belang van Zwarte

Oktober als keerpunt kan echter niet hard genoeg benadrukt worden. Door het schieten op de

eigen burgers was er voor het eerst sinds 1962 een band gebroken tussen het leger en het volk,

maar ook met de regering die het leger niet had teruggefloten.26

Voor het eerst sinds 1962

werd staatsterrorisme toegepast om nationaal verzet tegen het systeem gewelddadig te

onderdrukken. Oktober 1988 betekende de omvorming van de publieke ruimte in een

terreurruimte. De politieke doelstelling hierbij was duidelijk: het behouden van de macht en

de politieke status-quo, en dus het behouden van het patronagesysteem waar de politieke en

militaire elite van genoot.

De politieke hervormingen en de nieuwe grondwet leidden in de praktijk niet tot het

reduceren van het leger tot een puur militaire rol. Generaal Nezzar, inmiddels stafchef van het

leger en Minister van Defensie vanaf juli 1990, zag als minister toe op de transformatie van

de Sécurité Militaire in het Département du Renseignement et de la Sécurité (DRS), waarbij

20

Het Front de Libération Nationale, toen de enige toegelaten partij. 21

Evans & Phillips, 2007: 71-118; Zemni, 2001: 250-253, 308-310 22

Tussen 1966 en 1987 verdubbelde de Algerijnse bevolking bijna tot 23 miljoen waarvan tweederde

onder de 25 jaar was, wat een generatiekloof met zich had meegebracht met de oude politieke elite, die

symbool stond voor de malaise. (Evans & Phillips, 2007: 106-107) 23

Evans & Phillips, 2007: 102-104 24

Zemni, 2001: 312 25

Evans & Phillips, 2007: 104-106 26

Evans & Phillips, 2007: 105, 140-142

Page 11: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

10

sleutelposities aan leden van zijn militaire kliek werden gegeven.27

Op deze manier

verzekerde het leger zijn machtspositie. Burgers konden nu wel zelf politieke organisaties

vormen, waardoor de weg naar een multipartijsysteem werd geopend.28

Vele partijen werden opgericht, maar enkel het wahhabistisch geïnspireerde Front Islamique

du Salut (FIS) had een populaire basis. Het FIS wilde een islamitische staat vestigen,

gebaseerd op de sjaria, en wilde niets weten van de parlementaire democratie dat voor hen

een „Frans concept‟ was, bedoeld om haat en verdeeldheid te zaaien onder moslims.29

Het FIS

won met enorme marges zowel de lokale verkiezingen voor de gemeentes en wilaya‟s

(provincies) in juni 1990, als de eerste ronde van de nationale wetgevende verkiezingen op 26

december 1991.30

Het FLN haalde twee keer telleurstellende resultaten. Alvorens de tweede

ronde kon doorgaan, die het FIS ongetwijfeld een absolute meerderheid in het parlement zou

hebben opgebracht, verklaarde Bendjedid op 11 januari plots zijn ontslag en deelde mee dat

het parlement al een week voordien ontbonden was. Het leger had een zachte staatsgreep

gepleegd.

Het FIS werd officieel ontbonden door een rechtbank, en het FIS viel uit elkaar na de

arrestatie van hun leiders. De noodtoestand werd uitgeroepen na gewelddadige rellen en vele

opgehitste jongemannen trokken naar de bergen om daar de jihad voor te bereiden. De vurige

„Afghaanse veteranen‟31

die teruggekeerd waren van het front in Afghanistan, vormden hun

eigen gewapende groep of sloten zich aan bij reeds bestaande groeperingen en brachten

belangrijke militaire expertise mee.32

2.2.2. De jihad

27

Mohamed Médiène werd hoofd van de DRS dat onderverdeeld werd in drie takken: contraspionage

met aan het hoofd generaal Smaïn Lamari; externe veiligheid met aan het hoofd generaal Saïdi Fodhil;

en legerveiligheid met aan het hoofd generaal Kamel Abderrahmane. (Evans & Phillips, 2007: 146) 28

Evans & Phillips, 2007: 141-146 29

Evans & Phillips, 2007: 130-150 30

Evans & Phillips, 2007: 157-170 31

Deze Algerijnse vrijwilligers hadden gevochten tegen de Sovjets die Afghanistan hadden bezet

tussen 1979 en 1989. Onder meer de Saoedi-Arabische Osama bin Laden had er gerekruteerd via zijn

netwerk van rekruteringsbureaus over de hele moslimwereld. In Pakistan werden de strijders van bin

Laden opgeleid in kampen door Abdullah Azzam, een Palestijnse Jordaniër met een radicale

wahhabistische ideologie. Voor bin Laden en Azzam was het verslaan van de Sovjet-Unie een

goddelijke daad geweest die geleid had tot de val het communisme. Waar het pan-Arabisme gefaald

had om Israël te verslaan, waren de jihadi‟s in staat om het Rode Leger op de knieën te krijgen. Voor

beiden eindigde de jihad echter niet in Afghanistan. De vrijwilligers hadden nu de plicht om terug te

keren naar hun land en de oorlog te verklaren aan hun eigen „goddeloze‟ regimes. Dit was een visie die

de Algerijnse veteranen konden waarderen gezien de hechte banden van hun regime met de Sovjet-

Unie en Cuba. Tussen 300 en 2.800 Algerijnen hebben meegevochten in de Afghaanse jihad. (Evans &

Phillips, 2007: 134-137; Burke, 2004: 47, 72-84) 32

Evans & Phillips, 2007: 165-168; 182-183

Page 12: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

11

In de Algerijnse Atlasbergen werden veilige havens gecreëerd door de opstandelingen van

waaruit de heilige oorlog tegen de „ongelovigen‟ gelanceerd werd. Er waren verschillende

groepen en cellen met hun eigen uitvalsbasissen en leiders. Nooit zou er een verenigde

structuur komen. Tegen 1993 zouden de gewapende groepen in totaal tot 22.000 mannen

gegroeid zijn. Zij trachtten een space of terror te creëren voor de veiligheidsdiensten en het

regime, met als politieke doelstelling het omverwerpen van het regime en het vestigen van

een nieuw islamitische staat gebaseerd op de sjaria.33

De belangrijkste groepen werden

collectief bekend als de Groupe Islamique Armé (GIA).34

De GIA-activiteiten gingen echter tot

frustratie van de bevolking ook samen met krijgsheerschappij en gangsterpraktijken. Als emirs

(prinsen; leiders) eigenden zij zich onder meer het recht toe aan afpersing („belastinginning‟) te doen.35

De GIA verklaarde eind oktober 1993 ook de terdoodveroordeling aan alle buitenlanders,

joden, christenen en ongelovigen die in het land aanwezig waren.36

De jihad ontspoorde tussen eind 1994 en 1998, toen het GIA-leiderschap viel onder de

bloeddorstige Zitouni, die weinig kennis had van de Koran, en later Zouabri. Tussen 1996 en

1998 veranderde vooral de Mitidja-vallei in een bloedbad. Dorpelingen vluchtten meer en

meer naar de steden waar ze in miserabele omstandigheden samenhokten in sloppenwijken.37

De GIA-emirs geraakten ook verstrikt in smokkel, afpersing, verkrachting en diefstal,

waardoor alle volkssteun wegviel. Hoe langer hoe meer werd al wie de GIA niet actief

steunde, beschouwd als een afvallige die geëxcommuniceerd en gedood moest worden. De

rivaliteit en het wantrouwen tussen de gewapende groepen, die geïnfiltreerd en gemanipuleerd

werden door de DRS, steeg ook ten top. Onder Zitouni werd bovendien Frankrijk een

doelwit.38

33

Evans & Phillips, 2007: 183-184 34

De GIA richtte zich vooral op wat Belhadj, de nummer twee van het FIS, als de overblijfselen van

het Franse kolonialisme beschouwde, met name de secularisten, liberalen, communisten, feministen en

andere „goddelozen‟. Vooral francofone intellectuelen die de coup hadden gesteund waaronder

academici, leraars, schrijvers, journalisten en advocaten waren een doelwit. Veel viel ook buiten de

logica van de jihad of zelfs religieus puritanisme. Haat tegen het regime, klassenhaat en seksuele

frustratie en afwijzing lagen ten grondslag van vele gruweldaden. (Evans & Phillips, 2007: 191-194) 35

Evans & Phillips, 2007: 184-194 36

Tegen juli 1994 waren 51 buitenlanders vermoord. (Evans & Phillips, 2007: 195-196) 37

Evans & Phillips, 2007: 216-234 38

Op 24 december werd een vliegtuig van Air France met bestemming Parijs, gekaapt in Algiers door

vier opstandelingen, die evenwel twee dagen later in Marseille overmeesterd werden door Franse

elitetroepen. Op 25 juli 1995 ontplofte een bom aan het Saint-Michel metrostation in Parijs waardoor

10 doden en 57 gewonden vielen. Een 24-jarige Algerijnse Fransman die zich buitengesloten voelde

van de Franse samenleving en zelf contact zocht met de GIA, werd verantwoordelijk gehouden. Een

ex-DRS-agent zou achteraf verklaren dat de bommen in Parijs gepland waren door de DRS om zo de

islamisten in het diskrediet te brengen en de Franse publieke opinie aan de kant van het regime te

krijgen. Op 3 december 1996 ontplofte in het Port Royal metrostation in Parijs een bom met drie doden

en honderd gewonden tot gevolg. De aanslag werd niet opgeëist maar had het kenmerk van de GIA. Op

24 december verscheen een brief van de GIA aan president Chirac om geen steun meer te verlenen aan

Page 13: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

12

Onder de nieuwe president Zeroual kwam er een nieuwe grondwet waarin de macht van de

president verstevigd werd. Het presidentschap was voortaan wel beperkt tot twee termijnen.

In augustus en september 1997 volgden nog gruwelijke slachtpartijen in de Mitidja-vallei,

waarna het leger verweten werd niet tussenbeide te komen en zelfs betrokken te zijn.39

2.2.3. De GSPC

In 1998 begon het leger de bovenhand te krijgen en begon het geweld af te nemen. Op 11

september 1998 kondigde een afgematte Zeroual aan dat hij aftrad als president voor het

einde van zijn termijn. De regering beweerde dat de overblijvende verzetshaarden op het punt

stonden weggeveegd te worden, wat wel voor het gebied ten westen van Algiers gold, waar de

restanten van de GIA-groepen ontaard waren in gangsterpraktijken, maar dit was minder het

geval in Kabylië en regio‟s van oostelijk Algerije. Daar was het dat de Groupe Salafiste pour

la Prédication et le Combat (GSPC)40

onder leiding van Hassan Hattab, een 32-jarige ex-

mechanieker en paratroeper, zich in 1998 had afgesplitst van de GIA.41

De GSPC beschuldigde de GIA geïnfiltreerd te zijn door de geheime diensten en keurde de

slachtingen van burgers af als moordzuchtig en contraproductief. De GSPC streefde ernaar de

resterende groepen samen te smeden en concentreerde zich op aanvallen tegen de

veiligheidsdiensten. Tegen eind 1999 had het 500 à 1.000 manschappen en had het een mate

van populaire steun opgebouwd. Hattab wilde eerst de krachten bundelen en de verschillende

netwerken die de GIA-groepen ontwikkeld hadden in het buitenland, heropbouwen.42

2.2.4. Bouteflika en de Burgerlijke Eendracht

Adelaziz Bouteflika werd naar voren geschoven als nieuwe presidentskandidaat door de

legertop.43

Cruciaal was dat Bouteflika nooit betrokken was bij het geweld. Bouteflika

het regime, waarbij de Fransen aangeduid werden als „godslasteraars‟ en „de gevaarlijkste vijanden van

moslims‟. (Evans & Phillips, 2007: 206-207, 211-213, 233) 39

Op 29 augustus werden 300 mensen afgeslacht in Sidi Raïs in de Mitidja. Op 5 september werden 50

burgers afgeslacht nabij Béni-Messous, en in de nacht van 22 op 23 werden in Bentalha meer dan 400

mensen afgeslacht. Telkens kon of wilde het leger niet tussenkomen, en meerdere malen spraken

overlevenden over terroristen die valse baarden droegen. (Evans & Phillips, 2007: 234-242) 40

In het Arabisch: el-Jama‟a es-Salafiyya li Da‟wa wal Qital. 41

Evans & Phillips, 2007: 247-251; 259-260 42

Evans & Phillips, 2007: 259-260 43

Met zijn korte gestalte was Bouteflika, geboren in 1937, de „bijna man‟ van de Algerijnse politiek.

Hij had bijna Boumediène opgevolgd als president in 1979 en bijna overgenomen in 1994. Bouteflika

had de reputatie van een verstandig iemand die opkwam tijdens de bevrijdingsoorlog als een leidend lid

van de Oujda-clan van Boumediène voor zijn lange dienst bij de VN. Goed ingewijd in de

Page 14: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

13

beloofde het geweld te doen stoppen en een dynamiek van nationale verzoening op gang te

zullen brengen. De zes tegenstanders van Bouteflika klaagden echter meer en meer over

fraude en corruptie en trokken zich één dag voor de stembus terug. Op 15 april 1999 werd

Bouteflika verkozen tot president met officieel 73,8 procent van de stemmen. Ondanks de

belofte dat de verkiezingen eerlijk zouden verlopen, liet het volk haar wantrouwen blijken

door een beschamende opkomst van 20 procent.44

Net zoals onder Zeroual was er bij de verkiezingen een „formele democratische ruimte‟ (met

een vrije markteconomie), maar de machtsstructuren en dus de belangen van de oude elite

bleven onaangetast.45

Gematigde islamistische partijen en hervormers werden in het systeem

opgenomen, maar aan het cliëntelistische clansysteem werd niet geraakt.46

Om zijn belofte na te komen nam Bouteflika initiatief om de periode van het geweld af te

sluiten. Hij zocht discreet toenadering tot de AIS-leiding, en na lange onderhandelingen ging

het AIS akkoord om de wapenstilstand te formaliseren in een permanente regeling wat leidde

tot de amnestiewet van de Burgerlijke Eendracht (Concorde Civile) die kort nadien door de

Nationale Volksvergadering werd aangenomen.47

Toen de Burgerlijke Eendracht op 16 september in een referendum werd voorgelegd werd

simpelweg verzocht om „voor‟ of „tegen‟ te stemmen op de vraag: „Bent u voor of tegen het

initiatief van de President van de Republiek om vrede en nationale verzoening te vestigen?‟.

Zulke formulering was opzettelijk vaag omdat Bouteflika niet wenste ingedijkt te worden in

zijn onderhandelingen met de gewapende groepen. Burgers waren echter wanhopig voor een

sprenkeltje hoop en keurden het initiatief goed met 98 procent. De Burgerlijke Eendracht

negeerde evenwel drie sleutelonderwerpen: het probleem van de verdwijningen; het

beëindigen van de noodtoestand; en de toekomstige wettelijke status van het FIS. Bouteflika

ontweek deze onderwerpen en drukte een transitiemodel door van bovenaf, de bevolking werd

niet geconsulteerd.48

geplogenheden van de internationale diplomatie, werd hij beschouwd als een pro-westerse liberaal. In

1981 ging Bouteflika in vrijwillige ballingschap om aan corruptieaanklachten te ontsnappen die men

later liet vallen. In 1987 keerde hij terug naar Algerije toen hij zijn handtekening toevoegde aan een

protestbrief van 18 historische figuren die de brutaliteit van het leger veroordeelden tijdens oktober

1988. Hij werd gezien als een schoon paar handen die een terugkeer kon betekenen naar de vredige

tijden onder Boumediène. (Evans & Phillips, 2007: 255-256) 44

De verkiezingscampagne was dan ook niet eerlijk vanaf het begin. Bouteflika werd behandeld als de

verkozene door de regeringsgezinde pers en tv, terwijl de andere kandidaten genegeerd werden.

Officieel was de nationale opkomst 60 procent. (Evans & Phillips, 2007: 255-257; Zemni, 2004: 78-79) 45

Zemni, 2004: 69-70 46

Zemni, 2004: 79, 81-82 47

Evans & Phillips, 2007: 262; Zemni, 2004: 79-80 48

Evans & Phillips, 2007: 262-263; Zemni, 2004: 79

Page 15: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

14

Bouteflika had schijnbaar een einde gemaakt aan de cyclus van geweld en won de

broodnodige legitimiteit toen hij werd geprezen als „de vredestichter‟. Maar het

transitieproces lokte ook een groeiend gevoel van woede uit.49

In het overhalen van de

opstandelingen om hun wapens neer te leggen werd niet gesproken over „overgeven‟. Ze

moesten worden toegelaten naar de samenleving terug te keren met opgeheven hoofd, zodat

ze konden doen alsof het vechten niet tevergeefs was geweest. Dit betekende: immuniteit

voor vervolging; het recht om hun oorlogsbuit te behouden; en de mogelijkheid om het FIS te

legaliseren. Niemand werd ter verantwoording geroepen voor het geweld. De Burgerlijke

Eendracht offerde gerechtigheid, maar ook waarheid op. De bevolking werd gedwongen het

nabije verleden te begraven.50

De Burgerlijke Eendracht deed begin 2000 een zesduizendtal strijders de wapens inleveren

wat leidde tot een belangrijke reductie in terreuractiviteit. Een opiniepeiling begin 2001 gaf

echter aan dat minder dan de helft van de bevolking de Burgerlijke Eendracht nog steunde.

Het gebrek aan een levensvatbaar economisch herstelprogramma zorgde voor meer

ontmoediging, vooral bij de jeugd die niet geloofde in de oude Bouteflika. Er was ook nog

steeds het probleem van de sloppenwijken en de werkloosheid was alleen maar toegenomen.51

3. Algerijns-Amerikaanse betrekkingen voor 9/11

Met de Clinton administratie had het Algerijnse regime steeds een ambivalente relatie. De

democraten waren bezorgd over de mensenrechtensituatie alsook over het nieuws van de

groeiende ontwikkeling op nucleaire vlak van Algerije in samenwerking met China. Maar

door de burgeroorlog, en vooral na de bomaanslagen op de Amerikaanse ambassades in Oost-

Afrika in 1998, werd Algerije een belangrijk knooppunt in het opsporen van transnationale

islamistisch terreurnetwerken. De CIA, die al in 1985 een bureau had geopend in Algiers, was

de Algerijnse situatie van dichtbij aan het monitoren tegen de late jaren 1990.52

49

Theoretisch werd amnestie enkel verleend aan diegenen die niet schuldig waren aan verkrachting,

moord of terrorisme maar in realiteit werden weinig vragen gesteld. Het hele proces was opzettelijk

duister, vermoedelijk deels omdat dit dubbele agenten toeliet te verdwijnen in de obscuriteit. In de

weken die volgden op de amnestie keerden honderden strijders terug naar huis, voor het grootste deel

jonge mannen tussen 18 en 20. Zij geloofden dat de amnestie hen onaantastbaar had gemaakt,

gedroegen zich als veroveraars en drukten zelden spijt uit. (Evans & Phillips, 2007: 263-264) 50

Evans & Phillips, 2007: 263 51

Tegen 2001 leefde 27 procent van de bevolking op minder dan een dollar per dag (de officiële

armoedegrens van de VN), en de werkloosheid had 35 procent bereikt, waarvan 80 procent jonger was

dan 30. In 2002 meldde Liberté ook nog eens een nieuw en verontrustend product van de crisis: een

epidemie van zelfmoorden onder jonge mannen. (Evans & Phillips, 2007: 265, 270-272)

Page 16: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

15

Toen Bouteflika bij een zeer lage opkomst verkozen werd tot president in 1999 na meldingen

van fraude, reageerden de VS (en andere westerse landen) teleurgesteld, hoewel van een

regelrechte veroordeling ook geen sprake was. Terugvallend op zijn tijd op het internationale

podium onder Boumediène deed Bouteflika aanvankelijk enorme inspanningen om uit het

diplomatieke isolement te breken dat het land omknelde sinds 1992. Hij wilde alles doen om

de belangrijke westerse partners van Algerije te overtuigen terug op een normale manier

zaken te doen.53

Na een driedagenlang staatsbezoek aan Frankrijk in juni 2000 en een bezoek van de Spaanse

eerste minister aan Algerije in juli 2001, trok diezelfde maand Bouteflika naar Washington

om de Amerikaanse president George Bush en zakenlui te ontmoeten, het eerste bezoek aan

Washington van een Algerijns staatshoofd sinds Bendjedid in 1985.54

Bouteflika sprak er met

Bush en ook met Dick Cheney, de vice-president en directeur van Halliburton, een groot

dienstverlenend bedrijf voor de olie-industrie, en waarvoor Cheney voordien al belangen had

gevestigd in Algerije.55

President Bush zou Bouteflika aangespoord hebben om verdere

politieke en economische hervormingen door te voeren, maar de nadruk lag op investeringen

in de oliesector.56

Bouteflika zou ook gevraagd hebben aan Bush om militair materiaal te

verkopen om de strijd tegen de opstandelingen op te drijven.57

Ondertussen was er in Frankrijk een gestadige stroom van onthullingen over de „vuile oorlog‟

gekomen. Qui a Tué à Bentalha? (2000) en La Sale Guerre (2001) bespraken in detail de

folteringen en andere mensenrechtenschendingen door het Algerijnse leger.58

De publicaties

en de ruwe repressie van vreedzame opstanden in Kabylië in de lente van 2001 (met een

52

Evans & Phillips, 2007: 173-174, 253-254, 318 53

Hij brak dan ook een barrière op de begrafenis van de Marokkaanse koning Hassan in juli 1999 door

publiekelijk de hand te drukken met de eerste minister van Israël, Ehud Barak, wat indruk zou gemaakt

hebben op president Clinton (en het radicale Palestijnse Hamas tot woede zou hebben gewekt). (Evans

& Phillips, 2007: 257-259) 54

Evans & Phillips, 2007: 259 55

De oliebedrijven Conoco, Exxon Mobil en Anadarko Petroleum waren tegen 2001 ook al aanwezig

in Algerije. (NYT, 13/07/2001, Oil High on Agenda as Bush Meets Algerian Leader, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2001/07/13/world/oil-high-on-agenda-as-bush-meets-algerian-leader.html

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 56

NYT, 13/07/2001, Oil High on Agenda as Bush Meets Algerian Leader, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2001/07/13/world/oil-high-on-agenda-as-bush-meets-algerian-leader.html

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 57

Volgens World Tribune bevestigde Bouteflika na zijn bezoek dat hij aan Bush gevraagd had om

specifiek materiaal te kunnen aankopen dat hem in staat zou stellen om „vrede, veiligheid en stabiliteit‟

te behouden in Algerije en dat de Amerikanen zijn verzoek gingen bestuderen. Verder zou Bush

verklaard hebben dat de militaire relaties erop vooruit gingen, waaronder ook de Amerikaanse

opleiding van het Algerijnse leger, en dat Bouteflika tevreden was over de resultaten. (World Tribune,

16/07/2001, Algeria seeks weapons systems from U.S., te raadplegen via:

http://www.worldtribune.com/worldtribune/WTARC/2001/af_algeria_07_16.html (laatst geraadpleegd:

31/07/2011))

Page 17: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

16

tweehonderdtal doden als gevolg), uitgebreid gerapporteerd in de westerse media, betekende

dat het regime ook geconfronteerd werd met druk vanuit de internationale politieke wereld.

Ondanks de buitenlandse campagne van Bouteflika om de pariastatus van het Algerijns

regime van zich af te schudden, bleef het regime door de kritiek over de

mensenrechtenschendingen, geïsoleerd op de internationale scène. Twee maanden na het

bezoek van Bouteflika aan Washington, zou een buitengewone gebeurtenis Bouteflika doen

terugkeren naar Washington: de terroristische aanslagen van 9/11.59

3. Bush en Bouteflika: het „ideologische‟ bondgenootschap

3.1. De opportuniteit van 9/11

58

Evans & Phillips, 2007: 280-281

Page 18: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

17

Na de terreuraanslagen van 9/11 verklaarde Amerikaans president George Bush aan de natie

en het Congres op 20 september 2001:

“Deliver to United States authorities all of the leaders of Al Qaeda who hide in your land. […]

And hand over every terrorist and every person and their support structure to appropriate

authorities. […] Our war on terror begins with Al Qaeda, but it does not end there. It will not

end until every terrorist group of global reach has been found, stopped and defeated. And we

will pursue nations that provide aid or safe haven to terrorism. Every nation in every region

now has a decision to make: Either you are with us or you are with the terrorists.” 60

Bouteflika zag hierin de uitgelezen kans om zijn regime uit het internationale isolement te

halen, zijn eigen binnenlandse positie te verzekeren en eventueel financiële en militaire steun

te ontvangen van de VS. De internationale gemeenschap was immers sinds de staatsgreep in

1992 terughoudend geweest om wapens te verkopen aan Algerije.61

Wat het Algerijnse

regime te bieden had was een blik van binnenuit in de waarden, motivaties en denkpatronen

van terroristische organisaties „zoals Al-Qaida‟.62

Al snel na 9/11 gaf de Algerijnse regering

aan Washington een lijst van 1.500 namen van verdachte islamitische terroristen,63

en een lijst

met 350 namen van Algerijnse islamistische militanten waarvan men wist dat ze in het

buitenland waren en waarvan de Algerijnse inlichtingen meenden dat ze banden hadden met

Osama bin Laden.64

Amerikaanse ambtenaren zoals Onderminister van Financiën, Kenneth

Dam, verklaarden toen dat de GSPC een „alliantie‟ had met Al-Qaida:

59

Op 11 september 2001 kaapten 19 jonge Arabische mannen, de meeste van Saoedi-Arabië, vier

Amerikaanse vliegtuigen waarvan er twee in de WTC-torens in New York en een in het Pentagon in

Washington werden gecrasht. Er vielen bijna 3.000 doden. (Evans & Phillips, 2007: 274-277) 60

President Bush‟s address to a joint session of Congress and the nation, te raadplegen via

http://www.washingtonpost.com/wp-srv/nation/specials/attacked/transcripts/bushaddress_092001.html

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 61

Op 9 november 2001 zei een Amerikaanse veiligheidsadiveur aan Human Rights Watch dat Algerije

gevraagd had aan de VS “to be more forthcoming” over het toelaten van private wapenverkopen, maar

voegde toe dat de VS zijn “go-slow” aanpak bleef handhaven en dat de VS niet veranderd waren in hun

tegenkanting om aan Algerije nachtkijkersmateriaal te verkopen, wat de Algerijnen al lang zochten.

(Keenan, 2009: 162-163; NYT, 10/12/2002, U.S. to Sell Military Gear to Algeria to Help It Fight

Militants, te raadplegen via: http://www.nytimes.com/2002/12/10/world/us-to-sell-military-gear-to-

algeria-to-help-it-fight-militants.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 62

Evans & Phillips, 2007: 277-278 63

World Tribune, 05/11/2001, Algeria seeks U.S. help against terror, te raadplegen via:

http://www.worldtribune.com/worldtribune/WTARC/2001/af_algeria_11_05.html (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 64

Het State Department en de National Security Council (NSC) wilden geen commentaar geven over

de lijsten, mogelijk omdat vele vermeende banden met Al-Qaida die aan de namen op de lijst werden

gehecht, vals waren. Mogelijk waren namen op de lijst niet alleen „terroristen‟, maar ook geweldloze

politieke vijanden van het Algerijnse regime, of zelfs onschuldige burgers die voor het FIS hadden

gestemd en Algerije ontvlucht waren. (Evans & Phillips, 2007: 279; Keenan, 2009: 164)

Page 19: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

18

“And being a transnational entity means that Al Qaida behaves like one, often merging,

absorbing and forging alliances with other prominent terrorist groups, like […] Algeria‟s

Salafist Group for Call and Combat.”65

Mogelijk had het Algerijnse regime samen met de lijst met 1.500 namen dus ook

„toegevoegd‟ dat de GSPC de „voetsoldaten‟ waren van Osama bin Laden.66

Of sterker nog,

mogelijk stelde Algerije de GSPC (en de GIA) voor als een onderdeel van een strak

georganiseerd wereldwijd complot dat Algerije al sinds 1992 aan het aanvallen was.

Amerikaanse beleidsmakers negeerden mogelijk inlichtingenmanipulatie door de Algerijnse

geheime diensten of het feit dat sommige inlichtingen gehaald werden uit foltering.

Bovengeciteerde verklaring toont trouwens ook aan hoe de Bush administratie blijkbaar

vooral uitging van de dreiging van Al-Qaida, dat men na 9/11 verantwoordelijk hield voor de

9/11-aanslagen. Dat Al-Qaida beschikte over een zeer machtig netwerk, of gewoonweg de

naam was van een „collectie‟ terroristische organisaties, is een beeld dat door Bush zelf

geprojecteerd werd toen hij in zijn toespraak van 20 september zei:

“The evidence we have gathered all points to a collection of loosely affiliated terrorist

organizations known as al Qaeda.”67

Dat Bush het woord loosely gebruikt was deels een juiste voorstelling van het fenomeen, maar

door de collectie „Al-Qaida‟ te noemen worden andere organisaties die banden hadden met

Al-Qaida automatisch gedefinieerd als „Al-Qaida‟, wat wel onterecht is, mits Al-Qaida op dat

moment slechts een knooppunt in een complex netwerk was. Als het Algerijnse regime dus

pogingen ondernam om de GSPC voor te stellen als een filiaal van Al-Qaida, dan werd dit

zeker vergemakkelijkt door de vooringenomenheid van de Bush administratie. De GSPC zou

op 23 september 2001 door de Bush administratie op de lijst gezet worden van „terroristische‟

organisaties.68

De VS begonnen in november met diplomatieke inspanningen om internationale steun te

verzekeren voor de oorlog in Afghanistan en de War on Terror. Op 5 november 2001 werden

zo Bouteflika en stafchef van het leger, generaal Mohamed Lamari, uitgenodigd naar

65

World Tribune, 05/11/2001, Algeria seeks U.S. help against terror, te raadplegen via:

http://www.worldtribune.com/worldtribune/WTARC/2001/af_algeria_11_05.html (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 66

Evans & Phillips, 2007: 278-279 67

President Bush's address to a joint session of Congress and the nation, te raadplegen via:

http://www.washingtonpost.com/wp-srv/nation/specials/attacked/transcripts/bushaddress_092001.html

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 68

NYT, 01/07/2008, Ragtag Insurgency Gains a Lifeline From Al Qaeda, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01algeria.html# (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 20: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

19

Washington voor een bezoek van een week.69

De wens van Bouteflika ging dus in vervulling

en het regime had de kans zijn imago te verbeteren.70

Dat Bouteflika één van de eerste

presidenten was die werd uitgenodigd, vóór Frans president Chirac, gaf extra zelfvertrouwen.

Zowel Amerikaanse als Algerijnse ambtenaren verklaarden vooraf dat beide landen een

gemeenschappelijk belang hadden in de strijd tegen het terrorisme. De woordvoerder van

Bouteflika zou gezegd hebben dat de bereidwilligheid van Algerije zou benadrukt worden om

volledig deel te nemen aan de Amerikaanse campagne tegen het terrorisme.71

Het nieuwe

internationale klimaat bood het Algerijnse regime ook meer „ademruimte‟, aangezien

verwacht werd dat westerse regeringen nu minder de neiging zouden hebben te luisteren naar

klachten van internationale mensenrechtenorganisaties en Algerijnse democratische

activisten.72

Bouteflika sprak tijdens het bezoek met president Bush en andere hoge ambtenaren,

waaronder Nationaal Veiligheidsadviseur Condoleezza Rice.73

Er is veel speculatie over wat

de presidenten tegen elkaar gezegd hebben, de realiteit is echter dat we dat niet precies weten.

Op de dag van hun gesprek zei Bouteflika tegen journalisten wel dat Algerije:

“comprend peut-être mieux que d‟autres la douleur des familles des victimes du 11 septembre,

entend évidemment assumer son engagement et ses responsabilités internationales dans la

lutte antiterroriste, car elle en connaît la nécessité et l‟importance par le combat qu‟elle a

mené seule, au cours d‟une décennie tragique, dans l‟indifférence des uns et l‟ingratitude des

autres. Malgré la cruauté de l‟ennemi à abattre, cette lutte doit, dans toute la mesure du

possible, épargner les civils et les innocents : elle doit être celle du monde civilisé contre la

«barbarie» […] l‟Algérie soutient l‟initiative américaine de lancer une action internationale

contre le terrorisme, avec le souci d‟impliquer les Nations-Unies dans les différentes étapes

de cette lutte”.74

Bouteflika wilde dus duidelijk een loyale en strategische partner zijn voor Bush en het is niet

ondenkbaar dat hij en Lamari uitvoerig „straffe‟ verhalen vertelden over hun strijd tegen de

terroristen die al in 1992 begonnen was, hoe de Algerijnse ervaring het precedent was van

69

Zoubir, 2002: 78 70

Minder dan een week voor het bezoek had Bush al andere Afrikaanse naties opgeroepen de Algiers

Conventie over Terrorisme van 1999 te ratificeren. (Zoubir, 2002: 78) 71

BBC, 05/11/2001, Algeria eyes new US relationship, artikel te raadplegen via:

http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/1638986.stm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 72

BBC, 05/11/2001, Algeria eyes new US relationship, artikel te raadplegen via:

http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/1638986.stm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 73

Le Sueur, 2010: 86 74

Webblog Bouteflika, s.d., http://bouteflika.skyrock.com (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 21: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

20

9/11, en dat zij alle expertise hadden om terroristen te bestrijden.75

De verklaringen die

Bouteflika gaf over het feit dat zijn land tot nu toe altijd alleen had gestaan in de strijd tegen

het terrorisme zijn wellicht te begrijpen als subtiele hints dat hij graag militair materiaal zou

aanschaffen bij de VS.76

Voor de VS was Algerije belangrijk omdat zij één van de weinige

landen waren die eerstehands ervaring hadden met islamistisch geïnspireerd terrorisme, waar

ook Al-Qaida deel van uitmaakte.77

De VS en Algerije hadden elkaar terug gevonden na de

wispelturige relaties tijdens de jaren 1990. Het imago van Bouteflika‟s regime werd

heropgevijzeld en de VS en Algerije werden vitale bondgenoten in de strijd tegen terreur.

3.2. Algerijnse „terroristische‟ organisaties, een bedreiging voor de VS?

In het Amerikaans staatsrapport Patterns of Global Terrorism (PoGT) van 2001 werd

gesproken over de GSPC en de GIA, en over de toenemende dreiging van deze Algerijnse

terroritische organisaties voor de VS:

“Since 1999, Algerian extremists operating abroad also have stepped-up their anti US

activities, a development that has contributed to a closer, mutually beneficial counterterrorism

relationship between our two countries. For example, in April, Algerian authorities

announced the arrest of international fugitive Abdelmajid Dahoumane, as he tried to re-enter

the country. Dahoumane is an accomplice of Ahmed Ressam, who is awaiting sentencing for

planning a thwarted attack on the Los Angeles International Airport in December 1999”.78

Het Ressam-voorval was echter geen product van een systematische bedreiging vanuit

Algerije, wel integendeel, het ging over een semi-amateuristische en eerder geïsoleerde

aanslagpoging van een door omstandigheden geradicaliseerde Algerijnse migrant in Canada

75

Evans & Phillips, 2007: 278 76

Bouteflika zou tijdens zijn bezoek aan de VS in Philadelphia gesproken hebben met belangrijke

Amerikaanse bedrijven die gespecialiseerd zijn in vliegtuig- en militaire industrie en sterke banden hadden

met het Pentagon, met name met Northrop Grumman, Lockheed Martin en Raytheon. (APS Diplomat

Strategic Balance in the Middle East, 18/02/2002, ALGERIA - Aftermath Of Sept. 11 - The External

Linkages, te raadplegen via: http://findarticles.com/p/articles/mi_hb6510/is_2_43/ai_n28898643/ (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 77

Volgens Zoubir was Bouteflika‟s doelstelling ook het overtuigen van Bush dat de strijd tegen het

terrorisme tevergeefs zou zijn als de wortels niet zouden worden aangepakt, met name de armoede en

ongelijkheid die door de globalisering nog werden versterkt. Bouteflika verwachtte dat de VS Algerije

economisch zou helpen en de schulden misschien zouden omzetten in investeringen, zodat het land zijn

stabiliteit zou kunnen herwinnen en een van de bronnen van het politiek extremisme kon uitroeien. Ook

op de agenda stond het probleem van de Westelijke Sahara, aangezien volgens het Algerijnse standpunt

regionale stabiliteit afhangt van een oplossing van dit conflict. (Zoubir, 2002: 78) 78

United States Department of State, Patterns of Global Terrorism 2001, mei 2002: 52, te raadplegen

via: http://www.state.gov/documents/organization/10319.pdf (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 22: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

21

die een pion werd „Afghaanse Algerijnen‟ die banden hadden met de GIA.79

De enige vitale

groep na 1999 was bovendien de GSPC die noch bezig was met een globale jihad, noch

buitenlanders viseerde. Merkwaardig genoeg werd dit laatste ook erkend in de PoGT-

rapporten van 1999 en 2000. Sterker nog, in beide rapporten werd noch gesproken over een

dreiging voor de VS, noch over het geval Ressam.80

Dat de Clinton en Bush administraties dit

geheim wilden houden is uitgesloten omdat het Ressam-voorval al ruim bediscussierd was in

de media.81

De reden was hoogstwaarschijnlijk dat men voor 9/11 het Ressam-voorval

beschouwde als een geïsoleerd „incident‟, en dat men dit na 9/11 – net zoals andere aanslagen

– heeft geherinterpreteerd als deel van een wereldwijd jihadistisch complot tegen de VS.

