ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van...

52
NSA 2016 1 ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET SILHOUETSCHIETEN INLEIDING Het silhouetschieten is een tak van de schietsport waarvoor de International Metallic Silhouette Shooters Union, IMSSU, statutair gevestigd te Parijs, de mondiale overkoepelende organisatie is. De Nederlandse Silhouetschutters Associatie, NSA, is aangesloten bij de IMSSU en vertegenwoordigt de IMSSU in Nederland. De IMSSU heeft voor het silhouetschieten een wedstrijdreglement opgesteld. De NSA vertaalt en bewerkt waar nodig het IMSSU-Wedstrijdreglement tot een Wedstrijdreglement voor het silhouetschieten in Nederland. Om te kunnen voldoen aan de Nederlandse wet- en regelgeving is voor de categorieën “Grootkalibergeweer” “Grootkaliberpistool” en “Veldpistool” een kaliberbeperking ingevoerd. Inhoudelijk volgt deze vertaling zo veel mogelijk het IMSSU-Reglement; in redactioneel opzicht zijn enkele zaken aangepast omwille van de leesbaarheid of voor de duidelijkheid. Mocht er tijdens een wedstrijd onduidelijkheid bestaan over een regel, dan zijn de vigerende IMSSU-Regels bepalend terzake. Dit reglement is bijgewerkt tot en met de IMSSU Regels van 2013.

Transcript of ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van...

Page 1: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

NSA 2016 1

ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET SILHOUETSCHIETEN INLEIDING Het silhouetschieten is een tak van de schietsport waarvoor de International Metallic Silhouette Shooters Union, IMSSU, statutair gevestigd te Parijs, de mondiale overkoepelende organisatie is. De Nederlandse Silhouetschutters Associatie, NSA, is aangesloten bij de IMSSU en vertegenwoordigt de IMSSU in Nederland. De IMSSU heeft voor het silhouetschieten een wedstrijdreglement opgesteld. De NSA vertaalt en bewerkt waar nodig het IMSSU-Wedstrijdreglement tot een Wedstrijdreglement voor het silhouetschieten in Nederland. Om te kunnen voldoen aan de Nederlandse wet- en regelgeving is voor de categorieën “Grootkalibergeweer” “Grootkaliberpistool” en “Veldpistool” een kaliberbeperking ingevoerd. Inhoudelijk volgt deze vertaling zo veel mogelijk het IMSSU-Reglement; in redactioneel opzicht zijn enkele zaken aangepast omwille van de leesbaarheid of voor de duidelijkheid. Mocht er tijdens een wedstrijd onduidelijkheid bestaan over een regel, dan zijn de vigerende IMSSU-Regels bepalend terzake. Dit reglement is bijgewerkt tot en met de IMSSU Regels van 2013.

Page 2: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 1

ALGEMENE TECHNISCHE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET SILHOUETSCHIETEN SECTIE I: ALGEMEEN A. Doelstellingen van de IMSSU Het doel van de IMSSU is om door middel van de door haar opgestelde wedstrijdregels uniformiteit in de uitvoering van de silhouetschietsport over de gehele wereld te verkrijgen teneinde de sport te bevorderen. Het doel van alle IMSSU-wedstrijden is metalen silhouetten omver te schieten met een handvuur-wapen of een geweer (centraalvuur-, randvuur-, zwartkruitwapens...). De IMSSU-Technische regels bestaan uit Algemene Technische Regels die gelden voor iedere categorie van het silhouetschieten en uit Speciale Technische Regels die specifiek voor elke categorie zijn. B. Geldigheidsduur van de regels De IMSSU-Technische regels zijn geldig gedurende een periode van tenminste 4 jaren, welke periode aanvangt op de eerste januari van het jaar volgend op de Olympische Zomerspelen. Behoudens bijzondere omstandigheden worden de IMSSU-regels niet gewijzigd gedurende de periode van vier jaar. C. Kampioenschappen In deze regels worden wedstrijden welke onder supervisie staan van de IMSSU aangeduid als 'IMSSU-kampioenschappen'. De wedstrijden welke worden aangeduid als 'Wereldkampioen-schappen' zijn de belangrijkste wedstrijden van alle IMSSU-Kampioenschappen. De IMSSU-Regels moeten worden toegepast op alle IMSSU-Kampioenschappen. De IMSSU doet de aanbeveling om de IMSSU-Regels toe te passen op competities waarbij IMSSU-wedstrijden op het programma staan, met inbegrip van wedstrijden op nationaal niveau. De IMSSU doet de aanbeveling de zogeheten Continentale kampioenschappen (de Europese, Australische, Amerikaanse Kampioenschappen enz.) om de twee jaar te organiseren en wel afwisse-lend met de Wereldkampioenschappen. De technische afgevaardigden van de IMSSU moeten, in samenwerking met de wedstrijdleider, de baanfunctionarissen en de technische commissies en commissies van beroep welke voor de verschillende disciplines zijn benoemd, de banen en toebehoren bestemd voor IMSSU-kampioen-schappen inspecteren.

Page 3: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 2

Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met de bedoeling en de geest van de voorschriften en regels van de IMSSU zijn. Tijdens wedstrijden nemen de commissies en de baancommandanten de beslissingen in al die gevallen waarin niet in deze regels is voorzien. Een organiserend comité, uitsluitend bestaand uit vertegenwoordigers van het gastland, moet worden gevormd. Het organiserend comité is verantwoordelijk voor de voorbereiding, administratie en uitvoering van de schietwedstrijden. Vertegenwoordigers van de IMSSU mogen worden uitgenodigd om op te treden als technische adviseurs zonder stemrecht. De wedstrijdleider met de hoofdbaancommandant en de andere baanfunctionarissen zijn verantwoordelijk voor de technische aspecten van de individuele schietwedstrijden. Bij wedstrijden op internationaal niveau dienen alle commando's en aanwijzingen gegeven te worden in de Engelse taal. D. Klasseringssysteem Er zal een klasseringssysteem worden gebruikt. De klassen worden vastgesteld in de afzonderlijke Speciale Technische Regels. De eerste drie plaatsen van een eindrangschikking worden bepaald op grond van de behaalde resultaten, ongeacht de klasse. Nadat deze schutters uit hun klassen zijn gehaald, bepalen de daaropvolgende hoogste scores wie, binnen het klassensysteem, winnaar wordt van een klasse. Ieder land besluit zelf hoe het klassensysteem zal worden toegepast. Het klassensysteem is niet van toepassing op de Wereldkampioenschappen. E. Categorieën Het silhouetschieten kent de volgende categorieën:

Grootkaliber Pistool Kleinkaliber Pistool Veldpistool Grootkaliber Geweer Kleinkaliber Geweer

De verschillende onderdelen zijn: GK-Pistool KK-Pistool Veldpistool GK-geweer KK-geweer Revolver Productie Staand Vrij pistool

Revolver Productie Staand Vrij pistool

Productie Productie met vrij vizier

Silhouet Jacht

Silhouet Licht Vrij geweer

Waar in de tekst staat “pistool” wordt ook revolver bedoeld, tenzij vermeld of uit de context blijkt dat het specifiek pistool betreft.

Page 4: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 3

SECTIE II: VEILIGHEID A. Algemeen De IMSSU-regels leggen uitsluitend de veiligheidsregels vast welke door de IMSSU voor IMSSU-kampioenschappen vereist zijn. Noodzakelijke en andere speciale veiligheidsmaatregelen voor schietbanen kunnen verschillen van land tot land. In het kader van dit reglement worden daarom alleen de basisregels vastgelegd. De veiligheid op een schietbaan wordt door het baanreglement bepaald en extra veiligheidsregels mogen door het organiserend comité in het wedstrijdreglement worden opgenomen. Het organiserend comité is verantwoordelijk voor de veiligheid en het inachtnemen van de reglementen. Het inachtnemen van de algemeen aanvaarde procedures voor veilig wapengebruik en de hierna beschreven procedures heeft de absoluut hoogste prioriteit op iedere wedstrijd. Terwijl de wedstrijdleider de hoofdverantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van de wedstrijd, is veiligheid de verantwoordelijkheid van iedereen. In het belang van de veiligheid kan een commissielid of een baanfunctionaris te allen tijden het schieten stopzetten. Schutters en teamleiders moeten de baancommandant onmiddellijk op de hoogte stellen van elke gevaarlijke of mogelijk onveilige situatie. B. Diskwalificatie Een schutter moet onmiddellijk worden onderbroken tijdens de laad- of vuurperiode indien zijn gedrag een directe bedreiging vormt voor zijn eigen veiligheid of dat van iemand anders. Het veiligheidsbelang is feitelijk de enige reden waarvoor een schutter tijdens het verschieten van zijn serie kan worden onderbroken. De wedstrijdleider en de (hoofd)baancommandant hebben de bevoegdheid om over te gaan tot diskwalificatie van de schutter wiens houding en/of gedrag een bedreiging vormt voor diens eigen veiligheid of dat van iemand anders C. Oor- en oogbescherming Het dragen van geschikte persoonlijke oog- en oorbescherming is verplicht voor alle schutters, spotters, baanfunctionarissen en alle andere personen op de vuurlijn. Oogbeschermingsmiddelen met zijkapjes hebben de voorkeur. D. Veilige looprichting Vanaf het moment dat een wapen op het schietpunt aanwezig is tot het daarvan verwijderd wordt, moet de loop in een veilige richting naar de kogelvanger wijzen. Geen enkel ogenblik tijdens het laden of vuren mag een schutter zijn wapen richten op enig deel van zijn eigen lichaam of op dat van enig ander persoon. Bij geen enkele schiethouding mag enig deel van het lichaam van de schutter zich in de zogeheten 'gevaren zone' bevinden. De 'gevaren zone' is een kegel waarvan de as in het verlengde van de loop richting kogelvanger ligt en een halve tophoek van 45 graden heeft, zie fig. 1. Tijdens het vuren mag een schutter zijn wapen niet zover laten opslaan dat de loop het verticale vlak passeert en naar achteren wijst (recht omhoog mag nog).

Page 5: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 4

E. Omgang met wapens Tijdens het schieten moet het wapen steeds zodanig zichtbaar zijn dat door een baanfunctionaris of wie dan ook gecontroleerd kan worden of het wapen veilig is. Op de vuurlijn moeten alle sluitstukken open zijn behalve tijdens de laad- en vuurperiode. Veiligheidsvlaggen (of kamervlaggen) gemaakt van een felle, heldere kleur moeten te allen tijde geplaatst zijn in alle wapens, tot het moment van het commando ‘Laden’. Deze veiligheidsvlag moet een deel hebben dat in de kamer van het wapen wordt geplaatst, om aan te tonen dat het wapen ontladen is. Het niet plaatsen van een veiligheidsvlag wordt bestraft met een waarschuwing; wanneer de gebruiker alsnog geen veiligheidsvlag plaatst volgt directe diskwalificatie. Schutters mogen tussen de series in hun wapen niet in de hand nemen of anderszins aanraken omwille van de veiligheid van de mensen op de schietpunten en van hen die de doelen opzetten. Schutters mogen uitsluitend tijdens de laad- en vuurperiode hun wapen in de hand nemen of anderszins aanraken. Op het commando “maak uw wapen veilig” dienen de schutters hun wapen onmiddellijk in een veilige toestand te brengen en neer te leggen (ongeladen, open sluitstuk of grendel, veiligheidsvlag geplaatst). Indien een schot wordt afgevuurd voor het commando “laden” of na het commando “baan is vrij”, dan wordt de betreffende schutter onmiddellijk gediskwalificeerd voor een periode van 12 maanden. Wordt een schot afgevuurd na het commando “laden” maar voor het commando “vuur” of tussen de commando's ”stop en ontlaad uw wapen” en “de baan is veilig”, dan wordt dit schot aangemerkt als een ongeldig schot. F. “Spitting, spugende, spetteren” wapens Het kan voorkomen dat bij het vuren deeltjes van de kogel of kruitdeeltjes vrijkomen op het schietpunt en in het rond vliegen. Dit verschijnsel wordt “spitting, spugen of spetteren” genoemd. De wedstrijdleider en de baancommandant zijn bevoegd om elk wapen dat dergelijke rondvliegende deeltjes produceert te diskwalificeren. De schutter mag het gediskwalificeerde wapen vervangen door een ander wapen mits dit is goedgekeurd voor de betreffende wedstrijd. Het verloop van de wedstrijd mag echter geen vertraging ondervinden

Figuur 1. De 'gevarenzone'.