Verschillende verklaringen lijken erop te wijzen dat Amerikaanse ambtenaren mogelijk

geloofden dat Ressam deel was van een groep die handelde op de directieven van Osama bin

Laden.82

Enkel Frankijk is op een bepaald moment een feitelijk doelwit geweest van de GIA,

79

Ressam was iemand die van een religieuze, maar geen islamistische familie kwam, en het plan had

om te studeren aan de universiteit, wat door gezondheidsproblemen niet lukte, waarna hij in september

1992 naar Frankrijk vertrok op zoek naar werk. Als illegale immigrant kreeg hij problemen met de

Franse autoriteiten en vluchtte hij 18 maanden later naar Canada. In Montréal leefde Ressam een

marginaal bestaan en overleefde hij via kruimeldiefstallen, kredietkaartfraude en overheidsuitkeringen.

Nu hij in het Westen leefde zonder geld, deel van een etnische minderheid en met het gevoel

uitgesloten te worden, viel hij onder de „vloek‟ van twee landgenoten, Fateh Kamel en Abderraouf

Hannachi. Beide mannen waren Afghaanse veteranen verbonden aan de Assuna Annabawiyah moskee

in Montréal, gekend voor zijn salafistische versie van de islam en gefinancierd door Saoedi-Arabië, en

beide hadden banden met de GIA, maar van welke aard was onduidelijk. Ressam werd verleid door

Kamel‟s argument dat hij Algerije moest zien als een deeltje in een groot westers complot om de islam

te vernederen. Het was zijn heilige plicht om terug te slaan in naam van onderdrukte moslims over heel

de wereld en geweld zou van hem een martelaar maken. Hannachi contacteerde Abu Zubaydah (een

Palestijns hulpje van bin Laden) en in maart 1998 trok Ressam via Pesjawar (Pakistan) naar het

trainingskamp van Khaldan (Afghanistan) met een aantal andere Algerijnse rekruten. Zes maanden

later trok hij met enkele andere uitverkorenen naar Darunta voor een meer gespecialiseerde training,

waar hij bommen leerde maken. In deze periode beraamde Ressam met zijn kompanen het plan voor

een aanval op de VS, en Abu Doha bezocht bin Laden in Kandahar voor de financiering. Begin 1999

trok Ressam uiteindelijk alleen terug naar Canada (de anderen werden gearresteerd of waren vermist)

en belde van daaruit naar bin Laden om de aanslag te kunnen plegen in zijn naam (het plan was altijd

van Ressam geweest, hij had bin Laden bovendien nooit ontmoet). Op 14 december werd Ressam op

een kille avond zwetend achter het stuur tegengehouden en gearresteerd aan de Canadees-Amerikaanse

grens met zijn autokoffer volgepropt met sulfaatpoeder, ureum en nitroglycerine, bedoeld om

honderden mensen te doden in de internationale vlieghaven van Los Angeles op de vooravond van het

nieuwe millennium. (Burke, 2004: 198-212; NYT, 15/01/2001, Dissecting a Terror Plot From Boston

to Amman, te raadplegen via: http://www.nytimes.com/2001/01/15/world/dissecting-a-terror-plot-

from-boston-to-amman.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 80

Voor het PoGT 2000 rapport over Algerije zie: http://www.state.gov/s/ct/rls/crt/2000/2438.htm

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011). Voor het PoGT 1999 rapport zie:

http://www.state.gov/www/global/terrorism/1999report/patterns.pdf (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

(dat de Amerikaanse administratie „geen tijd‟ had om het Ressam-voorval te rapporteren is uitgesloten,

omdat het rapport werd gepubliceerd in april 2000). 81

Zie o.a.: NYT, 31/12/1999, Radical Islamic Network May Have Come to U.S., te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/1999/12/31/us/radical-islamic-network-may-have-come-to-

us.html?ref=ahmedressam (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 82

In het proces tegen Ressam zei de Amerikaanse regering dat hij deel uitmaakte van een groep die

Abu Doha coördineerde en die hij wou doen samenwerken met het netwerk van bin Laden. De

Amerikanen zouden ervan overtuigd zijn geweest dat bin Laden controle had over de groep rond

Page 23: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

22

maar dit heeft vooral te maken met het feit dat het de voormalige kolonisator was.83

Alles

toont aan dat het internationaliseren van de jihad nooit een (hoofd)doel was geweest, noch

van de GIA-groepen, en zeker niet van de GSPC, of dat ze daar niet toe in staat waren.84

De GSPC had nooit een ander land geviseerd dan Algerije, maar nadat door Algerije de

verdachtenlijst met 1.500 namen werd gegeven aan de VS, bracht de GSPC op 19 september

2001 een communiqué uit waarin westerlingen in Algerije bedreigd werden een doelwit te

vormen als Afghanistan aangevallen zou worden, waarna de veiligheid rond westerse

ambassades en bedrijven verhoogd werd.85

De enige relevante terreurorganisatie in 2001, de

GSPC, begon dus pas met het viseren van westerlingen in Algerije nadat de VS en Algerije

begonnen samen te werken in de „strijd tegen terreur‟. Maar de GSPC ging nog niet over tot

het internationaliseren van de jihad. De VS hadden dus geen reden om zich op eigen

grondgebied bedreigd te voelen.

3.3. Amerikaanse politieke en militaire steun

De militaire akkoorden die het Algerijnse regime zocht lieten lang op zich wachten. Er

volgden wel regelmatige bezoeken aan Algiers door hooggeplaatste VS-officieren zoals

generaal Ralston, toenmalig hoofdcommandant van EUCOM, en het International Military

Education and Training Program (IMET) ging omhoog van 121.000 dollar in 2001 tot

200.000 dollar in 2002 en 550.000 dollar in 2003.86

De militaire uitrusting en de

wapenssystemen die het Algerijnse regime wilde, kwamen voorlopig niet.87

Dit had te maken

Ressam (hij heeft echter nooit een vaste groep gehad, wel werd hij in Afghanistan getraind met andere

Algerijnse Canadezen) (zie Burke, 2005: 208). Ook veiligheidsdiensten in Frankrijk geloofden dat het

netwerk van de GIA lange „tentakels‟ had (van Algerije, over gans West-Europa, tot in Bosnië,

Afghanistan en Turkije) en dat de „Algerijnse connectie‟ mogelijk de VS had bereikt. Ongetwijfeld

hebben zij de VS daarover ingelicht. (NYT, 31/12/1999, Radical Islamic Network May Have Come to

U.S., te raadplegen via: http://www.nytimes.com/1999/12/31/us/radical-islamic-network-may-have-

come-to-us.html?ref=ahmedressam (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 83

Bovendien was de Parijse bomaanslag in 1995 niet op initiatief van de GIA, maar van een Algerijnse

Fransman die zich buitengesloten voelde. En het is ook mogelijk dat de DRS achter de anti-Franse

campagne van de GIA zat om de steun van de Fransen te krijgen. 84

Als men bovendien de zogenaamde Europese „cellen‟ van de GIA en de GSPC bestudeert (onder

meer in Frankrijk, België en Spanje), wordt het snel duidelijk dat het meestal gaat over personen die

niet op de directieven werken van Algerijnse terreurorganisaties, dat ze banden hebben met meerdere

organisaties die deel uitmaken van een complex en vaag netwerk en dat hun motivatie niet voorkomt

uit enige sympathie voor de Algerijnse jihad. Dit betekent niet dat de dreiging geminimaliseerd moet

worden, wel betekent dit dat de rol van de GIA/GSPC in Europese netwerken niet eenduidig is.

(Schanzer, 2005: 106-119) 85

Evans & Phillips, 2007: 279 86

Keenan, 2009: 165, 243; NYT, 10/12/2002, U.S. to Sell Military Gear to Algeria to Help It Fight

Militants, te raadplegen via: http://www.nytimes.com/2002/12/10/world/us-to-sell-military-gear-to-

algeria-to-help-it-fight-militants.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 87

Wel bleef de economische samenwerking erop vooruit gaan. (Human Rights Watch: World Report

2002, http://www.hrw.org/legacy/wr2k2/mena1.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011))

Page 24: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

23

met de schijnbare neiging in de Bush administratie om rekening te houden met kritiek van

mensenrechtengroepen tegen het „brutale‟ Algerijnse regime.88

Een tweede mogelijke reden

was de afname van het terrorisme in Algerije sinds 2000, waardoor trouwens ook de

Algerijnse Sahara terug geopend werd voor toeristen. Maar de hoofdreden was misschien wel

dat de Bush administratie bezorgd was dat een wapenverkoop of verkoop van militaire

uitrusting islamistische aanslagen zou kunnen uitlokken tegen de VS.89

Meer dan een jaar na 9/11, op 10 december 2002, verklaarden leden van de Bush

administratie dat militaire uitrusting ging verkocht worden aan Algerije om het te helpen de

islamitische militanten te bestrijden. De ambtenaren zeiden dat niet beslist was hoe groot het

pakket van militaire uitrusting was of wat verkocht zou worden, maar wel dat

nachtkijkersmateriaal er waarschijnlijk zou tussen zitten. Wapens zouden voorlopig niet

verkocht worden. Een Amerikaanse ambtenaar zei: “[t]hus far, no lethal equipment has been

authorized, but down the road we might consider it […] if we believe they contribute to the

counterterrorism effort”.90

Verder werd gezegd dat de VS traag zou vooruit gaan met de

militaire hulp, deels vanwege de kritiek van mensenrechtenactivisten. De Bush administratie

was er gevoeliger voor geworden gepercipieerd te worden als anti-islamitisch omdat toen al

de oorlog in Irak ter sprake kwam en het geweld in het Midden-Oosten steeg. Een ambtenaar

zei echter ook dat er geen duidelijk bewijs was dat Al-Qaida in Algerije geopereerd had, maar

dat er wel verschillende groepen waren die een „thuis‟ hadden gevonden in Algerije en die de

VS wilden achterna jagen. Een van de ambtenaren zei ook dat de IMET-samenwerking

uitstekend verliep en dat “[t]he Algerians have been helpful to us in general, and we want to

be helpful to them”.91

Een dag voor deze verklaringen, op 9 december 2002, was William Burns, Onderminister van

Buitenlandse Zaken voor het Nabije Oosten en Noord-Afrika, op bezoek geweest in Algiers

om de bilaterale banden te versterken. Op het einde van zijn bezoek verklaarde hij dat

“[t]hese steps aim at intensifying the security cooperation between the countries”.92

Hij zei

88

NYT, 10/12/2002, U.S. to Sell Military Gear to Algeria to Help It Fight Militants, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2002/12/10/world/us-to-sell-military-gear-to-algeria-to-help-it-fight-

militants.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 89

Keenan, 2009: 166 90

NYT, 10/12/2002 U.S. to Sell Military Gear to Algeria to Help It Fight Militants, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2002/12/10/world/us-to-sell-military-gear-to-algeria-to-help-it-fight-

militants.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 91

NYT, 10/12/2002, U.S. to Sell Military Gear to Algeria to Help It Fight Militants, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2002/12/10/world/us-to-sell-military-gear-to-algeria-to-help-it-fight-

militants.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 92

The Guardian, 10/12/2002, US arms Algeria for fight against Islamic terror, te raadplegen via:

http://www.guardian.co.uk/world/2002/dec/10/alqaida.terrorism?INTCMP=SRCH (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 25: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

24

ook vol bewondering of mogelijk met de gedachte dat de Algerijnen misschien ongeduldig

werden voor de aankoop van militair materiaal: “Washington has much to learn from Algeria

on ways to fight terrorism.”93

Verder zie Burns: “We are putting the finishing touches to an

agreement to sell Algeria military equipment to fight terrorism”.94

Hij ging niet in detail over

het soort militair materiaal dat de VS wilden verkopen, maar voegde toe dat het Witte Huis

bezig was met het ontwerpen van een voorstel aan het Congres om de militaire hulp te

verhogen aan Algerije, met de bedoeling de veiligheidssamenwerking te versterken.95

Steunbetuigingen zoals die van Burns gingen verder doorheen 2003. De Bush administratie

beschreef het regime als het “most democratic in the Arab world” en in december 2003

bezocht de Amerikaanse Minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell op zijn beurt Algerije

waar hij de “exceptional cooperation in the war on terrorism” prees.96

Powell riep tijdens zijn

bezoek ook op tot electorale transparantie, waarna Bouteflika in april 130 internationale

monitoren toeliet in het land. Aan de roep voor democratische hervormingen gaf Bouteflika

op een handige manier toe door vóór de verkiezingen enkele vrouwelijke oppositiepolitici aan

te wijzen voor ministerposten in zijn coalitieregering, waaronder aan Khalida Toumi die in

mei 2003 Minister van Cultuur en Informatie was geworden. Invloed op het beleid hadden ze

echter niet.97

Versterkt door de Amerikaanse steun bleef het leger de restanten van de gewapende groepen

tegenslagen toebrengen waaronder het meest spectaculair het doden van Antar Zouabri in

februari 2002. Met hun belangrijkste emir dood werd over de GIA-groepen gezegd dat ze

gereduceerd waren tot ongeveer 100 strijders die in groepjes verspreid overbleven in het

hinterland van Algiers terwijl een ander groepje opereerde bij Sidi-bel-Abbès. De dood van

93

The Guardian, 10/12/2002, US arms Algeria for fight against Islamic terror, te raadplegen via:

http://www.guardian.co.uk/world/2002/dec/10/alqaida.terrorism?INTCMP=SRCH (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011) 94

The Guardian, 10/12/2002, US arms Algeria for fight against Islamic terror, te raadplegen via:

http://www.guardian.co.uk/world/2002/dec/10/alqaida.terrorism?INTCMP=SRCH (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011) 95

Er zijn tegenstrijdige berichten over het militair akkoord. Evans & Phillips (2007: 288) en The

Guardian (10/12/2002, voor link zie voetnoot hierboven) schrijven alsof er effectief al sprake was van

een wapenverkoop, maar de New York Times (10/12/2002, voor link zie voetnoot 115) verklaart zeer

nadrukkelijk via een correctie die achteraf in het artikel werd toegevoegd, dat er geen sprake was van

een wapenverkoop. 96

Evans & Phillips, 2007: 288 97

Ondanks doodsbedreigingen en pogingen tot aanslagen vanwege islamisten – waartegen zij erg

gekeerd was – bleef ze actief in de politiek voor het RCD (Rassemblement pour la Culture et la

Démocratie) en aanvaardde ze het aanbod van Bouteflika om zo in de regering te kunnen ijveren voor

vrouwenrechten. Tot nu toe heeft ze echter nog weinig kunnen verwezenijken en heeft ze Bouteflika

ook nog niet kunnen overtuigen de Familie Code van 1984 (die vrouwenrechten aanzienlijk inperkte) te

herzien, wat er dus op wijst dat deze zetten van Bouteflika vooral voor de schijn waren. (Le Sueur,

2010: 89-90)

Page 26: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

25

Zouabri werd toegejuicht als een verdere stap op de weg naar normalisering, die verder

bevestigd werd door de wetgevende verkiezingen van 30 mei 2002 die een nipte overwinning

opleverde voor het FLN, ook al was er weer sprake van manipulatie en was er slechts een

opkomst van 46 procent, het laagste sinds 1962.98

3.3.1. Bouteflika‟s herverkiezing

Dat de politieke steun nauwelijks beperkingen kende bleek vooral toen de Bush administratie

de herverkiezing van Bouteflika als president op 8 april 2004 warm verwelkomde. Bouteflika

had officieel 85 procent van de stemmen gehaald bij een magere opkomst van 58 procent.

Tweede met een schamele 6,4 procent werd Ali Benflis, eerste minister vanaf 2000 tot hij

door Bouteflika vervangen werd door Ahmed Ouyahia in mei 2003.99

Benflis schilderde de

verkiezingen af als een schijnvoorstelling en beweerde dat er onregelmatigheden waren in

duizenden verkiezingsbureau‟s doorheen het land. 100

Abdel Monem Said, directeur van het

Al-Ahram Centrum voor Politieke en Strategische Studies in Cairo, concludeerde dat wanneer

een president een herverkiezing kan winnen met 83 procent, er wel sprake moet zijn van

manipulatie.101

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS deed echter smalend over

deze beweringen en meende dat Bouteflika‟s herverkiezing vrij was van fraude en de eerste

democratische presidentiële verkiezing was van Algerije.102

President Bush zette hier kracht

achter door op 3 juli 2004 in een persoonlijke boodschap te verklaren:

“America continues to rely on Algeria as its partner in the fight against terrorism as well as in

the crucial role of spreading democracy and promoting prosperity in the world.”103

Dankzij de VS ging Bouteflika‟s externe legitimiteit dus pijlsnel omhoog.104

Deze externe

legitimiteit versterkte de positie van Bouteflika terwijl hij de leiding bleef nemen over

veranderingen die als hoopvol werden ontvangen in het Westen, waaronder zijn engagement

98

Evans & Phillips, 2007: 279-280 99

Le Sueur, 2010: 89 100

Voor de verkiezingen hadden de voormalige eerste ministers Mouloud Hamrouche en Ahmed

Benbitour, en gepensioneerd generaal Rachid Benyelles, zich teruggetrokken, bewerend dat er

corruptie in het spel was, waarna ze opriepen tot een boycot. (Le Sueur, 2010: 89) 101

Evans & Phillips, 2007: 288 102

Evans & Phillips, 2007: 288-289 103

Evans & Phillips, 2007: 289 104

In het spoor van de VS volgden immers ook andere landen met felicitaties voor Bouteflika, zoals

Frans president Chirac en de Belgische Anne-Marie Lizin, toen hoofd van de Senaatscommissie van

Buitenlandse Zaken, die beiden meenden dat deze verkiezing een grote stap naar de democratie was.

(Evans & Phillips, 2007: 289, 321)

Page 27: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

26

voor duidelijk en transparant bestuur en het aansprakelijker maken van de militaire macht ten

opzichte van de civiele macht (cf. infra).105

3.4. Bouteflika‟s gemanoeuvreer in het binnenland

3.4.1. Bouteflika‟s tanende interne legitimiteit

De legitimiteit die Bouteflika nu genoot in het buitenland stond in schril contrast met zijn

binnenlanse legitimiteit. Nog steeds was het Algerijnse volk misnoegd over de straffeloosheid

van gruwelijke daden die vergeven werden door de Burgerlijke Eendracht, terwijl bovendien

het terrorisme nog steeds bleef voortsluimeren, waaronder ook het afslachten van families.106

Daar kwam ook nog eens de jaarlijkse vernieuwing van de noodtoestand bij, ondanks dat het

regime beweerde dat het geweld voorbij was. Vele burgers waren daarover onthutst en

begonnen daarom te vermoeden dat de repressieve noodwetgeving gehandhaafd bleef om het

volk onder de knoet te houden, waardoor ze het liberaliseringsproces niet zouden uitdagen

dat, door het laten begaan van de zwarte markt, een minderheid nog steeds toeliet op grote

schaal te profiteren van smeergeld, fraude en belastingsontduiking.107

Wat de Amerikanen dus te weinig beseften is dat zij een regime steunden dat maar weinig

legitimiteit had bij de Algerijnse bevolking en in het bijzonder de Algerijnse jeugd. Met nog

steeds endemische werkloosheid was de kloof tussen het oude regime en de jongeren nog

steeds enorm.108

Die kloof verbreedde zich nog door het klimaat van censuur dat Bouteflika

herintroduceerde na zijn herverkiezing als president. Redacteurs, journalisten en cartoonisten

die kritisch waren voor de president en zijn regering, werden net zoals in de jaren 1990

opnieuw onderdrukt.109

105

Algerije was toen een van de leidende landen, samen met Egypte, Nigeria, Senegal en Zuid-Afrika,

achter een pan-Afrikaans initiatief, het New Partnership for African Development (Nepad), om

corruptie te monitoren en goed bestuur aan te moedigen. Het initiatief werd gelanceerd door de

Organisatie van Afrikaanse Eenheid (in 2002 omgevormd tot de Afrikaanse Unie) in juli 2001. (Evans

& Phillips, 2007: 321) 106

Zie: http://www.algeria-watch.org/mrv/2002/chrono/chrono_2001a.htm en http://www.algeria-

watch.org/mrv/2002/chrono/chrono_2001b.htm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 107

Evans & Phillips, 2007: 273 108

Evans & Phillips, 2007: 289 109

Mohamed Benchicou, de redacteur van Le Matin, werd in 2004 gevangengezet omdat hij Bouteflika

aanviel in de pers. In december 2005 werd de straf van Benchicou verlengd met zes maanden en het

blad, gedwongen tot het stopzetten van publicatie, werd bevolen een boete te betalen van 2,5 miljoen

dinar. De journalisten van Le Matin Sid Ahmed Semiane en Ghada Hamrouche en de dagelijkse

cartoonist van Liberté Ali Dilem werden ook veroordeeld tot zes maanden gevangenis. (Evans &

Phillips, 2007: 289)

Page 28: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

27

3.4.2. Algerijnse reacties op de Amerikaanse oorlog in Irak

Bouteflika moest ook vaak een spreidstand innemen om enerzijds het sentiment van zijn

bevolking niet te kwetsen en anderzijds de VS te vriend te houden. Vooral de Amerikaanse

campagne in Irak vanaf maart 2003 en de langdurige Amerikaanse aanwezigheid ter plaatse

illustreerde dit. Net zoals tijdens de Eerste Golfoorlog in 1991 was ook nu de Algerijnse

bevolking gekant tegen wat als een nieuwe uiting werd gezien van „Amerikaans

imperialisme‟. Bouteflika moest al vanaf de aanloop naar de invasie een delicate

evenwichtsoefening uitvoeren. Hij koos zijn woorden voorzichtig en paste ze aan, afhankelijk

van wie luisterde. Zonder een directe veroordeling uit te spreken, bekritiseerde hij

Washington voor het niet volgen van het internationaal recht en zei hij dat de oorlog niet iets

was waar de mensheid trots op diende te zijn. Terugdenkend aan hoe de Golfoorlog in 1991

de Algerijnse politiek gedestabiliseerd had, wilde Bouteflika de volkswoede deze keer

beheersen. Hij liet daarom geen betogingen toe tegen de Irakoorlog, vermoedelijk ook in de

vrees dat de volkswoede kon uitmonden in kritiek voor zijn eigen regime. Het enige moment

waarop een publieke uitstorting van het anti-Amerikaanse sentiment getolereerd werd was

tijdens het bezoek van Frans president Chirac op 2 maart 2003, wiens oppositie tegen de

nakende invasie van Irak door het volk hartstochtelijk werd toegejuicht in Algiers. Bouteflika

verklaarde toen dat Chirac voor zijn oppositie tegen de Irakoorlog de Nobelprijs voor de

Vrede moest krijgen.110

Het meest negative effect voor de VS was dat door de Irakoorlog vele Algerijnen besloten om

te gaan vechten tegen de Amerikaanse bezetter. Er waren daarvoor rekruteringsnetwerken

aanwezig in Algerije, waar de GSPC aan participeerde.111

Algerijnse vrijwilligers waren

aanvankelijk een kleine minderheid in Irak, maar sinds 2005 steeg hun aanwezigheid tot

aanzienlijke proporties.112

Er waren er trouwens ook honderden die naar Afghanistan trokken

met de bedoeling zich aan te sluiten bij Al-Qaida – wiens internationale ideologie ondertussen

110

Evans & Phillips, 2007: 284; Le Sueur, 2010: 88 111

Steinberg & Werenfells, 2007, te raadplegen via: http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 112

In juni 2006 kondigde het Amerikaanse leger aan dat 20 procent van de zelfmoordaanslagen uit

Algerije kwamen en 5 procent uit Tunesië of Marokko. In juli 2005 arresteerde de Algerijnse

autoriteiten een Egyptenaar, Yasir al-Misri, die een „reisbureau‟ in Algiers gebruikt had om GSPC-

strijders naar Irak te sturen. In september 2006 werd een Al-Qaida-verdachte, Abu al-Ham,

gearresteerd in Algiers voor het assisteren van de GSPC in het doorsturen van strijders naar Irak via

Syrië waar hij had gewoond totdat hij naar Algerije ging om het „reisbureau‟ verder uit te baten. (Pham,

2011: 243-244)

Page 29: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

28

een enorme aantrekkingskracht had verworven in de Maghreb – en eveneens daar tegen de

Amerikaanse bezetter te strijden.113

3.4.3. Bouteflika‟s vergeetpolitiek versus het bondgenootschap

Meer nog dan het beletten van betogingen tegen de Irakoorlog, was de onvermijdelijke

contradictie van Bouteflika‟s politieke manoeuvres wellicht de meest pijnlijke zaak voor het

Algerijnse volk. Dat Bouteflika met de Burgerlijke Eendracht het geweld heeft doen dalen

werd erkend, maar dat het ook een koele politieke berekening was werd misschien het meest

duidelijk na 9/11, wanneer het Algerijnse regime al het mogelijke deed om de banden met de

VS aan te halen in hun gemeenschappelijke strijd tegen het terrorisme. Algerijnse burgers

werden tezelfdertijd gedwongen het gruwelijke recente verleden te vergeten, alsook de

kwestie van de onopgeklaarde verdwijningen, terwijl Bouteflika zich ondertussen voorstelde

als de partner waar Bush kon op rekenen. Deze dubbele politiek ontging het Algerijnse volk

niet en zou de afkeer ten opzichte van het eigen regime slechts vergroten.114

Bovendien zagen

sommige jongeren in de samenwerking tussen de Amerikaanse en Algerijnse regering een

motief om te gaan vechten in Irak tegen de Amerikaanse bezetter.115

Hoewel de Bush administratie wel rekening meende te houden met kritiek van internationale

mensenrechtenorganisaties, is het redelijk onwaarschijnlijk – gezien alle openlijke

steunbetuigingen – dat het na 9/11 nog lastige vragen stelde over het verleden die het

Algerijnse regime konden destabiliseren.116

De Bush administratie was vooral geïnteresseerd

in investeringen in de olieindustrie, en na 9/11 in de samenwerking tegen het jihaditerrorisme.

Conclusie is dat de War on Terror zodanig dominant werd in het Amerikaanse buitenlandse

beleid, dat de samenwerking tegen „de terreur‟ belangrijker werd dan het aanmoedigen tot

politieke (democratische) hervormingen. Algerije werd zelfs beschouwd als een volwaardige

democratie.

4.5. Naar het einde van het geweld?

Vanaf 2003 dacht men te kunnen spreken van een verdere en zelfs definitieve normalisering

van het Algerijnse leven. Met de GIA al op sterven na dood kreeg nu ook de GSPC stevige

113

Steinberg & Werenfells, 2007, te raadplegen via: http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 114

Quotidien d‟Oran, 04/12/2003, te raadplegen via: http://www.algeria-

watch.org/fr/article/analyse/we_are_leche.htm (laatst geraadpleegd op 31/07/2011) 115

Zemni, 2008: 16 116

Evans & Phillips, 2007: 292

Page 30: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

29

klappen van het leger, wat toegejuicht werd door de Bush administratie. In september 2003

werden nabij Sétif 150 terroristen gedood en in januari 2004 werd een enorm wapenarsenaal

gegrepen aan de Algerijnse zuidgrens met Mali. Op dat moment scheen de GSPC aan de rand

van een complete nederlaag te staan, zeker na meldingen van het aftreden van Hassan Hattab

op 8 oktober 2003 als nationale emir.117

Andere tekenen van de op gang zijnde normalisering kwamen er onder andere met de

terugkeer in 2003 van Air France en British Airways naar Algiers, na hun jarenlange boycot

van Algerijnse vlieghavens, en het feit dat 2003 aangeduid werd als „het jaar van Algerije‟ in

Frankrijk met een reeks tentoonstellingen en speciale gebeurtenissen. Het uiteindelijke

symbool van de overwinning van het regime kwam toen op 2 juli 2003 Abassi Madani en Ali

Belhadj, de twee belangrijkste FIS-leiders in het verleden, vrijgelaten werden nu dat zij hun

gevangenisstraffen van 12 jaar hadden uitgezeten. Belangrijk was dat hun vrijlating geen

grote publieke reactie uitlokte.118

117

Evans & Phillips, 2007: 286-287; Le Sueur, 2010: 150, 154-155 118

Respectievelijk 72 en 47 jaar oud werden ze verbannen van alle vormen van politieke activiteit en

niet toegelaten te stemmen. (Evans & Phillips, 2007: 284, 289)

Page 31: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

30

4. Terreur in de Sahel?

4.1. De ontvoering door El Para

4.1.1. De officiële versie

Terwijl de normalisering zich voltrok en de GSPC op haar laatste krachten leek, kreeg het

Algerijns terrorisme plots een nieuwe dimensie door de spectaculaire ontvoering van 32

Europese toeristen die begin 2003 door de Sahara reisden.119

De ontvoering gebeurde door

een zestigtal terroristen onder leiding van Abderrezak Lamari, alias Amari Saifi, maar vooral

bekend via zijn bijnaam „El Para‟, een naam afgeleid van zijn tijd als parachutist in het

Algerijnse leger. Hij werd door de Algerijnse autoriteiten voorgesteld als de nummer twee

van de GSPC, dat door dezelfde autoriteiten voorgesteld werd als een deel van Al-Qaida.120

Op 13 mei werden 17 gijzelaars bevrijd door een raid van Algerijnse soldaten,121

waarna de

andere groep van 15 gijzelaars werd gedwongen een tocht van wellicht 1.000 à 1.500 km te

ondernemen tot in Mali, wat leidde tot de dood van een Duitse vrouw.122

Na een maand

onderhandelen tussen de Duitse en Malinese autoriteiten via een aantal tussenpersonen en

Algerije werden op 18 augustus de overige 14 gijzelaars vrijgelaten. Hoewel het ontkend

werd door de Duitse autoriteiten is het algemeen verondersteld dat de Duitse, Zwitserse en

Oostenrijkse overheid 5 miljoen euro losgeld betaalde in de vorm van herstelbetalingen aan

de Malinese overheid dat hetzelfde bedrag uitkeerde aan de gijzelnemers.123

119

Tussen 21 februari en 11 april 2003 verdwenen zeven verschillende groepjes toeristen, ontvoerd die

per meestal per motor of jeep waren. Gezamenlijk ging het om vijftien Duitsers, tien Oostenrijkers, vier

Zwitsers, een Nederlander en een Zweed). Nadien verdween nog een Duitse archeoloog. Allen waren

ze van de piste aan het reizen zonder gidsen en verdwenen ze in de brede driehoek tussen Ouargla,

Tamanrasset en Djanet. (Keenan, 2009: 1, 13-15) 120

Evans & Phillips, 2007: 287; Keenan, 2009: 1, 21, 97; Le Monde Diplomatique, februari 2005,

Enquête sur l‟étrange « Ben Laden du Sahara », te raadplegen via: http://www.monde-

diplomatique.fr/2005/02/MELLAH/11905 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 121

De aanval op „een schuilplaats van de GSPC‟ zou over de grond gebeurd zijn in steun van een

helikopter. De schuilplaats bevond zich in de regio van Gharis. De andere gijzelaars bevonden zich

toen nabij Tamelrik, 300 km ten oosten van Gharis. (Keenan, 2009: 1, 26, 31-32, 43-45) 122

De Duitse vrouw, Michaela Spitzer, stierf door een hitteberoerte kort na hun vertrek. De tocht van

Tamelrik naar het noorden van Mali duurde zo‟n zes weken. Keenan beweert dat het om 3.000 km

gaat, wat niet alleen betekent dat de groep erg gezigzagd moet hebben, maar ook dat de gijzelaars elke

nacht door droog woestijngebied zo‟n 70 km of meer hebben moeten afleggen, wat niet realistisch is.