Page 6: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 5

G. Munitie De schutters zijn verplicht uitsluitend munitie te gebruiken die veilig is om af te vuren in het wapen waarvoor de munitie is gemaakt. De wedstrijdleider en de baancommandant hebben de bevoegdheid munitie onveilig te verklaren en het gebruik ervan te verbieden. Er bestaan van fabriekswege geen regels voor de zogeheten “wild cats” en “verbeterde” patronen. Daarom is het aan de schutter om de nodige voorzichtigheid te betrachten bij het bepalen van de ladingen voor dergelijke patronen. H. Trekkers Trekkers die zo licht zijn afgesteld dat zij neigen tot ongewild afgaan, zijn niet toegestaan. De trekkerafstelling wordt normaal gesproken getest door een ongeladen wapen te spannen en stevig met de handpalm op de kolf te tikken. Indien het afvuurmechanisme daarbij afgaat dan is het niet toegestaan het wapen te gebruiken. Ongeacht de hiervoor genoemde procedure, mag de wedstrijdleider of baancommandant een wapen diskwalificeren indien aangetoond is dat het, om wat voor reden dan ook, onveilig is. I. Weigeraars Een weigeraar moet worden behandeld als een nabrander en het wapen dient in een veilige richting met de loop naar de kogelvanger te worden gehouden gedurende een periode van tenminste tien (10) seconden na het overhalen van de trekker. Het is niet veilig een afsluiter te openen direct na het weigeren. SECTIE III: REGELS VOOR DE DOELEN A. Officiële doelen De kwaliteit en de afmetingen van alle doelen zullen worden gecontroleerd door de technische afgevaardigden van de IMSSU vóór de aanvang van IMSSU-kampioenschappen. Uitsluitend doelen welke overeenkomen met de officiële IMSSU-modellen mogen worden gebruikt. B. Materiaal Uit veiligheidsoverwegingen is het ten zeerste aan te raden alle grootkalibersilhouetten te vervaardi-gen uit T1-staal*). Alle silhouetten van de discipline 'Field Pistol' en de kippen van de disciplines 'Groot Kaliber Pistool' en 'Groot Kaliber Geweer' moeten van T1-staal zijn vervaardigd. In plaats van T1-staal mag een aan T1-staal gelijkwaardige staalsoort worden gebruikt. *) staal overeenkomstig de Amerikaanse norm AISI, blad T1. C. De voetplaten van de silhouetten De voeten, waarop de silhouetten staan dienen te zijn vervaardigd uit hetzelfde soort staal en van dezelfde dikte zijn als van de silhouetten. In de speciale technische regels voor iedere categorie wordt beschreven hoe de voetplaten aan de silhouetten moeten worden gelast. Het verdient aanbeveling om de poten van de doelen de dikte van de voetplaat langer te maken, door de voetplaten heen te steken en aan de onderzijde te lassen. De kans op scheuren van de lassen

Page 7: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 6

wordt dan aanzienlijk kleiner. D. Silhouetmodellen De schaal van de vierkantsrasters van de IMSSU-modellen, fig. 2, hangt af van de categorie; zie hiervoor de speciale technische regels van de betreffende categorie.

Figuur 2. Silhouet-modellen

Page 8: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 7

SECTIE IV: REGELS VOOR DE SCHIETBANEN EN OPSTELLING VAN DE DOELEN A. Algemeen Een schietbaan voor het silhouetschieten bestaat uit vier verschillende opstellingen, één voor elke diersoort. De doelen worden opgezet in groepen van vijf en de doelen per groep kijken allen in dezelfde richting. De aanbevolen minimale afstand tussen doelen is gelijk aan de breedte van dat doel. De baan kan eenvoudig van aard zijn. Een bestaande geweerbaan kan worden gebruikt. Indien gewenst, kan de baan worden opgesteld in een natuurlijke omgeving zoals een ravijn of dal. Bomen en struiken behoeven niet te worden verwijderd en een hoogteverschil (hoger of lager) ten opzichte van het schietpunt is toegestaan mits elke schutter de doelen kan zien. Behalve uit veiligheidsoverwegingen zijn kogelvangers achter de doelen niet verplicht. Zij worden wel aanbevolen om missers te kunnen zien en de doelen een gelijke achtergrond te geven. B. Vuurlijn Voor de IMSSU Wereld- en Continentale kampioenschappen is bescherming van de vuurlijn tegen regen verplicht. Een schietpunt moet vlak en horizontaal zijn. De regels voor een vuurlijn voor alle andere wedstrijden, inclusief Nationale Kampioenschappen, worden bepaald door elk land afzonderlijk. Er dient voldoende ruimte achter de schietpunten te zijn voor de baanfunctionarissen en de commissieleden. Een schietpunt mag niet kleiner zijn dan 1,5 m breed en 2,5 m lang. De doelen moet worden gemerkt met een kleur of nummer overeenkomend met de kleur of nummer van het schietpunt en de kleuren of nummers moeten de gehele wedstrijd zichtbaar zijn. Roken op de vuurlijn is verboden. C. Windvanen Het is aan te bevelen op iedere doelafstand een windvaan te plaatsen. Deze moeten zodanig opge-steld zijn dat zij de kogelbanen of het zicht van de schutters op de doelen tijdens het richten niet hinderen. Voor Wereld- en Continentale kampioenschappen zijn windvanen verplicht. Het gebruik van eigen, privé windvanen is verboden. D. Kleur De silhouetten moeten geschilderd zijn in een egale kleur die contrasteert met de achtergrond zodat de doelen met het blote oog kunnen worden waargenomen. Een mat zwarte kleur wordt aanbevolen voor pistoolwedstrijden en voor wedstrijden met wapens met kijker een kleur waarbij de kruisdraden zichtbaar zijn tegen het doel. Bij Wereld- en Continentale kampioenschappen moeten de achtergrondcondities voor alle schutters gelijk zijn. Na iedere beurt van een schutter moeten de doelen worden geverfd.

Page 9: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 8

E. Opstelling van de doelen Alle silhouetten worden op gelijke hoogte op steunen boven de grond geplaatst. De bovenkant van de steunen moeten vlak en horizontaal zijn en moeten een stalen oppervlak hebben waarop het doel staat. De steunen moeten zodanig van constructie zijn dat de steunen niet bewegen als het doel of de steun wordt geraakt. Alle silhouetten, uitgezonderd de rammen van de categorie 'Grootkaliber Pistool', moeten op de volle voet staan en met de achterkant van de voet(en) gelijk met de achterkant van de steun. F. Inschietdoelen Inschietdoelen zijn verplicht en moeten dezelfde afmetingen en vorm hebben als de wedstrijddoelen, op de juiste afstanden te zijn opgesteld met ongeveer dezelfde achtergrond als de wedstrijddoelen. Per afstand moet er tenminste één inschietdoel aanwezig zijn en de doelen moeten vastgezet zijn of zogeheten 'swingers' zijn. G. Klampen Als één doel van een opstelling vastgezet moet worden aan zijn steun vanwege de wind (het klampen), dan dienen alle doelen van die opstelling te worden vastgezet aan hun steun. Als doelen worden vastgezet, dan moeten die doelen na elke serie worden geschilderd. SECTIE V: WEDSTRIJDFUNCTIONARISSEN Het organiserend comité benoemt bij IMSSU-Kampioenschappen de volgende wedstrijdfunc-tionarissen: a de wedstrijdleider b de technische commissie en de commissie van beroep; c baanfunctionarissen; - hoofdbaancommandant; - baancommandant(en); - baancommissaris(sen); - wapenkeurmeester(s); d teller(s); e terreincommissaris. Alle functionarissen dienen bekend te zijn met de IMSSU-regels en zij moeten ervoor instaan dat deze regels tijdens de wedstrijden op een eerlijke en onpartijdige wijze worden uitgevoerd. De commissies en de baanfunctionarissen zijn verantwoording schuldig aan het organiserend comité en aan de IMSSU voor de leiding van de wedstrijden overeenkomstig de IMSSU-voorschrif-ten en regels. De baancommandanten en de commissies leiden de wedstrijd in nauwe samenwerking met elkaar, waarbij de baancommandanten verantwoordelijk zijn voor de feitelijke uitvoering van de wedstrijd en de commissies in een adviserende en controlerende hoedanigheid optreden. Tijdens wedstrijden nemen de commissies en de baancommandanten alle beslissingen in al die gevallen waarin niet in deze regels is voorzien. Alle besluiten dienen te worden genomen in de geest van de IMSSU regels en reglementen.

Page 10: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 9

In het belang van de veiligheid mag een commissielid of baanfunctionaris het schieten (doen) stoppen. A. Wedstrijdleider De wedstrijdleider is tevens voorzitter van het organiserend comité en als zodanig is hij de verbinding tussen het organiserend comité, de beide commissies en de baanfunctionarissen die de feitelijke wedstrijd leiden. Bij Wereld- en Continentale Kampioenschappen moeten de wedstrijdleider en de hoofdbaan-commandant verschillende personen zijn. De wedstrijdleider: a draagt de eindverantwoording voor de uitvoering van de wedstrijd; b beslist (voor de wedstrijd) over de procedure om tot een beslissing te komen in geval van

gelijke eindscores; c beslist (voor de wedstrijd) over het gebruik van inschietdoelen bij wedstrijden die geen

kampioenschappen zijn; d mag eisen dat de schutters van de eerste, de tweede en derde plaatsen hun wapen ter inspectie

aanbieden; e benoemt en controleert de baancommandanten en overige baanfunctionarissen; f heeft het recht een onveilig wapen, een “spugend of spetterend” wapen en onveilige munitie te

diskwalificeren. B. Technische Commissie en Commissie van beroep Samenstelling Elke commissie bestaat uit 3 of 5 personen, van wie een de voorzitter is. De technische commissie (technische jury) en de commissie van beroep (jury van beroep) zijn verplicht en de leden van deze commissies moeten verschillende personen zijn. Op Wereld- en Continentale kampioenschappen moeten minstens twee landen in de commissies vertegenwoordigd zijn. Beschikbaarheid De voorzitters moeten erop toezien dat te allen tijde een meerderheid van elke commissie op de baan aanwezig is, opdat, indien nodig, een vergadering bijeen geroepen kan worden en direct beslissingen genomen kunnen worden. Beslissingen De commissies beslissen in alle gevallen waarin niet voorzien wordt door de IMSSU-regels en reglementen. Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen en dienen te worden genomen in de geest van de IMSSU-regels en reglementen. Een commissie mag inlichtingen vragen aan andere ter zake deskundigen ter bevordering van een goede besluitvorming. Een afschrift van de besluiten moet naar de IMSSU worden gezonden, opdat regels zonodig verduidelijkt of veranderd worden. Specifieke verantwoordelijkheden en taken van de technische commissie De technische commissie: - controleert voor het begin van de wedstrijd of de baan en opstelling van de doelen voldoet aan

Page 11: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 10

de IMSSU-regels; - beslist bij geschillen en protesten; - beslist bij meerdere interpretaties over regels en bij protesten die bij de wedstrijdleider zijn

ingediend; - beslist over beroepen tegen schorsing van een persoon door de wedstrijdleider. Specifieke verantwoordelijkheden en taken van de commissie van beroep De commissie van beroep beslist over beroepen aangetekend door schutters of teamleiders tegen de besluiten van de technische commissie. De beslissingen van de commissie van beroep zijn niet voor beroep vatbaar. C. Baanfunctionarissen De hoofdbaancommandant, de baancommandanten, baancommissarissen en wapenkeurmeesters zijn de baanfunctionarissen. Een baanfunctionaris moet beslissen in alle gevallen waarin niet voorzien wordt door de IMSSU-regels en reglementen. Indien een baanfunctionaris een dergelijk besluit niet kan nemen dan dient de technische commissie hierin een besluit te nemen. Een baanfunctionaris heeft de bevoegdheid om tot onmiddellijke diskwalificatie over te gaan van iedere schutter wiens houding een gevaar vormt voor diens eigen veiligheid of dat van anderen en hij mag het schieten stoppen in geval van onveilig gedrag of onveilige situaties; 1. De hoofdbaancommandant a draagt de eindverantwoording voor de uitvoering van de wedstrijd door de baancommandanten,

-commissarissen en de tellers; b heeft de bevoegdheid om de baancommandanten, de baancommissarissen en de tellers te

benoemen en te controleren; c heeft de bevoegdheid om tot onmiddellijke diskwalificatie over te gaan van elke schutter wiens

gedrag diens eigen veiligheid of dat van enig ander persoon in gevaar brengt; d heeft de bevoegdheid om personen die onder invloed van alcohol, medicijnen of verboden

middelen zijn te schorsen; e heeft de bevoegdheid om van een schutter te vorderen dat deze zijn wapen ter inspectie

aanbiedt; f heeft de bevoegdheid om een onveilig wapen te diskwalificeren; g heeft de bevoegdheid een of meer bevoegdheden genoemd onder d tot en met f te delegeren aan

de baancommandanten. Dit dient voor de wedstrijd bekend gemaakt te worden. 2. Baancommandant De baancommandant is degene die op de vuurlijn de leiding heeft en die: a feitelijk de wedstrijd leidt en verantwoordelijk is voor de uitvoering van de wedstrijd; b een of meerdere baancommissarissen controleert; c de commando's geeft; d de tellers aanwijst; e beslist bij overtreding van de regels (waarschuwing, diskwalificatie); f beslist over scores (treffers en missers); g de bevoegdheid heeft om tot onmiddellijke diskwalificatie over te gaan van elke schutter wiens

Page 12: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 11

gedrag diens eigen veiligheid of dat van enig ander persoon in gevaar brengt; h de bevoegdheid heeft mensen die onder invloed van alcohol, medicijnen en/of verboden

middelen zijn te schorsen; i de bevoegdheid heeft mensen wegens onsportief gedrag te schorsen; j de bevoegdheid heeft het schieten te stoppen in geval van onveilig gedrag of onveilige situatie; k de bevoegdheid heeft om van een schutter te vorderen dat deze zijn wapen ter inspectie

aanbiedt; l de bevoegdheid heeft om wapens te controleren en het gebruik ervan goed te keuren; m de bevoegdheid heeft een onveilig wapen te diskwalificeren; n de bevoegdheid een “spugend” wapen van de vuurlijn te verwijderen; o al dan niet toestemming geeft een defect wapen te vervangen en erop toeziet dat het vervan-

gende wapen alsnog gekeurd wordt; p de bevoegdheid heeft munitie onveilig te verklaren en het gebruik ervan te verbieden; q elk geval van schorsing en diskwalificatie meldt aan de hoofdbaancommandant. 3. Baancommissaris Een baancommissaris is iemand die: a de baancommandant assisteert bij het leiden van de wedstrijd; b een of meer schutters en tellers controleert of zij de regels en de tijdlimieten naleven; c elke schutter die onder invloed is van alcohol of verboden middelen meldt aan de baancom-

mandant voor onmiddellijke diskwalificatie; d de bevoegdheid heeft een onveilig wapen ter diskwalificatie voor te dragen bij de

baancommandant; een baancommissaris heeft de bevoegdheid, na vastgesteld te hebben dat een wapen onveilig is, het gebruik van het wapen te verbieden tot de baancommandant een besluit heeft genomen;

e de bevoegdheid heeft onveilige munitie ter diskwalificatie voor te dragen bij de baancom-mandant; een baancommissaris heeft de bevoegdheid, na vastgesteld te hebben dat munitie onveilig is, het gebruik daarvan te verbieden tot de baancommandant een besluit heeft geno-men;

f controleert welke doelen getroffen zijn en of de scores correct worden genoteerd; g controleert welke doelen zijn omschoten en welke zijn omgewaaid; h het opzetten van de doelen controleert; i controleert of een wapen defect is en aan de baancommandant het voorstel tot vervanging van

een defect wapen doet; j erop toeziet dat het merk, type en nummer van een vervangend wapen worden genoteerd op het

scoreformulier. 4. Wapenkeurmeester Een wapenkeurmeester is iemand die: - de bevoegdheid heeft wapens te keuren voor gebruik in de categorieën waarvoor de schutter

heeft ingeschreven; - de bevoegdheid heeft, na overleg met de baancommandant, van een schutter te vorderen dat

deze zijn wapen voor nadere inspectie aanbiedt. D. Teller Een teller is iemand die de baancommissaris assisteert en tot taak heeft: - de resultaten te noteren;