(Keenan, 2009: 1, 31) 123

Of er voor de eerste groep losgeld is betaald is niet duidelijk. Er werd door de media verondersteld

dat de bevrijding er gekomen was na de betaling van enkele miljoenen dollars. Zwitserland, Duitsland

en Oostenrijk ontkenden dit krachtig. (Evans & Phillips, 2007: 287; Le Monde Diplomatique, februari

2005, Enquête sur l‟étrange « Ben Laden du Sahara », te raadplegen via: http://www.monde-

Page 32: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

31

Na vier maanden in Mali werden El Para en zijn mannen124

verdreven uit hun schuilplaatsen

in de woestijn ergens ten noorden van Timboektoe en werden ze door een combinatie van

Amerikaanse, Malinese, Nigerese en Algerijnse strijdkrachten achterna gejaagd doorheen de

Sahel, van het noordoosten van Mali, de Aïrbergen en de Ténéréwoestijn in het noorden van

Niger, tot in het Tibestigebergte in het noorden van Tsjaad.125

Daar werden ze op 8 maart

2004 omsingeld door troepen van het Tsjadische leger gesteund door Amerikaanse

verkenningspatrouilles in de lucht. Er werden in het driedagen durende gevecht 43 mannen

van El Para gedood. El Para kon met een paar kompanen ontsnappen, maar viel in de handen

van Tsjadische rebellen van de Mouvement pour la Démocratie et la Justice au Chad

(MDJT).126

4.1.2. De complottheorie

Er gebeurden tijdens het dramastuk echter merkwaardige dingen, om te beginnen de

voortdurende tegenstrijdige officiële berichtgeving. Hier is niet de ruimte om alles te

overlopen,127

maar het meest merkwaardige voorval gebeurde op 19 mei 2003 toen op de

Algerijnse radio werd gemeld door generaal Mohamed Lamari dat de tweede groep van 15

gijzelaars bevrijd was geworden door een andere militaire aanval, maar dit werd nog dezelfde

dag door hemzelf ontkend. Mogelijk was er geen losgeld betaald aan de gijzelnemers, zoals

mogelijk afgesproken tussen hen en de Algerijnse veiligheidsdiensten.128

diplomatique.fr/2005/02/MELLAH/11905 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); Keenan, 2009: 1, 26, 31,

65-66, 71-72) 124

Een zestigtal, 62 volgens de gijzelaars, beweert Keenan. (Keenan, 2009: 1, 33) 125

Dat de VS troepen op de grond had werd ontkend door kolonel Vic Nelson, directeur van het beleid

voor West-Afrika in het Pentagon. Een Nigerese defensieambtenaar bevestigde wel volgens Keenan dat

Amerikaanse special forces geholpen hadden El Para op te sporen van Mali naar Niger en Tsjaad en

tenminste tijdens één gevecht aanwezig waren. (Keenan, 2009: 37-40) 126

Keenan, 2009: 1-2, 37-40 127

Voor alle tegenstrijdige berichten vanuit de Algerijnse regering en de veiligheidsdiensten, zie:

Keenan, 2009: 21-31 ev. 128

Via de gijzelaars meent Keenan te weten dat de tweede groep toen al uit Tamelrik vertrokken was

(op 16 mei) en dat de ontvoerders hadden gezegd dat ze naar Illizi gingen, waar ze de dag erna

vrijgelaten zouden worden. Maar ze vertrokken in een andere richting, terwijl El Para zou gezegd

hebben dat er iets was misgelopen en dat de plannen veranderd waren. Ze vertrokken een paar dagen

later om de andere gijzelnemers op te pikken en vertrokken naar Mali op 26 juni. Wat er mogelijk is

misgelopen tussen 13 en 16 mei volgens Keenan, is dat de Algerijnen de Europese Tiger Attack-

helikopter wilden van de Duitsers, na de weigering van de Amerikanen en Fransen gevechtshelikopters

te verschaffen. Een andere verklaring is dat losgeld was beloofd maar niet is uitbetaald geweest. Een

andere mogelijkheid is dat de Algerijnen de eerste bevrijding moesten laten doorgaan alvorens een deal

kon gesloten worden, omdat ze de plaats waar de gijzelaars zich bevonden niet langer geheim konden

houden, vanwege een nomade die het spoor van de ontvoerders gevolgd had nadat twee kamelen van

hem gestolen werden, aldus volgens Keenan. (Keenan, 2009: 27-28, 66-69)

Page 33: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

32

Het vermoeden dat de Algerijnse autoriteiten meer wisten dan ze vertelden en misschien zelfs

betrokken waren bij de ontvoering, werd achteraf bevestigd door verschillende gijzelaars. Een

gijzelaar verklaarde achteraf:

“Les salafistes savaient très bien ce qui allait se passer, ils nous avaient intentionnellement

fait marcher 18 km dans le désert pour atteindre un lieu fixé au préalable, géographiquement

approprié pour que nous puissions assister au scénario de notre “libération”. Que ait pu être

mise en scène par les militaires algériens ne me vint que bien plus tard à l‟esprit. […] Je me

demande encore s‟il existe des interconnexions entre les salafistes et les militaires”.129

Kleine feiten steunen het vermoeden dat de gijzeling geënsceneerd kon zijn geweest door het

DRS. Zoals wat er zich afspeelde vóór de groep van acht Oostenrijkers op 24 maart ontvoerd

werden. Twee dagen voordien kwamen zij op hun route een Algerijnse legerpost van

ongeveer 30 soldaten tegen en werd hen gezegd – ondanks dat in de voorgaande weken al 17

reizigers verdwenen waren in de buurt van de Route des Tombeaux en de militairen toen

moeten geweten hebben van minstens 11 verdwenen reizigers – dat er geen problemen met

bandieten waren en dat ze konden verdergaan nadat hun bestemming en exacte route

gevraagd werd. De toeristen reisden door naar Gara Khannfoussa en een dag later naar

Tifernine waar de dag ervoor in de buurt een groepje van vijf Duitsers en een Zweed waren

ontvoerd. Die ontvoerders zouden niet veel later richting de andere toeristen vertrekken, maar

de Oostenrijkers werden een nacht opgehouden door een auto-ongeluk en een zandstorm,

waardoor ze pas de volgende morgen de ontvoerders tegenkwamen die vroegen „waar ze zo

lang bleven‟. De toeristen werden door zulke opmerkingen overtuigd dat de legercommandant

informatie had doorgespeeld over hun route en tijdschema aan de ontvoerders.130

Een ander merkwaardig detail is de aankondiging op 12 april 2003 door de toenmalige

Oostenrijkse Minister van Buitenlandse Zaken, Benita Ferrero-Waldner, dat de tien

Oostenrijkers levend waren op 8 april. Nadien werd bekend dat deze uitspraak was gebaseerd

op de informatie die ze tijdens haar bezoek op 8 april aan Algiers had ontvangen van de

Algerijnse autoriteiten, namelijk dat in de regio van Illizi op een steen het Duitstalige

opschrift was gevonden: „we zijn levend‟. Achteraf verklaarden de gijzelaars, volgens

Keenan, dat zij nooit zo‟n opschrift hadden achtergelaten.131

129

Le Monde Diplomatique, februari 2005, Enquête sur l‟étrange « Ben Laden du Sahara », te

raadplegen via: http://www.monde-diplomatique.fr/2005/02/MELLAH/11905 (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 130

Keenan, 2009: 55-59 131

Keenan, 2009: 21, 70

Page 34: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

33

De gijzelaars contesteerden volgens Keenan ook andere feiten. Zoals het verloop van de

bevrijding op 13 mei van de 17 gijzelaars nabij Amguid. Volgens de Algerijnse autoriteiten

werden zeven terroristen van de GSPC gedood in een gevecht met het Algerijnse leger,

waarvan er vier doodgeschoten werden in een jeep van de toeristen. Volgens de verslagen van

beide groepen gijzelaars zouden er maar vier terroristen zijn gedood en dit door

raketaanvallen op een schuilplaats van de ontvoerders. De jeep waarin vier ontvoerders

zouden zijn gedood werd later naar Duitsland gestuurd waar geen bloedsporen werden

aangetroffen.132

Opmerkelijk is ook dat sommige gijzelaars, nadat ze teruggekeerd waren naar huis, volgens

Keenan telefoontjes kregen van hun voormalige gijzelnemers waaruit bleek dat een akkoord

was gesloten met de Malinese autoriteiten dat de gijzelnemers zich vrij in Mali mochten

bewegen als ze geen onrust zouden veroorzaken. Ook verontschuldigden de gijzelnemers zich

tegenover hun voormalige gijzelaars voor wat hen werd aangedaan.133

Meer algemeen is het ook verdacht dat er 15 gijzelaars en ongeveer 60 gijzelnemers een

enorme afstand hebben kunnen afleggen van Tamelrik (Algerije) tot in de buurt van Kidal

(Mali) terwijl in de regio 5.000 Algerijnse troepen,134

twee en later tien helikopters, en

minstens één Amerikaans verkenningsvliegtuig135

gesteund door satellietbeelden, werkzaam

waren om hen te lokaliseren. De kans is reëel dat de gijzelnemers de hulp hebben gekregen

van het Algerijnse leger of het DRS. De gijzelaars zagen bijvoorbeeld brandstof en

benodigdheden die voor de gijzelnemers op hun route klaargelegd werden.136

Sommige

militairen verklaarden achteraf, volgens Keenan, dat wanneer ze dicht bij de lokatie van de

gijzelaars kwamen, ze teruggefloten werden. De gijzelaars verklaarden achteraf dat ze vanaf

het begin regelmatig Algerijnse en Amerikaanse helikopters en vliegtuigen hadden zien

overvliegen. Ondanks alle machtsontplooiing meende men echter geen enkel voertuig en geen

enkel spoor te hebben gevonden.137

132

Keenan, 2009: 59-61 133

Keenan, 2009: 33 134

Tegen de tweede week van april had de Algerijnse overheid 1.200 en later in totaal 5.000 troepen

gemobiliseerd. (Keenan, 2009: 15) 135

De gijzelaars meenden volgens Keenan ook verschillende Amerikaanse AWACS te herkennen.

(Keenan, 2009: 70) 136

De Algerijnen zouden natuurlijk zeggen dat ze wilden zorgen voor de veiligheid van de gijzelaars,

maar de vraag is dan waarom geen raid werd uitgevoerd zoals bij de eerste groep. Misschien omdat

Mali al was gekozen als de plaats voor de bevrijding, waardoor het terreurprobleem nu over de Sahel

werd verspreid, waarvan Keenan overtuigd is dat het een van de doelen was van de (DRS-)operatie.

(Keenan, 2009: 71) 137

Keenan, 2009: 15-16, 69-71

Page 35: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

34

De GSPC heeft ook op geen enkel moment de ontvoering opgeëist. Op 22 januari had El Para

wel een fax gestuurd naar Algiers waarin hij de verantwoordelijkheid opeiste, maar de

authenticiteit kon niet nagegaan worden.138

En op 18 augustus werd een communiqué

verstuurd, schijnbaar van de GSPC, opgesteld in het Arabisch en ondertekend door de „emir

van de vijfde regio [de Sahara], Abou Haidara Abderrezak Amari Al-Aurassi [El Para]‟ dat

onder andere meedeelde dat de bevrijding van de eerste groep gijzelaars hun eigen beslissing

was geweest.139

Mogelijk handelde El Para zonder medeweten of toestemming van de centrale

leiding van de GSPC.

De ware identiteit van El Para was het meest mysterieuze element in het gijzelingsdrama. Zijn

echte naam zou Saifi Amari zijn. Algiers beweerde dat hij de tweede bevelhebber was van de

GSPC en volgens de VS was hij een van de gevaarlijkste terroristen ter wereld. Hij stond

hoog op de lijst van de meest gezochte terroristen.140

Je zou verwachten dat hij daarom werd

uitgeschakeld, wat niet gebeurde. De Amerikaanse en Algerijnse inlichtingendiensten wilden

doen geloven dat El Para werd vastgehouden in het Tibestigebergte door de MDJT141

gedurende zeven maanden, van maart 2004 tot zijn uitlevering aan Algerije in oktober. De

vraag is waarom hij, net als tijdens zijn vlucht door de Sahel, niet geëlimineerd werd als hij

door Algerijnse (en Amerikaanse) troepen achtervolgd werd zoals werd gezegd. Volgens

Keenan omdat hij mogelijk werkte voor het DRS dat hem wou doen verdwijnen.142

Wat betreft El Para‟s „vlucht‟ met zijn mannen van Mali naar Tsjaad, betwijfelt Keenan of er

een achtervolging heeft plaatsgevonden tot in Tsjaad zoals de VS en Algerije beweerden. Het

Nigerese leger beweerde immers dat zij hun spoor verloren hadden kort nadat de bende Niger

was binnengekomen. Keenan betwijfelt zelfs of (een deel van) de bende Mali daadwerkelijk

verlaten heeft.143

Het gevecht in Tsjaad waarbij 43 terroristen zouden zijn gedood heeft

bijgevolg misschien ook niet plaatsgevonden.144

De argumenten die Keenan daarvoor geeft

zijn echter minder overtuigend,145

en hij negeert zelfs informatie uit een artikel van Lecocq en

138

Keenan, 2009: 31-32 139

Keenan, 2009: 62-65 140

De VS had hem zelfs Special Designated Global Terrorist verklaard, een „eer‟ die gedeeld werd

door bin Laden en zijn senior bevelhebbers en zette hem op een rooster gekend als de New

Consolidated List of Individuals and Entities Belonging to or Associated With the Taliban and Al-

Qaida. (Keenan, 2009: 94) 141

De MDJT was opgesplitst geraakt in groepjes na de dood van hun leider in 2002. El Para werd

vastgehouden door één van de groepjes. (Keenan, 2009: 95-96) 142

Keenan, 2009: 94-96 143

Keenan, 2009: 35 144

Keenan, 2009: 82-93 145

Zijn redenering hierbij is te lang, maar vooral te foutief, om in een voetnoot uiteen te zetten. Keenan

maakt immers een fout door te veronderstellen dat er geen 43 terroristen kunnen gedood zijn in Tsjaad,

mede omdat een Franse journalist die in juli 2004 El Para geïnterviewd had, beweerd had minstens 14

GSPC-leden met El Para in het kamp van de Tsjadische rebellen gefilmd te hebben. Keenan leidt dit

Page 36: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

35

Schrijver, dat hij zelf citeert, dat El Para een 150-tal Malinezen, Algerijnen en Libiërs

gerekruteerd heeft en erna de groep opsplitste in vier.146

4.1.3. El Para, een terrorist of een DRS-agent?

El Para was gedurende zijn tijd in het leger van 1985 tot 1991 getraind als een parachutist en

was van 1990 tot 1993 het hoofd van de lijfwacht van de toenmalige Minister van Defensie,

generaal Nezzar. Dit is een ongewone achtergrond voor een terrorist, volgens Keenan en

andere waarnemers. El Para verliet of deserteerde bij het leger voor gezondheids- of

disciplinaire redenen en sloot zich aan bij de GIA in 1992 of 1993. Vanaf 1996 hielp hij mee

aan de oprichting van de GSPC met onder andere Hassan Hattab, en hij zou tweede

bevelhebber zijn geworden.147

Het Algerijnse leger beweerde dat El Para handelde in naam van de GSPC, dat als een deel

van Al-Qaida werd voorgesteld. Mellah en Rivoire van Le Monde Diplomatique onthulden

echter dat opnames die doorgespeeld werden door de Algerijnse autoriteiten en die de link

moesten aantonen tussen de GSPC en Al-Qaida vals zouden zijn geweest. Een andere video

doorgegeven aan de CIA, die moest bewijzen dat El Para een „luitenant van Osama bin

Laden‟ was die belast werd met het vestigen van Al-Qaida in de Sahel, werd ook aangetoond

vals te zijn.148 149

Mellah en Rivoire suggereren net als Keenan dat de ontvoering beraamd of gesteund kon

geweest zijn door de Algerijnse geheime diensten om meer Amerikaanse steun te ontvangen,

maar mogelijk ook in samenwerking met de VS, zodat zij hun latere militaire aanwezigheid

konden rechtvaardigen in de Sahel:

echter af uit een rekenfout en/of een opeenstapeling van selectieve redeneringen (zie Keenan, 2009: 84-

92). Niet alleen is het wel mogelijk dat 14 (zelfs 15) mannen overblijven na het gevecht, belangrijker is

dat Lecocq en Schrijver melden dat El Para in Mali een 150-tal vrijwilligers heeft gerekruteerd uit

Mali, Algerije en Libië, waarna de groep (na waarschijnlijk o.a. wapens te hebben gekocht op de

zwarte markt) zich in vier eenheden van een vijftigtal mannen heeft gesplitst waarbij elke eenheid een

andere richting is getrokken, met de groep van El Para richting Tsjaad. (Lecocq & Schrijver, 2007:

153-154) 146

Lecocq & Schrijver, 2007: 153-154 147

Keenan, 2009: 97 148

Le Monde Diplomatique, februari 2005, Enquête sur l‟étrange « Ben Laden du Sahara », te

raadplegen via: http://www.monde-diplomatique.fr/2005/02/MELLAH/11905 (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 149

Het argument van Mellah en Rivoire dat geen enkel document op de website van de GSPC Amari

Saifi, Abou Haidara of El Para meldde tot 2004, wordt gretig ovegenomen door andere auteurs, maar

moet toch serieus gerelativeerd worden aangezien de website pas in 2004 werd opgestart, en zelfs nog

niet optimaal functioneerde toen. (Soriano, 2007: 77-78)

Page 37: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

36

“Ainsi l‟Algérie passe-t-elle pour une cible d‟Al-Qaida, et donc pour un allié naturel des

Etats-Unis – comme la traque de Ben Laden avait justifié l‟occupation de l‟Afghanistan et

l‟implantation de bases militaires en Asie centrale, région stratégique pour Washington. El-

Para serait-il, en mode mineur, l‟épouvantail légitimant la présence militaire américaine dans

le Sahel, présenté comme éventuelle base arrière d‟Al-Qaida?”150

Het is een mogelijk verhaal, zeker gezien het feit dat het DRS en het leger er in de jaren 1990

er ook sterk van verdacht werden de jihadigroepen te zijn geïnfiltreerd, en zelfs betrokken te

zijn geweest in massaslachtingen. El Para was mogelijk zelf een DRS-infiltrant in de GIA.151

Keenan gelooft dat hij niet enkel een DRS-agent was152

maar drie jaar getraind werd als een

Green Beret door de Amerikaanse Special Forces in Fort Bragg (North-Carolina). In 1994

zou hij als luitenant naar Fort Bragg zijn gestuurd voor een training van drie jaar bij de

Groene Baretten, waarna hij terugkeerde naar Algerije, kapitein werd, en nog in 1997

terugkeerde naar de gewapende islamisten.153

El Para is voor Keenan mogelijk een:

“[…] highly-trained Algerian DRS agent , who was one of the American forces‟ own Green

Berets, masqueraded as a top al-Qaeda terrorist to justify the extension of America‟s GWOT

into Africa.”154

De reden dat de DRS de ontvoering mee heeft geënsceneerd, was volgens Keenan omdat het

Algerijnse regime ongeduldig werd over de Amerikaanse verkoop van wapens en militair

materiaal.155

Op 27 oktober 2004 – zeven maanden na zijn vermeende aankomst in Tsjaad – meldde de

Algerijnse pers dat El Para terug was in Algerije mede dankzij bemiddeling van de Libiërs.156

Sinds zijn terugkeer naar Algerije is El Para echter nooit gezien geweest en de autoriteiten

150

Le Monde Diplomatique, februari 2005, Enquête sur l‟étrange « Ben Laden du Sahara », te

raadplegen via: http://www.monde-diplomatique.fr/2005/02/MELLAH/11905 (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 151

Keenan, 2009: 98-101, 106 152

Hij werd wel verschillende gezien aan het hoofdkwartier van het DRS in Algiers, in het gezelschap

van de baas van het CPMI (Centre Principal Militair d‟Investigation), kolonel – later generaal – Bachir

Tartague, die onder het bevel stond van Smaïn Lamari, hoofd van de contraspionage-eenheid. Mogelijk

zaten ook generaal Mohamed Médiène, het hoofd van het DRS, Kamel Abderrahmane, die

verantwoordelijk was voor de mediarelaties ten tijde van de ontvoeringscrisis, en generaal Abdelmajid

Sahab, die bevelhebber was van de vierde militaire regio – van Ouargla tot Djanet waar de regio van

Illizi en Tamelrik onder valt, achter de ontvoeringsoperatie. (Keenan, 2009: 101-103) 153

Keenan, 2009: 98-101 154

Keenan, 2009: 101-102 155

Keenan, 2009: 171 156

Ook de onderhandelingen tussen de Tsjadische rebllen en de Algerijnse veiligheidsdiensten liepen

zeer vreemd. (Zie: Le Monde Diplomatique, februari 2005, Enquête sur l‟étrange « Ben Laden du

Page 38: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

37

wilden niet zeggen waar hij was. Twee maanden na zijn terugkeer in Algerije werd gezegd

dat El Para het plan van Bouteflika steunde voor een algemene amnestie. Pas op 25 juni 2005,

acht maanden na zijn vermeende terugkeer, werd hij in zijn afwezigheid – wat uniek was –

veroordeeld tot levenslange opsluiting voor het creëren van een gewapende terroristische

groepering en het verspreiden van terreur onder de bevolking. Een van de rechters zou gezegd

hebben dat er geen indicatie was dat hij onder arrest stond.157

Als de banden tussen El Para en bin Laden zo sterk waren als Algerije beweerde, is het

eigenaardig dat Amerikaanse autoriteiten zijn uitlevering niet vroegen, net als het feit dat een

„terrorist‟ van zijn kaliber niet aanwezig was op zijn eigen proces.158

De ontvoering door El

Para was dus een ofwel een criminele daad – geen „terroristische‟ daad omdat geen politieke

eisen werden gesteld159

– ofwel een daad van staatsterrorisme door de Sahel onveilig te

maken in opdracht van de Algerijnse geheime diensten met als politiek motief de Amerikanen

ertoe te brengen het Algerijnse regime op militair vlak nadrukkelijker te steunen.160

Maar er zijn ook verklaringen die doen vermoeden dan dat El Para wel degelijk een oprechte

GSPC-militant was, en men mag ook niet uit het oog verliezen dat Hattab zelf ook een ex-

paratroeper was. Uit de verklaringen van een voormalige emir van zone 9 (het zuiden van

Algerije), Abou Mossaab, die zich had overgegeven in de zomer van 2007, bleek dat El Para

wel degelijk de (hoofd)emir was van zone 9, en dus belangrijk was binnen de GSPC.161

Een

andere ex-militant verklaarde dat Droukdal, de nieuwe nationale emir, in de herfst van 2004

al-Zarqawi contacteerde om te vragen Fransen in Irak te ontvoeren opdat Frankrijk de

Tsjadische rebellen onder druk zou zetten om El Para toe te laten terug te keren naar de

GSPC.162

Al-Zarqawi stemde toe, maar voor het plan kon slagen werd El Para uitgeleverd aan

Algerije. Het punt is dat Droukdal zich deze moeite niet getroost zou hebben als hij twijfelde

aan de loyaliteit van El Para.

Sahara », te raadplegen via: http://www.monde-diplomatique.fr/2005/02/MELLAH/11905 (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)) 157

Keenan, 2009: 113-114; Evans & Phillips, 2007: 288 158

Le Monde Diplomatique, februari 2005, Enquête sur l‟étrange « Ben Laden du Sahara », te

raadplegen via: http://www.monde-diplomatique.fr/2005/02/MELLAH/11905 (laatst geraadpleegd:

31/07/2011); Evans & Phillips, 2007: 288, 321 159

Tenminste in de veronderstelling dat El Para op eigen houtje handelde, zonder

medeverantwoordelijkheid van de GSPC wiens politieke eisen gekend zijn. 160

Keenan, 2009: 4, 49 161

El Watan, 01/08/2007, Reddition de Abou Mossaab, chef de la zone sahara du GSPC: Révélations

sur une organisation en déroute, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=73669 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 162

NYT, 01/07/2008, Ragtag Insurgency Gains a Lifeline From Al Qaeda, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01algeria.html# (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 39: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

38

Alles in acht genomen zijn er geen harde bewijzen dat de ontvoering een uitgekiend plan was

van het DRS, enkel (vage) aanwijzingen. De meest realistische these is misschien wel dat El

Para met zijn eigen manschappen en op eigen initiatief (de organisatie was dan toen al minder

gecentraliseerd als doorgaans wordt aangenomen, cf. infra) iets nieuw probeerde om aan

financieën te komen. Sluw en duister zoals het DRS is, liet het de crisis escaleren, om de

gijzelingscrisis politiek uit te buiten.

Ongeacht of de ontvoering nu een spectaculair theaterstuk was of niet, wat wel zeker is, is dat

door deze gebeurtenis de Bush administratie nu overtuigd was dat de dreiging van het

islamistisch terrorisme – niet noodzakelijk dat van Al-Qaida – zich nu had verspreid over de

westelijke Sahelregio. De westelijke Sahelregio werd nu een tweede „front‟ in de War on

Terror.

4.2. Een nieuw front in de Global War on Terror (GWOT) en het Pan-Sahel Initiative (PSI)

Door de ontvoering dook het beeld in Washington op dat de terreurdreiging zich nu over de

Sahelregio verspreid had. Een enorme verarmde, desolate en „ongecontroleerde‟

woestijnvlakte was een potentiële veilige thuishaven geworden voor rondzwermende jihadi-

terroristen. Air Force-generaal Charles Wald, tweede hoofdbevelhebber van European

Command (EUCOM) met verantwoordelijkheid voor Afrika, zei in 2004 over de Sahara: “we

need to drain the swamp [of terror]”.163

EUCOM-hoofdbevelhebber generaal James Jones

sprak over “ungoverned areas” die de “melting pots for the disenfranchised of the world –

terrorist breeding grounds” werden.164

Diezelfde Jones sprak in juli 2003 over de Sahara als

“large uncontrolled, ungoverned areas […] potential havens for that kind of activity

[terrorists, drug smugglers, weapons traffickers]”.165

Persverantwoordelijken van het

Witte Huis beschreven de Sahara als “a magnet for terrorists”.166

Kolonel Vic Nelson, die

binnen het Amerikaanse Ministerie van Defensie het PSI moest overzien, zei over de Sahel:

163

Air Force Magazine, november 2004, Swamp of Terror in the Sahara, te raadplegen via:

http://www.airforce-

magazine.com/MagazineArchive/pages/2004/November%202004/1104sahara.aspx (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)) 164

Air Force Magazine, november 2004, Swamp of Terror in the Sahara, te raadplegen via:

http://www.airforce-

magazine.com/MagazineArchive/pages/2004/November%202004/1104sahara.aspx (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011) 165

Keenan, 2009: 193; NYT, 05/07/2003, THREATS AND RESPONSES: EXPANDING U.S.

PRESENCE; PENTAGON SEEKING NEW ACCESS PACTS FOR AFRICA BASES, te raadplegen

via:

http://www.nytimes.com/2003/07/05/world/threats-responses-expanding-us-presence-pentagon-

seeking-new-access-pacts-for.html?src=pm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 166

Keenan, 2009: 3

Page 40: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

39

“It‟s remote, with many parts largely ungoverned. It is a traditional area for large-scale

smuggling of contraband, illicit goods, and arms. So naturally it would draw the interest of

terrorists, who need such places to operate from”.167

Majoor-generaal Jeffrey Kohler, zei in juli 2003 voor hij op bezoek ging in Algerije, Marokko

en Tunesië: “What we don‟t want to see in Africa is another Afghanistan, a cancer growing in

the middle of nowhere”.168

De Sahara was voor EUCOM duidelijk een potentiële veilige

thuishaven voor waar terroristen van eender waar, ook komend of vluchtend vanuit

Afghanistan en Pakistan, vrijspel hadden, en waar Al-Qaida vanuit diep verscholen basissen

zelfs Europa kon aanvallen.169

Een woordvoerder van EUCOM zei: “There are clear

indications that Muslim extremists from the Middle East and Afghanistan have moved into

these massive open spaces”.170

Kolonel Vic Nelson, die binnen het Amerikaanse Ministerie

van Defensie het PSI moest overzien, zei op 24 maart 2004: “If you squeeze the terrorists in

Afghanistan, Pakistan, Iraq and other places, they will find new places to operate, and one of

those places is the Sahel/Maghreb”.171

Door de affaire van de ontvoering in 2003 en ook door het nieuws in januari 2004 dat twee

etappes van de Dakarrally afgelast werden omdat de Franse inlichtingendiensten opgevangen

hadden dat 100 islamistische militanten van de GSPC deelnemers gingen ontvoeren wanneer

ze door Mali zouden reizen,172

werd snel werk gemaakt van de uitvoering van een nieuw

Amerikaans contraterrorisme-initiatief in de regio, het zogeheten Pan-Sahel Initiative (PSI).173

De Sahelregio werd voor de VS geen „ruimte van onderontwikkeling‟ of „armoede‟, maar een

167

America.gov, 23/03/2004, U.S.-African Partnership Helps Counter Terrorists in Sahel Region: New

Maghreb cooperation central to Pan Sahel Initiative, 23/03/2004, te raadplegen via:

http://www.america.gov/st/washfile-english/2004/March/20040323170343r1EJrehsiF0.1366693.html

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 168

NYT, 05/07/2003, THREATS AND RESPONSES: EXPANDING U.S. PRESENCE; PENTAGON

SEEKING NEW ACCESS PACTS FOR AFRICA BASES, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2003/07/05/world/threats-responses-expanding-us-presence-pentagon-

seeking-new-access-pacts-for.html?src=pm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 169

Keenan, 2009: 40-41; Ellis, 2004: 460 170

Air Force Magazine, november 2004, Swamp of Terror in the Sahara, te raadplegen via:

http://www.airforce-

magazine.com/MagazineArchive/pages/2004/November%202004/1104sahara.aspx (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011) 171

America.gov, 23/03/2004, U.S.-African Partnership Helps Counter Terrorists in Sahel Region: New

Maghreb cooperation central to Pan Sahel Initiative, te raadplegen via:

http://www.america.gov/st/washfile-english/2004/March/20040323170343r1EJrehsiF0.1366693.html

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 172

De tiende en elfde stage van de Parijs-Dakar rally werden toen afgelast wegens veiligheidsredenen.

(BBC, 29/01/2004, Dakar Rally „kidnap plot foiled‟, te raadplegen via:

http://news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/3443089.stm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 173

Evans & Phillips, 2007: 287; Keenan, 2009: 35; BBC, 29/01/2004, Dakar Rally „kidnap plot foiled‟,

te raadplegen via: http://news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/3443089.stm (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

Page 41: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

40

„ruimte van (on)veiligheid‟174

en een potentiële „terreurruimte‟, die schijnbaar werkelijkheid

was geworden door de ontvoering. De Sahelregio werd een nieuw front in de Global War on

Terror (GWOT).

Door het PSI zou een contraterrorismebeleid worden ontwikkeld met landen uit de

Sahelregio, met name Mauritanië, Senegal, Mali, Algerije, Niger en Tsjaad. Er zouden

voertuigen en radio‟s worden aangeboden en er zouden Amerikaanse special forces worden

ingezet die de grenscontroles in de regio zouden versterken en er de orde terug zouden

opleggen. Pamela Bridgewater, de Afgevaardigde Onderminister voor Afrika, was in

Nouakchott in januari 2004 aanwezig bij de aankomst van enkele honderden Amerikaanse

troepen. Het PSI bood ook voertuigen, radio‟s en global positioning systemen, alsook het

treinen van de lokale troepen in Mauritanië, Mali, Niger en Tsjaad in basisinfanterie,

kaartlezen, en opsporingstechnieken in de woestijn, dit alles om de landen te helpen hun

dunbevolke en nauwelijks gecontroleerde grensregio‟s beter te beveiligen.175

De eerste taak van de Amerikaanse Special Forces was het wegvegen van de GSPC-

terroristen van El Para. Eind januari 2004 werd het eerste offensief ingezet tegen El Para door

Algerijnse strijdmachten geleid door generaal Benali in samenwerking met hun nieuwe

Amerikaanse bondgenoten.176

Vierhonderd Amerikaaanse Rangers werden daarvoor naar de

grensregio tussen Tsjaad en Niger gestuurd. Vijfhonderd Amerikaanse tropen werden via

Nouakchott aan het werk gezet worden in Mauritanië en Mali.177

In maart 2004 zond EUCOM

vervolgens een Navy P-3 Orion verkenningsvliegtuig om het gebied af te zoeken naar El Para.

Het resultaat van deze actie was dat het budget van het Pan-Sahel Initiative in 2005 verhoogd

werd van 7,75 miljoen dollar tot 125 miljoen dollar voor de volgende vijf jaar.178

174

Smith, 2010a: 22 175

NYT, 03/05/2007, Backgrounder: The Pentagon‟s New Africa Command, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/cfr/world/slot1_20070503.html?_r=1&scp=3&sq=pan%20sahel%20initiative

&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); BBC, 14/01/2004, US targets Sahara militant threat, te

raadplegen via: http://news.bbc.co.uk/2/hi/africa/3397001.stm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); Evans

& Phillips, 2007: 287; McGovern, 2010: 79 176

Franse bronnen bevestigden de aanwezigheid in zuidelijk Algerije en noordelijk Mali van

Amerikaanse militaire experten alsook dat het Algerijnse leger – dat nachtkijkermateriaal gebruikte

voorzien door de VS alsook beelden van Amerikaanse spioneersatellieten die permanent gepositioneerd

waren boven de Sahel – een zoektocht lanceerde in coördinatie met het Malinese leger in de Algerijns-

Malinese grensregio. Kolonel Vic Nelson, directeur van het beleid voor West-Afrika in het Pentagon,

ontkende dat de VS troepen op de grond hadden, maar door een Nigerese defensieambtenaar werd

bevestigd dat Amerikaanse Special Forces geholpen hadden El Para te traceren en tenminste tijdens

één gevecht aanwezig waren. (Keenan, 2009: 36-37) 177

Keenan, 2009: 36 178

NYT, 11/05/2004, U.S. Training African Forces to Uproot Terrorists, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2004/05/11/world/us-training-african-forces-to-uproot-terrorists.html (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011); Ellis, 2004: 459

Page 42: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

41

Keenan meent dat de Bush administratie de Sahel al voor de ontvoering had uitgeroepen tot

een nieuw front in de GWOT.179

De duidelijkste aanwijzing dat de Amerikanen wisten wat de

Algerijnen planden was het feit dat al in oktober 2002 twee ambtenaren van het US Office of

Counterterrorism, de overheden van Mali, Niger, Tsjaad en Mauritanië inlichtten over het PSI

om de grencontroles te versterken, terrorisme te bestrijden en regionale samenwerking en

stabiliteit te verbeteren.180

Van het plan werd niets meer gehoord tot de aankomst van een

Amerikaans antiterreurteam van 500 Special Forces en 400 Rangers (privésoldaten) in

Nouakchott op 10 januari 2004. Maar al twee maanden daarvoor waren al een klein aantal

Amerikaanse Special Forces, die gebaseerd waren nabij Gao en Tessalit in het noorden van

Mali, begonnen met het voorbereiden van contraterrorisme-activiteiten met het Algerijnse en

Malinese leger.181

De vraag die Keenan zich stelt is hoe de VS konden weten dat terrorisme

de Sahelregio ging raken?182

Misschien wisten ze dit echter helemaal niet of wilde men

anticiperen op een potentiële dreiging. De zinnigste conclusie is misschien wel dat de

Amerikanen duidelijk de bedoeling hadden er militair aanwezig te zijn, voor welke reden of

met welk excuus dan ook.

4.2.1. Amerikaanse of Afrikaanse belangen?

De vraag die zich opdringt is wiens belangen het PSI werkelijk diende, de Amerikaanse of

Afrikaanse belangen? Keenan is alvast overtuigd dat de VS hun oliebelangen wilden

verzekeren op het continent en daarvoor de War on Terror gebruikten ter rechtvaardiging van

hun militaire acties. Toen president Bush zijn kantoor innam, richtte hij een groep op, de

Nationale Energy Policy Development (NEPD), die de energiebelangen van de VS moest

evalueren en beveiligen. Onder het voorzitterschap van vice-president Cheney, publiceerde de

groep in mei 2001 het Cheney Rapport, dat aantoonde dat de volgende 20 jaar de

Amerikaanse behoefte aan olie met 32 procent zou stijgen, en de behoefte aan aardgas met

ongeveer 40 procent tegen 2025. Sub-Sahara Afrika zou de belangrijkste toekomstige bron

worden voor de Amerikaanse oliebehoefte en tegen 2015 zou een kwart van de Amerikaanse

geïmporteerde olie van de Golf van Guinee komen (sommige voorspellingen spraken later

179

Bush sprak in zijn state of the union op 29 januari 2002 over het uitbreiden van de War on Terror

naar andere „fronten‟ (Afghanistan was het eerste front) en nog in 2002 werd door het State

Department al gesproken over het PSI om terrorisme in Afrika te bestrijden. Keenan insinueert ook dat

Bush wist wat er ging gebeuren in 2003, in de wetenschap dat voor de ontvoering door El Para er geen

terrorisme bestond in de Sahel. (Keenan, 2008: 33) 180

Ellis, 2004: 459 181

Keenan, 2009: 36 182

In de periode van het bezoek door de Amerikaanse ambtenaren, vond volgens Keenan bijna een

eerste ontvoering van vier Zwitserse toeristen plaats in de buurt van Arak (het zuiden van Algerije).

Keenan is overtuigd dat het om een „oefening‟ of eerste poging tot ontvoering was. (Zie: Keenan, 2009:

172-175)

Page 43: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

42

over 35 procent). In 2002 voerde sub-Sahara Afrika al 14 procent aan van de Amerikaanse

olie-import, tegen 2006 werd dit 22 procent en tegen 2007 importeerden de VS meer ruwe

olie uit Afrika dan uit de Perzische Golf. Het Cheney Rapport gaf dus het strategisch belang

aan van Afrika voor de VS, dat ze door militaire macht wilden controleren.183

Keenan maakt een punt, maar zoals McGovern terecht opmerkt moet het belang van olie in de

Sahel gerelativeerd worden aangezien Nigeria (2,45 miljoen bpd184

) en Angola (1,6 miljoen

bpd) veel grotere producenten zijn dan Mauritanië (75.000 bpd)185

en Tsjaad (225.000 bpd),

de belangrijkste olieproducerende landen in de Sahelregio (die betrokken zijn bij het PSI).186

Enkel Algerije blijft dan over als grote oliespeler die verbonden is met de westelijke

Sahelregio. Het produceert 2,01 miljoen bpd aan olie en is de zesde grootste gasproducent van

de wereld.187

Waarom zouden de VS dus met de andere betrokken Sahellanden militair

samenwerken, als hun olieproductie relatief klein is? De vrees voor een wetteloze

woestijnzone en een tweede Aghanistan lijkt dus wel degelijk oprecht te zijn, ook al hebben

andere motieven mogelijk meegespeeld.