Page 13: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 12

- te controleren of de schutter de regels en tijden correct naleeft; - te controleren of de schutter niet meer dan vijf schoten per serie lost; - bij sterke wind te controleren welke doelen door de wind zijn omgewaaid en welke zijn

omgeschoten; - merk, type en nummer van een vervangend wapen te noteren. E. Terreincommissaris De terreincommissaris controleert of de doelen door het terreinpersoneel volgens de regels zijn opgesteld en naar behoren zijn overgeschilderd in geval dat de doelen zijn vastgezet. De terreincommissaris is verantwoordelijk voor de veiligheid op het terrein, zoals plaatsen van vlaggen e.d. en meldt aan de (hoofd)baancommandant of de baan beschikbaar is voor de wedstrijd. De terreincommissaris controleert of windvanen naar behoren functioneren. SECTIE VI: PROCEDURES EN REGELS VOOR WEDSTRIJDEN A. Standaard wedstrijden Een standaard wedstrijd bestaat uit 40 schoten met 10 schoten per afstand, welke per serie van 5 schoten in een vuurperiode worden afgevuurd, en met een gelijk aantal doelen op alle afstanden. B. Wapenkeuring Wapens dienen te worden gekeurd alvorens in een wedstrijd te mogen worden gebruikt. Niemand kan een prijs winnen met een niet-goedgekeurd wapen. De wapenkeuring wordt uitgevoerd door daartoe speciaal aangewezen keurmeesters. Bij de wapenkeuring is een inwendige inspectie niet verplicht tenzij er redenen bestaan om aan te nemen dat het betreffende wapen niet overeenstemt met de regels. In het voorkomende geval zal de schutter worden gevraagd het wapen uit elkaar te nemen zover als nodig is voor visuele inspectie door de keurmeester(s). Indien de schutter weigert hieraan te voldoen, dan zal hem niet worden toegestaan het wapen te gebruiken tijdens de wedstrijd. Uitsluitend de schutter of een door hem aangewezen persoon mag enig onderdeel van het wapen verwijderen of vervangen. Indien het wapen niet voldoet aan de vereisten, dan zal de inschrijving van de schutter met dat wapen niet worden geaccepteerd. Bij kampioenschappen kan de wedstrijdleider verlangen dat de schutters van de eerste, tweede en derde plaatsen hun wapens ter controle, als hiervoor omschreven, aanbieden. Aan deze eis dient zo snel mogelijk na de wedstrijd te worden voldaan. Per wedstrijdonderdeel mag slechts één wapen per schutter worden gecertificeerd. Indien een wapen is vervangen omdat het oorspronkelijke wapen defect raakte of werd verwijderd wegens “spugen”, dan dient het vervangende wapen direct na afloop van de betreffende wedstrijd te worden gekeurd. Indien het vervangende wapen wordt afgekeurd dan wordt de schutter voor die betreffende wedstrijd alsnog gediskwalificeerd. Hetzelfde wapen, loop, handgreep, richtmiddelen, enz. moet worden gebruikt tijdens een serie, tenzij het wapen ophoudt te functioneren (zie punt G: Alibischoten).

Page 14: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 13

Een schutter moet kunnen aantonen dat een wapen bestemd voor gebruik in een Produktie-categorie voldoet aan de definitie van produktie. C. Schietprocedure Alle wedstrijdschoten worden afgevuurd in series van 5. D. Proefschoten Bij kampioenswedstrijden heeft elke schutter recht op vijf proefschoten per wedstrijd waaraan hij deelneemt. De proefschoten moeten worden afgevuurd tijdens een normale vuurperiode en vóór de tellende series. Schutters zijn vrij te kiezen op welke inschietdoelen zij willen schieten. Indien mogelijk vormen de proefschoten een geheel met de wedstrijd waartoe zij behoren en op de baan waar de wedstrijd wordt gehouden. Tijdens de wedstrijden om het Wereld- of Continentale kampioenschap zijn geen oefenschoten toegestaan anders dan op de daartoe aangewezen trainingsdagen en de vijf proefschoten vooraf aan een wedstrijd. Bij andere wedstrijden dan kampioenschappen besluit de wedstrijdleider over proefschoten. Bij Wereldkampioenschappen en Continentale Kampioenschappen mogen er behalve op speciale oefendagen en de hiervoor genoemde 5 proefschoten per wedstrijd geen andere oefengelegenheid gegeven worden. E. Commando's Er zijn vijf commando's welke door de baancommandant gegeven worden. Ter wille van de uniformiteit en om te voorkomen dat schutters in verwarring geraken, dienen deze commando's consequent te worden gegeven door alle baancommandanten op alle IMSSU-wedstrijden. Bij internationale wedstrijden moeten de commando's en aanwijzingen in de Engelse taal worden gegeven. De commando's zijn: 1) “schutters, maak u gereed” (shooters to the line) Wordt gegeven opdat de schutters zich naar de schietpunten begeven en zich voorbereiden.

Onder geen voorwaarde mag een wapen in de hand worden genomen of aangeraakt. De wapens moeten ongeladen zijn en in een veilige en stabiele stand liggen, met het sluitstuk of grendel open hetgeen zichtbaar moet zijn voor iedere functionaris op het schietpunt.

2) “laden” (load) Wordt gegeven om het begin aan te geven van de periode waarin de schutters hun wapens

kunnen laden, hun vizier instellen of zwart maken, proefaanslagen kunnen maken enz. en zich anderszins voorbereiden op het schieten. Schutters mogen hun wapen niet eerder vastpakken of aanraken dan na het commando “laden”. Indien een schot wordt afgegeven na het “laden” maar voor het commando “vuren”, dan zal dat schot als een ongeldig schot worden aangemerkt door de baancommandant met de woorden: dit (schot) is een ongeldig schot (this shot is a lost shot). Indien een schot wordt afgegeven voor het commando “laden”, dan wordt de betreffende schutter voor een periode van 12 maanden gediskwalificeerd.

Page 15: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 14

3) “vuur” (fire) Wordt gegeven om het einde van de laadperiode en tevens het begin van de vuurperiode waarin

de schutters een serie van vijf schoten kunnen afvuren aan te geven. 4) “stop, ontlaad uw wapens” (cease fire, make your weapons safe) Wordt gegeven om het einde van de vuurperiode aan te geven. Zodra het commando is gegeven

dienen de schutters direct te stoppen met vuren en hun wapens te ontladen en veilig te maken, dwz. ongeladen, sluitstuk of grendel open, en klaar te maken voor inspectie door de betreffende baanfunctionaris. In geval een schutter problemen heeft of bij het uitvoeren van deze opdracht meer tijd nodig heeft, dan dient hij de betreffende baanfunctionaris hiervan in kennis te stellen. Elk schot afgevuurd na het “stop” maar vóór het commando “baan is vrij” is een ongeldig schot, hetgeen als zodanig wordt aangemerkt door de baancommandant.

5) “baan is vrij” (range is clear) Wordt gegeven na het commando “stop, ontlaad uw wapens” door de baancommandant als alle

wapens veilig zijn gemaakt en zijn neergelegd. Na toestemming van de baancommandant kunnen de terreinfunctionarissen het terrein betreden. Indien een schot wordt afgegeven na het commando “baan is vrij”, dan wordt de betreffende schutter voor een periode van 12 maanden gediskwalificeerd.

F. Telling Per doel wordt slechts één schot afgevuurd en wel als volgt: te beginnen met het meest linkse doel, wordt in volgorde van links naar rechts op de doelen gevuurd. De resultaten worden op de scorekaarten als volgt genoteerd: a) een X wordt gezet in het betreffende hokje indien (aangenomen dat de schutter op het juiste

doel heeft gevuurd): - het doel van de steun is afgeschoten als gevolg van het schot; - indien als gevolg van het schot één voet van varken of ram volledig naast de steun staat,

maar op de grond rust of op enig ander obstakel waardoor het doel niet kan omvallen, zelfs indien het doel met de andere voet nog op de steun staat;

- het doel werd geraakt terwijl het was vastgezet (geklampt) in verband met de windcon-dities;

- het doel werd omgeschoten als gevolg van een ricochet; b) een O wordt gezet in het betreffende hokje: - indien, aangenomen dat de schutter op het juiste doel heeft gevuurd, het doel nog op de

steun staat, zelfs als het is gedraaid; - indien op het getroffen doel niet in de juiste volgorde is gevuurd, dan wordt zowel het

getroffen doel als het bedoelde doel gewaardeerd met een O, dus de straf is 2 doelen. Als voorbeeld, een schutter bij het derde schot doel nummer vijf van zijn opstelling treft, dan worden de doelen drie en vijf gewaardeerd met een O;

- indien een vervangend wapen niet blijkt te voldoen aan de eisen voor de betreffende wedstrijd worden alle treffers ongeldig omdat de betreffende schutter gediskwalificeerd wordt;

- indien het betreffende schot als ongeldig schot is aangemerkt.

Page 16: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 15

Indien een doel omver is gegooid of gewaaid voordat de schutter erop heeft kunnen schieten, dan wordt in volgorde op de overgebleven doelen gevuurd. Indien de schutter een of meer schoten van zijn serie van vijf over heeft nadat hij op de beschikbare doelen heeft gevuurd, dan zullen de overgebleven schoten worden gevuurd als zogeheten “alibis”, zie sectie VI.G “alibis”. Alle geschillen aangaande de telling moeten onmiddellijk geslecht worden, voordat de schutter of de teller het schietpunt verlaat of voordat de schutter aan een volgende serie begint. De teller moet een andere persoon dan de schutter zijn. G. Alibischoten Het enige geval van een alibischot dat in een IMSSU-wedstrijd is toegestaan is als een doel niet beschikbaar is omdat het doel is omgevallen voordat erop gevuurd werd. Indien er niet genoeg doelen beschikbaar zijn van de opstelling van de schutter of op de ernaast liggende opstelling om de serie van vijf schoten af te maken, dan worden alle doelen van de betreffende serie van de schutter opgezet. De alibischoten worden afgevuurd in de normale volgorde van links naar rechts, te beginnen met het meest linkse doel, ongeachte welk doel het alibi veroorzaakte. De alibischoten worden verschoten nadat de betreffende serie is verschoten. De schutter krijgt per alibischot een periode om te laden en een vuurperiode om zijn serie van vijf schoten af te maken. De duur van de laad- en vuurperiode wordt in de afzonderlijke speciale technische regels vermeld. Een slecht functionerend wapen of verkeerde munitie kan nooit een reden zijn voor een alibi of voor het verkrijgen van extra tijd om te vuren. Onder geen beding zal worden toegestaan dat het slecht functioneren van een wapen of uitrustingsstuk van een schutter de voortgang van de wedstrijd vertraagt. Doelen waarop niet werd gevuurd als gevolg van slecht functioneren of defect raken van een wapen of uitrustingsstuk worden beschouwd als gemiste doelen en op deze doelen kan niet alsnog als een alibi worden gevuurd. Mocht een wapen tijdens een wedstrijd defect raken, dan mag een ander voor de betreffende categorie correct wapen worden gebruikt om de wedstrijd af te maken nadat de wedstrijdleider of baancommandant heeft vastgesteld dat het wapen defect is en toestemming tot vervanging heeft gegeven. Op de scorekaart dient te worden aangegeven dat een vervangend wapen werd ingezet. Onmiddellijk na afloop van de series dient het vervangende wapen te worden gekeurd. Indien het vervangende wapen wordt afgekeurd dan wordt de schutter gediskwalificeerd. De wedstrijd mag geen vertraging ondervinden als gevolg van het vervangen van een defect wapen. H. Beslissingsprocedures bij gelijk eindresultaat De wedstrijdleider kan de procedure vaststellen hoe bij gelijke eindscore de rangschikking bepaald wordt, en deze procedure moet in het wedstrijdprogramma zijn opgenomen of voor de wedstrijd zijn opgehangen op de baan. Indien een dergelijke procedure niet is gepubliceerd of opgehangen wordt bij gelijke eindscore de omgekeerde telling gebruikt om de rangschikking te bepalen. Omgekeerde telling (reverse animal count) houdt in dat degene die de meeste rammen heeft getroffen wint. Indien het aantal rammen gelijk is, dan wint degene met de meeste getroffen