4.3. Het Trans-Sahara Counter-Terrorism Initiative (TSCTI)

In 2005 werd Operation Flintlock, een Amerikaanse halfjaarlijkse overzeese militaire

oefening, gehouden in Dakar, waardoor 1.000 Amerikaanse militaire troepen voor een

oefening van drie weken naar Mauritanië, Mali, Niger, Tsjaad, Senegal, Algerije, Tunesië,

Marokko en Nigeria gebracht werden.188

Tezelfdertijd werd door het Amerikaans Ministerie

van Buitenlandse Zaken het Pan-Sahel Initiative vervangen door een ander programma, het

Trans-Sahara Counter-Terrorism Initiative (TSCTI). Dit militair en civiel programma van 500

miljoen dollar verhoogde nog de inspanningen in de strijd tegen het regionale islamitisch

terrorisme. Het programma tracht het terrorisme in de regio in de kiem te smoren en

terroristen te lokaliseren en elimineren door het verschaffen van trainingsprogramma‟s in

contraterrorisme en wapens aan landen in de Sahelregio.189

183

Keenan, 2008: 17 184

barrels per day (vaten per dag) 185

De Mauritaanse olievoorraden zouden bovendien rond 2020 opgebruikt kunnen zijn. (McGovern,

2010: 90) 186

McGovern, 2010: 90 187

Keenan, 2009: 26 188

McGovern, 2010: 80 189

Een beslissing die mede beïnvloed werd doordat de aanslagen van Madrid (11 maart 2004; 191

doden) in verband gebracht werden met „basissen van Al-Qaida‟ die zich diep in de Sahara verborgen

hielden. Ook werd de GSPC nu gezien als een groot gevaar dat al in Europa aanwezig was als een

rekruteringsorgaan van Al-Qaida. (Keenan, 2009: 3; World Tribune, 20/05/2004, Leader of group tied

to Madrid blast captured in Chad, te raadplegen via:

Page 44: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

43

Tegen 2007 werd de naam veranderd in Trans-Sahara Counter-Terrorism Partnership

(TSCTP),190

dat ook zijn eigen civiele programma heeft (bouwen van scholen, ziekenhuizen,

waterputten).191

De belangrijkste doelstellingen bleven echter het helpen van de betrokken

landen in het bestrijden van terroristen, het vermijden van een veilige thuishaven voor

terroristen in de regio, alsook het opsporen van Al-Qaidaterroristen en hun netwerken.192

Speciale operaties door het TSCTP zouden tot doel hebben: “to drive the terrorist threat

south and east, away from the continent of Europe, displacing terrorist networks from their

indigenous habitat while isolating terrorist operations in the Arabian Gulf Region from

expanding westward”.193

Tekeningen die gecreëerd werden door EUCOM tonen aan dat

Amerikaanse militairen ervan uitgingen dat de Sahel een toevluchtsoord was voor extremisten

over de hele wereld (zie bijlagen 1 en 2).194

Net als het PSI werd deze samenwerking zeer discreet gehouden door de Algerijnse en de

Amerikaanse regering. De Amerikanen wilden vermijden dat geweten werd voor het grote

publiek dat zij troepen aanwezig hadden,195

en Bouteflika was zich bewust van de woede die

nog leefde bij de bevolking over de oorlog in Irak, maar natuurlijk ook van de noodzaak van

Amerikaanse steun om het regime overeind te houden en de plicht om de VS bij te staan in

hun War on Terror.196

http://www.worldtribune.com/worldtribune/WTARC/2004/af_algeria_05_20.html (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)) 190

Het meeste budget werd gecontroleerd door het Amerikaanse Department of Defense en niet de

helft door USAID zoals aanvankelijk werd beweerd. (McGovern, 2010: 80) 191

Het militaire programma staat bekend onder de naam Operation Enduring Freedom – Trans Sahara

(OEF-TS) dat uitgevoerd werd door EUCOM en later het nieuwe AFRICOM. (McGovern, 2010: 80) 192

Globalsecurity.org, s.d., http://www.globalsecurity.org/military/ops/oef-ts.htm (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 193

Globalsecurity.org, s.d., http://www.globalsecurity.org/military/ops/oef-ts.htm (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 194

Ambtenaren van Franse contraterrorismediensten rapporteerden in 2005 en 2006 dat de GSPC-

cellen in Frankrijk een aanslag zoals in Londen op 7 juli 2005 zouden kunnen plegen, maar de GSPC

was niet bezig met een internationale jihad en bovendien was er geen link met de activiteiten van de

GSPC. (McGovern, 2010: 89-90) 195

“We want to be preventative, so that we don‟t have to put boots on the ground here in North Africa

as we did in Afghanistan,” zei EUCOM-hoofd van het contraterrorisme, luitenant-kolonel Powl Smith,

toevoegend dat door enkel de lokale troepen te helpen het probleem zelf aan te pakken “'we don‟t

become a lightning rod for popular anger that radicals can capitalize on”. (NYT, 11/05/2004, U.S.

Training African Forces to Uproot Terrorists, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2004/05/11/world/us-training-african-forces-to-uproot-terrorists.html (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)) 196

Om van zijn volk steun te verkrijgen en kritiek af te wenden van zijn pro-Amerikaans beleid haalde

Bouteflika het oude recept boven door in een traditioneel nationalistisch discours de Fransen aan te

vallen. (Evans & Phillips, 2007: 294-295)

Page 45: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

44

4.4. Militaire en inlichtingensamenwerking

De militaire samenwerking werd niet alleen via de multilaterale weg maar ook via de

bilaterale weg verstevigd. Begin 2003 bezocht in het geheim een delegatie van de FBI, de

CIA en de NSA veiligheidsofficieren in Algiers. Dit werd gevolgd door een reeks bezoeken,

waaronder dat van generaal-majoor Ahmed Senhadji, secretaris-generaal van het Algerijnse

Ministerie van Defensie, aan het Pentagon in mei 2005, en dat van toenmalig EUCOM-

hoofdbevelhebber generaal James Jones een maand later aan Algiers. Deze initiativen hebben

ongetwijfeld mee geleid tot de opening van een geheim Algerijns-Amerikaans

inlichtingencentrum in Algiers, wat gemeld werd in juli 2005.197

Begin februari 2006 bezocht

de directeur van de FBI, Robert Mueller, Algiers en hield er gesprekken met Algerijnse

veiligheidsofficieren over contraterrorismesamenwerking. Later werd ook gemeld dat de FBI

een kantoor in Algiers had geopend.198

En op 11 februari 2006 bezocht Amerikaans Minister

van Defensie Donald Rumsfeld – in een driedaags bezoek aan de drie (kern-)Maghreblanden

– Algerije waar hij sprak met Bouteflika over een mogelijke wapenverkoop. Rusmfeld was de

eerste Amerikaanse Minister van Defensie ooit die Algerije bezocht. Rusmfeld zei na zijn

ontmoeting met Bouteflika: “[t]hey have things they desire and we have things we can be

helpful with.”199

Een hoge ambtenaar van het Pentagon zei rond dezelfde tijd dat Algiers geïnteresseerd was in

“high technology equipment such as night vision goggles, and helicopters useful in tracking

down suspected enemy fighters in the country‟s desert-like southern region”.200

Amerikaanse

ambtenaren herhaalden echter ook dat een wapenverkoop traag zou beginnen vanwege de

kritiek die dat zou kunnen opleveren gezien de mensenrechtensituatie die in Algerije te

wensen overlaat, maar ook om de kleinere buurlanden niet ongerust te maken.

Pentagonambtenaren zeiden ook dat Algiers de militaire samenwerking maar al te graag wilde

197

Le Sueur en El Watan zeggen dat het om een CIA-kantoor gaat, maar volgens Evans & Phillips is

dat er al sinds 1985. Mogelijk is het dus een centrum waar meerdere instanties (CIA, FBI, NSA, DRS)

bij betrokken waren. (El Watan, 06/07/2005, La CIA a une “alliance base” à Alger, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=22693 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); Le Sueur,

2010: 88) 198

Mogelijk was dit het geheime inlichtingencentrum waarvan eerder sprake. (NYT, 01/07/2008,

Ragtag Insurgency Gains a Lifeline From Al Qaeda, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01algeria.html# (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 199

NYT, 12/02/2006, Rumsfeld Discusses Possible Arms Sales to Algeria, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2006/02/12/politics/12cnd-rumsfeld.html?fta=y (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 200

NYT, 12/02/2006, Rumsfeld Discusses Possible Arms Sales to Algeria, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2006/02/12/politics/12cnd-rumsfeld.html?fta=y (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

Page 46: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

45

uitbreiden en dat het geïnteresseerd is in het vervangen van zijn verouderende vloot

gevechtsvliegtuigen.201

Dat Bouteflika geen enkele gelegenheid aan zich liet voorbijgaan om aan „rent-seeking‟202

te

blijven doen, is af te leiden uit wat Rumsfeld nog verklaarde na zijn bezoek. Bouteflika zou

Rumsfeld in het wijd hebben geïnformeerd over het decenniumlange gevecht van zijn land

tegen islamitische militant groepen, en bood suggesties aan de VS aan om de Amerikaanse

War on Terror goed uit te voeren. Rumsfeld verklaarde:

“He described it from the inside as to what took place and how they fought off the terrorism.

[…] It‟s instructive for us to realize that the struggle we‟re in is not unlike the struggle that

the people of Algeria went through.”203

Algerije bleef ook doorgaan met het bouwen van een civiel nucleair programma als symbool

van haar wens om de grootmacht van Noord-Afrika te worden, waarvoor een

samenwerkingsakkoord met de VS werd getekend op 9 juni 2007.204

4.4.1. Een Amerikaanse militaire basis in Tamrasset?

In 2006 ging de militaire samenwerking mogelijk nog een stap verder door de oprichting van

een nieuwe Algerijns-Amerikaanse militaire basis in Tamanrasset, de administratieve

hoofdstad van het uiterste zuiden van het land. De oprichting van de militaire basis zou

heimelijk beklonken zijn opdat het geen volksoproer zou veroorzaken. Vliegverslagen

onthulden dat twee Amerikaanse militaire vliegtuigen, die 100 à 200 Special Forces

transporteerden, vanuit Stuttgart (hoofdkwartier EUCOM) overvlogen en neerstreken op de

militaire basis in Tamanrasset op 16 februari 2006, gevolgd door een derde vlucht de

volgende dag, die zoek- en afluisterapparatuur aan boord had. Lokale mensen zagen hoe deze

troepen zich naar het noorden van Mali verplaatsten op zoek naar „pro-Al-Qaida islamistische

guerillas‟ waarvan gemeld werd dat ze opereerden over Tsjaad, Niger, Mali en Mauretanië.205

201

Daarvoor zou ook Rusland hebben overwogen om nieuwe MiG vechtvliegtuigen te verkopen alsook

tanks en ander militair materiaal. (NYT, 12/02/2006, Rumsfeld Discusses Possible Arms Sales to

Algeria, te raadplegen via: http://www.nytimes.com/2006/02/12/politics/12cnd-rumsfeld.html?fta=y

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 202

Ellis, 2004: 462-463 203

NYT, 12/02/2006, Rumsfeld Discusses Possible Arms Sales to Algeria, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2006/02/12/politics/12cnd-rumsfeld.html?fta=y (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 204

Evans & Phillips, 2007: 294 205

Evans & Phillips, 2007: 294; Keenan, 2007: 588-590; Keenan, 2008: 18-19

Page 47: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

46

4.5. Bouteflika verstevigt zijn positie

4.5.1. Bouteflika en de generaals

Vanaf 2004 maakte Bouteflika werk van het schijnbaar meer aansprakelijk maken van het

leger ten opzichte van de civiele macht, wat verwelkomd werd door de VS. De echte reden

was echter de bezorgdheid bij Bouteflika om zijn machtspositie te verliezen en afgezet te

worden. Na de eerste amnestiewet leefde het ongenoegen bij enkele belangrijke generaals dat

aan „de vijanden van het leger‟ amnestie werd verleend.206

Bouteflika besefte dat hij

gewantrouwd werd en in 2002 eiste hij al de ministerpost van Defensie op, wat hem de

autoriteit gaf om om de machtsstructuur in het leger te wijzigen.207

Vervolgens ging Mohamed Lamari, sinds 1993 stafchef van het leger en een sleutelfiguur in

het machtsscentrum, met pensioen in 2004, zogenaamd voor gezondheidsredenen. Hij had

echter publiekelijk zijn ongenoegen geuit na de Burgerlijke Eendracht en werd vermoedelijk

gedwongen door Bouteflika om een stap opzij te zetten. Bouteflika verving hem door

generaal Gaïd Salah. Dit werd gevolgd door het opzij schuiven van generaal Larbi Belkheir,

die op dat moment werd gezien als de de bewaker van de invloed van het leger in zijn positie

als hoofd van het presidentieel bureau. Hij werd aangewezen als ambassadeur voor Marokko

vanaf 26 augustus 2005. Daardoor bleven slechts drie personen over die de staatsgreep van

januari 1992 hadden gesteund: majoor-generaal Abdelmalek Guenaizia, de

Ministerafgevaardigde van Defensie, majoor-generaal Mohamed Médiène, hoofd van de

DRS, en majoor-generaal Smaïn Lamari, hoofd van de contraspionage binnen de DRS.208

Ook in 2005 plaatste hij Malek Nessib aan de leiding van de zeemacht, Malti Abdelghani aan

het hoofd van de militaire academie van Cherchel, Laychi Ghird aan de leiding van de

Republikeinse Garde, en Ali Benali aan het hoofd van de vijfde militaire regio (de omgeving

van Algiers). Vervolgens nam op 18 maart 2006 het parlement een nieuwe wet aan waardoor

de stafchef van het leger voortaan met pensioen zou moeten gaan op een leeftijd van 64 jaar,

en generaals op een leeftijd van 60 jaar. Verder voorzagen de wetswijzigingen erin dat de

Minister van Defensie (Bouteflika) verantwoordelijk werd voor de carrières van de militaire

elite. In 2005 gingen 37 generaals met pensioen en tussen de zomer van 2004 en 2006 verving

Bouteflika meer dan duizend officieren. Bouteflika verving deze officieren door andere die

206

Le Sueur, 2010: 91; Evans & Phillips, 2007: 289 207

Le Matin, 09/11/2002, Bouteflika toujours ministre de la Défense, te raadplegen via:

http://www.algeria-watch.org/farticle/anp_presidence/bouteflika_defense.htm (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 208

Le Sueur, 2010: 81-82, 91-92; Evans & Phillips, 2007: 289

Page 48: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

47

loyaler waren tegenover hem, en leek toen de bovenhand te hebben over het leger.209

Zijn

manoeuvers betekenden dus niet dat hij het leger uit het machtscentrum trok, maar eerder dat

hij zijn eigen positie in het machtscentrum cementeerde door zich te omringen met elementen

die hem er moeilijker konden uitduwen.

4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit

Ondanks Bouteflika‟s versterkte positie op het internationale podium en in het machtscentrum

van het eigen regime had hij in het binnenland nog steeds een legitimiteitsprobleem, in het

bijzonder bij de jeugd. De werkloosheid was nog steeds endemisch en was officieel 13

procent in 2006, maar volgens The Economist was dit 17,3 procent en volgens Louisa

Hanoune van de Parti des Travailleurs (PT) zelfs 30 procent. De Algerijnse overheid

probeerde het probleem op te lossen door jongeren aan te moedigen zich te richten op private

ondernemingen, en zette een aantal plannen op om de jongere bevolking te helpen in het

oprichten van eigen bedrijven, met een explosie van pizzeria‟s, cybercafé‟s en internationale

telefooncentra tot gevolg.210

Naast de reeds besproken censuur voor al te kritische pers, hield Bouteflika ook een stevig

greep op elke vorm van islamistische tegenspraak. Ali Belhadj stond onder constant toezicht

en in juli 2005 werd hij gearresteerd en opgesloten voor zeven maanden voor het geven van

een verklaring op Al-Jazeera waarin hij de Irakese opstandelingen prees in hun strijd tegen de

„Amerikaanse bezetting‟, kort nadat twee Algerijnse diplomaten ontvoerd werden in Irak.211

4.5.3. Bouteflika‟s tweede amnestiewet

Bouteflika wilde de critici van het regime definitief de mond snoeren door het nationaal

verzoeningsproces af te ronden en maakte een tweede amnestiewet. Het Nationaal Charter

voor Vrede en Verzoening (Chartre pour la Paix et la Réconciliation Nationale) werd op 29

september 2005 naar een referendum gebracht. De oppositie had voor het referendum

opgeroepen tot een boycot212

en de staatsgecontroleerde televisie en radio waren zuinig in hun

berichtgeving over kritiek terwijl onafhankelijke journalisten en organisaties geïntimideerd

209

Le Sueur, 2010: 92 210

Evans & Phillips, 2007: 289, 294 211

Evans & Phillips, 2007: 289-290 212

De oppositie, geleid door het FFS, zei dat het Charter macht verheerlijkte, immuniteit voor

vervolging inschreef, lijden wegonderhandelde en een ontkenning voorstelde van de waarheid en

gerechtigheid voor honderdduizenden slachtoffers en hun families. (Evans & Phillips, 2007: 290)

Page 49: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

48

werden.213

De regering beriep zich ironisch genoeg ook continu op de wetgeving onder de

noodtoestand, dit ondanks de herhaalde beweringen dat de oorlog voorbij was.214

Net zoals de Burgerlijke Eendracht zou echter tegenstemmen niet echt een optie zijn

aangezien de bevolking moe getergerd was door het aanslepende geweld. Het Charter werd

daarom goedgekeurd, met officieel 97 procent van de stemmen bij een officiële opkomst van

79 procent. Meer onafhankelijke schattingen verlaagden de opkomstcijfers voor de grote

steden met 20 tot 30 procent. In Kabylië werden zelfs kiesbureau‟s en stembrieven vernietigd.

Bouteflika stoorde er zich niet aan en ging door. Op 1 november werden vervolgens aan 6.778

gevangenen amnestie verleend toen de regering het charter in een wet veranderde.215

In het verlengde van de Burgerlijke Eendracht hield het Charter een brede amnestie in voor

vroegere misbruiken door zowel leden van de statelijke veiligheidsdiensten als de gewapende

groepen die in de gevangenis zaten of op het punt stonden zich over te geven. De amnestie

zou niet verleend worden aan diegenen die „daden van collectieve slachting, verkrachting, of

het gebruik van explosieven in openbare plaatsen‟ hadden gepleegd, maar gezien het gebrek

aan enig serieus onderzoek naar deze misdaden, wist het Algerijnse publiek dat zulke beloftes

een dode letter waren. Bovendien werden zoekers van amnestie, ook moordenaars, niet voor

een rechtbank gebracht (tenzij ze verdacht werden van één van de drie „onvergeefbare‟

misdaden). Een belangrijke bepaling in de wet was wel dat families van slachtoffers

financiële compensatie zouden ontvangen voor hun verlies, maar dan mochten ze wel niet

meer over de oorlog discussiëren.216

217

Er was ergernis bij nationale en internationale mensenrechtenorganisaties voor de toepassing

van het Charter door de overheid. Ali Yahia van de Ligue Algérienne pour la Défense des

Droits de l‟Homme (LADDH) verwierp het Carter omdat het FIS niet gelegaliseerd werd en

de overheid werd vrijgepleit van alle schuld. Cherifa Kheddar, leider van Djazairouna, een

groep die slachtoffers van het geweld vertegenwoordigt, wilde dat iedereen voor de rechtbank

kwam ook al zouden ze later vergeven worden. AI maakte zich in een rapport ook zorgen of

het Charter niet kon leidden tot een sfeer van wetteloosheid en nog meer geweld. Fatima

213

De Ligue Algérienne pour la Défense des Droits de l‟Homme (LADDH) werd belet van het houden

van openbare bijeenkomsten. (Evans & Phillips, 2007: 290) 214

Evans & Phillips, 2007: 290; Le Sueur, 2010: 90 215

Evans & Phillips, 2007: 290 216

Toen de details van de amnestie werden bekend gemaakt op 11 februari 2006 bleek dat toegevoegd

was dat iedereen die sprak of schreef over de „Nationale Tragedie‟ om de instituten van de staat te

beschadigen of de „goede reputatie van diens agenten‟ te ondermijnen, gestrafd zou worden door drie

of vijf jaar opsluiting en een boete van 250.000 tot 500.000 dinar. (Le Sueur, 2010: 91) 217

Evans & Phillips, 2007: 290; Le Sueur, 90-92

Page 50: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

49

Yous, directeur van SOS Disparus, die zich toewijdde aan onderzoek naar de verdwijningen

(geschat tussen de 8.000 en 10.000), smeekte om enkel maar de waarheid te weten te komen.

Mostefa Bouchachi, een Algerijnse mensenrechtenadvocaat, sprak over een „culturalisering

van ongestraftheid‟ voor de veiligheidsdiensten en de islamisten.218

Hugh Roberts zag in de tweede amnestiewet trouwens een zet van Bouteflika om zich van

sommige machtige generaals te kunnen ontdoen, in het bijzonder zijn grote rivaal Mohamed

Lamari. De generaals die vervangen werden zouden een deal gesloten hebben met Bouteflika

zodat zij rustig op pensioen konden gaan en niet meer hoefden te vrezen om vervolgd te

kunnen worden.219 In het Charter werd immers expliciet gemeld dat ook de

veiligheidsdiensten konden gebruik maken van de amnestie, terwijl dit met de Burgerlijke

Eendracht enkel impliciet zo was.220

Maar er waren ook andere redenen. Bouteflika kon zijn

legitimiteit bij het volk terug herstellen door zich nogmaals voor te stellen als de

vredebrenger. Hij zag het Charter als een de tweede stap van een „vaccinatie‟ tegen het

verleden.221

Maar vele vragen bij het volk waren nog steeds niet beantwoord, en het

psychologische leed was nog niet weg.

4.6. De interne machtsstrijd en crisis bij de GSPC

Hassan Hattab, de ex-leider van de GSPC, steunde in oktober 2005 publiekelijk de tweede

amnestiewet van Bouteflika en riep de opstandelingen op de wapens neer te leggen, waarna

hij als een „afvallige‟ werd uitgeroepen die „in de val van de tiran‟ was getrapt, door de

GSPC.222

Hattab sprak zich tegen een internationale jihad uit, alsook het „uitleveren‟ van de

Europese „cellen‟ aan Al-Qaida, hoewel hij nog in januari 2004 geprobeerd had zijn

leiderschap te heroveren, waarbij hij ook de bondgenoten van Algerije, in het bijzonder de

VS, in de jihad betrok, en nog zei dat de GSPC niet betrokken was bij de slachtingen van

onschuldige brugers.223

Alles wijst er echter op dat hij toen al niet meer genoeg gesteund werd

in de eigen rangen. Hattab leverde zichzelf op 22 september 2007 in bij de autoriteiten op

voorwaarde dat hij kon genieten van amnestie. Ook een emir van de Sahara, Abdal Khader

bin Massoud, was hem gevolgd en had zijn wapens ingeleverd en amnestie gevraagd.224

218

Le Sueur, 2010: 92-94 219

Le Sueur, 2010: 90 220

Le Sueur, 2010: 90 221

Le Sueur, 2010: 91 222

Le Sueur, 2010: 157, 159 223

Le Sueur, 2010: 154 224

Le Sueur, 2010: 165

Page 51: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

50

Hattab werd op 8 oktober 2003 gedwongen af te treden en werd vervangen als nationale emir

door Nabil Sahraoui,225

die het regime bleef uitdagen toen hij in januari 2004 in Al-Hayat

verklaarde dat de islamitische staat niet tot stand zou komen door slogans, demonstraties,

partijen en verkiezingen, maar „door bloed, lichaamsdelen, en levens‟.226

In februari 2004

drukte Sahraoui in een communiqué in naam van de GSPC zijn „jihadistische solidariteit‟ uit

met zijn moslimbroeders die ook vochten tegen de „joden en kruisvaarders‟. Sahraoui

verklaarde de strijd tegen het Algerijnse regime verder te zetten, maar betrok ook de VS in

zijn communiqué:

“Cooperation between Algeria and America has gone through several phases ranging from

financial support to the exchange of intellegince and going so far as the opening of an

American intelligence office in Algeria, the supplying of weapons and munitions and military

equipment, among them night-time vision glasses and surveilllance and espionage equipment,

and participation in military operations … America does not know laws and recognizes

nothing and operates according to its interests, which are fighting any Islamic group that

wants to establish an Islamic state, trying to control the world‟s strategic points, among them

Iraq, the Arab Maghreb, the Horn of Africa, the Arabian Peninsula, etc., protecting its oil

wells in the South of Algeria, which are increasingly important to them, and supporting the

Jews in order to establish a greater Israel.”227

Zijn verklaring maakt dus al duidelijk welk ongewild gevolg het Amerikaans-Algerijns

bondgenootschap, en de militaire samenwerking die eruit voortvloeide, had. Nabil Sahraoui

zou niet lang leider blijven, aangezien hij op 19 juni 2004 gedood werd tijdens een drie dagen

durend gevecht met het Algerijnse leger dat toen een grote zoektocht en schoonveegoperatie

uitvoerde in de regio van El-Kseur (het oosten).228

Belangrijk is wel dat hij het was die voor

het eerst buitenlandse rekruten zocht vanaf zijn aanstelling als leider, met name Tunesiërs en

Libiërs, volgens Botha met de bedoeling de GSPC voor te stellen als een regionale

organisatie,229

maar ongetwijfeld ook beïnvloed door het dalend aantal leden (zie bijlage 3) en

het gebrek aan Algerijnse volkssteun waarin de beweging zich bevond.

Na de dood van Sahraoui volgde Abdelmak Droukdal (alias Abou Mo(u)ssab Abdelwadoud

of Abu Mus‟ab Abd al-Wudud, alias Abu Ibramim Mustafa) hem op als nationale emir.

Droukdal zou echter aanvankelijk maar een interimleider zijn geweest, totdat een nieuwe

225

Le Sueur, 2010: 150; Botha, 2009 (geen paginering) 226

Evans & Phillips, 2007: 287 227

Le Sueur, 2010: 154 228

Evans & Phillips, 2007: 287; Le Sueur, 2010: 155 229

Botha, 2009 (geen paginering)

Page 52: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

51

leider zou verkozen worden, maar Droukdal zou zich vastklampen aan zijn positie.230

Hij

werd trouwens naar voren geschoven als nieuwe leider door de emir van zone 2 (Algiers en

de regio van Kabylië), Abdelhamid Saâdaoui, een van de rijkste militanten. Als „dank‟ zou

Droukdal door de vingers zien dat veel geld gehaald uit afpersing binnen zijn kring van

naasten en familieleden bleef, tot ergernis van andere militanten.231

De algemene indruk bestond dat de GSPC toen zwak stond. Het veiligheidsbeleid en de

verzoeningspolitiek van de overheid scheen zijn vruchten af te werpen, hoewel de GSPC zich

fel had uitgesproken tegen de tweede amnestiewet.232

In 2005 en 2006 vonden er geen

ontvoeringen van toeristen meer plaats in de westelijke Sahel, en het aantal terreuraanslagen

in Algerije daalde zelfs tot een bijna „aanvaardbaar‟ niveau.

De Algerijnen die echter de hoop koesterden dat het geweld definitief voorbij was, werden

gedesillusioneerd op 11 april 2007, toen een reeks op elkaar afgestemde bommen ontploften

in Algiers.233

Een zelfmoordaanslag had de kantoren van de president en de eerste minister als

doel, een andere aanslag van door drie autobommen had in een oostelijke buitenwijk van de

stad (Bab Ezouar) een politiekantoor getroffen. Minstens 33 mensen stierven en meer dan 222

mensen raakten gewond. De aanslagen, met een enorme wereldwijde impact op de media,

werden onmiddellijk opgeëist door Al-Qaida in de Islamitische Maghreb die foto‟s postte op

het internet van de drie zelfmoordaanslagers. Het was de eerste keer sinds de jaren 1990 dat

de hoofdstad doelwit was van zulke uitbarsting van geweld. Bouteflika noemde de aanslag

„laf‟ en het volk dat massaal op straat kwam, steunde hem en riep op voor het einde van het

geweld.234

Amerikaanse diplomaten en inlichtingenofficieren verklaarden trouwens achteraf dat

Algerijnse ambtenaren weigerden sleutelinformatie over deze aanslagen vrij te geven, alsook

230

Black, 2009: 9 231

El Watan, 01/08/2007, Reddition de Abou Mossaab, chef de la zone sahara du GSPC: Révélations

sur une organisation en déroute, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=73669 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 232

Al wie inging op de mogelijkheid tot amnestie werd door de GSPC beschouwd als een verrader,

terwijl de amnestiewet werd voorgesteld als een „deel van de oorlog tegen de jihad onder het vaandel

van de Amerikaanse tiran‟. (Le Sueur, 2010: 157) 233

Het klimaat van geweld steeg al eind 2006 via twee valstrikbommen op 30 oktober 2006 waarbij

drie mensen omkwamen en 24 gewonden vielen in voorsteden van Algiers. Op 10 december 2006

volgde een bomaanslag op twee voertuigen waarin werknemers van Brown and Root Condor (een

contstructiebedrijf van Halliburton) zaten. De Algerijnse chauffeur werd gedood en er vielen negen

gewonden, waaronder een Amerikaan, een Canadees en enkele Britten. Een communiqué van de GSPC

eiste de aanslag op als een „geschenk voor alle moslims die lijdden van de kruisvaarderscampagne

tegen de islam en zijn heilige plaatsen‟. Op 13 februari 2007 werden vervolgens enkele op elkaar

afgestemde bomaanslagen gepleegd op politiekantoren in diverse plaatsen in Algerije, waarbij zes

doden vielen. (Le Sueur, 2010: 160-161, 164; Evans & Phillips, 2007: 296)

Page 53: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

52

informatie over de namen van opstandelingen die vrijgelaten werden uit de gevangenis.235

Mogelijk begon het regime zich af te keren van de Amerikanen, omdat de lang verhoopte

wapenverkoop maar niet van de grond kwam.

234

Le Sueur, 2010: 164 235

NYT, 01/07/2008, Ragtag Insurgency Gains a Lifeline From Al Qaeda, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01algeria.html# (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 54: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

53

5. GSPC transformeert in „Al-Qaida in het Land van de Islamitische Maghreb‟ (AQIM)

Wat het Algerijnse regime en vooral het leger al had voorgesteld als een feit en wat op de

Amerikaanse veiligheidsdiensten en op zijn minst sommigen in de Bush administratie graag

leken te geloven, namelijk dat de GSPC een onderdeel of filiaal was van Al-Qaida, werd plots

schijnbaar bewaarheid toen Droukdal op 24 januari 2007 een communiqué uitvaardigde dat

de GSPC van naam was veranderd in „Al-Qaida in het Land van de Islamitische Maghreb‟

(AQIM)236

. Droukdal zei ook dat bin Laden zelf de transformatie van de GSPC als een

nieuwe groep van Al-Qaida verwelkomde.237

De alliantie tussen de GSPC en Al-Qaida werd

al aangekondigd in een videoboodschap voor de vijfde verjaardag van de 9/11-aanslagen door

de nummer twee van Al-Qaida, de Egyptenaar Ayman al-Zawahiri.238

De GSPC had zich besloten nominaal te binden aan de internationale terreurorganisatie van

Osama bin Laden voor tal van redenen, maar de pragmatische overtreffen veruit de

ideologische. De GSPC heeft zich dan wel ingeschakeld in de ideeën van Al-Qaida, maar veel

wijst erop dat de beweging geen „lid‟239

geworden is van en evenmin is samengesmolten met

Al-Qaida zoals dikwijls wordt gesuggereerd met de term affiliate (filiaal).240

Dat (een deel

van) de Bush administratie het fenomeen nog altijd verkeerd interpreteerde, bleek uit een

verklaring op 23 oktober 2008 van David Welch, Assisterend Minister van Buitenlandse

Zaken voor het Nabije Oosten: “After having reduced its influence and being defeated

ideologically in the Middle East and Iraq, al-Qa‟eda is trying to spread to other areas. That

is why we have the need to combine all regional efforts to confront the threat”.241

236

AQIM (of AQLIM) komt van de Engelse vertaling, Al-Qaeda in (the Land of) the Islamic Maghreb

(de Franse variant is AQMI, Al-Qaïda au Maghreb Islamique). In het Arabisch luidt de naam Qaedat

al-Jihad fi Bilad al-Maghrib al-Islami. 237

Le Sueur, 2010: 161 238

Al-Zawahiri verklaarde dat Osama bin Laden hem had opgedragen aan te kondigen dat de GSPC

zich aangesloten had bij Al-Qaida. Al-Zawahiri zei daarbij dat de „gezegende unie‟ een „bron van

kwelling, frustratie en verdriet‟ zou zijn voor de „afvalligen [van het Algerijnse regime] en de

verraderlijke zonen van Frankrijk‟ en spoorde de groep aan om „het been in de keel van de

Amerikaanse en Franse kruisvaarders te worden‟ in de regio en daarbuiten en bad hij dat „onze

broeders van de GSPC zouden slagen in het veroorzaken van schade aan de topleden van de

kruisvaarderscoalitie en in het bijzonder hun leider, het valse Amerika‟. (Pham, 2011: 240) 239

Weinig of zelfs geen terreurorganisaties zijn ooit „lid‟ van Al-Qaida geworden, dit zou immers de

ware aard van de organisatie verkeerd voorstellen, er is eerder sprake van het inschrijven in de globale

strijd van de groep rond bin Laden, die altijd getracht heeft lokale groepen aan zich te binden. Er is dus

eerder sprake van allianties, nominale banden, of coöptatie, dan van „lidmaatschap‟. (zie Burke, 2004) 240

Een andere term die vaak gebruikt wordt, franchise (franchise, concessie), komt waarschijnlijk nog

het dichtste in de buurt om de alliantie te typeren. 241

Botha, 2009

Page 55: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

54

Om een juiste voorstelling te krijgen van de betekenis van deze verschuiving beweging

moeten we eerst even teruggaan naar het verleden en naar hoe de verhouding was tussen Al-

Qaida en de Algerijnse terreurgroepen vanaf de jaren 1990.