Page 17: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 16

kalkoenen, enz. Indien de schutters volledig gelijke scores hebben, inclusief de omgekeerde telling, dan kan de wedstrijdleider bepalen dat de rangschikking wordt bepaald door middel van beslissingsschoten. Bij alle kampioenswedstrijden worden alle rangschikkingen om de eerste, tweede en derde plaats in geval van gelijke resultaten beslist met beslissingsschoten. De rangschikking bij andere plaatsen met gelijke scores kan, naar keuze van de wedstrijdleider, bepaald worden met de omgekeerde telling of door beslissingsschoten. Niet toegestaan zijn beslissingsprocedures waarbij degene die als eerste mist, gelijk afvalt (zg. sudden death procedure). De doelen voor beslissingsschoten moeten overeenstemmen met de officiële IMSSU-modellen en van hetzelfde staal zijn als de wedstrijddoelen. De doelen mogen worden opgesteld in elke willekeurige combinatie van kippen, varkens, kalkoenen of rammen in afmetingen voor de handwapen- of geweercategorieën. De doelen mogen op elke willekeurige afstand worden geplaatst, met dien verstande dat de afstand niet groter mag zijn dan dat van de ram van de betreffende categorie. Bijvoorbeeld: beslissingsschoten in 'Grootkaliberpistool' mogen afgevuurd worden op 5 'Veld- pistool' rammen op 200 m. De doelen moeten voldoende zichtbaar zijn en zij mogen een andere kleur hebben dan de wedstrijddoelen. De beslissingsschoten worden verschoten in series van vijf schoten op vijf doelen voor iedere schutter, over de afstand(en) welke men heeft afgesproken. Het laden, vuren en andere procedures moeten dezelfde zijn als die tijdens de wedstrijd. De schutters dienen met hetzelfde wapen te schieten als tijdens de wedstrijd, tenzij het wapen is vervangen zoals hiervoor beschreven onder punt G: Alibischoten. Bij gelijke scores van geaggregeerde resultaten wordt de omgekeerde telling gebruikt. Zijn alle scores identiek, dan worden de schutters als gelijk geëindigd verklaard. Bij gelijke scores van teams wordt beslist met de omgekeerde telling. Indien dan nog gelijk, dan wint het team van de schutter met de hoogste geaggregeerde score en als het dan nog onbeslist is, dan worden de teams als gelijk geëindigd verklaard. I. Overtredingen van de regels In geval van waarneembare overtreding van de regels dient aan de betreffende schutter eerst een waarschuwing worden gegeven opdat deze de gelegenheid krijgt zijn fout te herstellen. Indien de schutter zijn fout niet herstelt, dient diskwalificatie te worden opgelegd. Waarschuwingen dienen te worden gegeven tussen de series. Uitgezonderd voor zaken die de veiligheid aangaan, kan een schutter niet worden onderbroken tijdens een serie van vijf schoten. Een waarschuwing dient in zulke termen te worden gegeven dat het de schutter duidelijk is dat het een officiële waarschuwing is. Een tweede waarschuwing, ongeacht de reden voor de eerste waarschuwing, leidt automatisch tot diskwalificatie.

Page 18: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 17

In geval van verborgen overtreding van de regels, waarbij de fout opzettelijk wordt verborgen, dient onmiddellijk tot diskwalificatie te worden overgegaan. Een schutter die op een onsportieve wijze een andere schutter hindert terwijl deze bezig is te vuren, dient onmiddellijk te worden gediskwalificeerd. Een schutter wiens houding en/of gedrag een directe bedreiging vormt voor zijn eigen veiligheid of dat van iemand anders, dient onmiddellijk te worden gediskwalificeerd. J. Geaggregeerde resultaten Een geaggregeerd resultaten is de som van alle resultaten van een bepaalde categorie of bepaalde soorten wedstrijden. In totaal zijn er 6 geaggregeerde resultaten. GK-Pistool

KK-Pistool Veldpistool GK-geweer KK-geweer Staand

Revolver Productie Staand Vrij pistool

Revolver Productie Staand Vrij pistool

•Productie •Productie met vrij vizier

Silhouet Jacht

Silhouet Licht Vrij geweer

Staand GK-Pistool Staand KK-Pistool Veld Productie Veld Productie met vrij richtmiddel

SECTIE VII: TROFEËN - BEKRONINGEN - PRIJZEN A. Waarde Indien de waarde van een prijs of te winnen goederen waarom gestreden wordt bij een wedstrijd het dertigvoud of meer bedraagt van het inschrijfgeld per onderdeel, dan zal die wedstrijd door de IMSSU niet worden erkend. De waarde van eremetaal zelf valt hier buiten. Alle beschikbaar gestelde prijzen of extra prijzen dienen zonder uitzondering zodanig te worden toegekend dat alle prijswinnaars gelijke kans op een prijs hebben. B. Prijzen Prijzen zullen worden toegekend aan: - de eerste drie plaatsen bij ieder categorie-onderdeel; - de eerste drie plaatsen voor elk van de geaggregeerde resultaten per categorie; - de eerste drie plaatsen van de teams voor elk van de geaggregeerde resultaten per categorie. Een nationaal team bestaat uit drie schutters van dat betreffende land voor elke geaggregeerde categorie. Slechts één nationaal team per land en categorie is toegestaan, zodat er maximaal 6 teams per land mogen zijn. De sponsor van de wedstrijd kan extra prijzen ter beschikking stellen. Het gastland mag zoveel individuele schutters uitnodigen als de schietfaciliteiten toelaten met dien verstande dat het aantal deelnemers uit bezoekende landen niet wordt verminderd ten behoeve van deze individuele schutters

Page 19: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle categorieën

NSA 2016 18

SECTIE VIII: PROTESTEN Alle kwesties met betrekking tot interpretatie van de regels en protesten worden afgehandeld door de technische commissie. Alle protesten moeten schriftelijk worden ingediend bij de wedstrijdlei-der, tezamen met een geldbedrag gelijk aan het inschrijfgeld voor één onderdeel, binnen drie uur na de vermeende overtreding. De protesterende partij en de partij waartegen het protest gericht is, hebben na de uitspraak van de technische commissie zestig (60) minuten de tijd om tegen deze uitspraak in beroep te gaan bij de commissie van beroep. De partij in wiens voordeel de uitspraak van de commissie is, krijgt het betaalde bedrag. Tegen het gebruik van ieder wapen mag worden geprotesteerd. Zodra een schutter zijn serie heeft verschoten dient hij, nadat hij hiertoe gemaand is, zijn wapen voor keuring aan te bieden. Tijdens de lopende serie mag hij niet worden onderbroken, zie ook Sectie II Veiligheid, punt B. SECTIE IX: SPORTIVITEIT Sportiviteit behoort tot de verantwoordelijkheid van iedere schutter en coach/spotter. Het gedrag van een ieder moet een positieve uitstraling hebben naar de schuttersgemeenschap. De wedstrijdleider mag ieder schutter en/of coach/spotter uitsluiten van een wedstrijd wegens onsportief gedrag of handelingen die de IMSSU of de sport nadeel berokkenen. Eventuele vragen inzake sportiviteit en daarmee samenhangende besluitvorming dienen te worden voorgelegd aan de technische commissie en eventueel de commissie van beroep voor een definitieve uitspraak. SECTIE X: VERBODEN GEDRAG Tijdens een wedstrijd mag een schutter niet onder invloed zijn van alcohol, medicijnen en/of middelen die overeenkomstig de U.I.T.-regels zijn verboden. Een schutter die zich niet hieraan houdt kan onmiddellijk worden gediskwalificeerd en kan eventueel verdere disciplinaire maatregelen opgelegd krijgen. SECTIE XI: SPOTTER Ieder schutter mag zich op het schietpunt laten bijstaan door slechts één spotter, die de schutter vertelt waar diens treffers en missers liggen, de tijd bijhoudt en anderszins de schutter advies geeft. Genoemde spotter mag nadat het commando “laden” is gegeven de schutter niet fysiek assisteren, noch het wapen aanraken of vasthouden.

Page 20: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle pistoolcategorieën

NSA 2016 19

ALGEMENE TECHNISCHE REGELS VOOR ALLE PISTOOLCATEGORIEËN SECTIE I: SCHIETHOUDINGEN A. Vrije houding Elke veilige schiethouding zonder kunstmatige steun. Het wapen mag alleen in contact komen met het lichaam en/of kleding van de schutter. Geen enkel deel van het wapen mag in contact komen met de grond of de bodembedekking. Geen deel van het wapen, het vizier en de hand met het wapen tot de pols mag contact maken met het gezicht van de schutter of diens hoofdbedekking (pet, schietbril, schermkappen gehoorbescherming…). Het wapen moet zodanig worden gehouden dat de baancommandant of baancommissaris kan zien dat aan deze regels wordt voldaan en dat het wapen in de schietpositie duidelijk vrij van de grond is. De uitrusting van de schutter moet zodanig zijn dat de baanofficial altijd duidelijk kan zien dat aan eerder genoemde regels wordt voldaan. Als de schutter ligt, zoals bij de Creedmoorhouding, mag het wapen niet op de hak van schoen of laars rusten tenzij de schutter zijn hand er geheel of gedeeltelijk tussen houdt. Het wapen laten rusten op de bovenrand van de schoen of laars of in de rand tussen hak en zool wordt eveneens als kunstmatige steun aangemerkt en is derhalve niet toegestaan. B. Staande houding De schutter moet zich verzekeren van een veilige staande positie waarbij het wapen uitsluitend met een of twee handen wordt vastgehouden of ondersteund. Daarbij mag geen enkel deel van een of beide armen, van de schouder tot de pols, in contact komen met enig deel van het lichaam van de schutter of kunstmatig ondersteund worden. De handen van de schutter mogen alleen contact maken met diens wapen en richtmiddelen, waarbij de handen wel in contact mogen komen met elkaar. Het wapen en zijn richtmiddelen mogen op hun beurt alleen contact hebben met de handen van de schutter. Niettemin, schutters die eenhandig schieten conform de ISSF schiethouding, mogen hun vrije hand op de heup laten rusten of in hun zak houden of in hun riem haken, …, omdat wordt aangenomen dat zij handelen in de geest van de regels zoals verwoord in de vorige paragraaf. Het wapen dient zodanig te worden gehouden dat een baanofficial gemakkelijk kan zien dat deze regels worden opgevolgd in de schiethouding. De uitrusting van de schutter moet zodanig zijn dat de baanofficial altijd duidelijk kan zien dat aan eerder genoemde regels wordt voldaan. SECTIE II: PRODUKTIE A. Produktie Pistool Een wapen voor “Produktie Pistool” is een pistool of revolver dat, met al zijn technische specificaties, vrij beschikbaar is voor het grote publiek (binnen de wettelijke kaders) en: - dat compleet met richtmiddelen en leeg magazijn niet meer weegt dan 1814 gram; - waarvan de loop niet langer is dan 273 mm (gemeten volgens de procedure beschreven bij Vrij

Pistool). Bij een revolver wordt de trommel niet tot de loop gerekend; - het pistool of de revolver mag elk type van laden zijn (single action, double action, etc);

Page 21: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle pistoolcategorieën

NSA 2016 20

- waarvan de totale lengte, gemeten langs of parallel aan de zielas van de loop, niet meer is dan 457 mm bij revolvers respectievelijk 406 mm voor andere types;

- waarvan de afstand tussen de korrel en keep, gemeten van de achterkant van het vizierblad tot het hoogste punt van de korrel of tunnelring, niet groter is dan 342 mm;

- waarvan geen enkel deel van een vizier (uitgezonderd een productie-zonnekap) en enkel deel van het optische richtsysteem (uitgezonderd een productie-zonnekap) voor de loopmonding uitsteekt; (zonnekap moet gemaakt zijn voor het betreffende wapen)

- het wapen moet altijd in zijn originele staat zijn, zowel in vorm als mechanisch en mogen alleen originele onderdelen, vermeld in een catalogus van de fabrikant van het wapen, gebruikt worden voor vervanging of reparaties. Voor grepen en de richtmiddelen zie hierna;

- waarvan de trekker, een eventuele productie-trekkerschoen (moet gemaakt zijn voor het betreffende wapen, in een catalogus opgenomen en beschikbaar zijn voor het publiek) inbegrepen, niet breder is dan de trekkerbeugel;

Voor grepen voor pistolen en revolvers geldt het volgende: - de greep moet zodanig zijn dat het geen ondersteuning kan bieden aan enig deel van het

lichaam, uitgezonderd de handen van de schutter; - de greep mag niet achter het polsgewricht van de schutter uitsteken; - geen enkel deel van de greep mag de hand van de schutter omringen; - de greep mag, gemeten volgens fig. A., niet dikker zijn dan 64 mm; - de greep moet zodanig gevormd zijn dat de duimsteun, de steun voor de zijkant van de hand en

de wijsvingersteun tenminste een hoek van 90 graden maakt met de verticale as, zie fig. 3 A; - geen duimrust, geen omhooglopende achterkant of omlaaglopende zijkant aan de

tegenoverliggende zijde van de greep heeft; - het oppervlak van de greep mag gekromd zijn in de lengterichting van het wapen; - de zielas van de loop moet zich boven het weefsel tussen de duim en wijsvinger bevinden wan-

neer het wapen wordt gehouden in de normale vuurpositie, zie fig. C.; - de afstand tussen A en B mag niet langer zijn dan 40 mm in ongespannen toestand van het

wapen, zie fig. B.; - verstelbare grepen zijn niet geoorloofd en alle verstelbare delen van de greep, ook al zijn die

fabrieksmatig aangebracht, moeten worden verwijderd.

Page 22: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle pistoolcategorieën

NSA 2016 21

Het wapen mag geen zichtbare uitwendige modificaties hebben ondergaan behalve in de onderstaande gevallen: 1. Elk verouderd wapen mag opgewaardeerd worden naar de huidige fabrieksspecificaties mits

daarvoor alleen originele onderdelen uit de fabriekscatalogus gebruikt worden. Voor de T/C Contender, de G2, de Encore en de Encore Pro Hunter zijn vervangende lopen van alle merken alsmede de originele langere lopen van T/C welke zijn ingekort tot 10”¾ toegestaan mits dat zij voldoen aan de zelfde materialen, spoed en profiel als de oorspronkelijke loop.

Van Anschütz pistolen van het model Exemplar met lopen van 10 en 14 inch kunnen de lopen worden ingekort tot 7,5 inch voor gebruik in de Produktieonderdelen.

2. Vervanging van de originele greep is toegestaan mits de vervangende greep vermeld wordt of

werd in een catalogus, vrij verkrijgbaar is (geweest) voor het grote publiek en dat de greep is gemaakt voor het betreffende wapen. Alle grepen, origineel of van derden, moeten te allen tijde compleet blijven in vorm en afwerking zoals het is vervaardigd.

3. Vervanging van de originele richtmiddelen is toegestaan door richtmiddelen van derden.

Adapters voor richtmiddelen van derden zijn toegestaan. De afstand tussen de zielas en het midden van de ringkorrel of het hoogste punt van de korrel mag niet meer bedragen dan 50 mm. Het boren van gaten en tappen van schroefdraad voor het bevestigen van richtmiddelen of adapterblokken is toegestaan.

Geen enkel deel van het achterste gedeelte van het vizier inbegrepen de zonnekap mag niet achter het wapen uitsteken waarbij de trekker niet gespannen is;

De richtmiddelen mag men verven of met rook zwart maken. Ook mag men merktekens voor

de verschillende afstanden erop aanbrengen. Diopters zijn niet toegestaan op wapens in de Grootkaliber Pistoolonderdelen “Revolver”,

“Productie” en “Staand”, bij Fieldpistol “Productie” evenals in de Kleinkaliber Pistoolonderdelen “Productie en Revolver”. Het enige type richtmiddel dat voor deze onderdelen is toegestaan is een keep-korrel vizier dat een richtbeeld geeft zoals in de figuur wordt getoond.

Page 23: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle pistoolcategorieën

NSA 2016 22

Diopters zijn uitsluitend toegestaan bij Kleinkaliber vrij pistool, Kleinkaliberpistool Staand en

in Fieldpistol “Vrij richtmiddel”. 4. Graveringen, inscripties en andere niet-functionele versieringen zijn toegestaan behalve op de

greep en de richtmiddelen. 5. Het boren en tappen van schroefdraad voor een kijkermontage is toegestaan. Het wapen mag

met de kijkermontage (echter zonder de ringen) erop gebruikt worden in elke Produktie catego-rie mits de montage niet als schiethulpmiddel wordt gebruikt. Indien geen kijkermontage is aangebracht, moeten de schroefgaten worden afgedicht met een schroef.

Het zogenaamde "tunen" van de trekker bij een Produktie wapen is toegestaan mits een veilige trekkerdruk gewaarborgd blijft. Het tunen bestaat uit het polijsten van de sear en de nok van de hamer om een geleidelijker maar veilig overhalen van de trekker te verkrijgen. De trekkerveer en/of hamerveer mag worden ingekort, vervormd of vervangen. De vervanging van een of beide veren mag alleen geschieden met veren welke voor dat wapen gemaakt zijn en vermeld staan in een catalogus en vrij verkrijgbaar zijn. Andere interne modificaties aan het wapen zijn niet geoorloofd. Een Produktie Pistool mag zowel single- of double action zijn. Een double-action revolver moet double-action KUNNEN vuren. De cilinder van een revolver moet kunnen roteren zonder hulp van de schutter en niet anders dan door de haan te spannen (single-action) of de trekker over te halen (double-action). Een revolver of een semi-automatisch pistool in elke Produktie wedstrijd moet worden geladen met 5 patronen en ook als zodanig worden gebruikt tijdens het schieten. B. Produktie-richtkijkermontage De montage moet vermeld staan of hebben gestaan in een catalogus en vrij verkrijgbaar voor het publiek zijn (geweest). De montage moet altijd compleet, zoals het gefabriceerd is, worden gebruikt. De afstand tussen de zielas van de loop en de lengteas van de richtkijker mag niet meer bedragen dan 76 mm. C. Produktie-richtkijker De richtkijker moet vermeld staan of hebben gestaan in een catalogus en vrij verkrijgbaar voor het publiek zijn (geweest). De richtkijker moet altijd compleet, zoals het gefabriceerd is, worden ge-bruikt. De afdekkapjes van de instelschroeven mogen verwijderd worden. Elk soort richtkijker of ander optisch apparaat is geoorloofd met uitzondering van richtmiddelen die gebruik maken van laserstralen.

Page 24: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle pistoolcategorieën

NSA 2016 23

D. Produktie-munitie 1. Grootkaliberpistool De patroon moet passen in de kamer van een produktie wapen en het wapen met dat kaliber

moet vermeld zijn (geweest) in de catalogus (het mag geen kaliber zijn dat niet in het normale leveringsprogramma is (was)). Voor patronen waarvan de hulzen niet meer commercieel ver-krijgbaar zijn, moeten de herlaadmatrijzen vrij verkrijgbaar zijn voor het publiek en vermeld staan in een catalogus.

Toegestaan zijn alle centraalvuurpatronen met een kaliber tot en met 11,66 mm (.459”). 2. Kleinkaliberpistool Toegestaan is elke fabrieksrandvuurpatroon in het kaliber .22 Short, .22 Long, of .22 Long

Rifle. 3. Veld-Pistool Toegestaan is elke Grootkaliber Produktie-patroon zoals omschreven onder punt 1 waarvan de

huls niet langer is dan de nominale hulslengte van .22 Hornet (35.64 mm) en met een kaliber tot en met 11,66 mm (.459”). Randvuurpatronen zijn verboden.

Opmerking De essentie van het begrip 'produktie' is dat een voorwerp redelijk beschikbaar is voor het (grote) publiek. Bedoeld wordt dat iedereen, voor zover de wet dat toestaat, gelijke kans moet hebben om beschikking over het betreffende voorwerp te krijgen binnen een normale levertijd. E. Onderdelen voor wapens die niet meer gemaakt worden Indien geen onderdelen verkrijgbaar zijn voor een wapen dat niet meer geproduceerd wordt, dan mag een defect onderdeel door een nieuw vervaardigd exemplaar vervangen worden, mits: - de schutter kan aantonen dat het wapen niet meer in productie is en dat het onderdeel niet meer

verkrijgbaar is (door middel van een brief van de fabriek of bewijs dat de fabrikant niet meer bestaat) ;

- het nieuwe onderdeel identiek is aan het origineel in materiaal, vorm, afmetingen, samenstelling en afwerking;

- als de juiste materiaalsamenstelling van het originele onderdeel niet bekend is of niet meer verkrijgbaar is via de gangbare kanalen dan mag een vervangend onderdeel worden vervaardigd van een materiaalsoort dat het dichts bij de originele materiaalsoort komt. Als voorbeeld, een gegoten aluminium onderdeel mag worden vangen door een gefreesd exemplaar.

Geen enkel hoofdonderdeel, uitgezonderd de loop, mag worden vervangen. Afhankelijk van het type van het wapen zijn hoofdonderdelen: - het gestel - slede - cilinder - kast - grendel Vervangende lopen moeten gekamerd worden in een kaliber zoals dat oorspronkelijk door de fabrikant werd aangeboden.

Page 25: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle pistoolcategorieën

NSA 2016 24

SECTIE III: VRIJ PISTOOL A. Vrij Pistool (Unlimited) Een wapen voor “Vrij Pistool” is een pistool of revolver: - met een maximum gewicht, ongeladen, met richtmiddelen en met leeg magazijn, van 2041

gram; - waarvan de loop niet langer is dan 381 mm (gemeten volgens onderstaande procedure); bij een

revolver wordt de cilinder niet tot de loop gerekend; - waarvan de totale lengte, gemeten langs of parallel aan de zielas van de loop, niet meer is dan

635 mm; - waarvan de afstand tussen de korrel en keep, gemeten van de achterkant van het vizierblad tot

het hoogste punt van de korrel/korrelblad of opening, niet groter is dan 381 mm; - waarvan de totale lengte van de richtmiddelen inclusief zonnekappen, beschermkappen,

richtbuizen en wat dies meer zij, niet meer is dan 457 mm. De looplengte wordt gemeten door een stok in de loop te steken tot het de grendel of sluitstuk raakt. Een merkstreep wordt op het stokje gezet op plaats waar de stok uit de loop steekt. De afstand tussen de merkstreep en het gedeelte dat de grendel/sluitstuk raakt is de officiële looplengte. Mondingsremmen of andere soortgelijke apparaten zijn niet geoorloofd. Een revolver of semi-automatisch pistool mag in een wedstrijd voor 'Vrij Pistool' als enkelschotswa-pen worden geladen en afgevuurd, zulks ter keuze van de schutter. B. Munitie voor “Vrij Pistool” 1) Groot kaliber : toegestaan zijn alle centraalvuurpatronen met een kaliber van 6 mm tot en met

11,66 mm (.459”). 2) Klein kaliber: toegestaan is elke fabriekspatroon in het kaliber .22 Short, .22 Long of .22 Long

Rifle. SECTIE IV: TOEGESTAAN - NIET TOEGESTAAN A. Toegestaan Onderstaande is geoorloofd: a. een mat of deken om op te liggen, mits de mat of deken overal even dik is, niet dikker is dan

25,4 mm en niet wordt dubbel gevouwen of anderszins om op enige manier ondersteuning te geven;

b. elleboogbeschermers of ander materiaal om de elleboog te beschermen. Deze bescherming mag niet dikker zijn dan 25,4 mm en zodanig gevoerd of stijf zijn dat het kan gebruikt worden als een hulpmiddel bij het schieten;

c. schiethandschoenen mits deze niet zodanig gevoerd of stijf zijn dat ze gebruikt kunnen worden als een hulpmiddel bij het schieten;

d. (been)bescherming tegen de mondingsgassen en tegen de hete gassen die langs de trommel van revolvers lekken in de liggende houding 'vrije houding' mits dit niet als hulpmiddel voor het schieten fungeert;

e. hulplenzen en/of vergrootglazen mits zij bevestigd zijn aan het brilmontuur of het brillenglas. Dergelijke lenzen of vergrootglazen mogen niet meer dan 25,4 mm voor de bril uitsteken;

f. zogeheten voorhangzonnebrillen voor een bril;

Page 26: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle pistoolcategorieën

NSA 2016 25

g. een irisdiafragma dat is bevestigd op het brillenglas of montuur van een bril of een irisdiafragma met (neutrale) lens op een eigen montuur;

h. een schietpet; i. tussen de series door mag munitie en/of mogen munitieclips worden vastgepakt. B. Niet-toegestaan De volgende uitrustings- en hulpstukken en houdingen zijn niet geoorloofd: a. Optische middelen richtkijkers of andere optische middelen (uitgezonderd voor “Veld-Pistool”, zie aldaar, en

hulplenzen e.d. als hiervoor onder A is genoemd); b. Kunstmatige steun kunstmatige steun in de vorm van steunen, lussen, gevoerde of onnodig dikke kleding, of iedere

vorm van pols- of armsteun of bandage; c. Schietschoenen speciaal voor de schietsport ontworpen schietschoenen; d. Schietkleding speciale voor de schietsport ontworpen schietkleding; Voor alle staande schietonderdelen zijn normaal in de handel zijnde schietvesten voor trap en

skeet en gewone kleding welke geschikt is voor de heersende klimatologische omstandigheden toegestaan. Ook zijn toegestaan speciale schietjassen die over een pvc-pijp van 101,6 mm diameter en 762 mm lengte worden geschoven en dan kunnen worden dicht gemaakt. Ook moet de jas of vest kunnen worden geopend vanaf de onderrand tot 50,8 mm boven de bekkenrand.

e. Plakkers en opvulmateriaal plakkers of kussentjes op de kleding van de schutter of op het wapen; f. Trekkers trekkers welke geactiveerd worden tijdens het loslaten; g. programmeerbare richtmiddelen elk richtmiddel dat is bestemd om het afvuurmechanisme te activeren; h. checkering het voorzien van visgraatribbels e.d. (checkering) van de voorkant van het voorhout bij wapens

in de categorieën 'Vrij Pistool'; i. voorhout een “anatomisch gevormd voorhout” zijnde een voorhout met wiggen of waaruit aan een of

beide kanten gekromde stukken zijn uitgehaald, met het doel een vorm te maken waardoor het voorhout beter past aan de vorm van de been of enig ander deel van het lichaam van de schutter en daardoor als hulpmiddel voor het schieten fungeert. Een voorhout met zodanige vorm dat het als een schiethulpmiddel fungeert schendt de regel voor kunstmatige steun en is derhalve niet toegestaan. De wedstrijdleider en de commissies hebben de bevoegdheid over zulke voorhouten te oordelen. Indien naar hun mening een voorhout als hulpmiddel voor het schieten kan worden aangemerkt, dan hebben zij de bevoegdheid het gebruik van het betreffende wapen te ontzeg-gen;

Een voorhout moet evenwijdig aan de loop zijn. Het is niet toegestaan om vingers of deel van een hand tussen de loop en het voorhout te steken. De afstand tussen de bovenzijde van de loop en de onderzijde van het voorhout, gemeten ter plaatse van het midden van de loop, mag niet meer zijn dan 55 mm.

j. Steun met de duim en/of vingers in de kleding en/of in een zak te haken of een voorwerp in een zak

vast te pakken of anderszins iets te doen opdat er steun aan ontleend kan worden of als referentiepunt kan dienen. Deze bepaling geldt niet voor de vrije hand van een schutter die

Page 27: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle pistoolcategorieën

NSA 2016 26

staande eenhandig conform de ISSF-houding schiet (zie Algemene technische regels voor alle handwapencategorieën, sectie I schiethoudingen; B staande houding);

k. Patroontrekker elk handvuurwapen moet zijn voorzien van een patroontrekker die de afgevuurde huls of niet-

afgevuurde patroon geheel of gedeeltelijk uit de kamer kan trekken. Pistolen zonder patroontrekker zijn niet toegestaan.