5.1. Osama bin Laden en de Algerijnse jihad, een korte historiek

Osama bin Laden wilde voor zijn globale jihad tegen het Westen (de VS in het bijzonder)

over de hele islamitische wereld jihadigroepen aan zich binden, zo ook in Algerije toen in

1992 daar het geweld losbarstte. In 1993 zond hij daarom Qari el-Said, een Algerijn die lid

was van de shura (raad) van Al-Qaida, met 40.000 dollar naar Algerije, waar el-Said duidelijk

maakte aan de GIA dat niet geijverd mocht worden voor een dialoog met de regering.242

Dat

de strijd niet ten dienste zou staan van God, maar van de politiek, was een grote zonde.243

In

de Algerijnse burgeroorlog werden echter hoe langer hoe meer burgers geëxcommuniceerd,

en veranderde Algerije in een bloedbad. Bin Laden wist dat door het grote aantal

moslimslachtoffers de jihad onpopulair dreigde te worden en wilde het beeld van de jihad

terug oppoetsen.244

Toen in 1994 GIA-leden naar Khartoum245

trokken om er te smeken voor

nog meer fondsen, maar tegelijkertijd zo onbezonnen waren dat ze bin Laden verweten dat hij

te „flexibel‟ was voor de democraten, weigerde bin Laden hen nog te financieren. De GIA-

leden op hun beurt concludeerden dat hij te „soft‟ was geworden.246

Nadat in 1998 Hassan Hattab de GSPC oprichtte dat zich afsplitste van de GIA vanwege hun

excessieve takfir-doctrine bleef de GSPC eind 1999 de enig overgebleven relevante

groepering. Om zijn de jihad terug levensvatbaar te maken begon Hattab met het herstel van

de netwerken die de GIA-groepen in het buitenland hadden opgebouwd. Hij zocht daarvoor

242

Wright, 2007: 189 243

De impact van deze ontmoeting moet gerelativeerd worden omdat op dat moment de status van bin

Laden („Al-Qaida‟ bestond toen nog niet) nog niet zo groot was, hoewel de som geld wel indruk zal

hebben gemaakt. 244

Bin Laden zou in 1994 naar Groot-Brittannië zijn gevlogen waar hij in Manchester en Londen

gesprekken had met GIA-vertegenwoordigers, mogelijk om hen bij te willen sturen. Ook had hij er

contacten met de verantwoordelijken van het propagandablad Al-Ansar, dat de daden van de GIA

verheerlijkte, jongeren aanmoedigde om zich aan te sluiten en de jihad verklaarde aan Frankrijk in

1995. (Le Sueur, 2010: 127-128) 245

In de vroege jaren 1990 zochten GIA-militanten, net als andere radicale islamistische groepen uit

het Midden-Oosten en Oost-Afrika, in Soedan training en logistieke steun voor het thuisfront. Osama

bin Laden was toen ook in Soedan (van 1991 tot 1996), en verschafte training, expertise en steun aan

vele militanten en kon zo vele contacten maken, maar hij was toen ook maar één speler onder vele

andere. Sommige militanten maakten gebruik van faciliteiten van de Soedanese overheid, andere van

trainingskampen zoals van bin Laden. Dat Khartoum de militanten huisvestte leidde ertoe dat de VS

Soedan in 1993 op de lijst zetten van staten die terrorisme sponsoren. Nadat ook westerse

oliemaatschappijen begonnen te aarzelen met het investeren in de infrastructuur van het land, spoorde

Khartoum de militanten aan het land te verlaten. (Burke, 2004: 146, 156) 246

Wright, 2007: 190

Page 56: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

55

ook toenadering tot Osama bin Laden die nu een sterke groep van ervaren strijders rond zich

had verzameld en bereid was Hattab met al zijn middelen en expertise te steunen. Bin Laden

zag nu de opportuniteit om toegang te krijgen tot de eigengereide GSPC-netwerken in Europa

en Noord-Amerika en de kans om „Al-Qaida‟ te versterken met goedgetrainde militanten die

konden ingezet worden voor zijn globale jihad. Al in 1998 zouden bin Laden en Hattab elkaar

gesproken hebben via satelliettelefoon.247

Uiteindelijk zond bin Laden in juni 2001 een vertrouweling van hem, het Jemenitische hulpje

Emad (Imad) Abdelwahid (Abdelwahab) Ahmed Alwan, alias Abu Mohamed, naar Algerije

via Ethiopië, Soedan en Niger.248

Aangezien Alwan Algerijnse jihadisten had geholpen met

het opzetten van trainingskampen in Jemen in de vroege jaren 1990, werd hij de

contactpersoon tussen bin Laden en de GSPC.249

Alwan zou in september 2002 door de

Algerijnse veiligheidsdiensten gedood worden in de Algerijnse provincie Batna. Hierna zou

bin Laden andere tussenpersonen hebben gestuurd, waaronder Abd-al-Raqib.250

De beslissende factor voor de alliantie met Al-Qaida zouden de jihadisten worden die vanaf

2003 via de GSPC naar Irak trokken om er tegen de Amerikaanse troepen te vechten. Het is

daar dat zij contact hadden met Abu Musab al-Zarqawi en zijn groep (Jama‟at al-Tawid wal-

Jidad). Niet onbelangrijk is dat pas in december 2004 al-Zarqawi toestemming kreeg van bin

Laden om zich nominaal onder zijn leiderschap te plaatsen, waarna al-Zarqawi zijn groep tot

„Al-Qaida in Irak‟ herdoopte.251

Daarvóór hadden al-Zarqawi en Droukdal al contact gehad,

voor de eerste keer in de herfst van 2004 toen Droukdal hem had gevraagd om Fransen te

247

Burke, 2004: 216-118; Black, 2009: 10 248

Franse en Algerijnse veiligheidsdiensten beweerden dat bin Laden financieel gesteund heeft om de

GSPC op te richten, maar daar werden geen bewijzen voor getoond. (Burke, 2004: 217) 249

Burke, 2004: 218 250

Sahraoui zou in oktober 2003 een communiqué hebben uitgevaardigd waarin hij zich onder het

leiderschap van Al-Qaida en Taliban-leider Mullah Omar plaatste, en in juni 2004 bevestigde hij de

nieuwe alliantie door de oorlog te verklaren aan alle westerse buitenlanders in Algerije, maar het

leiderschap van Al-Qaida beschouwde de GSPC als een organisatie die weinig interesse had in de

globale jihad. Mogelijk was het leiderschap ook terughoudend omdat het twijfelde of de verzwakte

GSPC iets kon bijdragen aan hun netwerk na de klappen van het leger en het succes van de eerste

amnestiewet, wat ook voor een crisis zorgde binnen de GSPC. Mogelijk twijfelde men zelfs over de

loyaliteit van de GSPC omdat het leden naar Irak liet vertrekken wat het aantal leden sterk deed dalen

en tegelijkertijd leden aantrok die overtuigd waren van de globale jihad. (Steinberg & Werenfels, 2007,

te raadplegen via: http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011);

Pham, 2011: 244-245) 251

Al-Zarqawi was oorspronkelijk vrij onafhankelijk van bin Laden. Al-Zarqawi arriveerde eind 1989

in Afghanistan om er tegen de Sovjets te vechten en waar hij zijn eigen trainingskamp leidde. Na het

vertrek van de Sovjets wilde hij het Jordaanse regime omverwerpen en bouwde hij een netwerk op in

Duitsland, Italië en Syrië, dat hem vrijwilligers zou opleveren die na de Amerikaanse inval in Irak in

2003 zouden meevechten tegen de Amerikanen. Pas eind 2004 sloot hij zich nominaal aan bij de groep

van bin Laden. Op 7 juni 2006 zou hij gedood worden in Buqaba (Irak). (Burke, 2004: 270-271;

Napoleoni, The Myth of Zarqawi, 11/11/2005, te raadplegen via:

http://www.antiwar.com/orig/napoleoni.php?articleid=7988 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011))

Page 57: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

56

ontvoeren in Irak om de terugkeer van El Para te bekomen. Later zou al-Zarqawi Droukdal

uitnodigen zich aan te sluiten bij Al-Qaida.252

In september 2005 verklaarde Droukdal

Frankrijk als vijand nummer één,253

ongetwijfeld uit frustratie tegenover de ex-kolonisator,

maar vermoedelijk ook als een eerste stap naar de internationalisering van hun strijd.

De „Afghaanse‟ kern binnen de GSPC zou hebben aangedrongen op een alliantie met Al-

Qaida,254

maar Droukdal zou de beslissing quasi unilateraal hebben genomen.255

Droukdal

hoopte wellicht dankzij het opnemen van het vaandel Al-Qaida makkelijker rekruten te

winnen, alsook toegang te krijgen tot nieuwe jihadistische rekruterings- en financiële

netwerken, louter op basis van de nieuwe naam (en zonder autoriteit af te staan aan bin

Laden). Droukdal zag waarschijnlijk ook met lede ogen aan hoe vele vrijwilligers Algerije

verlieten om in Irak te gaan vechten, en wilde hen ongetwijfeld, door het internationaliseren

van zijn strijd, verleiden om tegen de Algerijnse staat te vechten.256

Ook waren al veel

militanten geëlimineerd of gearresteerd,257

anderen gaven zich over en maakten gebruik van

de tweede amnestiewet.258

Droukdal wilde dus de „merknaam‟ van Al-Qaida overnemen om

terug aantrekkelijk te worden, om het prestige van zijn organisatie te verbeteren, om zo

andere Noord-Afrikaanse en regionale vrijwilligers te kunnen aantrekken. „Al-Qaida‟ bevond

zich immers nu in de Maghreb, dichter bij huis.259

Of door de transformatie de GSPC/AQIM een brede volkssteun kon heroveren zou illusoir

blijken,260

maar dit was niet de eerste bezorgdheid. n bij de voorhoede van internationale

252

In een interview met een NYT-journalist in 2008 verklaarde Droukdal dat in 2004 en 2005 e-

mailgesprekken zijn gevoerd tussen al-Zarqawi en de GSPC. (NYT, 01/07/2008, An Interview With

Abdelmalek Droukdal, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01transcript-

droukdal.html?_r=1&scp=1&sq=droukdal&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 253

NYT, 01/07/2008, Ragtag Insurgency Gains a Lifeline From Al Qaeda, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01algeria.html# (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 254

Zemni, 2009: 16 255

El Watan, 01/08/2007, Reddition de Abou Mossaab, chef de la zone sahara du GSPC: Révélations

sur une organisation en déroute, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=73669 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 256

In een interview met een NYT-journalist antwoordde Droukdal op de vraag of veel strijders

terugkwamen uit Irak: “What the media is promoting about the existence of a large proportion of

fighters in Iraq that came back and joined us is wrong. But there is a limited and very small number of

the mujahedeen brothers who fought in Iraq than came back and joined us”. (NYT, 01/07/2008, An

Interview With Abdelmalek Droukdal, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01transcript-

droukdal.html?_r=1&scp=1&sq=droukdal&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 257

Botha, 2009 (geen paginering) 258

De voorbije twee jaar hadden 2.000 militanten hun wapens neergelegd en gebruik gemaakt van de

tweede amnestiewet. (Zemni, 2008: 17) 259

Steinberg & Werenfells, 2007, te raadplegen via: http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 260

Pham, 2011: 241

Page 58: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

57

jihadi-strijders. Zo veranderde de GSPC eind 2006 en formeel begin 2007 van een lokale

groep die actief was in Algerije met slechts lokale ambities, naar een internationale groep die

het vaandel van Al-Qaida opnam en – althans in het discours – internationale ambities had en

transformeerde het (bijna) in iets waarvan velen, in de media en binnen het Algerijnse en

Amerikaanse regime, beweerden dat het al bestond.261

5.2. Een teken van zwakte

Het is dus pas vanaf 2005, na de successen van Bouteflika‟s verzoeningspolitiek, toen het

politiek geïsoleerder stond dan ooit, nadat de GSPC onder grote druk kwam te staan van de

veiligheidsdiensten, en nadat het een gebrek had aan infrastructuur, middelen (geld, wapens

en logistiek)262

en leden (het aantal leden daalde van 4.000 in 2002 naar een driehondertal in

2006; zie bijlage 3),263

dat de alliantie er was gekomen. De GSCP wilden hiermee jonge

rekruten aantrekken die gemakkelijk gemanipuleerd kunnen worden en die gebruikt worden

om tegen de Algerijnse staat te vechten.264

De GSPC zocht dus naar een manier om terug aan

relevantie te winnen.

Door het opnemen van het vaandel „Al-Qaida‟ werd de GSPC lid van de globale

jihadbeweging. De beweging heeft de „Al-Qaida taal‟ en hun internationale discours

overgenomen en fulmineert sindsdien tegen het Westen in het algemeen en tegen de VS en

Frankrijk in het bijzonder.265

De nieuwe naam en het aangepast discours veranderde echter

niets aan de primaire doelstelling van de beweging; die blijft het omverwerpen van de

Algerijnse staat en het vervangen door een islamistische staat. De directieven komen

bovendien van niemand anders dan het eigen leiderschap en niet van het leiderschap van Al-

Qaida.

Het overnemen van de merknaam Al-Qaida, een impliciete erkenning van de rekruterende

kracht van de naam, was deels een publiciteitsstunt, reclame voor de gefrustreerde en

wanhopige Algerijnse jeugd. De naamsverandering bood ook nieuwe regionale en

internationale opportuniteiten, met name het makkelijker toegang krijgen tot

rekruteringsnetwerken, financiering en logistieke steun van Al-Qaida of individuen of

261

Het werd schijnbaar iets waarvan velen al dachten dat het bestond, omdat in wezen AQIM nog

steeds geen „filiaal‟ van Al-Qaida was, dit zou zoals uitgelegd het fenomeen slecht weergeven. 262

Zemni, 2008: 16 263

Grynkewich & Reifel, 2006, te raadplegen via:

http://www.nps.edu/Academics/centers/ccc/publications/OnlineJournal/2006/Nov/grynkewichNov06.p

df (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 264

Botha, 2009 (geen paginering); Zemni, 2008: 16 265

Zemni, 2008: 16

Page 59: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

58

organisaties over de hele wereld die sympathiseren met de strijd van Al-Qaida en de strijd

tegen de Amerikaanse „bezetting‟ van Irak.266

In de jaren voordien had de GSPC al succesvol

Marokkanen, Tunesiërs en Libiërs gerekruteerd via radicale organisaties in deze

Maghreblanden, wat al geleid had tot toenemende instabiliteit in de Maghreb en Steinberg en

Werenfels de term „pan-Maghrebisering‟267

(van de jihad) deed voorstellen.268

AQIM werd nu

aangevuld met Mauritaniërs, Malinezen, Nigerianen269

en Tsjadiërs, die vaak getraind worden

in mobiele trainingskampen in het noorden van Mali.270

Ze zouden met een veertigtal zijn

geweest in 2007. Het zich voorstellen als de regionale vertegenwoordiger van Al-Qaida,

wierp dus zijn vruchten af. Het totaal aantal leden in 2007/2008 werd geschat tussen 300 en

700.271

272

5.3. De faciliterende context van de War on Terror

Sommige waarnemers zijn rechtlijnig over het verband tussen de War on Terror (WoT) en de

transformatie van de GSPC in AQIM. Keenan legt geen rechtsreeks verband tussen beiden,

maar beschouwt zowat elke uiting van terrorisme in Algerije als het werk van het DRS, en in

de Sahel (na de El Para-ontvoering) als het gevolg van een self-fulfilling prophecy in gang

266

Steinberg & Werenfels, 2007, te raadplegen via: http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 267

Steinberg & Werenfels, 2007, te raadplegen via: http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 268

Dankzij onder meer de contacten die – via de diaspora in Europa en via het front in Afghanistan na

2001 – met de Groupe Islamique Combattant Marocain (GICM), en de Libyan Islamic Fighting Group

(al-Jama‟a al-Islamiyya al-Muqatilah fil-Libya), zouden gelegd zijn, alsook met verschillende

Tunesische groepen zoals de Jeunesse de l‟Unification et du Jihad (Tawhid wal-Jihad), voor wie de

GSPC bijstand in training en infiltratie zou voorzien hebben. (Pham, 2011: 243-244) 269

Keenan gelooft dat het verwarren van nigérien en nigérian in rapporten/mededelingen (van wie

specifieert hij niet) bewuste desinformatie is, aangezien de GSPC „racistisch‟ van aard zou zijn (en dus

geen zwarten zou aanwerven), en met de bedoeling om een link te leggen tussen de Sahel en het

olierijke Nigeria ter rechtvaardiging van de militarisering van grotere delen van West-Afrika om de

Nigeriaanse olievoorraden te beveiligen (Keenan, 2009: 251). Alle andere waarnemers gaan er echter

vanuit dat Nigerianen wel deel uitmaken van de beweging en ook Droukdal beweerde dit. NYT,

01/07/2008, An Interview With Abdelmalek Droukdal, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01transcript-

droukdal.html?_r=1&scp=1&sq=droukdal&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 270

De buitenlanders binnen AQIM voeren ook operaties uit in Algerije. Eind januari 2008 werden vijf

terroristen gedood door de veiligheidsdiensten in de Rhourd Ennous regio, 300 km ten zuiden van

Ouargla. Het ging om personen uit Tsjaad, Mali, Niger en Mauritania. In maart werden in de bergen

van Boudekhane (wilaya Khenchela) vijf terroristen gedood, afkomstig van Mali, Tsjaad, en

Mauritanië. (Botha, 2009 (geen paginering)) 271

Hun aantal leden inschatten is moeilijk gezien hun losse en gedecentraliseerde structuur en

ondersteunende netwerken die in principe geen deel uitmaken van de beweging. (Botha, 2009 (geen

paginering); El Watan, 15/03/2007, Terrorisme, http://www-

front.elwatan.com/archives/article.php?id=63293 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 272

El Watan, 15/03/2007, Terrorisme, http://www-front.elwatan.com/archives/article.php?id=63293

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 60: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

59

gezet door de Amerikaanse militarisering van het gebied.273

Keenan gaat echter dubieus en

inconsistent om met de term terrorisme.274

Minder complotzoekend is Zemni, die stelt dat

“[o]ne of the unintended consequences of the global War on Terror in the Maghreb is the

transformation of the local Islamist insurgency into an Al-Qaida franchise”.275

De reden tot de transformatie is zoals geschetst echter ook van interne pragmatische aard en

zou er misschien ook gekomen zijn zonder de WoT. Dit is uiteraard onmogelijk te

reconstrueren, maar er lijkt inderdaad toch een sterk verband te bestaan met de WoT. Het

bondgenootschap tussen de VS en Algerije en de militarisering van de Sahel, die het gevolg

zijn van de WoT, waren al een doorn in het oog van Sahraoui, en waren dat nog steeds bij

Droukdal. Men kan argumenteren dat het aantrekken van Algerijnse vrijwilligers in Irak

gezorgd heeft voor een „ledencrisis‟ binnen de GSPC,276

maar zoals gezegd hebben ook

andere factoren tot die crisis bijgedragen. De oorzaken die geleid hebben tot het verschijnen

van AQIM zijn dus complex. Op een onrechtstreekse manier heeft de WoT (één van de

legimitaties voor de inval in Irak) wel bijgedragen aan de versterking van de crisis binnen de

GSPC en dus heeft de WoT ongewild bijgedragen aan de „wanhoopspoging‟ van Droukdal

om de organisatie te verbinden met Al-Qaida. Dat de GSPC/AQIM zich beginnen richten is

op westerlingen en westerse belangen in de regio, is dus ook een ongewild gevolg van de

WoT.

Wat onmiskenbaar is, is dat de WoT (de uiterlijke manifestaties ervan) en het Algerijns-

Amerikaanse bondgenootschap op zijn minst dankbaar verbaal buskruit was voor de

GSPC/AQIM, getuige de uitlatingen van Droukdal in het interview met dezelfde NYT-

journalist in juli 2008. Hij antwoordde op de vraag waarom zij zich hadden „aangesloten‟ bij

Al-Qaida:

“[…] God ordered us to be united, to be allied, to cooperate and fight against the idolaters in

straight lines. The same way they fight us in military allies and economic and political mass-

273

Keenan, 2009: 9, 115 274

Terrorisme definieert hij in een eindnoot in zijn boek (2009) als “the threatened or actual use of

violence against civilian targets for political objectives” (Keenan, 2009: 216). Daar hoort „rechtmatige‟

politieke rebellie tegen een staat volgens Keenan niet bij, waar hij duidelijk de Toearegrebellieën (in

Mali en Niger) vanaf 2004 bij rekent, die volgens hem in sommige gevallen georkestreerd zijn door de

Amerikaanse troepen (Keenan, 2009: 207-208, 216-217). Tezelfdertijd bedoelt hij met de terroristische

gebeurtenissen die na de El Para-ontvoering voorgekomen zijn wel degelijk onder meer deze

Toearegrebellieën, aangezien hij het heeft over een self-fulfilling prophecy, maar nergens spreekt over

concrete terroristische activiteiten van AQIM in zijn boek. Het is duidelijk dat Keenan zeer

inconsequent omgaat met de term terrorisme en zelfs met zijn eigen invulling ervan. 275

Zemni, 2008: 16 276

Leden werden zelfs aangetrokken op voorwendsel dat ze in Irak konden gaan vechten, maar werden

dan gebruikt om in Algerije te vechten. (Botha, 2009 (geen paginering))

Page 61: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

60

groupings. Why shouldn‟t we join our brothers while almost all these nations got united

against the Muslims and separated them, and divided their land, and took away Al Aksa

mosque out of their hands, and consumed their goodness, and destroyed their morals? Then

look at the crimes that happen in Gaza and Iraq and Afghanistan, and Somalia and others

places. These crimes are committed by the Jew-crusader ally. But when the Muslims get

together to defend themselves, they blame them for getting together and accused them with

mass-grouping, and made an approach about their unity. Yes, we see that it‟s our duty to join

Al Qaeda so that we can have our fight under one flag and one leadership in order to get

ready for the confrontation. An ally is faced by another ally, and unity is faced by unity. The

joining was a legitimate necessity by the book of our God and the sunnah of our prophet,

peace and blessing be upon him. It was a mindful necessity imposed by the actual reality and

the international system that is full with injustice against the Muslims. […]”277

Droukdal verwijst hier duidelijk naar de WoT en de internationale samenwerking en

bondgenootschappen die daaruit zijn voortgevloeid, in de eerste plaats tussen Algerije en de

VS. Het is ook duidelijk dat de oorlog en bezetting door de VS in Irak en (met westerse

coalitiepartners) Afghanistan, maar ook de nog steeds durende problemen in de Palestijnse

gebieden, als bijzonder onrechtvaardig worden aangevoeld, en waarvoor vooral de VS (Jew-

crusader ally) verantwoordelijk worden gehouden. Het is ook duidelijk dat wat de Bush

beschouwde als een metaforische kruisvaart, door Droukdal als een echte kruisvaart tegen

moslims wereldwijd wordt beschouwd, maar niet door de retoriek van Bush wel door diens

beleid.

In het interview verweet Droukdal de Arabische regimes ook dat ze optraden als agenten van

de VS, dat ze hun religie en hun volk verraden hadden, en dat ze allen afscheidingen waren

van het kolonialisme dat „hun land‟ (de ganse Arabische wereld) verdeeld had. Over de

Maghrebijnse regimes zei hij dat het hypocriete zonen van Spanje en Frankrijk waren en over

de inkomsten die het „corrupte‟ Algerijnse regime ontving uit de verkoop van olie en gas, dat

het de grootste misdaad en diefstal was tegen de natie. De onvrede over het Algerijns-

Amerikaanse bondgenootschap komt echter het scherpst naar voren in Droukdal‟s antwoord

op de vraag of zij de bedoeling hebben Amerikaanse belangen in Algerije aan te vallen:

“When we carried arms we declared that we are fighting the crusaders‟ agents among those

rulers who came out against Islam and committed crimes of corruption and tyranny and

treason against the religion and the nation. And we said that we want to bring back the place

277

NYT, 01/07/2008, An Interview With Abdelmalek Droukdal, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01transcript-

droukdal.html?_r=1&scp=1&sq=droukdal&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 62: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

61

of Islam in the country and the ruling of the Koran over the people, and bring to the nation its

rights that were taken. But what happened later on is the West. They provided it with all kind

of support and encouraged it and supported it in the forums. It did not stop there, it even went

further to a direct intervention. Then we found ourselves on the black list of the U.S

administration, tagged with terrorism. Then we found America building military bases in the

south of our country and conducting military exercises, and plundering our oil and planning

to get our gas. Also, opening an F.B.I. branch in our capital city, and starting an unusual

Christian conversion campaign among our youths to change their religion in order to create

religious minorities among us. […] Therefore, it became our right and our duty to push away

with all our strength this crusade campaign and declare clearly that the American interests

are legitimate targets to us.”278

Dat Washington de GSPC classificeerde als een terroristische organisatie vlak na 9/11, in

plaats van een opstandelingenbeweging, heeft Droukdal (en andere militanten), doen afkeren

van de VS.279

De reden hiervoor is dat de term „terrorist‟ negatief geladen is en criminele

implicaties inhoudt, terwijl de term opstandeling een zweem van legitimiteit rond zich heeft.

Conclusie is dat de Amerikaanse aanwezigheid op „moslimgrond‟ in zuidelijk Algerije en de

Sahelregio (maar ook in Irak en Afghanistan), waaraan Algerije en landen in de regio hun

toestemming gaven, alsook de Amerikaans-regionale militaire samenwerking, dit alles ten

gevolge van de WoT, een belangrijke politieke grond van frustratie en motivering

vormde/vormt,280

en slechts voer bood/biedt voor fulminaties tegen het Amerikaanse en

Algerijnse regime. Men verwijt de Amerikanen ook politieke steun te verlenen aan een

autoritair regime ondanks het Amerikaanse discours over democratisering.281

5.4. Nieuwe strategieën

De GSPC/AQIM heeft niet alleen een naamsverandering ondergaan en een nieuw discours

aangenomen, het heeft ook zijn doelstellingen, zijn geografisch actieterrein, zijn

oorlogsstrategieën, zijn rekruteringsstrategie en zijn economische strategie aangepast. Dat de

nieuwbakken alliantie heel wat daadkracht en zelfvertrouwen gaf aan de beweging is te zien

in het aantal aanslagen: in de eerste 18 maanden vanaf 2007 vonden er 157 aanvallen plaats in

278

NYT, 01/07/2008, Ragtag Insurgency Gains a Lifeline From Al Qaeda, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01transcript-

droukdal.html?_r=1&scp=1&sq=droukdal&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 279

NYT, 01/07/2008, Ragtag Insurgency Gains a Lifeline From Al Qaeda, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01algeria.html# (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 280

Zemni, 2008: 17 281

Steinberg & Werenfells, 2007, te raadplegen via: http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 63: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

62

Algerije, waarvan 15 zelfmoordaanslagen en acht aanvallen op westerse doelwitten.282

Ook de

veiligheidsdiensten zouden evenwel hun successen blijven boeken door vrij regelmatig leden

te doden of arresteren.283

Qua doelstellingen is er niet veel gewijzigd, hoewel in theorie

gestreefd wordt naar een nieuw kalifaat dat alle moslims in de Arabische wereld moet

herenigen, waardoor alle regionale overheden een potentieel doelwit vormen en ook de

bevrijding van het ooit tot het islamitische rijk behorende Andalusië (Zuid-Spanje) beoogd

wordt.284

Dat de beweging zich nu richt op westerlingen en westerse belangen in de regio

heeft ook te maken met het waar maken van zijn nieuwe naam en nieuwe (globale, anti-

westerse) strijd, met het oogpunt zich te „verkopen‟ als een regionale vertegenwoordiger van

Al-Qaida en dus rekruten aan te trekken.285

De hoofddoelstelling blijft – dit valt alleen al af te

leiden uit de verhouding binnenlandse/buitenlandse aanslagen – evenwel het omverwerpen

van de Algerijnse staat en het vestigen van een islamitische staat, gebaseerd op de sjaria.

5.4.1. Verspreiding van het geografisch actieterrein

Door de aanslag van 11 april werd voor het eerst sinds de jaren 1990 het hart van het

stedelijke noorden van Algerije, opnieuw een doelwit. De meeste binnenlandse

terreuractiviteiten zouden zich echter nog steeds blijven concentreren in de tribale oostelijke

delen van Algerije, vooral de bergachtige streek rond Kabylië en Boumerdès (samen met

Algiers vormde dit zone 2 van de GSPC/AQIM), en de regio tegen de grens met Tunesië

(zone 5).286

Andere belangrijke bolwerken bleven tribale gebieden van het centrum, en

bergachtige regio‟s in het westen,287

hoewel deze laatste steeds minder belangrijk werden

mede door succes van de veiligheidsdiensten.288

282

Botha, 2009 (geen paginering) 283

Vaak geholpen door ex-leden die gearresteerd werden of ingingen op het amnestieaanbod. De

veiligheidsdiensten hebben zo hun inlichtingencapaciteit aanzienlijk kunnen verbeteren trouwens. Ook

Droukdal zou op dit vlak evenwel niet passief toekijken, zo zijn er gevallen bekend van ex-leden die

ingegaan zijn op de amnestieverlening, maar nadien AQIM terug zijn beginnen steunen of vergezellen.

Over Droukdal werd zelfs gezegd dat hij vier eenheden gecreëerd heeft met de speciale missie om

zopas bevrijdde militaten te rekruteren. (Botha, 2009 (geen paginering); Pham, 2011: 243) 284

Botha, 2009 (geen paginering) 285

Botha, 2009 (geen paginering) 286

Aan de grenzen is de politionele controle het zwakst en kan makkelijk over de landsgrenzen gereisd

worden. Het is ook al gemeld dat vanuit Tunesië chemicaliën werden binnengesmokkeld die dienen om

explosieven te maken. En aan de grens met Marokko zou ook gesmokkeld worden en zelfs sprake zijn

van het recent oprijzen in desolate grensgebieden (zoals Karkarat (Marokko), Oued El Naga en Akjoujt

(beide Mauritanië)) van radicale wahhabistische Koranscholen van Al-Mahdhara waar verschillende

nationaliteiten naartoe gaan, vooral vanuit Marokko en de Westelijke Sahara (maar er is alsnog geen

rechtstreekse link met AQIM). (Botha, 2009; Zemni, 2008: 16; Steinberg & Werenfels, 2007, te

raadplegen via: http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 287

Zemni, 2008: 16 288

Tussen januari 2007 en maart 2008 hebben veiligheidsdiensten succesvol opgetreden tegen

pogingen om fosfaten en geconcentreerde kunstmest te smokkelen in acht provincie, waarbij 50 ton zou

Page 64: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

63

Naast deze gebieden werd het zuiden van het land (zone 9) met zijn historische oude

smokkelroutes een steeds belangrijkere regio, inclusief grensregio‟s met Niger en Mali, wat

verband houdt met de economische fundering van de organisatie (cf. 6.3.).289

Een emir staat

aan het hoofd van elke zone, die verder onderverdeeld is in katibats (brigades/bataljons), die

verder onderverdeeld zijn in drie of vier fassilas (compagnies), die op hun beurt nog eens

onderverdeeld zijn in twee sarayas (pelotons) met elk 12-18 leden die vaak per 2 à 6 leden

samenwerken.290

Na de naamverandering kondigde Droukdal aan dat vier nieuwe basiszones

(Centraal (Algerije); Oosten (Tunisië); Zuiden (Sahel); en Westen (Mauritanië)) de bestaande

zones verving, waardoor hun regionale ambities bevestigd werden,291

hoewel de bestaande

zones toch leken behouden als substructuur.

Vanaf 2007 zou de westelijke Sahelregio het belangrijkste terrein van „internationale‟

terreuractiviteiten worden. Nadat Mauritanië al betrokken werd in de activiteiten van de

GSPC in 2005,292

hoewel Mokhtar Belmokhtar hiervoor verantwoordelijk was en daarom niet

zeker is of dit op de directieven was van Droukdal (cf. infra), werd vanaf 2007 de jihad

officieel uitgebreid naar het zuiden van Tunesië en zowat de hele westelijke Sahelregio.293

De

erg gemediatiseerde ontvoeringen van westerse toeristen en uitzendkrachten zijn ondertussen

berucht, maar ook minder „spectaculaire‟ activiteiten doen er zich voor zoals allerlei

„criminele‟ smokkelpraktijken, wat veel vragen doet oproepen over de aard, de bedoelingen

en de eensgezindheid van het leiderschap (zie 8.6.).

5.4.2. Nieuwe oorlogstactieken

De belangrijkste nieuwe oorlogstactieken zijn de „indiscriminatoire‟ zelfmoordaanslagen en

de focus op buitenlanders die werken in de olie- en gasindustrie alsook in de

ontwikkelingssector (de primaire focus bleven wel „nationale‟ doelwitten, zoals de

gevangen zijn van de provincies Souk Ahras, Tebessa en El Tarf in het oosten en de provincies Saida,

Mascara en Sidi Bel Abbes in het westen. (Botha, 2009 (geen paginering)) 289

Botha, 2009 (geen paginering) 290

Botha, 2009 (geen paginering); Pham, 2011: 247 291

Botha, 2009 (geen paginering) 292

Op 4 juni 2005 werden door de groep van Mokhtar Belmokhtar 15 soldaten gedood in een aanslag

op een militaire basis in Mreiti (Mauritanië). Vanaf 2007 zouden nog aanslagen volgen met op 24

december een aanval op een Franse familie nabij Aleg, op 30 december een aanval op een militaire

basis nabij Galaouia, op 31 januari 2008 een aanval op Israëlische ambassade in Nouakchott, en op 15

september 2008 werden door leden van AQIM 11 Mauritaanse soldaten met hun woestijngids gedood

nadat zij in een hinderlaag werden gelegd 70 km ten oosten van Zouerat (ze werden onthoofd

teruggevonden). (Botha, 2009 (geen paginering)) 293

Begin 2008 werd ook nog eens de Parijs-Dakarrally geboycot, die door Mauretanië en Mali liep. De

etappes werden geannuleerd na een verklaring (vermoedelijk uitgevaardigd door AQIM) die de race als

Page 65: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

64

veiligheidsdiensten).294

Zelfmoordaanslagen kwamen voordien niet voor, maar werden nu

gelegitimeerd door de ideologie van Al-Qaida, hoewel ze slechts voor een tiende van de

bomaanslagen zouden instaan in de eerste 18 maanden.295

Het uitdagen van buitenlanders die

in het land leven is erop gericht de kracht te tonen van de groep, de buitenlandse steun voor

het regime onder druk te zetten,296

maar mogelijk om loyaliteit te tonen aan Al-Qaida297

.298

In

feite is dit laatste een terugkeer naar de strategie van de GIA midden jaren 1990. De

zelfmoordaanslagen zijn vooral gericht tegen officiële gebouwen zoals legerbarakken,

politiekantoren of andere overheidsagentschappen, waarbij ook vaak burgerslachtoffers

vielen. Deze aanvallen worden uitgevoerd door een nieuwe generatie van jonge militanten die

vooral geïnteresseerd zijn in het vechten tegen de Amerikanen in Irak en vooral gerekruteerd

worden in de straatmoskeeën die niet gecontroleerd worden door de staat. Na hun training

worden ze echter meer en meer gevraagd aanvallen uit te voeren in het land zelf. 299

Typisch aan de nieuwe aanslagmethodes, waar ook bomauto‟s toe behoren, zijn hun

verhoogde symbolische aard omdat het gaat over prestigueuze publieke doelwitten. Dit leidde

niet per se tot een stijging van de operaties, maar wel tot een verhoogd aantal slachtoffers en

een verhoogde „spektakelwaarde‟, stijl „Al-Qaida‟. Het overnemen van een soort theatrale stijl

waarmee Al-Qaida „groot werd‟ is gericht op het krijgen van dezelfde grote belangstelling

waarmee het nieuwe rekruten hoopt aan te trekken. De twee bomaanslagen op 11 april 2007

in het centrum van Algiers waren een eerste voorbeeld. Op 6 september werd een aanslag in

Batna gepleegd net voor de komst van de president, waarbij 22 doden vielen, en twee dagen

later maakte een bomauto 28 doden in Dellys (de uitvoerder was een jongen van amper 15

jaar)300

. Op 11 december 2007 werden nog eens zelfmoordaanslagen gepleegd via twee op

elkaar afgestemde autobommen voor de Grondwettelijke Raad en VN-gebouwen in

verschillende wijken van Algiers. Er vielen 41 doden en meer honderd gewonden. AQIM

„neo-kolonialistisch‟ bestempelde en Mauritanië beschuldigde van samen te werken met „kruisvaarders,

afvalligen en ongelovigen‟. (Zemni, 2008: 16) 294

Botha, 2009 (geen paginering); Steinberg & Werenfells, 2007, te raadplegen via:

http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); Zemni, 2008: 16 295

Botha, 2009 (geen paginering) 296

Zemni, 2008: 16 297

Botha, 2009 (geen paginering) 298

Op 21 september 2008 pleegde AQIM een aanslag tegen „Franse kruisvaarders‟ die werkzaam

waren bij een Frans bedrijf in El Hammam Maala nabij Lakhdaria waarbij negen mensen gewond

werden, inclusief twee Fransen en een Italiaan. (Botha, 2009 (geen paginering); Zemni, 2008: 16) 299

De jonge militanten, vaak nog tieners, werden uitgesloten van het onderwijssysteem en komen uit

een verarmde omgeving en van de voorsteden van de hoofdstad waar de GSPC verschillende contacten

heeft. (Zemni, 2008: 16; Botha, 2009 (geen paginering)). 300

El Watan, 10/09/2007, Attentat suicide contre la caserne de Dellys (Boumerdès), te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=75952 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 66: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

65

noemde de VN „het internationale hol van ongelovigen‟ toen het de verantwoordelijkheid

opeiste.301

De symbolische elfste dag van de maand, verwees naar 9/11, hoewel na 2007 geen grote

aanslagen meer werden gepleegd op de elfste van de maand. De grootste aanslagen na 2007

vielen op: 19 augustus 2008 (43 doden na een zelfmoordaanslag op een politieschool in het

oosten van Algiers, en op dezelfde dag vielen 12 doden na een dubbele autobom gericht tegen

militairen in Bouira); 29 juli 2009 (14 doden na een aanval op een militair konvooi in het

noorden van Algerije); en 30 juni 2010 (11 gendarmes werden gedood in het zuiden van

Algerije).302

Ook buiten Algerije vielen er aanslagen plaats met op 4 juli 2009 tegen een

militair konvooi in Mali waarbij 28 soldaten gedood werden. Een maand later, op 8 augustus

2009, werd een zelfmoordaanslag gepleegd nabij de Franse ambassade waarbij drie

lichtgewonden vielen en een dode, de uitvoerder.303

„Elf april‟ en „elf december‟ waren twee grote morele klappen voor het Algerijnse volk. De

zelfmoordaanslagen, de hoofdstad die terug een terreurruimte werd en de burgerslachtoffers

(waarvoor Droukdal zich verontschuldigde)304

deden de volkssteun voor de GSPC/AQIM

slechts verder de dieperik in gaan. Het leidde er zelfs toe dat steeds meer mensen

sleutelinformatie verschaffen aan de veiligheidsdiensten dat tot de arrestatie leidde van

belangrijke leden.305

5.4.3. De mediatieke jihad

Het belangrijkste nieuwe middel om zich in de kijker te plaatsen werd het internet. Al in 2004

had Droukdal al een officiële website gelanceerd, maar men had toen nog niet de technische

vaardigheden, mede door de interne malaise, om er goed gebruik van te kunnen maken.306

Vanaf 2007 probeerde de beweging door het registreren van hun operaties en door het online

plaatsen van video‟s, in het bijzonder van hun aanvallen op buitenlandse werkkrachten, hun

301

Pham, 2011: 245; Botha, 2009 (geen paginering); Marret, 2011: 6; Zemni, 2008: 16-17 302

Marret, 2011: 6-7 303

Marret, 2011: 6-7 304

Droukdal beweerde dat de burgers die omkwamen in Batna politieagenten en militairen waren,

gekleed in burger. Droukdal beweert juist het volk te beschermen tegen de „zonen van Frankrijk‟ en de

„agenten van Amerika‟, en dat vergissingen kunnen voorvallen, maar „ongewild‟ zijn. (NYT,

01/07/2008, An Interview With Abdelmalek Droukdal, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01transcript-

droukdal.html?_r=1&scp=1&sq=droukdal&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 305

Botha, 2009 (geen paginering) 306

Soriano, 2007: 77-84

Page 67: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

66

media-aandacht flink vooruit te helpen.307

Het gebruik van multimediatechnologie (vooral het

internet) is een nieuwe component in de ideologische strijd van AQIM, door Soriano de

„Media Jihad‟ genoemd, waarmee het zich heeft afgestemd op de propagandamethodiek van

andere groepen die bindingen hebben met Al-Qaida.308

Het plaatsen van video‟s van

aanslagen op websites die banden hebben met Al-Qaida, heeft de beweging bovendien de

mogelijkheid gegeven nieuwe militanten makkelijker te rekruteren uit verschillende landen in

de regio.309

5.5. Interne verdeeldheid

De nieuwe tactieken en de samensmelting met Al-Qaida heeft de wanorde en de rivaliteit die

al aanwezig was binnen de beweging alleen maar versterkt. De beslissing om zich aan te

sluiten bij Al-Qaida zou Droukdal quasi unilateraal, met slechts twee van zijn naaste

medewerkers, hebben genomen, zelfs zonder medeweten van andere emirs, wat voor veel

wantrouwen zorgde binnen de beweging.310

Het gevolg was serieuze meningsverschillen,

interne splitsingen en deserteurs. Droukdal werd geconfronteerd met harde kritiek voor het

uitvoeren van aanvallen met explosieven op openbare plaatsen, het afpersen van burgers en

het terroriseren van moslims. Hassan Hattab had ook al de nieuwe methodes van de groep

afgekeurd en had Droukdel beschuldigd van het omvormen van Algerije in een tweede

Irak.311

Vooral de kwestie van de zelfmoordaanslagen heeft de islamistische gewapende

groepen – niet alleen AQIM – verdeeld. De meeste militanten zijn tegen deze „geïmporteerde‟

strategie, net als Korangeleerden die dit afkeurden als niet te rechtvaardigen in de islam.312

Droukdal kreeg ook veel kritiek voor het vervangen van ervaren leiders door minder ervaren

leiders, omdat hij hun loyaliteit in vraag stelde. Dit heeft geleid tot een lage moraal binnen de

organisatie, en heeft de interne afscheidingen in de hand gewerkt, waardoor de

eensgezindheid over de te volgen koers vervlogen is.313

Dit is een proces dat al sinds de

aanstelling van Droukdal bezig is. Hij verving toen onmiddellijk Mokhtar Belmokhtar als

307

Een van de eerste in zijn soort was een video die de verantwoordelijkheid opeiste van de aanslag in

december 2006 in Bouchaoui, waarbij de werknemers van het Halliburton-bedrijf werden geviseerd.

De video was voorzien van een introductie van al-Zawahiri. De stijl van de video‟s weerspiegelt ook

die van video‟s van jihadi‟s uit Irak in termen van muziek, Koranische citaten en het camerawerk.

(Pham, 2011: 246) 308

Soriano, 2007 309

Soriano, 2007; Zemni, 2008: 16-17; Pham, 2011: 245-246 310

El Watan, 01/08/2007, Reddition de Abou Mossaab, chef de la zone sahara du GSPC: Révélations

sur une organisation en déroute, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=73669 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 311

Zemni, 2008: 17 312

Zemni, 2008: 17 313

Botha, 2009 (geen paginering); Zemni, 2008: 17

Page 68: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

67

leidende emir van het zuiden (zone 9), door Yahia Djouadi (alias Abou Ammar).314

Droukdal

zou Mokhtar daarbij min of meer gedwongen hebben de Sahelstreek van Mali en Mauritanië

voor zijn rekening te nemen.

5.6. Reacties van de Algerijnse staat

Terwijl het volk snakt naar een definitief einde van het terrorisme, dat maar blijft aanslepen,

leek Bouteflika in een staat van ontkenning door consistent niets van zich te laten horen

telkens er een zware aanslag plaatsvond.315

In maart 2008 verklaarde Bouteflika zelfs aan

Reuters dat het terrorisme overwonnen was in Algerije, ondanks de „sporadische manifestatie‟

ervan.316

Dat de houding van Bouteflika geen hoop doet rijzen bij het volk over een einde van

de terreur, hoeft geen verder betoog.

Toch is het belangrijk te zeggen dat het Algerijnse leger wel degelijk intensieve operaties

uitvoert om de GSPC/AQIM uit te roeien. Vrij regelmatig duiken in de Algerijnse media

berichten op over geëlimineerde militanten, zij het nooit met velen tegelijk. Belangrijke

successen volgden zelfs in de herfst van 2007. In de nacht van 6 op 7 oktober werd de sinds

begin 2007 nieuwe emir van zone 2 (wegens zijn specialisatie in zelfmoordaanslagen) en

militaire raadgever van Droukdal, Abou Haïdara alias Redouane Fassila (alias Harigue

Zoheir), geëlimineerd.317

Net zoals over de vorige emir van zone 2 (Saâdaou) werd gezegd,

zou hij in feite het brein zijn geweest van de beweging, en niet Droukdal. Hij was trouwens de

architect van vele zelfmoordaanslagen, waaronder „elf april‟. Op 14 november 2007 volgde

een ander groot succes toen ook Abdelhamid Saâdaou (alias Abou El Haïthem), de

rechterhand van Droukdal en penningmeester van AQIM, geëlimineerd werd door het

leger.318

Nog geen week later zou nog een andere vertrouweling van Droukdal en emir van de

314

El Watan, 01/08/2007, Reddition de Abou Mossaab, chef de la zone sahara du GSPC: Révélations

sur une organisation en déroute, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=73669 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 315

El Watan, 13/12/2007, L‟énigmatique éclipse de Bouteflika, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=82695 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 316

NYT, 01/07/2008, Ragtag Insurgency Gains a Lifeline From Al Qaeda, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01algeria.html# (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 317

El Watan, 09/10/2007, L‟ Émir du centre pour le GSPC et deux de ses compagnons abattus: Il

préparait un attentat suicide à Alger à la veille de l‟Aïd, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=78009 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 318

El Watan, 17/11/2007, Le trésorier du GSPC éliminé à Tizi Ouzou, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=80749 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 69: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

68

hoofdstad, Abdelfatah Abou Bassir (alias Bouderbala Fateh), gearresteerd worden, waarbij

ook 800 kg aan explosieven in beslag werden genomen.319

Wat voor AQIM echter verontrustender was, was dat de uitschakeling van deze en andere

militanten, mede te danken was aan burgers die werken als informanten, en zelfs dankzij ex-

leden die na gratie via de amnestiewet, teruggekeerd waren naar de beweging als infiltranten

voor de staat.320

Daardoor is het wantrouwen enorm gestegen binnen AQIM, en bovendien

staat Droukdal door de eliminatie van bovengenoemde belangrijke vertrouwelingen, zwakker

dan ooit. De genadeklap voor de beweging bleef echter altijd uit.

319

El Watan, 20/11/2007, Opération spectaculaire des services de sécurité à Alger: Le chef du GSPC

pour la capitale arrêté, te raadplegen via: http://www-front.elwatan.com/archives/article.php?id=81026

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 320

El Watan, 20/11/2007, Opération spectaculaire des services de sécurité à Alger: Le chef du GSPC

pour la capitale arrêté, te raadplegen via: http://www-front.elwatan.com/archives/article.php?id=81026

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 70: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

69

6. Terreur, ontvoeringen en smokkel in de Sahel: de globaal-regionale jihad van AQIM

De meest interessante ontwikkelingen van AQIM doen zich ongetwijfeld voor in het zuiden

van Algerije, dat in de jaren 1990 nooit een belangrijk actieterrein was geweest, maar nu niet

meer los kan getrokken worden van de verspreiding van het actieterrein naar de hele

westelijke Sahelregio en grote delen van de westelijke Sahara. enerzijds is de oorzaak de

gewijzigde politieke motieven van de beweging, anderzijds spelen de economische motieven

ook een grote rol, aangezien AQIM er lucratieve activiteiten heeft ontdekt.

6.1. Ontvoeringen in de Sahel

Omdat de gijzelingsscrisis van 2003 vermoedelijk een aanzienlijke som geld opleverde, en

mogelijk in navolging van de ontvoeringen in Irak, ging AQIM vanaf begin 2008 over tot een

systematisering ervan. Als ware het een gat in de markt, volgden vanaf 2008 tot de dag van

vandaag vrij regelmatig ontvoeringen van westerse toeristen of uitzendkrachten plaats. Het

viseren van vooral Franse werknemers is tevens om aan de belangen van Frankrijk te raken en

zelfs politieke of andere eisen te kunnen stellen. Het actieterrein verspreidde zich van de

woestijngebieden van Mauritanië tot die van westelijk Niger.321

De meeste ontvoeringen

werden georganiseerd door de leidende emirs van het zuiden van Algerije en de nabije

Sahelregio, Yahia Djouadi en Abdelhamid Abou Zeïd, vaak met behulp van lokale

tussenpersonen (Toeareg). De grootste motivering lijkt echter niet de haat tegen westerlingen,

ondanks dat Frankrijk voortdurend bedreigd wordt in haar belangen, maar op de eerste plaats

het verkrijgen van financiële middelen (losgeld), en op de tweede plaats wellicht het creëren

van publiciteit (voor rekrutering).

Voor de ontvoeringen (terug) van start gingen vond op 24 december 2007 al een zeer brutale

aanval plaats tegen vijf Franse toeristen in Mauritanië waarbij vier Fransen doodgeschoten

werden.322

Tussen begin 2008 en eind 2010 vonden zeker acht ontvoeringen van westerlingen

en nog een raid plaats waarvoor AQIM de verantwoordelijk opeiste: een in Tunesië, drie in

Mauritanië; drie in Niger; een in Mali; en een op de grens tussen Mali en Niger.323

In twee

321

Vooral de grensdriehoek tussen Mali, Niger en Algerije is een veilige haven voor AQIM. De

ontvoerders van twee Oostenrijkse gijzelaars gebruikten de Zawakvallei in Mali. Yahia Djouadi

verbergde hen in het drielandengrensgebied totdat ze werden vrijgelaten. (Botha, 2009 (geen

paginering)) 322

Dit gebeurde in het zuiden van Mauritanië nabij Aleg, op een afgelegen weg in de woestijn. (RFI,

31/12/2007, Français assassinés: une enquête difficile, te raadplegen via:

http://www.rfi.fr/actufr/articles/096/article_60918.asp (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 323

Op 22 februari 2008 werden twee Oostenrijkse toeristen ontvoerd in Tunesië, die erna naar het

noorden van Mali werden gebracht en daar bevrijd werden op 31 oktober. Op 14 december 2008

werden twee Canadese VN-diplomaten ontvoerd in Niger, zij werden bevrijd in Mali op 21 april 2009.

Op 22 januari 2009 werden vier Europese toeristen, twee Zwitsers, een Duitser en een Brit ontvoerd op

Page 71: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

70

gevallen (Tunesië en Niger) werden de gijzelaars naar het noorden van Mali getransporteerd,

waar AQIM een veilige thuishaven lijkt te hebben. Twee keer werden de gijzelaars

geëxecuteerd, waardoor een Fransman en een Brit sneuvelde,324

terwijl de anderen (vaak

Fransen) werden bevrijd, dikwijls pas na vele maanden.325

De vrouw onder de vijf Fransen die

ontvoerd werden in september 2010 in Niger, werd samen met de twee Afrikaanse gijzelaars

bevrijd eind februari 2011,326

maar de anderen zijn nu (eind juli 2010) nog steeds niet bevrijd.

De reden dat zij nog steeds niet bevrijd zijn brengt ons bij de politieke eisen die recentelijk

een belangrijk onderdeel zijn geworden voor de onderhandelingen omtrent de vrijlating van

westerlingen. In ruil voor de vijf Franse en twee Afrikaanse gijzelaars die ontvoerd werden in

september 2010 in Niger (en naar Mali vervoert) eiste AQIM de terugtrekkking van de Franse

troepen uit Afghanistan, waarbij Droukdal de Franse regering trouwens opdroeg direct te

onderhandelen met bin Laden.327

Mogelijk werd ook de afschaffing van de Franse wet tegen

de grens tussen Mali en Niger. Op 31 mei werd de Brit (Edwin Dyer) geëxecuteerd (onthoofd) omdat

Londen zou geweigerd hebben een extermistische imam vrij te laten, de andere drie werden bevrijd in

april en juli. Op 23 juni 2009 werd een Amerikaanse humanitaire werker (Christopher Ervin) gedood in

Nouakchott (Mauritanië). In de nacht van 25 op 26 november 2009 werd een Franse

ontwikkelingswerker, Pierre Camatte, ontvoerd in een hotel in Ménaka in Mali, hij zou bevrijd worden

op 23 februari 2010 nadat in Mali vier AQIM-leden bevrijd werden. Hiervoor was Abou Zeïd

verantwoordelijk. Op 29 november 2009 werden in het noordwesten van Mauritanië drie Spaanse

humanitaire werkers ontvoerd op de weg van Nouadhibou naar Nouakchott. Een eerste gijzelaar werd

vrijgelaten op 10 maart 2010, de andere twee in augustus. Op 17 of 18 december 2009 werd in het

zuiden van Mauritanië een Italiaans-Burkinees koppel ontvoerd en later bevrijd op 16 april 2010. Op

19 april 2010 werd een Fransman, de humanitaire werker Michel Germaneau, ontvoerd in het

noordwesten van Niger nabij het dorp Iri-Abangharet, die geëxecuteerd werd in juli nadat Frankrijk

niet toegaf om gevangenen te bevrijden (en na een Frans-Mauritaanse raid op een AQIM-kamp tussen

Mauritanië en Mali waarbij zes terroristen omkwamen). Hiervoor was Abou Zeïd verantwoordelijk. Op

16 september 2010 werden weer in Niger 5 Franse werkkrachten, een van een Franse nuclaire groep,

Areva, en zijn vrouw, en drie van een filiaal van constructiebedrijf Vinci (Satom), samen met een

Togolees en een Malagassiër, in Arlit ontvoerd. Hierbij was een lid van de groep van Abou Zeïd

betrokken. (El Watan, 18/09/2010, Les regards braqués sur Al Qaîda au Maghreb Islamique, te

raadplegen via: http://www.elwatan.com/international/les-regards-braques-sur-al-qaida-au-maghreb-

islamique-18-09-2010-90542_112.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); El Watan, 24/10/2010, Les

enlèvements d‟étrangers au Sahel depuis 2008, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/reportage/les-enlevements-d-etrangers-au-sahel-depuis-2008-24-10-2010-

95984_117.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); RFI, 27/11/2009, Le Français enlevé au Mali était

un habitué de la région , te raadplegen via: http://www.rfi.fr/contenu/20091127-le-francais-enleve-

mali-etait-habitue-region (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); Marret, 2011: 5-7) 324

Hoewel ook is beweerd dat hij begin juli stierf aan een hartaanval. (Ennahar, 02/05/2011, Mohamed

Mokaddem, auteur de «La France et l‟islamisme armé», te raadplegen via:

http://www.ennaharonline.com/fr/news/7308.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 325

Na de ontvoering van vijf Fransen in september 2010 stuurde Frankrijk militaire vliegtuigen om de

ontvoerders op te sporen, wat ongetwijfeld een teken is van wantrouwen in de lokale overheden. (El

Watan, 20/09/2010, Des avions militaires français survolent le Sahel, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/dossier/des-avions-militaires-francais-survolent-le-sahel-20-09-2010-

90873_151.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 326

El Watan, 26/02/2011, Libération de trois otages, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/actualite/liberation-de-trois-otages-26-02-2011-113566_109.php (te

raadplegen via: 31/07/2011) 327

Droukdal zei dat er haast moest worden gemaakt en de terugtrekking volgens een precieze agenda

moest gebeuren die openbaar moest worden gemaakt. (El Watan, 20/11/2010, La France rejette les

Page 72: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

71

het publiekelijk dragen van de boerka geëist door Droukdal.328

Dit werd resoluut geweigerd

door president Sarkozy en toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken Alliot-Marie. De

specifieke eis in ruil voor de vrijlating van de zeven personen, waaronder bovengenoemde

vijf Fransen, toonde ook dat Droukdal meer doet dan lippendienst bewijzen aan Al-Qaida. De

GSPC „beloonde‟ hiermee als het ware Al-Qaida voor het overnemen van diens label, en

stelde nu ook politieke eisen die eigenlijk geen rechtstreeks belang hebben voor de groep zelf,

tenzij publiciteit.

Osama bin Laden dreigde in een audioboodschap uitgezonden op 27 oktober 2010, dat alle

Fransen een doelwit zouden vormen tenzij Frankrijk haar troepen uit Afghanistan terugtrok en

de wet op het verbod op het dragen van de boerka annuleerde.329

Bovendien stelde hij de

ontvoering door AQIM in september voor als een vergelding van Al-Qaida, waarop de

toenmalige Franse Minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner, laconiek verklaarde

dat bin Laden „opportunistisch‟ was en dat hij zelf niet meer de middelen had dit te doen.330

Bin Laden probeerde hiermee inderdaad ongetwijfeld zichzelf in de belangstelling te plaatsen,

maar het was ook zijn recht om de aanval op te eisen, de GSPC had immers zijn merk mogen

toe-eigenen.

Het grootste deel van de westelijke Sahara werd door de ontvoeringen nu daadwerkelijk een

space of terror, waar geen enkele buitenlander nog veilig leek. Voor elke bevrijding die

toegestaan werd, ontving wellicht AQIM hoge sommen losgeld, hoewel Europese overheden

meestal verklaarden er principieel tegen te zijn en er niet aan te zullen toegeven. Het hoogste

bedrag werd vermoedelijk door Spanje gegeven, met name acht miljoen euro om drie

onderdanen te bevrijden in maart en augustus 2009.331

exigences d‟AQMI, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/reportage/la-france-rejette-les-

exigences-d-aqmi-20-11-2010-99593_117.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 328

Eerst deed het gerucht de ronde dat de afschaffing van de Franse wet tegen de boerka werd geëist,

net als de bevrijding van enkele van hun kompanen die onder andere in Frankrijk en Mauritanië werden

vastgehouden, en zeven miljoen euro losgeld. Frankrijk weigerde toen over enige eisen commentaar te

geven. (El Watan, 13/10/2010, La burqa et sept millions d‟euros, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/actualite/la-burqa-et-sept-millions-d-euros-13-10-2010-94476_109.php (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)) 329

RFI, 27/10/2010, Oussama ben Laden s‟en prend directement à la France,

http://www.rfi.fr/france/20101027-oussama-ben-laden-s-prend-directement-france-0 (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011) 330

RFI, 28/10/2010, Bernard Kouchner réagit aux menaces d‟Oussama Ben Laden (audiofragment), te

beluisteren via: http://www.rfi.fr/emission/20101028-bernard-kouchner-reagit-menaces-oussama-ben-laden-herve-

morin-engagement-francais- (laatst beluisterd: 23/06/2011) 331

El Watan, 18/09/2010, L‟Espagne «adhère au principe» de l‟interdiction, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/actualite/l-espagne-adhere-au-principe-de-l-interdiction-18-09-2010-

90597_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 73: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

72

6.2. Compliciteit van de Toeareg?

De Toeareg die in Mali, Niger en Algerije vaak politiek gemarginaliseerd worden door de

centrale overheden, werden ook betrokken in de activiteiten van AQIM. Er zijn Toeareg die

samenwerken met AQIM en zelfs westerlingen ontvoeren en dan „doorverkopen‟ aan AQIM

(Toeareg waren betrokken bij de ontvoering van Michel Germaneau in Niger in april 2010, en

bij de ontvoering van 5 Franse werknemers in Niger in september 2010).332

Dit betekent niet

dat de Toeareggemeenschappen dit aanmoedigen, integendeel. Er zijn Toeareg die afhankelijk

zijn van de inkomsten uit toerisme en die de GSPC/AQIM niet gunstig gezind zijn.333

Er zijn

zelfs Toeareg die de wapens opnemen tegen AQIM.334

Diegenen die meewerken met AQIM –

de Toeareg kunnen zeer nuttig zijn voor AQIM gezien hun uitstekende terreinkennis335

– zijn

eerder „criminele‟ individuen die ook hun slag willen slaan. Lecocq verwoordde de

complexiteit en tezelfdertijd de eenvoudigheid over de betrokkenheid van de Toareg als volgt:

“Er zijn […] Toeareg die met AQIM samenwerken voor geld, er zijn Toeareg lid geworden

van AQIM uit overtuiging, er zijn Toeareg die tegen AQIM vechten, er zijn Toeareg die

bemiddelen tussen AQIM en andere partijen, er zijn Toeareg die voor AQIM toeristen

ontvoeren (dat is een soort markt geworden, AQIM zelf „koopt in‟ van lokale onscrupuleuzen

en „verkoopt door‟ voor „meerprijs‟ aan „Het westen‟), en er zijn er die tegen ontvoering voor

AQIM beschermen. Alles komt voor, en om het ingewikkelder te maken kunnen personen van

mening en handelingsrichting wijzigen. De ene dag tegen AQIM, de andere voor.”336

Dat de aanwezigheid van AQIM nog meer kwalijke gevolgen kent, werd duidelijk toen

gerapporteerd werd dat Nigerese Toeareg zelf een ontvoering van westerlingen op touw

hadden gezet met de politiek-economische eis om te delen in de inkomsten uit uranium.337

332

El Watan, 18/09/2010, Les regards braqués sur Al Qaîda au Maghreb Islami que, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/international/les-regards-braques-sur-al-qaida-au-maghreb-islamique-18-09-

2010-90542_112.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); Pham, 2011: 252 333

Lecocq & Schrijver, 2007: 162 334

Lecocq & Schrijver, 2007: 155-156; El Watan, 18/10/2010, Les ex-rebelles touareg se préparent à

pourchasser les terroristes, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/les-ex-rebelles-

touareg-se-preparent-a-pourchasser-les-terroristes-18-10-2010-95131_109.php (laatst geraadpleegd:

20/06/2011) 335

Het inschakelen van derden levert zelfs een extra voordeel op voor AQIM; indien gefaald wordt of

men gevangen genomen wordt, hebben autoriteiten er niet veel baat bij om te onderhandelen met

AQIM zelf. (Pham, 2011: 252) 336

Persoonlijke communicatie met Baz Lecocq, 06/06/2011 337

Op 22 juni 2008 werden in het noordwesten van Niger (regio Arlit) vier werknemers van Areva

ontvoerd door Toearegopstandelingen van de Mouvement des Nigériens pour la justice (MNJ). Drie

dagen later werden de gijzelaars bevrijd. (El Watan, 24/10/2010, Les enlèvements d‟étrangers au Sahel

depuis 2008, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/reportage/les-enlevements-d-etrangers-au-

sahel-depuis-2008-24-10-2010-95984_117.php (laatst geraadpleegd: 20/06/2011))

Page 74: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

73

6.3. Mokhar Belmokhtar: smokkel en de decentralisering van AQIM

Smokkel door AQIM gebeurt zowat aan alle Algerijnse grenzen, zowel de oostelijke als de

westelijke (vooral de wilaya‟s Tlemcen en Tebessa),338

maar vooral het zuiden in verbinding

met de overlappende Sahelregio werd steeds belangrijker in termen van economische

fundering. Daar haalt AQIM een belangrijk deel van zijn inkomsten uit het smokkelen van

sigaretten, wapens en drugs, handel in gestolen voertuigen, mensensmokkel alsook

belastingheffingen op smokkelaars die een veilige doorgang wensen door de Algerijnse

woestijn.339

Voor deze activiteiten werden allianties opgebouwd met „professionele‟

smokkelaars.340

Iemand die synoniem is geworden voor deze praktijken, maar eveneens voor

de interne malaise en de decentralisering van AQIM, is Mokhtar Belmokhtar (alias Mokhtar

ben Mokhtar, alias Lâaouar, alias Khaled Abou al-Abbas).341

Zowel voor de GIA als de GSPC was Belmokhtar (hoofd)emir van zone 9, dat steeds

belangrijker werd voor de toevoer van wapens en andere uitrustingen naar het noorden van

het land.342

Hij ontwikkelde er een omvangrijk smokkelnetwerk over grote delen van de Sahel

en Sahararegio van Zuid-Algerije, Noord-Mali en West-Niger. Hij zou controle hebben over

enkele belangrijke trans-Saharische routes en onder andere sigaretten, drugs en wapens

smokkelen voor enorme bedragen. Het stelen van voertuigen (4x4‟s) van Algerijnse

bedrijven, het smokkelen van illegale migranten (Afrikanen beneden de Sahara), en het heffen

van beschermingsbelastingen op andere smokkelaars die zijn regio doorkruisen, zijn andere

belangrijke activiteiten die hij al sinds de jaren 1990 onderneemt. Mokhtar en zijn el-

Moulathamine (Gemaskerde) Brigade voerde ook regelmatige aanvallen uit op de Algerijnse

338

Daar komt vooral de smokkel in antipersoonsmijnen, bommaterialen, ontstekingsmechanismen en

geweerpatronen voor. (Botha, 2009 (geen paginering)) 339

Zemni, 2008: 16 340

Botha, 2009 (geen paginering) 341

Andere bijnamen zijn „le parrain Marlboro‟ of „Mister Marlboro‟. Mokhtar werd in 1972 geboren

in of nabij Ghardaïa. Zijn bekendste bijnaam is Belmokhtar, afgeleid van Le Borgne of Belaouer

(„éénoog‟). Deze bijnamen zouden zijn afgeleid van een wonde die hij opgelopen zou hebben in

Afghanistan (of door trachoma). Na een militaire opleiding van anderhalf jaar in jihadikampen in

Afghanistan, waar hij al-Zarqawi zou ontmoet hebben, keerde hij eind 1992 terug naar Algerije om

zich erna aan te sluiten bij de GIA. In 1993 vestigde hij de eerste cel van de Shahada Katibat (het

Bataljon van de Martelaars) in Ghardaïa, dat zijn operationale reikwijdte naar de Sahelregio zou

uitbreiden en zo een deel werd van zone 9 van de GIA. Mokhtar werd ook een belangrijk medium

tussen bin Laden (Al-Qaida) en de Algerijnse jihadigroepen, althans zo beweert Mokhtar zelf. Hij zou

contact hebben gehad met bin Laden toen hij in Soedan verbleef. Hij zou toen de opdracht hebben

gehad financiële en educatieve steun te onderhandelen eind 1994. Ook bij de GSPC had Mokhtar

dezelfde mediërende rol. Mokhtar werd de contactpersoon voor zendelingen van Al-Qaida. Mokhtar

zorgde in 1999 ook voor het omleiden van de Parijs-Dakarrally om Niger te vermijden. (Black, 2009:

8-10; Keenan, 2009: 22-23; Pham, 2011: 246-247) 342

Zijn actieterrein verspreidt zich over de wilaya‟s van El Oued, Ouargla, Illizi, Tamanghasset en

Adrar. (Pham, 2011: 246-247)

Page 75: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

74

veiligheidsdiensten. Hij heeft steeds de Algerijnse autoriteiten kunnen ontwijken, want hem

de bijnaam „de ongrijpbare‟ heeft opgebracht.343

In 2003, nadat Hattab vervangen werd als leider, zou Mokhtar geleidelijk aan afstand nemen

van het centrale leiderschap, mede omdat hij niet gekozen werd als opvolger. Hij zou zich nog

meer losmaken van de beweging nadat de minder ervaren Droukdal leider werd en hem als

emir van zone 9 verving. Mokhtar zou sindsdien in een soort machtsstrijd verwikkelt zijn met

Droukdal en diens leiderschap ook bekritiseren. Daarmee lijkt hij zich ook onthecht te hebben

van de Algerijnse jihad en volgt hij zijn eigen visie van een jihad in de Sahara.344

Vanaf

midden 2005, zou hij zijn aandacht verschuiven naar Mauritanië, waar 100 à 150 militanten

onder zijn commando de legerbarakken van Lemgheity aanvielen, waarbij 15 Mauritaanse

soldaten omkwamen en 17 gewond raakten.345

Mokhtar zou zich hoe langer hoe meer concentreren op het consolideren van zijn machtsbasis

in de Sahelregio‟s van Algerije, Mali, Niger en Mauritanië. Een van de sleutels van Mokhtar‟s

succes is zijn verwantschap met enkele Toearegfamilies, wat hem acceptabel maakt voor

tenminste sommige Toeareg en hem ongetwijfeld makkelijkere toegang geeft tot

smokkelroutes. Hij zou getrouwd zijn met vier vrouwen van lokale Arabische en

Toeareggemeenschappen in het noorden van Mali. In 2003 zei een Malinese kolonel dat hij

een veilige thuishaven kreeg van de Toeareg als hij geen onrust zou veroorzaken in hun

gebied.346

Toch is Mokhtar‟s brigade reeds verwikkeld geraakt in vijandelijkheden met

bepaalde Toeareggemeenschappen, waaronder met Ibrahim Ag Bahanga‟s Alliance

Démocratique du 23 mai pour le Changement (ADC). Beide zijden leverden vuurgevechten

met elkaar in oktober 2006, nadat de ADC tegen de activiteiten van de GSPC protesteerde in

hun regio.347

Mokhtar zou dan wel onafhankelijker werken, maar zijn banden met AQIM nooit afsnijden.

Hij was de belangrijkste bevoorrader van wapens en ander materiaal vanuit het zuiden naar

het noorden van Algerije, maar lijkt dit ook te blijven. Er werd al gesuggereerd dat hij meer

geïnteresseerd is in zelfverrijking dan de Algerijnse jihad, maar ondanks zijn onthechting van

de GSPC/AQIM blijft hij een belangrijke bevoorrader voor de groep. In april 2009

bijvoorbeeld waren er meldingen dat Algerijnse veiligheidsdiensten in schermutselingen

343

Black, 2009: 8-10; Keenan, 2009: 22-23, 43-44; Pham, 2011: 246-247 344

Black, 2009: 8-9 345

Black, 2009: 9 346

Dit was na de vrijlating van de tweede groep gijzelaars in 2003. Mokhtar, die betrokken was bij de

onderhandelingen, zou van de gelegenheid gebruik gemaakt hebben om te huwen met een jonge

Malinese vrouw van een Arabische familie in Timboektoe. (Pham, 2011: 248-249)

Page 76: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

75

verwikkeld raakten met een eenheid van el-Moulathamine, waaronder Mokhtar. Zij zouden

toen Algerije zijn binnengekomen vanuit Libië om een wapenverkoop te onderhandelen met

een Nigerese smokkelaar.348

De veilige haven die Belmokhtar zich toeëigende in het Noorden

van Mali heeft AQIM ook toegelaten mobiele trainingskampe op te zetten die voorzien in de

opleiding van rekruten komend van over de hele West-Afrikaanse regio, en in principe ook

Europa.349

De laatste jaren is Mokhtar betrokken geweest in ontvoeringen van westerlingen, niet alleen

als uitvoerder, maar ook als tussenpartij in enkele onderhandelingen. Mokhtar onderhandelde

de vrijlating van twee Oostenrijkse gijzelaars in 2008 (ontvoerd in Tunesië en verplaatst naar

Noord-Mali), en hij onderhandelde ook de vrijlating van twee Canadese gijzelaars (ontvoerd

in Niger en ook verplaatst naar Noord-Mali). Mokhtar was telkens niet betrokken bij de

ontvoering zelf. Dat de gijzelaars werden bevrijd toonde enerzijds zijn enorme invloed en

positie, maar ook dat hij nog steeds banden onderhield met AQIM. In september 2008 zou hij

voorgesteld hebben de Oostenrijkse gijzelaars te wisselen voor losgeld en de vrijlating van

twee Mauritaanse gevangenen. In 2009 deed hij met de Canadese gijzelaars een gelijkaardig

voorstel. Toen zou hij het klaar hebben gespeeld 5 miljoen euro losgeld te krijgen alsook de

vrijlating van enkele militanten. Het feit dat de gijzelaars telkens naar Mali werden gebracht

om te onderhandelen doet vermoeden dat hij ook bevoorechte banden heeft met

hooggeplaatste leden van de Malinese overheid of de veiligheidsdiensten.350

Mokhtar zou ook in contact blijven met zijn opvolger als leidend emir van zuidelijk Algerije

(zone 9), Yahia Djouadi, alsook met Abdelhamid Abou Zeïd (alias Abid Hammadou),351

een

andere belangrijke en schijnbaar steeds autonomer functionerende emir in de naburige

Sahelregio (waar ook Djouadi actief is), waardoor hij met de operaties van AQIM in contact

blijft. In 2009 zou de Algerijnse regering een laatste waarschuwing hebben gegeven een

amnestieaanbod aan te nemen of dat hij anders geëlimineerd zou worden. Deze bedreigingen

en ook meldingen dat hij gedood zou zijn, blijven zich herhalen.352

Dat Mokhtar hierop in zou

gaan is twijfelichtig, omdat zijn machtsbasis zeer stevig lijkt en zonder twijfel over grote

347

Black, 2009: 10 348

Black, 2009: 10-11 349

Of er überhaupt echter Europeanen gerekruteerd werden is niet bekend. (Pham, 2011: 249) 350

Black, 2009: 8-11 351

Abou Zeïd is afkomstig van Ourgla in zuidelijk Algerije, was een vroege FIS-militant en sloot zich

aan bij de GIA met zijn broer Bachir die gedood werd in een gevecht met het leger midden jaren 1990.