SECTIE V: WEDSTRIJDPROCEDURES EN REGELS A. Laad-, vuur- en alibiperioden De laadperiode bedraagt dertig (30) seconden met een tolerantie van plus één (1) seconde. De vuurperiode bedraagt twee (2) minuten met een tolerantie van plus één (1) seconde. Voor een alibi geldt een laadperiode van dertig (30) seconden en een vuurperiode van vierentwintig (24) seconden per alibischot, met voor elke periode een tolerantie van plus één (1) seconde. B. Schietvolgorde Schutters zijn vrij in de keuze van de volgorde waarin zij de verschillende wedstrijden willen schieten. Mits in overeenstemming met de regels. Bijvoorbeeld: een schutter wil in een wedstrijd met een revolver de onderdelen “Produktie” en “Revolver” schieten, dan moet hij het onderdeel “Revolver” eerst verschoten hebben voordat hij zijn onderdeel “Produktie” kan schieten. De wedstrijdorganisatie kan een bepaalde volgorde voorschrijven indien de baanindeling zulks nodig maakt. C. Schietprocedure Op de dichtstbij staande doelen moet het eerst geschoten worden en zo voorts. D. Wapentransport Men is verplicht om tussen iedere serie het wapen in een open bak zonder deksel of met een doorzichtig deksel te plaatsen en te vervoeren. De gastvereniging is verplicht voldoende bakken beschikbaar te stellen, al dan niet tegen betaling, aan de schutters die er zelf geen hebben.

Page 28: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR grootkaliberpistool

NSA 2016 27

SPECIALE TECHNISCHE REGELS VOOR GROOTKALIBER PISTOOL De categorie “Grootkaliberpistool” wordt ook wel “Big Bore” genoemd. A. Wedstrijdonderdelen

Onderdeel Houding Wapen

revolver produktie vrij pistool staand

vrij vrij vrij staand

produktie revolver elk produktie wapen vrij pistool elk produktie wapen

Zie ook: "Speciale Technische Regels voor Handwapens", Sectie I: Schiethoudingen, Sectie II: Produktie Regels en Sectie III: Vrij Pistool. De onderdelen worden gerangschikt als revolver, produktie en vrij pistool, waarbij vrij pistool de hoogste rang heeft. Elk produktiewapen mag worden gebruikt in een hoger gewaardeerd onderdeel. Het onderdeel “staand” kan te allen tijde worden verschoten, met dien verstande dat als de schutter wenst te staan in een produktie onderdeel met vrije houding (revolver of produktie) en hij wenst met hetzelfde wapen ook deel te nemen aan het onderdeel “staand”, hij eerst moet uitkomen in “staand”. B. Doelen De doelen moeten overeenkomstig de IMSSU-modellen zijn. De doelen voor “Grootkaliber Pistool, uitgezonderd “Vrij Pistool” moeten worden geschaald op 25,4 mm per vierkantsraster (zg full size). Voor “Vrij Pistool” zullen de doelen voor kleinkalibergeweer worden gebruikt. Zie hiervoor "Algemene Technische Regels", Sectie III: Regels voor de doelen. Voor materiaalkeuze, dikte en afmetingen van de voetplaten zie de tabel.

Page 29: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR grootkaliberpistool

NSA 2016 28

Silhouet Materiaal Dikte Afmetingen voetplaten

kip T1-staal verplicht

12 mm 75 x 100 x 12 mm

varken T1-staal verplicht

12 mm 50 x 100 x 12 mm

kalkoen T1-staal verplicht*)

10 mm 75 x 200 x 10 mm **)

ram T1-staal verplicht*)

10 mm 100 x 125 x 10 mm

*) voor niet-kampioenschappen wordt T1-staal aanbevolen. **) voor oude kalkoenen is 75 x 150 x 10 mm nog toegestaan Het materiaal van de voetplaten moet hetzelfde zijn als van de silhouetten. C. Opstelling van de doelen De rammen moeten worden opgesteld op 200 m, de kalkoenen op 150 m, de varkens op 100 m en de kippen op 50 m vanaf het schietpunt. Een afwijking van 5 m (plus of min) in de afstand van het schietpunt tot elk afzonderlijk doel is toegestaan. De IMSSU zal ook wedstrijden erkennen welke plaatsvinden op banen waarvan de maximale afstand 183 m (200 yards) bedraagt, mits alle aankondigingen de mededeling bevatten dat de rammen op 183 m (200 yards) worden opgesteld. D. Rammen Deze bepaling geldt niet voor het onderdeel “Vrij Pistool” (“Unlimited”) Iedere ram dient zo op de steun te staan dat de afstand van het zwaartepunt van de ram tot het kantelpunt niet meer bedraagt dan 22 mm bij 10 mm plaatdikte (of 25,4 mm bij 3/8 inch plaatdikte) van de ram. Indien mogelijk wordt iedere ram dichter naar het kantelpunt gezet. Het kantelpunt is het punt waarbij het doel voorzichtig zover naar achteren wordt geschoven dat het neigt vanzelf van de steun te vallen. Bij het opzetten van de ram wordt de ram eerst naar achteren geschoven tot het kantelpunt is bereikt waarna de ram maximaal 22 mm (of 25,4 mm) naar voren wordt teruggeschoven voor de gewenste stabiliteit. Indien tengevolge van wind geen stabiliteit wordt verkregen, dan moeten alle rammen worden vastgezet, Sectie IV: Regels voor de Schietbanen, punt G: Klampen. Bij kampioenschappen controleren de baanofficials, behalve de tellers, de opstelling van de rammen elke dag voor het begin van de series. Teneinde het opzetten te vergemakkelijken is het volgende toegestaan: - op de steunen een aanslag aanbrengen waardoor de rammen niet verder naar voren gezet

kunnen worden dan is toegestaan; - van beide voeten aan de achterzijde een strook van 22 mm bij 10 mm plaatdikte (of 19 mm bij

3/8 inch plaatdikte) van de ram verwijderen en de ram met de achterkant van beide voeten gelijk zetten met de achterkant van de steun;

- de bovenkant van de steun 22 mm bij 10 mm plaatdikte (of 19 mm bij 3/8 inch plaatdikte) van de ram smaller maken en de ram met de voorkant van beide voeten gelijk zetten met de

Page 30: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR grootkaliberpistool

NSA 2016 29

voorkant van de steun. E. Richtkijkers Richtkijkers of andere optische richtmiddelen zijn bij geen enkel onderdeel toegestaan. F. Klassering

Klasse Vrij pistool Revolver en Produktie Staand

B 0 - 25 0 - 20 0 - 10

A 26 - 35 21 - 30 11 - 22

Internationaal 36 - 40 31 - 40 23 - 40

Page 31: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR grootkaliberpistool

NSA 2016 30

Grootkaliberpistool: plaats van de voetplaten.

Page 32: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR kleinkaliberpistool

NSA 2016 31

SPECIALE TECHNISCHE REGELS VOOR KLEINKALIBERPISTOOL Deze categorie wordt ook wel 'Small Bore' genoemd. A. Wedstrijdonderdelen De categorie “Kleinkaliber Pistool” bestaat uit 4 wedstrijdonderdelen:

Onderdeel Houding Wapen

revolver produktie vrij pistool staand

vrij vrij vrij staand

produktie revolver elk produktie wapen vrij pistool elk produktie wapen

Zie ook: "Speciale Technische Regels voor alle Pistoolcategorieën", Sectie I: Schiethoudingen, Sectie II: Produktie regels en Sectie III: Vrij Pistool. De onderdelen worden gerangschikt als revolver, produktie en vrij pistool, waarbij vrij pistool de hoogste rang heeft. Elk produktiewapen kan worden gebruikt in een hoger gewaardeerd onderdeel. Het onderdeel “staand”' kan te allen tijde worden verschoten, met dien verstande dat als de schutter wenst te staan in een produktie onderdeel met vrije houding (revolver of produktie) en hij wenst met hetzelfde wapen ook deel te nemen aan het onderdeel “staand”, hij eerst moet uitkomen in het onderdeel “staand”. B. Doelen De doelen moeten overeenkomstig de IMSSU-modellen zijn, met dien verstande dat de doelen moeten worden geschaald op 9,52 mm per vierkantsraster (schaal 3/8 van ware grootte) . Zie hiervoor "Algemene Technische Regels", Sectie III: Regels voor de doelen.

Silhouet Materiaal Dikte Afmetingen voetplaten

kip T1-staal aanbevolen

6 mm 40 x 65 x 6 mm

varken T1-staal aanbevolen

6 mm 40 x 100 x 6 mm

kalkoen T1-staal aanbevolen

6 mm 40 x 65 x 6 mm

ram T1-staal aanbevolen

6 mm 40 x 65 x 6 mm

Het materiaal van de voetplaten moet hetzelfde zijn als van de silhouetten. Voor het onderdeel “Vrij Pistool” (“Unlimited”) worden de doelen voor Kleinkalibergeweer

Page 33: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR kleinkaliberpistool

NSA 2016 32

gebruikt. C. Opstelling van de doelen De rammen moeten worden opgesteld op 100 m, de kalkoenen op 75 m, de varkens op 50 m en de kippen op 25 m vanaf het schietpunt. Een afwijking van 2 m (plus of min) in de afstand van het schietpunt tot elk afzonderlijk doel is toegestaan. In plaats van meter mag yard als eenheid van lengte worden gebruikt, mits op de baan de medede-ling wordt opgehangen dat de yard de eenheid van lengte is. D. Richtkijkers Richtkijkers of andere optische richtmiddelen zijn in geen enkel onderdeel toegestaan. E. Klassering

Klasse Vrij Pistool Revolver en Produktie Staand

B 0 - 25 0 - 20 0 - 10

A 26 - 35 21 - 30 11 - 22

Internationaal 36 - 40 31 - 40 23 - 40

Page 34: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR kleinkaliberpistool

NSA 2016 33

Klein Kaliber Pistool: plaats van de voetplaten.

Page 35: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR veldpistool

NSA 2016 34

SPECIALE TECHNISCHE REGELS VOOR VELDPISTOOL De categorie “Veldpistool” wordt ook wel “Field Pistol” genoemd. A. Wedstrijdonderdelen Er zijn 2 wedstrijdonderdelen:

Onderdeel Houding Wapen

Produktie produktie met vrij

richtmiddel

Staand staand

elk produktie wapen zoals bij GK-pistool (geen diopters)* elk produktie wapen met vrij produktie richtmiddel**

*) Toegestane richtmiddelen gelijk aan die van “Grootkaliberpistool” en geen diopters. **) Als vrij productie richtmiddel zijn toegestaan: keep-korrel, diopter en optische richtkijker en die voldoen aan de regels voor productie. Zie ook: "Speciale Technische Regels voor het Handwapen", Sectie I: Schiethoudingen, Sectie II: Produktie regels en Sectie III: Vrij Pistool. De onderdelen worden gerangschikt als “Productie (Production)” en “Productie met vrij richtmiddel (Production any sights)”, waarbij ” Productie met vrij richtmiddel” de hoogste rang heeft. Indien het zelfde wapen voor beide onderdelen wordt gebruikt en het in Productie met vrij richtmiddel met open vizier zal worden gebruikt, dan moet het onderdeel “productie” het eerst worden verschoten. B. Doelen De doelen moeten overeenkomstig de IMSSU-modellen zijn, met dien verstande dat de doelen moeten worden geschaald op 12,7 mm per vierkantsraster (schaal ½ van ware grootte). Zie hiervoor "Algemene Technische Regels", Sectie III: Regels voor de doelen.

Page 36: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR veldpistool

NSA 2016 35

Silhouet Materiaal Dikte Afmetingen voetplaten

kip T1-staal verplicht

10 mm*) 50 x 100 x 10*) mm

varken T1-staal verplicht

10 mm*) 50 x 100 x 10*) mm of 50 x 150 x 10*) mm

kalkoen T1-staal verplicht

10 mm*)

50 x 100 x 10*) mm

ram T1-staal verplicht

10 mm*) 50 x 100 x 10*) mm

*) naar keuze 12 mm. Het materiaal en de dikte van de voetplaten moeten hetzelfde zijn als van de silhouetten. De voet van het varken mag uit een stuk zijn met de afmetingen 50 x 150 x 10*) mm. C. Opstelling van de doelen De rammen moeten worden opgesteld op 100 m, de kalkoenen op 75 m, de varkens op 50 m en de kippen op 25 m vanaf het schietpunt. Een afwijking van 2 m (plus of min) in de afstand van het schietpunt tot elk afzonderlijk doel is toegestaan. In plaats van meter mag yard als eenheid van lengte worden gebruikt, mits op de baan de medede-ling wordt opgehangen dat de yard de eenheid van lengte is. D. Gewicht Het gewicht van het wapen voor het onderdeel 'Produktie met vrij richtmiddel' mag, ongeladen en met magazijn, niet meer zijn dan 2041 gram. Om de kijkermontage te kunnen bevestigen mogen de open richtmiddelen worden verwijderd. Hamerverlengingen zijn uitsluitend toegestaan bij gebruik van een richtkijker. E. Richtmiddelen Richtkijkers of andere optische richtmiddelen zijn niet toegestaan in het onderdeel 'Produktie'. Richtmiddelen en montages moeten voldoen aan de regel voor productie. F. Klassering

Klasse Produktie Produktie met vrij richtmiddel

B 0 -> 10 0 -> 10

A 11 -> 22 11 -> 22

Internationaal 23 -> 40 23 -> 40

Page 37: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR veldpistool

NSA 2016 36

Veld Pistool: plaats van de voetplaten.