Abou Zeïd is beschuldigd geweest betrokken te zijn in de ontvoering van verschillende westerlingen en

was verantwoordelijk voor de executie van de Britse gijzelaar Edwin Dyers in 2009, nadat Londen zijn

eis voor losgeld geweigerd had, alsook de vrijlating van een miltant. Hij plaatste zijn Tarek Ibn Ziad-

eenheid (genoemd naar de achtste eeuwse islamitische veroveraar van Visigotisch Spanje) onder bevel

van Belmokhtar toen hij de emir werd van zone 9 bij de GSPC in 1998. (Pham, 2011: 251)

Page 77: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

76

inkomsten beschikt. Mogelijk wacht hij zelfs een geschikt moment af om zelf het leiderschap

over AQIM te kunnen claimen.

Mokhtar werkt ook samen met zuivere bandieten. In het geval van de drie Spaanse

humanitaire werkers die ontvoerd werden in november 2010 toen hun konvooi in een

hinderlaag werd gelegd door een gewapende groep mannen in noordwestelijk Mauritanië,

eiste AQIM de verantwoordelijkheid op. Een onderzoek van de Mauritaanse

veiligheidsdiensten leidde echter naar Omar Sid‟Ahmed Ould Hamma, alias Omar le

Sahraoui, die gearresteerd werd in Mali in februari 2010 en uitgeleverd werd om terecht te

staan in Mauritanië.353

Le Sahraoui was echter geen lid van AQIM, maar was een huurling die

zijn diensten aanbood aan terroristen of smokkelaars. Hij zou ook tot Polisario behoord

hebben. Op zijn proces werd duidelijk dat hij betaald werd door Mokhtar om de aanslag te

organiseren en uit te voeren (met le Sahraoui werden nog tenminste drie andere Polisario-

veteranen opgerold).354

Ondertussen lijkt de drugshandel van Mokhtar en AQIM steeds prominenter te worden.

AQIM zou betrokken zijn in de groeiende drugssmokkel die over het operationele gebied van

Belmokhtar gaat. In oktober 2010 rolden de Marokkaanse autoriteiten een internationale

drugsbende op met banden naar Zuid-Amerikaanse kartels die cocaïne en marihuana

transporteren tussen Latijns-Amerika en Europa via Noord-Afrika. De Marokkaanse Minister

van Binnenlandse Zaken beweerde dat de smokkel een samenwerking was tussen

drugssmokkelaars en AQIM, en zei dat de terroristen geld verdienden door het gebruik van

hun kennis over woestijnroutes, en door het beschermen en vervoeren van de smokkelaars.

Een maand later werden door de Malinese autoriteiten zes drugssmokkelaars gearresteerd die

ze in verband brachten met een criminele bende die zichzelf aan AQIM had gebonden. De zes

smokkelaars kwamen uit de rangen van Polisario en zouden tot een van de drie grote

smokkelnetwerken hebben behooord die actief zijn in de Sahara en drugs verkopen aan

Europa. Of AQIM nu voluit betrokken is in smokkel en illegale traffiek is momenteel

voorwerp van debat, maar er is redelijk wat bewijs dat het samengewerkt heeft met

smokkelaars van cocaïne en andere smokkelwaar. AQIM is in ieder geval goed

352

Black, 2009: 11; Pham, 2011: 251 353

Erna werden opgepakt door de Mautitanische autoriteiten. (Pham, 2011: 249) 354

In juli werd na een lang proces Omar le Sahraoui veroordeeld tot 12 jaar hard labeur, maar werd

minder dan twee weken later vrijgelaten. Zijn vrijlating was deel van de prijs die AQIM vroeg in ruil

voor de twee Spaanse mannen die ze nog steeds vasthielden (de derde gijzelaar, een vrouw, werd

vrijgelaten in maart). Ondanks dat de Spaanse eerste minister Zapatero er geen commentaar over gaf

zou de Spaanse regering ook een hoge som losgeld overhandigd hebben. (Pham, 2011: 250-251)

Page 78: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

77

gepositioneerd om financieel te profiteren van de lucratieve illegale handelsnetwerken die

door de Sahara lopen.355

Belmokhtar en zijn brigade lijkt een onafhankelijke tak van AQIM te zijn geworden (ook al is

er samenwerking met andere emirs), en lijkt hij steeds meer bereid samen te werken met

personen die niet geïnteresseerd zijn in eender welke jihad, maar slechts uit zijn op

persoonlijk profijt, maar die Mokhtar kunnen helpen zijn tactische capaciteiten te verbeteren

en zijn strategisch bereik uit te uitbreiden.356

Maar ook de andere zuidelijke emirs zoals Abou

Zeïd tonen zich uiterst pragmatisch in het gebruik van de middelen die hen voorhanden zijn.

De operaties in de Sahel en Sahara krijgen door het aanwerven van ervaren huurlingen of

gidsen een doorgedreven professionaliteit. Hun ideologische toewijding lijkt echter van

onderschikt belang.357

6.4. Een space of terror voor de Amerikanen?

Door het „succes‟ van AQIM zouden we nog bijna vergeten dat er in de Sahelregio nog

Amerikaanse troepen rondlopen of op zijn minst de lokale troepen trainen. Hoewel de

westelijke Sahel sinds 2007 een space of terror is geworden voor zowat elke westerse toerist

en uitzendkracht, kan hetzelfde gezegd worden voor de Amerikaanse en lokale troepen. De

Amerikanen of de door Amerikanen opgeleide lokale troepen lijken er amper in te slagen om

AQIM te hinderen in hun activiteiten.358

De Sahel is voor hen daarom eveneens een potentiële

terreurruimte, niet (alleen) vanwege de aanwezigheid van AQIM of rebellerende Toeareg, wel

vanwege de terreur die het resultaat is van het klimaat (de hitte en droogte) van de Sahel, de

onmetelijke en „onoverzichtelijke‟ ruimtes, en de lokale gemeenschappen, de Toeareg, die

men qua taal en cultuur niet begrijpt, waaronder hun dynamieken van conflict en verzet die

als bedreigend kunnen worden geïnterpreteerd. De sociale ruimte van de westelijke Sahel

waar de Toeareg leven, wordt immers totaal verkeerd geïnterpreteerd. Deze regio wordt door

de Amerikanen beschouwd als een wetteloze zone waar zich illegale praktijken voordoen,

maar in werkelijkheid zijn er wel degelijk bestuursvormen en ongeschreven wetten die

opgelegd worden door Toeareggemeenschappen, en smokkelpraktijken zijn slechts

eeuwenoude handelsroutes die „illegaal‟ werden sinds de intrede van koloniale grenzen.359

355

Pham, 2011: 248-249 356

Pham, 2011: 249 357

Pham, 2011: 251 358

Succesjes zijn wel al geboekt, zoals in maart 2008 toen een AQIM-cel tussen Bamako en

Timboektoe opgedoekt werd door de Malinese veiligheidsdiensten. Abou Osama, een Afghaanse

veteraan werd toen gearresteerd. (Botha, 2009 (geen paginering))

Page 79: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

78

De Amerikaanse drang om deze illegaliteit aan banden te leggen, zou zeer destabiliserende

effecten kunnen hebben voor een wijdvertakt handelsnetwerk, en bijgevolg lokale families

kunnen bedreigen in hun levensonderhoud, wat zeer veel ongenoegen zou opwekken.360

Daarbij komt ook nog het feit dat lokale troepen gefrustreerd raken omdat de mobiele AQIM-

groepjes vaak door de mazen van het net glippen. Dit wekt op zijn beurt een stijgend

ongenoegen bij Toeareggemeenschappen, die hun leefwereld omgevormd zien in een

speelterrein voor allerlei „indringers‟,361

van terroristen tot „buitenlandse‟ (lees: niet-Toeareg)

militairen.

Dat de Amerikaanse special forces en hun opleidingen er niet in slagen het GSPC/AQIM-

terrorisme in de Sahel – dat pas in 2007 een onbetwistbaar feit werd – terug te dringen komt

volgens enkele waarnemers vanwege het feit dat zij uitsluitend berusten op hun militaire en

technologische superioriteit. Hun gebrek is dat ze geen kennis hebben over de lokale sociale

ruimte en ook niet geëngageerd zijn met de bewoners van de Sahara en daarom de data die ze

verzamelen (via onder meer herkenningsvliegtuigen) niet weten te interpreteren. De

Amerikaanse troepen vertrouwen enkel op de centrale overheid en diens leger, die zelf een

ontoereikende kennis hebben over de Toeareg en hen vijandig gezind kunnen zijn. Contact

met de Toeareg is moeilijk omdat de Amerikanen geen Tamasjek spreken, waardoor ze ook

geen toegang hebben tot vitale informatie waarover de Toeareg zonder twijfel beschikken. De

Amerikanen hebben geen toegang tot de radio trottoir, de lokale roddels, of zoals de Toereg

het noemen, de télégraphe saharien.362

359

Lecocq & Schrijver, 2007: 156-158 360

Lecocq & Schrijver, 2007: 158-159 361

Waartoe trouwens ook toeristen gerekend worden die geen gids en dus geen belastingen betalen om

hun gebied te betreden. (Lecocq & Schrijver, 2007: 153) 362

Lecocq & Schrijver, 2007: 161

Page 80: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

79

7. Obama en Bouteflika: een pragmatische relatie

7.1. Bracht Obama change in het terreurbeleid?

Het minste wat gezegd kan worden over Amerikaans president Barack Obama is dat de wijze

waarop hij communiceerde over de strijd tegen Al-Qaida een enorme stijlbreuk betekende

met zijn voorganger Bush. In zijn inauguratierede had de nieuwe Amerikaanse president

Barack Obama het niet over „terroristen‟ of „Al-Qaida‟, maar stelde slechts: “[o]ur nation is

at war against a farer reaching network of violence and hatred”.363

„Een verder reikend

netwerk‟ was natuurlijk een verkeerde voorstelling van hoe het jihaditerrorisme zich de

laatste jaren geëvolueerd had. Deze verkeerde interpretatie werd nog duidelijker toen Obama

begin juni 2009 op een zeer belangrijk bezoek aan Caïro (en „de Arabische wereld‟) zei: “they

[Al-Qaeda] have affiliates in many countries and are trying to expand their reach”.364

Ook

voor Obama leek dus Al-Qaida het centrum van het terrorisme te zijn, van waaruit de takken

zich verspreiden naar andere landen. Dit heeft belangrijke consequenties. Het betekent

immers dat Obama, net als Bush, de mogelijkheid leek uit te sluiten dat AQIM365

haar wortels

had in Algerije en dat de leden (oorspronkelijk) Algerijnse „opstandelingen‟ waren tegen wat

werd beschouwd als een onrechtvaardige Algerijnse staat.

Zich bewust van de stigmatisering waaronder moslims sinds 9/11 te lijden hadden zei hij ook

in zijn inauguratierede: “[…] we are a nation of Christians and Muslims, Jews and Hindus,

and non-believers”. Overigens maakte Obama wel duidelijk dat hij wenste dat de VS de leider

van de wereld bleven, maar: “[t]o the Muslim world we seek a new way forward, based on

mutual interests and mutual respect”.366

Obama wilde duidelijk af van de oorlogs- en kruisvaardersretoriek van zijn voorganger Bush

als het ging om de strijd tegen het internationale jihaditerrorisme. Obama zou niet meer

363

Obama‟s inaugurele voordracht, 20 januari 2009, te bekijken via:

http://video.nytimes.com/video/2009/01/20/us/1231545769118/president-obamas-inaugural-

speech.html (laatst bekeken: 01/06/2011) 364

Obama‟s toespraak in Caïro, 04/06/2009, te bekijken via: http://www.youtube.com/watch?feature=iv&v=NaxZPiiKyMw&annotation_id=annotation_54394 (laatst bekeken: 17/06/2011) 365

In principe weten we niet welke organisaties Obama bedoelde, maar gezien AQIM verder weg ligt

van Afghanistan/Pakistan dan vele andere organisaties, het slechts in 2007 „ontstond‟, en al erg veel

media-aandacht kreeg, bedoelde hij ongetwijfeld (onder andere) deze organisatie. 366

Obama‟s inaugurele voordracht, 20 januari 2009, te bekijken via:

http://video.nytimes.com/video/2009/01/20/us/1231545769118/president-obamas-inaugural-

speech.html (laatst bekeken: 01/06/2011)

Page 81: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

80

spreken over de War on Terror, maar over de „Overseas Contingency Operation‟.367

Evenmin

nam de nieuwe president nog de term crusade in de mond.368

In de plaats daarvan probeerde

Obama genuanceerder en minder polariserend te spreken over alles wat met jihaditerrorisme

te maken had en hij trachtte onder andere via zijn bezoek aan Caïro de band met de Arabische

wereld te herstellen. In Caïro benadrukte hij dat “America is not at war with islam, islam is a

part of America”.369

Naast de verzoenende en meer empathische stijl van Obama, trad er evenwel weinig

verandering op inzake de militaire operaties. De verschillende fronten in de strijd tegen

internationale terreur bleven behouden, waaronder ook het contraterrorismeprogramma, het

TSCTP, in de westelijke Sahel/Sahara. Ook in de relatie met Algerije veranderde

aanvankelijk weinig. De goede banden zorgde voor een positieve continuïteit, ondanks dat

Bouteflika binnenlands kritiek bleef krijgen, vooral toen de geruchten de ronde deden dat

Bouteflika de grondwet wilde wijzigen om voor een derde keer tot president herkozen te

kunnen worden. Pijnlijk voorval voor de VS was wel de beschuldiging van het CIA-hoofd in

Algiers, Andrew Warren, van de verkrachting van een gedrogeerde Algerijnse vrouw in

februari 2008, wat een paar dagen voor de inauguratierede van Obama bekend werd via ABC

News.370

Warren zou op 23 maart 2011 veroordeeld worden tot 65 maanden

gevangenisstraf.371

7.2. Bouteflika, de kleine dictator

Interessant was ook wat Obama zei in Caïro over democratisering in het Midden-Oosten.

Anders dan Bush maakte hij duidelijk dat er volgens hem nog heel wat vooruitgang moest

volgen:

“government of the people and by the people sets a single standard for all who would hold

power: you must maintain your power through consent, not coercion; you must respect the

rights of minorities, and participate with a spirit of tolerance and compromise; you must place

367

Wat moeilijk te vertalen valt, maar iets betekent in de zin van: Overzeese Operatie inzake Moeilijke

Gebeurtenissen. 368

(Smith, 2010b: 193-222) 369

Obama‟s toespraak in Caïro, 04/06/2009, te bekijken via:

http://www.youtube.com/watch?feature=iv&v=NaxZPiiKyMw&annotation_id=annotation_54394

(laatst bekeken: 17/06/2011) 370

Le Sueur, 2010: 88; El Watan, 31/01/2009, Un agent de la CIA impliqué dans le viol de deux

algériennes : Sexe, viols et vidéos à l‟ambassade des USA à Alger, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=115548 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 371

El Watan, 07/05/2011, L‟ex-chef de la CIA en Al gérie, condamné à 5 ans pour viol, te raadplegen

via: http://www.elwatan.com/weekend/7jours/l-ex-chef-de-la-cia-en-algerie-condamne-a-5-ans-pour-

viol-29-04-2011-122491_178.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 82: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

81

the interests of your people and the legitimate workings of the political process above your

party. Without these ingredients, elections alone do not make true democracy.”372

Dit was een boodschap die voor meerdere landen kon gelden, maar Algerije was er zeker één

van. Op 29 oktober 2008, enkele dagen voordat Obama verkozen werd tot president, had

Bouteflika aangekondigd dat hij grondwetsartikel 77 zou aanpassen om een derde

presidentstermijn te kunnen nastreven in 2009. Hiermee maakte de toen 71-jarige president

een einde aan al het gespeculeer dat al maanden bezig was. Bouteflika beweerde dat deze

wetswijziging nodig was om de nationale veiligheid en de politieke continuïteit te verzekeren.

De wijzigingen zouden niet eerst in een referendum worden voorgelegd, wat veelzeggend was

over het vertrouwen van Bouteflika in de steun hiervoor bij het volk. Op 3 november werden

de wijzigingen goedgekeurd door zijn kabinet. Voortaan zou ook de eerste minister niet meer

door het parlement, maar door de president worden aangduid. Op 12 november werden de

wijzigingen door beide kamers met een overweldigende meerderheid goedgekeurd. Vanaf nu

was het aantal presidentstermijnen niet meer gelimiteerd. Saïd Sadi (RCD) noemde de

wijzigingen een „vermomde staatsgreep‟. Op 9 april 2009 werd Bouteflika herkozen als

president door meer dan 90 procent van de stemmen. Tweede, op grote afstand, werd Louisa

Hanoune (PT) met 4 procent van de stemmen.373

Bouteflika heeft met deze zet de formele democratische ruimte quasi volledig uitgehold, maar

ook op het internationale vlak ging het imago van het Algerijnse regime terug achteruit.

Algerije slaagde er immers niet in het geweld definitief te beëindigen in eigen land, en

slaagde er in de stroeve samenwerking met de andere betrokken landen (Mali, Niger en het

instabiele Mauritanië),374

al helemaal niet in te voorkomen dat de Sahel in vele westerse ogen

een tweede Afghanistan, een tweede veilige haven voor „terroristen‟ werd.375

7.3. De impact van de Arabische Lente

De aanleiding voor de onrust en de stroom van protesten tegen de sociaal-economische

toestand vanaf januari 2011 waren de gestegen prijzen voor basisvoedingsmiddelen (die de

372

Obama‟s toespraak in Caïro, 04/06/2009, te bekijken via: http://www.youtube.com/watch?feature=iv&v=NaxZPiiKyMw&annotation_id=annotation_54394 (laatst bekeken: 17/06/2011) 373

Le Sueur, 2010: 94-96 374

El Watan, 23/09/2010, Le chaudron sahélien, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/actualite/le-chaudron-sahelien-23-09-2010-91424_109.php (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011) 375

Wat niet betekent dat kleine successen niet geboekt werden. In maart 2008 werd een cel van AQIM

tussen Bamako en Timboektoe opgebroken door de Malinese veiligheidsdiensten. (Botha, 2009 (geen

paginering))

Page 83: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

82

jaren ervoor ook elke winter de hoogte ingingen). De regering nam snel maatregelen om de

prijzen te drukken door de tijdelijke opheffing van douanerechten en de BTW.376

De

onderhuidse spanningen waren er bij de jeugd echter niet door weg te nemen, de echte reden

voor de onrust was immers de nog steeds hoge werkloosheid onder de jeugd. De algemene

werkloosheid was eind 2010 teruggedrongen tot 9,9 procent,377

maar de werkloosheid onder

de jeugd zou nog 21 procent zijn.378

Het aantal mensen dat onder de armoedegrens leefde lag

nog rond 20 procent.

Bij de jeugd leeft er bovendien nog steeds de perceptie dat de gigantische gas- en

olierijkdommen van het land slechts bestemd zijn voor een bevoordeelde elite. De groei van

de gasproductie is de laatste tien jaar alleen maar gestegen, net als de inkomsten uit olie,

mede dankzij de enorme stijgingen de laatste drie jaar (2008-2011). Dat dit niet heeft geleid

tot het creëren van voldoende jobs, is een frustratie die ook Droukdal ten volle tracht te

bespelen.379

De stijgende staatsinkomsten gingen ook niet gepaard met een diversificatie van

de economie en de staat heeft de laatste jaren de neiging gehad om importen te beperken.380

De stroom van protesten die vanaf januari 2011 de straten van Algerije overspoelden, ging

niet toevallig gepaard met protesten in andere landen van Noord-Afrika, Tunesië en Egypte,

waar respectievelijk in januari en februari 2011 de presidenten door het volk gedwongen

werden af te treden. Ook in Algerije kwamen duizenden jongeren op straat om te protesteren

tegen het dure leven en het gebrek aan werk. Daarnaast kwamen ook allerlei subgroepen op

straat betogen met een specieke eisenplatform, waaronder de openbare ambtenaren. Westerse

journalisten gewaagden zich aan een voorspelling van een domino-effect waarbij Algerije wel

eens het volgende land van de „revolutie‟ zou kunnen worden. Maar anders dan Tunesië of

Egypte werd in Algerije elk groepje van pakweg 100 vreedzame betogers opgewacht door

duizenden antioproerpolitieagenten met waaiende stokken. El Watan berekende dat tussen

376

IMF Survey online, Algeria Should Reduce Reliance on Oil, Create More Jobs, Says IMF, 26

januari 2011, te raadplegen via: http://www.imf.org/external/pubs/ft/survey/so/2011/int012611a.htm

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 377

CIA, Algeria, The World Factbook, laatst geüpdatet 09/06/2011, te raadplegen via:

https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/ag.html (laatst geraadpleegd:

20/06/2011) 378

IMF Survey online, Algeria Should Reduce Reliance on Oil, Create More Jobs, Says IMF, 26

januari 2011, te raadplegen via: http://www.imf.org/external/pubs/ft/survey/so/2011/int012611a.htm

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 379

Droukdal in het interview met de NYT-journalist in 2008: “This is the greatest kind of crime and

theft against our nation, and among the greatest methods of looting and robbery that these robber

governments are characterized with. The country is floating over a sea of oil and gas.” (NYT,

01/07/2008, te raadplegen via: http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01transcript-

droukdal.html?_r=1&scp=1&sq=droukdal&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011))

Page 84: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

83

begin januari en eind mei 2011 door de antioproerpolitie maar liefst 2.777 operaties werden

uitgevoerd.381

Dit zijn er gemiddeld 18 per dag. In navolging van de wanhopige Tunesische

jongen die zichzelf in december 2010 in brand stak en later overleed, deden in de eerste

maanden van 2011 tientallen Algerijnse jongeren en volwassenen hetzelfde uit wanhoop en

protest tegen de sociaal-economische toestand, met minstens vier dodelijke aflopen.382

De

straatprotesten tegen de verloederde sociaal-economische toestanden flakkerden recentelijk,

tijdens de maand juli, opnieuw op.383

Nadat de regimes – of althans de kopstukken – vielen in Tunesië en Egypte riep Washington

ook steeds meer Algiers op tot politieke veranderingen. Bouteflika zelf liet heel lang niets van

zich horen wat op zich al veelbetekenend was. Consternatie brak echter uit toen de Algerijnse

minister van Buitenlandse Zaken, Mourad Medelci, op 14 februari zei dat slechts

„minderheden‟ politieke veranderingen vroegen in Algerije, in tegenstelling tot Tunesië of

Egypte.384

Na een lange mediastilte deed Bouteflika een „toegeving‟ en hefte hij op 23

februari de noodtoestand op die sinds 9 februari 1992 van kracht was geweest. Ironisch

genoeg was toen de noodtoestand geïnstalleerd om de orde te bewaren, terwijl in maart de

protesten nog volop woedden. Hoewel hierdoor de persvrijheid normaal gezien moet

toenemen, moet de grondwet ook bekeken worden als een instrument van het regime, zoals al

bleek met Bouteflika‟s wijziging ervan om een derde maal verkozen te kunnen worden als

president. Het opheffen van de noodwet had dus vooral een symbolische waarde, een geste

voor het Westen. Massale consternatie brak weer eens uit toen eerste minister Ouyahia op 30

maart verklaarde dat de situatie in Algerije geen politieke, maar slechts een sociale crisis was

en dus niet vroeg om “un changement de système politique”.385

380

IMF Survey online, Algeria Should Reduce Reliance on Oil, Create More Jobs, Says IMF, 26

januari 2011, te raadplegen via: http://www.imf.org/external/pubs/ft/survey/so/2011/int012611a.htm

(laatst geraadpleegd: 18/06/2011) 381

El Watan, 09/06/2011, BRIGADES ANTIÉMEUTE: Une intervention toutes

les deux heures depuis janvier, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/pdf/telecharger.php?dir=JOURNAL&file=20110609.pdf (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 382

El Watan, 21/01/2011, Immolation : Je brûle, donc je suis, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/weekend/7jours/immolation-je-brule-donc-je-suis-21-01-2011-

108133_178.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 383

El Watan, 22/07/2011, La protestation se propage et se radicalise, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/weekend/contrechamps/la-protestation-se-propage-et-se-radicalise-22-07-

2011-133580_184.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 384

El Watan, 14/02/2011, Mourad Medelci : “Des mouvements minoritaires” réclament le changement

du système !, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/mourad-medelci-des-mouvements-

minoritaires-reclament-le-changement-du-systeme-14-02-2011-111733_109.php (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 385

El Watan, 31/03/2011, Ahmed Ouyahia : La situation en Algérie ne nécessite pas “un changement

de système politique”, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/ahmed-ouyahia-la-

situation-en-algerie-ne-necessite-pas-un-changement-de-systeme-politique-31-03-2011-

118514_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 85: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

84

De Obama administratie voelde aan dat indien beantwoord moest worden aan de idealen die

in Caïro gepredikt werden, nu in het kader van de „Arabische revoluties‟ de zachte kritiek

voor autoritaire regimes opgeschroefd en geëxpliciteerd moest worden. Minister van

Buitenlandse Zaken Hillary Clinton riep al op 17 januari vanuit Tunis op voor een „grotere

ruimte‟ voor de oppositie en het politiek debat in Algerije. President Obama feliciteerde in

een geschreven communiqué de Algerijnse regering voor de belangrijke maatregel van het

opheffen van de noodtoestand, en beschouwde het als een positief teken, maar wachtte ook

naar eigen zeggen „ongeduldig‟ op bijkomende maatregelen ten behoeve van de „vrije

meningsuiting, vrijheid van vereniging en bijeenkomst‟.386

William Burns, Onderminister van

Buitenlandse Zaken, zou normaal een tweedaags bezoek hebben gebracht aan Algiers (in een

tournee door de regio) om er te spreken met Bouteflika, maar dit werden uiteindelijk op 25

februari slechts enkele uren, wegens een dringende bijeenkomst in Europa over Libië waar er

een burgeroorlog was uitgebroken.387

Burns sprak over het opheffen van de noodtoestand als

een positief engagement, maar zei ook dat zo vroeg en duidelijk mogelijk moest tegemoet

gekomen worden aan de aspiraties van de opstandelingen in het Midden-Oosten.388

Ook

benadrukte hij de noodzaak van jobs, behuizing en onderwijs waaraan snel voldaan moest

worden. Op 4 maart volgde echter een ander, minder opzichtig bezoek van Daniel Benjamin,

coördinator voor het contraterrorismebeleid in het Amerikaans Ministerie van Buitenlandse

Zaken. Dat hij kwam spreken over de strijd tegen het terrorisme, doet vermoeden dat de

Amerikaanse regering alles behalve zat te wachten op al te bruuske politieke veranderingen,

met een mogelijke (verdere) destabilisering van de regio tot gevolg.389

7.4. Recente ontwikkelingen binnen AQIM

AQIM bleef succesvol aanslagen uitvoeren in het noorden van Algerije in de eerste helft van

2011. Ook de ontvoeringen in de Sahel gingen door in 2011 met twee jonge Fransen die op 7

januari in een restaurant in het hart van Niamey (Niger) werden ontvoerd en die na een

mislukte Frans-Nigerese raid het leven lieten (één zou gedood zijn door de raid, de andere

386

El Watan, 26/02/2011, Qualifiant la levée de l‟état d‟urgence «d‟engagement positif»: Washington

appelle à d‟autres mesures, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/washington-appelle-a-

d-autres-mesures-26-02-2011-113503_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 387

El Watan, 26/02/2011, Qualifiant la levée de l‟état d‟urgence «d‟engagement positif»: Washington

appelle à d‟autres mesures, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/washington-appelle-a-

d-autres-mesures-26-02-2011-113503_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 388

Het Midden-Oosten is voor Amerikanen inclusief Noord-Afrika. 389

El Watan, 03/03/2011, Daniel Benjamin du département d‟état à Alger : Le sens caché d‟une visite,

te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/daniel-benjamin-du-departement-d-etat-a-alger-le-

sens-cache-d-une-visite-03-03-2011-114390_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 86: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

85

werd door AQIM geëxecuteerd).390

Dat AQIM nu ook al in staat is operaties uit te voeren in

de hoofdstad van Niger, wat de beweging trouwens steeds meer publiciteit oplevert, baart

zorgen en is een belangrijke ontwikkeling. Buiten het feit dat dit voor AQIM een bijzonder

risicovolle operatie was (vier van het dozijn ontvoerders werden gedood, drie

gevangengennomen),391

is de terreurdreiging nu verplaatst van „desolate‟, „ongecontroleerde‟

grensregio‟s naar een „dichtbevolkte‟ en „gecontroleerde‟ hoofdstad. De boodschap is

duidelijk: Franse/westerse burgers zijn nergens meer veilig. Dat dit zijn effect heeft en het

klimaat van terreur doet aanscherpen, wordt bewezen door Franse reisbureau‟s die de regio

als bestemming annuleren, en het advies van het Frans Ministerie van Buitenlandse Zaken om

reizen naar Niger, Mali en Mauritanië te vermijden vanwege de terreurdreiging.392

Elke

Franse/westerse burger in de westelijke Sahel kan nu schijnbaar eender waar het slachtoffer

worden van een ontvoering, wat velen zal doen twijfelen om al dan niet te vertrekken. AQIM

schaadt hiermee aanzienlijk de belangen van Europeanen, al is de vraag natuurlijk of AQIM

deze „stunt‟ kan herhalen. Indien ja, dan wordt AQIM een grotere bedreiging voor de

Franse/westerse belangen in de regio dan ooit het geval was. De rol en invloed van de

Amerikanen lijkt ondertussen steeds meer naar de achtergrond te verdwijnen, ten voordele

van Frankrijk dat het openlijk sturen van speciale troepen (voor het redden van onderdanen),

makkelijker kan rechtvaardigen.

De laatste ontvoering door AQIM die tot dusver gerapporteerd werd gebeurde op 2 februari

2011. Toen werd een Italiaanse toeriste ontvoerd in de regio van Djanet (Zuid-Algerije), de

eerste ontvoering van een westerling(e) in Algerije zelf (sinds 2003).393

Zij is nog steeds (eind

juli 2011) gevangen. Voor de vier overblijvende Fransen (eind februari werd de Française

vrijgelaten) die ontvoerd werden in september 2010 in Niger, werd in maart 2011 bekend dat

AQIM maar liefst „minstens‟ negentig miljoen euro eiste voor hun bevrijding, alsook de

390

Een van de Fransen ging op de dag van zijn dood trouwen met zijn Nigerese verloofde, de andere

Fransman was overgevlogen uit Frankrijk om te assisteren met het huwelijk. AQIM verklaarde achteraf

dat een gijzelaar gedood werd door kogels van de Franse militairen en dat zij de andere gijzelaar

hadden doodgeschoten. (RFI, 15/01/2011, Mort des otages au Niger: AQMI ne reconnaît être l‟auteur

que d‟une éxecution, te raadplegen via: http://www.rfi.fr/afrique/20110115-mort-otages-francais-mali-

aqmi-reconnait-etre-auteur-une-execution (laatst geraadpleegd: 31/07/2011); RFI, 08/01/2011, Deux

Français enlevés au Niger: les premiers témoignages, http://www.rfi.fr/afrique/20110108-deux-

francais-enleves-niger (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)) 391

RFI, 11/01/2011, Au Niger, Alain Juppé appelle les Français à la vigilance, te raadplegen via:

http://www.rfi.fr/afrique/20110110-alain-juppe-rencontre-francais-niger (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 392

RFI, 12/01/2011, Alerte rouge sur les voyages au Sahel, te raadplegen via:

http://www.rfi.fr/emission/20110112-alerte-rouge-voyages-sahel (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 393

RFI, 18/02/2011, L‟Italienne enlevée en Algérie dit être aux mains d‟Aqmi,

http://www.rfi.fr/afrique/20110218-italienne-enlevee-algerie-dit-etre-mains-aqmi (laatst geraadpleegd:

23/06/2011)

Page 87: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

86

bevrijding van AQIM-gevangenen in meerdere landen waaronder Frankrijk.394

Dit werd

geweigerd door de Franse minister van Buitenlandse Zaken, Alain Juppé.395

De eis tot het

terugtrekken van de Franse troepen uit Afghanistan werd ook nog herhaaldelijk geuit.396

Ondertussen (eind juli 2011) zijn de vier Fransen al bijna tien maanden in gevangenschap,

wat de langste gijzeling door AQIM wordt.397

Andere acties in de Sahel dan ontvoeringen kwamen ook voor. Op 5 januari 2011 deed een

Tunesische man een gasfles ontploffen voor de Franse ambassade in Bamako (Mali),

waardoor twee gewonden vielen en waarna de dader gearresteerd werd.398

Vermoed werd dat

hij lid was van AQIM. In 2010 werd trouwens ook door de Burkinese autoriteiten

gewaarschuwd voor mogelijke ontvoeringen van westerlingen door AQIM. In juli 2010 riep

de Amerikaanse ambassade zijn onderdanen, aanwezig in het noorden van Burkina Faso, naar

de hoofdstad,399

en in augustus verlieten 25 Fransen het oosten van het land vanwege AQIM-

dreigementen.400

Tot nu toe heeft AQIM er echter geen acties ondernomen, en merkwaardig

genoeg kwamen de waarschuwingen niet oorspronkelijk van Ouagadougou, maar van de

Amerikanen zelf, mogelijk om de regionale contraterreursamenwerking tussen de

Sahellanden (zonder de VS) te hinderen.401

Ondertussen blijft AQIM rekruten aantrekken van steeds verder afgelegen landen. Toen begin

2011 twaalf AQIM-militanten (drie Mauritaniërs, negen Algerijnen) werden gearresteerd in

de bergen van Batna door de Algerijnse veiligheidsdiensten (en een groot arsenaal wapens

werd in beslag genomen), werden dankzij verhoringen gegevens verzameld over 211

394

El Watan, 21/03/2011, Otages français au Niger: Aqmi veut «au moins 90 millions d‟euros» de

rançon, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/international/otages-francais-au-niger-aqmi-veut-

au-moins-90-millions-d-euros-de-rancon-21-03-2011-117046_112.php (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 395

Africa Research Bulletin, Mali – France: Hostage Demands, in: Africa Research Bulletin: Political,

Social and Cultural Series, Volume 48, Issue 3, April 2011, page 18782C 396

RFI, 27/04/2011, Chronologie de l‟enlèvement des otages français au Niger par Aqmi, laatste

aanpassing op 17 mei 2011, te raadplegen via: http://www.rfi.fr/afrique/20110427-chronologie-

enlevement-otages-francais-niger-aqmi (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 397

Sarkozy kondigde in navolging van de VS eind juni 2011 en nogmaals midden juli aan dat eind

2011-begin 2012 ging gestart worden met de geleidelijke terugtrekking van de Franse troepen, maar het

is uitgesloten dat dit onder druk van AQIM gebeurde. 398

RFI, 06/01/2011, Explosion devant l‟ambassade de France au Mali, te raadplegen via:

http://www.rfi.fr/afrique/20110106-explosion-devant-ambassade-france-mali (laatst geraadpleegd:

31/07/2011) 399

Africa Research Bulletin, Burkina Faso: Al Qaeda Base?, in: Africa Research Bulletin: Political,

Social and Cultural Series, Volume 47, Issue 7, August 2010, Pages: 18474B-18475A 400

RFI, 20/08/2010, Des Français quittent l‟est du Burkina Faso après des menaces d‟enlèvements

d‟AQMI, te raadplegen via: http://www.rfi.fr/afrique/20100820-francais-quittent-est-burkina-faso-

apres-menaces-enlevements-aqmi (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 401

Africa Research Bulletin, Burkina Faso: Al Qaeda Base?, in: Africa Research Bulletin: Political,

Social and Cultural Series, Volume 47, Issue 7, August 2010, Pages: 18474B-18475A

Page 88: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

87

terroristen niet alleen afkomstig uit Mali, Libië, Mauritanië, Tunisië, Marokko en Nigeria,

maar ook Soedan, Guinee-Bissau en Burkina Faso.402

Ook werd al gemeld dat AQIM banden ontwikkeld heeft met de Nigeriaanse beweging Boko

Haram en met de Somalische beweging Harakat Chabab Moudjahidine, die beide banden

hadden met bin Laden, en die door AQIM zouden voorzien worden in opleiding, financiële

middelen en wapens.403

Droukdal zou in februari 2010 het radicaal-islamitische Boko Haram

(actief in het noorden van Nigeria) gecontacteerd hebben, dat er al mee gedreigd zou hebben

internationale operaties te zullen uitvoeren tegen westerse belangen, waardoor een alliantie

tussen beide bewegingen een extra gevaar zou kunnen opleveren voor de regio, en waardoor

het bereik van AQIM steeds groter wordt. Toch moet ook de kanttekening gemaakt worden

dat Boko Haram de samenwerking aanvaardde nadat de beweging 800 leden verloor na

desastreuze gevechten met het Nigeriaanse leger in juli 2009, en dat de Nigerianen die zich

aansloten bij AQIM eerder gemotiveerd werden door banditisme dan ideologie.404

402

El Watan, 14/02/2011, 12 terroristes arrêtés à Constantine: Un réseau d‟Al Qaîda démantelé, te

raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/un-reseau-d-al-qaida-demantele-14-02-2011-

111672_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 403

El Watan, 06/02/2011, Un groupe d‟Al Qaîda démantelé à Batna : Il devait installer des cellules

terroristes en Europe, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/un-groupe-d-al-qaida-

demantele-a-batna-il-devait-installer-des-cellules-terroristes-en-europe-06-02-2011-110418_109.php

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011) 404

Boko Haram betekent in het Hausa „westerse scholing is verboden‟. (Africa Research Bulletin,

AQLIM Contacts Boko Haram, in: Africa Research Bulletin: Political, Social and Cultural Series,

Volume 47, Issue 6, July 2010, Pages: 18444B-18445B)

Page 89: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

88

8. Conclusie

Na 9/11 werden het Algerijnse regime en de Bush administratie, beiden gedreven door hun

eigen belangen, bondgenoten in de strijd tegen terreur. De Bush administratie bood de

politieke en militaire steun die het Algerijnse regime zocht, hoewel een wapenverkoop bleef

uitgesteld worden (het is niet bekend of die er is gekomen). De politieke steun daarentegen

was zelfs zo groot dat president Bush Algerije voorstelde als een regime dat reeds

democratisch was. Het Algerijnse regime bood inlichtingen over de Algerijnse

terreurorganisaties die de Bush administratie noodzakelijk achtte om Al-Qaida en hun

compleet netwerk militair uit te roeien. De Algerijnse veiligheidsdiensten stelden de GSPC

echter onterecht voor als een onderdeel van Al-Qaida. De Amerikaanse regering of

veiligheidsdiensten leken niet echt bezorgd over het terrorisme dat zich in het noorden van

Algerije afspeelde, maar waren vooral bezorgd dat terroristen komend van de regio van

Afghanistan, de Sahel/Sahara zouden kunnen gebruiken als een veilige thuishaven.

Bovendien was deze bezorgdheid er al voordat de eerste massale ontvoering van toeristen in

de Algerijnse woestijn in 2003 werd uitgevoerd, wat een ideale aanleiding was om van start te

gaan met het eerste multilaterale contraterrorismeprogramma (PSI), dat verschillende

opvolgingen kreeg (TSCTI, TSCTP) waarbij nog meer landen betrokken werden. De

Sahelregio werd geïnterpreteerd als een zone van wetteloosheid en onveiligheid, die een

bedreiging kon vormen voor de internationale gemeenschap en daarom beveiligd moest

worden, hoewel de reële dreiging aanvankelijk nihil was. De Amerikaanse oliebelangen in de

regio hebben vermoedelijk ook meegespeeld, aangezien de (West-)Afrikaanse olietoevoer

steeds belangrijker zou worden voor de VS. De VS wilde echter bovenal haar invloed

vestigen in de regio.

De Bush administratie zou echter ondanks het bondgenootschap met Algerije, nooit de

grondoorzaken van Algerijns terrorisme pogen aan te kaarten. Dat de GSPC lokale wortels

had, geen internationale terreurdaden uitvoerde en aanvankelijk geen indiscriminatoir geweld

tegen Algerijns burgers gebruikte, leek voorbij te gaan aan minstens sommige leden van de

Bush administratie toen uit hun verklaringen bleken dat zij de GSPC beschouwden als een

filiaal van Al-Qaida. Pas tegen eind 2006 besloot de onervaren leider van de GSPC,

Droukdal, zonder instemming van het volledige leiderschap, zich nominaal aan Al-Qaida te

binden. Sindsdien werd de GSPC van wel een, in theorie, internationale anti-westerse

terreurorganistie die bovendien indiscriminatoir geweld (via zelfmoordaanslagen) begon te

gebruiken tegen Algerijnse burgers. Een belangrijke politieke grond van de beweging werd de

Algerijns-Amerikaanse alliantie op zich (en de ontkenning dat de GSPC ook een

„opstandelingenbeweging‟ was), en de Amerikaanse aanwezigheid in de Sahelregio en het

Page 90: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

89

zuiden van Algerije, alsook in Irak. Wat de Amerikaanse veiligheidsdiensten al beschouwden

als een gegeven, namelijk dat de Sahel een broeinest was van terroristen werd min of meer

bewaarheid vanaf 2007 toen AQIM via raids en ontvoeringen de westelijke Sahelregio

onveilig maakte voor westerlingen. De Sahelregio (toen nog exclusief de grote steden) werd

daardoor een reële terreurruimte. De strijd die AQIM voert is echter geen zuiver „globale‟ of

„internationale‟ jihad, omdat de acties beperkt blijven in Noord-Afrika en de westelijke

Sahelregio, en dus regionaal zijn. Het discours en de motivaties hebben echter wel een

globaal karakter, waardoor men zou kunnen spreken van een globaal-regionale jihad, hoewel

de belangrijkste jihad, omverwerpen van de Algerijnse staat, lokaal blijft. Men zou trouwens

de activiteiten van AQIM in de Sahel ook kunnen lezen als een functionele differentiatie: de

ontvoeringen en de smokkelpraktijken zorgen voor een economische basis van de jihad in (het

dichtbevolkte noorden van) Algerije.

Dat een ondertussen vrij onafhankelijk opererende (ex-)emir van de GSPC, Belmokhtar, al

lang voor 2007 zijn belangen vestigde in Mali en Mauritanië, betekent niet dat dit toen een

bewuste strategie was van de GSPC-leiding. Bovendien hebben veel van zijn activiteiten meer

te maken met banditisme en smokkel (hoewel dit laatste vaak slechts handel is over voor

Toeareg illegitieme grenzen), dan met terrorisme (hoewel hij ook nog een vorm van jihad

voert). De decentralisering van AQIM valt echter in principe te lezen op twee manieren. Eén:

Mokhtar is werkelijk onafhankelijk en werkt samen met Djouadi en Abou Zeïd voor zijn

eigenbelang (of om ooit terug zelf het leiderschap te kunnen claimen), maar in dat geval is de

decentralisering deels een versplintering van AQIM. Twee: Mokhtar is in feite de benoemde

emir voor de nieuwe zone van AQIM, het „Westen‟ (Mauritanië). Dat Doukdal ook aanslagen

in Mauritanië opeist, dat vermoedelijk het exclusieve actieterrein is van Mokhtar, is dus ofwel

op basis van een verstandhouding, ofwel bekleedt Mokhtar wel degelijk nog een functie

binnen AQIM.

De Obama administratie ging verder met de contraterreurprogramma‟s in de Sahel. Obama

probeerde enerzijds de banden met de Arabische wereld te herstellen, maar anderzijds hen te

wijzen dat democratische hervormingen nodig is. Dit kwam voor het Algerijnse regime

expliciet tot uiting tijdens de Arabische Lente begin 2011, toen ook in Algerije massaal

geprotesteerd werd, waarna Washington Algiers opriep tot politieke hervormingen. De

Algerijnse regering reageerde echter laconiek en meende dat hervormingen niet nodig waren.

De Obama administratie keerde zich echter nooit tegen het Algerijnse regime, mede om de

stabiliteit in de regio enigszins te bewaren. Achter de gepredikte idealen van president

Obama, schuilde dus een uiterst pragmatische houding. De Obama administratie maakte als

het ware gebruik van de Arabische Lente om expliciete verzoeken over te maken aan de

Page 91: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

90

Algerijnse regering tot democratische hervormingen, zonder evenwel dit op een dwingende

manier te communiceren. De houding van de Obama administratie is niettemin vruchtbaarder

dan de houding van de Bush administratie als het gaat over de politieke hervormingen, die

duidelijk nodig zijn om een van de oorzaken weg te nemen waardoor Algerijnse jongeren zich

aansluiten bij AQIM. Het Algerijnse regime en Bouteflika in het bijzonder wordt door de

jeugd beschouwd als weinig hoopvol voor de toekomst. Bouteflika‟s verzoeningspolitiek was

aanvankelijk succesvol, maar stuitte op haar limieten. Het geweld is in stedelijk Algerije (en

Kabylië) sinds 2007 weer intens aanwezig. Waar Bouteflika ook geen einde aan kon maken

was de hoge werkloosheid bij de jeugd en het gebrek aan toekomstperspectief.

Ondertussen geraken de rangen van AQIM schijnbaar steeds meer gevuld met niet-

Algerijnen, maar het omverwerpen van de Algerijnse staat blijft het hoofddoel voor AQIM.

De Algerijnse regering wordt nu geconfronteerd met een organisatie die voor de staat een

bedreiging vormt, maar die een belangrijk deel van haar financiële en logistieke basis in de

Sahel heeft, buiten Algerije. Een regionale aanpak dringt zich dus op.

Ook is het nu duidelijk dat de Amerikaanse contraterrorismeprogramma‟s het groeiend

terrorisme in de Sahel niet hebben kunnen vermijden. Zelfs El Para werd in 2004 pas

tegengehouden door Tsjadische rebellen. De Amerikaanse Special Forces hebben niet de

linguïstische en culturele kennis om zich actief te engageren met lokale

Toeareggemeenschappen, die wel over cruciale informatie beschikken omtrent AQIM.

Ondertussen lijkt het erop dat Frankrijk meer doet, en daartoe ook de legitimiteit voor kan

afdwingen, om AQIM-militanten te elimineren, zij het niet systematisch, waardoor de VS op

de achtergrond lijk te verdwijnen.

Hoewel AQIM al belangrijke leiders heeft verloren en ook Algerijnse burgers zich sterk tegen

AQIM keerden, blijft het haar operaties en bereik vergroten. Om AQIM echt te elimineren en

het te beletten jonge militanten te rekruteren, zullen echter grotere en systematische

inspanningen nodig zijn, van zowel civiele aard (een aansprakelijke overheid, en sociaal-

economische perspectieven in Algerije), als militaire aard (maar in engagement met lokale

gemeenschappen in de Sahel).

Page 92: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

91

Bibliografie

Wetenschappelijke bronnen

Abrahamian, Ervand, 2002, The US Media, Samuel Huntington and September 11, Middle

East Report, No. 223 (Summer, 2002), pp. 62-63

Ayinde, Oladosu Afis, 2010, Beyond 9/11: Histories and Spaces of Terrorism in Africa, in: in:

Securing Africa: Post-9/11 Discourses on Terrorism, Farnham (England)/Burlington (USA):

Ashgate Publishing Limited/Company, 2010, pp. 51-65

Black, Andrew, 2009, Mokhtar Belmokhtar: The Algerian Jihad‟s Southern Amir,

TerrorismMonitor, Volume VII, Issue 12, 2009

Botha, Anneli, 2009, ISLAMIST TERRORISM IN THE MAGHREB: RECENT

DEVELOPMENTS IN ALGERIA, in: Circunstancia, Año VII, Nº 18, januari 2009, te

raadplegen via: http://www.ortegaygasset.edu/fog/ver/802/circunstancia/ano-vii---n--18---

enero-2009/ensayos/islamist-terrorism-in-the-maghreb--recent-developments-in-algeria (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

Buesa, Mikel & Baumert, Thomas (eds.), 2010, The economic repercussions of terrorism,

Oxford; New York: Oxford University Press, 2010, 225 p.

Coolsaet, Rik (ed.), 2010, Macht en waarden in de wereldpolitiek – editie 2010-2011, Gent:

Academia Press, 2010, 426 p.

Coolsaet, Rik, 2005, Al-Qaeda: The Myth. The Root Causes of International Terrorism And

How To Tackle Them, Gent: Academia Press, 2005, 100 p.

Ellis, Stephen, 2004, BRIEFING: THE PAN-SAHEL INITIATIVE, in: African Affairs, Vol.

103, Issue, 412, pp. 459-464

Evans, Martin & Phillips, John, 2007, Algeria : anger of the dispossessed, New Haven, CT:

Yale University Press, 2007, 352 p.

Page 93: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

92

Grynkewich, Alex, & Reifel, Chris, 2006, Modeling Jihad: A System Dynamics Model of the

Salafist Group for Preaching and Combat Financial Subsystem, in: Strategic Insights, Volume

V, Issue 8 (November 2006), te raadplegen via:

http://www.nps.edu/Academics/centers/ccc/publications/OnlineJournal/2006/Nov/grynkewich

Nov06.pdf (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Keenan, Jeremy, 2007, US Silence as Sahara Military Base Gathers Dust, in: Review of

African Political Economy, 2007, Vol. 34, No. 113, pp. 588-590

Keenan, Jeremy, 2008, US militarization in Africa: What anthropologists should know about

AFRICOM, in: Anthropology Today, 2008b, Vol. 24 No. 5, pp. 16-20

Keenan, Jeremy, 2009, The dark Sahara : America‟s war on terror in Africa, London: Pluto

Press, 2009, 278 p.

Lecocq, Baz & Schrijver, Paul, 2007, The War on Terror in a Haze of Dust: Potholes and

Pitfalls on the Saharan Front, in: Journal of Contemporary African Studies, Vol. 25, Issue 1,

pp. 141-166

Le Sueur, James D., 2010, Algeria since 1989: Between terror and democracy, London

(UK)/New York (USA): Zed Books Ltd, 2010, 224 p.

Marret, Jean-Luc, 2011, Al-Qaida au Maghreb Islamique (AQMI), Fondation pour la

Recherche stratégique, 11 januari 2011, te raadplegen via:

http://www.frstrategie.org/barreFRS/publications/dossiers/aqmi/doc/Dossier_FRS_AQMI.pdf

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

McGovern, Mike, 2010, Chasing Shadows in the Dunes: Islamist Practice and

Counterterrorist Policy in West Africa‟s Sahara-Sahel Zone, in: Smith, Malinda S. (ed.),

Securing Africa: Post-9/11 Discourses on Terrorism, Farnham (England)/Burlington (USA):

Ashgate Publishing Limited/Company, pp. 79-97

Meijer, Roel, 2009, Global Salafism : Islam‟s new religious movement, London: Hurst, 2009,

463 p.

Page 94: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

93

Pham, J. Peter, 2011, Foreign Influences and Shifting Horizons: The Ongoing Evolution of al

Qaeda in the Islamic Maghreb, Foreign Policy Research Institute, Orbis, Vol. 55, Issue 2,

2011, 240-254 pp.

Schanzer, Jonathan (foreword by Dennis Ross), 2005, Al-Qaeda‟s armies : Middle East

affiliate groups and the next generation of terror, New York (N.Y.): Specialist press

international, 2005, 222 p.

Smith, Malinda S., 2010a, Terrorism Thinking: “9/11 Changed Everything”, in: Smith,

Malinda S. (ed.), Securing Africa: Post-9/11 Discourses on Terrorism, Farnham

(England)/Burlington (USA): Ashgate Publishing Limited/Company, 2010, pp. 1-28

Smith, Malinda S., 2010b, The Emperor‟s New Clothes? Terrorism thinking from George

Bush to Barack Obama, in: Smith, Malinda S. (ed.), Securing Africa: Post-9/11 Discourses on

Terrorism, Farnham (England)/Burlington (USA): Ashgate Publishing Limited/Company

2010, pp. 193-222

Soriano, Manuel R. Torres, 2011, The Road to Media Jihad: The Propaganda Actions

of Al Qaeda in the Islamic Maghreb, in: Terrorism and Political Violence, 2011, Vol. 23, pp.

72-88

Steinberg, Guido & Werenfels, Isabelle, 2007, Between the Near and the Far Enemy: Al-Qaeda

in the Islamic Maghreb, 20/10/2007, in Stiftung Wissenschaft und Politik, te raadplegen via:

http://www.ikhwanweb.com/article.php?id=14416 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

van de Walle, Nicolas, 2010, US POLICY TOWARDS AFRICA: THE BUSH LEGACY

AND THE OBAMA ADMINISTRATION, in: African Affairs, Vol. 109, No. 434, 1-21 pp.

Zemni, Sami, 2001, Islamisme en moderniteit. Een politieke comparatieve studie van het

islamisme in Marokko, Algerije en Egypte, doctoraatsverhandeling, Politieke en Sociale

Wetenschappen, optie politieke wetenschappen, Universiteit Gent, 2001

Zemni, Sami, 2004, Bouteflika: A Badly Elected President in Search for Peace?, in: Hamdy,

Iman A. (ed.), Elections in Egypt and the Middle East: What do they mean?, Cairo: American

university in Cairo press, 2004, Vol. 25, No. 1-2, 69-84 pp.

Page 95: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

94

Zemni, Sami, (2008), “The unintended consequences of the War on Terror: The

transformation of a local Islamist insurgency into an al-Qaida franchise in the Maghreb”,

ISIM-Review, n° 21, pp. 16-17

Zoubir, Yahia H., 2002, ALGERIA AND U.S. INTERESTS: CONTAINING RADICAL

ISLAMISM AND PROMOTING DEMOCRACY, in: Middle East Policy, Vol. 9, Issue 1, pp.

64-82

Journalistieke en andere bronnen:

Africa Research Bulletin, 2010, Burkina Faso: Al Qaeda Base?, in: Africa Research Bulletin:

Political, Social and Cultural Series, Volume 47, Issue 7, August 2010, Pages: 18474B-

18475A

Africa Research Bulletin, 2011, Mali – France: Hostage Demands, in: Africa Research

Bulletin: Political, Social and Cultural Series, Volume 48, Issue 3, April 2011, page 18782C

Air Force Magazine, november 2004, Swamp of Terror in the Sahara, te raadplegen via:

http://www.airforce-

magazine.com/MagazineArchive/pages/2004/November%202004/1104sahara.aspx (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011))

Algeria-watch, 2002, http://www.algeria-watch.org/mrv/2002/chrono/chrono_2001a.htm

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Algeria-watch, 2002, http://www.algeria-watch.org/mrv/2002/chrono/chrono_2001b.htm

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

America.gov, 2004, U.S.-African Partnership Helps Counter Terrorists in Sahel Region: New

Maghreb cooperation central to Pan Sahel Initiative, 23/03/2004, te raadplegen via:

http://www.america.gov/st/washfile-

english/2004/March/20040323170343r1EJrehsiF0.1366693.html (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

APS Diplomat Strategic Balance in the Middle East, 2002, ALGERIA - Aftermath Of Sept.

11 - The External Linkages, 18/02/2002, te raadplegen via:

Page 96: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

95

http://findarticles.com/p/articles/mi_hb6510/is_2_43/ai_n28898643/ (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

BBC, 05/11/2001, Algeria eyes new US relationship, artikel te raadplegen via:

http://news.bbc.co.uk/2/hi/americas/1638986.stm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

BBC, 29/01/2004, Dakar Rally „kidnap plot foiled‟, te raadplegen via:

http://news.bbc.co.uk/2/hi/middle_east/3443089.stm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

BBC, 14/01/2004, US targets Sahara militant threat, te raadplegen via:

http://news.bbc.co.uk/2/hi/africa/3397001.stm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

CIA, 2011, Algeria, The World Factbook (laatst geüpdatet 09/06/2011), te raadplegen via:

https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/ag.html (laatst

geraadpleegd: 20/06/2011)

Bush, George, President Bush‟s address to a joint session of Congress and the nation,

schriftelijke versie te raadplegen via: http://www.washingtonpost.com/wp-

srv/nation/specials/attacked/transcripts/bushaddress_092001.html (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

El Watan, 06/07/2005, La CIA a une “alliance base” à Alger, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=22693 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 15/03/2007, Terrorisme, http://www-

front.elwatan.com/archives/article.php?id=63293 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011))

El Watan, 01/08/2007, Reddition de Abou Mossaab, chef de la zone sahara du GSPC:

Révélations sur une organisation en déroute, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=73669 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 10/09/2007, Attentat suicide contre la caserne de Dellys (Boumerdès), te

raadplegen via: http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=75952 (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

Page 97: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

96

El Watan, 09/10/2007, L‟ Émir du centre pour le GSPC et deux de ses compagnons abattus: Il

préparait un attentat suicide à Alger à la veille de l‟Aïd, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=78009 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 17/11/2007, Le trésorier du GSPC éliminé à Tizi Ouzou, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=80749 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 20/11/2007, Opération spectaculaire des services de sécurité à Alger: Le chef du

GSPC pour la capitale arrêté, te raadplegen via: http://www-

front.elwatan.com/archives/article.php?id=81026 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 13/12/2007, L‟énigmatique éclipse de Bouteflika, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=82695 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 31/01/2009, Un agent de la CIA impliqué dans le viol de deux algériennes : Sexe,

viols et vidéos à l‟ambassade des USA à Alger, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/archives/article.php?id=115548 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 18/09/2010, L‟Espagne «adhère au principe» de l‟interdiction, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/actualite/l-espagne-adhere-au-principe-de-l-interdiction-18-09-2010-

90597_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 18/09/2010, Les regards braqués sur Al Qaîda au Maghreb Islami que, te

raadplegen via: http://www.elwatan.com/international/les-regards-braques-sur-al-qaida-au-

maghreb-islamique-18-09-2010-90542_112.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 20/09/2010, Des avions militaires français survolent le Sahel, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/dossier/des-avions-militaires-francais-survolent-le-sahel-20-09-

2010-90873_151.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 23/09/2010, Le chaudron sahélien, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/actualite/le-chaudron-sahelien-23-09-2010-91424_109.php (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 13/10/2010, La burqa et sept millions d‟euros, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/actualite/la-burqa-et-sept-millions-d-euros-13-10-2010-

94476_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 98: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

97

El Watan, 18/10/2010, Les ex-rebelles touareg se préparent à pourchasser les terroristes, te

raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/les-ex-rebelles-touareg-se-preparent-a-

pourchasser-les-terroristes-18-10-2010-95131_109.php (laatst geraadpleegd: 20/06/2011)

El Watan, 24/10/2010, Les enlèvements d‟étrangers au Sahel depuis 2008, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/reportage/les-enlevements-d-etrangers-au-sahel-depuis-2008-24-10-

2010-95984_117.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 20/11/2010, La France rejette les exigences d‟AQMI, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/reportage/la-france-rejette-les-exigences-d-aqmi-20-11-2010-

99593_117.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 21/01/2011, Immolation : Je brûle, donc je suis, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/weekend/7jours/immolation-je-brule-donc-je-suis-21-01-2011-

108133_178.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 06/02/2011, Un groupe d‟Al Qaîda démantelé à Batna : Il devait installer des

cellules terroristes en Europe, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/un-

groupe-d-al-qaida-demantele-a-batna-il-devait-installer-des-cellules-terroristes-en-europe-06-

02-2011-110418_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 14/02/2011, 12 terroristes arrêtés à Constantine: Un réseau d‟Al Qaîda démantelé,

te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/un-reseau-d-al-qaida-demantele-14-02-

2011-111672_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 14/02/2011, Mourad Medelci : “Des mouvements minoritaires” réclament le

changement du système !, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/mourad-

medelci-des-mouvements-minoritaires-reclament-le-changement-du-systeme-14-02-2011-

111733_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 26/02/2011, Libération de trois otages, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/actualite/liberation-de-trois-otages-26-02-2011-113566_109.php (te

raadplegen via: 31/07/2011)

El Watan, 26/02/2011, Qualifiant la levée de l‟état d‟urgence «d‟engagement positif»:

Washington appelle à d‟autres mesures, te raadplegen via:

Page 99: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

98

http://www.elwatan.com/actualite/washington-appelle-a-d-autres-mesures-26-02-2011-

113503_109.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 03/03/2011, Daniel Benjamin du département d‟état à Alger : Le sens caché d‟une

visite, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/actualite/daniel-benjamin-du-departement-

d-etat-a-alger-le-sens-cache-d-une-visite-03-03-2011-114390_109.php (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

El Watan, 21/03/2011, Otages français au Niger: Aqmi veut «au moins 90 millions d‟euros»

de rançon, te raadplegen via: http://www.elwatan.com/international/otages-francais-au-niger-

aqmi-veut-au-moins-90-millions-d-euros-de-rancon-21-03-2011-117046_112.php (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 31/03/2011, Ahmed Ouyahia : La situation en Algérie ne nécessite pas “un

changement de système politique”, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/actualite/ahmed-ouyahia-la-situation-en-algerie-ne-necessite-pas-un-

changement-de-systeme-politique-31-03-2011-118514_109.php (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

El Watan, 07/05/2011, L‟ex-chef de la CIA en Al gérie, condamné à 5 ans pour viol, te

raadplegen via: http://www.elwatan.com/weekend/7jours/l-ex-chef-de-la-cia-en-algerie-

condamne-a-5-ans-pour-viol-29-04-2011-122491_178.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 09/06/2011, BRIGADES ANTIÉMEUTE: Une intervention toutes

les deux heures depuis janvier, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/pdf/telecharger.php?dir=JOURNAL&file=20110609.pdf (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

El Watan, 22/07/2011, La protestation se propage et se radicalise, te raadplegen via:

http://www.elwatan.com/weekend/contrechamps/la-protestation-se-propage-et-se-radicalise-

22-07-2011-133580_184.php (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Ennahar, 02/05/2011, Mohamed Mokaddem, auteur de «La France et l‟islamisme armé», te

raadplegen via: http://www.ennaharonline.com/fr/news/7308.html (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

Page 100: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

99

Globalsecurity.org, s.d., http://www.globalsecurity.org/military/ops/oef-ts.htm (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

Human Rights Watch: World Report 2002, http://www.hrw.org/legacy/wr2k2/mena1.html

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

IMF Survey online, Algeria Should Reduce Reliance on Oil, Create More Jobs, Says IMF, 26

januari 2011, te raadplegen via:

http://www.imf.org/external/pubs/ft/survey/so/2011/int012611a.htm (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

Le Matin, 09/11/2002, Bouteflika toujours ministre de la Défense, te raadplegen via:

http://www.algeria-watch.org/farticle/anp_presidence/bouteflika_defense.htm (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

Napoleoni, The Myth of Zarqawi, 11/11/2005, te raadplegen via:

http://www.antiwar.com/orig/napoleoni.php?articleid=7988 (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 31/12/1999, Radical Islamic Network May Have Come to U.S., te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/1999/12/31/us/radical-islamic-network-may-have-come-to-

us.html?ref=ahmedressam (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 15/01/2001, Dissecting a Terror Plot From Boston to Amman, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2001/01/15/world/dissecting-a-terror-plot-from-boston-to-

amman.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 13/07/2001, Oil High on Agenda as Bush Meets Algerian Leader, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2001/07/13/world/oil-high-on-agenda-as-bush-meets-algerian-

leader.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 10/12/2002, U.S. to Sell Military Gear to Algeria to Help It Fight Militants, te

raadplegen via: http://www.nytimes.com/2002/12/10/world/us-to-sell-military-gear-to-

algeria-to-help-it-fight-militants.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 05/07/2003, THREATS AND RESPONSES: EXPANDING U.S. PRESENCE;

PENTAGON SEEKING NEW ACCESS PACTS FOR AFRICA BASES, te raadplegen via:

Page 101: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

100

http://www.nytimes.com/2003/07/05/world/threats-responses-expanding-us-presence-

pentagon-seeking-new-access-pacts-for.html?src=pm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 11/05/2004, U.S. Training African Forces to Uproot Terrorists, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2004/05/11/world/us-training-african-forces-to-uproot-

terrorists.html (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 12/02/2006, Rumsfeld Discusses Possible Arms Sales to Algeria, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2006/02/12/politics/12cnd-rumsfeld.html?fta=y (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 03/05/2007, Backgrounder: The Pentagon‟s New Africa Command, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/cfr/world/slot1_20070503.html?_r=1&scp=3&sq=pan%20sahel%20

initiative&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 01/07/2008, An Interview With Abdelmalek Droukdal, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01transcript-

droukdal.html?_r=1&scp=1&sq=droukdal&st=cse (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

NYT, 01/07/2008, Ragtag Insurgency Gains a Lifeline From Al Qaeda, te raadplegen via:

http://www.nytimes.com/2008/07/01/world/africa/01algeria.html# (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

Obama, Barack, Inaugurele voordracht, 20 januari 2009, te bekijken via:

http://video.nytimes.com/video/2009/01/20/us/1231545769118/president-obamas-inaugural-

speech.html (laatst bekeken: 01/06/2011)

Obama, Barack, Toespraak in Caïro, 04/06/2009, te bekijken via:

http://www.youtube.com/watch?feature=iv&v=NaxZPiiKyMw&annotation_id=annotation_5

4394 (laatst bekeken: 17/06/2011)

RFI, 31/12/2007, Français assassinés: une enquête difficile, te raadplegen via:

http://www.rfi.fr/actufr/articles/096/article_60918.asp (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 102: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

101

RFI, 27/11/2009, Le Français enlevé au Mali était un habitué de la région , te raadplegen via:

http://www.rfi.fr/contenu/20091127-le-francais-enleve-mali-etait-habitue-region (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

RFI, 20/08/2010, Des Français quittent l‟est du Burkina Faso après des menaces

d‟enlèvements d‟AQMI, te raadplegen via: http://www.rfi.fr/afrique/20100820-francais-

quittent-est-burkina-faso-apres-menaces-enlevements-aqmi (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

RFI, 27/10/2010, Oussama ben Laden s‟en prend directement à la France,

http://www.rfi.fr/france/20101027-oussama-ben-laden-s-prend-directement-france-0 (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

RFI, 28/10/2010, Bernard Kouchner réagit aux menaces d‟Oussama Ben Laden

(audiofragment), te beluisteren via:

http://www.rfi.fr/emission/20101028-bernard-kouchner-reagit-menaces-oussama-ben-laden-

herve-morin-engagement-francais- (laatst beluisterd: 23/06/2011)

RFI, 08/01/2011, Deux Français enlevés au Niger: les premiers témoignages,

http://www.rfi.fr/afrique/20110108-deux-francais-enleves-niger (laatst geraadpleegd:

31/07/2011))

RFI, 11/01/2011, Au Niger, Alain Juppé appelle les Français à la vigilance, te raadplegen via:

http://www.rfi.fr/afrique/20110110-alain-juppe-rencontre-francais-niger (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

RFI, 12/01/2011, Alerte rouge sur les voyages au Sahel, te raadplegen via:

http://www.rfi.fr/emission/20110112-alerte-rouge-voyages-sahel (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

RFI, 15/01/2011, Mort des otages au Niger: AQMI ne reconnaît être l‟auteur que d‟une

éxecution, te raadplegen via: http://www.rfi.fr/afrique/20110115-mort-otages-francais-mali-

aqmi-reconnait-etre-auteur-une-execution (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

RFI, 18/02/2011, L‟Italienne enlevée en Algérie dit être aux mains d‟Aqmi,

http://www.rfi.fr/afrique/20110218-italienne-enlevee-algerie-dit-etre-mains-aqmi (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 103: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

102

RFI, 27/04/2011, Chronologie de l‟enlèvement des otages français au Niger par Aqmi, laatste

aanpassing op 17 mei 2011, te raadplegen via: http://www.rfi.fr/afrique/20110427-

chronologie-enlevement-otages-francais-niger-aqmi (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

RFI, 06/01/2011, Explosion devant l‟ambassade de France au Mali, te raadplegen via:

http://www.rfi.fr/afrique/20110106-explosion-devant-ambassade-france-mali (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

Quotidien d‟Oran, 04/12/2003, te raadplegen via: http://www.algeria-

watch.org/fr/article/analyse/we_are_leche.htm (laatst geraadpleegd op 31/07/2011)

The Guardian, 10/12/2002, US arms Algeria for fight against Islamic terror, te raadplegen via:

http://www.guardian.co.uk/world/2002/dec/10/alqaida.terrorism?INTCMP=SRCH (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

Salima Mellah & Jean-Baptiste Rivoire, 2005, Enquête sur l‟étrange « Ben Laden du Sahara

», Le monde diplomatique, februari 2005, online te raadplegen via:

http://www.monde-diplomatique.fr/2005/02/MELLAH/11905

(laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

United States Department of State, Patterns of Global Terrorism 2001, 2002, te raadplegen

via: http://www.state.gov/documents/organization/10319.pdf (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

United States Department of State, Patterns of Global Terrorism 2000, 2001, te raadplegen

via: http://www.state.gov/s/ct/rls/crt/2000/2438.htm (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

United States Department of State, Patterns of Global Terrorism 1999, 2000, te raadplegen

via: http://www.state.gov/www/global/terrorism/1999report/patterns.pdf (laatst geraadpleegd:

31/07/2011)

Webblog Bouteflika, s.d., http://bouteflika.skyrock.com (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)

World Tribune, 16/07/2001, Algeria seeks weapons systems from U.S., te raadplegen via:

http://www.worldtribune.com/worldtribune/WTARC/2001/af_algeria_07_16.html (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 104: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

103

World Tribune, 05/11/2001, Algeria seeks U.S. help against terror, te raadplegen via:

http://www.worldtribune.com/worldtribune/WTARC/2001/af_algeria_11_05.html (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

World Tribune, 20/05/2004, Leader of group tied to Madrid blast captured in Chad, te

raadplegen via:

http://www.worldtribune.com/worldtribune/WTARC/2004/af_algeria_05_20.html (laatst

geraadpleegd: 31/07/2011)

Page 105: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

104

Bijlagen

Bijlage 1

Bron:

http://www.globalsecurity.org/jhtml/jframe.html#http://www.globalsecurity.org/military/ops/images/ps

i-map2.gif|||

Page 106: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

105

Bijlage 2

Bron:

http://www.globalsecurity.org/jhtml/jframe.html#http://www.globalsecurity.org/military/ops/images/ps

i-map.jpg|||

Page 107: Algerije en de VS sinds 9/11: een welgekomen ...€¦ · Bouteflika en de generaals 46 4.5.2. Bouteflika‟s gebrek aan interne legitimiteit 47 4.5.3. ... wordt er soms van uitgegaan

106

Bijlage 3

Bron: Grynkewich, Alex, & Reifel, Chris, 2006, Modeling Jihad: A System Dynamics Model

of the Salafist Group for Preaching and Combat Financial Subsystem, in: Strategic Insights,

Volume V, Issue 8 (November 2006), te raadplegen via:

http://www.nps.edu/Academics/centers/ccc/publications/OnlineJournal/2006/Nov/grynkewich

Nov06.pdf (laatst geraadpleegd: 31/07/2011)