Page 38: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle geweercategorieën

NSA 2016 37

ALGEMENE TECHNISCHE REGELS VOOR ALLE GEWEERCATEGORIEËN SECTIE I: HOUDING Staande houding Elke veilige staande houding zonder gebruik van kunstmatige ondersteuning. Het geweer wordt uitsluitend gesteund met de handen en één schouder. Één hand moet vóór de kolfgreep zijn. De wang moet contact maken met de zijkant van de kolf of de kin moet rusten op de bovenzijde van de kam. SECTIE II: PROEFSCHOTEN Zie hiervoor "Algemene Technische Regels", Sectie VI: Procedures en regels voor wedstrijden: D. Proefschoten. SECTIE III: TOEGESTAAN EN NIET-TOEGESTAAN A. Toegestaan a) Baankijkers: Het gebruik van een baankijker door de spotter is toegestaan. b) Handschoenen: Mogen niet worden gedragen tenzij de Technisch Commissie bepaald heeft dat

handschoenen gedragen mogen worden. Gevulde of onnodig zware handschoenen zijn niet toegestaan.

c) Kleding: Normaal in de handel verkrijgbare mouwloze vesten voor trap- en skeetschieten en

schietoverhemden voor hagelgeweren zijn toegestaan, evenals kleding welke voor de heersende klimatologische omstandigheden gangbaar zijn. Schietjassen, onnodig zware kleding, of iets dat bij het dragen kunstmatige steun geeft - zoals kleding met extra dikke vulling of stijfmakend materiaal, of dat beweging van het lichaam beperkt of het lichaam in schiethouding ondersteunt - mag niet worden gedragen. Vesten die kunnen worden beschouwd of opgevat als onnodig zwaar of om kunstmatige steun te geven zijn toegestaan indien het vest kan worden dichtgemaakt over een paspop dat over de gehele lengte door het vest is gestoken, waarbij de paspop is gemaakt van 101,6 mm (4”) dunwandige PVC buis en tenminste 762 mm lang. Het vest moet bovendien geopend of ventilerend gemaakt kunnen worden vanaf de onderkant tot een punt 50,8 mm boven de bovenkant van de heup.

B. Niet toegestaan a) Palmsteun: niet toegestaan. b) Kolfplaten en wangstukken: Een kolf of kolfplaat met een gekromd achtervlak waarbij de

diepte meer bedraagt dan 12,7 mm gemeten vanaf de rechte lijn van de boven- tot de onderkant van de kolfplaat is verboden. Kolfplaten moeten in het midden zijn aangebracht. Instelbare wangstukken moeten worden vastgezet en geborgd.

c) Compensators en mondingsremmen: Het gebruik van mondingsremmen, compensatiegaten in

de loop of andere middelen bedoeld om de opslag tegen te gaan, is verboden.

Page 39: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle geweercategorieën

NSA 2016 38

d) Uitrusting en materiaal: Alle apparaten of uitrustingsstukken die het schieten vergemakkelijken,

en die niet worden genoemd in deze regels, of die tegen de geest van deze regels indruisen zijn verboden.

SECTIE IV: LAAD-, VUUR- EN ALIBIPERIODEN De laadperiode bedraagt dertig (30) seconden met een tolerantie van plus één (1) seconde. De vuurperiode bedraagt twee en een halve (2,5) minuten met een tolerantie van plus één (1) seconde. Voor een alibi geldt een laadperiode van dertig (30) seconden en een vuurperiode van dertig (30) seconden per alibischot, met voor elke periode een tolerantie van plus één (1) seconde.

SECTIE V: SCHIETPROCEDURES Organisaties mogen wedstrijden voor geweer inrichten zoals zij dat wensen. De volgorde van schieten zal, indien vastgelegd door de organisatie, vóór het begin van de wedstrijd worden bekendgemaakt. Bij international kampioenschappen is de aanbevolen wijze om een silhouetgeweerwedstrijd in te richten de volgende: Groepsgewijs zullen zoveel geweerschutters naar de vuurlijn van de schietplaats worden geroepen als er schietpunten en doelen beschikbaar zijn. Alle schutters van een groep zullen 2 series van elk 5 schoten afvuren. Na deze 2 series van 5 schoten wordt de schietplaats leeggemaakt, de doelen weer opgezet en wordt de volgende groep schutters opgeroepen.Dit gaat door tot alle schutters hun eerste serie van de wedstrijd hebben verschoten. Dan wordt de eerste groep schutters weer opgeroepen en het geheel herhaalt zich tot de gehele wedstrijd is verschoten. Schutters mogen zodanig worden ingeroosterd dat zij met een willekeurige opstelling van doelen beginnen en ook zo de wedstrijd afmaken. Indien geen 500 m baan beschikbaar is in het land dat de Wereldkampioenschappen organiseert, dan zal een vervangend kampioenschap worden georganiseerd voor Groot Kaliber Geweer op de 200 m baan voor Groot Kaliber Pistool. Alle onderdelen worden verschoten zoals genoemd onder de Regels voor Groot Kaliber Geweer, uitgezonderd dat de doelen halve grootte zijn (zg Veldpistool doelen) welke worden opgesteld op de volgende afstanden: - Kippen op 100 m - Varkens op 150 m - Kalkoenen op 200 m en - Rammen op 200 m.

Page 40: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

ATR alle geweercategorieën

NSA 2016 39

-

Page 41: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR grootkalibergeweer

NSA 2016 40

SPECIALE TECHNISCHE REGELS VOOR GROOTKALIBER GEWEER SECTIE I: GROOTKALIBER GEWEERWEDSTRIJDONDERDELEN Wedstrijden kunnen worden gehouden in 2 wedstrijdonderdelen:

Onderdeel Houding Wapen

silhouetgeweer jachtgeweer

staand staand

silhouetgeweer jachtgeweer

A. Silhouet Geweer Het onderdeel 'Silhouetgeweer' wordt verschoten met een geweer dat aan de volgende specificaties voldoet: a) Kaliber: minimum 6 mm (.243”) en een maximum kaliber van 8 mm. b) Maximum gewicht: 4,6 kg inclusief de richtmiddelen. c) Richtmiddelen: Elk type richtmiddel (telescopisch of niet telescopisch) is toegestaan. Richt-

middelen bestemd om het afvuurmechanisme te activeren zijn verboden. d) Trekker: Elke type trekker dat niet per ongeluk kan afgaan. Trekkers die het afvuurmechanisme

activeren bij het terugkomen van de trekker nadat de trekker is overgehaald, zijn niet toegestaan. In geval dat een trekker per ongeluk afgaat, zal de baan official verlangen dat de trekker wordt bijgesteld of dat het geweer wordt vervangen.

e) Trekkerbeugel: Moet aanwezig zijn en mag niet afwijken van conventionele beugels met het

doel om de duim of palm steun te geven. Het mag niet verder uitsteken dan 35 mm onder de onderrand van het voorhout.

f) Kolf: De lade (dat deel van de kolf dat voor de trekkerbeugel uitsteekt), inbegrepen de

bevestiging van de trekkerbeugel en schroeven, mag niet breder zijn dan 57 mm, en niet meer dan 57 mm onder de ziellijn van de loop uitsteken. De lade moet minimaal 203 mm uitsteken voor de voorste rand van de afsluiterring.

De kam van de kolf mag niet boven de ziellijn van de loop uitsteken, echter de Monte Carlo rol mag 12,7 mm uitsteken aan de afgewende kant. Zie ook fig. 7.

Het kolfeind inclusief de kolfplaat of terugstootrubber mag niet meer dan 178 mm onder de hartlijn van de loop uitsteken. Kolfplaat of schokdempende kolfplaat mag niet onder de kolf uitsteken. Bevestigingen, afneembaar of vast, zijn toegestaan indien het onderdeel van het geweer met bevestigingen voldoet aan het gewicht of afmetingen zoals voorschreven en mits de bevestigingen niet voor het loopeinde uitsteken.

Page 42: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR grootkalibergeweer

NSA 2016 41

Riembeugels en geweerriemen zijn toegestaan, maar de riem mag niet worden gebruikt als armsteun tijdens het schieten.

g) Loop: gemeten vanaf de voorzijde van de gesloten grendel tot het einde van de loop mag de

loop, inclusief loopmantel of bevestiging, niet langer zijn dan 762 mm. Een geweer dat voldoet aan de eisen voor het onderdeel “jachtgeweer” mag ook gebruikt worden in het onderdeel “silhouetgeweer” zelfs als de afmetingen niet voldoen aan de eisen voor silhouetgeweer. B. Jachtgeweer Het onderdeel 'jachtgeweer' wordt verschoten met een veel voorkomend type jachtgeweer zoals dat wordt (werd) gemaakt door grote wapenfabrikanten en dat is (was) redelijk te koop voor het grote publiek als toonbankmodel. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van de schutter om met documentatie aan te tonen dat het wapen voldoet aan de gestelde regels. Op klantenspecificaties gemaakte geweren zijn niet toegestaan. Een geweer voor het onderdeel “jachtgeweer” moet aan onderstaande specificaties voldoen: a) Geweertype: Enkelschotsgeweren zonder grendel moeten gescheiden kolf en voorhout hebben.

Alle andere typen moeten reperteergeweren zijn die worden geladen door alle patronen vanuit het magazijn in de kamer te laden. Geweren met een magazijn moeten worden afgevuurd door alle patronen vanuit het magazijn in de kamer te laden. Magazijnen waarin geen 5 patronen kunnen worden geladen, moeten eerst vol worden geladen en daarna zoveel als nodig is om de serie van 5 schoten te completeren.

b) Kaliber: minimum 6 mm (.243”) en een maximum kaliber van 8 mm. c) Maximum gewicht: 4,2 kg inclusief de richtmiddelen. d) Richtmiddelen: Alle typen richtmiddelen - telescopisch en niet-telescopisch - zijn toegestaan.

De kijker mag niet meer dan 38 mm, gemeten van de bovenkant van het sluitstuk tot onderkant kijkerbuis, boven het geweer uitsteken en de kijker mag niet uit het midden van de loop worden geplaatst. Elk richtmiddel waarmee het afvuurmechanisme kan worden geactiveerd, is verboden. Indien telescopische richtmiddelen zijn gemonteerd, mogen de van fabriekswege gemonteerde open richtmiddelen worden verwijderd.

e) Trekker: mag wel worden bijgesteld, maar niet worden vervangen door een op de klant

aangepaste trekker. De MINIMUM trekkerdruk is 0,907 kg. In geval dat een trekker per ongeluk afgaat, zal de baanfunctionaris verlangen dat de trekker wordt bijgesteld of dat het geweer wordt vervangen. Trekkers die het afvuurmechanisme activeren bij het terugkomen van de trekker nadat de trekker is overgehaald, zijn niet toegestaan. Geweren moeten zijn voorzien van een deugdelijke veiligheid.

f) Kolf: moet gelijk zijn aan de fabriekskolf van het wapen. Toevoegingen, afneembaar of vast,

zijn niet toegestaan. Riembeugels en geweerriemen zijn toegestaan, maar de riem mag niet worden gebruikt als armsteun tijdens het schieten. De kolf mag niet uitwendig zijn uitgehold. Kolven met duimgaten zijn niet toegestaan. Kolven met een bed van epoxyhars zijn toegestaan, evenals schokdempende terugstootplaten.

Enkelschotsgeweren zonder grendel moeten een aparte kolf en lade hebben.

Page 43: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR grootkalibergeweer

NSA 2016 42

g) Loop: moet zijn als van een jachtgeweer. Extra zware lopen of match lopen zijn niet toegestaan.

Elke vervangende loop moet overeenkomstig de afmetingen en vorm van het fabrieksorigineel zijn. Het afwerken of verzinken van de loopmond is toegestaan, evenals het verwijderen van een deel van de loop indien de loopmonding beschadigd is, tenzij als gevolg van het verwijderen van dat stukje loop het gewicht van het geweer zodanig is verminderd dat het geweer valt in een gewichtsklasse waarin het normaliter niet zou vallen.

C. Munitie Toegestaan is elk type centraalvuurpatroon met een minimum kaliber van 6 mm (.243”) en een maximum van 8 mm. Met uitzondering van pantserdoorborende of brandstichtende munitie en lichtspoormunitie. Het gebruik van bepaalde soorten munitie kan worden verboden als gevolg van lokale baan- of wedstrijdregels. Het gebruik van ladingen en/of kogelpunten die gaten of diepe kraters (dwz. dieper dan 25% van de plaatdikte) veroorzaken, kan door de wedstrijdleider worden verboden.

SECTIE II: SPECIFICATIES VAN DE DOELEN Doelen moeten overeenkomstig de officiële IMSSU-modellen zijn waarbij de schaal 25,4 mm per rastervierkant bedraagt, zie "Algemene Technische Regels", Sectie III: Regels voor de Doelen.

Silhouet Materiaal Dikte Afmetingen voetplaten

Kip T1-staal verplicht

12 mm 75 x 100 x 12 mm

varken T1-staal verplicht

12 mm 50 x 100 x 12 mm

kalkoen T1-staal verplicht*)

10 mm 75 x 200 x 10 mm**)

ram T1-staal verplicht*)

10 mm 100 x 125 x 10 mm

*) voor niet-kampioenschappen wordt T1-staal aanbevolen. **) voor oudere doelen is 75 x 150 x 10 mm toegestaan. Het materiaal van de voetplaten moet hetzelfde zijn als van de silhouetten. Voor de vervangende Groot Kaliber Geweeronderdelen welke op een 200 m baan worden verschoten hebben de doelen dezelfde afmetingen als de doelen voor “Veld pistool/Field Pistol” zg half size doelen en mogen de doelen maximaal 15 mm dik zijn, zulks naar keuze van de organisatie.

Page 44: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR grootkalibergeweer

NSA 2016 43

Grootkalibergeweer: plaats van de voetplaten.

Page 45: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR grootkalibergeweer

NSA 2016 44

SECTIE III: OPSTELLING VAN DE DOELEN De doelen staan als volgt opgesteld: rammen op 500 m, kalkoenen op 385 m, varkens op 300 m en kippen op 200 m. Een afwijking van 1% van de werkelijke afstand van het schietpunt tot alle opstellingen met hetzelfde doel is toegestaan. Voor wedstrijden op een 200 m baan staan de rammen op 200 m, de kalkoenen op 200 m, de varkens op 150 m en de kippen op 100m. Het is gewenst alle steunen 150 mm boven de grond te laten uitsteken. Voor de silhouetten voor geweer wordt aanbevolen de voeten van de doelen en de bovenkant van de steunen even groot te maken, met een maximale afwijking van 10%. Waar rails uit één stuk worden gebruikt dient voor elk doel een verdikkingsplaat te worden gebruikt die zal worden beschouwd als de steun voor het doel. De doelen moeten tenminste 1 x , maar niet meer dan 3,5 x de breedte van het doel uit elkaar te staan; de breedte gemeten van kop tot staart . SECTIE IV: KLASSERINGEN

Klassering Grootkaliber Silhouet Grootkaliber Jacht

Internationaal 32 - 40 29 - 40

Meester 24 - 31 22 - 28

A 16 - 23 14 - 21

B 0 - 15 0 - 13

SECTIE V: BESLISSINGSSCHOTEN De wedstrijdleider kan beslissen hoe de rangschikking wordt bepaald in geval van gelijke eindresultaten, mits deze procedure is opgenomen in het wedstrijdprogramma of voor de aanvang van de wedstrijd is opgehangen op de schietbaan. De aanbevolen procedure voor beslissingsschoten om de rangschikking te bepalen is als volgt: internationaal-geklasseerden : 5 kalkoenen op 385 m in 2,5 minuten. meester-geklasseerden : 5 rammen op 500 m in 2,5 minuten. A-geklasseerden : 5 kippen op 200 m in 2,5 minuten. B-geklasseerden : 5 varkens op 300 m in 2,5 minuten. De aanbevolen procedure voor beslissingsschoten om de rangschikking te bepalen op een 200 m baan is als volgt: internationaal-geklasseerden : 5 kalkoenen op 200 m in 2,5 minuten. meester-geklasseerden : 5 rammen op 200 m in 2,5 minuten. A-geklasseerden : 5 kippen op 100 m in 2,5 minuten. B-geklasseerden : 5 varkens op 150 m in 2,5 minuten.

Page 46: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR kleinkalibergeweer

NSA 2016 45

TECHNISCHE REGELS VOOR DE CATEGORIE KLEINKALIBER GEWEER SECTIE I: KLEINKALIBERGEWEER WEDSTRIJDONDERDELEN IMSSU-kampioenschappen worden gehouden in twee wedstrijdonderdelen:

Onderdeel Houding Geweer

Silhouetgeweer Staand Silhouetgeweer

Licht geweer Staand Licht geweer

Nationale wedstrijden kunnen worden gehouden in de wedstrijdonderdelen:

Onderdeel Houding Geweer

Silhouetgeweer Staand Silhouetgeweer

Licht geweer Staand Licht geweer

Vrij geweer Staand Vrij geweer

A.Silhouet Geweer Het onderdeel 'Kleinkaliber Silhouetgeweer' wordt verschoten met een type geweer dat aan de onderstaande specificaties voldoet: a) Kaliber: .22 short, .22 long of .22 long rifle randvuurpatronen. b) Maximum gewicht: 4,6 kg inclusief de richtmiddelen. c) Richtmiddelen: Elk type richtmiddel (telescopisch of niet telescopisch) is toegestaan. Richt-

middelen bestemd om het afvuurmechanisme te activeren zijn verboden. d) Trekker: Elke type trekker dat niet per ongeluk kan afgaan. Trekkers die het afvuurmechanisme

activeren bij het terugkomen van de trekker nadat de trekker is overgehaald, zijn niet toegestaan. In geval dat een trekker per ongeluk afgaat, zal de baan official verlangen dat de trekker wordt bijgesteld of dat het geweer wordt vervangen.

e) Trekkerbeugel: Moet aanwezig zijn en mag niet afwijken van conventionele beugels met het

doel om de duim of palm steun te geven. Trekkerbeugels mogen niet meer dan 35 mm uitsteken onder de onderzijn van het voorhout.

f) Kolf: De lade (dat deel van de kolf dat voor de trekkerbeugel uitsteekt), inbegrepen de

bevestiging van de trekkerbeugel en schroeven, mag niet breder zijn dan 57 mm en niet meer dan 57 mm onder de ziellijn van de loop uitsteken. De lade moet minimaal 203 mm uitsteken voor de voorste rand van het afsluiterhuis.

De kam van de kolf mag niet boven de hartlijn van de loop uitsteken, echter de Monte Carlo rol mag 12,7 mm uitsteken aan de afgewende kant.

Page 47: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR kleinkalibergeweer

NSA 2016 46

Het kolfeinde inclusief de kolfplaat of terugstootrubber mag niet meer dan 178 mm onder de hartlijn van de loop uitsteken. Kolfplaat of schokdempende kolfplaat mag niet onder de kolf uitsteken. Toevoegingen, afneembaar of vast, zijn toegestaan indien het onderdeel van het geweer met toevoegingen voldoet aan het gewicht of afmetingen zoals voorschreven en mits de toevoegingen niet voorbij het loopeinde uitsteken.

Riembeugels en geweerriemen zijn toegestaan, maar de riem mag niet worden gebruikt als armsteun tijdens het schieten.

g) Loop: gemeten vanaf de voorzijde van de gesloten grendel tot het einde van de loop mag de

loop, inclusief loopmantel of bevestiging, niet langer zijn dan 762 mm. Een geweer dat voldoet aan de specificaties voor het onderdeel “Kleinkaliber Licht Geweer” mag ook gebruikt worden bij het onderdeel “Kleinkaliber Silhouetgeweer”, zelfs al voldoen de afmetingen niet aan de eisen voor “Kleinkaliber Silhouetgeweer” B. Licht Geweer Het onderdeel 'Licht Geweer' wordt verschoten met een veel voorkomend kleinkaliber sportgeweer dat voldoet aan de beschrijving voor “Grootkaliber Jachtgeweer”, met uitzondering van: a) Maximum gewicht: 3,855 kg inclusief de richtmiddelen. b) Kaliber: .22 short, .22 long of .22 long rifle randvuurpatronen. c) Geweertype: elk commercieel verkrijgbaar type enkelschotsgeweer of repeteergeweer mag

worden gebruikt. Geweren met een magazijn moeten worden afgevuurd door alle patronen vanuit het magazijn in de kamer te laden. Magazijnen waarin geen 5 patronen kunnen worden geladen, moeten eerst vol worden geladen en daarna zoveel als nodig is om de serie van 5 schoten te completeren.

d) Loop: moet zijn als van een sportgeweer zoals oorspronkelijk gefabriceerd. Een loop mag

alleen door een originele fabrieksloop en vervaardigd voor dat model wapen worden vervangen. Het afwerken of verzinken van de loopmond is toegestaan, evenals het verwijderen van een deel van de loop indien de loopmonding beschadigd is, tenzij als gevolg van het verwijderen van dat stukje loop het gewicht van het geweer zodanig is verminderd dat het geweer in een gewichtsklasse valt dan waarin het normaliter niet zou vallen.

Page 48: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR kleinkalibergeweer

NSA 2016 47

C. Kleinkaliber Vrij Geweer Het onderdeel 'Kleinkaliber Vrij Geweer' wordt verschoten met elk type kleinkalibergeweer dat voldoet aan: a) Richtmiddelen: richtmiddelen zijn vrij; indien teleskopische richtmiddelen zijn gemonteerd, mogen de van fabrieks-

wege gemonteerde open richtmiddelen worden verwijderd. richtmiddelen bestemd om het afvuurmechanisme te activeren zijn verboden; b) Trekkers: trekkers die afgaan bij het terug laten komen van de trekker zijn niet toege-

staan; c) Geweerriem: gebruik niet toegestaan; D. Munitie Elk type commercieel verkrijgbare randvuurpatroon in kaliber: .22 short, .22 long of .22 long rifle. SECTIE II: SPECIFICATIES VAN DE DOELEN Doelen moeten overeenkomstig de officiële IMSSU schaalmodellen zijn met dien verstande dat de modellen worden geschaald op 5,08 mm per rastervierkant. (zie "Algemene Technische Regels", Sectie III: Regels voor de Doelen).

Silhouet Materiaal Dikte Afmetingen voetplaten

kip T1-staal aanbevolen

6 mm 25 x 50 x 6 mm

varken T1-staal aanbevolen

6 mm 25 x 50 x 6 mm*)

kalkoen T1-staal aanbevolen

6 mm 25 x 50 x 6 mm

ram T1-staal aanbevolen

6 mm 25 x 50 x 6 mm*)

*) De voeten voor de rammen mogen uit een stuk zijn met de afmetingen: 25 x 125 x 6 mm Het materiaal van de voetplaten moet hetzelfde zijn als van de silhouetten.

Page 49: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR kleinkalibergeweer

NSA 2016 48

Kleinkalibergeweer: plaats van de voetplaten.

Page 50: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

STR kleinkalibergeweer

NSA 2016 49

SECTIE III: OPSTELLING VAN DE DOELEN De doelen staan als volgt opgesteld: rammen op 100 m, kalkoenen op 77 m, varkens op 60 m en kippen op 40 m. Een afwijking van 1% van de werkelijke afstand van het schietpunt tot alle opstellingen met hetzelfde doel is toegestaan. (Toelichting: per groep van 5 doelen gelijke afstand, verschillende groepen 1%). De doelen moeten tenminste 1 x, maar niet meer dan 3,5 x de afstand van kop tot staart uit elkaar staan. SECTIE IV: KLASSERING Individuele klassering:

Klassering Kleinkaliber Silhouetgeweer Kleinkaliber Licht Geweer

Internationaal 34 - 40 32 - 40

Meester 27 - 33 25 - 31

A 20 - 26 18 - 24

B 0 - 19 0 - 17

SECTIE V: BESLISSINGSSCHOTEN De wedstrijdleider kan beslissen hoe de rangschikking wordt bepaald in geval van gelijke eindscores, mits deze procedure is opgenomen in het programma of voor aanvang van de wedstrijd is opgehangen op de schietbaan. De aanbevolen procedure voor beslissingsschoten om de rangschikking te bepalen is als volgt: internationaal-geklasseerden : 5 kalkoenen op 77 m in 2,5 minuten. meester-geklasseerden : 5 rammen op 100 m in 2,5 minuten. A-geklasseerden : 5 kippen op 40 m in 2,5 minuten. B-geklasseerden : 5 varkens op 60 m in 2,5 minuten,

Page 51: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

NSA 2016 50

TECHNISCHE REGELS VOOR LUCHTDRUKSILHOUET A. Te gebruiken pistolen en geweren: - Productie pistool met een klassiek keep-korrel vizier.

Diopters, kijkers of andere optische richtmiddelen zijn niet toegestaan; - Productiegeweer. Elk type richtmiddel is toegestaan.

Verstelbare kolfplaten moeten in de middenstand worden vastgezet. Verstelbare kammen mogen niet hoger dan 25,4 mm boven de laagste stand worden versteld. Palmsteunen aan het voorhout zijn niet toegestaan.

Productie pistolen en geweren Elk pistool of geweer met kaliber 4,5 mm en dat voldoet aan de eisen en specificaties van de ISSF-regels. B. Munitie 4.5 mm loden kogels C. Schiethoudingen Pistool: staand. Geweer: staand. D. Onderdelen Productie pistool staand. Productiegeweer staand. E. Doelen De kippen en varkens moeten gemaakt zijn van 4 mm dik staalplaat en kalkoenen en rammen van 3 mm dik staalplaat. De grootte van de doelen is 1/10 van de full size doelen. De voeten hebben de volgende afmetingen: Kippen, varkens en kalkoenen: 19 mm breed en 25 mm lang; Rammen: 19 m breed en 50 mm lang. F. Afstanden Pistool:

- Kippen: 10 m; - Varkens: 12 m; - Kalkoenen: 15 m; - Rammen: 18 m.

Geweer: - Kippen: 18 m; - Varkens: 27 m; - Kalkoenen: 33 m; - Rammen: 41 m.

Een afwijking van +/- 2.5% is toegestaan. G. Overig Het is verboden tanks voor samengeperste lucht of CO2 op te slaan op de vuurlijn of in

Page 52: ALGEMENE REGELS VOOR ALLE CATEGORIEËN VAN HET ... · NSA 2016 2 Zij kunnen kleine afwijkingen van hetgeen in de IMSSU-regels is vastgelegd toestaan mits die niet in conflict met

NSA 2016 51

aangrenzende bezoekersruimten. Alle andere regels van de IMSSU zijn van toepassing. Bij Wereldkampioenschappen of Continentale kampioenschappen is het niet verplicht ook een kampioenschap voor luchtsilhouet te organiseren. Men is vrij een competitie voor luchtdrukwapens te organiseren als een extra gebeurtenis.